pedagogiekportfolioelif.weebly.com€¦ · Web view2018. 9. 2. · In de afgelopen 10 maanden dat...

Stage leerjaar 3 Eindevaluatie

SBO de Sluis te Zwolle

Pedagogiek, Zwolle 20 juni 2016

Studente: Elif BilirStudentennummer: S1068171

Stagebegeleider: Sietse Aartsma (intern begeleider) Stagedocent: Frank van den Berg

1 | P a g i n a

Voorwoord Dit verslag is een opdracht in het kader van professionalisering binnen het hoger beroepsonderwijs pedagogiek aan hogeschool Windesheim te Zwolle. Het verslag is gericht aan de stagebegeleider Sietse Aartsma, intern begeleider binnen SBO de Sluis en stagedocent Frank van den Berg. Verder heeft dit verslag als lezerspubliek Connie Leeuw, leerkracht binnen SBO de Sluis.

Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar Sietse Aartsma en Connie Leeuw voor het bieden van begeleiding en ondersteuning tijdens mijn stageperiode.

Ik wens u veel leesplezier!

Elif Bilir Derdejaars pedagogiek studente

2 | P a g i n a

InhoudsopgaveVoorwoord.................................................................................................................................2

Inleiding.....................................................................................................................................5Eindevaluatieverslag.................................................................................................................6

1. SBO de Sluis.....................................................................................................................61.1 Persoonlijk indruk.......................................................................................................6

1.2 Aandachtspunten........................................................................................................62. Stageactiviteiten................................................................................................................7

3. Persoonlijke leerdoelen.....................................................................................................94. Reflectieverslag...............................................................................................................10

4.1 Competentieontwikkeling in brede zin......................................................................104.2 Individuele leerdoelen...............................................................................................13

4.3 P-taken.....................................................................................................................144.4 Verband tussen theorie en praktijk...........................................................................15

4.5 Stagebegeleiding op de instelling.............................................................................164.6 Stagebegeleiding vanuit de opleiding.......................................................................16

4.7 Supervisie.................................................................................................................174.8 Opleiding..................................................................................................................18

5. Beleid binnen SBO de Sluis.............................................................................................196. Persoonlijk profiel............................................................................................................20

6.1 Pedagogische visie...................................................................................................207. Leerpunten.......................................................................................................................22

Bibliografie..............................................................................................................................23Bijlagen...................................................................................................................................24

Eindevaluatie beoordelingsformulier stagebegeleider........................................................24Eindbeoordeling supervisie.................................................................................................27

Feedbackformulier..............................................................................................................29Feedbackformulier..............................................................................................................30



Feedbackformulier..............................................................................................................40Beroepscompetenties.........................................................................................................42

3 | P a g i n a

InleidingIn dit eindevaluatieverslag zal ik als pedagoog in opleiding een terugblik nemen op het afgelopen stageproces van 10 maanden op SBO de Sluis. Tijdens de uitvoering van mijn stage, heb ik gewerkt aan algemene en persoonlijke leerdoelen. Het afgelopen halfjaar heb ik gewerkt aan twee persoonlijke leerdoelen, namelijk:

- Ik stel eigen grenzen en ben duidelijk over wat ik wel/niet kan/wil ten opzichte van professionals door voor mezelf op te komen en mijn mening te uiten.

- Ik onderzoek ontwikkelingen met professionals met het oog op innovatie.

De evaluatie vindt plaatst op basis van de stagegids van de opleiding pedagogiek voor leerjaar 3. Dit verslag biedt inzicht op mijn persoonlijke ervaringen, stageactiviteiten en leerdoelen binnen SBO de Sluis. Verder zal ik binnen dit verslag breed reflecteren op mijn competentieontwikkeling, individuele leerdoelen, P-taken, verband tussen theorie en praktijk, stagebegeleiding, supervisie en opleiding. Ook nieuwe beleidsontwikkelingen binnen de Sluis zullen aanbod komen. In mijn persoonlijk profiel zal ik mijn ontwikkelde pedagogische visie nader toelichten. Als laatste zal ik mijn leerpunten die voort zijn gekomen uit mijn stageperiode gaan beschrijven.

Het doel van dit eindevaluatieverslag is om mijn stagebegeleider Sietse Aartsma en stagedocent Frank van den Berg een inzicht te geven over mijn beroepsmatige ontwikkeling van het afgelopen jaar.

4 | P a g i n a

Eindevaluatieverslag

1. SBO de Sluis

1.1 Persoonlijk indruk In de afgelopen 10 maanden dat ik stage heb gelopen op de Sluis, heb ik het erg naar mijn zin gehad. Ik ben elke dag met plezier naar de Sluis gegaan. De collega’s zijn allemaal één voor één vriendelijk en behulpzaam. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik me vanaf de eerste dag al op mijn plek heb gevoeld en mezelf kon zijn. Ze staan open voor vragen, ondersteuning en begeleiding. Als Hbo pedagogiek stagiaire werd ik benaderd als een volwaardige collega die professioneel haar werk mocht uitoefenen. Dankzij deze beroepshouding van mijn collega’s, heb ik mijn werk als toekomstige pedagoog serieus genomen en voelde ik mij verantwoordelijk voor de taken die ik in praktijk bracht. Naast de fijne samenwerkingsrelaties die ik heb mogen ervaren, ben ik van mening dat er binnen de Sluis een positieve sfeer hangt. De collega’s onderling zijn betrokken naar elkaar toe en overleggen voortdurend met elkaar. Dit maakt dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van elkaars specialiteiten en deskundigheid.

1.2 Aandachtspunten De leerlingenbesprekingen en zorgbesprekingen waren erg leerzaam, doordat verschillende vakgebieden bijeen komen om in een multidisciplinaire samenwerking het probleem in kaart te brengen, hypothese te stellen en een aanpak te bepalen. Tijdens deze bijeenkomsten werd mijn inbreng vanuit mijn vakgebied en cultuur aandachtig beluisterd en serieus genomen. Ik kreeg het gevoel dat mijn aanwezigheid en inbreng nuttig was en een bijdrage leverde aan het plan. Doordat de besprekingen altijd op maandag gevoerd worden, waren altijd dezelfde leerkrachten en professionals aanwezig. Dit maakt dat we de inbreng en kijk op de situatie vanuit de beleving van de andere collega’s die op andere dagen werken niet meekregen. Hierdoor hebben we als team van de vaste collega’s een beeld kunnen schetsen over zijn/haar functioneren. Ik ben van mening dat de leerkrachten die samenwerken er ook samen verantwoordelijk voor zijn om de klas tijdens de leerlingenbespreking en zorgbespreking in kaart te brengen. Zo is iedereen actief betrokken bij het ontwikkelingsproces van de leerlingen bij hun uit de klas.

Binnen de Sluis zijn er een heleboel collega’s bezig met het volgen van een opleiding. Ook de interne begeleider en directrice. Dit maakt dat zij op bepaalde dagen afwezig zijn i.v.m. een studiedag. Er zijn dagen geweest waarbij beide interne begeleiders en directrice afwezig waren. Op zo’n dag had ik het gevoel dat de leerkrachten er helemaal alleen voor stonden. Als er in de klas een calamiteit zou uitbreken, is er geen derde persoon aanwezig die de situatie kan overnemen of ondersteuning kan bieden. Ik ben van mening dat er elke dag minimaal één interne begeleider binnen de instelling aanwezig moet zijn voor een geval van nood. Mogelijk wordt zo de last op de schouders van de leerkrachten ontnomen en ervaren zij meer rust en toeverlaat op het moment dat dit nodig is.

5 | P a g i n a

2. Stageactiviteiten Binnen dit hoofdstuk zal ik mijn stageactiviteiten van het afgelopen jaar gaan beschrijven. Deze zijn onderverdeeld in 3 competentiegebieden, namelijk:

- Competentiegebied: werken met cliënten;- Competentiegebied: werken in en vanuit een organisatie;- Competentiegebied: werken aan professionaliteit.

Competentiegebied: werken met cliënten competentie 1 2 3 Begeleiden van leerlingen met gedragsproblemen

Om ervoor te zorgen dat de leerlingen inzicht krijgen en bewust worden van de gevolgen van hun daden, ben ik met hen apart een gesprek aangegaan. Tijdens deze gesprekken heb ik het stappenplan mediatie van de methode De Vreedzame School toegepast.

Stil leesmomenten met leerlingenIk heb één leerling wekelijks begeleid tijdens het stil leesmoment. Om haar te stimuleren, heb ik het leesgedrag positief bekrachtigd. In samenwerking met de logopedist heb ik mijn kennis over het lezen verbreed.

Niveau lezen met een groepje leerlingen

Wekelijks heb ik een groepje van vier meiden begeleid tijdens Nieuwsbegrip. Binnen deze bijeenkomsten heb ik hun vragen over moeilijke begrippen beantwoord en aangewezen op leesfouten.

Notuleren en rapporteren van overdrachtenTijdens de zorgbespreking heb ik genotuleerd indien dit nodig was. Bij het meemaken van een kritische beroepssituatie heb ik gerapporteerd over de situatie. Na afloop van begeleidingsmomenten heb ik overdrachten geplaatst naar de leerkrachten om hen te informeren over de uitvoering en voortgang van de leerlingen.

Interventies inzettenOm de leerlingen tijdens begeleidingsmomenten zo positief mogelijk te begeleiden, heb ik oplossingsgerichte interventies ingezet. Daarnaast heb ik om opgestelde doelen te behalen, gebruik gemaakt van andere interventies zoals sociale vaardigheden spellen.

Handelingsplannen uitvoeren in samenwerking met professionals De handelingsplannen heb ik in samenwerking met professionals tot uitvoering gebracht.

Assertiviteitstraining geven Voor leerlingen die tijdens de zorgbespreking in aanmerking zijn gekomen voor een assertiviteitstraining, heb ik een weerbaarheidtraining in praktijk gebracht. Tijdens deze training heb ik activiteiten uitgevoerd waarbij de leerlingen werden aangespoord om aan hun persoonlijke leerdoelen te werken.

Leerlingen positief benaderenOm de leerlingen zoveel mogelijk te stimuleren het positieve gedrag in stand te houden, heb ik mij verdiept in het geven van positieve feedback. Hierover heb ik literatuur opgezocht. Daarnaast heb ik voortdurend gelet op de positieve benaderingen van de professionals naar de leerlingen toe. Daar heb ik een voorbeeld aangenomen. Ook de Vreedzame School heeft een bijdrage geleverd. De verschillende lessen hebben mij aangespoord om de leerlingen positief te benaderen.

Beloningssysteem inzettenOm ervoor te zorgen dat de leerlingen binnen de klas elkaar stimuleren om positief gedrag te vertonen, heb ik een beloningssysteem in elkaar gezet.

6 | P a g i n a

Competentiegebied: werken in en vanuit een organisatie competentie 4 5 6 Bijwonen van leerlingenbesprekingen en zorgbesprekingen

Om een helderbeeld te krijgen van de leerlingen en zorgleerlingen, heb ik bijgewoond aan de leerlingenbesprekingen en zorgbesprekingen van de bovenbouw klassen. Tijdens deze besprekingen heb ik geprobeerd op mijn kijk op de situatie vanuit het pedagogisch perspectief toe te lichten. Daarnaast heb ik de leerlingen die ik de afgelopen tijd heb begeleid, in kaart gebracht en de ontwikkelingen toegelicht.

Bijwonen van groepspresentatiesOm een helder beeld krijgen van de groepen, heb ik leerlingenpresentaties van de bovenbouwklassen bijgewoond. Ook mijn beeld dat ik van de leerlingen had, kon ik delen.

Samenwerken met leerkrachten en andere professionals Om de begeleiding van de leerlingen goed af te stemmen, heb ik samengewerkt met de leerkrachten en andere professionals. Tijdens het samenwerken heb ik ondersteuning en begeleiding gehad in verschillende processen. Daarnaast heb ik met hen een multidisciplinaire aanpak ontworpen en in praktijk gebracht.

Toezicht houden in de klas en op het schoolpleinOm een groep leerlingen onder controle te houden, heb ik zowel in de klas als op het schoolplein opgelet op het gedrag van de leerlingen en zo nodig bijgestuurd.

Bevorderen van het pedagogische klimaat in de klas en op het schoolpleinOm ervoor te zorgen dat de leerlingen zich binnen de klas veilig voelen, heb ik wekelijks klassikale activiteiten uitgevoerd. Ik heb gewerkt vanuit de methode De Vreedzame School. Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van boeken die ik tot mijn eigen beschikking heb, zoals het boek ‘Begeleiden van groepen.’ Het speelgedrag van de leerlingen op het schoolplein heb ik in samenwerking met de andere pedagogiek stagiaire bevorderd door Mbo stagiaires in te zetten bij de uitvoering van schoolpleinactiviteiten.

Leerlingen opvangen tijdens binnenwachtTijdens de grote pauze heb ik wekelijks de binnenwacht gehouden door de leerlingen in de hal te vermaken of te begeleiden bij hun taak.

Competentiegebied: werken aan professionaliteit competentie 7 8 9 Theorieën toepassen in de praktijk

Om de opgestelde doelen in verschillende plannen te behalen, heb ik allerlei theorieën onderzocht en toegepast in de praktijk, zoals: De Vreedzame School, positieve feedback, begeleiden van groepen.

Reflecteren op eigen handelenBinnen elke P-taak heb ik schriftelijk gereflecteerd op het proces. Daarnaast kwam het reflecteren tijdens begeleidingsgesprekken mondeling aanbod.

Verantwoordelijkheid dragen voor eigen handelenOm verantwoord met de beleidsstukken en protocollen van de Sluis om te kunnen gaan, heb ik mij hierin verdiept door deze aandachtig door te lezen en bespreekbaar te maken. Daarnaast heb ik mijn eigen handelen verantwoord vanuit mijn eigen visie.

Kritisch onderzoeken van eigen reactiesDoor zowel mondeling als schriftelijk ter plekke feedback te ontvangen van verschillende professionals, heb ik mijn handelen en eigen reacties kritisch onderzocht en waar nodig bijgesteld.

Openstaan voor feedback

7 | P a g i n a

Door tijdens begeleidingsgesprekken feedback te vragen van de professionals, toonde ik aan dat ik open stond voor feedback. Ook de feedback die ik ongevraagd ontving, heb ik geaccepteerd door geen weerwoord te hebben.

Normen en waarden bespreekbaar makenTijdens de besprekingen met verschillende professionals, kwamen normen en waarden van verschillende culturen aanbod. Doordat ik afkomstig ben van een andere cultuur, heb ik mijn eigen normen en waarden bespreekbaar gemaakt. Zo wilde ik hen aansporen om tot nieuwe inzichten te komen.

Eigen visie verwoordenTijdens gesprekken met verschillende professionals, heb ik mijn denken en handelen verantwoord vanuit mijn eigen visie.

3. Persoonlijke leerdoelen In het tweede semester (februari – juli) heb ik tijdens mijn stage op SBO de Sluis gewerkt aan 2 persoonlijke leerdoelen.

Persoonlijk leerdoel 1Competentiemeter 5 samenwerken Specifieke indicator op het gebied van samenwerken

- Het stellen van eigen grenzen en duidelijk zijn over wat ik wel/niet kan/wil.

SMART-doel S – specifiek: Ik stel eigen grenzen en ben duidelijk over wat ik wel/niet kan/wil ten opzichte van professionals door voor mezelf op te komen en mijn mening te uiten. M – meetbaar: Tijdens een van de begeleidingsgesprekken met mijn stagebegeleider, wil ik minimaal 2 beroepssituaties bespreekbaar maken waarbij ik assertief en duidelijk mijn eigen grenzen heb aangegeven. A – acceptabel: Het doel is haalbaar als ik op het moment wanneer het nodig is mijn grenzen aangeef. R – realistisch: Het doel is haalbaar als ik de professionals op de hoogte stel van mijn leerdoel. Hierdoor zullen zij begrip tonen en mijn keus accepteren. T – tijdgebonden: Het doel wil ik aan het einde van mijn stageperiode behaald hebben.

Persoonlijk leerdoel 2Competentiemeter 9 ontwikkelen Specifieke indicator op het gebied van ontwikkelen

- Het onderzoeken van ontwikkelingen met anderen in verschillende verbanden of netwerken met het oog op ontwikkeling en innovatie van het beroepsmatig handelen.

SMART-doelS – specifiek: Ik onderzoek ontwikkelingen met professionals met het oog op innovatie. M – meetbaar: Tijdens een van de begeleidingsgesprekken met mijn stagebegeleider, toon ik met bewijsstukken aan welke bijdrage ik heb geleverd aan de innovatie binnen de Sluis. A – acceptabel: Het doel is haalbaar als ik een actieve bijdrage lever tijdens de vergaderingen. R – realistisch: Het doel is haalbaar als de professionals mij een taak geven op het gebied van innovatie.T – tijdgebonden: Het doel wil ik aan het einde van mijn stageperiode behaald hebben.

8 | P a g i n a

4. Reflectieverslag

4.1 Competentieontwikkeling in brede zin Ik zal mijn ontwikkeling op verschillende competenties gaan beschrijven. Hierbij zal ik mijn leerervaringen tijdens mijn stageperiode nader toelichten. Ik zal ingaan op drie gedragsindicatoren horend bij het competentiegebied.

Competentiegebied: werken met cliënten Competentiemeter 1 – Oriënteren Een BoSW beschikt over het vermogen om situaties en achtergronden van diverse cliënten (individuen, groepen en samenlevingsverbanden) op micro-, meso- en macro-niveau te beschrijven, te analyseren en te interpreteren.

Gedragsindicator- het tonen van adequate schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid.

Leerervaringen Ik was altijd erg onzeker over mijn schriftelijke uitdrukking. Ik word vaak verbeterd op het moment dat ik een verkeerd lidwoord gebruik. Hier ben ik erg onzeker van geworden. In het begin van mijn stage was ik gewoon bang om collega’s te mailen, doordat er vast en zeker spelfouten in zouden zitten. Ik ging voortdurend mijn mailtjes in een word document plakken om zo te contoleren of er spelfouten in zaten. Ik wilde heel graag van mijn onzekere houding afkomen. Het belemmerde mijn functioneren en het koste erg veel tijd. Binnen enkele P-taken heb ik - hoe spannend ik het ook vond – mijn adequate schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid als beoordelingscriterium opgenomen. Door dit te doen wilde ik bevestiging krijgen voor het feit dat ik instaat ben om schriftelijk correcte zinnen te formuleren. Ik heb zowel van mijn stagebegeleider als stagedocent de bevestiging ontvangen dat ik voldoe aan de eis. Dit stelde mij enorm gerust. Ik ben hier niet meer onzeker over. Ik ben instaat om mailtjes zonder dubbel te checken te versturen. Ook merk ik bij het maken van verslagen dat mijn terughoudende houding is weggetrokken.

Competentiemeter 2 – PlannenEen BoSW beschikt over het vermogen om verzamelde gegevens over cliënten en hun omgeving te analyseren en weet in samenspraak op basis van die analyse een werkplan te ontwerpen dat resultaatgericht is en in een reële tijdsfasering is geplaatst.

Gedragsindicator- het vaststellen van de (hulpverlenings-)doelen op basis van een integrerend inzicht in

levenslopen, ontwikkelingstrajecten en ontwikkelingsopgaven.

LeerervaringTijdens het opstellen van hulpverleningsplannen was ik ervan bewust dat ik concretebegrippen moest gebruiken bij het beschrijven van de situatie. Ik was ervan overtuigd dat ik deze vaardigheid door de jaren heen onder de knie had. Tot mijn verbazing kreeg ik in elk hulpverleningsplan feedback terug van collega’s op bepaalde begrippen die ik had gebruikt. Ik had bijvoorbeeld beschreven dat het meisje onzeker is. Ik moest het begrip ‘is’ vervangen door het begrip ‘mogelijk’. Achteraf gezien is het erg logisch. Het is mijn interpretatie en ik kan mijn interpretatie nergens op baseren. Ik kan alleen een aantal voorbeelden benoemen waaruit naar voren komt dat het meisje onzeker gedrag vertoont. Maar dit wil niet zeggen dat het meisje onzeker is. Deze bewustwording heeft ertoe geleid dat ik elke zin kritisch heb bekeken. Ik heb erop gelet dat ik geen conclusies trek of gedragingen verklaar en diagnoses stel. Het blijft een hypothese.

9 | P a g i n a

Competentiemeter 3 – Uitvoeren Een BoSW beschikt over het vermogen om methoden en technieken van veranderingsprocessen af te stemmen op specifieke cliëntsituaties, toe te passen en te evalueren.

Gedragsindicator - omgaan met complexe en open situaties.

LeerervaringIk was ervan overtuigd dat hulpvragen grote doelen op zichzelf moesten zijn om het probleem op te lossen. Binnen de praktijk heb ik ingezien dat men met kleine hulpvragen grote doelen kan behalen. De grote van de hulpvraag bepaald niet de grote van het effect die het zal opleveren. Het gaat om het feit dat de juiste hulpvraag wordt geformuleerd met de daarbij passende aanpak dat in praktijk gebracht zal worden.

Competentiegebied – Werken in en vanuit een organisatie Competentiemeter 4 – Organiseren Een BoSW beschikt over het vermogen om vanuit het kader van de organisatie en de financiers ten behoeve van cliënt te werken.

Gedragsindicator- inhoudelijk leiding geven aan collega’s en vrijwilligers met kennis over en affiniteit met

het professionele handelen.

LeerervaringDe groepsleerkracht van klas BB1 had opgemerkt dat de meiden onderling met elkaar inconflict waren. Ze wilde dat hier een einde aan kwam. Ik kwam met het voorstel om een meidenclubje te starten waarin de meiden op een speelse manier aan hun leerdoel ‘samenwerken’ zouden werken. I.v.m. alle drukte en andere verantwoordelijkheden kwam ik niet meer aan het meidenclubje toe. Toch wilde ik dat het in praktijk werd gebracht. Ik had bedacht om mijn taak aan een Mbo stagiaire over te dragen. Ik was ervan overtuigd dat zij deze taak serieus zou nemen en de kwaliteiten beschikt om het uit te kunnen voeren. In overleg met mijn stagebegeleider heb ik het probleem met de bijpassende oplossing toegelicht. Hij gaf aan dat de stagiaire deze taak niet zonder begeleiding mocht uitvoeren. Hij gaf mij de taak om haar hierin te begeleiden. Ik mocht haar niet vrij laten in de manier waarop zij de activiteiten zou vormgeven. Ik heb een aantal gesprekken met haar gevoerd over hoe ze het kon aanpakken. Daarnaast heb ik lijstje met vragen uitgewerkt die ze als hulpmiddel kan gebruiken tijdens de uitvoering. Ik heb gemerkt dat ik instaat ben en de kennis heb om een Mbo stagiaire te begeleiden.

Competentiemeter 5 – Samenwerken Een BoSW beschikt over het vermogen om samen te werken met professionals, kan afstemmen en weet zowel intern als extern samenwerking te stimuleren en te organiseren.

Gedragsindicator- blijven meedenken, levert bijdragen ook wanneer er geen sprake is van een

persoonlijk belang.

LeerervaringTijdens een procesvergadering van de SBO-plus groepen waarbij ik met een aantal collega’s bij zat, had ik op het eind een opmerking geplaatst over de wijze waarop de Sluis te werk gaat. Ik benoemde dat ik vind dat er te weinig aandacht wordt besteed aan het welbevinden van de leerlingen in het begin van het schooljaar. De afgelopen tijd waren leerkrachten vooral bezig met het oplossen van problemen die zich hadden afgespeeld in de pauzes. Ook zijn er een aantal leerlingen die niet naar buiten gaan doordat ze de vrije situatie niet kunnen

10 | P a g i n a

overzien. Ik gaf aan dat ik vind het vertrouwen en de band tussen de leerlingen onderling meer aandacht moet krijgen. De leerkracht kan dit ontwikkelen a.d.h.v. activiteiten met als doel het welbevinden van de leerlingen te optimaliseren. Mijn inbreng werd tijdens de vergadering serieus genomen. Ze hebben aangegeven dat ze het onderwerp na de zomervakantie met elkaar zullen oppakken. Ondanks dat ik er na de zomervakantie niet meer ben, wilde ik toch als aandachtspunt meegeven. Mezelf ertoe zetten om dit binnen een groep met collega’s te bespreken was een grote stap. Nadat ik dit had gedaan voelde ik dat ik de vaardigheden beschik om mijn persoonlijke mening en visie nader toe te lichten binnen een groep met professionals.

Competentiemeter 6 – Beleid Een BoSW beschikt over het vermogen om bij te dragen aan de ontwikkeling beïnvloeding en uitvoering van instellings- en overheidsbeleid.

Gedragsindicator- het vertalen van maatschappelijke trends en ontwikkelingen in operationeel beleid.

Leerervaring Binnen de Sluis zijn ze het afgelopen jaar bezig geweest met het invoeren van een praktijk gedeelte. Ik heb aangegeven dat ik graag een bijdrage wil leveren aan dit proces. Samen met een medestudent heb ik werkbrieven uitgewerkt die de leerlingen kunnen gebruiken bij het uitvoeren van hun taakje. De werkbrieven heb ik vanuit mijn vorige opleiding vorm gegeven. Hierbij was het van belang dat de leerlingen niet activiteit gericht bezig zouden zijn maar leerdoel gericht. Binnen de praktijk heb ik een aantal keer moeten opmerken dat een aantal leerlingen meer activiteit gericht hun taakbriefje uitvoerden. Tijdens de vergadering heb ik aangegeven dat we erop moeten letten dat het een doelgericht taak is. Ik besefte opdat moment dat ik dat ik het doel van de praktijk gedeelte goed had begrepen en ook wilde nastreven door er kritisch naar te kijken, zodat het de komende jaren correct wordt uitgevoerd door andere collega’s.

Competentiegebied – Werken aan eigen professionaliteit Competentiemeter – 7 Reflecteren Een BoSW beschikt over het vermogen om zijn handelen in relatie tot zijn eigen rol/functie/ taken kritisch te bekijken, te beoordelen en het handelen op basis daarvan vorm te geven.

Gedragsindicator- verantwoordelijkheid voor het eigen beroepsmatig handelen, daarop reflecteren en

sturing geven aan de verdere ontwikkeling ervan.

Leerervaring Voordat ik op het Hbo begon, heb ik op het Mbo afgerond. Er zit een wereld van verschil tussen deze twee opleidingsniveaus. Een van deze verschillen is dat een Hbo-er zijn handelen kritisch moet beoordelen en verantwoorden. Een Mbo-er is taakgericht bezig zonder bewust te zijn van het feit wat het doel ervan is. Tijdens mijn studie heb ik geleerd dat ik als Hbo-er in staat moet zijn om mijn keuzes te verantwoorden. Als beroepsbeoefenaar kan ik in een situatie belanden waarbij ik het beleid of protocol niet kan nastreven waardoor ik mijn handelen en keuzes vanuit mijn eigen visie moet verantwoorden. Ik was me altijd bewust van het feit dat ik mijn keuzes en handelen moest verantwoorden. Dit deed ik door middel van protocollen, beleidstukken en methodes. Maar binnen de beroepssituaties zijn er een aantal situaties geweest waarbij ik mijn handelen vanuit mijn eigen visie in praktijk heb gebracht. Achteraf was het me duidelijk geworden het in strijd was met de regels en afspraken van de Sluis. Na het reflecteren besefte ik dat het een prima keus is geweest, want ik zag in dat ik in staat ben om mijn keus te verantwoorden.

11 | P a g i n a

Competentiemeter 8 – Afstemmen Een BoSW beschikt over het vermogen om te kunnen omgaan met en af te stemmen op een diversiteit van normen en waarden.

Gedragsindicator- het herkennen, erkennen en respecteren van afwijkende normen en waarden, om

met de cliënt te kunnen werken.

Leerervaring Binnen de Sluis heb ik meerdere keren een situatie meegemaakt die in strijd was met mijn eigen normen en waarden. Een van de meest voorkomende situaties is dat een leerling helemaal tekeer gaat tegen de leerkracht toe. Normaal gesproken zou ik in zo een dergelijke situatie zo boos worden, puur door het feit dat het kind zo brutaal en respectloos reageert naar een leerkracht die jaren ouder is. Ik heb geleerd om deze leerlingen niet te beoordelen voor het gedrag dat ze vertonen. Ze hebben niks anders vanuit de opvoeding meekregen. Het is een taak voor ons om als professionals hen te laten zien dat het ook anders kan en anders hoort. Ik ben instaat om het kind hier niet op af te keuren en te respecteren voor wie hij/zij is.

Competentiemeter 9 – Ontwikkelen Een BoSW beschikt over het vermogen om te kunnen omgaan met en af te stemmen op een diversiteit van normen en waarden.

Gedragsindicator- het profileren van het eigen beroep binnen samenwerkingsrelaties.

Leerervaring In het eerste halfjaar van mijn stage heb ik tijdens de zorgbesprekingen geen actieve bijdrage kunnen leveren. Ik had een teruggetrokken houding waardoor ik niet durfde om een opmerking te plaatsen of een vraag te stellen. Na het eerste halfjaar heb ik in het tweede halfjaar een actieve houding aangenomen. Ik had namelijk het gevoel dat ik als een volwaardige collega werd gezien en vond dat ik op bepaalde gebieden extra’s kon bieden. Tijdens de zorgbespreking heb ik een aantal leerlingen in kaart gebracht vanuit mijn vakgebied. Ook heb ik van een aantal collega’s te horen gekregen dat ze mij zien als een pedagoog. Erg fijn om te mogen ervaren hoe het is om als een collega in een team te functioneren waarin je bijdrage serieus wordt genomen en wat extra’s oplevert.

4.2 Individuele leerdoelen Ik zal beschrijven of ik mijn persoonlijke leerdoelen heb behaald. Ik zal een aantal leerervaringen toelichten waaruit blijkt of het doel behaald/niet behaald is.

Persoonlijk leerdoel 1: behaaldIk stel eigen grenzen en ben duidelijk over wat ik wel/niet kan/wil ten opzichte van professionals door voor mezelf op te komen en mijn mening te uiten.

Leerervaringen Ik heb een meidenclubje gestart met als doel dat de meiden van klas BB1 leren samenwerken. I.v.m. mijn te drukke planning ben ik hier niet aan toegekomen. Ik heb mijn grenzen aangegeven en heb duidelijk gemaakt dat ik deze taak niet in praktijk kan brengen. Ik ben in gesprek gegaan met mijn stagebegeleider om hier een oplossing voor te bedenken. Na het overleggen zijn we tot het besluit gekomen om mijn taak over te dragen aan een andere stagiaire.

12 | P a g i n a

Binnen de klas had ik als taak om een van de leerlingen met ernstige leerproblematiek te begeleiden. Op een gegeven moment was dit mijn enige taak. Ik had het idee dat ik teveel didactisch bezig was en niet voldeed aan de eisen van mijn eigen opleiding. Ik ben toen met de groepsleerkracht in gesprek gegaan om aan te geven dat ik mijn taken wil verminderen en buiten de klas te werk wil gaan om de leerlingen op pedagogisch gebied te begeleiden. Zij gaf haar akkoord en ik heb mijn dagplanning voor de dinsdag compleet aangepast.

Voor een van mijn P-taken heb ik in een multidisciplinair kader samengewerkt om aan leerdoelen van een van de leerlingen te werken. Voor haar heb ik elke dag een halfuur gepland om aan haar succeservaringen te laten opdoen. Ik had het idee dat deze bijeenkomsten geen bijdrage meer leverden aan haar ontwikkeling. Ik heb aangegeven dat ik wil dat deze bijeenkomsten verminderen of helemaal worden weggelaten. Ik had het gevoel dat ik het niet meer vanuit mijn oprechte belangstelling deed. Hierdoor hebben we in samenspraak besloten om de bijeenkomsten te verminderen.

Een van de collega’s vroeg aan mij of ik de werkbrieven voor de praktijk gedeelte wilde uitwerken. I.v.m. mijn te drukke planning had ik geen moment vrij om hiermee aan de slag te gaan. Ik heb aangegeven dat ik deze taak niet op mij kon nemen.

Persoonlijk leerdoel 2: behaald Ik onderzoek ontwikkelingen met professionals met het oog op ontwikkeling en innovatie.

Leerervaringen Tijdens een van mijn begeleidingsgesprekken heb ik aangegeven dat ik competentiemeter 6 – beleid graag verder zou willen ontwikkelen. Mijn stagebegeleider heeft aangegeven dat ik aan de structuurgroep vergaderingen deel mag nemen om een bijdrage te leveren. Tijdens deze vergaderingen heb ik actief deelgenomen en heb ik mijn kijk op bepaalde situaties toegelicht.

Voor P-taak 9.2 heb ik samen met een medestudent een geheel nieuwe innovatie binnen de Sluis ingevoerd. Ik had niet gedacht dat het plan schoolbreed uitgevoerd mocht worden. Doordat de interventies zulke mooie resultaten hadden opgeleverd, hebben we in samenspraak met de interne begeleider besloten om alle interventies te beschrijven en zo te borgen in de school. De interventies zullen we tijdens teamvergadering presenteren en de leerkrachten hierover verder inlichten.

4.3 P-taken Ik heb voor elke semester een weekplanning gemaakt. In deze weekplanning heb ik momenten vrij gepland waarin ik tijdens mijn stage-uren bezig kon gaan voor de P-taken. Totaal ben ik wekelijks maximaal 8 uur bezig geweest met de P-taken. Daarnaast ben ik elke zondag ook aan de slag gegaan om de P-taken af te ronden. Tijdens begeleidingsgesprekken heb ik onduidelijke onderdelen bespreekbaar gemaakt en indien nodig advies gevraagd van mijn stagebegeleider. Verder heb ik op kantooruren met Dyonne vergaderd over de P-taken om elkaars vragen te beantwoorden en verslagen te bekijken.

P-taak 3.4 Uitvoeren van interventies Binnen de Sluis heb ik al meerdere keren een hulpverleningsplan moeten opstellen en uitvoeren dat gebaseerd is op een methode. Vanuit de opleiding heb ik geleerd om een hulpverleningsplan helder en concreet te formuleren zodat het in een dergelijke situatie overdraagbaar is naar een andere collega. In tegenstelling tot de hulpverleningsplannen van mijn collega’s. Deze zijn vaak simpel en niet concreet uitgewerkt. Dit is in strijd met mijn manier van werken. Ik heb besloten om een middenweg hierin te vinden. Dit heb ik vooral gedaan binnen P-taak 3.4 Uitvoeren van interventies. In het hulpverleningsplan staat duidelijk en helder beschreven aan welke doelen er gewerkt zal worden en welke methode toegepast zal worden. Verder heb ik de bijeenkomsten niet inhoudelijk uitgewerkt, terwijl ik

13 | P a g i n a

dat voorheen wel deed. Ik zal de hulpverleningsplannen ook zelf in praktijk brengen. Het plan hoeft niet overdraagbaar te zijn. De band en het vertrouwen dat ik met de leerling heb opgebouwd, heeft een onbekende professional hoogwaarschijnlijk niet. Hierdoor zal de bijeenkomst die zij of hij in praktijk zal brengen weinig bijdragen aan het hulpverleningsproces. De bijeenkomsten die door mijn afwezigheid niet door kunnen gaan, zal ik op een ander moment inhalen. Zo loopt het hulpverleningsproces enige vertraging op maar mogelijk zullen de doelen wel behaald worden.

P-taak 3.5 Gesprek op uitvoeringsniveau Binnen de opleiding heb ik meerdere keren een gesprek op uitvoeringsniveau moeten voeren. Bij elk gesprek vond ik het erg lastig om op een natuurlijke wijze open vragen te stellen. Ik ben geneigd om gesloten vragen te formulieren die het antwoord al invullen. Hierdoor had ik het idee dat de gesprekken niet voldoende open waren. Ik wilde dolgraag deze vaardigheid onder de knie krijgen en binnen P-taak 3.5 Gesprek op uitvoeringsniveau bewijzen. Dankzij de supervisie bijeenkomsten heb ik geleerd om gesloten vragen die op dat moment in me opkomen open te formuleren. Dit heeft ertoe geleid dat ik mezelf heb ontwikkeld in het stellen van open vragen. Tijdens de uitvoering van deze P-taak heb ik er ook vooral op gelet dat ik open vragen stel. Ik heb het gesprek voor de tijd uitgewerkt en enkele open vragen genoteerd. Binnen het gesprek heb ik hier weinig gebruik van gemaakt. Ik was zelf in staat om open vragen te stellen. Ik vond het erg fijn om zelf te mogen ervaren dat ik deze vaardigheid beschik en instaat ben om mezelf hierin te ontwikkelen.

P-taak 5.2 Samenwerken met professionals In de eerste en tweede klas had ik erg veel moeite om samen te werken met medestudenten. Ik vond het erg lastig om de touwtjes uit eigen handen te geven en een middenweg te vinden bij het maken van keuzes. Ik wilde alles het liefst zelf bepalen. Voordat ik met mijn stage begon, had ik het idee dat ik het samenwerken met collega’s niet fijn zou ervaren. Tot mijn verbazing heb ik hele prettige samenwerkingsrelaties gehad. Ik heb de touwtjes niet uit handen gegeven en heb mijn keuzes op hen afgestemd. Ik heb geleerd om op een professionele wijze met elkaar tot een besluit te komen waarin verschillende vakgebieden met elkaar worden gecombineerd. Binnen P-taak 5.2 Samenwerken met professionals heb ik bewezen dat mijn collega’s net zoals ik de samenwerking zeer prettig hebben ervaren.

P-taak 9.2 Innovatie in welzijn Tijdens het maken van een planning voor de uitvoering van de P-taken, heb ik P-taak 9.2 Innovatie in welzijn zoveel mogelijk uitgesteld. Dit doordat ik dacht dat ik deze P-taak erg lastig zou vinden. Binnen de opleiding is competentiemeter 9 ontwikkelen maar één keer eerder aanbod geweest. Ik was ervan overtuigd dat ik niet voldoende vaardigheden en kwaliteiten had ontwikkeld om deze P-taak met een voldoende af te sluiten. Ondanks dat ik hier erg onzeker over was, heb ik bij de uitvoering van de P-taak niet te maken gehad met onduidelijkheden. In samenwerking met Dyonne hebben we de P-taak zonder problemen uitgewerkt en ingevoerd. Ik heb geleerd dat het invoeren van innovatie niet heel groot uitgepakt hoeft te worden. Door stapsgewijs te werken is het mogelijk om innovaties in te voeren. Als de doelen maar helder geformuleerd zijn en afgestemd worden op de opdrachtgever.

4.4 Verband tussen theorie en praktijk Binnen de beroepspraktijk heb ik te maken gehad met verschillende kritische beroepssituaties. Om zoveel mogelijk te leren van mijn stageperiode, heb ik werkervaringen waar ik tegenaan liep kort opgeschreven om het te onthouden. De situaties die mijn functioneren in negatieve zin belemmerden, heb ik als werkinbreng uitgewerkt en bespreekbaar gemaakt binnen de supervisiegroep. Nadat ik dit binnen de supervisiegroep had besproken, ben ik elke keer opnieuw tot nieuwe inzichten gekomen. Pas toen heb ik geleerd van de kritische beroepssituatie. Ik merkte aan mezelf dat ik de verkregen nieuwe

14 | P a g i n a

informatie en inzichten een plekje moest geven door het te verwerken. Deze hadden al te vaak betrekking op mijn persoonlijkheid en functioneren. Ook heb ik nieuwe inzichten en leerpunten binnen de beroepspraktijk bespreekbaar gemaakt met collega’s en gedeeld met een medepedagogiek studente. Zo heb ik aangetoond dat ik leer van de werkervaringen die ik op doe en hen kan aansporen om bepaalde aspecten in te zien. Naast dat ik deze werkervaringen heb gedeeld, heb ik tijdens mijn treinreizen nagedacht over hoe de situatie mijn functioneren beïnvloed. Dit heeft ook een steentje bijgedragen aan mijn leerproces, doordat ik hierdoor alles een plekje kon geven in mijn hoofd en meer rust vond in mijn lichaam. Ik merk dat ik tijdens het leren hier behoefte aan heb. Nadat ik alles had verwerkt, schreef ik pas een reflectieverslag. Binnen dit verslag benoemde ik precies in stappen hoe het leerproces was verlopen met de daarbij behorende nieuwe inzichten. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik mijn leerproces in stappen kon nagaan en verwerken.

Ondanks dat ik bewust werd van het feit wat mijn gedrag bepaalde, was het bij een eerst volgende situatie erg lastig om de geleerde theoretische vaardigheden/interventies bij kritische beroepssituaties toe te passen. Het blijft een lastig onderdeel doordat er gevoelens bij komen kijken. Gevoelens bepalen voor een groot deel mijn functioneren. Als het voor mij niet goed voelt, kan ik mezelf met moeite er toe zetten om het toch te doen. Dit zorgt ervoor dat theorie niet altijd overkomt met de praktijk. Er spelen altijd andere factoren een rol die bepalend zijn voor je functioneren.

4.5 Stagebegeleiding op de instelling Sietse Aartsma Binnen de Sluis word ik begeleid door Sietse Aartsma, de interne begeleider van de bovenbouwcluster. Ondanks dat ik Sietse maar twee keer in de week zie, kan ik zeggen dat ik de afgelopen 10 maanden voldoende begeleiding en ondersteuning van hem heb mogen ontvangen. Tijdens de wekelijkse begeleidingsgesprekken kreeg ik voelde tijd om mijn knelpunten, ontwikkelingen en vragen aanbod te laten komen. Daarnaast hebben we vooral via de e-mail met elkaar gecommuniceerd. Onze communicatie was helder en mijn verzoeken werden serieus genomen. In de afgelopen 10 maanden heb ik een zeer prettige samenwerkingsband gehad met Sietse. Hij is een vertrouwde collega waar ik op kan bouwen. Ik ben ervan overtuigd dat ik mezelf geen betere stagebegeleider kon wensen. Ik heb in al onze vergaderingen met verwondering naar hem gekeken. Hij is zo bijzonder goed in het stellen van juiste vragen om collega’s aan te sporen om zelf na te denken over zijn/haar functioneren. Hij heeft oog voor details en is instaat om hier diep op in te gaan. Sietse staat erg open in het delen van zijn kennis en praktijkervaringen. De manier waarop hij mensen benadert is zo prettig! Hij is oprecht, duidelijk en temperamentvol in positieve zin. Hij is een collega met veel kennis en praat ook voornamelijk vanuit de praktijk. Hij is creatief in het inzetten van verschillende methodieken om aan leerdoelen te werken. Ik hoop ooit op een dag zo een professional te kunnen zijn!

Connie Leeuw Ik heb wekelijkse gesprekken gevoerd met Connie over de stand van zaken en mijn functioneren binnen de groep. Onze samenwerking was zeer prettig. Connie is een collega die erg betrokken is bij mijn persoonlijke ontwikkeling. Ze probeert zoveel mogelijk omstandigheden te creëren waarin ik mezelf kan ontplooien. Hierdoor is ze erg enthousiast, stimulerend en initiatiefrijk. In de afgelopen 10 maanden heb ik veel ondersteuning en begeleiding van haar gehad. Ze is net zoals Sietse een vertrouwde collega waar ik op kan bouwen.

4.6 Stagebegeleiding vanuit de opleiding Frank van den BergOndanks dat ik Frank niet zo goed ken, voelt het vertrouwd. Hij is een docent die zijn studenten aanspoort om zich zoveel mogelijk te ontwikkelen. Dit doet hij doormiddel van bijzondere vraagstellingen die je aan het denken zetten. Frank is een docent die zich aan de

15 | P a g i n a

afspraken houdt. Zijn manier van werken heb ik als zeer prettig ervaren. Hij is betrokken bij het leerproces en is kritisch in zijn beoordelingen. De communicatie via de mail verliep snel en ik heb met geen enkel knelpunt te maken gehad. De manier waarop hij mij tot de dag vandaag heeft benaderd, heb ik zeer positief ervaren. Ik ben hartstikke blij met een stagedocent als Frank. Zo’n stagedocent gun ik iedereen!

4.7 Supervisie Het eerste halfjaar had ik erg veel moeite met het actief luisteren en het stellen van open vragen. Ik kon beide vaardigheden niet tegelijk uitvoeren. Ik probeerde zonder actief te luisteren open vragen te stellen. Door het superviseren, ben ik erachter gekomen dat het stellen van open vragen pas mogelijk is als je actief luistert. Op het moment dat er niet actief wordt geluisterd, lukt het niet om een gerichte open vraag te stellen die zal lijden tot diepgang. Ik had dit als leerdoel voorgenomen voor het komende halfjaar. Ik heb geleerd om actief te luisteren en de mede-supervisant te bevragen met open vragen. Dit heb ik gedaan door oog contact te maken, vooraf opgestelde vragen buiten beschouwing te laten en een rustige zithouding aan te nemen.

In het afgelopen halfjaar heeft Noor zich terughoudend opgesteld. Dit om ons de leiding te geven en om te oefenen met superviseren. Het eerste paar keer zat ik er erg onzeker bij, omdat ik vond dat ik het stellen van open vragen niet onder de knie kon krijgen. Na een paar keer oefenen, heb ik gemerkt dat mijn onzekere gedrag wegzakte en ik veel relaxed bijwoonde aan de supervisiebijeenkomsten. Dit heeft er ook voor gezorgd dat ik zonder stress mijn open vragen kon stellen. Ik heb dankzij het terughoudende gedrag van Noor, geleerd om open vragen te stellen.

Ondanks dat Noor zich terughoudend opstelde, haakte ze hier en dan in om ons aan te sturen. Ze legde het accent op een bepaald begrip die wij waren misgelopen. Ik heb geleerd dat één woord bepalend kan zijn voor een achterliggende reden van een handeling. Het woord kan veel zeggen over de situatie zelf. Degene maakt vaak onbewust gebruik van woorden. Door open vragen te stellen en door te vragen kan degene tot nieuwe inzichten komen.

Ik heb geleerd om kritisch naar professionals te kijken. Dit zijn twee begrippen die dagelijks binnen de beroepspraktijk naar voren komen. Door het superviseren ben ik ervan bewust geworden dat ik als toekomstige pedagoog het recht heb om het handelen van andere professionals kritisch te beoordelen. Ik ging er blindelings vanuit dat het handelen verantwoord was, doordat hij/zij een gediplomeerde professional is. Tijdens het superviseren heb ik geleerd om hen te bekritiseren. Supervisie heeft mij aangespoord en aangemoedigd om de feedback te geven. Dankzij rollenspellen heb ik geleerd om op een stevige en assertieve manier mijn mening te uiten ten opzichte van de professionals. Ik merk dat ik hierdoor steviger in mijn schoenen sta. Daarnaast laat ik hiermee zien dat ik een pedagogische visie heb die ik nastreef.

Het aangeven van mijn grenzen bleef de afgelopen maanden een knelpunt. Door het superviseren, ben ik erachter gekomen dat mijn normen en waarden hierin een grote rol spelen. Ik heb geleerd dat er situaties zijn waarin ik mijn normen en waarden vanuit de Turkse cultuur buiten beschouwing moet laten. Dit zal ervoor zorgen dat ik niet in een kritische beroepssituatie beland. Er zullen ook situaties zijn waarbij wel vanuit mijn cultuur mag reageren. Dit onderscheid mag ik zelf bepalen vanuit mijn gevoel en beleving. Ook heb ik geleerd dat ik mijn grenzen durf aan te geven. Ik ben instaat om deze toe te lichten en voor mezelf op te komen.

16 | P a g i n a

4.8 OpleidingIk vind dat één jaar stage zeer relevant is voor het ontwikkelen van een professionele houding in de toekomstige beroepspraktijk. De P-taken zorgen ervoor dat de student zich verder kan ontwikkelen in verschillende vaardigheden. Ik ben er wel van overtuigd dat een aantal P-taken met elkaar samengevoegd kunnen worden. Het afgelopen jaar was enorm druk met de P-taken, tentamens en supervisiebijeenkomsten. Het was een enorm proces. Ik denk dat het verstandiger is om 3 stagedagen in te plannen waarbij de student 1 dag naar school gaat en 1 dag vrij heeft om te studeren. Verder ben ik erg tevreden over de manier waarop de opleiding wordt gegeven. Het is allemaal aan elkaar gekoppeld en er zit één lijn in.

17 | P a g i n a

5. Beleid binnen SBO de Sluis Binnen SBO de Sluis is momenteel het meerjarenplan in ontwikkeling. In het meerjarenplan worden de lijnen voor de komende drie jaar uitgezet op verschillende thema’s. De thema’s zijn 21st century skills, professionele leergemeenschappen (PLG), ouders en samenwerking tussen onderwijs en zorg. Daarnaast komen de thema’s taal, rekenen, gedrag, gepersonaliseerd leren en portfolio’s aan bod.

21st century skillsSBO de Sluis wil door het inzetten van New pedagogies deep learning (NPDL) het leeraanbod laten sluiten bij persoonlijke behoeftes van leerlingen. De focus is hierbij gericht op ontwikkeling van betekenisvolle kennis en competenties die noodzakelijk is om succesvol te functioneren in de toekomstige maatschappij. NPDL geeft concreet invulling aan Deep Learning in de vorm van de zes ‘C’s: Character, Critical thinking, Communication, Collaboration, Creativity & Citizenship.

Over drie jaar:- leren kinderen toekomstgerichte, 21eeuwse vaardigheden;- leren kinderen met behulp van multimediale leermiddelen;- leren kinderen doeltreffend kunnen omgaan met moderne informatie en

communicatiemiddelen (ICT).

Professionele leergemeenschapSBO de Sluis ontwikkelt een PLG waar het voortdurend verbeteren, onderzoeken en leren van het eigen handelen in de dagelijkse praktijk centraal staat. Over drie jaar is de Sluis een PLG waar door middel van leerteams het leren en onderwijzen van 21eeuwse vaardigheden centraal staan.

LeerlingHet logboek is een doelgerichte verzameling van materiaal die de inspanning, vooruitgang en prestaties van de kinderen tijdens de reis naar de eindbestemming weergeeft. Het logboek geeft de leerkracht kans de competenties van de kinderen en hun ontwikkeling te volgen en te evalueren. Daarnaast is het een middel om kinderen te begeleiden en eigenaarschap voor hun eigen leerproces/reis, te ontwikkelen. Daarbij willen ze ook alle behaalde reisdoelen bewaren als bewijs, maar ook om terug te kijken en alle reisdoelen te vieren. Vanuit daar wordt de volgende bestemming gekozen. Het ontwikkelperspectief zit in het logboek en bepaalt mede de eindbestemming.

OudersIedere ouder wil het beste voor zijn kind en dat is precies wat ook de school wil: haar leerlingen een zo goed mogelijke basis meegeven voor de rest van hun leven. School en ouders zijn hiervoor samen verantwoordelijk en helpen elkaar hierbij.

Over drie jaar:- heeft de Sluis duidelijk wat ze onder ouderbetrokkenheid verstaan en heeft hier vorm

aan gegeven.- zijn leerlingen, ouders en school gezamenlijk verantwoordelijk voor het opstellen,

uitvoeren en evalueren van handelingsplannen (ieder vanuit zijn eigen rol).

Samenwerking onderwijs, opvang en zorgOver drie jaar werkt de Sluis samen met externe betrokkenen zoals kinderopvang, jeugdhulpverlening en welzijn om een krachtige leer- en ontwikkelomgeving te creëren waar een onbelemmerde brede talentontwikkeling en sociale integratie van kinderen van 4 tot circa 12 jaar geboden wordt. Er wordt gewerkt vanuit eenzelfde gedachtegoed, eenzelfde methodiek, techniek passende bij de ontwikkelvraag van dat individuele kind. De komende jaren worden deze plannen verder uitgewerkt.

18 | P a g i n a

6. Persoonlijk profiel Ik heb mezelf ontwikkeld in het vormen van een eigen pedagogische visie. Ik heb gezien dat ik als toekomstige pedagoog een eigen mening heb over bepaalde onderwerpen. Hier sta ik volledig achter en ben instaat om deze te verantwoorden. Ondanks dat ik nog aan het studeren ben, heb ik gemerkt dat ik een verantwoorde professional kan zijn binnen de beroepspraktijk. Ik heb gezien dat ik instaat ben om aan de verwachtingen van de instelling te voldoen. In het begin was ik hier nogal onzeker over, omdat ik geen perspectief had van de verwachtingen. Ik was afwachtend en had baad bij aansturing. Door het superviseren heb ik gemerkt dat ik instaat ben om zelf keuzes te maken, zonder controle te vragen. Dit geeft mij een professioneel gevoel. Ik stel me in de beroepspraktijk niet afhankelijk op.

6.1 Pedagogische visie‘Het raam waaruit het kind naar het leven kijkt, is het gezicht van zijn vader en moeder.’

OpvoedenOpvoeden is het positief steunen en stimuleren van het kind naar volwassenheid. Het kind heeft recht op onvoorwaardelijke steun in de vorm van tijd, liefde, aandacht en betrokkenheid van zijn ouders. Een goede opvoeding biedt het kind de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen, uitdagingen aan te gaan en moeilijkheden te overwinnen waarbij het wordt ondersteund door zijn ouders. Zij bieden het kind dat verschillende ontwikkelingsfasen doorloopt, structuur en houvast in de vorm van regels en grenzen waarbij ze bijdragen aan een sociale aanpassing en goed burgerschap. Dit is voornamelijk de taak van de moeder. Zij hoort beschikbaar te zijn om het kind op te voeden. Vader heeft als taak om voor het gezin te zorgen en waar nodig moeder te ondersteunen bij het opvoeden van het kind.

OudersTegenwoordig zijn moeders net zoveel aan het werk als vaders. Het kind wordt door verschillende mensen opgevangen en opgevoed. Zo is het niet mogelijk dat het kind zijn optimale opvoeding vanuit zijn eigen ouders met hun normen en waarden toegereikt krijgt. Het kind leert van verschillende mensen op verschillende manieren gedrag aan. Zo is het niet mogelijk voor het kind om zich vanuit één vertrouwde persoon te ontwikkelen. De basis is de moeder, in de vertrouwde omgeving waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen en opgevoed kan worden.

Het kindHet kind is van nature goed. Het gedrag van een kind wordt door zijn omgeving bijgesteld in negatief gedrag. Om het kind zo dicht mogelijk bij zijn innerlijke goedheid te houden, horen ouders het gedrag van het kind zo min mogelijk te veranderen of te beïnvloeden. De ouders moeten het kind niet opdringen, bevelen, verbieden of straffen. Het kind moet inzicht krijgen in de gevolgen van zijn gedragingen door dit persoonlijk te mogen ervaren. Zo zal het kind een zelfverantwoordelijke zelfbepaling ontwikkelen. Dit zal ertoe leiden dat het kind volwassen wordt doordat het bewust is van zijn daden. Het kind moet ook leren om bepaalde dingen zo aan te nemen zoals ze zijn zonder dat hier een reden voor is. Zo zal het kind leren om zich in bepaalde situaties aan te passen zonder dat hij of zij invloed kan uitoefenen op de situatie. Het kind moet leren om vanuit zijn eigen rede, intuïtie en gevoel te handelen. De ouders kunnen het kind dit aanleren door gesprekken aan te gaan over zijn of haar gevoelens. Hierbij zullen de ouders het kind moeten toelichten wat de gevoelens aan betekenis hebben. Het kind moet leren dat bepaalde gevoelens zoals haat, jaloezie, boosheid en woede niet als uitgangspunt genomen moeten worden. Deze gevoelens zullen negatieve gevolgen met zich meebrengen en zijn niet vanuit het hart open en rechtvaardig. Het kind moet begrijpen dat ieder mens over dit soort gevoelens beschikt maar we allen moeten leren om deze uit te sluiten in ons handelen. Het kind moet vooral leren om naar zijn hart te luisteren en vanuit daar te handelen. Zo zal het open en rechtvaardig zijn ten opzichte van anderen. Dit zal ertoe leiden dat het kind een gelukkig volwassen is die geliefd wordt door de medemens.

19 | P a g i n a

CultuurHet kind moet door zijn ouders opgevoed worden in een wij-cultuur. Een cultuur waarin er plek is voor sociaal verkeer met de medemens. Door het kind hierin op te voeden vindt er een gedragsregulering en kennisoverdracht plaatst. Het kind leert door de mensen die het om zich heen heeft wat aanvaardbaar en niet aanvaardbaar is in de samenleving. Door ons allen verantwoordelijk te voelen voor de gedragingen van het kind en hem of haar hierop aan te spreken, zal het kind leren dat het zich overal ook wanneer zijn ouders niet in de buurt zijn, zich hoort te gedragen volgens de verwachtingen. Door samen te leven leert het kind om solidair te zijn ten opzichte van de medemens, doordat men zich voor elkaar verantwoordelijk voelt. Zo zal het kind zijn egoïsme en zelfliefde kunnen uitsluiten.

SamenlevingDe samenleving is altijd gericht op prestatie. Op het moment dat het kind naar school gaat vindt er alleen kennisoverdracht plaatst. Met de kennis kan het kind presteren doelen behalen om zijn of haar standpunt in de maatschappij te nemen. Binnen het onderwijs vindt er weinig overdracht plaats over kennis, houding en vaardigheden om een democratisch burger te worden. Deze vaardigheden heeft men nodig om met mensen te kunnen samenleven, om solidair te zijn en tolerantie te kunnen tonen. Doordat men te kort komt aan kennis, houding en vaardigheden zal de burger individualiseren. Individualisering zal ertoe leiden dat de burger in een ik-cultuur terecht komt waarin men een zelfliefde ontwikkelt het gevoelens die onrechtvaardig zijn. Om voor een samenleving te zorgen met solidariteit en tolerantie moet men dit in de opvoeding meekrijgen. Om zo een opvoeding te kunnen geven aan het kind, moet het kind zijn eerste levensjaren binnenshuis opgevoed worden.

20 | P a g i n a

7. Leerpunten Binnen de beroepspraktijk wil ik blijven oefenen met het stellen van open vragen. Hierdoor zal ik de supervisor zijn van mezelf. Dit zal er ook voor zorgen dat ik zelf continue in ontwikkeling blijf en mijn handelen blijf bekritiseren. Daarnaast wil ik collega’s en medestudenten aansporen om tot nieuwe inzichten te komen door hen ook te ondervragen.

Voor de komende studieperiode wil ik leren om mijn knelpunten binnen een groep aan te geven. Dit zal ook ter sprake komen tijdens mijn praktijkgericht onderzoek. Hierbij zal ik een bepaald aspect/onderwerp ter discussie moeten stellen en bekritiseren. Hierdoor zal ik met hoogopgeleiden in gesprek moeten gaan. Dit vind ik nogal lastig. Ik heb een onzeker gevoel over het voeren van een gesprek waarin het negatieve feedback aanbod komt. Ik wil leren om het gesprek op een verantwoorde wijze te voeren. Voor de tijd wil ik superviseren om tot nieuwe inzichten te komen dat mijn gedrag en handelen leidt/beïnvloedt.

21 | P a g i n a

BibliografieHet huidige document heeft geen bronnen.

22 | P a g i n a

Bijlagen

Eindevaluatie beoordelingsformulier stagebegeleider Stagiaire : Elif BilirStagebegeleider : Sietse Aartsma (intern begeleider)Instelling : SBO de SluisEindevaluatie datum : 04-07-2016In het derde jaar wordt het eerste segment getoetst op bachelor niveau, dit is het eindniveau van de opleiding. Segmenten twee en drie worden getoetst op gevorderd niveau. Deze segmenten worden in jaar vier op bachelor niveau getoetst.

Zie bijlage 2 voor een verdere uitwerking van de competenties in beroepscompetenties. Competentiegebied: werken met cliënten1 Een BoSW beschikt over het vermogen om situaties en achtergronden van diverse cliënten op micro, meso en macro niveau te beschrijven, te analyseren en te interpreteren.

2 Een BoSW beschikt over het vermogen om verzamelde gegevens over cliënten en hun omgeving te analyseren en weet in samenspraak op basis van die analyse een werkplan te ontwerpen dat resultaatgericht is en in een reële tijdsfasering is geplaatst.

3 Een BoSW beschikt over het vermogen om methoden en technieken van veranderingsprocessen af te stemmen op specifieke cliëntsituaties, toe te passen en te evalueren.

Toetsing: bachelor-niveauDe student begeleidt en ondersteunt jeugdigen en opvoeders in situaties waarin sprake is van een complexe context en/of een multidisciplinaire context. De student is in staat om methodes in te zetten, deze te beoordelen en verder te ontwikkelen.

Hoe heeft de student zich ontwikkeld op de door de student geformuleerde leerdoelen behorende bij dit competentiegebied (zie stagewerkplan)?

- Elif drukt zich mondeling en schriftelijk adequaat uit. – Ze weet complexe, open situaties op basis van geïntegreerd inzicht vast te stellen en er mee om te gaan.

Hoe functioneert de student met betrekking tot het gehele competentiegebied ‘werken met cliënten’ (beroepscompetenties 1, 2 en 3)?

-Elif heeft zich goed ontwikkeld op het gebied werken met cliënten. Zij is nauwkeurig, consciëntieus en maakte weloverwogen keuzes voordat ze aan de slag ging met de leerlingen, ook als ze daarbij af moest wijken van de methode omdat dat beter bij de leerling paste.

Competentiegebied: werken in en vanuit een organisatie

23 | P a g i n a

4 Een BoSW beschikt over het vermogen om vanuit het kader van de organisatie en de financiers ten behoeve van de cliënt te werken.

5 Een BoSW beschikt ver het vermogen om samen te werken met professionals, kan afstemmen en weet zowel intern als extern samenwerking te stimuleren en te organiseren.

6 Een BoSW beschikt over het vermogen om bij te dragen aan de ontwikkeling, beïnvloeding en uitvoering van instellings- en overheidsbeleid.

Toetsing gevorderd niveauDe student levert een (adviserende) bijdrage aan de kwaliteit en beleid rondom zijn werk als pedagoog in een complexe context waarin hij bewust moet kiezen tussen meerdere methodes.


-Elif heeft zich goed ontwikkeld. Zij heeft een substantiële bijdrage geleverd tijdens zorgbesprekingen. Vooral mbt de culturele verschillen tussen leerlingen, ouders en school heeft zij een mooie adviserende rol gehad. Tijdens het voorbereiden en uitvoeren van P-taken heeft ze goed afgestemd met de verschillende stake-holders. Ze kan prima werken binnen de kaders van de Sluis!

Hoe functioneert de student met betrekking tot het gehele competentiegebied ‘werken in en vanuit een organisatie’ (beroepscompetenties 4, 5 en 6)?

-Elif functioneert zeer goed mbt competenties 4,5, en 6.

Competentiegebied: werken aan eigen professionaliteit 7 Een BoSW beschikt over het vermogen om zijn handelen in relatie tot zijn eigen rol/functie/taken kritisch te bekijken, te beoordelen en het handelen op basis daarvan vorm te geven.

8 Een BoSW beschikt over het vermogen om te kunnen omgaan met en af te stemmen op een diversiteit van normen en waarden.

9 Een BoSW beschikt over het vermogen om ontwikkelingen op het eigen vakgebied kritisch te volgen en actief bij te dragen aan het verder ontwikkelen van het beroep.

Toetsing gevorderd niveauDe student laat zien dat hij kan plannen en keuzes maken, het leerproces kan baseren op waarden, toekomstwensen en persoonlijke kwaliteiten en dat hij de benodigde begeleiding hiervoor kan organiseren. Tevens kan de student op basis van de beroeps-competenties persoonlijke kwaliteiten achterhalen door te reflecteren en door feedback te vragen aan beroepsfunctionarissen.


-Elif heeft zich goed ontwikkeld tav haar doelen. Ze kijkt met een positief kritische blik en benoemt op een integere wijze wat zij signaleert. Ze weet goed wat de leerling of de

24 | P a g i n a

organisatie nodig heeft. Ook het vragen van feedback heeft zij serieus genomen. Hoe functioneert de student met betrekking tot het gehele competentiegebied ‘werken aan eigen professionaliteit’ (beroepscompetenties 7, 8 en 9)?

- Elif heeft laten zien dat zij weloverwogen keuzes kan maken en inspirerende plannen voor de leerlingen schrijft en uitvoert.

- Daarnaast denkt ze na over de kritische beroepssituaties die ze meemaakt, praat erover en handelt vervolgens daarnaar.

- Zij heeft op de Sluis een actieve bijdrage geleverd aan de zorgen leerlingbesprekingen waar bij haar inbreng zeer gewaardeerd werd.

Datum, plaats en handtekening stagebegeleider04-07-2016 Zwolle

25 | P a g i n a

Eindbeoordeling supervisie

26 | P a g i n a

27 | P a g i n a

Feedbackformulier

Naam: Belinda LuttenbergFunctie: Leerkracht BB1

Een professionele basishouding aannemenIs representatief, gebruikt passende taal, op niveau praten, de aandacht verdelen, op zijn gemak stellen.

Je houding naar zowel leerlingen als collega's is altijd vanuit respect. Je benadert vanuit een positieve houding en past het taalgebruik en niveau aan bij de doelgroep.

Gespreksvaardigheden toepassenContact leggen/houden/herstellen, oogcontact maken, knikken/hummen, open houding, doorvragen, empathie tonen, open vragen stellen, meerzijdige partijdigheid, transparant in werkwijze, respectvolle benadering, concretiseren, gevoelsreflecties, parafraseren.

Je bent open en "makkelijk" om contact mee te maken. Je communiceert op een prettige en rustige manier en blijft altijd positief.Door je tweetaligheid kun je een mooi brugfunctie vervullen tussen school een sommige ouders en je vervult deze rol integer.

Overige feedback

Ten aanzien van de kritische situatie waar we voor kwamen te staan heb ik bewondering voor de manier waarop je hier mee omging. Je bleef rustig, maar wel gedecideerd bij je standpunt.Na het gebeuren hebben we uitgebreid nagepraat over het feit dat cultuurverschillen en communicatie in dergelijke gevallen toch wel voor misverstanden kan zorgen. Door jouw uitleg waarom jij juist niet liet merken dat de situatie je raakte tegenover mijn uitspreken van het wel geraakt zijn door een dergelijk voorval ben ik me hier weer bewust van geworden. Het was een boeiend gesprek wat we hadden, waar ik ook zeker weer wat van geleerd heb.

28 | P a g i n a

Feedbackformulier

Ingevuld door: Connie LeeuW (groepsleerkracht BB1)

Ingevuld over: - Gedragsmeter: wasknijpers- ROE-regel: presenteren - ROE-regel: groepsbeloning ballonnen - Individuele beloningen: 5 minnions is een ijsstokje - Beloningskaart Rashouniff-ar

De cijfers hebben de volgende betekenissen:1: Onvoldoende (veel ontwikkeling nodig)2: Zwak (ontwikkeling nodig)3: Matig (om naar behoren te functioneren is verdere ontwikkeling nodig)4: Voldoende (geen verdere ontwikkeling nodig)5: Goed (sterk punt)

De student is bezig geweest met het bedenken van een effectieve interventie1 2 3 4 5

Opmerkingen:Wanneer Elif een langer blijvend probleem signaleert bij een leerling begint zij vrij snel met het bedenken van passende interventies om de leerling te helpen.

De student is creatief geweest in het ontwerpen van een interventie1 2 3 4 5

Opmerkingen:Elif kan goed ‘out of the box’ denken en denkt vooral in mogelijkheden. Zij ziet niet snel ‘beren op de weg’. Hierdoor kan zij eigenlijk bijna alles uitvoeren dat ze heeft bedacht.

De student heeft de interventies aangepast aan het niveau en ontwikkeling van het kind

1 2 3 4 5Opmerkingen:Ja, de interventies zijn visueel gemaakt en aangepast aan de belevingswereld van de leerlingen.

De interventies hebben het gewenste eindresultaat opgeleverd1 2 3 4 5

Opmerkingen:De leerlingen zijn duidelijk erg gemotiveerd om deel te nemen aan de interventies. Dit is terug te zien bij het beloningssysteem in de klas (de wasknijpers). Dit motiveert de leerlingen om gewenst gedrag te zien. De individuele beloning is een mooie bijkomstigheid, de kinderen stralen duidelijk. Maar dat visueel wordt gemaakt wanneer de leerlingen gewenst

29 | P a g i n a

gedrag laten zien lijkt de leerlingen vooral te stimuleren. De klassenkrul werkt ook erg motiverend. De leerlingen voelen zich met elkaar betrokken. Een deel van de kinderen kan het ook al erg eerlijk benoemen wanneer zijn of haar aandeel er toe heeft geleid dat er geen krul is verdiend. Het systeem leidt duidelijk tot beter zelfinzicht. Wel blijft het bij beide interventies de rol van de leerkracht van groot belang. Enthousiasme en vertrouwen uitstralen geeft de leerlingen nog meer extra motivatie.

De student levert een bijdrage aan het beleid van De Sluisaanpak, visie en missie1 2 3 4 5

Opmerkingen:Bij de interventies worden vooral positieve punten benadrukt. Dit past zeker bij De Sluisaanpak en de visie en missie.

Wat zijn overige sterke kanten van de interventies?Ze zie er aantrekkelijk uit en sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Ook zijn ze visueel. Dit is voor onze kinderen van groot belang.

Wat zijn verbeterpunten?Bij de persoonlijke beloningen (wasknijpers) zijn wel veel handelingen nodig, wanneer een leerling bijvoorbeeld een persoonlijke beloning heeft verdiend. Het lukt in de klassenorganisatie niet altijd direct om dit toe te passen waardoor een leerling soms wel eens een minion misloopt.

Ruimte voor overige opmerkingen:Elif is een erg gemotiveerde en daadkrachtige student die lijnrecht op haar doelen afgaat.

30 | P a g i n a

Feedbackformulier

Elif Bilir – Pedagogiek studente, leerjaar 3

Ingevuld door: Susan Bloem (orthopedagoog)

De cijfers hebben de volgende betekenissen:1. Onvoldoende (veel ontwikkeling nodig)2. Zwak (ontwikkeling nodig)3. Matig (om naar behoren te functioneren is verdere ontwikkeling nodig)4. Voldoende (geen verdere ontwikkeling nodig)5. Goed (sterk punt)

De student:

Luistert naar anderen, handelt respectvol en toont belangstelling en empathie.1 2 3 4 5

Opmerkingen: Dit is zeker een sterk punt van Elif. Elif heeft een open houding en is leergierig. Zowel ouders, leerlingen en het team is positief over haar. Ze luistert goed naar anderen en probeert zich goed in te leven. Zo geeft ze ook regelmatig een voorbeeld van hoe binnen buitenlandse culturen de rol is van vader-moeder en legt aan de hand daarvan uit welke invloed dat mogelijk kan hebben voor de leerling waar over gesproken wordt.

Functioneert als teamlid, overlegt met teamleden, staat open voor ideeën van anderen en blijft meedenken.

1 2 3 4 5Opmerkingen: Elif heeft veel taken binnen de school die ze heeft opgepakt. Ze toont hierin ook zelf veel initiatief en staat voor alles open. Ze is echt onderdeel van het team, de school gaat haar inzet vast missen. Elif heeft zelfs een keer de rol als tolk op zich genomen. Ze heeft toen vertaalt bij een gesprek met een buitenlandse moeder waarbij ze dezelfde taal spreekt. Ze stelde zich hierin toen heel goed op: ze vertaalde en probeerde daarnaast geen standpunt of mening in te nemen. Heel knap!

Komt afspraken na en voert coördinerende taken uit.1 2 3 4 5

Opmerkingen:Prima!

Vraagt en biedt hulp aan teamleden.1 2 3 4 5

Opmerkingen: Elif toont initiatief en denkt mee in mogelijkheden en oplossingen. Elif biedt vooral veel hulp. Ik heb niet goed zicht of ze ook hulp vraagt wanneer dat nodig is, maar volgens mij wel?

31 | P a g i n a

Neemt zelf beslissingen en is zich bewust van haar taak.1 2 3 4 5

Opmerkingen: Elif toont initiatief en heeft een positieve rol. Ze weet duidelijk wat haar taken zijn en wat ze zou kunnen betekenen.

Staat open voor feedback en gebruikt dit om haar handelen te verbeteren.1 2 3 4 5

Opmerkingen: Prima!

Durft anderen te voorzien van feedback1 2 3 4 5

Opmerkingen:Tijdens zorgbesprekingen geeft Elif haar mening en denkt ze mee.

Durft voor zichzelf op te komen.1 2 3 4 5

Opmerkingen:Ik heb hier weinig zicht op, maar volgens mij kan Elif dat prima. Ze is wel heel leergierig en wil graag alles doen, dus ik hoop dat ze goed haar grenzen kan aangeven wanneer het niet meer haalbaar is of er teveel een beroep op haar wordt gedaan.

Tips: Ga zo door!

Tops:Ik ben zelf pas sinds dit schooljaar werkzaam op de Sluis. Maar ik vind dat jou inzet een hele waardevolle toevoeging geeft aan de extra hulp die voor kinderen geboden kan worden. Eigenlijk heb ik alleen maar tops. Je doet het super en de school gaat je zeker missen. Veel succes in je verdere loopbaan!

32 | P a g i n a

FeedbackformulierElif Bilir – Pedagogiek studente, leerjaar 3

Ingevuld door: Sietse Aartsma (intern begeleider)


De student:


Opmerkingen: Dit is een sterk punt van je Elif!


1 2 3 4 5Opmerkingen: Je functioneert als volwaardig lid van het team. Collega’s waarderen jou ook! Je denkt mee en bent actief betrokken bij interventies.


Opmerkingen: Je bent consciëntieus en gaat zorgvuldig met de afspraken om.


Opmerkingen: Je biedt volop hulp aan collega´s en je participeert mooi binnen het team. Hulp vragen vind je lastig maar doe je wel steeds meer.

33 | P a g i n a


Opmerkingen: Je neemt inderdaad zelf beslissingen en meestal heb je die goed overwogen genomen.


Opmerkingen: In de beginperiode vond je feedback wel lastig om te horen. Had dit te maken met de cultuurverschillen? Ondanks de moeite die je soms innerlijk had pakte je de zaken toch professioneel op.


Opmerkingen: Dit vind je nog een lastig punt. Maar je doet het wel. Gewoon blijven doen en oefenen. Daar heb je veel profijt van en…. In een professionele omgeving mag je elkaar aanspreken op gemaakte afspraken.


Opmerkingen: Zie boven.

Tips: Blijf anderen van feedback voorzien. Ook als het negatieve feedback is. Zie het als een win-win situatie. Doordat je de ander ergens op wijst help je hem ook om professioneler te handelen en jij bent van je frustratie af.

Tops: Ik vind dat jij je taken serieus neemt, je bent bereid taken op je te nemen, je werkt hard en bent een prettige collega. Dat hoor ik ook om me heen van andere collega’s!

34 | P a g i n a

Feedbackformulier Elif Bilir – Pedagogiek studente, leerjaar 3

Ingevuld door: Hetty Brugman (schoolmaatschappelijk werkster)


De student:


Opmerkingen: Elif luistert met belangstelling naar ieders inbreng in besprekingen


1 2 3 4 5Opmerkingen:

Staat open voor inbreng van ieder ander en heeft ook zelf zinvolle inbreng


Opmerkingen:Kan ik niets over zeggen, niet meegemaakt


Opmerkingen: De keren dat ik het mee maak is Elif hiertoe goed in staat.


Opmerkingen:

Elif neemt zelf initiatief hierin

35 | P a g i n a


Opmerkingen: weet ik niet


Opmerkingen:Maak ik niet mee


Opmerkingen:

Niet mee gemaakt

Tips:

Tops:

36 | P a g i n a

FeedbackformulierElif Bilir – Pedagogiek studente, leerjaar 3

Ingevuld door: Connie Leeuw (groepsleerkracht BB1)


De student:


Opmerkingen: Empathie tonen is een vaardigheid waar Elif heel sterk in is. Collega’s en leerlingen voelen zich duidelijk bij haar op haar gemak. Elif straalt respect uit.


1 2 3 4 5Opmerkingen: Elif neemt haar taken serieus en voelt zich verantwoordelijk voor wat ze doet. Daarnaast overlegt ze met teamleden over wat ze wil gaan doen. Ze denkt actief mee.


Opmerkingen:Elif neemt haar taken serieus en voelt zich verantwoordelijk voor wat ze doet. Probeer alleen niet te veel op je schouders te nemen waardoor een aantal zaken elkaar in de weg kunnen staan. Houd het behapbaar voor je zelf en stel kritisch prioriteiten.


Opmerkingen: Elif is zeer behulpzaam.

37 | P a g i n a


Opmerkingen: Elif is sterk in het doorhakken van knopen. Probeer hierbij soms niet te snel te gaan. Hierdoor kun je het risico lopen om aan andere betrokkenen voorbij te gaan.


Opmerkingen: Elif durft goed naar haar eigen handelen te kijken en is in staat om dit aan te passen om zich verder te kunnen ontwikkelen.


Opmerkingen:Elif lijkt dit soms als lastig/ spannend te ervaren. Wel is Elif er sterk in om dit op een respectvolle manier te doen.


Opmerkingen:Dit is een punt dat Elif sterk heeft ontwikkeld. Elif durft al beter haar grenzen aan te geven.

Tips:Probeer kritisch prioriteiten te stellen zodat je niet te veel taken tegelijk op je neemt. Probeer soms iets meer te tijd te nemen om anderen mee te nemen in het ‘door hakken van je knopen’.

Tops:Je bent een daadkrachtige student. Je hebt oog voor de leerlingen en voelt ze goed aan. Ze voelen zich duidelijk prettig bij jou. Ook heb je erg veel werk verzet en bijgedragen aan mooie innovaties binnen de school. Super!!

38 | P a g i n a

Feedbackformulier Elif Bilir – Pedagogiek studente, leerjaar 3

Ingevuld door: Arthur Sloog (orthopedagoog)


De student:


Opmerkingen:


1 2 3 4 5Opmerkingen:


Opmerkingen:


Opmerkingen:


Opmerkingen:

39 | P a g i n a


Opmerkingen:


Opmerkingen:Niet meegemaakt


Opmerkingen:Kan ik niet beoordelen vanwege het uitblijven van momenten die hier om vroegen.

Tips:

Tops:

40 | P a g i n a

Beroepscompetenties Voor het leerplan van de Pedagogiek opleiding vormen de onderstaande negen beroeps-competenties het uitgangspunt. Elke beroepscompetentie is uitgewerkt in gedragsindicatoren. Deze volgen na het onderstaande overzicht.De afkorting BoSW staat voor Bachelor of Social Work. Een pedagoog is werkzaam binnen het gebied van Social Work.

Competentiegebied: Werken met cliënten1. Een BoSW beschikt over het vermogen om situaties en achtergronden van diverse

cliënten (individuen, groepen en samenlevingsverbanden) op micro-, meso- en macro-niveau te beschrijven, te analyseren en te interpreteren.

2. Een BoSW beschikt over het vermogen om verzamelde gegevens over cliënten en hun omgeving te analyseren en weet in samenspraak op basis van die analyse een werkplan te ontwerpen dat resultaatgericht is en in een reële tijdsfasering is geplaatst.

3. Een BoSW beschikt over het vermogen om methoden en technieken van veranderingsprocessen af te stemmen op specifieke cliëntsituaties, toe te passen en te evalueren.

Competentiegebied: Werken in en vanuit een organisatie4. Een BoSW beschikt over het vermogen om vanuit het kader van de organisatie en de

financiers ten behoeve van cliënt te werken.

5. Een BoSW beschikt over het vermogen om samen te werken met professionals, kan afstemmen en weet zowel intern als extern samenwerking te stimuleren en te organiseren.

6. Een BoSW beschikt over het vermogen om bij te dragen aan de ontwikkeling, beïnvloeding en uitvoering van instellings- en overheidsbeleid.

Competentiegebied: Werken aan eigen professionaliteit7. Een BoSW beschikt over het vermogen om zijn handelen in relatie tot zijn eigen

rol/functie/ taken kritisch te bekijken, te beoordelen en het handelen op basis daarvan vorm te geven.

8. Een BoSW beschikt over het vermogen om te kunnen omgaan met en af te stemmen op een diversiteit van normen en waarden.

9. Een BoSW beschikt over het vermogen om ontwikkelingen op het eigen vakgebied kritisch te volgen en actief bij te dragen aan het verder ontwikkelen van het beroep.

41 | P a g i n a

pedagogiekportfolioelif.weebly.com€¦ · Web view2018. 9. 2. · In de afgelopen 10 maanden dat...

Documents

Transcript of pedagogiekportfolioelif.weebly.com€¦ · Web view2018. 9. 2. · In de afgelopen 10 maanden dat...