Partena HR Memento Juni 2012

5
van de werkgever Maandelijks informatieblad over sociale en fiscale reglementering I Partena HR I Juni 2012 Dossier Fraudebestrijding: nieuwe belangrijke maatregelen op sociaal en fiscaal vlak ...................... 03 Actualiteit Ouderschapsverlof: extra vierde maand ................................................. 10 Nieuwe kilometervergoeding voor beroepsverplaatsingen met de eigen wagen ........................................... 11 Vervroegde pensioenen in de privésector: overgangsmaatregelen .......... 12 Aanpassingen van de lonen in juni 2012 ................................................. 13

description

De "Memento van de werkgever" is een onmisbaar naslagwerk voor het dagelijkse personeelsbeheer in uw bedrijf. In deze editie vindt u onder meer concrete informatie over: fraudebestrijdingsmaatregelen, ouderschapsverlof, nieuwe kilometervergoeding, vervroegde pensioenen in privésector, aanpassing van de lonen.

Transcript of Partena HR Memento Juni 2012

Page 1: Partena HR Memento Juni 2012

van de werkgeverMaandelijks informatieblad over sociale en �scale reglementering I Partena HR I Juni 2012

Dossier

Fraudebestrijding:nieuwe belangrijke maatregelen op sociaal en �scaal vlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03

Actualiteit

Ouderschapsverlof: extra vierde maand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

Nieuwe kilometervergoeding voor beroepsverplaatsingen met de eigen wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Vervroegde pensioenen in de privésector: overgangsmaatregelen . . . . . . . . . . 12

Aanpassingen van de lonen in juni 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Page 2: Partena HR Memento Juni 2012

Memento van de werkgever 03

Fraudebestrijding

Nieuwe belangrijke maatregelen op sociaal en �scaal vlak

De sociale en �scale fraudebestrijding is één van de stokpaardjes van de regering-Di Rupo.

De programmawet van 29 maart 2012 (BS 06.04.2012, Ed. 3) voorziet reeds meerdere maat-

regelen hiervoor, die we bespreken in dit nummer van het Memento. Deze maatregelen zijn

echter nog maar de eerste aanzet tot een uitgebreid actieplan (van meer dan 100 maatregelen!)

om de fraudebestrijding te verbeteren en de concurrentievervalsingen die de marktwetten

verstoren tegen te gaan. De doelstelling van deze maatregelen is overigens ook budgettair

(niet onbelangrijk!), aangezien de geplande maatregelen meerdere honderden miljoenen

euro’s moeten opbrengen. Hieronder bespreken we een aantal van deze maatregelen.

Titel 7 van de programmawet van 29 maart 2012

omvat een aantal maatregelen (art. 59 tot 106) in

het kader van de fraudebestrijding. In dit artikel

gaan we dieper in op 4 speci�eke maatregelen:

• de bekendmaking van de schuldvorderingen

van de RSZ;

• de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de

sociale bijdragen;

• de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de

�scale schulden;

• de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de

loonschulden.

Bekendmaking van de schuldvorderingen van de RSZ

Iedereen die een wettig belang doet gelden kan voort-

aan een brief richten aan de RSZ (gewone brief of

aangetekende zending) met de vraag of een onderne-

ming/werkgever (met naam genoemd) een onbetaalde

sociale schuld heeft, met andere woorden, of de RSZ

een eventuele schuldvordering heeft ten opzichte van

deze onderneming/werkgever (er moet nog bij Konink-

lijk Besluit bepaald worden wat wordt verstaan onder

‘sociale schulden’). De RSZ beschikt over een termijn

van één maand om deze vraag te beantwoorden. Deze

maatregel wordt genomen in het kader van het mecha-

nisme van hoofdelijke aansprakelijkheid dat door deze

wet wordt uitgebreid naar bepaalde risicosectoren, met

name fraudegevoelige sectoren; zie hierna.

Bovendien wordt voorzien dat de RSZ op de por-

taalsite van de sociale zekerheid een database ter

beschikking stelt aan de bouwheer (opdrachtgever) of

aannemer om te controleren of hij inhoudingen moet

verrichten op de door zijn medecontractant voorge-

legde facturen, om zo een hoofdelijke aansprakelijk-

heid met deze laatste te (zie hierna) te vermijden in

het geval dat deze medecontractant sociale schulden

zou hebben (bv.: onbetaalde RSZ-bijdragen door de

medecontractant).

Programmawet van 29 maart 201201

Dossier I Fraudebestrijding

Page 3: Partena HR Memento Juni 2012

08 Memento van de werkgever

Onafhankelijk van de maatregelen uit de pro-

grammawet (zie hierboven), heeft de Regering

op 11 mei laatstleden een uitgebreid actieplan

goedgekeurd in het kader van de sociale en �scale

fraudebestrijding. Dit actieplan (met een hon-

derdtal maatregelen) beoogt hoofdzakelijk drie

algemene doelstellingen.

Drie algemene doelstellingen

1. Fraude voorkomenHet is in de eerste plaats van belang om de instru-

menten uit te schakelen die vaak aan de basis liggen

van frauduleuze systemen. Enkele voorbeelden hier-

van zijn de oprichting van ‘schermvennootschappen’,

‘postbusvennootschappen’, vennootschappen die

gevestigd zijn op onbestaande adressen, enz.

In veel georganiseerde fraudesituaties is het misbruik

van vennootschappen een centraal gegeven. In der-

gelijke gevallen kan fraude voorkomen worden door

een striktere informatieplicht bij de oprichting van

of wijziging aan een vennootschap in te voeren en

door effectieve controles te verrichten op verdachte

vennootschappen.

2. Opvoering en uitbreiding van de gegevensuitwisseling

Het doel is om fraude ef"ciënter te bestrijden door

een beroep te doen op multidisciplinaire teams.

Er moet een betere samenwerking komen tussen de

verschillende diensten van de Staat, de magistraten,

de "scale experts, douaniers, ... Op die manier

kunnen multidisciplinaire teams de beschikbare

gegevens delen en gerichtere controles uitvoeren

met speci"eke tools voor het opsporen van risico’s

en ‘datamining’, het kruisen van databases.

3. Fraude bestraffenHet doel is om te vermijden dat fraudeurs winst

blijven maken met hun criminele praktijken en de

juridische verjaringsprocedures blijven misbruiken.

In geval van ernstige fraude zouden het kapitaal en

de activa systematisch bevroren moeten worden.

Op het vlak van "scale fraude zou de administratie

sneller beslag moeten kunnen leggen op bepaalde

goederen indien er op heterdaad wordt betrapt.

Ter informatie geven wij een kort (en onvolledig)

overzicht van een aantal gedragslijnen voor de

komende maanden en bepaalde maatregelen die

hoogstwaarschijnlijk binnenkort ingevoerd worden.

Aspecten van de fraudebestrijding

1. Fiscale aspecten Het "scale luik van het actieplan omvat meerdere

fundamentele elementen. We vermelden meer

bepaald:

• de (toekomstige) goedkeuring door het Parlement

van de wet ‘Una Via’ tot invoering van een over-

legmechanisme tussen de belastingadministratie en

het Gerecht om te bepalen of een "scaal fraude-

dossier administratief of strafrechtelijk behandeld

zal worden. Op die manier wordt vermeden dat er

een dubbel en parallel onderzoek gevoerd wordt;

• de invoering van een strengere straf voor feiten

van ‘ernstige en/of georganiseerde "scale fraude’;

• een uitbreiding van de procedure voor onmiddellijk

bewarend beslag in geval van duidelijke fraude;

• een beperking van het misbruik van het statuut

zelfstandige in bijberoep (waarbij geen enkel

inkomen wordt aangegeven maar waarbij toch

bepaalde kosten worden afgetrokken op "scaal

vlak);

• de effectieve intrekking van de erkenning als "scaal

adviseur of erkend "scalist naar aanleiding van een

strafrechtelijke veroordeling voor "scale fraude;

• enz.

Actieplan voor de strijd tegen �scale en sociale fraude

02

Page 4: Partena HR Memento Juni 2012

10 Memento van de werkgever

Op basis van een Koninklijk Besluit van 31 mei 2012

(BS 01.06.2012, Ed. 2) kunnen de werknemers van

de privésector sinds 1 juni 2012 een extra maand

ouderschapsverlof krijgen (onder de vorm van een

volledige schorsing). Bovendien hebben de werk-

nemers voortaan het recht om een aanpassing van

hun arbeidsregeling te vragen voor een periode van

6 maanden die volgt op het einde van hun ouder-

schapsverlof.

Duur van het ouderschapsverlofHet ouderschapsverlof kan vanaf 1 juni 2012

worden genomen:

• gedurende een periode van 4 maanden

(in de plaats van 3) onder de vorm van een vol-

ledige schorsing van de prestaties. Dit verlof kan

worden opgesplitst in periodes van 1 maand of

een veelvoud daarvan;

• gedurende een periode van 8 maanden

(in de plaats van 6) onder de vorm van een half-

tijdse onderbreking. Dit verlof kan worden opge-

splitst in periodes van 2 maanden of een veelvoud

daarvan (2, 4, 6 of 8 maanden);

• gedurende een periode van 20 maanden

(in de plaats van 15) onder de vorm van een ver-

mindering met 1/5. Dit verlof kan worden opge-

splitst in periodes van 5 maanden of een veelvoud

daarvan (5, 10, 15 of 20 maanden).

Opmerking: Ter herinnering, het ouderschaps-

verlof moet aanvangen voor de 12e verjaardag

van het kind. De leeftijdgrens wordt krachtens

het Koninklijk Besluit van 31 mei 2012 evenwel

opgetrokken naar 21 jaar wanneer het kind

getroffen is door een lichamelijke of geestelijke

ongeschiktheid van 66 % of een aandoening

heeft die tot gevolg heeft dat dat ten minste

4 punten toegekend worden in pijler I van de

medisch-sociale schaal in de zin van de regel-

geving betreffende de kinderbijslag.

Betaling van onderbrekingsuitkeringenVoor de volledige 4e maand schorsing (de 7e en 8e

maand van halftijds arbeid of de periode van de 16e

tot de 20e maand van vermindering met 1/5) worden

onderbrekingsuitkeringen betaald (door de RVA), op

voorwaarde evenwel dat het kind waarvoor het ver-

lof wordt gevraagd is geboren of wordt geadopteerd

vanaf 8 maart 2012.

De werknemers waarvan het kind is geboren

of werd geadopteerd vóór 8 maart 2012 hebben

sinds 1 juni 2012 recht op een verlenging van hun

ouderschapsverlof, maar wel zonder onderbrekings-

uitkeringen!

Aanpassing van de arbeidsregeling of het werkroosterNiet enkel wordt de duur van het ouderschapsverlof

verlengd, voortaan wordt ook bepaald (in uitvoering

van de Europese richtlijn 2010/18/EG van 8 maart

2010) dat de werknemer een aanpassing van zijn

arbeidsregeling of van zijn werkrooster kan vragen

voor een periode van maximum 6 maanden die volgt

op zijn ouderschapsverlof.

Voorbeeld: Na haar ouderschapsverlof onder de

vorm van een volledige schorsing zou de werk-

neemster kunnen vragen om haar arbeid gedurende

maximum 6 maanden halftijds te hervatten.

Daartoe moet de werknemer bij zijn werkgever

een schriftelijke aanvraag indienen minstens

3 weken voor het einde van de lopende periode van

ouderschapsverlof. Hij geeft daarin de redenen die

verband houden met een betere combinatie tussen

werk- en gezinsleven.

De werkgever moet deze aanvraag schriftelijk

beantwoorden (positief of negatief) ten laatste één

week voor het einde van het verlof. Hij deelt in het

geschrift ook mee op welke wijze rekening werd

gehouden met zijn eigen behoeften en die van de

werknemer... Op die manier zal hij eventueel kunnen

Sociale actualiteit

Ouderschapsverlof: extra vierde maand

Page 5: Partena HR Memento Juni 2012

14 Memento van de werkgever

Loonindexeringen en -aanpassingen in juni 2012

128.2 Schoeiselindustrie, laarzenmakers en maatwerkers:

Nieuwe afwijkende opzeggingstermijnen sinds 10.05.2012.

128.3 Marokijnwerk en handschoennijverheid:

Nieuwe afwijkende opzeggingstermijnen sinds 10.05.2012.

128.5 Zadelmakerij, vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder:

Nieuwe afwijkende opzeggingstermijnen sinds 10.05.2012.

139 Binnenscheepvaart: Slepen, duwen of voorttrekken van zeeschepen:

Indexering enkel op de minimumlonen die overeenstemt met een vast bedrag per categorie.

140.1 Autobussen en autocars:

Garagepersoneel: toekenning van ecocheques van € 125 uiterlijk op 15.06.2012. Referentieperiode van

01.12.2011 tot 31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen.

140.2 Taxi's:

Garagepersoneel: + 0,3 % conv. enkel op de minimumlonen vanaf 01.04.2012.

142.1 Terugwinning van metalen:

Toekenning van ecocheques van € 125 uiterlijk op 15.06.2012, behalve indien andere invulling

door een cao gesloten in de onderneming vóór 01.10.2011. Referentieperiode van 01.12.2011 tot

31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen.

148.3 Industriële en ambachtelijke fabricage van bontwerk: + 2 % index op de minimumlonen en de reëel

betaalde lonen (voor hetzelfde bedrag).

148.5 Pelslooierijen: + € 0,0372/u index enkel op de minimumlonen.

149.2 Koetswerk: Toekenning van ecocheques van € 125 uiterlijk op 15.06.2012, behalve indien andere

invulling door een cao gesloten in de onderneming vóór 01.10.2011. Referentieperiode van 01.12.2011

tot 31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen.

149.4 Metaalhandel:

Toekenning van ecocheques van € 125 uiterlijk op 15.06.2012, behalve indien andere invulling

door een cao gesloten in de onderneming vóór 01.10.2011. Referentieperiode van 01.12.2011 tot

31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen.

201 Zelfstandige kleinhandel: Toekenning van een premie van € 188 bruto of ecocheques van € 250.

Referentieperiode van 01.06.2011 tot 31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen. Niet van toepassing voor

studenten.

202/AB Bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren: Jaarlijks terugkerende premie van € 5/maand.

Referentieperiode van 01.06.2011 tot 31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen. Niet van toepassing indien

vóór 30.11.2005 een cao in de onderneming werd gesloten die voorziet in minstens een gelijkwaardig

voordeel. Toekenning van ecocheques van € 250, behalve indien andere invulling door een cao gesloten

in de onderneming vóór 15.01.2012. Referentieperiode van 01.06.2011 tot 31.05.2012. Pro rata voor

deeltijdsen. Niet van toepassing voor studenten.

202.1 Middelgrote levensmiddelenbedrijven: Toekenning van een premie van € 188 bruto of ecocheques van

€ 250. Referentieperiode van 01.06.2011 tot 31.05.2012. Pro rata voor deeltijdsen. Niet van toepassing

voor studenten.

218 Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden:

Toekenning van ecocheques van € 250 voor alle bedienden die minstens 4/5 werken, van € 200 voor

bedienden die tussen 3/5 en 4/5 werken, van € 150 voor bedienden die tussen 1/2 en 3/5 werken en van

€ 100 voor bedienden die minder dan 1/2 werken. Referentieperiode van 01.06.2011 tot 31.05.2012.

Niet van toepassing indien omgezet in een gelijkwaardig voordeel vóór 31.10.2011 (31.05.2012 voor

nieuwe ondernemingen).