Nommer 21
description
Transcript of Nommer 21
februari 2015
In dit nummer o.a.
• NOMbassadeurs zitten kiplekker in Hoogeveen• Smart katheters uit Leek en sensoren uit Roden• Vliegende start HTSM Noord-Nederland
Siem Jansen
@siem_nom
Terwijl ik dit schrijf dwalen enkele verdwaalde sneeuwvlokken langs
mijn raam. Verdwaald omdat de winter in 2015 op zich laat wachten. Tege-
lijkertijd kijken we al vooruit naar het voorjaar. Wat moet ik met dergelijke
bespiegelingen zult u zich wellicht afvragen? Niets. Maar als ik de metafoor
van de winter toepas op het economisch tij van de afgelopen jaren hebben
we een winter meegemaakt en dient het voorjaar zich aan. Tenminste, dat
beeld bestaat al een jaar of twee, maar in de economie lijkt dit nog niet.
Terwijl de signalen op groen staan. De Life Science sector en IT in en om
Groningen groeien hard. Het HTSM cluster zal
zich opnieuw in Hannover op de Messe breed
en optimistisch presenteren. Recent onderzoek
laat zien dat watertechnologische bedrijven de
afgelopen jaren merendeels gegroeid zijn, zowel
in omzet als ook in werkgelegenheid. Deze NOM-
MER geeft opnieuw een overzicht van bedrijven
waarin de NOM de laatste tijd geïnvesteerd
heeft. Mooie bedrijven! Er heerst voorzichtig
optimisme.
Ondertussen maken we ons zorgen over
bevingsschade in Groningen en lukt het maar
niet om aan ‘de onderkant’ van de arbeidsmarkt
voldoende banen te genereren. De constatering
van deze feiten klinkt defaitistisch. Ik ben van
mening dat je beter van daaruit aan perspectief
kunt werken dan in de ontkenningsfase blijven
hangen. Dat perspectief begint bij het onderwijs.
Laat jonge kinderen kennismaken met de nieuwste technieken, zoals 3d
printing. Dat zorgt voor eigenwaarde doordat ze voorop lopen, en realiseer
je dat dit een proces is dat tijd kost en pas op langere termijn leidt tot
resultaat.
Op die manier komen de eerstgenoemde voorbeelden en de laatste
bij elkaar. Innoveren en vervolgens groeien vragen lange adem en dus tijd,
maar het succes laat zich op een bepaald moment zien.
U leest dat ook in deze NOMMER.
• F E B R U A R I 2 0 1 5
De signalenstaan
op groen
INVESTEREN IN ONTWIKKELING
I N H O U D
Stemming 2 Siem is voorzichtig optimistisch
NOMbassadeurs 5 Kip Caravans ontwikkelt maar door in Drenthe
Toekomstklaar 8 De Vries Trappen in de lift
Innovatiefonds 16 Samen speuren naar innovatieve ideeën en bedrijven
Spotlicht 18 De AppMachine van Siebrand Dijkstra valt echt overal op
Smart Dairy Farming 21 Sensoren en software die koeien meten
MKB Fonds Drenthe 24 Er waait een frisse ondernemersgeest in Drenthe
Acquisitie 26 De Bosatlas van het voedsel zet het Noorden op de kaart
Trendsettend 29 Google zocht, en vond groene en lokale stroom
Data 32 Check wie, check hoeveel, check hoe veilig: AttachingIT
Overname 36 Fins Pyroll zit nu echt in de buurt van klanten
Smart 38 PendraCare katheters plus sensoren lossen problemen op
HTSM 42 Meet up with an up-and-coming hightech region
Doefonds Fryslân 44 Financiële boost voor Friese MKB-ers
Verwachting 46 De landbouwmachines van ZoCon willen naar Zuid-Amerika
En verder … Kwetters 11 • Vragen en klachten via social media 12 • NOM on Tour 14
Dress for success 20 • Blikvanger 28 • NOM kijkt om naar De Nieuwe Band 34 • Drijf-
veren van Gerdy Geersing 40 • Hydrowashr wint Water Alliance Award 49 • Kwetters 50 NOM Nieuws 51 • Bericht voor startups 52
298
38 5
Heeft u hem al ontdekt bij deze NOMMER:
de ‘proud ambassador of the north’ ansichtkaart? Als trotse noorderling kunt
u die naar iemand toesturen, bijvoorbeeld naar een zakenrelatie, om te
laten zien hoe goed het hier is. Of bijvoorbeeld naar familie, of vrienden.
We hebben ons ook laten vertellen dat de kaart het goed doet op een
ouderwets prikbord, en dat hij met een plakbandje aan de muur eveneens
fantastisch staat. Kortom, het is aan u. Maar we hopen dat u (samen met
ons) ‘proud ambassador of the north’ wilt zijn. Want als iedereen het roept,
dan moet het hier in het Noorden wel erg goed toeven zijn.
Bent u niet de eerste die deze NOMMER leest, en heeft degene voor u de
ansichtkaart al in beslag genomen? Er zijn meer kaarten. Stuur een mail
naar [email protected] en we sturen u er nog een aantal toe.
P.s. heeft u de smaak te pakken en ziet u de ‘proud ambassador of the north’
sweater ook al bij u aan de waslijn wapperen? Ze zijn te bestellen bij
Clayground Industries (www.claygroundindustries.com). Als lezer van de
NOMMER ontvangt u 15% korting. Noteer daarvoor ‘proud of the north’
bij apply coupon.
NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal
bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is
in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelings-
maatschappij voor het Noorden. NOMMER is open,
toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische
ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven
en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.
Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.
Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.
Eindredactie: Annemarie Atema, [email protected].
Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.
Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Menno Bakker,
Amber Boomsma, Manisch Creatief, Jarno Duursma,
Petra Engel, Folkert van der Glas, Loek Mulder, Hans
Praat en Willem van Reijendam.
Fotografie: Jurjen Backer Dirks, Koos Boertjens, Hans
van Dijk, Martine Hoving, Manisch Creatief, Maartje
Roos (cover), Gea Schenk, Marius Visser, André Weima
en NOM-stock.
Drukwerk: WM Veenstra.
Oplage: 3.500 exemplaren.
Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,
vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke
toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrecht-
hebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er
kunnen geen rechten aan worden ontleend.
NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings-
en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland.
Paterswoldseweg 810, Groningen.
Telefoon (050) 521 44 44, www.nom.nl.
Cover: Ronald Wagelaar (De Vries Trappen) en Laurens
Kruize (NOM) ontmoeten elkaar
via de trap.
Februari 2015
GEMIST?GEENPANIEK!Op www.nom.nl
vindt u onder het
kopje media alle
reeds uitgebrachte
NOMMERS en kunt
u ze nog eens rustig
doornemen en/of
downloaden.
Veel leesplezier alvast!
• F E B R U A R I 2 0 1 5
4
Eind 2010 besluit Henk Gunnink, op dat moment nog
directeur-eigenaar van Boedelbak (landelijk verhuurder
van aanhangwagens) met een aantal andere aandeel-
houders het failliete Kip Caravans in Hoogeveen over
te nemen. Het bedrijf draait dan al een aantal jaren met
verlies. Met Henk’s visie op het behouden van een deel
van de werkgelegenheid en het aanboren van nieuwe
marktkansen wist hij de curator te overtuigen. ‘Bij Boedel-
bak waren we de laatste paar jaar niet alleen verhuurder
maar ook bouwer van aanhangwagens geworden. En
‘Mag twee ook?’ vroeg Anja Rombout, NOM Foreign Direct Investment, toen haar gevraagd werd naar
de voordracht van weer een nieuwe NOMbassadeur. Natuurlijk. Hoe meer NOMbassadeurs, hoe beter.
En zo zijn Henk Gunnink (CEO) en Olivier Sikking (CFO), directeur-eigenaren van KIP Caravans in
Hoogeveen de nieuw toegevoegde namen. Ze verblijven voor hun werk een aantal dagen per week
in Drenthe, maar wonen in het Westen. ‘Het is prachtig om te horen hoe zij onder de indruk zijn
hoe het hier allemaal geregeld is in Noord-Nederland’, verklaart Anja. ‘Henk en Olivier zijn wat mij
betreft niet alleen perfecte NOMbassadeurs maar ook echte ambassadeurs voor het Noorden.’
H E N K G U N N I N K ( C E O ) & O L I V I E R S I K K I N G ( C F O ) | Kip CaravansNOMbassadeur(s)
Kiplekkerin Hoogeveen!
NOMbassadeurs Henk Gunnink (achter het stuur) en Olivier Sikking.In het midden NOMmer Anja Rombout.
5
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
eigenlijk was het pand dat we hadden daarvoor te klein.
Idee was om de productie van caravans en aanhang-
wagens samen te voegen in Hoogeveen. Caravans
bouwen is seizoenswerk, de rest van het jaar konden
we de productie dan vullen met de bouw van aanhang-
wagens.’ Olivier Sikking is sinds 2011 als CFO bij Kip
betrokken. Hij vertelt over de fabriek in Hoogeveen, die
eigenlijk weer is opgedeeld in vier kleine bedrijven: een
houtbewerkingsbedrijf, een metaalbewerkingsbedrijf,
een assemblagelijn en een lijmstraat. ‘In plaats van een
fabriek te blijven die uitsluitend caravans maakt, wilden
we een fabriek worden die niet alleen maar óók caravans
produceert.’
Kip CareIn werkelijkheid liep het allemaal toch net even anders.
In 2012 toonde zich een partij geïnteresseerd en werd
Boedelbak verkocht, waarmee de plannen om aanhang-
wagens te bouwen kwamen te vervallen. En ondertussen
was er, geheel toevallig, een nieuw idee ontstaan. Een
van de medewerkers van Kip had voor zijn moeder een
mobiele sanitaire unit in de garage gebouwd. ‘Dat zette
ons aan het denken’, vertelt Olivier. ‘Want het was niet
alleen een product dat goed zou passen bij de productie-
lijnen en kennis die we in huis hadden, maar ook bij
een doelgroep waar we veel mee te maken hebben, de
50 plusser. Zij beslissen vaak nu al voor hun ouders of er
straks een traplift moet komen, of een sanitaire unit.’
Zo werd het besluit genomen zich voorlopig te focussen
op de ontwikkeling van de Kip Care: een badkamer in een
kast die in elke ruimte geplaatst kan worden, door het
modulaire systeem in een uur kan worden opgebouwd,
en die ook nog eens rolstoeltoegankelijk is. Het Drentse
MKB Actieprogramma 2013 leek een aangewezen gelegen-
heid om ook met ondernemers in de regio over de door-
ontwikkeling van dit idee te praten. Dit programma, een
initiatief van Kamer van Koophandel, Syntens en NOM,
had de bedoeling de regionale economie in Drenthe te ver-
stevigen door bedrijven kennis met elkaar te laten maken
en met elkaar te verbinden. Anja Rombout, trekker van dit
project namens de NOM, ontmoette Henk en Olivier hier
voor het eerst. ‘Binnen het Drentse MKB Actieprogramma
waren vrijetijdseconomie en onderzoek naar kansen voor
toepassing van nieuwe lichtgewicht materialen in caravan-
bouw peilers. Tot mijn verrassing stond daar toen het
prototype van de Kip Care. Omdat ook healthy ageing/
life sciences een belangrijk speerpunt is, kon de Kip Care
in het Actieprogramma worden meegenomen.’
Goede burenAnja kreeg en greep de kans het ontwikkelproces van
dichtbij mee te maken. Ze wist vertegenwoordigers van
doelgroepen en patiëntenverenigingen bij elkaar te brengen
om de marktkansen te verkennen. Die leken gunstig. En
op zoek naar toeleveranciers wees Anja de heren van Kip
erop vooral ook regionaal te zoeken. ‘De NOM, in dit
Kampeerbeleving in de Shelter-conceptstore
6
• F E B R U A R I 2 0 1 5
geval Anja, heeft een groot netwerk, dat het gemakkelijk
maakt contact te leggen. Zo ontstond ook het contact
met Nomadis’, vertelt Olivier. ‘Zij konden ons helpen
met de ontwikkeling van de bodemplaat en zitten zo
dichtbij dat we gemakkelijk voor afstemming bij elkaar
langsliepen.’ Tijdens het traject bleken er nog veel meer
interessante mkb-bedrijven in de buurt te zitten. Bedrijven
met wie tijdelijk ook personeel wordt uitgewisseld. ‘Want
onze mensen kunnen echt alles’, vertelt Olivier.
Als product is de Kip Care inmiddels ontwikkeld. In de
fabriek in Hoogeveen wordt een eigen productielijn
opgetuigd, en er is een showroom waar de unit kan
worden bekeken. Om de marktintroductie zo groot
mogelijk aan te pakken zijn er intussen gesprekken met
de NOM over financiering. ‘We kunnen natuurlijk ook
met andere partijen praten, maar het gaat ons niet alleen
om de financiering’, benadrukt Olivier. ‘Het gaat ook om
de contacten die we samen met de NOM hebben, hier
in het Noorden. Bovendien is healthy ageing een van de
speerpunten van beleid waardoor het, ook via de NOM,
volop aandacht krijgt. Dat is van niet te onderschatten
waarde bij de opstart van zo’n groot traject.’
Het nieuwe kamperenOndertussen werd ook onverdroten doorgewerkt aan de
marktintroductie van een nieuw caravanconcept: de
Shelter. Een product waar Henk en Olivier veel van ver-
wachten. De Shelter is een compacte hefdakcaravan waar-
mee Kip het eigen merk wil ‘ontstoffen’ en wil proberen
met name jongeren te interesseren voor wat zij noemen
‘het nieuwe kamperen’. Olivier legt uit dat deze compacte
caravan een totaal andere beleving biedt: ‘Het is geen
aanhangwagen, geen tent en eigenlijk ook geen caravan.
Je kunt er je fiets inzetten, je motor of surfboard, en je
kunt de Shelter helemaal naar je eigen wens designen.’
Met de Shelter wordt niet alleen een nieuwe doelgroep
aangesproken maar wordt vanzelfsprekend ook conform
de wetten van deze tijd met jongeren gecommuniceerd.
Strategie is dat geïnteresseerden de Shelter zoveel mogelijk
echt moeten kunnen ervaren, via shop-in-shop-construc-
ties en conceptstores, en dat aanvullend vooral online en
mobiel over het product wordt geïnformeerd.
Natuurlijk is er ook een Shelter-conceptstore achter in de
productiehal in Hoogeveen gecreëerd.
NOMbassadeurs van het NoordenHoewel zowel Henk als Olivier een deel van de week in
het Westen wonen, voelen ze zich in Hoogeveen inmiddels
aardig thuis. Ze roemen het authentiek ondernemerschap
van de Drentse horeca-ondernemers, en bezweren dat je
dat in het Westen echt niet op die manier vindt. En er
is al uitgebreid gesproken over het grote aantal mkb-
bedrijven in de regio waarmee het prettig en gemakkelijk
samenwerken is. Anja is blij dat deze ervaringen hardop
worden uitgesproken en vertelt dat ze bij acquisitietrajecten
vaker dan eens vragen krijgt over het Drentse vestigings-
klimaat: ‘Die rust en ruimte waarmee Drenthe altijd
adverteert kunnen ook tegen je gaan werken’, is haar een-
voudige conclusie. Henk vertelt dat bezoekers die eenmaal
Kip in Hoogeveen bezocht hebben graag terugkomen.
‘Als mensen hier eens zijn geweest bellen ze later op of we
weer bij ons kunnen afspreken. Mensen uit Korea, China,
Duitsland, noem maar op. We halen ze op van Schiphol
en brengen ze terug via Staphorst en Giethoorn. Je kunt
ze hier echt wat unieks laten zien.’
De Kip Care past in elke ruimte
De Kip Shelter, trekker van ‘het nieuwe kamperen’Anja Rombout
Projectmanager NOM
T (06) 270 871 64 • E [email protected]
7
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
‘Je krijgt het van de NOM niet cadeau’
NOMmer Laurens Kruize (l) en Ronald Wagelaar vanDe Vries Trappen (r) bespreken de goede vooruitzichten
• F E B R U A R I 2 0 1 5
8
De zon schijnt uitbundig boven het pand van De Vries
Trappen. Binnen loopt Ronald Wagelaar al even stralend
rond. Overal om hem heen is volop bedrijvigheid. Er
worden trappen ontworpen en geproduceerd. Houten
trappen, van seriematig tot zeer luxe uitvoeringen. Voor
zowel de woningbouw als voor bedrijfsgebouwen. ‘We
leveren het totale pakket’, vertelt Ronald. ‘Van de aan-
vraag tot het plaatsen van de trappen. Helemaal toegespitst
op wat de opdrachtgever voor ogen heeft.’ Sinds 2001
is hij eigenaar van het bedrijf waarvan hij al vanaf 1993
directeur is. Toen hij aantrad was De Vries Trappen een
verliesgevend bedrijf. Niet veel later liet de organisatie
elk jaar weer mooie resultaten zien. ‘Vooral begin deze
eeuw was de markt booming’, licht hij toe. ‘We hadden
bovendien goed geïnvesteerd en wisten continu onze
productenrange te verrijken.’
QRMLang leek het allemaal vanzelf te gaan. Totdat de bouw-
crisis in 2009 ook bij De Vries Trappen hard toesloeg.
Door de enorme daling in de woningbouw kreeg het
bedrijf het flink voor de kiezen. En dus moesten alle
zeilen worden bijgezet om te overleven. Drie keer werd er
gereorganiseerd, elke keer inclusief een goed sociaal plan.
‘We werden gedwongen om met minder mensen efficiënter
te produceren’, blikt Ronald terug. ‘Dat betekent dat je je
kosten moet aanpassen en tegelijkertijd je performance
moet blijven vergroten. Niet eenvoudig in een markt die
steeds minder voorspelbaar werd.’ Begin 2014 werd de
ommekeer ingeluid, nadat Ronald kennismaakte met een
voor hem totaal nieuwe manier van produceren. Quick
Response Manufacturing heet het, kortweg QRM. QRM is
een procesverbetermethode, bedoeld om de flexibiliteit van
een organisatie te vergroten door het continu verkorten
van de doorlooptijden in alle aspecten van de bedrijfs-
activiteiten. ‘In een jaar tijd hebben we enorme resultaat-
verbeteringen gerealiseerd’, zegt Ronald. ‘Hadden we tot
voor kort een doorlooptijd van ongeveer achttien dagen,
nu is dat teruggebracht naar drie á vier dagen. We waren
al langer bezig om het bedrijf om te turnen van een
productiegedreven organisatie naar een volledig vraag-
gestuurde organisatie. Dankzij QRM is dat proces flink
versneld. We produceren alleen die trappen die de klant
direct uitgeleverd wil krijgen, waardoor je de tussen-
voorraad verkleint. Daarnaast beschikken we met Rudi
Kleinhuis over een nieuwe financieel directeur. Hij is
aangetrokken om mij te ondersteunen, maar vooral ook
om de organisatie op allerlei terreinen verder te profes-
sionaliseren.’
Uitstekende vooruitzichtenInmiddels trekt ook de markt weer stevig aan. Dat is
aan de orderportefeuille van De Vries Trappen goed te
merken. Dagelijks worden er in Heerenveen momenteel
zo’n 60 trappen gemaakt, terwijl dat er begin vorig jaar
Minderheidsbelang in Friese trappenspecialistAl sinds 1973 ontwerpt en vervaardigt De Vries Trappen uit Heerenveen
hoogwaardige trappen. Na een moeilijke periode heeft het bedrijf weer de
weg omhoog gevonden. Met dank aan een nieuwe manier van produceren
en een flink aantrekkende markt. Om het Friese bedrijf toekomstklaar te
maken heeft de NOM een minderheidsbelang in De Vries Trappen genomen.
‘Je krijgt het van de NOM niet cadeau’9
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Laurens Kruize
Investment Manager NOM
T (06) 505 177 05 • E [email protected]
slechts 25 waren. ‘We zijn uit een dal omhoog geklom-
men en willen nu gas geven’, vervolgt Ronald. ‘Dat kan
alleen wanneer je beschikt over voldoende financiële
middelen. Zodat je gericht kunt investeren en markt-
kansen ook daadwerkelijk kunt benutten.’ Om De Vries
Trappen toekomstklaar te maken ging hij op zoek naar
een strategische partner. Naar een partner die het bedrijf
van extra energie kon voorzien en die er op basis van een
minderheidsbelang wilde instappen. Vandaar dat in juni
vorig jaar contact werd gezocht met de NOM. ‘We zijn
in gesprek gegaan en er is een businessplan gekomen’,
blikt Laurens Kruize, Investment Manager van de NOM,
terug. ‘Vervolgens hebben wij de organisatie onder de
loep genomen, marktrapporten bestudeerd en afnemers
van De Vries Trappen gesproken. Mede op basis daarvan
hebben wij geconcludeerd dat de vooruitzichten uitste-
kend waren. De markt heeft zijn dieptepunt bereikt, er is
schaarste ontstaan en dus moet er gewoon weer gebouwd
worden.’
SlagkrachtDe organisatorische veranderingen binnen De Vries Trap-
pen, in combinatie met een aantrekkende markt, deden
de NOM besluiten om een minderheidsbelang in het
bedrijf te nemen. Maar ook wordt in tranches een achter-
gestelde lening verstrekt. ‘Het was een stevige onderhan-
deling’, zegt Ronald. ‘Je krijgt het van de NOM zeker niet
cadeau. Natuurlijk, als je een deel van je bedrijf verkoopt,
gaat dat met de nodige emoties gepaard. Daar moet je
niet voor weglopen. Zeker niet wanneer je kunt samen-
werken met een organisatie als de NOM. De organisatie is
breed georiënteerd en beschikt over veel expertise. Soms
wijzen ze me op zaken die ik zelf over het hoofd heb ge-
zien. Maar bovenal zorgt het nieuwe partnerschap ervoor
dat we financieel meer slagkracht hebben. Dat is met het
oog op de toekomst niet onbelangrijk. Daarnaast krijg je
door het instellen van een Raad van Commissarissen een
enigszins ander bedrijf. Ik heb me in het verleden best
wel eens eenzaam gevoeld. Nu kun je samen heel afge-
wogen beslissingen nemen. Dat is prettig, zeker nu alles
erop wijst dat we op termijn flink in capaciteit moeten
investeren. We zijn er klaar voor.’
10
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Fotografe Maartje Roos (fotograaf van de cover van deze NOMMER)
uit Hurdegaryp is gevraagd om met twee foto’s Nederland te verte-
genwoordigen voor de World Photographic Cup 2015. Dit is voor
fotografen uit de gehele wereld. ‘Een soort landenwedstrijd voor
fotografen’, vertelt Willem van der Vlies, bestuurslid van DuPho,
de beroepsorganisatie voor professionele fotografen en board-
member van FEP, de Federation of European Photographers.
Aan de wedstrijd doen 27 landen mee, waaronder achttien landen
uit Europa, vijf uit Azie, de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.
Kw
ett
er
s!
Kw
ett
er
s!
App moet buitenland dichterbij brengenvoor Nederlandse ondernemer
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft onlangs de app ‘NL
Exporteert’ geïntroduceerd. De app is bedoeld om Nederlandse
ondernemers met exportambities van advies en informatie te
voorzien en doet daarmee dienst als een soort wegwijzer voor
ondernemers in het buitenland.
‘NL exporteert’ geeft via een interactieve wereldkaart per land
actuele informatie over geplande evenementen, de do’s & don’ts
van het zakendoen in het buitenland, macro-economische
kerngegevens, financieringsmogelijkheden en de contact-
gegevens van ambassades en handelsposten wereldwijd.
De app laat in één oogopslag zien waar de meeste inwoners
wonen, de economische groei het hoogst is, de koopkracht
het grootst, hoe eenvoudig er zaken gedaan kunnen worden
en waar de Nederlandse export zich op richt.
De app bevat verder nog een ‘currency converter’ en laat direct
het tijdsverschil met Nederland zien. Ook is er de ‘Export Wijzer’,
waar de ondernemer toegang tot relevante exportdocumenten,
wet- en regelgeving, internationale netwerkprogramma’s, MVO,
tips & tricks en info over financiering krijgt.
De app kan gedownload worden in zowel de AppStore
van Apple als in Google Play.
Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Bron foto: Amsterdam Airport Schiphol
Het internet in 60 seconden:feiten & cijfers
Bron: www.frankwatching.com
11
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Tot ongeveer 2004 was het internet voor de gemiddelde
ondernemer nog best overzichtelijk. Je had een website
(of niet) en als je er een had, was dat een verlengstuk van
je vermelding in de Gouden Gids. Wanneer mensen een
vraag, opmerking, klacht of compliment hadden, deden
ze dat via telefoon of e-mail en dat was het. Wanneer
een consument een serieuze klacht had, kon hij contact
opnemen met je bedrijf en dan was het zijn woord tegen
het jouwe. Kon de consument niet op veel service of
begrip rekenen, dan trok hij bijna altijd aan het kortste
eind. Het bedrijf trok meestal aan het langste eind.
vijf tips
Maar er is veel veranderd. Sinds de komst van social media,
social recommendations en review sites heeft de consument
veel meer macht gekregen. De hele wereld kijkt immers
over zijn schouder mee en ondernemers willen niet dat
bij een zoekopdracht van een potentiële klant negatieve
berichten te vinden zijn.
Wat zegt dit? Heel simpel. Je moet als bedrijf anno 2015
zijn waar je doelgroep is: zij bepalen immers waar zij contact
willen en dat is op social media. En mensen zien het als
een vanzelfsprekendheid dat een bedrijf online actief is,
vaak ook na 17.00 uur. En door de toegenomen digitali-
sering is de consument van nu steeds meer gewend aan
digitaal contact en klantenservice. Deze klantenservice via
social media heet ook wel webcare.
Voor nogal wat ondernemers is webcare ook best lastig,
want het vraagt op een bepaalde manier ook een andere
Vragen en klachtenvia social media:
Dagelijks zijn miljoenen Nederlanders online. Ze surfen, googlen, lezen
het nieuws en zijn actief op sociale media. Daar facebooken, reviewen,
twitteren, instagrammen ze en ga zo maar door. Maar hoe ga je als bedrijf nou om
met de consument die online vragen stelt of klachten en complimenten met je deelt?
In het pre-social media tijdperk was het laatste redmiddel van een ontevreden consument, naast juridische stappen, een brief naar het consumentenprogramma ‘Ook dat nog’.
Door: Jarno Duursma (@JarnoDuursma
12
• F E B R U A R I 2 0 1 5
organisatie: ‘Binnen vijf werkdagen krijgt u antwoord’,
werkt niet meer. Het maakt de klant namelijk niet uit hóe
het opgelost wordt, áls het maar wordt opgelost. En een
beetje snel. Stroperige procedures en ‘paarse krokodillen’
moeten dus overboord.
En dan nog iets: opeens zijn alle vragen, klachten zichtbaar
online, voor iedereen. Hoe ga je daarmee om? Waar reageer
je wel of niet op? Op welke dagen en tijdstippen? En hoe
ga je om met de onvermijdelijke mafketels, azijnpissers of
anonieme twitteraars?
Hiervoor heb ik vijf tips:
1. Zorg voor verwachtingsmanagementBepaal vooraf wat haalbaar is voor jou om te reageren via
social media. Bijvoorbeeld maandag tot en met zaterdag,
9.00-20.00 uur, binnen 2 uur (let op: het gaat hier dus niet
over de oplossing van een probleem, maar de eerste reactie).
Communiceer dit op de kanalen waar je actief bent. En laat
bij een vraag die je niet direct kunt beantwoorden weten
dat je ermee bezig bent.
2. Houd het persoonlijkLaat je insteek altijd persoonlijk zijn: doe bij het oplossen
van klachten/vragen alsof je tegen een bekende praat.
Informeel taalgebruik en tutoyeren zijn normaal.
3. Onderzoek iemands achtergrond Doe bij negatieve reacties/klachten altijd eerst even research
via Google en bepaal dan of je reageert. Wat is het profiel
van de afzender en wat voor berichten slingert hij nog
meer de wereld in? Is het iemand die anderen ook lastig-
valt? Opereert hij of zij misschien onder een vreemd
pseudoniem? Aan de hand daarvan kun je bepalen of het
bericht serieus is. Mijn basis-insteek is: reageer altijd, mits
er iemand dus stelselmatig op uit is je uit de tent te lokken
of in een kwaad daglicht te stellen.
4. Begin met begripHoe vervelend een klant online soms ook is, begin met
empathie. Blijf vriendelijk en laat je irritatie nooit blijken.
En probeer vanaf het begin discussie te vermijden (een
‘welles/nietes’-gesprek leidt tot niets, zie het Sanoma-
voorbeeld).
5. Behandel iedereen gelijkNegeer je eerste reflex om een BN-er of iemand met veel
volgers in het openbaar voor te trekken. Natuurlijk is het
bereik van deze personen groter, maar de rest van de wereld
is ook niet gek. En wanneer je iets toezegt of een tegemoet-
koming doet, doe dit bij voorkeur niet in het openbaar. Je
schept dan wellicht een precedent waar anderen op willen
aanhaken. Dat kan je daarna veel tijd en goodwill kosten
om alles weer recht te breien.
Voordelen van verzorgde webcareDe mogelijkheden van social media kosten misschien extra
tijd, maar leveren de ondernemer ook heel wat op: ze creëren
extra bereik, je bent laagdrempelig te benaderen en je kunt
snel en efficiënt communiceren met je doelgroep(en). Je
ontvangt gevraagd en ongevraagd feedback over je bedrijf
en dienst - veel vaker dan gedacht trouwens ook positief.
En waar het negatief is, mag je het gewoon beschouwen als
een kans om het bedrijf verder te ontwikkelen en je pro-
ducten en processen te verbeteren. Bill Gates van Microsoft
zei hier al eens over: ‘Your most unhappy customers are
your greatest source of learning.’
Wilt u meer weten over webcare en daar serieus werk van
maken? Kom dan op 10 maart naar de webcare workshop
die Jarno Duursma organiseert in Groningen.
Meer informatie via www.jarnoduursma.nl.
Jarno Duursma is zelfstandig consultant
en trainer op het gebied van social media
en digitale trends. Hij is auteur van de
managementboek bestseller ‘Sociale media
strategie in 60 minuten’.
Jarno is de oprichter van de Social Media Club Groningen en
vaste tafelgast bij TV Noord om ‘de digitale wereld’ te duiden.
Het is misschien verleidelijk een lastige consument op haar nummer te zetten, maar het helpt je weinig om het probleem op te lossen. Het is efficiënter altijd beleefd te blijven en je coöperatief op te stellen.
13
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
onderwerp: deeleconomie
spreker: Bart van der Kooi, Crossmedia Communicatiegroep
Locatie: Kalooga, Mediacentrale in Groningen
December 2014
Vraag en aanbod vinden elkaar gemakkelijker dan ooit via internet en sociale media. Door massaal te gaan
delen en samenwerken via online platformen, ontwikkelen we met elkaar een nieuwe economie. Neem
succesvolle initiatieven als Airbnb en Uber, die wereldwijd marktaandeel afsnoepen van de gevestigde
hotel- en taxibranche. Terwijl traditionele bedrijven zich beroepen op achterhaalde wet- en regelgeving,
hanteert de markt haar eigen spelregels en ontwikkelen slimme ondernemers nieuwe businessmodellen.
Samen-werkings-economie met nieuwe spelregels
Bart van der Kooi, die als online marketing consultant bij de
Crossmedia Communicatiegroep werkt, heeft zelf ervaren
waarom Airbnb zo’n groot succes is. Samen met zijn vrouw
maakte hij een tripje door Europa, waarbij ze - in de goed-
kopere klasse - voor gemiddeld 35 euro per nacht bij particu-
lieren sliepen die thuis een kamer over hebben. ‘De meeste
aanbieders waar wij terecht kwamen, vinden het gewoon
leuk om mensen te ontvangen en deden alle moeite om het
ons naar de zin te maken’, vertelt Van der Kooi. ‘We kregen
uitgebreid ontbijt met zelfgemaakte jam, tips voor goede
restaurants en zelfs een keer chocolaatjes op onze kussens.
Het prima hotel waar we aan het eind van onze reis sliepen,
kon echt niet op tegen de persoonlijke service en plezierige
ontmoetingen die wij bij Airbnb hebben ervaren.’
Delen is het nieuwe hebbenAirbnb is wat Van der Kooi betreft een goed voorbeeld van
de samenwerkingseconomie. Die term hanteert hij voor
initiatieven waarbij het delen geld kost. ‘De term deelecono-
mie impliceert immers dat er helemaal geen geld aan te pas
komt. Die initiatieven zijn er trouwens ook. Neem Wikipedia,
waarbij we kosteloos kennis delen met de massa, of Peerby,
een platform voor het gratis (uit)lenen van gereedschap en
andere spullen in je eigen buurt. Want waarom zou ieder-
een een grasmachine of boormachine moeten kopen als je
onderling kunt uitwisselen? Het credo ‘delen is het nieuwe
hebben’ geldt vooral voor producten die je maar af en toe
nodig hebt. Voor een groeiend aantal mensen valt een auto
ook in die categorie. Deze incidentele bestuurders (ver)huren
bijvoorbeeld via Snappcar een particuliere auto. De prijzen
14
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Het mediabedrijf Kalooga staat vooral bekend
om zijn zoekmachine waarmee gezocht kan worden
naar afbeeldingen. Daarnaast zorgt de door Kalooga
ontwikkelde software voor het invullen van beeld-
materiaal op websites van o.a. De Telegraaf, Sp!ts,
The Independent en 20 minutos.
Het hoofdkantoor van Kalooga bevindt zich in
Groningen, verkoopkantoren zijn er in Londen,
Madrid en Berlijn. www.kalooga.com
zijn lager dan in de reguliere autoverhuurbranche. Precies
daarom heeft de samenwerkingseconomie zo’n grote impact
op de traditionele markt.’
In allerlei branches ontwikkelen zich initiatieven die zijn
gebaseerd op het principe van consumenten die met elkaar
delen en samenwerken. Naast Airbnb, Peerby en Snappcar
noemt Van der Kooi o.a. HomeExchange, Gardensharing,
personenvervoerder Uber, vrijwilligersplatform Croqqer en
crowdfunders als Kickstarter en Geldvoorelkaar. Samenwerken
kan plaatsvinden onder allerlei condities: van gratis onderling
delen of het ruilen van spullen en diensten tot het (uit)lenen
of (ver)huren tegen een vergoeding. ‘De crisis heeft bijgedragen
aan de ontwikkeling van creatieve consumenteninitiatieven’,
stelt Van der Kooi. ‘Naast altruïsme is het besparen van kosten
een motief om te delen, evenals duurzaamheid. Tegelijk
zien ondernemende mensen allerlei manieren om juist extra
inkomsten te genereren, bijvoorbeeld door iets te verhuren
dat je toch al in je bezit hebt. En wie groter denkt, richt een
handig online platform op, want met internet en sociale
media heb je de wereld in je zak.’
Oneerlijke concurrentieGeweldig, al die nieuwe initiatieven, want ze bieden kansen
die kunnen uitgroeien tot interessante businessmodellen.
Alleen de gevestigde orde ziet bedreigingen en protesteert.
Want wie een compleet wagenpark runt, kan in prijs niet
concurreren met een particulier die zijn autootje af en toe
verhuurt. Van der Kooi stelt dat het voor bedrijven vooral
frustrerend is dat aanbieders via platformen als Uber en
Airbnb nauwelijks last hebben van wet- en regelgeving. Tot
voor kort althans, want in Nederland is Uber recent verboden.
‘Het is inderdaad oneerlijke concurrentie als particulieren
zomaar een ritje kunnen aanbieden, terwijl taxibedrijven aan
allerlei regels zijn gebonden. Hetzelfde geldt voor particulieren
die via Airbnb zomaar een slaapkamer kunnen verhuren,
terwijl hotels aan allerlei strenge eisen en normen moeten
voldoen. De wet- en regelgeving is totaal nog niet ingesteld
op de nieuwe spelregels van de samenwerkingseconomie
en dat levert een spanningsveld op. Initiatieven als Uber en
Airbnb moeten zich officieel natuurlijk wel aan de wetten
en regelgeving houden, maar vanwege de snelheid waarmee
deze platformen groeien, is dat haast niet te monitoren en
controleren.’
Kritiek of niet, het online delen en samenwerken gaat intussen
gewoon door. Volgens Van der Kooi net zolang totdat nieuwe
initiatieven zich doorontwikkelen tot geaccepteerde markt-
aanbieders. Hij noemt de muziekindustrie als lichtend voor-
beeld. ‘Wie herinnert zich Napster niet, het eerste platform
waar je – toen nog – illegaal muziek kon downloaden. De
muziekbusiness stond op de achterste benen, maar inmiddels
zijn de alternatieven volwassen en geaccepteerd, zoals Spotify.
Het heeft muziek toegankelijker en goedkoper gemaakt en
zo zal ook Uber linksom of rechtsom invloed hebben op de
taxibranche. De samenwerkingseconomie heeft toenemende
impact; steeds meer sectoren moeten accepteren dat hun
marktaandeel gewoon minder groot wordt.’
Toon ondernemerschap‘Nog beter is het natuurlijk om als ondernemer te anticiperen
op de samenwerkingseconomie’, adviseert Van der Kooi.
‘Blijf denken vanuit de klant: waar hebben zij behoefte aan
en welke nieuwe mogelijkheden kun je aanboren om sneller,
simpeler, beter of goedkoper diensten of producten aan te
bieden? Een optie is het kopiëren van succesvolle initiatieven,
zoals BMW de kunst van autodelers afkeek met Drive Now.
Of koop de concurrent, zoals autoverhuurder Avis deed met
ZipCar. Om marktaandeel te houden, kun je ook je eigen
concurrent worden en met een verbeterde versie jezelf steeds
overnemen, zoals Amazon deed met Amazon Prime.’
Een gevolg van de samenwerkingseconomie is dat bedrijven
een steeds kortere doorlooptijd hebben. Bestonden organisaties
vroeger gemiddeld 75 jaar, tegenwoordig is dat gemiddeld
15 jaar. ‘En die cyclus wordt alleen maar korter door het
hoge tempo waarin technologie verandert en de invloed
van de massa toeneemt’, voorziet Van der Kooi. ‘De markt
wordt nog veel dynamischer, initiatieven zullen komen en
gaan. Alles draait om het slim doorontwikkelen van mogelijk-
heden. Nieuwe verdienmodellen ontstaan bij groei en succes.
Dat maakt Airbnb inmiddels miljoenen waard. Kortom, de
wereld verandert, dus de bedrijvigheid en de spelregels ook.
Toch blijft de uitdaging voor ondernemers in de kern hetzelfde:
kansen zien, handelen en verantwoorde risico’s nemen.’
On Tour bij Kalooga
15
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Klop als innovatief ondernemer, vol van ideeën en bezig
met iets nieuws maar eens op de deur van een financier
voor een kapitaalinjectie. De kans is niet erg groot dat de
geldschieter de ondernemer met open armen ontvangt en
enthousiast ‘ja’ zegt op een verzoek om financiering van
ontwikkeling van een vernieuwend productidee. ‘Financiers
zijn terughoudend geworden in verstrekking van kapitaal
aan MKB-bedrijven die willen innoveren’, legt Jens Ruesink
uit. ‘Ze vinden de risico’s te groot. Veel fondsen investeren
liever in het volwassen bedrijfsleven; ondernemingen die al
groei hebben laten zien en hun sporen hebben verdiend.’
Ruesink is manager van het Innovatiefonds Noord-
Nederland. De bedrijfskundige is sinds eind vorig jaar in
dienst bij de NOM en deed eerder ervaring op als interme-
diair en adviseur in de financieringssector in het oosten
van het land. ‘Werkkapitaal willen financiers wel verstrekken
maar kapitaal voor ontwikkeling nauwelijks nog’, weet
Ruesink. Het is volgens hem zonneklaar dat die situatie
een sta-in-de-weg is voor de totstandkoming van nieuwe
producten en groei van individuele, jonge bedrijven.
En dat zet een rem op de ontwikkeling van de regio.
Ruesink: ‘De BV Nederland richt zich via de Topsectoren
op innovatie en kennisontwikkeling. Om dat aan te jagen
moet onderzoek worden gedaan. Dat gebeurt hier in de
regio door de kennisinstellingen zoals bijvoorbeeld het
UMCG, de RUG, Stenden Hogeschool en de Hanzehoge-
school en ook in het MKB. Maar als er vervolgens geen
investeerders zijn, is het erg lastig om die kennis te vertalen
naar een vermarktbaar product of dienst.’ Daar wil het
Innovatiefonds ondersteunen door innovatie te stimuleren
en nieuwe bedrijvigheid te faciliteren, stelt Ruesink. Daarbij
gaat het niet in de eerste plaats om de aantallen bedrijven
die worden ondersteund maar wat Ruesink betreft meer om
de kwaliteit van de investeringen. ‘Ik ben tevreden wanneer
het fonds voldoende kwalitatief goede investeringen onder-
steunt en succes boekt op het gebied van kennisontwikkeling
en het scheppen van nieuwe banen.’
Opsporen
De regionale markt voor het Innovatiefonds is voldoende
groot, zegt Ruesink. Het blijkt volgens hem alleen al uit het
Naast het Aanjaagfonds, de Mezzaninefinanciering, de Groei- en Overnamefinanciering heeft de
NOM sinds enkele maanden een nieuwe loot aan de financieringsstam: het Innovatiefonds Noord-
Nederland. Een fonds dat zich richt op MKB-ondernemers met een innovatief idee en dat het hiaat
vult dat andere financiers laten vallen.
Jens Ruesink, manager Innovatiefonds Noord-Nederland ‘We gaan op zoek naar een nieuwe Catawiki of Oxxio’
• F E B R U A R I 2 0 1 5
16
Jens Ruesink
Manager Innovatiefonds Noord-Nederland
T (06) 215 185 08 • E [email protected]
aantal startups in Noord-Nederland en de aanvragen bij
Flinc. Dat is de dienstverlening van de NOM die zich richt
op investerings- en financieringsbegeleiding. Flinc wordt
eveneens door Ruesink aangevoerd. ‘Toch blijft nog veel
onder de radar’, vult de fondsmanager aan. ‘Innovaties en
bedrijven die werken aan innovatieve ideeën, zijn vaak
moeilijk op te sporen. Het is ook de regionale mentaliteit
die parten speelt. Men schreeuwt het hier niet van de
daken. Dat hoeft ook niet, maar bedrijven moeten wel met
innovaties naar buiten treden en samenwerkingen opzoeken.’
Van belang is volgens Ruesink in elk geval dat het Innovatie-
fonds onder de aandacht wordt gebracht. Hij is daarom een
rondje begonnen langs kennisinstellingen, ondernemers-
en clusterorganisaties, accountants en allerlei andere partijen
die banden hebben met het MKB. Via die organisaties moet
het belang van het Innovatie Fonds doorsijpelen richting
het mkb zelf. Want hoe groot misschien de behoefte ook is
aan durfkapitaal, het blijkt in de praktijk een lastige opgave
om de mogelijkheden die het Innovatie-fonds biedt onder
de aandacht van het MKB te brengen.
Meer dan alleen geld gevenHet fonds is gevuld met een bedrag van 20 miljoen euro,
afkomstig uit de middelen van de NOM, het ministerie
van Economische Zaken en de provincies. De bijdrage die
MKB’ers uit het fonds kunnen ontvangen ligt tussen de
50.000 en één miljoen euro en wordt verstrekt als aandelen-
participatie.
Of een ondernemer in aanmerking komt voor financiering
vanuit het Innovatiefonds wordt allereerst bepaald via een
innovatiecheck door de NOM. Daarbij wordt onder meer
gekeken of met minimaal twee ondernemingen aan de
innovatie wordt gewerkt. Ook wordt van de ondernemers
verwacht dat zij de helft van de innovatie- en product-
ontwikkelingskosten in de vorm van geld, middelen of
uren voor hun rekening nemen. ‘Ondernemers hoeven niet
alle lasten te dragen, maar ze moeten op deze manier laten
zien dat ze zelf daadwerkelijk achter hun plannen staan.’
Wanneer de intentieverklaring is ondertekend onderzoekt
het Innovatiefonds de haalbaarheid van het idee, het
projectplan en een aantal andere aspecten. Dan wordt
een financieringsvoorstel opgesteld waar de NOM-directie
en het investeringscomité van het Innovatiefonds hun
goedkeuring aan moeten geven. Omdat de plannen door
experts uit meerdere hoeken scherp worden beoordeeld is
een participatie door het Innovatiefonds Noord-Nederland
volgens Ruesink ook te beschouwen als kwaliteitsstempel.
De verstrekking van de financiering gaat stapsgewijs, van
idee tot prototype en marktwaardig product. ‘De NOM
doet bovendien meer dan alleen financieren’, onderstreept
Ruesink. ‘Want in het hele ontwikkelingsproces stelt de
organisatie kennis en expertise beschikbaar, ook vanuit de
innovatienetwerken. Daarmee onderscheidt de NOM zich
ook sterk van veel andere financiers, die zich beperken tot
geld geven.’
Wauw!Het InnovatieFonds werkt volgens het principe van een
revolving fund. De opbrengsten uit de twintig miljoen
aan kapitaal, vloeien terug naar het fonds en worden
aangewend voor nieuwe investeringen. Ruesink: ‘Natuur-
lijk hoop ik dat we dankzij het Innovatiefonds bedrijven
kunnen laten groeien zoals het bijvoorbeeld bij Catawiki of
Oxxio is gegaan.’ Maar de aard van de investeringen bergt
ook hoge risico’s in zich, waarschuwt Ruesink. Het doet
niks af aan zijn ambitie: ‘Die ligt hoog. Ik wil na vijf à tien
jaar kunnen zeggen dat we een aantal marktveranderende
bedrijven of innovaties hebben gestimuleerd, waarvan
iedereen zegt: wauw!’
www.innovatiefondsnoordnederland.nl
Jens RuesinkInnovatiefondsNoord-Nederland
‘We gaan op zoek naar een nieuwe Catawiki of Oxxio’
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
17
O N D E R N E M E R U I T G E L I C H TSPOTLICHT
Siebrand Dijkstra is al twee keer eerder in zijn leven financieel ‘binnengelopen’.
Dus het begint bijna een beetje te wennen. Wanneer we hem spreken heeft hij net de derde
grote verkoopdeal van zijn leven achter de rug. En wat voor een: de verkoop van een minder-
heidsbelang in zijn AppMachine (vestigingen in Heerenveen en San Francisco) aan een groot
Amerikaans bedrijf leverde hem vele miljoenen op. Maar ook nog iets anders: de mogelijk-
heid om zijn software, waarmee iedereen in simpele stappen zelf een app kan maken, over
de hele wereld te verkopen. Een nieuwe stap in de toch al enerverende carrière van de ‘serial
entrepreur’, die op de keper beschouwd maar één missie heeft: mooie dingen maken.
Eerst maar eens inzoomen op dat ‘binnenlopen’. Dijkstra
(‘Ik ben een honderd procent ADHD-er’) was al eerder
zeer succesvol in het oprichten van bedrijven. Zijn
eerste start-up was Quality Netware Tools BV (QNT), dat
communicatiesoftware ontwikkelde toen internet nog
nauwelijks bestond. In acht jaar tijd wist hij in de jaren
negentig aan 3.800 bedrijven elfduizend producten te
verkopen, van internetdomeinen tot software. Na de
verkoop van QNT begon Dijkstra met ‘SchoolMaster’,
dat onder de naam ‘Magister’ administratieve software
voor scholen in het voortgezet onderwijs leverde. Ook
dat bedrijf werd goed verkocht. Ach, het ging ook wel
eens mis. Zo was de overname van het Friese internet-
bedrijf Speak geen succesverhaal. ‘Verschillende bloed-
groepen’, stelt Dijkstra. ‘Je kunt wel een mooie tent kopen
en je de eigenaar voelen; daarmee heb je nog niks. De
mensen die er zitten moeten ook een beetje dezelfde taal
spreken. Dezelfde bloedgroep hebben. Met Speak had ik
dat niet. Ik voelde me op een gegeven moment net een
Imam die een gereformeerde kerk had overgenomen.’
KnutselenZo kwam het dat de in Oranjewoud wonende onder-
nemer op een gegeven moment AppMachine oprichtte.
Kant en klare software, waarmee de gebruiker met behulp
van hapklare bouwblokken zelf apps kan maken. Hij
ging de afgelopen jaren ‘tot het gaatje’ om er een mooi
product van te maken. ‘Mensen denken wel eens dat alles
wat ik aanraak verandert in goud. Maar wat ze niet zien
is dat er voor een lucratieve verkoop jaren van keihard
werken aan vooraf zijn gegaan. Dag in dag uit werken aan
iets waarvan je weet dat iedereen het wil hebben. En dat
is gelukt. Er zijn zoveel mensen die graag een app zouden
willen maken. Een applicatie waarmee je je bedrijf, of een
bepaalde dienst, of bijvoorbeeld een speciale webshop
heel gemakkelijk kunt aanbieden aan de markt. Dat hebben
wij gemaakt. Een pakket waarmee je spelenderwijs en
modulair alles helemaal naar eigen wens kunt opbouwen.
Alsof je met legoblokjes mag spelen. En het leuke is:
‘Mooi is een werkwoord’
‘Wanneer je een bloedmooie vrouw ziet denk je niet ‘als ze maar goed kan koken’
AppMachine van ‘serial entrepreur’ Siebrand Dijk stra verovert Amerika
18
• F E B R U A R I 2 0 1 5
knutselen is gratis. Je betaalt pas een maandfee op
het moment dat je het online aanbiedt voor Android,
iPhone en Windows Phone 8. Daar komt overigens nogal
een rompslomp bij kijken, met regels, aanmeldingen,
invulformulieren. Het minst leuke onderdeel dus. Nou,
ook daar willen wij bij helpen. En nu zijn we ook al
bezig om het zo te maken dat je je app niet meer via die
kanalen kunt aanbieden, maar gewoon online, via de
browser.’
Een gesprek met Dijkstra vergt een hoge concentratie-
graad bij de gespreksgenoot. Want de man praat snel, is
zeer associatief en heeft veel uit te leggen. Bijvoorbeeld,
waarom een goed product in zijn ogen nooit af is. ‘Mooi
is een werkwoord. Morgen vinden we andere zaken be-
langrijker dan vandaag. Wensen en smaken veranderen.
En ja, over smaak gesproken. Je moet als aanbieder ook
altijd zorgen dat iets er goed uitziet, style sells. Ik hoor
wel eens mensen zeggen ‘ach, als het maar functioneel
is’. Onjuist! Als je straks een bloedmooie vrouw aan de
andere kant van de straat ziet lopen ben je een en al
aandacht. Jouw eerste gedachte is dan niet ‘ach, als ze
maar goed kan koken’.’
VakidiotenHet tempo waarmee Dijkstra in het verleden al mooie
dingen deed en nu ook weer met de AppMachine
innovaties doorvoert is nationaal en internationaal
opgevallen. Zo reikte de jury van het IT-magazine Compu-
table hem de CEO of the Year award 2014 uit. Men gaf aan
zeer onder de indruk te zijn van het gebruikersgemak en de
kwaliteit van AppMachine. Ook de internationale ambitie
van het bedrijf werd geprezen.
Het geheim van het succes? Er zijn volgens Dijkstra meerdere
factoren. Zo is daar het ‘multiplyer-effect’. ‘Het mooie is
dat je een product maakt, dat je op een gegeven moment
duizenden keren kunt verkopen’, legt Dijkstra uit. ‘Kijk,
een goede kok van een kwaliteitsrestaurant maakt met heel
veel zorg en al zijn energie een goede biefstuk klaar. Maar
bij de volgende bestelling moet hij dat nog eens doen en
nog eens, enzovoort. Dat is niets voor mij. Ik wil op een
gegeven moment gelijktijdig 100.000 biefstukken van
dezelfde topkwaliteit kunnen verkopen. Dat is ook ons
commerciële perspectief en daarom kunnen wij het ons
permitteren om er bij de ontwikkeling ontzaglijk veel tijd
in te steken.’ Een andere succesfactor is het personeels-
beleid. ‘Absoluut. De mensen zijn het goud van je bedrijf.
Als ondernemer profiteer ik er van dat ik heel goed met
‘geeks’ (iemand die gepassioneerd is door technologie, red.)
kan omgaan. Ik heb geen stropdassen nodig, maar vak-
idioten. Mensen die constant zaken willen verbeteren en
zich daar helemaal in vastbijten. Ik zoek honderd en tien
procent focus! En dan zijn er niet veel schakeringen tussen
zwart en wit. Wie met mij samen begint te werken weet
het: of ik sodemieter je er binnen een dag weer uit, of je
hebt jaren een leuke baan. Never a dull moment.’
‘Ik voelde me een Imam die een gereformeerde kerk had overgenomen’
AppMachine van ‘serial entrepreur’ Siebrand Dijk stra verovert Amerika
1992-2000: Quality Netware Tools BV (QNT)
2001-2010: SchoolMaster
2011-2012: FastGuide BV
2011-2012: Speak
2011-heden: AppMachine
AppMachine heeft op dit moment ruim 150.000 gebruikers
in 140 landen, telt 36 werknemers en heeft vestigingen in
Nederland, Brazilië en Amerika (San Francisco).
Siebrand Dijkstra in vogelvlucht
19
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Bestaat er inderdaad zoiets als zakelijke kleding? Pas je je outfit aan aan
je klant? En die stropdas, is die nodig of kun je ook zonder? Hans Praat
(manager business development NOM) was benieuwd. Hij kreeg een
persoonlijk advies van Janny Reidenbach, styliste van de Nelleke Mulder
Imago Groep en van Evelyn Ellens van De Barbier. Dat pakte goed uit!
DRESS FOR SUCCESS
Hans is een type om vooral
koele kleuren te dragen: liever
blauw of grijs dan bijvoorbeeld
bruin. De blauwe kleur van het
pak is verrassend. Hans zou er
zelf niet voor hebben gekozen.
Maar het zit en staat perfect.
De pantalon moet niet te lang,
éen knik in de broek is genoeg.
En de schoenen moeten niet
teveel de aandacht trekken.
Met een rustige kleur oogt
Hans optisch langer. Een knip-
oog met de veters, dat mag
dan weer wel.
Het overhemd is slimfit. Dat zit
als gegoten. Er piept nog net
een centimeter onder de mouw
van het jasje uit. Zoals het
hoort. Een stropdas maakt het
tenue af, oogt zakelijk en zorgt
voor een pietsje extra kleur.
De baard mag eraf, zonder
ziet Hans er nog jonger uit. De
opgaande lijn en ronde vormen
van de bril passen beter bij de
vorm van zijn gezicht.
Resultaat? Hans is tevreden met
zijn nieuwe looks en helemaal
klaar voor de Hannover Messe.
20
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Toen landbouw nog een eigen ministerie had, dus voor
2010, drongen melkveehouders al aan op stroomlijning
van de groeiende berg data die zij ten behoeve van al-
lerlei partijen moesten verzamelen, vertelt melkveehou-
der Jan van Weperen, met 500 koeien, uit Oosterwolde.
Hij is één van de ‘proefboeren’ die aan het project mee-
deden: ‘Onze wens op dat moment was tweeledig, wij
wilden uniformering van de verwerking van al die data
en daarnaast hadden we behoefte aan management-
instructies op basis van die gegevens.’
DatastroomDe datastroom van melkveehouders kan nauwelijks
worden overschat. De boeren leveren gegevens aan bij
de Dienst Regelingen van (vroeger) het ministerie van
Landbouw, bij de veevoederleverancier, bij de melkfabriek,
bij de belastingdienst, bij de veeverbeteringsorganisatie
en bij de accountant. Vaak gaat het om gegevens die bij
de ene partij net iets anders zijn gedefinieerd dan bij
de andere partij zodat een beetje boer omkomt in de
administratie.
Daarnaast zijn melkveehouders zich ervan bewust dat
kleine wijzigingen in de behandeling of de voeding van
hun koeien veel verschil kunnen maken. Nu er zoveel
aan een koe gemeten kan worden, ligt het onder hand-
bereik om die behandeling te optimaliseren. Van Weperen,
oud bestuurder van LTO Noord, was vanaf het begin bij
het project betrokken om dat voor elkaar te krijgen: ‘Ons
uiteindelijke doel is om koeien langer gezond te houden.
Ten eerste is dat goed voor het dierenwelzijn, maar ook
geven koeien meer melk naarmate ze ouder worden, en
bovendien heb je daardoor minder jongvee nodig. Dat
Koeien gaan langer mee met Smart Dairy Farming
Sensoren en Big Data in de stalIn een tijd waarin sensoren ons steeds beter helpen gezond te blijven, waar ze zelfs worden
ingezet ten behoeve van de precisielandbouw, is het niet meer dan logisch dat ook de melkvee-
houderij ze heeft ontdekt als hulpmiddel om de veestapel gezond te houden. Onder de noemer
Smart Dairy Farming werken melkveehouders samen met zuivelverwerker Friesland Campina,
veevoerfabrikant Agrifirm, veeverbeteringsorganisatie CRV en tal van bedrijven uit het Noord-
Nederlandse MKB, om de koeien langer en gezonder te laten leven. De NOM was initiator van
het project, waarvan de eerste fase inmiddels is afgerond. Met resultaat, want het heeft geleid
tot een vertaling van de berg gegevens over elke afzonderlijke koe tot een aantal management-
instructies. Ook worden de gegevens meer en meer geüniformeerd. En dat is nog maar het begin.
Smart Dairy Farming 2.0 is een uitbreiding
van de proef, met zowel toepassing van,
als wetenschappelijk onderzoek naar de
resultaten. 21
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
betekent weer minder mest en minder kosten. Je kunt
met die vraag alle kanten op, dus toen de NOM uit de
startblokken ging met Smart Dairy Farming zijn we bij
elkaar gaan zitten en hebben we onze vraag kunnen
toespitsen op drie punten: te weten het opfokken van het
jongvee, het tijdstip van inseminatie en de transitieperiode
rond het afkalven. Hoe kun je dat optimaliseren door
gebruik te maken van relevante meetgegevens?’
BeleidshandvatenDe beleidshandvaten waar de melkveehouders drie jaar
geleden naar zochten waren het doel van SDF 1.0 en dat
is behaald, vertelt projectleider Bart Jan Wulfse. ‘Dit is
niet alleen belangrijk voor de betrokken boeren, maar
voor heel Nederland. Smart Dairy Farming bevordert ook
de duurzaamheid en de concurrentiepositie van de sector.
Het verhogen van de levensverwachting was één doel en
verder wilden we proof of concept van de behandeling op
basis van sensorgegevens. Dat bundelt twee andere zaken
die voor Noord-Nederland interessant zijn, de verwerking
van big data en de ontwikkeling van sensoren, maar die
zijn vanaf het begin van het project nadrukkelijk een
middel geweest en niet een doel van het project. Toch
is het natuurlijk prachtig dat noordelijke bedrijven als
Rovecom, S&S Systems, Sentron en Gallagher Europe
hieraan meedoen.’
ResultatenIn de drie jaar van SDF 1.0 zijn sensoren ontwikkeld, en
software die de overvloed aan meetgegevens omzet in
bruikbare getallen. Het resultaat is een dertiental zogeheten
managementinstructies die boeren bijvoorbeeld vertellen
22
• F E B R U A R I 2 0 1 5
wat het geschikte moment is om een bepaalde koe te laten
bevruchten of hoeveel een bepaalde jonge koe precies te
eten moet krijgen. In de praktijk worden daarvoor twee
dingen scherp gemeten, vertelt Jan van Weperen: ‘Wij
houden in onze stal de activiteit en het liggen en staan
van alle koeien bij. Er zijn ook boeren die met sensoren
de temperatuur bijhouden en zelfs de zuurgraad in hun
maag. Daar is door Sentron uit Roden een speciale sensor
voor ontwikkeld die niet meteen door het zuur wordt
aangetast. Met die gegevens kunnen we zien of een koe
dorst heeft.’
Er is inmiddels proof of concept, ofwel, die aanpak heeft
zich inmiddels bewezen. Wulfse: ‘Natuurlijk zijn er wereld-
wijd meer bedrijven die dat doen, maar wat wij eraan
hebben toegevoegd is de gevraagde standaardisering van
de gegevens, dat maakt dit onderdeel van het project
uniek.’
Field LabSDF 1.0 wordt op 1 april afgesloten met een symposium,
dat heel toepasselijk wordt gehouden op de hogeschool
Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Dan begint SDF 2.0.
De ambitie is dat overheden en deelnemende partijen
daar € 5 mln in investeren. Eisse Luitjens, die het project
namens de NOM/Greenlincs begeleidt heeft daar hoge
verwachtingen van: ‘Niet alleen wordt het aantal deel-
nemende boeren dan uitgebreid tot 50, ook willen we
proberen de causale verbanden tussen de behandeling
van de koeien en het effect daarvan te onderzoeken. Het
is een goed teken dat het ministerie van EZ dit project
tot Field Lab heeft bestempeld en daarmee te kennen
geeft veel vertrouwen te hebben in het rendement van
dit project. Ook SDF 2.0 is nog een fase van investeringen
van alle partijen, maar we gaan ervan uit dat we dat later
zullen oogsten.’ Melkveehouder van Weperen doet ook
dan weer mee: ‘We gaan bepaalde facetten dan nader uit-
diepen. Er is nog zoveel méér mogelijk, bijvoorbeeld voor
de plaatsbepaling van elke koe. Nu moet je die elke keer
weer zoeken. Ik zou best meer sensoren in de stal willen
hebben.’
Smart Dairy Farming wordt door de overheid gesubsidi-
eerd, zowel door de drie noordelijke provincies als door
het fonds Pieken in de delta van het ministerie van
Economische Zaken.
Big Data
Het nadeel van veel meten ten behoeve van veel
partijen is dat het ook een enorme hoeveelheid cijfers
oplevert. Daar kunnen wetenschappers, bestuurders,
managers, en dus ook melkveehouders, alleen iets mee
als ze vervolgens worden terugvertaald tot een paar
simpele getallen. Een bedrijf dat daaraan heeft meege-
werkt in Smart Dairy Farming is Rovecom in Hoogeveen.
Het bedrijf, met 50 man personeel en een omzet van
€ 5 mln, was de verbindende schakel tussen theorie en
praktijk, vertelt directeur George de Roo. ‘Wij hebben,
met hulp van TNO, een soort datarotonde ontwikkeld
waarmee de hele keten van bedrijven rondom de melk-
veehouder is verbonden. Die datarotonde kan worden
gebruikt door leveranciers van data, zoals Gallagher,
en ook door gebruikers van data, zoals adviesbureaus.
De boer bepaalt daarbij wie zijn gegevens mogen
gebruiken. Het zit ons als bedrijf in de genen dat wij het
probleem van de klant eerst goed willen begrijpen en
dan een fundamentele oplossing bieden. Dat is ook nu
gelukt.’
Rovecom wil graag meedoen met SDF 2.0. De Roo: ‘Dat
betekent voor ons opnieuw een investering van tijd en
personeel. Maar wat we hier ontwikkelen is wereldwijd
interessant. Wij zouden er geen tonnen in steken als we
niet zeker wisten dat we dat gaan terugverdienen.’
Sensoren
Sentron uit Roden, met 15 man personeel, is één van de
bedrijven uit het MKB die vanaf het begin betrokken zijn
geweest bij SDF 1.0. Zoals de naam al doet vermoeden
ontwikkelt het bedrijf sensoren. En in dit geval een bijzon-
dere: een sensor die in de pens van de koe de pH waarde
en de temperatuur meet. Dat is nogal een uitdaging,
omdat een koeiemaag zo zuur is dat alles erin oplost.
‘Wij hebben dat speciaal voor dit project ontwikkeld, en
nu ook gepatenteerd’, zegt directeur Henk van Hoorn:
‘De sensor meet hoe zuur het is in de maag, plus de tem-
peratuur van het jongvee. Dat zijn belangrijke indicatoren
voor boeren. Ze vertellen veel over hoe de koe zich voelt.
Het heeft een kostenbesparend effect en het verbetert
het welzijn van het dier.’
Eisse Luitjens
Programmamanager Greenlincs
T (06) 534 246 29 • E [email protected]
23
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
‘Ik kan niet anders dan tevreden zijn’, zegt Dave de Groot
die namens de NOM actief is als Investment Manager
voor het MKB Fonds Drenthe. ‘De animo is heel groot. Ik
heb de eerste maanden enorm veel afspraken gehad. Daar
plukken we nu de vruchten van.’ Het fonds verstrekt finan-
ciering in de vorm van leningen en aandelenkapitaal aan
kansrijke bedrijven, projecten en initiatieven. Om hiervoor
in aanmerking te komen moet men uiteraard wel in
Drenthe gevestigd zijn en over een goede businesscase
beschikken. Maar ook moet er een reëel uitzicht zijn op
financieel en maatschappelijk rendement.
Goede plannen‘Een groot aantal bedrijven moest na het eerste gesprek
weer terug naar de tekentafel om hun businessplan te
finetunen’, vervolgt Dave. ‘De plannen waren nog niet
concreet genoeg of slechts geënt op één jaar. Als je met
het MKB Fonds Drenthe zaken wilt doen, dan moet je
verder vooruitkijken. Wat zijn bijvoorbeeld de conse-
quenties als je in omzet gaat groeien? Of als je straks extra
personeel moet aannemen? In veel gevallen ontbrak
een pasklaar antwoord. Inmiddels zijn ze allemaal terug
met goede plannen. We beginnen dus flink op stoom te
MKB Fonds Drenthe raakt op stoom
Vorig voorjaar introduceerde de provincie Drenthe het MKB Fonds Drenthe. Via dit
fonds, dat door de NOM wordt uitgevoerd, wordt € 13 miljoen beschikbaar gesteld voor
kansrijke investeringen en innovaties. De verwachtingen waren vooraf hooggespannen.
Maar zijn ze tot dusver ook uitgekomen?
24
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Dave de Groot
Investment Manager
T (06) 557 079 67 • E [email protected]
raken. In 2014 hebben we drie financieringen verstrekt.
Dit jaar verwachten we er nog een groot aantal aan toe
te voegen. Wat ik nu al merk is dat we samen met private
investeerders en banken zaken voor elkaar kunnen krijgen
die voor de komst van het fonds aanzienlijk lastiger te
realiseren waren. Bovendien begint de Drentse economie
langzaamaan weer op te krabbelen. In dat proces kunnen
wij een versnelling aanbrengen.’
SelenoEén van de bedrijven die onlangs door het MKB Fonds
Drenthe is gefinancierd is hostingbedrijf Seleno. Het be-
drijf uit Beilen werd zo’n tien jaar geleden opgericht door
Stefan Beuving. Door nieuwe ontwikkelingen zijn extra
kansen ontstaan om door te groeien. ‘Ik heb de moge-
lijkheid gekregen om in Noord-Nederland leverancier te
worden van Zarafa, een schaalbare e-mailoplossing voor
het MKB’, verduidelijkt Stefan. ‘Zarafa moet concurreren
tegen onder meer Google Apps, Office 365 en Microsoft
Exchange. In tegenstelling tot deze drie meest gebruikte
e-mailproducten is Zarafa een open source platform. Dat
betekent dat de licentiekosten voor de eindgebruiker
relatief laag zijn. Daarnaast zijn er meer integratiemoge-
lijkheden met andere open source tools en worden betere
beveiligingsmogelijkheden geboden. Tegen een lager
tarief krijgt het MKB met Zarafa dus de beschikking over
een veiliger e-mailsysteem.’
LeerzaamOm Zarafa goed te kunnen uitrollen moest er extra
budget beschikbaar komen. En daarvoor was financiering
nodig. In zijn zoektocht naar mogelijkheden kwam hij
terecht bij de NOM, die hem vervolgens attendeerde op
het MKB Fonds Drenthe. ‘De samenwerking met Dave
verliep heel soepel en was bovenal erg leerzaam. Vooral
bij het maken van een gedegen ondernemersplan heeft
hij mij geweldig ondersteund. Het is een vierjarenplan
waarin helder staat omschreven hoe ik denk te groeien
en welke middelen daarvoor nodig zijn. Mede dankzij de
ondersteuning en de financiering ben ik helemaal klaar
voor een mooie toekomst van Seleno.’
StinfraOok handelsonderneming Stinfra uit Nieuw-Amsterdam
werd door het MKB Fonds Drenthe verder op weg geholpen.
Het bedrijf, opgericht door Wietze de Vries, kwam nog
niet zo lang geleden in contact met een Engelse fabrikant
die een vloeistof had ontwikkeld waarmee lekke banden
worden voorkomen. Fietsbanden, maar ook lekke banden
van auto’s, vrachtwagens, legervoertuigen, motoren,
scootmobiels en noem maar op. Inmiddels wordt de
vloeistof ook door Stinfra verkocht. Bandendicht heet
het voor de particuliere markt. Voor de zakelijke markt
draagt het de naam Tyre Protector. Maar hoe werkt het
nu precies? In het geval van een fietsband bijvoorbeeld?
‘Bandendicht plakt lekke banden van binnenuit’, legt
Wietze uit. ‘De vloeistof vormt een dun laagje aan de
binnenkant van een fietsband, waardoor de band nooit
meer lek gaat. Voor snelle voertuigen geldt hetzelfde
principe, de vloeistof is alleen wat anders samengesteld.’
ExclusiviteitVoor de zakelijke markt wilde Wietze de exclusiviteit in
de Benelux. Maar om die te verkrijgen wilde de fabrikant
eerst weleens zien of hij omzet kon genereren. ‘Ik zit in
Emmen, terwijl de meeste grote transportbedrijven, een
belangrijke doelgroep, beneden de grote rivieren zijn ge-
vestigd’, vertelt Wietze. ‘Het is bijna ondoenlijk om elke
dag op en neer te rijden. Daarom wilde ik vertegenwoor-
digers gaan inzetten. Om die stap te financieren heb ik
aangeklopt bij het MKB Fonds Drenthe. Ook Dave zag in
dat het product enorm veel potentie heeft. De financie-
ring heeft me al veel gebracht. Niet alleen heb ik nu zes
mensen op de weg, ook heb ik de exclusiviteit van Tyre
Protector in de Benelux weten te bemachtigen.’
www.mkbfondsdrenthe.nl
25
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
© Noordhoff Uitgevers © Noordhoff UitgeversBron: Provincie Groningen (3-5)Bronnen: CBS (1); Nederlandse Aardappel Organisatie (2)
Groningen
Drenthe
OverijsselFlevoland
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
UtrechtGelderland
Friesland
Hoogkerk
Dinteloord
Foxhol
Gasselternijveen
Ter Apelkanaal
Joure
Nagele
Deinum
Leeuwarden
Heerenveen
Axel
Rilland
Goes
Oude-Tonge
Dronten
Biddinghuizen
Lely-stad
Emmeloord
Veendam
Medemblik
Anna Paulowna
’s-Gravendeel
Odiliapeel
Oud-Beijerland
Azië (excl. Rusland en Turkije)
overig Afrika
Amerika122.800 ton
11.900 ton
heel Europa (incl. Ruslanden Turkije): 481.800 ton
waarvan Europese Unie: 431.700 ton
heel Afrika: 181.200 ton
waarvan Noord-Afrika: 170.100 ton
5000 - 10.000
Export van Nederlandse pootaardappelen in tonnen, 2013
10.000 - 25.000
25.000 - 50.000
50.000 - 100.000
meer dan 100.000
totaal per werelddeel
1980
toepassingen en productenonderdeel
zetmeel
perspulp
prota-mylasse
eiwitten
overige
2014
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing
veevoeder
geen toepassing
voeding , groene chemicaliën
veevoeder veevoeder veevoeder , voeding
veevoeder meststof , biogas
kalium: meststof
compost compost compost
bioactieve stoffen/nutraceuticals , smaakstoffen ,stikstof/fosfor/kalium: meststof
voeding , veevoeder voeding , toepassing in de farmaceutische industrie , enzymen voor voeding en fijnchemie
2040
I
I
betekenis - : zie figuur 5I IV
IV
voeding , papier , textiel , kleefstoffen
III
III
III
III
III
III III III
III
II
II
II
II
II II II
II II
II
I II
II
voeding , papier , textiel , kleefstoffen
III III
III III
II II
loof
wortels
knollen
loof
bietenpuntjes
wortel
1980
toepassingen en productenonderdeel
suiker
melasse
pulp
diksap
betacal
2014
voeding
geen toepassing
geen toepassing
geen toepassing
geen toepassing
voeding , grondstof voorfermentatie , bioplastics
voeding , farmaceutica , bioplastics ,grondstof voor fermentatie
grondstof voor fermentatie(gist, ethanol)
grondstof voor fermentatie ,veevoeder
grondstof voor fermentatie , betaïne
veevoeder veevoeder , groen gas ,biomethanol
meststof
compost compost , groen gas compost , groen gas , biomethanol
meststof , grondstof voor bouwmaterialen
grondstof voor fermentatie
veevoeder , groen gas , vezels voor papier , verf , coatings , vaatwasmiddelen ,organische zuren , arabinose
chemicaliën , bioplastics , brandstoffen ,zoetstoffen en enzymen , grondstof voor fermentatie
eiwitten voor voeding , vezels voorpapier , groen gas
2040
I
I
II
III
II III
III
III III III
III
III III
IV
betekenis - : zie figuur 5I IV
IV
IV
II II
II
II II
II
II
II
II
II II
II
II
II
II
III
III
III III III
IV
IV
III IV III IV IV
loof
bietenpuntjes
wortel
I
II
III
IV
farmacie en fijnchemie
voeding enveevoeder
chemicaliën enbemestingsproducten
brandstof, elektriciteiten warmteklein groot
groot klein
toeg
evoe
gde
waa
rde
volume
i Teeltgebieden suikerbieten en aardappelen
j Export van Nederlandse pootaardappelen
m Verwaardingspiramide
l Verwaarding zetmeelaardappelplant
k Verwaarding suikerbietenplant
Suikerbieten
Productielocaties
Distributiecentra (door NAO* erkend)
* NAO = Nederlandse Aardappel Organisatie
Zetmeelaardappelen
Pootaardappelen
ZetmeelaardappelenPootaardappelenConsumptieaardappelen
Totale geoogste oppervlakte Nederland:
suikerbieten: 73.194 ha zetmeelaardappelen: 44.031 ha pootaardappelen: 40.223 ha consumptieaardappelen: 71.568 ha
Geoogste oppervlakte in hectare, 2013
Suikerbieten7500
10.000
5000
2500
0
Zetmeelaardappelen en suikerbieten behoren tot de belangrijkste akkerbouw-gewassen in Noord-Nederland. Poot-aardappelen zijn een belangrijk export-product en staan om die reden bekend als het ‘groene goud’. Zetmeelaard-appelen en suikerbieten worden vooral geteeld in Drenthe en Groningen, poot-aardappelen vooral op de zeeklei langs de Waddenkust.
Groene grondstof voor bio-economieDe noordelijke akkerbouwgebieden leveren ook biomassa voor de ontwikke-ling van een bio-economie op basis van groene grondstoffen. Bedrijven en kennisinstellingen werken hier samen om nieuwe en hoogwaardige toepassingen te vinden voor suikerbieten en zetmeelaard-appelen. Daarbij worden ze ondersteund door regionale en lokale overheden. Uit zetmeelaardappelen worden bijvoor-beeld eiwitten voor voeding gewonnen. Van suikerbieten wordt niet alleen de wortel, maar ook het loof en de bieten-puntjes gebruikt, bijvoorbeeld als grond-stof voor papier en groen gas.
i Pootaardappelen uit het NoordenJaarlijks oogsten de boeren in ons land onge-veer 6 miljoen ton suikerbieten en 7 miljoen ton aardappelen. Van de aardappelen bestaat ongeveer de helft uit consumptieaardappelen, een kwart uit zetmeelaardappelen en een vijfde uit pootaardappelen. Pootaardappelen worden vooral geteeld in Groningen en Friesland (samen 60%) en in Flevoland, Noord-Holland en Zeeland. Zetmeelaardappelen worden vrijwel uitsluitend geteeld in Groningen en Drenthe.
j Grootste exporteur ter wereldMet een jaarlijkse export van circa 800.000 ton pootgoed is Nederland de grootste exporteur van pootaardappelen in de wereld. Meer dan de helft wordt afgezet binnen Europa, ongeveer een kwart in Afrika. Uiteindelijk groeien deze kwalitatief hoogwaardige aardappelen uit tot consumptieaardappelen, het hoofdbestanddeel van tafelaardappelen, friet en chips.
k - m Andere en hoogwaardige toepassingenIn een zogeheten bio-economie zijn fossiele grondstoffen, zoals aardolie, vervangen door groene grondstoffen, zoals suikerbieten en aardappelen. Alle biomassa heeft een nuttige toepassing, er bestaat geen afval meer. Voor de suikerbietenplant en de zetmeelaardappel-plant zijn de afgelopen decennia steeds meer en steeds hoogwaardigere toepassingen gevonden. Hoogwaardig betekent dat de producten een
hoge marktwaarde hebben. Zo hebben medicij-nen en voeding meer waarde dan brandstof. Voor het maken ervan is meer expertise nodig dan voor het opwekken van warmte door biomassa in een oven te verbranden. Onderzoek naar dit ‘verwaarden’ van reststro-men gebeurt nu nog vaak op proefveldjes en in laboratoria. De komende tijd worden de onder-zoeksresultaten toegepast in concrete produc-ten, zoals medicijnen uit aardappelknollen en voedingseiwitten uit bietenloof.
Suikerbieten en aardappelen
H09_Regionaal.indd 110-111 20-1-2015 9:44:57
De NOM heeft als voortrekker samen met de provincies
Drenthe, Friesland en Groningen en de partijen Hanzehoge-
school Groningen, HANNN, HZPC, het UMCG en LifeLines
drie specifiek noordelijke thema’s voor de atlas uitgewerkt:
1) voeding, gezondheid en veroudering, 2) zuivel als econo-
mische motor, 3) het verwaarden van aardappelen en
suikerbieten. ‘De noordelijke regio blijkt onderscheidend
in meerdere opzichten’, stelt De Vries, die zich bij de NOM
namens Foreign Direct Investment bezighoudt met Agri &
Food. ‘Immers: één van de grootste zuivelcoöperaties ter
wereld is hier gevestigd, maar ook de grootste aardappel-
verwerker van het land en bovendien talloze innovatieve
mkb-bedrijven op het gebied van voedsel. Daar mogen we
trots op zijn.’
Van grond tot mond‘Bijzonder is ook de samenwerking van al die bedrijven met
onderzoeks- en onderwijsinstellingen en overheden’, vindt
De Vries. ‘Deze verbindingen zijn allemaal in kaart gebracht
en terug te vinden bij de landelijke onderdelen van de
atlas. Bestaande gegevens uit onafhankelijke bronnen zijn
gebruikt om inzichtelijk te maken wat er allemaal gebeurt
voordat voedsel op ons bord terecht komt, van grond tot
mond. Interessant is dat Noord-Nederland - als Europese
voorbeeldregio voor innovatie en onderzoek naar gezond
ouder worden - daarbij nog een stap verder gaat. Voeding
draagt op verschillende manieren bij aan gezondheid.’
Inzicht in de voedselketenVoor alle noordelijke partijen die hebben bijgedragen aan de
atlas is het belangrijk dat de hele voedselketen - van productie
en kwaliteit tot export en consumptie - op een vernieuwende
en inzichtelijke manier onder de aandacht komt bij het
onderwijs. Maar De Bosatlas van het voedsel biedt nog andere
Noord-Nederland prominent innieuwe Bosatlas van het voedselMaar liefst 63% van de Nederlandse melkverwerking vindt plaats in Noord-Nederland. Het is één
van de wetenswaardigheden die zijn te vinden in de nieuwe De Bosatlas van het voedsel, die een
veelzijdig beeld schetst van de Nederlandse voedselvoorziening. In het hoofdstuk Voedsel in de
regio krijgt Noord-Nederland expliciete aandacht.
108
Voedsel in de regio
109
© Noordhoff UitgeversBronnen: NV NOM / ZuivelNL / CBS
Leek
5040
Drachten
Surhuisterveen
Buitenpost
Gorredijk
Âldeboarn
Sneek
Gerkesklooster
Groningen
Assen
MarwijksoordOosterwolde
Joure
Scharsterbrug
St. NicolaasgaHeerenveen
Bolsward
Workum
HarlingenFraneker
Dronryp
Wolvega
BeilenDwingeloo
Dokkum
Oentsjerk
Hallum
Stiens
Makkum
Winschoten
Valthermond
Emmen
Hoogeveen
Coevorden
Meppel Rogat
Lemmer
Balk
Elahuizen
Woudsend
Marum
Eelde
Bedum
Veendam
Nieuwe Pekela
GRONINGEN
FRIESLAND(FRYSLÂN)
DRENTHE
Leeuwarden
Dairy Campus
Dairy Campus
Nordwin College(mbo)
Nordwin College(mbo)
Nordwin College (mbo)Nordwin College (mbo)
Nordwin College(mbo)
Nordwin College(mbo)
CCC/PCC CCC/PCC
UMCG UMCG Van Hall Larenstein Van Hall Larenstein
Stenden Hogeschool
Stenden Hogeschool
Stenden Hogeschool/NHL
Stenden Hogeschool/NHL
NordwinCollege (mbo) NordwinCollege (mbo)
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
PPOPPO
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
KANON/PPO-AGV KANON/PPO-AGV
Noorderpoort College (mbo)Noorderpoort College (mbo)
RUG RUG Hanzehogeschool Hanzehogeschool
AOC Terra (mbo) AOC Terra (mbo)
Biologische melk, boter en kaas
Productie condensmelk
en poeder
KaasproductieKinder- en medische voeding
Kinder- en medische voeding
Melk, wei, poederingrediënten
KaasproductieKinder- en medische voeding
Kaasproducten
IJsfabriek
Melkpoeder
IJsfabriek
IJsfabriek
Kaasproducten
Biologische melk en koffiemelk
Kaas IngrediëntenKaasverwerking (raspen, snijden, verpakken)
Dagverse melkproducten
Kinder- enmedische voeding
Kaasproducten
Poedermenging en verpakkenCondensmelk (gezoet) en melkpoeder
Ingrediënten, hulpstoffen, R&D
Babyvoedingingrediënten
Kaasproductie, R&DMelkpoeder
Nutriëntenpoeders:emulgatie, sproeidrogen en encapsulatie
Melkpoeder R&D
De zuivelindustrie is belangrijk voor de economie van Noord-Nederland. Deze regio kent een grote concentratie van zuivelbedrijven en aan zuivel gerelateerde ondernemingen (zoals verpakkings-, kindervoedings-, machinebouw- en roestvaststaalindustrie) en onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Bij Noord-Nederlandse zuivelproductie betrokken sectoren:
Door informatie- en communicatietechnologie verbetertde efficiëntie van de zuivelsector. In de toekomst kunnen
consumenten via een barcode op de verpakking achterhalenvan welke boerderij een zuivelproduct afkomstig is.
In Noord-Nederlandbevinden zich 8745 melkveebedrijven.
Deze gebruiken 322.000 hectare grasland. Dat is 25% van het totaal in Nederland.
De melkveebedrijven in het noorden zijn goed voor 31% van de Nederlandse melkproductie.
Dairy Campus is een centrum voor onderzoek, innovatie en educatie voor duurzame, toekomstbestendige melkveehouderij. Het centrum
Innovatiecentrum
MESTproject
RVS-industrie
precisie-landbouw
onderwijs en
onderzoekautoma-tisering
diervoedings-middelen
stal-inrichting
melkwinnings-apparatuur
gezondheid
mest(-verwerking)
gewas en voeding
sensor-technologie
datamanagement-systemen
advies,training
belangen-organisaties
BEIDE
proces-apparatuur
transport en logistiek
kwaliteits-controle
hygiëne
voedsel-veiligheid
overheid
Data
MELKWINNING
MELKVERWERKING
UCF
Zuivel-school
De zuivel-industrie van Noord- Nederland verwerkt 63%
Tolbert
NoordwijkBoterproducten
dierenwelzijn, de efficiëntie van productieketens en het verwerken van mest. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van precisielandbouw.
beschikt over 350 hectare grond en 550 melkkoeien. Onderzoek en innovatie richten zich hier op duur-zaamheid, mineralenmanagement,
Rotstergaast
van de Nederlandse melk.
GROEN GAS MELK
Zuivelgerelateerd onderwijs, studies en onderzoek
Grote zuivelgerelateerde onderneming
Indirect zuivelgerelateerde onderneming(en)
Koeien per hectare
WaterPlaats
0,0 - 0,2
0,2 - 0,4
0,4 - 0,6
0,6 - 0,8
0,8 - 0,9
0,9 - 1,1
1,1 - 1,3
1,3 - 1,6
1,6 - 2,2
Zuivelsector van Noord-Nederland
H09_Regionaal.indd 108-109 20-1-2015 8:07:07
26
• F E B R U A R I 2 0 1 5
interessante perspectieven. ‘Bij de onderwijseditie wordt
een digitale, gedidactiseerde kaartenreeks opgenomen in de
Bosatlas Online, het digitale zusje van De Grote Bosatlas.
De reeks gaat over voedsel, en is gebaseerd op een aantal
kaarten uit De Bosatlas van het voedsel. Bij de selectie
van de kaarten wordt zoveel mogelijk rekening gehouden
met de onderwerpen die ook in de examenprogramma’s
aan bod komen.’
Atlas als acquisitiemiddelDe Vries is zeer te spreken over het resultaat en had zelf
een duidelijk motief om als aanjager te fungeren bij het
genereren van input voor het hoofdstuk Voedsel in de
regio. ‘In Noord-Nederland gebeurt ongelooflijk veel als het
gaat om voedselvoorziening. Het is voor de verdere ontwik-
keling handig en belangrijk om helder in kaart te brengen
wat er al is. De Bosatlas van het voedsel is bovendien een
ideaal onafhankelijk hulpmiddel voor acquisitieactiviteiten
van Foreign Direct Investment. De atlas schetst namelijk
ook de economische impact van de voedselvoorziening en
dat geeft aanknopingspunten voor nieuwe ontwikkelingen
in de regio. Wij gaan daarom de Engelstalige versie gebruiken
om buitenlandse investeerders te tonen welke kansen de
Noord-Nederlandse landbouw en voedselindustrie allemaal
bieden.’
De Bosatlas van het voedsel is voor € 29,95 verkrijgbaar
in de boekhandel.
© Noordhoff Uitgevers © Noordhoff UitgeversBron: Provincie Groningen (3-5)Bronnen: CBS (1); Nederlandse Aardappel Organisatie (2)
Groningen
Drenthe
OverijsselFlevoland
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
UtrechtGelderland
Friesland
Hoogkerk
Dinteloord
Foxhol
Gasselternijveen
Ter Apelkanaal
Joure
Nagele
Deinum
Leeuwarden
Heerenveen
Axel
Rilland
Goes
Oude-Tonge
Dronten
Biddinghuizen
Lely-stad
Emmeloord
Veendam
Medemblik
Anna Paulowna
’s-Gravendeel
Odiliapeel
Oud-Beijerland
Azië (excl. Rusland en Turkije)
overig Afrika
Amerika122.800 ton
11.900 ton
heel Europa (incl. Ruslanden Turkije): 481.800 ton
waarvan Europese Unie: 431.700 ton
heel Afrika: 181.200 ton
waarvan Noord-Afrika: 170.100 ton
5000 - 10.000
Export van Nederlandse pootaardappelen in tonnen, 2013
10.000 - 25.000
25.000 - 50.000
50.000 - 100.000
meer dan 100.000
totaal per werelddeel
1980
toepassingen en productenonderdeel
zetmeel
perspulp
prota-mylasse
eiwitten
overige
2014
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing(loof sterft af voor de oogst)
geen toepassing
veevoeder
geen toepassing
voeding , groene chemicaliën
veevoeder veevoeder veevoeder , voeding
veevoeder meststof , biogas
kalium: meststof
compost compost compost
bioactieve stoffen/nutraceuticals , smaakstoffen ,stikstof/fosfor/kalium: meststof
voeding , veevoeder voeding , toepassing in de farmaceutische industrie , enzymen voor voeding en fijnchemie
2040
I
I
betekenis - : zie figuur 5I IV
IV
voeding , papier , textiel , kleefstoffen
III
III
III
III
III
III III III
III
II
II
II
II
II II II
II II
II
I II
II
voeding , papier , textiel , kleefstoffen
III III
III III
II II
loof
wortels
knollen
loof
bietenpuntjes
wortel
1980
toepassingen en productenonderdeel
suiker
melasse
pulp
diksap
betacal
2014
voeding
geen toepassing
geen toepassing
geen toepassing
geen toepassing
voeding , grondstof voorfermentatie , bioplastics
voeding , farmaceutica , bioplastics ,grondstof voor fermentatie
grondstof voor fermentatie(gist, ethanol)
grondstof voor fermentatie ,veevoeder
grondstof voor fermentatie , betaïne
veevoeder veevoeder , groen gas ,biomethanol
meststof
compost compost , groen gas compost , groen gas , biomethanol
meststof , grondstof voor bouwmaterialen
grondstof voor fermentatie
veevoeder , groen gas , vezels voor papier , verf , coatings , vaatwasmiddelen ,organische zuren , arabinose
chemicaliën , bioplastics , brandstoffen ,zoetstoffen en enzymen , grondstof voor fermentatie
eiwitten voor voeding , vezels voorpapier , groen gas
2040
I
I
II
III
II III
III
III III III
III
III III
IV
betekenis - : zie figuur 5I IV
IV
IV
II II
II
II II
II
II
II
II
II II
II
II
II
II
III
III
III III III
IV
IV
III IV III IV IV
loof
bietenpuntjes
wortel
I
II
III
IV
farmacie en fijnchemie
voeding enveevoeder
chemicaliën enbemestingsproducten
brandstof, elektriciteiten warmteklein groot
groot klein
toeg
evoe
gde
waa
rde
volume
i Teeltgebieden suikerbieten en aardappelen
j Export van Nederlandse pootaardappelen
m Verwaardingspiramide
l Verwaarding zetmeelaardappelplant
k Verwaarding suikerbietenplant
Suikerbieten
Productielocaties
Distributiecentra (door NAO* erkend)
* NAO = Nederlandse Aardappel Organisatie
Zetmeelaardappelen
Pootaardappelen
ZetmeelaardappelenPootaardappelenConsumptieaardappelen
Totale geoogste oppervlakte Nederland:
suikerbieten: 73.194 ha zetmeelaardappelen: 44.031 ha pootaardappelen: 40.223 ha consumptieaardappelen: 71.568 ha
Geoogste oppervlakte in hectare, 2013
Suikerbieten7500
10.000
5000
2500
0
Zetmeelaardappelen en suikerbieten behoren tot de belangrijkste akkerbouw-gewassen in Noord-Nederland. Poot-aardappelen zijn een belangrijk export-product en staan om die reden bekend als het ‘groene goud’. Zetmeelaard-appelen en suikerbieten worden vooral geteeld in Drenthe en Groningen, poot-aardappelen vooral op de zeeklei langs de Waddenkust.
Groene grondstof voor bio-economieDe noordelijke akkerbouwgebieden leveren ook biomassa voor de ontwikke-ling van een bio-economie op basis van groene grondstoffen. Bedrijven en kennisinstellingen werken hier samen om nieuwe en hoogwaardige toepassingen te vinden voor suikerbieten en zetmeelaard-appelen. Daarbij worden ze ondersteund door regionale en lokale overheden. Uit zetmeelaardappelen worden bijvoor-beeld eiwitten voor voeding gewonnen. Van suikerbieten wordt niet alleen de wortel, maar ook het loof en de bieten-puntjes gebruikt, bijvoorbeeld als grond-stof voor papier en groen gas.
i Pootaardappelen uit het NoordenJaarlijks oogsten de boeren in ons land onge-veer 6 miljoen ton suikerbieten en 7 miljoen ton aardappelen. Van de aardappelen bestaat ongeveer de helft uit consumptieaardappelen, een kwart uit zetmeelaardappelen en een vijfde uit pootaardappelen. Pootaardappelen worden vooral geteeld in Groningen en Friesland (samen 60%) en in Flevoland, Noord-Holland en Zeeland. Zetmeelaardappelen worden vrijwel uitsluitend geteeld in Groningen en Drenthe.
j Grootste exporteur ter wereldMet een jaarlijkse export van circa 800.000 ton pootgoed is Nederland de grootste exporteur van pootaardappelen in de wereld. Meer dan de helft wordt afgezet binnen Europa, ongeveer een kwart in Afrika. Uiteindelijk groeien deze kwalitatief hoogwaardige aardappelen uit tot consumptieaardappelen, het hoofdbestanddeel van tafelaardappelen, friet en chips.
k - m Andere en hoogwaardige toepassingenIn een zogeheten bio-economie zijn fossiele grondstoffen, zoals aardolie, vervangen door groene grondstoffen, zoals suikerbieten en aardappelen. Alle biomassa heeft een nuttige toepassing, er bestaat geen afval meer. Voor de suikerbietenplant en de zetmeelaardappel-plant zijn de afgelopen decennia steeds meer en steeds hoogwaardigere toepassingen gevonden. Hoogwaardig betekent dat de producten een
hoge marktwaarde hebben. Zo hebben medicij-nen en voeding meer waarde dan brandstof. Voor het maken ervan is meer expertise nodig dan voor het opwekken van warmte door biomassa in een oven te verbranden. Onderzoek naar dit ‘verwaarden’ van reststro-men gebeurt nu nog vaak op proefveldjes en in laboratoria. De komende tijd worden de onder-zoeksresultaten toegepast in concrete produc-ten, zoals medicijnen uit aardappelknollen en voedingseiwitten uit bietenloof.
Suikerbieten en aardappelen
H09_Regionaal.indd 110-111 20-1-2015 9:44:57
107106
Voedsel in de regio
© Noordhoff Uitgevers© Noordhoff Uitgevers Bron: UMCG, LifeLines (4-6)Bronnen: CBS (1); UMCG, LifeLines (2, 3)
50 jrklacht 1
geboorte 75 jrcomplicaties
65 jrklacht 2
leeftijd in jaren
onge
zond
ge
zond
Problemen voorkomen,mede door gezonde voeding
(preventie)
Omgaanmet problemen(behandeling)
gezonderelevensloopin toekomst
gemiddeldelevensloop2014
Groningen
Delfzijl
Assen
VeendamWinschoten
Stadskanaal
Leeuwarden
Sneek
Heerenveen
Drachten
Dokkum
Meppel
Hoogeveen
Emmen
85,6%
87,8%
gemiddeld86,9%
Groningen
Delfzijl
Assen
VeendamWinschoten
Stadskanaal
Leeuwarden
Sneek
Heerenveen
Drachten
Dokkum
Meppel
Hoogeveen
Emmen
64,3%
66,7%
gemiddeld65,7%
Groningen
Delfzijl
Assen
VeendamWinschoten
Stadskanaal
Leeuwarden
Sneek
Heerenveen
Drachten
Dokkum
Meppel
Hoogeveen
Emmen34,3%
33,1%
gemiddeld33,9%
WELZIJN
ERFELIJKHEI
D
VOED
INGGEZONDHEID
ziektevariatie
hoeveelheid
samenstelling leve
nsstij
l
bew
egin
g
stress
geluk DNA
genen
stat
us
cellen
o
77
79
81
83
85
87
89
1950 1980 1990 2000 20051985 199519751970196519601955 2010
verw
acht
e le
efti
jd b
ij ov
erlij
den
Mannen Vrouwen
k Factoren die van invloed zijn op gezond oud worden, of healthy ageing
j Gezond ouder worden
i Resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd
l Consumptie van kaas
n Consumptie van pasta
m Consumptie van vis
Percentage mensen dat kaas(producten) eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied
75 - 80
80 - 90
90 - 100
Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.
Percentage mensen dat vis, schaal- of schelpdieren eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied
Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.
15 - 25
25 - 35
35 - 45
45 - 55
Percentage mensen dat pasta eet op 1 of meer dagen per week,per 4-cijferig postcodegebied
45 - 55
55 - 65
65 - 75
75 - 85
Een cirkel staat voor minimaal 100 personen.
In 2013 riep de Europese Commissie Noord-Nederland uit tot voorbeeldregio voor innovatie en onderzoek naar gezond ouder worden, of healthy ageing. Hier werken meer dan tweehonderd kennis-instellingen, bedrijven en overheden samen om erachter te komen hoe men-sen langer gezonder kunnen leven. Dat is nodig omdat de Nederlandse bevolking vergrijst. Tegenwoordig wor-den mensen veel ouder dan een eeuw geleden. In 2030 is een op de vier Neder-landers ouder dan 65 jaar. Daarnaast kampen mensen steeds vroeger in het leven met chronische ziekten, zoals artrose, diabetes, hart- en vaatziekten. Daardoor stijgt de behoefte aan zorg. Goede voeding en voldoende beweging dragen bij aan een gezonde oude dag.Het onderzoek naar gezond ouder worden is niet gericht op langer leven, maar op zo lang mogelijk gezond en actief blijven. Er wordt geprobeerd om het ontstaan van ouderdomsklachten te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Preventie – het voorkómen van (chronische) ziekten – speelt hierbij een grote rol. Wie vanaf zijn kindertijd gezond eet en leeft, en goed wordt verzorgd, heeft een kleinere kans op problemen later in zijn leven.
Voorkomen en behandelenVoeding draagt op verschillende manie-ren bij aan een gezonde oude dag. Omdat gezonde voeding ook een langetermijn-effect heeft, kun je er het best vroeg mee beginnen. Sommige klachten zijn te voorkomen door van kinds af aan weinig verzadigd vet te eten. Sommige gezond-heidsklachten op latere leeftijd zijn te behandelen met voeding met extra vitamines of mineralen, of door een vet- of zoutarm dieet te volgen.
i Ouderen worden steeds ouderDankzij betere hygiëne, betere gezondheidszorg en gezonder voedsel worden mensen steeds ouder. Vroeger stierven mensen vooral door besmettelijke ziekten, tegenwoordig met name door ouderdomsziekten, zoals hart- en vaat-ziekten. Op 65-jarige leeftijd hebben mannen gemiddeld nog 18 jaar te leven, vrouwen nog 21 jaar. Tot 2050 komt hier nog ca. 5 jaar bij. Baby’s die na het jaar 2000 zijn geboren, hebben een levensverwachting van bijna 90 jaar. j Ouderdomsklachten voorkomenDe meeste mensen hebben een gezond leven tot de middelbare leeftijd. Daarna neemt de kans op hart- en vaatziekten en diabetes toe. De behan-deling ervan is complex en duur. Gezonde voe-ding draagt bij aan het verlengen van de periode van gezond leven en kan ouderdomsklachten deels zelfs voorkomen. Gezond ouder worden begint met gezonde voeding, zelfs al voor de geboorte. k Gezondheidsonderzoek bij drie generatiesHet grootschalige bevolkingsonderzoek LifeLines onder ruim 165.000 inwoners van Noord-Neder-land moet antwoord geven op de vraag waar-om de een al op jonge leeftijd problemen met zijn gezondheid krijgt en de ander tot op hoge leeftijd gezond blijft. Het onderzoek richt zich onder meer op de relatie tussen gezondheid en erfelijkheid. Dertig jaar lang worden deelnemers uit drie generaties – kinderen, ouders en groot-ouders – gevolgd. Jaarlijks vullen deelnemers vragenlijsten in over hun voeding, levensstijl en omgeving; iedere vijf jaar worden ze uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek.
l - n Visconsumptie gunstig voor gezondheid?In Groningen en Drenthe eten deelnemers min-der vaak kaas en iets vaker aardappelen dan in Friesland. Ongeveer een op de drie deelnemers aan het gezondheidsonderzoek eet wekelijks vis. Op Terschelling en rondom de stad Groningen eten ze gemiddeld vaker vis dan in de rest van het Noorden. Twee van de drie deelnemers eet wekelijks pasta, waaronder macaroni, spaghetti en mie. Dankzij gegevens uit het gezondheidsonderzoek is het mogelijk antwoord te geven op vragen als: Welke invloed heeft het eten van vis of pasta op de gezondheid? Is dat voor iedereen hetzelfde en hoeveel vis of pasta is gezond?
Voeding, gezondheid en veroudering
H09_Regionaal.indd 106-107 11-2-2015 9:31:28
Joep de Vries
NOM Foreign Direct Investment AgriFood
T (06) 253 926 71 • E [email protected]
27
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
EEN FOTOGRAFISCHE K I JK OP HE T NOORDENBLIKVANGER
Foto:
Marius Visser
Diever - Drenthe
M 06 - 17 44 81 03
I www.mariusvisser.nl
4 September 2014, half acht ’s ochtends. Gewoon een doordeweekse dag. Tussen Diever en
Dwingeloo weerkaatst de Dwingelerstroom het licht van de opkomende zon. Vroege fietsers
trappen zonder haast, want dat krijg je dan ... ze genieten.
28
• F E B R U A R I 2 0 1 5
28
De bouw van de negentien windmolens van het Windpark Delfzijl Noord is in volle gang. Over een
paar maanden zijn de turbines gereed en zal de wind die over Delfzijl waait alle energie leveren die
het nieuwe datacenter van Google in de Eemshaven nodig heeft. Manager Noord Nederland Joost
de Boer van Eneco en Wim A,B. van NOM Foreign Direct Investment vertellen hoe de opvallende en
trendsettende overeenkomst tussen Eneco en Google van de grond kwam.
Groningse windkrachtvoor datacenter Google
Hard gewerkt wordt er aan de veertien windturbines op
de Schermdijk en de vijf op de Pier van Oterdum. Vorig
jaar november stond de eerste windmolen waarvan de
top van de wieken op 150 meter hoogte komt fier over-
eind en in sneltreinvaart volgden de overige achttien.
Begin februari hesen torenhoge kranen de turbinebehui-
zingen en de wieken bij de laatste molens op hun plek.
Met een capaciteit van 62,7 megawatt zou het Windpark
Delfzijl Noord stroom kunnen leveren aan zo’n 50.000
huishoudens. Maar dat is niet wat er met de windenergie
gebeurt. De volledige stroomproductie wordt namelijk
door Eneco verkocht aan Google, dat daarmee voor de
volle honderd procent draait op lokaal opgewekte groene
energie. Beide partijen hebben daarvoor in november
2014 een tienjarig Power Purchase Agreement afgesloten.
Nou vraagt dat wel om wat uitleg, want er wordt geen
stroomkabel aangelegd tussen het windpark en de
Google-vestiging. Dat is technisch gezien een wat lastige
oplossing, want wat wanneer de wind niet waait?
Het is dus geen rechtstreekse stroomvoorziening, maar
Google heeft evenmin een hoeveelheid groene stroom-
certificaten ofwel Garanties van Oorsprong (GvO) gekocht
waarmee een energieleverancier garandeert dat de beno-
digde stroom uit groene bronnen wordt gewonnen. Voor
Google waren de GvO’s op zich niet voldoende. ‘Google
wilde dat de stroom groen én lokaal geproduceerd zou
worden’, zegt Joost de Boer van Eneco. ‘Het bedrijf wilde
kunnen zeggen: ‘Daar komt onze stroom vandaan’.
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
29
Daarmee gaat Google voorop in een trend, want we zien
dat bedrijven steeds vaker dat soort aanvullende voor-
waarden stellen.’ In energiekringen heet zo’n contract
overigens een client-tot-asset overeenkomst.
De stroom van Windpark Delfzijl Noord gaat dus het
publieke net op en niet rechtstreeks naar de Google-
vestiging. De Boer benadrukt dat de nabije windproductie
zeker meer duurzaamheid betekent bovenop de tot nog
toe meer gangbare Garanties van Oorsprong: ‘Lokaal
stroom produceren houdt in elk geval in dat er geen
investeringen nodig zijn in extra transportcapaciteit van
het stroomnet. Het vermindert de congestie in het net.’
Simpel gezegd: het scheelt koperdraad. De hoeveelheid
stroom die door het Windpark Delfzijl Noord aan het
net wordt toegevoegd wordt trouwens door de overheid
gecontroleerd.
Levering aan het publieke net maakt het mogelijk de
pieken en dalen in de stroomproductie op te vangen,
wat met een rechtstreekse kabel tussen het windpark en
het datacenter een stuk lastiger is. Op windstille dagen
levert Eneco stroom vanuit het net aan Google en waait
het hard, dan gaat een surplus het net op. Gemeten over
de langere termijn effenen de pieken en dalen elkaar uit,
stelt Eneco.
ZekerheidVoor Google was het alweer het derde zogeheten Power
Purchase Agreement die de internetgigant in de laatste
anderhalf jaar sloot en wereldwijd de achtste overeenkomst
van deze aard. De contracten passen binnen het streven
van Google om het gebruik van hernieuwbare energie
wereldwijd te maximaliseren. Een van de belangrijke
doelen die Google in dit verband heeft vastgelegd is dat
het nieuwe hernieuwbare energieopwekking aan het
stroomnetwerk wil toevoegen in plaats van bestaande
capaciteit te benutten. Google doet dat omdat het de
CO2-voetafdruk neutraal wil houden, een doelstelling die
het concern claimt al sinds 2007 te bereiken.
Een ander doel van Google is dat het bedrijf alle activiteiten
volledig met hernieuwbare energie wil doen. In 2013
kwam het energieverbruik al voor 35 procent uit duurzame
bronnen en volgens Google wordt er hard gewerkt aan
het verder verhogen van dat percentage.
Vooralsnog levert Windpark Delfzijl Noord voldoende
Op foto de vlnr Wim A,B. (NOM), Robert van Tuinen (GroningenSeaports), Joost de Boer (Eneco) en Hubert Lamie (Eneco).30
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Wim A,B.
Accountmanager Foreign Direct Investment NOM
T (06) 270 871 72 • E [email protected]
stroom om het totale verbruik van het datacenter te
dekken. Google verwacht echter dat met de groei van
het datacenter het stroomverbruik de productie van de
19 Delfzijlster windmolens zal overstijgen. Wanneer het
zover is, zal Google additionele PPA’s afsluiten om de
stroomvraag te dekken. Overigens ontwikkelt Google
datacenters die ‘extreem efficiënt opereren en vergeleken
met traditionele datacenters ongeveer de helft van de
elektriciteit gebruiken’. Duurzaamheid, benadrukt Google
verder, zit hem ook in andere aspecten zoals in dit geval
de stimulans richting de lokale bedrijvigheid en gemeen-
schap die uitgaat van de bouw van een lokaal windpark.
Een ander pluspunt dat Google voor zichzelf ziet in
de verbintenis met Eneco is de lange termijn van het
stroomcontract - tien jaar. Dat geeft het bedrijf zekerheid
over de stroomprijs die het betaalt.
WegbereiderMet die uitgangspunten vond Google een partner in
Eneco, die niet geheel voor niets het motto ‘duurzaam,
decentraal, samen’ hanteert. De Boer: ‘Wij willen ons
onderscheiden als bedrijf dat lokale energie-uitwisseling
faciliteert.’ Al is het niet de eerste in zijn soort, de over-
eenkomst met Google behoort volgens Joost de Boer wel
tot de wegbereiders in energieland. Eerder maakte Eneco
vergelijkbare afspraken met de NS en andere spoorbedrijven
om alle elektrische treinen op groene energie te laten rijden.
Meer dichtbij praat Eneco met Akzo over een rechtstreekse
aansluiting op de begin 2014 geopende Bio Golden
Raand energiecentrale. ‘Uiteindelijk gaat het erom dat
ook grote klanten en zelfs hele sectoren hun energie-
consumptie op verantwoorde wijze kunnen verduurzamen’,
aldus De Boer. ‘Wij helpen ze daar graag bij omdat we
daarmee invulling geven aan onze strategie van duurzame
energie voor iedereen.’
SynergieHet eerste contact tussen Eneco en Google was in 2011.
Wim A,B. van NOM Foreign Direct Investment had de
vraag bij Eneco neergelegd of het concern geïnteresseerd
was in langdurige levering van energie voor een groot
project. ‘Ik kon verder weinig zeggen’, zegt A,B. ‘Formeel
kende ik de partij aan de andere kant van de tafel niet
eens.’ Wel duidelijk was dat het onderwerp energie voor
de partij in kwestie een bijzonder belangrijk item was.
Samen met een reeks andere energieleveranciers kreeg
Eneco een kans zich te presenteren. A,B.: ‘In de beginfase
hebben we onze typische NOM-rol vervuld door zo goed
mogelijk te anticiperen op de wensen van de opdracht-
gever. We hebben partijen geïnformeerd en hen optimaal
voorbereid.’
Uiteindelijk bleek de chemie tussen Google en Eneco
het sterkst. ‘Dat er synergie is ontstaan tussen Eneco en
Google, dat is iets geweest tussen die twee partijen. De
NOM heeft slechts een faciliterende rol gehad in het
bijeenbrengen’, aldus A,B.. Eneco en de NOM wisselden
waar het kon informatie uit maar de ondertekening van
het energiecontract is uiteindelijk een zaak van Eneco en
Google geweest.
Eneco accepteerde de geheimhouding in de beginfase als
een gegeven, verklaart Joost de Boer. ‘Het is niet onge-
bruikelijk bij dergelijke belangwekkende projecten. Dat
we niet wisten wie de partij was die zich wilde vestigen
deed er niet zoveel toe. Voor ons stond centraal dat we
goed konden samenwerken met alle partners die bij het
project betrokken waren.’ Behalve de NOM noemt De
Boer ook Groningen Seaports en de provincie Groningen.
Het hechte contact tussen die partijen etaleerde volgens
De Boer zeker ook de kracht van de regio, waar men
doordrongen was van het belang van het project. De
bouw van het Google-complex zal nog een tijdje duren.
Ondertussen zullen de 19 windmolens staan te popelen,
want hun stroom vloeit in het voorjaar voor het eerst.
CIJFERS
Capaciteitwindpark:
62,7 megawatt, voldoendevoor 50.000 huishoudens
Aantalwindmolens:
19
Werkgelegenheidin aanbouwfase:
circa 80 banen
Werkgelegenheid in operationele fase:
circa 5 banen
Bouwtijd:18 maanden,gereed voorjaar 2015
Investering: 80 miljoen euro
Duurovereenkomstmet Google:
10 jaar.
31
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Snel, eenvoudig en veilig grote hoeveelheden data kunnen ontvangen en verzenden.
Lange tijd was dat nagenoeg onmogelijk. Totdat AttachingIT daarvoor een systeem
ontwikkelde. En hoe! Kort na de oprichting verdiende het jonge Groningse bedrijf zelfs
een plek in een prestigieus groeiprogramma van Microsoft in Berlijn. Het was het begin
van heel veel moois.
‘Er komt op dit moment veel op ons af’, zegt Tim Velthuis
aan de andere kant van de lijn. Door de grote afstand zou
een fysieke ontmoeting een nogal kostbare aangelegen-
heid zijn. Vandaar dat het interview telefonisch plaats-
vindt. Tim woont en werkt namelijk grotendeels in Berlijn,
waar zijn bedrijf AttachingIT inmiddels een sales office
heeft. Eigenlijk nog steeds tot zijn eigen verbazing. En
inderdaad, het kan snel gaan. Zo zat hij in de zomer van
2013 nog samen met zijn huidige compagnons Roham
Rahimi en Bert Sinnema aan de lunch in het Launch Café
in Groningen. Tussen de happen door spraken ze over het
gebrek aan mogelijkheden om grote bestanden te versturen
en te ontvangen. En dat terwijl de hoeveelheid data die de
afgelopen vijf jaar door ondernemingen wordt gegenereerd
meer dan vertienvoudigd is. Of dat veilig gebeurt? ‘In veel
gevallen niet’, vertelt Tim. ‘Vaak zonder dat organisaties zich
daarvan bewust zijn. Veelal gebruiken ze Dropbox of We-
Transfer. Maar eigenlijk zijn dergelijke services niet geschikt
om door medewerkers te worden gebruikt. Waarom? Omdat
je als bedrijf de controle over de data al snel kwijtraakt. Er is
totaal geen overzicht.’
Veilig en gebruikersvriendelijkTim, Roham en Bert besloten om een systeem te ontwikkelen
Gronings IT bedrijf bezig aan internationale opmars
Founding team, vlnr: Roham Rahimi,Tim Velthuis en Bert Sinnema
‘Een Noord-Nederlands bedrijf om trots op te zijn’
32
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Jan Martin Timmer
Investment Manager
T (06) 292 408 99 • E [email protected]
waarmee op een snelle, gecontroleerde en veilige manier
grote bestanden gedeeld kunnen worden. Wat hebben
organisaties nodig, zodat werknemers het ook daadwerkelijk
gaan gebruiken? Met die vraag in hun achterhoofd ging
het drietal aan de slag. ‘Allereerst moest het systeem super
gebruikersvriendelijk zijn’, benadrukt Tim. ‘Dat betekent
dat het geïntegreerd moest worden in bestaande software.
Minstens zo belangrijk was zorgen voor voldoende controle.
Wie mag welke en hoeveel data verzenden? Tenslotte is er
natuurlijk de veiligheid. Dan praat je al snel over metho-
des voor het versleutelen van gegevens en bestanden.
AttachingIT heeft hiervoor een unieke encryptie methode
ontwikkeld die de kracht van de Cloud volledig benut,
gecombineerd met de veiligheid van een on premise
structuur. Alle data wordt gefragmenteerd in de Cloud
opgeslagen. Een klein cruciaal deel van de data dat het
bestand leesbaar maakt, ook wel de metadata genoemd,
wordt echter op de eigen servers van het bedrijf opgeslagen.
Alle data die in de Cloud staan zijn hierdoor onleesbaar
voor derden. De methode voldoet niet alleen aan alle
veiligheidsvoorschriften, ook is het zeer kostenefficiënt
omdat bedrijven minder in house servercapaciteit nodig
hebben. De door AttachingIT ontwikkelde encryptie metho-
de zal door klanten worden gebruikt in hun geïntegreerde
Outlook file transferoplossing en biedt tevens de mogelijk-
heid om bij bestaande Cloudoplossingen de dataopslag
volledig te beveiligen.’
Microsoft Ventures AcceleratorKort na de eerste introductie kende AttachingIT al tal van
tevreden gebruikers. Niet veel later kwamen Tim, Roham
en Bert in contact met Mark Voermans, destijds Senior
Business Development Manager bij Microsoft Nederland.
Voermans was meteen enthousiast en haalde de mannen
van AttachingIT over om mee te dingen naar een plek in
de Microsoft Ventures Accelerator, het groeiprogramma
van Microsoft in Berlijn. Met succes. Samen met acht
andere startups werd het gekozen uit 362 jonge bedrijven
uit veertien landen. Vanaf dat moment mocht AttachingIT
gedurende een periode van vier maanden rekenen op
fulltime ondersteuning en begeleiding vanuit Microsoft
Europe, om zo het bedrijf verder te professionaliseren.
‘Het programma heeft ons heel veel gebracht’, zegt
Tim. ‘Onder meer dus een sales office in Berlijn. Maar het
hoofdkantoor is nog steeds gevestigd in het Launch Café in
Groningen. In de eerste fase wordt het systeem geleidelijk
uitgerold in Nederland en Duitsland. We richten ons daarbij
uitsluitend op de B2B markt en hebben klanten in de advoca-
tuur, accountancy, architectuur en engineering branche. Tot
dusver loopt dat buitengewoon voorspoedig. Zo hebben we
nu ook een sales persoon voor de Zweedse markt.’
OpschalenOm de groeiplannen te verwezenlijken was AttachingIT op
zoek naar financiering. Vooral om mensen te kunnen aan-
nemen in Nederland en Duitsland, met name developers en
salesmensen. De NOM bleek geïnteresseerd. ‘Voor een jong,
risicovol bedrijf als AttachingIT is de NOM een buitengewoon
aantrekkelijke partij’, benadrukt Velthuis. ‘Het betekent dat
we niet meteen een groot deel van het aandelenpercentage
kwijt zijn. Dat is bij veel andere investeerders wel het geval.
Hoe meer financiering je vraagt, hoe meer aandelen je weg-
geeft. Door in zee te gaan met de NOM kunnen we het bedrijf
op de juiste manier de boost geven die het nodig heeft.’
De dringende marktbehoefte waarop AttachingIT inspeelt
werd door de NOM al snel herkend. Evenals de gedreven
en doordachte manier waarop de bedenkers te werk gaan.
‘Gebruikers kunnen grote hoeveelheden data dubbel versleu-
teld ontvangen en verzenden’, vertelt Jan Martin Timmer,
Investment Manager van de NOM. ‘Veiligheid is dus gegaran-
deerd. Bovendien houdt men volledige controle over de
bestanden die de wereld overgaan. Voor ons reden om
AttachingIT een Aanjaagfinanciering, een achtergestelde
lening voor kansrijke, jonge bedrijven, te verstrekken.
Vervolgens gaan wij het bedrijf in stappen verder helpen.
AttachingIT gaat langzaam opschalen. Voor elke opschaling
zal kapitaal nodig zijn. En daar willen wij graag aan bijdragen.’
Goed gevoelNet als de NOM besloot ook NNIM AttachingIT financiering
te verstrekken. NNIM is een club van tien investeerders uit
Noord-Nederland die investeert in veelbelovende regionale
startups. ‘Maar wij moeten daar uiteraard wel een heel goed
gevoel bij hebben’, zegt Martin Peper van NNIM. ‘En bij
AttachingIT hadden we dat direct. Ze hadden gewoon een
goed verhaal. Het businessplan zag er uitstekend uit, het
product is verkoopbaar en ook beschikken ze over een prima
trackrecord en een aansprekende lijst van prospects. In alles
is AttachingIT een Noord-Nederlands bedrijf om trots
op te zijn.’
‘Een Noord-Nederlands bedrijf om trots op te zijn’
Bekijk AttachingIT ook via www.nom.nl/attachingit
33
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
NOM KIJKT OM
Het ontstaan van De Nieuwe Band vindt zijn oorsprong
in de vorige eeuw. In de jaren 60 en 70 gingen steeds
meer mensen op zoek naar andere manieren om met
elkaar en met de wereld om te gaan. André Teeuwen was
in die tijd werkzaam in de accountancy, en hij was het
alleen maar bezig zijn met geld meer dan zat. Gedreven
door idealen sloot hij zich aan bij een arbeiderscollectief,
waarin een diverse groep van mensen, waaronder leraren,
boeren en maatschappelijk werkers, begon mens- en
milieuvriendelijk voedsel vanuit schuur of kelder te
verkopen. ‘Wat we wilden was een duurzame landbouw,
producenten een eerlijke prijs geven en samen in de
winst delen’, vertelt André. ‘Voor ons toen al de normaalste
zaak van de wereld.’
Zo kwam het dat André eind 1982 een van de oprichters
werd van wat we nu nog kennen als coöperatie De Nieuwe
Band, destijds een van de 11 regionale groothandel-
bedrijven die, vanuit Marum, het hele palet aan bio-
logische producten uit Nederland leverden. Midden
jaren negentig ontdekten commerciële bedrijven ook de
groeiende belangstelling van consumenten voor deze
producten, en ze begonnen deze ‘alternatieve’ regionale
groothandels te beconcurreren. Hierdoor ging het ene na
het andere handelsbedrijf failliet, en begonnen winkeliers
uit het hele land de ‘alternatieve’ noorderlingen te bellen.
Reden voor De Nieuwe Band om het assortiment uit
te breiden en voortaan ook biologische producten van
buiten Nederland te leveren.
Eerlijk duurt het langstAndré Teeuwen is een van de oprichters en tevens lid
van De Nieuwe Band, een onafhankelijke coöperatie
en groothandel in biologische voeding, gevestigd in
Marum. ‘Toen De Nieuwe Band in 1983 begon werd
er gekscherend over onze manier van ondernemen
gedaan’, vertelt André, ‘nu merk je dat duurzaamheid,
betrokkenheid en fair trade hele normale begrippen
zijn geworden. Daar hebben wij de afgelopen 30 jaar
hard aan gewerkt.’
De Nieuwe Band informeert zich op locatie. Op de foto vertelt Xavier (links op de foto),de landbouwingenieur van de coöperatie, hoe in het voorjaar de druiven gesnoeidmoeten worden. André Teeuwen luistert aandachtig.
34
• F E B R U A R I 2 0 1 5
34
De NOM natuurlijkHet ondernemerschap van De Nieuwe Band pakte goed
uit. De coöperatie kreeg steeds meer leden, het assortiment
groeide flink en de omzet bleef stijgen. Dat leidde ertoe
dat er in 2005 weer een belangrijk besluit moest worden
genomen vertelt André. ‘Als je totaalleverancier wilt zijn
en je weet dat natuurvoedingswinkels soms meer dan
10.000 producten verkopen, dan moet je als groothandel
daarvan een substantieel deel kunnen leveren. Dat
betekende voor ons dat we meer ruimte nodig hadden
om met de concurrentie mee te kunnen.’ De coöperatie
klopte opnieuw aan bij de NOM. Inderdaad opnieuw, de
eerste keer was in 1992 om het eerste pand in Marum te
kunnen financieren. De tweede keer was om datzelfde
pand in oppervlakte te kunnen verdubbelen. André
verklaart de keuze voor de NOM als weloverwogen. ‘De
NOM, dat stond voor de noordelijke ontwikkelingsmaat-
schappij waarbij winst niet het oogmerk was maar juist
het genereren van werk en samenwerking. En dat sprak
ons aan.’
Er werd een achtergestelde lening verstrekt en de NOM
leverde gevraagd en ongevraagd kritisch en prikkelend
advies. Het contact met de NOM had ook een interessant
bij-effect, weet André zich te herinneren. ‘Het zorgde
ervoor dat we een betere uitstraling kregen bij andere
banken. Als je begint als coöperatie zonder geld, duurt
het lang voordat ook dat soort partijen je gaat zien als
een solide bedrijf.’
GroeispurtIn 2015 is de werkwijze van De Nieuwe Band onver-
minderd succesvol. Het assortiment telt meer dan 3.000
producten uit landen over de hele wereld: Turkije,
Griekenland, Spanje, Portugal, China, Ecuador, Palestina,
Noord-India, om er maar eens een paar te noemen. Het
ledenaantal telt ruim 80 biologische winkels, verdeeld
over Nederland en België, en er zijn zo’n 50 medewerker-
leden. En de omzet? Die blijft maar stijgen, aldus André.
‘Zo’n drie jaar geleden draaiden we 15 miljoen omzet.
Maar door een groeispurt de afgelopen twee jaar zitten
we inmiddels al op 20 miljoen.’
Stabiele bedrijfsvoeringAndré is ervan overtuigd dat de coöperatievorm bijdraagt
aan de succesvolle resultaten. ‘Coöperaties zijn gekend
om hun langetermijnvisie en de grote betrokkenheid
van de leden. Wij proberen met zijn allen eerlijk te zijn
en andere mensen eerlijk te behandelen. Als je een ander
ook een goede prijs gunt of een dienst verleent om niet,
krijg je dat bijna altijd terug. Mensen zijn van nature
erg geneigd om te delen en te geven. Dat wordt vaak
verschrikkelijk onderschat.’
Aan de beginselen van De Nieuwe Band is nooit getornd:
biologische producten leveren die sociale meerwaarden
hebben. ‘We zijn en blijven op zoek naar producten met
een eigen verhaal. Bijna al onze Europese leveranciers
kennen we persoonlijk. We bevragen ze en willen zoveel
mogelijk van ze weten. Gaat een producent goed met
zijn werknemers om? Levert het product een bijdrage
aan de biodiversiteit?’ André vertelt dat hij zelf ook
graag producenten bezoekt. ‘Die mensen vinden het
prachtig dat je bij ze komt kijken, ze staan je vol harts-
tocht hun verhaal te vertellen. Uiteindelijk vind je dat
allemaal terug in dat potje of zakje dat wij leveren.’
Overigens wordt de hoge sociale kwaliteitsnorm van De
Nieuwe Band zorgvuldig bewaakt. De afgelopen jaren is
soms ook, als dat nodig was, resoluut afscheid genomen
van bekende producenten.
Verder bouwenEen vooruitblik? De toekomst ziet er zonnig uit. Er spelen
gedachten om ook consumenten meer bij De Nieuwe
Band te betrekken. Om een community op het web te
creëren. En er zijn alweer plannen om nieuw te bouwen.
André kan zich voorstellen dat daarvoor alternatieve
financieringsmethodes worden aangewend. Crowd-
funding bijvoorbeeld? De coöperatie is zich volop aan
het oriënteren.
www.denieuweband.nl
NOM kijkt om!Hoe gaat het eigenlijk met de bedrijven waar NOM in het ver-
leden in participeerde? In deze rubriek kijken we samen met
ondernemers terug naar de ontwikkeling tussen toen en nu.
Eerlijk duurt het langst
Boer Piet van Zanten inspecteert zijn Groninger kapucijners
35
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
35
Het kleine Winpac was al lang voor de overname een
vertrouwde naam bij Pyroll, want de branche waarin beide
bedrijven opereren kent niet veel spelers. Pyroll, een familie-
bedrijf in het kleine stadje Syltakylä aan de zuidkust van
Finland, is één van de grootste, met een omzet van € 90 mln
en 500 werknemers in 14 vestigingen in Finland en Polen.
Het bedrijf verwerkt papier en karton voor de grote Scandi-
navische papierindustrie.
Ook de fabriek in Winschoten snijdt al dertig jaar, onder
verschillende eigenaren, enorme rollen papier van de in-
dustrie op maat ten behoeve van de verpakkingsindustrie.
Het is een service die papierfabrikanten inkopen, omdat
dat soms net iets goedkoper en vooral beter is dan zelf doen.
De papierindustrie wil graag dat het gebeurt in de buurt
van de klanten en daarvan zijn er veel in West-Europa.
Vandaar dat Pyroll grote behoefte had aan een uitvals-
basis in deze regio, vertelt de nieuwe vestigingsmanager
Tero Karstikko. ‘We kenden Winpac natuurlijk, want
het opereert in dezelfde markt als wij. Het is een ideale
locatie, met goed personeel. Toen we hoorden dat er
overnamekansen waren, hebben we meteen contact
opgenomen.’
Daarbij kwam ook de NOM om de hoek kijken want Pyroll
stond voor een aantal lastige beslissingen. Zo moest
onder meer worden uitgerekend wat goedkoper was,
nieuwbouw op een andere locatie of doorgaan met de
bestaande fabriek aan de Papierbaan in Winschoten.
‘Wij hebben Pyroll geholpen met die keuze, met behulp
van bedrijfsmakelaars,’ vertelt Wubbo Everts van NOM
Foreign Direct Investment. Daarnaast regelde de NOM,
NOM begeleidt overname Winpac
Winschoten is poort vanEuropa voor Fins Pyroll
Papier- en kartonsnijder Winpac in Winschoten vaart voortaan verder onder Finse vlag. Het
bedrijf werd een maand geleden overgenomen door papierverwerker Pyroll, met vestigingen
in Polen en Finland. Het bedrijf ziet Winschoten als de poort naar West- en Centraal Europa. De
dertig werknemers van het voormalige Winpac houden hun werk. Ze zijn met hun ervaring en
kunde meer dan welkom. Vestigingsmanager Tero Karstikko verwacht dat hij op korte termijn
kan uitbreiden.
• F E B R U A R I 2 0 1 5
36
zoals gebruikelijk bij buitenlandse acquisities, ook de con-
tacten met bijvoorbeeld het UWV en het college van B&W
in Oldambt. Financiering en subsidies waren in dit geval
niet nodig, zodat de bemoeienis met het bedrijf formeel
gezien is afgesloten. Maar de NOM zal ook de komende ja-
ren regelmatig contact met het bedrijf onderhouden om te
horen hoe het gaat en of er nog wensen zijn, bijvoorbeeld
bij de werving van nieuw personeel.
Op het persoonlijke vlak werden Karstikko en zijn gezin
begeleid door Monique Breithaupt van het Groningse
servicebureau Connect International dat alles rond de
verhuizing naar Groningen regelde.
Al deze begeleiding, zowel zakelijk als privé, neemt vele
drempels weg en zorgt voor een ‘warme start’ in Noord-
Nederland, zegt een tevreden Karstikko: ‘Het is natuurlijk
niet de noodzakelijke vestigingsvoorwaarde, maar het
maakt de stap naar deze regio wel makkelijker. Ik woon
inmiddels in de stad en het is een heerlijke compacte stad
met alle voorzieningen dichtbij. Wat me ook bevalt aan
deze regio is dat de mensen er zo open zijn, vergeleken met
de Finnen.’
Karstikko verwacht dat Pyroll op korte termijn zal investeren
in het voormalige Winpac om de productie uit te breiden.
Nu werken er ongeveer dertig mensen, waarvan het grootste
deel met een vast contract. ‘Het is erg goed personeel, dat
precies in huis heeft wat wij vragen. We hopen de komende
tijd geleidelijk de productie op te voeren. Hoeveel banen er
tenslotte bij komen durf ik niet te zeggen.’
Dat hangt onder meer af van de markt en die is moeilijk
te voorspellen. Papier en kartonproducenten doen een
deel van het op maat snijden zelf en besteden de rest uit
aan specialisten. Alles hangt dus af van het aandeel dat
wordt overgelaten aan Pyroll en zijn branchegenoten: ‘Wij
kunnen veel sneller reageren op vragen van de klanten uit
de verpakkingsmarkt dan de industrie en het is voor ons
makkelijker om maatwerk te bieden dan voor de papier-
producenten. We zitten bovendien dichter bij de klanten.
Dat zijn voordelen die de industrie ook wel ziet. Een kleine
verschuiving van dat aandeel betekent gelijk veel meer werk
voor ons.’
Een buitenlandse acquisitie is altijd belangrijk voor de
NOM, en het betekent ook weer nieuwe kansen op een
goed vervolg, zegt Everts: ‘De vestiging van een buitenlands
bedrijf is voor Noord-Nederland belangrijk. Als Pyroll hier
graag zit biedt dat ons weer aanknopingspunten om mis-
schien ook andere Finse bedrijven hierheen te halen.’
Connect International Connect International is een Groningse organisatie die de
internationale gemeenschap in Noord Nederland begeleidt
bij eerst de verhuizing en vervolgens het wonen in deze
regio. Het biedt praktische hulp bij bijvoorbeeld het
zoeken naar een huis, het vinden van een school voor de
kinderen, het afsluiten van verzekeringen en die andere
duizend dingen die komen kijken bij een verhuizing
naar het buitenland. Daarnaast organiseert Connect
International evenementen en activiteiten waardoor de
expats met elkaar in contact komen. Zo was relocation
coördinator Monique Breithaupt één van de eerste
Groningers waar Tero Karstikko contact mee had: ‘Wij
konden hem helemaal ontzorgen bij zijn verhuizing
naar Groningen. Het was niet makkelijk om een geschikt
huis te vinden, maar inmiddels is alles rond, zitten zijn
kinderen op een leuke school en hoefde hij zich niet
door een berg formulieren heen te worstelen.’
Ook Karstikko kijkt tevreden terug op de hulp van
Connect International: ‘Het contact was meteen prettig.
Alles verliep vlot en zonder problemen. Het geeft me
het gevoel dat ik hier welkom ben.’
Op de foto vlnr, NOMMER Wubbo Everts, Tero Karstikko van Pyroll en Monique Breithaupt van Connect International
Wubbo Everts
Accountmanager Foreign Direct Investment NOM
T (06) 215 184 97 • E [email protected]
37
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
De ambitie is groot bij PendraCare. En daar is ook alle
reden voor. Het bedrijf uit Leek is in staat om de markt
te verrijken met steeds meer innovaties. Daarover straks
meer. PendraCare ontwikkelt en produceert katheters
voor onder meer cardiologische, radiologische en uro-
logische toepassingen. Al sinds de oprichting in 2001
speelt productontwikkeling een cruciale rol. Zo wordt
met een eigen team van R&D engineers intensief gewerkt
aan nieuwe innovatieve producten voor uiteenlopende
toepassingen.
Smart kathetersPendraCare werd in 2011 overgenomen door Wellinq,
een medisch-technologisch bedrijf met activiteiten in
sensoring en medische hulpmiddelen. Ook Sentron uit
Roden is een in Noord-Nederland gevestigde dochter-
maatschappij van Wellinq. Sentron ontwikkelt, fabriceert
en verkoopt sensoren en meetapparatuur. ‘Beide bedrijven
vullen elkaar in de huidige en toekomstige markt perfect
aan’, vertelt Barry de Reuver, COO van Wellinq en tevens
algemeen directeur van PendraCare. ‘Door de sensoren te
combineren met katheters kunnen we intelligente devices
maken. En juist het ontwikkelen van deze zogeheten smart
katheters is een belangrijk onderdeel van de strategie
van Wellinq. Door een katheter te voorzien van een sensor
kun je niet alleen op een non-invasieve manier, dus
zonder dat de ingreep belastend is voor de patiënt, op een
bepaalde plek in het lichaam komen, maar kun je ook op
die plek relevante metingen doen. PendraCare is sterk
in onderzoek en ontwikkeling, maar heeft ook veel kennis
en ervaring in het efficiënt produceren van katheters. Op
zowel kleine als op grote schaal. In Nederland zijn er maar
weinig partijen die dat kunnen.
Mondiale topInmiddels telt PendraCare 80 medewerkers en verkoopt
het producten in meer dan 25 landen. Het bedrijf verkoopt
onder het eigen merk, maar ook worden producten ont-
wikkeld en geproduceerd voor gerenommeerde strategische
Slimme katheters uit LeekPendraCare, een ontwikkelaar en producent van smart katheters uit Leek, is sinds 2011
onderdeel van Wellinq. Sindsdien is er veel veranderd. Uitsluitend in positieve zin. ‘Er zijn veel
mogelijkheden voor doorgroei’, zegt Laurens Kruize, Investment Manager van de NOM.
38
• F E B R U A R I 2 0 1 5
internationale partners. ‘De producten van PendraCare
gaan echt de hele wereld over’, benadrukt Laurens Kruize,
Investment Manager van de NOM. ‘Heel verwonderlijk is
dat niet. Op het gebied van life sciences behoort Nederland
tot de absolute mondiale top. En dan is het natuurlijk
fantastisch dat een aantal sterke spelers, waaronder dus
PendraCare, afkomstig is uit Noord-Nederland. PendraCare
heeft bovendien tal van mogelijkheden voor een verdere
doorgroei, onder meer door het benaderen van nieuwe
markten en doelgroepen. Om de organisatie te helpen
sneller nieuwe innovatieve producten op de markt te
brengen heeft de NOM besloten een lening aan PendraCare
te verstrekken.’
Nieuwe mogelijkhedenMomenteel werken PendraCare en Sentron intensief
samen aan het ontwikkelen van nieuwe smart katheters.
Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van de expertise van
Blue Medical Devices, eveneens een dochtermaatschappij
van Wellinq, dat actief is op het terrein van medische
producten voor de behandeling van hart- en vaatziekten.
Zo maakt Blue Medical Devices onder meer diverse ballon
katheters voor de interventie cardiologie. Als voorbeeld
van een nieuwe productontwikkeling noemt Barry een
katheter voor het verrichten van een Fractional Flow
Reserve, kortweg FFR-meting. ‘Een FFR-meting is een
drukmeting in de kransslagader om te bepalen hoe ernstig
een vernauwing is’, legt hij uit. We zijn al in een gevor-
derd stadium om voor zo’n diagnose een smart katheter
te ontwikkelen op basis van een combinatie van techno-
logieën van Blue Medical Devices, Sentron en PendraCare.
De katheter wordt op dit moment door de engineers van
PendraCare verder uitontwikkeld. Daarnaast zijn we bezig
om op basis van onze expertise en capabilities producten
te ontwikkelen voor het vatenstelsel buiten het hart en in
het maag- en darmkanaal. Op die manier boren we continu
nieuwe markten aan. Maar ook richten we ons met be-
staande producten op nieuwe regio’s. Sinds ongeveer een
jaar verkopen we nu ook in de Verenigde Staten en zijn
we druk bezig om deals te sluiten in Latijns-Amerika. Zo
blijven we ons op alle fronten doorontwikkelen.’
Slimme katheters uit Leek
Laurens Kruize
Investment Manager NOM
T (06) 505 177 05 • E [email protected] PendraCare ook via www.nom.nl/pendracare
39
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
DRIJFVEREN
Gerdy Geersing is een spraakwaterval die meteen energie genereert. Deskundige inhoud gaat bij
haar hand in hand met passie en bevlogenheid, omdat het werk dat ze doet helemaal klopt met wie
ze is. Als gedegen organisatiepsycholoog koos ze een inspirerende weg met de oprichting van
&Talent: een BV als kernbedrijf en daarnaast een eigentijds netwerk van zelfstandig professionals
(zp’ers) die de visie en werkwijze van &Talent uitdragen.
Innovatie is Gerdy’s grootste persoonlijke drijfveer. ‘Het zit in
mijn natuur om voortdurend nieuwe dingen te bedenken, te
doen en ze verder te ontwikkelen. Door mijn ondernemerschap
vorm te geven in een eigen bedrijf, creëer ik ruimte voor die
vernieuwing. Toch komt &Talent niet alleen voort uit mijn per-
soonlijke drijfveren. Er schuilt ook een inhoudelijk motief achter,
namelijk: innovatie van mijn vak op het snijvlak van organisatie-
psychologie, HRM en loopbaanontwikkeling. Duurzame inzet-
baarheid en flexibiliteit zijn grote thema’s in de dynamiek van
de huidige arbeidsmarkt en dat vraagt om energie, ruimte en
initiatief. Terwijl een veelgebruikt HR-instrument als competentie-
management mensen juist in hokjes stopt en afrekent op tekort-
komingen. Het begin van &Talent was mijn overtuiging dat
talentontwikkeling veel meer potentie heeft.’
Zin in veranderingTalentmanagement bestond al, maar was vooral bedoeld voor
high potentials. Gerdy zette juist in op een nieuwe vorm van
talentontwikkeling met een toegankelijke, pragmatische aanpak
die mensen en organisaties vanuit hun eigen energie in bewe-
ging zet. ‘Het hoeft allemaal niet zo zwaar. In mijn werk als
zelfstandig organisatiepsycholoog merkte ik dat veel bedrijven
huiverig waren voor talentontwikkeling. Vaak wegens het voor-
oordeel van lange, dure trajecten met uitkomsten die niet in de
standaard functieprofielen passen. Ik wist dat het veel simpeler
en vooral ook leuker zou kunnen, zodat mensen weer zin krijgen
in verandering. Daarom heb ik vijf jaar geleden met twee partners
&Talent opgericht en hebben we ons bedrijf uitgebouwd met
een flexibele schil van ondernemende zp’ers in het &Talent net-
werk. Samen zetten we immers nog veel meer in beweging.’
Vanzelfsprekend vormen het talent en de drijfveren van de
mensen achter &Talent het uitgangspunt voor alle aangeboden
diensten, concepten en producten. ‘Het feit dat die zeer goed
aanslaan, maakt ons tot een voorbeeld dat aantoont hoeveel
werken vanuit talenten kan opleveren. Niet alleen in geld, maar
vooral in energie, netwerken, ontwikkeling en innovatie. Neem
de boeken die we uitbrengen via onze eigen uitgeverij. Die
begonnen als een soort hobbyproject en nu zijn ze belangrijke
visitekaartjes van ons bedrijf. Bovendien kan iedereen er zelf
mee aan de slag. Dat is zo mooi, want soms is er maar een klein
zetje nodig om nieuwe energie te genereren. Meer vanuit je
talent gaan werken betekent heus niet altijd dat er meteen
een grote omslag nodig is. Elke verandering en elk nieuw doel
beginnen met kleine stapjes.’
Potentie benuttenGevestigde ondernemers zullen dat herkennen. Zij begonnen
immers ook ooit met een droom of een goed idee en zijn - op
basis van hun eigen talenten - stapsgewijs gaan bouwen aan het
Drijfveren &Talent motor achterinnovatie
40
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Drijfveren zijn een belangrijke motor achter groei en
ontwikkeling, maar in hoeverre zijn bedrijven in Noord-
Nederland daar bewust mee bezig? En hoe pakken ze
dat aan? NOM is nieuwsgierig en interviewt voor deze
rubriek organisaties die hun beweegredenen actief
onderzoeken.
bedrijf dat er nu staat. Maar
wie eenmaal personeel in
dienst heeft, vergeet volgens
Gerdy door alle druk en ver-
antwoordelijkheden gemak-
kelijk hoeveel energie je kunt
genereren door drijfveren
en talenten aan te (blijven)
spreken bij jezelf én anderen.
‘Iedereen die mensen aan-
stuurt, heeft eisen en wensen
ten aanzien van deze mede-
werkers. Ze zoeken de beste
man of vrouw voor de klus en dat is logisch. Maar functieprofielen
en competentielijsten zijn een valkuil, want als die niet helemaal
aansluiten bij de talenten van medewerkers, blijft een groot deel
van hun potentie onbenut. Daarom is het zo zinvol om aandacht
te besteden aan talentontwikkeling.’
‘Vernieuwen is een noodzaak in deze dynamische tijd’, vervolgt
Gerdy. ‘Bedrijven verwachten daarom flexibiliteit van medewerkers,
maar dat is alleen haalbaar als mensen ruimte krijgen om zich te
ontwikkelen. Het is slim om daarbij hun drijfveren en talenten
als uitgangspunt te nemen, die vormen immers de sleutel tot
duurzame inzetbaarheid. Wees niet te bang om kleine vuurtjes
aan te wakkeren, want iedereen beseft dat praktisch denken net
zo belangrijk is als dromen. Medewerkers willen ook dat hun
schoorsteen rookt. De uitdaging zit in de vertaalslag: hóe ga je talent
ontwikkelen en vooral benutten in de dagelijkse praktijk? Het
hoeft heus niet groots en meeslepend, vaak zijn kleine dingen al
genoeg, zoals een interne stage, een nieuwe combinatie van taken of
een wisseling van rollen. Het belangrijkste is energie genereren, zodat
mensen weer zin krijgen in verandering, in plaats van dat ze er bang
voor zijn.’
Om de beren heenDe mitsen en maren kent &Talent als geen ander, want die horen
ze regelmatig van hun klanten. ‘We leven in onzekere tijden en
bij angst trappen zowel managers als medewerkers snel op de rem
of ze schieten in de controlemodus. Terwijl we in deze uitdagende
tijd juist nieuwe energie nodig hebben! Inspiratie is daarom een
essentieel ingrediënt bij &Talent, maar tegelijk is onze werkwijze
heel pragmatisch. Gewoon beginnen werkt het beste, in kleine
stapjes. We leiden cliënten om de beren op de weg heen, op
weg naar een loopbaan met meer ruimte voor hun drijfveren en
talenten. Het begint met een andere mindset en creatief kijken
naar mogelijkheden. Wij kunnen daarbij helpen met coaching,
workshops, talentscans en online tests, maar mensen kunnen
ook prima zelf aan de slag op basis van onze boeken. En binnen
bedrijven kunnen we zowel met complete teams of HR-mensen
aan de slag als met individuele medewerkers. Als er maar vuurtjes
worden aangewakkerd.’
Daarna is het de kunst om de vlammetjes niet te laten uitdoven.
‘Talent heeft regelmatig voeding nodig’, benadrukt Gerdy. ‘Want
zonder inspiratie neemt de automatische piloot het over, vaak
ten koste van de oorspronkelijke bron van energie en ideeën.
Zelf heb ik ervaren hoe de waan van de dag een zware wissel
trekt op vernieuwing, tijdens een te drukke periode waarin ik
teveel dezelfde dingen deed. Toch vond ik het heel moeilijk om
te delegeren. Toen ik eindelijk durfde los te laten, kreeg mijn
talent weer volop ruimte. Ik bedacht prompt nieuwe dingen en
door innovatie kon ons bedrijf verder groeien en bloeien. Zodra
ik zag wat het me allemaal opleverde, wist ik hoe belangrijk het
is om ruimte te blijven maken voor talent. Dat wil ik ook graag
meegeven aan andere ondernemers. Maak tijd vrij voor inspiratie
en keer weer terug naar de bron: waarom ben je hier mee
begonnen? Zoek desnoods een sparringpartner die je prikkelt
met vragen, zodat je weer nieuwe stappen kunt zetten vanuit je
drijfveren en talenten.’
Meer plezierWat geldt voor ondernemers, geldt uiteraard ook voor hun
medewerkers. ‘Niemand heeft zekerheid op de huidige arbeids-
markt, maar iedereen heeft talent. Waarom zou je dan blijven
hangen in problemen en beperkende gedachten? Wij kiezen
voor een positieve en vooral productieve benadering, omdat
we uit ervaring weten dat mensen vooral excelleren als ze hun
talenten optimaal benutten. Talentontwikkeling werkt voor alle
partijen, zo simpel is het. En het geeft nog meer plezier ook. We
weten inmiddels vanuit wetenschappelijke hoek dat top down
veranderingen doordrukken echt niet werkt. Aanhaken bij de
energie van mensen en voortborduren op hun eigen verhaal zet
daarentegen juist wél verandering in gang, een positieve boven-
dien. De motor achter innovatie zijn drijfveren en talenten. Je
hoeft ze alleen maar te ontdekken en er op een pragmatische
manier ruimte aan te geven in het dagelijks leven en werk.’
Hoe je dat het beste kunt aanpakken? Dát is het grote talent van
Gerdy Geersing en haar team. Zij stellen het graag beschikbaar
aan iedereen die een zetje nodig heeft. Lees meer op:
www.entalent.nl
41
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Uniek profiel opbouwenOm de ambities van de noordelijke hightech industrie kracht bij
te zetten is het afgelopen jaar de Taskforce HTSM Noord-Nederland
van start gegaan (zie kader). Deze Taskforce overkoepelt de
belangrijkste hightech-organisaties en bedrijven en is een soort
permanente denktank die een agenda opstelt en lobbyt voor de
hightech-industrie, zowel in Noord-Nederland als daarbuiten.
Dat werpt inmiddels zijn vruchten af. Het topteam HTSM ziet
het Noorden als een belangrijke hightech regio in wording. Die
erkenning is er nu ook bij de noordelijke bestuurders. HTSM is
inmiddels opgenomen in de Noordelijke Innovatie Agenda (de
NIA) en is daarmee het jongste noordelijke speerpunt, naast
water, energie, healthy ageing en de biobased economy.
Om een rol te kunnen spelen in de snelgroeiende hightech-
industrie moet een regio een uniek en herkenbaar profiel hebben.
Noord-Nederland wordt zeker geen ‘Brainport 2’ of ‘Klein Twente.’
Gelukkig beschikt het Noorden over specifieke competenties.
Het is voor de Taskforce belangrijk dat potenties kunnen worden
omgezet in substantiële en duurzame werkgelegenheid. Dat
heeft geleid tot de keuze van vier speerpunten:
‘Embedded Intelligence’ gaat over het toevoegen van de-
centrale intelligentie waardoor allerlei systemen (van dijken tot
akkerbouw) zichzelf gaan monitoren, analyseren en aansturen
zodat ze veel robuuster zijn dan traditionele systemen. Embedded
Intelligence is een belangrijk toepassingsgebied van big data
en nieuwe informatietechnologie, een van de specials van de
noordelijke HTSM-sector.
‘Advanced Materials’ gaat over nieuwe materialen (zoals
composieten, maar ook groene materialen) en over technieken
om deze te verwerken. Materiaalkennis is op topniveau aanwezig
en vormt een stille kracht achter de noordelijke hightech industrie.
Adaptive Manufacturing gaat over het ontwikkelen van
superefficiënte (foutloze en customized) fabrieken, met gebruik-
making van nieuwe informatietechnologie, ook wel aangeduid
als de vierde industriële revolutie. Doelstelling is om het Noorden
te positioneren als bakermat van smart factories. Met smart
factories wordt het mogelijk om in relatief dure regio’s grootschalig
te produceren, en om werk uit lagelonen-regio’s terug te halen.
Big Science gaat over het ontwikkelen van higtech instru-
menten voor wetenschappelijk onderzoek, met Astron en SRON
als wereldspelers. Een kleine specialisatie, maar belangrijk omdat er
veel wordt geïnnoveerd.
Vliegende start Taskforce HTSM Noord-NederlandSterk in big data ... Noord Nederland als bakermat van smart factories …
Materiaalkennis die het verschil maakt ... Datagateway to Europe ...
Vernieuwde crosslinks tussen online-bedrijven en de traditionele maakindustrie?
Noord-Nederland heeft alle ingrediënten in huis om uit te groeien tot een
hightech regio van wereldformaat. En dat is maar goed ook, want welke keuze Noord-Nederland ook maakt:
de toekomstige werkgelegenheid, op alle scholingsniveaus, zal voor een belangrijk deel moeten komen van de
hightech maakindustrie. De nieuwe ambities van het Noorden zijn bepaald niet onopgemerkt gebleven. De NOM
coördineert de activiteiten die in het kader van HTSM Noord-Nederland worden ontwikkeld.
De werkgroepIn zekere zin kan de Taskforce HTSM worden beschouwd als de op-
volger van Sensor Universe, waarmee het thema sensortechnologie
is verbreed tot ‘hightech systems and materials’, in lijn met het nationale
topsectorenbeleid. De Taskforce HTSM is geen nieuwe clusterorga-
nisatie, maar een coalitie van samenwerkende organisaties, met een
sturende rol van marktpartijen. Alle partners brengen capaciteit in
zodat de agenda gezamenlijk wordt ingevuld. Daartoe is een brede
werkgroep samengesteld, die bestaat uit Jan Post (Philips), Emmaly
Sibbes (Fokker), Daniela Mikkers (Astron), Allard van Dijk (Ministerie
van Economische Zaken), Monique Leijn (Provincie Drenthe),
Annemieke Galema (Rijksuniversiteit Groningen) en Joke Bruining
(Hanzehogeschool, namens de noordelijke hogescholen). De
Taskforce heeft geen bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar
uiteraard wel korte lijnen naar de bestuurders. De coördinatie is in
handen van Hans Praat van de NOM. Op www.htsm-nn.nl worden
de speerpunten, de belangrijkste innovatieprojecten en hightech
organisaties uiteengezet.
42
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Inhoudelijk zet de Taskforce dit jaar extra in op ‘technologie
voor personalized health.’ Het gaat daarbij om producten en
diensten om de gezondheid van consumenten preventief te ver-
beteren. De Taskforce wil vanuit de higtech industrie een flinke
bijdrage leveren om de ecostructuur te versterken zodat kennis
sneller wordt omgezet in nieuwe producten en nieuwe banen.
Personalized health is een unieke kans voor het Noorden om
een nieuwe banenmotor te worden. In overleg met de Taskforce
heeft de SER-Noord ‘personalized health’ meegenomen als één
van de twee icoonprojecten in haar Actieagenda voor groei in
Noord-Nederland, die op 6 maart wordt gepresenteerd.
Vliegende start Taskforce HTSM Noord-Nederland
Samenstelling Taskforce HTSMDeze Taskforce vertegenwoordigt de belangrijkste hightech initiatieven en organisaties
en bestaat uit: Ard van der Tuuk (gedeputeerde Drenthe, tevens voorzitter), Rob
Karsmakers (Philips), Rob Goossens (Fokker), Sibrand Poppema (RUG), Kor Visscher
(Innovatiecluster Drachten), Marco de Vos (Astron, mede namens het Drentse sensor-
cluster), Sander Oosterhof (NOM) en Jan Jaap Aue (Hanzehogeschool, mede namens
NHL en Stenden). Coördinator is Hans Praat van de NOM.
Hans Praat
Business Development Manager NOM
T (06) 215 184 93 • E [email protected]
Geslaagd congresEind november vond voor een uitverkochte zaal in De Nieuwe
Kolk in Assen het eerste HTSM-congres plaats. De keynote was
voor Amandus Lundqvist, het boegbeeld van het landelijke
topteam HTSM. Lundqvist feliciteerde Noord-Nederland met
deze krachtige organisatie en sprak de verwachting uit dat het
Noorden haar opmars als hightech regio zal doorzetten. De
speerpunten van de noordelijke higtech-industrie werden geïllu-
streerd met aansprekende pitches van Delta Industries (Embed-
ded Intelligence), KxA (Big Science), Rijksuniversiteit Groningen
(Advanced Materials) en Fokker (Adaptive Manufacturing). Na
het debat met de Taskforce werden de drie flagship-projecten
van HTSM Noord-Nederland op het podium gezet. Het zijn het
World Class Composite Solution Center rond Fokker, het Euro-
pean Centre for Exascale Techology (ERCET) en Region of Smart
Factories. Een uitgebreid verslag van de conferentie is te vinden
op de website (www.htsm-nn.nl).
De agenda voor 2015Het offensief voor de hightech industrie krijgt in 2015 een krachtig
vervolg. Onder het motto ‘Meet up with an up-and-coming
hightech region’ presenteert HTSM Noord-Nederland zich op
de Hannover Messe, de grootste industrie- en technologiebeurs
ter wereld. De presentie is onderdeel van het Holland Hightech
House. In de stand worden de vier speerpunten gepresenteerd
via projecten en deelnemende bedrijven.
Hannover Messe, gaat u mee?De Taskforce wil zoveel mogelijk noordelijke bedrijven, instellingen
en studenten laten kennismaken met dit geweldige hightech-
event en zet daarom op 14, 15 en 16 mei bussen in. Er geldt een
gereduceerd tarief voor studenten. Inschrijven voor deze busreis
kan via de website www.htsm-nn.nl.
De Nieuwe Kolk bruist tijdens het eerste HTSM-congres.
43
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Tijd om even rustig in te werken was er nauwelijks. De
vaart zat er van meet af aan goed in. Gelukkig houdt
Diederik Jongema het stuur stevig in handen, want snel-
heid minderen zal naar het lijkt voorlopig niet gebeu-
ren. ‘Het aantal aanvragen overtreft alle verwachtingen’,
zegt de Investment Manager van het Doefonds Fryslân.
‘We voorzien overduidelijk in een kapitaalbehoefte. Maar
bovenal laat het zien dat er in de provincie op innovatief
gebied heel veel gebeurt.’ Het Doefonds Fryslân werd in
de zomer van 2014 gelanceerd. Het is een initiatief van
de provincie Fryslân waarbij het beheer is uitbesteed aan
de NOM. Nu, een half jaar later, mag het met recht al
een succes worden genoemd.
Financiële slagkrachtHet fonds verstrekt financiering, in de vorm van leningen
en aandelenkapitaal, aan Friese MKB’ers met een innova-
tief idee en een gedegen businessplan. En dat is precies
wat veel ondernemers volgens Diederik tegenwoordig
nodig hebben. ‘In veel gevallen lukt het innovatieve
MKB’ers wel om een deel van de financiering binnen te
halen. Dat geld wordt dan vaak geïnvesteerd in de ont-
wikkeling van hun product of dienst. Maar vervolgens
ontbreekt het de ondernemers nogal eens aan financiële
slagkracht om ook daadwerkelijk te starten, om de markt
op te gaan. Natuurlijk, banken of andere investeerders
zijn soms best bereid om ondersteuning te bieden. Van-
wege de risico’s willen ze het echter zelden alleen doen.
Met een financiering uit het Doefonds Fryslân worden
twijfelaars gemakkelijker over de streep getrokken.’
Vijf financieringenInmiddels zijn vijf bedrijven door het Doefonds Fryslân
gefinancierd. Eén daarvan is de Zonderland Groep uit
Joure, waarover u in deze NOMMER uitgebreid kunt
lezen. Van de overige vier geven wij u hier een korte
beschrijving.
Prima start voor Doefonds Fryslân
Het gaat goed met het Doefonds Fryslân, het eerste provinciale fonds voor innovatieve
ondernemers in Noord-Nederland. In een half jaar tijd zijn door het fonds al vijf innovatieve
Friese MKB’ers gefinancierd. Om welke bedrijven gaat het? En wat maakt ze zo innovatief?44
• F E B R U A R I 2 0 1 5
JRH MotorsRevolutionaire innovatieJRH Motors uit Leeuwarden, geleid door Piet van der
Hoop en Keith Johnson, is een bedrijf in ontwikkeling
dat erin is geslaagd om Amerikaanse technologie voor
een warmwatermotor door te ontwikkelen. De nieuwe
motor, gevalideerd door de TU Delft, maakt het mogelijk
om energie uit warm water van een lagere temperatuur
te halen. De technologie bestond al langer, maar kon
alleen stoom of water hoger dan 90 graden verwerken.
Bij lagere temperaturen haalde de warmwatermotor niet
het juiste rendement. JRH Motors gaat ervoor zorgen dat
de motor ook bij de verwerking van water van 60 tot 90
graden rendabel is. ‘Diverse partijen zijn er driftig mee
bezig’, zegt Piet van der Hoop. ‘Maar het gaat erom wie
het als eerste echt voor elkaar krijgt. Het lijkt erop dat
wij dat zijn. De ontwikkeling is in principe klaar. Met
behulp van de financiering van het Doefonds Fryslân
kunnen proefmodellen worden ontwikkeld, om zo
potentiële klanten te overtuigen van de meerwaarde van
de nieuwe motor. Het is een revolutionaire innovatie
waarmee we vooral de geothermie in Nederland een
enorme boost kunnen geven.’
De Hout MakersHoogwaardige halffabricatenDe Hout Makers, binnenkort gevestigd in Heerenveen,
is gespecialiseerd in het maken en verlijmen van massief
houten panelen en aanverwante producten voor de
trappen- en meubelindustrie. Het bedrijf richt zich vooral
op het op maat leveren van halffabricaten. Van oudsher
deed de industrie het maatwerk zelf, maar door de crisis
is de focus verlegd naar het standaardiseren van producten.
De Hout Makers is in dat gat gedoken en bedient opdracht-
gevers sindsdien met hoogwaardige halffabricaten. ‘We
kunnen van een rustieke houtsoort een product van
A-kwaliteit maken’, zegt directeur René Roorda. ‘Er zijn
maar weinig bedrijven die dat kunnen. Het Doefonds
Fryslân hebben we benaderd om te kunnen investeren
in ons machinepark. Veel bedrijven willen of kunnen
dergelijke investeringen niet meer doen. Ook dat geeft
ons een voorsprong in het aanboren van een nieuwe
markt. De vooruitzichten zijn dan ook erg goed.’
MakeMyDreamsSlimme spaarrekeningJaarlijks wordt er in Nederland zo’n vijf miljard euro be-
steed aan cadeaus. Veelal aan cadeaus waar de ontvanger
niet echt op zit te wachten. Totaal overbodige cadeaus
dus. Dat kan anders vonden Marc Kappetein, Okke
Meeuwes en Harold van Riel. Vandaar dat ze het initiatief
namen voor MakeMyDreams, het eerste crowdfunding
platform voor persoonlijke wensen. ‘Als deelnemer for-
muleer je je wens en open je via het platform een spaar-
rekening’, legt Marc uit. ‘MakeMyDreams gaat vervolgens
helpen om die spaarrekening ook daadwerkelijk vol te
krijgen.’ MakeMyDreams is dus een interactief sociaal
platform waar je je eigen droompagina met cadeau-
rekening krijgt. Zo geven jouw vrienden, relaties en
familieleden jou het allerleukste en allerslimste cadeau:
een bijdrage aan die grote wens. Dankzij een succesvolle
crowdfundingcampagne in combinatie met de betrokken-
heid en het doorzettingsvermogen van de ondernemers
wist Diederik de investeringscommissie van Doefonds
Fryslân er vrij gemakkelijk van te overtuigen om Make-
MyDreams een financiering te verstrekken. ‘Ik weet zeker
dat het concept de huidige cadeaumarkt behoorlijk op z’n
kop gaat zetten’, onderstreept Diederik.
(Meer weten over MakeMyDreams? Op www.doefondsfryslan.nl/
makemydreams en www.nom.nl leest u het hele verhaal
over het ontstaan en de ontwikkeling van dit innovatieve
cadeauconcept.)
BiotrackSnelle bacteriedetectiemachineBiotrack uit Leeuwarden is een bedrijf dat een bacterie-
detectiemachine, de zogeheten AquaScope, ontwikkelde
waarmee micro-organismen in vloeistoffen, zoals bac-
teriën, razendsnel kunnen worden gemeten. ‘De enige
methode die hiervoor nog steeds wordt toegepast is de
klassieke kweekmethode’, licht algemeen directeur Gerard
Schouten toe. ‘Je moet dan een groot aantal uren en
soms wel dagen wachten om te kijken hoe de bacteriën
zich ontwikkeld hebben, terwijl met behulp van de Aqua-
scope het hele protocol tussen de 30 en 50 minuten kan
worden doorlopen. ‘De ontwikkeling van de AquaScope
werd gefinancierd uit eigen middelen en met gelden uit
subsidies. Flinc keek in de eerste fase, als sparringpartner,
mee met de bedrijfsplannen en kwam met kritische tips
en adviezen. Maar wat heeft het Doefonds Fryslân voor
Biotrack betekend? Gerard: ‘De AquaScope is uitontwik-
keld en met de financiering uit het Doefonds wordt
Biotrack in staat gesteld om het product goed in de markt
te zetten en de organisatie verder te professionaliseren.’
Diederik Jongema
Investment ManagerT (06) 557 122 96 • E [email protected]
45
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Al van jongs af aan had Jochem Zonderland de droom
om een eigen bedrijf te beginnen. Vooral de landbouw
sprak hem aan. En dan met name de mechanisatie en
de handel daarin. In 2006 waagde hij de sprong. Jochem
startte in het Friese Joure het bedrijf Zonderland Machine-
handel, een groothandel in landbouwmachines. Hij
importeerde machines uit onder meer China, Turkije,
Polen, Italië en Spanje die hij vervolgens verkocht aan
opdrachtgevers in de gehele Benelux. Gangbare land-
bouwmachines, zoals weideslepen, rubberschuiven en
kippers. Helemaal tevreden was hij niet. De kwaliteit van
de geïmporteerde producten strookte geenszins met de
ambities van Zonderland Machinehandel. Jochem besloot
daarom in 2010 te zoeken naar mogelijkheden om de
landbouwmachines in eigen huis te produceren tegen
een aantrekkelijke prijs. Drie jaar lang werkte hij aan zijn
plannen. In januari 2013 resulteerden zijn inspanningen
uiteindelijk in de oprichting van een nieuwe entiteit
binnen het bedrijf: Zonderland Constructies, kortweg
ZoCon genoemd.
Nieuwe markten ontginnenSindsdien produceert ZoCon relatief eenvoudige, maar
kwalitatief hoogwaardige landbouwmachines. In grote
Nieuwe koers blijkt
Zonderland Machinehandel transformeerde zich in 2010 van een puur handelsbedrijf
naar een productie- en handelsorganisatie. Met ZoCon, een nieuwe
entiteit binnen het bedrijf, timmert de organisatie uit Joure
momenteel wereldwijd stevig aan de weg. ‘Nieuwe markten
verover je in onze branche vooral door voorraadhoudend te zijn.’
46
• F E B R U A R I 2 0 1 5
aantallen, zodat aantrekkelijke margevoordelen worden
gerealiseerd. Door het minimaliseren van het aantal
onderdelen en het volledig verzinken van halffabricaten
is ZoCon in staat om zeer robuuste producten te leveren.
Machines dus die onder alle omstandigheden gebruikt
kunnen worden en waarmee derhalve een brede markt
kan worden bediend. De nieuwe koers bleek een schot
in de roos. ‘Het afgelopen jaar hebben we ons razendsnel
ontwikkeld’, vertelt Jochem. ‘Om de groei ook in de toe-
komst te kunnen waarborgen heb ik contact gezocht
met de NOM. Wij doen veel export en hebben financiële
middelen nodig om nieuwe markten te ontginnen.
Nieuwe markten verover je in onze branche vooral door
voorraadhoudend te zijn. Wanneer je goede producten
direct uit voorraad kunt leveren kom je wereldwijd snel-
ler binnen bij nieuwe importeurs.’
Geweldige prestatieJan Martin Timmer, Investment Manager bij de NOM, was
meteen enthousiast over de ontwikkelingen binnen de
Zonderland Groep. Met de omzetting van een puur handels-
bedrijf in een productie- en handelsorganisatie heeft Jochem
een geweldige prestatie neergezet, zegt hij. ‘Hij is 24 uur
per dag met zijn bedrijf bezig, verdiept zich grondig in alles
wat er in de branche gebeurt en heeft een doordachte visie op
het vak. Bovendien heeft hij het pand in Joure zo ingericht
dat er de komende jaren een flinke groei gerealiseerd kan
worden. Zo heeft Jochem in samenwerking met een leve-
rancier een lasrobot ontwikkeld, waarmee de lasproductie
verder kan worden opgevoerd. Die machine ziet er echt
geweldig uit.’ Jan Martin besloot om ook Diederik Jongema
bij het project te betrekken. Diederik is Investment Manager
van Doefonds Fryslân, het eerste provinciale fonds voor
schot in de roos
Zonderland Groep verovert de wereld47
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Jan Martin Timmer
Investment Manager
T (06) 292 408 99 • E [email protected]
Diederik Jongema
Investment ManagerT (06) 557 122 96 • E [email protected]
innovatieve ondernemers in Noord-Nederland. ‘De NOM
en het Doefonds Fryslân werken in de kern onder dezelfde
voorwaarden en vanuit dezelfde insteek’, vertelt Diederik.
‘We kunnen daardoor vrij snel met elkaar schakelen. Als
je samen optrekt kun je in elk geval voor de komende
jaren binnen de Zonderland Groep zorgen voor een
gezonde financieringsstructuur. ‘Jan Martin en Diederik
deden onderzoek om de visie van de Zonderland Groep
te toetsen aan de realiteit. Zo werden er marktscans
bestudeerd, import/exportbalansen van landen waar
men naartoe wil bekeken en ook werden gesprekken
gevoerd met relevante personen. ‘Uit alles bleek dat voor
de Zonderland Groep een veelbelovende internationale
toekomst in het verschiet ligt’, benadrukt Jan Martin.
‘Zodanig dat de NOM en Doefonds Fryslân hun financie-
ringsvraag graag willen invullen.’
Opkomende marktDe NOM ondersteunt de Zonderland Groep met een aan-
jaagfinanciering, een achtergestelde lening waarmee de
organisatie letterlijk zaken wil aanjagen. Ook Doefonds
Fryslân verstrekt een lening. ‘Het is een sterk regionaal
bedrijf dat de wereld verovert met een geoptimaliseerd
kwaliteitsproduct dat ook nog eens laaggeprijsd is’, vertelt
Diederik. ‘Aan dergelijke producten is in de buitenlandse
markt grote behoefte.’ Naast tal van Europese landen
wordt inmiddels ook geëxporteerd naar Afrika, Nieuw-
Zeeland en Australië. En alles wijst erop dat het Zuid-
Amerikaanse continent daar binnenkort aan wordt
toegevoegd. ‘Zuid-Amerika is een opkomende markt die
wat betreft agrarische producten waarschijnlijk de derde
grootste afzetmarkt ter wereld gaat worden’, verduidelijkt
Jochem. ‘Ook daarvan willen we uiteraard profiteren.
Momenteel beschikken we over uitstekende contacten in
Uruguay. Naar verwachting wordt dat voor ons het eerste
exportland in Zuid-Amerika. Wij zijn nog steeds volop
in ontwikkeling en met hulp van de NOM en Doefonds
Fryslân is een belangrijk fundament gelegd om te blijven
doorgroeien.’
48
• F E B R U A R I 2 0 1 5
wint innovatieprijs watertechnologieOmdat directeur Jan Melein in verband
met een beurs in Den Bosch niet aanwezig
kon zijn werd de prijs - ondersteuning
op het gebied van PR en Marketing, ter
waarde van 10.000 euro - in ontvangst ge-
nomen door Tineke Willems. Telefonisch
gaf Melein aan erg blij te zijn. ‘Deze prijs
komt op het juiste moment, want we zijn
er nu klaar voor om de commerciële markt
op te gaan. Het is mooi dat we met deze
prijs vertrouwen en heel veel promotionele
ondersteuning krijgen.’
De innovatie kwam met name tot stand
dankzij een periode van research en deve-
lopment in het Waterapplicatiecentrum
(WAC), op de WaterCampus Leeuwarden.
De samenwerking met het WAC kwam
mede door bemiddeling van NOMMER
Alex Berhitu tot stand. Melein kijkt er met
plezier op terug: ‘Doordat de huisvesting
en laboratoriumfaciliteiten daar goed zijn
geregeld konden wij ons 100% concentreren
op de ontwikkeling van ons product’, aldus
de ondernemer.
Zoals gezegd kan Hydrowashr iedere
organisatie met toiletvoorzieningen forse
besparingen opleveren op het gebied van
water en energie. Sensors detecteren de
handen en vervolgens loopt het programma
volgens de ontwikkelaars volledig touch
free. Miljarden microscopisch kleine drup-
pels warm water in zeer snel stromende
lucht reinigen de handen. De lucht blaast
meteen het water van de huid af. Vervol-
gens wordt in een warme luchtstroom
nagedroogd. Volgens Hydrowashr is het
systeem met name een uitkomst voor
beheerders van luchthavens, tankstations,
restaurants en alle andere plekken waar
veel mensen hun handen willen wassen en
drogen. ‘De waterbesparing kan oplopen tot
350.000 liter water per jaar’, aldus Melein.
Het is de tweede keer dat de prijs wordt
uitgereikt. Vorig jaar won het Sneker bedrijf
BlueLeg Monitor.
Organisator Water Alliance kijkt tevreden
terug op het evenement. Directeur Hein
Molenkamp: ‘Er is niets leuker dan midden
in een branche te staan waar veel gebeurt,
waar beweging is en waar mooie samen-
werkingsverbanden tot stand komen. Dat
wij daar met een evenement als WaterLink
en met een WIS Award een stevige bijdrage
aan kunnen leveren is zeer inspirerend.’
Het watertechnologiebedrijf Hydrowashr uit Leeuwarden heeft de Water Alliance Innovation Stimulation Award
(WIS) 2015 gewonnen. Hydrowashr van de broers Jan en Ane Melein, ontwikkelde een innovatie waarmee met
een vooruitstrevende techniek handen bij toiletbezoek zowel gereinigd als gedroogd worden. En dat in slechts
15 seconden, zodat het tegelijkertijd energiezuinig is en weinig water verbruikt. Juryvoorzitter Cees Buisman
(Wetenschappelijk directeur Wetsus) liet weten onder de indruk te zijn van de koppeling van functionaliteit en
design en noemde ontwerper en directeur Jan Melein daarom de Steve Jobs van de watertechnologiesector.
Een tweede plaats was er voor
het bedrijf Metalmembranes.
De prijs werd uitgereikt tijdens
WaterLink, het symposium waar-
mee organisatie Water Alliance
haar vijfde verjaardag vierde in het
WTC Leeuwarden.
Alex Berhitu
Business Development Manager Watertechnologie NOM
T (06) 255 472 69 • E [email protected]
Een trotse Tineke Willems toont namens Hydrowashr
de Innovation Stimulation Award. Links NOMMER
‘thumbs up’ Alex Berhitu.
49
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Kw
ette
rs
!K
we
tter
s!
Evenementen DrentheInternationaal Filmfestival Assen
14 en 15 maart 2015
Het Internationaal Filmfestival Assen
vrouw & film is een tweedaags festival met art house films en documen-
taires uit de hele wereld waarin vrouwelijke regisseurs en verhalen van en
over vrouwen centraal staan.
In totaal zijn ruim 45 titels te zien. Jaarlijks wordt een Festival Trofee uitge-
reikt aan een vrouw die een positieve bijdrage levert aan de Nederlandse
filmwereld. Daarnaast is er vanaf dit jaar een podium voor opkomende
vrouwelijke filmmakers in het nieuwe programmaonderdeel Jong Talent.
Het festival vindt plaats in de vijf bioscoopzalen van De Nieuwe Kolk
in Assen.
Evenementen FrieslandBregePop Festival 2015
10 en 11 april 2015
BregePop Festival 2015 is een festival met veel entertainment, verschillende
muziekstijlen zoals pop, rock en dance, en daardoor een spektakel voor
jong en oud. Op het sfeervolle festivalterrein staan meerdere verwarmde
festivaltenten waar je kunt genieten van verschillende acts. Met de
‘BregePop Livestage’, de ‘Dance Palace’, de ‘Bregepub’, de ‘BregePop Beach
Bar’, de ‘Eetertainment’ tent en meer.
Evenementen GroningenBierfestival Groningen
10 en 11 april 2015
Op vrijdag 10 en zaterdag 11 april
vindt de vijfde editie van Bierfestival
Groningen plaats. Er wordt dan opnieuw
een breed scala aan nationale en inter-
nationale tapbieren en bieren op fles
gepresenteerd.
Naast bierbrouwerijen zijn er ook importeurs en retailbedrijven
aanwezig. Brouwers en vertegenwoordigers staan zelf achter de
verschillende stands.
Ook zijn er diverse masterclasses en wedstrijden.
Bron: www.uitzinnig.nl/festivals
Huren.nlHuren.nl is dé huurwebsite van Nederland waar
je eenvoudig verhuurbedrijven in je eigen buurt
vindt en kunt vergelijken. Of je nu op zoek bent
naar een bestelbusje of naar een partytent.
Bron: Frankwatching
GeniusTravel:Zoek vluchten op budget in plaats van bestemmingMet de app van GeniusTravel zoek en boek
je reizen op basis van je budget. Via een
price slider geef je aan wat je minimaal en
maximaal wilt betalen. Je ziet vervolgens
in één oogopslag wat je opties zijn en kunt
direct boeken.
Bron: Frankwatching
50
• F E B R U A R I 2 0 1 5
Topondernemersregeling voor studenten Hanzehogeschool GroningenMet de Topondernemersregeling kunnen talentvollestudentondernemers hun studie zeer effectief combineren met het ondernemerschap.
www.nom.nl/homepage/topondernemersregeling-voor-studenten-hanzehogeschool-groningen/
Broedplaats medische technologie: ruim 100 fte nieuwe banenDrenthe stelt ruim 3 miljoen euro beschikbaar voor deontwikkeling van een Health Hub in Roden. Doel is hetcreëren van nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheiddoor kennisuitwisseling.
www.nom.nl/life-sciences/broedplaats-medische-technologie-ruim-100-fte-nieuwe-banen
Economie groeit voor het eerst sinds 2011De groei was vooral te danken aan de ontwikkeling van de gezinsconsumptie, die 0,6 procent groeide, de export, die met 4,4 procent groeide in het vierde kwartaal, en een groei van de bedrijfsinvesteringen.
www.nom.nl/nieuws/economie-groeit-voor-het-eerst-sinds-2011
Noordelijke high tech-bedrijven spelen zich in de kijkerDankzij initiatieven als de Taskforce HTSM Noord-Neder-land en Region of Smart Factories ontwikkelt de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) zich steeds meer tot een belangrijke banenmotor voor het Noorden. Vooral op het gebied van Smart Industry, AdvancedMaterials en Big Data speelt de regio een steeds belang-rijker rol.
www.nom.nl/homepage/noordelijke-high-tech-bedrijven-spelen-zich-de-kijker
Bouwmarkt Bauhaus zoekt 140 medewerkers voor vestiging GroningenDe Duitse bouwmarktketen Bauhaus zoekt zo’n 140medewerkers voor de vestiging die het dit jaar zal openen aan de Bornholmstraat in Groningen.
www.nom.nl/werkgelegenheid/bouwmarkt-bauhaus-zoekt-140-medewerkers-voor-vestiging-groningen
PPG investeert 20 miljoen in fabriek DelfzijlDankzij de uitbreiding komen er ongeveer vijftien nieuwe arbeidsplaatsen bij in de silicafabriek.
www.nom.nl/homepage/ppg-investeert-20-miljoen-fabriek-delfzijl
Volop tevredenheid overopstart kaasfabriek A-WareIn de fabriek van A-Ware wordt gebruikgemaakt van de allernieuwste technieken. Zo doen robots een groot deel van het werk, rijden er onbemande heftrucks rond en wordt de productie grotendeels via beeldschermen gecoördineerd en gecontroleerd.
www.nom.nl/nieuws/volop-tevredenheid-opstart-kaasfabriek-ware/
Kijk voor vers nieuws dagelijks op nom.nl
Friese studenten ontwikkelenserious game voor veehouderijStudenten van de opleiding Game Design aan het Friesland College werken aan een serious game voor de veehouderij getiteld ‘De boerderij van de toekomst’.
www.nom.nl/ict/friese-studenten-ontwikkelen-serious-game-voor-veehouderij
51
• I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
Kleine startups ...
Startups, ze beginnen klein en voor je het weet zijn ze groot. En belangrijk. Voor de noordelijke
economie bijvoorbeeld. Maar dat gaat niet vanzelf natuurlijk. Ondanks hun ambities, onder-
nemersgeest en ideeën blijken startups vaak wel wat steun te kunnen gebruiken.
De NOM helpt graag. Dat doen we in de vorm van contacten met andere startende bedrijven,
potjes sparren met gevestigde ondernemers, of hulp bij het businessplan of financiering.
Dus, ben jij die startup die nog in de kinderschoenen staat maar graag hééél groot wil worden?
Laat van je horen.
kunnen hééél groot worden ...
D E S T A R T U P S V A N V A N D A A G Z I J N O N Z E A M B A S S A D E U R S V A N M O R G E N