EK INDOOR - INTERNATIONAAL - Atletiek

8
EK INDOOR - INTERNATIONAAL EK INDOOR - INTERNATIONAAL Torun/Polen | Donderdag 4 tem zondag 7 maart 2021 Pagina 042-049 | Nummer 07

Transcript of EK INDOOR - INTERNATIONAAL - Atletiek

EK INDOOR - INTERNATIONAALEK INDOOR - INTERNATIONAAL

Torun/Polen | Donderdag 4 tem zondag 7 maart 2021

Pagina 042-049 | Nummer 07

Internationaal

VOORBODE VAN EEN MOOIE ATLETIEKZOMERHet EK indoor 2021 zal de geschiedenisboeken ingaan als een atletiekkampioen-schap in volle coronapandemie. De strenge veiligheidsmaatregelen, de dagelijkse PCR-tests, het dragen van mondmaskers en de afwezigheid van publiek zorgden allemaal voor een wat vreemde omkadering van het kampioenschap. Toch maakte niemand zich daar echt druk in, want het belangrijkste was dat het kampioen-schap kon plaatsvinden en dat atleten opnieuw op het hoogste niveau konden strijden voor medailles.

Zoals Dobromir Karamarinov, interim--voorzitter van European Athletics, voor aanvang van het kampioenschap zei: “Dit is een nieuwe start”. Ook al ontbraken op heel wat topatleten, de Poolse vierdaagse stond bol van spanning, topprestaties … en vooral ook van aangename verrassin-gen. Heel wat nieuwe namen traden op de voorgrond, waaronder ook enkele Belgen, en dat is alleen maar een goeie zaak voor de Europese atletiek. Jacob Ingebrigtsen was met zijn dubbele titel op de 1500m en de 3000m de grote figuur van dit EK, maar ook de prestatie van Armand ‘Mon-do’ Duplantis in het polsstokspringen en de suprematie van de Nederlandse man-nen en vrouwen op de 4x400m waren ab-solute hoogtepunten. Met twee gouden, twee zilveren en een bronzen medaille maakte ook België een uitstekende beurt tijdens het EK.

THIAM EN MAYER MAKEN FAVORIETENROL WAAR

Voor heel wat Belgen en ver daarbuiten was de vijfkamp bij de vrouwen een van de hoogtepunten van dit Europees kampioenschap. Nafi Thiam/RFCL en Noor Vidts/VAC stalen de show in Torun en domineerden de competitie van begin tot einde. Thiam was gezien haar staat van dienst de grote favoriete. Door het gebrek aan competitie en haar recente COVID-besmetting was het toch

afwachten hoe sterk ze voor de dag zou komen. Al snel werd echter duidelijk dat de Olympisch kampioene weldegelijk in goeie vorm verkeerde. Op de technische nummers, zoals het hoogspringen, merkte je dat ze nog wat regelmaat miste. Desondanks slaagde ze er toch in om met een totaal van 4904 punten het nationaal record van Tia Hellebaut te verbeteren en de zevende prestatie aller tijden neer te zetten. Als je dit kan zonder specifieke voorbereiding, getuigt dit van grote klasse. Een beetje in de schaduw van Nafi Thiam zorgde ook Noor Vidts voor een absolute topprestatie. Ze kwam tot een totaal van 4791 punten, een verpulvering van haar beste prestatie ooit en een dik verdiende zilveren medaille. België bewees nog maar eens dat we een mooie meerkamptraditie hebben.

Op de zevenkamp kwamen geen Belgische mannen in actie, toch was het een zeer interessante competitie om te volgen. Naarmate de disciplines zich opvolgden was het duidelijk dat de strijd om het goud zou gaan tussen de Franse wereldkampioen Kevin Mayer, de Spaanse uittredende Europees kampioen Jorge Ureña en de Zwitser Simon Ehammer, Europees en wereldkampioen bij de U20. Ehammer opende sterk met 6”75 op de 60m, waarmee hij een kampioenschapsrecord vestigde. Mayer bleef niet ver achter, dankzij een persoonlijk record van

6”86. In het verspringen pakte Ehammer opnieuw de winst, dankzij een persoonlijk record van 7m89. Hij bleef zijn dichtste achtervolger maar liefst 27 centimeter voor. Mayer moest tevreden zijn met een seizoensbeste van 7m47, maar zette orde op zaken in het kogelstoten. Hij stootte de kogel naar een nieuw persoonlijk record van 16m32, goed voor de winst. Voor het polsstokspringen stond Mayer 43 punten voor op Ehammer en 170 punten op Ureña. Het polsstokspringen verliep echter dramatisch voor de Zwitser, want hij faalde drie keer op 4m50, zijn openingshoogte. Daardoor viel de spanning in de competitie voor een groot stuk weg, want Mayer ging met 262 punten voorsprong op Ureña van start op de afsluitende 1000m. De Fransman gaf het goud niet meer uit handen en finishte uiteindelijk met een totaal van 6392 punten. Ureña pakte zilver met 6158 punten en het brons ging naar de Pool Pawel Wiesiolek met 6133 punten, onder meer dankzij een persoonlijk record van 5m20 in het polsstokspringen.

JACOBS EN DEL PONTE MET BESTE WERELDJAARPRESTATIE

Op de 60m bij de mannen zorgde de Italiaan Lamont Marcell Jacobs voor vuurwerk. Nadat hij in de reeksen en de halve finale respectievelijk 6”59 en 6”56 had laten optekenen, stormde hij in de finale naar een fantastische 6”47. Dat is, na de 6”46 van Dwain Chambers in 2009, de tweede snelste tijd die ooit gelopen werd op een Europees indoorkampioenschap. Vooral de laatste 20 meter van de Italiaan was indrukwekkend en zijn overmacht leek de tegenstanders zowat te verstikken. De Duitser Kevin Kranz (6”60) finishte als tweede en de Slovaak Jan Volko (6”61) mag na zijn goud van twee jaar geleden en het zilver van nog eens twee jaar daarvoor nu ook een bronzen medaille toevoegen aan zijn indoorcollectie. Ook bij de vrouwen waren we getuige van een absolute topprestatie. De Zwitserse Ajla Del Ponte liep in de finale een perfecte wedstrijd en klokte af op een duizelingwekkende 7”03, een verpulvering van het nationale record en een beste wereldjaarprestatie. “Ik wist dat ik de benen had voor zo’n tijd, maar om dit tijdens de finale, in het gezelschap van zoveel snelle atletes, te kunnen tonen is ronduit fantastisch”, vertelde Del Ponte na afloop. Het zilver ging naar de Finse Lotte Kempinnen in 7”22 en de Nederlandse Jamile Samuel pakte verrassend brons vanuit baan 1 in dezelfde tijd als Kempinnen.

Ajla Del Ponte

043

TOPTIJDEN VOOR VISSER EN BELOCIAN OP DE HORDEN

Net als de 60m haalde ook de 60m horden een heel hoog niveau in Torun. De Nederlandse Nadine Visser was bij de vrouwen de uitgesproken favoriete en ze ontgoochelde niet. In de reeksen en de halve finale liet ze respectievelijk 7”92 en 7”86 noteren en daarmee was ze telkens de snelste van alle deelneemsters. Visser is een echte kampioenschapsloopster en lijkt iedere ronde sneller en scherper voor de dag te komen. In de finale zette ze dan ook de kroon op het werk. Visser pakte goud in 7”77 en verbeterde daarmee ook haar eigen nationaal record. Achter Visser gingen de Britse zusjes Cindy Sember (7’89) en Tiffany Porter (7”92) met zilver en brons aan de haal. Porter was de enige atlete die in Torun aan de wedstrijden deelnam met een mondmasker. “Dat hindert me niet tijdens het sprinten, het is gewoon een extra veiligheid die ik mezelf opgelegd heb. Ik doe dit voor mezelf en voor mijn dochtertje Chidera thuis”, aldus Porter.

De finale van de 60m horden bij de mannen was wat betreft kwaliteit en spanning een van de absolute hoogtepunten van dit kampioenschap. De Fransman Wilhem Belocian en de Brit Andrew Pozzi leverden een spannende strijd tot aan de finish. Ze gingen zowat schouder aan schouder over de meet, maar uiteindelijk bleek Belocian met 7”42 één honderdste sneller dan Pozzi. Voor Belocian, die in 2013 en 2014 respectievelijke wereld- en Europees kampioen werd bij de junioren, is het de eerste titel bij de seniores. Zijn tijd is tevens de vierde Europese prestatie allertijden.

NEDERLANDERS EN HUSILLOS INDRUKWEKKEND OP DE 400M

Tijdens dit indoorseizoen presteren de Nederlandse atleten al op een uitzonderlijk hoog niveau. Vooral op de 400m baden onze noorderburen momenteel in een ongelofelijke weelde. Bij de mannen kwamen Liemarvin Bonevacia, Tony Van Diepen en Jochem Dobber allemaal met medailleambities aan de start. Nadat ze alle drie vrij gemakkelijk de reeksen en de halve finales doorkwamen, leek een volledig Nederlands podium in de maak. Dat was echter zonder Oscar Husillos gerekend. De Spanjaard, die voor altijd zal herinnerd worden door zijn onfortuinlijke diskwalificatie op het WK indoor in 2018 nadat hij als eerste over finish kwam, nam de snelste start en kwam na 150m als eerste naar binnen. Iedereen verwachte dat de Nederlanders hem in de laatste rechte lijn zouden voorbijsnellen, maar

hij hield stand en pakte goud in 46”22, een seizoensbeste. Een mooie sportieve revanche voor de misgelopen wereldtitel van Birmingham. “Ik heb het laatste anderhalf jaar enorm veel gesukkeld met blessures en deze titel is er eentje voor iedereen die in me is blijven geloven. Al het harde werk heeft geloond”, vertelde een emotionele Spanjaard. Tony Van Diepen werd tweede in 46”25 en Liemarvin Bonevacia derde in 46”30. Jochem Dobber moest tevreden zijn met een vijfde plaats in 46”82.

Bij de vrouwen stond er absoluut geen maat op Femke Bol. Anderhalf jaar geleden was ze nog juniore, maar in Torun liep ze alsof ze al jaren meedraaide op het hoogste niveau. In de finale liep ze tactisch en technisch een uitstekende race. Bij het ingaan van de laatste ronde nam ze de leiding over van landgenote Lieke Klaver en denderde naar de Europese titel in een tijd van 50”63, opnieuw een nationaal record. Achter Bol vocht de Poolse Justyna Swiety-Ersetic zich naar zilver in 51”41.

Het brons was weggelegd voor de Britse Jodie Williams in nieuw persoonlijk record van 51”73. Klaver moest net zoals Dobber tevreden zijn met een vijfde plaats in 52”03. HODGEKINSON EN DOBEK ZORGEN VOOR FRISSE WIND OP 800M

Op de 800m bij de vrouwen was het vooral uitkijken naar de prestaties van de Britse tiener Keely Hodgkinson op haar eerste kampioenschap bij de seniores. Ze maakte dit seizoen indruk door in Wenen het wereldrecord voor junioren op de 800m aan te scherpen tot 1’59”03. Dat record is ze ondertussen wel opnieuw kwijt aan de Amerikaanse Athing Mu (1’58”40), maar in Torun wachtte haar een nieuw hoogtepunt. Bij jonge atleten is het altijd afwachten hoe ze omgaan met de omstandigheden van zo’n kampioenschap. Maar wat Hodgkinson op het EK liet zien getuigt niet alleen van grote klasse, maar ook van enorm veel maturiteit, lef en tactisch vernuft. In de

Het podium op de 400m met Van Diepen, Husillos en Bonevacia

Sember, Visser en Porter

044

finale nam haar landgenote Ellie Baker eerst het commando, maar echt snel ging het niet. Halfweg passeerden ze in 65”31 en op 300m van de finish plaatste Hodgkinson haar aanval. Niemand was nog bij machte om haar terug te halen en ze finishte als eerste in een tijd van 2’03”88. Achter haar streden het ervaren Poolse duo, Joanna Jozwik en Angelika Cichocka, voor de overige medailles. Jozwik greep uiteindelijk met 2’04”00 het zilver en Cichocka kwam 15 honderdsten later als derde over de streep.

Bij de mannen oogde het deelnemersveld indrukwekkend. Uittredend kampioen Alvaro De Arriba overleefde de reeksen niet en andere toppers zoals Mark English, Andreas Kramer en onze eigen Eliott Crestan/SMAC werden in de halve finales uitgeschakeld. Wel in de finale, de drie Polen met zesvoudig Europees kampioen Adam Kszczot, 400m horden specialist Patryk Dobek en Europees U23 kampioen Mateusz Borkowski. De Polen droomden luidop van een clean sweep, maar dan moesten ze wel afrekenen met de Fransman Pierre-Ambroise Bosse, de Bosniër Amel Tuka en de Britse outsider Jamie Webb. Het was Webb die de wedstrijd kleurde en met een heel langgerekte versnelling alles of niets speelde. De Brit leek te gaan kraken, maar hield verbazend lang stand. In het absolute slot van de wedstrijd kwamen enkel Dobek en Borkowski hem nog voorbij. Uiteindelijk was het hordenloper Dobek die met 1’46”81 de Europese titel binnenhaalde. Boskowski werd tweede in 1’46”90 en Webb pakte het brons in 1’46”95.

KONING JACOB HEERST OP DE 1500M EN DE 3000M

Als Jacob Ingebrigtsen ergens aan de start verschijnt, dan is het om te winnen. Dit EK indoor was geen specifiek doel voor de Noor. Toch pikte hij dit kampioenschap graag mee, al was het maar om de harde trainingsarbeid eventjes te onderbreken. Ingebrigtsen was ingeschreven voor de 1500m en de 3000m en uiteindelijk bleek hij op beide nummers een maatje te sterk voor de tegenstand. Op de 1500m werd heel wat verwacht van het duel tussen de jongste Ingebrigtsen en Marcin Lewandowski. Twee jaar geleden klopte de Pool immers het Noorse wonderkind op het EK in Glasgow en dat was toen een verrassing. Ingebrigtsen zei het niet met zoveel woorden, maar hij was zeker uit op revanche. Lewandowski heeft het liefst een trage wedstrijd waarbij hij op het einde kan toeslaan. Dat liet de Noor deze keer niet gebeuren. Amper 300m na de start nam hij zelf het commando en enkel Lewandowski slaagde erin om hem

enigszins te volgen. Nadat hij het tempo even liet zakken, plaatste Ingebrigtsen op 500m van de finish een nieuwe versnelling. Lewandowski moest een gaatje en dat kreeg hij niet meer dicht. Ingebrigtsen won verdiend in een tijd van 3’37”56. Na de wedstrijd werd de Noor echter gediskwalificeerd aangezien hij, na het geduw bij de start, een voet buiten de piste had gezet. De diskwalificatie werd later echter herroepen. Lewandowski (3’38”06) had vrede met die beslissing en gaf toe dat Ingebrigtsen vandaag gewoon de beste was. De Spanjaard Jesús Gómez (3’38”47) vervolledigde het podium.

Op de 3000m bleef de hele groep tot halfweg helemaal samen en niemand maakte echt aanstalten om aan te vallen. Op 800m van de finish achtte Ingebrigtsen zijn moment gekomen en plaatste zijn versnelling die door geen enkele van de tegenstanders kon worden beantwoord. De Spanjaard Mohamed Katir probeerde in het slot van de wedstrijd terug te keren op Ingebrigtsen, maar slaagde daar niet in. Ingebrigtsen won in een tijd van 7’48”20. De inspanning van Katir kwam hem trouwens duur te staan, want in de laatste rechte lijn kwam onze landgenoot Isaac Kimeli/OEH, die tactisch opnieuw een prachtige wedstrijd liep, hem voorbij en zilver haalde in 7’49”41. Katir bleef zelfs zonder medaille achter, want ook zijn landgenoot Adel Mechaal (7’49”47) ging hem in extremis nog voorbij.

VANDERELST EN MARKOVC MAKEN INDRUK OP 1500M EN 3000M

De wedstrijden op de 1500m en de 3000m bij de vrouwen waren de meest onvoorspelbare wedstrijden van het EK. Het was heel moeilijk om favorieten naar

voor te schuiven, want alles lag dicht bij elkaar. Voor de 3000m schoven de kenners toch de namen van de Nederlandse Maureen Koster en de Zweedse Meraf Bahta naar voor. Beide atletes lieten een goeie indruk na en waren attent mee voorin. In het gedrang van de kopgroep struikelde Koster op 300m van de finish en kwam ten val. Daarbij werd ook Bahta zwaar gehinderd en moest ze de kopgroep lossen. Ondertussen had de Britse Amy Eloise Markovc de leiding genomen. Ondanks het felle aandringen van haar landgenote Verity Ockenden en de Franse Alice Finot hield ze het vol tot aan de finish en pakte ze goud in 8’46”43. Net zoals Finot (8’46”50) en Ockenden (8’46”60) liet ze een dik persoonlijk record optekenen.

De 1500m was een zenuwslopend schouwspel waarbij de eerste kilometer aan een extreem traag tempo werd afgewerkt. Na heel wat geduw en positiewissels nam de Spaanse Esther Guerrero op twee ronden van het einde de leiding en brak de wedstrijd helemaal open. De Spaanse liet een ronde van 28’73 optekenen, maar op 200m van het einde stortte ze zowat helemaal in. Dat was het moment waarop Elise Vanderelst/MOHA de leiding overnam en uiteindelijk heel afgetekend de Europese titel pakte in 4’18”44. Een fantastische prestatie van onze landgenote, die haar allereerste indoorkampioenschap liep. Deze prestatie bewijst dat ze niet alleen een snelle 1500m kan lopen, maar dat ze ook tactisch wedstrijd succesvol kan afwerken. De Britse Holly Archer en de Duitse Hanna Klein gingen Guerrero ook nog voorbij om zilver en brons te pakken. Archer werd nadien gediskwalificeerd. Maar de Britse federatie vocht de diskwalificatie succesvol aan, waardoor Archer alsnog haar medaille mocht ophalen.

Jakob Ingebrigtsen pakt de titel op 3000m voor Isaac Kimeli

045

EERSTE TITELS VOOR DONGMO EN STANEK MET DE KOGEL

Het kogelstoten bij de mannen was een competitie van heel hoog niveau. De lokale ster en uittredend Europees kampioen, Michal Haratyk, had deze winter zijn persoonlijk record op 21m83 gebracht en was de grote favoriet voor de titel. Bij zijn vijfde poging stootte hij de kogel 21m47 ver en leek daarmee weldegelijk een optie te nemen op goud. Dat was echter zonder de Tsjech Tomás Stanek gerekend, want hij liet meteen daarna een uitstekende 21m62 noteren. In zijn laatste poging slaagde Haratyk er niet in deze prestatie nog te overtreffen en het werd dus goud voor Stanek en zilver voor Haratyk. Het brons ging naar de Kroaat Filip Mihaljevic (21m31). “Na de kwalificaties verwachtte ik één grote Haratyk-show, maar gelukkig vond ik tijdig de goeie focus terug en kon ik vandaag de overwinning pakken”, aldus Stanek. Bij de vrouwen was Auriol Dongmo dit seizoen de grote revelatie. De Portugese van Kameroense afkomst was deze winter nog ongeslagen en leek

ook in Torun op weg naar een simpele overwinning. Bij haar tweede poging liet ze 19m21 optekenen en tot de vijfde worp kwam niemand ook maar in de buurt van die prestatie. Toen ontbond de Zweedse Fanny Roos haar duivels en nam met 19m29, een nationaal record, onverwacht de leiding. Dongmo reageerde als een echte kampioene en liet meteen daarna 19m34 optekenen. Goud dus voor Dongmo en zilver voor Roos. De Duitse Christina Schwantitz vervolledigde het podium met 19m04.

TENTOGLOU BIJ DE EERSTE EN BEKH-ROMANCHUK BIJ DE LAATSTE POGING

Het verspringen bij de mannen kondigde zich aan als een duel tussen de Griek Miltiadis Tentoglou en de Zweed Thobias Montler. Tentoglou begon uitstekend aan de competitie met een sprong van 8m35 en beperkte zich ook tot die ene sprong. “Ik was ervan overtuigd dat die sprong voldoende was voor goud en daarom besliste ik om de andere pogingen aan mij

voorbij te laten gaan, want ik sukkel met een knieblessure.” De Griek kreeg gelijk, maar Montler kwam met 8m31, een nieuw nationaal record, toch nog aardig in de buurt. Het brons was weggelegd voor de Fin Kristian Pulli, die zichzelf overtrof met een sprong van 8m24, ook al een nationaal record.

Bij de vrouwen was de competitie een stuk spannender dan bij de mannen. Larissa Iapichino, de Italiaanse die eerder dit seizoen met 6m91 het wereldrecord bij de juniores van de legendarische Heike Drechsler had gebroken, was de grote uitdaagster van ervaren springsters zoals de Duitse Malaika Mihambo en de Oekraïense Maryna Bekh-Romanchuk. De ervaring won het in Torun van het jeugdige talent, want de Iapichino was nooit echt in de running voor een medaille en werd uiteindelijk vijfde met 6m59. Mihambo had bij haar derde poging 6m88 laten optekenen en leek daarmee op weg te zijn naar goud. Het venijn zat hem echter in de staart. Bij haar vijfde poging naderde Bekh-Romanchuk met 6m68 al tot op twee centimeters en bij haar laatste poging ging ze met 6m92 zelfs nog voorbij de Duitse. Het brons ging met 6m75 naar de Zweedse Khaddi Sagnia.

NEDASKAU VERRASSEND EN MAHUCHIKH VERWACHT

De hoogspringcompetitie bij de vrouwen leek op papier een uitgemaakte zaak. De Oekraïense Yaroslava Mahuchikh had begin februari haar persoonlijk record op 2m06 gebracht en was de enige van alle deelnemers die dit seizoen al over 2m00 was gegaan. De 19-jarige atlete liet er geen twijfel over bestaan dat ze de beste van het gezelschap was, want ze klaarde achtereenvolgens 1m85, 1m89, 1m94, 1m98 en 2m00 bij haar eerste poging. Haar landgenote Iryna Gerashchenko overtrof zichzelf met een persoonlijk record van 1m98 en zorgde er zo voor dat de wedstrijd nog wat spannend bleef, maar uiteindelijk werd het een logische zege voor Mahuchikh. Gerashchenko was dolblij met zilver en de Finse Ella Junnila mocht met een nationaal record van 1m96 als derde het podium op.

In het hoogspringen bij de mannen voorspelde men vooraf een rechtstreeks duel tussen de Italiaan Gianmarco Tamberi en de Wit-Rus Maksim Nedaskau. Toen zij als enige over 2m29 gingen, kwam dat duel er ook. Maar dat het zo spannend zou worden, had niemand verwacht. De excentrieke Italiaan leek de competitie in een beslissende plooi te leggen toen hij bij zijn tweede poging over 2m35 ging, maar Nedaskau gokte toen door zijn

Tomás Stanek

Miltiadis Tentoglou pakt de titel na amper één sprong

047

laatste poging op die hoogte in te ruilen voor een kans op 2m37. Dat was de enige manier om van zijn zilveren plak nog een gouden te maken. De Wit-Rus greep zijn kans en ging tot ieders verbazing over 2m37, een persoonlijk record en beste wereldjaarprestatie. Toen was Tamberi terug aan zet, maar na drie verdienstelijke pogingen op 2m37 moest hij uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de Nedaskau. “Ik verwachtte een spannende competitie, maar Maksim zorgde ervoor dat het niveau heel erg hoog was. Het leek wel een bokswedstrijd. Telkens wanneer hij uitgeteld leek, kwam Maksim terug. Hij is een echt competitiebeest en ik ben heel blij voor hem”, zegt Tamberi. Het brons was voor onze landgenoot Thomas Carmoy/CRAC, die met 2m26 slechts twee centimeter onder zijn persoonlijk record bleef.

TITEL EN KAMPIOENSCHAPS-RECORD VOOR DUPLANTIS

Zowel Mondo Duplantis als Renaud Lavillenie hadden deze winter al blijk gegeven van een uitstekende vorm. Zo was de Zweed op 24 februari in Belgrado over 6m10 gesprongen en zette de Fransman drie dagen later met 6m06 zijn beste prestatie in jaren neer. Het beloofde een spannend duel te worden tussen beide toppers, maar jammer genoeg moest Lavillenie kort voor de kwalificaties forfait geven omwille van een blessure. De weg naar goud lag zo wagenwijd open voor Duplantis, maar toch wou hij in Torun iets fantastisch laten zien. Hij ging gezwind over 5m60, 5m80 en 5m85 bij zijn eerste poging. Toen was het goud al binnen, want alle andere springers hadden toen hun stokken al opgeborgen. De nog steeds pas 21-jarige Zweed liet de lat toen op 6m05

leggen en ging er bij zijn tweede poging over. Die prestatie betekende meteen een kampioenschapsrecord. Nog was zijn honger niet gestild, want daarna ging hij zijn kans op 6m19, één centimeter hoger dan zijn eigen wereldrecord. Hij faalde drie keer, maar bij zijn tweede poging kwam een nieuw wereldrecord toch even dichtbij. Het zilver was voor Lavillenie … niet Renaud, maar wel zijn jongere broer Valentin Lavillenie. Hij bracht in de finale zijn persoonlijk record op 5m80. De Pool Piotr Lisek ging ook over 5m80, maar moest wel tevreden zijn met brons.

Bij de vrouwen werd het kampioenschap een beetje onthoofd door het ontbreken van atletes zoals Ekaterini Stefanidi en uittredend kampioene Anzjelika Sidorova. Daardoor was de Britse Holly Bradshaw plots de grote favoriete voor de titel. Ze kende een heel knap en regelmatig indoorseizoen, maar tijdens de finale in

Torun had ze duidelijk haar dagje niet. Ze bleef steken op 4m65, terwijl ze dit seizoen al over 4m85 was gegaan. Uiteindelijk werd de strijd voor goud een onuitgegeven duel tussen de Zwitserse Angelica Moser en de Sloveense Tina Sutej, want zij gingen als enige over 4m70. Moser, die vooraf hoopte op een medaille, deed wat niemand nog verwachtte en ging bij haar tweede poging nog over 4m75 en verzekerde zich zo van goud met een nieuw nationaal record.

PICHARDO EN MAMONA MET PORTUGEES GOUD IN HET HINKSTAPSPRINGEN

De Portugezen hebben de laatste jaren een serieuze traditie opgebouwd in het hinkstapspringen. Nelson Evora en Patricia Mamona hebben samen al heel wat internationale medailles verzameld en een paar jaar geleden werd ook de Cubaanse specialist Pedro Pablo Pichardo genaturaliseerd tot Portugees. In Torun was Nelson Evora er niet bij, maar dat kon de Portugese pret niet bederven. Pichardo liet er geen enkele twijfel over bestaan dat hij zijn eerste Europese titel ging binnenhalen. Hij liet vier geldige pogingen noteren en die waren allemaal verder dan 17m. Uiteindelijk bleek zijn eerste poging, 17m30, de beste en die was goed voor goud. De strijd om het zilver was spannender en werd pas in de laatste sprong beslecht. Eerst sprong de Duitser Max Heβ naar 17m01 en de tweede plaats, maar het was uiteindelijk de Azeri Alexis Copello die met 17m04 het zilver pakte.

De finale bij de vrouwen had veel weg van een thriller. Bij haar derde poging liet Mamona een sprong van 14m53 optekenen en vrijwel onmiddellijk daarna kwam de Duitse Neele Eckhardt tot 14m52. Om het allemaal nog spannender te maken gaf het scorebord bij de laatste poging van de

Nedaskau en Tamberi na hun knap duel

Armand 'Mondo' Duplantis

048

Spaanse Ana Peleteiro ook 14m52 aan. Een luttele centimeter besliste dus over goud, zilver en brons. Mamona vierde na haar Europese outdoortitel van 2016 nu ook haar eerste indoortitel. Het zilver was voor Peleteiro en het brons voor de verrassende Eckhardt.

HOLLANDS FEESTJE OP 4X400M

De individuele wedstrijden op de 400m lieten al uitschijnen dat er op de 4x400m, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, niet veel zou in te brengen zijn tegen de Nederlanders. Natuurlijk bestond de kans dat de Nederlanders wat last zouden hebben van de vermoeidheid na hun individuele finales en dat andere landen daarvan konden profiteren. Van die vermoeidheid viel niets te merken, want de Nederlanders liepen op een oranje wolk naar de Europese titel bij de mannen en de vrouwen. Het vrouwelijke kwartet, bestaande uit Lieke Klaver, Marit Dopheide, Lisanne De Witte en Femke Bol stormde met 3’27”15 naar een kampioenschapsrecord en liep de zilveren Britten op meer dan een seconde. Nog eens anderhalve seconde later kwamen de Polen als derde over de streep. Bij de mannen was het net iets spannender. Hoewel de Nederlanders met Jochem Dobber, Liemarvin Bonevacia, Ramsey Angela en Tony Van Diepen de hele wedstrijd aan de leiding lagen, was het toch uitkijken voor de aanklampende Tsjechen en Britten. Uiteindelijk haalden ze het overtuigend in 3’06”06. De Tsjechen grepen het zilver in 3’06”54, waarmee Pavel Maslak zijn teleurstelling over de gemiste finale op de individuele 400m doorspoelde. De Britten liepen met 3’06”70 onze Tornados uit de medailles.

Vlaamse Atletiekliga vzw@letiekleven 07: vrijdag 12 maart 2021

TEKST: Gunther DekieFOTO’S: Getty ImagesLAY-OUT: Ben Ghyselinck

Niets uit deze uitgave mag worden ver-menigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, website, mail, fotokopie of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke toestemming van de uitgever. Teksten en foto’s blijven eigen-dom van de auteur-fotograaf.

Cover: Jakob Ingebrigtsen pakt de titel op de 1500m voor Marcin Lewandowski

Dopheide, Bol, De Witte en Klaver

De volledige uitslag van de Europese indoorkampioenschappen in Torun

kan je hier terugvinden.

De start van de derde reeks op de 60m horden bij de vrouwen met Eline Berings in baan 1

049