Op zoek naar de leider in jezelf
-
Upload
rob-bonting -
Category
Leadership & Management
-
view
346 -
download
5
description
Transcript of Op zoek naar de leider in jezelf
W
aut
eurs
Op zoek naar de leider in jezelf
elke inkoopprofessional erkent niet de noodzaak dat inkoop moet veranderen om waarde te kunnen blijven toevoegen
aan de ambities van de organisatie? Ondanks dit inzicht en de verschillende modellen die kunnen helpen om de inkoopfunctie te ontwikkelen, boeken we maar langzaam vooruitgang. Basisvragen zijn: hoe breng ik de mooie theorie in praktijk en hoe zorg ik ervoor dat we de opgaande lijn vasthouden? Met andere woorden: welk persoonlijk leiderschap is effectief?
Effectief leiderschapDe visies op effectief leiderschap lopen uiteen van het bezitten van persoonlijke eigenschappen, goed kunnen inspelen op de omgeving, aanleren van gedragsvormen, uitspreken en opvolgen van verwachtin-gen tot weten te inspireren. Er is kortom geen eenduidig antwoord. Wat wel vaststaat, is dat een leider flexibel moet kunnen omgaan met in- en externe uitdagingen. Hoe beter een leider dit kan, hoe effectie-ver hij is. Wil een leider een blijvende verandering tot stand brengen, dan moet hij vooral de culturele context van de organisatie begrijpen en zijn oriëntatie daarop aanpassen.Geeft dit een goed kader voor jou als inkoopprofessional wat er met effectief leiderschap bedoeld wordt? Waarschijnlijk wel. Beantwoordt dit de vraag hoe jij effectief persoonlijk leiderschap in de praktijk vorm kunt geven? Hoogstwaarschijnlijk niet. Het inzicht om de vraag te beantwoorden, kan verschaft worden door een combinatie van twee bekende modellen: het inkoopontwikkelingsmodel van Van Weele en het competing values framework van Cameron&Quinn. De combinatie is door ons vertaald in een procesmodel dat een koppeling tot stand brengt tussen het ontwikkelen van de inkoopfunctie en het benodigde persoonlijk leiderschapprofiel vanuit de context van je organisatie. Het procesmodel bestaat uit vier achtereenvolgende stappen: onderzoek, diagnose, interpretatie en implementatie (zie figuur 1).
Inkoopvolwassenheid Stap 1 is een onderzoek naar de huidige positie van de organisatie in het inkoopontwikkelingsmodel en de huidige en gewenste cultuur. Om hiervan een integrale indruk te krijgen, wordt gewerkt met drie
respondentgroepen: business stakeholders, inko-pers en het inkoopmanagementteam. Van elke groep moeten minimaal twee mensen deelne-men aan het onderzoek.Elke respondent krijgt een vragenlijst bestaande uit twee delen. Deel 1 van de vragenlijst bestaat uit zestien vragen over inkoopstrategie, organi-satiestructuur, inkoopfunctie en supplier relati-onship management (zie kader 1). Voor iedere vraag zijn zes antwoordopties weergegeven. De respondent dient, kijkende naar de huidige situ-atie, de meest van toepassing zijnde optie aan te geven. De scores op deze vragen geven inzicht in welke fase van inkoopvolwassenheid de or-ganisatie zich bevindt. Hoe hoger de score, des te hoger de mate van de inkoopvolwassenheid.
CultuurDeel 2 van de vragenlijst betreft het in kaart brengen van de huidige en gewenste cultuur. Dit bestaat uit het toekennen van punten aan vier uitspraken die gedaan worden voor: de do-minante kenmerken van de organisatie, leiding van de organisatie, personeelmanagement, bind-middel van de organisatie, strategische kenmer-ken en succescriteria (kader 2). Voor elk onderdeel kunnen honderd punten verdeeld worden over de vier uitspraken. De on-derdelen worden twee keer gescoord: een keer voor de huidige situatie en een keer voor de ge-wenste situatie. De scores op deze vragen geven aan in hoeverre een markt-, controle-, familie- of innovatiecultuur (figuur 2) van toepassing is vandaag de dag en in een periode van drie jaar in de gewenste situatie om als organisatie suc-cesvol te blijven.
Rob Bonting Functie:
categorieadviseurOrganisatie:
shared services centrum inkoop
van de Gemeente Groningen
Werner van Doremalen
Functie: head of sourcing of managed services, networks and SI&IT
Bedrijf: Ericsson
Sjors Heijnen Functie:
strategisch inkoperBedrijf: Aegon
Nederland
maart 201428
4 3
1 2
wil je als inkoopprofessional verandering bewerkstelligen, dan is het zaak allereerst vast te stellen in welke fase van inkoopvolwassenheid je organisatie zich bevindt en hoe de organisatiecultuur is, betogen sjors Heijnen, werner van doremalen en rob bonting. weet je dat, dan kun je het juiste leiderschap pakken.
Een eerste validatie en verdieping van de uitkomst van de vragenlijs-ten vindt plaats door een groepsinterview. Van elke respondentgroep wordt minimaal één persoon uitgenodigd. De gebruikte modellen en uitkomsten van de vragenlijsten worden gepresenteerd. Hierbij worden de vragen waarin grote verschillen tussen respondentgroepen naar voren komen ter discussie gesteld. Als richtlijn wordt hier geke-ken naar een verschil van >1 bij de scores op de inkoopvolwassenheid (dus een fase verschil in perceptie) en een verschil >10 punten op de cultuuruitkomsten (dus een verschil van tien punten in perceptie tussen de respondentgroepen met betrekking tot huidige of gewens-te markt-, controle-, familie- en innovatiecultuur). Het resultaat is
Surveystrategie, structuur, inkoopfunctie, Srm, cultuur
Groepsinterview met respondentgroepen
Diagnose survey en uitkomst interviews
Identificatie key thema’s voor businessgedreven
inkoop
Benodigde leiderschapsrollen
Implementatie volgende stap naar businessgedreven
inkoop
Implicaties voor gewenste leiderschapsoriëntatie
Implementatie plan key acties
Impact en ontwikkeling persoonlijk leiderschap
KADER 1 Hoe Volwassen is inkoop binnen Uw orGanisatie?
Inkoopstrategie1. wat is de belangrijkste directieboodschap aan inkoop?
2. wat is de kern van de inkoopstrategie?
3. is er een businessunitinkoopplan en is dit afgestemd op de
businessunitstrategie?
Organisatiestructuur4. wie is leidend in de inkoopbesluitvorming?
5. in welke mate is het lijnmanagement betrokken bij inkoop?
6. wat is de mate van samenwerking in de inkooporganisatie?
Inkoopfunctie7. wat is de geografische focus van inkoop?
8. wat is de inkooporiëntatie?
9. wat zijn de leverancierselectiecriteria?
10. in weke mate is sourcing categoriemanagement aanwezig?
Supplier relationship management11. Hoe ziet uw leveranciersbestand eruit en in hoeverre is er
sprake van supply base management?
12. wat is het algemene karakter van de leveranciersrelaties?
13. in welke mate werkt u aan leveranciersontwikkeling?
14. welke leveranciersmanagementtechnieken gebruikt u?
15. in welke mate worden leveranciers in primaire processen
betrokken?
16. in hoeverre worden kosten van de supply chain gemanaged?
FIGuuR 1 PrOCESmODEL VOOr INKOOPONtWIKKELING EN PErSOONLIJK LEIDErSCHaP
bron
: Hei
jnen
, Van
dor
emal
en, b
ontin
g, 2
014
bron
: Hei
jnen
, Van
dor
emal
en, b
ontin
g, 2
014
à
maart 2014 29
inzicht in de percepties en thema’s die door de respondentgroepen als relevant worden ervaren.
LeiderschapsrollenIn stap 2, de diagnosefase in het procesmodel, worden de uitschieters binnen het inkoopontwikkelingsmodel verder onder de loep genomen. Ondersteund door de informatie uit het interview worden als eer-ste diagnosestap de uitschieters vertaald in kernthema’s die nodig zijn om de inkoopfunctie verder te ontwikkelen. Als tweede diagnosestap wordt een vergelijkbare analyse toegepast op de cultuurscores. Hieruit komt het type cultuur naar voren en de verschillen hiertussen vanuit het gezichtspunt van de respondentgroepen. Ook is hierbij bepalend in hoeverre er een kloof bestaat tussen de huidige en gewenste situatie. De vertaling naar wat deze context voor jou als inkoopprofessional betekent, begint in stap 3, de interpretatiefase in ons procesmodel. In deze stap bepaal je de benodigde leiderschapsrollen en herleid je de bijbehorende gedragingen. Elk van de vier cultuursegmenten herbergt een tweetal leiderschapsrollen:1. Markt: concurrentenrol en producentenrol2. Controle: coördinerende rol en controlerende rol3. Familie: stimulerende rol en mentorrol4. Innovatie: innoverende rol en bemiddelende rol
reflectieDe bijbehorende gedragingen die toe- of af dienen te nemen, geven je de handvatten voor de praktijk. Een voorbeeld. Stel dat de gewenste cultuur verschuift van het verminderen van de markt- en controle-cultuur naar het vergroten van de familie- en innovatiecultuur. Dat betekent een verschuiving van de rollen en gedragingen van goede or-
ganisatoren, controleurs, bestuurders en coördi-natoren in de marktcultuur naar ondernemend, vernieuwend, risicobereid en toekomstgericht-heid in de gewenste innovatiecultuur. Verder van een niets ontziende concurrentiementali-teit in de marktcultuur naar teamvormers, sti-mulators, mentoren en steunverleners in de fa-miliecultuur. Ten slotte komen stap 1 tot en met 3 samen in stap 4, de implementatiefase van het procesmo-del. Enerzijds via het definiëren van een actie-plan voor het ontwikkelen van de kernthema’s op het gebied van inkoopontwikkeling. Ander-zijds via het vaststellen van je persoonlijke ver-andering die noodzakelijk is als sleutel tot de gewenste cultuurverandering, waaronder reflec-tie op eigen gedragingen, huidige positie, cirkel van invloed en benodigde acties. Hiermee wordt zowel de vraag ‘wat moeten we doen’ kijkende naar inhoud als ‘hoe breng ík dit in praktijk’ kijkende naar leiderschapsgedrag en cultuur beantwoord. Samenvattend helpt het model je door:• de leiderschapsrol vast te stellen die bij-
draagt aan de ontwikkeling en bekrachti-ging van de inkoopthema’s in jouw orga-nisatie;
• binnen de benodigde leiderschapsrol te be-palen welk gedragingen daarbij horen;
• je huidige positie en je cirkel van invloed te ontdekken.
Foto makenAls uitkomst kun je bijvoorbeeld denken aan het ontwikkelen van je stimulerende rol door collega’s te betrekken bij besluitvorming, infor-matie te delen en feedback te geven. Of de ont-wikkeling van je producentenrol door plannen tot uitvoer te brengen, proactief te denken en extra inspanningen te verrichten.Door de vertaling van de gewenste leiderschaps-rol en het bijbehorende gedrag naar je persoon erken je dat jouw acties en gedrag het verschil kunnen maken. Als je hiermee aan de slag gaat, praat je niet langer over de verandering van in-koop als iets waar je naar kijkt zonder er zelf on-derdeel van te zijn. Je bent dan volgens manage-mentdenker Arend Ardon in staat om ‘een foto te maken waar je zelf ook op staat’. £
De literatuurlijst is op te vragen bij de auteurs.
Flexibiliteit en verkennen
Externe focus en differentiatie
Stabiliteit en controle
Familiecultuurmanagement van teams, persoonlijke relaties en
de ontwikkeling van anderen
marktcultuurmanagement van
concurrentiekracht, opkomende werknemers
en customer service
controlecultuurmanagementprocedures,
controlling systems en coördinatie
innovatiecultuurmanagement van
innovatie, de toekomst en voortdurende
verbeteringen
Interne focus en integratie
FIGuuR 2 OrGaNISatIE CULtUUrKWaDraNtEN
bron
: cam
eron
&Qui
nn, 1
999
maart 201430
KADER 2 wat is de cUltUUr binnen Uw orGanisatie?
Dominante kenmerkena. de organisatie heeft een persoonlijk karakter. Ze
heeft veel weg van een familie. de mensen lijken
veel met elkaar gemeen te hebben.
b. de organisatie is dynamisch en er heerst een echte
ondernemingsgeest. de mensen zijn bereid hun
nek uit te steken en risico’s te nemen.
c. de organisatie is sterk resultaatgericht. Het werk
afkrijgen is de grootste zorg. de mensen zijn erg
competitief en gericht op het boeken van resultaat
d. de organisatie is strak geleid en gestructureerd.
formele procedures bepalen wat de mensen doen.
Leiding van de organisatiea. de leiding van de organisatie gedraagt zich in het
algemeen als mentor, faciliteert en stimuleert.
b. de leiding van de organisatie spreidt in het
algemeen ondernemingslust ten toon, evenals
vernieuwingsgezindheid en risicobereidheid.
c. de leiding van de organisatie geeft blijk van een
no-nonsense-instelling, agressiviteit en resultaatge-
richtheid.
d. de leiding van de organisatie geeft blijk van
coördinerend en organiserend gedrag en maakt
de indruk van een soepel draaiende, efficiënte
machinerie.
Personeelsmanagementa. de managementstijl van de organisatie wordt
gekenmerkt door teamwerk, consensus en
participatie.
b. de managementstijl van de organisatie wordt
gekenmerkt door persoonlijke risicobereidheid,
vernieuwing, vrijheid en uniciteit.
c. de managementstijl van de organisatie wordt
gekenmerkt door nietsontziende competitie, hoge
eisen en prestatiegerichtheid.
d. de managementstijl van de organisatie wordt
gekenmerkt door zekerheid over de baan, de
voorschriften, voorspelbaarheid en stabiele
verhoudingen.
Bindmiddel van de organisatiea. Het bindmiddel is loyaliteit en onderling
vertrouwen. betrokkenheid bij de organisatie staat
hoog in het vaandel.
b. Het bindmiddel is betrokkenheid, innovatie en
ontwikkeling. de nadruk ligt op het streven in de
bedrijfstak voorop te lopen.
c. Het bindmiddel is de nadruk op prestaties en
het bereiken van doelstellingen. agressiviteit en
winnen zijn gangbare thema’s.
d. Het bindmiddel is formele regels en beleidsstukken.
instandhouding van een soepel draaiende
organisatie is belangrijk.
Strategische accentena. de organisatie legt de nadruk op menselijke
ontwikkeling. een grote mate van vertrouwen,
openheid en participatie zijn niet weg te denken.
b. de organisatie legt de nadruk op het aanboren
van nieuwe bronnen en het creëren van nieuwe
uitdagingen. Uitproberen van nieuwe dingen en
zoeken naar kansen wordt gewaardeerd.
c. de organisatie legt de nadruk op wedijverend
gedrag en prestaties. Het bereiken van ambitieuze
doelstellingen en overwinningen in de markt
spelen de hoofdrol.
d. de organisatie legt de nadruk op behoud van het
bestaande en stabiliteit. efficiëntie, beheersbaar-
heid en een soepele uitvoering spelen de hoofdrol.
Succescriteriaa. de organisatie definieert succes op grond van de
ontwikkeling van human resources, teamwerk, de
betrokkenheid van het personeel en de zorg voor
de mensen.
b. de organisatie definieert succes als kunnen
beschikken over zo uniek mogelijke of de
nieuwste processen. Ze kan worden beschouwd
als innovatief en als toonaangevend wat haar
producten betreft.
c. de organisatie definieert succes als winnen in de
markt en de concurrentie de loef afsteken. concur-
rerend marktleiderschap staat centraal.
d. de organisatie definieert succes binnen het kader
van efficiëntie. betrouwbare levering, soepel
verlopende schema’s en goedkope productie zijn
cruciaal.
bron
: Hei
jnen
, Van
dor
emal
en, b
ontin
g, 2
014
Praat niet langer over verandering van inkoop als iets waar je naar kijkt zonder er zelf onderdeel van te zijn
maart 2014 31