Pijnpomp IV/SC Medisch rekenen - az groeninge · Morfine os naar TD fentanyl 1. Bereken de totale...
Transcript of Pijnpomp IV/SC Medisch rekenen - az groeninge · Morfine os naar TD fentanyl 1. Bereken de totale...
Pijnpomp IV/SC Medisch rekenen
Decock Stefanie
Wetenschappelijk verpleegkundig pijnspecialist
September 2015
Vuistregels
2
De orale of transdermale weg geniet de voorkeur.
Op de klok toedienen.
preventief karakter – vast schema bepaald door de
werkingsduur van de analgetica.
De analgetica volgens een gefaseerd schema toedienen.
Vermijd het opstarten van combinaties van analgetica binnen
dezelfde farmacologische klasse. Denk bij een combinatie van
pijnstilling steeds aan laxativa.
Vuistregels
3
Een goede pijnbestrijding berust op ‘planned care’ en niet op
‘emergency care’.
Frequente evaluatie van het effect van de therapie én ook van de
neveneffecten van de therapie.
Pijnverloop is belangrijk.
Kort op de bal spelen is van belang.
Zo nodig dagelijkse of nog frequentere evaluatie en
dosisaanpassing
Vuistregels
4
Morfine os naar TD fentanyl
1. Bereken de totale perorale dagdosis aan morfine.
2. Bepaal aan de hand van een conversieschema de equivalente
dagdosis voor Durogesic®.
3. Breng de Durogesic® pleister aan samen met de inname van de
laatste dosis MS Contin® per os.
4. Behoud voor de patiënt de mogelijkheid om perorale bolusdosissen,
zoals ze berekend werden voor het omschakelen, of een equivalente
dosis via een andere weg, te gebruiken zo dikwijls als nodig is.
Vuistregels
5
Stopzetten Durogesic®
1. Vervanging door andere opioïden = gradueel en individueel (pas na +/-
17u na verwijderen van de pleister daalt de serumconcentratie met 50
%.
2. Neem de pleister weg en start 8u later met 50 % van de equivalente
dosis morfine PO of SC
Vuistregels
6
Stopzetten Durogesic®
3. Start 16u na het verwijderen van de pleister met 100 % van de
equivalente dosis indien dezelfde onderhoudsdosis moet verder
gegeven worden.
4. Indien het gaat om de afbouw van de analgetica dosis geef dan de
50 % dosis verder de klok rond en houd doorbraakpijnmedicatie
beschikbaar volgens de 1/6 in functie van pijnscore respectievelijk
≥ 4 NRS.
Vuistregels
7
Vuistregels
8
Doorbraakdosis 1/6 tot 1/10 van de totale dagdosis Voorzie steeds een order * Bij niet geriatrische patiënten PO > SC 1:2
Toedienings- weg
IT EPI SC*/IV/IM
Per os
Dosis in mg 1 10 100 300
Subcutane toediening
9
Onvoldoende pijncontrole met orale of transdermale analgetica
Snel wisselende pijnsituaties
GI problemen: slikstoornissen, nausea, braken, dysphagie,
obstructie
Als continu systeem van medicatietoediening of als ‘bolus’ bij
doorbraakpijn
In combinatie met andere farmaca voor symptoomcontrole:
nausea, braken, dyspnee, doodsreutel, verwardheid,
slapeloosheid, ...
Subcutane toediening
10
Contra-indicaties voor subcutane geneesmiddelentoediening
Veralgemeende huidinfectie
Veralgemeend oedeem
Slechte perifere circulatie
Onvoldoende onderhuids vetweefsel
Toediening van valium (pijnlijk en moeilijke resorbtie)
11
N = niet verenigbaar J = verenigbaar O = NVT
12
Intraveneus
13
Gereserveerd voor ziekenhuis of ev. thuis na
overleg met ZH-arts.
Indicaties
Ontregelde kankerpijn waarbij snelle stabilisatie
vereist is
Ontregelde kankerpijn bij een patiënt die
behandeld wordt met diverse opioïden door
elkaar
In een overgangsfase naar een meer praktische
toedieningswijze voor de thuissituatie bij een
patiënt met stabiele pijn
14
Graseby MS 26 spuitpomp infusiesnelheid per dag
2 draaischakelaars Instellen snelheid
Tientallen snelheidswaarde
Eenheden snelheidswaarde
0-99
Bijgeleverde sleutel/kleine schroevendraaier met platte kop
15
Start-/bolusknop Indrukken: testen veiligheidssysteem en toedienen bolus door het
tellen van de pieptonen
Per pieptoon vaste afstand 0,23 mm > cave berekenen
bolustoediening
Loslaten: starten MS 26. Het gele lampje zal gaan knipperen als
teken dat de pomp actief is. (Opgelet ! Het lampje knippert wel
maar eenmaal per 25 seconden !)
16
Stelknop van het aandrijfblok Indrukken: aandrijfblok komt los en kan manueel verplaatst
worden
17
Batterij
Controleer dagelijks de batterij
Knipperen van het gele lampje betekent een goede of voldoende
spanning van de batterij.
Lage batterijspanning: gele lampje zal niet meer knipperen.
De pomp zal wel nog 24u kunnen werken. De batterij zo snel
mogelijk vervangen.
18
Plaatsing batterij
Gebruik een 9 volt alkaline batterij
Verwijder het afdekplaatje
Plaats + op + en - op -
Na het plaatsen van de batterij zal een alarmsignaal te horen
zijn, dat na enkele seconden verdwijnt. Indien het alarm niet gaat,
kijk de pomp na!
Je kan de pomp ook testen door de startknop ingedrukt te houden
gedurende 10 sec. tot je een alarmsignaal hoort.
19
Plaatsen injectiespuit
2ml-35ml Luer lock spuiten
Verstelbaar bevestigingsbandje er omheen plaatsen
Spuitvleugel en platte uiteinde spuit passen in de gleuven van de
behuizing en het aandrijfblok
20
Instellen van de juiste infusiesnelheid De pomp werkt in mm/24u, niet in ml/24u! Meet de afstand in mm van de nullijn op de schaalverdeling van
de injectiespuit tot aan de stamper. Gebruik hiervoor de mm schaal op de voorzijde van de infuuspomp.
Afstand in mm/ tijd in dagen (per 24u) = snelheid in mm/24u
21
Voorbeeld
8ml medicatie toedienen/48u
Injectiespuit tot de 8ml lijn gevuld > = 48 mm
48mm/2 dagen= 24 mm/per 24 u
Snelheid vensters = 24
Schakelaars draaien tot beide cijfers te zien zijn in de vensters
Snelheden tot 9, plaats een 0 in het linkervenster van de tientallen
Snelheid in millimeters instellen, NIET in milliliters
22
Voorbeeld
8ml medicatie toe te dienen aangevuld met fys. tot 15 ml/24u
Injectiespuit 20ml tot de 15ml lijn gevuld = 53 mm
53mm/1 dag= 53 mm/per 24 u
Snelheid vensters = 53mm
!!! Dosis toe te dienen over 12 u= 53mm x 2= 106mm!!!
Echter pomp maximale snelheid = 99
23
Niki T34
Schermvergrendeling Lockbox Veranderen infusieprogramma: code nodig
24
Symbolen pomp Aan/uit knop Stopknop Startknop Keypadlock (Bat. /techn.data/lang drukken vergrendelen/ontgrendelen)
25
Werkingslichtje: groen OK, rood stop/alarm
Scrollen tussen ≠ opties
Accessoires
2 > 60ml spuit
Luer connectie, liefst bijhorende (150cm IV leiding met terugslagklep of 100 cm SC set met
vleugelnaaldje)
Batterij
9V alkaline
Batterijtest steeds bij opstarten pomp: aanzetten > infokey indrukken >
battery life selecteren > confirmeren YES > batterijlevel wordt getoond
26
Pompinstellingen en alarmen
Ml/u
Volume over tijd (20ml/12u)
Alarmen
Occlusie/spuit leeg
Einde programma & bijna einde
Batterij leeg & batterij bijna leeg
Pomp pauzeerde teveel
Spuit verplaatst
Spuit leeg
27
28
Oefening 1
50 mg morfine/24u toe te dienen De injectiespuit is tot 28mm gevuld ?= ? snelheid ?= ? mg per mm
Bolus: stamper schuift per pieptoon 0,23 mm op Bolusknop 4 pieptonen = 4x ? mm schuiven= ? mm= ? mg
29
Oplossing 1
50 mg morfine/24u toe te dienen De injectiespuit is tot 28mm gevuld 28mm/1dg= 28 snelheid 50mg/28 mm= 1,8 mg per mm
Bolus: stamper schuift per pieptoon 0,23 mm op Bolusknop 4 pieptonen 4x 0,23 mm schuiven= 0,92 mm= 1,65
mg
30
Oefening 2
Diamorfine 300 mg opgelost in 16.7 ml fysiologische oplossing of
glucose 5%. Spuitlengte van 60 mm. Toe te dienen 300mg/48u
1mm komt overeen met ? mg diamorfine
? snelheid
? mg/24u
31
Oplossing 2
Diamorfine 300 mg opgelost in 16.7 ml fysiologische oplossing of
glucose 5%. In een spuit van 20 ml = spuitlengte van 60 mm.
1mm komt dan overeen met 5 mg diamorfine.
60mm/2 dg
Snelheid 30mm/24u
150mg diamorfine/24u
32
Oefening 3
Een spuit van 30ml bevat M+ 6 mg/ml. De patiënt krijgt als
pijnbestrijding 1,5mg M+/u SC. Daarnaast kan hij elk kwartier
1,5mg M+ extra bolussen. Hoelang kan hij met de spuit toe?
A) 24u
B) 26u
C) 23u
33
Oplossing 3
Antwoord A
1ml=6mg
30ml x 6mg per ml= 180mg
Voorschrift arts= 1,5mg/u
Extra dosis is max. 4x 1,5mg = 6mg/u
Totaal per uur 1,5mg +6mg= 7,5mg
180mg (totaal in de spuit)/7,5mg per u= 24u
34
Oefening 4
De heer Hoving heeft ten gevolge van een bottumor erg veel pijn.
De arts geeft jou opdracht om hem IV morfine te geven. Op de
ampullen morfine staat: 10 mg = 1 mL (10 mg/mL). Je moet de
heer Hoving 7,5 mg morfine geven. Hoeveel mL moet je hem dan
geven?
A) 0,25 ml
B) 7,5ml
C) 0,75ml
35
Oplossing 4
Antwoord C
0,75ml
(1/10 * 7,5)
36
Oefening 5
Mevr.Reyntjens wordt geopereerd aan een gastro-enterostomie
en krijgt een M+ IV pomp na de operatie voor enkele dagen.
Omdat zij CP heeft, kleeft zij om de 3/dg een transtec 52µg.
Verwijder je de pleister voor operatie?
A) Ja
B) Nee
37
Oplossing 5
Antwoord B
Houd steeds het basisarmentarium bij CP patiënten
38
Oefening 6
Transtec naar Durogesic
A) Transtec stop, onmiddellijk fentanyl kleven
B) Transtec stop avond, fentanyl ‘s morgens kleven
39
Oplossing 6
Antwoord b
Transtec stop avond, fentanyl ‘s morgens kleven
(Langere nawerking dan fentanyl). Best op moment dat wissel moet
gebeuren (vetdepot).
40
Oefening7
Durogesic naar transtec
A) Stop Durogesic, onmiddellijk Transtec kleven
B) Stop Durogesic avond, Transtec kleven in de ochtend
41
Oplossing 7
Antwoord A
Stop Durogesic, onmiddellijk transtec kleven (wash in 24u).
Best op moment dat wissel moet gebeuren (vetdepot).
42
Oefening 8
MS contin naar Durogesic
A) MS contin stop. Pleister kleven
B) Avonddosis MS Contin nemen + pleister. Ochtenddosis MS contin
stop
C) Avonddosis Ms contin + pleister ochtend en geen ochtenddosis
MS contin meer
43
Oplossing 8
Antwoord B
Avonddosis nemen + pleister. Ochtenddosis MS
contin stop.
44
Oefening 9 Een patiënt heeft een infuus via een spuitenpomp. In de pomp zit
een spuit met een opl. van 2ml Dipidolor 20mg/amp. en 48ml.
NaCL. Wat is de concentratie en het percentage dipidolor in
mg/ml van de oplossing in de spuit?
A) 20mg dipi= conc. 0,4%
B) 20mg dipi= conc. 0,04%
C) 20mg dipi= conc. 0,004%
45
Oplossing 9
Antwoord B
2ml opl. = 20mg dipidolor
In totaal spuit: 2ml dipi en 48ml Fys.
Daarvan is 20mg/ 50ml dipidolor
50ml= 50000mg
1%= 500mg (het geheel is altijd 100%)
20mg dipi= 0,04%
De concentratie is dus 0,04%
46
Oefening 10
De patiënt kleeft een Durogesic® pleister van 100 µg en 3 x
Oxycontin® 20 mg /24u
Hoeveel mg morfine is dit per os/24u?
A) 360mg M+/24u
B) 320mg M+/24u
C) 380mg M+/24u
47
Oplossing 10
Antwoord A:
100 µg durogesic= Morfine/os 240mg
3 x 20 mg/24h oxycontin= Morfine /os 120mg
Totaal = 360 mg morfine os/24u
48
Oefening 11
Door hoeveel wordt er gedeeld van oraal naar subcutaan bij het
omrekenen van medicatie?
A) 10
B) 3
C) 300
49
Oplossing 11
Antwoord B: 3
50
Oefening 12
51
Een patiënt krijgt een morfine pomp 40 mg/ 24 u. Op de afdeling
zijn ampullen morfine 10 mg/ml aanwezig. Maak een oplossing van
45 ml NaCl 0,9% en 5 ml morfine met een spuitlengte van 48mm.
Op welke stand zet je de pomp in ml/uur en in mm/dg?
A) 1,7 ml/u
B) 1,3 ml/u
C) 2,6 ml/u
D) 48 mm/dg
E) 38 mm/dg
F) 42 mm/dg
Oplossing 12
52
Antwoord A:
1,7 ml/u (40mg/24u)
Antwoord E:
50mg/48mm > = 40mg/38,4 mm (regel van 3) = 1,05mg/mm
38,4 mm/1dg = 38mm/dg snelheid
Literatuur en tips
53
Federatie palliatieve zorg Vlaanderen (2004). Palliatieve zorg:
leidraad pijn -en symptoomcontrole.
Crome, Main & Lally (2007). Pain in older people.
Morlion, Lecart, Verschueren & Vanduynhoven (2010). Pijn en
ouderen: een praktische gids.
https://www.infusystem.com/images/manuals/Niki%20T34.pdf
https://www.youtube.com/watch?v=Safi7imeEdQ
54