EPLAN – efficient engineering. - EPLANNEWS voorversie2.5 … · 2018. 12. 29. · EPLAN NEWS...

164
EPLAN NEWS voor versie 2.5 Stand: 23.06.2015 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG Technische informatie

Transcript of EPLAN – efficient engineering. - EPLANNEWS voorversie2.5 … · 2018. 12. 29. · EPLAN NEWS...

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    EPLAN Software & Service GmbH & Co. KGTechnische informatie

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Copyright © 2015 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG

    EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fou-ten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade diedirect of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal.

    Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rech-ten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & ServiceGmbH & Co. KGmag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd.

    De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en vermenig-vuldiging van de software is alleen toegestaan in het kader van dit contract.

    RITTAL® is een geregistreerd handelsmerk van Rittal GmbH & Co. KG.

    EPLAN®, EPLAN Electric P8®, EPLAN Fluid®, EPLAN Preplanning®, EPLAN PPE®, EPLAN Pro Panel®en EPLAN Harness proD® zijn geregistreerde handelsmerken van EPLAN Software & Service GmbH &Co. KG

    Windows 7®, Windows 8®, Windows 8.1®, Windows Server 2008 R2®, Windows Server 2012®, MicrosoftWindows®, Microsoft® Excel®, Microsoft® Access® en Notepad® zijn geregistreerde handelsmerken vanMicrosoft Corporation.

    PC WORX®, CLIP PROJECT® en INTERBUS® zijn geregistreerde handelsmerken van Phoenix ContactGmbH & Co.

    AutoCAD® en AutoCAD Inventor® zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc.

    STEP 7®, SIMATIC® en SIMATIC HW Konfig® zijn geregistreerde handelsmerken van Siemens AG.

    InstallShield® is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc.

    Adobe®Reader® en Adobe® Acrobat® zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.

    TwinCAT® is een geregistreerd handelsmerk van Beckhoff Automation GmbH.

    Unity Pro® is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric.

    RSLogix 5000® en RSLogix Architect® zijn geregistreerde handelsmerken van Rockwell Automation.

    Alle overige genoemde product- en handelsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerkenvan de desbetreffende eigenaren.

    EPLAN gebruikt de Open-Source-Software 7-Zip (7z.dll), Copyright © by Igor Pavlov. De broncode van 7-Zip valt onder deGNU Lesser General Public License (LGPL). De broncode van 7-Zip enmeer informatieover deze licentie vindt u op http://www.7-zip.org

    EPLAN gebruikt de Open-Source-Software Open CASCADE, Copyright © by Open CASCADE S.A.S.De broncode vanOpen CASCADE valt onder deOpen CASCADE Technology Public License. De bron-code vanOpen CASCADE enmeer informatie over deze licentie vindt u op http://www.opencascade.org

    EPLAN biedt een importfunctie, die gebruik maakt van eCl@ss. Voor het gebruik van de eCl@ss-stan-daard is een licentie nodig. U kunt deze bestellen en registeren in het download portal:http://www.eclassdownload.com

    2

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Inhoudsopgave

    Voorwoord 9Leesaanwijzingen 11

    Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform 14Uitbreidingen bij macroprojecten 14Nieuwe navigator voor macroprojecten 15Definitie van macro's in een macroproject 18Menuopdrachten voor macroprojecten 20

    Nieuw EPLAN Help-systeem 22Nieuwe interface-elementen 23Help-systeem via een internetverbinding oproepen 27

    Gebruikersinterface 28Combineren van selectie en activering bij het filteren 28Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheid 30

    Grafische editor 34Ovale tekstkaders 34Verbeterde positionering van teksten 36Formatteringen voor grafische elementen overnemen 37Correcte weergave van lijntypen 37

    Onderdelen 39Vereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingen 39Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingen 43

    Projectbewerking 46Actualiseren van de projectdatabanken 46Projectgegevens corrigeren 48Gebruik van niet normconforme structuurinstelling "Bovenliggend" 50

    Apparaten 52Modulen voor verschillende onderdeel-coderingsnormen 52Uitbreidingen voor apparaatgroepen 54

    3

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Projectgegevens-navigators 55Uniform gedrag bij het plaatsen en apparaten invoegen 55

    Materiaallijst-navigator 58Positienummers structuur- of paginaspecifiek toekennen 58

    Externe bewerking 60Uitbreiding met pad-functieteksten 60

    Verwerkingen 61Aanpassen van de gebruikersinterface 61

    Artikelbeheer 62Actualiseren van de artikeldatabank 62Inspringing voor aansluitbeeld 62

    Instellingen 64Uniforme instellingen voor databanken 64Instellingen overnemen 65

    Hulpprogramma's 65Optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer 65

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multiuser Management" 68Vereenvoudigde activering van bewerkingsbereiken 68

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Revision Management" 69Revisie van bewerkingsbereiken 70Overname van revisiegegevens bij het invoegen sturen 73

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN User Rights Manage-

    ment" 74

    Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8 75Klemmen 75Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie" 76Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator 77Verbeteringen bij het bewerken van klemmen 78Eenvoudiger werken met handmatige vaste bruggen 83

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN FieldSys" 85

    4

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Routeren van enkellijnige kabels 86Rekening houden met hoogteverschillen bij het routeren 87Automatisch genereren van topologie-functies 91Bepalen van de bestellengte 95Nieuwe eigenschappen voor het routeringstype 97

    Vernieuwingen voor EPLAN Pro Panel 100Gestandaardiseerd en automatisch maken van productietekeningen 101Pagina's met aanzichten automatisch genereren 102Automatische bemating 105Aanzichtsnamen doorlopend nummeren 109Overzichtelijk tabblad "Beeld" 110Booraanzichten 180° draaien 112

    Uitbreidingen bij het plaatsen van artikelen 112Meervoudige plaatsing van schakelkasten met gedefinieerde afstands-

    waarden 112Verbeterd onderhoud van 3D-macro's met de macro-navigator 113Uitgebreide instellingen voor routeringsverbindingen 114Orthogonaal verbindingsverloop binnen routeringsbereiken 114

    Uitbreidingen bij het genereren van productiegegevens voor NC-machi-

    nes 115Instellingen voor de nulpositie van componenten met variabele lengte 115

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "NC Perforex" 117Overige grondstofnummers voor de NC-export Kiesling 118

    Vernieuwingen voor EPLAN Preplanning 119Koppelingen in de pre-planning 120Configuratie van segmentdefinities 125Schrijfbeveiliging voor de structuurcodes van structuursegmenten 125

    Uitbreidingen voor PLT-systemen 127Verbeterde weergave van PLT-systemen volgens de norm DIN EN 62424 127

    Uitgebreide nummeringsinstellingen 129

    5

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Voorloopnullen bij het nummeren behouden 129Schema's genereren uit de pre-planning 129Schema's genereren uit de lijst 129Meervoudige selectie bij het actualiseren van de detailplanning 130

    Controle van de pre-planning 131Weergave van ongeldige segmenten 131Nieuwe controleproceduremeldingen voor de pre-planning 132

    Eigenschappen voor de pre-planning 133Afwijkende structuurcodes bij de planningsobjecten 133Hernoemde eigenschappen 134

    Vernieuwingen voor EPLAN Fluid 135Uitbreidingen voor de EPLAN Fluid Hose Configurator 135

    Vernieuwingen voor EPLAN CPM 137

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension" 139

    Vernieuwingen in de stamgegevens 144Stamgegevens: Symbolen 144Stamgegevens: Formulieren en plotkaders 152Stamgegevens: Functiedefinitiebibliotheek 154Stamgegevens: Projecten en sjablonen 155Stamgegevens: Macro's 155

    Overige vernieuwingen en informatie 156EPLAN Solution Center – het nieuwe supportsysteem 156Aanmelding bij het EPLAN Solution Center 157

    Validatiecode 158Validatiecode online aanvragen 158

    Softwarevereisten en vrijgaven 160Algemene voorwaarden 160Besturingssystemen 160

    6

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Microsoft-producten 161SQL-Server (64 bit) 162Autodesk-producten (64 bit) 162PDF-redlining 162PLC-systemen (PLC & Bus Extension) 16264 bit-versie van het EPLAN platform 163

    7

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    8

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Voorwoord

    Geachte EPLAN-gebruiker,

    Op de Hannover Messe 2015 stond voor EPLAN de engineering in het kadervan Industrie 4.0, en in het bijzonder de toegevoegde waardeketen, op devoorgrond. Op de stands vanSmartFactoryKL enSmart Engineering and Pro-duction 4.0werden innovatieve toepassingsmogelijkheden van een uniformeengineeringsbenadering gepresenteerd.

    De nieuwe versie van het EPLAN platform beheert engineeringsgegevensvan de basic engineering, via de detail engineering tot aan productie en ser-vice. Snelle bewerking en eenvoudig beheer staan daarbij centraal – laat uverrassen door de nieuwemogelijkheden van het EPLAN platform 2.5.

    De laatste jaren heeft de klemmentechnologie zich steeds verder ontwikkeld.Tegenwoordig zijn klemmen complexe componenten, die worden ingezet intal van toepassingsgebieden. In versie 2.5 is nu een uitgebreid bewerkings-dialoogvenster voor klemmen beschikbaar. Een grafische weergave vanklemmen en verschillende bewerkingsfuncties maken een snelle bewerkingen validatie van de klemmenstrookmogelijk.

    Met de nieuwemacro-navigator kunt u uw schemasjablonen in het macro-project nu nog overzichtelijker beheren. Een hoogwaardige sjabloonbiblio-theek staat garant voor kwaliteit in de engineering en zorgt ervoor dat uschema's nog sneller kunt maken.

    9

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Tot dusver was een gedetailleerde planning een basisvoorwaarde voor deroutering van kabels. In combinatie met de enkellijnige engineering kunt u dekabelplanning nu ook in een enkellijnige weergave realiseren. De clou: dezeinformatie kan worden overgedragen aan de EPLANFieldSys-uitbreidings-module om kabeltrajecten en de benodigde kabellengtes te berekenen.

    In fluid- en elektrotechnische projectenmet 3D-montageopbouwconstructieskunt u in versie 2.5 de vereiste tekeningen en documentatie voor de pro-ductie gestandaardiseerd en vrijwel volledig geautomatiseerd genereren.

    Samenmet de nieuwe automatische bemating van onderdeelposities, borin-gen of uitsparingen binnenmodelaanzichten zorgt EPLANPro Panel-versie2.5 voor een gestandaardiseerde, geautomatiseerde en daarmee tijd-besparende vervaardiging van productiedocumenten.

    EPLAN Experience

    Steeds dezelfde weg biedt zekerheid. Waarom zou u een andere weg kiezenals de bekende weg u naar het gewenste doel leidt? "Omdat het loont", zeg-gen wij en daarom hebben wij EPLANExperience in het leven geroepen.Aan de hand van acht werkterreinen tonen wij nieuwemogelijkheden in hetengineeringsproces. Vraag bij EPLAN hoe EPLANExperience u kan helpenom uw proces nog efficiënter te maken.

    Begin direct en ontdek de talrijke functies en verbeteringen in het EPLAN plat-form versie 2.5. Meer informatie over de nieuwe versie vindt u op onze home-page – www.eplan.nl.

    Wij wensen u veel succesmet het EPLAN platform 2.5.

    Het team van EPLANSoftware & Service

    10

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    LeesaanwijzingenBelangrijke informatie:

    Raadpleeg vóór het installeren van deze versie eerst de informatie inhet hoofdstuk "Overige vernieuwingen en informatie" (vanaf pagina"156"). Lees hier met name de paragraaf "Softwarevereisten en vrij-gaven" (zie pagina "160").

    Het EPLAN platform wordt vanaf versie 2.5 uitsluitend in een 64 bit-ver-sie geleverd. Raadpleeg daarom in het hoofdstuk "Softwarevereistenen vrijgaven" de paragraaf "64 bit-versie van het EPLAN platform" (ziepagina "163").

    Wanneer u oude projecten diemet vorige EPLAN-versies zijn gemaaktin EPLAN-versie 2.5 wilt gebruiken, moeten deze projecten wordengeactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Projectbewerking" (ziepagina "46").

    Als u een "oude" artikeldatabankwilt gebruiken, moet die artikeldata-bank eerst worden geactualiseerd. Lees hiertoe de paragraaf "Arti-kelbeheer" (zie paragraaf "62").

    Voor het maken van afbeeldingen ten behoeve van dit document heb-ben wij gebruik gemaakt van "EPLANElectric P8". Wanneer u eenander programma van het EPLAN platform gebruikt, wordt in hetdialoogvenster van uw programma een ander programmasymboolweergegeven.

    Voordat u begint te lezen, wijzen wij u op de volgende symbolen en schrijf-wijzen die in dit document worden gehanteerd:

    11

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Let op:Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool zijn waarschuwingen.Lees voordat u verder gaat deze waarschuwingen altijd goed door!

    Opmerking:Teksten die worden voorafgegaan door dit symbool bevatten aanvullendeopmerkingen.

    Tip:Na dit symbool volgen nuttige tips, die het werkenmet het programma ver-eenvoudigen.

    Voorbeeld:Voorbeelden worden voorafgegaan door dit symbool.

    Elementen van de gebruikersinterface worden vet (en blauw) aange-geven en kunnen zo direct in de tekst worden herkend.

    Cursieve teksten geven aan wat belangrijk is en waar u beslist opmoet let-ten.

    Codevoorbeelden, directorynamen, directe invoer etc. worden weergege-ven in niet-proportioneel lettertype.

    Functietoetsen, toetsen van het toetsenbord en knoppen in het pro-grammaworden tussen rechte haken weergegeven (bijvoorbeeld [F1]voor de functietoets "F1").

    12

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Om de overzichtelijkheid tijdens het lezen te verbeteren, wordt in dit docu-ment gebruik gemaakt van een zogeheten "menupad" (bijvoorbeeldHelp> Inhoud). Demenu's en opties die in het menupad worden genoemd,moeten in de aangegeven volgorde worden gekozen om een bepaaldeprogrammafunctie te kunnen bereiken. Via het hier genoemdemenupadopent u bijvoorbeeld het Help-systeem van EPLAN.

    Bij instellingen of velden (zoals selectievakjes) die alleen kunnen wordenin- of uitgeschakeld, worden in dit document vaak de termen "inschake-

    len" (de instelling is dan actief ) en "uitschakelen" (de instelling is danniet actief ) gebruikt.

    13

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Vernieuwingen voor het hele EPLAN platform

    Uitbreidingen bij macroprojectenHoogwaardige schemasjablonen vormen de basis voor een efficiënte engi-neering. Demacrotechnologie van EPLAN biedt met het maken en beherenvan dergelijke schemasjablonen uitgebreidemogelijkheden. Om dezemoge-lijkheden consequent te kunnen gebruiken, raden wij u aan om demacro-stamgegevens uitsluitend in eenmacroproject voor te bereiden. Om u bijeen dergelijke werkwijze voortaan beter te kunnen ondersteunen, hebben wijmacro- en schemaprojecten duidelijker dan voorbeen van elkaar onderschei-den (speciale menuopdrachten alleen voor macroprojecten).

    Bovendien hebben wij nieuwe functies voor de voorbereiding vanmacro'singebouwd – zo kunnenmacro's door de nieuwemacro-navigator eenvoudi-ger worden weergegeven. Om voorbereidemacrovakken, pagina's of layout-ruimtesmeerdere keren te kunnen gebruiken, bieden wij u een nieuwemogelijkheid om macro's te definiëren en samen te stellen.

    In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-deld:

    "Nieuwe navigator voor macroprojecten" op pagina "15"

    "Definitie vanmacro's in eenmacroproject" op pagina "18"

    "Menuopdrachten voor macroprojecten" op pagina "20".

    Stel u via http://www.eplanexperience.com op de hoogte van de "EPLANExperience" – uwweg naar meer efficiëntie. Eenmethodische, stapsgewijzewerkwijze voor het optimaliseren van uw engineering-efficiëntie.

    14

    http://www.eplanexperience.com/

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Nieuwe navigator voor macroprojectenIn eenmacroproject kunnenmacro's – naar gelang het venster-, symbool-,pagina- of 3D-macro's zijn – in verschillende weergavetypen en per weer-gavetype inmeerdere varianten op verschillende pagina's of in verschillendelayoutruimtes worden gedefinieerd. Om de voorbereidemacro's die in eenmacroproject zijn opgeslagen overzichtelijk weer te geven en te beheren, isnu de nieuwemacro-navigator beschikbaar.

    Voordeel:Met de nieuwemacro-navigator kunt u snel en eenvoudig een specialemacrovariant in eenmacroproject selecteren. De hiërarchische boom-structuur biedt een eenvoudig overzicht over de te genererenmacro's endemacrodirectory's die daarbij ontstaan.Paginamacro's hoeven hierdoor niet meer via paginastructuren te wordenbeheerd.

    Opmerking:Houd er rekeningmee dat de weergave van voorbereide, automatisch tegenererenmacro's in demacro-navigator alleen in eenmacroprojectmogelijk is. In een schemaproject blijft demacro-navigator leeg.

    Om demacro-navigator te openen, kiest u demenuopdrachtenProjectge-gevens > Macro's > Navigator.

    15

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Boomweergave

    Op het tabbladBoom worden de te genererenmacro's in een hiërarchischestructuur weergegeven. Het bovenste hiërarchieniveau is het project, daar-onder wordt de directorystructuur weergegeven waarin demacro's binnen deingesteldemacrodirectory worden opgeslagen.

    Onder de te genererenmacro's worden hun weergavetypen en variantenweergegeven. Daarbij worden voor de verschillendemacrotypen verschil-lende pictogrammen en voor de weergavetypen dezelfde pictogrammen alsvoor paginatypen gebruikt.

    De te genererenmacrobestanden worden door de volgende pictogrammenaangeduid:

    Venstermacro:

    Paginamacro:

    Symboolmacro: .

    Opmerking:Uit de voorbereide 3D-macro's, die in de layoutruimtes van eenmacro-project zijn opgeslagen, worden later eveneens 3D-venstermacro's(*.ema) of 3D-symboolmacro's (*.ems) gegenereerd. Daarom wordenvoor deze voorbereide 3D-macro's dezelfde pictogrammenweergegevenals voor de 2D-venster- of 2D-symboolmacro's.

    Lijstweergave

    Op het tabblad Lijstworden standaard demacronaam, het weergavetype,de variant, de beschrijving en de bestandsnaam van de te genererenmacroweergegeven. Via het snelmenu kunnen de weergegeven eigenschappenworden geconfigureerd.

    16

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Bewerkingsmogelijkheden

    Wanneer u in demacro-navigator een voorbereidemacro selecteert,wordt de bijbehorende pagina / layoutruimte van het macroproject in hetgrafisch voorbeeld weergegeven.

    Via het snelmenu kunt u de eigenschappen van de te genererenmacro'sbekijken en bewerken. Daarbij wordt het desbetreffende eigenschappen-dialoogvenster geopend (bijvoorbeeld voor een te genereren venster-macro het eigenschappendialoogvenster van eenmacrovak).

    Met de snelmenuopdrachtGa naar (tekening) springt u naar de gra-fische editor of naar een layoutruimte, waarin u bijvoorbeeld het betref-fende schemagedeelte of de betreffende 3D-objecten kunt bewerken.

    Via filters kan de weergave van de te genererenmacro's worden beperkttot die macro's die aan bepaalde filtercriteria voldoen. Zo kunt u bijvoor-beeld alleenmacro's met een bepaald weergavetype laten weergeven envervolgens automatisch genereren.

    U kunt de geselecteerde objecten voor macro's in de grafische editor /layoutruimte en die in macro-navigator synchroniseren.

    U kunt uit de voorbereidemacro's van het macroproject die in demacro-navigator worden weergegeven, automatischmacro's genereren.

    17

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Definitie van macro's in een macroprojectBij de voorbereiding vanmacro's in eenmacroproject is voor het definiërenvan namen en beschrijvingen vanmacro's nu het tabbladMacrodefinitiebeschikbaar. In eenmacroproject wordt dit tabblad in de eigenschappen-dialoogvensters vanmacrovakken, pagina's of layoutruimtes weergegeven.In een schemaprojectwordt dit tabblad niet weergegeven.

    Bij het automatisch genereren vanmacro's uit eenmacroproject worden dehier aangebrachte definities voor de te genererenmacrobestanden gebruikt.

    Voordeel:Met behulp van het tabbladMacrodefinitie kunt u de voorbereidemacro-vakken, layoutruimtes of pagina's van eenmacroproject meerdere kerengebruiken en in verschillendemacrobestanden opslaan. Uit een voor-bereidemacro in het macroproject kunnen dusmeerderemacrobestandenworden gegenereerd. Er is hierdoor minder tijd nodig voor het beheer.

    18

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Werkwijze:

    Wanneer u een voorbereidemacrovak, layoutruimte of pagina slechts inéénmacro gebruikt, kunt u uw gegevens ook invoeren op het tabbladMacrovak of in de eigenschappenMacro: Naam enMacro: Beschrij-ving op het tabblad Layoutruimte of Pagina.

    Wanneer u een voorbereidemacrovak, layoutruimte of pagina aanmeer-deremacro'swilt toewijzen, gebruikt u het tabbladMacrodefinitie. Voerin de rijen de betreffende naam en de beschrijving van demacro's in. Bijhet automatisch genereren wordt dan dezelfde inhoud (hetzelfdemacro-vak, dezelfde pagina of dezelfde layoutruimte) in meerderemacro's opge-slagen.

    Opmerking:Dewaarden die in de eerste rij zijn opgegeven, dienen voor het definiërenvan de eerstemacro. Zodra u de eerste rij hebt ingevuld, worden dezewaardenmet de waarden van de eigenschappen voor demacronaam endemacrobeschrijving gesynchroniseerd. Zo worden bij eenmacrovak dewaarden in de veldenNaam enBeschrijving op het tabbladMacrovakmet de invoeren in de eerste rij op het tabbladMacrodefinitie gesyn-chroniseerd.

    Het gebruik van eenmacrovak of layoutruimte in meerderemacrobestandenis van belang wanneer per apparaat eenmacromoet worden gemaakt. Indat geval is vaak één weergavetype altijd gelijk, terwijl een ander weergave-type altijd anders is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij PLC-kaarten, waarbij deenkellijnige weergave vaak gelijk is terwijl in demeerlijnige weergave afhan-kelijk van het apparaat verschillende PLC-aansluitingen worden gebruikt.Met behulp van demacrodefinitie kunt u het macrovak / de layoutruimtemetsteeds hetzelfde weergavetype aanmeerderemacronamen toewijzen.

    19

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Geïndexeerde pagina-eigenschappen voor macro's

    In het EPLAN platform is het al langer mogelijk om een pagina aanmeerderepaginamacro's toe te wijzen. Deze toewijzing en het definiëren van debeschrijving vond in de vorige versies in de pagina-eigenschappenmetbehulp van de geïndexeerde eigenschappenMacro: Naam [1-100] (ID11008) enMacro: Beschrijving [1-100] (ID 11014) plaats.

    Deze eigenschappen zijn in eenmacroproject in de eigenschappendialoog-vensters van pagina's niet meer beschikbaar – het definiëren vanmacron-amen voor pagina's gebeurt nu eveneensmet behulp van het tabbladMacrodefinitie.

    Wanneer u oudemacroprojecten (uit versie 2.4 en daarvoor), waarin pagi-namacro's met behulp van geïndexeerde eigenschappen waren gedefi-nieerd, opent en actualiseert, worden de gedefinieerdemacronamen en-beschrijvingen op het tabbladMacrodefinitieweergegeven.

    Menuopdrachten voor macroprojectenOmmacro- en schemaprojecten duidelijker dan voorheen van elkaar teonderscheiden, zijn tweemenuopdrachten uit het menupadHulpprogram-ma's > Macro's genereren naar het menuProjectgegevens onder denieuwemenuopdrachtMacro's verplaatst. Dezemenuopdrachten zijn – netals in de vorige versies – alleen inmacroprojecten actief.

    20

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In de nieuwe versie kunnen bepaalde functies nu eveneens alleen inmacro-projecten worden uitgevoerd. Het gaat daarbij om de volgendemenuop-drachten:

    Bewerken > Overig > Apparaat groeperen

    Invoegen > Kast / aansluiting / montageplaat > Macrovak.

    Het genereren van niet-geplaatste functies heeft in macroprojecten geen zin.Daarom is de volgendemenuopdracht alleen nog actief in schemaprojecten:

    Bewerken > Plaatsing verwijderen.

    21

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Nieuw EPLAN Help-systeemHet EPLANHelp-systeem is in deze nieuwe versie opnieuw vormgegeven.Het in eerdere programmaversies gebruikte HTMLHelp-formaat (*.chm) isvervangen door het nieuweHTML5-formaat. Dit formaat heeft in vergelijkingmet het oude Help-formaat belangrijke voordelen:

    Weergave in de standaard ingestelde internetbrowser

    Nieuwe, moderne vormgeving van de gebruikersinterface

    Uitgebreide tekstzoekfunctie met synoniemen

    Resultatenlijst van de tekstzoekfunctie met aanvullende informatie overde vindplaats

    Oproepbaar in alle beschikbare Help-talen, rechtstreeks via internet of viaeen lokaal opslagmedium.

    Voordeel:Naast een actuele gebruikersinterface kan het nieuweHelp-systeem nuvanuit verschillende bronnen worden opgeroepen (lokaal opslagmedium /internet). Daarbij biedt het oproepen van de Help via een internetverbin-ding ook demogelijkheid om het Help-systeem steeds actueel te houden.

    Enkele belangrijke en nuttige voordelen van het vorige Help-formaat zijnbehouden gebleven en zijn ook nu nog steeds beschikbaar:

    Doelgroepengerichte opbouw van de Help-onderwerpen

    Context-Help die kan worden opgeroepenmet [F1]

    Zoekmogelijkheden via inhoudsopgave, index, woordenlijst en tekst-zoekfunctie

    22

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Gebruik van de EPLANDownloadManager voor het installeren vanbeschikbare Help-talen op lokale opslagmedia en in het netwerk.

    In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-deld:

    "Nieuwe interface-elementen" op pagina "23"

    "Help-systeem via een internetverbinding oproepen" op pagina "27".

    Nieuwe interface-elementenEnkele functies, zoals het verder bladeren en terug bladeren en de favo-rietenlijst, zijn door de standaardfuncties van de internetbrowser over-genomen. Andere interface-elementen zoals de werkbalk van het Help-systeem zijn aangepast. Hierna worden deze gewijzigde en nieuwe elemen-ten aangegeven.

    23

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Voorbeeld:De volgende afbeelding toont het in Internet Explorer geopende EPLANHelp-systeem:

    De cijfers hebben de volgende betekenis: (1) navigatiebereik, (2) werkbalk,(3) tekst zoeken, (4) knop voor het verbergen van het navigatiebereik, (5)Help-onderwerpmet tekstbereik.

    Navigatiebereik

    Aan de linkerzijde van het Help-venster wordt het "navigatiebereik" van hetHelp-venster weergegeven. De tabbladen van dit bereik – Inhoud, Index enWoordenlijst – bieden verschillende toegangsmogelijkheden tot de infor-matie in het Help-systeem.

    24

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Dialoogvensterelement Betekenis

    (Navigatiebereik ver-bergen)

    Om het navigatiebereik te verbergen, klikt u opdeze knop aan de rechter rand van het navi-gatiebereik.

    (Navigatiebereik weer-geven)

    Om het navigatiebereik weer te geven, klikt uop deze knop aan de linker rand van het Help-venster.

    Werkbalk

    Dewerkbalk van het Help-systeem bevindt zich boven het tekstbereik.

    Knop Betekenis

    (Allesweergeven)

    Met deze knop opent en sluit u alle teksten en afbeeldingendie zich op een Help-pagina bevinden en die door het klik-ken op een koptekst (bijvoorbeeldDialoogvenster openen,Voorbeeld) kunnen worden uitgevouwen.

    (Vorigonderwerp)

    Springt naar de vorige pagina in de inhoudsopgave. Omnaar de laatst opgeroepen Help-pagina terug te keren,gebruikt u de knop [Vorige] van de internetbrowser.

    (Vol-gend onder-werp)

    Springt naar de volgende pagina in de inhoudsopgave. Metdeze knop kunt u heel eenvoudig door de Help-pagina's bla-deren, in de volgorde zoals ze in de inhoudsopgave voor-komen, zonder dat u op elke invoer in de inhoudsopgavehoeft te klikken.

    (Onder-werp afdruk-ken)

    Klik op deze knop om het huidige Help-onderwerp af te druk-ken. Het afdrukdialoogvenster van de internetbrowser wordtgeopend, waarin u overige instellingen kunt aanbrengen.

    25

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Tekst zoeken

    De tekstzoekfunctie bevindt zich aan de rechter bovenrand van het Help-ven-ster boven de werkbalk. Hiermee kunt u in alle pagina's van het Help-sys-teem zoeken naar opgegeven zoektermen.

    Het zoekresultaat van de tekstzoekactie herkent u van de zoekmachines dievoor internet worden gebruikt: als resultaat wordt een lijst met vindplaatsensamengesteld, die u kunt openen door hierop te klikken.. Als aanvullendeinformatie wordt onder de koptekst van de vindplaats een kort tekstfragmentaangegeven. Zo kunt u vooraf al herkennen welke vindplaatsen aan uw ver-wachtingen voldoen.

    Dialoogvensterelement Betekenis

    Invoerveld "Zoeken" In dit veld geeft u één of meerdere zoektermenop.

    (Zoeken)Klik op deze knop om het zoeken naar eenopgegeven zoekterm te starten.

    Met het nieuwe format van het Help-systeem kunt umet behulp van syno-niemen uitgebreid naar teksten zoeken. ook wanneer u vergelijkbare of ongel-dige zoektermen opgeeft of zoektermen die niet meer worden gebruikt,wordt in veel gevallen een passend zoekresultaat weergegeven.

    26

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Help-systeem via een internetverbinding oproepenHet nieuweHelp-systeem wordt nu ook op een EPLAN-webserver terbeschikking gesteld. Hierdoor kunt u het EPLANHelp-systeem ook via eeninternetverbinding oproepen.

    Wanneer u dit niet wilt (omdat er bijvoorbeeld geen internetverbinding is)kunt u het Help-systeem ook gewoon op een lokaal opslagmedium instal-leren.

    De instellingen hiervoor brengt u aan in het nieuwe instellingsdialoogvensterInstellingen: Talenmet behulp van het nieuwe groepsveldHelp-systeem(menupad:Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Talen.). Alshet Help-systeem via de internetverbindingmoet worden gestart, schakelt uhet selectievakjeOnline in.

    In het kader van deze uitbreiding zijn de instellingenDialoogtaal,Alterna-tieve taal en Taal van het Help-systeem (nu Taal), die zich tot dusver inhet dialoogvenster Instellingen: Gebruikersinterface bevonden, naar ditnieuwe instellingsdialoogvenster verplaatst.

    27

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    GebruikersinterfaceCombineren van selectie en activering bij het filterenIn het EPLAN platform bestond er in veel dialoogvenster (bijvoorbeeld in denavigators) een combinatie van een vervolgkeuzelijst voor een filter en eenbijbehorend selectievakje om het filter te activeren. In versie 2.5 zijn dezebeide interface-elementen gecombineerd om de bediening eenvoudiger temaken.

    Voordeel:Door het combineren van beide interface-elementen voor filters, is er min-der ruimte voor dialoogvensters nodig en worden deze overzichtelijker.Een geselecteerd filter hoeft niet langer te worden geactiveerd en datvereenvoudigt de algemene bediening van filters in het dagelijks gebruik.

    Wanneer u nu in de vervolgkeuzelijst Filter een invoer selecteert, is dit filterautomatisch geactiveerd. Om een filter te deactiveren, kunt u in de lijst denieuwe invoer "-Niet geactiveerd-" selecteren. Dit is vrijwel overal de stan-daardinstelling voor het veld Filter, dat wordt weergegeven wanneer u hetbetreffende dialoogvenster opent. (Uitzonderingen: pagina-navigator, dia-loogvensters voor de artikelsynchronisatie en de stamgegevenssynchroni-

    28

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    satie. Hier wordt een geactiveerd filter opgeslagen en weergegeven wanneerde navigator opnieuwwordt geopend.)

    Snel schakelen via het snelmenuIn de navigatorvensters is voor de vervolgkeuzelijst Filter bovendien eensnelmenumet de volgende invoeren beschikbaar:

    Uitschakelen: zet de filterinstelling terug naar de invoer "- Niet geac-tiveerd -".

    activeren: activeert het laatste actieve filter opnieuw.

    Met dit snelmenu kunt u snel tussen ongefilterde en een door u gewenstegefilterde weergave schakelen.

    29

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Minder bedieningselementen voor meer gebruiksvriendelijkheidOok in versie 2.5 zijn er meerdere instellingen, menuopdrachten en functiesuit het programma verwijderd. Sommige van deze functies kunnen op eenanderemanier eenvoudiger worden uitgevoerd. Andere elementen van degebruikersinterface zijn volledig verwijderd, omdat deze functies zelden doorgebruikers werden gebruikt of omdat ze het EPLAN platform onnodig inge-wikkeldmaakten.

    Bij de beslissing of eenmenuopdracht al dan niet moest worden verwijderd,zijn ook de inzichten uit ons "klantgericht verbeterprogramma" meegeno-men. Dankzij uwmedewerking kunnen wij de gebruiksvriendelijkheid en doel-matigheid van het EPLAN platform steeds verder verbeteren!

    Menuopdrachten

    In het menuPagina is de volgendemenuopdracht verwijderd:

    Extra velden nummerenDeze functie voor het nummeren van extra velden werd zelden gebruikten is vanaf nu vervallen. Om een doorlopend paginanummer weer tegeven, bijvoorbeeld in de pagina-eigenschappen, in de grafische editor ofop verwerkingspagina's, gebruikt u in plaats hiervan de nieuwe pagina-eigenschap Teller aantal pagina's (ID 25020). Deze eigenschap telt depagina's in het project overeenkomstig de volgorde in de paginastructuurautomatisch door. In de editors kunt u deze eigenschap als speciale tekstinvoegen.Verschillende plotkaders in de beschikbare stamgegevens zijn met deeigenschap Teller aantal pagina's uitgebreid (zie paragraaf "Stam-gegevens: Formulieren en plotkaders" (vanaf pagina "152")).

    30

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In het menuProjectgegevens zijn de volgendemenuopdrachten verwijderd:

    Klemmenstroken > Corrigeren

    Stekers > Corrigeren

    Kabels > Corrigeren.

    Deze verschillendemenuopdrachten voor het corrigeren van project-gegevens zijn in éénmenuopdracht gecombineerd. Via demenuop-drachtenProject > Organiseren > Corrigeren opent u hetdialoogvenster Project corrigeren, waarin u voor het corrigeren van hetproject een schemamet instellingen kunt selecteren. Lees hiertoe ook deparagraaf "Projectgegevens corrigeren" (zie pagina "48").

    In het menuHulpprogramma's > Automatisch verwerken zijn de vol-gendemenuopdrachten verwijderd:

    Actief script uitvoerenVanaf versie 2.1 SP 1 vindt de automatische bewerking van projectenmet behulp van de EPLAN-schematechniek plaats. De verouderde tech-niek van de automatische bewerkingmet projectspecifieke scripts werdaanvankelijk nog steeds ondersteundmaar is in versie 2.5 definitief verwij-derd. Daarom is ook dezemenuopdracht verwijderd.

    UitvoerenMet demenuopdrachtenHulpprogramma's > Automatisch verwer-ken opent u nu direct het dialoogvensterUitvoeren: Automatischverwerkenwaarin u een schema voor de automatische bewerking selec-teert.

    31

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Dialoogvensters

    In de automatische bewerking zijn de volgende twee dialoogvensters verwij-derd:

    Instellingen: Automatisch verwerken (projecten)Zoals reeds genoemd is in deze versie de verouderde techniek van deautomatische bewerkingmet projectspecifieke scripts verwijderd.Daarom is ook het bijbehorende projectspecifieke instellingsdialoog-venster verwijderd.

    Automatisch verwerkenVoor dit dialoogvenster van de automatische bewerking, dat u tot dusvervanuit het projectbeheer met demenuopdrachten [Organiseren] > Auto-matisch verwerken kon openen, wordt nu direct het selectiedialoog-vensterUitvoeren: Automatisch verwerkenweergegeven waarin u eenschema selecteert. Wanneer u daarvoor meerdere projecten in de boom-weergave van het projectbeheer hebt geselecteerd, kunnen ook numeer-dere projecten automatisch worden bewerkt.

    Tip:Om "oude" scripts uit vorige EPLAN-versies (versie 2.1 of ouder) verder tekunnen gebruiken, is in het dialoogvenster Instellingen: Automatischverwerken de knop (Script importeren) beschikbaar. Met behulp vaneen vervolgdialoogvenster kunt u een scriptbestand (*.cs) in de project-directory van het geselecteerde project selecteren en als nieuw schemaopslaan.

    32

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Daarnaast is nog het volgende dialoogvenster verwijderd:

    Tip van de dagDeweergave van afzonderlijke "Tips van de dag" bij het opstarten van hetprogramma is niet meer van deze tijd. Veel gebruikers stoorden zich aandit venster en schakelden het uit. Daarom is het dialoogvenster Tip vande dag verwijderd.Wij willen u echter nog steeds graag voorzien van tips over het werkenmet het EPLAN platform.Wanneer u in het menuHelp de hernoemdemenuopdracht EPLAN tips kiest, verschijnt er een Help-paginamet alletips. De tips zijn bedoeld om het werkenmet nieuwe functies en bedie-ningsmethoden te vereenvoudigen.

    33

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Grafische editorOvale tekstkadersWanneer voor langere teksten of weergegeven onderdeelcodes ellips-vormige tekstkaders worden gebruikt, kan dit tot weergaveproblemen leiden(overlapping van ellips en tekst) omdat de ellips in de omsluitende rechthoekwordt getekend. In dat geval kunt u nu een ovaal tekstkader instellen.

    Voordeel:Met de instelmogelijkheid "Ovaal" kunt u tekstkaders nog beter vormge-ven.

    Wanneer u deze instelling kiest, wordt de tekst door een ovaal kader omslo-ten. Daarbij wordt de ovaal als een rechthoek getekend, dat door twee halvecirkels wordt uitgebreid.

    Net als bij de andere opties voor tekstkaders kunt u de instellingen zowel pro-jectoverkoepelend als individueel bij de betreffende tekst aanbrengen.

    Voor het gehele project via een instelling in het layerbeheer:Hiertoe is de vervolgkeuzelijst van de kolom Tekstkadermet de optie"Ovaal" uitgebreid. Alle teksten of onderdeelcodes die op het betreffendeniveau liggen, worden projectoverkoepelendmet een ovaal kader omslo-ten.

    34

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Individueel via het betreffende eigenschappendialoogvenster:Om voor een individuele onderdeelcode of tekst een ovaal tekstkader temaken, is in het eigenschappendialoogvenster op het tabbladWeergave/ Formaat onder het hiërarchieniveau Tekstkader voor de weergave-eigenschap Tekstkader tekenen de nieuwe optie "Ovaal" beschikbaar.

    35

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Verbeterde positionering van tekstenIn het eigenschappendialoogvenster van teksten is het tabblad Formaatmethet hiërarchieniveauPositie uitgebreid.

    Voordeel:Deweergave-eigenschappen van het hiërarchieniveauPositie vereen-voudigen het nauwkeurig positioneren van teksten (bijvoorbeeld tijdelijkeaanduiding-teksten in formulieren) enmaken het mogelijk om gede-tailleerde instellingen voor het docken van teksten aan te brengen.

    De op dit hiërarchieniveau aangegeven weergave-eigenschappen zijndezelfde als die op het tabbladWeergave van schemasymbolen. De weer-gave-eigenschapBasispunt, die bij schemasymbolen eveneens op hethiërarchieniveauPositie voorkomt, is voor teksten niet nodig.

    X-coördinaat / Y-coördinaat:Met deze beide weergave-eigenschappen kunt u de positie van een tekstop een projectpagina nauwkeurig vastleggen. Daarbij heeft de opgege-ven coördinaat betrekking op het invoegpunt van een tekst ten opzichtevan het oorsprongpunt van het grafische coördinatensysteem.

    Dockinstelling /Gecentreerd:Met deze weergave-eigenschappen kunt u instellingen voor aan elkaargedockte teksten aanbrengen. Degelijke teksten gedragen zich bijvoor-beeld bij het verplaatsen als een blok.Via de weergave-eigenschapDockinstelling definieert u bij een hoofd-tekst de standaardinstelling voor het dockgedrag van gedockte teksten.Via de eigenschapGecentreerd definieert u bij een hoofdtekst of het blok(dus de hoofdtekst + de gedockte teksten) moeten worden gecentreerd.

    36

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Opmerking:Teksten kunnen in het EPLAN platform via demenuopdrachtenBewerken> Tekst > Docken / ... > Undocken gedockt en afgedockt worden. Meerinformatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem, bijvoorbeeld inde paragraaf "Teksten docken / undocken" en in de contextafhankelijkeHelp bij het tabblad Formaat.

    Formatteringen voor grafische elementen overnemenIn de nieuwe versie is nu ook in de eigenschappendialoogvensters en op hettabblad Formaat van grafische elementen en teksten de knop [Toepassen]beschikbaar. Hiermee kunt u de formattering van deze elementen bij eengeopend eigenschappendialoogvenster aanpassen terwijl u wijzigingen in degrafische editor aanbrengt.

    Correcte weergave van lijntypenEr zijn bepaalde lijntypen die aanvullende grafische informatie (symbolen)bevatten. Deze lijntypen zijn met name bestemd voor toepassing in P&I-sche-ma's.

    Alle lijntypenmet aanvullende grafische informatie worden nu ook bijschuine lijnen correct weergegeven. De uitlijning van de aanvullende gra-fische informatie ten opzichte van de lijn blijft behouden.

    Bij verschillende schalen van de pagina worden de lijntypen normconformweergegeven, zodat ook bij grotere schalen het patroon van de lijn kanworden herkend.

    37

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Voorbeeld:Voorbeeld van een lijntypemet aanvullende grafische informatie bijschuine weergave.

    38

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    OnderdelenVereenvoudiging en uitbreiding van de eigenschapsgroeperingenDe eigenschapsgroepering definieert de indeling van de geplaatste eigen-schapsteksten bij een functie en de bijbehorende weergave-instellingen.U kunt eigen, gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingenmaken. Degebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen worden projectspecifiekopgeslagen en zijn toegekend aan de symboolvariant waarvoor ze zijngemaakt.

    In deze versie zijn de bewerkingsmogelijkheden van de gebruikergedefini-eerde eigenschapsgroeperingen vereenvoudigd en uitgebreid.

    Voordeel:Het werkenmet gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen is nueenvoudiger en transparanter. Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroe-peringen kunnen sneller en comfortabeler worden toegewezen, bijvoor-beeld door eenmeervoudige selectie bij de tabelbewerking of bij deexterne bewerking. Ook bij het werkenmet macro's wordt nu beter reke-ning gehoudenmet gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen.Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen bieden uitgebreidemogelijkheden om deweergave van informatie in het schema individueelin te delen en uw documentatie op diemanier overzichtelijk en doeltreffendvorm te geven.

    Vereenvoudigd gedrag bij het wijzigen en importerenHet gedrag bij het wijzigen en importeren van eigenschapsgroeperingen isvereenvoudigd:

    39

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Wanneer u een gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering ondereen bestaande naam opslaat, worden de wijzigingen nu automatisch over-dragen aan alle functies die deze eigenschapsgroepering gebruiken.Daarbij blijft de naam van de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroe-pering bij alle betreffende functies behouden. Demogelijkheid om aan tegeven dat wijzigingen alleen aan de actuele functie moeten worden over-gedragen, is vervallen.

    Dit gedrag geldt ook bij het importeren van eigenschapsgroeperingen.Wanneer u bij het importeren een of meerdere eigenschapsgroeperingenoverschrijft, worden de gewijzigde weergave-instellingen eveneens over-gedragen aan alle functies die deze eigenschapsgroeperingen gebruiken.

    In de layoutruimte geldt het hierboven voor functies beschreven gedragook voor de artikelplaatsingen.

    Uitgebreide bewerkingsmogelijkhedenU kunt gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen nu op de volgendeplaatsen in het programma toewijzen:

    Bij de tabelbewerking van functies kunt u de kolom Eigenschapsgroepe-ringweergeven en een eigenschapsgroepering uit de vervolgkeuzelijstselecteren. De lijst bevat alle eigenschapsgroeperingen die voor de betref-fende symboolvariant beschikbaar zijn.

    Wanneer u schema's voor de externe bewerkingmaakt, kunt u deeigenschapsgroepering in het dialoogvenster Instellingen: Externebewerking als formaatelement selecteren en zo bij het exporteren enimporteren rekening houdenmet de betreffende gegevens.

    In het eigenschappendialoogvenster van tijdelijke aanduiding-objectenkunt u de eigenschapEigenschapsgroepering (ID 19307) gebruiken en

    40

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    via een variabele de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingenals waardensets toewijzen. De betreffende eigenschapsgroeperingenmoeten daarvoor in het project voorkomen.

    U kunt bestaande eigenschapsgroeperingen ook via een gebruikergede-finieerde knop op de werkbalk toewijzen. Daartoe kiest u in het dialoog-vensterAanpassen de actie XEsSetPropertyAction en gebruikt u alswaarde van de parameter PropertyId de ID 19307 van de eigenschapEigenschapsgroepering.

    Gewijzigde gedrag bij het kopiëren en invoegen van macro'sBij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies en bij het invoegen vanmacro's bleven de namen van de eigenschapsgroeperingen tot dusver nietbehouden en werden de ingevoegde eigenschapsgroeperingen gewijzigd in"Gebruikergedefinieerd". In deze nieuwe versie is dit gedrag als volgt gewij-zigd:

    Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies in een ander project ofbij het invoegen vanmacro's worden de gebruikergedefinieerde eigenschaps-groeperingen vergeleken. De naam van de eigenschapsgroepering bij defunctie blijft behouden wanneer de eigenschapsgroeperingen identiek zijn ofwanneer de eigenschapsgroepering nog niet in het project voorkomt. In datgeval wordt de eigenschapsgroepering gegenereerd.

    41

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Indien er reeds een gelijknamige eigenschapsgroepering in het project voor-komt die niet identiek is aan de eigenschapsgroepering bij de functie, is nude nieuwe projectinstellingEigenschapsgroeperingen uit het projectovernemen beschikbaar. (Het menupad voor het instellingsdialoogvensteris:Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Grafischebewerking > Algemeen.)

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschapsgroepering uit hetproject aan de ingevoegde functie overgedragen en blijft de naam van deeigenschapsgroepering bij de functie behouden.

    Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de eigenschapsgroepering bij deingevoegde functie behouden en wordt de naam gewijzigd in "Gebruiker-gedefinieerd".

    Eigenschapsgroeperingen terugzettenIndien gewenst kunt u de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen -ook voor meerdere functies tegelijkertijd - eenvoudig op de standaardinstel-ling terugzetten. Hiervoor is in het menuBewerken > Tekst de nieuwemenuopdracht Eigenschapsgroepering terugzetten beschikbaar.

    42

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    U kunt dezemenuopdracht gebruiken nadat u een of meerdere functies metgebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen in de grafische editor of ineen projectgegevens-navigator hebt geselecteerd. Of nadat u een of meer-dere artikelplaatsingen in een layoutruimte hebt geselecteerd. Voor degeselecteerde functies / artikelplaatsingen wordt de eigenschapsgroeperingop de standaardinstelling teruggezet. Dit is de instelling "Standaardinstelling"of de eigenschapsgroepering die u als standaard hebt gedefinieerd.

    Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-graaf "Gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen gebruiken".

    Uitgebreide automatische coördinaten voor eigenschapsgroeperingenAan versie 2.4 is voor de weergave-eigenschapBasispunt de instelling "Y-coördinaat automatisch (pad)" toegevoegd. Met behulp van deze instellingkunnen de geplaatste eigenschappen van een schemasymbool als padonder de tekening worden weergegeven (Y-coördinaat vast, alleen X-coör-dinaat kan worden gewijzigd).

    Om rekening te houdenmet andere normen (NFPA, JIC), is deze functie nuook beschikbaar voor de X-coördinaat en voor een groot aantal andere sche-masymbolen. Ook deze instelling kan voor de grafische weergave van auto-mation schema's in de gebouwenautomatisering worden gebruikt.

    Voordeel:Het werkenmet automatische coördinaten is nu uniform voor alle rele-vante schemasymbolen in het platform en dat vereenvoudigt de weergavevan teksten op basis van verschillende normen.

    43

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    De instelling in de weergave-eigenschappen verloopt nu niet meer via hetbasispunt, maar met behulp van twee nieuweweergave-eigenschappenY-coördinaat automatisch (pad) enX-coördinaat automatisch (pad). Omervoor te zorgen dat de geplaatste eigenschappen rekening houdenmet eenin de pagina- of plotkadereigenschappen ingevoerde automatische coör-dinaat, moet het betreffende selectievakje zijn ingeschakeld.

    44

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Via de instellingY-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatsteeigenschappen van een schemasymbool als pad onder de tekening wordenweergegeven. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsenvan een eigenschapstekst alleen nog rekening gehoudenmet de X-coör-dinaat van het basispunt terwijl de Y-coördinaat automatisch is gedefinieerd.De waarde voor de Y-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieertu in de eigenschapEigenschapsgroepering: Y-coördinaat automatisch(pad) (ID 12062). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschik-baar.

    Via de instellingX-coördinaat automatisch (pad) kunnen de geplaatsteeigenschappen van een schemasymbool als rij naast de tekening wordenweergegeven. Dit is bijvoorbeeld voor projecten volgens de NFPA-norm vanbelang. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het plaatsen van eeneigenschapstekst alleen nog rekening gehoudenmet de Y-coördinaat vanhet basispunt terwijl de X-coördinaat automatisch is gedefinieerd. De waardevoor de X-coördinaat (t.o.v. het nulpunt van de pagina) definieert u in deeigenschapEigenschapsgroepering: X-coördinaat automatisch (pad)(ID 12063). Deze eigenschap is bij plotkaders en pagina's beschikbaar.

    Ook bij het gebruik van automatische coördinaten kunt u de positie van eengeplaatste hoofdeigenschap ten opzichte van het basispunt verplaatsen. Alsu een van de instellingen (of beide) X-coördinaat automatisch (pad) of Y-coördinaat automatisch (pad) hebt ingeschakeld, hebben de invoeren inde veldenX-coördinaat enY-coördinaat betrekking op het door de automa-tische coördinaat verschoven basispunt.

    45

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Tip:Ommeerdere eigenschapstekstenmet automatische Y-coördinaat in devorm van een lijst in een schemapad te rangschikken, voert u voor elkeeigenschap een verschillende waarde in het veldY-coördinaat in. Deeigenschapsteksten worden dan ten opzichte van de automatische Y-coör-dinaat verschoven.Om in de vorm van een tabel te kunnen rangschikken, geeft u in de veldenX-coördinaat enY-coördinaat verschillende waarden op.

    Meer informatie over de weergave-eigenschappen vindt u in het Help-sys-teem in de paragraaf "Weergave-eigenschappen: Geplaatste eigenschap".

    ProjectbewerkingActualiseren van de projectdatabankenIn het kader van diverse uitbreidingen en optimaliseringen zijn de projectdata-banken in versie 2.5 gewijzigd. Deze wijzigingen en optimaliseringen hebbentot gevolg dat nieuwe projecten altijd met nieuwe projectdatabankenworden gemaakt.

    Invloed op oude projecten

    Om ervoor te zorgen dat oude projectenmet de nieuwe EPLAN-versie kun-nen worden bewerkt, is het absoluut noodzakelijk dat de projectdatabankenvan die projecten worden geactualiseerd. De oude projecten wordengeactualiseerd zodra deze voor het eerst met de huidige EPLAN-versieworden geopend. Hierbij wordt gevraagd of het project in de actuele versiemoet worden overgenomen.

    46

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Als u deze vraagmet [Ja] bevestigt, wordt het project eerst geactualiseerden vervolgens geopend. Daarbij wordt van uw project in de projectdirectoryeen reservekopie gemaakt met de nog niet geactualiseerde projectdatabank.

    Als u een oud project niet actualiseert, kan dat project wel met versie 2.5worden geopend, maar niet worden bewerkt; het kan uitsluitendworden beke-ken.

    Let op:Nieuwe projecten en oude projecten die zijn geactualiseerd en bewerkt,kunnen worden geopendmet EPLAN-versie 2.4. Vanwege wijzigingen inversie 2.5 is het mogelijk dat bepaalde gegevens niet correct worden weer-gegeven. Met oudere EPLAN-versies (vóór versie 2.4) kunnen degeactualiseerde projecten niet meerworden geopend!

    Nieuw bestandsformaat voor backups

    Bij het actualiseren van een project wordt ook een backup gemaakt, metprojectdatabanken die nog niet zijn geactualiseerd. Tot dusver werden dezebackups als bewerkbare projecten (*.elk) opgeslagen. Dat kon ertoe leidendat een actuele projectdirectory onoverzichtelijk werd.

    In de nieuwe versie worden de backups nu als backup-bestanden (*.zw1)opgeslagen. Deze bestanden worden ingepakt (met het programma 7-Zip)en bij het openen van projecten niet meer in de projectdirectory weergege-ven. De projecten kunnen – zoals dat bij backup-bestanden gebruikelijk is –via de backup-functie weer worden teruggezet.

    47

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Projectgegevens corrigerenIn deze versie zijn een aantal bestaande functies voor het corrigeren vanprojectgegevens (klemmenstroken, stekers, kabels) in een nieuw instellings-dialoogvenster gecombineerd.

    Voordeel:Door verschillende correctiefuncties te combineren, kunt u verschillendeprojectgegevens in één correctieprocedure automatisch corrigeren.

    Om de correctieprocedure uit te voeren, kiest u in het menupadProjectOrganiseren de nieuwemenuopdrachtCorrigeren. In het dialoogvensterProject corrigeren definieert u aan de hand van schema's welke project-gegevensmoeten worden gecorrigeerd. Selecteer het gewenste schema inhet dialoogvenster Project corrigeren of openmet de knop […] het nieuwedialoogvenster Instellingen:Corrigeren.

    48

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In het nieuwe dialoogvenster Instellingen: Corrigeren zijn alle correctie-instellingen – die voorheen over verschillende dialoogvensters verdeeldwaren – als selectievakjes beschikbaar. De "oude" menuopdrachten voorklemmenstroken, stekers en kabels in het menuProjectgegevens zijnverwijderd. (Om in het instellingsdialoogvenster bij deze correctie-instellin-gen te komen, kiest u het menupadOpties > Instellingen > Projecten >"Projectnaam" > Beheer > Corrigeren.)

    Nieuwe correctie voor verbindingssymbolen

    In het instellingsdialoogvenster, in het hiërarchieniveauVerbindingen, is denieuwe instellingVerbindingssymbolen buiten een gedefinieerd net cor-rigeren ("Doel bepalen" activeren) beschikbaar. Wanneer deze instellingis geactiveerd, wordt bij alle verbindingssymbolen (T-stukken, kruisingen,

    49

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    bruggen) die niet meer in een gedefinieerd net liggen, het selectievakjeDoe-len bepalenweer ingeschakeld.

    Dat is bijvoorbeeld van belang bij het definiëren van netten voor netgeba-seerde verbindingen, wanneer netdefinitiepunten handmatig zijn verwijderden vervolgens vergeten is om de bijbehorende verbindingssymbolen aan tepassen.

    Tip:Om alle netdefinitiepunten uit een project te verwijderen, kunt u gebruikmaken van de comprimeringsfunctie. Schakel daartoe in het dialoog-venster Instellingen: Compressie in het hiërarchieniveauNetdefinitie-punten het nieuwe selectievakjeAlle netdefinitiepunten verwijderen enverbindingssymbolen corrigeren in. Daarbij worden alle bijbehorendeverbindingssymbolen automatisch aangepast (het selectievakjeDoelenbepalenwordt ingeschakeld).

    Gebruik van niet normconforme structuurinstelling "Bovenliggend"Met het selectievakjeBovenliggend op het tabbladStructuur van de pro-jecteigenschappen kon u tot dusver voor bepaalde onderdelen (klemmen-stroken, stekers, kabels of afbreekpunten) definiëren dat deze onderdelen,wanneer ze geen "−" voorteken in deODChadden, als doorgenummerdeonderdelen werden behandeld. Voor een projectstructuur met gedefinieerdecodeblokken (bijvoorbeeld groep, inbouwplaats) is dit niet conform de normenwordt dit alleen om historische redenen in het programma gebruikt.

    Omdat deze instelling in de toekomst niet meer door EPLANwordt onder-steund, wordt het selectievakjeBovenliggend alleen nog in de volgendegevallen weergegeven:

    50

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Instelling "Bovenliggend" wordt nog niet in het project gebruikt:Om de instelling weer te geven, schakelt u in het dialoogvenster Instellin-gen: Compatibiliteit de nieuwe instellingNiet normconforme struc-tuurinstelling 'Bovenliggend' toestaan (menupad:Opties >Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Com-patibiliteit) in. Om de hierboven genoemde reden raden wij aan om ditniet te doen.

    Instelling "Bovenliggend" wordt reeds in het project gebruikt:Het selectievakjeNiet normconforme structuurinstelling 'Boven-liggend' toestaanwordt grijs weergegeven en kan dus niet worden inge-schakeld.

    Geen invloed op oude projecten

    In oude projecten (versie 2.4 en ouder) waarin de instellingBovenliggendwerd gebruikt, blijft deze instelling ongewijzigd. Wanneer u een dergelijk pro-ject in versie 2.5 opent, wordt het nieuwe selectievakjeNiet normconformestructuurinstelling 'Bovenliggend' toestaan automatisch ingeschakeld.

    Voor nieuwe projecten is dit selectievakje standaard uitgeschakeld.

    Nieuwe melding

    Om te achterhalen of de structuurinstellingBovenliggend in een projectwerd gebruikt, is in meldingsklasse 017 "ODC" de nieuwe controleprocedure-melding 017013 beschikbaar.

    51

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    ApparatenModulen voor verschillende onderdeel-coderingsnormenIn het EPLAN platform kunnen complexe apparaten als modulen wordenweergegeven. Modulen hebben dezelfde eigenschappen als artikelenmaarbevatten daarnaast ook lijstenmet subartikelen. Tot dusver vond de toeken-ning van subartikelen in demodule aan de onderdelen in de bijbehorendemacro via de onderliggende onderdeelcodes van de onderdelen plaats. Wan-neer de onderdeelcodes aan eisen van klantenmoesten worden aangepastof wanneer de kenletters op grond van andere normenwerden gewijzigd,moest u daarvoor zowel verschillendemoduleartikelen als verschillendemacro's maken, waarvan alleen de onderdeelcodes van elkaar verschilden.

    Om de artikelen in demodule en de onderdelen in demacro onafhankelijkvan de gebruikte onderdeelcodes te synchroniseren, kunt u voor de iden-tificatie van de onderdelen nu een zogeheten "module-ID" gebruiken.

    Voordeel:Modulen die demodule-ID voor de identificatie van onderliggende appa-raatcomponenten hanteren, kunnen nu onafhankelijk van coderingsnor-menworden gebruikt. Hierdoor kunnenmodulen en de bijbehorendemacro's aanzienlijk sneller worden gemaakt.

    52

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Definitie van de module-ID bij het onderdeel

    Demodule-ID wordt bij onderdelen gedefinieerd aan de hand van een aan temakenmacro voor eenmodule. Voer het betreffende kenmerk, die binneneenmacro / module uniekmoet zijn, in het eigenschappendialoogvenster inde eigenschappentabel op het eerste tabblad in. Hiervoor is in de eigen-schapselectie de nieuwe eigenschapModule-ID (ID 20359) beschikbaar.

    Uitbreiding in het artikelbeheer

    In het artikelbeheer wordenmodulen op het tabbladModule gedefinieerd.Om demodule-ID te kunnen invoeren, is dit tabblad uitgebreidmet de kolomModule-ID. Voor het artikel van eenmodule (d.w.z. per rij) kan een waardein de kolom ODC of in de kolomModule-IDworden ingevoerd. Wanneer ueen waarde in de kolomModule-ID invoert, wordt in dezelfde rij de waardevoor de onderliggendeODC verwijderd, en omgekeerd.

    Gerichte weergave van de module-ID

    Om functies met module-ID's gericht te kunnen weergeven en bewerken,kunt u de nieuwe eigenschapModule-ID in de onderdelen-navigator als filter-criterium gebruiken en in de lijstweergave van deze navigator als kolom weer-geven.

    Daarnaast kan demodule-ID van functies ook in de tabelbewerking wordenweergegeven en bewerkt. Daartoemoet umet behulp van een schema eenkolomconfiguratie voor het tabblad Functies van het dialoogvenster Func-tiegegevens bewerken instellen.

    53

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Nieuwe controleproceduremelding voor apparaten

    Demodule-IDmoet binnen eenmacro uniek zijn. Om dit bij het maken vanmacro's te kunnen controleren, is in demeldingsklasse 007 "Apparaten" denieuwe controleproceduremelding 007025 "Demodule-ID '%1!s!' is vakertoegekend." beschikbaar.

    Uitbreidingen voor apparaatgroepenComplexe apparaten kunnen in het EPLAN platform ookmet behulp van eenapparaatgroep worden gerealiseerd. Daarbij kunnen functies uit verschil-lende bereiken en onderdeelcodes grafisch en logisch worden gecombi-neerd tot één apparaat. Veel gebruikers gebruiken dit bijvoorbeeld omonderdelen van de fluidtechniekmet elektrotechnische componenten te groe-peren en deze in de apparaatgroep gecombineerde functies vervolgens alsmacro op te slaan.

    Menuopdrachten voor apparaatgroepen

    Omdat het EPLAN platform steeds verder focust op de werkvoorbereidingvanmacro's, is het maken en opheffen van apparaatgroepen in deze versiegewijzigd:

    Apparaatgroepen kunnen via demenuopdrachtenBewerken > Overig >Apparaat groeperen alleen nog inmacroprojectenworden gemaakt. Inschemaprojecten is demenuopdrachtApparaat groeperen niet actief.

    De groepering van een apparaatgroep kan nu eveneens alleen nog in eenmacroprojectworden opgeheven.

    54

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Opmerking:In schemaprojecten kunt umet demenuopdrachtenBewerken > Overig> Groepering opheffen alleen nog de groepering van elementgroepen(d.w.z. een groepering van grafische elementen) opheffen.

    Apparaatgroepen zonder plaatsing

    De plaatsing van een geselecteerde apparaatgroep kan nu via demenuop-drachtenBewerken > Plaatsing verwijderen volledig worden verwijderd.Het maakt daarbij niet uit of de plaatsing in de onderdelen-navigator of in degrafische editor wordt verwijderd.

    Niet-geplaatste apparaatgroepen gedragen zich nu net zo als andere niet-geplaatste functies en kunnen bijvoorbeeld vanuit de navigator in de gra-fische editor worden geplaatst.

    Projectgegevens-navigatorsUniform gedrag bij het plaatsen en apparaten invoegenDe functies "Plaatsen", "Macro plaatsen" en "Apparaat invoegen" zijn indeze versie in het EPLAN platform geüniformeerd. In het kader van deze wij-zigingen is het snelmenu van demeeste navigators gereduceerd en ver-eenvoudigd. In plaats van de snelmenuopdrachtenPlaatsen enMacroplaatsen, waarmee u een vervolgmenumet meerdere weergavetypenopende, beschikt het snelmenu van deze navigators nu alleen nog over desnelmenuopdracht Plaatsen (zonder vervolgmenu).

    Onafhankelijk van de weg die u volgt om functies / artikelmacro's te plaatsenof apparaten in te voegen, gebruikt het programma automatisch het weer-gavetype dat bij het betreffende paginatype past.

    55

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Voordeel:Zowel bij het plaatsen van bestaande functies als bij het invoegen vanapparaten biedt het EPLAN platform nu automatisch de bij het paginatypepassende artikelmacro's en functies aan, zonder dat u zich eerst met hetselecteren hiervan hoeft bezig te houden. De uniforme en intuïtieve bedie-ning vereenvoudigt het werkenmet navigators en het invoegen van appa-raten.

    Daarbij heeft de artikelmacro – zowel bij het invoegen van apparaten als bijhet plaatsen – de hoogste prioriteit. Wanneer bij het geselecteerde apparaatof bij de hoofdfunctie geen artikelmacro is opgeslagen, voegt u afzonderlijkefuncties in of plaatst u deze.

    Andere selectie bij het plaatsen of invoegen van apparaten

    Wanneer u in plaats van de door het programma ingestelde automatischevoorselectie een andere selectie wilt maken (bijvoorbeeld een anderemacroplaatsen), drukt u vóór het plaatsen of invoegen op [Backspace]. In de dia-loogvenstersApparaat / onderdeel plaatsen (bij het plaatsen) ofApparaatinvoegen (bij het invoegen van apparaten) kunt u tussen de verschillendeopties kiezen.

    56

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In de dialoogvensters wordt afhankelijk van de betreffende situatie een logi-sche voorinstelling weergegeven. Zo is bijvoorbeeld het bij het paginatypepassende weergavetype geselecteerd.

    Als de artikelstamgegevens onvoldoende zijn onderhouden (d.w.z. dat bij hetgeselecteerde artikel noch eenmacro noch functiesjablonen zijn opgesla-gen), dan wordt bij het invoegen van apparaten direct het dialoogvensterApparaat invoegen geopend. In dat geval kan alleen eenmacro of een sym-bool worden geselecteerd.

    Overige aanpassingen

    In het kader van deze uniformeringen zijn daarnaast nog de volgende aan-passingen aangebracht:

    In demateriaallijst-navigator en in de apparatenlijst:De snelmenuopdracht Plaatsen met kwam altijd al overeenmet hetinvoegen van apparaten. Daarom is de snelmenuopdracht hernoemd inApparaat invoegen (zonder vervolgmenu).

    57

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    In de artikelstamgegevens-navigator:De snelmenuopdrachtApparaat invoegen, waarmee via snel-menuopdrachten een weergavetype werd geselecteerd, is vervangendoor de gelijknamigemenuopdracht zonder vervolgmenu.

    Materiaallijst-navigatorPositienummers structuur- of paginaspecifiek toekennenDe positienummers van artikelen kunnen nu ook afhankelijk van de code-ringsstructuur of van de paginastructuur worden toegekend. Hiertoe is hetdialoogvenster Posities nummerenmet het nieuwe veldNieuwe num-mering bij gewijzigde eigenschap uitgebreid. U opent dit dialoogvensterdoor in demateriaallijst-navigator de te nummeren posities temarkeren envervolgens de snelmenuopdracht Positienummers toekennen te kiezen.

    Voordeel:De positienummers van artikelen kunnen in demateriaallijst-navigatorstructuur- of paginaspecifiek worden toegekend. Na het nummeren wordende positienummers van de artikelen naar de functies terug geschreven enkunnen in de grafische editor of in verwerkingen worden uitgevoerd.

    58

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Selecteer in het veldNieuwe nummering bij gewijzigde eigenschap eenbestaand schema in de vervolgkeuzelijst of openmet [...] het dialoogvensterNieuwe nummering bij gewijzigde eigenschap. Daar kunt u bestaandeschema's bewerken of nieuwe schema's maken. Via een dergelijk schemakunnen de positienummers structuur- of paginaspecifiek worden toegekend.Daartoe kunt u als criteria bijvoorbeeld de eigenschappenGroep of Pagi-nanaam selecteren. Als een waarde van de in het schema gedefinieerdeeigenschappen wijzigt (bijvoorbeeld de structuurcode voor de groep) begintde nummering weer met de in het dialoogvenster gedefinieerde startwaarde.

    Nieuwe eigenschap "Positienummerlijst"

    Als aan een functie meerdere artikelen zijn toegekend, geeft de eigenschapPositienummerlijst (ID 20346) de positienummers van alle artikelen, doorkomma's gescheiden, weer. Met deze eigenschap kunt u de positienum-mers van de artikelen bij de functies in de grafische editor weergeven of inverwerkingen uitvoeren.

    59

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Externe bewerkingUitbreiding met pad-functietekstenBij de externe bewerking is het numogelijk om de pad-functieteksten vaneen project te exporteren, deze extern te bewerken en ze vervolgens weer teimporteren. Zoals dat bij de externe bewerking gebruikelijk is, worden pad-functietekstenmet behulp van schema's geëxporteerd. Om dergelijke sche-ma's te maken, is in het dialoogvensterObjecttype de nieuwe optie "Pad-functieteksten" beschikbaar.

    Formaatelementen

    Welke gegevens bij de externe bewerkingmoeten wordenmeegenomen,definieert u zoals gebruikelijk in het dialoogvenster Instellingen: Externebewerking op het tabbladGegevens. Voor het objecttype "Pad-functietek-sten" kunt u bijvoorbeeld de volgende eigenschappen als formaatelementselecteren:

    Tekstinhoud (ID 19201):Met dit formaatelement wordt de inhoud van de pad-functieteksten uitge-voerd. Alleen dit formaatelement kan worden gewijzigd.

    Plaatsing (ID 19007):Dit formaatelement zorgt ervoor dat de betreffende pad-functietekst vol-ledig wordt geplaatst.

    Betreffende functies (ID 19800):Nieuwe eigenschap! Dit formaatelement geeft bij een pad-functietekstalle functies weer die deze functietekst uit het pad overnemen.

    60

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Wanneer u het formaatelement "Betreffende functies" gebruikt, worden deafzonderlijke functies bij een pad-functietekst in het doelbestand door eenschuine streep "/" (met spaties ervoor en erna) gescheiden.

    Om de functies uit te voeren, wordt intern de nieuwe functie-eigenschapNaam (volledig met aansluitcodes) (ID 20342) gebruikt. Deze eigenschapis als volgt opgebouwd: eigenschapNaam (volledig), ":" en eigenschapAan-sluitcodes (alle) (bijvoorbeeld =EB3+ET1-X0:L1).

    VerwerkingenAanpassen van de gebruikersinterfaceHet dialoogvenster Verwerkingen is in versie 2.5 aangepast aan de in hetEPLAN platform "gebruikelijke stijl". De knoppen op de beide tabbladenVer-werkingen enSjablonen van het dialoogvenster zijn verwijderd. In plaatshiervan zijn deze en anderen functies nu beschikbaar als knoppen op werk-balken, die zich boven de betreffende boomweergave bevinden.

    61

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    ArtikelbeheerActualiseren van de artikeldatabankAls umet meerdere versies van EPLANwerkt (bijvoorbeeld als u overstaptop versie 2.5) en in versie 2.5 een "oude" artikeldatabank hebt ingesteld,wordt u bij het openen van het artikelbeheer gevraagd of u de artikeldatabankwilt actualiseren. Als u de vraagmet [Ja] beantwoordt, wordt de artikeldata-bank geactualiseerd.

    Als u op [Nee] klikt, wordt de artikeldatabank niet geactualiseerd. Daardoorblijven de gegevensvelden van het artikelbeheer leeg en kunnen deze nietworden bewerkt.

    Andere programmacomponenten die eveneens gebruikmaken van de gege-vens uit de artikeldatabank, voeren een bijbehorendemelding uit als deartikeldatabank niet overeenkomt met de actuele versie.

    Opmerking:Als umet meerdere versies van EPLANwerkt, moet voor het bewerken enonderhouden van de artikeldatabank altijd de nieuwste versie van EPLANworden gebruikt. Een geactualiseerde artikeldatabank kan in oudere ver-sies van EPLAN bijvoorbeeld voor een artikel- of apparaatselectie wordengeopend, maar niet worden bewerkt.

    Inspringing voor aansluitbeeldU kunt nu voor het aansluitbeeld dat bij een artikel is opgeslagen een insprin-ging definiëren.

    62

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Voordeel:Met behulp van de in de velden Inspringing X-richting en Inspringing Y-richting gedefinieerde verplaatsing kunt u identieke aansluitbeelden voormeerdere artikelen van verschillende grootte gebruiken.

    63

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Hiertoe is het veldAansluitbeeld op het tabblad Technische gegevens ineen groepsveld omgezet. In de twee nieuwe extra velden Inspringing X-richting en Inspringing Y-richting definieert u voor het betreffende aansluit-beeld een verplaatsing in de X- en Y-richting. De X- en Y-inspringing wordtper artikel opgeslagen en is voor alle varianten van een artikel gelijk.

    InstellingenUniforme instellingen voor databankenDewerkwijze en instellingen voor het maken van nieuwe databanken zijn indeze versie geüniformeerd. Net als bij de bestaande instellingen voor deprojectbeheerdatabank is het numogelijk om in de instellingen voor hetartikelbeheer en in die voor het woordenboek een nieuwe databank / eennieuwwoordenboek temaken. Daartoe klikt u voor de betreffende optie

    (Access of SQL-Server) op de knop (Nieuw). Afhankelijk van de gekozenoptie, wordt dan een nieuwe Access- of SQL-databank gemaakt.

    64

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In het kader van deze uniformering zijn de volgendemenuopdrachten over-bodig geworden:

    In het dialoogvensterArtikelbeheer is onder de knop [Extra] demenuop-drachtNieuwe databank verwijderd.

    In het dialoogvensterWoordenboek is op het tabbladBeheer onder deknop [Extra] demenuopdrachtNieuw verwijderd.

    Instellingen overnemenIn deze nieuwe versie beschikt het dialoogvenster voor het bewerken vanalle instellingen over de knop [Toepassen]. Hiermee kunt u uw instellingenopslaan zonder dat u het instellingsdialoogvenster met [OK] hoeft te ver-laten. Dit kan bijvoorbeeld zinvol zijn voor het exporteren van instellingen.

    Hulpprogramma'sOptimalisatie van het systeemmeldingenbeheerHet opslaan van systeemmeldingen in een tekstbestand, zoals dat tot dusvergebruikelijk was, is niet meer van deze tijd. Daarom worden systeemmeldin-gen nu in een databank opgeslagen. In het kader hiervan zijn er ook enkelewijzigingen in de gebruikersinterface aangebracht.

    65

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Voordeel:Dankzij de optimalisatie van het systeemmeldingenbeheer kunnen sys-teemmeldingen eenvoudiger worden bediend. Zo kunnen nu ookmel-dingen vanmeerdere sessies of meldingen van vorige sessies wordenweergegeven. Omdat u nu ook ouderemeldingen kunt bekijken, kunt ucontroleren of een bepaaldemelding al eens eerder is opgetreden.

    Een overzicht van vernieuwingen bij de systeemmeldingen:

    Opslaan van systeemmeldingen in een databank:Vanaf versie 2.5 worden de systeemmeldingen automatisch in een data-bankmet de naam EplLog.eldb opgeslagen. Het systeemmeldingen-bestand, dat in eerdere versies werd gebruikt voor het opslaan vansysteemmeldingen, is vervallen.

    Weergave van systeemmeldingen van alle sessies:Er kunnen niet alleenmeldingen van de actuele sessie worden weergege-ven, maar ookmeldingen van sessies uit het verleden. Standaard wordende systeemmeldingen van de actuele sessie weergegeven. Met hetselectievakjeAlle sessies weergeven is het mogelijk om de lijst met sys-teemmeldingen uit te breidenmet meldingen van sessies uit het ver-leden.Demeldingen bij een sessie worden in het dialoogvenster Systeemmel-dingen onder een apart knooppunt weergegeven (nieuwe pictogram ).

    Systeemmeldingen van een andere databank openen:In het systeemmeldingendialoogvenster kunt u een willekeurige anderesysteemmeldingendatabank openen en de inhoud daarvan laten weer-geven (bijvoorbeeld een databank uit eerdere sessies). Hiertoe is in het

    66

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    dialoogvenster onder de knop [Bestand] demenuopdrachtOpenenbeschikbaar.

    Export van systeemmeldingen:U kunt de inhoud van de databank vanuit het systeemmeldingendialoog-venster in een bestand van het type *.csv exporteren. U start het expor-teren van de databankmet [Bestand] > Exporteren. Vervolgens wordtde toepassing gestart die gekoppeld is aan het bestandstype *.csv. Ukunt bijvoorbeeldMS-Excel gebruiken om meldingen te laten weergeven.In dit programma kunt u voor het analyseren van fouten de volledige tekst-zoekfunctie gebruiken.

    Meer informatie over systeemmeldingen vindt u in het Help-systeem in deparagraaf "Systeemmeldingen".

    67

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN Multi-user Management"

    Opmerking:De uitbreidingsmodule "EPLANMultiuser Management" is voor de vol-gende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:EPLANElectric P8 Select, EPLANElectric P8 Professional, EPLANElec-tric P8 Professional+, EPLANFluid, EPLANFluid Professional, EPLANPro Panel Professional Stand-alone en EPLANPro Panel Professional+Stand-alone.Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodulestandaard tot de leveringsomvang: EPLANElectric P8 Ultimate.

    Met de uitbreidingsmodule "EPLANMultiuser Management" kunnen projec-ten in zogeheten "bewerkingsbereiken" worden onderverdeeld. Hierdoorworden grote projecten overzichtelijker weergegeven en neemt de bewer-kingssnelheid toe. Als er bij de bewerking van omvangrijke projecten externekrachtenmoeten worden ingezet, of als projecten onafhankelijk van de net-werkverbindingmoeten worden bewerkt, kunt u deze projecten inmeerderedeelprojecten opdelen.

    Vereenvoudigde activering van bewerkingsbereikenOm bewerkingsbereiken te kunnen definiëren en gebruiken, moest u degeselecteerde bewerkingsbereiken tot dusver eerst in de projecteigenschap-pen activeren. In de nieuwe versie worden bewerkingsbereiken geactiveerdmet demenuopdrachtenProject > Bewerkingsbereiken > Geselecteerdbewerkingsbereik activeren.

    68

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    In het kader van deze vereenvoudiging is het tabbladBewerkingsbereikenverwijderd, dat tot dusver in de projecteigenschappen werd gebruikt ombewerkingsbereiken te activeren.

    Ook het selecteren en definiëren van bewerkingsbereiken in een project iseenvoudiger geworden. De beidemenuopdrachtenDefiniëren enDefi-niëren als projectbeheerder zijn nu altijd beschikbaar – ongeacht ofbewerkingsbereiken al dan niet kunnen worden geactiveerd.

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN RevisionManagement"

    Opmerking:De uitbreidingsmodule "EPLANRevisionManagement" is voor de vol-gende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:EPLANElectric P8 Select, EPLANPreplanning P&ID.Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodulestandaard tot de leveringsomvang:EPLANElectric P8 Professional, EPLANElectric P8 Professional+,EPLANElectric P8 Ultimate, EPLANFluid, EPLANFluid Professional,EPLANPreplanning Professional, EPLANPro Panel Professional Stand-alone, EPLANPro Panel Professional+ Stand-alone.

    Via het revisiebeheer, de uitbreidingsmodule "EPLANRevisionManage-ment", kunnen wijzigingen in bestaandemachine- en installatiedocumentatieautomatisch worden geregistreerd en gedocumenteerd.

    69

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Revisie van bewerkingsbereikenMet behulp van dewijzigingstracering kunt u deelbereiken van een projectreviseren. U definieert de te reviseren deelbereiken via de bewerkings-bereiken. Wijzigingen in de afzonderlijke bewerkingsbereiken wordenonafhankelijk van elkaar gedocumenteerd en beveiligd.

    Opmerking:Om deelbereiken van een project te reviseren, moet het mogelijk zijn ombewerkingsbereiken te definiëren. Het definiëren van bewerkingsbereikenis mogelijk in de uitbreidingsmodule "EPLANMultiuser Management".

    Voordeel:Wijzigingen in afzonderlijke delen van de projectstructuur, in afzonderlijkebereiken etc. kunnenmet behulp van bewerkingsbereiken onafhankelijkvan elkaar worden gedocumenteerd en beveiligd.

    Bewerkingsbereiken worden per pagina gereviseerd. Dat betekent dat u bijhet definiëren van bewerkingsbereiken eigenschappen voor structuurcodes(bijvoorbeeldGroep en Inbouwplaats) of pagina-eigenschappen (bijvoor-beeldPaginanaam) als filtercriteria moet gebruiken. Op dezemanier kun-nen delen van een projectstructuur of afzonderlijke bereiken apart wordengereviseerd. Om bereiken te reviseren, moet het project zo zijn opgebouwddat alle pagina's van een bereik eenduidig aan een bepaalde paginastructuurzijn toegekend.

    Voorwaarden

    Om een bewerkingsbereik te kunnen reviseren, moet aan de volgende voor-waarden zijn voldaan:

    70

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Het project zelf mag niet gereviseerd zijn.

    Het bewerkingsbereik mag niet overlappenmet andere bewerkings-bereiken.

    Het bewerkingsbereik moet geselecteerd zijn en via demenuopdrachtenProject > Bewerkingsbereiken > Geselecteerd bewerkingsbereikactiveren geactiveerd zijn.

    Werkwijze en interfacewijzigingen

    Dewerkwijze bij het reviseren van geactiveerde bewerkingsbereiken is het-zelfde als bij "gehele" projecten. Met demenuopdracht voor het afsluiten vanprojecten kunt u nu ook gereviseerde bewerkingsbereiken afsluiten. Daaromis demenuopdracht hernoemd inProject / bereik afsluiten. Om het geac-tiveerde bewerkingsbereik weer te geven, zijn de volgende dialoogvenstersuitgebreidmet het veldBewerkingsbereik:

    DialoogvensterRevisie genereren

    DialoogvensterBeschrijving van de paginawijziging bij het afsluitenvan pagina's

    DialoogvensterBewerkingsbereik afsluiten. (Dit dialoogvenster wordtweergegeven bij het reviseren van bewerkingsbereiken. Verder lijkt hetop het dialoogvenster voor het afsluiten van projecten.)

    De volgende dialoogvensters zijn uitgebreidmet de kolom Bewerkings-bereik:

    DialoogvensterRevisiegegevens nabewerken

    Dialoogvenster Verwijderde pagina's.

    71

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    In deze kolom worden de bewerkingsbereiken weergegeven waarvoor bijeen bepaalde revisie pagina's / layoutruimtes zijn gewijzigd of pagina's zijnverwijderd.

    Wijzigingsbeveiliging voor afgesloten bewerkingsbereiken

    Wanneer u een bewerkingsbereik afsluit, worden de bijbehorende pagina'sof layoutruimtes van een automatische wijzigingsbeveiliging voorzien.

    Voor een geselecteerd, geactiveerd bewerkingsbereik kan deze beveiligingin de revisie op de gebruikelijke wijze weer worden verwijderd (menuop-dracht Schrijfbeveiliging verwijderen). In het dialoogvensterBeveiligingconfigureren kunt u bovendien de automatische wijzigingsbeveiliging tij-delijk uitschakelen om geselecteerde pagina's of layoutruimtes te corrigeren.

    Nieuwe eigenschappen

    Daarnaast zijn er de volgende nieuwe geïndexeerde eigenschappen.

    ProjecteigenschapBewerkingsbereik (uit wijzigingstracering)[1-1000] (ID 10195)

    Pagina-eigenschapBewerkingsbereik (uit wijzigingstracering)[1-1000] (ID 11079).

    Deze eigenschappen geven na de revisie van bewerkingsbereiken de bijbe-horende schemanamen van het bewerkingsbereik aan. Daardoor kunt ubijvoorbeeld in de projecteigenschappen de revisiestatus van de afzonder-lijke bewerkingsbereiken bekijken. De nieuwe pagina-eigenschap kunt ubijvoorbeeld als filtercriterium voor de pagina-navigator gebruiken. Op dezemaner kan het hele project of het geselecteerde bewerkingsbereik wordengefilterd op pagina's die bij een bepaalde revisie (bijvoorbeeld index 2) vaneen bewerkingsbereik zijn gewijzigd.

    72

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Wijzigingen bij het definiëren van bewerkingsbereiken

    Wanneer u voor een bewerkingsbereik een revisie doorvoert, wordt in de dia-loogvensters voor het definiëren van bewerkingsbereiken de naam van deactuele revisie in de nieuwe kolom Revisieweergegeven.

    Gereviseerde bewerkingsbereiken en deelprojecten

    U kunt gereviseerde bewerkingsbereiken in het dialoogvensterDeel-projecten niet veilig opslaan.

    Overname van revisiegegevens bij het invoegen sturenWanneer u gekopieerde pagina's of paginamacro's vanuit een revisieprojectin een ander project invoegt, kunt u nu de revisiegegevens uit het revisiepro-ject naar keuze behouden of verwijderen. U definieert dit via de gebrui-kersinstellingRevisiegegevens bij het invoegen behouden (menupad:Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Algemeen).

    Dit nieuwe selectievakje is standaard ingeschakeld. Daardoor worden – netals voorheen – bij het invoegen van gekopieerde pagina's of paginamacro'sde revisiegegevens uit het bronproject in het doelproject ingevoegd.

    Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden er geen revisiegegevens in hetdoelproject ingevoegd. De revisiegegevens van de gekopieerde pagina's ofpaginamacro's worden bij het invoegen verwijderd.

    Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het Help-systeem in de para-graaf "Revisiebeheer: Principe".

    73

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN UserRights Management"

    Opmerking:De uitbreidingsmodule "EPLANUser Rights Management" is voor de vol-gende programmavarianten optioneel verkrijgbaar:EPLANElectric P8 Select, EPLANElectric P8 Professional, EPLANFluid,EPLANFluid Professional, EPLANPreplanning P&ID, EPLANPreplanningProfessional, EPLANPro Panel Professional Stand-alone.Voor de volgende programmavarianten hoort deze uitbreidingsmodulestandaard tot de leveringsomvang:EPLANElectric P8 Professional+, EPLANElectric P8 Ultimate, EPLANPro Panel Professional+ Stand-alone.

    Met de uitbreidingsmodule "EPLANUser Rights Management", het rechten-beheer, kan een beheerder zowel de rechten van gebruikers als de gebrui-kersinterface (dialoogvensters, menustructuur etc.) van het EPLAN platformconfigureren.

    In de actuele versie zijn in het rechtenbeheer de volgende vernieuwingenaangebracht:

    De rechten van de gebruikersgroep "ADMINISTRATOR" worden nu bijelke EPLAN-versie automatisch geactualiseerd. Daarom is in het dialoog-vensterRechtenbeheer demenuopdracht [Extra] > Rechten actualise-ren niet meer nodig en is deze in deze versie verwijderd.

    Het importeren van een rechtendatabank vanuit een vorige EPLAN-ver-sie wordt nu via de nieuwe knop [Importeren] opgeroepen. In het vervolg-dialoogvenster selecteert u het gewenste databankbestand. Mogelijkebestandstypen zijn "Rechtendatabank in EPLAN-formaat (*.erm)" en"Rechtendatabank in Access-formaat (*.mdb)".

    74

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5

    Stand: 23.06.2015

    Vernieuwingen voor EPLAN Electric P8

    KlemmenIn deze versie is het interne beheer van etageklemmen aangepast. Klem-menapparaten (etageklemmen) worden beter ondersteund en blijven bij deprojectbewerking behouden. Hiertoe krijgen klemmen een zogeheten "appa-raatpositie" als nieuwe eigenschap. De overzichtelijkheid in de klemmen-strook-navigator wordt door een nieuw apparaatgericht aanzicht verbeterd.

    Voordeel:Vanwege het verbeterde en overzichtelijkere beheer kunnen etageklem-men nu sneller worden ontworpen. Ook het kopiëren en naderhand bewer-ken van bestaande klemmenstroken gaat nu een stuk eenvoudiger.

    Ook voor het dialoogvensterKlemmenstrook bewerken is de over-zichtelijkheid verbeterd – zo kunnen verschillende klemtypen aan de handvan een schematisch grafisch voorbeeld van klemmen eenvoudiger wordenherkend. Daarnaast kan voor dit dialoogvenster de kolomconfiguratie in eenschemaworden opgeslagen. Er zijn daarin ook uitgebreide bewerkingsmoge-lijkheden beschikbaar.

    In de onderstaande paragrafen worden de volgende onderwerpen behan-deld:

    "Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie"" op pagina "76"

    "Apparaatgericht aanzicht in de klemmenstrook-navigator" oppagina "77"

    "Verbeteringen bij het bewerken van klemmen" op pagina "78"

    "Eenvoudiger werkenmet handmatige vaste bruggen" op pagina "83".

    75

  • EPLAN NEWSvoor versie 2.5Stand: 23.06.2015

    Nieuwe eigenschap "Apparaatpositie"Klemmenapparaten (bijvoorbeeld etageklemmen) worden nu via de nieuweeigenschapKlem: Apparaatpositie (ID 20367) geïdentificeerd. Alle klem-men van een klemmenapparaat hebben dezelfde apparaatpositie.

    Tot dusver werd de volgorde van de klemmen binnen een klemmenstrookvia het sorteerkenmerk gedefinieerd. Nu wordt de volgorde via de appa-raatpositie gedefinieerd. De apparaatpositie geeft de positie van het klem-menapparaat binnen de klemmenstrook aan waartoe de klem behoort.Binnen een klemmenapparaat wordt de volgorde van d