(niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op...

84
Maatregelen bij werken in uïtvoerïng DEEL 1* Richtlijnen voor Maatregelen bij Werken in Uitvoering op autosnelwegen en dubbelbaans (niet-autosnel)wegen buiten de bebouwde kom * Deel II bevat de Aanbevelingen voor Maatregelen bij Werken in Uitvoering op niet autosnelwegen buiten de bebouwde kom (ISBN 90 72055784)

Transcript of (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op...

Page 1: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

Maatregelen bij werken in uïtvoerïng

DEEL 1*

Richtlijnen voor Maatregelen bij Werken inUitvoering op autosnelwegen en dubbelbaans(niet-autosnel)wegen buiten de bebouwde kom

* Deel II bevat de Aanbevelingen voor Maatregelen bij Werken in Uitvoering op nietautosnelwegen buiten de bebouwde kom (ISBN 90 72055784)

Page 2: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

Richtlijnen voor Maatregelen bij Werken inUitvoering op autosnelwegen endubbelbaans- (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom

Uitgegeven in opdracht van:Rijkswaterstaat, Dienst Verkeerskunde

Lay-out en omsiagontwerp:Staatsuitgeverij

© Copyright 1988 Staatsuitgeverij, ‘s-Gravenhage

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaaktdoor middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint,microfilm or any other means without written permission from the publisher.

ISBN 9012059283

Page 3: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

IN HOUD

VOORWOORD 5

0 OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN 7

1 INLEIDING 9

2 DE VOORBEREIDING VAN HET WERK 11

3 DE KEUZE VAN HET AFZEHINGSSYSTEEM EN DE WERKTIJDEN 13

3.1 De drie afzettingssystemen 133.2 De werkperioden en de werktijden 143.3 Aspecten die mede van invloed kunnen zijn 15

4 DE INRICHTING VAN HET WERKVAK 17

4.1 De lengte van de afzetting 174.2 De breedte van de rijstroken 184.3 De verkeersmaatregelen 19

4.3.1 De inleidende bebakening 194.3.2 Het nulpunt 204.3.3 De langsafzetting 204.3.4 De beëindiging van de maatregelen 21

4.4 Overige punten van aandacht 22

5 BESCHRIJVING VAN DE AFZETINGSSYSTEMEN 25

5.1 De rijdende afzetting 255.2 De stationaire afzetting zonder rijstrookverlegging 26

5.2.1 Afzetting van één of meer rijstroken 265.2.2 Afzetting van de vluchtstrook 265.2.3 Afzetting ten behoeve van werkzaamheden in de middenberm 26

5.3 De stationaire afzetting met rijstrookverlegging 275.3.1 Verleggingen op de eigen rijbaan, gebruik vluchtstrook 275.3.2 Verleggingen naar de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer 28

3

Page 4: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 5: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

VOORWOORD

In 1970 verschenen voor de eerste maal de Richtlijnen voor Maatregelen bijWerken in Uitvoering op Autosnelwegen.Aanvullingen hierop verschenen in 1972 en 1976.

Door de vele ontwikkelingen sindsdien, waarop reeds gedeeltelijk werd ingespeeld in de derde aanvulling van 1984, werd een totale herziening steeds nood-zakelijker.

De op deze wijze tot stand gekomen herziene richtlijnen hebben, evenals die van1970, betrekking op autosnelwegen met twee- of driestrooksrijbanen en op dubbelbaansautowegen buiten de bebouwde kom. Zij verschijnen als deel 1 van deMaatregelen bij Werken in Uitvoering.

Vooral ten behoeve van de werkers op de weg (kantonniers, uitvoerend personeel, etc.) zijnde meest voorkomende situaties van de hierna volgende richtlijnensamengevat in een apart boekje tzgn. kantonniersboekje).

Voor de maatregelen bij werken in uitvoering op andere soorten wegen buitende bebouwde kom wordt verwezen naar de daarvoor verschenen Aanbevelingen(deel II van de Maatregelen bij Werken in Uitvoering).

Tenslotte wordt voor werken in uitvoering op wegen binnen de bebouwde komverwezen naar de ‘Aanbevelingen voor Stedelijke Verkeersvoorzieningen(ASVV)’ en naar de SVT-mededelingen nrs. 35 en 36 over ‘Verkeersvoorzieningenbij werken in uitvoering binnen de bebouwde kom’, uitgegeven door het Studie-centrum Verkeerstechniek (SVT) van het C.R.O.W. te Ede.

Correspondentie over deze richtlijnen kan gevoerd worden met de:

RijkswaterstaatDienst VerkeerskundePostbus 209062500 EX ‘s-GRAVENHAGE

Augustus 1988

5

Page 6: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 7: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN

Bijlage 1 Overzicht van de figuren

Figuur: AFZE7TINGSSYSTEMEN

1 Rijdende afzetting

Stationaire afzetting zonder rijstrookverleggingAfzetting van

2 en 3 — één rijstrook op tweestrooksrijbanen zonder c.q. met rijstrooksignalering4 — één rijstrook op driestrooksrijbanen5 — twee rijstroken op driestrooksrijbanen6 — vluchtstrook7 — middenberm

Stationaire afzetting met rjstrookverleggingAfzetting van

8 — vluchtstrook met rijstrookverlegging en breedtebeperking

Kort durend gebruik vluchtstrook ten behoeve van werkzaamheden9 — op de linker rijstrook

10 — op de rechter rijstrook

Langdurig gebruik vluchtstrook17 — met één overblijvende rijstrook op een tweestrooksrijbaan12 — met twee overblijvende rijstroken op een tweestrooksrijbaan13 — met twee overblijvende rijstroken op een driestrooksrijbaan

Verlegging van één of meer rijstroken naar de rijbaan voor het tegemoetkomendverkeer

14 2-0 systeem15 3-1 systeem16 4-0 systeem

VOORWAARSCHUWINGEN17 — Beëindiging rijstrook/inhaalverbod18 — Werk in uitvoering/snelheidsbeperking

MOBIELE BEBAKENING19 — Actiewagen20 — Tussenvoertuig t.b.v. rijdende afzetting21 — “Einde”-wagen t.b.v. rijdende afzetting

(VOOR)AANDUIDINGEN VOOR22 — Kort durend gebruik vluchtstrook23 — Rijbaansplitsing24 — Rijstroken25 — Verlegging van één rijstrook26 — Doorsteek met één rijstrook27 — Verlegging van twee rijstroken28a,b,c, — 3-1 systeem29 — 4-0 systeem

ONDERBORD30 — Stoomvorming

7

Page 8: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

OVERZICHT VAN DE BIJ LAGEN

Bijlage 2 Materieel, materialen en te dragen veiligheidskleding

a RW-bordenb Overige borden en rood-witte kadersc Actiewagend Geleidebakense Verkeerskegelsf Topverlichting voor verkeerskegelsg Geleidepalenh Tijdelijke markeringen

AndreasstripsRijstrookindicatoren

k Tijdelijke werkvakverlichtingVeiligheidskleding

Bijlage 3 Maatvoering van slingers

8

Page 9: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

INLEIDING

Werkzaamheden veroorzaken een discontinuïteit in het verloop van de weg,waardoor het verwachtingspatroon van de weggebruiker verstoord wordt en deafwikkeling van het verkeer in meerdere of mindere mate gehinderd kan worden.

Bij het uitvoeren van wegwerkzaamheden zijn dan ook maatregelen en voorzieningen nodig ten behoeve van een zo groot mogelijke veiligheid voor zowelwegwerkers als weggebruikers. Daarbij dient vooral zorg te worden besteed aande wijze van aanduiding van het werkvak en aan de geleiding van het verkeer.Binnen dit kader is het van belang dat de werken op uniforme wijze wordenaangeduid en bebakend.

De eisen die uit het bovenstaande voortvloeien worden in deze richtlijnen behandeld.In de hoofdstukken 2 en 3 wordt ingegaan op de aspecten die een rol spelen bijde voorbereiding van het werk en mede bepalend zijn voor de keuze van hetafzettingssysteem en de perioden van uitvoering.De algemene eisen voor de inrichting van werkvakken worden besproken inhoofdstuk 4.In hoofdstuk 5 worden de diverse afzettingssystemen beschreven; een naderedetaillering van deze systemen wordt gegeven in overzichtstekeningen inbijlage 1 (figuren 1 t/m 16).In deze bijlage zijn tevens de elementen en aanduidingsborden afgebeeld welkeniet in bijlage II van het RVV zijn opgenomen (figuren 17 tlm 30).

Bijlage 2 geeft een beschrijving van de eisen waaraan het materieel en de materialen voor wegafzettingen alsmede veiligheidskleding moeten voldoen.Tenslotte zijn in bijlage 3 twee tabellen opgenomen voor de maatvoering vanslingers in geval van een rijstrook- of rijbaanverlegging.

9

Page 10: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 11: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE VOORBEREIDINGVAN HET WERK 2

dienstkringhoofd Het hoofd van de dienstkring waarbinnen het werk uitgevoerd wordt is verantverantwoordelijk woordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de verkeersmaatregelen. Hij

bepaalt tevens de perioden waarin en de tijdstippen waarop wordt gewerkt ende eventuele faseringen van het werk.

Verder zijn van belang de volgende punten:

A Overleg met of informatie aan de aangrenzende dienstkringen en/of anderewegbeheerders

overleg met andere Afhankelijk van de aard van het werk, de lokatie en de invloed van het werk opdienstkring(en) en het verkeer kan het noodzakelijk zijn vooraf te overleggen met de wegbeheerwegbeheerders ders van de aangrenzende wegvakken.

Vermeden moet worden dat het verkeer veelvuldig wordt geconfronteerdmet werkvakken die op (te) korte afstanden van elkaar liggen.

B Overleg met de competente plaatselijke politie

overleg met de politie Indien verwacht wordt dat de werkzaamheden de verkeersafwikkeling ernstignadelig zullen beïnvloeden moet vooraf overleg worden gepleegd met depolitie.

C Melding aan de Algemene Verkeersdienst van de Rijkspolitie in Driebergen

melding aan deAVD Daarnaast moet elke wegafzetting gemeld worden aan de Verkeerscentralevan de Rijkspolitie te Driebergen conform de daarvoor geldende richtlijnen.

D Mutaties in de planning

mutaties eveneens doorgeven Belangrijke veranderingen in de tijdstippen van uitvoering moeten eveneensdoorgegeven worden aan de hierboven genoemden.

11

Page 12: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 13: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE KEUZE VAN HETAFZETINGSSYSTEEMEN DE WERKTIJDEN DE DRIE AFZETflNGSSYSTEMEN 3.1 3

veiligheid en doorstroming Bij het inrichten van het werkvak, de uitvoering van de werkzaamheden en deperioden waarin dat gebeurt dienen altijd voorop te staan de zorg voor de veiligheidvan de wegwerkers en de weggebruikers en de aandacht voor een vlotte doorstroming van het verkeer.

Deze aspecten zijn van invloed op:— De keuze van het afzettingssysteem (3.1)— De werkperioden en de werktijden (3.2)terwijl ook nog overige factoren eer rol kunnen spelen (3.3)

De drie afzettingssystemen

drie afzettingssystemen Er zijn drie systemen:— de rijdende afzetting— de stationaire afzetting zonder rijstrookverlegging— de stationaire afzetting met rijstrookverlegging.

Welk afzettingssysteem wordt gekozen is in eerste instantie afhankelijk van de aarden de grootte van het werk en daarnaast van de weg- en verkeerssituatie ter plaatse(lokale geometrische omstandigheden, verkeersintensiteiten, percentages vrachtverkeer enz.).

Voor de nadere detaillering van deze systemen wordt verwezen naar de hoofdstukken 4 en 5 en bijlage 1.

13

Page 14: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE KEUZE VAN HETAFZETTINGSSYSTEEM

3 32 DE WERKPERIODEN EN DE WERKTIJDEN EN DE WERKTIJDEN

De verkeersintensiteiten en dan vooral die op de rijbaan waarop gewerkt moetworden bepalen in grote mate de perioden waarin en de tijdstippen waarop het

beste gewerkt kan worden om zodoende verkeershinder te voorkomen.

De relatie tussen de inrichting van het werkvak en de verkeersafwikkeling isuitgewerkt in tabel 1.

In het bijzonder dient rekening gehouden te worden met mogelijke extra verkeersdrukte als gevolg van beginnende en eindigendevakantieperioden,feestda

gen, evenementen enz., nietalleen die in Nederland, maarook in de buurlanden.

Tabel 1 Relatie tussen de inrichting van het werkvak en de afvoercapaciteit in

mvt/h, uitgedrukt in verkeersintensiteiten (1)

resterend aantal rijstroken

tweestrooksdriestrooksrijbanen

rijbanen

1 1 2

kans op congestie<15% 1<1100 1<1200 1<3000

grote kans opcongestie> 85%;uitwijkennaar 1>1500 1>1650 l>3250

minder drukkeuren

NB Bij toepassing van rijstrook- of verkeerssignalering mogen deze waarden

met 15% worden verhoogd

Congesties ontstaan door een samenspel van factoren zoals:

— Intensiteiten• Op tweestrooksrijbanen wordt bij afzetting van één rijstrook bij een intensi

teitstoename tot 1200 mvtlh de kans op congesties vergroot tot 50%

— Soort van het werk• Een afzetting van de rechter rijstrook veroorzaakt een kleinere kans op con

gestie dan een afzetting van de linker rijstrook

— Percentages vrachtverkeer

— Overige lokale omstandigheden

Om deze redenen zijn dein tabel 1 gegeven intensiteitscijfers slechts indicatief.

Indien door de aard van het werk in combinatie met de plaatselijke omstandighe

den verkeershinder onvermijdelijk is dient ernaar gestreefd te worden de totaleuitvoeringstijd van het werk zo kort mogelijk te houden.

14

Page 15: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE KEUZE VAN HETAFZEHINGSSYSTEEMEN DE WERKTIJDEN ASPECTEN DIE MEDE VAN INVLOED KUNNEN ZIJN 3.3 3

trachten het verkeerop de eigen A Er moet naar gestreefd worden het verkeer op de eigen rijbaan te houden. Ditrijbaan te houden kan gebeuren door:

— Het tijdstip waarop het aantal rijstroken wordt verminderd zo te kiezen, dathet verkeer kan blijven doorstromen.

tijdelijk gebruik van de— Langs het werkvak het voor de optredende intensiteit benodigde aantal rij-

vluchtstrook als rijstrook stroken voor het verkeer open te houden. Een mogelijkheid daarvoor is devluchtstrook te gebruiken als tijdelijke rijstrook. Dit kan zijn voor zowel eenlangere periode (enkele dagen) als voor een korte periode (alleen tijdens despitsuren). Het tijdelijk gebruik van de vluchtstrook als rijstrook wordt behandeld in paragraaf 5.3.1.

(tijdelijke) verbreding van de — Verbreding van de rijbaan met een strook (tijdelijke) verharding.rijbaan

doorsteekdoorde middenberm S Wanneer het onmogelijk is het verkeer op de eigen rijbaan te houden kanworden overgegaan tot het verleggen van één of meer rijstroken naar derijbaan voor het tegemoetkomend verkeer. Dit gebeurt door een doorsteekdoor de middenberm te maken. De geleiderail dient dan aan beide kantenvan de doorsteek over een lengte van vier planken te verlopen van maaiveld-hoogte naar de standaardhoogte van een geleiderail*.

hetgebruikvansignalering C Bij werken in uitvoering op een rijbaan met drie of meer rijstroken moetsignalering worden toegepast. Op tweestrooksrijbanen met hoge intensiteiten kan dit soms eveneens noodzakelijk zijn.Op wegen met verkeerssignalering moet hiervoor gebruik worden gemaaktvan het reeds aanwezige systeem**); opwegen zonder verkeerssignaleringmoet rijstrooksignalering (pijl-kruis-systeem) worden toegepast.

invloedweersomstandigheden D Bij de planning van de werkzaamheden moet rekening worden gehoudenmet de te verwachten weersomstandigheden. Indien men bijvoorbeeld moetgaan bakfrezen zal men, indien het betrokken traject mistgevoelig is, dit nietover al te grote lengtes moeten doen.Bij een verslechtering van de zichtomstandigheden moeten de werkzaamheden stilgelegd en de afzettingen zo mogelijk verwijderd worden.

* Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar het Handboek Bermbeveiligingsconstructies van de Dienst Verkeerskunde van de Rijkswaterstaat.

** Voor nadere bijzonderheden van dit systeem wordt verwezen naar het rapport vande werkgroep Beeldstanden II, uitgebracht door de Dienst Verkeerskunde van deRijkswaterstaat

15

Page 16: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 17: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE INRICHTING VANHET WERKVAK DE LENGTE VAN DE AFZETTING 4.1 4

In het nu volgende worden de algemeen geldende richtlijnen voor de inrichtingvan werkvakken gegeven.Een meet gedetailleerde uitwerking van de verschillende afzettingssystemenwordt gegeven in hoofdstuk 5.De plaatsing van de diverse elementen van de bebakening geschiedt in principevolgens de figuren 1 tlm 16 van bijlage 7*

De eisen waaraan de diverse materialen moeten voldoen zijn opgenomen inbijlage 2.

De lengte van de afzetting

maximum lengtewerkvak De afzetting is bij voorkeur niet langer dan 4 km in die gevallen dat er:— één rijstrook voor het verkeer in één richting overblijft;— twee of meer rijstroken voor het verkeer in één richting overblijven waarbij een

maximum snelheid van 70 km/h is ingesteld;— geen vluchtstrook beschikbaar is;— één of meet rijstroken verlegd worden naar de andere rijbaan.

* In het vervolg van deze richtlijnen worden alleen de nummers van de figuren vermeld

17

Page 18: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE INRICHTING VAN4 4.2 DE BREEDTE VAN DE RIJSTROKEN HET WERKVAK

minimum breedte3,0O m Bij de inrichting van het werkvak mag de breedte van de rijstroken teruggebrachtworden tot 3,00 m’. Is daarvoor onvoldoende ruimte dan mag alleen de linker

linker rijstrook eventueel 2,50 m rijstrook verder versmald worden tot 2,50 m. Krijgt de linker rijstrook een kleinerebreedte dan 3,00 m dan moet voor die rijstrook een breedtebeperking van 2,00 mworden ingesteld.Is per rijstrook meer ruimte beschikbaar dan 3,00 m dan dient dat meerdere ineerste instantie te worden toegevoegd aan de rechter rijstrook.

minimum breedte ter plaatse Worden één of meer rijstroken verlegd, hetzij naar de vluchtstrook hetzij naar devan deslingers rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer dan moet ter plaatse van de slinger

de minimum rijstrookbreedte 3,50 m bedragen.Versmallingen, die het instellen van een breedtebeperking na de slinger noodzakelijk maken, worden reeds op het ongestoorde wegvak ingeleid.Voor nadere bijzonderheden omtrent rijstrookverleggingen wordt verwezen naarde paragrafen 5.3.1 en 5.3.2.

* De vermelde breedtematen zijn inclusief de breedte van de markeringen

18

Page 19: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE IN RICHTING VANHET WERKVAK DE VERKEERSMAATREGELEN 4.3/4.3.7 4

Het geheel van de maatregelen rondom een werkvak bestaat uit vier onderdelen:

vier onderdelen — de inleidende bebakening— het nulpunt— de langsafzetting— de beëindiging van de maatregelen.

De inleidende bebakening

drie aspecten in de inleidende Hierin zijn drie aspecten te onderkennenbebakening

het geven van informatie A Het door middel van aanduidingsborden verschaffen van informatie aan deweggebruiker over de veranderde wegsituatie stroomafwaarts. Deze verandering kan bestaan uit:• de beëindiging van één of meer rijstroken;• het verleggen van rijstroken, al dan niet naar de rijbaan voor het tegemoet

komend verkeer;• de versmalling van één of meer rijstroken.

hetinstellenvanverboden B Afhankelijk van de situatie kan een aantal verboden worden ingesteld,te weten:— een snelheidsbeperking;— een algemeen inhaalverbod;— een inhaalverbod voor vrachtverkeer;— een breedte beperking.

snelheidsbeperking tot70 km/h Er dient altijd en alleen dan een snelheidsbeperking van 70 km/h te worden ingesteld indien er zich personeel bevindt op het afgezette deel van de rijbaan datdirect grenst aan een rijstrook waarop het verkeer zich afwikkelt.

inhaalverbod Een algeheel inhaalverbod moet worden ingesteld indiende rijbaan versmaldis tot één rijstrook, tenzij er wordt gewerkt met signalering.Indien langs het werkvak twee of meer rijstroken voor het verkeer beschikbaarzijn kan uit oogpunt van verkeersafwikkeling het instellen van een inhaalverbodalleen voor vrachtverkeer worden overwogen.

Een breedtebeperking moet worden ingesteld indien door herindeling van hetdwarsprofiel de linker rijstrook smaller is dan 3,00 m.

In alle andere gevallen kunnen de genoemde verboden worden ingesteld indiende geometrische omstandigheden daartoe aanleiding geven.

wijzen op gevaar C Het wijzen op de aard van het gevaarmet behulp van waarschuwingsborden

stoomvorming In het bijzonder moet aandacht besteed worden aan het gevaar van stoom-vorming bij asfalteringswerkzaamheden. Indien de kans bestaat dat door stoom-vorming het zicht voor de weggebruikers wordt belemmerd dienen aanvullendemaatregelen als volgt te worden genomen:— op de rijbaan waarop het werk zich afspeelt wordt op 200 m voor het werkvak

ter weerszijden van de rijbaan bord 90 (algemeen gevaarteken) geplaatst;deze borden worden voorzien van het onderbord ‘stoomvorming’ zoals afgebeeld in figuur 30;

— deze borden moeten eveneens worden geplaatst op de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer en wel op 300 m voor het werkvak, gezien vanuit derijrichting van het verkeer op die rijbaan.

Op welke wijze de genoemde aspecten A, B en C in de inleidende bebakeningtot uiting komen is afhankelijk van de aard van het werk, de situatie ter plaatsevan het werkvak en het toegepaste afzettingssysteem (zie hoofdstuk 5 en defiguren 1 t/m 16).

19

Page 20: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE IN RICHTING VAN4 4.3.1-4.3.3 DE VERKEERSMAATREGELEN HET WERKVAK

inleidende bebakening De waarschuwings- en verbodsborden van de inleidende bebakening aan derechterkant van de rijbaan zijn opgenomen in een rood-wit rechthoekig kader.Zie de figuren 1 t/m 16.Een dergelijke uitvoering kan gemonteerd zijn op een ondersteuningsconstructiedie dan in de rechter zijberm geplaatst wordt.

mobiele bebakening Plaatsing op wagens is echter ook mogelijk. Men spreekt in datgeval van mobielebebakening. Deze wagens worden dan eveneens in de rechter zijberm geplaatstof—indien dit niet mogelijk is—zo ver mogelijk naar rechts op de vluchtstrook.

rijdende afzetting Worden in geval van zich langzaam verplaatsende werkzaamheden wagens indeze uitvoering gebruikt als afzetting (waarbij deze wagens zich dan langzaamverplaatsen met de richting van de verkeersstroom mee) dan spreekt men vaneen rijdende afzetting (zie paragraaf 5.1).

In volgorde van plaatsing — zie figuur 1 — onderscheidt men:— voorwaarschuwingswagens— actiewagen— tussenvoertuigen— ‘einde’-wagenZie ook de figuren 17 t/m 21.

Een zelfde indeling geldt overigens ook voor de mobiele bebakening.

Het nulpunt

nulpunt Onder het nulpunt wordt in deze richtlijnen verstaan het puntwaar de blokkade ofde verlegging van de rijstrook of -stroken begint.

plaats actiewagen Opwegen zonder signalering wordt dit nulpunt aangegeven door de actiewagenterwijl op wegen met signalering daarvoor het eerste rode kruis geldt.In dit laatste geval staat de actiewagen in de regel 50 m achter dit rode kruis(zie par. 5.2.1).

De actiewagen moet altijd op een afstand van minimaal 400 m gezien kunnenworden.

Andreasstrips aanbevolen Het verdient aanbeveling om op een afstand van 150 m voor de actiewagen eendrietal affentieverhogende strips (zgn. Andreasstrips — zie ook bijlage 2 onder i)op de weg te leggen. Deze strips worden loodrecht op de rijrichting van hetverkeer gelegd, verspringend ten opzichte van elkaar en wel zodanig dat degehele breedte van de rijstrook erdoor wordt bestreken.

veiligheidszone Achter de actiewagen dient altijd een veiligheidszone van minimaal 75 m lengteaanwezig te zijn. In deze zone mag zich geen personeel bevinden en mogen geenvoertuigen geparkeerd worden of andere obstakels aanwezig zijn.

De langsafzetting

geleiding langs hetwerkvak De geleiding van het verkeer langs het werkvak wordt aangegeven door middelvan geleidebakens (waarvan de lage zijde van de rood-witte strepen altijd naarhet bereden deel van de rijbaan wordt gericht) of verkeerskegels. Verkeerskegelsdienen bij duisternis te zijn voorzien van topverlichting en bij voorkeur ook vaneen retroreflecterende band. Het door elkaar heen gebruiken van bakens en kegels in één afzetting is niet toegestaan.

geleiding in slingers Bij een herindeling van het dwarsprofiel dient de geleiding in de slingers altijd teworden aangegeven met geleidebakens.In verband met het nodige rijzicht kan in krappe slingers het gebruik van half-hogebakens worden overwogen.Daarnaast wordt de geleiding ondersteund door een duidelijke tijdelijke markering op het wegdek (verfstrepen, plakstrepen of noppen).

20

Page 21: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE INRICHTINGHET WERKVAK DE VERKEERSMAATREGELEN 4.3.4

De beëindiging van de maatregelen

beëindiging van de maatregelen Alle tijdelijk ingestelde verboden moeten worden opgeheven door bord 55 (eindealle door borden aangegeven verboden). Dit bord dient 50 m voorbij het eindevan het werkvak te staan.

21

Page 22: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE INRICHTING VAN4 4.4 OVERIGE PUNTEN VAN AANDACHT HET WERKVAK

Bij de inrichting van het werkvak moet naast datgene wat in de voorgaandeparagrafen besproken werd nog apart aandachtworden besteed aan devolgendepunten:

A Verlichting van het werkvakB Het vermijden van misleidingC Het opruimen van het materiaal en materieelD Het dragen van veiligheidskleding.

Ad A

voldoendeverlichting Bij werkzaamheden in de avond en nacht moet gezorgd worden voor een vol-

van het werkvak doende verlichting van het werkvak. Opwegen zonder openbare verlichting moethiertoe ter hoogte van het werkvak extra tijdelijke verlichting worden aangebracht.Het verlichtingsniveau dient 14 lux te zijn, overeenkomende met het gemiddeldeniveau van permanente openbare verlichting.

Ad S

wegnemen van twijfel De inrichting van het werkvak moet zo zijn dat de weggebruiker niet kan twijfelen

bijdeweggebruiker aan datgene wat van hem in de gewijzigde situatie verwacht wordt.Misverstanden kunnen bijvoorbeeld worden opgeroepen indien de permanentaanwezige bebakening, markering en/of bewegwijzering in strijd is met de bedoeling van de tijdelijke maatregelen.Zo moet, wanneer een afrit is afgesloten, de bewegwijzering worden aangepast,een omleidingsroute worden aangegeven, verwarrende permanente markeringworden verwijderd en moeten de op dat moment overbodige borden wordenafgedekt of verwijderd.

puntstuk Is een puntstuk verplaatst dan zal het oorspronkelijke puntstuk met de daarbijbehorende bebakening onzichtbaar gemaakt moeten worden en zal de zichtbaarheid van het tijdelijke nieuwe puntstuk ondersteund moeten worden.

openbareverlichting Voorts moet voorkomen worden dat de geleidende werking die uitgaat van depermanente openbare verlichting verwarrend werkt in de tijdelijke situatie. Metname kan dit het geval zijn ter plaatse van rijstrookverleggingen. Op deze plaatsenkan het nodig zijnde permanent aanwezige openbare verlichting uitte schakelen;eventueel kan het bijplaatsen van tijdelijke openbare verlichting worden overwogen.

Ook bij onderbreking of beëindiging van het werk moet twijfel bij de weggebruiker worden voorkomen. Hiertoe moeten alle borden, aanduidingen en markeringen welke in die situatie geen nut meer hebben geheel worden afgedekt of ver

wijderd.

(tijdelijke) markeringen Rijstroken mogen slechts weer voor het verkeer worden vrij gegeven indien dezevoorzien zijn van een markering, desnoods een tijdelijke (in de vorm van dikkestippen). Indien gebruik wordt gemaakt van tijdelijke markeringen moeten dezewel zo spoedig mogelijk vervangen worden door definitieve.

Ad C

opruimen van materiaal en Wordt het werk onderbroken of is het beëindigd dan moet al het gebruikte

materieel materiaal en materieel zo ver mogelijk buiten de verkeersstromen gebrachtworden.Obstakelvorming voor het verkeer moet voorkomen worden door dit materiaal/materieel achter de geleiderail of buiten de obstakelvrije zone te plaatsen.

22

Page 23: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE INRICHTING VANHET WERKVAK OVERIGE PUNTEN VAN AANDACHT 4.4 4

Wordt daarbij een opening in de geleiderail gehandhaafd dan moet aan beidekanten van deze doorsteek de geleiderail over een lengte van vier planken verlopen van maaiveidhoogte naar standaardhoogte. Daarbij moet dan tevens deopening worden gemarkeerd met geleidebakens h.o.h. 5 m, welke markering aanweerszijden van de opening overeen lengte van 50 m moet worden voortgezet.

Het opruimen moet eveneens gebeuren in die gevallen dat, ook al wordt er nietgewerkt, de afzetting noodzakelijkerwijs in stand wordt gehouden.

AdD

dragen van veiligheidskleding Zowel met het oog op de eigen veiligheid als die van de weggebruikers dienenallen die op of langs een weg werkzaamheden verrichten als zodanig goed herkenbaar te zijn. Het dragen van veiligheidskleding die voldoet aan hoge eisenvan waarneembaarheid, zichtbaarheid, opvallendheid en herkenbaarheid is vereist.Er dient dan ook voor gezorgd te worden dat deze kleding steeds in goede staatverkeert.Zie ook Bijlage 2 onder 1.

23

Page 24: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 25: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

BESCHRIJVING VAN DEAFZEHINGSSYSTEMEN DE RIJDENDE AFZETTING 5.1 5

Zoals reeds opgemerkt in paragraaf 3.1 zijn er drie afzettingssystemen te onderscheiden:

— de rijdende afzetting— de stationaire afzetting zonder rijstrookverlegging— de stationaire afzetting met rijstrookverlegging.

De rijdende afzetting

rijdende afzetting Dit soort afzetting is bedoeld voor werkzaamheden die zich langzaam verplaatsenmet de richting van de verkeersstroom mee. Dit systeem mag echter ook wordentoegepast bij niet-voortschrijdende werkzaamheden mits die niet langer durendan 30 minuten. In dat geval dient, in verband met het aanrijdingsgevaar, deactiewagen van het trekkend voertuig te worden losgekoppeld. Het trekkendvoertuig moet op een veilige plaats worden neergezet.De te gebruiken voorwaarschuwingen dienen bij de toepassing van dit afzettingssysteem te worden voorzien van een onderbord met de tekst “rijdende afzetting”conform de figuren 17 en 18.Voorts gelden voor de toepassing van dit systeem de volgende voorwaarden:a) alleen op tweestrooksrijbanen met een vluchtstrook;b) alleen bij daglicht en onder goede weersomstandigheden;c) alleen bij verkeersintensiteiten die lager liggen dan 1100 mvt/h per rijbaan;d) goede communicatie tussen de bestuurders van de voertuigen die de rijdende

afzetting verzorgen;e) werkvoertuigen in het werkvak moeten zwaai- of flitslichten voeren.

Zoals reeds vermeld in paragraaf 4.3.2 moet de actiewagen op een afstand vanminimaal 400 m gezien kunnen worden. Bij voortschrijdende werken betekentdit dat de voorwaarschuwingswagens en deactiewagen worden stilgezet voordateen onoverzichtelijke situatie wordt bereikt. Gevolg hiervan zal zijn dat de afzetting tijdelijk wordt “uitgerekt” en dat soms extra tussenvoertuigen moeten worden ingezet. De inrichting van deze rijdende afzetting is aangegeven in figuur 1.

25

Page 26: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE STATIONAIRE AFZETtING BESCHRIJVING VAN DE

S 5.2/5.2.1-5.2.3 ZONDER RIJSTROOKVERLEGGING AFZETTINGSSYSTEMEN

De stationaire afzetting zonder rijstrookverlegging kan betrekking hebben op

— een afzetting van één of meer rijstroken— een afzetting van de vluchtstrook— een afzetting ten behoeve van werkzaamheden in de middenberm.

Afzetting van één of meer rijstroken

afzetting van één of meer De afzetting van één of meer rijstroken is weergegeven in de figuren 2 t/m 5.

rijstroken Zoals reeds in hoofdstuk 3 gezegd moet op driestrookswegen bij werken in uitvoering gebruik worden gemaakt van signalering. Bij voorkeur moeten daarvoor

permanente voorzieningen aanwezig zijn.

Bij permanente portalen kunnen de onderlinge afstanden — afhankelijk van deplaatselijke omstandigheden — variëren tussen de 300 en 1000 m.Zijn er geen permanente voorzieningen dan zullen tijdelijke portalen geplaatstmoeten worden. De dan aan te houden tussenafstand is bij voorkeur 300 m.Bij het gebruik van signalering wordt elk eerste rode kruis boven een rijstrookvoorafgegaan door een witte verdrijfpijl. De actiewagen wordt 50 m voorbij diteerste rode kruis geplaatst. Bij afzetting van de rechter rijstrook of van de rechter

èn de middelste rijstrook mag onder bijzondere geometrische omstandigheden— bijvoorbeeld ter plaatse van een invoeg- of uitrijstrook — deze afstand vergrootworden tot 300 m.

Indien op een driestrooksrijbaan de middelste rijstrook moet worden afgezetmoet, zolang daar gewerkt wordt, tevens de linker of de rechter rijstrook wordenafgezet.

Afzetting van de vluchtstrook

afzetting van devluchtstrook Bij afzetting van een vluchtstrook wordt de langsafzetting geplaatst op dievluchtstrook, bij voorkeur één meter buiten de kantstreep (zie figuur 6).Kan de langsafzetting niet op de vluchtstrook geplaatst worden dan moet mendie zetten op de naastliggende rijstrook. In dat geval moet men overgaan tot eentijdelijke herindeling van het dwarsprofiel overeenkomstig het vermelde in paragraaf 4.2 (zie ook figuur 8) of men moet de gehele rechter rijstrook afzetten.

Afzetting ten behoeve van werkzaamheden in de middenberm

werk in de middenberm Bij werkzaamheden in de middenberm wordt de langsafzetting bij voorkeur geplaatst op 1,00 m buiten de kantstreep. Zie figuur 7.Indiende langsafzetting niet buiten de kantstreep geplaatst kan worden dan moetmen die plaatsen op de naastliggende (linker) rijstrook. In dat geval moet menovergaan tot het afzetten van de gehele linker rijstrook of tot een tijdelijke herindeling van het dwarsprofiel.

26

Page 27: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

RESCH RIJ VING VAN DE DE STATIONAIRE AFZETTINGAFZETI NGSSYSTEMEN MET RIJSTROOKVERLEGGING 5.3/5.3.1 5

Voor de stationaire afzetting met rijstrookverlegging zijn twee mogelijkheden:

twee mogelijkheden — Het verkeer kan op de eigen rijbaan blijven (wat overigens altijd de voorkeurverdient zoals reeds gezegd in paragraaf 3.3).

— Hetverkeer—of een deel daarvan —moetgeleid worden overde rijbaan voor hettegemoetkomend verkeer.

Uit de figuren 9 t1m 16, waarin deze situaties verduidelijktworden, blijkt dat beidemogelijkheden soms gepaard moeten gaan met een vermindering van het aantalrijstroken.

Verleggingen op de eigen rijIaan, gebruik vluchtstrook

gebruikvluchtstrookals Om het verkeer zo veel mogelijk op de eigen rijbaan te houden kan de vlucht-tijdelijke rijstrook strooktijdelijkals rijstrookgebruiktworden. Dit kan van korte of lange duurzijn.

Kort durend gebruik

kortdurend gebruikvluchtstrook De situatie kan zich voordoen dat optweestrooksrijbanen ooktijdens despitsureneen rijstrook afgezet moet blijven. Wanneer dit vanwege de verkeersintensiteitniet verantwoord is kan tijdens de spitsuren de vluchtstrook gebruikt worden alsrijstrook. Bij deze methode behoeft de markering niet te worden aangepast. Inde geleiding van het verkeer wordt voorzien door bebakening (zie de figuren 9en 10). Hierbij zijn twee fasen te onderscheiden

twee fasen (Aen B) — de situatie buiten de spitsuren (fase A)— de situatie tijdens de spitsuren (fase B).

Tegelijk met de omschakeling van fase A naar B dienen de voorwaarschuwingente worden aangepast.

Om het gebruik van de vluchtstrook te stimuleren wordt aanbevolen de actie-wagen in beide fasen uiterst links in de rechter rijstrook te plaatsen.

Bij werkzaamheden op de rechter rijstrook ontstaat in fase B een eiland waarinnietgewerkt mag worden; materieel mag echterwel in hetwerkvakblijven staan.

Zodra de verkeerssituatie dat toelaat moet de vluchtstrook weer aan het verkeerworden onttrokken en dan wordt dus weer teruggeschakeld naar fase A.

Langdurig gebruik vluchtstrook

langdurig gebruikvluchtstrook Ook voor langdurige perioden kan de vluchtstrook gebruikt worden als rijstrook.Dit kan zijn om de doorstroming van het verkeer te handhaven of omdat allerijstroken moeten worden afgesloten. Voor de dan geldende bebakeningsschema’s wordt verwezen naar de figuren 11 t/m 13. Nodig is hierbij een tijdelijkeherindeling van het dwarsprofiel.Voor de maatvoering van de slingers ter plaatse van de verlegging wordt verwezen naar bijlage 3. De markering moet worden aangepast, waarbij de kant vande verharding van een tijdelijke kantstreep wordt voorzien. Wordt de tijdelijkelinker rijstrook hierbij smaller dan 3,00 m, dan wordt voor deze rijstrook eenbreedtebeperking van 2,00 m ingesteld. Dit kan met het bord van figuur 27 of,indien er rijstrooksignalering aanwezig is, met bord 33 boven de desbetreffendesignaal gever(s).

eventueel een extra matrix Overwogen kan worden om, in geval van langdurig gebruik van de vluchtstrookals rijstrook, opwegen met signalering boven deze vluchtstrook een extra matrixaan te brengen.

27

Page 28: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

DE STATIONAIRE AFZETTING BESCHRIJVING VAN DE5 53.2 MET RIJSTROOKVERLEGGING AFZEUINGSSYSTEMEN

Verleggingen naar de rijbaan voor het tegemoetkomend verkeer

doorsteekin de middenberm Is handhaving van hetverkeer op de eigen rijbaan niet of niet voldoende mogelijkdan moet het verkeer of een deel daarvan worden geleid naar de rijbaan voorhet tegemoetkomend verkeer. Daarvoor moet een doorsteek in de middenbermworden gemaakt (zie de figuren 14 tlm 16). Voor de maatvoering van de slingersin deze doorsteek wordt verwezen naar bijlage 3. Ter plaatse van de doorsteekdient zonodig een snelheidsbeperking te worden ingesteld, die hoort bij de ontwerpsnelheid van de slingers.

Bij doorsteken met twee rijstroken (figuur 16) wordt tussen deze rijstroken eenscheidingseiland geformeerd door de slingers ten opzichte van elkaar in de lengterichting van de rijbaan te verschuiven. Dit scheidingseiland wordt aangegevendoor middel van tijdelijke markering.

Voor rijstroken die tengevolge van de herindeling van het dwarsprofiel smallerworden dan 3,00 m wordt een breedtebeperking ingesteld van 2,00 m met deborden van de figuren 28 a, b, c en 29.

De tegengestelde verkeersstromen worden van elkaar gescheiden door eenstrook gemarkeerd door twee noppenrijen (1-1), danwel twee ononderbrokenstrepen op het wegdek. In deze strook worden verticale elementen geplaatst meteen tussenafstand van 20 m.Bij voorkeur worden hiervoor tweezijdige geleidebakens toegepast (benodigdestrookbreedte 0,90 m). Is deze breedte niet beschikbaar dan wordt in één stapteruggegaan tot toepassing van rubbet geleidepalen (strookbreedte 0,50 m).

Bij de herindeling van het dwarsprofiel dient de kant van de verharding van eentijdelijke markering te worden voorzien.

28

Page 29: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

BIJLAG EN

Bijlage 1 Figuren 1 tlm 30

Bijlage2 Materieel, materialen en te dragen veiligheidskleding

Bijlage3 Maatvoering van slingers

29

Page 30: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 31: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZEHI NGSSYSTEMEN RIJDENDE AFZEHING bijlage 1

rijdende afzetting

maten in m

® Indien de lengte van de afzetting groteris dan 100 m moeten tussenvoertuigenworden ingezet op een onderlingeafstand van 75 m

Bij een stationair werkvak tot maximaal1/2 uur moet het trekkend voertuig opeen veilige plaats worden geparkeerd

f.’i.f f.I**I Ii

fig. 1

t

2

.

r’131

Page 32: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 33: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

STATIONAIRE AFZETTINGAFZETTINGSSYSTEMEN ZONDER RIJSTROOKVERLEGGING

afzetting van één rijstrook op tweestrooksrijbanen zonder rijstrooksignalering

bijlage 1

t

maten in m

20c’J

q-trj)t

00

0)

L

® Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevo’en

I** 1,1Ii

fig. 2

t

33

Page 34: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 35: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZEHINGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZEHINGZONDER RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

® Indien de afstand tussen het einde vanhet werkvak en het eerstvolgende portaalgroter is dan 300 m mag dit portaalvervallen

© Bij afzetting van de rechter rijstrookmag in bijzondere gevallen de afstandtussen portaal en actiewagen tot 300 mworden vergroot

© Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

afzetting van één rijstrook op tweestrooksrijbanen met rijstrooksignalering

maten in m

liii I’[iIi

fig. 3

35

Page 36: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 37: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZETTIN GSSYSTE MENSTATIONAIRE AFZETTINGZONDER RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

hitiItt

fig. 4

afzetting van één rijstrook op driestrooksrijbanen

Indien de afstand tussen het einde vanhet werkvak en het eerstvolgende portaalgroter is dan 300 m mag dit portaalvervallen

Bij afzetting van de rechter rijstrookmag in bijzondere gevallen de afstandtussen portaal en actiewagen tot 300 mworden vergroot

® Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

E0

t),ct»

00t»

maten in m

37

Page 38: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 39: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZETINGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZEHINGZONDER RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

afzetting van twee rijstroken op driestrooksrijbanen

(iN

0,c’J

v/

00LÛ

E0c’J

-cci,c11)

ci,.0

0ci,cc0)cc

0)

k1 ••

maten in m

Indien de afstand tussen het einde vanhet werkvak en het eerstvolgende portaalgroter is dan 300 m mag dit portaalvervallen

® Bij afzetting van de rechter enmiddelste rijstrook mag in bijzonderegevallen de afstand tussenportaal en actiewagen tot 300 mworden vergroot

Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

nulpunt

I**t 1lêHi HI

fig. 5

Zf

0LL

I

Ir — n

0‘t)

00

000)

00

IIt00

000)

00c’J

39

Page 40: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 41: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZEHI NGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZEUINGZONDER RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

ttI41

Indien mogelijk de bakens meet dan1 m buiten de kantstreep plaatsen

afzetting vluchtstrook

maten in m fig. 6

Page 42: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 43: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

STATIONAIRE AFZEUINGAFZETTINGSSYSTEMEN ZONDER RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

afzetting middenbermL

Voor werkzaamheden minder dan1 m buiten de kantstreep moet delinker rijstrook geheel worden afgezetconform de figuren 2, 3 en 4

1 m

E0cJ

rc0

.0

______________

nulpunt

0

Itt1maten mm fig.7

43

Page 44: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 45: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZETI NGSSYSTEMEN

maten in m

cQ)00E

r0)Q)

E0IS)

>0c,0)

0)c)

00oE

- .c0)0

2010

0>00)0)

4-

STATIONAIRE AFZEHINGMET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

It hiJfig. 8

afzetting vluchtstrook met rijstrookverlegging en breedtebeperking

t

Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3.

t)

nulpunt

45

Page 46: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 47: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZETI NGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZEHINGMET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

kort durend gebruik vluchtstrook t.b.v. werkzaamheden op de linker rijstrook

Alleen tijdens spitsurenfase a

tI

E0N

p0

0

0

E0c’J

q0

5)

(5

Lfl

. .

maten in m

(7)

c

______________

2

______

Oogc’J

_______

DO

___

0 Lf)

. .0

1LL

__1

4

2c’J

DO.0

t2‘t)

q.0(500

(5.0

4i

47

Page 48: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 49: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

STATIONAIRE AFZETTINGAFZETTINGSSYSTEMEN MET RIJSTROOKVERLEGGING

kort durend gebruik vluchtstrook t.b.v. werkzaamheden op de rechter rijstrook

fase a

t’t-ø

. .c

1

_____ _____

C LC)w- -

Ei

II__ Ji ZuL I•ÏI,Ï,

maten mm figlO

bijlage 1

Alleen tijdens spitsuren

® In fase B geen personeel in hetwerkvak

t

ï

49

Page 50: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 51: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

20c’J

q

0

C LÛ

20c’J

0

a)

STATIONAIRE AFZEHINGAFZEHINGSSYSTEMEN MET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 7

langdurig gebruik vluchtstrook met één overblijvende rijstrook op tweestrooksrijbanen

maten in m

® Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

fig. 11

L

51

Page 52: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 53: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

STATIONAIRE AFZETflNGAFZETTINGSSYSTEMEN MET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

langdurig gebruik vluchtstrook met twee overblijvende rijstroken op tweestrooksrijbanen

Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3

I’’maten mm fig.12

53

Page 54: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 55: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZEHI NGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZEHINGMET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

langdurig gebruik vluchtstrook met twee overblijvende rijstroken op driestrooksrijbanen

® Indien de afstand tussen het einde vanhet werkvak en het eerstvolgende portaalgroter is dan 300 m mag dit portaalvervallen

Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3

Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

maten in m

55

Page 56: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

maten in m

56

bijlage 1STATIONAIRE AFZETTINGMET RIJSTROOKVERLEGGING

14

AFZETTINGSSYSTEMEN

2-0 systeem

0000

cl) 0-5c..J

00

cl)

00

Ci)

0

0-D

0L()

tIL1 t4l

Page 57: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZEHINGSSYSTEMEN

nulpunt

0Lf)

0t’,

STATIONAIRE AFZETTINGMET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3

® Het gebruik van Andreasstrips wordtaanbevolen

00

00

00

E0cJ

Q0c

‘7-

0

0

•5 0

0 -

0

A

IL

A

57

Page 58: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1

EE

Q)g00

.0

c.9.0

cl) .

(tI .0.0

STATIONAIRE AFZEHINGMET RIJSTROOKVERLEGGING AFZETTINGSSYSTEMEN

3-1 systeem

A

ccl,ccl0cl)

005c’J

cl)

ccl.0

0)

C’)

A

E0c’J

q

c0)

(cl.0

E0In

cl,>0c)0)

-J

0

0

maten in m*I*i hI

fig. 15

58

Page 59: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

Ei:

STATIONAIRE AFZEHINGAFZETTINGSSYSTEMEN MET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

® Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3

1I

E0It)

0>0

0)

EELt

A

__

-Jt’__

______

A

59

Page 60: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1STATIONAIRE AFZEHINGMET RIJSTROOKVERLEGGING AFZEUINGSSYSTEMEN

4-0 systeem

C1)Cc)w -

- cc .

Acw

__________

A

20

II)>0c,)0)

20c’J

q

.0

0

•1F1:

0

maten in mIittI

60

Page 61: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

AFZETTI NGSSYSTEMENSTATIONAIRE AFZETTINGMET RIJSTROOKVERLEGGING bijlage 1

E0u,

0)>0

0)

nulpunt

E0c’J

0-c(0ccl)

ccl.0

00

0

1W

[Fr

[Fr

ccl

______

.0

EE

c

.0øcca)0) -

cclccl.0.0

-J

Voor de maatvoering van de slingerswordt verwezen naar bijlage 3

______

A

:

:

:-J

61

Page 62: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 63: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

VOORWAARSCHUWINGEN bijlage 1

bord lOOa : type IIbord 40:07000leuertype: ANWB Ee (verzwaard)letterhoogte: 240/780maten in mm

voorwaarschuwing beëindiging rijstrook

00

00

cJ

00

A

00

A-

rijdendeafzetting

000

300

00

2250

7650 300 -

rood retroreflecterend 1 wit retroreflecterend

blauw retrorëflecterend zwartfig. 17

63

Page 64: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1 VOORWAARSCH UWI NG EN

4

rijdende

afzetting

A

NB voor de maatvoering wordt verwezen naar fig. 17bord 80: 1100bord 1:01000lettertype: ANWB Ee (verzwaard)letterhoogte: 240/180maten in mm

_______

rood retroreflecterend

________

wit retroreflecterend

zwartfig. 18

voorwaarschuwing werk-in-uitvoering

A

4

4

1.

-

(7o)Pl

4

r

A_

1

1

64

Page 65: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

MOBIELE BEBAKENING

actiewagen

bijlage 1

NB Voor de maatvoering van het rood-witte kader wordt verwezen naar fig. 17bord 16:01000S 2000S:K =2:7b = 200

maten in mm

rood retroreflecterend

________

wit retroreflecterend

blauw retroreflecterend

fig. 19

0

65

Page 66: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1 MOBIELE BEBAKENING

tussenvoertuig t.b.v. rijdende afzetting

1400

bord 16:01000maten in mm

rood

blauw

____wit

fig. 20

8c’j

000

00

00c’J

200 1000 200

66

Page 67: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

MOBIELE BEBAKENING

beëindiging rijdende afzetting

bijlage 1

NB Voor de maatvoering van het rood-wille kader wordt verwezen naar fig. 20bord 55:0 1000maten in mm

_______

rood

____wit

zwart

fig. 21

67

Page 68: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 7 (VOOR)AAN DU IDI N GEN

vooraanduiding kort durend gebruik vluchtstrook

0L()0)

lettertype: ANWB Eeletterhoogte: 240/180maten in mm

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

fig. 22

0

0)

1km

1350

4%600 m

68

Page 69: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

t VOOR )AAN DU IDIN GEN

aanduiding rijbaansplitsing

bijlage 1

maten in mm

blauw retroreflecterend

_______

wit retroreflecterend

fig. 23

0LLC’)

1900

69

Page 70: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1

aanduiding rijstroken

(VOO R)AAN DU 1 DINGEN

maten in mm

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

fig. 24

00Lf)

1350

1

_____________

70

Page 71: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

(VOOR)AANDUIDINGEN

aanduiding verlegging van één rijstrook

bijlage 1

maten in mm

blauw retroreflecterend

_______

wit retroreflecterend

fig. 25

00

000

71

Page 72: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1 t VOOR )AAN DU IDIN GEN

aanduiding doorsteek met één rijstrook

maten in mm

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

fig. 26

0

0)

1350

72

Page 73: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

t VOOR )AANDUIDIN GEN

(voor)aanduiding verlegging van twee rijstroken

bijlage 7

A

-

600

bord33Ø600 A=1650 B1=1950 B2=2350

bord 330800 A=2200 Bi = 2600 B2=3i50

NB Bord 33 slechts opnemen indien de linker rijstrook smaller is dan 3,00 mlettertype: ANWB Eeletterhoogte: 240/180maten in mm

rood retrorefiecterend

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

zwart

fig. 27

cJ

c’J

73

Page 74: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 7 (VOOR)AANDUIDINGEN

(voor)aanduiding 3-1 systeem

L

A

c,Jm

bord33Ø600 A=1650 Bi =1950 B2=2350

bord 33 0800 A = 2200 Bi = 2600 B2 = 3150

NB Bord 33 slechts opnemen indien de linker rijstrook smaller is dan 3,00 mleftertype: ANWB Eelellerhoogte: 24OJi 80

maten in mm

rood retroreflecterend

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

zwart

fig.28a

146OO m

74

Page 75: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

(VOOR)AANDUIDINGEN

(voor)aanduiding 3-1 systeem

A

bijlage 1

bord33ø600 A=1650 Bi = 1950 B2=2350

bord33ø800 A=2200 Bi = 2600 B2=3150

NB Bord 33 slechts opnemen indien de linker rijstrook smaller is dan 3,00 mlellertype: ANWB Eeletterhoogte: 240/180maten in mm

_______

rood retroreflecternd

blauw retroreflecterend

_______

wit retroreflecterend

zwart

fig. 28 b

iL600 m c’j

75

Page 76: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1 (VOOR)AANDUIDINGEN

(voor)aanduiding 3-1 systeem

A

bord33Ø600 A=2000 Bi =1950 B2=2350

bord 330800 A=2650 Bi = 2600 B2=3150

NB Bord 33 slechts opnemen indien de linker rijstrook smaller is dan 3,00 mlettertype: ANWB Eelefterhoogte: 240/180maten in mm

rood retroreflecterend

_______

blauw retroreflecterend

1 wit retroreflecterend

zwart

fig. 28c

c’J

600m cJ

76

Page 77: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

(VOOR)AANDUIDINGEN

fvoor)aanduiding doorsteek met twee rijstroken

bijlage 1

bord 33 0 600 A = 2000 Bi = 2250 82 = 2650

bord 33 0 800 A =2650 Bi = 3000 B2 = 3550

NB Bord 33 slechts opnemen indien de linker rijstrook smaller is dan 3,00 m

lettertype: ANWB Eeletterhoogte: 240/780maten in mm

_______

rood retroreflecterend

blauw retroreflecterend

_______

wit retroreflecterend

zwart

fig. 29

A

‘1 EË;E600m

77

Page 78: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

bijlage 1 ONDERBORD

onderbord ‘stoomvorming’

stoom-vorm ï ng

1400

zwart

leftertype: ANWB Ee (verzwaard) 1 wit retroreflecterendleflerhoogte: 200/750maten in mm fig.30

78

Page 79: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

MATERIEEL, MATERIALEN ENTE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING bijlage 2

De bebakeningsmiddelen als genoemd onder a tfm d dienen alle uitgevoerd tezijn in retroreflecterend materiaal, minimaal klasse II, volgens CIE-norm

a RVV-borden

Voor de inrichting, de kleur, de afmetingen en de materiaal-eisen van verkeersborden wordt verwezen naar:

— het Reglement Verkeerregels en Verkeerstekens tRVV) en de nummers vande borden als vermeld in de daarbij behorende bijlage II.

— Normblad NEN 3387 van december 1986, “Verkeerstekens, Algemene voorschriften voor borden”, Nederlands Normalisatie-Instituut.

Voor de plaatsing wordt verwezen naar de Beschikking van de minister vanVerkeer en Waterstaat, nr. R 66505 van 5 oktober 1977, de zogenaamde Plaatsingsbeschikking, “Plaatsing van verkeerstekens op borden, op het wegdeken ondetborden”, zoals gewijzigd bij diverse latere besluiten.

In afwijking van wat in tabel 1 van deze Plaatsingsbeschikking is gesteld overde afmetingen van de toe te passen verkeersborden moet het bord lOOa (einderijstrook), indien dit geplaatst is binnen een rood-wit kader, worden uitgevoerdin type II.

De overige toepassingen van bord 1 OOa mogen uit overwegingen van hanteerbaarheid en uniformiteit eveneens in type II worden uitgevoerd, ondanks devoorkeur in de Plaatsingsbeschikking voor type III.

b Overige borden en rood-witte kaders

De vormgeving en de afmetingen van de aanduidingsborden welke niet zijnvermeld in het RVV alsmede de details van de rood-witte kaders zijn opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze richtlijnen.

c Actiewagen

Het verkeerstechnische gedeelte van de actiewagen omvat:1. een knipperende pijl;2. een RVV-bord nr. 16;3. een rood-wit gestreept kader.

ad 7De actiewagen is voorzien van een witte, knipperende pijl.De kleurtemperatuur van het uitgestraalde licht dient tussen 2500 en 3000graden Kelvin te liggen, uitgaande van de nominale Iampspanning. De luminantie tL in cd/m2) van de witte pijl dient bij daglicht 5500 â 6000 cd/m2 tebedragen, bij duisternis worden deze waarden gereduceerd tot 10% van demaximale luminantie.De lichtsterkteverdeling dient zo te worden uitgevoerd dat op + of — 3 gradenten opzichte van de hartlijn (lo) ten minste de halfwaarde wordt gehaald.Het reduceren van de lichtsterkte dient automatisch te geschieden, waarbijvolstaan kan worden met één trap. Het schakelmoment ligt bij een helderheidvan de achtergrond (lucht) van 400 cd/m2.

De pijl knippert met een aan/uit-frequentie van 1.0/1.0 seconde.

Voor de afmetingen van het verlichte gedeelte van de pijl wordt verwezennaar figuur 19 van bijlage 1.

De richting van de pijl kan vanuit het trekkend voertuig worden gewijzigd.

79

Page 80: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

MATERIEEL, MATERIALEN ENbijlage 2 TE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING

ad2Onder de verlichte pijl is een RVV-bord nr. 16 met een diameter van 1000 mmaangebracht.

De richting van de pijl op het RVV-bord is altijd dezelfde als die van de verlichtepijl en kan eveneens vanuit het trekkend voertuig worden gewijzigd.

ad 3De verlichte pijl en het RVV-bord zijn omlijst door een rood-wit gestreept kader.

De buitenmaten van het kader bedragen 2,25 x 3,30 m, de breedte is 300 mm.De breedte van de rode en witte strepen bedraagt 300 mm. Zij maken eenhoek van 45 graden met de horizontale as.

d Geleidebakens

Een geleidebaken bestaat uit een voetstuk met daaraan bevestigd één of tweezogenaamde bakenschilden, waarop een afbeelding is bevestigd. De voetplaatheeft een maximale breedte van 0,50 m. De totale hoogte van een geleidebakenmag de 1,25 m niet overschrijden. De onderzijde van de afbeelding bevindtzich op maximaal 0,25 m boven het wegdek.De afbeelding moet strak van vorm zijn en heeft een oppervlakte van circa0,25 m2 welke bestaat uit rode en witte strepen die onder een hoek van 450

naar het te berijden deel van de weg zijn gericht.De constructie van het geleidebaken moet zodanig zijn dat dit stabiel blijftstaan onder windbelasting of zuiging van het voorbij rijdend verkeer. Bovendien mag de constructie bij aanrijding geen gevaar opleveren, noch voor hetwegverkeer noch voor het personeel in het werkvak.

e Verkeerskegels

Verkeerskegels die toegepast worden voor de in deze richtlijnen beschrevenwerkzaamheden zijn minimaal 0,70 m hoog en hebben een oranje fluorescerende kleur. De voetplaat van de kegel moet zo geconstrueerd zijn dat de kegelbij omvallen niet gaat rollen.Alleen kegels die gebruikt worden om te voorkomen dat het verkeer over verseverfstrepen rijdt mogen een geringe hoogte hebben, die echter minimaal0,45 m moet zijn.

f Topverlichting voor verkeerskegels

De topverlichting moet een diffuus geel licht uitstralen, dat niet verblindendwerkt. In die gevallen waarin het licht misleidend zou kunnen zijn voor hetverkeer waarvoor de verlichting niet bedoeld is, moet deze eventuele misleiding door afscherming worden voorkomen.

g Geleidepalen

Een geleidepaal is gemaakt van rubber of kunststof en wel zodanig dat eenflexibele constructie is ontstaan, heeft een hoogte van ± 0,60 m, een diametervan ± 7 cm, is opvallend van kleur en is aan beide zijden voorzien van eenreflector.Deze reflectoren moeten voldoen aan de eisen zoals die vermeld zijn in deRichtlijnen voor de Bebakening en Markering van Wegen en de sindsdiendaarop verschenen aanvullingen.

Geleidepalen moeten op het wegvak vastgezet kunnen worden.

80

Page 81: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

MATERIEEL, MATERIALEN ENTE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING bijlage 2

h Tijdelijke markeringen

Tijdelijke markeringen voorwerken in uitvoering worden toegepast in de vormvan gele plakstrepen/markeringstape, verfstrepen of noppen.De kleur moet zodanig zijn, dat het kleurpunt ligt binnen het kleurvlak in hetCIE-kleurendiagram met de hoekpunten:

kleur as hoekpunten

geelxy

0,532 0,4770,468 0,433

De helderheid moet ten minste 45 bedragen.

0,4270,483

0,4650,535

Voor al deze materialen gelden voorts de volgende eisen:— gemakkelijk aan te brengen;— niet gaan verschuiven;— weer gemakkelijkte verwijderen zonder dat het wegdek beschadigd wordt.

De noppen zijn circa 2 cm hoog, hebben een doorsnede van circa 12 cm enzijn voorzien van reflectoren.

i Andreasstrips

Deze zijn vervaardigd van rubber of kunststof, hebben een totale hoogte vanongeveer 4 cm, een lengte van ongeveer 2,00 m en zijn wit-retroreflecterendvan kleur. De vormgeving is zodanig dat deze strips relatief veilig zijn vooralle categorieën weggebruikers wanneer die, ongeacht hun snelheid, er overheen rijden.De strips hebben voorts een zodanige massa, gewicht en vastheid dat zij nietvan hun plaats schuiven als er overheen gereden wordt.

Rijstrookindicatoren

De bij de signalering toegepaste rijstrookindicatoren moeten voldoen aan dedaarvoordoorde Dienst Verkeerskunde van de Rijkswaterstaat gestelde eisen.

k Tijdelijke werkvakverlichting

Onder verwijzing naar wat daarover al gezegd werd in 4.4 onder A moet dezeverlichting voldoen aan de eisen zoals nader omschreven in het HoofdstukVERLICHTING van de Richtlijnen voor het Ontwerp van Autosnelwegen (dezgn. ROA-richtlijnen).

1 Veiligheidskleding

Voor de technische uitvoering van deze kleding wordt verwezen naar de daarvoor geldende voorschriften.Men moet er rekening mee houden dat de veiligheidskleding op den duurgaat verkleuren en dat gaat dan ten koste van de helderheid.De veiligheidskleding zal daarom regelmatig vernieuwd moeten worden.

81

Page 82: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers
Page 83: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers

.CD 0 CD CD (0 10 CD 10 CD CD CD (0 0 2:1- 0 0) 0) CD

y8

y9

=B

Bx2

ontw

erpsn

elhei

dv0

=70

km/h

x,

yx,

vx

yx5

y5x

yx

,y

xy

x9y

0 m 2 c) 2 0,t 2 m 0,

t. It t

148

.00

6.00

0.00

12.0

00.

1018

.00

0.25

24.0

00.

50—

—30

.00

0.75

36.0

00.

9042

.00

1.00

48.0

01.

002

68.0

08.

500.

0017

.00

0.15

25.5

00.

5034

.00

1.00

——

42.5

01.

5051

.00

1.85

59.5

02.

0068

.00

2.00

384

.00

10.5

00.

0521

.00

0.25

31.5

00

80

42.0

01.

50—

—52

.50

2.20

63.0

02.

7573

.50

2.95

84.0

03.

004

96.0

012

.00

0.05

24.0

00.

3536

.00

1.05

48.0

02.

00—

—60

.00

2.95

72.0

03.

6584

.00

3.95

96.0

04.

005

108.

0013

.50

0.05

27.0

00.

4040

.50

1.30

54.0

02.

50—

—67

.50

3.70

81.0

04.

6094

.50

4.95

108.

005.

006

118.

0014

.75

0.05

29.5

00.

5044

.25

1.55

59.0

03.

00—

—73

.75

4.45

88.5

05.

5010

3.25

5.95

118.

006.

007

127.

0014

.75

0.05

29.5

00.

6044

.25

1.60

59.0

03.

0568

.00

3.95

82.7

55.

4097

.50

6.40

112.

256.

9512

7.00

7.00

81

00

÷5

7.0

014

.75

0.05

29.5

00.

6044

.25

1.60

59.0

03.

0510

8—2.

006—

3.05

10

8+

12

.75

0—1.

601

00

+2

7.5

08—

0.60

108+

42.2

56—

0.05

1OB

+57

5

ontw

erp

snelh

eid

v0

=50

km/h

BL

X,

Y,

XY

X,

YX

YX

YX

Y6

X,

Y,

XY

X9

Y

134

.00

4.25

0.00

8.50

0.10

12.7

50.

2517

.00

0.50

——

21.2

50.

7525

.50

0.90

29.7

51.

0034

.00

1.00

246

.00

5.75

0.00

11.5

00.

1517

.25

0.50

23.0

01.

00—

—28

.75

1.50

34.5

01.

8540

.25

2.00

46.0

02.

003

56.0

07.

000.

0514

.00

0.25

21.0

00.

8028

.00

1.50

——

35.0

02.

2042

.00

2.75

49.0

02.

9556

.00

3.00

464

.00

8.00

0.05

16.0

00.

3524

.00

1.05

32.0

02.

00—

—40

.00

2.95

48.0

03.

6556

.00

3.95

64.0

04.

005

72.0

09.

000.

0518

.00

0.40

27.0

01.

3036

.00

2.50

——

45.0

03.

7054

.00

4.60

63.0

04.

9572

.00

5.00

680

.00

9.50

0.05

19.0

00.

4528

.50

1.40

38.0

02.

7042

.00

3.30

51.5

04.

6061

.00

5.55

70.5

05.

9580

.00

6.00

78+

40.0

09.

500.

0519

.00

0.45

28.5

01.

4038

.00

2.70

-B+

2.0

06—

2.70

B+

11.5

00—

1.40

B+

21.0

0B

—0.

45B

+30.5

06—

0.05

B+

40.0

0S

Page 84: (niet-autosnel)wegenbuiten de bebouwde kom Uitvoering op ...publicaties.minienm.nl/download-bijlage/109694/... · Maatregelen bij Werken in Uitvoering. Vooral ten behoeve van de werkers