News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk...

196
EPLAN NEWS (EPLAN NIEUWS) voor versie 2.1

Transcript of News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk...

Page 1: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN NEWS (EPLAN NIEUWS)

voor versie 2.1

Page 2: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Copyright © 2011 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG

EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fouten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade die direct of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal.

Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rechten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG mag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd.

De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en ver-menigvuldiging van de software is alleen toegestaan in het kader van dit contract.

RITTAL® is een geregistreerd handelsmerk van Rittal GmbH & Co. KG.

EPLAN®, EPLAN Electric P8®, EPLAN Fluid®, EPLAN PPE®, EPLAN Cabinet®, EPLAN Pro Panel® en EPLAN Mechatronic Integration® zijn geregistreerde handelsmerken van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG.

Windows NT®, Windows 2000®, Windows XP®, Windows Vista®, Windows 7®, Microsoft Windows®, Microsoft® Excel®, Microsoft® Access® en Notepad® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

PC WORX®, CLIP PROJECT® en INTERBUS® zijn geregistreerde handelsmerken van Phoenix Contact GmbH & Co.

AutoCAD® en AutoCAD Inventor® zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc.

STEP 7®, SIMATIC® en SIMATIC HW Konfig® zijn geregistreerde handelsmerken van Siemens AG.

InstallShield® is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc.

Adobe® Reader® en Adobe® Acrobat® zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.

TwinCAT® is een geregistreerd handelsmerk van Beckhoff Automation GmbH.

Unity Pro® is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric.

RSLogix 5000® en RSLogix Architect® zijn geregistreerde handelsmerken van Rockwell Automation.

Alle overige genoemde product- en handelsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handels-merken van de desbetreffende eigenaren.

EPLAN gebruikt de Open-Source-Software 7-Zip (7za.dll), Copyright © by Igor Pavlov. De broncode van 7-Zip valt onder de GNU Lesser General Public License (LGPL). De broncode van 7-Zip en meer informatie over deze licentie vindt u op: http://www.7-zip.org

EPLAN gebruikt de Open-Source-Software Open CASCADE, Copyright © by Open CASCADE S.A.S. De broncode van Open CASCADE valt onder de Open CASCADE Technology Public License. De broncode van Open CASCADE en meer informatie over deze licentie vindt u op: http://www.opencascade.org

Page 3: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

EPLAN NEWS 2.1 3

Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................. 9 

Leestips .............................................................................................................. 10 

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform .................................. 12 

Projectgegevens-navigators .............................................................................. 12 Functies verwijderen in de navigators ................................................................ 12 

Duidelijkere boomweergave ............................................................................... 14 

Verbeterde kolomsortering in de lijstweergaven ................................................. 15 

Verbindingen ....................................................................................................... 16 Uitbreidingen voor de verbindingen-navigator .................................................... 16 

Verbindingen filteren op bron- en doeleigenschappen ....................................... 18 

Namen van verbindingseigenschappen gewijzigd .............................................. 19 

Verbindingen synchroniseren ............................................................................. 19 

Artikelbeheer ....................................................................................................... 21 Actualiseren van de artikeldatabank ................................................................... 21 

Namen van hoofdknooppunten gewijzigd ........................................................... 21 

Nieuw hoofdknooppunt "Toebehorenplaatsing" .................................................. 23 

Boomconfiguratie voor alle hoofdknooppunten .................................................. 23 

Namen van productgroepen gewijzigd ............................................................... 25 

Nieuw tabblad "Productie" voor het toekennen van boorpatronen ..................... 25 

Attributen voor artikeloverkoepelende gegevens ................................................ 27 

Sprongfuncties in het artikelbeheer .................................................................... 27 

Artikeloverkoepelende gegevens synchroniseren .............................................. 29 

Meldingenbeheer ................................................................................................. 30 Alleen afgehandelde meldingen controleren ...................................................... 30 

Beperken van tijdsintensieve controleprocedures .............................................. 31 

Wijziging van het gedrag bij selectiegerichte weergave ..................................... 32 

Uitgeschakelde controleprocedures ................................................................... 32 

Gedrag van controleprocedure 001016 gewijzigd .............................................. 33 

Macro's ................................................................................................................. 33 Macro's actualiseren ........................................................................................... 33 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Pro Panel" ...................... 37 2D-gegevens en 3D-gegevens opslaan in verschillende macro's ...................... 38 

Detailleringsgraad bij de import van grafische 3D-gegevens definiëren ............. 39 

Draaien van de 3D-weergave bij het wisselen van viewpoints ........................... 42 

Montagehulp weergeven .................................................................................... 42 

Nieuwe werkbalk voor onderdelenlogica ............................................................ 42 

Veldgrootte van montageoppervlakken weergeven en wijzigen ......................... 43 

Page 4: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

4 EPLAN NEWS 2.1

Montageoppervlakken genereren ....................................................................... 44 

Modelaanzichten met vereenvoudigde weergave .............................................. 45 

STEP-export als nieuwe uitbreiding ................................................................... 46 

Onderdelen .......................................................................................................... 47 Posities verplaatsen van het bij het onderdeel ingevoerde artikel ...................... 47 

Grafische editor ................................................................................................... 49 Uitvoergrootte definiëren voor de PDF-export .................................................... 49 

Meldingen van verbindingen weergeven in de grafische editor .......................... 52 

Weergave van niet-geplaatste verbindingen bij het schemasymbool ................. 53 

Verwerkingen ....................................................................................................... 54 Vereenvoudigd selecteren van het bronproject bij het verwerken in een ander project ...................................................................................................... 54 

Alleen de gebruikte symbolen van een project weergeven in het symbool-overzicht ............................................................................................................. 56 

Doorlopend nummer weer beginnen bij "1" ........................................................ 57 

Tijdelijke aanduiding-objecten ........................................................................... 59 Makkelijker overdragen van variabelen uit de eigenschappen ........................... 59 

Apparaatselectie .................................................................................................. 60 Makkelijker selecteren uit toebehorenlijst ........................................................... 60 

Blokeigenschappen ............................................................................................ 60 Nieuw formaatelement voor apparaatgroepen ................................................... 60 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Revision Management" ....................................................................................................... 62 

Eigenschappenvergelijking van verbindingsdefinitiepunten ............................... 62 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Project Options" ............ 63 Secties naderhand wijzigen ................................................................................ 63 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN User Rights Management" ....................................................................................................... 65 

Actualiseren van het rechtenbeheer ................................................................... 65 

Nieuwe interface voor koppeling met Autodesk Vault ..................................... 67 

Gebruikersinterface ............................................................................................ 68 Nieuwe gemeenschappelijke menuopdracht voor de gegevensovername ......... 68 

Eigenschapsvoorbeeld geschrapt ...................................................................... 68 

Navigatordialoogvenster voor onderdeeleigenschappen verwijderd .................. 68 

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken .............................. 69 

Selectie van bewerkingsbereiken in een project activeren ............................. 70 

Bewerkingsbereiken voor een project definiëren ............................................. 72 Projecten met actieve selectie van bewerkingsbereiken openen ....................... 74 

Weergave van bewerkingsbereiken in de multi-user-monitor ............................. 74 

Page 5: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

EPLAN NEWS 2.1 5

Bewerkingsbereiken als beheerder definiëren ................................................. 74 Bewerkers selecteren ......................................................................................... 75 

Tijdelijk in het gehele project werken ................................................................ 76 Actualiseren van verbindingen ........................................................................... 76 

Bewerkingsbereiken verwerken ......................................................................... 77 

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik ........................................... 78 

Multi-user-monitor configureren ........................................................................ 79 

Instellingen voor de multi-user-monitor verrichten ......................................... 80 

De multi-user-monitor gebruiken ....................................................................... 81 Mogelijke werkwijze ............................................................................................ 83 

Performance-verbeteringen ................................................................ 84 

Verbeterde performance door geoptimaliseerde projectdatabank ................. 84 

Gewijzigd gedrag van het programma .............................................................. 85 

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8 ......................................... 86 

Klemmen / stekers ............................................................................................... 86 Artikelen voor stekercontacten en verzamelrailaansluitingen opslaan ............... 86 

Beter overzicht op het tabblad "Verbindingen" ................................................... 88 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN PLC & Bus Extension" .. 90 Geactualiseerde interfaces voor de gegevensuitwisseling met PLC-configuratiesystemen ......................................................................................... 90 

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid .................................................. 92 

Draaien en spiegelen van symbolen en macro's .............................................. 92 Draaien en spiegelen van symbolen .................................................................. 93 

Draaien en spiegelen van macro's ..................................................................... 95 

Transformatiepunt voor symboolvarianten ......................................................... 96 

Nieuwe layer voor interne verbruikersleidingen ............................................... 97 

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts ........................................................ 98 

Voorwaarden ...................................................................................................... 101 Instellingen voor Sequential Function Charts ................................................... 102 

Functiediagrammen maken .............................................................................. 104 Functies in het diagram plaatsen ...................................................................... 104 

Macro's in het diagram plaatsen ....................................................................... 105 

Overige informatie over het plaatsen van grafische symbolen / macro's .......... 106 

Waarden voor schaal en procesvolgorde invoegen .......................................... 107 

Page 6: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

6 EPLAN NEWS 2.1

Nieuw weergavetype "Functioneel" ................................................................. 108 Overkoepelend bewerken van eigenschappen ................................................. 108 

Gegevenssynchronisatie tussen de weergavetypen ........................................ 109 

Weergavetype voor symbolen .......................................................................... 109 

GRAFCET-diagrammen maken ........................................................................ 109 Variabelentabel invoegen ................................................................................. 111 

GRAFCET-elementen invoegen ....................................................................... 111 

Beschrijvende teksten ...................................................................................... 113 

Nieuwe speciale tekens voor GRAFCET .......................................................... 114 

Speciale onderwerpen EPLAN PPE .................................................. 115 

ODC van PLT-systeemelementen in de functieomgeving weergeven .......... 115 

In EPLAN View filteren op de ICS-code ........................................................... 116 

Automatisch nummeren van PLT-systeemnummers ..................................... 116 

Sortering bij de selectie van PLT-systemen ................................................... 118 

Structuurcodes bij het invoegen van macro's automatisch synchroniseren .................................................................................................. 118 

ODC-overname bij het tekenen van het PLT-systeem uitgebreid ................. 119 

EPLAN PPE P&ID AutoCAD-interface uitgebreid ........................................... 121 

EPLAN Pro Panel Professional ......................................................... 122 

Modularisatie van EPLAN Pro Panel Professional ......................................... 129 

Productiegegevens voor NC-machines ........................................................... 132 

Routeringsverbindingen genereren ................................................................. 133 Werkwijze bij het routeren van verbindingen .................................................... 134 

Routeringspaden .............................................................................................. 134 

Routeringsbereiken .......................................................................................... 136 

Bedradingsblokkeringen ................................................................................... 137 

Routeringspadnetwerk ..................................................................................... 137 

Weergave van het routeringspadaanzicht ........................................................ 138 

Routeren van verbindingen .............................................................................. 139 

Routeringsverbindingen in de verbindingen-navigator ..................................... 140 

Bundelen van routeringsverbindingen .............................................................. 141 

Optimaliseren van de netten ............................................................................. 142 

Productiegegevens voor draadconfectioneringsmachines ........................... 143 

Verwerking montagelijst ................................................................................... 144 Formulieren voor montagelijsten ...................................................................... 145 

In de layoutruimte-navigator filteren op relevante onderdelen .......................... 146 

Page 7: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

EPLAN NEWS 2.1 7

Ondersteuning bij het maken van stamgegevens .......................................... 146 Automatische schakelkastinterpretatie ............................................................. 146 

Basispunten als speciale montagepunten voor de toebehorenplaatsing .......... 147 

Basispuntschema overdragen .......................................................................... 148 

Import en export van gegevens ....................................................................... 149 Import van gegevens ........................................................................................ 149 

Export van gegevens ........................................................................................ 150 

Gegevensovername uit EPLAN Cabinet .......................................................... 151 Gegevensovername van Cabinet-projecten ..................................................... 151 

Gegevensovername van NC-gegevens ........................................................... 152 

Gegevensovername van stamgegevens .......................................................... 152 

Gegevensovername van toebehoren ............................................................... 153 

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal ........................................ 154 

Gebruikergedefinieerde artikelen maken met de configurator van Endress+Hauser ................................................................................................ 160 

De Rittal Therm-configurator openen .............................................................. 162 

Artikelen uit het winkelmandje importeren in de apparatelijst ...................... 163 

Een bepaalde macrovariant invoegen ............................................................. 164 

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension" .......................................................................................... 165 

Programma openen via opdrachtregelparameter ........................................... 165 

Overige vernieuwingen van de EPLAN API ..................................................... 166 

Vernieuwingen in de stamgegevens ................................................ 171 

Stamgegevens: Symbolen ................................................................................ 171 

Stamgegevens: Formulieren ............................................................................ 176 

Stamgegevens: Instellingen voor meldingen en controleprocedures .......... 177 

Stamgegevens: Macro's ................................................................................... 178 

Overige vernieuwingen en informatie .............................................. 181 

Klantenaanvragen en meldingen ..................................................................... 181 

Validatiecode ..................................................................................................... 184 Validatiecode online aanvragen ....................................................................... 184 

Installatie ............................................................................................................ 186 Installatie door middel van de EPLAN Setup Manager ..................................... 186 

Page 8: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Inhoudsopgave

8 EPLAN NEWS 2.1

Softwarevereisten en vrijgaven ........................................................................ 192 Algemene voorwaarden.................................................................................... 192 

Besturingssystemen ......................................................................................... 192 

Microsoft-producten .......................................................................................... 193 

SQL-server ....................................................................................................... 193 

Autodesk-producten ......................................................................................... 193 

PDF-redlining ................................................................................................... 193 

PLC-systemen (PLC & Bus Extension) ............................................................ 193 

Afgekondigde besturingssystemen ................................................................... 194 

Overige afkondigingen ..................................................................................... 194 

Hardwarevereisten ............................................................................................ 195 Hardwarevereisten computerplatform .............................................................. 195 

Aanbevolen configuratie computerplatform ...................................................... 195 

Minimum vereisten netwerk .............................................................................. 196 

Minimum vereisten multi-user-gebruik .............................................................. 196 

Page 9: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Voorwoord

EPLAN NEWS 2.1 9

Voorwoord

Geachte EPLAN-gebruiker,

In moderne productontwikkelingsprocessen in de machine- en installatie-

bouw moeten projecten snel en efficiënt worden uitgevoerd. Om aan

deze trend tegemoet te komen, is het van belang om engineeringtools

uniform te maken en incompatibele gegevensformaten en als gevolg

daarvan onderbrekingen in de interdisciplinaire informatiestroom conse-

quent te vermijden.

Het EPLAN-platform is een geïntegreerde engineeringoplossing, waar-

mee de consistentie van projectgegevens in alle disciplines en fasen van

het project is gewaarborgd en de engineering naadloos in uw hele pro-

ductontwikkelingsproces kan worden geïntegreerd. Het gevolg: snellere

engineeringresultaten en betere documentatie voor machines en installa-

ties.

Met plezier bieden wij deze update, het nieuwe EPLAN-platform 2.1,

aan. De nieuwe versie bevat innovatieve functies en geïntegreerde sys-

teemoplossingen en zorgt daardoor voor doorslaggevende uniformiteit in

het engineeringproces.

Het meeste recente voorbeeld: EPLAN Pro Panel Professional

Wat ooit als 3D-montageopbouw is begonnen, is inmiddels een integra-

tieve engineeringoplossing voor de schakelkast- en schakelcentrum-

bouw. Schemavervaardiging, schakelkast-layout, productie-integratie en

montage zijn geïntegreerd in een enkele oplossing, die voor meer toege-

voegde waarde zorgt.

EPLAN-platform 2.1 heeft nog talrijke andere voordelen waarvan u kunt

profiteren; u zult versteld staan van de nieuwe mogelijkheden van uw

EPLAN-software.

Wij wensen u veel succes met het EPLAN-platform 2.1.

Het team van EPLAN Software & Service

Page 10: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Voorwoord

10 EPLAN NEWS 2.1

Leestips Belangrijke informatie:

Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie

in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-

na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten en vrijgaven" op

pagina 192 goed door.

Als u overstapt van een oudere EPLAN-versie op de actuele versie

dient u er ook rekening mee te houden dat de installatie nu anders

is en door middel van een nieuw installatieprogramma wordt verricht

(zie paragraaf "Installatie door middel van de EPLAN Setup Manager"

op pagina 186).

Bij het openen van oude projecten met de EPLAN-versie 2.1 worden

deze projecten geactualiseerd. Zie paragraaf "Verbeterde performan-

ce door geoptimaliseerde projectdatabank" op pagina 84.

Als u een "oude" artikeldatabank wilt gebruiken, moet die artikeldata-

bank eerst worden geactualiseerd (zie paragraaf "Actualiseren van de

artikeldatabank" op pagina 21).

Als u gebruikmaakt van het rechtenbeheer en u overstapt op ver-

sie 2.1, dient u het rechtenbeheer te actualiseren. Zie paragraaf

"Actualiseren van het rechtenbeheer" op pagina 65.

Voordat u begint te lezen, wijzen wij u op de volgende symbolen en

schrijfwijzen die in dit document worden gehanteerd:

Let op:

Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool zijn waarschuwin-

gen. Lees voordat u verder gaat deze waarschuwingen altijd goed door!

Opmerking:

Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool bevatten aanvullen-

de opmerkingen.

Page 11: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Voorwoord

EPLAN NEWS 2.1 11

Voorbeeld:

Voorbeelden worden voorafgegaan door dit symbool.

Tip:

Na dit symbool volgen nuttige tips, die het werken met het programma

vereenvoudigen. Elementen van de gebruikersinterface worden vet (en blauw) aange-

geven en kunnen zo direct in de tekst worden herkend.

Cursieve teksten geven aan wat belangrijk is en waar u beslist op

moet letten.

Codevoorbeelden, directorynamen, directe invoer etc. worden weer-gegeven in niet-proportioneel lettertype.

Functietoetsen, toetsen van het toetsenbord en knoppen in het pro-

gramma worden tussen rechte haken weergegeven (bijvoorbeeld [F1]

voor de functietoets "F1").

Om de overzichtelijkheid tijdens het lezen te verbeteren, wordt in dit

document gebruik gemaakt van een zogeheten "menupad" (bijvoor-

beeld Help > Inhoud). De menu's en opties die in het menupad wor-

den genoemd, moeten in de aangegeven volgorde worden gekozen

om een bepaalde programmafunctie te kunnen bereiken. Via het hier

genoemde menupad opent u bijvoorbeeld het Help-systeem van

EPLAN.

Bij instellingen of velden (zoals selectievakjes) die alleen kunnen

worden in- of uitgeschakeld, worden in dit document vaak de termen

"inschakelen" (de instelling is dan actief ) en "uitschakelen" (de in-

stelling is dan niet actief ) gebruikt.

Page 12: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

12 EPLAN NEWS 2.1

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

Projectgegevens-navigators

Functies verwijderen in de navigators

De functie "verwijderen" is nu in de navigators hetzelfde als in de grafi-

sche editor. Via de snelmenuopdracht Verwijderen kunt u in de naviga-

tors nu ook geplaatste functies / objecten verwijderen.

Voordeel: De functie in de navigators is uniform gemaakt en daardoor

kunt u makkelijker en sneller verwijderen. Bij het bewerken

hoeft u niet heen en weer te schakelen tussen een navigator

en de grafische editor om een geplaatste functie te verwij-

deren. Daardoor bespaart u tijd, wordt de kwaliteit van het

project verhoogd en wordt professionele databankgerichte

engineering makkelijker.

De geselecteerde functies worden na een controlevraag verwijderd. Als

u in een boom een boomstructuurniveau hebt geselecteerd, worden alle

functies onder het geselecteerde boomstructuurniveau verwijderd. Er

worden zowel geplaatste als niet-geplaatste functies verwijderd. Als een

geplaatste functie wordt verwijderd, wordt deze tegelijkertijd in de grafi-

sche editor of in de layoutruimte verwijderd.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat bij het verwijderen van geplaatste functies ook

de verbindingen die in het project voorkomen kunnen worden gewijzigd.

Er kunnen nieuwe verbindingen ontstaan of er kunnen verbindingen wor-

den verwijderd.

Page 13: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 13

In de potentiaal- en de afbreekpunt-navigator is de snelmenuopdracht

Verwijderen toegevoegd. Met deze menuopdracht worden zoals hierbo-

ven beschreven de geselecteerde objecten (potentiaaldefinities etc.) en

afbreekpunten verwijderd.

Navigators voor apparaten / artikelen:

Ook in de 2D-schakelkastopbouw- en de 3D-montageopbouw-navigator

is de menuopdracht Verwijderen in het snelmenu nieuw. Met deze

menuopdracht worden hier alleen artikelplaatsingen verwijderd.

Dat houdt in dat de menuopdracht alleen voor artikelplaatsingen kan

worden uitgevoerd. De geselecteerde artikelplaatsingen worden na een

controlevraag verwijderd. De artikelen en functies blijven behouden.

In de materiaallijsten-navigator worden met Verwijderen de geselecteer-

de artikelreferenties verwijderd, deze functie blijft dus hetzelfde.

Plaatsing van een functie verwijderen

U kunt nu ook een geplaatste functie verwijderen met Bewerken >

Plaatsing verwijderen als u de grafische editor niet hebt geopend.

Daardoor beschikt u nu over de mogelijkheid om vanuit een navigator

de grafische plaatsingen in het schema te verwijderen. Na een controle-

vraag worden de plaatsingen van de geselecteerde objecten verwijderd.

De menuopdracht Plaatsing verwijderen is niet van invloed op de

objecten in de navigators voor apparaten / artikelen (materiaallijsten-,

2D-schakelkastopbouw-navigator etc.), op objecten in de layoutruimte-

navigator en in de 3D-weergave van een geopende layoutruimte. In

deze navigators worden artikelplaatsingen beheerd en geen geplaatste

of niet-geplaatste functies.

Page 14: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

14 EPLAN NEWS 2.1

Opmerking:

De instellingen voor deze functies in het rechtenbeheer staan in de lijst

Rechten onder het onderwerp Grafische editor / navigator. De rechten

voor het verwijderen van functies en andere objecten heten Verwijderen

in de grafische editor en Verwijderen in navigators. Verwijderen van

een plaatsing wordt mogelijk op basis van het recht Plaatsing verwijde-

ren. Als een gebruikersgroep voor bepaalde bewerkingen geen rechten

heeft, worden de bijbehorende menuopdrachten verborgen.

Duidelijkere boomweergave

Tot nu toe werden in de boomweergaven van de navigators alle onder-

delen, klemmenstroken etc., die niet met behulp van structuurcodes in

een gedefinieerde projectstructuur waren gerangschikt, bovenaan achter

elkaar gezet. Om de boomweergave van de navigators in zulke gevallen

duidelijker te maken, worden nu alle onderdelen, klemmenstroken etc.,

die van doorlopende nummering zijn voorzien, met onderdeelcodes in

het boomstructuurniveau Zonder structuurcode geplaatst.

Voordeel: Door de overzichtelijkere boomweergaven kunt u ook in

omvangrijke projecten makkelijker met de projectgegevens-

navigators werken.

Dit boomstructuurniveau wordt alleen weergegeven in projecten met een

coderingsstructuur (bijv. IEC-coderingsstructuur), en dus niet doorge-

nummerde projecten. Het reeds bekende boomstructuurniveau Zonder

ODC wordt onder het boomstructuurniveau Zonder structuurcode ge-

plaatst. Op dit hiërarchieniveau worden de onderdelen weergegeven die

evenmin een onderdeelcode hebben.

Page 15: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 15

Doordat de boomweergave anders wordt afgebeeld, wordt ook de weer-

gave van de gegevens sneller geactualiseerd. Als er een object wordt

gewijzigd dat bij de onderdelen met doorlopende nummering hoort, wordt

nu alleen nog maar het bijbehorende niveau en niet meer de hele boom

geactualiseerd.

Verbeterde kolomsortering in de lijstweergaven

Een verbeterde kolomsortering in de lijstweergaven van de navigators

zorgt ervoor dat bij een kolomsortering een eerder verrichte sortering op

een andere kolom behouden blijft.

Voordeel: Lijstweergaven zijn met name handig als u snel een tabel

met een overzicht over de projectgegevens wilt hebben.

Door de nieuwe kolomsortering worden zoekacties tot een

minimum beperkt en kunt u het project sneller ontwerpen.

Page 16: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

16 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

U bent in de verbindingen-navigator en hebt de lijst met verbindingen

oplopend op de eerste kolom Bron gesorteerd. Vervolgens klikt u op

de kolom Verbindingskleur / -nummer. De lijst is nu alfanumeriek oplo-

pend op verbindingskleur / -nummer gesorteerd. In vorige versies zou-den voor verbindingen met dezelfde verbindingskleur (bijvoorbeeld BK)

de items in de kolom Bron nu willekeurig zijn geordend, maar nu zijn deze items nog steeds correct gesorteerd (voor BK bijvoorbeeld

=EB3+ET1-X1:1, =EB3+ET1-X1:7, =EB3+ET1-X1:13, =EB3+ET2-A2:7

etc.).

Verbindingen

Uitbreidingen voor de verbindingen-navigator

De verbindingen-navigator heeft nu ook een boomweergave. In de

boomweergave worden de verbindingen gesorteerd op de structuur-

codes van de onderdeelstructuur. De verbindingen worden dubbel weer-

gegeven, een keer onder de bron-ODC en een keer onder de doel-ODC.

Page 17: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 17

Voordeel: De uitgebreide weergave zorgt er door de structuur en de

grotere overzichtelijkheid ook bij omvangrijke projecten voor

dat u makkelijker met de verbindingsgegevens kunt werken.

U kunt afhankelijk van de taak de weergave (lijst- of boom-

weergave) selecteren die het beste bij deze centrale project-

gegevens past. Er zijn nieuwe mogelijkheden voor de snel-

invoer van een filter, zodat u sneller kunt vinden wat u zoekt

en u nog meer kostbare tijd bij het ontwerpen van projecten

bespaart.

De volgende informatie over een verbinding wordt weergegeven in de

boom (indien aanwezig):

Aansluitcode van de bron-ODC / doel-ODC

Weergegeven ODC van de kabels / pakketten

Verbindingskleur / -nummer

Verbindingscode

Page 18: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

18 EPLAN NEWS 2.1

Functiedefinitie van de verbinding

Weergegeven ODC van het tegendoel.

Filteren door middel van snelinvoer

Bovendien is het in de verbindingen-navigator mogelijk om de verbindin-

gen te filteren door middel van snelinvoer. Daarvoor is zowel in de boom-

als in de lijstweergave onder het filter het nieuwe veld Waarde: <Eigen-

schap> beschikbaar.

In dit veld kunt u door middel van de zogeheten snelinvoer voor een

gedefinieerd en geactiveerd filter snel de waarde van een filtercriterium

aanpassen. Meer informatie over de snelinvoer vindt u in de online-help

voor dit dialoogvenster.

Verbindingen filteren op bron- en doeleigenschappen

In de verbindingen-navigator is het nu ook mogelijk om de verbindingen

te filteren op de eigenschappen van de bron en / of het doel. Zodoende

kunt u bijvoorbeeld filteren op verbindingen die van een bepaald onder-

deel komen of naar een bepaald onderdeel lopen.

Om dit mogelijk te maken, is de criteriumselectie voor het filter van de

verbindingen-navigator uitgebreid. In het dialoogvenster Criteriumse-

lectie beschikt u nu voor het selecteren van een filtercriterium, behalve

over de verbindingseigenschappen, over de twee nieuwe hiërarchie-

niveaus "Bron of doel" en "Bron en doel". Om ervoor te zorgen dat de

performance niet nadelig wordt beïnvloed, zijn deze twee eigenschaps-

lijsten in het filter uitgevoerd als OF- en als EN-koppeling.

Page 19: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 19

Uitvoer van de verbindingslijst

Ook bij de uitvoer van de verbindingslijst in het dialoogvenster Filter /

sortering - Verbindingslijst hebt u nu voor het filter en de sortering

toegang tot de bron- en doeleigenschappen. De bijbehorende dialoog-

vensters voor de criteriumselectie zijn hiervoor uitgebreid.

Namen van verbindingseigenschappen gewijzigd

Om ervoor te zorgen dat het verschil tussen de verbindingseigenschap-

pen Verbindingstype (ID 31075) en Verbinding: Type (ID 31048)

duidelijker is, zijn de namen van deze eigenschappen gewijzigd.

Oude naam: Nieuwe naam:

Verbindingstype Beheertype

Verbinding: Type Verbinding: Typenummer Het beheertype van een verbinding (bijvoorbeeld geplaatst, niet-ge-

plaatst etc.) geeft aan hoe die verbinding in EPLAN wordt beheerd. De

eigenschap kan voor het sorteren van de verbindingen in de verbindin-

gen-navigator worden gebruikt.

In de eigenschap Verbinding: Typenummer wordt het typenummer van

het verbindingsartikel (bijvoorbeeld het typenummer van het draadtype,

buistype of slangtype) ingevoerd of overgenomen van het geselecteerde

artikel uit het artikelbeheer.

Verbindingen synchroniseren

Een verbinding kan in het schema meerdere keren verdeeld in de weer-

gavetypen "Meerlijnig", "Enkellijnig" of "3D-montageopbouw" voorkomen.

Verbindingen met het weergavetype "Montageopbouw 3D" worden aan-

geduid als routeringsverbindingen. Dat zijn verbindingen die in een

layoutruimte zijn gerouteerd.

Page 20: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

20 EPLAN NEWS 2.1

Wanneer u de bewerkingsmodus Eigenschappen (algemeen) niet hebt

geactiveerd, kunt u de eigenschappen van de verdeelde verbindingen

onafhankelijk van elkaar bewerken. Hierdoor kunnen er verschillen tus-

sen de eigenschappen van de verbindingen ontstaan. Als u die verschil-

len niet meer wilt hebben, kunt u nu de eigenschappen van de verdeelde

verbindingen voor het hele project synchroniseren.

De mogelijkheid om de gegevens van verdeeld weergegeven functies

te synchroniseren, bestond al een tijd in EPLAN. Om die reden is de be-

staande menuopdracht Synchroniseren (onder Hulpprogramma's >

Synchroniseren) gesplitst in de twee submenuopdrachten Functies en

Verbindingen.

Voor het synchroniseren van verdeeld weergegeven verbindingen zijn de

volgende mogelijkheden beschikbaar:

Als u de waarden van de geselecteerde meerlijnige verbindingen

aan de bijbehorende verbindingen van de andere weergavetypen wilt

doorgeven, kiest u de menuopdrachten Hulpprogramma's > Syn-

chroniseren > Verbindingen > Meerlijnig --> alle weergavetypen.

Om de geselecteerde routeringsverbindingen te synchroniseren,

kiest u de menuopdrachten Hulpprogramma's > Synchroniseren >

Verbindingen > 3D-montageopbouw --> alle weergavetypen.

Zodra u de controlevraag die daarop volgt met [OK] hebt beantwoord,

wordt de synchronisatie uitgevoerd.

Page 21: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 21

Artikelbeheer

Actualiseren van de artikeldatabank

Als u het programma voor het eerst hebt geïnstalleerd en het vervolgens

opstart, kunt u meteen beschikken over de actuele artikeldatabank.

Als u met meerdere versies van EPLAN werkt (bijvoorbeeld als u over-

stapt op versie 2.1) en in versie 2.1 een "oude" artikeldatabank hebt in-

gesteld, wordt u bij het openen van het artikelbeheer gevraagd of u de

artikeldatabank wilt actualiseren. Als u de vraag met [Ja] beantwoordt,

wordt de artikeldatabank geactualiseerd.

Als u op [Nee] klikt, wordt de artikeldatabank niet geactualiseerd. Daar-

door blijven de gegevensvelden van het artikelbeheer leeg en kunnen

deze niet worden bewerkt.

Andere programmacomponenten die eveneens gebruikmaken van de

gegevens uit de artikeldatabank, voeren een bijbehorende melding uit

als de artikeldatabank niet overeenkomt met de actuele versie.

Opmerking:

Als u met meerdere versies van EPLAN werkt, moet voor het bewerken

en onderhouden van de artikeldatabank altijd de nieuwste versie van

EPLAN worden gebruikt. Een geactualiseerde artikeldatabank kan in

oudere versies van EPLAN bijvoorbeeld voor een artikel- of apparaat-

selectie worden geopend, maar niet worden bewerkt.

Namen van hoofdknooppunten gewijzigd

In het kader van de uitbreidingen voor EPLAN Pro Panel Professional

was het noodzakelijk om een paar begrippen uniform te maken. Als ge-

volg daarvan zijn in het artikelbeheer de namen van de twee hoofd-

knooppunten "Constructie" en "Aansluitingen" alsmede de bijbehorende

tabbladen gewijzigd.

Page 22: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

22 EPLAN NEWS 2.1

Interface-element Oude naam: Nieuwe naam:

Hoofdknooppunten Constructie Boorpatroon

Tabblad Constructie Boorpatroon

Tabblad Boorpatroon Uitsparingen

Hoofdknooppunten Aansluitingen Aansluitbeeld

Tabblad Aansluitingen Aansluitbeeld

Tabblad Aansluitklemmen Aansluitingen Analoog aan de hierboven vermelde wijzigingen is ook de naam van het

veld Aansluitingen op het tabblad Technische gegevens gewijzigd in

Aansluitbeeld.

Voorbeeld:

De onderstaande afbeelding toont de nieuwe hoofdknooppunten met de

nieuwe namen in de boomstructuur van het artikelbeheer.

Als boomconfiguratie voor de weergave van de boom is de instelling

"Standaardinstelling EPLAN" geselecteerd.

Page 23: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 23

Nieuw hoofdknooppunt "Toebehorenplaatsing"

Het nieuwe hoofdknooppunt "Toebehorenplaatsing" is ook een uitbrei-

ding voor EPLAN Pro Panel Professional. In dit gedeelte van het artikel-

beheer definieert u de plaatsingsinstructies voor de toebehoren van de

3D-montageopbouw. Hier kunt u bijvoorbeeld opgeven op welke positie

op een profielframe, schakelkastbehuizing etc. de toebehoren worden

geplaatst en of de toebehoren bij het plaatsen met een bepaalde hoek

worden gedraaid.

Om een gedefinieerde toebehorenplaatsing aan toebehoren van een

artikel toe te kennen, kunt u op het tabblad Toebehoren (of voor een

toebehorenlijst op het tabblad Artikelen) de nieuwe kolom Toebeho-

renplaatsing gebruiken. Op die manier kunt u een toebehorenplaatsing

selecteren.

Boomconfiguratie voor alle hoofdknooppunten

Het is ook nieuw dat u nu voor elk hoofdknooppunt een eigen boomcon-

figuratie kunt definiëren. Daartoe wordt er in het dialoogvenster Boom-

configuratie een nieuwe kolom van het recordtype weergegeven.

Voordeel: In het artikelbeheer is overzichtelijkheid van groot belang.

Met de nieuwe configuratiemogelijkheden kunt u nu onder

het hoofdknooppunt boomconfiguraties definiëren die onaf-

hankelijk van elkaar zijn. Aangezien u iedere boomconfigu-

ratie specifiek kunt afstellen op de componenten die er in

staan, is de overzichtelijkheid van de structuur aanzienlijk

verbeterd. Gebruikers met verschillende specialisaties kun-

nen hun eigen individuele boomstructuur definiëren. Doordat

artikelrecords sneller worden gevonden, bespaart u tijd en

wordt het werken met het artikelbeheer makkelijker.

Page 24: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

24 EPLAN NEWS 2.1

Het standaardschema voor de boomconfiguratie bevat voor alle moge-

lijke recordtypen al een voorgedefinieerd hoofdknooppunt. Aan de hoofd-

knooppunten zijn echter – met uitzondering van het hoofdknooppunt

"Artikel" – geen eigenschappen toegewezen.

Om voor een recordtype (bijvoorbeeld een toebehorenlijst) een hoofd-

knooppunt te configureren, klikt u voor het desbetreffende recordtype in

de kolom Hoofdknooppunten en opent u vervolgens met de knop [...],

die aan de rechterrand van de rij wordt weergegeven, het dialoogvenster

Boomconfiguratie – Hoofdknooppunten. Daar selecteert u vervolgens

in de nieuwe vervolgkeuzelijst Recordtype het recordtype waarvoor u

een afzonderlijk hoofdknooppunt wilt configureren.

Page 25: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 25

Namen van productgroepen gewijzigd

Om ervoor te zorgen dat u het verschil tussen elektrotechnische artikelen

uit de productgroepen "Kabels / verbindingen" en "Draden" beter kunt

herkennen, zijn de namen van deze productgroepen gewijzigd.

Oude naam: Nieuwe naam:

Kabels / verbindingen Kabels

Draden Verbindingen Samen met de naamswijziging van de productgroep "Draden" zijn ook

het bijbehorende tabblad Draadgegevens en een aantal velden op dat

tabblad hernoemd.

Interface-

element

Oude naam: Nieuwe naam:

Tabblad Draadgegevens Verbindingsgegevens

Veld Adertype Typenummer

Veld Eenheid aderdoorsnede /

diameter

Eenheid verbindingsdoorsnede /

diameter

Veld Kabelgewicht (kg/km) Verbindingsgewicht (kg/km)

Nieuw tabblad "Productie" voor het toekennen van boorpatronen

Voor het opslaan van boorpatrooninformatie (bijvoorbeeld het boortype)

beschikt u in het artikelbeheer voor ieder artikel over het nieuwe tabblad

Productie. Op dit tabblad kunt u aan ieder artikel een willekeurig aantal

boorpatronen toekennen.

Page 26: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

26 EPLAN NEWS 2.1

Om een nieuwe rij te genereren, klikt u op de knop (Nieuw) in de

werkbalk boven de tabel. Klik in het veld Boorpatroon op [...]; er wordt

een selectiedialoogvenster geopend waar u het gewenste boorpatroon

kunt selecteren.

In de kolommen Inspringing X-richting en Inspringing Y-richting

kunt u voor het desbetreffende boorpatroon een verplaatsing definiëren.

Daardoor kunt u identieke boorpatronen voor artikelen van verschillende

grootte gebruiken.

Als gevolg van deze vernieuwing is op het tabblad Technische gege-

vens het veld Constructie verwijderd. Gegevens die in dit veld waren

ingevoerd, blijven behouden en worden bij het actualiseren van de

artikeldatabank in de eerste rij van de tabel met boorpatronen gezet.

Opmerking:

Het veld Constructie is uitsluitend uit de gebruikersinterface van het

artikelbeheer verwijderd. Om de compatibiliteit met EPLAN Cabinet te

waarborgen, is deze eigenschap nog wel aanwezig in de artikeldata-

bank.

Page 27: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 27

Gebruikt boorpatroon bij de 3D-artikelplaatsing wijzigen

Bij plaatsen van een component (bijvoorbeeld een kabelgoot) op een

montageoppervlak wordt in eerste instantie het standaardboorpatroon

gebruikt dat zich bij het artikel bevindt. Daarbij wordt het boorpatroon op

de eerste rij van de tabel op het tabblad Productie als standaardwaarde

gedefinieerd.

Als u bij een artikel meerdere boorpatronen hebt opgeslagen, hebt u in

het eigenschappendialoogvenster van de 3D-artikelplaatsing de moge-

lijkheid om het boorpatroon te selecteren dat bij de desbetreffende mon-

tagesituatie past. Daarvoor beschikt u op het tabblad Artikel voor de

artikelreferentiegegevens over de nieuwe eigenschap Gebruikte boor-

patroon (ID 20284).

Als het artikel meerdere boorpatronen heeft, kunt u het gewenste boor-

patroon bij de 3D-artikelplaatsing selecteren door middel van een ver-

volgkeuzelijst.

Attributen voor artikeloverkoepelende gegevens

Op het tabblad Attributen hebt u de mogelijkheid om uw eigen classifi-

catiekenmerken op te slaan. Analoog aan de artikelen beschikken nu

ook de artikeloverkoepelende gegevens Toebehorenlijst, Toebehoren-

plaatsing, Boorpatroon en Aansluitbeeld over dit tabblad. U kunt de

attributen gebruiken om te filteren met het veldgebaseerde filter of om

een boomconfiguratie te maken.

Sprongfuncties in het artikelbeheer

Op meerdere plekken in het artikelbeheer wordt er via het artikelnummer

(of andere items) verwezen naar een ander artikel of een ander record

(boorpatroon, aansluitbeeld). Om de navigatie te verbeteren, beschikt u

op die plekken nu in het snelmenu over de menuopdracht Ga naar. Met

deze snelmenuopdracht kunt u naar het ingevoerde artikel / record

springen.

Page 28: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

28 EPLAN NEWS 2.1

Voordeel: Artikelbeheer:

Met de nieuwe sprongfuncties navigeert u met een druk

op de knop, ook in omvangrijke artikelstammen, snel en

doeltreffend tussen de kruisverwezen artikelgegevens.

Op die manier bespaart u tijd en wordt het werken met bij

elkaar horende artikelrecords, die steeds meer met elkaar

verweven zijn, makkelijker.

Engineering:

De koppeling van artikelen met toebehoren en toebeho-

renlijsten en de nieuwe mogelijkheden voor toebehoren-

plaatsingen beschikken over talrijke automatische functies

en helpen de gebruiker bij de engineering. Op die manier

bespaart u tijd, en de eenvoudige toegang tot hoogwaar-

dige stamgegevens uit het artikelbeheer zorgt er op een

doeltreffende manier voor dat u bij het ontwerpen van

projecten minder fouten maakt. Het snelmenu is op de volgende plekken uitgebreid met de menuop-

dracht Ga naar:

Veld Aansluitbeeld (tabblad Technische gegevens)

Tabelcel Boorpatroon (tabblad Productie)

Tabelcel Artikelnummer / naam bij toebehoren (tabblad Toebehoren)

Tabelcel Toebehorenplaatsing bij toebehoren (tabblad Toebehoren)

Tabelcel Artikelnummer bij een bouwgroep (tabblad Bouwgroep)

Tabelcel Artikelnummer bij een module (tabblad Module)

Veld Artikelnummer bij beugels en rails van een verzamelrail (tab-

blad Verzamelrailsysteem)

Tabelcel Artikelnummer bij een schakelkast (tabblad Deuren en tab-

blad Montageplaten)

Tabelcel Artikelnummer bij een toebehorenlijst (tabblad Artikel)

Tabelcel Toebehorenplaatsing bij een toebehorenlijst (tabblad

Artikel).

Page 29: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 29

Artikeloverkoepelende gegevens synchroniseren

Alle artikeloverkoepelende gegevens van het artikelbeheer (bijvoorbeeld

boorpatronen, aansluitbeelden, fabrikant- / leveranciersgegevens) wor-

den nu samen met de artikelgegevens gesynchroniseerd. Daardoor

worden de gegevens, waarnaar bij de artikelen wordt verwezen, in het

project opgeslagen en bij het actualiseren van de verwerkingen meege-

nomen.

Dit nieuwe kenmerk heeft ook invloed op de volgende functies:

de synchronisatie van de projectstamgegevens nadat het project is

geopend

de artikelgegevenssynchronisatie na een wijziging in het artikelbeheer

het actualiseren van de artikelgegevens van een huidig project via de

menuopdracht Huidig project actualiseren

het voltooien van de artikelgegevens van een huidig project via de

menuopdracht Huidig project voltooien.

Bovendien is het dialoogvenster voor de artikelsynchronisatie uitgebreid,

dat u via Hulpprogramma's > Artikel > Huidig project synchroni-

seren kunt openen. In het dialoogvenster Artikelsynchronisatie -

<Projectnaam> worden nu niet alleen artikelen, maar ook de overige

gegevens van het artikelbeheer weergegeven (boorpatronen, fabrikant- /

leveranciersgegevens etc.). Op die manier kunt u gericht afzonderlijke

gegevens in het project actualiseren.

Om ervoor te zorgen dat het gegevenstype in het dialoogvenster herken-

baar is, hebben de tabellen Opgeslagen artikelen en Systeemartikelen

nu standaard de kolom Artikeltype. In de kolom Artikelnummer wordt

de naam van het desbetreffende record weergegeven. Met uitzondering

van de kolommen Status en Laatste wijziging worden de overige ko-

lommen alleen bij een artikel gevuld.

Page 30: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

30 EPLAN NEWS 2.1

Meldingenbeheer

Alleen afgehandelde meldingen controleren

U hebt voor een project een controleprocedure uitgevoerd en daarna een

deel van de gegenereerde meldingen afgehandeld. Daarvoor hebt u in

het dialoogvenster Meldingenbeheer - <Projectnaam> voor de desbe-

treffende melding in de kolom Afgehandeld het bijbehorende selectie-

vakje ingeschakeld. Als u vervolgens een controleprocedure uitvoert,

kunt u controleren of de correcties die u in het project hebt verricht, zijn

gelukt. Om ervoor te zorgen dat bij deze achteraf uitgevoerde test niet

alle controles van een controleprocedureschema hoeven te worden uit-

gevoerd, is het nu mogelijk om de controleprocedure te beperken tot de

"afgehandelde" meldingen.

Voordeel: Met de functie Alleen afgehandelde meldingen controle-

ren kunt u de workflow bij het bewerken van controleproce-

duremeldingen verbeteren. Doordat de controleprocedure

beperkt blijft tot de afgehandelde meldingen, gaat het achter-

af testen van meldingen veel sneller. U kunt de nieuwe

mogelijkheden gebruiken om de kwaliteitsborging bij het

ontwerpen van projecten te verbeteren.

Om dat mogelijk te maken, is het dialoogvenster Controleprocedure

uitvoeren uitgebreid. Hier beschikt u nu over het selectievakje Alleen

afgehandelde meldingen controleren.

Page 31: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 31

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden bij de volgende offline-

controleprocedure alleen de meldingen gecontroleerd waarvoor in het

meldingenbeheer het selectievakje Afgehandeld is ingeschakeld. Alle

niet-afgehandelde meldingen blijven onveranderd in de meldingendata-

bank.

In dit geval worden alle andere instellingen voor de controleprocedure

of een gemaakte selectie in de navigators niet meegenomen. In het dia-

loogvenster Controleprocedure uitvoeren zijn het veld Instellingen en

het selectievakje Toepassen op het gehele project grijs weergegeven.

In het dialoogvenster Meldingenbeheer - <Projectnaam> is er boven-

dien nog de nieuwe snelmenuopdracht Alleen afgehandelde meldin-

gen controleren. Met deze snelmenuopdracht kunt u de beperkte

controle meteen uitvoeren zonder een dialoogvenster te openen.

Opmerking:

Als er voor een project bewerkingsbereiken zijn gedefinieerd, worden bij

een controleprocedure met de beperking Alleen afgehandelde meldin-

gen controleren alleen de meldingen die als "afgehandeld" zijn gemar-

keerd bij objecten van het eigen bewerkingsbereik meegenomen. Meer

informatie over het definiëren van bewerkingsbereiken vindt u in de para-

graaf "Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken" op pagina 69.

Beperken van tijdsintensieve controleprocedures

Tot nu toe kon u de beperking van offline-controleproceduremeldingen

tot een bepaald aantal in- en uitschakelen. De instelling bevond zich in

het dialoogvenster Instellingen: Meldingenbeheer (menupad: Opties >

Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Meldingen-

beheer.) Als in het instellingsdialoogvenster het selectievakje Offline-

controleproceduremeldingen beperken was uitgeschakeld, werden

alle offline-controleproceduremeldingen weergegeven. Bij grote projec-

ten nam dat redelijk veel tijd in beslag.

Page 32: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

32 EPLAN NEWS 2.1

In de nieuwe versie van EPLAN is het aantal maximaal mogelijke offline-

controleproceduremeldingen beperkt tot 10.000. Om die reden is het

oude selectievakje verwijderd; u kunt de beperking invoeren in het veld

Max. aantal controleproceduremeldingen.

Bovendien worden de twee tijdsintensieve controles 008004 en 008005

– voor zover daarvoor in het desbetreffende controleprocedureschema

het controletype "Offline" is ingesteld – nu altijd aan het einde van de

controleprocedure uitgevoerd.

Wijziging van het gedrag bij selectiegerichte weergave

Als u in het dialoogvenster Meldingenbeheer het selectievakje Selectie

inschakelt, worden in het meldingenbeheer alleen nog maar de meldin-

gen voor de geselecteerde pagina's in de pagina-navigator of voor de

geselecteerde objecten in een projectgegevens-navigator of in de grafi-

sche editor weergegeven. Dankzij deze functie kunt u bijvoorbeeld de

meldingen paginagericht afhandelen.

Tot nu toe werden bij een groot aantal meldingen de geselecteerde pagi-

na of de geselecteerde objecten gewisseld, wat er toe kon leiden dat het

even duurde totdat de bijbehorende meldingen werden weergegeven.

Daarom wordt er nu alleen nog maar rekening gehouden met het inge-

schakelde selectievakje Selectie als er hoogstens 1000 meldingen in de

meldingendatabank zitten. Desgewenst kunt u het aantal meldingen be-

perken door middel van de reeds vermelde projectinstelling Max. aantal

controleproceduremeldingen.

Uitgeschakelde controleprocedures

Veel controleprocedures, die vanaf versie 2.0 aan EPLAN zijn toege-

voegd, zijn nu standaard uitgeschakeld. In de controleproceduresche-

ma's die door EPLAN zijn meegeleverd, zijn de desbetreffende controles

op het controletype "Nee" gezet.

Page 33: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 33

Voordeel: U kunt nu zelf beslissen welke controleprocedures voor u van

belang zijn. Die controleprocedures kunt u dan inschakelen

en vervolgens het project op basis van de bijbehorende crite-

ria controleren. Het project wordt dan op een compacte en

vlotte manier gecontroleerd.

Bovendien ontstaan er in "oude" projecten, waarin geen fouten zaten, na

een update naar een nieuwe programmaversie geen "nieuwe" meldingen

meer als er controleprocedures worden uitgevoerd.

Meer informatie over de wijzigingen aan de controleprocedures vindt u

in de paragraaf "Stamgegevens: Instellingen voor meldingen en controle-

procedures" op pagina 177.

Gedrag van controleprocedure 001016 gewijzigd

Om ervoor te zorgen dat u niet-geplaatste klemmen in de klemmen-

strook-navigator als reserveklemmen kunt gebruiken, worden niet-ge-

plaatste klemmen niet meer gecontroleerd door de controleprocedure

001016 "Klem zonder doelen".

Macro's

Macro's actualiseren

In de nieuwe versie van EPLAN beschikt u bij de macrovakken van in-

gevoegde macro's nu over de snelmenuopdracht Macro actualiseren.

Deze nieuwe functie vervangt de oude snelmenuopdracht Macro wis-

selen / draaien / actualiseren.

Met de functie Macro actualiseren kunt u de macro's in een project indi-

vidueel of geautomatiseerd voor het hele project actualiseren. De oude

functie "Macro draaien" is vervangen door de nieuwe functie "Draaien en

spiegelen van symbolen en macro's" (zie pagina 92). De mogelijkheid

om bij deze actie een macro te vervangen door een andere macro is

komen te vervallen.

Page 34: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

34 EPLAN NEWS 2.1

Voordeel: De macro's die in een project zijn ingevoegd, kunnen na een

aanpassing snel en zonder verder ingrijpen door de gebruiker

worden geactualiseerd. Daarbij kan het actualiseren geauto-

matiseerd voor het hele project worden uitgevoerd. Op die

manier kunt u gericht wijzigingen uit de macrostamgegevens

in actuele projecten overnemen en de kwaliteit van uw pro-

jecten aanzienlijk verhogen dankzij hoogwaardige sjablonen.

Een mogelijke toepassing voor het actualiseren van macro's is de "Syn-

chronisatie van stamgegevens voor macro's". U hebt uw macro's in het

macroproject aangepast en u wilt dat de aangepaste macro's worden

doorgegeven aan de reeds bestaande projecten.

Opmerking:

Macro's in een project kunnen alleen worden geactualiseerd als samen

met de macro's ook de macrovakken in het schema worden ingevoegd.

Daarvoor dient u in de instellingen het selectievakje Macrovakken ook

invoegen in te schakelen (menupad: Opties > Instellingen > Projecten

> "Projectnaam" > Grafische bewerking > Algemeen.)

Macro's individueel via een macrovak actualiseren

Klik op het gewenste macrovak en kies de snelmenuopdracht Macro

actualiseren. In tegenstelling tot de oude functie wordt er geen dialoog-

venster geopend. Het macrobestand dat bij het geselecteerde macrovak

hoort, wordt in de gedefinieerde macrodirectory gezocht. Wanneer de

geselecteerde macro in deze directory staat, wordt binnen het macrobe-

stand de passende variant en het passende weergavetype bepaald en

wordt de macro met het bijbehorende macrovak in het schema geactuali-

seerd. Als er zich bij het actualiseren fouten voordoen, worden die in de

systeemmeldingen bijgehouden.

Page 35: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 35

Macro's in het hele project met een nieuwe actie actualiseren

Met de nieuwe actie XGedUpdateMacroAction kunt u de macro’s ge-

automatiseerd actualiseren. U hebt de volgende mogelijkheden:

Actie als knop op een gebruikergedefinieerde werkbalk zetten (via het

dialoogvenster Aanpassen)

Actie invoeren via een opdrachtregel (bijvoorbeeld in het Windows-

dialoogvenster Uitvoeren)

Actie uitvoeren door middel van een zelfgemaakt script

Actie uitvoeren via EPLAN API.

Als u de actie voor een specifiek project wilt uitvoeren, moet u ook nog

de volgende opdrachtregelparameters opgeven:

/ProjectName:

Projectnaam met volledig bestandspad (optioneel). Wanneer het op-

gegeven project niet is geopend, wordt het door de actie automatisch

geopend en daarna weer gesloten.

Geselecteerde macro's actualiseren met de nieuwe actie

Als er voor de actie XGedUpdateMacroAction geen project wordt opge-

geven, wordt de actie uitgevoerd voor de selectie die in de grafische

editor of de pagina-navigator is gemaakt. U hebt de volgende mogelijk-

heden:

Als u een macrovak in de grafische editor hebt geselecteerd, wordt

die macro geactualiseerd.

Als u op een pagina meerdere macrovakken hebt geselecteerd,

worden die macro's geactualiseerd.

Als u een of meer pagina's in de pagina-navigator hebt geselecteerd,

worden alle macro's geactualiseerd die zich op die pagina's bevinden.

Als u een project in de pagina-navigator hebt geselecteerd, worden

alle macro's in dat project geactualiseerd.

Page 36: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

36 EPLAN NEWS 2.1

Gegevens uit het gewijzigde macrovak doorgeven

Uit een aangepaste macro worden bij het actualiseren ook gewijzigde

gegevens van het tabblad Macrovak doorgegeven aan het project.

Voordeel: Door de gegevens door te geven die bij het macrovak zijn

opgeslagen, worden er op een veilige manier revisies verricht

aan de macro's in het project.

Behalve de eigenschappen als Naam, Weergavetype en Variant wor-

den ook de waarden van de volgende tegen schrijven beveiligde eigen-

schappen doorgegeven:

Versie

Bronproject

Bron / referentie

Beschrijving

Handmatige objecttoekenning

Macrovakken bij het invoegen op de montageplaat niet gebrui-

ken.

Bij alle andere eigenschappen – bijvoorbeeld grafische informatie zoals

eigenschapsgroeperingen of formatteringen – blijven de in het project

verrichte instellingen bij het actualiseren behouden.

Page 37: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 37

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Pro Panel"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Pro Panel" is als optie verkrijgbaar bij

EPLAN Electric P8 Compact, EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric

P8 Professional, EPLAN Fluid Compact en EPLAN Fluid.

Met "EPLAN Pro Panel" kunnen onderdelen van de elektro- en fluidtech-

niek naar keuze uit het EPLAN-project, uit het EPLAN-artikelbeheer of

vanuit het EPLAN Data Portal worden geplaatst. Met mechanische com-

ponenten zoals kabelgoten, montagerails, montageplaten of complete

schakelkasten kunnen met "EPLAN Pro Panel" complexe montageop-

bouwconstructies eenvoudig in de 3D-weergave worden gerealiseerd.

Page 38: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

38 EPLAN NEWS 2.1

Als gevolg van de uitbreidingen voor het nieuwe modulepakket EPLAN

Pro Panel Professional is er voor de aanvullende module "EPLAN Pro

Panel" het volgende veranderd:

Bij alle acties in de 3D-omgeving wordt eerst de artikelmacro uit de

montagegegevens gebruikt (zie pagina 38).

Bij de 3D-import van STEP-bestanden kan de detailleringsgraad wor-

den gedefinieerd (zie pagina 39).

Bij het wisselen van 3D-viewpoint wordt het 3D-model nu als animatie

naar de nieuwe weergave gedraaid (zie pagina 42).

Montagehulp (bijvoorbeeld montagepunten) kan in de 3D-weergave

worden weergegeven en verborgen (zie pagina 42).

Voor de onderdelenlogica is er een nieuwe werkbalk (zie pagina 42).

De veldgrootte van montageoppervlakken kan worden weergegeven

en gewijzigd (zie pagina 43).

Montageoppervlakken kunnen nu ook in de layoutruimte-navigator

worden gegenereerd (zie pagina 44).

De modelaanzichten kunnen vereenvoudigd worden weergegeven

(zie pagina 45).

De export van grafische gegevens in STEP-formaat is verkrijgbaar als

uitbreiding van de licentie (zie pagina 46).

2D-gegevens en 3D-gegevens opslaan in verschillende macro's

Opmerking:

Voor een optimale performance tijdens het werken met het EPLAN-plat-

form, moet u 2D- en 3D-gegevens niet samen in één macrobestand,

maar in gescheiden macrobestanden opslaan.

Page 39: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 39

Voordeel: Met de verdeling van 2D- en 3D-gegevens over verschillende

macrobestanden zorgt u ervoor dat 2D-gebruikers niet on-

nodig gebruik hoeven te maken van de grote hoeveelheid

3D-gegevens.

Wij raden aan om het macrobestand met de 3D-gegevens en het weer-

gavetype "3D-montageopbouw" in het artikelbeheer op het tabblad Mon-

tagegegevens in het veld Grafische macro op te slaan. Het macrobe-

stand met de 2D-gegevens en de andere weergavetypen (meerlijnig,

overzicht etc.) dient u net als voorheen op het tabblad Technische

gegevens van het artikelbeheer in het veld Macro op te slaan. Via de

bestandsextensie kunt u de bestanden van elkaar onderscheiden (bijv. de 3D-macro ABC.12345_3D.ema en de 2D-macro ABC.12345_2D.ema).

Bij alle acties in de 3D-omgeving waarbij een artikelmacro wordt gebruikt

(bijv. apparaten invoegen), wordt vanaf versie 2.0 SP 1 eerst de "grafi-

sche artikelmacro" gecontroleerd. Als voor het artikel op het tabblad

Montagegegevens een grafische macro is ingevoerd en deze het ge-

wenste weergavetype "3D-montageopbouw" krijgt, wordt deze macro

gebruikt. Als dat niet het geval is, wordt de op het tabblad Technische

gegevens aangegeven "technische artikelmacro" gebruikt.

Detailleringsgraad bij de import van grafische 3D-gegevens definiëren

Bij de import van STEP-bestanden beschikt u nu over de mogelijkheid

om de detailleringsgraad van het te importeren bestand te definiëren.

Voordeel: Met behulp van de detailleringsgraad kunt u de hoeveelheid

gegevens bij de 3D-import aanzienlijk terugbrengen.

Hiervoor is het dialoogvenster Instellingen: 3D-import uitgebreid met

de schuif Detailleringsgraad (menupad: Opties > Instellingen > Pro-

jecten > "Projectnaam" > Beheer > 3D-import.)

Page 40: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

40 EPLAN NEWS 2.1

Er zijn vijf instellingen tussen de volgende waarden mogelijk:

Laag

Gemiddeld

Hoog.

Bij een lage detailleringsgraad worden grote STEP-bestanden sneller

geïmporteerd, maar worden afrondingen minder scherp weergegeven.

Bij een hoge detailleringsgraad worden afrondingen beter weergegeven,

maar wordt de hoeveelheid gegevens groter en de importtijd langer.

De daadwerkelijke import van de STEP-bestanden wordt verricht via het

menupad Layoutruimte > Importeren (3D-grafische weergave).

Voorbeeld:

Hieronder is het resultaat van de STEP-import voor een airconditionings-

apparaat met verschillende detailleringsgraden afgebeeld.

a) Detailleringsgraad: Laag

Page 41: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 41

b) Detailleringsgraad: Gemiddeld

c) Detailleringsgraad: Hoog

De kwaliteit van de weergave heeft geen invloed op het gebruik van de

macro in de toepassing.

Page 42: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

42 EPLAN NEWS 2.1

Draaien van de 3D-weergave bij het wisselen van viewpoints

De geanimeerde wijziging van de viewrichting zorgt voor een beter over-

zicht en betere oriëntatie. Bij het wisselen van het 3D-viewpoint wordt

het in 3D-weergave afgebeelde 3D-model nu geanimeerd en optisch

duidelijk naar de nieuwe weergave gedraaid. Op die manier kunnen ook

beginners het wisselen van de viewrichting beter volgen.

Als u niet wilt dat deze functie wordt gebruikt, dient u de nieuwe instelling

Draaien bij het wisselen van viewpoints uit te schakelen. U vindt het

selectievakje daarvoor in het dialoogvenster Instellingen: 3D (onder

Opties > Instellingen > Gebruiker > Grafische bewerking > 3D). Als

het selectievakje is uitgeschakeld, wordt het 3D-viewpoint zonder bewe-

ging gewisseld.

Montagehulp weergeven

Tot nu toe waren de montagepunten alleen zichtbaar bij het plaatsen van

andere componenten. Met de nieuwe versie kunt u nu de zichtbaarheid

van de zogeheten montagehulp (handles, montagepunten etc.) regelen.

Daarvoor beschikt u in het menu Beeld over de nieuwe menuopdracht

Montagehulp. Als u die menuopdracht hebt gekozen, wordt de mon-

tagehulp in de 3D-weergave van de geopende layoutruimte weergege-

ven en kunt u deze selecteren en bewerken.

Nieuwe werkbalk voor onderdelenlogica

Voor het maken en bewerken van de onderdelenlogica beschikt u nu

over een nieuwe werkbalk. Met de werkbalk Pro Panel-onderdelen-

logica kunt u montageoppervlakken, handles, montagepunten en in-

bouwoppervlakken definiëren alsmede inbouwoppervlakken wijzigen.

Page 43: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 43

De nieuwe pictogrammen voor deze functies worden ook voor de desbe-

treffende menuopdrachten onder Bewerken > Onderdelenlogica weer-

gegeven.

Veldgrootte van montageoppervlakken weergeven en wijzigen

De veldgrootte is de fysieke omvang van de component (bijvoorbeeld

van een deur) die in de NC-machine wordt gespannen (met alle aanbou-

wen). Deze waarde definieert de grootte van een NC-relevant oppervlak

vanuit productietechnisch oogpunt. Daarbij is het voor de bepaling van

het bewerkingsnulpunt van belang of bijvoorbeeld de deur met of zonder

scharnieren in de boorautomaat wordt gelegd. Via de veldgrootte krijgt

de machine dus informatie over de omvang van de component die wordt

bewerkt.

Bij montageplaten, schakelkasten en vrije montageplaten uit het EPLAN-

artikelbeheer is de veldgrootte al voorgedefinieerd. Gewoonlijk komt de

veldgrootte overeen met een rechthoek om de hele component heen,

inclusief alle aanbouwen.

In de nieuwe versie van de aanvullende module "EPLAN Pro Panel" hebt

u de mogelijk om de veldgrootte van een montageoppervlak te laten

weergeven en deze desgewenst op een eenvoudige manier te wijzigen.

Daarvoor is in het snelmenu van de layoutruimte-navigator de nieuwe

menuopdracht Veldgrootte beschikbaar.

Nadat u de snelmenuopdracht hebt gekozen, worden er twee verticale

en twee horizontale lijnen weergegeven die de grenzen van de veld-

grootte vormen. U kunt een van de lijnen selecteren door erop te klikken.

Page 44: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

44 EPLAN NEWS 2.1

De lijn hangt dan aan de cursor en kan met de muis of de pijltoetsen

parallel worden verplaatst. Door nogmaals te klikken of met de toets

[Spatiebalk] sluit u de actie af en krijgt de veldgrootte van dit montage-

oppervlak een nieuwe definitie.

Montageoppervlakken genereren

Verder is nieuw dat het snelmenu van de layoutruimte-navigator nu ook

de menuopdracht Montageoppervlak genereren heeft. Met deze menu-

opdracht kunt u voor een artikelplaatsing of voor een als 3D-gegevens

geïmporteerd object dat nog geen montageoppervlakken heeft, automa-

tisch montageoppervlakken genereren. Daarbij worden montageopper-

vlakken gegenereerd die geschikt zijn voor de aanwezige functiedefinitie

van de componenten.

Voordeel: Door de toekenning van een geschikte functiedefinitie kunt u

voor een artikelplaatsing via de snelmenuopdracht Montage-

oppervlak genereren snel montageoppervlakken genereren.

Dat maakt het onderhoud van de stamgegevens veel makke-

lijker.

De snelmenuopdracht is alleen actief als de component die in de naviga-

tor is geselecteerd nog geen montageoppervlak heeft en over een van

de volgende functiedefinities uit de bereiken "Schakelkastsystemen" en

"Systeemtoebehoren" beschikt:

Lichaam, algemeen

Montageplaat, algemeen

Deur, algemeen

Wand, algemeen

Scheidingswand, algemeen

Bodemplaat, algemeen

Flensplaat.

Page 45: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 45

Nadat u de snelmenuopdracht Montageoppervlak genereren hebt ge-

kozen, worden de montageoppervlakken die voor de desbetreffende

functiedefinitie zijn bedoeld automatisch gegenereerd, aan de compo-

nenten toegekend en in de layoutruimte-navigator weergegeven.

Opmerking:

Bij de import van STEP-bestanden wordt automatisch de functiedefinitie

toegekend die in het dialoogvenster Instellingen: 3D-Import is voorin-

gesteld. De functiedefinitie van een 3D-artikelplaatsing kan echter ook

naderhand worden gewijzigd. Klik daarvoor in het eigenschappendia-

loogvenster op het tabblad Artikelplaatsing voor het veld Functie-

definitie op [...] en selecteer in het vervolgdialoogvenster de gewenste

functiedefinitie.

Modelaanzichten met vereenvoudigde weergave

De modelaanzichten in EPLAN Pro Panel kunnen nu vereenvoudigd

worden weergegeven.

Voordeel: De vereenvoudigde weergave zorgt ervoor dat er veel minder

lijnen in het modelaanzicht worden weergegeven. Dat houdt

onder andere in dat het modelaanzicht sneller wordt geactu-

aliseerd, maar zorgt ook voor meer overzichtelijkheid in de

weergave en bij het afdrukken, aangezien er wordt afgezien

van irrelevante details. Ook de labeling in het modelaanzicht,

bijvoorbeeld de labeling van een klemmenstrook, wordt

vereenvoudigd weergegeven.

Page 46: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

46 EPLAN NEWS 2.1

Hiervoor is het veld Stijl op het tabblad Beeld uitgebreid met de volgen-

de opties:

Verborgen lijnen / vereenvoudigde weergave: De geselecteerde

componenten worden onafhankelijk van de instelling die in de bijbe-

horende layoutruimte is gekozen met verborgen lijnen en in vereen-

voudigde weergave bij klemmenstroken en 3D-macro's afgebeeld.

Shading / vereenvoudigde weergave: De geselecteerde compo-

nenten worden onafhankelijk van de instelling die in de bijbehorende

layoutruimte is gekozen met shading en in vereenvoudigde weergave

bij klemmenstroken en 3D-macro's afgebeeld.

Hierdoor kunt u nu voor een modelaanzicht een eigen weergave kiezen,

onafhankelijk van de vraag of er voor het bijbehorende model in de

3D-weergave al of niet een vereenvoudigde weergave is gekozen. Zo

kunt u bijvoorbeeld voor een modelaanzicht de stijl "Shading" selecteren,

terwijl in de bijbehorende 3D-weergave de vereenvoudigde weergave is

ingesteld. De gekozen stijl blijft ook behouden nadat het modelaanzicht

is geactualiseerd.

STEP-export als nieuwe uitbreiding

Via de menuopdrachten Layoutruimte > Exporteren > STEP kunt u de

grafische gegevens in het formaat STEP exporteren. De geëxporteerde

gegevens kunnen dan in externe CAD-programma's worden geladen en

daar worden gevisualiseerd.

Voor deze export hebt u een extra licentie voor de uitbreiding "EPLAN

STEP Export" nodig (zie ook paragraaf "Modularisatie van EPLAN Pro

Panel Professional" op pagina 130).

Page 47: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 47

Opmerkingen:

Bij de STEP-export worden alleen de gefacetteerde 3D-gegevens

van het EPLAN Pro Panel-model doorgegeven. Informatie over

analytische curven, vlakken of volumes wordt niet geëxporteerd.

De aanvullende module "EPLAN STEP Export" is optioneel verkrijg-

baar als uitbreiding van de licentie voor EPLAN Pro Panel en EPLAN

Pro Panel Professional. Voordeel: Met de geëxporteerde gegevens kan de mechanische ont-

werp- en / of fluid-ontwerpafdeling uw 3D-samenstelling van

een machine of installatie uitbreiden met een 3D-uitbeelding

van de uitgebouwde schakelkast.

Onderdelen

Posities verplaatsen van het bij het onderdeel ingevoerde artikel

In het eigenschappendialoogvenster van de onderdelen beschikt u nu

over de mogelijkheid om de posities van de bij het onderdeel ingevoerde

artikelen te verplaatsen. De posities van de artikelen hebben bijvoor-

beeld invloed op de volgorde waarin de artikelen in verwerkingen worden

uitgevoerd.

Voordeel: Met de pijlknoppen kunt u snel en makkelijk de posities van

de artikelen in het eigenschappendialoogvenster bepalen en

op die manier de gewenste volgorde heel eenvoudig definië-

ren. Ook de opbouw van de artikelverwerkingen kan zodoen-

de gewoon direct vanuit het schema worden gestuurd.

Om dat mogelijk te maken, is het tabblad Artikel boven de tabel met de

artikelnummers uitgebreid met de bekende pijlknoppen.

Page 48: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

48 EPLAN NEWS 2.1

Met de pijlknoppen van de werkbalken kunt u de rijpositie van een of

meerdere geselecteerde artikelen wijzigen. De artikelen kunnen alleen

naar vrije rijen worden verplaatst. Bij het verplaatsen wordt altijd het

complete artikel met alle artikelreferentiegegevens verplaatst. De knop-

pen zijn alleen actief als de geselecteerde artikelen kunnen worden ver-

plaatst.

Knop Betekenis

(Naar het begin

verplaatsen)

Verplaatst het geselecteerde artikel naar de

bovenste vrije positie.

(Naar boven

verplaatsen)

Verplaatst het geselecteerde artikel naar boven

op de positie van de volgende lege regel.

(Naar onder

verplaatsen)

Verplaatst het geselecteerde artikel naar onder

op de positie van de volgende lege regel.

(Wisselen) Wisselt de positie van twee geselecteerde

artikelen.

Page 49: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 49

Grafische editor

Uitvoergrootte definiëren voor de PDF-export

Tot nu toe werden de projectpagina's bij een PDF-export uitgevoerd in

het papierformaat dat in het gebruikte plotkader opgeslagen was. Met

de nieuwe versie van EPLAN kunt u nu ook de uitvoergrootte van de

projectpagina's in het geëxporteerde PDF-bestand beïnvloeden. Op die

manier kunnen de uitgevoerde pagina's bijvoorbeeld direct op de schaal

DIN A4 worden gebracht.

Voordeel: Bij de PDF-export kunnen de projectpagina's meteen op de

schaal worden gebracht waarop deze later zullen worden af-

gedrukt. Afhankelijk van uw eisen kunt daarbij voor de PDF-

export flexibel definiëren of de door het plotkader bepaalde

grootte wordt afgedrukt of dat de pagina's op een vast gese-

lecteerde schaal worden gebracht. Op die manier kunt u

verschillende paginagroottes in een PDF-document in een

uniform formaat afdrukken.

Om de uitvoergrootte bij de PDF-export te definiëren, klikt u in het

dialoogvenster PDF-export op de knop Instellingen en kiest u de

menuopdracht Uitvoergrootte.

Page 50: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

50 EPLAN NEWS 2.1

In het dialoogvenster Instellingen: PDF-uitvoergrootte dat dan wordt

geopend, kunt u uit de volgende twee opties kiezen:

Oorspronkelijke grootte:

Dit is de standaardinstelling. Als u deze optie selecteert, worden de

projectpagina's in het papierformaat uitgevoerd dat via het gebruikte

plotkader is gedefinieerd.

Aanpassen aan pagina:

Als u deze optie selecteert, worden de projectpagina's op de schaal

van het geselecteerde papierformaat gebracht en in het PDF-bestand

uitgevoerd. De paginaverhoudingen blijven behouden bij het op

schaal brengen.

De velden Breedte en Hoogte worden dan geactiveerd. Hier kunt u

de afmetingen van een bepaald formaat papier handmatig invoeren.

Of u gaat met de knop [...], die zich naast het veld Breedte bevindt,

naar een vervolgdialoogvenster waarin u een papierformaat selec-

teert.

Page 51: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 51

Of de afmetingen hier in mm of inch worden weergegeven, is afhan-

kelijk van de ingestelde weergegeven eenheid voor lengte in de ge-

bruikersinstellingen.

In het vervolgdialoogvenster Papierformaat selecteren selecteert u in

de vervolgkeuzelijst Formaat het gewenste papierformaat. De volgende

formaten zijn mogelijk:

A0

A1

A2

A3

A4

A5

ANSI A (Letter)

ANSI B (Ledger, Tabloid)

ANSI C (Broadsheet)

ANSI D

ANSI E.

Met de beide opties Staand en Liggend kunt u definiëren of de PDF-

pagina's staand of liggend worden afgedrukt.

Page 52: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

52 EPLAN NEWS 2.1

Opmerking:

Houd er rekening mee dat de projectpagina's bij de PDF-uitvoer niet

worden gedraaid. Als u bijvoorbeeld als uitvoergrootte het papierformaat DIN A4 staand hebt geselecteerd terwijl de projectpagina het papierfor-

maat DIN A4 liggend heeft, wordt de projectpagina op de schaal DIN A5

gebracht en op de PDF-pagina uitgevoerd.

In de velden Breedte en Hoogte worden de afmetingen van het geselec-

teerde papierformaat in de ingestelde weergegeven eenheid voor lengte

weergegeven. De afmetingen worden overgedragen aan het dialoog-

venster Instellingen: PDF-uitvoergrootte.

Meldingen van verbindingen weergeven in de grafische editor

De eigenschap Meldingstekst (ID 20185) is nu ook een eigenschap van

verbindingen en kan bij een verbindingsdefinitiepunt worden weergege-

ven.

Voordeel: Doordat de meldingen meteen worden weergegeven, krijgt u

sneller en makkelijker een overzicht van de meldingsstatus in

het project. Direct bij de verbinding wordt er een opmerking

weergegeven, zodat u de oorzaak van de melding gericht

kunt verhelpen. Als de eigenschappen van een verbinding door een verbindingsdefinitie-

punt worden gedefinieerd, geeft dit nieuwe kenmerk u de mogelijkheid

om de meldingen bij die verbinding in de grafische editor te laten weer-

geven.

Ga daarvoor in het eigenschappendialoogvenster van het desbetreffende

verbindingsdefinitiepunt naar het tabblad Weergave. Klik op (Nieuw)

en open het dialoogvenster Eigenschapselectie voor de eigenschaps-

groepering van de schemasymbolen. Selecteer op het tabblad Verbin-

ding de eigenschap Meldingstekst. Vervolgens worden (na de bijbe-

horende controleprocedure) in de grafische editor de meldingsteksten

weergegeven die bij deze verbinding zijn uitgevoerd.

Page 53: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 53

Weergave van niet-geplaatste verbindingen bij het schemasymbool

Aansluitingen van schemasymbolen, waarop een niet-geplaatste verbin-

ding is aangesloten, worden in de grafische editor aangeven met een

rood diagonaal streepje.

Met de nieuwe versie wordt de weergave van niet-geplaatste verbindin-

gen samen met de weergave van de aansluitrichtingen ingeschakeld

(via de menuopdrachten Beeld > Aansluitrichting).

Voorbeeld:

In dit voorbeeld is aansluiting 1 van zekering -F1 verbonden met een

niet-geplaatste functie. De niet-geplaatste verbinding bij aansluiting 1

wordt weergegeven met een rood diagonaal streepje.

Page 54: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

54 EPLAN NEWS 2.1

Verwerkingen

Vereenvoudigd selecteren van het bronproject bij het verwerken in een ander project

Vanaf versie 2.0 SP 1 wordt er voor het verwerken in andere projecten

een nieuwe strategie toegepast. De gegevens van een schemaproject

(het zogeheten "bronproject") worden nu verwerkt in een actueel ge-

opend project, het "verwerkingsproject". In de sjablonen van het verwer-

kingsproject geeft u op uit welk bronproject de gegevens komen.

Wanneer deze gegevens vervolgens worden verwerkt, wordt het bron-

project gedurende deze verwerking op de achtergrond als alleen-lezen

geopend, worden de gegevens uitgelezen en de verwerkingen in het

verwerkingsproject gegenereerd. Ondertussen kan een andere gebruiker

aan het bronproject werken. Met deze werkwijze kunnen ook de verwer-

kingen in het verwerkingsproject worden geactualiseerd.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u in de online-help van het

EPLAN-platform in de paragraaf "Bronprojecten".

Voordeel: Door de verwerking in een afzonderlijk project kan documen-

tatie flexibel worden opgebouwd, met name bij omvangrijke

projecten. Met de nieuwe functies is het eenvoudiger om de

projecten toe te wijzen, zodat het werken met het verwer-

kings- en bronproject makkelijker wordt.

Bronproject selecteren

In deze versie is het invoeren en verwijderen van het bronproject voor

meerdere sjablonen tegelijkertijd eenvoudiger gemaakt. Daarvoor be-

schikt u in het dialoogvenster Verwerkingen op het tabblad Sjablonen

over de nieuwe snelmenuopdracht Bronproject.

Page 55: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 55

Om voor reeds bestaande sjablonen van een verwerkingsproject het

bronproject in te voeren, selecteert u in de boom van het tabblad Sjablo-

nen een bepaald boomstructuurniveau (een projectnaam, een verwer-

kingstype zoals een artikellijst etc.). Kies daarna in het snelmenu de

menuopdrachten Bronproject > Bronproject selecteren en vervolgens

in het geopende selectiedialoogvenster het gewenste bronproject.

Voor alle sjablonen die zich onder de markering in de boom bevinden,

wordt het geselecteerde bronproject ingevoerd. Als u bijvoorbeeld op

het bovenste boomstructuurniveau een projectnaam hebt geselecteerd,

wordt voor alle sjablonen van dat project hetzelfde bronproject inge-

voerd.

Ingevoerd bronproject verwijderen

Analoog daaraan kunt u voor meerdere sjablonen tegelijkertijd het bron-

project weer verwijderen door deze sjablonen in de boom op het tabblad

Sjablonen te selecteren en de snelmenuopdrachten Bronproject >

Ingevoerd bronproject verwijderen te kiezen.

Page 56: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

56 EPLAN NEWS 2.1

Alleen de gebruikte symbolen van een project weergeven in het sym-booloverzicht

In EPLAN beschikt u over de mogelijkheid om een symbooloverzicht te

genereren waarin alleen de symbolen worden uitgevoerd die in het pro-

ject worden gebruikt.

Voordeel: Met de nieuwe formuliereigenschap Alleen gebruikte sym-

bolen uitvoeren krijgt u voor uw projecten een compact

overzicht van alle symbolen die in het project worden ge-

bruikt. Op die manier kunt u met een druk op de knop een

verwerking maken die voor het voltooien van projectdocu-

mentatie veel wordt gevraagd.

Hiervoor beschikt u in de formuliereigenschappen van de desbetreffende

formulieren voor het symbooloverzicht over de nieuwe eigenschap

Alleen gebruikte symbolen uitvoeren (ID 13114). Selecteer deze

eigenschap eerst in de Eigenschapselectie en schakel vervolgens het

bijbehorende selectievakje in de kolom Waarde in.

Page 57: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 57

Nadat u vervolgens de stamgegevens van het huidige project hebt ge-

synchroniseerd, kunt u een overzichtelijker symbooloverzicht als ver-

werking uitvoeren.

Tip:

Bij de meegeleverde stamgegevens van deze versie hoort een formulier (F25_004.f25) waarvoor de eigenschap Alleen gebruikte symbolen

uitvoeren al ingeschakeld is.

Doorlopend nummer weer beginnen bij "1"

De eigenschap Doorlopend nummer (ID 13063) kan in verwerkingen in

de vorm van lijsten (artikellijst, artikellijstoverzicht, klemmenstrookover-

zicht etc.) worden gebruikt om de rijen door te nummeren. Daarbij wordt

elk verwerkingsblok (bijvoorbeeld een klemmenstrook) afzonderlijk ge-

nummerd.

Met de nieuwe versie hebt u nu toegang tot de eigenschappen Door-

lopend nummer (Koptekst) (ID 13092) en Doorlopend nummer

(Pagina) (ID 13093). Als deze eigenschappen worden gebruikt, worden

de rijnummers bij een bepaalde gebeurtenis weer op "1" gezet.

Bij elke nieuwe pagina weer beginnen met "1"

Als u de eigenschap Doorlopend nummer (pagina) toepast, begint bin-

nen een verwerkingsblok het rijnummer op elke pagina weer met "1". Bij

welke gebeurtenis er een nieuwe pagina ontstaat, kunt u bij het genere-

ren van de verwerkingen met behulp van de eigenschap Nieuwe pagina

bij gewijzigde eigenschapswaarde beïnvloeden.

Page 58: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

58 EPLAN NEWS 2.1

Bij elke nieuwe koptekst weer beginnen met "1"

Als de eigenschap Doorlopend nummer (koptekst) wordt gebruikt,

begint het rijnummer binnen een verwerkingsblok weer met "1" als de

koptekst wordt gewijzigd. Met de formuliereigenschappen Koptekst

nieuw genereren bij wijziging en / of Voor de eerste x sorterings-

eigenschappen kopteksten genereren kunt u definiëren wanneer er

een nieuwe koptekst op een verwerkingspagina wordt gegenereerd.

Voor het tijdelijke aanduiding-element "Record" in de verwerkingen be-

schikt u over alle drie de eigenschappen voor het "Doorlopend nummer".

Voorbeeld:

U voert een artikellijstoverzicht gesorteerd op fabrikant uit. Als u in het

dialoogvenster Filter / sortering voor het veld Nieuwe pagina bij ge-

wijzigde eigenschapswaarde het schema "Fabrikant" gebruikt, wordt

er bij een wijziging van de fabrikant een nieuwe pagina gegenereerd. De

eigenschap Doorlopend nummer (Pagina) die als tijdelijke aanduiding-

tekst in het formulier is ingevoegd, zorgt ervoor dat op iedere nieuwe uit-

gevoerde pagina het rijnummer weer met "1" begint.

Page 59: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 59

Tijdelijke aanduiding-objecten

Makkelijker overdragen van variabelen uit de eigenschappen

Om ervoor te zorgen dat bij tijdelijke aanduiding-objecten het overdragen

van variabelen die in de eigenschappen van de toegewezen schemaob-

jecten zijn ingevoerd makkelijk wordt, is het dialoogvenster Eigenschap-

pen (schemasymbool): Tijdelijke aanduiding-object uitgebreid. Op

het tabblad Toekenning beschikt u nu over de nieuwe menuopdracht

Variabelen overdragen.

Voordeel: Met de functie Variabelen overdragen kunt u binnen tijde-

lijke aanduiding-objecten voorgedefinieerde variabelen uit

de eigenschappen van de toegewezen schemaobjecten snel

overdragen.

Met deze functie kunt u geldige variabelenamen (bijv. <Variabele>)

uit de kolom Huidige waarde kopiëren en overdragen naar de kolom

Variabele. Voor het overdragen van een variabele moet de rij / kolom /

cel waar de variabele in staat, zijn geselecteerd. Als er in de kolom

Variabele al een variabele is ingevoerd, wordt die bij deze actie niet

overschreven.

Tip:

Bij deze manier van werken is het aan te raden om het selectievakje Ge-

vulde kolom 'Huidige waarde' weergeven in te schakelen. Dan worden

in de tabel op het tabblad Toekenning alleen nog de eigenschappen

weergegeven die in de kolom Huidige waarde een invoer hebben. Om

alle variabelen die in de eigenschappen zijn gedefinieerd over te dragen,

selecteert u de kolom Huidige waarde en kiest u daarna de snelmenu-

opdracht Variabelen overdragen. Vervolgens worden alleen de varia-

belenamen overgedragen naar de kolom Variabele.

Page 60: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

60 EPLAN NEWS 2.1

Apparaatselectie

Makkelijker selecteren uit toebehorenlijst

Om bij de apparaatselectie een bijbehorend artikel uit een toebehorenlijst

te selecteren, klikt u in de lijst Toebehoren in de desbetreffende cel in

de kolom Selectie. In het dialoogvenster Toebehoren selecteren dat

dan wordt geopend, wordt er om het selecteren makkelijker te maken be-

halve het artikelnummer nu ook informatie (bijvoorbeeld Typenummer,

Bestelnummer etc.) weergegeven. Daarbij worden er in dit selectiedia-

loogvenster dezelfde kolommen weergegeven die u in de kolomconfigu-

ratie voor de lijst Hoofdartikel hebt gedefinieerd.

Blokeigenschappen

Nieuw formaatelement voor apparaatgroepen

Voor de blokeigenschappen beschikt u in het dialoogvenster Formaat nu

over het nieuwe formaatelement "Apparaatgroep (overige functies)". Met

dit formaatelement kunt u binnen een apparaatgroep, vanuit een functie

van een apparaatgroep toegang krijgen tot de eigenschappen van de

andere functies. Daarmee kunt u bijvoorbeeld bij een apparaatgroep de

artikelgegevens of de eigenschappen van de hoofdfunctie laten weer-

geven, als de hoofdfunctie op een andere pagina is geplaatst.

Voordeel: Met blokeigenschappen is het mogelijk om eigenschappen

flexibel en automatisch in het project te laten weergeven en

daardoor het informatiegehalte van de documentatie indivi-

dueel te definiëren. De nieuwe functies zorgen met name bij

apparaatgroepen voor nieuwe mogelijkheden. Daarbij garan-

deert het redundantievrije gegevensbeheer hoge kwaliteit en

wordt tegelijkertijd het gegevensmanagement makkelijker en

sneller.

Page 61: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 61

Voorbeeld:

In het voorbeeldproject EPLAN-DEMO is op de pagina =FB3+FT2/1

(met de paginabeschrijving Pneumatiek kleminrichting) een klep-

apparaatgroep als apparaatkast met de weergegeven ODC 1-1V1

geplaatst. Bij de apparaatkast, de hoofdfunctie, is het artikel opgeslagen.

Bij de apparaatgroep horen twee kleppen (magneetspoelen), waarvoor

het weergavetype "Paarkruisverwijzing" is ingesteld. Om de artikelgege-

vens van de hoofdfunctie bij de tegenpolen van de kleppen op de elek-

trotechnische schemapagina te laten weergeven, dient u eerst naar de desbetreffende pagina =EB3+ET2/3 te springen. Klik daarvoor op een

van de kleppen met paarkruisverwijzing en kies vervolgens de snel-

menuopdracht Ga naar (tegenpool).

Met behulp van de eigenschapselectie voegt u bij de klep (bijvoorbeeld -Y1) de eigenschap Blokeigenschap: Formaat [1] toe aan de eigen-

schappentabel. Met de knop [...] in de kolom Waarde opent u het

dialoogvenster Formaat. Selecteer in het veld Beschikbare formaat-

elementen onder "Apparaatgroep (overige functies)" de invoer "Functie-

eigenschappen 1". Klik op de knop (Volgend niveau). Op die manier

kunt u naar de overige functies van de apparaatgroep gaan en daar de

gewenste eigenschap selecteren.

Vouw in het veld Beschikbare formaatelementen het formaatelement

"Artikelgegevens" uit. Selecteer onder de groep "Artikelgegevens alge-

meen" bijvoorbeeld de invoer "Artikelgegevens 1" en klik op (Naar

rechts verplaatsen). Selecteer in het dialoogvenster Formaat: Blok-

eigenschappen bijvoorbeeld de eigenschap Artikelnummer. Nadat u

het dialoogvenster Formaat en het eigenschappendialoogvenster hebt

afgesloten, wordt het artikelnummer van de klep-apparaatgroep MEBH-5/3G-1/8-B-110AC als eigenschapstekst in het schema weer-

gegeven. Desgewenst kunt u dit voor de tweede klep herhalen.

Page 62: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

62 EPLAN NEWS 2.1

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Revision Management"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Revision Management" is als optie

verkrijgbaar bij EPLAN Electric P8 Select. Bij EPLAN Electric P8 Pro-

fessional en EPLAN Fluid wordt deze aanvullende module standaard

meegeleverd.

Met het revisiebeheer, de aanvullende module "EPLAN Revision Man-

agement", kunnen achteraf aangebrachte wijzigingen aan bestaande

installaties automatisch worden geregistreerd en gedocumenteerd.

Eigenschappenvergelijking van verbindingsdefinitiepunten

Bij de eigenschappenvergelijking van projecten in het revisiebeheer wer-

den verbindingsdefinitiepunten tot nu toe gerekend tot de "onderdelen".

Daardoor werden wel wijzigingen aan de weergegeven ODC, maar niet

aan verbindingsspecifieke eigenschappen (zoals Verbindingscode,

Verbindingskleur / -nummer etc.), geregistreerd.

Met de nieuwe versie kunt u bij de eigenschappenvergelijking nu alle

eigenschappen van de verbindingsdefinitiepunten vergelijken. Hiervoor

wordt er bij de vergelijking rekening gehouden met de verbindingen en

de verbindingsdefinitiepunten.

Voordeel: Normconforme wijzigingstracering en revisies worden door

de voorschriften die voortvloeien uit standaards en richtlijnen

steeds belangrijker. Daarom is het ook zo belangrijk dat het

EPLAN-platform de gebruiker automatisch helpt. Als u tijd

wilt besparen en de kwaliteit van uw producten wilt verhogen,

kunt u het revisiebeheer van EPLAN gebruiken om wijzigin-

gen gedurende het hele traject op een geïntegreerde en

transparante manier te documenteren.

Page 63: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 63

Om die reden beschikt u in het dialoogvenster Instellingen: Eigen-

schappenvergelijking van projecten voor de categorie "Verbindingen"

in het veld Niet vergelijken over nog meer eigenschapsgroepen (bij-

voorbeeld Algemeen, Formaten etc.). Als u de gewenste verbindings-

specifieke eigenschappen naar het veld Vergelijken verplaatst, worden

wijzigingen in die eigenschappen nu ook betrokken bij de eigenschap-

penvergelijking van projecten.

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN Project Options"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Project Options" is als optie verkrijg-

baar bij EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Fluid en EPLAN PPE.

Met deze aanvullende module kunt u gedeeltes van een machine of in-

stallatie als projectopties definiëren en deze in het EPLAN-project weer-

geven of verbergen. Op die manier kunnen uitrustingskenmerken of een

afwijkende dimensionering van een machine of installatie eenvoudig via

projectopties worden weergegeven en beheerd. Verborgen projectopties

worden dan ook niet meer verwerkt.

Secties naderhand wijzigen

In deze versie is de projectopties-navigator van de aanvullende module

"EPLAN Project Options" uitgebreid. Met de nieuwe snelmenuopdracht

Objecten aan de sectie toekennen hebt u nu de mogelijk om project-

optiesecties naderhand gericht te wijzigen. Daarbij kan de inhoud van

een sectie worden uitgebreid met andere objecten of helemaal worden

vervangen door nieuwe objecten.

Page 64: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

64 EPLAN NEWS 2.1

Voordeel: Wijzigingen aan afzonderlijke machine- en installatie-opties

of de varianten daarvan kunnen nu snel en eenvoudig in het

"complete project" worden ingevoerd. Daardoor kunt u nu

nog flexibeler met projectopties werken. En dat kan een door-

slaggevend voordeel zijn als u snel, maar wel kwalitatief

hoogstaand op gewijzigde vereisten in het project wilt reage-

ren.

Selecteer eerst de objecten die u aan de sectie wilt toevoegen of waar-

mee u de sectie wilt vervangen. Dat kunnen bijvoorbeeld een schema-

sectie in de grafische editor, objecten in een layoutruimte, functies in een

van de projectgegevens-navigators of pagina's in de pagina-navigator

zijn.

Selecteer in het dialoogvenster Projectopties - <Projectnaam> de

sectie die u wilt wijzigen. Kies de snelmenuopdracht Objecten aan de

sectie toekennen. Als de selectie objecten bevat die wel kunnen wor-

den toegekend aan de sectie, wordt er gevraagd of niet-geselecteerde

objecten uit de sectie moeten worden verwijderd.

Als u in de vraag op [Ja] klikt, wordt de huidige inhoud van de sectie

verwijderd en vervangen door de geselecteerde objecten.

Als u in de vraag op [Nee] klikt, blijft de huidige inhoud van de sectie

behouden en wordt deze uitgebreid met de geselecteerde objecten.

Opmerking:

Aan een sectie die pagina's bevat kunnen alleen extra pagina's (maar

geen functies) worden toegekend. Aan een sectie die functies bevat

kunnen alleen extra functies (maar geen pagina's) worden toegekend.

Als u objecten hebt gemarkeerd die niet aan de sectie kunnen worden

toegekend, wordt er een melding weergegeven en wordt de actie ge-

annuleerd.

Page 65: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 65

Tip:

Als er in het navigatordialoogvenster Projectopties - <Projectnaam>

een sectie is geselecteerd, wordt de inhoud van de sectie weergegeven

in het grafische voorbeeld. Als er meerdere secties zijn geselecteerd,

worden deze in het voorbeeld onder en naast elkaar weergegeven.

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN User Rights Management"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN User Rights Management" is als optie

verkrijgbaar bij EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professio-

nal, EPLAN Fluid en EPLAN PPE.

Met de aanvullende module "EPLAN User Rights Management", het

rechtenbeheer, kan een beheerder zowel de rechten van de gebruikers

als de gebruikersinterface (dialoogvensters, menustructuur etc.) van het

EPLAN-platform configureren.

Actualiseren van het rechtenbeheer

De nieuwe EPLAN-versie is uitgebreid met een groot aantal rechten voor

het rechtenbeheer. Bij de eerste installatie zijn de nieuwe rechten al aan

de voorgedefinieerde gebruikersgroepen (beheerders, gasten etc.) toe-

gekend.

Page 66: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

66 EPLAN NEWS 2.1

Voordeel: Met name bij projecten waaraan veel engineers werken, kan

het EPLAN-rechtenbeheer worden gebruikt om de exacte

definitie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden te

ondersteunen en implementeren. U kunt iedere gebruiker

voorzien van de programmafuncties die voor zijn taken

nodig zijn. Functies waarvoor de gebruiker geen bevoegd-

heid heeft, worden in de menu's verborgen. Op die manier

wordt de gebruiker met een overzichtelijke en op zijn taken

afgestemde programmaversie optimaal ondersteund.

Als u overstapt van een oudere EPLAN-versie op versie 2.1, dient u het

rechtenbeheer nog te actualiseren. Dat kunt u bijvoorbeeld merken aan

het feit dat er ook voor de groep beheerders in het veld Rechten nieuwe,

niet toegewezen thema's zijn (Sequential Function Charts, productie-

interfaces).

Bovendien is een aantal reeds aanwezige themabereiken uitgebreid met

nieuwe rechten. Als gevolg daarvan zijn de rechten in die themabereiken

ook voor beheerders slechts gedeeltelijk toegewezen als er nog niet is

geactualiseerd. Het gaat om de volgende themabereiken:

Contoureditor

Grafische editor / navigator

Instellingen: Bedrijf

Instellingen: Gebruiker

Instellingen: Projecten

Interfaces

Layoutruimte

Macrotechniek

Opties / tijdelijke aanduiding-objecten

PLC

Projectbeheer.

Page 67: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

EPLAN NEWS 2.1 67

Om te actualiseren, klikt u in het dialoogvenster Rechtenbeheer op de

knop [Actualiseren]. Na het actualiseren wordt automatisch het dialoog-

venster Systeemmeldingen geopend. Hier kunt u bekijken welke

rechten zijn toegevoegd of verwijderd.

De nieuwe rechten zijn vervolgens beschikbaar voor de bestaande ge-

bruikersgroepen. Ze zijn standaard voor alle groepen geactiveerd, ook

voor de groep "Gasten".

Nieuwe interface voor koppeling met Autodesk Vault

Naast de Autodesk Productstream Professional-interface beschikt u in

het EPLAN-platform nu ook over een interface voor koppeling met

Autodesk Vault. Met deze bidirectionele EPLAN-interface worden ont-

werpgegevens uit AutoCAD Inventor of Mechanical samen met elektro-

en fluidtechnische projecten beheerd. Een dergelijke interface met een

van de productdatamanagement-oplossingen (PDM) van Autodesk kan

in het EPLAN-platform als aanvullende module worden geïnstalleerd.

Voordeel: Met de koppeling van het EPLAN-platform aan het product-

datamanagement wordt ook de machine- en installatiedocu-

mentatie van de automatiseringstechniek naadloos in het

volledige engineering-PDM-proces geïntegreerd. Daardoor

is de status van alle documenten voor iedereen die bij het

project is betrokken transparant en ook na afloop van de

ontwerpfase volledig inzichtelijk. Via de integratie is EPLAN

bovendien betrokken bij alle via het PDM gedefinieerde work-

flows en vrijgaveprocessen.

Page 68: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen voor het hele EPLAN-platform

68 EPLAN NEWS 2.1

Gebruikersinterface

Nieuwe gemeenschappelijke menuopdracht voor de gegevensovername

De menuopdrachten voor de gegevensovername van projecten en ge-

gevens uit de vorige EPLAN-producten zijn verplaatst van het menu

Project naar het menu Hulpprogramma's. De gegevensovername

wordt nu opgeroepen via de gemeenschappelijke submenuopdracht

Gegevensovername.

Voorbeeld:

De dialoogvensters voor de EPLAN 5-gegevensovername worden nu

geopend via het menupad Hulpprogramma's > Gegevensovername >

EPLAN 5 / fluidPLAN.

Eigenschapsvoorbeeld geschrapt

Het dialoogvenster Eigenschapsvoorbeeld, dat u in EPLAN tot nu toe

via het menupad Beeld > Eigenschapsvoorbeeld kon openen, maakt

geen deel meer uit van de nieuwe versie.

Navigatordialoogvenster voor onderdeeleigenschappen verwijderd

Het dockbare navigatordialoogvenster voor de eigenschappen van een

onderdeel is niet meer beschikbaar. Het bijbehorende menupad Project-

gegevens > Onderdelen > Eigenschappen is verwijderd uit het

EPLAN-platform.

De onderdelen-navigator en de eigenschappendialoogvensters voor de

onderdelen zijn uiteraard nog steeds beschikbaar in het EPLAN-platform.

Page 69: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

EPLAN NEWS 2.1 69

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Multiuser Management" is als optie ver-

krijgbaar bij EPLAN Electric P8 Select, EPLAN Electric P8 Professional

en EPLAN Fluid.

Als er meerdere gebruikers aan een project werken, gaat het vaak om

omvangrijke projecten. Hoewel de individuele gebruiker slechts aan een

deel van het project werkt, moet het programma altijd alle projectgege-

vens meenemen, actualiseren en synchroniseren. Bovendien zijn grote

projecten vaak zeer onoverzichtelijk voor individuele gebruikers.

Om er bij dergelijke toepassingen voor te zorgen dat de hoeveelheid ge-

gevens voor de individuele gebruiker overzichtelijk en compact blijft en

het gegevensbeheer door het EPLAN-platform binnen de perken blijft,

bieden wij de nieuwe aanvullende module "EPLAN Multiuser Manage-

ment" aan. Met deze functie kunnen projecten die zijn gestructureerd

door middel van codeblokken worden onderverdeeld in zogeheten

"bewerkingsbereiken".

Voordeel: Door de onderverdeling van een project in afzonderlijke

werkomgevingen kunnen de gebruikers zich elk op hun

eigen taak concentreren. Maar tegelijkertijd zorgt het

EPLAN-platform ervoor dat alle overkoepelende project-

informatie permanent wordt gesynchroniseerd en dat er

handige navigatiefuncties ter beschikking staan. Daardoor

worden ook omvangrijke projecten overzichtelijker, wordt

de oriëntatie makkelijker en wordt de kwaliteit van het pro-

jectwerk uiteindelijk hoger. Aangezien EPLAN in deze

configuratie minder gegevens per gebruiker hoeft te behe-

ren, wordt de reactiesnelheid van het programma hoger.

Page 70: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

70 EPLAN NEWS 2.1

Als bij multi-user-gebruik de afzonderlijke gebruikers al-

leen in bepaalde bereiken werken, zorgen de duidelijke

gedefinieerde bevoegdheden ervoor dat er minder multi-

user-conflicten ontstaan. Er is minder overleg nodig en het

werk aan het project gaat sneller.

De onderverdeling van de projecten in bewerkingsbereiken wordt verricht

op basis van de structuurcodes die in het project voor een codeblok aan-

wezig zijn. Daarbij kan ofwel iedere gebruiker afzonderlijk definiëren in

welke bewerkingsbereiken hij wil werken, ofwel wordt de toewijzing van

de bewerkingsbereiken centraal door een beheerder geregeld.

In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen be-

handeld:

"Selectie van bewerkingsbereiken in een project activeren" op pagi-

na 70

"Bewerkingsbereiken voor een project definiëren" op pagina 72

"Bewerkingsbereiken als beheerder definiëren" op pagina 74

"Tijdelijk in het gehele project werken" op pagina 76

"Bewerkingsbereiken verwerken" op pagina 77.

Selectie van bewerkingsbereiken in een project activeren

Om de selectie van bewerkingsbereiken in een project te activeren, be-

schikt u in het dialoogvenster Projecteigenschappen: <Projectnaam>

over het nieuwe tabblad Bewerkingsbereiken.

Page 71: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

EPLAN NEWS 2.1 71

Selectie van bewerkingsbereiken actief:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u uit de bewerkingsbereiken

een selectie maken. De menuopdrachten daarvoor vindt u onder Hulp-

programma's > Bewerkingsbereiken.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, is ook het selecteren van bewer-

kingsbereiken uitgeschakeld en bewerkt u het totale project.

Opmerking:

Projecten met doorlopende nummering kunnen niet in bewerkings-

bereiken worden verdeeld. Codeblok voor indeling:

In de vervolgkeuzelijst worden alle codeblokken weergegeven die in de

projectstructuur als identificerend zijn gedefinieerd. In het voorbeeldpro-ject EPLAN-DEMO zijn dat bijvoorbeeld de codeblokken "Groep", "Groeps-

nummer" en "Inbouwplaats".

Selecteer hier het codeblok dat u voor de onderverdeling van het huidige

project wilt gebruiken. Met elke in het project gedefinieerde structuur-

code van het geselecteerde codeblok wordt er een bewerkingsbereik

gedefinieerd.

Voorbeeld:

Voor het voorbeeldproject EPLAN-DEMO zijn in de projecteigenschappen

op het tabblad Structuur de codeblokken "Groep", "Groepsnummer" en

"Inbouwplaats" als identificerend gedefinieerd. U kunt uit deze codeblok-

ken een selectie maken op het tabblad Bewerkingsbereiken in het veld

Codeblok voor indeling.

Als u in deze vervolgkeuzelijst het codeblok "Groep" selecteert voor het

onderverdelen van het project in bewerkingsbereiken, worden in het dia-

loogvenster Bewerkingsbereiken definiëren de structuurcodes "CA1",

"EB3", "FB3" en "REPORT" als bewerkingsbereiken weergegeven.

Page 72: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

72 EPLAN NEWS 2.1

Bewerkingsbereiken voor een project definiëren

Als u voor een project in de projecteigenschappen de selectie van be-

werkingsbereiken hebt ingeschakeld, beschikt u over de functies die

nodig zijn om bewerkingsbereiken te definiëren. De bijbehorende menu-

opdrachten zijn dan geactiveerd onder Hulpprogramma's > Bewer-

kingsbereiken.

Om de bewerkingsbereiken binnen een project te definiëren, kiest u de

menuopdrachten Hulpprogramma's > Bewerkingsbereiken > Defi-

niëren. Als alternatief kunt u op de werkbalk Standaard op het nieuwe

pictogram (Bewerkingsbereiken definiëren) klikken.

In het dialoogvenster Bewerkingsbereiken definiëren dat dan wordt

geopend, worden de structuurcodes weergegeven van het codeblok dat

voor de onderverdeling in bewerkingsbereiken is geselecteerd.

In de tabel Definitie definieert u uw bewerkingsbereiken door in de ko-

lom Mijn bewerkingsbereiken de selectievakjes voor de gewenste

structuurcodes in te schakelen. In de kolom Alle bewerkers wordt bo-

vendien weergegeven welke andere bewerkers een bewerkingsbereik in

het project hebben geselecteerd.

Page 73: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

EPLAN NEWS 2.1 73

Nadat u het dialoogvenster met [OK] hebt afgesloten, worden in de pro-

jectgegevens-navigators alleen nog maar de pagina's, onderdelen etc.

met de bijbehorende structuurcodes weergegeven.

Als voor een project de selectie van de bewerkingsbereiken is ingescha-

keld, wordt in de titelbalk van de navigators voor de projectnaam een

procentteken "%" weergegeven (bijvoorbeeld in de pagina-navigator:

Pagina's - %EPLAN-DEMO).

Opmerkingen:

Onderdelen, klemmenstroken etc. die niet met behulp van structuur-

codes in een gedefinieerde projectstructuur zijn gerangschikt, horen

bij het bewerkingsbereik "Lege code". Dit bewerkingsbereik kan ook

voor de bewerking worden geselecteerd.

Als een gebruiker bij de projectbewerking een nieuwe structuurcode

invoert, wordt die weliswaar meteen in het dialoogvenster Bewer-

kingsbereiken definiëren weergegeven, maar de maker van deze

structuurcode wordt niet automatisch voor de bewerking van het

bereik ingevoerd.

Tip:

Via de snelmenuopdracht Ga naar (tekening) hebt u de mogelijkheid

om naar een object (pagina / layoutruimte) te springen, dat niet bij uw

bewerkingsbereik hoort. Op die manier kunt u bijvoorbeeld van een ver-

werkingspagina naar de bijbehorende schemapagina springen en daar

wijzigingen aanbrengen, ook als die niet bij uw bewerkingsbereik hoort.

Page 74: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

74 EPLAN NEWS 2.1

Projecten met actieve selectie van bewerkingsbereiken openen

Als voor een project de selectie van bewerkingsbereiken is ingeschakeld,

wordt bij het openen van dat project meteen het dialoogvenster Bewer-

kingsbereiken definiëren weergegeven.

Als u met meerdere gebruikers via een netwerk aan een project werkt,

wordt in de kolom Alle bewerkers weergegeven of een andere gebruiker

voor dit project al bewerkingsbereiken heeft gedefinieerd. U kunt hier niet

zien of een andere gebruiker het project al heeft geopend.

Weergave van bewerkingsbereiken in de multi-user-monitor

Om ervoor te zorgen dat u bij multi-user-gebruik kunt zien of een andere

gebruiker in een geopend project bewerkingsbereiken heeft geselec-

teerd, is het dialoogvenster Multi-user-monitor uitgebreid (zie de bijbe-

horende paragrafen vanaf pagina 78).

Daarvoor heeft de linkertabel Eigen geopende projecten in multi-user-

gebruik nu de kolom Bereik. In die kolom worden de structuurcodes

weergegeven die een andere gebruiker in het desbetreffende project als

bewerkingsbereik heeft gedefinieerd (bijvoorbeeld voor het voorbeeld-project EPLAN-DEMO: CA1; EB3). Als er tijdelijk een andere gebruiker in

het gehele project werkt, wordt in de kolom Bereik de invoer "Geen

beperkingen" weergegeven.

Bewerkingsbereiken als beheerder definiëren

Als u het rechtenbeheer van EPLAN gebruikt, kan de toewijzing van de

bewerkingsbereiken centraal door een beheerder worden verricht.

Opmerking:

De gebruikersnamen die voor de toewijzing van de bewerkingsbereiken

worden gebruikt, moeten van tevoren in het rechtenbeheer zijn gemaakt.

Page 75: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

EPLAN NEWS 2.1 75

Om als beheerder de bewerkingsbereiken van een project aan meerdere

bewerkers toe te wijzen, kiest u de menuopdrachten Hulpprogramma's

> Bewerkingsbereiken > Definiëren als beheerder.

In het dialoogvenster Bewerkingsbereiken als beheerder definiëren

dat dan wordt geopend, is de kolom Alle bewerkers geactiveerd. U kunt

daar voor het desbetreffende bewerkingsbereik nieuwe bewerkers opge-

ven of bewerkers verwijderen. Meerdere bewerkers worden gescheiden

door een komma.

Tip:

In de kolom Alle bewerkers kunt u de inhoud van een cel met kopiëren

en plakken naar andere cellen brengen.

Bewerkers selecteren

U hebt ook de mogelijkheid om de gebruikers te laten weergeven die in

het rechtenbeheer zijn gedefinieerd en daarvan een of meerdere te se-

lecteren. Klik daarvoor in de rij van het gewenste bewerkingsbereik in de

cel Alle bewerkers en vervolgens op de knop [...].

In het vervolgdialoogvenster Bewerkers selecteren schakelt u in de

kolom Toewijzen de selectievakjes in voor de bewerkers aan wie u het

desbetreffende bewerkingsbereik wilt toekennen. Of u schakelt de selec-

tievakjes uit voor de bewerkers van wie u het bewerkingsbereik wilt weg-

nemen. Met de vervolgkeuzelijst Gebruikersgroep hebt u de mogelijk-

heid om de bewerkers te filteren op de desbetreffende gebruikersgroep

(beheerders, gast, schemabewerker etc.).

Nadat u het vervolgdialoogvenster hebt afgesloten met [OK], worden de

geselecteerde bewerkers in het dialoogvenster Bewerkingsbereiken

definiëren in de kolom Alle bewerkers weergegeven.

Page 76: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

76 EPLAN NEWS 2.1

Tijdelijk in het gehele project werken

In het EPLAN-platform zijn er bewerkingsacties (bijvoorbeeld het num-

meren van onderdelen) die u niet alleen voor de huidige selectie uitvoert,

maar ook kunt uitbreiden tot het gehele project. De betreffende dialoog-

vensters bevatten het selectievakje Toepassen op het gehele project.

Als u in een project met gedefinieerde bewerkingsbereiken werkt, heb-

ben dergelijke bewerkingsacties ook als de instelling is ingeschakeld

geen invloed op het gehele project, maar alleen op uw bewerkingsbereik.

Als u de bewerking toch voor het gehele project wilt uitvoeren, moet u uw

bewerkingsbereik tijdelijk uitbreiden tot het gehele project. Kies daarvoor

de menuopdrachten Hulpprogramma's > Bewerkingsbereiken >

Gehele project. Als alternatief kunt u op de werkbalk Standaard op het

nieuwe pictogram (Gehele project bewerken) klikken. Vervolgens

wordt in de projectgegevens-navigators weer het gehele project weer-

gegeven.

Nadat u de actie hebt afgesloten, stopt u met de tijdelijke bewerking in

het gehele project door de menuopdracht opnieuw te kiezen.

Actualiseren van verbindingen

Een handmatig uitgevoerde of automatisch verrichte actualisering van

verbindingen heeft alleen invloed op het huidige bewerkingsbereik.

Daarbij geldt dat een verbinding bij een bewerkingsbereik hoort zodra

een doel van die verbinding bij het bewerkingsbereik hoort.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat niet-actuele verbindingen kunnen leiden tot

onvolledige verwerkingen (bijvoorbeeld bij aansluitschema's). Om de

verbindingen voor het gehele project te actualiseren, dient u eerst uw

bewerkingsbereik uit te breiden tot het gehele project.

Page 77: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Projecten onderverdelen in bewerkingsbereiken

EPLAN NEWS 2.1 77

Bewerkingsbereiken verwerken

Voor het verwerken van bewerkingsbereiken beschikt u onder Hulppro-

gramma's > Verwerkingen over de menuopdracht Project verwerken.

Met deze menuopdracht worden alle verwerkingen verwerkt die geheel

of gedeeltelijk in uw bewerkingsbereik liggen.

Alle verwerkingspagina's die buiten uw eigen bewerkingsbereik liggen,

kunnen niet verwijderd, gemaakt of geactualiseerd worden. Dat geldt ook

voor de modelaanzichten.

Om het gehele project te verwerken, dient u eerst uw bewerkingsbereik

uit te breiden tot het gehele project.

Wij raden u aan om de verwerkingen van uw bewerkingsbereik uit te

voeren in een apart verwerkingsproject. De verwerkingen van het gehele

project kunnen ofwel in een ander verwerkingsproject worden uitgevoerd

ofwel in het project zelf aanwezig zijn en bijvoorbeeld 's nachts worden

gegenereerd en geactualiseerd. Meer informatie over dit onderwerp vindt

u in de online-help in de paragraaf "Bronprojecten".

Page 78: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

78 EPLAN NEWS 2.1

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Multiuser Monitor" is als optie verkrijg-

baar bij alle modulepakketten van de programmavarianten EPLAN Elec-

tric P8, EPLAN Fluid, EPLAN PPE, EPLAN Education for Classrooms en

EPLAN View.

Vanaf versie 2.0 SP 1 is er een monitor voor multi-user-gebruik beschik-

baar. Met deze nieuwe aanvullende module kunt u precies zien welke

andere gebruikers er in welk project actief zijn. U kunt in één oogopslag

zien welke acties door andere gebruikers in het project worden uitge-

voerd, zodat u de bewerking van projecten efficiënt kunt coördineren.

Voordeel: Wie is er nu met welk project bezig? Zijn er in het huidige

project op het moment grote verwerkingen of controleproce-

dures aan de gang? Met name bij de bewerking van projec-

ten met meerdere gebruikers is het van belang om eenvoudig

en snel een overzicht te krijgen over de acties van de afzon-

derlijke bewerkers. Gestructureerd en efficiënt projectwerk

leidt tot het sneller afhandelen van projecten; dit wordt

optimaal ondersteund door de multi-user-monitor. Samen

met het doordacht organiseren van projectwerk is de nieuwe

multi-user-monitor de centrale informatieleverancier die voor

meer transparantie in uw projecten zorgt.

In de volgende paragrafen wordt de configuratie en het gebruik van de

multi-user-monitor uitgelegd:

"Multi-user-monitor configureren" op pagina 79

"Instellingen voor de multi-user-monitor verrichten" op pagina 80

"De multi-user-monitor gebruiken" op pagina 81.

Page 79: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

EPLAN NEWS 2.1 79

Multi-user-monitor configureren

De monitor voor het multi-user-gebruik is als client-server-oplossing uit-

gevoerd.

De servertoepassing wordt via de EPLAN-installatiewizard op de ge-

wenste computer geïnstalleerd. Dit kan ook een "normaal" EPLAN-werk-

station zijn. Vervolgens is de servertoepassing in het configuratiescherm van de servercomputer als service beschikbaar. Deze service EPLAN

Multiuser Monitor wordt automatisch opgestart. De-installeren is

zoals gebruikelijk mogelijk in het configuratiescherm via het dialoog-

venster Software.

Om ervoor te zorgen dat de andere EPLAN-werkstations zich bij het op-

starten van het programma op deze "monitorserver" kunnen aanmelden,

moet er op de desbetreffende client-pc's nog een instelling in EPLAN

worden verricht (zie de volgende paragraaf op pagina 80). Als de service

en de client-server-verbinding is ingesteld, neemt de monitorserver de

informatie via de uitgevoerde acties in ontvangst, combineert het deze

informatie en verdeelt het deze vervolgens weer naar de EPLAN-werk-

stations.

Opmerkingen:

De installatie van de servertoepassing "EPLAN Multiuser Monitor"

moet op een gebruikersaccount met beheerderequivalente rechten

worden verricht. Om services te kunnen opstarten, afsluiten en her-

starten, moet u de nodige bevoegdheden hebben.

Wij raden aan om zowel de instelling van de multi-user-monitor als de

betreffende instellingen op de EPLAN-werkstations door de systeem-

beheerder te laten uitvoeren. De overige instellingen en voorwaarden

voor het multi-user-gebruik vindt u in de online-Help van EPLAN in de

paragraaf "Multi-user-gebruik".

Page 80: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

80 EPLAN NEWS 2.1

Instellingen voor de multi-user-monitor verrichten

Om ervoor te zorgen dat in de multi-user-monitor van een EPLAN-werk-

station de gegevens van het multi-user-gebruik kunnen worden weerge-

geven, dient u eerst een paar instellingen te verrichten. Het menupad

daarvoor is: Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer > Multi-user-

monitor.

In dit dialoogvenster geeft u aan op welke computer de monitorserver als

service is ingesteld. In de velden Servernaam en Poort dient u de nodi-

ge gegevens op te geven. Schakel het selectievakje Actief in om verbin-

ding met de server te maken.

Klik op de knop [Controleren] om de instellingen te controleren: Als er

een verbinding met de servercomputer bestaat, wordt dit in het veld

Status gemeld.

Page 81: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

EPLAN NEWS 2.1 81

De multi-user-monitor gebruiken

Om de multi-user-monitor te openen, kiest u Project > Multi-user-moni-

tor. Het dialoogvenster Multi-user-monitor is opgebouwd uit tabellen en

lijkt wat dat betreft op andere bekende dialoogvensters, zoals het meldin-

genbeheer. Analoog aan het meldingenbeheer kan de multi-user-monitor

aan het rand van het EPLAN-hoofdvenster worden gedockt en afgedockt

en in een werkomgeving worden opgeslagen.

In dit dialoogvenster worden de projecten die voor het multi-user-gebruik

van belang zijn, in twee tabellen weergegeven. Als u geen project in

multi-user-gebruik hebt geopend of geen toegang tot de projectdirectory

voor multi-user-gebruik hebt of als er geen verbinding met de monitor-

server is, is een van de tabellen of zijn beide tabellen leeg.

Eigen geopende projecten in multi-user-gebruik:

In de linker tabel vindt u gedetailleerde informatie over het multi-user-

gebruik. Hier worden de projecten aangegeven die tegelijkertijd door u

en door een andere gebruiker zijn geopend. Voor deze projecten worden

de volgende gegevens weergegeven:

Project

Gebruiker

Bereik

Productversie

Projectactie

Voortgang.

Page 82: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

82 EPLAN NEWS 2.1

Als een gebruiker voor een project dat ook door u is geopend een actie

met een bepaalde looptijd heeft gestart (controleprocedures, verwerkin-

gen etc.), wordt dit in de kolom Voortgang door een voortgangsbalk

aangegeven.

Als u in de kolom Gebruiker op het gebruikerskenmerk (hyperlink) klikt,

wordt het e-mailprogramma op uw computer gestart en kunt u deze ge-

bruiker een e-mail zenden.

Door op het pictogram voor de betreffende projectnaam te klikken,

wordt in beide tabellen aanvullende informatie over een gebruiker weer-

gegeven (naam, telefoon, computer). Voorwaarde daarvoor is dat de

gebruikers die aan het multi-user-gebruik meedoen hun gebruikersge-

gevens hebben opgegeven in de instellingen (Opties > Instellingen >

Gebruiker > Weergave > Gebruikerskenmerk / adres).

Opmerking:

Projecten die uitsluitend door u zijn geopend, worden niet in de multi-

user-monitor bijgehouden. Andere geopende projecten:

In de rechter tabel van het dialoogvenster worden alle projecten weer-

gegeven die alleen door andere gebruikers zijn geopend. Voor deze pro-

jecten worden de volgende gegevens weergegeven:

Project

Gebruiker.

Als er meerdere andere gebruikers een project hebben geopend, worden

voor het betreffende project in de klom Gebruiker meerdere gebruikers-

kenmerken weergegeven.

Als u in deze tabel een gebruiker een e-mail wilt verzenden, moet u eerst

de volgende informatieregel uitvouwen. Klik hier op de gebruikersnaam

die als hyperlink wordt aangegeven.

Page 83: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe monitor voor multi-user-gebruik

EPLAN NEWS 2.1 83

Mogelijke werkwijze Voorafgaand aan de actie in de multi-user-monitor informeren

U wilt bij multi-user-gebruik voor een geopend project een omvangrijke

actie starten (bijvoorbeeld een projectoverkoepelende controleproce-

dure, een projectoverkoepelende verwerking etc.). Daarvoor dient u

eerst met de monitor na te gaan of een andere gebruiker voor het hui-

dige project ook een dergelijke actie heeft gestart.

Als dat niet het geval is, start u de gewenste actie.

Als er voor het huidige project een omvangrijke actie wordt uitgevoerd,

hebt u de volgende mogelijkheden:

U accepteert dat het uitvoeren van uw actie meer tijd in beslag neemt

en start de actie.

U kunt uw actie tot een later moment uitstellen.

U kunt met de andere gebruiker contact opnemen en afspraken

maken. Hiervoor kunt u bijvoorbeeld op het gebruikerskenmerk van

de andere gebruiker in de kolom Gebruiker klikken en een e-mail

verzenden.

Tijdens de actie in de multi-user-monitor informeren

U start een actie. Omdat de uitvoering van de actie langer duurt dan u

gewend bent, opent u de multi-user-monitor. Hier gaat u na of de vertra-

ging te wijten is aan parallel lopende acties bij multi-user-gebruik.

Als dit het geval is, hebt u de volgende mogelijkheden:

U accepteert dat het uitvoeren van uw actie meer tijd in beslag neemt

en wacht totdat de actie is beëindigd.

U stopt de actie door te klikken op [Annuleren]. Vervolgens kunt u –

zoals reeds genoemd – met de andere gebruiker contact opnemen en

afspraken maken.

Page 84: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Performance-verbeteringen

84 EPLAN NEWS 2.1

Performance-verbeteringen

Dankzij een aantal optimaliseringen en interne wijzigingen is het gelukt

om voor verschillende delen van het EPLAN-platform aanzienlijke per-

formance-verbeteringen te behalen.

Verbeterde performance door geoptimaliseerde project-databank

Door de talrijke uitbreidingen en wensen van klanten die in de praktijk

zijn gebracht, was het nodig om verregaande wijzigingen in de project-

databanken voor versie 2.1 aan te brengen.

De geoptimaliseerde projectdatabanken zorgen o.a. voor een betere

performance wat betreft "multi-user-gebruik", "filtertechniek", "weergave

in de navigators", "actualiseren van verbindingen" en "verwerkingen".

Invloed op projecten

Deze wijzigingen en optimaliseringen hebben tot gevolg dat nieuwe

projecten altijd met nieuwe projectdatabanken worden gemaakt.

Om ervoor te zorgen dat oude projecten met de nieuwe EPLAN-versie

kunnen worden bewerkt, is het absoluut noodzakelijk dat de projectdata-

banken van die projecten worden geactualiseerd. De oude projecten

worden geactualiseerd zodra deze voor het eerst met de huidige

EPLAN-versie worden geopend. Er wordt op dat moment een vraag

weergegeven waarmee u kunt aangeven of u wilt dat de actualisatie

wordt uitgevoerd.

Let op:

Nieuwe projecten en oude projecten die zijn geactualiseerd, kunnen

worden geopend met de EPLAN-versies 2.0, 2.0 SP 1 en 2.1. Met

oudere EPLAN-versies (vóór versie 2.0) kunnen de geactualiseerde

projecten niet meer worden geopend!

Page 85: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Performance-verbeteringen

EPLAN NEWS 2.1 85

Als u een oud project niet actualiseert, kan dat project wel met versie 2.1

worden geopend, maar niet worden bewerkt; het kan uitsluitend worden

bekeken.

Gewijzigd gedrag van het programma

Om de performance te verbeteren, is het gedrag van het EPLAN-plat-

form op de volgende punten gewijzigd:

Voorafgaand aan het afdrukken worden de verbindingen niet meer

geactualiseerd (vanaf EPLAN-versie 2.0 SP1).

Als u in de grafische editor door de pagina's van een project bladert,

wordt nu eerst alleen de grafische informatie weergegeven, voordat

een pagina helemaal wordt opgebouwd. Op die manier kunt u sneller

bladeren, als u meerdere pagina's achter elkaar "omslaat".

Bij multi-user-gebruik vindt bij het openen van een project de controle

van de projectstamgegevens voor een eventuele synchronisatie van

stamgegevens alleen nog plaats bij de eerste gebruiker. Op die ma-

nier kan het project sneller worden geopend door andere gebruikers.

Bij het actualiseren van verwerkingspagina's houdt het programma

nu alleen nog maar rekening met de eigenschappen die bij het actua-

liseren van de verwerking kunnen worden gewijzigd. Op die manier

hoeven er geen overbodige gegevens te worden opgehaald en wor-

den de verwerkingspagina's sneller geactualiseerd.

Door een interne wijziging is het ook gelukt om de performance bij

de controleprocedures te verbeteren. Welke wijzigingen aan het pro-

gramma er in het meldingenbeheer zijn aangebracht om de perfor-

mance te verbeteren, vindt u in de paragraaf "Meldingenbeheer" op

pagina 30.

Page 86: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

86 EPLAN NEWS 2.1

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

Klemmen / stekers

Artikelen voor stekercontacten en verzamelrailaansluitingen opslaan

In EPLAN hebt u nu de mogelijkheid om artikelen voor stekercontacten

op te slaan. Daardoor kunt u nu bij iedere pen en bus van een steker de

bijbehorende artikelen invoeren. Ook bij verzamelrailaansluitingen kun-

nen nu artikelen worden opgeslagen.

Voordeel: U kunt nu individueel assembleerbare stekers definiëren.

U bepaalt individueel hoe gedetailleerd een steker wordt

ontworpen. Desgewenst kunt u alle informatie opslaan die

nodig is om ook vrij configureerbare stekers te kunnen ma-

ken. Nadat het ontwerp in het schema is gemaakt, kunnen

er op basis van de projectgegevens omvangrijke verwer-

kingen (bijvoorbeeld gedetailleerde productiedocumenten)

met een druk op de knop worden gegenereerd.

Daarvoor zijn de eigenschappendialoogvensters van de stekercontacten

en verzamelrailaansluitingen uitgebreid met het tabblad Artikelen. De

hier ingevoerde artikelen worden standaard als stekercontactartikel /

verzamelrailaansluitingsartikel geregistreerd.

De artikelen die op het tabblad Artikelen worden ingevoerd, kunnen op

dezelfde manier als de artikelen van klemmen worden verwerkt. Om die

reden zijn de artikelinstellingen voor de verwerkingen, de labelingen en

de materiaallijst van de materiaallijst-navigator uitgebreid.

Page 87: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

EPLAN NEWS 2.1 87

Met de nieuwe selectievakjes Stekerartikel, Stekercontactartikel, Ver-

zamelrail-artikel en Verzamelrailaansluiting-artikel kunt u definiëren

welke artikelen er in de materiaallijst worden geregistreerd of in een

artikelverwerking / labeling worden uitgevoerd.

Opmerking:

Voor volledig geconfigureerde stekers voert u gewoonlijk alle artikelen

(zowel de stekerbehuizing als de stekercontacten) bij de stekerdefinitie

in. Voor vrij configureerbare stekers voert u bij de stekerdefinitie alleen

het artikel voor de stekerbehuizing in. De artikelen voor de stekercon-

tacten voert u in bij het desbetreffende stekercontact.

Page 88: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

88 EPLAN NEWS 2.1

Tijdelijke aanduidingen voor stekercontacten

De tijdelijke aanduiding-teksten van de stekeraansluitlijst zijn voor de

weergave van artikel- en artikelreferentiegegevens voor stekercontacten

uitgebreid. U beschikt nu in het dialoogvenster Tijdelijke aanduiding-

teksten - Stekeraansluitlijst over de volgende nieuwe tijdelijke aandui-

ding-elementen voor het desbetreffende formulier:

Buszijde: Stekercontact-artikel

Buszijde: Stekercontact-artikelreferentie

Stekercontact-artikel

Stekercontact-artikelreferentie

Penzijde: Stekercontact-artikel

Penzijde: Stekercontact-artikelreferentie.

Bovendien zijn de namen van de volgende tijdelijke aanduiding-elemen-

ten gewijzigd:

Oude naam: Nieuwe naam:

Artikelgegevens Steker-artikel

Artikelreferentiegegevens Steker-artikelreferentie

Buszijde: Artikel Buszijde: Steker-artikel

Buszijde: Artikelreferentie Buszijde: Steker-artikelreferentie

Penzijde: Artikel Penzijde: Steker-artikel

Penzijde: Artikelreferentie Penzijde: Steker-artikelreferentie

Beter overzicht op het tabblad "Verbindingen"

Op het tabblad Verbindingen van het eigenschappendialoogvenster

voor klemmen kunt u bepaalde eigenschappen van de klemmenaanslui-

tingen en de bijbehorende verbindingen wijzigen (bijvoorbeeld het poten-

tiaaltype of de eigenschap Kabelaansluiting.) In de nieuwe versie wordt

hier voor iedere functieaansluiting van de klem met het aansluittype

"Ader / draad" een apart tabblad Aansluiting [n] weergegeven. Functie-

aansluitingen met andere aansluittypen (bijvoorbeeld brugaansluitingen)

worden niet weergegeven.

Page 89: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

EPLAN NEWS 2.1 89

Voordeel: Doordat er voor iedere ader- / draadaansluiting een apart

tabblad wordt weergegeven, krijgt u een beter overzicht van

de afzonderlijke aansluitingen, ook als er een groot aantal

doelen is.

Voorbeeld:

Voor een klem met zes aansluitingen (bijvoorbeeld symbool X4_B_1),

waarvan de eerste vier het aansluittype "Ader / draad" en de overige

twee het aansluittype "Vaste brug" hebben, worden er vier tabbladen

weergegeven: Aansluiting 1, Aansluiting 2, Aansluiting 3 en Aan-

sluiting 4.

Page 90: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

90 EPLAN NEWS 2.1

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN PLC & Bus Extension"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN PLC & Bus Extension" is als optie ver-

krijgbaar bij EPLAN Electric P8 Select. Bij EPLAN Electric P8 Professio-

nal wordt deze aanvullende module standaard meegeleverd.

De aanvullende module "EPLAN PLC & Bus Extension" is een zeer ef-

fectief hulpmiddel bij het beheer van PLC-besturingen en bus-systemen.

Voordeel: Schema- en PLC-configuratiegegevens kunnen bidirectioneel

worden uitgewisseld. Dat levert een goede afstemming tus-

sen het elektro-ontwerp en de PLC-automatiseringstechniek

op, waardoor de kwaliteit van de productdocumentatie hoger

wordt en de afstemming met latere projectfasen (bijvoorbeeld

productie, inbedrijfstelling, service) sneller en makkelijker ver-

loopt.

Geactualiseerde interfaces voor de gegevensuitwisseling met PLC-con-figuratiesystemen

Bij deze versie zijn er twee interfaces voor de gegevensuitwisseling met

PLC-configuratiesystemen geactualiseerd.

Schneider Unity Pro

Met deze interface is er PLC-gegevensuitwisseling tussen EPLAN

Electric P8 en de PLC-configuratiesoftware "Unity Pro" van Schneider

Electric mogelijk. EPLAN ondersteunt nu ook versie 5.0 van "Unity Pro".

Siemens SIMATIC STEP 7

Ook de interface voor "Siemens SIMATIC STEP 7" is uitgebreid. EPLAN

ondersteunt nu ook versie 5.5.

Page 91: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Electric P8

EPLAN NEWS 2.1 91

In de twee dialoogvensters voor de gegevensuitwisseling PLC-gege-

vens exporteren en PLC-gegevens importeren zijn de volgende for-

maten aangepast aan de nieuwe kenmerken die hierboven zijn vermeld:

Schneider Unity Pro V4.0 / V5.0

Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.4 / 5.5.

Page 92: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

92 EPLAN NEWS 2.1

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

Draaien en spiegelen van symbolen en macro's

Het draaien en spiegelen van grafische elementen is een standaard-

functie van het EPLAN-platform. Met de nieuwe EPLAN Fluid-versie

kunt u nu ook "logische" symbolen en macro's draaien en spiegelen.

Voordeel: Met het draaien en spiegelen van symbolen en macro's kunt

u eenvoudig en snel stamgegevens en deelschakelingen ma-

ken.

Mogelijke toepassingen in de fluid-techniek

Als u bij het maken van stamgegevens in een macroproject varianten

van symboolmacro's wilt maken, is dankzij het draaien en spiegelen

van macro's het moeizaam tekenen van de grafische symbolen en het

plaatsen van de eigenschapsteksten niet meer nodig.

In de mobiele hydraulica worden vaak deelschakelingen toegepast,

die bestaan uit meerdere apparaten. Met behulp van spiegelen kunt

u snel een gespiegelde kopie van een deelschakeling maken.

Opmerking:

U beschikt ook in alle andere programmavarianten van het EPLAN-plat-

form over de functie "Draaien en spiegelen van symbolen en macro's".

Aangezien het draaien en spiegelen nu niet meer alleen voor grafische

elementen geldt, zijn de menuopdrachten Draaien en Spiegelen uit het

menu Bewerken > Grafisch verwijderd en in het menu Bewerken onder

de menuopdracht Verplaatsen weer ingevoegd.

Page 93: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

EPLAN NEWS 2.1 93

Draaien en spiegelen van symbolen

Bij het draaien en spiegelen van symbolen worden de symboolvarianten

intern uitgewisseld. De eigenschapsgroepering van de geplaatste eigen-

schapsteksten (weergegeven ODC, kruisverwijzingen etc.) wordt meege-

draaid of meegespiegeld.

Dat houdt in dat de symbolen altijd slechts in stappen van 90 graden

kunnen worden gedraaid of gespiegeld. Wil het resultaat van een draai-

ing / spiegeling aan uw verwachtingen voldoen, dan moeten de symbool-

varianten in de stamgegevens goed zijn opgebouwd. Bij het draaien zijn

de varianten A tot en met D mogelijk.

Voorbeeld:

In der onderstaande afbeelding wordt symboolvariant A van een geluid-

demper (symbool 254 / F15.3.1 uit bibliotheek PNE1ESS) in drie stap-

pen van 90 graden gedraaid. In dit voorbeeld is het coördinatenkruis het

punt waarom wordt gedraaid.

Page 94: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

94 EPLAN NEWS 2.1

Bij een draaiing van symboolvariant A met 90 graden wordt symbool-

variant B, bij een draaiing met 180 graden symboolvariant C en bij een

draaiing met 270 graden symboolvariant D gebruikt.

Bij het spiegelen worden voor de symboolvarianten A-D de gespiegelde

varianten E-H gebruikt. Daarbij wordt altijd de variant gekozen die aan

de andere kant van de spiegelingsas ligt.

Voorbeeld:

Bij het spiegelen van een geluiddemper (symboolvariant A) in spiege-

lingsas 1 ontstaat er een geluiddemper met de symboolvariant E. Als

er daarentegen in as 2 wordt gespiegeld, heeft de geluiddemper de

symboolvariant G.

Page 95: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

EPLAN NEWS 2.1 95

Het daadwerkelijke draaien en spiegelen van "logische" elementen wordt

net als bij grafische elementen uitgevoerd. Als er een draaihoek wordt

gekozen (90°, 180°, 270°) waarvoor een symboolvariant beschikbaar is,

wordt dat in de grafische editor weergegeven door middel van een voor-

beeld. U kunt het draaipunt, de draaihoek of de spiegelingsas ook via het

invoervak opgeven.

Tip:

Als u bij het draaien / spiegelen op de toets [Ctrl] drukt, wordt er een

kopie van de geselecteerde "logische" elementen (symbolen, macro's)

gedraaid / gespiegeld en ingevoegd. De oorspronkelijke elementen

worden daarbij niet gewijzigd. Na de actie wordt standaard het bekende

dialoogvenster Invoegmodus weergegeven. Hier kunt u de online-num-

mering voor de onderdelen instellen.

Opmerking:

Als er grafische en logische elementen samen worden gedraaid of

gespiegeld, wordt de tekening ook slechts in stappen van 90 graden

gedraaid of gespiegeld.

Draaien en spiegelen van macro's

Het draaien en spiegelen van macro's (symbool- (*.ems) of venster-

macro's (*.ema)) wordt verricht op basis van macrovarianten. Daarbij

worden intern alle objecten binnen een macrovak geïdentificeerd. Bij de

acties blijft de logische informatie (zoals weergegeven ODC, aansluit-

codes etc.) behouden, alle grafische informatie (zoals positie van het

grafische symbool en de eigenschapsteksten alsmede de symboolvari-

ant) wordt uit de desbetreffende macrovariant gehaald.

Page 96: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

96 EPLAN NEWS 2.1

Wanneer een vereiste macrovariant voor het betreffende macrovak niet

beschikbaar is, worden de objecten op basis van bestaande symbolen

getransformeerd (gedraaid / gespiegeld). In dat geval (of wanneer er zich

andere inconsistenties voordoen) wordt u hierover in de systeemmeldin-

gen geïnformeerd.

Opmerking:

Als u wilt dat het draaien en spiegelen van macro's uitsluitend op basis

van symbolen wordt verricht, dient u bij het uitvoeren van de desbetref-

fende actie op de toets [Shift] te drukken. Als u gebruik maakt van de

toetsencombinatie [Ctrl] + [Shift], vindt de actie plaats op basis van

symbolen en blijft tegelijkertijd de originele macro behouden.

Transformatiepunt voor symboolvarianten

Als basispunt voor het draaien en spiegelen wordt normaal gesproken de

eerste aansluiting van een symbool gebruikt. In de symbooleditor hebt u

de mogelijkheid om voor een symboolvariant een ander basispunt – het

zogeheten "transformatiepunt" – te definiëren.

Dit is van belang als u bij een van deze acties ziet dat een symbool-

variant inconsistent is opgebouwd (bijvoorbeeld grafische symbolen ver-

schoven ten opzichte van de aansluitingen) of als u voor een macro een

systeemmelding (bijvoorbeeld object op verkeerde positie) krijgt.

Om in de symbooleditor een transformatiepunt voor een symboolvariant

te definiëren, voegt u via de eigenschapselectie de nieuwe eigenschap

Transformatiepunt (ID 16045) aan de symbooleigenschappen van die

variant toe.

Page 97: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN Fluid

EPLAN NEWS 2.1 97

Elke symboolvariant kan een eigen transformatiepunt hebben; de sym-

boolvarianten worden via de index van elkaar onderscheiden. Voer in

het desbetreffende veld in de kolom Waarde een coördinatenwaarde in

(bijvoorbeeld "2.0/2.0"). Daarbij heeft de invoer betrekking op het invoeg-

punt van de betreffende symboolvariant. Hierdoor wordt het transforma-

tiepunt op de X-/Y-as van het grafische coördinatensysteem verplaatst

ten opzichte van het invoegpunt.

Nieuwe layer voor interne verbruikersleidingen

Interne verbindingen voor verbruikersleidingen kunnen in EPLAN Fluid

nu op een aparte layer worden opgeslagen. Daarvoor beschikt u in de

nieuwe versie nu over de volgende layer:

EPLAN526, Grafisch symbool.Verbindingssymbolen.Auto-

connecting.Verbruikersleiding intern.

De eigenschappen van deze layer, die in het layerbeheer zijn gedefini-

eerd, bepalen hoe de interne verbruikersleidingen worden weergegeven.

Standaard heeft deze layer soortgelijke instellingen als de layer voor interne verbindingen, EPLAN510, Grafisch symbool.Verbindings-

symbolen.Autoconnecting.Interne verbindingen / directe

verbindingen.

Opmerking:

Om ervoor te zorgen dat de layer voor interne verbruikersleidingen auto-

matisch aan een verbinding wordt toegewezen, moet de verbinding de

functiedefinitie "Intern" hebben en moet de eigenschap Druk- / stuurlei-

ding de waarde "Verbruikersleiding" hebben. Die eigenschappen kunnen

van een aansluiting of een verbindingsdefinitiepunt afkomstig zijn. Bo-

vendien mag er bij het verbindingsdefinitiepunt op het tabblad Grafische

weergave verbinding geen layer zijn ingesteld, aangezien die layer

anders voor de verbinding zou worden gebruikt.

Page 98: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

98 EPLAN NEWS 2.1

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operation-al Sequence" voor Sequential Function Charts

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" is als optie ver-

krijgbaar bij EPLAN Electric P8 Select en EPLAN Electric P8 Professio-

nal. Bij EPLAN Fluid wordt deze aanvullende module standaard meege-

leverd. Daarbij is het niet van belang of EPLAN Fluid als zelfstandig

programma of als add-on bij EPLAN Electric P8 wordt geïnstalleerd.

Met de nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" hebt

u in het EPLAN-platform nu de mogelijkheid om Sequential Function

Charts te maken. Tot de Sequential Function Charts worden de bekende

functiediagrammen (volgens de richtlijn VDI 3260) en de GRAFCET-dia-

grammen (volgens de norm DIN EN 60848) gerekend.

Voordeel: Met de Sequential Function Charts geeft het EPLAN-plat-

form u de mogelijkheid om het engineeringproces nog uni-

former te maken. Met name in de fluid-techniek hebt u nu

nog maar één programma nodig om uw fluid-schema's en

functiediagrammen / GRAFCET-diagrammen te maken.

Door de integratie van de Sequential Function Charts in

de machine- / installatiedocumentatie heeft iedereen die

bij het project is betrokken eenvoudig toegang tot de actu-

ele beschrijving van de functionele processen en wordt de

individuele afstemming veel sneller en makkelijker.

Sequential Function Charts zijn eenvoudige grafische weergaven die

het proces van een installatie, een machine of een apparaat overzichte-

lijk weergeven en beschrijven. Bij het maken van Sequential Function

Charts wordt u door EPLAN ondersteund aan de hand van nieuwe

formulieren, symbolen etc.

Page 99: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 99

In EPLAN wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende drie typen

Sequential Function Charts:

Tekstgerichte functiediagrammen

Diagrammen van dit type geven eenvoudige weg-tijd- of weg-stap-

diagrammen weer, waarin u eigenschapsteksten van de in EPLAN

ontworpen onderdelen kunt plaatsen.

Symboolgerichte functiediagrammen

Diagrammen van dit type zijn functiediagrammen waarin u naast de

eigenschapsteksten onderdelensymbolen of artikelmacro's plaatst.

GRAFCET-diagrammen

Diagrammen van dit type zijn weergaven van procesbesturingen. Ook

in deze diagrammen kunt u de eigenschapsteksten van de EPLAN-

onderdelen plaatsen (zie pagina 109).

In het linkerdeel van de diagrammen worden de in EPLAN beheerde

onderdelen (motoren, pompen, kleppen etc.) als "aandrijforganen" /

"actoren" geplaatst. Dit bereik wordt het "beschrijvend deel" genoemd. In

het rechterdeel van de diagrammen tekent de gebruiker de daadwerke-

lijke functiedefinitiebeschrijving ("weergavedeel"), waarin het proces in

de machine / installatie wordt weergegeven.

Page 100: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

100 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

De volgende afbeelding toont de schematische opbouw van een functie-

diagram met onderdelensymbolen.

Hierbij is A het formulier met de vooringestelde indeling, dat in de pagi-

na-eigenschappen wordt ingevoerd. In het bereik B – het beschrijvende

deel – plaatst u de symbolen uit EPLAN. De tijd- / stappenschaal in het

bereik C is in het formulier geïntegreerd. De waarden van de schaal kunt

u bijvoorbeeld met een macro invoegen. Het bereik D met de proces-

volgorde – het weergavedeel – wordt met grafische elementen getekend.

Page 101: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 101

Voorwaarden

De plaatsing van eigenschapsteksten gebeurt met behulp van speciale

symbolen. Deze speciale symbolen voor de Sequential Function Charts

bevatten geen grafische symbolen; er is alleen gedefinieerd welke eigen-

schappen op welke manier worden geplaatst.

Met de symboolbibliotheek OS_SYM_ESS.slk zijn hiervoor enkele van

deze symbolen beschikbaar. De door ons meegeleverde speciale sym-

bolen zijn geschikt voor de volgende typen Sequential Function Charts:

Symbool 1 / OS1: tekstgerichte functiediagrammen

Symbool 2 / OS2: symboolgerichte functiediagrammen

Symbool 3 / OS3: GRAFCET-diagrammen.

Om ervoor te zorgen dat u in uw huidige project toegang hebt tot de symbolen uit de symboolbibliotheek OS_SYM_ESS.slk, dient u die sym-

boolbibliotheek nog toe te voegen aan uw project. De instelling hiervoor

verricht u via het menupad Opties > Instellingen > Projecten > "Pro-

jectnaam" > Beheer > Symboolbibliotheken.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat de genoemde speciale symbolen alleen dan

correcte plaatsingen opleveren, wanneer ook de door EPLAN meegele-

verde formulieren worden gebruikt. Bij gebruik van eigen formulieren

moet u eventueel ook de meegeleverde speciale symbolen aanpassen

of eigen geschikte symbolen maken.

Page 102: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

102 EPLAN NEWS 2.1

Instellingen voor Sequential Function Charts

Voordat u Sequential Function Charts maakt, dient u eerst in de instel-

lingen te definiëren welk speciaal symbool er wordt gebruikt. Dat gebeurt

via het nieuwe dialoogvenster Instellingen: Sequential Function Chart

(menupad: Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" >

Onderdelen > Sequential Function Chart.)

In het groepsvak Symbool voor eigenschapsplaatsing wordt het sym-

bool weergegeven dat voor de plaatsing van de eigenschapsteksten in

de Sequential Function Charts wordt gebruikt. Om een nieuw symbool te

selecteren, klikt u in het veld Nummer / naam op [...], waarna het dia-

loogvenster Symboolselectie wordt geopend.

Wilt u symboolgerichte functiediagrammen maken, dan moet u daarvoor

in de instellingen het selectievakje Functioneel plaatsen met grafisch

symbool inschakelen.

Page 103: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 103

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen naast de

eigenschapsteksten ook het grafische symbool van de in de onderdelen-

navigator geselecteerde functie in het functiediagram ingevoegd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden bij het plaatsen alleen de

eigenschapsteksten van de in de onderdelen-navigator geselecteerde

functie ingevoegd.

Opmerking:

Om symboolgerichte functiediagrammen te maken, kunt u in de onder-

delen-navigator ook de snelmenuopdracht Macro plaatsen gebruiken.

De projectinstelling Functioneel plaatsen met grafisch symbool is

niet van invloed op het "functioneel" plaatsen van macro's. De grafische

macro wordt altijd ingevoegd.

In de volgende tabel worden de vereiste instellingen in relatie tot het be-

treffende type Sequential Function Chart gecombineerd.

Overzichtstabel

Sequential

Function Chart

Speciaal

symbool

Formulier Functioneel

plaatsen met

grafisch sym-

bool

Plaatsing van

Tekstgericht functie-

diagram

1 / OS1 F28_001.f28 Uitgeschakeld

Tekst

Symboolgericht

functiediagram

a) Symbolen

plaatsen

2 / OS2 F28_002.f28 Ingeschakeld Tekst +

symbool

b) Macro's plaatsen 2 / OS2 F28_002.f28 (Geen effect) Tekst +

symbool

GRAFCET 3 / OS3 – Uitgeschakeld Tekst

Page 104: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

104 EPLAN NEWS 2.1

Functiediagrammen maken

Een functiediagram kan op een bestaande pagina of apart op een

nieuwe pagina worden gemaakt. Als u voor een functiediagram een

nieuwe pagina maakt, raden wij u aan het paginatype "Overzicht" te

gebruiken.

Voer in de pagina-eigenschappen van deze nieuwe pagina het te ge-

bruiken formulier bij de eigenschap Formuliernaam in. Voor de functie-

diagrammen beschikt u in de stamgegevens over de volgende beide formulieren van het type "Grafisch (*.f28)":

Formulier F28_001.f28: voor tekstgerichte functiediagrammen

Formulier F28_002.f28: voor symboolgerichte functiediagrammen.

Aangezien de formulieren die wij meeleveren gebaseerd zijn op een

raster van 3 mm, dient u voor deze pagina in de pagina-eigenschap Raster de waarde 3,00 mm in te voeren.

Functies in het diagram plaatsen

Het centrale dialoogvenster voor het invoegen van EPLAN-functies in

een functie- of een GRAFCET-diagram is de onderdelen-navigator. Het

maakt daarbij niet uit of de functie al in het schema is geplaatst of via de

snelmenuopdracht Nieuw apparaat als een nieuw, nog niet geplaatst

apparaat wordt gegenereerd.

Voor de functies die u in het functiediagram wilt plaatsen, dient u ge-

gevens in de eigenschappen in te voeren. Standaard worden voor een

functie de waarden van de eigenschappen Weergegeven ODC, Func-

tietekst en Toestand uitgevoerd. Welke eigenschappen van een functie

in het functiediagram worden weergegeven, hangt af van het ingestelde

speciale symbool (zie paragraaf "Voorwaarden" op pagina 101).

Page 105: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 105

Voor een functiediagram is het belangrijk dat de toestand van een instal-

latie of een apparaat kan worden weergegeven. Voor dit doel kunt u de

nieuwe geïndexeerde eigenschap Toestand [1 -10] (ID 20285) gebrui-

ken, die u in het eigenschappendialoogvenster van een onderdeel via

het dialoogvenster Eigenschapselectie kunt selecteren.

De eigenschap Toestand 10 is de standaardinstelling voor de invoer van

variabelen voor GRAFCET-diagrammen (zie paragraaf "Variabelentabel

invoegen" op pagina 111), maar deze eigenschap kan ook ergens

anders worden gebruikt.

Om een functie op de geopende pagina te plaatsen, markeert u de func-

tie in de onderdelen-navigator en kiest vervolgens de snelmenuopdrach-

ten Plaatsen > Functioneel. Vervolgens hangen de eigenschapsteksten

(weergegeven ODC, functietekst etc.) en – afhankelijk van de reeds

vermelde projectinstelling Functioneel plaatsen met grafisch symbool

– het grafische symbool van de functie aan de cursor en kunnen deze

door u in het diagram worden geplaatst.

Bij het plaatsen worden de verschillende eigenschapsteksten en – voor

zover eveneens geplaatst – het grafische symbool van de functie tot een

groep gecombineerd. Daardoor kunt u deze eigenschappen gemeen-

schappelijk bewerken, verplaatsen of verwijderen.

Macro's in het diagram plaatsen

Bij het maken van symboolgerichte functiediagrammen kunt u ook de

grafische weergave van een artikelmacro in het functiediagram plaatsen.

Selecteer daartoe in de onderdelen-navigator een hoofdfunctie, waarbij

via het artikel een macro is opgeslagen, en kies de snelmenuopdrachten

Macro plaatsen > Functioneel.

Page 106: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

106 EPLAN NEWS 2.1

Bij deze actie worden de functies die aan de macro ten grondslag liggen

intern in een grafische weergave geconverteerd. Daarbij worden het

eerst beschikbare weergavetype en de eerst beschikbare variant van de

macro gebruikt. De gecombineerde grafische weergave van de macro en

de eigenschapsteksten van de hoofdfunctie hangen aan de cursor en

kunnen door u in het diagram worden geplaatst.

Overige informatie over het plaatsen van grafische symbolen / macro's

Bij het aanvullend plaatsen van grafische symbolen / macro's in sym-

boolgerichte functiediagrammen kunt u rekening houden met het

volgende:

Bij het plaatsen kunt u met de toets [Tab] door de varianten van het

symbool / de macro "bladeren". Met de sneltoetsen [Shift] + [Tab]

"bladert" u bij het plaatsen van macro's door de weergavetypen.

Bij het plaatsen van een functie wordt het symbool van de geselec-

teerde functie gebruikt. Als u in de boom van de navigator een onder-

deel-hiërarchieniveau hebt geselecteerd, wordt het symbool van de

eerste hoofdfunctie gebruikt. Bij het plaatsen van macro's wordt on-

afhankelijk van de geselecteerde functie altijd de artikelmacro van de

hoofdfunctie gebruikt.

Als voor de geselecteerde functie geen symbool aanwezig is of geen

artikelmacro is opgeslagen, wordt u gevraagd of u een symbool / een

macro wilt selecteren. Als u die vraag met [Ja] beantwoordt, wordt er

een bijbehorend selectiedialoogvenster geopend.

Als een grafisch(e) symbool / macro groter is dan in de projectinstel-

ling Doelgrootte voor grafisch(e) symbool / macro is aangegeven,

wordt de grafische weergave op schaal gebracht (verkleind). Er wordt

niet vergroot.

Page 107: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 107

Via de projectinstelling Positie voor grafisch(e) symbool / macro

kan een verplaatsing van de positie van het (de) te plaatsen gra-

fisch(e) symbool / macro worden gedefinieerd. Basispunt voor de

verplaatsing is het invoegpunt van het speciale symbool voor de

eigenschapsplaatsing.

Waarden voor schaal en procesvolgorde invoegen

Nadat u in het linker, beschrijvende bereik van het functiediagram de

functies uit EPLAN hebt geplaatst, moet u vervolgens nog de waarden

voor de tijd- / stappenschaal evenals de procesvolgorde in het diagram

invoegen.

In de beschikbare formulieren is al een tijd- / stappenschaal aanwezig.

Waarden voor de schaal kunnen bijvoorbeeld met behulp van een macro

worden ingevoegd. Daarvoor stellen wij in de stamgegevens in de ma-cro-subdirectory OS_ESS de macro Numbers.ema met voorbeeldwaarden

ter beschikking.

De procesvolgorde dient door u met behulp van grafische elementen

(bijvoorbeeld polylijnen) te worden ingetekend.

Typische elementen van de functiediagrammen invoegen

Om enkele typische elementen van de functiediagrammen sneller te kun-

nen invoegen, wordt u hierbij door EPLAN ondersteund. Pijlen, signaal-

punten, EN- en OF-voorwaarden kunnen met behulp van de daarvoor

bestemde menuopdrachten via het menupad Invoegen > Sequential

Function Chart in het desbetreffende functiediagram worden ingete-

kend. Als alternatief kunt u ook de nieuwe werkbalk Sequential

Function Chart gebruiken en hier op de volgende knoppen klikken:

(pijl)

(signaalpunt)

(EN-voorwaarde)

(OF-voorwaarde).

Page 108: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

108 EPLAN NEWS 2.1

Bovendien is er nog een aantal venstermacro's met speciale elementen

beschikbaar (bijvoorbeeld overgangen tussen pagina's, verschillende

signaleringselementen etc.). U vindt deze macro's na het installeren van de nieuwe versie in de macro-subdirectory OS_ESS.

Nieuw weergavetype "Functioneel"

Bij het "functioneel" plaatsen van functies in functie- en GRAFCET-dia-

grammen wordt van een geselecteerde functie een kopie gemaakt, die

als nevenfunctie wordt beheerd. Zo'n nevenfunctie krijgt het nieuwe

weergavetype "Functioneel". In de onderdelen-navigator worden de

bijbehorende functies gekenmerkt door een speciaal pictogram ( ).

In de grafische editor worden de in een functioneel diagram geplaatste

functies als nevenfunctie geplaatst, dat wil zeggen zonder tabblad

Artikelen. Als u dubbelklikt op het bijbehorende symbool of de geplaats-

te eigenschapsteksten wordt het bekende eigenschappendialoogvenster

geopend. Op het tabblad Symbool- / functiegegevens is in het veld

Weergavetype de invoer "Functioneel" ingesteld.

Functies met het weergavetype "Functioneel" kunnen vaker worden ge-

plaatst. Dat betekent dat het symbool of de eigenschapsteksten van een

functie vaker in het functiediagram (bijvoorbeeld op verschillende pagi-

na's) kunnen worden geplaatst. Daarom blijven functies met dit weer-

gavetype bij de controleprocedure 007004 "Dubbele aansluitcode: %1!s!"

buiten beschouwing.

Overkoepelend bewerken van eigenschappen

Ook bij het overkoepelend bewerken van eigenschappen en het ver-

werken wordt er rekening gehouden met het nieuwe weergavetype

"Functioneel". Welke gegevens van een gemeenschappelijke eigen-

schap bij de algemene bewerking worden overgenomen, wordt door de

volgorde van de weergavetypen bepaald.

Page 109: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 109

De exacte volgorde van de weergavetypen vindt u in de online-Help in

de paragraaf "Volgorde van de weergavetypen bij de algemene bewer-

king en verwerking".

Gegevenssynchronisatie tussen de weergavetypen

Afhankelijk van de volgorde van bewerken kunnen er verschillen ont-

staan tussen het weergavetype "Functioneel" en de andere weergavety-

pen van een functie. Bij de synchronisatiefuncties onder Hulpprogram-

ma's > Synchroniseren > Functies wordt nu ook rekening gehouden

met het weergavetype "Functioneel" (bijvoorbeeld het synchroniseren

via de menuopdracht Meerlijnig --> alle weergavetypen). Op die

manier worden verschillen tussen de verdeeld weergegeven functies

weggehaald.

Weergavetype voor symbolen

Ook bij het maken van symbolen in de symbooleditor kunt u het weer-

gavetype "Functioneel" gebruiken. In de symbooleigenschappen kunt u

voor de eigenschap Symbool-weergavetype (gecodeerd) dit nieuwe

weergavetype als mogelijke waarde selecteren.

Hierdoor is het mogelijk eigen speciale symbolen voor functiediagram-

men zonder grafische weergave en met gewijzigde eigenschapsplaat-

sing te maken.

GRAFCET-diagrammen maken

GRAFCET-diagrammen zijn weergaven van procesbesturingen, waar-

voor de specificatietaal GRAFCET (GRAphe Fonctionnel de Commande

Etapes / Transitions) conform DIN EN 60848 is gebruikt.

De werkwijze bij het maken van GRAFCET-diagrammen is hetzelfde als

bij de functiediagrammen. Een dergelijke procesbesturing kan zowel op

een bestaande als op een nieuwe pagina worden weergegeven. Er hoeft

geen formulier te worden opgeslagen.

Page 110: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

110 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

De volgende afbeelding toont de schematische opbouw van een

GRAFCET-diagram.

A —— Tabel GRAFCET

Variabele ODC Functietekst

B —— Zv -P1 Pomp

Zu 1-1A1 Cilinder

Het bereik A toont de variabelentabel. De koptekst en de tabelkop wor-

den met behulp van een macro gemaakt. Een afzonderlijke tabelrij B

met de eigenschapsteksten (variabele, ODC etc.) wordt via het func-

tioneel plaatsen vanuit de onderdelen-navigator toegevoegd. In het

bereik C zijn de structuur en het werkingsdeel van het GRAFCET-

diagram weergegeven. De GRAFCET-elementen Stappen, Acties en

Transities kunnen via het menu GRAFCET worden ingevoegd.

Page 111: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 111

Variabelentabel invoegen

U kunt op de gewenste pagina een tabel voor de variabelen van het

GRAFCET-diagram invoegen. Daarbij wordt de tabelkop van deze tabel

met behulp van een macro ingevoegd. Selecteer daarvoor in de reeds vermelde macro-subdirectory OS_ESS het venstermacro

Table_GRAFCET.ema en plaats deze macro.

Het invoegen van een afzonderlijke tabelrij met de eigenschapsteksten

van een functie (variabele, weergegeven ODC, functietekst etc.) gebeurt

vanuit de onderdelen-navigator via de snelmenuopdrachten Plaatsen >

Functioneel. De eigenschapsgroepering van de teksten wordt daarbij

door het in de projectinstellingen opgeslagen speciale symbool gede-finieerd. Het grafische kader krijgt de rij via het speciale symbool OS3.

Opmerkingen:

Als u het speciale symbool OS3 gebruikt, wordt de waarde van de

eigenschap Toestand 10 als variabeletekst geplaatst.

Gewoonlijk worden de in EPLAN ontworpen onderdelen alleen tekstu-

eel in de variabelentabel van het GRAFCET-diagram geplaatst. Dit

betekent dat de projectinstelling Functioneel plaatsen met grafisch

symbool dan moet zijn uitgeschakeld (zie paragraaf "Instellingen voor

Sequential Function Charts" op pagina 102).

GRAFCET-elementen invoegen

De voornaamste elementen van een GRAFCET-diagram zijn de stap-

pen, bijbehorende acties en transities:

Stappen

Met een stap wordt de status voor een deel van het proces aange-

geven. Ten behoeve van identificatie moeten de stappen een code

hebben. Voor de weergave van een stap in het diagram wordt een

vierkantje geadviseerd.

Page 112: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

112 EPLAN NEWS 2.1

Acties

Aan een stap kunnen een of meer acties worden toegekend. Een

actie geeft aan wat er met een variabele moet gebeuren. Gewoonlijk

wordt een actie door een rechthoek weergegeven.

De variabelen kunnen overzichtelijk in een variabelentabel worden

gecombineerd. Via de aanvullende plaatsing van onderdeelcodes in

deze variabelentabel wordt een relatie met de EPLAN-onderdelen tot

stand gebracht.

Transities

Een transitie is de overgang van een stap naar de volgende. In het

diagram wordt een transitie meestal door een lijn weergegeven die de

stappen in een rechte hoek met elkaar verbindt.

Een transitie mag een naam krijgen; deze moet links worden ge-

plaatst en moet tussen haken staan. Rechts naast de transitie staat

de transitievoorwaarde.

In alle typen processen moeten stappen en transities elkaar steeds af-

wisselen. Raadpleeg norm DIN EN 60848 voor de correcte opbouw en

de betekenis van de afzonderlijke elementen van een GRAFCET-dia-

gram.

Om ervoor te zorgen dat u deze GRAFCET-elementen snel en een-

voudig kunt invoegen, worden deze ondersteund door EPLAN. Kies

daarvoor in het menupad Invoegen > Sequential Function Chart >

GRAFCET de menuopdrachten Stap, Stap met transitie, Actie, Actie

met koppeling en Transitie.

Als alternatief kunt u ook op de nieuwe werkbalk Sequential Function

Chart op de volgende knoppen klikken:

(GRAFCET-stap)

(GRAFCET-stap met transitie)

Page 113: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

EPLAN NEWS 2.1 113

(GRAFCET-transitie)

(GRAFCET-actie)

(GRAFCET-actie met koppeling).

Al deze GRAFCET-elementen zijn ook als venstermacro beschikbaar in de reeds vermelde macro-subdirectory OS_ESS. Bovendien kunt u via de

macro Arrows.ema ook bestaande pijlen in een GRAFCET-diagram in-

voegen.

Tip:

Als u bij het invoegen van een GRAFCET-element op de toets [Tab]

drukt, kunt u door verschillende voorbereide varianten "bladeren". Op die

manier kunt u via selectie van het desbetreffende GRAFCET-element

bijvoorbeeld beginstappen, bijbehorende stappen, macrostappen etc.

invoegen. Dit werkt ook met de actie en de transitie. Verder zijn er com-

binaties beschikbaar, zoals stap met transitie.

Beschrijvende teksten

Het sterretje (*) in de ingevoegde GRAFCET-elementen geeft aan dat u

hier teksten zoals stapnaam, transitienaam of -voorwaarde of de code-

ring van een actie kunt invoeren. De verschillende objecten van een

GRAFCET-element zijn tot één groepering gecombineerd.

Om een afzonderlijke tekst direct te kunnen invoeren zonder de groepe-

ring op te heffen, houdt u de toets [Shift] ingedrukt en opent vervolgens

het dialoogvenster Eigenschappen - Tekst door op het betreffende

sterretje te klikken.

Meer informatie (bijvoorbeeld opmerkingen, die tussen aanhalingstekens

moeten staan) kunnen door u als grafische tekst in het GRAFCET-dia-

gram worden ingevoegd.

Page 114: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Nieuwe aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" voor Sequential Function Charts

114 EPLAN NEWS 2.1

Tip:

Via de variant C van het speciale symbool OS3 is het mogelijk om alleen

de weergegeven ODC van het geselecteerde onderdeel te plaatsen. Met de variant D is het mogelijk om alleen de variabele van het geselecteerde

onderdeel te plaatsen. Daardoor kunt u de onderdeelcodes, de variabe-

len of de teksten in de procesbesturing van een GRAFCET-diagram

invoegen.

Nieuwe speciale tekens voor GRAFCET

Om ervoor te zorgen dat u bij het maken van teksten in GRAFCET-dia-

grammen speciale tekens kunt gebruiken, is het dialoogvenster Speciale

tekens uitgebreid met de volgende speciale tekens:

Pijl naar boven (↑)

Pijl naar onder (↓)

Ongelijk (≠).

Om deze speciale tekens bij het invoeren van tekst of in bepaalde tekst-

velden te gebruiken, klikt u in het desbetreffende veld en kiest u de snel-

menuopdracht Speciale tekens.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat speciale tekens niet bij alle lettertypen be-

schikbaar zijn. Als u deze speciale tekens wilt gebruiken, moet u in het

dialoogvenster Instellingen: Lettertypen geschikte lettertypen selec-

teren.

Page 115: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

EPLAN NEWS 2.1 115

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

ODC van PLT-systeemelementen in de functieomgeving weergeven

Tot nu toe konden de in de boom van de functieomgeving-navigator ge-

plaatste PLT-systeemelementen alleen op basis van de codes Appa-

raattype, Component, Apparaatveld of van aanvullende eigenschap-

pen (bijvoorbeeld P&I-schema) worden weergegeven. Met de nieuwe

versie hebt u de mogelijkheid om tevens de onderdeelcode van een

toegewezen functie in de boom te laten weergeven.

Voordeel: U kunt individueel kiezen welke identificerende eigenschap

u bij het PLT-systeemelement wilt weergeven. Door de weer-

gave van de onderdeelcode wordt de oriëntatie in de functie-

omgeving makkelijker. Als de eigenschappen direct in de

functieomgeving worden weergegeven, kunt u alle informatie

in één oogopslag zien. U bespaart veel tijd, omdat u niet

meer in andere dialoogvensters naar informatie hoeft te

zoeken.

Hiervoor is het dialoogvenster Beeld, dat u vanuit de functieomgeving-

navigator via Snelmenu > Beeld kunt openen, uitgebreid. Hier beschikt

u nu voor het veld PLT-systeemelement over een nieuwe vervolgkeuze-

lijst met de volgende items:

<leeg item>

ODC (identificerend)

ODC (identificerend, zonder projectstructuren)

ODC (weergegeven)

ODC (volledig).

Page 116: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

116 EPLAN NEWS 2.1

Als u hier een item "ODC (<...>)" hebt gekozen, wordt de boomweergave

van de functieomgeving geactualiseerd en de bijbehorende ODC naast

het in het veld PLT-systeemelement gekozen item weergegeven in de

vorm "<ODC>".

Voorbeeld:

U hebt in het voorbeeldproject EPLAN-PPE-DEMO voor de weergave

van de PLT-systeemelementen de instellingen Apparaattype en ODC

(weergegeven) verricht. Dan wordt in de boom van de functieomgeving-

navigator als code van een PLT-systeemelement bijvoorbeeld het vol-gende weergegeven: Transmitter <+S1 T3-D9>.

In EPLAN View filteren op de ICS-code

Als u in EPLAN View een EPLAN PPE-project openen en naar de lijst

van de functieomgeving-navigator gaat, kunt u daar nu ook filteren op

ICS-code.

Klik in de lijstweergave van de navigator voor het veld Filter op de knop

[...], vervolgens wordt het dialoogvenster Lijst filteren geopend. In dit

dialoogvenster is het veld ICS-code nu ook in EPLAN View geactiveerd.

Met [...] kunt u alle ICS-codes selecteren die in het project aanwezig zijn

en op die manier de onderdelen van de installatie filteren op een bepaal-

de ICS-code.

Automatisch nummeren van PLT-systeemnummers

Bij het kopiëren en invoegen van PLT-systemen in de functieomgeving-

navigator, bij het invoegen van gekopieerde P&I-schemapagina's of

-paginasecties en bij het invoegen van P&I-schemamacro's wordt het

dialoogvenster PLT-systeemstructuur aanpassen geopend. Bij het

plaatsen van de PLT-systemen in de bestaande PLT-systeemstructuur

hebt u nu ook de mogelijkheid om de PLT-systeemnummers automatisch

te nummeren.

Page 117: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

EPLAN NEWS 2.1 117

Voordeel: Met het nummeren door een druk op de knop wordt het

volgende PLT-systeemnummer automatisch opgezocht,

waardoor het correct nummeren makkelijker wordt. In com-

binatie met de mogelijke specificatie van startwaarden en

stapgroottes voor de nummering en de identificatie van

PLT-systemen (specificatie in de instellingen) regelt u voor

het hele project een gestandaardiseerde toekenning van

PLT-systeemnummers. Dat levert projecten met een hogere

kwaliteit op, aangezien vanaf het begin dubbele PLT-sys-

teemnummers en onbedoelde gaten in de cijfergroepen

van de PLT-systemen worden voorkomen.

Daarvoor beschikt u nu onder de knop [Nummeren] over de nieuwe

menuopdracht Automatisch. De menuopdracht Handmatig komt over-

een met de reeds aanwezige nummering via het vervolgdialoogvenster

Nummeren.

Als u de menuopdracht Automatisch kiest, wordt het hoogste aanwezi-

ge PLT-systeemnummer voor de ICS-code opgezocht en het daarop-

volgende hoogste nummer / de daaropvolgende hoogste nummers

voorgesteld voor de kolom Nummer.

Page 118: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

118 EPLAN NEWS 2.1

Opmerking:

Houd er rekening mee dat het nummeringsgedrag van PLT-systemen

wordt beïnvloed door de instellingen onder Opties > Instellingen >

Projecten > "Projectnaam" > PPE > PLT-systemen. In het groepsvak

Nummeren van PLT-systemen kunt u de startwaarde en de stapgrootte

voor de nummering definiëren. Of EPLAN PPE bij de hierboven vermel-

de acties voor het hele project of installatiespecifiek identieke PLT-syste-

men accepteert, hangt af van de instellingen in het groepsvak Identieke

PLT-systeemnummers.

Sortering bij de selectie van PLT-systemen

Als u bij het invoegen van macro's of schemasecties met PLT-systemen

in het dialoogvenster PLT-systeemstructuur aanpassen in een cel van

de kolom Nummer klikt en vervolgens op de knop [...] klikt, wordt het

dialoogvenster PLT-systeem selecteren geopend. De PLT-systemen

die in dit dialoogvenster worden weergegeven worden nu – net als in de

functieomgeving-navigator – gesorteerd op hun meetobject, bewerkings-

functie en nummer.

Voordeel: De sortering ondersteunt u door een verbeterde overzich-

telijkheid bij het afboeken van bestaande PLT-systeem-

nummers, als u in EPLAN PPE P&ID schemasecties met

PLT-systemen plaatst.

Structuurcodes bij het invoegen van macro's automatisch synchroniseren

In het dialoogvenster Instellingen: Structuurcode beschikt u vanaf ver-

sie 2.0 SP 1 over een nieuwe instelling (menupad: Opties > Instellingen

> Projecten > "Projectnaam" > PPE > Structuurcode). Het selectie-

vakje Structuurcodes na het invoegen van macro's automatisch

synchroniseren is standaard ingeschakeld.

Page 119: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

EPLAN NEWS 2.1 119

Met deze instelling bepaalt u dat bij het invoegen van macro's met PLT-

systemen de toegewezen onderdelen in die macro's automatisch de

structuurcodes krijgen die op basis van de EPLAN PPE-instellingen voor

de structuurcodes zijn bepaald. Als de instelling niet is ingeschakeld,

houden de onderdelen de structuurcodes die in de macro's zijn gedefini-

eerd.

Voordeel: Door het gebruik van sjablonen / macro's en de automatische

overname van projectspecifieke structuurcodes door het toe-

wijzen van de functionele installatiestructuur gaat het werk

aan het project sneller en stijgt de kwaliteit van de documen-

tatie. Informatie uit de voorontwerpfase kan zonder extra

werk en kosten in de "detail engineering" worden overgeno-

men, wat automatisch leidt tot consistente projectgegevens

die ook nog na de ontwerpfasen nuttig zijn. Welke methode

(instelling) u concreet kiest, hangt daarbij voor het overgrote

deel af van de gewenste workflow.

ODC-overname bij het tekenen van het PLT-systeem uit-gebreid

Vaak worden al tijdens het voorontwerp voor veldapparaten of aanvullen-

de automatiseringscomponenten onderdeelcodes gedefinieerd. Daarbij

worden deze onderdelen deels ook al in installatieoverzichten (P&I-sche-

ma's) geplaatst of volledig databankgericht in de functionele installatie-

structuur gedefinieerd. Het EPLAN-platform beschikt nu over uitgebreide

mogelijkheden om deze belangrijke informatie uit de voorontwerpfase bij

het automatisch tekenen van schema's in de "detail engineering" over te

nemen.

Page 120: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

120 EPLAN NEWS 2.1

Voordeel: Het EPLAN-platform zorgt ervoor dat deze informatie en

de verschillende weergavetypen van de onderdelen tijdens

het verdere verloop van het project consistent blijven. De

engineer profiteert van de automatische overname van de

informatie uit de voorontwerpfase – tijdrovend handmatig

synchroniseren is niet meer nodig.

Door de automatische synchronisatie is de kwaliteit van de

gehele machine- en installatiedocumentatie te allen tijde ge-

waarborgd. EPLAN PPE zorgt ervoor dat de kloof die er in

het systeem vaak gaapt tussen voorontwerp en "detail engi-

neering" wordt overbrugd.

Als voorwaarde voor de ODC-overnamen bij het tekenen van het PLT-

systeem moet de instelling ODC-overname van bestaande functie zijn

ingeschakeld (onder: Opties > Instellingen > Projecten > "Project-

naam" > PPE > Apparaten).

Als er in een installatie, PLT-systeem, PLT-systeemfunctie of PLT-sys-

teemelement (zonder specificatie) een of meer functies of functiesjablo-

nen zijn toegewezen (op het tabblad Functies), worden bij het uitvoeren

van de snelmenuopdracht PLT-systeem tekenen (op het tabblad Pagi-

na's) nu bij de passende functies in de toegewezen macro automatisch

de bestaande en reeds toegewezen onderdeelcodes overgenomen van

de functies bij het PLT-systeem. Dat werkt ook als de functie van een

onderdeel al in een ander weergavetype is geplaatst.

Op die manier kan een functie (bijvoorbeeld een aandrijving) die al op

een pagina van het type "P&I-schema" is geplaatst, in een ander weer-

gavetype in het schema worden geplaatst. Daarbij wordt de ODC, die al

in het P&I-schema is gedefinieerd, overgenomen voor de aandrijving in

het schema.

Page 121: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Speciale onderwerpen EPLAN PPE

EPLAN NEWS 2.1 121

EPLAN PPE P&ID AutoCAD-interface uitgebreid

Met de EPLAN PPE P&ID AutoCAD-interface is de gegevensuitwisseling

tussen EPLAN PPE en AutoCAD voor het maken van installatieover-

zichten (P&ID, P&I-schema's etc.) in AutoCAD mogelijk. Deze interface

ondersteunt nu ook de 64 bit-versie van AutoCAD 2011.

Page 122: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

122 EPLAN NEWS 2.1

EPLAN Pro Panel Professional

Opmerking:

EPLAN Pro Panel Professional is verkrijgbaar als optionele add-on-vari-

ant voor EPLAN Electric P8 Select en EPLAN Electric P8 Professional,

en als stand-alone-variant.

Als toepassing voor de integratieve planning, confectionering en pro-

ductie van schakelkasten presenteren wij in combinatie met het huidige

EPLAN-platform onze nieuwe oplossing "EPLAN Pro Panel Professio-

nal".

Voordeel: De automatiseringstechniek en de machine- en installatie-

bouw kunnen profiteren van dit nieuwe interdisciplinaire engi-

neeringtool voor de schakelkast- en schakelcentrumbouw,

dat voldoet aan de eisen die in alle branches worden gesteld.

Ontwerp, 3D-layout, productie en montage versmelten op

basis van uniforme gegevens tot een volledig geïntegreerde

oplossing. Op die manier gaat het ontstaansproces van het

product sneller – en dat betekent minder kosten en meer

toegevoegde waarde.

Uniforme gegevens – automatisch gesynchroniseerd

Integratie is het trefwoord voor alle facetten van het EPLAN-platform.

De apparaten en onderdelen die in de elektroafdeling zijn ontworpen,

kunnen nu meteen voor de 3D-montageopbouw worden gebruikt. De ge-

gevenssynchronisatie die normaal gesproken gebruikelijk is tussen de

betrokken programma's en het tijdrovende terugzetten van informatie uit

materiaallijsten is niet meer nodig.

Page 123: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 123

De processen voor de productontwikkeling in de schakelkastengineering

gaan aanzienlijk sneller; per slot van rekening is er helemaal geen

sprake meer van redundant gegevensbeheer en het grote aantal uit te

voeren stappen dat daarmee verbonden is, en evenmin van de typische

inspanningen die er voor "reverse engineering" moeten worden geleverd.

Een ander voordeel is dat mogelijke fouten bij de projectsynchronisatie

van tevoren worden voorkomen.

Bovendien kunnen belangrijke basisfuncties van het EPLAN-platform,

zoals revisiebeheer, rechtenbeheer en speciale programmering, door

middel van EPLAN API volledig worden benut, en dat is nog lang niet

alles: de integratie omvat ook de productie, montage en bedrading. De

directe gegevensovername door NC-machines, ader-routing en kabel-

confectionering zorgen voor een soepele workflow door het hele ont-

staansproces van het product heen.

Met zekerheid ontworpen – correct geproduceerd

Of het nu gaat om dynamische collisioncontrole of om het automatisch

controleren van relevante montagevoorwaarden: de software zorgt er-

voor dat professionele 3D-layoutplanning makkelijk verloopt, ook voor

gebruikers die er alleen af en toe mee werken. Productierelevante ge-

gevens over boringen of freesbewerkingen worden in het 3D-model

meegenomen en kunnen verder worden bewerkt. Behalve associatieve

montagetekeningen kunnen ook speciale boorsjablonen flexibel worden

gemaakt.

Page 124: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

124 EPLAN NEWS 2.1

Nog een uitermate belangrijk praktisch voordeel: productie-informatie

wordt bij het maken van de stamgegevens slechts een keer opgeslagen

– ook voor componenten met een variabele lengte, zoals kabelgoten of

montagerails. Daarna zijn de componenten en NC-gegevens automa-

tisch geïntegreerd in de desbetreffende 3D-montageopbouw; dat levert

snelle resultaten en een constante kwaliteit op. Met de NC-interface

worden wijzigingen aan behuizingen, deuren of montageplaten eenvou-

dig doorgegeven aan de bijbehorende productiesystemen – Steinhauer

en Perforex zijn slechts twee voorbeelden voor de diepgaande productie-

integratie en de beschikbare interfaces.

Kabels flexibel gerouteerd

Flexibeler werken bij 3D-ader-routing: behalve aders kunnen er ook

kabels binnen een 3D-montageopbouw worden gerouteerd. Op een

intuïtieve manier kunnen er trajecten in de ruimte worden gedefinieerd

en verbindingen worden gerouteerd – desgewenst onafhankelijk van

gedefinieerde kabelgoten.

Nieuwe routeringsbereiken maken de 3D-routing nog veelzijdiger en

ondersteunen de virtuele en geautomatiseerde bedrading (van bijvoor-

beeld Lütze-framesystemen). Met zogeheten "bedradingsblokkeringen"

kunnen draden en kabels bijvoorbeeld naar de achterkant van montage-

platen, scheidingswanden of andere schakelkastcomponenten worden

geleid – waardoor de draden en kabels kort kunnen blijven.

De resultaten die wat betreft de lengte geoptimaliseerde bedrading en

bekabeling van de componenten oplevert, worden gebruikt voor het opti-

maliseren van het schema, onder het motto netgebaseerde bedrading.

Page 125: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 125

Gegevens – de kern van engineering

Wat zou engineering zijn zonder de nodige apparaatgegevens? EPLAN

Pro Panel Professional biedt een groot aantal mogelijkheden om appa-

raatgegevens te gebruiken. Ook 3D-geometriegegevens zijn geen pro-

bleem. Daar zorgt de geïntegreerde STEP-interface voor. Of ze nu direct

van de fabrikant van de componenten komen, van willekeurige 3D-CAD-

programma's worden overgenomen of via diverse gegevensportalen

en gegeven-cd's (bijvoorbeeld RiCAD-3D van Rittal) worden geleverd,

de STEP-gegevens worden in EPLAN Pro Panel Professional ingelezen

en gedeeltelijk geautomatiseerd of interactief in gekwalificeerde EPLAN-

macro's voor de 3D-montageopbouw omgezet. Helemaal nieuw is wat

dat betreft de ondersteuning van de EPLAN-toebehorenselectie.

Gericht uitgebreid en aangepast aan de specifieke vereisten van ge-

bruikers in de 3D-montageopbouw, kunnen toebehorencomponenten

bijvoorbeeld bij schakelkasten of apparaten worden gedefinieerd en

opgeslagen – compleet met componenten-expertise en toegestane

combinatorische analyse.

EPLAN Cabinet-klanten kunnen twee vliegen in een klap slaan. Want zij

kunnen de bestaande EPLAN Cabinet-gegevens in EPLAN Pro Panel

Professional gewoon weer gebruiken. Zo heeft de XL-variant van EPLAN

Pro Panel een uitgebreide functie voor de overname van bestaande ge-

gevens en de integratie daarvan in het EPLAN-platform.

In perfecte harmonie met EPLAN Cabinet neemt EPLAN Pro Panel

Professional alle significante artikelgegevens over, zoals grafische

3D-macro's, voorgemonteerde 3D-kasten of artikelen uit het EPLAN

Cabinet-toebehorenbeheer – en die laatste uiteraard inclusief integratie

in de toebehorenselectie van het EPLAN-platform.

Page 126: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

126 EPLAN NEWS 2.1

3D-montageopbouwen uit EPLAN Cabinet kunnen niet alleen worden

overgenomen, maar desgewenst ook direct en geautomatiseerd in de

onderliggende EPLAN Electric P8-projecten worden geïntegreerd. Com-

ponentenrelaties tussen het schema en de 3D-montageopbouw worden

tot stand gebracht.

Aangezien EPLAN Cabinet net als alle andere programma's van het

EPLAN-platform gebruikmaakt van een en dezelfde EPLAN-artikeldata-

bank om artikelgegevens te maken en onderhouden, kunnen bestaande

artikelgegevens in EPLAN Pro Panel Professional direct en zonder ge-

gevensmigratie worden gebruikt.

Met EPLAN Pro Panel Professional kunnen ook productiegerichte gege-

vens worden overgenomen, die in EPLAN Cabinet zijn gedefinieerd. Dat

geldt voor artikel-boorpatronen en aderaansluitbeelden van apparaten en

onderdelen, maar evengoed voor vrij gedefinieerde, NC-machinespeci-

fieke contouren voor uitsparingen.

Met zijn diepgaande integratie bespoedigt de EPLAN Pro Panel Profes-

sional-versie op een doeltreffende manier parallelle engineering op basis

van uniforme gegevens.

En dat levert op: geen gegevensconversie, gegevenscontrole en

"reverse engineering" meer, minder kosten, stijgende kwaliteit, kortere

"time-to-market" en duurzame investeringszekerheid.

EPLAN Pro Panel Professional – uitgebreid aanbod

Naast de basisfuncties voor de 3D-montageopbouw die al in EPLAN Pro

Panel beschikbaar waren, behoren met name de volgende componenten

tot het uitgebreide aanbod van de professional-versie:

Uitgebreide functie voor de 3D-montageopbouw

NC-gegevens – definitie, beheer en projectintegratie van:

– artikelgerichte boorpatronen – individueel gedefinieerde boringen, uitsparingen en indelingen

Page 127: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 127

NC-contoureditor voor het maken van specifieke NC-contouren en

machinespecifieke NC-records

1:1-uitvoer van boorsjablonen in PDF-formaat voor het handmatig

bewerken van schakelkastcomponenten

Uitgebreid toebehorenbeheer

Aanvullende componenttypen – verzamelrails, C-profielen, gebruiker-

gedefinieerde profielen

Definitie en assemblage van verzamelrailsystemen

Uitgebreid maken van stamgegevens

Uitgebreide en geautomatiseerde definitie van de onderdelenlogica

Aanvullende verwerkingen voor productie en montage

Gegevensovername van EPLAN Cabinet-gegevens

Beschikbaarheid en installatie als add-on- of stand-alone-variant.

EPLAN Pro Panel Professional kan op de volgende manier worden ge-

ïnstalleerd:

Add-on-installatie:

Bij een add-on-installatie wordt EPLAN Pro Panel Professional toe-

gevoegd aan een reeds bestaande EPLAN Electric P8-installatie.

EPLAN Electric P8 Select en EPLAN Electric P8 Professional kunnen

op die manier modulair worden uitgebreid met speciale functies voor

de 3D-montageopbouw en voor het maken van 3D-modellen inclusief

NC-productiegegevens.

Andere nuttige aanvullingen op deze combinatie van EPLAN Electric

P8 en EPLAN Pro Panel Professional zijn aanvullende modules van

het EPLAN-platform, zoals EPLAN Project Management, EPLAN

Multi Language Translation, EPLAN Project Reference, EPLAN User

Rights Management, EPLAN API Extension en eventueel EPLAN Net

Based Wiring.

Page 128: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

128 EPLAN NEWS 2.1

Stand-alone-installatie:

Deze variant biedt omvangrijke functies voor het maken en bewer-

ken van schema's in elektrotechnische EPLAN-projecten, voor de

3D-montageopbouw en het maken van 3D-modellen inclusief NC-pro-

ductie-informatie.

In tegenstelling tot de add-on-installatie kan de stand-alone-variant

van EPLAN Pro Panel Professional niet modulair worden uitgebreid

met aanvullende modules van het EPLAN-platform, zoals EPLAN

Project Management, EPLAN Revision Management, EPLAN Multi

Language Translation of EPLAN Change of Standard.

Opmerking:

Een gedetailleerd overzicht van de aanvullende EPLAN-modules, die in

combinatie met EPLAN Pro Panel Professional kunnen worden gebruikt,

kunt u vinden in de specificaties van EPLAN Pro Panel Professional.

Hieronder wordt eerst de modularisatie van EPLAN Pro Panel Professio-

nal behandeld, waarna een aantal van de belangrijkste nieuwe functies

worden gepresenteerd. Meer informatie over deze en andere functies

vindt u in de online-Help in de paragraaf "EPLAN Pro Panel".

Daarbij komen de volgende onderwerpen aan bod:

"Modularisatie van EPLAN Pro Panel Professional" (zie pagina 129)

"Productiegegevens voor NC-machines" (zie pagina 132)

"Routeringsverbindingen genereren" (zie pagina 133)

"Productiegegevens voor draadconfectioneringsmachines" (zie pagi-

na 143)

"Verwerking montagelijst" (zie pagina 144)

"Ondersteuning bij het maken van stamgegevens" (zie pagina 146)

"Import en export van gegevens" (zie pagina 149)

"Gegevensovername uit EPLAN Cabinet" (zie pagina 151).

Page 129: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 129

Modularisatie van EPLAN Pro Panel Professional

Het modulepakket EPLAN Pro Panel Professional kan optioneel worden

uitgebreid met de volgende aanvullende modules:

EPLAN Production NC <interfacenaam>:

Deze NC-interfacemodules geven de coördinaten en afmetingen van

boorgaten, uitsparingen of geblokkeerde vlakken (alleen bij Perforex-

machines), alsmede andere productiegegevens voor de bewerking

van montageplaten, deuren of bijvoorbeeld zijkanten, direct door aan

NC-boor- en freesautomaten.

Voor de volgende aanvullende modules, die als interfaces met

NC-machines dienen, zijn er licenties beschikbaar:

– EPLAN Production NC DXF (willekeurige fabrikant) – EPLAN Production NC Perforex (fabrikant Kiesling) – EPLAN Production NC Steinhauer (fabrikant Steinhauer).

EPLAN Process Wiring:

Op basis van een ontworpen schema kunt u met deze aanvullende

module automatisch en interactief routeringspadnetwerken in het

3D-model definiëren en 3D-routeringsverbindingen genereren tussen

de componenten die in de layoutruimte zijn geplaatst.

Via bedradingsblokkeringen kunnen de verbindingen bij het routeren

naar de achterkant van montageplaten, scheidingswanden of andere

schakelkastcomponenten worden geleid – ook als er voor het scha-

kelkastmodel op die plekken nog geen fysieke uitsparingen zijn

ingesteld. Het modelleren van de uitsparingen in het mechanische

ontwerp dat anders voor de routing vereist is, is niet meer nodig.

Page 130: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

130 EPLAN NEWS 2.1

De gegenereerde routeringsverbindingen vormen de basis voor ver-

schillende verwerkingen. Zo kan er bijvoorbeeld een "Algemene

bedradingsartikellijst" worden geconfigureerd en uitgevoerd. Het

geëxporteerde bestand kan door confectioneringsmachines, die dit

formaat kunnen interpreteren, worden gebruikt voor het automatisch

inkorten, labelen en aderafwerken. Met de hieronder vermelde aan-

vullende modules kunnen bovendien besturingsbestanden voor het

direct aansturen van draadconfectioneringsautomaten worden gege-

nereerd.

EPLAN Production Wiring <interfacenaam>:

Met deze aanvullende modules is het mogelijk om productiegegevens

voor draadconfectioneringsmachines van verschillende fabrikanten

uit te voeren en gegevens door te geven aan serviceverlenende be-

drijven. Voor elke interface voor een fabrikantspecifieke draadcon-

fectionering is er een aparte licentie nodig. De volgende licentie-

uitbreidingen zijn mogelijk:

– EPLAN Production Wiring CableCenter (fabrikant Metzner) – EPLAN Production Wiring CadCabel – EPLAN Production Wiring KOMAX – EPLAN Production Wiring Steinhauer PWA – EPLAN Production Wiring Schleuniger EASY ProductionServer – EPLAN Production Wiring WuS-Tec.

EPLAN STEP Export:

Met deze aanvullende module is het mogelijk om de grafische

3D-gegevens van een layoutruimte uit te voeren in het op internatio-

naal vlak gebruikelijke STEP-formaat (STandard for the Exchange of

Product Model Data). De geëxporteerde gegevens kunnen in externe

CAD-programma's worden geladen en weergegeven, voor zover het

desbetreffende externe programma over een functie voor STEP-im-

port beschikt.

Page 131: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 131

Opmerkingen:

Bij de STEP-export worden alleen de gefacetteerde 3D-gegevens

van het EPLAN Pro Panel-model doorgegeven. Informatie over ana-

lytische curven, vlakken of volumes wordt niet geëxporteerd.

De aanvullende module "EPLAN STEP Export" is optioneel verkrijg-

baar als uitbreiding van de licentie voor EPLAN Pro Panel en EPLAN

Pro Panel Professional. EPLAN Project Processing:

Met deze aanvullende module kunnen gegevens uit externe program-

ma's (CAE-systemen, ERP-systemen etc.) alsmede handmatige ge-

maakte gegevens over apparaten en verbindingen worden overge-nomen in verschillende bestandsformaten (*.txt, *.csv, *.asc).

Noodzakelijke extra informatie, zoals het niveau bij etageklemmen,

wordt uitgebreid met basisfuncties van het EPLAN-platform.

Op basis van de onderdelen en verbindingen die op deze manier

worden overgenomen, is het mogelijk om in de 3D-montageopbouw-

navigator een 3D-montageopbouw inclusief routeringsverbindingen

te maken.

Deze functie zorgt ervoor dat in de schakelkast- en schakelcentrum-

bouw niet alleen EPLAN-projectgegevens, maar ook gegevens uit

vreemde CAE-systemen of bijvoorbeeld ERP-systemen in EPLAN Pro

Panel Professional kunnen worden verwerkt.

Page 132: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

132 EPLAN NEWS 2.1

Productiegegevens voor NC-machines

NC-machines zijn boor-, snij- of freesautomaten die via een besturings-

programma informatie uit de planningsfase in productieprocessen kun-

nen omzetten. NC-productie wordt in de schakelkastbouw overwegend

toegepast voor montageplaten, deuren en andere assembleerbare

schakelkastcomponenten. Met EPLAN Pro Panel Professional kunnen er

productiegegevens voor NC-machines worden gemaakt en via de desbe-

treffende interface worden geëxporteerd.

In de contoureditor van EPLAN Pro Panel Professional worden contou-

ren grafisch gemaakt en door het genereren van een NC-record voorzien

van machinespecifieke informatie. Bovendien kunnen er boringen en

elementen in een freescontour worden geplaatst. Net als plotkaders en

formulieren wordt de contoureditor geopend via het menupad Hulppro-

gramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens).

In de 3D-montageopbouw kunnen mechanische componenten zoals

montageplaten, deuren en zijwanden worden voorzien van verschillende,

ook vrij gedefinieerde uitsparingen. Deze handmatig geplaatste openin-

gen worden desgewenst uitgevoerd naar NC-machines of zogeheten

"boorsjablonen".

Met boorsjablonen is in EPLAN Pro Panel Professional de uitvoer moge-

lijk van componentaanzichten inclusief de bijbehorende boorpatronen en

uitsparingen op schaal 1:1, in de vorm van een PDF-bestand per compo-

nent en aanzicht en inclusief gegevens over de boorcoördinaten.

Deze sjablonen – op schaal 1:1 afgedrukt met een plotter of grootfor-

maatprinter – dienen voor het handmatig boren en bewerken van de

montageplaat. In EPLAN wordt deze export uitgevoerd via het menupad

Hulpprogramma's > Verwerkingen > Mechanische bewerking >

Boorsjabloon.

Page 133: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 133

Met de NC-DXF-interface kunt u de coördinaten en afmetingen van de

boorgaten en overige productiegegevens voor de bewerking van mon-

tageplaten, deuren en zijkanten direct doorgeven aan NC-boor- en frees-

automaten en deze als basis voor het programmeren van de machines

gebruiken.

Met de NC-Perforex- en NC-Steinhauer-interface kunnen er originele,

speciaal op de specifieke machine afgestemde NC-machineprogramma's

worden gegenereerd. Die kunnen in Perforex- en Steinhauer-bewer-

kingsmachines worden gebruikt. Het machineprogramma hoeft niet meer

moeizaam handmatig te worden uitgebreid.

De NC-machine-interfaces (DXF, Perforex, Steinhauer) zijn verkrijgbaar

als aanvullende modules. De NC-export wordt verricht via de menuop-

drachten Hulpprogramma's > Verwerkingen > Mechanische bewer-

king > "Interfacenaam".

Routeringsverbindingen genereren

De meerlijnige verbindingen tussen de onderdelen in het schema dienen

als basis voor het bepalen van de optimale routeringstrajecten en draad-

lengten binnen de 3D-montageopbouw. Tussen de logica-componenten

die in een 3D-layoutruimte zijn geplaatst, kunnen op die manier 3D-ver-

bindingen worden gerouteerd (gegenereerd). Deze verbindingen met het

weergavetype "3D-montageopbouw" worden in het EPLAN-platform aan-

geduid als routeringsverbindingen. Een routeringsverbinding heeft alle

eigenschappen die een meerlijnige verbinding ook heeft, en beschikt

bovendien over informatie over zijn routeringstraject.

Page 134: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

134 EPLAN NEWS 2.1

Werkwijze bij het routeren van verbindingen

Het routeren van verbindingen wordt verricht in meerdere stappen achter

elkaar:

Definiëren van meerlijnige verbindingen in het schema, toewijzen van

een artikel aan de verbinding

Plaatsen van 3D-artikelplaatsingen van de betrokken objecten in de

layoutruimte

Definiëren van een routeringspadnetwerk dat beschikbaar is voor het

routeren van de verbinding (automatisch gevormd op basis van ge-

plaatste kabelgoten etc.; kan interactief worden uitgebreid)

Genereren van de routeringsverbindingen

Bepalen van het routeringstraject (totaal van de routeringspaden,

bedradingsblokkeringen en routeringsbereiken die een in de layout-

ruimte gerouteerde verbinding doorloopt).

Als de meerlijnige verbinding een toegewezen draadartikel heeft, wordt

de routeringsverbinding wat betreft kleur en diameter volgens de specifi-

caties uit het artikel gevisualiseerd en is zodoende ook voorbereid voor

de bestelling of productie van draden.

Hieronder gaan we ervan uit dat de eerste twee stappen al zijn uitge-

voerd. De beschreven stappen zijn enkel de stappen die relevant zijn

voor het routeren.

Routeringspaden

Een routeringspadnetwerk, waarin kabels en verbindingen worden ge-

routeerd, bestaat uit met elkaar verbonden routeringspaden, routerings-

bereiken en bedradingsblokkeringen.

Page 135: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 135

Routeringspaden zijn ingevoegde standaardpaden, waarlangs verbin-

dingen kunnen worden gerouteerd. Routeringspaden worden grafisch

weergegeven door blauwe lijnen met snappunten aan het start-, eind-

en middelpunt.

Bij de routeringspaden wordt er een onderscheid gemaakt tussen auto-

matische en handmatige routeringspaden:

Automatische routeringspaden:

Bij het genereren van het routeringspadnetwerk worden er, met ge-

bruikmaking van de geplaatste kabelgoten, routeringsbereiken en

uitsparingen, automatisch routeringspaden gegenereerd.

Handmatige routeringspaden:

Routeringspaden kunnen ook handmatig worden gegenereerd om het

routeringspadnetwerk buiten kabelgoten uit te breiden. Bij dit soort

routeringspaden wordt het routeringstraject gespecificeerd door wille-

keurige start- en eindpunten.

Page 136: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

136 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

Op de onderstaande afbeelding is een handmatig ingevoegd routerings-

pad afgebeeld.

Routeringsbereiken

In routeringsbereiken worden de verbindingen niet langs een routerings-

pad geleid, maar wordt er altijd volgens de kortst mogelijke, directe ver-

binding gerouteerd. Zo kan bijvoorbeeld een bedrading op de achterzijde

van een montageplaat worden gerealiseerd.

In een routeringsbereik mogen geen componenten liggen of binnen-

komen, aangezien er anders conflicten ontstaan en deze componenten

bij het routeren niet worden meegenomen. Deze voorwaarde wordt

gecontroleerd door middel van de controleprocedure 026036.

Page 137: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 137

Bedradingsblokkeringen

Bedradingsblokkeringen zijn bedoeld om verbindingen bij het routeren

naar de achterkant van montageplaten, scheidingswanden of andere

schakelkastcomponenten te sturen, zonder dat er een uitsparing in het

model van de component aanwezig is. Die uitsparing wordt namelijk

mogelijk pas in een latere fase van de productie van de component

ingevoegd. Een bedradingsblokkering krijgt slechts één routeringspad.

Daardoor kan de bedradingsblokkering ook slechts verbindingen uit één

richting krijgen.

Voor het invoegen van een bedradingsblokkering kiest u de menuop-

drachten Invoegen > Bedradingsblokkering. Met een start- en eind-

punt definieert u de bedradingsblokkering op een ingeschakeld vlak van

een montageplaat of deur. De bedradingsblokkering wordt als blokje in

de component ingevoegd.

Iedere keer dat een verbinding door een bedradingsblokkering wordt

gevoerd, wordt er een lengtetoeslag bijgeteld. Voor de lengtetoeslag is

er in de projectspecifieke instellingen voor de routeringsverbindingen een

projectoverkoepelende standaardinstelling. De toeslag kan echter ook

individueel voor elke bedradingsblokkering in het eigenschappendialoog-

venster worden gedefinieerd. Dat kan met de eigenschap Lengtetoe-

slag (ID 36031).

Routeringspadnetwerk

Het routeringspadnetwerk vormt de basis waarin de routeringsverbindin-

gen worden gerouteerd. Als er iets in het traject is gewijzigd, bijvoorbeeld

door het toevoegen van routeringspaden, routeringsbereiken en / of be-

dradingsblokkeringen, moet het routeringspadnetwerk opnieuw worden

gegenereerd.

Page 138: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

138 EPLAN NEWS 2.1

Om het routeringspadnetwerk voor een 3D-montageopbouw in een

geopende layoutruimte te genereren, kiest u de menuopdrachten Pro-

jectgegevens > Verbindingen > Routeringspadnetwerk genereren.

De informatie over alle in de layoutruimte gevonden routeringspaden

wordt verzameld en in een routeringspadnetwerk gebundeld. Daarbij

wordt er door iedere kabelgoot een automatisch routeringspad gelegd.

Opmerking:

Bij het genereren van het routeringspadnetwerk wordt de geopende

layoutruimte volledig verwerkt. Het is ook mogelijk om in de layoutruimte-

navigator meerdere layoutruimtes te markeren om deze gezamenlijk te

verwerken. Daarbij wordt er voor iedere layoutruimte een afzonderlijk

routeringspadnetwerk berekend; routeren van de ene layoutruimte naar

de andere is niet mogelijk.

Weergave van het routeringspadaanzicht

Om het actueel geldige routeringspadnetwerk in de geopende 3D-layout-

ruimte beter te herkennen, kunt u het routeringspadaanzicht gebruiken.

Kies daarvoor de menuopdrachten Beeld > Verbindingen > Route-

ringspadaanzicht.

Daardoor worden alle kanalen, routeringstrajecten, bedradingsblokke-

ringen en routeringspaden gemarkeerd waardoor een verbinding kan

lopen. Tevens wordt de transparantie van alle artikelplaatsingen in de

layoutruimte ingesteld op 50%. Op die manier is het routeringspad-

netwerk duidelijk zichtbaar. Het routeringspadaanzicht kan worden

beïnvloed door het definiëren van een verbindingsfilter.

Page 139: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 139

Routeren van verbindingen

Bij het routeren worden er tussen de 3D-artikelplaatsingen in de layout-

ruimte 3D-routeringsverbindingen gegenereerd. Die definiëren de route

die draden en kabels in het routeringspadnetwerk volgen. Als er bij een

artikelplaatsing geen aansluitingen zijn gedefinieerd, worden die voor-

afgaand aan het routeren automatisch gegenereerd.

Behalve het berekende, optimale routeringstraject of het routeringstraject

dat door de gebruiker is gedefinieerd, wordt ook de lengte van de draden

berekend. Alle berekeningen kunnen later als bedradingsinstructie wor-

den verwerkt of voor het aansturen van draadconfectioneringsmachines

worden gebruikt.

Voor het routeren van verbindingen in de geopende layoutruimte kiest

u de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Routeren.

Nadat u het te bedraden selectiebereik met de te routeren artikelplaat-

singen en verbindingen hebt geselecteerd, berekent het programma het

optimale routeringstraject en genereert het de routeringsverbindingen.

Na het routeren worden de routeringsverbindingen in de 3D-weergave

van de layoutruimte weergegeven. Als u de weergegeven layoutruimte

afsluit en op een later tijdstip opnieuw opent, worden de gerouteerde

verbindingen in de 3D-weergave in eerste instantie verborgen; ze kun-

nen echter te allen tijde weer worden weergegeven.

Page 140: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

140 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

De onderstaande afbeelding toont een routeringsverbinding door drie

kabelgoten.

Routeringsverbindingen in de verbindingen-navigator

In de boom van de verbindingen-navigator worden de gegenereerde

routeringsverbindingen met het weergavetype "3D-montageopbouw"

parallel aan de reeds aanwezige meerlijnige verbindingen weergegeven.

Dit type verbindingen is in de boomweergave aangegeven met het picto-

gram .

Met de uitbreidingen voor EPLAN Pro Panel Professional zijn er bij ver-

bindingen nu de volgende nieuwe eigenschappen beschikbaar:

Bundel (ID 31092)

Bundelgroep (ID 31093)

Routeringstraject (layoutruimte) (ID 31095)

Routeringstraject-voorinstelling (layoutruimte) (ID 31094)

Aansluitmaat bron (ID 31096)

Page 141: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 141

Aansluitmaat doel (ID 31097)

Dubbele hulzen voorgeschreven bij 2 doelen bij de bron

(ID 31098)

Dubbele hulzen voorgeschreven bij 2 doelen bij het doel

(ID 31099)

Beveiligde routering (ID 31113)

Routeringsrichting bron (ID 31114)

Routeringsrichting doel (ID 31115).

Bij het routeren wordt een aantal van de hierboven vermelde eigen-

schappen (bijvoorbeeld Routeringstraject (layoutruimte), Routerings-

richting bron etc.), alsmede een aantal andere eigenschappen (bijvoor-

beeld Lengte (ID 31003)), gevuld met waarden.

Ook in de verbindingen-navigator kunt u verbindingen routeren. Daar-

voor is in het snelmenu van de verbindingen-navigator de menuopdracht

Routeren beschikbaar. Nadat u in de boom van de navigator een reeds

bestaande meerlijnige verbinding hebt geselecteerd, kunt u hiermee door

middel van de snelmenuopdracht gericht een routeringsverbinding gene-

reren.

Bundelen van routeringsverbindingen

Achter elkaar of parallel te routeren draden kunnen door het vormen van

bundels organisatorisch worden gecombineerd en als gelabelde bundels

ter beschikking worden gesteld. Daardoor wordt het bedradingsproces

bespoedigd en wordt de volledige schakelkastproductie en -montage op

een effectieve manier gerationaliseerd.

Ook in EPLAN Pro Panel Professional hebt u de mogelijkheid om de ge-

genereerde routeringsverbindingen te bundelen. De bundels kunnen op

hun beurt in bundelgroepen worden georganiseerd. Daarbij mag een

bundel niet aan meerdere bundelgroepen worden toegewezen. Met be-

hulp van de controleprocedure 026033 kunt u dat te allen tijde contro-

leren.

Page 142: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

142 EPLAN NEWS 2.1

Routeringsverbindingen kunnen zowel handmatig via de verbindings-

eigenschap Bundel (ID 31092) als automatisch met een bijbehorende

functie worden gebundeld.

Met de interfaces voor de draadconfectionering kan deze informatie wor-

den verwerkt en doorgegeven aan productie-automaten, die vervolgens

afzonderlijke draden of geheel geconfectioneerde en gelabelde bundels

maken.

Optimaliseren van de netten

Als het bij het routeren ontstane routeringstraject niet optimaal is of als

het routeringstraject is beïnvloed door een wijziging aan de routering,

hebt u de mogelijkheid om het routeringstraject te optimaliseren.

Nadat u de gegenereerde routeringsverbindingen bijvoorbeeld in de ver-

bindingen-navigator of in de geopende layoutruimte hebt geselecteerd,

kiest u de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Netten

automatisch optimaliseren. In het dialoogvenster Netten automatisch

optimaliseren dat vervolgens wordt geopend, definieert u de instellingen

voor het optimaliseren van de netten.

Het resultaat van de netanalyse wordt in het dialoogvenster Netten

automatisch optimaliseren: Resultaatvoorbeeld weergegeven. Alle

verbindingen die in dit dialoogvenster de status "Nieuw" hebben, worden

opnieuw gerouteerd bij de optimalisatie die daarna wordt verricht.

Bij het automatisch optimaliseren worden de verbindingen als volgt aan-

gepast:

Alle aansluitingen blijven aangesloten.

De totale lengte van de te routeren draden is zo kort mogelijk.

Er komen maximaal twee verbindingen op een aansluiting uit.

Er wordt altijd een verbindingsketting gegenereerd.

Page 143: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 143

Aanpassing van het schema

Op basis van de berekende bedradingsvolgorde in de virtuele 3D-proto-

types van de schakelkast kunnen ook de verbindingen in het schema

worden geoptimaliseerd en dienovereenkomstig opnieuw worden ge-

nummerd. Daarbij worden de bestaande verbindingen in het schema

"logisch" gecorrigeerd. Daardoor ontstaan er een of meer netten met

netgebaseerde verbindingen, waarvoor in het schema netdefinitiepunten

worden ingevoegd.

Opmerking:

Om de geoptimaliseerde netten in het meerlijnige schema via de net-

definitiepunten verder te kunnen bewerken, hebt u de aanvullende mo-

dule "EPLAN Net Based Wiring" nodig. Deze module is verkrijgbaar als

optie voor EPLAN Electric P8 Professional.

Tip:

Voor het definiëren van het routeringspadnetwerk, voor het routeren van

verbindingen en voor het optimaliseren van netten kunt u ook de bijbeho-

rende knoppen op de werkbalk Pro Panel-routeren gebruiken.

Productiegegevens voor draadconfectioneringsmachines

Op basis van de in de layoutruimte gegenereerde routeringsverbindingen

kunt u een "algemene bedradingsartikellijst" uitvoeren. Dit bestand kan

door confectioneringsmachines die dit formaat kunnen interpreteren,

worden gebruikt voor het automatisch inkorten en afwerken van aderein-

den.

Page 144: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

144 EPLAN NEWS 2.1

Bovendien is het met EPLAN Pro Panel Professional mogelijk om pro-

ductiegegevens voor draadconfectioneringsmachines van de volgende

fabrikanten en servicebedrijven uit te voeren:

CadCabel

Komax

Metzner (Triathlon Kabelcenter)

Schleuniger (Easy Production Server)

Steinhauer (Personal Wiring Assistant)

Wus-TEC.

Voor elk van de vermelde machine- of fabrikanteninterfaces is een apar-

te licentie via de bijbehorende aanvullende module "EPLAN Production

Wiring <interfacenaam>" nodig.

Verwerking montagelijst

In EPLAN Pro Panel Professional is het mogelijk om voor de 3D-artikel-

plaatsingen van een layoutruimte de verwerking Montagelijst te genere-

ren. Montagelijsten worden gebruikt om de hiërarchische structuur van

een 3D-montageopbouw in de layoutruimte in een verwerking weer te

geven. Hierbij kan de verwerking voor een specifieke artikelplaatsing

(montageplaat, schakelkast, verzamelrails etc.) worden uitgevoerd.

Bij deze functiegerichte verwerking worden de 3D-artikelplaatsingen

verwerkt waarvoor in het eigenschappendialoogvenster de nieuwe

eigenschap Montagelijst maken (ID 36032) is ingeschakeld. Deze

eigenschap kan bij alle 3D-functies (behalve bij montageoppervlakken)

via de eigenschapselectie worden gekozen. Voor onderdelen met in-

geschakelde eigenschap worden in de uitgevoerde montagelijst alle

onderdelen weergegeven van het hiërarchieniveau dat er direct onder

ligt. Daarbij worden de weergegeven objecten standaard op legenda-

positie gesorteerd.

Page 145: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 145

U kunt in het dialoogvenster Verwerking definiëren een montagelijst

genereren met het nieuwe verwerkingstype "Montagelijst". Net als bij

andere functiegerichte verwerkingen kunt u de uitvoer van de montage-

lijst handmatig selecteren. In het vervolgdialoogvenster Handmatig

selecteren worden alle 3D-artikelplaatsingen weergegeven waarvan de

eigenschap Montagelijst maken is ingeschakeld.

Voorbeeld:

Als de eigenschap Montagelijst maken voor bijvoorbeeld een schakel-

kast is ingeschakeld, worden de onderdeelgegevens van de schakelkast

uitgevoerd in het kopbereik van de verwerking. In het gegevensbereik

worden alle onderdelen weergegeven die zich in de layoutruimte hiërar-

chisch direct onder deze schakelkast bevinden.

Voor een montageplaat die in deze schakelkast is geplaatst, worden de

bijbehorende onderdelen die zich op een lager hiërarchieniveau bevin-

den niet uitgevoerd. Als u dat wel wilt, kan ook de eigenschap Montage-

lijst maken voor de montageplaat worden ingeschakeld. In dat geval

wordt er een tweede montagelijst met de gegevens van de montageplaat

en de daarop geplaatste onderdelen uitgevoerd.

Formulieren voor montagelijsten

Bij het genereren van de montagelijst wordt het formulier gebruikt dat in

het projectspecifieke dialoogvenster Instellingen: Uitvoer naar pagi-na's voor het nieuwe formuliertype "Montagelijst (*.f32)" is opgegeven.

Page 146: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

146 EPLAN NEWS 2.1

Voor formulieren van dit type kunnen er in het dialoogvenster Tijdelijke

aanduiding-tekst - Montagelijst tijdelijke aanduiding-teksten uit de

volgende elementen worden geselecteerd:

Artikelgegevens

Artikelplaatsingen

Artikelreferentiegegevens

Onderdeelgegevens

Record.

U kunt daarbij zowel in het kopbereik als in het gegevensbereik dezelfde

tijdelijke aanduiding-teksten selecteren.

In de layoutruimte-navigator filteren op relevante onderdelen

Als u wilt weten welke onderdelen er voor het genereren van de mon-

tagelijst zullen worden gebruikt, maakt u voor de layoutruimte-navigator

een nieuw filter en selecteert u als filtercriterium voor dat filter de nieuwe

eigenschap Montagelijst maken.

Ondersteuning bij het maken van stamgegevens

Bij het maken van stamgegevens wordt u ondersteund door talrijke

functies in EPLAN Pro Panel Professional. Een aantal van die nieuwe

functies wordt op andere plekken in dit document behandeld. Lees daar-

voor ook de paragrafen "Boomconfiguratie voor alle hoofdknooppunten"

op pagina 23 en "Montageoppervlakken genereren" op pagina 44.

Automatische schakelkastinterpretatie

Met de functie "Automatische schakelkastinterpretatie" geeft u de be-

staande logica van een schakelkast door aan een andere schakelkast

van hetzelfde ontwerptype die nog moet worden gedefinieerd. Op die

manier is het maken van eigen schakelkastseries aanzienlijk eenvou-

diger en sneller, en veel minder moeizaam.

Page 147: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 147

Om een geïmporteerd 3D-object in de geopende layoutruimte als scha-

kelkast op te slaan, kiest u de menuopdrachten Bewerken > Onder-

delenlogica > Automatische schakelkastinterpretatie. Nadat u het

gewenste 3D-object hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Voor-

beeldkast selecteren geopend. Hier selecteert u de schakelkast die

als interpretatievoorbeeld wordt gebruikt en waarvan de eigenschappen

worden doorgegeven aan de te interpreteren schakelkastgeometrie.

Vervolgens worden de componentdefinities en de onderdelenlogica van

de voorbeeldkast doorgegeven aan de nieuwe schakelkast, inclusief

gedefinieerde montageoppervlakken op bijvoorbeeld montageplaten,

deuren en zijwanden.

Tot slot maakt u een 3D-macro van de nieuwe schakelkast en wijst u die

macro in het artikelbeheer toe aan een bijbehorend artikel.

Basispunten als speciale montagepunten voor de toebehorenplaatsing

In EPLAN Pro Panel Professional wordt er onderscheid gemaakt tussen

automatisch gegenereerde en gebruikergedefinieerde basispunten.

Automatische basispunten worden gegenereerd bij alle schakelkasten

die direct zonder macro uit de artikeldatabank worden gegenereerd (pro-

ductgroep "Schakelkast", productsubgroepen "Onderdeel" en "Frame").

Daarnaast is het mogelijk om gebruikergedefinieerde basispunten in een

macro op te slaan en deze als eigenschap van een toebehorenplaatsing

te gebruiken.

Basispunten zijn vast gedefinieerde montagepunten in een layoutruimte.

Deze speciale montagepunten zijn onderdelen van de onderdelenlogica

die worden toegepast bij het werken met schakelkasttoebehoren.

Page 148: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

148 EPLAN NEWS 2.1

Met de basispunten is het mogelijk om schakelkastcomponenten (bij-

voorbeeld zijwanden, sokkels etc.) op een vast gedefinieerde en even-

tueel door de fabrikant gespecificeerde plaats in te bouwen. Deze com-

ponenten kunnen daarna niet meer worden verplaatst. De plaatsing

wordt in het artikelbeheer in het nieuwe hoofdknooppunt Toebehoren-

plaatsing gedefinieerd.

Basispuntschema overdragen

Bij schakelkasten die als STEP-gegevens in de layoutruimte zijn geïm-

porteerd, kunnen de basispunten die voor de toebehorenplaatsing zijn

vereist interactief worden gedefinieerd .

Voor de Rittal-schakelkastsystemen "TS8", "AE" en "CM" heeft EPLAN

Pro Panel Professional voorgedefinieerde schema's en functies om de

basispunten aangepast aan de schakelkastserie automatisch te plaat-

sen. Dat maakt de toewijzing van de basispunten stukken eenvoudiger

en sneller.

Selecteer daarvoor de geïmporteerde 3D-grafische weergave in de

layoutruimte of in de layoutruimte-navigator en kies de menuopdrachten

Bewerken > Onderdelenlogica > Basispuntschema overdragen.

Nadat u in het vervolgdialoogvenster de naam van de schakelkastserie

hebt ingesteld, worden de basispunten bij de 3D-grafische weergave

automatisch gedefinieerd.

Page 149: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 149

Import en export van gegevens

In EPLAN Pro Panel Professional hebt u meerdere functies voor de im-

port en export van gegevens.

Import van gegevens

Met de import via de menuopdrachten Layoutruimte > Importeren

(3D-grafische weergave) kunnen 3D-grafische weergaven van externe

programma's worden overgenomen. De grafische gegevens moeten

daarvoor beschikbaar zijn in het internationaal gebruikelijke formaat

STEP (STandard for the Exchange of Product Model Data).

Bij deze import hebt u nu de mogelijkheid om de detailleringsgraad van

het te importeren bestand te definiëren (zie paragraaf "Detailleringsgraad

bij de import van grafische 3D-gegevens definiëren" op pagina 39).

Er zijn nog twee functies waarmee u onderdelen en routeringsverbindin-

gen uit andere CAE- of ERP-systemen kunt importeren en op basis van

die gegevens uw 3D-montageopbouw in EPLAN Pro Panel Professional

kunt ontwerpen. De import van onderdelen gaat via het menupad Pro-

jectgegevens > Onderdelen > Importeren. De import van routerings-

verbindingen gaat via het menupad Projectgegevens > Verbindingen >

Importeren (Routeringsverbindingen). Bij deze twee importacties

worden de volgende bestandstypen gebruikt:

Tekstbestand (*.txt)

Komma-gescheiden Unicode-bestand (*.csv)

ASCII-bestanden (*.asc).

Om een import van onderdelen en routeringsverbindingen te kunnen uit-

voeren, hebt u een licentie nodig voor de aanvullende module "EPLAN

Project Processing".

Page 150: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

150 EPLAN NEWS 2.1

Export van gegevens

De grafische 3D-gegevens van een layoutruimte kunnen met de menu-

opdrachten Layoutruimte > Exporteren in verschillende formaten

(STEP, VRML) worden geëxporteerd.

Zoals reeds vermeld op een andere plek in dit document, kunt u met de

menuopdracht STEP de grafische gegevens in het formaat STEP uitvoe-

ren (zie paragraaf "STEP-export als nieuwe uitbreiding" op pagina 46).

Voor deze export hebt u een licentie nodig voor de aanvullende module

"EPLAN STEP Export".

Opmerking:

Bij de STEP-export worden alleen de gefacetteerde 3D-gegevens van

het EPLAN Pro Panel-model doorgegeven. Informatie over analytische

curven, vlakken of volumes wordt niet geëxporteerd.

Bij de export via de submenuopdracht VRML wordt er een bestand in het

formaat VRML (Virtual Reality Modeling Language) gegenereerd. De

geëxporteerde gegevens kunnen voor de visualisatie in 3D en voor een

betere communicatie met andere afdelingen, leveranciers en klanten

worden weergegeven in browsers en daar naar alle kanten worden ge-

draaid en worden vergroot / verkleind.

De dialoogvensters voor de export van grafische 3D-gegevens lijken op

de exportdialoogvensters die van het EPLAN-platform bekend zijn (bij-

voorbeeld voor de DXF- / DWG-export). De instellingen voor de STEP-

en de VRML-export dient u in de gebruikersinstellingen (submap Inter-

faces) in een instellingsdialoogvenster te verrichten.

Page 151: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 151

Gegevensovername uit EPLAN Cabinet

Om de investeringen die u doet in het maken van EPLAN Cabinet-ge-

gevens te beschermen, heeft EPLAN Pro Panel Professional een groot

aantal krachtige functies voor efficiënte gegevensmigratie. Op die manier

is hergebruik van bestaande EPLAN Cabinet-gegevens binnen het

EPLAN-platform gewaarborgd.

Met de EPLAN Cabinet-gegevensovername hebt u de mogelijkheid om

3D-projectgegevens, NC-gegevens, stamgegevens en toebehoren uit

EPLAN Cabinet door te geven aan het EPLAN-platform.

Opmerking:

Aangezien EPLAN Cabinet en EPLAN Pro Panel Professional gebruik-

maken van dezelfde EPLAN-artikeldatabank, kunnen de bestaande arti-

kelgegevens zonder gegevensmigratie in EPLAN Pro Panel Professional

worden gebruikt.

Gegevensovername van Cabinet-projecten

Bij de import van projecten worden de tekeningen van de modelruimte

en de 3D-projectgegevens uit EPLAN Cabinet-projecten doorgegeven

aan bestaande of nieuwe EPLAN-platform-projecten. De import wordt

verricht via de menuopdrachten Hulpprogramma's > Gegevensover-

name > EPLAN Cabinet > Project.

Bij de import wordt de 3D-montageopbouw uit EPLAN Cabinet desge-

wenst in een corresponderend, gelijknamig of in een nieuw EPLAN-pro-ject geïntegreerd. Daarbij wordt er voor elk tekeningenbestand (*.zei)

uit EPLAN Cabinet in het EPLAN-project een layoutruimte gegenereerd.

Het nieuwe gegenereerde of uitgebreide EPLAN-project kan vervolgens

in het EPLAN-platform worden geopend en bewerkt.

Page 152: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

152 EPLAN NEWS 2.1

De Ga naar-sprongfuncties worden layoutruimte-overkoepelend onder-

steund. Hierdoor zijn bijvoorbeeld alle kruisverwezen "delen" van een

bepaalde component of alle weergavetypen van een bepaalde functie

met elkaar gekoppeld, onafhankelijk van de vraag of deze objecten in de

2D- of 3D-weergave zijn geplaatst.

Gegevensovername van NC-gegevens

De in de NC-databank opgeslagen freescontouren uit EPLAN Cabinet

worden overgenomen via de submenuopdracht NC-gegevens. Daarbij

wordt elke contour uit de NC-databank geconverteerd in een contourbe-stand (*.fc1) van het EPLAN-platform. De freescontouren worden als

NC-records in de contourbestanden opgeslagen.

Bij deze import is het ook mogelijk om de in de NC-databank gedefini-

eerde machines en machine-instellingen uit EPLAN Cabinet over te

dragen en op een later tijdstip te gebruiken. Opnieuw afstemmen tussen

het EPLAN-platform en NC-bewerkingsmachines is overbodig. Deze

instellingen worden in het EPLAN-platform als schema opgeslagen.

Gegevensovername van stamgegevens

Bij de gegevensovername via de submenuopdracht Grafische macro

worden stamgegevens (grafische macro's, voorgemonteerde kasten,

schakelkastcomponenten) in een nieuw of reeds bestaand EPLAN-

macroproject geïmporteerd. Met een dienovereenkomstige instelling

kunt u bij deze gegevensovername uit de Cabinet grafische macro’s

automatisch 3D-macro's van het EPLAN-platform genereren.

Page 153: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

EPLAN Pro Panel Professional

EPLAN NEWS 2.1 153

Gegevensovername van toebehoren

Bij dit type gegevensovername worden de in EPLAN Cabinet gedefini-

eerde kasttoebehoren geïmporteerd in het EPLAN-artikelbeheer. Voor

de toebehoren uit EPLAN Cabinet worden in het artikelbeheer van het

EPLAN-platform toebehorenplaatsingen gegenereerd. Om deze gege-

vensovername uit te voeren, kiest u de submenuopdracht Toebehoren.

Opmerkingen:

Voor de gegevensovername van projecten en stamgegevens uit

EPLAN Cabinet moet het werkstation beschikken over een uitvoer-

bare EPLAN Cabinet-installatie met versie 2.0 of hoger, inclusief

geldige licentie.

De gegevensovername van views (gebruikergedefinieerde aanzichten

van de modelruimte), openingen in kabelgoten, gerouteerde verbin-

dingen, NC-machinespecificaties van het type "NC DXF" en NC-ge-

bruikersinstellingen (voor elementen, gedrag bij ontbrekend gereed-

schap, nabewerking) uit EPLAN Cabinet is niet mogelijk! Voor de

NC-gebruikersinstellingen worden in EPLAN Pro Panel Professional

bedrijfsinstellingen met standaardwaarden gebruikt, die u heel een-

voudig kunt aanpassen.

Meer details en informatie over deze functies vindt u in de online-Help

van het EPLAN-platform in de paragraaf "Gegevensovername uit EPLAN

Cabinet".

Page 154: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

154 EPLAN NEWS 2.1

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

Vlak na de nieuwe versie van het EPLAN-platform wordt er ook een

nieuwe versie van het EPLAN Data Portal met uitgebreide functies

gelanceerd.

Via ons internetportaal voor apparaatgegevens, het EPLAN Data Portal,

hebt u toegang tot stamgegevens van bekende fabrikanten die u direct

in het EPLAN-platform kunt overnemen. Behalve alfanumerieke artikel-

gegevens bevatten deze stamgegevens o.a. schemamacro's, artikel-

informatie in verschillende talen, voorbeeldafbeeldingen, documenten

etc. De gegevens die de fabrikanten ter beschikking stellen, worden bij

het downloaden direct geïntegreerd in het EPLAN-platform.

Voordeel: Met het EPLAN Data Portal wordt de integratie van artikelge-

gevens in het engineeringproces stukken makkelijker voor

engineers. Zonder eerst lang in fabrikantencatalogi te moeten

zoeken, kan tijdens de engineering direct gebruik worden ge-

maakt van geclassificeerde en op toepasbaarheid in EPLAN

geteste stamgegevens waardoor de engineeringstijd aan-

zienlijk wordt gereduceerd.

Hoogwaardige stamgegevens maken uniform gebruik in

EPLAN makkelijker en zorgen voor betere projectdocumen-

tatie, van schema's en gedetailleerde verwerkingen tot en

met de integratie van fabrikantendocumentatie (informatie-

bladen, handboeken) in hoogwaardige productieplannen.

Ook bij de inbedrijfstelling en bij onderhoudswerkzaamheden

zijn gedetailleerde componentgegevens van doorslaggevend

belang.

Het is mogelijk om elk artikel en elke component selectief te

downloaden. Dat zorgt voor een duidelijke structuur en ge-

richte actualisatie van uw persoonlijke artikelbeheer.

Page 155: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

EPLAN NEWS 2.1 155

Om op een productieve manier gebruik te maken van het portaal, hebt

u de aanvullende module "EPLAN Data Portal" en een geldig software-

servicecontract voor uw EPLAN-licentie nodig. Zodra de nieuwe versie

van het EPLAN Data Portal beschikbaar is, kunt u de website

http://www.eplandata.de/portal/ gebruiken om snel artikelen te zoeken.

De aanvullende module kan door de volgende programmavarianten van

het EPLAN-platform worden gebruikt:

EPLAN Electric P8 (versie 2.1)

EPLAN Fluid (versie 2.1)

EPLAN PPE (versie 2.1)

EPLAN Pro Panel Professional (versie 2.1)

EPLAN Education for Classrooms (versie 2.1).

Opmerkingen:

Om van het EPLAN Data Portal gebruik te kunnen maken, hebt u een

internetverbinding nodig en mag de toegang niet door een firewall of

andere beveiligingsprogramma's worden geblokkeerd! Als u proble-

men ondervindt, controleer dan eerst de firewall, de virusscanner of

de proxy-instellingen.

EPLAN Data Portal kan worden gebruikt met Microsoft Internet

Explorer 8 en Internet Explorer 9.

Nadat de aanvullende module via de EPLAN Setup Manager is geïnstal-

leerd, wordt deze met zijn dialoogvensters (navigator, instellingen etc.)

geïntegreerd in de gebruikersinterface van het EPLAN-platform. Nadat u

een gebruikersaccount hebt gecreëerd, opent u de EPLAN Data Portal-

navigator door in het menu Hulpprogramma's de menuopdracht Data

Portal-navigator te kiezen.

Page 156: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

156 EPLAN NEWS 2.1

Een overzicht van de belangrijkste vernieuwingen van het EPLAN Data Portal:

Nog meer gegevens en fabrikanten

Het EPLAN Data Portal bevat steeds meer componentgegevens en

deze worden steeds omvangrijker. Er zijn nog meer fabrikanten (bij-

voorbeeld Endress+Hauser) toegevoegd aan de lijst met meer dan

dertig fabrikanten van componenten. Fabrikanten die al wat langer

deel uitmaken van het portaal, breiden de omvang van hun gegevens

in het EPLAN Data Portal permanent uit.

Toegang via een webbrowser zonder aanmelden

Met de lancering van het nieuwe EPLAN-platform kunt u via een web-

browser toegang tot het EPLAN Data Portal krijgen, ook als u niet met

EPLAN werkt en via uw EPLAN-programmavariant met het EPLAN

Data Portal bent verbonden.

In dergelijke gevallen kunt u informatie inwinnen over de artikelen in

het EPLAN Data Portal, maar een productieve toegang tot de gege-

vens is niet mogelijk. Zo is bijvoorbeeld het importeren van artikelen

en invoegen van macro's of artikelen in de grafische editor van het

EPLAN-platform pas mogelijk als u een programmavariant van het

EPLAN-platform hebt opgestart en u bent aangemeld op het EPLAN

Data Portal.

Deze variant houdt in dat de artikelen van de in het EPLAN Data

Portal aanwezige fabrikanten worden opgezocht en als zoekresultaat

worden weergegeven, als u het artikel of de artikelen gewoon zoekt

via internet (bijvoorbeeld met Google of een andere zoekmachine).

Nieuwe catalogus "eCl@ss"

Als u op de knop (catalogus weergeven) klikt om de artikelen in

een catalogusstructuur weer te geven, beschikt u in de vervolgkeuze-

lijst Productcatalogus nu over een item voor eCl@ss.

Page 157: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

EPLAN NEWS 2.1 157

Als u dit item selecteert, worden de artikelen van het EPLAN Data

Portal gerangschikt volgens het classificatiesysteem eCl@ss. De

boom van deze productcatalogus heeft dan de numerieke klassen-

structuur van eCl@ss. In deze catalogus worden alleen artikelen

weergegeven die de fabrikanten volgens eCl@ss hebben geclassifi-

ceerd.

Als u binnen uw bedrijf al met de eCl@ss-structuur werkt, is dat een

aanzienlijk voordeel bij de oriëntatie in het EPLAN Data Portal.

Koppeling van productconfigurators met het EPLAN-platform

Met het EPLAN Data Portal 2.1 is het mogelijk om productconfi-

gurators met het EPLAN-platform te koppelen. Daardoor zult u de

mogelijkheid hebben om de gewenste producten direct met de pro-

ductconfigurators van de desbetreffende componentenfabrikant te

configureren – direct in het EPLAN Data Portal, online en web-based.

Nieuwe koppeling met de Endress+Hauser-configurator

In de nieuwe versie is de Endress+Hauser-configurator gekoppeld

met het EPLAN Data Portal. Met deze configurator kunt u de basis-

artikelen van Endress+Hauser volgens uw vereisten configureren

(zie paragraaf "Gebruikergedefinieerde artikelen maken met de

configurator van Endress+Hauser" op pagina 160).

Nieuwe koppeling met de Rittal Therm-configurator

Met dit ontwerp- en berekeningsprogramma voor verwarmings-, koel-

en airconditioningsoplossingen van de firma Rittal kan de ventilatie-

behoefte van schakelkasten worden bepaald. De vereiste airconditio-

ningsapparaten en toebehoren worden berekend en inclusief toebe-

horen geconfigureerd, waarna deze in het winkelmandje van het

EPLAN Data Portal kunnen worden gelegd. Vervolgens kunnen de

componenten worden doorgegeven aan de apparatenlijst van het

EPLAN-platform en voor het verdere ontwerp worden gebruikt (zie

paragraaf "De Rittal Therm-configurator openen" op pagina 162).

Page 158: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

158 EPLAN NEWS 2.1

Artikelen uit het winkelmandje importeren in de apparatenlijst

Met een nieuwe functie kunt u nu artikelen uit het winkelmandje van

het EPLAN Data Portal doorgeven aan de apparatenlijst van het

EPLAN-platform (zie de bijbehorende paragraaf op pagina 163).

Gericht macrovarianten invoegen

Met de nieuwe versie van het EPLAN Data Portal hebt u nu de moge-

lijkheid om een bepaalde variant van een macro (bijvoorbeeld vari-

ant C) gericht te selecteren en in de grafische editor van het EPLAN-

platform te plaatsen (zie de bijbehorende paragraaf op pagina 164).

Omvang van de artikelimport beïnvloeden

Tot nu toe werden bij de import van een artikel uit het EPLAN Data

Portal altijd ook alle bijbehorende documenten, macro's etc. geïmpor-

teerd. Naargelang het artikel kan dat redelijk wat tijd in beslag nemen.

In de nieuwe versie hebt u nu de mogelijkheid om de omvang van de

import te beïnvloeden.

Daarvoor is het dialoogvenster Instellingen met het groepsvak

Omvang van de artikelimport uitgebreid. Met vier nieuwe selectie-

vakjes kunt u hier definiëren of de grafische macro, het EMI-model,

de Cabinet grafische macro en de bijbehorende documenten bij de

import van een artikel ook worden geïmporteerd.

Verbeterde plaatsing van artikelen

De artikelen in het EPLAN Data Portal zijn aangepast aan de uitbrei-

dingen in het EPLAN-platform. Dat geldt met name voor de nieuwe

gegevensvelden in het EPLAN-artikelbeheer (toebehorenplaatsingen,

artikelen met meerdere boorpatronen (constructies) etc.). Bovendien

is het nu mogelijk om artikelen voor de 3D-montageopbouw (bijvoor-

beeld schakelkasten, verzamelrails etc.) in een geopende layout-

ruimte direct te plaatsen.

Page 159: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

EPLAN NEWS 2.1 159

Verbeterde gebruikersinterface

Om de uniformiteit van de gebruikersinterface te verhogen, worden in

het EPLAN Data Portal voor de artikelen nu dezelfde pictogrammen

gebruikt als in het EPLAN-artikelbeheer.

Als u in de nieuwe versie van het EPLAN Data Portal door de lijst met

artikelen, een gevuld winkelmandje etc. scrollt, wordt er nu boven die

weergave een contextafhankelijke werkbalk met de belangrijkste func-

ties weergegeven.

Voorbeeld:

De onderstaande afbeelding toont de contextafhankelijke werkbalk bij

het scrollen door de lijst met artikelen.

Raadpleeg voor informatie over alle vernieuwingen onze website

www.eplan.de/portal-news. Meer informatie over alle nieuwe functies

vindt u ook in de online Help van de EPLAN Data Portal Server.

Page 160: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

160 EPLAN NEWS 2.1

Gebruikergedefinieerde artikelen maken met de configu-rator van Endress+Hauser

Met de nieuwe versie van het EPLAN Data Portal beschikt u nu over een

koppeling met de productconfigurator van Endress+Hauser. Met die kop-

peling hebt u web-based direct vanuit het EPLAN Data Portal toegang tot

de Endress+Hauser-productconfigurator en kunt u de gewenste artikel-

gegevens direct overnemen in EPLAN. Deze configurator wordt in de

rest van dit document E+H-configurator genoemd.

Op basis van een basisartikel maakt u met de E+H-configurator een

gebruikergedefinieerde productconfiguratie die u opslaat als gebruiker-

gedefinieerd artikel. Het openen van de E+H-productconfigurator en het

ter beschikking stellen van de artikelgegevens in EPLAN-formaat lopen

direct via het EPLAN Data Portal.

U start de E+H-configurator door bijvoorbeeld in de visitekaartje-weer-

gave van de artikellijst voor een artikel van Endress+Hauser op de knop

te klikken. Vervolgens wordt in het EPLAN Data Portal een webpagi-

na van Endress+Hauser met de configurator geopend.

Voer in de E+H-configurator voor het geselecteerde artikel de gewenste

instellingen uit. Daardoor wordt het veld naast het winkelmandjesymbool

gevuld en wordt er een bestelnummer gegenereerd. Om de gemaakte

configuratie te controleren en op te slaan, klikt u op het winkelmandje-

symbool.

Als u alle vereiste gegevens hebt opgegeven, wordt de E+H-configurator

afgesloten en wordt er in het EPLAN Data Portal een gebruikergedefini-

eerd artikel gegenereerd. Net als alle andere artikelen kunt u dat artikel

in het artikelbeheer van het EPLAN-platform importeren of als apparaat

in de grafische editor importeren.

Page 161: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

EPLAN NEWS 2.1 161

Lijst met gebruikergedefinieerde artikelen

Alle gebruikergedefinieerde artikelen worden verzameld in een aparte

artikellijst. Om deze lijst te laten weergeven, klikt u in de bovenste werk-

balk op de knop . De artikelen die in de lijst Gebruikergedefinieerde

artikelen zijn verzameld, kunnen met de desbetreffende knoppen alle-

maal tegelijk worden geïmporteerd of verwijderd.

De knop en de lijst Gebruikergedefinieerde artikelen zijn alleen be-

schikbaar als er met de E+H-configurator gebruikergedefinieerde artike-

len zijn gegenereerd. Gebruikergedefinieerde artikelen worden in het

EPLAN Data Portal kortstondig opgeslagen en vervolgens verwijderd.

Gebruikergedefinieerde artikelen direct maken

Als u het bestelnummer van een geconfigureerd artikel weet, kunt u dat

nummer gebruiken om de E+H-configurator te starten met voorgedefini-

eerde instellingen.

Daarvoor selecteert u in de catalogus of in de artikellijst de artikelen van

Endress+Hauser en klikt u vervolgens op de werkbalk naast het veld

Voorfilter op de knop . In het dialoogvenster dat dan wordt geopend,

voert u het bestelnummer van het desbetreffende artikel in en klikt u op

de knop [Verzenden].

Vervolgens wordt de E+H-configurator geopend met de bijbehorende

standaardinstellingen. Met een klik op het winkelmandjesymbool wordt er

een gebruikergedefinieerd artikel in het EPLAN Data Portal gegenereerd.

Door een reeds bestaande configuratie aan te passen, kunt u op die ma-

nier bijvoorbeeld snel meerdere gebruikergedefinieerde artikelen maken.

Page 162: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

162 EPLAN NEWS 2.1

De Rittal Therm-configurator openen

De nieuwe versie van het EPLAN Data Portal beschikt over een kop-

peling met de huidige versie 6.1 van de Rittal Therm-configurator. Dit

programma van Rittal zorgt voor de berekening en het ontwerp van

individuele verwarmings-, koel- en airconditioningsoplossingen voor

schakelkasten en behuizingen. Met de configurator kunt u de nodige

componenten in Rittal Therm bepalen, er een algehele oplossing van

maken en deze via het winkelmandje doorgeven aan het EPLAN Data

Portal.

Opmerking:

Om vanuit het EPLAN Data Portal de Rittal Therm-configurator te kun-

nen openen, moet u zich eerst bij Rittal Therm registreren (bijvoorbeeld

onder http://www.rittal.com/registration). Daar krijgt u de gegevens die

nodig zijn voor het aanmelden bij de configurator.

Voorafgaand aan het openen van de Rittal Therm-configurator kunt u de

taal voor de configurator en uw aanmeldingsgegevens bij Rittal Therm

invoeren in het dialoogvenster Instellingen. Op die manier zijn de taal-

keuze en het aanmelden bij Rittal Therm niet meer nodig; die zou u

anders moeten verrichten als u de Rittal Therm-configurator voor het

eerst opent.

Om de Rittal Therm-configurator te openen, selecteert u de fabrikant

Rittal en klikt u vervolgens op de werkbalk naast het veld Voorfilter op

de knop .

In Rittal Therm 6.1 wordt de schakelkastventilatie in projecten ontwor-

pen. In een project voert u voor een geselecteerde schakelkastbehuizing

de relevante gegevens (verliesvermogen, max. buiten- en binnentempe-

ratuur etc.) voor de berekening in. Nadat de berekening is uitgevoerd en

er is bepaald welke koeltoestellen er nodig zijn, kunt u de vereiste artike-

len doorgeven aan het EPLAN Data Portal.

Page 163: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

EPLAN NEWS 2.1 163

Daarvoor klikt u in de samenvatting van een project op de knop .

De desbetreffende hoofdartikelen en de toebehoren worden doorgege-

ven aan het winkelmandje van het EPLAN Data Portal. Als er al artikelen

in het winkelmandje zitten, wordt er een vraag weergegeven waarmee u

het winkelmandje eerst leeg kunt maken.

Met een nieuwe functie van het winkelmandje kunt u die artikelen dan in

de EPLAN-apparatenlijst importeren en van daaruit als apparaat in een

geopende layoutruimte plaatsen.

Artikelen uit het winkelmandje importeren in de appa-ratelijst

Op de werkbalk van het winkelmandje beschikt u nu over de nieuwe

knop . Met deze knop kunt u de artikelen die in het winkelmandje

zitten in de apparatenlijst van het EPLAN-platform importeren.

Op die manier kunt u de apparatenlijst van het EPLAN-platform vullen

met artikelen uit het EPLAN Data Portal. Vanuit de apparatenlijst kunnen

de artikelen vervolgens als apparaten in het schema / in de 3D-layout-

ruimte worden geplaatst.

Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

De artikelen zijn aanwezig in het artikelbeheer. (Daarvoor moet u

deze artikelen eventueel eerst in het artikelbeheer importeren.)

De artikelen hebben een macro of informatie over de breedte, hoogte

en diepte voor de vereenvoudigde weergave in de 3D-layoutruimte.

Page 164: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in het EPLAN Data Portal

164 EPLAN NEWS 2.1

Een bepaalde macrovariant invoegen

Als een macro, die bij een artikel in het EPLAN Data Portal is opgesla-

gen, over meerdere varianten beschikt, hebt u nu de mogelijkheid om

een bepaalde macrovariant gericht te selecteren voor plaatsing in de

grafische editor.

Klik daarvoor in de detailweergave van een artikel op het macrovoor-

beeld en open zodoende de macrodetailweergave. Klik hier op de knop

die zich naast het veld Varianten van macro <macronaam> bevindt.

Hierdoor worden de varianten onder de macrodetailweergave weerge-

geven. Om een specifieke variant in te voegen, klikt u op de knop

die zich direct boven de desbetreffende variantnaam bevindt. De macro-

variant hangt nu aan de muisaanwijzer en kan in de grafische editor

worden geplaatst.

Page 165: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

EPLAN NEWS 2.1 165

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

Opmerking:

De aanvullende module "EPLAN API Extension" is in het kader van

EPLAN API Developer Networks (EADN) als ontwikkelaarspakket voor

de programmavarianten EPLAN Electric P8 Professional, EPLAN Fluid

en EPLAN PPE optioneel verkrijgbaar.

Voor de producten van het EPLAN-platform is een uniforme en zeer

krachtige programmeerinterface (API, Application Programming Inter-

face) beschikbaar. Met de aanvullende module EPLAN API kunt u zelf,

in samenwerking met EPLAN of andere partners, oplossingen op maat

ontwikkelen. Meer informatie over EPLAN API en EADN vindt u op de

website van EPLAN in de rubriek "Services > EPLAN API Developer

Network".

In de volgende paragrafen staat informatie over de verschillende ver-

nieuwingen in EPLAN API. Om met de nieuwe versie van EPLAN API

eigen toepassingen te kunnen ontwikkelen, hebt u .NET Framework 4.0

van Microsoft nodig.

Programma openen via opdrachtregelparameter

Door het gewijzigde installatiegedrag worden er nu meerdere program-

macomponenten met programmabestanden geïnstalleerd (zie paragraaf

"Installatie door middel van de EPLAN Setup Manager" op pagina 186).

U kunt het programma nog steeds openen met een opdrachtregelpara-meter via het bestand W3u.exe van uw geïnstalleerde EPLAN-program-

mavariant.

Page 166: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

166 EPLAN NEWS 2.1

Voorbeeld:

Bij installatie van EPLAN Electric P8 onder het besturingssysteem

Windows 7 (64 bit-versie) is het bestandspad van dat bestand: "C:\Program Files (x86)\EPLAN\Electric P8\2.1.4\BIN\

W3u.exe".

Overige vernieuwingen van de EPLAN API

Ontbrekende artikelen in een project opslaan

In het nieuwe EPLAN API is het nu ook mogelijk om ontbrekende

artikelen in een project op te slaan. Hiervoor wordt er in de klasse Synchronize een variant van de methode

PartsFromSystemToProject met een aanvullende parameter

StoreMode uitgevoerd.

Projecten inpakken met de actie "backup"

Om ervoor te zorgen dat u projecten nu ook met de actie backup kunt

inpakken, is de parameter BACKUPMETHOD uitgebreid met de modus

PACK. Deze modus kan via de opdrachtregel bijvoorbeeld als volgt wor-

den geopend: W3u.exe backup /TYPE:PROJECT /PROJECTNAME:"C:\Users\Public

\EPLAN\Electric P8\Projects\Company code\EPLAN-DEMO.elk"

/BACKUPMETHOD:PACK /BACKUPMEDIA:DISK.

EPLAN API-sjablonen voor Visual Studio 2010

De sjablonen uit EPLAN API kunnen nu ook worden gebruikt in Microsoft

Visual Studio 2010 en Visual Studio 2010 Express. Met deze sjablonen

wordt het bijvoorbeeld makkelijker om add-ins en offline-programma's te

maken.

Page 167: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

EPLAN NEWS 2.1 167

Teksten converteren in pad-functieteksten

Om tekstobjecten te converteren in pad-functieteksten, beschikt u in de klasse PathText over de nieuwe methode ToPathText. Voor het con-

verteren van pad-functieteksten in teksten kunt u de nieuwe methode ToText uit de klasse PathText gebruiken.

Nieuwe methoden voor verwerkingen

Voor deze versie is de klasse ReportBlock van EPLAN API uitgebreid

met twee nieuwe methoden. Met de methode Delete kunt u verwer-

kingsblokken verwijderen. Met de methode Freeze kunt u verwerkings-

pagina's blokkeren. In de gebruikersinterface vindt u de bijbehorende

snelmenuopdrachten in het dialoogvenster Verwerkingen.

Aantal aansluitingen definiëren

In EPLAN API is het nu ook mogelijk om bij klemmen met een variabel aantal aansluitingen het aantal te definiëren. De klasse Function is hier-

voor uitgebreid met de nieuwe eigenschap Pins.

Netten traceren

In de klasse ConnectionService is de nieuwe methode TrackNet be-

schikbaar. Met deze methode kunt u via EPLAN API alle verbindingen

opzoeken die bij hetzelfde net horen.

Alle elementen onder een knooppunt selecteren

Met de nieuwe eigenschap SelectionRecursive uit de klasse

SelectionSet kunt u binnen een navigatordialoogvenster alle

elementen onder een bepaald knooppunt selecteren.

Geplaatste objecten draaien

Om ervoor te zorgen dat u objecten die op een pagina zijn geplaatst door

middel van EPLAN API met een opgegeven hoek kunt draaien, beschikt de klasse Edit nu over de nieuwe methode Rotate.

Page 168: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

168 EPLAN NEWS 2.1

Informatie over beschikbare licenties

Om informatie over beschikbare licenties op te vragen, beschikt u in de naamruimte Eplan.EplApi.ApplicationFramework in de klasse

License over de nieuwe methode GetLicenseModules. Daardoor wor-

den de licenties uitgevoerd zoals deze op het tabblad Licenties op de

gebruikersinterface worden weergegeven.

Elementengroep bepalen

Met de nieuwe eigenschap Group uit de klasse Placement kunt u op-

vragen bij welke elementengroep een element hoort dat in de grafische

editor is geplaatst en eventueel gegroepeerd.

Import van STEP-bestanden

Voor de import van grafische 3D-gegevens in STEP-formaat is de naam-ruimte Eplan.EplApi.HEServices van EPLAN API uitgebreid. Voor

deze import is de nieuwe methode Graphics3D aan de klasse Import

toegevoegd.

Meerdere artikelen selecteren in de artikelselectie

Bij de selectie van artikelen in het dialoogvenster Artikelselectie met de methode ShowPartSelectionDialog kunt u nu ook meerdere artikelen

selecteren. Deze methode hoort bij de klasse EplApplication.

Nieuw object voor modelaanzichten

Met het nieuwe object ViewPart uit de naamruimte

Eplan.EplApi.DataModel kunt u nu toegang krijgen tot de

eigenschappen van modelaanzichten.

Nieuwe methoden voor het bewerken van schema's

De klasse SchemeSetting is uitgebreid met meerdere nieuwe methoden

voor het bewerken van schema's. Daardoor zijn in EPLAN API nu dezelf-

de acties mogelijk (schema maken, kopiëren, verwijderen etc.), als in de

gebruikersinterface.

Page 169: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

EPLAN NEWS 2.1 169

Klemmen sorteren

In EPLAN API bevat de klasse DeviceService nu de nieuwe methode

SortTerminalStrips. Met deze methode hebt u de mogelijkheid om de

klemmen van een klemmenstrook automatisch te sorteren op bepaalde

criteria (numeriek, paginagericht etc.).

Labeling uitvoeren voor geselecteerde objecten

Met EPLAN API is het nu ook mogelijk om de labeling voor geselecteer-de objecten uit te voeren. Om dat mogelijk te maken, is de actie label

uitgebreid met de parameter /USESELECTION. Met deze parameter wordt

gedefinieerd of er bij de uitvoer van labels rekening wordt gehouden met

de huidige selectie in de gebruikersinterface (optioneel, 0 = nee, 1 = ja.) Standaardwaarde: 0). Bovendien beschikt u in de klasse Label nu over

een nieuwe variant van de methode DoLabel. Daarmee kunt u bepaalde

objecten die u zelf doorgeeft gericht in de labeling uitvoeren.

Apparaatgroepen maken

Met EPLAN API kunt u apparaten groeperen tot een apparaatgroep. Hiertoe is aan de naamruimte Eplan.EplApi.DataModel de nieuwe

klasse DeviceGroup toegevoegd.

Verdeeld weergegeven functies synchroniseren

Voor het synchroniseren van verdeeld weergegeven functies beschikt u in de klasse Synchronize nu over de methode

PIDToOtherPlacementTypes. Met deze methode kunt u de eigenschap-

pen van de P&I-schemafunctie voor alle weergavetypen doorgeven. In

de gebruikersinterface komt dat overeen met het menupad Hulppro-

gramma's > Synchroniseren > Functies > P&I-schema --> alle

weergavetypen.

Page 170: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de aanvullende module "EPLAN API Extension"

170 EPLAN NEWS 2.1

Voor het synchroniseren van verbindingen zijn er in EPLAN API de

volgende methoden:

MultilineToAllConnectionTypes

(komt in de menuopdracht Synchroniseren overeen met de sub-

menuopdrachten Verbindingen > Meerlijnig --> alle weergave-

typen)

PanelLayout3DToAllConnectionTypes

(komt in de menuopdracht Synchroniseren overeen met de sub-

menuopdrachten Verbindingen > 3D-montageopbouw --> alle

weergavetypen)

Page 171: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

EPLAN NEWS 2.1 171

Vernieuwingen in de stamgegevens

Stamgegevens: Symbolen

Opmerking:

Op de volgende pagina's is een aantal nieuwe symbolen uit verschillen-

de symboolbibliotheken weergegeven. De afbeeldingen tonen de sym-

bolen in variant "A" in de meerlijnige weergave. Onder elke afbeelding

staan de naam en het nummer van het symbool.

IEC-, GOST- en GB-norm

In de symboolbibliotheken IEC_symbol, IEC_single_symbol,

GOST_symbol, GOST_single_symbol, GB_symbol en

GB_single_symbol beschikt u over de volgende nieuwe symbolen:

O_SP // 1263 XBS_SK // 1383

Aan de symboolbibliotheek IEC_ED_ESS zijn 77 nieuwe symbolen toe-

gevoegd:

TA_GS_08 // 8 BE_GS_36 // 36 BE_GS_35_1 // 37 BE_GS_35_2 // 38

Page 172: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

172 EPLAN NEWS 2.1

PG_ZUB_10 // 100 PG_ZUB_11 // 101 ALLG_03 // 140 NP_1 // 170

TA_ZUB_05_1

// 201

TA_ZUB_05_2

// 202

TA_ZUB_05_3

// 203

TA_ZUB_05_4

// 204

TA_ZUB_06_1

// 211

TA_ZUB_06_2

// 212

TA_ZUB_06_3

// 213

TA_ZUB_06_4

// 214

TA_ZUB_07_1

// 221

TA_ZUB_07_2

// 222

TA_ZUB_07_3

// 223

TA_ZUB_07_4

// 224

TA_ZUB_08_1

// 231

TA_ZUB_08_2

// 232

TA_ZUB_08_3

// 233

TA_ZUB_08_4

// 234

TA_ZUB_09_1

// 241

TA_ZUB_09_2

// 242

TA_ZUB_09_3

// 243

TA_ZUB_09_4

// 244

Page 173: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

EPLAN NEWS 2.1 173

TA_ZUB_10_1

// 251

TA_ZUB_10_2

// 252

TA_ZUB_10_3

// 253

TA_ZUB_10_4

// 254

TA_ZUB_11_1

// 261

TA_ZUB_12_1

// 262

TA_ZUB_13_1

// 264

TA_ZUB_13_2

// 265

BE_ZUB_15_1

// 266

Q_F_EL_21

// 271

Q_F_EL_22

// 272

Q_F_EL_23

// 273

Q_F_EL_24 // 274 Q_F_EL_01 // 281 Q_F_EL_02 // 282 Q_F_EL_03 // 283

Q_F_EL_05 // 285 Q_F_EL_06 // 286 Q_F_EL_08 // 288 Q_F_EL_11 // 291

Q_F_EL_12 // 292 Q_F_EL_13 // 293 Q_F_EL_15 // 295 Q_F_EL_16 // 296

Page 174: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

174 EPLAN NEWS 2.1

Q_F_EL_17 // 297 Q_ZUB_01 // 301 C_REG_01 // 308 R_SPT // 311

XB_01 // 320 XD_01 // 321 W_END_1 // 322 BE_GS_51 // 351

BE_GS_52 // 352 BE_GS_53 // 353 BE_GS_55 // 355 BE_GS_56 // 356

BE_GS_57 // 357 BE_ZUB_21 // 361 BE_ZUB_22// 362 BE_ZUB_23 // 363

BE_ZUB_24 // 364 BE_ZUB_25 // 365 BE_ZUB_26 // 366 BE_ZUB_31 // 371

Page 175: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

EPLAN NEWS 2.1 175

BE_ZUB_32 // 372 BE_ZUB_33 // 373 BE_ZUB_34 // 374 BE_ZUB_35 // 375

BE_ZUB_36 // 376

NFPA-norm

In de symboolbibliotheken NFPA_symbol en NFPA_single_symbol

beschikt u over de volgende nieuwe symbolen:

O_SP // 1263 XBS_SK // 1383

Fluid-techniek en proces-engineering

Aan de symboolbibliotheken HYD1ESS en HYD2ESS zijn de volgende

nieuwe symbolen toegevoegd:

V11.5.1_22_41

// 669

GS7.5.1_03

// 769

Page 176: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

176 EPLAN NEWS 2.1

Aan de symboolbibliotheek PNE1ESS zijn de volgende nieuwe symbo-

len toegevoegd:

V11.5.1_22_41

// 669

GS7.5.1_03

// 769

Aan de symboolbibliotheek PID_ESS is een nieuw symbool toege-

voegd:

ZUB_28 // 769

Stamgegevens: Formulieren

Er zijn vijf nieuwe formulieren gemaakt:

– F25_004.f25 (bestandstype "Symbooloverzicht")

– F28_001.f28 (bestandstype "Grafisch"; voor Sequential Function Charts)

– F28_002.f28 (bestandstype "Grafisch"; voor Sequential Function Charts)

– F32_001.f32 (bestandstype "Montagelijst")

– F32_002.f32 (bestandstype "Montagelijst").

Page 177: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

EPLAN NEWS 2.1 177

Stamgegevens: Instellingen voor meldingen en controle-procedures

Om de controleprocedures overzichtelijker en sneller te maken, zijn

de volgende overbodige controles verwijderd:

Meldingsklasse: Nummer: Meldingstekst:

Klemmen 001013 Formulierpositie is dubbel toege-

wezen.

Klemmen 001018 Doelen zonder ODC.

Kabels 003004 Schuine kabeldefinitielijn.

Kabels 003020 Te veel subkabels.

Verbindingen 005041 Enkelzijdige kabeldefinitie. Het tot nu toe aanwezige controleschema "Offline" is vervangen door

het controleschema "Standaard". Een controleschema waarin alle

controles op het controletype "Offline" zijn afgesteld, controleert niet

specifiek genoeg en kan – afhankelijk van het project dat er wordt

gecontroleerd – redelijk wat tijd in beslag nemen.

Bovendien beschikt u nu over een nieuw controleschema met de

naam "Pro Panel". Met dit schema worden alleen de controleproce-

dures uit de meldingsklasse 026 "3D-montageopbouw" gecontroleerd.

Page 178: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

178 EPLAN NEWS 2.1

Stamgegevens: Macro's

Voor de aanvullende module "EPLAN Operational Sequence" zijn er

meer dan 20 nieuwe venstermacro's gemaakt. Deze macro’s onder-

steunen u bij het maken van Sequential Function Charts / GRAFCET-

diagrammen. Na de installatie beschikt u over de macro's in de macro-subdirectory OS_ESS.

De onderstaande afbeeldingen tonen de mogelijke varianten van een

macro (voor zover aanwezig) van links naar rechts in de volgorde

"variant A - variant H":

Action.ema

Action_connection.ema

Arrows.ema

Page 179: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

EPLAN NEWS 2.1 179

PF.ema

SGA.ema SGAUE.ema SGDS.ema SGE.ema

SGEA.ema SGGA.ema SGT.ema SGWS.ema

SGWS5P.ema SM.ema

Step.ema

Page 180: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Vernieuwingen in de stamgegevens

180 EPLAN NEWS 2.1

Step_Transition.ema

Transition.ema

ZG.ema

Page 181: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 181

Overige vernieuwingen en informatie

Klantenaanvragen en meldingen

Opmerking:

Houd er rekening mee dat de hierna genoemde EPLAN-service niet in

alle landen beschikbaar is.

In deze nieuwe versie van het EPLAN-platform zijn vele aanvragen en

wensen van u opgenomen. In dit document konden echter niet alle on-

derwerpen worden opgenomen. U kunt echter op elk moment de status

van uw melding ("issue") bij ons opvragen.

Meld u zich dan via internet bij EPLAN-support (alleen mogelijk voor

klanten met een software-service-overeenkomst) en klik op onze sup-

portpagina onder Call-Tracking op de link Login Call-Tracking. In uw

internetbrowser wordt dan de "EPLAN Support Call-Tracking"-pagina

geopend.

Page 182: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

182 EPLAN NEWS 2.1

Om u hier te kunnen aanmelden, hebt u de volgende gegevens nodig:

Gebruikersnaam (= Username (uw achternaam))

De eerste vijf posities van uw software-servicenummer

(= Software service number).

Als u het formulier hebt ingevuld, bevestigt u dit met [Login].

Geef op de volgende pagina in het veld Issue No. het bewerkingsnum-

mer op dat u van de supportafdeling hebt ontvangen en klik op [Search].

Page 183: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 183

U wordt doorgeleid naar uw melding. Daar krijgt u een overzicht van uw

supportaanvraag.

Page 184: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

184 EPLAN NEWS 2.1

Validatiecode

Om deze versie van EPLAN te kunnen gebruiken, hebt u een nieuwe

validatiecode (vrijschakelcode) nodig. Deze staat op de pakbon die met

uw cd wordt verzonden. Bovendien kunt u de validatiecode online op het

internet oproepen (zie volgende paragraaf).

Validatiecode online aanvragen

Met EPLAN hebt u de mogelijkheid om de laatste stap van het installeren

snel en makkelijk uit te voeren en de validatiecode die voor de licentië-

ring is vereist online van internet te halen. Nadat de vereiste gegevens

zijn ingevoerd, wordt de validatiecode automatisch naar het licentiedia-

loogvenster overgedragen.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat voor het aanvragen en overdragen van de

validatiecode een actieve internetverbinding nodig is. Voor netwerk-

licenties of voor licenties zonder dongle is het online aanvragen van een

validatiecode niet mogelijk.

Om ervoor te zorgen dat u de validatiecode online kunt oproepen, is het

dialoogvenster Validatiecode invoeren dienovereenkomstig uitgebreid.

Dit dialoogvenster wordt bijvoorbeeld geopend als u de toepassing na

het installeren voor het eerst opstart. Klik hier op de nieuwe knop

[Online aanvragen].

Page 185: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 185

In het dialoogvenster Validatiecode online aanvragen zijn de Bedrijfs-

naam en het Serienummer reeds automatisch ingevoerd. Deze gege-

vens zijn nodig om de validatiecode te kunnen aanvragen.

Actuele informatie

Wanneer u voortaan nog beter op de hoogte wilt worden gehouden van

de nieuwste ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld via onze eNewsletter)

schakelt u het selectievakje Ik ga akkoord met het toezenden van in-

formatie in. De gegevens (Naam, Telefoon, E-mailadres etc.) worden

dan door EPLAN opgeslagen.

Instellingen voor internet

Standaard worden de instellingen van een bestaande internetverbinding

overgenomen. Via de knop [Instellingen] en het vervolgdialoogvenster

kunt u echter ook een proxyserver als netwerkcomponent gebruiken. In

dat geval moet u het Adres, de Poort etc. invoeren. Neem voor deze

instellingen contact op met uw systeembeheerder.

Teruggave van de validatiecode

Wanneer u op [Verzenden] klikt, worden de gegevens versleuteld naar

EPLAN verzonden. Als uw gegevens bij EPLAN bekend en geldig zijn,

wordt een validatiecode gegenereerd en naar het licentiedialoogvenster

verzonden. Door te klikken op [OK] wordt het programma gestart.

Page 186: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

186 EPLAN NEWS 2.1

Installatie

Installatie door middel van de EPLAN Setup Manager

Het installeren van EPLAN-programmavarianten en aanvullende modu-

les wordt nu uitgevoerd door middel van de nieuwe EPLAN Setup Mana-

ger.

De ergonomie is verbeterd en de gebruikersinterface is gebruiksvriende-

lijk vormgegeven om u bij het installeren te helpen. In de EPLAN Setup

Manager wordt alle belangrijke informatie over de afzonderlijke stappen

bij de installatie weergegeven in het dialoogvenster. Desgewenst kun

u een detailweergave openen en wijzigingen aanbrengen aan de stan-

daardinstellingen.

Page 187: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 187

Hoewel dit installatieprogramma er heel anders uitziet en het anders

"aanvoelt" dan de installatie-assistent, zullen de meeste instellingen u

toch bekend voorkomen (bijvoorbeeld het definiëren van de doeldirec-

tory's).

Onderverdeling in installatiepakketten

Nog een vernieuwing in de EPLAN Setup Manager is de onderverdeling

van de programmacomponenten en de te installeren gegevens (stam-

gegevens, interfacetalen etc.) in meerdere installatiepakketten.

Er is nu voor de programmakern van alle programmavarianten – de pro-

grammabestanden van het EPLAN-platform – een gemeenschappelijk installatiepakket. De bestanden (bijvoorbeeld W3u.exe) worden in een

nieuwe gemeenschappelijke programmadirectory met de naam Platform geïnstalleerd. Voor de besturingssystemen Windows Vista

en Windows 7 is dat standaard de volgende directory:

\Program Files\EPLAN\Platform (32 bit-versie)

\Program Files (x86)\EPLAN\Platform (64 bit-versie).

Voor Windows XP is de directory standaard \Program Files\EPLAN

\Platform.

Voordeel: Door de onderverdeling in meerdere installatiepakketten

kunnen programmabestanden gericht worden geactuali-

seerd. Doordat zo'n pakket niet al te veel gegevens bevat,

kunnen bijvoorbeeld eventuele correcties of de gegevens

van een hotfix snel en makkelijk via internet worden ge-

download (patch-techniek).

Page 188: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

188 EPLAN NEWS 2.1

Doordat de EPLAN-programmavarianten gebruikmaken

van de programmabestanden van het EPLAN-platform,

is er op pc's waarop meerdere EPLAN-producten zijn

geïnstalleerd minder geheugenruimte nodig. Als er een

correctie voor het EPLAN-platform is gedownload, geldt

die voor alle geïnstalleerde EPLAN-programmavarianten.

Bovendien zijn er voor elke programmavariant, voor elke aanvullende

module, voor de EPLAN License Client en voor de stamgegevens aparte

installatiepakketten.

Gebruikergedefinieerde installatie

Dat merkt u als u voor de gebruikergedefinieerde installatie hebt ge-

kozen en in het bijbehorende installatiedialoogvenster op de knop

[Gebruikergedefinieerde installatie] klikt. Vervolgens wordt de tabel

Programmacomponenten weergegeven.

Page 189: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 189

Als u bijvoorbeeld zoals afgebeeld EPLAN Electric P8 installeert, worden

hier de volgende vijf installatiepakketten als programmacomponenten

weergegeven:

EPLAN License Client:

Installatiepakket voor de licentiëring.

EPLAN Electric P8 2.1:

Installatiepakket voor de programmabestanden van de programma-

variant.

EPLAN Electric P8 Addon 2.1:

Installatiepakket voor de originele EPLAN-stamgegevens van de pro-

grammavariant.

EPLAN Platform 2.1:

Installatiepakket voor de programmabestanden van het EPLAN-plat-

form.

EPLAN Platform Addon 2.1:

Installatiepakket voor de productoverkoepelende originele EPLAN-

stamgegevens van het EPLAN-platform.

Opmerking:

Zorg ervoor dat de installatiepakketten met de programmabestanden

allemaal in dezelfde programmadirectory worden geïnstalleerd. Als u

nog een EPLAN-programmavariant installeert, dient u eveneens die

programmadirectory te selecteren.

Nieuw is ook dat hier aanvullende informatie wordt weergegeven, zoals

het versienummer en de status van een programmacomponent. Op die

manier kunt u bijvoorbeeld zien welke programmacomponenten er al

geïnstalleerd zijn. Componenten die voorheen bij het installeren eventu-

eel zijn vergeten, kunnen dan nog achteraf worden geïnstalleerd.

Page 190: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

190 EPLAN NEWS 2.1

De programmabestanden van een EPLAN-programmavariant worden

net als voorheen in een aparte programmadirectory geïnstalleerd. De bestanden voor EPLAN Electric P8 (bijvoorbeeld install.xml) worden

zodoende onder de besturingssystemen Windows Vista en Windows 7

standaard opgeslagen in de volgende directory:

\Program Files\EPLAN\Electric P8 (32 bit-versie)

\Program Files (x86)\EPLAN\Electric P8 (64 bit-versie).

Onder het besturingssysteem Windows XP worden de bestanden

standaard in de volgende directory opgeslagen: \Program Files\EPLAN\Electric P8.

Stamgegevens en talen

Om de stamgegevens en de talen voor de gebruikersinterface en de

online-Help te selecteren, klikt u op de knop [Stamgegevens en talen].

Vervolgens worden de tabellen Stamgegevenstypen, Interfacetalen en

Help-talen uitgevouwen, waarin u uw selectie kunt maken.

De taal die in het veld Geactiveerd wordt weergegeven, is de taal die

standaard als interfacetaal / help-taal is ingesteld als u de desbetref-

fende programmavariant voor het eerst opstart. Als u in de tabellen

Interfacetalen en Help-talen selectievakjes voor meerdere talen hebt

ingeschakeld, kunt u in de bijbehorende vervolgkeuzelijst Geactiveerd

een van deze talen instellen als "starttaal".

Installatie starten

Als u door op het desbetreffende selectievakje te klikken een program-

macomponent hebt uitgeschakeld die voor de installatie absoluut nood-

zakelijk is, krijgt u daarover een melding van de EPLAN Setup Manager.

Op die manier wordt voorkomen dat de installatie onvolledig wordt uit-

gevoerd.

Page 191: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 191

Om de installatie te starten, klikt u op de knop [Installeren]. Nadat de

installatie is voltooid, sluit u de EPLAN Setup Manager af door op de

knop [Voltooien] te klikken.

Opmerkingen:

De installatie van de stamgegevens wordt uitgevoerd door middel van

aanvullende modules. Om die reden worden de bijbehorende installa-

tiepakketten in de EPLAN Setup Manager "Addon" genoemd.

In de EPLAN-programmavariant die is geïnstalleerd, worden de

stamgegevens daarom ook als geregistreerde aanvullende modules

weergegeven in het dialoogvenster Aanvullende modules. Ook bij

de synchronisatie van stamgegevens in het dialoogvenster Synchro-

nisatie van stamgegevens - systeemstamgegevens worden de

stamgegevens in het veld Bron weergegeven als aanvullende modu-

les.

Deïnstallatie

Als u in het configuratiescherm in het bijbehorende deïnstallatiedialoog-

venster bijvoorbeeld op het item "EPLAN Electric P8 2.1" dubbelklikt,

wordt de EPLAN Setup Manager eveneens opgestart.

Met de EPLAN Setup Manager kunt u alle geïnstalleerde EPLAN-pro-

grammacomponenten gezamenlijk of afzonderlijk deïnstalleren. Selec-

teer hier de programmacomponenten die u wilt verwijderen en klik op

[Wissen].

Programmacomponenten die geen programmavariant zijn (bijvoorbeeld

"EPLAN Platform 2.1" of "EPLAN Electric P8 Addon"), worden wel in het

configuratiescherm weergegeven, maar kunnen niet afzonderlijk worden

gedeïnstalleerd. Voor het bijbehorende item in het configuratiescherm

zijn de knop [Wissen] en de menuopdracht Deïnstalleren niet beschik-

baar.

Page 192: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

192 EPLAN NEWS 2.1

Softwarevereisten en vrijgaven

Alle vrijgaven hebben betrekking op de 32 bit-versie van de producten,

voor zover niet anders vermeld.

Algemene voorwaarden

Voor het EPLAN-platform hebt u .NET Framework 4.0 van Microsoft

nodig. Op de website van Microsoft vindt u meer informatie hierover en

kunt u de laatste versie van het .NET framework downloaden.

.NET Framework 4.0 staat op het EPLAN-opslagmedium. Ga hiervoor

naar de volgende directory:

cd-rom\Services\Net Framework 4.0\nl_NL

Om .NET Frameworks te installeren, dubbelklikt u op het bestand DotNetFx40_Full_x86_x64.exe.

Besturingssystemen

EPLAN raadt de toepassing van het 64 bit Windows-besturingssysteem

aan. Het EPLAN-platform kan worden gebruikt onder de volgende bestu-

ringssystemen:

Werkstation

Microsoft Windows XP Professional SP3 (32 bit)

Microsoft Windows Vista SP2 (32 bit en 64 bit)

Enterprise, Business N, Ultimate

Microsoft Windows 7 SP1 (32 bit en 64 bit)

Professional, Enterprise, Ultimate

Server

Microsoft Windows Server 2003 SP2 (32 bit en 64 bit)

Microsoft Windows Server 2008 SP2 (32 bit en 64 bit)

Page 193: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 193

Microsoft-producten

Microsoft Office 2007

Microsoft Office 2010

Microsoft Internet Explorer 8

Microsoft Internet Explorer 9

SQL-server

Microsoft SQL Server 2005 SP2

Microsoft SQL Server 2008 R2

Autodesk-producten

Autodesk Productstream Professional 2011

Autodesk Productstream Professional 2012

Autodesk Vault 2011

Autodesk Vault 2012

PDF-redlining

Adobe Reader versie X

PLC-systemen (PLC & Bus Extension)

Beckhoff TwinCAT 2.10

Beckhoff TwinCAT 2.11

Phoenix Contact PC Worx 5

Phoenix Contact PC Worx 6

Rockwell RSLogix professional 18

Schneider Unity Pro 4.0

Schneider Unity Pro 5.0

Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.4 SP4

Siemens SIMATIC STEP 7 versie 5.5

Page 194: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

194 EPLAN NEWS 2.1

Afgekondigde besturingssystemen

Windows 2000 Professional

Het EPLAN-platform ondersteunt het door Microsoft afgekondigde bestu-

ringssysteem Windows 2000 Professional niet meer.

Windows 2000 Server

Het EPLAN-platform ondersteunt het door Microsoft afgekondigde ser-

ver-besturingssysteem Windows 2000 Server niet meer. Microsoft heeft

de officiële support voor dit besturingssysteem beëindigd.

Opmerking:

Meer informatie over de levenscyclus van besturingssystemen vindt u op

de website van Microsoft.

Overige afkondigingen

Interfacekaarten voor parallelle dongles

Vanaf versie 2.0 SP 1 wordt er bij het EPLAN-platform een nieuwe

dongle-driver geleverd. Deze dongle-driver ondersteunt als gevolg van

de uitgebreide technologie voor de nieuwe besturingssystemen van

Microsoft (Windows 7 en Windows Server 2008) geen interfacekaarten

(PCI-kaarten) meer. Om die reden worden interfacekaarten voor paral-

lelle dongles niet meer ondersteund door de huidige versie van het

EPLAN-platform.

Page 195: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

EPLAN NEWS 2.1 195

Hardwarevereisten

Hardwarevereisten computerplatform

Het computerplatform is een PC met een Intel Pentium 4 processor of

compatibel.

Als u een processor van vóór 2005 gebruikt, moet u controleren of deze

processor SSE2-commandosets ondersteunt. Gebruik hiervoor het

programma "CPU-Z". U kunt dit programma gratis downloaden op

http://www.cpuid.com/.

De invoering van de instructiesetuitbreiding SSE2 (Streaming SIMD

Extensions 2) begon bij Intel met de Pentium 4 in het jaar 2001. Bij AMD-

processors werd deze uitbreiding geïntroduceerd bij de Athlon 64 in het

jaar 2005. Indien u een Intel-computersysteem gebruikt, moet de CPU

na 2002 zijn geproduceerd. Bij het gebruik van AMD-processors moet de

CPU na 2005 zijn geproduceerd.

Aanbevolen configuratie computerplatform

Processor: Intel Pentium D met 3 GHz of vergelijkbaar of

Intel Core 2 Duo met 2,4 GHz of vergelijkbaar

Werkgeheugen: 4 GB*1

Harde schrijf: 160 GB

Monitor / Resolutie: 2 beeldschermen 21" of 16:10 grafisch systeem

met een resolutie van 1680 x 1050

3D-weergave: grafische kaart van ATI of Nvidia met actuele

OpenGL driver *1: Voor afzonderlijke functies, zoals PDF- en DXF-uitvoer, is bij grote projecten of

zeer omvangrijke tekeningen meer geheugenruimte nodig.

Page 196: News EPLAN...Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie in het hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" vanaf pagi-na 181. Lees vooral paragraaf "Softwarevereisten

Overige vernieuwingen en informatie

196 EPLAN NEWS 2.1

Minimum vereisten netwerk

Gebruik, zoals in de softwarevoorwaarden van de productbeschrijving is

aangegeven, alleen een server met Microsoft Windows-besturingssys-

teem.

Netwerkoverdrachtssnelheid van de server: 1 Gbit/s

Netwerkoverdrachtssnelheid van de client-computer: 100 Mbit/s

Aanbevolen latentietijd: < 1 ms

Minimum vereisten multi-user-gebruik

Neem voor de minimum vereisten voor multi-user-gebruik contact op met

de support van EPLAN. Op basis van uw wensen kunnen wij u individu-

eel adviseren