ORPADT enquete 2012 · Deze enquête omvat resultaten van alle 27 Vlaamse dialysecentra voor...
Transcript of ORPADT enquete 2012 · Deze enquête omvat resultaten van alle 27 Vlaamse dialysecentra voor...
Vlaamse ORPADT-enquête
Resultaten 2012
met steun van
Enquête 2012
Deelnemende centra
Deze enquête omvat resultaten vanalle 27 Vlaamse dialysecentra voorvolwassenen.
Aan de 27 voogdijcentra waren 54 centra voor collectieve autodialyse(CAD) verbonden.
Voogdijcentra hadden 0 tot 4 CAD.
4 van de 27 centra behoorden tot eenuniversitair ziekenhuis.
1518
2327
2428
2525
27
198819911994199720002003200620092012
Aantal voogdijcentra
1636
4547
54
20002003200620092012
Aantal centra voor collectieve autodialyse (CAD)
Resultaten van de Centrum vragenlijst
n = 27 dialysecentra
met steun van
Enquête 2012
Aanbod van dialysemodaliteiten
15 centra boden thuisdialyse aan als behandelingsvorm
5 centra behandelden effectief patiënten met thuisdialyse (7 in 2009)
In totaal werden 18 patiënten met thuisdialyse behandeld (idem in 2009) 5/18 patiënten werden behandeld met 3x dialyse per week 12/18 patiënten werden behandeld met 4x dialyse per week 1/18 patiënten werd behandeld met 5x dialyse per week
Drie van deze thuis HD patiënten werden ‘s nachts behandeld
100%
85%
26%
100%
88%
21%
100%
96%
35%
100%
100%
40%
100%
100%
48%
100%
100%
56%
Centrum-Hemodialyse (HD,HF,HDF)
Peritoneale dialyse
Thuis-Hemodialyse
% van de centra
Aanbod chronischedialysemodaliteiten: evolutie
1997
2000
2003
2006
2009
2012
Enquête 2012
Evolutie van chronische dialysebehandelingen
84%
11%
5%
76%
20%
4%
78%
14%
8%
71%
20%
9%
78%
14%
8%
68%
22%
10%
63%
26%
11%
62%
28%
10%
63%
29%
8%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
HD in voogdijcentrum HD in CAD PD
% v
an d
e ch
roni
sche
pat
iënt
en Evolutie van de chronische behandelingen 198819911994199720002003200620092012
Enquête 2012
Chronische dialyse: Evolutie dialysepopulatie
Het totaal aantalchronische patiënten in de 27 centra was 4442.
Het gemiddelde per centrum was 165 patiënten(var. 71-317).
Er lijkt een afvlakkingmerkbaar in de groei van het aantal dialysepatiëntenin Vlaanderen.
Enquête 2012
0
50
100
150
200
250
300
150
120
330
110
190
520
340
550
220
170
420
160
130
140
410
310
180
320
540
360
430
230
350
510
370
210
530
Aan
tal p
atië
nten
Centrum nr.
Grootte van de dialysecentra
PDHD
Dialysecentra: aantal chronische patiënten per centrum
Enquête 2012
Chronische dialyse:Demografie
De verhouding man/vrouw was 59% M / 41% V (49%/51% in 1994).
73% van de HD populatie en 45% van de PD patiënten was boven 65 jaar.
10% van de HD populatie en 3% van de PD patiënten was boven 85 jaar.
49% 51%
51%
49%53
%
47%54
%
46%
55%
45%
58%
42%
59%
41%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
mannen vrouwen
Geslacht van de chronische patiënten
1994 1997 2000 20032006 2009 2012
13%
41% 46
%
12%
31%
57%
11%
31%
58%
11%
29%
60%
9%
27%
64%
9%
26%
65%
8%
24%
68%
7%
22%
71%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
16-45 jaar 46-65 jaar ouder dan 65 jaar
Leeftijdsprofiel vande chronische patiënten
1991 1994 19972000 2003 20062009 2012
Enquête 2012
Predialyse (1)
16/27 centra (59%) hadden een Klinisch Pad Predialyse voor de behandeling van patiënten met niet-terminaal chronisch nierlijden (44% in 2009).
14/16 centra met Klinisch Pad hanteerden een vaste GFR waarde om patiënten op te nemen in het Klinisch Pad: 3 hanteerden GFR > 30 ml/min (KDOQI 3) 10 hanteerden GFR 15-29 ml/min (KDOQI 4) 1 hanteerde GFR < 15 ml/min (KDOQI 5).
82%41%
85%89%
82%59%
100%59%
82%82%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Bespreken optie geen dialyseBespreken planning levenseinde
Overleg met HD verpleegkundigeOverleg met PD verpleegkundige
Bezoek HD afdelingBezoek PD patiënt
Aanleg dialyse toegangswegStart pre-transplant screening
Overleg met sociaal werkerOverleg met diëtiste
% van de centraStandaardproceduresin predialyse
Enquête 2012
Predialyse (2)
18/27 van de centra (67%) beschikte over een ‘predialyse’ verpleegkundige.
28%
33%
33%
94%
83%
17%
89%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Follow-up van de medicatie
Controle medicatie therapietrouw
Controle dieet therapietrouw
Voorlichting therapie keuze
Bescherming armvenen
Huisbezoek predialyse patiënten
Overleg met familie
% van de centra (n=18)Specifieke taken van predialyse verpleegkundige
Enquête 2012
PD: Demografie
369 patiënten (8.3%) werden behandeld met peritoneale dialyse (PD).
Het gemiddelde aantal PD patiënten per centrum was 13.7 (var. 3 - 31).
De verhouding man/vrouw was 66% M / 34% V. 19% van de PD patiënten hadden diabetes
nefropathie.
Het totaal aantal PD verpleegkundigen in de 27 centra was 23.2 voltijds equivalenten (VTE).
De tewerkstelling als PD verpleegkundige variëerde per centrum van 7 tot 99 uren per week met een gemiddelde van 35 uren.
9.5%11.1% 9.7% 8.3%
0%
10%
20%
30%
2003 2006 2009 2012
% v
an to
taal
aan
tal p
atië
nten
PD patiënten
18% 19% 20% 20%
40% 37% 40% 35%
39% 42% 38% 42%
3% 2% 2% 3%
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
2003 2006 2009 2012
% v
an d
e pa
tiënt
en
Leeftijdsprofiel PD patiënten
85+66-8546-6516-45
Enquête 2012
1% 2% 3% 3% 3% 5% 5% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 9% 9% 9% 10%10%11%12%13%13%14%15%
26%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
210
310
180
410
320
520
340
540
220
120
130
160
110
170
550
230
360
530
330
150
370
420
350
140
510
430
190
Centrum nr.
% PD patiënten
PD patiënten per centrum
% van totaal aantal chronische patiënten per centrum
3 3 4 4 5 6 712
9 710 10 8 10 10
17 17
29
107
31
16
27
18
31 29 29
0
10
20
30
40
50
210
310
180
410
320
520
340
540
220
120
130
160
110
170
550
230
360
530
330
150
370
420
350
140
510
430
190
Centrum nr.
Aantal PD patiënten
Enquête 2012
PD: behandelingsvormen
10/369 patiënten (2.7%) werden behandeld met onderbroken APD (OCPD).
35/369 patiënten (9.5%) werden behandeld met een combinatie van CAPD en APD.
53%
4%
13% 20
%
75%
10%
27% 30%
70%
11%
25%
41%
69%
10%
35%
62%
non-glucoseoplossing
aminozuuroplossing
bicarbonaatoplossing
reducedglucose
degradatieoplossing
% p
atië
nten
PD gebruik van oplossingen
2003200620092012
65%
35%
50%
50%
43%
57%
39%
61%
29%
71%
29%
71%
24%
76%
CAPD continu APD automatisch
% p
atië
nten
PD behandelingsvormen1994 1997 20002003 2006 20092012
Enquête 2012
56%
44%
44%
56%
40%
60%
37%
59%
4%
8-14 dagen 15-30 dagen langer
% v
an d
e ce
ntra
Wachttijd PD katheter-gebruik
2003
2006
2009
2012
% v
an P
D pa
tiënt
en
PD: Katheters
In 11/27 centra (41%) werd de PD-katheter bij plaatsing standaard vastgehecht aan het peritoneum.
Enquête 2012
PD: Kwaliteitsanalyse
60%
45%
35%
73%
58%
46%
72%
92%
92%
48%
92%
88%
40%
92%
92%
56%
93%
93%
PET KT/V CrCl
% v
an d
e ce
ntra
Kwaliteitsanalyse bij PD patiënten1994 19972003 20062009 2012
Enquête 2012
81%
69% 69%
81%74%
80%
67%
1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012
% p
atië
nten
Erythropoietine behandelingbij PD patiënten
PD: Behandeling van anemie
Bij PD patiënten werd EPO altijd subcutaan toegediend.
7 op 10 PD patiënten met ijzersubstitutie kregen ijzer oraal toegediend.
55%
34%43%
30%34% 35%
1994 2000 2003 2006 2009 2012%
pat
iënt
en
IJzersubstitutiebij PD patiënten
Enquête 2012
Wachtlijst voor transplantatie
12% van de chronische patiënten stond op de transplantatiewachtlijst.
29 patiënten wachtten op een nier-pancreas transplantatie.
43% van de patiënten op de wachtlijst was een vrouw (slechts 34% in 2009).
10% van de patiënten op de wachtlijst was ouder dan 65 (14% in 2009).
15.3%13.0% 13.8%
12.2%
0%
10%
20%
30%
2003 2006 2009 2012
% v
an to
taal
aan
tal p
atië
nten Patiënten op
TX-wachtlijst
4% 5% 5%7% 7% 7% 7% 8% 8% 9% 9% 9% 9% 10%
12%12%12%12%14%14%14%16%16%
21%22%25%
28%
0%
10%
20%
30%
150
350
550
320
120
180
110
530
310
140
540
220
130
340
160
420
410
510
330
520
210
360
170
370
230
190
430
Centrum nr.
% patiënten op TX-wachtlijst
Enquête 2012
Transplantaties (TX)
In Vlaanderen werden 281 van de patiënten (6.3%) met chronische nierinsufficiëntie getransplanteerd in 2012, waarvan 10 van een ‘living related donor’ en 35 van een ‘living unrelated donor’.
80% van de centra besprak de optie van TX met ‘living-related’ donoren, 56% de optie ‘living-unrelated’ donoren.
26/27 centra verzorgden de routine pre-TX-screening enook de follow-up van hun getransplanteerde patiënten.
41% van de centra beschikte over een speciaal aangeduide verpleegkundige voor deze taken.
6.6%5.7% 5.7% 6.3%
0%
5%
10%
15%
20%
2003 2006 2009 2012
% v
an to
taal
aan
tal p
atië
nten
Getransplanteerdepatiënten in het
voorbije jaar
2% 2% 3% 3% 3% 4% 4% 4% 5% 5% 5% 5% 5% 6% 6% 7% 7% 7% 7% 8% 8% 8% 9% 9%11%
13%
18%
0%
5%
10%
15%
20%
130
550
150
220
320
330
210
360
340
410
530
120
370
160
310
350
510
140
180
520
540
110
420
230
170
190
430
Centrum nr.
Transplantaties in het voorbije jaar
Enquête 2012
Dieetadvies (1)
23/27 centra beschikten over een nefrologische diëtiste met een gemiddelde tewerkstelling van 19 uren per centrum (var. 1-38 uren).
In centra zonder nefrologische diëtiste kon beroep worden gedaan op de diëtiste van het ziekenhuis.
In vergelijking met vorige metingen was het dieetadvies nog verder toegenomen voor pre-dialysepatiënten, nieuwe PD patiënten en getransplanteerden.
64%
50%
64%
72%
85%
2000
2003
2006
2009
2012
% van de centra
Heeft uw centrum eennefrologische diëtiste?
54%
89%
38%
80%
12%
12%
46%
11%
58%
20%
84%
64%
4%
4%
24%
Pre-dialysepatiënten
Nieuwe HD patiënten
Stabiele HD patiënten
Nieuwe PD patiënten
Stabiele PD patiënten
Transplant-patiënten
% van de centra
Frequentie van dieetadvies op regelmatige basisenkel bij problemennooit
Enquête 2012
Dieetadvies (2)
Vooral de educatieve taken van de diëtiste t.o.v. de teamleden waren sterk toegenomen.
56% van de diëtisten screende alle HD patiënten voor malnutritie (39% in 2009).
37%
37%
30%
voor het nefrolo-gische team
voor aparteteamleden
voor patiënten-groepen
% van de centra
Organiseert de diëtiste regelmatigeducatieve sessies omtrent nutritionele
aspecten van het dieetadvies?
92%
89%
Aanpassingfosfaatbinders
Aanvullingenenergie en eiwit
% van de centraBetrokkenheid van de diëtiste bij:
55.6%
77.8%
85.2%
Screent de diëtiste alle HDpatiënten voor malnutritie?
Stimuleert de diëtiste systematisch vol-waardige voedselinname bij HD patiënten?
Stimuleert de diëtiste systematisch hetnaleven van de opgelegde vochtbeperking?
% van de centraSpecifiek dieetadvies
Enquête 2012
Sociaal advies (1)
De mate waarin sociaal advies verstrekt werd is ongewijzigd t.o.v. vorige meting.
23/27 centra beschikten over een sociaal werker met een gemiddelde tewerkstelling van 28 uren per centrum (var. 4-76 uren).
In centra zonder sociaal werker kon beroep worden gedaan op de sociale dienst van het ziekenhuis.
96%
85%
88%
88%
85%
2000
2003
2006
2009
2012
% van de centra
Heeft uw centrum eensociaal werker?
52%
78%
52%
29%
41%
22%
48%
67%
7%
4%
Pre-dialyse patiënten
HD patiënten
PD patiënten
Transplant-patiënten
% van de centra
Sociaal advies:werkdomein 2012
op regelmatige basisenkel bij problemennooit
Enquête 2012
Sociaal advies (2)
In vergelijking met vorige bevraging was er weinig evolutie te merken in de specifieke taken die de sociale werker vervulde.
77%
52%
89%
100%
89%
96%
67%
96%
Pre-dialyse informatie
Therapietrouw
Psychosociale problemen
Financiële problemen
Tewerkstelling
Huisvesting
Vakantiedialyse
Patiëntenvervoer
% van de centraSpecifieke taken van de sociaal werker
Enquête 2012
Multidisciplinaire bespreking (1)
De multidisciplinaire bespreking van een nieuwe patiënt was toegenomen.
Vooral diëtisten en psychologen waren in sterkere mate aanwezig op het teamoverleg.
52%44%
59%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
2006 2009 2012
% v
an d
e ce
ntra
Multidisciplinaire bespreking van een nieuwe patiënt?
94%
81%
31%
25%
19%
13%
6%
Sociaal werker
Diëtist(e)
Zorgkundige
Psycholoog
Dialyse technicus
Kinesist
Palliatief zorgteam
% van de centra
Multidisciplinaire besprekingvan een nieuwe patiënt
Wie maakt deel uit van het team,naast verpleegkundigen en artsen?
Enquête 2012
Multidisciplinaire bespreking (2)
66% 61%
48%
67%
2003 2006 2009 2012
% v
an d
e ce
ntra
Maandelijkse multidisciplinaire
patiëntenbespreking?
88%88%
29%18%
12%12%12%
Diëtist(e)Sociaal werker
ZorgkundigePsycholoog
Dialyse technicusKinesist
Palliatief zorgteam
% van de centra
Maandelijksemultidisciplinaire
patiëntenbespreking
Wie maakt deel uit van het team,naast verpleegkundigen en artsen?
70%
67%
59%
26%
22%
19%
Professioneleeducatie
Richtlijnen enprocedures
Kwaliteits-bewaking
Budget
Personeels-evaluatie
Research-projecten
% van decentra
Andere onderwerpen besproken op
multidisciplinaire teamvergaderingen
Enquête 2012
DNR beleid
Resultaten van de Hemodialyse (HD) afdelingen
n= 81 HD afdelingen27 in de voogdijcentra54 CAD
met steun van
Enquête 2012
HD afdelingen: Personeel
Het totaal aantal verpleegkundigen in deze 72 HD afdelingen was 996 voltijds equivalenten (VTE), variërendper afdeling van 0.5 tot 53.
De CAD kenden een hogere ratio van aantal patiënten per verpleegkundige(5.6 ± 1.9) dan de voogdijcentra(3.6 ± 0.6).
19% van de HD afdelingen hadden bijkomend 0.8 tot 6.3 VTE zorgkundigen in dienst.
40% van de HD afdelingen hadden bijkomend 0.5 tot 5.5 VTE logistieke hulpen in dienst.
3.9
4.5
4.0
4.2
4.6
4.4
4.8
4.2
4.9
198819911994199720002003200620092012
Patiënten per verpleegkundige
Enquête 2012
HD patiënten: demografisch profiel
Het gemiddelde aantal HD patiënten per HD afdeling was 50 (var. 3-250).
Voogdijcentra hadden gemiddeld 104 patiënten (var. 32-250), terwijl CAD gemiddeld 24 patiënten hadden (var. 3-105).
In de voogdijcentra waren 75% van de HD patiënten ouder dan 65, in de CAD waren 68% ouder dan 65 (in 2009 nog verschil van 72% versus 60%).
20.7% 19.9%6.6% 7.9%
34.6% 33.9%
21.9%25.5%
43.3% 44.0%
63.2% 58.8%
1.3% 2.3% 8.2%
7.8%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2003 2006 2009 2012
% v
an d
e pa
tiënt
en
Leeftijdsprofiel HD patiënten
85+66-8546-6516-45
Enquête 2012
HD: Diabetes nefropathie
In de voogdijcentra zowel als in de CAD had 24% van de HD populatie diabetes nefropathie, (in 2009 nog verschil van 27% versus 22%).
13.2% 13.0%
19.8%17.6%
20.0% 20.1%
24.8% 24.3%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012
% v
an d
e H
D p
atië
nten
Diabetes nefropathie
Enquête 2012
HD: Invaliditeit
In de HD populatie vertoonden 541 patiënten (13.3%) een zekere vorm van inmobiliteit (d.w.z. dat deze patiënten niet zonder hulp naar het toilet konden gaan).
In de HD populatie vertoonden 1139 patiënten (27.9%) een zekere vorm van mentale achteruitgang (d.w.z. dat deze patiënten niet meer in staat werden geacht om zelf te zorgen voor hun medicatie)
452 HD patiënten (11.1%) verbleven in een serviceflat of woonzorgcentrum.
29.2%
15.3%
12.1%
25.3%
8.8%
8.9%
Mentaal niet meer in staatom zelf te zorgen voor
medicatie
Niet meer in staat om alleennaar het toilet te gaan
Verblijf in serviceflatof woonzorgcentrum
% van de HD patiëntenFysieke en mentale gezondheid
Voogdijcentrum
CAD
Enquête 2012
HD: vervoer
Enquête 2012
HD: Vasculaire toegangsweg anno 2012
49.7%
2.6%
45.3%
2.3%
0.1%
AV fistels
AV grafts
Katheters
Combinatie
Andere
% van de patiëntenVaatacces
Enquête 2012
HD: Evolutie van de vasculaire toegangsweg
Het gebruik van centrale katheters steeg verder tot 45%.
59 patiënten werden gedialyseerd met een combinatie van AV-fistel en katheter.
82%
5%
13%
67%
5%
28%
64%
7%
29%
66%
7%
27%
58%
5%
35%
54%
5%
39%
52%
4%
42%50
%
3%
45%
AV-fistel AV-graft Centrale katheter
% p
atië
nten
Toegangsweg 19911994199720002003200620092012
Enquête 2012
HD: Vasculaire toegangsweg per HD afdeling
Het gebruik van centrale katheters variëerde van 10 tot 78% per centrum.
In de voogdijcentra had 48% van de patiënten een centrale katheter, in de CAD was dit 40% (in 2009 was dit nog 47% versus 31%).
Ook in HD afdelingen met een oudere populatie en in afdelingen met een groter aantal patiënten was het gebruik van centrale katheters duidelijk hoger.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
162
532
121
171
161
331
410
184
222
511
341
160
370
411
430
313
531
152
533
221
233
342
362
513
182
321
352
541
172
143
231
234
323
322
232
332
340
530
520
560
181
211
350
360
351
353
510
110
131
191
320
120
372
192
130
220
230
330
111
140
540
550
361
170
423
522
141
180
150
142
210
310
421
371
183
190
312
422
420
151
311
HD eenheid nr
Gebruik van vasculaire toegangsweg per HD afdeling
anderecombinatiekatheterAV-graftAV-fistel
Enquête 2012
HD: Gebruik van katheters per HD afdeling
42/81 HD afdelingen gebruikten centrale katheters in meer dan 40% van hun patiënten.
4
16
21
26
42
20002003200620092012
HD afdelingen met meer dan 40% van de patiënten behandeld met katheters
Enquête 2012
HD: Punctie van de vasculaire toegangsweg
Het gebruik van single lumen katheters daalde verder van 49% in 2003 en 25% in 2006 naar 12% in 2009 en 3% in 2012.
Bij AV fistels daalde het gebruik van een één-naald systeem verder tot 9%.
89%
11%
82%
18%
65%
35%
51% 49%
30%
70%
33%
67%
19%
81%
13%
87%
9%
91%
Eén-naaldsysteem Twee-naaldsysteem
% v
an d
e pa
tiënt
en
Punctiesysteem
1988 1991 19941997 2000 20032006 2009 2012
Enquête 2012
HD: Punctieplaats en materiaal
Steeds dezelfde punctieplaats steeg van 22% in 2003 naar 44% in 2012.
Arbitrair wisselende punctieplaats daalde van 24% in 2003 naar 15% in 2012.
Het gebruik van stompe naalden steeg tot 18% bij de metalen naalden en tot 6% bij de katheternaalden.
22%
54%
24%23%
56%
21%
34%41%
25%
44% 41%
15%
steedsdezelfde
systematischwisselend
arbitrairwisselend
% v
an d
e pa
tiënt
en
Punctieplaats 2003200620092012
Enquête 2012
HD: Punctieplaats en punctiemateriaal per centrum
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
162
161
184
341
160
411
313
342
182
172
340
372
150
151
370
171
310
511
522
510
360
170
520
111
320
191
361
362
322
311
323
181
190
110
371
220
321
130
560
143
221
140
353
142
192
350
541
550
131
540
332
430
330
352
331
141
533
420
530
531
180
222
410
210
121
232
211
351
120
423
421
312
422
231
234
230
233
152
532
513
183
Punctieplaats per HD afdeling
arbitrair wisselendsystematisch wisselendbutton hole
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
162
313
342
150
310
170
311
121
233
513
211
120
423
421
183
312
422
210
160
532
340
222
560
410
341
161
420
131
531
234
180
541
533
530
540
232
152
330
331
230
370
130
231
143
332
221
220
430
184
360
362
371
550
151
520
181
411
172
171
320
321
353
140
352
361
372
110
182
522
191
510
190
322
111
351
141
192
350
142
323
511
HD eenheid nr
Punctiemateriaal per HD afdeling
combinatiestomp metaalscherp metaalkathetern stompkathetern scherp
Enquête 2012
HD: Anticoagulatie
*= Low Molecular Weight heparine
Het gebruik van standaard heparine halveerde in drie jaar.
In de groep ‘andere’ werden 15 patiënten behandeld met IV citraat en 120 patiënten met citraat via dialysaat.
1% van de patiënten werd niet behandeld met anticoagulatie.
22%
78%
56%
44%
61%
36%
3%
65%
25%
10%
70%
29%
1%
75%
24%
1%
71%
26%
2%
83%
13%
4%
Gefractioneerde heparine* Standaard heparine Andere
% v
an d
e pa
tiënt
en
Anticoagulatie 1991 1994 1997
2000 2003 2006
2009 2012
Enquête 2012
HD: Behandeling van anemie
Slechts 2% van de HD patiënten kregen EPO nog subcutaan.
93% 92%98% 97% 96% 95%
91%
1994 1997 2000 2003 2006 2009 2012
% v
an d
e H
D p
atië
nten
Erythropoietine behandeling
75% 76%81% 80% 82%
77%
1994 2000 2003 2006 2009 2012
% v
an d
e H
D p
atië
nten
IJzersubstitutie
Enquête 2012
HD: Preventie van botaandoeningen
24% van de HD patiënten werden behandeld met een combinatie van fosfaatbinders.
Het gebruik van actief vitamine D daalde tot 37%.
73% van de HD patiënten werden echter behandeld met D-cure.
56.9
%
1.5%
27.5
%
1.6%
63.0
%
10.2
% 23.2
%
2.3%
49.4
%
10.3
% 21.2
%
2.9%
calcium lanthaan synthetische andere
% v
an d
e pa
tiënt
en
Fosfaatbinders op basis van:2006
2009
2012
73.4%
37.2%
D-Cure®
Actief Vitamine D
% patiëntenGebruik van Vitamine D
Enquête 2012
HD: Behandeling voor ondervoeding
2.1%
0.3%
1.5%
5.5%
0.1%
IDPN (intra-dialytisch parenterale voeding)
Sondevoeding
Verrijkte voeding
Voedingsdrank met nefrol.samenstelling
Algemene voedingsdrank
% van de HD patiënten
Soort behandeling voor malnutritie
Enquête 2012
HD: Infecties (1)
Centra met infectie: 47% 28% 10% 39%
Range per centrum: 1-4 1-4 1-2 1-4
6.3%
2.0%
0.0%
3.5%
1.4%
0.0%
3.5%
1.3%
0.04
%
0.7%
1.7%
1.3%
0.1%
1.8%
1.8%
1.2%
0.2%
2.4%
0.9% 1.
4%
0.2%
2.3%
0.7%
1.6%
0.2%
1.7%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
HCV HBV HIV MRSA
% v
an d
e pa
tiënt
en
Positieve patiënten 1994 1997 2000
2003 2006 2009
2012
Enquête 2012
HD: Infecties (2)
In 88% van de centra werden nieuwe HD patiënten steeds gescreend voor HIV.
In 71% van de centra werden nieuwe HD patiënten steeds gescreend voor MRSA.
Isolatie van seropositieve daalde voor alle infecties.
Bij isolatiemaatregelen van HCV-positieve patiënten, steeg het gebruik van afzonderlijke dialysetoestellen in vergelijking met vorige meting.
99% 96%
73%83%
HBV HCV HIV MRSA%
van
de
HD
-uni
ts
Controle minstens jaarlijks
43%26%
42% 46%
HBV HCV HIV MRSA
% v
an d
e H
D-u
nits
Isolatie indien positief
44%
81%
31%
Afzonderlijkeplaats of shifts
Afzonderlijkedialysetoestellen
Afzonderlijkebestaffing
% van de HD-unitsIsolatiemaatregelen bij HCV-pos. pat.
Enquête 2012
Dialysefrequentie
32 HD afdelingen behandelden patiënten met 2x dialyse per week (111 patiënten).
14 HD afdelingen behandelden patiënten met 4x dialyse per week (33 patiënten).
3 HD afdelingen behandelden ieder 1 patiënt met 5x dialyse per week.
In totaal werden 36 patiënten meer dan 3x per week behandeld (28 in 2009).
7 centra behandelden patiënten met nachtdialyse in het centrum (5 in 2009).
In totaal werden 80 patiënten (2.0% van de HD patiënten) met nachtdialyse in het centrum behandeld (67 in 2009).
Enquête 2012
HD: Technische aspecten 1
Het gebruik van high-flux membranen stagneerde op 85%.
Het gebruik van hemodiafiltratie stagneerde op 45% waarvan 7% met pre-dilutie en 38% met post-dilutie.
“Mixed”-dilutie (pre+post) werd niet toegepast.
11.5%
3.7%
84.8%
low-fluxmembraan
mid-fluxmembraan
high-fluxmembraan
% patiëntenPatiënten behandeld met:
23% 25%
44% 45%
2003 2006 2009 2012
% p
atië
nten
Gebruik van hemodiafiltratie
Enquête 2012
HD: Technischeaspecten 2
* = <36.5°C
Enquête 2012
HD: Kwaliteitsanalyse
61%
43%
35%
13%
70%
67%
41%
15%
93%
67%
38%
15%
95%
70%
38%
10%
92%
68%
39%
8%
96%
63%
39%
13%
95%
54%
39%
10%
KT/V PRU PCR TAC
% v
an d
e H
D u
nits
Kwaliteitsanalyse bij HD patiënten
1994 1997
2000 2003
2006 2009
2012
Enquête 2012
HD: Dialysetechnicus
70% van de HD afdelingen beschikten over een dialyse technicus met een gemiddelde tewerkstelling van 32,5 uren (var. van 2 tot 122 uren).
De overige HD afdelingen konden beroep doen op de technische dienst van het ziekenhuis (18/24) en/of op de technische dienst van een firma (22/24).
Dialyse technici gaven in 78% ook ondersteuning buiten de normale diensturen. In 9 op 10 werd deze extra ondersteuning vergoed als overuren.
30% van de dialysetechnici boden regelmatig ondersteuning tijdens aan-en afsluiten.
39%
41%
51%
basishandelingen vandialyse apparatuur
gebruik van specialetools (profiling...)
theoretische informatieivm dialysetechnieken
% van deHD unitsOpleiding door dialyse technici over
96%
89%
92%
79%
70%
2000
2003
2006
2009
2012
% van deHD unitsBeschikbaarheid dialyse technicus
Enquête 2012
HD: Taken dialysetechnicus
34/55 dialyse technici (62%) onderhielden en herstelden ook algemene medische apparatuur.
6/55 dialyse technici (11%) onderhielden en herstelden ook computers.
Enquête 2012
HD: Hygiënisch managementvan de dialysetoestellen
* combinatie mogelijk
60%
47%
65%
50%
82%
46%
81%
69%
test bacteriën test endotoxines
% v
an d
e H
D u
nits
Dialysevloeistof uit alle dialysetoestellen minstens
eenmaal per jaar getest
2003200620092012
77%
89%
in het watergedeelte van hetdialysetoestel
in het dialysaatgedeelte vanhet dialysetoestel
% van de HD unitsInterne endotoxine filter
12% 10%
19%
59%
14% 14%11%
61%
6%
24%
3%
71%
10%
41%
17%
61%
koud chemisch warm chemisch heet water geen desinfectie
% v
an d
e H
D u
nits
Desinfectie toestellen tussenbehandelingen op dezelfde dag*
2003
2006
2009
2012
Enquête 2012
92%
8%
18%
47%
13%
51%
poederconcentraat (enkel bicarbonaat)
poederconcentraat (zuur en bicarbonaat)
productie vloeibaar zuur concentraat
centrale distributie zuurconcentraat
voorraadtank na RO
absoluutfilter na RO
% van de HD-unitsTechnische informatie
HD: Concentraten en RO systeem
In centra die een centrale distributie voor zuur concentraat hadden (n=33) werden de leidingen slechts in 1 centrum dagelijks, in 1 centrum jaarlijks en in 1 centrum niet routinematig gedesinfecteerd.
In 3 centra werd chemische desinfectie toegepast.
Enquête 2012
HD: Behandeling toestellen na onderhoud of herstelling
Enquête 2012
HD: RO systeem
Voor het desinfecteren van de osmose membranen gebruikte 26% van de HD afdelingen heet water en 80% chemische desinfectie.
Voor het desinfecteren van de osmosewater distribu-tieleidingen gebruikte 53% van de HD afdelingen heet water, 57% chemische desinfectie en 2% ozon.
4%
19%
28%
33%
16%
0%
32%
8%
29%
31%
dagelijks
wekelijks
maandelijks
jaarlijks
nooit
% van de HD units
Desinfectie osmose membraan
2009
2012
23%
24%
16%
30%
7%
28%
21%
8%
22%
21%
dagelijks
wekelijks
maandelijks
jaarlijks
nooit
% van de HD units
Desinfectie osmose distributieleiding
2009
2012