Vlaamse ORPADT-Enquête Resultaten 2006 · 2016-05-26 · 9Deze enquête omvat resultaten van 25 op...
Transcript of Vlaamse ORPADT-Enquête Resultaten 2006 · 2016-05-26 · 9Deze enquête omvat resultaten van 25 op...
VlaamseORPADT-EnquêteResultaten 2006
Organisatie van het Paramedisch Personeel van de Dialyse- en Transplantatiecentra
O.R.P.A.D.T. V.Z.W.
Inhoud
Inleiding 4
Resultaten 5Deelnemende centra 5Personeel 5Aanbod van dialysemodaliteiten 6Evolutie van chronische dialysebehandelingen 6Acute nierinsufficiëntie 7Chronische dialyse: Evolutie dialysepopulatie 8Dialysecentra: aantal chronische patiënten per centrum 8Chronische dialyse: Demografie 9Diabetes nefropathie 9Invaliditeit 10Infectieuze serologie 10HD: Anticoagulatie 11HD: Preventie van botaandoeningen 12HD: Anemie behandeling 12HD: Toegangswegen 13HD: Technische aspecten 14HD: Hygienisch management 14HD: Kwaliteitsbewaking 15Patiëntenvervoer van en naar het dialysecentrum 15Peritoneale dialyse 16Transplantaties 18Dieetadvies 19Sociaal advies 20
Gebruikte afkortingen 21
Samenvatting 22
- 3 -
O.R.P.A.D.T. V.Z.W.
Copyright 2008: Organisatie van het Paramedisch Personeel van de Dialyse- en Transplantatiecentra (ORPADT)
- 4 -
Statistische verwerking en analyse Monique Elseviers
Grafische voorstelling en lay-out Dirk De Weerdt
Praktische uitvoering
O.R.P.A.D.T. V.Z.W.
Beste collega's,
Enkele maanden geleden werd uw medewerking gevraagd voor de zevende Vlaamse ORPADT en DTV enquête 2006. Met genoegen kunnen we u vandaag, in deze spe cia le Forum uit gave, de re sul ta ten van deze studie voorstellen.
Het opzet is ondertussen goed bekend binnen het multidisciplinair nefrologisch team en levert belangrijke praktijkgegevens op waardoor de kwaliteit van zorg kan geëvalueerd en vergeleken worden met andere Vlaamse centra.
De combinatie met het ambitieuze European Practice Database ( EPD ) project, ingericht door EDTNA/ ERCA, kan opnieuw een succes genoemd worden.
De observatieperiode was het kalenderjaar 2006 en omvat 3446 patiënten met nierinsuffi-ciëntie. De participatie was overweldigend, want 25 op de 27 centra stuurden de vragenlijsten ingevuld terug.
Ook in de satellietcentra werden bijzondere inspanningen geleverd, wat ons bijkomende informatie over de nefrologische zorgverlening heeft opgeleverd.
Philippe Duym (AZ Maria Middelares Gent), de leider van dit project, werd bijgestaan door de leden van de werkgroep registratie.
Langs deze weg willen Paul Van Malderen, als voorzitter ORPADT Vlaanderen, en ikzelf de EPD coördinatoren, de nationale EPD stuurgroep en in het bijzonder Michel Roden van harte danken voor hun belangrijke medewerking en inzet bij deze registratie.
Verder een woord van dank aan alle diensthoofden, hoofdverpleegkundigen en gezondheidswer-kers uit het multidisciplinair team van de verschillende dialysecentra voor het verlenen van hun steun aan deze studie.
Tenslotte willen we ook de Vlaamse nefrologen en de Vlaamse nefrologenvereniging NBVN danken voor hun goedkeuring en steun aan dit project.
Zonder deze samenwerking zou het zo bijzonder slagen onmogelijk zijn geweest.
Zoals beloofd, worden de resultaten u in boekvorm en Cd-rom aangeleverd via de diensthoofden van de verschillende dialysecentra en zal de enquête downloadbaar zijn via de homepage van onze vereniging www.orpadt.be.
Wij hopen dat deze studie opnieuw een belangrijke bijdrage kan leveren tot het deskundig uit-bouwen van de nefrologische zorgverlening in al haar aspecten.
Namens het ORPADT-Vlaams Bestuur,
Paul Van Malderen Philippe Duym Voorzitter ORPADT Vlaanderen Voorzitter werkgroep registratie
Inleiding
- 5 -
Enquête 2006
18
23
27
24
28
25
151988
1991
1994
1997
2000
2003
2006
Aantal centra
Deelnemende centra
Deze enquête omvat resultaten van 25 op 27 Vlaamse dialysecentra voorvolwassenen.
De 2 centra voor kinderdialyse werden niet opgenomen in deze bevraging.
Aan de 25 hoofdcentra waren 44 satellietcentra verbonden.
4 van de 25 centra behoorden tot een universitair ziekenhuis.
Enquête 20064.5
4.04.2
4.64.4
4.8
3.91988199119941997200020032006
Patiënten per verpleeg-kundige
Personeel
Het totaal aantal verpleegkundigen in deze 66 centra was 843 full-time equivalenten, variërend per centrum van 1.2 tot 57.Om de vergelijkbaarheid met vorige metingen te bewaren werd in bovenstaandegrafiek de gemiddelde patiënt-verpleegkundige ratio weergegeven per centrum. De satellietcentra kenden een hogere ratio (5.5 ± 1.7) dan de hoofdcentra (3.3 ± 0.7).
Personeelskader: beschikbaarheid
96%
63%
96%
85%
50%
89%
88%
64%
92%
Sociaal werker
Diëtiste
Technieker
% van de centra
200020032006
- 6 -
Enquête 2006
Aanbod van dialysemodaliteiten
Chronische dialysemodaliteiten: evolutie
85%
26%
100%
88%
21%
100%
96%
35%
100%
100%
40%
100%Hemodialyse(HD,HF,HDF)
Peritonealedialyse
Thuis-hemodialyse
% van de centra
1997200020032006
4 centra behandelden patiënten met thuisdialyseIn totaal werden 9 patienten met thuisdialyse behandeldNiemand werd behandeld met nachtdialyse thuis
4 centra behandelden patienten met nachtdialyse in het centrumIn totaal werden 46 patiënten met nachtdialyse in het centrum behandeld
16 centra behandelden patiënten met 4x dialyse per week3 centra behandelden patienten met 5x dialyse per weekIn totaal werden 45 patiënten meer dan 3x per week behandeld
Enquête 2006
Evolutie van chronische dialysebehandelingen
Evolutie van de chronische behandelingen84%
11%5%
20%
4%
14%8%
20%
9%
78%
14%8%
68%
22%
10%
63%
26%
11%
76%78%71%
0%
10%
20%30%
40%
50%60%
70%
80%90%
100%
Hospitaal HD Low Care HD PD
% v
an d
e ch
roni
sche
pat
iënt
en 1988199119941997200020032006
- 7 -
Enquête 2006ANI 38.5
46.564.3
73.268.6
19941997200020032006
Gemiddeld aantal ANI
patiënten per centrum
7.317.49
5.878.1
6.9
19941997200020032006
Gemiddeld aantal
behandelingen per patiënt
281348
378595
479
19941997200020032006
Gemiddeld aantal
behandelingen per centrum
Acute nierinsufficiëntie (ANI) (1)
Opmerking: Resultaten omvatten enkel acute behandelingen uitgevoerd door de nefrologische dienst.
Enquête 2006
Acute nierinsufficiëntie (2)
- 8 -
Enquête 2006
Chronische dialysepatiënten
964
1370
1753
21242284
3128
3446
6476 76 79
95
120
140
1988 1991 1994 1997 2000 2003 2006
Tota
al a
anta
l pat
iënt
en
Gem
idde
ld a
anta
lpe
r cen
trum
Chronische dialyse: Evolutie dialysepopulatie
Het totaal aantal chronische patiënten in de 25 centra was 3446.Het gemiddelde per centrum was 140patiënten (var. 49-262).Hoofdcentra hadden gemiddeld 90 patiënten (var. 34-175), terwijl satellietcentra gemiddeld 21 patiënten hadden (var. 6-83).
Enquête 2006
Grootte van de dialysecentra
0
50
100
150
200
250
VL15
0
VL55
0
VL33
0
VL12
0
VL22
0
VL19
0
VL34
0
VL13
0
VL14
0
VL11
0
VL18
0
VL32
0
VL16
0
VL17
0
VL41
0
VL35
0
VL51
0
VL36
0
VL42
0
VL54
0
VL43
0
VL21
0
VL23
0
VL53
0
VL37
0
Centrum nr.
Aant
al p
atië
nten
PDHD
Dialysecentra: aantal chronische patiënten per centrum
- 9 -
Enquête 2006
Demografisch profiel vande chronische patiënten
41%46%
31%
57%
31%
58%
11%
29%
60%
9%
27%
64%
9%
26%
65%
13%12%11%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
tot 45 jaar 46-65 jaar ouder dan 65 jaar
199119941997200020032006
Chronische dialyse: Demografie
De verhouding man/vrouw was 55/45 (49/51 in 1994). 5.4% van de HD populatie was boven 85 jaar. (4% IN 2003)In de hoofdcentra waren 70.1% van de HD patiënten ouder dan 65,in de satellietcentra waren slechts 64.9% ouder dan 65 (60% in 2003).Van de PD patiënten waren er slechts 41% ouder dan 65 jaar.
Enquête 2006 Diabetes nefropathie
13.2% 13.0%
19.8%17.6%
20.0% 20.1%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
1991 1994 1997 2000 2003 2006
% v
an d
e ch
roni
sche
pat
iënt
en
Diabetes nefropathie
Van de 656 diabetespatiënten stonden 12 op de wachtlijst vooreen nier-pancreas transplantatie.In de HD populatie varieerde de prevalentie van diabetesnefropathie van 10 tot 50% in de hoofdcentra en van 0 tot 36% in de satellietcentra.
- 10 -
Enquête 2006
Invaliditeit
In de HD populatie vertoonden 17.3% van de patiënten een zekere vorm van invaliditeit (d.w.z. dat deze patiënten niet zonder hulp naar het toilet konden gaan).
Invaliditeit in hoofdcentra
valide78.0%
invalide22.0%
Invaliditeit in satellietcentrainvalide
8.6%
valide91.4%
Enquête 2006
Infectieuze serologie (1)
Centra zonder infectie: 53% 72% 97% 58%
Range per centrum: 1-6 1-4 1-1 1-11
Positieve patiënten6.3%
2.0%
0.0%
3.5%
1.4%
0.0%
3.5%
1.3%
0.04
%
0.66
%1.7%
1.3%
0.10
%
1.80
%
1.8%
1.2%
0.15
%
2.38
%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
HCV HBV HIV MRSA
% v
an d
e pa
tiënt
en
19941997200020032006
- 11 -
Enquête 2006Isolatie indien positief
23%
70% 76%61%
HCV HBV HIV MRSA
% v
an d
e ce
ntra
Controle minstens jaarlijks
100% 97% 92%73%
HCV HBV HIV MRSA
% v
an d
e ce
ntra
Infectieuze serologie (2)
Isolatiemaatregelen
28%
36%
24%
Afzonderlijkeplaats of shifts
Afzonderlijkedialysetoestellen
Afzonderlijkebestaffing
% van de centrabij HCV-pos. patiënten• MRSA screening is gestegen met
23% t.o.v. 2003• Isolatiepolitiek was vergelijkbaar
met vorige meting • Wel steeg de afzonderlijke
bestaffing zodat deze maatregel nu meer parallel loopt met ruimtelijke isolatie
Enquête 2006
Anticoagulatie
3%
10%
70%
29%
1%
75%
24%
1%
78%
22%
44%
56%
36%
61%
25%
65%
Gefractioneerdeheparine*
Standaard heparine Andere
% v
an d
e pa
tiënt
en
199119941997200020032006
HD: Anticoagulatie
*= Low Molecular Weight heparine
- 12 -
Enquête 2006
HD: Preventie van botaandoeningen
Fosfaatbinders op basis van:
0.6%
56.9%
1.5%
27.5%
1.6%
aluminium
calcium
lanthaan
synthetische
andere
% patiëntenGebruik van Vitamine D
neen60.9%
ja39.1%
Enquête 2006
IJzersubstitutie
81%
43%
80%
30%
75%
55%
76%
34%
HD-patiënten PD-patiënten
% p
atië
nten
1994200020032006
Erythropoietine behandeling
97%
81%
96%
74%81
%
93%
69%
92%
69%
98%
HD-patiënten PD-patiënten
% p
atië
nten
19941997200020032006
Anemie behandeling
Meer dan 9 op 10 HD patiënten kregen EPO intraveneus, de anderen subcutaan.Bij PD patiënten werd EPO altijd subcutaan toegediend.
Bijna alle HD patiënten kregen ijzersubstitutie intraveneus.8 op 10 PD patiënten met ijzersubstitutie kregen ijzer oraal toegediend.
- 13 -
Enquête 2006
Toegangsweg82%
5%
13%
67%
5%
28%
64%
7%
29%
66%
7%
27%
58%
5%
35%
54%
5%
39%
AV-fistel AV-Graft Centrale katheter
% p
atië
nten
199119941997200020032006
HD: Toegangswegen (1)
Het gebruik van centrale katheters variëerde van 0 tot 73% per centrum. Eenentwintig HD centra gebruikten centrale katheters in meer dan 40% van hun patiënten (4 in 2000, 16 in 2003). Twee satellietcentra hadden geen patiënten met katheters.57 patiënten werden gedialyseerd met een combinatie van AV-fistel en katheter (65 in 2003).
Enquête 2006 Punctietechniek89%
30%
81%
11%18%
82%
35%
65%
49%51%
70% 67%
33%
19%
Eén-naaldsysteem Twee-naaldsysteem
% v
an d
e pa
tiënt
en 1988199119941997200020032006
HD: Toegangswegen (2) Het gebruik van single lumen katheterszakte van 49% in 2003 naar 25% in 2006
Punctiemateriaal 2006
kunststof66%
combinatie7%
metaal scherp
24%
metaal bot3%
Punctieplaats 2006
arbitrair wisselend
21%
steeds dezelfde
23%
systematisch wisselend
56%
- 14 -
Enquête 2006
Patiënten behandeld met:
58.0%
25.0%
high-fluxmembranen
on-line HDF
HD: Technische aspecten
Gebruik van lagebadwatertemperaturen
voor sommige pt. 53%
nooit12%
voor alle patiënten
35%
Technische informatie
95%
39%
6%
98%
9%
gebruik van poeder bicarbonaat concentraat
centrale distributie zuurconcentraat
centrale distributie bicarbonaatconc.
waterbehandeling met actief kool
voorraadtank na RO
% van de HD units
Enquête 2006
HD: Hygienisch management
Behandeling toestel tussen twee shifts
waterspoeling61%
spoeling dialysaat
11%
koud chemisch14%
hitte en chemisch
14%
Dialysevloeistof: controles
65%
50%
bacteriologisch
endotoxines
% van de HD units
- 15 -
Enquête 2006
Kwaliteitsanalyse bij HD-patiënten
61%
43%
35%
13%
70%
67%
41%
15%
67%
38%
15%
95%
70%
38%
10%
92%
68%
39%
8%
93%
KT/V PRU PCR TAC
% v
an d
e ce
ntra 1994
1997200020032006
HD: Kwaliteitsbewaking
Enquête 2006
Patiëntenvervoer van en naar het dialysecentrum
Vervoer van en naar dialysecentrum
Openbaar vervoer
2%
Ziekenwagen zittend12%
Taxi62%
Ziekenwagen liggend
4%Eigen vervoer
20%
- 16 -
Enquête 2006
% PD-patiënten
2% 3% 3% 4% 4% 4% 5% 6% 6% 6% 6%8% 9% 9% 9% 10%
12% 13%13%15%
16% 17%21%
27%
36%
0%
10%
20%
30%
40%
VL41
0
VL17
0
VL32
0
VL34
0
VL16
0
VL15
0
VL18
0
VL12
0
VL33
0
VL13
0
VL21
0
VL54
0
VL36
0
VL23
0
VL22
0
VL51
0
VL55
0
VL11
0
VL37
0
VL42
0
VL35
0
VL53
0
VL14
0
VL43
0
VL19
0
Centrum nr.
Peritoneale dialyse (1)
% van totaal aantal chronische pat. van
centrum
Enquête 2006 PD verpleegkundige
74%
100%
100%
2000
2003
2006
% van de centra
PD katheters
andere4%
Sw an-neck92%
dubbel recht4%
EXTRAPERITONEAAL
PD katheters
recht28%gebogen
68%
andere4%
INTRAPERITONEAAL
Wachttijd PD-katheter-gebruik
8-14 dagen44%15-30 dagen
56%
Peritoneale dialyse (2)
% v
an P
D p
atië
nten
- 17 -
Enquête 2006
PD behandelingsvormen
50%
50%
43%
57%
39%
61%
29%
71%
35%
65%
CAPD continu APD automatisch
% v
an d
e P
D-p
atië
nten 1994
1997200020032006
Peritoneale dialyse (3)
28 patiënten werden behandeld met een combinatie van CAPD en APD
Enquête 2006
Gebruik van nieuwePD oplossingen
75%
27%
30%
10%
Niet-glucose
Aminozuur
Bicarbonaat
Verminderde glucosedegradatie
% van de centra
Kwaliteitsanalyse bij PD-patiënten
60%
45%
35%
73%
58%
46%
72%
92%
92%
48%
92%
88%
PET KT/V CrCl
% v
an d
e ce
ntra
1994199720032006
Peritoneale dialyse (4)
- 18 -
Enquête 2006
Wachtlijst voor transplantatie
13% van de chronische patiënten stond op de transplantatiewachtlijst, een cijfer lager dan bij de vorige bevragingen (16% sinds 1997).Slechts 36% van de patiënten op de wachtlijst was een vrouw.11% van de patiënten op de wachtlijst was ouder dan 65.
% patiënten op Tx-wachtlijst
2% 3%4% 5%
8% 9%11% 12% 12% 13% 13% 13% 13% 13% 14% 14% 14%
16% 17% 17% 17%19% 20%
37%
0%
10%
20%
30%
VL15
0
VL34
0
VL14
0
VL23
0
VL33
0
VL55
0
VL11
0
VL51
0
VL35
0
VL37
0
VL32
0
VL42
0
VL41
0
VL16
0
VL19
0
VL53
0
VL21
0
VL13
0
VL22
0
VL36
0
VL17
0
VL18
0
VL54
0
VL43
0
Centrum nr.
Enquête 2006
Transplantaties
In Vlaanderen werd 5.7% van de patiënten met chronische nierinsufficiëntie getransplanteerd in 2006.Slechts 50% van de centra bespreekt de optie van transplantatie met ‘living-related’donoren, 32% de optie ‘living-unrelated’ donoren.Alle centra verzorgen de routine pre-transplantscreening bij hun patiënten.Alle centra (behalve 1) verzorgen de follow-up van hun getransplanteerde patiënten.44% van de centra beschikt over een speciale transplantatie-verpleegkundige.
Transplant ratio
0% 1%2% 3% 3% 3% 4% 4% 4% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 6% 6%
7% 8% 8% 8% 9% 9%10%
12%
0%
10%
20%
VL15
0
VL23
0
VL35
0
VL55
0
VL42
0
VL53
0
VL13
0
VL12
0
VL36
0
VL22
0
VL16
0
VL32
0
VL11
0
VL51
0
VL41
0
VL21
0
VL33
0
VL34
0
VL18
0
VL17
0
VL54
0
VL37
0
VL14
0
VL19
0
VL43
0
Centrum nr.
- 19 -
Enquête 2006
Dieetadvies (1)In centra zonder diëtiste wordt dieetadvies gegeven door de arts (80%) of door een verpleegkundige (20%).Bovendien kan in alle centra zonder dialyse- diëtiste beroep worden gedaan op een diëtiste van het ziekenhuis.
Het dieetadvies was voor alle groepen van patiënten sterk toegenomen in 2006
Frequentie van dieetadvies
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Pre-dialysepatiënten
Nieuwe HD patiënten
Stabiele HD patiënten
Nieuwe PD patiënten
Stabiele PD patiënten
Transplant-patiënten
% van de centra
op regelmatige basisenkel bij problemennooit
Heeft uw centrum een dialyse-diëtiste?
50%
64%
2003
2006
% van de centra
Enquête 2006
Dieetadvies (2)
Organiseert de diëtiste regelmatigeducatieve sessies omtrent nutritionele
aspecten van het dieetadvies?
ja12.5%neen
87.5%
Screent de diëtiste alle HDpatiënten voor malnutritie?
ja41.7%
neen58.3%
Betrokkenheid van de diëtiste bij:
67%
71%
Aanpassingfosfaatbinders
Aanvullingenenergie en
eiwit
% van de centra
- 20 -
Enquête 2006
Sociaal advies (1)
In centra zonder dialyse sociaal werker kan beroep worden gedaan op de sociale dienst van het ziekenhuis.
Sociaal advies:werkdomein 2006
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Pre-dialyse patiënten
HD patiënten
PD patiënten
Transplant-patiënten
% van de centra
op regelmatige basisenkel bij problemennooit
Heeft uw centrum een sociaal werker?
84.6%
88.0%
2003
2006
% van de centra
Enquête 2006
Sociaal advies (2)
In 64% van de centra werden minstens maandelijks multi-disciplinaire patiëntbesprekingen georganiseerd.In 3/4 van deze centra neemt de sociaal werker/verpleegk. deel aan deze besprekingen.
Specifieke taken van de sociaal werker
68%
48%
92%
100%
80%
84%
Pre-dialyse informatie
Therapietrouw
Psychosociale problemen
Financiële problemen
Tewerkstelling
Huisvesting
% van de centra
- 21 -
Gebruikte afkortingen
ANI Acute nierinsufficiëntie
APD Automatische peritoneale dialyse
AV Arterioveneus
CAPD Continue ambulante peritoneale dialyse
CrCl Kreatinineklaring
EPD European Practice Database (Eu ro pe se Zorgpraktijk Databank)
EPO Erythropoëtine
HBV Hepatitis B virus
HCV Hepatitis C virus
HD Haemodialyse
HIV Humaan immunodeficiëntievirus
KT/V Membranaire klaringscapaciteit x behandelingstijd / distributievolume
LMW Laag moleculair gewicht heparine
MRSA Meticilline resistente Staphylococcus aureus
PCR Eiwitafbraak coëfficiënt
PD Peritoneale dialyse
PRU Procent reductie van ureum
RO Omgekeerde osmose
TAC Gemiddelde ureumconcentratie over de tijd
Tx Transplantatie
TNI Terminale nierinsufficiëntie
Samenvatting
• 25 van de 27 Vlaamse dialysecentra namen deel aan de enquête. Aan de 25 hoofdcentra waren 44 satellietcentra verbonden en 2 kinderdialysecentra.
• 843 full-time equivalenten verpleegkundigen waren tewerkgesteld in de Vlaamse dialyse-centra met een gemiddelde ratio die varieerde van 3.3 patiënten per verpleegkundige in de hoofdcentra tot 5.5 in de satellietcentra.
• In 2006 werden per centrum gemiddeld 69 patiënten met acute nierinsufficiëntie behandeld, terwijl in 1994 dit gemiddelde slechts 38 bedroeg.
• Het totaal aantal chronische dialysepatiënten en het aantal behandeld per centrum stijgt verder. Eind 2006 werden 3446 chronische dialysepatiënten behandeld in de 25 centra. Per centrum werden tussen 49 en 262 chronische dialysepatiënten behandeld met een gemiddelde van 90 in de hoofdcentra en 21 in de satellietcentra.
• 65% van de chronische dialysepatiënten was ouder dan 65 jaar, 5% ouder dan 85. De pre-valentie van diabetische nefropathie steeg van 13% in 1991 tot 20% in 2006.
• De prevalentie van hepatitis B daalde tot 1.2% en bleef stabiel voor hepatitis C met 1.8%. De prevalentie van MRSA liep verder op van 0.7% in 2000 tot 2.4 in 2006. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden doordat meer centra nu ook regelmatig screenen voor MRSA.
• 96% van de HD patiënten werd behandeld met EPO, 80% kreeg ook ijzersubstitutie. Bij PD gebeurde dit respectievelijk bij 74 en 30% van de patiënten. Voor de behandeling van bot-pathologie werd meestal calciumcarbonaat als fosfaatbinder gebruikt.
• Er is weinig evolutie in de soort van chronische behandeling die toegepast werd: 89% werd behandeld met HD waarvan 26% in een satellietcentrum, slechts 11% werd behandeld met PD.
• Als toegangsweg voor HD werden nog wel meest AV fistels gebruikt (54%), maar het gebruik van centrale katheters steeg alarmerend tot 39%. Het gebruik van het éénnaaldsysteem daalde verder tot 19%. Kunststofnaalden werden gebruikt bij 66% van de patiënten, metalen naalden met botte punt bij 3%.
• Het aantal centra met een regelmatige bacteriologische screening van de dialysevloeistof steeg tot 65%. Screening voor endotoxines steeg tot 50%
• Wat betreft peritoneale dialyse, steeg het gebruik van APD verder tot 71%. In Vlaanderen wachtten 56% van de centra minstens 2 weken vooraleer de katheter een eerste maal te gebruiken.
• 13% van de dialysepatienten stond op de wachtlijst voor transplantatie. In 2006 werd 5.7% van de chronische dialysepopulatie getransplanteerd.
• 64% van de centra beschikten over een dialyse diëtiste. De frequentie van het voedingadvies was voor alle groepen van patiënten sterk toegenomen. De betrokkenheid van diëtisten in de aanpassing van fosfaatbinders steeg tot 67%
• In de meeste centra werd sociaal advies systematisch gegeven aan HD patiënten. Vooral tijdens de predialyse fase en post-transplantatie werd dit advies enkel gegeven bij problemen. 88% van de centra beschikten over een sociaal werker.
- 22 -
O.R.P.A.D.T. V.Z.W.