OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK...

18
OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde – Biologie

Transcript of OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK...

Page 1: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE

Felis Jolien 2SA3

Aardrijkskunde – Biologie

Page 2: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

1. ANALYSE WERKBLADEN

Ik analyseer deze werkbladen vanuit vier invalshoeken: A. De leerplandoelstellingen Het leerplandoel dat in deze les aan bod komt is: 1 Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere

informatiebronnen de herkomst van een aantal voedingsproducten op kaarten aflezen.

WENKEN

De agrarische producten die de leerlingen ontmoeten in hun dagelijks leven zijn een interessant

vertrekpunt. Een aantal voorbeelden:

De leerlingen krijgen als taak een lijst met producten en gaan de herkomst ervan na in een

supermarkt. Daarna duiden ze de landen op een wereldkaart aan.

De leerlingen leiden uit reclamefolders de herkomst van voedingsproducten af en maken er een

collage mee rond een wereldkaart.

Via beelden van lokale markten vanuit de wereld leiden de leerlingen typische producten af en

situeren ze de plaatsen op een wereldkaart. Bv.:Tropische vruchten, wortel- en knolgewassen op

een Afrikaanse markt. Rijst, kippen en eenden, groenten op een Aziatische markt.

Vervolgens worden er drie regio's bestudeerd waar de teelt van voedingsgewassen een

belangrijk deel van het ruimtegebruik en van het landschap uit- maakt: zo komen tropische

producten, rijst en tarwe aan bod.

6. (U) Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen een

agrarisch ontwikkelingsproject als oplossing voor een aantal (geografisch relevante)

ontwikkelings- problemen in een regio onderzoeken.

WENKEN

Acties rond Broederlijk Delen, 11.11.11, Vredeseilanden, Unicef, AZG ... zijn ideaal om

uitgewerkt te worden. De organisaties verschaffen meestal interessant didactisch materiaal.

De werkbladen focussen voldoende op de items die aan bod komen in het leerplan. Ze vertrekken vanuit de concrete doelstellingen. Wat hier als negatief puntje kan worden gezien, is dat sommige oefeningen wel heel erg verdiepend en uitgebreid zijn wat ervoor kan zorgen dat je voor het oplossen ervan heel wat tijd moet uittrekken. In de realiteit is het echter zo dat leerkrachten hier vaak niet alle oefeningen maken wegens tijdgebrek. Oefeningen 1 en 2 bijvoorbeeld, zijn enorm tijdrovende oefeningen in de klas. Het volledig invullen van deze oefeningen klassikaal of individueel zal ervoor zorgen dat de les heel traag vooruit gaat. Men kan naar mijn mening veel kortere oefeningen maken om tot dezelfde conclusie te komen. Een pluspunt is wel dat deze oefeningen bijdragen tot het oefenen van geografische vaardigheden (aflezen en interpreteren van kaarten, gebruik van de atlas, …)

Page 3: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

B. De leerlingen Dit is een leerwerkboek. De werkbladen worden dus ingeschakeld in het leerproces om de leerinhoud te verwerven, om vaardigheden toe te passen en om de leerinhoud vast te zetten. Vaak is dit ook het stramien dat je terug kan vinden bij deze werkblaadjes. De leerlingen moeten deze blaadjes kunnen gebruiken om de leerinhoud in te studeren voor toetsen of examens (ze maken geen gebruik van een handboek). Het probleem is hier dan dat de leerlingen de meeste oefeningen al hebben ingevuld in de klas. Ze kunnen thuis dus geen oefeningen opnieuw maken (voedselroos, …). Wat op pagina 10 voorkomt is een voorbeeldje van kaas met gaatjes (opengelaten ruimten in de tekst). Al vind ik dit hier niet echt storend. Je bekijkt de kaart toch eerst klassikaal en vult daarna de conclusie of ‘wat je kan afleiden op de kaart’ in op het werkblad. Bij oefening 3, tevens op pagina 10, kan je stellen dat men hier het aardrijkskundig denken wil stimuleren of aanspreken. Door de analyse van de twee kaartjes kom je tot een probleemstelling die je dan verder gaat uitspitten om tot een conclusie en een vastzetting te komen. Er zijn niet echt duidelijke synthese-kaders aanwezig. De belangrijke vaktermen worden wel onderstreept en de belangrijke zaken staan vaak ook opvallend. Al mis ik op pagina 11 toch een duidelijker besluit. De leerlingen moeten dit gewoon noteren. Er kan dus geen onderscheid worden gemaakt tussen hoofd- en bijzaken. Wat heel positief is, opnieuw op pagina 11, is de overgang naar de volgende hoofdstukken. Deze les was een soort inleiding op de volgende lessen van dit hoofdstuk. Een situering van dit thema in een groter kader. Dat deze situering hier in woorden nog eens staat voor de leerlingen zal het leerproces ongetwijfeld ten goede komen. Naar mijn mening zijn deze werkbladen dus wat meer gericht op het proces, het analyseren en het synthetiseren (ook al kan dit soms nog beter gevisualiseerd worden en zijn de oefeningen, het analyseren, heel uitgebreid). De werkbladen bieden ook afwisseling aan in werkvormen en manieren waarop de leerinhoud wordt overgebracht. De ene oefening is al wat uitdagender dan de andere. Het feit dat sommige oefeningen zo lang zijn zorgt ervoor dat de concentratie van de leerlingen soms ook wat wegebt. De werkbladen sluiten voldoende aan bij de leefwereld van de leerlingen maar niet echt bij de actualiteit.

Page 4: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

Er is ook altijd een progressie terug te vinden bij deze werkbladen. Je kan een duidelijke opbouw vaststellen m.b.t. de moeilijkheidsgraad. Oefening 1 is hier een soort inleiding en een confrontatie met het feit dat ons voedsel vanuit diverse landen verspreid over de hele wereld komt. Daarna komen pas de interpretaties en syntheses. Er is dus een duidelijke leerlijn aanwezig. C. De informatiebronnen Een aardrijkskundig onderwerp als dit kan wel wat meer linken met de actualiteit gebruiken. Hier wordt vooral gewerkt met het bestuderen van kaarten, tabellen, diagrammen, … wat uiteraard ook thuishoort in een goede les aardrijkskunde. A.d.h.v. deze bronnen wordt onderzoekend leren gestimuleerd bij de leerlingen, al moet je als leerkracht hiervoor wel wat begeleiding bieden. Er wordt wel maar één maal naar de bron verwezen. Je kan de oefeningen meestal niet oplossen zonder gebruik van de atlas. Deze werkbladen moedigen het gebruik van andere bronnen dus wel aan. (Alleen de atlas) Wanneer je deze leerwerkboek globaal bekijkt kan je stellen dat elk thema begint met enkele gele bladzijden met - duidelijke doelen: wat moet ik kennen? wat moet ik kunnen? - een begrippenlijst - een schema (mindmap) Vooral de mindmap en de duidelijke doelen zijn heel handig voor de leerlingen en voor de leerkracht. Het kan de leerlingen helpen bij het studeren. D. De leraar Omwille van het feit dat er omtrent dit thema enorm veel in de actualiteit te vinden is en er bedroevend weinig actua betrokken wordt in de werkblaadjes moet de leraar dit nog extra bij zijn les betrekken. Deze werkblaadjes bieden de leraar weinig mogelijkheden om andere werkvormen in zijn les te integreren zonder dat hij/zij delen van of volledige oefeningen moet laten vallen. Je moet, zeker in zwakkere klassen, oefening 2 maken om oefening 3 beter te kunnen begrijpen. De oefeningen bouwen vaak op mekaar voort wat het moeilijk maak onderdelen te schrappen.

Page 5: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde
Page 6: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde
Page 7: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde
Page 8: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

2. LESVOORBEREIDING

UCLeuven-LimburgLerarenopleidingVestigingHeverlee

Hertogstraat178,3001HeverleeTel.+3216375600

LESONTWERP

ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Jolien Felis

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Biologie

Stagebegeleider DLO: H. Verstappen

School: T.I. Don Bosco Halle

Onderwijsvorm: TSO

Richting: Hout technieken

Klas: 3THT

Lokaal: A206

Aantal leerlingen: 20

Les gegeven door: Jolien Felis

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: Herkomst + samenstelling van

voeding

Vakmentor: E. De Bock

Datum/Data: 2 maart 2016

Lesuur/-uren: 9u20-10u10

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks - Deze les kadert in een lessenreeks betreffende het thema ‘landbouw en voeding’. � - Aan dit thema worden er in totaal 9 lestijden besteed. � - Dit is de eerste les van de lessenreeks betreffende dit thema. � - In wat volgt bekijkt men ‘de teelt van tropische gewassen in Sub-Sahara-Afrika’, ‘de

rijstteelt in Moesson-Azië’ en ‘de tarweteelt in de VS’. � Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) - In de eerste graad werd aandacht besteed aan de verschillende landbouwtypes (akkerbouw,

veeteelt (intensief en extensief), gemengde landbouw, tuinbouw). De leerlin-gen leidden ook af dat er productieve en improductieve regio’s zijn in Europa. Via de studie van een streek met fysische beperkingen werd het verband gezocht tussen het landbouwtype en fysische omstandigheden. Voor een streek met weinig fysische beperkingen werd het verband gezocht tussen het landbouwtype, de bedrijfsoppervlakte en de bevolkingsdichtheid.

- De leerlingen beschikken over de kennis en vaardigheden om efficiënt op te zoeken in de atlas.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit - De leerlingen komen in de actualiteit vaak in contact met voedselproblematieken, acties van

goede doelen, politiek omtrent de voedselproblematieken, hongersnood, … - Leerlingen kennen de acties van 11.11.11 en broederlijk delen, ze maakten hiermee contact

op school. - Leerlingen eten dagelijks talloze voedingsmiddelen afkomstig vanover de hele wereld. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … - De klas is vaak enorm rumoerig.

Page 9: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

DIDACTISCHE VERANTWOORDING In deze les over de ‘Herkomst van voeding, de samenstelling ervan en de voedselproblematiek’ leren leerlingen d.m.v. kaartstudie, foto’s en voorbeelden en bekende campagnes deze stroom van voeding, de samenstelling ervan en de voedselproblematiek te situeren en te plaatsen in een groter kader. De instapfase heeft als doel de leerlingen te motiveren en kennis te laten maken met het onderwerp van de les. Via twee herkenbare journaalfragment wordt een tegenstelling geschept (obesitas in België versus honger in Congo). Zo kom ik tot de probleemstellingen: ‘Van waar komt ons voedsel en wat is de samenstelling ervan?’ en ‘Wat is nu juist de hele problematiek rond voedsel en honger in de wereld?’. Dit zijn onderwerpen waarmee ze in het dagelijks leven nogal wat mee geconfronteerd worden. Ik probeer hiermee de leerlingen te prikkelen en hen warm te maken voor dit onderwerp, dit steunt op het motivatie-, activiteits- en aanschouwelijkheidsprincipe. Vervolgens gaan de leerlingen a.d.h.v. een OLG op zoek naar de herkomst van onze voeding. Dit is een voorbereiding op de individuele taak die ze vervolgens zullen moeten maken. Via kaartstudies en tabelstudies moeten ze proberen de herkomst van verschillende voedingsmiddelen te situeren op een wereldkaart. Ook hier steunt de opbouw van opdrachten op het aanschouwelijkheidsprincipe, het herhalingsprincipe en het geleidelijkheidsprincipe (eerst een gelijkaardig voorbeeld klassikaal, daarna individueel).�De herkomst van de verschillende voedingsmiddelen wordt zo veel mogelijk zintuiglijk waarneembaar voorgesteld op de PowerPoint. (visualisatie) Gebaseerd op het aanschouwelijkheidsprincipe gaan de leerlingen over tot de kennismaken met de samenstelling van voedsel. Ze krijgen enkele beelden te zien uit ‘The Hungry Planet’ waarbij we dan de vergelijking maken tussen voeding in rijke en in arme landen. D.m.v. OLG’s, probleemstellingen en conclusies (syntheses) verwerken de leerlingen oefening 2 over de samenstelling van voedsel. Ook wordt er soms wat gedoceerd in dit deel (voedselroos). De leerinhoud wordt verschillende keren en op verschillende manieren vastgezet en herhaald (via schema’s, fotomateriaal, kaartstudies,…). Dit steunt op het herhalings- en differentiatieprincipe. Verbanden leggen tussen de beelden die leerlingen in de media te zien krijgen en de begrippen die ze in deze les krijgen aangereikt gebeurd a.d.h.v. een klassikale, leerkrachtgestuurde synthese (of invullen werkbladen).�De oefeningen zijn soms wat complex voor de leerlingen (tabel voedselroos) waardoor ondersteuning van de leerkracht hier zeker aangewezen is. Om de voedselproblematiek aan te kaarten spelen we een spelletje ‘hoger-lager’ (activiteitsprincipe en motivatieprincipe). De leerlingen krijgen fictieve stellingen met procenten of aantallen in en moeten zeggen of ze in deze context hoger of lager zouden kunnen zijn. Een OLG zorgt ervoor dat ze de begrippen honger, hongersnood kunnen verklaren en de kaderen in een grotere context a.d.h.v. verschillende beelden die te maken hebben met honger(snood) (aanschouwelijkheidsprincipe). Via kaartstudie en het analyseren van een tabel en een diagram komen ze inhoudelijk nog meer te weten over de voedselproblematiek. De les eindigt met een campagnebeeld van de actie ‘Ik kook van woede’ van 11 11 11 (aanschouwelijkheidsprincipe) en een spelletje hoger lager omtrent onze cijfers m.b.t. voedsel vergeleken met deze van Afrika. Dit steunt op het motivatieprincipe en het activiteitsprincipe. EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: ET 14 de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en

lokaliseren.

Page 10: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

Situering in het leerplan: 1 Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere informatiebronnen de

herkomst van een aantal voedingsproducten op kaarten aflezen. WENKEN

De agrarische producten die de leerlingen ontmoeten in hun dagelijks leven zijn een interessant vertrekpunt. Een

aantal voorbeelden:

De leerlingen krijgen als taak een lijst met producten en gaan de herkomst ervan na in een supermarkt.

Daarna duiden ze de landen op een wereldkaart aan.

De leerlingen leiden uit reclamefolders de herkomst van voedingsproducten af en maken er een collage mee rond

een wereldkaart.

Via beelden van lokale markten vanuit de wereld leiden de leerlingen typische producten af en situeren ze de

plaatsen op een wereldkaart. Bv.:Tropische vruchten, wortel- en knolgewassen op een Afrikaanse markt.

Rijst, kippen en eenden, groenten op een Aziatische markt.

Vervolgens worden er drie regio's bestudeerd waar de teelt van voedingsgewassen een belangrijk deel van het

ruimtegebruik en van het landschap uit- maakt: zo komen tropische producten, rijst en tarwe aan bod.

ALGEMEEN LESDOEL A.d.h.v. waarnemingen de herkomst en de samenstelling van onze voeding achterhalen. Kennismaking met de voedselproblematiek in de wereld a.d.h.v. actuele feiten, kaarten en tabellen. SCHOOLAGENDA Herkomst en samenstelling van voedsel en voedselproblematiek (WB p. 102 t.e.m.107). BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) ● Cox K., Leysen, R., van Boven M. & Wauters J., (2010). Werkmap aardrijkskunde 3. Kontich:

Dilligentia ● Neyt R., Tibau G., Van Broeck C., Van Cleemput A. & Verstappen H., (2014). Geogenie 3,

Leerwerkboek. (Thema 3) Antwerpen: De Boeck. ● Van Hecke E., Vanderhalle D.& Callemeyn J., (2012). Plantyn Algemene Wereldatlas,

Mechelen: Plantyn. ● Menzel P., D’Aluisio F., (2007). Hungry Planet, Material World. ● Verstraeten A., Debroeck K., (2013). Lessenbundel ‘Recht op voedsel’. Brussel: 11.11.11. LEERMIDDELEN & MEDIA Aanwezig in het leslokaal Door lesgever mee te brengen Algemeen Krijtbord

Computer + beamer

- krijt - atlassen (of door LLN te halen) - pointer - Powerpoint

Page 11: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen & timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Instapfase motiveren ‘10

LRK stelt zich voor. LRK toon fragmenten journaal: 1. ‘Obesitas een steeds groter gevaar in onze contreien’ 2. ‘Nog steeds lijden 800.000 mensen honger in de wereld’ OLG – INSTAP ♦ Wat heb je net gezien? ♦ Wat is je gevoel hierbij? ♦ Wat is het probleem in Congo?

o Wat zijn de gevolgen? ♦ Wat is er aan de hand in België?

o Wat zijn de gevolgen? ♦ Wat vind je van deze (absurde) situatie? PROBLEEMSTELLING: 1. Wat is nu juist de hele problematiek rond voedsel

en honger in de wereld? ♦ Aan wat stierf het kind van Louise? (zie fragment Journaal) ♦ Aan wat sterft men meer en meer in België?

2. Van waar komt ons voedsel en wat is de

samenstelling ervan? Aanvullen agenda: ‘Herkomst en samenstelling van voedsel en voedselproblematiek (WB p. 102 t.e.m.107).’

PPT dia 1 Filmfragment

BORD

1. Obesitasepidemie tegen 2030 2. Millenniumdoelstelling ‘Halveren van

armoede en honger in de wereld’ is voor onderdeel HONGER niet behaald

→ 800 000 mensen ondervoed Ondervoeding → bloedarmoede Obesitas → hart- en vaatziekten, kanker, …

Page 12: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

Verbanden leggen tussen de herkomst van een gewas en het voedingsmiddel. (C3) De herkomst van voedingsmiddelen opzoeken en situeren m.b.v. de atlas. (C4)

Lesfase 1: onderzoek + verwerking ‘15

We zoomen in op de herkomst van onze voeding. OLG – ‘Herkomst voeding’ ♦ Wat heb je gisteren als avondmaal gegeten? ♦ Wat heb je tijdens de pauze gegeten? ♦ Zijn deze producten allemaal afkomstig uit

Europa?

♦ Wie herkent (één van) deze gewassen? ♦ Welk product is afkomstig van dat gewas? ♦ Waar worden deze gewassen geteeld? INDIVIDUEEL – Oefening 1 (WB p. 102) Je krijgt nu even tijd om oefening 1 zelfstandig te maken. Deze opdracht zal worden opgehaald en telt als taak voor dagelijks werk. ♦ Zoek bij elke figuur uit welk land het

voedingsmiddel afkomstig is. ♦ Noteer deze voedingsmiddelen in de pijlen op de

wereldkaart van de volgende bladzijde. ♦ Doe dit m.b.v. je atlas. ♦ Wat kunnen jullie concluderen uit deze opdracht? ♦ Wat valt je op wanneer je de voedingsmiddelen

op de wereldkaart bekijkt? CONCLUSIE

PPT dia 2 → 4 BORD

1 LANBOUW EN VOEDING 1.1 HERKOMST VAN ONZE VOEDING Herkomst van voeding GEWAS → VOEDINGSMIDDEL (HERKOMST) Cacaoplant → cacaobonen → chocolade (Congo, Ghana, Honduras, …) Rijstplantage → rijst (China, India, Thailand, …) Koffieplant → koffiebonen → koffie (Ethiopië, Brazilië, Colombia, …) OEFENING 1 ‘herkomst voeding’ (Individuele taak op punten) LLN zoeken herkomst voedingsmiddel op verpakking en in de atlas. Vervolgens situeren ze op de wereldkaart. CONCLUSIE: Onze voeding (of de producten die men daarvoor nodig heeft) zijn afkomstig van over de hele wereld.

Verbanden leggen tussen woonplaats (land/werelddeel) en voeding-(spatroon). (C3)

Lesfase 2: onderzoek + verwerking ‘15

We maken even de vergelijking tussen voeding in rijke en in arme landen. OLG – ‘Hungry Planet’ Fotograaf Peter Menzel legde bij 30 families vast wat ze consumeerden in één week en met hoeveel personen. Ik selecteerde voor jullie enkele beelden.

PPT dia 5 → 18

1.2 SAMENSTELLING VAN DE VOEDING Hungry Planet Overdadig (vet) voedselgebruik in Australië en de VS, honger in Afrika en Azië.

Page 13: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

In eigen woorden de samenstelling van voedsel (kwantitatief en kwalitatief) kunnen geven. (C3) Een voedselroos interpreteren. (C3) Verschillen in voedselopname situeren in de wereld. (C2)

♦ Wat zien jullie? ♦ In welke situatie bevinden deze mensen zich? ♦ Wat vinden jullie daarvan? ♦ Is dit hoe je het vooraf dacht? OLG – ‘Samenstelling voedsel (oefening 2)’ ♦ Als je de achterkant van een voedselverpakking

bekijkt, wat staat daar allemaal op? ♦ Wat halen we uit ons voedsel? ♦ Waarom moeten we eten? ♦ Waar kan je dit uit afleiden op dit etiket? WEETJE ♦ Herken je deze beelden? Wat valt je op? ♦ Hongersnood en toch een dikke buik, wie kan dat

verklaren? Hoe komt dat denk je? Daarom moet je voeding evenwichtig zijn. Er moeten zowel voldoende energieleverende stoffen als bouwstoffen in je voeding aanwezig zijn. VERTELLEN – ‘voedselroos’ LKR verduidelijkt werking voedselroos. KLASSIKAAL – Oefening 2 (WB p. 104-105) LKR begeleidt LLN bij het bestuderen van de voedselrozen en bij het invullen van de tabellen.

OEFENING 2 Hoeveelheid energie uit voedsel (kJ) = KWANTITATIEF Weetje: We mogen per dag maximum 2000 kcal innemen. Dat is evenveel als 4 pakjes friet bij Mc Donalds. Hongeroedeem door te eenzijdig voedingspatroon (te kort aan eiwitten) Evenwichtige voeding met voldoende energieleverende stoffen = KWALITATIEF VOEDSELROOS = cirkelsectoren stellen groepen voedingsmiddelen voor, getekend in de verhouding zoals ze voorkomen. Tekorten en overdadig gebruik kunnen worden afgelezen.

Page 14: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

OLG – ‘Samenstelling voedsel (oefening 2)’ ♦ Wat kan je uit deze tabellen concluderen? ♦ Waar overweegt het tekort aan voeding? ♦ Waar overweegt de overdaad aan voedsel? ♦ Waar is er een kwalitatief probleem? ♦ Wie beschrijft mij eens hoe ontwikkelingslanden

en ontwikkelde landen verschillen in voedselopname?

LKR vormt besluit samen met LLN en vult WB p. 104-105 in. LKR overloopt ‘WIST JE DAT?’

OEFENING 2 ♦ Tekort in Burkina Faso & India ♦ Overdaad in België & VS ♦ Kwalitatief probleem in India BESLUIT Verschillen in voedselopname in: ♦ KWANTITATIEVE ZIN

Ontwikkelingslanden onvoldoende energie Ontwikkelde landen overdaad aan energie

♦ KWALITATIEVE ZIN Ontwikkelingslanden tekorten aan eiwitten Ontwikkelde landen ongezond teveel aan vlees, vetten & suikers

KWALITATIEVE ONDERVOEDING = levensverwachting daalt door te kort aan bouwstoffen KWANTITATIEVE ONDERVOEDING = te kort aan bouwstoffen door periodiek voedseltekort KWALI- & KWANTITATIEVE OVERVOEDING = obesitas

Het begrip honger weergeven in eigen woorden. (C3) Verschillende kaarten en tabellen m.b.t. de voedsel-problematiek interpreteren. (C4)

Lesfase 3: onderzoek + verwerking ‘10

Wat is nu juist de hele problematiek rond voedsel en honger in de wereld? STELLINGENSPEL - ‘Hoger-lager’ ♦ 1 op 9 mensen op aarde hebben honger? ♦ Wereldwijd lijden 800 miljoen mensen aan

overgewicht? OLG - ‘Wat is honger?’ ♦ Wat zien jullie? ♦ In welke situatie bevinden deze mensen zich? ♦ Wat vinden jullie hiervan? ♦ Wat zijn volgens jullie de belangrijkste oorzaken

van honger in de wereld?

PPT dia 19 → 26 JUISTE STELLING: ♦ 1 op 8 mensen op aarde hebben honger ♦ Wereldwijd lijden 1,4 miljard mensen

aan overgewicht HONGER = geen toegang tot (voedzaam) voedsel ♦ Door natuurramp of oorlog (<10%) ♦ Vooral chronische honger

Page 15: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

KAART PPT – kinderen met honger ♦ Wat zie je? ♦ Welke werelddelen zijn het grootst? ♦ Wat is er sterk aanwezig op deze continenten? ♦ Wat zou dit vertekend beeld van de wereld

kunnen voorstellen? KAART PPT – Hunger map 2015 ♦ Waar ter wereld situeert zich meeste honger? ♦ Anders dan verwacht? OLG – ‘Het voedselprobleem (oefening 3)’ Bestudeer de eerste kaart op pagina 106. ♦ Wat geeft deze kaart weer en op welke manier? ♦ In welke regio is het probleem volgens deze

kaart het grootst?

Aanvullen WB pagina 106. Bestudeer de tweede kaart op pagina 106. ♦ Wat geeft deze kaart weer en op welke manier? ♦ In welke regio is het probleem volgens deze

kaart het grootst? Aanvullen WB pagina 106. CONCLUSIE PROBLEEMSTELLING: Waarom is dat zo? ♦ Wat kunnen we in de tabel pagina 107 allemaal

terugvinden? ♦ Wat valt je op? ♦ Wat is er in Sub-Sahara Afrika het hoogst? ♦ Waarom heeft Moesson-Azië dan toch meer

ondervoede inwoners?

Worldmapper: kinderen met honger OEFENING 3 KAART 1: ♦ Ondervoeding in % bevolking/land ♦ Sub Sahara-Afrika meest problematisch KAART 2: ♦ Ondervoeding in totaal aantal/land ♦ India en China meest problematisch CONCLUSIE: onderlinge tegenspraak

Page 16: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

LRK formuleert besluit. Aanvullen WB pagina 107. Om het voedselprobleem in de wereld wat beter te begrijpen bestuderen we in de volgende hoofdstukken verschillende landbouwtypes.

TABEL Besluit: - In Zw-Afrika procentueel het grootst

aantal ondervoeden - Moesson-Azië heeft meer inwoners dus

meest ondervoeden

Slot: verwerking ‘5

Actie 11 11 11 ‘Ik kook van woede’ LRK kadert actie 11 11 11 STELLINGENSPEL - ‘Hoger-lager’ ♦ De gemiddelde Europeaan gooit 95 kg voedsel

per jaar weg? ♦ In 2004 at de gemiddelde Belg 163 kg vlees? ♦ In Afrika wordt gemiddeld 55% van het

familiebudget aan voedsel besteed? ♦ In België wordt gemiddeld 25% van het

familiebudget aan voedsel besteed?

PPT dia 27 → 30 JUISTE STELLINGEN: - gemiddelde Europeaan gooit 180 kg

voedsel per jaar weg - in 2004 at gemiddelde Belg 102 kg vlees - in Afrika gemiddeld 75% familiebudget

aan voedsel - in België gemiddeld 10% familiebudget

aan voedsel

Page 17: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

3. REFLECTIE Zoals ik in de analyse van deze werkblaadjes reeds aangegeven heb vind ik dat er enorm weinig met de actualiteit wordt gedaan. Daarom probeerde ik waar hier en daar wat actua te gebruiken als extra aansluitend bij de werkblaadjes. Zo maakte ik mijn instap los van de werkblaadjes m.b.v. journaalfragmenten. Lesfase 1 start met een OLG en een oefening gestolen uit een ander werkboek als inleiding om zo tot oefening 1 van deze werkblaadjes te komen. De leerlingen waren een hele tijd bezig met de eerste oefening. Vervolgens week ik weer een beetje af van het leerwerkboek door Hungry Planet te gebruiken als lesovergang om zo tot de begrippen kwalitatief en kwantitatief te komen. Deze staan gewoon als tekst in het leerwerkboek. Aangezien ik niet zo’n sterke klas had heb ik ervoor gekozen deze heel visueel aan te brengen. Daar komen de werkblaadjes vaak te kort. Er komen heel weinig beelden in voor en vakterminologie wordt te weinig aanschouwelijk gemaakt. Oefening 2 met de voedselrozen ging heel zeldzaam omwille van het vele schrijfwerk. Een negatief punt is dat alles wat op mekaar verder bouwt. Je kan oefening 3 en de voedselproblematiek moeilijk aanbrengen zonder oefening 2 te hebben gemaakt. Alles is heel uitgebreid en het volledig maken van de oefeningen vergt enorm veel tijd in klassen waar het tempo al niet zo hoog ligt. Het is belangrijk dat het aardrijkskundig denken en het analyseren van aardrijkskundige problemen niet verloren gaat door de te hoge werklast van deze oefeningen. De leerlingen moeten hier vooral de essentie mee krijgen (Waar komt ons voedsel vandaan? Hoe is het met de samenstelling ervan (bij ons en in andere landen)? En wat met de voedselproblematiek?). Volgens mij kunnen leerlingen sneller antwoorden krijgen op deze vragen met minder uitgewerkte oefeningen. Het is niet de bedoeling dat deze les meer dan 1 lesuur in beslag neemt en ik kreeg deze toch nooit volledig af. De oefeningen zijn wel ideaal om soms eens als taak te geven omdat ze zodanig uitgewerkt zijn dat ze als zelfstandig werk kunnen dienen. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen veel actualiteit en beelden meekrijgen. Dit heb ik zo veel mogelijk proberen te verwerken in mijn PowerPoint. Ik heb ook andere kaarten (The Hunger Map, Worldmapper, …) toegevoegd betreffende dit thema die allemaal tot dezelfde conclusie leidden.

Page 18: OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDEaaportfoliojolienfelis.weebly.com/uploads/4/0/3/0/... · OPDRACHT WERKBLADEN DIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE Felis Jolien 2SA3 Aardrijkskunde

Ook in mijn les over de Manufacturing belt heb ik ervaren dat de leerlingen enorm lang aan de oefeningen zaten (invullen, overtekenen, pijlen trekken, aanduiden, …) en het aardrijkskundig denken wat verloren ging. Ook hier werden enorm weinig beelden en actua betrokken, terwijl er zo veel te zeggen en te tonen is over dat onderwerp. Wel positief aan deze werkbladen van WDM is dat ze enorm goed aansluiten bij de leerplandoelen en alle concrete doelstellingen en items in hun oefeningen verwerken. Ik probeerde in deze stage een evenwicht te vinden tussen het invullen van het leerwerkboek en mijn eigen inbreng te verwerken in de les. Dit vond ik de moeilijkste opgave aan het maken van een lesvoorbereiding. Hoe krijg je EN het werkboek ingevuld EN hoe zorg je ervoor dat de leerlingen actua, beelden, kaarten, … te zien krijgen die niet in de werkblaadjes staan. Het is zoeken en misschien moet ik in de toekomst nog wat meer schrappen in oefeningen of meer naar de essentie van de oefening overgaan om zo wel mijn lessen af te krijgen.