Metaal Magazine 10 - 2011

47
metaal MAGAZINE In dit nummer: Manarme 24/7-productie Draaibewerkingen grote assen Zeer nauwkeurig verspanen met standaardmachine Lassen van aluminium- legeringen Eenmansbedrijf met twee draaifreescentra Verspanen voor lucht- en ruimtevaartindustrie Schijflaser rukt op bij plaatbewerking Nanotechnologie Denktank helpt gereedschapmakers Software geeft juiste uitslag kantpers Jaargang 49 | 10-2011 Dé kennisbron voor de metaal www.metaalmagazine.nl

description

Metaal Magazine is hét vakblad voor de metaal en brengt technische, actuele en praktijkgerichte informatie over metaalproductietechnieken. Metaal Magazine is een multimediaal merk, dat bestaat uit vakblad Metaal Magazine, de website www.metaalmagazine.nl en de gratis e-mail nieuwsbrief.

Transcript of Metaal Magazine 10 - 2011

Page 1: Metaal Magazine 10 - 2011

metaalM A G A Z I N E

In dit nummer:

Manarme 24/7-productie Draaibewerkingen

grote assen Zeer nauwkeurig verspanen met

standaardmachine Lassen van aluminium-

legeringen Eenmansbedrijf met twee

draaifreescentra Verspanen voor lucht- en

ruimtevaartindustrie Schijflaser rukt op bij

plaatbewerking Nanotechnologie Denktank

helpt gereedschapmakers Software geeft

juiste uitslag kantpers

J a a r g a n g 4 9 | 1 0 - 2 0 1 1

D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l

w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l

01_Cover10 05-12-11 09:25 Pagina 1

Page 2: Metaal Magazine 10 - 2011

www.metaalmagazine.nl

GRATIS NIEUWSBRIEFwww.metaalmagazine.nl/nieuwsbrief

PROEFABONNEMENT3 nummers voor 25 eurowww.metaalmagazine.nl/abonneren

Page 3: Metaal Magazine 10 - 2011

Exclusief voor de Metalektro Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen 100% cao-proof

WIA Metalektrop/a Mn ServicesPostbus 11562280 CD Rijswijk

WIA

Uw organisatie draait op fitte en gezonde medewerkers. Maar wat als een medewerker arbeids-

ongeschikt wordt?

Met WIA Metalektro biedt u een ruime dekking voor een eerlijke prijs:

• 100%cao-proof

• scherpgeprijsd

• eenuitkering,ookbuitendebedrijfstak

• eenuitkeringmetbeschermingtegenkoopkrachtverlies

• interessantesecundairearbeidsvoorwaarde:fiscaalvoordeelvooruwmedewerker

Kijk op www.metalektro-wia.infovoormeerinformatie.

230x300_wg.indd 1 02-11-11 12:55

Page 4: Metaal Magazine 10 - 2011

Onze tweets op Twitter zijn een handige, ei-

gentijdse manier om het nieuws in de me-

taalbranche te volgen. Twitter is een inter-

netdienst waarbij gebruikers korte berichtjes

publiceren.

Op http://twitter.com/Metaalmagazine krijgt

u een indruk van onze berichtgeving. Meld

u ook aan voor Twitter en ‘follow’ Metaal

Magazine om steeds snel op de hoogte te

zijn van het metaalnieuws. Dus twitter met

ons mee vanaf uw pc of mobiele telefoon.

Voorpagina:Bij het verspanen van

aluminium is het niet

ongewoon dat meer

dan 90 procent van

het volmateriaal om-

gezet wordt in spanen. De uitdaging voor ae-

rospace-toeleveranciers is om het juiste ge-

reedschap te kiezen in combinatie met ma-

chine, koeling en verspaningsparameters. In

dit nummer meer informatie in twee artike-

len (foto: Reinold Tomberg)

nieuws4 Met één database verspanen

5 Centerpunt

6 Met één click van solid naar CNC

9 Marktimpuls

bedrijvigheid10 Met robot naar 24/7-productie

Touw heeft

twee XR-

760 frees-

machines

van Bridge-

port aange-

schaft, ge-

koppeld

aan een Pro-loader robotcel van BMO. Het be-

drijf heeft daarmee de stap gezet naar man-

arme 24/7-productie

metaalbewerken13 Grote SKT700 LM draaimachine

De Haan Special Equipment heeft geïnvesteerd

in een grote SKT700 LM draaimachine van Hy-

undai Kia en speelt daarmee in op de vraag

naar steeds grotere elementen vanuit de hijs-

kraanindustrie

metaalbewerken14 Standaard presteert als special

Microtech-

niek haalt

met een

standaard-

machine

huzaren-

staaltjes uit:

gaten positioneren met een plaatstolerantie

van 0,05 mm op 2,5 m en aluminium verspa-

nen alsof het een hoogvermogen-machine is

verbinden16 Lassen van aluminiumlegeringen deel 1

Aluminiumlegeringen zijn zonder al te veel pro-

blemen met de meest bekende lasprocessen te

lassen, maar er moet aan bepaalde aspecten van

de lasprocessen de nodige aandacht besteed

worden

metaalbewerken20 Eenmansbedrijf met twee draaifreescentra

Eenmansbedrijf Fimedu Parts Technology in Dui-

ven is dit voorjaar opgestart met de eerste twee

draaifreescentra. Geautomatiseerd compleetbe-

werken

metaalbewerken22 Uitdagingen in de luchtvaartindustrie

Toeleveranciers binnen de luchtvaartindustrie

worden telkens opnieuw uitgedaagd om com-

plexe nieuwe producten te maken uit sterk en

licht materiaal. De tendens is ook nog eens naar

kortere levertijden

metaalbewerken28 Schijflaser rukt op

Voor vlakbedsnijlasers biedt Trumpf nu ook

een 5 kW schijflaser aan. Dezelfde laserbron

zien we ook terug in een lascel waarvan VW er

tientallen bij Trumpf besteld heeft

materialen30 Nanotechnologie

De grote beloften van nanotechnologie worden

stapje voor stapje ingelost. Maar daarmee

wordt de technologie wel steeds relevanter

voor de metaalbewerking

metaalbewerken34 Werkzeugbau Akademie opgericht

De nieuwe Werkzeugbau Akademie (WBA) is

een denktank op het gebied van de ontwikke-

lingen van matrijzen en stempels

machine masterclass36 Software geeft juiste uitslag kantpers

“Geen goede uitslag betekent nooit een goed

product”, stelt directeur Kees Verschoor van

Verschoor Metaal Techniek vast

productnieuws40 Instrumentmaker denkt mee

42 Selectief lasersmelten

Products4engineersals bijlage bij deze Metaal

Magazine

inhoud december

(Advertentie)

Volg Metaal Magazine op Twitter

metaalM A G A Z I N E

In dit nummer:

Manarme 24/7-productie Draaibewerkingen

grote assen Zeer nauwkeurig verspanen met

standaardmachine Lassen van aluminium-

legeringen Eenmansbedrijf met twee

draaifreescentra Verspanen voor lucht- en

ruimtevaartindustrie Schijflaser rukt op bij

plaatbewerking Nanotechnologie Denktank

helpt gereedschapmakers Software geeft

juiste uitslag kantpers

J a a r g a n g 4 9 | 1 0 - 2 0 1 1

D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l

w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 3

3x op uw deurmat voor maar 15 euro !

Mail uw gegevens naar [email protected]

03_Inhoud 05-12-11 09:27 Pagina 3

Page 5: Metaal Magazine 10 - 2011

4 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

N I E U W S

wordt vaak op een te laag niveau doorgegeven.

De kwaliteit van de interfaces deugt niet.

Meestal is de kennis van mensen doorslagge-

vend.” Komen er vervolgens nieuwe mensen,

dan gaat het meteen fout.

In zijn visie kan een metaalbedrijf een aantal

stappen maken om de informatieoverdracht

tussen bijvoorbeeld CAD/CAM, werkvoorberei-

ding, magazijn en inkoop te verbeteren. Een

eerste stap is het invoeren van standaardge-

reedschappen en het afspreken van werkme-

thoden. Een volgend niveau is een directe inter-

face tussen verschillende systemen. Wintool

heeft bijvoorbeeld een directe interface met

Esprit en andere CAM-systemen. Ga je vervol-

gens aan de slag met beheersoftware voor de

verschillende taken in het verspaningsproces

dan kun je volgens Feijen beter kiezen voor

standaardsoftware dan voor een oplossing die

specifiek gebouwd wordt voor één toepassing.

“Met specifieke software haal je wel een hoger

startniveau, maar standaardsoftware groeit veel

beter mee.” Met andere woorden: specifieke

software wordt vaak achterhaald door de snelle

marktontwikkelingen.

Een beheersysteem met een centrale database

kan voorkomen dat CAM-technici, planners,

magazijnmedewerkers, voorinstellers, machine-

operators en de inkopers van het ERP-systeem

werken met eigen lijstjes, soms handgeschre-

ven, met andere naamgeving en andere codes

voor dezelfde gereedschappen.

Het gebruik van één centrale database kan de

effectiviteit enorm verhogen. “Reken maar

mee. Denk aan een bedrijf met twintig NC-ma-

N I E U W S

Het werken met verschillende namen en coderingen

binnen één metaalbedrijf voor dezelfde verspanende

gereedschappen is vragen om problemen. De

vastlegging in bijvoorbeeld een CAM- of een ERP-

systeem moet éénduidig en uitwisselbaar zijn. Een

centrale database is een oplossing.

Met één database verspanen

Het is hem een gruwel, maar hij komt ze nog

steeds tegen: “handgeschreven lijstjes waarmee

de werkvoorbereiding communiceert met het

magazijn over de hoeveelheid verspanende ge-

reedschappen”. Klaas Feijen van Greenock

schudt zijn hoofd. Hij was begin november een

van de sprekers tijdens de seminars ‘Integraal

gereedschapsbeheer en voorinstellen’ in Ede.

Greenock organiseerde de manifestaties in sa-

menwerking met DMG (Deckel Maho Gilde-

meister). Feijen bepleit het gebruik van één cen-

trale database voor alle informatie rondom het

verspaningsproces. Onder de naam Wintool

biedt Greenock een dergelijke database aan

voor gereedschapsbeheer. Volgens Feijen gaat

het met de informatieoverdracht in het verspa-

ningsproces vaak fout bij het doorgeven van in-

formatie. Het CAM-systeem bij veel bedrijven

heeft vaak een hoog technologisch niveau en

ook de mensen die werken met dit systeem zijn

meestal goed geschoold. “Maar de kennis

BarcodesMet de centrale database kunnen bij-

voorbeeld gereedschapslijsten met barco-

des afgedrukt worden. Met deze codes

kunnen vervolgens geautomatiseerde ge-

reedschapuitgifteautomaten, al dan niet

na het intoetsen van een pincode, de

juiste gereedschappen op het juiste mo-

ment vrijgeven. Vragen als ‘wie werkt en

wanneer met welk gereedschap voor

welke werkstukken en hoeveel gereed-

schappen zijn er verbruikt?’ worden dan

transparant. Ook informatie-uitwisseling

met voorinstelapparaten is mogelijk. Het

verschil tussen werkelijke lengte van bij-

voorbeeld een boor of een frees en de

berekende lengte wordt opgemeten en

kan machine- en besturingsspecifiek di-

rect verwerkt worden in het CNC-pro-

gramma.

DOOR: REINOLD TOMBERG

chines die drie werkstukken per week per ma-

chine heeft en twintig gereedschappen per op-

spanning gebruikt. Je hebt dan zestigduizend

gereedschappen die je moet vastleggen. Waar

je met elkaar over moet communiceren. En de

getallen zijn niet overdreven. Je gaat in een be-

drijf heel snel over de honderdduizend. Veron-

derstel dat je tien seconden per gereedschap

nodig hebt. Dan maakt het nogal een verschil

of je het in één keer vastlegt of in de volgende

stappen steeds opnieuw. Ook heb je maar

0,1 procent foutkans, dan nog.”

Met een laserpointer is snel de snijkant van een gereedschap te vinden

en bij een vergroting van 33x zie je een deel van 4,5 mm x 4,5 mm van

het gereedschap, in dit geval een frees, waarvan de werkelijke

diameter en uitsteeklengte bepaald worden

Tijdens de seminars

demonstreerde DMG

het voorinstelapparaat

Vio 210 Microset. Met

deze apparaten is

gegevensuitwisseling

tussen een centrale

database en een

specifieke CNC-machine

mogelijk (foto’s: Reinold

Tomberg)

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 4

Page 6: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 5

De Arbeidsinspectie lanceert een nieuw hulp-

middel om ongevallen op de werkvloer te

voorkomen: de online zelfinspectie Voorkom

Ongevallen. Bedrijven kunnen via deze site zelf

de kwaliteit van de veiligheid in hun organisa-

tie doorlichten. Ze gebruiken dezelfde me-

thode als een arbeidsinspecteur. Met de zelfin-

spectie onderzoeken bedrijven of ze voldoen

aan de arboregels.

C E N T E R P U N T

Soms zijn zaken zo vanzelfsprekend, dat je je afvraagt

waarom ze als noviteit gepresenteerd worden op een vak-

beurs. Tijdens de EuroMold 2011 benadrukten veel CAM-

leveranciers het belang van een goede verspaningsstrate-

gie. Je moet de spanen zo gelijkmatig mogelijk maken. Het

liefst met een zo constant mogelijke spaandoorsnede die

ook weer moet resulteren in een niet-veranderlijke belas-

ting van de machine. Het uiteindelijke doel: een zo hoog

mogelijke verspaningscapaciteit met optimale standtijden

en korte verspaningstijden. Tsja, dat zijn toch precies die

prestaties die je al jaren mag verwachten van CAM-soft-

ware. Of niet? Als u mij dat voor de beurs gevraagd had,

had ik gezegd ‘stand der techniek’.

Op de beurs ben ik gecorrigeerd. Twee voorbeelden. Op de

stand van SurfCam werd op een Okuma bewerkingscen-

trum het programma TrueMill gedemonstreerd voor het

frezen van een titaan werkstuk. Het doel is ‘Maximum Ma-

terial Removal’. Opvallend waren de lange, slanke en ge-

lijkmatige spanen. Bovendien met een zodanige procesbe-

heersing dat het titaan niet verkleurt. Ook SolidCam de-

monstreerde in Frankfurt op een Okuma. Getoond werden

de mogelijkheden van 3D iMachining. Waar eerder geko-

zen werd voor een beperkte snedediepte en een hoog toe-

rental, zie je nu dat gekozen wordt om zoveel mogelijk van

de freeslengte te benutten. Ook hier zie je slanke spanen

met een constante vorm. SolidCam claimt reducties van de

freestijden tot wel 70 procent. Voor mij niet controleerbaar,

maar wel een getal dat een mooie uitdaging vormt voor

een test op een eigen machine.

En verder in Frankfurt? Opvallend veel Chinese gereed-

schapmakers vertegenwoordigd via collectieve deelnemin-

gen. Lange rijen tafeltjes met - meestal onleesbare - posters.

Een uitstraling met een vreugdeloosheid die ik sinds de

Leipziger Messe niet meer heb gezien. Als de Chinezen hier

nog meer aan de bak willen, en neem van mij aan dat ze

dat willen!, dan moet de beurspresentatie in elk geval ver-

beterd worden.

Slanke spanen Reinold Tomberg

[email protected]

Arbeidsinspectie helpt bedrijven

Kleine temperatuuropnemers

Erns

t D

irks

en F

otog

rafi

e

Dit doen ze aan de hand van vier stappen uit

het inspectieproces. Telkens moet een aantal

vragen worden beantwoord.

Na iedere stap volgt een overzicht waarin

wordt aangegeven in hoeverre het bedrijf vol-

doet aan de regels. Voldoet het bedrijf hier

niet helemaal aan? Dan volgt een lijst met ac-

tiepunten.

www.zelfinspectie.nl/voorkomongevallen

Volgens het tijdschrift Physical Review Letters zijn wetenschappers van het Institut für Angewandte

Physik (natuurkunde) van de universiteit Hamburg er in geslaagd om generatie van warmte in

verwarmingselementen op atomaire schaal te onderzoeken. Het lukte hen om het thermische heen-en-

weer schakelen waar te nemen van een uit slechts 80 atomen ijzer bestaande nano-magneet en deze te

gebruikten als thermometer. Ze gebruikten het principe van tunneling: een zeer dicht bij de magneet

geplaatste magnetische naald creëert een elektrische spanning, een zogenaamde tunneling stroom. Hoe

dichter de naald op de magneet, hoe groter de stroom. Bij verschillende frequenties was men in staat de

temperatuur van de magneet te bepalen. Mogelijke toekomstige toepassingen van deze techniek zijn zeer

kleine thermisch schakelende nano-magneten om zeer nauwkeurig lokale temperaturen te meten zonder

beïnvloeding van de omgevingstemperatuur (foto: IDW)

Jaarlijks gebeuren er in Nederland

meer dan tweehonderdduizend

arbeidsongevallen met letsel en

verzuim waarvan honderd met

dodelijke afloop. De sectoren met de

hoogste risico’s zijn de bouw, de

metaal en de op- en overslag

(beeld: Arbeidsinspectie)

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 5

Page 7: Metaal Magazine 10 - 2011

N I E U W S

Het duurt niet meer zolang of een

‘virtual machine’ kan worden ingebed

in een CAM-systeem. Een mooie optie

om bewerkingen te simuleren en

programma’s te testen. Toekomst-

muziek gehoord tijdens de Esprit

gebruikersdag.

“De naam van onze gastheer omschrijft precies

wat we willen.” Aldus Philippe Albert, directeur

van DP Technology Europe, tijdens de gebrui-

kersdag van Esprit die LCMC op 3 november in

Amersfoort organiseerde. LCMC is een afkorting

voor ‘Less Clicks More Chips’. Oftewel: LCMC wil

bereiken dat gebruikers van CAD/CAM-syste-

men met minder toetsaanslagen en/of muisbe-

wegingen sneller tot een verspaningsresultaat

kunnen komen. Albert schilderde tijdens de ge-

bruikersdag zelfs een nabije toekomst waarbij

het met ‘one click’ mogelijk is om vanuit een

solid in één keer het complete programma voor

een CNC-bewerking te genereren. Hij verwacht

dat hij tijdens de Esprit World Conference op 5-

8 juni 2012 in San Diego (USA) meer over de

‘one single click’ kan vertellen die in 2013 be-

schikbaar komt.

Basis voor ‘Less Clicks’ is wat Edwin Schlief van

LCMC omschrijft als ‘knowledge based machi-

ning’ (KBM). Dit is een methode voor het auto-

matisch programmeren van CNC-programma’s.

Op zich niet nieuw, maar in Amersfoort bleek

duidelijk dat het gebruik van KBM de effectivi-

teit van de overgang van CAM naar CNC-pro-

gramma drastisch kan verbeteren. Bij de inzet

van KBM analyseert de software hoe de featu-

res van een solid eruit zien en welke bewerkin-

gen en gereedschappen daarbij behoren. Om

op deze manier te kunnen werken is het uiter-

aard nodig dat de bewerkingstechnologie voor

bijvoorbeeld het maken van kamers, gaten,

schroefdraad en dergelijke éénmalig goed vast-

gelegd wordt. In een metaalbedrijf kan bijvoor-

beeld een werkgroep éénmalig omschrijven

welke verspanende bewerkingen met welke ge-

DOOR: REINOLD TOMBERG

39 bewerkingen automatisch geprogrammeerd met KBM (‘knowledge based machining’) inclusief automatische

strategie en de gereedschapskeuze (afbeeldingen: LCMC)

Met één click van solid naar CNC

6 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

reedschappen het meest optimaal zijn. Dit is

dus eigenlijk een standaardisatie van gereed-

schappen (of samengestelde gereedschappen)

in combinatie met de bewerkingen (standaard-

bewerkingsmethode). Optimaal kan dan be-

trekking hebben op de technische prestaties van

het gereedschap, maar ook op het beperken

van het assortiment aan gereedschappen of het

voorkomen van de inzet van gereedschappen

met te hoge prijzen. Grote voordeel is natuurlijk

dat niet elke keer elke werkvoorbereider bezig

is met de gereedschapkeuze of altijd zijn speci-

fieke, favoriete maandagmorgen- of vrijdag-

middaggereedschap selecteert. KBM voorkomt

dus wildgroei omdat teruggegrepen wordt op

bestaande gereedschappen en bewezen bewer-

kingstechnologie. Tijdens de gebruikersdag liet

LCMC aan de hand van een toepassingsvoor-

beeld van Nordson zien hoe uitgaande van een

solid in drie stappen het CNC-programma tot

stand kwam. Om met KBM te kunnen werken

moeten de gereedschappen er uiteraard wel

zijn (in de ketting van de machine of in het ma-

gazijn).

Vijfassige bewerkingen met ‘lollipop’ in caviteit van

motorblok

Postprocessor wordt driverPhilippe Albert van DP Technology meldde tijdens de gebruikersdag ook een groeiend belang

van de samenwerkingen met machinebouwers. De gedachte hierachter is dat machineleve-

ranciers de postprocessor onderdeel willen laten uitmaken van de machineleverantie. De post-

processor wordt dan als een soort gestandaardiseerde driver meegeleverd met de machine en

CNC-besturing. Op deze manier wordt volgens Albert voorkomen dat iedereen zelf “aan de post-

processor zit te draaien”. Die driver is volgens Albert nodig om een juiste match te maken tussen

CAM-programma’s en de machine-eigenschappen. Op deze manier kunnen alle eigenschappen

van een machine optimaal benut worden: de technologie van machineleveranciers wordt bo-

vendien van CNC toepasbaar in het CAM-programma. Ook het ingebruiknemen van een ma-

chine kan veel sneller. Nog maar een kwestie van uren omdat de afstemming optimaal is. Die in-

gebruikname wordt in de toekomst veel kritischer volgens Albert. Denk aan een klein freesdraai-

centrum met twee spillen met C-assen, waarvan één spil schuin omhoog kan zwenken, een re-

volver met twee eigen assen en een freesspil met zwenk- en Y-as en uiteraard een Z-as voor de

langsverplaatsing. “Daar kan niet iedereen zomaar een postprocessor voor schrijven.”

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 6

Page 8: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 7

Het NEN lanceert de praktijkgids ‘Implementatie van MVO en

ISO 26000’. ISO 26000 is een internationale richtlijn voor maat-

schappelijk verantwoord ondernemen. In het boek staan prak-

tijkcases van organisaties die deze richtlijn toepassen. Het boek

is geschreven door Pierre Hupperts en Hans Kröder.

www.nen.nl

Draaibankfabrikant Jesco uit Taiwan heeft LVDN uit Lelystad uit-

gekozen voor de vertegenwoordiging in Nederland. De verte-

genwoordiging heeft betrekking op de eigen modellen van

Jesco. Deze zijn qua ontwerp gelijk

aan de vorige Colchester modellen

en voldoen eveneens aan de hoge

kwaliteitsnorm van Colchester-

Harrison.

www.lvdn.nl

TNO gaat de NTS-Group uit Eindhoven ondersteunen in de ont-

wikkeling tot precisie-verspaner. Hiervoor wordt een nauwkeu-

rige Hembrug-machine van TNO naar de NTS-Group verhuisd en

zal TNO een aantal medewerkers scholen op deze machine. De

machine blijft beschikbaar voor onderzoek door TNO.

www.nts-group.nl

www.tno.nl

Fabrikant van rolomvormmachines Dreistern uit Schopfheim (D)

heeft een nieuwe website gelanceerd. Naast producten, toepas-

singen en up-to-date informatie kunnen er ook brochures ge-

download worden en zijn er enkele video’s te zien van rolom-

vormtechnieken.

www.dreistern.com

De KFBS smeerpomp van SKF kan een

hoger aantal smeerpunten dan 19 aan.

In combinatie met de nasmeerverdelers

van SKF krijgen zelfs bij temperaturen

van -25°C alle smeerpunten gegaran-

deerd de juiste hoeveelheid vet.

www.skf.com/lubrication

Siemens PLM Software biedt gratis downloads aan van de volle-

dige versies van Solid Edge en Femap in combinatie met

NX Nastran-software. De trial-versies van Solid Edge ST4 en

Femap 10.2, inclusief het volledige pakket aan features en trai-

ningen, zijn voor 45 dagen kosteloos te gebruiken.

www.plm.automation.siemens.com/nl

GBO Design uit Helmond en

Van der Hoorn buigtechniek

uit Geldrop hebben samen

de ronde bank Circulo ont-

wikkeld. De Circulo is deel-

baar en daardoor om een

boom of om een op maat

ontworpen plantenbak te plaatsen. De twee helften zijn ook in-

dividueel tegen een wand te plaatsen. Bij evenementen kunnen

de frames opgestapeld worden. Het frame van de Circulo is ver-

krijgbaar in aluminium, staal en RVS en is volledig nestbaar.

www.circulos.eu

K O R T

Sneller lassen met roestvast staal

Opgroeitechniek versnelt ontwerp lichtunitsHofmann Innovation Group uit Lichtenfels (D)

ontwerpt en produceert lichtunits voor model-

len. Het duurt met bestaande technieken als

spuitgietwerk ongeveer 25 weken om een ont-

werp van een lichtunit tot uiteindelijke seriepro-

ductie te verwezenlijken. Hofmann kan het nu

in twaalf weken realiseren door gebruik te

maken van technieken als lasersintering (kunst-

stof) en lasercusing (metaal). Volgens directeur

Robert Hofmann kan zijn bedrijf dat realiseren

met 35 tot 40 procent van de kosten vergeleken

met de traditionele spuitgietwerkmethode.

Het TIG-lassen van rvs met argon heeft als voordeel het zuivere smeltbad. Er zijn echter ook een paar

nadelen: naast de hogere warmte-inbreng is de relatief lage lassnelheid wel het grootste nadeel. Air

Products uit Amsterdam introduceert daarom Innomaxx TIG-gas. Het is een gasmengsel van Argon met

toevoeging van 2% tot 5% waterstof. Dit gas kan de lassnelheid bij het lassen van austenitisch roestvast

staal (bijvoorbeeld 316L, 308L, 309L, 347) aanzienlijk versnellen. Tevens is het gebruik van een gaslens aan

te bevelen omdat er dan een laminaire gasuitstroom ontstaat, die de las aanzienlijk verbetert. Bij het

gebruik van Innomaxx TIG-gas in plaats van argon wordt de blootstelling aan ozon verminderd

(foto: Air Products)

Directeur

Robert

Hofmann met

de koplampunit

van de nieuwe

Volkswagen

Beetle (foto:

Hofmann

Innovation

Group)

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 7

Page 9: Metaal Magazine 10 - 2011

8 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Products4Engineers terug in print

Designboek over metalen verpakkingen

N I E U W S

12-14 januariPolyclose

Gent (B)www.polyclose.be

17-19 januari Vakbeurs TIV Gorinchem

Gorinchem www.evenementenhal.nl/harden-berg

25-26 januari Vakbeurs RapidPro

Veldhoven www.rapidpro.nl

28 februari-3 maartVakbeurs Metav 2012

Düsseldorf (D)www.metav.de

4-7 maart Vakbeurs Eisenwarenmesse

Keulen (D)www.eisenwarenmesse.de

13-16 maart Vakbeurs Technishow

Utrechtwww.technishow.nl

13-16 maart Vakbeurs ESEF

Utrecht www.esef.nl

27-29 maart Vakbeurs On & Offshore 2012

Gorinchemwww.evenementenhal.nl

17-20 april Vakbeurs PaintExpo

Karlsruhe (D) www.paintexpo.com

23-27 april Vakbeurs Hannover Messe 2012

Hannover (D) www.hannovermesse.de

9-11 mei Congres Laser Technology ILT

Aken (D) www.lasercongress.org

Ardagh Group uit Deventer komt met een de-

signboek dat uitsluitend gaat over metalen ver-

pakkingen. Het boek ‘The Power of Metal Pack-

aging’ heeft zowel aandacht voor eenmalige

verpakkingen als bierblikjes en verfblikken,

maar ook voor verpakkingen die constant her-

gebruikt kunnen worden. “De verpakkingsont-

werper moet zijn mindset veranderen. Om te

streven naar vermindering van afval moet er

meer aandacht komen voor verpakkingssoorten

A G E N D A

Zie ook de meer uitgebreide

agenda op de site van Metaal Magazine:

www.metaalmagazine.nl

Metaalmanifestaties

Products4Engineers is een tijd alleen

online geweest, maar nu is de

printuitgave terug van weggeweest. Dit

najaar verschijnt de eerste vernieuwde

uitgave. Products4Engineers biedt het

grootste aanbod technische

componenten, producten en machines in

Nederland. Ook de producten in de

rubriek Technisch Nieuws van Metaal

Magazine staan onder het vijfcijferige

infonummer op deze website. Ga voor

meer informatie, een gratis abonnement

en/of nieuwsbrief naar:

www.products4engineers.nl/vakblad.php

die constant hergebruikt kunnen worden in

plaats van verpakkingen voor eenmalig gebruik.

Dit kan door de recyclebaarheid van het mate-

riaal al in de ontwerpfase mee te nemen.” Dit

zegt professor dr. Michael Braungart (toonaan-

gevend deskundige op het gebied van milieu-

vriendelijk ontwerpen en grondlegger van het

cradle-to-cradle-principe) in het nieuwe design-

boek bestemd voor verpakkingsontwerpers en

merkeigenaren.

Nieuwe decoraties, lichtere

verpakkingen, ontwerpen

en gebruiksmogelijkheden

worden ook in het boek

beschreven (foto: Ardagh

Group)

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 8

Page 10: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 9

M A R K T I M P U L S

Directeur Steven Hoogslag van automatiseerder Nedsystems uit

Rotterdam bij de eerste BFB Touch 3D Printer van Widenhorn uit

Hoorn. Voor Nedsystems is

de aanschaf van de Touch

3D Printer bedoeld voor

het verkennen van de 3D

printmarkt en als opstap

naar operationele onder-

steuning van haar relaties

in de toekomst. De Touch

3D is een kant-en-klare

printer met de mogelijk-

heid om met extra printkoppen ook gecompliceerde prints met

ondersteuning van supportmateriaal af te drukken.

www.wia.nl

Zorge uit Katwijk heeft haar watersnijcentrum uitgebreid met

de nieuwste abrasief watersnijtafel van Resato. Hiermee kan af-

hankelijk van het materiaal met water of een abrasief mengsel

worden gesneden. Er kan onder meer worden gesneden in

zachte schuimmaterialen, rubbers, harde kunststoffen, metalen

en keramiek, van dun tot enkele centimeters dik. Deze snijtafel

is uitgerust met direct aangedreven motoren voor nauwkeurige

snijprestaties.

www.resato.com

ZME Fijnmechanisch Ate-

lier uit Utrecht heeft de

eerste Willemin model

508 MT besteld bij Boe-

lens Machines uit Don-

gen. De Willemin Maco-

del 508 MT is een hoog-

precisie achtassen ge-

stuurde machine die zowel draaien als vijfassen simultaan frezen

op een hoog niveau beheerst. Met de uitbreiding van het ma-

chinepark met deze Willemin kan ZME nu alle bewerkingen

maken in één opspanning.

www.boelensmachines.nl

De nieuwste investering van Vlot Staal uit Groot Ammers is de

door Eijerkamp Techniek uit Nieuwerkerk a/d IJssel geleverde

Italiaanse BTM volautomatische lintzaagmachine model 60.40 A

CNC DS met een automatisch verstekinstelling en 3.000 mm aan-

voerslag. De zaagvoeding- en snelheid passen zich automatisch

aan de materiaalvorm

aan. Robert Lock: “Voor

de eigen productie van

machinecomponenten

en machineframes is de

capaciteit van deze

zaagmachine ruim vol-

doende, maar wij willen

ook voor derden gaan

zagen, waarbij we tot 600x400 mm, of Ø400 mm kunnen zagen

met een nauwkeurigheid binnen 1 mm.

www.eijerkamptechniek.nl

Compleet CNC starterspakket

LVDN uit Lelystad biedt startende ondernemers

een basiswerkplaats aan inclusief twee jaar ga-

rantie en onderhoud voor 99.000 euro. Omdat

banken veel zekerheden vragen krijgen uitste-

kende ondernemingsplannen soms geen uitvoe-

ring. Door het bieden van aanvullende zekerhe-

?

Een goed gepolijst 2012 gewenst

Afgelopen jaar was een bewerkelijk jaar, waarin het aanvankelijke optimisme nu ietwat getemperd is. Toch

zijn de resultaten van 2011 goed te noemen en blijft de export groeien. Het team van Metaal Magazine

wenst u in ieder geval alvast fijne feestdagen en een voorspoedig en gepolijst 2012 (foto: Jeroen Aalberts)

den aan de starter helpt LVDN de financiering in

te vullen. Het basis machinepakket bestaat uit

een Colchester CNC draaibank of teach-in combi-

natie draaibank met een Bharat Fritz Werner ver-

ticaal CNC bewerkingscentrum. Daarnaast bevat

het pakket een standaard set gereedschap waar-

mee de starter voorlopig vooruit kan.

De machines zijn uiteraard ook

afzonderlijk te bestellen (foto: LVDN)

04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 9

Page 11: Metaal Magazine 10 - 2011

10 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

“Omdat we mee willen spelen in de Champions League van de fijnmechanica.” Dat

noemt directeur Jelle Touw van Fijnmechanische Industrie Touw in Breda als de

achterliggende gedachte bij de aanschaf van twee XR-760 freesmachines van

Bridgeport, gekoppeld aan een Pro-loader robotcel van BMO. Het bedrijf heeft

daarmee de stap gezet naar manarme 24/7-productie en naast een forse uitbreiding

van de capaciteit biedt het ook de flexibiliteit die Touw voor ogen staat.

DOOR: JAN OONK

Het hart van de nieuwe productiecel wordt ge-

vormd door de Pro-loader, bestaande uit een

zes assige robot en een magazijnsysteem met vijf

laden. Een dergelijk ladensysteem biedt volgens

Touw de meest compacte oplossing. De laden

zijn voorzien van rasterplaten met een gatenpa-

troon in verschillende afmetingen, waarbij een

hoek fungeert als nulpunt voor de positionering

van het product. Bij kleine producten kunnen

alle vier hoeken van het rasterpatroon eventu-

eel als nulpunt worden gebruikt.

De Pro-loader wordt geflankeerd door twee

spiegelend opgestelde (in verband met de toe-

gankelijkheid) drieassige verticale XR-760 frees-

machines. Het gaat hierbij om robuuste en

De Pro-loader, met robot en ladenmagazijn, aan

beide zijden geflankeerd door een XR-760

freesmachine van Bridgeport. Een productwissel

door de robot kost ongeveer 30 s (foto’s: Jan Oonk)

Met robot naar 24/7-productie

10-11-Touw 05-12-11 09:32 Pagina 10

Page 12: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 11

zware machines met een vermogen van 18,5

kW uit de high performance lijn van Bridgeport,

in ons land vertegenwoordigd door Hardinge in

Raamsdonkveer. De machines (met een repe-

teernauwkeurigheid van 4 µm) zijn uitgerust

met interne koeling, thermische compensatie en

een BIG-Plus opname, waarbij het gereedschap

zowel radiaal als axiaal aanligt. Dat biedt, in

combinatie met krimphouders en de juiste fre-

zen van Iscar, de stabiliteit die nodig is om het

onbemande proces betrouwbaar uit te voeren.

Een draadloos meetsysteem voor de gereed-

schappen en een SMS-module die waarschuwt

wanneer de bewerking is stopgezet vanwege

een storing behoort tot de uitrusting.

“De robot gaat steeds meer tot de standaarduit-

rusting behoren van bewerkingsmachines”,

aldus de overtuiging van Touw. “Net als auto-

matische stafaanvoer bij draaimachines.” De

nieuwe productiecel vormt voor hem dan ook

een ideale mogelijkheid om kennis en ervaring

op te doen met deze vorm van continue en on-

bemande productie. “Met name bij de tweede

en derde opspanning, wanneer de contouren

van het product zichtbaar worden, is het van

belang om bij complexe en fragiele producten

een nauwkeurige opspanning te bereiken zon-

der dat de robot het product fijnknijpt”, zoals

Touw aangeeft. “Maar we zijn op de goede

weg.” Om kritische producten, waarbij extra

kennis en zorgvuldigheid wordt gevraagd, te

bewerken beschikken de machines naast een

automatische ook over een handmatige op-

spanklem.

Audio en video“Waar we goed in zijn is de combinatie van fijn-

mechanische bewerkingen en assemblage”, zo

typeert Touw zijn onderneming. Het gaat daar-

bij om productformaten van één tot 50 centi-

meter, van prototypes en enkelstuks tot series

tot zo’n honderd stuks. Het scala aan materialen

dat wordt bewerkt is daarbij opvallend breed

en varieert van staal en roestvast staal tot alu-

minium, magnesium, messing en kunststoffen.

Belangrijke afzetmarkten zijn onder andere de

professionele audio- en videosector, de voe-

dings- en genotmiddelenindustrie, de machine-

bouw en de laboratoriumwereld.

Touw noemt onderdelen voor camera’s en aller-

lei elektronicabehuizingen als voorbeelden van

producten die op het menu staan. De nieuwe

productiecel komt al meteen van pas bij de ver-

vaardiging van een samengestelde beugel

waarin een lcd-scherm (viewfinder) op professi-

onele camera’s wordt bevestigd en waarvoor

FMI Touw het prototype heeft gemaakt. “Dat

loopt opeens zo hard, maar met de beide

Bridgeports en de robot kunnen we die capaci-

teit volledig invullen.”

“Samen met de klant tot iets moois komen”, is

voor Touw het uitgangspunt. Al staat de time-

to-market momenteel zo onder druk dat de

ruimte om lessen te trekken daarvoor tot zijn

spijt soms te beperkt is. “Iedereen moet door”,

en dat staat de diepgang van de contacten wel

eens in de weg.

Het machinepark telt onder andere diverse

draaibanken van Okuma, met automatische

stafaanvoer en aangedreven gereedschappen.

Op het gebied van frezen kan (naast de nieuwe

robotcel) worden teruggevallen op een aantal

verticale freesmachines van Bridgeport met

vierde as en drie bewerkingscentra van Lead-

well. De laatste beschikken over een palletwis-

selsysteem, een vorm van automatisering waar-

bij (afhankelijk van de complexiteit van het pro-

duct) een deel van de nacht onbemand kan

worden overbrugd. <<<

B E D R I J V I G H E I D

FMI Touw in BredaFMI Touw is in 1991 ontstaan als verzelfstandiging van de

mechanische werkplaats van Philips Breda. Sindsdien is de

focus verschoven naar het verspanende werk, al beschikt

het bedrijf nog altijd over alle mogelijkheden op het ge-

bied van plaatbewerking. Dat blijft echter beperkt tot

kleine series, ‘de kruimels die anderen laten liggen’. Hoe-

wel 80 procent van de omzet binnen de Benelux wordt

bereikt zijn er ook contacten met klanten in Groot-Brit-

tannië, Israël, Thailand en de Verenigde Staten. Het be-

drijf telt 22 medewerkers, waarbij operators dankzij de

automatiseringsslag meerdere machines bedienen.

Robot steeds meer standaard

Directeur Jelle Touw: “Samen met de

klant tot iets moois komen”

10-11-Touw 05-12-11 09:33 Pagina 11

Page 13: Metaal Magazine 10 - 2011

Gibas Numeriek B.V.Catharijne 11358 CC ALMERETel: 036 - 540 60 00Fax: 036 - 540 60 10

• Volledige 5-assige besturing Fanuc 31iA5 met 19” LCD monitor met Nakamura-Tome Intelligent Programming System

• Combinatie glaslinialen en hoogprecisie kogelomloopspindels (Nauwkeurigheidsklasse C3) met koeling in de lineaire assen X1/Y1 en Z1

• Extreem hoge indexeer nauwkeurigheid van de B1 en C-as

• Geïntegreerde freesspindel met dubbele ATC voor 2 x 24 gereedschappen

• Hoofdspindel, tegenspindel en revolver voor 24 gereedschappen

De nieuwe Twin ATC machine

van Nakamura-Tome, de MX-5:

Een combinatie van een

5-assig bewerkingscentrum en

een draaimachine.

Page 14: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 13

Een jaar geleden heeft De Haan Special

Equipment in Stadskanaal geïnvesteerd

in een grote SKT700 LM draaimachine

van Hyundai Kia. Het bedrijf speelt

daarmee in op de vraag naar steeds

grotere elementen vanuit de

hijskraanindustrie.

DOOR: JAN OONK

“Onderblokken en takelblokken voor mobiele

kranen, aangevuld met aanverwante zaken

voor de offshore die te maken hebben met hef-

fen en hijsen”, zo vat technisch directeur Henny

Meijering het productassortiment van De Haan

Special Equipment in één zin samen. De kranen

worden onder meer ingezet in havens, op sche-

pen en binnen de industrie.

Ook in dit marktsegment van heffen en hijsen is

sprake van een trend naar steeds grotere forma-

ten en tonnages. Afgelopen jaar nog heeft De

Haan bijvoorbeeld een enorm takelblok ver-

vaardigd, met een hijscapaciteit van 3.000 ton.

Het blok zelf heeft een massa van 111.000 kg.

Het is duidelijk dat het bij De Haan dus voorna-

melijk draait om het grote en zware werk. Dat

weerspiegelt zich in de samenstelling van het

machinepark, waar grote draai- en freesmachi-

nes de boventoon voeren.

Extra C-asZo is een jaar geleden een grote SKT700 LM

draaimachine van de Zuid-Koreaanse machine-

bouwer Hyundai-Kia aangeschaft, in ons land

vertegenwoordigd door Dymato in Veenendaal.

Niet het aantal bestuurbare assen maakt hier in-

druk, maar met name de productformaten die

bewerkt kunnen worden. Op de machine kun-

nen producten tot een diameter van 1.000 mm

en een lengte van 3.250 mm worden bewerkt.

De hoofdspil heeft een vermogen van 45 kW, bij

een maximaal toerental van 1500 min-1. De

SKT700 LM is uitgerust met een revolver met

twaalf posities voor (aangedreven) gereed-

schappen met een stabiele BMT85 opname.

De SKT700 LM beschikt over twee lineaire assen

(X en Z), aangevuld met een extra C-as (de M in

de typeaanduiding) met een indexering van

0,001º. Dankzij die C-as en de aangedreven ge-

reedschappen kunnen ook aanvullende boorbe-

werkingen in een zelfde opspanning worden

uitgevoerd. Met name bij deze grote en zware

producten is dat een groot voordeel. De aange-

dreven gereedschappen hebben een vermogen

van 11 kW, het maximale toerental bedraagt

3.000 min-1. Meijering noemt verder de schuin-

beduitvoering van de SKT700 LM een belangrijk

voordeel. De klauwplaat zit dankzij deze con-

structie voor in de machine en is eenvoudig te

benaderen. <<<

De SKT700 LM in zijn volle omvang in bedrijf bij De Haan Special Equipment (foto: Jan Oonk)

M E T A A L B E W E R K E N

StabiliteitNaast de machinedimensies en de bewer-

kingsmogelijkheden is de stabiliteit en

betrouwbaarheid van de machine voor

Henny Meijering eveneens van doorslag-

gevend belang. Op dat punt hebben de

positieve ervaringen met een wat klei-

nere SKT28 draaimachine van Hyundai

Kia een belangrijke rol gespeeld. “Die

machine is inmiddels zo’n vier jaar in be-

drijf en bevalt uitermate goed, zowel qua

productiviteit als betrouwbaarheid. De

machine heeft al die jaren vrijwel sto-

ringsvrij gedraaid.” Die degelijkheid

heeft de SKT700 LM, naast de zware uit-

voering, onder meer te danken aan de

stabiele blokgeleidingen voor de X- en Z-

as. Vanwege zijn ruime bewerkingsmo-

gelijkheden en zijn stabiliteit wordt de

SKT700 LM vooral ingezet voor draaibe-

werkingen aan grote assen, haken en

moeren. Enorm takelblok

Groot vereist stabiliteit

Een grote dubbelhaak in bewerking op de SKT700 LM (foto: De Haan)

13_Haan 05-12-11 09:33 Pagina 13

Page 15: Metaal Magazine 10 - 2011

14 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Met een standaardmachine haalt Microtechniek

huzarenstaaltjes uit: gaten positioneren met een

plaatstolerantie van 0,05 mm op 2,5 m en aluminium

verspanen alsof het een hoogvermogen-machine is.

Het sleutelwoord is stabiliteit.

DOOR: REINOLD TOMBERG

In Beverwijk staat een Matec – 30P. Geen nieuws

want Microtechniek werkt al vanaf 2007 met

deze portaalmachine. Wél bijzonder zijn de ver-

spanende bewerkingen die Microtechniek met

dit vijfassige bewerkingscentrum uitvoert. Wa-

penfeit: het frezen van gaten in sandwichpane-

len met een plaatstolerantie van 0,05 mm over

een afstand van 2,5 mm. Oftewel: de gaten po-

sitioneren met een tolerantie van ± 0,017 mm

op 2500 mm!

Clement Kieftenbeld, directeur-eigenaar van

Microtechniek, vertelt dat de sandwichpanelen

ingezet worden als dragers voor de zonnepane-

len van de Galileo satellieten. Galileo is het Eu-

ropese GPS-navigatiesysteem waarvan inmid-

dels de eerste satellieten in een baan om de

aarde zijn gebracht. In totaal zal Microtechniek

als toeleverancier meer dan honderd panelen

leveren aan opdrachtgever Dutch Space.

Het sandwichpaneel dat op de Matec bewerkt

wordt heeft een oppervlak van 2,5 m bij 1,2 m

en een dikte van pakweg 25 mm. Het huidma-

teriaal van de sandwich is vezelversterkt kool-

stof, de kern is een aluminium honingraat. Dat

laatste is vrij gemakkelijk te verspanen, de kool-

stofhuid is echter vrij hard en kwetsbaar. Bij de

hogesnelheidsbewerking is de gereedschapslij-

tage een kritische factor.

De vraag is natuurlijk hoe Microtechniek het

lukt om op een standaardportaalcentrum als de

Matec – 30P te werken met dergelijke nauw-

keurigheden. Kieftenbeld: “Het gaat om stabi-

liteit. De machine staat in een eigen hal met een

constante temperatuur, dus een stabiele werk-

omgeving. Bovendien is de machine opgesteld

op 156 heipalen. Dit is ook van belang als je

nauwkeurig wilt werken. Je rijdt tenslotte met

een kolom van 16 ton heen en weer. Dan moet

alles wel op zijn plaats blijven”. De Matec - 30P

De Matec – 30P bij Microtechniek in Beverwijk bezig met het verspanen van aluminium. Bij het verspanen van

dit lichtmetaal werken de mensen van Microtechniek met relatief hoge snedediepten en relatief lage

voedingen (foto’s: Reinold Tomberg)

Special ProductsDe Matec – 30P behoort tot de afdeling ‘Special Products’ van Microtechniek. Andere afdelingen van het in

Beverwijk gevestigde bedrijf zijn Productie en de Serviceafdeling. Deze afdelingen zijn respectievelijk actief

met het aanmaken van reserveonderdelen als assen en wielen en las- en opbouwwerkzaamheden van grote

constructies tot wel 40 ton. Bij Microtechniek werken meer dan honderd mensen die ongeveer een omzet van

15 miljoen euro genereren.

Standaardpresteert als special

14-15_Microtechniek 05-12-11 09:34 Pagina 14

Page 16: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 15

is een machine met een vast opgesteld bed met

een rijdend portaal. Het bereik is 4 m x 3 m x 1,1

m (X x Y x Z). Gelet op het leveringsprogramma

van Matec praten we hier over een relatief

kleine machine. De andere twee assen, rotatie-

en zwenkas, zijn ondergebracht in de freeskop.

KalibrerenKieftenbeld vervolgt: “Verder wordt onze ma-

chine elk jaar door onze leverancier Limas in sa-

menwerking met Matec door middel van laser-

metingen helemaal gekalibreerd. Dit duurt één

dag tot drie dagen en eventuele afwijkingen

worden in de CNC-besturing gecompenseerd.

Of we vervangen machineonderdelen”.

Hans Blomen, van Limas uit Neer, vertelt dat er

weinig bedrijven in Nederland zijn die zo conse-

quent als Microtechniek de machines periodiek

laten kalibreren. Het resultaat: na de kalibratie

heeft het portaalbewerkingscentrum een posi-

tioneernauwkeurigheid van 0,0035 mm op een

afstand van 4 m. Anders gezegd: 3,5 micrometer

op 4.000 mm. “Daarmee is onze machine beter

dan dat Matec garandeert”, aldus Kieftenbeld.

Ter vergelijking: de coördinatenmeetmachine

van Microtechniek bereikt 4 micrometer op

4.000 mm. Met dit in het achterhoofd is het niet

vreemd dat Microtechniek gecertificeerd is om

de Matec ook te gebruiken als meetmachine.

Bijkomend voordeel: de werkstukken blijven tij-

dens de meting opgespannen op de vacuümta-

fel en kunnen dus niet doorbuigen.

Het rasterpatroon van de vacuümopspantafel is

een hulpmiddel voor Microtechniek om voor de

start van elke productiebatch de machine steeds

te controleren of alles binnen specificaties is. Na

een uur warmdraaien wordt een meting uitge-

voerd en de resultaten hiervan worden vergele-

ken met een referentie die weer is gebaseerd op

de lasermeting. Na enkele dagen wordt dit her-

haald en volgt voor het eigenlijke verspanen

nog een controle.

MotorframeVoor de Ariane 5 draagraket maakt Microtech-

niek ook het frame voor de hoofdmotor van de

eerste trap van de Ariane. Op dit frame komt de

stuwkracht van 140 ton die de Ariane de ruimte

in brengt. Daarbij geholpen door een tweetal

boosters (vaste-brandstofraketten). Het motor-

frame is een kegelachtige constructie van pak-

weg 5,5 m diameter bij een hoogte van 4 m. Mi-

crotechniek verspaant op de Matec de alumini-

umdelen die bij Fokker Hoogeveen samenge-

steld worden tot een motorframe. Het alumi-

nium dat bewerkt wordt is een speciale legering

van hogesterkte-aluminium. Van het uitgangs-

materiaal wordt tot 97 procent verspaand uit

volmateriaal als blokken en platen om tot de

uiteindelijke gewenste vorm te komen.

In vergelijk met andere toeleveranciers die wer-

ken voor opdrachtgevers in de Aerospace valt

op dat Microtechniek werkt met een machine in

een standaarduitvoering. Geen speciaal-machi-

nes dus. De Matec heeft bijvoorbeeld ‘maar’ 30

kW op de hoofdspil beschikbaar en dat oogt

‘mager’ in vergelijking met vermogens van wel

100 kW die elders ingezet worden voor het alu-

minium verspanen.

Om toch voldoende verspaningscapaciteit te be-

halen frezen de mensen van Microtechniek op

‘stabiliteit’. De snedediepte is relatief hoog en

de voeding wat lager. Het resultaat is tóch een

voldoende hoeveelheid spanen. Een verspa-

ningsvoorbeeld: tijdens de rondleiding in Bever-

wijk wordt een aluminiumplaat verspaand met

een volhardmetalen frees die vol het materiaal

ingaat met een snedediepte van 20 mm (of 22

mm) met een voeding van 7 m/min. De frees

draait met een toerental van 12.000 min-1. Vol-

vermogen is niet eens nodig: 60 procent van het

maximaal vermogen is voldoende om op deze

manier te kunnen verspanen. De hoeveelheid

spanen is indrukwekkend. Het is dan ook niet

verwonderlijk dat naast de Matec een spanen-

briketteerpers staat. <<<

Een aluminium werkstuk gefreesd bij Microtechniek

Een monster van het sandwichmateriaal waarin Microtechniek circulair gaten freest met een plaatstolerantie

van 0,05 mm over een afstand van 2,5 mm

M E T A A L B E W E R K E N

Tolerantie van 0,025 mm

op 2500 mm

14-15_Microtechniek 05-12-11 09:34 Pagina 15

Page 17: Metaal Magazine 10 - 2011

16 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Aluminiumlegeringen zijn zonder al te veel

problemen met de meest bekende lasprocessen te

lassen, maar er moet aan bepaalde aspecten van de

lasprocessen de nodige aandacht besteed worden.

Bepaalde aluminiumlegeringen zijn beter te lassen

dan andere. Maar ook moet er rekening gehouden

worden met bepaalde materiaaleigenschappen. Zo

gaat bijvoorbeeld sterkteverhoging vaak gepaard

met een afname in de lasbaarheid van het materiaal.

Ook zijn aluminiumlegeringen bijvoorbeeld gevoelig

voor kristalsegregatie en kunnen tijdens het lassen

warmscheuren ontstaan.

DOOR: THEO LUIJENDIJK, TU DELFT

Aluminium is onedeler dan ijzer (staal), maar

heeft onder atmosferische en oxiderende om-

standigheden een betere corrosiebestendigheid

dan staal door de afsluitende oxidehuid, zie fi-

guur 1. De oxidehuid op het aluminiumopper-

vlak levert echter problemen op bij het lassen

van dit materiaal. Verder neemt aluminium bij

het lassen gemakkelijk waterstof op en dit kan

aanzienlijke poreusheid in de las opleveren. De

opname van waterstof leidt niet tot koudscheu-

ren zoals dat het geval is bij constructiestaal.

Echter, aluminium is wel gevoelig voor het op-

treden van warmscheuren, terwijl in construc-

tiestaal zelden warmscheuren zullen voorko-

men.

In de Amerikaanse normen worden de alumini-

umlegeringen gekenmerkt door een code be-

staande uit vier getallen. Bijvoorbeeld AA 5083

is een aluminiummagnesiumlegering met 4,5

procent magnesium en minder dan 1 procent

mangaan. In de Europese normen wordt ge-

bruikgemaakt van een codering waarmee de sa-

menstelling wordt weergegeven, bijvoorbeeld

AlMg4,5Mn. De lettercode AA in de Ameri-

kaanse aanduiding staat voor Aluminium Asso-

ciation en wordt bijna altijd weggelaten. In

tabel 1 zijn de diverse groepen aan aluminium-

legeringen weergegeven. In deze tabel zijn ook

de belangrijkste kenmerken van de diverse

groepen vermeld.

Opvoeren van de sterkteDe sterkte van aluminiumlegeringen kan op een

aantal manieren verhoogd worden. Technisch

zuiver aluminium is zacht en heeft een geringe

sterkte. Door koud te vervormen kan de sterkte

aanzienlijk worden opgevoerd. Deze manier

van sterkteverhoging gaat wel gepaard met een

afname in de taaiheid van het materiaal. Lege-

ren is een tweede manier om de sterkte te ver-

hogen. Legeren in combinatie met een koud-

vervorming levert hogere sterktes op. Voorbeel-

den daarvan zijn de aluminiummangaan- en de

aluminiummagnesiumlegeringen. De derde ma-

nier om de sterkte te verhogen is de precipita-

Bij het lassen van aluminiumlegeringen moet aan bepaalde aspecten van de lasprocessen de nodige aandacht

besteed worden (foto: Paul Quaedvlieg)

Lassen van aluminium-

legeringen deel 1

Figuur 1. Elektronenmicroscopische opname van de

aluminiumoxidehuid. Let op de staafvormige

aluminiumoxidekristallen (foto: Aldor)

16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 16

Page 18: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 17

tieharding. Een warmtebehandeling die bestaat

uit oplosgloeien op hoge temperatuur (circa

450°C) gevolgd door afschrikken naar kamer-

temperatuur en daarna langdurig gloeien op

een temperatuur tussen 120°C en 180°C. Een

precipitatieharding resulteert in een aanzienlijk

hogere sterkte met een nog zeer acceptabele

taaiheid van het materiaal. Koudvervorming ter

verdere verhoging is dan ook probleemloos mo-

gelijk na een precipitatieharding. Precipitatie-

harding op verhoogde temperatuur wordt

kunstmatig verouderen genoemd en wordt

aangeduid met de code T6 achter de codering

van het materiaal. Voorbeeld AA 6061T6 (de

kunstmatig verouderde aluminiummagnesi-

umsiliciumlegering 6061). Deze legering zal na

afschrikken van hoge temperatuur ook bij ka-

mertemperatuur precipiteren. Een bij kamer-

temperatuur geprecipiteerde legering wordt

aangeduid met de codering T4. Precipiteren bij

kamertemperatuur wordt natuurlijk veroude-

ren genoemd.

OververouderingHet zal duidelijk zijn dat een koudvervorming in

de warmtebeïnvloede zone van de las volledig

of voor een deel opgeheven zal worden en dat

dit ten koste gaat van de sterkte van het mate-

riaal. Dat is ook het geval bij het lassen van de

precipitatiehardende legeringen. Dicht aan de

smeltlijn zullen de precipitaten oplossen en ver-

der van de smeltlijn treedt oververoudering op.

Het lassen van precipitatiehardende legeringen

leidt derhalve eveneens tot een aanzienlijke

verlaging van de sterkte van de lasverbinding.

In tabel 2 is aangegeven wat de gevolgen zijn

voor de sterkte van het lassen van de diverse

aluminiumlegeringen. In deze tabel is ook de

warmscheurgevoeligheid van de diverse typen

vermeld.

Drie maandenHet sterkteverlies bij het lassen van de precipi-

tatiehardende soorten en de koudvervormde

materialen treedt op in de warmtebeïnvloede

zone. Dicht aan de smeltlijn zal de temperatuur

zo hoog zijn dat de precipitaten zullen oplossen

en zal rekristallisatie en korrelgroei optreden.

Bij voldoende snelle afkoeling na het lassen zul-

len de legeringselementen in oplossing blijven

(oververzadiging). In de AlZnMg-legeringen

zonder koper en ook in de AlMgSi-legeringen

zal na enige tijd precipitatieharding bij kamer-

temperatuur optreden en de sterkte geleidelijk

toenemen. De maximale sterkte is na ongeveer

drie maanden bereikt. Deze uitscheidingshar-

ding wordt natuurlijk verouderen genoemd. Op

enige afstand van de smeltlijn is de temperatuur

lager en zullen de precipitaten niet in oplossing

gaan, maar gaan groeien. Dit verschijnsel wordt

oververoudering genoemd en leidt tot een ver-

laging van zowel de sterkte als taaiheid van het

materiaal. Oververoudering kan alleen opgehe-

ven worden door een nieuwe precipitatiehar-

ding. De hoge temperatuur die daarvoor nodig

is levert problemen op. Opgepast moet worden

dat de constructie niet door zijn eigen gewicht

in elkaar zakt en een goede ondersteuning is

noodzakelijk. Verder kan een constructie zo

groot zijn, dat daarvoor geen oven beschikbaar

is.

WarmtebehandelingHet sterkteverlies na lassen voor de kunstmatig

verouderde legeringen (T6 behandeling) is fors

en kan 30 tot 40 procent bedragen. Dit leidt tot

een aanzienlijk lager toelaatbare belasting van

de constructie. Om het sterkteverlies na lassen

te beperken kiezen fabrikanten van gelaste

constructies vaak voor de T4 toestand. Op enige

afstand van de smeltlijn zullen de bij kamertem-

peratuur gevormde precipitaten bij verhoogde

temperatuur enigszins uitgroeien, maar dit leidt

niet tot een groot verlies aan sterkte. Door na

het lassen gedurende 2 uur te gloeien op 180°C,

zullen de opgeloste precipitaten zich opnieuw

uitscheiden en zal de sterkte daar toenemen.

Hoewel een T6 materiaal een grotere sterkte

heeft dan een T4 materiaal, kan voor een te las-

sen constructie beter voor de T4 leveringstoe-

stand gekozen worden. De sterkte van de las-

verbinding na de warmtebehandeling van 2 uur

op 180°C doet daardoor vaak niet onder voor

V E R B I N D E N

>>>

Tabel 1. Aluminiumlegeringen en hun kenmerken

Type legering Codering Sterkteverhoging door Algemene kenmerken

Technisch 1xxx Koudvervormen Geringe sterkte, goede corrosie-

zuiver Al bestendigheid (verpakkingsmateriaal)

Al-Cu 2xxx Precipitatieharding en Hoge sterkte en vermoeiingssterkte,

koudvervormen slechtere corrosiebestendigheid

Al-Mn 3xxx Oplossingsharding en Hogere sterkte dan 1xxx serie; goed

koudvervormen corrosiebestendig

Al-Si 4xxx Oplossingsharding Gietlegeringen en lastoevoeg-

materialen

AlMg 5xxx Oplossingsharding en Goede sterkte en goed corrosie-

koudvervormen bestendig

AlMgSi 6xxx Precipitatieharding en Goede sterkte en uitstekend

koudvervormen extrudeerbaar

AlZnMg 7xxx Precipitatieharding en Hoge sterkte en goede corrosie-

koudvervormen bestendigheid

Tabel 2. Overzicht lasbaarheid aluminiumlegeringen

Type legering Codering Lasbaarheid

Technisch 1xxx Sterkteverlies bij de koudvervormde soorten,

zuiver Al kans op warmscheuren

Al-Cu 2xxx Groot verlies aan sterkte; slecht lasbaar door warmscheuren

Al-Mn 3xxx Sterkteverlies bij de koudvervormde soorten

Al-Si 4xxx Voornamelijk toegepast als lastoevoegmateriaal

AlMg 5xxx Goed lasbaar, maar sterkteverlies bij de koudvervormde soorten

AlMgSi 6xxx Groot verlies aan sterkte; slechter lasbaar door warmscheuren

AlZnMg 7xxx Koperhoudende soorten zijn slecht lasbaar.

Groot verlies aan sterkte door oververoudering

Figuur 2. Verloop van de hardheid in een

lasverbinding van de AlMgSi-legering AA6061

(figuur: A. Gales, TNO)

16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 17

Page 19: Metaal Magazine 10 - 2011

18 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

de sterkte van de lasverbinding van het T6 ma-

teriaal.

In figuur 2 is de afname van de hardheid in de

warmtebeïnvloede zone van een precipitatie-

hardende legering als gevolg van lassen weer-

gegeven. In figuur 2a is het verlies aan sterkte

te zien in de lasverbinding ten opzichte van het

basismateriaal voor een aantal aluminiumlege-

ringen.

WarmscheurenAluminiumlegeringen zijn gevoelig voor kristal-

segregatie. Segregatie van legeringselementen

resulteert in de vorming van laagsmeltende ver-

bindingen aan de kristalgrenzen. De kristalse-

gregatie treedt op tijdens het gieten van het ba-

sismateriaal en kan door langdurig gloeien op

hoge temperatuur grotendeels, maar nooit vol-

ledig opgeheven worden. Ook na walsen en ex-

trusie is de kristalsegregatie nog voor een deel

aanwezig. Dit houdt in dat als gevolg van de se-

gregatie gevormde laagsmeltende verbindin-

gen aan de kristalgrenzen in de warmtebeïn-

vloede zone eerder zullen smelten dan de rest

van het basismateriaal en weer later zullen stol-

len bij de afkoeling van de lasverbinding. Lassen

veroorzaakt krimpspanningen en in de zone

waarin de laagsmeltende verbindingen nog

vloeibaar zijn of onvoldoende sterk om de

krimpspanningen op te vangen zal scheurvor-

ming kunnen optreden. De scheuren ontstaan

als gevolg van het smelten van structuurbe-

standdelen en worden om die reden smelt-

scheuren genoemd. Een voorbeeld van een

smeltscheur in de warmtebeïnvloede zone van

een hoeklasverbinding wordt in figuur 3 ge-

toond.

Segregatie treedt ook op bij de stolling van de

las en kan stolscheuren, de andere vorm van

warmscheuren, veroorzaken. Om stolscheuren

te voorkomen wordt in het algemeen gelast

met een niet warmscheurgevoelig lastoevoeg-

materiaal. De aluminiumsiliciumlegeringen zijn

nauwelijks warmscheurgevoelig en worden om

die reden als lastoevoegmateriaal gebruikt. De

warmscheurgevoeligheid kan verder beperkt

worden door te lassen met geringe warmte-in-

breng. Dan wordt weinig basismateriaal omge-

smolten en wordt een voor warmscheuren wei-

nig gevoelige las gevormd. De Al-Mn en de Al-

Mg legeringen zijn weinig gevoelig voor warm-

scheuren, maar van de precipitatiehardende

legeringen kunnen vooral warmscheuren optre-

den bij de Al-Mg-Si legeringen en de Al-Zn-Mg-

legeringen die koper bevatten. Deze legeringen

zijn minder gevoelig voor warmscheuren en

kunnen vaak probleemloos worden gelast als ze

geen koper bevatten.

BindingsfoutenAluminium is een goede warmtegeleider en bij

de start van het lasproces kunnen gemakkelijk

bindingsfouten worden gevormd. Bij het TIG-

lassen, waarbij warmte- en materiaaltoevoer

gescheiden zijn, is de kans op bindingsfouten

aanzienlijk geringer dan bij het MIG-lassen. Bij

het TIG-lassen kan met materiaaltoevoer ge-

wacht worden tot zich een voldoende groot

smeltbad heeft gevormd, maar bij het MIG-las-

sen zal met het starten van de elektrische boog

onmiddellijk materiaal worden toegevoerd en

is de kans op bindingsfouten groot. Fabrikanten

van stroombronnen hebben daar diverse oplos-

singen voor bedacht. Een daarvan is de zoge-

noemde softstart. De boog wordt ontstoken bij

een betrekkelijk lage stroomsterkte (geringe

draadaanvoersnelheid) en daarna wordt de

draadaanvoersnelheid en daarmee de stroom-

sterkte geleidelijk opgevoerd. Zo krijgt het las-

bad de gelegenheid zich te ontwikkelen. Bij het

lassen met een push-pull systeem is er de moge-

lijkheid de draad na het starten van de boog iets

terug te trekken en het materiaaltransport even

uit te stellen. Alle pogingen van de stroombron-

fabrikanten berusten op het kort onderbreken

van de koppeling van warmte- en materiaaltoe-

voer. In figuur 4 wordt een voorbeeld gegeven

van een bindingsfout die ontstaan is bij de start

van het lasproces. Een andere methode om bin-

dingsfouten bij het starten te voorkomen is de

door lastechnicus Willem Brabander ontwik-

kelde techniek. Deze berust op het ontsteken

van de boog via het TIG-proces. Als de boog vol-

doende lang heeft gebrand om een smeltbad te

vormen wordt het MIG-lasproces gestart. In

deze oplossing wordt gebruikgemaakt van een

in een carbotip teruggetrokken lasdraad. De

elektrische boog wordt gestart met behulp van

de carbotip en na enige tijd overgenomen door

de lasdraad. Deze fraaie oplossing is helaas nog

niet commercieel verkrijgbaar.

Een ander probleem bij het lassen van alumi-

nium is de relatief grote uitzetting van het ma-

teriaal. In het tweede deel van deze publicatie

zal aangegeven worden welke consequenties

dit heeft voor het lassen. Ook zal aan het ont-

staan van poreusheid in de las meer aandacht

worden besteed en tenslotte zal een aantal ge-

schikte lasprocessen wat uitgebreider worden

behandeld. <<<

Figuur 3. Kenmerkende stolscheuren in de WBZ van

een AlMgSi-legering (foto: Theo Luijendijk)

Figuur 4. Dwarsdoorsnede van een aluminiumlas met bindingsfout (foto: Theo Luijendijk)

Figuur 2a. Verlies aan sterkte in de lasverbinding ten

opzichte van het basismateriaal voor een aantal

aluminiumlegeringen (figuur: A. Gales, TNO)

16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 18

Page 20: Metaal Magazine 10 - 2011

Met de trein naar de METAV vanaf

38 Euro incl. beurstoegang

Meer informatie:

Fairwise bv, tel. 070-3501100. [email protected]

Verein Deutscher Werkzeugmaschinenfabriken e.V.Corneliusstraße 4 · 60325 Frankfurt am MainTel. +49 69 756081-0 · Fax +49 69 [email protected] · www.metav.de

METAV201228 februari – 3 maart

Düsseldorf

www.metav.de

Internationale beurs voor productietechniek en automatisering

1127_METMAG_NL_METAV_161211_METAV 2012 22.11.11 09:46 Seite 1

V A K B E U R S V O O R I N D U S T R I Ë L E P R O D U C T I E T E C H N I E K

13-16 MAART 2012 | JAARBEURS UTRECHT | WWW.TECHNISHOW.NL

PROFESSIONALS UIT DE METAAL-, MACHINE-,

ELEKTROTECHNISCHE-, RUBBER- EN

KUNSTSTOFINDUSTRIE

GA NAAR WWW.TECHNISHOW.NL VOOR MEER INFORMATIE

TECHNI-SHOW IS GELIJKTIJDIG MET

Page 21: Metaal Magazine 10 - 2011

20 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Uiteindelijk wil René Beverwijk als eenmansbedrijf

onbemand werken met vier geavanceerde

draaifreescentra. Zijn bedrijf Fimedu Parts

Technology in Duiven is dit voorjaar opgestart met

de eerste twee machines. Geautomatiseerd

compleetbewerken.

DOOR: REINOLD TOMBERG

“Het verhaal dat de bank niet wil meewerken,

is niet altijd zo.” Volgens René Beverwijk gaat

het de banken om een visie. Klopt het onderne-

mingsplan, dan is het zijn ervaring dat er ook in-

vesteringsgeld beschikbaar komt. Beverwijk is

directeur-eigenaar van de startende onderne-

ming Fimedu Parts Technology in Duiven (Fijn-

metaal Duiven). Grijnzend: “Maar op mijn

kaartje had ook kunnen staan schoonmaker,

machinesteller, veger, programmeur, werkvoor-

bereider, inkoper, verkoper enzovoort”. Fimedu

is namelijk een eenmansbedrijf. Operationeel

sinds maart 2011. Maar wel een bijzonder een-

mansbedrijf: in de hal in Duiven staan twee Na-

kamura-Tome draaifreescentra van het type

Super NTJ. Volgens Nakamura-Tome gaat het

hier om een machinetype met een ‘Productivity

superior to that of a machining center’. Dit is

precies de troef waarmee Beverwijk de bank

overtuigd heeft. “Ik heb een eenmanszaak met

een fte-capaciteit van vijftien mensen en mijn

twee machines hebben een output waar bij an-

dere metaalbedrijven een stuk of zeven machi-

nes voor nodig zijn. Bij het opstellen van zijn on-

dernemingsplan en het opstarten van Fimedu

heeft Beverwijk veel steun gehad van ABN

Amro en van Gibas Numeriek uit Almere die de

machines van Nakamura-Tome op de markt

brengt. “Maar voor alle duidelijkheid, het zijn

mijn machines en er is bijna een miljoen euro

geïnvesteerd. Maar zonder hulp van de mensen

van Gibas die geloven in mijn visie, was het niet

van de grond gekomen.”

Zeven dagenDe twee machines gaan zeven dagen in de

week, dus ook zaterdag en zondag, twintig uur

per dag verspanen. Beverwijk richt zich daarbij

op complex kleinseriewerk van hoogwaardige

materialen die met een hoge nauwkeurigheid

volledig geautomatiseerd bewerkt worden.

Denk aan materialen als roestvast staal, titaan

en hoogwaardige nikkellegeringen. Afnemers

hiervoor zijn onder andere te vinden in de me-

dische hoek, de fijnhydrauliek, in de meet- en

regeltechniek en optische industrie. Aerospace

hoort uiteraard ook in dit rijtje thuis, maar als

startend eenmansbedrijf is de kwaliteitsborging

een verhaal apart. Omdat er in het bedrijf geen

‘second opinion’ is, moet Beverwijk eerst zijn

meetproces ook vergaand automatiseren om

gecertificeerd te kunnen werken. Als nauwkeu-

righeid voor zijn werk noemt Beverwijk een

waarde van 2 micrometer gemeten op de draai-

diameter.

René Beverwijk bij een Nakamura-Tome Super NTJ. Op de achtergrond is door de geopende deuren van de

machine de gezwenkte bovenrevolver goed zichtbaar. “Bijna een miljoen euro geïnvesteerd” (foto’s: Reinold

Tomberg )

“Houding van ‘dat doen we toch altijd al zo’ loslaten”

Eenmansbedrijf met twee

draaifreescentra

20-21-Fimedu 05-12-11 09:37 Pagina 20

Page 22: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 21

Beverwijk: “Ik had het natuurlijk ook anders

kunnen doen. Voor een paar duizend euro een

machine of wat machines kopen uit een faillis-

sement en dan zelf dag en nacht werken achter

verouderde machines om een inkomen te ver-

dienen. Maar, ik ben van mening dat het anders

kan. Ik wil een onbemande fabriek waar com-

plex werk in kleine series van pakweg 100 tot

2500 stuks volledig geautomatiseerd verspaand

wordt. Ik heb in mijn vorige banen altijd geroe-

pen dat we in Europa en Nederland heel goed

rendabel kunnen metaalbewerken als we de

houding van ‘dat doen we toch altijd al zo’ los-

laten”. Voorheen werkte Beverwijk in loon-

dienst onder andere voor een gereedschapfa-

brikant, een fijnmechanisch metaalbedrijf en

voor een gereedschapleverancier.

Vier machines Voor Fimedu Parts Technology heeft Beverwijk

duidelijk voor een geheel eigen richting geko-

zen. Zijn eerste idee om vier draaifreescentra in

een vierkant in de hal in Duiven op te stellen,

bleek gelet op de benodigde investering net

een stap te ver. Vandaar dat er nu ‘maar’ twee

machines opgesteld staan. Hij benadrukt dat

het bij zijn manier van werken niet gaat om de

hoogst mogelijke productiviteit, maar om de

beheersbaarheid van het proces. “Hoe sneller,

hoe beter is achterhaald.” Dat betekent dus zo-

danige verspaningsparameters dat de standtij-

den altijd 100 procent voorspelbaar reprodu-

ceerbaar zijn. Om onbemand te kunnen werken

is een hoge automatiseringsgraad nodig. Naast

de machine komt een robot voor de uitname

van het product en om het product te reinigen.

Ook kan deze robot ingezet worden voor het

geautomatiseerd gereedschapwisselen. Een an-

dere taak kan zijn het geautomatiseerd wisselen

van de opspanmiddelen. Elk draaiwerkstuk

wordt dan met een eigen opspanning vanuit

een magazijn van en naar de hoofdspil ge-

bracht. Op de machine moet niet alleen geme-

ten worden, maar er is ook een camerasysteem

nodig voor de aanwezigheid van gereedschap-

pen en om te controleren of de gereedschap-

pen vervuild zijn.

Op dit moment programmeert Beverwijk de

Fanuc besturing van de beide machines vaak

nog op de werkvloer. Ook dit wil hij volledig

geautomatiseerd op afstand kunnen uitvoeren.

Dus programmeren en simuleren met behulp

van een CAD/CAM-systeem om vervolgens via

een internetverbinding de programma’s te

laden in de machine. Het ‘probleem’ is echter

nog dat hij nog geen CAD/CAM-systeem heeft

kunnen vinden dat sneller kan programmeren

dan dat hij zelf aan de machine kan op grond

van zijn jarenlange ervaring. Dus nu heeft hij

‘gewoon’ de software van Fanuc op zijn compu-

ter geïnstalleerd en na het handmatige pro-

grammeren plugt hij zelf de programma’s in de

machine. <<<

De twee draaifreescentra van Fimedu zoals opgesteld in Duiven. De robot kan onder meer worden ingezet voor

het reinigen van werkstukken of voor het wisselen van gereedschappen en werkstukken

M E T A A L B E W E R K E N

Zwenkende revolver met aangedreven gereedschappenDe twee draaifreescentra van het type Nakamura-Tome Super NTJ waar Fimedu mee werkt,

kenmerken zich door een bovenrevolver die CNC-gestuurd over een B-as over 182º kan zwen-

ken. De machine kan dus boren en frezen onder elke hoek. De machines hebben naast de

zwenkbare bovenrevolver ook een onderrevolver en een hoofd- en tegenspil. Door Gibas Nu-

meriek is de afgelopen jaren in ons land intussen een aantal van deze machines verkocht. Beide

revolvers kunnen uiteraard voorzien worden van aangedreven gereedschappen. Op deze

manier kan de bovenrevolver functioneren als een ‘freesspil’. In vergelijking met een draai-

freescentrum met een freesspil kan een zwenkende bovenrevolver natuurlijk veel sneller

een gewenste positie bereiken.

Ook omdat het niet nodig is om

een freeshouder uit een gereed-

schappositie te halen. De machines

van Fimedu hebben een doorlaat

van 65 mm. Enkele andere techni-

sche gegevens zijn: maximale draai-

diameter is 190 mm, maximale

draailengte is 970 mm, de machine

heeft een Y-slag van 90 mm, de

hoofdspil kan een maximaal toe-

rental bereiken van 5.000 min-1 en

de aangedreven gereedschappen

kunnen een toerental halen van

6.000 min-1.

Een kijkje in een geopende Nakamura-Tome Super NTJ. Een

machine voor compleetbewerken met twee revolvers en

twee spillen

20-21-Fimedu 05-12-11 09:37 Pagina 21

Page 23: Metaal Magazine 10 - 2011

22 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Toeleveranciers binnen de luchtvaartindustrie worden telkens opnieuw uitgedaagd

om complexe nieuwe producten te maken uit sterk en licht materiaal. Of het nu om

titaan of om composietmateriaal gaat, de uitdaging blijft om het juiste

gereedschap te kiezen in combinatie met de juiste machine, koeling en

verspaningsparameters. De tendens is ook nog eens naar kortere levertijden,

waardoor compleetbewerking en vijfassige machines sterk in opmars zijn.

DOOR: PAUL QUAEDVLIEG

De bewerking van componenten voor de lucht-

en ruimtevaartindustrie is veeleisend. De ge-

bruikte materialen behoren tot de taaiste soor-

ten zoals bijvoorbeeld titaan- en nikkellegerin-

gen, maar ook hoogvaste roestvast staalsoor-

ten. Daarnaast wordt er steeds vaker gebruikge-

maakt van koolstofvezelversterkte en

composietmaterialen, soms weer in combinatie

met bijvoorbeeld aluminium. Tevens moet de

productiviteit van deze bewerkingen omhoog,

want nieuwe, lichtere en dus zuinigere vliegtui-

gen zijn niet aan te slepen.

Volgens Bruno Gardes, Aerospace Manager

voor de regio Europa bij Sandvik Coromant,

wordt een goede bewerking verkregen door

Bij het voorfrezen van aluminiumspanten wordt 90 procent van het materiaal omgezet in spanen (foto’s: Paul Quaedvlieg)

“Veel vraag naar op maat gemaakte gereedschappen”

Speerpunten aerospace:

Licht, sterk en snel

22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 22

Page 24: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 23

een combinatie van factoren. “Het is essentieel

dat de bewerkingsvolgorde, de koelmiddeldruk

en -hoeveelheid en de dynamica van het ge-

reedschap allemaal optimaal zijn. De nieuwste

CNC-machines bieden veel mogelijkheden wat

betreft vermogen, draaimoment, spilsnelheden

en versnelling/vertraging. Maar het is aan de ge-

reedschapsfabrikanten om te blijven werken

aan de ontwikkeling van gereedschappen met

een juiste balans van benaderingshoek, aantal

tanden en een optimaal verspaningsvolume. De

grootste uitdagingen hierbij zijn wel de veilig-

heid en een voorspelbare levensduur.”

Het materiaal heeft een enorme invloed op het

ontwikkelingsprogramma voor snijgereed-

schappen. Composieten hebben bijvoorbeeld

een uiterst schurende werking en vragen om

harde gereedschapsmaterialen en -coatings, ter-

wijl hittebestendige superlegeringen (HRSA’s)

op het snijpunt fel opwarmen, zodat er een coa-

ting met een goede thermische barrière nood-

zakelijk is. Bij het bewerken van titaan doet zich

het probleem van kraterslijtage voor, wat om

een innovatieve geometrie en uiterst scherpe

snijkanten vraagt.

KoelingEen van de aspecten om de productiviteit en dus

ook standtijd en de verspaningssnelheid te ver-

hogen is een juiste koeling van het gereedschap

tijdens het verspanen. Daar zijn meerdere moge-

lijkheden voor zoals het koelmiddel toevoeren

onder hoge druk (HPC = High Pressure Cooling),

maar ook het koelen met vloeibare stikstof.

De in de vliegtuigbouw gebruikte metaalsoor-

ten hebben bij verspaning last van lange spa-

nen. Het breken van de spaan gebeurt nage-

noeg niet. Door met een hoge druk het koel-

middel op het snijvlak tussen wisselplaat en

spaan te richten, breekt de spaan vlak na het

snijden in kleine stukjes. Gardes: “Tegenwoor-

dig zijn veel CNC-machines standaard voorzien

van een koelmiddeltoevoer met een druk van

70 bar tot 100 bar, wat voldoende is om koel-

middel onder hoge druk (HPC) te gebruiken.

Door het gereedschapsontwerp te optimalise-

ren, kunnen alle mogelijkheden van HPC tijdens

het bewerken worden benut. Zo bereikt men

volledige spaancontrole en een langere stand-

tijd. Door op het gebied tussen wisselplaat en

spaan een straal koelmiddel onder hoge druk te

richten, worden wisselplaat en werkstuk sneller

gekoeld, waardoor het gereedschap minder

slijt, dunne spanen in de gewenste richting wor-

den geleid en zelfs de spaanlengte kan worden

bepaald. Dit leidt tot een snellere spaanafvoer

vanaf de snijkant en een regelmatiger bewer-

kingsproces met minder kans op onderbrekin-

gen. Systemen als deze bieden een optimale

spaanafvoer en een betrouwbaarheid die bij

onbemande productie noodzakelijk is.”

Een tweede voordeel van HPC is dat de snijsnel-

heid omhoog kan. In sommige gevallen kunnen

bewerkingsparameters wel met een factor drie

omhoog. Er zijn overigens al machines leverbaar

met een tweede koelcircuit waarbij de druk

wordt opgevoerd naar 300 bar. De spanen wor-

den hierbij nog kleiner.

Vloeibare stikstofEen andere vorm van koeling die meer zicht-

baar wordt binnen de metaalindustrie is het cry-

ogeen koelen. MAG toonde dit principe met

vloeibare stikstof als noviteit op een aantal ma-

chines op de EMO 2011 in Hannover. Maar ook

het Werkzeugmaschinenlabor WZL van de

RWTH in Aken heeft al diverse proeven uitge-

voerd met deze manier van koelen. Bij cryogeen

koelen worden normaalgesproken vloeibare

stikstof (-196°C) of koolzuursneeuw (-79°C) ge-

bruikt. Volgens het WZL zijn er twee duidelijke

voordelen: minder slijtage aan het gereedschap

en hogere snijparameters. Er werden proeven

gedaan met stikstofkoeling (LN2) bij het frezen

M E T A A L B E W E R K E N

Nederlanders in de vliegtuigbouwNederland heeft op het gebied van vliegtuigbouw de nodige ervaring. Er zijn dan ook diverse metaalbedrijven

gespecialiseerd in en gecertificeerd voor het maken van vliegtuigcomponenten. Een van die bedrijven is Landes

uit Emmen. Het bedrijf profileert zich als high-end verspaningsspecialist. Landes maakt onder meer speciale

brackets voor de straalmotoren en scharnierdelen voor vliegtuigdeuren. Metaal Magazine sprak met Sander

van der Laan, Operations Manager bij Landes, over het verspanen van titaan. “Een van de belangrijkste zaken

bij het verspanen van titaan, is een uitstekend spanenmanagement. Het gereedschap moet de spanen goed

kwijt kunnen en er moet goed gekoeld worden.” Landes werkt met koeling onder druk van 80 bar, afhankelijk

van de machine. Ook wordt per product en machine bekeken of er door het gereedschap heen gekoeld moet

worden of dat er wordt gekoeld van buitenaf. Van der Laan: “Voor de gereedschapsopname bij de verspaning

van titaan gebruiken wij SK-50 en HSK-100. Veel standaard hardmetalen gereedschappen voldoen voor ons,

maar we zijn wel continu bezig met het testen van verbeterde gereed-

schappen. Daarnaast blijft Landes testen met nieuwe strategieën. Het

gaat ons daarbij vooral om nog sneller te kunnen verspanen.”

Landes zet in op compleetbewerking en beschikt daartoe over een aan-

tal vijfassige DMG en Hermle machines. “We hebben ook wel een aan-

tal drie- en vierassige machines staan, maar we investeren nu vooral in

vijfassige machines. Daarop kunnen we met speciale freesbanen de pro-

ducten optimaal bewerken. Daarnaast kijken we altijd wat de ontwik-

kelingen in de markt zijn. Alleen zo kun je innovatief in de vliegtuig-

branche blijven verspanen.”

>>>

Titaan vereist speciale verspaningstechnieken en gereedschap

(foto: Landes)

Kenmerken verspanen vliegtuigbouw- Titaanaandeel groeit.

- Aandeel composietmateriaal groeit.

- Speciale materialen eisen speciale be-

werkingen.

- Veel gebruik van hardmetalen gereed-

schappen.

- Aandeel op maat gemaakte gereed-

schappen groeit.

- Speciale koeling bij harde materialen.

- Meerassige machines voor compleetbe-

werking.

- Hoogdynamische machines bij verspa-

ning aluminium.

- Stabiele zware machines bij verspaning

titaan.

Bruno Gardes, Sandvik: “Volledige spaancontrole en

een langere standtijd zijn belangrijk binnen de

vliegtuigindustrie” (foto: Sandvik Coromant)

22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 23

Page 25: Metaal Magazine 10 - 2011

24 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

van de titaanlegering TiAl6V4. Na 16 minuten

bewerken en conventioneel koelen met koel-

vloeistof (niet onder hoge druk) was er aan het

vrijloopvlak van de snijkant al slijtage te zien. Bij

het gereedschap dat gekoeld werd met vloei-

baar stikstof was amper slijtage zichtbaar. Een

bijkomend voordeel volgens het WZL is dat het

vloeibare stikstof volledig oplost, waardoor

zowel het werkstuk, de spanen als de bewer-

kingsruimte van de machine droog en schoon

blijven.

CompleetbewerkingOm het verspanen van vliegtuigcomponenten

in de praktijk te kunnen zien bezocht Metaal

Magazine onlangs het Duitse bedrijf Premium

Aerotec in Varel (D). Hier worden diverse com-

plexe onderdelen gemaakt uit aluminium, staal

en titaan voor alle typen Airbus-vliegtuigen,

maar ook voor het militaire transportvliegtuig

A400M en de straaljager van het type Euro-

fighter. In Varel worden ongeveer 1,7 miljoen

componenten per jaar met 23.000 verschillende

tekeningnummers gemaakt. Er wordt zo’n

14.000 ton aan aluminium verbruikt met een

gemiddeld verspaningspercentage van 50 pro-

cent en bij grote onderdelen zelfs van 97 pro-

cent. Dit soort getallen duidt op een grote flexi-

biliteit in de productie.

Om deze kleine series met een grote flexibiliteit

op een economische manier te kunnen bewer-

ken, zet Premium Aerotec vol in op compleet-

bewerking. “Om nauwkeurig de diverse titaan-

onderdelen volautomatisch en onbemand te

kunnen bewerken in één opspanning, moet je

vertrouwen op stabiele en zware machines in

combinatie met het juiste gereedschap”, legt

Matthias Lange, manager technologie en ge-

reedschappen bij Premium Aerotec uit. In Varel

staan ongeveer dertig vijfassige bewerkingscen-

tra voor kleinere onderdelen en vijftien nege-

nassige draaibanken voor gedraaide onderde-

len. Er staan meerdere bewerkingsstraten die

bestaan uit diverse aan elkaar gekoppelde Ma-

kino’s L66 5XD. Op het gebied van draaibanken

zien we onder andere twee grote WFL machines

staan.

Parallelkinematische spilGrote onderdelen die aan twee kanten bewerkt

worden zoals bijvoorbeeld spanten, worden wel

twee keer opgespannen. Voor deze grote on-

derdelen beschikt Premium Aerotec over zeven-

tien grote bewerkingscentra met een totaal van

44 spindels. Daarbij bevinden zich machines van

Dörries Scharmann Technologie (DST) met een

parallelkinematische spil. Deze kunnen met een

hoge dynamiek simultaan vijfassig frezen. Er

worden aanzetsnelheden gebruikt van 20

m/min tot 25 m/min. “Met de parallelkinemati-

sche spillen kunnen moeilijk bereikbare hoeken

van de spanten bereikt worden”, legt Lange uit.

“Bij het voorfrezen van de aluminium spanten

wordt 90 procent van het materiaal omgezet in

spanen. Een aantal van deze DST-machines

heeft een spilvermogen van 75 kW en draaien

tot 24.000 min-1. De frezen, vaak met drie snij-

kanten, maken zo’n duizend spanen per se-

conde, wat neerkomt op zo’n vijf liter aan spa-

nen per minuut.”

500 per dagDe standtijd van het gereedschap bij het verspa-

nen van aluminium is rond de tien uur. “We ver-

Kostbare spanenHet aandeel titaan in bepaalde vliegtuigen wordt steeds groter. Bij de nieuwe Airbus A350 be-

staat straks 14 procent van de totale massa uit titaan. Bij Premium Aerotec zagen we op het

buitenterrein een gesmeed halffabrikaat liggen. “Daar ligt voor 50.000 euro aan materiaal”,

legt Matthias Lange uit. “Na het vlakken blijft een product over met een massa van 500 kg.

Daarna wordt het product in 80 uur bewerkt tot er een spant overblijft met een massa van 25

kg. De rest van het materiaal verdwijnt als kostbare spanen.”

“Titaan tot drie keer zo snel frezen als voorheen”

Veel speciale gereedschappen nodig voor vliegtuigcomponenten

Matthias Lange, Premium Aerotec: “Gereedschap is

één van onze kerncompetenties”

>>>

22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 24

Page 26: Metaal Magazine 10 - 2011

TRUMPF Neder land B.V. Postbus 837 7550 AV Hengelo Te l : 074 - 249 84 98

Fax: 074 - 243 20 06 e-mai l : info@nl . t rumpf.com www.nl . t rumpf.com

Of u grote of kleine, complexe of eenvoudige delen produceert: onze gepatenteerde techniek zorgt ervoor dat de buighoeken vanaf het eerste product

kloppen. U kunt de machine samenstellen die exact voldoet aan uw wensen. Het resultaat: gebruiksvriendelijke productieve technologie met een optimale

nauwkeurigheid en korte omsteltijden. De TruBend van Trumpf: daarvoor gaat iedereen aan de kant.

TruBend

‘’Deze kantpers is ongekend

nauwkeurig’’

‘’En bijzonder

productief. Het is een echte Trumpf‘’

Altijd een passende oplossing voor uw verspanende productie

0229 54 24 85 - [email protected] - www.dormac.nl

Draai- en freestechnologie voor iedere toepassing

Bezoek het open huis in ons vernieuwde democentrum op 25+26 nov. en ontdek wat wij met ons programma draai- en freessystemen voor u kunnen betekenen!

multi-turret draaien multi-axis draaeni/frezen horizontaal frezen 5-assig frezen verticaal frezen

Page 27: Metaal Magazine 10 - 2011

Products4Engineers is terug in print! Actie is reactie.

Dit najaar verschijnt de eerste editie van de vernieuwde printuitgave van Products4Engineers,

de vertrouwde bron voor productnieuws. Technische specialisten en vakmensen die voor de

uitvoering van hun dagelijkse werk regelmatig op zoek zijn naar nieuwe componenten, produc-

ten en machines vinden met Products4Engineers snel en gemakkelijk de juiste leveranciers

voor hun product.

TERUG IN PRINT!

Meer informatie of gratis ontvangen? Ga snel naar http://www.products4engineers.nl/vakblad.php

Products4Engineers biedt het grootste

aanbod technische componenten, pro-

ducten en machines in Nederland. Pro-

ducts4Engineers brengt engineers (die

producten zoeken) met leveranciers van

producten (de aanbieders) in contact.

Naast de website en nieuwsbrief nu ook weer

via print!

Products4Engineers kent twee doelgroepen.

De belangrijkste doelgroep bestaat uit tech-

nische specialisten en vakmensen die voor de

uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden

regelmatig op zoek zijn naar nieuwe compo-

nenten, producten en machines. Dit zijn onder

andere engineers, constructeurs, tekenaars,

werktuigbouwkundigen, elektrotechnici, R&D

medewerkers, werkvoorbereiders, produc-

tiemanagers, medewerkers van onderhouds-

diensten en technisch inkopers.Leveranciers

vormen de tweede doelgroep.

Scan de code voor een

GRATIS abonnement

Page 28: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 27

bruiken per dag rond de vijfhonderd gereed-

schappen”, legt Lange uit. “Dat is het totaal

aantal gereedschappen voor de verspaning van

zowel aluminium, staal als titaan. Gereedschap

is bij Premium Aerotec één van de kerncompe-

tenties. Daarom ontwikkelen wij voor een deel

onze belangrijkste gereedschappen zelf, maar

laten het door speciale gereedschapsfabrikan-

ten op maat maken. Het ontwikkelen van eigen

gereedschappen is gecompliceerd. We moeten

immers soms tot dertig snijkarakteristieken ver-

anderen en optimaliseren.”

De afdeling gereedschappen bezit een groot

magazijn met achtduizend verschillende ge-

reedschapselementen, waaruit in totaal zo’n

twaalfduizend complete gereedschappen ge-

maakt kunnen worden. Tijdens de rondleiding

toont Lange een speciaal hardmetalen gereed-

schap dat gebruikt wordt bij het verspanen van

het titaan deurframe van de nieuwe Airbus

A350. “Bij de Airbus A330 wordt 5 procent van

het gewicht bepaald door titaanonderdelen, bij

de Airbus A350 wordt dat 14 procent. De deur-

frames van titaan maken wij uit gesmede half-

fabrikaten. Met het nieuwe gereedschap kun-

nen we tot drie keer zo snel titaan frezen dan

voorheen.”

ComposietmateriaalBij de productie van vliegtuigenconstructies

worden steeds vaker composietmaterialen of

koolstofvezelversterkt materiaal gebruikt. “Er

bestaat weinig twijfel over dat het bewerken

van composieten al een belangrijk technolo-

gisch gebied is”, legt Bruno Gardes uit. “Het ge-

bruik van composieten zal de komende jaren al-

leen maar meer worden. Het gaat hierbij vooral

om constructiedelen van vliegtuigen, zoals wing

boxes, liggers, constructiedelen voor verstevi-

ging en vliegtuigbeplating. Zo'n 70 tot 75 pro-

cent van de bewerkingen in composiet betreft

het maken van gaten. Het resterende percen-

tage betreft grotendeels het frezen, hoewel dit

deel de komende jaren naar verwachting zal

groeien.”

Voor composieten bijvoorbeeld, zoals met kool-

stofvezel versterkte kunststoffen (CFRP) en ge-

laagde materialen met metaallegeringen, heeft

Sandvik in de vorm van speciale hardmetalen

boren met diamantcoating een nieuwe oplos-

sing ontwikkeld voor het betrouwbaar en effi-

ciënt produceren van kwaliteitsvolle gaten. Gar-

des: “Het hangt wel af van de materiaaleigen-

schappen, welk gereedschap te gebruiken is. Zo

kan composietmateriaal snel splinteren en rafe-

len, terwijl er ook materiaal is dat door een

hoog harsgehalte gaat delamineren. Onze ge-

reedschappen zijn daar speciaal op afgestemd

qua geometrie.”

Bronnen- Landes, Emmen

- Machining Innovations Network, Varel (D)

- Premium Aerotec, Varel (D)

- Sandvik Coromant, Sandviken (S)

- ThyssenKrupp, Varel (D)

- Werkzeugmaschinenlabor WZL, Aken (D)

Just-in-timepartnerNaast de fabriekshallen van Premium Aerotec in Varel (D) bevindt zich een gloednieuwe hal

van ThyssenKrupp. Deze speciale Aerospace divisie van het bekende staalconcern heeft zich

de afgelopen jaren geprofileerd als een supply-chain leverancier voor de luchtvaartindustrie.

Ze doen dat zo’n beetje overal ter wereld waar een fabriek staat die luchtvaartcomponenten

maakt of waar complete vliegtuigen worden geassembleerd. Het bedrijf in Varel is daar niet

alleen een toeleverancier van materiaal, maar is compleet verbonden met Premium Aerotec

door een deel van de voorbewerking, nabe-

werking en logistiek rondom de componen-

ten op zich te nemen. Het is dan ook een

komen en gaan van heftrucks met pallets

die de straat over steken tussen Thyssen-

Krupp en Premium Aerotec. ThyssenKrupp

keurt alle ingekomen materiaal, bewerkt dit

voor waar nodig (zagen, vlakken, gaten

boren) en werkt alle gerede producten die

door Premium Aerotec zijn bewerkt af door

deze te ontbramen, te verpakken en te ver-

zenden. Premium Aerotec kan zich dus vol-

ledig richten op het verspanen van de com-

ponenten.

ThyssenKrupp neemt voor Premium Aerotec de

logistiek rondom de productie over, maar ook voor-

en nabewerking van de producten

Kennis delenOm kennis en ervaring op te doen en dit te

delen met klanten heeft Sandvik een aantal

Competence Centers voor composieten opge-

zet. Deze zijn te vinden in Noord-Amerika, het

Verenigd Koninkrijk, Japan, China, Frankrijk en

Duitsland en allemaal bevinden ze zich in de

buurt van fabrieken waar vliegtuigcomponen-

ten worden gemaakt.

“Een aantal van deze composietonderdelen is

volumineus, wat betekent dat bewerkingen ter

plaatse op speciaal ontwikkelde verplaatsbare

machines moeten worden uitgevoerd en niet

op de conventionele CNC-machines met vast

bed. Dit is een belangrijke factor binnen onze

ontwikkelingsprogramma’s voor composietge-

reedschappen.” Sandvik levert inmiddels een

aantal gereedschappen voor composietbewer-

king; voor zowel handboorbewerkingen als

CNC-machines. “Maar we zijn ons ervan bewust

dat er ook veel vraag is naar op maat gemaakte

gereedschappen voor specifieke klantmachines,

die vaak zeer specialistisch zijn”, verduidelijkt

Gardes zijn verhaal. “We zien deze trend ook bij

het frezen van composieten.”

ToekomstHet is duidelijk dat de vliegtuigindustrie meer

en meer om sterke en lichte materialen vraagt.

Daarom is het verspanen van titaan en compo-

sietmateriaal sterk in opkomst. Daarnaast blijft

aluminium nog steeds een veel gebruikt mate-

riaal, maar het aandeel hiervan zal de komende

jaren wel iets afnemen. Om titaan goed te kun-

nen verspanen moet er gekeken worden naar

een zware stabiele machine voor compleetbe-

werking in combinatie met het juiste gereed-

schap, eventueel op maat gemaakt. Ook het be-

werken van composietmateriaal vergt een heel

andere insteek dan bijvoorbeeld aluminium.

Zaken als delamineren, rafelen en splinteren ge-

beuren immers niet bij metalen. Een goed over-

leg met machine- en gereedschapsspecialisten is

dus een must bij het bewerken van dit soort ma-

terialen. <<<

Bij het verspanen van titaan is koeling heel

belangrijk. Nieuw is het zogenaamde cryogeen

koelen (foto: Reinold Tomberg)

M E T A A L B E W E R K E N

22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:40 Pagina 27

Page 29: Metaal Magazine 10 - 2011

28 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Voor vlakbedsnijlasers biedt Trumpf nu ook een 5 kW schijflaser aan. Dezelfde

laserbron zien we ook terug in een lascel waarvan VW er tientallen bij Trumpf

besteld heeft. De bekende 3 kW schijflaser wordt nu ook, via een lasernetwerk,

ingezet op een ponslasercombi. Kortom: de vastestoflaser verovert terrein.

DOOR: REINOLD TOMBERG

Tijdens de Intech 2011 bij Trumpf in Ditzingen

(D) werd onder andere de Trulaser Cell 8030 ge-

toond. Dit is een 3D-cel voor lasersnijden van

plaatwerkstukken waarvoor Trumpf van Volks-

wagen AG een ‘Grossauftrag’ gekregen heeft

voor meer dan vijftig stuks die voor 2015 aan

VW geleverd gaan worden. Het is een cel met

een maximaal werkbereik van 3.000 mm x 1.300

mm x 600 mm. De maximale positioneersnel-

heid in cel bedraagt 173 m/min. Gedurende het

positioneren kan er versneld worden met 1,6 g

en het positioneren lukt binnen een band-

breedte van 0,03 mm. De cel is voorzien van

een rotatiewisselaar voor de werkstukken.

De laserbron van deze snijcel is een Trudisk 5001

schijflaser. Dit is een vastestoflaser. Een schijf -

laser, ook wel disklaser genoemd, is een laser-

bron waar het lasermedium bestaat uit een dun,

goed gekoeld kristalplaatje. Deze vastestoflaser

is een diodegepompte laser. De laserbundel

wordt via een fiber (vezel) naar de bewerkings-

plek geleid. Op dit moment zijn er schijflasers

met meerdere caviteiten (resonatoren met elk

een kristalplaatje) beschikbaar tot 16 kW. De 16

kW disklaser heeft vier caviteiten. De waarde

van 16 kW geldt voor lassen; voor snijden zagen

we eind vorig jaar tijdens de EuroBlech 2010

een maximale waarde van 3 kW voor de schijf -

laser. Intussen biedt Trumpf nu vlakbedsnijlasers

aan met een schijvenlaser met een vermogen

van 5 kW (hierop komen we verderop terug in

dit artikel). Het hart van de schijflaser van

Trumpf is een YB:YAG kristalplaatje. In de

yttrium-aluminium-granaatstructuur zijn ybe-

rium-ionen ingebed. Kenmerkend is de golf-

lengte 1,03 micrometer (1030 nm, 1 nm is

10-9 m), ongeveer een factor tien lager in verge-

lijking met een CO2-laser. Het kristal van een dis-

klaser is een plaatje van pakweg 15 mm en een

dikte van 200 micrometer. De 5 kW schijflaser

werkt met twee resonatoren met elk een derge-

lijk schijfje. De 5 kW van deze laser wordt inge-

koppeld in een flexibele glasvezel met minimaal

een diameter van 100 micrometer. De mogelijk-

heid om in te koppelen in een flexibele lichtge-

leider maakt de vastestoflasers erg gebruikers-

vriendelijk.

VW zet de snijcel van Trumpf in voor ondermeer

snijden van zogeheten ‘pressgehärteter’ carros-

seriedelen. Het bijzondere van het staal van

deze plaatwerkstukken is dat het plaatstaal in

De Trulaser Cell 8030 die Trumpf aan VW gaat leveren. Op de voorgrond carrosseriedelen die met deze lasercel

nabewerkt worden (foto’s: Reinold Tomberg)

5 kW in een fiber van 100 micrometer

Schijflaser rukt opbij plaatbewerking

28-29_Trumpfh 05-12-11 09:41 Pagina 28

Page 30: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 29

de levertoestand een treksterkte heeft van 500

Mpa tot 700 MPa die bij het opwarmen tot de

verwerkingstemperatuur van 880oC tot 950oC

daalt van 200 Mpa tot 300 Mpa. Een snelle af-

koeling, circa 30oC/s, zorgt na het omvormen er-

voor dat de hoge treksterkte met een hoge

breukrek ontstaat. Denk aan een rekgrens

boven de 1.000 Mpa en een treksterkte boven

de 1.500 MPa met een breukrek van pakweg 6

procent. Andere voordelen van het omvormen

op hoge temperatuur zijn dat complex om-

vormwerk mogelijk is en dat er bovendien geen

terugveerverschijnselen optreden. Een ideaal

materiaal dus voor autobouwers dat op grote

schaal ingezet gaat worden. Vandaar de grote

order van VW voor Trumpf voor het nabewer-

ken van warm-omgevormde plaatdelen.

VlakbedsnijlaserDe Trudisk 5001 laserbron zagen we tijdens de

Intech 2011 ook terug als laserbron voor de

vlakbedsnijlaser Trulaser 5030 (plaatafmeting 3

m x 1,5 m) of de grotere Trulaser 5040 (4 m bij 2

m plaatafmeting). Dit machineconcept voor 2D

lasersnijden is vorig jaar geïntroduceerd met

een 3 kW schijflaser. Nu dus ook leverbaar met

een 5 kW schijvenlaser. Het hogere laservermo-

gen is in eerste instantie vooral interessant voor

het lasersnijden van dun plaatmateriaal met een

hogere snijsnelheid. Trumpf heeft bijvoorbeeld

de 5 kW machine beproefd voor het snijden van

1 mm roestvast staal. Dit lukt nu met een snij-

snelheid van 52 m/min. Voor een 3 kW schijf -

laser bedraagt deze waarde 34 m/min. Een dui-

delijke verhoging dus van de snijsnelheid.

De vastestoflasers rukken momenteel op bij het

smeltsnijden van dunne plaat. Als grens wordt

momenteel het diktebereik van 4 mm tot 6 mm

aangegeven. Dit komt omdat bij het smeltsnij-

den in dunne plaat het licht van een vastestof -

laser beter geabsorbeerd wordt dan het licht

van een CO2-laser. Dit maakt de vastestoflaser

behoorlijk snel. Nog een voordeel van een vas-

testoflaser: absorptie van het laserlicht in mate-

rialen als koper en messing lukt als gevolg van

de kortere golflengte veel beter. Dit zijn echt

troeven voor de vastestoflasers. Bij brandsnijden

zie je eigenlijk geen verschil tussen CO2-lasers of

vastestoflasers. Smeltsnijden wordt ingezet voor

materialen als roestvast staal en aluminium.

Brandsnijden voor staal. Het hogere vermogen

van de 5 kW schijvenlasers resulteert bij het

lasersnijden van 6 mm staal bijvoorbeeld in een

snelheidsverhoging van 1,7 m/min naar 3,4

m/min. <<<

M E T A A L B E W E R K E N

FotoreportageOp onze site metaalmagazine.nl hebben

we een fotoreportage opgenomen van

ons bezoek aan de Intech 2011 van

Trumpf in Ditzingen (D).

Lasercombi fiberIn Ditzingen demonstreerde Trumpf ook de lasercombi Trumatic 3000 fiber. Dit is een plaatbe-

werkingsmachine opgenomen in een lasernetwerk met een Trudisk 3001 schijflaser als laser-

lichtgenerator. Een plaatbewerker kan met deze machine vanzelfsprekend ponsen en laser-

snijden. Tijdens de ponswerkzaamheden kan het laserlicht van de schijflaser echter ook elders,

via het lasernetwerk met flexibele lichtgeleiders, gebruikt worden voor bijvoorbeeld laswerk-

zaamheden. Tijdens de Intech was daartoe de robotlascel Trulaser Robot 5020 opgenomen in

het netwerk. De basisgedachte achter deze combinatie is dat bij een ponslasercombinatie de

laserbron gemiddeld 20 procent van de bewer-

kingstijd bezig is. De resterende 80 procent is

de machine aan het ponsen. Vandaar de kop-

peling van de laserbron via een lasernetwerk

aan een tweede machine. Terwijl de ponslaser-

machine met een ponsbewerking bezig is, kan

de laserbron geschakeld worden naar de laser-

lasmachine. Zo wordt de laserbron veel effi-

ciënter gebruikt en hoeft een plaatbewerker

maar één laserbron aan te schaffen voor twee

machines. Consequentie is uiteraard wél dat

voor de laserbewerkingen de beide machines

op elkaar moeten wachten. In Nederland heeft

Trumpf een vestiging in Hengelo (O).

Rechts de ponslasercombi, in het midden de 3 kW

laserbron (schijflaser) en links de lasrobot. Via

flexibele lichtgeleiders gaat het laserlicht van de

-bron naar de ponslasermachine en de lasrobot

De Trudisk 5001 schijvenlaser van Trumpf. Deze 5 kW laserbron in nu leverbaar voor vlakbedsnijlasers

28-29_Trumpfh 05-12-11 09:41 Pagina 29

Page 31: Metaal Magazine 10 - 2011

30 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Al een jaar of tien roept de term nanotechnologie

weidse vergezichten op van zelfreinigende auto’s

tot laboratoria op pinpas formaat. De realiteit is – als

zo vaak – dat de grote beloften van nanotechnologie

stapje voor stapje worden ingelost. Maar daarmee

wordt de technologie wel steeds relevanter voor de

metaalbewerking.

DOOR: JOOST VAN KASTEREN

Nanotechnologie is een verzamelnaam voor het

onderzoek naar constructies op nanoschaal. Dat

wil zeggen objecten of delen met een afmeting

tussen de een en honderd nanometer. Een na-

nometer is een miljardste van een meter; een

haar is ongeveer 70.000 nanometer dik.

Nanotechnologie kun je zien als het eindpunt

van een technologische ontwikkeling waarbij

we met steeds grotere precisie steeds kleinere

dingen kunnen maken. Het begon ooit – vijfdui-

zend jaar geleden – met stenen van een kubieke

meter of meer waarvan onze verre voorouders

hunebedden bouwden. Inmiddels zijn we als

mensheid aangekomen op het punt waarbij we

constructies maken uitgaande van de kleinste

bouwstenen van de materie: atomen en mole-

culen. Een vorm van moleculair lego waarbij je

laagjes van een of enkele atomen dik op een

oppervlak brengt of buisjes van koolstofmole-

culen aaneenrijgt tot een supersterke vezel.

HakkenOnze voorouders gebruikten die stenen niet al-

leen om hunebedden te stapelen, maar ook om

er stukjes af te hakken die ze als pijlpunt kon-

den gebruiken. Analoog daaraan maken we te-

genwoordig structuren op nanoschaal door

overtollig materiaal weg te hakken. Niet met

vuurstenen beitels, maar door te etsen met

(laser-)licht en/of met chemicaliën.

Er worden verschillende varianten en combina-

ties van stapelen en hakken op moleculaire

schaal ontwikkeld, maar de meesten zijn de la-

boratoriumtafel nog niet ontgroeid. Wat en-

thousiaste onderzoekers en durfkapitalisten

ook mogen beweren. De praktijk is weerbarstig:

ook de ontwikkeling van nanotechnologie gaat

met kleine stapjes.

EvolutieVolgens Erwin Kessels lijkt het alsof sprake is van

een revolutie, omdat er bijna iedere week wel

een wetenschappelijke doorbraak wordt ge-

meld. Maar in de praktijk gaat het om een evo-

lutionair proces. Het vertalen van die weten-

schappelijke doorbraken in toepassingen van na-

notechnologie die op industriële schaal gemaakt

kunnen worden, is een zaak van lange adem.

Grafeen is niet alleen glibberig, maar heeft nog tal van andere bijzondere eigenschappen. Zo is het sterker dan

staal en geleidt het elektriciteit evengoed als koper. Door een iets andere configuratie kun je er ook een

halfgeleider van maken. Daar zijn deze onderzoekers mee bezig (foto: Georgia Tech Research News)

Moleculair lego

Nanotechnologiemaakt kleine stapjes

30-31-32-Nano 05-12-11 09:41 Pagina 30

Page 32: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 31

Kessels is hoogleraar Plasma & Materials Proces-

sing aan de TU in Eindhoven. Vorig jaar kreeg

hij een Vici-subsidie van de Nederlandse Orga-

nisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek om

nanotechnologie productierijp te maken. Hij

was ook een van de sprekers op de bijeenkomst

die de Koninklijke Metaalunie samen met Na-

noHouse eind september organiseerde over de

kansen van nanotechnologie voor het mkb. Een

van de technieken waar Kessels onderzoek aan

doet, is het aanbrengen van ultradunne lagen

met behulp van ‘atomic layer deposition’ (ALD),

het plaatsen van atomen op een oppervlak. In

de eenvoudigste vorm wordt eerst stof A in de

reactiekamer gebracht en opgedampt. De om-

standigheden zijn zodanig dat het oppervlak

verzadigd raakt met A. Vervolgens worden res-

ten van stof A verwijderd en wordt stof B aan-

gevoerd, die met stof A reageert. Het voordeel

van de techniek is dat de groei van de laagjes

vanzelf stopt als het oppervlak is bedekt. Je

kunt dus atoomlaag voor atoomlaag opdam-

pen. Een bijkomend voordeel is dat het proces

plaatsvindt bij relatief lage temperatuur en dat

het is op te schalen naar industriële schaal.

Een interessante toepassing van ALD is corrosie-

bescherming. Dat gebeurt door het aanbrengen

van een ultradunne laag, die het oppervlak zo-

danig afsluit dat er geen uitwisseling van ionen

kan plaatsvinden en dus ook geen corrosie. Om

de laag aan te brengen wordt gebruikgemaakt

van een plasma (Plasma ALD) van zuurstof, stik-

stof of waterstof als reactiestap.

De groep van Kessels neemt deel aan een Euro-

pees onderzoeksproject (Corral), waarbij Plasma

ALD wordt vergeleken met andere technieken

om aluminium (Al2024), koolstofstaal (100Cr6)

en roestvast staal (316L) effectief tegen corrosie

te beschermen. Het project wordt in de loop van

dit jaar afgerond, maar uit de resultaten tot nu

toe blijkt dat Plasma ALD, met zuurstof als

plasma, effectief bescherming biedt.

LotusNiet alleen op het vlak van corrosiebescherming

vindt een stapsgewijze evolutie plaats onder in-

vloed van nanotechnologie. Steeds vaker wor-

den verven en lakken voorzien van nanodeeltjes

die bescherming bieden tegen krassen. Zo ge-

bruikt Mercedes sinds 2004 een krasvaste auto-

lak waar keramiekdeeltjes aan zijn toegevoegd.

Ook kan het effect van brandvertragende coat-

ings worden versterkt door toevoegen van na-

nodeeltjes.

Een bijzondere toepassing is geïnspireerd op de

Lotusbloem. Het opmerkelijke van die bloem is

dat de bladeren altijd schoon zijn, terwijl hij

toch meestal in modderig water wordt geteeld.

In de jaren zeventig al is ontdekt dat dat te

maken heeft met de oppervlaktestructuur van

het blad. Omdat het bedekt is met microsco-

pisch kleine bobbeltjes heeft water nagenoeg

geen contact met het bladoppervlak en parelt

het er van af. Met het water wordt ook het vuil

afgevoerd.

Door nanodeeltjes toe te voegen aan coatings

kan het lotuseffect worden geïmiteerd. Derge-

lijke coatings, waarvan de samenstelling zorg-

vuldig geheim wordt gehouden, worden onder

meer aangeprezen als vuilafstotende coating

voor metalen gevelelementen of andere con-

structies en als niet-giftige aangroeiwerende

verf voor schepen.

Een zelfs nog verbeterd Lotus-effect kan ook

worden gecreëerd met behulp van laser en dan

vooral de ultrakorte laserpulsen. Daarmee kun

je, aldus Bert Huis in ’t Veld van het Laser Appli-

catie Centrum in Twente, super-waterafsto-

tende oppervlakken maken. Metalen of andere

materialen worden daarbij bewerkt met de

femtoseconde-laser, zodat er niet alleen kleine

Het Lotuseffect wordt veroorzaakt door een dichte laag uitsteeksels van microformaat die ook weer

uitsteeksels bevatten van nanoformaat. Onderzoekers van het Georgia Institute of Technology onderzoeken dit

effect om biomedische implantaten waterafstotend te maken (foto: Georgia Tech Research News)

Deeltjes, of in dit geval draadjes, op nanoformaat krijgen vaak ook andere fysische eigenschappen dan op

macroformaat. Bijgaande opname laat draadjes zien van zinkoxide met een doorsnede van enkele tientallen

nanometers. Het zijn halfgeleiders geworden met piezo-elektrische eigenschappen, waarvan je bij wijze van

spreken een ‘intelligent’ overhemd kunt maken zonder batterij (foto: Georgia Tech Research News)

M A T E R I A L E N

>>>

30-31-32-Nano 05-12-11 09:41 Pagina 31

Page 33: Metaal Magazine 10 - 2011

32 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

bolletjes worden gemaakt, met een doorsnede

van tien micrometer. Maar dat die bolletjes zelf

ook nog eens een oppervlaktestructuur hebben.

Andere toepassingen van laserbewerking op

nanoschaal zijn onder meer het verminderen

van reflectie bij zonnecellen, zodat meer zon-

licht wordt omgezet in elektriciteit en het

maken van nanostructuren voor de halfgelei-

derindustrie, bijvoorbeeld voor microscopisch

kleine sensoren en actuatoren. Ook hiervoor

geldt dat er nog hard gewerkt moet worden

aan het praktijkrijp maken van de verschillende

methoden.

GlibberigDatzelfde geldt in nog sterkere mate voor het

gebruik van nanolaagjes om wrijving tegen te

gaan. Vorig jaar ontving de van oorsprong Rus-

sische Nederlander Andre Geim de Nobelprijs

voor natuurkunde voor de ontdekking van graf-

een, een atoomdun laagje grafiet. Grafiet – in

potlood bijvoorbeeld – bestaat uit een stapeling

van laagjes koolstofatomen. In elk laagje zijn de

atomen gerangschikt als kippengaas. Met be-

hulp van plakband en wat potloodslijpsel kan

iedereen grafeen maken.

Natuurkundigen in Leiden onder leiding van

Joost Frenken, legden twee stukken grafeen

met een bepaalde draaiingshoek op elkaar,

waardoor ze vrijwel wrijvingsloos over elkaar

heen konden schuiven. Ze noemen het feno-

meen ‘superlubricity’ (superglibberigheid) en

zien toepassingen in het verschiet als coating

voor kogellagers en machineonderdelen. Het

kan volgens hen enorme besparingen opleveren

aan energie- en onderhoudskosten. Probleem is

alleen dat het nog niemand gelukt is om graf-

een op industriële schaal te maken.

Al met al blijkt nanotechnologie – net als elke

nieuwe technologie trouwens – een terrein

waarop hooggespannen verwachtingen regel-

matig botsen met de harde realiteit. Wat in de

media wordt geafficheerd als - weer - een revo-

lutie blijkt in de industriële praktijk een zaak

van lange adem en kleine stapjes. Veel kleine

stapjes leiden echter ook tot grote veranderin-

gen. De kans is groot dat als we over twintig

jaar terugkijken, de jaren ’10 het begin van een

nieuw nanotijdperk hebben ingeluid. Zoals de

jaren ’80 van de vorige eeuw het startpunt

waren van het ICT-tijdperk. Alleen ziet dat na-

notijdperk er waarschijnlijk anders uit dan we

nu vermoeden. <<<

Risico’s met nanoAchteraf zal hij er wel spijt van hebben gehad, Eric Drexler, peetvader van de nanotechnologie.

In de jaren negentig suggereerde hij dat zichzelf assemblerende nanorobotjes de aarde zou-

den bedekken met een alles verstikkende grijze smurrie, ‘grey goo’. Die suggestie werd en-

thousiast overgenomen door enkele milieugroepen en types als de Britse kroonprins Charles

om nanotechnologie in de ban te doen. De afgelopen tien jaar is er echter meer zicht gekomen

op de mogelijke gevaren die samenhangen met nanotechnologie. ‘Grey goo’, hoort daar niet

bij. Een mogelijk gevaar is wel dat nanodeeltjes effect kunnen hebben op de gezondheid van

mens en milieu. Let wel: het gaat om deeltjes, niet om nanostructuren zoals waterafstotende

oppervlakken. In waterafstotende coatings bevinden zich weer wel nanodeeltjes. Uit onder-

zoek van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) blijkt dat er ruim

850 consumentenproducten op de markt zijn waarin nanodeeltjes kunnen zijn verwerkt. Dat

varieert van zonnebrandcrèmes met nanodeeltjes titaan- en zinkoxide tot sokken met nano-

deeltjes zilver tegen zweetlucht en aan sprays om je schoenen waterafstotend te maken. Ook

poedervormige producten zoals koffiemelk en soep in pakjes blijken nanodeeltjes silica te be-

vatten als anti-klontermiddel.

Zolang ze in een coating of spray zitten kunnen ze niet zoveel kwaad. Mogelijke gevaren

schuilen vooral in losse nanodeeltjes. Die kunnen diep in de longen doordringen en – afhan-

kelijk van hun vorm - leiden tot verminderde longfunctie en eventueel zelfs kanker. Nano-

deeltjes zijn ook zo klein dat ze via de longen in het bloed terecht kunnen komen en eventueel

zelfs in het brein. Of en zo ja wat daarvan de schadelijke gevolgen zijn, is nog niet bekend.

Naast de vorm hangt dat natuurlijk ook af van de chemische samenstelling.

Onlangs publiceerde TNO een onderzoek waaruit zou blijken dat enkele duizenden werkne-

mers in Nederland kunnen worden blootgesteld aan nanodeeltjes met name bij de productie

van banden, de betonreparatie en de productie van verven en coatings. Ook in garages en au-

toschadebedrijven vindt blootstelling plaats.

Blootstelling kan echter in veel gevallen worden voorkomen. Eind vorig jaar is de ‘Handreiking

veilig werken met nanomaterialen en –producten’ gepubliceerd. Daaruit blijkt dat een syste-

matische aanpak (stappenplan) in combinatie met goede afzuiging en gebruik van persoon-

lijke beschermingsmiddelen effectief zijn. Daarnaast moeten ook nanodeeltjes voldoen aan

de eisen van de Europese wetgeving voor chemicaliën. De risico’s lijken al met al hanteerbaar.

Twee opnames van een super waterafstotend oppervlak gemaakt met een picoseconde laser met een

golflengte van 1.030 nm (bron: Daniel Arnaldo del Cerro, Toegepaste Lasertechnologie, Faculteit CTW,

Universiteit van Twente)

Met behulp van laserstralen hebben materiaalonderzoekers van de

Saarlander universiteit deze ‘kwal’ gestructureerd laten opgroeien: het

zijn koolstof nanobuisjes op silicium (foto: Uni Saarland/IDW)

30-31-32-Nano 05-12-11 09:42 Pagina 32

Page 34: Metaal Magazine 10 - 2011

Verschijningstabel:

Nr 1 3februariNr 2 2maartNr 3 30maartNr 4 27aprilNr 5 25meiNr 6 29juniNr 7 14septemberNr 8 12oktoberNr 9 16novemberNr10 14december

Ook in 2012 Metaal Magazine!

WiltuadvertereninMetaalMagazine?Neemdancontactopmet:Tessa Feron, Tel. 088-2944739, [email protected]

metaalM A G A Z I N E

In dit nummer:

Afkanten op een ponsmachine Mondstuk-

maken Eigenschappen niobium Hot en cold

verspanen Vakkanjers op World Skills

Lasstroombronnen Strategische partnerships

Arbeidsintensief werk naar Nederland Nozzle

lasersnijden automatisch gecentreerd

J a a r g a n g 4 9 | 9 - 2 0 1 1

D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l

w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l

01_Cover9 07-11-11 09:20 Pagina 1

NIET ALLEEN SURPLUS, MAAR OOK gecertificeerde buizen!

www.deboerbuizen.nl T 0251 36 22 70

THE SKY IS NO LIMIT.

ww

w.d

ymat

o.n

ly

tm

atn.no.o

ll

Voor een u i tgebre id o r iën te rend gesprek kunt u be l len met onze spec ia l i s ten 0318-550800 in [email protected] l

DER

S T

EC a

t D

ymat

oS T

ECat

Dym

ato

In de ruimtevaartindustrie is precisie van het allerhoogste belang. Daarom gebruikt Carl Zeiss Jena GmbH alleen de beste CNC-machines. Ze kozen de Röders RXP500DS voor de productie van het ultra-nauwkeurige (2 µm) filterwiel in de James Webb Space Telescope die de beroemde Hubble ruimte-telescoop gaat vervangen.

Dymato levert het complete vijfassige programma van Röders in de Benelux.

11010286_RODER_ADV_191x130.indd 1 3/23/11 10:34 AM

Page 35: Metaal Magazine 10 - 2011

34 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Eind oktober vonden in Aken (D) diverse activiteiten

plaats rondom de opening van de nieuwe

Werkzeugbau Akademie (WBA). Deze denktank op

het gebied van de ontwikkelingen van matrijzen en

stempels kon niet wachten op nieuwbouw op de

campus van de technische hogeschool RWTH te

Aken. Vandaar dat de WBA tijdelijk is ondergebracht

in een oud industriepand aan de rand van Aken.

Vooral het komende tekort aan ervaren specialisten

noopt de Duitse industrie tot haast.

DOOR: PAUL QUAEDVLIEG

Volgens Dr. Wolfgang Boos, directeur van de

nieuwe Werkzeugbau Akademie staat de

Duitse machinebouw de komende jaren voor

een aantal uitdagingen. “Vanaf 2009 hebben

we te maken met een gemiddelde leeftijd per

werknemer die stijgt, en er komen minder leer-

lingen binnen. Daarnaast hebben we, vooral op

het gebied van matrijzen- en stempelbouw, te

maken met veel concurrentie en kleinere winst-

marges. Nog een bedreiging is de leegloop bij

de Duitse industrie die er aan gaat komen vanaf

2015. Dan gaan veel mensen met veel ervaring

met pensioen.”

Actie was dus snel nodig, vandaar dat de WBA

voorlopig in een oud industriepand is gehuis-

vest. Boos: “De industrie wilde niet langer wach-

ten. Als de nieuwbouw op de campus van de

RWTH klaar is, gaan we verhuizen naar een

meer hightech omgeving”.

MenensDat het de Duitse industrie menens is blijkt uit

het grote aantal partners die een bijdrage leve-

ren aan de WBA. Tot de premiumpartners ofte-

wel de bedrijven die het meeste geld in de WBA

stoppen en te maken krijgen met ervaringsleeg-

loop, zijn bedrijven als Audi, Mercedes-Benz,

BMW, Phoenix Contact, Rathgeber en vele an-

deren. Deze hebben allemaal de beschikking

over een eigen kantoorruimte in de WBA,

waarin technici kunnen worden opgeleid, maar

ook voor het evalueren van bepaalde testresul-

taten op demo-gereedschappen. Daarnaast zijn

er nog business-partners en standaardpartners,

veelal bedrijven die veel te maken hebben met

spuitgietmatrijzen of stempels. Tot slot is er nog

de groep samenwerkende partners. Tot deze

groep behoren RWTH, WZL, VDMA, maar ook

de machine- en gereedschappenfabrikanten die

het machinepark van de WBA hebben gevuld.

Weliswaar heeft de WBA de machines en ge-

reedschappen aangekocht, de fabrikanten

mogen wel gebruik maken van het nieuwe la-

boratorium.

De oprichting van de Werkzeugbau

Akademie zorgt ervoor dat het ontwerp

en de bouw van dit soort complexe

matrijzen in Duitsland kan blijven. Inzet:

Deze handgreep wordt gemaakt in de

matrijs te zien op de grote foto (foto’s:

Paul Quaedvlieg)

Denktank helptgereedschapmakers

34-35_WBA 05-12-11 09:43 Pagina 34

Page 36: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 35

Veel kennis, weinig opleidingOp 30 procent van de Duitse Technische univer-

siteiten is een studie machinebouw aanwezig.

Daarnaast zijn er rond de veertig verschillende

deelgebieden qua machinebouw, maar het ont-

brak juist aan een speciale studie op het gebied

van matrijzen, stempels en mallen, ook wel ge-

reedschapsbouw genoemd. Vandaar dat vanuit

de RWTH Aken de beslissing werd genomen tot

de oprichting van de Werkzeugbau Akademie.

De nadruk van de WBA ligt op het gebied van

onderzoek, advisering en opleiding. Bij onder-

zoek gaat het hier om basiscompetenties en

mogelijke toekomstige deelgebieden qua ge-

reedschapsbouw. “Er is een roadmap gemaakt,

om te kijken waar bij de partners van de WBA

de meeste vraag naar is”, legt Boos uit. “Alle

premium partnerbedrijven zijn bezocht en er

zijn meetings geweest met zowel premium- als

business-partners. Hieruit is een aantal onder-

werpen naar boven gekomen waarbij de na-

druk ligt op de constructie en het gebruik van

gereedschappen. Qua onderzoeksthema’s zijn

het vooral de eigenschappen en output van ge-

reedschappen die van belang zijn, maar ook

zaken als levenscyclusoptimalisering, kennis- en

informatiemanagement, simulaties en dataver-

werking spelen een grote rol binnen de Duitse

gereedschapsbouw.

AdviesOp het gebied van advisering gaat de WBA ook

een grote rol spelen. Boos: “De Duitse gereed-

schapsbouw zit momenteel op de grens van de

traditionele gereedschapsbouw naar de zoge-

naamde nieuwe generatie gereedschappen,

zeg maar de industriële gereedschapsbouw. De

oudere generatie gereedschappen worden nog

handmatig in elkaar gezet. Hoe de toekomstige

generatie gereedschappen er uit gaat zien

wordt door verregaande automatisering be-

paald, zowel bij de fabricage als bij het gebruik

van de gereedschappen. De WBA kan bedrijven

gaan ‘benchmarken’; bepalen waar ze staan ten

opzichte van de concurrentie en hoe deze posi-

tie te verbeteren is. Maar ook kan er advies ge-

geven worden op het gebied van techniek, uit-

lijnen, machinekeuzes, proces enzovoorts.”

Master WerkzeugbauDe WBA zou geen academie zijn, als er naast

onderzoek en advisering geen mogelijkheden

zouden zijn voor opleiding. De WBA gaat

daarom een compleet aanbod van opleidingen

aanbieden op het gebied van matrijs-, stempel-

en mallenbouw. Er zijn seminars van een dag te

volgen, maar ook technische en organisatori-

sche modules van meerdere dagen tot en met

de studies Expert Werkzeugbau (aan de WBA

zelf) en een Masterstudie Werkzeugbau (bij de

RWTH). Belangrijk is dat alle opleidingsmoge-

lijkheden modulair zijn opgebouwd. De studie

Expert Werkzeugbau bestaat uit twee techni-

sche en twee organisatorische modules en een

deel projectwerkzaamheden. Maar de toekom-

stige student moet dan wel al over de nodige

beroepservaring en een bepaalde technische

vooropleiding beschikken. De Masterstudie

Werkzeugbau bestaat uit tien modules bij de

WBA en de bijbehorende project- en Master-

werkzaamheden. Hier liggen de toegangseisen

wat hoger zoals algemene toegang tot een

hogeschool, bachelor of gelijkwaardig, beroeps-

ervaring en een grote persoonlijke wil om iets

te bereiken op het gebied van gereedschaps-

bouw. <<<

M E T A A L B E W E R K E N

Uitdagingen bij AudiVolgens Michael Breme, Leiter Audi Werkzeugbau, is de

productie van auto’s de laatste jaren erg veranderd. Dat

betekent ook aanpassingen op het gebied van gereed-

schapsbouw. “Er zijn vijf belangrijke trends waar we als

Audi mee te maken hebben”, legt hij uit. “Allereerst de

nieuwe concurrenten in lagelonenlanden. In Europa kun-

nen we ons nog onderscheiden door de high-end gereed-

schappen en hoog kwalitatieve gereedschappen aan te

bieden tegen een aantrekkelijke prijs. Een tweede trend

is het stijgende aantal varianten van automodellen. In

1993 werden er zeven verschillende typen Audi’s ge-

bouwd, anno 2011 zijn dat er 22. Omdat er steeds meer

varianten nodig zijn om meer auto’s te kunnen verkopen,

is er minder geld per model, dus een stijgende kosten-

druk. Daarom is Audi begonnen met synchrone gereed-

schapsbouw waardoor er gemakkelijker, sneller en dus

goedkoper kan worden gewerkt.” Een derde trend is het

gebruik van andere materialen. Zo wordt het voorspat-

bord van een Audi RS3 van koolstofvezelversterkt mate-

riaal gemaakt. “Dus heb je andere matrijzen en machines

nodig om deze spatborden te maken”, verduidelijkt

Breme zijn verhaal. “Ook bij toekomstige modellen zal

vaker ander materiaal gebruikt worden dan nu gangbaar

is. Een vierde trend is het ontwerp van auto’s. Had een

Audi A4 uit 1995 nog maar 800 buigingen aan de buiten-

zijde, bij een Audi A4 uit 2006 zijn dat er al 4.800. Alleen

het gebruik van intelligente gereedschappen met com-

plexe stuur- en regeltechnieken maakt deze vormen mo-

gelijk.” Als laatste trend noemt Breme de uitloop van er-

varen personeel over de komende jaren. “We krijgen de

komende jaren te maken met een verlies van rond de ne-

genduizend manjaren aan ervaring. Dat proberen we op

te lossen door personeel uit de assemblage van Audi door

te laten stromen naar de gereedschapsbouw. Ongeveer

35 procent van de medewerkers krijgt die kans. De mede-

werkers worden intern opgeleid. Hiervan kan een deel

weer doorgroeien tot specialist of zelfs expert op dit ge-

bied en vinden hun weg naar de WBA.”

>>

Bij Audi worden steeds meer verschillende gereedschappen

gebruikt, die complexer zijn en minder mogen kosten (foto:

Audi)

Dr. Wolfgang Boos: “De industrie wil niet langer

wachten”

34-35_WBA 05-12-11 09:43 Pagina 35

Page 37: Metaal Magazine 10 - 2011

36 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

“Geen goede uitslag betekent nooit

een goed product”, stelt directeur Kees

Verschoor van Verschoor Metaal

Techniek (VMT) in Culemborg vast. Om

zijn motto van ‘eerste product, goed

product’ waar te maken heeft hij

daarom bij het kanten gekozen voor

machines van LVD met Cadman-B 3D

software. Daarbij wordt, uitgaande van

machine en gereedschap, eerst de

juiste uitslag bepaald.

DOOR: JAN OONK

Plaatbewerking vormt de hoofdmoot bij Ver-

schoor Metaal Techniek, aangevuld met het fij-

nere constructiewerk. “Zodat we klanten kun-

nen ontzorgen in de vorm van complete assem-

blages”, zoals Kees Verschoor aangeeft. “Eerste

product, goed product”, is daarbij zijn leidraad.

“De seriegroottes zijn de afgelopen jaren steeds

kleiner geworden. Je kunt je niet meer permit-

teren om eerst nog een proefproduct te maken,

want dan is je winstmarge al weg.”

Het klinkt daarom heel voor de hand liggend:

“Eerste product, goed product”. Maar met name

bij het kantpersen is dat allerminst vanzelfspre-

kend. Volgens de klassieke route wordt de bin-

nenkomende 3D-file of dxf-file ‘opgeschoond’

(dat wil zeggen ontdaan van niet-relevante lij-

nen) voor het lasersnijden en vervolgens aange-

boden aan de zetter. Waarbij deze dan maar al

te vaak tot de conclusie komt dat als gevolg van

buigverliezen (afwijkingen die ontstaan door de

vervorming van het materiaal) met de aangebo-

den uitslag niet binnen de voorgeschreven tole-

rantie kan worden gebogen.

Uiteindelijk zit er voor de zetter in zo’n geval

vaak niets anders op dan de resttolerantie op te

vangen in de minst kritische kant van het pro-

duct. Voor het zover is heeft een en ander ech-

ter al de nodige tijd en uitval gekost door het

maken van proefproducten.

Precies andersomNatuurlijk worden de verwachte buigverliezen

door de ontwerper al in zijn tekening verwerkt,

Dankzij de off-line programmering met behulp van de Cadman-B 3D software kan de productiviteit van de kantpers aanzienlijk

worden opgevoerd. Daarbij is een juiste uitslag gegarandeerd, afgestemd op gereedschap en machine (foto: Jan Oonk)

Winst in tijd en materiaalverlies

Software geeft

juiste uitslag kantpers

36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 36

Page 38: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 37

maar de correctie komt zelden overeen met de

praktijk. Volgens Verschoor kan het binnen een

en dezelfde opdrachtgever zelfs verschillen per

ontwerper, omdat de een zich baseert op cor-

rectietabellen en de ander op een vaste correc-

tiefactor.

De moraal van dit verhaal: voordat met snijden

wordt begonnen is het belangrijk om eerst een

goede uitslag te hebben. Een uitslag waarvan

zeker is dat hij later bij het kantpersen de juiste

geometrie oplevert. Dat is de reden dat Ver-

schoor is overgestapt op PPEB kantpersen van

LVD, inclusief de Cadman-B 3D software en het

EFL hoekmeetsysteem die op deze machines

worden gebruikt. “Wij werken precies an-

dersom”, legt sales manager Matthijs Wijn van

LVD uit. “Wij beginnen met het laatste en moei-

lijkste proces, het kanten.”

Een op eenHet komt erop neer dat de dxf-file van het pro-

duct wordt ingelezen in de Cadman-B 3D soft-

ware. Deze bepaalt de buigvolgorde en bere-

kent welke uitslag nodig is om het correcte pro-

duct te realiseren. Belangrijk aspect daarbij is

dat de uitslag een op een wordt afgestemd op

de specifieke procescondities, dat wil zeggen

machine en gereedschap. De ontwerper kan de

correctie voor het buigverlies bijvoorbeeld heb-

ben bepaald op basis van een gereedschap met

een V-opening van 8xD (D is de plaatdikte).

“Maar hij weet niet of de kantperser dit gereed-

schap in huis heeft en bovendien kan deze voor

een andere V-opening kiezen. Bijvoorbeeld als

gaten in het product te dicht bij de buigradius

liggen en daardoor ovaal worden getrokken zal

hij dit ondervangen door een ondergereed-

schap met kleinere V-opening te kiezen”,

noemt Wijn als voorbeeld uit de praktijk. “Dat

kan zomaar 2 mm schelen in de uitslag.”

Essentie is dus dat dankzij de Cadman-B 3D soft-

ware de juiste uitslag is gegarandeerd, uit-

gaande van de combinatie van machine en

gereedschap zoals die in de praktijk wordt toe-

gepast. Via de simulatiemodule, waarbij ook de

afmetingen van de machine zijn meegenomen,

is op voorhand duidelijk dat het buigproces op

de juiste wijze kan worden uitgevoerd. Meer-

dere leveranciers van kantpersen volgen inmid-

dels deze route.

Sneller lassenBijkomend voordeel is dat het programma voor

de kantpers al klaar ligt op het moment dat het

productieproces in gang wordt gezet en er niet

meer aan de kantpers zelf geprogrammeerd

hoeft te worden. Bij soms wel honderd verschil-

lende producten per dag betekent dat een

enorme tijdwinst. “Als ik iemand aan de ma-

chine zie programmeren om het proces bij te

sturen kan het fout gaan”, geeft Verschoor aan.

“We hebben ons motto van ‘eerste product,

goed product’ waar kunnen maken omdat we

geen ruimte bieden om een andere weg te vol-

gen.”

In de werkvoorbereiding kost de gekozen route

met behulp van de Cadman-B 3D software iets

meer tijd, maar dat wordt dubbel en dwars te-

rugverdiend tijdens het proces. Hoe complexer

het product, dat wil zeggen hoe meer zettingen

en hoe dikker de plaat, hoe groter de winst.

Zowel in tijd als in materiaalverlies. De Cadman-

B 3D software wordt om die reden inmiddels

ook gebruikt voor het bepalen van de juiste uit-

slag en zetvolgorde voor de andere merken

kantpersen bij VMT. In het vervolg van het pro-

ductieproces worden eveneens interessante

voordelen bereikt. Verschoor: “Als het gebogen

product in orde is kun je bijvoorbeeld ook veel

sneller lassen.”

TerugveringBij de kantpersen zelf gaat het bij VMT om een

PPEB 220/40 Plus (2200 kN perskracht en een

lengte van 4 m) en een wat kleinere PPEB

Hoe complexer het product, dat wil zeggen hoe meer zettingen en hoe dikker de plaat, hoe groter de winst in

tijd (foto: Jan Oonk)

M A C H I N E M A S T E R C L A S S

Uitgangspunten voor Kees Verschoor (VMT)- Je moet de nieuwste technologie binnenhalen, zodat je vooruit loopt op de markt en het

beste alternatief kunt bieden.

- Vanaf het eerste product moet de kwaliteit goed zijn, vooral bij kleine series kun je je niet

permitteren om uitval te produceren.

- Voorwaarde is wel dat je de juiste mensen inzet, want er zit een langere leercurve in. Hoe

complexer de producten hoe meer je uit de software moet halen.

>>>

Via de simulatiesoftware is op voorhand duidelijk

dat het buigproces op de juiste wijze kan worden

uitgevoerd (foto: LVD)

36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 37

Page 39: Metaal Magazine 10 - 2011

38 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

110/30 (1100 kN en 3 m). Beide uit het hogere

segment kantpersen van LVD en beide uitgerust

met een Easy Form Laser hoekmeetsysteem. Dat

laatste is voor Verschoor eveneens een belang-

rijk element om meteen vanaf het eerste pro-

duct het juiste eindresultaat te garanderen. Met

dit hoekmeetsysteem worden tijdens het buig-

proces verschillen in terugvering (als gevolg van

diktevariaties in het plaatmateriaal en verschil-

len in walsrichting vooral) contactloos gemeten

en gecorrigeerd. Vlak voordat de gewenste

eindhoek is bereikt gaat de ram in enigszins ver-

traagd tempo verder, waarbij het hoekmeetsys-

teem de ram begeleidt tot de juiste eindhoek.

De ram wordt dus in feite aangestuurd door het

hoekmeetsysteem. “Met het hoekmeetsysteem

kan ook op verschillende plaatsen over de

lengte van een product worden gemeten en zo-

doende worden gebruikt als hulp bij de instel-

ling van de bombering”, voegt Wijn daaraan

toe.

“Voordeel is dat de exacte eindhoek is gegaran-

deerd, terwijl er met behulp van dit systeem

nauwelijks tijdverlies optreedt”, noemt Ver-

schoor als winstpunt. Weliswaar wordt de buig-

cyclus door de vertraging van de ram iets langer,

maar de grote winst is dat uitval en tijdverliezen

door nameten en herprogrammeren worden

vermeden. Ook hier is de winst met name bij

kleine series het grootst. In een bereik van

45º tot 150º is elke hoek te realiseren binnen

een tolerantie van ± 0,2º à 0,3º. <<<

Ervaringen andere gebruikersVan Bussel Metaaltechniek in Asten heeft inmiddels zo’n zeven jaar ervaring met twee PPEB

kantpersen van LVD (2200 kN en 1350 kN). Coördinator plaatwerk Patrick Welten noemt daar-

bij zowel het EFL hoekmeetsysteem (“altijd de juiste buighoek”) als de Cadman-B 3D software

als belangrijke afwegingen. Het bedrijf maakt als toeleverancier veel complexe plaatwerkpro-

ducten in kleine series en dankzij de off-line programmering met het Cadman pakket is een

forse tijdwinst bereikt. “De productiviteit ligt veel hoger nu we niet meer aan de machine pro-

grammeren, ze zijn ook te duur om stil te laten staan”, stelt hij vast. Bovendien is de kans op

fouten aanzienlijk kleiner dankzij de simulatie. “Door de software wordt de benodigde uitslag

aangepast aan het gebruikte gereedschap, zodat deze altijd klopt met de praktijk.”

Bij Gicom in Biddinghuizen heeft men inmiddels een aantal jaren ervaring met de Cadman

software op een drietal kantpersen van LVD (640/6400, 320/4000 en 220/4000). Het vormde

destijds, samen met het hoekmeetsysteem, een van de redenen om de overstap te maken naar

de machines van LVD, blijkt uit de toelichting van projectleider Johan Stoker. “Dankzij de off-

line programmering en de simulatiemogelijkheden, waardoor we niet eerst een aantal proef-

producten hoeven te maken, hebben we op sommige producten 60 tot 70 procent aan tijd ge-

wonnen”, stelt hij vast. Bovendien is de kans op fouten sterk gereduceerd en dat was eveneens

een van de doelstellingen. “Vooruitstrevend en bedieningsvriendelijk”, zo karakteriseert

Stoker de Cadman software. Binnenkort stapt Gicom over van de oudere versie 6 op de nieuwe

versie 7, waarin de correcties voor buigverliezen nog wat verder zijn verfijnd.

GS-Engineering in Ravestein heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in een SL3050 lasersnijma-

chine van LVD, met daaraan gekoppeld een PPEB 135/30 kantbank. “Eigenlijk gaf de software

de doorslag”, laat directeur Toine Giesbers weten. Hij doelt daarmee zowel op de soepele kop-

peling van beide machines als op de buigverliezen die voorafgaand aan het snijproces op de

juiste manier worden gecorrigeerd. Zodat er na het buigen de zekerheid is dat het product

aan de voorgeschreven specificaties voldoet. Voor GS-Engineering zijn zowel het lasersnijden

als het kanten nieuw, beide bewerkingen werden vroeger uitbesteed. Over de tijdwinst heeft

Giesbers dan ook geen mening, maar hij constateert wel dat “onze producten beduidend

beter zijn dan vroeger.”

Toelevering en eigen productAls toeleverancier op het gebied van

plaatbewerking is VMT actief voor voor-

namelijk Nederlandse opdrachtgevers.

VMT beschikt over alle benodigde plaat-

bewerkingstechnieken, waarbij de laser-

snij- en ponsnibbelmachines worden ge-

voed vanuit een platenmagazijn. Dankzij

aanvullende mogelijkheden op het ge-

bied van draaien, frezen en lassen (waar-

onder twee lasrobots) kan het bedrijf

compleet bewerkte en geassembleerde

samenstellingen leveren. Inmiddels is

VMT ook bezig met de ontwikkeling van

een eigen product in de vorm van afval-

bakken voor de inzameling van kunst-

stoffen.

Het Easy Form Laser hoekmeetsysteem zorgt ervoor

dat bij elk product de juiste buighoek is gegaran-

deerd, onafhankelijk van variaties in plaatdikte en

verschillen in walsrichting (foto: Jan Oonk)

Het Easy Form hoekmeetsysteem wordt ook ingezet

als hulpmiddel bij het positioneren van de

gereedschappen (foto: Jan Oonk)

36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 38

Page 40: Metaal Magazine 10 - 2011

MACH4METALMETALWORK INGMACHINERY

Wanted Heavy Machinery

www.mach4metal .com Wanted you surplus machinesTel . 0031 (0)316-247123 Fax . 0031 (0)316 - 247956 info@mach4metal .com

DAEWOO PUMA 400 B

CNC DRAAIBANK 2001Ø 720 x 1050 mm, Tool chang

Fanuc iT 18 cnc – 400 chuck Kitagawa, chip conveyor

RE TOS KOTTER W 100A

KOTTERBANK RETOS 2006Mk 6 – X 1600 Y 1250 – Table 1250 x

1250 – 4 axis DroTop staat !! vlakdraai support

TRENCIN TOS SN 500 S

DRAAIBANK TOS 2001Ø 520 x 1,000 mm,

gereedschap houder, 3 klauwplaat,spantang inrichting

LVD PPEB 135 TON

CNC KANTBANK 20043,100 x 135 ton – 10 assen hoek meetsysteem, 5500 uur Bombering & CAD-

MAN CNC !

T GLEUF OPSPAN PLAAT

Z6 X 3,000 X 1,500 X 4002 X 5,000 X 1,900 X 4004 X 4,500 X 2,100 X 400

BODE LASMANIPULATOR

15,000 & 10,000 KG 1998Verst. 0 – 135 Gr. Tafel Ø 1800, Vario /

400 v / 7 kW

BOVENLOOP KRANEN !

2 X 50 TON X 20,500 MM3 X 32 TON X 20,500 MM4 X 20 TON X 15,455 MM3 X 16 TON X 15.565 MM

FACCIN 3100 X 10 MM

4 ROLLENWAL CNC 1998Wals 3100 x 10 / 8 mm rol Ø 210 mm, zijsupport, cnc gestuurd windows basis !!

LVD HST-E 3100 X 6 MM

CNC KNIPSCHAAR 1993Mnc 10 achter aanslag, hoohoudt

inrichting, opleg armen., haaksgeleider

TOS CELAKOVICE SU100

CON. DRAAIBANK 1997Ø 1,050 x 4,000 mm 2 brillen, Mot.

Tegen center, didgitaal, 3 en 4 klauw1050 mm

5 AXIS ANAYAK HV +

CNC BED FREEZER 2003X/Y/Z 3200 / 1500 / 1250Iso 50 30 kW / C+B axis

Fanuc 18 iT / 20 pos. wissel

FROMAG CNC BROOTS

RAPIDA E 32 425 2001Commander LC 30 sturing, 600 max.lengte, zeer veel gereedschappen !!!

24x

_Mach4Metal_38 05-12-11 15:43 Pagina 38

Page 41: Metaal Magazine 10 - 2011

40 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Instrumentmakerij Parts & Tools heeft sinds de

zomer de beschikking over een tweetal Hurco

machines: een draaibank van het type TM6 en de

kleinste vijfasser van Hurco, een VMX10U. Hierop

worden diverse prototype producten en kleine series

gemaakt. Maar Eric-Jan de Jong, eigenaar van Parts

& Tools, maakt niet alleen producten voor derden, hij

denkt mee bij het ontwerp en assembleert zelfs

bepaalde producten.

DOOR: PAUL QUAEDVLIEG

“Hier in Enschede zitten veel spin-offs van de TU-

Twente”, verduidelijkt Eric-Jan de Jong zijn ver-

haal. “Deze bedrijven zijn erg actief met het

maken van prototypes en kleine series van be-

paalde nieuwe producten. Omdat de universitei-

ten de afgelopen jaren fors hebben bezuinigd op

hun werkplaatsen moeten ze het maken van

componenten uitbesteden.” En dan vult een be-

drijf als Parts & Tools de leemte die is ontstaan bij

de TU’s aan. Als voorbeeld laat De Jong een oog-

camera zien. “Deze oogcamera is ontwikkeld

voor een ziekenhuis in India. Daar zijn te weinig

hoogopgeleide oogartsen, maar door een soort

pre-screening kunnen lager gediplomeerden al

voor een deel kijken wat er gaande is zodat al-

leen de lastige problemen bij de oogartsen

komen.” Het idee voor de camera is ontwikkeld

door Focal Optical, maar De Jong kreeg alleen

maar een schets met de diverse lenzen er op. “De

rest moest ik zelf uittekenen en als prototype

gaan maken, net zoals dat vroeger op de univer-

siteiten de gewoonste zaak van de wereld was.

De onderzoeker had een idee, de instrumenten-

maker werkte dat uit en maakte het prototype.

Alleen zijn het nu de spin-off bedrijven die met

de ideeën komen.”

Voorheen werkte De Jong met een drieassige

Deckel Maho machine, die nog steeds in de

schuur achter zijn woonhuis staat. Maar om dich-

terbij zijn opdrachtgevers te zitten en omdat er

steeds vaker kleine complexe producten gemaakt

moesten worden, investeerde hij in een nieuwe

bedrijfsruimte in Enschede en een tweetal Hurco

machines, een TM6 draaibank en een VMX10U

vijfassige freesbank. “Voorlopig gaat alle tijd naar

de vijfasser, voor de draaibank huur ik soms ie-

mand in”, legt De Jong uit. “In principe kan ik alle

materialen frezen, van speciale kunststof tot en

met titaan. De nauwkeurigheid ligt over het al-

gemeen binnen de 0,01 mm. Voorheen heb ik al-

tijd in ISO-geprogrammeerd, maar nu met de

Hurco besturing is alles veel overzichtelijker.

Zeker bij enkel stuks is het belangrijk om snel te

kunnen programmeren. De totale tijd van pro-

grammeren en produceren wordt korter. Boven-

dien kun je meteen op het tweede scherm kijken

Instrumentmaker denkt meeEric-Jan de Jong van

Parts & Tools

produceert niet alleen,

maar denkt mee bij het

ontwerp. Links de

oogcamera voor India

(foto’s: Paul

Quaedvlieg)

FotoreportageVoor een complete fotoreportage van het

bezoek aan Parts & Tools, zie de website

www.metaalmagazine.nl.

of het product klopt.” De Jong heeft inmiddels

wel enkele zelfontwikkelde ‘slimmigheden’ aan

de VMX10U toegevoegd. Zo zien we voor het ka-

libreren van het gereedschap een mechanische

meettaster op het machinebed staan en heeft hij

diverse zelfontwikkelde spanmiddelen gemaakt.

Een goede instrumentmaker kan dat immers zelf.

Parts & Tools investeerde in twee Hurco machines

Enkele producten gemaakt door Parts & Tools van

kunststof, aluminium en roestvast staal

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:44 Pagina 40

Page 42: Metaal Magazine 10 - 2011

Het Minarc Evo-assortiment van Kemppi biedt

een keuze van MMA-, MIG/MAG- en DC TIG-las-

apparaten die zich onderscheiden door ge-

bruiksgemak en het feit dat zij makkelijk draag-

baar zijn. Er zijn vijf productmodellen. Alle ap-

paraten leveren hun maximale uitgangsstroom

bij 35% inschakelduur. De Minarc Evo 150 is een

150 ampère apparaat voor MMA- en TIG-lassen

en weegt 5,8 kg. Voor het MIG/MAG-lassen zijn

er twee 13 kg wegende MinarcMig-modellen

die maximaal 170 en 200 ampère leveren. De

MinarcTig 200 en 200 MLP-modellen zijn ont-

worpen voor DC TIG- en MMA-lassen. Ze wegen

11 kg en bieden 200 ampère bij 35% inschakel-

duur. Alle modellen zijn voorzien van Power

Factor Correction (PFC)-technologie. Hierdoor

hebben ze een gunstig energieverbruik en een

maximaal lasvermogen in elk industrieel 1-fase,

230 Volt, 16 A elektriciteitsnetwerk. Ze kunnen

ook worden gebruikt met generatorvoeding,

zelfs bij gebruik van extra lange verlengkabels

met meer dan 100 meter lengte. Hierdoor

wordt lassen gebruiksvriendelijk voor alle soor-

ten laswerk op alle mogelijke locaties.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 65142

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 41

Nieuwe machinesOp zoek naar een nieuwe machine? Bezoek www.Products4Engineers.nl

De nieuwe Optiplex 3015 van Mazak heeft een vliegende optiek met constante straallengte (foto: Mazak)

Het Minarc Evo-assortiment biedt een keuze van

MMA-, MIG/MAG- en DC TIG-lasapparaten (foto:

Paul Quaedvlieg)

Makkelijk draagbaar

De nieuwe Optiplex 3015 van Yamazaki Mazak

Optonics Europe is een 2D machine voorzien

van vliegend optiek met constante straallengte.

Dit wordt mogelijk door een meelopende U-as

die zorgt voor een goed snijgedrag over de ge-

hele tafel. De servofocus met IMS functie zorgen

T E C H N I S C H N I E U W S

Constante straallengtevoor een snelle gecontroleerde insteek. Intelli-

gente functies zoals een snijkop-nozzlewisselaar

en servofocus verhogen de productiviteit. Deze

functies worden uitgevoerd tijdens het wisselen

van de tafel. Een tafelwissel duurt 19 s. Met een

ijlgang van 120 m/min, automatische kop en

Koud ontvetten

De koude ontvetters van IBS Scherer, gevestigd in Gau-Bickelheim (D), zijn gebaseerd op koolwa-

terstoffen. Deze hebben een uitstekende oplossingskracht, ideaal bij moeilijk te verwijderen orga-

nische verontreinigingen zoals olie, vet, teer of verdroogde was. Dankzij de geringe oppervlakte-

spanning dringt de ontvetter zelfs in de kleinste openingen door. De IBS koude ontvetter onder-

graaft, op basis van koolwaterstof, de vervuiler en vermengt zich met de olie en/of het vet en laat

zich vervolgens eenvoudig afspoelen of met een kwast verwijderen. Een groot voordeel van de IBS

koude ontvetters is echter dat de verontreinigde koolwaterstofoplosmiddelen zich door destillatie

tot bijna 100 procent laten recyclen. IBS Scherer neemt de gebruikte koude ontvetter bij de afne-

mers kosteloos terug en verwerkt deze met eigen installaties. Daarbij wordt de ontvetter voorge-

reinigd – oftewel gefilterd en gecentrifugeerd – en vervolgens gedestilleerd en geraffineerd. Zo

kan ongeveer 90 procent van de gereinigde IBS-koude ontvetter weer in de grondstoffenkringloop

teruggevoerd worden. Het eerder

gefilterde olieafval kan bijvoor-

beeld bij verbranding dienen als

energiebron. IBS-Scherer heeft di-

verse dealers in Nederland, maar de

vertegenwoordiging gebeurt direct

vanuit Gau-Bickelheim in Duitsland.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67332

De één-stap reiniging met IBS-koude

ontvetters is kostenefficiënt (foto: IBS

Scherer)

nozzlewissel wordt de productiviteit tot het maxi-

male opgevoerd. De nieuwe Eco-Mode laserbron

met een vermogen van 4 kW heeft een laag ener-

gieverbruik zodra de machine in ‘standby’ staat.

Het resultaat is hogere productiviteit tegen lagere

verbruikskosten. Yamazaki Mazak Optonics Eu-

rope is gevestigd in Zaventem.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67331

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:44 Pagina 41

Page 43: Metaal Magazine 10 - 2011

42 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

DOOR: PAUL QUAEDVLIEG

Met de SLM250 worden onderdelen opgebouwd

in lagen van 20 tot 100 micron uit fijne metaal-

poeders die volledig gesmolten worden in een

strikt gecontroleerde atmosfeer. De selectieve la-

sersmeltmachine heeft een vacuümkamer die ge-

vuld kan worden met argongas om zodoende

een zuivere atmosfeer te krijgen met zo min mo-

gelijk zuurstof. Dit is cruciaal als er een product

wordt opgebouwd uit titaanpoeder. Maar het is

ook mogelijk om minder reactieve materialen

onder stikstof te laten opgroeien. De machine be-

schikt over een extern poedermagazijn dat bijge-

vuld kan worden, terwijl de machine aan het op-

groeien is. Niet gebruikt materiaal dat overblijft

na het opgroeien, wordt gezeefd en weer herge-

bruikt. De SLM250 heeft een eenvoudige gebrui-

kersinterface via een touchscreen. De machine

kan producten opbouwen met maximale afme-

tingen van 250 mm bij 250 bij 300 mm (X,Y,Z)

waarbij optioneel de Z-as is te vergroten tot 360

mm voor nog hogere producten. Een productont-

werp wordt als CAD-ontwerp in speciale software

van Materialise of Marcam Autofab geladen. Her-

stellen van eventuele fouten, labelling, het

maken van ondersteuningen of oriëntatie van

het product worden in deze software ingesteld.

Ook kunnen hier nog de proces- en scanningpa-

rameters worden aangepast.

Het opgroeien van metalen heeft nog geen

brede toepassing gevonden, maar er zijn be-

paalde gebieden waar deze manier van produce-

ren zeker voordelen biedt. Zo worden er in de

medische wereld en de tandkunde al vaker ge-

bruikgemaakt van het selectief lasersmelten. Van

tandkundige kronen en bruggen tot patiënt spe-

cifieke implantaten; met het SLM-proces kunnen

de meest complexe vormgeometrieën gemaakt

worden. Maar ook binnen de industrie kunnen

nu complexe vormen of producten met koelkana-

len eenvoudiger gemaakt worden. SLM vermin-

dert de beperkingen van ontwerpers. Deze ont-

werpvrijheid zorgt voor een optimale structuur

en vorm die anders zou worden beperkt door

conventionele productieprocessen. Ook wordt de

doorlooptijd korter.

Momenteel kunnen met de SLM machines van

Renishaw de volgende materialen gebruikt wor-

den: roestvast staal 316L en 17-4PH, H13 gereed-

schapsstaal, aluminium Al-Si-12, titaan CP, Ti-6Al-

4V en Ti-6Al-7Nb, kobaltchroom (ASTM75), Inco-

nel 718 en 625. Renishaw Benelux is gevestigd in

Breda.

Na de recente aankoop van MTT

Technologies toonde Renishaw op de

EMO in Hannover de nieuwste machine

voor het selectief lasersmelten. De

SLM250 machine werkt volgens een

nieuw ontwikkeld proces voor additief

vervaardigen, waarmee via een

krachtige glasvezellaser direct vanuit

3D-CAD geheel vaste metalen

onderdelen te maken zijn.

Selectief lasersmelten

De Renishaw SLM250 kan producten opbouwen met maximale

afmetingen van 250 mm (X) bij 250 (Y) bij 300 mm (Z) (foto: Renishaw)

Met het SLM-proces kunnen de meest complexe vormgeometrieën gemaakt worden (foto: Paul Quaedvlieg)

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 42

Page 44: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 43

Geoptimaliseerde tandgeometrieWikus presenteerde op de EMO 2011 een aantal

nieuwe zaagbanden, waaronder de Wikus Se-

lekta GS X3000. Deze heeft een geoptimaliseerde

tandgeometrie en nieuw rugmateriaal X3000 ten

opzichte van de Selekta M42.

De Selekta GS X3000 is een bi-metalen zaagband

met geslepen geleidingstand voor een optimale

zaaggeometrie en hoge oppervlaktekwaliteit van

het te zagen materiaal onder goede condities bij

het begin en einde van het zaagproces. De

speciale verdeling van de tandholtes maakt een

prestatiegericht gebruik en maximale standtijd

mogelijk.

Deze zaag is vooral geschikt voor moeilijk ver-

spaanbare stalen zoals roest- en zuurbestendige

stalen, duplex- en hittebestendige stalen en nik-

kellegeringen. Wikus zaagbanden worden in Ne-

derland vertegenwoordigd door Van Hoorn Ma-

chining uit Veldhoven.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67110

Bij verticaal draaien heeft de tafel van de RX18 een maximaal koppel

van 5.400 Nm en een toerental tot 250 min-1 (foto: Reinold Tomberg)

De stabiele RX18 van het Zwitserse Reiden heeft

een maximaal werkbereik van 2.200 mm bij 1.800

mm bij 1.610 mm (X,Y,Z) en een geïntegreerde C-

as met een diameter van 1.800 mm welke tevens

voor verticaal draaien kan worden toegepast. De

assen worden rechtstreeks aangedreven met wa-

tergekoelde motoren. De Y- en Z-as hebben een

synchrone aandrijving. Alle geleidingen zijn uit-

gevoerd met fors bemeten rollengeleidingen met

elk vier schoenen. Aan beide zijden van de Z-as

bevindt zich een hydraulische gewichtscompen-

satie. De schuin gemonteerde Trigonaal-freeskop

kan hoeken bewerken van -15° tot +105°. Bij be-

werkingen met deze kop in horizontale positie

worden de X- en Y-as continu in dezelfde richting

belast: wisselende belasting wordt dus tot een mi-

nimum gereduceerd. Tevens hoeven met behulp

van deze kop werkstukken niet meer horizontaal

opgespannen te worden. De hoofdaandrijving

van de freeskop heeft een vermogen van maxi-

maal 73 kW bij 15.000 min-1. Reiden wordt in Ne-

derland vertegenwoordigd door Promas in Maas-

bree.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67333

De Wikus Selekta GS X3000

heeft een geoptimaliseerde

tandgeometrie (foto: Wikus)

Synchrone aandrijving

Nieuwe machinesOp zoek naar een nieuwe machine? Bezoek

www.Products4Engineers.nl

T E C H N I S C H N I E U W S

Nauwkeurig smedenHet Russische bedrijf OAO Electrostal heeft een order geplaatst bij de Duitse machinebouwer Siempelkamp

voor het bouwen van een nauwkeurige

20.000 tons smeedpers. Deze pers is het

eerste type van deze afmetingen met een

geïntegreerd verwarmingssysteem.

Hiermee kunnen de halffabrikaten

verwarmd worden tot maximaal 800°C.

Het gaat hierbij vooral om het smeden van

op nikkel gebaseerde superlegeringen die

gebruikt worden in onder meer

vliegtuigturbines en elektriciteits-centrales.

Ook moeilijk te smeden materialen zoals

Inconel kunnen hiermee nauwkeurig vorm

krijgen. De maximale werkstukgrootte is

1.200 mm in lengte en 800 mm breed. De

maximale massa van de werkstukken is

800 kg. De pers wordt aangedreven door

vier hydraulische cilinders met een

diameter van 1.600 mm en een werkdruk

van 350 bar (illustratie: Siempelkamp)

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 43

Page 45: Metaal Magazine 10 - 2011

44 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1

Precisie kotterkop

Geautomatiseerd ontbramen

Geen lasspetters

De grote cijfers op het display zijn makkelijk

leesbaar, zelfs op plaatsen waar weinig licht is

(foto: TechnoTool)

De DigiTec precisie kotterkop van het Zwitserse

Urma is niet enkel een digitale kotterkop, maar

staat voor een systeem met een diameterbereik

van 0,3 mm tot en met 2.400 mm. De onder-

houdsgevoelige componenten zoals batterij, be-

dieningstoetsen en display zijn in een externe

bedieningsunit ondergebracht. Doordat deze

niet meer in contact komen met emulsie is het ri-

sico van uitval praktisch nihil. In de kotterkop be-

vindt zich alleen maar de inductieve meetliniaal

en de leeskop. Mocht een uitval onverhoopt

toch gebeuren, dan is de kotterkop altijd nog

mechanisch te verstellen met de nonius. Het

Zwitserse Urma wordt in Nederland vertegen-

woordigd door TechnoTool in Tegelen.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67203

Lichtgewichtfreeswiel

Cloos heeft een lasspatbescherming voor de bin-

nenkant van buizen ontwikkeld, zodat deze

geen extra nabewerking meer nodig hebben.

De nieuwe lasspatbescherming is gebaseerd op

een opvangbehuizing, die middels een driedi-

mensionale ophanging in de buis wordt gescho-

ven. De afdichtcontouren sluiten exact aan op

de binnenzijde van de buis. Zowel de laserstraal

als de lasspetters worden nu in de behuizing op-

gevangen waardoor de binnenzijde schoon

blijft. De lasspatbescherming wordt NC gestuurd

naar de positie waar gelast gaat worden. Mid-

dels een veiligheidssignaal kan er pas met lassen

begonnen worden als de lasspatbescherming

zich op de juiste positie bevindt. Na diverse las-

bewerkingen kan de opvangbehuizing eenvou-

dig gedemonteerd en schoongemaakt worden.

De nieuwe lasspatbescherming wordt nu succes-

vol toegepast bij het laserhybride lassen van hy-

draulische cilinders, waarbij een volledige door-

lassen noodzakelijk is.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67334

Het nieuwe lasspatsysteem wordt direct onder de las

gepositioneerd (foto: Cloos)

Het lichtgewicht

freeswiel zorgt

voor kortere

stilstand bij het

wisselen (foto:

Ceratizit)

Gravostar heeft onder de naam En-

graflexx een gereedschap ontwikkeld

voor het geautomatiseerd uitvoeren

van ontbraamwerkzaamheden op

bewerkingscentra, CNC draaimachi-

nes en robots. Het gereedschap is

voorzien van een voorgespannen,

flexibel zwenkbare spil, waardoor af-

wijkingen van de nominale maatvoe-

ring probleemloos worden gecom-

penseerd. De gewenste ontbraam-

kracht wordt eenvoudig traploos in-

gesteld. De ontbraamfrees wordt

gelijkmatig tegen het werkstuk ge-

drukt. Afhankelijk van de afwijking

van de ontbraamkant ten opzichte

van de geprogrammeerde werkstuk-

contour zwenkt de spil meer of minder uit: de

frees volgt automatisch de daadwerkelijke werk-

stukkant. Door de ontbraamhandeling in het be-

werkingsprogramma op te nemen en niet ach-

teraf handmatig te verrichten, wordt de nodige

tijd bespaard en verbetert ook de kwaliteit; de

repeteerbaarheid van de ontbraambewerking is

hoog en het ontbramen gebeurt zeer gelijkma-

tig. Gravostar wordt in Nederland vertegen-

woordigd door Ertec in Nuenen.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67206

Het Engraflexx ontbraamgereedschap compenseert

probleemloos afwijkingen van de nominale

maatvoering (foto: Gravostar)

Ceratizit presenteerde op de EMO een lichtge-

wicht freeswiel voor het bewerken van krukas-

sen. Dit nieuwe freeswiel weegt minder dan 15

kg en kan met de hand verwisseld worden. Con-

ventionele freeswielen wegen tussen de 40 kg

en 80 kg, waarvoor bij het wisselen een hef-

kraan nodig is. Het nieuwe freeswiel bestaat uit

een buiten- en een binnenring. De binnenring is

voorzien van verwisselbare snijplaatjes. Dankzij

het X-Lock systeem is de binnenring snel en een-

voudig uit de buitenring te halen en kan een

binnenring met nieuwe wisselplaten weer snel

gemonteerd worden. Hierdoor wordt de wissel-

tijd met 50 procent verkort. Het nieuwe frees-

wiel is een antwoord van Ceratizit op de hoge

eisen van de automobielindustrie, waar vooral

machinestilstand vermeden moet worden.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67335

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 44

Page 46: Metaal Magazine 10 - 2011

j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 45

Assemblagesysteem profielenKranendonk uit Tiel gaat, als leverancier van ge-

avanceerde robotsystemen, een nieuw type pro-

ductiesysteem lanceren voor de assemblage

voor balkprofielen. Het systeem is ontwikkeld in

samenwerking met staalconstructeur ASK Ro-

mein. De assemblagelijn gaat verbindings- en

verstevigingsplaten door middel van industriële

robots volautomatisch plaatsen en aflassen; een

proces dat nu nog handmatig gebeurt. Met het

nieuwe systeem zal ASK Ro-

mein niet alleen enorme

tijdwinst boeken tijdens de

productie, maar ook tijdens

werkvoorbereiding. Door

de RinasWeld software, ont-

wikkeld door Kranendonk,

wordt het systeem direct

aangestuurd op basis van

het 3D CAD model van de

samengestelde balk. Hier-

door is de bediening van de

machine eenvoudig, voor

zowel de werkvoorbereider

als de medewerker op de

vloer. Kranendonk heeft als

leverancier van geavan-

Het geautomatiseerde assemblagesysteem voor profielen wordt begin 2012

geïntroduceerd (foto: Kranendonk)

C O L O F O NMetaal MagazineOnafhankelijk vakblad voor ondernemers en leiding -gevenden in de metaalbranche, constructeurs en hoofdenvan technische diensten in industriële bedrijven. Technische,actuele en praktijkgerichte informatie over metaalproductie-technieken.Metaal Magazine is een uitgave van Eisma Industrialmediaen een voortzetting van Metaal en Kunststof.

Hoofdredacteur: ing. R. TombergRedactie: J. Aalberts, P. QuaedvliegBureauredactie: L. BisselinkVormgeving: ZeeDesignE-mail redactie: [email protected] redactie: +31 088 2944707Internet: www.metaalmagazine.nlAdres: Informaticaweg 3, NL-7007 CP Doetinchem

Uitgave: Eisma Industrialmedia BV, postbus 361, 7000 AJ Doetinchem

Directie: E. van Hes, algemeen directeurB. Hoving, financieel directeurG. Tiecken, uitgeefdirecteur

Uitgever: H. Meinen

Marketing: I. Hammerman, tel.: +31 88 2944760

Advertentie-exploitatie:Sales: C. te Nijenhuis, salesmanager buitendienst,tel.: +31 88 2944735, e-mail: [email protected]. Balduk, accountmanager buitendienst,tel.: +31 88 2944741, e-mail: [email protected]. Feron, accountmanager binnendienst,tel.: +31 88 2944739, e-mail: [email protected]

Traffic:ZeeDesign, tel.: (0517) 531672, fax: (0517) 531810,[email protected]

Abonnementeninformatie:Abonneeservice: Postbus 2238, 5600 CE Eindhoven. Tel.: +31 88 2266648 , e-mail [email protected]: € 232 per jaar (excl. 6% BTW) (bij auto-matische incasso bespaart u € 3 administratiekosten). Dit isbij vooruitbetaling verschuldigd.Abonnementsprijs voor andere landen op aanvraag.Abonnementen kunnen op elk gewenst moment van hetjaar ingaan en worden genoteerd tot wederopzegging. Op-gave via www.metaalmagazine.nl of via [email protected]. Opzegging dient schriftelijk en minimaal eenmaand voor het einde van de abonnementsperiode te ge-schieden. U ontvangt van ons een schriftelijke bevestiging.

Bankrelatie:Voor Nederland: Friesland Bank: 29.80.05.298Voor België: Postcheque Brussel: 000-0007463-91

Druk: Scholma Druk b.v.

©2011 Eisma Industrialmedia BV, Leeuwarden

Algemene VoorwaardenNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ofovergenomen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-tronisch, mechanisch, door fotokopieën, of enige anderemanier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming vande uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad opzorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld,evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijzeinstaan voor de juistheid en/of volledigheid van de informa-tie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkeleaansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die hetgevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerdzijn op bedoelde informatie. Gebruikers van dit blad wordtmet nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd tegebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis enervaring en de te gebruiken informatie te controleren.Leveringsvoorwaarden, zie www.eismamediagroep.nl

w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l

T E C H N I S C H N I E U W S

ceerde robotsystemen veel ervaring met het au-

tomatiseren van productieprocessen. Het bedrijf

is vooral actief in niet-repeterende productie-

omgevingen, zoals de scheepsbouw-, offshore-

en constructie-industrie.

Zie www.products4engineers.nl

Infonummer: 67330

Laserlassen horlogeveren

Onlangs vierde Trumpf het 40-jarig bestaan

van de laser. De eerste echte Trumpf laser

debuteerde in 1979, toen de onderneming

een gecombineerde pons/lasermachine

met destijds nog ingekochte 500- en 700 w

CO2 lasers presenteerde. Acht jaar eerder

had de Zwitserse horlogefabrikant Carl

Haas in het Schwarzwaldse dorpje Schram-

berg al de geschiktheid van de laser voor

de precieze toepassing in de horlogepro-

ductie erkend en de eerste vaste-stof-laser

gebouwd. Deze LKS15 laser, zie foto, werd

gebruikt voor het lassen van horlogeveren.

Aangezien Haas tegenwoordig tot Trumpf

behoort, begint daarmee het lasertijdperk

van deze onderneming (foto: Reinold Tom-

berg)

Terugkoppeling

40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 45

Page 47: Metaal Magazine 10 - 2011

ITA beveelt de optimale gereedschappen aan op basis van toepassing gegevens en uw machine vermogen3 gereedschap opties,25 alternatieven,verspanings gegevens,vermogen verbruik,snijtijd,verspanend volume engineering ondersteuning en meer.

www.iscar.nl

Voor meer informatie,bekijk deze interactieve advertentie op www.iscar.com

ITA beveelt de optimale gereedschappen aan op basis van toepassing gegevens en uw machine vermogen

Voor meer informatie,bekijk deze interactieve advertentie op www.iscar.com

Levering

Winstgevendheid

I s c a r ga r andee r t re su l t a a t

Boor uw productiekosten omlaag met hoog productief gaten boren

PROFITABILITY ADS-P2-NET.indd 4 2/9/11 10:24 AM