nieuwsbrief aan(ge)dacht 2

10
reacties uit- of inschrijven [email protected] Beste ouders, collega’s en andere lezers, Hier is dan de tweede lezersbrief. Het is niet de bedoeling om maandelijks jullie te berichten; maar we konden niet meer wachten. De volgende brief is voor begin december. Misschien viel het reeds op dat het emailadres veranderd is.We hadden teveel problemen met het oude adres. Indien je wenst te reageren kan het dus op het adres links van deze tekst. Mochten er andere mensen geïnteresseerd zijn in onze berichten geef dan deze brief door. Op dit adres kunnen ze zich, via een simpel berichtje, inschrijven. Mocht je problemen ondervinden laat het ons weten; we moeten nog leren. Wie de eerste brief niet (goed) kreeg kan hem zonder problemen (opnieuw) aanvragen. Jan aan dacht ge Nieuwsbrief 2 oktober 2003

description

 

Transcript of nieuwsbrief aan(ge)dacht 2

reacties uit- of [email protected]

Beste ouders, collega’s en andere lezers,

Hier is dan de tweede lezersbrief. Het is niet de bedoeling ommaandelijks jullie te berichten; maar we konden niet meerwachten. De volgende brief is voor begin december.Misschien viel het reeds op dat het emailadres veranderd is.Wehadden teveel problemen met het oude adres. Indien je wenst tereageren kan het dus op het adres links van deze tekst. Mochtener andere mensen geïnteresseerd zijn in onze berichten geef dandeze brief door. Op dit adres kunnen ze zich, via een simpelberichtje, inschrijven. Mocht je problemen ondervinden laat hetons weten; we moeten nog leren. Wie de eerste brief niet (goed)kreeg kan hem zonder problemen (opnieuw) aanvragen.

Jan

aan dachtge

Nieuwsbrief 2oktober 2003

agenda: Sprankel is de vereniging van ouders van normaal

begaafde kinderen met leerproblemen. Zijorganiseren op 7 oktober om 20 u een infoavondmet als titel “Kinderen met leerproblemen :compenserende software voor Nederlands envreemde talen ?” spreker is Dirk Callebaut. Plaats:Gemeentelijke Basisschool Moeskroenstraat 5258930 Rekkem inl. www.sprankel.be

Gezin en Handicap organiseren “Inclusie…gewoondoen !” Tijdens deze avond staat men stil rond deopvang van een kind met een handicap binnen degewone klas. Dit gaat door op donderdag 23oktober 2003 in het KHBO Campus Garenmarkt 8te 8000 Brugge. Men start om 19 u 30 kostprijs€2,5 inschrijven 03/216 29 90

Maandag 17 november 2003in CC De Spilvormingsavond over ADHD & ADD en Tienersdoor Peter Glorieux auteur van “gevraagd :superouders “ Lannoo. Deze avond wordt ingerichtdoor Botien werkgroep tieners van de Gezinsbond.leden gezinsbond €1 niet-leden €3 voorafinschrijven bij Botien Werf 54 8970 Poperinge [email protected]

VzW Zit Stil organiseert op 27 november eensymposium voor hulpverleners over diagnostiek enbehandeling van ADHD bij kinderen, jongeren envolwassenen. Sprekers zijn prof. dr. M. Danckaertsover kinderen met ADHD, drs. J.J.S. Kooij overvolwassenen met ADHD en Hermien De Backer,gedragstherapeut, over psycho-educatie bij pubersmet ADHD.Inschrijven kan tot 7 november(beperkt aantal plaatsen!); prijs: €30,00.

Ook op 27 november nodigt Sprankel ons uit op “Wat als leerstoornissen zoals dyslexie endyscalculie samengaan met ADHD/ADD” sprekerPeter Glorieux. Deze avond gaat door te Torhout inde aula van het KATHO St.-Jozefstraat 1 aanvang20u inkom leden €1,5 niet-leden €4,5

inhoud :

In deze nieuwsbrief aandacht voor hetfietsen en het verkeer. Een thema datbij aanvang van het nieuwe schooljaarfel in de kijker stond. We formulerenenkele bedenkingen.

Vorige maand hadden we het nog overeen nieuw medicament “Concerta” .We laten jullie weten dat er nog meerop komst is. Strattera geen stimulerendmiddel maar even efficiënt. Het is nogniet zo lang op de Amerkaanse marktdus nog veel te vroeg om tebeoordelen ; maar wordt gevolgd.

Enkele weken geleden stond er eenartikel in Knack over Rilatine. Wenamen enkele fragmenten over waarbijProf. Marina Danckaerts aan hetwoord is. Zij is een vooraanstaanddeskundige op dit gebied voorVlaanderen.

We volgden een spreekbeurt overopvoeden door Dokter Jo Wieme . Webrengen hier een kort verslag van dezeboeiende avond.

Met een klavertje willen we devoordracht van 17 november noteren.Peter is een gewaardeerd spreker, dieop een gedreven manier begrip vraagtvoor de persoon met ADHD.Bovendien wordt op die avond ookeen getuigenis afgelegd door een jong-volwassene met ADHD.17 november een aanrader dus !!!

Strattera

Onlangs is het middel met de stofatomoxetine (merknaam Strattera) door deFDA (Food and Drug Administration) in deVerenigde Staten goedgekeurd voor debehandeling van ADHD bij kinderen,adolescenten en volwassenen. Strattera is eenmedicijn dat niet behoort tot de psycho-stimulantia en dus ook niet onder deopiumwet valt. Strattera lijkt behalve op deADHD-symptomen ook een gunstig effect tehebben op de stemming. Het is nog nietbekend wanneer Straterra beschikbaar komt.

In november 2002 werden de resultaten vaneen studie gepubliceerd, waarbij het effectvan eenmaal daags atomoxetine vergelekenwerd met placebo. Algemeen arts Ineke deNoord beschreef dit onderzoek vanMichelson, Allen, Busner ea, dat werdgepubliceerd in de American Joumal ofPsychiatry2).

Onderzoeksgroep en respons

Onderzocht werd een groep van 171patiënten met een gemiddelde leeftijd van 10jaar. Ze kregen gedurende zes wekenatomoxetine of een placebo. De verdelingjongens!meisjes was binnen beide groepengelijk (70,6% versus 29,4%). De groepenwaren vergelijkbaar wat betreft overigedemografische gegevens en wat betreft ernstvan de symptomatologie. De meestepatiënten hadden het onaandachtige ofgemengde subtype van ADHD. 48 patiëntenuit de atomoxetinegroep en 46 patiënten uitde placebogroep (kregen geen echtemedicatie) waren eerder behandeld met eenpsychostimulans.

Atomoxetine werd de eerste drie dagen ineen dosering van 0,5 mg/kg!dag eenmaaldaags gegeven. Gedurende de rest van deeerste week werd de dosis opgehoogd naar0,75 mg/kg/dag. Na de eerste week werd 1,0mg/kg!dag gegeven. Na vier weken werd aande hand van de Clinical Global Impression(CGI) de dosis eventueel verhoogd naar 1,5mg!kg!dag. De ernst van de symptomen in deatomoxetinegroep nam significant (duidelijk)af ten opzichte van de placebogroep (controlegroep). Zowel de aandacht, de hyperactiviteitals de impulsiviteit reageerden goed opatomoxetine. Er was slechts geringe uitval uitdeze onderzoeksstudie/ Twee patiënten uit deatomoxetinegroep vielen uit wegensbijwerkingen en één uit de placebogroep(wegens emotionele labiliteit). Als meestvoorkomende bijwerkingen werden maag- endarmklachten gerapporteerd.

Conclusie van de studie

Eénmaal daags doseren van atomoxetine lietgoede resultaten zien. De symptomen blekenook aan het eind van de dag niet toegenomente zijn. Eénmaal daags doseren lijkt dus netzo effectief als het eerder onderzochtetweemaal daags doseren. Het middel wordtgoed verdragen. Er werd nog geen onderzoekverricht naar het effect van atomoxetine invergelijking met Rilatine.

Overgenomen uit de nieuwsbrief 7 van SandraKooij (psychiater) en Ineke de Noord (algemeenarts in Netwerk ADHD bij volwassenen).

Uit Knack

ADHD.KINDEREN : Eerst een pilletje, dan naar school

In elke klas is er minstens één kind dat ‘s morgens een pilletje heeft geslikt. De verkoop vanRilatine, het medicijn dat bij ADHD-kinderen de hyperactiviteit onderdrukt en deconcentratie bevordert, kent de laatste jaren een enorme vlucht. Lopen we niet te hard vanstapel met die pillen? En zijn er alternatieven? Klaarheid in de verwarring rond dekinderziekte van de eeuw.

Tekst Ine Renson

Met de regelmaat van de klok overspoelen ze onze media: ontstellende verhalen overkinderen die massaal aan het medicijn Rilatine zitten. Rilatine, een soort amfetamine, werktin op het centrale zenuwstelsel en helpt hyperkinetische kinderen met aandachtsstoornissenzich beter te concentreren. De laatste jaren kreeg Rilatine in de VS echter de reputatie van“wonderpil” die ook bij kinderen zonder ADHD (Attention-Deficit/Hyperactive Disorder)alle schoolproblemen kan oplossen. Een trend die ook naar hier leek overgewaaid. Voorkinderen die niet zo goed meekonden op school, werd in samenspraak met de leerkrachtnogal snel geopperd ,,om het eens met Rilatine te proberen”. Met als gevolg de verhalen dievorig schooljaar in de media circuleerden, onder meer van een lagere school in Zuidwest-Vlaanderen waar de helft van de kinderen aan de Rilatine zat. Allemaal voorgeschreven doordezelfde huisarts.

Ondertussen lijkt de storm wat geluwd. Verhalen over misbruik van Rilatine of soortgelijkestimulantia steken nog de kop op, maar zijn niet meer zo hardnekkig. De modetrend omRilatine voor te schrijven als leerpil, maakt stilaan plaats voor de gangbare opvatting dat demedicatie de enige manier is om het leven van en met hyperkinetische kinderen metaandachtsstoornissen enigszins draaglijk te maken en toch stemmen de cijfers nog steeds totnadenken : de voorbije tien jaar is de verkoop van stimulerende middelen als Rilatinevertienvoudigd. Zijn er dan zoveel meer ADHD-kinderen als vroeger ? Of is onzetolerantiedrempel voor lastige kinderen gewoon veel lager geworden?

Vooroordelen en verwijten

Hoofd van de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie in het UZ Gasthuisberg in Leuven,nuanceert meteen. Prof. Danckaerts voert op haar dienst al jaren onderzoek naar ADHD en isop dat vlak zowat de referentie in Vlaanderen. ,,De verkoop van stimulantia is de voorbijejaren inderdaad spectaculair gestegen. En toch worden nog niet alle kinderen behandeld dieze nodig hebben. Als je de totale hoeveelheid Rilatine die jaarlijks verkocht wordt, verdeeltover alle kinderen tussen 6 en 16 jaar en je rekent aan de gemiddelde dosis die een ADHD-kind nodig heeft, dan kun je daar nog niet één procent van de kinderen mee behandelen.Terwijl studies hebben uitgewezen dat drie tot vijf procent aan ADHD lijdt. Het kloptinderdaad dat Rilatine soms te snel of verkeerd wordt voorgeschreven. Maar het is gevaarlijkdaar zoveel controverse rond te maken. Kinderen die de medicatie wel nodig hebben, wordenop den duur mee gestigmatiseerd. Voor ouders van ADHD-kinderen die op zoek zijn naareen behandeling, is dat een groot probleem. Ze moeten voortdurend opboksen tegen dievooroordelen en verwijten.” Vooroordelen over ADHD zijn er inderdaad genoeg. Hetargument dat het ,,wel aan de opvoeding zal liggen” en dat ouders van lastige kinderen ,,nietgenoeg gezag hebben”, is vaak nog het eerste dat opduikt. Terwijl onderhand wel bewezen isdat ADHD-kinderen fundamenteel anders zijn. In welke zin anders, daar zijn wetenschappersnog niet helemaal uit. ,,Er zijn drie grote theorieën. Danckaerts “De eerste gaat er van uit datADHD-kinderen ingaan op de prikkel die voor hen het sterkst is. Zo’n kind komt

bijvoorbeeld de klas binnen en ziet daar een nieuwe poster hangen. Dat eist al zijn aandachtop, waardoor de vraag om zijn agenda in te vullen volledig aan hem voorbij gaat. Het is paswanneer je als ouder of leerkracht ervoor zorgt dat jouw stimulus even krachtig is, dat je deaandacht van dat kind kunt trekken. Dat verkaart de impulsiviteit bij ADHD-kinderen, en hetgebrek aan concentratie . ,,Een andere theorie leunt hierbij aan, maar stelt dat ADHD-ersniet makkelijk gestimuleerd worden. Hun hersenen reageren minder krachtig op gewoneprikkels. De drukte van ADHD-kinderen wordt dan verklaard vanuit de idee dat ze zich altijdin een relatieve toestand van verveling vinden. Ze compenseren dat door rond te springen enop en neer te wippen De derde theorie zoekt het antwoord eerder in het motivatie leren. Vooreen ADHD-kind moet iets al heel leuk en de beloning erg nabij zijn eer je het kan stimuleren.Maar eigenlijk vullen de drie theorieën elkaar een beetje aan. Ze verklaren samen de drukteen de concentratieproblemen van ADHD’ers.”

Het probleem zit in de hersenen

De oorzaak van dat anders-zijn is in meer dan negentig procent van de gevallen biologischbepaald. ,,Dat is onomstotelijk bewezen uit genetisch onderzoek met tweelingen”, legtDanckaerts uit. ,,We weten ondertussen ook dat het probleem in de hersenen zit. Waarprecies, is nog onduidelijk. Het is een complex samenspel van factoren dat momenteel wordtonderzocht. Belangrijk is in elk geval dat een biologische oorzaak een specifieke aanpakvergt. Vroeger kreeg het kind altijd de schuld van zijn hyperactief gedrag. Frustraties enkwaadheid van ouders en leerkrachten werden op dat kind geprojecteerd, dat steeds deboodschap kreeg dat het zijn gedrag moest veranderen. Vandaag beseffen we dat zo’n kindfundamenteel anders is, en dat wij onze opvoeding moeten aanpassen. We gaan uit van hetgehandicaptenmodel : wij als volwassenen moeten een wereld creëren waarin dat kind kanfunctioneren. Ouders, leerkrachten en andere belangrijke volwassenen in het leven van eenkind met ADHD kunnen leren hoe ze hun opdrachten voor en reacties op dit kind kunnenaanpassen opdat ze het meest effect kunnen hebben en de kinderen eruit kunnen leren. Zulkegedragstherapeutische programma’s hebben hun effectiviteit bewezen, maar blijven vaaktekortschieten of geraken niet goed van start omwille van de extremiteit van de ADHD-symptomen

Prof. Danckaerts: ,,Vroeger kreeg een ADHD’ertje altijd de schuld van zijn hyperactiefgedrag. Vandaag beseffen we dat zo’n kind fundamenteel anders is.”. Maar die aanpak is nogerg controversieel, vooral op scholen waar leerkrachten het niet altijd nodig vinden ADHD-kinderen meer aandacht te geven.”,,Eenmaal wij als opvoeders onze houding hebbenaangepast, kunnen we denken aan medicatie”, zegt Danckaerts. ,,Stimulantia als Rilatinewerken in op de hersenen en helpen ADHD-kinderen de relatieve belangrijkheid van dedingen opnieuw in evenwicht te brengen. Ze zorgen ervoor dat ze zich kunnen concentrerenen terug alert worden voor de gewone dingen in het leven. In die zin is medicatie de enigemanier om dat hyperactief gedrag en die impulsiviteit te onderdrukken. Bovendien zijn diestimulantia onschadelijk, in tegenstelling tot wat daarover vaak wordt beweerd. Rilatine isniet verslavend. Kinderen die Rilatine innemen gaan er (ook) bijna nooit zelf om vragen,integendeel. Ze hebben ook geen afkickverschijnselen, tenminste niet aan de doseringen diebij ADHD worden voorgeschreven.”

Vluchten kan niet meer

Maar er blijven toch vragen hangen. Is het realistisch dat we onze kinderen jarenlang pillenlaten slikken ? En is het geen gemakkelijkheidoplossing ? Moeten we onze kinderen nietgewoon nemen zoals ze zijn ? Danckaerts: ,,Ik begrijp dat dit voor ouders een groot dilemmais : grijpen we in in het gedrag van ons kind, of laten we het zoals het is ? Moet zo’n kind perse even goed scoren als een ander ? Maar we leven nu eenmaal in een maatschappij waarin

we iedereen optimaal willen laten functioneren. Dan komen mensen nogal snel aandravenmet het argument dat we de lat te hoog willen leggen. Maar het is niet alleen een kwestie vaneisen, maar ook van kansen. Ik vind niet dat we het recht hebben ADHD-kinderen die kansente ontnemen.”

,Je moet ook beseffen hoe moeilijk het leven is voor en met die kinderen”, gaat Danckaertsverder. ,,Op school vallen ze uit de boot en zijn ze bovendien storend voor anderen. Thuisleven ze de hele tijd volgens hun eigen agenda, wat erg vermoeiend en frustrerend is voor derest van het gezin. Contacten met leeftijdsgenootjes zijn moeilijk, omdat ze met hun bruusken onvoorspelbaar gedrag andere kinderen afstoten. Bovendien is bewezen dat ADHD eenrisico inhoudt voor de ontwikkeling op latere leeftijd voor een sociale stoornis: ze hebbenproblemen en zetten zich af tegen de maatschappij en ontwikkelen vaak delinquent gedrag.Dat zijn risico’s waar je rekening mee moet houden wanneer je beslist je kind niet te latenbehandelen. Voor de publieke opinie is het erg makkelijk af te geven op die medicatie. Maarergens moeten we er toch ook voor zorgen dat die kinderen niet ontsporen.”,,Dat we voorblinde kinderen alles in het werk stellen opdat ze normaal onderwijs zouden kunnen volgen,vindt iedereen normaal. Dat we ADHD kinderen met medicatie willen helpen, is een taboe.”

Als maatschappij gaan we trouwens zelf niet vrijuit. Dat ADHD de kinderziekte van dezeeeuw geworden is, komt voor een stuk omdat er de voorbije jaren erg veel aandacht voorwas. De diagnose maakt soms de ziekte. Maar er is geen reden om aan te nemen dat er numeer ADHD-kinderen zijn dan vroeger.

Hermien De Backer van Zit Stil., een vereniging voor ouders van ADHD-kinderen.stelt:,,Vroeger waren de ontsnappingsmogelijkheden groter. Een kind met leerproblemen konvanaf zijn veertiende gaan werken, terwijl kinderen vandaag verplicht zijn tot hun achttien opde schoolbanken te zitten. Daar wordt bovendien verwacht dat ze allemaal goed presteren.De verwachtingen die in hen gesteld worden, zijn ontzettend hoog. Kinderen met aanleg voorADHD hebben moeite om aan die normen te voldoen. Ze zullen de stoornis dan ook snellerzichtbaar ontwikkelen.”…

Fietsen met ADHD loopt niet altijd op wieltjes.

Het is niet altijd zo simpel om een jong kind te leren fietsen. De kans dat het leerprocesvlotjes verloopt met een ADHD kind is nog geringer.Denken we maar aan de kernsymptomen en hun invloed op het fietsen.Aandachtstekort: In de eerste fase van het fietsen moet men bij de les zijn. Wie vergeet tetrappen , valt – stil. Daarenboven gebeurt fietsen met de blik vooruit.Wie zich laatinspireren door de prikkels uit de omgeving kan zichzelf in gevaar brengen.Impulsiviteit: staat direct in verband met de afleidbaarheid. Maar houdt nog meer verbandmet de (korte) reactietijd tussen wat men ziet, voelt, hoort en denkt en het handelen datdaarop volgt. Zo mag men niet te bruusk remmen, net zo min als het draaien of je valt opje neus. We hebben het dan nog niet over het reageren op anderen. Indien je iemand zietmag men er niet zomaar naar toe rijden. Maar dit geldt voor iedere verkeerssituatie.Hyperactiviteit: In de beginfase valt dit soms nog mee. De spanning, stress zorgt dikwijlsvoor een wat gedwongen krampachtige houding. Een rustgevende, bemoedigendebenadering van het fietsen is hier op zijn plaats.We weten intussen wel dat ADHD meestal niet alleen te maken heeft met een zwakkeaandacht, hyperactiviteit of impulsiviteit. Vaak komt ADHD niet alleen en is hetvergezeld van één of andere leerstoornis een laag zelfbeeld of een zwakke coördinatie. Insommige gevallen betreft het hier een echte stoornis “dyspraxie “. Bij een dergelijke

dyspraxie of ook wel ontwikkelingscoördinatiestoornis genoemd verloopt het aanlerenvan motorisch gedrag zeer moeilijk. Fietsen op zich is dan al een proces dat veel meer tijdvraagt en pas later dan bij leeftijdsgenoten kan opgestart worden. Bovendien zijn diekinderen (maar ook volwassenen) erg stressgevoelig en zullen handelingen, meer dan bijeen ander, slecht verlopen bij verhoogde druk. En juist ons verkeer is vaak een voorbeeldvan een stressvolle situatie.Hoe moet men als ouder daar nu mee omgaan?Ouders kennen hun kind het best! Vaak voel je als ouders zelf aan wanneer een kind rijpis om te leren fietsen en later klaar is voor het verkeer. We moeten geduld oefenen enrespect hebben voor de rijpheid van het kind. Vergelijken doen we allemaal maarindividuen verschillen . Wat voor het ene kind op 6 jaar kan, kan voor een ander pas aan 8jaar.Toch beslissen we niet alleen wanneer een kind leert fietsen of in het verkeer kan. Heelvaak krijgen kinderen met hun eerste communie of lentefeest een nieuwe fiets. Menveronderstelt dan dat het kind reeds kan fietsen. Veel kleuters slagen erin om te fietsen .Een tweede belangrijk moment is de overgang lagere school middelbaar onderwijs. Enweer bestaat er een traditie om een nieuwe fiets te schenken bij die overgang . Immers 1/3van de 13 tot 15 jarigen gaat met de fiets naar school. (soms uit noodzaak). Maar vergetenwe niet dat fietsongevallen bij jongeren meestal rond begin of einde van de klasplaatsvinden. Reden genoeg om terecht bezorgd te zijn.! ?Fietsen naar school is niet simpel. Het gebeurt altijd op het spitsuur . En dezondagnamiddag een fietstochtje maken is niet te vergelijken met het fietsen in stad,midden het drukke verkeer.Bovendien is leren fietsen niet makkelijk. Hoogleraar Jan Pauwels deed onlangs hetvoorstel om op het einde van het zesde leerjaar een fietsexamen in te voeren. – met eenheus diploma. Een examen dat niet op een gesloten circuit maar op de openbare weg zouplaatsvinden. Want veilig fietsgedrag kunnen we pas leren op de openbare weg, in hetverkeer dus.

Het ADHD-kind leren fietsen.In een eerste fase gaat het om het fietsen zelf. Vertrek van de mogelijkheden (enbeperktheden) van het kind. Laat je daarbij niet leiden door de leeftijd van anderekinderen. Ga ervan uit dat je veel meer tijd zal moeten spenderen aan het leren fietsen.Vroeg beginnen met steunwieltjes is aan te raden. Later kan men de steunwieltjes hogerplaatsen zodat het fietsen geleidelijk aan kan gebeuren zonder contact van het wiel met degrond. Soms wordt er wel eens één steunwiel weggenomen maar dan bestaat de kans dathet kind te schuin op de fiets gaat zitten om zijn evenwicht te vinden. En bij een bochtnaar de zijde waar geen steunwiel zit , valt het kind makkelijker. Rijden met steunwieltjesis zinvol om het trappen gewoon te worden. Eens het kind gemakkelijk fietst, vlotbeweegt, voldoende evenwicht heeft kunnen we proberen zonder de steunwieltjes.Merken we op dat er even goed kinderen zijn die onmiddellijk starten zondersteunwieltjes. Hou rekening met de zwakke aandacht en oefen niet te lang. Hou tevensrekening met “verveling” . Het is een ontlokker van ADHD-gedrag en slaat vlug toe.Nieuwe mesjes snijden goed maar bij ADHD kinderen zijn ze vlug bot!Geef het kind ook de kans om het zelf te proberen. Wanneer je achteraan (al of niet meteen borstelstok aan de fiets) meelloopt bied je steun en zekerheid, maar je bent ook eenafleidende prikkel .Vergeet niet dat fietsen met de blik vooruit gebeurt maar soms willende kinderen voortdurend achterom kijken naar hun mama of papa.

Eens het fietsen vlot komt het erop neer van gaande weg de vaardigheid uit te breiden.Oefenen in een verkeersarme straat of op een parkeerterrein zijn ideaal. Je kan bij wat oudere

kinderen een parcours bouwen en ze leren slalommen of over een plank laten rijden zonder hetevenwicht te verliezen enz. …Maar wees gerust ze trainen (stunten) zelf wel. En bij eenADHD kind misschien met iets meer vallen en opstaan. Oh ja…de helm ! Dit is vaak nietoverbodig . Niet enkel bij stunten maar op een fietstocht is het een veiligheid. Als ouder heb jeeen voorbeeld functie. Draag jij een helm?Verder is een goede verzekering, ook voor derden, aangewezen.In een tweede fase komt de confrontatie met het verkeer. Wacht niet tot het kind 12 jaar is.Maar anderzijds moet de zoon/dochter er klaar voor zijn. Er zijn kinderen die je aan 12 jaarnog niet naar school laat rijden. De kans dat dit niet lukt verkleint naarmate je eerder oefende.Doe dit progressief. Begin met veilige plaatsen. Wees eerst “voorbeeld” en rij voor. Danneemt je kind de kop. Hou controle. Bespreek de verkeersborden en de gevaarlijke puntenonderweg. Wanneer je merkt, aanvoelt dat het lukt laat hem/haar alleen de ingeoefende routeafleggen en hou ongemerkt controle. Soms rijden kinderen beter wanneer ze niet voortdurendin de gaten gehouden worden.Een belangrijke fase bij het oefenen in het verkeer is het defensief rijden. De fietser is nueenmaal de zwakke weggebruiker. Wijs op de gevaren:1. in stad of in een drukke straat moetje net-geparkeerde wagens in het oog houden soms zwaait plots de deur voor je open. 2. Zietmen een auto vanuit een zijstraat naderen, volg dan of hij wel vertraagd. Misschien komt hijwel op het fietspad rijden wanneer hij op de hoofdweg wil komen …

Fietsen is een complexe vaardigheid en houdt een heus leerproces in. Het is een activiteit waarmen heel duidelijk geconfronteerd wordt met de gevolgen van ADHD. Je kan er niet onderuit:je zal er de nodige tijd moeten voor uittrekken. Maar een goed voorbereide fietser bezit meerveiligheid, maar het is geen garantie.Bezoek eens de website van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid.www.bivv.be.

Voordracht 17/09/2003Jo Wieme :”Opvoeden in de 21ste eeuw” ingericht door de Gezinsraad Roeselare

Opvoeden is de verantwoordelijkheid van drie aspecten: 1.samenleving 2.kind 3.oudersOpvoeden is geen gemakkelijke zaak. Cijfers bewijzen dit : 5 % van de kinderen hebbenpsychiatrische problemen. Maar we vergeten vaak de positieve kant want ook die cijfersbestaan: 9 van de 10 kinderen voelen zich goed bij hun ouders !

1. SamenlevingDe samenleving is geen vaststaand gegeven. Voortdurend verandert het maatschappijbeeld .Er zijn andere aspecten , tendensen dan in de vroegere generaties die het beeld van de huidigemaatschappij uitmaken.Tendensen :

Kinderen opvoeden wordt soms gezien als het resultaat van een productieproces. Hetgedrag van het kind is het eindproduct. Slecht gedrag is in deze visie het product vaneen slechte opvoeding. Goed gedrag het product van een goede opvoeding. Het gevolgis dat je als ouders moet scoren, dat de kinderen moeten scoren: maximaleontwikkeling. Er worden heel veel verwachtingen gesteld in de kinderen . Maar somsmoet je de kinderen tijd geven .

Jongeren moeten veel meer alleen doen dan vroeger. Ouders werken allebei , hebbenminder tijd voor hun kinderen. Nochtans zijn mensen sociale wezens : leren viamensen is het belangrijkste leren , nu nog altijd.

Ouders contacteren (te) veel specialisten terwijl ze zelf veel potentieel hebben, oudersvolgen hun eigen intuïtie niet meer. Ze zijn zélf bekwaam, hébben vaardigheden

maar “volgens de boekjes” doen ze het niet goed op hun manier. Wat is de opdracht ? Wat is het resultaat van opvoeden ?

o Je hechten aan mensen en blijvende relaties uitbouwen met inbegrip van hetvastleggen van een sexuele organisatie.

o Sociaal gedrag ontwikkelen in al zijn aspecteno Deelnemen aan een arbeidsproceso Waarden en vaardigheden doorgeven.

2. Kind (& ouders)Uit onderzoek blijken er 9 temperamentskenmerken (reeds aanwezig bij de geboorte) te zijndie doorheen het leven vrij stabiel blijven

Activiteitsgraad : proporties tussen actieve en inactieve periodes. Dag –en nachtritme (biologisch ritme, darmritme …) Benaderbaarheid (beschaamd, nieuwsgierig, …) makkelijk contact maken. Aanpassingsmogelijkheden (bijv. bij de eerste kleuterdag …) Sensorische prikkelbaarheid (reacties op geluid, voedsel, smaak, visueel , auditief

…) Stemming ( aandeel vriendelijkheid /onvriendelijkheid) Intensiteit van reactie ( energetisch niveau waarop mensen reageren) Verstrooibaarheid (mate waarin iets uit de omgeving de aandacht trekt) Aandachtconcentratie, motivatie (intensiteit waarmee iemand bezig is)

60 % van de kinderen hebben een gemakkelijk temperament15 % van de kinderen hebben een moeilijk temperamentongeveer 25 % zijn “slow to warm up” zijn in het begin moeilijk maar geleidelijk worden zebeter , gemakkelijker.De verschillen zijn vooral genetisch bepaald. Het gevolg daarvan is dat de herkenbaarheidgroter is waardoor het makkelijker wordt om zich als ouder aan te passen.Temperament is hoe men iets doet en niet wat men doet. Bijv. Bijten is geen uiting vantemperament dit is wel gedrag waaraan men iets kan – moet doen.!Bij moeilijk gedrag hoeven wij niet onmiddellijk aan een of andere stoornis te denken . Somsis het een uiting van een bepaald temperament . Dit neemt niet weg dat men alles moettoelaten maar de karaktertrekjes zullen blijven.

3. Ouders: Er zijn verschillende gedachtegangen die tot impasses kunnen leiden. Wieonderstaande principes geraakt vroeg of laat vast in zijn opvoeden.

The Self-fulfilling Prophecy : Wat je denkt dat zal gebeuren , zal ook gebeuren!(als moeder/vader reageer je op gedrag waardoor je juist dit gedrag uitlokt.) Wemoeten het probleem leren anders bekijken.

Meer van hetzelfde als de oplossing het probleem wordt . ! soms moet je een ietstolereren.Zo kan slaan als reactie op slecht gedrag alleen maar leiden tot nog meernegatief gedrag en leert het kind uiteindelijk dat men met slaan iets kan bereiken –ook bij andere kinderen en later misschien (in extreme vorm) bij zijn ouders.

De ongelukkige neiging om naar utopieën te neigen. De samenleving die allesperfect wil. Cfr alle cursussen die mensen volgen en waardoor zij vaakongelukkiger worden dan voorheen. “Hyperparenting” .De media speelt daar eengrote rol in !

De ongelukkige neiging van mensen om alleen genoegen te nemen met volledigeoplossingen waardoor ze helemaal niets oplossen.

Marcus Aurelius:

“Het leven bestaat uit een reeks problemen die we kunnen oplossen en een reeksbeperkingen die we moeten accepteren. “

Basisregels van opvoeden: Aandacht geven aan goed gedrag Negeren: neem van 99% van onbelangrijk ondeugend gedrag geen notie.

Negeren = geen aandacht geven; geen oogcontact; niets zeggen. Isoleren: zo weinig mogelijk gebruik van maken. Je kan ook jezelf

terugtrekken. Opdrachten geven: wees standvastig zonder te heersen. Geef opdrachten die

het kind aankan. Heb de moed “nee” te zeggen en wees consequent. Doe nooit dingen voor een kind die het zelf kan doen. (oppassen voor

aangeleerde hulpeloosheid)Wij vestigen hierbij nog graag de aandacht op dit deel van de oudercursus overstraffen en belonen. Misschien is dit de gelegenheid om het nog eens op te frissen.