Nr. 20 - zhzveilig.nl · Team Nafase Nadat de situatie in Zuid-Holland Zuid grotendeels was...
Transcript of Nr. 20 - zhzveilig.nl · Team Nafase Nadat de situatie in Zuid-Holland Zuid grotendeels was...
In dit nummer o.a.:
Alles over de brand Moerdijk
VRZHZ naar Leerpark
Regionaal Risicoprofiel vastgesteld
Kijfhoek: Lessen Moerdijk meteen
in praktijk gebracht
Nieuw openbaar meldsysteem (OMS)
Brandweerkazerne Post Leerpark
Mei 2011
Beste lezers,
Op deze zelfde plek in de ZHZ Veilig schreef ik een
paar maanden geleden over het in werking treden
van de wet Veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010. Het
doel van die wet is het tot stand brengen van een
efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie
van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening
en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder
één regionale bestuurlijke regie.
Ik schreef toen ook ‘The proof of the pudding is in
the eating’, waarbij ik meteen de hoop uitsprak dat
crisisbeheersing en rampenbestrijding zo min moge-
lijk in de praktijk getoetst hoeven te worden.
De gebeurtenissen aan het begin van dit jaar hebben
geleerd dat de praktijk
zich niet laat sturen. Een
grote brand bij Chemie-
pack in Moerdijk en een
flinke brand op rangeer-
terrein Kijfhoek hebben
direct het uiterste ge-
vraagd van onze Veilig-
heidsregio en andere Vei-
ligheidsregio’s.
Gelukkig zijn bij beide branden geen slachtoffers te
betreuren geweest. Ik heb geconstateerd dat met een
niet aflatende inzet is gewerkt aan de bestrijding van
beide crises. Persoonlijk heb ik het goede contact met
de burgemeester van Breda, Peter van der Velden,
die als voorzitter van de Veiligheidsregio Midden-
en West-Brabant, als zeer waardevol ervaren.
Datzelfde geldt voor het contact met de collega’s
Borgdorff en Klijs van Binnenmaas en Strijen.
Is alles dan vlekkeloos verlopen? Ongetwijfeld niet. In
dergelijke stresssituaties gebeuren dingen waarvan je
achteraf kunt zeggen, dat had anders gekund. Het is
en blijft mensenwerk en mensen maken soms fouten.
Niet voor niets hebben we als Veiligheidsregio zelf
een onderzoek opgestart. Ook de Onderzoeksraad
voor veiligheid doet onderzoek naar de brand. Het
kan niet anders of uit die onderzoeken komen leer-
punten naar voren. De bevolking van Zuid-Holland
Zuid mag van haar bestuur verwachten dat het de
crisisbestrijdingsorganisatie uitstekend organiseert.
Wij moeten en gaan daar als Veiligheidsregio lering
uit trekken.
Drs. A.A.M. Brok
Voorzitter Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Nr. 20
De feiten over de brand Moerdijk
Het is 5 januari 2011. Iedereen is nog bezig met de start van het nieuwe jaar. De piepers gaan. Een grote brand bij Chemie-Pack in Moerdijk. Zuid-Holland Zuid is effectgebied; enorme rookwolken, roet, brokstukken, regen, GRIP 4, etc.. Zowel het Regionaal Operationeel Team (ROT) als het Regio-naal Beleidsteam (RBT) als het kwamen in actie voor bestuurlijke en operationele inzet.
Het bestrijden van de brand in Moerdijk was een forse
opgave voor de rode kolom. Voor de Veiligheidsregio
Zuid-Holland Zuid waren de effecten van grote invloed
op delen van de Hoeksche Waard en Dordrecht.
(Vervolg op pagina 2)
2
Bij deze brand werkten meerdere gemeenten, twee
Veiligheidsregio’s en het Nationaal Coördinatie Cen-
trum (NCC) nauw samen.
Waarschuwen Vrijwel direct nadat vanuit Moerdijk was gevraagd
de sirenes in werking te zetten, is daar in ZHZ gehoor
aan gegeven. Drie sirenes werden ingezet in het zuid-
oostelijk deel van de Hoeksche Waard en één op de
zuidpunt van het Eiland van Dordrecht om de inwo-
ners te waarschuwen. Meteen werd Radio Rijnmond
ingezet als Calamiteitenzender en is ook informatie
verstrekt via SMS-alert, persberichten, twitter, etc..
Informeren Die middag werd besloten gezamenlijk met Midden-
en West-Brabant de website www.crisis.nl in te scha-
kelen en het (landelijk) algemene informatienummer
0800-1351 in te zetten. Door steeds vóóraf onderling
af te stemmen was de informatie eenduidig. Jammer
was dat de landelijke website bijna anderhalf uur
niet bereikt kon worden. Het leverde veel onbegrip
op bij het publiek.
ROT Tegen half vier was het Regionaal Operationeel Team
(ROT) bijeen. Het was duidelijk dat het voor ZHZ
vooral over crisiscommunicatie zou gaan. Kernvraag
was of er concentraties gevaarlijke stoffen in de lucht
zouden kunnen zitten. De waarschuwings- en verken-
ningsdienst van de Regionale Brandweer ZHZ heeft
met 8 ploegen totaal 48 metingen verricht.
Hierbij werden géén concentraties schadelijke stoffen
in de lucht aangetroffen, geen reden dus om extra
sirenes in te zetten, concludeerde het ROT.
RBT Rond kwart voor vijf ’s middags waren de burgemees-
ters Janssen (Cromstrijen), Klijs (Strijen), Borgdorff
(Binnenmaas) en Brok (Dordrecht, tevens coördine-
rend burgemeester), bijeen voor bestuurlijke coördi-
natie en afstemming. Het RBT besloot onder meer
een informatieve brief naar alle inwoners binnen het
effectgebied te sturen. Ook bespraken zij de persver-
klaring, die burgemeester Brok begin die avond zou
geven.
Andere dilemma’s voor het RBT waren onder andere:
hoe krijgen we het algemeen publieksnummer en
crisis.nl zo snel mogelijk geactiveerd?
wat zijn mogelijke risico’s van rook en roet die
over een deel van de regio heentrekt?
maak een inschatting van de gevolgen van de ver-
wachte regen;
komen daarbij schadelijke stoffen naar beneden?
de poging met een blusacties de brand onder con-
trole te krijgen, zou gepaard gaan met een sterke
rookontwikkeling welke het zicht sterk zou kun-
nen verminderen. Sluiten wij de A16 en N3 deels
af voor het verkeer en moeten wij het treinverkeer
tussen Dordrecht en Lage Zwaluwe stilleggen?
welke handelingsperspectieven kunnen wij
bewoners en agrarische sector geven?
Mediawatching ‚Klopt uw waarneming wel? Is het wel zo veilig als u
zegt?‛ Het waren de vragen van media en publiek
die regelmatig terugkwamen. Ook de media hadden
allerlei vragen en kwamen voor uitleg of commen-
taar soms met ‘eigen deskundigen.’ Er werd door
veel mensen ook op los getwitterd. Dat riep soms ver-
schillende beelden op bij het publiek. De vraag is of
en hoe je effectief kunt deelnemen aan deze dialoog.
Mediawatching bij crisismanagement is uitermate
belangrijk voor het bepalen van de boodschap. Het is
noodzakelijk verkeerde berichten of beeldvorming zo
mogelijk te corrigeren. Doe je dat niet dan blijven
verkeerde berichten zich in een razend tempo verme-
nigvuldigen, waardoor het bijna onmogelijk wordt
te corrigeren. Zeker als je bedenkt, dat de eerste da-
gen naar schatting 118.000 Twitterberichten met de
term ‘Moerdijk’ werden verstuurd. Het zal duidelijk
zijn dat het onmogelijk is deze allemaal te lezen, laat
staan te analyseren en te corrigeren.
Onderzoeken
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ
heeft meteen eind januari besloten onderzoek te la-
ten verrichten, zodat snel geleerd kan worden van
het eigen optreden tijdens en na de brand in Moer-
dijk. Het onderzoek is ook bedoeld om de bevolking
en gemeenteraden binnen de Veiligheidsregio ZHZ te
kunnen informeren over de inzet. Het onderzoek
wordt uitgevoerd door Price Waterhouse Coopers en
zal naar verwachting begin mei gereed zijn. De resul-
taten van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
worden nog voor de zomervakantie verwacht; van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid is dat niet bekend.
3
Burgemeesters over brand Moerdijk
A.J. Borgdorff,
burgemeester
Binnenmaas
Al vrij snel werd op 5
januari duidelijk dat
wij ook in Binnenmaas
te maken gingen krij-
gen met de gevolgen
van de brand bij
Chemie-Pack. De enor-
me rookpluim die
over de oostelijke Hoeksche Waard trok, was niet te
missen. Mij is vooral bijgebleven dat de Veiligheidsre-
gio ZHZ zich direct professioneel opstelde. Ik kende
burgemeester Brok van Dordrecht nog niet zo goed,
maar was onder de indruk van zijn optreden als voor-
zitter van de Veiligheidsregio ZHZ.
Men zegt altijd dat je in tijden van crisis de mensen
leert kennen. In dit geval bleek vooral de samenwer-
king met de burgemeesters Brok en Klijs van Strijen
in het RBT echt een positieve ervaring. Als ik kijk naar
de effecten in Binnenmaas denk ik terug aan de
serieuze vragen en zorgen die bij onze inwoners leef-
den. Ik ben ook achteraf erg blij dat wij het besluit
hebben genomen om direct een bewonersbijeen-
komst in ’s-Gravendeel te organiseren. Ruim 500
inwoners hebben die bijeenkomst bezocht en konden
hun vragen stellen en hun zorgen delen. Om de
emoties te kunnen kanaliseren en ruimte te geven
bleek dat erg belangrijk. Ik heb daar een heel goed
gevoel aan overgehouden.
J.P.M. Klijs,
burgemeester
Strijen
Het vertrouwen van
de burger in de over-
heid is groot, te groot
wellicht? Op het
moment dat ik dit
stukje schrijf, kijk ik
met één oog naar de
gevolgen van de aard-
beving/tsunami in Japan enkele uren geleden. Elke
vergelijking gaat mank, ik weet het. In Japan zullen
mogelijk duizenden slachtoffers vallen. In Moerdijk
gelukkig niet één.
Vanuit deze wetenschap is het wellicht goed dat nu
het dan toch gebeurd is, wij ervoor zorgen dat er
lering getrokken wordt uit ‚Moerdijk‛. Een betere,
meer leerzame oefening, kun je immers niet
ensceneren.
Ondanks het feit dat ik met enige trots heb gezien
dat onze regio en met name de operationele dien-
sten goed toegerust zijn voor de bestrijding van
incidenten en rampen zal uit de onderzoeken onge-
twijfeld blijken dat de alarmering van bewoners
beter kan, de communicatie beter moet, de afstem-
ming tussen de regio’s beter moet, de bemoeienis
van de provincie meer zichtbaar moet worden, de
verantwoordelijkheidstoedeling beter geregeld zal
moeten worden en iemand in de toekomst eerder en
eenduidig verantwoordelijkheid zal moeten nemen
voor het geheel.
Desondanks vraag ik me af of daar tenminste 15
onderzoeken voor nodig zijn en of een dergelijk
incident vervolgens onder alle omstandigheden te
vermijden is en of het niet verstandig is bewoners
van bijvoorbeeld Strijensas in preventieve zin voor te
lichten over de risico’s van Moerdijk en Hollands Diep.
Men zou niet alleen moeten handelen vanuit een
diep geworteld vertrouwen in de overheid; niet in
alle gevallen moeten wachten tot de overheid uren
of misschien zelfs dagen later communiceert dat er
geen risico’s zijn geweest voor de volksgezondheid en
vanuit eigen verantwoordelijkheid ook hadden kun-
nen besluiten het gebied ‘tijdelijk’ te verlaten.
Want wat, als de boodschap achteraf luidt: wij heb-
ben helaas moeten constateren dat ……….
Nieuwe persalarmering
De oude manier van persalarmering bestond uit het
door de politie informeren over incidenten met een
telefonisch bericht. Begin dit jaar is een nieuw systeem
in gebruik genomen, waarbij gebruik wordt gemaakt
van pagers. (Foto-)journalisten kunnen op hun pager
een tweetal codes voor politie- en brandweerincidenten
zien en worden niet meer geïnformeerd via de tele-
fonisch ingesproken bericht door de persvoorlichters
van de politie. Door het gebruik van de pager kan de
melding nu worden verzorgd door de meldkamer. Daar-
door krijgen alle pagerbezitters met de juiste codes
gelijktijdig bericht; de journalist wordt op hetzelfde
moment als de politie- en brandweerwoordvoerders
geïnformeerd. Dit heeft tijdswinst tot gevolg.
Daarnaast wordt de pers voor meer zaken gealarmeerd
dan tot nu toe werd gedaan.
4
Nieuw OMS
De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en KPN hebben
een overeenkomst gesloten voor een nieuw Openbaar
Meld Systeem (OMS).
OMS is een systeem voor automatische brandmeldin-
gen wat is aangesloten op de Gemeenschappelijke
MeldCentrale. Als een brandmelder afgaat wordt dit
automatisch bericht aan de meldkamer. De GMC stuurt
op haar beurt zonodig het betreffende brandweer-
korps op pad.
Het nieuwe OMS moet voldoen aan nieuwe Europese
kwaliteitsnormen en bouwbesluiten. De installatie
moet van goede kwaliteit zijn en mag geen fouten
bevatten. Belangrijk in het nieuwe OMS is, dat het
aantal ongewenste meldingen teruggedrongen kan
worden. Daarvoor komt een digitaal kantoor (website)
waar abonnees kunnen inloggen. KPN vangt hiermee
de meeste storingen af, zodat deze niet onnodig in de
Gemeenschappelijke MeldCentrale komen.
Momenteel betalen de ruim 700 abonnees in de Veilig-
heidsregio Zuid-Holland Zuid verschillende tarieven
voor het abonnement
en krijgen ze voor de
kosten van de verbindin-
gen een aparte reke-
ning. Straks krijgen de
abonnees nog maar één
nota van KPN.
Team Nafase
Nadat de situatie in Zuid-Holland Zuid grotendeels was genormaliseerd, werd
vrijdag 7 januari 2011 een team Nafase geformeerd. Doel was alle lopende zaken af te handelen; er werd een speciaal tele-
foonnummer en mailadres ingezet om makkelijk in contact te komen met inwo-
ners en bedrijfsleven.
Lopende zaken betroffen onder meer de openbaar-
making van de BOT-mi adviezen (zie kadervoor uit-
leg) en bijbehorende handelingsperspectieven.
Goede inhoudelijke afstemming met de Veiligheids-
regio Midden- en West-Brabant was daarbij noodza-
kelijk. De adviezen zouden door de diverse partijen
immers verschillend kunnen worden geïnterpreteerd
en dat is uiteraard niet de bedoeling.
Gemeenten Daarnaast is er systematisch contact onderhouden
met de betrokken gemeenten om elkaar maximaal
te informeren, zodat iedereen de eigen rol adequaat
kon invullen. Het team heeft bijvoorbeeld de ge-
meenten inhoudelijk ondersteund bij de drie georga-
niseerde bewonersavonden.
Gezondheid De enorme rookwolk heeft veel vragen bij de inwo-
ners opgeroepen. Ook hulpverleners hebben zorgen
(gehad) omtrent hun gezondheid. Veel klachten had-
den betrekking op de luchtwegen en prikkelende
ogen. De GHOR/GGD ZHZ hadden de centrale rol bij
alle vragen omtrent gezondheid. Er is dan ook inten-
sief overleg geweest tussen de Omgevingsdienst en
hun collega’s in Midden-en West-Brabant. De eerste
dagen na de brand zijn er ook updates naar de huis-
artsen in de regio gestuurd en zijn vragenlijsten om
gezondheidsklachten te inventariseren, uitgezet.
Onderzoeken en Kosten Het team Nafase vervult ook een sleutelrol bij alle
onderzoeken die worden uitgevoerd. Vaak moest
dezelfde informatie worden geleverd. Door zelf de
regie te nemen kon de Veiligheidsregio ZHZ de infor-
matie bundelen en aanbieden aan de onderzoekers.
Met Midden-en West-Brabant wordt gekeken naar de
kosten en schadeclaims.
Communicatie Zowel in de acute fase als in de nafase was communi-
catie van grote betekenis. Eigenlijk ging het alléén
maar om crisiscommunicatie. Persberichten, websites,
twitterberichten, persconferenties, interviews, tele-
foontjes, mailtjes, SMS-Alert, geluidswagen, brieven,
informatieavonden. En in veel gevallen ook nog éérst
afstemmen, voordat het bericht naar buiten gaat.
Niet voor niets hebben de communicatieadviseurs
overuren gedraaid.
Wilt u meer weten? Het team is bereikbaar via:
[email protected] of via telefoon 06 - 512 62 408.
BOT-mi
Bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen is snel en
deskundig advies essentieel. De nadelige gevolgen
voor de volksgezondheid en het milieu moeten
immers zoveel mogelijk beperkt worden. Lokale,
regionale landelijke en internationale crisisteams
kunnen rekenen op het Beleidsondersteunend
Team milieu-incidenten (BOT-mi). Dit team bundelt
de kennis en ervaring rondom ongevallenbestrij-
ding en gevaarlijke stoffen van tien gespecialiseer-
de en organisaties. Deze samenwerking voorkomt
tegenstrijdige adviezen vanuit de overheid. Het
BOT-mi geeft een afgestemd advies, gebaseerd op
de behoeften van het betreffende crisisteam.
Maatwerk is het sleutelwoord.
4
5
Retraite algemeen bestuur
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio
Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) heeft tijdens de 20 en
21 januari jl. gehouden retraite, in een goede en
constructieve sfeer gesproken over allerlei actuele
onderwerpen en over de toekomst van de VRZHZ.
Aanvankelijk zou de retraite in Sneek plaatsvinden, maar
vanwege de nafase van de brand Moerdijk is gekozen
voor Zwijndrecht. Tijdens de retraite is stil gestaan bij de
regionalisering en ontwikkelrichting van de brandweer.
Ook de gemeentelijke rampenbestrijding is nadrukkelijk
aan de orde geweest en is er gesproken over de GHOR.
Verklaring van Zwijndrecht De conclusies van de retraite zijn vastgelegd in de
‘Verklaring van Zwijndrecht.’ Hieronder is de integrale
tekst opgenomen:
‚Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ in
vergadering bijeen op 21 januari 2011 te Zwijndrecht;
Verklaart ten aanzien van het kwaliteitsniveau
brandweerdekking het volgende:
1. In het kader van het project versterking brandweer
(PVB 2000) zijn in het jaar 2000 normtijden vastge-
steld voor de opkomsttijden van de brandweer;
2. In de Wet veiligheidsregio’s die op 1 oktober 2010
in werking is getreden, worden nieuwe tijdnormen
gesteld, die dienen als verantwoordingsnorm voor de
opkomsttijd van de basisbrandweereenheden. Deze
zijn strakker dan de normering volgens PVB 2000;
3. In de Wet veiligheidsregio’s wordt de mogelijkheid
geboden om tijdnormen vast te stellen tot maximaal
18 minuten, mits daartoe door het bestuur gemoti-
veerd besloten;
4. Gebleken is dat momenteel in de helft van de geval-
len de normtijden uit PVB 2000 in onze regio niet
gehaald worden; dit is overigens een landelijk beeld;
5. De VRZHZ heeft de ambitie om het kwaliteitsniveau
brandweerzorg minimaal op het huidige niveau te
handhaven en waar mogelijk te verbeteren, met als
referentie de normen PVB 2000;
6. Dit streven kan ook gerealiseerd worden door andere
maatregelen. Dit noemen wij in ZHZ toolboxinstru-
menten (brandmelders, zelfredzaamheid, toepassen
nieuwe blustechnieken en andere vormen van
innovatie). Als generieke maatregel zal de risicocom-
municatie worden versterkt, waarin de burger wordt
gewezen op de eigen mogelijkheden om een brand-
veiligere leefomgeving te creëren;
7. Om de zwaarte van de toe te passen toolboxinstru-
menten te bepalen, zijn in ZHZ referentietijden voor
de opkomsttijden van de brandweer ontwikkeld in
samenhang met de normen PVB 2000;
8. Op deze wijze toetst het algemeen bestuur de
mogelijkheden die de wet biedt om gemotiveerd af
te wijken ten opzicht van de tijdnormen in de wet.
9. Feitelijk betekent deze keuze dat de huidige aanrijd-
tijden van brandweer als ondergrens niet veranderen;
10. Het komend jaar zal het systeem van referentietijden
en toolbox en het daarbij behorende brandrisicopro-
fiel e.d. bij wijze van experiment worden uitgevoerd
om de consequenties van deze beleidslijn
in detail te kunnen uitwerken, doorgronden en
evalueren. Eerst daarna wordt het dekkingsplan
definitief vastgesteld;
11. Het cluster Drechtsteden Noord zal gedurende het
jaar waarin dit experiment loopt de PVB 2000 als
uitgangspunt hanteren en fungeren als referentie-
cluster om te beoordelen of en in hoeverre sprake
is in de uitvoeringspraktijk van betekenisvolle ver-
schillen ten opzichte van PVB 2000;
12. Uiteraard kunnen gemeenteraden besluiten een ho-
ger niveau brandweerzorg in hun gemeente overeen
te komen met de Veiligheidsregio ZHZ;
13. Een plan van aanpak m.b.t. externe communicatie
wordt opgesteld en voor inwerkingtreding van dit
besluit aan de gemeenten ter hand gesteld.
Verklaart daarnaast ten aanzien van de gemeentelijke
rampenbestrijding in Zuid-Holland Zuid het volgende:
1. Voorstellen worden ontwikkeld met het oog op een
organisatorische en functionele versterking van de
gemeentelijke kolom en het bureau Gemeenten bin-
nen de Veiligheidsregio ZHZ;
2. Voorstellen worden ontwikkeld om te komen tot
(sub)regionale afstemming en coördinatie van ram-
penbestrijding- en crisisbeheersingsplannen, alsmede
verbetering van de organisatie van de bevolkingszorg
en de crisiscommunicatie in de Veiligheidsregio ZHZ.
Verklaart daarnaast ten aanzien van de geneeskundige
hulpverlening in ZHZ dat voor de komende beleids-
periode de volgende uitgangspunten gelden:
1. Regie op de zorgketen;
2. Verantwoord geneeskundig zorgniveau in ZHZ;
3. Bovenregionale samenwerking;
4. Positionering GHOR-advies;
Zij zet daartoe het door de directeur GHOR aangestuur-
de bureau GHOR in.‚
Na de retraite is een reguliere vergadering van het
AB gehouden. Daarin is onder meer besloten twee van
de drie duikploegen van de brandweer op te heffen en
zijn diverse financiële zaken aan de orde geweest.
Ook is gespro-
ken over de
zogenaamde
‛Strategische
reis - de brand-
weer over
morgen,‛
een doorkijk
naar de toe-
komst van de
brandweer. Tijdens de retraite is ook de DVO “De Waard” ondertekend.
6
Antoin Scholten:
“Er moet een
bedrijfsbrand-
weer komen”
‚Nauwelijks bekomen
van de effecten van
de brand in Moerdijk
werd de gemeente
Zwijndrecht op vrij-
dagavond 14 januari
2011 opgeschrikt door
een flinke brand op
rangeerterrein Kijfhoek.‚ Aan het woord is burge-
meester Antoin Scholten. ‚Twee treinwagons stonden
in brand, één gevuld met ethanol en één met staal.
Vanwege de hevigheid van de brand en het mogelijke
ontploffingsgevaar van naastgelegen (lege) LPG wa-
gons werd al snel opgeschaald naar GRIP3. Het ge-
meentelijk beleidsteam kwam daarvoor naar de
brandweerkazerne in Zwijndrecht.‛|
Geen GRIP 4 Het effectgebied lag net in drie gemeentes; Zwijn-
drecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Ridderkerk. Daar-
mee hadden we eigenlijk naar GRIP4 moeten opscha-
len en de coördinerend burgemeester moeten inzet-
ten. Ik heb echter, in overleg met de burgemeesters
van beide buurgemeenten, besloten de aansturing
van het GBT te doen. Daarmee konden we de snelheid
behouden die op dat moment ook hard nodig was.
Evacuatie van bewoners Uit voorzorg hebben we midden in de nacht bewo-
ners uit 33 woningen geëvacueerd. Zij werden tijdelijk
ondergebracht bij familie, zalencentrum Festino en
hotel ARA. De evacuatie verliep op een prettige en
positieve manier. Zowel loco-burgemeester Dokter van
Ridderkerk als burgemeester Jonker van Hendrik-Ido-
Ambacht hebben de geëvacueerde mensen bezocht in
Festino. Zaterdagochtend rond 08.00 uur
konden de geëvacueerde bewoners terug
naar hun huizen.
Communicatie Vanaf het begin van de brand hebben we
actief gecommuniceerd via onder andere
sms-alerts, twitter, de gemeentelijke web-
site, de media en een publieksnummer.
RTV Rijnmond is meteen ingeschakeld als
rampenzender. Omdat het gebied direct
om de brand ontruimd is, had de meeste
pers zich gemeld op de brandweerkazerne. Daardoor
kon de burgemeester na ieder GBT direct een korte
briefing geven aan de pers. Deze informatie werd dan
ook direct via Twitter verspreid. We hebben er bewust
voor gekozen geen persberichten te versturen, maar
te kiezen voor direct en snelle communicatie.
Burgemeester Scholten: ‚Deze aanpak heeft er toe
geleid dat de mensen goed, snel en volledig geïnfor-
meerd werden. Ik ben daar sowieso een groot voor-
stander van. Waarom zou je zelfs de pers niet laten
aanschuiven in het crisisoverleg?‛
Bedrijfsbrandweer
Het is wel erg duidelijk geworden dat de veiligheid
op en rondom Kijfhoek van groot belang is, maar ook
kwetsbaar. Antoin Scholten: ‚Er moet daarom een
bedrijfsbrandweer komen. Een bedrijfsbrandweer
heeft namelijk zeer specifieke kennis en materieel om
incidenten op Kijfhoek sneller te bestrijden dan de
gewone brandweer. Dit incident bevestigt nog maar
eens de noodzaak.‛ Ik heb een dringende oproep
gedaan aan ProRail (beheerder van het spoor) en het
Ministerie van Infrastructuur en Milieu om gezamen-
lijk alle energie te steken in een bedrijfsbrandweer
op Kijfhoek.
Achteraf enorm geluk gehad In eerste instantie was het bericht dat er giftige stof-
fen in de wagons zaten. ‚Ik heb mij toen grote zorgen
gemaakt over de veiligheid van de brandweerlieden.
Gelukkig bleek al snel dat er ethanol in de wagons
zat. Daardoor bleef het bij een schone brand. We
hebben achteraf enorm veel geluk gehad dat het niet
uit de hand gelopen is.
Je moet er niet aan denken wat er gebeurd was als
de LPG-wagons ontploft waren. Of dat er giftige stof-
fen in de wagons hadden gezeten‛, aldus burgemees-
ter Scholten. ‚We hebben met een uitermate grote
inzet en in goede samenwerking dit incident het
hoofd kunnen bieden. En daarin waardeer ik niet
in de laatste plaats het begrip en de medewerking van
omwonenden.‛
7
Roland Bron
Hoofd Risico-en Crisisbeheersing
Roland Bron (42) werkt sinds 7 maart 2011 als Hoofd
van de Hoofdafdeling Risico- en Crisisbeheersing. Hij
is afkomstig van het COT, Instituut voor Veiligheids-
en Crisismanagement, waar hij ruim 6 jaar werkte als
senior onderzoeker-adviseur en afdelingsmanager.
Binnen het COT hield hij zich bezig met het brede
terrein van veiligheidszorg en crisisbeheersing in de
publieke en private sector. Deze ervaring neemt hij
mee naar Zuid-Holland Zuid. In zijn nieuwe functie
wil hij eraan bijdragen dat de Hoofdafdeling in de
komende jaren nog meer
van toegevoegde waarde
zal zijn voor de veilig-
heidsregio. De
totstandkoming van
het risicoprofiel, het
regionaal crisisplan,
de ontwikkeling van net-
centrisch werken
en multidisciplinaire
oefeningen en trainin-
gen zijn hiervan enkele
concrete voorbeelden.
Kijfhoek: Lessen Moerdijk meteen
in praktijk gebracht
Je zou zeggen dat wij met elkaar zijn voorbereid
op een grote ramp: wij oefenen, er zijn voldoen-
de incidenten en er wordt hard gewerkt aan het
nieuwe rampenplan. Desondanks heeft Moerdijk
ons zeker een aantal lessen geleerd. Die konden
we meteen in praktijk brengen bij de brand in
Kijfhoek. Daar stond 14 januari een wagon met
ethanol in brand, waarbij het risico bestond dat
de brand over zou kunnen slaan naar andere wa-
gons met risicovolle lading.
Op vrijdag 14 januari om 21.45 uur ging de pieper. Ik
was vanwege de werkzaamheden voor de nafase van
de Moerdijkbrand nog in Dordrecht. Hoewel moe en
druk met Moerdijk, gaat de adrenaline meteen lopen
bij het bericht ‚ernstige brand Kijfhoek‛. Wat een
start van het nieuwe jaar.
Vanuit het ROT draaien wij hard piket. Niettemin
moge duidelijk zijn dat alle ROT-voorlichters opko-
men als er zich een stevig incident voordoet. Je bent
simpelweg nooit in staat de crisiscommunicatie alleen
te verzorgen. Wij verdelen de taken; de één doet
perswoordvoering en onderhoud contact met de
Copi-voorlichter, de ander zorgt voor de publieks-
vragen (QenA), weer iemand anders zorgt voor het
contact met de ROT-voorlichter en het hoofd Actie-
centrum Voorlichting en een eventueel het GBT, etc..
Heel snel waren we met een eerste ploeg compleet en
was er goed contact met de burgemeester van Zwijn-
drecht en de politiewoordvoerders. Acuut en nog voor
de eerste ROT-vergadering werd Twitter ingezet, is de
calamiteitenzender RTV Rijnmond gealarmeerd en zijn
er berichten weggezet via RTV Rijnmond. Ook is
meteen een kort interview gegeven. De eerste aan-
dacht bij een incident gaat uit naar de informatievoor-
ziening voor bewoners en in dit geval ook naar auto-
mobilisten, die vanwege het zicht op de brand een
andere route moesten rijden. Gelijktijdig probeerden
wij de media te informeren. Wij gebruikten hen als
informatiekanaal. Later veranderde die rolverdeling
toen de media zelf op onderzoek uitging en los van de
feitelijke informatie andere informatie wilde delen,
verifiëren en uitzetten.
Het incident Kijfhoek bevatte alle belangrijke elemen-
ten van de crisiscommunicatie: de inzet van social me-
dia, het voorkomen van paniek bij de bevolking als het
gaat om het vrijkomen van gevaarlijke stoffen, een
evacuatie, de aanwezigheid van een publieksvoorlich-
ter in de opvanglocatie, een overweging of wij moes-
ten opschalen naar GRIP 4 en een afsluitende perscon-
ferentie.
Daarnaast vroeg de onderlinge afstemming tussen
ROT, Copi, GBT en AC Voorlichting nadrukkelijke aan-
dacht. Daarin kunnen zaken nog aangescherpt wor-
den. Omdat men op alle niveaus zijn taak kende en de
afstemming snel en gemakkelijk verliep, zijn de aan-
dachtspunten vooral voor de evaluatie van belang. Na
een dag hard werken, konden wij Kijfhoek afsluiten en
overgaan tot evalueren. Moe, maar wel voldaan!
Christien ter Linde
ROT-voorlichter Veiligheidsregio ZHZ
8
Algemeen Bestuur heeft
Regionaal Risicoprofiel vastgesteld
Het algemeen bestuur van de Veiligheids-
regio Zuid-Holland Zuid heeft 23 maart jongstleden als eerste Veiligheidsregio
in Zuid-Holland het regionaal risicoprofiel vastgesteld. Hiermee is de termijn die de Wet veiligheidsregio’s hiervoor stelt (vóór
1 april 2011) gehaald.
Het regionaal risicoprofiel geeft antwoord op twee
hoofdvragen; welke soorten rampen en crises kunnen
zich in de regio Zuid-Holland Zuid voordoen (risico-
inventarisatie) en hoe erg is dat wat ons kan overko-
men (risicoanalyse). Het gaat hierbij om risico’s die de
normale werkzaamheden van hulpdiensten overstij-
gen. Het regionaal risicoprofiel handelt over rampen
en crises en niet over bijvoorbeeld een kortdurende
stroomstoring of gebruikelijke brandrisico’s.
In totaal zijn er 40 realistische scenario’s beschreven
en geanalyseerd. Deze variëren van een grieppande-
mie tot bijvoorbeeld extreem weer, overstromingen,
een incident met gevaarlijke stoffen of paniek in me-
nigten. Voor de beoordeling van de scenario’s heeft
de Veiligheidsregio ZHZ de landelijke handreiking regi-
onaal risicoprofiel, gebaseerd op de strategie Nationa-
le Veiligheid, is gehanteerd. Hiermee konden op ver-
antwoorde wijze de crisistypen van verschillende aard
onderling met elkaar worden vergeleken.
Belangrijkste risico’s Voor de VRZHZ behoren de grieppandemie, stroom-
uitval (langer dan 24 uur), een ongeval met gevaarlij-
ke stoffen in de spoorzone Dordrecht/Zwijndrecht of
een grote brand in een verzorgingstehuis op dit mo-
ment tot de grootste risico’s. De risico’s krijgen de ko-
mende periode extra aandacht op het gebied van risi-
cobeheersing, incidentbestrijding en herstel uit de
ontwrichte situatie.
Jaarlijks update Het regionaal risicoprofiel is geen statisch document,
maar wordt jaarlijks geactualiseerd, zodat trends of
effecten van (beleids-)maatregelen kunnen worden
meegewogen. Met de eerste update start de Veilig-
heidsregio ZHZ komend jaar al. Hierin wordt in ieder
geval een aantal extra scenario’s, waaronder een inci-
dent op het spooremplacement Kijfhoek in Zwijnd-
recht en vervoer en opslag van radioactief materiaal,
uitgewerkt. De uitkomsten van de onderzoeken naar
de recente incidenten in Moerdijk en Kijfhoek vormen
daarnaast mogelijk aanleiding tot herijking van een
aantal eerder uitgewerkte scenario’s.
Samenwerking De Veiligheidsregio heeft het risicoprofiel opgesteld in
samenwerking met medewerkers van de politie ZHZ,
de waterschappen Rivierenland en Hollandse Delta,
Rijkswaterstaat, de gemeenten, Omgevingsdienst ZHZ,
de provincie Zuid-Holland en nutsbedrijven. Deze sa-
menwerking was bijzonder waardevol en tevens
noodzakelijk om tijdig tot het gewenste eindresultaat
te komen.
Meer informatie bij Liesbeth van Biene Vlasblom, Pro-
jectleider regionaal risicoprofiel VRZHZ, 078 6355409,
8
9
Brandweerkazerne Post Leerpark
Al enkele maanden wordt er hard gewerkt aan de tweede kazerne voor de brandweer
Dordrecht op het Leerpark in Dordrecht. De kazerne krijgt steeds meer gestalte en onlangs zijn de letters “Brandweer” op het
gebouw geplaatst. De brandweer verwacht
in mei de tweede post te kunnen betrekken.
Aanleiding De stad Dordrecht is de afgelopen jaren behoorlijk
gegroeid. De uiterste randen van de wijken Sterren-
burg en Stadspolders waren hierdoor, vanaf de kazer-
ne aan het Oranjepark, niet altijd binnen de gestelde
normering te bereiken. Door de uitbreiding van een
tweede kazerne op het Leerpark kan de brandweer
weer voldoen aan de gestelde eisen (o.a. opkomsttij-
den) voor de brandweerzorg in de stad. Dit komt ten
goede aan de kwaliteit van de hulpverlening. De ka-
zerne aan het Oranjepark blijft uiteraard ook operati-
oneel, om zo de historische en complexe panden in de
binnenstad van Dordrecht snel te kunnen bereiken bij
een calamiteit.
Leerpark Brandweerzorg Dordrecht zal na de verhuizing gaan
samenwerken met het Da Vinci College op het Leer-
park. Zo zullen stagiaires van het Da Vinci College de
gelegenheid krijgen om stage te lopen in de werk-
plaats van Ondersteuning en Uitvoering van de
VRZHZ, waar straks alle brandweer-en GHOR-
voertuigen uit de Zuid-Holland Zuid onderhouden
gaan worden. Daarnaast zal de receptiefunctie van
de brandweer op het Leerpark geheel door stagiai-
res van de opleiding ‚beveiliging‛ worden vervuld.
Tevens zullen er diverse ruimtes binnen de nieuwe
kazerne aan het Da Vinci College beschikbaar wor-
den gesteld. De GHOR (Geneeskundige Hulpverle-
ningsorganisatie in de Regio) wordt ook gebruiker
van de nieuwe kazerne op het Leerpark.
Operationele veranderingen De nieuwe kazerne brengt op operationeel gebied
vele gevolgen met zich mee. Dit omdat het personeel
en de voertuigen moeten worden verdeeld over twee
locaties. Op iedere post moet, volgens de bestuurlijk
vastgestelde kwaliteitsnormen, een redvoertuig
(hoogwerker) en een blusvoertuig (tankautospuit)
aanwezig zijn.
Om hieraan te kunnen voldoen zou een personele uit-
breiding van drie personen per ploeg (3 worden nu
2x3 = 6 ploegen) noodzakelijk zijn geweest, om zo
een tankautospuit en een redvoertuig volledig te kun-
nen bemannen. Het bestuur van Dordrecht had echter
aan de komst van de nieuwe kazerne de randvoor-
waarden verbonden dat er geen personele uitbreiding
mocht plaatsvinden. Daarom heeft Brandweerzorg
Dordrecht het combivoertuig aangeschaft. Hiermee
kan men dezelfde taken uitvoeren met minder perso-
neel. Binnen de 24-uurs bezetting levert dit een struc-
turele besparing op van ca. € 400.000,- per jaar.
Open dag De nieuwe kazerne op het Leerpark zal na de zomer-
vakantie zijn deuren openen voor de inwoners van
Dordrecht en andere belangstellenden. Houd voor de
definitieve datum en het programma van de Open
Dag de website www.vrzhz.nl in de gaten!
Nieuw Combivoertuig Dordrecht
Brandweerzorg Dordrecht is het eerste brandweerkorps
in Nederland dat beschikt over een combivoertuig. De
officiële overdracht van dit voertuig vond plaats op
dinsdag 1 maart jl. Het combivoertuig is een samenvoe-
ging van een redvoertuig (hoogwerker) en een blus-
voertuig (tankautospuit). Een redvoertuig wordt be-
mand door twee personen; in een blusvoertuig moeten
zes personen aanwezig zijn. Door deze voertuigen te
combineren kunnen beide handelingen worden verricht
met zes personen (in plaats van acht) en er hoeft maar
één voertuig aangeschaft te worden in plaats van twee.
9
10
Veiligheidsregio naar Leerpark
Vrijdag 4 maart jl. heeft algemeen directeur Peter Bos getekend voor de aankoop van
een kantoorpand van ca 2.700 m2 van Heijmans Vastgoed in het Leerpark in Dordrecht. In dit pand wordt ook de Ambu-
lancedienst Zuid-Holland Zuid gehuisvest met kantoren en een uitrukpost. De Veilig-
heidsregio ZHZ is nu nog gehuisvest op Dordtse Kil III, het Oranjepark en de Noor-
dendijk.
Met dit nieuwe kantoor worden bijna alle entiteiten
binnen de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid onder
één dak gehuisvest. Deze beslissing heeft positieve
gevolgen voor de huisvestingskosten van de Veilig-
heidsregio ZHZ. Eén van de twee brandweerposten
Dordrecht en de Gemeenschappelijke MeldCentrale,
beheerd door de Politie Zuid-Holland-Zuid, blijven op
het Oranjepark.
In het nieuwe pand wordt ook het nieuwe Regionale
Crisiscentrum voor Zuid-Holland Zuid (RBT en ROT)
gevestigd. Vanuit dit centrum worden
rampen of calamiteiten bestreden, zoals
de brand Moerdijk. Belangrijk voordeel
van een vestiging op het Leerpark is dat
de Veiligheidsregio pal naast de tweede
post van Brandweerzorg Dordrecht
komt te zitten. Door het combineren
van voorzieningen kunnen beiden op
efficiënte wijze dag en nacht en zeven
dagen per week operationeel worden
gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de
installatie van één gemeenschappelijke
noodstroomvoorziening.
Verwacht wordt dat in juni 2011 de
eerste paal geslagen wordt. Het pand
moet voorjaar 2012 in gebruik worden
genomen.
Kort Nieuws
Duikploegen
Voorschriften en richtlijnen voor duikteams zijn zo
streng geworden, dat het in stand houden forse inves-
teringen vergt. Omdat aan de veiligheidsvoorschriften
moet worden voldaan, heeft het algemeen bestuur
van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid de afwe-
ging gemaakt om niet langer drie, maar slechts één
duikploeg te handhaven, te weten in Dordrecht.
De duikploegen in Gorinchem en Zwijndrecht, die
voornamelijk uit vrijwilligers bestonden, zijn dan ook
opgeheven. Overigens werden de duikteams in de
meeste gevallen ingezet om te bergen, zelden om
levens te redden.
Ventilatie Uitschakel Systeem (VUS)
Bij de brand in Moerdijk van 5 januari jl. is een grote
zwarte rookwolk over een deel van onze regio getrok-
ken. Meetploegen controleerden op diverse plekken
of er schadelijke concentraties in de lucht zaten. Zo
ook bij het Albert Schweitzer ziekenhuis. Gelukkig
was er geen gevaar voor de volksgezondheid.
Vorig jaar heeft de Regionale Brandweer Zuid-Holland
Zuid vorig jaar, vanuit het project Spoorzone, met een
mailing circa 6.500 instanties, corporaties, bedrijven,
onderwijsinstellingen, verpleeg -en verzorgingstehui-
zen, e.d. attent gemaakt op de mogelijkheid om een
aansluiting te realiseren op het Ventilatie Uitschakel
Systeem. De Gemeenschappelijke Meldcentrale (GMC)
kan in geval van een incident met schadelijke stoffen,
op aangeven van de verantwoordelijke Officier van
Dienst of van de Adviseur Gevaarlijke Stoffen, met één
druk op de knop de aangesloten ventilatiesystemen
uitzetten. Immers, verblijf in een afgesloten ruimte
biedt doorgaans uitstekende bescherming die veelal
veiliger is dan bijvoorbeeld evacueren.
Slechts zes ….
Slecht zes instanties hebben van het aanbod gebruikt
gemaakt. Eén van de deelnemers is het Develstein-
college in Zwijndrecht. Een scholengemeenschap, die
accommodaties vrij dicht tegen het spoor en de A16
gevestigd is. Ook zijn er enkele verzorgingstehuizen
in Dordrecht, die worden aangesloten op zo’n VUS.
Wie méér wil weten over het systeem kan contact op-
nemen met dhr. Sas Graansma, projectmanager Spoor-
zone van de Regionale Brandweer Zuid-Holland, tel.
078 - 6355340.
10
11
Colofon.
ZHZ Veilig is het e-magazine van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en verschijnt digitaal.
Aan dit nummer werkten mee: Larissa Levering, Leo den Otter, Ronald van Dijk, Ben Hameeteman, Mirjam Oprel,
Nico van Os, Maureen Vermeulen en Christien ter Linde. Fotografie: Renee Wagemans, Peter Wols, Ronald van
den Heerik , Jarko de Witte-van Leeuwen, Peter Nolden, Nico van Os en Leo den Otter.
Eindredactie: Leo den Otter. Redactie en abonnementen: [email protected] of bel 078 - 632 68 34.
Geslaagd bezoek MiSRaR-partners
Begin februari jl. werd het zesde thematisch seminar gehouden in het kader van het
MisRar project. MiSRaR is een Europees samenwerkingsproject wat er op gericht is kennis en ervaring te delen op het gebied
van risicobeheersing. De Veiligheidsregio ZHZ
is de trekker van dit driejarig project.
Andere deelnemers zijn de stad Tallinn in Estland, EPF
uit Bulgarije, Thesprotia in Griekenland, de provincie
Forli-Cesena in Italië en de gemeenten Mirandela en
Aveiro beiden in Portugal.
Door MisRar wordt een groot aantal seminars georga-
niseerd waarbij de deelnemende partners bijeen komen
om de diverse stappen in het proces risicobeheersing
met elkaar te bespreken. Tijdens deze bijeenkomsten
worden ook deskundigen uit het land uitgenodigd en
worden er werkbezoeken georganiseerd. Aan het eind
van het project zal een Europees handboek voor het
maken van een plan risicobeheersing worden opgele-
verd. Het project loopt tot eind 2012.
Tijdens het laatste seminar, dat plaats vond in Dor-
drecht, presenteerden de verschillende landen hun
werkwijze m.b.t. capaciteitsanalyse en er werd gediscus-
sieerd aan de hand van casussen. Er werden ook werk-
bezoeken gebracht aan de Natura2000 gebieden in
Strijen en Strijensas, Deltares in Delft, experts op het
gebied van natuurbranden in de Veiligheidsregio
Noord- en Oost Gelderland en het bedrijf Standic in
Dordrecht. De bezoeken werden door de buitenlandse
gasten als zeer leerzaam ervaren.
Terugblik eerste jaar Na het eerste jaar MiSRaR zijn er al verschillende lessen
te trekken. De belangrijkste:
Doordat de seminars gehouden worden in alle partner-
landen, wordt regionale, nationale en internationale
kennis gemakkelijk ontsloten. Het gebruik van gestan-
daardiseerde vragenlijsten per topic, vergemakkelijken
de vergelijkbaarheid van de situatie in de partnerlan-
den. Daardoor wordt de discussie en uitwisseling verbe-
terd. De samenwerking binnen het MiSRaR project ver-
sterkt en bevordert ook de samenwerking tussen de
MiSRaR-deelnemers en hun eigen partners op
nationaal niveau.
Door de internationale aanpak komt duidelijk naar vo-
ren dat het ontbreken van (lokale) achtergrond infor-
matie in het Engels, een gemis is voor het ontsluiten en
verdiepen van de aangeboden ‘best practices’. Bij het
werken aan mitigation wordt algemeen gevoeld dat de
risico-analyse en de bestuurlijke prioriteitstelling van
groot belang zijn.
De doelstellingen op het gebied
van mitigation moeten SMART
geformuleerd worden opdat zij
kunnen worden vertaald naar
praktische maatregelen. De in
Nederland ontwikkelde werkwij-
ze voor het maken van een risi-
coprofiel wordt door veel part-
ners als en ‘good practice’ be-
schouwd, waar ze zelf ook mee
uit de voeten kunnen. In andere
landen wordt vaak, anders dan
in Nederland, heel nauwkeurig
een analyse gemaakt van het
ramptype t.b.v. zowel mitigation
als crisisbeheersing. Over een
kleine twee jaar wordt het eind-
rapport van het project MisRaR
gepresenteerd.