NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41...

36
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN JAARGANG 34, MEI 2013 2 2013 Stamceltherapie voor ischemische hartziekten Zorg bij hartfalen in Kaapstad Nieuwe antistollingsmiddelen Onderzoek naar empowerment ICD in laatste levensfase

Transcript of NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41...

Page 1: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

NEDERLANDSE VEREN IG ING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGENNEDERLANDSE VEREN IG ING VOOR HART EN VAAT VERPLEEGKUNDIGEN

JAARGANG 34, MEI 2013

22013

Stamceltherapie voor ischemische hartziekten

Zorg bij hartfalen in Kaapstad

Nieuwe antistollingsmiddelen

Onderzoek naar empowerment

ICD in laatste levensfase

Page 2: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

inhoudinhoud

Pagina 39De ‘3PS’Anne Geert van Driel

Pagina 40

Stamceltherapie voor ischemische hartziektenStefan Koudstaal, Pieter Doevendans, Steven Chamuleau

Pagina 45Vraag: Een 72-jarige patiënte op de intensive care met een bradycardie Cyril Camaro

Pagina 46

Promotieonderzoek Ineke Lokker: “Zorg in de stervensfase van patiënten met hartfalen in Kaapstad”Gert-Jan van den Bemd

Pagina 48Nieuwe antistollingsmiddelen onderwerp van discussieMarc Elisen, Hajo Auwerda

Pagina 52Onderzoek naar empowerment bij hart- en vaatpatiëntenNellie Antens

Pagina 57Antwoord: Een 72-jarige patiënte op de intensive care met een bradycardie Cyril Camaro

Pagina 58

ICD en pacemaker in de laatste levensfaseAnjo van Staaveren

Pagina 62Recensie: ABC van de cardiologie Anne Geert van Driel

Pagina 64Congresverslag: NVVC VoorjaarscongresGerrit van Arkel

Pagina 66 Leven lang lerenPersbericht Hogeschool Utrecht

Pagina 67Openhartig met technisch specialist Ben RodermansCobi Kroese

Pagina 68HartruisHildelies van Oel

Pagina 69

Werkgroep CongressenDebbie ten Cate, Linda Joziasse

Pagina 70Verenigingsnieuws en Agenda

38 Cordiaal 2/2013

Page 3: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

De ‘3PS’De meeste lezers zullen wellicht wel eens van 3JS gehoord hebben: eenVolendamse band bestaande uit drie mannen van wie de voornaam met een ‘J’begint. Hoewel ik persoonlijk niets heb met 3JS is het wel grappig dat ze in 2008een album hebben uitgebracht dat Kamers van m’n hart heet. Ook al is de titelnatuurlijk figuurlijk bedoeld, als cardiologie verpleegkundige weet ik dat mijnhart twee kamers heeft: het linker- en het rechterventrikel. Waarom ik over 3JSbegin? Dat heeft te maken met de ‘3 PS’.

Enige tijd geleden ben ik van baan veran-derd en afdelingshoofd van de cardiologie-afdeling in het Albert Schweitzer zieken-huis in Dordrecht geworden. Bij het sollici-teren naar een andere functie hoort hetschrijven van een sollicitatiebrief. Hierinprobeer je te verwoorden wat je motivatieen drijfveren zijn. Voor mij kwam dit neerop de 3 PS: patiënt, professie en plezier.Het zijn drie factoren die bij mij hand inhand gaan. Voor een goede patiëntzorg iseen professionele, verpleegkundige hou-ding nodig. Als het lukt om op een profes-sionele wijze goede patiëntzorg te bieden,dan levert dit ook plezier in het werk op.Ook de redactie van Cordiaal werkt vanuithet principe van de 3 PS. We proberen bijiedere uitgave een bijdrage te leveren aande professionaliteit van onze lezers. Ditdoen we onder andere door voorbeelden van goede patiëntzorg te geven. Vaakzijn dit onderzoeken, maar soms ook beschrijvingen van best practices of inter-views. We hopen dat u de artikelen in Cordiaal kunt waarderen en dat u er ietsaan heeft in uw eigen beroepspraktijk.

In deze Cordiaal kunt u onder andere lezen over de laatste ontwikkelingen ophet gebied van stamcelinjecties. Het kan een veelbelovende therapie zijn voor detoekomst. Wat minder high tech, maar meer ethisch georiënteerd is het artikelover de dilemma’s die zich voor kunnen doen bij patiënten met een ICD, wan-neer beleid ontbreekt. Hiervoor heeft de Nederlandse Vereniging vanCardiologie richtlijnen ontwikkeld. Meer nieuws in het artikel over de laatstegeneratie antistollingsmiddelen, ook wel NOAC’s genoemd, waarover het laatstewoord nog niet is gezegd. Tenslotte biedt deze Cordiaal u een onderzoek naar deempowerment van hart-en vaatpatiënten, dat recent is uitgeveord in Rotterdam.Kortom, genoeg stof tot lezen, waarbij de 3 PS - patiënt, professie en (lees)ple-zier - centraal staan.

Anne Geert van Driel

|REDACTIONEEL

Cordiaal 2/2013 39

colofoncolofonCordiaal is een uitgave van de Nederlandse

Vereniging voor Hart en Vaat Verpleegkundigen(NVHVV) en verschijnt 5 keer per jaar.

Een onafhankelijke redactie bepaalt welke artikelen inaanmerking komen voor publicatie. Gepubliceerdeartikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijsde mening van de redactie. De verantwoordelijkheid

voor de inhoud blijft bij de auteur.

RedactieHildelies van Oel, Erasmus MC, Rotterdam

(hoofdredacteur)Anne Geert van Driel,

Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht, Cobi Kroese, Zorgbalans, Haarlem

Aletta van der Veen,St. Antonius Ziekenhuis, NieuwegeinMargje Vermeulen, UMC, Utrecht

Eindredactie Maja Haanskorf, Journalistiek - Redactie - Teksten

VormgevingBert Hoogeveen,

HGVB Fotografie en Grafische Vormgeving

OmslagfotoStudio Klaster, Rotterdam

Advertentie-exploitatieCross AdvertisingTel: 010-742 10 23

Email: [email protected]: www.cordiaal.nl

RedactieraadRon Bakker (VU medisch centrum, Amsterdam)

Margje Vermeulen. (Werkgroep Interventiecardiologie)Marjan Aertsen (Werkgroep Hartfalen)

Anne-Margreet van Dishoeck (Werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek)

Toon Hermans (Werkgroep Atrium fibrilleren)Toon Hermans (Werkgroep Communicatie)Debbie ten Cate (Werkgroep Congressen)Mieke Bril (Werkgroep Thoraxchirurgie)Jan Koppes (Werkgroep Hartrevalidatie)Anita Veldt (Werkgroep Vasculaire Zorg)Vacant (Werkgroep Acute Cardiale Zorg)

Annette de Meijer (Werkgroep ICD-begeleiders)Kees van Lent (werkgroep congenitale cardiologie)

Redactiesecretariaat (NVHVV-bureau)Mechtild Stavenuiter

Postbus 2087, 3440 DB WoerdenTel. 0348-446638

Email: [email protected]: www.nvhvv.nl

AbonnementenHet NVHVV-lidmaatschap is een voorwaarde voor hetontvangen van Cordiaal. Lidmaatschap kost € 52,- perjaar, kan elk gewenst moment ingaan en wordt iederjaar automatisch verlengd. Nieuwe leden kunnenvanaf 2013 alleen via een automatische incasso

betalen tegen het gereduceerde tarief van € 50,- perjaar. Beëindiging van het lidmaatschap kan slechtsgeschieden tegen het einde van het kalenderjaar.

Hiervoor dient u per e-mail [email protected] op te zeggen, met inachtnemingvan een opzeggingstermijn van ten minste vier weken

(dus uiterlijk eind november).Instellingen die Cordiaal willen ontvangen, betalen

€82,- per jaar. De opzeggingstermijn van een instellingsabonnement bedraagt 3 maanden en kan opelk gewenst moment worden aangegeven via een mailnaar [email protected]. Raadpleeg voor meer

informatie de website van de NVHVV.Wijzigingen in de voorwaarden en prijzen worden per

kalenderjaar aangepast en na vaststelling in deAlgemene Ledenvergadering.

AdreswijzigingenBij wijziging van de naam en/of het adres verzoekenwij u dit door te geven aan het NVHVV-bureau.

AuteursrechtOvername van een artikel is uitsluitend toegestaanmet bronvermelding en na schriftelijke toestemming

van auteur en redactie.

NVHVV- sponsor

Page 4: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|STAMCELTHERAPIE

Tabel 1. Overzicht autologe versus allogene stamcellen voor ischemische hartziekten.

40 Cordiaal 2/2013

Huidige resultaten en laatste ontwikkelingen

Stamceltherapie voor ischemische hartziekten

Celtherapie vormt een nieuwe vorm van behandeling voor ischemische hartziek-

ten. Klinisch onderzoek naar het gebruik van de beenmerg mononucleaire cel, het

meest gebruikte celtype, laat nog maar een gering positief effect zien. Veel hoop

is gevestigd op het gebruik van cardiale stamcellen. Verder onderzoek naar zaken

als methode en timing van toediening en het type cel is nodig. In dit artikel leest u

over de laatste ontwikkelingen op het gebied van celtherapie en over de stamcel-

studies die nu in Nederland plaatsvinden.

___Stefan Koudstaal, arts onderzoeker, afdelingCardiologie, Pieter A. Doevendans, cardioloog,hoofd afdeling Cardiologie, Steven A.J.Chamuleau, cardioloog, afdeling Cardiologie;allen werkzaam in UMC, Utrecht

___E-mail: [email protected]

InleidingIschemische hartziekten (IHZ) teiste-ren de westerse wereld en in toene-mende mate de opkomende ontwikke-lingslanden als een invaliderende ziek-te die verantwoordelijk is voor eenbelangrijk deel van mortaliteit en mor-biditeit. Ieder uur ervaren ongeveervier Nederlanders een eerste of recidiefacuut myocardinfarct(AMI).1 De be -handeling van AMI is gericht op het zospoedig mogelijk opheffen van degeblokkeerde coronaire bloedstroomdoor percutane coronaire interventie(PCI) met stentplaatsing of omlei -dingschirurgie. Wanneer AMI-patiën-ten snel worden behandeld, kan hetvoortschrijdende afsterven van con-tractiele hartspiercellen zoveel moge-lijk worden beperkt. Een aanzienlijkdeel van de AMI-patiënten ontwikkelttoch in de loop der tijd tekenen vanpompfalen, wat kan leiden tot het kli-nische beeld van hartfalen. Hartfalen kan zich uiten in klachtenals kortademigheid, vermoeidheid enhet vasthouden van vocht. In 2007waren er naar schatting 127.000 men-sen met hartfalen in Nederland.1 Dekosten hiervoor bedroegen 455 mil-joen euro (0.6% van de totale kostenvoor gezondheidszorg) en bestondenvoor het grootste deel uit ziekenhuis-opnames.1 Om de toename van hetaantal patiënten dat hartfalen ontwik-kelt na een myocardinfarct te beper-ken, zijn nieuwe behandelingen nodigdie in staat zijn om de vicieuze cirkelte doorbreken. Alleen zo valt de pro-gressie naar hartfalen te beperken. Eenvan die nieuwe behandelingen is geba-seerd op stamcellen in een poging hetbeschadigde hart te repareren.

StamceltherapieStamcellen zijn ongedifferentieerdecellen die in staat zijn om zichzelf tedelen, maar die ook kunnen differen-tiëren naar één of meerdere specifieke-re celtypes. Wanneer een stamceldeelt, kan elke dochtercel ofwel inongedifferentieerde staat blijven,ofwel een ander type cel worden meteen specifieke functie. Voorbeeldenhiervan zijn endotheelcellen, gladdespiercellen of hartspiercellen. Voor debehandeling van IHZ worden op ditmoment verschillende stamcellenonderzocht: beenmergstamcellen endiverse subpopulaties hiervan, stam-cellen afkomstig uit het vetweefsel enstamcellen van het hart zelf. Er kun-nen zowel lichaamseigen (autologe)als lichaamsvreemde (allogene) stam-cellen worden gebruikt, die toege-diend kunnen worden in het hart. Devoordelen en nadelen van de keuzevoor autologe of allogene stamcellenzijn samengevat in tabel 1.

Beenmerg mononucleaire cellenEen van de meest onderzochte vor-men van stamceltherapie is op basisvan autologe beenmerg mononucleai-re cellen. Na aspiratie van beenmerg,meestal uit de crista van het heupbot,wordt de éénkernige (mononucleaire)fractie geïsoleerd door centrifugatie.Deze mononucleaire fractie van hetbeenmerg (BMNCs) is opgebouwd uiteen mix van hematopoietische stam-cellen (<1%), endotheelvoorlopercel-len (ongeveer 2-4%), en mesenchyma-le stamcellen (<1.5%). Het grootstegedeelte van deze cellen bevat geenstamceleigenschappen. Het is nietbekend of deze cellen zonder stamcel-eigenschappen een positieve werkinghebben op het herstel na een acuutmyocardinfarct.

Mesenchymale stamcellenBehalve de gehele mononucleaire frac-tie van beenmerg kan er ook gebruikworden gemaakt van geïsoleerde frac-

Stamcel bron

Autoloog

Allogeen

Voordelen

• Geen afstotingsreactie doorhet lichaam, waardoorstamcellen weefsel kunnenvormen dat integreert methet hart.

• Stamcellen zijn erg vitaaldoor gebruik van een jongedonor.

• ‘Off-the-shelf’: kan makke-lijk worden toegepast op elkmoment.

Nadelen

• Afgenomen vitaliteit stamcellen doorbijoorbeeld leeftijd van patiënt.

• Stamcellen moeten vaak in een labo-ratorium worden opgekweekt tot voldoende aantallen.

• Duur.

• Kan leiden tot aanmaken van anti -lichamen tegen stamceldonor.

• Binnen enkele weken vaak volledigopgeruimd uit het lichaam.

Page 5: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|STAMCELTHERAPIE

Cordiaal 2/2013 41

ties, vaak geselecteerd op basis vanceloppervlakte moleculen die speci-fiek zijn voor bepaalde populatiesstamcellen. Eén fractie hiervan is bij-voorbeeld de mesenchymale stamcel(MSC), (~0,5-1,5% van beenmergmononucleaire cellen). Mogelijkerwijs zijn MSCs het werkza-me substraat in BMNC-therapie. Zozijn MSCs volgens preklinische stu-dies beter in staat om het acute myo-cardinfarct te herstellen danBMNCs.2,3 De werking van MSCsbestaat voor een groot deel uit deafgifte van groeifactoren en cytokines,die een beschermende werking heb-ben op het hart: bijvoorbeeld het rem-men van geprogrammeerde celdood(apoptose) en het bevorderen vanvaatnieuwvorming. Dit leidt uiteinde-lijk tot verbetering van de hartfunctiein proefdierstudies.2-4

Stamcellen uit vetweefselHoewel de meeste studies gebruikmaken van MSCs die afkomstig zijnuit het beenmerg, is vetweefsel ookeen bron gebleken van stamcellen dieveel gelijkenis vertonen met MSCs.Deze adipose-tissue derived cells(ADSC) worden momenteel in eenserie klinische trials onderzocht ophun therapeutische werking na eenacuut myocardinfarct.5 Deze stamcel-len zijn vooral in staat om hetimmuunsysteem op een gunstigemanier te onderdrukken, terwijl zebepaalde ontstekingscellen (macrofa-gen) kunnen stimuleren die zorgenvoor een goede infarctgenezing vanhet acute myocardinfarct.

Cardiale stamcellenEen ander veelbelovend type stamcel-len zijn die van het hart zelf, ofwelcardiale stamcellen (CSCs).Behandeling met hartstamcellenspreekt tot de verbeelding vanwegehet feit dat deze ‘voorgeprogrammeer-de’ stamcellen bij uitstek zouden kun-nen differentiëren tot hartspiercellenin vergelijking met andere stamcellen.Karakteristieke kenmerken van dezestamcellen zijn beschreven aan dehand van verscheidene specifiekeoppervlakte-eiwitten, bijvoorbeeldSca-1 of c-kit (zie figuur 1). In hetUMC Utrecht is een Sca-1+ stamcelpo-pulatie uit het hart geïdentificeerd, dieonder invloed van onder andere trans-

forming growth factor-beta (TGF-β)kan differentiëren tot een kloppendehartspiercel.6 Toen deze cardiale stam-cellen werden getest in een proefdier-model van een acuut hartinfarct, bleeker een significante functieverbeteringop te treden met op celniveau vormingvan nieuwe hartspiercellen in hetinfarctgebied.7 Op dit moment wordenin het UMC Utrecht de nodige aanvul-lende veiligheids- en effectiviteitstes-ten uitgevoerd, zodat deze cardialestamcel in hartpatiënten zou kunnenworden onderzocht.

Resultaten van beenmerg mononucleaire celtherapieTot dusver is behandeling met been-mergcellen het best onderzocht bijmensen met ischemisch hartlijden. Intotaal zijn wereldwijd ongeveer 1500patiënten behandeld. Hoewel uit dezestudies bleek dat eenmalige intracoro-naire infusie van autologe BMCsmogelijk en bovenal veilig is, blijft devraag in hoeverre de hartfunctie en hetklinisch beloop van IHZ kan wordenverbeterd met deze therapie.

Antwoord op deze vraag is gedeeltelijkgegeven door een systematische reviewen meta-analyse uit 2012. De studievatte de resultaten van 50 studies metin totaal 2625 patiënten samen enberekende een gepoolde (nieuwe)schatting van effectgrootte. Uit ditonderzoek kwam naar voren dat been-merg celtherapie leidde tot een signifi-cante, maar beperkte verbetering vande LV ejectiefractie met 3.96% (95%betrouwbaarheidsinterval: 2.90% tot5.02%, p<0.00001). Deze positieveresultaten waren zowel zichtbaar bij deacute MI- patiënten als bij de patiëntenmet chronisch hartfalen. Ook was ereen belangrijke reductie zichtbaar insterfte en hart-gerelateerde sterfte (bij-voorbeeld als gevolg van een fataalMI), en een afgenomen incidentie vanrecidief hartinfarct, vergeleken metpatiënten die placebo hadden gekre-gen. Toch lijkt deze aanvankelijke stij-ging in hartfunctie niet altijd behou-den te blijven over een langere tijdspe-riode. De recent gepubliceerde follow-upgegevens op lange termijn van deBOOST-studie8 laten zien dat de oor-

Figuur 1. Cardiale stamcel uit de linkerventrikel van het varkenshart op basis vande celmarker ckit (groene signaal, witte pijlpunt; asteriks: zie vergroting) gelegentussen hartspiercellen (rode signaal). Celkernen zijn gekleurd met DAPI (blauwesignaal).

Page 6: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

42 Cordiaal 2/2013

|STAMCELTHERAPIE

spronkelijke verbetering vijf jaar natoediening niet behouden bleef: deaanvankelijke verbetering van de LVejectiefractie van ongeveer 6% in demet BMNCs behandelde groep was invergelijking met de controlegroep nietmeer aanwezig (-2.5±11.9% versus -3.3±9.5%, p=0.30).

Resultaten met cardiale stamcellenVeel hoop is gevestigd op de ‘volgende’generatie stamcellen, in dit geval vanhet hart zelf.9, 10 Jarenlang werd gedachtdat het hart niet in staat is om nieuwehartspiercellen te genereren. Er is ech-ter toenemend bewijs dat het hart ditwel kan, maar slechts in heel laagtempo. Figuur 2 laat een hartspiercelzien die nog steeds in staat is te delenna een experimentele behandeling metgroeifactoren. Een belangrijke rol in ditproces lijkt weggelegd te zijn voorstamcellen van het hart zelf. Vorig jaarzijn de eerste twee veiligheidsstudiesgepubliceerd waarin cardiale stamcel-therapie is uitgevoerd. In de ene studieging het om 17 patiënten met een semi-recent hartinfarct en in de tweede stu-die om 16 patiënten met een chronischhartinfarct.11, 12 Uit deze studies kwamnaar voren dat de therapie vooralsnogveilig lijkt te zijn. Ook was er eengemiddelde verbetering van de hart-functie 1 jaar na toediening met 12.3%op LV ejectiefractie.11 Daarnaast was degrootte van de infarcten zichtbaar afge-nomen op MRI- beelden van de metCSC behandelde patiënten, vergelekenmet patiënten zonder stamcelthera-pie.12 Samengevat zijn deze initiëleresultaten bij patiënten zeer beloftevol.Grotere studies moeten uitwijzen ofdeze resultaten bevestigd kunnen wor-den.

Veiligheid Een van de belangrijkste nadelige bij-werkingen waar men voor vreesde,betrof een mogelijk verhoogd risico opfatale hartritmestoornissen wanneerde stamcellen zouden differentiërentot functionerende hartspiercellen,zonder een goede koppeling metbestaande hartspiercellen. Op diemanier zou een nieuw aritmogeensubstraat kunnen ontstaan, wat ver-volgens kan leiden tot spontane depo-larisatie met potentieel levensbedrei-gende ritmestoornissen als gevolg. Ineen klinische trial van Menasché en

collega’s13 werden myoblasten uit deskeletspier gebruikt. In deze studieleek er een toename van hartritme-stoornissen op te treden bij patiëntendie met deze cellen waren behandeld.Gelukkig leek dit probleem zich tebeperken tot dit celtype. Zo zijn ermomenteel steeds meer aanwijzingendat stamceltherapie met bijvoorbeeldBMNCs wel degelijk veilig is. Zo toon-den Zeiher en collega’s14 aan dat er bijpatiënten met chronisch hartfalen, dieal een interne cardiale defibrillator(ICD) hadden, geen verschil in hetaantal hartritmestoornissen bestond.Er was in een follow-up van twee jaartijd tussen de met stamcel behandeldegroep en placebogroep geen verschil tezien in de incidentie van ventriculairetachycardieën (25% vs 27.1% p=0.78)of dood door een hartritmestoornis(4.2% vs 1% p=0.67).

Toedieningsroute Er bestaan drie injectiemethoden omstamcellen toe te dienen in het hart(zie figuur 3). Op dit moment wordenstamcellen meestal toegediend viainfusie in het coronaire systeem tij-

dens hartkatheterisatie. Dit gebeurtwaarschijnlijk vanwege de lage kostenen het gemak waarmee de stamceltoe-diening kan worden gecombineerdmet een hartkatheterisatie. Of dit ookdaadwerkelijk de meest effectievemethode is, zal toekomstig onderzoekmoeten aantonen. Onderzoek in hetUMC Utrecht toont aan dat de toedie-ningsroute geen verschil maakt op hetaantal cellen dat kort na toediening isteruggevonden in het hart. Met behulpvan zwak radioactief Indium warenMSCs gelabeld voor toediening. Dedrie groepen bestonden uit: 1 Intracoronaire toediening; 2 Intramyocardiale injectie met eeninjectiekatheter;

3 Epicardiale injectie. Vier uur na toediening werden slechts~10% van de gelabelde MSCs terugge-vonden in het hart, ongeacht de toe-dieningsroute.15 Van de resterende90% van de toegediende MSCs werdhet grootste deel teruggevonden in delongen. Dit onderzoek is belangrijkomdat het ons laat zien hoe weinigstamcellen achterblijven in het hart.Mocht er namelijk een dosisafhanke-

Figuur 2. Hartspiercellen (rode signaal) met één hartspiercel in deling (groene sig-naal, witte pijlpunt; asteriks: zie vergroting). Celkernen zijn gekleurd met DAPI(blauwe signaal).

Page 7: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Figuur 3. Verschillende toedieningstechnieken voor stamceltherapie. A) Intramyo -cardiale injectie, waarbij met een speciale katheter direct in het myocard kan wor-den geïnjecteerd vanuit de LV. B) Intracoronaire toediening, waarbij via de coronair -arterie kan worden toegediend. C) Epicardiale toediening, waarbij het hart operatiefwordt benaderd en vanuit de epicardiale zijde wordt geïnjecteerd met stamcellen.De afkorting RA staat voor rechteratrium, RV voor rechterventrikel, LA voor linker -atrium en LV voor linkerventrikel.

lijk effect bestaan, waarbij meer stam-cellen ook meer effect zouden hebben,dan zou dit betekenen dat een verho-ging van de efficiëntie van de toedie-ningsroute kan leiden tot een grotereffect van de celtherapie.

Lopende stamcelstudies Er zijn in Nederland de afgelopen jarendiverse klinische trials uitgevoerd enafgerond, zoals de HEBE trial16, deAPOLLO trial, de PRECISE trial en eentrial bij patiënten met refractaire AP.17

Op dit moment zijn de onderstaandestudies in Nederland actief met hetrekruteren van patiënten.

Acuut myocardinfarctBij patiënten met een acuut hartinfarctloopt er één studie: de ADVANCE trial(ADRCs Delivered Via the Intra -coronary Route in the Treatment ofPatients With ST-elevation AcuteMyocardial Infarction). Deze studie isin 2010 geïnitieerd in het Erasmus MCRotterdam (hoofdonderzoeker: dr. E.Duckers, UMCU). In deze studie wor-den in totaal 216 patiënten gerando-miseerd tussen placebo en behande-ling met ADRCs (mesenchymalestamcellen uit vetweefsel). De stam-cellen zullen met behulp van een lipo-suctie uit het vetweefsel rondom debuik van de patiënt worden wegge-haald en binnen 24 uur worden toege-diend via intracoronaire infusie. Een tweede stamcelstudie moet in juni2013 van start gaan: de AMICI trial(Allogeneic Mesenchymal PrecursorCell Infusion in MyoCardialInfarction). In deze studie (hoofdon-derzoeker: dr. E. Duckers, UMCU)zullen 225 patiënten met een acuut

hartinfarct worden gerandomiseerdtussen intracoronaire toediening vanplacebo en allogene mesenchymalestamcellen. De studie zal starten metrekruteren van patiënten in het UMCUtrecht.

Chronisch ischemisch hartfalenVoor patiënten met chronisch ische-misch hartfalen loopt er één stamcel-studie in twee centra: het LUMC enhet UMC Utrecht. In deze studie(hoofdonderzoekers: dr. D. Atsma,LUMC en dr. S. Chamuleau, UMCU)worden in totaal 64 patiënten geran-domiseerd tussen intramyocardialetoediening van placebo en beenmergmononucleaire cellen. Met behulp vaneen stuurbare katheter (NOGA™,Biosense Webster, Johnson & JohnsonCo) kan gericht geïnjecteerd wordenin het randgebied van het oude infarct(zie figuur 4). Verder is er een studie invoorbereiding die gebruik maakt vanallogene cardiale stamcellen. Volgensplanning start deze studie in het derdekwartaal van 2014 (hoofdonderzoe-ker: prof. M.J. Goumans, LUMC en drS. Chamuleau, UMCU).

Figuur 4. Het NOGA Myostar® katheter systeem. A en B: De NOGA Myostar®katheter die gebruikt wordt in het UMCU en het LUMC om intramyocardialeinjecties van stamcellen te plaatsen in het hart. C en D: Het infarct wordt in kaartgebracht door metingen in de tippunt van de katheter, die zowel de contractie alsde elektrische geleiding kan registreren. Als het infarct (rood gebied) in kaart isgebracht, worden in het randgebied stamcellen geïnjecteerd (bruine bollen, ziewitte pijlpunten). Foto A en B zijn eigendom van Nature Publishing Group.

Cordiaal 2/2013 43

|STAMCELTHERAPIE

Page 8: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|STAMCELTHERAPIE

Refractair AP lijdenTot slot behandelt het LUMC (hoofd-onderzoeker: dr D. Atsma) patiëntenmet refractaire AP klachten en onbe-handelbaar coronarialijden door mid-del van intramyocardiale beenmergcelinjecties. Na beenmergpunctie wor-den de mononucleaire beenmergcellenvia de NOGA katheter toegediend inhet randgebied van het infarct. Dezepatiënten worden behandeld engevolgd in het kader van een registry.

ConclusieOp dit moment is stamceltherapie noggeen reguliere behandeloptie in de kli-nische patiëntenzorg. Het marginaleeffect dat wordt gezien in studies opbasis van behandeling met beenmergmononucleaire cellen onderstreept denoodzaak om verder te zoeken naareffectievere vormen van stamcelthera-pie. Het gebruik van andere celtypen,zoals cardiale stamcellen, kan moge-lijk het resultaat vergroten. Maar of deveelbelovende resultaten die zijn ver-kregen met cardiale stamcellen bijkleine aantallen patiënten daadwerke-lijk de potentie van cardiale stamcel-len reflecteren, zal toekomstig geran-domiseerd onderzoek uit moeten wij-zen. Naar onze mening kan optimali-satie van stamceltherapie leiden toteen goedkope, efficiënte en praktischetherapie die bij patiënten met ische-misch hartlijden kan resulteren in eenverbetering van de hartfunctie en,bovenal, diens kwaliteit van leven.

Meer informatie over stamcelstudies inhet UMC Utrecht?Email: [email protected]

Literatuur1. Koopman C, van Oeffelen AAM, van Dis I,

Verschuren WMM, Engelfriet PM, Capewell

S, Vaartjes I. Trends in incidentie van acuut

hartinfarct in de Nederlandse bevolking,

1998-2007. Hartstichting. 2012

2. Hatzistergos KE, Quevedo H, Oskouei BN,

Hu Q, Feigenbaum GS, Margitich IS,

Mazhari R, Boyle AJ, Zambrano JP,

Rodriguez JE, Dulce R, Pattany PM, Valdes

D, Revilla C, Heldman AW, McNiece I, Hare

JM. Bone marrow mesenchymal stem cells

stimulate cardiac stem cell proliferation and

differentiation. Circulation research.

2010;107:913-922

3. Mazo M, Gavira JJ, Abizanda G, Moreno C,

Ecay M, Soriano M, Aranda P, Collantes M,

Alegria E, Merino J, Penuelas I, Garcia

Verdugo JM, Pelacho B, Prosper F.

Transplantation of mesenchymal stem cells

exerts a greater long-term effect than bone

marrow mononuclear cells in a chronic

myocardial infarction model in rat. Cell

Transplant. 2010;19:313-328

4. Gnecchi M, He H, Noiseux N, Liang OD,

Zhang L, Morello F, Mu H, Melo LG, Pratt

RE, Ingwall JS, Dzau VJ. Evidence suppor-

ting paracrine hypothesis for akt-modified

mesenchymal stem cell-mediated cardiac

protection and functional improvement.

The FASEB journal 2006;20:661-669

5. Meliga E, Strem BM, Duckers HJ, Serruys

PW. Adipose-derived cells. Cell Transplant.

2007;16:963-970

6. Goumans MJ, de Boer TP, Smits AM, van

Laake LW, van Vliet P, Metz CHG, Korfage

TH, Kats KP, Hochstenbach R, Pasterkamp

G, Verhaar MC, van der Heyden MAG, de

Kleijn D, Mummery CL, van Veen TB,

Sluijter JPG, Doevendans PA. Tgf-beta1

induces efficient differentiation of human

cardiomyocyte progenitor cells into functio-

nal cardiomyocytes in vitro. Stem cell

research. 2007;1:138-149

7. Smits AM, van Laake LW, den Ouden K,

Schreurs C, Szuhai K, van Echteld CJ,

Mummery CL, Doevendans Pa, Goumans

M-J. Human cardiomyocyte progenitor cell

transplantation preserves long-term functi-

on of the infarcted mouse myocardium.

Cardiovascular research. 2009;83:527-535

8. Meyer GP, Wollert KC, Lotz J, Pirr J, Rager

U, Lippolt P, Hahn A, Fichtner S, Schaefer

A, Arseniev L, Ganser A, Drexler H.

Intracoronary bone marrow cell transfer

after myocardial infarction: 5-year follow-

up from the randomized-controlled boost

trial. European heart journal.

2009;30:2978-2984

9. Chamuleau SAJ, Vrijsen KR, Rokosh DG,

Tang XL, Piek JJ, Bolli R. Cell therapy for

ischaemic heart disease: Focus on the role

of resident cardiac stem cells. Netherlands

heart journal : monthly journal of the

Netherlands Society of Cardiology and the

Netherlands Heart Foundation.

2009;17:199-207

10.Koudstaal S, Jansen of Lorkeers SJ, Gaetani

R, Gho J.M.I.H, van Slochteren F.J., Sluijter

J.P.G., Doevendans P.A., Ellison G.M,

Chamuleau S.A.J. Concise review: Heart

regeneration and the role of cardiac stem

cells Stem cells Translational Medicine.

2013;in press

11.Bolli R, Chugh AR, D’Amario D, Loughran

JH, Stoddard MF, Ikram S, Beache GM,

Wagner SG, Leri A, Hosoda T, Sanada F,

Elmore JB, Goichberg P, Cappetta D,

Solankhi NK, Fahsah I, Rokosh DG,

Slaughter MS, Kajstura J, Anversa P. Cardiac

stem cells in patients with ischaemic cardi-

omyopathy (scipio): Initial results of a ran-

domised phase 1 trial. Lancet.

2011;378:1847-1857

12.Makkar RR, Smith RR, Cheng K, Malliaras

K, Thomson LE, Berman D, Czer LS,

Marbán L, Mendizabal A, Johnston PV,

Russell SD, Schuleri KH, Lardo AC,

Gerstenblith G, Marbán E. Intracoronary

cardiosphere-derived cells for heart regene-

ration after myocardial infarction (cadu-

ceus): A prospective, randomised phase 1

trial. Lancet. 2012;379:895-904

13.Menasché P, Alfieri O, Janssens S, McKenna

W, Reichenspurner H, Trinquart L, Vilquin

J-T, Marolleau J-P, Seymour B, Larghero J,

Lake S, Chatellier G, Solomon S, Desnos M,

Hagège Aa. The myoblast autologous graf-

ting in ischemic cardiomyopathy (magic)

trial: First randomized placebo-controlled

study of myoblast transplantation.

Circulation. 2008;117:1189-1200

14.Leistner DM, Schmitt J, Palm S, Klotsche J,

Estel S, Fink A, Israel CW, Assmus B,

Duray GZ, Dimmeler S, Hohnloser SH,

Zeiher AM. Intracoronary administration of

bone marrow-derived mononuclear cells

and arrhythmic events in patients with

chronic heart failure. European heart jour-

nal. 2010

15.van der Spoel TI, Vrijsen KR, Koudstaal S,

Sluijter JP, Nijsen JF, de Jong HW, Hoefer

IE, Cramer MJ, Doevendans PA, van Belle

E, Chamuleau SA. Transendocardial cell

injection is not superior to intracoronary

infusion in a porcine model of ischaemic

cardiomyopathy: A study on delivery effi-

ciency. J Cell Mol Med. 2012;16:2768-2776

16.Hirsch A, Nijveldt R, van der Vleuten Pa,

Tijssen JGP, van der Giessen WJ, Tio Ra,

Waltenberger J, Ten Berg JM, Doevendans Pa,

Aengevaeren WRM, Zwaginga JJ, Biemond

BJ, van Rossum AC, Piek JJ, Zijlstra F.

Intracoronary infusion of mononuclear cells

from bone marrow or peripheral blood com-

pared with standard therapy in patients after

acute myocardial infarction treated by prima-

ry percutaneous coronary intervention:

Results of the randomized controlled hebe

European heart journal. 2010

17.van Ramshorst J, Bax JJ, Beeres SL, Dibbets-

Schneider P, Roes SD, Stokkel MPM, de

Roos A, Fibbe WE, Zwaginga JJ, Boersma E,

Schalij MJ, Atsma DE. Intramyocardial

bone marrow cell injection for chronic

myocardial ischemia: A randomized con-

trolled trial. JAMA 2009;301:1997-2004

44 Cordiaal 2/2013

Page 9: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Hieronder vindt u de casus van een 72-jarige vrouw op de intensive care. Ze heeft

net een mitralisklepoperatie ondergaan. Tijdens de controle van de verpleegkundi-

ge lijkt het goed te gaan, tot een alarm afgaat, omdat de hartfrequentie is gedaald.

De auteur stelt u over deze casus enkele vragen die u kunt beantwoorden met

behulp van onderstaande gegevens en elektrocardiogram en beelden op de web-

site. De antwoorden vindt u op pagina 57 van deze Cordiaal.

____Cyril Camaro, cardioloog UMC St RadboudNijmegen, afdeling cardiologie___E-mail: [email protected]

Casus:Een 72-jarige vrouw ligt op de intensi-ve care. Zij is dag 0 postoperatief namitralisklepoperatie. Als verpleegkun-dige hebt u deze avond dienst en leestkort de overdracht van uw collega. Depatiënte is bekend met hypertensie,vandaag ongecompliceerde mitralis-klepplastiek met 30 mm ring, vanmid-dag gedetubeerd en het gaat goed.Tijdens uw controles aan bed gaat eenalarm af, de hartfrequentie is veranderden gedaald tot onder de 60 slagen perminuut. U kijkt snel systematisch depatiënt na: patiënte voelt zich redelijk,kan niet goed doorademen vanwegedrains, saturatie 98% met 3 liter zuur-stof, bloeddruk 88/56 mmHg, pols 48/min, urineproductie 30 ml per uur (bijgewicht 56 kg). Temperatuur 36,8 gra-den Celsius. U maakt een elektrocardi-

ogram (figuur 1) en waarschuwt de car-dioloog. U heeft recent uw advancedlife support (ALS) cursus afgerond envraagt zich af of er nu een indicatiebestaat tot het toedienen van atropineintra veneus. De cardioloog adviseert uom de externe pacemakerdraden aan tesluiten en te pacen met een frequentievan 70/min.

Vragen:1. Wat ziet u op het elektrocardiogram?

Heeft u een verklaring voor dezeafwijkende geleiding?

2. Op de website ziet u slokdarmecho-cardiografie van de mitralisklep vóórde operatie (video 1 en video 2). Watvalt u op aan deze klep? Weet uenkele veel voorkomende oorzaken tenoemen?

3. Wat wordt bedoeld met een mitralis-klepplastiek? Biedt dit voordelen tenopzichte van een klepvervanging meteen mechanische kunstklep?

4. Op de website (video 3) ziet u eenlinkerventrikelangiografie; wat valt uop?

5. Is de gedachte om atropine te geventerecht of is pacen beter? Weet u watde ALS-richtlijnen zeggen?

6. Wat is uw conclusie aan de hand vanhet verhaal en het elektrogram?

|VRAAG EN ANTWOORD

Figuur 1

Cordiaal 2/2013 45

Wat ziet u op het elektrocardiogram?

Een 72-jarige patiënte op de intensive care met een bradycardie

Deze rubriek is multimediaal!Ga naar http://www.carvasz.nl/CordiaalMM/20132 voor echobeelden (video 1,2,3) en figuur 2 t/m 4.

Kijk ook op

de website

Page 10: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|PROMOTIEONDERZOEK

46 Cordiaal 2/2013

‘Inzicht in de problematiek van deze patiënten is van groot belang’

Zorg in de stervensfase van patiënten met hartfalen in Kaapstad

Lekker op de fiets naar het werk zit er even niet in, maar verder heeft Ineke Lokker

het reuze naar haar zin in Zuid-Afrika. De verplegingswetenschapper werkt er zes

maanden, als onderdeel van haar promotieonderzoek, dat is gericht op patiënten

met hartfalen die vallen binnen de New York Heart Association (NYHA)-stadia III

of IV. Het gaat om patiënten met de ernstigste klachten.

Ineke Lokker heeft niet de eerste debeste locatie voor haar onderzoek uit-gekozen: het Groote Schuur zieken-huis in Kaapstad, befaamd vanwege deeerste harttransplantatie die hartchi-rurg Christiaan Barnard er eind 1967uitvoerde. Maar dat ziekenhuis, ofzelfs Zuid-Afrika stond niet bovenaanhaar verlanglijstje. Lokker wilde heelgraag naar het buitenland en vanwegede taal het liefst naar een land waarEngels gesproken werd. Groot-Brittannië viel af. “Engeland vond iktoch een beetje te dichtbij”, zegtLokker lachend. Japan en deVerenigde Staten waren zeker eenoptie, maar toen kwam ze op een con-

gres in contact met een Zuid-Afrikaanse huisarts die haar verteldedat een Engelse expert op haar vakge-bied achttien maanden in Kaapstadzou werken. “Toen was de keuze snelgemaakt.”

Ernstig hartfalen Lokker’s carrière laat een duidelijkelijn zien: ze volgde een HBO-opleidingtot verpleegkundige, specialiseerdezich tot oncologieverpleegkundige,richtte zich in het bijzonder op dezorg voor mensen met hoofd- en hals-tumoren en voltooide twee Master ofScience opleidingen. En steeds wasdaar de grote belangstelling voor de

zorg tijdens de laatste levensfase.Vanaf mei 2010 is ze bezig met haarpromotieonderzoek aan de afdelingMaatschappelijke Gezondheidszorgvan het Erasmus MC: zorg en sympto-men in de palliatieve-/stervensfase.Als onderdeel van haar promotieon-derzoek verblijft ze sinds eind juli2012 in Zuid-Afrika. Het onderzoekdat Lokker in Kaapstad uitvoert, richtzich op patiënten met hartfalen dievallen binnen de New York HeartAssociation (NYHA)-stadia III of IV.Dat zijn patiënten met de ernstigsteklachten: mensen die zelfs bij degeringste inspanning last hebben vankortademigheid en een beklemmendepijn op de borst (angina pectoris).“Vaak zien de cardiologen voor dezepatiënten geen concrete oplossingenmeer. Dat verklaart ook waarom er bij

dit type patiënten weinig onderzoekwordt gedaan. Maar zorgverleninghoudt niet op bij deze patiënten endaarvoor is inzicht in de problematiekvan deze patiënten van groot belang.”

VragenlijstenHet onderzoek verloopt voorspoedig.“De bereidheid onder patiënten omaan het onderzoek mee te doen isgroot: van de 233 patiënten die ik hebbenaderd, hebben er slechts driegeweigerd. Niet omdat ze niet wilden,maar omdat ze gewoon zo’n slechteconditie hadden dat ze een interviewvan dertig minuten een te groteinspanning vonden. De patiënten zijn

blij dat er naar ze geluisterd wordt endat er naar hun situatie gekekenwordt.” De deelnemers aan het onder-zoek krijgen diverse vragenlijstenvoorgelegd, aan het begin van de stu-die en hierna nog twee maal binneneen totale periode van zes maanden:wat voor symptomen ervaren depatiënten en hoeveel last hebben zevan die symptomen? Krijgen ze medi-cijnen voorgeschreven? Nemen ze diedan ook trouw in? En blijven desymptomen gelijk, nemen ze af, ofmisschien wel toe? Lokker hoopt zomeer inzicht te krijgen in het verloopvan de ziekte en de kwaliteit van levenbij patiënten met ernstig hartfalen.“De voertaal is Engels, maar ook metNederlands kom je een heel eind. Hetlijkt toch veel op Afrikaans. Voor depatiënten die alleen Xhosa spreken,Ineke Lokker voor de Tafelberg.

Buitenlandervaring maakt je rijper. Je gaat met een

andere blik naar je eigen werk in Nederland kijken

___Gert-Jan van den Bemd, eindredacteur en artdirector Monitor___Email: [email protected]___Foto: Ineke Lokker

Page 11: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|PROMOTIEONDERZOEK

Cordiaal 2/2013 47

een van de elf officiële talen in Zuid-Afrika, gaat er een collega met memee.” Lokker heeft elke vier wekenoverleg met haar begeleiders inNederland, via Skype. “Dat werktprima. We bespreken de stand vanzaken en de vervolgstappen. Deafstand speelt geen rol.”

Andere blikDat neemt niet weg dat ze in een heelandere wereld zit. Een fantastischeervaring, vindt ze: “Buitenlanderva -ring maakt je rijper. Je gaat met eenandere blik naar je eigen werk inNederland kijken. Het wordt allemaalminder vanzelfsprekend. Je wordt jebewuster van de cultuurverschillen.Hier is de afstand tussen verpleegkun-digen en artsen op de afdeling veelgroter dan in Nederland. Op de poli-klinieken is dat verschil iets kleiner,maar zo assertief als in Nederland zijnde verpleegkundigen hier niet.” AlsZuid-Afrikaans voorbeeld van ‘DePatiënt Prominent’ noemt Lokker hetgebruik van golfkarretjes om patiën-ten door het ziekenhuis te vervoeren.“Vergelijk het maar met Schiphol.

Soms zijn de afstanden die mensenmoeten afleggen erg groot en danwerkt zo’n karretje uitstekend.” Maarer zijn ook zaken minder goed gere-geld: “De poliklinieken sluiten omvier uur, de apotheek om half vier. Metals gevolg dat de patiënten die in hetlaatste halfuur komen, hun medicij-nen niet meer kunnen ophalen. Datbetekent voor hen een extra reis endus extra kosten. Die kunnen ze somsniet betalen en dan laten ze die medi-cijnen maar zitten.”

Sociaal “In Nederland geldt ‘afspraak isafspraak’, maar dat speelt hier minder.Je moet hier geen mailtje sturen endenken dat je het geregeld hebt. Zowerkt dat niet. Het sociale aspect isheel belangrijk. Je moet bij de mensenlangslopen, informeren hoe het met zegaat en pas dan kom je to the point.Doe je dat niet, dan bereik je niets.”Die omgangsvormen lijken misschieninefficiënt, maar Lokker ziet ook voor-delen: “In Kaapstad is het socialeleven heel belangrijk. Mensen sprekenheel vaak met elkaar af, ook buiten

werktijd. Dat is voor nieuwkomerszoals ik heel prettig: je wordt niet aanje lot overgelaten.” Lokker voelde zichdan ook direct meer dan welkom:“Het land is prachtig, de mensen aar-dig. Ik ben echt verliefd geworden opKaapstad!” Alleen het thuisfront, datmist ze wel, maar haar man komtregelmatig over en ze hebben elke dagcontact via Skype. “Dan is het ideaaldat er nauwelijks een tijdsverschil metNederland bestaat. We hoeven nietmiddenin de nacht te gaan bellen.” Ener zijn nog wel een paar zaken die zemist. Lokker: “Lekker op de fiets naarje werk, dat kun je hier wel vergeten.Ik zou dan elke dag de Tafelberg moe-ten bedwingen.” Ze heeft dus maareen auto gehuurd. Haar bewegingkrijgt ze met yoga en vechtsport.Typische Nederlandse zaken zoalskruidnootjes, daar kan ze ook welnaar verlangen. Maar verder? “Nee,het is hier heerlijk!”

Dit artikel is met toestemming overgeno-men uit Monitor 4, 2012 van het ErasmusMC, Rotterdam

Ooit uw cardiologiecollega’s zien musiceren in het Concertgebouw of wilt u wellicht zelf meedoen?

De NVVC is bijzonder verheugd met de komst van het ESC-congres naar Nederland en organiseert ter gelegenheid hier-van twee activiteiten. Een drakenbootrace van Nederlandse cardiologen op zaterdag 31 augustus en op zondag 1 septem-ber een prachtig muzikaal evenement in het concertgebouw.

Benefietconcert van het Orkest derNederlandse CardiologieHet concert o.l.v. de vermaarde dirigent Jurjen Hempel zalplaatsvinden op zondag 1 september en wordt uitgevoerddoor Nederlandse cardiologen. Het concert wordt opgedra-gen aan NVVC!Connect, het landelijke project van de NVVC,dat tot doel heeft de zorg voor patiënten met een acuut hartinfarct nog verder te verbeteren.

Zorg dat u bij dit concert bentWij nodigen u en uw organisatie uit om kaarten te kopenvoor dit unieke concert, waar iedereen die te maken heeftmet het cardiologische veld bijeenkomt. Ook u kunt erbij zijn,met collega’s en/of relaties. Het leuke is dat u niet alleen eenfantastische avond heeft, maar ook nog eens het goede doelsteunt. Voor dit concert kunt u kaarten kopen vanaf 40 europer stuk via concertcardiologie.nl Hier kunt u zich ook aanmel-den als muzikant. Bespeelt u een instrument en wilt u samenmuziek maken, meld u dan snel aan.

Page 12: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|NIEUWE ANTISTOLLINGSMIDDELEN

48 Cordiaal 2/2013

Adviserende rol van professional neemt toe

Nieuwe antistollingsmiddelen onderwerp vandiscussie

De nieuwe orale antistollingsmiddelen zijn niet onomstreden, maar ze bieden wel

een verbreding van de behandelmogelijkheden. Deze therapeutische verruiming

betekent dat de professional nog meer dan vroeger aandacht moet besteden aan

advisering van de patiënt. Het gaat bij de nieuwe middelen niet alleen om behan-

delkeuze, maar ook om de vrijheid van de patiënt met betrekking tot antistolling.

___Marc Elisen, klinisch chemicus, TrombosedienstFlevoland en MCZuiderzee, LelystadHajo Auwerda, internist-hematoloog,MCZuiderzee, Lelystad___E-mail: [email protected]

InleidingDe antistollingsbehandeling in Neder -land is volop in beweging. Jarenlangbestond het behandelpalet louter enalleen uit heparine(achtigen), bloed-plaatjesaggregatieremmers en vitami-ne K antagonisten (VKA). Allemaal in -grijpend op een net wat ander deel vanhet stollingssysteem, waardoor elkmedicijn een eigen toepassingsgebiedkent. Met de komst van nieuwe oraleantistollingsmiddelen (NOAC) is erenige reuring ontstaan in de wereldvan de antistollingsbehandeling. We -tenschappelijke verenigingen, trom-bosediensten, de farmaceutischeindustrie, de politiek en steeds meerpatiënten in verenigd verband buigenzich over de NOAC’s. De reclameslo-gan “Wij van WC-eend adviseren WC-eend” is een parallel die opkomt als jealle geluiden van de verschillendebelanghebbende groepen naast elkaarlegt.De nieuwe antistollingsmiddelen ver-groten in ieder geval het aanbod vanmogelijke antistollingsbehandelingen.Dat betekent dat er voor de patiëntmeer keuzemogelijkheid is gekomen.Deze verruiming vraagt van de profes-sional extra alertheid voor de advise-ring van de patiënt. Die patiënt heeftnu meer dan ooit de keuze tussenmiddelen en soorten antistollingsbe-handeling, variërend van de voortdu-rende monitoring via INR en doseer-advies (VKA), tot geen monitoringNOAC, met zelfmanagement als ele-gant compromis (vingerprikje, zelfmeten, zelf doseren). Dat de patiënteen adequate en veilige antistollings-behandeling krijgt, spreekt voor zichen de professionals moeten voor eengeborgde omgeving zorgen ongeachthet gebruikte middel.

De hamvraag is echter: “Wat wil depatiënt en welke adequate antistol-lingsbehandeling is voor hem/haarbereikbaar?” Het antwoord is eerdercomplexer dan eenvoudiger gewor-den. Meer keuze betekent ook meernoodzaak om samen met de patiëntgoed te bespreken wat de mogelijkhe-den zijn om zo te komen tot eenbehandeling die door de patiënt gedra-gen wordt. Een goed advies voor eenpassende antistollingsbehandeling iszo mogelijk nog belangrijker dan dekeuze van het middel.

BelangenDe discussie over de NOAC’s gaat nietalleen over de behandelkeuze, maarook over de vrijheid en autonomie vande patiënt met betrekking tot antistol-ling. Globaal spelen de volgende pun-ten een rol: • De patiënt die vragen heeft over denieuwe medicatie en wat die voorhem/haar zou kunnen betekenen.

• De wetenschappelijke verenigingendie met elkaar argumenten uitwisse-len over indicatiestelling, en hetgezamenlijk ontwikkelen van richt-lijnen.

• De trombosediensten praten over deimpact van de nieuwe medicatie enhet borgen van veilige zorg aanpatiënten die nu nog VKA krijgen,maar van wie een aantal mogelijk deoverstap maakt naar NOAC’s.

• De landelijke politiek, waar kamer-vragen zijn gesteld over de door deminister gemaakte afspraken met defarmaceutische industrie over debekostiging van de middelen.

Verschillende belangen en diverseinvalshoeken bepalen de discussie.Die gaat over middelen, die weliswaarvoor een deel van de trombosepatiën-

ten het aantal bloedafnames/controleskunnen verminderen, maar waarvan -afhankelijk van de indicatie - nog langniet vaststaat of ze beter zijn dan detraditionele VKA-behandeling.

MaatwerkVoor de introductie van de NOAC’s washet behandellandschap voor antistol-ling door VKA’s overzichtelijk voor depatiënt. Gestuurd door de bekende far-macokinetiek en de smalle therapeuti-sche bandbreedte van de vitamine Kantagonisten en de noodzakelijkebloedafnames voor monitoring, is deantistollingsbehandeling een menge-ling geworden van medische inhoud enlogistiek. De trombosediensten spelenhierbij een centrale rol.

Bij de behandeling met VKA’s (zowelvoor acenocoumarol als fenprocou-mon) moet er met veel externe varia-belen rekening worden gehouden.Hierdoor krijgt elke patiënt wel het-zelfde middel, maar is de doseringvoor iedereen net even anders. Debehandeling is maatwerk. Rondom deantistollingsbehandeling met VKAzijn trombosediensten ontstaan.Verbeteringen in de behandeling metVKA-antistolling zijn vooral gerichtop het geven van vrijheid ondergeborgde condities; zelfmanagementis nog steeds populair. Deze systema-tiek, waarbij de patiënt zelf bloedafneemt door een vingerprik en deINR meet met een eigen apparaat,bespaart de nodige bezoekjes aan debloedafnamepoli’s. Binnen zelfma-nagement kan de patiënt kiezen dedoseeradviezen door de trombose-dienst te laten doen of zelf de dosis tebepalen. In dat laatste geval is detrombosedienst er wel als veilig vang-

Page 13: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|NIEUWE ANTISTOLLINGSMIDDELEN

Cordiaal 2/2013 49

net. Zo is er een maximale vrijheid,voor zover de keuze van VKA het toe-laat.

Kort samengevat is VKA als middeleen generieke oplossing, waarbij detrombosediensten expertise hebbenom een veilige antistollingszorg teborgen door individuele instelling enmonitoring van de patiënt. De risico-factoren bij gebruik van VKA zijndoor de jarenlange ervaring goed inkaart gebracht, evenals de interactiesvan VKA met andere medicatie.Complicaties bij gebruik worden daar-door ondervangen. Voordeel van debestaande constructie met trombose-diensten is dat de behandeling mee-groeit met de patiënt. Door de perio-dieke controles worden bijzonderhe-den die van invloed zijn op de antis-tollingsbehandeling geregistreerd endirect meegenomen in de dosering. Door de periodiciteit van controles isde patiënt voortdurend in beeld. Voorde ene patiënt is dit een veilig gevoel,voor een ander kan het reden zijn omeen alternatief te zoeken binnen debestaande mogelijkheden van VKA-therapie dat meer autonomie biedt,zoals zelfmanagement.

Toen kwamen de NOAC’s…..Waar doorgaans nieuwe medicijnenmet gejuich worden ontvangen, heerster over de NOAC’s een dubbel gevoel.

Dat blijkt uit de discussies over hetgebruik en uit de waarschuwingen indiverse richtlijnen. Zo is er het adviesin de ‘Leidraad begeleide introductienieuwe orale antistollingsmiddelen’1

om afspraken tussen huisarts, zieken-huis en ambulancediensten over hoete handelen bij calamiteit protocollairvast te leggen. Die afspraken gaan oververantwoordelijkheden in het gevalvan spoedeisende situaties, omdat ergeen specifiek antidotum is. Zolangdie afspraken er niet zijn, wordt ontra-den om NOAC’s aan te bevelen, ook alzou de patiënt medisch gezien in aan-merking komen voor zo’n behande-ling. Een ander opvallend gegeven is destrenge filtering in de patiëntpopulatiedie in aanmerking komt voor NOAC’s.Dit ondanks het enthousiasme in deberichtgevingen over deze middelen.Een specifieke groep kan nog steedseen groot aantal patiënten behelzen,maar het zegt wel iets over de breedtevan het toepassingsgebied van de nieu-we medicatie. Mogelijk dat de opvol-gers van de middelen hierop beter sco-ren, en er minder vaak terugverwijzin-gen zijn naar VKA (zie tabel 1).

AutonomieMet de introductie van NOAC’s is ereen mogelijkheid bij bepaalde indica-ties de patiënt een antistollingsthera-pie aan te bieden waarbij periodiek

bloed afnemen tot het verledenbehoort. Toch is dit niet helemaalwaar. Terwijl de INR als monitoringniet nodig is, wordt er tegelijkertijdvanuit diverse richtlijnen aangedron-gen op het periodiek prikken van dekreatinine/GFR. Voor de patiënt blijfthet een bloedafname en een naald inde arm en dus belastend .Het lijkt erop dat de NOAC’s welis-waar nieuw zijn, maar dat de midde-len die in de richtlijnen onder denaam NOAC worden verzameld, noggeen substituut zijn voor de huidigeVKA-behandeling. Ze zijn eerder eenaanvulling op het bestaande pakket.Daar is niets mis mee, maar gelet opde politieke discussie over zorgkostenwel moeilijk uit te leggen. Doorgaansbetekent een extra alternatief meerkosten.NOAC’s zijn niet veel meer dan eenextra keuzemogelijkheid qua behande-ling. Als patiëntautonomie het gehan-teerde criterium is, kom je tot onder-staande opsomming (zie tabel 2). Denieuwe middelen bieden in principeveel autonomie, maar ze zijn nietgeschikt voor iedereen die antistollingbehoeft.

DraagvlakIn feite gaat de discussie over NOAC’sniet alleen over de behandelkeuze,maar ook over de vrijheid en autono-mie van de patiënt en over de kunstvan het op geborgde wijze loslaten vanzaken, zowel door de patiënt als doorde professional. Het streven blijft eenbehandeling die voor elke individuelepatiënt én verantwoord is én waarbijde patiënt zich veilig voelt. Hoewel veel autonomie voor de pa -tiënt mooi klinkt, wil dat niet zeggendat de patiënt er ook zo over denkt.Voor de professional ligt hier een nieu-we uitdaging. De vermelde vier grada-ties in autonomie in tabel 2 geven ookde professional handvatten om depatiënt goed te adviseren bij een per-soonlijke afweging. In tabel 3 is dekolom ‘voor wie’ (toepassingsgebied)vervangen door ‘patiëntenvoorkeur’(voorkeur) met de vraag: ‘Wat vind ikprettig voor mijn behandeling’.

Zoveel mensen, zoveel wensen. Eenmedicamenteuze behandeling diedoor de een als nauwelijks belastenden zelfs prettig wordt ervaren, kan

Gebruik van NOAC wordt niet geadviseerd voor alle AF-patiënten:

1. Met een bloedingscomplicatie onder VKA.2. Met een verhoogd bloedingsrisico (zie hoofdstuk 3.2).3. Met te verwachten lage therapietrouw, waardoor gebrek aan controle.4. Met ernstige nierfunctiestoornis (kreatinineklaring (eGFR) < 30 ml/min)

(klasse III, LOE A).5. Jonger dan 18 jaar.6. Die zwanger zijn of die borstvoeding geven.7. Bij wie de zorgketen rondom verantwoord medicijngebruik niet sluitend is.8. Met een stabiele INR-instelling onder VKA.9. Met een dwingende indicatie (anders dan AF) voor VKA.10. Binnen minimaal de eerste twee weken na een herseninfarct,vanwege het

verhoogde intracraniële bloedingsrisico bij deze patiënten. 11. Met een intracerebrale bloeding in de voorgeschiedenis, tenzij na consultatie

van een neuroloog.12. Die kwetsbare ouderen zijn, zoals omschreven in het VMS-programma, bij wie

ook therapietrouw minder goed te realiseren is.13. Met een contra-indicatie voor NOAC.

Bron : ‘Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen’

Tabel 1.Exclusiecriteria voor NOAC binnen de therapeutische doelgroep

Page 14: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|NIEUWE ANTISTOLLINGSMIDDELEN

50 Cordiaal 2/2013

Soort behandeling

Reguliere VKA- behandeling

Zelfmanagement (VKA)Alleen meten

Zelfmanagement meten + doseren (VKA)

NOAC

Vanuit de trombosedienst georganiseerde periodiekebloedafnames, gevolgd doordoseeradvies op maat voorbepaalde termijn.

Zelf INR bepalen door vinger-prik. INR doorgeven via digitaallogboek aan trombosedienst,gevolgd door doseeradvies opmaat voor bepaalde termijn.

Zelf INR bepalen door vinger-prik en zelf vaststellen van dedosering onder supervisie vande trombosedienst.

Dagelijks inname van zeer kort-werkende antistollingmedicatie

Voor wie?

(toepasbaar voor iedereen).

Motivatie en stabiel ingesteldzijn voorname succescriteria(helaas niet voor iedereengeschikt).

Motivatie en stabiel ingesteldzijn voorname succescriteria(helaas niet voor iedereengeschikt).

Medicatie vrijgegeven voorspecifieke doelgroep.Daarnaast vergelijkbare eisenqua motivatie aan patiënt alsvoor zelfmanagement.

Monitoring

INR

INR

INR

geen

Mate vanautonomie

+

++

+++

++++

Tabel 2 Globale verdeling van de keuzemogelijkheden bij antistollingsbehandeling door VKA’s (zowel acenocoumarol als fenprocoumon) en NOAC’s.

Soort behandeling

Reguliere VKA-behandeling

Zelfmanagement (VKA)Alleen meten

Zelfmanagement meten + doseren (VKA)

NOAC

PatiëntvoorkeurWat vind ik prettig voor mijn behandeling

Ik vind het geruststellend om periodiek gecontroleerd te worden,zodat ik weet waar ik aan toe ben.

Ik vind het prettig om zelf te meten en niet altijd naar een bloedaf-namepost te gaan. Ik weet meteen hoe mijn antistolling is ingestelden kan terugvallen op deskundige ondersteuning qua dosering doorde trombosedienst.

Ik vind het prettig om zelf te meten en niet altijd naar een bloedaf-namepost te gaan. Ik weet meteen hoe mijn antistolling is ingestelden voel mij na training zeker genoeg om zelf de antistolling medica-tie te doseren. Het meten en weten geeft mij vertrouwen in mijnbehandeling.

Ik vind het vooral prettig dat ik niet meer zo vaak geprikt hoef teworden, en alleen maar moet zorgen dat ik mijn pillen niet vergeet.

Monitoring

INR

INR

INR

geen

Mate vanautonomie

+

++

+++

++++

Tabel 3

De kunst van het doseren. Richtlijn

Leidraad en informatie voor het doseren

van vitamine K-antagonisten, oktober 2011

ISBN 978-90-805082-3-1

4 Engelfriet PM, Briët E. Introductie van

nieuwe antistollingsmiddelen|: een advies

van de gezondheidsraad. Ned T v Geneesk.

2012;156:1204-1205

5 Bijsluiter dabigatran, boehringer Ingelheim

2012

6 Bijsluiter rivaroxaban, Bayer 2012

7 Gezondheidsraad. Nieuwe antistollingsmid-

delen: een gedoseerde introductie. Den

Haag: Gezondheidsraad, 2012; publicatienr.

2012/07. ISBN: 978-90-5549-914-4

door de ander als een vreselijke inper-king van vrijheid worden ervaren. Metde komst van NOAC’s en de aanwezig-heid van behandelvarianten met VKA(regulier en zelfmanagement) is ervoor de patiënt nog meer mogelijk-heid om te kiezen voor wat echt bijhem of haar past. Een keuze die doorde patiënt gemaakt en gedragenwordt, zal uiteindelijk leiden tot hetbeste behandelresultaat. Een juisteinschatting door de professional welkemate van vrijheid het best past bij depatiënt qua antistollingsbehandeling,is mogelijk nog belangrijker dan de

keuze van het middel. Zeker, geziende geringe medische meerwaarde vande NOAC’s ten opzichte van VKA’s

Literatuur1 Leidraad begeleide introductie nieuwe orale

antistollingsmiddelen. Werkgroep NOACs

van de wetenschappelijke verenigingen en

Orde van Medisch Specialisten

2 Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling

voor de eerste- en tweedelijnszorg

FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA,

KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso, De

Hart&Vaatgroep, november 2012

3 Federatie Nederlandse trombosediensten ,

Page 15: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Gaat u samen met Bayerhet gevecht aan tegen trombose?

Ga dan naar:www.beat-the-clot.nl

www.thrombosisadvisor.comwww.thrombosisadvisor.comL.NL.GM.12.2011.0024

1 1

Page 16: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|EMPOWERMENT

Meer power, minder risico?

Onderzoek naar empowerment bij hart- envaatpatiënten

Hart- en vaatpatiënten lijken soms trieste, moedeloze mensen die weinig doen om

hun gezondheid te verbeteren. Reden voor een onderzoek naar het proces van

empowerment bij deze patiënten, waarbij de rol van de verpleegkundig specialist

als begeleider centraal staat. Het onderzoek vond plaats in het Aafje Zorghotel en

de revalidatieafdeling van het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam. ‘Waaruit

bestaat precies de empowerment en hoe beleven patiënten het?’

___Nellie Antens, M ANP/Verpleegkundig specia-list, Aafje Zorghotel, Locatie Maasstad zieken-huis, Rotterdam___Email: [email protected]

InleidingVolgens de NHS/NVVC8 is voor demeeste mensen het krijgen van eenhart- en vaatziekte (HVZ) een schok-kende gebeurtenis die vaak gepaardgaat met blijvend verlies en beperkin-gen. Hierdoor kunnen voor de hart-en vaatpatiënt en hun naasten proble-men tussen draagkracht en draaglastontstaan. Wanneer dit evenwicht voorde ziekte al verstoord of wankel was,of wanneer er onvoldoende socialehulpbronnen aanwezig zijn, is de kansgroter dat deze balans verder wordtverstoord. De hart- en vaatpatiëntkrijgt te maken met lichamelijke ensoms ook cognitieve beperkingen.Daarnaast vallen alle vanzelfsprekend-heden, zoals de vertrouwde omgeving,weg. Dit kan het zelfvertrouwen vande patiënt aantasten.

Schreuder9 stelt dat mensen op eenschokkende gebeurtenis op een speci-ale manier reageren. Zo zouden in eendreigende situatie bepaalde processenin de hersenen worden geactiveerd dieerop gericht zijn de situatie te overle-ven. Dit ‘biologisch overlevingsgedrag’is vanaf de geboorte aanwezig. Het isnauw verbonden aan emoties en rea-geert sterk op gelaatsexpressies vananderen. Daarnaast ondergaat depatiënt ook een verandering in debeleving van zijn eigen persoon. Datheeft weer gevolgen voor zijn relatiesmet anderen. Als oorzaak wordtgenoemd dat interacties altijd plaatsvinden op basis van basale veronder-stellingen die te maken hebben metveiligheid, voorspelbaarheid enafspraken. Een schokkende ervaring

haalt basale veronderstellingen onder-uit.

VertrouwenEmpowerment1 is het proces waarinde kwetsbare mens grip op de eigensituatie en omgeving krijgt. Centraal staan eigen kracht en gedeel-

de verantwoordelijkheid. Om alsomgeving een bijdrage te kunnenleveren aan het herstel van het ver-trouwen is het creëren van een veiligklimaat essentieel. Van de hulpverle-ner wordt een positieve basishoudingverwacht met aandacht voor de auto-nomie en ervaringsdeskundigheid van

52 Cordiaal 2/2013

Wat is een hart-en vaatziekteEen hart-en vaatziekte (HVZ) is een chronische ziekte waarbij slagaderen zich ver-nauwen. Volgens het Platform Vitale Vaten (PVV)5,6 wordt 55% van de ziekte veroor-zaakt door atherosclerose (vetophoping van lipoïden en cholesterol) die zich in deslagaderwand afzet. Hierdoor wordt de doorgankelijkheid voor de bloedstroomslechter, waardoor een afsluitende trombus (bloedstolsel) kan ontstaan.Afhankelijk van de plaats zijn de gevolgen hiervan een acuut coronair syndroom(ACS) zoals het acuut myocard infarct (AMI), hartfalen (HF), pijn op de borst (insta-biele angina pectoris, IAP), vernauwing van de halsslagader (Carotis stenose), hetherseninfarct (Cerebrovasculair Accident, CVA) een kortdurende verstopping vaneen bloedvat in de hersenen (Transciënt Ischemic Attack, TIA), perifeer arterieelvaatlijden (PAV) in de benen, dat claudicatio intermittens wordt genoemd. Naastvernauwingen in slagaderen kan de vaatwand minder elastisch worden en uitrek-ken. Dit heet een aneurysma van bijvoorbeeld de grote lichaamsslagader (Aorta) inde borst- of buikholte. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)7 rekent patiënten met de chroni-sche ziekten diabetes mellitus (DM), reumatoïde artritis (RA) en chronische nier-schade tot een verhoogd risico op HVZ.

Volgens de Nederlandse Hartstichting en de Nederlandse Vereniging VoorCardiologie (NHS & NVVC)2 hebben patiënten met aangetoonde hart- en vaatziek-ten een hogere kans op het krijgen van een nieuwe hart- en vaataandoening danmensen die geen symptomen hebben. Het risico om binnen tien jaar, afhankelijkvan de bijkomende risicofactoren, een nieuwe hart- en vaataandoening te krijgen,varieert van circa 25% tot 60% of hoger.Uit een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)3 blijktdat een miljoen Nederlanders een chronische hart- en of vaatziekte heeft. Naarschatting bedraagt het totaal aantal hart- en vaatziekten in 2025 bijna 1,5 miljoen.Dit is een stijging van ruim 40% ten opzichte van 2005.Hart- en vaatziekten (HVZ) zijn de belangrijkste oorzaak van sterfte in Nederland.In 2009 stierven er 20.979 vrouwen en 18.663 mannen aan HVZ.4

Page 17: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|EMPOWERMENTde patiënt. De patiënt moet worden

aangesproken op zijn kwaliteiten engedachten en gevoelens kunnen uitenvanuit reflecties.10 Zo zou kennis kun-nen worden uitgewisseld en overge-dragen. Een geëmpowerde andere11

kan belangrijk zijn. Empowermentimpliceert een krachtgerichte zorgvoor, met en door kwetsbare patiën-ten.

LeefstijlproblematiekNa het doormaken van een HVZ stre-ven patiënten naar herstel. Wanneerna verloop van tijd blijkt dat depatiënt ondanks alle inspanningenniet volledig zal herstellen, wordt hijgeconfronteerd met het erkennen enherkennen van blijvend verlies. Hijkomt voor de opgave te staan zijn zelf-beeld, doelen en gedrag aan te passenaan de blijvende gevolgen van zijnziekte. Volgens de NHS zou in dezefase leefstijlproblematiek ontstaan. Erbestaat bij hart-en vaatpatiënten nietalleen gebrek aan kennis en organisa-tievaardigheden, maar veel patiëntenzijn ook angstig en somber. Bij eendeel van deze patiënten blijkt er spra-ke te zijn van acceptatieproblematiek.Anderen blijven vasthouden aan hunoude leefstijl. Deze patiënten stellengeen doelen en blijken ook vermogenste missen hun leefstijl te veranderen.Als hindernis wordt laag- en ongelet-terdheid12 genoemd. De NHS stelt verder dat bij een aantalpatiënten psychopathologie voor-komt. De oorzaak kan gebrek aansteun zijn of het doormaken vanmeerdere schokkende gebeurtenissen.Deze hart- en vaatpatiënten blijvenangstig, worden depressief of doenprecies datgene wat de situatie alleenmaar erger maakt, zoals afzonderingen alcoholmisbruik.

Keirse13,14 beschrijft dat het verwerkenvan verlies hard werken is, waar men-sen moe van worden.Bij de verwerking dienen vier rouwta-ken te worden doorlopen: het aan-vaarden van de werkelijkheid van hetverlies, het ervaren van de pijn van hetverlies, het aanpassen aan de omge-ving en het opnieuw van het levenleren houden. Bij het verwerkingspro-ces gelden een aantal reacties als nor-maal, zoals het ervaren van levens-angst, doodsangst, diepe eenzaamheid

of een identiteitscrisis. Om verlies tekunnen verwerken dienen hulpverle-ners volgens Keirse het verwerkings-proces bij patiënten bespreekbaar temaken en hen daarin te ondersteunen.

Rol verpleegkundig specialistIn het Verkennend OnderzoekZelfmanagement van het LandelijkActieprogramma Zelfmanagement(NPCF-CBO)15 is voor de verpleeg-kundig specialist een coördinerenderol weggelegd om de zorg voor depatiënt tussen de verschillende hulp-verleners op elkaar af stemmen. DeWerkgroep Zelfmanagement Hart -falen16 vindt de verpleegkundig speci-alist geschikt om patiënten te begelei-den bij zelfmanagementdoelen, zoalsstoppen met roken, afvallen en meerbewegen. Ook moet die de patiëntbegeleiden bij de psychosociale enpreventieve gevolgen van de ziekte.Het verstrekken van informatie17 zoukennis en controlegevoel vergroten.Het NHG wijst de verpleegkundig spe-cialist als centrale zorgverlener vaneerste en tweede lijn aan. Hart- envaatpatiënten moeten naar de ver-pleegkundig specialist worden verwe-zen voor het krijgen van zelfmanage-mentvaardigheden bij risicodoelen enhet zelf oplossen van problemen.

Onderzoek in RotterdamOm inzicht te krijgen in hoe hetempowermentproces van hart- envaatpatiënten met de inzet van de ver-pleegkundig specialist verloopt en opwelke wijze patiënten begeleiding

wensen bij het verminderen van risi-cofactoren voor een gezond(er) leven,is ter afronding van de opleidingMaster Advanced Nursing Practiceaan de Hogeschool Rotterdam onder-staand onderzoek uitgevoerd. Hetvond plaats in Aafje Zorghotel, locatieMaasstad Ziekenhuis en de revalida-tieafdeling van het Maasstad Zie -kenhuis te Rotterdam. De centralevraagstelling luidde: ‘Waaruit bestaatde empowerment van de hart- en vaat-patiënten met de inzet van de ver-pleegkundig specialist, zodat hun risi-cofactoren verminderen en zijgezond(er) gaan leven?’

DeelvragenOm hier antwoord op te kunnengeven, zijn onderstaande deelvragengeformuleerd:1.Welke risicofactoren hebben dehart- en vaatpatiënten uit het onder-zoek?

2.In welke mate is sprake van empo-werment bij de hart- en vaatpatiën-ten?

3.Bestaat er bij de hart- en vaatpatiën-ten een verband tussen het aantalrisicofactoren en de mate van hunempowerment?

4.Wat vinden hart- en vaatpatiëntenom voor meer gezondheid de risico’sop HVZ te minderen?

5.Op welke wijze ervaart de hart- envaatpatiënt empowerment?

6.Hoe denken de hart- en vaatpatiën-ten zelf meer gezondheid te berei-ken?

7.Welke rol schrijven de hart- en vaat-

Cordiaal 2/2013 53

PIETA (Patiënt Intervention for Empowerment and Translation for the realAnswer). Met behulp van PIETA kan de patiënt zelf de gebeurtenissen, gedachten,gevoelens van zijn/haar gedrag en de gevolgen voor de gezondheid verwoorden.

Page 18: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|EMPOWERMENT patiënten aan de verpleegkundig

specialist toe bij het bereiken vanmeer gezondheid?

De participanten van het onderzoekwaren hart- en vaatpatiënten in deleeftijd van 54 tot 85 jaar. Hiervanwaren 22 patiënten opgenomen in hetZorghotel Aafje en 10 patiënten revali-deerden op de revalidatieafdeling vanhet Maasstad Ziekenhuis te Rotter -dam. Onder de 32 participanten warenachttien mannen en veertien vrouwen.De Toetsingscommissie Wetenschap -pelijk Onderzoek Rotterdam e.o. ver-leende vooraf toesteming.

Methode Omdat de vraagstelling zich richt ophet aantal risicofactoren, de mate vande empowerment en de beleving enervaringen van hart- en vaatpatiënten,is gekozen voor de combinatie van eenkwantitatief en kwalitatief onder-zoeksdesign. Door twee onderzoeks-methoden complementair aan elkaarte gebruiken, kan iets gezegd wordenover de omvang van het probleem(kwantitatieve deel) en over de aardvan het probleem (kwalitatieve deel),wat het onderzoek volgens Nies -wiadomy18 sterker maakt. Tot het onderzoek zijn geïncludeerdpatiënten met de diagnose van eenhart- en vaatziekte, diabetes mellitus,reumatoïde artritis, chronische nier-schade en de aanwezigheid van één ofmeer risicofactoren op HVZ. Depatiënten dienden 18 jaar of ouder tezijn, de Nederlandse taal te beheersenin woord en geschrift, opgenomen tezijn in het Zorghotel Aafje of revalide-rend op de revalidatieafdeling van hetMaasstad Ziekenhuis. Schriftelijketoestemming voor deelname aan hetonderzoek (informed consent) is door32 hart- en vaatpatiënten gegeven.

Voor het kwantitatieve onderzoek istijdens een intakegesprek met depatiënt een ‘risicoprofiel’ opgesteld.Dit bestond uit een inventarisatie vanpersoonlijke kenmerken (zie figuur 1)en 12 risicofactoren op HVZ die doorde NHS4 , het PVV5,6 en het NHG7 metstreefwaarden zijn samengesteld. Omde empowerment van de hart- en vaat-patiënten in kaart te brengen, is mettoestemming gebruik gemaakt van deNederlandse Empowerment Lijst19

(NEL). De NEL bestaat uit een vragen-lijst van 40 stellingen. Op een vijf-puntsschaal kon de hart- en vaatpa-tiënt aangeven in hoeverre hij het eensof oneens was met de stelling. Alledata zijn in SPSS ingevoerd. Het kwalitatieve onderzoek bestonduit het afnemen van interviews bijtwaalf hart- en vaatpatiënten. Aan dehand van twee ontwikkelde topiclijs-ten zijn zij over hun risicofactoren, deNEL en de rol van de verpleegkundigspecialist bevraagd. De data uit deinterviews zijn letterlijk uitgetypt enin een wordbestand opgeslagen.Vervolgens is de methode ‘coderen’volgens Boeije20 gebruikt; alle gege-vens, die met behulp van de tweeTopiclijsten waren verzameld, zijn uit-

een gerafeld en voorzien van topics.

ResultatenHet kwantitatieve onderzoek vond bij(n=32) hart- en vaatpatiënten plaats.De risicofactoren weinig lichaamsbe-weging (n=30), hoog cholesterolge-halte (n=23), stress (n=22) en overge-wicht (n=20) kwamen het meestevoor (zie figuur 2).Volgens de NEL gaven de hart- envaatpatiënten aan in voldoende mate(>70%) geëmpowerd te zijn. Wel lie-ten twee van de zes domeinen uit deNEL zien dat 25% van de patiëntenzich gediscrimineerd voelde en 12%van de patiënten het gevoel had er nietbij te horen. Met de Pearson correlatietest zijn in

54 Cordiaal 2/2013

Fig. 1. Enkele belangrijke kenmerken van 32 hart- en vaatpatiënten.

Fig. 2. Onderaan: de naam van de risicofactor. In de kolom van de risicofactor hetaantal patiënten die deze risicofactor wel (= rood) of niet (= groen) heeft. Aan delinkerzijde: het percentage van de 32 patiënten (= 100%), die de risicofactor wel ofniet heeft.

Wel/geen Risicofactor aanwezig?el/geen Risicofactor aanwezig?Wel/geen Risicofactor aanwezig?el/geen Risicofactor aanwezig?

Page 19: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|EMPOWERMENT

SPSS de risicofactoren en de empo-wermentscores met elkaar in verbandgebracht. De waarde van het signifi-cantieniveau is vastgesteld op 1. Ditresulteerde in een correlatiecoëfficiëntvan -,067 met een P-waarde van ,717 .Tussen de risicofactoren en empower-mentscores bleek een zeer zwak nega-tief verband te bestaan (zie figuur 3). Het kwalitatieve onderzoek vond bij(n=12) hart- en vaatpatiënten plaats.De patiënten zijn tijdens de interviewsover hun risicofactoren, de NEL en derol van de verpleegkundig specialistbevraagd.

De risicofactoren weinig lichaamsbe-weging, stress en overgewicht kwa-men het meeste voor. De hart- en vaat-patiënten hadden voor deze risicofac-toren uiteenlopende redenen. Zonoemde een patiënt het herstel van deoperatie, waardoor hij minderlichaamsbeweging had met als gevolgtoename in gewicht door verminderdcalorieverbruik. Bij de risicofactorstress viel op dat de hart- en vaatpa-tiënt de oorzaak veelal bij de omge-ving legde. Hierbij bleek het humeurvan de professionals een grote rol te

spelen. De hart- en vaatpatiëntenwaren het er unaniem over eens dathet verminderen van risicofactorenhen meer gezondheid zou opleveren.Door zelf het doel te kunnen stellenvia zelfmanagen van zorg dachten zemeer gezondheid te bereiken. Zehoopten op steun, maar zouden er zelfniet om vragen. Tien hart- en vaatpa-tiënten gaven aan graag ervaringenmet lotgenoten te willen delen. De artsbleek voor hun gezondheid het aller-belangrijkst te zijn. Elf hart- en vaat-patiënten ervaarden de rol van de ver-pleegkundig specialist als onduidelijk.

DiscussieOndanks dat de hart- en vaatpatiëntenaangaven in voldoende mate overempowerment te beschikken, bleekdit niet bij hun risicofactoren. De ver-onderstelling ‘hoe meer empowermenthoe minder risico voor gezondheid’kwam uit het onderzoek niet duidelijknaar voren. Wel gaven de hart- envaatpatiënten aan dat alle kracht uithenzelf moest komen, want dat andershet doel gedoemd was te mislukken.Hoe ze hun ideeën zouden omzettenin daden bleef onduidelijk. Ook al

hoopten ze op ondersteuning, er omvragen ervaarden ze als belastend. Uit het onderzoek bleek verder dat elfvan de (n=12) patiënten zich alspatiënt gediscrimineerd voelde.Waardoor dit werd veroorzaakt wasniet duidelijk. Mogelijk bestaat er eenrelatie met de risicofactor stress. De hart- en vaatpatiënten diendenvoor het verminderen van risicofacto-ren en voor ondersteuning bij empo-werment naar de verpleegkundig spe-cialist te worden verwezen. Maar allehart- en vaatpatiënten was deze ver-wijzing onthouden. De rol van de ver-pleegkundig specialist bleek onduide-lijk, patiënten ontvingen geenIndividueel Zorgplan en kregen geenscreening21 met verwijzing voor PEP-module22.Ten aanzien van de dataverzamelingzijn er drie beperkingen. Het onder-zoek diende binnen drie maandenafgerond te zijn, waardoor een beperk-te groep hart- en vaatpatiënten isonderzocht. Daarnaast werkte deopnameapparatuur onvoldoende. Driehart- en vaatpatiënten zijn extrabezocht. De betrouwbaarheid van het onder-

Cordiaal 2/2013 55

Fig. 3. Onderaan: de 32 hart- en vaatpatiënten (= Pat.) uit het onderzoek. Rechterzijde: het maximale aantal van 12 risico -factoren (= rood). Linkerzijde: de scores 1 tot 200 uit de NEL (blauw). Bovenaan: de horizontale blauwe lijn laat een wisse-lend ritme zien. Deze relatie betekent een zeer zwak negatief verband tussen de risicofactoren met de empowermentscores uitde NEL.

Page 20: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|EMPOWERMENT

56 Cordiaal 2/2013

zoek zou gunstiger uitvallen als erover een langere periode data verza-meld hadden kunnen worden.

ConclusieBij het beantwoorden van de centralevraagstelling bestaat er onder de hart-en vaatpatiënten discrepantie tussende empowerment die zij bij zichzelfervaren en de empowerment die zijvan de verpleegkundig specialist enhulpverlener(s) aangereikt krijgen.Dit zou mogelijk verklaren waarom zeminder gezondheid bereiken.

Aanbevelingen• Verder onderzoek noodzakelijk bijeen grotere patiëntengroep.

• Aandacht voor positieve basishou-ding door verpleegkundig specialisten hulpverlener.

• Verduidelijken rol verpleegkundigspecialist.

• Inventarisatie van 12 risicofactorenHVZ.

• Bespreken rouw-/verwerkings -proces.

• Verwoorden doel en wijze begelei-ding door hart- en vaatpatiënt doormiddel van reflectie.

• Aanreiken van IndividueelZorgplan.

• Inschakelen geëmpowerde andere.• Indicatiestelling voor Informatie-en PEP-module.

Literatuur1. Regenmortel T. Empowerment as a challen-

ging framework for social inclusion and

modern care. Journal of Social Intervention:

Theory and Practice – 2009 – Volume 18,

Issue 4, URN:NBN:NL:UI:10-1-100150

ISSN: 1876-8830 URL. Op 5 mei 2011

ontleend aan:http://www.journalsi.org.

2. Nederlandse Hartstichting.

Revalidatiecommissie NHS/NVVC, Richtlijn

Hartrevalidatie 2004. Den Haag:

Nederlandse Hartstichting 2004.

3. RIVM rapport 260401004/2007. Vergrijzing

en toekomstige ziektelast. Prognose chroni-

sche ziektenprevalentie 2005-2025. Blokstra

A, Verschuren WMM, (red.) Baan CA,

Boshuizen HC, Feenstra TL, Hoogenveen

RT, Picavet HSJ, Smit HA, Wijga AH.

Utrecht: Centrum voor Preventie- en

Zorgonderzoek, [email protected]. Op 1

november 2011 ontleend aan:

http://www.rivm.nl/bibliotheek/rappor-

ten/260401004.pdf.

4. Nederlandse Hartstichting. Hart- en vaat-

ziekten in Nederland. Den Haag, 2010.

Op 1 november 2011 ontleend aan:

http://www.hartstichting.nl/9800/13341/153

05/HVZ_in_Nederland_2010.

5. Platform Vitale Vaten. Zorgstandaard

Vasculair Risicomanagement Deel 1 (voor

zorgverleners), Deel II (voor patiënten).

Den Haag: Twigt bv. 2009.

6. Platform Vitale Vaten. Zorgstandaard VRM,

2012 .Op 12 januari 2012 ontleend aan:

http://www.vitalevaten.nl/projecten/zorg-

standaarden/zorgstandaard-vrm.html.

7. Nederlands Huisartsen Genootschap

(NHG). Multidisciplinaire Richtlijn

Cardiovasculair Risicomanagement

(Herziening 2011). Utrecht: NHG, 2011.

Op 3 januari 2012 ontleend aan:

http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_ric

htlijnen/k_nhgstandaarden.htm#clusterK.

8. Nederlandse Hartstichting. Psychosociale

zorg bij hart- en vaatziekten. Hartfalen,

coronaire hartziekten en cerebrovasculair

accident. Bilthoven: NHS, 2006.

9. Schreuder BJN. Psychotrauma: de psycho -

biologie van ingrijpende ervaringen.Assen:

Van Gorcum, 2003. Met toestemming ont-

leend op 12 oktober 2012.

10.Bellemakers C. (Nieuwe) professionals in

de zorg, Welkom, als bondgenoot in em -

powerment, 2007. Op 3 augustus 2012

ontleend aan:

http://www.journalsi.org/index.php/si/arti-

cle/viewFile/106/70.

11.Titchen A. Helping Relationships for

Practice Development. ‘Critical compani-

onship’. Blackwell Publishing Ltd, 2000.

12.Twickler ThB, Hoogstraten E, Reuwer AQ,

Singels L, Stronks K, & Essink-Bot ML.

Stand van zaken. Laaggeletterdheid en

beperkte gezondheidsvaardigheden vragen

om een antwoord in de zorg. NED

TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A250.

13.Keirse, M. Helpen bij verlies en verdriet.

Een gids voor het gezin en de hulpverlener.

Lannoo, 2008.

14.Keirse M., 2011. Op 12 juli 2012 ontleend

aan: http://www.kenniscentrumpsycholo-

gie.nl/Artikelen/Rouw-en-verdriet.html.

15.Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement

(LAZ) NPCF-CBO. Verkennend onderzoek

Zelfmanagement 2010 – Landelijk

Actieprogramma Zelfmanagement, 2011.

Deelname als lid van de Werkgroep

Zelfmanagement bij Hartfalen. Utrecht:

NPCF -CBO.

http://www.zelfmanagement.com/down -

loads/284/verkennend-onderzoek-zm-

2010.pdf

16.Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement

(LAZ) NPCF-CBO. Eindrapportage werk-

groep zelfmanagement bij hartfalen, 2011.

Deelname als lid van de Werkgroep

Zelfmanagement bij Hartfalen. Utrecht:

NPCF -CBO.

http://www.lvg.org/digi/2011/09/Eindrappor

tage-HF-versie26-10-2010.pdf.

17.Meyer C, Muhlfeld A, Drexhage C, Floege

J, Goepel E, Schauerte P, et al. Clinical

research for patiënt empowerment--a quali-

tative approach on the improvement of

heart health promotion in chronic illness,

2008. Jul;14(7): CR358-65 PubMed -

indexed for MEDLINE. Op 10 november

2011 ontleend aan:

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pub-

med/18591917.

18.Nieswiadomy RM. Verpleegkundige onder-

zoeksmethoden. Amsterdam: Pearson

Education Benelux BV., 2009.

19.Boevink W, Kroon H, & Giesen F. De

Nederlandse Empowerment Lijst, 2009. Op

1 maart 2011 met toestemming ontleend

aan:

http://www.heeteam.nl/~/media/Themasites/

HEE/Downloads/NEL%20vragenlijst.ashx.

20.Boeije H. Analyseren in kwalitatief onder-

zoek. Denken en doen. Utrecht: Boom

onderwijs, 2005.

21.Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie

(NVVC). Beslisboom Poliklinische

Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010.

Utrecht: NVVC-CCPH - Commissie

Cardiovasculaire Preventie en

Hartrevalidatie LMDO-H-Landelijk

Multidisciplinair Overleg Hartrevalidatie.

22.Revalidatie Commissie Nederlandse

Hartstichting/Nederlandse Vereniging voor

Cardiologie, Hartrevalidatie: PEP-module.

Handleiding voor Professionals. Deel II t/m

VI; bijlage 1, 2: Elderen Th, Boersma J,

Boekel M. Sectie Klinische

Gezondheidspsychologie Universiteit

Leiden. Den Haag: Nederlandse

Hartstichting, 2002.

Page 21: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Op pagina 45 van deze Cordiaal stelde de auteur u enkele vragen aan de hand van

een casus. Nadat u de vragen hebt beantwoord, kunt u hieronder controleren of u

het juiste antwoord hebt gegeven.

Antwoorden:1.Het ECG laat een bradyaritmie zien:nodaal escape ritme (slank QRS)van 40/min. Aan het begin van hetECG zijn nog twee sinusslagen tezien (2de en 4de QRS complex). Destand van de gemiddelde elektrischehartas is naar links gedraaid. Achterhet QRS complex (retrograad) zietmen net voor de T-top boezemacti-vatie. Dit is het best te zien bij delaatste twee QRS complexen van deritmestrook van afl. II. De repolari-satie laat verder geen afwijkingenzien. Waarschijnlijk is door hetopenmaken van het atrium (atrioto-mie) in combinatie met het cannule-ren van het atrium ten behoeve vande hart-longmachine de sinusknoop“geraakt”.

2.Het valt op dat het achterste mitra-lisklepblad doorslaat (prolabeert) enleidt tot een ernstige lekkage (mitra-lisklepinsufficiëntie). In video 1 isdat goed te zien. Video 2 toont dui-delijk de lekkage met doppler. Er issprake van een mitralisklepprolapswanneer een van de kleppen (ach-terste of voorste) minimaal 2 mmboven de mitralisannulus (mitralis-

klepring) doorbuigt / doorbolt.Oorzaken van een mitraliskleppro-laps zijn afwijkingen aan de klepzelf (bijvoorbeeld myxomateuzeverandering van de klepbladen), eenveranderde geometrie van de linker-ventrikel (bijvoorbeeld vergrotingvan de linkerventrikel) of ontste-king van de klep (endocarditis).

3.Bij een mitralisklepplastiek wordteen reparatie van het oorspronkelij-ke klepapparaat uitgevoerd. Even -tueel wordt bij een verwijde annulusde klep verstevigd met een ring.Voordelen ten opzichte van eenmechanische kunstklep zijn de lage-re incidentie van trombo- embolie,bloeding en endocarditis. Patiëntenzijn niet afhankelijk van levenslangeantistollingstherapie. Doordat cardi-ochirurgische centra steeds meerervaring krijgen in deze techniek,adviseert men zelfs om bij klachten-vrije patiënten met een ernstigemitralisklepinsufficiëntie tot vroegoperatief ingrijpen over te gaan.1,2

4.U ziet hier een linkerventrikelangio-grafie waarbij er via een kathetercontrast wordt gegeven in de linker-kamer. Er is duidelijk terugstroom

van bloed te zien naar de linkerboe-zem. Er is sprake van een mitralis-klepinsufficiëntie. De mate vanterugstroom bepaalt de ernst van delekkage; in dit geval ernstig.

5.Atropine is volgens de ALS-richtlijngeïndiceerd bij bradycardieën die lei-den tot wegraking, hartfalen, hemo-dynamische instabiliteit (RR systo-lisch < 90 mmHg) of myocardische-mie. In dit geval is er sprake van eenhemodynamisch instabiele situatiewaarbij men atropine kan toedienen.Indien er geen hemodynamische ver-betering optreedt, is het toedienenvan isoprenaline (bèta 1 en bèta 2receptor agonist) een mogelijkheid.Patiënte heeft externe pacemakerdra-den in situ, dus in dit geval is hetlaagdrempelig tijdelijk stimulerenvan het hart een goede overweging.

ConclusieNodaal escape ritme na recente mitra-lisklepplastiek waarvoor stimulatiemet externe pacemakerdraden.

Cordiaal 2/2013 57

Deze rubriek is multimediaal!Ga naar http://www.carvasz.nl/CordiaalMM/20132 voor echobeelden (video 1,2,3) en figuur 2 t/m 4.

____Cyril Camaro, cardioloog UMC St RadboudNijmegen, afdeling cardiologie___E-mail: [email protected]

Dit vertelde het elektrocardiogram!

Een 72-jarige patiënte op de intensive care met een bradycardie

Kijk ook op

de website

Literatuur1. Suri RM, Schaff HV, Dearani JA et al. Surgical

advantage and improved durability of mitral

repair for leaflet prolapse subsets in the cur-

rent era. Ann Thorac Surg 2006;82:819-26

2. Enriquez-Sarano M, Sundt TM. Early surgery

is recommended for mitral regurgitation.

Circulation 2010;121:804-12

Figuur 1

|VRAAG ENANTWOORD

Page 22: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

58 Cordiaal 2/2013

Eerste, Nederlandse richtlijn voor het uitzetten van een ICD

ICD en pacemaker in de laatste levensfase

Door de vergrijzing van de bevolking verkeren steeds meer patiënten met een ICD in

hun laatste levensfase. Hiermee is de vraag naar de plaats van een ICD in deze fase

toegenomen. Uit de weinige literatuur blijkt praten over het stopzetten van een ICD

niet eenvoudig te zijn. Reden voor de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie

(NVVC) ) om hiervoor een richtlijn op de stellen, de eerste in Nederland.

___Anjo van Staaveren, verpleegkundig specialist/ICD-begeleider, voorzitter werkgroep WIBN

___E-mail: [email protected]

InleidingIn Nederland zijn naar schatting80.000 patiënten met een pacemakeren 30.000 patiënten met een ICD. Ditaantal is de laatste jaren gegroeid doorde vergrijzing van de bevolking. Bij detoename van ICD’s speelt ook de uit-breiding van de indicatiestelling eenrol. Eerder kregen vooral patiënten dieeen levensbedreigende ritmestoornishadden overleefd een ICD (zogenaam-de secundaire preventie). Inmiddelsvinden de meeste implantaties plaatsbij patiënten met een verhoogd risicoop dergelijke hartritmestoornissen endaarmee met een verhoogd risico opplotse hartdood (primaire preventie).

Een groeiend aantal patiënten met eenICD bereikt een fase van palliatievezorg. Patiënten kunnen in deze fasekomen door progressie van hunonderliggende cardiale ziekte (metname hartfalen), of door het optredenvan andere ernstige ziekten, zoalsmaligniteiten, CVA of dementie. Indeze fase wordt de kwaliteit van hetleven een belangrijker behandeldoeldan behoud of verlenging van hetleven. Als het einde nabij komt, is hetbelangrijkste behandeldoel een opti-male kwaliteit van sterven.

Door deze ontwikkeling ontstaat devraag of er in deze fase nog plaats isvoor een apparaat zoals een ICD, datlevensbedreigende ritmestoornissenkan behandelen met voor de patiëntmogelijk pijnlijke en voor de omstan-ders zichtbare shocks. ICD-shockskunnen het stervens- en rouwprocesnegatief beïnvloeden. Pacemakersdaarentegen hebben niet de mogelijk-heid om shocks af te geven. Een func-tionerende pacemaker zal het overlij-densproces dan ook niet verstoren.

Toch wordt in de praktijk somsgedacht aan het deactiveren van eenpacemaker. Dit kan andere, zeer uit-eenlopende en niet altijd goed te voor-spellen gevolgen hebben.

EuthanasieOver het gebruik van een ICD in delaatste levensfase zijn weinig studiesbeschikbaar. Er is maar één Ameri -kaanse retrospectieve cohortstudiegevonden waarin gekeken is naar hetvoorkomen van shocks in deze fase.1

Er zijn wel meerdere artikelen gevon-den die meningen van deskundigen(expert opinions) weergeven over hetbespreekbaar zijn van dit onder-werp.2-7,9 Uit deze onderzoeken komtvooral naar voren dat veel artsen hetmoeilijk vinden de mogelijkheid totuitzetten van de shockfunctie van deICD bespreekbaar te maken. Hetgrootste probleem is om ruim van tevoren te spreken over doodgaan.Daarnaast blijkt er onduidelijkheid tebestaan of het uitzetten van de ICDonder euthanasie valt. Het standpuntvan de European Heart RhythmAssociation (EHRA) komt aan bod intwee artikelen.8,10 Hierin staat dat depatiënt dient te beslissen over deacti-vering van een ICD, of in speciale

omstandigheden zijn of haar wettelij-ke vertegenwoordiger. De consequen-ties dienen goed met de patiënt teworden besproken.

AanbevelingenTegen deze achtergrond heeft de richt-lijnencommissie van de NVVC aanbe-velingen geformuleerd voor het uitzet-ten van een ICD. De nieuwe richtlijnis gebaseerd op bovengenoemde arti-kelen en op eigen expertise. Bij hetopstellen van de richtlijn heeft eenethicus commentaar gegeven, metname over de kwestie of uitzetten vaneen ICD een vorm van euthanasie is.Het kan gebeuren dat de patiënt vlakna het uitzetten overlijdt. Dit kan deindruk wekken dat het om opzettelij-ke levensbeëindiging gaat. Een ICD ofpacemaker is echter een behandelingen die mag ten alle tijden wordengestaakt op verzoek van de patiënt ofin goed overleg met de patiënt en zijnnaasten (zie kernpunt 2). Naast hetbeleid in de laatste levensfase, wordtin deze richtlijn aandacht besteed aanvoorlichting van de patiënt in de fasewaarbij het levenseinde nog niet inzicht is.

Met deze richtlijn willen wij de diver-se betrokken professionals voorzienvan kennis over de patiënt met eenpacemaker of ICD, om een zinvolle entijdige communicatie tussen professi-onals en patiënt aan te gaan over demogelijkheid en wenselijkheid vandeactivering. Op deze manier hopenwij dat het uitzetten van met nameICD’s kan plaatsvinden als de patiëntnog mobiel is, waardoor deactiveringvolgens de noodprocedure zo veelmogelijk vermeden kan worden.

Zie www.nvvc.nl voor de richtlijn.

|UITZETTEN ICD

Page 23: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Cordiaal 2/2013 59

|UITZETTEN ICD

Richtlijn in kernpunten

Kernpunten 1• ICD-shocks kunnen, zeker in de laatste levensfase, voor de patiënt en zijn naasten onaangenaam zijn. • Een sterke magneet zorgt dat de ICD geen tachytherapie afgeeft.

Kernpunten 2• Het deactiveren van een pacemaker of ICD komt overeen met het staken van een behandeling en valt niet onder de WetToetsing Levensbeëindiging (euthanasiewet).

• Een niet-reanimeerverzoek of -verklaring hoeft niet samen te gaan met een verzoek tot deactivering van een ICD.

Kernpunten 3• Een functionerende ICD (tachytherapie) kan het overlijdensproces verstoren door afgeven van shocks en dient daarom tijdiggedeactiveerd te worden. Deactivering van de ICD (tachytherapie) geeft op het moment van de deactivering geen toename vancardiale klachten.

Kernpunten 4De mogelijkheid om de ICD te deactiveren wordt tenminste op de volgende momenten in het behandeltraject ter sprakegebracht:• voor/bij implantatie:- patiënt informeren dat shockfunctie op enig moment kan worden gedeactiveerd

• tijdens de follow-upfase:- bij verandering van perspectief- op verzoek van patiënt - bij wisselen van device - bij opstellen wilsbeschikking

• tijdens de palliatieve fase: - op moment van ingaan van de palliatieve fase- op moment van bespreken niet-reanimeren/niet-beademen- op verzoek van patiënt

• tijdens de terminale fase: - bij verwacht overlijden binnen enkele weken- bij een onverwachte zeer snelle achteruitgang waarbij spoedig overlijden wordt verwacht en de ICD ongewenst shocks kan afgeven, kan de noodprocedure toegepast worden.

* Reguliere deactivering van de tachytherapie van de ICD vindt plaats in het ziekenhuis. Indien de patiënt zich thuis of op eenandere locatie bevindt en niet meer in staat is om naar het ziekenhuis te komen terwijl de tachytherapie nog actief is, kan deac-tivatie alleen nog plaatsvinden via de noodprocedure. Een ziekenhuismedewerker komt dan op locatie de ICD deactiveren. Ditkan echter veelal niet direct plaatsvinden. Wanneer er geen ziekenhuismedewerker op tijd aanwezig is, kan een sterke magneetop de huid ter plaatse van de ICD worden gelegd (eventueel te fixeren met tape). Zolang deze aanwezig is, is de tachytherapie-functie gedeactiveerd.

Stappenplan deactivering

Reguliere procedure (stappenplan H 1)Deactivering vindt idealiter plaats in het ziekenhuis na overleg met de behandelend cardioloog. Hierbij herprogrammeert de tech-nicus in het ziekenhuis in opdracht van de cardioloog de tachytherapie van de ICD. Dit wordt vastgelegd in het dossier.

Stroomdiagram 1 : reguliere deactivering ICD (shockfunctie)

Besluit totdeactivering(patiënt enhoofdbehan-

delaar)

Overleghoofdbehan-delaar metimplanterendcardioloog/ZH

Cardioloognoteert besluitin dossier engeeft opdrachtaan technicus

Deactivering inziekenhuis

Vastleggen deactivering ICD in dossierhoofdbehandelaar;

Technicus documenteertherprogrammering;

Melden DIPR

Page 24: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

60 Cordiaal 2/2013

|UITZETTEN ICD Noodprocedure (stappenplan H 2)

Als het voor de patiënt onmogelijk is om naar het ziekenhuis te gaan of vervoerd te worden, kan de noodprocedure worden toege-past. Hierbij zorgt het implanterend/controlerend centrum dat deactivering op locatie elders of thuis plaatsvindt door middel vanherprogrammering van de ICD door een medewerker van het ziekenhuis. Dit kan vaak alleen worden uitgevoerd tijdens kantoor-uren op een vooraf afgesproken tijdstip. Indien hier niet voldoende tijd meer voor is, kan worden overgegaan op de uiterste nood-procedure met behulp van een magneet.

Stroomdiagram 2 : noodprocedure deactivering ICD (shockfunctie)

Patiënt is instervensfase,ICD is nogactief

Contact opnemen met implante-rend centrum voor deactivering

thuis/op locatie

Indien deactivering met program-mer naar verwachting te lang opzich laat wachten: fixeren mag-neet* op huid ter plaatse van ICD.

Tot 1 uur na overlijden**

Deactiveringsprocedure thuis/op

locatie*** Vastleggen deactivering ICDin dossier hoofdbehandelaar;

Technicus documenteertherprogrammering;

Melden DIPR

* De hoofdbehandelaar dient een speciale magneet tot zijn beschikking te hebben.** Bij ICD’s van Biotronik schakelt de shockfunctie 8 uur na opleggen magneet automatisch weer aan. Daarom bij ICD’s van dit

merk elk uur kortdurend (enkele minuten) verwijderen. Het merk ICD is af te lezen aan het ICD-pasje dat elke patiënt in zijn bezitheeft. Anders zo nodig te bevragen bij het implanterend centrum.

*** Voor deactivering op locatie (verblijfplaats patiënt waar geen programmer beschikbaar is) overlegt de hoofdbehandelaar methet ICD implanterend/controlerend centrum. Dit centrum draagt zorg voor deactivering, waarbij als termijn 2-3 werkdagen inacht genomen dient te worden.

Werking ICD en pacemakerDe richtlijnen gelden zowel voor de ICD als voor de pacemaker (PM). De gevolgen van het staken van een pacemakerfunctie(bradytherapie) zijn anders dan de gevolgen van het staken van een ICD-functie (tachytherapie). De pacemakerfunctie hoeft infeite ook niet gedeactiveerd te worden, omdat een functionerende pacemaker het overlijdensproces niet zal verstoren. Van eenpacemaker ondervindt een patiënt tijdens de stervensfase geen onaangename effecten, zoals wel bij een ICD-shock. De ICD heeft naast de pacemakerfunctie (bradytherapie) ook de mogelijkheid tot tachytherapie (overpacen en shocks bij kamer-ritmestoornissen). Deactiveren van de tachytherapie van een ICD leidt in het algemeen niet tot acute klachten of hemodynami-sche problemen bij de patiënt, tenzij juist op dat moment een ritmestoornis optreedt. Wanneer tijdens de terminale fase eensnelle ritmestoornis optreedt, wordt deze niet meer door de ICD behandeld. Er wordt geen shock afgegeven. De patiënt kan aaneen eerstvolgende ritmestoornis overlijden. Als de ritmestoornis echter door de patiënt redelijk goed wordt verdragen, kan dezevoortbestaan en leiden tot palpitaties, achteruitgang van de toestand, verminderd bewustzijn en eventueel een cardiogeneshock. Hiervoor moet de patiënt symptomatisch worden behandeld, zodat het sterfbed zo comfortabel mogelijk verloopt. Dit isniet anders dan bij patiënten zonder ICD met ritmestoornissen in de terminale fase.

Bradytherapie:Pacemakerfunctie, dat wil zeggen pacing om hartritme boven een geprogrammeerd minimum te houden. Deze functie zit in alle CIED’s (*)Tachytherapie:Therapie om snelle ritmestoornissen te stoppen. Dit kan met behulp van snelle antitachypacing (ATP) of shock(s). Deze functie zit alleen in ICD’s.Cardiac Resynchronisation Therapy (CRT):Bradytherapie waarbij zowel de rechter- als de linkerventrikel wordt gepaced om de pompfunctie van het hart gunstig te beïnvloeden. Er bestaan CRT-pacemakers (CRT-P) en CRT-ICD’s (CRT-D).

*Cied staat voor: Cardiac Implantable Electronic Device. Onder CIED’s vallen zowel pacemakers als ICD’s, al dan niet gecombineerd met CRT.

Page 25: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|UITZETTEN ICD

Cordiaal 2/2013 61

Literatuur1 Goldstein, N.E., Lampert, R., Bradley, E.,

Lynn, J., & Krumholz, H.M. (2004).

Management of implantable cardioverter

defibrillators in end-of-life care. Ann Intern

Med., 141 (11), 835-8.

2 Goldstein, N.E., Mehta, D., Teitelbaum, E.,

Bradley, E.H., Morrison R.S. (2008). ‘It’s

like crossing a bridge’ complexities preven-

ting physicians from discussing deactivati-

on of implantable cardioverter defibrillators

at the end of life. J Gen Intern Med, 23 (1),

2–6.

3 Kelley, A.S., Reid, M.C., Miller, D.H., Fins,

J.J., Lachs, M.S. (2009). Implantable cardio-

verter defibrillator at end-of-life: a physi -

cian survey. Am Heart J, 157, 702–8.

4 Kramer, D.B., Buxton, A.E., Zimetbaum, P.J.

(2012). Time for a change--a new approach

to ICD replacement. NEJM 2012, 366,

291-3.

5 Lampert, R., Hayes, D.L., Annas, G.J.,

Farley, M.A., Goldstein, N.E., Hamilton,

R.M., Zellner, R. (2010). HRS Expert

Consensus Statement on the Management

of Cardiovasculair Implantable Electronic

Devices (CIED’s) in patients nearing end of

life or requesting withdrawal of therapy.

Heart Rhythm, 7, (7), 1008-26.

6 Marinskis, G., & Erven, L. van, EHRA

Scientific Initiatives Committee. (2010).

Deactivation of implanted cardioverter-defi-

brillators at the end of life: results of the

EHRA survey. Europace, 12 (8), 1176-1177.

7 Nambisan, V., & Chao, D. (2004). Death

and defibrillation: a shocking experience.

Palliat Med 18, 482–3.

8 Padeletti, L. , Arnar, D.O., Boncinelli, L.,

Brachman, J., Camm, J.A., Daubert, J.C.,

Vardas, P. (2010). EHRA Expert Consensus

Statement on the management of cardiovas-

culair implantable electronic devices in

patients nearing end of life or requesting

withdrawal of therapy. Europace, 12, 1480-

1489.

9 Sherazi, S., Daubert, J.P., Block, R.C.,

Jeevanantham, V., Abdel-Gadir, K., DiSalle,

M.R., Shah, A.H. (2008). Physicians’ prefe-

rences and attitudes about end-of-life care

in patients with an implantablecardioverter-

defibrillator. Mayo Clin Proc, 83, 1139-

1141.

10 Wilkoff, B.L., Auricchio, A., Brugada, J.,

Cowie, M., Ellenbogen, K.A., Gillis, A.M,

Heart Failure Society of America (HFSA).

(2008). HRS/EHRA Expert Consensus on

the Monitoring of Cardiovascular

Implantable Electronic Devices (CIED’s):

Description of Techniques, Indications,

Personnel, Frequency and Ethical

Considerations. Europace, 10,707-725.

De NVHVV is van plan om de scholing voor verpleegkundig specialisten binnen de cardiovasculaire zorg uit te breiden. In 2012 is de NVHVV gestart met de eerste Continous Nursing Education(CNE) voor en door Verpleegkundig Specialisten(VS) en is er voor CarVasZ 2012 een sessie voor VS gerealiseerd. Om onze leden nog beter te bedienen doen we eenoproep aan alle leden die VS zijn of hiervoor in opleiding zijn. Willen jullie je als experts sterk maken om het scholings-programma voor de Verpleegkundig Specialisten binnen de NVHVV vorm te geven?

De NVHVV zal deze expertgroep, net als de werkgroepen, faciliteren met een eigen budget voor de organisatie vanscholings- en netwerkactiviteiten. Het doel is vorm te geven aan een scholingsprogramma voor VerpleegkundigSpecialisten door per jaar 1-2 CNE’s te organiseren en bij te dragen aan het CarVasZ-programma. De expertgroep VS

streeft een nauwe samenwerking na met de actieve Verpleegkundig Specialistenbinnen de NVHVV en aanpalende verenigingen, waarmee al een intensievesamenwerkingsrelatie bestaat. Vanuit de NVHVV kan begeleiding en onder-steuning worden gegeven aan de Expertgroep VS.

Ben je Verpleegkundig Specialist (io), lid van de NVHVV, en heb je interesse om deel te nemen aan deze expertgroep? Neem dan

contact op met Sander van Gisbergen, penningmeester NVHVV, [email protected]. Ben je nog geen lid, wellicht is ditdan het moment je aan te melden. De NVHVV heeft je nodig!

Bestuur NVHVV

V SExpertgroep erpleegkundig pecialist

De Hart&Vaatgroep en de Hartstichting organiseren vakanties voor mensen meteen aangeboren of verworven hartaandoening. De vakanties zitten vol activitei-ten, waaraan iedereen in zijn eigen tempo mee kan doen. Niet de ernst van dehartaandoening staat centraal, maar de behoefte om in contact te komen metlotgenoten. Iedere vakantie wordt begeleid door vrijwilligers met een medischeachtergrond. Wilt u mee als (medisch) vrijwilliger of kent u potentiële deel -nemers, kijk op www.hartenvaatgroep.nl/vakanties

GEZOCHT : Vrijwilligers en deelnemers

Page 26: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

ABC van de cardiologie, Jaap Deckers,

Masieh Abawi, Sharif Khatibi en

Yongzhao Feng, 2010 Uitgevers, 2012,

ISBN 978 94 90951 09 2, 200 pagina’s,

paperback, € 35,00

De titel, ABC van de cardiologie, herin-nert mij aan een cardioloog die tijdensmijn opleiding als ICU/CCU verpleeg-kundige het ABC van de cardiologieuitlegde: “A is van antistolling, B isvan bètablokker en C is van choleste-rolverlager.” Dit boek gaat duidelijkverder dan het ABC’tje dat ik tijdensmijn opleiding geleerd heb. Het boekis geschreven door twaalf studentengeneeskunde, onder redactie van dr.Jaap Deckers van het Erasmus MC inRotterdam. Volgens de uitgever is ABCvan de cardiologie bedoeld voor stu-denten geneeskunde, medische biolo-gie, huisartsen en verpleegkundig spe-cialisten cardiologie. Door kennis vanbasale anatomie, fysiologie en klinischinzicht zijn de meeste cardiologischeziekten en afwijkingen goed te begrij-pen. Dit principe is dan ook als lei-draad gehanteerd bij de beschrijvin-gen van de verschillende aandoenin-gen in dit boek.

Het boek bestaat uit zestien hoofd-stukken, waarvan de meeste gewijdzijn aan cardiovasculaire ziektebeel-den. Deze ziektebeelden zijn conse-quent opgebouwd door een beschrij-ving te geven van de pathofysiologie,de klinische manifestaties, de diagnos-tiek, de behandeling en tenslotte deprognose. Hier komt de medische ach-tergrond van de auteurs prominentnaar voren. Wat mij betreft soms iets

|RECENSIE

ABC van de cardiologie

cardiologie is behaald met de behan-deling van het acuut myocardinfarct.Zo is de ziekenhuissterfte de afgelo-pen 25 jaar met 80% afgenomen. DePCI-behandeling (vanaf 2000 voor-keurstherapie bij een STEMI) metthrombosuctie (vanaf 2005) in combi-natie met een verbeterde medicamen-teuze therapie lijkt de sleutel voor ditsucces te zijn.

Een apart hoofdstuk is besteed aan debeschrijving van anticoagulantia. Hetgebruik van anticoagulantia wordtvoornamelijk gekoppeld aan debehandeling van diepveneuze trombo-se en longembolie. Bij de recente ont-wikkeling van de nieuwe orale antico-agulantia (NOAC’s), zoals dabigatranen rivaroxaban, wordt slechts kort stil-gestaan, hoewel het een actueel onder-werp is. De werking en het gebruikvan diuretica wordt minimaal beschre-ven in het hoofdstuk dat over hartfa-len gaat. Het boek eindigt met een ver-helderend hoofdstuk over farmacolo-gie, waarin de werking van de ver-schillende cardiologische medicatieper groep wordt uitgelegd. De combi-naties en interacties van medicatie dievaak voorkomen binnen de cardiolo-gie - denk aan de ‘gouden vijf’ aanmedicatie bij het acuut coronair syn-droom - worden niet besproken.ABC van de cardiologie geeft een dui-delijk en verhelderend beeld van deepidemiologie, pathofysiologie,behandeling en diagnostiek van decardiologische patiënt. Het is duidelijkgeschreven en rijk aan ondersteunen-de illustraties. Het trefwoordenregister

Inleiding in de diagnostiek en behandeling

van hartziekten

62 Cordiaal 2/2013

‘ABC van de cardiologie’ is een leerboek voor mensen die de beginselen van de

cardiologie onder de knie willen krijgen, volgens cardioloog Jaap Deckers. Samen

met studenten schreef hij dit boek. Het leest prettig, is rijkelijk voorzien van

afbeeldingen en mede daardoor een aanrader voor verpleegkundigen.

te veel; er wordt bijvoorbeeld bij hart-falen uitgebreid stilgestaan bij demedicamenteuze behandelmethodenen andere behandelmogelijkhedenzoals resynchronisatietherapie enICD’s. Als uiteindelijk bij de prognosegeconcludeerd wordt dat de sterfte naeen jaar bijna 40% bedraagt en na vijfjaar 65%, dan had er iets meer inmogen staan over verpleegkundigeinterventies zoals leefstijladviezen eneen thema als ‘kwaliteit van leven’. Ditvalt duidelijk buiten de scoop van deauteurs.

Het boek leest prettig, omdat er eenprima afwisseling is in tekst en onder-steunende figuren zoals afbeeldingenen tabellen. Zo komt het hoofdstukover ‘afbeeldingstechnieken van hethart’ hiermee goed tot zijn recht. Deuitleg over echo’s, 3D Ct’s en nucleaireafbeeldingstechnieken gaat gepaardmet prachtige, duidelijke afbeeldin-gen. Ook in het hoofdstuk over ‘con-genitale hartziekten’ spelen onder-steunende figuren een belangrijke rolbij de beschrijving van de verschillen-de aangeboren afwijkingen. Hethoofdstuk over ‘ritme- en geleidings-stoornissen’ kan natuurlijk ook nietzonder een verduidelijking van bijge-voegde ritmestroken. Naast uitleg over veel voorkomendepathofysiologie is er in het boek ookruimte voor ziektebeelden die je in depraktijk minder vaak tegenkomt, zoalsbijzondere cardiomyopathieën als‘Linker ventrikel non-compaction car-diomyopathie’ (LVNC) en het ‘gebro-kenhartsyndroom’ (Takotsubo cardio-myopathie). Er wordt nadrukkelijkaandacht besteedt aan het succes datde afgelopen twintig jaar binnen de

___Anne Geert van Driel___Email: [email protected]

Page 27: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

werkt voor de zorg

werkt voor de zorgBEROEPSORGANISATIE VOORDE VERPLEGING EN VERZORGING

Verpleegkundigen en verzorgenden* hebben eenspeciaal beroep dat om speciale belangenbeharti-ging vraagt. NU’91 behartigt op persoonlijke, des-kundige en betrokken (eigen)wijze de belangenvan haar leden.

NU’91 is een beroepsorganisatie en vakbond in één.Alles wat we doen is gericht op verpleegkundigen enverzorgenden. En dat zien wij als ons sterkste punt. Wijzijn namelijk de enige beroepsorganisatie die zich alleenvoor deze twee groepen inzet.

Samenwerking NVHVV en NU’91Sinds 1 januari 2011 heeft de Nederlandse Verenigingvoor Hart en Vaat Verpleegkundigen zich bij NU’91aangesloten om op te komen voor de arbeidsvoorwaar-den van haar leden. Via het afsluiten van collectievearbeidsovereenkomsten (cao’s) ontwikkelt NU’91 derandvoorwaarden die nodig zijn om werknemers te bin-den, boeien en behouden. NU’91 is van mening datprofessionele verpleegkundigen en verzorgenden goedearbeidsvoorwaarden verdienen.

Combilidmaatschap NVHVV en NU’91Kies je voor het voordelige combilidmaatschap NVHVVen NU’91 - contributie NU’91 € 6,50 per maand - dankun je profiteren van de volgende voordelen:• Rechtsbijstandverzekering bij problemen op je werk.• Voor alle vragen bel je direct met de juristen van het

NU’91 Serviceloket.• Hulp bij eventuele fusies en reorganisaties.• Leden ontvangen korting op allerlei producten en

diensten waaronder collectieve verzekeringen.• Veel mogelijkheden voor leden die actief willen

worden.• NU Academie met interessante online trainingen.• Gratis online Zorgportfolio.

Schrijf je direct in via www.nu91.nl ‘lid worden’ of bestel de inschrijfflyer via 030-2964144.

* Overal waar ‘verpleging en

verzorging’ staat worden ook

aanverwante beroepen bedoeld.

NU’91, werktvoor de zorg!

Cordiaal 2/2013 63

zorgt voor een eenvoudige zoekfunctie binnen hetboek. Door de medische achtergrond van deauteurs wordt af en toe de verpleegkundige inslaggemist. Toch is het voor verpleegkundigen zekereen lezenswaardig boek, waarin kort en bondig debasisbeginselen van de cardiologie op een verhelde-rende en duidelijke manier worden beschreven.

Tenslotte biedt het boek een aantal wetenswaardig-heden, die ik u graag wil voorschotelen als ‘wist udat’…- De AV-knoop voor het eerst in 1892 werdbeschreven en de SA-knoop voor het eerst in1907.

- De ‘valsalvamanoevre’ (genoemd naar eenItaliaanse arts) een methode is om de fysiologievan hartritme en bloeddruk te bestuderen doorintrathoracaal de druk te verhogen door persen,waarbij de glottis wordt afgesloten.

- ‘Athera’ afkomstig is van het Griekse woord dat‘pap’ of ‘brij’ betekent en dat ‘scleros’ ‘verharding’betekent.

- Het atherosclerotische ziekteproces in 1844 voorhet eerst beschreven is in Handbuch der patholo-gischen Anatomie.

- Ons hart al voor onze geboorte begint te kloppenen daarmee doorgaat tot aan de dood, vele jarenlater. Dat komt neer op ongeveer 2.500.000.000slagen in een mensenleven.

- Er in Nederland jaarlijks zo’n 40.000 patiëntenmet hartfalen bijkomen.

Het idee om samen het boek te schrijven is ont-staan in 2010, toen derdejaars studenten hun minorvolgden op de afdeling Cardiologie. Sharif Khatibi isvijfdejaars geneeskundestudent en coauteur: “In deVerenigde Staten gebeurt het vaker dat studentensamen met een docent een boek schrijven. Het leekons leuk en leerzaam om deze trend in Nederlandvoort te zetten.”Cardioloog Jaap Deckers is trots op de diversiteitvan de auteurs: “Dit laat zien hoe internationaal dehuidige generatie geneeskundestudenten is inRotterdam.”De auteurs ontvingen verschillende felicitaties,waaronder die van prof. Mart van Lieburg, hoogle-raar medische geschiedenis: “De formule om metstudenten een studieboek te schrijven, behoort toteen oude Rotterdamse traditie: Gerrit Jan Mulderheeft die noviteit rond 1830 in het medisch onder-wijs geïntroduceerd voor de leerboeken chemie.”

Page 28: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|CONGRESVERSLAG

64 Cordiaal 2/2013

Noordwijkerhout 4-5 april, 2013

NVVC Voorjaarscongres in de Leeuwenhorst

Het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)

vond dit jaar op 4 en 5 april plaats in het NH Conference Centre de Leeuwenhorst

te Noordwijkerhout. De rode draad van dit tweedaagse congres was de bespre-

king van het thema inflammatie aan de hand van twee ziektebeelden.

Het congres van de NVVC werd ditjaar samen georganiseerd met deNederlandse Vereniging van Hart- enVaatverpleegkundigen (NVHVV). Deonderwerpen die tijdens het congresaan bod kwamen gingen over tweethema’s: inflammatie en de samenwer-king tussen enerzijds de cardiologenen anderzijds de verpleegkundig spe-cialisten (VS) / physician assistants(PA). De verschillende sprekers warenin staat om in de korte tijd die hen terbeschikking stond hun onderwerp opeen duidelijke en inspirerende manierte presenteren. Als een rode draaddoor de tweedaagse werd het themainflammatie aan de hand van de ziek-tebeelden acute endocarditis en acutemyocarditis besproken. Daarnaastvond de presentatie plaats van hetconsensusdocument “Taakherschik -king in het hart van de zorg” over desamenwerking tussen de diverseberoepsgroepen. In dit verslag komenmaar enkele van de vele presentatiesaan de orde. Binnenkort zullen allepresentaties beschikbaar zijn op dewebsite van de NVVC.

Acute endocarditisEndocarditis is een infectie aan de bin-nenwand van het hart en de hartklep-pen, die in zijn acute vorm binnenenkele dagen tot een levensbedreigen-de situatie kan leiden.

Oorzaken voor het ontstaan van eenendocarditis zijn: huidinfecties, opera-ties, gebruik van I.V. drugs, neoplas-ma, tuberculose, aangeboren afwijkin-gen aan een hartklep(pen) en acuutreuma. De bacteriële verwekker komtdoorgaans uit de groep van de strepto-kokken, staphylococcen of enterococ-cen. De aandoening ontstaat meestalaan de linkerzijde van het hart. InNederland krijgen ongeveer 250 men-sen per jaar een bacteriële endocardi-tis, van wie een op de vijf overlijdt aande gevolgen. Meestal presenteert eenpatiënt zich met klachten van algehelemalaise, bestaande uit moeheid en(hoge) koorts. Specifiek zijn de hou-dingsafhankelijke pijnklachten die bijhet liggen verergeren.

Specifieke observaties aan de patiënt

behelzen: splinterbloeding in hetnagelbed, petechieën, Osler Nodes(kleine, pijnlijke zwellinkjes in de vin-gers) en Janeway laesies (kleine ery-themateuze niet-pijnlijke laesies op dehandpalmen en voetzolen). De dia-gnostiek luidt: infectie parameters inhet bloed, het afnemen van bloedkwe-ken en het maken van een echo cor,conform de gestelde richtlijnen.

Voor de behandeling zijn er tweemogelijkheden. De een is medicamen-teus, met gebruik van antibiotica vol-gens de SWAB-richtlijnen, vaak gedu-rende zes weken. De tweede is chirur-gisch; wanneer er sprake is van vege-taties op de hartklep (aortaklep ofmitralisklep) met daarbij mogelijkabcesvorming.

Complicaties kunnen zijn: het veroor-zaken van hersenabces(sen) bij strooi-en vegetaties en hartfalen ten gevolgevan een insufficiënte hartklep ofabcesvorming. Hierdoor ontstaat para-valvulaire lekkage en/of desastreuzebeschadiging van myocardweefsel.

Acute Myocarditis Myocarditis kun je splitsen in tweewoorden: myocard (hartspier) en itis(ontsteking), waaruit de betekenisduidelijk wordt. Het is een aandoe-ning die desastreus kan verlopen.Binnen korte tijd kan een situatie ont-staan waarin het hart niet meer instaat is om op een adequate wijze hetbloed door het lichaam te pompen.Deze functie moet dan door appara-tuur ondersteund of overgenomenworden. We spreken dan van ‘ExtraCorporele Membraan Oxygenatie’(ECMO) of een ‘Left Ventricular AssistDevice’ (LVAD), die extern of internaangelegd kan worden ter tijdelijkeondersteuning. Tijdelijk als het hart

___Gerrit van Arkel, Verpleegkundig SpecialistCardio-Thoracale chirugie___Email: [email protected]

Page 29: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|CONGRESVERSLAG

Cordiaal 2/2013 65

zich weet te herstellen, levensverlen-gend als harttransplantatie niet moge-lijk is of als ‘bridge to transplant’.

Klachten zijn met name onverklaarba-re vermoeidheid. De meest voorko-mende oorzaken zijn: virale infectie,toxisch (cocaïnegebruik) en syste-misch (SLE). De diagnostiek bestaatuit een endocardiale biopsie, met alstoegang de venajugularis. Hierbijwordt een punctie verricht vanuit derechterventrikel.

Acuut naar chronisch voorkomenPatiënten met een acute myocarditisvragen medische en verpleegkundigezorg die niet door ieder ziekenhuisgeboden kan worden. Gezien hetacute karakter van de aandoening isoverplaatsing naar een gespecialiseerdziekenhuis (thoraxchirurgisch cen-trum) van groot belang. Transportmo -gelijkheden met mobiele teams diezijn toegerust voor vervoer van inten-sive care patiënten behoren tot demogelijkheden. Dat de zorg voorpatiënten met mechanische onder-steuning van de hartfunctie extra aan-dacht vraagt, spreekt voor zich. In depresentatie van het Erasmus MC werdduidelijk dat multidisciplinaire bena-dering en ondersteuning het succesvoor de patiënt vergroot. Naast de psy-chosociale problematiek komen com-

plicaties als infectie en trombosevor-ming voor, die een grote bedreigingzijn voor het welzijn van de patiënt.

Taakherschikking in het hart van dezorg De samenwerking tussen de diverseberoepsgroepen werd gepresenteerdaan de hand van het consensusdocu-ment “Taakherschikking in het hartvan de zorg”. Dit consensusdocumentvan de NVVC is tijdens de ledenverga-dering officieel goedgekeurd. Spreek -ster Marian Kaljouw had de leidingover een breed samengestelde werk-groep, die op verzoek van ministerEdith Schippers van Volksgezondheid,Welzijn en Sport was ingesteld. Doelvan de werkgroep was de minister teadviseren over een toekomstige beroe-penstructuur en een opleidingsconti-nuüm. Kaljouw maakte duidelijk datde zorg de komende jaren onderhevigis aan verandering wat betreft deinvulling van de zorgberoepen en dedaaraan gekoppelde opleidingen.

Innoveren in de zorg is niet nieuw. Hetblijkt dat in Nederland veel geïnno-veerd wordt, alleen weten we dat vaakniet van elkaar. Vooral de regie over deinnovaties en de toepassing ervan opgrotere schaal ontbreekt, zodat de zorgnog niet slimmer, beter en doelmatigeris geworden. In het consensusdocu-

ment staan de taken, bevoegdheden,opleiding en competenties van de VSen PA met betrekking tot cardiologi-sche behandelingen en ingrepenbeschreven. Op lokaal niveau wordt insamenspraak de mate van gewensteconsultatie en supervisie bepaald. DeVS werkt zelfstandig binnen de eigenbekwaamheid en bevoegdheid. Waardit wordt overstegen, werkt de VSonder supervisie van de cardioloog.Bij wet is het verplicht dat de patiëntinstemt met de behandeling door eenVS/PA.

De pakkende titel van het consensus-document laat onverlet dat de menin-gen verschillen over de positie enpositionering van de VS/PA binnen decardiologie. Dit bleek duidelijk uit dedrie presentaties die over het themaplaatsvonden: ‘De VS-cardiologie,praktijkvoorbeeld atriumfibrilleren-poli’, ‘De PA-cardiologie, de praktijkin het UMCG’ en ‘De verpleegkundige,de rol van de interventieverpleegkun-dige’. De reacties vanuit de zaal warenwisselend. De hardliners waren opzoek naar de meerwaarde van hetdocument en staken hun mening nietonder stoelen of banken. Anderen cor-rigeerden en nuanceerden hier en daarhun uitspraken. Het document is inzijn geheel te lezen op www.nvvc.nl

Richtlijnen abstract en poster CarVasZ 2013Verpleegkundigen en verpleegkundigspecialisten die betrokken zijn bij pro-jecten op het gebied van innovatie enwetenschappelijk onderzoek wordenvan harte uitgenodigd een abstract inte sturen voor een posterpresentatie.Uw collega’s zijn geïnteresseerd in deontwikkelingen op het gebied van (kin-der)hart- en vaatziekten. Indien een abstract geaccepteerdwordt, ontvangt de eerste auteur eenreductie van 50% op de entreeprijsvoor het congres.

De abstracts dienen aan de volgen-de richtlijnen te voldoen:• Lengte van maximaal 400 woorden.• Geen literatuurverwijzingen.

• Tabellen en figuren zijn toegestaan.• Hanteer de volgende indeling:doel/achtergrond, methodiek, resulta-ten, conclusie.

• Auteurs: vermeld namen en initialen,instelling(en) en correspondentie-adres.

Beoordeling:• Alle ingezonden abstracts zullenbeoordeeld worden door de commis-sie wetenschappelijk onderzoek vande NVHVV.

• Beoordelingscriteria zijn: innovatiefkarakter, relevantie voor de praktijk,gehanteerde methodiek, weten-schappelijke onderbouwing en wijzevan presentatie.

• Alle geaccepteerde en gepresenteer-de abstracts worden gepubliceerd inhet congresboek.

De posters zijn gedurende het gehelecongres tentoongesteld in de exposi-tieruimte.

InzendingAbstracts kunnen tot uiterlijk 8 septem-ber 2013 digitaal ingestuurd worden naar: [email protected] zullen rond 1 oktober 2013horen of hun abstract geaccepteerd isen of zij een poster mogen presente-ren. U bent tot 2 oktober 2013 in de gele-genheid om u voor het gereduceerdetarief in te schrijven.

Page 30: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

66 Cordiaal 2/2013

Op 11 april 2013 werd voor het eerst de Arendje Jansen Prijs voor Leven Lang

Leren uitgereikt op de alumnidag voor verpleegkundigen van de post-hbo opleidin-

gen van Hogeschool Utrecht (HU).

De prijs wordt uitgereikt aan de ver-pleegkundige die het beste laat zienwat het inhoudt om te blijven leren.De winnaar is Jeroen Hendriks (1975),cardio-vasculair verpleegkundige bijhet Universitair Medisch CentrumMaastricht, vakgroep Cardiologie envakgroep Health Service Research.Jeroen werd voorgedragen door zijncollega’s van de Nederlandse Vere -niging voor Hart- en Vaat verpleeg -kundigen (NVHVV).

Carrière Jeroen Hendriks startte zijn verpleeg-kundige carrière in 1998 en heeftsindsdien systematisch gewerkt aanzijn professionele ontwikkeling. Hijheeft zijn werk gecombineerd en afge-wisseld met formele scholing en isdaarnaast actief binnen beroepsver-enigingen van verpleegkundigen encardiologen, zowel nationaal als inter-nationaal. Hij motiveert zijn collega’som te leren en deelt zijn kennis alsspreker op congressen, door middelvan (wetenschappelijke) publicaties,

televisie-interviews en als docent. Op14 maart van dit jaar promoveerdeHendriks op zijn onderzoek naar hoede hoeveelheid ziekenhuisopnames,comorbiditeit en sterfte bij mensenmet hartritmestoornissen terugge-drongen kan worden. Hij ontwikkeldeeen aanpak voor de atriumfibrilleren-poli (de enige in Nederland) in hetUMC Maastricht. In deze aanpakwerkt een specialistisch verpleegkun-dige samen met de cardioloog en is er

extra aandacht voor het gebruik vanrichtlijnen, onder andere door deinzet van ICT. De poli gebruikt eensoftwareprogramma waarmee de ver-pleegkundige -indien nodig- gewaar-schuwd wordt voor zaken die nogmoeten gebeuren volgens de richtlij-nen. “De resultaten van zijn onder-zoek zijn baanbrekend en blijvenzowel in Nederland als in het buiten-land niet onopgemerkt”, aldus zijnnominator voor deze prijs StellaKuiken, voormalig voorzitter van deNVHVV.

Genomineerden De andere twee genomineerde ver-pleegkundigen zijn Sijda Wesselink-Groen, werkzaam als verpleegkundigconsulent Diabeteszorg in hetErasmus MC Rotterdam en Marshavan Oostwaard, gespecialiseerd ver-pleegkundige osteoporose in hetMaxima Medisch Centrum inEindhoven. De Arendje Jansen Prijsvoor Leven Lang Leren is in 2010ingesteld bij het afscheid van AtyJansen, hogeschooldocent en oplei-dingsmanager van verpleegkundigepost-hbo-opleidingen. In het voorjaarvan 2015 wordt de prijs weer uitge-reikt. De prijs bedraagt duizend euro.

Leven Lang Leren In het onderwijsbeleid van Hoge -school Utrecht is het concept van‘Leven Lang Leren’ richtinggevend.Binnen het raamwerk van dit conceptbiedt de hogeschool opleidingen aandie de bachelor- of mastergraad ople-veren en cursussen en trainingen. Deinhoud van de cursussen en trainin-gen zijn sterk gekoppeld aan de uit-komsten van het onderzoek van deHU.

Hogeschool Utrecht (HU) is eenondernemende kennisorganisatiewaar meer dan 37.000 bachelor- enmasterstudenten en ruim 3.500 mede-werkers werken aan professionalise-ring van de beroepspraktijk.Hoogwaardig onderwijs en toegepastonderzoek vormen de kernactiviteitenvan de organisatie. De HU is sterkverankerd in de regio en heeft lande-lijke en internationale samenwer-kingspartners. Meer info: www.hu.nl

|LEVEN LANG LEREN

Jeroen Hendriks wint Arendje Jansen Prijs2013

___Persbericht Hogeschool Utrecht

Page 31: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

In de rubriek ‘Openhartig’ praat Cordiaal met professionals uit het werkveld.

Cobi KroeseE-mail: [email protected]

aan verpleegkundigen en geven we uit-leg aan collega’s van patiënten, zodat ermeer begrip ontstaat op hun werkplek.Tot slot zijn we betrokken bij onderzoekmet een simulatiemodel van de LVAD opde TU Eindhoven.

Hoe ben je in dit werk terecht-gekomen?Ik ben begonnen als technicus op de OKen de IC. Vervolgens ben ik er min ofmeer ingerold. In 1993 werd in het UMCde eerste LVAD in Nederland geïmplan-teerd. Ik was een aantal jaren daarvooral op cursus geweest in de VerenigdeStaten. Mijn kennis heb ik uitgebreid viacursussen die door de firma’s wordengegeven. Een echte opleiding is er niet,daarvoor is het werk te specialistisch enis de groep te klein.

Wat maakt jouw beroep zo leuk?De veelzijdigheid. We doorlopen metpatiënten het hele traject en maken allesmee wat in die periode gebeurt. Datschept een bijzondere band. Dan is hetwel moeilijk als mensen uiteindelijk tochoverlijden, maar dat is dan ook het enigedat niet leuk is.

Wilt u ook iets vertellen over uw specifieke werksituatie? Stuur dan eenmail naar [email protected] o.v.v.Cordiaal Openhartig en geef kort aan watuw werkterrein is en over welke ervarin-gen u wilt vertellen.

dragen. Na goed drie uur zijn ze leeg.Tegenwoordig zijn er ook lithium-ionac-cu’s, die veel lichter zijn en zo’n twaalfuur meegaan. Als patiënten op de transplantatielijststaan, mogen ze niet naar het buitenlandop vakantie. Sommige mensen voelenzich zo goed met de LVAD dat ze zich vande transplantatielijst laten afhalen envervolgens een leuke vakantiebestem-ming zoeken. Natuurlijk wel het liefst inde buurt van een groot medisch centrum.

Waaruit bestaan je werkzaamheden?Ik werk samen met twee IC-verpleegkun-digen die gespecialiseerd zijn in steun-harten. Eigenlijk doen we alles vanimplantatie tot transplantatie. Voor deimplantatie wordt er uitleg gegeven aande patiënt en de familie. We helpen meeop de OK en zorgen dat alle materialen inorde zijn. We vervolgen de patiënten alsze naar de IC en de verpleegafdelinggaan. We controleren de data en geveninstructie over het verzorgen van dewond en hoe om te gaan met alarm.

Vervolgens komen mensen drie tot vierkeer per jaar voor controle op de poli enzo nodig vaker. We zijn een vast aan-spreekpunt en zijn 24 uur per dag, zevendagen per week bereikbaar. Als mensenoverlijden, zijn we bij de obductie om teachterhalen of er wat mis was met depomp. Ook als de pomp er bij de trans-plantatie uit gaat, controleren we deze.Verder regelen we het onderhoud van depomp en houden we contact met defirma. Daarnaast verzorgen we scholing

Wat is een LVAD?De Left Ventricular Assist Device is eenpomp die de functie van de linkerventri-kel overneemt. De inflow wordt geplaatstin de apex van de linkerkamer, de outflowkomt uit in de aorta. Voor de outflowwordt een graft op de aorta geplaatst omhet passend te maken. De pomp is meteen kabel door de buikwand verbondenmet een controller, die het toerental ver-zorgt en zo nodig alarm geeft. De control-ler zorgt ook voor de verbinding met detwee accu’s, die op het lichaam wordenmeegedragen.

Welke patiënten krijgen een LVAD?Patiënten met eindstadium hartfalen dieop de transplantatielijst staan en medica-menteus zijn uitbehandeld. Het is eenoverbrugging naar een harttransplanta-tie. Op dit moment zijn er 63-65 patiëntenmet een LVAD in Nederland, verdeeldover het UMC, Erasmus MC en UMCG. In het LUMC wordt geëxperimenteerdmet het geven van een LVAD als eind -behandeling, de zogenaamde ‘destinationtherapy’.

Wat zijn de risico’s en nadelen vaneen LVAD?De grootste risico’s zijn een kabelbreuken een stolsel in de pomp. Bij een inwen-dige kabelbreuk moet de hele pomp wor-den vervangen, terwijl de pomp zelf jarenmeegaat. Ook bij hemolyse moet meestalde pomp verwijderd worden.Een nadeel is dat patiënten niet meerkunnen zwemmen. Daarnaast zijn vooralde oude loodaccu’s zwaar om mee te

In deze aflevering vertelt technisch specialist Ben Rodermans over zijn vakgebied,

het implanteren van een LVAD. “De veelzijdigheid van het werk en de band met

patiënten zijn het leukst.”

Cordiaal 2/2013 67

Ben Rodermans

Page 32: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

68 Cordiaal 2/2013

In ‘Hartruis’ houdt de redactie van Cordiaal u op dehoogte van actuele wetenswaardigheden en interessante nieuwtjes.

Samenstelling: Hildelies van Oel E-mail: [email protected]

KidsmarketingDe afgelopen tijd was er in de media veelaandacht voor beperking van kidsmarke-ting. Hier is de Hartstichting blij mee,want die zet zich daar al jaren voor in. In2006 pleitte de Hartstichting met deConsumentenbond voor het aan bandenleggen van kidsmarketing.Levensmiddelenfabrikanten hebben afge-sproken geen reclame meer te makengericht op kinderen tot 7 jaar en terug-houdend te zijn met reclame voor kinde-ren tot 12 jaar. Maar uit onderzoek van deConsumentenbond blijkt dat kinderen tot12 jaar nog steeds veel worden blootge-steld aan reclames voor voedingsmidde-len. De meeste van deze voedingsmidde-len passen niet in een gezond voedings-patroon. De Hartstichting vindt dat kinde-ren tot 12 jaar moeten wordenbeschermd tegen deze reclame. Een gezond gewicht verkleint de kans ophart- en vaatziekten. De Hartstichting zetzich dan ook in voor een gezonde jeugd.Daarbij past een beperking van de recla-me voor deze groep. Bron: Hartstichting

Transparantieregister Zorg Op 25 april 2013 wordt het Transparantieregister Zorg gelanceerd. Vanafdie dag is het register online te raadplegen, meldt de KNMG. Het registerdient om openheid te geven over de gelden die artsen, verpleegkundi-gen, physician assistents en apothekers ontvangen van farmaceutischebedrijven voor dienstverlenende activiteiten. Het Transparantieregister iseen initiatief van de betrokken beroeps- en koepelorganisaties, samen-werkend binnen de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR). Het

register wordt ondermeer betaald door hetministerie van VWS enbeheerd en gepubliceerddoor de StichtingTransparantieregisterZorg.Bron: www.mednet.nl

ZiekenhuisartsenVier ziekenhuizen zijn in septembergestart met de opleiding tot ziekenhuis-arts. De ziekenhuisarts wordt een breedopgeleide, generalistische arts die ver-antwoordelijk is voor zorg aan klinischepatiënten. Verschillende ziekenhuizenmerkten dat de zorg op de verpleegafde-lingen niet altijd optimaal is. “In tijdenvan superspecialisatie hebben we juistbehoefte aan generalisten”, zegt JosKooter, internist/opleider in het VUmc. Ineen artikel stelt hij dat assistenten niet inopleiding vaak op zaal staan, maar assis-tenten wel in opleiding hebben voorkeurvoor de OK. Aniossen voeren het werkals zaalarts uit totdat ze in opleiding kun-nen en dan vertrekken ze weer.“Daardoor is het verloop behoorlijkgroot”, signaleert Kooter. “Er is behoefteaan een dokter die plezier heeft in hetwerk op een klinische afdeling, diesteeds aanwezig is en die goed is in hetcoördineren van de medische zorg opeen afdeling. Iemand die de patiëntengoed kent, maar ook een brede, medi-sche kennis heeft. Ook moet die dokterhet belangrijk vinden dat de verschillen-de zorgverleners goed samenwerken enover de schutting kijken.”Bron: www.mednet.nl

Digitaal zelfmanagement bij diabetestijdelijk effectDe ondersteuning van zelfmanagementbij diabetes via de computer of smart-phone heeft slechts een beperkt en tijde-lijk effect, blijkt uit een systematischereview die is gepubliceerd in TheCochrane Library. In de review zijn degegevens geëvalueerd uit 16 trials met3578 patiënten met diabetes type 2, bijwie de computer of mobiele telefoononderdeel uitmaakte van het zelfmanage-ment van de ziekte.De onderzoekers signaleerden gemiddeldslechts een klein gunstig effect op debloedsuikerspiegel; dit effect was hetgrootst bij de zelfzorgprogramma’s via demobiele telefoon. Het gunstige effectwas echter tijdelijk en verdween weer nazes maanden. Bovendien was er geenbewijs dat de computerondersteundeinterventies gunstig effect hadden opeen aanwezige depressie, de kwaliteitvan leven en het lichaamsgewicht. Heteffect van de computerondersteundezelfzorg bij diabetes correspondeert nietmet de populariteit ervan. Hooguit leidthet tot meer kennis en begrip van deziekte, maar dat vertaalt zich nog niet ineen gezondheidsbevorderende gedrags-verandering. Bron: www.mednet.nl

|HARTRUIS

Page 33: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Cordiaal 2/2013 69

The day beforeOp donderdagavond zitten StellaKuiken en Jeroen Hendriks, respectie-velijk past chair en voorzitter van deNVHVV, en Linda Joziasse, medevoor-zitter van de Werkgroep Congressen,in de bar van de ReeHorst aan eendrankje, als ik binnenkom. Het isgezellig, maar we zijn alle vier gespan-nen voor morgen, want het is deavond voor CarVasZ 2012. We spre-ken de laatste zaken door. Karla Haas,onze steun en toeverlaat van deCongress Company, arriveert en laatons de achthonderd tassen zien dievanmiddag zijn ingepakt. Samen methaar nemen we een kijkje in de foyerwaar de eerste stands worden opge-bouwd en lopen we een laatste rondedoor de grote zaal; daar vindt morgende plenaire sessie plaats.

Vrijdagochtend 7:30 uurNa een onrustige nacht gaat om zesuur de wekker. Om half acht ga iknaar de inschrijfbalie waar Karla enhaar collega’s al druk bezig zijn. Lindaen ik maken de laatste afspraken metKarla en spreken nogmaals alles door:kloppen onze telefoonnummers zodatwe kunnen bellen als er iets is; is hetminidraaiboek uitgeprint waarin staatwat er allemaal moet gebeuren van-daag; zijn de sponsors al gearriveerden loopt alles tot nu toe volgens sche-ma? We verwelkomen de eerste men-sen en zien al een paar bekenden. De‘twitterfontein’ doet het en het luktLinda om nog een paar mensen telaten tweeten (“Is dit wel wat voormij?”, “Ja zeker!!”). We hebben gelijkeen paar ideeën voor volgend jaar:leuk zo’n televisiescherm, maar graagwel iets groter. En ons nieuwe poster-ontwerp voor CarVasZ 2013 ophan-gen bij de ingang van de foyer.

Vrijdagochtend 9:30 uurDoor stagnering bij de garderobe eninschrijfbalie besluiten we een kwar-tier later te beginnen. De zaal stroomtlangzamerhand vol. Ik begin nu wel

In 2011 hebben alle werkgroepen zich aan u voorgesteld. Dit jaar gaan leden van

de werkgroepen dieper in op hun activiteiten of op nieuwe ontwikkelingen.

Congressen

___Debbie ten Cate en Linda Joziasse, voorzittersWerkgroep Congressen___E-mail: [email protected]

W E R K G R O E P

heel zenuwachtig te worden. Hier heb-ben we samen met de WerkgroepCongressen, het DB en andere ledenvan de NVHVV een heel jaar hardvoor gewerkt. En nu gaat het gebeu-ren. Wow, wat een mensen: de zaal zitbehoorlijk vol. Voorzitter JeroenHendriks opent het congres. De kop iser af en de ontspanning komt enigs-zins terug. Wat: het podium op? Lindaen ik? Dat is toch niet nodig?

We gaan, voor de grote groep komt,alvast een hapje eten. Dan kunnen wezo meteen een rondje door de grotezaal maken om met sponsors, auteursvan de posters en een aantal deelne-mers te praten.

Vrijdagmiddag 17:30 uurDe middag gaat in een roes voorbij. Hetwas een leuk voornemen om in iedergeval één sessie bij te wonen. Dat zit erniet in, we hebben andere verplichtin-gen. Er zijn kleine problemen die opge-lost moeten worden. Toch loopt allesgrotendeels volgens planning. Jeroen, Linda en ik praten met eenaantal sprekers van de sessies. MetKarla nemen we al een aantal verbeter-punten voor volgend jaar door. Eenvan de leukste momenten van de mid-dag is wanneer Stella de iPad op char-mante wijze verloot aan een van dedeelnemers die vandaag lid is gewor-den van de NVHVV. We sluitenCarVasZ 2012 af met een drankje, eenterugblik en een korte evaluatie.

The day afterIk heb elf uur geslapen en ben de helezaterdag niet van de bank te krijgen.Gelukkig heb ik geen afspraken. EvenLinda sms’en: hoe ze zich voelt en hoeze terugkijkt op gisteren. Ze voelt het-zelfde als ik: moe, maar tevreden overeen geslaagde dag. ‘s Avonds kan ik hetniet laten om alvast even aan de slag tegaan met CarVasZ 2013. Al die leukeideeën voor volgend jaar opschrijven,zodat we ze niet vergeten.

|WERKGROEPEN NVHVV

Mmm: de cupcakes zien er goed uit enzo smaken ze ook!

De voorzitters Linda Joziasse (links) en Debbie ten Cate (rechts) bij aanvang vande plenaire sessie.

Page 34: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

|VERENIGINGSNIEUWS NVHVV

NVHVV tekent intentieverklaring metNVVC Tijdens de gezamenlijke congresdagNVHVV-NVVC op het voorjaarscon-gres van de Nederlandse VerenigingVoor Cardiologie (NVVC) is op 4 aprileen intentieverklaring getekend doorJeroen Hendriks en Victor Umans(voorzitter NVVC). Deze verklaringonderstreept een strategische samen-werking tussen beide verenigingen.Het doel is om de cardiovasculairezorg te optimaliseren en efficiëntgebruik te maken van elkaars experti-se. Binnen het samenwerkingsverbandblijven beide partijen als zelfstandigeorganisaties bestaan, maar ze zullenwaar nodig hun krachten bundelen.Afstemming zal onder andere gezochtworden bij de ontwikkeling van richt-lijnen en scholing en bij het uitbren-gen van persberichten en publicatiesover het vakgebied.

Expertgroep VerpleegkundigSpecialistenOp 17 april heeft de eerste bijeen-komst plaatsgevonden van de ‘Expert -groep Verpleegkundig Specia listen(VS)’ binnen de NVHVV. Hierin zijnVS uit de vasculaire zorg, thoraxchi-rurgische zorg en cardiologische zorgvertegenwoordigd. Deze expertgroepbrengt VS samen en biedt hen eenplatform binnen de NVHVV. Het doelvoor 2013 is om een specifieke scho-ling te organiseren (CNE) en een pro-gramma op CarVasZ te verzorgen.Daarnaast kunnen de VS wetenschap-pelijk onderzoek publiceren inCordiaal en op die manier kennis ver-spreiden onder een breed publiek.

___Jeroen Hendriksvoorzitter NVHVV___e-mail: [email protected]

aandacht voor palliatieve hartfalen-zorg en voor de richtlijnen bij hetdeactiveren van een ICD en de ethi-sche dilemma’s die daarbij een rol spe-len. In de tweede sessie, ‘Nurse-ledinitiatives in the Netherlands’, zullencollega’s uit Nederland verpleegkundi-ge interventies toelichten. Meer infor-matie op http://www.escardio.org/con-gresses/esc-2013/Pages/welcome.aspx

CarVasZ 10 jaarOp vrijdag 15 november 2013 vindthet CarVasZ-congres plaats in Hotelen Congrescentrum Reehorst te Ede.Het thema is ‘Cardiovasculairezorg(en), uitdagingen voor verpleeg-kundigen’. Het belooft een bijzondereeditie te worden, want CarVasZ viertdit jaar zijn tienjarig jubileum. Om datte onderstrepen is een internationalespreker uitgenodigd en is er tijdens deopeningssessie een verrassingsact.Nieuwsgierig geworden? Noteer 15november alvast in uw agenda! Meerinformatie op www.carvasz.nl.

Congres Vitale VatenHet Platform Vitale Vaten organiseertop dinsdag 10 december 2013 hetCongres Vitale Vaten. Het congresvindt plaats in de Eenhoorn teAmersfoort. Tijdens het congres wordtde geactualiseerde zorgstandaard vas-culair risicomanagement gepresen-teerd en zijn er presentaties over hetwerken met de zorgstandaard in depraktijk.

Berichten van het NVHVV-bestuur

Jeroen Hendriksvoorzitter NVHVV.

70 Cordiaal 2/2013

Maar ook het formuleren van stand-punten over de veranderende gezond-heidszorg, waarin een rol voor de VS isweggelegd, behoort tot de activiteitenvan deze expertgroep. Kortom: eeninitiatief met veel mogelijkheden.Mocht u als VS geïnteresseerd zijn indeze expertgroep, dan horen wij datgraag van u.

Cardiovasculair netwerk in EuropaDe Council on CardiovascularNursing and Allied Professions(CCNAP) is dé Europese organisatievoor cardiovasculair verpleegkundi-gen en paramedische beroepen. DeCouncil maakt deel uit van deEuropean Society of Cardiology enkan hierdoor zijn stem binnen Europalaten horen. De Council staat voor hetbevorderen van excellentie in cardio-vasculaire verpleegkunde en parame-dische beroepen door praktijk, onder-wijs en onderzoek. Jaarlijks wordt inhet voorjaar het Euro Heart Care con-gres georganiseerd waar de nieuwsteinzichten op het terrein van de cardio-vasculaire (verpleegkundige) zorgworden belicht. Lidmaatschap van de CCNAP biedtveel mogelijkheden, zoals het ontwik-kelen van een internationale samen-werking of netwerk en het participe-ren in onderwijs- of onderzoekspro-gramma’s. Maar ook het aanvragen vaneen ‘travel grant’ om het Euro HeartCare congres te bezoeken, behoort totde mogelijkheden. Wordt vandaag dusnog lid van CCNAP. Lidmaatschap isgratis en eenvoudig te regelen viawww.escardio.org/nursing.

ESC-congres te AmsterdamVan 31 augustus tot 4 september vindthet ESC-congres plaats te Amsterdam.Het is vrij uniek dat een congres vanzo’n grote omvang in Nederlandgehouden wordt. Op zaterdag 31 meiis er een pre-conference, waar tweeinteressante verpleegkundige sessiesstaan gepland. De ESC heeft de mede-werking van de NVHVV ingeroepenom dit programma vorm te geven. Deeerste sessie heeft als titel ‘When cureis out of reach: improving life and end-of-life’. In deze sessie is onder meer

Jeroen Hendriks (l) en Victor Umans (r)tonen de intentieverklaring.

Page 35: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Cordiaal 2/2013 71

|AGENDA

Datum volgtCNE Hartfalen “Social media in de zorg en echocardiografie”Cursus en Vergadercentrum Domstad, Utrechtwww.nvhvv.nl / opleidingen

26 september*CNE Vasculaire Zorg “Diabetes en de vasculaire risico’s”Cursus- en Vergadercentrum Domstad, Utrechtwww.nvhvv.nl / opleidingen

28 septemberVlaams Cathlabsymposium 2013Bankenberge, Belgiewww.cathlabvereniging.be

11 oktober*ICD symposium “Hartritmestoornissen” in samenwerking met Vithaswww.nvhvv.nl / opleidingen en www.vithas.nl

5 – 9 oktober27th EACTS Annual Meeting Wenen, Oostenrijkwww.eacts.org

10 oktober*CNE Hartrevalidatie “Ethiek binnen de hartrevalidatie”Cursus- en Vergadercentrum Domstad, Utrechtwww.nvhvv.nl / opleidingen

11 oktober*ICD symposium “Hartritmestoornissen” in samenwerking met Vithaswww.nvhvv.nl / opleidingen en www.vithas.nl

7 novemberLandelijk Medium Care Symposium 2013Locatie volgtwww.mediumcaresymposium.nl

15 november*CarVasZ 2013 “Cardiovasculaire zorg(en). Uitdagingen voorverpleegkundig Nederland”Hotel en Congrescentrum De ReeHorst, Edewww.carvasz.nl en www.nvhvv.nl

2013

21 mei* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Landgoedhotel Holthurnsehof, Berg en Dalwww.twohandsevents.nl

22 mei* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Inntel hotel, Rotterdamwww.twohandsevents.nl

23 mei* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Theatherhotel Figi, Zeistwww.twohandsevents.nl

28 mei* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Familiehotel, Paterswoldewww.twohandsevents.nl

30 mei* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Golden Tulip, Maastrichtwww.twohandsevents.nl

30 mei6de Symposium Cardiovasculaire VerpleegkundeBelgische Werkgroep voor CardiovasculaireVerpleegkundigen,Antwerpenwww.uza.be/symp-cardiovasculaire-vpk

6 en 7 juni*Venticare 2013Beatrixgebouw, Jaarbeurs Utrechtwww.venticare.nl

6 en 7 juni*The Dutch Revascularization Electrophysiology Summit2013DRES (WIC en NVVC)www.dresmeeting2013.nl

19 juni* (avond)CNE “Antistolling in praktijk”Restaurant Rosairum, Amsterdamwww.twohandsevents.nl

31 augustus - 4 september*ESC Congress 2013 “The heart interacting with systemicorgans”Amsterdamwww.escardio.org

∗ Voor deze scholingsactiviteiten is accreditatie aangevraagd ofzal accreditatie worden aangevraagd bij de NVHVV.

Page 36: NEDERLANDSE VERENIGING VOOR HART EN VAAT … · 2019-09-09 · STAMCELTHERAPIE Cordiaal 2/2013 41 ties, vaak geselecteerd op basis van celoppervlakte moleculen die speci-fiek zijn

Hét congres voor de

Cardio Vasculaire Zorg

Thema:Cardiovasculaire zorg(en), uitdagingen voor verpleegkundigen

Schrijf een abstract en informeer je collega’s over je onderzoek/project

Accreditatie voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten

Gereduceerd tarief voor studenten Bachelor Verpleegkunde

Nederlandse Vereniging voor Hart en Vaat Verpleegkundigen

De ReeHorst, EdeDe ReeHorst, EdeDe ReeHorst, EdeVrijdag 15 november 2013

Congressecretariaat:

Congress CompanyTel 073 - 700 35 [email protected] www.carvasz.nl

carvasznlwww.nvhvv.nl