Modulewerkboek training olp3 studentversie

25
Mediagebruik Social Work OLP3 2014 2015 “Blik op de wereld; van buiten naar binnen en weer terug”. Ayk de Bie, Frans Roovers Mediagebruik Social Work

Transcript of Modulewerkboek training olp3 studentversie

Dit werkboek is een aanvulling op de blackboardcursus Mediagebruik SW.

In deze cursus staan alle kennis- en instructieclips die horen bij dit werkboek.

Het is zeer belangrijk dat je voor elke training bepaalde clips bekijkt en opdrachten maakt.

Als je je voorwerk niet hebt gedaan kun je niet volwaardig deelnemen aan de training. Neem je verantwoordelijkheid in deze.

Mocht je geen toegang hebben tot de cursus mail dan met onderstaande docenten.

We hopen dat jullie “vlinderslagen resulteren in grote windvlagen”.

ModuleMediagebruik Social Work OLP3© 2015Hogeschool ZuydFaculteit Sociale Studies en educatie

Postbus 696130 AB SittardTelefoon: 046-420 72 72Fax: 046-420 72 79E-mail : [email protected] Twitter: @docentswE-mail : [email protected] Twitter: @fransSocialWork

Eindredactie:Frans Roovers & Ayk de Bie

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave en van de eventueel bijbehorende ondersteunende materialen mag worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Faculteit Sociale Studies en Educatie van Zuyd Hogeschool.

2

Inhoudsopgave

1. Professionele online identiteit 4

2. Opzet van de trainingen 5

3. Inhoud van de trainingen 6Training 1 6Training 2 6Training 3 7Training 4 7

4. Toetsing en beoordeling 9Voorwaardelijke eisen 9Compensatie opdracht 9Bijlage 1: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 2 10Bijlage 2: Inhoudelijke criteria Casustoets A 11Bijlage 3: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 4 12Bijlage 4: Inhoudelijke criteria Casustoets B 13Bijlage 5: Feedback formulier Posterpresentatie mediawijsheid OTR 2 en OTR 4 14Bijlage 6: De posterpresentatie 15

3

1. Professionele online identiteit

Als Social Worker in opleiding, weten jullie inmiddels dat het hebben van een professionele basishouding van essentieel belang is in het goed kunnen uitvoeren van het Social Work beroep. De netwerkmaatschappij waar wij deel van uitmaken, voegt een extra dimensie toe aan deze professionele basishouding. Namelijk de dimensie van je professionele online identiteit. Op welke wijze ben jij als Social Worker in staat om online je professie te vertegenwoordigen, is hierbij de centrale vraag. Hierin is het niet alleen van belang dat je zicht hebt op de invloed van de ‘digitale wereld’ op mens en maatschappij, maar dat je ook de kansen weet te benutten die in deze ‘digitale wereld’ verborgen liggen. Kansen die je enerzijds in staat stellen om jezelf als professional online te profileren en anderzijds helpend zijn in het ‘oplossen’ van de uitdagingen die jij en je cliënten tegenkomen.

Binnen de casusopdracht van OLP3 gaan jullie aan de slag met mondiale thema’s, zoals armoede, geweld, emancipatie, migratie, vergrijzing en discriminatie. Jullie hebben de opdracht aandacht te vragen, op te komen voor, een vuist te maken voor de groep burgers die worden geconfronteerd met problemen op één van bovenstaande thema’s. Vanuit de trainingen mediagebruik, gaan jullie aan de slag met het vormgeven van je eigen professionele online identiteit. Deze online identiteit gaat onder andere tot uiting komen in de wijze waarop jullie online aandacht vragen en opkomen voor het mondiale thema en de groepering die hier mee geconfronteerd wordt.

Het sociale platform waar wij binnen OLP3 mee aan de slag gaan is Twitter. Het professioneel leren inzetten van Twitter maakt onderdeel uit van de vier trainingen mediagebruik. Dit sociale platform moet echter gezien worden als middel om onderstaande doelen tot uiting te brengen.

De trainingen mediagebruik OLP3 kennen als doel:- De student weet hoe hij Social Media kan gebruiken om zichzelf als professional te presenteren- De student presenteert zichzelf als beginnend professional via Social Media- De student weet hoe hij Social Media kan inzetten t.b.v. zijn studie- De student reflecteert op zijn eigen mediagebruik in relatie tot anderen- De student plaatst via Social media relevante informatie voor de SW praktijk

Opmerking: Het aanmaken van een twitteraccount en hier actief mee aan de slag gaan, maakt onderdeel uit van de trainingen mediagebruik. Hiertoe dient iedere student zich aan te melden voor een twitteraccount. Na afloop van OLP3 is iedere student vrij om het account aan te houden of te verwijderen.

2. Opzet van de trainingen4 trainingen mediawijsheidThema: professionele identiteit, vertegenwoordigen van een thema / groeperingTwitter: (Micro-bloggen)- Volg relevante personen (wereldwijd) en instanties m.b.t. het thema.- Hoe presenteren zij zichzelf?- Op welke wijze vertegenwoordigen zij het thema / groepering?- Welke relevante informatie kun je vinden?

Casustoets A = Posterpresentatie

Twitter: (Micro-bloggen)- Zorgen dat je volgers krijgt- Berichten plaatsen om je thema / groepering onder de aandacht te brengen- Relevante informatie plaatsen

Casustoets B = Manifestatie

OTR 1 (week 1) OTR 2 (week 3) Week 5 OTR 3 (week 6) OTR 4 (week 8) Week 10Instructie Presentatie

(voorwaardelijk)Inhoudelijke criteriaGroepspresentatie

Instructie Presentatie(voorwaardelijk)

Inhoudelijke criteriaGroepspresentatie

Zelfst. Training Zelfst. Training Zelfst. Training Zelfst. TrainingVoorbereiding

Verwerken info

Voorbereiding

Individueleposterpresentatie

Voorbereiding

Verwerken info

Voorbereiding

Individueleposterpresentatie

De student weet hoe hij Social Media kan gebruiken om zichzelf als professional te presenteren De student weet hoe hij Social Media kan inzetten t.b.v. zijn studie De student reflecteert op zijn eigen mediagebruik in relatie tot anderen

De student plaatst via Social media relevante informatie voor de SW praktijk De student presenteert zichzelf als beginnend professional via Social MediaDe student reflecteert op zijn eigen mediagebruik in relatie tot anderen

We werken bij de trainingen mediagebruik vanuit het ‘flipping the classroom’ principe. Concreet betekent dit dat je door van te voren opgenomen kennis- en instructieclips informatie aangereikt krijgt die nodig is om de opdrachten van de trainingen mediagebruik uit te voeren. Je dient deze clips steeds vooraf een training te bekijken (zelfstanding). Binnen de trainingen laat je vervolgens zien op welke wijze je deze aangereikte informatie hebt verwerkt en toegepast. Je gaat dus zelfstandig en actief aan de slag met je eigen vaardigheden en staat tijdens de training stil bij de resultaten daarvan. Het voorbereiden van de trainingen is dus van essentieel belang en voorwaardelijk bij de trainingen mediagebruik. Via Blackboard is speciaal voor de leerlijn Mediagebruik een omgeving opgezet alwaar je de verschillende kennis- en instructieclips terug kunt vinden.

In totaal zijn er vier trainingen mediagebruik. Tussen de verschillende trainingen is rekening gehouden met voldoende ruimte om aan de slag te gaan met de opdrachten. In de onderstaande tabel zijn de trainingen mediagebruik, toebehorende inhouden en doelen schematisch weergegeven.

Feedback Feedback

5

3. Inhoud van de trainingen

Training 1Zorg dat je de kennis- en instructieclips van te voren hebt bekeken en maak de bijbehorende opdrachten ter voorbereiding op training 1.

Zelfstandig (voorbereidingspdrachten)Deze opdrachten voer je uit als voorbereiding op training 1.Het is minstens twee uur werk dus neem daar de tijd voor, bij voorkeur verspreidt over een aantal dagen.

Bekijk de kennis- en instructieclips op de Blackboardcursus Mediagebruik SW

Aan bod komen onder andere: Inleiding competentie mediagebruik Wat is twitter en wat kun je ermee en waarom kiezen we voor twitter. Wat is de relatie naar de casus(toetsen)

Opdracht 1: maak professioneel twitteraccount aan met foto en profiel dat je voor deze opdracht (en je studie) kunt gebruiken.Gebruik Twittermania als hulpmiddel

Opdracht 2: leg uit waarom jouw profiel professioneel is.

Training 1Doornemen opdrachten en studentenhandleiding klassikaal.

Werk in 4 tallen met de placematmethode:Bespreek elkaars profiel. Wat zegt een foto over iemand. Is de twitternaam gekoppeld aan SW, wordt er naar een blog verwezen, hoe is iemands omschrijving.Welke conclusies kun je trekken?Wat kun je aanpassen aan je eigen profiel.

Discussie:Wat betekent het als je je profileert op social media: werk en prive discussie.

Opdracht: ter voorbereiden op training 2 en de posterpresentatie geeft de trainer je een opdracht die je tijdens de training moet uitvoeren. Neem daarom ook je laptop of tablet mee naar de training!

Training 2Zorg dat je de kennis- en instructieclips van te voren hebt bekeken en maak de bijbehorende opdrachten ter voorbereiding op training 2.

Zelfstandig (voorbereidingsopdrachten)In training 1 heb je een account aangemaakt en ben je gaan kijken hoe mensen opkomen voor een bepaalde doelgroep / thema.

6

Als huiswerk moet je allerlei zaken bestuderen om erachter te komen wat er te vinden is over jouw onderwerp.We helpen je op weg met een aantal kennis- en instructieclips en kijken onder andere naar de verschillende functies hoe je twitter kunt gebruiken.

We hebben aandacht voor alle bronnen waar twitter naar verwijst.

TrainingIn deze training presenteer je de resultaten die je hebt gevonden. Deze training sluit naadloos aan op de algemene posterpresentatie in week 5.

Posterpresentatie Iedere student verzorgd (na elkaar) zijn of haar posterpresentatie in 5 minuten. Trainer en studenten voorzien elkaar van schriftelijke feedback middels het formulier in de bijlage.Mocht een student een onvoldoende krijgen voor de presentatie (trainer bepaald) of de presentatie door afwezigheid missen, dan dient hier een vervangende opdracht voor gemaakt te worden. (Zie hoofdstuk toetsing en beoordeling)

Bijlage 1: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 2Opmerking: Wanneer minimaal 3 criteria een onvoldoende beoordeling krijgen, zal er een compensatieopdracht gemaakt moeten wordenBijlage 6: PosterpresentatieBijlage 5: Feedbackformulier

Training 3Zorg dat je de kennis- en instructieclips van te voren hebt bekeken en maak de bijbehorende opdrachten ter voorbereiding op training 3.

ZelfstandigIn training 1 en 2 was je vooral bezig met het vinden van informatie.In training 3 en 4 gaat het er om dat je zelf je berichten gaat verzenden met twitter.Als voorbereiding laten we een aantal kennis- en instructieclips zien en krijg je een aantal opdrachten die je moet maken als voorbereiding op training 3.

TrainingTijdens de training gaan we onderzoeken hoe je je kunt profileren voor je doelgroep/ thema.

Training 4Zorg dat je de kennis- en instructieclips van te voren hebt bekeken en maak de bijbehorende opdrachten ter voorbereiding op training 4.

Zelfstandig

7

Ter voorbereiding op de posterpresentatie van training 4 willen we je inspireren het maximale uit deze opdracht te halen. Je krijgt weer een aantal kennis- en instructieclips te zien en je moet al je resultaten verwerken in een posteropdracht.TrainingDeze training bestaat weer uit een individuele posterpresentatie.In deze presentatie laat je alle resultaten zien die je hebt bereikt. Wat heeft het opgeleverd. Denk daarbij aan :bronnen, contacten, interactie, afspraken, databanken, websites, invloedrijke personen, mensen die aan de manifestatie meedoen etc.

Deze training draagt als je je werk goed hebt gedaan bij aan de manifestatie in week 10.

Posterpresentatie Iedere student verzorgd (na elkaar) zijn of haar posterpresentatie in 5 minuten. Trainer en studenten voorzien elkaar van schriftelijke feedback middels het formulier in de bijlage.Mocht een student een onvoldoende krijgen voor de presentatie (trainer bepaald) of de presentatie door afwezigheid missen, dan dient hier een vervangende opdracht voor gemaakt te worden. (Zie hoofdstuk toetsing en beoordeling)

Bijlage 3: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 4Opmerking: Wanneer minimaal 3 criteria een onvoldoende beoordeling krijgen, zal er een compensatieopdracht gemaakt moeten wordenBijlage 6: PosterpresentatieBijlage 5: Feedbackformulier

8

4. Toetsing en beoordeling

De leerdoelen van Mediagebruik OLP3 worden getoetst in Casustoets A en B. Casustoets A (week 5) - Mediagebruik maakt onderdeel uit van de criteria van de posterpresentatieCasustoets B (week 10) – Mediagebruik maakt onderdeel uit van de criteria van de manifestatie

Voorwaardelijke eisen

Aanwezigheid- De student heeft een 100% aanwezigheidspercentage bij de trainingen.- Studenten die 1 training afwezig zijn dienen in elk geval vóór week 10 een compensatieopdracht van de gemiste training in te leveren bij de trainer. Met de trainer wordt een afspraak gemaakt op welke datum de compensatieopdracht wordt ingeleverd.- Bij afwezigheid van 2 of meerdere trainingen dienen studenten een verzoek aan de examencommissie te doen. In dit verzoek dient de reden voor afwezigheid bij de trainingen beargumenteerd te worden. De examencommissie beslist of de student alsnog beoordeeld wordt op basis van de trainingen en welke aanvullende voorwaarden hierbij gelden.

Actieve deelname trainingenTijdens de trainingen wordt er een actieve deelname verwacht van studenten. Actieve deelname houdt in: - Voorbereiding op alle trainingen. - De student laat actief leergedrag zien en voert de opdrachten uit in de trainingen.

Presentatie opdracht training 2 en training 4- Het uitvoeren van de posterpresentatie in training 2 en 4 zijn voorwaardelijk in de toekenning van het cijfer voor casustoets B. Bij het niet uitvoeren van de posterpresentatie zal er een compensatieopdracht gemaakt dienen te worden. - Wanneer blijkt dat 3 of meerdere criteria van de posterpresentatie (OTR 2 en/of 4) een onvoldoende beoordeling krijgen, zal er een compensatieopdracht gemaakt dienen te worden.

Compensatie opdracht1. Onvoldoende beoordeling posterpresentatie training 2 en/of 4 2. Het niet uitvoeren van posterpresentatie training 2 en/of 4- De student voert zijn posterpresentatie (opnieuw) uit en neemt deze presentatie op (5 minuten).- De student dient met deze opname aan te tonen te voldoen aan de criteria zoals als gesteld bij OTR 2 en/of 4.- Zowel de poster als de student worden volledig in beeld gebracht. (Tips over hoe je dit kunt doen, staan in de bijlage)- Uiterlijk 1 week na de gemiste training levert de student de digitale opname bij de trainer in. (Vraag de trainer op welke wijze hij de opname wenst te ontvangen)- De trainer spreekt de beoordeling voldoende/onvoldoende uit.3. Afwezigheid bij training 1 en 3- De student toont in een 10 minuten durende video aan op welke wijze hij kennis heeft genomen van de inhoud van de gemiste training. Tevens toont de student aan op welke wijze hij deze kennis toepast in zijn ‘twittergedrag’. De student laat dus in de video voorbeelden zien van dit ‘twittergedrag’. (Tips over hoe je dit kunt doen, staan in de bijlage)- Uiterlijk 1 week na de gemiste training levert de student de digitale opname bij de trainer in.

9

(Vraag de trainer op welke wijze hij de opname wenst te ontvangen)- De trainer spreekt de beoordeling voldoende/onvoldoende uit

10

Bijlage 1: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 2Inhoudelijke criteria Presentatie OTR 2 Onvoldoende Voldoende Goed1 De student maakt inzichtelijk hoe hij

aan de slag is gegaan met twitter.De student toont wat hij gedaan heeft met twitter.

De student toont concreet welke werkwijze hij heeft gehanteerd in het werken met twitter.

De student toont concreet welke werkwijze hij heeft gehanteerd in het werken met twitter en benoemt diverse hulpbronnen die hij hierbij heeft geraadpleegd.

2 De student maakt inzichtelijk welke personen en instanties hij t.a.v. het thema volgt.

De student laat slechts 0 tot 10 personen/ instanties zien of maakt niet duidelijk wat de relatie is tussen de personen/instanties en het thema.

De student laat 10 tot 20 personen/instanties zien en maakt duidelijk wat de relatie is tussen de personen/instanties en het thema.

De student laat 10 tot 20 personen/instanties zien en maakt duidelijk wat de relatie is tussen de personen/instanties en het thema. De student maakt deze relatie met heldere voorbeelden duidelijk.

3 De student maakt inzichtelijk op welke wijze personen en instanties zichzelf via twitter presenteren.

De student toont voorbeelden die niet relevant zijn voor het thema.

De student toont voorbeelden van hoe personen/ instanties zich presenteren gekoppeld aan het thema.

De student toont voorbeelden die gelinkt zijn aan diverse richtlijnen (verwijzen naar externe bronnen) die de persoon/ instantie hanteert.

4 De student maakt inzichtelijk op welke wijze personen en instanties opkomen voor het thema / de groepering.

De student toont voorbeelden van manieren waarop personen/ instanties opkomen voor het thema / de groepering zonder verwijzingen naar doelen of belangen.

De student toont voorbeelden van manieren waarop personen/ instanties opkomen voor het thema / de groepering en verwijst hierin naar verschillende doelen.

De student toont voorbeelden van manieren waarop personen/ instanties opkomen voor het thema / de groepering en verwijst hierin naar verschillende doelen en belangen.

5 De student maakt inzichtelijk welke relevantie informatie hij over het thema / de groepering via twitter heeft gevonden.

De student toont relevante informatie maar de connectie met twitter ontbreekt.

De student toont de informatie die hij heeft gevonden in algemenen termen en benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering.

De student verwijst bij het tonen van informatie naar diverse bronnen (websites, databanken, onderzoeken, instanties, voorstanders, tegenstanders, politieke partijen, wetgeving) en benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering.

Opmerking: Wanneer minimaal 3 criteria een onvoldoende beoordeling krijgen, zal er een compensatieopdracht gemaakt moeten worden

11

Bijlage 2: Inhoudelijke criteria Casustoets AInhoudelijke criteria Casustoets A Onvoldoende Voldoende GoedDe groep maakt inzichtelijk welke relevante informatie zij over het thema / de groepering via twitter heeft gevonden.

De groep toont relevante informatie maar de connectie met twitter ontbreekt.

De groep toont de informatie die zij hebben gevonden in algemenen termen en benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering.

De groep verwijst bij het tonen van informatie naar diverse bronnen (websites, databanken, onderzoeken, instanties, voorstanders, tegenstanders, politieke partijen,

12

wetgeving) en benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering.

De groep maakt inzichtelijk via welke personen en instanties op twitter zij deze informatie heeft gevonden.

De groep toont personen en instanties, maar de koppeling met de weergegeven informatie ontbreekt.

De groep toont personen en instanties en maakt een koppeling met de weergegeven informatie.

De groep toont personen en instanties, maakt een koppeling met de weergegeven informatie en benoemt de maatschappelijk positie van personen / instanties t.a.v. het thema.

Opmerking: deze criteria zijn opgenomen in het moduleboek en gelden voor de posterpresentatie van je subgroep.

Bijlage 3: Inhoudelijke criteria posterpresentatie OTR 4Inhoudelijke criteria Presentatie OTR 4

Onvoldoende Voldoende Goed

1 De student maakt inzichtelijk wat twitter voor hem kan betekenen als professional.

De professionele betekenis van twitter wordt niet of nauwelijks door de student naar voren gebracht.

De studenten benoemt wat twitter in een professionele context voor hem kan betekenen.

De studenten benoemt wat twitter in een professionele context voor hem kan betekenen en kan deze betekenis met voorbeelden verduidelijken.

2 De student maakt inzichtelijk wie De student heeft slechts 0 tot De student laat 15 tot 25 volgers De student laat 15 tot 25 volgers zien en 13

zijn volgers zijn en op welke wijze zij relevant zijn voor het thema / de groepering.

(Diversiteit is o.a. leeftijd, geslacht, functie, maatschappelijke positie, culturele achtergrond, enz.)

15 volgers of maakt niet duidelijk wat de relatie is tussen de volgers en het thema / de groepering of de diversiteit binnen de volgers ontbreekt. (het zijn bijvoorbeeld alleen medestudenten)

zien en maakt duidelijk wat de relatie is tussen de volgers en het thema / de groepering.

maakt duidelijk wat de relatie is tussen de volgers en het thema. De student maakt deze relatie met heldere voorbeelden duidelijk.

3 De student maakt inzichtelijk welke informatie hij op twitter heeft geplaatst en op welke wijze deze informatie relevant is voor het thema / de groepering.

De student toont voorbeelden van informatie zonder verwijzingen naar doelen of de relevantie in relatie tot thema / de groepering ontbreekt.

De student toont voorbeelden van informatie, benoemt de relevantie in relatie tot het thema / groepering, en verwijst hierin naar verschillende doelen.

De student toont voorbeelden van informatie, benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering en verwijst hierin naar verschillende doelen en belangen.

4 De student maakt inzichtelijk hoe hij zichzelf heeft gepresenteerd via twitter.

De voorbeelden die de student toont zeggen niets over professionele presentatie of er wordt geen link gelegd naar het thema / de groepering.

De student toont voorbeelden hoe hij zich gepresenteerd heeft via twitter en op welke wijze dit passend is voor het thema / de groepering.

De student toont voorbeelden hoe hij zichzelf gepresenteerd heeft die gelinkt zijn aan diverse richtlijnen (verwijzen naar externe bronnen) en op welke wijze dit passend is voor het thema / de groepering.

5 De student maakt inzichtelijk op welke wijze twitter op de manifestatie ingezet kan worden.

Het idee dat de student aandraagt past niet bij de doelstelling van de manifestatie.

De student benoemt hoe twitter gebruikt kan worden op de manifestatie en op welke wijze dit aansluit bij het doel van de manifestatie.

De student benoemt hoe twitter gebruikt kan worden op de manifestatie, op welke wijze dit aansluit bij het doel van de manifestatie en benoemt concreet wat er nodig is om dit succesvol uit te voeren.

Opmerking: Wanneer minimaal 3 criteria een onvoldoende beoordeling krijgen, zal er een compensatieopdracht gemaakt moeten worden

Bijlage 4: Inhoudelijke criteria Casustoets B

Inhoudelijke criteria Casustoets B Onvoldoende Voldoende GoedDe groep maakt inzichtelijk welke informatie zij op twitter hebben geplaatst en op welke wijze deze informatie relevant is voor het thema / de groepering.

De groep toont voorbeelden van informatie zonder verwijzingen naar doelen of de relevantie in relatie tot het thema / de groepering ontbreekt.

De groep toont voorbeelden van informatie, benoemt de relevantie in relatie tot het thema / groepering, en verwijst hierin naar verschillende doelen.

De groep toont voorbeelden van informatie, benoemt de relevantie in relatie tot het thema / de groepering en verwijst hierin naar verschillende doelen en belangen.

De groep maakt inzichtelijk welke resultaten er met de inzet van twitter zijn geboekt t.a.v. het thema / de groepering / de manifestatie.

De groep toont aan welke relevante tweets zijn geretweet.

De groep toont aan welke relevante tweets zijn geretweet en toont aan hoe men heeft deelgenomen aan interactie en discussies (reply, mention en direct message).

De groep toont aan welke concrete resultaten zijn behaald als gevolg van retweets, interactie en discussies.

14

Opmerking: deze criteria zijn opgenomen in het moduleboek en gelden voor de manifestatie van je subgroep.

15

Bijlage 5: Feedback formulier Posterpresentatie mediawijsheid OTR 2 en OTR 4

Feedback formulier Posterpresentatie mediawijsheid OTR 2 en OTR 4Criterium FeedbackInhoud(Zie criteria posterpresentatie OTR2, bijlage 1 en OTR4, bijlage 3)

Wat valt in het algemeen op?- mogelijk m.b.t. diepgang van de inhoud- beargumenteren van keuzes- relatie met het thema / de groepering- beantwoorden van vragen etc.- Wat dient er echt verbeterd te worden gekeken naar de criteria van de casustoets

o v gMedia en visualisering Poster is op één beeld weergegeven (bijv. een enkele dia)

Tekst en afbeeldingen zijn goed leesbaar (ook van afstand)Communicatiewaarde van de poster is goedTekst en afbeeldingen zijn ondersteunend aan presentatieDe poster heeft een overzichtelijke lay-out (relatie achtergrond-tekst-afbeeldingen, gebruik van aandachtsvlakken)De attentiewaarde (opvallen, goede verzorging, goede zichtbaarheid) is goed

Presentatie De presentatie is een logisch en begrijpelijk verhaalDe presentatie is kort en bondigDe vorm (inleidend, vragen stellend, vragen beantwoordend, discussie) van de presentatie is (vooraf) duidelijk voor het publiekDe presentator(en) gebruikt poster als ondersteuning (verwijzen regelmatig naar poster)De presentator(en) past de vaardigheden toe die zijn aangeleerd in OLP1 tijdens C&I (stemgebruik, lichaamsbesef, eigenaarschap en contact).

16

Bijlage 6: De posterpresentatieDe posterpresentatieEen posterpresentatie kan in veel vormen verschijnen, het doel is echter steeds hetzelfde. Met een posterpresentatie worden de belangrijkste bevindingen van de opdracht aan het publiek gepresenteerd. Bij een posterpresentatie probeer je zo min mogelijk tekst te gebruiken en zoveel mogelijk beeldmateriaal om het verhaal voor het publiek te verhelderen. Hierbij is het uitgangspunt dat alle belangrijke informatie in één oogopslag is te zien, de poster. Je kunt de poster vervolgens mondeling toelichten.

Voor de opdracht van mediawijsheid (OTR 2 en OTR 4) kent de poster een digitale vorm. Hiervoor kan er gebruikt gemaakt worden van de onderstaande tools.

PowerPoint, mogelijk weer omgezet naar een PDFWord (A1 formaat), opslaan als PDFPreziGlogster Padlet Lino powtoon

Het geheel van de poster is in één beeld zichtbaar en leesbaar. Dat houdt in: niet meerdere pagina’s achter elkaar die je gedurende de presentatie moet doorklikken om de verschillende onderdelen zichtbaar te maken. De visuele boodschap moet simpel; gehouden worden, dus stel de vraag welke boodschap er overgedragen moet worden: wees dus selectief en overweeg zorgvuldig wat de kern van de boodschap is. Laat details weg, beperk de teksten tot een minimum en maak vooral gebruik van goed beeldmateriaal (modellen bijvoorbeeld).

Uiteraard kan er bij de ‘formele’ posterpresentatie ook gebruik gemaakt worden van de eigen creativiteit in een ander medium.

De inhoudelijke criteria dienen middels de posterpresentatie naar voren gebracht te worden.

Tips

Bekijk de beoordelingscriteria goed en zorg dat de poster en je presentatie voldoet aan deze criteria Oriënteer op voorbeelden, op het internet zijn veel voorbeelden te vinden. Maak vooraf een schets en check bij studenten of je poster goed overkomt qua leesbaarheid. Zorg dat de poster, tijdens de presentatie, online of op USB stick beschikbaar is.

17

Bijlage 7: Voorbeelden opnemen van compensatieopdracht.

Voorbeeld 1- Neem jezelf op tijdens het presenteren van de poster

https://www.youtube.com/watch?v=KOQ90cpX3e4

Voorbeeld 2- Neem jezelf en je computerscherm tegerlijktijd op (screencasting). Dit kan bijvoorbeeld met het gratis programma screencast-o-matic. (http://screencast-o-matic.com/)

https://www.youtube.com/watch?v=_iesCsZdw8g

Noot: Bij het eerste voorbeeld kun je een externe camera gebruiken. Deze zijn te leen bij de audiovisuele dienst van onze opleiding (flipcamera met statief).

18