Preview Levende Have december 2012

7
Een weiland vol alpacahengsten Dit magazine verschijnt zes maal per jaar Los nummer: € 4,95 Jaargang 10 December 2012 De Elzenhoek: kinderboerderij van de toekomst - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Een unieke kip met een uilenkop - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Bretonse schaapjes rijk aan variatie Alles over boerderijdieren NU Extra magazine over kippen GRATIS 16 12 14 Alles over kippen Levende Have Levende Have

description

Het magazine Levende Have is een onafhankelijk en fraai geïllustreerd tijdschrift voor de hobbymatige en kleinschalige houders van boerderijdieren. Het verschijnt zes keer per jaar. Nu met het kippentijdschrift Alles over kippen, 2 magazines voor de prijs van 1. In elk nummer 72 pagina's: verhalen en foto’s over het houden van dieren, praktische tips, adviezen van een voedingsdeskundige, dierenarts en jurist, rasbeschrijvingen, reportages en achtergrondartikelen.

Transcript of Preview Levende Have december 2012

Page 1: Preview Levende Have december 2012

Een weiland vol alpacahengsten

Dit magazine verschijnt zes maal per jaar Los nummer: € 4,95 Jaargang 10 December 2012

De Elzenhoek: kinderboerderij van de toekomst

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Een unieke kip met een uilenkop

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Bretonse schaapjes rijk aan variatie

Alles over boerderijdieren

NU Extra magazine

over kippen

Gratis

16

12 14

Alles

over

kippen

Levende HaveLevende Have

Page 2: Preview Levende Have december 2012

Ruimen helpt niet bij vectorziekteHet ruimen van besmette dieren heeft niet of nauwelijks effect bij een uitbraak van een vectorziekte, zoals blauwtong of Schmallenberg. Het is een gevaarlijke strategie bij de bestrijding van nieuwe vectorziekten, zegt onderzoeker Egil Fischer.Vectorziekten zijn besmettelijke dierziekten die door insecten worden overge-bracht van het ene op het andere dier. Egil Fischer van het Centraal Veterinair Instituut heeft gekeken of ruiming van besmette dieren een manier zou kunnen zijn om de uitbraak van een vectorziekte onder controle te krijgen. Hij con-stateert dat ruiming van dieren averechts kan werken, onder meer doordat insecten op zoek gaan naar nieuwe gastdieren als het vee geruimd is. Het ruimen van vatbare dieren is dus niet effectief, tenzij het mogelijk is om álle vatbare dieren uit een gebied te ruimen. De ruiming van vatbare en seropo-sitieve dieren zal de omvang en de lengte van een uitbraak vergroten, heeft Fischer berekend. De ruiming van dieren die het virus nog bij zich dragen is wel een goede manier om de uitbraak te reduceren, als ten minste op tijd een begin is gemaakt met de ruiming.

Het veterinair tuchtcollege

heeft een dieren-arts een boete van €2.000 opgelegd omdat hij recepten voor ontwormings-middelen heeft

verstrekt op paardenmarkten.De dierenarts schreef op twee paardenmarkten in totaal 337 recepten uit voor ruim zesdui-zend middelen voor paarden, schapen, runderen en varkens. Voor het uitschrijven van de recepten moet een zorgvuldige diagnose worden gesteld. De dierenarts was op dat punt nalatig. Het tuchtcollege wijst erop dat de werkwijze van de dierenarts in strijd is met de regelgeving voor het gebruik van diergeneesmiddelen die uitsluitend op recept van dierenarts (URA) mogen wor-den verstrekt. De dierenarts kreeg van het tuchtcollege een onvoorwaardelijke boete van € 2.000 opgelegd.

Harmke Borkent las de oproep bij het artikel “Wat de geit geluk-kig maakt” in het aprilnummer van Levende Have en stuurde een

mooie foto van een geitenhok met grasdak en veranda. Heeft u ook een fraaie klim- of schuilgelegenheid voor uw geiten? Mail deze met een korte toelichting voor 7 januari naar [email protected] en maak kans op het boek Geiten van Hans Schippers (t.w.v. €17,95). In het februari-nummer van Levende Have komt een overzicht van de inzendingen.

Fotowedstrijd klim- en schuilgelegenheid voor geiten

Dierenarts in de fout op paardenmark-ten: €2000 boete

Amsterdam bezorgd over zoönosen op kinderboerderij

Op kinder- en zorgboerderijen in Amsterdam bestaat een relatief groot risico op de overdracht

van infectieziekten van dier op mens. Geen enkele kinderboerderij in de hoofdstad en slechts een derde van de zorgboerderijen heeft een keurmerk.

De GGD Amsterdam deed onderzoek naar preventie op kinder- en zorgboerderijen in de regio. De GGD stelt vast dat er een gebrek is aan kennis en bewustzijn over zoönosen. Daar waar keurmerken ontbreken kan niet gegarandeerd worden dat de boerderijen aan kwaliteitseisen voldoen. “De kans op overdracht van infectieziekten wordt op kinder- en zorgboerderijen versterkt, doordat men vaak te maken heeft met kwetsbare bezoekers. Van deze personen, zoals jonge kinderen, ouderen of mensen met een verstande-lijke beperking, kan niet altijd worden verwacht dat ze hygiënemaatregelen in acht nemen”, aldus de GGD.

Levende Have peilt de meningen over de stijgende prijzen voor diervoer. Op www.levendehave.nl kan gereageerd worden op de stelling: prijs diervoer maakt houden van hobbydieren bijna onbetaalbaar. Bijna driekwart (72%) is het eens met de stelling. Zie ook de rubriek tweestrijd, pagina 32.

eens72%

oneens28%

Prijs diervoer maakt

houden van hob-bydieren bijna onbetaalbaar

Levende Have poll over prijs diervoer

pag 6

Page 3: Preview Levende Have december 2012

(advertentie)

Oplossing kippenpuzzel De oplossing van de kippenpuz-

zel in het oktobernummer was:

SATSUMADORI. De winnaars zijn

M.W. Bokje en J. Brok. Zij hebben

waardebonnen voor een zak pluim-

veevoer van Teurlings gekregen. Zie

voor verkooppunten www.teurlings.nl

Flevolander pas in 2025 officieel een zeldzaam inheems ras

De Flevolander komt pas in 2025 in aanmer-king voor de status “zeldzaam ras”. Dat heeft

te maken met afspraken die internationaal zijn gemaakt over de erkenning van inheemse rassen.De Flevolander is in de jaren zeventig voortgeko-men uit een kruising van een Fins landras en de Ile de France. Nederlandse fokkers hebben een ras gecreëerd dat drie keer in de twee jaar aflammert en goedkoop is in onderhoud. De Flevolander combi-neert een hoge levensverwachting met een grote productie. Het aantal ooien dat in stamboekverband wordt gehouden is echter beperkt. Het gaat om circa 1800 dieren. Officiële erkenning als Nederlands zeldzaam ras laat echter nog even op zich wachten. Internationaal is afgesproken dat een ras pas die status krijgt als het veertig jaar plus zes generaties in een land aan-wezig is. Dat is pas het geval in 2025. “Voor die tijd zou de genenbank van het Centrum voor Genetische Bronnen als garantie voor het voortbestaan van de Flevolander sperma van rammen en embryo’s kun-nen invriezen”, aldus Kor Oldenbroek in Zeldzaam Huisdier.

Het reukvermogen van het varken is zeer goed ontwikkeld. Van alle dieren waarvan tot nu toe het genoom in kaart is gebracht heeft het varken het grootste aantal actieve genen voor het herkennen van geuren (olfactory receptors).Het genoom van het varken is ontleed door het internatio-nale ‘Swine Genome Sequen-cing Consortium’ waar onder anderen prof. Martien Groenen van Wageningen University is betrokken. De totale lengte van het varkensgenoom is 2,8 miljard baseparen met daarin 21.640 eiwit coderende genen.

Dit is vergelijkbaar met andere zoogdieren waaronder de mens. De variatie in het genoom van het varken is echter twee tot drie keer zo groot als bij de mens. Uit het genetisch onderzoek blijkt dat het Europese en Aziatische wilde zwijn ongeveer een miljoen jaar geleden uit elkaar zijn gegroeid. Het onderzoek bevestigt ook dat varkens in Europa en Azië onafhankelijk van elkaar zijn gedomesticeerd.

Varken heeft zeer goed ontwikkeld reukvermogen

Meer dan 200.000 insecten in 68 koeienvlaaien

Zo belangrijk is dus weidegang: koeien laten in de wei vlaaien achter en die leveren een grote bijdrage aan de biomassa van

insecten. Vlaamse onderzoekers troffen in 68 koeienvlaaien meer dan 200.000 ongewervelden aan.

Het meest talrijk waren de kevers gevolgd door vliegen en muggen en een minderheid aan vliesvleugeligen. De ongewervelden vor-

men een belangrijke voedselbron voor vogels en vleermuizen. De onderzoekers pleiten voor een terughoudend gebruik van

ontwormingsmiddelen. Die hebben een vernietigend effect op de insectenfauna en kunnen zo indirect

voor een verminderd voedselaanbod zor-gen voor insectenetende soorten.

pag 7 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 4: Preview Levende Have december 2012

Nieuwbouw in crisistijd. Natuur- en milieueducatie cen-trum en kinderboerderij De Elzenhoek in Oss kreeg het

voor elkaar. Door educatie en recreatie samen te voegen en vooral rekening te houden met wat het publiek wil. Zo ont-stond er een multifunctioneel complex waarin bezoekers zich veilig en thuis voelen. Resultaat: in de week na de openingen kwamen er 15.000 volwassenen en kinderen over de vloer. “Toen ik hier vijf jaar geleden begon waren dat de jaarcijfers”, zegt directeur Talitha Visser.

Ze heeft alle reden om trots te zijn. Het team van De Elzen-hoek wist in anderhalf jaar tijd het 1,2 ha grote terrein aan

de rand van een wijk met flatgebouwen om te toveren tot een kinderboerderij van de toekomst. Met dank aan de woning-bouwvereniging Brabant Wonen die zeven ton stak in een hoofdgebouw met ruimte voor lessen, tentoonstellingen, vergaderingen, een kantine, kleedruimtes met douche, een wasmachine en kantoren. Met dank ook aan de tientallen sponsors die elk op hun eigen wijze een duit in het zakje deden.

Nieuwe doelgroepen De gemeente Oss droeg eveneens flink bij aan de metamor-fose: een half miljoen voor verschillende dierenverblijven en de inrichting van de buitenruimte. Talitha Visser: “Heel bij-zonder in deze tijd. Maar wat hier stond was erg aan vervan-ging toe. Men zag wat voor functie we vervulden in de wijk. Doordat we al een gezamenlijk beleid voerden met natuur- en milieueducatie werd duidelijk dat De Elzenhoek veel meer inhield dan alleen konijntjes knuffelen. We trokken nieuwe doelgroepen aan, mensen met een beperking, schooluitval-

Aan de rand van de woonwijk Ruwaard in Oss is het afgelo-pen jaar hard gewerkt aan de metamorfose van natuur- en milieueducatiecentrum en kinderboerderij De Elzenhoek. Er ontstond een geheel vernieuwd complex. Een succesverhaal over de kinderboerderij van de toekomst.

Educatie en recreatie gaan samen bij De Elzenhoek

Kinderboerderij van de toekomst

pag 12

Tekst: Jinke HestermanFoto’s: Jan Smit/Dierenbeeldbank

Page 5: Preview Levende Have december 2012

lers. Het belang van deze plek werd zichtbaar, ook voor de wethouder, een jonge vader met twee kinderen, met duurzaamheid in zijn portefeuille.” In augustus 2011 ging De Elzenhoek dicht. Vrijwel alle dieren werden elders ondergebracht en Thalita Visser zat vanaf dat moment bij elke bespreking over de nieuwbouw. “We wisten heel duidelijk wat we wilden. We zaten er vooral bij om de sfeer te bewaken. Het mocht niet te clean worden. Het moest de boerderijsfeer behouden. Het ging ons om de bele-ving. Hoe kijken kinderen naar dieren? Wat vinden ze leuk? Dit moest niet een plek worden voor architectonische hoogstandjes, maar een plek waar men-sen zich thuis voelen, waar het gezellig is. Dan heb je het eigenlijk over alles, over de keuze van de materialen, over het hekwerk, tot en met het hergebruik van de dakpannen. We hebben op een gegeven moment met der-tig vrijwilligers alle dakpannen van de oude kinderboerderij gehaald, zodat ze opnieuw gebruikt konden worden.” In oktober 2012 ging De Elzenhoek weer open. Alle dieren

konden terugkomen. Het publiek vond al snel z’n draai op het nieuwe complex. Net als voorheen kunnen de kinderen er spelen, dieren knuffelen, de natuur onderzoeken en ook leren. Maar

alles op een iets grotere schaal met prachtige voorzieningen. Zo worden er alleen al 9000 leerlingen op jaarbasis verwacht voor de lessen van het natuur- en milieueducatiecentrum en vrijwilligers van het Instituut Voor Natuureducatie. “Een kinderboerderij is dé plek om kinderen op een speelse manier wat bij te brengen”, zegt Talitha Visser. Niet alleen kinderen

‘We laten soms wel eens een geit of een schaap dekken,

maar dat gebeurt heel beperkt’

pag 13 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 6: Preview Levende Have december 2012

Geiten in winterzonGeiten houden niet van kou, niet van harde wind en niet van neerslag, en de meeste rassen kunnen daar ook niet goed tegen. Daarom is het goed de geiten de hele win-terperiode toegang te geven tot een stal. Met uitloopje, want dan kunnen ze zelf beslissen op welk moment ze de weersomstandigheden mooi genoeg vinden om even een luchtje te scheppen, wat UV-straling op te vangen en de benen te strekken. Geiten die vrij in en uit hun (tochtvrije!) stal kunnen lopen, zouden langer leven, vruchtbaarder zijn, een hogere ruwvoeropname hebben en minder last hebben van gewrichts- en stofwisselingsziekten.

Grote bek hebben‘Een grote bek hebben’ is een heel gewone uitdrukking, die gebruikt wordt om aan te geven dat iemand veel praatjes heeft, brutaal is, zichzelf overschreeuwt of een beetje te luidruchtig voor zichzelf opkomt. Boeren gebruiken de uitdrukking van oudsher ook op een andere manier, namelijk voor koeien die goed kunnen vreten en hun voer goed omzet-ten in melk of vlees. Het één heeft met het ander te maken: de best gevoede koeien zijn zij die de beste vreetpositie in de stal opeisen en zich niet laten wegjagen door concurre-rende koeien. Melkkoeien die de magische grens van 100.000 kg melk overschrijden, zijn dikwijls koeien ‘met een grote bek’.

‘Lichtrijden’ verlicht paardenrugDe jockeyhouding is het minst belastend voor de paardenrug, maar een paard met rugpijn is ook al gebaat bij “lichtrijden”. Dat blijkt uit onderzoek

van Wageningen University, waar mede met behulp van driedimensionale bewegingsanalyse de invloed van de ruiter op het paard werd onderzocht. Gekeken werd naar de invloed van het gewicht van de ruiter, maar ook naar die van de rijtechniek. Bij draf bleek het door-zitten, waarbij de ruiter op zijn billen blijft zitten, een hogere piekbelasting op de rug van het paard te geven dan “lichtrijden”, waarbij de ruiter iedere pascyclus even opveert. Een paard met rugpijn is dus beter af met een “lichtrijder “dan met een “doorzitter”. De jockey-houding, waarbij de ruiter in de stijgbeugels blijft staan en het zadel niet aanraakt, bleek het minst zwaar voor het paard, omdat de benen van de ruiter hierbij optre-den als een elastische veer. Die houding is voor gewone ruiters alleen niet lang vol te houden.

Huidschimmel bij ezelsIn de winter is huidschimmel bij ezels een veelvoorkomend probleem. Ringworm is de bekendste schimmelinfectie. Een ezel met ringworm heeft kleine korstige bultjes. De korstjes en haren laten heel makkelijk los, waardoor er uitbreidende cirkeltjes van kale huid ontstaan. De behandeling van ringworm – een zoönose - bestaat uit wassing met een schimmeldodend middel. De sporen van de schimmel bevinden zich echter niet alleen op het dier zelf, maar ook in de omgeving. Ze

zijn bovendien goed ingekapseld. Veel sporen blijven dus leven: herbesmet-ting is eerder regel dan uitzondering. Er zullen daarom meerdere wasbeur-ten nodig zijn, soms wel vier of vijf keer met enkele dagen ertussen. Ook moeten stalwanden, borstels, halsters et cetera steeds gedesinfecteerd. Preventief is er niet veel te doen aan ringworm. Wel zouden vocht, vuil en (stal)warmte een gunstige omgeving zijn voor de schimmel. Dieren met een zwakke weerstand lopen ook meer gevaar op besmetting.

Antonius-varkensOp 17 januari is het naamdag van Sint Antonius, beschermheilige van varkens

en varkenshouders. Op oude schilderijen staat hij meestal afgebeeld met een

varken. Antonius leefde in de vierde eeuw na Christus als geneeskundige van

groot aanzien. Maar met varkens had hij niets. Zeven eeuwen na zijn dood

kwamen zijn stoffelijke resten als relikwieën in het Franse St. Antoine terecht.

Dit plaatsje werd een pelgrimsoord voor lijders aan een destijds duistere ziekte

(Sint Antoniusvuur, veroorzaakt door een schimmel op rogge). De broeders van

de Orde van de Heilige Antonius, die in veel landen de eerste ziekenhuizen

oprichtten, schreven de zieken een dieet van varkensvlees voor, plus zalving in

varkensvet. De varkens die hiertoe vetgemest werden, mochten in heel Europa

vrij rondlopen, voorzien van een belletje. Ze moesten door iedereen netjes

behandeld worden en werden volop gevoerd. Toen in de zestiende eeuw een

verbod kwam op het loslopen van varkens in grote steden, maakte men een

uitzondering voor de Antonius-varkens.

pag 28

Page 7: Preview Levende Have december 2012

Ruif op de grondPaarden kunnen hun hooi beter van de grond eten dan uit een ruif aan de muur. Het eten met een omlaag gestrekte hals benadert zo veel mogelijk het natuurlijke grazen. De paarden kauwen zo makkelijker en hun gebit slijt op de juiste wijze af. Ook kunnen ze het gekauwde voer in deze houding beter doorslikken. Als je geen voer op de vloer wilt verstrekken, plaats de ruif of hooizak dan zo laag mogelijk. Nog beter is het gebruik van kunststof kratten met gaten voor de afwatering in de bodem. Daar worden hooiplakken in gelegd, met een betongazen raster eroverheen. Dit komt aardig overeen met het echte grazen. De paarden hebben enige moeite om de hooisprietjes tussen de mazen van het metalen rek uit te trekken, wat de ‘graastijd’ aanzienlijk verlengt.

Konijn met wamBij konijnen ontwikkelen de voedsters vaak (maar niet altijd) een zoge-noemde wam. Dat is een flinke huidplooi onder de kin, waarin onder-huids vet wordt opgeslagen. Deze reserves gebruikt de voedster in zware tijden, vooral aan het eind van de zwangerschap of als ze haar jongen moet voeden. Het is dus een volkomen natuurlijk en onschuldig ver-schijnsel. Als de wam echter te groot wordt, kan de voedster er last van krijgen bij het wassen of bij het voor de gezondheid zo belangrijke opeten van de blindedarmkeutels. Grotere rassen, oudere voedsters en erg rustige dieren hebben sneller last van een te grote wam, maar de meest

problematische wammen vind je bij te dikke konijnen. Als de dik-kerds op dieet gaan, zal de wam tot normale proporties slinken.

Met en zonder geitensikBokken hebben vaak een sik, maar er bestaan ook bokken zonder. Geiten hebben meestal geen sik, maar af en toe zie je toch geiten mét sik. Hoe zit dat? De geitensik is een beroemd voor-beeld van een kenmerk dat ‘klassiek’ (conform de kruisingswetten van Mendel) wordt over-geërfd maar ook nog een geslachtsgebonden component heeft. In vrouwelijke dieren werkt de overerving (onder invloed van geslachtshormonen) anders dan in mannelijke dieren. Het al of niet krijgen van een sik wordt bepaald door een gen met twee allelen. Zo’n allel kan staan voor ‘met sik’ of ‘zonder sik’. Een nakomeling krijgt van beide ouders één allel mee en heeft er zelf dan dus weer twee (‘met sik/met sik’ of ‘met sik/zonder sik’ of ‘zonder sik/met sik’ of ‘zon-dersik/zonder sik’). En nu het bijzondere: ‘met sik’ is dominant in bokken, maar recessief in geiten. Dit betekent dat een bok een sik zal krijgen als hij één of twee kopieën van het allel ‘met sik’ van zijn ouders heeft meegekregen (‘met sik/met sik’ of ‘met sik/zonder sik’ of ‘zonder sik/met sik’), terwijl dat er bij een geit altijd twee moeten zijn (‘met sik/met sik’). Leuk detail: de overerving van de geitensik werkt precies hetzelfde als kaalhoofdigheid bij mensen.

Alpaca geen speelgoeddierAlpaca’s zien er met hun wollige vachten en vriendelijke koppies bijzon-der aaibaar uit, maar de meeste houden helemaal niet zo van knuffelen. De alpaca is dus zeker geen speelgoeddier voor kinderen. Vooral van het kroelen door vreemden moeten alpaca’s niets hebben. Van hun vaste verzorgers laten sommige dieren een heleboel toe of leren fysiek contact zelfs te waarderen. Maar de meeste blijven schuchter en gaan een teveel aan getut liever uit de weg. In het bijzonder de onderbenen, voeten en buik van de alpaca zijn ‘no go area’s’.

pag 30