PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 8 … · 2019. 2. 11. · 630251 afschrijving...

NAAM : VOORNAAM : BIBF-NUMMER : 08/12/2018

p. 1

BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN

SCHRIFTELIJKE PROEF

8 DECEMBER 2018

DEEL I

I. BOEKHOUDEN:

/40

III. PLICHTENLEER(I): /10 Subtotaal : /50

A

B

C

D

E


p. 2

ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN

8 DECEMBER 2018 - Deel I

I. BOEKHOUDING /40

A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING

/15

C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDINGSDIENSTEN EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING /5

III. PLICHTENLEER (I) /10

TOTAAL DEEL I : /50


p. 3

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE

BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF

Koninklijk Besluit van 27 september 2015

SCHRIFTELIJKE PROEF

8 DECEMBER 2018 DEEL 1

Algemene Instructies

� Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef:

- Het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E: boekhouding en deontologie)

- Het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K: fiscaliteit en recht)

� Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en BIBF-nummer (zie oproepingsbrief) te vermelden

� Enkel het gebruik van een rekenmachine, BIBF-rekeningenstelsel, de BIBF-Fiscus op zak, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten – Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verplicht verlaten v an de aula en de ongeldigheid van dit examen.

� Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen: Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten)

� Dit examen (met modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen worden gepubliceerd op www.bibf.be .

� Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF , dient op het schriftelijk gedeelte de kandidaat minstens 60% van het totaal aantal punten te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden , en 60% op het vak deontologie en 50% op recht en fiscaliteit samen .

� De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II).

VEEL SUCCES !!!!!!


p. 4

I. DEELDOMEIN BOEKHOUDING ……./40

Alle journaalposten moeten een datum en een omschri jving bevatten. De rekeningen moeten minstens uit 3 cijfers bestaan.

A. ALGEMENE BOEKHOUDING ……/15

Vraag A. 1. ……/5 Gegevens : Hieronder vindt u de volledig afgesloten balans van de BVBA Y (kleine vennootschap) op 31/12/2017. De vennootschap voldoet aan alle voorwaarden om een jaarrekening volgens het verkort schema te kunnen neerleggen bij de NBB. Vul aan de hand van onderstaande gegevens de bijgevoegde balans en resultatenrekening in op bijgevoegd neerleggingsformulier (zonder decimaalgetallen).

Rekening Naam rekening DEBET CREDIT SALDO

100000 KAPITAAL 232.021,77 -232.021,77

101000 NIET OPGEVR.KAPITAAL 6.200,00 6.200,00

130000 WETTELIJKE RESERVE 3.800,20 -3.800,20

132100 BELASTE RESERVES 32.555,19 -32.555,19

133000 BESCHIKBARE RESERVES 9.962,67 -9.962,67

133001 BIJZONDERE LIQUIDATIERESERVE-AJ2013 27.725,47 -27.725,47

133002 BIJZONDERE LIQUIDATIERESERVE-AJ2014 89.361,66 -89.361,66

133003 BESCHIKBARE LIQUIDATIERESERVE-AJ2016 8.942,06 -8.942,06

133004 BESCHIKBARE LIQUIDATIERESERVE-AJ2017 11.108,77 -11.108,77

133005 BESCHIKBARE LIQUIDATIERESERVE AJ 2018 25.108,61 -25.108,61

200000 OPRICHTINGSKOSTEN 644,52 644,52

200900 AFSCHRIJVING OPRICHTINGSKOSTEN 644,52 -644,52

230000 INRICHTING 10.760,10 10.760,10

230900 AFSCHRIJVING INRICHTING 8.393,85 -8.393,85

240000 KANTOORMEUBILAIR 5.510,61 5.510,61

240090 AFSCHIJVING KANTOORMEUB. 3.439,66 -3.439,66

240100 KANTOORMATERIEEL 1.072,73 1.072,73

240190 AFSCHRIJVINGKANTOORMATER. 1.072,73 -1.072,73

241000 ROLLEND MATERIEEL 36.602,60 36.602,60

241900 AFSCHRIJVING ROLLEND MATERIEEL 36.602,60 -36.602,60

252100 LEASING PERSONENWAGEN 35.034,76 35.034,76

252109 AFSCHRIJVING LEASING PERSONENWAGEN 35.034,76 -35.034,76

400000 KLANTEN 323.584,25 279.661,25 43.923,00

411000 TERUG TE VORDEREN B.T.W. 4.142,38 3.616,42 525,96

416300 REKENING COURANT ZAAKVOERDER 4.456,06 18,28 4.437,78

440000 LEVERANCIERS 125.031,69 131.039,11 -6.007,42

450000 GERAAMDE BELASTINGSCHULD 6.649,67 15.224,31 -8.574,64

452000 TE BETALEN BELASTING 7.760,55 -7.760,55


p. 5

510000 AANDELEN 232.939,53 232.939,53

550010 ING 1.093,26 1.093,26

550040 KBC 341.173,69 292.763,95 48.409,74

550050 BELFIUS 150.962,54 30.000,00 120.962,54

TOTAAL BALANS 1.285.858.39 1.285.858.39 0.00

Rekening Naam rekening DEBET CREDIT SALDO

610000 HUUR GEBOUW 1.800,00 1.800,00

611010 OND./HERST.GEBOUW 427,00 427,00

611120 HUUR ROLLEND MATERIEEL 1.684,61 1.684,61

611200 OND./HERST.MATERIIEL 9,95 9,95

611230 KLEIN MATERIEEL 474,00 474,00

611322 OND./HERST. PERSONENWAGEN 7.219,50 7.219,50

611332 BRANDSTOF PERSONENWAGEN 3.659,88 37,81 3.622,07

612100 TELEFOON 554,92 554,92

612110 TELEFOON GSM 1.442,15 1.442,15

612120 INTERNET 641,56 48,32 593,24

612125 BOEKEN 276,21 276,21

612200 SEMINARIES 212,55 212,55

612300 BUREELBENODIGDHEDEN 3.137,10 415,25 2.721,85

613000 VERZEKERINGEN 1.130,41 1.130,41

613122 VERZEKERING PERSONENWAGEN 3.705,80 3.705,80

613210 ERELOON BOEKHOUDING 3.003,23 3.003,23

613212 ERELOON SOCIAAL SECRETARIAAT 252,00 252,00

613260 VENNOOTSCHAPSBIJDRAGE 347,50 347,50

613310 VERPLAATSINGEN 120,00 120,00

613315 PARKING 113,31 113,31

613320 RESTAURANTKOSTEN 4.280,45 4.280,45

613325 REPRESENTATIEKOSTEN 2.372,09 2.372,09

613335 RELATIEGESCHENKEN 641,10 641,10

614000 PUBLICITEIT 1.729,50 1.729,50

616700 REIS & VERBLIJFSKOSTEN 1.136,58 1.136,58

618000 BEZOLDIGING ZAAKVOERDER 147.308,29 64,33 147.243,96

618010 VOORDELEN ALLE AARD ZAAKVOERDER 6.674,08 6.674,08

618050 VERZEKERING IPT 16.666,83 16.666,83

Sub-totaal saldo 61 210.454.89

630200 AFSCHR.MAT.ACTIVA 1.627,06 1.627,06

630251 AFSCHRIJVING LEASING PERSONENWAGEN 7.006,92 7.006,92

640012 VERKEERSBELASTING PERSONENWAGEN 1.036,47 1.036,47

640120 NIET TERUGVORDERBARE BTW 792,33 792,33

650030 INTREST LEASING 63,78 63,78

657000 BANKKOSTEN 64,76 64,76

664000 BOETEN 108,00 108,00

670000 BELASTINGEN/VOORHEFFINGEN 8.574,64 8.574,64

692100 TOEVOEGING RESERVES 25.108,61 25.108,61

700000 VERKOPEN/PRESTATIES 1.100,00 226.875,00 -225.775,00

743000 VOORDELEN ALLE AARD ZAAKVOERDER 1.646,89 -1.646,89


p. 6

743100 VOORDEEL ALLE AARD FIRMAWAGEN 5.027,19 -5.027,19

743200 ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 458,02 -458,02

752100 MEERWAARDEN OP REALISATIE AANDELEN 21.930,36 -21.930,36

TOTAAL RESULTATENREKENING 256.503.17 256.503.17 0.00


p. 7

Antwoord


p. 8


p. 9


p. 10


p. 11


p. 12

Vraag A. 2. ……/5

Gegevens De onderneming Durant sluit een leningsovereenkomst met haar bank en dit voor een bedrag van 10.000,00 €. De lening is terugbetaalbaar op 5 jaar en dit volgens onderstaande aflossingstabel. De onderneming ontvangt het geld op haar bankrekening op 03/08/2017. De eerste terugbetaling gebeurt op 03/09/2017.

Jaar Aflossingen Intresten Totaal Saldo

3-09-2017 265,81 25 290,81 9.734,19 3-10-2017 266,47 24,34 290,81 9.467,72 3-11-2017 267,14 23,67 290,81 9.200,58 3-12-2017 267,81 22,33 290,14 8.932,77

2018 3.266,40 223,32 3.489,72 5.666,37 2019 3.365,76 123,96 3.489,72 2.300,61 2020 2.300,61 25,87 2.326,48 0

10.000,00 468,49 10.468,49

Vragen 1. Geef de boekhoudkundige verwerking van de ontvangst van de lening. Antwoord - 2 punten 03/08/2017 550 Bank 10.000,00 @ 1730 Schulden op rekening 8.932,77

@ 42(30)

Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

1.067,23

2. Geef de boekhoudkundige verwerking van de terugbetaling op 03/09/2017. Antwoord - 2 punten 03/09/2017 42(30)

Schulden op meer dan één jaa r die binnen het jaar vervallen

265,81

6500 Intresten 25,00 @ 550 Bank 290,81


p. 13

3. Geef alle nuttige boekhoudkundige verwerkingen, indien nodig op 31/12/2017. Antwoord - 1 punt 31/12/2017 1730 Schulden op rekening 3.266,40 @ 42(30) Schulden op meer dan één jaar die

binnen het jaar vervallen

3.266,40


p. 14

Vraag A.3. /5 Gegevens Op 1 februari 2000 werd door de BVBA X (kleine vennootschap) een bedrijfsgebouw aangekocht voor 1.200.000,00 € (grondwaarde 200.000,00 € en het gebouw 1.000.000,00 €). Het gebouw wordt lineair afgeschreven over 25 jaar.

Op 4 december 2017 werd een beëdigd schatter van vastgoed aangesteld om de waarde van het onroerend goed op die datum te schatten. In het schattingsverslag vinden we terug dat de gedwongen verkoopwaarde 1.500.000,00 € bedraagt (300.000,00 € grondwaarde en 1.200.000,00 € voor het gebouw) en de marktwaarde 1.900.000,00 € (300.000,00 € grondwaarde en 1.600.000,00 € voor het gebouw). Op 31/12/2017 sluit het boekjaar af en wordt het bedrijfsgebouw geherwaardeerd voor de hoogste waarde. Vragen 1. Bereken de boekwaarde van het bedrijfsgebouw (grondwaarde + gebouw) op 31/12/2017

vóór de herwaardering.

Antwoord - 3 punten 1.000.000,00 : 25 = 40.000,00 € afschrijving per ja ar x 18 jaar = 720.000,00 € afgeschreven 1.200.000,00 – 720.000 = 480.000,00 € boekwaarde 2. Bereken de herwaarderingsmeerwaarde.

Antwoord - 1 punt 1.900.000,00 – 480.000,00 = 1.420.000,00 €


p. 15

3. Boek de herwaarderingsmeerwaarde.

Antwoord - 1 punt

2208 Herwaardering grond 100.000,00 2218 Herwaardering gebouw 1.280.000,00

@ 1210 Herwaarderingsmeerwaarden MVA 1.380.000,00 Variante 2208 Herwaardering grond 100.000,00

2218 Herwaardering gebouw 1.320.000,00

@ 1210 Herwaarderingsmeerwaarden MVA

1.420.000,00


p. 16

B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING V AN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING

……/15

Vraag B. 1. ……/5 Gegevens Binnen een kleine een vennootschap doet zich volgende situatie voor :

• Geplaatst kapitaal : 80.000,00 € • Wettelijke reserve : 4.000,00 € • Andere beschikbare reserves : 3.000,00 € • Overgedragen winst van het vorig boekjaar: 7.000,00 €

De winst van het boekjaar vóór belastingen bedraagt 18.000,00 €. De belasting, met uitsluiting van de bijzondere aanslag, op de winst van het boekjaar wordt geschat op 4.000,00 €. Het resultaat wordt als volgt verdeeld :

• Minimum wettelijke verplichtingen • Aanleg van een liquidatiereserve voor 5.000,00 € • Beschikbare reserves voor een bedrag van 1.000,00 € • Dividenden : 5% van het geplaatst kapitaal • Tantièmes : 2.000,00 € • Overdracht van het saldo

Vragen 1. Geef de boekhoudkundige verwerking van de bijzondere aanslag op de liquidatiereserve. Antwoord - 1 punt

(Info : berekening van de bedragen De bijzondere aanslag is 500,00 € (5.000,00 € x 10% )) Boekhoudkundige verwerking bijzondere aanslag.

6702 Geraamde belastingen 500,00 @ 450 Geramd bedrag der belastingschulden 500,00


p. 17

2. Geef de boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve. De onderneming beslist om de liquidatiereserve aan te houden in een beschikbare reserve.

Informatief : De liquidatiereserve kan hier ook gedoteerd worden aan de wettelijke reserve! Antwoord - 1 punt

Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve 6921 Toevoeging aan de overige reserves 5.000,00 @133X Liquidatiereserve(s) - artikel 184 quater , WIB

92 (31/12/N) 5.000,00 3. Geef de boekhoudkundige verwerking van de toewijzing van het resultaat na aanleg van

liquidatiereserve . Antwoord - 3 punten Ter info • Vóór de toevoeging van een deel van de winst na bel astingen aan de

liquidatiereserve is het toe te wijzen resultaat : 7.000,00 € + 18.000,00 € - 4.000,00 € - 500,00 € = 20.500,00 €

• De wettelijke reserve wordt verhoogd met (18.000,00 € - 4.000,00 € - 500,00 €) x 5% = 675,00 €

• De dividenden op het kapitaal zijn : 80.000,00 € x 5% = 4.000,00 € • Het over te dragen resultaat is : 20.500,00 € - 5.0 00,00 € (liquidatiereserve) - 675,00 €

(wettelijke reserve) - 1.000,00 € (beschikbare rese rves) - 4.000,00 € (dividenden) - 2.000,00 € (tantièmes) = 7.825,00 €

Boekhoudkundige verwerking overgedragen winst vorig boekjaar

140 Overgedragen winst 7.000,00 @ 790 Overgedragen winst van het vorig boekjaar 7. 000,00 6920 Toevoeging aan de wettelijke reserve 675,00 @ 130 Wettelijke reserve 675,00 6921 Toevoeging aan de reserves 1.000,00 @ 133 Beschikbare reserves 1.000,00 695 Bestuurders of zaakvoerders 2.000,00 @ 472 Tantièmes over het boekjaar 2.000,00 694 Vergoeding van het kapitaal 4.000,00 @ 471 Dividenden over het boekjaar 4.000,00 693 Over te dragen winst 7.825,00 @140 Overgedragen winst 7.825,00


p. 18

Vraag B.2. /4 Gegevens Vennootschap “XYZ” BVBA legt de jaarrekening neer van boekjaar 31/12/N. Dit zijn gegevens van boekjaar N :

- Balanstotaal : 275.000,00 € - Omzet : 600.000,00 € - Personeel : 7,3

Voor de vorige 2 kalenderjaren waren dit de gegevens:

Boekjaar N-1 :

o Balanstotaal : 265.000,00 € o Omzet : 710.000,00 € o Personeel : 7,8

Boekjaar N-2 :

o Balanstotaal : 285.000,00 € o Omzet : 725.000,00 € o Personeel : 8,2

Vragen

1. Welke schema van de jaarrekening is de vennootschap “XYZ” verplicht neer te leggen voor boekjaar N?

Antwoord - 2 punten Voor boekjaar N komt de vennootschap “XYZ” in aanme rking voor het neerleggen van een micromodel van de jaarrekening. De vennootschap mag ook uit vrije wil een verkort schema neerleggen van de jaarrekening. (Ter info : criteria voor het neerleggen van een mi cromodel van de jaarrekening :

- Balanstotaal : 350.000,00 € - Omzet : 700.000,00 € - Personeel (VTE): 10,0

Wanneer meer dan één van de drie criteria vermeld i n artikel 15, §1 W.Venn. (respectievelijk 15/1, §1 W.Venn.) worden overschre den of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer di t zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet (consistentiebegin sel).

� Boekjaar N-2: 1 criterium (omzet) wordt overschrede n � Boekjaar N-1: 1 criterium (omzet) wordt overschrede n � Overschrijding: er wordt twee opéénvolgende boekjar en maar één criterium

overschreden, dus mag vennootschap “XYZ” een microm odel van de jaarrekening neerleggen).


p. 19

2. Indien de gegevens van de vennootschap “XYZ” veranderen naar onderstaande gegevens, welk model van de jaarrekening is dan van toepassing voor boekjaar N? Boekjaar N :


Boekjaar N-1 :


Boekjaar N-2 :


Antwoord - 2 punten Afhankelijk van de situatie moet de vennootschap ee n verkort schema neerleggen of mag de vennootschap een micromodel neerleggen. Beid e antwoorden zijn dus juist.

We bevinden ons hier in de situatie beschreven in a rt 15, §2 W.Venn. (of art. 15/1, §2). “Wanneer meer dan één van de in paragraaf 1 bedoeld e criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet .

Daarvoor hebben we meer gegevens nodig van de vorig e boekjaren.

Dit wordt duidelijk gemaakt aan de hand van 2 voorb eelden.

Ter info : criteria voor het neerleggen van een mic romodel van de jaarrekening :

- Balanstotaal : 350.000,00 € - Omzet : 700.000,00 € - Personeel (VTE) : 10,0

Voorbeeld 1 aanvullende gegevens BIJ VRAAG 2

Boekjaar N-3

• Balanstotaal 500.000,00 • Omzet 900.000,00 • Personeel 11


p. 20

Boekjaar N-4


Boekjaar N-5


In deze hypothese : Voor boekjaar N MOET EEN VERKOR T SCHEMA worden neergelegd. Ter info voor N-3 was een verkort sch ema al verplicht vermits er in N-4 en N-5 meer dan 1 criteria werd overschreden.

N 0 overschrijdingen N- 1 2 overschrijdingen N-2 1 overschrijding N-3 3 overschrijdingen N-4 2 overschrijdingen N-5 2 overschrijdingen

Voorbeeld 2 aanvullende gegevens BIJ VRAAG 2

Boekjaar N-3


Boekjaar N-4


Boekjaar N-5


In deze hypothese : nooit meer dan één overschrijdi ng, enkel N-1 heeft meer dan één overschrijding, dus micro mogelijk.

N 0 overschrijdingen N- 1 2 overschrijdingen N-2 1 overschrijding N-3 0 overschrijdingen N-4 0 overschrijdingen N-5 0 overschrijdingen


p. 21

Vraag B.3. /6 Gegevens De BVBA ABC is een kleine vennootschap met slechts één zaakvoerder. Het gebruikte MAR is dat van de voorlopige balans van de algemene rekeningen. Alle boekhoudkundige verwerkingen gebeuren in 2017 en niets in 2018. Het informaticamateriaal wordt lineair op 3 jaar afgeschreven en het voertuig voor gemengd gebruik lineair op 05 jaar. De vennootschap schrijft haar vaste activa af op een volledig jaar. Boekjaar 2017 is het eerste boekjaar en is gestart op 01/01/2017. Na inventaris rest er op 31.12.2017 voor 3.500,00 € aan handelsgoederen in de voorraad. Er moet geen rekening worden gehouden met de belastingen of de BTW. Een uittreksel op 20/12/2017 van de balans van de algemene rekeningen toont volgende saldi : Balans algemene rekeningen Debet Credit 240000 Computer (gekocht op 15/01/2017) 1.200,00 241000 Bedrijfsvoertuig (gekocht op 01/04/2017) 30.000,00 340000 Handelsgoederen 0,00 400007 Klant HENRY 2.420,00 411000 Terug te vorderen BTW … 416000 R/C zaakvoerder 1.500,00 440007 Leverancier CARODEC 1.210,00 440089 Leverancier CLABOTS 7.410,00 440099 Leverancier ALPHA 4.240,00 440144 Leverancier AXA 840,00 451000 Te betalen BTW … 489000 R/C zaakvoerder 2.000,00 550001 Bank ING 14.504,00 604000 Aankoop handelsgoederen 22.601,00 611000 Huurlasten 22.000,00 612000 Kantoorbenodigdheden en drukwerk 4.780,00 614400 Verzekering voertuig gemengd gebruik 840,00 650100 Bankkosten 112,00 700000 Omzet 84.257,00 99.957,00 99.957,00

Met uitzondering van de hieronder vermelde bancaire bewegingen dient er boekhoudkundig geen enkele andere verrichting nog verwerkt te worden.


p. 22

Bank ING Rekeninguittreksel nr 2017/048 van 30/12/2017 Beginsaldo op 01/12/2017 14.504,00 Betaling huur december 2017 -2.000,00 Betaling leverancier CLABOTS -8.410,00 Ontvangst betaling klant HENRY 2.420,00 Betaling leverancier AXA, verzekeringspremie auto van 01/10/2017 tot 31/03/2018 -840,00 Bank ING Rekeninguittreksel nr 2018/001 van 03/01/2018 Beginsaldo op 01/01/2018 5.674,00 Betaling huur januari 2018 -2.000,00 Bankkosten 2017 (geen BTW) -122,00 Slotsaldo op 03/01/2018 3.552,00

Vragen 1. Geef de boekhoudkundige verwerking in het financieel dagboek van ING bank van die

verrichtingen die nog resten voor 2017. Antwoord – 2 punten

ING bank, uittreksel nr 2017/048 611 Huurlasten 2.000,00 440089 Betaling leverancier CLABOTS 8.410,00 400007 Ontvangst betaling klant HENRY 2.420,00 440144 Betaling leverancier AXA 840,00 @ 550001 ING bank 8.830,00

2. Geef de boekingen van inventarisverrichtingen op 31/12/2017 in het diversendagboek Antwoord – 4 punten

6302 Toevoeging aan afschrijvingen op

materiële vaste activa 400,00


p. 23

@ 2409 Geboekte afschrijvingen op computer

400,00

6302 Toevoeging aan afschrijvingen op

materiële vaste activa 6.000,00

@ 2419 Geboekte afschrijvingen op voertuig gemengd gebruik

6.000,00

340 Handelsgoederen 3.500,00 @ 6094 Voorraadwijziging

handelsgoederen 3.500,00

489 R/C zaakvoerder 1.500,00 @ 416 R/C zaakvoerder 1.500,00

6501 Bankkosten 122,00 @ 4892

Diverse schulden : ING 122,00

490 Over te dragen kosten 420,00 @ 6144 Verzekering voertuig gemengd

gebruik 420,00

403 Leveranciers debiteuren 1.000,00 @ 440089 Leverancier CLABOTS 1.000 ,00


p. 24

C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER ……/5

Vraag C.1 ……/5

Omcirkel telkens de letter(s) van uw keuze (A – B – C – D) 1. Welke stelling is juist?

A. Wanneer kapitalen gebruikt worden om activa van lange duur te financieren hebben ondernemingen de keuze tussen investeringskredieten, straight loans en leasing.

B. Bij gesyndiceerde leningen, tekenen alle kredietinstellingen solidair voor een krediet ten voordele van een onderneming.

C. Het nettobedrijfskapitaal is het deel van het pe rmanent vermogen waarover de onderneming kan beschikken na de financiering van h et vast actief. Het is dus het deel van het permanent vermogen voor de financierin g van de exploitatiebehoeften.

D. In het geval van converteerbare obligaties zijn de betaalde intresten lager dan intresten die betaald worden voor de financiering van een gelijkaardige schuld zonder de optie om de obligaties om te zetten in aandelen. Het verschil in intrestvoeten is de omzettingspremie

2. Welk element maakt geen deel uit van het eigen vermogen? A. Uitgiftepremies B. Herwaarderingsmeerwaarden C. Voorzieningen D. Kapitaalsubsidies 3. a. De vennootschap « OPKOPER » verkoopt in de maand « M » van het jaar 200X, 1.000 stuks met een verkoopprijs van 2.000,00 € per stuk. De variabele kosten bedragen voor deze periode 1.200 € per stuk en de vaste kosten (voor deze periode) zijn 500.000,00 €. Het resultaat voor de vennootschap « opkoper » voor de maand “M” bedraagt : A. 500.000,00 € B. 400.000,00 € C. 300.000,00 € D. 200.000,00 € 3. b. Hoeveel stuks moeten verkocht worden eer het dood punt bereikt wordt? A. 375 B. 625 C. 525 D. 475 3. c. Veronderstel dat de maand « M » uit 20 werkdagen bestaat en dat de dagelijkse verkopen identiek zijn. Het dood punt van de vennootschap “OPKOPER” zal bereikt worden na:


p. 25

A. 9,5 dagen B. 12,5 dagen C. 10,5 dagen D. 10. dagen


p. 26

D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRAT IEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. ……/5

Vraag D.1. ……/2,5

Gegevens Omcirkel bij elke vraag waar of onwaar. Vragen 1. Indien de rekening « Kas » negatief is dan wordt dit vermeld op het passief van de

balans. Antwoord - 0,5 punt

WAAR - ONWAAR : een rekening « kas » kan nooit negatief z ijn.

2. Bij het uitvoeren van een interne controle is de persoon die verantwoordelijk is voor de kas ook de persoon die in de balans de juistheid ervan nagaat.

Antwoord - 0,5 punt

WAAR - ONWAAR

3. In geval van een vergissing in het saldo van de kas gebruiken we een rekening 661 of 761 om het saldo te corrigeren.

Antwoord - 0,5 punt

WAAR - ONWAAR

4. Het kasboek wordt aangevuld bij elke beweging.

Antwoord - 0,5 punt

WAAR - ONWAAR


p. 27

5. Elk kasbeweging is gesteund op een rechtvaardigingsstuk.

Antwoord - 0,5 punt WAAR - ONWAAR

Vraag D.2. ……/2,5

Vragen

1. Wat moet een btw-belastingplichtige, onderworpen aan de btw-vrijstellingsregeling, voorzien in de boekhouding opdat zijn boekhouder steeds kan nagaan of deze belastingplichtige aan de voorwaarden van deze regeling blijft voldoen?

Antwoord De omzet moet vooreerst opgesplitst worden in omzet die moet opgenomen worden en in omzet die niet mag meegerekend worden voor be reiken van de bedoelde jaaromzet in artikel 56 bis. Daarnaast moet deze toetsing van het al dan niet ov erschrijden van de grens op elk ogenblik kunnen gemaakt worden, er moet dus een voo rtschrijdend totaal (verkoopfacturen en dagontvangstenboek) gemaakt wor den. [Vanaf de eerste handeling, in haar geheel genomen, boven de grens van 25.000,00 €, eventueel te prorateren op dagbasis ingeval van aan vang van activiteit in de loop van het jaar, is btw verschuldigd volgens de normale of forfaitaire regeling. Artikel 56bis Wetboek btw – KB nummer 19 + art. 6]

2. Op welk(e) tijdstip(pen) in het kalenderjaar kan de btw-belastingplichtige onderworpen aan de normale of forfaitaire regeling overgaan naar de btw vrijstellingsregeling?

Antwoord – 2x 0,5 punt Op 1 juli Op 1 januari


p. 28

III. PLICHTENLEER (I) /10

E. PLICHTENLEER ……/10

Geef steeds een korte toelichting bij uw antwoord e n bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wetteli jke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn. Vraag E.1. /2

Gegevens De heer Kristof Bruggeman, extern stagiair boekhouder-fiscalist nr 30000001 is zijn stage BIBF begonnen als zelfstandige natuurlijke persoon op 01/12/2018. Hij wil thans briefpapier en visitekaartjes laten drukken. Hij wil volgende zaken op zijn briefpapier vermelden : Kristof Bruggeman – Bureau voor accountancy en fiscaliteit. Vragen 1. Mag hij als stagiair BIBF deze benaming gebruiken ?

Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen.

Antwoord - 1 punt Neen, hij heeft dit recht niet. Het gebruik van ter men als accountancy is voorbehouden aan de accountants IAB. Artikel 18 Wet 22 april en art 23 2 de alinea van het KB 18/07/2017.

2. Welke vermeldingen moet hij als stagiair BIBF opnemen op al zijn beroepsdocumenten ?


Antwoord - 1 punt KB 18/07/2017 art. 24. § 1. De externe boekhouder BIBF die als nat uurlijke persoon werkzaam is mag slechts gebruik maken van de daarto e bestemde documenten zoals onder meer, briefpapier, e-mails, naamkaartjes, ere loonnota's, werkdocumenten, het naambord en andere media. § 2. Die documenten moeten verplicht vermelden : - de naam en voornaam; - de titel "erkend boekhouder BIBF" of "erkend boek houder-fiscalist BIBF" en zijn inschrijvingsnummer op het tableau of de titel "sta giair boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist" en zijn inschrijvingsnummer o p de lijst van de stagiairs; - de door de wet opgelegde vermeldingen.


p. 29

Vraag E.2. /2 De heer Jan DELEUZE is ambtenaar bij een gemeentelijke administratie en wil zich inschrijven bij het BIBF. Vragen 1. Kan hij als ambtenaar een BIBF stage doen ?

Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke bepaling(-en).

Antwoord - 1 punt Ja, artikel 44 van de wet van 22 april.: « (… ) Dit tableau en deze lijst van stagiairs bestaan enerzijds uit diegenen die hun beroep op ze lfstandige basis voor rekening van derden uitoefenen, zijnde de externe leden en exter ne stagiairs, en anderzijds uit diegenen die het beroep uitsluitend uitoefenen in o ndergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldi gde betrekking, zijnde de interne leden en interne stagiairs» 2. Is er een specifieke deontologische formaliteit die hij, als ambtenaar, moet verrichten ?


Antwoord - 1 punt JA, artikel 22 Reglement van plichtenleer Personen, die tewerkgesteld zijn in de openbare sec tor, kunnen het beroep van extern boekhouder BIBF slechts uitoefenen of de beroepstit el van intern boekhouder BIBF slechts dragen, mits voorafgaandelijke schriftelijk e toestemming van de bevoegde overheid. Vraag E.3. /2

Mevrouw Julie EXQUIS, extern boekhouder-fiscalist nr 30156798 heeft op 20/11/2018 haar opdracht voor het voeren van de boekhouding van BVBA HET GAAT GOED beëindigd. Vraag Gedurende welke termijn dient mevrouw Julie Exquis de werkdocumenten betreffende de BVBA HET GAAT GOED te bewaren ? en vanaf wanneer wordt deze termijn berekend? Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen.

Antwoord - 2 punten Gedurende 10 jaar en dit vanaf het beëindigen van d e opdracht (artikel 11§2 Reglement van Plichtenleer)


p. 30

Vraag E.4. /2 Op 01/11/2018, contacteert de BVBA SUPERBAZAAR haar boekhouder, mevrouw Jeanine Decorte, erkend boekhouder BIBF nr 30915000, voor diverse verrichtingen in verband met de leasing van een voertuig. Op datum van 15/09/2018 is een disciplinaire schorsing van 6 maanden lastens mevrouw Decorte effectief geworden. Vraag Welke houding moet mevrouw Decorte aannemen ten aanzien van haar cliënt en dit vanuit deontologisch standpunt ? Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen.

Antwoord Artikel 12 reglement van plichtenleer : In geval ee n externe boekhouder BIBF in de onmogelijkheid is zijn beroepsactiviteit uit te oef enen ingevolge een schorsing van minstens één maand, dient hij zijn cliënteel hierva n in kennis te stellen, wanneer die een beroep op hem doet tijdens de schorsing. Vraag E.5. /2

De heer Jan-Baptist Devriendt, huisarts, contacteert zijn boekhouder, de BVBA DE JUISTE REKENING, om zijn boekhoudkundig dossier terug te krijgen. Hij wenst een einde te stellen aan de opdracht. Vragen 1. Binnen welke termijn moet BVBA DE JUISTE REKENING het dossier teruggeven aan

Jan-Baptist Devriendt ? Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen.

Antwoord - 1 punt

Artikel 17, 2°lid Reglement van plichtenleer: … “ De voorganger zal onverwijld en uiterlijk binnen de 15 dagen alle documenten, eigen dom van de cliënt alsmede deze die kaderen in de wederzijdse hulp en hoffelijkheid, te r beschikking stellen van de cliënt of van zijn opvolgende confrater .” Artikel 11, § 3 Reglement van plichtenleer

2. De zaakvoerder van BVBA DE JUISTE REKENING is niet gelukkig wanneer hij de vraag

ontvangt. In een bui van woede vraagt hij aan zijn bediende om onmiddellijk het dossier in een doos te steken en per post over te maken aan de gewezen cliënt. Lijkt u dit een correcte manier van handelen? Leg uit en geef de wettelijke of reglementaire bepalingen.

Antwoord - 1 punt


p. 31

Neen, conform artikel 17,3° lid moet « … Hij is gehouden hiervan een gedetailleerde en gedagtekende inventaris in twee exemplaren op te st ellen, die door elke betrokken partij ondertekend wordt .”


p. 32

BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN

SCHRIFTELIJKE PROEF

8 DECEMBER 2018

DEEL II

II. FISCALITEIT:

/35

III. RECHT : /15 Subtotaal : /50

F.

G.

H.

I.

J.

K.


p. 33

ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN

8 DECEMBER 2018- Deel II II. FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen)

/35

F. BTW /10 G. PERSONENBELASTING /10 H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 I. BELASTINGSPROCEDURES /5

III. VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II ) /15

J. VENNOOTSCHAPSRECHT EN DE WETGEVING IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN

/10

K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS- EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT

/5

TOTAAL DEEL II : /50


p. 34

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN

BIBF Koninklijk Besluit van 27 september 2015

SCHRIFTELIJKE PROEF

8 DECEMBER 2018 DEEL II

Algemene Instructies

� Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef:

- Het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E: boekhouding en deontologie)

- Het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K: fiscaliteit en recht)

� Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en BIBF-nummer (zie oproepingsbrief) te vermelden

� Enkel het gebruik van een rekenmachine, BIBF-rekeningenstelsel, de BIBF-Fiscus op zak, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten – Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verplicht verlaten v an de aula en de ongeldigheid van dit examen.

� Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen: Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten)

� Dit examen (met modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen worden gepubliceerd op www.bibf.be .

� Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF , dient op het schriftelijk gedeelte de kandidaat minstens 60% van het totaal aantal punten te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden , en 60% op het vak deontologie en 50% op recht en fiscaliteit samen .

� De kandidaten erkend boekhouder-fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II).

VEEL SUCCES !!!!!!


p. 35

II. DEELDOMEIN FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successier echten ) ……./35

F. BTW ……/10

Tenzij anders aangegeven zijn de vermelde bedragen steeds exclusief BTW

Vraag F. 1. ……/6 Gegevens Een natuurlijk persoon, gemengde belastingplichtige, maandindiener, wiens definitief verhoudingsgetal 72 % bedroeg voor het jaar 2016 , heeft in 2017 de navolgende investeringen gedaan : a) de aankoop van een computer voor de prijs van 13.000,00 €; b) de aankoop, met toepassing van de BTW, aan een beroepsoprichter, van een nieuw

kantoorgebouw voor de prijs van 122.000,00 €. Hiervan heeft 97.000,00 € betrekking op het gebouw en 25.000,00 € op de grond.

Zijn definitief verhoudingsgetal voor het jaar 2017 wordt berekend aan de hand van de navolgende gegevens inzake zijn omzet, exclusief BTW: 1) Consultancy BTW verricht voor ondernemingen :

� die in België zijn gevestigd : 40.000,00 € � die in Nederland zijn gevestigd : 34.000,00 €

2) tussenkomsten als verzekeringsmakelaar (ontvangen commissies):

� waarbij de medecontractant in België is gevestigd : 40.000,00 € � waarbij de medecontractant in Frankrijk is gevestigd : 30.000,00 €

3) De verkoop van een tweedehandse computer : 620,00 € 4) De verhuur van lokalen waarin hij vroeger zijn werkzaamheid uitoefende : 125.000,00 € 5) Het uitoefenen van een functie van bestuurder in een vennootschap : 30.000,00 € Op 30 september 2018 besluit die natuurlijk persoon iedere beroepsactiviteit definitief stop te zetten. Hij behoudt de navolgende goederen : 1) De onder a) hierboven vermelde computer, waarvan de huidige aankoopprijs, in de staat

waarin hij zich bevindt, 4.200,00 € (netto) zou bedragen;


p. 36

2) Het onder b) hierboven bedoeld kantoorgebouw, waarvan de huidige waarde 136.500,00 € bedraagt en waarvan 107.000,00 € betrekking heeft op het gebouw en 29.500,00 € op de grond.

Vragen 1. Bereken de aftrekbare BTW m.b.t. tot de aankopen in 2017 Antwoord - 2 punten

Aftrek in 2017 volgens het voorlopig verhoudingsget al van 72 % a) Computer (13.000,00 x 0,21) = 2.730,00x 72 % = 1.965,60

b) Kantoorgebouw (122.000,00 x 0,21) = 25.62,000 x 72 % = 18.446,40

20.412,00

2. Bereken het algemeen verhoudingsgetal met betrekking tot de omzet gerealiseerd in

2017

Antwoord - 2 punten Berekening definitief verhoudingsgetal m.b.t. 2017

Handelingen onder -worpen aan de BTW

Handelingen vrij -gesteld van BTW

40.000,00 40.000,00 34.000,00 30.000,00

30.000,00 74.000,00 100.000,00

Definitief verhoudingsgetal 2017 74.000,00 x 100 = 42,53 % afgerond 43 % 174.000,00 N.B. tellen niet mee voor de berekening van het def initief verhoudingsgetal:

a) Verkoop oude computer ( K.B. nr. 3, artikel 13) b) Verhuur gebouw ( K.B. nr. 3, artikel 13)

3. Bereken de regularisaties die moeten gebeuren ingevolge het berekende definitieve verhoudingsgetal met betrekking tot de gerealiseerde omzet in 2017 en bepaal in welke aangifte deze regularisaties dienen te gebeuren.

Antwoord - 2 punten Herziening volgens definitief verhoudingsgetal 2017


p. 37

a) Computer 2.730,00 x 43 % = 1.173,90 b) Kantoorgebouw 25.620,00 x 43 % = 11.016,60

12.190,50

Terug te storten : 20.412,00 – 12.190,50 = 8.221,50 Via rooster 61 van de BTW-aangifte uiterlijk in te dienen tegen 20/04/2018.

Vraag F.2. ……/4 Gegevens De BVBA MOZAIEK is actief in de verkoop van tegels en zowel voor de groot-als kleinhandel. Vijf jaar geleden heeft zij een departement gecreëerd voor de plaatsing van tegels bij ondernemingen en particulieren. Vragen In december 2017 maakt de heer Druo, zaakvoerder van de BVBA, een inventaris van de vorderingen en wordt hij met verschillende gevallen geconfronteerd. Voor elk van die gevallen dienen volgende vragen beantwoord te worden :

a) Is er een kans dat de BVBA MOZAIEK de BTW op de vordering kan terugvorderen ? b) Motiveer uw antwoord c) In het bevestigend geval, geef het bedrag van de terugvorderbare BTW alsook het

hiervoor te gebruiken rooster in de BTW-aangifte. Gevallen 1. Vordering op BVBA DEFAULT voor de levering van blauwe steen in maart 2014 en dit voor

een bedrag van 3.500,00 €. Ondanks diverse herinneringen en aanmaningen is de vordering oninbaar.

Antwoorden – 2 punten (1 punt - 0,5 punt – 0,5 punt ) a) Ja b) BVBA MOZAIEK heeft al het nodige gedaan heeft om haar vordering betaald te krijgen, doch zonder succes, en beschouwt haar vord ering als verloren en kan de BTW op haar vordering terugvorderen. c) Bedrag: 3.500,00€ /121*21 = 607,44€ Rooster 62 in de aangifte Alternatief a) Neen b) BVBA MOZAIEK heeft niet alle rechtsmiddelen gebr uikt en daardoor is de

vordering NOG NIET oninbaar c) niet van toepassing – geen recuperatie mogelijk


p. 38

2. Vordering op het boekhoudkantoor BVBA GOEDGELUKT voor de levering en plaatsing van tegels in hen bureauruimte in april 2016 en dit voor een bedrag van 20.000,00 €. Bij de oplevering van het werkt wees de BVBA GOEDGELUKT op verschillende tekortkomingen en betaalde zij slechts 50% van de factuur. De heer Druo was niet akkoord met de opmerkingen van BVBA GOEDGELUKT en is een procedure voor de rechtbank opgestart.

Antwoorden – 2 punten

a) NEEN b) De werken die door BVBA MOZAIEK werden gerealise erd bij BVBA GOEDGELUKT werden gefactureerd met verlegging van d e heffing zoals voorzien in het BTW-wetboek. BVBA MOZAIEK kan dus geen BTW t erugvorderen op deze vordering. c) niet van toepassing


p. 39


p. 40


p. 41

G. PERSONENBELASTING ……/10

Vraag G.1. ……/5

Vraag In welke gevallen kan een persoon beschouwd worden als ten laste van de heer X, sinds enkele jaren gehuwd met mevrouw Y en woonachtig te Waarschoot? Beantwoord de volgende gevallen met JA of NEEN door het overeenstemmende vakje aan de kruisen. Antwoord - 0,5 per correct antwoord Informatie - Om ten laste te zijn dient men samen te wonen op 01 januari van het aanslagjaar - Voor de kinderen tenlaste dient het brutoloon vermi nderd te worden met 20%

forfaitaire beroepskosten (en met een minimum van 4 40,00€). De eerste 2.660,00 € als vergoeding uit studentenarbeid worden niet in r ekening genomen. Het netto-bedrag mag niet hoger zijn dan 3.200,00€ (2017, AJ 2018) ;

- Voor de ouders die op hetzelfde adres gedomicilieer d zijn dient het netto bedrag geen rekening te houden met de eerste 25.750,00 € p ensioen voor 2017 (inkomstenjaar 2017, AJ 2018) ;

Geval JA NEEN Mevrouw Y, echtgenote van de heer X, wanneer zij geen eigen inkomen heeft.

x

Mevrouw Y, echtgenote van de heer X, wanneer zij in 2017 een inkomen van 48.000,00€ heeft als bediende.

x

Laurent, gemeenschappelijk kind van het echtpaar, is 18 jaar, studeert te Gent en is sinds 01/09/2017 gedomicilieerd op zijn kot te Gent. Hij heeft in 2017 geen inkomen genoten.

x

Laurent, gemeenschappelijk kind van het echtpaar, is 18 jaar, studeert te Gent en is in 201 7 gedomicilieerd bij zijn ouders. Hij heeft in 2017 geen inkomen genoten.

x

Anne, gemeenschappelijk kind van het echtpaar, is 15 jaar en had in 2017, als jobstudent, volgens de fiche 281.10 een brutoinkomen 2.500,00€.

x


x


x

Camille , gemeenschappelijk kind van het echtpaar, is 27 jaar, gedomicilieerd bij haar

x


p. 42

ouders en kreeg in 2017 een werkloosheidsuitkering van 15.500,00 € bruto. Alfred, de vader van mevrouw Y, woont in bij het echtpaar XY en is daar ook gedomicilieerd. In 2017 kreeg hij, volgens fiche, een pensioen van 18.000,00€.

x

Alfred, de vader van mevrouw Y, is gedomicilieerd in het rusthuis waar hij verblijft. In 2017 kreeg hij, volgens fiche, een pensioen van 18.000,00€.

x

Vraag G.2. ……/4

Gegevens De heer VAN DOOREN (geboren op 03.04.1956) bezit sedert 3 jaar een onroerend goed in vruchtgebruik (kadastraal inkomen: 1.000,00 €). Hij verhuurt het pand voor 750,00 € per maand (te betalen bij begin van de maand) aan een zelfstandige die het volledig beroepsmatig gebruikt. Volgens het huurcontract dient de huurder ook voor de betaling van de onroerende voorheffing in te staan. De huurder betaalde de eerste 9 maanden van 2017 stipt, maar wegens liquiditeitsproblemen deed hij voor de laatste 3 maanden van 2017 pas op 10.01.2018 een betaling van 2.250,00 €. De volgens aanslagbiljet van 18.07.2017 verschuldigde onroerende voorheffing (850,00 €) betaalde hij zelfs helemaal niet. De heer VAN DOOREN leeft gescheiden van zijn echtgenote, mevrouw VAN NERUM (geboren op 18.02.1958) en betaalde haar in 2017 maandelijks een bedrag van 400,00 € als onderhoudsuitkering, dit gedurende 6 maand. Op 01.07.2017 wordt de onderhoudsuitkering gekapitaliseerd en hij betaalt haar in eenmaal de som van 50.000,00 €. Vragen

1. Bepaal het voor het aanslagjaar 2018 in hoofde van de heer VAN DOOOREN belastbaar onroerend inkomen.

Antwoord - 1 punt (Info : Enkel de ontvangen huur is belastbaar, m.a.w. 750,0 0 x 9 = 6.750,00 €. De resterende 3 maanden zullen belastbaar zijn voor het aanslagjaar 2019. De nog niet ontvangen terugbetaling van de O.V. wordt eveneens slechts belast voor het latere jaar van ontvangst.

onroerend inkomen : Bruto huur : 6.750,00

- Kosten : - 2.700,00 (40%, met een max. van 2 /3 x 1.000,00 x 4,39 (rev.coëff.), of 2.926,67)


p. 43

Netto huur : 4.050,00 Mag niet minder zijn dan : 1.000,00 x 1,7491 (ind.) = 1.749,10, afgerond tot 1.749,00 x 1,40 = 2.448,60 €.) Onroerend inkomen bedraagt derhalve : 4.050,00 €

2. Hoeveel bedraagt voor datzelfde aanslagjaar de aftrekbare beroepskost in hoofde van de huurder?

Antwoord – 1 punt (info : De aftrekbare beroepskost is de kost die werd betaa ld of het karakter van zekere en vaststaande schuld heeft verkregen.

De volledige verschuldigde huur, alsmede de door de huurder verschuldigde O.V. is derhalve aftrekbaar, of: 750,00 x 12 = 9.000,00 + 8 50,00 =) 9.850,00 €.

3. Hoeveel bedraagt het in hoofde van mevrouw VAN NERUM voor het aanslagjaar 2018 belastbaar deel van de onderhoudsuitkering? Aan welk tarief wordt deze belast? Leg beknopt uit.

Antwoord - 2 punten De ontvangen onderhoudsuitkeringen zijn als volgt b elastbaar:

- Periodiek ontvangen uitkeringen: 400 x 6 maanden = 2.400,00 x 80% = 1.920,00 €

- (info : gekapitaliseerde uitkering: overeenkomstig artikel 170 WIB 92 belastbaar aan omzettingsrente, gelet op de leeftijd van de ve rkrijger bij de uitkering. Mevrouw VAN NERUM is op 01.07.2017 59 jaar oud).

Het kapitaal dient derhalve krachtens artikel 73 KB /WIB 92 te worden omgezet in een rente van 3,5% (leeftijd van 59 en 60 jaar), of 50. 000,00 x 3,5% = 1.750,00 x 80% = 1.400,00 €. In totaal belastbaar divers inkomen: 1.920,00 + 1.4 00,00 = 3.320,00 €. Deze inkomsten worden aan gezamenlijk tarief belast . Vraag G.3. ……/1

Zijn de volgende stellingen juist of fout? JUIST FOUT Een gedwongen meerwaarde op een beroepsactivum is slechts belastbaar vanaf het ogenblik waarop de schadevergoeding wordt ontvangen.

X

Een voor het jaar N -1 niet geboekte afschrijving kan fiscaal enkel worden opgevangen door een verlenging van de afschrijvingstermijn.

X


p. 44

H. VENNOOTSCHAPSBELASTING ……/10

Vraag H.1. ……/6

Gegevens De NV Creemers voert haar boekhouding per kalenderjaar en sluit haar balans af op 31 december 2017. De vennootschap is, voor aanslagjaar 2018, een kleine vennootschap (art. 15, §§ 1 tot 6 W. Venn.). De NV bezit een personenwagen die ter beschikking gesteld wordt aan de bedrijfsleider. - Audi A6 Diesel aangekocht op 31 januari 2017 (en ingeschreven bij de DIV op die datum) - CO2 = 179g/km (= 60% - categorie). - Aanschaffingswaarde 45.000,00 € inclusief niet- terugvorderbare BTW. Bij de aankoop werd geen korting toegestaan. De bedrijfsleider betaalt niet voor het privégebruik van de personenwagen en laat zich belasten op het voordeel alle aard. Beroepsmatig gebruik van de personenwagen 60% (BTW Methode 2 semi-forfait). De bedrijfsleider bezit een tankkaart van de vennootschap. De aankoopprijs inclusief 21% BTW mag afgerond worden naar eenheden. Volgende autokosten zijn terug te vinden in de resultatenrekening. De niet aftrekbare BTW is inbegrepen in de kosten :

Herstel – en onderhoudskosten Audi A6 650,00 Brandstofkosten Audi A6 2.250,00 Verzekering Audi A6 874,34 Verkeersbelasting Audi A6 667,66 Belasting op inverkeerstelling Audi A6 2.478,00 Afschrijving audi A6 9.000,00 Huur van parkeerplaatsen voorbehouden voor klanten 420,00

Vragen 1. Bereken de verworpen uitgaven en vermeld de bedragen correct in de aangifte vennootschapsbelasting aanslagjaar 2018. Antwoord

Berekening verworpen uitgaven autokosten - 5 punten (Info : Cataloguswaarde : 45.000,00/1.105 = 40.724,00 40.724,00 x 1.21 = 49.276,00 Coëfficiënt CO2-uitstoot aj 2018 : 0,055 + (179– 87) x 0,1/100 = 0.147 VAA :


p. 45

49.276,00 x 100% x 6/7 x 14.7% x 335/365 = 5.698,47 ) Percentage VU 0 % 25 % 40 % Huur van parkeerplaatsen exclusief voor klanten

420,00

Brandstofkosten Audi A6 2.250,00 Herstel – en onderhoudskosten Audi A6 650,00 Verzekering Audi A6 874,34 Verkeersbelasting Audi A6 667,66 Belasting op in verkeerstelling Audi A6

2.478,00

Afschrijving Audi A6 9.000,00 Autokosten 420,00 2.250,00 13.670,00 VAA 5.698,47 1.709,54

(30%) 3.988,93

(70%) Te beperken autokosten 540,46 9.681,07

Verworpen uitgaven (code 1205) 0,00 135,12 3.872,43

Code 1205 4.007,55 Code 1206 5.698,47 x 40% = 2.279,39 Kosten huur parkeerplaats exclusief voor klanten: 1 00% aanvaard als kost 2. Veronderstel dat de vennootschap op het einde van het boekjaar vaststelt dat het werkelijk beroepsgebruik slechts 40% bedraagt. Beïnvloedt dit al dan niet de verworpen uitgaven ? Antwoord - 1 punt De BTW herziening in het nadeel van de vennootschap (afgetrokken BTW voor 50% iplv 40%) verhogen de te beperken autokosten.

Vraag H.2. ……/4

Gegevens De NV Creemers kocht een 75%- deelneming in de vennootschap De Grote voor 18.000,00 €.. Vennootschap De Grote heeft een werkelijk gestort kapitaal van 20.000,00 €. De vennootschap De Grote wordt ontbonden in 2017 . Bij de verdeling gaat er 12.000,00 € naar de aandeelhouders.


p. 46

Vragen

1. Bereken de minderwaarde die de NV Creemers heeft.

Antwoord

Berekening minderwaarde - 2 punten Verkoopprijs 12.000,00 x 0,75 = 9. 000,00

Aanschaffingswaarde - 18.000,00

Er is een minderwaarde van 9.000,00

2. Bereken de verworpen uitgaven, geef de toepasselijke code in de aangifte

vennootschapsbelasting aanslagjaar 2018 en bereken de fiscaal afrekbare beroepskosten voor in de aangifte in de vennootschapsbelasting aanslagjaar 2018 Antwoord

Verworpen uitgaven en beroepskost - 2 punten

Beroepskost: Ten belope van het verlies aan gestort kapitaal dat door de aandelen wordt vertegenwoordigd 20.000,00 x 0,75 = 15.000,00 15.000,00 – 9.000,00 = 6.000,00 Verworpen uitgaven: (code 1217) 9.000,00 – 6.000,00 = 3.000,00


p. 47


p. 48

I. BELASTINGSPROCEDURES ……/5

Vraag I.1. ……/5

Gegevens De heer Verbloemen is zelfstandige in hoofdberoep, BTW-belastingplichtige in het gewone stelsel met kwartaalaangiften. Sinds 1 jaar heeft hij betalingsmoeilijkheden. Op 15 juli 2018 dient zijn boekhouder de BTW-aangifte in voor het tweede kwartaal van 2018. In deze aangifte staat in het rooster 71: 7.528,00€. De heer Verbloemen zal dit niet binnen de toepasselijke termijn kunnen betalen. Vragen 1. Wat kunnen de gevolgen zijn voor de heer Verbloemen wanneer hij de BTW niet voldoet

binnen de termijnen ?

Antwoord - 1 punt De heer Verbloemen zal een intrest van 0,8% per maa nd vertraging moeten betalen en zijn schuld zal overgezet worden op een bijzonde re rekening en er zal een proportionele geldboete toegepast worden.

2. Op de vooravond van de indiening van de aangifte voor het derde kwartaal van 2018 heeft

de heer Verbloemen nog steeds niet betaald. Hoe zal de administratie reageren?

Antwoord - 1 punt De administratie zal de BTW-schuld van de heer Verb loemen verplaatsen naar een bijzondere rekening wegens niet-betaling. Het bedrag van de proportionele geldboete in geval van niet betaling of laattijdige betaling bij opmaak bijzondere rekening is minstens 15% van het verschuldigd bedrag.

3. Heeft deze situatie een impact op de BTW-aangifte voor het derde kwartaal 2018 ?

Antwoord - 1 punt Er is geen impact. De BTW-aangifte derde kwartaal d ient binnen de wettelijke termijnen ingediend en via de gewone rekening betaa ld te worden.


p. 49

4. Op 06 december 2018 wint de heer Verbloemen met de Lotto een mooi bedrag en kan hij

zijn BTW-schuld aanzuiveren. Hoe dient hij tewerk te gaan ?

Antwoord - 1 punt De heer Verbloemen moet een eerste betaling doen om de bijzondere rekening, die werd geopend voor het tweede kwartaal van 2018, aan te zuiveren. Hij zal de BTW-schuld verhoogd met de wettelijke intresten en prop ortionele geldboete betalen. Hij moet het rekeningnummer van de bijzondere rekening gebruiken en niet dat van de gewone rekening. Hij moet dan een tweede betaling doen voor de aanzu ivering van BTW-schuld van het derde kwartaal 2018 en dit via de gewone rekeni ng.

5. Bereken het bedrag van de intresten voor de schuld van 7.528,00€ zoals opgenomen in rooster 71 van de BTW-aangifte van het tweede kwartaal van 2018 wanneer hij betaalt op 15/12/2018. Geef het detail van de berekening. Antwoord - 1 punt Berekening � 7.520,00 € x 0,8% x 5 maanden = 300,80 €. Info : De intrest wordt berekend per maand van 21° van de maand tot de 20° van de volgende maand. Elk deel van een begonnen maand tel t voor een volledige maand. In dit geval was betaling niet gebeurd op de gewone rekening vóór 20 juli 2018 en loopt de intrest vanaf 21 juli 2018 tot 20 december 2018.

Art. 91 § 1 : de intrest wordt om de maand berekend over het totaal van de verschuldigde belasting, afgerond op het dichtstbij zijnde lagere veelvoud van 10 €.


p. 50

III. DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II) ……./15

Geef waar gevraagd een korte toelichting bij uw ant woord en bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wetteli jke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn

J. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHED EN ……/10

Vraag J.1. ……/5

Gegevens In het kader van een BVBA. Vragen 1. Wie heeft de bevoegdheid tot verlenen van kwijting ? Antwoord - 1 punt Exclusieve bevoegdheid van de Algemene Vergadering - art 284 Wetboek vennootschappen 2. Op welk moment kan er kwijting gegeven worden ? Antwoord - 1 punt Art 284 : Na de goedkeuring van de jaarrekening be slist de algemene vergadering bij afzonderlijke stemming over de aan de zaakvoerders en commissarissen te verlenen kwijting. 3. Wanneer is de kwijting rechtsgeldig? Antwoord - 1 punt Art 284 Wetboek vennootschappen : Deze kwijting is alleen dan rechtsgeldig, wanneer d e ware toestand van de vennootschap niet wordt verborgen door enige weglat ing of onjuiste opgave in de jaarrekening, en, wat verrichtingen betreft die str ijdig zijn met de statuten of dit wetboek, wanneer deze bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping. 4. Onder welke voorwaarden kunnen vennoten een minderheidsvordering tegen de zaakvoerders instellen? Antwoord - 2 punten


p. 51

Art 290 § 1 wetboek vennootschappen : « (…) Deze m inderheidsvordering wordt voor rekening van de vennootschap ingesteld door één of meer vennoten die, op de dag waarop de algemene vergadering zich uitspreekt over de aan de zaakvoerders te verlenen kwijting, effecten bezitten die ten minste 10% vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de op die dag bestaande effecten. Wat de vennoten met stemrecht betreft, kan de vorde ring slechts worden ingesteld door personen die de kwijting niet hebben goedgekeu rd en door de personen die de kwijting wel hebben goedgekeurd maar waarvan blijkt dat zij ongeldig is. Wat de vennoten zonder stemrecht betreft, kan de vo rdering bovendien slechts worden ingesteld in de gevallen waarin zij overeenk omstig artikel 240, & 2, een stemrecht hebben uitgeoefend, en dit met betrekking tot de daden van bestuur die betrekking hebben op de met toepassing van hetzelfd e artikel genomen beslissing. »


p. 52

Vraag J.2. ……/5

Vragen 1. Omschrijf de verplichtingen van de erkende boekhouder BIBF bij een cliënt met rode cijfers

en dit het kader van de insolventiewetgeving.

Antwoord – 2,5 punten De cijferberoepen (de erkende extern accountant, de externe erkende boekhouder(-fiscalist), en de bedrijfsrevisor..) hebben een dub bele informatieplicht. Indien ze vaststellen dat de continuïteit van de on derneming bedreigd wordt dienen ze de betrokken onderneming hiervan in kennis te stell en. ART XX.23 WER /art 10 WCO Art. XX 25 WER/ Art 12 WCO zij dienen aanbevelingen op te maken .

2. Zijn de strafrechtelijke bepalingen inzake het beroepsgeheim van de boekhouder altijd van

toepassing in dit kader ?

Antwoord – 2,5 punt Als ze vervolgens vaststellen dat de betrokken firm a niets doet met de aanbevelingen ,binnen de termijn van één maand, dan kunnen ze de rechtbank van koophandel/ondernemingsrechtbank hieromtrent inform eren – opgelet, het gaat om een facultatieve verplichting. Art XX.23 WER/Art 10 WCO voorziet dat er dan geen schending is van het beroepsgeheim. Art XX.25 WER /art 12 WCO voorziet dat wanneer zij de Kamers voor handelsonderzoek informeren er geen schending is van het beroepsgehe im


p. 53

K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS –EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT ……/5

Vraag K.1. ……/5

Vragen Omcirkel het juiste antwoord 1. Hoe wordt de sociale bijdrage van de zelfstandige berekend? - 2 punten

A. De sociale bijdrage is een voorschot berekend op het totale inkomen als zelfstandige B. De sociale bijdrage is een percentage van het ne tto belastbaar beroepsinkomen

als zelfstandige van het bijdragejaar zelf C. De sociale bijdrage is een percentage van het netto belastbaar inkomen als

zelfstandige van het inkomstenjaar dat voorafgaat aan het bijdragejaar D. De sociale bijdrage is een vooraf berekend bedrag dat per kwartaal verschuldigd is

zolang de zelfstandige een beroepsinkomen geniet

2. Hoe wordt het inkomen berekend waarop je sociale bijdragen verschuldigd bent? -

2 punten

A. Totaal inkomen verminderd met totaal kosten en verrekenbare verliezen B. Totaal belastbaar inkomen dat in de personenbelasting wordt aangegeven C. Bruto inkomsten verminderd met beroepskosten en betaalde sociale bijdragen D. Bruto inkomsten verminderd met beroepskosten en alle betaalde/terugbetaalde

sociale bijdragen en de verrekenbare verliezen.

3. Jan De Bakker start op 29 juni 2018 een eenmanszaak en wenst zich aan te sluiten bij

een sociaal verzekeringsfonds. Vanaf wanneer begint zijn bijdrageplicht? - 1 punt

A. Eerste kwartaal 2018 B. Tweede kwartaal 2018 C. Derde kwartaal 2018 D. Vierde kwartaal 2018

PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 8 … · 2019. 2. 11. · 630251 afschrijving...

Documents

Transcript of PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 8 … · 2019. 2. 11. · 630251 afschrijving...