Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale...

81
Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie Iris Laureyssens Verhandeling ingediend tot het verkrijgen van de graad van Master in de Biomedische Wetenschappen Promotor: Prof. dr. ir. Björn Menten Begeleider: Sarah Vergult Vakgroep Pediatrie en Genetica Academiejaar 2011-2012

Transcript of Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale...

Page 1: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

Ontrafeling van de rol van

MYT1L in mentale retardatie

Iris Laureyssens

Verhandeling ingediend tot

het verkrijgen van de graad van

Master in de Biomedische Wetenschappen

Promotor: Prof. dr. ir. Björn Menten

Begeleider: Sarah Vergult

Vakgroep Pediatrie en Genetica

Academiejaar 2011-2012

Page 2: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie
Page 3: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

Ontrafeling van de rol van

MYT1L in mentale retardatie

Iris Laureyssens

Verhandeling ingediend tot

het verkrijgen van de graad van

Master in de Biomedische Wetenschappen

Promotor: Prof. dr. ir. Björn Menten

Begeleider: Sarah Vergult

Vakgroep Pediatrie en Genetica

Academiejaar 2011-2012

Page 4: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

“De auteur en de promotor geven de toelating deze masterproef voor consultatie beschikbaar

te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder

de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting

uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze masterproef.”

Gent, 21 mei 2012

Iris Laureyssens Prof. dr. ir. Björn Menten

Page 5: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

Voorwoord

Ik wens aan de hand van dit voorwoord een aantal mensen te bedanken die er mede voor

gezorgd hebben dat ik deze masterproef tot een goed einde heb kunnen brengen.

Allereerst zou ik graag mijn promotor Björn Menten, mijn begeleidster Sarah Vergult en Nina

De Rocker willen bedanken voor hun uitstekende begeleiding tijdens het tot stand komen van

deze thesis. Björn, bedankt voor de steun en de motivatie om toch verder te zoeken naar een

mutatie en om af en toe, ondanks je drukke agenda, wat tijd vrij te maken voor mij. Sarah,

bedankt om mij toch, ondanks het feit dat je zelf een doctoraat moest schrijven en zowel Silke

als mij onder je hoede had, steeds met raad en daad bij te staan, om er geen probleem van te

maken als ik nog maar eens je bureau binnenkwam of een mailtje stuurde om iets te vragen,

voor de motivatie toen de LightScanner plotseling verdwenen was en voor de snelle

verbeteringen. En Nina, bedankt om jouw resultaten te delen met mij, mij te laten meevolgen

en om mij al het nodige bij te brengen over de weefselkweek.

Verder zou ik graag de laboranten van MRB2 willen bedanken en dan vooral Elke, Lies en

Shalina. Bedankt Elke om mij alle tips en tricks te leren over het PCRen, het HRMen en de

manuele sequenering en Lies en Shalina, om mij altijd zo snel mogelijk en met een glimlach

te helpen als ik weer iemand nodig had om mee te volgen met de robot of als ik een

patiëntenstaal nodig had.

Natuurlijk zou ik ook graag mijn vriendinnen van de Biomedische en mijn

medethesisstudenten willen bedanken voor de toffe momenten in het studentenlokaaltje en

voor het aanhoren van mijn geklaag als ik alweer eens geen mutatie had gevonden.

Tenslotte mag mijn familie hier zeker niet ontbreken. Merci mama en papa voor de jarenlange

steun die jullie mij gegeven hebben tijdens het studeren en om steeds te blijven geloven in

mij. Bedankt ook zusje voor de vele examenperiodes dat we samen beleefd hebben en om die

periodes in de mate van het mogelijke net ietsje toffer te maken. En tot slot wil ik graag

Frederik bedanken voor de steun de laatste jaren, om mij steeds bij te staan met goede raad en

mij terug op te beuren met je onnozele grapjes toen ik het eventjes weer niet meer zag zitten.

Iris

Mei 2012

Page 6: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

Afkortingen

°C graden Celsius

AAIDD American Association on Intellectual and Developmental Disabilities

arrayCGH array-comparative genomic hybridization

AZ aminozuur

bp basenparen

cDNA complement DNA

CMGG Centrum voor Medische Genetica van het UZ Gent

Cq quantification cycle

CZS centraal zenuwstelsel

ddNTPs dideoxyribonucleotidetrifosfaten

DMSO dimethylsulfoxide

DNA desoxyribonucleïnezuur

dNTPs deoxyribonucleotidetrifosfaten

dsDNA dubbelstrengig DNA

ESE Exonic Splicing Enhancer

g g-kracht (zwaartekracht)

HRM High-Resolution Melting

iN cellen geïnduceerde neuronale cellen

IQ Intelligentie quotiënt

miRNA micro-ribonucleïnezuur

mRNA messenger RNA

MYT1L myelin transcription factor-1 like

PCR Polymerase Chain Reaction

Polyphen-2 Polymorphism Phenotyping v2

qPCR quantitative (kwantitatieve) PCR

RNA ribonucleïnezuur

rpm revolutions per minute (omwentelingen per minuut)

SD Standard deviation (standaardafwijking)

ssDNA enkelstrengig DNA

SIFT Sorting Intolerant From Tolerant

siRNA small interfering RNA

SNP Single Nucleotide Polymorphism

Tm Smelttemperatuur

UTR Untranslated Region

Page 7: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

Inhoudsopgave

Samenvatting .............................................................................................................................. 1

1 Inleiding ............................................................................................................................. 2

1.1 Mentale Retardatie ..................................................................................................... 2

1.1.1 Definitie .................................................................................................................. 2

1.1.2 Classificatie ............................................................................................................ 3

1.1.3 Oorzaken ................................................................................................................ 4

1.1.3.1 Omgevingsfactoren ........................................................................................ 4

1.1.3.2 Genetische oorzaken....................................................................................... 5

1.1.3.2.1 Chromosomale afwijkingen ...................................................................... 5

1.1.3.2.1.1 Numerieke afwijkingen ..................................................................... 5

1.1.3.2.1.2 Structurele afwijkingen ...................................................................... 6

1.1.3.2.2 Monogenische afwijkingen ....................................................................... 6

1.1.3.3 Multifactoriële aandoeningen ......................................................................... 7

1.2 MYT1L ........................................................................................................................ 7

1.2.1 Eiwitfunctie .......................................................................................................... 10

1.2.2 MYT1 ................................................................................................................... 11

1.2.3 MYT1L en neurologische aandoeningen ............................................................. 12

1.3 Doelstelling van deze masterproef ........................................................................... 14

2 Materiaal en methoden ..................................................................................................... 15

2.1 Patiëntenmateriaal .................................................................................................... 15

2.2 Polymerase Chain Reaction (PCR) .......................................................................... 15

2.2.1 Principe ................................................................................................................. 15

2.2.2 Protocol ................................................................................................................ 16

2.2.2.1 TECAN freedom EVO robot ........................................................................ 17

2.2.3 LabChip GX ......................................................................................................... 18

2.3 High-Resolution Melting curve analysis .................................................................. 18

2.3.1 Principe ................................................................................................................. 19

2.3.2 Protocol ................................................................................................................ 21

2.3.2.1 Analyse mbv LightScanner software ........................................................... 21

2.4 Manuele sequenering ................................................................................................ 22

2.4.1 Principe Sanger sequencing.................................................................................. 22

Page 8: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

2.4.2 Protocol ................................................................................................................ 23

2.4.3 Analyse resultaten met Seqscape en Alamut ........................................................ 25

2.4.3.1 Sequentie-analyse met Seqscape .................................................................. 25

2.4.3.2 Mutatie-analyse met Alamut ........................................................................ 25

2.4.3.2.1 Mutatie in een intronisch regio ............................................................... 25

2.4.3.2.2 Mutatie in een coderende regio............................................................... 25

2.5 Functionele studie .................................................................................................... 26

2.5.1 Transfectie ............................................................................................................ 26

2.5.1.1 Protocol ........................................................................................................ 27

2.5.2 Cellen oogsten ...................................................................................................... 28

2.5.3 RNA isolatie ......................................................................................................... 28

2.5.4 Complement DNA(cDNA) synthese .................................................................... 29

2.5.5 Kwantitatieve PCR (qPCR) .................................................................................. 30

2.5.5.1 Principe ......................................................................................................... 30

2.5.5.2 Protocol ........................................................................................................ 31

3 Resultaten ......................................................................................................................... 33

3.1 Mutatiescanning van MYT1L ................................................................................... 33

3.1.1 Optimalisatie HRM met probes ............................................................................ 33

3.1.2 Exonische mutaties ............................................................................................... 36

3.1.2.1 Missense mutaties ........................................................................................ 36

3.1.2.2 Synonieme mutaties ..................................................................................... 38

3.1.3 Intronische mutaties ............................................................................................. 39

3.1.4 SNPs ..................................................................................................................... 39

3.2 Functionele studie .................................................................................................... 41

3.2.1 Cellijnen selecteren .............................................................................................. 41

3.2.2 Transfectie van NGP met siRNA ......................................................................... 41

3.2.3 Transfectie van SH-SY 5Y met siRNA ................................................................ 42

3.2.4 Transfectie van SMS-KAN met siRNA ............................................................... 43

3.2.5 Transfectie van SMS-KCNR met siRNA ............................................................. 43

4 Discussie ........................................................................................................................... 45

4.1 Mutatiescanning van MYT1L ................................................................................... 45

4.1.1 Exonische mutaties ............................................................................................... 45

4.1.1.1 Missense mutaties ........................................................................................ 45

Page 9: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

4.1.1.1.1 c.1273G>A ............................................................................................. 47

4.1.1.2 Synonieme mutaties ..................................................................................... 48

4.1.2 Intronische mutaties ............................................................................................. 49

4.1.2.1 c.55+56G>A ................................................................................................. 49

4.1.3 Unclassified variants ............................................................................................ 50

4.2 Functionele studie .................................................................................................... 52

5 Algemene conclusie ......................................................................................................... 53

5.1 Besluit ....................................................................................................................... 53

5.2 Toekomstperspectieven ............................................................................................ 53

Referentielijst ........................................................................................................................... 54

Page 10: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

1

Samenvatting

Mentale retardatie is de meest voorkomende ontwikkelingsstoornis. Bij meer dan de helft van

de patiënten is de oorzaak nog niet gekend, maar wordt er vermoed dat een genetische factor

aan de basis ligt. De ontrafeling van de genetische oorzaken van mentale retardatie is van

cruciaal belang voor de patiënt en blijft één van de grootste uitdagingen van de moleculaire

genetica.

Recent werd in het Centrum voor Medische Genetica bij dertien patiënten met mentale

retardatie een disruptie in het myelin transcription factor-1 like (MYT1L) gen gedetecteerd.

Bij negen patiënten werd een gemeenschappelijke gedeleteerde regio geïdentificeerd en bij de

anderen een duplicatie. De expressie van MYT1L blijft beperkt tot de neuronen, met de

hoogste expressie tijdens de embryonale ontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat MYT1L een sterk

kandidaatgen is voor mentale retardatie.

Het eerste doel van deze masterproef bestond erin om loss-of-function mutaties in het MYT1L

gen te identificeren in een grote patiëntenpopulatie met idiopathische mentale retardatie. Met

behulp van High-Resolution Melting als pre-screening techniek en Sanger sequenering

werden de mutaties in een populatie van 1152 patiënten geïdentificeerd. Er werden in totaal 7

missense, 11 synonieme en 3 intronische varianten gedetecteerd. Deze konden in de groep

unclassified variants worden geclassificeerd, aangezien geen enkele variant een duidelijke

klinische betekenis had.

Het tweede luik van deze masterproef hield het achterhalen van de functie van het MYT1L

proteïne in de humane neuronale ontwikkeling in. Daarbij werd gebruik gemaakt van vier

neuroblastoma cellijnen: NGP, SH-SY 5Y, SMS-KAN en SMS-KCNR. In deze cellen werd

geprobeerd om het MYT1L gen neer te reguleren via transfectie van een short interfering

RNA. Dit bleek niet de geschikte methode te zijn, aangezien onvoldoende knock-down kon

worden geïnduceerd voor verder functioneel onderzoek.

Page 11: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

2

1 Inleiding

1.1 Mentale Retardatie

1.1.1 Definitie

Een definitie geven aan mentale retardatie is niet zo eenvoudig en blijft een uitdaging. Sinds

enkele jaren wordt er in het Engels zelfs niet meer gesproken van mental retardation, maar

van intellectual disability (=intellectuele onbekwaamheid of verstandelijke beperking). In

deze term kunnen we twee woorden onderscheiden: intelligentie en onbekwaamheid. Onder

intelligentie verstaat men het vermogen om zich aan te passen aan nieuwe situaties of

alledaagse problemen, de mogelijkheid om abstract te denken, kennis te kunnen opslaan, te

oordelen, begrijpen en redeneren. Intelligentie wordt zowel beïnvloed door genetische

factoren als omgevingsfactoren en wordt gemeten met behulp van IQ (intelligentie quotiënt)

testen [1]. De distributie van de IQ-score van een populatie wordt beschouwd als een normale

verdeling, waarbij het gemiddelde gelijkgesteld wordt aan 100 en de standaardafwijking (SD)

aan 15 eenheden. 68% van de bevolking wordt hierbij beschouwd als normaal, met een IQ-

score meer of minder dan 1 SD dan het gemiddelde. Als je score meer dan 2 SD lager is dan

het populatiegemiddelde (IQ< 70) wordt er gesproken van een verstandelijke beperking en dit

zou voorkomen bij 2,3% van de bevolking (Figuur 1).

Figuur 1: Verdeling van de IQ score over de populatie [2].

Page 12: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

3

Door de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD)

wordt een verstandelijke beperking gedefinieerd als volgt:

“Intellectual disability is characterized by significant limitations both in intellectual

functioning and adaptive behavior as expressed in conceptual, social, and practical skills,

which are apparent prior to the age of 18.” [3]

1.1.2 Classificatie

Er bestaan verscheidene methoden om een onderverdeling te maken in verschillende mentale

retardatie groepen. Er zijn twee methoden die een onderscheid maken op basis van de IQ-

score: ICD-10 en DSM-IV. De ICD-10 classificatie wordt het meest gebruikt en staat voor de

10de

versie van de International Classification of Diseases, opgesteld door de

Wereldgezondheidsorganisatie [4]. DSM-IV is de 4de

editie van de American Psychiatric

Association's Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders en gebruikt ook nog de

IQ-score als criteria. Er wordt momenteel echter gewerkt aan een 5de

versie en deze zou geen

rekening meer houden met de IQ-score, maar eerder met de hulpbehoevendheid van de

persoon [5]. Naast een onderverdeling volgens IQ wordt mentale retardatie door de AAIDD

opgedeeld in verschillende niveaus op basis van de intensiteit van vereiste hulp van de

mentaal geretardeerde persoon [6] (Tabel 1).

Tabel 1: Classificaties volgens ICD-10, DSM-IV en AAIDD.

Intensiteit van vereiste hulp

ICD-10 DSM-IV AAIDD

50-69 55-69 Wisselend

35-49 40-54 Beperkt

20-34 25-39 Extensief

< 20 < 24 Indringend

70 70 70 tot 75Grenswaarde (IQ)

Graad

IQ-score

Mild

Matig

Ernstig

Diep

Van alle personen gediagnosticeerd met mentale retardatie heeft ongeveer 85% een milde

vorm en 15% valt in de categorie matig, ernstig of diep [7].

Page 13: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

4

1.1.3 Oorzaken

Mentale retardatie kan veroorzaakt worden door omgevingsfactoren, genetische factoren of

een combinatie van beide (multifactorieel). Omgevingsfactoren zijn verantwoordelijk voor

ongeveer 16% van alle gevallen, genetische afwijkingen voor 28% en voor de overige 56%

van de gevallen kon tot heden nog geen onderliggende oorzaak geïdentificeerd worden [8]

(Figuur 2).

Figuur 2: Oorzaken van mentale retardatie, onderzocht op een populatie van 10997 individuen [8].

1.1.3.1 Omgevingsfactoren

Bij de omgevingsfactoren kan er een onderscheid gemaakt worden tussen prenatale (voor de

geboorte, tijdens de zwangerschap), perinatale (rond het tijdstip van de geboorte) en

postnatale oorzaken (na de geboorte).

De meest voorkomende prenatale vorm van mentale retardatie is te wijten aan alcohol- en

drugsgebruik van de moeder. Dit kan in het slechtste geval leiden tot het foetaal

alcoholsyndroom. Blootstelling van de foetus aan bepaalde chemicaliën (bv.

loodvergiftiging), bestraling en infecties zoals CMV of Toxoplasmose kunnen ook aanleiding

geven tot het ontwikkelen van een mentale beperking. Daarnaast kan malnutritie van de foetus

ook een risicofactor zijn [9].

Unknown

54%

Other environmental

insults 1%

Chromosome

10%

Single Gene

8%

Multifactorial

2%

Culturofamilial

6%

Syndromes

presumed to be genetic

1%

Other genetic

syndromes 1%

Injury

5%

Infection

5%

Chemical

2%

Prematurity

5%

Causes of mental retardation identified among cohort of 10,997

individuals

Page 14: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

5

Perinataal kunnen complicaties tijdens de geboorte, zoals een tijdelijk zuurstoftekort of een

cerebrale bloeding, aanleiding geven tot onomkeerbare hersenschade. Bepaalde factoren zoals

prematuriteit en een laag geboortegewicht kunnen vaak op latere leeftijd ernstige problemen

zoals een mentale achterstand veroorzaken [9, 10].

Tenslotte kunnen we de postnatale oorzaken onderscheiden. Kinderziektes zoals kinkhoest,

waterpokken en mazelen kunnen aanleiding geven tot meningitis en encefalitis, die beiden de

hersenen ernstig kunnen beschadigen. Deze ziektes komen nog voornamelijk voor in

ontwikkelingslanden en minder bij ons, aangezien kinderen hiertegen kunnen gevaccineerd

worden. Ook lood, kwik en andere gifstoffen kunnen onherstelbare schade aan de hersenen en

het zenuwstelsel berokkenen. Daarnaast kan een trauma aan het hoofd ten gevolge van bv. een

ongeval aanleiding geven tot een verstandelijke beperking [10].

1.1.3.2 Genetische oorzaken

Zoals voorheen vermeld wordt bij 28% van de patiënten de mentale retardatie veroorzaakt

door genetische afwijkingen. Er wordt vermoed dat dit percentage eigenlijk veel hoger ligt en

dat bij zeker de helft van de idiopathische mentale retardaties een genetische factor aan de

basis ligt. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen chromosomale en monogenische

afwijkingen. Chromosomale afwijkingen kunnen nog verder worden onderverdeeld in

numerieke en structurele afwijkingen.

1.1.3.2.1 Chromosomale afwijkingen

1.1.3.2.1.1 Numerieke afwijkingen

Bij een numerieke chromosomale afwijking is een abnormaal aantal chromosomen aanwezig

in de cel. Bij het ontbreken van een chromosoom uit een chromosomenpaar spreekt men van

monosomie en wanneer een extra kopij van een chromosoom aanwezig is spreekt men van

trisomie. In de meeste gevallen is aneuploïdie reeds vroeg in de embryonale ontwikkeling

lethaal. Enkel voor de autosomale trisomieën 13 (syndroom van Patau), 18 (syndroom van

Edwards) en 21 (syndroom van Down) zijn er levend geborenen gerapporteerd [9]. De eerste

twee zijn zeer zeldzaam en geven aanleiding tot ernstige mentale retardatie. Deze kinderen

sterven vaak binnen de eerste dagen na hun geboorte ten gevolge van ernstige malformaties

Page 15: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

6

[11]. In tegenstelling tot kinderen met het syndroom van Patau en syndroom van Edwards

kunnen patiënten met het syndroom van Down dankzij de huidige medische zorgen wel 50 tot

60 jaar oud worden. Het is eveneens de meest frequente oorzaak van mentale retardatie met

een incidentie van 1 op 800 geborenen, waarbij het risico stijgt met de leeftijd van de moeder

bij conceptie. Naast een mentale beperking kunnen deze kinderen ook congenitale

hartafwijkingen hebben (in 50% van de gevallen), hebben ze een typisch dysmorf gelaat,

overtollige nekplooien, dwarsplooien in de handpalmen, afwijkingen van het

maag/darmstelsel en hebben ze een verhoogde kans op het krijgen van leukemie en een

vroegtijdige Alzheimer dementie [12].

1.1.3.2.1.2 Structurele afwijkingen

Bij een structurele afwijking is de structuur van één of meerdere chromosomen veranderd. Zo

kunnen er deleties, duplicaties, inserties, inversies en translocaties optreden in elk deel van elk

chromosoom. Translocaties kunnen optreden zonder dat er klinische gevolgen zijn, zolang dat

deze gebalanceerd zijn, dus zonder verlies of winst van genetisch materiaal en zonder een

interruptie van een belangrijk gen. Zo’n gebalanceerde translocatie kan echter ongebalanceerd

worden doorgegeven aan nakomelingen, met aandoeningen met mentale retardatie tot gevolg.

Deleties en duplicaties kunnen aanleiding geven tot diverse fenotypes, afhankelijk van hun

grootte en de plaats van voorkomen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen

interstitiële en subtelomerische (terminale) deleties. Een voorbeeld waarbij een interstitiële

deletie aan de oorzaak ligt van de aandoening is het velocardiofaciaal syndroom, met een

microdeletie ter hoogte van chromosoomband 22q11.2. Bij het Cri-du-chat syndroom treedt

dan weer een terminale deletie van de korte arm van chromosoom 5 op. Deze twee syndromen

worden gekarakteriseerd door mentale retardatie in combinatie met multipele andere

aangeboren afwijkingen [9, 13, 14].

1.1.3.2.2 Monogenische afwijkingen

Monogenische aandoeningen worden veroorzaakt door een mutatie in één enkel gen. Deze

mutaties kunnen de functie van dat gen verstoren en kunnen zo aanleiding geven tot mentale

retardatie. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende aandoeningen in

deze groep op basis van de manier van overerving: autosomaal dominant/recessief en X-

Page 16: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

7

gebonden dominant/recessief [9]. De man-vrouw ratio van aangetaste personen is 3:1. Dit is

waarschijnlijk te wijten aan het feit dat een man maar één X-chromosoom heeft en dat men

vermoed dat er meer genen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de hersenen gelegen

zijn op het X-chromosoom. De bekendste en meest voorkomende monogenische aandoening

die aanleiding geeft tot mentale retardatie is het fragiele X-syndroom, waarbij een mutatie

optreedt in het FMR1 gen, gelegen op het X-chromosoom. Het is, na het syndroom van

Down, de tweede belangrijkste oorzaak van mentale retardatie [13].

1.1.3.3 Multifactoriële aandoeningen

Genetische aandoeningen kunnen ook multifactorieel of complex zijn. Dit betekent dat ze het

gevolg zijn van het effect van meerdere genen in combinatie met omgevingsfactoren. Ze

vertonen eerder complexe overervingspatronen en niet de Mendeliaanse overervingspatronen

zoals monogenische aandoeningen. Dit, in combinatie met invloeden vanuit de omgeving,

zorgt ervoor dat het moeilijk is om de genen te identificeren die bij deze complexe

aandoeningen betrokken zijn [15]. Er is nu meer en meer evidentie dat een deel van de

idiopathische mentale retardatie kan verklaard worden als het gevolg van multifactoriële

factoren.

1.2 MYT1L

Zoals eerder vermeld kan met de huidige technieken bij ongeveer 56% van de patiënten met

mentale retardatie nog geen onderliggende oorzaak geïdentificeerd worden.

Het Centrum voor Medische Genetica (CMGG) heeft door de jaren heen veel vooruitgang

geboekt betreffende de ontdekking van nieuwe microdeletie syndromen en de karakterisering

van chromosomale afwijkingen in patiënten met mentale retardatie en congenitale

afwijkingen. Recent werd in het centrum met behulp van array-comparative genomic

hybridization (arrayCGH) één patiënt met mentale retardatie en een deletie ter hoogte van het

distale deel van de korte arm van chromosoom 2 (2p25.3) gedetecteerd. Met internationale

samenwerking zijn er nog acht andere patiënten gevonden met mentale retardatie en een

deletie in diezelfde regio en vier patiënten met een duplicatie. Vervolgens werd er gekeken

naar de kleinste regio van overlap bij al deze patiënten en dat interval bevat slechts één gen:

het myelin transcription factor-1 like gen (MYT1L). In de DECIPHER databank (databank dat

Page 17: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

8

informatie opslaat verkregen na de uitvoering van een arrayCGH en hij linkt deze informatie

met het fenotype van de patiënt) werd dit ook nog eens nagegaan en daar werden nog twee

andere patiënten teruggevonden. De ene patiënt had een deletie en de andere patiënt een

duplicatie in het MYT1L gen. Deze beide patiënten hadden ook een mentale achterstand

(Figuur 3).

Figuur 3: Voorstelling patiënten met een MYT1L disruptie. Bovenaan wordt de lengte aangegeven en

daaronder de chromosomenband. De rode lijn geeft de deleties aan en de blauwe lijn de duplicaties die bij de 13

patiënten werden geïdentificeerd. De grijze verticale band wijst op het MYT1L gen. In DECIPHER werden nog 2

patiënten gevonden met een deletie of een duplicatie.

Het MYT1L gen is 542081 basenparen (bp) groot en telt 25 exonen. Exon 1 t.e.m. exon 5 en

het distale deel van exon 25 zijn untranslated regions (UTRs), terwijl de overige 19 exonen

en het proximale deel van exon 25 coderende regio’s zijn. MYT1L maakt deel uit van de

myelin transcription factor protein family, samen met nog twee andere leden: MYT1 en ST18.

Deze familie codeert voor neurale, zinkvinger-bevattende desoxyribonucleïnezuur (DNA)-

bindende proteïnen die hoog geconserveerd zijn [16]. Het MYT1L gen codeert voor een 1186

aminozuren lang proteïne dat een N-terminale zinkvinger, 2 tandem centrale zinkvingers en 3

C-terminale zinkvingers bevat [17].

Zinkvingers zijn domeinen die opvouwen wanneer ze gestabiliseerd worden door gebonden

zink ionen. Ze spelen een belangrijke rol in de celgroei, differentiatie en ontwikkeling.

Wanneer een aantal van deze zinkvingers aanwezig zijn, kan de transcriptiefactor een

specifieke DNA sequentie herkennen. Het is één van de meest voorkomende DNA

bindingsmotieven onder de eukaryotische transcriptiefactoren en ze worden geclassificeerd op

basis van hun aminozuursequentie, wat bestaat uit een combinatie van cysteïne en histidine

Page 18: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

9

residuen. Er zijn reeds meer dan tien verschillende structurele klassen gekend en de meest

voorkomende is de Cys2His2 klasse. De drie leden van de myelin transcription factor protein

family behoren tot de ongewone Cys2HisCys klasse, welke een Cys-X2-Cys-X4-His-X4-Cys

consensus sequentie hebben [17, 18] (Figuur 4).

Figuur 4: Schematische representatie van de geconserveerde functionele domeinen in de drie leden van de

human myelin transcription protein family [19].

Studies in ratten wijzen erop dat MYT1L tot expressie komt in de ontwikkelende hersenen

vanaf embryonale dag 15, met een piek in de expressie rond de partus. In volwassen hersenen

komt MYT1L ook tot expressie, maar er is toch een duidelijke daling te zien ten opzichte van

de embryonale hersenen. MYT1L expressie blijft in het centrale zenuwstelsel (CZS) beperkt

tot de neuronen [17] (Figuur 5).

Figuur 5: MYT1L expressie [20]. Onderaan zijn de verschillende weefsels weergegeven waarin de expressie

van MYT1L werd nagegaan. De groene balken stellen de mate van expressie voor.

Page 19: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

10

1.2.1 Eiwitfunctie

Aangezien het MYT1L proteïne enkel in de neuronen van het centrale zenuwstelsel tot

expressie komt en het een transcriptiefactor is, is dit eiwit mogelijks betrokken bij de

neuronale differentiatie. Zijn exacte functie en in welke pathway deze betrokken is of met

welke andere proteïnen deze interageert is nog niet opgehelderd. Romm et al. [21] hebben

gezocht naar de interactiepartners van bepaalde leden van de myelin transcription factor

protein family, om te kunnen begrijpen hoe deze familie de neuronale differentiatie reguleert.

Uit dit onderzoek bleek dat in zowel een yeast als in een mammalian two-hybrid system,

MYT1 en MYT1L interageren met Sin3B, een proteïne dat zorgt voor de recrutering en

binding van histon deacetylasen (HDAC). Deze HDACs zorgen voor een verwijdering van de

acetylgroepen van de histonen, waarna een condensatie van de DNA structuur plaatsvindt en

transcriptie verhinderd wordt. Zo kan de MYT1 gen familie de silencing van bepaalde genen

bevorderen tijdens de neuronale differentiatie.

Een andere onderzoeksgroep [22] heeft onderzoek gedaan naar de interactiepartners van

Lingo-1, een transmembranair proteïne dat deel uitmaakt van het Nogo receptor complex en

een rol speelt in het verhinderen van axon regeneratie na schade aan het centrale zenuwstelsel.

Daaruit bleek dat het C-terminale domein van Lingo-1 in staat is om te interageren met

MYT1L. Het is nog niet duidelijk wat het belang is van deze interactie, maar men merkte op

dat MYT1L proteïne levels in het cytoplasma verhoogden wanneer Lingo-1 levels ook

verhoogden tijdens regeneratie condities in het ruggenmerg. Een mogelijke hypothese is dat

in deze condities Lingo-1 de MYT1L transcriptiefactor activiteit reguleert door deze in het

cytoplasma te houden. Men concludeerde dat Lingo-1 een rol kan spelen in de neurale cel

specificatie en proliferatie door regulatie van MYT1L.

Recent werd door Vierbuchen et al. [23] beschreven dat de directe conversie van muis

embryonale en postnatale fibroblasten naar functionele neuronen in vitro mogelijk is door het

gebruik van drie transcriptiefactoren: Ascl1, Brn2 en MYT1L. Deze geïnduceerde neuronale

cellen (iN cellen) vertonen expressie van verschillende neuron-specifieke proteïnen,

genereren actiepotentialen en vormen functionele synapsen. Gebruik van enkel

transcriptiefactor Ascl1 was voldoende om immature neuronale eigenschappen te induceren,

maar bijkomende expressie van Brn2 en MYT1L genereerde mature iN cellen. De auteurs van

dit artikel veronderstelden dat hoge expressie levels van sterke neurale cel bepalende

transcriptiefactoren bepaalde kenmerken van het neuronale transcriptionele programma

Page 20: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

11

kunnen activeren. Dit wijst op een mogelijke centrale rol van MYT1L in de neuronale

ontwikkeling.

Daaropvolgend beschreven Pang et al. [24] de conversie van humane pluripotente stamcellen

en foetale en postnatale humane fibroblasten naar functionele neuronen aan de hand van

bepaalde transcriptiefactoren. Voor de inductie van functionele neuronen uit humane

pluripotente stamcellen zijn de drie boven vernoemde transcriptiefactoren voldoende. Voor de

conversie van foetale en postnatale humane fibroblasten is echter het gebruik van nog een

vierde transcriptiefactor NeuroD1 vereist. Deze geïnduceerde neuronale cellen waren

eveneens in staat om actiepotentialen te genereren en om synaptische contacten te ontvangen.

Zoals voorheen beschreven zijn neurogene transcriptiefactoren en evolutionair

geconserveerde signaalwegen bevorderlijk in de vorming van neuronen. Yoo et al. [25]

beschreven echter dat de expressie van micro-ribonucleïnezuur (miRNA) daarbij ook een rol

kunnen spelen. Er werd aangetoond dat de expressie van miRNA 9/9* en miRNA 124 in

humane fibroblasten hun conversie in neuronen induceerden. Dit proces werd gefaciliteerd

door NEUROD2. Verdere toevoeging van de neurogene transcriptiefactoren ASCL1 en

MYT1L verhoogde de snelheid van de conversie en de maturatie van de geconverteerde

neuronen.

Wanneer al deze data samen genomen wordt, kan er gesteld worden dat MYT1L belangrijk is

in de neuronale ontwikkeling en differentiatie, wat het een sterke kandidaat maakt voor

mentale retardatie.

1.2.2 MYT1

Het MYT1 gen behoort net als het MYT1L gen tot de myelin transcription factor protein

family, waarbij MYT1L sterk homoloog is aan MYT1. Het is gelegen op chromosoom 20 ter

hoogte van chromosoomband 20q13.33. Het MYT1 gen codeert voor een transcriptiefactor dat

bindt op de promoter regio van proteolipide proteïnen van het centrale zenuwstelsel. Het komt

tot expressie in neurale progenitor cellen en oligodendrocyt progenitor cellen in tegenstelling

tot MYT1L dat enkel tot expressie komt in de differentiërende neuronen [17]. Experimenten

tonen aan dat MYT1 een belangrijke rol speelt in de proliferatie en differentiatie van

oligodendrocyten door het reguleren van de expressie en transcriptie van myeline-specifieke

genen [26].

Page 21: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

12

Er is evidentie dat de MYT1 functie kan gecompenseerd worden door de MYT1L activiteit

[27]. MYT1 wordt namelijk geëxpresseerd in de embryonale pancreas en speelt een rol bij de

endocriene differentiatie. Bij het maken van een pancreas-specifieke MYT1 knock-out muis,

bleek dat de expressie van de MYT1 paralogen MYT1Ll en MYT3 (ST18), die normaal gezien

niet in de pancreas geëxpresseerd worden, geïnduceerd werd. Zo stelde men de hypothese dat

de gevolgen van een MYT1 inactivatie in de ontwikkelde pancreas kon gemaskeerd worden

door de activatie van zijn paralogen.

Recent werd een geval gerapporteerd waarbij een de novo subtelomerische deletie van

chromosoom 20q aanleiding gaf tot de volledige deletie van het MYT1 en het PCMTD2 gen

[28]. Deze deletie werd gevonden bij een individu met ernstige mentale retardatie en milde

dysmorfe faciale kenmerken. De twee gedeleteerde genen komen tot expressie in het CZS,

maar gezien de bevindingen wordt er gesuggereerd dat de ontbrekende transcriptionele

controle van genen door MYT1 verantwoordelijk kan zijn voor de ernstige neurologische

stoornissen in de patiënt.

Aangezien er dus al een deletie van MYT1 gedetecteerd is in een individu met mentale

retardatie, MYT1L homoloog is aan MYT1 en dus een verlies van de MYT1 functie

gecompenseerd kan worden door de MYT1L activiteit, kan het MYT1L gen dus belangrijk

zijn bij het ontstaan van mentale retardatie.

1.2.3 MYT1L en neurologische aandoeningen

Er zijn reeds afwijkingen in het MYT1L gen beschreven. Zo werd een duplicatie gevonden ter

hoogte van chromosoom 2p25.3 in een patiënt met schizofrenie [29]. Deze duplicatie omvat

vier genen, maar het breekpunt van deze duplicatie verbreekt het terminale gedeelte van het

MYT1L gen. Zo kan deze de functie van MYT1L verstoren door verbreking van het gen of via

dosage effecten.

Er is ook al een Single Nucleotide Polymorphism (SNP), een variatie in het DNA tussen

individuen van slechts één nucleotide, beschreven in het MYT1L gen geassocieerd met een

ernstige depressie [16]. In deze studie werden 8 SNPs als merkers gebruikt om de rol van

MYT1L na te gaan in patiënten met een ernstige depressie in de Chinese Han populatie.

Daaruit bleek dat één bepaalde merker (rs3748989), gelokaliseerd in exon 9, sterk

geassocieerd was met de depressie. Alhoewel het een synonieme SNP is, kan een ander allel

Page 22: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

13

de efficiëntie van transcriptie, de structurele stabiliteit van het transcript en de splicing

signalen beïnvloeden, wat resulteert in verschillen in expressie. Deze resultaten geven aan dat

MYT1L een potentieel risico gen kan zijn voor ernstige depressie, wat ook een neurologische

aandoening is.

Aangezien er reeds een duplicatie gevonden werd in het MYT1L gen bij een patiënt met

schizofrenie en er een SNP beschreven is in het MYT1L gen geassocieerd met depressie,

gingen Li et al. [30] na of er een associatie is tussen bepaalde SNPs in het MYT1L gen en

schizofrenie in de Chinese Han populatie. Daarbij heeft men ontdekt dat er een associatie is

tussen SNP rs17039584 en rs10190125 en patiënten met schizofrenie. Zo kon men besluiten

dat specifieke allelen van MYT1L een verhoogd risico op schizofrenie kunnen geven.

Tenslotte werd er recent gesuggereerd dat MYT1L een kandidaatgen kan zijn voor mentale

retardatie, wat onze veronderstelling ook staaft. Dit kwam doordat er deleties gedetecteerd

waren ter hoogte van chromosoomband 2p25.3 in acht patiënten met een mentale achterstand.

In de kleinste regio van overlap lag slechts één eiwit-coderend gen, namelijk het MYT1L gen.

Er wordt verondersteld dat MYT1L haploinsufficiëntie aan de basis ligt van de mentale

retardatie [19].

Wanneer we al deze data samennemen, dus het feit dat MYT1L bijna uitsluitend tot expressie

komt in het zich ontwikkelende brein en bijdraagt tot de proliferatie en differentiatie van

neuronen, er een homologie is met het MYT1 gen waarbij ook reeds een deletie werd terug

gevonden in een patiënt met mentale retardatie, er reeds variaties in het gen ontdekt zijn bij

andere neurologische aandoeningen en tenslotte dat er reeds deleties ontdekt zijn bij patiënten

met een mentale achterstand, kunnen we veronderstellen dat MYT1L een kandidaatgen kan

zijn voor mentale retardatie.

Page 23: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

14

1.3 Doelstelling van deze masterproef

Mentale retardatie komt voor bij ongeveer 3% van de populatie. Er zijn reeds afwijkingen in

vele genen gekend die aan de oorzaak liggen van de intellectuele achterstand van de patiënten,

maar bij 56% van de patiënten kon tot heden nog geen onderliggende oorzaak vastgesteld

worden [8]. Het achterhalen van de precieze oorzaak van de mentale achterstand is van

cruciaal belang voor de medische begeleiding van de patiënt of om het herhalingsrisico bij

een verdere kinderwens in te schatten.

Recent werd in het CMGG een nieuw microdeletie syndroom geïdentificeerd op de korte arm

van chromosoom 2 in negen patiënten met mentale retardatie De kleinste regio van overlap

tussen deze patiënten bevat slechts één gen: het myelin transcription factor-1 like gen

(MYT1L). Dit gen komt bijna uitsluitend tot expressie in het zich ontwikkelende brein, wat het

een sterk kandidaatgen maakt voor mentale retardatie.

Het doel van deze masterproef is om te achterhalen of het MYT1L gen een rol speelt in de

ontwikkeling van mentale retardatie. Daarvoor zal deze masterproef onderverdeeld worden in

twee luiken.

Doelstelling 1: Identificatie van loss-of-function mutaties in het MYT1L gen in een grote

patiëntenpopulatie met mentale retardatie. Er zal hiervoor een mutatieonderzoek uitgevoerd

worden met behulp van polymerasekettingreactie (PCR), High-Resolution Melting Curve

Analysis (HRM) en Sanger sequenering op 1152 patiënten met mentale retardatie. Bij deze

patiënten werden met behulp van verscheidene diagnostische testen tot nu toe nog geen

mutaties gevonden.

Doelstelling 2: Ontrafeling van de functie van MYT1L in de humane neuronale ontwikkeling.

Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van verschillende neuroblastoma cellijnen. In deze

cellen zal getracht worden het MYT1L gen neer te reguleren door middel van transfectie of

transductie van een short interfering ribonucleïnezuur (siRNA) en een short hairpin RNA

(shRNA), gevolgd door een functionele karakterisatie van de cellen.

Page 24: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

15

2 Materiaal en methoden

2.1 Patiëntenmateriaal

Bij het mutatie-onderzoek werd gebruik gemaakt van genomisch DNA geëxtraheerd uit bloed

afkomstig van 1152 patiënten met milde of matige mentale retardatie en waarbij met

verscheidene diagnostische testen nog geen causaal defect teruggevonden werd. Van deze

patiënten zijn 960 van Belgische afkomst en 192 patiëntenstalen zijn verkregen via een

collaboratie en zijn afkomstig uit Brazilië.

2.2 Polymerase Chain Reaction (PCR)

2.2.1 Principe

De Polymerase Chain Reaction of polymerase kettingreactie is een techniek die toelaat om

een specifieke DNA sequentie te selecteren en deze exponentieel te amplificeren. Er wordt

daarbij gebruik gemaakt van twee oligonucleotide primers, die complementair zijn aan het 3’-

uiteinde van het te amplificeren dubbelstrengig DNA (dsDNA) fragment. Verder worden

deoxyribonucleotidetrifosfaten (dNTPs) toegevoegd. Dit zijn vrije nucleotiden die

complementair aan de doelwitstreng met behulp van een thermostabiel DNA polymerase

worden aangebouwd aan de primers. Er zijn drie grote stappen in een conventionele PCR-

reactie, waarbij de temperatuur een cruciale rol speelt (Figuur 6) [31]:

1. Denaturatie: het template DNA wordt enkelstrengig gemaakt door blootstelling aan

een temperatuur tussen 92°C en 98°C. Bij deze temperatuur worden de

waterstofbruggen tussen de twee strengen verbroken.

2. Aanhechting van de primers aan het enkelstrengig DNA (ssDNA). Bij deze stap wordt

de temperatuur verlaagd tot 50 à 60°C, waardoor de primers zullen hybridiseren met

hun complementaire sequentie.

3. Elongatie: het DNA polymerase zal, vertrekkende van de uiteinden van de twee

gebonden primers, dNTPs aanbouwen bij een temperatuur van 72°C. Zo wordt een

nieuwe complementaire DNA streng gevormd.

Page 25: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

16

Figuur 6: Principe van de PCR-reactie [31].

De nieuw gesynthetiseerde streng zal in de volgende cyclus vervolgens dienen als template

om bijkomende DNA strengen te genereren. Op deze manier treedt een kettingreactie in gang,

waarbij miljoenen identieke DNA fragmenten worden gecreëerd. Deze cyclus wordt meestal

25 à 30 keer herhaald.

2.2.2 Protocol

1. Alle reagentia worden gestockeerd bij -20°C, de LC Green kleurstof (Idaho

Technology Inc.) bij 4°C. De kleurstof wordt afgeschermd van het zonlicht door

middel van aluminium folie.

2. Ontdooi, vortex en centrifugeer kort alle reagentia (Bijlage 2), behalve het enzym, dat

enkel wordt gecentrifugeerd. Het enzym blijft bij -20°C tot het moment van

toevoegen.

3. Neem een epje van geschikt volume om de mastermix in te maken. Voeg de producten

van grootste naar kleinste volume toe. De mastermix wordt vervolgens geïnverteerd en

gecentrifugeerd.

Page 26: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

17

4. Verdeel de mastermix uit in elk welletje van de 384- of 96-well plaat (Thermo-Fast

96, Non-Skirted (ThermoScientific) of 4titude (HRM)) door middel van de Distriman

(Gilson).

5. Voeg de patiëntenstalen handmatig toe (Multichannel, RAININ) of met de TECAN

freedom EVO robot (paragraaf 2.2.3.1).

6. Indien HRM-analyse: voeg 15μl minerale olie (Sigma-Aldrich) toe aan elk welletje.

Dit voorkomt verdamping van het reactievolume tijdens de analyse.

7. Sluit de plaat goed af met een Adhesive PCR film (ThermoScientific) en centrifugeer

gedurende 1,5 minuut aan 1500 omwentelingen per minuut (rpm).

8. Plaats de plaat in de PCR-Thermocycler (Bio-Rad) en start het gepaste programma

(Bijlage 5).

2.2.2.1 TECAN freedom EVO robot

De TECAN robot wordt gebruikt om de patiëntenstalen automatisch toe te voegen aan de

mastermix plaat. Er wordt gebruik gemaakt van twee protocols: van 4 x 96-well

patiëntenplaten naar 1 x 384-well mastermix plaat of van 4 x 96-well patiëntenplaten naar 4 x

96-well mastermix platen.

1. De tips (TECAN), patiëntenplaten en mastermixplaten worden geplaatst volgens

onderstaande opstelling (Figuur 7).

Groene tips

(50µl)

Groene tips

(50µl)

Groene tips

(50µl)

Groene tips

(50µl)

Patiënten-

plaat 1

(96-well)

Patiënten-

plaat 2

(96-well)

Patiënten-

plaat 3

(96-well)

Patiënten-

plaat 4

(96-well)

Mastermix-

plaat

(384-well)

Mastermix-

plaat 1

(96-well)

Mastermix-

plaat 2

(96-well)

Mastermix-

plaat 3

(96-well)

Mastermix-

plaat 4

(96-well)

of

Page 27: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

18

Figuur 7: Opstelling TECAN freedom EVO robot. Van 4 x 96-well patiëntenplaten naar 1 x 384-well

mastermix plaat of van 4 x 96-well patiëntenplaten naar 4 x 96-well mastermix platen.

2. Zet de robot aan en open de “EvoWare Standard” software:

3. Kies “Edit Existing script” “user defined” (Pieter Mestdagh)/ “default dir”

2010_11_10_free_4Q_low_volume/ 20120224_96_96_low_vol_free_dispense

4. Klik “Run”. Vermeld vervolgens het aantal 384/96 well platen en het volume.

5. Als het protocol afgelopen is: software afsluiten en robot uitzetten.

2.2.3 LabChip GX

Het PCR-product van sommige exonen (exon 15, exon 25 3’ UTR) kan niet geanalyseerd

worden met HRM, aangezien er steeds afwijkende curves gegenereerd worden. Deze stalen

worden dus direct gesequeneerd. Om er zeker van te zijn dat de PCR-reactie hierbij goed is

doorgegaan, worden de stalen geladen in de LabChip GX (Caliper LifeSciences). Dit toestel

maakt gebruik van het elektroforese principe om de amplicons te scheiden volgens hun

grootte. Daarvoor moet 3μl van het PCR-product overgepipetteerd worden in een 384-well

plaat samen met 17μl H2O, waarna de plaat in het toestel wordt geplaatst. De bandjes kunnen

vervolgens bekeken worden met de LabChip GX software [32].

2.3 High-Resolution Melting curve analysis

High-Resolution Melting (HRM) is een methode om op een snelle manier genetische mutaties

of variaties in bepaalde sequenties op te sporen. Het is een goedkope en eenvoudige techniek

met een hoge sensitiviteit en specificiteit. In deze masterproef wordt de techniek gebruikt als

pre-sequeneringsscreening voor het selecteren van de patiënten met een mogelijke mutatie in

een bepaald exon of intron van het MYT1L gen. Patiënten zonder defecten in het gen kunnen

op deze manier uitgesloten worden en dienen bijgevolg niet gesequeneerd te worden. Zo

kunnen kosten bespaard worden, aangezien een sequenering een stuk duurder is dan een

HRM-analyse [33].

Page 28: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

19

2.3.1 Principe

Een HRM smeltcurve analyse wordt voorafgegaan door een PCR-reactie waarbij een

fluorescente dye (LC Green) intercaleert tussen het dsDNA. Deze dye fluoresceert sterk

wanneer gebonden aan dsDNA en fluoresceert weinig in de afwezigheid van dsDNA [34]. Na

PCR-amplificatie worden de amplicons in de LightScanner (Idaho Technology Inc.)

blootgesteld aan stijgende temperaturen. In het begin is het DNA nog dubbelstrengig en is er

dus een hoge fluorescentie. Naarmate de temperatuur stijgt en de smelttemperatuur (Tm)

bereikt wordt, denatureert het DNA en worden enkelstrengen gevormd. Tijdens de uitsmelting

komt LC Green vrij en daalt bijgevolg de fluorescentie. Deze daling van fluorescentie in

functie van de temperatuur wordt weergegeven als de smeltcurve [33, 35] (Figuur 8).

Figuur 8: Smeltcurve HRM [36].

De vorm van de smeltcurve is afhankelijk van het GC-gehalte, de lengte, de sequentie en de

heterozygositeit. Als er een heterozygote mutatie aanwezig is in de sequentie, zullen er

heteroduplexen gevormd worden, met een verandering in vorm van de smeltcurve tot gevolg.

Een homozygote mutatie kan gedetecteerd worden door een verschuiving in de

smelttemperatuur. Door deze verschillende smeltcurves te vergelijken kunnen mutaties

gedetecteerd worden [37] (Figuur 9).

Page 29: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

20

Figuur 9: Afwijkende smeltcurves HRM. Groene curve: wild-type/wild-type, blauwe curve: homozygoot

mutant, rode curve: heterozygoot mutant. De groene en de blauwe curve hebben dezelfde vorm, maar de Tm van

de blauwe ligt hoger dan deze van de groene curve. De rode smeltcurve heeft een andere vorm dan de wild-type

curve [36].

In sommige exonen van het MYT1L gen is een veel voorkomende SNP aanwezig. Aangezien

de patiënten met een SNP ook een afwijkend smeltprofiel zouden vertonen, wordt er gebruik

gemaakt van een ongelabelde probe voor de HRM-analyse, zodat deze patiënten ook kunnen

uitgesloten worden. Voor de meest voorkomende SNPs werd een specifieke probe ontwikkeld

van 30-35 bp, gericht tegen het meest onstabiele nucleotide. Deze probes hybridiseren aan de

DNA sequentie tijdens de PCR-reactie, met vorming van een probe-amplicon duplex. Tijdens

de HRM-analyse zal de uitsmelting veel sneller gebeuren en kan een heterozygote en

homozygote SNP onderscheiden worden (Figuur 10). Bij het gebruik van een probe wordt één

van de twee primers (forward of reverse, afhankelijk van de probe) in overmaat toegevoegd,

zodat voldoende probe-amplicon duplexen gevormd worden voor detectie [37].

Figuur 10: Afgeleide curves probe-amplicon duplexen. Grijze curve: homozygoot wild-type, blauwe curve:

homozygote SNP, rode curve: heterozygoot voor SNP.

Page 30: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

21

2.3.2 Protocol

1. Als de PCR-reactie afgelopen is (paragraaf 2.2.2 en 2.2.3): centrifugeer de plaat

gedurende 10 minuten aan 3000 rpm.

2. Schakel de LightScanner aan en open de LightScanner software. Klik op “Run”.

3. Stel de begintemperatuur en eindtemperatuur in.

Zonder probe: begintemperatuur = 70°C; eindtemperatuur = 98°C

Met probe: begintemperatuur = 45°C; eindtemperatuur = 98°C

4. Klik op “Go to Hold Temp”.

5. Wanneer de hold temperature bereikt is: verwijder de seal en plaats de HRM-plaat in

het toestel.

6. Klik op “Start run” en geef de naam op waaronder de data moet worden opgeslagen.

7. Als de run beëindigd is: neem de plaat uit de LightScanner, sluit de software af en zet

het toestel uit.

2.3.2.1 Analyse mbv LightScanner software

Voor mutatieonderzoek: klik op “Scanning”; voor genotypering met ongelabelde probes: klik

op “Unlabeled probe”.

1. Aanmaken subsets: Klik op “New Subset”, benoem de subset en markeer de stalen die

in deze subset moeten voorkomen. Druk daarna op “Add marked to subset”.

2. Ga naar het tabblad “Negative filter” en duid de negatieven (mislukte PCR-reactie)

aan.

3. Ga naar het tabblad “Normalize” om de verkregen smeltcurves te normaliseren. Twee

paar balken worden net voor en net na de ombuigingen van de smeltcurve geplaatst.

Tussen deze balken moet een temperatuurverschil zitten van ongeveer 1°C.

4. Ga naar het tabblad “Grouping” om de smeltcurves te groeperen. Stel de sensitiviteit

als “High” in en klik op “Compute groups”.

Page 31: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

22

2.4 Manuele sequenering

2.4.1 Principe Sanger sequencing

De meest gebruikte sequeneringsmethode is de Sanger sequencing methode of de dideoxy

terminatie methode. Met behulp van deze methode bepaalt men de exacte basenvolgorde van

een specifieke DNA sequentie. Het idee achter deze methode is om dochterstrengen te

synthetiseren, die complementair zijn met het template DNA fragment, die gelabeld zijn aan

één uiteinde en verschillen in lengte.

Het synthetiseren van deze dochterstrengen gebeurt door het uitvoeren van een aantal cycli

van drie opeenvolgend stappen:

1. Denaturatie van de template DNA sequentie.

2. Annealing van een universele primer aan de DNA sequentie.

3. Extensie en terminatie van de dochterstreng. Deze laatste stap gebeurt na toevoegen

van een DNA polymerase, vier dNTPs en vier fluorescent gemerkte

dideoxyribonucleotidetrifosfaten (ddNTPs). Deze ddNTPs verschillen van de dNTPs

doordat ze een hydroxylgroep missen aan het 3’-uiteinde, waardoor een volgende

nucleotide niet meer kan binden. Het DNA polymerase zal de primer verlengen door

het aanbouwen van dNTPs, complementair met het template DNA. Aangezien de

ddNTPs in ondermaat worden toegevoegd ten opzichte van de dNTPs, worden ze

slechts sporadisch ingebouwd. Als een ddNTP wordt ingebouwd, zal de synthese van

de dochterstreng worden stopgezet. Doordat er competitie is tussen de dNTPs en de

ddNTPs ontstaan er DNA fragmenten van verschillende lengte.

De DNA fragmenten worden vervolgens gescheiden op basis van hun grootte door capillaire

elektroforese. Op het einde van het capillair is een laser aanwezig die gebruikt wordt om de

laatste fluorescerende base te exciteren. Deze lasersignalen worden tenslotte omgezet in de

exacte nucleotidesequentie [38, 39].

In deze masterproef wordt het protocol voor manuele sequenering gebruikt. Daarbij wordt de

sequeneringsreactie manueel uitgevoerd en dienen de stalen enkel nog op de capillaire

sequencer gelopen worden.

Page 32: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

23

2.4.2 Protocol

Opzuivering van het PCR-product

1. Bereid een Exo-AP mix voor het aantal stalen dat dient gesequeneerd te worden

(+10% extra). Plaats de producten op ijs en centrifugeer ze kort. Voor één staal:

0,05μl Exo (Exonuclease I, New England Biolabs)

0,20μl AP (Antarctic phosphatase, New England Biolabs)

0,75μl H2O

2. Om het PCR-product op te zuiveren wordt 1μl Exo-AP mix toegevoegd aan 5μl PCR-

product (in een nieuwe plaat: Thermo-Fast 96, Non-Skirted (ThermoScientific)).

3. Plaats de plaat in de PCR-Thermocycler (Bio-Rad) en voer de volgende clean up

reactie uit:

15 minuten op 37°C

20 minuten op 80°C

1 minuut op 4°C

4. Voeg 20μl H2O toe aan elk Exo-AP product.

Sequeneringsreactie

5. Bereid de sequeneringsreactie mix voor het aantal stalen dat dient gesequeneerd te

worden. Aangezien er telkens enkel forward gesequeneerd wordt, moet er slecht één

mix per staal gemaakt worden. Voor één staal:

2,0μl Sequencing buffer 5x (BigDye Terminator v3.1 Cycle Sequencing Kit of custom made)

2,0μl 1μM primer: M13 F B (universele primer, IDT) of forward primer van

bij PCR-reactie (als de sequenering niet werkte met de universele primer)

0,5μl RR (Ready Reaction mix van BigDye Terminator v3.1 Cycle Sequencing Kit (ABI))

Optioneel: 0,5μl DMSO (Dimethylsulfoxide, VWR)

H2O tot een totaalvolume van 9μl (4,5μl voor een standaard reactie of 4μl bij het gebruik van DMSO)

Page 33: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

24

6. Pipetteer 9μl van de sequeneringsreactie mix toe aan elk welletje van een nieuwe plaat

en voeg 1μl gezuiverd PCR-product toe.

7. Plaats de plaat in het PCR-toestel en voer de volgende sequeneringsreactie uit:

10 seconden op 92°C

5 seconden op 55°C 25 cycli

4 minuten op 60°C

Opzuivering van het sequeneringsproduct

8. Maak een 85% ethanoloplossing: 150μl nodig per staal (Ethanol absolute, VWR).

9. Resuspendeer de magnetische beads (CleanSeq magnetische beads, Agencourt).

10. Voeg 10μl beads toe aan elk sequeneringsproduct.

11. Voeg 45μl 85% ethanol toe en pipetteer 7 keer op en neer.

12. Plaats de plaat op de magnetische houder voor 3 minuten (Agencourt BioScience Inc).

13. Verwijder het supernatans.

14. Voeg 100μl 85% ethanol toe en plaats de plaat voor 1 minuut op de magnetische

houder.

15. Verwijder het supernatans.

16. Laat de plaat 10 minuten drogen op kamertemperatuur.

17. Voeg 40μl H20 toe, pipetteer 7 keer op en neer en wacht 3 minuten.

18. Plaats de plaat op de magnetische houder en wacht 1 minuut.

19. Transfereer 30μl opgezuiverd sequeneringsproduct (zonder beads) naar een nieuwe

plaat.

20. Geef de stalen in bij de GSU (sequeneringsfaciliteit) voor “just run”.

Page 34: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

25

2.4.3 Analyse resultaten met Seqscape en Alamut

2.4.3.1 Sequentie-analyse met Seqscape

Na sequenering worden de resultaten bekeken met de Seqscape v2.5 software van Applied

Biosystems.

2.4.3.2 Mutatie-analyse met Alamut

Als bij analyse met Seqscape een mutatie gevonden wordt, zal in de Alamut software

(Interactive Biosystems) nagegaan worden of dit een mogelijks effect heeft. Een mutatie in

een intronische regio kan een invloed hebben op het splicing mechanisme. Een mutatie in een

coderende regio kan ofwel een missense, nonsense of synonieme mutatie zijn of ook een

invloed hebben op splicing. Deze effecten kunnen nagegaan met verschillende

predictieprogramma’s die ingebouwd zijn in Alamut.

2.4.3.2.1 Mutatie in een intronisch regio

Een mutatie in een intronische regio kan aanleiding geven tot het verlies of het creëren van

een splice site. Dit mogelijk effect kan nagegaan worden met verschillende splicing predictie

programma’s die ingebouwd zijn in Alamut: SpliceSiteFinder-like, MaxEntScan, NNSPLICE

en Human Splicing Finder. Deze programma’s zullen voorspellen wat de kans is dat die

bepaalde mutatie aanleiding geeft tot de verandering van een splice site [40].

2.4.3.2.2 Mutatie in een coderende regio

Afhankelijk van de mutatie in de coderende regio van het gen (missense, nonsense of

synoniem) kan deze een bepaald effect uitoefenen op het proteïne. Een nonsense mutatie geeft

aanleiding tot een verkort proteïne en een missense mutatie zorgt dat een nieuw aminozuur

ingebouwd wordt. Een synonieme mutatie (het nieuwe codon codeert voor hetzelfde

aminozuur) zal waarschijnlijk geen invloed hebben op het proteïne zelf. Het functionele effect

van een missense mutatie kan voorspeld worden met behulp van SIFT (Sorting Intolerant

From Tolerant), Polyphen-2 (Polymorphism Phenotyping v2) en de Grantham score, welke

alle drie ook ingebouwd zijn in Alamut. SIFT en Polyphen-2 baseren zich op het idee dat

evolutionair geconserveerde aminozuren een belangrijke invloed hebben op de functie van

een proteïne. SIFT bepaalt deze conservatie door sequenties te aligneren en een

conservatiescore te berekenen. Op basis van deze conservatiescore bepaalt SIFT of de

substitutie “tolerated” of “deleterious” is [41]. Polyphen-2 berekent ook deze

Page 35: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

26

conservatiescore en gebruikt deze in combinatie met de fysicochemische en structurele

eigenschappen van de aminozuren. Zo komt men tot een substitutie die “benign”, “possibly

damaging” of “probably damaging” is [42]. De Grantham score is een maat voor de

fysicochemische afstand tussen twee aminozuren. Wanneer de Grantham score hoger is dan

60, wordt aangenomen dat de substitutie intolerant is.

Een missense en synonieme mutatie kan echter ook een invloed hebben op splicing via het

verlies of de creatie van een ESE (Exonic Splicing Enhancer). Dit kan dan weer voorspeld

worden met twee andere predictie programma’s (in Alamut): ESEFinder en RESCUE-ESE

[40].

2.5 Functionele studie

Er wordt naast het zoeken van mutaties bij patiënten met mentale retardatie ook onderzoek

gedaan naar de functie van het MYT1L eiwit in de neuronale ontwikkeling. Om dit te

achterhalen wordt geprobeerd om het MYT1L gen neer te reguleren in verschillende

neuroblastoma cellijnen. De eerste techniek die wordt aangewend is het creëren van een

knock-down door transfectie met een siRNA. Indien dit geen goede resultaten oplevert zal

overgegaan worden naar het gebruik van een shRNA.

De onderstaande proeven heb ik enkel meegevolgd en heb ik dus zelf niet uitgevoerd. Ik ben

wel nauw betrokken geweest bij het proces en de genomen beslissingen omtrent deze

functionele studie.

2.5.1 Transfectie

Het doel van een transfectie is om een siRNA gericht tegen het MYT1L gen binnen te brengen

in de cellen. Dit is mogelijk door gebruik te maken van lipiden, die complexen vormen met

het siRNA en ervoor zorgen dat de complexen fuseren met de celmembraan en het siRNA

binnenbrengen in de cel via endocytose. Het siRNA zal aanleiding geven tot een knock-down

van het MYT1L gen via activatie van het RISC complex. Het siRNA leidt het complex naar

een plaats in het gen waar het complex dient te knippen om zo een loss-of-function te

veroorzaken.

Page 36: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

27

Er wordt een transfectie uitgevoerd met het siRNA gericht tegen het MYT1L gen, een blanco,

een positieve en een negatieve controle. Als positieve controle wordt een siRNA gekozen

gericht tegen een gen waarbij knock-down reeds gevalideerd is (verschilt per cellijn). Als

negatieve controle wordt een NTC (Non Targeting Control) siRNA gebruikt, dat ontworpen is

om geen enkel gen uit te schakelen. Vergelijking van de NTC getransfecteerde cellen en de

blanco (niet-getransfecteerd) duidt op veranderingen veroorzaakt door de transfectie zelf.

2.5.1.1 Protocol

1. Cellen worden uitgezaaid in een 6-well plaat (Nunc) aan 500.000 cellen in 2 ml per

well in RPMI (= medium, Invitrogen) enkel gesupplementeerd met 10% foetaal kalf

serum (Invitrogen).

2. Voor elke transfectie (MYT1L siRNA, positieve controle, NTC siRNA) worden twee

epjes voorbereid: één voor het siRNA mengsel (epje A) en één voor het lipidemengsel

(epje B). In epje A wordt het geschikt volume RPMI zonder supplementen

gepipetteerd en het geschikt volume van het siRNA. Voor epje B wordt hetzelfde

gedaan, maar er wordt DharmaFECT2 (Dharmacon) toegevoegd i.p.v. siRNA.

3. De mixen worden zachtjes gemengd door op en neer te pipetteren en worden

vervolgens 5 minuten op kamertemperatuur geïncubeerd.

4. Voeg het geschikte volume van mengsel A toe aan mengsel B en pipetteer zachtjes op

en neer.

5. Laat 20 minuten incuberen op kamertemp zodat de RNA-lipide complexen zich

kunnen vormen.

6. Verwijder 200µl medium uit alle welletjes van de 6-well plaat, behalve de blanco.

7. Voeg 200µl van het transfectiemengsel toe aan de cellen en schud met de plaat in

rechte lijnen (boven-onder; links-rechts).

8. Laat de cellen vervolgens incuberen in de incubator gedurende voorafbepaalde

periodes (37°C, 5% CO2).

Page 37: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

28

2.5.2 Cellen oogsten

Na een tijdspanne van 24, 48 of 72 uur worden de cellen geoogst

1. Neem de plaat uit de incubator en plaats deze op ijs.

2. Schraap m.b.v. een celschraper over de bodem van de welletjes zodat de adherente

cellen loskomen.

3. Pipetteer de inhoud van elk welletje in een epje en centrifugeer deze vervolgens voor

5 minuten bij 1600 rpm op 4°C.

4. Verwijder het supernatans.

5. Resuspendeer de pellet in 700 µl QIAzol (Qiagen) om het messenger RNA (mRNA)

te stabiliseren

6. Indien niet meteen overgegaan wordt tot RNA isolatie kunnen de cellen bewaard

worden bij -80°C.

2.5.3 RNA isolatie

De volgende stap is het uitvoeren van een RNA isolatie. Hierbij worden de cellen gelyseerd,

RNase geïnhibeerd en wordt het merendeel van het cellulair DNA en de proteïnen verwijderd

uit het lysaat zodat enkel RNA overblijft [43]. Het RNA wordt gezuiverd door middel van de

miRNeasy mini kit (Qiagen).

1. Diepgevroren stalen (-80°C) dienen eerst ontdooid te worden.

2. Voeg 140µl chloroform (Sigma-Aldrich) toe, mix goed door gepulseerd te vortexen en

laat de epjes gedurende 2 minuten staan op kamertemperatuur. Centrifugeer de epjes

daarna voor 15 minuten bij 12000 g-kracht (g) op 4°C. Er ontstaan 3 duidelijk te

onderscheiden fasen.

3. Transfereer de bovenste waterige laag (daarin zitten de RNA moleculen) naar een

nieuw epje en plaats op ijs.

4. Voeg 1,5 keer het volume 100% ethanol (Ethanol absolute, VWR) toe en mix door op

en neer te pipetteren.

Page 38: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

29

5. Pipetteer 700µl van het staal in een RNeasy Mini spin kolom epje (miRNeasy mini kit,

Qiagen). Centrifugeer voor 15 seconden aan 12000g op kamertemp (het RNA bindt op

de membraan). Verwijder de doorgelopen vloeistof uit het opvangbuisje. Herhaal deze

stap voor de rest van het staal.

6. Voeg 350µl Buffer RWT (miRNeasy mini kit, Qiagen) toe en centrifugeer voor 15

seconden op 12000g om de kolom te wassen. Verwijder de vloeistof.

7. Pipetteer 80µl DNase I mix (10 µl DNase I + 70 µl RDD buffer) (RNase-Free DNase

Set, Qiagen) rechtstreeks op de kolom en laat gedurende 15 minuten op

kamertemperatuur incuberen. Herhaal vervolgens stap 6.

8. Voeg 500µl Buffer RPE (miRNeasy mini kit, Qiagen) toe om het afgebroken DNA te

verwijderen en centrifugeer voor 15 seconden op 12000g. Verwijder de vloeistof.

Herhaal deze stap, maar centrifugeer nu voor 2 minuten om de kolom te drogen.

9. Plaats de kolom in een nieuw opvangbuisje en centrifugeer voor 1 minuut op volle

snelheid. Gooi het opvangbuisje weg.

10. Plaats de kolom in een nieuw 1,5ml epje en pipetteer 30µl RNase-vrij water

(miRNeasy mini kit, Qiagen) rechtstreeks op de kolom. Centrifugeer voor 1 minuut op

12000g om het RNA te elueren. Verwijder vervolgens de kolom.

11. Plaats de stalen op ijs en meet de concentratie met de Nanodrop 1000

(ThermoScientific).

2.5.4 Complement DNA(cDNA) synthese

Voorafgaande aan een qPCR moet eerst het RNA omgezet worden naar cDNA. Dit gebeurt

met behulp van een reverse transcriptase, een enzym dat enkelstrengig RNA omzet in

complementair enkelstrengig DNA.

1. Maak een mastermix van de volgende producten: per reactie 4 µl 5x iScript Reaction

Mix, 1µl iScript Reverse Transcriptase (iScript cDNA Synthesis Kit, Bio-Rad).

Verdeel deze mastermix uit in de verschillende epjes.

Page 39: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

30

2. Voeg het geschikte volume RNA (500 ng) toe en leng aan met nuclease-vrij water

(Sigma) tot een totaal reactievolume van 20µl.

3. Plaats de epjes in het MyCycler Thermal Cycler (Bio-Rad) PCR-toestel en start het

cDNA synthese protocol:

5 minuten op 25°C

30 minuten op 42°C

5 minuten op 85°C

Na de reactie komt men tot een concentratie van 25 ng/µl (500 ng cDNA in 20µl). Om een

werkconcentratie van 2.5 ng/µl te verkrijgen wordt het cDNA 1:10 verdund.

2.5.5 Kwantitatieve PCR (qPCR)

2.5.5.1 Principe

Bij een conventionele PCR kan enkel de hoeveelheid eindproduct bepaald worden door het

staal bijvoorbeeld te laden in de Labchip GX (paragraaf 2.2.3). Voor sommige toepassingen,

zoals genexpressie analyse of voor de analyse van copy number variations, kan het echter

handig zijn om de hoeveelheid startmateriaal en de hoeveelheid product na elke cycli te

kennen. Met de komst van de qPCR-methode is dit nu mogelijk. Deze techniek combineert de

DNA amplificatie (zoals bij een PCR) met de continue en directe detectie van het PCR-

product in één enkele reactie. De hoeveelheid product gedetecteerd op een gegeven punt van

de reactie is rechtstreeks gerelateerd aan de initiële hoeveelheid materiaal.

De qPCR-methode is gebaseerd op de toevoeging van een fluorescerende dye dat fluoresceert

wanneer het intercaleert met dubbelstrengig DNA. Naarmate de hoeveelheid PCR-product

stijgt (na elke cyclus), zal dus ook de fluorescentie toenemen. Dit wordt voorgesteld in een

curve waarbij de stijging van de fluorescentie uitgezet wordt ten opzicht van het aantal cycli

[44].

Voor de data-analyse wordt gebruik gemaakt van de 2nd derivative maximum method. Daarbij

wordt de Cq-waarde (Quantification cycle) bepaald aan de hand van het maximum van de

tweede afgeleide van de amplificatiecurve. De Cq-waarde wordt gedefinieerd als de cyclus

waarbij de fluorescentie het snelst stijgt en hangt af van de initiële hoeveelheid materiaal. Hoe

Page 40: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

31

hoger namelijk de hoeveelheid startmateriaal, hoe sneller de Cq-waarde bereikt wordt (hoe

minder cycli nodig) (Figuur 11) [45].

Figuur 11: Amplificatiecurve van een qPCR-reactie [45]. Blauwe curve: 1ste

afgeleide van de

amplificatiecurve, rode curve: 2de

afgeleide van de amplificatiecurve.

qPCR wordt onder andere aangewend om de expressieniveaus van genen in een bepaalde

cellijn na te gaan. Aan de hand van qBasePLUS (Biogazelle), de gebruikte software voor de

analyse van qPCR-resultaten, wordt de expressie van MYT1L in onze cellijnen na transfectie

voorgesteld. Er wordt eveneens nagegaan wat de expressie is in de stalen van enkele

huishoudgenen (verschillen per cellijn) ter normalisatie. Vervolgens wordt de expressie van

het staal met het MYT1L siRNA vergeleken met het staal dat het NTC siRNA (beschouwd als

100%) bevat. Een lagere expressie van MYT1L in het MYT1L siRNA staal wijst op een

geslaagde knock-down.

2.5.5.2 Protocol

De qPCR-reactie wordt uitgevoerd met de Sso Advanced SYBR Green Supermix (Bio-Rad).

De supermix bevat alle reagentia nodig voor de reactie: 2x reactiebuffer, polymerase, SYBR

Green kleurstof, dNTPs en MgCl2.

1. Maak een mastermix in een epje van geschikt volume. Per reactie wordt 2.5µl

supermix gebruikt, aangevuld met 0.25µl forward primer en 0.25µl reverse primer.

Page 41: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

32

2. Voeg 3µl van het reactiemengsel toe aan de welletjes van een 384-well qPCR-plaat

(Roche).

3. Voeg 2µl cDNA (2.5 ng/µl) toe aan de welletjes en sluit de plaat af met een

Lightcycler 480 sealing foil (Roche).

4. Plaats de plaat in de LightCycler 480 (Roche) en start het standaard protocol van Sso

Advanced:

2 minuten op 95°C

5 seconden op 95°C

30 seconden op 60°C 35-40 cycli

1 seconde op 72°C

5 seconden op 95°C

1 minuut op 60°C

∞ op 95°C

Page 42: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

33

3 Resultaten

3.1 Mutatiescanning van MYT1L

Het grootste deel van deze masterproef bestond uit het zoeken naar heterozygote mutaties in

het MYT1L gen in patiënten met idiopathische mentale retardatie. Er werd zowel gezocht naar

mutaties in de coderende exonen en de intron-exon boorden als naar mutaties in de 3’ UTR.

De 3’ UTR regio wordt ook onderzocht, aangezien er recent aangetoond werd dat mutaties in

de 3’ UTR van bepaalde genen nieuwe seeds kunnen creëren voor miRNAs of bestaande

seeds kunnen verbreken. Het onstaan van een nieuwe seed kan leiden tot een knock-down van

deze genen en het verdwijnen van een seed tot een overexpressie van deze genen [46]. Voor

elk exon werd eerst een PCR uitgevoerd op alle patiëntenstalen, gevolgd door een HRM-

analyse en tenslotte werden deze gesequeneerd.

Zoals voorheen vermeld werd de High-Resolution Melting techniek gebruikt als pre-

sequeneringsscreening om de amplicons zonder variant (wild-type) te onderscheiden van de

amplicons met een mogelijke sequentievariant. De amplicons die een afwijkend HRM-profiel

vertoonden werden vervolgens geselecteerd om nadien te sequeneren. Bij sommige exonen

werd gebruik gemaakt van een probe, om niet alleen de wild-type amplicons te onderscheiden

maar ook de amplicons met een veel voorkomende SNP. Exon 15 kon niet geoptimaliseerd

worden voor HRM en daarom werden alle stalen direct gesequeneerd. De 3’UTR werd ook

direct gesequeneerd.

3.1.1 Optimalisatie HRM met probes

In het MYT1L gen komen een aantal veel voorkomende SNPs voor. Een amplicon waarin een

SNP gelegen is, zal een afwijkend smeltprofiel vertonen bij HRM. Om deze er ook uit te

selecteren voor sequenering, werd er gebruik gemaakt van een ongelabelde probe gericht

tegen de meest onstabiele nucleotide (paragraaf 2.3.1). Er werden probes ontwikkeld van 30-

35 bp voor frequente SNPs in exon 7, 8, 9, 10, 18, 19, 20, 21 en 22 (Tabel 2).

Page 43: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

34

Tabel 2: Probes ontwikkeld tegen veel voorkomende SNPs. De positie waar de SNP optreedt in de sequentie

van de probe is aangeduid in het rood. Als een probe gericht is tegen een SNP die gelegen is in een intron is de

sequentie van de probe voorgesteld met kleine letters, als de probe gericht is tegen een SNP gelegen in het exon

is de sequentie voorgesteld in hoofdletters. Sommige probes zijn gericht ten opzichte van twee SNPs.

SNP ExonSubstitutie

(X/Y)Sequentie probe

X Y

rs17338581 7 C/T 95% 5% cccattaacagtttggaaaattcacgc

rs2304008 7 T/G 66,80% 33,20% GTAATTTTCTGTGGAAGAGGGTCGCTTGTGA

rs2304009 7 G/A 80,50% 19,50% GTAATTTTCTGTGGAAGAGGGTCGCTTGTGA

rs2304007 8 C/A 20,80% 79,20% TAAAGTGACTTATTTGGGGACCCAGT

rs3748989 9a G/A 87,20% 12,80% AGTGATGGGACTGAGGACATGGATGAGA

rs3748988 9b T/C 60,20% 39,80% TCCCCTGGCTCATCATTGTCCTCGGA

rs13399855 10c A/G 44,50% 95,60% CATGTTCTGCTGCGGATTCCTCTCC

rs4853824 18 C/T 23,30% 76,70% ccagtgccttgatgtagacatggga

rs4553849 19 G/T 92,90% 7,10% gcaatagagttagtttgctttttggat

rs5828883 19 -/T (insT) - - gcaatagagttagtttgctttttggat

rs4381806 20 A/G 63,30% 36,70% gacatatacttgctttgcttgaatgcctcg

rs6728368 21 A/G 66,70% 33,30% TGAGCCGTCGCATCCTGGCGTGGGG

Frequentie

Vervolgens werden per exon verschillende PCR-protocols uitgetest. Eerst werd het Kapa

Touch-down 64-52 protocol getest. Als deze niet het gewenste resultaat opleverde, werd er

met een gradiënt-PCR gewerkt om na te gaan welke annealingstemperatuur het beste resultaat

gaf. Na de PCR-reactie werd een HRM uitgevoerd om te zien of de probe-amplicon duplexen

gevormd waren (Figuur 12). Indien dit het geval was, werd dit protocol gekozen voor de PCR

van de patiëntenstalen.

Figuur 12: Smeltcurves van HRM met ongelabelde probe (vb. MYT1L exon 9a).

Voor sommige exonen kon geen annealing van de probes verkregen worden. Bij deze werd

dan ook geen probe gebruikt voor HRM. Het betreft hier exon 10c en 18.

Probe-amplicon

duplex

Amplicon-duplex

Page 44: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

35

Na HRM van de patiëntenstalen werden genormaliseerde smeltcurves van de probe–amplicon

duplexen verkregen. Daarbij kon een onderscheid gemaakt worden tussen stalen die

homozygoot zijn voor het meest onstabiele nucleotide, stalen die heterozygoot zijn en stalen

die homozygoot zijn voor het andere nucleotide (Figuur 13).

Figuur 13: Afgeleide genormaliseerde smeltcurves van MYT1L exon 9a. De probe is gericht tegen SNP

rs3748989 (G/A). Grijze curve: homozygoot voor G, blauwe curve: homozygoot voor A, rode curve:

heterozygoot voor G/A.

In exon 7 zitten meerdere SNPs en werden twee probes gebruikt. Probe 1 is gericht tegen SNP

rs17338581 en probe 2 combineert SNP rs2304009 en rs2304008. SNP rs2304009 is echter

het eerste nucleotide van de probe en werd niet gezien in de smeltcurve. De twee

gedetecteerde SNPs geven aanleiding tot meer complexe curves waarbij verschillende

combinaties van de SNPs optreden (Figuur 14).

Figuur 14: Genormaliseerde smeltcurves van MYT1L exon 7. Elke curve is een andere combinatie van SNP

rs17338581 en rs2304008. Vb. Rode curve: bult 1: heterozygoot voor T (rs17338581), bult 2: heterozygoot voor

C (rs17338581), bult 3: homozygoot voor T (rs2304008). Blauwe curve: bult 1: heterozygoot voor T

(rs17338581), bult 2: combinatie van heterozygoot voor C (rs17338581) en heterozygoot voor G (rs2304008),

bult 3: heterozygoot voor T (rs2304008).

Page 45: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

36

3.1.2 Exonische mutaties

3.1.2.1 Missense mutaties

In zeven patiënten werd een missense mutatie teruggevonden in de coderende regio van het

MYT1L gen (Tabel 3).

Tabel 3: Gedetecteerde missense mutaties in het MYT1L gen. De nummering van de nucleotiden is gebaseerd

op NM_015025.2. Per substitutie werd, door gebruik te maken van verschillende predictieprogramma’s

(Grantham score, SIFT en Polyphen-2), voorspeld of deze een effect heeft op de functie van het MYT1L

proteïne. Een Grantham score <60 wordt beschouwd als tolerant. De voorspelling van SIFT is ofwel intolerant

(deleterious) of tolerant. Polyphen-2 geeft als uitkomst tolerant (benign), waarschijnlijk schadelijk (possibly

damaging) of hoogstwaarschijnlijk schadelijk (probably damaging).

Substitutie Exon AZ-verandering Grantham score SIFT Polyphen-2

c.653G> A 10b p.Arg218Gln 43 Tolerated Benign

c.1189G>T 10d p.Ala397Ser 99 Tolerated Benign

c.1273G>A 10d p.Asp425Asn 23 Deleterious Probably damaging

c.1444T>C 10d p.Ser482Pro 74 Tolerated Benign

c.1688G> A 12 p.Arg563Lys 26 Deleterious Benign

c.2339C>T 16 p.Pro780Leu 98 Tolerated Benign

c.2558G>A 17 p.Arg853Gln 43 Deleterious Benign

Deze amplicons vertoonden een afwijkend HRM-profiel (vb. c.1688G>A:

Figuur 15), waarna ze gesequeneerd werden (vb. c.1688G>A:

Figuur 16). Varianten c.653G>A, c.1189G>T, c.1273G>A, c.1444T>C, c.2339C>T en

c.2558G>A waren heterozygoot en variant c.1688G>A was homozygoot.

Figuur 15: HRM-profiel c.1688G>A HoZ (lichtgroene curve).

Page 46: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

37

Figuur 16: Resultaat sequenering c.1688G>A (homozygote substitutie).

Na de sequenering werd er gekeken of deze missense mutaties een mogelijke invloed kunnen

hebben op de functie van het MYT1L proteïne met behulp van de Grantham score en de

predictieprogramma’s SIFT en Polyphen-2. De resultaten daarvan zijn weergegeven in Tabel

3. Polyphen-2 geeft twee voorspellingen, de ene is gebaseerd op de HumDiv trainingsset en

de andere op de HumVar trainingsset. De HumDiv trainingsset wordt het best gebruikt voor

de evaluatie van zeldzame allelen op loci die eventueel betrokken zijn in complexe fenotypes.

De HumVar trainingsset wordt aangewezen bij de diagnose van mutaties met drastische

effecten in Mendeliaanse aandoeningen. Hier werd gekozen om de HumVar trainingsset te

gebruiken, bestaande uit alle humane ziekte-veroorzakende mutaties uit UniProtKB en uit

vaak voorkomende humane niet-synonieme SNPs waarvan nog niet bekend is of ze betrokken

zijn in ziekte (deze worden als onschadelijk beschouwd).

Slechts één substitutie (c.653G>A) wordt door alle drie de methodes als tolerant beschouwd.

Drie substituties (c.1189G>T, c.1444T>C, c.2339C>T) worden door SIFT en Polyphen-2 als

tolerant beschouwd, maar hebben een Grantham score die hoger is dan 60 (intolerant) en twee

substituties (c.2558G>A, c.1688G>A) worden enkel door SIFT voorspeld als intolerant. Er is

geen enkele substitutie waarbij alle drie de methodes “schadelijk” aangeven. Voor één

nucleotideverandering, nl c.1273G>A, geven zowel SIFT (deleterious) als Polyphen-2

(probably damaging) aan dat deze een mogelijks effect heeft op de eiwitfunctie, hoewel de

Grantham score slechts 23 is. Deze substitutie wordt weergegeven in Figuur 17.

Page 47: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

38

Figuur 17: Resultaat sequenering c.1273G>A HeZ

3.1.2.2 Synonieme mutaties

Er werden elf synonieme substituties gedetecteerd in de coderende regio van het MYT1L gen

bij twaalf verschillende patiënten (Tabel 4). Aangezien het synonieme substituties betreft,

wijzigt de eiwitsequentie niet.

Tabel 4: Gedetecteerde synonieme mutaties in het MYT1L gen. De nummering van de nucleotiden is

gebaseerd op NM_015025.2.

Substitutie Exon Aantal patiënten

c.273C>T 9a 2

c.405C>T 9b 1

c.411G>A 9b 1

c.423C>T 9b 1

c.1086G> T 10c 1

c.1089A>G 10c 1

c.1230C>T 10d 1

c.1854C>A 14 1

c.1947C>T 14 1

c.2514T>C 16 1

c.3399C>A 24 1

Page 48: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

39

3.1.3 Intronische mutaties

Bij vier personen uit de patiëntenpopulatie kon een heterozygote substitutie in een intron van

het MYT1L gen aangetoond worden. Dit is voorgesteld in Tabel 5.

Tabel 5: Gedetecteerde intronische mutaties in het MYT1L gen. De nummering van de nucleotiden is

gebaseerd op NM_015025.2. Er werd gebruik gemaakt van verschillende predictieprogramma’s:

SpliceSiteFinder-like, MaxEntScan, NNSPLICE en Human Splicing Finder. Deze voorspellen of de substitutie

mogelijks aanleiding geeft tot het onstaan of verdwijnen van een 5’ donor splice site (D) of een 3’ acceptor

splice site (A). De kans dat er op die plaats een splice site aanwezig is, wordt weergegeven door een score. Bij

SpliceSiteFinder-like en Human Splicing Finder reiken die scores van 0-100, bij MaxEntScan van 0-16 en bij

NNSPLICE van 0-1. De eerste score is deze van het wild type en de tweede score is de score na substitutie. Als

de scores bij beide situaties gelijk zijn, heeft de substitutie geen effect.

Substitutie Intron Aantal

patiënten

SpliceSiteFinder

likeMaxEntScan NNSPLICE

Human Splicing

Finder

c.55+56G>A 6 2 A (0→85,3) A (0→8,2) A (0→0,8) A (0→90,9)

c.2278-29G>T 15 1 Geen effect Geen effect Geen effect A (70,6→0)

c.2852+58T>C 20 1 Geen effect Geen effect Geen effect Geen effect

Met behulp van verschillende splicing predictieprogramma’s (paragraaf 2.4.3.2.1) werd

voorspeld of deze varianten mogelijks leiden tot het verdwijnen of ontstaan van een splice

site. Er wordt voorspeld dat de substitutie in intron 6 (c.55+56G>A) aanleiding geeft tot het

ontstaan van een mogelijke 3’ acceptor splice site. De andere twee substituties blijken geen

drastische invloed te hebben op het splicing mechanisme.

3.1.4 SNPs

Niet voor alle exonen werden probes gebruikt, omdat er slechts een probe werd aangemaakt

als de SNP in meer dan 3% van de gevallen voorkwam en niet alle probes konden worden

geoptimaliseerd voor HRM. Toch kon in de meeste gevallen de aanwezigheid van de SNP

reeds bij HRM gedetecteerd worden (Figuur 18).

Page 49: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

40

Figuur 18: HRM profiel exon 20, plaat 5 groep 2: SNP rs438180 A>G. De grijze curves zijn de patiënten die

homozygoot zijn voor A, de blauwe curves zijn de patiënten die heterozygoot zijn voor A/G en de rode curves

zijn de patiënten die homozygoot zijn voor G.

In de exonen en intronen waarbij geen probe werd gebruikt, werden ook in meerdere

patiëntenstalen SNPs teruggevonden. Deze zijn samengevat in Tabel 6.

Tabel 6: Gedetecteerde SNPs in het MYT1L gen. De nummering van de nucleotiden is gebaseerd op

NM_015025.2.

Variant Positie Nr in dbSNP

c.56-48T>G intron 6-7 rs2304008

c.89+52C>T intron 7-8 rs17338581

c.152+13delT intron 8-9 rs3214602

c.291G>A exon 9 rs3748989

c.345T>C exon 9 rs3748988

c.924C>T exon 10 rs2241686

c.1053G>A exon 10 rs13399855

c.1104C>A exon 10 rs1529667

c.1477+25G>A intron 10-11 rs139126460

c.1703+43T>C intron 12-13 rs12988500

c.1811+15T>G intron 13-14 rs180992065

c.2394G>A exon 16 rs75247762

c.2478C>T exon 16 rs71442304

c.2514+54C>G intron 16-17 rs189111564

c.2526G>A exon 17 rs191820268

c.2706-92G>T intron 18-19 rs4553849

c.2852+74A>G intron 20-21 rs4381806

c.2865C>T exon 21 rs59128763

c.3166+56G>A intron 22-23 rs76779761

c.3249T>C exon 23 rs2288179

c.3270+38C>T intron 23-24 rs2288178

c.*395C>T 3' UTR rs6744433

Page 50: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

41

3.2 Functionele studie

Bij het onderzoek naar de functie van het MYT1L eiwit in de neuronale ontwikkeling wordt

geprobeerd om het MYT1L gen neer te reguleren in bepaalde neuroblastoma cellijnen. Eerst

werd geprobeerd om een knock-down te creëren door transfectie met een siRNA. Daarbij

mikken we op een knock-down van 80-90%. Hoe lager namelijk de knock-down, hoe minder

cellen het siRNA omvatten en hoe moeilijk de knock-down te zien is op qPCR.

3.2.1 Cellijnen selecteren

Er zijn verschillende neuroblastoma cellijnen voorhanden in het CMGG. Om te selecteren

welke het best gebruikt worden voor transfectie, werd gekeken in welke cellijnen MYT1L het

hoogst tot expressie komt. Hoe hoger MYT1L namelijk tot expressie komt, hoe duidelijker de

knock-down zal zijn. Er werd een qPCR uitgevoerd in 31 verschillende neuroblastoma

cellijnen. Daaruit kon men concluderen dat MYT1L het hoogst tot expressie komt in de

cellijnen SMS-KCNR, SMS-KAN, SH-SY 5Y, LAN-5 en NGP. SMS-KCNR en SMS-KAN

zijn semi-adherente cellijnen en zijn moeilijker om op te kweken en te transfecteren dan SH-

SY 5Y en NGP, wat adherente cellijnen zijn. Daarom werd besloten om eerst de adherente

cellijnen te proberen transfecteren en nadien, bij geen goede resultaten, de semi-adherente

cellijnen te transfecteren.

3.2.2 Transfectie van NGP met siRNA

De transfectie van de NGP cellijn gebeurde met de “On-Target plus siRNA smartpool”

(Dharmacon). Bij deze techniek wordt het siRNA binnengebracht in de cel met behulp van

lipiden (DharmaFECT2). Er werd ook een NTC gebruikt en de cellen werden geoogst na een

tijdspanne van 24 en 48 uur. Vervolgens werd een qPCR uitgevoerd ter confirmatie van de

knock-down (Figuur 19).

Page 51: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

42

Figuur 19: Knock-down MYT1L in de NGP cellijn na 24 en 48 uur. Per tijdspunt wordt de expressie van

MYT1L voorgesteld, uitgedrukt in percentage.

Er was onvoldoende knock-down van de MYT1L expressie na zowel 24 als 48 uur.

3.2.3 Transfectie van SH-SY 5Y met siRNA

Voor de transfectie van de SH-SY 5Y cellijn werd gebruik gemaakt van de Accell kit

(Dharmacon), welke werkt zonder transportsysteem. De cellen werden uitgezaaid en

getransfecteerd in tweevoud, met een siRNA gericht tegen het MYT1L gen, een blanco, een

positieve controle en een NTC. Deze werden geoogst na 24, 48 en 72 uur. Op deze

tijdspunten werd met de microscoop gekeken naar het fenotype van de cellen (Bijlage 6) en

daarna werd een qPCR uitgevoerd (Figuur 20).

Figuur 20: Gemiddelde expressie van MYT1L van de twee transfecties in SH-SY 5Y na 24, 48 en 72 uur.

100,00% 105,07%

74,83%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

120%

140%

NTC 24h 48h

Knock-down MYT1L in NGP

100,00%

44,69%

36,28%

70,65%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

120%

NTC 24h 48h 72h

Gemiddelde knock-down MYT1L in SH-

SY 5Y

Page 52: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

43

Na 48 uur was een duidelijk fenotype zichtbaar: de MYT1L siRNA getransfecteerde cellen

waren aanwezig in een kleinere populatie en vertoonden minimale tekenen van synaptogenese

in vergelijking met de positieve controle, de NTC en de blanco. Deze hadden allemaal een

gelijkaardig fenotype. Na 24 en 48 uur was er een duidelijke knock-down te zien bij analyse

van de qPCR-resultaten.

3.2.4 Transfectie van SMS-KAN met siRNA

De transfectie van de SMS-KAN cellijn werd uitgevoerd met de “On-Target plus siRNA

smartpool”. Er werd een NTC gebruikt en de cellen werden geoogst na 24, 48 en 72 uur.

Tenslotte werd een qPCR uitgevoerd (Figuur 21). Er kon niet genoeg knock-down worden

vastgesteld na de drie tijdspunten.

Figuur 21: Knock-down van MYT1L in de SMS-KAN cellijn na 24, 48 en 72 uur.

3.2.5 Transfectie van SMS-KCNR met siRNA

Net als bij de de transfectie van SMS-KAN werd er gebruik gemaakt van de “On-Target plus

siRNA smartpool”, een NTC en werden de cellen geoogst na 24, 48 en 72 uur. Nadien werd

een qPCR uitgevoerd (Figuur 22). Er kon geen of onvoldoende knock-down worden

gedetecteerd na 24, 48 en 72 uur.

100,00% 71,41%

121,83% 103,46%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

120%

140%

NTC 24h 48h 72h

Knock-down MYT1L in SMS-KAN

Page 53: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

44

Figuur 22: Knock-down van MYT1L in de SMS-KCNR cellijn na 24, 48 en 72 uur.

100,00%

216,97%

88,68%

122,76%

0%

50%

100%

150%

200%

250%

NTC 24h 48h 72h

Knock-down MYT1L in SMS-

KCNR

Page 54: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

45

4 Discussie

4.1 Mutatiescanning van MYT1L

4.1.1 Exonische mutaties

4.1.1.1 Missense mutaties

In tegenstelling tot nonsense mutaties, die aanleiding geven tot een getrunceerd eiwit en

waarbij de interpretatie van de causaliteit eenvoudiger is, is de interpretatie bij missense

mutaties iets moeilijker. Het bepalen van de causaliteit is gebaseerd op de voorspelling van

verschillende predictieprogramma’s: SIFT, Polyhpen-2 en de Grantham score (paragraaf

2.4.3.2.2). Indien SIFT en Polyphen-2 met voldoende hoge sensitiviteit en specificiteit

voorspellen dat de substitutie geen effect heeft op de functie van het MYT1L proteïne (ze

voorspellen de substitutie respectievelijk als tolerant en benign) en als de substitutie geen

aanleiding geeft tot drastische aminozuurwijzigingen (Grantham score <60), dan is de

missense mutatie waarschijnlijk niet het causale defect in die patiënt (c.653G>A).

In sommige gevallen kunnen de predictieprogramma’s tegenstrijdige voorspellingen doen (zie

Tabel 3: c.1688G>A, c.2558G>A). Dit kan te wijten zijn aan het gebruik van verschillende

parameters waarop de voorspelling gebaseerd is. SIFT zal enkel orthologe en/of paraloge

sequenties aligneren, een conservatiescore berekenen en op basis daarvan een voorspelling

doen. Polyphen-2 daarentegen baseert zich zowel op de alignering van sequenties als op de

verandering in structuur. Daarbij wordt een score bepaald, samen met de sensitiviteit en de

specificiteit van de voorspelling. De sensitiviteit wordt gedefinieerd als de probabiliteit dat

een pathogene mutatie correct zal worden geclassificeerd en de specificiteit wordt

gedefinieerd als de probabiliteit dat een niet-pathogene mutatie correct zal worden

geclassificeerd [42]. Een vaak voorkomend probleem bij SIFT is dat de alignering

onvoldoende niet-verwante sequenties bevat en dat er dus te weinig diversiteit tussen de

sequenties is om een betrouwbare voorspelling te doen [41], wat bij deze twee substituties het

geval is. Bij substitutie c.1688G>A zijn er slechts 11 sequenties waarop SIFT zijn

voorspelling baseert en bij substitutie c.2558G>A zijn het er 12. Door het gebrek aan

diversiteit tussen de sequenties geeft SIFT een waarschuwing dat er een lage confidentie ligt

in beide voorspellingen. Polyphen-2 voorspelt de substituties als benign en dit met een vrij

Page 55: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

46

hoge sensitiviteit (90% voor c.1688G>A en 86% voor c.2558G>A) en een vrij hoge

specificiteit (89% voor c.1688G>A en 77% voor c.2558G>A). Dit stemt overeen met de

voorspelling van de Grantham score die lager is dan 60 (respectievelijk 26 en 43) waarbij de

substituties worden beschouwd als tolerant. Aangezien SIFT als voorspelling tolerated geeft,

hoewel met lage confidentie, Polyphen-2 vrij hoge sensitiviteits- en specificiteitsscores

genereert en de Grantham score laag is, zijn de substituties waarschijnlijk niet

verantwoordelijk voor de mentale retardatie.

Sommige varianten (c.1189G>T, c.1444T>C en c.2339C>T) worden door SIFT en Polyphen-

2 voorspeld als tolerant, maar door de Grantham score als intolerant (score >60). Dit kan

doordat de Grantham score enkel een maat is voor de fysicochemische afstand tussen twee

aminozuren, gebaseerd op de compositie, de polariteit en het volume van de aminozuren [48].

Bij alle drie de varianten geeft SIFT aan dat er voldoende niet-verwante sequenties zijn om

een correcte voorspelling te doen. De sensitiviteit van de voorspelling gemaakt door

Polyphen-2 is hoog voor deze varianten (respectievelijk 99%, 98% en 84%), maar de

specificiteit is laag bij varianten c.1189G>T en c.1444T>C (18% en 26%) en hoog voor

variant c.2339C>T (70%). Aangezien het niet duidelijk is welke voorspelling als correct kan

aanschouwd worden, kan er niet besloten worden of deze substituties al dan niet pathogeen

zijn.

Het is aangetoond met de bovenstaande voorbeelden dat het aangewezen is om met

verschillende criteria rekening te houden en niet volledig te steunen op de voorspellingen van

SIFT en Polyphen-2. Het percentage aan vals negatieven, de hoeveelheid aan niet-neutrale

substituties die voorspeld worden als tolerant, is namelijk vrij hoog: 31% voor beide. Dit heeft

als gevolg dat de sensitiviteit en de specificiteit van de programma’s ook vrij laag liggen.

Flanagan et al hebben dit onderzocht voor een set van 141 missense varianten. Daaruit bleek

dat SIFT en Polyphen accurater waren in het voorspellen van loss-of function mutaties in

tegenstelling tot gain-of-function mutaties. In deze studie was de sensitiviteit (= percentage

echte positieven) van SIFT en Polyphen respectievelijk 69% en 68%. De specificiteit (=

percentage echte negatieven) was iets hoger, namelijk 75% en 100% [47]. Deze programma’s

zijn dus niet volledig correct voorspellend en moeten met de nodige voorzichtigheid worden

gebruikt.

Page 56: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

47

4.1.1.1.1 c.1273G>A

In exon 10 werd een heterozygote mutatie gedetecteerd waarbij op eiwitpositie 425

asparagine ingebouwd wordt in plaats van asparaginezuur. De chemische structuren van deze

aminozuren zijn voorgesteld in (Figuur 23).

Figuur 23: Chemische structuur van asparaginezuur en asparagine. Aangepast van [49].

Asparaginezuur bevat een negatief geladen zure zijketen en asparagine een ongeladen

hydrofiele zijketen. Beide aminozuren zijn gelijkaardig in structuur en dit vertaalt zich in een

Grantham score van 23. Deze waarde is beduidend lager dan 60, waardoor de substitutie als

tolerant wordt beschouwd [48].

SIFT voorspelt dat de substitutie een invloed heeft op de functie van het eiwit (deleterious),

met een score van 0,00. Als deze score kleiner is dan 0,05 wordt er voorspeld dat de

substitutie intolerant is. Deze score wordt waarschijnlijk bekomen doordat een asparaginezuur

voorkomt op die positie in elke bestudeerde sequentie en er dus een hoge conservatie van dat

aminozuur op die positie is. De mediaan van de conservatie van de sequenties bedraagt 4,32,

wat de hoogst mogelijke score is. Als deze waarde groter is dan 3,25 betekent dit dat er te

weinig diversiteit tussen de gealigneerde sequenties is. Daardoor heeft deze voorspelling een

lage confidentie meegekregen door SIFT. Er werden 13 sequenties opgenomen in deze

alignering, wat ook niet erg veel is [41].

Polyphen-2 voorspelt dat deze substitutie hoogstwaarschijnlijk pathogeen is (score: 0,998),

met een sensitiviteit van 18% en een specificiteit van 98%. Dit wordt eveneens bekomen

doordat een asparaginezuur voorkomt op die plaats in elke sequentie die Polyphen-2

aanwendt. Over de 3D-structuur is geen informatie beschikbaar.

De voorspellingen van SIFT/Polyphen-2 en de Grantham score blijken tegenstrijdig te zijn.

Ondanks het feit dat de meerderheid van de predictieprogramma’s voorspellen dat de

Asparaginezuur Asparagine

Page 57: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

48

substitutie waarschijnlijk pathogeen is, kan dit niet aangenomen worden. Dit omwille van

verschillende redenen: (1) de fysicochemische eigenschappen van asparaginezuur en

asparagine zijn sterk gelijkend, (2) de regio waarin de substitutie gelegen is maakt geen deel

uit van een belangrijk functioneel domein van MYT1L, zodat geen domeinen aangetast zijn,

(3) de voorspelling van SIFT heeft een lage confidentie door het onvoldoende aantal niet-

verwante sequenties en (4) de sensitiviteit van Polyphen-2 is in dit geval te laag om een

correcte uitspraak te doen.

Segregatie onderzoek van beide ouders zou kunnen aantonen dat de mutatie al dan niet de

novo is ontstaan en zou verder uitsluitsel kunnen geven.

4.1.1.2 Synonieme mutaties

Bij synonieme substituties verandert de eiwitsequentie niet. Daarom wordt er doorgaans

aangenomen dat deze veranderingen geen effect zullen hebben op het eiwit en wordt er verder

geen aandacht meer aan besteed.

De laatste jaren echter is er meer onderzoek naar deze substituties gebeurd en daaruit blijkt

dat synonieme mutaties veranderingen in de expressie, de structuur en de functie van een

proteïne kunnen veroorzaken [50]. Er zijn reeds verschillende aandoeningen beschreven

waarbij synonieme mutaties causaal bleken te zijn voor de ziekte. In X-gebonden mentale

retardatie werd een synonieme c.605C>A mutatie (p.R192R) in het HSD17B10 gen ontdekt

wat de causale mutatie bleek te zijn [51].

Er zijn verschillende hypotheses over hoe een synonieme substitutie aanleiding kan geven tot

een aandoening. Zo kan een synonieme substitutie optreden in een ESE sequentie, waardoor

het splicing mechanisme verstoord wordt. Een andere hypothese is dat een synonieme mutatie

de bindingsplaats van een miRNA verandert. Het kan ook een invloed hebben op de

hoeveelheid proteïne wat bepaald wordt door transcriptie en translatie. Zo kan een synonieme

verandering resulteren in een minder stabiele secundaire mRNA structuur, waardoor een

verhoogde degradatie optreedt van dat mRNA en met lagere proteïne levels tot gevolg.

Wanneer echter een meer stabiele structuur nabij het startcodon ontstaat (lokaal), zal dit de

initiatie van translatie verhinderen en leiden tot een gereduceerde proteïne expressie.

Synonieme mutaties kunnen ook de snelheid van translatie beïnvloeden en een verkeerde

Page 58: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

49

opvouwing van het eiwit veroorzaken (verandering in de 3D-structuur), wat dan weer

aanleiding geeft tot een aggregatie van het proteïne [50].

Door het feit dat er reeds synonieme substituties gevonden zijn die aanleiding geven tot ziekte

(o.a. in mentale retardatie) en aangezien deze in vele mechanismen een rol kunnen spelen, kan

er niet zomaar besloten worden dat een synonieme mutatie geen effect heeft op het eiwit en

dus niet causaal is.

Bij de gedetecteerde synonieme substituties in het MYT1L gen werd nagegaan of deze

aanleiding kunnen geven tot veranderingen in een ESE site. Daarvoor werden de

predictieprogramma’s ESEFinder en RESCUE-ESE uit Alamut gebruikt. Substitutie

c.1089A>G heeft geen invloed op een ESE, substituties c.273C>T, c.411G>A, c.423C>T,

c.1086G> T, c.1230C>T, c.1854C>A, c.1947C>T en c.2514T>C veroorzaken het verlies van

een ESE en substituties c.405C>T en c.3399C>A creëren een nieuwe ESE. Aangezien nog

niets geweten is over de betrouwbaarheid van deze programma’s en verder onderzoek

betreffende de invloed van het verdwijnen of creëren van een ESE zeker nog nodig is, kan er

nog geen uitsluitsel gegeven worden over de causaliteit van deze synonieme substituties in het

MYT1L gen.

4.1.2 Intronische mutaties

Varianten c.2278-29G>T en c.2852+58T>C blijken door de meerderheid van de

predictieprogramma’s geen aanleiding te geven tot een aberrante splicing van het betreffende

intron. Vervolgens kan besloten worden dat deze substituties waarschijnlijk niet

verantwoordelijk zijn voor de aanwezigheid van de ziekte.

4.1.2.1 c.55+56G>A

In silico onderzoek van de c.55+56G>A variant gaf aan dat deze mutatie mogelijks aanleiding

geeft tot het ontstaan van een 3’ acceptor splice site (substitutie van GG naar AG). Bij de

normale splicing van een intron herkent het spliceosoom complex intronen met GT aan de

5’splice site en AG aan de 3’ splice site. De predictieprogramma’s berekenen de kans dat er

op een bepaalde plaats in het intron een donor (5’) of acceptor (3’) kan gelegen zijn [40].

Intron 6 is 168 basenparen lang. In Alamut kan gezien worden dat de scores van een andere

mogelijke 3’ acceptor splice site, meer afwaarts gelegen ter hoogte van de exon-intron boord

Page 59: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

50

op positie c.56-1 en -2, iets hoger zijn dan de scores van de bovenstaande mogelijke 3’

acceptor splice site (Figuur 24). Dit wil dus zeggen dat de kans dat de 3’ splice site ter hoogte

van de exon-intron boord als acceptor gekozen wordt door het spliceosoom hoger is dan de

kans dat de 3’ splice site die 111 basen ervoor gelegen is wordt gekozen.

Figuur 24: Voorstelling intron 6 met scores van splicing predictieprogramma’s van nieuwe 3’ acceptor

splice site (c.55+56 en +57, groene pijl) en oorspronkelijke 3’ acceptor splice site (c.56-1 en -2, oranje pijl).

De probabiliteit dat de nucleotiden op een bepaalde plaats zullen dienen als 3’ acceptor splice site zijn

weergegeven als een score.

Van één van de twee patiënten met deze mutatie was er intern DNA aanwezig van de ouders,

waardoor kon geconfirmeerd worden of deze mutatie al dan niet de novo ontstaan is. Na

sequenering bleek dat de vader ook drager was van de intronische mutatie. Deze argumenten

in rekening gehouden kan er dus geconcludeerd worden dat deze intronische mutatie

hoogstwaarschijnlijk niet pathogeen is.

4.1.3 Unclassified variants

Voor de meeste varianten is het dus niet direct duidelijk of het een pathogene mutatie dan wel

een polymorfisme betreft, waardoor ze in de groep unclassified variants kunnen worden

geclassificeerd.

Het feit dat er geen varianten gedetecteerd zijn met een duidelijke klinische betekenis kan op

verschillende manieren worden verklaard. Met behulp van arrayCGH en internationale

samenwerking werden 9 patiënten geïdentificeerd met een deletie die het MYT1L gen omvatte

(paragraaf 1.2). Deze patiënten hadden enkel een milde tot matige mentale beperking, zonder

Page 60: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

51

tekenen van andere congenitale afwijkingen. Bij de mutatiescanning van het MYT1L gen werd

een zo groot mogelijke patiëntenpopulatie geselecteerd om de kans op het vinden van een

mutatie te vergroten. Bij deze populatie zaten ook patiënten met syndromale vormen van

mentale retardatie. Dit kan een reden zijn waarom geen duidelijke pathogene mutaties

gedetecteerd zijn, aangezien varianten in het MYT1L gen misschien alleen voorkomen bij

patiënten met uitsluitend een mentale beperking.

Daarnaast is de kans op het vinden van een mutatie in een nieuw kandidaatgen voor mentale

retardatie zeer klein. Er zijn reeds honderden genen geïdentificeerd in patiënten met X-

gebonden, autosomaal-recessieve of syndromale vormen van mentale retardatie. Deze

behoren tot de 28% van de reeds gekende genetische oorzaak van een mentale beperking.

Voor 56% van de patiënten kon tot heden nog geen onderliggende oorzaak geïdentificeerd

worden, maar wordt ook een genetische afwijking vermoed [9]. Zo kan er aangenomen

worden dat er nog honderden ongekende genen betrokken zijn bij mentale retardatie en dat

een afwijking in elk gen slechts voorkomt bij een zeer laag percentage patiënten. Bovendien

is het moeilijk om een mutatie te detecteren in een sporadische geval van mentale retardatie.

Hoyer et al. [52] stelden dit ook vast. Zij vonden een microdeletie in een patiënt met een

ernstige mentale beperking via arrayCGH. In de gedeleteerde regio was het ARID1B gen

gelegen. Vervolgens voerden ze een mutatie analyse uit in 887 patiënten met een tot nu toe

onverklaarbare oorzaak van mentale retardatie. In deze populatie vonden ze acht bijkomende

nonsense en frameshift mutaties, wat slecht 0,9% van de onderzochte patiënten is. Hetzelfde

kon vastgesteld worden bij een andere onderzoeksgroep [53] die een mutatiescanning heeft

uitgevoerd in het MEF2C gen bij 428 patiënten met het Rett-syndroom. In slechts één patiënt

werd een deletie teruggevonden dat een deel van het MEF2C gen deleteert. Tot nu toe zijn er

nog maar 25 MEF2C-positieve patiënten gedetecteerd.

Hieruit kan besloten worden dat er slechts zeldzaam mutaties gevonden worden in genen

waarvan men vermoedt dat ze betrokken zijn in mentale retardatie en is het dus niet

verwonderlijk dat wij geen varianten konden detecteren met een duidelijke klinische

betekenis. Het is dus belangrijk om nog meer patiënten te onderzoeken waarbij de

patiëntenpopulatie goed geselecteerd wordt (i.e. patiënten met enkel mild tot matige mentale

retardatie).

Page 61: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

52

4.2 Functionele studie

Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat er zowel bij de NGP, SMS-KAN als SMS-

KCNR cellijn onvoldoende knock-down was van MYT1L expressie voor verder functioneel

onderzoek. Bij de SH-SY 5Y cellijn was er een duidelijke knock-down te zien, maar dit was

nog steeds minder dan de 80-90% waarop gemikt werd. Daarom werd er ook besloten om hier

niet mee verder te werken.

Neuroblastoma cellijnen en zelf meer algemeen, neuronale cellijnen zijn moeilijk te

transfecteren [54]. Vaak wordt eerst geprobeerd om een knock-down te induceren via

transfectie van een siRNA, omdat een siRNA vrij makkelijk en snel te maken is, omdat het

eenvoudig kan geïntroduceerd worden in de cel, omdat er minder kans is op niet-specifieke

effecten en omwille van de kostprijs. Daarentegen zijn er ook een aantal nadelen: (1) het heeft

een lage efficiëntie, voornamelijk in moeilijk transfecteerbare cellijnen, (2) een siRNA heeft

slechts een transiënt effect en (3) als de cellen delen dan deelt het siRNA niet mee en blijft het

maar in één van de twee cellen aanwezig, waardoor er een verdunningseffect optreedt en de

concentratie zal dalen [55]. Deze nadelen van een siRNA en het feit dat neuroblastoma

cellijnen moeilijk te transfecteren zijn kunnen verklaren hoe het komt dat een siRNA in dit

onderzoek geen aanleiding geeft tot voldoende knock-down van MYT1L.

De volgende stap is meestal virale transductie van een shRNA. Deze techniek heeft als

grootste voordeel dat het shRNA integreert in het gastheergenoom, waardoor ze veel stabieler

zijn dan siRNA. Daarnaast is met een shRNA 100% neerregulatie mogelijk en is er een

efficiënte virale aflevering voor moeilijk te transfecteren cellijnen. Een shRNA heeft

natuurlijk ook een aantal belangrijke nadelen: de preparatie van de virale partikels neemt meer

tijd in beslag en er kunnen virus-gemedieerde toxische effecten optreden [55]. Bovendien

moet er voor bepaalde virale packaging systemen (second en third generation systemen) in

een veiliger laboratorium gewerkt worden. Voor transfectie kan een L2 laboratorium gebruikt

worden, vanaf third generation systemen (4 vectoren) is minstens een L2+ laboratorium

nodig en voor second generation systemen (3 vectoren) is een L3 laboratorium vereist.

Aangezien de siRNA resultaten in dit onderzoek niet voldoende zijn voor verder functioneel

onderzoek, zal er overgeschakeld worden op lentivirale transductie van shRNA constructen.

Page 62: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

53

5 Algemene conclusie

5.1 Besluit

De combinatie van High-Resolution Melting als pre-screening methode en Sanger

sequenering zijn geschikte methoden voor de mutatiescanning van het MYT1L gen. Het

gebruik van ongelabelde probes voor HRM, gericht tegen de meest voorkomende SNPs,

leidde tot een verhoging van de efficiëntie. Bovenstaande technieken zijn toegepast in een

populatie van 1152 patiënten met idiopathische mentale retardatie. In een aantal patiënten

werd een missense, synonieme of intronische substitutie gedetecteerd in verschillende exonen

van het gen. Het is echter nog niet volledig duidelijk wat het belang is van deze substituties en

of deze verantwoordelijk zijn voor de mentale retardatie in de patiënten.

Om de functie van het MYT1L proteïne in de ontwikkeling van de hersenen te achterhalen,

werd geprobeerd om dit gen neer te reguleren in verschillende neuroblastoma cellijnen.

Transfectie van een siRNA blijkt hiervoor niet de geschikte methode te zijn, aangezien er niet

voldoende knock-down wordt geïnduceerd voor verder functioneel onderzoek.

5.2 Toekomstperspectieven

Detectie van mutaties in het MYT1L gen bij meer patiënten met milde of matige mentale

retardatie zou op dezelfde manier makkelijk kunnen uitgevoerd worden, aangezien de

methoden reeds geoptimaliseerd zijn voor alle exonen. Samen met een goede geselecteerde

patiëntenpopulatie zou dit belangrijk kunnen zijn om uiteindelijk personen te identificeren

met een duidelijke pathogene mutatie in het MYT1L gen.

Bij de functionele studie zal getracht worden in een volgende stap voldoende knock-down van

de MYT1L expressie te induceren via lentivirale transductie van een shRNA. Indien dit wordt

bereikt, zal met behulp van expressie arrays nagegaan worden welke genen minder of meer tot

expressie komen, om een aanwijzing te krijgen welke genen betrokken zijn in dezelfde

pathway. Er zal eveneens een functionele karakterisatie van de neuronen worden uitgevoerd.

Daarbij zal het effect van de knock-down op de groei, viabiliteit, migratie, differentiatie, enz.

van de cellen worden nagekeken.

Page 63: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

54

Referentielijst

1. IQ test labs (2011). http://www.intelligencetest.com/report/information.htm#definition.

2. Verdeling IQ score (2011). http://pharosnl.nl/menu/hoogbegaafd-nieuws/hoogbegaafdheid-artikelen/iq/.

3. AAIDD (2010). Definition of Intellectual Disability.

http://www.aamr.org/intellectualdisabilitybook/content_7473.cfm?navID=366.

4. World Health Organisation (2011). International Classification of Diseases.

http://www.who.int/classifications/icd/en/.

5. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (2011).

6. AAIDD (2011). Support Intensity Scale. http://www.siswebsite.org/.

7. Matson JL (2007) Handbook of Assessment in Person With Intellectual Disability, Volume 34. 462

8. Stevenson RE, Procopio-Allen AM, Schroer RJ, Collins JS (2003) Genetic syndromes among

individuals with mental retardation. American journal of medical genetics Part A 123A(1):29-32

9. Winnepenninckx B, Rooms L, Kooy RF (2003) MENTAL RETARDATION : A REVIEW OF THE

GENETIC CAUSES. 49(96):29-44

10. The Arc (2011). Causes and Prevention of Mental Retardation.

www.thearc.org/Document.Doc?&id=147.

11. Matthews a L (1999) Chromosomal abnormalities: trisomy 18, trisomy 13, deletions, and

microdeletions. The Journal of perinatal & neonatal nursing 13(2):59-75; quiz 103-4

12. Online Mendelian Inheritance in Man, OMIM®. Johns Hopkins University, Baltimore, MD. MIM

Number: 190685: 7/7/2011: . World Wide Web URL: http://omim.org/.

13. Raymond FL, Tarpey P (2006) The genetics of mental retardation. Human molecular genetics 15 Spec

No(2):R110-6

14. Shaffer L, Lupski J (2000) Molecular mechanisms for constitutional chromosomal rearrangements in

humans. Annual Review of Genetics 297-329

15. Rao DC, Gu CC (2008) Genetic dissection of complex traits. 731

16. Wang T, Zeng Z, Li T, et al (2010) Common SNPs in myelin transcription factor 1-like (MYT1L):

association with major depressive disorder in the Chinese Han population. PloS one 5(10):e13662

17. Kim JG, Armstrong RC, v Agoston D, Robinsky A, Wiese C, Nagle J, Hudson LD (1997) Myelin

transcription factor 1 (Myt1) of the oligodendrocyte lineage, along with a closely related CCHC zinc

finger, is expressed in developing neurons in the mammalian central nervous system. Journal of

neuroscience research 50(2):272-90

18. Jiang Y, Yu VC, Buchholz F, O’Connell S, Rhodes SJ, Candeloro C, Xia YR, Lusis a J, Rosenfeld MG

(1996) A novel family of Cys-Cys, His-Cys zinc finger transcription factors expressed in developing

nervous system and pituitary gland. The Journal of biological chemistry 271(18):10723-30

Page 64: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

55

19. Stevens SJC, van Ravenswaaij-Arts CM a, Janssen JWH, et al (2011) MYT1L is a candidate gene for

intellectual disability in patients with 2p25.3 (2pter) deletions. American journal of medical genetics Part

A 155(11):2739-45

20. BioGPS (2011). http://biogps.org/.

21. Romm E, Nielsen J a, Kim JG, Hudson LD (2005) Myt1 family recruits histone deacetylase to regulate

neural transcription. Journal of neurochemistry 93(6):1444-53

22. Llorens F, Gil V, Iraola S, Carim-Todd L, Martí E, Estivill X, Soriano E, del Rio JA, Sumoy L (2008)

Developmental analysis of Lingo-1/Lern1 protein expression in the mouse brain: interaction of its

intracellular domain with Myt1l. Developmental neurobiology 68(4):521-41

23. Vierbuchen T, Ostermeier A, Pang ZP, Kokubu Y, Südhof TC, Wernig M (2010) Direct conversion of

fibroblasts to functional neurons by defined factors. Nature 463(7284):1035-41

24. Pang ZP, Yang N, Vierbuchen T, et al (2011) Induction of human neuronal cells by defined transcription

factors. Nature 1-6

25. Yoo AS, Sun AX, Li L, Shcheglovitov A, Portmann T, Li Y, Lee-Messer C, Dolmetsch RE, Tsien RW,

Crabtree GR (2011) MicroRNA-mediated conversion of human fibroblasts to neurons. Nature 3-7

26. Nielsen J a, Berndt JA, Hudson LD, Armstrong RC (2004) Myelin transcription factor 1 (Myt1)

modulates the proliferation and differentiation of oligodendrocyte lineage cells. Molecular and cellular

neurosciences 25(1):111-23

27. Wang S, Zhang J, Zhao A, Hipkens S, Magnuson M a, Gu G (2007) Loss of Myt1 function partially

compromises endocrine islet cell differentiation and pancreatic physiological function in the mouse.

Mechanisms of development 124(11-12):898-910

28. Kroepfl T, Petek E, Schwarzbraun T, Kroisel PM, Plecko B (2008) Mental retardation in a girl with a

subtelomeric deletion on chromosome 20q and complete deletion of the myelin transcription factor 1

gene (MYT1). Clinical genetics 73(5):492-5

29. Vrijenhoek T, Buizer-Voskamp JE, Van Der Stelt I, Strengman E, others (2008) Recurrent CNVs disrupt

three candidate genes in schizophrenia patients. The American Journal of Human Genetics 83(4):504–

510

30. Li W, Wang X, Zhao J, et al (2011) Association study of myelin transcription factor 1-like

polymorphisms with schizophrenia in Han Chinese population. Genes, brain, and behavior 1-7

31. Anderson P (2011) PCR: Uses, Steps, Purpose. http://schoolworkhelper.net.

32. Labchip GX (Calliper Lifesciences 2012 ). http://www.caliperls.com/products/labchip-systems/labchip-

gx.htm.

33. Vossen RH a M, Aten E, Roos A, den Dunnen JT (2009) High-resolution melting analysis (HRMA):

more than just sequence variant screening. Human mutation 30(6):860-6

34. Wittwer CT, Reed GH, Gundry CN, Vandersteen JG, Pryor RJ (2003) High-resolution genotyping by

amplicon melting analysis using LCGreen. Clinical chemistry 49(6 Pt 1):853-60

35. Introduction to High Resolution Melt Analysis (KAPA Biosystems).

36. A Guide to High Resolution Melting ( HRM ) Analysis (Applied Biosystems).

Page 65: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

56

37. Claes K (2011) Cursus Universiteit Gent: Genetische Diagnostiek, Mutatie detectie en -strategieën. Slide

79-81; 99-107

38. Lodish H, Berk A, Kaiser C, Krieger M, Scott M, Bretscher A, Ploegh H, Matsudaira P (2008)

Molecular Cell Biology: 6th edition. 1150

39. DNA sequencing - The Sanger method (Animatie, 2012). http://www.wellcome.ac.uk/Education-

resources/Teaching-and-education/Animations/DNA/WTDV026689.htm.

40. Alamut Documentation (2012). http://www.interactive-biosoftware.com/alamut/doc/2.0/.

41. SIFT Help (2012). http://sift.jcvi.org/www/SIFT_help.html.

42. Polyphen-2 Wiki (2012). http://genetics.bwh.harvard.edu/pph2/dokuwiki/start.

43. (2007) miRNeasy Mini Handbook (Qiagen).

44. Arya M, Shergill IS, Williamson M, Gommersall L, Arya N, Patel HRH (2005) Basic principles of real-

time quantitative PCR. Expert review of molecular diagnostics 5(2):209-19

45. Biogazelle qPCR analysis (2012). http://www.biogazelle.com/course/4_qPCR_analysis.pdf.

46. Felekkis K, Touvana E, Stefanou C, Deltas C (2010) microRNAs: a newly described class of encoded

molecules that play a role in health and disease. Hippokratia 14(4):236-40

47. Flanagan SE, Patch A-M, Ellard S (2010) Using SIFT and PolyPhen to predict loss-of-function and gain-

of-function mutations. Genetic testing and molecular biomarkers 14(4):533-7

48. Grantham R (1974) Amino acid difference formula to help explain protein evolution. Science

185(4154):862-864

49. Amino acids (2012). http://www.geneinfinity.org/images/aminoacids.jpg.

50. Sauna ZE, Kimchi-Sarfaty C (2011) Understanding the contribution of synonymous mutations to human

disease. Nature reviews Genetics 12(10):683-91

51. Yang S-Y, He X-Y, Olpin SE, Sutton VR, McMenamin J, Philipp M, Denman RB, Malik M (2009)

Mental retardation linked to mutations in the HSD17B10 gene interfering with neurosteroid and

isoleucine metabolism. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of

America 106(35):14820-4

52. Hoyer J, Ekici AB, Endele S, et al (2012) Haploinsufficiency of ARID1B, a Member of the SWI/SNF-A

Chromatin-Remodeling Complex, Is a Frequent Cause of Intellectual Disability. American journal of

human genetics 90(3):565-572

53. Lambert L, Bienvenu T, Allou L, et al (2012) MEF2C mutations are a rare cause of Rett or severe Rett-

like encephalopathies. Clinical genetics 5-7

54. Karra D, Dahm R (2010) Transfection techniques for neuronal cells. The Journal of neuroscience : the

official journal of the Society for Neuroscience 30(18):6171-7

55. Campeau E, Gobeil S (2011) RNA interference in mammals: behind the screen. Briefings in functional

genomics 10(4):215-26

Page 66: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

i

Bijlagen

Bijlage 1: MYT1L primers

Exon Forward (F) primer

6 CACGACGTTGTAAAACGACagcacattgatggctgctaa

7 CACGACGTTGTAAAACGACactttcatgccacccttttg

8 CACGACGTTGTAAAACGACgaagctttccgtctcacctg

9a CACGACGTTGTAAAACGACctctctctcccctgccttct

9b CACGACGTTGTAAAACGACCAAGATAAACAGCCCCAGGA

10a CACGACGTTGTAAAACGACagacggtttgacttgcagtt

10b CACGACGTTGTAAAACGACGAACTGGTGGCCAAGTCATT

10c CACGACGTTGTAAAACGACACAGCATGTCGCAGCAAG

10d CACGACGTTGTAAAACGACACTCGGACATGCTGAACCTC

11 CACGACGTTGTAAAACGACtcacatttgtctttgattggtaaa

12 CACGACGTTGTAAAACGACggcctttgttaaatgactgcat

13 CACGACGTTGTAAAACGACtgctgtgaaggtgtttgagg

14 CACGACGTTGTAAAACGACtttaatgtgaagctcgtcgtgt

15 CACGACGTTGTAAAACGACgcctgagtcatccctgtcc

16 CACGACGTTGTAAAACGACatctgggaggaaggactcgt

17 CACGACGTTGTAAAACGACtcagtctgtgtgccatgtga

18 CACGACGTTGTAAAACGACcgaaccgattcagaattaattacac

19 CACGACGTTGTAAAACGACgctccactcagcctctttca

20 CACGACGTTGTAAAACGACggggtgctttctgaaatgtg

21 CACGACGTTGTAAAACGACacggtggccagacaataaag

22 CACGACGTTGTAAAACGACgccttgcttaccaccacttc

23 CACGACGTTGTAAAACGACggaacaaagaaagctcccaaa

24 CACGACGTTGTAAAACGACtcctaggtcctcctggtgtt

25 CACGACGTTGTAAAACGACaccaggggcactatgctatg

3' UTR CACGACGTTGTAAAACGACCGTGACTACTTTGACGGAAATG

Page 67: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

ii

Exon Reverse (R) primer

6 CAGGAAACAGCTATGACCcaaaagggtggcatgaaagt

7 CAGGAAACAGCTATGACCtgcagtgtgcccattagaag

8 CAGGAAACAGCTATGACCtgctcacacagttcatcatcag

9a CAGGAAACAGCTATGACCTCGTCCTCCTCGTCCTCA

9b CAGGAAACAGCTATGACCtgaacagtggacccaaatca

10a CAGGAAACAGCTATGACCGGGAGTCCACTGTTTCTCTAACA

10b CAGGAAACAGCTATGACCACACACCTCCTCATCGCTCT

10c CAGGAAACAGCTATGACCTGTCCGAGTTCACAGAGGTG

10d CAGGAAACAGCTATGACCtcatgttttcatgaggcaactt

11 CAGGAAACAGCTATGACCagagtcatgggtgtttgcac

12 CAGGAAACAGCTATGACCcccccaggaaggagaagg

13 CAGGAAACAGCTATGACCgtgtggggcagactatggat

14 CAGGAAACAGCTATGACCaccaccaccgctcaactaat

15 CAGGAAACAGCTATGACCcatacagctgccccgaaag

16 CAGGAAACAGCTATGACCtgcaaatggcttttctttca

17 CAGGAAACAGCTATGACCtcagccaaagaatgggaaga

18 CAGGAAACAGCTATGACCggctgaaattccgaggattc

19 CAGGAAACAGCTATGACCcctgccatttcagtgagaaa

20 CAGGAAACAGCTATGACCcccgctgtctctttttcttg

21 CAGGAAACAGCTATGACCaacacaggtgacgggagaag

22 CAGGAAACAGCTATGACCgacacacagctggcatgg

23 CAGGAAACAGCTATGACCcagctctcctaaaagctgatttc

24 CAGGAAACAGCTATGACCtttaggctgtgcgctgtg

25 CAGGAAACAGCTATGACCAAGCATAACACTGTTTCAAATTCA

3' UTR CAGGAAACAGCTATGACCccaagtttccatggcttgat

Page 68: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

iii

Bijlage 2: PCR producten

Kit 1: KAPATaq HotStart

KAPATaq HotStart PCR-kit (KapaBiosystems): Taq DNA polymerase, KAPA buffer

5x, MgCl2 25mM

Nuclease-vrij water (Sigma)

dNTPs 1mM (Invitrogen)

Dimethylsulfoxide (DMSO)

Primers 5μM (Bijlage 1)

DNA-staal, 25ng/μl

Kit 2: KAPA HiFi HotStart

KAPA HiFi HotStart (KapaBiosystems): HiFi Hotstart DNA polymerase, KAPA HiFi

GC buffer 5x, dNTPs 10mM

Nuclease-vrij water (Sigma)

Primers 5μM (Bijlage 1)

DNA staal, 25ng/μl

Bijkomende benodigdheden wanneer na de PCR-reactie een HRM analyse uitgevoerd wordt:

LCGreen Plus Melting Dye (Idaho Technology Inc.)

Probe 5μM

Page 69: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

iv

Bijlage 3: Samenstelling PCR-reactiemengsels

KAPATaq HotStart zonder probe

Benodigdheden Standaard

PCR (μl)

Standaard PCR

met 5% DMSO

(μl)

PCR voor

HRM (μl)

PCR voor HRM

met 3% DMSO

(μl)

KAPA buffer 5x 2 5 2 2

MgCl2 (25mM) 0,6 1,5 0,6 0,6

dNTPs (1mM) 2 5 2 2

Forward primer (5μM) 0,98 2,45 0,98 0,98

Reverse primer (5μM) 0,98 2,45 0,98 0,98

Taq DNA polymerase 0,13 0,325 0,13 0,13

LC Green 0 1 0,8 0,8

DMSO 0 1,25 0 0,3

H2O 1,31 1,025 0,51 0,21

DNA (25ng/μl) 2 5 2 2

Totaal 10 25 10 10

Page 70: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

v

KAPATaq HotStart met probe

Benodigdheden

PCR voor

HRM: 2 probes

tov sense

streng (μl)

PCR voor

HRM: probe

tov sense

streng (μl)

PCR voor

HRM : probe

tov antisense

streng (μl)

PCR voor

HRM : probe

tov antisense +

3%DMSO (μl)

KAPA buffer 5x 2 2 2 2

MgCl2 (25mM) 0,6 0,6 0,8 0,8

dNTPs (1mM) 2 2 2 2

Forward primer (5μM) 0,08 0,08 0,4 0,4

Reverse primer (5μM) 0,4 0,4 0,08 0,08

Taq DNA polymerase 0,13 0,13 0,13 0,13

LC Green 1 1 1 1

Probe 1 (5μM) 0,32 0,32 0,32 0,32

Probe 2 (5μM) 0,32 0 0 0

DMSO 0 0 0 0,3

H2O 1,15 1,47 1,27 0,97

DNA (25ng/μl) 2 2 2 2

Totaal 10 10 10 10

Page 71: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

vi

KAPA HiFi HotStart

Benodigdheden Standaard PCR (µl) PCR voor HRM: probe

tov antisense streng (µl)

KAPA HiFi GC buffer 5x 5 5

dNTPs (10mM) 0,75 0,75

Forward primer (5μM) 1,5 1

Reverse primer (5μM) 1,5 0,2

HiFi Hotstart DNA

polymerase 0,5 0,5

LC Green 0 0,8

Probe (5µM) 0 0,8

H2O 11,75 11,95

DNA (25ng/μl) 4 4

Totaal 25 25

Page 72: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

vii

Bijlage 4: PCR-protocols

TD 64-52-10

4 min op 94°C

20 sec op 94°C

15 sec op 64°C 12 cycli

1 min op 72°C

40 sec op 94°C

40 sec op 52°C 20 cycli

30 sec op 72°C

10 min op 72°C

10 min op 15°C

5 min op 95°C

10 min op 20°C

TD 64-52-30

4 min op 94°C

20 sec op 94°C

15 sec op 64°C 12 cycli

1 min op 72°C

40 sec op 94°C

40 sec op 52°C 30 cycli

30 sec op 72°C

10 min op 72°C

10 min op 15°C

5 min op 95°C

10 min op 20°C

Page 73: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

viii

TD 66-54

2 min op 96°C

20 sec op 96°C

15 sec op 66°C 12 cycli

1 min op 72°C

40 sec op 96°C

40 sec op 54°C 25 cycli

30 sec op 72°C

10 min op 72°C

10 min op 15°C

5 min op 95°C

10 min op 20°C

TD 60-50-60

30 sec op 95°C

30 sec op 95°C

30 sec op 60°C 55 cycli

30 sec op 72°C

30 min op 98°C

5 min op 20°C

G5565U59

30 sec op 95°C

30 sec op 95°C

30 sec op 59°C 55 cycli

30 sec op 72°C

30 min op 98°C

Page 74: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

ix

5 min op 20°C

G5565U65

30 sec op 95°C

30 sec op 95°C

30 sec op 65°C 55 cycli

30 sec op 72°C

30 min op 98°C

5 min op 20°C

T6777U67

30 sec op 95°C

30 sec op 95°C

30 sec op 67°C 55 cycli

30 sec op 72°C

30 min op 98°C

5 min op 20°C

Kapa Hifi 70-55 (K7055H69)

3 min op 95°C

30 sec op 95°C

30 sec op 69,2°C 55 cycli

1 min op 72°C

1 min op 72°C

Page 75: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

x

STS56

5 min op 92°C

1 min op 92°C

1 min op 56°C 35 cycli

1 min op 72°C

10 min op 72°C

10 min op 15°C

STS58

5 min op 92°C

1 min op 92°C

1 min op 58°C 35 cycli

1 min op 72°C

10 min op 72°C

10 min op 15°C

Page 76: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

xi

Bijlage 5: Samenstelling reactiemengsel en PCR-protocol

Exon Samenstelling reactiemengsel (Bijlage 3)PCR protocol

(Bijlage 4)

6 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 66-54

7 KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: 2 probes tov sense streng T605060

8 KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov sense streng G5565U59

9a KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov sense streng TD 64-52-30

9b KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov antisense streng + 3% DMSO G5565U65

10a KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

10b KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

10c KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

10d KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

11 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 66-54

12 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

13 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 66-54

14 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

15 KapaTaq Hotstart zonder probe: Standaard PCR met 5% DMSO STS58

16 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

17 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

18 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM met 3% DMSO STS56

19 KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov sense streng T6777U67

20 KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov antisense streng G5565U65

21 Kapa Hifi Hotstart: PCR voor HRM: probe tov antisense K7055H69

22 KapaTaq Hotstart met probe: PCR voor HRM: probe tov antisense streng + 3% DMSO G5565U65

23 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

24 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

25 KapaTaq Hotstart zonder probe: PCR voor HRM TD 64-52-10

3'UTR Kapa Hifi Hotstart: Standaard PCR K7055H69

Page 77: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

xii

Bijlage 6: Resultaat transfectie van SH-SY 5Y met siRNA

Foto’s van cellen na 48 uur:

MYT1L siRNA

Non targeting control siRNA (negatieve controle)

Page 78: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

xiii

PPIB siRNA (positieve control)

Blanco

Page 79: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

xiv

Foto’s van cellen na 72 uur:

MYT1L siRNA

Non targeting control siRNA (negatieve controle)

Page 80: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie

xv

PPIB siRNA (positieve controle)

Blanco

Page 81: Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatielib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/892/694/RUG01-001892694... · 2012-12-05 · Ontrafeling van de rol van MYT1L in mentale retardatie