Onderzoek NS

12
EUI-1200100928v2 380000249/14003881.1 Rapport van bevindingen vervaardigd in opdracht van: NS GROEP N.V. Inzake: Onderzoek dat werd verricht naar: de integriteit in het functioneren van Consultant X in relatie tot NS

description

Onderzoek dat werd verricht naar de integriteit in het functioneren van Consultant X in relatie tot NS

Transcript of Onderzoek NS

  • EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    Rapport van bevindingen vervaardigd in opdracht van: NS GROEP N.V.

    Inzake: Onderzoek dat werd verricht naar: de integriteit in het functioneren van Consultant X in relatie tot NS

  • 2/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    1. Management samenvatting ............................................................................................ 3

    2. Inleiding ......................................................................................................................... 4

    3. Achtergrond onderzoek .................................................................................................. 4

    4. Feitelijke kernbevindingen - Fase A ................................................................................ 6

    5. Feitelijke kernbevindingen Fase B ............................................................................. 11

  • 3/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    1. Management samenvatting

    1.1. NS Groep N.V. ("NS") heeft Houthoff Buruma ("HB") verzocht om een gebeurtenis,

    die mogelijk de integriteit van het functioneren van n van haar voormalige op-

    drachtnemers regardeert, te onderzoeken ("het onderzoek") en haar op basis van

    de resultaten van dit onderzoek te adviseren. Dit rapport bevat een overzicht van de

    relevante bevindingen.

    1.2. In het kader van het feitenonderzoek zijn relevante documenten vergaard en geana-

    lyseerd, er is een interview afgenomen en vragen zijn gesteld aan de direct bij het

    incident betrokkenen. In het kader van het feitenonderzoek heeft HB Alvarez &

    Marsal Global Forensic Dispute Services B.V. ("A&M") ingeschakeld om in haar op-

    dracht onderdelen van het (forensisch) onderzoek te verrichten.

    1.3. Uit het onderzoek is gebleken dat Consultant X, althans zijn onderneming Onderne-

    ming Y,1 in de hoedanigheid van zelfstandig opdrachtnemer voor NS Financial Servi-

    ces Company ("NSFSC") en/of NS Reizigers B.V. ("NSR"), medio juni 2012 bedrijfs-

    vertrouwelijke informatie met betrekking tot de Sprinter Nieuwe Generatie ("SNG")

    heeft verstrekt aan (een werknemer van) Bombardier ("Bombardier"), genaamd

    Werknemer Bombardier.2 In de opdrachtovereenkomsten tussen Onderneming Y en

    NSR/NSFSC is een geheimhoudingsverplichting opgenomen.

    1.4. Consultant X, heeft, namens Onderneming Y, in verband met de verstrekking van

    deze informatie een bedrag van in totaal 7.000,- gefactureerd aan- en ontvangen

    van Bombardier. De hierop betrekking hebbende facturen d.d. 3 september en 1 no-

    vember 2012 van Onderneming Y aan Bombardier vermelden als omschrijving 'Mar-

    ket Consultation Public Transport Benelux'. Contact met Werknemer Bombardier,

    verstrekking van informatie aan Bombardier, noch betaling door Bombardier zijn door

    Consultant X gemeld bij NSR en/of NSFSC. Deze feitelijke gang van zaken wordt

    goeddeels bevestigd door onderzoek, verricht in opdracht van Bombardier. Bombar-

    dier betreurt de gang van zaken, die een schending van haar interne regels oplevert.

    Bombardier neemt de kwestie hoog op en zal passende maatregelen nemen.

    1.5. Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat Consultant X an-

    dere betalingen heeft ontvangen van Bombardier of van andere leveranciers van NS

    1 In het hiernavolgende wordt gerefereerd aan opdrachten en betalingen verstrekt aan de onderneming

    Onderneming Y. Aangezien Onderneming Y geen rechtspersoonlijkheid heeft en de handelsnaam Onderneming

    Y wordt gebruikt door Rechtspersoon Z, gaat het formeel steeds om opdrachten en betalingen ontvangen door

    Rechtspersoon Z. 2 Naar lijkt had Werknemer Bombardier, mogelijk Bombardier, interesse in deze informatie vanwege de lopende

    aanbestedingsprocedure voor het nieuwe Sprintermaterieel, zo verklaart Consultant X.

  • 4/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    of andere diensten heeft verricht, die de integriteit van het functioneren van Consu l-

    tant X in relatie tot NS en (groeps)onderdelen raakt waarbij in het bijzonder het

    handelen van Consultant X in relatie tot het V250 dossier aandacht heeft gehad.

    2. Inleiding

    2.1. Consultant X was in de periode 1991-2000 en 2003-2010 als werknemer in dienst bij

    diverse NS entiteiten. Vanaf 2010 werkte Consultant X, middels zijn vennootschap

    Rechtspersoon Z en handelend onder de naam Onderneming Y, in opdracht van ver-

    schillende NS entiteiten.

    2.2. Op 5 februari 2015 ontving een medewerker van NSR een signaal dat Consultant X

    in 2012, tegen geldelijke betaling, vertrouwelijke informatie met betrekking tot NS

    zou hebben verkocht aan een treinfabrikant, naar later bleek Bombardier (het "inci-

    dent").

    2.3. Naar aanleiding van dit signaal is de afdeling Corporate Security van NS op 10 fe-

    bruari 2015 gestart met een intern onderzoek. Op basis van de eerste resultaten van

    dat onderzoek heeft de NS Directie op 18 februari 2015 besloten om het (verdere)

    onderzoek extern te laten verrichten.

    2.4. Het onderzoek is verdeeld in twee fasen, te weten Fase A en Fase B. Fase A van het

    onderzoek ziet op het incident. Fase B ziet 1) op de werkzaamheden die Consultant

    X als werk- en opdrachtnemer van (groepsonderdelen van) NS heeft verricht in de

    periode 2003 t/m 2015 en 2) op onregelmatigheden die Consultant X in die periode,

    buiten het incident, eventueel heeft gepleegd.

    2.5. In onderhavig rapport zal achtereenvolgens aandacht worden besteed aan:

    (i) de achtergrond van het onderzoek (zie 3); en

    (ii) de feitelijke kernbevindingen inzake Fase A (zie 4) en Fase B (zie 5).

    3. Achtergrond onderzoek

    3.1. Aanleiding

    3.1.1. In februari 2015 sprak een medewerker van NSR met zijn echtgenote over een ge-

    sprek dat zijn echtgenote kort daarvoor had gevoerd met de echtgenote van Consul-

    tant X. Tijdens dit gesprek zou de echtgenote van Consultant X aan de echtgenote

    van de NSR medewerker hebben verteld dat Consultant X, naar eigen zeggen, in-

    formatie van NS had 'verkocht' aan een derde partij.

    3.1.2. De medewerker van NSR meldde dit op 5 februari 2015 aan zijn leidinggevende.

    Deze leidinggevende informeerde op 7 februari 2015 de NS Directie. Direct hierop is

    Consultant X de toegang tot alle gebouwen en ICT faciliteiten van NS ontzegd. Te-

  • 5/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    vens is de afdeling Corporate Security van NS op 10 februari 2015 overgegaan tot

    het verrichten van een intern onderzoek. In het kader van dat onderzoek heeft op 17

    februari 2015 onder meer een gesprek plaatsgevonden tussen medewerkers van NS

    Corporate Security, Consultant X en de leidinggevende van Consultant X.

    3.1.3. Blijkens aantekeningen van dat gesprek bevestigde Consultant X tijdens het ge-

    sprek, zakelijk weergegeven, dat hij in 2012 eenmalig 'informatie heeft verkocht' aan

    een (nog) niet met naam genoemde leverancier van NS. Deze informatie zou be-

    staan uit twee documenten, te weten een algemeen document en een specifieker

    document, die niet bestemd waren voor verspreiding buiten NS. Consultant X zou de

    betreffende leverancier, na de verstrekking van de documenten, een factuur hebben

    verstuurd. De leverancier deed uiteindelijk geen bieding in de context van een aan-

    bestedingsprocedure die in de desbetreffende periode liep en waarop de documen-

    ten betrekking hadden. Consultant X zou later wroeging hebben gekregen en zijn

    echtgenote hebben ingelicht over het voorgaande.

    3.1.4. Naar aanleiding van het gesprek van 17 februari 2015 heeft NS de samenwerking

    met Consultant X en Onderneming Y opgeschort. NS verzocht Consultant X om me-

    dewerking te verlenen aan het interne onderzoek en daartoe alle bedrijfsinformatie

    inzake NS waarover hij de beschikking had te retourneren. En en ander werd be-

    vestigd in een brief aan Consultant X van 24 februari 2015. Consultant X heeft aan

    dit verzoek tot genoegen van NS voldaan.

    3.1.5. Op 18 februari 2015 heeft de NS Directie besloten extern onderzoek te laten verr ich-

    ten. Op 23 februari 2015 heeft de NS Directie de Raad van Commissarissen, de au-

    dit commissie en de externe accountant genformeerd over het lopende interne on-

    derzoek. Dezelfde dag stelde NS de ministeries van Financin (aandeelhouder NS)

    en Infrastructuur en Milieu (opdrachtgever NS) en de parlementaire enqutecommis-

    sie Fyra hiervan op de hoogte.

    3.1.6. Op 23 februari 2015 verstrekte NS opdracht aan HB om een extern onderzoek te

    verrichten. In het kader van het onderzoek naar de feiten heeft HB A&M ingescha-

    keld om haar te assisteren bij het te verrichten (forensisch) onderzoek. Het onder-

    zoek is verdeeld in twee fasen, te weten Fase A en Fase B. Fase A van het onder-

    zoek ziet op het incident. Fase B ziet 1) op de werkzaamheden die Consultant X als

    werk- en opdrachtnemer van (groepsonderdelen van) NS heeft verricht in de periode

    2003 t/m 2015 en 2) op onregelmatigheden die Consultant X in die periode, buiten

    het incident, eventueel heeft gepleegd.

    3.1.7. Op 24 februari 2015 besteedde RTL Nieuws op haar website en tijdens een nieuws-

    uitzending aandacht aan de signalen van 'omkoping' van Consultant X. In de

    nieuwsberichten werd Bombardier genoemd als de fabrikant die de betalingen aan

  • 6/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    Consultant X zou hebben gedaan in ruil voor het verstrekken van bedrijfsinformatie

    inzake NS. Het zou gaan om betalingen van 5.000,- 10.000,-.

    3.1.8. Consultant X werd bij brief van 24 februari 2015 op de hoogte gesteld van het exter-

    ne onderzoek. Door Consultant X is aan beide fasen van het onderzoek de nodige

    medewerking verleend.

    3.2. Onderzoeksmethodiek

    3.2.1. Aan de bevindingen in dit rapport liggen de volgende onderzoekshandelingen ten

    grondslag.

    a. Verzameling en analyse van relevante documenten uit de bedrijfsadministratie

    van NS, waaronder de resultaten van het interne onderzoek inzake Consultant

    X, documenten betreffende de contractuele verhouding tussen NS en Consul-

    tant X/Onderneming Y en de toepasselijke gedragsregels.

    b. Analyse van documenten die op vrijwillige basis beschikbaar zijn gesteld door

    Consultant X, in het bijzonder:

    - de door Consultant X aan Bombardier verstrekte bedrijfsdocumenten;

    - twee facturen van Onderneming Y aan Bombardier;

    - afschriften van zakelijke en priv rekeningen gehouden door Consultant X

    respectievelijk Onderneming Y;

    - belastingaangiften VPB en IB van Consultant X respectievelijk Onderneming

    Y;

    - relevante correspondentie tussen Consultant X en Bombardier.

    c. Een interview met Consultant X, dat plaatsvond op 9 maart 2015.

    Bombardier (BT), is een aantal vragen voorgelegd3. BT heeft HB van een eerste re-

    actie voorzien.4 Ook andere derde(n) zijn waar nodig geconsulteerd om informatie te

    verifiren.

    4. Feitelijke kernbevindingen - Fase A

    4.1. Werkzaamheden Consultant X voor NS entiteiten

    4.1.1. Fase B van het onderzoek richtte zich onder meer op de werkzaamheden die Con-

    sultant X in zijn hoedanigheid van werknemer en opdrachtnemer heeft verricht voor

    diverse onderdelen van het NS concern. De dienstverbanden, functies en inhuurop-

    drachten van Consultant X zijn hiertoe in kaart gebracht.

    3 Per brief van 8 april 2015 gesteld.

    4 Brief van de advocaten van Bombardier Transportation namens BT van 13 mei 2015

  • 7/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    De uitkomsten van dat onderzoek zijn tevens relevant voor de bespreking van de uit-

    komsten van Fase A van het onderzoek en worden daarom reeds samengevat in het

    hiernavolgende.

    4.1.2. Consultant X was van 1991 tot 2000 en van 1 juli 2003 tot 1 november 2010, in d i-

    verse functies, als werknemer in dienst van NS. In de periode 1991 tot 2000 werkte

    Consultant X onder meer in de hoofdwerkplaats van NS te Tilburg en bij NS Cargo,

    een voormalig onderdeel van NS. Van februari 2000 tot juli 2003 werkte Consultant X

    voor Deutsche Bahn. Consultant X heeft daarna achtereenvolgens de functies van

    Project Manager Rolling Stock (2003 2008) en Manager Operations Amsterdam

    (2008 2009) vervuld. Van 2009 tot 1 november 2010 was Consultant X Head of

    Procurement Rolling Stock. Na 1 november liep de arbeidsovereenkomst van Con-

    sultant X echter nog enkele maanden door, op basis van een vaststellingsovereen-

    komst die de voorwaarden voor de beindiging van zijn dienstverband regelde. Vanaf

    2010 heeft Consultant X, op basis van ad hoc opdrachtovereenkomsten met zijn on-

    derneming Onderneming Y, als zelfstandige werkzaamheden verricht voor diverse

    NS entiteiten.

    4.1.3. In de periode rondom de verstrekking van bedrijfsvertrouwelijke documenten aan

    Bombardier, in juni 2012, verleende Consultant X managementdiensten aan de Ierse

    NS dochter NSFSC, in het kader van de (nakoming van de) koopovereenkomst tus-

    sen NSFSC en AnsaldoBreda met betrekking tot het V250-hogesnelheidsmaterieel.

    Consultant X verleende die diensten op basis van een opdrachtovereenkomst (de

    zogenoemde APM agreement) van 5 oktober 2010. Ter uitvoering van deze over-

    eenkomst met NSFSC verrichtte Consultant X ook in de periode rondom zijn ver-

    strekking van NS bedrijfsinformatie aan Bombardier, namelijk in de weken na 12 juni

    2012, werkzaamheden voor NSFSC. Dit volgt uit een factuur van Onderneming Y

    aan NSFSC van 30 juni 2012, die kennelijk betrekking heeft op werkzaamheden ge-

    durende de maand juni 2012.5 In de toepasselijke opdrachtovereenkomst van 5 ok-

    tober 2010 is een algemeen geformuleerde geheimhoudingsclausule opgenomen,

    die luidt: "Supplier [Consultant X/Onderneming Y] undertakes to treat all information

    that becomes known to him as confidential".

    4.1.4. Vermoedelijk verrichtte Consultant X in de periode rondom juni 2012 ook werkzaam-

    heden voor NSR. Consultant X was als adviseur van NSR betrokken bij een feasibili-

    ty studie met betrekking tot getrokken materieel inzetbaar op de HSL en het HRN.

    De contractuele basis voor die werkzaamheden was een opdrachtovereenkomst van

    6 oktober 2011 tussen NSR en Onderneming Y. Hoewel de duur voor de opdracht in

    5 De factuur (inkoopnummer 20004555) dateert 30 juni 2012 en vermeldt als omschrijving: "Project Management

    Cost V250 June 2012".

  • 8/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    de opdrachtovereenkomst is ingeschat op vier maanden, heeft Consultant X na fe-

    bruari 2012 nog werkzaamheden verricht in het kader van de studie. Dit blijkt onder

    meer uit een factuur die betrekking heeft op werkzaamheden gedurende de maand

    juni 2012.6 Ook in de opdrachtovereenkomst van 6 oktober 2011 met NSR is een ge-

    heimhoudingsclausule opgenomen. Deze is als volgt verwoord: "Supplier [Consultant

    X/Onderneming Y] undertakes to treat all information that becomes known to him

    during the execution of this assignment as confidential, unless this information is

    [public HB] or is intended for the public domain".

    4.1.5. Consultant X was in de periode rond juni 2012 niet betrokken bij de aanbesteding

    van de SNG. Consultant X heeft wel geassisteerd bij het uitvoeren van een referen-

    tieonderzoek dat verband houdt met de SNG, maar dit onderzoek vond pas plaats in

    de periode februari-juli 2014. Het uitgevoerde onderzoek stond volledig los van de

    lopende aanbestedingsprocedure. De uitkomsten van het referentieonderzoek zijn

    pas n de voorlopige gunning met het aanbestedingsteam gedeeld.

    4.2. Relatie Bombardier en Consultant X

    4.2.1. Consultant X heeft verklaard dat hij in het kader van zijn werkzaamheden voor NS

    regelmatig contact had met medewerkers van Bombardier, een leverancier van NS

    Dit contact ontstond tijdens het project SLT in 2003, waarbij Bombardier optrad als

    n van de aanbieders. Het contact tussen Consultant X en (medewerkers van)

    Bombardier in verband met het project STL liep tot 2006/2007.

    4.2.2. Ook in de periode 2009/2010 onderhield Consultant X contact met (medewerkers

    van) Bombardier, vooral in de context van lopende aanbestedingen. Voor Consultant

    X was het aanspreekpunt binnen Bombardier Werknemer Bombardier, die werkzaam

    was bij Bombardier en verantwoordelijk was voor de verkoop in diverse Europese

    landen.

    4.3. Betalingen van Bombardier aan Onderneming Y

    4.3.1. Consultant X heeft verklaard dat hij op of omstreeks 12 juni 2012 ten kantore van

    Bombardier op uitnodiging van Werknemer Bombardier een bespreking had met

    Werknemer Bombardier. De bespreking vond plaats op initiatief van Werknemer

    Bombardier. Tijdens de bespreking deelde Consultant X desgevraagd mondeling in-

    formatie over de wensen/voorkeuren van NS ten aanzien van de SNG in het bij-

    zonder over het platform dat het meest in lijn zou zijn met de voorkeuren van NS in

    dit verband. Ten tijde van de bespreking was de aanbestedingsprocedure ter zake

    6 De factuur (inkoopnummer 4899766371) dateert 13 juli 2012 en vermeldt als omschrijving: "juni Feasibility

    studie getrokken materieel inzet".

  • 9/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    van de SNG reeds gestart. Naar Consultant X begreep, was Werknemer Bombardier

    namens Bombardier bij die aanbesteding betrokken.

    4.3.2. Tijdens dezelfde bespreking zou Werknemer Bombardier aan Consultant X hebben

    gevraagd om meer informatie te delen over de wensen/voorkeuren van NS ten aan-

    zien van de SNG. Daarop reageerde Consultant X, naar eigen zeggen, dat het ge-

    sprek daarmee het karakter kreeg van een adviesgesprek en daarom niet onbetaald

    kon blijven. Consultant X en Werknemer Bombardier spraken af dat Consultant X op

    een later moment zou aangeven of Consultant X in staat was meer informatie ter be-

    schikking te stellen over de wensen/voorkeuren van NS ten aanzien van de SNG.

    Het bedrag dat Consultant X hiervoor zou ontvangen werd al tijdens het gesprek

    vastgesteld op 7.000,-.

    4.3.3. Kort na dit gesprek zocht Consultant X in de netwerkmappen van NS naar voor

    Bombardier relevante documenten. Consultant X heeft verklaard dat hij twee docu-

    menten aantrof, te weten een basisplan genaamd 'Resultaten studie Sprinter Nieuwe

    Generatie' ("het basisplan") en een overzicht genaamd 'Overzicht enkeldeks Sprin-

    ter segment dat in aanmerking kan komen voor NS' ("het overzicht"). Het basisplan

    beslaat 41 pagina's en bespreekt de resultaten van intern onderzoek naar de behoe f-

    ten inzake een nieuwe generatie Sprinters, onder meer aan de hand van reizigerspa-

    tronen en toekomstige dienstregelingen. Het basisplan is op iedere pagina voorzien

    van een in Word aangebracht watermerk met de tekst 'VERTROUWELIJK'. Het

    overzicht is een schema dat twee pagina's beslaat en waarop diverse kenmerken

    staan vermeld van treintypen van verschillende treinfabrikanten, waaronder Bombar-

    dier.

    4.3.4. In de week na 12 juni 2012 hielden Consultant X en Werknemer Bombardier een

    tweede bespreking. Tijdens deze bespreking verschafte Consultant X nadere infor-

    matie over de wensen/voorkeuren van NS ten aanzien van de SNG. Consultant X

    baseerde deze informatie op het basisplan en het overzicht, die hij mee had geno-

    men naar de bespreking. Werknemer Bombardier verzocht Consultant X om hem

    (een afschrift van) het basisplan en het overzicht te verstrekken.

    4.3.5. Tijdens een derde bespreking met Werknemer Bombardier, op 22 juni 2012, ver-

    strekte Consultant X een versie van het basisplan waarin de namen van betrokken

    NS medewerkers onleesbaar waren gemaakt. Tijdens de derde bespreking verstrek-

    te Consultant X ook het overzicht, maar volgens zijn verklaring kan dit ook al zijn ge-

    beurd tijdens de tweede bespreking. Consultant X verklaarde dat hij Bombardier, in

    aanvulling op de verstrekking van de documenten, niet mondeling of schriftelijk heeft

    geadviseerd. Bombardier verstrekte geen formele opdracht aan Consultant

    X/Onderneming Y ter zake van deze dienstverlening.

  • 10/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    4.3.6. Consultant X verklaarde dat hij zijn 'diensten' op instigatie van Werknemer Bombar-

    dier in twee termijnen heeft gefactureerd aan Bombardier, hetgeen wordt onder-

    steund door de administratie van Onderneming Y. In die administratie bevinden zich

    twee facturen van Onderneming Y aan Bombardier voor telkens een bedrag van

    3.500,- exclusief BTW, die zijn gedateerd 3 september 2012 (factuurnummer

    2012.011) en 1 november 2012 (factuurnummer 2012.014). Beide facturen vermel-

    den, volgens de verklaring van Consultant X wederom op instructie van Werknemer

    Bombardier, als omschrijving "Market Consultation Public Transport Benelux" en zijn

    gericht aan Werknemer Bombardier.

    4.3.7. Uit een bankafschrift van Onderneming Y blijkt dat voornoemde factuur van 3 sep-

    tember 2012 (factuurnummer 2012.011) op 9 november 2012 is betaald aan Onder-

    neming Y.7 Betaling vond plaats vanaf bankrekeningnummer xxxx.xx.154, die blij-

    kens het rekeningafschrift kennelijk wordt aangehouden door een entiteit die

    onderdeel uitmaakt van het Bombardier concern. De factuur van 1 november 2012 is,

    blijkens een ander rekeningafschrift, vanaf dezelfde bankrekening betaald naar de

    rekening van Onderneming Y op 4 januari 2013.

    4.3.8. Consultant X heeft verklaard dat hij niet zeker weet waarom de facturering en de

    betaling in twee gedeelten plaatsvonden. Ook weet Consultant X niet waarom de fac-

    turen zijn gedateerd enkele maanden na de besprekingen met Werknemer Bombar-

    dier. Wel kan Consultant X zich herinneren dat n en ander plaatsvond op aange-

    ven van Werknemer Bombardier. Ook de omschrijving op de facturen, die luidt

    "Market Consultation Public Transport Benelux", zou zijn doorgegeven door Werk-

    nemer Bombardier. Volgens de verklaring van Consultant X is die omschrijving

    'breed genoeg' en zou de inhoud van zijn dienstverlening onder die omschrijving

    kunnen vallen.

    4.3.9. Tijdens zijn interview gaf Consultant X aan dat hij zijn advieswerk voor Bombardier

    indertijd met niemand heeft besproken - intern noch extern. Hieruit kan worden afge-

    leid dat Consultant X (ook) de betalingen door Bombardier niet heeft gemeld aan NS.

    Uit ons onderzoek volgt dat de betalingen door Bombardier hoogstwaarschijnlijk pas

    bekend raakten bij NS naar aanleiding van het in 3.1 besproken gesprek tussen de

    leidinggevende van Consultant X en diens echtgenote.

    4.3.10. Consultant X heeft verklaard dat hij meende dat het delen van de informatie uiteinde-

    lijk in het belang was van NS, omdat hij daarmee de kans kon vergroten dat NS van

    Bombardier een zoveel mogelijk op haar wensen toegesneden aanbieding kreeg.

    Consultant X gaf zich er evenwel rekenschap van dat andere mogelijke aanbieders in

    het kader van de aanbesteding niet over deze informatie beschikten en dat deze in-

    7 Rekeningnummer [REKENINGNUMMER] ten name van Rechtspersoon Z.

  • 11/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    formatie door NS was geclassificeerd als vertrouwelijk. Wel realiseert Consultant X

    zich achteraf, naar eigen zeggen, dat het 'niet goed was' dat hij vertrouwelijke infor-

    matie doorspeelde aan Bombardier.

    4.3.11. Tot slot verklaarde Consultant X dat hij geen andere dan de bovenvermelde docu-

    menten heeft verstrekt aan Bombardier of een andere Bombardier entiteit. Uit het

    overige onderzoeksmateriaal volgen geen aanwijzingen dat dit wel het geval zou zijn.

    Ook blijken uit het onderzoeksmateriaal geen aanwijzingen dat Consultant X en/of

    Onderneming Y aanvullende betalingen heeft ontvangen van Bombardier of een an-

    dere Bombardier entiteit.

    4.4. Bevindingen en standpunt Bombardier

    4.4.1. BT geeft zakelijk weergegeven aan dat onderzoek, verricht in opdracht van BT,

    bevestigt dat Consultant X informatie heeft verschaft aan een werknemer

    van Bombardier Belgi. Consultant X heeft in dat kader twee facturen gestuurd die

    zijn betaald. Het onderzoek bevestigt tevens dat deze informatie niet van invloed is

    geweest op het besluit van Bombardier niet deel te nemen aan de tender SNG.

    4.4.2. Bombardier geeft aan dat sprake is van schending van interne procedures en regels.

    Het neemt de kwestie zeer hoog op en adequate maatregelen zullen moeten worden

    genomen. Het onderzoek van BT loopt nog en is nog niet afgerond.

    5. Feitelijke kernbevindingen Fase B

    5.1. Fase B van het onderzoek ziet op de werkzaamheden die Consultant X als werk- en

    opdrachtnemer van (groepsonderdelen van) NS heeft verricht in de periode 2003 t/m

    2015 en of er aanwijzingen zijn dat Consultant X andere betalingen heeft ontvangen

    van andere leveranciers van NS of andere diensten heeft verricht, die de integriteit

    van het functioneren van Consultant X in relatie tot NS en (groeps)onderdelen raken.

    De werkzaamheden van Consultant X zijn reeds samengevat in 4.1, waarnaar

    kortheidshalve wordt verwezen.

    5.2. Tijdens zijn interview verklaarde Consultant X dat de verstrekking van bedrijfsver-

    trouwelijke informatie aan (een werknemer van) Bombadier eenmalig was. Consul-

    tant X verklaarde verder geen informatie te hebben verstrekt aan leveranciers van

    NS, buiten de reguliere informatieverstrekking die plaatsvond in het kader van de

    werkzaamheden van Consultant X voor diverse NS onderdelen. Consultant X ver-

    klaarde dat hij ook overigens niet betrokken was bij kwesties rond zijn functioneren

    op basis waarvan zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken.

    5.3. Ter verificatie van bovengenoemde verklaring heeft HB A&M in haar opdracht onder-

    delen van het (forensisch) onderzoek laten verrichten naar de integriteit van het func-

    tioneren van Consultant X in relatie tot NS in de periode 2003 tot 2015. De aandacht

  • 12/12 EUI-1200100928v2

    38

    00

    00

    24

    9/1

    40

    03

    88

    1.1

    ging in het bijzonder uit naar de relatie tot het V250 dossier. A&M heeft inzage ver-

    kregen in de administratie van Onderneming Y en daaromtrent, voor zover nodig, bij

    Consultant X om aanvullende inlichtingen gevraagd.

    5.4. Voorts heeft, met instemming van Consultant X, onderzoek plaatsgevonden in zijn

    zakelijke NS Outlook account. Uit het onderzoek in Fase B zijn geen aanwijzingen

    naar voren gekomen dat Consultant X andere betalingen heeft ontvangen van ande-

    re leveranciers van NS of andere diensten heeft verricht, die de integriteit van het

    functioneren van Consultant X in relatie tot NS en (groeps)onderdelen raken waarbij

    in het bijzonder de relatie tot het V250 dossier aandacht heeft gehad.

    5.5. Het in opdracht van NS verrichte onderzoek is daarmee afgerond.

    -000-