Nommer 21

52
februari 2015 In dit nummer o.a. NOMbassadeurs zitten kiplekker in Hoogeveen Smart katheters uit Leek en sensoren uit Roden Vliegende start HTSM Noord-Nederland

description

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Transcript of Nommer 21

Page 1: Nommer 21

februari 2015

In dit nummer o.a.

• NOMbassadeurs zitten kiplekker in Hoogeveen• Smart katheters uit Leek en sensoren uit Roden• Vliegende start HTSM Noord-Nederland

Page 2: Nommer 21

Siem Jansen

[email protected]

@siem_nom

Terwijl ik dit schrijf dwalen enkele verdwaalde sneeuwvlokken langs

mijn raam. Verdwaald omdat de winter in 2015 op zich laat wachten. Tege-

lijkertijd kijken we al vooruit naar het voorjaar. Wat moet ik met dergelijke

bespiegelingen zult u zich wellicht afvragen? Niets. Maar als ik de metafoor

van de winter toepas op het economisch tij van de afgelopen jaren hebben

we een winter meegemaakt en dient het voorjaar zich aan. Tenminste, dat

beeld bestaat al een jaar of twee, maar in de economie lijkt dit nog niet.

Terwijl de signalen op groen staan. De Life Science sector en IT in en om

Groningen groeien hard. Het HTSM cluster zal

zich opnieuw in Hannover op de Messe breed

en optimistisch presenteren. Recent onderzoek

laat zien dat watertechnologische bedrijven de

afgelopen jaren merendeels gegroeid zijn, zowel

in omzet als ook in werkgelegenheid. Deze NOM-

MER geeft opnieuw een overzicht van bedrijven

waarin de NOM de laatste tijd geïnvesteerd

heeft. Mooie bedrijven! Er heerst voorzichtig

optimisme.

Ondertussen maken we ons zorgen over

bevingsschade in Groningen en lukt het maar

niet om aan ‘de onderkant’ van de arbeidsmarkt

voldoende banen te genereren. De constatering

van deze feiten klinkt defaitistisch. Ik ben van

mening dat je beter van daaruit aan perspectief

kunt werken dan in de ontkenningsfase blijven

hangen. Dat perspectief begint bij het onderwijs.

Laat jonge kinderen kennismaken met de nieuwste technieken, zoals 3d

printing. Dat zorgt voor eigenwaarde doordat ze voorop lopen, en realiseer

je dat dit een proces is dat tijd kost en pas op langere termijn leidt tot

resultaat.

Op die manier komen de eerstgenoemde voorbeelden en de laatste

bij elkaar. Innoveren en vervolgens groeien vragen lange adem en dus tijd,

maar het succes laat zich op een bepaald moment zien.

U leest dat ook in deze NOMMER.

• F E B R U A R I 2 0 1 5

De signalenstaan

op groen

Page 3: Nommer 21

INVESTEREN IN ONTWIKKELING

I N H O U D

Stemming 2 Siem is voorzichtig optimistisch

NOMbassadeurs 5 Kip Caravans ontwikkelt maar door in Drenthe

Toekomstklaar 8 De Vries Trappen in de lift

Innovatiefonds 16 Samen speuren naar innovatieve ideeën en bedrijven

Spotlicht 18 De AppMachine van Siebrand Dijkstra valt echt overal op

Smart Dairy Farming 21 Sensoren en software die koeien meten

MKB Fonds Drenthe 24 Er waait een frisse ondernemersgeest in Drenthe

Acquisitie 26 De Bosatlas van het voedsel zet het Noorden op de kaart

Trendsettend 29 Google zocht, en vond groene en lokale stroom

Data 32 Check wie, check hoeveel, check hoe veilig: AttachingIT

Overname 36 Fins Pyroll zit nu echt in de buurt van klanten

Smart 38 PendraCare katheters plus sensoren lossen problemen op

HTSM 42 Meet up with an up-and-coming hightech region

Doefonds Fryslân 44 Financiële boost voor Friese MKB-ers

Verwachting 46 De landbouwmachines van ZoCon willen naar Zuid-Amerika

En verder … Kwetters 11 • Vragen en klachten via social media 12 • NOM on Tour 14

Dress for success 20 • Blikvanger 28 • NOM kijkt om naar De Nieuwe Band 34 • Drijf-

veren van Gerdy Geersing 40 • Hydrowashr wint Water Alliance Award 49 • Kwetters 50 NOM Nieuws 51 • Bericht voor startups 52

298

38 5

Page 4: Nommer 21

Heeft u hem al ontdekt bij deze NOMMER:

de ‘proud ambassador of the north’ ansichtkaart? Als trotse noorderling kunt

u die naar iemand toesturen, bijvoorbeeld naar een zakenrelatie, om te

laten zien hoe goed het hier is. Of bijvoorbeeld naar familie, of vrienden.

We hebben ons ook laten vertellen dat de kaart het goed doet op een

ouderwets prikbord, en dat hij met een plakbandje aan de muur eveneens

fantastisch staat. Kortom, het is aan u. Maar we hopen dat u (samen met

ons) ‘proud ambassador of the north’ wilt zijn. Want als iedereen het roept,

dan moet het hier in het Noorden wel erg goed toeven zijn.

Bent u niet de eerste die deze NOMMER leest, en heeft degene voor u de

ansichtkaart al in beslag genomen? Er zijn meer kaarten. Stuur een mail

naar [email protected] en we sturen u er nog een aantal toe.

P.s. heeft u de smaak te pakken en ziet u de ‘proud ambassador of the north’

sweater ook al bij u aan de waslijn wapperen? Ze zijn te bestellen bij

Clayground Industries (www.claygroundindustries.com). Als lezer van de

NOMMER ontvangt u 15% korting. Noteer daarvoor ‘proud of the north’

bij apply coupon.

NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal

bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is

in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelings-

maatschappij voor het Noorden. NOMMER is open,

toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische

ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven

en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.

Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.

Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.

Eindredactie: Annemarie Atema, [email protected].

Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.

Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Menno Bakker,

Amber Boomsma, Manisch Creatief, Jarno Duursma,

Petra Engel, Folkert van der Glas, Loek Mulder, Hans

Praat en Willem van Reijendam.

Fotografie: Jurjen Backer Dirks, Koos Boertjens, Hans

van Dijk, Martine Hoving, Manisch Creatief, Maartje

Roos (cover), Gea Schenk, Marius Visser, André Weima

en NOM-stock.

Drukwerk: WM Veenstra.

Oplage: 3.500 exemplaren.

Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,

vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke

toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrecht-

hebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er

kunnen geen rechten aan worden ontleend.

NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings-

en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland.

Paterswoldseweg 810, Groningen.

Telefoon (050) 521 44 44, www.nom.nl.

Cover: Ronald Wagelaar (De Vries Trappen) en Laurens

Kruize (NOM) ontmoeten elkaar

via de trap.

Februari 2015

GEMIST?GEENPANIEK!Op www.nom.nl

vindt u onder het

kopje media alle

reeds uitgebrachte

NOMMERS en kunt

u ze nog eens rustig

doornemen en/of

downloaden.

Veel leesplezier alvast!

• F E B R U A R I 2 0 1 5

4

Page 5: Nommer 21

Eind 2010 besluit Henk Gunnink, op dat moment nog

directeur-eigenaar van Boedelbak (landelijk verhuurder

van aanhangwagens) met een aantal andere aandeel-

houders het failliete Kip Caravans in Hoogeveen over

te nemen. Het bedrijf draait dan al een aantal jaren met

verlies. Met Henk’s visie op het behouden van een deel

van de werkgelegenheid en het aanboren van nieuwe

marktkansen wist hij de curator te overtuigen. ‘Bij Boedel-

bak waren we de laatste paar jaar niet alleen verhuurder

maar ook bouwer van aanhangwagens geworden. En

‘Mag twee ook?’ vroeg Anja Rombout, NOM Foreign Direct Investment, toen haar gevraagd werd naar

de voordracht van weer een nieuwe NOMbassadeur. Natuurlijk. Hoe meer NOMbassadeurs, hoe beter.

En zo zijn Henk Gunnink (CEO) en Olivier Sikking (CFO), directeur-eigenaren van KIP Caravans in

Hoogeveen de nieuw toegevoegde namen. Ze verblijven voor hun werk een aantal dagen per week

in Drenthe, maar wonen in het Westen. ‘Het is prachtig om te horen hoe zij onder de indruk zijn

hoe het hier allemaal geregeld is in Noord-Nederland’, verklaart Anja. ‘Henk en Olivier zijn wat mij

betreft niet alleen perfecte NOMbassadeurs maar ook echte ambassadeurs voor het Noorden.’

H E N K G U N N I N K ( C E O ) & O L I V I E R S I K K I N G ( C F O ) | Kip CaravansNOMbassadeur(s)

Kiplekkerin Hoogeveen!

NOMbassadeurs Henk Gunnink (achter het stuur) en Olivier Sikking.In het midden NOMmer Anja Rombout.

5

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 6: Nommer 21

eigenlijk was het pand dat we hadden daarvoor te klein.

Idee was om de productie van caravans en aanhang-

wagens samen te voegen in Hoogeveen. Caravans

bouwen is seizoenswerk, de rest van het jaar konden

we de productie dan vullen met de bouw van aanhang-

wagens.’ Olivier Sikking is sinds 2011 als CFO bij Kip

betrokken. Hij vertelt over de fabriek in Hoogeveen, die

eigenlijk weer is opgedeeld in vier kleine bedrijven: een

houtbewerkingsbedrijf, een metaalbewerkingsbedrijf,

een assemblagelijn en een lijmstraat. ‘In plaats van een

fabriek te blijven die uitsluitend caravans maakt, wilden

we een fabriek worden die niet alleen maar óók caravans

produceert.’

Kip CareIn werkelijkheid liep het allemaal toch net even anders.

In 2012 toonde zich een partij geïnteresseerd en werd

Boedelbak verkocht, waarmee de plannen om aanhang-

wagens te bouwen kwamen te vervallen. En ondertussen

was er, geheel toevallig, een nieuw idee ontstaan. Een

van de medewerkers van Kip had voor zijn moeder een

mobiele sanitaire unit in de garage gebouwd. ‘Dat zette

ons aan het denken’, vertelt Olivier. ‘Want het was niet

alleen een product dat goed zou passen bij de productie-

lijnen en kennis die we in huis hadden, maar ook bij

een doelgroep waar we veel mee te maken hebben, de

50 plusser. Zij beslissen vaak nu al voor hun ouders of er

straks een traplift moet komen, of een sanitaire unit.’

Zo werd het besluit genomen zich voorlopig te focussen

op de ontwikkeling van de Kip Care: een badkamer in een

kast die in elke ruimte geplaatst kan worden, door het

modulaire systeem in een uur kan worden opgebouwd,

en die ook nog eens rolstoeltoegankelijk is. Het Drentse

MKB Actieprogramma 2013 leek een aangewezen gelegen-

heid om ook met ondernemers in de regio over de door-

ontwikkeling van dit idee te praten. Dit programma, een

initiatief van Kamer van Koophandel, Syntens en NOM,

had de bedoeling de regionale economie in Drenthe te ver-

stevigen door bedrijven kennis met elkaar te laten maken

en met elkaar te verbinden. Anja Rombout, trekker van dit

project namens de NOM, ontmoette Henk en Olivier hier

voor het eerst. ‘Binnen het Drentse MKB Actieprogramma

waren vrijetijdseconomie en onderzoek naar kansen voor

toepassing van nieuwe lichtgewicht materialen in caravan-

bouw peilers. Tot mijn verrassing stond daar toen het

prototype van de Kip Care. Omdat ook healthy ageing/

life sciences een belangrijk speerpunt is, kon de Kip Care

in het Actieprogramma worden meegenomen.’

Goede burenAnja kreeg en greep de kans het ontwikkelproces van

dichtbij mee te maken. Ze wist vertegenwoordigers van

doelgroepen en patiëntenverenigingen bij elkaar te brengen

om de marktkansen te verkennen. Die leken gunstig. En

op zoek naar toeleveranciers wees Anja de heren van Kip

erop vooral ook regionaal te zoeken. ‘De NOM, in dit

Kampeerbeleving in de Shelter-conceptstore

6

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 7: Nommer 21

geval Anja, heeft een groot netwerk, dat het gemakkelijk

maakt contact te leggen. Zo ontstond ook het contact

met Nomadis’, vertelt Olivier. ‘Zij konden ons helpen

met de ontwikkeling van de bodemplaat en zitten zo

dichtbij dat we gemakkelijk voor afstemming bij elkaar

langsliepen.’ Tijdens het traject bleken er nog veel meer

interessante mkb-bedrijven in de buurt te zitten. Bedrijven

met wie tijdelijk ook personeel wordt uitgewisseld. ‘Want

onze mensen kunnen echt alles’, vertelt Olivier.

Als product is de Kip Care inmiddels ontwikkeld. In de

fabriek in Hoogeveen wordt een eigen productielijn

opgetuigd, en er is een showroom waar de unit kan

worden bekeken. Om de marktintroductie zo groot

mogelijk aan te pakken zijn er intussen gesprekken met

de NOM over financiering. ‘We kunnen natuurlijk ook

met andere partijen praten, maar het gaat ons niet alleen

om de financiering’, benadrukt Olivier. ‘Het gaat ook om

de contacten die we samen met de NOM hebben, hier

in het Noorden. Bovendien is healthy ageing een van de

speerpunten van beleid waardoor het, ook via de NOM,

volop aandacht krijgt. Dat is van niet te onderschatten

waarde bij de opstart van zo’n groot traject.’

Het nieuwe kamperenOndertussen werd ook onverdroten doorgewerkt aan de

marktintroductie van een nieuw caravanconcept: de

Shelter. Een product waar Henk en Olivier veel van ver-

wachten. De Shelter is een compacte hefdakcaravan waar-

mee Kip het eigen merk wil ‘ontstoffen’ en wil proberen

met name jongeren te interesseren voor wat zij noemen

‘het nieuwe kamperen’. Olivier legt uit dat deze compacte

caravan een totaal andere beleving biedt: ‘Het is geen

aanhangwagen, geen tent en eigenlijk ook geen caravan.

Je kunt er je fiets inzetten, je motor of surfboard, en je

kunt de Shelter helemaal naar je eigen wens designen.’

Met de Shelter wordt niet alleen een nieuwe doelgroep

aangesproken maar wordt vanzelfsprekend ook conform

de wetten van deze tijd met jongeren gecommuniceerd.

Strategie is dat geïnteresseerden de Shelter zoveel mogelijk

echt moeten kunnen ervaren, via shop-in-shop-construc-

ties en conceptstores, en dat aanvullend vooral online en

mobiel over het product wordt geïnformeerd.

Natuurlijk is er ook een Shelter-conceptstore achter in de

productiehal in Hoogeveen gecreëerd.

NOMbassadeurs van het NoordenHoewel zowel Henk als Olivier een deel van de week in

het Westen wonen, voelen ze zich in Hoogeveen inmiddels

aardig thuis. Ze roemen het authentiek ondernemerschap

van de Drentse horeca-ondernemers, en bezweren dat je

dat in het Westen echt niet op die manier vindt. En er

is al uitgebreid gesproken over het grote aantal mkb-

bedrijven in de regio waarmee het prettig en gemakkelijk

samenwerken is. Anja is blij dat deze ervaringen hardop

worden uitgesproken en vertelt dat ze bij acquisitietrajecten

vaker dan eens vragen krijgt over het Drentse vestigings-

klimaat: ‘Die rust en ruimte waarmee Drenthe altijd

adverteert kunnen ook tegen je gaan werken’, is haar een-

voudige conclusie. Henk vertelt dat bezoekers die eenmaal

Kip in Hoogeveen bezocht hebben graag terugkomen.

‘Als mensen hier eens zijn geweest bellen ze later op of we

weer bij ons kunnen afspreken. Mensen uit Korea, China,

Duitsland, noem maar op. We halen ze op van Schiphol

en brengen ze terug via Staphorst en Giethoorn. Je kunt

ze hier echt wat unieks laten zien.’

De Kip Care past in elke ruimte

De Kip Shelter, trekker van ‘het nieuwe kamperen’Anja Rombout

Projectmanager NOM

T (06) 270 871 64 • E [email protected]

7

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 8: Nommer 21

‘Je krijgt het van de NOM niet cadeau’

NOMmer Laurens Kruize (l) en Ronald Wagelaar vanDe Vries Trappen (r) bespreken de goede vooruitzichten

• F E B R U A R I 2 0 1 5

8

Page 9: Nommer 21

De zon schijnt uitbundig boven het pand van De Vries

Trappen. Binnen loopt Ronald Wagelaar al even stralend

rond. Overal om hem heen is volop bedrijvigheid. Er

worden trappen ontworpen en geproduceerd. Houten

trappen, van seriematig tot zeer luxe uitvoeringen. Voor

zowel de woningbouw als voor bedrijfsgebouwen. ‘We

leveren het totale pakket’, vertelt Ronald. ‘Van de aan-

vraag tot het plaatsen van de trappen. Helemaal toegespitst

op wat de opdrachtgever voor ogen heeft.’ Sinds 2001

is hij eigenaar van het bedrijf waarvan hij al vanaf 1993

directeur is. Toen hij aantrad was De Vries Trappen een

verliesgevend bedrijf. Niet veel later liet de organisatie

elk jaar weer mooie resultaten zien. ‘Vooral begin deze

eeuw was de markt booming’, licht hij toe. ‘We hadden

bovendien goed geïnvesteerd en wisten continu onze

productenrange te verrijken.’

QRMLang leek het allemaal vanzelf te gaan. Totdat de bouw-

crisis in 2009 ook bij De Vries Trappen hard toesloeg.

Door de enorme daling in de woningbouw kreeg het

bedrijf het flink voor de kiezen. En dus moesten alle

zeilen worden bijgezet om te overleven. Drie keer werd er

gereorganiseerd, elke keer inclusief een goed sociaal plan.

‘We werden gedwongen om met minder mensen efficiënter

te produceren’, blikt Ronald terug. ‘Dat betekent dat je je

kosten moet aanpassen en tegelijkertijd je performance

moet blijven vergroten. Niet eenvoudig in een markt die

steeds minder voorspelbaar werd.’ Begin 2014 werd de

ommekeer ingeluid, nadat Ronald kennismaakte met een

voor hem totaal nieuwe manier van produceren. Quick

Response Manufacturing heet het, kortweg QRM. QRM is

een procesverbetermethode, bedoeld om de flexibiliteit van

een organisatie te vergroten door het continu verkorten

van de doorlooptijden in alle aspecten van de bedrijfs-

activiteiten. ‘In een jaar tijd hebben we enorme resultaat-

verbeteringen gerealiseerd’, zegt Ronald. ‘Hadden we tot

voor kort een doorlooptijd van ongeveer achttien dagen,

nu is dat teruggebracht naar drie á vier dagen. We waren

al langer bezig om het bedrijf om te turnen van een

productiegedreven organisatie naar een volledig vraag-

gestuurde organisatie. Dankzij QRM is dat proces flink

versneld. We produceren alleen die trappen die de klant

direct uitgeleverd wil krijgen, waardoor je de tussen-

voorraad verkleint. Daarnaast beschikken we met Rudi

Kleinhuis over een nieuwe financieel directeur. Hij is

aangetrokken om mij te ondersteunen, maar vooral ook

om de organisatie op allerlei terreinen verder te profes-

sionaliseren.’

Uitstekende vooruitzichtenInmiddels trekt ook de markt weer stevig aan. Dat is

aan de orderportefeuille van De Vries Trappen goed te

merken. Dagelijks worden er in Heerenveen momenteel

zo’n 60 trappen gemaakt, terwijl dat er begin vorig jaar

Minderheidsbelang in Friese trappenspecialistAl sinds 1973 ontwerpt en vervaardigt De Vries Trappen uit Heerenveen

hoogwaardige trappen. Na een moeilijke periode heeft het bedrijf weer de

weg omhoog gevonden. Met dank aan een nieuwe manier van produceren

en een flink aantrekkende markt. Om het Friese bedrijf toekomstklaar te

maken heeft de NOM een minderheidsbelang in De Vries Trappen genomen.

‘Je krijgt het van de NOM niet cadeau’9

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 10: Nommer 21

Laurens Kruize

Investment Manager NOM

T (06) 505 177 05 • E [email protected]

slechts 25 waren. ‘We zijn uit een dal omhoog geklom-

men en willen nu gas geven’, vervolgt Ronald. ‘Dat kan

alleen wanneer je beschikt over voldoende financiële

middelen. Zodat je gericht kunt investeren en markt-

kansen ook daadwerkelijk kunt benutten.’ Om De Vries

Trappen toekomstklaar te maken ging hij op zoek naar

een strategische partner. Naar een partner die het bedrijf

van extra energie kon voorzien en die er op basis van een

minderheidsbelang wilde instappen. Vandaar dat in juni

vorig jaar contact werd gezocht met de NOM. ‘We zijn

in gesprek gegaan en er is een businessplan gekomen’,

blikt Laurens Kruize, Investment Manager van de NOM,

terug. ‘Vervolgens hebben wij de organisatie onder de

loep genomen, marktrapporten bestudeerd en afnemers

van De Vries Trappen gesproken. Mede op basis daarvan

hebben wij geconcludeerd dat de vooruitzichten uitste-

kend waren. De markt heeft zijn dieptepunt bereikt, er is

schaarste ontstaan en dus moet er gewoon weer gebouwd

worden.’

SlagkrachtDe organisatorische veranderingen binnen De Vries Trap-

pen, in combinatie met een aantrekkende markt, deden

de NOM besluiten om een minderheidsbelang in het

bedrijf te nemen. Maar ook wordt in tranches een achter-

gestelde lening verstrekt. ‘Het was een stevige onderhan-

deling’, zegt Ronald. ‘Je krijgt het van de NOM zeker niet

cadeau. Natuurlijk, als je een deel van je bedrijf verkoopt,

gaat dat met de nodige emoties gepaard. Daar moet je

niet voor weglopen. Zeker niet wanneer je kunt samen-

werken met een organisatie als de NOM. De organisatie is

breed georiënteerd en beschikt over veel expertise. Soms

wijzen ze me op zaken die ik zelf over het hoofd heb ge-

zien. Maar bovenal zorgt het nieuwe partnerschap ervoor

dat we financieel meer slagkracht hebben. Dat is met het

oog op de toekomst niet onbelangrijk. Daarnaast krijg je

door het instellen van een Raad van Commissarissen een

enigszins ander bedrijf. Ik heb me in het verleden best

wel eens eenzaam gevoeld. Nu kun je samen heel afge-

wogen beslissingen nemen. Dat is prettig, zeker nu alles

erop wijst dat we op termijn flink in capaciteit moeten

investeren. We zijn er klaar voor.’

10

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 11: Nommer 21

Fotografe Maartje Roos (fotograaf van de cover van deze NOMMER)

uit Hurdegaryp is gevraagd om met twee foto’s Nederland te verte-

genwoordigen voor de World Photographic Cup 2015. Dit is voor

fotografen uit de gehele wereld. ‘Een soort landenwedstrijd voor

fotografen’, vertelt Willem van der Vlies, bestuurslid van DuPho,

de beroepsorganisatie voor professionele fotografen en board-

member van FEP, de Federation of European Photographers.

Aan de wedstrijd doen 27 landen mee, waaronder achttien landen

uit Europa, vijf uit Azie, de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.

Kw

ett

er

s!

Kw

ett

er

s!

App moet buitenland dichterbij brengenvoor Nederlandse ondernemer

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft onlangs de app ‘NL

Exporteert’ geïntroduceerd. De app is bedoeld om Nederlandse

ondernemers met exportambities van advies en informatie te

voorzien en doet daarmee dienst als een soort wegwijzer voor

ondernemers in het buitenland.

‘NL exporteert’ geeft via een interactieve wereldkaart per land

actuele informatie over geplande evenementen, de do’s & don’ts

van het zakendoen in het buitenland, macro-economische

kerngegevens, financieringsmogelijkheden en de contact-

gegevens van ambassades en handelsposten wereldwijd.

De app laat in één oogopslag zien waar de meeste inwoners

wonen, de economische groei het hoogst is, de koopkracht

het grootst, hoe eenvoudig er zaken gedaan kunnen worden

en waar de Nederlandse export zich op richt.

De app bevat verder nog een ‘currency converter’ en laat direct

het tijdsverschil met Nederland zien. Ook is er de ‘Export Wijzer’,

waar de ondernemer toegang tot relevante exportdocumenten,

wet- en regelgeving, internationale netwerkprogramma’s, MVO,

tips & tricks en info over financiering krijgt.

De app kan gedownload worden in zowel de AppStore

van Apple als in Google Play.

Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Bron foto: Amsterdam Airport Schiphol

Het internet in 60 seconden:feiten & cijfers

Bron: www.frankwatching.com

11

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 12: Nommer 21

Tot ongeveer 2004 was het internet voor de gemiddelde

ondernemer nog best overzichtelijk. Je had een website

(of niet) en als je er een had, was dat een verlengstuk van

je vermelding in de Gouden Gids. Wanneer mensen een

vraag, opmerking, klacht of compliment hadden, deden

ze dat via telefoon of e-mail en dat was het. Wanneer

een consument een serieuze klacht had, kon hij contact

opnemen met je bedrijf en dan was het zijn woord tegen

het jouwe. Kon de consument niet op veel service of

begrip rekenen, dan trok hij bijna altijd aan het kortste

eind. Het bedrijf trok meestal aan het langste eind.

vijf tips

Maar er is veel veranderd. Sinds de komst van social media,

social recommendations en review sites heeft de consument

veel meer macht gekregen. De hele wereld kijkt immers

over zijn schouder mee en ondernemers willen niet dat

bij een zoekopdracht van een potentiële klant negatieve

berichten te vinden zijn.

Wat zegt dit? Heel simpel. Je moet als bedrijf anno 2015

zijn waar je doelgroep is: zij bepalen immers waar zij contact

willen en dat is op social media. En mensen zien het als

een vanzelfsprekendheid dat een bedrijf online actief is,

vaak ook na 17.00 uur. En door de toegenomen digitali-

sering is de consument van nu steeds meer gewend aan

digitaal contact en klantenservice. Deze klantenservice via

social media heet ook wel webcare.

Voor nogal wat ondernemers is webcare ook best lastig,

want het vraagt op een bepaalde manier ook een andere

Vragen en klachtenvia social media:

Dagelijks zijn miljoenen Nederlanders online. Ze surfen, googlen, lezen

het nieuws en zijn actief op sociale media. Daar facebooken, reviewen,

twitteren, instagrammen ze en ga zo maar door. Maar hoe ga je als bedrijf nou om

met de consument die online vragen stelt of klachten en complimenten met je deelt?

In het pre-social media tijdperk was het laatste redmiddel van een ontevreden consument, naast juridische stappen, een brief naar het consumentenprogramma ‘Ook dat nog’.

Door: Jarno Duursma (@JarnoDuursma

12

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 13: Nommer 21

organisatie: ‘Binnen vijf werkdagen krijgt u antwoord’,

werkt niet meer. Het maakt de klant namelijk niet uit hóe

het opgelost wordt, áls het maar wordt opgelost. En een

beetje snel. Stroperige procedures en ‘paarse krokodillen’

moeten dus overboord.

En dan nog iets: opeens zijn alle vragen, klachten zichtbaar

online, voor iedereen. Hoe ga je daarmee om? Waar reageer

je wel of niet op? Op welke dagen en tijdstippen? En hoe

ga je om met de onvermijdelijke mafketels, azijnpissers of

anonieme twitteraars?

Hiervoor heb ik vijf tips:

1. Zorg voor verwachtingsmanagementBepaal vooraf wat haalbaar is voor jou om te reageren via

social media. Bijvoorbeeld maandag tot en met zaterdag,

9.00-20.00 uur, binnen 2 uur (let op: het gaat hier dus niet

over de oplossing van een probleem, maar de eerste reactie).

Communiceer dit op de kanalen waar je actief bent. En laat

bij een vraag die je niet direct kunt beantwoorden weten

dat je ermee bezig bent.

2. Houd het persoonlijkLaat je insteek altijd persoonlijk zijn: doe bij het oplossen

van klachten/vragen alsof je tegen een bekende praat.

Informeel taalgebruik en tutoyeren zijn normaal.

3. Onderzoek iemands achtergrond Doe bij negatieve reacties/klachten altijd eerst even research

via Google en bepaal dan of je reageert. Wat is het profiel

van de afzender en wat voor berichten slingert hij nog

meer de wereld in? Is het iemand die anderen ook lastig-

valt? Opereert hij of zij misschien onder een vreemd

pseudoniem? Aan de hand daarvan kun je bepalen of het

bericht serieus is. Mijn basis-insteek is: reageer altijd, mits

er iemand dus stelselmatig op uit is je uit de tent te lokken

of in een kwaad daglicht te stellen.

4. Begin met begripHoe vervelend een klant online soms ook is, begin met

empathie. Blijf vriendelijk en laat je irritatie nooit blijken.

En probeer vanaf het begin discussie te vermijden (een

‘welles/nietes’-gesprek leidt tot niets, zie het Sanoma-

voorbeeld).

5. Behandel iedereen gelijkNegeer je eerste reflex om een BN-er of iemand met veel

volgers in het openbaar voor te trekken. Natuurlijk is het

bereik van deze personen groter, maar de rest van de wereld

is ook niet gek. En wanneer je iets toezegt of een tegemoet-

koming doet, doe dit bij voorkeur niet in het openbaar. Je

schept dan wellicht een precedent waar anderen op willen

aanhaken. Dat kan je daarna veel tijd en goodwill kosten

om alles weer recht te breien.

Voordelen van verzorgde webcareDe mogelijkheden van social media kosten misschien extra

tijd, maar leveren de ondernemer ook heel wat op: ze creëren

extra bereik, je bent laagdrempelig te benaderen en je kunt

snel en efficiënt communiceren met je doelgroep(en). Je

ontvangt gevraagd en ongevraagd feedback over je bedrijf

en dienst - veel vaker dan gedacht trouwens ook positief.

En waar het negatief is, mag je het gewoon beschouwen als

een kans om het bedrijf verder te ontwikkelen en je pro-

ducten en processen te verbeteren. Bill Gates van Microsoft

zei hier al eens over: ‘Your most unhappy customers are

your greatest source of learning.’

Wilt u meer weten over webcare en daar serieus werk van

maken? Kom dan op 10 maart naar de webcare workshop

die Jarno Duursma organiseert in Groningen.

Meer informatie via www.jarnoduursma.nl.

Jarno Duursma is zelfstandig consultant

en trainer op het gebied van social media

en digitale trends. Hij is auteur van de

managementboek bestseller ‘Sociale media

strategie in 60 minuten’.

Jarno is de oprichter van de Social Media Club Groningen en

vaste tafelgast bij TV Noord om ‘de digitale wereld’ te duiden.

Het is misschien verleidelijk een lastige consument op haar nummer te zetten, maar het helpt je weinig om het probleem op te lossen. Het is efficiënter altijd beleefd te blijven en je coöperatief op te stellen.

13

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 14: Nommer 21

onderwerp: deeleconomie

spreker: Bart van der Kooi, Crossmedia Communicatiegroep

Locatie: Kalooga, Mediacentrale in Groningen

December 2014

Vraag en aanbod vinden elkaar gemakkelijker dan ooit via internet en sociale media. Door massaal te gaan

delen en samenwerken via online platformen, ontwikkelen we met elkaar een nieuwe economie. Neem

succesvolle initiatieven als Airbnb en Uber, die wereldwijd marktaandeel afsnoepen van de gevestigde

hotel- en taxibranche. Terwijl traditionele bedrijven zich beroepen op achterhaalde wet- en regelgeving,

hanteert de markt haar eigen spelregels en ontwikkelen slimme ondernemers nieuwe businessmodellen.

Samen-werkings-economie met nieuwe spelregels

Bart van der Kooi, die als online marketing consultant bij de

Crossmedia Communicatiegroep werkt, heeft zelf ervaren

waarom Airbnb zo’n groot succes is. Samen met zijn vrouw

maakte hij een tripje door Europa, waarbij ze - in de goed-

kopere klasse - voor gemiddeld 35 euro per nacht bij particu-

lieren sliepen die thuis een kamer over hebben. ‘De meeste

aanbieders waar wij terecht kwamen, vinden het gewoon

leuk om mensen te ontvangen en deden alle moeite om het

ons naar de zin te maken’, vertelt Van der Kooi. ‘We kregen

uitgebreid ontbijt met zelfgemaakte jam, tips voor goede

restaurants en zelfs een keer chocolaatjes op onze kussens.

Het prima hotel waar we aan het eind van onze reis sliepen,

kon echt niet op tegen de persoonlijke service en plezierige

ontmoetingen die wij bij Airbnb hebben ervaren.’

Delen is het nieuwe hebbenAirbnb is wat Van der Kooi betreft een goed voorbeeld van

de samenwerkingseconomie. Die term hanteert hij voor

initiatieven waarbij het delen geld kost. ‘De term deelecono-

mie impliceert immers dat er helemaal geen geld aan te pas

komt. Die initiatieven zijn er trouwens ook. Neem Wikipedia,

waarbij we kosteloos kennis delen met de massa, of Peerby,

een platform voor het gratis (uit)lenen van gereedschap en

andere spullen in je eigen buurt. Want waarom zou ieder-

een een grasmachine of boormachine moeten kopen als je

onderling kunt uitwisselen? Het credo ‘delen is het nieuwe

hebben’ geldt vooral voor producten die je maar af en toe

nodig hebt. Voor een groeiend aantal mensen valt een auto

ook in die categorie. Deze incidentele bestuurders (ver)huren

bijvoorbeeld via Snappcar een particuliere auto. De prijzen

14

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 15: Nommer 21

Het mediabedrijf Kalooga staat vooral bekend

om zijn zoekmachine waarmee gezocht kan worden

naar afbeeldingen. Daarnaast zorgt de door Kalooga

ontwikkelde software voor het invullen van beeld-

materiaal op websites van o.a. De Telegraaf, Sp!ts,

The Independent en 20 minutos.

Het hoofdkantoor van Kalooga bevindt zich in

Groningen, verkoopkantoren zijn er in Londen,

Madrid en Berlijn. www.kalooga.com

zijn lager dan in de reguliere autoverhuurbranche. Precies

daarom heeft de samenwerkingseconomie zo’n grote impact

op de traditionele markt.’

In allerlei branches ontwikkelen zich initiatieven die zijn

gebaseerd op het principe van consumenten die met elkaar

delen en samenwerken. Naast Airbnb, Peerby en Snappcar

noemt Van der Kooi o.a. HomeExchange, Gardensharing,

personenvervoerder Uber, vrijwilligersplatform Croqqer en

crowdfunders als Kickstarter en Geldvoorelkaar. Samenwerken

kan plaatsvinden onder allerlei condities: van gratis onderling

delen of het ruilen van spullen en diensten tot het (uit)lenen

of (ver)huren tegen een vergoeding. ‘De crisis heeft bijgedragen

aan de ontwikkeling van creatieve consumenteninitiatieven’,

stelt Van der Kooi. ‘Naast altruïsme is het besparen van kosten

een motief om te delen, evenals duurzaamheid. Tegelijk

zien ondernemende mensen allerlei manieren om juist extra

inkomsten te genereren, bijvoorbeeld door iets te verhuren

dat je toch al in je bezit hebt. En wie groter denkt, richt een

handig online platform op, want met internet en sociale

media heb je de wereld in je zak.’

Oneerlijke concurrentieGeweldig, al die nieuwe initiatieven, want ze bieden kansen

die kunnen uitgroeien tot interessante businessmodellen.

Alleen de gevestigde orde ziet bedreigingen en protesteert.

Want wie een compleet wagenpark runt, kan in prijs niet

concurreren met een particulier die zijn autootje af en toe

verhuurt. Van der Kooi stelt dat het voor bedrijven vooral

frustrerend is dat aanbieders via platformen als Uber en

Airbnb nauwelijks last hebben van wet- en regelgeving. Tot

voor kort althans, want in Nederland is Uber recent verboden.

‘Het is inderdaad oneerlijke concurrentie als particulieren

zomaar een ritje kunnen aanbieden, terwijl taxibedrijven aan

allerlei regels zijn gebonden. Hetzelfde geldt voor particulieren

die via Airbnb zomaar een slaapkamer kunnen verhuren,

terwijl hotels aan allerlei strenge eisen en normen moeten

voldoen. De wet- en regelgeving is totaal nog niet ingesteld

op de nieuwe spelregels van de samenwerkingseconomie

en dat levert een spanningsveld op. Initiatieven als Uber en

Airbnb moeten zich officieel natuurlijk wel aan de wetten

en regelgeving houden, maar vanwege de snelheid waarmee

deze platformen groeien, is dat haast niet te monitoren en

controleren.’

Kritiek of niet, het online delen en samenwerken gaat intussen

gewoon door. Volgens Van der Kooi net zolang totdat nieuwe

initiatieven zich doorontwikkelen tot geaccepteerde markt-

aanbieders. Hij noemt de muziekindustrie als lichtend voor-

beeld. ‘Wie herinnert zich Napster niet, het eerste platform

waar je – toen nog – illegaal muziek kon downloaden. De

muziekbusiness stond op de achterste benen, maar inmiddels

zijn de alternatieven volwassen en geaccepteerd, zoals Spotify.

Het heeft muziek toegankelijker en goedkoper gemaakt en

zo zal ook Uber linksom of rechtsom invloed hebben op de

taxibranche. De samenwerkingseconomie heeft toenemende

impact; steeds meer sectoren moeten accepteren dat hun

marktaandeel gewoon minder groot wordt.’

Toon ondernemerschap‘Nog beter is het natuurlijk om als ondernemer te anticiperen

op de samenwerkingseconomie’, adviseert Van der Kooi.

‘Blijf denken vanuit de klant: waar hebben zij behoefte aan

en welke nieuwe mogelijkheden kun je aanboren om sneller,

simpeler, beter of goedkoper diensten of producten aan te

bieden? Een optie is het kopiëren van succesvolle initiatieven,

zoals BMW de kunst van autodelers afkeek met Drive Now.

Of koop de concurrent, zoals autoverhuurder Avis deed met

ZipCar. Om marktaandeel te houden, kun je ook je eigen

concurrent worden en met een verbeterde versie jezelf steeds

overnemen, zoals Amazon deed met Amazon Prime.’

Een gevolg van de samenwerkingseconomie is dat bedrijven

een steeds kortere doorlooptijd hebben. Bestonden organisaties

vroeger gemiddeld 75 jaar, tegenwoordig is dat gemiddeld

15 jaar. ‘En die cyclus wordt alleen maar korter door het

hoge tempo waarin technologie verandert en de invloed

van de massa toeneemt’, voorziet Van der Kooi. ‘De markt

wordt nog veel dynamischer, initiatieven zullen komen en

gaan. Alles draait om het slim doorontwikkelen van mogelijk-

heden. Nieuwe verdienmodellen ontstaan bij groei en succes.

Dat maakt Airbnb inmiddels miljoenen waard. Kortom, de

wereld verandert, dus de bedrijvigheid en de spelregels ook.

Toch blijft de uitdaging voor ondernemers in de kern hetzelfde:

kansen zien, handelen en verantwoorde risico’s nemen.’

On Tour bij Kalooga

15

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 16: Nommer 21

Klop als innovatief ondernemer, vol van ideeën en bezig

met iets nieuws maar eens op de deur van een financier

voor een kapitaalinjectie. De kans is niet erg groot dat de

geldschieter de ondernemer met open armen ontvangt en

enthousiast ‘ja’ zegt op een verzoek om financiering van

ontwikkeling van een vernieuwend productidee. ‘Financiers

zijn terughoudend geworden in verstrekking van kapitaal

aan MKB-bedrijven die willen innoveren’, legt Jens Ruesink

uit. ‘Ze vinden de risico’s te groot. Veel fondsen investeren

liever in het volwassen bedrijfsleven; ondernemingen die al

groei hebben laten zien en hun sporen hebben verdiend.’

Ruesink is manager van het Innovatiefonds Noord-

Nederland. De bedrijfskundige is sinds eind vorig jaar in

dienst bij de NOM en deed eerder ervaring op als interme-

diair en adviseur in de financieringssector in het oosten

van het land. ‘Werkkapitaal willen financiers wel verstrekken

maar kapitaal voor ontwikkeling nauwelijks nog’, weet

Ruesink. Het is volgens hem zonneklaar dat die situatie

een sta-in-de-weg is voor de totstandkoming van nieuwe

producten en groei van individuele, jonge bedrijven.

En dat zet een rem op de ontwikkeling van de regio.

Ruesink: ‘De BV Nederland richt zich via de Topsectoren

op innovatie en kennisontwikkeling. Om dat aan te jagen

moet onderzoek worden gedaan. Dat gebeurt hier in de

regio door de kennisinstellingen zoals bijvoorbeeld het

UMCG, de RUG, Stenden Hogeschool en de Hanzehoge-

school en ook in het MKB. Maar als er vervolgens geen

investeerders zijn, is het erg lastig om die kennis te vertalen

naar een vermarktbaar product of dienst.’ Daar wil het

Innovatiefonds ondersteunen door innovatie te stimuleren

en nieuwe bedrijvigheid te faciliteren, stelt Ruesink. Daarbij

gaat het niet in de eerste plaats om de aantallen bedrijven

die worden ondersteund maar wat Ruesink betreft meer om

de kwaliteit van de investeringen. ‘Ik ben tevreden wanneer

het fonds voldoende kwalitatief goede investeringen onder-

steunt en succes boekt op het gebied van kennisontwikkeling

en het scheppen van nieuwe banen.’

Opsporen

De regionale markt voor het Innovatiefonds is voldoende

groot, zegt Ruesink. Het blijkt volgens hem alleen al uit het

Naast het Aanjaagfonds, de Mezzaninefinanciering, de Groei- en Overnamefinanciering heeft de

NOM sinds enkele maanden een nieuwe loot aan de financieringsstam: het Innovatiefonds Noord-

Nederland. Een fonds dat zich richt op MKB-ondernemers met een innovatief idee en dat het hiaat

vult dat andere financiers laten vallen.

Jens Ruesink, manager Innovatiefonds Noord-Nederland ‘We gaan op zoek naar een nieuwe Catawiki of Oxxio’

• F E B R U A R I 2 0 1 5

16

Page 17: Nommer 21

Jens Ruesink

Manager Innovatiefonds Noord-Nederland

T (06) 215 185 08 • E [email protected]

aantal startups in Noord-Nederland en de aanvragen bij

Flinc. Dat is de dienstverlening van de NOM die zich richt

op investerings- en financieringsbegeleiding. Flinc wordt

eveneens door Ruesink aangevoerd. ‘Toch blijft nog veel

onder de radar’, vult de fondsmanager aan. ‘Innovaties en

bedrijven die werken aan innovatieve ideeën, zijn vaak

moeilijk op te sporen. Het is ook de regionale mentaliteit

die parten speelt. Men schreeuwt het hier niet van de

daken. Dat hoeft ook niet, maar bedrijven moeten wel met

innovaties naar buiten treden en samenwerkingen opzoeken.’

Van belang is volgens Ruesink in elk geval dat het Innovatie-

fonds onder de aandacht wordt gebracht. Hij is daarom een

rondje begonnen langs kennisinstellingen, ondernemers-

en clusterorganisaties, accountants en allerlei andere partijen

die banden hebben met het MKB. Via die organisaties moet

het belang van het Innovatie Fonds doorsijpelen richting

het mkb zelf. Want hoe groot misschien de behoefte ook is

aan durfkapitaal, het blijkt in de praktijk een lastige opgave

om de mogelijkheden die het Innovatie-fonds biedt onder

de aandacht van het MKB te brengen.

Meer dan alleen geld gevenHet fonds is gevuld met een bedrag van 20 miljoen euro,

afkomstig uit de middelen van de NOM, het ministerie

van Economische Zaken en de provincies. De bijdrage die

MKB’ers uit het fonds kunnen ontvangen ligt tussen de

50.000 en één miljoen euro en wordt verstrekt als aandelen-

participatie.

Of een ondernemer in aanmerking komt voor financiering

vanuit het Innovatiefonds wordt allereerst bepaald via een

innovatiecheck door de NOM. Daarbij wordt onder meer

gekeken of met minimaal twee ondernemingen aan de

innovatie wordt gewerkt. Ook wordt van de ondernemers

verwacht dat zij de helft van de innovatie- en product-

ontwikkelingskosten in de vorm van geld, middelen of

uren voor hun rekening nemen. ‘Ondernemers hoeven niet

alle lasten te dragen, maar ze moeten op deze manier laten

zien dat ze zelf daadwerkelijk achter hun plannen staan.’

Wanneer de intentieverklaring is ondertekend onderzoekt

het Innovatiefonds de haalbaarheid van het idee, het

projectplan en een aantal andere aspecten. Dan wordt

een financieringsvoorstel opgesteld waar de NOM-directie

en het investeringscomité van het Innovatiefonds hun

goedkeuring aan moeten geven. Omdat de plannen door

experts uit meerdere hoeken scherp worden beoordeeld is

een participatie door het Innovatiefonds Noord-Nederland

volgens Ruesink ook te beschouwen als kwaliteitsstempel.

De verstrekking van de financiering gaat stapsgewijs, van

idee tot prototype en marktwaardig product. ‘De NOM

doet bovendien meer dan alleen financieren’, onderstreept

Ruesink. ‘Want in het hele ontwikkelingsproces stelt de

organisatie kennis en expertise beschikbaar, ook vanuit de

innovatienetwerken. Daarmee onderscheidt de NOM zich

ook sterk van veel andere financiers, die zich beperken tot

geld geven.’

Wauw!Het InnovatieFonds werkt volgens het principe van een

revolving fund. De opbrengsten uit de twintig miljoen

aan kapitaal, vloeien terug naar het fonds en worden

aangewend voor nieuwe investeringen. Ruesink: ‘Natuur-

lijk hoop ik dat we dankzij het Innovatiefonds bedrijven

kunnen laten groeien zoals het bijvoorbeeld bij Catawiki of

Oxxio is gegaan.’ Maar de aard van de investeringen bergt

ook hoge risico’s in zich, waarschuwt Ruesink. Het doet

niks af aan zijn ambitie: ‘Die ligt hoog. Ik wil na vijf à tien

jaar kunnen zeggen dat we een aantal marktveranderende

bedrijven of innovaties hebben gestimuleerd, waarvan

iedereen zegt: wauw!’

www.innovatiefondsnoordnederland.nl

Jens RuesinkInnovatiefondsNoord-Nederland

‘We gaan op zoek naar een nieuwe Catawiki of Oxxio’

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

17

Page 18: Nommer 21

O N D E R N E M E R U I T G E L I C H TSPOTLICHT

Siebrand Dijkstra is al twee keer eerder in zijn leven financieel ‘binnengelopen’.

Dus het begint bijna een beetje te wennen. Wanneer we hem spreken heeft hij net de derde

grote verkoopdeal van zijn leven achter de rug. En wat voor een: de verkoop van een minder-

heidsbelang in zijn AppMachine (vestigingen in Heerenveen en San Francisco) aan een groot

Amerikaans bedrijf leverde hem vele miljoenen op. Maar ook nog iets anders: de mogelijk-

heid om zijn software, waarmee iedereen in simpele stappen zelf een app kan maken, over

de hele wereld te verkopen. Een nieuwe stap in de toch al enerverende carrière van de ‘serial

entrepreur’, die op de keper beschouwd maar één missie heeft: mooie dingen maken.

Eerst maar eens inzoomen op dat ‘binnenlopen’. Dijkstra

(‘Ik ben een honderd procent ADHD-er’) was al eerder

zeer succesvol in het oprichten van bedrijven. Zijn

eerste start-up was Quality Netware Tools BV (QNT), dat

communicatiesoftware ontwikkelde toen internet nog

nauwelijks bestond. In acht jaar tijd wist hij in de jaren

negentig aan 3.800 bedrijven elfduizend producten te

verkopen, van internetdomeinen tot software. Na de

verkoop van QNT begon Dijkstra met ‘SchoolMaster’,

dat onder de naam ‘Magister’ administratieve software

voor scholen in het voortgezet onderwijs leverde. Ook

dat bedrijf werd goed verkocht. Ach, het ging ook wel

eens mis. Zo was de overname van het Friese internet-

bedrijf Speak geen succesverhaal. ‘Verschillende bloed-

groepen’, stelt Dijkstra. ‘Je kunt wel een mooie tent kopen

en je de eigenaar voelen; daarmee heb je nog niks. De

mensen die er zitten moeten ook een beetje dezelfde taal

spreken. Dezelfde bloedgroep hebben. Met Speak had ik

dat niet. Ik voelde me op een gegeven moment net een

Imam die een gereformeerde kerk had overgenomen.’

KnutselenZo kwam het dat de in Oranjewoud wonende onder-

nemer op een gegeven moment AppMachine oprichtte.

Kant en klare software, waarmee de gebruiker met behulp

van hapklare bouwblokken zelf apps kan maken. Hij

ging de afgelopen jaren ‘tot het gaatje’ om er een mooi

product van te maken. ‘Mensen denken wel eens dat alles

wat ik aanraak verandert in goud. Maar wat ze niet zien

is dat er voor een lucratieve verkoop jaren van keihard

werken aan vooraf zijn gegaan. Dag in dag uit werken aan

iets waarvan je weet dat iedereen het wil hebben. En dat

is gelukt. Er zijn zoveel mensen die graag een app zouden

willen maken. Een applicatie waarmee je je bedrijf, of een

bepaalde dienst, of bijvoorbeeld een speciale webshop

heel gemakkelijk kunt aanbieden aan de markt. Dat hebben

wij gemaakt. Een pakket waarmee je spelenderwijs en

modulair alles helemaal naar eigen wens kunt opbouwen.

Alsof je met legoblokjes mag spelen. En het leuke is:

‘Mooi is een werkwoord’

‘Wanneer je een bloedmooie vrouw ziet denk je niet ‘als ze maar goed kan koken’

AppMachine van ‘serial entrepreur’ Siebrand Dijk stra verovert Amerika

18

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 19: Nommer 21

knutselen is gratis. Je betaalt pas een maandfee op

het moment dat je het online aanbiedt voor Android,

iPhone en Windows Phone 8. Daar komt overigens nogal

een rompslomp bij kijken, met regels, aanmeldingen,

invulformulieren. Het minst leuke onderdeel dus. Nou,

ook daar willen wij bij helpen. En nu zijn we ook al

bezig om het zo te maken dat je je app niet meer via die

kanalen kunt aanbieden, maar gewoon online, via de

browser.’

Een gesprek met Dijkstra vergt een hoge concentratie-

graad bij de gespreksgenoot. Want de man praat snel, is

zeer associatief en heeft veel uit te leggen. Bijvoorbeeld,

waarom een goed product in zijn ogen nooit af is. ‘Mooi

is een werkwoord. Morgen vinden we andere zaken be-

langrijker dan vandaag. Wensen en smaken veranderen.

En ja, over smaak gesproken. Je moet als aanbieder ook

altijd zorgen dat iets er goed uitziet, style sells. Ik hoor

wel eens mensen zeggen ‘ach, als het maar functioneel

is’. Onjuist! Als je straks een bloedmooie vrouw aan de

andere kant van de straat ziet lopen ben je een en al

aandacht. Jouw eerste gedachte is dan niet ‘ach, als ze

maar goed kan koken’.’

VakidiotenHet tempo waarmee Dijkstra in het verleden al mooie

dingen deed en nu ook weer met de AppMachine

innovaties doorvoert is nationaal en internationaal

opgevallen. Zo reikte de jury van het IT-magazine Compu-

table hem de CEO of the Year award 2014 uit. Men gaf aan

zeer onder de indruk te zijn van het gebruikersgemak en de

kwaliteit van AppMachine. Ook de internationale ambitie

van het bedrijf werd geprezen.

Het geheim van het succes? Er zijn volgens Dijkstra meerdere

factoren. Zo is daar het ‘multiplyer-effect’. ‘Het mooie is

dat je een product maakt, dat je op een gegeven moment

duizenden keren kunt verkopen’, legt Dijkstra uit. ‘Kijk,

een goede kok van een kwaliteitsrestaurant maakt met heel

veel zorg en al zijn energie een goede biefstuk klaar. Maar

bij de volgende bestelling moet hij dat nog eens doen en

nog eens, enzovoort. Dat is niets voor mij. Ik wil op een

gegeven moment gelijktijdig 100.000 biefstukken van

dezelfde topkwaliteit kunnen verkopen. Dat is ook ons

commerciële perspectief en daarom kunnen wij het ons

permitteren om er bij de ontwikkeling ontzaglijk veel tijd

in te steken.’ Een andere succesfactor is het personeels-

beleid. ‘Absoluut. De mensen zijn het goud van je bedrijf.

Als ondernemer profiteer ik er van dat ik heel goed met

‘geeks’ (iemand die gepassioneerd is door technologie, red.)

kan omgaan. Ik heb geen stropdassen nodig, maar vak-

idioten. Mensen die constant zaken willen verbeteren en

zich daar helemaal in vastbijten. Ik zoek honderd en tien

procent focus! En dan zijn er niet veel schakeringen tussen

zwart en wit. Wie met mij samen begint te werken weet

het: of ik sodemieter je er binnen een dag weer uit, of je

hebt jaren een leuke baan. Never a dull moment.’

‘Ik voelde me een Imam die een gereformeerde kerk had overgenomen’

AppMachine van ‘serial entrepreur’ Siebrand Dijk stra verovert Amerika

1992-2000: Quality Netware Tools BV (QNT)

2001-2010: SchoolMaster

2011-2012: FastGuide BV

2011-2012: Speak

2011-heden: AppMachine

AppMachine heeft op dit moment ruim 150.000 gebruikers

in 140 landen, telt 36 werknemers en heeft vestigingen in

Nederland, Brazilië en Amerika (San Francisco).

Siebrand Dijkstra in vogelvlucht

19

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 20: Nommer 21

Bestaat er inderdaad zoiets als zakelijke kleding? Pas je je outfit aan aan

je klant? En die stropdas, is die nodig of kun je ook zonder? Hans Praat

(manager business development NOM) was benieuwd. Hij kreeg een

persoonlijk advies van Janny Reidenbach, styliste van de Nelleke Mulder

Imago Groep en van Evelyn Ellens van De Barbier. Dat pakte goed uit!

DRESS FOR SUCCESS

Hans is een type om vooral

koele kleuren te dragen: liever

blauw of grijs dan bijvoorbeeld

bruin. De blauwe kleur van het

pak is verrassend. Hans zou er

zelf niet voor hebben gekozen.

Maar het zit en staat perfect.

De pantalon moet niet te lang,

éen knik in de broek is genoeg.

En de schoenen moeten niet

teveel de aandacht trekken.

Met een rustige kleur oogt

Hans optisch langer. Een knip-

oog met de veters, dat mag

dan weer wel.

Het overhemd is slimfit. Dat zit

als gegoten. Er piept nog net

een centimeter onder de mouw

van het jasje uit. Zoals het

hoort. Een stropdas maakt het

tenue af, oogt zakelijk en zorgt

voor een pietsje extra kleur.

De baard mag eraf, zonder

ziet Hans er nog jonger uit. De

opgaande lijn en ronde vormen

van de bril passen beter bij de

vorm van zijn gezicht.

Resultaat? Hans is tevreden met

zijn nieuwe looks en helemaal

klaar voor de Hannover Messe.

20

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 21: Nommer 21

Toen landbouw nog een eigen ministerie had, dus voor

2010, drongen melkveehouders al aan op stroomlijning

van de groeiende berg data die zij ten behoeve van al-

lerlei partijen moesten verzamelen, vertelt melkveehou-

der Jan van Weperen, met 500 koeien, uit Oosterwolde.

Hij is één van de ‘proefboeren’ die aan het project mee-

deden: ‘Onze wens op dat moment was tweeledig, wij

wilden uniformering van de verwerking van al die data

en daarnaast hadden we behoefte aan management-

instructies op basis van die gegevens.’

DatastroomDe datastroom van melkveehouders kan nauwelijks

worden overschat. De boeren leveren gegevens aan bij

de Dienst Regelingen van (vroeger) het ministerie van

Landbouw, bij de veevoederleverancier, bij de melkfabriek,

bij de belastingdienst, bij de veeverbeteringsorganisatie

en bij de accountant. Vaak gaat het om gegevens die bij

de ene partij net iets anders zijn gedefinieerd dan bij

de andere partij zodat een beetje boer omkomt in de

administratie.

Daarnaast zijn melkveehouders zich ervan bewust dat

kleine wijzigingen in de behandeling of de voeding van

hun koeien veel verschil kunnen maken. Nu er zoveel

aan een koe gemeten kan worden, ligt het onder hand-

bereik om die behandeling te optimaliseren. Van Weperen,

oud bestuurder van LTO Noord, was vanaf het begin bij

het project betrokken om dat voor elkaar te krijgen: ‘Ons

uiteindelijke doel is om koeien langer gezond te houden.

Ten eerste is dat goed voor het dierenwelzijn, maar ook

geven koeien meer melk naarmate ze ouder worden, en

bovendien heb je daardoor minder jongvee nodig. Dat

Koeien gaan langer mee met Smart Dairy Farming

Sensoren en Big Data in de stalIn een tijd waarin sensoren ons steeds beter helpen gezond te blijven, waar ze zelfs worden

ingezet ten behoeve van de precisielandbouw, is het niet meer dan logisch dat ook de melkvee-

houderij ze heeft ontdekt als hulpmiddel om de veestapel gezond te houden. Onder de noemer

Smart Dairy Farming werken melkveehouders samen met zuivelverwerker Friesland Campina,

veevoerfabrikant Agrifirm, veeverbeteringsorganisatie CRV en tal van bedrijven uit het Noord-

Nederlandse MKB, om de koeien langer en gezonder te laten leven. De NOM was initiator van

het project, waarvan de eerste fase inmiddels is afgerond. Met resultaat, want het heeft geleid

tot een vertaling van de berg gegevens over elke afzonderlijke koe tot een aantal management-

instructies. Ook worden de gegevens meer en meer geüniformeerd. En dat is nog maar het begin.

Smart Dairy Farming 2.0 is een uitbreiding

van de proef, met zowel toepassing van,

als wetenschappelijk onderzoek naar de

resultaten. 21

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 22: Nommer 21

betekent weer minder mest en minder kosten. Je kunt

met die vraag alle kanten op, dus toen de NOM uit de

startblokken ging met Smart Dairy Farming zijn we bij

elkaar gaan zitten en hebben we onze vraag kunnen

toespitsen op drie punten: te weten het opfokken van het

jongvee, het tijdstip van inseminatie en de transitieperiode

rond het afkalven. Hoe kun je dat optimaliseren door

gebruik te maken van relevante meetgegevens?’

BeleidshandvatenDe beleidshandvaten waar de melkveehouders drie jaar

geleden naar zochten waren het doel van SDF 1.0 en dat

is behaald, vertelt projectleider Bart Jan Wulfse. ‘Dit is

niet alleen belangrijk voor de betrokken boeren, maar

voor heel Nederland. Smart Dairy Farming bevordert ook

de duurzaamheid en de concurrentiepositie van de sector.

Het verhogen van de levensverwachting was één doel en

verder wilden we proof of concept van de behandeling op

basis van sensorgegevens. Dat bundelt twee andere zaken

die voor Noord-Nederland interessant zijn, de verwerking

van big data en de ontwikkeling van sensoren, maar die

zijn vanaf het begin van het project nadrukkelijk een

middel geweest en niet een doel van het project. Toch

is het natuurlijk prachtig dat noordelijke bedrijven als

Rovecom, S&S Systems, Sentron en Gallagher Europe

hieraan meedoen.’

ResultatenIn de drie jaar van SDF 1.0 zijn sensoren ontwikkeld, en

software die de overvloed aan meetgegevens omzet in

bruikbare getallen. Het resultaat is een dertiental zogeheten

managementinstructies die boeren bijvoorbeeld vertellen

22

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 23: Nommer 21

wat het geschikte moment is om een bepaalde koe te laten

bevruchten of hoeveel een bepaalde jonge koe precies te

eten moet krijgen. In de praktijk worden daarvoor twee

dingen scherp gemeten, vertelt Jan van Weperen: ‘Wij

houden in onze stal de activiteit en het liggen en staan

van alle koeien bij. Er zijn ook boeren die met sensoren

de temperatuur bijhouden en zelfs de zuurgraad in hun

maag. Daar is door Sentron uit Roden een speciale sensor

voor ontwikkeld die niet meteen door het zuur wordt

aangetast. Met die gegevens kunnen we zien of een koe

dorst heeft.’

Er is inmiddels proof of concept, ofwel, die aanpak heeft

zich inmiddels bewezen. Wulfse: ‘Natuurlijk zijn er wereld-

wijd meer bedrijven die dat doen, maar wat wij eraan

hebben toegevoegd is de gevraagde standaardisering van

de gegevens, dat maakt dit onderdeel van het project

uniek.’

Field LabSDF 1.0 wordt op 1 april afgesloten met een symposium,

dat heel toepasselijk wordt gehouden op de hogeschool

Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Dan begint SDF 2.0.

De ambitie is dat overheden en deelnemende partijen

daar € 5 mln in investeren. Eisse Luitjens, die het project

namens de NOM/Greenlincs begeleidt heeft daar hoge

verwachtingen van: ‘Niet alleen wordt het aantal deel-

nemende boeren dan uitgebreid tot 50, ook willen we

proberen de causale verbanden tussen de behandeling

van de koeien en het effect daarvan te onderzoeken. Het

is een goed teken dat het ministerie van EZ dit project

tot Field Lab heeft bestempeld en daarmee te kennen

geeft veel vertrouwen te hebben in het rendement van

dit project. Ook SDF 2.0 is nog een fase van investeringen

van alle partijen, maar we gaan ervan uit dat we dat later

zullen oogsten.’ Melkveehouder van Weperen doet ook

dan weer mee: ‘We gaan bepaalde facetten dan nader uit-

diepen. Er is nog zoveel méér mogelijk, bijvoorbeeld voor

de plaatsbepaling van elke koe. Nu moet je die elke keer

weer zoeken. Ik zou best meer sensoren in de stal willen

hebben.’

Smart Dairy Farming wordt door de overheid gesubsidi-

eerd, zowel door de drie noordelijke provincies als door

het fonds Pieken in de delta van het ministerie van

Economische Zaken.

Big Data

Het nadeel van veel meten ten behoeve van veel

partijen is dat het ook een enorme hoeveelheid cijfers

oplevert. Daar kunnen wetenschappers, bestuurders,

managers, en dus ook melkveehouders, alleen iets mee

als ze vervolgens worden terugvertaald tot een paar

simpele getallen. Een bedrijf dat daaraan heeft meege-

werkt in Smart Dairy Farming is Rovecom in Hoogeveen.

Het bedrijf, met 50 man personeel en een omzet van

€ 5 mln, was de verbindende schakel tussen theorie en

praktijk, vertelt directeur George de Roo. ‘Wij hebben,

met hulp van TNO, een soort datarotonde ontwikkeld

waarmee de hele keten van bedrijven rondom de melk-

veehouder is verbonden. Die datarotonde kan worden

gebruikt door leveranciers van data, zoals Gallagher,

en ook door gebruikers van data, zoals adviesbureaus.

De boer bepaalt daarbij wie zijn gegevens mogen

gebruiken. Het zit ons als bedrijf in de genen dat wij het

probleem van de klant eerst goed willen begrijpen en

dan een fundamentele oplossing bieden. Dat is ook nu

gelukt.’

Rovecom wil graag meedoen met SDF 2.0. De Roo: ‘Dat

betekent voor ons opnieuw een investering van tijd en

personeel. Maar wat we hier ontwikkelen is wereldwijd

interessant. Wij zouden er geen tonnen in steken als we

niet zeker wisten dat we dat gaan terugverdienen.’

Sensoren

Sentron uit Roden, met 15 man personeel, is één van de

bedrijven uit het MKB die vanaf het begin betrokken zijn

geweest bij SDF 1.0. Zoals de naam al doet vermoeden

ontwikkelt het bedrijf sensoren. En in dit geval een bijzon-

dere: een sensor die in de pens van de koe de pH waarde

en de temperatuur meet. Dat is nogal een uitdaging,

omdat een koeiemaag zo zuur is dat alles erin oplost.

‘Wij hebben dat speciaal voor dit project ontwikkeld, en

nu ook gepatenteerd’, zegt directeur Henk van Hoorn:

‘De sensor meet hoe zuur het is in de maag, plus de tem-

peratuur van het jongvee. Dat zijn belangrijke indicatoren

voor boeren. Ze vertellen veel over hoe de koe zich voelt.

Het heeft een kostenbesparend effect en het verbetert

het welzijn van het dier.’

Eisse Luitjens

Programmamanager Greenlincs

T (06) 534 246 29 • E [email protected]

23

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 24: Nommer 21

‘Ik kan niet anders dan tevreden zijn’, zegt Dave de Groot

die namens de NOM actief is als Investment Manager

voor het MKB Fonds Drenthe. ‘De animo is heel groot. Ik

heb de eerste maanden enorm veel afspraken gehad. Daar

plukken we nu de vruchten van.’ Het fonds verstrekt finan-

ciering in de vorm van leningen en aandelenkapitaal aan

kansrijke bedrijven, projecten en initiatieven. Om hiervoor

in aanmerking te komen moet men uiteraard wel in

Drenthe gevestigd zijn en over een goede businesscase

beschikken. Maar ook moet er een reëel uitzicht zijn op

financieel en maatschappelijk rendement.

Goede plannen‘Een groot aantal bedrijven moest na het eerste gesprek

weer terug naar de tekentafel om hun businessplan te

finetunen’, vervolgt Dave. ‘De plannen waren nog niet

concreet genoeg of slechts geënt op één jaar. Als je met

het MKB Fonds Drenthe zaken wilt doen, dan moet je

verder vooruitkijken. Wat zijn bijvoorbeeld de conse-

quenties als je in omzet gaat groeien? Of als je straks extra

personeel moet aannemen? In veel gevallen ontbrak

een pasklaar antwoord. Inmiddels zijn ze allemaal terug

met goede plannen. We beginnen dus flink op stoom te

MKB Fonds Drenthe raakt op stoom

Vorig voorjaar introduceerde de provincie Drenthe het MKB Fonds Drenthe. Via dit

fonds, dat door de NOM wordt uitgevoerd, wordt € 13 miljoen beschikbaar gesteld voor

kansrijke investeringen en innovaties. De verwachtingen waren vooraf hooggespannen.

Maar zijn ze tot dusver ook uitgekomen?

24

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 25: Nommer 21

Dave de Groot

Investment Manager

T (06) 557 079 67 • E [email protected]

raken. In 2014 hebben we drie financieringen verstrekt.

Dit jaar verwachten we er nog een groot aantal aan toe

te voegen. Wat ik nu al merk is dat we samen met private

investeerders en banken zaken voor elkaar kunnen krijgen

die voor de komst van het fonds aanzienlijk lastiger te

realiseren waren. Bovendien begint de Drentse economie

langzaamaan weer op te krabbelen. In dat proces kunnen

wij een versnelling aanbrengen.’

SelenoEén van de bedrijven die onlangs door het MKB Fonds

Drenthe is gefinancierd is hostingbedrijf Seleno. Het be-

drijf uit Beilen werd zo’n tien jaar geleden opgericht door

Stefan Beuving. Door nieuwe ontwikkelingen zijn extra

kansen ontstaan om door te groeien. ‘Ik heb de moge-

lijkheid gekregen om in Noord-Nederland leverancier te

worden van Zarafa, een schaalbare e-mailoplossing voor

het MKB’, verduidelijkt Stefan. ‘Zarafa moet concurreren

tegen onder meer Google Apps, Office 365 en Microsoft

Exchange. In tegenstelling tot deze drie meest gebruikte

e-mailproducten is Zarafa een open source platform. Dat

betekent dat de licentiekosten voor de eindgebruiker

relatief laag zijn. Daarnaast zijn er meer integratiemoge-

lijkheden met andere open source tools en worden betere

beveiligingsmogelijkheden geboden. Tegen een lager

tarief krijgt het MKB met Zarafa dus de beschikking over

een veiliger e-mailsysteem.’

LeerzaamOm Zarafa goed te kunnen uitrollen moest er extra

budget beschikbaar komen. En daarvoor was financiering

nodig. In zijn zoektocht naar mogelijkheden kwam hij

terecht bij de NOM, die hem vervolgens attendeerde op

het MKB Fonds Drenthe. ‘De samenwerking met Dave

verliep heel soepel en was bovenal erg leerzaam. Vooral

bij het maken van een gedegen ondernemersplan heeft

hij mij geweldig ondersteund. Het is een vierjarenplan

waarin helder staat omschreven hoe ik denk te groeien

en welke middelen daarvoor nodig zijn. Mede dankzij de

ondersteuning en de financiering ben ik helemaal klaar

voor een mooie toekomst van Seleno.’

StinfraOok handelsonderneming Stinfra uit Nieuw-Amsterdam

werd door het MKB Fonds Drenthe verder op weg geholpen.

Het bedrijf, opgericht door Wietze de Vries, kwam nog

niet zo lang geleden in contact met een Engelse fabrikant

die een vloeistof had ontwikkeld waarmee lekke banden

worden voorkomen. Fietsbanden, maar ook lekke banden

van auto’s, vrachtwagens, legervoertuigen, motoren,

scootmobiels en noem maar op. Inmiddels wordt de

vloeistof ook door Stinfra verkocht. Bandendicht heet

het voor de particuliere markt. Voor de zakelijke markt

draagt het de naam Tyre Protector. Maar hoe werkt het

nu precies? In het geval van een fietsband bijvoorbeeld?

‘Bandendicht plakt lekke banden van binnenuit’, legt

Wietze uit. ‘De vloeistof vormt een dun laagje aan de

binnenkant van een fietsband, waardoor de band nooit

meer lek gaat. Voor snelle voertuigen geldt hetzelfde

principe, de vloeistof is alleen wat anders samengesteld.’

ExclusiviteitVoor de zakelijke markt wilde Wietze de exclusiviteit in

de Benelux. Maar om die te verkrijgen wilde de fabrikant

eerst weleens zien of hij omzet kon genereren. ‘Ik zit in

Emmen, terwijl de meeste grote transportbedrijven, een

belangrijke doelgroep, beneden de grote rivieren zijn ge-

vestigd’, vertelt Wietze. ‘Het is bijna ondoenlijk om elke

dag op en neer te rijden. Daarom wilde ik vertegenwoor-

digers gaan inzetten. Om die stap te financieren heb ik

aangeklopt bij het MKB Fonds Drenthe. Ook Dave zag in

dat het product enorm veel potentie heeft. De financie-

ring heeft me al veel gebracht. Niet alleen heb ik nu zes

mensen op de weg, ook heb ik de exclusiviteit van Tyre

Protector in de Benelux weten te bemachtigen.’

www.mkbfondsdrenthe.nl

25

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 26: Nommer 21

© Noordhoff Uitgevers © Noordhoff UitgeversBron: Provincie Groningen (3-5)Bronnen: CBS (1); Nederlandse Aardappel Organisatie (2)

Groningen

Drenthe

OverijsselFlevoland

Noord-Holland

Zuid-Holland

Zeeland

Noord-Brabant

Limburg

UtrechtGelderland

Friesland

Hoogkerk

Dinteloord

Foxhol

Gasselternijveen

Ter Apelkanaal

Joure

Nagele

Deinum

Leeuwarden

Heerenveen

Axel

Rilland

Goes

Oude-Tonge

Dronten

Biddinghuizen

Lely-stad

Emmeloord

Veendam

Medemblik

Anna Paulowna

’s-Gravendeel

Odiliapeel

Oud-Beijerland

Azië (excl. Rusland en Turkije)

overig Afrika

Amerika122.800 ton

11.900 ton

heel Europa (incl. Ruslanden Turkije): 481.800 ton

waarvan Europese Unie: 431.700 ton

heel Afrika: 181.200 ton

waarvan Noord-Afrika: 170.100 ton

5000 - 10.000

Export van Nederlandse pootaardappelen in tonnen, 2013

10.000 - 25.000

25.000 - 50.000

50.000 - 100.000

meer dan 100.000

totaal per werelddeel

1980

toepassingen en productenonderdeel

zetmeel

perspulp

prota-mylasse

eiwitten

overige

2014

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing

veevoeder

geen toepassing

voeding , groene chemicaliën

veevoeder veevoeder veevoeder , voeding

veevoeder meststof , biogas

kalium: meststof

compost compost compost

bioactieve stoffen/nutraceuticals , smaakstoffen ,stikstof/fosfor/kalium: meststof

voeding , veevoeder voeding , toepassing in de farmaceutische industrie , enzymen voor voeding en fijnchemie

2040

I

I

betekenis - : zie figuur 5I IV

IV

voeding , papier , textiel , kleefstoffen

III

III

III

III

III

III III III

III

II

II

II

II

II II II

II II

II

I II

II

voeding , papier , textiel , kleefstoffen

III III

III III

II II

loof

wortels

knollen

loof

bietenpuntjes

wortel

1980

toepassingen en productenonderdeel

suiker

melasse

pulp

diksap

betacal

2014

voeding

geen toepassing

geen toepassing

geen toepassing

geen toepassing

voeding , grondstof voorfermentatie , bioplastics

voeding , farmaceutica , bioplastics ,grondstof voor fermentatie

grondstof voor fermentatie(gist, ethanol)

grondstof voor fermentatie ,veevoeder

grondstof voor fermentatie , betaïne

veevoeder veevoeder , groen gas ,biomethanol

meststof

compost compost , groen gas compost , groen gas , biomethanol

meststof , grondstof voor bouwmaterialen

grondstof voor fermentatie

veevoeder , groen gas , vezels voor papier , verf , coatings , vaatwasmiddelen ,organische zuren , arabinose

chemicaliën , bioplastics , brandstoffen ,zoetstoffen en enzymen , grondstof voor fermentatie

eiwitten voor voeding , vezels voorpapier , groen gas

2040

I

I

II

III

II III

III

III III III

III

III III

IV

betekenis - : zie figuur 5I IV

IV

IV

II II

II

II II

II

II

II

II

II II

II

II

II

II

III

III

III III III

IV

IV

III IV III IV IV

loof

bietenpuntjes

wortel

I

II

III

IV

farmacie en fijnchemie

voeding enveevoeder

chemicaliën enbemestingsproducten

brandstof, elektriciteiten warmteklein groot

groot klein

toeg

evoe

gde

waa

rde

volume

i Teeltgebieden suikerbieten en aardappelen

j Export van Nederlandse pootaardappelen

m Verwaardingspiramide

l Verwaarding zetmeelaardappelplant

k Verwaarding suikerbietenplant

Suikerbieten

Productielocaties

Distributiecentra (door NAO* erkend)

* NAO = Nederlandse Aardappel Organisatie

Zetmeelaardappelen

Pootaardappelen

ZetmeelaardappelenPootaardappelenConsumptieaardappelen

Totale geoogste oppervlakte Nederland:

suikerbieten: 73.194 ha zetmeelaardappelen: 44.031 ha pootaardappelen: 40.223 ha consumptieaardappelen: 71.568 ha

Geoogste oppervlakte in hectare, 2013

Suikerbieten7500

10.000

5000

2500

0

Zetmeelaardappelen en suikerbieten behoren tot de belangrijkste akkerbouw-gewassen in Noord-Nederland. Poot-aardappelen zijn een belangrijk export-product en staan om die reden bekend als het ‘groene goud’. Zetmeelaard-appelen en suikerbieten worden vooral geteeld in Drenthe en Groningen, poot-aardappelen vooral op de zeeklei langs de Waddenkust.

Groene grondstof voor bio-economieDe noordelijke akkerbouwgebieden leveren ook biomassa voor de ontwikke-ling van een bio-economie op basis van groene grondstoffen. Bedrijven en kennisinstellingen werken hier samen om nieuwe en hoogwaardige toepassingen te vinden voor suikerbieten en zetmeelaard-appelen. Daarbij worden ze ondersteund door regionale en lokale overheden. Uit zetmeelaardappelen worden bijvoor-beeld eiwitten voor voeding gewonnen. Van suikerbieten wordt niet alleen de wortel, maar ook het loof en de bieten-puntjes gebruikt, bijvoorbeeld als grond-stof voor papier en groen gas.

i Pootaardappelen uit het NoordenJaarlijks oogsten de boeren in ons land onge-veer 6 miljoen ton suikerbieten en 7 miljoen ton aardappelen. Van de aardappelen bestaat ongeveer de helft uit consumptieaardappelen, een kwart uit zetmeelaardappelen en een vijfde uit pootaardappelen. Pootaardappelen worden vooral geteeld in Groningen en Friesland (samen 60%) en in Flevoland, Noord-Holland en Zeeland. Zetmeelaardappelen worden vrijwel uitsluitend geteeld in Groningen en Drenthe.

j Grootste exporteur ter wereldMet een jaarlijkse export van circa 800.000 ton pootgoed is Nederland de grootste exporteur van pootaardappelen in de wereld. Meer dan de helft wordt afgezet binnen Europa, ongeveer een kwart in Afrika. Uiteindelijk groeien deze kwalitatief hoogwaardige aardappelen uit tot consumptieaardappelen, het hoofdbestanddeel van tafelaardappelen, friet en chips.

k - m Andere en hoogwaardige toepassingenIn een zogeheten bio-economie zijn fossiele grondstoffen, zoals aardolie, vervangen door groene grondstoffen, zoals suikerbieten en aardappelen. Alle biomassa heeft een nuttige toepassing, er bestaat geen afval meer. Voor de suikerbietenplant en de zetmeelaardappel-plant zijn de afgelopen decennia steeds meer en steeds hoogwaardigere toepassingen gevonden. Hoogwaardig betekent dat de producten een

hoge marktwaarde hebben. Zo hebben medicij-nen en voeding meer waarde dan brandstof. Voor het maken ervan is meer expertise nodig dan voor het opwekken van warmte door biomassa in een oven te verbranden. Onderzoek naar dit ‘verwaarden’ van reststro-men gebeurt nu nog vaak op proefveldjes en in laboratoria. De komende tijd worden de onder-zoeksresultaten toegepast in concrete produc-ten, zoals medicijnen uit aardappelknollen en voedingseiwitten uit bietenloof.

Suikerbieten en aardappelen

H09_Regionaal.indd 110-111 20-1-2015 9:44:57

De NOM heeft als voortrekker samen met de provincies

Drenthe, Friesland en Groningen en de partijen Hanzehoge-

school Groningen, HANNN, HZPC, het UMCG en LifeLines

drie specifiek noordelijke thema’s voor de atlas uitgewerkt:

1) voeding, gezondheid en veroudering, 2) zuivel als econo-

mische motor, 3) het verwaarden van aardappelen en

suikerbieten. ‘De noordelijke regio blijkt onderscheidend

in meerdere opzichten’, stelt De Vries, die zich bij de NOM

namens Foreign Direct Investment bezighoudt met Agri &

Food. ‘Immers: één van de grootste zuivelcoöperaties ter

wereld is hier gevestigd, maar ook de grootste aardappel-

verwerker van het land en bovendien talloze innovatieve

mkb-bedrijven op het gebied van voedsel. Daar mogen we

trots op zijn.’

Van grond tot mond‘Bijzonder is ook de samenwerking van al die bedrijven met

onderzoeks- en onderwijsinstellingen en overheden’, vindt

De Vries. ‘Deze verbindingen zijn allemaal in kaart gebracht

en terug te vinden bij de landelijke onderdelen van de

atlas. Bestaande gegevens uit onafhankelijke bronnen zijn

gebruikt om inzichtelijk te maken wat er allemaal gebeurt

voordat voedsel op ons bord terecht komt, van grond tot

mond. Interessant is dat Noord-Nederland - als Europese

voorbeeldregio voor innovatie en onderzoek naar gezond

ouder worden - daarbij nog een stap verder gaat. Voeding

draagt op verschillende manieren bij aan gezondheid.’

Inzicht in de voedselketenVoor alle noordelijke partijen die hebben bijgedragen aan de

atlas is het belangrijk dat de hele voedselketen - van productie

en kwaliteit tot export en consumptie - op een vernieuwende

en inzichtelijke manier onder de aandacht komt bij het

onderwijs. Maar De Bosatlas van het voedsel biedt nog andere

Noord-Nederland prominent innieuwe Bosatlas van het voedselMaar liefst 63% van de Nederlandse melkverwerking vindt plaats in Noord-Nederland. Het is één

van de wetenswaardigheden die zijn te vinden in de nieuwe De Bosatlas van het voedsel, die een

veelzijdig beeld schetst van de Nederlandse voedselvoorziening. In het hoofdstuk Voedsel in de

regio krijgt Noord-Nederland expliciete aandacht.

108

Voedsel in de regio

109

© Noordhoff UitgeversBronnen: NV NOM / ZuivelNL / CBS

Leek

5040

Drachten

Surhuisterveen

Buitenpost

Gorredijk

Âldeboarn

Sneek

Gerkesklooster

Groningen

Assen

MarwijksoordOosterwolde

Joure

Scharsterbrug

St. NicolaasgaHeerenveen

Bolsward

Workum

HarlingenFraneker

Dronryp

Wolvega

BeilenDwingeloo

Dokkum

Oentsjerk

Hallum

Stiens

Makkum

Winschoten

Valthermond

Emmen

Hoogeveen

Coevorden

Meppel Rogat

Lemmer

Balk

Elahuizen

Woudsend

Marum

Eelde

Bedum

Veendam

Nieuwe Pekela

GRONINGEN

FRIESLAND(FRYSLÂN)

DRENTHE

Leeuwarden

Dairy Campus

Dairy Campus

Nordwin College(mbo)

Nordwin College(mbo)

Nordwin College (mbo)Nordwin College (mbo)

Nordwin College(mbo)

Nordwin College(mbo)

CCC/PCC CCC/PCC

UMCG UMCG Van Hall Larenstein Van Hall Larenstein

Stenden Hogeschool

Stenden Hogeschool

Stenden Hogeschool/NHL

Stenden Hogeschool/NHL

NordwinCollege (mbo) NordwinCollege (mbo)

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

PPOPPO

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

KANON/PPO-AGV KANON/PPO-AGV

Noorderpoort College (mbo)Noorderpoort College (mbo)

RUG RUG Hanzehogeschool Hanzehogeschool

AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)

Biologische melk, boter en kaas

Productie condensmelk

en poeder

KaasproductieKinder- en medische voeding

Kinder- en medische voeding

Melk, wei, poederingrediënten

KaasproductieKinder- en medische voeding

Kaasproducten

IJsfabriek

Melkpoeder

IJsfabriek

IJsfabriek

Kaasproducten

Biologische melk en koffiemelk

Kaas IngrediëntenKaasverwerking (raspen, snijden, verpakken)

Dagverse melkproducten

Kinder- enmedische voeding

Kaasproducten

Poedermenging en verpakkenCondensmelk (gezoet) en melkpoeder

Ingrediënten, hulpstoffen, R&D

Babyvoedingingrediënten

Kaasproductie, R&DMelkpoeder

Nutriëntenpoeders:emulgatie, sproeidrogen en encapsulatie

Melkpoeder R&D

De zuivelindustrie is belangrijk voor de economie van Noord-Nederland. Deze regio kent een grote concentratie van zuivelbedrijven en aan zuivel gerelateerde ondernemingen (zoals verpakkings-, kindervoedings-, machinebouw- en roestvaststaalindustrie) en onderwijs- en onderzoeksinstellingen.

Bij Noord-Nederlandse zuivelproductie betrokken sectoren:

Door informatie- en communicatietechnologie verbetertde efficiëntie van de zuivelsector. In de toekomst kunnen

consumenten via een barcode op de verpakking achterhalenvan welke boerderij een zuivelproduct afkomstig is.

In Noord-Nederlandbevinden zich 8745 melkveebedrijven.

Deze gebruiken 322.000 hectare grasland. Dat is 25% van het totaal in Nederland.

De melkveebedrijven in het noorden zijn goed voor 31% van de Nederlandse melkproductie.

Dairy Campus is een centrum voor onderzoek, innovatie en educatie voor duurzame, toekomstbestendige melkveehouderij. Het centrum

Innovatiecentrum

MESTproject

RVS-industrie

precisie-landbouw

onderwijs en

onderzoekautoma-tisering

diervoedings-middelen

stal-inrichting

melkwinnings-apparatuur

gezondheid

mest(-verwerking)

gewas en voeding

sensor-technologie

datamanagement-systemen

advies,training

belangen-organisaties

BEIDE

proces-apparatuur

transport en logistiek

kwaliteits-controle

hygiëne

voedsel-veiligheid

overheid

Data

MELKWINNING

MELKVERWERKING

UCF

Zuivel-school

De zuivel-industrie van Noord- Nederland verwerkt 63%

Tolbert

NoordwijkBoterproducten

dierenwelzijn, de efficiëntie van productieketens en het verwerken van mest. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van precisielandbouw.

beschikt over 350 hectare grond en 550 melkkoeien. Onderzoek en innovatie richten zich hier op duur-zaamheid, mineralenmanagement,

Rotstergaast

van de Nederlandse melk.

GROEN GAS MELK

Zuivelgerelateerd onderwijs, studies en onderzoek

Grote zuivelgerelateerde onderneming

Indirect zuivelgerelateerde onderneming(en)

Koeien per hectare

WaterPlaats

0,0 - 0,2

0,2 - 0,4

0,4 - 0,6

0,6 - 0,8

0,8 - 0,9

0,9 - 1,1

1,1 - 1,3

1,3 - 1,6

1,6 - 2,2

Zuivelsector van Noord-Nederland

H09_Regionaal.indd 108-109 20-1-2015 8:07:07

26

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 27: Nommer 21

interessante perspectieven. ‘Bij de onderwijseditie wordt

een digitale, gedidactiseerde kaartenreeks opgenomen in de

Bosatlas Online, het digitale zusje van De Grote Bosatlas.

De reeks gaat over voedsel, en is gebaseerd op een aantal

kaarten uit De Bosatlas van het voedsel. Bij de selectie

van de kaarten wordt zoveel mogelijk rekening gehouden

met de onderwerpen die ook in de examenprogramma’s

aan bod komen.’

Atlas als acquisitiemiddelDe Vries is zeer te spreken over het resultaat en had zelf

een duidelijk motief om als aanjager te fungeren bij het

genereren van input voor het hoofdstuk Voedsel in de

regio. ‘In Noord-Nederland gebeurt ongelooflijk veel als het

gaat om voedselvoorziening. Het is voor de verdere ontwik-

keling handig en belangrijk om helder in kaart te brengen

wat er al is. De Bosatlas van het voedsel is bovendien een

ideaal onafhankelijk hulpmiddel voor acquisitieactiviteiten

van Foreign Direct Investment. De atlas schetst namelijk

ook de economische impact van de voedselvoorziening en

dat geeft aanknopingspunten voor nieuwe ontwikkelingen

in de regio. Wij gaan daarom de Engelstalige versie gebruiken

om buitenlandse investeerders te tonen welke kansen de

Noord-Nederlandse landbouw en voedselindustrie allemaal

bieden.’

De Bosatlas van het voedsel is voor € 29,95 verkrijgbaar

in de boekhandel.

© Noordhoff Uitgevers © Noordhoff UitgeversBron: Provincie Groningen (3-5)Bronnen: CBS (1); Nederlandse Aardappel Organisatie (2)

Groningen

Drenthe

OverijsselFlevoland

Noord-Holland

Zuid-Holland

Zeeland

Noord-Brabant

Limburg

UtrechtGelderland

Friesland

Hoogkerk

Dinteloord

Foxhol

Gasselternijveen

Ter Apelkanaal

Joure

Nagele

Deinum

Leeuwarden

Heerenveen

Axel

Rilland

Goes

Oude-Tonge

Dronten

Biddinghuizen

Lely-stad

Emmeloord

Veendam

Medemblik

Anna Paulowna

’s-Gravendeel

Odiliapeel

Oud-Beijerland

Azië (excl. Rusland en Turkije)

overig Afrika

Amerika122.800 ton

11.900 ton

heel Europa (incl. Ruslanden Turkije): 481.800 ton

waarvan Europese Unie: 431.700 ton

heel Afrika: 181.200 ton

waarvan Noord-Afrika: 170.100 ton

5000 - 10.000

Export van Nederlandse pootaardappelen in tonnen, 2013

10.000 - 25.000

25.000 - 50.000

50.000 - 100.000

meer dan 100.000

totaal per werelddeel

1980

toepassingen en productenonderdeel

zetmeel

perspulp

prota-mylasse

eiwitten

overige

2014

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)

geen toepassing

veevoeder

geen toepassing

voeding , groene chemicaliën

veevoeder veevoeder veevoeder , voeding

veevoeder meststof , biogas

kalium: meststof

compost compost compost

bioactieve stoffen/nutraceuticals , smaakstoffen ,stikstof/fosfor/kalium: meststof

voeding , veevoeder voeding , toepassing in de farmaceutische industrie , enzymen voor voeding en fijnchemie

2040

I

I

betekenis - : zie figuur 5I IV

IV

voeding , papier , textiel , kleefstoffen

III

III

III

III

III

III III III

III

II

II

II

II

II II II

II II

II

I II

II

voeding , papier , textiel , kleefstoffen

III III

III III

II II

loof

wortels

knollen

loof

bietenpuntjes

wortel

1980

toepassingen en productenonderdeel

suiker

melasse

pulp

diksap

betacal

2014

voeding

geen toepassing

geen toepassing

geen toepassing

geen toepassing

voeding , grondstof voorfermentatie , bioplastics

voeding , farmaceutica , bioplastics ,grondstof voor fermentatie

grondstof voor fermentatie(gist, ethanol)

grondstof voor fermentatie ,veevoeder

grondstof voor fermentatie , betaïne

veevoeder veevoeder , groen gas ,biomethanol

meststof

compost compost , groen gas compost , groen gas , biomethanol

meststof , grondstof voor bouwmaterialen

grondstof voor fermentatie

veevoeder , groen gas , vezels voor papier , verf , coatings , vaatwasmiddelen ,organische zuren , arabinose

chemicaliën , bioplastics , brandstoffen ,zoetstoffen en enzymen , grondstof voor fermentatie

eiwitten voor voeding , vezels voorpapier , groen gas

2040

I

I

II

III

II III

III

III III III

III

III III

IV

betekenis - : zie figuur 5I IV

IV

IV

II II

II

II II

II

II

II

II

II II

II

II

II

II

III

III

III III III

IV

IV

III IV III IV IV

loof

bietenpuntjes

wortel

I

II

III

IV

farmacie en fijnchemie

voeding enveevoeder

chemicaliën enbemestingsproducten

brandstof, elektriciteiten warmteklein groot

groot klein

toeg

evoe

gde

waa

rde

volume

i Teeltgebieden suikerbieten en aardappelen

j Export van Nederlandse pootaardappelen

m Verwaardingspiramide

l Verwaarding zetmeelaardappelplant

k Verwaarding suikerbietenplant

Suikerbieten

Productielocaties

Distributiecentra (door NAO* erkend)

* NAO = Nederlandse Aardappel Organisatie

Zetmeelaardappelen

Pootaardappelen

ZetmeelaardappelenPootaardappelenConsumptieaardappelen

Totale geoogste oppervlakte Nederland:

suikerbieten: 73.194 ha zetmeelaardappelen: 44.031 ha pootaardappelen: 40.223 ha consumptieaardappelen: 71.568 ha

Geoogste oppervlakte in hectare, 2013

Suikerbieten7500

10.000

5000

2500

0

Zetmeelaardappelen en suikerbieten behoren tot de belangrijkste akkerbouw-gewassen in Noord-Nederland. Poot-aardappelen zijn een belangrijk export-product en staan om die reden bekend als het ‘groene goud’. Zetmeelaard-appelen en suikerbieten worden vooral geteeld in Drenthe en Groningen, poot-aardappelen vooral op de zeeklei langs de Waddenkust.

Groene grondstof voor bio-economieDe noordelijke akkerbouwgebieden leveren ook biomassa voor de ontwikke-ling van een bio-economie op basis van groene grondstoffen. Bedrijven en kennisinstellingen werken hier samen om nieuwe en hoogwaardige toepassingen te vinden voor suikerbieten en zetmeelaard-appelen. Daarbij worden ze ondersteund door regionale en lokale overheden. Uit zetmeelaardappelen worden bijvoor-beeld eiwitten voor voeding gewonnen. Van suikerbieten wordt niet alleen de wortel, maar ook het loof en de bieten-puntjes gebruikt, bijvoorbeeld als grond-stof voor papier en groen gas.

i Pootaardappelen uit het NoordenJaarlijks oogsten de boeren in ons land onge-veer 6 miljoen ton suikerbieten en 7 miljoen ton aardappelen. Van de aardappelen bestaat ongeveer de helft uit consumptieaardappelen, een kwart uit zetmeelaardappelen en een vijfde uit pootaardappelen. Pootaardappelen worden vooral geteeld in Groningen en Friesland (samen 60%) en in Flevoland, Noord-Holland en Zeeland. Zetmeelaardappelen worden vrijwel uitsluitend geteeld in Groningen en Drenthe.

j Grootste exporteur ter wereldMet een jaarlijkse export van circa 800.000 ton pootgoed is Nederland de grootste exporteur van pootaardappelen in de wereld. Meer dan de helft wordt afgezet binnen Europa, ongeveer een kwart in Afrika. Uiteindelijk groeien deze kwalitatief hoogwaardige aardappelen uit tot consumptieaardappelen, het hoofdbestanddeel van tafelaardappelen, friet en chips.

k - m Andere en hoogwaardige toepassingenIn een zogeheten bio-economie zijn fossiele grondstoffen, zoals aardolie, vervangen door groene grondstoffen, zoals suikerbieten en aardappelen. Alle biomassa heeft een nuttige toepassing, er bestaat geen afval meer. Voor de suikerbietenplant en de zetmeelaardappel-plant zijn de afgelopen decennia steeds meer en steeds hoogwaardigere toepassingen gevonden. Hoogwaardig betekent dat de producten een

hoge marktwaarde hebben. Zo hebben medicij-nen en voeding meer waarde dan brandstof. Voor het maken ervan is meer expertise nodig dan voor het opwekken van warmte door biomassa in een oven te verbranden. Onderzoek naar dit ‘verwaarden’ van reststro-men gebeurt nu nog vaak op proefveldjes en in laboratoria. De komende tijd worden de onder-zoeksresultaten toegepast in concrete produc-ten, zoals medicijnen uit aardappelknollen en voedingseiwitten uit bietenloof.

Suikerbieten en aardappelen

H09_Regionaal.indd 110-111 20-1-2015 9:44:57

107106

Voedsel in de regio

© Noordhoff Uitgevers© Noordhoff Uitgevers Bron: UMCG, LifeLines (4-6)Bronnen: CBS (1); UMCG, LifeLines (2, 3)

50 jrklacht 1

geboorte 75 jrcomplicaties

65 jrklacht 2

leeftijd in jaren

onge

zond

ge

zond

Problemen voorkomen,mede door gezonde voeding

(preventie)

Omgaanmet problemen(behandeling)

gezonderelevensloopin toekomst

gemiddeldelevensloop2014

Groningen

Delfzijl

Assen

VeendamWinschoten

Stadskanaal

Leeuwarden

Sneek

Heerenveen

Drachten

Dokkum

Meppel

Hoogeveen

Emmen

85,6%

87,8%

gemiddeld86,9%

Groningen

Delfzijl

Assen

VeendamWinschoten

Stadskanaal

Leeuwarden

Sneek

Heerenveen

Drachten

Dokkum

Meppel

Hoogeveen

Emmen

64,3%

66,7%

gemiddeld65,7%

Groningen

Delfzijl

Assen

VeendamWinschoten

Stadskanaal

Leeuwarden

Sneek

Heerenveen

Drachten

Dokkum

Meppel

Hoogeveen

Emmen34,3%

33,1%

gemiddeld33,9%

WELZIJN

ERFELIJKHEI

D

VOED

INGGEZONDHEID

ziektevariatie

hoeveelheid

samenstelling leve

nsstij

l

bew

egin

g

stress

geluk DNA

genen

stat

us

cellen

o

77

79

81

83

85

87

89

1950 1980 1990 2000 20051985 199519751970196519601955 2010

verw

acht

e le

efti

jd b

ij ov

erlij

den

Mannen Vrouwen

k Factoren die van invloed zijn op gezond oud worden, of healthy ageing

j Gezond ouder worden

i Resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd

l Consumptie van kaas

n Consumptie van pasta

m Consumptie van vis

Percentage mensen dat kaas(producten) eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied

75 - 80

80 - 90

90 - 100

Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.

Percentage mensen dat vis, schaal- of schelpdieren eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied

Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.

15 - 25

25 - 35

35 - 45

45 - 55

Percentage mensen dat pasta eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied

45 - 55

55 - 65

65 - 75

75 - 85

Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.

In 2013 riep de Europese Commissie Noord-Nederland uit tot voorbeeldregio voor innovatie en onderzoek naar gezond ouder worden, of healthy ageing. Hier werken meer dan tweehonderd kennis-instellingen, bedrijven en overheden samen om erachter te komen hoe men-sen langer gezonder kunnen leven. Dat is nodig omdat de Nederlandse bevolking vergrijst. Tegenwoordig wor-den mensen veel ouder dan een eeuw geleden. In 2030 is een op de vier Neder-landers ouder dan 65 jaar. Daarnaast kampen mensen steeds vroeger in het leven met chronische ziekten, zoals artrose, diabetes, hart- en vaatziekten. Daardoor stijgt de behoefte aan zorg. Goede voeding en voldoende beweging dragen bij aan een gezonde oude dag.Het onderzoek naar gezond ouder worden is niet gericht op langer leven, maar op zo lang mogelijk gezond en actief blijven. Er wordt geprobeerd om het ontstaan van ouderdomsklachten te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Preventie – het voorkómen van (chronische) ziekten – speelt hierbij een grote rol. Wie vanaf zijn kindertijd gezond eet en leeft, en goed wordt verzorgd, heeft een kleinere kans op problemen later in zijn leven.

Voorkomen en behandelenVoeding draagt op verschillende manie-ren bij aan een gezonde oude dag. Omdat gezonde voeding ook een langetermijn-effect heeft, kun je er het best vroeg mee beginnen. Sommige klachten zijn te voorkomen door van kinds af aan weinig verzadigd vet te eten. Sommige gezond-heidsklachten op latere leeftijd zijn te behandelen met voeding met extra vitamines of mineralen, of door een vet- of zoutarm dieet te volgen.

i Ouderen worden steeds ouderDankzij betere hygiëne, betere gezondheidszorg en gezonder voedsel worden mensen steeds ouder. Vroeger stierven mensen vooral door besmettelijke ziekten, tegenwoordig met name door ouderdomsziekten, zoals hart- en vaat-ziekten. Op 65-jarige leeftijd hebben mannen gemiddeld nog 18 jaar te leven, vrouwen nog 21 jaar. Tot 2050 komt hier nog ca. 5 jaar bij. Baby’s die na het jaar 2000 zijn geboren, hebben een levensverwachting van bijna 90 jaar. j Ouderdomsklachten voorkomenDe meeste mensen hebben een gezond leven tot de middelbare leeftijd. Daarna neemt de kans op hart- en vaatziekten en diabetes toe. De behan-deling ervan is complex en duur. Gezonde voe-ding draagt bij aan het verlengen van de periode van gezond leven en kan ouderdomsklachten deels zelfs voorkomen. Gezond ouder worden begint met gezonde voeding, zelfs al voor de geboorte. k Gezondheidsonderzoek bij drie generatiesHet grootschalige bevolkingsonderzoek LifeLines onder ruim 165.000 inwoners van Noord-Neder-land moet antwoord geven op de vraag waar-om de een al op jonge leeftijd problemen met zijn gezondheid krijgt en de ander tot op hoge leeftijd gezond blijft. Het onderzoek richt zich onder meer op de relatie tussen gezondheid en erfelijkheid. Dertig jaar lang worden deelnemers uit drie generaties – kinderen, ouders en groot-ouders – gevolgd. Jaarlijks vullen deelnemers vragenlijsten in over hun voeding, levensstijl en omgeving; iedere vijf jaar worden ze uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek.

l - n Visconsumptie gunstig voor gezondheid?In Groningen en Drenthe eten deelnemers min-der vaak kaas en iets vaker aardappelen dan in Friesland. Ongeveer een op de drie deelnemers aan het gezondheidsonderzoek eet wekelijks vis. Op Terschelling en rondom de stad Groningen eten ze gemiddeld vaker vis dan in de rest van het Noorden. Twee van de drie deelnemers eet wekelijks pasta, waaronder macaroni, spaghetti en mie. Dankzij gegevens uit het gezondheidsonderzoek is het mogelijk antwoord te geven op vragen als: Welke invloed heeft het eten van vis of pasta op de gezondheid? Is dat voor iedereen hetzelfde en hoeveel vis of pasta is gezond?

Voeding, gezondheid en veroudering

H09_Regionaal.indd 106-107 11-2-2015 9:31:28

Joep de Vries

NOM Foreign Direct Investment AgriFood

T (06) 253 926 71 • E [email protected]

27

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 28: Nommer 21

EEN FOTOGRAFISCHE K I JK OP HE T NOORDENBLIKVANGER

Foto:

Marius Visser

Diever - Drenthe

M 06 - 17 44 81 03

E [email protected]

I www.mariusvisser.nl

4 September 2014, half acht ’s ochtends. Gewoon een doordeweekse dag. Tussen Diever en

Dwingeloo weerkaatst de Dwingelerstroom het licht van de opkomende zon. Vroege fietsers

trappen zonder haast, want dat krijg je dan ... ze genieten.

28

• F E B R U A R I 2 0 1 5

28

Page 29: Nommer 21

De bouw van de negentien windmolens van het Windpark Delfzijl Noord is in volle gang. Over een

paar maanden zijn de turbines gereed en zal de wind die over Delfzijl waait alle energie leveren die

het nieuwe datacenter van Google in de Eemshaven nodig heeft. Manager Noord Nederland Joost

de Boer van Eneco en Wim A,B. van NOM Foreign Direct Investment vertellen hoe de opvallende en

trendsettende overeenkomst tussen Eneco en Google van de grond kwam.

Groningse windkrachtvoor datacenter Google

Hard gewerkt wordt er aan de veertien windturbines op

de Schermdijk en de vijf op de Pier van Oterdum. Vorig

jaar november stond de eerste windmolen waarvan de

top van de wieken op 150 meter hoogte komt fier over-

eind en in sneltreinvaart volgden de overige achttien.

Begin februari hesen torenhoge kranen de turbinebehui-

zingen en de wieken bij de laatste molens op hun plek.

Met een capaciteit van 62,7 megawatt zou het Windpark

Delfzijl Noord stroom kunnen leveren aan zo’n 50.000

huishoudens. Maar dat is niet wat er met de windenergie

gebeurt. De volledige stroomproductie wordt namelijk

door Eneco verkocht aan Google, dat daarmee voor de

volle honderd procent draait op lokaal opgewekte groene

energie. Beide partijen hebben daarvoor in november

2014 een tienjarig Power Purchase Agreement afgesloten.

Nou vraagt dat wel om wat uitleg, want er wordt geen

stroomkabel aangelegd tussen het windpark en de

Google-vestiging. Dat is technisch gezien een wat lastige

oplossing, want wat wanneer de wind niet waait?

Het is dus geen rechtstreekse stroomvoorziening, maar

Google heeft evenmin een hoeveelheid groene stroom-

certificaten ofwel Garanties van Oorsprong (GvO) gekocht

waarmee een energieleverancier garandeert dat de beno-

digde stroom uit groene bronnen wordt gewonnen. Voor

Google waren de GvO’s op zich niet voldoende. ‘Google

wilde dat de stroom groen én lokaal geproduceerd zou

worden’, zegt Joost de Boer van Eneco. ‘Het bedrijf wilde

kunnen zeggen: ‘Daar komt onze stroom vandaan’.

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

29

Page 30: Nommer 21

Daarmee gaat Google voorop in een trend, want we zien

dat bedrijven steeds vaker dat soort aanvullende voor-

waarden stellen.’ In energiekringen heet zo’n contract

overigens een client-tot-asset overeenkomst.

De stroom van Windpark Delfzijl Noord gaat dus het

publieke net op en niet rechtstreeks naar de Google-

vestiging. De Boer benadrukt dat de nabije windproductie

zeker meer duurzaamheid betekent bovenop de tot nog

toe meer gangbare Garanties van Oorsprong: ‘Lokaal

stroom produceren houdt in elk geval in dat er geen

investeringen nodig zijn in extra transportcapaciteit van

het stroomnet. Het vermindert de congestie in het net.’

Simpel gezegd: het scheelt koperdraad. De hoeveelheid

stroom die door het Windpark Delfzijl Noord aan het

net wordt toegevoegd wordt trouwens door de overheid

gecontroleerd.

Levering aan het publieke net maakt het mogelijk de

pieken en dalen in de stroomproductie op te vangen,

wat met een rechtstreekse kabel tussen het windpark en

het datacenter een stuk lastiger is. Op windstille dagen

levert Eneco stroom vanuit het net aan Google en waait

het hard, dan gaat een surplus het net op. Gemeten over

de langere termijn effenen de pieken en dalen elkaar uit,

stelt Eneco.

ZekerheidVoor Google was het alweer het derde zogeheten Power

Purchase Agreement die de internetgigant in de laatste

anderhalf jaar sloot en wereldwijd de achtste overeenkomst

van deze aard. De contracten passen binnen het streven

van Google om het gebruik van hernieuwbare energie

wereldwijd te maximaliseren. Een van de belangrijke

doelen die Google in dit verband heeft vastgelegd is dat

het nieuwe hernieuwbare energieopwekking aan het

stroomnetwerk wil toevoegen in plaats van bestaande

capaciteit te benutten. Google doet dat omdat het de

CO2-voetafdruk neutraal wil houden, een doelstelling die

het concern claimt al sinds 2007 te bereiken.

Een ander doel van Google is dat het bedrijf alle activiteiten

volledig met hernieuwbare energie wil doen. In 2013

kwam het energieverbruik al voor 35 procent uit duurzame

bronnen en volgens Google wordt er hard gewerkt aan

het verder verhogen van dat percentage.

Vooralsnog levert Windpark Delfzijl Noord voldoende

Op foto de vlnr Wim A,B. (NOM), Robert van Tuinen (GroningenSeaports), Joost de Boer (Eneco) en Hubert Lamie (Eneco).30

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 31: Nommer 21

Wim A,B.

Accountmanager Foreign Direct Investment NOM

T (06) 270 871 72 • E [email protected]

stroom om het totale verbruik van het datacenter te

dekken. Google verwacht echter dat met de groei van

het datacenter het stroomverbruik de productie van de

19 Delfzijlster windmolens zal overstijgen. Wanneer het

zover is, zal Google additionele PPA’s afsluiten om de

stroomvraag te dekken. Overigens ontwikkelt Google

datacenters die ‘extreem efficiënt opereren en vergeleken

met traditionele datacenters ongeveer de helft van de

elektriciteit gebruiken’. Duurzaamheid, benadrukt Google

verder, zit hem ook in andere aspecten zoals in dit geval

de stimulans richting de lokale bedrijvigheid en gemeen-

schap die uitgaat van de bouw van een lokaal windpark.

Een ander pluspunt dat Google voor zichzelf ziet in

de verbintenis met Eneco is de lange termijn van het

stroomcontract - tien jaar. Dat geeft het bedrijf zekerheid

over de stroomprijs die het betaalt.

WegbereiderMet die uitgangspunten vond Google een partner in

Eneco, die niet geheel voor niets het motto ‘duurzaam,

decentraal, samen’ hanteert. De Boer: ‘Wij willen ons

onderscheiden als bedrijf dat lokale energie-uitwisseling

faciliteert.’ Al is het niet de eerste in zijn soort, de over-

eenkomst met Google behoort volgens Joost de Boer wel

tot de wegbereiders in energieland. Eerder maakte Eneco

vergelijkbare afspraken met de NS en andere spoorbedrijven

om alle elektrische treinen op groene energie te laten rijden.

Meer dichtbij praat Eneco met Akzo over een rechtstreekse

aansluiting op de begin 2014 geopende Bio Golden

Raand energiecentrale. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat

ook grote klanten en zelfs hele sectoren hun energie-

consumptie op verantwoorde wijze kunnen verduurzamen’,

aldus De Boer. ‘Wij helpen ze daar graag bij omdat we

daarmee invulling geven aan onze strategie van duurzame

energie voor iedereen.’

SynergieHet eerste contact tussen Eneco en Google was in 2011.

Wim A,B. van NOM Foreign Direct Investment had de

vraag bij Eneco neergelegd of het concern geïnteresseerd

was in langdurige levering van energie voor een groot

project. ‘Ik kon verder weinig zeggen’, zegt A,B. ‘Formeel

kende ik de partij aan de andere kant van de tafel niet

eens.’ Wel duidelijk was dat het onderwerp energie voor

de partij in kwestie een bijzonder belangrijk item was.

Samen met een reeks andere energieleveranciers kreeg

Eneco een kans zich te presenteren. A,B.: ‘In de beginfase

hebben we onze typische NOM-rol vervuld door zo goed

mogelijk te anticiperen op de wensen van de opdracht-

gever. We hebben partijen geïnformeerd en hen optimaal

voorbereid.’

Uiteindelijk bleek de chemie tussen Google en Eneco

het sterkst. ‘Dat er synergie is ontstaan tussen Eneco en

Google, dat is iets geweest tussen die twee partijen. De

NOM heeft slechts een faciliterende rol gehad in het

bijeenbrengen’, aldus A,B.. Eneco en de NOM wisselden

waar het kon informatie uit maar de ondertekening van

het energiecontract is uiteindelijk een zaak van Eneco en

Google geweest.

Eneco accepteerde de geheimhouding in de beginfase als

een gegeven, verklaart Joost de Boer. ‘Het is niet onge-

bruikelijk bij dergelijke belangwekkende projecten. Dat

we niet wisten wie de partij was die zich wilde vestigen

deed er niet zoveel toe. Voor ons stond centraal dat we

goed konden samenwerken met alle partners die bij het

project betrokken waren.’ Behalve de NOM noemt De

Boer ook Groningen Seaports en de provincie Groningen.

Het hechte contact tussen die partijen etaleerde volgens

De Boer zeker ook de kracht van de regio, waar men

doordrongen was van het belang van het project. De

bouw van het Google-complex zal nog een tijdje duren.

Ondertussen zullen de 19 windmolens staan te popelen,

want hun stroom vloeit in het voorjaar voor het eerst.

CIJFERS

Capaciteitwindpark:

62,7 megawatt, voldoendevoor 50.000 huishoudens

Aantalwindmolens:

19

Werkgelegenheidin aanbouwfase:

circa 80 banen

Werkgelegenheid in operationele fase:

circa 5 banen

Bouwtijd:18 maanden,gereed voorjaar 2015

Investering: 80 miljoen euro

Duurovereenkomstmet Google:

10 jaar.

31

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 32: Nommer 21

Snel, eenvoudig en veilig grote hoeveelheden data kunnen ontvangen en verzenden.

Lange tijd was dat nagenoeg onmogelijk. Totdat AttachingIT daarvoor een systeem

ontwikkelde. En hoe! Kort na de oprichting verdiende het jonge Groningse bedrijf zelfs

een plek in een prestigieus groeiprogramma van Microsoft in Berlijn. Het was het begin

van heel veel moois.

‘Er komt op dit moment veel op ons af’, zegt Tim Velthuis

aan de andere kant van de lijn. Door de grote afstand zou

een fysieke ontmoeting een nogal kostbare aangelegen-

heid zijn. Vandaar dat het interview telefonisch plaats-

vindt. Tim woont en werkt namelijk grotendeels in Berlijn,

waar zijn bedrijf AttachingIT inmiddels een sales office

heeft. Eigenlijk nog steeds tot zijn eigen verbazing. En

inderdaad, het kan snel gaan. Zo zat hij in de zomer van

2013 nog samen met zijn huidige compagnons Roham

Rahimi en Bert Sinnema aan de lunch in het Launch Café

in Groningen. Tussen de happen door spraken ze over het

gebrek aan mogelijkheden om grote bestanden te versturen

en te ontvangen. En dat terwijl de hoeveelheid data die de

afgelopen vijf jaar door ondernemingen wordt gegenereerd

meer dan vertienvoudigd is. Of dat veilig gebeurt? ‘In veel

gevallen niet’, vertelt Tim. ‘Vaak zonder dat organisaties zich

daarvan bewust zijn. Veelal gebruiken ze Dropbox of We-

Transfer. Maar eigenlijk zijn dergelijke services niet geschikt

om door medewerkers te worden gebruikt. Waarom? Omdat

je als bedrijf de controle over de data al snel kwijtraakt. Er is

totaal geen overzicht.’

Veilig en gebruikersvriendelijkTim, Roham en Bert besloten om een systeem te ontwikkelen

Gronings IT bedrijf bezig aan internationale opmars

Founding team, vlnr: Roham Rahimi,Tim Velthuis en Bert Sinnema

‘Een Noord-Nederlands bedrijf om trots op te zijn’

32

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 33: Nommer 21

Jan Martin Timmer

Investment Manager

T (06) 292 408 99 • E [email protected]

waarmee op een snelle, gecontroleerde en veilige manier

grote bestanden gedeeld kunnen worden. Wat hebben

organisaties nodig, zodat werknemers het ook daadwerkelijk

gaan gebruiken? Met die vraag in hun achterhoofd ging

het drietal aan de slag. ‘Allereerst moest het systeem super

gebruikersvriendelijk zijn’, benadrukt Tim. ‘Dat betekent

dat het geïntegreerd moest worden in bestaande software.

Minstens zo belangrijk was zorgen voor voldoende controle.

Wie mag welke en hoeveel data verzenden? Tenslotte is er

natuurlijk de veiligheid. Dan praat je al snel over metho-

des voor het versleutelen van gegevens en bestanden.

AttachingIT heeft hiervoor een unieke encryptie methode

ontwikkeld die de kracht van de Cloud volledig benut,

gecombineerd met de veiligheid van een on premise

structuur. Alle data wordt gefragmenteerd in de Cloud

opgeslagen. Een klein cruciaal deel van de data dat het

bestand leesbaar maakt, ook wel de metadata genoemd,

wordt echter op de eigen servers van het bedrijf opgeslagen.

Alle data die in de Cloud staan zijn hierdoor onleesbaar

voor derden. De methode voldoet niet alleen aan alle

veiligheidsvoorschriften, ook is het zeer kostenefficiënt

omdat bedrijven minder in house servercapaciteit nodig

hebben. De door AttachingIT ontwikkelde encryptie metho-

de zal door klanten worden gebruikt in hun geïntegreerde

Outlook file transferoplossing en biedt tevens de mogelijk-

heid om bij bestaande Cloudoplossingen de dataopslag

volledig te beveiligen.’

Microsoft Ventures AcceleratorKort na de eerste introductie kende AttachingIT al tal van

tevreden gebruikers. Niet veel later kwamen Tim, Roham

en Bert in contact met Mark Voermans, destijds Senior

Business Development Manager bij Microsoft Nederland.

Voermans was meteen enthousiast en haalde de mannen

van AttachingIT over om mee te dingen naar een plek in

de Microsoft Ventures Accelerator, het groeiprogramma

van Microsoft in Berlijn. Met succes. Samen met acht

andere startups werd het gekozen uit 362 jonge bedrijven

uit veertien landen. Vanaf dat moment mocht AttachingIT

gedurende een periode van vier maanden rekenen op

fulltime ondersteuning en begeleiding vanuit Microsoft

Europe, om zo het bedrijf verder te professionaliseren.

‘Het programma heeft ons heel veel gebracht’, zegt

Tim. ‘Onder meer dus een sales office in Berlijn. Maar het

hoofdkantoor is nog steeds gevestigd in het Launch Café in

Groningen. In de eerste fase wordt het systeem geleidelijk

uitgerold in Nederland en Duitsland. We richten ons daarbij

uitsluitend op de B2B markt en hebben klanten in de advoca-

tuur, accountancy, architectuur en engineering branche. Tot

dusver loopt dat buitengewoon voorspoedig. Zo hebben we

nu ook een sales persoon voor de Zweedse markt.’

OpschalenOm de groeiplannen te verwezenlijken was AttachingIT op

zoek naar financiering. Vooral om mensen te kunnen aan-

nemen in Nederland en Duitsland, met name developers en

salesmensen. De NOM bleek geïnteresseerd. ‘Voor een jong,

risicovol bedrijf als AttachingIT is de NOM een buitengewoon

aantrekkelijke partij’, benadrukt Velthuis. ‘Het betekent dat

we niet meteen een groot deel van het aandelenpercentage

kwijt zijn. Dat is bij veel andere investeerders wel het geval.

Hoe meer financiering je vraagt, hoe meer aandelen je weg-

geeft. Door in zee te gaan met de NOM kunnen we het bedrijf

op de juiste manier de boost geven die het nodig heeft.’

De dringende marktbehoefte waarop AttachingIT inspeelt

werd door de NOM al snel herkend. Evenals de gedreven

en doordachte manier waarop de bedenkers te werk gaan.

‘Gebruikers kunnen grote hoeveelheden data dubbel versleu-

teld ontvangen en verzenden’, vertelt Jan Martin Timmer,

Investment Manager van de NOM. ‘Veiligheid is dus gegaran-

deerd. Bovendien houdt men volledige controle over de

bestanden die de wereld overgaan. Voor ons reden om

AttachingIT een Aanjaagfinanciering, een achtergestelde

lening voor kansrijke, jonge bedrijven, te verstrekken.

Vervolgens gaan wij het bedrijf in stappen verder helpen.

AttachingIT gaat langzaam opschalen. Voor elke opschaling

zal kapitaal nodig zijn. En daar willen wij graag aan bijdragen.’

Goed gevoelNet als de NOM besloot ook NNIM AttachingIT financiering

te verstrekken. NNIM is een club van tien investeerders uit

Noord-Nederland die investeert in veelbelovende regionale

startups. ‘Maar wij moeten daar uiteraard wel een heel goed

gevoel bij hebben’, zegt Martin Peper van NNIM. ‘En bij

AttachingIT hadden we dat direct. Ze hadden gewoon een

goed verhaal. Het businessplan zag er uitstekend uit, het

product is verkoopbaar en ook beschikken ze over een prima

trackrecord en een aansprekende lijst van prospects. In alles

is AttachingIT een Noord-Nederlands bedrijf om trots

op te zijn.’

‘Een Noord-Nederlands bedrijf om trots op te zijn’

Bekijk AttachingIT ook via www.nom.nl/attachingit

33

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 34: Nommer 21

NOM KIJKT OM

Het ontstaan van De Nieuwe Band vindt zijn oorsprong

in de vorige eeuw. In de jaren 60 en 70 gingen steeds

meer mensen op zoek naar andere manieren om met

elkaar en met de wereld om te gaan. André Teeuwen was

in die tijd werkzaam in de accountancy, en hij was het

alleen maar bezig zijn met geld meer dan zat. Gedreven

door idealen sloot hij zich aan bij een arbeiderscollectief,

waarin een diverse groep van mensen, waaronder leraren,

boeren en maatschappelijk werkers, begon mens- en

milieuvriendelijk voedsel vanuit schuur of kelder te

verkopen. ‘Wat we wilden was een duurzame landbouw,

producenten een eerlijke prijs geven en samen in de

winst delen’, vertelt André. ‘Voor ons toen al de normaalste

zaak van de wereld.’

Zo kwam het dat André eind 1982 een van de oprichters

werd van wat we nu nog kennen als coöperatie De Nieuwe

Band, destijds een van de 11 regionale groothandel-

bedrijven die, vanuit Marum, het hele palet aan bio-

logische producten uit Nederland leverden. Midden

jaren negentig ontdekten commerciële bedrijven ook de

groeiende belangstelling van consumenten voor deze

producten, en ze begonnen deze ‘alternatieve’ regionale

groothandels te beconcurreren. Hierdoor ging het ene na

het andere handelsbedrijf failliet, en begonnen winkeliers

uit het hele land de ‘alternatieve’ noorderlingen te bellen.

Reden voor De Nieuwe Band om het assortiment uit

te breiden en voortaan ook biologische producten van

buiten Nederland te leveren.

Eerlijk duurt het langstAndré Teeuwen is een van de oprichters en tevens lid

van De Nieuwe Band, een onafhankelijke coöperatie

en groothandel in biologische voeding, gevestigd in

Marum. ‘Toen De Nieuwe Band in 1983 begon werd

er gekscherend over onze manier van ondernemen

gedaan’, vertelt André, ‘nu merk je dat duurzaamheid,

betrokkenheid en fair trade hele normale begrippen

zijn geworden. Daar hebben wij de afgelopen 30 jaar

hard aan gewerkt.’

De Nieuwe Band informeert zich op locatie. Op de foto vertelt Xavier (links op de foto),de landbouwingenieur van de coöperatie, hoe in het voorjaar de druiven gesnoeidmoeten worden. André Teeuwen luistert aandachtig.

34

• F E B R U A R I 2 0 1 5

34

Page 35: Nommer 21

De NOM natuurlijkHet ondernemerschap van De Nieuwe Band pakte goed

uit. De coöperatie kreeg steeds meer leden, het assortiment

groeide flink en de omzet bleef stijgen. Dat leidde ertoe

dat er in 2005 weer een belangrijk besluit moest worden

genomen vertelt André. ‘Als je totaalleverancier wilt zijn

en je weet dat natuurvoedingswinkels soms meer dan

10.000 producten verkopen, dan moet je als groothandel

daarvan een substantieel deel kunnen leveren. Dat

betekende voor ons dat we meer ruimte nodig hadden

om met de concurrentie mee te kunnen.’ De coöperatie

klopte opnieuw aan bij de NOM. Inderdaad opnieuw, de

eerste keer was in 1992 om het eerste pand in Marum te

kunnen financieren. De tweede keer was om datzelfde

pand in oppervlakte te kunnen verdubbelen. André

verklaart de keuze voor de NOM als weloverwogen. ‘De

NOM, dat stond voor de noordelijke ontwikkelingsmaat-

schappij waarbij winst niet het oogmerk was maar juist

het genereren van werk en samenwerking. En dat sprak

ons aan.’

Er werd een achtergestelde lening verstrekt en de NOM

leverde gevraagd en ongevraagd kritisch en prikkelend

advies. Het contact met de NOM had ook een interessant

bij-effect, weet André zich te herinneren. ‘Het zorgde

ervoor dat we een betere uitstraling kregen bij andere

banken. Als je begint als coöperatie zonder geld, duurt

het lang voordat ook dat soort partijen je gaat zien als

een solide bedrijf.’

GroeispurtIn 2015 is de werkwijze van De Nieuwe Band onver-

minderd succesvol. Het assortiment telt meer dan 3.000

producten uit landen over de hele wereld: Turkije,

Griekenland, Spanje, Portugal, China, Ecuador, Palestina,

Noord-India, om er maar eens een paar te noemen. Het

ledenaantal telt ruim 80 biologische winkels, verdeeld

over Nederland en België, en er zijn zo’n 50 medewerker-

leden. En de omzet? Die blijft maar stijgen, aldus André.

‘Zo’n drie jaar geleden draaiden we 15 miljoen omzet.

Maar door een groeispurt de afgelopen twee jaar zitten

we inmiddels al op 20 miljoen.’

Stabiele bedrijfsvoeringAndré is ervan overtuigd dat de coöperatievorm bijdraagt

aan de succesvolle resultaten. ‘Coöperaties zijn gekend

om hun langetermijnvisie en de grote betrokkenheid

van de leden. Wij proberen met zijn allen eerlijk te zijn

en andere mensen eerlijk te behandelen. Als je een ander

ook een goede prijs gunt of een dienst verleent om niet,

krijg je dat bijna altijd terug. Mensen zijn van nature

erg geneigd om te delen en te geven. Dat wordt vaak

verschrikkelijk onderschat.’

Aan de beginselen van De Nieuwe Band is nooit getornd:

biologische producten leveren die sociale meerwaarden

hebben. ‘We zijn en blijven op zoek naar producten met

een eigen verhaal. Bijna al onze Europese leveranciers

kennen we persoonlijk. We bevragen ze en willen zoveel

mogelijk van ze weten. Gaat een producent goed met

zijn werknemers om? Levert het product een bijdrage

aan de biodiversiteit?’ André vertelt dat hij zelf ook

graag producenten bezoekt. ‘Die mensen vinden het

prachtig dat je bij ze komt kijken, ze staan je vol harts-

tocht hun verhaal te vertellen. Uiteindelijk vind je dat

allemaal terug in dat potje of zakje dat wij leveren.’

Overigens wordt de hoge sociale kwaliteitsnorm van De

Nieuwe Band zorgvuldig bewaakt. De afgelopen jaren is

soms ook, als dat nodig was, resoluut afscheid genomen

van bekende producenten.

Verder bouwenEen vooruitblik? De toekomst ziet er zonnig uit. Er spelen

gedachten om ook consumenten meer bij De Nieuwe

Band te betrekken. Om een community op het web te

creëren. En er zijn alweer plannen om nieuw te bouwen.

André kan zich voorstellen dat daarvoor alternatieve

financieringsmethodes worden aangewend. Crowd-

funding bijvoorbeeld? De coöperatie is zich volop aan

het oriënteren.

www.denieuweband.nl

NOM kijkt om!Hoe gaat het eigenlijk met de bedrijven waar NOM in het ver-

leden in participeerde? In deze rubriek kijken we samen met

ondernemers terug naar de ontwikkeling tussen toen en nu.

Eerlijk duurt het langst

Boer Piet van Zanten inspecteert zijn Groninger kapucijners

35

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

35

Page 36: Nommer 21

Het kleine Winpac was al lang voor de overname een

vertrouwde naam bij Pyroll, want de branche waarin beide

bedrijven opereren kent niet veel spelers. Pyroll, een familie-

bedrijf in het kleine stadje Syltakylä aan de zuidkust van

Finland, is één van de grootste, met een omzet van € 90 mln

en 500 werknemers in 14 vestigingen in Finland en Polen.

Het bedrijf verwerkt papier en karton voor de grote Scandi-

navische papierindustrie.

Ook de fabriek in Winschoten snijdt al dertig jaar, onder

verschillende eigenaren, enorme rollen papier van de in-

dustrie op maat ten behoeve van de verpakkingsindustrie.

Het is een service die papierfabrikanten inkopen, omdat

dat soms net iets goedkoper en vooral beter is dan zelf doen.

De papierindustrie wil graag dat het gebeurt in de buurt

van de klanten en daarvan zijn er veel in West-Europa.

Vandaar dat Pyroll grote behoefte had aan een uitvals-

basis in deze regio, vertelt de nieuwe vestigingsmanager

Tero Karstikko. ‘We kenden Winpac natuurlijk, want

het opereert in dezelfde markt als wij. Het is een ideale

locatie, met goed personeel. Toen we hoorden dat er

overnamekansen waren, hebben we meteen contact

opgenomen.’

Daarbij kwam ook de NOM om de hoek kijken want Pyroll

stond voor een aantal lastige beslissingen. Zo moest

onder meer worden uitgerekend wat goedkoper was,

nieuwbouw op een andere locatie of doorgaan met de

bestaande fabriek aan de Papierbaan in Winschoten.

‘Wij hebben Pyroll geholpen met die keuze, met behulp

van bedrijfsmakelaars,’ vertelt Wubbo Everts van NOM

Foreign Direct Investment. Daarnaast regelde de NOM,

NOM begeleidt overname Winpac

Winschoten is poort vanEuropa voor Fins Pyroll

Papier- en kartonsnijder Winpac in Winschoten vaart voortaan verder onder Finse vlag. Het

bedrijf werd een maand geleden overgenomen door papierverwerker Pyroll, met vestigingen

in Polen en Finland. Het bedrijf ziet Winschoten als de poort naar West- en Centraal Europa. De

dertig werknemers van het voormalige Winpac houden hun werk. Ze zijn met hun ervaring en

kunde meer dan welkom. Vestigingsmanager Tero Karstikko verwacht dat hij op korte termijn

kan uitbreiden.

• F E B R U A R I 2 0 1 5

36

Page 37: Nommer 21

zoals gebruikelijk bij buitenlandse acquisities, ook de con-

tacten met bijvoorbeeld het UWV en het college van B&W

in Oldambt. Financiering en subsidies waren in dit geval

niet nodig, zodat de bemoeienis met het bedrijf formeel

gezien is afgesloten. Maar de NOM zal ook de komende ja-

ren regelmatig contact met het bedrijf onderhouden om te

horen hoe het gaat en of er nog wensen zijn, bijvoorbeeld

bij de werving van nieuw personeel.

Op het persoonlijke vlak werden Karstikko en zijn gezin

begeleid door Monique Breithaupt van het Groningse

servicebureau Connect International dat alles rond de

verhuizing naar Groningen regelde.

Al deze begeleiding, zowel zakelijk als privé, neemt vele

drempels weg en zorgt voor een ‘warme start’ in Noord-

Nederland, zegt een tevreden Karstikko: ‘Het is natuurlijk

niet de noodzakelijke vestigingsvoorwaarde, maar het

maakt de stap naar deze regio wel makkelijker. Ik woon

inmiddels in de stad en het is een heerlijke compacte stad

met alle voorzieningen dichtbij. Wat me ook bevalt aan

deze regio is dat de mensen er zo open zijn, vergeleken met

de Finnen.’

Karstikko verwacht dat Pyroll op korte termijn zal investeren

in het voormalige Winpac om de productie uit te breiden.

Nu werken er ongeveer dertig mensen, waarvan het grootste

deel met een vast contract. ‘Het is erg goed personeel, dat

precies in huis heeft wat wij vragen. We hopen de komende

tijd geleidelijk de productie op te voeren. Hoeveel banen er

tenslotte bij komen durf ik niet te zeggen.’

Dat hangt onder meer af van de markt en die is moeilijk

te voorspellen. Papier en kartonproducenten doen een

deel van het op maat snijden zelf en besteden de rest uit

aan specialisten. Alles hangt dus af van het aandeel dat

wordt overgelaten aan Pyroll en zijn branchegenoten: ‘Wij

kunnen veel sneller reageren op vragen van de klanten uit

de verpakkingsmarkt dan de industrie en het is voor ons

makkelijker om maatwerk te bieden dan voor de papier-

producenten. We zitten bovendien dichter bij de klanten.

Dat zijn voordelen die de industrie ook wel ziet. Een kleine

verschuiving van dat aandeel betekent gelijk veel meer werk

voor ons.’

Een buitenlandse acquisitie is altijd belangrijk voor de

NOM, en het betekent ook weer nieuwe kansen op een

goed vervolg, zegt Everts: ‘De vestiging van een buitenlands

bedrijf is voor Noord-Nederland belangrijk. Als Pyroll hier

graag zit biedt dat ons weer aanknopingspunten om mis-

schien ook andere Finse bedrijven hierheen te halen.’

Connect International Connect International is een Groningse organisatie die de

internationale gemeenschap in Noord Nederland begeleidt

bij eerst de verhuizing en vervolgens het wonen in deze

regio. Het biedt praktische hulp bij bijvoorbeeld het

zoeken naar een huis, het vinden van een school voor de

kinderen, het afsluiten van verzekeringen en die andere

duizend dingen die komen kijken bij een verhuizing

naar het buitenland. Daarnaast organiseert Connect

International evenementen en activiteiten waardoor de

expats met elkaar in contact komen. Zo was relocation

coördinator Monique Breithaupt één van de eerste

Groningers waar Tero Karstikko contact mee had: ‘Wij

konden hem helemaal ontzorgen bij zijn verhuizing

naar Groningen. Het was niet makkelijk om een geschikt

huis te vinden, maar inmiddels is alles rond, zitten zijn

kinderen op een leuke school en hoefde hij zich niet

door een berg formulieren heen te worstelen.’

Ook Karstikko kijkt tevreden terug op de hulp van

Connect International: ‘Het contact was meteen prettig.

Alles verliep vlot en zonder problemen. Het geeft me

het gevoel dat ik hier welkom ben.’

Op de foto vlnr, NOMMER Wubbo Everts, Tero Karstikko van Pyroll en Monique Breithaupt van Connect International

Wubbo Everts

Accountmanager Foreign Direct Investment NOM

T (06) 215 184 97 • E [email protected]

37

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 38: Nommer 21

De ambitie is groot bij PendraCare. En daar is ook alle

reden voor. Het bedrijf uit Leek is in staat om de markt

te verrijken met steeds meer innovaties. Daarover straks

meer. PendraCare ontwikkelt en produceert katheters

voor onder meer cardiologische, radiologische en uro-

logische toepassingen. Al sinds de oprichting in 2001

speelt productontwikkeling een cruciale rol. Zo wordt

met een eigen team van R&D engineers intensief gewerkt

aan nieuwe innovatieve producten voor uiteenlopende

toepassingen.

Smart kathetersPendraCare werd in 2011 overgenomen door Wellinq,

een medisch-technologisch bedrijf met activiteiten in

sensoring en medische hulpmiddelen. Ook Sentron uit

Roden is een in Noord-Nederland gevestigde dochter-

maatschappij van Wellinq. Sentron ontwikkelt, fabriceert

en verkoopt sensoren en meetapparatuur. ‘Beide bedrijven

vullen elkaar in de huidige en toekomstige markt perfect

aan’, vertelt Barry de Reuver, COO van Wellinq en tevens

algemeen directeur van PendraCare. ‘Door de sensoren te

combineren met katheters kunnen we intelligente devices

maken. En juist het ontwikkelen van deze zogeheten smart

katheters is een belangrijk onderdeel van de strategie

van Wellinq. Door een katheter te voorzien van een sensor

kun je niet alleen op een non-invasieve manier, dus

zonder dat de ingreep belastend is voor de patiënt, op een

bepaalde plek in het lichaam komen, maar kun je ook op

die plek relevante metingen doen. PendraCare is sterk

in onderzoek en ontwikkeling, maar heeft ook veel kennis

en ervaring in het efficiënt produceren van katheters. Op

zowel kleine als op grote schaal. In Nederland zijn er maar

weinig partijen die dat kunnen.

Mondiale topInmiddels telt PendraCare 80 medewerkers en verkoopt

het producten in meer dan 25 landen. Het bedrijf verkoopt

onder het eigen merk, maar ook worden producten ont-

wikkeld en geproduceerd voor gerenommeerde strategische

Slimme katheters uit LeekPendraCare, een ontwikkelaar en producent van smart katheters uit Leek, is sinds 2011

onderdeel van Wellinq. Sindsdien is er veel veranderd. Uitsluitend in positieve zin. ‘Er zijn veel

mogelijkheden voor doorgroei’, zegt Laurens Kruize, Investment Manager van de NOM.

38

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 39: Nommer 21

internationale partners. ‘De producten van PendraCare

gaan echt de hele wereld over’, benadrukt Laurens Kruize,

Investment Manager van de NOM. ‘Heel verwonderlijk is

dat niet. Op het gebied van life sciences behoort Nederland

tot de absolute mondiale top. En dan is het natuurlijk

fantastisch dat een aantal sterke spelers, waaronder dus

PendraCare, afkomstig is uit Noord-Nederland. PendraCare

heeft bovendien tal van mogelijkheden voor een verdere

doorgroei, onder meer door het benaderen van nieuwe

markten en doelgroepen. Om de organisatie te helpen

sneller nieuwe innovatieve producten op de markt te

brengen heeft de NOM besloten een lening aan PendraCare

te verstrekken.’

Nieuwe mogelijkhedenMomenteel werken PendraCare en Sentron intensief

samen aan het ontwikkelen van nieuwe smart katheters.

Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van de expertise van

Blue Medical Devices, eveneens een dochtermaatschappij

van Wellinq, dat actief is op het terrein van medische

producten voor de behandeling van hart- en vaatziekten.

Zo maakt Blue Medical Devices onder meer diverse ballon

katheters voor de interventie cardiologie. Als voorbeeld

van een nieuwe productontwikkeling noemt Barry een

katheter voor het verrichten van een Fractional Flow

Reserve, kortweg FFR-meting. ‘Een FFR-meting is een

drukmeting in de kransslagader om te bepalen hoe ernstig

een vernauwing is’, legt hij uit. We zijn al in een gevor-

derd stadium om voor zo’n diagnose een smart katheter

te ontwikkelen op basis van een combinatie van techno-

logieën van Blue Medical Devices, Sentron en PendraCare.

De katheter wordt op dit moment door de engineers van

PendraCare verder uitontwikkeld. Daarnaast zijn we bezig

om op basis van onze expertise en capabilities producten

te ontwikkelen voor het vatenstelsel buiten het hart en in

het maag- en darmkanaal. Op die manier boren we continu

nieuwe markten aan. Maar ook richten we ons met be-

staande producten op nieuwe regio’s. Sinds ongeveer een

jaar verkopen we nu ook in de Verenigde Staten en zijn

we druk bezig om deals te sluiten in Latijns-Amerika. Zo

blijven we ons op alle fronten doorontwikkelen.’

Slimme katheters uit Leek

Laurens Kruize

Investment Manager NOM

T (06) 505 177 05 • E [email protected] PendraCare ook via www.nom.nl/pendracare

39

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 40: Nommer 21

DRIJFVEREN

Gerdy Geersing is een spraakwaterval die meteen energie genereert. Deskundige inhoud gaat bij

haar hand in hand met passie en bevlogenheid, omdat het werk dat ze doet helemaal klopt met wie

ze is. Als gedegen organisatiepsycholoog koos ze een inspirerende weg met de oprichting van

&Talent: een BV als kernbedrijf en daarnaast een eigentijds netwerk van zelfstandig professionals

(zp’ers) die de visie en werkwijze van &Talent uitdragen.

Innovatie is Gerdy’s grootste persoonlijke drijfveer. ‘Het zit in

mijn natuur om voortdurend nieuwe dingen te bedenken, te

doen en ze verder te ontwikkelen. Door mijn ondernemerschap

vorm te geven in een eigen bedrijf, creëer ik ruimte voor die

vernieuwing. Toch komt &Talent niet alleen voort uit mijn per-

soonlijke drijfveren. Er schuilt ook een inhoudelijk motief achter,

namelijk: innovatie van mijn vak op het snijvlak van organisatie-

psychologie, HRM en loopbaanontwikkeling. Duurzame inzet-

baarheid en flexibiliteit zijn grote thema’s in de dynamiek van

de huidige arbeidsmarkt en dat vraagt om energie, ruimte en

initiatief. Terwijl een veelgebruikt HR-instrument als competentie-

management mensen juist in hokjes stopt en afrekent op tekort-

komingen. Het begin van &Talent was mijn overtuiging dat

talentontwikkeling veel meer potentie heeft.’

Zin in veranderingTalentmanagement bestond al, maar was vooral bedoeld voor

high potentials. Gerdy zette juist in op een nieuwe vorm van

talentontwikkeling met een toegankelijke, pragmatische aanpak

die mensen en organisaties vanuit hun eigen energie in bewe-

ging zet. ‘Het hoeft allemaal niet zo zwaar. In mijn werk als

zelfstandig organisatiepsycholoog merkte ik dat veel bedrijven

huiverig waren voor talentontwikkeling. Vaak wegens het voor-

oordeel van lange, dure trajecten met uitkomsten die niet in de

standaard functieprofielen passen. Ik wist dat het veel simpeler

en vooral ook leuker zou kunnen, zodat mensen weer zin krijgen

in verandering. Daarom heb ik vijf jaar geleden met twee partners

&Talent opgericht en hebben we ons bedrijf uitgebouwd met

een flexibele schil van ondernemende zp’ers in het &Talent net-

werk. Samen zetten we immers nog veel meer in beweging.’

Vanzelfsprekend vormen het talent en de drijfveren van de

mensen achter &Talent het uitgangspunt voor alle aangeboden

diensten, concepten en producten. ‘Het feit dat die zeer goed

aanslaan, maakt ons tot een voorbeeld dat aantoont hoeveel

werken vanuit talenten kan opleveren. Niet alleen in geld, maar

vooral in energie, netwerken, ontwikkeling en innovatie. Neem

de boeken die we uitbrengen via onze eigen uitgeverij. Die

begonnen als een soort hobbyproject en nu zijn ze belangrijke

visitekaartjes van ons bedrijf. Bovendien kan iedereen er zelf

mee aan de slag. Dat is zo mooi, want soms is er maar een klein

zetje nodig om nieuwe energie te genereren. Meer vanuit je

talent gaan werken betekent heus niet altijd dat er meteen

een grote omslag nodig is. Elke verandering en elk nieuw doel

beginnen met kleine stapjes.’

Potentie benuttenGevestigde ondernemers zullen dat herkennen. Zij begonnen

immers ook ooit met een droom of een goed idee en zijn - op

basis van hun eigen talenten - stapsgewijs gaan bouwen aan het

Drijfveren &Talent motor achterinnovatie

40

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 41: Nommer 21

Drijfveren zijn een belangrijke motor achter groei en

ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in Noord-

Nederland daar bewust mee bezig? En hoe pakken ze

dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze

rubriek organisaties die hun beweegredenen actief

onderzoeken.

bedrijf dat er nu staat. Maar

wie eenmaal personeel in

dienst heeft, vergeet volgens

Gerdy door alle druk en ver-

antwoordelijkheden gemak-

kelijk hoeveel energie je kunt

genereren door drijfveren

en talenten aan te (blijven)

spreken bij jezelf én anderen.

‘Iedereen die mensen aan-

stuurt, heeft eisen en wensen

ten aanzien van deze mede-

werkers. Ze zoeken de beste

man of vrouw voor de klus en dat is logisch. Maar functieprofielen

en competentielijsten zijn een valkuil, want als die niet helemaal

aansluiten bij de talenten van medewerkers, blijft een groot deel

van hun potentie onbenut. Daarom is het zo zinvol om aandacht

te besteden aan talentontwikkeling.’

‘Vernieuwen is een noodzaak in deze dynamische tijd’, vervolgt

Gerdy. ‘Bedrijven verwachten daarom flexibiliteit van medewerkers,

maar dat is alleen haalbaar als mensen ruimte krijgen om zich te

ontwikkelen. Het is slim om daarbij hun drijfveren en talenten

als uitgangspunt te nemen, die vormen immers de sleutel tot

duurzame inzetbaarheid. Wees niet te bang om kleine vuurtjes

aan te wakkeren, want iedereen beseft dat praktisch denken net

zo belangrijk is als dromen. Medewerkers willen ook dat hun

schoorsteen rookt. De uitdaging zit in de vertaalslag: hóe ga je talent

ontwikkelen en vooral benutten in de dagelijkse praktijk? Het

hoeft heus niet groots en meeslepend, vaak zijn kleine dingen al

genoeg, zoals een interne stage, een nieuwe combinatie van taken of

een wisseling van rollen. Het belangrijkste is energie genereren, zodat

mensen weer zin krijgen in verandering, in plaats van dat ze er bang

voor zijn.’

Om de beren heenDe mitsen en maren kent &Talent als geen ander, want die horen

ze regelmatig van hun klanten. ‘We leven in onzekere tijden en

bij angst trappen zowel managers als medewerkers snel op de rem

of ze schieten in de controlemodus. Terwijl we in deze uitdagende

tijd juist nieuwe energie nodig hebben! Inspiratie is daarom een

essentieel ingrediënt bij &Talent, maar tegelijk is onze werkwijze

heel pragmatisch. Gewoon beginnen werkt het beste, in kleine

stapjes. We leiden cliënten om de beren op de weg heen, op

weg naar een loopbaan met meer ruimte voor hun drijfveren en

talenten. Het begint met een andere mindset en creatief kijken

naar mogelijkheden. Wij kunnen daarbij helpen met coaching,

workshops, talentscans en online tests, maar mensen kunnen

ook prima zelf aan de slag op basis van onze boeken. En binnen

bedrijven kunnen we zowel met complete teams of HR-mensen

aan de slag als met individuele medewerkers. Als er maar vuurtjes

worden aangewakkerd.’

Daarna is het de kunst om de vlammetjes niet te laten uitdoven.

‘Talent heeft regelmatig voeding nodig’, benadrukt Gerdy. ‘Want

zonder inspiratie neemt de automatische piloot het over, vaak

ten koste van de oorspronkelijke bron van energie en ideeën.

Zelf heb ik ervaren hoe de waan van de dag een zware wissel

trekt op vernieuwing, tijdens een te drukke periode waarin ik

teveel dezelfde dingen deed. Toch vond ik het heel moeilijk om

te delegeren. Toen ik eindelijk durfde los te laten, kreeg mijn

talent weer volop ruimte. Ik bedacht prompt nieuwe dingen en

door innovatie kon ons bedrijf verder groeien en bloeien. Zodra

ik zag wat het me allemaal opleverde, wist ik hoe belangrijk het

is om ruimte te blijven maken voor talent. Dat wil ik ook graag

meegeven aan andere ondernemers. Maak tijd vrij voor inspiratie

en keer weer terug naar de bron: waarom ben je hier mee

begonnen? Zoek desnoods een sparringpartner die je prikkelt

met vragen, zodat je weer nieuwe stappen kunt zetten vanuit je

drijfveren en talenten.’

Meer plezierWat geldt voor ondernemers, geldt uiteraard ook voor hun

medewerkers. ‘Niemand heeft zekerheid op de huidige arbeids-

markt, maar iedereen heeft talent. Waarom zou je dan blijven

hangen in problemen en beperkende gedachten? Wij kiezen

voor een positieve en vooral productieve benadering, omdat

we uit ervaring weten dat mensen vooral excelleren als ze hun

talenten optimaal benutten. Talentontwikkeling werkt voor alle

partijen, zo simpel is het. En het geeft nog meer plezier ook. We

weten inmiddels vanuit wetenschappelijke hoek dat top down

veranderingen doordrukken echt niet werkt. Aanhaken bij de

energie van mensen en voortborduren op hun eigen verhaal zet

daarentegen juist wél verandering in gang, een positieve boven-

dien. De motor achter innovatie zijn drijfveren en talenten. Je

hoeft ze alleen maar te ontdekken en er op een pragmatische

manier ruimte aan te geven in het dagelijks leven en werk.’

Hoe je dat het beste kunt aanpakken? Dát is het grote talent van

Gerdy Geersing en haar team. Zij stellen het graag beschikbaar

aan iedereen die een zetje nodig heeft. Lees meer op:

www.entalent.nl

41

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 42: Nommer 21

Uniek profiel opbouwenOm de ambities van de noordelijke hightech industrie kracht bij

te zetten is het afgelopen jaar de Taskforce HTSM Noord-Nederland

van start gegaan (zie kader). Deze Taskforce overkoepelt de

belangrijkste hightech-organisaties en bedrijven en is een soort

permanente denktank die een agenda opstelt en lobbyt voor de

hightech-industrie, zowel in Noord-Nederland als daarbuiten.

Dat werpt inmiddels zijn vruchten af. Het topteam HTSM ziet

het Noorden als een belangrijke hightech regio in wording. Die

erkenning is er nu ook bij de noordelijke bestuurders. HTSM is

inmiddels opgenomen in de Noordelijke Innovatie Agenda (de

NIA) en is daarmee het jongste noordelijke speerpunt, naast

water, energie, healthy ageing en de biobased economy.

Om een rol te kunnen spelen in de snelgroeiende hightech-

industrie moet een regio een uniek en herkenbaar profiel hebben.

Noord-Nederland wordt zeker geen ‘Brainport 2’ of ‘Klein Twente.’

Gelukkig beschikt het Noorden over specifieke competenties.

Het is voor de Taskforce belangrijk dat potenties kunnen worden

omgezet in substantiële en duurzame werkgelegenheid. Dat

heeft geleid tot de keuze van vier speerpunten:

‘Embedded Intelligence’ gaat over het toevoegen van de-

centrale intelligentie waardoor allerlei systemen (van dijken tot

akkerbouw) zichzelf gaan monitoren, analyseren en aansturen

zodat ze veel robuuster zijn dan traditionele systemen. Embedded

Intelligence is een belangrijk toepassingsgebied van big data

en nieuwe informatietechnologie, een van de specials van de

noordelijke HTSM-sector.

‘Advanced Materials’ gaat over nieuwe materialen (zoals

composieten, maar ook groene materialen) en over technieken

om deze te verwerken. Materiaalkennis is op topniveau aanwezig

en vormt een stille kracht achter de noordelijke hightech industrie.

Adaptive Manufacturing gaat over het ontwikkelen van

superefficiënte (foutloze en customized) fabrieken, met gebruik-

making van nieuwe informatietechnologie, ook wel aangeduid

als de vierde industriële revolutie. Doelstelling is om het Noorden

te positioneren als bakermat van smart factories. Met smart

factories wordt het mogelijk om in relatief dure regio’s grootschalig

te produceren, en om werk uit lagelonen-regio’s terug te halen.

Big Science gaat over het ontwikkelen van higtech instru-

menten voor wetenschappelijk onderzoek, met Astron en SRON

als wereldspelers. Een kleine specialisatie, maar belangrijk omdat er

veel wordt geïnnoveerd.

Vliegende start Taskforce HTSM Noord-NederlandSterk in big data ... Noord Nederland als bakermat van smart factories …

Materiaalkennis die het verschil maakt ... Datagateway to Europe ...

Vernieuwde crosslinks tussen online-bedrijven en de traditionele maakindustrie?

Noord-Nederland heeft alle ingrediënten in huis om uit te groeien tot een

hightech regio van wereldformaat. En dat is maar goed ook, want welke keuze Noord-Nederland ook maakt:

de toekomstige werkgelegenheid, op alle scholingsniveaus, zal voor een belangrijk deel moeten komen van de

hightech maakindustrie. De nieuwe ambities van het Noorden zijn bepaald niet onopgemerkt gebleven. De NOM

coördineert de activiteiten die in het kader van HTSM Noord-Nederland worden ontwikkeld.

De werkgroepIn zekere zin kan de Taskforce HTSM worden beschouwd als de op-

volger van Sensor Universe, waarmee het thema sensortechnologie

is verbreed tot ‘hightech systems and materials’, in lijn met het nationale

topsectorenbeleid. De Taskforce HTSM is geen nieuwe clusterorga-

nisatie, maar een coalitie van samenwerkende organisaties, met een

sturende rol van marktpartijen. Alle partners brengen capaciteit in

zodat de agenda gezamenlijk wordt ingevuld. Daartoe is een brede

werkgroep samengesteld, die bestaat uit Jan Post (Philips), Emmaly

Sibbes (Fokker), Daniela Mikkers (Astron), Allard van Dijk (Ministerie

van Economische Zaken), Monique Leijn (Provincie Drenthe),

Annemieke Galema (Rijksuniversiteit Groningen) en Joke Bruining

(Hanzehogeschool, namens de noordelijke hogescholen). De

Taskforce heeft geen bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar

uiteraard wel korte lijnen naar de bestuurders. De coördinatie is in

handen van Hans Praat van de NOM. Op www.htsm-nn.nl worden

de speerpunten, de belangrijkste innovatieprojecten en hightech

organisaties uiteengezet.

42

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 43: Nommer 21

Inhoudelijk zet de Taskforce dit jaar extra in op ‘technologie

voor personalized health.’ Het gaat daarbij om producten en

diensten om de gezondheid van consumenten preventief te ver-

beteren. De Taskforce wil vanuit de higtech industrie een flinke

bijdrage leveren om de ecostructuur te versterken zodat kennis

sneller wordt omgezet in nieuwe producten en nieuwe banen.

Personalized health is een unieke kans voor het Noorden om

een nieuwe banenmotor te worden. In overleg met de Taskforce

heeft de SER-Noord ‘personalized health’ meegenomen als één

van de twee icoonprojecten in haar Actieagenda voor groei in

Noord-Nederland, die op 6 maart wordt gepresenteerd.

Vliegende start Taskforce HTSM Noord-Nederland

Samenstelling Taskforce HTSMDeze Taskforce vertegenwoordigt de belangrijkste hightech initiatieven en organisaties

en bestaat uit: Ard van der Tuuk (gedeputeerde Drenthe, tevens voorzitter), Rob

Karsmakers (Philips), Rob Goossens (Fokker), Sibrand Poppema (RUG), Kor Visscher

(Innovatiecluster Drachten), Marco de Vos (Astron, mede namens het Drentse sensor-

cluster), Sander Oosterhof (NOM) en Jan Jaap Aue (Hanzehogeschool, mede namens

NHL en Stenden). Coördinator is Hans Praat van de NOM.

Hans Praat

Business Development Manager NOM

T (06) 215 184 93 • E [email protected]

Geslaagd congresEind november vond voor een uitverkochte zaal in De Nieuwe

Kolk in Assen het eerste HTSM-congres plaats. De keynote was

voor Amandus Lundqvist, het boegbeeld van het landelijke

topteam HTSM. Lundqvist feliciteerde Noord-Nederland met

deze krachtige organisatie en sprak de verwachting uit dat het

Noorden haar opmars als hightech regio zal doorzetten. De

speerpunten van de noordelijke higtech-industrie werden geïllu-

streerd met aansprekende pitches van Delta Industries (Embed-

ded Intelligence), KxA (Big Science), Rijksuniversiteit Groningen

(Advanced Materials) en Fokker (Adaptive Manufacturing). Na

het debat met de Taskforce werden de drie flagship-projecten

van HTSM Noord-Nederland op het podium gezet. Het zijn het

World Class Composite Solution Center rond Fokker, het Euro-

pean Centre for Exascale Techology (ERCET) en Region of Smart

Factories. Een uitgebreid verslag van de conferentie is te vinden

op de website (www.htsm-nn.nl).

De agenda voor 2015Het offensief voor de hightech industrie krijgt in 2015 een krachtig

vervolg. Onder het motto ‘Meet up with an up-and-coming

hightech region’ presenteert HTSM Noord-Nederland zich op

de Hannover Messe, de grootste industrie- en technologiebeurs

ter wereld. De presentie is onderdeel van het Holland Hightech

House. In de stand worden de vier speerpunten gepresenteerd

via projecten en deelnemende bedrijven.

Hannover Messe, gaat u mee?De Taskforce wil zoveel mogelijk noordelijke bedrijven, instellingen

en studenten laten kennismaken met dit geweldige hightech-

event en zet daarom op 14, 15 en 16 mei bussen in. Er geldt een

gereduceerd tarief voor studenten. Inschrijven voor deze busreis

kan via de website www.htsm-nn.nl.

De Nieuwe Kolk bruist tijdens het eerste HTSM-congres.

43

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 44: Nommer 21

Tijd om even rustig in te werken was er nauwelijks. De

vaart zat er van meet af aan goed in. Gelukkig houdt

Diederik Jongema het stuur stevig in handen, want snel-

heid minderen zal naar het lijkt voorlopig niet gebeu-

ren. ‘Het aantal aanvragen overtreft alle verwachtingen’,

zegt de Investment Manager van het Doefonds Fryslân.

‘We voorzien overduidelijk in een kapitaalbehoefte. Maar

bovenal laat het zien dat er in de provincie op innovatief

gebied heel veel gebeurt.’ Het Doefonds Fryslân werd in

de zomer van 2014 gelanceerd. Het is een initiatief van

de provincie Fryslân waarbij het beheer is uitbesteed aan

de NOM. Nu, een half jaar later, mag het met recht al

een succes worden genoemd.

Financiële slagkrachtHet fonds verstrekt financiering, in de vorm van leningen

en aandelenkapitaal, aan Friese MKB’ers met een innova-

tief idee en een gedegen businessplan. En dat is precies

wat veel ondernemers volgens Diederik tegenwoordig

nodig hebben. ‘In veel gevallen lukt het innovatieve

MKB’ers wel om een deel van de financiering binnen te

halen. Dat geld wordt dan vaak geïnvesteerd in de ont-

wikkeling van hun product of dienst. Maar vervolgens

ontbreekt het de ondernemers nogal eens aan financiële

slagkracht om ook daadwerkelijk te starten, om de markt

op te gaan. Natuurlijk, banken of andere investeerders

zijn soms best bereid om ondersteuning te bieden. Van-

wege de risico’s willen ze het echter zelden alleen doen.

Met een financiering uit het Doefonds Fryslân worden

twijfelaars gemakkelijker over de streep getrokken.’

Vijf financieringenInmiddels zijn vijf bedrijven door het Doefonds Fryslân

gefinancierd. Eén daarvan is de Zonderland Groep uit

Joure, waarover u in deze NOMMER uitgebreid kunt

lezen. Van de overige vier geven wij u hier een korte

beschrijving.

Prima start voor Doefonds Fryslân

Het gaat goed met het Doefonds Fryslân, het eerste provinciale fonds voor innovatieve

ondernemers in Noord-Nederland. In een half jaar tijd zijn door het fonds al vijf innovatieve

Friese MKB’ers gefinancierd. Om welke bedrijven gaat het? En wat maakt ze zo innovatief?44

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 45: Nommer 21

JRH MotorsRevolutionaire innovatieJRH Motors uit Leeuwarden, geleid door Piet van der

Hoop en Keith Johnson, is een bedrijf in ontwikkeling

dat erin is geslaagd om Amerikaanse technologie voor

een warmwatermotor door te ontwikkelen. De nieuwe

motor, gevalideerd door de TU Delft, maakt het mogelijk

om energie uit warm water van een lagere temperatuur

te halen. De technologie bestond al langer, maar kon

alleen stoom of water hoger dan 90 graden verwerken.

Bij lagere temperaturen haalde de warmwatermotor niet

het juiste rendement. JRH Motors gaat ervoor zorgen dat

de motor ook bij de verwerking van water van 60 tot 90

graden rendabel is. ‘Diverse partijen zijn er driftig mee

bezig’, zegt Piet van der Hoop. ‘Maar het gaat erom wie

het als eerste echt voor elkaar krijgt. Het lijkt erop dat

wij dat zijn. De ontwikkeling is in principe klaar. Met

behulp van de financiering van het Doefonds Fryslân

kunnen proefmodellen worden ontwikkeld, om zo

potentiële klanten te overtuigen van de meerwaarde van

de nieuwe motor. Het is een revolutionaire innovatie

waarmee we vooral de geothermie in Nederland een

enorme boost kunnen geven.’

De Hout MakersHoogwaardige halffabricatenDe Hout Makers, binnenkort gevestigd in Heerenveen,

is gespecialiseerd in het maken en verlijmen van massief

houten panelen en aanverwante producten voor de

trappen- en meubelindustrie. Het bedrijf richt zich vooral

op het op maat leveren van halffabricaten. Van oudsher

deed de industrie het maatwerk zelf, maar door de crisis

is de focus verlegd naar het standaardiseren van producten.

De Hout Makers is in dat gat gedoken en bedient opdracht-

gevers sindsdien met hoogwaardige halffabricaten. ‘We

kunnen van een rustieke houtsoort een product van

A-kwaliteit maken’, zegt directeur René Roorda. ‘Er zijn

maar weinig bedrijven die dat kunnen. Het Doefonds

Fryslân hebben we benaderd om te kunnen investeren

in ons machinepark. Veel bedrijven willen of kunnen

dergelijke investeringen niet meer doen. Ook dat geeft

ons een voorsprong in het aanboren van een nieuwe

markt. De vooruitzichten zijn dan ook erg goed.’

MakeMyDreamsSlimme spaarrekeningJaarlijks wordt er in Nederland zo’n vijf miljard euro be-

steed aan cadeaus. Veelal aan cadeaus waar de ontvanger

niet echt op zit te wachten. Totaal overbodige cadeaus

dus. Dat kan anders vonden Marc Kappetein, Okke

Meeuwes en Harold van Riel. Vandaar dat ze het initiatief

namen voor MakeMyDreams, het eerste crowdfunding

platform voor persoonlijke wensen. ‘Als deelnemer for-

muleer je je wens en open je via het platform een spaar-

rekening’, legt Marc uit. ‘MakeMyDreams gaat vervolgens

helpen om die spaarrekening ook daadwerkelijk vol te

krijgen.’ MakeMyDreams is dus een interactief sociaal

platform waar je je eigen droompagina met cadeau-

rekening krijgt. Zo geven jouw vrienden, relaties en

familieleden jou het allerleukste en allerslimste cadeau:

een bijdrage aan die grote wens. Dankzij een succesvolle

crowdfundingcampagne in combinatie met de betrokken-

heid en het doorzettingsvermogen van de ondernemers

wist Diederik de investeringscommissie van Doefonds

Fryslân er vrij gemakkelijk van te overtuigen om Make-

MyDreams een financiering te verstrekken. ‘Ik weet zeker

dat het concept de huidige cadeaumarkt behoorlijk op z’n

kop gaat zetten’, onderstreept Diederik.

(Meer weten over MakeMyDreams? Op www.doefondsfryslan.nl/

makemydreams en www.nom.nl leest u het hele verhaal

over het ontstaan en de ontwikkeling van dit innovatieve

cadeauconcept.)

BiotrackSnelle bacteriedetectiemachineBiotrack uit Leeuwarden is een bedrijf dat een bacterie-

detectiemachine, de zogeheten AquaScope, ontwikkelde

waarmee micro-organismen in vloeistoffen, zoals bac-

teriën, razendsnel kunnen worden gemeten. ‘De enige

methode die hiervoor nog steeds wordt toegepast is de

klassieke kweekmethode’, licht algemeen directeur Gerard

Schouten toe. ‘Je moet dan een groot aantal uren en

soms wel dagen wachten om te kijken hoe de bacteriën

zich ontwikkeld hebben, terwijl met behulp van de Aqua-

scope het hele protocol tussen de 30 en 50 minuten kan

worden doorlopen. ‘De ontwikkeling van de AquaScope

werd gefinancierd uit eigen middelen en met gelden uit

subsidies. Flinc keek in de eerste fase, als sparringpartner,

mee met de bedrijfsplannen en kwam met kritische tips

en adviezen. Maar wat heeft het Doefonds Fryslân voor

Biotrack betekend? Gerard: ‘De AquaScope is uitontwik-

keld en met de financiering uit het Doefonds wordt

Biotrack in staat gesteld om het product goed in de markt

te zetten en de organisatie verder te professionaliseren.’

Diederik Jongema

Investment ManagerT (06) 557 122 96 • E [email protected]

45

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 46: Nommer 21

Al van jongs af aan had Jochem Zonderland de droom

om een eigen bedrijf te beginnen. Vooral de landbouw

sprak hem aan. En dan met name de mechanisatie en

de handel daarin. In 2006 waagde hij de sprong. Jochem

startte in het Friese Joure het bedrijf Zonderland Machine-

handel, een groothandel in landbouwmachines. Hij

importeerde machines uit onder meer China, Turkije,

Polen, Italië en Spanje die hij vervolgens verkocht aan

opdrachtgevers in de gehele Benelux. Gangbare land-

bouwmachines, zoals weideslepen, rubberschuiven en

kippers. Helemaal tevreden was hij niet. De kwaliteit van

de geïmporteerde producten strookte geenszins met de

ambities van Zonderland Machinehandel. Jochem besloot

daarom in 2010 te zoeken naar mogelijkheden om de

landbouwmachines in eigen huis te produceren tegen

een aantrekkelijke prijs. Drie jaar lang werkte hij aan zijn

plannen. In januari 2013 resulteerden zijn inspanningen

uiteindelijk in de oprichting van een nieuwe entiteit

binnen het bedrijf: Zonderland Constructies, kortweg

ZoCon genoemd.

Nieuwe markten ontginnenSindsdien produceert ZoCon relatief eenvoudige, maar

kwalitatief hoogwaardige landbouwmachines. In grote

Nieuwe koers blijkt

Zonderland Machinehandel transformeerde zich in 2010 van een puur handelsbedrijf

naar een productie- en handelsorganisatie. Met ZoCon, een nieuwe

entiteit binnen het bedrijf, timmert de organisatie uit Joure

momenteel wereldwijd stevig aan de weg. ‘Nieuwe markten

verover je in onze branche vooral door voorraadhoudend te zijn.’

46

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 47: Nommer 21

aantallen, zodat aantrekkelijke margevoordelen worden

gerealiseerd. Door het minimaliseren van het aantal

onderdelen en het volledig verzinken van halffabricaten

is ZoCon in staat om zeer robuuste producten te leveren.

Machines dus die onder alle omstandigheden gebruikt

kunnen worden en waarmee derhalve een brede markt

kan worden bediend. De nieuwe koers bleek een schot

in de roos. ‘Het afgelopen jaar hebben we ons razendsnel

ontwikkeld’, vertelt Jochem. ‘Om de groei ook in de toe-

komst te kunnen waarborgen heb ik contact gezocht

met de NOM. Wij doen veel export en hebben financiële

middelen nodig om nieuwe markten te ontginnen.

Nieuwe markten verover je in onze branche vooral door

voorraadhoudend te zijn. Wanneer je goede producten

direct uit voorraad kunt leveren kom je wereldwijd snel-

ler binnen bij nieuwe importeurs.’

Geweldige prestatieJan Martin Timmer, Investment Manager bij de NOM, was

meteen enthousiast over de ontwikkelingen binnen de

Zonderland Groep. Met de omzetting van een puur handels-

bedrijf in een productie- en handelsorganisatie heeft Jochem

een geweldige prestatie neergezet, zegt hij. ‘Hij is 24 uur

per dag met zijn bedrijf bezig, verdiept zich grondig in alles

wat er in de branche gebeurt en heeft een doordachte visie op

het vak. Bovendien heeft hij het pand in Joure zo ingericht

dat er de komende jaren een flinke groei gerealiseerd kan

worden. Zo heeft Jochem in samenwerking met een leve-

rancier een lasrobot ontwikkeld, waarmee de lasproductie

verder kan worden opgevoerd. Die machine ziet er echt

geweldig uit.’ Jan Martin besloot om ook Diederik Jongema

bij het project te betrekken. Diederik is Investment Manager

van Doefonds Fryslân, het eerste provinciale fonds voor

schot in de roos

Zonderland Groep verovert de wereld47

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 48: Nommer 21

Jan Martin Timmer

Investment Manager

T (06) 292 408 99 • E [email protected]

Diederik Jongema

Investment ManagerT (06) 557 122 96 • E [email protected]

innovatieve ondernemers in Noord-Nederland. ‘De NOM

en het Doefonds Fryslân werken in de kern onder dezelfde

voorwaarden en vanuit dezelfde insteek’, vertelt Diederik.

‘We kunnen daardoor vrij snel met elkaar schakelen. Als

je samen optrekt kun je in elk geval voor de komende

jaren binnen de Zonderland Groep zorgen voor een

gezonde financieringsstructuur. ‘Jan Martin en Diederik

deden onderzoek om de visie van de Zonderland Groep

te toetsen aan de realiteit. Zo werden er marktscans

bestudeerd, import/exportbalansen van landen waar

men naartoe wil bekeken en ook werden gesprekken

gevoerd met relevante personen. ‘Uit alles bleek dat voor

de Zonderland Groep een veelbelovende internationale

toekomst in het verschiet ligt’, benadrukt Jan Martin.

‘Zodanig dat de NOM en Doefonds Fryslân hun financie-

ringsvraag graag willen invullen.’

Opkomende marktDe NOM ondersteunt de Zonderland Groep met een aan-

jaagfinanciering, een achtergestelde lening waarmee de

organisatie letterlijk zaken wil aanjagen. Ook Doefonds

Fryslân verstrekt een lening. ‘Het is een sterk regionaal

bedrijf dat de wereld verovert met een geoptimaliseerd

kwaliteitsproduct dat ook nog eens laaggeprijsd is’, vertelt

Diederik. ‘Aan dergelijke producten is in de buitenlandse

markt grote behoefte.’ Naast tal van Europese landen

wordt inmiddels ook geëxporteerd naar Afrika, Nieuw-

Zeeland en Australië. En alles wijst erop dat het Zuid-

Amerikaanse continent daar binnenkort aan wordt

toegevoegd. ‘Zuid-Amerika is een opkomende markt die

wat betreft agrarische producten waarschijnlijk de derde

grootste afzetmarkt ter wereld gaat worden’, verduidelijkt

Jochem. ‘Ook daarvan willen we uiteraard profiteren.

Momenteel beschikken we over uitstekende contacten in

Uruguay. Naar verwachting wordt dat voor ons het eerste

exportland in Zuid-Amerika. Wij zijn nog steeds volop

in ontwikkeling en met hulp van de NOM en Doefonds

Fryslân is een belangrijk fundament gelegd om te blijven

doorgroeien.’

48

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 49: Nommer 21

wint innovatieprijs watertechnologieOmdat directeur Jan Melein in verband

met een beurs in Den Bosch niet aanwezig

kon zijn werd de prijs - ondersteuning

op het gebied van PR en Marketing, ter

waarde van 10.000 euro - in ontvangst ge-

nomen door Tineke Willems. Telefonisch

gaf Melein aan erg blij te zijn. ‘Deze prijs

komt op het juiste moment, want we zijn

er nu klaar voor om de commerciële markt

op te gaan. Het is mooi dat we met deze

prijs vertrouwen en heel veel promotionele

ondersteuning krijgen.’

De innovatie kwam met name tot stand

dankzij een periode van research en deve-

lopment in het Waterapplicatiecentrum

(WAC), op de WaterCampus Leeuwarden.

De samenwerking met het WAC kwam

mede door bemiddeling van NOMMER

Alex Berhitu tot stand. Melein kijkt er met

plezier op terug: ‘Doordat de huisvesting

en laboratoriumfaciliteiten daar goed zijn

geregeld konden wij ons 100% concentreren

op de ontwikkeling van ons product’, aldus

de ondernemer.

Zoals gezegd kan Hydrowashr iedere

organisatie met toiletvoorzieningen forse

besparingen opleveren op het gebied van

water en energie. Sensors detecteren de

handen en vervolgens loopt het programma

volgens de ontwikkelaars volledig touch

free. Miljarden microscopisch kleine drup-

pels warm water in zeer snel stromende

lucht reinigen de handen. De lucht blaast

meteen het water van de huid af. Vervol-

gens wordt in een warme luchtstroom

nagedroogd. Volgens Hydrowashr is het

systeem met name een uitkomst voor

beheerders van luchthavens, tankstations,

restaurants en alle andere plekken waar

veel mensen hun handen willen wassen en

drogen. ‘De waterbesparing kan oplopen tot

350.000 liter water per jaar’, aldus Melein.

Het is de tweede keer dat de prijs wordt

uitgereikt. Vorig jaar won het Sneker bedrijf

BlueLeg Monitor.

Organisator Water Alliance kijkt tevreden

terug op het evenement. Directeur Hein

Molenkamp: ‘Er is niets leuker dan midden

in een branche te staan waar veel gebeurt,

waar beweging is en waar mooie samen-

werkingsverbanden tot stand komen. Dat

wij daar met een evenement als WaterLink

en met een WIS Award een stevige bijdrage

aan kunnen leveren is zeer inspirerend.’

Het watertechnologiebedrijf Hydrowashr uit Leeuwarden heeft de Water Alliance Innovation Stimulation Award

(WIS) 2015 gewonnen. Hydrowashr van de broers Jan en Ane Melein, ontwikkelde een innovatie waarmee met

een vooruitstrevende techniek handen bij toiletbezoek zowel gereinigd als gedroogd worden. En dat in slechts

15 seconden, zodat het tegelijkertijd energiezuinig is en weinig water verbruikt. Juryvoorzitter Cees Buisman

(Wetenschappelijk directeur Wetsus) liet weten onder de indruk te zijn van de koppeling van functionaliteit en

design en noemde ontwerper en directeur Jan Melein daarom de Steve Jobs van de watertechnologiesector.

Een tweede plaats was er voor

het bedrijf Metalmembranes.

De prijs werd uitgereikt tijdens

WaterLink, het symposium waar-

mee organisatie Water Alliance

haar vijfde verjaardag vierde in het

WTC Leeuwarden.

Alex Berhitu

Business Development Manager Watertechnologie NOM

T (06) 255 472 69 • E [email protected]

Een trotse Tineke Willems toont namens Hydrowashr

de Innovation Stimulation Award. Links NOMMER

‘thumbs up’ Alex Berhitu.

49

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 50: Nommer 21

Kw

ette

rs

!K

we

tter

s!

Evenementen DrentheInternationaal Filmfestival Assen

14 en 15 maart 2015

Het Internationaal Filmfestival Assen

vrouw & film is een tweedaags festival met art house films en documen-

taires uit de hele wereld waarin vrouwelijke regisseurs en verhalen van en

over vrouwen centraal staan.

In totaal zijn ruim 45 titels te zien. Jaarlijks wordt een Festival Trofee uitge-

reikt aan een vrouw die een positieve bijdrage levert aan de Nederlandse

filmwereld. Daarnaast is er vanaf dit jaar een podium voor opkomende

vrouwelijke filmmakers in het nieuwe programmaonderdeel Jong Talent.

Het festival vindt plaats in de vijf bioscoopzalen van De Nieuwe Kolk

in Assen.

Evenementen FrieslandBregePop Festival 2015

10 en 11 april 2015

BregePop Festival 2015 is een festival met veel entertainment, verschillende

muziekstijlen zoals pop, rock en dance, en daardoor een spektakel voor

jong en oud. Op het sfeervolle festivalterrein staan meerdere verwarmde

festivaltenten waar je kunt genieten van verschillende acts. Met de

‘BregePop Livestage’, de ‘Dance Palace’, de ‘Bregepub’, de ‘BregePop Beach

Bar’, de ‘Eetertainment’ tent en meer.

Evenementen GroningenBierfestival Groningen

10 en 11 april 2015

Op vrijdag 10 en zaterdag 11 april

vindt de vijfde editie van Bierfestival

Groningen plaats. Er wordt dan opnieuw

een breed scala aan nationale en inter-

nationale tapbieren en bieren op fles

gepresenteerd.

Naast bierbrouwerijen zijn er ook importeurs en retailbedrijven

aanwezig. Brouwers en vertegenwoordigers staan zelf achter de

verschillende stands.

Ook zijn er diverse masterclasses en wedstrijden.

Bron: www.uitzinnig.nl/festivals

Huren.nlHuren.nl is dé huurwebsite van Nederland waar

je eenvoudig verhuurbedrijven in je eigen buurt

vindt en kunt vergelijken. Of je nu op zoek bent

naar een bestelbusje of naar een partytent.

Bron: Frankwatching

GeniusTravel:Zoek vluchten op budget in plaats van bestemmingMet de app van GeniusTravel zoek en boek

je reizen op basis van je budget. Via een

price slider geef je aan wat je minimaal en

maximaal wilt betalen. Je ziet vervolgens

in één oogopslag wat je opties zijn en kunt

direct boeken.

Bron: Frankwatching

50

• F E B R U A R I 2 0 1 5

Page 51: Nommer 21

Topondernemersregeling voor studenten Hanzehogeschool GroningenMet de Topondernemersregeling kunnen talentvollestudentondernemers hun studie zeer effectief combineren met het ondernemerschap.

www.nom.nl/homepage/topondernemersregeling-voor-studenten-hanzehogeschool-groningen/

Broedplaats medische technologie: ruim 100 fte nieuwe banenDrenthe stelt ruim 3 miljoen euro beschikbaar voor deontwikkeling van een Health Hub in Roden. Doel is hetcreëren van nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheiddoor kennisuitwisseling.

www.nom.nl/life-sciences/broedplaats-medische-technologie-ruim-100-fte-nieuwe-banen

Economie groeit voor het eerst sinds 2011De groei was vooral te danken aan de ontwikkeling van de gezinsconsumptie, die 0,6 procent groeide, de export, die met 4,4 procent groeide in het vierde kwartaal, en een groei van de bedrijfsinvesteringen.

www.nom.nl/nieuws/economie-groeit-voor-het-eerst-sinds-2011

Noordelijke high tech-bedrijven spelen zich in de kijkerDankzij initiatieven als de Taskforce HTSM Noord-Neder-land en Region of Smart Factories ontwikkelt de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) zich steeds meer tot een belangrijke banenmotor voor het Noorden. Vooral op het gebied van Smart Industry, AdvancedMaterials en Big Data speelt de regio een steeds belang-rijker rol.

www.nom.nl/homepage/noordelijke-high-tech-bedrijven-spelen-zich-de-kijker

Bouwmarkt Bauhaus zoekt 140 medewerkers voor vestiging GroningenDe Duitse bouwmarktketen Bauhaus zoekt zo’n 140medewerkers voor de vestiging die het dit jaar zal openen aan de Bornholmstraat in Groningen.

www.nom.nl/werkgelegenheid/bouwmarkt-bauhaus-zoekt-140-medewerkers-voor-vestiging-groningen

PPG investeert 20 miljoen in fabriek DelfzijlDankzij de uitbreiding komen er ongeveer vijftien nieuwe arbeidsplaatsen bij in de silicafabriek.

www.nom.nl/homepage/ppg-investeert-20-miljoen-fabriek-delfzijl

Volop tevredenheid overopstart kaasfabriek A-WareIn de fabriek van A-Ware wordt gebruikgemaakt van de allernieuwste technieken. Zo doen robots een groot deel van het werk, rijden er onbemande heftrucks rond en wordt de productie grotendeels via beeldschermen gecoördineerd en gecontroleerd.

www.nom.nl/nieuws/volop-tevredenheid-opstart-kaasfabriek-ware/

Kijk voor vers nieuws dagelijks op nom.nl

Friese studenten ontwikkelenserious game voor veehouderijStudenten van de opleiding Game Design aan het Friesland College werken aan een serious game voor de veehouderij getiteld ‘De boerderij van de toekomst’.

www.nom.nl/ict/friese-studenten-ontwikkelen-serious-game-voor-veehouderij

51

• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G

Page 52: Nommer 21

Kleine startups ...

Startups, ze beginnen klein en voor je het weet zijn ze groot. En belangrijk. Voor de noordelijke

economie bijvoorbeeld. Maar dat gaat niet vanzelf natuurlijk. Ondanks hun ambities, onder-

nemersgeest en ideeën blijken startups vaak wel wat steun te kunnen gebruiken.

De NOM helpt graag. Dat doen we in de vorm van contacten met andere startende bedrijven,

potjes sparren met gevestigde ondernemers, of hulp bij het businessplan of financiering.

Dus, ben jij die startup die nog in de kinderschoenen staat maar graag hééél groot wil worden?

Laat van je horen.

kunnen hééél groot worden ...

D E S T A R T U P S V A N V A N D A A G Z I J N O N Z E A M B A S S A D E U R S V A N M O R G E N