Observeren

Observeren

“what you see, is what you get”Boek Communicatie en organisatieThema 17

Communicatie en organisatie thema 17 Observeren

2

1. Selectieve aandacht test2. Observatiedoelen3. Verschil tussen waarnemen en observeren4. Bewust en systematisch observeren5. Stappen bij bewust en systematisch observeren6. Observatiemethoden7. Observatietechnieken8. Hulpmiddelen bij observeren9. Stappen bij opstellen observatieplan10. Observatieregels11. Valkuilen bij observatie12. Opdrachten

Inhoud


3

http://www.youtube.com/watch?NR=1&v=qhF_baBVIOs

Een mens kan niet alles in één keerwaarnemen!http://www.youtube.com/watch?v=YGcoQjQEP_c&feature=related

Een observatietest

Selectieve aandacht test

http://www.youtube.com/watch?NR=1&v=qhF_baBVIOs

http://www.youtube.com/watch?v=YGcoQjQEP_c&feature=related


4

1. Om iemands gedrag te begrijpen en uit te leggen.

2. Je wilt een probleem onderzoeken om een plan van aanpak te schrijven

3. Je wilt het effect van medicatie of van toegepaste gedragsregulatie meten

4. Ter voorbereiding op een overplaatsing

Observatiedoelen


5

Waarnemen is iets bij toeval opmerken met een

van je zintuigen. Horen, zien, voelen, ruiken.

Observeren is het bewust en systematisch met

een vooropgesteld doel waarnemen van het gedrag van mens of dier

Wat is waarnemen en observeren?


6

Observatie doel is bekend Observatie methode is bekend Registratie van de observatie gegevens zijn

bekend Lengte van de observatie is bekend

Bewust en systematisch observeren


7

1. Aanleiding observatie (vraagstelling) beschreven of hypothese (vooronderstelling)

2. Observatiedoel is “smart” geformuleerd3. Observatie methode is bekend4. Bepalen van de plaats, situatie, data en

tijdstippen5. Observatie duur is bekend6. Registratie van de bevindingen zijn

bekend

Bewust en systematisch observeren gaat in bepaalde stappen:


8

- Continue observatieIs een vorm van vrije observatie. Je observeert een cliént of een groep voortdurend. Wel een doel, maar meestal niet erg concreet- Interval observatieObservatie op verschillende tijdstippen, maar met zelfde doel, technieken en hulpmiddelen- Contextuele observatieNaast de cliënt wordt ook de omgeving/ situatie geobserveerd- Protocollaire observatieObservatie volgens een van te voren vastgesteld protocol en/ of observatieschema

Obervatiemethoden


9

- Tijdgericht (time-sampling)Het concreet aangeven hoe vaak of hoe lang een incident duurt.- Gericht op een gebeurtenis (event-sampling)Naast aantal en tijd wordt het incident zelf en de omgeving ook geobserveerd.Intern observeren (participerend)De observator is zelf actief in de groepExtern observeren (niet participerend)Observator maakt wel deel uit van de groep, maar neemt niet actief deel.

Observatietechnieken


10

1. Je zintuigen2. Beoordelingsschalen3. Spelmaterialen4. Audio en video5. Speciaal ingerichte ruimtes (one way

screen)

Hulpmiddelen bij observeren


11

1. Verzamel noodzakelijke gegevens cliënt2. Bepaal een doel/ hypothese3. Kies een methode4. Kies een techniek5. Kies een hulp- registratiemiddel voor de

observatie6. Maak een observatieplan7. Informeer de cliënt8. Observeer de cliënt en/of omgeving9. Leg de verkregen informatie vast

Stappen bij observatieplan


12

1. Neem jezelf niet als norm2. Wees je bewust van het Halo+ en Horn-

effect3. Wees je bewust van je eigen projecties4. Leg geen verbanden tussen uiterlijk en

gedrag5. Houd je bij de feiten6. Zie de persoon niet los van de groep7. Als je in een situatie ingrijpt, beinvloed je

de observatie

Observatie regels


13

Tracht zo objectief mogelijk en niet subjectiefte observeren. Subjectiviteit kan ontstaan

door:

1. Vooroordelen (HALO+ of HORN- effect)2. Interesses3. Emoties (boosheid, medelijden, angst)4. Eerder opgedane ervaringen5. Vermoeidheid6. Je checkt niet wat je hebt gezien/ gehoord

Valkuilen bij observatie


14

Optische illusies

Hoeveel poten? Hoe oud is deze dame?


15

Optische illusies

Wat staat hier? Wat zie je?


16

Optische illusies


17

1. Neem een foto van jezelf2. Beschrijf deze foto zo objectief mogelijk3. Laat een klasgenoot deze foto ook

beschrijven4. Vergelijk jouw beschrijving met die van je

klasgenoot en bespreek deze met elkaar op overeenkomsten en verschillen

5. Hoe zouden de verschillen kunnen ontstaan?

Opdracht 1


18

Dennis woont in een sociowoning met nog 6 andere jongens met een verstandelijke beperking . Zij functioneren allemaal op het niveau van een kind van 15 jaar. Hij deelt de slaapkamer met een mede cliënt. Dennis slaapt de laatste tijd heel slecht. Bovendien is hij heel humeurig als hij uit bed komt en eet slecht.Een van de jongens van de sociowoning toont meer dan gewoonlijke interesse voor Dennis. Er wordt besloten d.m.v. observatie te kijken wat er aan de hand is. Wat is je hypothese (vooronderstelling) en hoe ziet je plan van aanpak eruit om vast te stellen of deze vooronderstelling juist is.

Opdracht 2

Observeren

Documents

Transcript of Observeren