Portfolio januari 2015

24
Portfolio &Q copy, content en communicatie januari 2015 contents Artikelen, beeld- & eindredactie en redactie-coördinatie voor: Arts in Spe De Psychiater Kinderarts & Samenleving Jubileumboek Urologie Pure Talent: Pure Paper en training ‘Sappig Schrijven’

description

Bekijk mijn portfolio met onder meer artikelen, beeld- & eindredactie en redactie-coördinatie voor: - Arts in Spe - De Psychiater - Kinderarts & Samenleving - Jubileumboek Urologie - Pure Talent Opleidingen en Trainingen: de Pure Paper en de training ‘Sappig Schrijven’

Transcript of Portfolio januari 2015

Page 1: Portfolio januari 2015

   Portfolio    

  &Q copy, content en communicatie januari 2015        

 

   contents  Artikelen, beeld- & eindredactie en redactie-coördinatie voor:

-­‐ Arts in Spe -­‐ De Psychiater -­‐ Kinderarts & Samenleving -­‐ Jubileumboek Urologie -­‐ Pure Talent: Pure Paper en training ‘Sappig Schrijven’  

     

Page 2: Portfolio januari 2015

26 Arts in Spe mei 2014

I ntegrale bekostiging, transparantie van zorg en de transitie van jeugdzorg. Het zijn een paar voor-beelden van nieuw beleid dat het zorglandschap de komende jaren ingrijpend gaat veranderen. Bij het

ontwikkelen van deze plannen komt echter vrijwel geen dokter te pas. Dat is opvallend, want artsen zijn wel dege-nen die het beleid moeten uitvoeren.Artsen moeten zich daarom veel meer betrokken voelen bij het bepalen van beleid, vinden Babette Rump (36), actief in het Platform Medisch Leiderschap, en Sietske Rozie (36), voorzitter van de Medical Business Masterclass 2014. Zij zetten zich allebei in om medisch leiderschap hoger op de agenda te krijgen bij collega-artsen.

Wat houdt medisch leiderschap in?Sietske: ‘De veranderingen volgen elkaar in een rap tempo op. Als dokter word je vooral geconfronteerd met de uitkomsten van besluiten, of dat nu over e-health of kostenbewust werken gaat. Met medisch leiderschap kun je van speelbal tot speler worden. Maar wil je iets berei-ken, dan moet je weten hoe het spel wordt gespeeld.’Babette: ‘Artsen zijn in de eerste plaats medische profes-sionals. Maar om je medische deskundigheid over te bren-gen, moet je de taal leren spreken van zorgverzekeraars,

NEEM DE REGIE INHANDEN

Waarom medisch leiderschap belangrijker is dan ooit

Politiek, zorgverzekeraars, zieken­huizen, patiëntenverenigingen: het lijkt alsof iedereen iets te zeggen heeft over hoe de zorg eruit moet zien, behalve de dokter zelf. Hoe kom je in the lead bij deze discussies, en waarom is dat zo belangrijk? Naomi Querido

Babette RumpDE B

EELD

REDA

KTIE

/ E

D VA

N RI

JSW

IJK

Page 3: Portfolio januari 2015

Arts in Spe mei 2014 27

beleidsmakers en bestuurders. Pas dan kun je invloed uitoefenen op het resultaat. Dat speelt al op je werkplek.’

Waarom is medisch leiderschap zo belangrijk?Sietske: ‘Omdat je er hoe dan ook mee te maken krijgt. Een voorbeeld: ik ben aios radiologie en veel jonge klaren in dit specialisme zijn momenteel werkloos. Dat komt mede omdat maatschappen en ziekenhuizen wachten met het invullen van vacatures totdat er meer bekend is over de integrale bekostiging, een nieuw systeem om zorg in te kopen. Wil je meepraten over je eigen toekomst, dan moet je verstand hebben van zulke zaken.’ Babette: ‘Ook in je werk – ik ben aios maatschappij & ge-zondheid, met als profiel infectieziektenbestrijding bij de GGD Regio Utrecht – krijg je met verschillende belangen

te maken. Bij een MRSA-uitbraak in een verpleeghuis wil ik dat alle bewoners onderzocht worden met het oog op preventie. Het bestuur van dat verpleeghuis kan daar heel anders over denken, omdat zij hun budget maar één keer kunnen uitgeven. Daar moet je samen uitkomen. Je hebt vaardigheden nodig om het gesprek aan te gaan, de achtergronden van de andere partij te kennen, je eigen argumenten naar voren te brengen en te zoeken naar een haalbare oplossing.Daarnaast zijn er veel veranderingen die net buiten ons werkveld vallen, zoals de transitie van de jeugdzorg, de veranderingen in het speciaal onderwijs of de wijzigingen in de AWBZ. We ondervinden daar wel de effecten van, zoals dat bepaalde zorg wordt wegbezuinigd of niet meer wordt vergoed. Daar hoor je artsen weinig over. We moeten onze kijk op zaken veel meer voor het voetlicht brengen.’

Jullie vertegenwoordigen verschillende initiatieven. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?Sietske: ‘De stichting Medical Business is opgericht om de nieuwe generatie artsen inzicht te geven in bestuur-lijke, organisatorische en financiële uitdagingen van de zorg. Soms trekken we samen met het platform op.’Babette: ‘Het Platform Medisch Leiderschap wil álle art-sen toerusten met de competentie leiderschap. Dat moet net zo belangrijk zijn als bijvoorbeeld communicatie, sa-menwerking en kennis en wetenschap. Wij willen vooral de verandering in denken in beweging zetten.’

Hoe zetten jullie medisch leiderschap op de kaart?Sietske: ‘Onze masterclass bestaat uit drie avonden waarin interessante sprekers ingaan op financiën, orga-nisatie en innovaties in de gezondheidszorg. Er is ook

Sietske Rozie

‘We moeten onze kijk op zaken veel meer voor het voetlicht brengen’

Page 4: Portfolio januari 2015

28 Arts in Spe mei 2014

veel gelegenheid voor discussie. Het was binnen 48 uur uitverkocht, wat aangeeft hoe groot de behoefte is aan dit soort onderwijs!’Babette: ‘Het Platform Medisch Leiderschap wil een cultuuromslag creëren, talenten op weg helpen en leider-schap inbedden in het onderwijs en de invulling van ons vak. We omarmen daarom alle initiatieven op dit gebied.

De Medical Masterclass is een goed voorbeeld, maar denk ook aan talentenklassen en allerlei andere cursussen. We organiseren inspiratiebijeenkomsten waar sprekers ingaan op de vraag hoe je als dokter in the lead komt en hoe je medestanders voor jouw ideeën krijgt. Daar is iedereen overigens van harte voor uitgenodigd.’

Moet er meer aandacht komen voor medisch leider-schap in de opleiding?Sietske: ‘Jazeker! In de modernisering van de medische vervolgopleidingen komen er straks nieuwe profielen. Behalve een wetenschapsprofiel kunnen aiossen dan ook kiezen voor een leiderschapsprofiel. Artsen met verschil-lende profielen vullen elkaar in een team zo optimaal aan. Wij werken samen met het Platform Medisch Leiderschap aan een raamwerk voor dat profiel. En we vragen facultei-ten om medisch leiderschap structureel op te nemen in de geneeskundeopleiding.’Babette: ‘Artsen van nu hebben medisch leiderschap hard nodig. Het is belangrijker dan ooit. Niet elke arts hoeft zich te ontwikkelen tot een manager of bestuurder. Een arts met leiderschap kan wel veel bijdragen aan een team: leiderschap is immers nodig om het dagelijks werk goed te organiseren. Ons platform is nauw betrokken bij de uitwerking van het nieuwe profiel. Dat stellen we op aan de hand van gesprekken met experts en groeps- en diepte-interviews

over wat medisch leiderschap precies is. Het competen-tieprofiel dat wordt opgesteld, kan vervolgens als basis dienen voor de opleiding.’

In wat voor vorm?Sietske: ‘Lang niet iedereen is of wil medisch leider zijn. Maar als we sommige rapporten mogen geloven, hebben we als arts binnenkort niets meer in te brengen als we nu niet in the lead komen. Daar moeten aiossen tijd voor krijgen.’Babette: ‘Net als wetenschap kun je leiderschap bekijken als een piramidevorm. De basis van de wetenschapspira-mide wordt gelegd met het opdoen van kennis over on-derzoek en statistiek. Hogerop kom je wanneer je voor het eerst een artikel publiceert. Hoe meer wetenschappelijke vaardigheden je ontwikkelt, hoe hoger je klimt. Zo werkt het ook bij leiderschap: als je kennis hebt opgedaan, kun-nen sommigen in de vorm van een meester-gezelconcept, ook ervaring opdoen. Je kunt leren óver leiderschap, maar het is ook een kwestie van ‘learning by doing’.’

Hoe kunnen studenten nu al ervaring opdoen?Sietske: ‘Doe kennis op over wat er speelt in de gezond-heidszorg en word lid van een van de arts-assistentver-enigingen, zodat je goed geïnformeerd bent over wat er gebeurt. Of: word zelf bestuurlijk actief! Neem je bestuur-lijke taak wel serieus en probeer zoveel mogelijk te leren van ervaren mensen: luister, vraag en geef je mening!’Babette: ‘Er vinden nu al diverse onderwijsprojecten plaats in de vorm van best practices. Zo is in het UMCU het ‘verwonder-verbeter’-project gestart, dat inmiddels in acht ziekenhuizen navolging krijgt. Jonge arts-assi-stenten geven aan waarover ze zich verwonderen, wat ze willen veranderen, en hoe. Daarover gaan ze vervolgens in gesprek met het bestuur en het management. Zo’n werkvorm kun je overnemen of voorstellen bij je eigen opleidingsinstelling.’

Hebben jullie nog tips? Hoe pas je dit in in het toch al volle studie- of werkprogramma?Sietske: ‘Eigenlijk zijn maatschappelijke betrokkenheid, kennis over ontwikkelingen in de zorg en medisch leider-schap verplichte kost. Want je krijgt er hoe dan ook mee te maken. Het is een hiaat in de opleiding dat we nu nog zelf moeten oppakken.’Babette: ‘De wereld om ons heen verandert en daar moet je op voorbereid zijn. Waar artsen tot voor kort keken naar de ‘beste’ behandeling, is nu steeds vaker de vraag wat de meest zinvolle behandeling is. Heb je weinig tijd, bekijk de situatie om je heen dan gewoon eens met een andere bril. Richt je niet op wat me-disch inhoudelijk anders moet, maar ga eens in gesprek met je opleider over hoe veranderingen in het ziekenhuis of het huisartsenvak worden gerealiseerd. En laat je horen. Wacht niet te lang, want dan ben je het gevoel dat je er toe doet in het Nederlandse zorgsysteem, misschien al verloren.’

Hoe vergroot je jouw invloed op de zorg?Wil je weten hoe je als dokter je mannetje kunt staan in het complexe speelveld van de zorg? Neem dan een kijkje op medicalbusiness.nl en platformmedischleiderschap.nl.

‘Als je iets wilt bereiken, moet je weten hoe het spel gespeeld wordt’

Page 5: Portfolio januari 2015

18 Arts in Spe augustus 2014

Susanne van Kessel (23) bezocht de beurs in 2012 om zich te oriënteren. De vierdejaarsstudente wil in 2017 weer gaan, dan om gerichte sollicitatietips op te doen.

‘In de opleiding wordt weinig aandacht besteed aan het maken van een keuze voor een specialisme. Dat is de reden waarom ik als tweedejaars naar de beurs ben gegaan. Het sprak me aan dat je de

specialisten zelf vragen kunt stellen. Over de inhoud, maar ook over het werk: variatie, werktijden en bijvoorbeeld avond- en nachtdiensten. Daardoor heb ik van veel opleidingen een beter beeld gekregen, maar vind ik nóg meer richtingen interessant!Er is maar één manier om erachter te komen wat het beste bij je past, en dat is door het te ervaren. Om de sfeer te proeven van diverse werkvelden heb ik, naar aanleiding

van een gesprek op de beurs, onder meer een dag meegelo-pen met een jeugdarts op een consultatiebureau. Verder werk ik naast mijn studie als voedingsassistent op de kinderafdeling en als centrale planner in het revalidatie-centrum van het UMC Groningen. En het laatste halfjaar heb ik een wetenschappelijke stage bij de afdeling Ontwikkelingsneurologie gelopen.Natuurlijk kun je pas echt iets “ervaren” als je het in de praktijk hebt meegemaakt. Daarom ben ik benieuwd hoe ik er na mijn coschappen, die in september beginnen, tegenaan kijk. Want ik twijfel nog steeds: endocrinologie, huisartsgeneeskunde, kindergeneeskunde, neurologie, revalidatie- of sportgeneeskunde… misschien ga ik in maart 2015 naar de beurs om me verder te verdiepen, maar sowieso ga ik in 2017. Dan ben ik afgestudeerd en wil ik me met de workshops over solliciteren of tijdsindeling voorbereiden op de volgende stap: in opleiding komen!’

De Carrièrebeurs helpt!Hoe stippel je je toekomst uit?

Met meer dan veertig (!) medische vervolgopleidingen valt er heel wat

te kiezen voor geneeskundestudenten. Daarom organiseert de KNMG

in maart 2015 voor de vierde keer de Carrièrebeurs. Wat draagt een

beursbezoek bij aan je toekomstige loopbaan? Naomi Querido

‘Ik ben alleen maar méér richtingen leuk gaan vinden’

Page 6: Portfolio januari 2015

Arts in Spe augustus 2014 19

Fardou Heida (25) is net begonnen aan haar promotieonderzoek. Het contact daarvoor legde ze op de Carrièrebeurs in 2012.

‘Vanuit de gedachte dat ik kinderarts wilde worden, hoopte ik ideeën op te doen over hoe ik in opleiding kon komen. Maar ik liep pas een paar maanden coschappen en had nog hele-maal niet zo’n goed beeld van de verschillende

specialismen. Inmiddels heb ik mijn plannen bijgesteld. Bij het praktische vak heelkunde voelde ik me meteen op mijn plek. Ik wil nu chirurg worden en hoop me daarna te specialiseren tot kinderchirurg. Toch heeft mijn beursbezoek me wel wat opgeleverd. Want ik raakte op de beursvloer in gesprek met een kinder-

arts die connecties had in Groningen, waar ik studeer. Hij bracht me in contact met de kinderchirurg bij wie ik nu mijn promotieonderzoek ga uitvoeren.Ik kan iedereen aanraden om naar de Carrièrebeurs te gaan. Wat de KNMG biedt, vind je nergens anders: je kunt je in de breedte oriënteren, je krijgt een beeld van hoe de vervolgopleidingen eruitzien én het is een goede gelegenheid om te netwerken. Ook kun je nog eens verrast worden, bijvoorbeeld door specialismes die je niet kent of waar je niet aan gedacht had. Of ik nog tips heb? De belangrijkste is: bereid je voor. Meld je bijvoorbeeld op tijd aan voor de workshops die je wilt volgen. En kijk van tevoren op de beursplattegrond en zoek uit waar de stands staan van de specialismen die je echt wilt bezoeken. Zo haal je er het meeste uit!’

‘Mijn promotieplaats dank ik aan een gesprek op de beursvloer’

Voor Hilde Groot (22) was haar beursbezoek in 2012 vooral een vrijblijvende kennismaking. Op de beurs in 2015 wil de vijfdejaars geneeskunde meer gerichte informatie krijgen over de vakge-bieden die haar het meest aanspreken.

‘In 2012 was ik een van de eersten op de beurs-vloer. Mijn interesse ging uit naar kinder- en sportgeneeskunde en daar wilde ik meer over te

weten komen. Door ’s morgens vroeg te gaan, had ik de tijd om bij die stands echt in gesprek te gaan. Die aanpak bleek een goede manier om een beter beeld van allerlei specialismen te krijgen.In november 2013 ben ik met mijn coschappen gestart. Dan kom je ook in aanraking met richtingen waar je niet meteen aan denkt. Zoals in mijn geval cardiologie. Ik vind

het hart een interessant orgaan, evenals de problemen die iemand aan z’n hart kan krijgen. Inmiddels heb ik mijn wetenschappelijke stage gevolgd bij cardiologie en ga ik in oktober solliciteren naar een Md/PhD-traject op dit vakge-bied om naast mijn studie te doen.Ik vind cardiologie zeker een interessant vakgebied, maar wie weet vind ik dat nog wel van meer specialismen. Zo heb ik bijvoorbeeld nog niet mijn coschap kindergenees-kunde gedaan en wil ik van een aantal richtingen toch weten hoe ik ze in de praktijk ervaar. In maart 2015, als ik wat verder ben met mijn coschappen, wil ik daarom opnieuw naar de Carrièrebeurs. Voor nieuwe informatie, om gerichter in gesprek te gaan en me te verdiepen in de vraag welk specialisme het best bij mij past. Ik kan elke student aanraden om te gaan. Het is een zinvolle voorbereiding, in welke fase van je studie je ook bent.’

Beleid & AdviesOpleiding & Registratie

Medisch Contact & Artsennet

‘Je krijgt van allerlei specialismen een beter beeld’

KNMG CarrièrebeursBereid je voor op je toekomstige loopbaan. Op de KNMG Carrièrebeurs vind je informatie, workshops, lezingen en natuurlijk de mogelijkheid om in gesprek te gaan met opleiders van alle medische vervolgopleidingen.

Datum: zaterdag 14 maart 2015 Locatie: Schola Medica, UtrechtTijd: 9.30-17.00 uur

Meld je op tijd aan via www.knmgcarrierebeurs.nl en volg ons op KNMG Carrièrebeurs en cbknmg

Page 7: Portfolio januari 2015

depsychiater

uitgave i.s.m. de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

www.nvvp.netjaargang 21nummer 8december 2014

29Dementie Hoe herkent u vroege symptomen?

22Ernstig psychische aandoeningenPleidooi voor integraal zorgnetwerk

15Gedwongen zorgNieuwe wetten in aantocht

Hoogleraar Forensische psychiatrie Robbert-Jan VerkesOver neurobewijs, de vrije wil en wet & wetenschap

8

Page 8: Portfolio januari 2015

32

15

18

6

13

21

2634

29

8

Psychiaters komen vaak eerder in aanra-king met patiënten met vroege uitingen van dementie dan neurologen en geria-ters. In De Psychiater een actueel overzicht van aandachtspunten bij diagnostiek en behandeling.

Jeroen van Waarde draagt na zes jaar pen-ningmeesterschap van de NVvP per 1 januari zijn functie over aan Michael Müller. In een dubbelinterview vertellen de uittredende en inkomende penningmeester van de vereniging over hun wensen, ambities en ervaringen. ‘Je voelt je verantwoordelijk om inzicht te hebben in alle geldstromen van de vereniging.’

&

Psychiater en klinisch farmacoloog prof. dr. Robbert-Jan Verkes is sinds april bijzonder hoogleraar Forensische psychiatrie aan de Nijmeegse rechtenfaculteit. Zijn onderzoeksvragen staan dicht bij de zorgpraktijk.

De politiek streeft naar een nauwe samen-hang tussen de nieuwe Wet forensische zorg (Wfz) en de Wet verplichte GGz (Wvggz). De introductie laat echter op zich wachten. Hoe komt dat? Achtergronden, discussiepunten en consequenties van de aankomende kaders voor gedwongen zorg.

Een internationale leiderschapstraining, speciaal voor aios psychiatrie. Van omgaan met veranderhuiver tot onderhandelen: vijf lessen over leiderschap.

RECENSIESDe keuze van de redactie

OPEN PODIUMEls Blijd-HoogewysASS bij vrouwen

NIEUWSBerichten van de vereniging en uit de ggz

PROMOTIESMarrit K. de Boer, psychiaterFelix Schirmann, psycholoog

COLUMNWalter BroekemaElektronische ondersteuning bij switchen van psychofarmaca

22Meer dan 160.000 mensen in Nederland hebben een ernstige psychische aandoe-ning (EPA). Hoe wordt in het Bestuurlijk Akkoord voorkomen dat deze patiënten-groep tussen wal en schip valt door de voortschrijdende ambulantisering, de tran-sitie van de zorg en alle bezuinigingen?

Page 9: Portfolio januari 2015

5de psychiater

december 2014

Joseph de Man is zenuwarts en psychiatrisch adviseur bij het ministerie van Justitie. Na zes jaar neemt hij

afscheid van de redactieraad van De Psychiater.

redactioneel

colofon

Grenzengrond als toerekenbaarheid, een maatregel als tbs of inperkingen van het functioneren als ouder.

Ik weet het: de moderne medicus stelt zich toetsbaar op en een klacht is een gratis managementadvies... allemaal waar, maar niet het eerste waar je aan denkt als het jezelf betreft. Het enig juiste ant-woord op klachten is: binnen de lijntjes kleuren. Zoals de rechter spreekt door zijn vonnis, spreekt de deskundige door zijn advies. En dat moet aan eisen voldoen.

“[...] zijn bij het onderzoek op de terechtzitting medegedeeld gevoe-len betreffende hetgeen zijne wetenschap hem leert omtrent datgene wat aan zijn oordeel onderworpen is.” Artikel 343 uit het Wetboek van Strafvordering (oud) was bijna poëzie. Inmiddels is de tekst gewijzigd naar ‘wetenschap en kennis’, is het ‘gevoelen’ verdwenen en is de rapportage toegevoegd. Minder geneeskunde en minder genees-kunst; veranderende tijden.

Ofschoon deze regels zijn opgesteld voor de verklaring van de des-kundige ter (straf)zitting, zijn ze ook in civiel kader van toepassing. In ons land bestaat om onnaspeurbare reden een cesuur tussen civiele rechtspleging en het strafrecht. De positie van de rapporteur is desalniettemin dezelfde en rapporteurs treffen dezelfde valkuilen op hun pad. Het wordt tijd dat ook in onze vereniging de overeen-komsten zwaarder doorwegen dan de verschillen. Ñ

Wie zich bezighoudt met de forensische psychiatrie moet regelmatig uitleggen dat forensisch iets met rechtspraak te maken heeft en dat forensisch psychiaters niet forenzen. Zij doen hun werk in foro en het begrip forensische psychiatrie heeft dus geen betrekking op grensverkeer.

Desalniettemin wordt de beoefenaar van het forensische vak voort-durend geconfronteerd met grenzen. De grenzen van het toelaatba-re – die bijvoorbeeld maken dat een handeling een delict is – maar ook de grenzen van het eigen vak. Dat is meer dan het geval in de klinische psychiatrie, omdat de psychiater in veel gevallen alleen adviseert. Daardoor ontbreken de natuurlijke checks and balances die het gevolg zijn van de interacties met kritische beoefenaren van aanpalende disciplines.

Het Nederlandse rechtssysteem kent namelijk geen echte tegenstan-ders maar alleen procesdeelnemers die doende zijn met waarheids-vinding. Rapporterende psychiaters worden niet vanzelfsprekend kritisch bevraagd; hun advies wordt in een groot aantal van de geval-len gewoon overgenomen. In strafzaken staat dikwijls in het vonnis: ‘de rechtbank neemt het advies over en maakt het tot het hare’.Bij deze rolverdeling tussen rechter en adviserend psychiater is het niet verwonderlijk dat de rapporteur zelf aangepakt wordt middels een tuchtrechtelijke procedure. Zeker wanneer die adviezen betrek-king hebben op verstrekkende beslissingen over een strafuitsluitings-

De Psychiater is een onafhankelijk tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en uitgeverij BPM Medica. De Psychiater verschijn 8 maal per jaar in een oplage van 3.800 exemplaren.

REDACTIEBPM MedicaLara Geeurickx, eindredacteurNaomi Querido, eindredacteur a.i.Van Diemenstraat 3441013 CR AmsterdamE-mail: [email protected]

REDACTIERAADPiet Verhagen, psychiater, GGz Centraal, Harderwijk (hoofd-redacteur) | Roel Eijsberg, kinderpsychiater en 1e genees-kundige, Jeugdriagg-NHZ, Haarlem | John Hoogeveen, hoofd behandelzaken Pi-Groep, Drachten | Maartje Katzen-bauer, aios Psychiatrie, GGz Centraal, Amersfoort | Joseph de Man, psychiater, ministerie van Justitie, Directie Forensi-sche Zorg DJI, Den Haag | Marcel Monden, psychiater GGZ Noord-Nolland-Noord, Schagen | Hilke Verdijk, beleidsme-dewerker communicatie, NVvP, Utrecht

UITGEVERIJBPM Medica, Wijnand van Dijk, uitgever

VERENIGINGSSECRETARIAATNVvPNoortje Sax, directeurPostbus 20062, 3502 LB UtrechtTelefoon: 030 – 282 33 03, fax: 030 – 288 84 00E-mail: [email protected], Website: www.nvvp.net

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMERMarc Blom, Walter Broekema, Jeroen Dietz, Michel van Dijk, Jorn Hövels, Klaas van der Lingen, Jan Luursema, Dennis Nagel, Deborah van der Schaaf, Maurice Timmermans, Klaske van der Werff, Kees Wollenstein

ONTWERP EN ART DIRECTIONdef. grafische vormgeving, Amsterdam

OPMAAKNovente vormgevers, Lunteren

OMSLAGFOTOGRAFIEStudio Poot, Dirk-Jan Poot

DRUKWERKVeldhuis Media, Raalte

ABONNEMENTENLeden van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie krijgen De Psychiater kosteloos toege stuurd. Andere geïnteresseerde professionals kunnen zich via de uitgever abonneren à € 94,50 per jaar.

ADRESWIJZIGINGNVvP-leden kunnen een adreswijziging sturen naar het verenigingssecretariaat in Utrecht.

ADVERTENTIESCross AdvertisingNieuwe Haven 133, 3116 AC SchiedamTelefoon: 010 – 742 10 23E-mail: [email protected]: www.crossmedianederland.com

© BPM Medica 2014 ISSN 1380-3468

Overname van tekst of foto’s uit De Psychiater, of gedeelten daarvan, is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

De uitspraken van auteurs en geïnterviewden in artikelen in deze uitgave weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie en de uitgever. Ook zijn uitgever en redactie niet verantwoordelijk voor de inhoud van andere uitingen, zoals cartoons, columns en advertenties. De redactie heeft geprobeerd alle rechthebbenden op teksten en beeld te achterhalen. In gevallen waarin dit niet is gelukt, vragen wij u contact op te nemen met de eindredactie via [email protected].

Page 10: Portfolio januari 2015

Kinderarts NVK NIEUWSBRIEF

4NOVEMBER 2014 – JAARGANG 33

In de bres vooreen rookvrije jeugd

VERENIGINGSTIJDSCHIFT VAN

DE NEDERLANDSE VERENIGING

VOOR KINDERGENEESKUNDE

FEDERATIE

Medisch specialistenbundelen de krachten

NVK CONGRES

Kinderartsen lerenintercultureelcommuniceren

PERINATALE ZORG

Altijd goede opvang bij eenslechte start

en samenleving

Page 11: Portfolio januari 2015

NOVEMBER 2014 KINDERARTS EN SAMENLEVING - NVK

28 TEKST: NAOMI QUERIDO | FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

‘W il je een trekje,” vraagt Rik (8) tijdens het avondeten aan zijn zusje Annette (6). “Ja hoor,” antwoordt ze monter, en ze pakt de sperzieboon die hij haar

voorhoudt met een ondeugende glimlach aan. Trots neemt ze een trekje van haar nepsigaret. “Nu rook jij ook, net als opa,” roept Rik. Iedereen aan tafel moet lachen. Samen paffen ze nog even voort, totdat ze hun bord moeten leegeten.“Helaas is dit niet zo’n onschuldig spelletje als het lijkt,” zegt kinderarts-pulmonoloog Noor Rikkers-Mutsaerts, werkzaam in het LUMC. Droogjes rekent ze voor hoe uit recente cijfers blijkt dat elke dag zo’n 25 kinderen een verslaving starten waaraan ze op den duur zullen overlijden. “Dagelijks beginnen ruim 150 kinderen met roken, waar-van er 100 dagelijks gaan roken. Ongeveer de helft van die kinderen zal hun hele leven blijven roken. En van die groep overlijdt de helft aan de gevolgen ervan – vaak nog voor hun pensioen.”

NVK-commissie ‘NoSmoKind!’ mobiliseert collega’s tijdens NVK Congres

Kinderartsen in de bres voor een rookvrije jeugdElke dag starten 25 Nederlandse kinderen een verslaving waar ze dood aan zullen gaan. Ziet u een van hen morgen in de poli? Kinderartsen kunnen meer doen om roken door kinderen tegen te gaan, vinden kinderlongartsen Peter Merkus en Noor Rikkers-Mutsaerts. Tijdens het NVK Congres willen ze ook u overtuigen.

Rokende rolmodellenEr moet veel meer aandacht komen voor rookvrij opgroeien, vindt de NVK-sectie kinderlongziekten. Om die reden is de commissie ‘NoSmoKind!’ in het leven geroepen, waarvan de doelstellingen inmiddels door de NVK zijn omarmd (zie pagina 7). Het terughoudende beleid van de regering rondom roken is de kinderlongartsen al jaren een doorn in het oog, zegt sectievoorzitter Peter Merkus, kinderarts-pulmonoloog in het Radboudumc. “Er zou veel meer moeten gebeuren om jeugdroken te ontmoedigen. Het verhogen van de leeftijds-grens naar achttien jaar sinds afgelopen januari is een stap vooruit, maar handhaving vindt nauwelijks plaats. Verder zien kinderen overal rolmodellen die roken: van ouders tot medewerkers van het kinderdagverblijf, van leidsters op de buitenschoolse opvang tot medescholieren op het schoolplein. En de elektronische sigaret is misschien een hulpmiddel om te stoppen met roken, maar kan voor kinderen een laagdrempe-lige manier zijn om juist met roken in contact te komen. Zo werden ze zelfs op de kermis uitgedeeld als speelgoed.”

In Rikkers-Mutsaerts, sinds begin dit jaar ook bestuurslid van de sectie, vindt Merkus een betrokken en actieve medestander. “Toen ik me in mei in het onderwerp ging verdiepen en de cijfers zag, was ik verbijsterd,” vertelt ze. “Elk jaar overlijden in Nederland ruim 19.000 volwassenen aan aandoeningen die aan roken zijn gerelateerd. De tabaksindustrie moet dus enorm zijn best doen om ‘nieuwe aanwas’ te genereren. En dat lukt. Dertig procent van de jongeren tussen de 15 en 19 jaar heeft in 2013 gerookt, waarvan achttien procent zelfs dagelijks. Adolescenten verliezen al bij een gemiddelde van twee sigaretten per week de controle over hun gebruik en raken verslaafd, vaak levenslang. Dan weet je: we moeten het moment van beginnen met roken dus voor zijn.”

Rookvrij opgroeienDe commissie NoSmoKind! moet die ambitie concreet vormgeven. Het is een kleine, gedreven commissie met twee doelen: het vermijden van meeroken en stoppen met starten.

NVK CONGRES 2014

Peter Merkus, kinderarts-

pulmonoloog Radboudumc

in Nijmegen

Noor Rikkers-Mutsaerts,

kinderarts-pulmonoloog LUMC

in Leiden

Page 12: Portfolio januari 2015

KINDERARTS EN SAMENLEVING - NVK NOVEMBER 2014

29TEKST: NAOMI QUERIDO | FOTO: HOLLANDSE HOOGTE NVK CONGRES 2014

‘Elke dag beginnen 150 kinderen in Nederland met roken’

Rikkers-Mutsaerts: “Kinderen worden al heel jong overal met tabak geconfronteerd. Bij de komst van de baby roken ouders nog wel buiten, maar vanaf de kleuterleeftijd gebeurt dat steeds vaker weer binnen. In de supermarkt zien kinderen bij binnenkomst als eerste het tabakschap, en ze herkennen merken al op jonge leeftijd. Verder wordt tabak aantrekkelijk gemaakt met aansprekende verpakkingen, roze sigaretten of filters met een aroma dat vrijkomt als je erin knijpt. Allemaal bedoeld om jonge klanten te trekken. Vooral onder de 26 jaar, want daarboven begint bijna niemand meer met roken.”

Veel van deze processen spelen zich buiten het beeld van de kinderarts af. Is die wel de aangewezen persoon om dit onderwerp aan te snijden? “Dit gaat iedere kinderarts aan,” zegt Merkus. “De consequenties van roken zijn groter dan menigeen beseft. Denk alleen al aan de zes procent van de zwangere vrouwen die rookt. Jaarlijks staan daardoor 11.000 kinderen bloot aan de schadelijke effecten van roken. Met als gevolg onder meer een lager geboortegewicht, een verminderde longfunctie, meer kans op klachten van piepen en astma.”

Cruciale rolOm het rookgordijn van de tabaksindustrie op te trekken en te laten zien wat de kinderarts kan doen, organiseert de

Page 13: Portfolio januari 2015

NOVEMBER 2014 KINDERARTS EN SAMENLEVING - NVK

30 NVK CONGRES 2014

commissie op het aanstaande NVK Congres een symposi-um over kinderen en roken (zie kader). Rikkers-Mutsaerts: “Hoewel wij meestal niet de ernstige gevolgen van roken zien, zoals de longartsen, kunnen we wel een cruciale rol spelen bij het aanspreken van ouders en jongeren. Daarom zijn we in gesprek gegaan met longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter. Zij hebben vijf jaar geleden de stich-ting Rookpreventie Jeugd opgezet, met als doel van roken geschiedenis te maken. De stichting richt zich onder meer op preventie onder jongeren. Daar kunnen wij kinderart-sen zeker een bijdrage aan leveren. Wij kunnen jongeren en ouders bewust te maken van de schade die roken aanricht.”

Daarom is het van belang om standaard in de anamnese aan ouders te vragen of er thuis wordt gerookt. “Geen enkel gezondheidsprobleem is zo groot als tabaksverslaving,” vindt Rikkers-Mutsaerts. “Ga daarom in gesprek, vraag bijvoor-beeld of de ouder weleens overwogen heeft te stoppen en denk mee over motiverende redenen. Rokende ouders lopen niet alleen zelf gezondheidsrisico’s, ze geven ook het verkeerde voorbeeld aan hun kind. Ouders daarop wijzen hoort bij de taak van de kinderarts.” Peter Merkus: “Dat kan door naast de patiënt te gaan staan en mee te denken op basis van kennis van feiten en hulpmiddelen. Daarom heeft de commissie een factsheet ontwikkeld en een register van gekwalificeerde hulp-verleners opgesteld naar wie kinderartsen kunnen verwijzen.”

Tanend imagoOm de sigaret helemaal uit de leefomgeving van kinderen en jongeren te krijgen, is een aanpak op landelijk niveau nodig. De NVK smeedt hier momenteel samen met de sectie, de commissie pleitbezorging en andere partijen plannen voor. Uitgangspunt is dat kinderen rookvrij moeten kunnen opgroeien. Peter Merkus: “Er moeten maatregelen komen die echt impact hebben, bijvoorbeeld het terugdringen van het aantal verkooppunten, het flink verhogen van de accijn-zen en het niet langer toestaan van roken op bijvoorbeeld schoolpleinen en langs sportvelden.” Noor Rikkers-Mutsaers: “Het stoere imago van de sigaret in de samenleving is tanend, roken is niet meer cool. Voor jongeren ligt dat helaas anders. Ook vandaag beginnen weer 100 kinderen in Nederland met dagelijks roken. Dat aantal moet omlaag.” n

Een droomontmoetingmet een topsportergeeft een ernstig ziek kindeen steuntje in de rug

Sport HelptU als kinderarts weet als geen ander dat ernstig ziek kinderen steun

nodig hebben in hun strijd. Meer dan tweehonderd Nederlandse

topsporters hebben dat ook begrepen. Als u (of een van de pedagosisch

medewerkers) een aanvraag indient, komt een van hen langs in het

ziekenhuis voor een droomontmoeting met een ernstig ziek kind.

Een onvergetelijke ervaring en een belangrijk steuntje in de rug.

Steun Sport Helpt

Aanvragen:

•www.sporthelpt.nl > button Aanmelden

•www.nvk.nl > button Sport Helpt

StopperSportHelpt.indd 1 28-05-14 15:49

NVK Congreswoensdag 5 november 15.30 uur

Symposium ‘Kinderen en roken: wat kunt u hier als kinderarts tegen doen?’

Sprekers o.a. Paul Brand, Peter Merkus, Noor Rikkers-Mutsaerts, longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter.

Page 14: Portfolio januari 2015

20

JULI/AUGUSTUS 2014 KINDERARTS EN SAMENLEVING - NVK

NIEUWE OPLEIDING TEKST: NAOMI QUERIDO | FOTO’S: JOB JONATHAN SCHLINGEMANN

Concilium wil de opleiding klaarmaken voor de nabije toekomst

De kinderarts van 2020:generalist èn specialistDe zorg verandert zo snel, dat de kindergeneeskunde er over zes jaar alweer anders uitziet dan nu. Hoe leid je de komende jaren kinderartsen op die de samenleving in 2020 nodig heeft? Het concilium start een vernieuwingsproject dat de opleiding klaarmaakt voor de nabije toekomst. Opleider Reinoud Gemke licht toe.

Het is juni 2024. Jeroen, Laura en Iris begonnen elf jaar geleden alledrie aan hun studie geneeskunde en zijn nu kinderarts. Jeroen werkt in een groot ziekenhuis en is opleider van co-assistenten, aios en

jgz-professionals. Zijn collega Laura is kinderarts-neonatoloog en werkt aan wetenschappelijk onderzoek. Iris, tijdens haar studententijd al actief in verenigingen, maakt zich naast het klinische werk hard voor de kwaliteit van de kindergenees-kunde via regionale samenwerkingsverbanden en de NVK. “Dat kan zomaar,” lacht Reinoud Gemke, hoogleraar en opleider in het VUmc in Amsterdam en lid van het concilium pediatricum. “Dit zijn drie kinderartsen van de toekomst, die waarschijnlijk alledrie een verschillend opleidingstraject hebben gevolgd. Zowel qua inhoud, vorm als duur.”

EnergieEen vernieuwingsproject voor de opleiding kindergeneeskun-de, dat klinkt vertrouwd. Een kleine tien jaar geleden startte het concilium met de eerste schets om de opleiding kinderge-neeskunde te herzien. Gemke was vanaf het begin betrokken. “De toenmalige opleider in het VUmc had net een stapje terug gedaan. Ik mocht me daarom gaan bezighouden met de vernieuwing van de opleiding. Hoewel het veel energie kost, sprak het werk me ook meteen aan. Het is bijzonder inspire-rend om jonge, getalenteerde mensen op te leiden. Ze stellen vragen waarop ik de antwoorden ook niet altijd meteen weet. Dat zorgt dat je bij de les blijft. Hun ambitie en enthousiasme motiveren mij ook. Dat heb je nodig om verder te komen en je te blijven verbeteren.”

Het voornaamste doel van de herziening was destijds om meer overzicht en samenhang te creëren in de opleiding. Het project heette aanvankelijk InVivo en later GOED, wat staat voor generieke opleidings- en evaluatie doelen. Gemke: “Ik werkte destijds als kinderarts-intensivist op de intensive care. Daar komen allerlei vakgebieden samen en ervaar je aan den lijve hoe belangrijk vaardigheden als communica-tie, samenwerking en organisatie zijn naast vakinhoudelijke

kennis. Samen met verloskunde en gynaecologie begonnen we daarom acht jaar geleden met het op een nieuwe leest schoeien van de opleiding. We waren een van de eerste specialistenverenigingen die intensief aan de slag gingen met de CANMEDS-competenties.”

BijsturenWaarom is het nu weer tijd voor een vernieuwingsproject? “Eigenlijk was GOED een eerste fase,” legt Gemke uit. “Nu is het tijd voor de evaluatie daarvan. Hoe goed is GOED, en wat doen we met de onderdelen die niet goed gaan? We moeten vaststellen waar we winst hebben geboekt, zoals met het portfolio, de kenmerkende beroepssituaties en de 360 graden feedback. Maar we moeten ook kijken naar wat moet worden aangepast. De opleiding heeft een goede hoofdstructuur, maar het gebruik van de themakaarten als toets van bekwaamheid werkt nog niet goed. Daarnaast ontbreekt het vaak aan duidelijke toename van verantwoor-delijkheden en longitudinale patiëntencontacten. Verder blijkt het niet eenvoudig te zijn voor stafleden om goede inhoudelijke feedback te geven aan aios.” Maar Gemke benoemt vooral de veranderingen in de zorg die zich nu in versneld tempo voltrekken. De opleiding moet tijdig op die veranderingen inspelen, zodat er in 2020 kinderartsen worden afgeleverd die op dat moment inzetbaar zijn. Om die reden is ‘OKAY2020’ als werktitel van het vernieuwingsproject gekozen, een afkorting van opleiding kinderarts year 2020. Gemke noemt als voorbeeld de subspecialisatie. “Het van oorsprong integrale karakter van de kindergeneeskunde is daardoor in de afgelopen tien jaar nogal gefragmenteerd geraakt. Als iedere kinderarts zich subspecialiseert, ziet een kind in 2020 tien specialisten in het ziekenhuis en ontbreekt de afstemming en het overzicht. Het gaat niet alleen om ziekten, maar ook en vooral om de zieke: het complete beeld van een kind. We moeten dus zoeken naar de balans tussen subspecialisten en generalisten. ” “Tegelijkertijd is het belangrijk dat we, met het oog op de

Page 15: Portfolio januari 2015

KINDERARTS EN SAMENLEVING - NVK JULI/AUGUSTUS 2014

21TEKST: NAOMI QUERIDO | FOTO’S: JOB JONATHAN SCHLINGEMANN

ruimere arbeidsmarkt, kinderartsen opleiden die zich van elkaar kunnen onderscheiden, zich kunnen profileren. Zo hebben algemene ziekenhuizen veel mogelijkheden voor profilering op aandachtsgebieden vanuit een generalistisch perspectief, terwijl de universitaire klinieken juist kansen bieden als het gaat om het ontwikkelen van subspecialisti-sche expertise. Of juist expertise als topgeneralist.”

BezuinigingenBovendien zal de opleiding moeten aansluiten op het overheidbeleid, dat gericht is op beheersing van de kosten in de zorg. Reinoud Gemke: “Medisch specialisten oplei-den is duur. Er zullen steeds meer zorgprofessionals komen die taken kunnen overnemen. Denk bijvoorbeeld aan het transport van ernstig zieke neonaten. In Nederland reist er een neonatoloog mee, in Amerika is dat een verpleegkundig specialist. Deze vervangt ook de kinderarts op de poli bij het toedienen van medicijnen of het aanbrengen van een infuus. Omdat de overheid kostenbeheersing wil, zullen we meer met dit soort vraagstukken over taakherschikking geconfronteerd worden.”

Reinoud Gemke, hoogleraar en

opleider in het VUmc in Amsterdam

NIEUWE OPLEIDING

‘We scouten talent straks niet meer alleen op de medische inhoud, maar ook op wat iemand nog meer kan’

Page 16: Portfolio januari 2015

1

VOORBLAD

EUREKA!20 jaar AUA Review

JubileumboekAUA Review 1994 - 2014

Page 17: Portfolio januari 2015

57

16 mei 2014 5 juni 2014

Hoewel er relatief weinig nieuws is over prostaatcarci-noom op de AUA, schuiven de Amerikanen wel op naar de Europese visie. Ook de Amerikanen stellen nu dat je niet te vaak PSA moet prikken en dat leeftijd een belangrijke rol speelt bij het besluit wel of niet PSA te prikken. Aan de andere kant is het in de VS nog steeds vrij normaal om op een health fair je PSA te laten bepalen.

20e AUA REVIEWDonderdag 5 juni 2014 van 17.30 tot 21.30 uur Janskerk te Utrecht

Ansichtkaart AUA V3.indd 1 15-04-14 11:03

AUA Review 2014Janskerk, Utrecht

Page 18: Portfolio januari 2015

58

5 juni 2014 5 juni 2014

“Het gebruik van testosteron is in de VS in de afgelopen tien jaar vertienvoudigd. Er gaat jaarlijks voor 2 miljard dollar over de toonbank – gewoon bij de drogist.”

- dr. G.R. Dohle, (Erasmus MC Rotterdam) over de heftige discussies op de AUA tussen voor- en tegenstanders over de risico’s van de testosteron-hype.

Time flies when you’re having fun: op deze zonnige donderdag vindt de 20e editie van de AUA Review

plaats. Wat in 1994 begon na een brain-storm op het terras, is anno 2014 uitge-groeid tot een begrip in de Nederlandse urologie.

Page 19: Portfolio januari 2015

59

5 juni 2014 5 juni 2014 5 juni 2014

Er komen steeds meer hulpmid-delen om vast te stellen of de pa-tiënt een gevaarlijke, agressieve vorm van prostaatkanker heeft. Van serumtesten als de Prosta-te Health Index en de 4K-test, tot urinetesten als de PCA3 en calculators als de Rotterdamse Prostaatwijzer, die zelfs als app beschikbaar is.

“Ik maak me zorgen over die 10 procent bekkenrecidieven. Dat is het dubbele van wat we gewend zijn.”

- prof. dr. I.J. de Jong (UMC Groningen) over de uitkomsten van een Nederlandse studie naar de ervaringen van twintig jaar prostaatsparende cystectomie. Daaruit blijkt naast het hoge percentage bekkenrecidieven dat bij goed geselecteerde patiënten de ziektevrije overleving na 5 jaar ongeveer 66 procent is. Ook op functioneel gebied – continentie en erectiele functie - scoren patiënten goed..

Botox-injecties zijn in-middels uitgegroeid tot een bewezen behandel-methode bij een over-actieve blaas. Nieuwe mogelijkheden: nu blijkt dat een spoeling met li-posomaal botulinetoxine een patiëntvriendelijk alternatief is.

Page 20: Portfolio januari 2015

NETWERKENAMBITIE KAN NIET ZONDER GUNFACTOR

©

PURE PAPERSPECIAL: AMBITIE

7E JAARGANG - EDITIE 2014

INTERVIEWTRENDS AAN DE TOP

DRIJFVEER: AMBITIE

Page 21: Portfolio januari 2015

 Sappig  schrijven  

 Naomi  Querido  

Pure  Talent  Opleiding  &  Training    

Page 22: Portfolio januari 2015

   

     

     

Schrijven  is  80%  denken    en  

 20%  doen    -­‐  Hoe  begint  het  schrijfproces?  -­‐  Wat  is  de  eerste  stap?  

Page 23: Portfolio januari 2015

 Stappenplan  schrijfproces  

������1.  Doel,  publiek  en  centrale  vraag  2.  Conceptontwikkeling  3.  Keuze  middelen  4.  Selecteren  van  de  inhoud  5.  Structuur  en  indeling  bepalen  6.  Formuleren  7.  Reviseren    

Page 24: Portfolio januari 2015

 

Doelgroepdenken:  Bloemkool!        

Wat  vinden  de  volgende  doelgroepen  interessant  aan  bloemkool?  Wat  willen  ze  erover  lezen?    Lezers  van  het  blad:    -­‐  Truckstar                              -­‐  Margriet  -­‐  Eten!                                        -­‐  Quest  -­‐  Panorama                      -­‐  Cursor  (Tu/e)