Ouderinfo directe instructie
-
Upload
sint-bernardus -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
description
Transcript of Ouderinfo directe instructie
Info ouders gebruik directe instructie
Om recht te doen aan de verschillen tussen kinderen, bieden we de hoofdvakken (lezen taal- rekenen) in 3 niveaus aan:
- leerlingen die op een gemiddeld niveau presteren
- leerlingen die meer aankunnen
- leerlingen die extra instructie nodig hebben.
Naast een gedegen instructie, spelen het stoplicht rood/groen en de instructietafel een
belangrijke rol. Een gedegen instructie ontvangt uw kind door gebruik te maken van
het directe instructiemodel.
het directe instructiemodel.
We vinden het belangrijk dat kinderen een actieve rol in het leerproces krijgen toegemeten.
Een voorbeeld hiervan vinden we in onze afspraken bij model, waarbij zelfstandig werken / leren een belangrijke werkvorm is.
Dit didactisch concept bestaat grofweg uit vier onderdelen:
De start van de les met een korte terugblik.
Wat hebben we de vorige les(sen) geleerd?
Tevens wordt hier het doel van de les besproken en de relatie gelegd met de voorgaande en toekomstige lessen. Onderzoek wijst uit dat deze handeling kinderen motiveert, stimuleert en richt op een eindresultaat.
De uitlegfasen met startronde.
Uitleg geven is een van de belangrijkste activiteiten van de leerkracht. We besteden er
daarom extra aandacht aan. Uitleg is afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Dat
betekent, dat niet alle leerlingen op dezelfde wijze en dezelfde hoeveelheid uitleg nodig hebben en krijgen. Bij de uitleg is er in het bijzonder aandacht voor de vraag hoe aangesloten kan worden bij de voorkennis van de leerlingen.
De uitlegfase kent 3 instructieronden en heeft overlap met de verwerkingsfase:
De kinderen worden gevraagd in een paar minuten alle opgaven / opdrachten goed door
te nemen. Indien een leerling de opdrachten zonder verdere uitleg begrijpt en exact weet
wat hij/zij moet doen, mag de leerling aan de slag gaan. (Dobbelsteen op rood)
Nu volgt de reguliere instructie. De les wordt uitgelegd volgens ‘het boekje’. Enkele korte
vragen m.b.t. de opgaven worden beantwoord en de grootste groep kinderen gaat
aan de slag (Dobbelsteen mag op groen of rood en ook de al gestarte groep kan de
dobbelsteen vanaf dat moment “omzetten van rood naar groen of eventueel een
vraagteken). Een aantal kinderen dat extra uitleg behoeft, komt (indien daar behoefte
aan is) aan de instructietafel voor de verlengde instructie (instructie 3). Voordat de
volgende stap wordt gezet, loopt de leerkracht een startronde. De leerkracht maakt de startronde via een vaste route door de klas. Hierbij bemoedigt hij/zij de leerlingen en kijkt of zij met het goede aan de slag zijn.
De kinderen die verlengde instructie krijgen worden geholpen aan de instructietafel. Bij
deze verlengde instructie worden andere werkvormen aangeboden dan de vormen uit
instructie. Aan de instructietafel worden dus andere middelen ingezet om alsnog het
lesdoel te bereiken. De andere kinderen zijn aan het werk en mogen de leerkracht niet
storen! Een vast teken in de groep geeft aan dat de leerkracht niet mag worden gestoord
Hierbij staat het stoplicht van de leerkracht staat op rood.
De leerkracht zoekt tijdens deze verlengde instructie een aantal keren een moment om
de klas rond te lopen om kinderen met een vraag te helpen. Zij maken door de dobbelsteen op ‘het vraagteken’ te leggen kenbaar dat ze er niet uitkomen (alles vanuit de filosofie “de meester of juf komt bij jou”).
Daarbij weten de kinderen dat het vraagteken er is voor een korte vraag (geen uitgebreide instructie meer!). Hierbij staat het stoplicht van de leerkracht op groen.
Bij dit instructiemodel maken we gebruik van een signaal voor uitgestelde aandacht (het
stoplicht) en maken we gebruik van een dobbelsteen waarbij:
Rood betekent: ‘ik snap alles, ik ben
aan het werk en wil niet gestoord
worden’.
Groen betekent: ‘ik snap alles, ik ben
aan het werk en wil best iemand die
vragen heeft helpen’.
Het vraagteken betekent: ‘Ik heb een
korte vraag, ik kom er niet uit en heb
hulp nodig’. De vraagtekens mogen
hulp vragen aan de groene dobbelstenen
uit hun groepje. Komen ze er
nog niet uit, dan slaan ze de opgave
over en gaan verder met andere
opgaven of ander werk. Ze moeten nu
wachten totdat de leerkracht zijn
ronde door de klas maakt.
De verwerkingsfase met verlengde instructie.
Na de uitleg, het afsprakenrondje en de startronde gaan de leerlingen zelfstandig aan
het werk. Zij werken individueel of samen en mogen aan elkaar, zonder anderen te storen,
hulpvragen stellen.
Instructie 3 / hulpgroep
Na de startronde wordt het teken van uitgestelde aandacht zichtbaar gemaakt.
De leerkracht heeft nu gelegenheid om kinderen, die daaraan behoefte hebben, extra
te helpen. Dit kan door een tweede instructie te geven of het uitvoeren van een
handeling welke opgenomen is in het geschreven groepsplan. Deze fase wordt in de regel uitgevoerd aan de instructietafel.
Hulpronde
Na ongeveer 10 minuten (afhankelijk van de groep) loopt de leerkracht een hulpronde.
Deze kent dezelfde route als de startronde. Tijdens de hulpronde geldt de regel, dat
alleen kinderen die de dobbelsteen op het ‘?’ hebben liggen, geholpen worden.
Afsluitronde
De leerkracht geeft hierbij de leerlingen individueel feedback over hoe gewerkt is, al
of niet product- of procesgericht.
Afsluitfase; Plenaire afsluiting met reflectie op de les.
Het spreekt vanzelf dat een instructieles ook wordt afgesloten. Tijdens deze fase bekijken
we of de doelen van de les zijn gehaald. Verder wordt het zelfstandig werken geëvalueerd. Kinderen evalueren in deze fase kort en krachtig met name het proces van zelfstandig werken. Kinderen denken na over hun eigen leerproces: Wat deed ik tijdens de uitgestelde aandacht, toen ik die leerstof niet snapte? Heb ik op een goede manier gebruik gemaakt van de hulpvraagronde? Heb ik goede hulpvragen gesteld aan een klasgenoot?
Dit schooljaar verfijnen we deze werkwijze d.m.v. het gebruiken van coöperatieve werkvormen en het werken met dag- en weektaken. Dit geeft leerkrachten nog meer mogelijkheden om leerlingen te begeleiden en onze leerlingen krijgen hierdoor meer eigen verantwoordelijkheid over hun leerproces.