NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992...

28
INSTITUUT VOOR AMERIKANISTIEK VZW INSTITUU T VOOR AMERIKANIST I EK ANTWERPEN 3l...4 NIEUWSBRIEF JRG 4 , nr. 4-5 en JRG 5, nr 1 Afgütekantoor: 2000 Antwerpen 1 AGENDA MAART-OKT. 1992 tweemaandelijks J A A R P R 0 G R A M M A 9 2 93 Zaterdag 3 oktober 1992 Zwartzusterstraat. 1 2000 Antwerpe1 Tel. 014141 46 2 Geleid bezoek aan de tentoonstelling "SCHA TIEN UIT DE NIEUWE WERELD" in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. * Woensdag 7 oktober 1992 Lezing door de Heer Bob Van Laerhoven over "PERU - VERVALLEN PRACHT"-. * Zaterdag 31 oktober tot Zondag 1 november 1992 Reis naar Hildesheim met o.a. bezoek aan de tentoonstelling "DIE WELT DER MAYA". * Woensdag 18 november 1992 Lezing door de Heer Erik Boot over "ONTCUFERING VAN HET MAYA-SCHRIFT'. * Woensdag 9 december 1992 Lezing door de Heer Lauran Toorians over "EUROPESE GESCHIEDENIS VAN DE CODEX VINDOBONENSIS MEXICANUS l". * Woensdag 10 februari 1993 Lezing door de Heer Raymond Paeshuys over "INDIANEN VAN NOORD-AMERIKA" * Woensdag 10 maart 1993 Lezing door de Heer Rudolf Van Zantwijk over zijn boek "MET MIJ IS DE ZON OPGEGAAN" - De levensloop van Tlacajelel, Stichter van het Azteekse Rijk. * Woensdag 21april1993 en woensdag 19 mei 1993 Lezingen door de Heren Raymond Paeshuys en Jan Van Belle over "INDIANEN VAN NOORD-AMERIKA". * Zaterdag 5 en zondag 6 juni 1993 Reis naar Straatsburg met o.a. bezoek aan de tentoonstelling "MEMOIRES D 'AMERIQUE" * Alle lezingen gaan door in de lokalen van UFSIA, Rodestraat 14 te Antwerpen en beginnen om 20 uur. Verantwoordelijke Uitgever: J. Daelman, Zwartzusterstraat 13, 2000 Antwerpen.

Transcript of NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992...

Page 1: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

INSTITUUT VOOR AMERIKANISTIEK VZW

INSTITUU T VOOR

AMERIKANIST IEK ANTWERPEN

3l...4

NIEUWSBRIEF JRG 4 , nr. 4-5 en JRG 5, nr 1 Afgütekantoor: 2000 Antwerpen 1

AGENDA

MAART-OKT. 1992 tweemaandelijks

J A A R P R 0 G R A M M A 9 2 • 93 Zaterdag 3 oktober 1992

Zwartzusterstraat. 1 2000 Antwerpe1 Tel. 014141 46 2

Geleid bezoek aan de tentoonstelling "SCHA TIEN UIT DE NIEUWE WERELD" in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel.

* Woensdag 7 oktober 1992

Lezing door de Heer Bob Van Laerhoven over "PERU - VERVALLEN PRACHT"-.

* Zaterdag 31 oktober tot Zondag 1 november 1992

Reis naar Hildesheim met o.a. bezoek aan de tentoonstelling "DIE WELT DER MAYA".

* Woensdag 18 november 1992

Lezing door de Heer Erik Boot over "ONTCUFERING VAN HET MAYA-SCHRIFT'.

* Woensdag 9 december 1992

Lezing door de Heer Lauran Toorians over "EUROPESE GESCHIEDENIS VAN DE CODEX VINDOBONENSIS MEXICANUS l".

* Woensdag 10 februari 1993

Lezing door de Heer Raymond Paeshuys over "INDIANEN VAN NOORD-AMERIKA"

* Woensdag 10 maart 1993

Lezing door de Heer Rudolf Van Zantwijk over zijn boek "MET MIJ IS DE ZON OPGEGAAN" - De levensloop van Tlacajelel, Stichter van het Azteekse Rijk.

* Woensdag 21april1993 en woensdag 19 mei 1993

Lezingen door de Heren Raymond Paeshuys en Jan Van Belle over "INDIANEN VAN NOORD-AMERIKA".

* Zaterdag 5 en zondag 6 juni 1993

Reis naar Straatsburg met o.a. bezoek aan de tentoonstelling "MEMOIRES D 'AMERIQUE"

* Alle lezingen gaan door in de lokalen van UFSIA, Rodestraat 14 te Antwerpen en

beginnen om 20 uur.

Verantwoordelijke Uitgever: J. Daelman, Zwartzusterstraat 13, 2000 Antwerpen.

Page 2: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

IN HET VOETSPOOR VAN COLUMBUS ( 1492 - 1992)

JOS MARTENS

Voor een vereniging die zich bezighoudt met de studie van precolumbiaans Amerika levert het herdenkingsjaar 1992 onvermijdelijk een schat aanpublikaties op. Laten we even het beste uit de oogst der afgelopen maanden onder de loep nemen. De vertaling van een der boeken van Bernardino de Sahaguns encyclopedie over de Azteken (Nieuwsbrief, jrg. 4 ,sept. 1991. nr.l ,p .8-11) kunnen we beschouwen als proloog.

Het prachtigste en meest grandioze boek tot nu toe, zat reeds in de najaarsaanbieding van het Davidsfonds: Amerika. Een fascinerende beschaving 500 jaar geleden. Wat onderkoning Antonio de Mendoza in de 16de eeuw door inheemse beeldschrijvers liet doen in de naar hem genoemde Codex Mendoza voor het Mexico der Azteken, wil Manuel Lucena Salmoral verwezenlijken voor heel Amerika: een beeld brengen van het continent op het ogenblik van de aankomst der Spanjaarden. Na een korte introductie van de hoogculturen ( Maya's, Azteken, Inka 's) borstelt de auteur een panoramisch overzicht van de hele caleidoscoop aan stammen en volkeren, die het continent bewoonden. Dan overloopt hij thematisch het dagelijks leven, de politieke instellingen, de cultuur (met daarin onderwijs en schriftsyste­men, muziek, literatuur ... ) en de oorlogvoering. In kaderartikeltjes of korte bijdragen over een dubbele bladzijde zoomt hij in op onderdelen, die nadere aandacht verdienen, zoals het graf van Pacal de Grote te Palenque (p. 19), de Azteekse keuken (p. 49), bewapening (p. 196) .. . De grote verdienste van het boek ligt in de ongeëvenaarde kwaliteit van de talloze illustraties en de degelijke commentaar daarbij. Zowel technisch als inhoudelijk zijn ze boven alle kritiek verheven. Niet weinige komen hier voor de eerste maal in ons taalgebied binnen het bereik van een groot publiek. Door zijn vertrouwdheid met het onderwerp weet Lucena Salmoral een meer dan verantwoorde keuze te brengen. Des te spijtiger dat een aantal foutjes klaarbiijkelijk niet te wijten zijn aan de zetduivel, doch aan gebrek aan achtergrondkennis . De flaptekst is totaal fout; het Engelse corn betekent maïs en niet graan (p. 17); het dodenmasker van Pacal werd gestolen in 1985 (p. 19); een atlatl is geen

2

slinger, doch een Azteekse speerwerper, een instrument om speren weg te slingeren (p. 202); de indentificatie van de personages op de zgn. 'astronomenstèle' van Copàn klopt niet met Nat. Geogr. Mag., okt. 1989, p. 496-497: de middelste figuur zou Yax-Pac ( 763-820) moeten zijn, de 16de en laatste grote heerser van de stad, die de koninklijke insignia ontvangt uit de handen van deeerstevorstMahK'ina YaxK'uk' Mo. Rechts van hem zit zijn voorganger, Rook-Schelp; en totaal onbegrijpelijk: het boek is opgezet naar model van de Codex Mendoza, waaruit regel­matig is geput voor illustraties. Wanneer de eerste bladzijde van die codex uiteindelijk wordt gepubliceerd over de hele p. 191 zegt het bij­schrift dat het hier de Codex Boturini betreft! De (uitsluitend engelstalige) bibliografie bevat inderdaad veel werken die nooit werden vertaald. Waar dat wel gebeurde, is jammer genoeg de Nederlandse vertaling niet opgenomen.

De reeks Standaard Ontdekkingen blijft aangenaam verrassen. In dit deeltje leren wij, via de geschiedenis van de ontdekking door de Europeanen, de cultuur zelf kennen in een heel gamma aspecten. Baudez begint met de eerste onunoeting tussen Columbus en een zeekano van de Maya's nu eens te bekijken vanuit het gezichtspunt der 'ontdekten'. We maken niet alleen kennis met de eerste herontdekkers (hoofdstuk 2: kunstenaars en avonturiers) maar ook (in hoofdstuk 3: de tijd van de geleerden) met de zeldzame bewaarde Maya-codices en de vaak merkwaardige omstandigheden waarin ze gevonden werden. Graag had ik hier een meer omstandige biografie gezien van die excentrieke priester Brasseurde Bourbourg, die uiteindelijk krankzinnig werd van frustratie omdat de ontcijfering van het Mayaschrift hem bleef ontglippen, maar die ons o.a. toch een Franse vertaling van de Popol Vuh bezorgde en de Relacion de las Cosas de Yucatàn van Diego de Landa, het hoogst belangrijke werk dat reeds eeuwen verloren was. Ook nu bevat het boekje een schat aan antiquarisch beeldmateriaal, dat voor een groot deel nog nooit eerder werd gepubliceerd. De kwaliteit van de afbeeldingen is onberispelijk (al verdienen zij m.i . een groter formaat.) Naar gewoonte besluit het boekje met een deel 'documentatie', waarin het schrift-

Page 3: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

systeem wordt voorgesteld (door Linda Schele, dé specialist terzake); de Popol Vuh (Boek van de Raad - het heilige boek van de Quiché); het balspel ( door de Nederlandse expert Ted Leyenaar, lid van ons instituut); de oude Maya's ( vanuit verschillende bronnen) en hun heden­daagse afstammelingen (vanuit Amnesty Inter­national - ook al heel ongebruikelijk in dit soort boeken.) Hierna volgt nog een glossarium, een beknopte (uitstekend naar het Nederlands omgezette) bibliografie eneen register. De illus­traties zijn meestal voldoende geïdentificeerd in de tekst. Waar dat niet is gebeurd, blijft het opzoeken moeilijk, daar de rubriek 'herkomst van de foto's' ontbreekt. Alle lof, zowel voor het opzet van de reeks als voor het werk van de vertalers, die hun taak eens te meer ernstig hebben opgevat en vermoedelijk een eigen inbreng hadden in de keuze van de documenten.

A Forest of Kings. The Untold Story of the Ancient Maya vanLindaScheleenDavidFreidel is van een heel ander kaliber. De auteurs hebben elk meer dan 20 jaar veldervaring. Schele is dé specialist op het gebied van inscripties. Zij is erin geslaagd tientallen naamgliefen van heersers en steden te ontcijferen. Op basis hiervan verandert de oudste geschiedenis van de Maya in Guatemala langzaam van een ongeschreven archeologische in een geschreven. Het boek, dat de resultaten van al dat peuterwerk omzet in een eerste synthesepoging, leest uiteraard heel wat minder vlot dan de twee vorige, maar loont voor 'gevorderden' beslist de moeite. Vermoedelijk zullen de leden van onze werkgroep Mayaschrift in volgende nummers van deze nieuwsbrief nog uitvoerig op dit boek terugkomen.

De Nederlander Rudolf van Zantwijk, eveneens lid van ons instituut, geniet internationale reputatie als specialist in het Nahuatl, de taal der Azteken. In tegenstelling tot de meeste van zijn land- en vakgenoten geeft hij er de voorkeur aan zijn vaak baanbrekende studies eerst in zijn moedertaal te publiceren in plaats van in het Spaans of Engels. Zo verscheen zijn Handel en Wandel van de Azteken reeds in 1977 alvorens in 1985 als The Aztec Arrangement. The Social History of Pre-Spanish Mexico in een bijgewerkte versie uitgegeven te worden door de prestigieuze University of Oklahoma Press. Vanuit zijn ruime en grondige kennis van de Azteekse bronnen heeft hij De levensloop van Tlacayelel geschreven. Tlacayelel betekent 'Helder is zijn lever',dit wil zeggen 'Heldere Geest' of'Helder Innerlijk'. Hij was Cihuacoatl ( Vrouwelijke

3

Slang of beter: Vrouwelijke Begeleider) van vier opeenvolgende Azteekse vorsten. In die functie had hij gedurende bijna vijftigjaareen belangrijk aandeel in de uitbouw van de Azteekse macht. Toen hij in 1398 geboren werd -op dezelfde dag als zijn halfbroer, de latere heerser Ilhuicamina (Hemelschieter) was Tenochtitlàn, de hoofdstad van de Azteken, een vrij onaanzienlijk eilandje in het meer van Texcoco. Bij zijn dood in 1478 waren de Azteken de leidende macht in de hele vallei van Mexico. Van Zantwijk vergenoegt zich niet met een conventionele biografie. Net als Barbara Tuchman in haar Waanzinnige veertiende eeuw, neemt hij de levensloop van één man als kapstok om daaraan een breed geborsteld panorama van een heel tijdsgewricht en een hele cultuur op te hangen. Het is een fascinerend en indringend beeld geworden, doch zeker geen gemakkelijk leesvoer. Dat kan ook moeilijk. Het ideologische wereldbeeld waarin de volkeren van Meso­Amerika gedurende meer dan twee millennia leefden, vooraleer hun civilisatie in enkele jaren werd uitgeveegd door de Spaanse conquistadores van Cortés, is een der meest gecompliceerde constructies die ooit door mensen werd uitgedacht. Tlacayelels functie van Vrouwelijke Begeleider wijst op de fundamentele twee­poligheid van de samenleving: de Tlatoani of Grote Spreker voerde het buitenlands beleid, de Vrouwelijke Begeleider het binnenlands. De tweevoudigheid, die een voor Europeanen moeilijk te vatten fundamenteel gegeven was, vond haar oorsprong in de scheppende oppergod Ometeotl, de Twee-God, die mannelijk en vrouwelijk tegelijkertijd was. Hieraan beant­woordde een tweepoligheid, die elk aspect van het maatschappelijk leven doordrong. Deze grondgedachte weerspiegelt zich zelfs in het dagelijkse taalgebruik in de zogenaamde difrasismen: uitdrukkingen en beeldspraak waarmee één begrip werd weergegeven door twee verbonden elementen. Zo werd een plaatselijke of regionale gemeenschap benoemd met de woorden 'water en berg', omdat het leven in de vallei van Mexico zich altijd afspeelde tussen de tastbare tweedeling wateren berg( en). In hun eigen taal noemden de Mexicanen het gebied daarom Anahuac (Bij het Water), een samentrekking van de woorden atl ( water) en nahuac ( nabij). In de levensloop van Tlacayelel weeft van Zantwijk functioneel de Azteekse opvoeding, de politieke ontwikkelingen, de literatuur, de morele opvattingen enz. Ook de bijzondere verhoudingen aan de Mexicaanse hoven en de rol die de zogenaamde 'paleismoeders' in de politiek

Page 4: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

speelden, krijgen de volle aandacht. Dit conigeert het traditionele Europese beeld van een polygaam samenlevingsverband. De orale literatuur komt vaak aan bod in de formele redevoeringen, die hij letterlijk citeert. Dit contrasteert soms wel grappig met het moderne Nederlands, waar de auteur aansluitend commentaar of duiding ver­schaft. Voor leden van onze vereniging, die wat dieper willen ingaan op de Azteekse samenleving, is dit boek een must.

Van Columbus' scheepsdagboek verschenen in korte tijd tot nog toe zes versies in het Nederlands. Daarvan kregen wij er vier in handen, die wij hier voorstellen, samen met de heruitgave van een klassieker uit 1942 en van een erg controversiële Columbusstudie, met als toemaat : een gero­manceerde en een 'ernstige' bibliografie. De klassieker is Columbus de zeevaarder van de beroemde Amerikaanse maritieme historicus Samuel Eliot Morison. Hij geeft een objectieve beoordeling van Columbus' prestaties, beschrijft dan de vier reizen en brengt, in een annex, het scheepsjournaal, voorzien van commentaar. Dit boek wordt door velen beschouwd als de beste Columbusstudie, hoewel detailkritiek natuurlijk mogelijk is (waarop de auteur in kwestie met zijn eigen visie voor de pinnen komt.) In zijn inleiding geeft Boudewijn Büch een lezenswaardig overzicht van wat na 1942 over de explorator verscheen en wat in die publikaties al dan niet werd behandeld. Enfant tenible Büch wijdde ook een hele televisiereeks aan de ontdekker, best interessant , maar voor mij totaal vergald door 's mans onuitstaanbaar infantiel gedrag. Het scheepsdagboek van Christoffel Columbus door Robert H. Fuson is een sobere.degelijke uitgave, voorzien van kritische voetnoten, met een behoorlijke inleiding over scheepvaart en navigatie, en voornamelijk geiUustrcerd met oude houtsneden. Bezwaar: het onhandige formaat (breder dan hoog). Columbus voor goud, God en glorie van John Dyson en Peter Christopher is een duur kijkboek, eerder het relaas van de tocht met een replica van de Nii'ia in juni 1990. Deze reis werd gemaakt om de opvattingen van de Spaanse adviseur Luis Coin Cuenca te toetsen aan de realiteit. J.M. Cohen brengt De vier reizen van Columbus aan de hand van documenten, die hij van korte bindteksten voorziet. (Het werk verscheen reeds in 1968 in het Engels.) Philippe Theunissen en Lieven Cumps, beiden hoogleraar aan de Handelshogeschool te Antwerpen, vertaalden in De reis van de ontmoeting het logboek rechtstreeks uit de

4

grondtekst - alle andere versies zijn grotendeels Nederlandse vertalingen van vertalingen. Hiermee leveren zij de enige belangrijke Vlaamse bijdrage tot deze Colwnbuslitanie. Huninleiding gaat gedetailleerd en praktisch in op navi­gatieproblemen en levensloop van de ontdekker. Geen kwaad resultaat voor een boek dat verloren is gegaan! Het verdween misschien wel opzet­telijk, menen Theunissen en Cumps, omdat het voor die tijd ultrageheime informatie bevatte (p.69). Het origineel werd door Columbus bij zijn terugkeer aan koningin Isabella overhandigd, waarna zij hem een afschrift bezorgde. Lange fragmenten werden later door zijn onwettige zoonFernando gebruikt in een levensbeschrijving van zijn vader. Bartolomé de Las Cas as kopieerde het journaal eveneens, waarbij hij sommige gedeelten samenvatte en andere vanuit zijn eigen achtergrondkennis van persoonlijke commentaar voorzag. En hier begint de discussie. Men weet niet wanneer Las Casas het afschrift maakte. Volgens Fuson kreeg hij het waarschijnlijk reeds omstreeks 1530op Hispafüola inleenvanDiego, Columbus' wettige zoon. Anderen zijn van mening dat hij het kopieerde na zijn definitieve terugkeer naar Spanje, eind1547. Ook over de betrouwbaarheid van Las Casas' redactie lopen de meningen uiteen: Fuson noemt hem 'een man van een aan heiligheid grenzende eerlijkheid; hij was verslaafd aan nauwkeurigheid.' (p.25) Dyson trekt die betrouwbaarheid dan weer in twijfel. Las Casas was immers een vriend van de familie. Zijn vader en ooms hadden de admiraal vergezeld op zijn triomfantelijke tweede reis. Daarom zou de beroemde dominicaan de hele zaak wat bijgekleurd hebben ten voorde1e van Columbus, in het licht van de processen die zijn erfgenamen voerden tegen de Spaanse kroon. Dit alles kan niet los gezien worden van alle andere polemieken rond de grote ontdekker. Wie was hij? Dat weten wij niet en zullen wij vermoedelijk nooit met zekerheid weten. Columbus zelf trok rond zijn persoon een mistgordijn op, van naam veranderend in elk land waar hij verbleef (in Spanje heette hij Cristóbal Colón). Hij zou van nederige Genuese afkomst geweest zijn. (Volgens Theunissen en Cumps is dat vermoedelijk de grond van zijn geheimdoenerij.) Maar hoe valt dat te rijmen met zijn degelijke opleiding, die niet alleen praktisch doch ook theoretisch op zeer hoog niveau stond: dat getuigen de resterende folianten uitzijn persoonlijke bibliotheek, waarin zijn eigenhandige notities nog te lezen staan (en die klaarblijkelijk door alle hier voorgestelde auteurs zijn geraadpleegd). G ianni Granzotto, in Christoffel Columbus: een biografie,( die reeds in 1984 in het Italiaans verscheen ) zoekt de

Page 5: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

oorzaak van' de kolossale fouten' die Columbus in zijn berekeningen maakte, niet alleen bij de verschillende geografische hypothesen van zijn tijd, maar ook in het feit dat hij 'praktisch een autodidact was, met veel lacunes in zijn kennis en een onvolledige basisontwikkeling. Het is typisch voor autodidacten om te volharden in hun fouten, om blindelings te vertrouwen op wat ze menen ontdekt te hebben' ( p. 77 ). Op de praktisch bewezen aspecten van die Genuese achtergrond en op Columbus' bibliotheek gaan Theunissen en Cumps gefundeerd in, alsmede op het taalgebruik in het logboek: dat vertoont veel Portugese en Italiaanse invloeden, zodat Las Casas gemakshalve vele passages gewoon omwerkte in de hij-vorm, daar waarde tekst hem te uitgesponnen leek (p. 69). Fuson noemt Col urn bus 'zonder twijfel de beste zeeman van zijn tijd, ja, misschien zou men hem zelfs wel de beste gegist-bestek-navigator kunnen noemen, die ooit heeft geleefd' (p. 48-49). En zijn journaal is volgens hem een correcte weergave van de werkelijkheid en 'een getuigenis van zijn zeemanschap'. Cohen beschouwt hem als een uiterst middelmatig zeeman, die alleen maareen pak geluk heeft gehad, een slecht leider en iemand met geringe botanische kennis. Dit laatste is het enige waarover alle auteurs het eens zijn! Over zijn leiderschap zijn de meningen nogal verdeeld. Allen gaan akkoord dat het soms beslist beter kon. Maar de meesten geven toe dat de moeilijkheden veroorzaakt werden door de bemanning, die niet alleen in angst leefde voor de afschuwelijke monsters die in deze onbekende zeeën op de loer moesten liggen, maar hem beschouwde als een buitenlandse betweter. Toch benadrukken zij dan weer zijn charisma, als hij de mannen bezweert om toch verder te zeilen. Fuson bewondert zijn nauwkeurig waarne­mingsvermogen en noemt hem een antropoloog, die geenszins moet onderdoen voor zijn moderne opvolgers , iets wat Theunissen en Cumps bijtreden .. Zij hebben de sequenties over de (grondig uitgeroeide) Caribische Indianen gei1lustreerd met foto's van de Braziliaanse Kayapó, die op hun relevantie zijn geselecteerd door de gerenommeerde Vlaamse antropoloog G. Verswijver. Luis Coin, en met hem John Dyson, is ervan overtuigd a) dat het grootste gedeelte van het journaal een bewuste vervalsing is, b) dat Columbus beschikte over een nauwkeurige kaart met de kusten van de Nieuwe Wereld. Columbus zou een veel zuidelijkere route hebben gevaren dan hij opgaf, omdat hij daardoor in Portugees gebied belandde en bij gevangenneming moest kunnen bewijzen dat hij niet moedwillig de overeengekomen demar-

5

catielijn had overschreden. (p.153). Het verhaal van de kaart, die hij van een stervende (Portugese) zeeman zou hebben gekregen, dateert al van tijdens zijn leven en was een van de vele door nijd ingegeven (Spaanse) argumenten om zijn verdiensten afbreuk te doen. Het duikt voor het eerst op in de Historia general y natural de las Indias van Oviedo ( 1535). Over de plaats waar Columbus voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld, bestaat na 500 jaar al evenmin consensus, behalve dat het op een van de Bahama's moet geweest zijn. Tussen 1625 en 1987 zijn er negen verschillende eilanden naar voren geschoven als kandidaat voor zijn San Salvador. Fuson opteert voor de keuze van het gezaghebbende National Geographic : Samana Cay. Morison kiest voor het eiland dat ook heden nog San Salvador heet. Toch i;ijn deze discussies slechts klein bier, vergeleken met de controverse over de persoon van de admiraal. Fuson zegt dat het nu wel vast staat dat Columbus joods bloed had, hierin schoorvoetend bijgetreden door Cohen, wat dan weer kordaat wordt af gewezen door Dyson/Coin, die benadrukken dat de admiraal zich in alle omstandigheden gedroeg als een zeer vroom katholiek. En hier komt Simon Wiesenthal op de proppen. In zijn Zeilen der hoop verdedigde de befaamde nazi-jager reeds in 1972 de stelling dat Columbus een converso was, wat verklaart waarom hij zich gedroeg, 'katholieker dan de paus'. Conversos zijn onder dwang bekeerde joden, die, samen met de marranen (schijnbaar bekeerden, letterlijk: varkens) door de Span­jaarden gediscrimineerd en gewantrouwd werden als 'schijnchristenen'. Hij wijst erop dat niet koningin Isabella - zoals de legende vertelt -doch Luis de Santángel, schatmeester van Aragon, een machtige en gefortuneerde converso, de expeditie financierde. Deze hoopte dat Columbus een nieuw Beloofde Land zou vinden, waarde joden aan de gruwelijke vervolging door de inquisitie zouden kunnen ontsnappen (een stelling die Johan Ballegeer als uitgangspunt nam voor zijn recent jeugdboek Een eiland zoeken.) Van Santángel staat onomstootbaarvast dat hij jood was. Nog in 1491 ontkwam hij alleen aan de brandstapel door rechtstreekse tussen­komst van koning Ferdinand. Daarbij is het opvallend dat Columbus zijn bemanning (waaronder een aantal conversos) aan boord haalde voor middernacht van 2 augustus 1492. Op dat ogenblik werd immers het uitwijzings­bevel tegen alle sefardische joden van kracht. Dit aspect raken Theunissen en Cumps nauwe­lijks aan. Jammer. Voor andere twistpunten diepen zij uit diverse bronnen in origineel de

Page 6: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

stemmen van tijdgenoten op. Hier ontbreekt de ruimte om op Wiesenthals uitvoerige argumentatie in te gaan. De belangrijke verdienste van zijn boek is dathij een tijd evoceert, die in meer dan een opzicht reminiscenties oproept aan de naziperiode. Een tijd, waarin de inquisitie zo brutaal te keer ging, dat de paus de grootinquisiteur in de ban sloeg, zonder dat dit diens 'brandende' geloofsijver kon blussen. Een tijd waarin met grof cynisme in naam van het geloof onnoemelijk veel leed werd berokkend aan duizenden mensen, omdat de vorsten geld nodig hadden voor hun oorlog tegen Granada. In zijn degelijke en stilistisch zeer literaire Biografie wuift Granzotto Wiesenthals hypothese ( die afkomstig was van Salvador de Madariaga, Kolumbus, Bern, 1966) over de herkomst van de explorator luchtig weg. Krasser, je krijgt de indruk dat hij van de weeromstuit alle toespelingen op joden en inquisitie zoveel mogelijk vermijdt. Wat hem regelmatig onverklaarbare hiaten oplevert in diens levensloop. Newton Frohlich, in 1492 - De droom van Columbus, kiest voor zijn op jarenlange opzoekingen gebaseerde roman over de ontdekker en zijn tijd- hij eindigtmet het vertrek uit Palos op 3 augustus - resoluut voor de andere aanpak. Hij maakt van Columbus' geliefde Beatriz de Harana een conversa. Het door hem afgedrukte memorandum uit 1490 van grootinquisiteur Torquemada (zelf een converso!) aan Isabella over de Endlösung, de verbanning van alle Spaanse joden is dan weer geen fictie, doch een reëel historisch document! 1492 betekende niet alleen de ontdekking van de Nieuwe Wereld, maar voor Spanje tevens het einde van een eeuwenoude waarlijk multi­culturele en multi-religieuze samenleving, die in het verleden zo bevruchtend op het land en op heel Europa had ingewerkt.

De rol van de inquisitie indeeenmakingspolitiek van Ferdinand en Isabella komt eveneens aan bod bij het begin van de omvangrijke studie Conquistadores en Indianen, waarin het Parijse hoogleraren-broederpaar Guy en Jean Testas de verovering van Amerika beschrijven van 1492 tot 1556 (het aantreden van Filips II op de troon.) De auteurs geven een visie op de conquista, gebaseerd op brieven, verslagen en kronieken, geschreven door de conquistadores zelf. Ook voorde visie van de overwonnenen, de berichten afkomstig van de inheemsen, en de verslagen van de monniken die als fervente pleitbezorgers voor de Indianen optraden, is plaats ingeruimd (alhoewel erg weinigen dan nog vaak via-welis-

6

waar goed gekozen Europese ooggetuigen). Hierdoor pogen zij 'de emotie, de details te proeven die aan deze gebeurtenissen de smaak van het authentieke hebben verleend' (p. 17), terwijl zij, vooral door de vergelijking van elkaar vijandige bronnen, de nodige achtergrond en duiding aanbrengen. Buiten drie overzichts­kaarten bevat het boek geen illustraties, wat in het eerste hoofdstuk, over schepen en navigatie, een handicap is. Door zijn thematische uitwerking van een breed gamma aspecten, die in andere studies niet of minder aan bod komen, is dit een zeer bruikbaar naslagwerk. De vertaler, Alexander van Baggum, heeft de tijdstabel achteraan uitgebreid met voor de Nederlanden relevante dataen feiten en deed met het uitvoerige notenapparaat hetzelfde.

In maart 1493 stond een achtjarig jongetje op de kaaien van Sevilla met rode koontjes en schitterende ogen uit te kijken naar de terugkeer van Christoffel Columbus, die op zijn eerste reis de zeeweg naar Indië had ontdekt. Als bewijs bracht hij papegaaien mee, maskers, gouden gordels en zeven levende Indianen. Maar wat het jongetje het meest verrukte, was een grote bal, die maar niet wilde ophouden te stuiteren en die vervaardigd was uit het sap van een boom. Het jongetje heette Bartolomé de Las Casas. In die rubberen bal had het 'andere' van de Nieuwe Wereld zich voor hem aangekondigd in volle concrete realiteit. Definitief. Vijf jaar later stond de veertien geworden Bartolomé opnieuw reikhalzend op de kade. Zijn vader, Pedro, en drie ooms hadden Columbus vergezeld op zijn tweede reis en waren nu op terugtocht, ruim twee jaar na de admiraal zelf. Als presentje bracht de vader voor zijn zoon een jonge Indiaan mee. Een kortstondige episode, want bij het vernemen van deze handel in menselijke curiosa ontstak koningin Isabella in woede en beval de terugkeer van de slaven. Later zou Las Casas de jongen weerzien in diens eigen omgeving, waarschijnlijk op het eiland Hispaniola. Daar was de vloot, met Las Casas aan boord, in 1502 toegekomen. Als een soort legeraalmoezenier trok de jongeman mee met groepen rovende en moordende conquistadores. Minstens bij één gelegenheid moet hij ooggetuige geweest zijn van een massale slachting onder de Indianen. Vermoedelijk werd hij omstreeks 1506 priester gewijd. Dat weerhield hem niet' een weelderig leventje te leiden als slavenhouder en encomendero, grootgrondbezitter. In 1512 wordt hem in de biecht zelfs de absolutie geweigerd. Dan, op een dag, rond Pinksteren 1514, bij de voorbereiding van zijn preek, wordt hij 'net als

Page 7: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Paulus op de weg naar Damascus' neerge­bliksemd door de onverbiddelijke woorden van het boek Ecclesiasticus: "Wie het levensonder­houd van zijn naaste wegneemt, is een moordenaar, en wie een dagloner van zijn loon berooft, is een man die bloed vergiet" (hfdst. 34, v. 21-27). Pinksterdag verkondigt hij vanop de preekstoel zijn bekering. De rest van zijn leven zal hij besteden om het onrecht te geselen en te bestrijden. Het maakt hem tot een der meest controversiële figuren in de hele conquista van wat nu Latijns­Amerika heet en toen de Indiën genoemd werd. Bij leven werd hij bestreden door conquistadores en zelfs medepriesters - waaronder de beroemde Sepulveda, in zijn pleidooi voor bekering door oorlog - die hem zijn optreden ten voordele van de Indianen kwalijk namen. In onze eeuw is hij aangevallen omdat hij voorstelde de lndio's te vervangen door sterkere zwarte arbeiders en zo de beschamende slavenhandel stimuleerde, waaraan Afrika drie eeuwen lang zou leeg­bloeden. Van al de werken die hij in zijn lange, drukke leven geproduceerd heeft, is zijn Brevisima relación het meest bekende. Hij droeg het in 1552 op aan prins Filips, de latere Filips Il, omdat de 'Nieuwe Wetten' van 1542 die de rechten van de Indianen moesten beschermen, dode letter bleven. De titel geeft perfect de inhoud weer: het is een hallucinant relaas geworden over ondraaglijke gruweldaden. In 1544 was Las Casas tot bisschop gewijd van Chiapas (Mexico). Eind 1547, na drie jaar tegenkanting, is hij definitief terug in Spanje, 63 jaar oud. In Sevilla maakt hij niet alleen de enige bewaarde transcriptie van het later verloren gegane scheepsjournaal van Christoffel Columbus, hij voltooit er ook in hoog tempo de definitieve versies van maar liefst negen geschriften. Onvermoeibaar blijft hij in preken en drukwerk verder strijden voor gerechtigheid, tot hij in juli 1566 sterft. Voor zijn vertaling heeft Michel van Nieuwstadt teruggegrepen naar de oorspronkelijke editie uit 1552 en de eerste Nederlandse vertaling uit... 1578. De uitgave is genlustreerd metde zeventien kopergravures, die de uitgeweken Luikse calvinistische graveur Théodore De Bry vervaardigde voor een in Duitsland uitgegeven Latijnse editie, en die sindsdien cultuurhistorisch met de Brevisima relación verbonden bleven, ondanks hun weinig authentiek karakter. ( Hij beeldt de Indianen af met Europese trekken en met een soort tonsuur). De Bry was sinds 1590 bezig met de publikatie van zijn magistrale in­folioreeks Grands Voyages, waarin hij eveneens zijn felle anti-Spaanse gevoelens kon uiten.

7

In zijn degelijke inleiding situeert van Nieuwstadt Las Casas en zijn werken in tijd en tijdgeest. Wat opvalt bij vergelijking met de ons bekende circulerende versies, is dat die vaak ingekort werden en erg verminkt. Het origineel is nog erger in al zijn koud en droog naturalisme! Want Las Casas is absoluut niet uit op sensatie. Heel veel van wat hij verhaalt, maakte hij mee als ooggetuige, of onderzocht hij kort na de feiten, waarbij hij man en paard noemt en geen grote namen spaart. Opvallend is dat hem nooit, als Paulus, volledig de schellen van de ogen zijn gevallen. In zijn geschriften heeft hij geen ogenblik expliciet getwijfeld aan het gerecht­vaardigde karakter van de conquista zelf. Zij schiep immers in zijn ogen en in die van zijn tijdgenoten de mogelijkheid om door de missionering het Rijk Gods op aarde uit te breiden. Hem is vaak verweten dat hij de bevolkingscijfers overdreef. Maar dan zijn de cijfers van de eindresultaten ("200 overlevenden . .. allen uitgemoord".") alleszins correct. En voorde rest lijkt me dit een steriele discussie, zoals die over de holocaust. Of er nu zes miljoen joden zijn vermoord of'slechts' drie miljoen, is uit moreel oogpunt volkomen irrelevant. In beide gevallen kunnen de onloochenbare feiten alleen maar nopen, niet tot vergetelheid, doch tot bezinning op de vraag hoe dit alles mogelijk was. Want deze Spanjaarden, deze slachters die ongeboren kinderen uit de buik van hun moeder sneden en hun slachtoffers - o godslastering- ophingen per dertien' ter verheerlijking van onze Verlosser en de twaalf apostelen' enhen dan levend roosterden, waren geen woeste nomaden van Djenghis Khan, doch beschouwden zich als dragers van een beschaving en godsdienst, die een boodschap van liefde predikt, zelfs tegenover vijanden.

Aan een ontmoeting tussen twee werelden wijdde de nestor van de Nederlandse Latijns-Ameri­kaanse studies, ons erelid B.H. Slichervan Bath, in 1989 zijn boek Indianen en Spanjaarden. Latijns Amerika 1500 - 1800. Dit kreeg nu een tweede druk. Het bevat tien artikels, waarvan sommige eerder verschenen, andere werden bewerkt en nog andere speciaal voor deze publikatie zijn geschreven. Hierdoor is een geheel ontstaan, waarin bijna alle aspecten van de koloriiale wereld aan bod komen, een geschiedenis in momentopnamen, met de belichting van belangrijke problemen. 'Het enige onderwerp dat is onderbelicht, is de agrarische geschiedenis'. Wel merkwaardig voor de man die bij alle studenten geschiedenis in de Nederlanden bekend is als dé specialist in landbouwgeschiedenis! Opvallend is anderzijds

Page 8: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

dat hij de kwantitatieve methode, die hij in zijn landbouwgeschiedenis aanwendde, ook hier introduceert, met soms onverwachte resultaten (bijvoorbeeld op de historiografie van de koloniale tijd, p.227 e.v.) Binnen dit te korte bestek kunnen wij onmogelijk de verschillende bijdragen zelfs maar behoorlijk voorstellen. Het stille drama van de Indianen(p.87) sluit goed aan bij het boek van Las Casas en dat van de gebroeders Testas, terwijl andere bijdragen complementair zijn met het volgende werk in deze recensie. Slicher verstaat de kunst om nieuwe methoden van onderzoek zà voor te stellen dat ze voor een geïnteresseerde leek volkomen duidelijk zijn. Laten wij verder volstaan met de vaststelling dat dit amalgaam o.i. een van de beste kennismakingen is met de periode van na de conquista, die meestal wordt af gedaan in enkele cliché-zinnen als een tijd van stagnatie, uitbuiting en verval.

Het omvangrijke America, bruid van de zon, legt met zijn 528 bladzijden, honderden illustraties en 1,5 kg meer gewicht in de schaal dan een loutere catalogus van een tentoonstelling, ook al was die -cultuurhistorisch eerder dan artistiek­eenmanifestatie op wereldniveau. De twee delen -essays en eigenlijke catalogus- vullen elkaar zeer goed aan. Bedoeling was: een overzicht brengen van 500 jaar relaties tussen de Lage Landen en de Nieuwe Wereld. In vijf hoofd­stukken behandelen een reeks auteurs in goede synthese-artikelen: de interculturele commu­nicatie; Amerika als beloofde land; de missionering: Latijns-Amerika als ideologisch wingewest (met twee bijdragen waarin missio­narissen uit de Lage Landen als Pedro de Gante en Joost de Rijcke wordenbelicht); het Europese beeld van Amerika (met o.a. een artikel over De Bry); Latijnsamerikaanse kunst in (de)koloni­satie (met zowel de inheemse als de Europese inbreng in de kunst van Latijns-Amerika). Ook voorwiede tentoonstelling herhaaldelijk bezocht, garandeert het boek talrijke avonden verrijkend lezen.

Een wampum is een schelpengordel van de Indianen ron.d de Grote Meren (lrokezen, Hurons), waar belangrijke gebeurtenissen in werden vastgelegd door middel van symbolische patronen. De gordel werd gebruikt als aanduiding van diplomatieke status voor boodschappers, als ruilmiddel bij diverse transacties, of als sieraad en aanduiding van waardigheid. Wampum is tevens een tijdschrift, zeer soberui tge geven door de afdeling Archeologie en Cultuurgeschiedenis van Indiaans-Amerika van de Rijksuniversiteit

8

Leiden. Hier is, in tegenstelling tot de ronduit belabberde Belgische situatie, een volwaardige afdeling amerikanistiek uit de grond gepionierd, die het ook internationaal helemaal niet kwaad doet. In het verleden heeft Wampum zeer leesbare artikels en themanummers gepubliceerd, over archeologisch onderzoek, etnolinguïstiek, de bijdrage van de Indianentalen aan de Nederlandse woordenschat, veldonderzoek naar de traditionele cultuur in hedendaagse Indiaanse gemeen­schappen, de situatie van de Indianen in het moderne Mexico, enz. Het feit dat de redactie zich niet beperkt tot de dode Indianen, doch onder impuls van ons medelid Dr. Maarten Jansen, ook geëngageerde aandacht opbrengt voor de problematiek van de levende Indio's, wordt haar in Nederlandse academische kringen niet steeds in dank afgenomen. De schoonheid en het monster en Indianen en Neder/anders, de beide nummers, die hier worden voorgesteld, sluiten uitstekend aan bij de catalogus van de Antwerpse tentoonstelling. Het voordeel van een dergelijke groep specialisten op universitair niveau is, dat men gericht onderzoek kan verrichten vanuit Nederlands perspectief, iets wat in de buitenlandse studies haast nooit het geval is. In het eerste themanummer onderzoekt Alexan­dra Oostdijk de relatie tussen de Azteekse kunst en het Europa vanaf 1492. Eerst geeft zij een overzicht van de belangrijkste Azteekse kunst­vormen vààr de conquista, dan hoe de appreciatie evolueerde, hoe de grote collecties in Mexico en Europa werden opgebouwd en hoe hedendaagse kunstenaars als een Henry Moore ofDiego Ri vera door de oude inheemse kunst werden beïnvloed. Het laatste hoofdstuk, Nederlanders over Amerika behandelt De Bry (p.117), Johannes de Laet, het dispuut Sepulveda - Las Casas (p. 127). Dit laatste onderdeel had ik graag uitvoeriger behandeld gezien, maar ja, Wampum bracht reeds eerder afzonderlijke studies over o.a. de Laet, die ik echter niet gelezen heb. De conclusie is dat het monsterlijke in de Azteekse kunst steeds fascineerde en afstootte tegelijkertijd, terwijl men toch de technische perfectie bewon­derde (vandaar de titel.) Azteekse kunst werd echter voor 1900 haast nooit om zichzelf beschouwd, maar meestal denigrerend gebruikt ter ondersteuning van allerlei theorieën, die de superioriteit van Europa moesten bewijzen. Wampum 11 gaat dan heel bijzonder op de verhouding tussen Indianen en Nederlanders. Ook hier komen Pedro de Gante en Joost de Rijcke opduiken (p. 83). Bijzonder interessant (want bij ons volkomen onbekend) is de

Page 9: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

kortstondige Hollandse verovering van Portugees Brazilië (1630), de veldtocht samen met de Mapuche-Indianen om de Spanjaarden uit Chili te verdrijven (die eindigde met de dood van de Hollandse aanvoerder in 1643 ) (p. 78), de verhoudingen in Suriname en Nieuw Amsterdam en - naar aanleiding van de Nederlandse Braziliëschilders - een overzicht van fauna en flora (p. 45). Wampum kan besteld worden: Postbus 9515, 2300 RA Leiden.

Uit de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns­Amerika, begin l 9de eeuw, kwamen in de meeste gevallen despoten naar voor. In Optocht der dictators tekent Robert Lemm een aantal Portretten van Latijns-Amerikaanse heerszucht. De galerij opent met Santa Anna, de zelf­benoemde 'Napoleon van het Zuiden', die als dictator van het jonge Mexico in onze geschiedenisboeken vooral bekend blijft als de man die deTexaanse bezetting van de missiepost deAlamooverdeklingjoeg. VanGarclaMoreno, de bigotte dictator van Ecuador, die in 1875 door liberale samenzweerders werd vermoord op de trappen van de kathedraal, zullen de meesten onder ons vermoedelijk nooit gehoord hebben. Hetzelfde geldt voor Melgarejo van Bolivia en zeker voor de kille kluizenaar doctor Franc ia, die Paraguay van de buitenwereld afsloot tot hij in 1840 aan een beroerte overleed. Rosas, de primaire krachtpatser, die tot 1852 een bloedig bewind vestigde in Argentinië, sluit de rij. Het boek leest zeer vlot. Te vlot. Het bevestigt het beeld van een reeks bananenrepublieken, gedomineerd door bombastische operettefiguren. De biografie van Ros as kan dienen als voorbeeld. 'Om alle macht naar zich toe te trekken bedacht hij een daad die door iedereen zou worden toegejuicht: het land definitief van de wilden bevrijden door de creatie van veilige grenzen' (p. 161). Wat hier zo luchthartig zonder verdere duiding wordt voorgeschoteld, is de gruwelijke uitroeiingsoorlog tegen de Indianen van de Argentijnse pampa's. Hierbij ontmoette Ros as in 1833 inderdaad Charles Darwin, die aan hem wel iets meer genuanceerde gedachten wijdde dan hem alleen maar 'een man van een buitengewoon karakter' noemen. (Zie hiervoor Darwin en de Beagle van Alan Moorehead, p.

104 e.v. waar Darwin de soldaten van Rosas o.a. als 'een schurkachtige roversbende' betitelt.) En als ik lees dat zijn aanhangers zijn tegenstanders keelden door hen het hoofd af te zagen, terwijl ze dronken liederen zongen, vind ik dat allesbehalve pittoresk, maar denk aan de Amnesty-rapporten uit het Argentinië van de jaren zeventig of het tegenwoordige Guatemala, waar dergelijke afschuwelijke gruweldaden nog steeds gebeuren. Voor mij is het onbegrijpelijk dat dit boek op deze manier is geschreven.

In Europa geeft het Columbusjaar gelukkig aanleiding tot een her-denken van de Europese kolonisatie en tot een kennismaking met de precolumbiaanse inheemse culturen van het continent. Ontdekking of verovering? 500 jaar Amerika her-denken, van NCOS-Davidsfonds­Infodok levert daartoe een ware schat aan educatief bedoeld materiaal. Sommige artikels bieden een cultuurhistorische achtergrond bestemd voor leerkrachten, andere zeer bruikbaar lesmateriaal voor klasgebruik, van lager onderwijs tot de hoogste klassen van het secundair onderwijs toe. Tot de eerste categorie behoren de bijdragen van Stefaan Van den Abbeele, 500 jaar is genoeg voor Latijns-Amerika, Jan Van Belle, Indianen in Noord-Amerika. Een historisch overzicht (met als kaderartikeltje een bespreking van De dans van de wolf (Dances with wolves - het boek en de film) ). Dit uitvoerige artikel is het enige dat aan Noord-Amerika is gewijd, doch de auteur heeft het voorzien van een degelijke basisbiblio­grafie en een aantal tips voor_werken in de klas. Verder signaleren we nog: Jos Martens, Het cultureel autisme van de Europeanen ( met als kaderartikel: Bernardino de Sahagun, een uitzondering op de regel ) - twee artikels die eerder in dit tijdschrift verschenen -en Cultuur­bijdragen van Latijns-Amerika aan het Westen van Ger Bosma en twee andere Nederlandse stu­denten geschiedenis. An toon De Baets analyseert hoe Latijns-Amerika behandeld wordt in enkele veelgebruikte Vlaamse handboeken geschie­denis. Hierna volgen vijf bijdragen uit de onder­wijspraktijk, die zeker ook na 1992 hun waarde zullen behouden. Een aanrader voor ieder die te maken heeft met onderwijs of vormingswerk.

BESPROKEN BOEKEN

SALMORAL LUCENA, M. Amerika. Een fascinerende beschaving 500 jaar geleden, Davidsfonds, Leuven, 1991, 240 blz.

BAUDEZ, Cl. en S. PICASSO. De verloren steden van de Maya's. (Standaard Ontdekkingen), De Standaard, Antwerpen, 1992, 160 blz., 450 BEF.

9

Page 10: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

SCHELE, L. en D. FREIDEL. A Forest of Kings. The UntoldStory oftheAncient Maya, William Morrow, New York, 1992, 542 blz., 672 BEF.

VAN ZANTWIJK, R. 'Met mij is de zon opgegaan'. De levensloop van Tlacayelel ( 1398 -1478), de stichter van het Azteekse rijk, Prometheus, Amsterdam, 1992, 248 blz., 695 BEF.

MORISON, S.E. Columbus de zeevaarder, Baarn, Hollandia, 1991, 187 blz., 595 BEF.

FUSON, R. Het scheepsdagboek van Christoffel Columbus, Bruna, Utrecht, 1991, 272 blz.

DYSON,J. en P. CHRISTOFFER. Columbus, voor goud, God en glorie, Unieboek, Houten, 1991, 228 blz" 1395 BEF.

THEUNISSEN, Ph. en L. CUMPS. De reis van de ontmoeting. Logboek van Christoffel Columbus ( 3 augustus - 15 maart 1493 ), Acco, Leuven, 1992, 283 blz.

WIESENTHAL, S. Zeilen der hoop. De geheime missie van Christoffel Columbus, Becht, Haarlem, 1992, 3de druk, 232 blz., 599 BEF.

COHEN, J. De vier reizen van Columbus, Weert, M&P, 1991, 238 blz" 595 BEF.

GRANZOTTO, G. Christoffel Columbus: een biografie, Kwadraat, Utrecht, 1992, 375 blz.

FRÖHLICH, N. 1492 - De droom van Columbus, De Standaard, Antwerpen, 1992, 367 blz.

TEST AS, G. en J. Conquistadores en Indianen. De verovering van Amerika 1492 -1556, DNB/ Pelckmans, Kapellen, 1991, 359 blz.

Bartolomé DE LAS CASAS. De verwoesting van de West-! ndische landen. Vertaling van Brevisima relaciàn de la destrucciàn de las Indias - 1552 door M. van NIEUWSTADT, Leuven, Kritak, 1992, 157 blz" 398 BEF.

SLICHER VAN BATH, B. Indianen en Spanjaarden. Latijns Amerika 1500 - 1800, Bert Bakker, Amsterdam, 1992, 301 blz" 340 BEF.

America, bruid van de zon. 500 jaar Latijns-Amerika en de Lage Landen, tentoonstellingscatalogus, Antwerpen, Museum voor Schone Kunsten, 1992, 528 blz.

OOSTDIJK, A. De schoonheid en het monster. Azteekse kunst en het Europa vanaf 1492, (Wampum nr. 10), Leiden, 1991, 200 blz., fl.15.

MASON, P. e.a. Indianen en Nederlanders 1492-1992,( Wampum nr.11),Leiden, 1992, 139 blz., tl. 15.

LEMM, R. Optocht der dictators. Portretten van Latijns-Amerikaanse heerszucht, DNB/Pelckmans, Kapellen, 1991, 195 blz., 525 BEF.

Ontdekking of verovering? 500 jaar Amerika her-denken, red. St. VAN DEN ABBEELE, Brussel, NCOS - Leuven, Davidsfonds/lnfodok, 1992, 128 blz., 295 BEF.

10

Page 11: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

r

JASPE IKAT IN GUATEMALA

deel 1

door Mevrouw JULIA MONTOYA

INLEIDING

In Guatemala worden traditionele weeftechnieken gebruikt voor het vervaardigen van kledij en ander textiel. Eén van de meest verspreide en fascinerende is "Jaspe".

Niettegenstaande talrijke boeken en artikels over deze technieken verschenen, werd er weinig gepubliceerd over "jaspeados". De voornaamste werken zijn deze van Lila O'Neale uit 1945 (34) en Italo Morales Hidalgo uit 1984 (31).

Het hiernavolgend overzicht is gebaseerd op een studie van beschikbare literatuur, aangevuld met ervaringen opgedaan tijdens reizen in verschillende streken in Guatemala, sinds 1980.

De Jaspe-techniek is een getuigenis van volkskunst en vertoont alle typische kenmerken eigen aan het artisanaat in Guatemala. Deze techniek mag dan ook niet beschouwd worden als een exotische curiositeit maar dient gewaardeerd zowel in zijn historische als in zijn hedendaagse sociale context.

De Indianen dragen een traditionele klederdracht uit traditie, om de esthetische waarde van de kleding of om zich duidelijk met hun lokale gemeenschap te identificeren. De klederdracht verschilt van dorp tot dorp. Op basis van de kledij kan de functie of de rol van een individu binnen de politieke of religieuze hiërarchie bepaald worden.

De kleding getuigt tevens van de relatie tussen mens en natuur, zijn concept van het leven, zijn wereldbeeld en zijn geschiedenis. Zij speelt een zeer belangrijke rol in de culturele identiteit van een volk.

In de Indiaanse klederdracht vinden wij iconografische elementen uit de Maya-periode vermengd met elementen in de loop van de moderne geschiedenis ingebracht door vreemde culturen. Nadien werden de invloeden van de industrialisatie en het toerisme bepalend. Deze invloeden zijn niet altijd positief geweest. De Indianen zijn er evenwel in geslaagd 5 eeuwen nahet begin van de colonisatie een fragiel evenwicht te bereiken tussen traditie en modernisatie. De uitzonderlijk technische kwaliteit en schoonheid van de weefsels die nu nog geproduceerd worden zijn hiervan een getuigenis. Jaspe, of Ikat is hiervan een typisch voorbeeld.

J aspeados worden door de Ladinos weinig of niet gewaardeerd, wellicht in grote mate omdat zij de techniek niet kennen. Tegelijkertijd zijn deze stoffen door hun verspreide aanwezigheid in het straatbeeld zo vertrouwd dat zij de aandacht niet meer trekken. Bij de Indianen daarentegen kennen de jaspeados een groot succes en hun gebruik is toegenomen, ook daar waar deze stoffen geen deel uitmaken van de traditionele klederdracht.

De term "jaspe" of "jaspeado" is Spaans. Letterlijk betekent het "marmeren" of "als marmer verven". (39) Het uitzicht van deze weefsels doet evenwel niet aan marmerdenken. De Spanjaarden hadden wellicht geen beter woord om hen te benoemen. De term "ikat" is onbekend bij de wevers en voor "jaspe" bestaat er geen equivalent in de Indiaanse talen.

11

Page 12: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Nota: In Guatemala vindt men twee verschillende groepen of culturen die samen de identiteit van de bevolking bepalen:

- De Indianen (48 tot 54%) zijn de directe nakomelingen van de oude Maya's. Zij wonen vooral in het hooggebergte en leven van de landbouw en de fabricatie van ambachtelijke produkten. Men onderscheidt verschillende groepen, op basis van taal en klederdracht. Er worden 20 verschillende talen gesproken en er zijn bij benadering 325 verschillende klederdrachten. Ondanks het overnemen van elementen uit Europese culturen verschilt hun huidige levenswijze niet zo veel van deze van hun voorouders .

- De ladinos zijn afstammelingen van de Spanjaarden of andere immigranten. Zij wonen vooral in de steden, spreken Spaans en leven op westerse wijze. Bij deze groepen horen ook de Indianen die taal en klederdracht overgenomen hebben wanneer zij, meestal om economische redenen, naar de grote steden trokken.

HISTORISCHE ASPECTEN

A) Het precolumbiaans tijdperk

Exacte gegevens over de oorsprong en het tijdstip van het ontstaan van de jaspe techniek zijn niet beschikbaar. Onder invloed van het tropisch klimaat zijn er in Guatemala weinig precolumbiaanse weefsels bewaard gebleven. In Zuid-Amerika, in Peru, waar het klimaat daarentegen zeer droog is, heeft men wel talrijke fragmenten van ikat weefsel gevonden. (5) (23).

Er is evenwel genoeg archeologisch materiaal beschikbaar, bevestigd door de getuigenissen van de Spanjaarden, om aan te tonen dat de Maya Indianen een zeer hoog ontwikkelingsniveau bereikt hadden in het spinnen, verven en weven van katoen.

1) Maya Codices en manuscripten

Afbeeldingen uit de "Códice Tro-Cortesiano", Museo de America, Madrid.

De "Códice Tro-Cortesiano", bewaard in Madrid, is één van de drie nog overgebleven Maya manuscripten. In deze codex vindt men een reeks afbeeldingen van rituelen die te maken hebben met de teelt van maïs, de jacht, met het kweken van honingbijen en met het weven. (17) (20).

In het gedeelte rond het weven worden drie menselijke figuren afgebeeld . De eerste is aan het spinnen. De tweede schildert of verft katoendraad. Hij gebruikt hiervoor de kleuren van de koraalslang. Bij de Maya's waren de slangen het symbool van de wevende inslagdraad. (30). Opvallend hierbij is dat twee soorten slangen die in Guatemala voorkomen kleurvlakken hebben op

12

Page 13: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Figuren uit de "Códice Tro-Cortesiano"

hun huid (koraal en ratelslang). Zij worden "serpientes jaspeadas" genoemd. De derde figuur stelt een vrouw voor die aan het weven is. Het is Ixchel, de godin van het weven en de vruchtbaarheid. De "serpiente jaspeada" bevindt zich boven haar hoofd. Al deze elementen lijken te refereren naar inslagikat.

"Serpiente jaspeada" Kapmantels met figuratie

De oude legenden uit het "Popol Vuh", de "bijbel" van de Maya-Quichés, geschreven in de 16e eeuw, vertellen hoe de goden aan de "Heren van de Aarde" prachtige betoverde stoffen geschonken hadden door de goden zelf beschilderd met als figuratie jaguars, adelaars en wespen. (38).

2) Archeologisch materiaal

De bij de Maya's gebruikte kledij kan beoordeeld worden op muurschilderingen, keramische stukken en het beeldhouwwerk afkomstig uit vele archeologische plaatsen in Mexico en in Guatemala. (7) (15) (16) (17) (20) (32) (33) (48).

Detail muurschilderingen van Bonampak

Met name op de muurschilderingen in Bonampak (± 700 na Chr.) kunnen duidelijk de verschillende kledingstukken, de gebruikte kleuren en symbolen bestudeerd worden. (17) (33). Op een deel van

13

Page 14: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

r

de afgebeelde kledij vindt men fragmenten die wijzen op het gebruik van "jaspc". De getoonde figuratie komt nu nog voor in "traditionele" jaspcados. Ook de wijze waarop deze kledij gedragen wordt is gelijk aan het huidige gebruik van de "carte".

De oudste textielfragmenten uit Guatemala zijn van 450-500 na Chr. en werden in 1983 gevonden in graf 19 in Rfo Azul. Het daar gevonden skelet was gewikkeld in vier lijkwaden. De buitenste stof heeft een structuur gelijk aan dit van weefsels die nu nog in Cobán geweven worden. Het is een met katoen geweven complex gaasweefsel met inlegwerk. De drie binnenste lij waden zijn geweven in maguey of sisal. Rond het lijk en in de weefsels werd een rood pigment gevonden. Het is een minerale kleurstof (cinabrium). (1) (2).

Microscopische foto (scanning electron microscope) Hedendaagse weefsels uit de streek van Cobán. van katoenen gaasweefsel, buitenste lijkwade

De Maya's versierden calabassen met was en verf. Deze techniek is gelijkaardig aan "batik". Deze versierkunst wordt in Guatemala nog steeds toegepast. (22). Uit dezelfde periode heeft men in Mexico bewijzen dat de "plangi" gebruikt werd. (23).

B) De verovering

De Spaanse kroniekers (Landa, Dfaz del Castillo, Fuentes y Guzmán, Mártir de Angleóa, Remesal, Ximénez) hebben na hun aankomst in 1521 uitgebreid de gebruiken van de Indianen beschreven. (33). Ook uit hun beschrijvingen van de klederdrachten is het duidelijk dat bij de Maya's de weef­en verftechnieken zeer ontwikkeld waren. Zij teelden twee soorten katoen en beschikten over een groot aantal natuurlijke kleurstoffen. De voornaamste waren Indigo en Cochenille.

Spintollen met witte en bruine katoen. Oude en nieuwe, mooi bewerkte spintolgewichtjes.

"Códice Florentino" : weefbenodigdheden. Hedendaagse weefbenodigdheden.

14

Page 15: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

De "Códice Mendocino" bevat een tekening die het leerproces in het weven illustreert. De jonge meisjes leren katoen spinnen en weven bij hun moeder. (28) (33). Ook dit is een traditie die nog bewaard is gebleven.

1 -Keramiek beeldje van weefster. 2 -Terracottafiguurtje van moeder en kind. De kleding is zeer sober, omgeslagen 'manlas' als rok, zonder bloes. 3 -Voorbeelden van versierde 'mantas'?

De Maya's waren uitstekende handelaars en hun handelsnet spreidde zich uit tot in Mexico en Midden-Amerika, langs binnenwegen en maritieme routes. Tijdens de 4de en laatste reis van Columbus, in 1502, aan de kust van de Golf van Honduras, kwam de bemanning van zijn schip in contact met Maya handelaars uit Yucatán, die prachtige gekleurde "mantas" (doeken), met katoen

15

Page 16: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

r

geweven en rijkelijk versierd, verhandelden. Zij verhandelden ook "huipiles" (lange katoenen hemden), stenen messen, bijlen en koperen belletjes. Deze ontmoeting werd beschreven in hun logboek. (33).

De "mantas" of doeken werden sterk gewaardeerd en dikwijls dienden ze als belasting. In het begin van de XVIde eeuw waren er elf Maya steden verplicht om aan de Azteken belastingen te betalen. Volgens deze bron werden er op zeker ogenblik 2000 versierde "mantas" en 40 zakken gevuld met cochenille geteld. (33).

Binnen de Maya maatschappij waren er twee duidelijke klassen: de elite of "indios polfticos" waar mensen van adel, priesters en krijgers bij hoorden en de gewone Indianen of "indios bárbaros" of "plebeyos" genoemd. (33). ~f.2...;..J.,. r.......t.;~ Î.,.....IIJ

Overgenomen uit Neutze (33)

Het gebruik van katoen, (inlegwerk) voor het vervaardigen van kledingstukken was alleen voor de elite bestemd. De lage klasse kon slechts "henequén" vezels (sisal) gebruiken voor haar kledij.

Het gebruik van kledingstukken bij de elite varieerde volgens de functie of politieke rol van een individu binnen de gemeenschap en volgens het soort rituelen waaraan hij deelnam.

In het algemeen droegen de mannen als basiskledingstuk de "maxtate". Dit is een lange geweven doek die tussen de benen getrokken wordt en langs de taille gewikkeld. De uiteinden van de doek hangen los aan de voor- en achterkant. De elite droeg katoenen "maxtates" met inlegwerk versierd. De anderen droegen doeken met sisal geweven en zonder versiering. (33).

16

Page 17: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Naargelang de gelegenheid, droegen de "indios polfticos" lange hemden geweven in fijn katoen en lange kleurrijke "mantas" als kapmantels, versierd met dierlijke figuratie, uitgevoerd met inlegwerk techniek. Zij gebruikten niet alleen geverfde katoenen garens in hun "brocados" maar ook verschillende soorten veren, konijnehaar en edelstenen. (33).

'maxtate' Een Maya edelman, laat klassieke periode draagt een enkellang hemd.

Vrouw met wijde 'huipi/' en een versierd doek (jaspe?)

De vrouwen droegen ook in streken zoals Utatlán, Goathemala en Totonicapán, een "huipil" als bloes. De term "huipil" is afkomstig uit Mexico. Het is een doek met openingen voor de armen en het hoofd, die los hangt over een andere doek die rond de taille gewikkeld wordt, als een soort rok, door de Spanjaarden "enagua" genoemd. (33). De "hui pil" werd rijkelijk versierd met inlegwerk en, zoals voor de mannelijke kapmantels, werden deze op verschillende manieren geweven, om stoffen van zware tot zeer lichte en transparante kwaliteit te bekomen (gaasweefsels). (33).

De "manta" of doek die als rok door vrouwen en mannen gedragen werd, had kleurstrepen en andere versieringen. Hiervan zijn mooie voorbeelden te vinden in de muurschilderingen van Bonampak. (17). In andere streken droegen de vrouwen de "mantas" als rok en geen bloes of"huipil". Afbeeldingen hiervan vindt men in de "Códice Tro-Cortesiano". (17). Deze doeken werden ook gebruikt om de kinderen op de rug te dragen en als bescherming tegen de kou. (33).

Zoals bij de Indianen in Peru en in Mexico, waar "ikat" en "plangi" reeds in de precolumbiaanse periode als weefselversiering gebruikt werden, zijn er aanduidingen dat ook bij de Maya's deze technieken bekend waren.

-' Jaspe, Ikat in Guatemala' is een onderdeel van de catalogus 'IKAT' Tentoonstelling Hessenhuis - Antwerpen.

BIBLIOGRAFIE

1. ADAMS, R., GRANT D. HALL, BLACK S., POTTER D. Y V ALDEZ F. Proyecto Rfo Azul, Informe Preliminar. The University of Texas, Center for Archaeological Research, San Antonio, Texas, 1983.

2. ADAMS, R.E.W. Rfo Azul, Lost City of the Maya. National Geographic, vol. 169, nr.4, April 1986, pp.420-450.

5. BATIENFIELD, J. Ikat Technique. New York, 1985.

17

Page 18: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

7. BLUM SCHEVILL. M. Evolution in Textile Design from the Highlands of Guatemala. The Lowie Museum of Anthropology. Occasional Papers nr.1, University of California, Berkeley, 1985.

15. GARRETT, W.E. La Ruta Maya. National Geographic, vol. 176, nr.4, act. 1989, pp.424-479.

16. HAMMOND, N. Unearthing the Oldest Known Maya. National Geographic, vol. 162, nr. 1, 1982, pp.136-140.

17. IVANOFF, P. De Maya's. Monumenten van grote culturen. Alphen aan de Rijn, 1978. 20. LA FAY, H .• STUART, G .• COE, W., SPIER, P. The Maya. National Geographic, vol.

148, nr.6, december 1975, pp.729-811. 22. LARA, C. A. Contribución del Folklore al Estudio de la Historia. Collección Problemas

y Documentos. vol. 7, Universidad de San Carlos de Guatemala, Guatemala, 1977. 23. LARSEN, J. L. The Dyer's Art: Ikat, Batik, Plangi. New York, 1976. 28. MC DOWELL, B. The Aztecs. National Geographic, vol. 158, nr.6. 1980, p.704. 30. MENDEZ CIFUENTES, A. Nociones de Tejidos Indfgenas de Guatemala. Guatemala,

1967. 31. MORALES HIDALGO, 1. La Situación del Jaspe en Guatemala. Colección Tierra

Adentro, vol. 4, Subcentro Regional de Artisanfas y Artes Populares, Guatemala, 1984. 32. MORLEY, S.G. The Ancient Maya. Stanford University Press, Califomia, 1956. 33. NEUTZE DE RUGG, C. Disenos en los Tejidos Indfgenas de Guatemala. Collección

Problemas y Documentos, vol. 4, Universidad de San Carlos de Guatemala, Guatemala, 1976.

34. O'NEALE, L. M. Tejidos de los Altiplanos de Guatemala. Seminaria de Integracióri Social Guatemalteca, vol. 17, deel I en II, Guatemala. 1979.

38. PO POL VUH, the Sacred Book of the Ancient Quiche Maya. Engelse versie van GOETZ, D. en MORLEY, S.G .• from the translation ofRECINOS. A., University of Oklahoma, Norrnan, 1975.

39. REAL ACADEMIA ESP ANOLA. Diccionario de la lengua Espanola. Madrid, 1970. 48. WHITLOCK, R. Everyday Life of the Maya. New York, 1987.

TER INFORMATIE

Elke zondagmorgen presenteert Radio-3 van 10 tot 11 uur het programma 'Encuentro', een programma over Zuid-Amerika ter gelegenheid van de 'ontdekking van Amerika'. Onderwerpen die reeds aan bod kwamen: 'de mythe' Columbus, de Dominikaanse Republiek, Amerika, bruid van de zon, de Indianen, enz.

00000

Wij ontvingen van de uitgeverij Shire (Buckinghamshire HP 17 9AJ. UK) een vollcd ige fondscatalogus. Interessant voor ons is de reeks SHIRE ETHNOGRAPHY (SETH) met, wat Amerikanistiek betreft: D. Gidmark. The Algonquin birchbark canoa (Seth 4) L. Mowat. Cassava and chicha (Seth 11) S. Pearce. Eskimo carving (Seth 2) Ch. Sayer. Mexican textile techniques (Seth 9) G. Bankes. Peruvian pottery (Scth 15) J. Feltham. Peruvian textiles (Seth 16) H. Puls. Textiles of the Kuna Indians of Panama (Seth 6)

00000

Wij ontvingen voor onze bibliotheek: National Geographic, 1973, march (met o.a.

18

Moseley, M. E. & C. Mackey. Chan Chan, Peru 's ancient city ofkings. Blz. 318-345, geill./ Kristof, E. The last U.S. whale hunters. Blz. 346-353, gei11.-Alaska Inuit-/ Morgan, L. Ocean mammals are to us what the buffalo was to the Plains Indians. Blz. 354-355 -Inuit alg.-.

00000

In Parijs is de 'Biblioteca Quinto Centenario' geopend. Zij bevat ruim 10.000 werken over Spanje en Amerika, waaronder facsimile's van manuscripten, historische studies. werken over literatuur, economie en kunst en kunstreisgidsen. Info: Librairie Espagnole, 72 rue de Seine, 75006 Paris. (di. - za. 10-13 en 14- l 9u.) Catalogus beschikbaar.

00000

AMÉRICA REVISTA is de titel van een nieuw Vlaams tijdschrift over Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied. Het tijdschrift volgt het blad SOLIDARIDAD op, dat gedurende achttien jaar werd uitgegeven door Sago (Studie- Actiegroep voor Ontwikkelingssamenwerking). Prijs per nummer 100 fr. Jaarabonnement 600 fr. Inlichtingen: Sago, Lange Lozanastraat 14, 2018 Antwerpen. Tel.: 03/237.56.30

Page 19: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

BOEKBESPREKINGEN

KIKKERT,Ouho. Taino :Columbus' verstoorde paradijs. Kampen: Kok Agora; Deurne: Denis [distr.], cop. /992.153p . met Ut. opg. -ISBN90! 3911003517. 500 BEF.

Het kon bijna niet anders of in dit "her­denkingsjaar' van de ontdekking van Amerika, moest er ook een boek verschijnen over de Indianen die Columbus ontmoette tijdens zijn reis, met name de Taino. Deze Arawak-sprekende Indianen bewoonden toen de meeste eilanden van de Grote Antillen. Het is voornamelijk over de Tai no van het eiland Hispaniola (nu de republiek Haïti en de Dominicaanse Republiek) dat het boek handelt. De contacten, eerst vreedzaam maar van langsom meer veranderend in wreedheden, worden door de auteur op een boeiende en vlotte manier beschreven. Wij krijgen een beeld van de strijd die de Taino voerden en hun uiteindelijke vernietiging. Misschien worden de houding van Columbus en zijn doelstellingen wel wat te idealistisch voorgesteld. Het boek eindigt met enkele hoofdstukken over de allesbehalve rooskleurige toestand in de huidige Dominicaanse Republiek, waar weer gewelddaden en zinloze moordpartijen voorkomen. Er is dus blijkbaar niets nieuws onder de Caraibische zon. Over bepaalde voorstellingen op archeologisch en cultureel-antropologisch gebied hebben we echter bedenkingen. Zo zijn de Arawak zeker niet afkomstig van het Mexicaanse schiereiland Yucatan (blz. 16) maar van het Zuidamerikaanse vasteland (cfr. L. Allaire. 1985, blz. 370 / J. Benoist. 1978, blz. 1376-7 /M. Giraud. 1968, blz. 257-9 / Chr. Montbrun. 1984, blz. 56-68/I. Rouse. 1948, blz. 507/1. Rouse. 1986, blz. 106-156 / A. Versteeg & F. Effen. 1985, blz. 13). 0. Kikkert verklaart de benaming Taino als "welkom in vrede" (blz. 16). Volgens verschillende andere auteurs betekent dit woord echter "goed" of "nobel" (cfr. I. Rouse. 1986, blz. 114 / M. Barbotin. 1987, blz. 87). Ook dokter D. Alvarez Chanca, die scheepsarts was tijdens Columbus' tweede reis, vertaalt "tayno" door "goed" (Chr. Colomb. 1979, blz. 60). De Ciguayos van Noordoost Hispaniola, als een mengras van Taino en Caraiben bestempelen (blz. 56-57), valt moeilijk te bewijzen. Over dit volk is weinig bekend (I. Rouse. 1948, blz. 539). Hun taal behoorde denkelijk niet tot die der Taino (een Arawaktaal). Daar, volgens de recente onderzoekingen, het Eiland-Caraibischook tot deze Ara wak-taalgroep

19

behoort, spraken de Ciguayos dus evenmin Eiland-Caraïbisch (1. Rouse. 1986, blz. 114, 118, 153). Maar welke taal spraken zij dan wel? Tot welke cultuur behoorden zij? De functie van een cacique (leider) bij de Taino was inderdaad erfelijk volgens een matrilineair systeem. De prerogatieven gaan over, niet van vader op zoon, maar wel naar de (oudste) zoon van de (oudste) zuster van de cacique. Indien een zuster' s zoon ontbreekt, dan gaat het leiderschap pas naar een broer of zoon van de overleden cacique. Kikkert noemt dit systeem verkeerdelijk 'matriarchaal' (blz. 56). Met matriarchaat (een begrip in de antropologie ingevoerd door J. Bachofen in zijn evolutionistisch gericht werk "Das Mutterrecht" uit 1861) wordt een samenleving aangeduid die overheerst zou worden door de vrouw. Een samenlevingsvorm die het "patriarchaat" zou voorafgegaan zijn. Het begrip matriarchaat wordt al lang niet meer ernstig genomen en komt in antropologische handboeken vrijwel niet meervoor(M. Panoff & M. Perrin. 1973, blz. 36, 174 /F. M. Keesing. 1965, blz. 338 /E. Pastel-Coster. 1979, blz. 93). Het is niet de bedoeling om hier een controverse omtrent het begrip matriarchaat aan te gaan; hierover leest men best het boek "Féminisme et anthropologie" van Evelyn Reed (Parijs, Denoël/ Gonthier, 1979), maar wel erop te wijzen dat hier gesproken moet worden van een matrilineaire overerving van status en leiderschap. Pijnlijker is dat de auteur dit systeem "gebrui­kelijk bij natuurvolkeren" noemt. Dit houdt de ontkenning in van patrilineaire, dubbele en ambilineaire overervingssystemen die toegepast worden in tal van andere culturen (V. Haviland. 1991, blz. 242-249).

Griep en syfilis voor Europa onbekende ziekten noemen (blz. 48), is, wat griep betreft, fout. Me Neill vermeldt griep in de eerste eeuwen van onze jaartelling, in Groot-Brittanië in 664, en "alle bekende beschavingsziekten (o.a. griep), kunnen zo'n plotselinge sterfte als in de bijbel beschreven wordt, hebben veroorzaakt (W. H. Me Neill. 1986, blz. 90, 134, 150). In Sesam medische gezinsencyclopedie (1972, deel Il, blz. 118) lezen we: "Sedert de eerste in de geschiedenis opgetekende griepepidemie in 1173, kwam deze ziekte steeds weer in golven over Europa en in pandemieën over de gehele wereld". Het al dan niet voorkomen van syfilis in Europa vóór 1492 blijft nog steeds een twistpunt. Leen

Page 20: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Coussementciteert P. M. Ashburn, een autoriteit op het vlak van de medische geschiedenis, die meent dat venerische ziekten als syfilis en gonorrhoe naar alle waarschijnlijkheid door de blanke veroveraars op het Amerikaanse continent geïntroduceerd zijn (L. Coussement. 1990, blz. 4-5).

Wereld voorkwamen. Ook D. J. Wright (1971) meent mogelijke sporen van syfilis te herkennen bij Neanderthaler-skeletten.

In zijn artikel van 1965 is E. H. Hudson er vast van overtuigd dat zowel endemische als geslachtelijke syfilis in de Oude als in de Nieuwe

Hoewel dit boek dus een goed idee geeft over de eerste contacten met de Indianen van de Antillen, blijven we, wat de Taino-cultuur zelf betreft (afgehandeld in amper 10 blz.), op onze honger

Allaire, L. 1980

1985

Barbotin, M. 1987

Benoist, J. 1978

zitten.

BRONNEN

On the historicity of Cari migrations in the Lesser antilles. In: American Antiquity. Washington. Blz. 238-245 L 'archéologie des Anti lies. In: Le grand atlas de l'archéologie. Paris. Blz. 370-371

Archéologie antillaise. Trois-Rivières.

Les Antilles. In: Ethnologie régionale; II. Paris. Blz. 1372-1448

Raymond PAESHUYS

Boerstra, E. 1982 De precolumbiaanse bewoners van Aruba, Curaçao en Bonaire. Zutphen.

Colomb, Chr. 1979 La découverte de l 'Amérique. II. Paris.

Coussement, L. 1990 De materiële levensvoorwaarden van de conquistadores tijdens de

verovering van Mexico (1519-1521). V.

Giraud, M. 1968

In: Instituut voor Amerikanistiek, Nieuwsbrief. 1990, 3. Antw. Blz. 4-5

Arawaks et Caraibes. In: Encyclopaedia Universalis. ll. Paris, Blz. 257-259

Haviland, W. 1991 Culturele antropologie. Utrecht.

Hudson, E. 1965

Keesing, F. 1965

Treponematosis and man's evolution. In: American Antropologist, Washington. Blz. 885-901

Inleiding tot de culturele antropologie.

McNeill, W. 1986 De pest in de geschiedenis. A 'dam.

Montbrun, Chr. 1984 Les Petites Antilles avant Christophe Colomb. Paris.

20

Page 21: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Panoff, M en M. Perrin. 1973 Dictionnaire de l'ethnologie. Paris.

Postel-Coster, E. 1979 Vrouwen in ontwikkeling, een antropologisch perspectief.

In: Zij en het patriarchaat. Maasbree. Blz. 91-103

Rouse, 1. 1963 The Arawak.

In: Handbook os South American Indians. IV. New York. Blz. 507-546 (oorspr. uitg. 1948).

1986 Migrations in prehistory. New Haven.

Versteeg, A. en F. Effert. 1985 Golden Rock; de eerste landbouwers op de Nederlandse Antillen. Tilburg. Wright, D. J. 1971 Syphilis and Neanderthal man.

In: Nature. Vol. 229, 5284 London. Blz. 409

LOGAN, CAROLYN F. Het oog van de gouden god. Vertaling uit het Engels door Liesbeth Swildens. Amsterdam, E/zenga , cop.1990.170 p . ISBN 9016692106513. gebonden 500 BEF.

Huascar, een Peruaanse jongen, gaat op weg noorde stad om een zeeroud beeldje te verkopen. Hij groef deze Huaco op in de dodenvallei nabij zijn dorp. Dit prachtige voorwerp uit de grafvondsten moet veel geld opbrengen om de dokter te kunnen betalen. Deze moet het ziek zusje van Huascar, Matil, genezen.

Telkens opnieuw wordt Huascar door de magische krachten van de Huaco teruggezonden naar de tijd van de Inca's. Zo 'ziet' hij de belevenissen van zijn tegenhanger uit het verleden.

Het verhaal geeft parallel de ervaringen van beide Huascars weer. De Inca-Huascarbegraaft zijn overleden zusje Matil in de verborgen dodenvallei, samen met enkele grafgiften. De hedendaagse Huascar graaft dit aardewerk op om geld te bekomen voor zijn zieke zusje.

Heel wat pre-columbiaanse aspecten van de Inca's worden vermeld, maar mijn inziens onvoldoende verklaart of uitgewerkt. Vb. Het Chasqui-systeem om berichten via een loopestafette over een grote afstand te verzenden, het belang van de Inca-wegen, de rol en de machtspositie van de hogere ambtenaren in het Inca-rijk, de rol van totemdieren als de poema en de condor, de zeer belangrijke invloed van de godsdienst (het vrouwenhuis, de priesters van de

21

gouden god (zonnegod), de nog steeds onver­klaarde reusachtige grondlijnen van Nasca), enz.

Ook het hedendaagse Peru wordt ten tonele gevoerd: de armoede en de ondervoeding, slechte hygiënische toestanden, het taalprobleem Quechua-Spaans, de negatieve gevolgen van het toerisme (plundering van archeologische gebieden), de strijd voor het cultureel patrimonium van een volk ...

Het voortdurend heen en weer flitsen in de tijd tussen heden en verleden is niet steeds erg duidelijk. Soms weet men niet meer om welke Huascar het op dat ogenblik gaat. Een ander lettertype of een duidekijker aanduiding zou veel verhelpen.

Aan het eind van het boek lopen beide verhalen naadloos in elkaar en zorgen voor een harmonieus slot.

Voor een eerste kennismaking met de Inca­cultuur is het te ingewikkeld uitgewerkt, terwijl het als volwaardig historisch jeugdboek teveel fragmentarische elementen bevat die nergens zijn uitgediept. Daarom zullen jongere lezers problemen ondervinden bij de persoonlijke verwerking ervan. De taal is nochtans eenvoudig voor een vlot geschreven boek, dat reeds door 12-jarigen kan gelezen worden.

Een blad met de uitspraak en betekenis van vreemde 'Quechua' woorden is een aangename verrassing, omdat zo de woordenschat echt geïntegreerd kan worden.

Jos VAN STEEN

Page 22: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

ONTCIJFERING VAN HET MAYASCHRIFT De geboorteglyfe T 740:181 te lezen als

CHUMAH of CHUNAH

Johan Daelman en Werkgroep Maya-Schrift

~Vt:r de .t:ctekeni~ van hel glyf~_hlok T7-U>: 181 1 1 woordslam is di~ eveneen~ . fonelise~ moel

(lig. l) ZI.Jn alle epigrafen het vn.1wel eens. Nadat gelezen worden. Samen mel l 181 dus tets als Titiana ProskouriakotFdeze glyfc idenlitïeecrde ··ruj (of zij) werd geboren" of "hij (of zij) begon als de "initia! event'" (begingebeurtenis). omdat te leven". zij meestal volgt op de eerste datum in een inscriptie, wordt nu algemeen aangenomen dal zij slaat voor "geboorte".

T 740 T 181

T246

T 125 T 125[88]

fig. l

Over de lezing in de Mayataal daarentegen zijn de opvattingen verschillend. Sommige J , zoals Barthel , Kelley en Dütting, lezen "poe·· of "pok". Knorozov leest "'thiz"'. Anderen, zoals Fox en Juste>on. beschouwen de glyfe~ompound als een logogram van ' 'si ' h" (= gdxxen worden) . Bricker leest ''ay"" of ''ayin" (= gd~xen zijn). Nog anderen hebben helemaal geen lectuur, maar beschouwen het glyfeblok als een logogram voor "geboren worden''.

Het glyfchk1k bestaat hijna altijd üit drie elementen.(fi g. l) l - Hel hoofdelement, T 7-Kl, is altijd de kop van een omhoog-kijkende kikker of pad. 2 - Het achtervoegsel is meestal T 181. . J - Het ondervocgsel varieert sterk (T 125, T 2-U>, T 125 [881 of nog andere). In enkele gevallen is het achtervoegsel T 181 weggelaten en vervangen door de glyfe die normaal als ondervoegsel fungeert. De betekenis van dil suffi\. is ondui­delijk en zal hier verder niet hehandeld worden.

Van Tl8l als achtervoegsel is bekend dat het staat voorde fom:tische waarde '-ahq, de uitgang van de Je persoon enkelvoud. voltooid verleden tijd van intransitieve werkwoorden 5

. Dit wijst erop dat het hoofdelement T 7-lü een werk-

Het hoofdekmcnt T 7-tO is lmtegensprekclijk de kop van een omhlx)g-kijkende kikker of pad. De tekening ervan is gelijk aan de kopvarianle van de periode-glyfe lfinal (fig. 2). Dat het in dit verband wel degelijk gaat over een kikvorsachtig dier Weten WC uit enkele full -tîgurc afbeeldingen (lïg. J) van deze pcriooe.

tïg. 2

tïg. 3

lïg . 4

In het Cord~me.'\-woordenhoek 0 vinden we in het deel Espanol-Maya slechts drie synoniemen voor kikker of pad: Sapo- much

t"ol Rana - (ah) kech'

much De Cordcme.'\ is cvenwel een compilatie van talrijke WlXJrdenhocken en woordenlijsten die vooral in het Yucatecks genoteerd werden.

Page 23: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Algemeen wordt thans echter aangenomen dat de teksten op de monumenten gesteld zijn in een Chol-taal; vermoedelijk het proto-Cholan. Volgens Kaufmanen Norman 7 is "much" inder­daad een proto-Cholan-woord met als betekenis: pad of kikker.

Typisch voor de Maya-taal is het grote aantal homoniemen; dit zijn verschillende betekenissen voor eenzelfde woord. Zo heeft bv. het woord "kuch" niet minder dan veertien betekenissen. Als een van de drie Maya-woorden (much, t'ot' of kech ') fonetisch in aanmerking komt voor de geboorte-glyfe, moeten we een homoniem vinden dat wijst op geboorte, begin of bevalling. Voor geen van de drie woorden bestaat een dergelijk homoniem. Enkel 'much', in de betekenis van 'vrouwelijke geslachtsorganen' zou eventueel op 'bevalling' kunnen duiden.

Opmerkelijk aan de geboorte-glyfe is echter dat de kikker of pad onveranderlijk wordt afgebeeld in een omhoog-kijkende houding. In de periode­glyfe Uinalisdatnooithetgeval. Inde Uinalglyfe is de kop steeds naar links gericht. De speciale opwaartse houding bij de geboorte-glyfe moet zeker een bepaalde betekenis hebben.

Als we nu eens veronderstellen dat die houding erop wijst dat de glyfe in omgekeerde richting moet gelezen worden, dan krijgen we de woorden CHUM, CHEK en T'OT'. Het laatste woord blijft uiteraard onveranderd en kan geen oplossing brengen. Voor CHEK vinden we enkel: "een soort vis die in de cenotes leeft", wat evenmin bruikbaar blijkt te zijn. VoorCHUM liggen de zaken echter anders.

In de Cordemex vinden we volgende betekenissen: blz. 115: U CHUM: original cosa

blz. 110:

CHUN: causa o principio, u origen, nacimiento

U CHUN: principio o causa, fundamento, original causa de algo ...

CHUN: comenzar CHUNAH: principiarse o cau­

sarse algo CHU'CHUM: nacido

Het onderling verwisselen van de medeklinkers 'm'en 'n' is inde Maya-taal zeker niet ongebrui­kelijk.

Al deze woorden duiden op begin, oorsprong en geboorte, wat de lezing van de volledige geboorte-

23

glyfegroep (T 740:181) als CHUM + AH = CHUMAH, of CHUN + AH = CHUNAH, "hij (of zij) werd geboren", waarschijnlijk maakt.

Dat de kikvorskop daarbij niet volledig wordt gedraaid en naar rechts kijkt is logisch in het Mayaschrift. Dit zou er immers op wijzen dat de leesrichting van de volledige tekst wordt omgedraaid; dus niet van links naar rechts, zoals gebruikelijk, maar van rechts naar links.

Volgens Linda Schele 8 interpreteert Bill Ringle (wiens geschriften en dus argumentatie mij niet bekend zijn) een andere glyfe als CHUM, nml. de "accession"-uitdrukking T644, omwille van de aanwezigheid van het 'mu' -infix. Dat beide glyfen met eenzelfde woord gelezen moeten worden is geen bezwaar; ook de 'troonsbestijging' is immers een begin van een bepaalde periode. Trouwenswordthetgeboorte-glyfeblokookheel frequent aangewend in de maanperiodes, om het begin van de Nieuwe Maan aan te duiden (fig. 4), de 'geboorte van de maan'. Dit wijst er op dat we voor de lezing van de gl yfe geen rekening moeten houden met het fysische gebeuren van baren of bevallen, maar dat het hier werkelijk gaat over 'het begin' van een of andere periode.(principio)

1 - Thompson, J.E.S. A Catalog of Maya Hieroglyphs. Norman, University ofüklahoma Press, 1962.

2 - Proskouriakoff, T. Historica/ lmplications of aPatternofDates atPiedras Neg ras, Guatemala. In: American Antiquity, l 96Q, 25, blz. 454-475.

3 -Kurbjuhn, K. Maya- The Complete Catalogue ofGlyph Readings. 1989, blz. 107.

4 -Schele, L.Notebookfor the Maya H ieroglyphic Writing Workshop at Texas. 1987. blz. 17.

5 -Schele,L. MayaGlyphs-The Verbs. Univer­sity of Texas Press, Austin, 1982, blz. 9-10.

6 - Diccionario Maya Codemex. Ediciones Cor­demex, Mérida, México, 1980.

7 - Kaufman, T.S. & W.M. Norman. An Outline of Proto-Cholan Phonology, Morphology and Vocabulary. In: Phoneticism in Mayan Hicro­glyphic Writing. Institute for Mesoamerican Studies, State University of N.Y. at Albany, publication N° 9, 1984, blz.126.

8 _ Schele,L. Notebook/or the MayaHieroglyphic Writing Workshop at Texas. 1987. blz. 28.

Page 24: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

TIJDSCHRIFTEN

American Antiquity. 1991, 3 Magne, M.P & M.A. Klassen. A multivariate study of rock art anthropomorphs at Writing-on­Stone, Southem Alberta. Blz. 389-418, geïll. Jones, T.L. Marine-resource value and the priority of coastal settlement: a California perspective. Blz. 419-443, gei11. Matson, R.G. & B. Chisholm. Baskeunaker II subsistence. Blz. 444-459, gei11. (Utah) Epstein, J.F. Cabeza de Vaca and the sixteenth­century copper trade in Northem Mexico. Blz. 474-482. (Casas Grandes) Housley, R.A., N. Hammond & LA. Law. AMS radiocarbon dating on Preclassic Maya burials at Cuello, Belize. blz. 514-519.

American Antiquity. 1991, 4 Milner, G.R., E. Anderson & V.G. Smith. Warfare in Late Prehistorie West-Centra! Illinois. blz. 581-603, geïll. Ahlstrom, R.V., J.S. Dean & W.J. Robinson. Evaluating tree-ring interpretations at Walpi Pueblo, Arizona. blz. 628-644, geill. (Hopi­Indianen)

American Antiquity. 1992, 1 Arnold, J. Complex hunter-gatherer-fïshers of prehistorie Califomia. blz. 60-84. Youg, D. & R. Bettinger. The Numic spread. blz. 85-99. (taalgroep in Westelijk U.S.A.)

American Antiquity. 1992, 2 Milanich, J. The legacy of Columbus. blz. 38-42, geil!. (Spaanse missie-invloed in Florida / Timucua & Guale-Indianen) Larsen, Cl. Telltale bones. blz. 43-46, gei11. (Bioarcheologie Guale-Indianen, Florida & Georgia) Ramenofsky, A.F. Death by discase. blz.47-49, geil!. (Epidemieën) Schaffer, A.-L. On the edge of the Maya world. blz. 50-53, gei11. (Ulua-vallei, N.W. Honduras)

Archaeology. 1992, 1 Davis,D. RumorofCannibals. blz.49.(Caraiben) Keegan, W.F. Destruction of the Taino. blz. 51-54,56, geil!. Keegan, W.F. Death toll. blz. 55. (Taino) Viola, H.J. The great exchange. blz. 57:58. Smith, K.C. .Jamaica's enduring heritage. blz. 73-76. (The Arawak Museum)

Archéologia. 1991, 274 (dec) Meyer, L. L 'Equateur, la terre et l 'or. blz. 59-71, geil!.

24

Archéologia. 1992, 277 (mrt) N.D.G. Première peinture de la préhistoire arctique. blz. 8, gem. (Thule-cultuur, Canada) Martins, G.R. Les lndicns du Mato Grosso do Sul. blz. 44-51, geïll.

Archéologia. 1992, 278 (apr) Meyer, L. L 'art del' Amazonie précolombienne. blz. 48-53, geill.

Clio. 1991-92, 318 Columbus 1492-1992: een herdenking. blz. 1-10, geill.

Concilium. 1991, 6 Marcos, S. Voorschriften over sekse en moraal in het oude Mexico: de teksten van Sahagun. blz. 59-71.

Documentatiemappen (van de) Vereniging Vlaamse Leerkrachten. 1992, 2

Urecl, L. (samenst.) De Indianen in de V.S. blz. 1-16, geil!.

Eos. 1992, 3 Daems, W. Columbus zonder franjes. blz. 6-18, geil!.

Géo, 1992, 156 (feb) Mexico. blz. 59-104, gei1l. (Mexico-stad/ Codex Borbonicus)

Géo, 1992, 160 (juni) Mello Penna, M. Les demiërs Poturu. blz. 74-88, gci1l. (Brazilië, Amazonegebied)

Grasduinen. 1992, 2 van Veen, J. W. & M.J. Sommeijer. De bijen van de Maya's steken nooit. blz. 34-39, geill.

History today. 1992, May Wallis, H. What Columbus knew. blz. 17-23, gci11. Fagan, B. If Columbus had not called ... blz. 30-36, geill. James, N. Native America; prehistory and survival. blz. 37-43, geil!. Pagden, A. Fabricating identity in Spanish America. blz. 44-49, gem. Arrnitage, D. Christopher Columbus and the uses of history. blz. 50-55, gcïll. Gregory, D. Murials of mystcry. blz. 57, geil!. (Cacaxtla)

Page 25: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Humo, 1991, 2675-2677 / 1992, 2678 Heylen, M. Dossier Indianen. 1-IV.

Impuls 2020. 1991, 83 V.G. 500 jaar weerstand. blz. 5-10. Over het ontstaan van mythen. blz. 24-25.

Impuls 2020. 1992, 85 Indiaans 'Levantamiento' in Ecuador. blz. 4-8. Oplossing voor vertaalmachines. blz. 19-20. (Aymara)

Internationale samenwerking. 1991, 11 van Hees, Y. Latijns-Amerika - 500 jaar na Columbus. blz. 18-20, gem. van Hees, Y. "Betaal ons in geld, niet in voedsel". blz. 22-23. (vrouwen in Bolivia) Rienstra, K. De Ayoreos en de strijd voor hun grondrechten. blz. 26-28, geiU. (Bolivia)

Internationale samenwerking. 1992, 2 Bierman, 1. Koninklijke Inca-mummies nemen bezoeker mee naar Peru van vóór 1492. blz. 24-27, gei1l. (herdenkingen Columbusjaar in het Museum voor Volkenkunde te R 'dam) Rienstra, K. "De aarde is onze moeder"; over laagland Indianen en bosbeheer in Oost-Bolivia. blz. 31-33, gei1l. Rienstra, K. "De honger maakt ons sterk". Blz. 12-14, gei11. (Quechua, Bolivia)

Internationale samenwerking. 1992, 5 Rienstra, K. Het •Land zonder kwaad' bestaat niet meer. Blz. 12-14, gei11. (Guarani, Oost­Bolivia)

Leefmilieu. 1991, 6 Fabré, R.G. Chief Seathl. blz. 179-185, geïll.

Knack. 1992, 1-Columbus breekt de wereld open. 1-

Knack-Weekend, 1992,21 Grosemans, A. Maskers van de Nieuwe Wereld. blz. 148-149, geiU. (Tentoonstelling Binche, zie info)

Kunst & cultuur. 1992, juni Boenders, F. Op zoek naarde Verloren Stad. blz. 9-13, gei1l. (Tairona, Columbia)

Kunstbeeld, 1992, 3 Bekkers, L. America, bruid van de zon. blz. 39-41, geiU.

Kijk, 1992, 3 Aveni, A.F. & H. Silverman. Oude lijnen, nieuw

25

verhaal. blz. 16-21, geiU.

Nat. geographic mag. 1991, sept Agurcia Fasquelle, R. & W.L. Fash. Maya artistry unearthed. blz. 94-105, geiU. (Copan)

Nat. geographic mag. 1992, febr Hemming, J. Pizarro, conquerorofthe Inca. blz. 90-121, geiU. Landkaarten: Spain in the Americas /The grand exchange

Nat. geographic mag. 1992, march Reinhard, J. Sacred peaks of the Andes. blz. 84-111, geiU. (Inca-offers)

Natuur & techniek. 1992, april Palm. L.C. Columbus' wereldbeeld; de mythe van de platte aarde. blz. 234-245, gem.

Onze Wereld. 1992, 3 Zwier, G.J. Columbus, de man met de vele imago's. blz. 32-35. gei11.

Onze Wereld. 1992, 5 Halkes, Cl. Reis naar een mysterieus Inca­verleden. blz. 44-45, gei11. (Tentoonstelling R'dam) Indianen houden vast aan eigen taal. blz. 58. (Zuid-Amerika)

Opzij. 1992, 6 Teubner, M. & M. Robbes. De terugkeer van de trots; Indiaanse vrouwen in de bres voor hun oude tradities en waarden._ blz. 80-82, gei11. (Noord-Amerika)

Science. 1991, 5038 Roosevelt. A.C. e.a. Eighth millennium pottery from a prehistorie shell midden in the Brazilian Amazon. blz. 1621-1624, geiU.

Scientific American, 1991, 5 Cavalli-Sforza, L.L. Genes, peoples and languages. blz. 72-78, gei1l.

Scientific American, 1991, 6 Anthony, D., D. Telegin& D. Brown. Theorigin ofhorseback riding. blz. 44-49, geiU. (o.a. Noord­Amerika)

Streven, 1991-2, 5 (feb) Vos, R. God of goud?; Gustavo Gutiérrez over Bartolomé de Las Casas. blz. 387-398. Rudel, Chr. De opstanding van de Indianen; in Bolivië, Guatemala en Ecuador. blz. 399-407.

Page 26: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Sunrise. 1992, 1 Jansma, R. Kanna in de traditie van de Oglala Indianen. blz. 12-20, gcm.

Unesco Koerier. 1991, 216 Léon-Portilla, M. De schatten van Montezuma. blz. 18-20, gei1l.

Vergeten Volkeren. 1992, 6 (feb) Trio, W. Belgisch bedrijf bedreigt Blackfeet kultuur. blz. 3. Groffy, L. Kuna Indianen in Panama nemen wapens op. blz. 8-10. De Smedt, P. Navajo Hopi Land Commision. blz. 12.

Vergeten Volkeren. 1992, 7 (mrt) Moorthamer, R. Mapuche-tribunaal klaagt Chileense regering aan. blz. 3. De Vos, D. Tikuna leider bekroond. blz. 5-7. (Braz.)

Vergeten Volkeren. 1992, 8 (mei) Moorthamer, R. Ariel Araujo op bezoek. blz. 3-4. (Mocovi, Argentinië)

Vrij Nederland. 1992, 7 (15/2/92) Josten, M. De Cree-Indianen staat het water aan de lippen. blz. 22-24.

De Wereld morgen. 1992, april Verheyen,L. 500jaareenzaamheid; Indianen in Latijns-Amerika. blz. 4-10, geïll. van Kerkhove, H. Ver Amerika, bijziend Europa. blz. 25.

Wereldwijd, 1991, 220 500 Jaar Latijns Amerika. blz. 1-45, gcïll. (Conquista - huidige problematiek)

Wereldwijd, 1992, 222 Kopenawa, D. 'Ik leef, dus ik vecht'. blz. 17-19, geil!. (Yanomami, Braz.)

Wereldwijd, 1992, 224 de Walsche, A. De strijd om de haciënda. blz. 11. (Cochas, Ecuador) Gijsbers, W. Leven is de aarde omhelzen; over hardhouten Indiaanse woudbewoncrs in Mexico. blz. 20-31, gei11.

Yumtzilob. 1991, 3 Toorians, L. Rembrandt's hammock. blz. 21-33, geil!.

26

BOEKEN

Abel, B.,C. Bihl&J.-L. Loup. Masqueseskimo. 290blz., geill; D. Amez, 1991. (ISBN2/909242/ 00/5 - ong. 860 FF)

American Southwest and Mesoamerican, The. (J.E. Ericson ed.) 300 blz. N.Y., Plenum, 1992. (ISBN 0/306/44178/0)

Anselme, M. Indiens d'Amazonie, Pygmées, Bochimans, ces hommes qu'on achève: la nuit du point zéro. 350 blz. Rocher, 1991. (ISBN 2/ 268/00921/1 ong. 135 FF)

* Attali, J. 1492. 296 blz., geill. Haarlem, Schuyt, 1992 (ISBN 90/6097/312/7 - 900 BEF.)

*Baudez, Cl. en S. Picasso. De verloren steden van de Maya's. 160 blz., gem. Standaard, 1992. (ISBN 90/02/19146/4 - 450 BEF.)

Breton, A. (ed.) Mayas. 285 blz. Autremont, 1991. (ISBN 2/86/260341/4 - 95 FF -hedendaagse problematiek)

Brincourt, Chr. Amazonie, les dcrniers Indiens. 127 blz., geill. Atlas, 1991. (ISBN 2n312/1089/ 3 - 270 FF)

Brody, J.J. & R. Allen. Beauty from the earth: Pueblo Indian pottery from the University Museum of Archaeology and Anthropology. 112 blz, geïll. Philadelphia, Univ. Mus. Univ. Pennsylvania, 1991.(ISBNOJ?>24171/05n-20$)

*Brosnaham, T. La Ruta Maya; Yucatan, Guatemala and Belize, a travel survival kit. 530 blz., geil!. Hawthom, Lonely Planet, 1991. (ISBN 0/86442/105/2 - 725 BEF)

Cattaneo, Cl. & P. Gerber. Farbenprächtig und gefährdct; Federschmuck aus Amazonien. 44 Blz., gei11. Zürich, Völkerk. Mus. Univ. Zürich, 1991. (ISBN 3;909105/21/l - 14 FS)

Ceramics and artifacts from excavations in the Copan rcsidential zone. 560 blz., gem. Harvard U.P., 1992. (ISBN 0/87365/206/1 - $ 60)

*Circa 1492; art in the age ofExploration (ed. J. Levenson) 672 blz., geill. New Haven, Yale Univ ., 1991. (ISBN 0/300/05167 /0 met o.a. art. over de Tai no, Azteken, Inca en het Zuidoosten van de V.S.)

Page 27: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

Coe, W.R. Tikal report 14. 6vol. 1100blz.,gei11. Phil., Univ. Mus. Univ. Penn., 1990. (ISBN 0/ 934718/66/0 - 395 $)

*de Las Casas, B. De verwoesting van de West­Indische landen; vert. en inl. door M.J. van Nieuwstadt. 157 blz., geiU. Nijmegen, SUN, 1992. (ISBN 90/6168/364/5 - 490 BEF)

Delamarre, C. & B. Sallard. La femme au temps des conquistadores. 412 blz., gei11. Stock, 1992. (ISBN 2/234/02444/7 - ong. 150 FF)

1992. (ISBN 2/87027/437/8 - FF 65)

*Helman, A. Mexico zingt; een bloemlezing uit de Mexi-caanse lyriek sinds de 15e eeuw. 135 blz. Inde Knipscheer, 1992. (ISBN90/625/351/ 0 - 590 BEF - met o.a. de Oud-Mexicaanse dichtkunst)

Jaffe, A.J. The first immigrants from Asia. 325 blz., gei11. N.Y., Plenum, 1992. (ISBN 0/306/ 43952!2 - $ 48)

Jeambrun, P. & B. Sergent. Les enfants de la *Dupré, L. De symboliek van het heilige. 165 lune; ! 'albinisme chez les Amérindiens. 351 blz. blz. Kapellen, DNB, 1991. (ISBN 90(289/1693/ Orstom, 1992. (ISBN 2/85598/488/2 - FF 250) 8 - 590 BEF - religieuze symboliek)

*Eliade, M. en I.P.Couliano. Wereldrcligies in kaart gebracht. 398 blz. Spectrum, 1992. (ISBN 90/274/2702/X - 595 BEF met o.a. religies van Amerika/ Sjamanisme)

*Engelbrecht, B. Handwerk im Leben der Purhépecha in Mexico. 128 blz., gei11. Zürich, Völkerk. Mus. Univ. Zürich, 1986. (ISBN 3/ 909105/01/7 - 10 FS)

*L'étatdu monde en 1492. (dir. G. Martinièreen C. Varela). 650 blz. Paris, La Découverte, 1992. (ISBN 2/7071/2080/4 - 198 FF)

From Kostenki to Oovis; Upper Paleolithic­Paleoindian adaptations (ed. 0. Soffer). 300 blz" gei11. N.Y., Plenum, 1992. (ISBN 0/306/ 44271/X)

Gerber, P. (ed.). Ka 'apor: Menschen des Waldes und ihre Federkunst. 186 blz., geïll. Zürich, Völkerk. Mus. Univ. Zürich, 1991. (ISBN 3/ 909105/18/l - 30 FS)

*Gerber, P. & V. Katz-Lahaigue. Indianische Künstlerder Westküste Kanadas. 132 blz., geiU. Zürich, Völkerk.Mus. Univ.Zürich, 1989. (ISBN 3/909105/09/2 - 15 FS - met Engelse vert.)

Good, K. Hart hout: mijn leven en liefde bij de Yanomami in het regenwoud. 331 blz., gem. Het Wereldvenster, 1991. (ISBN 90/269/4076/9 -F1. 50)

Gruzinski, S. L 'Amérique de la conquête peinte par les Indiens du Mexique. 288 blz., gei11. Ed. Flammarion, 1992. (FF 395)

Heers, J. 1492-1530, la ruée vers l' Amérique: les mirages et les fièvres. 224 blz. Complexe,

27

Kerjean, A. L'adieu aux Yanomami. 248 blz., gei11. A. Michel, 1991. (ISBN 2/226/05587/8)

*Kessels, P. Pre-Columbian art. (40) blz., gei11. Antw., P. Kessels, 1991. (Meso-Amerika)

*Koning, H. Columbus: einde van een mythe. 136 blz., geiU. Epo, 1992. (ISBN 90/6445/639/ 9 - 450 BEF)

Le Clézio, J.-M. Le rêve mexicain ou le pensée interrompue. Gallimard, 1992. (ISBN 2/07 / 032680/2 - 33 FF)

Léon-Portilla, M. (ed.) Témoignages de l'ancienne parole. La Différence, 1991. (ISBN 2/7291/0757/6 - 79 FF - orale traditie in het Nahuatl)

Martin, P. Le Montagnais: langue algonquienne du Québec. 159 blz. Peeters, 1991. (ISBN 2/ 87723/038/4 - 161 FF)

*Mexico Stad. 159 blz., geiU. A'dam, Kon. Instituut voor de Tropen, 1991. (ISBN 90/6832/ 232/X - 398 BEF)

Miller, A.C. Maya rulers of time/Los soberanos Mayas del tiempo. 96 blz., gei11. Phil., Univ. Mus. Univ. Penn., 1986. (ISBN 0/934718/79!2 - 15 $)

*Ontdekking of verovering? 500 jaar Amerika her-denken; (eindred. St. van den Abbeele). 128 blz., geiU. Infodok, 1992. (ISBN90/71665/22/9 - 299 BEF)

Oostdijk, A. De schoonheid en het monster; Azteekse kunst en het Europa van 1492. 198 blz., gei11. Leiden, Wampum, 1991. (ISSN 0169-2712 - Fl. 15)

Page 28: NIEUWSBRIEF - amerikanistiek.orgamerikanistiek.org/wp-content/uploads/2016/06/Tijdschrift 1992 mrt... · instrument om speren weg te slingeren (p. 202); ... History of Pre-Spanish

r

Pearce, R.M. Rot und Weiss; die Erfindung des Indianers durch die Zivilisation. 356 blz. Stuttgart, Klett-Cotta Verlag, 1992. (ISB3/608/ 91359/9 - 65 DM - Noord-Amerika)

*Pennen W. van der. Lezen over Indianen. 47 blz., geil!. Den Haag, NBLC., 1991. (ISBN 90/ 6252nn18>

*Rachowiecki, R. Peru; a travel survival kit. 385 blz.,geill. Hawmom,LonelyPlanet, 1991. (ISBN 0/86442/095/l - 655 BEF)

Schele, L. & D. Freidel. Die unbekannte Welt des Maya. 672 blz., geil!. München, Knaus Verlag, 1991. (78 DM)

*Terra X: van Atlantis tot het dak van de wereld. 320 blz., geill. 's Grav., 1991. (ISBN 90/6291/ 424/1 - 990 BEF - met o.a. G. Kirchner. De Canyon van de Heilige Vulkaan; expeditie door het Cauca-dal in Peru. Blz. 168-213, gei11.)

PAS VERSCHENEN

De Beider, R. Geheimen van het Maya Schrift. 109 blz, gei11. Bonheiden, 1992.

René de Belder, lid van onze vereniging en van de Werkgroep Maya-Schrift, pub! iceerde onlangs in eigen beheer deze bijdrage tot de ontcijfering van het Maya-schrift. Hij hanteert daarbij een zeer ongebruikelijke memode, waarbij hij stelt dat het schrift niet alleen gedeeltelijk fonetisch en syllabisch, maar heel dikwijls zelfs alfabetisch moet gelezen worden.

Nederlandstalige versie (109 blz.):in de handel 650 BEF. Voor onze leden 500 BEF+ 50 BEF bijdrage in de verzendkosten. Ook zonder kosten te verkrijgen ter gelegenheid van de lezingen. Tweetalige versie (Nederlans-Engels)(216 blz) kostprijs: 850 BEF+ verzendkosten.

Bestellen kan schriftelijk of telefonisch rechtstreeks bij de auteur: René de Beider, Gestellei 12, 2820 Bonheiden. Tel: 015/55.30.77

DRUKWERK AANGEBODEN DOOR

28

*Testas , G. & J. Testas. Conquistadores en Indianen; de verovering van Amerika 1492-1556. 356 blz. A 'dam, Wereldbibliomeek, 1991. (ISBN 90/284/1590/4 - 884 BEF)

Theunissen, Ph. & L.K. Cum ps. De reis van de ontmoeting; logboek van Christoffel Columbus. 283 blz., gei11. Leuven, Acco, 1992. (650 BEF)

Tickell, J. & 0. Tickell. Tikal, city of the Maya. 128 blz., geiU. London, Tauris, 1991. (ISBN 1/ 85043(223/6 - 15f - Travel to landmarks)

*van Zant~ijk, R. "Met mij is de zon opgegaan"; de levensloop van Tlacayelel (1398-1478), de stichter van het Azteekse rijk. 248 blz., gei11. A 'dam, Promemeus, 1992. (ISBN 90/5333/116/

Alle tijdschriftartikels én de met * aangeduide boeken zijn via het

Instituut voor Amerikanistiek te raadplegen. Gelieve U te bevragen op het

redactiesecretariaat.

LIDGELDEN

Door de Algemene Vergadering van maart 1992 werd eenparig besloten de lidgelden voor het academisch jaar 92-93 ongewijzigd te laten, en zelfs een kleine tegemoetkoming te doen voor studerende jeugd.

De bijdragen zijn dus als volgt:

Gewone leden: Studenten beneden 25 jaar: Steunende leden:

850 BEF. 600BEF.

1.000 BEF. of meer

Dit lidgeld is geldig van septembertot september en kan gestort worden op onze rekening 750-9092293-59 bij AN-HYP.

De leden kunnen hierdoor gratis aan alle normale activiteiten van de vereniging deelnemen (een tiental per jaar) en ontvangen bovendien deze tweemaandelijkse Nieuwsbrief.