Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

47
1 P 309638 Nieuwsbrief Mossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen 2012 - 12 e jaargang nr. 1 - maart Verschijnt driemaandelijks Afzendadres: Coxiestraat 11 2800 Mechelen [email protected] www.natuurpunt.be V.u. Chris Steenwegen. Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Deze nieuwsbrief wordt gratis toegestuurd aan alle geïnteresseerden. Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1 België Belgique P.B. – P.P. 2800 Mechelen 1 BC 7215

description

Nieuwsbrief van de plantenwerkgroep

Transcript of Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

Page 1: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

1

P 309638

Nieuwsbrief

Mossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen

2012 - 12e jaargang nr. 1 - maart

Verschijnt driemaandelijks

Afzendadres:

Coxiestraat 11

2800 Mechelen

[email protected]

www.natuurpunt.be

V.u. Chris Steenwegen. Coxiestraat 11, 2800 Mechelen

Deze nieuwsbrief wordt gratis toegestuurd aan alle geïnteresseerden.

Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1 België – Belgique

P.B. – P.P. 2800 Mechelen 1

BC 7215

Page 2: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

2

Wens je lid te worden van één van de werkgroepen en/of de nieuwsbrief op regelmatige basis te

ontvangen, stuur dan een mailtje naar [email protected]

Wens je de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, geef dan een seintje.

Veel leesplezier!

Wil je ons financieel steunen dan kan dat. Giften vanaf 40€ zijn fiscaal aftrekbaar.

Storten kan op rekening nr.: 230-0524745-92 met vermelding van de volgende projectnummers:

Natuurstudie algemeen............ 2000

Plantenwerkgroep..................... 2351 Paddenstoelenwerkgroep ......... 2301 Mossenwerkgroep .................... 220

De volgende nieuwsbrief zal in maart verschijnen.

Artikels en kalenders kun je tot 20 mei insturen.

Page 3: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

3

INHOUD Slimme streeplijsten op www.waarnemingen.be 4 Natuurpunt ontwikkelt waarschuwingssysteem voor invasieve exoten 5 Natuurpunt Studie ondertekent samenwerkingsovereenkomst met VWBL 6 Nieuwsbrief Mossen en korstmossen Klein stukje geshiedenis over inventariseren van mossen en ze betrekken bij natuurbehoud Juul Slembrouck 9 Mossen in de pers 10 Nieuwsbrief Planten Uitkijken naar prioritaire plantensoorten in Vlaams-Brabant 13 1075 planten op een jaar! De ontluikende plantenpassie van David “Billy” Herman 17 Plantenwerkgroep Gent 20 Plantenwerkgroep C6 21 Florawerkgroep Oost-Brabant 23 Natuurhistorische werkgroep Natuurpunt Meetjesland – Plantenwerkgroep 25 Plantenwerkgroep Duinviooltje 26 Limburgs SAP-clubje – Samen Amusant op Pad 30 De Slobkousjes – Plantenwerkgroep Noord-Limburg 32 Plantenwerkgroep Zuid-West-Brabant 35 Nieuwsbrief Zwammen Paddenstoelen scoren op natuurbericht 39 Paddenstoelwerkgroepen zetten het nieuwe jaar in 39 Paddenstoelenwerkgroep BMW 40 Werkgroep Mycoflora – Afdeling Natuurpunt Westerlo 40 Werkgroep Mycoflora – Afdeling Natuurpunt Land van Reyen 41 Nieuwe paddenstoelenliteratuur in de winkel 43 Sterreschot, Stijfselzwam of Klontjestrilzwam… 44 Verslag van een zeer interessante 21ste myclologendag 44 Achroomyces fimetarius, een korstzwam op mest. De laatste nieuwe vondst voor 2011 – of was het al 2012? 47

Page 4: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

4

Slimme streeplijsten op www.waarnemingen.be

De meeste waarnemers hebben de neiging om enkel de meest opvallende en meest zeldzame

soorten in te voeren in waarnemingen.be. Op die manier verkrijgen we natuurlijk geen goed beeld

van de verspreiding, voor- en achteruitgang van onze algemene soorten.

Daarom is er nu de mogelijkheid om op een snelle en eenvoudige manier de waarnemingen van

algemene soorten aan te vinken: de slimme streeplijst. De zeldzame soorten voer je natuurlijk nog

steeds zo nauwkeurig mogelijk in via een puntwaarneming, waarbij je heel wat extra info kwijt kan

zoals extra info over de ecologie en de inzameling van herbariummateriaal.

Voor de invoer via streeplijsten ga je als volgt tewerk:

Van zodra je puntwaarnemingen van een bepaald gebied hebt ingevoerd, kan je voortaan onderaan klikken op 'Maak streeplijst'. Zo kan je ook de andere soorten waarvan je de aanwezigheid

vaststelde erg handig toevoegen als gebiedswaarneming.

Bezocht je een gebied en noteerde je netjes alle soorten, dan kan je via 'Gebieden' en daarna via het

rechtse menu 'Maak een streeplijst voor dit gebied' de geregistreerde soorten invoeren, dus ook

zonder concrete puntgegevens in dat gebied. We willen echter het belang van gedetailleerde

puntwaarnemingen benadrukken, de streeplijsten dienen dus bovenop het lopende systeem te

worden gebruikt en niet ter vervanging van puntwaarnemingen.

Indien we de plantenstreeplijst voor vrij algemene tot algemene soorten aanklikken dan krijgen we

een overzicht van 841 planten, alfabetisch gerangschikt op wetenschappelijke naam (taxonomische

rangschikking). Naar gelang jouw voorkeur kan je ook zeldzame soorten en uitheemse soorten aan

de lijst toevoegen en kiezen voor de rangschikking van de lijst op Nederlandse naam.

Mossen en korstmossen staan samen op de lijst. De vrij algemene en algemene soorten geven een

lijst van 538 soorten.

De soortenrijkste groep, de paddenstoelen, zorgen voor een lijst van 918 vrij algemene en algemene

soorten. Voor de zeldzaamheid van de paddenstoelen baseerden we ons op actuele gegevens.

Hoewel een groot deel van de soorten wellicht algemener is dan de waarnemingen aangeven. Dit is

onder andere het geval voor een groot deel van de paddenstoelen waar microscopisch nazicht voor

vereist is, waardoor ze slechts waargenomen worden door een handvol specialisten. Daardoor zijn ze

in feite niet geschikt om aan te vinken op een streeplijst. Want voor deze soorten is microscopie en

vaak ook bewijsmateriaal zoals foto’s en/of herbariummateriaal vereist.

De streeplijsten kan je echter niet gebruiken op een totale soortenlijst van een gebied op te stellen.

Want bij aanmaak van een streeplijst moet je 1 datum en een begin- en einduur invullen.

Maar het is wel mogelijk om voor alle groepen de volledige soortenlijst van een gebied op te vragen

via “overzichten” > “gebieden” > “soorten”.

Page 5: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

5

Natuurpunt ontwikkelt waarschuwingssysteem voor invasieve exoten

Natuurpunt en zijn Waalse zusterorganisatie Natagora hebben een meldpunt op poten gezet dat

lokale overheden en terreinbeheerders moet toelaten snel te reageren op waarnemingen van

invasieve exoten. Dat gebeurde in opdracht van de Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden.

Tegelijk werden er herkenningsfiches uitgewerkt om het publiek de soorten correct te leren

herkennen. Het online meldpunt is te bereiken via http://waarnemingen.be/exoten

Schade door exoten

Zowel natuur, landbouw als economie hebben last van schadelijke exotische soorten. Een goed

voorbeeld is de grote waternavel. Die exotische plantensoort woekert in onze waterlopen. Dat kan de

doorvaart van boten verhinderen en sluizen verstoppen. Jaarlijks investeert de Vlaamse overheid 1

miljoen euro in de verwijdering van van deze en andere exotische waterplanten. De Europese

Commissie schat de totale kost van bestrijding en schade door invasieve exotische soorten in de EU

op jaarlijks 12,7 miljard euro.

Meldpunt voor terreinbeheerders en overheden

Hoe sneller probleemsoorten worden gemeld, hoe sneller terreinbeheerders en lokale overheden

kunnen optreden om schade te voorkomen. Daarom werd het interactieve waarschuwingssysteem

ontwikkeld. Op http://waarnemingen.be/exoten kunnen terreinbeheerders zich nu gratis abonneren op

een meldsysteem. Zodra er een probleemsoort in hun gebied wordt vastgesteld, krijgen ze

onmiddellijk een waarschuwing via mail met verdere informatie.

Natuurwaarnemers vinden er informatie om de exotische overlastsoorten beter te kunnen herkennen.

Pilootproject

Het nieuwe waarschuwingssysteem is een pilootproject. Na een jaar looptijd zal het geëvalueerd

worden door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Deze kennis zal dan worden

aangewend voor de uitbouw van een meer omvangrijk waarschuwingssysteem voor invasieve

exoten in Vlaanderen en België.

34 invasieve plantensoorten

In totaal werden fiches opgemaakt voor 67 probleemsoorten, waaronder 34 planten. Daarvan staan

er 9 op de alarmlijst, wat wil zeggen dat ze voorlopig nog niet verwilderd in Vlaanderen werden

gemeld maar dat we gewaarschuwd worden bij hun aankomst. Het is wel bekend dat deze soorten al

elders problemen veroorzaken en dat de habitats waar ze momenteel woekeren ook bij ons aanwezig

zijn. Het gaat om twee waterplanten: Hydrilla en Waterwaaier en zes landplanten: Dwergkrent,

Hottentotvijg, Japanse kamperfoelie, Klimaugurk, Stekelaugurk en Westerse karmozijnbes.

Parelvederkruid overwoekert al snel een hele vijver

Page 6: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

6

Het merendeel van de soorten (21) zijn opkomend. Momenteel zijn slechts enkele verwilderde

populaties van die soorten gevonden in Vlaanderen. Maar men verwacht dat de soort steeds meer

zal opduiken. Het gaat om 5 waterplanten (Vallisneria, Kleine waterteunisbloem, Ongelijkbladig

vederkruid, Verspreidbladige waterpest, Watercrassula), 1 moerasplant (Moeraslantaarn), 12 bomen

en struiken (Azijnboom, Chinese bruidsluier, Smalle olfijwilg, Zachte es, Laurierkers, Douglasspirea, Theeboompje, Viltige spirea, Witte spirea, Bastaardspirea (Spiraea alba x douglasii), S. salicifolia x

douglasii, Grijze streepjesbastesdoorn) en 3 kruiden (Alsemambrosia, Grote hardvrucht en Bleek

cypergras).

Gelukkig zijn er slechts vier soorten met gevestigde populaties: Waterteunisbloem, Hemelboom, Parelvederkruid en Vederesdoorn.

Bij de opmaak van de fiches werd veel aandacht geschonken aan de identificatie van de soorten.

Zowel de vegetatieve kenmerken als bloemen en vruchten werden in beeld gebracht. Ook werden

een aantal gelijkende soorten opgenomen, om verwarring met inheemse soorten te voorkomen.

Natuurpunt Studie ondertekent samenwerkingsovereenkomst met VWBL

Om het mossen- en korstmossenonderzoek door vrijwilligers te stimuleren, ondertekenden de

Vlaamse Werkgroep voor Bryologie en Lichenologie (VWBL) en Natuurpunt Studie op 24 maart een

samenwerkingsovereenkomst. Door een betere samenwerking tussen de Natuurpuntwerkgroepen en

de specialisten van de VWBL versterken we beide verenigingen.

Het is de bedoeling om meer mensen (zowel natuurstudieliefhebbers als beheerders) te betrekken bij

de studie van mossen en korstmossen en de expertise van de VWBL meer in te zetten in de

natuurgebieden van Natuurpunt.

Contactpersoon voor deze excursie is Krien Hansen: [email protected]

In samenwerking met VWBL verschenen ondertussen al twee natuurberichten over mossen:

- Blaasjesmos verspreidt zich in tuinen en akkers

- Nieuw veenmos voor Vlaanderen

Deze natuurberichten kan je nalezen op www.natuurberichten.be in de categorie planten.

Gerand blaasjesmos, op vochtige akker, op lemig

zand in Hingene Foto Joost Reyniers

Page 7: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

7

MOSSEN &

LICHENEN

Page 8: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

8

Werking Mossen en Lichenen Artikels & info Roosmarijn Steeman (015/29.72.22) – Natuurpunt Studie Coxiestraat 11, 2800 Mechelen

Educatie Hans Vermeulen (014/47.29.50) – Natuurpunt Educatie Graatakker 11, 2300 Turnhout

Werkgroepen Natuurpunt Planten-, mossen- en zwammenwerkgroep Schijnvallei. Wekelijkse excursies met inventarisaties van natuurgieden in de regio. Meer info bij

[email protected] of naar [email protected]. Je kan ook bellen voor informatie naar het

secretariaat van Natuurpunt Schijnvallei op nummer 03 354 55 06.

Mossen – en lichenenwerkgroep de Haarmutsjes We zijn geen "specialisten" maar een groep enthousiastelingen die met vallen en opstaan en

onder het motto (zoals een lid van de werkgroep het mooi formuleerde) "al doende leert men"

zich in de materie willen verdiepen.De werkgroep is actief in het Scheldeland en Waasland.

Meer info: Lou Roelandt [email protected]

Vlaamse Werkgroep Bryologie en Lichenologie (VWBL) De werkgroep heeft tot doel om de studie van de Bryologie en Lichenologie in Vlaanderen te

bevordereren. Als voornaamste activiteit worden excursies in België en in het buitenland

gehouden waarop de flora van de bryofyten (bladmossen, levermossen en hauwmossen) en

van de lichenen (korstmossen) wordt geïnventariseerd en bestudeerd. Er worden ook

determinatiedagen ingericht.

Meer info: http://www.plantenwerkgroep.be/?view=25

Page 9: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

9

Klein stukje geschiedenis over inventariseren van planten en mossen en ze

betrekken bij natuurbehoud

Juul Slembrouck, Drakenhoflaan 147, 2100 Deurne (Antwerpen) [email protected]

In het “Natuurbehoud” geldt het vanzelfsprekend beginsel: als je wil beschermen en behouden moet

je weten wat je wil beschermen. Ook op andere terreinen geldt die regel: pas wanneer je de naam

van iets kent, kan je erover spreken.

Wat de planten in ons land betreft , scheerde die drang naar kennis hoge toppen met DE LOBEL, DE

L’ESCLUSE, DODOENS, GORTER… Soms in voortzetting van de middeleeuwse kruidenkenners, de

alchimisten, de genezers… Maar met een sprong naar de 19e eeuw – vinden wij VAN HEURCK, VAN

DEN BROECK,… Voor die pioniers kwam het er vooral op aan te weten te komen wat er zoal groeide

en wààr. Dit laatste - in de herbaria - nog al eens: “op de weg tussen X en Y”, of summier: “oever van

de beek langs de weg naar Z”. In veel gevallen gebeurde dit in het Latijn.

In Nederland groeide dit uiteindelijk uit naar systematische inventarisatie om de verspreiding van de

planten te kennen over heel het grondgebied. Bij ons werden planten geïnventariseerd door VAN DE

VIJVERE, DE LANGHE, VAN ROMPAEY, DELVOSALLE, HOSTIE, DEMARET, LAMBINON, LAWALRÉE e.a. als

pioniers. Dit maakte een eerste uitgave van een Atlas mogelijk. Later werden de eenvoudige kaartjes

“met aangekruisde vierkantjes” vervangen door een waarachtige, lijvige atlas, waarin de beweging

(zeldzaam wordend, uitbreidend, uitgestorven, voorkomen enz. …), indeling in plantendistricten, enz. aan bod kwamen (VAN LANDUYT et al. 2006).

Voor de mossen lag dat iets moeilijker. Voor een groot deel van de soorten moet je vooraleer je zeker

bent een microscoop boven halen en de literatuur openslaan. Er lopen niet zoveel lieden rond die dat

geduld hebben. Veel verslagen van mossenexcursies beperken zich tot een summiere opsomming

en nummering van de verschillende plaatsen (paden, muurtjes, grasland, bosrand…), waar zij

doorheen liepen, gevolgd door een alfabetische lijst van soorten, achteraan met de in cijfer uitgedrukt

biotoop. Zoiets gebeurde er in het begin van het onderzoek aan de vaatplanten ook. Maar mettertijd

kwam naast de kennis van de naam ook de herkenning van de plantengemeenschap en de gebondenheid van plant en mos aan bepaalde biotopen. Voor de vaatplanten werkten ARNOLDS en

VAN DER MAAREL (1979) dat systematisch uit in “ecologische groepen” en dat deden STIEPERAERE en

FRANSEN (1982) voor België - ingedeeld in twee delen: boven en beneden de lijn Samber en Maas.

RUNHAAR et al. (1987) verfijnden de methode en deden een poging om ook de mossen daarin te

betrekken. DIRKSE en KRUIJSEN (1993) pakten bovendien de voor mossen typische biotopen aan (rot

hout , boom- en steenbewonende soorten) en werkten alles grondig uit. Toen de bijdrage van

Maurice HOFFMANN (1998) verscheen over de noodzaak ook de mossen te betrekken in het beheer

van natuurgebieden, was dit voor mij de aansporing om voortaan de verslagen van onderzoek inzake

mossen niet meer te beperken tot het opstellen van een alfabetische, “naakte” lijst, maar wel een

indeling volgens ecologische groepen tot stand te brengen. Hierdoor kreeg de beheerder – van park

of natuurgebied of reservaat – kennis van de biotopen - en micro-klimaten -, waarmee hij bezig is en

meteen op grond daarvan de mogelijkheid om een aangepast beheer uit te tekenen. Ik verheel niet

dat het altijd mogelijk is om elk mos aan één ecologische groep toe te wijzen. In veel gevallen is

“licht zuur” in het veld niet te onderscheiden van “licht basisch”, of is dit een “verlandingsstadium” of

een ” periodiek moeras” of is dit een “overgangsgebied” of een “relict”. Bovendien komen veel

mossoorten in diverse ecologische groepen optimaal voor. Om dit verder te verfijnen is meer

vergelijkend onderzoek nodig.

Wie met natuur bezig is, moet rekening houden met veel onzekerheden. Beginnen met iéts is echter

noodzakelijk en er kan later nog altijd een pittigere wijn in fijnere glazen worden geschonken, het

natuurbehoud ten bate.

Literatuur

DIRKSE, G.M. & B.W.J.M. KRUYSEN (1993) Indeling in ecologische groepen van Nederlandse blad- en levermossen, Gorteria 19, pp.1-29

HOFFMANN M. (1998) Cryptogame planten en fungi zijn te belangrijke en indicatieve componenten om niet

Page 10: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

10

te worden geïntegreerd in een goed gefundeerd natuurbeheer, Biologisch Jaarboek Dodonaeus 66, pp. 1-11

STIEPERAERE, H. & K. FRANSEN (1982) Standaardlijst van de Belgische vaatplanten met aanduiding van hun zeldzaamheid en socio-oecologische groep, Dumortiera 22, pp. 1-41

ARNOLDS, E. & E. VAN DER MAAREL (1979) De oecologische groepen in de standaardlijst van de Nederlandse flora 1975, Gorteria 9 pp. 303-311

RUNHAAR J., C.L.G. GROEN, R. VAN DER MEIJDEN & R.A.M. STEVERS (1987) Een nieuwe indeling in ecologische groepen binnen de Nederlandse flora , Gorteria 13, pp. 277-359

VAN LANDUYT, W., I. HOSTE, L. VANHECKE, P. VAN DEN BREMT, W. VERCRUYSSE, D. DE BEER (2006) Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Nationale Plantentuin & Flo.Wer, 994 pp.

Mossen in de pers

Nieuwe soort voor veenmos Vlaanderen ontdekt in Oud-Turnhout

BRUSSEL 23/03 (BELGA)

In het natuurgebied Landschap De Liereman (Oud-Turnhout / Arendonk) werd "Uitgebeten veenmos"

ontdekt, een nieuwe soort voor Vlaanderen. In Wallonië is de soort uiterst zeldzaam en in Nederland,

met veel meer veen, bedreigd. Dat meldt de Vlaamse Werkgroep voor Bryologie en Lichenologie

(VWBL) op www.natuurbericht.be.

"Veenmossen zijn een ecologisch zeer bijzondere mossengroep", aldus Dirk De Beer (VWBL). "Het

zijn de enige mossen die een zodanig grote invloed uitoefenen op hun omgeving, dat ze zelfs

landschappen kunnen vormen. Dat komt omdat ze een enorm waterbufferend vermogen hebben en

tegelijk hun omgeving verzuren. Afgestorven veenmossen kunnen zich doorheen

de eeuwen opstapelen tot metersdikke pakketten."

In ons land komen slechts een dertigtal soorten veenmos voor, bijna uitsluitend in beschermde

natuurgebieden. Enkele soorten zijn daar algemeen, maar de meeste zijn zeer zeldzaam en soms

zelfs van slechts één of enkele vindplaatsen gekend. Ons land ligt aan de zuidwestgrens van het

Europese verspreidingsgebied van de soort "uitgebeten ". veenmos"In Centraal-Europa is het

hoofdzakelijk een gebergtesoort, die graag op kwelrijke hellingen groeit", aldus De Beer. "In het

laagland wordt dit soms veenmos in berkenbroekbossen gevonden, wat ook het geval was in

Landschap De Liereman." Het door Natuurpunt beheerde gebied in Oud-Turnhout en Arendonk

kende met een tiental soorten veenmossen, reeds een hoge - veenmosdiversiteit. Het herkennen van

de verschillende soorten is veenmos specialistenwerk. Zaterdag ondertekenen de VWBL en

Natuurpunt een samenwerkingsovereenkomst om hun expertise meer in te zetten in

natuurgebiedenvan Natuurpunt.

Zeldzaam mos gevonden in Bokrijk Het Laatste Nieuws, dinsdag 27 maart 2012, p. 27, 131w.

Vrijwilligers van de werkgroep Bryolim van de Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA)

ontdekten in februari in het Domein Bokrijk het krulbladmos. Dat werd gisteren bekendgemaakt. Dit

zeldzame goudkleurige mos is een typische soort van vermolmde boomstronken. Het zeldzame

plantje bevond zich op een rotte en ontschorste boomstam van een omgevallen den in de buurt van

de parking bij het kasteel in Bokrijk. Het gaat om de tweede vondst in Limburg. De eerste dateert uit

1990.

Page 11: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

11

PLANTEN

Page 12: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

12

NWB

Plantenwerking Natuurpunt

In het Vlaamse land zijn tientallen plantenwerkgroepen actief binnen Natuurpunt.

Zij organiseren jaarlijks talrijke excursies voor beginners tot gevorderden.

Veel plantenwerkgroepen gaan op “streeptocht”. “Strepen” is inventariseren op kilometerschaal (via het

‘IFBL-raster’) met behulp van een streeplijst. De gegevens van deze streeptochten kunnen gebruikt

worden in het kader van atlasprojecten.

Daarnaast spitsen de meeste werkgroepen zich toe op de studie en inventarisatie van natuurgebieden.

Een aantal werkgroepen doen zelfs aan vegetatiekunde en door vegetatie-opnames te maken van

percelen (met de schaal van Tansley) en/of van permanente proefvlakken met de schaal van Braun-

Blaunquet.

Iedereen kan zich bij een werkgroep aansluitenkans om deel te nemen en bij te leren.

Plantenwerkgroepen Floristisch Onderzoek voor Natuurbehoud http://users.skynet.be/fon/ [email protected] Fon-o-foon 0474/35.53.69 Nationale Werkgroep Botanie André Van den Bergh tel. 052/35.05.18 GSM 0472/68.83.35 http://www.plantenwerkgroep.be/?view=6 [email protected] Regionale plantenwerkgroepen Plantenwerkgroep Duinviooltje Plantenwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen Plantenwerkgroep Meetjesland Plantenwerkgroep Vlaamse Ardennen plus Plantenwerkgroep Allium-Denderstreek Plantenwerkgroep Zuid-West-Brabant Plantenwerkgroep Oost-Brabant Plantenwerkgroep Thalictrum Plantenwerkgroep Meanderland Plantenwerkgroep C6 Limburgse plantenwerkgroep Plantenwerkgroep Voeren Lokale plantenwerkgroepen Plantenwerkgroep Brugge Plantenwerkgroep Kasterlee Plantenwerkgroep Zomergem Plantenwerkgroep Markvallei Plantenwerkgroep Gent Plantenwerkgroep Noord-Limburg De slobkousjes Plantenwerkgroep Bovenschelde – Oenanthe Plantenwerkgroep Velpe - Mene Plantenwerkgroep Scheldeland Limburgs SAP-clubje Samen Amusant op Pad Plantenwerkgroep Naturelaar – ’s Heerenbosch Plantenwerkgroep Oude Spoorweg Plantenwerkgroep Klein-Brabant Plantenwerkgroep Beernem Plantenwerkgroep Wielewaal (regio Lier) Plantenwerkgroep Gete - Velpe Plantenwerkgroep Beneden-Dijle Plantenwerkgroep Haacht Plantenwerkgroep Schijnvallei Plantenwerkgroep Harelbeke –Deerlijk Plantenwerkgroep Voorkempen Plantenwerkgroep INZICHT (Zedelgem – Torhout) Plantenwerkgroep Landschap De Liereman Plantenwerkgroep Lummen Plantenwerkgroep Zuidrand Antwerpen Plantenwerkgroep Westland

Page 13: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

13

Uitkijken naar prioritaire plantensoorten in Vlaams-Brabant

In 2008 werd een selectie gemaakt van prioritaire planten in de provincie Vlaams-Brabant. Soorten

die op de Rode Lijst staan en waarvan minstens 1/3 van de Vlaamse vindplaatsen in de provincie ligt,

werden geselecteerd. Dit gebeurde op basis van de gegevens van de floradatabank. Zo kwamen we

tot een lijst van 29 prioritaire planten.

Omdat we wisten dat niet alle gegevens voor de planten up-to-date waren op dat moment (de

Vlaamse Atlas vertoonde op dat vlak een aantal hiaten voor onze provincie) werden aan de lijst ook

nog zogenaamde ‘aandachtssoorten’ en ‘symboolsoorten’ toegevoegd. Goede voornemens werden gemaakt om de selectieoefening voor de planten bij gelegenheid te actualiseren. En die gelegenheid

wordt nu geboden door de provincie dankzij de goedkeuring van een project voor Natuurpunt Studie.

Wat zoeken we? Welke belangrijke vindplaatsen van bedreigde planten moeten nog toegevoegd worden aan de

databanken, zodat ze in aanmerking komen voor verwerking van de prioritaire lijst? Hoe doen deze

planten het momenteel in de provincie? Zijn de bekende verspreidingsgegevens misschien verouderd

en is de plant ondertussen op een aantal plaatsen nagenoeg of helemaal verdwenen? Of breidt de

plant zich uit? Misschien zijn er wel belangrijke historische vindplaatsen waar wij geen weet van

hebben? Mogelijk is hervestiging of uitbreiding vanuit de zaadbank realistisch en houden we de soort

in afwachting nog een tijdje op de prioritaire lijst? Hoe kunnen we deze vragen beantwoorden en de ontbrekende informatie verzamelen? Als eerste contacteerden we natuurlijk de plantenwerkgroepen, botanisten met jarenlange ervaring

kennen de streek vaak op hun duimpje. Maar geraakten alle gegevens die zij in de jaren verzamelden

wel in de floradatabank? Bij deze een oproep om uw notaboekjes nog eens te door-bladeren en oude

gegevens zo juist mogelijk in te voeren via waarnemingen.be Minstens van de bestaande prioritaire

planten, de aandachtsoorten en symboolsoorten http://www.vlaamsbrabant.be/binaries/brakona-

PPSlijst-hogereplanten_tcm5-7457.pdf

Wil je meewerken aan dit project? Wil je gericht op zoek naar prioritaire plantensoorten op historische vindplaatsen in je regio? Heb je

nog oude gegevens of ken je iemand die oude gegevens heeft om in te voeren?

Wil je op de hoogte blijven van de resultaten van dit project en de maandelijkse nieuwsbrief

ontvangen?

Neem contact op met Roosmarijn Steeman [email protected]

015/29 72 22

Gezocht!!!!!!!!!!!!!! Iemand die het ziet zitten om oude plantengegevens in te voeren in waarnemingen.be en/of beheerdossiers wil uitpluizen op zoek naar prioritaire planten-gegevens die nog niet in de floradatabank zitten.

Voor het provinciaal natuurbeleid is het opvolgen van de bestaande populaties van prioritaire planten

uiteraard cruciaal. Het plantenseizoen is inmiddels begonnen, dus je kan in het voorjaaralvast op

deze soorten letten:

- In maart verschijnen Vingerhelmbloem (A), Handjesereprijs (B) en Akkergeelster (C). - In april is het uitkijken naar Schedegeelster (A), Amandelwolfsmelk (A) en Vingerzegge (G). - En vanaf mei kan je op zoek naar Weegbreefonteinkruid (E), Gele zegge (E), Kleine

schorseneer (F), Koraalmeidoorn (G), Schubzegge (F), Slanke zegge (A), Witte rapunzel(A), Vogelnestje (A), Graslathyrus (D) en Bleek bosvogeltje (A) in bloei.

Page 14: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

14

Deze soorten moeten in volgende biotopen gezocht worden: A: Historisch permanente loofbossen, broek- en bronbossen. B: Braakland op kalkarme leembodem C: Extensieve akkers of braakland op (kalkrijke) leem. D: Vochtige tot droge, kalkrijke voedselarme bodems. E: Waters, graslanden en (tril)venen met mineralenrijke kwel. F: Schrale graslanden met (periodiek) vochtige bodem G: Niet te dichte loofbossen op thermofiele kalkrijke (leem)bodem De bovenstaande habitats zijn een vereenvoudiging van de standplaatsen. Voor meer info over de precieze standplaats in Vlaanderen verwijzen we naar de Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest (Van Landuyt et al., 2006). De standplaats in Vlaams-Brabant wordt voor een aantal planten hieronder meer uitgebreid beschreven. We geven hier alvast per soort waar er geen waarneming meer gebeurde sinds 2000. Deze locaties

worden aangeduid door een toponiem en een IFBL-hok (1km x 1 km). Het kan dus flink wat

speurwerk worden om de soort terug te vinden… tenzij het geschikte biotoop zich beperkt tot een

kleine oppervlakte. Of nog beter: als de laatste waarnemer de plaats terug kan controleren of wil

meedelen waar de planten gevonden werden. We zijn benieuwd wat deze speuracties opleveren. Vingerhelmbloem (Corydalis solida) werd sinds 2000 niet meer waargenomen op de volgende locaties:

- Blaasberg in Molenstede (d6-31-32, 1976) - domein van Huizingen (e4-54-43, 1984) - Vlierbeek, Kessel-Lo (e5-14-23, 1994) - Terlanen (e5-41-44, 1999) - Hoegaarden (e5-47-32, 1979) - Lembeek (f4-13-32, 1982)

Vingerhelmbloem is in Vlaams-Brabant een typische soort van ‘colluviale iepenbossen’ en dikwijls te vinden in houtkanten en holle wegen. De soort is meestal te vinden op ‘hellend terrein’ of in de directe omgeving ervan. Dirk Hennebel

Handjesereprijs (Veronica triphyllos) werd in 1992 voor het laatst in Vlaams-Brabant gemeld. De soort werd daarvoor nog op de volgende 13 locaties gezien:

- De 9 locaties waar de soort sinds 1971 niet meer is gezien zijn slechts tot op uurhokniveau bekend (d5-36, d5-48, d5-58, d6-31, d6-41, d6-52, e5-23, e5-43, e6-31).

- Heverleebos (e5-33-13, 1974) - Zoutleeuw, weg naar Wilderen (e6-33-13, 1995). - Zoutleeuw, Het Vinne (e6-23-34, 1995)

Deze soort heeft een zeer langlevende zaadbank en duikt vermoedelijk her en der tijdelijk op, wat waarschijnlijk ook zo was in het verleden. Uit de concentratie van historische vindplaatsen blijkt dat Vlaams-Brabant de historische hotspot was, en met gepast beheer waarschijnlijk op die locaties terug kan komen, zelfs al is ze er nu niet meer te vinden. Bij planten speelt echt wel sterk het verhaal van zaadbanken! Akkergeelster (Gagea villosa) Deze soort is sinds 2000 slechts uit 1 uurhok bekend. Dit is de enige locatie in Vlaanderen waar dit plantje nog groeit. Akkergeelster was nooit zeer algemeen en de overige populaties zijn al lang verdwenen uit Vlaams-Brabant of werden alleszins niet meer vastgesteld: de laatste waarnemingen uit 5 uurhokken in de provincie dateren van de karteringsperiode 1850-1939. Mogelijk loont het dus de moeite om in die uurhokken nog eens te gaan zoeken, als daar nog extensieve akkers zijn. Het is voor deze prioritaire soort noodzakelijk om de enige gekende Vlaamse populatie op te volgen. Wie ziet het zitten om dit te doen en dus als een soort peter of meter over de Akkergeelster te waken? En wie wil in de volgende uurhokken nog eens op zoek in extensieve akkers?

- Grimbergen, Vilvoorde (d4-56, 1850-1939)

Page 15: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

15

- Steenokkerzeel, Vilvoorde (d4-57, 1850-1839) - Kampenhout (d4-58, 1850-1839) - Everberg, Leefdaal (e5-21, 1850-1839) - Bierbeek, Oud-Heverlee (e5-33, 1850-1839)

Schedegeelster (Gagea spathacea) Het aantal uurhokken en kwartierhokken waaruit deze soort bekend is, is sinds 2000 bijna gehalveerd. Voor de volgende locaties loont het nog de moeite om eens te controleren of de soort er nog te vinden is:

- Zoniënwoud, Groenendaal (e4-56-24, 1983) - Hallerbos (f4-14-32, 1988)

Dit is een soort die zonder twijfel over het hoofd wordt gezien. Het is zeker een Vlaams-Brabantse prioritaire soort want de verspreiding lijkt goed samen te vallen met de Vlaamse heuvelrij in contact met leem: het historisch areaal van Hageland tot Calais.

Klaas Debusschere

Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides) Ook al werd Amandelwolfsmelk op drie nieuwe locaties waargenomen sinds 2000, dan nog is het aantal vindplaatsen bijna gehalveerd. Voor de volgende locaties loont het nog de moeite om te controleren of de soort er nog te vinden is:

- Tervuren (e4-37-32, 1991-1994) - Gooik (e4-41-00, 1974) - Gaasbeek (e4-42-24, 1991) - Hoeilaart (e4-56-44, 1979) - Hallerbos, Acht dreven (f4-14-34, 1972) - Lembeekbos (f4-14-23, 1998)

Vingerzegge (Carex digitata) Er zijn maar drie populaties van deze soort uit het verleden bekend. Dankzij waarnemingen.be hebben we recente locatiegegevens van twee populaties. Op de derde historische vindplaats kan nog eens gezocht worden:

- Hallerbos (f4-14-42, 1979)

Weegbreefonteinkruid (Potamogeton coloratus) Van de 8 gekende kwartierhokken, zijn er maar drie waar de soort sinds 2000 nog werd gezien. Op de volgende locatie kan gecontroleerd worden of de soort daar nog te vinden is:

- Floordambos, Vilvoorde (d4-57, 1994) - Herent (d5-52, 1850 – 1939) - Steenokkerzeel (e4-18, 1850 – 1939) - Kortenberg (e5-11, 1850 – 1939)

Dit is een soort met zeer langlevend zaad en een historische verspreiding in Vlaams-Brabant in de regio met Brusseliaan-kwel. Deze soort is bij gepast beheer terug te verwachten. Paul Van Sanden

Gele zegge (Carex flava) Hoewel er recent (2008) nog een nieuwe vindplaats bijkwam, werd Gele zegge op bijna de helft van de locaties niet meer gezien sinds 2000. Op de volgende plaatsen is het nuttig om nog eens te kijken of de soort nog aanwezig is:

- Opwijk (d4-43-13, 1994) - Torfbroek (d5-51-31, 1938) - Kareelbos, Herent (d5-52-31, 1997) - Plantsoenbos, Kortenberg (e5-11-41, 1996)

Page 16: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

16

Kleine schorseneer (Scorzonera humilis) Op slechts één van de 4 provinciale vindplaatsen werd de soort sinds 2000 nog gezien (Vorsdonkbos, 2010). Op de overige drie vindplaatsen kan nog eens gezocht worden of de soort echt verdwenen is:

- Kampenhout (d5-51, 1940-1971) - Walenbos, De Dolaag (d5-56-41,1996) - Grootbroek, Tielt-Winge (d5-57, 1930)

Maar vermoedelijk is deze soort daar echt verdwenen en de soort heeft geen zaadbank. Op de KUL wordt er ex situ materiaal opgekweekt van Vorsdonk, voor mocht daar iets voorvallen. Thomas Gyselinck

Koraalmeidoorn (Crataegus rhipidophylla) Op slechts één van de 4 provinciale vindplaatsen werd de soort sinds 2000 nog gezien (De Spicht, Lubbeek, 2000). Deze vindplaats zou in feite gecontroleerd moeten worden, want deze werd slechts door één persoon bevestigd. Mogelijk gaat het om een hybride vorm. Op de volgende plaatsen kan nagegaan worden of de soort effectief is verdwenen:

- Kampenhout (d5-51-14, 1986) - Tervuren (e4-37, 1940-1971) - Station Hoeilaart (e4-57-23, 1980)

Schubzegge (Carex lepidocarpa) Slechts een derde (3) van de vindplaatsen van deze zegge blijft over sinds 2000. Dit zijn bovendien bijna de enige vindplaatsen voor Vlaanderen. Er zijn enkele locaties waar het nog niet te lang geleden is dat de soort werd gezien en controle wenselijk is: - Floordambos, Melsbroek (d5-47-44, 1986) - Kampenhout (d5-51-14, 1986) - Dworp, Halle, Sint-Genesius-Rode (f4-15, 1940-1971) Deze soort heeft een langlevende zaadbank, dus bij goed beheer is ze terug te verwachten op historische vindplaatsen:

- Vilvoorde (d4-56, 1880) - Peutie (d4-57, 1873) - Lovenjoel (1865)

Slanke zegge (Carex strigosa) Op slechts de helft van de gekende locaties werd Slanke zegge sinds 2000 nog waargenomen. Het loont de moeite om de volgende historische vindplaatsen te controleren:

- Torfbroek, Kampenhout (d5-51-31, 1988). - Zavelberg, Roosdaal (e3-48-33, 1974) - Vrijthoutbos, Dilbeek (e4-13-32, 1981, 1982) - Tervuren (e4-38-31, 1973) - Kasteel van Groenendaal (e4-57-11, 1999) - Bierbeek – Oud-Heverlee, Mollendaal & Meerdaal (e5-43, 1971) - Akrenbos, Bever (f3-15-41, 1998)

Witte rapunzel (Phyteuma spicatum) Op minder dan 1/3 van de bekende locaties werd deze soort sinds 2000 nog terug gezien. Het loont de moeite om de volgende locaties nog eens te controleren:

- Steenokkerzeel, Kortenberg (e4-18, 1940-1971) - Liedekerke (e4-21, 1940 – 1971) - Roosdaal, Lennik, Gooik (e4-31, 1940 – 1971) - Tervuren (e4-38, 1940-1971) - Lennik (e4-42, e4-43, 1940-1971) - Hoeilaart, Tervuren (e4-47, 1940-1971) - Dworp, Huizingen (e4-54, 1940-1971) - Dworp, Halle (f4-15, 1940-1971) Paul & Krista

Page 17: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

17

Vogelnestje (Neottia nidus-avis) Op de helft van de bekende locaties werd deze soort sinds 2000 nog terug gezien. Het loont de moeite om de volgende locaties nog eens te controleren:

- Perk, kasteelpark (d4-58-14, 1980) - St.-Agatha-Rode, Rodebos (e5-52-12, 1998)

Graslathyrus (Lathyrus nissolia) Op ongeveer 2/3 van de bekende locaties werd deze soort sinds 2000 nog terug gezien. De volgende historische groeiplaatsen kunnen bij controle nog iets opleveren:

- Hofstade (d4-38-12, 1986) - Kampenhout (d5-51, 1940 – 1971) - Ternat (e4-11, 1940 – 1971) - Zaventem (e4-17-43, 1997) - Groot-Bijgaarden (e4-24-12, 1981) - Groot-Bijgaarden, klaverblad (e4-24-14, 1999) - Schepdaal (e4-33-12, 1991) - Gaasbeek (e4-42-24, 1998) - Dworp, Huizingen (e4-54, 1940, 1971) - Loonbeek (e5-31-44, 1985) - B ierbeek, Boutersem (e5-35, 1981) - Willebringen (Hoeksken) (e5-36-32, 1997) - Bierbeek, Oud-Heverlee (e5-43, 1940 – 1971) - Hoegaarden, Nerm – Meiveld (e5-46-43, 1998) Marc Bruneel

- Landen (e6-52-14, 1983) - Halle, Rodenen (f4-13-23, 1987)

Bleek bosvogeltje (Cephalantera damasonium) Bleek bosvogeltje werd pas in 2004 voor het eerst in de provincie ontdekt in Hoegaarden in het natuurgebied Rosdel. Daar is het momenteel bekend van 3 kwartierhokken en 2 uurhokken. De populaties worden met veel trots door de beheerders opgevolgd.

1075 planten op een jaar!

De ontluikende plantenpassie van David “Billy” Herman

Nooit had ik gedacht dat planten mij zouden boeien.

Tot voor kort, het jaar 2011. Het begon allemaal puur

toevallig en grotendeels dankzij één man: Indra

Jacobs. Indra is op zijn zachtst gezegd een

plantenkenner. In feite kan je hem een freak noemen

in de positieve zin van het woord. In de zomer van

2010 belde ik hem, zonder hem echt te kennen, op

om te vragen of hij me kon meenemen naar de exacte

plek van de Witte muggenorchis. Ik had immers al 7

uur non-stop lopen zoeken naar deze soort op een

oppervlakte van enkele tientallen vierkante meter

zonder resultaat. Enorm frustrerend en achteraf

gezien absoluut niet te begrijpen. Zeker wanneer je

erop uit bent om alle orchideeën binnen de Belgische

landgrenzen te zien. Hij stemde toe en we maakten er

meteen een weekendje van. Het werd een geslaagd

weekendje, natuurstudie op en top: vlinders, libellen,

sprinkhanen, vogels en zoogdieren…

daar hield het voor mij op.

Billy en de Wollige distel (Cirsium eriophorum)

Foto Kevin Lambeets

Page 18: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

18

Maar ondertussen bleef Indra sporadisch stilstaan bij de essentie. Want wat vormt de basis voor al

deze organismen? Planten! Het begon stiekem met Heidewikke, zonder dat ik het goed en wel

besefte. Deze soort probeerden we kort na het zien van de Witte muggenorchis te zoeken.

Heidewikke is een hyperzeldzame schoonheid die misschien nog in België staat, maar wij vonden ze

enkel op 15m van de grens, in Duitsland. Jammer, maar daarom niet minder mooi. Ik was getriggerd,

om haar fragiele karakter, maar ook waarom ze voor ‘mijn Belgische lijst’ niet 15m verder stond. Haar

ecologie is het antwoord en dat boeit me. Langzaamaan kreeg ik hier en daar oog voor die bloeiende

zaken waar al ‘mijn’ andere organismen aan gebonden zijn.

In de winter ontplooide deze fascinatie zich helemaal. Raar maar waar, tijdens het vleermuizen kijken leerde ik Zwartsteel en Stijve naaldvaren kennen. Kort daarop planden we voorjaarsflora in de

Gaume. Rustig in de bossen struinen en de lente voelen ontluiken. Het volledige kleurenpallet kreeg

voor mij voor het eerst in mijn leven een naam. Kleine maagdenpalm, Slanke sleutelbloem, Ongevlekt

longkruid en Bosgeelster zijn er enkele die we konden vinden. Ondertussen kwamen planten nu heel

vaak ter sprake. Dat het mogelijk was om in een weekend een paar honderd soorten te zien hield ik

toen niet voor mogelijk. Indra beweerde zelfs dat 800 soorten zien, voor het begin van de zomer, een

haalbare kaart was. Ik begon te dromen… Het doel van dat weekend was tevens om uitgestorven

ereprijzen te zoeken. Het is altijd plezant als je een duidelijk doel voor ogen hebt.

Het moest Kleine, Handjes of Vroege ereprijs

worden. Op een rangeerstation zag ik voor mijn

voeten plots kleine blauwe sterretjes opduiken. Ik

haalde Indra erbij en in zijn verbazing zag ik een

vleugje adrenaline gutsen. Dit moèst een goeie

zijn! Uitgesleuteld kwamen we terecht bij Vroege

ereprijs: een herontdekking voor België. Maar

Annie Remacle, een botaniste uit de streek, was

ons voor geweest. Diezelfde Annie zou trouwens

een niet onbelangrijke rol voor mij spelen in 2011.

Ze is namelijk verantwoordelijk voor talloze

ontdekkingen van enigmatische soorten

in België. Naar haar ideeën en inzichten kijk ik op.

Ze bezocht bijvoorbeeld de afgelopen jaren

alle begraafplaatsen in de Gaume om

Akkergeelster te zoeken. Die idee was ook bij ons

opgekomen en summier uitgevoerd zonder

succes. Na het bekend maken van ons initiatief

zond ze mij een document met al haar resultaten.

Zij had duidelijk meer geluk afgedwongen want

tijdens haar 130 bezoeken vond ze maarliefst 4

populaties terug van deze prachtige soort. Weg

was wel ons plan want het was al feilloos

uitgevoerd.

Het jaar was goed begonnen en iedere week droomde ik meer en meer van zaken die nog moesten

komen. Tientallen keren heb ik mijn ‘De Langhe’ doorbladerd om inzicht te krijgen in de bestaande

soorten. In dezelfde familie staat de ene soort op zand, de andere in moeras en nog een andere in

bos. Subliem hoe ze elkeen zo op elkaar gelijken en toch zo verschillend zijn omwille van abiotische

factoren. Persoonlijk vind ik vooral de inheemse soorten het meest interessant omwille van hun

‘historisch’ karakter. Ook aan de zeldzaamheid besteedde ik de nodige aandacht. Want hoe je het

draait of keert, zeldzame soorten spreken meer tot de verbeelding. Waarom zijn ze zo zeldzaam want

van zo’n plekken zijn er toch twaalf in een dozijn? Soorten die op onverklaarbare wijze sterk achteruit

zijn gegaan: waarom verdwijnen ze en hoeveel tijd nog voor ze hier definitief verdwenen zijn?

Niemand weet het. Zelfs de meest gedreven natuurbeschermers krijgen er soms geen vat op. En last

but not least: de akkersoorten. Ook hier heeft mijn mentor een belangrijke rol in gespeeld. Razend

Vroege ereprijs, een soort die tot voor kort

uitgestorven was in België. Foto Indra Jacobs

Page 19: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

19

boeiend en zwaar onderschat. Veel soorten zijn gewoon verdwenen door pesticiden, verandering van

landgebruik, verdwijnen van kleinschalige landbouw en een overschot aan mest. Weg braakliggende

terreinen, weg rust. Ze vormen een niche die enorm hard achteruit is gegaan en waar weinigen naar

omkijken. Waarom blijft me tot op de dag van vandaag een raadsel want ze zeggen nochtans veel

over de omgeving als je het mij vraagt. Ze zeggen iets over de bodem en vooral de kwaliteit van de

bodem. De aanzet van deze obsessie binnen een passie ontsproot met het bladeren in de

geïllustreerde flora (Blamey). Een werk dat een grote hulp is om een mooi beeld te vormen rond de

namen.

Ondertussen was het voorjaar verleden tijd en galoppeerden de soorten razendsnel voorbij. Het was

zelfs onmogelijk om alles gezien te hebben in het pakket vrije tijd dat ik los kon weken. Er moesten

dus tactische keuzes gemaakt worden wilde ik erin slagen om op korte tijd zoveel mogelijk kennis op

te doen. Ik koos voor de zeldzame bloeiers die maar korte tijd staan te prijken. ‘De rest’ zou

ondertussen wel toevallig mijn pad kruisen. We bezochten tientallen gebieden, doordacht gekozen en

gecombineerd met elkaar om de kilometers te beperken. De Noorderkempen voor Korensla,

Waterlobelia en Genadekruid, de kust voor Gele hoornpapaver, Zeevenkel en Glad biggenkruid.

Henegouwen voor Zoete Wolfsmelk en Franse veldbies, Dinant voor Kamferalsem, Akkerdoornzaad,

Brave hendrik, enz.. Teveel om op te noemen! Doordat het nu langer licht was kon ik ook nog na het

werk planten kijken. En samen met Indra, Wout Opdekamp, Johannes Jansen, Kevin Lambeets en

Joachim Teunen gebeurde dat regelmatig. Vooral in de havens van Gent en Antwerpen dan, want

deze gebieden zijn cruciaal wil je pure plantenherkenning stevig onderbouwen. Vaak niet zo

aangenaam om in rond te lopen, dat moet gezegd zijn, maar een mekka van vergane glorie.

Koekruid, Doorwas, Franse boekweit, Dolik, Borstelscherm, Fraai streepzaad en Akkerboterbloem

zijn slechts een greep uit het immense aanbod. De ideale bakermat om in de zomer akkers te doen.

En zo geschiedde.

Begin juni planden we een weekendje in het

zuiden om te kijken wat nog rest van de ooit

zo bloemenrijke veldjes. De lat lag hoog, te

hoog. Knarkruid, Vogelkopje, Wilde nigelle en

Kooltje-vuur zijn er enkelen waar we hardop

van droomden. Ondanks het feit dat we geen

van deze verdwenen soorten konden vinden,

waren we zeker niet teleurgesteld. Want de

akkers in de Gaume zijn nog steeds heel

divers en kleurrijk. Matten Korenbloemen,

papavers, Gele ganzenbloem, Kleine

wolfsmelk, Eironde- Spies- en

Akkerleeuwenbek, Akkerdravik, Dreps en

Borstelstreepzaad konden we nog allemaal

vinden. Geen magere troost met andere

woorden. Wat het in de toekomst echter zal

geven, dat is onvoorspelbaar en extreem

boeiend. In het verleden dacht ik dat planten

niet konden ‘lopen’ en saai zijn. Maar niks is

minder waar. Ze bloeien zonder aanwijsbare

redenen en duiken op, op de meest

ondenkbare plaatsen.

Hoe dat komt? Ik heb me zelf al ettelijke keren proberen inleven in een zaadje en het dichtste wat ik

kom is wanneer ik me vergelijk met een ster in het heelal. Zo ontiegelijk groot is mijn leefomgeving

dat ik net daar op de juiste plaats terecht kom en mijn gading kan vinden om te schieten en nieuw

Eironde leeuwenbek, een soort van akkers en omgewerkte grond, is een zeldzaamheid in

Vlaanderen. Foto Kevin lambeets

Page 20: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

20

leven te brengen. En plots verdwijnen ze dan weer… Om het met een cliché te verwoorden, één van

de wonderen der natuur.

Na enkele weekends van regen werd de teleurstellende sombere zomer ingeruild voor een droge

nazomer: ideale omstandigheden om af te zakken naar het Midden - Limburgs vijvergebied. De

oevers van de plassen waren vrijgekomen wat tal van leuke soorten de kans bood om te ontluiken.

Onder begeleiding van mensen van het ANB en de conservators van natuurgebieden waagden we

onze kans. Het geploeter in het water was verfrissend en een verademing voor de kennis met

betrekking tot de waterhabitats. Fonteinkruiden, glaskrozen, egelskoppen en sterrenkrozen moesten er allemaal aan geloven. Niet evident maar eens begonnen, toch makkelijker dan gedacht. Het juiste

seizoen en een klein beetje logisch verstand gebruiken om de soorten op naam te brengen. Naast

mijn natte voeten is het woord adembenemend op het einde van augustus verschillende keren bij mij

opgekomen. Drie plaatsen die nog steeds blijven nazinderen zijn de paarse vlakte van het Zwin in

Knokke, de fragiele natte duinpannen in de Westhoek en de intense eindeloze gloed van de

Mechelse heide. Stuk voor stuk een must-see voor iedereen die met natuur bezig is omdat het een

prachtglorie is van je voeten tot aan de horizon.

Het besef dat alles op zijn einde liep probeerde ik nog verschillende keren te verdringen. En dat lukte

behoorlijk. In september sprong er nog een weekendje-van-formaat uit dat ik omdoopte tot

Gentianenweekend. Planten voor altijd gegrift op mijn netvlies zijn ongetwijfeld Franjegentiaan,

Duitse gentiaan en Kruisbladgentiaan. De kleinste telg van het geslacht, die ik eerder dat jaar had

gezien, liet toch de grootste indruk op mij na. Heel miniem, kwetsbaar en fragiel en toch nood aan

voldoende dynamiek om te overleven. Want een kale bodem is noodzakelijk om te gedijen voor de

Draadgentiaan. Voorzichtigheid is meer dan ooit geboden tijdens het zoeken naar de hyperfijne

stengeltjes van enkele centimeters hoog en gele bloemetjes met een dia-meter van nog geen twee

milimeter..

Ik stond nu nog sporadisch stil bij de inheemse rozen die ik op naam bracht met de determinatietabel

uit Gorteria. Uitgelezen om het jaar rustig uit te bollen en de winter wat in te korten. Het enige wat ik

nog kon doen was deugddoend en voldaan terugkijken op wat één van mijn leukste jaren ooit is

geweest. Zonder dat het echt een doel was om een heuse jaarlijst te maken, had ik met de grote hulp

van waarnemingen.be ongeveer 1075 inheemse soorten gezien. Zoveel plaatsen bezocht, zoveel

vreugdemomenten, zo een ruime blik op natuur en verruiming van kennis, zoveel pracht! Nee, dat

had ik nooit verwacht. Op het moment van dit schrijven staat het Lenteklokje al in bloei. De voorbode

van wat hopelijk een even fijn jaar zal worden.

Plantenwerkgroep Gent

De streeptochten gaan steeds door op dinsdag- en donderdagavonden, vertrek om 18u30 stipt aan de afspraakplaats. Einde excursie bij het invallen van de duisternis. Meer info: [email protected]

Donderdag 26 april - Hok d3 - 13 - 34, Rozebroeken.

Afspraakplaats: Parking Zwembad Rozebroeken Rozebroekslag, 9040 St.Amandsberg.

Deze tocht maakt deel uit van de cursus "weet wat je wiedt". Iedereen is welkom maar speciale

aandacht gaat naar de begeleiding van de cursisten van bovenstaande cursus.

Dinsdag 8 mei - Hok d3- 21- 43, Duddegem.

Afspraakplaats: Parking Syntra Autoweg-Zuid 3 9051 Sint-Denijs-Westrem.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent

Page 21: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

21

Dinsdag 15 mei - Hok D3 -13 - 44, Succa kasteel.

Afspraakplaats: Bibliotheek Dendermondesteenweg 420, 9070 Destelbergen.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Donderdag 31 mei - Hok D3-42-21, Scheldemeersen.

Afspraakplaats: Kerk Melsen / Melsenstraat 9820 Melsen.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Donderdag 7 juni Hok D3-23-33, Warmoezenier.

Afspraakplaats: Parking Ijspiste Kristalijn Warmoezeniersweg 20, 9000 Gent.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Donderdag 31 mei Hok D3-21-33, Latemse meersen.

Afspraakplaats: Kerk Latem, Dorp 11, 9830 St.Martens Latem

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Donderdag 28 juni Hok D3-33-11, Liedermeerspark.

Afspraakplaats: Parking Liedermeers Verlorenbroodstraat, 9820 Merelbeke.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Dinsdag 10 juli Hok D3-12-33, Bourgoyen spoorwegberm.

Afspraakplaats: Grutto Mahatma Gandistraat 32, 9000 Gent. Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent

Dinsdag 24 juli Hok D3-22-41, Miljoenenkwartier.

Afspraakplaats: Hoek Congreslaan / P. de Smet- de Nayerplein(straat) 900 Gent.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Dinsdag 7 augustus Hok D3- 11- 42, Bourgoyen Noord.

Afspraakplaats: NMC / Driepikkelstraat 32, Gent / 9030 Mariakerke.

Gent Donderdag 23 augustus Hok D3 - 23 - 41, Koningsdonk.

Afspraakplaats: Parking Sporthal Driebeek (ex zwembad) Driebeekstraat / Braemkasteelstraat 9050

Gentbrugge.

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Daguitstap naar Zeeuws-Vlaanderen op zaterdag 25 augustus

Afspraakplaats: 8h45 NMC / Driepikkelstraat, 32 9030 Mariakerke / kostendelend vervoer

Werkgroep: Plantenwerkgroep Gent Dinsdag 4 september Hok D3 - 21 -13, St. Gerolfuskappel.

Afspraakplaats: Sporthal Keiskant / Keiskantstraat, 9031 Drongen

Plantenwerkgroep C6

Planten-in-C6 Rutger Barendse

https://sites.google.com/site/planteninc6

Goed schoeisel, een loepje en eventueel een flora zijn nodig. De excursies zijn ’s avonds en hebben

een actieradius van 1 kilometerhok, waarin dan gemiddeld zo’n 200 sooten worden genoteerd.

Iedereen is welkom, ook de beginnende florist.

Tijdens de excursie wordt weinig gedetermineerd (met een flora in de hand). Hetgeen we echt niet

kennen of een kritische blik nodig heeft, wordt eventueel gefotografeerd en in ieder geval thuis nader

bekeken. Er is natuurlijk uitleg bij iedere vondst en vragen worden altijd beantwoord. Je kan ook

materiaal (gedroogde of verse planten) meebrengen dat je niet op naam kan brengen. Er is vast

iemand die je hierbij helpt. Probeer natuurlijk de beschermde en zeldzamere planten te ontzien.

Page 22: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

22

LET OP! De tijd van aanvang varieert. In september wordt het al redelijk snel donker, dus beginnen

we eerder. Donderdagavond is de vaste avond (1 x per maand). Er worden ook 4 EXTRA excursies

in de regio die onder leiding van ondergetekende zijn, aangekondigd.

Donderdag 10 mei Haventje Leopoldsburg (parking restaurant). km-hok. C6-45-34.

In dit hok liggen het kanaal, een spoor, vijvers en natuurlijk de nodige bebouwing. Hopelijk vinden we

enkele kwelindicatoren en voorjaarssoorten in de parallelbeken van het kanaal. Net ten noorden van

het hok zijn in ieder geval al Slanke sleutelbloemen aangetroffen. Langs het spoor zijn Klein

robertskruid en Kandelaartje te verwachten. EXTRA: Zaterdag 2 juni tijdens het Biodiversiteitsweekend III dat georganiseerd wordt door de

projectgroep “Levend zand”: 8u00 Aikido Lommel (Werkplaatsen/N712). We gaan dan een hok (c6-

24-12) strepen in De Maat, dus we verplaatsen ons nog een 7 kilometer naar het noord-westen. In de

Maat groeien verschillende bijzonderheden waaronder Canadese rus, Herfsttijloos, Paarse

schubwortel en Grote wolfsklauw. Om 12u00 is er een lunch bij Akindo en om 13u00 vertrekken we

wederom vanaf Akindo Lommel om een tweede hok (c6-25-13) daar vlakbij te strepen: Waaltjesbos.

We doen het oostelijk deel van het hok. De te verwachten soorten zijn Kalmoes, Engels gras en

Dwergviltkruid.

Donderdag 14 juni: 18u30 – Kruising Broekstraat/ Schootstraat/ Germeer te Olmen.

km-hok C6-44-31.

In het Zuidelijke Scheps staan de vochtige graslanden centraal, die in juni mooi in bloei staan.

Soorten als Echte koekoeksbloem, Holpijp en mogelijk nog wat restanten Dotterbloem zijn te

verwachten. Er ligt een akkerreservaat in het hok waar al jaren Bolderik groeit. Mogelijk vinden we

ook Slofhak hier. Het hok herbergt ook wat drogere delen, zodat de diversiteit aan planten hoog zal

zijn.

Donderdag 5 juli: 18u30. Kruising Katselsedijk / Boerentangse Dreef te Dessel.

km-hok c6-22-21. De Kleine Nete (of wat uiteindelijk de Kleine Nete gaat worden) is hier heringericht

en bevat wellicht interessante water- en oeverplanten. Indien toegankelijk nemen we nog een kijkje

langs een zandwinplas. In en langs de oevers van de Kleine Nete worden ook steeds meer exoten

gevonden zoals Waterteunisbloem. Misschien niet iets om op te verheugen, maar het blijft wel een

mooie plant.

Donderdag 9 augustus: 18u00. Lommel Balendijk, Marie Curiestraat ingang Motorcrossterrein.

Km-hok C6-26-31. in dit zandige industrieterrein, doorsneden door een spoorbaan, wordt het een

echte uitdaging om er meer dan 200 soorten te vinden. Natuurlijk zijn er op voorhand al wel enkele

lokale specialiteiten als Zandhaver, Engels gras en Helm te verwachten. Het spoor is hier nogal kaal,

de spoorbedding is pas vernieuwd, maar misschien is er op de parallelpaden nog iets te vinden als

Slangenkruid, Rapunzelklokje of Zwarte toorts.

EXTRA: Woensdag 22 augustus 18u30: Aan het Station van Neerpelt.

Rutger Barendse leidt een excursie voor de Slobkousjes. We strepen dan km-hok C6-28-23. Het is

een ‘stadshok’ let de nodige braakliggende terreintjes, een spoorweg en wat meer parkachtige

omstandigheden. Het nog werkzame spoor is hier slecht te benaderen maar enige

warmteliefhebbende planten in de directe omgeving kun je er zeker vinden. Langs het oude spoortje

richting Wijchmaal zijn soorten als Geoorde zuring, Kleine bevernel en Ruige leeuwentand te

verwachten.

EXTRA: Zaterdag 8 september 10u00. Parking begraafplaats Heidehuizen.

Rutger Barendse leidt een excursie voor FLO.Wer met als doel een aantal kenmerkende neofyten

van de regio te zien. We banen ons een weg door de grondhopen bij de gemeentewerf van Mol

waarna we via de Zinkfabriek te Balen, met grote aantallen Engels gras, en het industriegebied te

Page 23: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

23

Balendijk naar de gemeentewerf van Lommel gaan, afspraak daar rond 14u00. Mogelijk eindigen we bij de Sahara, waar Agrostis scabra in massa groeit.

Donderdag 13 september 17u30 Mol, Heidebeemden, kruising Heidehuizen/Greesstraat/

Meerhoutsebaan. km-hok c6-33-33. In dit hok zijn veel tuinvlieders te verwachten door de meer

bosrijke omgeving en de villawijken. Ook de gemeentewerf ligt gedeeltelijk in dit hok, dus het

soortenaantal zal wederom hoog zijn.

Florawerkgroep Oost-Brabant

Historische wandeling Neerwinden 14/01/2012 Gids: Jules Robijns

Nu het buiten nog iets te vroeg is om al echt op plantenjacht te gaan, stelde onze gids een historische

wandeling voor: de veldslagen in en rond Neerwinden vormden het kader.

Met rustig weer met veel opklaringen, een warm zonnetje en een temperatuur rond 7 graden Celsius

ging de groep goedgemutst op stap. Aan de Heilige Kruiskapel werd een eerste stop gehouden en

kregen we de veldslag van 1693 over ons heen: infanterie, artillerie, cavallerie… Fransen tegenover

de Verbondenen, ’s nachts marcheren en ’s morgens al aanvallen… Maar we zijn eenmaal

natuurliefhebbers en dus kreeg een Meelbes iets verder in het parkje rond de kapel toch ook even

wat aandacht.

We trokken de velden in. Een Akkerviooltje aan de kant werd opgemerkt, een buizerd in de verte. De

veldslag van 1705 (Marlborough) werd uitgelegd met zicht op de kasteelhoeve van Wange. Terwijl

oorlogstactieken rond onze oren vlogen werden ondertussen ook Peermos, Halvemaanmos en

allerlei paddenstoelen tussen de grashalmen in de berm ontdekt. Onderweg zagen we ook nog

ergens Winterakoniet in een voortuintje. De eigenares kwam zelfs ongerust aan het raam kijken om

te zien waar in godsnaam die groep daarbuiten nu zo in geïnteresseerd was. Maar we waren geen

Fransen en ook geen geallieerden en we trokken al gauw verder: op naar de veldslag van 1793,

opnieuw de Fransen tegen de gealliëerden, en daar zouden we onderweg nog de sporen van

vinden… De vogelkijkers hadden het onderweg ook nog druk: nog een buizerd, een grote groep

kneutjes en misschien ook wat groenlingen? Een Valse kopergroenzwam werd ontdekt, evenals de

Gewone beurszwam en het Viltige judasoor. Voor we toekwamen aan de veldslag van 1940 hadden

we nog het geluk een Kramsvogel te ontdekken die mooi te bewonderen was in het late

namiddagzonnetje, alsook een grote groep gorzen: Geelgors, Rietgors en mogelijk Grauwe gors. Een

Torenvalk iets verder zat ook rustig zijn beurt af te wachten. Nog even een laatste conflict tussen

Duitsers en Fransen bij het begin van WOII en een anekdote over wandtapijten met een

oorlogstafereel uit Wange en de wandelaars bereikten hun eindbestemming.

Met heel wat geschiedkunde rijker lieten we de gebeenten van alle gevallenen (Fransen,

Verbondenen, paarden, … ) te Neerwinden verder rusten en trokken we terug huiswaarts: 2012 is

goed begonnen!

Excursiekalender 2012

telefoonnummers

Herlinde De Jaeck: 016/60 83 45; 016/25 95 37 0472/44 91 81 (enkel voor uistap)

Liesbet Cleynhens: 0479/83 92 87

Kris Pacquée: 013/33 34 41 0477/93 39 59 (enkel voor uitstap)

Luc Vervoort: 016/ 25 25 93 0476/86 99 24

Kasper Van Acker: 016/46 46 03 0495/35 75 85 (enkel voor uitstap)

Jules Robijns 016/78 97 93

Page 24: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

24

Woensdag 18 april Waanrode, Begijnenbos, voorjaarsbloeiers

19u15 kerk Waanrode gids: Jules Robijns

Woensdag 25 april Oud-Heverlee, Kouterbos, bronbos

19u30 Oud-Heverlee, Kapel Steenbergen kruising M. Noëstraat-Kapellendreef

gids: Kasper, Herlinde Woensdag 2 mei Wezemaal, Rigessel, natte graslanden.

19u30 kerk Wezemaal gids: Liesbet

Woensdag 9 mei Boutersem, Snoekengracht, nat hooiland op leem.

19u30 Vertrijk, station gids: Herlinde, Georges

Zondag 13 mei Kalkense meersen of alternatief

meer info volgt gids: Luc of Herlinde

Woensdag 16 mei Tremelo, veenmoeras

19u30 Damiaanmuseum Tremelo gids: Luc Vervoort

Woensdag 23 mei Nieuwrode, vochtig grasland met Karwijselie

19u30 Recreatiecentrum Blauwmolen. gids: Luc, Lutgard

Woensdag 30 mei Sint-Agatha-Rode, Rodebos

19u30 kruising Wolfshaegen-Holstheide (Hof ter Vaeren) even voor Terlanen

gids: Kasper, Herlinde Woensdag 6 juni Paal, Venusberg, akkerkruiden

19u30 Meldert, kerk gids: Jules

Zaterdag 9 juni Kerniel, Gelinden

Meer info volgt gids: Liesbet

Woensdag 13 juni Assent, Papenbroek, laagveenhooilanden

19u30 kerk Assent gids: Roel

Woensdag 20 juni Haacht, Haachts broek, Dauwnetel

19u30 Wespelaar, sporthal Den Dijk, Dijkstraat gids: Liesbet, Herlinde

Woensdag 27 juni Oud-Heverlee, militair domein, heischraal grasland.

19u30 Weertse dreef, 1e parking, richting St.-Joris-Weert gids: Kasper

Zaterdag 30 juni Semoisvallei

Meer info volgt gids: Kasper

Woensdag 4 juli Diest, citadel, heischraal grasland

19u30 Diest, citadel, parking Leuvensepoort gids: Kris

Woensdag 11 juli en 18 juli Bloemstructuren (buitenactiviteit) - Info volgt - gids: Jules.

Woensdag 25 juli Tienen, Bezinkingsputten, inheemse en adventiefsoorten

19u30 kerk Grimde gids: Jules

Woensdag 1 augustus Rijmenam, fietstocht!! dijk, Cassenbroek, Pikhakendonk

14u kerk Rijmenam gids: Herlinde, Luc

Page 25: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

25

Woensdag 8 augustus Herselt, Langdonken, moerasgebied

19u30 Langdonken schuur gids: Lon, Luc

Zaterdag 18 augustus Turnhouts vennengebied

Meer info volgt gids: Liesbet, Herlinde

Woensdag 22 augustus Geetbets, Segeraatweiden, zoeken naar Apium repens

19u30 kerk Geetbets gids: Jules

Woensdag 29 augustus Holsbeek, Chartreuzenbos, bos en heischraal grasland

19u30 kerk Linden gids: Kasper

Woensdag 5 september Diest, park Cerckel, stadsflora

19u15 Diest, Grote markt, stadhuis. gids: Kris

Natuurhistorische Werkgroep Natuurpunt Meetjesland – Plantenwerkgroep

Alle wandelingen gaan door op dinsdagavonden. Meer info: [email protected] We verzamelen om 19 u op de eigenlijke plaats van afspraak. Dinsdag 17 april Begraafplaats van Aalter + nabije omgeving d2-15-22

Afspraak: Parking ‘Den Aard’ nabij de begraafplaats (Brouwerijstraat) Dinsdag 1 mei Slangenbossen en Wantebeek (grens met W. –Vl.) d2-14-42

Afspraak: Kerk van Kruiskerke (West-Vlaanderen) Dinsdag 15 mei Vliet (ruigte, bos, grasland, …). c3-13-32 Afspraak: Kerk Van Assenede Dinsdag 29 mei Hogevorst, Bassevelde c3-11-42

Afspraak: Kerk Van Bassevelde Dinsdag 12 juni Moerkes (natuurgebied met Meersen en Poel) c2-38-43

Afspraak: kerk Van Waarschoot Dinsdag 19 juni Vallei van de Kale (Natuurgebied met o.m. graslanden) d2-18-14

Afspraak: Begraafplaats van Merendree

Dinsdag 26 juni Dorpskern en omgeving Middelburg c2-15-14 Afspraak: Kerk van Middelburg

Dinsdag 3 juli Ganzeplas (nieuw natuurreservaat met bos en heide) d2-16-31

Afspraak: Kranenpoel Dinsdag 7 augustus Vrouwkenshoekkreek, Sint-Laureins c2-17-32

Afspraak: Dorpsplein van Sint-Laureins Dinsdag 21 augustus Vromboutput, Eeklo c2-38-12

Nabij restaurant Vrombout (Vromboutstraat)

Page 26: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

26

Plantenwerkgroep Duinviooltje

Afscheid van Godfried Warreyn Totaal onverwacht moest de werkgroep Duinviooltje op 23 januari plots afscheid nemen van zijn

bezieler Godfried Warreyn. Hij schreef nog een verslag over de excursies in 2011 en stelde een

kalender op voor 2012. Gelukkig wil Henri Tyteca de coördinatie van de werkgroep overnemen.

[email protected]

Verslag excursies 2011 Godfried Warreyn De plantenwerkgroep van Natuurpunt-Westkust ging 11 keer op stap in 2011 en we deden minstens

één maal elke gemeente van ons werkgebied aan. In juli verleenden we ook nog onze medewerking

aan de inventarisatie van een hok rond de Oostvoorduinen door de Nationale Werkgroep Botanie.

Zoals elk jaar begonnen we in april als de natuur goed en wel ontwaakt is en op onze eerste uitstap

op 9 april bleven we dicht bij huis namelijk op de grens Oostduinkerke - Nieuwpoort.

Het kilometerhok c1-41-43 in de omgeving van de Pelikaanbrug tot aan de Koolhofput werd al redelijk

goed geïnventariseerd want er waren al 217 plantensoorten gekend. Behalve heel veel gewone

soorten vonden we enkele minder algemene zoals Spinaziezuring, Tongvaren, Selderij en

Zannichellia. We kwamen aan een totaal van 245 soorten en dat is veel zo vroeg in het jaar.

Op 7 mei gingen we de andere kant op naar De Moeren en daar bekeken we het hok d0-17-32 in het

gebied Veurne-Bewesterpoort. Er waren daar geen soorten gekend en dit wil dikwijls zeggen dat er

niet veel bijzonders staat. We telden er toch 113 soorten zonder echte zeldzaamheden. Een leuke

verrassing was de ontdekking van een jong vosje verscholen in het gras van de wegberm.

Op 21 mei trokken we naar Eggewaartskapelle om de omgeving van de Knollekapel uit te kammen.

In het hok d1-21-11 waren er al 82 soorten gekend en wij deden natuurlijk wat beter met 129 soorten.

Een onverwachte soort was de Moeraszegge en we vonden ook enkele Duitse andoorns. Die zullen

ooit wel uit een tuin ontsnapt zijn, maar nu stonden ze in een akkerrand.

Op 28 mei werd een hok op het Plateau van Izenberge onder de loep genomen. Ook dit hok, d0-37-

22 ten westen van de dorpskern, werd nog nooit bekeken want er waren opnieuw nul soorten

gekend. Wij vonden er toch 136, maar geen enkele soort was speciaal te noemen.

Het werd nu tijd om eens een heel ander soort biotoop te bekijken. Daarvoor gingen we naar de

Burgweg in Koksijde en Wulpen. In dit hok c0-58-31 waren er slechts 45 soorten gekend. Gelukkig

kon Johan Devos het militair gebied bekijken waar er enkele mooie soorten stonden. Dank zij de vele

deelnemers werd dit hok heel grondig bestudeerd; we waren met 8 en dat was meteen een record

voor 2011. In totaal streepten we 199 soorten en daarvan waren er enkele verre van algemeen.

Spiesraket vonden we voor de eerste maal met onze werkgroep, op een enorme hoop aarde op de

rand van een akker.

Nog een paar zeldzame soorten: Ruige klaproos, Rode schijnspurrie, Klavervreter, Blauwe bremraap,

Hongaarse raket, Ronde ooievaarsbek en Sofiekruid. De biodiversiteit in dit hok was toch verrassend

hoog en dit bewijst dat het “werk” dat wij met de Plantenwerkgroep doen heel nuttig is. In feite weten

we nooit vooraf wat er allemaal kan gevonden worden op één vierkante kilometer.

Onze volgende uitstap, op 18 juni, was weer een heel korte want we gingen naar Ten Bogaerde in

Koksijde en de omgeving. In dat hok ligt er een uitzonderlijk gebiedje namelijk een soort zandput in

de Fluithoek. Dank zij de natuurontwikkeling, uitgevoerd door ANB, zijn bepaalde zaden terug aan de

oppervlakte gekomen met een uitzonderlijke flora tot gevolg.

Page 27: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

27

Ook de ANB-weide van de Belvédère ligt

gedeeltelijk in dit hok met opnieuw enkele

heel speciale soorten. Dit hok c0-57-41 was

al redelijk goed gekend want er werden al

192 soorten vermeld.

Onze werkgroep pluisde (of ploos?) het

gebied nog veel beter uit en kwam aan een

totaal van 290 soorten. Daarvan was een hele resem eerder uitzonderlijk, de meest

vermeldenswaardige zijn: Wondklaver, Kleine

watereppe, Zwanenbloem, Heen, Tengere

distel, Zeegroen zegge, Zilte zegge, Hoge

cyperzegge (foto boven), Stippelzegge,

Drienervige zegge, Dwergzegge, Holpijp,

Muurbloem (op de eeuwenoude schuur van

Ten Bogaerde), Veldgerst, Platte rus,

Paddenrus, Biezenknoppen, Aardaker,

Kleine rupsklaver, Wegdistel, Watertorkruid,

Grote egelskop, Walstrobremraap, Klein

glaskruid en Grote ratelaar. De Juncus

dudleyi in die zandput is een Noord-

Amerikaanse soort en van waar die komt is

een raadsel. In de zomer vond ik daar ook

nog voor eerste maal Moeras-wespenorchis

en Parnassia.

Dit was ons record-hok van 2011 want het is

toch moeilijk om nog beter te doen...

Op 2 juli streepten we hok c1-41-31 rond de

Kinderlaan in Oostduinkerke – Nieuwpoort.

Er waren 153 gekende soorten.Bij de 177 soorten die wij vonden waren er een paar verrassingen

zoals Gewoon kweldergras en Deens lepelblad, gevolg van het zout strooien. Naast Sikkel-klaver en

Luzerne vonden we ook de kruising Bonte luzerne; verder ook nog Donderkruid, Grote ratelaar,

Kleine ruit en opnieuw Sofiekruid.

Hoge cyperzegge, een soort van moerassen

Stippelzegge kreeg er in 2009 een nieuwe

vindplaats bij voor Vlaanderen in de Fluithoek

Parnassia, een specialiteit uit de duinpannen

Page 28: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

28

Op 9 juli werd hok d0-28-31 in Vinkem gestreept. Er waren al 14 soorten gekend en het was dus niet

moeilijk om iets beter te doen. We haalden een totaal van 127 soorten met als uitschieters

Watertorktuid, veel Grote bevernel en een Mariadistel in een vlaschaard!

Op 6 augustus gingen we naar Alveringem om hok d0-28-44 te bekijken. Hier waren er 124 gekende

soorten en tot onze verrassing vonden we een veel hoger totaal. Bij de 171 soorten waren er enkele

minder gewone zoals: Nerfamarant, Beekpunge, Tongvaren, Moerasdroogbloem en Vierzadige

wikke. Rood guichelheil blijft een mooi ding, maar natuurlijk niet zeldzaam.

Op 20 augustus inventariseerden we een heel divers hok met een gedeelte van het

Westhoekreservaat en een deel in de Westhoekverkaveling. Niet te verwonderen dat we aan een

hoog aantal kwamen met ook heel wat zeldzame soorten. Bepaalde gevonden soorten waren

duidelijk ontsnapt uit een of andere tuin zoals de Zwarte toorts of de lavendel juist over de afsluiting

van de Westhoek. Andere soorten zoals het Vijfdelig kaasjeskruid waren misschien uitgezaaid, maar

wie zaait er nu zoiets uit? We stelden ons minder vragen bij de orchideeën in een beheerde panne

met daar ook Parnassia, Driedistel en Rond wintergroen.

Ook vonden we een enorme populatie Rond wintergroen op de noordhelling van een steil duin, niet

echt een klassieke plaats. We telden er 230 soorten.

Rond Wintergroen, een Heggenduizendknoop, klimmend in Wilde kardinaals- zeldzame soort in Vlaanderen muts

Rood guichelheil, geen zeldzame schoonheid Zwarte toorts was duidelijk

uit een tuin ontsnapt.

Page 29: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

29

In september vond ik nog een paar mooie bijkomende soorten: Heggenduizendknoop , Veel-bloemige

roos en Witte amarant in een verruigd stuk duin.

De laatste streeptocht vond plaats in De Moeren en opnieuw waren we verwonderd van het relatief

hoge aantal soorten in dergelijk eentonig landbouwgebied. Ons totaal was 150 soorten. Een soort die we zelden tegenkomen in de polders is het Groot akkerscherm.

Een grote populatie Groot akkerscherm werd gevonden op de rand van een vlaschaard. Johan Devos zette ook eens alle soorten die we vonden in 2011 op een rijtje en dat “rijtje” is

ongeveer 560 lijnen lang, dit wil zeggen dat we 40% van de Vlaamse flora vonden in onze 12 hokken.

Tot slot wil ik alle trouwe medewerkers danken voor hun bijdrage en meer bepaald Johan voor het

opmaken van de lijsten in kleur waar men duidelijk de gekende soorten en de nieuwe kan

onderscheiden. Ook speciale dank aan Henri Tyteca en Mia Barbieur voor hun gewaardeerde hulp bij

bepaalde moeilijke determinaties.

Botanische uitstappen 2012 In 2012 gaat onze Plantenwerkgroep een twaalftal keer op stap om telkens één kilometerhok te

inventariseren. We hopen een paar nieuwe mensen te mogen verwelkomen, mensen die nog niet

veel kennen van onze rijke flora maar die wel willen kennis maken ermee of die gewoon een leuke

wandeling willen maken.

Deze uitstappen gaan telkens door van 9u00 tot 12u00.

Soms zijn laarzen aan te raden, zeker bij vochtig weer.

Natuurlijk zijn een Flora en een loepe nuttig.

In geval van zéér slecht weer is het aan te raden even contact op te nemen met de

Verantwoordelijke en Info: Henri Tyteca [email protected]

Zaterdag 14 april Booitshoeke, oost van de kerk c1-51-43

Afspraak: bij de kerk van Booitshoeke - 19 soorten gekend in dit hok

Zaterdag 28 april Omgeving Beauvoorde (Wulveringem) d0-27-44

Afspraak: bij de kerk van Wulveringem (bij kasteel) - 72 soorten gekend in dit hok

Zaterdag 5 mei Alveringem, omgeving Burgmolenstraat en Klare Wal d0-38-24

Afspraak: voor de kerk van Alveringem - Geen soorten gekend uit dit hok

Page 30: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

30

Zaterdag 19 mei Omgeving Proostdijk d0-18-21

Afspraak: voor het NMBS-station Veurne om - Geen soorten gekend in dit hok

Zaterdag 16 juni Hoogstade, omgeving Kallestraat- Lindestraat d0-47-42

Afspraak: bij de kerk van Hoogstade - Geen soorten gekend in dit hok

Zaterdag 23 juni Zoutenaaie d1-11-43

Afspraak: bij café-restaurant Zoutenaaie - 102 soorten gekend in dit hok

Zaterdag 7 juli Izenberge-centrum do-37-24

Afspraak: bij de kerk van Izenberge om – Geen soorten gekend in dit hok

Zaterdag 21 juli Oostduinkerke, omgeving Golf c0-58-21

Afspraak: parking van de Gemeenteschool, Dorpstraat Oostduinkerke – 112 soorten gekend

Zaterdag 28 juli De Panne omgeving St Pieterskerk en Calmeynbos-noord c0-56-42

Afspraak: op de parking van De Nachtegaal, Olmendreef - 63 soorten gekend in dit hok

Zaterdag 4 augustus De Blankaart-noord d1-33-25

Afspraak: parking van De Blankaart, Iepersteenweg, Woumen - geen soorten gekend in dit hok

Dit is een activiteit van de NWB-Nationale Werkgroep Botanie waaraan we deelnemen.

Laarzen zullen hier zeker nodig zijn.

Zaterdag 11 augustus De Moeren, rond kruispunt Moeresteenweg-Sikkelstraat d0-27-34

Afspraak: parking van het NMBS-station Adinkerke – Geen soorten gekend in dit hok

Zaterdag 25 augustus “Oerenbroek”, hoek Landbouwersstraat-Oerenstraat d0-28-23

Afspraak: bij de kerk van Oeren - 33 soorten gekend in dit hok

Zaterdag 8 september Omgeving Elzentap (tussen Bulskamp en Beauvoorde) d0-27-43

Afspraak: bij de kerk van Bulskamp – Geen soorten gekend in dit hok

a 2012 Limburgs SAP-clubje – Samen Amusant op Pad

Het doel van ons werkgroepje is op een leuke manier samen de natuur ontdekken, bestuderen en ervan

genieten.

De studiegroep staat mee in voor het organiseren van dia-avonden tijdens het winterhalfjaar, van korte reisjes… Tevens zorgt de groep voor inhoudelijke expertise bij de Werkgroep Beheer.

We sluiten ook aan bij activiteiten van derden (b.v. Limburgse Plantenwerkgroep).

Waarnemingen worden bijgehouden in een eigen bestand (coördinatie: Jan Wyers) en daarna doorgegeven aan

de betrokken instellingen. Je vindt de waarnemingen terug bij het verslag van de betreffende activiteit op de website op de pagina 'Verslagen'.

http://www.natuurpunthasseltzonhoven.be/verslagen

Coördinatie: Jan Wyers, [email protected], 0475 31 37 09 of 011 81 55 33.

De SAP-club trekt er elke woensdagavond (van mei tot augustus) op uit voor planten, van 18u30 tot het donker wordt.

Woensdag 2 mei Teut-Molenheide te Zonhoven

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-38-41 (centraal deel Molenheide +

Page 31: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

31

graszaadwinning).

Afspraak: parking kruispunt Holsteenweg - Kapelbergweg - Hengelhoefse weg te Zonhoven.

Woensdag 9 mei Sint-Lambrechts-Herk.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok e6-16-24 (tussen grote ring Hasselt en

Steenberg). Afspraak: parking kruispunt Steenberg – Muntelbeekstraat – Sasput – Bekstraat te Sint-

Lambrechts-Herk.

Woensdag 16 mei Demer te Tuilt.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-45-41 (Demer west van E 313).

Afspraakplaats: parking Snapperstraat te Hasselt (t.h.v. begin Zolders Kiezel, tussen Demer en E

313, weg Bolderberg-Kuringen).

Woensdag 23 mei Opvolging vegetatieontwikkeling Domein Kiewit, oostelijk deel.

Afspraakplaats: parking Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt.

Woensdag 30 mei Slangebeekbron te Zonhoven.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-38-31.

Afspraakplaats: thuis Jan Wyers, Viartenstraat 19, Zonhoven.

Woensdag 6 juni Zuidelijke Slangebeekvallei t.h.v. het Albertkanaal te Hasselt.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-46-41.

Afspraakplaats: parking langs kanaal aan Nieuwstraat op hoek met Overdemerstraat, Kuringen.

Woensdag 13 juni ZO-deel van Hasselt stad.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6- 57- 33.

Afspraakplaats: parking Nationale Bank, Salvatorstraat, Hasselt.

Woensdag 20 juni Teut-Molenheide te Zonhoven.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-38 41 (centraal deel Molenheide +

graszaadwinning). Afspraakplaats: parking kruispunt Holsteenweg - Kapelbergweg - Hengelhoefse

weg te Zonhoven.

Woensdag 27 juni Sint-Lambrechts-Herk.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok e6-16-24 (tussen grote ring Hasselt en

Steenberg). Afspraakplaats: parking kruispunt Steenberg – Muntelbeekstraat – Sasput – Bekstraat,

Sint-Lambrechts-Herk.

Woensdag 4 juli Slangebeekbron te Zonhoven.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-38-31.

Afspraakplaats: thuis Jan Wyers, Viartenstraat 19, Zonhoven.

Woensdag 11 juli Zuidelijke Slangebeekvallei t.h.v. het Albertkanaal te Hasselt.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-46-41. Van 18.30 u. tot het donker

is. Afspraakplaats: parking langs het kanaal aan de Nieuwstraat op de hoek met Overdemerstraat,

Kuringen.

Woensdag 18 juli Langs de Demer te Tuilt (Herkenrode).

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-45-42 (westelijk deel Herkenrode).

Afspraakplaats: parking Snapperstraat (t.h.v. begin Zolders Kiezel, tussen Demer en E 313, weg

Bolderberg-Kuringen).

Page 32: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

32

Woensdag 25 juli Tommelen: opvolging van de vegetatie van het oostelijk km-hok.

Afspraakplaats: Spoorwegstraat waar deze onder de brug van de grote ring gaat, Hasselt.

Woensdag 1 augustus Het zuidoostelijke deel van Hasselt centrum.

In het kader van de Limburgse plantenatlas verkennen we hok d6-57-33.

Afspraakplaats: parking Nationale Bank, Salvatorstraat, Hasselt.

Woensdag 8 augustus Kauwbosstraat: opvolging van de vegetatie.

Afspraakplaats: overgang Kauwbosstraat – Boekrakelaan, grens Zonhoven – Bokrijk. Woensdag 15 augustus Aan de Rode Vijvers: opvolging van de vegetatie.

Afspraakplaats: Kapel van O.L.V. van Altijddurende Bijstand, Goorstraat, Hasselt.

Woensdag 22 augustus Terril van Winterslag (Genk): opvolging van de vegetatie.

Afspraakplaats: parking C-Mine, Oude Tuinwijk – Evence Coppéelaan, Genk – Winterslag.

Woensdag 29 augustus Westelijk deel van het Domein van Kiewit:

opvolging van de vegetatie.

Afspraakplaats: parking Domein Kiewit, Putvennestraat 112, Hasselt.

Wie zijn we?

Een Noord-Limburgse plantenwerkgroep ontstaan in 2008. In het begin vooral actief met

waarnemingen van bloeiende planten. Intussen geëvolueerd naar een enthousiaste groep

natuurliefhebbers die wekelijkse wandelingen maken, al naar gelang het seizoen, op zoek naar

planten, paddenstoelen en mossen maar tegelijkertijd genieten van wat de natuur aan moois te

bieden heeft. We werden intussen als regionale plantenwerkgroep van Natuurpunt erkend.

Waarom een plantenwerkgroep de naam van een insect draagt?

Al van bij aanvang was er aandacht voor de samenhang in de natuur. Het enthousiasme was altijd

groot als men in het veld kon vaststellen hoe de Grote wederik door de Slobkousbij wordt bestoven.

Het was dan ook niet moeilijk om deze schattige bij met haar, met stuifmeel, dik beladen pootjes tot

mascotte te promoveren.

Wat moet je kennen om deel te nemen aan de wandelingen?

Er is geen enkele voorkennis vereist. Verschillende van de huidige leden zijn van nul begon-nen.

Planten leren kennen doe je automatisch in de groep. Wil je niet echt leren maar gewoon genieten

van de natuur en de waarnemingen van de anderen volgen, dan ben je even welkom.

Waar en wanneer gaan er dit jaar slobkouswandelingen door?

Je kan het jaarprogramma vinden op de webpagina. Kennen we je e mailadres dan ontvang je

wekelijks onze nieuwsbrief met de uitnodiging voor de eerstvolgende wandeling.

Page 33: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

33

Hoe kan je bij de slobkousjes aansluiten?

Aan de hand van het programma kan je naar de startplaats komen op het aangegeven uur. Omdat

het risico altijd bestaat dat we in de loop van het jaar het programma moeten aanpassen is het nuttig

vooraf even te bellen zoals aangegeven. De beste oplossing is evenwel je naam en e mailadres

doorgeven aan Ine Reynders of Jan Leroy. We zorgen er dan voor dat je voor elke wandeling

bevestiging krijgt via mail van startplaats en tijd en we sturen je daarenboven na afloop een verslag

met de waarnemingen.

De volledige lijst van onze waarnemingen, deze folder en alle nieuwsbrieven zijn terug te vinden op

onze webpagina http://www.natuurpunt-noordlimburg.be/planten_slobkousen.html. Contact?

Ine Reynders: [email protected] GSM: 0468 32 47 28

Jan Leroy: [email protected] Houtmolenstraat 100 3900 Overpelt GSM:0474 72 59 11

De slobkousjes in 2011

In dit prille begin van een nieuw jaar loont het de moeite om even terug te blikken naar wat 2011

betekende voor onze regionale plantenwerkgroep DE SLOBKOUSJES.

2011 was voor de slobkousjes speciaal omdat

ze door Natuurpunt Studie werden

herkend als regionale werkgroep. Om

hiertoe te komen werd er vooral gewerkt

aan de herkenbaarheid van de werkgroep

en de communicatie. We creëerden een

eigen logo, de verslagen werden

omgetoverd in een heuse wekelijkse

nieuwsbrief en met de hulp van de Noord-

Limburgse afdeling realiseerden we een

eigen webpagina. Hierop worden naast

een kennismakingsfolder, stelselmatig alle

waarnemingen en nieuwsbrieven

geplaatst. Het reilen en zeilen van de

slobkousjes volgen is zo een koud kunstje geworden.

Veel boeiender is het evenwel om zelf deel te nemen aan de wekelijkse plantenwandelingen. Dat

vonden ook gemiddeld 12 aanwezigen tijdens de 22 uitstappen. In totaal gingen 36 personen

één of meerdere malen mee op woensdagavond. Één won dit jaar de getrouwheidsprijs want

was op alle wandelingen present maar ze wordt op de voet gevolgd door een schare van

trouwe gezichten.

Tijdens die wandelingen verkenden we niet enkel onze eigen prachtige natuurgebieden maar gingen

we ook eens kijken bij de verdere buren. Zo wandelden we in Balen

Scheps, de omgeving van het Smeetshof, Erpekom, Mol en de terril

van Beringen.

Tijdens deze wandelingen deden we niet minder dan 2.577

plantenwaarnemingen. Daarbij waren er 145 soorten die we het jaar

voordien niet aantroffen en nu onze soortenlijst aanvulden. Maar van

het lijstje van vorig jaar waren er ook 90 die we dit jaar niet te zien kregen. Er waren er bij met exotische namen als Rode ogentroost

(foto links) en Prikneus, die je niet alle dagen tegenkomt. Maar er zijn

ook enkele stalkers, zoals Grote weegbree, die je telkens weer voor de

voeten lopen. Op 14 september sloten we het plantenseizoen af met

een wandeling in het militair domein en nadien een gepast natje en

droogje.

Page 34: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

34

Voor de slobkousjes evenwel geen winterslaap. In het najaar werd er elke week verder activiteit

gepland. Afwisselend werd de ene week op woensdagvoormiddag gewandeld op zoek naar

paddenstoelen en werd de andere week de kennis bijgespijkerd door rond de tafel in de Wulp

gezamenlijk te werken aan het determineren van paddenstoelen.

Ook 2012 wordt vast de moeite bij de Slobkousjes. Als je dit artikel leest is er ook al een nieuw

programma beschikbaar op de webpagina en kan je inschrijven voor de cursus

“schermbloemigen en composieten” die start op donderdag 31 mei in het wateringhuis.

Mocht dit artikel je interesse hebben gewekt en wil je graag geïnformeerd blijven over de werking van

de slobkousjes dan volstaat een mail naar [email protected]. Je krijgt dan wekelijks onze nieuwsbrief toegestuurd met het relaas van de voorbije wandeling en de afspraak voor de

volgende.

Jan Leroy

Programma 2012

Voorjaar

In de voorjaarsperiode wordt er afgewisseld tussen wandelingen op woensdagvoormiddag en

determinatieavonden in “De Wulp” op woensdagavond.

In het voorjaar leggen we ons toe op mossen.

De determinatieavonden starten op woensdag 4 januari om 19:00 uur, de wandelingen op woensdag

11 januari om 9:00.

Omdat we in deze periode sterk afhankelijk zijn van de weersomstandigheden is het moeilijk een vast

schema op te geven. Geïnteresseerden waarvan we het e-mailadres kennen ontvangen wekelijks

onze nieuwsbrief waarin telkens de uitnodiging voor de eerstvolgende activiteit.

Het plantenseizoen

Vanaf 18 april tot en met 12 september gaan we op zoek naar planten in uiteenlopende gebieden.

Meer detail over dit programmadeel kan je vinden op de volgende pagina. Ook hier kunnen zich

uitzonderlijk wijzigingen voordoen. De nieuwsbrief geeft altijd de laatste update. Wie hem niet

ontvangt en toch zekerheid wil kan best even vooraf telefonisch contact nemen.

Het najaar

In de najaarsperiode wordt er terug afgewisseld tussen wandelingen op woensdag voormiddag en

determinatieavonden in “De Wulp” op woensdagavond. In het najaar leggen we ons vooral toe op

paddenstoelen.

De wandelingen starten normaal om 9:00 de determinatieavonden om 19:00.

Omdat we in deze periode sterk afhankelijk zijn van de weersomstandigheden is het moeilijk een vast

schema op te geven. Geïnteresseerden waarvan we het e-mailadres kennen ontvangen wekelijks

onze nieuwsbrief waarin telkens de uitnodiging voor de eerstvolgende activiteit.

Plantenwandelingen

Aanvang op de aangegeven startplaats: In april en vanaf 15 augustus 18.30u

In mei, juni, juli en begin augustus 19.00u

Woensdag 18 april Epperkombeemden Afspraak: Parking kerk Erpekom

Woensdag 25 april Weteringen Afspraak: Wateringshuis, Oude Maai 80, Lommel

Woensdag 2 mei Spoorwegberm Afspraak: Broekkant - kruising militaire dijk en

spoorweg

Woensdag 9 mei Dommelvallei Afspraak: Waterzuiveringstation Eikelbosstraat 20,

Eksel

Woensdag 16 mei Schoorheide Afspraak: Parking op het einde van Halflochtdijk

Page 35: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

35

Balen

Woensdag 23 mei Hageven Afspraak: De Wulp Tussenstraat 10 Neerpelt

Woensdag 30 mei Klein zwart water Afspraak: Katershoeve

Woensdag 6 juni IFBL-hok b7-51-24 Afspraak: Parking Achelse kluis

Woensdag 13 juni Wijfelterbroek Afspraak: Parking Smeetshof

Woensdag 20 juni Vijvers ANB Afspraak: Viskweekvijvers ANB Lozen

Woensdag 27 juni Veewei Afspraak: Parking automobielinspectie

Woensdag 4 juli ’t Plat Afspraak: Overpelt parking einde Palisstraat

Woensdag 11 juli Kattenbos Afsrpaak: Parking Zandstraat Lommel Woensdag 18 juli Maatheide Afspraak: Parking ecocentrum langs

Postelsesteenweg

Woensdag 25 juli Hageven, Stenen brug Afspraak: Kerk Grote heide Neerpelt

Woensdag 1 augustus Kleizone Koningsteen Afspraak: Kessenich Koningssteen

Woensdag 8 augustus IFBL-hok c7-21-43 Afspraak: Parking Brandtoren Kolisbos

Woensdag 15 augustus Terril Afspraak: Parking oude mijngebouwen Houthalen

Woensdag 22 augustus Neerpelt centrum Afspraak: Parking naast station Neerpelt

Woensdag 29 augustus Pijnven Afspraak: Parking bosmuseum

Woensdag 5 september Resterheide Afspraak: Parking Begijnenvijvers

Woensdag 12 september Warande Afspraak: Venlokaal Achel

Let op: Er kan altijd een wijziging in het programma voorkomen,dus wil je een keer meegaan en zit je

niet in ons mail-bestand neem dan best contact met ons op

Ine Reynders: [email protected] GSM: 0468 32 47 28

Jan Leroy: [email protected] GSM: 0474 72 59 11

Plantenwerkgroep Zuidwest-Brabant

Info: Chris 02 361 60 54 - Jan 02 356 35 26 - meebrengen: loupe, flora, notitieboekje, schrijfgerief

Zaterdag 9 april 9u00 Diesbeekstraat t.h.v. brug RO – Buizingen e4-54-34

Zondag 15 april 9u00 Parking Middenhut Zoniënwoud – St.-Genesius Rode e5-56-14

Zaterdag 21 april 14u00 Hoofdingang Maasdalbos – Maasdal – Essenbeek f4-13-42

Zondag 29 april 9u00 Diesbeekstraat t.h.v. brug RO – Buizingen f4-14-12

Zaterdag 5 mei 14u00 Hoek Hoogstraat – Brabantsebaan – St. Pieters-Leeuw e4-43-3.

Vrijdag 11 mei 18u00 Parking Nederhem (sas Halle) – Halle e4-53-44

Zaterdag 19 mei 14u00 Parking wachtbekken Leunensstraat “Oude Zuun” St.-Pieters-Leeuw

e4-44-13

Zaterdag 26 mei 14u00 Parking kasteel Groenendaal, Duboislaan 1 (Hoeilaart) e4-57-13

Zondag 3 juni 9u00 kerk Clabecq f4-23-12

Vrijdag 8 juni 18u30 Natuurreservaat Duling – vegetatieopnames

Page 36: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

36

Vrijdag 15 juni 18u30 Natuurreservaat Berendries – ingang. f4-13-41

Zondag 24 juni 9u00 kerk St.- Laureins Berchem (St.-Pieters Leeuw) e4-42-42

Zaterdag 30 juni 14u00 parking O.L.V. instituut – stationstraat – St.-Genesius Rode e4-55-42

Vrijdag 6 juli 18u30 parking Aveve – Meerweg (Ruisbroek) – kanaaloevers e4-44-41

Zaterdag 14 juli 13u45 parking kerk Pepingen – Molenbeekvallei Strijdland e3-48-22

Zondag 22 juli 9u00 parking Hogebermweg – Halle – Pipaensweide f4-14-32

Zaterdag 28 juli 14u00 Edingsesteenweg t.h.v. windmolen – Hondzocht f4-12-41

Zondag 5 augustus 9u00 Gemeenteplein Braine-le-château – Bois d’ Ittre f4-33-22

Zaterdag 11 augustus 14u00 Hoofdingang Maasdalbos – Essenbeek – Maasdalbos f4-13-42

Zondag 19 augustus 9u00 Hof ter Vleestdreef – Anderlecht – Vogelzangbeek e4-34-34/43

Zondag 26 augustus 9u00 Parking school St Victor – Dworp – Vallei Steenputbeek f4-14-21

Zaterdag 8 september 14u00 St.-Barbarakerk – Den Hoek f4-16-11

Page 37: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

37

Paddenstoelen

Page 38: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

Paddenstoelenwerking Natuurpunt

Momenteel zijn er in Vlaanderen 16 paddenstoelenwerkgroepen van Natuurpunt actief.

Zij organiseren talloze excursies waarbij aandacht besteed wordt aan educatie en inventarisatie van

gebieden. Deze waarnemingen worden systematisch ingevoerd als puntwaarneming of

gebiedswaarneming op www.waarnemingen.be Meer gevorderde werkgroepen geven hun

waarnemingen door aan FUNBEL, de databank van de Koninklijke Vlaamse Mycologen Vereniging

(KVMV), op kwartierhokniveau (1 km x 1 km). Deze verspreidingsgegevens kunnen gebruikt worden

om een beter inzicht te krijgen in de diversiteit, verspreiding en achteruitgang van paddenstoelen in

Vlaanderen. Natuurpunt werkt zoveel mogelijk samen met KVMV voor verschillende projecten:

verpsreidingsonderzoek in Vlaanderen, brandplekpaddenstoelenproject, atlas Vlaams-Brabant,

Prioritaire soorten in Antwerpen en Vlaams-Brabant, …

Bij Natuurpunt worden beginnende paddenstoelenliefhebbers opgeleidt om daarna verder te

specialiseren onder begeleiding van de specialisten van KVMV. Bij KVMV kan je onder andere

microscopiecursussen volgen en infoavonden bijwonen. Meer info vind je op www.kvmv.be

Coördinatie Natuurpunt Studie – Coxiestraat 11, 2800 Mechelen

Roosmarijn Steeman 015/ 29 72 22

[email protected]

Natuurpunt Educatie – Graatakker 11, 2300 Turnhout

Hans Vermeulen & Wim Veraghtert

tel. 014 47 29 53

[email protected] [email protected]

Website (algemeen):

http://www.natuurpunt.be/paddenstoelen

Paddenstoel.flits

Dé maandelijkse digitale nieuwsbrief over paddenstoelen. Vol nieuws over nieuwe publicaties,

projecten, excursies en interessante vondsten.

Schrijf je in via www.natuurpunt.be

Ook jij kan iets bijdragen aan de Nieuwsbrief Paddenstoelen Paddenstoelenwerkgroepen De Takruitertjes Regio Waas & Dender Paddenstoelenwerkgroep Meetjesland Paddenstoelenwerkgroep Vl. Ardennen Plus Paddenstoelenwerkgroep Zwamvlok Paddenstoelenwerkgroep Oude Spoorweg Paddenstoelenwerkgroep Mycoflora Afdeling Dubbelloof Afdeling Land Van Reyen Planten- & zwammenwerkgroep Natuurpunt Schijnvallei Paddenstoelenwerkgroep Zuidrand Antwerpen Paddenstoelenwerkgroep Team Landen Paddenstoelenwerkgroep Zemst Zwammenwerkgroep Zuidwest-Brabant Paddenstoelenwerkgroep Mandelstreke Paddenstoelenwerkgroep Westhoek Paddenstoelenwerkgroep ZW-Vlaanderen Mycologia Brugse Mycologische Werkgroep (BMW)

Page 39: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

39

Paddenstoelen scoren op Natuurbericht.be

Wanneer het winter is en er voor een

aantal soortgroepen (planten, vlinders, ...)

weinig te beleven valt, blijven er overal paddenstoelen te vinden ...

En over deze soortenrijke groep valt altijd iets te schrijven!

Als je de titel "Hete zoentjes tussen het mos" leest, dan denk je niet meteen aan

paddenstoelen. Via een wedstrijd in Engeland kwam het "Groot oranje mosschijfje" aan de tot

de verbeelding sprekende naam "Hot lips". Wie voelt zich nu niet aangetrokken om dit

bericht te lezen? En ondertussen wordt je aangespoord om op zoek te gaan naar Met wat

geluk zag je bij vriesweer al eens plukjes van de baard van sinterklaas liggen in het bos.

Dit fenomeen, haarijs genaamd, wordt haarfijn uitgelegd in het bericht: “Haarijs, geen schimmel

of toch wel? Dat de wimpelvormige uitsteeksels (gallen) op elzenproppen in feite ook zwammen

zijn, lees je in "Ook elzen hangen de vlag uit". En wat je allemaal kan met een tonderzwam

ontdek je via; 1, 2, 3, 4, hoedje van.... tonderzwam. Minder goed nieuws is het verhaal over de

essenziekte, die massaal opduikt in België. Undercover in het bos…klinkt misschien

spannender dan het is. Maar het maakt je wel warm voor korstzwammen die overal verscholen

aan de onderkant van takken en stronken te vinden zijn. In “Profiteren van voorjaarsbloeiers”

lees je dat er bekerzwammetjes te vinden zijn op de wortelstokken van bosanemonen en

speenkruid die parasiteren op deze planten.

Heb je een idee voor een paddenstoelnatuurbericht, stuur dan je verhaal door naar de redactie

van Natuurbericht: [email protected]

Paddenstoelwerkgroepen zetten het nieuwe jaar in

Hier en daar vernemen wij dat paddenstoelwerkgroepen het nieuwe jaar inzetten met een glaasje en een hapje. Zo'n winterse bijeenkomst is ideaal om het voorbije seizoen met woord en beeld te overlopen. En moest dat nog niet gebeurd zijn, dan is dit de gelegenheid bij uitstek om een nieuwe kalender op te stellen. Van een aantal werkgroepen kregen we alvast een gevulde kalender voor het hele jaar. Andere werkgroepen kiezen er dan weer voor om de uitstappen niet te lang op voorhand aan te kondigen, zodat ze afhankelijk van het weer naar een natter of een droger gebied kunnen gaan.

Nieuwjaarsreceptie Brugse mycolische werkgroep

Page 40: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

40

Brugse mycologische werkgroep

De Brugse myclogische werkgroep gaat in 2012 van start met een

gloednieuwe website http://bmycow.wordpress.com en een nieuw logo:

Hieronder krijg je de uitstappen die nog in het vooruitzicht liggen.

Wens je meer info over de uitstappen en de werkgroep, neem dan

contact op met de voorzitter,

Charlotte Pieters: [email protected]

Zondag 22 april Vorte bossen, Ruiselede Afspraak: 9u00 tuftuf station Brugge Zondag 20 mei Tocht met AMK & Cercle de mycologie de Bruxelles naar Villers-la-Ville Afspraak: tuftuf Station Brugge of 9u45 Parking voor “Le Chalet de la foret” gelegen op het kruispunt van de Rue de Chevelipont en de Rue de l’ abbaye en het Bois d’ Hez in Villers la Ville (voorbij de ingang van de ruines van het klooster). Zondag 17 juni ’t Leen in Eeklo Afspraak: 9u00 tuftuf station Brugge Zondag 26 augustus Maskobossen Afspraak: 9u00 tuftuf station Brugge Zondag 15 september Bulskampveld, samen met OVMW “ “ “ “ “ Zondag 30 september Tudor, Diksmuidse Heirweg Afsrpaak: 9u00 Tudor samen met West-Vlaamse mycologen: PWW & Mycologia Zondag 21 oktober Duyveketebos, St.-Pieters Afspraak: 9u00 tuftuf station Brugge

of parking Krakelebrug Zondag 17 november Campus De Sterre, Ugent, Afspraak: 9u00 tuftuf station Nrugge OVMW Zondag 18 november Dag van de Natuur, Fort van Beieren Afspraak: Cafetaria Fort van Beieren, Koolkerke

De werkgroep gaat sinds dit jaar van start met

microscopie. Op 18 februari werd alvast een

inleiding gegeven. De volgende

microscopiemomenten worden op de

wandelingen afgesproken en rondgemaild. Hier

alvast een foto van de inleidende avond, waar

bij gebrek aan echte paddenstoelen buiten een

bakje champignons werd meegebracht om

onder de microscoop te bekijken.

Mycoflora - Natuurpunt Westerlo

Iedereen die wil mag deelnemen aan de Mycoflora-excursies. We vertrekken om 9u00.

Zondag 22 april Grote Netewoud Meerhout Afspraak: taverne Luihoeve, Bredestraat 62, Meerhout

Page 41: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

41

Zondag 20 mei Snepkensvijver Herentals

Afspraak: tennis, baan Herentals- Lichtaart

Zondag 17 juni Hoge mouw Kasterlee

Afspraak: Lichtaartsebaan Kasterlee

Zondag 2 september Averegten Heist-op-den-Berg

Afspraak: parking Boonmarkt

Zondag 7 oktober Rothoek Westerlo

Afspraak: Parking tennis Broekstraat

Zondag 21 oktober Hertberg, Herselt Afspraak: Parking Mie Maan, Diestsebaan

Zondag 4 november Kasteel van Horst, Holsbeek

Zondag 2 december Zoerselbos, Zoersel Afspraak: bezoekerscentrum

Cursus Paddenstoelen voor gevorderden

Theorie op dinsdagavond om 19u30 in taverne Den Draaiboom te Westerlo 18 september en 25 september Praktijk excursies op zondagvoormidag, vertrek om 9u00 30 september: Merodebossen, parking Merodestraat 14 oktober: Beeltjens Westerlo, Boswachtershuis jeugdherberg, Papedreef

21 oktober: Hertberg Herselt, parking Mie Maan, Diestsebaan

Deelnameprijs cursus 30 euro

Info: Anja Wijns, 0496-724.811, [email protected] of www.natuurpuntwesterlo.be

Mycoflora - Afdeling Land van Reyen

Wie zijn we? Mycoflora is een enthousiaste Natuurpunt-

paddenstoelenwerkgroep geïnteresseerd in de biodiversiteit

onder de zwammen. Wat doen we? Wij leren zelf paddenstoelen op naam

brengen met “Sleutelen met fungi” van Natuurpunt Educatie

(Hans Vermeulen). Als je van plan bent om regelmatig mee

te gaan kan je best dit werk zelf aanschaffen.

Dit is verkrijgbaar in de Natuurpunt winkel aan 15,30 euro

voor leden en 17 euro voor niet-leden. Voor wie? Iedereen met interesse voor paddenstoelen.

Ook beginners zijn welkom!

Deelname is gratis, liefst inschrijven bij de contactpersoon,

twee dagen voor de determinatie-wandeling.

De wandelingen gaan alleen door als er inschrijvingen zijn.

Contactpersoon: Yves Joris 03 440 08 70 [email protected]

Page 42: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

42

Zwammen-determinatie-wandelingen telkens op zondagen van 10u-12u30.

Zondag 6 mei Fort 7 Afspraak: Parking De Meyvis, Legerstraat 60, Wilrijk

Zondag 3 juni Koeisteerthofbos Afspraak: einde Koeisteerthofdreef, Mortsel

Zondag 1 juli Eliabos Afspraak: Parking begraafplaats Bouwenstraat, Lint

Zondag 5 augustus Fort 6 Afspraak: Parking Universiteitsplein, Wilrijk

Zondag 2 september Klein -Zwitserland Afspraak: hoeve Dieseghem, Wouter Volcaertstraat

44, Mortsel

Zondag 7 oktober Molenbeekvallei Afspraak: Don Bosco, Kapel, Abdijweg /

Broechemsesteenweg 100, Vremde

Zondag 21 oktober Den Berm Afspraak: hoek kruising Vredebaan-Antwerpse

straat, Mortsel

Zondag 4 november Wolvenberg Afspraak: Blauwe container, hoek Binnensingel &

Posthofbrug Berchem/Antwerpen

Paddenstoelenwerkgroep Meetjesland

Wij houden ons bezig met het bestuderen en inventariseren

van fungi of zwammen in het Meetjesland. We zijn (bijna)

het volledige jaar actief, maar vooral de herfst is voor ons

een drukke tijd. Via het inventarisatiewerk proberen we een

extra instrument te hebben om de natuur rondom ons beter te

kunnen beschermen. Want wat je beter kent, daar heb je

meer respect voor.

Niet alleen de paddenstoelen, maar ook onze leden zijn

zeer divers: van bioloog totn onderwijzer, van arbeider tot

bediende, van huisvrouw tot gepensioneerde, iedereen is welkom!

Eén ding hebben we wel gemeen: we zijn allemaal mensen met een gezonde interesse voor de

natuur en de paddenstoelen in het bijzonder. En we houden ervan om wekelijks op stap te

gaan in de Meetjeslandse natuur.

Interesse om mee op stap te gaan?

Etienne Vanaelst brengt je wekelijks op de hoogte van de uitstappen.

Contacteer hem via telefoon: 09/374 59 86 of e-mail: [email protected]

Page 43: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

43

Nieuwe paddenstoelenliteratuur in de winkel

De Stekelzwammen en Pruikzwammen

van Nederland en België

Eef Arnolds, suppl. Coolia 46 (2003)

Dit boekje van 96 pagina’s zat in 2003 als

extraatje voor de leden bij het tijdschrift van de

Nederlandse mycologen. Het bevat beschrij-

vingen, kleurenfoto's en verspreidingskaartjes

van de Stekelzwammen en Pruikzwammen uit

Nederland en België. Het boekje omvat ook

hoofdstukjes over micro- en macroscopische

kenmerken, de naamgeving, ecologie en

voorkomen vroeger en nu. In het taxonomisch

deel zitten diverse determinatiesleutels met om

te beginnen een hoofdsleutel tot de

paddenstoelengeslachten met gestekeld

hymenium en sleutels tot de soorten in de

verschillende geslachten.

Behandelde genera: - Stekelzwammen: Auriscalpium, Bankera, Hydnellum, Hydnum,

Phellodon, Sarcodon - Pruikzwammen

- Creolophus

- Hericium

Dit boekje wordt verkocht aan 12,60 euro voor leden en 14 euro voor niet-leden.

Het roestenboek is nog verkrijgbaar in de winkel.

Er werden al meer dan 40 roestenboeken verkocht. Van de

hoofdredacteur kregen we te horen dat hij zelf nog maar een

50-tal exemplaren over had. In onze winkel liggen er nog een

tiental.... dus wie dat boek zeker wil hebben, moet niet te lang

meer wachten. De auteurs zijn bovendien niet van plan om

direct aan een herdruk te beginnen. Deze nieuwe literatuur

moet er eerst voor zorgen dat de verspreiding van roesten in

Nederland en Vlaanderen beter gedocumenteerd wordt. Dus

gebruik het boek niet alleen om in uw boekenkast te laten

pronken, maar ga ermee aan de slag. Een nieuwe vindplaats

voor een roest zoeken, is op dit moment nog vrij gemakkelijk.

Het eerste roestenboek met deftige sleutels en tal van kleur-

enfoto's is voorlopig

nog te krijgen aan de prijs van 52, 20 euro voor leden en 58 euro voor niet - leden.

Page 44: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

44

Sterreschot, Stijfselzwam, Klontjestrilzwam, ...

Trilzwammen vormen een bijzondere groep onder de paddenstoelen. Die gelatineuze

substanties trekken de aandacht van zowel paddenstoelliefhebbers als niet-mycologen. Maar

niet elke witte blubber die je in het bos tegenkomt is een trilzwam...

Een slijmerig hoopje in het gras of mos is meestal sterre-

schot: een soort braaksel van een reiger of een bunzing

waarin de onverteerde eileiders van kikkers of padden zitten.

Soms zie je zelfs al zwarte puntjes van de rijpende eitjes...

en dan ben je helemaal zeker. Maar kom je een

vastzittende slijmerige massa tegen op een tak of groter stuk

vermolmd loofhout dan heb je nog verschillende

mogelijkheden. Wanneer je witte klontjes ziet dan kan je zeker zijn dat het de Klontjestrilzwam is (Myxarium

nucleatum). Deze witte pitjes van calciumoxolaat zijn helaas niet altijd te zien bij deze soort en

dan kan er natuurlijk verwarring ontstaan met de veel zeldzamere Stijfselzwam (Exidia

thuretiana). Voor deze laatste is volgens de Standaardlijst van de Vlaamse

mycologen microscopisch nazicht vereist en moet herbariummateriaal bewaard worden.

Wanneer je een veldwaarneming van Stijfselzwam invoert in waarnemingen.be dan wordt die

waarneming als niet te beoordelen aangeduid. In de meest typische vorm heeft Stijfselzwam

aangedrukte, plakkaatachtige vruchtlichamen die nagenoeg melkwit zijn en dus minder

doorschijnend dan de Klontjestrilzwam. Wellicht is de Stijfselzwam één van de meest foutief

gedetermineerde paddenstoelen. Let ook goed op voor de Gele trilzwam, die vooral na

aanhoudend regenweer al haar geel pigment kan verliezen en er dan volledig (doorschijnend) wit uitziet. Tenslotte vermelden we de Kerntrilzwam (Tremella encephala), die enkel op

naaldhout voorkomt. Maar ook voor deze laatste is microscopisch nazicht vereist, deze soort

werd nog niet met zekerheid bevestigd uit Vlaanderen.

Verslag van een zeer interessante 21ste Mycologendag

Op 17 maart trokken een 70-tal paddenstoelenkenners naar de 21ste

Vlaamse mycologendag die dit jaar doorging in Leuven. Zoals

gewoonlijk werd de zwaardere kost in de voormiddag voorgeschoteld.

Professor Henri Beker stak van wel met een groep die vele

mycologen het hoofd doet breken: de vaalhoeden of Hebeloma’s.

Uit onderzoek

gebaseerd op 4000 collecties

werden momenteel 75 taxa beschreven,

terwijl het boek van Jan Vesterholt slechts

45 Europese soorten beschrijft. Een groot

deel van de onderzochte collecties (9,9%)

komt uit België. Momenteel staan er 33

vaalhoeden op de Belgische lijst, waarvan

drie soorten niet in Vlaanderen werden gevonden: Hebeloma helodes, H. theobrominum en H. vesterholtii. Door de nieuwe

(genetische) inzichten in Hebeloma blijken een aantal soorten, die we regelmatig dachten te

vinden in Vlaanderen, helaas nog niet op de lijst te staan: De “echte” radijsvaalhoed (H.

Page 45: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

45

crustuliniforme s.s.) werd nog niet gedocumenteerd in Vlaanderen. Het merendeel van de

Hebeloma’s ruikt immers naar radijs… Maar ook de zoetgeurende Hebeloma’s zijn niet

allemaal Oranjebloesemzwammen, er zijn een aantal soorten met snoepjesgeur.

Daarna zorgde professor Mieke Verbeken voor

nieuws van het Russulalesfront. Daar werd

blijkbaar gestreden over het al dan niet accepteren van een nieuw genus Lactifluus, als

afsplitsing van het genus Lactarius. Groot was

de opluchting toen bleek dat de naam

internationaal aanvaard werd. K. Vandeputte is

haar doctoraat over deze groep, meer bepaald

de vissige melkzwammen, stilaan aan het

afronden. De macroscopisch goed herkenbare

Vissige melkzwam is niet meer, maar werd

opgesplitst in drie soorten: 1 kortharige (Lactifluus oedematopus) en 2 langharige

soorten (beharing op de hoedhuid). De twee

langharige soorten worden opgesplitst volgens

de kleur: de roodbruine vorm is de ‘echte’ Vissige melkzwam Lactifluus volemus en de

bleke, geelbruine vorm heet nu Lactifluus

subvolemus. Helaas zijn deze kleurverschillen

niet altijd even duidelijk en bestaan er ook

tussenvormen. Ook bij de Piperati, of peperige

melkzwammen zijn de opvallende kenmerken

niet zo determinerend als ze lijken. Uit DNA-

onderzoek bleek dat er zowel verkleurende

(groenvlekkende) als niet-verkleurende vormen bestaan van zowel Lactarius glaucescens als

Lactarius piperatus.

Zowel de verkleuring van de melk aan de lucht als de chemische verkleuring van de melk

(formol, sulfoformol, KOH) zijn geen bruikbare kenmerken. Wel goede kenmerken zijn de

structuur van de hoedhuid, de lamelsnede en de lengte van de macrocheilocystiden, zo

vertelde ons Eske De Crop (doctorerend op dit onderwerp).

Met de komst van een nieuwe medewerker uit Duitsland (Felix Hampe) mocht het labo ook

twee nieuwe Russula’s voor Vlaanderen verwelkomen. Eén van de eerste excursies op het Domein van de universiteit “De Sterre”, werd meteen al Russula cruentata op naam gebracht.

Deze soort lijkt sterk op Russula velenovskyi en werd door Bon als variëteit van deze soort

gezien. Maar microscopisch zijn er duidelijk verschillen: de sporen zijn meer reticulaat en de dermatocystiden hebben geen incrustraties. Ook de Gagelrussula, Russula laccata werd voor

het eerst gevonden op Vlaams grondgebied in 2012. Deze soort lijkt sterk op Russula

olivaceoviolascens en groeit ook bij Wilg. Opvallende verschillen zijn wijd uiteenstaande

plaatjes en grotere, een glimmende hoed en donkerdere, grotere sporen. Ook Ronny Boeykens

bracht zeldzaam nieuws uit Russulalesland: Vlaanderen heeft eindelijk een gedocumenteerde waarneming van Russula robertii. Deze soort kan gemakkelijk verward worden met Russula

nitida en wordt aangetroffen in zompig veen. De voormiddag werd afgerond door Dieter Slos

van de Universiteit Gent, met zijn onderzoek naar truffels in Vlaanderen. Zowel bij de

Ascomycota, de Glomeromycota als bij de Basidiomycota worden truffelachtige vruchtlichamen

gevormd. In de magen van eekhoorns gaat het meestal om truffels uit de volgende genera:

Hymenogaster, Elaphomyces en Melanogaster. De truffel waar de Zwarte truffelknotszwam op groeit (Elaphocordyceps ophioglossoides) is de Korrelige hertentruffel (Elaphomyces

granulatus). In het voorjaar zijn er ook truffels te vinden: Rosse doolhoftruffel (Hydnotrya

In 1998 publiceerden J. Heilman –Clausen, A. Verbeken en J. Vesterholt “The genus Lactarius” met sleutels, beschrijvingen, foto’s en tekeningen van 97 melkzwammen uit Noord-Eureopa. Dit boek is te koop in de Natuurpuntwinkel aan 31,5 euro voor leden en 35 euro voor niet-leden

Page 46: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

46

tulasnei). In het natuurgebied de Lovenhoek werd een zeldzame truffel voor Vlaanderen

gevonden: Harige manteltruffel (Genea hispidula), een truffel van slechts enkele millimeters

groot. We kregen nog een paar tips om zelf op zoek te gaan naar truffels: dicht bij de stam

zoeken, op vochtige bodem, in de nabijheid van bekerzwammen en krabsporen van dieren.

Traditiegetrouw werd voor het middagmaal een groepsfoto gemaakt van de aanwezige

mycologen. Tussen de middag was er tijd om boeken te kopen bij de stand van Natuurpunt en

de stand van de NMV (Nederlandse Mycologische Vereniging).

Raf Leysen vloog er in met de meeldauwen en kan zich op een paar jaar tijd al specialist

noemen, want (te) weinig mycologen kijken naar deze plantenschimmels. Raf toonde ons de

prachtige voortplantingsstructuren van meeldauwen onder de microscoop. Hij waarschuwde

voor het feit dat niet alle meeldauwen zo gastheerspecifiek zijn en één gastheer ook meerdere

gasten kan hebben. Microscopie is bij deze groep onontbeerlijk. Tenslotte raadde hij ons een

aantal werken aan, waaronder het nieuwe boek van U. Braun en R. Cock dat in april zou

voorgesteld worden. Ook www.mycobank.org blijkt zeer nuttig te zijn voor meeldauwen. Wie

over deze specifieke zwammengroep vragen heeft, kan terecht bij [email protected].

Hoe meer er gebrand wordt, hoe beter voor bepaalde zwammen, zo bleek toch uit de volgende

voordracht over brandplekzwammen. Het driejarig onderzoek van KVMV werd afgerond en

leverde heel wat op. De brandplekken die bij het begin van dit project werden onderzocht zijn

op dit moment stilaan overgroeid. Maar in 2011 werd zonder opzet de grootste brandplek van

Vlaanderen gemaakt en amper twee maanden later werd die al overgroeid door zwammen: Gewoon houtskoolbekertje (Anthracobia melaloma) en Oliebolzwam (Rhizina undulata)

verschenen al snel massaal. Roosmarijn Steeman belooft ons een uitgebreid verslag van dit

project in Sterbeeckia. Bijzondere vondsten waren er in 2012 genoeg… Wim Veraghtert

maakte een overzicht van de nieuwkomers voor Vlaanderen uit de groep Agaricales en

Aphyllophorales: we telden alvast 16 nieuwe soorten in 2011. Opmerkelijk is het feit dat Kerntrilzwam (Tremella encephala), een soort die lijkt op klontjestrilzwam maar op naaldhout

voorkomt, nog nooit gedocumenteerd werd in Vlaanderen. Nog een opmerkelijke waarneming is deze van de Krijtlandwasplaat (Camarophyllopsis schulzeri), waarvan geen vruchtlichamen

werden gezien, maar deze soort werd door DNA-onderzoek in een grondstaal op naam

gebracht. De kans is groot dat we in de toekomst nog meer nieuws van Tobias Ceulemans van

de Universiteit van Leuven krijgen. Mogelijk doet hij nog ontdekkingen bij zijn moleculair

onderzoek in graslanden. En hij houdt ons op

de hoogte via www.waarnemingen.be, dus we

weten nu waar we moeten zoeken naar de

vruchtlichamen. Bernard Declercq bracht

een hele resem nieuwe ascomyceten voor

Vlaanderen. Daaronder ook twee soorten

die gevonden werden op met mos overgroeide

brandplekken: Rouwrandmoskommetje (Bryoscyphus atromarginatus) en Gladsporig

mosbekertje (Neotiella hetieri, foto rechts,

Piet Bormans).

Maar ook soorten als Jeneverbesspleetlip (Lophodermium juniperinum) werden voor het eerst

opgemerkt. Luc Lenaerts kon uren vullen met bijzondere vondsten voor Limburg, maar hij pikte

er voor ons de meest fotogenieke uit. Om er maar enkele te noemen: Doolhofraspzwam (Steccherinum oreophilum), Schelpharpoenzwam (Hohenbuehelia cyphelliformis) op dode

takjes en stengels van planten, de citroengele Lactarius flavidus met violetvlekkende, zeer

scherpe melk gevonden bij populier en berk, Bleekrandslijmkop (Hygrophorus unciolor) in de

Nietelbroeken, Psathyrella rubiginosa die sterk lijkt op P. noli-tangere, ……

Page 47: Plantaardige Nieuwsbrief nr 1 - 2012

47

Hans Vermeulen bracht enkele zeldzaamheden die hij samen met werkgroepen tijdens de

cursussen vond. In het natuurgebied de Liereman in Oud-Turnhout werd Zwartsneesatijnzwam (Entoloma serrulatum) genoteerd. De Vaaggegordelde melkzwam (Lactarius evosmus) heeft er

5e vindplaats bij in het Steentjesbos. In het Blosodomein van Hofstade werd nu een 4e stekelzwam gevonden: de Fluwelige stekelzwam (Hydnellum spongiosipes). Ronny Boeykens

volgde met nog een paar opvallende soorten. Op de werkweek in Dworp in 2010 werd op het

einde van de excursie in Maasdalbos een opvallende amaniet gevonden bij Beuk. Het ging om

een soort uit de groep van de slanke amanieten (zonder ring en met een opvallende

zakvormige beurs). Ronny haalde uiteindelijk de mosterd bij Neville en Poumarat (Fungi non delineati, 2009) en kwam zo bij Amanita schaefferi, een nieuwe soort voor Vlaanderen. De

voorzitter besloot tevreden deze geslaagde bijeenkomst af.

Achroomyces fimetarius, een korstzwam op mest

De laatste nieuwe vondst voor Vlaanderen van 2011 – of was het al 2012?

Tijdens de Kerstvakantie, op 27 december 2011 om precies te zijn, deed Jacky Launoy

samen met Pol Debaenst een excursie in de Doornpanne te Koksijde. Zoals gewoonlijk

verzamelt hij dan telkens wat mest van de grazers. Thuis legt hij een cultuur aan en bekijkt

regelmatig wat erop groeit. Zo ontdekte hij op 12 januari 2012, op een konijnenkeutel, een

gelatineuze massa waarvan hij een preparaat maakte en foto's nam. De week voordien was er

in het kader van wintervergaderingen bij OVMW (Oost-Vlaamse mycologische Werkgroep) een

uiteenzetting met beelden van de microscopie van korstzwammen en dergelijke door Jos

Schoutteten. In zijn preparaat herkende hij heterobasidiën die leken op deze van de groep

Auricularia maar kon ze niet uitsleutelen en op soortnaam brengen. Aan de hand van

toegestuurde beelden kon Jos hulp bieden, met Nordic Macromycetes als determinatiewerk

waar de soort wel vermeld staat in de sleutel als voorkomend op mest. Want in het meest

geraadpleegde werk voor zwammen op mest (Fungi Fimicoli Italici, Doveri, 2007) staat geen

enkele heterobasidiomyceet vermeld. Er werd materiaal verzameld en gedeponeerd in het

herbarium van de Universiteit Gent. De moraal van dit verhaal is dat je pas zwammen correct

op naam kan brengen, als je de juiste literatuur in je bezit hebt.

Macroscopie Jacky Launoy Microscopie - basidiën Jacky launoy

Referenties

Hansen L., Knudsen H., Corfixen P. 1997. Nordic Macromycetes vol. 3: Heterobasidioid, Aphyllophoroid and Gastromycetoid Basidiomycetes. Nordsvamp. 444 p.

Doveri F. Fungi Fimicoli Italici. A guide to the recognition of Basidiomycetes and Ascomycetes Living on

Faecal Material. Corrected Reprint 2007. 158 col. Photogr. 300 b/w microcopic line drawings. 1104 p. gr8vo. Hardcover – Bilingual (English / Italian).

http://www.mykoweb.com/book_reviews/Fungi_Fimicoli.html