Mozaïek

13
1 inhoud VLAAMS ARCHITECTUUR- INSTITUUT & STICHTING STAD EN ARCHITECTUUR OVER LEUVEN VOORSTELLING HUISVESTINGSPROJECTEN DOSSIER PHILIPSSITE Leuven. Eeuwenoud, springlevend. MOZAÏEK STADSVERNIEUWING LEUVEN EDITIE OKTOBER JAARGANG 1 NUMMER 2 2004

description

Magazine over stadsvernieuwing in Leuven

Transcript of Mozaïek

1

inhoud

VLAAMS ARCHITECTUUR- INSTITUUT & STICHTING STAD EN ARCHITECTUUR OVER LEUVEN

VOORSTELLING HUISVESTINGSPROJECTEN

DOSSIER PHILIPSSITELeuven. Eeuwenoud, springlevend.

MOZAÏEKSTADSVERNIEUWINGLEUVEN

EDITIE OKTOBER JAARGANG 1 NUMMER 2 2004

Inhoudstafel

Pag 2 Colofon, Agenda

Pag 3 Structuurplan Leuven

Pag 4 Sociale woningen op Centrale Werkplaatsen

Pag 6 Woningen Vlierbeekveld

Pag 7 Woningen Paul Van Ostaijenlaan en Heidebergstraat

Pag 8 Parkabdij

Pag 10 Dossier Philipssite

Pag 16 Luchtfoto

Pag 17 Hoofdkantoor InBev, Wetenschapspark Arenberg

Pag 18 Stationsomgeving deelgemeente Wijgmaal + openbare werken

Pag 19 Aarschotsesteenweg

Pag 20 Interview Katrien Vandermarliere (VAi) en Liesbet Silverans (Stichting Stad en Architectuur)

Pag 24 Voor en na : De VEL-site

opstarten en opvolgen, samenwerkingsverbanden aangaan met allerlei instanties... De gevolgen hiervan lees je o.a. in dit magazine.

De verschillende stedenbouwkundige projecten die in Moza-iek omschreven worden zijn geen losse flodders. Ze maken allemaal deel uit van één homogene visie op de ontwikke-ling van Leuven: het structuurplan. Hierin staat omschreven hoe onze stad zich de komende jaren moet ontwikkelen. Het structuurplan bepaalt hoe we onze steeds schaarser worden-de grond het best kunnen inzetten om onze woon- en werk-omgevingen zo aangenaam mogelijk te maken.

GeschiedenisEerder kon je je - tijdens een eerste reeks van infovergaderin-gen naar aanleiding van de startnota en de hele communica-tiecampagne rond het openbaar onderzoek van het structuur-plan - uitspreken over het plan in zijn verschillende aspecten. Door deze twee publieke campagnes is het oorspronkelijke plan op verschillende plaatsen aangepast. Na de goedkeuring door de gemeenteraad in februari 2004, bezegelde de hand-tekening van de minister van Ruimtelijke Ordening dit voor-jaar de jarenlange opmaak van het structuurplan.

ToekomstToch begint het eigenlijke werk pas nu. Het structuurplan is immers een beleidsplan dat enkel de overheid bindt, maar geen verordeningen voor particulieren bevat. Alle acties en maatregelen die in het structuurplan omschreven zijn, moeten nu vertaald worden naar plannen of verordeningen die bin-dend zijn voor de burger. Daarnaast zal de stad verschillende thema’s verder moeten onderzoeken, strategische projecten

voorstelling

2

Mozaïek is een uitgave van de stad Leuven

Concept: infohuis stadsvernieuwing en persdienst van de dienst communicatie

Redactie: Geert Antonissen, Wendy Maes, Karlien Stroeykens, Erna Vanesch, Dany Winnen

Eindredactie: Wouter Pelgrims

Directeur communicatie: Alfons Verdyck

Fotografie: Geert Antonissen, Eric Dewaersegger, Rob Stevens, Karlien Stroeykens, Hendrik Timmerman, Filip Van Loock

Met dank aan: stad Leuven: projectencel huisvesting, dienst planning, technische dienst wegbeheer, persdienst, dienst communicatie, stedelijk museum Vander Kelen-Mertens, groendienst, milieudienst, sportdienst, verkeersorganisatie en mobiliteit, college van burgemeester en schepenen Nero architecten De Gregorio & Partners, architectenbureau Ontwerpbureau Pauwels NV Projectcel Leuven-Noord Vlaams Architectuurinstituut Stichting Stad en Architectuur Modulo Architects Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij voor Leuven vzw Centrum voor religieuze kunst en abdij V.A.C. Sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal Allcomm, communicatiebureau En vele anderen

Verantwoordelijke uitgever: college van burgemeester en schepenen

Contactgegevens: Infohuis stadsvernieuwing, Rijschoolstraat 4/0102, B-3000 Leuven, [email protected], tel. (016) 30 08 75

Volgend nummer: februari 2004

TelexEr bestaat een lessenpakket ‘Structuurplan Leuven en stadsvernieuwingsprojecten’ voor leerkrachten aardrijks-kunde. Het legt de werking en de functie van de ruimtelij-ke ordening uit aan de hand van het Leuvense structuur-plan en de verschillende concrete stedenbouwprojecten.

Meer info: infohuis stadsvernieuwing

AgendaBustour rond stadsvernieuwingsprojecten Zaterdag 30 oktober 2004 om 10.00 uur en 13.30 uur Zaterdag 27 november 2004 om 10.00 uur en 13.30 uur Info en inschrijvingen: infohuis stadsvernieuwing

Dinsdag 9 november 2004: infoavond over de private koopwoningen op de Centrale Werkplaatsen, 20.00 uur, parochiaal centrum De Kring, Kessel-Lo

DE GRONDWET VAN DE LEUVENSE RUIMTELIJKE ORDENING

Leuvens structuurplan goedgekeurd

Meer info:

• www.leuven.be/stadsvernieuwing of www.leuven.be/structuurplan

• folder structuurplan (in alle Leuvense brievenbussen en in het infohuis stadsvernieuwing)

• brochure structuurplan (o.a. verkrijgbaar in het infohuis stadsvernieuwing en het stadhuis)

• boek structuurplan (€15, verkrijgbaar in het infohuis stadsvernieuwing)

• CD-ROM structuurplan (€5, verkrijgbaar in het infohuis stadsvernieuwing)

De belangrijkste uitgangspunten:Leuven wil …

• groeien zonder een reus te worden;

• de open ruimte behouden;

• een woonstad zijn;

• een regionale centrumstad zijn met internationale uitstraling;

• de ruimte voor economische activiteiten zo goed mogelijk benutten;

• een bereikbare stad zijn zonder veel verkeershinder;

• de kwaliteit van het stadslandschap verder versterken.

3

© Filip Van Loock

Sociale koopwoningen op de Centrale WerkplaatsenMagda Gielens, directeur SBK, stelt voor...

“De Schuiteniersbrug

herenigt de wijken

Wilsele-dorp en

Wilsele-Putkapel.”

citaat

54

De Sociale Bouw- en Krediet-

maatschappij SBK zal vanaf 2006,

74 sociale koopwoningen bouwen

op de Centrale Werkplaatsen.

Ze komen aan de kant van de

Karel Schurmansstraat tussen

hal 9 en de Smidsestraat.

Er zijn drie woonvormen: wonen

in het park, wonen in een

rijwoning en gestapeld wonen

boven een parkeergarage.

Het Gentse architectenbureau

NERO is na een wedstrijd

geselecteerd als ontwerper

voor de sociale woningen.

Integratie van de woningen in

een park en een verscheidenheid

aan woningtypes voor

verschillende gezinsgroottes

zijn de troeven van het ontwerp.

Alle woningen beschikken

over een parkeerplaats, ofwel aan

de woning zelf, ofwel in een

gemeenschappelijke garage. Er zijn

meer parkeerplaatsen voorzien

dan woningen. De stad zal de

extra parkeerplaatsen verkopen/

verhuren aan buurtbewoners.

Een parkwoning telt vier

woongelegenheden:

twee volledig gelijkvloerse

bungalows (ook geschikt voor

minder mobiele mensen) en

twee woningen op de verdiepingen.

De gelijkvloerse woningen

beschikken over een kleine tuin,

de woningen op de verdiepingen

over een ruim terras.

Voor de rijwoningen

ontwierpen de architecten

drie types: eentje met een

autostaanplaats in de woning,

een smalle woning met

twee verdiepingen en

een splitlevelwoning die

komt op een half-

ondergrondse parkeergarage.

Voor het gestapeld wonen bouwt

men tien gezinswoningen met

één verdieping boven op een

parking met een ondergrondse en

een gelijkvloerse laag. De woningen

zijn toegankelijk via een promenade

op het dak van de parking. Boven

deze woningen, op de derde

verdieping, liggen er nog zeven

appartementen met een

maximaal uitzicht over het park.

Info over de aankoop van

een sociale koopwoning:

SBK, tel. (016) 30 98 01 of

e-mail: [email protected].

Meer info over het globale

project Centrale Werkplaatsen:

infohuis stadsvernieuwing,

www.leuven.be/centralewerkplaatsen

(tekeningen © architectenvennootschap Nero)

6

voorstelling

EEN TUINWIJK IN KESSEL-LO

VlierbeekveldSitueringVlierbeekveld is het gebied tussen de Molenstraat, de Kort-rijksestraat en de Meugenslaan in de deelgemeente Kessel-Lo. Hier zijn er twee grote bouwheren aan het werk: de intercom-munale Interleuven en de Sociale Bouw- en Kredietmaatschap-pij voor Leuven (SBK). Interleuven verkavelde zijn eigendom reeds en plant nog een nieuw project tussen deze verkavelin-gen. De grond waarop SBK bouwt, is deels van haarzelf en deels van de stad. SBK en de stad plannen samen een tuinwijk op het gemeenschappelijk terrein van 6 hectare.

Tuinwijk rond een centraal parkDe tuinwijk realiseert een dichtheid van 25 woningen per ha. in een groene woonomgeving. De bedoeling is betaalbare woningen aan te bieden voor gezinnen uit alle inkomenscate-gorieën. Een stedenbouwkundige studie, opgesteld door ar-chitectenbureau Nero, stelt 150 woningen met voldoende pri-vé-buitenruimte voor waarvan 25 sociale huurwoningen, 25 woningen voor middengroepen en 100 sociale koopwonin-gen. Twaalf woningen zijn aangepast voor rolstoelgebruikers. In het plan valt meteen het grote, centrale park op. Langs één zijde van het park komen ‘gestapelde’ woningen. Langs de groene toegangswegen tot het park bouwt men woningen met een tuin.

VerkeerDe toegangsweg tot deze nieuwe wijk loopt langs het waren-huis naar de Diestsesteenweg. De ontwerpers werken oplos-

singen uit om sluipverkeer door de bestaande woonwijken te verhinderen. Fietsers en voetgangers kunnen gebruik maken van een uitgebreider wegennetwerk met talrijke verbindingen met de omgeving. Op het terrein voorziet men meer parkeer-plaatsen dan strikt nodig is voor de nieuwe bewoners.

PlanningDe realisatie van de nieuwe woonwijk gebeurt in fasen. Drie architectenbureaus worden tegen eind 2004 aangesteld om de woningen in en rond het park te ontwerpen.

Meer info: www.leuven.be/vlierbeekveld

Telex

RUP Hertogendal en RUP Sint-BarbaraOm de ziekenhuissite Sint-Pieter/ Sint-Rafaël en het aan-sluitende gebied rond de Sint-Barbarastraat (aan vestiging KBC en Boerenbond) te herontwikkelen, maakt de stad Leuven een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op voor de benedenstad. Dit RUP wordt opgesplitst in drie delen: RUP benedenstad I – Sint-Barbara, RUP benedenstad II – Herto-gendal-Zuid en RUP benedenstad III – Hertogendal-Noord. De stad hoopt eind 2004 – begin 2005 het openbaar on-derzoek te starten. De timing kan in het gedrang komen indien de toezichthoudende overheden bijkomend onder-zoek vragen. www.leuven.be/benedenstad

Private koopwoningen Centrale WerkplaatsenDe stad heeft een eerste private ontwikkelaar aangesteld om 160 nieuwe woningen te bouwen op de Centrale Werkplaatsen. De geselecteerde partner is het team dat bestaat uit NV Matexi, tel. (02) 270 07 45, BVBA VBM Architecten (Leuven) en Architectenvennootschap BVBA WIT (Outgaarden).www.leuven.be/centralewerkplaatsen

HeidebergstraatIn de Heidebergstraat bouwt Dijledal 17 nieuwe appartemen-ten. De door de stad uitgeschreven architectuurwedstrijd werd gewonnen door BOB.361 uit Brussel. Kenmerkend voor het ontwerp van BOB.361 zijn het strakke ontwerp en het gebruik van verschillende woonvolumes die in elkaar overgaan. Hier-door garanderen de architecten een grote dichtheid zonder in te boeten aan woonkwaliteit. Achter de appartementen bevindt zich een speelplein en de begraafplaats ‘Diestseveld’.

Er komen zes woonblokken. De appartementen zelf beschik-ken over 1, 2, 3 of 5 slaapkamers. De woonblokken hebben maximaal drie verdiepingen. De appartementen op de verdie-pingen hebben zowel aan de voor- als aan de achterzijde een aparte ingang. Langs de achterkant werkt men met buiten-trappen.

Er zijn gemeenschappelijke overdekte autostaanplaatsen met een plaats voor elk appartement. Daarnaast koopt de stad ze-ven extra parkeerplaatsen voor buurtbewoners.

De eerste gezinnen kunnen hier wonen vanaf de lente van 2005.

Paul Van OstaijenlaanIn deze straat worden op dit moment 15 woningen voor mid-dengroepen gerealiseerd. In een latere fase bouwt SBK nog 8 sociale koopwoningen.

De architecten ontwierpen een woningtype dat het midden houdt tussen een appartement en een rijhuis. Elke woonge-legenheid is opgevat als een duplex of triplex en heeft een eigen ingang op de begane grond. Verder beschikken alle be-woners over een tuin of een ruim dakterras. Op de dakterrassen komen echte daktuinen.

Het bouwblok zweeft boven een halfondergrondse parkeer-ruimte, die ook een aantal staanplaatsen voor buurtbewoners voorziet.

De gevel aan de kant van het Paul Van Ostaijenpark is bijzon-der. Het park krijgt er een aantrekkelijk front bij. Door de in-snijdingen zie je de inkompartijen en terrassen, terwijl de hagen op het dak het groen van het park voortzetten. Op dezelfde manier is de straatgevel opengewerkt. De inrit naar de par-keerruimte laat een glimp van de achterliggende tuinen zien.

Initiatief: Stad Leuven en Vlaanderen Bouwt vzw

Architect: Modulo-Architects

Aannemer: Welti Construct

7© Modulo-Architects

8

citaat

ParkabdijStefan Van Lani, vzw Centrum voor religieuze kunst en abdij, stelt voor...

De Norbertijnenabdij van Park

is één van de best bewaarde

abdijsites van de Lage Landen.

Het 42 ha. groot domein is

een groene long met een

waardevolle erfgoedsite,

die een lange en boeiende

geschiedenis kende.

9

Meer info over groenaanleg:

milieudienst stad Leuven,

tel. (016) 21 18 13

Meer info over project op zich:

infohuis stadsvernieuwing,

www.leuven.be/parkabdij

Het abdijcomplex is het hart

van de site en lokt vele

geïnteresseerden. Op termijn komt

er in grote delen van het klooster

een museum voor religieuze kunst

en cultuur. Nu reeds is er het

‘Centrum voor religieuze kunst

en cultuur’ dat diverse culturele

initiatieven neemt.

De omliggende weiden en

vijvers worden beter toegankelijk

voor wandelaars, zodat iedereen

van het zicht en de natuur

kan genieten. Tegelijk gaat ook

veel aandacht naar de ecologische

en landschappelijke kwaliteit

van het gebied.

De historische hoofdtoegang

tot de site ligt aan

de Geldenaaksebaan.

Via de herstelde Leeuwenpoort,

bereikt de bezoeker de nieuwe

Abdijdreef. Daar komen er

nieuwe inlandse bomen en

ondergrondse nutsleidingen.

Een beperkte bezoekersparking

is voorzien.

De tand des tijds heeft zijn

werk gedaan. Een grote restauratie

dringt zich dan ook op.

Daarom werken de stad Leuven,

de Abdij zelf, de Vrienden van

de Abdij van ’t Park en enkele

andere partners samen om

het gebied weer zijn

oude luister te geven.

Natuur en cultuur vormen

op de site van de Parkabdij

één geheel. Gebouwen en

landschap gaan in

perfecte harmonie samen.

10

dossier

11

Stedenbouw is – per definitie - een werk van lange adem. Toch nadert de Philipssite zijn voltooiing, amper acht jaar na de principiële beslissing over de invulling ervan.

Begin 2005 opent het sportcomplex. Deze bakstenen sport-tempel moet de komende jaren uitgroeien tot een plek waar zowel olympische atleten, als vrijetijdssporters en kinderen hun hart kunnen ophalen. Rond het sportcomplex en de eerder afgewerkte kantoorgebouwen, ontluikt vanaf volgend jaar een idyllisch park. Dit groengebied is de kroon op het werk en een rust- en speelplek voor de bewoners uit de brede omgeving.

Door de ingebruikname van het sportcomplex en het park, zal het voormalige fabrieksterrein opnieuw integraal deel

OUD INDUSTRIEGEBIED WEER DEEL VAN DE STAD

Philipssite

De stad Leuven is eigenaar van

de gronden en regisseerde de

ontwikkeling ervan.

Het masterplan van de site en

alle gebouwontwerpen zijn van

De Gregorio en Partners (Has-

selt) en Studio Aldo Rossi As-

sociati (Milaan).

Voor het park hebben beide ar-

chitectenbureaus samengewerkt

met Landschapsarchitect Pau-

wels (Leuven), in permanente

samenspraak met de groen-

dienst van de stad Leuven.

uitmaken van de stad. De structuur van de site doet denken aan een Amerikaanse universiteitscampus: grote gebouwen in een groots, groen kader met voet- en fietspaden die de verschillende omliggende wijken met elkaar verbinden. Het basisconcept komt van de vermaarde en ondertussen over-leden Italiaanse architect Aldo Rossi, die door De Gregorio & Partners (Hasselt) was aangezocht om het project mee te ontwerpen.

Daarmee is de Philipssite – ondanks zijn tijdloze vormgeving - een perfect voorbeeld van onze postindustriële samenleving waarin diensten en vrije tijd de rol van de industrie hebben overgenomen.

Philipssite anno 2004Politiekantoor: 15.000m²Dit gebouw is de nieuwe heimat van de eengemaak-te politie in Leuven. Het is in een H-vorm ontworpen, zodat de centrale diensten (in het ‘korte been’) direct bereikbaar zijn voor alle andere eenheden. Aan de boulevard-zijde bestaat het gebouw uit vier verdiepingen. De parkzijde telt slechts drie verdiepingen zodat de gevel niet te dominant wordt.

De typologie van het gebouw is net als de andere gebouwen op de site streng, klassiek en ritmisch. Deze strengheid wordt wel bewust ‘opgevrolijkt’ door het gebruik van lichtblauw pleisterwerk.

Postkantoor: 3.900m²Op de Philipssite sorteert De Post dagelijks 185.000 poststuk-ken. Naast het sorteercentrum zijn er ook bureaus, externe brievenbussen en drie loketten. De laad- en loskade werd op vraag van de buurtbewoners aan de ‘achterkant’ van het ge-bouw ingeplant. Rond de kade staat een drieënhalve hoge muur die de gevel van het achterliggende kerkhof doortrekt. Ook de natuurstenen sokkel van het gebouw zelf is even hoog.

De Philipstoren: 28.000m²Dit stadhuis van de Philipssite – het enige restant van de ori-ginele Philipsgebouwen na de renovatie van de site – herbergt een reeks federale overheidsdiensten, zoals de belastingen, de douane, enz.

Door zijn impressionante hoogte - 49 meter - domineert het gebouw de buurt en zorgt het voor de zichtbaarheid en her-kenbaarheid van de site in de rest van Leuven. Aan de voor-zijde bouwde men een gelijkvloerse uitbreiding, een ‘galleria’ die uitziet op de toegang tot het Ubicenter. Ook een deel van

© De Gregorio en partners

© De Gregorio en partners

De huidige sportaccommodatie van de stad Leuven is ontoe-reikend om aan de sportbehoeften van iedereen te voldoen. Met de bouw van het nieuwe sportcomplex op de Philipssite wil het stadsbestuur de noden lenigen. Het gebouw krijgt de naam Sportplaza.

Voor het ontwerp, de bouw en de exploitatie van het complex koos men voor een publiekprivate samenwerking (PPS). Spor-tavan, een tijdelijke vereniging van drie partners, realiseert het sportcomplex. Na een pachtperiode van 34 jaar, verwerft de stad de eigendomsrechten. Tijdens deze periode betaalt de stad voor het gebruik van sportruimten die aan scholen en clubs worden verhuurd. Sportavan bepaalt de overige ge-bruikstarieven.

Het nieuwe sportcomplex ligt op het kruispunt van de twee hoofdassen van de Philipssite. Een hoofdas loopt door het complex en maakt een verbinding met het achtergelegen park. Het niveauverschil wordt opgevangen door een muur rond het gebouw. Tussen deze muur en het gebouw komt een wandelpad met bomen.

De architecten kozen voor een ellips als basisvorm van het complex. Daarmee verwijzen ze naar het concept van het Col-loseum. In de Leuvense sportarena ligt echter de sportvloer niet centraal, maar wel een café als ontmoetingsplaats van de hele site.

EEN SPORTARENA VOOR LEUVEN

Sportplaza

12

de voorgevel is bekleed met natuursteen zodat de link met de andere gebouwen duidelijk is.

De blauwe kleur op beide torens werden behouden als een soort gedenksteen van het Philips-tijdperk.

Ubicenter: 30.980m² (fase1) + 12.631 m² (fase2), inclusief het ondergrondse gedeelteDit tweelinggebouw van de Philipstoren herbergt naast Ubi-zen ook KBC, Axa, Acunia en andere bedrijven. Het is gecon-strueerd volgens dezelfde zuivere structuur als het Philipsge-bouw en staat aan hetzelfde plein. Deze robuuste constructie - de buitengevel is helemaal van natuursteen en heeft een dikte van 85 cm - snijdt als het ware een deel uit het talud en speelt zo handig in op het grote hoogteverschil tussen de site en de achterliggende Geldenaaksebaan.

Na de afwerking bestaat het gebouw uit twee delen. Het tweede deel zal een stuk lager liggen, zodat het omliggende park als het ware tot in het gebouw zelf kan doordringen.

Tunnel: 350 meter lang en 8 meter breedHet groene karakter van de site is enkel mogelijk dankzij een uitgebreid ondergronds complex. De tunnel verbindt onder-gronds de verschillende gebouwen en de parking. Regelma-tige openingen in het dak zorgen voor daglicht en een na-tuurlijke ventilatie.

Boven het tunnelplafond is er nog anderhalve meter ruimte. Zo kunnen de bovengrondse bomen zonder problemen wor-tel schieten.

Parking: 1.250 plaatsen op drie niveausEen tweede essentieel onderdeel van het ondergrondse com-plex is de parking. Die herbergt zowel de auto’s van de werk-nemers van de omliggende bedrijven en diensten, als van de bezoekers van o.a. de sportarena. De voetgangerstoegang ligt aan een houten paviljoen midden in het park. De toegang voor de auto’s verloopt in een latere fase ondergronds via de heraangelegde Parkpoort.

Het nieuwe sportcomplex meet 140 op 102 meter. Het ge-bouw telt drie bouwlagen waarvan één ondergronds. De wer-ken aan het complex zijn gestart in september 2003. In januari 2005 wordt het in gebruik genomen.

In Sportplaza is er ruimte voor het beoefenen van verschillen-de sporten. De stad is de hoofdgebruiker van het zwembad, de grote sportzaal met 3.000 zitplaatsen, de vechtsportzaal en de danssportzaal. Het sportbad (25 m lang met 8 banen) is geschikt voor competitiezwemmen, waterpolo, schoonsprin-gen en synchroon zwemmen. Het doelgroepenbad heeft een beweegbare bodem om het bad eenvoudig op maat van de gebruiker te brengen.

De privé-partner is hoofdgebruiker van het recreatiezwembad en het peuterbad, en beschikt over een polyvalente sportzaal, een grote fitnesszaal, een saunaruimte, twee squashbanen, een klimmuur en een horecagedeelte met vergaderzalen.

Ook sporters met kleine kinderen krijgen de kans zich onbe-zorgd uit te leven, want Sportavan organiseert kinderopvang in het complex. Wie een natje of een droogje wenst, kan te-recht in het centraal gelegen café met zicht op de sporthal en het recreatiebad of in één van de andere cafés in de rest van het gebouw.

Meer info: www.leuven.be/philipssite of www.leuven.be/sport.

13

© De Gregorio en partners

© De Gregorio en partners

Philipspark. Er komt o.a. een opvallende speeltuin, gebaseerd op de wereldbe-roemde mikadostokjes. Houten balken - bekroond met blauw, geel en rood - zullen de basis vormen voor schommels, netten en ander speeltuig.

Het speeltuintje is mee tot stand gekomen dankzij de voorstel-len van de kinderen uit de omgeving.

5. pleintjes

Over het hele terrein verspreid, komen er verschillende pleintjes:

• vóór de ingang van het kerkhof een pleintje voor fietsen en auto’s, omgeven met bomen

• tussen het sportcomplex en het politiegebouw een verhard plein met bankjes en de nodige bomen

• tussen het sportcomplex en de groene buffer langsheen de Geldenaaksebaan een skatepiste

• tussen de Philipstoren en De Post een fietsenparking in de vorm van een omzoomde binnentuin

6. drevenZowel de Nieuwe Kerkhofdreef, als de centrale boulevard waarlangs alle gebouwen staan, zijn al beplant. Na de werken zullen ze makkelijker kunnen beheerd worden.

Tenslotte nog dit: op dit moment werken Philips en De Grego-rio samen om de site ook ’s nachts subtiel te belichten. Want de nacht is toch, mits de juiste verlichting, hét ogenblik voor romantiek.

14 15

Het park (86.000m²) is minstens even belangrijk als de ge-bouwen. De planten, bomen, paden en pleinen brengen niet alleen rust en sfeer. Ze zorgen ook voor de nodige structuur op het immense terrein dat de hedendaagse binnenstad ver-bindt met de historische Parkabdij van Heverlee.

De verschillende gebruikers – kinderen in de speeltuin, zaken-lui, sportmensen, wandelaars op zondagnamiddag, … - vin-den er allemaal hun gading.

Het park is voor hen ‘ontworpen’. Niet als een designproduct waarnaar je enkel mag kijken, maar wel als een groene long waarin geleefd kan worden.

Een hele reeks paden en wegen verbindt de verschillende de-len met elkaar. Een groenscherm geeft duidelijk de contouren van het park aan. Enkel op de grens met de Geldenaaksevest en het bovengedeelte van de Geldenaaksebaan behouden de bewoners een inkijk op het park.

1. stadsboomgaardHet grootste stuk park - tussen het sportcomplex en de ring - is een immense stadsboomgaard vol fruitbomen. Dwars doorheen dit gebied loopt een verhard fiets- en voetpad dat de verbinding maakt tussen de Frederik Lintsstraat aan de overzijde van de ring en de Parkabdij. Midden in de boom-gaard komt er een open plek met een petanquebaan, zit-banken, … De ontwerpers van de nieuwe Parkpoort en het Philipspark zoeken samen naar een logische overgang tussen

dit kruispunt en het park. Ter hoogte van de Nieuwe Kerk-hofdreef, opent op termijn een kinderkribbe. Het nieuwe ont-werp hiervoor is wonderbaarlijk geïntegreerd in het park. Het gebouw zal helemaal opgaan in het landschap. Het groen zal zowel in het gebouw dringen, als over het dak doorlopen.

2. stedelijk pleinHet gebied tussen de grootste drie gebouwen van de site vormt het ‘stedelijk plein’.

Centraal op dit plein, tussen het Ubicenter en de Philipstoren, bevindt zich een groot langwerpig waterbassin. De lengteas van het plein ligt pal in het verlengde van de centrale inkom van het sportcomplex.

3. verbinding met de ParkabdijHet gebied tussen het stedelijk plein en de spoorlijn naar de deelgemeente Heverlee, maakt de link met de Parkabdij. Ter hoogte van de sporen aan de Tivolistraat zal de verbinding met de Parkabdij verduidelijkt worden en komt er een pa-noramisch terras met een uniek uitzicht op de lagergelegen Parkabdij. Anderzijds zal een groenscherm de historische site afschermen van de Philipstoren en het Ubicenter.

4. wijkpark met de speeltuinTussen de Kerkhofdreef en de Nieuwe Kerkhofdreef ligt nu reeds een parkje met een gedateerd speeltuintje. Dit glooi-ende stukje natuur zal integraal deel uitmaken van het nieuwe

HET ROMANTISCHE GEDEELTE VAN DE PHILIPSSITE

Het park

tekening en plan © De Gregorio en partners

16

InBev: hoofdzetelDit najaar opent InBev – het voormalige Interbrew - zijn nieuwe hoofdkantoor. Dit 15.000 m² tellende complex vormt de spil tussen twee grote stedenbouwkundige stadsvernieu-wingsprojecten: de stationsomgeving en de vaartkom.

Het opvallend rode gebouw is een zoveelste landmark van de brouwerijgigant die daarmee zijn link met de stad bevestigt en de omgeving rond het Joanna-Maria Artoisplein (what’s in a name?) definitief kleurt.

Het gebouw zelf is modulair (flexibel) ontworpen, zodat het zich kan aanpassen aan een snel veranderend bedrijf. Opval-lend is ook dat het gebouw in twee gesneden wordt door terrassen en een opvallende gelijkvloerse colonnade.

Na afwerking kunnen er ongeveer 650 mensen werken. De constructie met de in ‘t oog springende verticale ramen vormt daarmee de eerste aanzet tot de realisatie van de achterlig-gende enclave ‘Twee Waters’.

Opdrachtgever: InBev Realisatie: Fortis Lease - Van Roey Architecten: Poponcini & Lootens (Antwerpen)

Wetenschapspark ArenbergLangsheen de Koning Boudewijnlaan, in het verlengde van de campus exacte wetenschappen van de universiteit, bouwt Interleuven een nieuw wetenschapspark. Het nieuwe park is voornamelijk bestemd voor biotechnologische en ICT-bedrij-ven.

Het ‘wetenschapspark Arenberg’ maakt – samen met het ‘re-searchpark Haasrode’ en het toekomstige ‘wetenschapspark Termunckveld’ – deel uit van het netwerk van hoogwaardige bedrijvenzones in Leuven. Aangezien het de laatst beschik-bare locatie is voor dit soort bedrijven, springt men spaarzaam om met de ruimte.

Volgend jaar gaan de eerste bedrijven van start en tegen het einde van het decennium zullen er vermoedelijk bijna driedui-zend mensen werken.

Om hen vlot van en naar hun werkplaats te krijgen, zal De Lijn extra inspanningen doen en zal de Koning Boudewijnlaan worden heraangelegd.

Beheerscomité Arenberg: K.U.Leuven, Interleuven, GOM en stad Leuven

Masterplan: Poponcini & Lootens (Antwerpen)

Architecten: Poponcini & Lootens (Antwerpen), KCAP (Rotterdam)

17

privé-projectenluchtfoto Provinciedomein Kessel-Lo

© Rob Stevens

Maria-TheresiastraatDe werken in de Maria-Theresiastraat wijzigen het uitzicht van de straat niet. De voetpaden en de rijweg worden heraan-gelegd en er komen parkeervakken, aangelegd met kasseien. Eind december 2004 moeten de werken beëindigd zijn.

LeeuwerikenstraatDe Leeuwerikenstraat krijgt een nieuwe look met vernieuw-de stoepen, nieuwe parkeerstroken, een verkeersplateau en boomvakken langs de rijweg. In één beweging wordt een deel van de Hertogstraat en de volledige Parkbosstraat mee on-der handen genomen. Daarnaast komt er in deze straten een nieuwe regenwaterriolering. De werken zijn gestart in augus-tus en duren tot juli 2005. Om de hinder zoveel mogelijk te beperken, werkt men in fasen.

Telex

Museumsite

Het definitieve ontwerp van de nieuwe museumsite in

de binnenstad, zal in de zomer van 2005 gekend zijn.

Vijf architectenbureaus (Stéphane Beel; Neutelings Rie-

dijk; De Smet Vermeulen architecten; Robbrecht & Daem

en Driesen-Meersman-Thomaes) maken op dit moment

een voorontwerp.

www.leuven.be/stadsvernieuwing of

www.leuven.be/museumsite

Aarschotsesteenweg

Aarschotsesteenweg langs de vaartDe herinrichting van de Aarschotsesteenweg langs de vaart is begonnen: op 16 augustus startte het Vlaams Gewest, afde-ling wegen en verkeer Vlaams-Brabant met de heraanleg.

Na de grondige opknapbeurt krijgt de steenweg een volledig nieuwe aanblik. Langs beide zijden van de weg worden – waar mogelijk – bomen geplant zodat een groene laan ontstaat. De bomen scheiden de voetgangerszone (naast de gebouwen) en het fietspad (naast de vaart) van de rijweg.

Het bundelen van in- en uitritten van de bedrijven moet een vlotte doorstroming van het verkeer bevorderen. Dit alles, samen met een uniforme verlichting, zal de omgeving sterk opwaarderen.

Het einde van deze werken is voorzien eind oktober 2005.

Tijdens de duur van de werken wordt er éénrichtingsverkeer ingevoerd op de Aarschotsesteenweg: verkeer dat Leuven verlaat, blijft mogelijk; verkeer richting Leuven wordt omge-leid via de E314 of langs de nieuwe Schuiteniersbrug en de Kolonel Begaultlaan.

Aarschotsesteenweg Wilsele-PutkapelLangs de Aarschotsesteenweg in de deelgemeente Wilsele-Putkapel zijn de nutsmaatschappijen volop bezig met het

1918

Wijgmaal stationNu de Remysite in de deelgemeente Wijgmaal helemaal op-geknapt is, wil de stad de volledige stationsomgeving in een nieuw kleedje steken. De werken verlopen in verschillende fasen.

Eerst legt de stad een goede pendelparking aan met onge-veer 130 parkeerplaatsen en een ruime fietsenstalling. Een groene zone doet dienst als buffer tussen de parking en de omgeving. De werken starten in de loop van 2005. Een exac-te timing volgt na de aanbesteding. In een tweede fase is de Stationsstraat aan de beurt: de rijrichting wordt bekeken, er komen bredere voetpaden en langsparkeerplaatsen voor be-woners. Het plein zelf wordt onder handen genomen in een derde fase, ten vroegste binnen drie jaar. Op termijn zal de NMBS ook de toegangen tot de perrons vernieuwen.

Meer info: infohuis stadsvernieuwing, www.leuven.be/openbarewerken

openbare werken

plaatsen van nieuwe leidingen. Na deze werken begint in het voorjaar 2005 de eigenlijke heraanleg. Er komt een geschei-den rioleringsstelsel om afvalwater en hemelwater afzonder-lijk af te voeren. De nieuwe Aarschotsesteenweg krijgt een mooier uitzicht. De aandacht gaat speciaal uit naar een verbe-terde verkeersveiligheid.

Om je op de hoogte te houden, verstuurt het infohuis stads-vernieuwing een nieuwsbrief via e-mail. Inschrijven op deze ‘flashnieuwsbrief’ kan nog steeds: het volstaat een e-mail met de vermelding ‘aanvraag nieuwsbrief Aarschotsesteenweg’ te sturen naar [email protected].

Meer info: www.leuven.be/leuven-noord, www.leuven.be/openbarewerken

© projectteam Leuven-Noord

Openbare werken

20 21

‘Geld is er genoeg. We bouwen en verbouwen dat het een

lust is. We richten zelfs onze tuinen in met meubels en in-

gebouwde spots. En toch is hedendaagse architectuur voor

bijna iedere Vlaming een vreemd iets.’

Aan het woord is Katrien Vandermarliere. ‘Haar’ Vlaams Architectuurinstituut (VAi) en de Leuvense lokale variant ‘Stichting stad en architectuur’ (SSA), trachten sinds enkele jaren de kennis, discussies en passie voor hedendaagse archi-tectuur en stedenbouw te prikkelen. Zo organiseren beide, o.a. in samenwerking met het infohuis stadsvernieuwing, de Leuvense tak van ‘de dag van de architectuur’. Op die

INTERVIEW MET KATRIEN VANDERMARLIERE (VAI) EN LIESBET SILVERANS (STICHTING STAD EN ARCHITECTUUR, SSA)

‘Steden moeten elkaar niet nadoen. Ze moeten vertrekken vanuit hun eigenheid.’

interview

dag maken ook niet-architecten en stedenbouwkundigen (99.9% van de bevolking) kennis met de verhalen en ideeën achter de meest recente gebouwen.

Liesbet Silverans (SSA): Het publiek apprecieert zelden met-een nieuwe gebouwen. Daarom is het belangrijk dat ze op evenementen als ‘de dag van de architectuur’ meer info krij-gen over de achtergrond van gebouwen, pleinen e.d. Naar onze lezingen komen nog te dikwijls enkel architecten.

VAi: Architectuur is vaak enkel een onderwerp voor kranten en caféconversaties, wanneer er controverse is over een voor-stel. De discussie gaat op dat moment meestal niet over de kwaliteit van de architectuur. Het is enkel een weerspiegeling van politieke of ideologische voorkeuren. Politici misbruiken en manipuleren frequent de mening van de burgers. Ik denk bijvoorbeeld aan petities tegen projecten of publieksreferenda naast een officiële wedstrijd. Het is absoluut noodzakelijk dat de burger zich een mening vormt over architectuur en beseft dat de leefomgeving door mensen gemaakt wordt. Vandaar dat objectief informeren en sensibiliseren noodzakelijk is.

Toch mag je -en ik besef dat dit een heikel punt is – de des-kundigheid van professionelen in een vakjury niet relativeren. Het is een beetje dezelfde discussie als bij de rechtspraak (noot van de redactie: de volksjury versus de professionele rechters). Architecten en critici hebben nu eenmaal een ander zicht op architectuur omdat het hun vak is. Ze hebben er jaren voor gestudeerd, zitten er dagelijks middenin en kunnen beter oordelen over de kwaliteit van een gebouw, de constructiemethodes, het functioneren, de relatie met de omgeving. de financiële aspecten... Het gaat over veel meer dan over smaak of mooi en lelijk.

Het publiek valt ook makkelijk te misleiden. Voor de wedstrijd van het Braunplein in Gent bijvoorbeeld, hadden sommige ar-chitecten enkele bomen in het plan opgenomen en duidelijk op hun maquette gezet. Zo kwamen ze makkelijk in de gratie bij het publiek dat per definitie meer groen in de stad wil. Of die bomen daar levensvatbaar zijn en hoe die overleven op het dak van een overdekte parking vraagt het publiek zich niet af. Een ambtelijke of professionele jury doorziet zulke za-ken makkelijker.

In het voorjaar organiseerde Stichting stad en architectuur een populariteitstest n.a.v. de tentoonstelling over enkele van de meest recente bouwprojecten in de stad. Koos het publiek ook daar opvallend anders dan de professionelen of ambtenaren?

SSA: Best wel. Terwijl de ambtenaren de ‘Parkbegraafplaats’ kozen en de professionelen het ‘STUK’ als beste bouwwerk beoordeelden, kozen de bezoekers voor het appartement van Coussée-Goris in de Frederik Lintsstraat.

VAi: Waarschijnlijk heeft dat ook te maken met de manier waarop de meeste bezoekers naar architectuur kijken. Zij zijn niet zozeer op zoek naar het beste architectuurproject, maar vooral naar de leefomgeving waar ze het liefst willen wonen.

Architectuurprijs 2004 van het publiek: appartementsgebouw Coussée-Goris in de Frederik Lintsstraat.

Welk recent gebouw zou hoog scoren bij een Vlaamse populariteitstest?

VAi: Geen idee. In het ‘jaarboek architectuur Vlaanderen 2002-2003’ hebben we wel heel wat aandacht besteed aan het concertgebouw in Brugge. Maar als je aan de mensen vraagt hoe ze het gebouw beoordelen, blijkt dat de helft er absoluut voor is en de andere helft absoluut tegen. Jongeren vinden het meestal in het begin wat raar, maar na verloop van tijd appreciëren ze het wel. Oudere mensen hebben meer dwangvoorstellingen. Ze blijven zeggen dat ze niet van beton houden. Zelfs als ze de sfeer rond een concert aangenaam vonden, of een schitterende voorstelling meegemaakt heb-ben, leggen ze niet de link met de architectuur.

Toch zijn er ook recente gebouwen die niet moeten wachten op algemene appreciatie van zowel de bevolking als de professionelen. Neem nu het nieuwe stadhuis in Kortrijk.

VAi: Inderdaad. Maar het stadhuis is niet enkel populair we-gens zijn architectuur, maar door de hele filosofie erachter. De stad heeft duidelijk de ambitie om een vlotte administratie te creëren die ten dienste staat van de burger. Daar heb je niet enkel goed opgeleide ambtenaren voor nodig, maar ook een overzichtelijk gebouw.

SSA: Het nieuwe provinciehuis in Leuven is ook zeer aantrek-kelijk. In tegenstelling tot een stadhuis hoef je er niet vaak te komen. De meeste kennen enkel de toren die je opmerkt van-op de ring en hebben geen vermoeden van het open en aan-genaam karakter van het gebouw. Daarom is het belangrijk dat het op de ‘dag van de architectuur’ kan ontdekt worden.

Uit jullie programma blijkt dat er in Vlaanderen heel wat grote bouwprojecten gerealiseerd zijn de voorbije jaren? Hoe komt dat?

Vai: De federalisering van Vlaanderen is hieraan niet vreemd. We hebben dankzij onze autonomie en welvaart een ‘crea-tieve’ cultuur kunnen ontwikkelen: in het theater, de dans, de mode, maar ook in de architectuur. Daarnaast is een aantal beleidsmakers het belang van hedendaagse architectuur gaan inzien. Ik denk aan verschillende burgemeesters in Vlaanderen. Zij kennen buitenlandse voorbeelden als Barcelona en Lyon. Daarnaast heb je de ‘jaarboeken architectuur Vlaanderen’ die een hele kentering teweeg hebben gebracht. Tenslotte zijn er natuurlijk enkele geslaagde binnenlandse projecten, zoals de Leuvense stationsomgeving, die opdrachtgevers in andere steden hebben gemotiveerd.

Hoe komt het trouwens dat er zoveel verschillende steden en zelfs dorpen hun stationsomgeving op dit moment verbeteren?

VAi: Dat is een logische evolutie na de jarenlange teloorgang van deze buurten. Door de fixatie op de auto de voorbije de-cennia, waren deze buurten - net als de binnensteden - ern-stig gedegradeerd. Eigenlijk kon het gewoon niet erger.

Ik denk trouwens dat mobiliteit - de gebouwen en infrastruc-tuur die ervoor nodig zijn - de uitdaging vormen voor de ko-mende decennia. Tegelijk moeten we proberen de verdere verkaveling van de open ruimte tegen te gaan. Wegen en wegeninfrastructuur zijn ook daarin zeer bepalend.

In Gent is er het Forumproject (een grote cultuurzaal onder leiding van Gerard Mortier), Brugge heeft zijn concertgebouw, Mechelen gaat zijn historische vrouwen evoceren, elk dorp heeft intussen zijn cultuurcentrum en in Leuven komt er een nieuwe museumsite. Vallen al deze investeringen te verantwoorden in steden en dorpen die vaak amper 20 km van elkaar liggen?

VAi: Veel hangt af van het project. Je moet je afvragen wat je wil bereiken met de recreatieve en culturele infrastructuur. Heeft elke stad een concertzaal nodig? Kan de stad als op-drachtgever zo’n project managen? Wil je aan toerisme en citymarketing doen of wil je als stad een verkommerde buurt

nieuw leven inblazen enz. Je moet steeds de juiste strategie kiezen. Daarnaast moet je vooral creatief denken en vertrek-ken vanuit je eigenheid. Het heeft geen zin om elkaar zomaar na te apen. Blijkbaar zijn er verschillende steden die dit door-hebben. De provinciesteden die midden in de Vlaamse Ruit liggen bijvoorbeeld – Mechelen en Sint-Niklaas – zoeken aan-sluiting bij de dynamiek van het levende, economische hart van Vlaanderen. De diensten die zij aantrekken, opereren zelfs op Europees niveau. Kortrijk daarentegen oriënteert zich dan weer ten opzichte van Rijsel. Je moet de zaken dus op een hoger niveau bekijken, niet enkel je eigen stad is belangrijk.

SSA: De museumsite heeft dan ook enkel zin als Leuven niet hetzelfde doet als Brussel. Het concept moet anders zijn dan dat van pakweg het museum voor Schone Kunsten. Het moet origineel genoeg zijn om ook Brusselaars te lokken.

VAi: Het is een kwestie van schaal. Leuven is nu eenmaal een fantastische historische stad, net als bijvoorbeeld Bologna. De mensen moeten zich daarvan bewust zijn. De museumsite komt niet uit de lucht gevallen. Dat eeuwenoude materiaal is daar verzameld en moet nu verwerkt worden tot een museum dat de Leuvense geschiedenis verbeeldt op de maat van de stad. Geen megalomaan project, maar wel een hedendaags gebouw voor mensen die anno 2004 in deze middelgrote stad wonen en werken.

22 23

Is de architectuur afhankelijk van het soort stad waar je bouwt?

VAi : Het komt er vooral op aan de meest geschikte architect te zoeken voor een specifiek project. Of je nu in Brussel of Ze-venkote bouwt, je moet altijd zo ambitieus mogelijk zijn in het zoeken naar de beste oplossing voor een bouwproject.

Hebben jullie al een thema voor de ‘dag van de architectuur’ in 2006?

VAi : Hoogbouw misschien, dat ligt gevoelig in Vlaanderen?

SSA : Zoveel hebben we er niet: het Provinciehuis natuurlijk en het latere Vlaams Huis, de kerktorens en Sint-Maartensdal.

Vai: Leuven is nochtans een stad die zeer goed torens ver-draagt. Door de ligging in het golvend open landschap, pas-sen torens perfect in de skyline van de stad. Maar neen, een thema voor de volgende editie is er nog niet. We houden bij de keuze rekening met wat er leeft bij professionelen en het grote publiek.

Meer info: www.vai.be en www.stadenarchitectuur.be

Architectuurprijs 2004 van de professionele jury: kunstencentrum STUK

Architectuurprijs 2004 van de ambtelijke jury: Parkbegraafplaats Diestseveld

© Filip Van Loock

Vel-site 1985

voor en na

Vel-site 2004 A

LL

CO

MM