Ouderinfo directe instructie

8
Info ouders gebruik directe instructie Om recht te doen aan de verschillen tussen kinderen, bieden we de hoofdvakken (lezen taal- rekenen) in 3 niveaus aan: - leerlingen die op een gemiddeld niveau presteren - leerlingen die meer aankunnen - leerlingen die extra instructie nodig hebben. Naast een gedegen instructie, spelen het stoplicht rood/groen en de instructietafel een belangrijke rol. Een gedegen instructie ontvangt uw kind door gebruik te maken van het directe instructiemodel.

description

 

Transcript of Ouderinfo directe instructie

Info ouders gebruik directe instructie

Om recht te doen aan de verschillen tussen kinderen, bieden we de hoofdvakken (lezen taal- rekenen) in 3 niveaus aan:

- leerlingen die op een gemiddeld niveau presteren

- leerlingen die meer aankunnen

- leerlingen die extra instructie nodig hebben.

Naast een gedegen instructie, spelen het stoplicht rood/groen en de instructietafel een

belangrijke rol. Een gedegen instructie ontvangt uw kind door gebruik te maken van

het directe instructiemodel.

het directe instructiemodel.

We vinden het belangrijk dat kinderen een actieve rol in het leerproces krijgen toegemeten.

Een voorbeeld hiervan vinden we in onze afspraken bij model, waarbij zelfstandig werken / leren een belangrijke werkvorm is.

Dit didactisch concept bestaat grofweg uit vier onderdelen:

De start van de les met een korte terugblik.

Wat hebben we de vorige les(sen) geleerd?

Tevens wordt hier het doel van de les besproken en de relatie gelegd met de voorgaande en toekomstige lessen. Onderzoek wijst uit dat deze handeling kinderen motiveert, stimuleert en richt op een eindresultaat.

De uitlegfasen met startronde.

Uitleg geven is een van de belangrijkste activiteiten van de leerkracht. We besteden er

daarom extra aandacht aan. Uitleg is afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Dat

betekent, dat niet alle leerlingen op dezelfde wijze en dezelfde hoeveelheid uitleg nodig hebben en krijgen. Bij de uitleg is er in het bijzonder aandacht voor de vraag hoe aangesloten kan worden bij de voorkennis van de leerlingen.

De uitlegfase kent 3 instructieronden en heeft overlap met de verwerkingsfase:

De kinderen worden gevraagd in een paar minuten alle opgaven / opdrachten goed door

te nemen. Indien een leerling de opdrachten zonder verdere uitleg begrijpt en exact weet

wat hij/zij moet doen, mag de leerling aan de slag gaan. (Dobbelsteen op rood)

Nu volgt de reguliere instructie. De les wordt uitgelegd volgens ‘het boekje’. Enkele korte

vragen m.b.t. de opgaven worden beantwoord en de grootste groep kinderen gaat

aan de slag (Dobbelsteen mag op groen of rood en ook de al gestarte groep kan de

dobbelsteen vanaf dat moment “omzetten van rood naar groen of eventueel een

vraagteken). Een aantal kinderen dat extra uitleg behoeft, komt (indien daar behoefte

aan is) aan de instructietafel voor de verlengde instructie (instructie 3). Voordat de

volgende stap wordt gezet, loopt de leerkracht een startronde. De leerkracht maakt de startronde via een vaste route door de klas. Hierbij bemoedigt hij/zij de leerlingen en kijkt of zij met het goede aan de slag zijn.

De kinderen die verlengde instructie krijgen worden geholpen aan de instructietafel. Bij

deze verlengde instructie worden andere werkvormen aangeboden dan de vormen uit

instructie. Aan de instructietafel worden dus andere middelen ingezet om alsnog het

lesdoel te bereiken. De andere kinderen zijn aan het werk en mogen de leerkracht niet

storen! Een vast teken in de groep geeft aan dat de leerkracht niet mag worden gestoord

Hierbij staat het stoplicht van de leerkracht staat op rood.

De leerkracht zoekt tijdens deze verlengde instructie een aantal keren een moment om

de klas rond te lopen om kinderen met een vraag te helpen. Zij maken door de dobbelsteen op ‘het vraagteken’ te leggen kenbaar dat ze er niet uitkomen (alles vanuit de filosofie “de meester of juf komt bij jou”).

Daarbij weten de kinderen dat het vraagteken er is voor een korte vraag (geen uitgebreide instructie meer!). Hierbij staat het stoplicht van de leerkracht op groen.

Bij dit instructiemodel maken we gebruik van een signaal voor uitgestelde aandacht (het

stoplicht) en maken we gebruik van een dobbelsteen waarbij:

Rood betekent: ‘ik snap alles, ik ben

aan het werk en wil niet gestoord

worden’.

Groen betekent: ‘ik snap alles, ik ben

aan het werk en wil best iemand die

vragen heeft helpen’.

Het vraagteken betekent: ‘Ik heb een

korte vraag, ik kom er niet uit en heb

hulp nodig’. De vraagtekens mogen

hulp vragen aan de groene dobbelstenen

uit hun groepje. Komen ze er

nog niet uit, dan slaan ze de opgave

over en gaan verder met andere

opgaven of ander werk. Ze moeten nu

wachten totdat de leerkracht zijn

ronde door de klas maakt.

De verwerkingsfase met verlengde instructie.

Na de uitleg, het afsprakenrondje en de startronde gaan de leerlingen zelfstandig aan

het werk. Zij werken individueel of samen en mogen aan elkaar, zonder anderen te storen,

hulpvragen stellen.

Instructie 3 / hulpgroep

Na de startronde wordt het teken van uitgestelde aandacht zichtbaar gemaakt.

De leerkracht heeft nu gelegenheid om kinderen, die daaraan behoefte hebben, extra

te helpen. Dit kan door een tweede instructie te geven of het uitvoeren van een

handeling welke opgenomen is in het geschreven groepsplan. Deze fase wordt in de regel uitgevoerd aan de instructietafel.

Hulpronde

Na ongeveer 10 minuten (afhankelijk van de groep) loopt de leerkracht een hulpronde.

Deze kent dezelfde route als de startronde. Tijdens de hulpronde geldt de regel, dat

alleen kinderen die de dobbelsteen op het ‘?’ hebben liggen, geholpen worden.

Afsluitronde

De leerkracht geeft hierbij de leerlingen individueel feedback over hoe gewerkt is, al

of niet product- of procesgericht.

Afsluitfase; Plenaire afsluiting met reflectie op de les.

Het spreekt vanzelf dat een instructieles ook wordt afgesloten. Tijdens deze fase bekijken

we of de doelen van de les zijn gehaald. Verder wordt het zelfstandig werken geëvalueerd. Kinderen evalueren in deze fase kort en krachtig met name het proces van zelfstandig werken. Kinderen denken na over hun eigen leerproces: Wat deed ik tijdens de uitgestelde aandacht, toen ik die leerstof niet snapte? Heb ik op een goede manier gebruik gemaakt van de hulpvraagronde? Heb ik goede hulpvragen gesteld aan een klasgenoot?

Dit schooljaar verfijnen we deze werkwijze d.m.v. het gebruiken van coöperatieve werkvormen en het werken met dag- en weektaken. Dit geeft leerkrachten nog meer mogelijkheden om leerlingen te begeleiden en onze leerlingen krijgen hierdoor meer eigen verantwoordelijkheid over hun leerproces.