Percenten - vijfde.sintmaartenschool.bevijfde.sintmaartenschool.be/LJ5 BLOK 4 taak 25 tem... ·...

© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 5 53

Percenten

G/B 24 percent = procent‘per cent‘ betekent ‘per 100’.

45 % is 45 per 10045 van de 10045 op 10045

100

100 % is 1 geheel.50 % is de helft.25 % is een kwart.10 % is een tiende.

Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:

TAAK 25Taak na blok 4 – les 3

Kijk naar de honderdvelden.

Hoeveel percent van het geheel is gekleurd?

Er zijn vakjes gekleurd.

Dat is per 100 vakjes.

Dat is 100

.

Dat is %.



Dat is 100

.

Dat is %.



Dat is 100

.

Dat is %.

1

Tip!

17

17

17

17

65

65

65

65

99

99

99

99


Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.

Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Welk deel is gekleurd?

Vul de breuken en percentages in.

= 100

= % = 100

= % = 100

= %

= 100

= % = 100

= % = 100

= %

De helft is % of .

40 % is het dubbel van % of .

3

Kleur het juiste percentage.

Kleur 33 % Kleur 50 % Kleur 8 % Kleur 75 %

2 meerdere oplossingen mogelijk

50

25

50

70

60

30

2

1

1

1

1

7

6

3

4

4

2

5

2

10

10

10

50

20

50 50 60

3025 70


oppervlakte vierkant = zijde × zijde = z × z

oppervlakte rechthoek = basis × hoogte = b × h

oppervlakte parallellogram = basis × hoogte = b × h

Oppervlakte vierkant – rechthoek – parallellogram

MR 2

Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Kleur alle vierkanten groen.

Kleur alle parallellogrammen die geen rechthoek zijn oranje.

Kleur alle rechthoeken die geen vierkant zijn blauw.

1

Tip!



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

figuur A figuur B figuur C figuur D figuur E

formule

omtrek

omtrek

formule

oppervlakte

oppervlakte

Overtrek in elke figuur de basis groen.

Teken in elke figuur de hoogte blauw.

Bereken van elke figuur de omtrek.

Bereken van elke figuur de oppervlakte.

2

A

D

B

E

C

b + h + b

+ h

of (2 × b) +

(2 × h)

b + sch. z +

b + sch. z

of (2 × b) +

(2 × sch. z)

b + h + b

+ h

of (2 × b) +

(2 × h)

4 × z b + sch. z +

b + sch. z

of (2 × b) +

(2 × sch. z)

3 + 2 + 3 + 2

= 10

10 cm

6 + 3 + 6 + 3

= 18

18 cm

12 + 1 + 12

+ 1 = 26

26 cm

4 × 3 = 12

12 cm

6 + 2 + 6 + 2

= 16

16 cm

b × h b × h b × h z × z b × h

3 × 2 = 6

6 cm2

6 × 2 = 12

12 cm2

12 × 1 = 12

12 cm2

3 × 3 = 9

9 cm2

6 × 1 = 6

6 cm2


Het kleinste gemeenschappelijke veelvoud (k.g.v.) van twee of meer getallen is het kleinste getal, groter dan nul, dat een veelvoud is van al die getallen.

VoorbeeldHet k.g.v. van 8 en 12

veelvouden van 8: 0 8 16 24 32 40 48 56 64 72 80 ...

veelvouden van 12: 0 12 24 36 48 60 72 84 ...

Het k.g.v. van 8 en 12 is 24.

Het kleinste gemeenschappelijke veelvoud

G/B 25

Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Noteer de tien eerste veelvouden van deze getallen.

80 p

20 p

25 p

1

Noteer de veelvouden tot en met 60 van elk getal.

Onderlijn de gemeenschappelijke veelvouden.

Omkring het kleinste gemeenschappelijke veelvoud.

De getallen 4 en 7

Veelvouden van 4 p

Veelvouden van 7 p

De getallen 4 en 5

Veelvouden van 4 p

Veelvouden van 5 p

2

Tip!

0, 4, 8, 12, 16, 20, 24, 28, 32, 36, 40, 44, 48, 52, 56, 60 …

0, 7, 14, 21, 28, 35, 42, 49, 56 …

0, 4, 8, 12, 16, 20, 24, 28, 32, 36, 40, 44, 48, 52, 56, 60 …

0, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60 …

0, 80, 160, 240, 320, 400, 480, 560, 640 en 720

0, 20, 40, 60, 80, 100, 120, 140, 160 en 180

0, 25, 50, 75, 100, 125, 150, 175, 200 en 225



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Arjen en Nolan spelen een kaartspel. Een stapel van 65 kaarten ligt omgekeerd

tussen hen. Ze draaien één voor één de kaarten om. Elke vijfde kaart mag Arjen

houden, elke twaalfde kaart is voor Nolan.

De hoeveelste kaart zouden zowel Arjen als Nolan mogen houden?

Antwoord:

3

Noteer de best passende naam bij de figuur.

Duid de basis aan (groen).

Teken de hoogte (blauw).

Schrijf de formule voor oppervlakteberekening.

Bereken de oppervlakte.

4

naam:

formule:

berekening:

De oppervlakte is .

Veelvouden van 5 zijn: 0, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40,45, 50, 55, 60 …

Veelvouden van 12 zijn: 0, 12, 24, 36, 48, 60, 72, …

Het kleinste gemeenschappelijke veelvoud is 60.

De 60ste kaart zouden zowel Arjen als Nolan mogen houden.

parallellogram

b x h

4 x 2 = 8 8 cm²

8 cm²


Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Bereken de uitkomsten.

Je mag tussenstappen noteren.

4 500 : 100 = 350 : 5 =

4,18 : 10 = 1 500 : 50 =

2 000 : 25 = 389 : 10 =

8,88 : 100 = 35 889 : 100 =

37 000 000 : 10 000 = 1 : 100 =

1

Janne krijgt de helft. Koba een kwart.

Hoeveel krijgt ieder?

Vul de tabel in.

Janne Koba

€ 4 800

€ 1 000

€ 1

€ 44,88

€ 8 100

€ 4,16

2

€ 2 400 € 1 200

€ 500 € 250

€ 0,5 € 0,25

€ 22,44 € 11,22

€ 4 050 € 2 025

€ 2,08 € 1,04

45 70

0,418 30

80 38,9

0,0888 358,89

3 700 0,01



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

In de gemeente Oudsbergen zijn er molenfeesten.

Rik versiert de vier wieken van de molen die op het dorpsplein staat.

Hij heeft daarvoor 1 236 gele rozen.

Hoeveel rozen moet Rik in elke wiek hangen als hij ze eerlijk wil verdelen?

Antwoord:

Truus wil 1 225 euro eerlijk verdelen onder haar 5 kleinkinderen.

Hoeveel euro krijgt elk kleinkind?

Antwoord:

3

4

1 225 : 5 = (1 225 : 10) x 2 = 122, 5 x 2 = 245

1 236 : 4 = (1 236 : 2) : 2 = 618 : 2 = 309

Rik hangt 309 rozen in elke wiek.

Elk kleinkind krijgt 245 euro.


veelhoeken niet-veelhoeken

driehoek vierhoek vijfhoek zeshoek …

…

regelmatige veelhoeken

(gelijke zijden en gelijke hoeken)

…

Vlakke figuren

MK 9

Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Kruis in het rooster alle passende namen aan.1

Tip!

A B C D E F G H I

Niet- veelhoekVeelhoekRegelmatige veelhoek

A CB D

IE GF H

x x xx x x x x xx x



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Maak van elke figuur een vierkant.

Bereken de oppervlakte.2

Benoem de figuren.

Kleur het grondvlak groen.

Kleur het bovenvlak blauw.

Overtrek de ribben met rood.

3

Antwoord:

Antwoord:

kubus

kegel

balk

bol

cilinder

piramide

vierkant: 4 × 4 = 16 à 16 cm2

vierkant: 3 × 3 = 9 à 9 cm2


Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Vul de digitale tijd in.

namiddag voormiddag namiddag namiddag

: : : : : : : :

1

Hoeveel dagen heeft elke maand?

Vul in.

Kleur de maanden met 31 dagen groen.

2

janfeb

maa

apr

mei

jun

julaug

sep

okt

nov

dec

14: 12:40 07:54:20 12:37:55 18:00:07

31 28 of 29

3130

31

3031

31

3031

30

31



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Miet gaat naar een vriendin met de trein.

Hoelang duurt de treinreis?

09:57 10: 17

Bewerking:

Antwoord:

Na een feestje keert Miet terug met de trein.

Hoelang duurt de treinreis nu?

22:38 23: 12

Bewerking:

Antwoord:

3

3 minuten + 17 minuten = 20 minuten

De treinreis duurt 20 minuten.

22 minuten + 12 minuten = 34 minuten

De treinreis duurt 34 minuten.


Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Zet de afbeelding om in een percentage, een breuk en een kommagetal.

Dit is 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is of 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is of 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is of 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is of 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is 100

.

Dit is %.

Dit is .

Dit is of 100

.

Dit is %.

Dit is .

1

Vul in welke breuk overeen komt met het percentage.

Bereken daarna het percentage van het getal.

50% = 50% van 60 = 50% van 600 =

25% = 25% van 60 = 25% van 600 =

2

39 1

3 2 5

4

10 5 10

25

30 40 5075

210

20 8

39

0,39

25

0,25

20

0,2

8

0,08

30

0,3

40

0,4

75

0,75

50

0,5

1214

30 300

15 150



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Vul het schema aan.

eenvoudigste

breukbreuk op 100 percentage kommagetal

0,75

80100

1720

92 %

3

12 van de 20 leerlingen hebben blauwe ogen. Hoeveel procent is dat?

Gebruik het schema om dit vraagstuk op te lossen.

aantal met blauwe ogen

totaal aantal

Antwoord:

In onze school komt één op vier met de bus naar school. Hoeveel procent is dat?

Gebruik het schema om dit vraagstuk op te lossen.

aantal met de bus

totaal aantal

Antwoord:

4

5

3 75

4

85

23 92

4 100

5

100

25 100

60 % van de leerlingen heeft blauwe ogen.

25 % van de leerlingen van onze school komt met de bus.

12 60

20 100

1 25

4 100

75 %

80 % 0,80

85 % 0,85

0,92

5 ×

5 ×

25 ×

25 ×


Naam: Datum:

Klas: Klasnummer:


Geef gelijkvormige figuren dezelfde kleur. 1

Op onze speelplaats staat een grote kaart van België getekend.

De afstand op de speelplaatskaart verhoudt zich tot de echte afstand zoals

1 tot 100 000.

Bereken de afstand tussen de gegeven steden.

Gent - Genk Brussel - Antwerpen Oostende - Luik

op onze speelplaats 1,4 meter 0,5 meter 2,1 meter

in het echt

2

Bereken het gevraagde percentage.

40% van 400 = 80% van 700 =

30% van 600 = 20% van 800 =

3

140 000 meter

4 × 40 = 160 7 × 80 = 560

(140 kilometer)

6 × 30 = 180 8 × 20 = 160

50 000 meter

(50 kilometer)

210 000 meter

(210 kilometer)



Ik kreeg hulp.

Opmerking ouders:

Vergroot de afmetingen op de tekening tweemaal. Eén lijn staat er al.

Vergroot afmetingen op de de tekening driemaal. Eén lijn staat er al.

Deze tekening moet je wel 90° naar rechts draaien.

4

Percenten - vijfde.sintmaartenschool.bevijfde.sintmaartenschool.be/LJ5 BLOK 4 taak 25 tem... ·...

Documents

Transcript of Percenten - vijfde.sintmaartenschool.bevijfde.sintmaartenschool.be/LJ5 BLOK 4 taak 25 tem... ·...