Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

60
P 309638 Nieuwsbrief Mossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen 2010 - 10 e jaargang nr. 4 oktober - november - december Verschijnt driemaandelijks Afzendadres: Coxiestraat 11 2800 Mechelen [email protected] www.natuurpunt.be V.u. Willy Ibens. Coxiestraat 11 2800 Mechelen Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1 België Belgique P.B. – P.P. 2800 Mechelen 1 BC 7215

description

Plantaardige nieuwsbrief natuurpunt

Transcript of Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

Page 1: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

P 309638

Nieuwsbrief Mossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen 2010 - 10e jaargang nr. 4 oktober - november - december

Verschijnt driemaandelijks

Afzendadres: Coxiestraat 11 2800 Mechelen [email protected] www.natuurpunt.be

V.u. Willy Ibens. Coxiestraat 11 2800 Mechelen

Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1 België – Belgique

P.B. – P.P. 2800 Mechelen 1

BC 7215

Page 2: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

2

Deze nieuwsbrief wordt gratis toegestuurd aan alle geïnteresseerden. Wens je lid te worden van één van de werkgroepen en/of de nieuwsbrief op regelmatige basis te ontvangen, stuur dan een mailtje naar [email protected] Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, geef dan een seintje. Veel leesplezier!

Wil je ons financieel steunen dan kan dat. Giften vanaf 30€ zijn fiscaal aftrekbaar.

Storten kan op rekening nr.: 230-0524745-92 met vermelding van de volgende projectnummers:

- Natuurstudie algemeen .......... 2000

- Plantenwerkgroep .................. 2351 - Paddenstoelenwerkgroep....... 2301 - Mossenwerkgroep.................. 220

De volgende nieuwsbrief zal in maart verschijnen.

Artikels en kalenders kun je tot 20 februari insturen.

Page 3: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

3

INHOUD Zin in natuur.studie? 4 Lever een bijdrage aan de flitsen 4 Tijd voor studiedagen 4 Nieuwsbrief Mossen en lichenen Mossen en korstmossen in de steenbakkerijruïne te Oosthoven 7 Juul Slembrouck Levermossen en bladmossen van de begraafplaats te Hove 9 Juul Slembrouck i.s.m. Wilfried Wolfs De haarmutsjes: Nieuwe werkgroep Mossen & lichenen 12 Dirk Baert Nieuwsbrief Planten Terugblik op de floristendag van 26 september 2010 15 Floristendag + algemene vergadring 2011 16 Lidgeld Flo.Wer en abonnement Dumortiera 16 Gelezen in Gorteria 34-6 – Tijdschrift voor onderzoek aan de wilde flora 17 FON op excursie Erik Molenaar 17 Nationale Werkgroep Botanie 27 André Van den Bergh Limburgse plantenexcursies 36 Plantenwerkroep Natuurpunt De Wielewaal

Kristine Wuyts Activiteiten Planten- en zwammenwerkgroep Natuurpunt Schijnvallei 39 Staf Brusseleers Plantenwerkgroep Zuidwest-Brabant 40 Jan Janssens & Chris De Caluwé Plantenwerkgroep Allium-Denderstreek 41 Peter Tolleneer PWG Vlaamse ardennen plus Karel Dewaele 43 Plantenwerkgroep Gent 45 Kristel Keppens Plantenwerkgroep Scheldeland 46 Plantenwerkgroep Duinviooltje 47 Godfried Warreyn Nieuwsbrief Zwammen Tot begin oktober bleef het paddenstoelen regenen 53 Drie nieuwe soorten voor Limburg in het Munsterbos 53 Resultaten paddenstoelentelweekend 16-17 oktober 54 Opmerkelijke vondsten in de graslanden van het Dijleland 55 Olijfgroene aardtong haalt de pers 56 Paddenstoelen leveren flinke bijdrage aan 1000soortenactie 56 Paddenstoelenexcursie Kasteelpark Vordenstein te Schoten 57 Mycologia Zuid-West-Vlaanderen 58 Mycologenda 2011 59

Page 4: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

4

‘Zin in natuur.studie?!’

Ja, deze titel mag je dubbelzinnig interpreteren. Als natuurstudievrijwilliger heb je natuurlijk veel zin in natuurstudie en beleef je er veel plezier aan. Dankzij jouw inzet komt er een massa informatie bij elkaar over de gezondheid van onze biodiversiteit. Deze gegevens vormen de basis voor het natuurbeleid en –behoud. Natuurstudie door vrijwilligers is dus -meer dan ooit- zinvol. Er staat ook ‘zin in Natuurpunt Studie’, de dienst binnen Natuurpunt die natuurstudie in al haar vormen wil ondersteunen en stimuleren. Met ons nieuwe model ‘zin in natuur.studie?!’ willen we het belang en de kwaliteit van natuurstudie door vrijwilligers versterken. Door betere afspraken over de samenwerking tussen natuurstudiewerkgroepen en het Natuurpunt secretariaat én richtlijnen voor de werking van de Natuurpunt-studiewerkgroepen willen we onze natuurstudiewerking stroomlijnen. Vanaf dit jaar kunnen werkgroepen ook intekenen voor een financiële vergoeding. Is jouw werkgroep al geregistreerd bij Natuurpunt? Dan krijg je binnenkort een mail met meer informatie. Ben je nog geen Natuurpuntwerkgroep, maar heb je wel interesse om samen te werken? Neem dan contact op met Krien Hansen. [email protected], 015/77.01.52

Lever jouw bijdrage aan de flitsen

Sinds september 2007 verschijnt er maandelijks een paddenstoel.flits die momenteel verstuurd wordt naar 2336 geïnteresseerden. Bijna dagelijks komen daar nog nieuwe abonnees bij. Hiermee bereiken we dus een breed publiek. De flits geeft laagdrempelige info over paddenstoelen. Maar ook bijzondere vondsten en kalenders van de paddenstoelwerkgroepen komen aan bod. De planten.flits verscheen pas twee keer sinds september 2010 en heeft momenteel 465 abonnees. In het plantenseizoen zal het aantal flitsen en aantal geïnteresseerden ongetwijfeld omhoog gaan. Ook jouw werkgroep kan een bijdrage leveren aan deze flitsen. Heb je een bijzondere vondst te melden of wil je reclame maken voor een activiteit? Met deze flitsen speel je kort op de bal s en bereik je meteen veel mensen. Bijdragen welkom bij [email protected]

Tijd voor studiedagen

De studiedagen komen eraan. Limburg bijt de spits af op de 20ste LIKONA

contactdag op 15 januari (Luc Crèvecoeur, [email protected]). Daarna is

Vlaams-Brabant aan de beurt met de 12de editie van de Brakona contactag op

5 februari (meer info en inschrijvingen bij Griet Nijs tel. 015-77 01 61,

[email protected]). In Antwerpen gaat de jaarlijkse ANKONA ontmoeting-

sdag door op 12 februari (Koen Cuypers, tel. 03 240 59 88,

[email protected] ). De mycologendag wordt dit jaar in Antwerpen

georganiseerd op 26 maart. Meer info hierover vind je in de paddenstoelen-

nieuwsbrief.

Page 5: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

5

Nieuwsbrief MOSSEN & LICHENEN

Page 6: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

6

Werkgroep Mossen en Lichenen een symbiose tussen

Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud

& Natuurpunt

FON Voorzitster: * Chris Janssens (014/21.67.49) Secretaris: * Karl Hellemans (03/383.26.58) Penningmeester: * Jan Dirkx (014/58.64.64) Ereleden: * Juul Slembrouck (03/321.32.75) * Hubert De Meulder (03/830.13.87) Redactie: * Marie-Claire Bottu (011/68.03.01) * Jan Dirkx (014/58.64.64) * Chris Janssens (014/21.67.49) * Vera Tetsch (014/36.88.50) * Juul Slembrouck (03/321.32.75) * Henri Stappaerts (03/288.43.70) excursies op maandagnamiddag om de veertien dagen ContactpersonenNatuurpunt EDUCATIE * Hans Vermeulen (014/47.29.50) Graatakker 11, 2300 Turnhout ARTIKELS & INFO * Roosmarijn Steeman (015/29.72.22) Coxiestraat 11, 2800 Mechelen

Doelstellingen Werkgroep

* bijdrage vormen voor natuurbehoud/-beheer

* ecologisch onderzoek * verspreidingsonderzoek * popularisatie van de (korst)mossen-studie

* stevige band met educatie: cursussen en initiatie-excursies

* publicaties De Werkgroep Mossen en Lichenen FON - Natuurpunt is een symbiose tussen de Werkgroep Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud en Natuurpunt. De werkgroep F.O.N. bestudeert al meer dan een decennium de mossen van ons land. De werkgroep opereerde in het verleden hoofdzakelijk in het Antwerpse maar richtte ook tal van excursies elders in, o.a. naar Wallonië en het buitenland. De werkgroep staat open voor iedereen die geïnteresseerd is in mossen en/of lichenen, leken of gevorderden. Op de excursies worden beginners met zorg opgevangen (educatie). Er wordt tevens veel gewerkt aan feedback naar de leden. Met dit alles poogt de werkgroep zijn steentje bij te dragen aan zowel mossen- en lichenenstudie, als aan het natuurbehoud. Ook jij kan iets bijdragen aan deze

nieuwsbrief!

Page 7: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

7

Mossen en korstmossen in de steenbakkerijruïne te Oosthoven (Turnhout) 23/03/1999 Juul Slembrouck In de winter van 1998-1999 zat het niet mee om mossen te bekijken. Door het aanhoudende natte weer werd onze inventarisatiewandeling in het bos van Ranst andermaal uitgesteld. Het Elzen-vogelkersverbond (Alno-Padion) liep onder water en zelfs de voorbereidende wandeling (om te controleren of het doenbaar was met al die nattigheid) kon niet doorgaan. Chris Janssens keek uit naar een vervangend speurtocht. Volgens haar kon de steenbakkerijruïne langs het Kempens kanaal (Oosthoven) wel wat opleveren. De deelnemers vertrokken met zware motregen tot uitgesproken regen, maar ter plaatse klaarde het plots op. Pas toen we terug in de wagens stapten werden de hemelsluizen weer opengezet. De ruïnes doen een beetje surrealistisch aan. Spontane bosvorming is op gang gekomen met esdoorn, berk en Schietwilg. Grauwe wilg bleek te ontbreken. De ondergroei op puin van baksteen bestaat voor 85-95% uit mos, met dominantie van Gewoon dikkopmos. Plaatselijk zijn Groot laddermos, Gewoon puntmos en Gerimpeld boogsterrenmos (Plagiomnium undulatum) dominant. De soortensamenstelling is dus eerder ruderaal. Maar er kwamen een aantal soorten voor, die wij hier niet verwachten. Deelnemers: Maria van Rijen, François van Uffelen, Hilaire Geers, Vera Tetsch, Chris Janssens, Karl Hellemans, Juul Slembrouck, Willi Sas. Juul Slembrouck noteerde de mossen en levermossen en deponeerde de exsiccaten in de Nationale Plantentuin van

Meise (H). Willy Sas noteerde de veldwaarnemingen van de korstmossen. Oosthoven bevindt zich in het kaartblad ING 8 (7-8) en in het kilometerhok B5-58-32 volgens de methode van het IFBL. De zuurminnende soorten worden in vet aangeduid. Het voorkomen van de lever- en bladmossen wordt aangegeven door de abundanties volgens de Tansley-schaal d = dominant a = abundant f = frequent o = occasioneel z = zeldzaam s = sporadisch

Levermossen Lophocolea bidentata Gewoon kantmos a Lophocolea heterophylla Gekroesd kantmos o, op boomvoeten Marchantia polymorpha Parapluutjesmos s, meer te vinden op de kanaaloever Pellia endiviifolia Gekroesde pellia op baksteenpuin Metzgeria furcata Bleek boomvorkje Verborg zich in een klein

plukje van epifytsiche groeiend Gedraaid

knikmos (Bryum capillare). Bladmossen Amblystegia serpens Gewoon pluisdraadmos f, uitbundig kapselend Atrichum undulatum Groot rimpelmos o - z, kapselend op

erosiehellingen

Page 8: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

8

Barbula convoluta Gewoon smaragdsteeltje op met puin verharde paadjes Brachytheciym albicans Bleek dikkopmos kanaaloever, in het gras Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos d, epifytisch, epilytisch,

terrestrisch, epixyisch Brachythecium velutinum Fluweelmos o – op Schietwilig Bryoerythrophyllum

recurvirostre Oranjesteeltje op oud betonafval en verhard pad

Byum argenteum Zilvermos “ “ “ “ “ “ Bryum barnesii Geel korreltjesknikmos op asbest-cementen dak Bryum cf. caespiticium Zodeknikmos? Te herkennen aan de

uittredende nerf, maar zonder kapsel is de naam maar een gok.

Bryum capillare Gedraaid knikmos f op muurtjes, Vlier en wilg. Bryum pseudotriquetrum (H) Veenknikmos zeldzaam op muurtje. Calliergonella cuspidata Gewoon puntmos Lokaal d, in depressies, ook

op muurtjes. Campylium stellatum (H) Sterrengoudmos Eén plek van 15m²

op liggend betonnen blok en bodem.

Dicranella heteromalla Pluisjesmos Sporadisch bij boomvoet. Dicranoweisia cirrata Boomsterretje fertiel, op meeste bomen Dicranum montanum Bossig gaffeltandmos s, op een boomstronk Dicranum scoparium Gewoon gaffeltandmos buiten de ruïne Encalypta streptocarpa (H) Groot klokhoedje Op puin, muren, grote matten Eurynchium praelongum Fijn laddermos occasioneel tot frequent Eurynchium striatum (H) Geplooid snavelmos O - f, terrestrisch Funaria hygrometrica Gewoon krulmos Stenig verhard pad Grimmia pulvinata Gewoon muisjesmos op steen en epifytisch Homalothecium sericeum (H)Gewoon zuidermos op oude betonnen muur Hypnum cupressiforme Gewoon klauwtjesmos f, epifytisch, fertiel Mnium hornum Gewoon sterrenmos eerder zeldzaam Octodiceras fontana (H) Ondergedoken vedermos uitbundig op damplanken van het kanaal Othodontium lineare Geelsteeltje éénmaal gevonden op berk Orthotrichum affine Gewone haarmuts fertiel, op Vlier (Sambucus) Orthotrichum diaphanum Grijze haarmuts op stenen en Vlier Plagiomnium affine Rondbladig boosterrenmos Plaatselijk dominant, sluit Gewoon dikkopmos uit. Plagiomnium undulatum Gerimpeld boogsterrenmos “ “ “ Plagiothecium denticulatum (H) Glanzend platmos Weinig, op boomvoeten Pohlia nutans Gewoon peermos Z Polytrichum formosum Fraai haarmos Z, verspreid Rhynchostegium confertum (H) Boomsnavelmos epifytisch, steen, fertiel Rhynchostegium muralis (H) Muursnavelmos op betonblokken, muren Rhytidiadelphus squarrosus Gewoon haakmos lokaal a Schistidium apocarmpum Gewoon achterlichtmos bovenop muren en beton Scleropodium purum Groot laddermos f - a Torula muralis Muurmos veel minder dan verwacht,

ook epifytisch Torula ruralis Groot muursterretje op eterniet, golplatendak Ulota crispa Trompetkroesmos z, fertiel Ulota bruchii Knotskroesmos z, fertiel

Page 9: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

9

Korte bespreking

• Het geheel weerspiegelt een basische tot neutrale reeks substraten.

• Enkele zuurindicatoren komen zeldzaam voor, op het zure humuslaagje op steen

• Zowel Groot muursterretje als Muurmos werden herhaaldelijk epifytisch gevonden

• Groot klokhoedje en Sterrengoudmos zijn bijzondere soorten. Groot klokhoedje werd door onze werkgroep nog in Schilde (Drijhoeksbos) en in Stabroek (Schans van Steenakker) gezien. Sterrengoudmos werd ook in Kallo op de opgespoten terreinen gevonden. Deze laatste is sterk achteruitgegaan in Nederland en is er op de Rode Lijst beland in de categorie “Kwetsbaar”.

• Op voorhand dachten we al aan Ondergedoken vedermos. Gelukkig dat Vera er geen problemen van maakte om plat op haar buik dit mos uit het kanaal te halen.

Lichenen Tijdens de uitstap werd duchtig naar lichenen gezocht door Willi Sas, Vera Tetsch, Frans Van Uffelen en Karl Hellemans. Met 18 soorten waren we best tevreden. Het zijn overwegend steenbewoners, Caloplaca citrina Citroenkorst Caloplaca lithophila Candelariella aurella Candelariella reflexa Poedergeelkorst Cladonia coniocraea Smal bekermos Cladonia fimbriata Kopjesbekermos Lecanora albescens Lecanora conizaeoides Groene schotelkorst Lecanora muralis Muurschotelmos Lecidella stigmatea Lepraria incana Gewone poederkorst Parmelia caperata Bosschildmos Parmelia subrudecta Gestippeld schildmos Parmelia sulcata Gewoon schildmos Peltigeria sp. Leermossoort Physcia adscendens Grof kroesmos Physcia tenella Fijn kroesmos Xantoria parietina Groot dooiermos

Levermossen en bladmossen van de begraafplaats te Hove Juul Slembrouck i.s.m. Wilfried Wolfs Opname: 18/05/2009 IFBL: C4-47-24 Beschrijving terrein: Het hoogste punt (20m) ligt dicht bij het bos. Met helling van circa 1m en verval van 5m in zuidelijke richting over 150m. Effening van het terrein door afgraving ten zuiden. De aangeplante boomsoorten zijn:

Page 10: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

10

Haagbeuk, Zomereik, Lijsterbes, Taxus en enkele naaldbomen. Enkele bomen staan vrij, anderen staan in laanverband. Bij de ingang groeit een decoratieve wilg. De uitheemse struiken worden ook decoratief gesnoeid. Indeling in ecologische groepen volgens Dirkse & Kruijsen (1993). Abundantie naar Tansley (1946): d = dominant, a = abundant, f = frequent, o = occasioneel, z = zeldzaam, s = sporadisch, l = lokaal, x = aangetroffen Fertiliteit: (f) = fertiel (= met kapsels) aangetroffen. BR = herbariummateriaal in de Nationale Plantentuin gedeponeerd P = Pioniervegetaties

P 42 = soorten op vochtige, voedselarme, zwak zure bodem

Atrichum undulatum Groot rimpelmos 1

P 47 = soorten op vochtige, matig voedselrijke bodem

Amblystegium serpens Gewoon pluisdraadmos x

Bryum argenteum Zilvermos x

Bruym barnesii Geelkorrelknikmos x

Bryum dichotomum Grofkorrelknikmos x BR

Ceratodon purpureus Purpersteeltje x BR

Fissidens bryoides Gezoomd vedermos x BR

Fissidens taxifolius Kleivedermos x

Funaria hygrometrica Krulmos x

Leptobryum pyriforme Slankmos x BR

Phascum cuspidatum (f) Gewoon knopmos x 2

G = Graslanden

G47 = soorten van vochtige, matig voedselrijke bodem

Amblystegium serpens Gewoon pluisdraadmos x

Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos f/la

Calliergonella cuspidata Gewoonpuntmos x 3 BR

Kindbergia praelonga Fijn laddermos x

Plagiomnium undulatum Gerimpeld boogsterrenmos x BR

Rhytidiadelphus squarrosus Gewoon haakmos la 4

G62 = soorten van droge, voedselarme, zwak zure bodem

Dicranum scoparium Gewoon gaffeltandmos x 5 BR

Hypnum cupressiforme s.l. Gewoon klauwtjesmos x 6

Hypnum jutlandicum Heideklauwtjesmos x 7

Lophocolea semiteres Gaaf kantmos x 8 BR

E = epifyten = op iets groeiend

E02ef = Epifytische soorten op voedselarme, zwak zure schors

Hypnum resupinatum Zijdeklauwtjesmos x BR

Lophocolea heterophylla Gedrongen kantmos x

Metzgeria furcata Gewoon boomvorkje x BR

Orthotrichum affine (f) Gewone haarmuts z 9 BR

Orthotrichum diaphanum (f) Grijze haarmuts x BR

Page 11: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

11

E40ms = soorten van vochtige stenige substraten

Lunularia cruciata Halvemaantjesmos x 10

Marchantia polymorpha Parapluutjesmos x 10

E63ms = soorten van droge, voedselarme basische stenige substraat

Amblystegium serpens Gewoon pluisdraadmos x

Barbula convoluta Gewoon smaragdsteeltje x

Bryum argenteum Zilvermos x

Bryum caespiticium Zodeknikmos x BR

Bryum capillare (f) Gedraaid knikmos f BR

Didymodon vinealis Muurdubbeltandmos x

Grimmia pulvinata (f) Gewoon muisjesmos f

Hypnum cupressiforme s.l. Gewoon klauwtjesmos x

Orthotrichum anomalum Gesteelde haarmuts x BR

Rhynchostegium confertum (f) Boomsnavelmos vooral 11 BR

Rhychostegium murale Muursnavelmos x BR

Schistidium crassipilum Muurachterlichtmos x BR

Tortula muralis (f) Gewoon muursterretje f

Opmerkingen 1. Een lokale, grote populatie van deze soort duidt op een langdurig vochtig blijvende plaats. 2. Dit is eigenlijk meer een akkersoort die op aanwezigheid van wat klei wijst. 3. Dit is meestal een vochtindicator, die hier op meerdere plaatsen voorkomt. 4. Deze soort is een indicator voor oudere, regelmatig gemaaide gazons. 5. Hier komt de soort voor in een bloembak op een zerk, waar de regen lange jaren voor verschraling van de grond zorgde! 6. en 7. De zeer algemene, vormenrijke Klauwtjesmossoorten komen hier verspreid voor op zowel de bodem als op de zerken. 8. Deze nieuwkomer treft men meer en meer “overal” aan. Hier werd hij op twee plaatsen opgemerkt. 9. Hier werd deze zeldzaam aangetroffen. De bomen zijn nog te jong voor mossen. 10. Deze twee soorten komen voor op de verharde paden. 11. Dit mos groeit zowel op steen als op boomstammen. De naam is dus misleidend.

Besluit Voor een kleine begraafplaats is het aantal aangetroffen mossoorten niet onaardig. Ook de diversiteit in het grasland is opvallend (struisgras, rolklaver, tijmereprijs,…). Brede wespenorchis is verspreid over de begraafplaats te vinden. Het St.-Fredeganduskerkhof te Deuren (Antwerpen) heeft op dit ogenblik een voorlopig beheerplan waarin de mossen een plaats kregen.

Page 12: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

12

In het belang van de biodiversiteit kunnen kerkhoven zeker en vast een rol spelen. Literatuur

Dirkse G.M. & B.W.J.M. Kruijsen (1993) – Indeling in ecologische groepen van Nederlandse blad- en levermossen. 19: 1 – 29.

Tansley A.G. (1946) - Introduction to plant ecology. Allen&Unwin, Londen.

De haarmutsjes: Nieuwe werkgroep Mossen & lichenen

Dirk Baert

De werkgroep is eigenlijk ontstaan na het volgen van een mossencursus dit voorjaar. Deze cursus werd georganiseerd door Plantenwerkgroep Durmevallei en Paddenstoelenwerkgroep “De Takruitertjes”. De opkomst was zo groot dat we ons toen in twee groepen moesten verdelen: een groep (20 deelnemers) in de voormiddag en een groep in de namiddag Onder vakkundige leiding van Hans Vermeulen zochten we toen in mooie gebieden naar mossen en lichenen. Stilaan begonnen we onze weg te vinden in het grote aanbod van mossen en lichenen. Na de cursus groeide bij mij het idee om iets meer te gaan doen rond mossen en lichenen. Toen we dit najaar de gelegenheid kregen om een herhalings-excursie bij te wonen, heb ik het voorstel gedaan, om met de opgedane kennis, een werkgroep op te richten. Na vele positieve reacties was dit het begin van de mossen en lichenenwerkgroep: De Haarmutsjes. We zijn geen "specialisten" maar een groep enthousiastelingen die met vallen en opstaan en onder het motto (zoals een lid van de werkgroep het mooi formuleerde) "al doende leert men" zich in de materie willen verdiepen. Omdat de leden een beetje van overal uit Vlaanderen komen, kozen we als werkingsgebied Scheldeland en Waasland. Het aanbod van mooie gebieden is hier groot. Meer info: [email protected]

Page 13: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

13

NWB

Nieuwsbrief PLANTEN

Page 14: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

14

Plantenwerkgroepen Natuurpunt

In het Vlaamse land zijn tientallen plantenwerkgroepen actief binnen Natuurpunt. Zij organiseren i.s.m. de natuurvereniging talloze excursies. De meeste excursies staan open voor beginners, er wordt dan expliciet aandacht besteed aan educatie. Veel werkgroepen doen aan inventarisatie op kilometerschaal (via het ‘IFBL-raster’) in het kader van atlasprojecten. Een reeks werkgroepen spitst zich evenwel toe op de studie en inventarisatie van natuurgebieden. Tijdens een aantal activiteiten van de werkgroep Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud wordt zelfs zeer nadrukkelijk aan vegetatiekunde gedaan (vegetatie-opnamen). Je krijgt als vrijwilliger de kans om hieraan actief deel te nemen en bij te leren. Informatie inventarisatie & monitoring: Roosmarijn Steeman Natuurpunt Studie Coördinator Planten, mossen, lichenen, fungi Coxiestraat 11 2800 Mechelen tel. 015/29.72.22 fax. 015/42.49.21 (tav. Studie) e-mail: [email protected]

Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud

FON Voorzitter: Erik Molenaar Ferdinand Coosemansstraat 24 2600 Berchem tel. 03/218.59.69 e-mail: [email protected] fon-o-foon 0474/35.53.69

FON-Website: http://users.skynet.be/fon/

Website (algemeen): http://www.natuurpunt.be (Fauna & Flora)

Nationale Werkgroep Botanie NWB

Voorzitter: André Van den Bergh Vitsgaard 9 1745 Opwijk tel. 052/35.05.18 GSM 0472/68.83.35 e-mail: [email protected]

Ook jij kan iets bijdragen aan de

Nieuwsbrief Planten!

Page 15: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

15

Terugblik op de floristendag van 26 september 2010

In de plantentuin van Meise verwelkomden we 80 floristen op uitnodiging van Flower vzw i.s.m. Natuurpunt. Het programma was dag- vullend, met in de voormiddag een

aantal sprekers (afwisselend Nederlands- en Franstalig) en paralelle

workshops. In de namiddag werd de Emiel Van Rompaeyprijs uitgereikt.

Leo Vanhecke praatte de dag aan elkaar.

We startten met een overzicht van de plantenwerkgroepen in Vlaanderen en hun bijzondere vondsten. In totaal zijn er twee werkgroepen actief op Vlaams niveau: FON & NWB, twaalf werkgroepen functioneren regionaal en 14 werkgroepen zijn enkel op lokaal niveau actief. Voorzitster Lily Gora deed een warme oproep om meer vertegenwoordiging vanuit de werkgroepen in het FLOWER-bestuur te krijgen. L.M. Delescaille gaf een uiteenzetting over de vooruitgang en perspectieven van de atlas van de Waalse flora. Verrassende resultaten van de grootschalige natuurinrichtings-werken in de Langdonken kregen we van Lon Lommaert. Als je een grote populatie Pilvaren wil zien, moet je daar maar eens gaan kijken. L. Delvosalle maakte reclame voor zijn Atlas Floristique (IFFB), waarvan zowel een papieren als digitale versie van te verkrijgen is. Filip Verloove maakte ons wegwijs in zijn nieuwe website over Alien plants in Belgium. Ondertussen konden vragen gesteld worden over de nieuwe invoermodule van de floradatabank aan beheerder Wouter Van Landuyt. Tijdens de middagpauze was er de mogelijkheid om een paar posters te bekijken die aangereikt werden door Luc Allemeersch (Floristische inven-taris Brussels Gewest) en Gisele Weyembergh (Mesotrophic alder wood with Thelypteris palustris in the ecohydrological system of the Lasne basin and Natura 2000 (Brabant district, Atlantic Wallonia, Belgium)). Gisele presenteerde nog een tweede poster over de hokinventarisatie op gebiedsniveau: analyse floristische rijkdom van een Natura 2000 bosgebied (Bois de Rixensart). Om 14u. was het tijd voor de plechtige proclamatie door Jan Rammeloo en de uitreiking van de Emiel Van Rompaeyprijs aan Luc Allemeersch voor zijn opmaak van de floristische inventaris van het Brussels Gewest. Dit realiseerde hij in opdracht van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Afdeling Groene Ruimten. Meise, Nationale Plantentuin van België. Je kan de 796 verspreidingskaarten met informatie over ecologie en illustraties raadplegen op de website http://www.floraofbrussels.be/floraofbrussels/ Verspreidingspatronen versus fytogeografische districten en ecoregio’s, in hoeverre komen ze overeen? Wouter Van Landuyt zou op basis van de flora een aantal ecoregio’s samenvoegen. F. Van Rossum geeft ons op basis van de nieuwe genetishe inzichten een voorlopig voorstel voor de indeling van de Nieuwe flora van België. Maar we moeten hier nog even op wachten. Tenslotte gaf Ivan Hoste een uiteenzetting over de reizen van containerplanten. Er kon nog een tijdje nagekaart worden op de receptie die werd aangeboden door de

Luc Allemeersch geeft een woordje

uitleg over zijn publicatie die in de prijzen viel

Page 16: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

16

Nationale Plantentuin. Voor wie er niet bij was en meer info wil: de presentaties zijn binnenkort te vinden op www.plantenwerkgroep.be

Floristendag + Algemene vergadering 2011 20 februari Het flower-bestuur heeft besloten om de floristendag in de toekomst in februari te laten doorgaan, samen met de Algemene Vergadering van FLO.WER. Omdat de vorige floristendag nog vers in het geheugen zit, kozen we dit jaar voor een halve dag met voordrachten. Maar vanaf volgend jaar mag je weer op een volledige dag rekenen. De bijzondere vondsten van de werkgroepen zullen dan weer aan bod komen en mogen dan door de werkgroepen zelf worden voorgesteld. Het programma van de floristendag 2011 ligt vast:

13.30

Ontvangst

14.00

Administratief kwartiertje: inleidend woordje door de uittredende voorzitter, financieel verslag en verkiezing nieuw bestuur.

14.15

Van karteringen naar monitoring: zijn streeplijsten bruikbaar voor monitoringsdoeleinden Wouter Van Landuyt

14.50

Carex bohemica, uit de dood herrezen? Bert Berten

15.15

Pauze en mogelijkheid voor een bezoek aan de winkel van de plantentuin.

15.45

Flora en vegetatie van de sloten in de kom van Lampernisse: naar een sloottypologie in functie van een adequaat natuurbeheer Leo Vanhecke

16.10

Samenstelling en evoluties van de Brusselse flora Luc Allemeersch

16.35 slotwoord van de nieuwe voorzitter 16.40 Einde

Lidgeld Flo.wer en abonnement Dumortiera

Het lidgeld van Flo.wer bedraagt 5 euro. Voor dit bedrag is de verplichtte verzekering voor de leden van de vzw in orde, krijg je regelmatig de digitale nieuwsbrief Streepzaad en kan je gratis naar de jaarlijkse floristendag. Je kan dit bedrag storten op rekeningnummer 068-2054517-84. Je kan ook contant betalen op de floristendag. Wordt je voor het eerst lid, vergeet dan niet je e-mailadres en adres te vermelden. Om je abonnement op Dumortiera te verlengen betaal je 10 euro op 679-0265524-35 (IBAN BE 57 6790 2655 2435; BIC PCHQBEBB).

Page 17: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

17

Gelezen in Gorteria 34-6 Tijdschrift voor onderzoek aan de wilde flora

P. Bremer en A. de Groot bespreken de eerste vondst van de varenhybride Polystichum x bicknelii (Christ) Hahne in Nederland. Hiervan werd in 2008 in Flevoland een exemplaar gevonden in een populatie Polystichum aculeatum (L.) Roth. De andere oudersoort, P. setiferum (Forssk.) T. Moore ex Wyon, groeide op 90m afstand van de hybride. Moleculaire analyse en cytometrie bevestigden de hybride status van de plant. Tijdens een inventarisatie in de bebouwde kom van Doetinchem ontdekten L.-J. van den Berg en B. te Linde in november 2008 de Roestbruine wimpervaren (Woodsia ilvensis (L.) R.Br.). Deze soort was nieuw voor Nederland en groeide met één exemplaar op een bakstenen muurtje. De dichtst nabij gelegen vindplaats van deze kleine varensoort ligt in Duitsland op zo’n 330 km afstand van deze stad. J. Kooman neemt de in Nederland gekende Carex-hybriden onder de loupe. Momenteel zijn dat er 28, waarvan de laatste nieuwe in 1987 werd gevonden (C. x albertii). Op grond van de Europees bekende Carex-hyriden die gekend zijn uit Europa verwachten we nog een dertigtal nieuwe hybriden in Nederland.

FON op excursie Erik Molenaar

In het Mollendaalbos 14 augustus

Vooraf Het Mollendaalbos is een oostelijke uitloper van het Meerdaalwoud en ligt op de taalgrens, iets westelijk van Bierbeek. Het gebied wordt beheerd door ANB, waar deze enkele Bosreservaten (Veldkant Renissart en Mommedeel) onder haar hoede heeft en vele paden liet uitdoven. Het Meerdaalwoud (en Heverleebos) hebben een FSC-kwaliteitslabel. Wat betekent dat ze op een duurzame manier beheerd worden met oog voor zowel recreatie, biodiversiteit als houtontginning. Tot zover de theorie. Het bosgebied strekt zich uit over vele km². We maken nota's in de IFBL-hokken e5-34-43 (dreven, heiderelicten en bosranden), daarna e5-44-21 (Waals landbouwgebied en bos). We keren terug langs de Weertse baan door e5-34-34 naar de Parking aan Brise-Tout. Na de middag bevinden we ons in Mommedeel (e5-34-41). De stafkaart met haar vele verlaten paden brengt ons meermaals op een dwaalspoor, met verrassende vondsten tot gevolg. Het bos is een typisch 19de eeuws product waardoor de rijke botanische waarden vrijwel geheel zijn weggesmolten in de donkere schaduw. Van enig Eiken-Berkenbos of Eiken-Haagbeukenbos op de hellingen en koppen van deze heuvelende streek getuigen enkele stroken langs de breedste paden. De rest lijkt weggespoeld door een vloedgolf van steeds agressiever uitzaaiende traditionele bosbouwsoorten. Vandaag ontmoeten de floristen elkaar aan de kerk van Bierbeek, waar we na even wachten vertrekken met negen floristen, waarvan twee kleine kinderen. We gaan erop vooruit want de kinderen trekken de gemiddelde leeftijd van de FON-deelnemer flink omlaag. Onze gids is Luc Vervoort, nota's en foto's van

Page 18: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

18

Erik Molenaar, verder Paul Nuyts, Ingrid Beerens, Nis Vervoort, Eef Vervoort, Krista De Greef, Roger Dierckx en Daniël De Wit. Bespreking Oostzijde: dreef, bosrand en heiderelict Aan de boswachterij (Brise-tout) ligt een parking waar we de flora met de nodige storingssoorten noteren. Er is een partij Hollandse linde aangeplant, waarvan we talrijke zaailingen opmerken, allen met rossige én witte haartjes in de nerfoksels. Fier staat er aan de ingang van het boswachtershuis een fors exemplaar Amerikaanse vogelkers, beladen met fruit. Hierna volgen we de dreef paralel met de bosrand, die we regelmatig langs de akkerrand bekijken. De dreef wordt ook als landbouwweg gebruikt, want we vinden er o.a. Tarwe en een Aardappelplant in het bos. Op steilrandjes staat de zandflora met Bochtige smele, Blauwe bosbes, Veelbloemige veldbies en Pilzegge. In de dreef vinden we vijf bosgrassen: Eenbloemig parelgras, Reuzenzwenkgras, Schaduwgras, Boskortsteel en Bosgierstgras. Op een paadje naar de akkers groeit nog wat Mannetjesvaren. Eerder zeldzame soorten zijn hier Wintereik, Hollandse iep en Mispel. Overal zijn exoten verwilderd, maar ook bestreden. Als we 's middags door dit hok teruglopen naar de parking passeren we nog een klein heiderelict met Bosmier, begroeid met Struikhei, Liggend hertshooi, Brem en Blauwe bosbes. Op de kapvlakte heeft men een oud exemplaar Grove den laten staan, waarbij werkelijk duizenden zaailingen het bos heroveren. Langs de Weg groeien o.a. Bergbasterdwederik, zaailingen van Douglasspar, heel wat jonge exemplaren roodbladige Beuk, Bosereprijs en wat Hazenzegge. Zuidoostzijde bosrand en Waalse akkers We verlaten het bos even voor een weids zicht over de glooiende velden bij Mille (Wallonië). In de akkers valt weinig te bespeuren en we onthouden dan ook vooral Muskuskaasjeskruid, dat als vanouds gekend is uit akkerranden. In de maïsakkers groeit wat Kransnaaldaar. Op de oude stafkaart staan allerlei kleine toegangswegen die dichtgegroeid zijn. Blijkbaar komen we langs een verkeerde weg in het Mollendaalbos aan. Hier noteren we de enige vindplaats van Schaduwkruiskruid op deze dag. In uitgerekend dit enige niet-Vlaamse stukje bos vinden we verder nog Dolle kervel en Heggendoornzaad. Zo komen we aan een mooie holle weg.

Schaduwkruiskruid in bloei Muskuskaasjeskruid in akkerrand

Page 19: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

19

Veldkant Renissart en holle weg Door de Veldkant van Renissart, waar eigenlijk niets nieuws gezien wordt dan een fraaie vossenburcht omringd door prooiresten, komen we in een nat deel van het bos. De Milse Baan is een zeer oude holle weg die lokaal, door uitspoeling van de hogere gronden, de vorm van een dijkje heeft aangenomen. In de holle weg treden kwelverschijnselen op. We noteren er freatofyten zoals Slanke sleutelbloem, Ruwe smele, Bloedzuring, Bosereprijs, IJle zegge en Grote valeriaan. Ook staat er een populatie Ruig klokje in bloei. In dit vochtige deel van het bos groeit heel wat Boswederik. Mommedeel In de oosthoek van het Mollendaalbos ontspringt het beekje Mommedeel uit de verspreide zure bronnen op de steile hellingen. De bronnen vormen een amfitheater dat uitgeeft op het noordoosten. Op de kop van de flanken is een strook ontbost, waarin een schrale zoomvegetatie is verschenen. Hierin treffen we naast de klassieke exoten heel wat Blauwe bosbes, Pilzegge, Struikhei, Dubbelloof, Bosaardbei, Fraai hertshooi en zelfs een beetje Trekrus. Als we het pad volgen naar de bodem van de vallei ontdekken we tussen het veenmos in de bronnen de eerste exemplaren Bospaardestaart en kussentjes van Gewoon etagemos. Moerasmuur overdekt de plekken die niet onder blad van Amerikaanse eik zijn bedolven. Tot onze ontzetting wordt deze unieke vegetatie vrijwel overwoekerd door een jong scherm van Reuzenlevensboom, Douglasspar, Hemlockspar en Grauwe els. In dit Bosreservaat worden de unieke soorten blijkbaar niet allemaal beschermd. Als we de vallei langs de Mommedeel verder volgen, ontdekken we de eerste Stippelvaren. Ook voor deze soort zouden meer beschermende maatregelen moeten genomen worden. Op open plekjes zien we regelmatig Levendbarende hagedis. Besluit Onze wandeling in het Mollendaalbos heeft op tweehonderd soorten een aantal Rode Lijstsoorten opgeleverd. Struikhei en Wintereik zijn Achteruitgaand. Bospaardenstaart en Stippelvaren zijn Zeldzaam. Er zijn een dertigtal soorten indicatief voor Oud-bos. Wat ons het meest opvalt is het totaal ontbreken van enig havikskruid. De zomen bevatten zelfs geen Schermhavikskruid meer, terwijl het type 'havikskruidrijke bermen' juist voor deze streek het meest bewaard is gebleven. Ook de ondergroei van het bos was ontstellend verarmd. Voor de biodiversiteit is dit soort bossen niet bepaald een uithangbord. Door het stopzetten van het middelhoutbeheer ten koste van hooghout is de bosflora er alleen nog in de breedste dreven aanwezig.

Plagplaatsen in Averbode Bos en Heide 11 september

Vooraf De Merodebossen zijn een gekend 19de eeuws bosbouwwonder, waarvoor we nu de prijs van de biodiversiteit moeten betalen. Na een massale verdichting van de kruinlaag en een verduistering langs de paden gedurende meer dan een eeuw, ziet het er naar uit dat de bijzondere zoomsoorten stilaan zijn verdwenen. De plagwerken, die een vennen- en heidecomplex moeten vormen in dit grotendeels Limburgs deel, zijn nog maar juist achter de rug. Misschien is het te vroeg om te gaan kijken wat er uit de zaadbank kan verrezen zijn. Maar wij zijn ter plaatse met 14 floristen op een zonovergoten zandvlakte. Onze gids

Page 20: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

20

is Luc Vervoort, die net als Geert Andries de streek sinds zijn jeugd heeft zien veranderen. De overige deelnemers zijn Nico Wysmantel, Marc Detollenaer, Sofie Ruysschaert, Pierre Van Vooren, Daniël De Wit, Emiel Wagemans, Roger Dierickx, Tom Neels, Rutger Barendse, Piet Coninx en Mia Schrooten. Veldnota’s, verslag en foto’s zijn van Erik Molenaar. Het eerste IFBL hok dat we doorkruisen is d5-28-24 (Boondriesvijver, Vrouwenkloostervijver en Tandpijnkapelleke). Hierbij steken we een forse landduin over. Zo komen we in d6-21-13 waar we de plagplaatsen aan Munninksgoor en Kloosterveld (Noord en Zuid) onder de loep nemen en ook de zoomsoorten aan Gerhagen. Tot slot bekijken we de plagplaatsen aan de Proviseursvijver, gelegen in aangrenzend hok d6-21-31. We zetten ons langs de Averboodse baan, de enige nog brede weg door het bos en daarbij de enige plek waar de historische zoomflora grotendeels is bewaard gebleven, inclusief de mycoflora en andere bodemleven. Bespreking Zoomvegetaties Na een korte uiteenzetting van onze gids kunnen we de eerste zoomsoorten noteren. Ruime aantallen Echte guldenroede en Dicht havikskruid staan in bloei, vergezeld van Mannetjesereprijs, Bergbasterdwederik en Grasklokje. Het is duidelijk dat er veel verstoring is opgetreden. Over grote delen is de bodem gefreesd en alleen in de greppel vlak naast de weg vinden we een aantal soorten terug die we vier jaar geleden zonder echt te moeten zoeken konden noteren. Op de plagplaats vlakbij vinden we op de flanken van een diepe greppel nog soorten als Dubbelloof, Wijfjesvaren, Blauwe bosbes en verderop nog Lelietje-der-dalen. Na de middag vertrekken we aan de parking van het domein Gerhagen, waar eveneens nota’s genomen worden van de boszoom. Hier zijn eveneens grote verstoringen geweest tot diep in het bos. Dit gebeurde bij de aanleg van een betonnen fietspad, waarbij je via de Luikse dreef weer naar de abdij kan. Aan de Turnhoutse baan vinden we o.a. terrestrische groeiplaatsen van Gewone eikvaren, vergezeld van Dubbelloof, Echte guldenroede en Dicht havikskruid. In de bosrand gaat de Ierse klimop de bomen in. Plagplaats Boondriesvijver De bedoeling is hier een waterpartij te creëren aan de voet van de landduin. Want we weten dat er ook historisch op kwelplaatsen (lees bron of boon)

Gele lupine op een plagplaats Sterzegge in bloei

Page 21: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

21

vijvers waren aangelegd, voor deze in productiebos werden omgezet. Hier verzamelt ook oppervlaktewater, op ondoordringbare lagen. In meerdere ontwateringsgreppels heeft zich de zoomvegetatie en natte ruigte terug-getrokken. Op de open plaatsen staat het vol eenjarigen, al dan niet vergezeld van soorten die uit de zaadbank zijn opgedoken of via afspoeling of wind in de hei zijn beland. Enkele opvallende soorten zijn Canadese fijnstraal, Ruwe berk, Knolrus, Bezemkruiskruid, Gewoon-, Zand- en Moerasstruisgras, Pijpen-strootje, Bochtige smele en Pilzegge (nog niet in bloei). Ook Veelbloemige veldbies is overal verspreid aanwezig, evenals Liggend hertshooi en Moeras-droogbloem. Bleekgele droogbloem en Waterpostelein zijn minder aanwezig, maar worden over het hele perceel gevonden. Dit is de enige plek waar vandaag Borstelbies is gevonden. De kleine polletjes van jonge Bochtige smele zorgen voor enige discussie, omdat ze telkens lijken door te gaan voor Veelstengelige waterbies. Hoge fijnstraal is in de Merodebossen al enkele jaren een vaste verschijning. Er zijn ook enkele kleine plekken met veenmos. Plagplaats Vrouwenkloostervijver Ook deze historische waterpartij was ooit een grote natte heide, iets hoger gelegen aan het dalhoofd. Er wordt grotendeels hetzelfde gezien als beneden aan de Averboodse Baan, maar hier is Knolrus dominant en staat er jonge Wintereik. Op de nattere plekken verschijnt Goudkorrelmos, zonder kapsels. Er is ook een oude eendenpoel, waar Klein kroos een gesloten tapijt vormt. Als we de duintop overgaan, hoofdzakelijk gekoloniseerd door Glad vingergras, zien we aan de overkant het Munningsgoor. Plagplaats Tandpijnkapelleke Aan de andere kant van het duin ligt het Tandpijnkapelleke, dat we bereiken over een geplagd terrein, waar Adelaarsvaren dominant is. Ook hier groeit veel Liggend hertshooi en Mannetjesereprijs. Plagplaats Munninksgoor We volgen de heide oostwaarts tot op het Munninksgoor, waar droge richels met Dophei, Bochtige smele, Boskruiskruid en Glad vingergras afwisselen met slenkjes vol Knolrus, Veelstengelige waterbies en Trekrus. Op de oever van een jong vennetje vinden we een vlek Pilvaren. Plagplaats Kloosterveld Noord We gaan de flank van een heuvel op, waar in het zand overal stukjes Diestiaan liggen. Hier is een schraal grasland als bestemming voorzien. Het is er nog ijl begroeid, met hier en daar Kleine leeuwentand, Zandstruisgras, Veelbloemige veldbies en Tormentil. Maar het leeuwendeel van deze laatste blijk alweer de bastaard met Kruipganzerik. Ook hier verschijnt Adelaarsvaren en Bosbraam uit oude wortelstokken. Plagplaats Kloosterveld Zuid Na de middag hervatten we de excursie aan de parking van Gerhagen. Als we bos – de resten ervan – passeren, horen we de Boskrekel zingen. Op de plagplaatsen zijn eilandjes met Bosbes en oude Struikhei bewaard. In deze refugia zit het Bosbesglanskapoentje, een bedreigd lieveheersbeestje. Op de plagplaatsen verschijnen andere soorten dan op de plagplekken die we in de voormiddag bekeken: Sterzegge, kiemplanten van Dubbelloof en Dophei, vergezeld van Breekblaadje. Er staat ook Heelblaadjes, Vijfvingerkruid,

Page 22: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

22

Mannetjesereprijs en Getande weegbree. Ook hier doet Bezemkruiskruid en Hoge fijnstraal het goed, maar niet in grote aantallen. Tussen de zaailingen van bomen treffen we Wintereik aan. In de bosrand groeit Kussentjesmos. Plagplaats Proviseursvijver Hoewel de plagplaatsen ogenschijnlijk een zelfde beeld hebben, vinden we hier Zachte berk en Esp. Ook vinden we hier voor het eerst kiemplanten van Koningsvaren, vergezeld van Dubbelloof. Op meerdere plekken staat de bastaard van Kruipganzerik met Vijfvingerkruid. Voorlopig is er geen Geel-groene zegge opgemerkt. Enkele akkers zijn hier vrij diep uitgegraven, om zo alle fosfor uit het gebied af te voeren. Hierbij is een bodem van zand en ijzer-zandsteen zichtbaar waar voorlopig niets op verschijnt. Proviseursvijver Tot slot doorzoeken we de oevers van een vennetje, waarin trouwens heel wat Veelstengelige waterbies in kruipende populaties aanwezig is. Ook hier staat weer veel Knolrus vergezeld van veenmossen en Trekrus. Waterpeper is vergezeld van Zachte duizendknoop, Bleekgele droogbloem, Zomprus en Greppelrus. Jonge Struikheide is ook hier overal aanwezig. Op enkele heuvel-tjes staat Klein vogelpootje. Toch is het hier al wat voedselrijker, zo zelfs dat Brede lisdodde hier zijn gang begint te gaan, samen met Wolfspoot en Koninginnekruid. Langs de betonnen fietsweg gaan we naar de parking terug. Besluit Op de Rode Lijst staan negen soorten die we vandaag hebben genoteerd. Zo is Grasklokje, Echte guldenroede, Struikhei, Tormentil, Gewone dophei, Gewone eikvaren en Wintereik Achteruitgaand. Dicht havikskruid en Pilvaren zijn kwetsbaar. Alles staat en valt natuurlijk met de zaadbank, waarin de originele soorten voorkomen. Voorbeelden van langlevende algemene zaadbanksoorten hebben we volop gezien; Pitrus en Knolrus waren er volop en dat was te verwachten. Zo beschikt ook een deel van de zogenaamde hier klassieke oud-bossoorten over een langlevende zaadbank, bijvoorbeeld Fraai hertshooi (op één plaats gezien), Bleke zegge (niet gezien) en Bergereprijs (niet gezien). In heiden zijn Snavelbies, Geelgroene zegge en Zonnedauw (geen van allen gezien) hier om bekend. In de meeste gevallen kan best tot vijf jaar en meer gewacht worden op de wonderen. Soorten als Klokjesgentiaan, Liggende vleugeltjesbloem, Blauwe knoop en Valkruid leggen geen langlevende zaadbank aan. Daar hoeven we niet meer op te hopen. Wel hadden we een meer gespreid herstelbeheer verwacht. In fasen plaggen geldt vooral voor grotere terreinen, maar net als in De Langdonken heeft dit niet kunnen zijn. Ook van kleinschalig proefplaggen is ons niets bekend.

Een stukje Stadsflora in Lokeren 25 september

Vooraf

Lokeren is een kleine stad gelegen aan de Durme. Vlak naast het centrum vinden we al parkjes, natuurgebieden en kasteeltuinen. Het station ligt centraal in het IFBL-hok C3-57-32, vanwaar we vertrekken om de hele dag gegevens te

Page 23: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

23

verzamelen van de stedelijke flora. We waarderen vandaag het gezelschap van Andre Van Peteghem en Tom Neels, beiden goed bekend met deze stad. Verder zijn er Nico Wysmantel (lijst), Miel Wagemans en Erik Molenaar (foto’s, nota’s).

Bespreking Noordzijde van het station Eerst volgen we de spoorberm aan de noordzijde van het station, waar we ondanks het late seizoen nog heel wat in bloei zien. Op straat is ook veel te zien: Plataan, Straatliefdegras, Kleine zandkool en verschillende soorten bastaardwederik. Langs een heg vinden we een handvol bossoorten, zoals Bosaardbei, Wollige sneeuwbal, Bloedzuring, Heggenduizendknoop, Haagbeuk en Hondsroos. Enkele moeilijke soorten zijn een Cotoneaster die lijkt op C. dielsianus en Oxalis debilis met duidelijk gespleten witte knolletjes. Japanse duizendknoop eist steeds meer ruimte op in de berm, zelfs in concurrentie met Ierse klimop. Maar in de ruigte vinden we nog een Prachtklokje in bloei. Op dit korte stuk hebben we direct honderd soorten genoteerd. Kleine zandkool bloeiend in een straatgoot Oxalis debilis in geschoffeld plantsoen.

Stadspark We bereiken de ingang van het stadspark, waar vrolijke klanken uit de acade-mie weerklinken. Het hoeft niet altijd vogelzang te zijn. We nemen dit oude kasteelpark grondig onder de loep. Naast de klassieke bosflora wemelt het er van de woekerende siersoorten: Gouden regen, Hibiscus syriacus, Gewone vleugelnoot, cultivars van Gewone esdoorn, Veldesdoorn, Blauwe druifjes… In het gazon heeft Draadereprijs het pleit gewonnen, maar er groeit ook veel Tijmereprijs, Akkerkers, Pinksterbloem, Moerasmuur en Moeraswalstro in. Blijkbaar worden hier ook de duifjes gevoederd, want we zien er Gingellikruid, Europese hanenpoot, Vlas en Boekweit. Deze laatste stond nog in bloei. Langs een vijvertje heeft men de rietkraag gespaard, waarbij Rood cypergras grote delen heeft ingenomen. Er staat ook Panicum virgatum, dat zijn uitlopers de vrije loop laat. Aan de oostzijde passeren we nog een oude boomgaard in een Filipendulion. Overal in dit ruderaal Essen-Iepenbos ontmoeten we (zaailingen) van Zomer- en Hollandse linde, maar ook Bosroos, Kluwenzuring, Bleke bastaardwederik, Valeriaan, Gewoon bosviooltje en mooie vlekken IJle zegge. In de lente zal het er wel fraai zijn. We verlaten het park aan de parking. Daar treffen we in een oude groenvoorziening nog een vreemde ‘wachtkamersoort’ aan: een jonge struik Gele aalbes, met diep ingesneden roodverkleurende blaadjes.

Page 24: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

24

Tussen kerk en sportbaan Na de middag zwerven we langs de kerk in de steigers (met Oosterse karmozijnbes), door de oostzijde van het hok. Door de straten gaan we tot aan de sportbaan, die aanleunt aan een groot verlaten industrieel complex. Hier bevindt zich een vrij grote populatie Boheemse duizendknoop in bloei. Er staat ook Vederesdoorn. De gazons herbergen niets bijzonders, tenzij wat Klein kaasjeskruid. Durme en dijk We volgen de oevervegetatie van de Durme tot aan een brugje. Naast gewone oeverruigte groeit er Grote egelskop, diverse zeggen en Gevleugeld helmkruid in vrucht. Deze is nog net te herkennen aan de gezaagde blaadjes en dito jonge rozetten zonder enig oortje. In de Durme vermelden we nog Gele waterkers, Plomp, Mannagras en Haaksterrenkroos. Op de oevers zien we ook Hemelboom. Verloren Bos Het Verloren Bos is een restant van een kasteeldomein, waar naast formele aanplantingen ook delen aan de natuur zijn prijsgegeven. In de kleiige meersen van de Durme ontwikkelt zich een Essen-Iepenbos met veel Heksenkruid, Geel nagelkruid, Echte valeriaan en Ijle zegge. In het begreppeld bos zien we overal omgevallen populier. Hiervan worden de kluiten alweer gekoloniseerd door o.a. Blauw glidkruid, Zwarte els en Wijfjesvaren. Een stuk hooiland van ‘De Buylaers’ ligt ook nog in het hok. Er is onlangs nog gehooid, zoals te zien is aan de profielen van de tractor. We noteren er nog een aantal natte graslandsoorten zoals Kale jonker, Dotterbloem, Moerasspirea, Lidrus, Gele lis, Zwart tandzaad, Melkeppe en Echte koekoeksbloem in bloei. In het bos vermelden we nog enkele gevaarlijke exoten zoals Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers, Ierse klimop, Bonte gele dovenetel, Japanse duizendknoop, Witte paardenkastanje en een ongevaarlijke pluk Mansbloed of Citroenmelisse. Aan een vijver vinden we Witte esdoorn die zich met tientallen zaailingen heeft omringd. De oudere exemplaren op de oever hebben al een duidelijk witte onderkant ontwikkeld. Op meerdere plaatsen lag brood (voor de eendjes) te rotten, zodat we nog een broodschimmel konden noteren. Na een hevige stortbui zakken we weer af naar de stationsbuurt. Stationsbuurt In een bloemperk heeft de taaie Berberis gagnepainii het al sinds juni 2008 uitgehouden. Er priemen nog steeds kleine scheutjes tussen de gesloten haag. Ook staat er Stekelnootje in dikke tapijten, in geschoffelde perken en tussen de straatstenen. We herkennen in de goot een cultivar van Bossalie, die hier al een poos wordt gebruikt in de perken. Op de parking vinden we naast Straatchampignon (niet ongewoon voor een stadsonderzoek) nog Klein liefdegras in gezelschap van Duinvogelmuur, Vuurdoorn en Chinese kamperfoelie tussen de tegels. Op de spoorberm zijn oude sieraanplantingen ontsnapt, zoals Kleine maagdenpalm en Hemelsleutel. Er strekt zich bovendien een grote monocultuur van Hoge fijnstraal uit over de berm, met beneden nog wat Zeepkruid. We maken nog een kort toertje in de buurt, waarbij we op een braaklandje een mooie groeiplaats ontdekken van de muurvorm van schaduwgras (Poa nemoralis ssp. rigidula). Op een oud muurtje vinden we eindelijk een beetje echte muurflora. Naast Mannetjesvaren, Muurvaren en

Page 25: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

25

Muurleeuwenbek groeit er ook een grote rozet van Hoge fijnstraal op. In een straat waar we al drie keer zijn doorgelopen vinden dan plots nog een exemplaar Muursla. De excursie wordt afgesloten op het perron van het station, waar we nog een grote populatie Klein liefdegras vinden en relicten van Zwenkdravik. De meeste planten zijn er echter stervende aan een dosis herbicide. Besluit Met ruim 260 soorten in dit gevarieerd hok kunnen we besluiten dat we een tipje van de sluier in deze stad hebben opgelicht. Op de Rode Lijst staan Prachtklokje en Wollige sneeuwbal genoteerd als Zeldzaam. Maar hier gaat het om verwilderde tuinsoorten. Het geeft wel een goed beeld van wat er in een kleine stad aan flora kan overleven. De straten in het centrum zijn jammer-genoeg bijzonder slecht voorzien van wilde flora.

Denderende flora in de stad Aalst 9 oktober

Vooraf Aalst ligt in de vallei van de Dender, die hier naar Vlaamse normen trouwens vrij steil is. De stad kende een industrieel verleden met textielnijverheid, waarvan nauwelijks iets is terug te vinden in het stadsdeel waar wij ons vandaag met de wilde flora bezighouden. We bevinden ons in het IFBL-hok d3-58-11 waarin de ruime omgeving van het station ligt. De rechtgetrokken Dender loopt van zuid naar noord, geflankeerd door oude kaden. De spoorweg loopt diagonaal door het hok. De uiterste noordzijde, tegen de viaduct van de Boude-wijnlaan, is niet bezocht. De straten van de Meuleschettewijk zijn grotendeels verkend, evenals de Stationsbuurt. Rechteroever, zoals deze wijk heet, ligt maar deels in het hok; Aalst Centrum valt er buiten. Het is een warme zonnige oktoberdag, die we in T-shirt trotseren. De floristen zijn vandaag Emiel Wagemans, Pierre Van Vooren (det. achteraf), Geert Andries, Nico Wysmantel (lijst en det. achteraf) en Erik Molenaar (foto’s, nota’s en verslag). Bespreking Stationsbuurt We vertrekken aan het station, waar we naast de fietsenstalling het spoortalud volgen. Hier treffen we alvast de meest courante soorten van de stad aan: m Straatliefdegras, Hoge fijnstraal, Mahonia en diverse esdoornsoorten, Robinia en de ruigtesoorten die dit begeleiden. In de straatjes die op het station uitgeven vinden we in de keldergaten enkel wat Muurvaren, Mannetjesvaren en Robertskruid. Aan een plantsoentje bemerken we een tiental bloeiende planten van Bladpeterselie, met onmiskenbare vruchtjes en typische geur. Dit is onze vijfde waarneming van deze stadsplant in vijf jaar tijd, telkens in het hartje van een stad. Verder staat er veel Beklierde nachtschade, Schijnaardbei, Mahonia, Oosterse karmozijnbes en Europese hanenpoot. We vinden nog een aantal rozetten, waarschijnlijk van Bosvergeet-me-nietje, maar het kan ook Onge-vlekte longkruid zijn. Herbariummateriaal wordt ingezameld en ook wat voor opkweek. We neuzen rond aan het Esplanadeplein en belanden in de tuin van de neogotische Sint-Jozefkerk. Daar treffen we zowel tegen de muren als in het

Page 26: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

26

gazon heel wat nieuwe soorten aan. We vermelden Oxalis debilis (duidelijk herkenbaar aan de kleine gele vlekjes op de onderzijde van de bladrand), Peterseliebraam, Goudenregen, het klokje Campanula fenestrellata (met extreem diep ingesneden kroon), Grote leeuwenklauw, Rode spoorbloem en Hulst. De muren zijn er pas ontdaan van Ierse klimop en nabehandeld met herbiciden: er groeit bijna niets meer op zulke muren. Tegen de middag aan belanden we weer aan de spoorberm, waar we een grote populatie Rankende duivenkervel in volle bloei aantreffen. Hier liggen enkele kasteeldomeintjes, maar ze zijn blijkbaar privé. We volgen het spoortraject tot aan de Denderstraat, waar we in de goot een rare zuring vinden. Het blijkt om de siervorm van Bloedzuring te gaan. Deze vorm heeft zijn naam aan de nominaatsoort gegeven, want de wilde vorm is helemaal zo bloedrood niet. Overal staat Amerikaanse kruidkers in zaad. De rozetten voor volgend jaar zijn aanwezig. Rozet van de siervorm van Bloedzuring Muurfijnstraal in bloei Meuleschettewijk Als we door de straten naar het noordwesten afzakken komen we in een wat oudere buurt met groenere straten. Hier kwamen we voor een een enigma te staan. In de goot groeit een stijf, niet bloeiend, kaal gras. Als we de wortels bekijken zit er flink wat reserve in. De uitzonderlijk lange haren op de bladvoet (tot 8mm!) wijzen naar Geelrode naaldaar. Zij heeft bovendien ook dat tongetje dat uit zeer korte haren bestaat. Er worden geen speciale varens gevonden, maar Muurleeuwenbekje en Muursla komt talrijk voor. Ook treffen we één exemplaar Muurfijnstraal aan op het voetpad. Langs een straatje met voor-tuintjes komen we weer aan de spoorberm. Denderkaden en Rechteroever In de namiddag verkennen we de ‘achterzijde’ van het station. De grote parking is helemaal behandeld met herbiciden, maar op de oude muurtjes en de hellingen is er volop plantengroei. Er houdt zich trouwens een grote populatie krielkippen op in dit wilde ruige stadsdeel. Onder de steenbewoners tellen we Plat beemdgras, Europese blazenstruik, IJzerhard, Muurvaren en Steenkruid-kers. Overal staat Harig vingergras, Amerikaanse kruidkers en Vlakke dwergmispel. Op Bijvoet vinden we gallen van de Bijvoetbladluis. Vanop de brug over de Dender kunnen we alweer heel wat soorten op de muren herkennen. Naast diverse Dwergmispels zien we er ook Plataan, Gewone es, Zwarte els en ‘Armeense braam’ (cv. Himalayan Giant). Op de kaden, waar je

Page 27: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

27

tussen de geparkeerde auto’s op een bankje kunt gaan zitten, komt talrijk Schaduwgras, Klein liefdegras en Plat beemdgras voor. Er staan ook zaailingen van Moeraseik en een eenzame rozet van Pastinaak. Voor de duidelijkheid nemen we een foto van een bloeivorm van Duizendblad die ons niet eerder is opgevallen. De deelhoofdjes van deze groeivorm zijn uiterst bolvormig. Hierna gaan de door de hellende zijstraatjes een voormalige industriewijk in. Grove varkenskers is hier talrijk aanwezig tussen de straatstenen. In Hertshage staat Kransgras met tientallen exemplaren over honderd meter in bloei. Tegen de gevels treffen we ook op meerdere plaatsen Zilte schijnspurrie aan en in mindere mate Hertshoornweegbree. Na een poos zijn we weer aan de Dender, waar we onder een groot viaduct een ruderaal terreintje afspeuren. Hier vinden we o.a. Datura tatula, met prachtige paarse stengels en dito bloemen. Op de oevers bevindt zich een plek met Smalle rolklaver, een soort van brak milieu. Er staat heel wat Hemelboom op de kaderand. We keren terug langs de Tragel, waar we een zeer grote populatie Steenkruidkers vinden. De discussie over Dichtbloemige kruidkers is zeer boeiend. De planten hebben een duidelijke kruidkersgeur, maar we moeten het hierbij houden. Aan de voet van een oude muur groeit een polletje beemdgras met paarse kafjes, maar het tongetje is te kort voor Moerasbeemdgras. Het is intussen erg warm geworden en we sluiten de Denderende excursie af op een drijvend café. Slot Hoewel de stad Aalst bijna alle oude gebouwen heeft opgeruimd en duidelijk is gemoderniseerd, zijn niet alle oude muren gesloopt. De kaden zijn grotendeels van modern beton en hebben weinig aan de wildernis te bieden. De kleikom van de Dender is in de plantengroei nog goed herkenbaar, maar de rivier is hopeloos gekanaliseerd en de zijarmen zijn verdwenen. Het centrum herbergt een 260-tal soorten wilde planten, waarvan Rode spoorbloem en Rankende duivenkervel op de Rode lijst staan. Er is geen enkele Allium genoteerd en we hebben er nochtans goed naar uitgekeken.

Nationale Werkgroep Botanie

Met de Nationale Werkgroep Botanie op streeptocht in 2010

Voorjaarsflora in het Bois de Bonsecours (Péruwelz - Henegouwen)

Traditiegetrouw was op 27 maart de ouverture van het botanisch seizoen voor Luc Allemeersch, die aan de 18 deelnemers het Bois de Bonsecours leerde kennen. Vanaf de parking aan het “Maison du parc national” was het nog een heel eind stappen voor we in het door Luc gekozen hok, midden in het bos, kwamen. Na de lange winter kwam het voorjaar moeilijk op gang, zodat nog niet veel voorjaarsplanten in bloei stonden. Enkel de bosanemonen en het Speenkruid gaven hier en daar wat kleur aan de bruine bosbodem. Onder-tussen waren de de wilde hyacinten nog aan het wachten op betere tijden. Toch konden we al heel wat soorten noteren. Op de drogere en zuurdere hoger

Page 28: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

28

gelegen gedeelten vonden we o.a. Pilzegge, Struikhei, Blauwe bosbes, Brem, Boskruiskruid, Klein vogelpootje, Ruige veldbies,... In de vochtigere en lager gelegen gebieden, waar ook enkele bronbeekjes doorstroomden, groeide uiteraard Verspreidbladig goudveil, Muskuskruid, Daslook (één plantje), Pinksterbloem, Groot heksenkruid, Beekpunge, Boswederik, Slanke sleutelbloem, Gevlekte aronskelk, Hangende zegge en Heelkruid. Na enig zoeken in de boeken en peuteren aan de planten konden we toch ook vegetatief de Slanke zegge leren onderscheiden van de boszegge. Op het einde van de voormiddag had iedereen het gevoel dat we niet veel meer soorten zouden vinden in dat hok, zodat besloten werd om ’s namiddags het hok waarin de parking lag ook maar te verkennen. Dit leverde globaal gezien dezelfde planten, aangevuld met enkele muurbewoners zoals Muurleeuwenbek, Muurvaren en Steenbreekvaren. Nico en Pierre hadden materiaal meegenomen van een onbekende boom en na heel wat zoekwerk kwamen ze uit bij Acer cappadocicum. Deze determinatie moet nog bevestigd worden, maar Pierre heeft de scheut in zijn tuin geplant! We kijken benieuwd uit naar het resultaat. De eerste lijst was goed voor 131 taxa en de tweede voor 143. De kapel van Bevingen en het Neigembos Op 10 april scheen de lente door te breken, maar met een NO wind bleek een winddichte jas geen luxe. Enkel uit de wind en in de zon kreeg men een aangenaam lentegevoel. Paul Van den Bremt, een ervaren botanicus en tevens voorzitter van de Plantenwerkgroep Denderland, was vandaag onze gids. Het Neigembos bleek in combinatie met onze gids een aantrekkingspool voor veel volk (gids + 25 deelnemers). Na het noteren van een aantal algemene soorten aan de kapel, met o.m. Bosklimopereprijs, moesten we al vrij vlug over een hoge prikkeldraad klauteren. Iedereen geraakte er zonder kleerscheuren over en in de beschutting van het aanpalende bos konden we een vochtig weiland volledig uitkammen. Echte koekoeksbloem, Adderwortel, Reuzenpaardenstaart en de alom geurende watermunt werden genoteerd. We kwamen op een private weg en ineens liepen we op de eigenaar, die ons prompt naar de openbare weg verwees (weliswaar beleefd en vriendelijk). Dan maar het Neigembos in, waar we langs een beekvallei met een mooie helling de traditionele voorjaarsbloeiers konden strepen: Muskuskruid, Daslook, Bosanemoon, Gevlekte aronskelk, Dotterbloem, Bittere veldkers, Wilde narcis, Groot heksenkruid, Slanke sleutelbloem en Gewone salomonszegel. Maar de kers op de taart was toch wel een groepje Eenbessen en de twee soorten goudveil (Verspreidbladig en Paarbladig). We leerden nog eens het verschil kennen tussen Slanke zegge en Hangende zegge op basis van het tongetje. Op een muurtje aan de beek troffen we een exemplaar van Tongvaren aan en op de drogere stukken vonden we Boskortsteel, Bosgierstgras, Dubbelloof, Ruige veldbies, Pilzegge en Wilde hyacint. Na de picknick aan de kapel stond het hoger gelegen gedeelte van het bos op het programma. 25 jaar geleden was dit een weg die open gehouden werd door hakhoutbeheer. Nu bleek dit bospad veel meer beschaduwd en was de begroeiïng grotendeels verdwenen. Onderweg merkten we toch nog Fraai hertshooi, Gewone vogelmelk en Boswederik op. Enkele wegbermen werden nog bekeken, maar bleven beneden de verwachtingen. Gewone veldbies en Reukgras in bloei, alsook het Kruipend zenegroen in een weiderand waren nog vermeldenswaard. Op de streeplijst kwamen exact 201 soorten.

Page 29: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

29

Het Rode Bos te Sint-Agatha-Rode Op 24 april was Daniel de Wit van de partij om ons te gidsen door het Rodebos. Met 12 deelnemers trok hij naar een parking in de schaduw van het bladerdek. We begonnen met de verkenning van het bovenste drogere gedeelte, waar we aan de bosrand enkele exemplaren van Heggerank aantroffen. Enkele zaailingen van vogelkers en een mispel konden de groep niet weerhouden van de afdaling naar het vochtig gedeelte. Daar troffen we een interessant plekje aan met een beekje en een nat hooiland. Hier vonden we Slanke sleutelbloem, Daslook, Bosanemoon, Echte koekoeksbloem, ratelaar (vermoedelijk grote), Bittere veldkers, Hangende zegge, Bosbies, Moesdistel, Reuzenpaardenstaart, Gevleugeld hertshooi en beide soorten goudveil. We trokken verder langs een deels uitgedroogde waterplas met Grote egelskop en Grote lisdodde en op een ander hooiland groeide massaal Adderwortel. Tijdens de klim door het bos naar de wagens vonden we nog Bosgierstgras, Boskortsteel, Muskuskruid, Groot springzaad, Gewone salo-monszegel, Dalkruid en Lelietje-van-dalen. Deze laatste vervangt in Oost-Brabant de Wilde hyacint. In de namiddag kamden we enkele droge heide-gebieden uit, waar we in het warme mulle zand getuige waren van de werkkracht van een aantal solitaire bijen. Pijpenstrootjesbulten genoeg om over te struikelen en daartussen Struikhei met Blauwe bosbes, doorspekt met Mannetjesereprijs, Bochtige smele, Brem en Vroege haver. Er bleef nog wat tijd om de wegranden en veldwegen te bekijken, zodat ook Grote klaproos, Reukgras en Gewone veldbies een plaatsje op de Flowerlijst kregen. In het totaal sprokkelden we niet minder dan 221 soorten bij mekaar! De Ourthevallei te Bomal-sur-Ourthe Op 8 mei was Freddy Wyzen onze begeleider voor een plantenstudietocht in de Ourthevallei. Uit het verre Vlaanderen daagden toch 11 deelnemers op, die werden beloond voor hun verre verplaatsing. Het gekozen hok met een spoorweg, een kalkrots en een V-dalletje van een zijbeekje van de Ourthe was een voltreffer qua flora. Eén minpuntje: die dag begon net het rockfestival "Rock Durbuy" in een feestzaal onderaan die rots zodat de rust voortdurend verstoord werd door de rauwe keelklanken van de optredende "artisten". Langs de spoorweg viel vooral de dominantie van Zandhoornbloem op en noteerden we verder Ruige klaproos, Wilde reseda, Koningskaars, Kandelaartje en andere warmtewinnaars. Een veldje onbehaarde zegges zorgde voor enige verwarring: de eerste optie "Ruige zegge" werd afgewezen ... maar het alternatief "Zandzegge" klonk nog minder geloofwaardig... tot iemand toch een iets behaard exemplaar opviste en het verdict toch ruige zegge werd. Aan de voet van de kalkrots doken de eerste kalkminnaars op: Wolfskers, stinkend nieskruid, Hertswortel, Wilde marjolein, Amandelwolfsmelk,... En langs het wandelpaadje dat naar de top voerde passeerden de andere kalkspecialisten de revue: Nachtsilene, Paardenhoefklaver, Zonneroosje, Voorjaarsganzerik, Blauwgras, Echte gamander, Grote wilde tijm, Engbloem, Geel walstro, Vingerzegge, Ruig viooltje, Kleine pimpernel, Grote centaurie, Ruige scheefkelk en vele andere… De topper van de dag was daar wel de Aardzegge, voor de meesten van ons een eerste kennismaking met die soort. Bovenop de kale rots noteerden we verder Zuurbes en Wilde peer. In het bos bovenaan de kalkheuvel vonden we onze eerste Mannetjesorchissen

Page 30: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

30

en Vogelnestjes. Op een - jammer genoeg sterk verruigd - kalkgraslandje kon de gids ons nog Harlekijn, Wondklaver en Verfbrem aanwijzen tussen de bijna allesoverheersende Bergdravik. Aan de rand ervan stond een toefje Gulden boterbloem. Het sterk ingesneden zijdalletje viel vooral op door de massa's Daslook en Tongvaren, waartussen we ook nog enkele Stijve naaldvarens ontdekten. Ook hier was Gulden boterbloem prominent aanwezig. Tot slot eindigden we de dag langs de weiden en akkers van een boerengehuchtje bovenop de heuvel om met Witte krodde onze lijst aan te vullen tot 279 soorten.

Het Vloetemveld te Zedelgem Op 5 juni was een plantenstudiedag voorzien in het Vloetemveld te Zedelgem, waar Danny Maddelein ons zou rondleiden in het vroegere munitiedepot van het Belgisch leger. Het leek een hete zomerdag te worden en iedereen zocht aan de rand van het ex-militair domein een schaduwplekje op voor de wagen. De ijzeren schuifpoort ging blijkbaar niet zo gemakkelijk open en toe voor de 19 deelnemers, maar toch kon iedereen de vaderlandse grond betreden. Borden met daarop “patrouilles met militaire honden” houden nieuwsgierigen op afstand. Naast enkele aftandse gebouwen van voormalige munitiedepots, stelden we ook vast dat er al heel wat natuurherstellingswerken uitgevoerd werden met een gunstig effect op de terugkeer van de natte heidevegetatie. Zo noteerden we o.m. Ronde en Kleine zonnedauw, Rode en Gewone dophei, Veelstengelige waterbies, Teer vederkruid en Heidekartelblad. Duizenden gevlekte orchissen hielden zowat het midden tussen Bosorchis en de echte Gevlekte orchis. Daarnaast vonden we ook Waterpostelein, Trekrus, Knolrus, Borstelbies, Gewone waternavel enz.... Pierre wist zelfs een plekje met Pilvaren te ontdekken, misschien wel dé vondst van de dag voor velen?? Of moeten we die eer toekennen aan de Stippelvaren – ook door Pierre gevonden – die hier nog niet gezien was volgens de plantenatlas van Vlaanderen. Verder streepten we nog Tandjesgras, Bleekgele droogbloem, Blauwe knoop, Zandblauwtje, Drijvend fonteinkruid, Kaal breukkruid, Ruw en Veelkleurig vergeet-mij-nietje, Eekhoorngras, Grote ratelaar en Liggende vleugeltjesbloem. Uit het ganzerikgeslacht onthouden we Kruipganzerik, Tormentil en Noorse ganzerik. Lucrèse had haar handen vol met een hele resem zegges: Geelgroene, Zeegroene, Blauwe, Tweenervige, Bleke, Hazen-, Pil-, Oever- en Moeraszegge. De Glanzende ooievaarsbek is waarschijnlijk met gestort materiaal meegekomen. Onder de loden zon was het puffen geblazen, maar toch konden we terugblikken op een zeer leerrijke dag met 279 taxa. Na de inventarisatie had dan ook niemand bezwaar tegen een kleine verpozing op een plaatselijk terras. De Rozebroeken te Sint-Amandsberg Op 24 juli was Jean Deprez aan de beurt om de draad weer op te nemen met de plantenexcursies. Terwijl de Gentse feesten zich afspeelden in het centrum van de stad, mocht hij op het grondgebied Destelbergen – Sint.-Amandsberg de 15 deelnemers naar een parking aan het gebied “de Rozebroeken” leiden. We doorkruisten een afwisselend gebied met bos, houtkanten, alsook open of halfopen gedeelten. Vroeger waren hier volkstuintjes en nu is dit gebied geëvolueerd naar recreatiegebied, zodat het dan ook niet te verwonderen was

Page 31: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

31

dat we af en toe moesten uitwijken voor joggers en fietsers. Botanisch kregen we een bonte afwisseling aan planten voorgeschoteld met uitschieters die daar niet echt thuis horen zoals Ruig klokje, Steenanjer, Kleine ratelaar, Borstelkrans, Wilde marjolein, Bevertjes, Ruige weegbree, Geel walstro, Slangenkruid, Kleine pimpernel, Beemdooievaarsbek etc... Blijkbaar werd er enkele jaren geleden heel wat ingezaaid in dit gebied. Dit wekte wat gemengde gevoelens op in de groep, maar naast deze kunstmatige introducties waren er ook andere mooie waarnemingen, zoals Handjesgras, Conyza sumatrensis, Alsemambrosia, Herfstalsem, Stippelganzenvoet en Rode ganzenvoet, Klein liefdegras en Straatliefdegras, Kleine leeuwentand, Heggenduizendknoop en Smalle rolklaver. Ook determineerden we Fallopia x bohemica, Solanum nigrum ssp. nigrum, var. atriplicifolium, alsook ssp. schultesii. We doorkruisten enkele villawijken met droge zandige wegbermen, waar we Klein vogelpootje, Hertshoornweegbree, Hazenpootje, Eekhoorngras en Rode schijnspurrie vonden. Muskuskaasjeskruid en Muursla kregen ook een potloodstreep door hun naam en in een nog resterend vochtig hooiland troffen we Grote egelskop aan. Aan de rand van een akker viel ons oog op een onbekende kruisbloemige, die we met verschillende flora’s maar niet konden op naam brengen. Er was twijfel tussen Diplotaxis en Brassica. Karel had materiaal meegenomen en determineerde met Stace (1991), waarmee hij uitkwam bij Brassica carinata. Jean en Karel gingen ter plaatse nogmaals kijken en na determinatie kwamen ze opnieuw bij deze soort. Bij nader inzien bleek wel dat de plant in feite op het aanpalende hok stond. Maar het is toch een zeer interessante waarneming! Deze afwisselende studiedag leverde 304 taxa op. Stace C. (1991) – New Flora of the Britisch Isles. 1232 p., illus. Cambridge University Press.

Oude kleiputten en spoorweg te Niel Nico Wijsmantel was op 7 augustus gids van dienst in eigen streek en hij trok met 16 botanisten naar een parking aan de spoorweg. We kregen eerst het gebied van de voormalige kleiontginning voorgeschoteld, met daarbij zowel beboste als open stukken en daarna als afzakkertje een juweeltje van een spoorweg. Dergelijke sterk door de mens beïnvloede, maar daarna weer aan de natuur overgelaten terreinen zijn echte "speeltuinen" voor botanici. Zeker als we daarnaast ook nog de spoorlijn meerekenen, waar in het weekend geen treinverkeer is zodat we er ongestoord kunnen rondneuzen. Het moet dus niet verwonderen dat we vooral Middelste ganzerik, Wilde reseda, Wouw, Kleine leeuwenbek, Spiesleeuwenbek, Akkerleeuwenbek, Ijzerhard, Klein liefdegras, Echt duizendguldenkruid, Grote kaardenbol, Bleekgele droogbloem, Zandblauwtje, Kleine teunisbloem, Klein robertskruid, Hazenpootje, Vroege haver, Goudgele en Witte honingklaver, Rode en Zeegroene ganzenvoet en Kaal breukkruid onthouden. Tussen de ballast van de spoorweg groeien zowaar enkele zaailingen van de Anna paulownaboom! Langs de wegen rond de voormalige kleiputten groeit veel Valse voszegge, die af en toe voor Boszegge (niet gevonden in het hok) genomen wordt. We determineerden ook de kruising van Grote en Middelste teunisbloem ... en een Kruipende ganzerik met soms vier, soms vijf kroonblaadjes en drie tot vijf deelblaadjes. Deze werd eerst aanzien voor de kruising tussen Vijfvingerkruid en Kruipganzerik, maar uiteindelijk kwam Kruipganzerik op de lijst. Nico was in de week immers terug

Page 32: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

32

gaan kijken en bij nader toezien bleken toch meer elementen te wijzen op Kruipganzerik. We vinden de laatste jaren evenwel meer en meer dergelijke "bastaarden". Misschien moeten we de Latijnse spreuk enigszins aanpassen in: "warmere tijden, warmere zeden"? In de visvijvers waren opvallend weinig waterplanten te vinden, met uitzondering van een paar plekken met Gele plomp en (een verdacht roze) Witte waterlelie. In een hoek waar de vissers niet komen groeide toch nog een veldje Aarvederkruid. Hoge cyperzegge had evenwel nog een stekje gevonden in het talud van een volgelopen kleiput. En in een gracht troffen we Kleine watereppe aan met haar lidteken op de bladstengel. Op de streeplijst noteerden we uiteindelijk 286 soorten. Oud Waterwinningsgebied Ter Heide te Zedelgem Op 21 augustus was Danny Maddelein opnieuw onze gids te Zedelgem voor de inventarisatie van een oud waterwinningsgebied. Momenteel bestaat dit gebied vooral bestaat uit vochtige bossen, droge heide, natte graslanden, een vijver en de Veldbeek. Danny loodste de 16 deelnemers naar de Diksmuidse heerweg, waar aan de rand van het hok kon geparkeerd worden. Aan de bosrand werd glanshaver uitgetrokken en we zagen weliswaar een knolletje. Hiervoor werd dus ssp. bulbosum genoteerd. Volgens Marc Leten zou deze soort vooral in en rond bossen voorkomen. In een vochtige weide werden we door Marc opnieuw attent gemaakt op een bijzondere grassoort, nl. Moerasstruisgras. Dit is een zeer fijn gras dat grote matten vormt. Op een heidegebied wijst Marc ons ook de andere Agrostis-soort: Zandstruisgras. Uitzonderlijk werden vandaag alle struisgrassen gestreept! Het vochtig bosgebied was op vele plaatsen moeilijk toegankelijk, maar toch konden we er Elzenzegge en Zompzegge aan de streeplijst toevoegen. Pluimzegge en Hoge cyperzegge werden genoteerd en ook Kleine duizendknoop is een mooie vondst. Langs de Veldbeek determineerden we o.m. Waterviolier, Veerdelig tandzaad en Blauw glidkruid. Uit een waterplas werd een plant gevist, die op Schedefonteinkruid leek, maar uiteindelijk Knolrus bleek te zijn. Een hoge afsluiting rondom een heidegied kan de botanisten niet weerhouden om er te gaan rondneuzen. Van ver viel de felle purpere kleur op van de Rode dophei, die eigenlijk alleen voorkomt in het Brugse en in de oostelijke Kempen. De ernaast staande struikhei uit het liedje “ op de purperen hei.....” stelde zich wat meer bescheiden op. Ook Echt duizendguldenkruid, Bosdroogbloem, Bleekgele droogbloem, Zandblauwtje en Tandjesgras wedijverden voor een plaatsje op de heide. Liggend hertshooi, Egelboterbloem en Driebloemige nachtschade brachten het totaal van de streeplijst op 266 taxa. Het Meetjesland te Watervliet In haar vroeger thuisland nam Hedy ons op 4 september traditiegetrouw op sleeptouw voor een inventarisatietocht in het Meetjesland. De talrijke polder-dijken, kanalen en zilte kreken met hun uitzonderlijke flora konden 12 botanisten niet weerhouden om met haar mee te gaan. De voormiddag verliep grotendeels door een agrarisch landschap, dat door de mens sterk beïnvloed wordt. Toch vonden we op de oever van het Leopoldkanaal Slanke waterweegbree. Op een verlaten akker, waar heel wat rommel wordt aangevoerd werd o.m. Slaapbol, komkommer, Prikneus, Tomaat, Goudsbloem enz...genoteerd. Maar we zagen er ook Veerdelig tandzaad, Bouchons, Groene

Page 33: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

33

amarant, Kransnaaldaar en Moeraszuring. Na de middag trokken we naar enkele polderdijken, waar we tenvolle konden genieten van de prachtige dijkflora met Wilde marjolein, Borstelkrans, Gewone agrimonie, Viltig kruiskruid, Grote ratelaar, Kattendoorn, Akkerhoornbloem en zelfs Fijne ooievaarsbek. Als afsluiter had Hedy nog een zilte kreek met de daarbijhorende plantengroei gereserveerd. Maar haar geplande schema liep wat in de war door het feit dat enkele botanisten al naar het zilte terrein waren gegaan vooraleer de dijk verder te volgen. Het was een blij weerzien met een heleboel zoutminnende planten, die normaal aan de kust voorkomen: Zulte, Haaksterrenkroos, Zilte waterranonkel, Zeekraal, Zilte schijnspurrie, Schorrenzoutgras, Klein schorren-kruid, Ruwe bies, Heen, Melkkruid en Strandkweek. De nazomerzon had intussen voor droge kelen gezorgd. Een terras aan de kerk van Watervliet werd vlot ingepalmd door enkele botanisten om nog even na te kaarten over de 225 taxa die op de streeplijst kwamen. Burchtse Weel op Linkeroever Op 18 september was naar gewoonte René Maes onze gids in zijn thuishaven op de Linkeroever. Met 17 deelnemers wilde René het volledige natuurinrich-tingsproject verkennen. Niettegenstaande dit in drie kilometerhokken lag, wist hij het wandeltraject zo te plannen dat er 's voormiddags één (stuk van een) hok gestreept kon worden door Karel. 's Namiddags werd dan nog (een stuk van) een ander hok gestreept door Karel, maar daarna nam Jean het streepwerk over van Karel rond het eigenlijke Weel (om te vermijden dat deze helemaal zou flippen). Door de vele ingrepen in dit gebied vonden we uiteraard allerlei adventieven en leverde dit soms boeiende discussies en determinaties op. Zo kwamen nogal wat ganzenvoeten op de lijst: Liggende, Rode, Zeegroene, Welriekende, Korrel-, Stippel- en uiteraard Melganzenvoet. Op sommige stukken groeide Doornappel en Zegekruid overvloedig. Ook het geslacht Solanum was goed vertegenwoordigd met Glansbesnachtschade, Driebloemige (beide variëteiten) en Zwarte nachtschade (eveneens beide variëteiten). Verder kunnen we Hoge fijnstraal, Bonte luzerne en zijn beide "ouders" vernoemen. Ook de kruising tussen Japanse en Sachalinse duizend-knoop, Bezemkruiskruid, Smal vlieszaad, Slangenkruid, Fraai en Echt duizendguldenkruid, Zomerbitterling, Donderkruid, Duindoorn, Boslathyrus, "Kleine" teunisbloem en Middelste en Noorse ganzerik konden we vermelden. Verder zagen we nog Wouw, Wilde reseda, Grijskruid, Kleine mantelanjer, Aardaker, Moerasbeemdgras, Grote zandkool, Bleekgele droogbloem, Gevlekte rupsklaver, Hazenpootje en Mottenkruid. Een olijfwilg, duidelijk verwilderd uit vroegere aanplantingen, werd door Nico meegenomen en uitgesleuteld op Elaeagnos umbellata. Tot daar de "rariteiten". Maar we vonden ook meer streekeigen soorten als Zulte, Heen, Zandzegge, Strandkweek, Zandweegbree, Hertshoornweegbree, Moeraszuring en Goudzuring. Dit zijn soorten die we op de opgespoten terreinen inde buurt van de brakke Schelde toch mochten verwachten. In hok c4-25-42 noteerden we 144 soorten, in hok c4-25-43 werden dit er 203 en in c4-25-44 tenslotte 202. Een mooie oogst dus.

Waals-Brabant vanuit Wauthier-Braine Op 2 oktober was Chris De Caluwé onze gids voor een plantenstudietocht in Waals-Brabant. Het voorspelde triestige regenweer zal wel een rol gespeeld hebben in de eerder lage opkomst (10 deelnemers). In de voormiddag had

Page 34: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

34

Karel de streper moeite om zijn lijst droog te houden. Een andere "tegenslag" was dat we van het geplande hok slechts de helft vrij konden bezoeken omdat de andere helft (met de dottergraslanden) privaat en verboden terrein was. Dit belette niet dat we 's voormiddags 228 soorten op de lijst konden strepen met als uitschieters Spiesleeuwenbek, Heggenrank, Bosrank, Rapunzel- en Gras-klokje, Reuzenpaardenstaart, Zilverhaver, Struikhei en Blauwe bosbes. Interessant was dat we meerdere havikskruiden konden noteren: Stijf, Muur-, Bos- en Schermhavikskruid en Muizenoortje. Maar daarmee was de kous voor dat hok af... dus trokken we 's namiddags op streeptocht in het aangrenzend hok met Chris als streper. Tegen alle verwachtingen in kwamen ook hier een respectabel aantal soorten op de lijst (196). We bewonderden hier een holle wegberm tussen twee akkers die mooi lila gekleurd werd door een massa Bermooievaarsbek. En als kers op de figuurlijke taart vonden we op die akkers ook nog de zeldzaam geworden Akkerandoorn. Iedereen tevreden en voldaan dus, ook door de echte taart die Chris ons aanbood ter gelegenheid van haar verjaardag. Het Sluizencomplex aan de IJzer te Nieuwpoort Op 16 oktober kon Godfried Warreyn, die onze gids was voor deze inventarisatie, 14 plantenliefhebbers verwelkomen aan het monument van Koning Albert I. Het was al acht jaar geleden dat onze werkgroep al eens die km² rond de 'Ganzenvoet' uitgepluisd had. Dit was toen in de maand augustus, we waren benieuwd of we nu meer of minder soorten zouden vinden. Toen noteerden we daar 243 soorten en nu kwamen we uit op 226. Naast de klassiekers van toen (Dubbelkelk, Grote zandkool, Blauw walstro, Zwarte mosterd, Gevlekte rupsklaver, Scherpe fijnstraal, Kromhals, Stinkende ballote, Bosrank, Selder (de wilde soort), Pastinaak, Muurvaren, Kleine teunisbloem, Langbaardgras, Zanddoddegras en Helm) vonden we toch enkele nieuwe soorten: Grijze mosterd, Alsemambrosia, Hoge fijnstraal, Driebloemnacht-schade, Middelste teunisbloem, Eglantier, Blauw glidkruid, Steenbreekvaren, Tongvaren, Klein- en Straatliefdegras. We vonden ook een rozet van wat waarschijnlijk een Bijenorchis is, maar Godfried zal dat volgend jaar gaan controleren. Ook Knolboterbloem kreeg na heel wat heen en weergemail een streepje op de lijst. Maar soorten als Heggenrank, Kleine majer, Blauw guichelheil, Valse voszegge, Kleine leeuwenbek, Smal vlieszaad, Kamgras, Kleine zandkool, Bermooievaarsbek, Ruige leeuwentand, Kruipend stalkruid, Wilde marjolein, Goudzuring, Zeevet-muur, Waterpunge en Kleverig kruiskruid hebben we dit keer niet gevonden of gezien. Dit komt enerzijds doordat het seizoen al twee maand verder zat en anderzijds omdat een tweetal braakliggende terreinen van toen "gesaneerd" zijn. Het plantenseizoen werd dan afgesloten met het opstellen van een nieuwe veelbelovende agenda voor 2011. Ik bedank alle botanisten voor hun ijverige inzet tijdens de excursies bij het opzoeken en determineren van de talrijke planten, alsook voor de goede sfeer in de groep. Ook dank aan Chris, Jean en Karel voor de hulp bij het strepen en het opstellen van sommige verslagen. Andre Vandenbergh

Page 35: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

35

Programma NWB 2011

De excursies bestaan uit een ganse dag planteninventarisatie in een bepaald kmhok, waarbij ook het gebruik van verschillende plantenboeken aan bod komt. Meebrengen: laarzen, loep, flora’s, lunchpakket met drank. Zaterdag 2 april Bois de la Provision Gids: Luc Allemeersch, tel. 02/361.60.54. Afspraak: 9u. aan het station van Brugelette. Einde om 17u. Zaterdag 16 april Plantenstudiedag in Klein-Brabant Kmhok D4.14.22, een gevariëerd gebied in de Rupelvallei. Gids: Nico Wijsmantel, GSM 0476.66.63.68. Afspraak: 9u. aan de kerk van Eikevliet. Einde om 17u. Zaterdag 30 april Pays des Collines Kmhok F3.11.44, met voorjaarsflora in zuur bos, bronbeken, weiland en akkers. Gids: Erik Cooman, tel. 069/66.15.60. Afspraak: 9u. aan de kerk van Grand Monchaut (ten zuiden van Ellezelles) Zaterdag 14 mei Dendervallei Kmhok D4.41.13, met vochtige hooilanden in het reservaat “Hannaerden”. Gids: Dirk Tas, tel. 053/79.03.50. Afspraak: 9u aan de kerk van Wieze. Einde om 17u. Zondag 22 mei tot zondag 29 mei 2011 Vrijdag 10 juni tot maandag 13 juni Botanisch Pinksterweekend in de Vesder- en Ourthevallei Gidsen: Luc Allemeersch, Chris De Caluwé (tel. 02/361.60.54) en Freddy Wyzen (GSM 0478.65.14.48). Verblijf in halfpension in hotel Halleux te Banneux. Inschrijvingen tot 31.01.2011 door overschrijving van 50€ op rekening 001-0599184-91 van Luc Allemeersch. (een- of tweepersoons-kamer vermelden!). Vier dagen botanie in de omgeving, waarbij Freddy ons op zaterdag 11 juni zal gidsen in kmhok G7.25.41 met de Carrière de Falize, die een gelijkaardige flora vertoont als Heid de Gattes. Afspraak aan de kerk te Remouchamps om 9u30. Zaterdag 25 juni Silsombos Gids: Daniël De Wit, GSM 0477.25.10.32. Afspraak: 9u aan de kerk van Erps. Einde om 17u. Laarzen zijn absoluut noodzakelijk. Zaterdag 23 juli Oostvoorduinen Kmhok C0.48.44, met droge halfoude duinen en een stukje polder. Gids: Godfried Warreyn, tel. 058/51.80.80. Afspraak: 9u. aan het kerkhof van Oostduinkerke (Kerkhofstraat).

Page 36: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

36

Zaterdag 6 augustus Scheldevallei Kmhok E2.46.33, met Scheldeoevers, oude meanders en een oude spoorweg. Gids: Karel de Waele, tel. 09/38.64.560; GSM 0474.77.82.76 Afspraak: 9u. aan de kerk van Ruien. Einde om 17u. Zaterdag 20 augustus Zeekanaal met de Rupelmonding Kmhok C4.54.22, met het Noordelijk Eiland aan de nieuwe zeesluis. Gids: Nico Wijsmantel, GSM 0476.66.63.68. Afspraak: 9u. aan de kerk van Wintam. Einde om 17u. Zaterdag 3 september Het natuurreservaat “De Teut” Drooggevallen vijveroevers, km-hok nog te bepalen. Gids: Lily Gora, GSM 0479.79.93.72. Afspraak: 9u. aan de carpoolparking van afrit 29 op de E314 (Houthalen, Helchteren, Zonhoven). Einde om 17u. Laarzen noodzakelijk. Zaterdag 17 september Blokkersdijk Kmhok C4.25.21 en 22 met opgespoten terreinen van Blokkersdijk. Gids: René Maes, tel. 03/252.41.23. Afsrpaak: 9u. aan de parking van het Frederik Van Eedenplein op de Linkeroever, vlakbij de voetgangerstunnel. Einde om 17u. Zaterdag 1 oktober Steenkoolterril Nog te bepalen kmhok, met de typische flora van terrils. Gids: Luc Allemeersch, tel. 02/361.60.54. Afspraak: 9u. aan het station van Morlanwelz. Einde om 17u. Zaterdag 15 oktober Stadsflora te Leuven Nog te bepalen kmhok, met de stadsrand, de Vaartkom en de Inbev site. Gids: Daniël De Wit, GSM 0477.25.10.32. Afspraak: 9u. aan de parking van de abdij Keizersberg te Leuven (Mechelsestraat 202 Leuven). Einde om 17u. Aansluitend vergadering voor het opstellen van de kalender 2012. Voorstellen kunnen ook vooraf telefonisch of schriftelijk doorgegeven worden aan André Van den Bergh, Vitsgaard 9, 1745 Opwijk, tel. 052/35.05.18, e-mail: [email protected].

Limburgse plantenexcursies

Natuurstudiewerkgroep Natuurpunt Hasselt-Zonhoven http://www.natuurpunthasseltzonhoven.be/ Contacpersonen: Jan Wyers 011 81 55 33, [email protected] Bart Wursten, [email protected]. St.-Jansvijvers 18 augustus

Hierbij de gegevens van de plantenwandeling in de St.Jansvijvers. Het was een zeer aangename avond waarbij we heel wat planten konden strepen. Opvallend was het grote aanbod aan paddenstoelen wat natuurlijk te maken had met het nu vochtige weer. Ondanks het niet al te warme weer hebben we

Page 37: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

37

toch enkele boomkikkers weten te spotten, zowel aan de vijvers van de viskwekers als op door natuurpunt aangekochte percelen. Wijvenheide 25 augustus

De plantenwandeling van vorige woensdag in de Zonderik leverde een bijzonder interessante lijst op. Wie de lijst overloopt ziet meteen het grote aantal niet alledaagse maar bijzondere plantennamen. Of wat te zeggen van planten als Kruipende moerasweegbree, Gesteeld glaskroos, Lidsteng, Naald-waterbies, Vlottende bies, Echt waterlepeltje,... Eén van de mooiste ontdekkingen van de dag waren echter vier heikikkers. De eerste waarneming van heikikkers in dit gebied sinds jaren.

Tommelen 1 september

Op de weg naar de bommenkraterwei moest gesleuteld worden voor een bepaalde soort fijnstraal die we dit seizoen nog niet tegenkwamen. Dit resulteerde in de 'Gevlamde fijnstraal'. Het was opvallend dat het gebied ditmaal gemakkelijk kon bewandeld worden. Het hinderlijke hoge gras van weleer was nu, omwille van begrazing door vee, overal redelijk ingekort. Als gevolg van de voorbije regenperiode waren ook de poelen zelf allemaal met water gevuld. In het kader van natuurbeheer werden eerder een aantal poelen door onze werkploeg gemaaid. Ook werd de exoot Waterteunisbloem, die in één van de voorste poelen voorkomt, uitgegraven. Dit laatste zal nogmaals moeten gebeuren want we vonden nog enkele bloeiende exemplaren. De plantenlijst groeide gestaag aan want er kon zowel naast als in de poelen volop gestreept worden. Naast heel wat gewone soorten kwamen ook opmerkelijke en soms zeldzame soorten voor. Zo zagen we o.a. Loos blaasjeskruid, Kruipende moerasweegbree, Kikkerbeet en Mattenbies. In één van de laatste poelen die we op het einde van de wandeling aandeden werd de vondst van de dag gedaan n.l. Lidsteng. Er kwamen meerdere planten van voor. Bij de jaarlijkse inventarisaties werd Lidsteng nooit eerder gevonden. Zoals gebruikelijk bij de laatste wandeling van het seizoen werd afgesloten met een natje en een droogje. Dat kon ditmaal zeer comfortabel gebeuren want we konden de tuininfrastructuur van onze voorzitter Jos gebruiken. We waren erg tevreden om na de inspannende wandeling op een stoeltje of bank bij sfeerverlichting te kunnen rusten en bij een lekker glas wijn of bier na te genieten van een tof en in alle opzichten geslaagd plantenseizoen. Het slagen van dergelijk wandelingen hangt voor een belangrijk deel af van een goede gids en plantenkenner. Wij prijzen ons gelukkig want van de eerste tot de

Eerste vondst van Lidsteng in poel

Voor onze laatste plantenwandeling van dit seizoen in ons natuurgebied Tommelen in Hasselt daagden niet minder dan 17 plantenliefhebbers op. De start van de wandeling werd gegeven onder de brug over de spoorweg. Er kon al meteen vanaf deze brug gestreept worden omdat het kilometerhok met de bommenkraters al vanaf daar begint.

Page 38: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

38

laatste wandeling mochten we beroep doen op onze LUC. Een welgemeend dank je wel Luc!!!

Plantenwerkgroep Natuurpunt De Wielewaal

Excursieverslagen Uitstap naar Kalmthout 14 augustus 2010 Op vraag van Joris Pinseel gingen we half augustus mee naar planten snuffelen in een perceel aan het Stappersven. Een dennenbos palend aan het ven kent een onderbegroeiing van Blauwe bosbes, Brede en Smalle stekel-varen en Veelbloemige veldbies. Naast de dennen zijn ook Zomereik, Ruwe en Zachte berk aanwezig. Het Heideblauwtje fladderde samen met nog andere vlinders zoals het Oranje zandoogje en Kleine vuurvlinder tussen Struikhei en Dophei. Joris wilde oorspronkelijk nog dichter tegen het ven geraken, maar de Pijpenstrootjesbulten maakten het ons alles behalve gemakkelijk. Opnieuw in de bossen vonden we naast de courante soorten ook Schapenzuring, Greppel-rus, Tengere rus, Pilzegge en Mannetjesvaren. Rode bosbes stond nog altijd op een plaats die Joris al van lang geleden kende. De bermen in het bos hebben soorten uit allerlei milieus. Moerasmuur, Waterpeper en Tijmereprijs staan naast Dolle kervel, Brede wespenorchis, Bosveldkers en Bloedzuring. Het was een interessante ervaring, temeer omdat we dankzij het stralende weer heel wat insecten konden zien. Grote Netevallei, Berlaar Zaterdag 28 augustus In kader van de monitoring van onze eigen natuurgebieden, kregen die het voorbije jaar wat meer aandacht. Broekelst in Berlaar is, zoals de naam het zegt, een nat gebied. Het situeert zich tussen de Gestelbeek en een akker. Het is voor vogels zeer interessant dankzij een ontoegankelijke grote rietpartij, wilgenstruweel en ruigtekruiden. Blauwborst is een jaarlijks terugkerende broedvogel. Eind juli, wanneer alles volop bloeide gingen we een kijkje nemen. De typische moerasplanten zijn aanwezig: Moerasspirea, Engelwortel, Katten-staart, Grote wederik, Gele lis, Moerasandoorn, Echte koekoeksbloem, Water-muur en Wilde bertram. Het voorkomen van Korrelganzevoet, Spiesmelde en Moerasdroogbloem wijst op de invloed van de akkers ernaast. Het Riet aan de kant van een dwarsgracht krijgt concurrentie van Haagwinde en Grote brand-netel. Deze laatsten waren op hun beurt helemaal overgroeid met Groot Warkruid. In de onderbegroeiing van een aanpalend populierenbos, dat sinds kort ook bij het perceel hoort, stonden eveneens enkele planten die het vermelden waard zijn. Echte valeriaan, Watertorkruid, Moeraswalstro en Moerasspirea wijzen er op dat dit terrein nog wat potenties heeft. We komen zeker in mei eens terug om de voorjaarsflora te bestuderen. Excursiekalender 2011 Leiding: Kristine Wuyts 03/481 94 79 Stevig schoeisel, bij nat weer laarzen. Een loep en flora kan handig zijn.

Zaterdag 12 maart Knoppen - en bottentocht – Fort van Kessel Afspraak: 14 u. ingang Fort van Kessel, einde Fortstraat

Page 39: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

39

Zaterdag 9 april Voorjaarsbloeiers in de Brede Zeyp te Koningshooikt Afspraak: 14 u. aan het Fort van Koningshooikt, Donderheide 3, zijstraat van de Beukheuvel Zaterdag 7 mei Bloeiende grassen en zeggen in de Steenbeemden,

Kessel Afsrpaak: 14 u. Badhuis, Emblemsesteenweg 73 te Kessel Zaterdag 14 mei Inventarisatie in het Fort van Kessel Afspraak: 14u. Ingang Fort, Fortstraat te Kessel. Zaterdag 21 mei Determineren van moerasplanten in natuurgebied het

Hutteke te Berlaar Afspraak: 9u30 Molenlei 74 te Berlaar Leiding: Kristine Wuyts, 03/481 94 79, laarzen, flora en loep Zaterdag 18 juni Inventarisatie Viersels Gebroekt Afspraak: 14u Kerk Viersel

Activiteiten Planten- & Zwammenwerkgroep Natuurpunt Schijnvallei 2011

De planteninventarisaties door de planten- & zwammenwerkgroep gaan door op vrijdagmorgen van 9 u. tot 12 u. We starten op vrijdag 15 april 2011 en gaan door tot en met vrijdag 26 augustus 2011. Op het programma voor 2011 staat de verdere inventarisatie van het magnifiek natuurgebied de Lovenhoek te Vorselaar. We werken hiervoor nauw samen met o.a. Louis Bertels van Natuurpunt Nete & Aa. Een echt buitenkansje om kennis te maken met een zeer waardevol aaneengesloten brok natuur. Vermits er heel wat vochtige gedeeltes zijn is waterdicht schoeisel een must, ook een loep en eventueel een flora kunnen van pas komen. Plaats van samenkomst is voorlopig de kerk van Pulderbos. Het is mogelijk dat we in een later stadium, naargelang we vorderen op het terrein, van afspraakplaats veranderen. Je kan best als je een week niet mee bent geweest, informeren bij Staf Brusseleers op de Plant-o-foon nummer 0479 31 08 28 of mailen naar [email protected] om de juiste afspraakplaats aan de weet te komen. Ook elke dinsdagmorgen tussen 9 u. en 12 u. is de planten- & zwammen-werkgroep actief, en dit het gehele jaar door. We doen dan natuurexcursies zowel in de eigen gebieden van de afdeling als in de natuurgebieden & domeinbossen, gelegen in de wijde omgeving. Naargelang het seizoen komen zowel mossen, lichenen, planten & fungi aan bod. Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom op onze dinsdag- & vrijdag-excursies, ook absolute beginners. Belangstellenden die op de hoogte willen gehouden worden van onze activiteiten kunnen hun e-mailadres doorsturen

Page 40: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

40

naar [email protected] of naar [email protected]. Je kan ook bellen voor informatie naar het secretariaat van Natuurpunt Schijnvallei op nummer 03 354 55 06.

Plantenwerkgroep Zuidwest-Brabant

Enkele boeiende vondsten in bloeiend Zuidwest-Brabant in 2010 Jan Janssens & Chris De Caluwé Ruig hertshooi (Hypericum hirsutum) vonden wij in Hoeilaart (Groenendaal) en in Gaasbeek, in vochtige zones in de nabijheid van vijvers. Beide groeiplaatsen zijn licht beschaduwd (bosrand). In het kasteeldomein van Gaasbeek groeien Spekwortel (Tamus communis) en Heelkruid (Sanicula europaea) op een talud aan de bosrand (overgang bos naar weide). De bodem is niet (zichtbaar) vochtig en er is geen water in de on-middellijke omgeving. Het Heelkruid bedekt hier nog een behoorlijke opper-vlakte (meer dan 2 m²) en vormt dus een nog vitale populatie. Ook in het Bois du Chapitre in Braine-le-Château werden aanzienlijke aantallen Heelkruid aangetroffen. Het groeit hier langsheen bronbeekjes, op lichte ver-hevenheden, een paar decimeter boven het wateroppervlak (in het Hallerbos groeit dit in een zeer gelijkaardige biotoop). Nog in het Bois du Chapitre vonden wij Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium) en Eenbes (Paris quadrifolia), niet echt zeldzaam in Zuidwest-Brabant maar altijd mooi mee-genomen. Het kasteelpark in Buizingen herbergt een kleine populatie Adderwortel (Polygonum bistorta) op een vochtige plek bij een beekje. In Kester en Gaasbeek mochten wij ons verheugen over de vondst van Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum), telkens in vrij grote aantallen en op grazige, licht beschaduwde taluds (bos en houtkant in de nabijheid). Nog in Kester groeiden een tiental toefjes Eekhoorngras (Vulpia bromoides) tussen de voegen van stenen aan de voet van een monument. In Lembeek stond in twee verruigde weiden Graslathyrus (Lathyrus nissolia) te pronken met zijn diep roze-rode vlaggen, telkens in voldoende grote populaties om nog lang stand te kunnen houden. De vraag is of het gebied nog lang als grasland beheerd zal blijven en de gunstige groeiomstandigheden op termijn niet in het gedrang komen. Ook een andere groeiplaats van Graslathyrus nabij de dorpskern van Lembeek dreigt vroeg of laat omgetoverd te worden tot een ‘fraai plantsoentje’. In één van deze graslanden vonden wij, op een vochtige plaats naast een beekje, Watergras (Catabrosa aquatica). In een verkommerd hoekje van een bedrijfsterrein in de buurt, groeiden enkele exemplaren Blauw walstro (Sherardia arvensis). Een eerder verloederd dotterbloemgrasland in Braine-le Château kon ons toch nog bekoren met Snavelzegge (Carex rostrata), Zwarte zegge (Carex nigra) en een grote hoeveelheid Holpijp (Equisetum fluviatile). In Vlezenbeek, in de vallei van de Zobbroekbeek, prijkten de lichtroze bloem-pjes van Akkerandoorn (Stachys arvensis) aan de rand van een graanakker op leem. Een bijzonder zeldzame verschijning in Zuidwest-Brabant. In St.-Genesius-Rode bezochten wij een ons gekende groeiplaats van Tong-varen (Asplenium scolopendrium). Deze varen groeit hier op een bijna

Page 41: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

41

loodrechte, beboste steilrand. Tijdens dezelfde excursie vonden wij ook een groeiplaats van het duidelijk herkenbare Getand vlotgras (Glyceria declinata). In Buizingen raken wij even in de knoei bij een stevig exemplaar van “Vijf-vingerkruid (Potentilla reptans)” met eigenaardig genoeg … slechts vier kroon-bladen. Bij een latere streeptocht met de NWB in Niel treffen wij gelijkaardige planten aan. Mogelijk betreft het Potentilla x mixta, een kruising van Vijfvinger-kruid met Kruipganzerik. De groeiplaats is een met dolomiet verharde strook naast de spoorweg. In het Maasdalbos, Natuurpunt-reservaat in Halle, werden wij aangenaam verrast door twee bloeiende toefjes Borstelbies (Scirpus setaceus). Daarnaast groeiden op een zandige kaalslag, Echt duizendguldenkruid (Centaurium erytraea), Bleke zegge (Carex pallescens), Hazenzegge (Carex ovalis), Liggend hertshooi (Hypericum humifusum) en Boskruiskruid (Senecio sylvaticus). Eerder verontrustend was de vondst van Watercrassulla in één van de vijvertjes. Jan Wauters had ons Knollathyrus (Lathyrus linifolius) en Vingerzegge (Carex digitata) gesignaleerd in Dworp. Tijdens de excursie op 16 juli konden wij de Knollathyrus lokaliseren, maar bij gebrek aan bloeiwijzen werd de Vingerzegge (die wij vermoedelijk wel zagen) niet gestreept. De groeiplaats van beide soor-ten is een steile, zandige berm van een beboste holle weg. In Lot vonden wij in een wegrand langs het kanaal Brussel-Charleroi, Herts-hoornweegbree (Plantago coronopus), een soort die in Zuidwest-Brabant nog niet courant is. De blikvangers van onze excursie naar Hoeilaart waren een tiental exemplaren Spiesleeuwebek (Kickxia elatine) die aan de rand van een maïsakker bloeiden. In Clabecq gingen wij een kijkje nemen naar een ons door Francine Nouls gesignaleerde groeiplaats van Naakte lathyrus (Lathyrus aphaca). Deze in Vlaanderen uiterst zeldzame soort, groeit er in grote aantallen in een grazige berm langs het kanaal Brussel-Charleroi. In Braine-l’Alleud groeit aan de rand van een schapenweide op zandige bodem veel Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus). Op de oever van de Zenne in Beersel bezochten wij een ons gekende groei-plaats van Kleine kaardenbol (Dipsacus pilosus). Wij hebben het gevoel dat zij de laatste tien jaar in aantal zijn afgenomen zijn. Alle ons in Zuidwest-Brabant gekende groeiplaatsen situeren zich in de nabijheid van de Zenne. Ten slotte nog een greep uit de “leutige” waarnemingen: Klein vogelpootje (Ornithopus perpusillus), Doornappel (Datura stramonium), Donderkruid (Inula conyza), Groot glaskruid (Parietaria officinalis), Klein glaskruid (Parietaria judaica) en Liggend walstro (Gallium saxatile). Wij zijn wel eens geneigd te denken dat het gras elders altijd groener is. Doch, na jaren struinen door onze regio ontdekken wij nog geregeld ongekende, bekoorlijke plekjes met interessante, mooie en zeldzame planten. Dat houdt de spirit in de groep en maakt dat onze begeesterde plantenliefhebbers nu reeds uitkijken naar het volgende groei- en bloeiseizoen.

Plantenwerkgroep ALLIUM - Denderstreek

Peter Tolleneer Beste natuur bestudeerders/minners/beschermers, genieters… Hierbij de nieuwe excursiekalender van Allium voor het jaar 2011.

Page 42: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

42

Tijdens dit afgelopen streepjaar hebben we in gebieden gestreept die qua (aantal) soorten geweldig waren met ook heel prachtige landschappen en interessante botanische vondsten. We zijn gestart/bezig met het invoeren van de data hiervan in FLORABANK. Met het te verwachten lenteweer van volgend jaar reeds in gedachte staan we opnieuw te popelen om ons 37ste jaar te beginnen. We beschikken intussen over heel wat informatie over de natuur (vooral flora) en na al die jaren ook meer en meer over onszelf. En uiteraard blijven we ook heel graag dit zevenendertigste jaar bezig met strepen. Natuurbewondering en beleving staan zoals altijd op het programma. Er word naast planten ook naar ander natuurschoon gekeken. We hebben dus weer een mooi inventarisatieprogramma voor 2011 samengesteld. En wat het op het terrein precies zal worden kan je best zelf komen meebeleven en ervaren. In 2011 inventariseren we in de streek van en rond Herzele. Meerbepaald op grondgebied van Herzele, Erpe-Mere en Haaltert. Onze eerste excursie gaat door op zondag 10 april in de omgeving van Ressegem, Opaaigem en in Aaigem zelf. Ik wil het jullie graag van harte aanbevelen. Dus noteer alvast de vastgelegde kalender data in uw agenda en (misschien) ook in die van uw partner. Ken je nog plantenliefhebbers? Stuur gerust deze info door of nodig hen uit eens mee te komen. Voorkennis is echt niet vereist. Men kan er kennis maken met misschien een nieuwe interesse… Of door het aanschouwen van al deze gepassioneerde plantenliefhebberij er zelf door gepassioneerd worden… We inventariseren planten en kijken ook naar mossen, paddenstoelen, insecten, spinnen, slakken en zelfs vogels. We hebben oog voor alles wat op ons pad komt. Of wil je gewoon eens nieuwe dingen zien, iets bijleren, eens in een andere omgeving of gebied komen. Vergezel ons op onze excursies, carpooling is telkens voorzien. Graag wil ik ook een warme oproep doen naar de JNM’rs toe om ook eens of liefst meer dan eens mee te gaan. Zo kunnen we de mogelijkheid benutten om de jarenlang opgebouwde kennis en ervaring op een heel plezante manier door te geven aan jongere generaties. Wees Welkom! OPGELET NIEUW ADRES sedert juli 2010! Allium Regionale plantenwerkgroep Denderstreek Pa.; Peter Tolleneer Regelsbruggestraat 100 9300 Aalst 053/57 00 84 [email protected] [email protected] PS: voor een duurzaam beheer en het beschermen van natuur is kennis nodig, er blijft nog altijd veel te leren… en kennis te delen J

Page 43: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

43

Excursiekalender Afspraak op de parking van het stedelijk kerkhof in de Leo De Bethunelaan in Aalst. Op zondag spreken we af om 8u.30 en op woensdag om 18u.30. Zondag 10 april E3-16-33 Herzele, Erpe-Mere, Aaigem,

Resegem/ Molenbeek Zondag 1 mei E3-16-32 Erpe-Mere, Aaigem, Haaltert Zondag 15 mei E3-26-13 Herzele,Woubrechtegem / Merenhoek Woensdag 25 mei E3-26-12 Haaltert, Erpe-Mere, Aaigem, Herzele-

Woubrechtegem/ Hele Woensdag 1 juni E3-26-12 Herzele, Woubrechtegem, Haaltert

Oude Plaats Woensdag 8 juni E3-16-34 Erpe-Mere, Aaigem, Haaltert,

Heldergem / Berg Woensdag 27 juli E3-16-33 Herzele, Erpe-Mere, Aaigem,

Resegem / Molenbeek Woensdag 3 augustus E3-16-32 Erpe-Mere, Aaigem, Haaltert Zondag 21 augustus E3-26-13 Herzele, Woubrechtegem / Merenhoek Zondag 4 september E3-26-12 Haaltert, Erpe-Mere, Aaigem, Herzele-

Woubrechtegem / Hele Zondag 25 september E3-26-14 Herzele-Woubrechtegem, Haaltert /

Oude plaats

Zondag 9 oktober E3-16-34 Erpe-Mere, Aaigem, Haaltert- Heldergem / Berg

PWG Vlaamse Ardennen plus Flora-streeplijsten van enkele Europese landen Ter voorbereiding van mijn natuurreizen met onze Natuurpuntafdelingen Vlaamse Ardennen plus, heb ik me de laatste tientallen jaren "geamuseerd" om lijsten van de flora van onze reisdoellanden te maken met bijhorende streeplijst. Deze streeplijsten zijn handig om tijdens de uitstappen te noteren wat we aan flora zagen. Om dit pluiswerk niet 'nutteloos' onder het stof in mijn computer te laten, vind ik het beter die streeplijsten ook ter beschikking te stellen van iedereen die hierin geïnteresseerd is. Een mailtje naar karel.de.waele@skynet volstaat om ze electronisch toegestuurd te krijgen. De enige tegenprestatie die ik vraag is om eventuele opmerkingen of aanvullingen aan mij te signaleren... En als er een botanisch verslag van jullie reis gemaakt wordt me dit eventueel ook door te mailen. De landen waarvoor ik streeplijsten gemaakt heb zijn: Frankrijk, de Balearen, Gomera, La Palma, Tenerife, Roemenië, Jugoslavië, Oostenrijk, Orkney en Shetland, Sardinië, Wales, Wit-Rusland, Zweden.

Page 44: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

44

Excursieverslagen Najaarsflora deel 1 in Zingem 28 augustus Gids: Jacques vanheuverswyn (Karel belet en Willy ziek) 10 deelnemers. De excursie liep voor een groot deel langs de Schelde en de Weistraat. Jacques kreeg assistentie van Koen Verhoeyen, die de Wetenschappelijke streeplijst invulde, terwijl Jacques de Nederlandstalige gebruikte. Een vijftal keren werd de flora nagecheckt bv. bij Herik en Knopherik, bij de Late guldenroede... Er was ook één man (Pierre Van Vooren) die de grassen goed kende... zegges werden ook gecheckt. Alleen van de Tweerijige zegge in het reservaat zijn we niet 100% zeker (geen vruchten gevonden). Maar na overleg achteraf tussen Pierre en Karel werd ze toch aangestreept. Al bij al een zeer leerrijke tocht. Najaarsflora deel 2 in Zingem 11 september Gids: Karel De Waele 9 deelnemers Ditmaal was de dorpskom aan de beurt met ook een stukje landelijke paadjes (tussen de maïs). Op de kerkhofmuur, maar ook op enkele andere muurtjes zochten en vonden we Muurvaren. Een zaailing waarvan we dachten dat het van de Anna Paulownaboom was kreeg wat later bevestiging toen we een volwassen boom met rijpe zaaddozen aan het gemeentehuis zagen. Op enkele braakliggende terreintjes noteerden we Doornappel, Late guldenroede, Koningskaars, Draadgierst en Bezemkruiskruid. En uiteraard vonden we ook hier en daar wat uit tuinen ontsnapte soorten zoals Mierikswortel, Gehoornde klaverzuring en Kruipend zenegroen met paarse bladeren. Tussen de kasseien zochten en vonden we inderdaad ook Klein en Straatliefdegras. Op die manier kwamen niet minder dan 204 soorten op het lijstje. Urbane flora deel 1 in Vinkt 25 september Gids: Karel De Waele 8 deelnemers Hoewel Vinkt een eerder landelijk dorp is zijn er de laatste tijd genoeg grootschalige werken bezig die een kans bieden aan wat men urbane flora noemt, typisch voor braakliggende en verstoorde terreinen. Anders kan men hier de aanwezigheid niet verklaren van Gevlekte rupsklaver, Straatliefdegras, Grote zandkool, Hoge fijnstraal, Pluimgierst, Kleine majer, Wouw, Steenraket, Viltig kruiskruid en Wilde postelein. We vonden zelfs een Doornappel met lila bloemen en Goudzuring, een soort die men eerder verwacht in zilte of brakke biotopen. Zaailingen van Vlinderstruik en Vederesdoorn waren duidelijk uit tuinen ontsnapt. De deelnemers keken ook met bewondering naar de weelderige Tongvarens op een muurtje op het schoolpleintje. En hoewel we op het onlangs grondig gerenoveerde en opgekuiste kerkhof slechts één schamel plantje Muurvaren vonden, werd dit gecompenseerd door een ander oud muurtje in het dorp met toch enkele tientallen exemplaren van dit schattig varentje. We verkenden slechts ¼ van onze km² (nl. de dorpskern) maar kwamen toch op 147 soorten op de lijst. Urbane Flora deel 2 in Astene 9 oktober Gids: Karel De Waele 17 deelnemers Aan de kerk hadden we al onmiddellijk “prijs”: aan de voet van de kerkgevel stond een Alsemambrosia, een adventief die de laatste jaren via vogelvoer aan het oprukken is. Meer leuks had het kerkhof niet te bieden en we zochten er ook vergeefs naar Muurvaren. Dit werd later op onze tocht wel gecompenseerd

Page 45: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

45

op de muren van Astene Sas. Onze aandacht was zo gefocust op wat er op de grond groeide dat we waarschijnlijk de verbaasde blikken van de voorbijgangers niet gezien hebben. Die vroegen zich waarschijnlijk af wat die ‘bende’ aan het zoeken was op al die vuile en verwaarloosde perceeltjes en hoekjes in de bebouwde kom. Maar wij hadden het te druk met het determineren van enkele lastige basterdwederiken, die ons noodzaakten er de flora’s en loep bij te nemen. Die braakliggende “overhoekjes” bezorgden ons Hoge fijnstraal, Middelste teunisbloem, Koningskaars, Bezemkruiskruid en Jakobskruiskruid,... Op de grazige en zandige wegbermen in een recente verkaveling ontdekten we ook nog Hazenpootje. En aan een poel langs een helder beekje kwamen er ook nog enkele waterminnende planten als Zwart tandzaad, Blaartrekkende boterbloem, Klein kroos, Watermunt, Grote lisdodde, Gele lis, Grote egelskop, IJle zegge en Hoge cyperzegge bij. Zo groeide onze lijst aan tot 190 soorten. De excursie werd gezellig afgesloten met een tractatie door de gids, ter gelegenheid van zijn laatste plantentocht als officiële PWG-voorzitter.

Excursiekalender Vanaf 1/1/2011 kan je terecht bij Sylvie De Coster voor meer info over de excursies [email protected].

Plantenwerkgroep Gent Excursieverslagen Donderdag 2 september d2-38-21, Kasteel van Deurle Ongelooflijk maar het seizoen is alweer voorbij en dus gingen we donderdag voor onze laatste avond dit jaar samen op streeptocht, “we” waren deze keer 6 mannen en 7 vrouwen (HA!), een mooie groep om mee af te sluiten. Natuurlijk zagen we weer veel alledaagse plantjes langs de straten, maar toch ook enkele hier in het Gentse minder courante soorten: Liggend hertshooi, Basterdklaver, Heksenkruid, Mannetjesereprijs en het altijd weer graag geziene Vogelpootje. Uit een tuin ontsnapt maar daarom niet minder mooi was een bedje vol Roze winterpostelein. Dé kers op de taart was echter een groepje Echte guldenroede onder een boom, gewoon langs de weg. Vorige week had onze streper een plantje mee naar huis genomen om onder de bino te leggen om met zekerheid uit te maken of het om Kleine – dan wel om Draadklaver ging. Ook deze keer werd een exemplaartje van deze laatste soort gevonden. Jean noteerde voor ons volgende kenmerken om in het oog houden: 1. Bloem geel volgens De Langhe soms bruingeel en volgens Heukels na de

bloei geelbruin. 2. Vlag geplooid, niet of zwak gestreept (DL), duidelijk in lengte geplooid (H) 3. Hoofdjes < 1cm, 4- blaadjes ± zittend, steeltjes ± even lang (DL), steeltjes

zeer kort, ± even lang (H) De zomer is duidelijk voorbij en dat laat zich ook merken aan de steeds vroeger invallende duisternis en de daardoor steeds korter wordende

Page 46: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

46

streeptochten. In de lente staan we er weer om weer andere hoekjes van Gent te inventariseren. En iedereen met liefde voor de planten is altijd welkom in ons midden! Kristel Keppens

Plantenwerkgroep Scheldeland

Info: Danny & Christine 09/367.95.49

last-minute 0478/82.87.81 Excursiekalender 2011

Zondag 20 maart Nonnenbos, Serskamp Lenteflora in het natuurgebied Afspraak: 9u. Stopplaats NMBS, Serskamp Zaterdag 9 april Bos Oud-Smetlede Inventarisatie voorjaarsflora Afspraak: 9u. Kruispunt Smetledestwg/ Braektestraat Zaterdag 23 april Bastenakkers, Wetteren Inventarisatie reservaatspercelen Afsrpaak: 9u. Kerk Wetteren Ten Eede Maandag 9 mei Ham, Wetteren Lenteflora op het nieuwe terrein Afspraak: 9u. Scheppersinstituut Wetteren, Cooppallaan 128 Maandag 23 mei Oever Kalkenvaart Nieuw aangelegde vaartoever ANB Afspraak: 19u. Vaartplein, Kalken Maandag 13 juni Boombos, Kalken Inventarisatie reservaatspercelen Afspraak: 19u. Kerk, Kalken Zaterdag 2 juli d’ heide/ Paelepel-bos Zomerflora op reservaatpercelen Afspraak: 19u. Kerk, Kalken Maandag 1 augustus Zandbergen/kerkhof Inventarisatie zandig biotoop Afspraak: 19u. Noteloze Notelaar, Wetteren Zaterdag 28 augustus Molenmeers, Kalken Inventarisatie reservaatspercelen Afspraak: 9u. Vaartplein, Kalken

Page 47: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

47

Zondag 11 september Brugstraat, Kalken Akkeronkruiden/Inventarisatie Zwart gat voor planten Afspraak: 9u. Brugstraat, Kalken

Plantenwerkgroep Duinviooltje

Jaarverslag 2010 Godfried Warreyn In 2010 organiseerde onze werkgroep 14 activiteiten en zoals steeds deden we elke gemeente van ons werkgebied minstens één maal aan. Bijna alle activiteiten waren inventarisaties van één km²; de enige uitzondering was de uitstap op 25 juli naar de Ijzermonding. Elk jaar in die periode gaan we daar op bezoek om te genieten van de bloeiende “zwinneblommen” of Lamsoor. Onze eerste streeptocht ging op 24 april naar Wulpen. Zo vroeg in het jaar waren de verwachtingen niet al te hoog gespannen maar met 199 soorten was dit toch al een fameus begin. Uitschieters waren: Selderij (wild), Absintalsem en Wilde peterselie. Een paar weken later op 8 mei in Avekapelle vonden we ook weer een mooi aantal soorten (172) en vooral het Muizenstaartje en de Schijnaardbei waren speciaal.

Muizenstaartje Nachtsilene in boei

Op 22 mei streepten we rond de Guldenzandstraat en de Doornpannestraat in Oostduinkerke en meteen deden we ook mee aan het “Weekend van de Biodiversiteit”. Het zal niet verbazen dat we daar een hele resem Rode-Lijstsoorten vonden, vooral in de Doornpanne. Enkele van die soorten: Hondskruid, Ruige scheefkelk, Driedistel, Donderkruid, Voorjaarsganzerik, Liggend bergvlas, Hondsviooltje enz… Van de 243 soorten staan er 23 op de Rode Lijst. Samen met enkele vogels, mossen, korstmossen, dagvlinders enz. kwam ons “biodiversiteitstotaal” aan 322 soorten. Onze volgende uitstap op 26 juni ging naar de Oostvoorduinen en een stukje polder in Oostduinkerke. Opnieuw mochten we enkele niet-alledaagse soorten noteren zoals: Kalkbedstro, Bevertjes, Bergdravik, Bos- en Brede orchis, Bokkenorchis, Paarbladig fonteinkruid, Walstrobremraap, Nachtsilene, Ruwe en Gestreepte klaver, Goudhaver enz… Het totaal kwam op 246 soorten te staan. Natuurlijk weten de meeste natuurliefhebbers wel dat de Oostvoorduinen dé botanische parel is van de Westkust en zelfs van de ganse kust. De streeptocht van 3 juli leverde heel wat minder soorten op want we gingen de polders in. ’s Heer Willemskapelle (tussen Avekapelle en Pervijze) is wat men noemt een “agrarisch” gebied waar dank zij de gedane ruilverkaveling toch heel

Page 48: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

48

wat natuur te vinden is. We kwamen aan 135 soorten met als speciale soorten: Veldgerst, Platte en Zilte rus. Leisele, op het Plateau van Izenberge, waar we naartoe gingen op 10 juli was ook heel gewoon. Wel vonden we op een verruigd stuk enkele rare soorten zoals: Paardebloemstreepzaad, Wouw, Wilde reseda en Muskuskaasjeskruid. Van dit kilometerhok was er slechts één soort gekend en die vonden we niet terug! Maar we telden er 135 niet gekende soorten… Zoals te verwachten leverde een stuk van Veurne-stad op 17 juli veel meer soorten op. Daarbij waren wel heel wat ontsnapte soorten uit tuinen die we terugvonden in wegbermen of tussen de straatstenen. De grootste verras-singen waren Hondskruid (2 exemplaren op het talud van de autoweg), Zilte zegge en Knopig doornzaad. We streepten daar 301 soorten en dat was meteen het hoogste aantal van 2010. De regenachtige augustusmaand speelde ons parten in Ramskapelle op 31 augustus. Maar regen of geen regen de streeptocht “must go on”. Tot onze verbazing vonden we toch 153 soorten maar de 2 gekende soorten (Kamgras en Veldgerst) vonden we niet terug. Behalve enkele meldes en ganzenvoeten vonden we ook Witte waterkers. Dat was de enige vermeldenswaardige soort in dat hok.

Knopig doornzaad Moeraswespenorchis

Vinkem, eveneens op het Plateau van Izenberge, was vergelijkbaar met Leisele, d.w.z. geen zeldzame dingen behalve een Grote bevernel en een totaal van 151 soorten. Op 14 augustus inventariseerden we een ander uitzonderlijk gebied: de omgeving van het Vissersdorp in De Panne met een stukje van het Westhoekreservaat. Opvallend maar natuurlijk niet onverwacht is daar het grote aantal zeldzame plantensoorten (Rode-lijstsoorten) zoals Zeevenkel, Teer guichelheil, Dwerg-bloem, Kalkbedstro, Zeewinde, Strandbiet, Blauwe zeedistel, Parnassia, Geel-hartje, Duingentiaan, Moeraswespenorchis Strandduizendguldenkruid, Bokken-orchis en nog heel wat andere zeldzaamheden waaronder vier andere soorten orchideeën. We telden er 263 soorten. Op 28 augustus bezochten we opnieuw een heel ander gebied. Nieuwpoort-stad met een stukje havengebied was veel meer gevarieerd dan verwacht. Dat is een van de aangename kanten van onze hobby dat we nooit op voorhand

Page 49: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

49

weten wat er ons te wachten staat en we hebben toch dikwijls heel verrassende vondsten. Op de rechteroever van de Ijzermonding troffen we enkele halofielen aan zoals Lamsoor, Strandmelde, Zeeraket, Gerande schijnspurrie en Klein schorren-kruid. Tussen de straatstenen zijn er natuurlijk andere soorten zoals de twee “liefdegrassen” en zelfs Hertshoornweegbree. Maar de meest speciale dingen vonden we op een verruigd stuk niet ver van de Kinderboerderij. Niet-alledaagse waren: Fluweelblad, Gingellikruid en Beklierde nachtschade.

Op 16 oktober tenslotte kwam de NWB (Nationale Werkgroep Botanie) strepen in ons territorium en we gingen natuurlijk mee. Alhoewel veel soorten al verdwenen waren werden er toch 226 planten gestreept. De havenmuren leverden ons enkele mooie soorten op o.a. Steenbreekvaren. Ook de dijken langs de kanalen zijn redelijk rijk en als we dan nog een paar straten aflopen vinden we opnieuw liefdegrassen en dergelijke. Al bij al was dit toch een zeer geslaagde dag. Tot slot wil ik alle medewerkers hartelijk danken voor hun bijdrage en ik hoop ze allemaal, gezond en wel, terug te zien vanaf april 2011.

Excursiekalender 2011 In 2011 gaat onze plantenwerkgroep een twaalftal keer op stap om telkens één kilometerhok te inventariseren. We hopen een paar nieuwe mensen te mogen verwelkomen, mensen die nog niet veel kennen van onze rijke flora maar die hiermee willen kennismaken. In tegenstelling tot wat velen denken is “strepen” geen bezigheid van “specia-listen” maar van amateurs die zich nuttig willen maken. We hebben o.a. een paar hokken uitgekozen die nog maar weinig onderzocht zijn en we gaan dus veel “nieuwe” soorten ontdekken. Een paar keer meelopen is zeker interessant voor natuurgidsen en vooral voor natuurgidsen “in spe”. Het is de snelste manier om een heleboel plantensoorten (o.a. grassen) te leren kennen. Voor verre uitstappen doen we aan carpooling. Wie geïnteresseerd is kan altijd zijn/haar e-mailadres opgeven, dan blijft hij/zij steeds op de hoogte van onze activiteiten en krijgt dan de lijst van de gevonden soorten. Voilà, misschien tot 7 april.

Verantwoordelijke en Info: Godfried Warreyn tel. 058 51 80 80 of E-mail: [email protected] Meebrengen: loupe, Flora

De laatste uitstap van onze planten-werkgroep bleef in Nieuwpoort. Het was een hoekje van een hok rond de St.- Bernarduskerk in Nieuwpoort - Bad. Er waren daar 3 soorten bekend maar wij vonden er 43. De gekende vonden wij er niet terug. Zo is het duidelijk dat ons “werk” nuttig is. Er zijn trouwens nog heel wat andere hokken met weinig of geen soorten en die gaan we onder handen nemen in 2011. Zaaddoos van Fluweelblad

Page 50: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

50

Zaterdag 9 april Oostduinkerke omgeving Pelikaanbrug Hok: c1.41.43 aantal gekende soorten: 217 Afspraak: 9u. aan de parking in de Kinderlaan Zaterdag 7 mei Omgeving Veurne Bewesterpoort Hok:d0.17.32 aantal gekende soorten: 0 Afspraak: 9u. aan de parking bij het station van Adinkerke Zaterdag 21 mei Eggewaartskapelle KnollehoekHok: c0.48.33 aantal gekende soorten: 82 Afspraak: 9u. aan de parking bij de kerk van Eggewaartskapelle Zaterdag 28 mei Izenberge noordkant Hok: d0.37.22 aantal gekende soorten: 0 Afspraak: 9u. aan de parking bij de kerk van Izenberge Zaterdag 4 juni Koksijde omgeving Burgweg Hok: c0.58.31 aantal gekende soorten: 45 Afspraak: 9u. aan de parking hoek Langgeleedstraat-Burgweg Zaterdag 18 juni Koksijde omgeving Ten Bogaerde Hok: c0.57.41 aantal gekende soorten: 192 Afspraak: 9u. aan de parking bij Ten Bogaerde Zaterdag 2 juli Oostduinkerke-Nieuwpoort omgeving Kinderlaan Hok: c1.41.31 aantal gekende soorten: 153 Afspraak: 9u. aan de parking bij watertoren Zaterdag 9 juli Vinkem noordkant Hok: d0.28.31 aantal gekende soorten: 14 Afspraak: 9u. aan de parking achter de kerk van Vinkem Zaterdag 23 juli Oostduinkerke Oostvoorduinen en Monobloc Hok: c0.48.44 aantal gekende soorten: 474 Afspraak: 9u. aan de parking bij het kerkhof van Oostduinkerke (hoek Kerkhofstraat-Geryllaan) Zaterdag 6 augustus Alveringem centrum Hok: d0.28-44 aantal gekende soorten: 124 Afspraak: bij de ingang van de kerk van Alveringem om 9h00 Meebrengen: loupe, Flora Zaterdag 20 augustus De Panne – centrum en westkant Hok: c0.56.41 aantal gekende soorten: 137 Afspraak: 9u. Dynastielaan kant zee ter hoogte van de onbebouwde duinen Zaterdag 3 september De Moeren (ten noorden van Houtem) Hok: d0.27.31 aantal gekende soorten: 67 Afspraak: parking bij de kerk van Houtem om 9h00

Page 51: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

51

Nieuwsbrief Paddenstoelen

Page 52: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

52

Paddenstoelenwerkgroep Natuurpunt

Momenteel zijn er in Vlaanderen 16 paddenstoelenwerkgroepen van Natuurpunt actief. Zij organiseren talloze excursies waarbij aandacht besteed wordt aan educatie en inventarisatie van gebieden. Deze waarnemingen worden systematisch ingevoerd op op kwartierhokniveau (1 km x 1 km). Deze verspreidingsgegevens kunnen gebruikt worden om een beter inzicht te krijgen in de diversiteit, verspreiding en achteruitgang van paddenstoelen in Vlaanderen. In Vlaams-Brabant werd in 2001 een atlasproject opgestart met ondersteuning van de provincie. Momenteel wordt naar 60 gemakkelijk herkenbare soorten op houtsnippers, in graslanden, tussen mossen en in bossen gezocht. Dit project wil iedereen aansporen om in eigen tuin en streek naar paddenstoelen te kijken en de gegevens door te sturen naar Natuurpunt Studie. Meer info over het project vind je op de website. Een handige brochure voor herkennen van de 60 soorten is verkrijgbaar in de Natuurpunt winkel voor de symbolische prijs van 3 euro. Coördinatie Natuurpunt Studie Roosmarijn Steeman Natuurpunt Studie Coxiestraat 11 2800 Mechelen 015/ 29 72 22 [email protected] Natuurpunt Educatie Hans Vermeulen & Wim Veraghtert Graatakker 11 2300 Turnhout tel. 014 47 29 53 [email protected] [email protected]

Website (algemeen): http://www.natuurpunt.be (Fauna & Flora) Paddenstoelen

Paddenstoel.flits Dé maandelijkse digitale nieuwsbrief over paddenstoelen. Vol nieuws over nieuwe publicaties, projecten, excursies en interessante vondsten. Schrijf je in via www.natuurpunt.be

Ook jij kan iets bijdragen aan de

Nieuwsbrief Paddenstoelen!

Page 53: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

53

Tot begin oktober bleef het paddenstoelen regenen...

De schrik zat er goed in bij de paddenstoel-liefhebbers, na zoveel regen in augustus werd een droge septembermaand verwacht. Maar niets was minder waar, de regen bleef met bakken uit de hemel vallen. Nog nooit stonden er zoveel paddenstoelen her en der. Je hoefde niet eens het bos in te gaan om vanalles te zien. Wegbermen en tuintjes stonden vol. Het weer was ideaal voor de grotere paddenstoelen. De Spechtinktzwam (Coprinus picaceus, foto links, een typische soort uit het Zoniënwoud) werd nu in alle provincies gezien. Ook voor Trechtercantharel (Craterellus tubaeformis) en Gele stekelzwam (Hydnum repandum) was het een goed seizoen. De eerste aardtongen werden begin oktober al gespot.

Vondsten van bijzondere soorten kwamen geregeld binnen. Begin september werd in Landschap De Liereman een nieuwe franjehoed voor Vlaanderen aangetroffen, die enkel in veenmos groeit: Psathyrella sphagnicola. Andere recente toevoegingen aan de Vlaamse soortenlijst zijn de Lilaroze satijnzwam (Entoloma lilacinoroseum) en de Riddergrauwkop (Lyophyllum putidum) (beide gevonden tijdens excursies van de AMK).

Drie nieuwe soorten voor Limburg in het Munsterbos

Op 16 september trokken de Limburgse mycologen (Mycolim) het Munsterbos

(in beheer van Natuurpunt) in om een uitgebreide lijst op te maken. Er werd-en maar liefst 121 soorten gezien, waarvan drie soorten zelfs nieuw voor Limburg zijn. Het gaat wel om een slijmzwam (in feite geen echte zwam), een korstzwam en een asco-myceet (of zakjeszwam) die pas nieuw is voor België. Echte soorten voor specialisten dus. Voor het Opensplijtend kalkkopje (Physarum bivalve) en Knolletjes-plooivlies (Leucogyrophana mollusca) is microscopisch nazicht onontbeerlijk om zeker te zijn van deze vondst. Deze soorten werden elders in Vlaanderen al op verschillende plaatsen waar-genomen. Daldinia petriniae, werd in 2008 voor het eerst in België waar-genomen. Deze zwam lijkt sterk op de algemene Kogelhoutskoolzwam (Daldinia concentrica) en zou wel al eens over het hoofd kunnen gezien zijn in andere gebieden. Hij is iets kleiner,

Opensplijtend kalkkopje Jef Verkens

Daldinia petrinae Mathieu Driesen

Page 54: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

54

hobbeliger en komt voornamelijk voor op els (Alnus) i.p.v op es (Fraxinus) en beuk (Fagus).

Resultaten paddenstoelentelweekend 16-17 oktober Ondanks de niet-optimale weersomstandigheden werden gemiddeld 5 soorten per tuin gezien. Iedereen herkent wel een vliegenzwam of elfenbankje, maar kleine bruine paddenstoeltjes op naam brengen blijft een moeilijke zaak. Hij Inktviszwam – een Australische inwijkeling

De derde plaats komt toe aan het Gewoon elfenbankje (Trametes versicolor), een soort die het hele jaar door te vinden is op dood hout. De best gekende paddenstoel, de Vliegenzwam (Amanita muscaria), komt zoals te verwachten slechts op de de zesde plaats. Hij beperkt zich in zijn relatiekeuze voornamelijk tot berk en den, op voedselarme bodems. In een van de tuinen werd een Inktviszwam (Clathrus archeri, foto links) gezien. Deze opvallende verschijning is afkomstig uit Australië en is wellicht tijdens de 1e wereldoorlog met Australische troepen naar hier gekomen. Sindsdien verschijnt hij af en toe op plaatsen met houtsnippers. De soortenrijkste tuin ligt in West-Vlaanderen, met 36 soorten. Oost-Vlaanderen komt op de tweede plaats met 22 soorten en op de derde plaats komen Limburg en Antwerpen met 16 soorten. In twee tuinen werden wasplaten gezien; de orchideeën onder de paddenstoelen. Ze hebben felle kleuren en zijn een ware kers op de taart voor een ecologisch gazonbeheer. De zeldzame Spechtinktzwam, die vooral uit het Zoniënwoud bekend is, werd in een tuin in Oost-Vlaanderen waargenomen. De finale resultaten van dit telweekend verschijnen binnenkort op www.natuurpunt.be/paddenstoelen.

Terug van bijna weggeweest... Een soort wordt als uitgestorven in Vlaanderen bestempeld, als ze sinds 1980 niet meer werd waargenomen. Voor de Stippelsteelslijmkop (Hygrophorus pustulatus) was dat tot 2003 het geval.

De meest waargenomen soort is de Gewone krulzoom (Paxillus involutus), een weinig kieskeurige boombegeleider die zowel met loof- als naaldbomen een relatie aangaat en op voedselarme alsook op rijkere bodems kan gedijen. De tweede plaats wordt ingenomen door de Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare), een opvallende gele paddenstoel die vaak massaal in bundels groeit op dood hout.

Page 55: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

55

Deze symbiont van spar op kalkrijke bodem werd toen voor het eerst terug gevonden in het Zoerselbos. Sindsdien zijn er enkele locaties bekend, waaronder recent ook de Liereman in Turnhout. Meestal gunt men de Stippelslijmkop geen lang leven, want sparren zijn door natuurbeheerders niet gewenst. Maar je vindt deze soort wel geregeld in sparrenbossen in Wallonië. De Geschubde stekelzwam zit op de Voorlopige Vlaamse Rode Lijst in de categorie "Met uitsterven bedreigd".

Opmerkelijke vondsten in de graslanden van het Dijleland

Op zondag 7 november werd de natuurstudiewerkgroep Dijleland versterkt door een groep paddenstoelliefhebbers (ouwe sokken van JNM) zodanig dat we met 20 man op pad gingen in het kielzog van Dirk Hennebel. Die stond paraat om ons een aantal van zijn favoriete graslanden in Kessel-Lo te laten zien. In een verlaten tuin vonden we net als vorig jaar de Geurende wasplaat

(Hygrocybe russocoriacea), duidelijk te herkennen aan de geur van cederhout (wierrook, kleurpotloden,...). Maar door de Scharlaken wasplaat (Hygrocybe coccinea, foto links) werden we aangenaam verrast. Onmiskenbaar door de kersrode hoed, wat groter van formaat dan een vuurzwammetje, met breed aangehechte gele tot rode plaatjes. Op zondag 14 november liepen we in de regen In het Eikenhof te Kortenberg. Natuurpunt verkreeg hier het stuk grasland met onder andere Blauwe knoop en Borstelgras terug in maaibeheer. Vorig jaar moesten we met lede ogen aanzien dat het maaisel op het perceel was blijven liggen. De rest van de grasvlakte wordt door schapen begraasd. De Slijmwasplaat (Hygrocybe laeta), een Europees zeldzame soort, was weer in grote aantallen te vinden. Verder was deze excursie goed voor een tweede provinciale vondst van Witte stinkmycena (Hemimycena delectabilis) en Roze ruitertje (Contumyces rosellus). Op 21 november was het zelfs voor de graslandpaddenstoelen al redelijk koud. Toch hadden we nog een tweede vonds voor de provincie: de Grasvlamhoed (Gymnopilus flavus). Deze soort groeit volgens de literatuur op dode grasresten van Kropaar, een zeer algemene grassoort.

Stippelsteelslijmkop in Webbekomsbroek Jules Robijns

Scharlaken wasplaat in Kessel-Lo

Chantal De Schepper

Het was ondertussen al tien jaar geleden dat hij nog werd gezien in Vlaanderen. Op 24 oktober vonden de Limburgse mycologen (Mycolim) deze symbiont van den terug in de Sahara te Lommel.

Page 56: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

56

Olijfgroene aardtong haalt de pers Het is altijd leuk om met goed nieuws naar buiten te komen. Daarom beslisten we om de nieuwe vondst voor Vlaanderen van de zeldzame Olijfgroene aardtong (Microglossum olivaceum, foto links) in de pers te brengen. Bovendien schonken we hierbij aandacht aan het belang van het beheer van natuur- gebieden zoals de Tiendeberg. En ook het feit dat veel inventarisatiewerk door vrijwilligers nuttige info over de gebieden oplevert mag wel eens in de schijn- werper staan. De Olijfgroene aardtong kreeg veel meer aandacht dan we durfden te hopen, tot ver buiten Limburg. We mogen dus vaker met onze speciale vondsten naar buiten komen. De week nadien werd in Gellingen zelfs een nieuwe aardtong voor België gevonden. Trichoglossum walteri is slechts op basis van de kortere sporen te onderscheiden van de Ruige aardtong (Trichoglossum hirsutum). Wellicht werd ze dus wel al over het hoofd gezien. Twee nieuwe aardtongen voor Vlaanderen in een maand, naar paddenstoelen zoeken levert wat op!

Paddenstoelen leveren flinke bijdrage aan 1000soortenactie

Om het 25-jarig bestaan van het natuurgebied “De Steenbeemden” te vieren ging Afdeling De Wielewaal op zoek naar 1000 soorten in het gebied. De actie ging van start op 25 april en eindigde op 7 november. In totaal werden 1100 soorten waargenomen, waarvan 264 nachtvlinders, 251 planten en 219 paddenstoelen. In dit natuurgebied langs de Kleine Nete heb je een gradiënt van natte graslanden en broekbossen die overgaat naar een zandrug met open heide en eiken-berk

-enbos. Op de schrale Netedijken werd in augustus het Gelatineschelpje (Campanella caesia) ontdekt. Deze zeldzaamheid groeit op dode grasresten. Op de heide werd de Zwarte truffelknotszwam (Cordyceps ophioglossoides) gezien, een parasiet op hertentruffels (Elaphomyces sp.). Het Gewoon varkensoor (Otidea onotica) leeft vermoedelijk in symbiose met eiken en ook de Blauwvoetstekelzwam (Sarcodon scabrosus) verkiest schrale bodem bij eik. De zeldzame Raapsatijnzwam (Entoloma nitens) was goed te herkennen aan zijn geur. En de Grote aardster (Geastrum pectinatum) zou je eerder aan de kust verwachten, maar hier groeide ze langs een verharde berm, waar steengruis de bodem van kalk voorziet.

Gewoon varkensoor op schrale, zandige

bodem Roosmarijn Steeman

Olijfgroene aardtong Jorg Lambrechts

Page 57: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

57

Paddenstoelenexcursie Kasteelpark Vordenstein te Schoten Op 12 & 17 oktober 2010 deed de Zwammenwerkgroep van Natuurpunt Schijnvallei een paddenstoeleninventarisatie in Vordenstein. Deelnemers: Henri Stappaerts, Paul Sels, Karl Hellemans, Dré Peeters, Lucy de Nave, André Bosmans, Walter Van Spaendonk, Robert Wynnants, Nicole Van Hooydonck, Frans Wouters, Arlette Lemouche, Jean Werts, Johan Dierckx, Hubert De Herdt, Armand Cuypers, Ronny Deckers, Frans Van Bavel, Christine Van Lommel Notitie en verslag: Staf Brusseleers Algemeen Het huidige Vordenstein dateert uit de 14de eeuw en is ontstaan uit een zoge-naamd “Hof van plaisantie”: een buitenverblijf en lusthof voor de gegoede Antwerpenaars. Het 110ha grote domein vormt samen met het Peerdsbos, het Park van Brasschaat en het Natuurreservaat het Asbroek, een groene long aan de rand van de Antwerpse agglomeratie. Het oude kasteelpark is omstreeks 1850 aangelegd in Franse barokstijl met strakke sterstructuren. Een deel hiervan is later omgevormd naar de typisch Engelse landschapstijl met open grasvelden, waterpartijen, bosjes en kronkelende paden. Ook werden, zoals toentertijd mode was, heel wat exoten aangeplant. Een van de bezienswaardigheden is een enorme Zwarte den (Pinus nigra) met een hoogte van ca. 35m en een omtrek van wel 4m50. Beheer Het domein, dat eigendom is van de Vlaamse overheid, wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. De laatste jaren werden door ANB grote beheerswerken uitgevoerd in het gebied, o.a. werd er veel dood hout achter-gelaten, waaronder enkele reusachtige beuken- en populierenstammen. Deze en andere ingrepen bevorderen alleszins de biodiversiteit in het algemeen en de mycoflora in het bijzonder. De onderzochte percelen situeren zich in kilometerhok c4-18-11 & c4-18-13. Henri Stappaerts, lid van de werkgroep en van “De Vrienden van Vordenstein” is uitstekend vertrouwd met het terrein. Hij was onze gewaardeerde gids. Ondanks de beperkte inventarisatie noteerden we toch meer dan 200 fungi. Enkele soorten onder de loep

Een heel bijzondere vondst was de zeldzame Vogelveerzwam (Onygena corvina) op een vogelschedeltje. Deze zakjeszwam of ascomyceet groeit op keratinebevattende substraten zoals braakballen, vogelveren, snavels, vogelschedels, hoeven, hoorns, haren, wol, enz… Het vastnemen van deze zwam houdt dus wel een risico in voor een schimmelinfectie of mycose.

Vogelveerzwam op vogelschedeltje Karl Hellemans

Het bleekoranje tot bruinig hoedje van dit zwammetje heeft een diameter van 1 à 2mm en is korrelig bepoederd. Het witte steeltje is zo’n 1 à 2mm dik, de lengte ervan ligt tussen 4 en 20mm.

Page 58: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

58

De ronde zakjes met elk 8 ascosporen zitten in het kopje verborgen tussen de zwamdraden. Als de sporen tot rijpheid komen barst het kopje open en kunnen de sporen zich verspreiden, een strategie zoals we die zien bij de buikzwammen. De steeltjes zijn steriel. Op een sterk vermolmde beukenstam deden we nog een interessante ontdekking: een groot aantal exemplaren van de Kogelwerper (Sphaerobulus stellatus) in diverse stadia van ontwikkeling. Deze kleine kogelvormige zwam uit de buikzwammenfamilie meet hoop en al 2mm. Als het zwammetje rijp is, schiet het onder invloed van de in het vruchtlichaam opgebouwde osmotische druk een bruin bolletje weg. Deze zogenaamde peridiole bevat het hymenium met de sporen en kan wel 2 à 5m ver vliegen. Op de foto’s hieronder, ter plekke gemaakt door Johan Dierckx, kan je de vier stadia bekijken van ontwikkeling van de Kogelwerper. Peridium met peridiole Gele blaasjes = endoperidia waarmee de peridiolen worden weggeschoten

Vruchtichamen van de Kogelwerper Leeg stervormig omhulse = het peridium

Mycologia Zuid-West-Vlaanderen

Aangesloten bij Natuur.koepel vzw Secretariaat Jan Breydellaan 94 8500 Kortrijk Maandelijkse paddenstoelentochten in 2011 Zoeken naar paddenstoelen, schimmels en andere zwammen op woensdagnamiddag

Page 59: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

59

5 januari Winterpaddenstoelen in de Kleiputten te Kortrijk….. met

nieuwjaarsdrink!!! Gids: Frank Vandendriessche Afspraak: 13u30' aan het Nec.De Steenoven Schaapsdreef 29 te

Kortrijk

2 februari Zwammen in Argendaalbos te Bellegem Gids: Christine Hanssens Afspraak: 13u30’ infobord Argendalwandeling, Doornikserijksweg Bellegem

2 maart Op zoek in Ooigembos Gids: José Vandeplancke Afspraak: 13u30’ aan de ingang van het bos te Ooigem

Maandelijkse microscopie in 2011

Wensdagnamiddag 13u3O' in het N.e.c. De Steenoven, Schaapsdreef 29 te Kortrijk

Mycologendag 2011 26 maart

De 20ste VLAAMSE MYCOLOGENDAG gaat door op 26 maart. In 2011 wordt de Vlaamse Mycologendag georganiseerd door de AMK aan de Universiteit Antwerpen, Groenenborgercampus- Auditorium T105, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen.

Bereikbaarheid Alle informatie over hoe u de Universiteit Antwerpen kunt bereiken via het openbaar vervoer of per wagen vind je op http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=.ROUTE&n=26517

(2e plannetje – Groenenborgerlaan). Toegang via de hoofdingang (gebouw T). Programma Het volledige programma kan je vinden in het volgende nummer van Sporen (tijdschrift van de vlaamse mycologen) en op de website www.kamk.be. De presentaties beginnen om 10 u., maar vanaf 9u.30 zal er koffie verkrijgbaar zijn. Na de middagpauze houdt de KVMV haar jaarlijkse Algemene Vergadering. Wanneer je een korte mededeling (5-10 min.) wilt doen over bijzondere vondsten of andere mycologische wetenswaardigheden, gelieve dit vóór 1 februari 2011 te melden aan: Lieve Deceuninck: 0475/268 167 of [email protected] De inwendige mens In de cafetaria zijn broodjes en dranken verkrijgbaar; ook kan er de meegebrachte lunch genuttigd worden. Broodjes dienen vóór 12 maart 2011 besteld te worden (2 × piccolo à 3,50 euro ofwel 2 × piccolo aangevuld met 2 mini koffiekoekjes à 4,50 euro). Bestellen kan per mail bij: Arlette Lemouche, [email protected] of telefonisch bij Lieve Deceuninck, 0475/268 167

19 januari Hanssens Christine 056/212313 16 februari Vandendriessche Frank 056/227139 16 maart Vandeplancke José 056/354364 [email protected] Desmet Jimmy 0497/105227 www.mycologia.tk Iserbyt Joseph 056/419916

Page 60: Plantaardige Nieuwsbrief 2010-4

60