VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2 · BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2 . WETGEVING...

24
1 VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2 WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING 15 PUNTEN Vraag 1 … / 9 punten Zijn volgende beweringen JUIST of FOUT? Kruis uw antwoord aan. a) Oprichtingskosten en kosten van leningen mogen naar keuze: - hetzij worden geactiveerd en afgeschreven; - hetzij onmiddellijk in kosten worden opgenomen tijdens het boekjaar waarin zij werden gedaan. Ingeval van activering moeten alle oprichtingskosten worden afgeschreven naar rato van minimum 20 % per jaar. Juist Fout b) Het “matching-principe” (overeenstemmingsprincipe) stelt dat de kosten zoveel mogelijk moeten worden toegerekend in functie van de gerealiseerde winst. Juist Fout c) Activering van oprichtingskosten in plaats van hun onmiddellijke afboeking heeft geen invloed op het bedrag van de uitgekeerde winst. Juist Fout d) Tijdens het vorig boekjaar heeft een onderneming € 5 000,00 geboekt als geraamde belastingen. De ingekohierde directe belastingen bedragen echter € 5 500,00. De bijkomende € 500,00 belastingen worden geboekt op de rekening 640 “belastingen en taksen”. Juist Fout e) De waarde van de eindvoorraad handelsgoederen volgens de FIFO-methode met periodieke inventaris bedraagt € 285 000,00 per 31.12.2008. De marktprijs op balansdatum bedraagt € 15 000,00 minder, waarvoor een correctie geboekt werd. Aanvullend werd een waardevermindering geboekt van € 20 000,00, ingegeven door het modegevoelig karakter van het product. De boekwaarde van de voorraad handelsgoederen bedraagt op balansdatum bijgevolg € 270 000,00. Juist Fout

Transcript of VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2 · BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2 . WETGEVING...

  • 1

    VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2009/2

    WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING

    15 PUNTEN

    Vraag 1 … / 9 punten Zijn volgende beweringen JUIST of FOUT? Kruis uw antwoord aan.

    a) Oprichtingskosten en kosten van leningen mogen naar keuze: - hetzij worden geactiveerd en afgeschreven; - hetzij onmiddellijk in kosten worden opgenomen tijdens het boekjaar waarin zij

    werden gedaan. Ingeval van activering moeten alle oprichtingskosten worden afgeschreven naar rato van minimum 20 % per jaar.

    Juist Fout

    b) Het “matching-principe” (overeenstemmingsprincipe) stelt dat de kosten zoveel

    mogelijk moeten worden toegerekend in functie van de gerealiseerde winst.

    Juist Fout

    c) Activering van oprichtingskosten in plaats van hun onmiddellijke afboeking heeft

    geen invloed op het bedrag van de uitgekeerde winst.

    Juist Fout

    d) Tijdens het vorig boekjaar heeft een onderneming € 5 000,00 geboekt als geraamde

    belastingen. De ingekohierde directe belastingen bedragen echter € 5 500,00. De bijkomende € 500,00 belastingen worden geboekt op de rekening 640 “belastingen en taksen”.

    Juist Fout

    e) De waarde van de eindvoorraad handelsgoederen volgens de FIFO-methode met

    periodieke inventaris bedraagt € 285 000,00 per 31.12.2008. De marktprijs op balansdatum bedraagt € 15 000,00 minder, waarvoor een correctie geboekt werd. Aanvullend werd een waardevermindering geboekt van € 20 000,00, ingegeven door het modegevoelig karakter van het product. De boekwaarde van de voorraad handelsgoederen bedraagt op balansdatum bijgevolg € 270 000,00.

    Juist Fout

  • f) Een vennootschap, met een gemiddelde belastingvoet van 30 %, behaalde een meerwaarde van € 12 000,00 bij verkoop van een vast activum. Deze onderneming opteert voor de gespreide taxatie van deze meerwaarde en om te voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde wordt deze meerwaarde van € 12 000,00 op een rekening belastingvrije reserves geboekt.

    Juist Fout

    Vraag 2 … / 6 punten

    Ter financiering voor de investeringen van de nv ‘XYZ’ werd in 2005 een lening aangegaan bij BNP Paribas van € 1 500 000,00 voor een periode van 15 jaar. De jaarlijkse aflossing van kapitaal ten bedrage van € 100 000 gebeurt telkens op 31/03 en voor de eerste keer in 2006. De intrest bedraagt 7,5 % en moet zesmaandelijks na vervallen termijn (op 31/03 en 31/09) betaald worden. Vanaf 2009 wordt er jaarlijks een rentetoelage op basis van het openstaande kapitaal per 1 januari toegekend van 3,5 % op 60 % van de nog openstaande lening (zijnde op € 1 200 000,00) en dit gedurende 4 jaar. Deze toelage wordt jaarlijks ontvangen op 30/04. In 2007 werd een industriële pomp aangekocht ter waarde van € 2 500 000,00 in het buitenland. Deze moet slechts na 2 jaar betaald worden. De marktrente bedraagt 6 %. Gevraagd: Duid aan of de volgende uitspraken juist of fout zijn. Verantwoord telkens uw keuze. a) Op 31/03/2008 moet € 90 000,00 intrest betaald worden m.b.t. de BNP Paribas-lening: b) De rentetoelage die op 30/04/2009 ontvangen wordt, bedraagt € 23 100,00: c) Het bedrag van de rente m.b.t. de aangekochte industriële pomp dat op 31/12/2008 wordt overgedragen is € 141 509,44.

  • ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE

    JAARREKENING - CONSOLIDATIE

    25 PUNTEN

    Vraag 1 … / 12 punten

    Bij de bespreking van de jaarrekening deelt u aan uw cliënt mede dat het nettobedrijfskapitaal van zijn vennootschap zeer laag is. Hij vraagt u hoe hij het nettobedrijfskapitaal kan verhogen. Geef drie voorbeelden.

    Vraag 2 … / 9 punten Een cliënt vraagt u tijdens een bespreking om de nettobedrijfskapitaalbehoefte of de behoefte aan werkkapitaal te berekenen. Welke elementen uit de jaarrekening neemt u op in uw berekening?

    Vraag 3 … / 4 punten Een onderneming, die een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, vraagt u onder welke post in de geconsolideerde resultatenrekening het gedeelte van het resultaat moet worden vermeld van de volledig geconsolideerde dochterondernemingen dat kan worden toegerekend aan aandelen die worden gehouden door andere personen dan de consoliderende vennootschap of de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen.

  • INTERNE CONTROLE

    25 PUNTEN

    Vraag 1 … / 10 punten

    Met betrekking tot interne audit:

    a) Wat is het statuut van de auditor? b) Wie is de opdrachtgever? c) Wat is de belangrijkste doelstelling? d) Wat is de periodiciteit? e) Geef de twee belangrijkste pijlers.

    Vraag 2 … / 3 punten

    Het intern controlesysteem bestaat volgens het COSO-rapport uit 5 met elkaar in verband staande componenten. Geef 3 componenten.

    Vraag 3 … / 5 punten Geef 5 punten, welke uw aandacht verdienen, teneinde de algemene interne controledoelstellingen met betrekking tot de boekhoudkundige registratie te kunnen realiseren.

    Vraag 4 … / 7 punten De interne auditafdeling wil nagaan of bepaalde klanten niet via de facturatie-afdeling bevoordeeld worden. a) Over welke twee mogelijke voordelen zou het onder meer kunnen gaan en hoe kan men de controle hierop organiseren? b) Hoe kan men de risico’s beperken? Geef 3 voorbeelden.

  • ACCOUNTANTSONDERZOEK

    25 PUNTEN

    Vraag 1 … / 20 punten Bijlage: Verkort schema 2.1 – 2.2 en 3 De verkoopsdirecteur van een groothandel in schoenen wordt bij een stijging van omzet per 30/09/2009 tegenover 30/09/2008 met minimaal 10 %, beloond met een bonus. De jaarafsluiting is gebeurd per 30/09/2009 door de interne boekhouder. De verkoopsdirecteur heeft de klantensaldi bevestigd en de voorraad geteld. De interne boekhouder staat in voor de aankopen en betalingen. De verkoopsdirecteur staat in voor de verkopen via bestelbons die automatisch in de boekhouding worden verwerkt tot verkopen. De verkoopsdirecteur blijkt een groot verkoopscontract te hebben afgesloten in de V.S. De raad van bestuur van de onderneming vraagt aan uw stagemeester op 15/09/2009 om een nazicht te doen of deze bonus mag uitbetaald worden en na te gaan of er geen onregelmatigheden voorkomen. De raad van bestuur geeft uw stagemeester toegang tot de boekhouding. Uw stagemeester vraagt u aan deze opdracht te werken.

    a) Geef drie audit-objectieven. b) Geef vier controletechnieken welke je gaat toepassen op de vorderingen. c) Geef vijf voorbeelden van onderzoek op de interne controle op de verkoopscyclus d) De verkoopsdirecteur kan nieuwe klanten in het boekhoudsysteem aanmaken,

    aanpassen en verwijderen: Geef hierbij twee aanbevelingen.

    e) Geef drie controles die je gaat toepassen op de voorraad.

    Vraag 2 … / 5 punten In de rubriek “geldbelegging en liquide middelen” komt de “post termijndeposito’s” voor. Welke zijn hier de doelstellingen van de auditor bij zijn controle ?

    a) Geef twee audit-objectieven. b) Geef drie controletechnieken.

  • VENNOOTSCHAPSRECHT

    20 PUNTEN

    Vraag 1 … / 7 punten

    Bvba “BETA” telt 4 vennoten: Pierre, Jacques, Ferdinand en Jules. Op de balans van de bvba, die op 1 december 2007 werd opgericht, staat een volledig geplaatst en volgestort kapitaal van € 24 000,00 en een wettelijke reserve van € 1 000,00. Pierre bezit 30 % van de aandelen, Jacques en Ferdinand elk 25 % en Jules 20 %. Jacques, Ferdinand en Jules vormen samen het college van zaakvoerders. Op 13 oktober 2009 beslist het college van zaakvoerders om de aanhangwagen, die Jules tot dusver voor privédoeleinden gebruikte, van hem over te kopen tegen een bedrag van € 2 000,00.

    Op 31 december controleert u als accountant de rekeningen van de vennootschap en stelt u vast dat bovenbedoelde verrichting met volgende boeking in de rekeningen van de bvba werd ingeschreven: Debet rekening 2xxx Investering

    Credit rekening 48xx Rekening-courant vennoot

    Geef de 3 essentiële punten waaraan u in verband met deze verrichting bijzondere aandacht moet hechten.

    Vraag 2 … / 6 punten Verbeter de 12 fouten in onderstaande tabel

    NV BVBA (meerpersoons) CVBA Minimumkapitaal 62 500,00 6 200,00 18 550,00 Minimum volstorting per aandeel

    1/4 1/5 1/5

    Minimum volstorting 61 500,00 1,00 6 200,00 Financieel plan JA JA NEEN Effecten aan toonder JA NEEN NEEN Minimum aantal bestuurders

    3 2 1

    Moeten de bestuurders vennoot zijn?

    NEEN NEEN JA

    Wijziging van het maatschappelijk doel Aanwezigheidsquorum Meerderheidsquorum

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 3/4

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 4/5

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 4/5

    Wijziging van de statuten Aanwezigheidsquorum Meerderheidsquorum

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 3/4

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 3/4

    ½ kapitaal, zoniet 2de AV 1/2

    Mogelijkheid beroep te doen op toegestane kapitaal

    JA JA NEEN

  • Vraag 3 … / 7 punten Op 3 juni 2009 beslist de raad van bestuur van de nv “Zacht Beddengoed” om een interimdividend uit te keren op basis van een, op 30 maart 2009 vastgestelde, tussentijdse situatie waaruit volgende cijfers blijken:

    - Kapitaal: € 80 000 - Wettelijke reserve: € 7 000 - Beschikbare reserves: € 4 000 - Onbeschikbare reserves: € 6 000 - Overgedragen verlies: € 3 000 - Winst van het boekjaar: € 5 000

    De nv sluit haar jaarrekening af op 31.12 van elk jaar - boekjaar = kalenderjaar De raad van bestuur stelt een uitkering voor van € 5 000, hetzij € 2 500 aan elke vennoot (die elk 50 % van het kapitaal bezitten).

    a) Bereken het maximumbedrag dat in dit geval aan elke vennoot kan worden uitgekeerd

    b) Welke zijn de aandachtspunten waarop moet worden gelet om de juiste toepassing van het vennootschapsrecht na te gaan?

    c) Moeten bij dergelijke uitkering bepaalde termijnen in acht worden genomen en dewelke?

    d) Welke aansprakelijkheid wordt gelopen in geval van niet-naleving van het Wetboek van Vennootschappen?

    VENNOOTSCHAPSRECHT (BIJZONDERE MANDATEN)

    30 PUNTEN

    Vraag 1 … / 10 punten

  • De nv “ABC” en de nv “XYZ” besluiten te fuseren, waarbij de nv “ABC” de nv “XYZ” overneemt. De nv “ABC” heeft 534 aandelen voor een bekomen substantiële waarde van € 226 549,35. De nv “XYZ” heeft 620 aandelen voor een bekomen substantiële waarde van € 115 191,58. De vraag wordt u gesteld hoeveel nieuwe aandelen de nv “ABC” zal moeten uitgeven aan de aandeelhouders van de nv “XYZ”, m.a.w. bereken de ruilverhouding van de aandelen, na de bepaling van de waarde per aandeel in iedere vennootschap. Geef de berekening van de waarde van een aandeel van elke vennootschap?

    Vraag 2 … / 10 punten De nv “ABC” fuseert met nv “XYZ” door de overneming van nv “XYZ” door de nv “ABC”. Bepaal de nettowaarde van de nv “ABC” na fusie op basis van de hierna opgegeven jaarrekeningen per 31 december 2007. Hoeveel bedraagt het “geplaatst” kapitaal na de fusie, met andere woorden, met hoeveel zal het kapitaal van de nv “ABC” verhoogd worden?

    TE FUSEREN MET:

    Nettowaarde

    per 31 december 2007

    nv ABC

    VOOR FUSIE

    Nettowaarde

    per 31 december

    2007 nv XYZ

    VOOR FUSIE

    Nettowaarde

    per 31 december 2007

    nv ABC

    NA FUSIE

    ACTIVA Materiële Vaste Activa Voorraden Vorderingen op ten hoogste één jaar Liquide Middelen Overlopende Rekeningen

    48 805,81 7 680,00

    77 316,61 17 641,11 9 477,35

    11 248,61 4 836,00

    18 292,28 68 181,56

    370,23

    …………… …………… …………… …………… ……………

    160 920,88

    102 928,68

    ……………

    PASSIVA Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende Rekeningen

    193 456,20 27 942,01

    28 410,63 1 000,00

    …………… ……………

    221 398,21

    29 410,63

    ……………

  • EIGEN VERMOGEN

    (-) 60 477,33

    73 518,05

    ……………

    JUSTIFICATIE Geplaatst kapitaal uitgiftepremie Reserves : - Wettelijke Reserve - Beschikbare Reserve Overgedragen verlies

    132 375,14 36,59

    13 237,51

    25 000,00 (-) 231 126,57

    62 000,00 --- 0 ---

    2 630,00

    14 000,00 (-) 5 111,95

    …………… ……………

    …………… …………… ……………

    EIGEN VERMOGEN

    (-) 60 477,33

    73 518,05

    ……………

    Vraag 3 … / 10 punten

    De bvba Kapsalon EFFECTO fuseert met de bvba CAPIELLO op 01.01.2009, waarbij de bvba CAPIELLO wordt overgenomen. De bvba Kapsalon EFFECTO heeft 186 deelbewijzen. De bvba CAPIELLO heeft 100 deelbewijzen. Geef de boekhoudkundige verwerking weer van de fusie, wetende dat:

    a) de bvba Kapsalon EFFECTO bezit sinds 31.12.2008 reeds ALLE 100 deelbewijzen van de bvba CAPIELLO.

    b) de bvba Kapsalon EFFECTO heeft de bovenvermelde 100 deelbewijzen aangekocht

    van de bvba CAPIELLO voor een bedrag van € 120 000,00 en in haar boekhouding opgenomen onder de rubriek “FINANCIELE VASTE ACTIVA”;

    De vraag wordt u gesteld de staat van activa en passiva op te stellen na fusie van de bvba Kapsalon EFFECTO op 01.01.2009. Antwoord De boekhoudkundige verwerking van de fusie doet zich als volgt voor:

  • OMSCHRIJVING

    BVBA

    KAPSALON EFFECTO

    VOOR FUSIE

    BVBA

    CAPIELLO VOOR FUSIE

    BVBA

    KAPSALON EFFECTO NA FUSIE

    ACTIVA 1. Immateriële Vaste Activa 2. Materiële Vaste Activa 3. Financiële Vaste Activa 4. Voorraden handelsgoederen 5. Vorderingen op ten hoogste één jaar 6. Liquide Middelen 7. Overlopende Rekeningen

    75 000,00

    20 000,00

    120 000,00

    1 900,55

    16 133,32

    1 558,24

    --- 0 ---

    2 974,73

    14 549,45

    --- 0 ---

    5 266,44

    18 386,94

    16 526,52

    1 462,12

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    TOTAAL ACTIVA

    234 592,11

    59 166,20

    ……………

    PASSIVA 1. Geplaatst kapitaal 2. Niet opgevraagd kapitaal 3. Reserves 4. Overgedragen verlies 5. Schulden op meer dan één jaar 6. Schulden op ten hoogste één jaar 7. Overlopende Rekeningen

    18 600,00

    (-) 6 200,00

    --- 0 ---

    (-) 15 260,76

    107 720,38

    129 719,99

    12,50

    18 600,00

    (-) 6 200,00

    1 860,00

    --- 0 ---

    18 575,55

    26 330,65

    --- 0 ---

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    ……………

    TOTAAL PASSIVA

    234 592,11

    59 166,20

    ……………

    PERSONENBELASTING

    20 PUNTEN

  • Vraag 1 … / 8 punten Tegen welke aanslagvoet zijn de volgende inkomsten belastbaar (aanslagjaar 2009): NB: voor de inkomsten die afzonderlijk worden belast, moet het vakje worden aangekruist betreffende de afzonderlijke aanslag die op de desbetreffende soort inkomsten van toepassing is, zonder rekening te houden met het feit dat de samenvoeging van toepassing is indien dit voor de belastingplichtige voordeliger is of met mogelijke speculatie; de aanvullende gemeentebelasting moet niet in aanmerking worden genomen. Antwoord

    niet progressief gemiddelde gemiddelde 10% 16,50% 33% 15% 25% belastbaar tarief aanslagvoet aanslagvoet vorig jaar lopend jaar pensioenachterstallen vervroegd vakantiegeld interest van een buitenlandse spaarrekening in 2008 verwezenlijkte meerwaarde op de verkoop van een in 2006 aangekochte grond door het ziekenfonds gestorte geboortepremie in 2006 verwezenlijkte meerwaarde op de verkoop van een in 2000 aangekocht huis stopzettingsmeerwaarden op voorraden toevallige winst of baten

    Vraag 2 … / 8 punten Een dierenarts van 58 jaar wil in 2009 met pensioen gaan en verkoopt zijn handelsfonds (een dierenkliniek) aan een jonge pas afgestudeerde dierenarts (NB: geen verwantschap tussen de overlater en de overnemer). Bereken het bedrag van de verschillende onderdelen van de stopzettingsmeerwaarde op basis van de hierna verstrekte gegevens (zie de afschrijvingstabel in bijlage) en geef de aanslagvoet van de verschillende bestanddelen. Totaal bedrag van de verkoopprijs = € 930 000 Uiteenzetting van de in de verkoopovereenkomst vermelde prijs: Verkoopprijs van het gebouw (gelijkvloers waar de kliniek is gevestigd) en de inrichting = € 600 000 Verkoopprijs van de ziekenwagen = € 30 000 Verkoopprijs van het cliënteel = € 300 000 Tijdens de laatste jaren verwezenlijkte winst:

  • 2008 € 52 811 2007 € 27 259 2006 € 36 581 2005 verlies van € 7 512 Door de overlater gedragen verkoopkosten = € 25.000 (commissieloon van een gespecialiseerd agentschap)

    Vraag 3 … / 4 punten Geef aan of volgende uitspraken waar of onwaar zijn: a) indien de belastingplichtige, bij het aangaan van een hypothecaire lening die in aanmerking komt voor de aftrek voor eigen en enige woning, nog een andere, vóór 1/1/2005 voor dezelfde woning aangegane lening heeft die, in het jaar waarin de nieuwe lening wordt aangegaan, in aanmerking komt voor de verhoogde vermindering voor bouwsparen, heeft de belastingplichtige, zonder andere keuzemogelijkheid, slechts recht op de aftrek voor eigen en enige woning

    Waar Niet waar

    b) indien een belastingplichtige voor aanslagjaar 2009 de belastingvermindering voor betalingen voor pensioensparen geniet, heeft hij geen aanspraak op de belastingvermindering voor stortingen voor het verwerven van nieuwe kapitaalaandelen van de vennootschap van zijn werkgever

    Waar Niet waar

    VENNOOTSCHAPSBELASTING

    20 PUNTEN

    Vraag 1 … / 8 punten Gegeven:

  • De nv ‘XYZ’ werd in 1983 opgericht met een in geld gestort kapitaal van € 1 250 000,00 (vertegenwoordigd door 5 000 aandelen van € 250,00). In 1995 werden € 187 500,00 vrijgestelde en € 62 500,00 belaste reserves ingelijfd in kapitaal. De situatie van het eigen vermogen (op 31.12.2008) kan als volgt voorgesteld worden: (boekjaar = kalenderjaar) Boekjaar 2008 Boekjaar 2007 100 Geplaatst kapitaal 1 200 000,00 1 500 000,00 120 Herwaarderingsmeerwaarden 250 000,00 250 000,00 130 Wettelijke reserve 150 000,00 150 000,00 132 Belastingvrije reserves 29 312,00 25 000,00 140 Overgedragen winst 279 875,00 337 500,00 Gevraagd: In de loop van het jaar 2008 werden volgende vaststellingen gedaan, die u – samen met bovenstaande gegevens – in rubriek Vak I/A en B van de bijgevoegde aangifte Ven. B AJ 2009 Inkomsten 2008 moet invullen:

    a) In 2008 gaat de vennootschap over tot een kapitaalvermindering van € 300 000,00 door terugbetaling aan de aandeelhouders. In de getroffen beslissing wordt de vermindering niet uitdrukkelijk aangerekend op één of ander bestanddeel.

    b) In 1998 werd een gebouw aangekocht ten bedrage van € 875 000,00, inclusief

    € 125 000,00 grond (gebouw afschrijfbaar à rato van 4 %). In 2003 werd het gebouw geherwaardeerd ten bedrage van € 250 000,00 (afschrijfbaar à rato van 5 %, d.w.z. over de resterende gebruiksduur). In 2008 worden verbouwingswerken uitgevoerd van € 125 000,00. Deze investering (1.4.2008) wordt degressief afgeschreven à rato van 4 % x 2 = € 10 000,00. Het verbouwde gedeelte wordt verhuurd.

    Vraag 2 … / 6 punten

    Onder de kostenrekening “Bezoldigingen” vindt men, naast de gewone bezoldigingen en de daarop betrekking hebbende sociale lasten, ook nog volgende informatie terug:

    - Ga na of elk van deze uitgaven al dan niet fiscaal aftrekbaar is.

    Kruis daartoe één van de drie keuzemogelijkheden aan: aftrekbaar, beperkt aftrekbaar of niet aftrekbaar.

    - Bereken ook het bedrag voor elk gegeven dat desgevallend moet worden verworpen en voorzie een woordje uitleg.

    Ter info: deze vennootschap telt 16 werknemers en we beschouwen het aanslagjaar 2009.

    a) De vennootschap kocht een Bongobon ( = cadeaucheque) ter waarde van

    € 200,00 en gaf die aan een bediende ter gelegenheid van haar huwelijk.

    Aan een werknemer die na 30 dienstjaren op pensioen gaat, geeft de vennootschap een fiets van € 800,00 als cadeau.

    Antwoord …/3 punten

    - Bongobon (cadeaucheques) n.a.v. huwelijk : (0,5 punt) aftrekbaar beperkt aftrekbaar niet aftrekbaar

    Motivatie: ( 1 punt)

    - Pensionering : (0,5 punt)

  • aftrekbaar beperkt aftrekbaar niet aftrekbaar

    Motivatie: (1 punt)

    b) Vergoeding aan de verkoopsdirecteur als terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever voor € 3 563,66. Dit bedrag omvat:

    - Kilometervergoeding voor dienstreizen met eigen wagen (alle kilometers

    voldoende bewezen; in functie van CO2-uitstoot 70 % aftrek): € 1 352,40 voor periode 1 (van 1.1.2008 t/m 30.6.2008 : € 0,2940 x 4 600 km) en € 1 711,26 voor periode 2 (van 1.7.2008 t/m 31.12.2008 : € 0,3169 x 5 400 km);

    - Factuur van een seminarie, welke door de verkoopsdirecteur op 12.2.2008

    werd gevolgd: uitgesplitste factuur: restaurantkosten € 45,00 en de eigenlijke seminariekosten € 455,00 = € 500,00 in totaal.

    Antwoord …/3 punten

    Kilometervergoeding: (0,5 punt)

    aftrekbaar beperkt aftrekbaar niet aftrekbaar

    Motivatie: (1 punt)

    Seminarie: (0,5 punt) aftrekbaar beperkt aftrekbaar niet aftrekbaar

    Motivatie: (1 punt)

    Vraag 3 … / 6 punten Beantwoord de volgende stellingen/uitspraken m.b.t. de uitoefening van de aftrek als DBI met JUIST of FOUT en kruis uw oplossing aan. (U moet uw keuze niet motiveren.) Het basisbedrag van de dividenden dat in aanmerking komt voor de DBI-aftrek is gelijk aan het geïnde of verkregen bedrag voor aftrek van de innings- en bewaringskosten, maar verhoogd met de eventueel ingehouden Belgische roerende voorheffing. Dat is het brutobedrag dat normaal gezien wordt geboekt onder de rubriek ‘financiële opbrengsten’. Voor de dividenden van buitenlandse oorsprong moet de roerende voorheffing niet worden opgenomen in het basisbedrag als er geen voorheffing werd ingehouden. Antwoord …/2 punten

    Juist Fout

  • Sinds aanslagjaar 2005 is de beperkte toepassing van DBI-aftrek in functie van de “foute” verworpen uitgaven, opgeheven voor gewone dividenden van Europese dochtervennootschappen. Ook de gewone dividenden die een Belgische dochteronderneming betaalt aan een Belgische moedermaatschappij vallen onder deze toepassing. Het verbod om DBI’s af te trekken van de winst voortvloeiende uit bepaalde verworpen uitgaven geldt nog altijd voor de dividenden die een vennootschap ontvangt van dochterbedrijven uit niet EU-landen. Antwoord …/2 punten

    Juist Fout

    Het verloren gaan van DBI-overschotten wegens onvoldoende belastbare winst na de derde bewerking is door het Europese Hof van Justitie strijdig bevonden met de Europese ‘Moeder-dochterrichtlijn’. De DBI-aftrek blijft dus de 4de bewerking maar met mogelijkheid van overdracht van DBI-overschotten. De niet-overdraagbaarheid beperkt zich (momenteel) tot dividenden afkomstig van vennootschappen gevestigd in derde landen. Antwoord …/2 punten

    Juist Fout

    BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE

    15 PUNTEN

    Vraag 1 … / 5 punten

    Om welke handelingen gaat het in de volgende gevallen? Kruis aan of zet een V-teken in de onderstaande tabel in het overeenkomstig vakje:

    A. een onttrekking in de zin van art. 12, § 1, 1° W.BTW; B. een onttrekking in de zin van art. 12, § 1, 2° W.BTW; C. een ingebruikneming in de zin van art. 12, § 1, 3° W.BTW;

  • D. een ingebruikneming in de zin van art. 12, § 1, 4° W.BTW; E. een onttrekking in de zin van art. 12, § 1, 5° W.BTW; F. een gelijkstelling met een dienst, verricht onder bezwarende titel, bedoeld in art. 19, §

    1 W.BTW; G. een gelijkstelling met een dienst, verricht onder bezwarende titel, bedoeld in art. 19, §

    2, 1° W.BTW; H. een gelijkstelling met een dienst, verricht onder bezwarende titel, bedoeld in art. 19, §

    2, 2° W.BTW; I. een herziening van het uitgeoefende recht op aftrek; J. een handeling waarvoor noch de btw opeisbaar is, noch een herziening van het

    uitgeoefende recht op aftrek moet gebeuren.

    1. Een handelaar in bouwmaterialen neemt bouwmaterialen uit zijn voorraad om zelf

    een werk in onroerende staat te verrichten in zijn privé-woning; 2. Een btw-belastingplichtige, natuurlijke persoon, heeft in 2002 een appartement

    gekocht met toepassing van de btw; hij gebruikt dit goed geheel voor zijn economische activiteit met volledig recht op aftrek. In 2009 zet de btw-belastingplichtige zijn economische activiteit stop en gebruikt het appartement vanaf dan als privé-woning;

    3. Een btw-belastingplichtige, natuurlijke persoon, zet zijn economische activiteit stop; één van zijn machines (12 jaar oud) kon hij niet verkopen; de machine kan niet gebruikt worden voor privé-doeleinden;

    4. Een btw-belastingplichtige, natuurlijke persoon, draagt zijn volledige handelszaak over aan een handelsvennootschap waarvan hij zaakvoerder wordt; in die overdracht zit onder meer een niet nieuw gebouw van 6 jaar oud.

    5. Zes jaar geleden werd een nieuw magazijn gebouwd. Sinds 1.3.2009 wordt het als verkoop- en stapelruimte verhuurd. De btw die op het magazijn rustte, is in het verleden volledig afgetrokken.

    Antwoord A B C D E F G H I J

    1 2 3 4 5

    Vraag 2 … / 6 punten Hoe kwalificeert u de volgende situaties vanuit het oogpunt van de btw met desgevallend aanduiding van de plaats van de levering ? 1. Een zelfstandige Belgische dierenarts koopt in Nederland een radiologisch apparaat (€ 12 554,00), volledig bestemd voor zijn activiteit als dierenarts. 2. Een Belgische bouwonderneming vervoert zelf een kraan en een bulldozer naar Frankrijk om een fabriek op te richten.

  • 3. Een schrijnwerker gevestigd in Antwerpen moet deuren en ramen leveren op een werf in Breda (Nederland) ten behoeve van een Nederlandse vennootschap geregistreerd als gewone btw-plichtige die daar gevestigd is.

    Vraag 3 … / 4 punten Aftrek van de voorbelasting. Is de voorbelasting al dan niet aftrekbaar in volgende gevallen (het juiste antwoord kruist u aan): 1) Aankoop door een garagist van een vervangwagen voor zijn klanten:

    JA NEEN

    2) Kostennota van een hotel ter gelegenheid van een verplaatsing van de bedrijfsleider naar een werf:

    JA NEEN

    3) Onderdelen van de mobilofoons die gebruikt worden bij de gratis uitvoering van de waarborgverplichting:

    JA NEEN

    4) Een accountant moet voor consultatie (€ 1 600,00) naar Parijs. Daarvoor heeft hij een verplaatsing met de wagen (€ 200,00), overnacht hij in een hotel en zijn er restaurantkosten (€ 200,00), die integraal doorgerekend worden. De klant ondergaat de aftrekbeperking:

    JA NEEN

    BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN

    SUCCESSIERECHTEN

    10 PUNTEN

    Vraag 1 … / 5 punten

    Dhr. Xavier, vrijgezel, is in Parijs overleden op 15/09/2009. Als erfgenamen laat hij zijn vader (die ¼ van de nalatenschap ontvangt) en zijn broer (die ¾ van de nalatenschap ontvangt) na. Daarenboven heeft dhr. Xavier een testament opgesteld waarbij hij een bedrag van € 25 000 aan zijn buurvrouw Louise nalaat. Van 1 januari 2009 tot zijn overlijden was de fiscale woonplaats van dhr. Xavier in Leuven.

  • Van 1 februari 2008 tot 31 december 2008 had dhr. Xavier zijn fiscale woonplaats in Spa. Vóór 1 februari 2008 had dhr. Xavier zijn fiscale woonplaats in Brussel. Zijn nalatenschap omvat: Actief: Onroerend goed in België € 250 000 Onroerend goed in Frankrijk € 160 000 Rekening bij ING in België € 17 584 Rekening bij BNP Paribas in Frankrijk € 11 523 Stofferend huisraad in België € 5 000 Stofferend huisraad in Frankrijk € 3 000 Passief: Factuur van de begrafeniskosten € 20 000 Factuur van de repatriëring van het lichaam € 2 510 Factuur van het vastgoedkantoor belast met de verkoop van het huis in Frankrijk na het overlijden € 10 000 Elektriciteitsfactuur van 7/9/2009 € 310 Afrekening Visa van 20/9/2009 tot betaling van uitgaven gedaan tussen 11/8/09 en 10/9/09 € 1 235 Aanslagbiljet (aanslagjaar 2009) van 17/7/09 betreffende de onroerende voorheffing van het onroerend goed in België (vervaldatum: 30/9/09) € 2 522

    a) Wat is de termijn voor het inleveren van de aangifte in de nalatenschap? b) Wie is verplicht tot het inleveren van de aangifte in de nalatenschap? (verklaar uw

    antwoord)

    c) Waar moet de aangifte in de nalatenschap worden ingeleverd?

    d) Indien sommige elementen niet als aannemelijk passief van de nalatenschap kunnen worden aanvaard, gelieve ze te vermelden.

    Vraag 2 … / 5 punten

    Bij Belgische notariële akte van 15 september 2009 verkocht dhr. Henri aan dhr. Bernard een in Brussel gelegen industriële opslagplaats tegen de prijs van € 900 000; In de akte zijn volgende vermeldingen opgenomen:

    - de verkoopwaarde van het goed wordt vastgesteld op € 1 100 000; - de kosten van de akte die door dhr. Bernard moeten worden gedragen worden

    vastgesteld op € 100 000; - dhr. Bernard moet een oorspronkelijk door dhr. Henri aangegane schuld ten bedrage

    van € 75 000 terugbetalen.

    a) Hoeveel bedraagt de belastbare grondslag in de registratierechten?

    b) Welk tarief moet op de verrichting worden toegepast?

  • BEGINSELEN VAN EUROPEES EN INTERNATIONAAL

    FISCAAL RECHT

    10 PUNTEN

    Vraag 1 … / 5 punten

    Beantwoord de vragen met “waar” of “niet waar” op basis van de beginselen ingeschreven in de “door de OESO ontwikkelde modelovereenkomst naar het inkomen en naar het vermogen”. De onroerende inkomsten zijn slechts belastbaar in de bronstaat en moeten niet worden aangegeven in de verblijfstaat.

    Waar Niet waar

  • Dividenden kunnen in de bronstaat en in de verblijfstaat worden belast.

    Waar Niet waar

    Door de regeling voor onderling overleg kunnen onder meer problemen in verband met een dubbele verblijfplaats worden opgelost.

    Waar Niet waar

    Een in België verblijvende bediende, die uitsluitend betaald wordt door een Belgische vennootschap, oefent gedurende een periode van 12 maanden zijn betrekking voor 80 % van zijn tijd uit in Frankrijk, bij een Franse vennootschap van dezelfde groep (land waarmee België een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten). Deze persoon is op zijn bezoldiging gedeeltelijk belastbaar in België en gedeeltelijk belastbaar in Frankrijk.

    Waar Niet waar

    Een bouw- of montagewerf is slechts een vaste inrichting indien de duur ervan 6 maanden overschrijdt.

    Waar Niet waar

    Vraag 2 … / 5 punten Eén uwer cliënten is gepensioneerd en ontvangt een wettelijk pensioen, afkomstig van zijn betrekking in de privésector, en een buitenwettelijk pensioen, uitsluitend in de vorm van een rente, afkomstig van het groepsverzekeringscontract dat door zijn werkgever werd gesloten met een Italiaanse verzekeringsmaatschappij met een vaste inrichting in België. Uw cliënt wil uitwijken en zijn fiscale verblijfplaats vestigen in een land waarmee België een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting heeft gesloten, gebaseerd op de door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) ontwikkelde modelovereenkomst naar het inkomen en naar het vermogen. Hij heeft de tekst van de overeenkomst geraadpleegd en vastgesteld dat de pensioenen die hij ontvangt in België niet meer belastbaar zullen zijn en dat ze in zijn nieuwe verblijfstaat blijkbaar evenmin belastbaar zijn. Gelet op de vrijstelling die in de andere staat van toepassing zou zijn, vraagt hij u of België dan toch geen personenbelasting of belasting van niet-inwoners op die pensioenen zou kunnen blijven heffen. Wat antwoordt u hem op basis van de beginselen ingeschreven in de OESO-modelovereenkomst? Gelieve uw antwoord bondig te verklaren.

  • FISCALE PROCEDURE

    15 PUNTEN

    Vraag 1 … / 5 punten

    De Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen heeft een bemiddelingsdienst ingesteld. De vennootschap “Alfa” heeft een geschil met de fiscale administratie. Er werd een aanslag gevestigd en het bezwaarschrift werd ingediend binnen de termijn van zes maanden, hetzij op 1 september 2008. De 5de september daaropvolgend dient de belastingplichtige een aanvraag tot bemiddeling in bij de bemiddelingsdienst, die laat weten dat het dossier ontvankelijk voor onderzoek wordt geacht. Op 15 maart 2009 verwerpt de administratie het bezwaarschrift, zonder dat de bemiddelingsdienst zijn advies heeft verleend. Wat is, in verband met bovenvermeld voorbeeld, het gevolg van het beroep dat op deze dienst wordt gedaan?

    Vraag 2 … / 5 punten

  • Naar aanleiding van het onderzoek van een strafdossier verneemt de administratie dat een belastingplichtige een bankrekening in het buitenland bezit, terwijl daar geen enkele melding van werd gemaakt in een binnen de gestelde termijn bij de administratie ingediende aangifte.

    a) Welke sanctie kan de administratie opleggen?

    b) Welke procedure kan zij toepassen?

    c) Welke informatie zal de administratie vragen en voor welke periode?

    Vraag 3 … / 5 punten Tot dusver moet een belastingplichtige, maar niet voor de btw geïdentificeerde vzw, die voor de behoeften van haar vrijgestelde activiteiten van een Franse accountant een dienst ontvangt, in België spontaan een aangifte indienen om de btw op de waarde van de ontvangen diensten te voldoen.

    a) Welke wijziging zal vanaf 1 januari 2010 toepasselijk zijn? b) Wat moet de Belgische vzw doen?

    JURIDISCHE EN BEROEPSNORMEN MET BETREKKING

    TOT DE ACCOUNTANCY, DE BELASTINGCONSULTANCY EN DE ANDERE WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE ACCOUNTANT EN VAN DE BELASTINGCONSULENT

    20 PUNTEN

    Vraag 1 …. / 4 punten

    a) Een accountant en/of belastingconsulent die vermoedens krijgt van witwasverrichtingen bij één van zijn cliënten, moet daarvan melding doen bij de CFI. Om zijn verdenkingen te bevestigen, heeft hij een onderzoek dat, desgevallend, in samenwerking is met de commissaris.

    Waar Niet waar

    Verklaar uw antwoord b) Wanneer een onderneming, door middel van een schriftelijke raadpleging, advies vraagt aan een accountancy- en/of belastingconsulentvennootschap, wordt de beroepsaansprakelijkheid zowel gedragen door de vennootschap die belast is met de opdracht als door de natuurlijke persoon die wordt aangesteld om de opdracht uit te

  • voeren, tenzij de opdrachtbrief de natuurlijke persoon uitdrukkelijk van aansprakelijkheid ontslaat door te bepalen dat enkel de vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld.

    Waar Niet waar

    Verklaar uw antwoord

    Vraag 2 …. / 5 punten Welk orgaan of commissie van het Instituut zal in volgende gevallen met het beheer van het dossier worden belast:

    a) Een accountant en/of belastingconsulent heeft een regel van de deontologische code overtreden (niet toegelaten mandaten in talrijke handelsvennootschappen)

    b) Een accountant en/of belastingconsulent heeft een geschil met een cliënt over het

    bedrag van zijn erelonen c) Een accountant en/of belastingconsulent werd geschrapt wegens niet-betaling van

    zijn bijdrage aan het Instituut en is het niet eens met deze beslissing d) Een accountant en/of belastingconsulent, stagemeester, heeft een geschil met een

    stagiair

    e) Een accountant en/of belastingconsulent wenst, in de plaats van zijn vader en op verzoek van zijn moeder, de opdracht van zaakvoerder in de handelsonderneming van zijn ouders uit te oefenen, en dit gedurende een periode van 6 tot 8 maanden en ten einde zijn vader de kans te geven van een heelkundige ingreep te herstellen

    Vraag 3 …. / 6 punten

    Identificatieplicht van de accountant en/of de belastingconsulent in het kader van de antiwitwaswetgeving. a) gelieve aan te geven of uw verplichting in volgende gevallen van toepassing is: - een cliënt wenst verscheidene verrichtingen (voor bedragen begrepen tussen € 2 000 en € 3 500) uit te voeren waartussen een verband blijkt te bestaan en waarvan het totaalbedrag € 12 500 bereikt - een cliënt doet een verrichting ten bedrage van € 9 750; u hebt nochtans vermoedens van het witwassen van geld b) geef aan of uw verplichting tot identificatie betrekking moet hebben op één of meer van onderstaande elementen: - de natuurlijke personen betrokken bij de geplande verrichting - de rechtspersonen betrokken bij de geplande verrichting - de geplande verrichting c) geef aan gedurende welke termijn de documenten die u heeft ingezameld in het kader van uw identificatieplicht moeten worden bewaard

    Vraag 4 …. / 5 punten

    U bent, als extern accountant, belast met het bijhouden van de boekhouding van vennootschap Alfa.

  • Vervolgens wordt u verzocht om, in het kader van een bijzondere opdracht, het verslag op te stellen betreffende de splitsing van de onderneming Beta, een dochteronderneming van Alfa, in 2 afzonderlijke vennootschappen Delta en Gamma. a) Kunt u deze opdracht aanvaarden? (verklaar uw antwoord volledig)

    b)Zou uw antwoord anders luiden indien vennootschap Alfa door een commissaris wordt gecontroleerd