Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Mc. 6,30-34_2.docx · Web viewDaarom, zo spreekt de...

6
Jer. 23,1-6 — Dit is de naam: "Heer, onze gerechtigheid" `Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen – godsspraak van de Heer. Daarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld zijn mijn schapen verdwaald en uiteengedreven; u hebt er niet op gelet. Maar Ik let wel op u, vanwege al uw misdaden – godsspraak van de Heer.” Ik breng de overgebleven schapen bijeen uit alle landen waarheen Ik ze heb verdreven. Ik breng ze terug naar hun weiden; ze worden weer vruchtbaar en talrijk. Dan stel ik herders over hen aan die hen werkelijk weiden. Ze hoeven niet bang of angstig meer te zijn, geen van hen wordt nog vermist – godsspraak van de Heer. Geloof Mij, de tijd komt dat Ik een wettige telg van David laat opstaan – godsspraak van de Heer. Hij zal met bekwaamheid regeren en het land rechtvaardig en eerlijk besturen. Dan wordt Juda bevrijd, en leeft Israël veilig. Dit is de naam die men het geeft: `Heer, onze gerechtigheid.” Ef. 2,13-18 — "Hij is onze vrede" Broeders en zusters, Nu bent u, die eertijds veraf was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één gemaakt heeft, en de scheidsmuur heeft neergehaald, door in zijn vlees de vijandschap, de wet met haar geboden en verordeningen, te vernietigen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit die twee één nieuwe mens te scheppen, en beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u die veraf was en vrede aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader. Mc. 6,30-34 — "Hij had zeer met hen te doen" Na hun zending kwamen de apostelen terug bij Jezus, en ze vertelden Hem alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. Hij zei tegen hen: `Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.’ Want er kwamen en gingen zoveel mensen, dat ze niet eens de gelegenheid hadden om te eten. Ze gingen in de boot weg naar een 16 de zondag door het jaar – B-jaar 2018 “Kijken met mededogen” Jer. 23,1-6 - Ef. 2,13-18 - Mc. 6,30-34 ‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail:

Transcript of Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Mc. 6,30-34_2.docx · Web viewDaarom, zo spreekt de...

Page 1: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Mc. 6,30-34_2.docx · Web viewDaarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld

Jer. 23,1-6 — Dit is de naam: "Heer, onze gerechtigheid"`Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen – godsspraak van de Heer. Daarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld zijn mijn schapen verdwaald en uiteengedreven; u hebt er niet op gelet. Maar Ik let wel op u, vanwege al uw misdaden – godsspraak van de Heer.” Ik breng de overgebleven schapen bijeen uit alle landen waarheen Ik ze heb verdreven. Ik breng ze terug naar hun weiden; ze worden weer vruchtbaar en talrijk. Dan stel ik herders over hen aan die hen werkelijk weiden. Ze hoeven niet bang of angstig meer te zijn, geen van hen wordt nog vermist – godsspraak van de Heer. Geloof Mij, de tijd komt dat Ik een wettige telg van David laat opstaan – godsspraak van de Heer. Hij zal met bekwaamheid regeren en het land rechtvaardig en eerlijk besturen. Dan wordt Juda bevrijd, en leeft Israël veilig. Dit is de naam die men het geeft: `Heer, onze gerechtigheid.”

Ef. 2,13-18 — "Hij is onze vrede"Broeders en zusters,Nu bent u, die eertijds veraf was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één gemaakt heeft, en de scheidsmuur heeft neergehaald, door in zijn vlees de vijandschap, de wet met haar geboden en verordeningen, te vernietigen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit die twee één nieuwe mens te scheppen, en beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u die veraf was en vrede aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.

Mc. 6,30-34 — "Hij had zeer met hen te doen"Na hun zending kwamen de apostelen terug bij Jezus, en ze vertelden Hem alles wat ze hadden gedaan en hoe ze onderricht gegeven hadden. Hij zei tegen hen: `Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en wat uit te rusten.’ Want er kwamen en gingen zoveel mensen, dat ze niet eens de gelegenheid hadden om te eten. Ze gingen in de boot weg naar een eenzame plaats om alleen te zijn. Men zag hen weggaan en velen herkenden hen. Uit alle steden haastten ze zich te voet daarheen en kwamen er eerder aan dan zij. Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte, en Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.

16de zondag door het jaar – B-jaar 2018

“Kijken met mededogen” 

Jer. 23,1-6 - Ef. 2,13-18 - Mc. 6,30-34

‘PREEK VAN DE WEEK’Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected]

Page 2: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Mc. 6,30-34_2.docx · Web viewDaarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld

Preek van de week“Kijken met mededogen"

De verhalen uit het evangelie, die we elke zondag te horen krijgen, kunnen - goddank! - op veel verschillende manieren benaderd en uitgelegd worden. Trouwens, we beluisteren die verhalen niet afstandelijk, maar als een boodschap voor ons leven. We hopen er iets in te beluisteren dat ons aanspreekt, ons terechtwijst, ons gelukkig maakt. In elk geval iets dat ons helpt om ons dagelijks bestaan richting te geven. Zo valt het evangelie iedere zondag binnen in het leven van elk van ons. De één zal gegrepen worden door die zin, de andere zal die gedachte onthouden en weer een andere zal ontroerd worden door dat woord.In het evangelie dat vandaag wordt gelezen ben ik getroffen door Jezus' manier van kijken: hij ziet een grote menigte mensen en hij heeft zeer met hen te doen, staat er te lezen. Hij kijkt niet afstandelijk op de massa neer, maar ziet de mensen aan met diep mededogen. Over die manier van kijken zou ik iets willen zeggen.Het meedogend kijken van Jezus doet mij plots - in een soort contrast - terugdenken aan een beeld uit mijn kinderjaren, namelijk de afbeelding van God als alziend oog in de driehoek. Deze afbeelding in een combinatie met de dreigende toon van ‘Hier vloekt men niet’, heeft me reeds als kind fel gehavend. Die afbeelding werd bovendien in onze kleine hersentjes vast gebetonneerd door de dogmatische catechese die we kregen, de lering: "God ziet alles, zelfs onze geheimste gedachten; Hij weet alles, ook de toekomende dingen." Ik herinner me dat ik tegelijk kwaad en angstig was. Ik voelde me heel klein, bekeken tot in mijn naaktheid en tot in mijn fantasie. Niets was echt nog van mij alleen, niets was veilig voor die gestrenge indringer. Ik was een ding, bekeken door een voyeur. Toen ik later filosofie studeerde en o.a. Sartre verslond, herkende ik in diens beschrijving van de menselijke blik, wat ik als kind gevoeld had. U weet wel: de wijze waarop de ene mens de andere aankijkt, degradeert hem daarmee tot een ding, zegt Sartre. In de kruisende blikken, waarin de een de ander tot voorwerp maakt, wordt een machtsstrijd uitgevochten waarin uiteindelijk één van beiden de ogen zal neerslaan en zich gewonnen zal geven. Dan schikt men zich in het lot voorwerp of ding van de ander te zijn. Dat de mens t.a.v. God altijd dit gedegradeerde voorwerp was, lag voor de hand. Het zat ingebouwd in het gekende systeem: God ziet onze meest verborgen zondige neigingen. Hij doorziet de toekomst. Hij weet wat er te gebeuren staat, wie voorbestemd is en wie niet. Tegenover dit goddelijk alziend oog staat de traditionele voorstelling van de beperkte menselijke blik. De mens getuigt van hoogmoed wanneer hij alles wil zien en komt ten val wanneer hij zich de boom van de kennis toe-eigent.

U zou me kunnen zeggen: waar je nu nog over spreekt, daar zijn we toch al lang van af, van dat godsbeeld. Wellicht wel, maar ik vrees dat het dikwijls nog stiekem doorwerkt. Mensen moeten er soms nog tegen vechten. Bovendien mogen we niet vergeten dat, waar aanvankelijk dit alziend oog aan God werd toegeschreven, nu de moderne westerse mens met veel doorzettingsvermogen zijn droom is gaan realiseren om zelf zo’n alziend oog te ontwikkelen en daardoor met of zonder God vat te krijgen op de natuur en de geschiedenis. Wij zijn zelf een machtige en hautaine god geworden...In ieder geval, het minste dat je kunt zeggen, is: als je zó bekeken wordt, als je zó gezien wordt dat je er op geen enkele manier gelukkiger door wordt, maar integendeel in heel je zijn wordt aangetast en neergehaald, en dit zowel door de vernietigende blik van je medemens als door de heersende blik van een almachtig opperwezen, dan bén je werkelijk gezien. Ik bedank ervoor!

Maar, zo vraag ik me af, weten wij dan wel hoe de Onzichtbare (hier gebruik ik niet meer het woordje 'God') naar ons kijkt? Neen, we weten dat niet, want niemand heeft ooit de Onzichtbare gezien. We kunnen Hem niet zien, we kunnen haar bestaan niet onthullen. We kunnen alleen op het spoor komen van de openbaring van de Onzichtbare. Want dat geloven we: dat de Onzichtbare kan

Page 3: Preek van de weekpreekvandeweek.be/mailinglist/Mc. 6,30-34_2.docx · Web viewDaarom, zo spreekt de Heer, de God van Israël, tegen de herders die mijn volk weiden: `Door uw schuld

zich geopenbaard heeft en zich nog voortdurend laat kennen, in de mensengeschiedenis, in de religies, in de profeten, in de stilte, in ons. En op een heel bijzondere manier in Jezus. Mensen hebben geen 'god' gezien (niemand heeft ooit God gezien, zegt Sint-Jan), maar ze hebben wel Jezus gezien, een mens die in zijn 'Vader' geloofde. En over hem en zijn geloof heeft men gesproken en geschreven, tot op vandaag. Daarmee moeten wij het stellen, want de Onzichtbare heeft eigenlijk nooit iets anders laten zien dan het gelaat van een mens die gelooft. Daarom kijken we hoe Jezus zijn eigen gelovig gezicht liet zien. Hoe handelde hij? Welke verhalen vertelde hij? Wij geloven dat de blik van de Onzichtbare naar ons, oplicht uit de manier waarop Jezus met de mensen omging of uit de verhalen die hij vertelde. Jezus sprak en handelde vanuit zijn diep geloof dat de vaderlijke blik aan de onze voorafgaat. Hij las het in zijn eigen religieuze geschriften, Deuteronomium bv.: "Gij die ons hebt gezocht toen wij niet naar U zochten, die nog dagelijks uw hart tot mededogen buigt. Gij die ons met uw ogen vangt. Gij die ons vraagt: wie ben je? wil je? kom dan." Of de psalm 139: "Gezien, van ooit af, en nog steeds. Toen ik nog ik niet was, nog dood, stond al mijn diepste aangezicht in jou gegrift. In jouw geheugen, uitvergroot, bestond ik, tegenover jou - met afgewende blik, totdat ik durfde kijken."

De blik van de Onzichtbare die aan de onze voorafgaat - Jezus toont ons, doorheen zijn manier van omgaan met de mensen, dat die blik een heel andere is dan het streng oordelende alziende oog in de driehoek. Het gaat hier om het 'mededogen'. Van dat oude woord heb je al even oude prachtige synoniemen: barmhartigheid, deernis, erbarmen, medelijden, genade. In het Hebreeuws hebben deze begrippen alles te maken met het woord ‘baarmoeder’, ‘moederschoot’. Dit is de plek waar op bijzondere wijze het kwetsbare, broze, begin van een mensenleven beschermd wordt. Als iets kostbaars wordt daar het oerbegin van de mens bewaard. Wat nog niet levensvatbaar is in de buitenwereld, vraagt om warmte en aandachtige zorg. Zo doet God voor ons, zo ging Jezus om met mensen, zo worden wij uitgenodigd met elkaar om te gaan. We worden uitgenodigd Gods genadevolle kijk op mens en wereld tot de onze te maken.

Er zijn steeds meer mensen die Gods mededogen zichtbaar maken en Jezus' barmhartige levensweg navolgen in een samenleving die gekenmerkt wordt door onbarmhartigheid. Barmhartigheid is een beweging. Een beweging van: Zien - Bewogen worden - In beweging komen. Een drieslag die telkens weer gebeurt. De eerste stap is de ander écht zien in zijn kleinheid en naaktheid én in zijn menselijke waardigheid en uniek-zijn. De tweede stap is je door de ander laten raken. De ander doet je wat. Je laat hem of haar bij je binnen. En de derde stap is in beweging komen, oversteken naar de ander, je tot naaste maken. Barmhartigheid is: herder zijn voor elkaar, om het beeld van het evangelie van vandaag te gebruiken. Hart hebben voor de ander. Me met hart en ziel bekommeren om wie niet zo sterk en onafhankelijk zijn. En dan gaat het niet alleen om grootse daden. Barmhartigheid gebeurt ook waar mensen naar elkaar luisteren en verstaan, zonder oordeel, oog hebben voor elkaar, waar mensen elkanders leed dragen, hun verdriet delen. En misschien moeten we de zeven werken van barmhartigheid eens terug van onder het stof halen. Wanneer we die werken van barmhartigheid doen, echt als werken van barmhártigheid, zonder verborgen agenda, zonder bijbedoeling, dan ontdekken we pas wat écht leven is: slechts het brood dat wij te eten geven, zal ons doen leven!

@preekvdw