Oefenopgaven Hoofdstuk 20; Zijn we klaar voor het EK? Het Europees Kampioenschap voetbal staat op het punt te beginnen en als beginnend manager wil

de sectie M&O graag op het succes meeliften. Wij besluiten om een bedrijfje op te richten waarbij

we tegen een erg lage prijs originele wedstrijdshirtjes vanuit China naar Nederland kunnen

verschepen. De business zal naar verwachten één maand gaan duren (de maand juni natuurlijk),

maar er heerst erg veel onzekerheid over het bepalen van de winstgevendheid van de shirtjes. Jullie

gaan ons daarom helpen met het berekenen van onze resultaten.

Uit zorgvuldig marktonderzoek is gebleken dat verreweg het belangrijkste verkoopitem het uitshirt

van het Nederlands elftal (zie rechts) zal worden. Er zijn daarom al enkele van deze shirtjes op

voorraad en er zijn afspraken gemaakt om shirtjes op een later tijdstip te vervoeren;

- 10 mei; Ingekocht 350 stuks á € 17,50

- 17 mei; Ingekocht 200 stuks á € 20,-

- 18 mei; Ingekocht 100 stuks á € 22,50

- 21 mei; Voorinkoop 140 stuks á € 25,-

Daar staat tegenover dat er ook enkele shirtjes zijn verkocht;

- 15 mei; Verkocht 150 stuks á € 42,50

- 20 mei; Verkocht 275 stuks á € 45,-

- 21 mei; Voorverkoop 100 stuks á € 50,-

(N.B. De voorinkopen en voorverkopen zullen plaatsvinden op 29 mei.)

(N.B. De inkoopkosten zijn nog niet bij de inkoopprijs meegerekend.)

(1) Bereken de waarde van de technische voorraad op 19 mei als er wordt gewaardeerd via het

Fifo-systeem.

(2) Bereken de waarde van de economische voorraad op 22 mei als er wordt gewaardeerd via

het Fifo-systeem.

(3) Op 20 mei zijn er in totaal 425 shirtjes verkocht.

a. Bereken de brutowinst volgens de FIFO-methode.

b. Bereken de brutowinst volgens de LIFO-methode.

c. Welke valt hoger uit en waarom?

(4) In de maand april werd de geschatte inkoopprijs per shirt vastgesteld op € 18,- en de

geschatte inkoopkosten op €3,- per wedstrijdshirt. Bereken de VVP.

(5) Op 30 mei blijken de inkoopkosten € 2,50 per wedstrijdshirt te zijn. De brutowinst wordt

berekend op basis van de vaste verrekenprijs. Bereken;

a. Het gerealiseerde verkoopresultaat .

b. Het resultaat op inkopen.

c. De definitieve brutowinst.

Oefenopgaven Hoofdstuk 21; Zijn we klaar voor het EK? Om de shirtjes in China te maken, is een machine nodig die een investering vereist van onze kant.

Gezien het feit dat de kwaliteit van de machines in China zeer slecht is, gaat deze machine slechts

enkele maanden mee. Op 1 januari 2012 wordt een machine aangeschaft ter waarde van € 65.000,-

en hij gaat naar verwachting 12 maanden mee. De installatiekosten van deze machine zijn € 4.000,-

en de restwaarde van de machine is € 9.000. De maandelijkse interestkosten zijn 1% van het

gemiddeld geïnvesteerd vermogen en de complementaire kosten zijn € 610,- per maand.

(1) Bereken de maandelijkse afschrijvingskosten.

(2) Bereken de dagelijkse afschrijvingskosten.

(3) Het EK begint op 8 juni; Bereken de boekwaarde van de machine op 8 juni.

(4) Het EK eindigt op 1 juli 2012. Bereken het waardeverlies van de investering gedurende het

EK.

(5) Bereken het gemiddeld geïnvesteerd vermogen tijdens de gehele levensduur.

(6) Bereken de totale maandelijkse kosten van de machine.

Oefenopgaven Hoofdstuk 22; Zijn we klaar voor het EK? Wij kopen onze shirtjes in bij de befaamde exporteur Gangzhou plc. die het weer inkoopt van de

Chinese fabrikant. De BTW in China is maar 7% (om de consumptie te stimuleren), waardoor wij een

voordeel hebben om in China onze shirtjes te kopen. Gangzhou verkoopt de shirtjes aan ons voor €

18,- per stuk (excl. BTW). De BTW in China is voor Nederlandse bedrijven terug te vorderen. Voor de

rest zijn de volgende gegevens bekend;

Brutowinstopslag; 150%

BTW in Nederland; 19%

Aantal verkochte shirts; 525

Overheadkosten; € 8.000

Inkoopkosten; € 1.175

(1) Bereken de verkoopprijs van een shirt incl. BTW.

(2) Bereken de omzet van ons bedrijf.

(3) Hoeveel BTW kan ons bedrijf in totaal terugvorderen van de Chinese belastingdienst?

(4) Hoeveel BTW moeten wij betalen aan de Nederlandse belastingdienst?

(5) Bereken de;

a. Verwachte brutowinst

b. Begrote bedrijfskosten

c. Verwachte nettowinst

Oefenopgaven Hoofdstuk 23; Zijn we klaar voor het EK? Het Europees Kampioenschap voetbal staat op het punt te beginnen en als beginnend manager wil

de sectie M&O graag op het succes meeliften. Wij besluiten om een bedrijfje op te richten waarbij

we tegen een erg lage prijs originele wedstrijdshirtjes vanuit China naar Nederland kunnen

verschepen. De business zal naar verwachten één maand gaan duren (de maand juni natuurlijk),

maar er heerst erg veel onzekerheid over het bepalen van de winstgevendheid van de shirtjes. Jullie

gaan ons daarom helpen met het berekenen van onze resultaten.

Uit zorgvuldig marktonderzoek is gebleken dat verreweg het belangrijkste verkoopitem het uitshirt

van het Nederlands elftal (zie rechts) zal worden. Hoewel het duidelijk is hoeveel de inkoopprijs van

een shirtje uit China is, is het onzeker hoe hoog de inkoopkosten en overheadkosten zullen zijn en

hoeveel winst er te behalen valt met ons handeltje. Het volgende is bekend over de maand mei;

- Opslag over inkoopkosten; 60%

- Opslag over overheadkosten; 25%

- Netto-winstopslag; 100%

- Aantal verkochte shirts; 250

(1) De verkoopprijs inclusief BTW (19%) bedraagt € 59,50. Bereken

de kostprijs van een shirt.

(2) Bereken de VVP.

(3) Bereken de gemiddelde inkoopprijs van een voetbalshirt in de

maand mei.

(4) Bereken de omzet over de maand mei.

(5) Bereken het gerealiseerde verkoopresultaat over de maand.

De sectie M&O heeft toch de kosten niet helemaal goed berekend waardoor er een budgetresultaat

is ontstaan over de maand mei. De inkoopprijs bleek namelijk € 13,25 te zijn, de werkelijke

inkoopkosten bedroegen € 8,- per stuk en de werkelijke overheadkosten bedroegen € 1.500,-.

(6) Bereken het resultaat op inkopen over de maand mei. Geef aan of er een voordelig of

nadelig resultaat is.

(7) Bereken het resultaat op overheadkosten over de maand mei. Geef aan of er een voordelig

of nadelig resultaat is.

(8) Bereken het gerealiseerde budgetresultaat over de maand mei. Geef aan of er een

voordelig of nadelig resultaat is.

(9) Bereken de nacalculatorische nettowinst over de maand mei;

a. Via het verkoopresultaat.

b. Via werkelijke opbrengst – werkelijke kosten.

Hoofdstuk 20 (1) 9.750

(2) 6.250

(3)

a. 18.750 – 7.625 = 11.125

b. 18.750 – 8.375 = 10.375

c. FIFO

(4) 21

(5)

a. 12.725

b. -1.260

c. 11.465

Hoofdstuk 21 (1) 5.000

(2) 163,93 (let op; schrikkeljaar)

(3) 42.771,20 (160 dagen)

(4) 3.934,32 (24 dagen)

(5) 39.000

(6) 5.000 + 390 + 610 = 6.000

Hoofdstuk 22 (1) 53,55

(2) 23.625

(3) 661,50

(4) 4.488,75

(5)

a. 14.175

b. 9.175

c. 5.000

Hoofdstuk 23

(1) 50

(2) 20

(3) 12,50

(4) 12.500

(5) 6.250

(6) (20 – 21,25) * 250 = -312,50

(7) 250

(8) 6.250 – 6.812,50 = -562,50

(9) 5.687,50