Metaal Magazine 10 - 2011
-
Upload
eisma-media-groep-bv -
Category
Documents
-
view
272 -
download
5
description
Transcript of Metaal Magazine 10 - 2011
metaalM A G A Z I N E
In dit nummer:
Manarme 24/7-productie Draaibewerkingen
grote assen Zeer nauwkeurig verspanen met
standaardmachine Lassen van aluminium-
legeringen Eenmansbedrijf met twee
draaifreescentra Verspanen voor lucht- en
ruimtevaartindustrie Schijflaser rukt op bij
plaatbewerking Nanotechnologie Denktank
helpt gereedschapmakers Software geeft
juiste uitslag kantpers
J a a r g a n g 4 9 | 1 0 - 2 0 1 1
D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l
w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l
01_Cover10 05-12-11 09:25 Pagina 1
www.metaalmagazine.nl
GRATIS NIEUWSBRIEFwww.metaalmagazine.nl/nieuwsbrief
PROEFABONNEMENT3 nummers voor 25 eurowww.metaalmagazine.nl/abonneren
Exclusief voor de Metalektro Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen 100% cao-proof
WIA Metalektrop/a Mn ServicesPostbus 11562280 CD Rijswijk
WIA
Uw organisatie draait op fitte en gezonde medewerkers. Maar wat als een medewerker arbeids-
ongeschikt wordt?
Met WIA Metalektro biedt u een ruime dekking voor een eerlijke prijs:
• 100%cao-proof
• scherpgeprijsd
• eenuitkering,ookbuitendebedrijfstak
• eenuitkeringmetbeschermingtegenkoopkrachtverlies
• interessantesecundairearbeidsvoorwaarde:fiscaalvoordeelvooruwmedewerker
Kijk op www.metalektro-wia.infovoormeerinformatie.
230x300_wg.indd 1 02-11-11 12:55
Onze tweets op Twitter zijn een handige, ei-
gentijdse manier om het nieuws in de me-
taalbranche te volgen. Twitter is een inter-
netdienst waarbij gebruikers korte berichtjes
publiceren.
Op http://twitter.com/Metaalmagazine krijgt
u een indruk van onze berichtgeving. Meld
u ook aan voor Twitter en ‘follow’ Metaal
Magazine om steeds snel op de hoogte te
zijn van het metaalnieuws. Dus twitter met
ons mee vanaf uw pc of mobiele telefoon.
Voorpagina:Bij het verspanen van
aluminium is het niet
ongewoon dat meer
dan 90 procent van
het volmateriaal om-
gezet wordt in spanen. De uitdaging voor ae-
rospace-toeleveranciers is om het juiste ge-
reedschap te kiezen in combinatie met ma-
chine, koeling en verspaningsparameters. In
dit nummer meer informatie in twee artike-
len (foto: Reinold Tomberg)
nieuws4 Met één database verspanen
5 Centerpunt
6 Met één click van solid naar CNC
9 Marktimpuls
bedrijvigheid10 Met robot naar 24/7-productie
Touw heeft
twee XR-
760 frees-
machines
van Bridge-
port aange-
schaft, ge-
koppeld
aan een Pro-loader robotcel van BMO. Het be-
drijf heeft daarmee de stap gezet naar man-
arme 24/7-productie
metaalbewerken13 Grote SKT700 LM draaimachine
De Haan Special Equipment heeft geïnvesteerd
in een grote SKT700 LM draaimachine van Hy-
undai Kia en speelt daarmee in op de vraag
naar steeds grotere elementen vanuit de hijs-
kraanindustrie
metaalbewerken14 Standaard presteert als special
Microtech-
niek haalt
met een
standaard-
machine
huzaren-
staaltjes uit:
gaten positioneren met een plaatstolerantie
van 0,05 mm op 2,5 m en aluminium verspa-
nen alsof het een hoogvermogen-machine is
verbinden16 Lassen van aluminiumlegeringen deel 1
Aluminiumlegeringen zijn zonder al te veel pro-
blemen met de meest bekende lasprocessen te
lassen, maar er moet aan bepaalde aspecten van
de lasprocessen de nodige aandacht besteed
worden
metaalbewerken20 Eenmansbedrijf met twee draaifreescentra
Eenmansbedrijf Fimedu Parts Technology in Dui-
ven is dit voorjaar opgestart met de eerste twee
draaifreescentra. Geautomatiseerd compleetbe-
werken
metaalbewerken22 Uitdagingen in de luchtvaartindustrie
Toeleveranciers binnen de luchtvaartindustrie
worden telkens opnieuw uitgedaagd om com-
plexe nieuwe producten te maken uit sterk en
licht materiaal. De tendens is ook nog eens naar
kortere levertijden
metaalbewerken28 Schijflaser rukt op
Voor vlakbedsnijlasers biedt Trumpf nu ook
een 5 kW schijflaser aan. Dezelfde laserbron
zien we ook terug in een lascel waarvan VW er
tientallen bij Trumpf besteld heeft
materialen30 Nanotechnologie
De grote beloften van nanotechnologie worden
stapje voor stapje ingelost. Maar daarmee
wordt de technologie wel steeds relevanter
voor de metaalbewerking
metaalbewerken34 Werkzeugbau Akademie opgericht
De nieuwe Werkzeugbau Akademie (WBA) is
een denktank op het gebied van de ontwikke-
lingen van matrijzen en stempels
machine masterclass36 Software geeft juiste uitslag kantpers
“Geen goede uitslag betekent nooit een goed
product”, stelt directeur Kees Verschoor van
Verschoor Metaal Techniek vast
productnieuws40 Instrumentmaker denkt mee
42 Selectief lasersmelten
Products4engineersals bijlage bij deze Metaal
Magazine
inhoud december
(Advertentie)
Volg Metaal Magazine op Twitter
metaalM A G A Z I N E
In dit nummer:
Manarme 24/7-productie Draaibewerkingen
grote assen Zeer nauwkeurig verspanen met
standaardmachine Lassen van aluminium-
legeringen Eenmansbedrijf met twee
draaifreescentra Verspanen voor lucht- en
ruimtevaartindustrie Schijflaser rukt op bij
plaatbewerking Nanotechnologie Denktank
helpt gereedschapmakers Software geeft
juiste uitslag kantpers
J a a r g a n g 4 9 | 1 0 - 2 0 1 1
D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l
w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 3
3x op uw deurmat voor maar 15 euro !
Mail uw gegevens naar [email protected]
03_Inhoud 05-12-11 09:27 Pagina 3
4 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
N I E U W S
wordt vaak op een te laag niveau doorgegeven.
De kwaliteit van de interfaces deugt niet.
Meestal is de kennis van mensen doorslagge-
vend.” Komen er vervolgens nieuwe mensen,
dan gaat het meteen fout.
In zijn visie kan een metaalbedrijf een aantal
stappen maken om de informatieoverdracht
tussen bijvoorbeeld CAD/CAM, werkvoorberei-
ding, magazijn en inkoop te verbeteren. Een
eerste stap is het invoeren van standaardge-
reedschappen en het afspreken van werkme-
thoden. Een volgend niveau is een directe inter-
face tussen verschillende systemen. Wintool
heeft bijvoorbeeld een directe interface met
Esprit en andere CAM-systemen. Ga je vervol-
gens aan de slag met beheersoftware voor de
verschillende taken in het verspaningsproces
dan kun je volgens Feijen beter kiezen voor
standaardsoftware dan voor een oplossing die
specifiek gebouwd wordt voor één toepassing.
“Met specifieke software haal je wel een hoger
startniveau, maar standaardsoftware groeit veel
beter mee.” Met andere woorden: specifieke
software wordt vaak achterhaald door de snelle
marktontwikkelingen.
Een beheersysteem met een centrale database
kan voorkomen dat CAM-technici, planners,
magazijnmedewerkers, voorinstellers, machine-
operators en de inkopers van het ERP-systeem
werken met eigen lijstjes, soms handgeschre-
ven, met andere naamgeving en andere codes
voor dezelfde gereedschappen.
Het gebruik van één centrale database kan de
effectiviteit enorm verhogen. “Reken maar
mee. Denk aan een bedrijf met twintig NC-ma-
N I E U W S
Het werken met verschillende namen en coderingen
binnen één metaalbedrijf voor dezelfde verspanende
gereedschappen is vragen om problemen. De
vastlegging in bijvoorbeeld een CAM- of een ERP-
systeem moet éénduidig en uitwisselbaar zijn. Een
centrale database is een oplossing.
Met één database verspanen
Het is hem een gruwel, maar hij komt ze nog
steeds tegen: “handgeschreven lijstjes waarmee
de werkvoorbereiding communiceert met het
magazijn over de hoeveelheid verspanende ge-
reedschappen”. Klaas Feijen van Greenock
schudt zijn hoofd. Hij was begin november een
van de sprekers tijdens de seminars ‘Integraal
gereedschapsbeheer en voorinstellen’ in Ede.
Greenock organiseerde de manifestaties in sa-
menwerking met DMG (Deckel Maho Gilde-
meister). Feijen bepleit het gebruik van één cen-
trale database voor alle informatie rondom het
verspaningsproces. Onder de naam Wintool
biedt Greenock een dergelijke database aan
voor gereedschapsbeheer. Volgens Feijen gaat
het met de informatieoverdracht in het verspa-
ningsproces vaak fout bij het doorgeven van in-
formatie. Het CAM-systeem bij veel bedrijven
heeft vaak een hoog technologisch niveau en
ook de mensen die werken met dit systeem zijn
meestal goed geschoold. “Maar de kennis
BarcodesMet de centrale database kunnen bij-
voorbeeld gereedschapslijsten met barco-
des afgedrukt worden. Met deze codes
kunnen vervolgens geautomatiseerde ge-
reedschapuitgifteautomaten, al dan niet
na het intoetsen van een pincode, de
juiste gereedschappen op het juiste mo-
ment vrijgeven. Vragen als ‘wie werkt en
wanneer met welk gereedschap voor
welke werkstukken en hoeveel gereed-
schappen zijn er verbruikt?’ worden dan
transparant. Ook informatie-uitwisseling
met voorinstelapparaten is mogelijk. Het
verschil tussen werkelijke lengte van bij-
voorbeeld een boor of een frees en de
berekende lengte wordt opgemeten en
kan machine- en besturingsspecifiek di-
rect verwerkt worden in het CNC-pro-
gramma.
DOOR: REINOLD TOMBERG
chines die drie werkstukken per week per ma-
chine heeft en twintig gereedschappen per op-
spanning gebruikt. Je hebt dan zestigduizend
gereedschappen die je moet vastleggen. Waar
je met elkaar over moet communiceren. En de
getallen zijn niet overdreven. Je gaat in een be-
drijf heel snel over de honderdduizend. Veron-
derstel dat je tien seconden per gereedschap
nodig hebt. Dan maakt het nogal een verschil
of je het in één keer vastlegt of in de volgende
stappen steeds opnieuw. Ook heb je maar
0,1 procent foutkans, dan nog.”
Met een laserpointer is snel de snijkant van een gereedschap te vinden
en bij een vergroting van 33x zie je een deel van 4,5 mm x 4,5 mm van
het gereedschap, in dit geval een frees, waarvan de werkelijke
diameter en uitsteeklengte bepaald worden
Tijdens de seminars
demonstreerde DMG
het voorinstelapparaat
Vio 210 Microset. Met
deze apparaten is
gegevensuitwisseling
tussen een centrale
database en een
specifieke CNC-machine
mogelijk (foto’s: Reinold
Tomberg)
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 4
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 5
De Arbeidsinspectie lanceert een nieuw hulp-
middel om ongevallen op de werkvloer te
voorkomen: de online zelfinspectie Voorkom
Ongevallen. Bedrijven kunnen via deze site zelf
de kwaliteit van de veiligheid in hun organisa-
tie doorlichten. Ze gebruiken dezelfde me-
thode als een arbeidsinspecteur. Met de zelfin-
spectie onderzoeken bedrijven of ze voldoen
aan de arboregels.
C E N T E R P U N T
Soms zijn zaken zo vanzelfsprekend, dat je je afvraagt
waarom ze als noviteit gepresenteerd worden op een vak-
beurs. Tijdens de EuroMold 2011 benadrukten veel CAM-
leveranciers het belang van een goede verspaningsstrate-
gie. Je moet de spanen zo gelijkmatig mogelijk maken. Het
liefst met een zo constant mogelijke spaandoorsnede die
ook weer moet resulteren in een niet-veranderlijke belas-
ting van de machine. Het uiteindelijke doel: een zo hoog
mogelijke verspaningscapaciteit met optimale standtijden
en korte verspaningstijden. Tsja, dat zijn toch precies die
prestaties die je al jaren mag verwachten van CAM-soft-
ware. Of niet? Als u mij dat voor de beurs gevraagd had,
had ik gezegd ‘stand der techniek’.
Op de beurs ben ik gecorrigeerd. Twee voorbeelden. Op de
stand van SurfCam werd op een Okuma bewerkingscen-
trum het programma TrueMill gedemonstreerd voor het
frezen van een titaan werkstuk. Het doel is ‘Maximum Ma-
terial Removal’. Opvallend waren de lange, slanke en ge-
lijkmatige spanen. Bovendien met een zodanige procesbe-
heersing dat het titaan niet verkleurt. Ook SolidCam de-
monstreerde in Frankfurt op een Okuma. Getoond werden
de mogelijkheden van 3D iMachining. Waar eerder geko-
zen werd voor een beperkte snedediepte en een hoog toe-
rental, zie je nu dat gekozen wordt om zoveel mogelijk van
de freeslengte te benutten. Ook hier zie je slanke spanen
met een constante vorm. SolidCam claimt reducties van de
freestijden tot wel 70 procent. Voor mij niet controleerbaar,
maar wel een getal dat een mooie uitdaging vormt voor
een test op een eigen machine.
En verder in Frankfurt? Opvallend veel Chinese gereed-
schapmakers vertegenwoordigd via collectieve deelnemin-
gen. Lange rijen tafeltjes met - meestal onleesbare - posters.
Een uitstraling met een vreugdeloosheid die ik sinds de
Leipziger Messe niet meer heb gezien. Als de Chinezen hier
nog meer aan de bak willen, en neem van mij aan dat ze
dat willen!, dan moet de beurspresentatie in elk geval ver-
beterd worden.
Slanke spanen Reinold Tomberg
Arbeidsinspectie helpt bedrijven
Kleine temperatuuropnemers
Erns
t D
irks
en F
otog
rafi
e
Dit doen ze aan de hand van vier stappen uit
het inspectieproces. Telkens moet een aantal
vragen worden beantwoord.
Na iedere stap volgt een overzicht waarin
wordt aangegeven in hoeverre het bedrijf vol-
doet aan de regels. Voldoet het bedrijf hier
niet helemaal aan? Dan volgt een lijst met ac-
tiepunten.
www.zelfinspectie.nl/voorkomongevallen
Volgens het tijdschrift Physical Review Letters zijn wetenschappers van het Institut für Angewandte
Physik (natuurkunde) van de universiteit Hamburg er in geslaagd om generatie van warmte in
verwarmingselementen op atomaire schaal te onderzoeken. Het lukte hen om het thermische heen-en-
weer schakelen waar te nemen van een uit slechts 80 atomen ijzer bestaande nano-magneet en deze te
gebruikten als thermometer. Ze gebruikten het principe van tunneling: een zeer dicht bij de magneet
geplaatste magnetische naald creëert een elektrische spanning, een zogenaamde tunneling stroom. Hoe
dichter de naald op de magneet, hoe groter de stroom. Bij verschillende frequenties was men in staat de
temperatuur van de magneet te bepalen. Mogelijke toekomstige toepassingen van deze techniek zijn zeer
kleine thermisch schakelende nano-magneten om zeer nauwkeurig lokale temperaturen te meten zonder
beïnvloeding van de omgevingstemperatuur (foto: IDW)
Jaarlijks gebeuren er in Nederland
meer dan tweehonderdduizend
arbeidsongevallen met letsel en
verzuim waarvan honderd met
dodelijke afloop. De sectoren met de
hoogste risico’s zijn de bouw, de
metaal en de op- en overslag
(beeld: Arbeidsinspectie)
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 5
N I E U W S
Het duurt niet meer zolang of een
‘virtual machine’ kan worden ingebed
in een CAM-systeem. Een mooie optie
om bewerkingen te simuleren en
programma’s te testen. Toekomst-
muziek gehoord tijdens de Esprit
gebruikersdag.
“De naam van onze gastheer omschrijft precies
wat we willen.” Aldus Philippe Albert, directeur
van DP Technology Europe, tijdens de gebrui-
kersdag van Esprit die LCMC op 3 november in
Amersfoort organiseerde. LCMC is een afkorting
voor ‘Less Clicks More Chips’. Oftewel: LCMC wil
bereiken dat gebruikers van CAD/CAM-syste-
men met minder toetsaanslagen en/of muisbe-
wegingen sneller tot een verspaningsresultaat
kunnen komen. Albert schilderde tijdens de ge-
bruikersdag zelfs een nabije toekomst waarbij
het met ‘one click’ mogelijk is om vanuit een
solid in één keer het complete programma voor
een CNC-bewerking te genereren. Hij verwacht
dat hij tijdens de Esprit World Conference op 5-
8 juni 2012 in San Diego (USA) meer over de
‘one single click’ kan vertellen die in 2013 be-
schikbaar komt.
Basis voor ‘Less Clicks’ is wat Edwin Schlief van
LCMC omschrijft als ‘knowledge based machi-
ning’ (KBM). Dit is een methode voor het auto-
matisch programmeren van CNC-programma’s.
Op zich niet nieuw, maar in Amersfoort bleek
duidelijk dat het gebruik van KBM de effectivi-
teit van de overgang van CAM naar CNC-pro-
gramma drastisch kan verbeteren. Bij de inzet
van KBM analyseert de software hoe de featu-
res van een solid eruit zien en welke bewerkin-
gen en gereedschappen daarbij behoren. Om
op deze manier te kunnen werken is het uiter-
aard nodig dat de bewerkingstechnologie voor
bijvoorbeeld het maken van kamers, gaten,
schroefdraad en dergelijke éénmalig goed vast-
gelegd wordt. In een metaalbedrijf kan bijvoor-
beeld een werkgroep éénmalig omschrijven
welke verspanende bewerkingen met welke ge-
DOOR: REINOLD TOMBERG
39 bewerkingen automatisch geprogrammeerd met KBM (‘knowledge based machining’) inclusief automatische
strategie en de gereedschapskeuze (afbeeldingen: LCMC)
Met één click van solid naar CNC
6 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
reedschappen het meest optimaal zijn. Dit is
dus eigenlijk een standaardisatie van gereed-
schappen (of samengestelde gereedschappen)
in combinatie met de bewerkingen (standaard-
bewerkingsmethode). Optimaal kan dan be-
trekking hebben op de technische prestaties van
het gereedschap, maar ook op het beperken
van het assortiment aan gereedschappen of het
voorkomen van de inzet van gereedschappen
met te hoge prijzen. Grote voordeel is natuurlijk
dat niet elke keer elke werkvoorbereider bezig
is met de gereedschapkeuze of altijd zijn speci-
fieke, favoriete maandagmorgen- of vrijdag-
middaggereedschap selecteert. KBM voorkomt
dus wildgroei omdat teruggegrepen wordt op
bestaande gereedschappen en bewezen bewer-
kingstechnologie. Tijdens de gebruikersdag liet
LCMC aan de hand van een toepassingsvoor-
beeld van Nordson zien hoe uitgaande van een
solid in drie stappen het CNC-programma tot
stand kwam. Om met KBM te kunnen werken
moeten de gereedschappen er uiteraard wel
zijn (in de ketting van de machine of in het ma-
gazijn).
Vijfassige bewerkingen met ‘lollipop’ in caviteit van
motorblok
Postprocessor wordt driverPhilippe Albert van DP Technology meldde tijdens de gebruikersdag ook een groeiend belang
van de samenwerkingen met machinebouwers. De gedachte hierachter is dat machineleve-
ranciers de postprocessor onderdeel willen laten uitmaken van de machineleverantie. De post-
processor wordt dan als een soort gestandaardiseerde driver meegeleverd met de machine en
CNC-besturing. Op deze manier wordt volgens Albert voorkomen dat iedereen zelf “aan de post-
processor zit te draaien”. Die driver is volgens Albert nodig om een juiste match te maken tussen
CAM-programma’s en de machine-eigenschappen. Op deze manier kunnen alle eigenschappen
van een machine optimaal benut worden: de technologie van machineleveranciers wordt bo-
vendien van CNC toepasbaar in het CAM-programma. Ook het ingebruiknemen van een ma-
chine kan veel sneller. Nog maar een kwestie van uren omdat de afstemming optimaal is. Die in-
gebruikname wordt in de toekomst veel kritischer volgens Albert. Denk aan een klein freesdraai-
centrum met twee spillen met C-assen, waarvan één spil schuin omhoog kan zwenken, een re-
volver met twee eigen assen en een freesspil met zwenk- en Y-as en uiteraard een Z-as voor de
langsverplaatsing. “Daar kan niet iedereen zomaar een postprocessor voor schrijven.”
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:31 Pagina 6
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 7
Het NEN lanceert de praktijkgids ‘Implementatie van MVO en
ISO 26000’. ISO 26000 is een internationale richtlijn voor maat-
schappelijk verantwoord ondernemen. In het boek staan prak-
tijkcases van organisaties die deze richtlijn toepassen. Het boek
is geschreven door Pierre Hupperts en Hans Kröder.
www.nen.nl
Draaibankfabrikant Jesco uit Taiwan heeft LVDN uit Lelystad uit-
gekozen voor de vertegenwoordiging in Nederland. De verte-
genwoordiging heeft betrekking op de eigen modellen van
Jesco. Deze zijn qua ontwerp gelijk
aan de vorige Colchester modellen
en voldoen eveneens aan de hoge
kwaliteitsnorm van Colchester-
Harrison.
www.lvdn.nl
TNO gaat de NTS-Group uit Eindhoven ondersteunen in de ont-
wikkeling tot precisie-verspaner. Hiervoor wordt een nauwkeu-
rige Hembrug-machine van TNO naar de NTS-Group verhuisd en
zal TNO een aantal medewerkers scholen op deze machine. De
machine blijft beschikbaar voor onderzoek door TNO.
www.nts-group.nl
www.tno.nl
Fabrikant van rolomvormmachines Dreistern uit Schopfheim (D)
heeft een nieuwe website gelanceerd. Naast producten, toepas-
singen en up-to-date informatie kunnen er ook brochures ge-
download worden en zijn er enkele video’s te zien van rolom-
vormtechnieken.
www.dreistern.com
De KFBS smeerpomp van SKF kan een
hoger aantal smeerpunten dan 19 aan.
In combinatie met de nasmeerverdelers
van SKF krijgen zelfs bij temperaturen
van -25°C alle smeerpunten gegaran-
deerd de juiste hoeveelheid vet.
www.skf.com/lubrication
Siemens PLM Software biedt gratis downloads aan van de volle-
dige versies van Solid Edge en Femap in combinatie met
NX Nastran-software. De trial-versies van Solid Edge ST4 en
Femap 10.2, inclusief het volledige pakket aan features en trai-
ningen, zijn voor 45 dagen kosteloos te gebruiken.
www.plm.automation.siemens.com/nl
GBO Design uit Helmond en
Van der Hoorn buigtechniek
uit Geldrop hebben samen
de ronde bank Circulo ont-
wikkeld. De Circulo is deel-
baar en daardoor om een
boom of om een op maat
ontworpen plantenbak te plaatsen. De twee helften zijn ook in-
dividueel tegen een wand te plaatsen. Bij evenementen kunnen
de frames opgestapeld worden. Het frame van de Circulo is ver-
krijgbaar in aluminium, staal en RVS en is volledig nestbaar.
www.circulos.eu
K O R T
Sneller lassen met roestvast staal
Opgroeitechniek versnelt ontwerp lichtunitsHofmann Innovation Group uit Lichtenfels (D)
ontwerpt en produceert lichtunits voor model-
len. Het duurt met bestaande technieken als
spuitgietwerk ongeveer 25 weken om een ont-
werp van een lichtunit tot uiteindelijke seriepro-
ductie te verwezenlijken. Hofmann kan het nu
in twaalf weken realiseren door gebruik te
maken van technieken als lasersintering (kunst-
stof) en lasercusing (metaal). Volgens directeur
Robert Hofmann kan zijn bedrijf dat realiseren
met 35 tot 40 procent van de kosten vergeleken
met de traditionele spuitgietwerkmethode.
Het TIG-lassen van rvs met argon heeft als voordeel het zuivere smeltbad. Er zijn echter ook een paar
nadelen: naast de hogere warmte-inbreng is de relatief lage lassnelheid wel het grootste nadeel. Air
Products uit Amsterdam introduceert daarom Innomaxx TIG-gas. Het is een gasmengsel van Argon met
toevoeging van 2% tot 5% waterstof. Dit gas kan de lassnelheid bij het lassen van austenitisch roestvast
staal (bijvoorbeeld 316L, 308L, 309L, 347) aanzienlijk versnellen. Tevens is het gebruik van een gaslens aan
te bevelen omdat er dan een laminaire gasuitstroom ontstaat, die de las aanzienlijk verbetert. Bij het
gebruik van Innomaxx TIG-gas in plaats van argon wordt de blootstelling aan ozon verminderd
(foto: Air Products)
Directeur
Robert
Hofmann met
de koplampunit
van de nieuwe
Volkswagen
Beetle (foto:
Hofmann
Innovation
Group)
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 7
8 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Products4Engineers terug in print
Designboek over metalen verpakkingen
N I E U W S
12-14 januariPolyclose
Gent (B)www.polyclose.be
17-19 januari Vakbeurs TIV Gorinchem
Gorinchem www.evenementenhal.nl/harden-berg
25-26 januari Vakbeurs RapidPro
Veldhoven www.rapidpro.nl
28 februari-3 maartVakbeurs Metav 2012
Düsseldorf (D)www.metav.de
4-7 maart Vakbeurs Eisenwarenmesse
Keulen (D)www.eisenwarenmesse.de
13-16 maart Vakbeurs Technishow
Utrechtwww.technishow.nl
13-16 maart Vakbeurs ESEF
Utrecht www.esef.nl
27-29 maart Vakbeurs On & Offshore 2012
Gorinchemwww.evenementenhal.nl
17-20 april Vakbeurs PaintExpo
Karlsruhe (D) www.paintexpo.com
23-27 april Vakbeurs Hannover Messe 2012
Hannover (D) www.hannovermesse.de
9-11 mei Congres Laser Technology ILT
Aken (D) www.lasercongress.org
Ardagh Group uit Deventer komt met een de-
signboek dat uitsluitend gaat over metalen ver-
pakkingen. Het boek ‘The Power of Metal Pack-
aging’ heeft zowel aandacht voor eenmalige
verpakkingen als bierblikjes en verfblikken,
maar ook voor verpakkingen die constant her-
gebruikt kunnen worden. “De verpakkingsont-
werper moet zijn mindset veranderen. Om te
streven naar vermindering van afval moet er
meer aandacht komen voor verpakkingssoorten
A G E N D A
Zie ook de meer uitgebreide
agenda op de site van Metaal Magazine:
www.metaalmagazine.nl
Metaalmanifestaties
Products4Engineers is een tijd alleen
online geweest, maar nu is de
printuitgave terug van weggeweest. Dit
najaar verschijnt de eerste vernieuwde
uitgave. Products4Engineers biedt het
grootste aanbod technische
componenten, producten en machines in
Nederland. Ook de producten in de
rubriek Technisch Nieuws van Metaal
Magazine staan onder het vijfcijferige
infonummer op deze website. Ga voor
meer informatie, een gratis abonnement
en/of nieuwsbrief naar:
www.products4engineers.nl/vakblad.php
die constant hergebruikt kunnen worden in
plaats van verpakkingen voor eenmalig gebruik.
Dit kan door de recyclebaarheid van het mate-
riaal al in de ontwerpfase mee te nemen.” Dit
zegt professor dr. Michael Braungart (toonaan-
gevend deskundige op het gebied van milieu-
vriendelijk ontwerpen en grondlegger van het
cradle-to-cradle-principe) in het nieuwe design-
boek bestemd voor verpakkingsontwerpers en
merkeigenaren.
Nieuwe decoraties, lichtere
verpakkingen, ontwerpen
en gebruiksmogelijkheden
worden ook in het boek
beschreven (foto: Ardagh
Group)
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 8
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 9
M A R K T I M P U L S
Directeur Steven Hoogslag van automatiseerder Nedsystems uit
Rotterdam bij de eerste BFB Touch 3D Printer van Widenhorn uit
Hoorn. Voor Nedsystems is
de aanschaf van de Touch
3D Printer bedoeld voor
het verkennen van de 3D
printmarkt en als opstap
naar operationele onder-
steuning van haar relaties
in de toekomst. De Touch
3D is een kant-en-klare
printer met de mogelijk-
heid om met extra printkoppen ook gecompliceerde prints met
ondersteuning van supportmateriaal af te drukken.
www.wia.nl
Zorge uit Katwijk heeft haar watersnijcentrum uitgebreid met
de nieuwste abrasief watersnijtafel van Resato. Hiermee kan af-
hankelijk van het materiaal met water of een abrasief mengsel
worden gesneden. Er kan onder meer worden gesneden in
zachte schuimmaterialen, rubbers, harde kunststoffen, metalen
en keramiek, van dun tot enkele centimeters dik. Deze snijtafel
is uitgerust met direct aangedreven motoren voor nauwkeurige
snijprestaties.
www.resato.com
ZME Fijnmechanisch Ate-
lier uit Utrecht heeft de
eerste Willemin model
508 MT besteld bij Boe-
lens Machines uit Don-
gen. De Willemin Maco-
del 508 MT is een hoog-
precisie achtassen ge-
stuurde machine die zowel draaien als vijfassen simultaan frezen
op een hoog niveau beheerst. Met de uitbreiding van het ma-
chinepark met deze Willemin kan ZME nu alle bewerkingen
maken in één opspanning.
www.boelensmachines.nl
De nieuwste investering van Vlot Staal uit Groot Ammers is de
door Eijerkamp Techniek uit Nieuwerkerk a/d IJssel geleverde
Italiaanse BTM volautomatische lintzaagmachine model 60.40 A
CNC DS met een automatisch verstekinstelling en 3.000 mm aan-
voerslag. De zaagvoeding- en snelheid passen zich automatisch
aan de materiaalvorm
aan. Robert Lock: “Voor
de eigen productie van
machinecomponenten
en machineframes is de
capaciteit van deze
zaagmachine ruim vol-
doende, maar wij willen
ook voor derden gaan
zagen, waarbij we tot 600x400 mm, of Ø400 mm kunnen zagen
met een nauwkeurigheid binnen 1 mm.
www.eijerkamptechniek.nl
Compleet CNC starterspakket
LVDN uit Lelystad biedt startende ondernemers
een basiswerkplaats aan inclusief twee jaar ga-
rantie en onderhoud voor 99.000 euro. Omdat
banken veel zekerheden vragen krijgen uitste-
kende ondernemingsplannen soms geen uitvoe-
ring. Door het bieden van aanvullende zekerhe-
?
Een goed gepolijst 2012 gewenst
Afgelopen jaar was een bewerkelijk jaar, waarin het aanvankelijke optimisme nu ietwat getemperd is. Toch
zijn de resultaten van 2011 goed te noemen en blijft de export groeien. Het team van Metaal Magazine
wenst u in ieder geval alvast fijne feestdagen en een voorspoedig en gepolijst 2012 (foto: Jeroen Aalberts)
den aan de starter helpt LVDN de financiering in
te vullen. Het basis machinepakket bestaat uit
een Colchester CNC draaibank of teach-in combi-
natie draaibank met een Bharat Fritz Werner ver-
ticaal CNC bewerkingscentrum. Daarnaast bevat
het pakket een standaard set gereedschap waar-
mee de starter voorlopig vooruit kan.
De machines zijn uiteraard ook
afzonderlijk te bestellen (foto: LVDN)
04-05-06-07-08-11_Nieuws 05-12-11 09:32 Pagina 9
10 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
“Omdat we mee willen spelen in de Champions League van de fijnmechanica.” Dat
noemt directeur Jelle Touw van Fijnmechanische Industrie Touw in Breda als de
achterliggende gedachte bij de aanschaf van twee XR-760 freesmachines van
Bridgeport, gekoppeld aan een Pro-loader robotcel van BMO. Het bedrijf heeft
daarmee de stap gezet naar manarme 24/7-productie en naast een forse uitbreiding
van de capaciteit biedt het ook de flexibiliteit die Touw voor ogen staat.
DOOR: JAN OONK
Het hart van de nieuwe productiecel wordt ge-
vormd door de Pro-loader, bestaande uit een
zes assige robot en een magazijnsysteem met vijf
laden. Een dergelijk ladensysteem biedt volgens
Touw de meest compacte oplossing. De laden
zijn voorzien van rasterplaten met een gatenpa-
troon in verschillende afmetingen, waarbij een
hoek fungeert als nulpunt voor de positionering
van het product. Bij kleine producten kunnen
alle vier hoeken van het rasterpatroon eventu-
eel als nulpunt worden gebruikt.
De Pro-loader wordt geflankeerd door twee
spiegelend opgestelde (in verband met de toe-
gankelijkheid) drieassige verticale XR-760 frees-
machines. Het gaat hierbij om robuuste en
De Pro-loader, met robot en ladenmagazijn, aan
beide zijden geflankeerd door een XR-760
freesmachine van Bridgeport. Een productwissel
door de robot kost ongeveer 30 s (foto’s: Jan Oonk)
Met robot naar 24/7-productie
10-11-Touw 05-12-11 09:32 Pagina 10
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 11
zware machines met een vermogen van 18,5
kW uit de high performance lijn van Bridgeport,
in ons land vertegenwoordigd door Hardinge in
Raamsdonkveer. De machines (met een repe-
teernauwkeurigheid van 4 µm) zijn uitgerust
met interne koeling, thermische compensatie en
een BIG-Plus opname, waarbij het gereedschap
zowel radiaal als axiaal aanligt. Dat biedt, in
combinatie met krimphouders en de juiste fre-
zen van Iscar, de stabiliteit die nodig is om het
onbemande proces betrouwbaar uit te voeren.
Een draadloos meetsysteem voor de gereed-
schappen en een SMS-module die waarschuwt
wanneer de bewerking is stopgezet vanwege
een storing behoort tot de uitrusting.
“De robot gaat steeds meer tot de standaarduit-
rusting behoren van bewerkingsmachines”,
aldus de overtuiging van Touw. “Net als auto-
matische stafaanvoer bij draaimachines.” De
nieuwe productiecel vormt voor hem dan ook
een ideale mogelijkheid om kennis en ervaring
op te doen met deze vorm van continue en on-
bemande productie. “Met name bij de tweede
en derde opspanning, wanneer de contouren
van het product zichtbaar worden, is het van
belang om bij complexe en fragiele producten
een nauwkeurige opspanning te bereiken zon-
der dat de robot het product fijnknijpt”, zoals
Touw aangeeft. “Maar we zijn op de goede
weg.” Om kritische producten, waarbij extra
kennis en zorgvuldigheid wordt gevraagd, te
bewerken beschikken de machines naast een
automatische ook over een handmatige op-
spanklem.
Audio en video“Waar we goed in zijn is de combinatie van fijn-
mechanische bewerkingen en assemblage”, zo
typeert Touw zijn onderneming. Het gaat daar-
bij om productformaten van één tot 50 centi-
meter, van prototypes en enkelstuks tot series
tot zo’n honderd stuks. Het scala aan materialen
dat wordt bewerkt is daarbij opvallend breed
en varieert van staal en roestvast staal tot alu-
minium, magnesium, messing en kunststoffen.
Belangrijke afzetmarkten zijn onder andere de
professionele audio- en videosector, de voe-
dings- en genotmiddelenindustrie, de machine-
bouw en de laboratoriumwereld.
Touw noemt onderdelen voor camera’s en aller-
lei elektronicabehuizingen als voorbeelden van
producten die op het menu staan. De nieuwe
productiecel komt al meteen van pas bij de ver-
vaardiging van een samengestelde beugel
waarin een lcd-scherm (viewfinder) op professi-
onele camera’s wordt bevestigd en waarvoor
FMI Touw het prototype heeft gemaakt. “Dat
loopt opeens zo hard, maar met de beide
Bridgeports en de robot kunnen we die capaci-
teit volledig invullen.”
“Samen met de klant tot iets moois komen”, is
voor Touw het uitgangspunt. Al staat de time-
to-market momenteel zo onder druk dat de
ruimte om lessen te trekken daarvoor tot zijn
spijt soms te beperkt is. “Iedereen moet door”,
en dat staat de diepgang van de contacten wel
eens in de weg.
Het machinepark telt onder andere diverse
draaibanken van Okuma, met automatische
stafaanvoer en aangedreven gereedschappen.
Op het gebied van frezen kan (naast de nieuwe
robotcel) worden teruggevallen op een aantal
verticale freesmachines van Bridgeport met
vierde as en drie bewerkingscentra van Lead-
well. De laatste beschikken over een palletwis-
selsysteem, een vorm van automatisering waar-
bij (afhankelijk van de complexiteit van het pro-
duct) een deel van de nacht onbemand kan
worden overbrugd. <<<
B E D R I J V I G H E I D
FMI Touw in BredaFMI Touw is in 1991 ontstaan als verzelfstandiging van de
mechanische werkplaats van Philips Breda. Sindsdien is de
focus verschoven naar het verspanende werk, al beschikt
het bedrijf nog altijd over alle mogelijkheden op het ge-
bied van plaatbewerking. Dat blijft echter beperkt tot
kleine series, ‘de kruimels die anderen laten liggen’. Hoe-
wel 80 procent van de omzet binnen de Benelux wordt
bereikt zijn er ook contacten met klanten in Groot-Brit-
tannië, Israël, Thailand en de Verenigde Staten. Het be-
drijf telt 22 medewerkers, waarbij operators dankzij de
automatiseringsslag meerdere machines bedienen.
Robot steeds meer standaard
Directeur Jelle Touw: “Samen met de
klant tot iets moois komen”
10-11-Touw 05-12-11 09:33 Pagina 11
Gibas Numeriek B.V.Catharijne 11358 CC ALMERETel: 036 - 540 60 00Fax: 036 - 540 60 10
• Volledige 5-assige besturing Fanuc 31iA5 met 19” LCD monitor met Nakamura-Tome Intelligent Programming System
• Combinatie glaslinialen en hoogprecisie kogelomloopspindels (Nauwkeurigheidsklasse C3) met koeling in de lineaire assen X1/Y1 en Z1
• Extreem hoge indexeer nauwkeurigheid van de B1 en C-as
• Geïntegreerde freesspindel met dubbele ATC voor 2 x 24 gereedschappen
• Hoofdspindel, tegenspindel en revolver voor 24 gereedschappen
De nieuwe Twin ATC machine
van Nakamura-Tome, de MX-5:
Een combinatie van een
5-assig bewerkingscentrum en
een draaimachine.
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 13
Een jaar geleden heeft De Haan Special
Equipment in Stadskanaal geïnvesteerd
in een grote SKT700 LM draaimachine
van Hyundai Kia. Het bedrijf speelt
daarmee in op de vraag naar steeds
grotere elementen vanuit de
hijskraanindustrie.
DOOR: JAN OONK
“Onderblokken en takelblokken voor mobiele
kranen, aangevuld met aanverwante zaken
voor de offshore die te maken hebben met hef-
fen en hijsen”, zo vat technisch directeur Henny
Meijering het productassortiment van De Haan
Special Equipment in één zin samen. De kranen
worden onder meer ingezet in havens, op sche-
pen en binnen de industrie.
Ook in dit marktsegment van heffen en hijsen is
sprake van een trend naar steeds grotere forma-
ten en tonnages. Afgelopen jaar nog heeft De
Haan bijvoorbeeld een enorm takelblok ver-
vaardigd, met een hijscapaciteit van 3.000 ton.
Het blok zelf heeft een massa van 111.000 kg.
Het is duidelijk dat het bij De Haan dus voorna-
melijk draait om het grote en zware werk. Dat
weerspiegelt zich in de samenstelling van het
machinepark, waar grote draai- en freesmachi-
nes de boventoon voeren.
Extra C-asZo is een jaar geleden een grote SKT700 LM
draaimachine van de Zuid-Koreaanse machine-
bouwer Hyundai-Kia aangeschaft, in ons land
vertegenwoordigd door Dymato in Veenendaal.
Niet het aantal bestuurbare assen maakt hier in-
druk, maar met name de productformaten die
bewerkt kunnen worden. Op de machine kun-
nen producten tot een diameter van 1.000 mm
en een lengte van 3.250 mm worden bewerkt.
De hoofdspil heeft een vermogen van 45 kW, bij
een maximaal toerental van 1500 min-1. De
SKT700 LM is uitgerust met een revolver met
twaalf posities voor (aangedreven) gereed-
schappen met een stabiele BMT85 opname.
De SKT700 LM beschikt over twee lineaire assen
(X en Z), aangevuld met een extra C-as (de M in
de typeaanduiding) met een indexering van
0,001º. Dankzij die C-as en de aangedreven ge-
reedschappen kunnen ook aanvullende boorbe-
werkingen in een zelfde opspanning worden
uitgevoerd. Met name bij deze grote en zware
producten is dat een groot voordeel. De aange-
dreven gereedschappen hebben een vermogen
van 11 kW, het maximale toerental bedraagt
3.000 min-1. Meijering noemt verder de schuin-
beduitvoering van de SKT700 LM een belangrijk
voordeel. De klauwplaat zit dankzij deze con-
structie voor in de machine en is eenvoudig te
benaderen. <<<
De SKT700 LM in zijn volle omvang in bedrijf bij De Haan Special Equipment (foto: Jan Oonk)
M E T A A L B E W E R K E N
StabiliteitNaast de machinedimensies en de bewer-
kingsmogelijkheden is de stabiliteit en
betrouwbaarheid van de machine voor
Henny Meijering eveneens van doorslag-
gevend belang. Op dat punt hebben de
positieve ervaringen met een wat klei-
nere SKT28 draaimachine van Hyundai
Kia een belangrijke rol gespeeld. “Die
machine is inmiddels zo’n vier jaar in be-
drijf en bevalt uitermate goed, zowel qua
productiviteit als betrouwbaarheid. De
machine heeft al die jaren vrijwel sto-
ringsvrij gedraaid.” Die degelijkheid
heeft de SKT700 LM, naast de zware uit-
voering, onder meer te danken aan de
stabiele blokgeleidingen voor de X- en Z-
as. Vanwege zijn ruime bewerkingsmo-
gelijkheden en zijn stabiliteit wordt de
SKT700 LM vooral ingezet voor draaibe-
werkingen aan grote assen, haken en
moeren. Enorm takelblok
Groot vereist stabiliteit
Een grote dubbelhaak in bewerking op de SKT700 LM (foto: De Haan)
13_Haan 05-12-11 09:33 Pagina 13
14 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Met een standaardmachine haalt Microtechniek
huzarenstaaltjes uit: gaten positioneren met een
plaatstolerantie van 0,05 mm op 2,5 m en aluminium
verspanen alsof het een hoogvermogen-machine is.
Het sleutelwoord is stabiliteit.
DOOR: REINOLD TOMBERG
In Beverwijk staat een Matec – 30P. Geen nieuws
want Microtechniek werkt al vanaf 2007 met
deze portaalmachine. Wél bijzonder zijn de ver-
spanende bewerkingen die Microtechniek met
dit vijfassige bewerkingscentrum uitvoert. Wa-
penfeit: het frezen van gaten in sandwichpane-
len met een plaatstolerantie van 0,05 mm over
een afstand van 2,5 mm. Oftewel: de gaten po-
sitioneren met een tolerantie van ± 0,017 mm
op 2500 mm!
Clement Kieftenbeld, directeur-eigenaar van
Microtechniek, vertelt dat de sandwichpanelen
ingezet worden als dragers voor de zonnepane-
len van de Galileo satellieten. Galileo is het Eu-
ropese GPS-navigatiesysteem waarvan inmid-
dels de eerste satellieten in een baan om de
aarde zijn gebracht. In totaal zal Microtechniek
als toeleverancier meer dan honderd panelen
leveren aan opdrachtgever Dutch Space.
Het sandwichpaneel dat op de Matec bewerkt
wordt heeft een oppervlak van 2,5 m bij 1,2 m
en een dikte van pakweg 25 mm. Het huidma-
teriaal van de sandwich is vezelversterkt kool-
stof, de kern is een aluminium honingraat. Dat
laatste is vrij gemakkelijk te verspanen, de kool-
stofhuid is echter vrij hard en kwetsbaar. Bij de
hogesnelheidsbewerking is de gereedschapslij-
tage een kritische factor.
De vraag is natuurlijk hoe Microtechniek het
lukt om op een standaardportaalcentrum als de
Matec – 30P te werken met dergelijke nauw-
keurigheden. Kieftenbeld: “Het gaat om stabi-
liteit. De machine staat in een eigen hal met een
constante temperatuur, dus een stabiele werk-
omgeving. Bovendien is de machine opgesteld
op 156 heipalen. Dit is ook van belang als je
nauwkeurig wilt werken. Je rijdt tenslotte met
een kolom van 16 ton heen en weer. Dan moet
alles wel op zijn plaats blijven”. De Matec - 30P
De Matec – 30P bij Microtechniek in Beverwijk bezig met het verspanen van aluminium. Bij het verspanen van
dit lichtmetaal werken de mensen van Microtechniek met relatief hoge snedediepten en relatief lage
voedingen (foto’s: Reinold Tomberg)
Special ProductsDe Matec – 30P behoort tot de afdeling ‘Special Products’ van Microtechniek. Andere afdelingen van het in
Beverwijk gevestigde bedrijf zijn Productie en de Serviceafdeling. Deze afdelingen zijn respectievelijk actief
met het aanmaken van reserveonderdelen als assen en wielen en las- en opbouwwerkzaamheden van grote
constructies tot wel 40 ton. Bij Microtechniek werken meer dan honderd mensen die ongeveer een omzet van
15 miljoen euro genereren.
Standaardpresteert als special
14-15_Microtechniek 05-12-11 09:34 Pagina 14
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 15
is een machine met een vast opgesteld bed met
een rijdend portaal. Het bereik is 4 m x 3 m x 1,1
m (X x Y x Z). Gelet op het leveringsprogramma
van Matec praten we hier over een relatief
kleine machine. De andere twee assen, rotatie-
en zwenkas, zijn ondergebracht in de freeskop.
KalibrerenKieftenbeld vervolgt: “Verder wordt onze ma-
chine elk jaar door onze leverancier Limas in sa-
menwerking met Matec door middel van laser-
metingen helemaal gekalibreerd. Dit duurt één
dag tot drie dagen en eventuele afwijkingen
worden in de CNC-besturing gecompenseerd.
Of we vervangen machineonderdelen”.
Hans Blomen, van Limas uit Neer, vertelt dat er
weinig bedrijven in Nederland zijn die zo conse-
quent als Microtechniek de machines periodiek
laten kalibreren. Het resultaat: na de kalibratie
heeft het portaalbewerkingscentrum een posi-
tioneernauwkeurigheid van 0,0035 mm op een
afstand van 4 m. Anders gezegd: 3,5 micrometer
op 4.000 mm. “Daarmee is onze machine beter
dan dat Matec garandeert”, aldus Kieftenbeld.
Ter vergelijking: de coördinatenmeetmachine
van Microtechniek bereikt 4 micrometer op
4.000 mm. Met dit in het achterhoofd is het niet
vreemd dat Microtechniek gecertificeerd is om
de Matec ook te gebruiken als meetmachine.
Bijkomend voordeel: de werkstukken blijven tij-
dens de meting opgespannen op de vacuümta-
fel en kunnen dus niet doorbuigen.
Het rasterpatroon van de vacuümopspantafel is
een hulpmiddel voor Microtechniek om voor de
start van elke productiebatch de machine steeds
te controleren of alles binnen specificaties is. Na
een uur warmdraaien wordt een meting uitge-
voerd en de resultaten hiervan worden vergele-
ken met een referentie die weer is gebaseerd op
de lasermeting. Na enkele dagen wordt dit her-
haald en volgt voor het eigenlijke verspanen
nog een controle.
MotorframeVoor de Ariane 5 draagraket maakt Microtech-
niek ook het frame voor de hoofdmotor van de
eerste trap van de Ariane. Op dit frame komt de
stuwkracht van 140 ton die de Ariane de ruimte
in brengt. Daarbij geholpen door een tweetal
boosters (vaste-brandstofraketten). Het motor-
frame is een kegelachtige constructie van pak-
weg 5,5 m diameter bij een hoogte van 4 m. Mi-
crotechniek verspaant op de Matec de alumini-
umdelen die bij Fokker Hoogeveen samenge-
steld worden tot een motorframe. Het alumi-
nium dat bewerkt wordt is een speciale legering
van hogesterkte-aluminium. Van het uitgangs-
materiaal wordt tot 97 procent verspaand uit
volmateriaal als blokken en platen om tot de
uiteindelijke gewenste vorm te komen.
In vergelijk met andere toeleveranciers die wer-
ken voor opdrachtgevers in de Aerospace valt
op dat Microtechniek werkt met een machine in
een standaarduitvoering. Geen speciaal-machi-
nes dus. De Matec heeft bijvoorbeeld ‘maar’ 30
kW op de hoofdspil beschikbaar en dat oogt
‘mager’ in vergelijking met vermogens van wel
100 kW die elders ingezet worden voor het alu-
minium verspanen.
Om toch voldoende verspaningscapaciteit te be-
halen frezen de mensen van Microtechniek op
‘stabiliteit’. De snedediepte is relatief hoog en
de voeding wat lager. Het resultaat is tóch een
voldoende hoeveelheid spanen. Een verspa-
ningsvoorbeeld: tijdens de rondleiding in Bever-
wijk wordt een aluminiumplaat verspaand met
een volhardmetalen frees die vol het materiaal
ingaat met een snedediepte van 20 mm (of 22
mm) met een voeding van 7 m/min. De frees
draait met een toerental van 12.000 min-1. Vol-
vermogen is niet eens nodig: 60 procent van het
maximaal vermogen is voldoende om op deze
manier te kunnen verspanen. De hoeveelheid
spanen is indrukwekkend. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat naast de Matec een spanen-
briketteerpers staat. <<<
Een aluminium werkstuk gefreesd bij Microtechniek
Een monster van het sandwichmateriaal waarin Microtechniek circulair gaten freest met een plaatstolerantie
van 0,05 mm over een afstand van 2,5 mm
M E T A A L B E W E R K E N
Tolerantie van 0,025 mm
op 2500 mm
14-15_Microtechniek 05-12-11 09:34 Pagina 15
16 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Aluminiumlegeringen zijn zonder al te veel
problemen met de meest bekende lasprocessen te
lassen, maar er moet aan bepaalde aspecten van de
lasprocessen de nodige aandacht besteed worden.
Bepaalde aluminiumlegeringen zijn beter te lassen
dan andere. Maar ook moet er rekening gehouden
worden met bepaalde materiaaleigenschappen. Zo
gaat bijvoorbeeld sterkteverhoging vaak gepaard
met een afname in de lasbaarheid van het materiaal.
Ook zijn aluminiumlegeringen bijvoorbeeld gevoelig
voor kristalsegregatie en kunnen tijdens het lassen
warmscheuren ontstaan.
DOOR: THEO LUIJENDIJK, TU DELFT
Aluminium is onedeler dan ijzer (staal), maar
heeft onder atmosferische en oxiderende om-
standigheden een betere corrosiebestendigheid
dan staal door de afsluitende oxidehuid, zie fi-
guur 1. De oxidehuid op het aluminiumopper-
vlak levert echter problemen op bij het lassen
van dit materiaal. Verder neemt aluminium bij
het lassen gemakkelijk waterstof op en dit kan
aanzienlijke poreusheid in de las opleveren. De
opname van waterstof leidt niet tot koudscheu-
ren zoals dat het geval is bij constructiestaal.
Echter, aluminium is wel gevoelig voor het op-
treden van warmscheuren, terwijl in construc-
tiestaal zelden warmscheuren zullen voorko-
men.
In de Amerikaanse normen worden de alumini-
umlegeringen gekenmerkt door een code be-
staande uit vier getallen. Bijvoorbeeld AA 5083
is een aluminiummagnesiumlegering met 4,5
procent magnesium en minder dan 1 procent
mangaan. In de Europese normen wordt ge-
bruikgemaakt van een codering waarmee de sa-
menstelling wordt weergegeven, bijvoorbeeld
AlMg4,5Mn. De lettercode AA in de Ameri-
kaanse aanduiding staat voor Aluminium Asso-
ciation en wordt bijna altijd weggelaten. In
tabel 1 zijn de diverse groepen aan aluminium-
legeringen weergegeven. In deze tabel zijn ook
de belangrijkste kenmerken van de diverse
groepen vermeld.
Opvoeren van de sterkteDe sterkte van aluminiumlegeringen kan op een
aantal manieren verhoogd worden. Technisch
zuiver aluminium is zacht en heeft een geringe
sterkte. Door koud te vervormen kan de sterkte
aanzienlijk worden opgevoerd. Deze manier
van sterkteverhoging gaat wel gepaard met een
afname in de taaiheid van het materiaal. Lege-
ren is een tweede manier om de sterkte te ver-
hogen. Legeren in combinatie met een koud-
vervorming levert hogere sterktes op. Voorbeel-
den daarvan zijn de aluminiummangaan- en de
aluminiummagnesiumlegeringen. De derde ma-
nier om de sterkte te verhogen is de precipita-
Bij het lassen van aluminiumlegeringen moet aan bepaalde aspecten van de lasprocessen de nodige aandacht
besteed worden (foto: Paul Quaedvlieg)
Lassen van aluminium-
legeringen deel 1
Figuur 1. Elektronenmicroscopische opname van de
aluminiumoxidehuid. Let op de staafvormige
aluminiumoxidekristallen (foto: Aldor)
16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 16
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 17
tieharding. Een warmtebehandeling die bestaat
uit oplosgloeien op hoge temperatuur (circa
450°C) gevolgd door afschrikken naar kamer-
temperatuur en daarna langdurig gloeien op
een temperatuur tussen 120°C en 180°C. Een
precipitatieharding resulteert in een aanzienlijk
hogere sterkte met een nog zeer acceptabele
taaiheid van het materiaal. Koudvervorming ter
verdere verhoging is dan ook probleemloos mo-
gelijk na een precipitatieharding. Precipitatie-
harding op verhoogde temperatuur wordt
kunstmatig verouderen genoemd en wordt
aangeduid met de code T6 achter de codering
van het materiaal. Voorbeeld AA 6061T6 (de
kunstmatig verouderde aluminiummagnesi-
umsiliciumlegering 6061). Deze legering zal na
afschrikken van hoge temperatuur ook bij ka-
mertemperatuur precipiteren. Een bij kamer-
temperatuur geprecipiteerde legering wordt
aangeduid met de codering T4. Precipiteren bij
kamertemperatuur wordt natuurlijk veroude-
ren genoemd.
OververouderingHet zal duidelijk zijn dat een koudvervorming in
de warmtebeïnvloede zone van de las volledig
of voor een deel opgeheven zal worden en dat
dit ten koste gaat van de sterkte van het mate-
riaal. Dat is ook het geval bij het lassen van de
precipitatiehardende legeringen. Dicht aan de
smeltlijn zullen de precipitaten oplossen en ver-
der van de smeltlijn treedt oververoudering op.
Het lassen van precipitatiehardende legeringen
leidt derhalve eveneens tot een aanzienlijke
verlaging van de sterkte van de lasverbinding.
In tabel 2 is aangegeven wat de gevolgen zijn
voor de sterkte van het lassen van de diverse
aluminiumlegeringen. In deze tabel is ook de
warmscheurgevoeligheid van de diverse typen
vermeld.
Drie maandenHet sterkteverlies bij het lassen van de precipi-
tatiehardende soorten en de koudvervormde
materialen treedt op in de warmtebeïnvloede
zone. Dicht aan de smeltlijn zal de temperatuur
zo hoog zijn dat de precipitaten zullen oplossen
en zal rekristallisatie en korrelgroei optreden.
Bij voldoende snelle afkoeling na het lassen zul-
len de legeringselementen in oplossing blijven
(oververzadiging). In de AlZnMg-legeringen
zonder koper en ook in de AlMgSi-legeringen
zal na enige tijd precipitatieharding bij kamer-
temperatuur optreden en de sterkte geleidelijk
toenemen. De maximale sterkte is na ongeveer
drie maanden bereikt. Deze uitscheidingshar-
ding wordt natuurlijk verouderen genoemd. Op
enige afstand van de smeltlijn is de temperatuur
lager en zullen de precipitaten niet in oplossing
gaan, maar gaan groeien. Dit verschijnsel wordt
oververoudering genoemd en leidt tot een ver-
laging van zowel de sterkte als taaiheid van het
materiaal. Oververoudering kan alleen opgehe-
ven worden door een nieuwe precipitatiehar-
ding. De hoge temperatuur die daarvoor nodig
is levert problemen op. Opgepast moet worden
dat de constructie niet door zijn eigen gewicht
in elkaar zakt en een goede ondersteuning is
noodzakelijk. Verder kan een constructie zo
groot zijn, dat daarvoor geen oven beschikbaar
is.
WarmtebehandelingHet sterkteverlies na lassen voor de kunstmatig
verouderde legeringen (T6 behandeling) is fors
en kan 30 tot 40 procent bedragen. Dit leidt tot
een aanzienlijk lager toelaatbare belasting van
de constructie. Om het sterkteverlies na lassen
te beperken kiezen fabrikanten van gelaste
constructies vaak voor de T4 toestand. Op enige
afstand van de smeltlijn zullen de bij kamertem-
peratuur gevormde precipitaten bij verhoogde
temperatuur enigszins uitgroeien, maar dit leidt
niet tot een groot verlies aan sterkte. Door na
het lassen gedurende 2 uur te gloeien op 180°C,
zullen de opgeloste precipitaten zich opnieuw
uitscheiden en zal de sterkte daar toenemen.
Hoewel een T6 materiaal een grotere sterkte
heeft dan een T4 materiaal, kan voor een te las-
sen constructie beter voor de T4 leveringstoe-
stand gekozen worden. De sterkte van de las-
verbinding na de warmtebehandeling van 2 uur
op 180°C doet daardoor vaak niet onder voor
V E R B I N D E N
>>>
Tabel 1. Aluminiumlegeringen en hun kenmerken
Type legering Codering Sterkteverhoging door Algemene kenmerken
Technisch 1xxx Koudvervormen Geringe sterkte, goede corrosie-
zuiver Al bestendigheid (verpakkingsmateriaal)
Al-Cu 2xxx Precipitatieharding en Hoge sterkte en vermoeiingssterkte,
koudvervormen slechtere corrosiebestendigheid
Al-Mn 3xxx Oplossingsharding en Hogere sterkte dan 1xxx serie; goed
koudvervormen corrosiebestendig
Al-Si 4xxx Oplossingsharding Gietlegeringen en lastoevoeg-
materialen
AlMg 5xxx Oplossingsharding en Goede sterkte en goed corrosie-
koudvervormen bestendig
AlMgSi 6xxx Precipitatieharding en Goede sterkte en uitstekend
koudvervormen extrudeerbaar
AlZnMg 7xxx Precipitatieharding en Hoge sterkte en goede corrosie-
koudvervormen bestendigheid
Tabel 2. Overzicht lasbaarheid aluminiumlegeringen
Type legering Codering Lasbaarheid
Technisch 1xxx Sterkteverlies bij de koudvervormde soorten,
zuiver Al kans op warmscheuren
Al-Cu 2xxx Groot verlies aan sterkte; slecht lasbaar door warmscheuren
Al-Mn 3xxx Sterkteverlies bij de koudvervormde soorten
Al-Si 4xxx Voornamelijk toegepast als lastoevoegmateriaal
AlMg 5xxx Goed lasbaar, maar sterkteverlies bij de koudvervormde soorten
AlMgSi 6xxx Groot verlies aan sterkte; slechter lasbaar door warmscheuren
AlZnMg 7xxx Koperhoudende soorten zijn slecht lasbaar.
Groot verlies aan sterkte door oververoudering
Figuur 2. Verloop van de hardheid in een
lasverbinding van de AlMgSi-legering AA6061
(figuur: A. Gales, TNO)
16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 17
18 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
de sterkte van de lasverbinding van het T6 ma-
teriaal.
In figuur 2 is de afname van de hardheid in de
warmtebeïnvloede zone van een precipitatie-
hardende legering als gevolg van lassen weer-
gegeven. In figuur 2a is het verlies aan sterkte
te zien in de lasverbinding ten opzichte van het
basismateriaal voor een aantal aluminiumlege-
ringen.
WarmscheurenAluminiumlegeringen zijn gevoelig voor kristal-
segregatie. Segregatie van legeringselementen
resulteert in de vorming van laagsmeltende ver-
bindingen aan de kristalgrenzen. De kristalse-
gregatie treedt op tijdens het gieten van het ba-
sismateriaal en kan door langdurig gloeien op
hoge temperatuur grotendeels, maar nooit vol-
ledig opgeheven worden. Ook na walsen en ex-
trusie is de kristalsegregatie nog voor een deel
aanwezig. Dit houdt in dat als gevolg van de se-
gregatie gevormde laagsmeltende verbindin-
gen aan de kristalgrenzen in de warmtebeïn-
vloede zone eerder zullen smelten dan de rest
van het basismateriaal en weer later zullen stol-
len bij de afkoeling van de lasverbinding. Lassen
veroorzaakt krimpspanningen en in de zone
waarin de laagsmeltende verbindingen nog
vloeibaar zijn of onvoldoende sterk om de
krimpspanningen op te vangen zal scheurvor-
ming kunnen optreden. De scheuren ontstaan
als gevolg van het smelten van structuurbe-
standdelen en worden om die reden smelt-
scheuren genoemd. Een voorbeeld van een
smeltscheur in de warmtebeïnvloede zone van
een hoeklasverbinding wordt in figuur 3 ge-
toond.
Segregatie treedt ook op bij de stolling van de
las en kan stolscheuren, de andere vorm van
warmscheuren, veroorzaken. Om stolscheuren
te voorkomen wordt in het algemeen gelast
met een niet warmscheurgevoelig lastoevoeg-
materiaal. De aluminiumsiliciumlegeringen zijn
nauwelijks warmscheurgevoelig en worden om
die reden als lastoevoegmateriaal gebruikt. De
warmscheurgevoeligheid kan verder beperkt
worden door te lassen met geringe warmte-in-
breng. Dan wordt weinig basismateriaal omge-
smolten en wordt een voor warmscheuren wei-
nig gevoelige las gevormd. De Al-Mn en de Al-
Mg legeringen zijn weinig gevoelig voor warm-
scheuren, maar van de precipitatiehardende
legeringen kunnen vooral warmscheuren optre-
den bij de Al-Mg-Si legeringen en de Al-Zn-Mg-
legeringen die koper bevatten. Deze legeringen
zijn minder gevoelig voor warmscheuren en
kunnen vaak probleemloos worden gelast als ze
geen koper bevatten.
BindingsfoutenAluminium is een goede warmtegeleider en bij
de start van het lasproces kunnen gemakkelijk
bindingsfouten worden gevormd. Bij het TIG-
lassen, waarbij warmte- en materiaaltoevoer
gescheiden zijn, is de kans op bindingsfouten
aanzienlijk geringer dan bij het MIG-lassen. Bij
het TIG-lassen kan met materiaaltoevoer ge-
wacht worden tot zich een voldoende groot
smeltbad heeft gevormd, maar bij het MIG-las-
sen zal met het starten van de elektrische boog
onmiddellijk materiaal worden toegevoerd en
is de kans op bindingsfouten groot. Fabrikanten
van stroombronnen hebben daar diverse oplos-
singen voor bedacht. Een daarvan is de zoge-
noemde softstart. De boog wordt ontstoken bij
een betrekkelijk lage stroomsterkte (geringe
draadaanvoersnelheid) en daarna wordt de
draadaanvoersnelheid en daarmee de stroom-
sterkte geleidelijk opgevoerd. Zo krijgt het las-
bad de gelegenheid zich te ontwikkelen. Bij het
lassen met een push-pull systeem is er de moge-
lijkheid de draad na het starten van de boog iets
terug te trekken en het materiaaltransport even
uit te stellen. Alle pogingen van de stroombron-
fabrikanten berusten op het kort onderbreken
van de koppeling van warmte- en materiaaltoe-
voer. In figuur 4 wordt een voorbeeld gegeven
van een bindingsfout die ontstaan is bij de start
van het lasproces. Een andere methode om bin-
dingsfouten bij het starten te voorkomen is de
door lastechnicus Willem Brabander ontwik-
kelde techniek. Deze berust op het ontsteken
van de boog via het TIG-proces. Als de boog vol-
doende lang heeft gebrand om een smeltbad te
vormen wordt het MIG-lasproces gestart. In
deze oplossing wordt gebruikgemaakt van een
in een carbotip teruggetrokken lasdraad. De
elektrische boog wordt gestart met behulp van
de carbotip en na enige tijd overgenomen door
de lasdraad. Deze fraaie oplossing is helaas nog
niet commercieel verkrijgbaar.
Een ander probleem bij het lassen van alumi-
nium is de relatief grote uitzetting van het ma-
teriaal. In het tweede deel van deze publicatie
zal aangegeven worden welke consequenties
dit heeft voor het lassen. Ook zal aan het ont-
staan van poreusheid in de las meer aandacht
worden besteed en tenslotte zal een aantal ge-
schikte lasprocessen wat uitgebreider worden
behandeld. <<<
Figuur 3. Kenmerkende stolscheuren in de WBZ van
een AlMgSi-legering (foto: Theo Luijendijk)
Figuur 4. Dwarsdoorsnede van een aluminiumlas met bindingsfout (foto: Theo Luijendijk)
Figuur 2a. Verlies aan sterkte in de lasverbinding ten
opzichte van het basismateriaal voor een aantal
aluminiumlegeringen (figuur: A. Gales, TNO)
16-17-18_Aluminium 05-12-11 09:36 Pagina 18
Met de trein naar de METAV vanaf
38 Euro incl. beurstoegang
Meer informatie:
Fairwise bv, tel. 070-3501100. [email protected]
Verein Deutscher Werkzeugmaschinenfabriken e.V.Corneliusstraße 4 · 60325 Frankfurt am MainTel. +49 69 756081-0 · Fax +49 69 [email protected] · www.metav.de
METAV201228 februari – 3 maart
Düsseldorf
www.metav.de
Internationale beurs voor productietechniek en automatisering
1127_METMAG_NL_METAV_161211_METAV 2012 22.11.11 09:46 Seite 1
V A K B E U R S V O O R I N D U S T R I Ë L E P R O D U C T I E T E C H N I E K
13-16 MAART 2012 | JAARBEURS UTRECHT | WWW.TECHNISHOW.NL
PROFESSIONALS UIT DE METAAL-, MACHINE-,
ELEKTROTECHNISCHE-, RUBBER- EN
KUNSTSTOFINDUSTRIE
GA NAAR WWW.TECHNISHOW.NL VOOR MEER INFORMATIE
TECHNI-SHOW IS GELIJKTIJDIG MET
20 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Uiteindelijk wil René Beverwijk als eenmansbedrijf
onbemand werken met vier geavanceerde
draaifreescentra. Zijn bedrijf Fimedu Parts
Technology in Duiven is dit voorjaar opgestart met
de eerste twee machines. Geautomatiseerd
compleetbewerken.
DOOR: REINOLD TOMBERG
“Het verhaal dat de bank niet wil meewerken,
is niet altijd zo.” Volgens René Beverwijk gaat
het de banken om een visie. Klopt het onderne-
mingsplan, dan is het zijn ervaring dat er ook in-
vesteringsgeld beschikbaar komt. Beverwijk is
directeur-eigenaar van de startende onderne-
ming Fimedu Parts Technology in Duiven (Fijn-
metaal Duiven). Grijnzend: “Maar op mijn
kaartje had ook kunnen staan schoonmaker,
machinesteller, veger, programmeur, werkvoor-
bereider, inkoper, verkoper enzovoort”. Fimedu
is namelijk een eenmansbedrijf. Operationeel
sinds maart 2011. Maar wel een bijzonder een-
mansbedrijf: in de hal in Duiven staan twee Na-
kamura-Tome draaifreescentra van het type
Super NTJ. Volgens Nakamura-Tome gaat het
hier om een machinetype met een ‘Productivity
superior to that of a machining center’. Dit is
precies de troef waarmee Beverwijk de bank
overtuigd heeft. “Ik heb een eenmanszaak met
een fte-capaciteit van vijftien mensen en mijn
twee machines hebben een output waar bij an-
dere metaalbedrijven een stuk of zeven machi-
nes voor nodig zijn. Bij het opstellen van zijn on-
dernemingsplan en het opstarten van Fimedu
heeft Beverwijk veel steun gehad van ABN
Amro en van Gibas Numeriek uit Almere die de
machines van Nakamura-Tome op de markt
brengt. “Maar voor alle duidelijkheid, het zijn
mijn machines en er is bijna een miljoen euro
geïnvesteerd. Maar zonder hulp van de mensen
van Gibas die geloven in mijn visie, was het niet
van de grond gekomen.”
Zeven dagenDe twee machines gaan zeven dagen in de
week, dus ook zaterdag en zondag, twintig uur
per dag verspanen. Beverwijk richt zich daarbij
op complex kleinseriewerk van hoogwaardige
materialen die met een hoge nauwkeurigheid
volledig geautomatiseerd bewerkt worden.
Denk aan materialen als roestvast staal, titaan
en hoogwaardige nikkellegeringen. Afnemers
hiervoor zijn onder andere te vinden in de me-
dische hoek, de fijnhydrauliek, in de meet- en
regeltechniek en optische industrie. Aerospace
hoort uiteraard ook in dit rijtje thuis, maar als
startend eenmansbedrijf is de kwaliteitsborging
een verhaal apart. Omdat er in het bedrijf geen
‘second opinion’ is, moet Beverwijk eerst zijn
meetproces ook vergaand automatiseren om
gecertificeerd te kunnen werken. Als nauwkeu-
righeid voor zijn werk noemt Beverwijk een
waarde van 2 micrometer gemeten op de draai-
diameter.
René Beverwijk bij een Nakamura-Tome Super NTJ. Op de achtergrond is door de geopende deuren van de
machine de gezwenkte bovenrevolver goed zichtbaar. “Bijna een miljoen euro geïnvesteerd” (foto’s: Reinold
Tomberg )
“Houding van ‘dat doen we toch altijd al zo’ loslaten”
Eenmansbedrijf met twee
draaifreescentra
20-21-Fimedu 05-12-11 09:37 Pagina 20
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 21
Beverwijk: “Ik had het natuurlijk ook anders
kunnen doen. Voor een paar duizend euro een
machine of wat machines kopen uit een faillis-
sement en dan zelf dag en nacht werken achter
verouderde machines om een inkomen te ver-
dienen. Maar, ik ben van mening dat het anders
kan. Ik wil een onbemande fabriek waar com-
plex werk in kleine series van pakweg 100 tot
2500 stuks volledig geautomatiseerd verspaand
wordt. Ik heb in mijn vorige banen altijd geroe-
pen dat we in Europa en Nederland heel goed
rendabel kunnen metaalbewerken als we de
houding van ‘dat doen we toch altijd al zo’ los-
laten”. Voorheen werkte Beverwijk in loon-
dienst onder andere voor een gereedschapfa-
brikant, een fijnmechanisch metaalbedrijf en
voor een gereedschapleverancier.
Vier machines Voor Fimedu Parts Technology heeft Beverwijk
duidelijk voor een geheel eigen richting geko-
zen. Zijn eerste idee om vier draaifreescentra in
een vierkant in de hal in Duiven op te stellen,
bleek gelet op de benodigde investering net
een stap te ver. Vandaar dat er nu ‘maar’ twee
machines opgesteld staan. Hij benadrukt dat
het bij zijn manier van werken niet gaat om de
hoogst mogelijke productiviteit, maar om de
beheersbaarheid van het proces. “Hoe sneller,
hoe beter is achterhaald.” Dat betekent dus zo-
danige verspaningsparameters dat de standtij-
den altijd 100 procent voorspelbaar reprodu-
ceerbaar zijn. Om onbemand te kunnen werken
is een hoge automatiseringsgraad nodig. Naast
de machine komt een robot voor de uitname
van het product en om het product te reinigen.
Ook kan deze robot ingezet worden voor het
geautomatiseerd gereedschapwisselen. Een an-
dere taak kan zijn het geautomatiseerd wisselen
van de opspanmiddelen. Elk draaiwerkstuk
wordt dan met een eigen opspanning vanuit
een magazijn van en naar de hoofdspil ge-
bracht. Op de machine moet niet alleen geme-
ten worden, maar er is ook een camerasysteem
nodig voor de aanwezigheid van gereedschap-
pen en om te controleren of de gereedschap-
pen vervuild zijn.
Op dit moment programmeert Beverwijk de
Fanuc besturing van de beide machines vaak
nog op de werkvloer. Ook dit wil hij volledig
geautomatiseerd op afstand kunnen uitvoeren.
Dus programmeren en simuleren met behulp
van een CAD/CAM-systeem om vervolgens via
een internetverbinding de programma’s te
laden in de machine. Het ‘probleem’ is echter
nog dat hij nog geen CAD/CAM-systeem heeft
kunnen vinden dat sneller kan programmeren
dan dat hij zelf aan de machine kan op grond
van zijn jarenlange ervaring. Dus nu heeft hij
‘gewoon’ de software van Fanuc op zijn compu-
ter geïnstalleerd en na het handmatige pro-
grammeren plugt hij zelf de programma’s in de
machine. <<<
De twee draaifreescentra van Fimedu zoals opgesteld in Duiven. De robot kan onder meer worden ingezet voor
het reinigen van werkstukken of voor het wisselen van gereedschappen en werkstukken
M E T A A L B E W E R K E N
Zwenkende revolver met aangedreven gereedschappenDe twee draaifreescentra van het type Nakamura-Tome Super NTJ waar Fimedu mee werkt,
kenmerken zich door een bovenrevolver die CNC-gestuurd over een B-as over 182º kan zwen-
ken. De machine kan dus boren en frezen onder elke hoek. De machines hebben naast de
zwenkbare bovenrevolver ook een onderrevolver en een hoofd- en tegenspil. Door Gibas Nu-
meriek is de afgelopen jaren in ons land intussen een aantal van deze machines verkocht. Beide
revolvers kunnen uiteraard voorzien worden van aangedreven gereedschappen. Op deze
manier kan de bovenrevolver functioneren als een ‘freesspil’. In vergelijking met een draai-
freescentrum met een freesspil kan een zwenkende bovenrevolver natuurlijk veel sneller
een gewenste positie bereiken.
Ook omdat het niet nodig is om
een freeshouder uit een gereed-
schappositie te halen. De machines
van Fimedu hebben een doorlaat
van 65 mm. Enkele andere techni-
sche gegevens zijn: maximale draai-
diameter is 190 mm, maximale
draailengte is 970 mm, de machine
heeft een Y-slag van 90 mm, de
hoofdspil kan een maximaal toe-
rental bereiken van 5.000 min-1 en
de aangedreven gereedschappen
kunnen een toerental halen van
6.000 min-1.
Een kijkje in een geopende Nakamura-Tome Super NTJ. Een
machine voor compleetbewerken met twee revolvers en
twee spillen
20-21-Fimedu 05-12-11 09:37 Pagina 21
22 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Toeleveranciers binnen de luchtvaartindustrie worden telkens opnieuw uitgedaagd
om complexe nieuwe producten te maken uit sterk en licht materiaal. Of het nu om
titaan of om composietmateriaal gaat, de uitdaging blijft om het juiste
gereedschap te kiezen in combinatie met de juiste machine, koeling en
verspaningsparameters. De tendens is ook nog eens naar kortere levertijden,
waardoor compleetbewerking en vijfassige machines sterk in opmars zijn.
DOOR: PAUL QUAEDVLIEG
De bewerking van componenten voor de lucht-
en ruimtevaartindustrie is veeleisend. De ge-
bruikte materialen behoren tot de taaiste soor-
ten zoals bijvoorbeeld titaan- en nikkellegerin-
gen, maar ook hoogvaste roestvast staalsoor-
ten. Daarnaast wordt er steeds vaker gebruikge-
maakt van koolstofvezelversterkte en
composietmaterialen, soms weer in combinatie
met bijvoorbeeld aluminium. Tevens moet de
productiviteit van deze bewerkingen omhoog,
want nieuwe, lichtere en dus zuinigere vliegtui-
gen zijn niet aan te slepen.
Volgens Bruno Gardes, Aerospace Manager
voor de regio Europa bij Sandvik Coromant,
wordt een goede bewerking verkregen door
Bij het voorfrezen van aluminiumspanten wordt 90 procent van het materiaal omgezet in spanen (foto’s: Paul Quaedvlieg)
“Veel vraag naar op maat gemaakte gereedschappen”
Speerpunten aerospace:
Licht, sterk en snel
22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 22
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 23
een combinatie van factoren. “Het is essentieel
dat de bewerkingsvolgorde, de koelmiddeldruk
en -hoeveelheid en de dynamica van het ge-
reedschap allemaal optimaal zijn. De nieuwste
CNC-machines bieden veel mogelijkheden wat
betreft vermogen, draaimoment, spilsnelheden
en versnelling/vertraging. Maar het is aan de ge-
reedschapsfabrikanten om te blijven werken
aan de ontwikkeling van gereedschappen met
een juiste balans van benaderingshoek, aantal
tanden en een optimaal verspaningsvolume. De
grootste uitdagingen hierbij zijn wel de veilig-
heid en een voorspelbare levensduur.”
Het materiaal heeft een enorme invloed op het
ontwikkelingsprogramma voor snijgereed-
schappen. Composieten hebben bijvoorbeeld
een uiterst schurende werking en vragen om
harde gereedschapsmaterialen en -coatings, ter-
wijl hittebestendige superlegeringen (HRSA’s)
op het snijpunt fel opwarmen, zodat er een coa-
ting met een goede thermische barrière nood-
zakelijk is. Bij het bewerken van titaan doet zich
het probleem van kraterslijtage voor, wat om
een innovatieve geometrie en uiterst scherpe
snijkanten vraagt.
KoelingEen van de aspecten om de productiviteit en dus
ook standtijd en de verspaningssnelheid te ver-
hogen is een juiste koeling van het gereedschap
tijdens het verspanen. Daar zijn meerdere moge-
lijkheden voor zoals het koelmiddel toevoeren
onder hoge druk (HPC = High Pressure Cooling),
maar ook het koelen met vloeibare stikstof.
De in de vliegtuigbouw gebruikte metaalsoor-
ten hebben bij verspaning last van lange spa-
nen. Het breken van de spaan gebeurt nage-
noeg niet. Door met een hoge druk het koel-
middel op het snijvlak tussen wisselplaat en
spaan te richten, breekt de spaan vlak na het
snijden in kleine stukjes. Gardes: “Tegenwoor-
dig zijn veel CNC-machines standaard voorzien
van een koelmiddeltoevoer met een druk van
70 bar tot 100 bar, wat voldoende is om koel-
middel onder hoge druk (HPC) te gebruiken.
Door het gereedschapsontwerp te optimalise-
ren, kunnen alle mogelijkheden van HPC tijdens
het bewerken worden benut. Zo bereikt men
volledige spaancontrole en een langere stand-
tijd. Door op het gebied tussen wisselplaat en
spaan een straal koelmiddel onder hoge druk te
richten, worden wisselplaat en werkstuk sneller
gekoeld, waardoor het gereedschap minder
slijt, dunne spanen in de gewenste richting wor-
den geleid en zelfs de spaanlengte kan worden
bepaald. Dit leidt tot een snellere spaanafvoer
vanaf de snijkant en een regelmatiger bewer-
kingsproces met minder kans op onderbrekin-
gen. Systemen als deze bieden een optimale
spaanafvoer en een betrouwbaarheid die bij
onbemande productie noodzakelijk is.”
Een tweede voordeel van HPC is dat de snijsnel-
heid omhoog kan. In sommige gevallen kunnen
bewerkingsparameters wel met een factor drie
omhoog. Er zijn overigens al machines leverbaar
met een tweede koelcircuit waarbij de druk
wordt opgevoerd naar 300 bar. De spanen wor-
den hierbij nog kleiner.
Vloeibare stikstofEen andere vorm van koeling die meer zicht-
baar wordt binnen de metaalindustrie is het cry-
ogeen koelen. MAG toonde dit principe met
vloeibare stikstof als noviteit op een aantal ma-
chines op de EMO 2011 in Hannover. Maar ook
het Werkzeugmaschinenlabor WZL van de
RWTH in Aken heeft al diverse proeven uitge-
voerd met deze manier van koelen. Bij cryogeen
koelen worden normaalgesproken vloeibare
stikstof (-196°C) of koolzuursneeuw (-79°C) ge-
bruikt. Volgens het WZL zijn er twee duidelijke
voordelen: minder slijtage aan het gereedschap
en hogere snijparameters. Er werden proeven
gedaan met stikstofkoeling (LN2) bij het frezen
M E T A A L B E W E R K E N
Nederlanders in de vliegtuigbouwNederland heeft op het gebied van vliegtuigbouw de nodige ervaring. Er zijn dan ook diverse metaalbedrijven
gespecialiseerd in en gecertificeerd voor het maken van vliegtuigcomponenten. Een van die bedrijven is Landes
uit Emmen. Het bedrijf profileert zich als high-end verspaningsspecialist. Landes maakt onder meer speciale
brackets voor de straalmotoren en scharnierdelen voor vliegtuigdeuren. Metaal Magazine sprak met Sander
van der Laan, Operations Manager bij Landes, over het verspanen van titaan. “Een van de belangrijkste zaken
bij het verspanen van titaan, is een uitstekend spanenmanagement. Het gereedschap moet de spanen goed
kwijt kunnen en er moet goed gekoeld worden.” Landes werkt met koeling onder druk van 80 bar, afhankelijk
van de machine. Ook wordt per product en machine bekeken of er door het gereedschap heen gekoeld moet
worden of dat er wordt gekoeld van buitenaf. Van der Laan: “Voor de gereedschapsopname bij de verspaning
van titaan gebruiken wij SK-50 en HSK-100. Veel standaard hardmetalen gereedschappen voldoen voor ons,
maar we zijn wel continu bezig met het testen van verbeterde gereed-
schappen. Daarnaast blijft Landes testen met nieuwe strategieën. Het
gaat ons daarbij vooral om nog sneller te kunnen verspanen.”
Landes zet in op compleetbewerking en beschikt daartoe over een aan-
tal vijfassige DMG en Hermle machines. “We hebben ook wel een aan-
tal drie- en vierassige machines staan, maar we investeren nu vooral in
vijfassige machines. Daarop kunnen we met speciale freesbanen de pro-
ducten optimaal bewerken. Daarnaast kijken we altijd wat de ontwik-
kelingen in de markt zijn. Alleen zo kun je innovatief in de vliegtuig-
branche blijven verspanen.”
>>>
Titaan vereist speciale verspaningstechnieken en gereedschap
(foto: Landes)
Kenmerken verspanen vliegtuigbouw- Titaanaandeel groeit.
- Aandeel composietmateriaal groeit.
- Speciale materialen eisen speciale be-
werkingen.
- Veel gebruik van hardmetalen gereed-
schappen.
- Aandeel op maat gemaakte gereed-
schappen groeit.
- Speciale koeling bij harde materialen.
- Meerassige machines voor compleetbe-
werking.
- Hoogdynamische machines bij verspa-
ning aluminium.
- Stabiele zware machines bij verspaning
titaan.
Bruno Gardes, Sandvik: “Volledige spaancontrole en
een langere standtijd zijn belangrijk binnen de
vliegtuigindustrie” (foto: Sandvik Coromant)
22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 23
24 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
van de titaanlegering TiAl6V4. Na 16 minuten
bewerken en conventioneel koelen met koel-
vloeistof (niet onder hoge druk) was er aan het
vrijloopvlak van de snijkant al slijtage te zien. Bij
het gereedschap dat gekoeld werd met vloei-
baar stikstof was amper slijtage zichtbaar. Een
bijkomend voordeel volgens het WZL is dat het
vloeibare stikstof volledig oplost, waardoor
zowel het werkstuk, de spanen als de bewer-
kingsruimte van de machine droog en schoon
blijven.
CompleetbewerkingOm het verspanen van vliegtuigcomponenten
in de praktijk te kunnen zien bezocht Metaal
Magazine onlangs het Duitse bedrijf Premium
Aerotec in Varel (D). Hier worden diverse com-
plexe onderdelen gemaakt uit aluminium, staal
en titaan voor alle typen Airbus-vliegtuigen,
maar ook voor het militaire transportvliegtuig
A400M en de straaljager van het type Euro-
fighter. In Varel worden ongeveer 1,7 miljoen
componenten per jaar met 23.000 verschillende
tekeningnummers gemaakt. Er wordt zo’n
14.000 ton aan aluminium verbruikt met een
gemiddeld verspaningspercentage van 50 pro-
cent en bij grote onderdelen zelfs van 97 pro-
cent. Dit soort getallen duidt op een grote flexi-
biliteit in de productie.
Om deze kleine series met een grote flexibiliteit
op een economische manier te kunnen bewer-
ken, zet Premium Aerotec vol in op compleet-
bewerking. “Om nauwkeurig de diverse titaan-
onderdelen volautomatisch en onbemand te
kunnen bewerken in één opspanning, moet je
vertrouwen op stabiele en zware machines in
combinatie met het juiste gereedschap”, legt
Matthias Lange, manager technologie en ge-
reedschappen bij Premium Aerotec uit. In Varel
staan ongeveer dertig vijfassige bewerkingscen-
tra voor kleinere onderdelen en vijftien nege-
nassige draaibanken voor gedraaide onderde-
len. Er staan meerdere bewerkingsstraten die
bestaan uit diverse aan elkaar gekoppelde Ma-
kino’s L66 5XD. Op het gebied van draaibanken
zien we onder andere twee grote WFL machines
staan.
Parallelkinematische spilGrote onderdelen die aan twee kanten bewerkt
worden zoals bijvoorbeeld spanten, worden wel
twee keer opgespannen. Voor deze grote on-
derdelen beschikt Premium Aerotec over zeven-
tien grote bewerkingscentra met een totaal van
44 spindels. Daarbij bevinden zich machines van
Dörries Scharmann Technologie (DST) met een
parallelkinematische spil. Deze kunnen met een
hoge dynamiek simultaan vijfassig frezen. Er
worden aanzetsnelheden gebruikt van 20
m/min tot 25 m/min. “Met de parallelkinemati-
sche spillen kunnen moeilijk bereikbare hoeken
van de spanten bereikt worden”, legt Lange uit.
“Bij het voorfrezen van de aluminium spanten
wordt 90 procent van het materiaal omgezet in
spanen. Een aantal van deze DST-machines
heeft een spilvermogen van 75 kW en draaien
tot 24.000 min-1. De frezen, vaak met drie snij-
kanten, maken zo’n duizend spanen per se-
conde, wat neerkomt op zo’n vijf liter aan spa-
nen per minuut.”
500 per dagDe standtijd van het gereedschap bij het verspa-
nen van aluminium is rond de tien uur. “We ver-
Kostbare spanenHet aandeel titaan in bepaalde vliegtuigen wordt steeds groter. Bij de nieuwe Airbus A350 be-
staat straks 14 procent van de totale massa uit titaan. Bij Premium Aerotec zagen we op het
buitenterrein een gesmeed halffabrikaat liggen. “Daar ligt voor 50.000 euro aan materiaal”,
legt Matthias Lange uit. “Na het vlakken blijft een product over met een massa van 500 kg.
Daarna wordt het product in 80 uur bewerkt tot er een spant overblijft met een massa van 25
kg. De rest van het materiaal verdwijnt als kostbare spanen.”
“Titaan tot drie keer zo snel frezen als voorheen”
Veel speciale gereedschappen nodig voor vliegtuigcomponenten
Matthias Lange, Premium Aerotec: “Gereedschap is
één van onze kerncompetenties”
>>>
22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:39 Pagina 24
TRUMPF Neder land B.V. Postbus 837 7550 AV Hengelo Te l : 074 - 249 84 98
Fax: 074 - 243 20 06 e-mai l : info@nl . t rumpf.com www.nl . t rumpf.com
Of u grote of kleine, complexe of eenvoudige delen produceert: onze gepatenteerde techniek zorgt ervoor dat de buighoeken vanaf het eerste product
kloppen. U kunt de machine samenstellen die exact voldoet aan uw wensen. Het resultaat: gebruiksvriendelijke productieve technologie met een optimale
nauwkeurigheid en korte omsteltijden. De TruBend van Trumpf: daarvoor gaat iedereen aan de kant.
TruBend
‘’Deze kantpers is ongekend
nauwkeurig’’
‘’En bijzonder
productief. Het is een echte Trumpf‘’
Altijd een passende oplossing voor uw verspanende productie
0229 54 24 85 - [email protected] - www.dormac.nl
Draai- en freestechnologie voor iedere toepassing
Bezoek het open huis in ons vernieuwde democentrum op 25+26 nov. en ontdek wat wij met ons programma draai- en freessystemen voor u kunnen betekenen!
multi-turret draaien multi-axis draaeni/frezen horizontaal frezen 5-assig frezen verticaal frezen
Products4Engineers is terug in print! Actie is reactie.
Dit najaar verschijnt de eerste editie van de vernieuwde printuitgave van Products4Engineers,
de vertrouwde bron voor productnieuws. Technische specialisten en vakmensen die voor de
uitvoering van hun dagelijkse werk regelmatig op zoek zijn naar nieuwe componenten, produc-
ten en machines vinden met Products4Engineers snel en gemakkelijk de juiste leveranciers
voor hun product.
TERUG IN PRINT!
Meer informatie of gratis ontvangen? Ga snel naar http://www.products4engineers.nl/vakblad.php
Products4Engineers biedt het grootste
aanbod technische componenten, pro-
ducten en machines in Nederland. Pro-
ducts4Engineers brengt engineers (die
producten zoeken) met leveranciers van
producten (de aanbieders) in contact.
Naast de website en nieuwsbrief nu ook weer
via print!
Products4Engineers kent twee doelgroepen.
De belangrijkste doelgroep bestaat uit tech-
nische specialisten en vakmensen die voor de
uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden
regelmatig op zoek zijn naar nieuwe compo-
nenten, producten en machines. Dit zijn onder
andere engineers, constructeurs, tekenaars,
werktuigbouwkundigen, elektrotechnici, R&D
medewerkers, werkvoorbereiders, produc-
tiemanagers, medewerkers van onderhouds-
diensten en technisch inkopers.Leveranciers
vormen de tweede doelgroep.
Scan de code voor een
GRATIS abonnement
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 27
bruiken per dag rond de vijfhonderd gereed-
schappen”, legt Lange uit. “Dat is het totaal
aantal gereedschappen voor de verspaning van
zowel aluminium, staal als titaan. Gereedschap
is bij Premium Aerotec één van de kerncompe-
tenties. Daarom ontwikkelen wij voor een deel
onze belangrijkste gereedschappen zelf, maar
laten het door speciale gereedschapsfabrikan-
ten op maat maken. Het ontwikkelen van eigen
gereedschappen is gecompliceerd. We moeten
immers soms tot dertig snijkarakteristieken ver-
anderen en optimaliseren.”
De afdeling gereedschappen bezit een groot
magazijn met achtduizend verschillende ge-
reedschapselementen, waaruit in totaal zo’n
twaalfduizend complete gereedschappen ge-
maakt kunnen worden. Tijdens de rondleiding
toont Lange een speciaal hardmetalen gereed-
schap dat gebruikt wordt bij het verspanen van
het titaan deurframe van de nieuwe Airbus
A350. “Bij de Airbus A330 wordt 5 procent van
het gewicht bepaald door titaanonderdelen, bij
de Airbus A350 wordt dat 14 procent. De deur-
frames van titaan maken wij uit gesmede half-
fabrikaten. Met het nieuwe gereedschap kun-
nen we tot drie keer zo snel titaan frezen dan
voorheen.”
ComposietmateriaalBij de productie van vliegtuigenconstructies
worden steeds vaker composietmaterialen of
koolstofvezelversterkt materiaal gebruikt. “Er
bestaat weinig twijfel over dat het bewerken
van composieten al een belangrijk technolo-
gisch gebied is”, legt Bruno Gardes uit. “Het ge-
bruik van composieten zal de komende jaren al-
leen maar meer worden. Het gaat hierbij vooral
om constructiedelen van vliegtuigen, zoals wing
boxes, liggers, constructiedelen voor verstevi-
ging en vliegtuigbeplating. Zo'n 70 tot 75 pro-
cent van de bewerkingen in composiet betreft
het maken van gaten. Het resterende percen-
tage betreft grotendeels het frezen, hoewel dit
deel de komende jaren naar verwachting zal
groeien.”
Voor composieten bijvoorbeeld, zoals met kool-
stofvezel versterkte kunststoffen (CFRP) en ge-
laagde materialen met metaallegeringen, heeft
Sandvik in de vorm van speciale hardmetalen
boren met diamantcoating een nieuwe oplos-
sing ontwikkeld voor het betrouwbaar en effi-
ciënt produceren van kwaliteitsvolle gaten. Gar-
des: “Het hangt wel af van de materiaaleigen-
schappen, welk gereedschap te gebruiken is. Zo
kan composietmateriaal snel splinteren en rafe-
len, terwijl er ook materiaal is dat door een
hoog harsgehalte gaat delamineren. Onze ge-
reedschappen zijn daar speciaal op afgestemd
qua geometrie.”
Bronnen- Landes, Emmen
- Machining Innovations Network, Varel (D)
- Premium Aerotec, Varel (D)
- Sandvik Coromant, Sandviken (S)
- ThyssenKrupp, Varel (D)
- Werkzeugmaschinenlabor WZL, Aken (D)
Just-in-timepartnerNaast de fabriekshallen van Premium Aerotec in Varel (D) bevindt zich een gloednieuwe hal
van ThyssenKrupp. Deze speciale Aerospace divisie van het bekende staalconcern heeft zich
de afgelopen jaren geprofileerd als een supply-chain leverancier voor de luchtvaartindustrie.
Ze doen dat zo’n beetje overal ter wereld waar een fabriek staat die luchtvaartcomponenten
maakt of waar complete vliegtuigen worden geassembleerd. Het bedrijf in Varel is daar niet
alleen een toeleverancier van materiaal, maar is compleet verbonden met Premium Aerotec
door een deel van de voorbewerking, nabe-
werking en logistiek rondom de componen-
ten op zich te nemen. Het is dan ook een
komen en gaan van heftrucks met pallets
die de straat over steken tussen Thyssen-
Krupp en Premium Aerotec. ThyssenKrupp
keurt alle ingekomen materiaal, bewerkt dit
voor waar nodig (zagen, vlakken, gaten
boren) en werkt alle gerede producten die
door Premium Aerotec zijn bewerkt af door
deze te ontbramen, te verpakken en te ver-
zenden. Premium Aerotec kan zich dus vol-
ledig richten op het verspanen van de com-
ponenten.
ThyssenKrupp neemt voor Premium Aerotec de
logistiek rondom de productie over, maar ook voor-
en nabewerking van de producten
Kennis delenOm kennis en ervaring op te doen en dit te
delen met klanten heeft Sandvik een aantal
Competence Centers voor composieten opge-
zet. Deze zijn te vinden in Noord-Amerika, het
Verenigd Koninkrijk, Japan, China, Frankrijk en
Duitsland en allemaal bevinden ze zich in de
buurt van fabrieken waar vliegtuigcomponen-
ten worden gemaakt.
“Een aantal van deze composietonderdelen is
volumineus, wat betekent dat bewerkingen ter
plaatse op speciaal ontwikkelde verplaatsbare
machines moeten worden uitgevoerd en niet
op de conventionele CNC-machines met vast
bed. Dit is een belangrijke factor binnen onze
ontwikkelingsprogramma’s voor composietge-
reedschappen.” Sandvik levert inmiddels een
aantal gereedschappen voor composietbewer-
king; voor zowel handboorbewerkingen als
CNC-machines. “Maar we zijn ons ervan bewust
dat er ook veel vraag is naar op maat gemaakte
gereedschappen voor specifieke klantmachines,
die vaak zeer specialistisch zijn”, verduidelijkt
Gardes zijn verhaal. “We zien deze trend ook bij
het frezen van composieten.”
ToekomstHet is duidelijk dat de vliegtuigindustrie meer
en meer om sterke en lichte materialen vraagt.
Daarom is het verspanen van titaan en compo-
sietmateriaal sterk in opkomst. Daarnaast blijft
aluminium nog steeds een veel gebruikt mate-
riaal, maar het aandeel hiervan zal de komende
jaren wel iets afnemen. Om titaan goed te kun-
nen verspanen moet er gekeken worden naar
een zware stabiele machine voor compleetbe-
werking in combinatie met het juiste gereed-
schap, eventueel op maat gemaakt. Ook het be-
werken van composietmateriaal vergt een heel
andere insteek dan bijvoorbeeld aluminium.
Zaken als delamineren, rafelen en splinteren ge-
beuren immers niet bij metalen. Een goed over-
leg met machine- en gereedschapsspecialisten is
dus een must bij het bewerken van dit soort ma-
terialen. <<<
Bij het verspanen van titaan is koeling heel
belangrijk. Nieuw is het zogenaamde cryogeen
koelen (foto: Reinold Tomberg)
M E T A A L B E W E R K E N
22-23-24-27__Verspanen 05-12-11 09:40 Pagina 27
28 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Voor vlakbedsnijlasers biedt Trumpf nu ook een 5 kW schijflaser aan. Dezelfde
laserbron zien we ook terug in een lascel waarvan VW er tientallen bij Trumpf
besteld heeft. De bekende 3 kW schijflaser wordt nu ook, via een lasernetwerk,
ingezet op een ponslasercombi. Kortom: de vastestoflaser verovert terrein.
DOOR: REINOLD TOMBERG
Tijdens de Intech 2011 bij Trumpf in Ditzingen
(D) werd onder andere de Trulaser Cell 8030 ge-
toond. Dit is een 3D-cel voor lasersnijden van
plaatwerkstukken waarvoor Trumpf van Volks-
wagen AG een ‘Grossauftrag’ gekregen heeft
voor meer dan vijftig stuks die voor 2015 aan
VW geleverd gaan worden. Het is een cel met
een maximaal werkbereik van 3.000 mm x 1.300
mm x 600 mm. De maximale positioneersnel-
heid in cel bedraagt 173 m/min. Gedurende het
positioneren kan er versneld worden met 1,6 g
en het positioneren lukt binnen een band-
breedte van 0,03 mm. De cel is voorzien van
een rotatiewisselaar voor de werkstukken.
De laserbron van deze snijcel is een Trudisk 5001
schijflaser. Dit is een vastestoflaser. Een schijf -
laser, ook wel disklaser genoemd, is een laser-
bron waar het lasermedium bestaat uit een dun,
goed gekoeld kristalplaatje. Deze vastestoflaser
is een diodegepompte laser. De laserbundel
wordt via een fiber (vezel) naar de bewerkings-
plek geleid. Op dit moment zijn er schijflasers
met meerdere caviteiten (resonatoren met elk
een kristalplaatje) beschikbaar tot 16 kW. De 16
kW disklaser heeft vier caviteiten. De waarde
van 16 kW geldt voor lassen; voor snijden zagen
we eind vorig jaar tijdens de EuroBlech 2010
een maximale waarde van 3 kW voor de schijf -
laser. Intussen biedt Trumpf nu vlakbedsnijlasers
aan met een schijvenlaser met een vermogen
van 5 kW (hierop komen we verderop terug in
dit artikel). Het hart van de schijflaser van
Trumpf is een YB:YAG kristalplaatje. In de
yttrium-aluminium-granaatstructuur zijn ybe-
rium-ionen ingebed. Kenmerkend is de golf-
lengte 1,03 micrometer (1030 nm, 1 nm is
10-9 m), ongeveer een factor tien lager in verge-
lijking met een CO2-laser. Het kristal van een dis-
klaser is een plaatje van pakweg 15 mm en een
dikte van 200 micrometer. De 5 kW schijflaser
werkt met twee resonatoren met elk een derge-
lijk schijfje. De 5 kW van deze laser wordt inge-
koppeld in een flexibele glasvezel met minimaal
een diameter van 100 micrometer. De mogelijk-
heid om in te koppelen in een flexibele lichtge-
leider maakt de vastestoflasers erg gebruikers-
vriendelijk.
VW zet de snijcel van Trumpf in voor ondermeer
snijden van zogeheten ‘pressgehärteter’ carros-
seriedelen. Het bijzondere van het staal van
deze plaatwerkstukken is dat het plaatstaal in
De Trulaser Cell 8030 die Trumpf aan VW gaat leveren. Op de voorgrond carrosseriedelen die met deze lasercel
nabewerkt worden (foto’s: Reinold Tomberg)
5 kW in een fiber van 100 micrometer
Schijflaser rukt opbij plaatbewerking
28-29_Trumpfh 05-12-11 09:41 Pagina 28
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 29
de levertoestand een treksterkte heeft van 500
Mpa tot 700 MPa die bij het opwarmen tot de
verwerkingstemperatuur van 880oC tot 950oC
daalt van 200 Mpa tot 300 Mpa. Een snelle af-
koeling, circa 30oC/s, zorgt na het omvormen er-
voor dat de hoge treksterkte met een hoge
breukrek ontstaat. Denk aan een rekgrens
boven de 1.000 Mpa en een treksterkte boven
de 1.500 MPa met een breukrek van pakweg 6
procent. Andere voordelen van het omvormen
op hoge temperatuur zijn dat complex om-
vormwerk mogelijk is en dat er bovendien geen
terugveerverschijnselen optreden. Een ideaal
materiaal dus voor autobouwers dat op grote
schaal ingezet gaat worden. Vandaar de grote
order van VW voor Trumpf voor het nabewer-
ken van warm-omgevormde plaatdelen.
VlakbedsnijlaserDe Trudisk 5001 laserbron zagen we tijdens de
Intech 2011 ook terug als laserbron voor de
vlakbedsnijlaser Trulaser 5030 (plaatafmeting 3
m x 1,5 m) of de grotere Trulaser 5040 (4 m bij 2
m plaatafmeting). Dit machineconcept voor 2D
lasersnijden is vorig jaar geïntroduceerd met
een 3 kW schijflaser. Nu dus ook leverbaar met
een 5 kW schijvenlaser. Het hogere laservermo-
gen is in eerste instantie vooral interessant voor
het lasersnijden van dun plaatmateriaal met een
hogere snijsnelheid. Trumpf heeft bijvoorbeeld
de 5 kW machine beproefd voor het snijden van
1 mm roestvast staal. Dit lukt nu met een snij-
snelheid van 52 m/min. Voor een 3 kW schijf -
laser bedraagt deze waarde 34 m/min. Een dui-
delijke verhoging dus van de snijsnelheid.
De vastestoflasers rukken momenteel op bij het
smeltsnijden van dunne plaat. Als grens wordt
momenteel het diktebereik van 4 mm tot 6 mm
aangegeven. Dit komt omdat bij het smeltsnij-
den in dunne plaat het licht van een vastestof -
laser beter geabsorbeerd wordt dan het licht
van een CO2-laser. Dit maakt de vastestoflaser
behoorlijk snel. Nog een voordeel van een vas-
testoflaser: absorptie van het laserlicht in mate-
rialen als koper en messing lukt als gevolg van
de kortere golflengte veel beter. Dit zijn echt
troeven voor de vastestoflasers. Bij brandsnijden
zie je eigenlijk geen verschil tussen CO2-lasers of
vastestoflasers. Smeltsnijden wordt ingezet voor
materialen als roestvast staal en aluminium.
Brandsnijden voor staal. Het hogere vermogen
van de 5 kW schijvenlasers resulteert bij het
lasersnijden van 6 mm staal bijvoorbeeld in een
snelheidsverhoging van 1,7 m/min naar 3,4
m/min. <<<
M E T A A L B E W E R K E N
FotoreportageOp onze site metaalmagazine.nl hebben
we een fotoreportage opgenomen van
ons bezoek aan de Intech 2011 van
Trumpf in Ditzingen (D).
Lasercombi fiberIn Ditzingen demonstreerde Trumpf ook de lasercombi Trumatic 3000 fiber. Dit is een plaatbe-
werkingsmachine opgenomen in een lasernetwerk met een Trudisk 3001 schijflaser als laser-
lichtgenerator. Een plaatbewerker kan met deze machine vanzelfsprekend ponsen en laser-
snijden. Tijdens de ponswerkzaamheden kan het laserlicht van de schijflaser echter ook elders,
via het lasernetwerk met flexibele lichtgeleiders, gebruikt worden voor bijvoorbeeld laswerk-
zaamheden. Tijdens de Intech was daartoe de robotlascel Trulaser Robot 5020 opgenomen in
het netwerk. De basisgedachte achter deze combinatie is dat bij een ponslasercombinatie de
laserbron gemiddeld 20 procent van de bewer-
kingstijd bezig is. De resterende 80 procent is
de machine aan het ponsen. Vandaar de kop-
peling van de laserbron via een lasernetwerk
aan een tweede machine. Terwijl de ponslaser-
machine met een ponsbewerking bezig is, kan
de laserbron geschakeld worden naar de laser-
lasmachine. Zo wordt de laserbron veel effi-
ciënter gebruikt en hoeft een plaatbewerker
maar één laserbron aan te schaffen voor twee
machines. Consequentie is uiteraard wél dat
voor de laserbewerkingen de beide machines
op elkaar moeten wachten. In Nederland heeft
Trumpf een vestiging in Hengelo (O).
Rechts de ponslasercombi, in het midden de 3 kW
laserbron (schijflaser) en links de lasrobot. Via
flexibele lichtgeleiders gaat het laserlicht van de
-bron naar de ponslasermachine en de lasrobot
De Trudisk 5001 schijvenlaser van Trumpf. Deze 5 kW laserbron in nu leverbaar voor vlakbedsnijlasers
28-29_Trumpfh 05-12-11 09:41 Pagina 29
30 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Al een jaar of tien roept de term nanotechnologie
weidse vergezichten op van zelfreinigende auto’s
tot laboratoria op pinpas formaat. De realiteit is – als
zo vaak – dat de grote beloften van nanotechnologie
stapje voor stapje worden ingelost. Maar daarmee
wordt de technologie wel steeds relevanter voor de
metaalbewerking.
DOOR: JOOST VAN KASTEREN
Nanotechnologie is een verzamelnaam voor het
onderzoek naar constructies op nanoschaal. Dat
wil zeggen objecten of delen met een afmeting
tussen de een en honderd nanometer. Een na-
nometer is een miljardste van een meter; een
haar is ongeveer 70.000 nanometer dik.
Nanotechnologie kun je zien als het eindpunt
van een technologische ontwikkeling waarbij
we met steeds grotere precisie steeds kleinere
dingen kunnen maken. Het begon ooit – vijfdui-
zend jaar geleden – met stenen van een kubieke
meter of meer waarvan onze verre voorouders
hunebedden bouwden. Inmiddels zijn we als
mensheid aangekomen op het punt waarbij we
constructies maken uitgaande van de kleinste
bouwstenen van de materie: atomen en mole-
culen. Een vorm van moleculair lego waarbij je
laagjes van een of enkele atomen dik op een
oppervlak brengt of buisjes van koolstofmole-
culen aaneenrijgt tot een supersterke vezel.
HakkenOnze voorouders gebruikten die stenen niet al-
leen om hunebedden te stapelen, maar ook om
er stukjes af te hakken die ze als pijlpunt kon-
den gebruiken. Analoog daaraan maken we te-
genwoordig structuren op nanoschaal door
overtollig materiaal weg te hakken. Niet met
vuurstenen beitels, maar door te etsen met
(laser-)licht en/of met chemicaliën.
Er worden verschillende varianten en combina-
ties van stapelen en hakken op moleculaire
schaal ontwikkeld, maar de meesten zijn de la-
boratoriumtafel nog niet ontgroeid. Wat en-
thousiaste onderzoekers en durfkapitalisten
ook mogen beweren. De praktijk is weerbarstig:
ook de ontwikkeling van nanotechnologie gaat
met kleine stapjes.
EvolutieVolgens Erwin Kessels lijkt het alsof sprake is van
een revolutie, omdat er bijna iedere week wel
een wetenschappelijke doorbraak wordt ge-
meld. Maar in de praktijk gaat het om een evo-
lutionair proces. Het vertalen van die weten-
schappelijke doorbraken in toepassingen van na-
notechnologie die op industriële schaal gemaakt
kunnen worden, is een zaak van lange adem.
Grafeen is niet alleen glibberig, maar heeft nog tal van andere bijzondere eigenschappen. Zo is het sterker dan
staal en geleidt het elektriciteit evengoed als koper. Door een iets andere configuratie kun je er ook een
halfgeleider van maken. Daar zijn deze onderzoekers mee bezig (foto: Georgia Tech Research News)
Moleculair lego
Nanotechnologiemaakt kleine stapjes
30-31-32-Nano 05-12-11 09:41 Pagina 30
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 31
Kessels is hoogleraar Plasma & Materials Proces-
sing aan de TU in Eindhoven. Vorig jaar kreeg
hij een Vici-subsidie van de Nederlandse Orga-
nisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek om
nanotechnologie productierijp te maken. Hij
was ook een van de sprekers op de bijeenkomst
die de Koninklijke Metaalunie samen met Na-
noHouse eind september organiseerde over de
kansen van nanotechnologie voor het mkb. Een
van de technieken waar Kessels onderzoek aan
doet, is het aanbrengen van ultradunne lagen
met behulp van ‘atomic layer deposition’ (ALD),
het plaatsen van atomen op een oppervlak. In
de eenvoudigste vorm wordt eerst stof A in de
reactiekamer gebracht en opgedampt. De om-
standigheden zijn zodanig dat het oppervlak
verzadigd raakt met A. Vervolgens worden res-
ten van stof A verwijderd en wordt stof B aan-
gevoerd, die met stof A reageert. Het voordeel
van de techniek is dat de groei van de laagjes
vanzelf stopt als het oppervlak is bedekt. Je
kunt dus atoomlaag voor atoomlaag opdam-
pen. Een bijkomend voordeel is dat het proces
plaatsvindt bij relatief lage temperatuur en dat
het is op te schalen naar industriële schaal.
Een interessante toepassing van ALD is corrosie-
bescherming. Dat gebeurt door het aanbrengen
van een ultradunne laag, die het oppervlak zo-
danig afsluit dat er geen uitwisseling van ionen
kan plaatsvinden en dus ook geen corrosie. Om
de laag aan te brengen wordt gebruikgemaakt
van een plasma (Plasma ALD) van zuurstof, stik-
stof of waterstof als reactiestap.
De groep van Kessels neemt deel aan een Euro-
pees onderzoeksproject (Corral), waarbij Plasma
ALD wordt vergeleken met andere technieken
om aluminium (Al2024), koolstofstaal (100Cr6)
en roestvast staal (316L) effectief tegen corrosie
te beschermen. Het project wordt in de loop van
dit jaar afgerond, maar uit de resultaten tot nu
toe blijkt dat Plasma ALD, met zuurstof als
plasma, effectief bescherming biedt.
LotusNiet alleen op het vlak van corrosiebescherming
vindt een stapsgewijze evolutie plaats onder in-
vloed van nanotechnologie. Steeds vaker wor-
den verven en lakken voorzien van nanodeeltjes
die bescherming bieden tegen krassen. Zo ge-
bruikt Mercedes sinds 2004 een krasvaste auto-
lak waar keramiekdeeltjes aan zijn toegevoegd.
Ook kan het effect van brandvertragende coat-
ings worden versterkt door toevoegen van na-
nodeeltjes.
Een bijzondere toepassing is geïnspireerd op de
Lotusbloem. Het opmerkelijke van die bloem is
dat de bladeren altijd schoon zijn, terwijl hij
toch meestal in modderig water wordt geteeld.
In de jaren zeventig al is ontdekt dat dat te
maken heeft met de oppervlaktestructuur van
het blad. Omdat het bedekt is met microsco-
pisch kleine bobbeltjes heeft water nagenoeg
geen contact met het bladoppervlak en parelt
het er van af. Met het water wordt ook het vuil
afgevoerd.
Door nanodeeltjes toe te voegen aan coatings
kan het lotuseffect worden geïmiteerd. Derge-
lijke coatings, waarvan de samenstelling zorg-
vuldig geheim wordt gehouden, worden onder
meer aangeprezen als vuilafstotende coating
voor metalen gevelelementen of andere con-
structies en als niet-giftige aangroeiwerende
verf voor schepen.
Een zelfs nog verbeterd Lotus-effect kan ook
worden gecreëerd met behulp van laser en dan
vooral de ultrakorte laserpulsen. Daarmee kun
je, aldus Bert Huis in ’t Veld van het Laser Appli-
catie Centrum in Twente, super-waterafsto-
tende oppervlakken maken. Metalen of andere
materialen worden daarbij bewerkt met de
femtoseconde-laser, zodat er niet alleen kleine
Het Lotuseffect wordt veroorzaakt door een dichte laag uitsteeksels van microformaat die ook weer
uitsteeksels bevatten van nanoformaat. Onderzoekers van het Georgia Institute of Technology onderzoeken dit
effect om biomedische implantaten waterafstotend te maken (foto: Georgia Tech Research News)
Deeltjes, of in dit geval draadjes, op nanoformaat krijgen vaak ook andere fysische eigenschappen dan op
macroformaat. Bijgaande opname laat draadjes zien van zinkoxide met een doorsnede van enkele tientallen
nanometers. Het zijn halfgeleiders geworden met piezo-elektrische eigenschappen, waarvan je bij wijze van
spreken een ‘intelligent’ overhemd kunt maken zonder batterij (foto: Georgia Tech Research News)
M A T E R I A L E N
>>>
30-31-32-Nano 05-12-11 09:41 Pagina 31
32 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
bolletjes worden gemaakt, met een doorsnede
van tien micrometer. Maar dat die bolletjes zelf
ook nog eens een oppervlaktestructuur hebben.
Andere toepassingen van laserbewerking op
nanoschaal zijn onder meer het verminderen
van reflectie bij zonnecellen, zodat meer zon-
licht wordt omgezet in elektriciteit en het
maken van nanostructuren voor de halfgelei-
derindustrie, bijvoorbeeld voor microscopisch
kleine sensoren en actuatoren. Ook hiervoor
geldt dat er nog hard gewerkt moet worden
aan het praktijkrijp maken van de verschillende
methoden.
GlibberigDatzelfde geldt in nog sterkere mate voor het
gebruik van nanolaagjes om wrijving tegen te
gaan. Vorig jaar ontving de van oorsprong Rus-
sische Nederlander Andre Geim de Nobelprijs
voor natuurkunde voor de ontdekking van graf-
een, een atoomdun laagje grafiet. Grafiet – in
potlood bijvoorbeeld – bestaat uit een stapeling
van laagjes koolstofatomen. In elk laagje zijn de
atomen gerangschikt als kippengaas. Met be-
hulp van plakband en wat potloodslijpsel kan
iedereen grafeen maken.
Natuurkundigen in Leiden onder leiding van
Joost Frenken, legden twee stukken grafeen
met een bepaalde draaiingshoek op elkaar,
waardoor ze vrijwel wrijvingsloos over elkaar
heen konden schuiven. Ze noemen het feno-
meen ‘superlubricity’ (superglibberigheid) en
zien toepassingen in het verschiet als coating
voor kogellagers en machineonderdelen. Het
kan volgens hen enorme besparingen opleveren
aan energie- en onderhoudskosten. Probleem is
alleen dat het nog niemand gelukt is om graf-
een op industriële schaal te maken.
Al met al blijkt nanotechnologie – net als elke
nieuwe technologie trouwens – een terrein
waarop hooggespannen verwachtingen regel-
matig botsen met de harde realiteit. Wat in de
media wordt geafficheerd als - weer - een revo-
lutie blijkt in de industriële praktijk een zaak
van lange adem en kleine stapjes. Veel kleine
stapjes leiden echter ook tot grote veranderin-
gen. De kans is groot dat als we over twintig
jaar terugkijken, de jaren ’10 het begin van een
nieuw nanotijdperk hebben ingeluid. Zoals de
jaren ’80 van de vorige eeuw het startpunt
waren van het ICT-tijdperk. Alleen ziet dat na-
notijdperk er waarschijnlijk anders uit dan we
nu vermoeden. <<<
Risico’s met nanoAchteraf zal hij er wel spijt van hebben gehad, Eric Drexler, peetvader van de nanotechnologie.
In de jaren negentig suggereerde hij dat zichzelf assemblerende nanorobotjes de aarde zou-
den bedekken met een alles verstikkende grijze smurrie, ‘grey goo’. Die suggestie werd en-
thousiast overgenomen door enkele milieugroepen en types als de Britse kroonprins Charles
om nanotechnologie in de ban te doen. De afgelopen tien jaar is er echter meer zicht gekomen
op de mogelijke gevaren die samenhangen met nanotechnologie. ‘Grey goo’, hoort daar niet
bij. Een mogelijk gevaar is wel dat nanodeeltjes effect kunnen hebben op de gezondheid van
mens en milieu. Let wel: het gaat om deeltjes, niet om nanostructuren zoals waterafstotende
oppervlakken. In waterafstotende coatings bevinden zich weer wel nanodeeltjes. Uit onder-
zoek van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) blijkt dat er ruim
850 consumentenproducten op de markt zijn waarin nanodeeltjes kunnen zijn verwerkt. Dat
varieert van zonnebrandcrèmes met nanodeeltjes titaan- en zinkoxide tot sokken met nano-
deeltjes zilver tegen zweetlucht en aan sprays om je schoenen waterafstotend te maken. Ook
poedervormige producten zoals koffiemelk en soep in pakjes blijken nanodeeltjes silica te be-
vatten als anti-klontermiddel.
Zolang ze in een coating of spray zitten kunnen ze niet zoveel kwaad. Mogelijke gevaren
schuilen vooral in losse nanodeeltjes. Die kunnen diep in de longen doordringen en – afhan-
kelijk van hun vorm - leiden tot verminderde longfunctie en eventueel zelfs kanker. Nano-
deeltjes zijn ook zo klein dat ze via de longen in het bloed terecht kunnen komen en eventueel
zelfs in het brein. Of en zo ja wat daarvan de schadelijke gevolgen zijn, is nog niet bekend.
Naast de vorm hangt dat natuurlijk ook af van de chemische samenstelling.
Onlangs publiceerde TNO een onderzoek waaruit zou blijken dat enkele duizenden werkne-
mers in Nederland kunnen worden blootgesteld aan nanodeeltjes met name bij de productie
van banden, de betonreparatie en de productie van verven en coatings. Ook in garages en au-
toschadebedrijven vindt blootstelling plaats.
Blootstelling kan echter in veel gevallen worden voorkomen. Eind vorig jaar is de ‘Handreiking
veilig werken met nanomaterialen en –producten’ gepubliceerd. Daaruit blijkt dat een syste-
matische aanpak (stappenplan) in combinatie met goede afzuiging en gebruik van persoon-
lijke beschermingsmiddelen effectief zijn. Daarnaast moeten ook nanodeeltjes voldoen aan
de eisen van de Europese wetgeving voor chemicaliën. De risico’s lijken al met al hanteerbaar.
Twee opnames van een super waterafstotend oppervlak gemaakt met een picoseconde laser met een
golflengte van 1.030 nm (bron: Daniel Arnaldo del Cerro, Toegepaste Lasertechnologie, Faculteit CTW,
Universiteit van Twente)
Met behulp van laserstralen hebben materiaalonderzoekers van de
Saarlander universiteit deze ‘kwal’ gestructureerd laten opgroeien: het
zijn koolstof nanobuisjes op silicium (foto: Uni Saarland/IDW)
30-31-32-Nano 05-12-11 09:42 Pagina 32
Verschijningstabel:
Nr 1 3februariNr 2 2maartNr 3 30maartNr 4 27aprilNr 5 25meiNr 6 29juniNr 7 14septemberNr 8 12oktoberNr 9 16novemberNr10 14december
Ook in 2012 Metaal Magazine!
WiltuadvertereninMetaalMagazine?Neemdancontactopmet:Tessa Feron, Tel. 088-2944739, [email protected]
metaalM A G A Z I N E
In dit nummer:
Afkanten op een ponsmachine Mondstuk-
maken Eigenschappen niobium Hot en cold
verspanen Vakkanjers op World Skills
Lasstroombronnen Strategische partnerships
Arbeidsintensief werk naar Nederland Nozzle
lasersnijden automatisch gecentreerd
J a a r g a n g 4 9 | 9 - 2 0 1 1
D é k e n n i s b r o n v o o r d e m e t a a l
w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l
01_Cover9 07-11-11 09:20 Pagina 1
NIET ALLEEN SURPLUS, MAAR OOK gecertificeerde buizen!
www.deboerbuizen.nl T 0251 36 22 70
THE SKY IS NO LIMIT.
ww
w.d
ymat
o.n
ly
tm
atn.no.o
ll
Voor een u i tgebre id o r iën te rend gesprek kunt u be l len met onze spec ia l i s ten 0318-550800 in [email protected] l
RÖ
DER
S T
EC a
t D
ymat
oS T
ECat
Dym
ato
In de ruimtevaartindustrie is precisie van het allerhoogste belang. Daarom gebruikt Carl Zeiss Jena GmbH alleen de beste CNC-machines. Ze kozen de Röders RXP500DS voor de productie van het ultra-nauwkeurige (2 µm) filterwiel in de James Webb Space Telescope die de beroemde Hubble ruimte-telescoop gaat vervangen.
Dymato levert het complete vijfassige programma van Röders in de Benelux.
11010286_RODER_ADV_191x130.indd 1 3/23/11 10:34 AM
34 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Eind oktober vonden in Aken (D) diverse activiteiten
plaats rondom de opening van de nieuwe
Werkzeugbau Akademie (WBA). Deze denktank op
het gebied van de ontwikkelingen van matrijzen en
stempels kon niet wachten op nieuwbouw op de
campus van de technische hogeschool RWTH te
Aken. Vandaar dat de WBA tijdelijk is ondergebracht
in een oud industriepand aan de rand van Aken.
Vooral het komende tekort aan ervaren specialisten
noopt de Duitse industrie tot haast.
DOOR: PAUL QUAEDVLIEG
Volgens Dr. Wolfgang Boos, directeur van de
nieuwe Werkzeugbau Akademie staat de
Duitse machinebouw de komende jaren voor
een aantal uitdagingen. “Vanaf 2009 hebben
we te maken met een gemiddelde leeftijd per
werknemer die stijgt, en er komen minder leer-
lingen binnen. Daarnaast hebben we, vooral op
het gebied van matrijzen- en stempelbouw, te
maken met veel concurrentie en kleinere winst-
marges. Nog een bedreiging is de leegloop bij
de Duitse industrie die er aan gaat komen vanaf
2015. Dan gaan veel mensen met veel ervaring
met pensioen.”
Actie was dus snel nodig, vandaar dat de WBA
voorlopig in een oud industriepand is gehuis-
vest. Boos: “De industrie wilde niet langer wach-
ten. Als de nieuwbouw op de campus van de
RWTH klaar is, gaan we verhuizen naar een
meer hightech omgeving”.
MenensDat het de Duitse industrie menens is blijkt uit
het grote aantal partners die een bijdrage leve-
ren aan de WBA. Tot de premiumpartners ofte-
wel de bedrijven die het meeste geld in de WBA
stoppen en te maken krijgen met ervaringsleeg-
loop, zijn bedrijven als Audi, Mercedes-Benz,
BMW, Phoenix Contact, Rathgeber en vele an-
deren. Deze hebben allemaal de beschikking
over een eigen kantoorruimte in de WBA,
waarin technici kunnen worden opgeleid, maar
ook voor het evalueren van bepaalde testresul-
taten op demo-gereedschappen. Daarnaast zijn
er nog business-partners en standaardpartners,
veelal bedrijven die veel te maken hebben met
spuitgietmatrijzen of stempels. Tot slot is er nog
de groep samenwerkende partners. Tot deze
groep behoren RWTH, WZL, VDMA, maar ook
de machine- en gereedschappenfabrikanten die
het machinepark van de WBA hebben gevuld.
Weliswaar heeft de WBA de machines en ge-
reedschappen aangekocht, de fabrikanten
mogen wel gebruik maken van het nieuwe la-
boratorium.
De oprichting van de Werkzeugbau
Akademie zorgt ervoor dat het ontwerp
en de bouw van dit soort complexe
matrijzen in Duitsland kan blijven. Inzet:
Deze handgreep wordt gemaakt in de
matrijs te zien op de grote foto (foto’s:
Paul Quaedvlieg)
Denktank helptgereedschapmakers
34-35_WBA 05-12-11 09:43 Pagina 34
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 35
Veel kennis, weinig opleidingOp 30 procent van de Duitse Technische univer-
siteiten is een studie machinebouw aanwezig.
Daarnaast zijn er rond de veertig verschillende
deelgebieden qua machinebouw, maar het ont-
brak juist aan een speciale studie op het gebied
van matrijzen, stempels en mallen, ook wel ge-
reedschapsbouw genoemd. Vandaar dat vanuit
de RWTH Aken de beslissing werd genomen tot
de oprichting van de Werkzeugbau Akademie.
De nadruk van de WBA ligt op het gebied van
onderzoek, advisering en opleiding. Bij onder-
zoek gaat het hier om basiscompetenties en
mogelijke toekomstige deelgebieden qua ge-
reedschapsbouw. “Er is een roadmap gemaakt,
om te kijken waar bij de partners van de WBA
de meeste vraag naar is”, legt Boos uit. “Alle
premium partnerbedrijven zijn bezocht en er
zijn meetings geweest met zowel premium- als
business-partners. Hieruit is een aantal onder-
werpen naar boven gekomen waarbij de na-
druk ligt op de constructie en het gebruik van
gereedschappen. Qua onderzoeksthema’s zijn
het vooral de eigenschappen en output van ge-
reedschappen die van belang zijn, maar ook
zaken als levenscyclusoptimalisering, kennis- en
informatiemanagement, simulaties en dataver-
werking spelen een grote rol binnen de Duitse
gereedschapsbouw.
AdviesOp het gebied van advisering gaat de WBA ook
een grote rol spelen. Boos: “De Duitse gereed-
schapsbouw zit momenteel op de grens van de
traditionele gereedschapsbouw naar de zoge-
naamde nieuwe generatie gereedschappen,
zeg maar de industriële gereedschapsbouw. De
oudere generatie gereedschappen worden nog
handmatig in elkaar gezet. Hoe de toekomstige
generatie gereedschappen er uit gaat zien
wordt door verregaande automatisering be-
paald, zowel bij de fabricage als bij het gebruik
van de gereedschappen. De WBA kan bedrijven
gaan ‘benchmarken’; bepalen waar ze staan ten
opzichte van de concurrentie en hoe deze posi-
tie te verbeteren is. Maar ook kan er advies ge-
geven worden op het gebied van techniek, uit-
lijnen, machinekeuzes, proces enzovoorts.”
Master WerkzeugbauDe WBA zou geen academie zijn, als er naast
onderzoek en advisering geen mogelijkheden
zouden zijn voor opleiding. De WBA gaat
daarom een compleet aanbod van opleidingen
aanbieden op het gebied van matrijs-, stempel-
en mallenbouw. Er zijn seminars van een dag te
volgen, maar ook technische en organisatori-
sche modules van meerdere dagen tot en met
de studies Expert Werkzeugbau (aan de WBA
zelf) en een Masterstudie Werkzeugbau (bij de
RWTH). Belangrijk is dat alle opleidingsmoge-
lijkheden modulair zijn opgebouwd. De studie
Expert Werkzeugbau bestaat uit twee techni-
sche en twee organisatorische modules en een
deel projectwerkzaamheden. Maar de toekom-
stige student moet dan wel al over de nodige
beroepservaring en een bepaalde technische
vooropleiding beschikken. De Masterstudie
Werkzeugbau bestaat uit tien modules bij de
WBA en de bijbehorende project- en Master-
werkzaamheden. Hier liggen de toegangseisen
wat hoger zoals algemene toegang tot een
hogeschool, bachelor of gelijkwaardig, beroeps-
ervaring en een grote persoonlijke wil om iets
te bereiken op het gebied van gereedschaps-
bouw. <<<
M E T A A L B E W E R K E N
Uitdagingen bij AudiVolgens Michael Breme, Leiter Audi Werkzeugbau, is de
productie van auto’s de laatste jaren erg veranderd. Dat
betekent ook aanpassingen op het gebied van gereed-
schapsbouw. “Er zijn vijf belangrijke trends waar we als
Audi mee te maken hebben”, legt hij uit. “Allereerst de
nieuwe concurrenten in lagelonenlanden. In Europa kun-
nen we ons nog onderscheiden door de high-end gereed-
schappen en hoog kwalitatieve gereedschappen aan te
bieden tegen een aantrekkelijke prijs. Een tweede trend
is het stijgende aantal varianten van automodellen. In
1993 werden er zeven verschillende typen Audi’s ge-
bouwd, anno 2011 zijn dat er 22. Omdat er steeds meer
varianten nodig zijn om meer auto’s te kunnen verkopen,
is er minder geld per model, dus een stijgende kosten-
druk. Daarom is Audi begonnen met synchrone gereed-
schapsbouw waardoor er gemakkelijker, sneller en dus
goedkoper kan worden gewerkt.” Een derde trend is het
gebruik van andere materialen. Zo wordt het voorspat-
bord van een Audi RS3 van koolstofvezelversterkt mate-
riaal gemaakt. “Dus heb je andere matrijzen en machines
nodig om deze spatborden te maken”, verduidelijkt
Breme zijn verhaal. “Ook bij toekomstige modellen zal
vaker ander materiaal gebruikt worden dan nu gangbaar
is. Een vierde trend is het ontwerp van auto’s. Had een
Audi A4 uit 1995 nog maar 800 buigingen aan de buiten-
zijde, bij een Audi A4 uit 2006 zijn dat er al 4.800. Alleen
het gebruik van intelligente gereedschappen met com-
plexe stuur- en regeltechnieken maakt deze vormen mo-
gelijk.” Als laatste trend noemt Breme de uitloop van er-
varen personeel over de komende jaren. “We krijgen de
komende jaren te maken met een verlies van rond de ne-
genduizend manjaren aan ervaring. Dat proberen we op
te lossen door personeel uit de assemblage van Audi door
te laten stromen naar de gereedschapsbouw. Ongeveer
35 procent van de medewerkers krijgt die kans. De mede-
werkers worden intern opgeleid. Hiervan kan een deel
weer doorgroeien tot specialist of zelfs expert op dit ge-
bied en vinden hun weg naar de WBA.”
>>
Bij Audi worden steeds meer verschillende gereedschappen
gebruikt, die complexer zijn en minder mogen kosten (foto:
Audi)
Dr. Wolfgang Boos: “De industrie wil niet langer
wachten”
34-35_WBA 05-12-11 09:43 Pagina 35
36 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
“Geen goede uitslag betekent nooit
een goed product”, stelt directeur Kees
Verschoor van Verschoor Metaal
Techniek (VMT) in Culemborg vast. Om
zijn motto van ‘eerste product, goed
product’ waar te maken heeft hij
daarom bij het kanten gekozen voor
machines van LVD met Cadman-B 3D
software. Daarbij wordt, uitgaande van
machine en gereedschap, eerst de
juiste uitslag bepaald.
DOOR: JAN OONK
Plaatbewerking vormt de hoofdmoot bij Ver-
schoor Metaal Techniek, aangevuld met het fij-
nere constructiewerk. “Zodat we klanten kun-
nen ontzorgen in de vorm van complete assem-
blages”, zoals Kees Verschoor aangeeft. “Eerste
product, goed product”, is daarbij zijn leidraad.
“De seriegroottes zijn de afgelopen jaren steeds
kleiner geworden. Je kunt je niet meer permit-
teren om eerst nog een proefproduct te maken,
want dan is je winstmarge al weg.”
Het klinkt daarom heel voor de hand liggend:
“Eerste product, goed product”. Maar met name
bij het kantpersen is dat allerminst vanzelfspre-
kend. Volgens de klassieke route wordt de bin-
nenkomende 3D-file of dxf-file ‘opgeschoond’
(dat wil zeggen ontdaan van niet-relevante lij-
nen) voor het lasersnijden en vervolgens aange-
boden aan de zetter. Waarbij deze dan maar al
te vaak tot de conclusie komt dat als gevolg van
buigverliezen (afwijkingen die ontstaan door de
vervorming van het materiaal) met de aangebo-
den uitslag niet binnen de voorgeschreven tole-
rantie kan worden gebogen.
Uiteindelijk zit er voor de zetter in zo’n geval
vaak niets anders op dan de resttolerantie op te
vangen in de minst kritische kant van het pro-
duct. Voor het zover is heeft een en ander ech-
ter al de nodige tijd en uitval gekost door het
maken van proefproducten.
Precies andersomNatuurlijk worden de verwachte buigverliezen
door de ontwerper al in zijn tekening verwerkt,
Dankzij de off-line programmering met behulp van de Cadman-B 3D software kan de productiviteit van de kantpers aanzienlijk
worden opgevoerd. Daarbij is een juiste uitslag gegarandeerd, afgestemd op gereedschap en machine (foto: Jan Oonk)
Winst in tijd en materiaalverlies
Software geeft
juiste uitslag kantpers
36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 36
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 37
maar de correctie komt zelden overeen met de
praktijk. Volgens Verschoor kan het binnen een
en dezelfde opdrachtgever zelfs verschillen per
ontwerper, omdat de een zich baseert op cor-
rectietabellen en de ander op een vaste correc-
tiefactor.
De moraal van dit verhaal: voordat met snijden
wordt begonnen is het belangrijk om eerst een
goede uitslag te hebben. Een uitslag waarvan
zeker is dat hij later bij het kantpersen de juiste
geometrie oplevert. Dat is de reden dat Ver-
schoor is overgestapt op PPEB kantpersen van
LVD, inclusief de Cadman-B 3D software en het
EFL hoekmeetsysteem die op deze machines
worden gebruikt. “Wij werken precies an-
dersom”, legt sales manager Matthijs Wijn van
LVD uit. “Wij beginnen met het laatste en moei-
lijkste proces, het kanten.”
Een op eenHet komt erop neer dat de dxf-file van het pro-
duct wordt ingelezen in de Cadman-B 3D soft-
ware. Deze bepaalt de buigvolgorde en bere-
kent welke uitslag nodig is om het correcte pro-
duct te realiseren. Belangrijk aspect daarbij is
dat de uitslag een op een wordt afgestemd op
de specifieke procescondities, dat wil zeggen
machine en gereedschap. De ontwerper kan de
correctie voor het buigverlies bijvoorbeeld heb-
ben bepaald op basis van een gereedschap met
een V-opening van 8xD (D is de plaatdikte).
“Maar hij weet niet of de kantperser dit gereed-
schap in huis heeft en bovendien kan deze voor
een andere V-opening kiezen. Bijvoorbeeld als
gaten in het product te dicht bij de buigradius
liggen en daardoor ovaal worden getrokken zal
hij dit ondervangen door een ondergereed-
schap met kleinere V-opening te kiezen”,
noemt Wijn als voorbeeld uit de praktijk. “Dat
kan zomaar 2 mm schelen in de uitslag.”
Essentie is dus dat dankzij de Cadman-B 3D soft-
ware de juiste uitslag is gegarandeerd, uit-
gaande van de combinatie van machine en
gereedschap zoals die in de praktijk wordt toe-
gepast. Via de simulatiemodule, waarbij ook de
afmetingen van de machine zijn meegenomen,
is op voorhand duidelijk dat het buigproces op
de juiste wijze kan worden uitgevoerd. Meer-
dere leveranciers van kantpersen volgen inmid-
dels deze route.
Sneller lassenBijkomend voordeel is dat het programma voor
de kantpers al klaar ligt op het moment dat het
productieproces in gang wordt gezet en er niet
meer aan de kantpers zelf geprogrammeerd
hoeft te worden. Bij soms wel honderd verschil-
lende producten per dag betekent dat een
enorme tijdwinst. “Als ik iemand aan de ma-
chine zie programmeren om het proces bij te
sturen kan het fout gaan”, geeft Verschoor aan.
“We hebben ons motto van ‘eerste product,
goed product’ waar kunnen maken omdat we
geen ruimte bieden om een andere weg te vol-
gen.”
In de werkvoorbereiding kost de gekozen route
met behulp van de Cadman-B 3D software iets
meer tijd, maar dat wordt dubbel en dwars te-
rugverdiend tijdens het proces. Hoe complexer
het product, dat wil zeggen hoe meer zettingen
en hoe dikker de plaat, hoe groter de winst.
Zowel in tijd als in materiaalverlies. De Cadman-
B 3D software wordt om die reden inmiddels
ook gebruikt voor het bepalen van de juiste uit-
slag en zetvolgorde voor de andere merken
kantpersen bij VMT. In het vervolg van het pro-
ductieproces worden eveneens interessante
voordelen bereikt. Verschoor: “Als het gebogen
product in orde is kun je bijvoorbeeld ook veel
sneller lassen.”
TerugveringBij de kantpersen zelf gaat het bij VMT om een
PPEB 220/40 Plus (2200 kN perskracht en een
lengte van 4 m) en een wat kleinere PPEB
Hoe complexer het product, dat wil zeggen hoe meer zettingen en hoe dikker de plaat, hoe groter de winst in
tijd (foto: Jan Oonk)
M A C H I N E M A S T E R C L A S S
Uitgangspunten voor Kees Verschoor (VMT)- Je moet de nieuwste technologie binnenhalen, zodat je vooruit loopt op de markt en het
beste alternatief kunt bieden.
- Vanaf het eerste product moet de kwaliteit goed zijn, vooral bij kleine series kun je je niet
permitteren om uitval te produceren.
- Voorwaarde is wel dat je de juiste mensen inzet, want er zit een langere leercurve in. Hoe
complexer de producten hoe meer je uit de software moet halen.
>>>
Via de simulatiesoftware is op voorhand duidelijk
dat het buigproces op de juiste wijze kan worden
uitgevoerd (foto: LVD)
36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 37
38 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
110/30 (1100 kN en 3 m). Beide uit het hogere
segment kantpersen van LVD en beide uitgerust
met een Easy Form Laser hoekmeetsysteem. Dat
laatste is voor Verschoor eveneens een belang-
rijk element om meteen vanaf het eerste pro-
duct het juiste eindresultaat te garanderen. Met
dit hoekmeetsysteem worden tijdens het buig-
proces verschillen in terugvering (als gevolg van
diktevariaties in het plaatmateriaal en verschil-
len in walsrichting vooral) contactloos gemeten
en gecorrigeerd. Vlak voordat de gewenste
eindhoek is bereikt gaat de ram in enigszins ver-
traagd tempo verder, waarbij het hoekmeetsys-
teem de ram begeleidt tot de juiste eindhoek.
De ram wordt dus in feite aangestuurd door het
hoekmeetsysteem. “Met het hoekmeetsysteem
kan ook op verschillende plaatsen over de
lengte van een product worden gemeten en zo-
doende worden gebruikt als hulp bij de instel-
ling van de bombering”, voegt Wijn daaraan
toe.
“Voordeel is dat de exacte eindhoek is gegaran-
deerd, terwijl er met behulp van dit systeem
nauwelijks tijdverlies optreedt”, noemt Ver-
schoor als winstpunt. Weliswaar wordt de buig-
cyclus door de vertraging van de ram iets langer,
maar de grote winst is dat uitval en tijdverliezen
door nameten en herprogrammeren worden
vermeden. Ook hier is de winst met name bij
kleine series het grootst. In een bereik van
45º tot 150º is elke hoek te realiseren binnen
een tolerantie van ± 0,2º à 0,3º. <<<
Ervaringen andere gebruikersVan Bussel Metaaltechniek in Asten heeft inmiddels zo’n zeven jaar ervaring met twee PPEB
kantpersen van LVD (2200 kN en 1350 kN). Coördinator plaatwerk Patrick Welten noemt daar-
bij zowel het EFL hoekmeetsysteem (“altijd de juiste buighoek”) als de Cadman-B 3D software
als belangrijke afwegingen. Het bedrijf maakt als toeleverancier veel complexe plaatwerkpro-
ducten in kleine series en dankzij de off-line programmering met het Cadman pakket is een
forse tijdwinst bereikt. “De productiviteit ligt veel hoger nu we niet meer aan de machine pro-
grammeren, ze zijn ook te duur om stil te laten staan”, stelt hij vast. Bovendien is de kans op
fouten aanzienlijk kleiner dankzij de simulatie. “Door de software wordt de benodigde uitslag
aangepast aan het gebruikte gereedschap, zodat deze altijd klopt met de praktijk.”
Bij Gicom in Biddinghuizen heeft men inmiddels een aantal jaren ervaring met de Cadman
software op een drietal kantpersen van LVD (640/6400, 320/4000 en 220/4000). Het vormde
destijds, samen met het hoekmeetsysteem, een van de redenen om de overstap te maken naar
de machines van LVD, blijkt uit de toelichting van projectleider Johan Stoker. “Dankzij de off-
line programmering en de simulatiemogelijkheden, waardoor we niet eerst een aantal proef-
producten hoeven te maken, hebben we op sommige producten 60 tot 70 procent aan tijd ge-
wonnen”, stelt hij vast. Bovendien is de kans op fouten sterk gereduceerd en dat was eveneens
een van de doelstellingen. “Vooruitstrevend en bedieningsvriendelijk”, zo karakteriseert
Stoker de Cadman software. Binnenkort stapt Gicom over van de oudere versie 6 op de nieuwe
versie 7, waarin de correcties voor buigverliezen nog wat verder zijn verfijnd.
GS-Engineering in Ravestein heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in een SL3050 lasersnijma-
chine van LVD, met daaraan gekoppeld een PPEB 135/30 kantbank. “Eigenlijk gaf de software
de doorslag”, laat directeur Toine Giesbers weten. Hij doelt daarmee zowel op de soepele kop-
peling van beide machines als op de buigverliezen die voorafgaand aan het snijproces op de
juiste manier worden gecorrigeerd. Zodat er na het buigen de zekerheid is dat het product
aan de voorgeschreven specificaties voldoet. Voor GS-Engineering zijn zowel het lasersnijden
als het kanten nieuw, beide bewerkingen werden vroeger uitbesteed. Over de tijdwinst heeft
Giesbers dan ook geen mening, maar hij constateert wel dat “onze producten beduidend
beter zijn dan vroeger.”
Toelevering en eigen productAls toeleverancier op het gebied van
plaatbewerking is VMT actief voor voor-
namelijk Nederlandse opdrachtgevers.
VMT beschikt over alle benodigde plaat-
bewerkingstechnieken, waarbij de laser-
snij- en ponsnibbelmachines worden ge-
voed vanuit een platenmagazijn. Dankzij
aanvullende mogelijkheden op het ge-
bied van draaien, frezen en lassen (waar-
onder twee lasrobots) kan het bedrijf
compleet bewerkte en geassembleerde
samenstellingen leveren. Inmiddels is
VMT ook bezig met de ontwikkeling van
een eigen product in de vorm van afval-
bakken voor de inzameling van kunst-
stoffen.
Het Easy Form Laser hoekmeetsysteem zorgt ervoor
dat bij elk product de juiste buighoek is gegaran-
deerd, onafhankelijk van variaties in plaatdikte en
verschillen in walsrichting (foto: Jan Oonk)
Het Easy Form hoekmeetsysteem wordt ook ingezet
als hulpmiddel bij het positioneren van de
gereedschappen (foto: Jan Oonk)
36-37-38_LVD 05-12-11 09:43 Pagina 38
MACH4METALMETALWORK INGMACHINERY
Wanted Heavy Machinery
www.mach4metal .com Wanted you surplus machinesTel . 0031 (0)316-247123 Fax . 0031 (0)316 - 247956 info@mach4metal .com
DAEWOO PUMA 400 B
CNC DRAAIBANK 2001Ø 720 x 1050 mm, Tool chang
Fanuc iT 18 cnc – 400 chuck Kitagawa, chip conveyor
RE TOS KOTTER W 100A
KOTTERBANK RETOS 2006Mk 6 – X 1600 Y 1250 – Table 1250 x
1250 – 4 axis DroTop staat !! vlakdraai support
TRENCIN TOS SN 500 S
DRAAIBANK TOS 2001Ø 520 x 1,000 mm,
gereedschap houder, 3 klauwplaat,spantang inrichting
LVD PPEB 135 TON
CNC KANTBANK 20043,100 x 135 ton – 10 assen hoek meetsysteem, 5500 uur Bombering & CAD-
MAN CNC !
T GLEUF OPSPAN PLAAT
Z6 X 3,000 X 1,500 X 4002 X 5,000 X 1,900 X 4004 X 4,500 X 2,100 X 400
BODE LASMANIPULATOR
15,000 & 10,000 KG 1998Verst. 0 – 135 Gr. Tafel Ø 1800, Vario /
400 v / 7 kW
BOVENLOOP KRANEN !
2 X 50 TON X 20,500 MM3 X 32 TON X 20,500 MM4 X 20 TON X 15,455 MM3 X 16 TON X 15.565 MM
FACCIN 3100 X 10 MM
4 ROLLENWAL CNC 1998Wals 3100 x 10 / 8 mm rol Ø 210 mm, zijsupport, cnc gestuurd windows basis !!
LVD HST-E 3100 X 6 MM
CNC KNIPSCHAAR 1993Mnc 10 achter aanslag, hoohoudt
inrichting, opleg armen., haaksgeleider
TOS CELAKOVICE SU100
CON. DRAAIBANK 1997Ø 1,050 x 4,000 mm 2 brillen, Mot.
Tegen center, didgitaal, 3 en 4 klauw1050 mm
5 AXIS ANAYAK HV +
CNC BED FREEZER 2003X/Y/Z 3200 / 1500 / 1250Iso 50 30 kW / C+B axis
Fanuc 18 iT / 20 pos. wissel
FROMAG CNC BROOTS
RAPIDA E 32 425 2001Commander LC 30 sturing, 600 max.lengte, zeer veel gereedschappen !!!
24x
_Mach4Metal_38 05-12-11 15:43 Pagina 38
40 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Instrumentmakerij Parts & Tools heeft sinds de
zomer de beschikking over een tweetal Hurco
machines: een draaibank van het type TM6 en de
kleinste vijfasser van Hurco, een VMX10U. Hierop
worden diverse prototype producten en kleine series
gemaakt. Maar Eric-Jan de Jong, eigenaar van Parts
& Tools, maakt niet alleen producten voor derden, hij
denkt mee bij het ontwerp en assembleert zelfs
bepaalde producten.
DOOR: PAUL QUAEDVLIEG
“Hier in Enschede zitten veel spin-offs van de TU-
Twente”, verduidelijkt Eric-Jan de Jong zijn ver-
haal. “Deze bedrijven zijn erg actief met het
maken van prototypes en kleine series van be-
paalde nieuwe producten. Omdat de universitei-
ten de afgelopen jaren fors hebben bezuinigd op
hun werkplaatsen moeten ze het maken van
componenten uitbesteden.” En dan vult een be-
drijf als Parts & Tools de leemte die is ontstaan bij
de TU’s aan. Als voorbeeld laat De Jong een oog-
camera zien. “Deze oogcamera is ontwikkeld
voor een ziekenhuis in India. Daar zijn te weinig
hoogopgeleide oogartsen, maar door een soort
pre-screening kunnen lager gediplomeerden al
voor een deel kijken wat er gaande is zodat al-
leen de lastige problemen bij de oogartsen
komen.” Het idee voor de camera is ontwikkeld
door Focal Optical, maar De Jong kreeg alleen
maar een schets met de diverse lenzen er op. “De
rest moest ik zelf uittekenen en als prototype
gaan maken, net zoals dat vroeger op de univer-
siteiten de gewoonste zaak van de wereld was.
De onderzoeker had een idee, de instrumenten-
maker werkte dat uit en maakte het prototype.
Alleen zijn het nu de spin-off bedrijven die met
de ideeën komen.”
Voorheen werkte De Jong met een drieassige
Deckel Maho machine, die nog steeds in de
schuur achter zijn woonhuis staat. Maar om dich-
terbij zijn opdrachtgevers te zitten en omdat er
steeds vaker kleine complexe producten gemaakt
moesten worden, investeerde hij in een nieuwe
bedrijfsruimte in Enschede en een tweetal Hurco
machines, een TM6 draaibank en een VMX10U
vijfassige freesbank. “Voorlopig gaat alle tijd naar
de vijfasser, voor de draaibank huur ik soms ie-
mand in”, legt De Jong uit. “In principe kan ik alle
materialen frezen, van speciale kunststof tot en
met titaan. De nauwkeurigheid ligt over het al-
gemeen binnen de 0,01 mm. Voorheen heb ik al-
tijd in ISO-geprogrammeerd, maar nu met de
Hurco besturing is alles veel overzichtelijker.
Zeker bij enkel stuks is het belangrijk om snel te
kunnen programmeren. De totale tijd van pro-
grammeren en produceren wordt korter. Boven-
dien kun je meteen op het tweede scherm kijken
Instrumentmaker denkt meeEric-Jan de Jong van
Parts & Tools
produceert niet alleen,
maar denkt mee bij het
ontwerp. Links de
oogcamera voor India
(foto’s: Paul
Quaedvlieg)
FotoreportageVoor een complete fotoreportage van het
bezoek aan Parts & Tools, zie de website
www.metaalmagazine.nl.
of het product klopt.” De Jong heeft inmiddels
wel enkele zelfontwikkelde ‘slimmigheden’ aan
de VMX10U toegevoegd. Zo zien we voor het ka-
libreren van het gereedschap een mechanische
meettaster op het machinebed staan en heeft hij
diverse zelfontwikkelde spanmiddelen gemaakt.
Een goede instrumentmaker kan dat immers zelf.
Parts & Tools investeerde in twee Hurco machines
Enkele producten gemaakt door Parts & Tools van
kunststof, aluminium en roestvast staal
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:44 Pagina 40
Het Minarc Evo-assortiment van Kemppi biedt
een keuze van MMA-, MIG/MAG- en DC TIG-las-
apparaten die zich onderscheiden door ge-
bruiksgemak en het feit dat zij makkelijk draag-
baar zijn. Er zijn vijf productmodellen. Alle ap-
paraten leveren hun maximale uitgangsstroom
bij 35% inschakelduur. De Minarc Evo 150 is een
150 ampère apparaat voor MMA- en TIG-lassen
en weegt 5,8 kg. Voor het MIG/MAG-lassen zijn
er twee 13 kg wegende MinarcMig-modellen
die maximaal 170 en 200 ampère leveren. De
MinarcTig 200 en 200 MLP-modellen zijn ont-
worpen voor DC TIG- en MMA-lassen. Ze wegen
11 kg en bieden 200 ampère bij 35% inschakel-
duur. Alle modellen zijn voorzien van Power
Factor Correction (PFC)-technologie. Hierdoor
hebben ze een gunstig energieverbruik en een
maximaal lasvermogen in elk industrieel 1-fase,
230 Volt, 16 A elektriciteitsnetwerk. Ze kunnen
ook worden gebruikt met generatorvoeding,
zelfs bij gebruik van extra lange verlengkabels
met meer dan 100 meter lengte. Hierdoor
wordt lassen gebruiksvriendelijk voor alle soor-
ten laswerk op alle mogelijke locaties.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 65142
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 41
Nieuwe machinesOp zoek naar een nieuwe machine? Bezoek www.Products4Engineers.nl
De nieuwe Optiplex 3015 van Mazak heeft een vliegende optiek met constante straallengte (foto: Mazak)
Het Minarc Evo-assortiment biedt een keuze van
MMA-, MIG/MAG- en DC TIG-lasapparaten (foto:
Paul Quaedvlieg)
Makkelijk draagbaar
De nieuwe Optiplex 3015 van Yamazaki Mazak
Optonics Europe is een 2D machine voorzien
van vliegend optiek met constante straallengte.
Dit wordt mogelijk door een meelopende U-as
die zorgt voor een goed snijgedrag over de ge-
hele tafel. De servofocus met IMS functie zorgen
T E C H N I S C H N I E U W S
Constante straallengtevoor een snelle gecontroleerde insteek. Intelli-
gente functies zoals een snijkop-nozzlewisselaar
en servofocus verhogen de productiviteit. Deze
functies worden uitgevoerd tijdens het wisselen
van de tafel. Een tafelwissel duurt 19 s. Met een
ijlgang van 120 m/min, automatische kop en
Koud ontvetten
De koude ontvetters van IBS Scherer, gevestigd in Gau-Bickelheim (D), zijn gebaseerd op koolwa-
terstoffen. Deze hebben een uitstekende oplossingskracht, ideaal bij moeilijk te verwijderen orga-
nische verontreinigingen zoals olie, vet, teer of verdroogde was. Dankzij de geringe oppervlakte-
spanning dringt de ontvetter zelfs in de kleinste openingen door. De IBS koude ontvetter onder-
graaft, op basis van koolwaterstof, de vervuiler en vermengt zich met de olie en/of het vet en laat
zich vervolgens eenvoudig afspoelen of met een kwast verwijderen. Een groot voordeel van de IBS
koude ontvetters is echter dat de verontreinigde koolwaterstofoplosmiddelen zich door destillatie
tot bijna 100 procent laten recyclen. IBS Scherer neemt de gebruikte koude ontvetter bij de afne-
mers kosteloos terug en verwerkt deze met eigen installaties. Daarbij wordt de ontvetter voorge-
reinigd – oftewel gefilterd en gecentrifugeerd – en vervolgens gedestilleerd en geraffineerd. Zo
kan ongeveer 90 procent van de gereinigde IBS-koude ontvetter weer in de grondstoffenkringloop
teruggevoerd worden. Het eerder
gefilterde olieafval kan bijvoor-
beeld bij verbranding dienen als
energiebron. IBS-Scherer heeft di-
verse dealers in Nederland, maar de
vertegenwoordiging gebeurt direct
vanuit Gau-Bickelheim in Duitsland.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67332
De één-stap reiniging met IBS-koude
ontvetters is kostenefficiënt (foto: IBS
Scherer)
nozzlewissel wordt de productiviteit tot het maxi-
male opgevoerd. De nieuwe Eco-Mode laserbron
met een vermogen van 4 kW heeft een laag ener-
gieverbruik zodra de machine in ‘standby’ staat.
Het resultaat is hogere productiviteit tegen lagere
verbruikskosten. Yamazaki Mazak Optonics Eu-
rope is gevestigd in Zaventem.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67331
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:44 Pagina 41
42 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
DOOR: PAUL QUAEDVLIEG
Met de SLM250 worden onderdelen opgebouwd
in lagen van 20 tot 100 micron uit fijne metaal-
poeders die volledig gesmolten worden in een
strikt gecontroleerde atmosfeer. De selectieve la-
sersmeltmachine heeft een vacuümkamer die ge-
vuld kan worden met argongas om zodoende
een zuivere atmosfeer te krijgen met zo min mo-
gelijk zuurstof. Dit is cruciaal als er een product
wordt opgebouwd uit titaanpoeder. Maar het is
ook mogelijk om minder reactieve materialen
onder stikstof te laten opgroeien. De machine be-
schikt over een extern poedermagazijn dat bijge-
vuld kan worden, terwijl de machine aan het op-
groeien is. Niet gebruikt materiaal dat overblijft
na het opgroeien, wordt gezeefd en weer herge-
bruikt. De SLM250 heeft een eenvoudige gebrui-
kersinterface via een touchscreen. De machine
kan producten opbouwen met maximale afme-
tingen van 250 mm bij 250 bij 300 mm (X,Y,Z)
waarbij optioneel de Z-as is te vergroten tot 360
mm voor nog hogere producten. Een productont-
werp wordt als CAD-ontwerp in speciale software
van Materialise of Marcam Autofab geladen. Her-
stellen van eventuele fouten, labelling, het
maken van ondersteuningen of oriëntatie van
het product worden in deze software ingesteld.
Ook kunnen hier nog de proces- en scanningpa-
rameters worden aangepast.
Het opgroeien van metalen heeft nog geen
brede toepassing gevonden, maar er zijn be-
paalde gebieden waar deze manier van produce-
ren zeker voordelen biedt. Zo worden er in de
medische wereld en de tandkunde al vaker ge-
bruikgemaakt van het selectief lasersmelten. Van
tandkundige kronen en bruggen tot patiënt spe-
cifieke implantaten; met het SLM-proces kunnen
de meest complexe vormgeometrieën gemaakt
worden. Maar ook binnen de industrie kunnen
nu complexe vormen of producten met koelkana-
len eenvoudiger gemaakt worden. SLM vermin-
dert de beperkingen van ontwerpers. Deze ont-
werpvrijheid zorgt voor een optimale structuur
en vorm die anders zou worden beperkt door
conventionele productieprocessen. Ook wordt de
doorlooptijd korter.
Momenteel kunnen met de SLM machines van
Renishaw de volgende materialen gebruikt wor-
den: roestvast staal 316L en 17-4PH, H13 gereed-
schapsstaal, aluminium Al-Si-12, titaan CP, Ti-6Al-
4V en Ti-6Al-7Nb, kobaltchroom (ASTM75), Inco-
nel 718 en 625. Renishaw Benelux is gevestigd in
Breda.
Na de recente aankoop van MTT
Technologies toonde Renishaw op de
EMO in Hannover de nieuwste machine
voor het selectief lasersmelten. De
SLM250 machine werkt volgens een
nieuw ontwikkeld proces voor additief
vervaardigen, waarmee via een
krachtige glasvezellaser direct vanuit
3D-CAD geheel vaste metalen
onderdelen te maken zijn.
Selectief lasersmelten
De Renishaw SLM250 kan producten opbouwen met maximale
afmetingen van 250 mm (X) bij 250 (Y) bij 300 mm (Z) (foto: Renishaw)
Met het SLM-proces kunnen de meest complexe vormgeometrieën gemaakt worden (foto: Paul Quaedvlieg)
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 42
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 43
Geoptimaliseerde tandgeometrieWikus presenteerde op de EMO 2011 een aantal
nieuwe zaagbanden, waaronder de Wikus Se-
lekta GS X3000. Deze heeft een geoptimaliseerde
tandgeometrie en nieuw rugmateriaal X3000 ten
opzichte van de Selekta M42.
De Selekta GS X3000 is een bi-metalen zaagband
met geslepen geleidingstand voor een optimale
zaaggeometrie en hoge oppervlaktekwaliteit van
het te zagen materiaal onder goede condities bij
het begin en einde van het zaagproces. De
speciale verdeling van de tandholtes maakt een
prestatiegericht gebruik en maximale standtijd
mogelijk.
Deze zaag is vooral geschikt voor moeilijk ver-
spaanbare stalen zoals roest- en zuurbestendige
stalen, duplex- en hittebestendige stalen en nik-
kellegeringen. Wikus zaagbanden worden in Ne-
derland vertegenwoordigd door Van Hoorn Ma-
chining uit Veldhoven.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67110
Bij verticaal draaien heeft de tafel van de RX18 een maximaal koppel
van 5.400 Nm en een toerental tot 250 min-1 (foto: Reinold Tomberg)
De stabiele RX18 van het Zwitserse Reiden heeft
een maximaal werkbereik van 2.200 mm bij 1.800
mm bij 1.610 mm (X,Y,Z) en een geïntegreerde C-
as met een diameter van 1.800 mm welke tevens
voor verticaal draaien kan worden toegepast. De
assen worden rechtstreeks aangedreven met wa-
tergekoelde motoren. De Y- en Z-as hebben een
synchrone aandrijving. Alle geleidingen zijn uit-
gevoerd met fors bemeten rollengeleidingen met
elk vier schoenen. Aan beide zijden van de Z-as
bevindt zich een hydraulische gewichtscompen-
satie. De schuin gemonteerde Trigonaal-freeskop
kan hoeken bewerken van -15° tot +105°. Bij be-
werkingen met deze kop in horizontale positie
worden de X- en Y-as continu in dezelfde richting
belast: wisselende belasting wordt dus tot een mi-
nimum gereduceerd. Tevens hoeven met behulp
van deze kop werkstukken niet meer horizontaal
opgespannen te worden. De hoofdaandrijving
van de freeskop heeft een vermogen van maxi-
maal 73 kW bij 15.000 min-1. Reiden wordt in Ne-
derland vertegenwoordigd door Promas in Maas-
bree.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67333
De Wikus Selekta GS X3000
heeft een geoptimaliseerde
tandgeometrie (foto: Wikus)
Synchrone aandrijving
Nieuwe machinesOp zoek naar een nieuwe machine? Bezoek
www.Products4Engineers.nl
T E C H N I S C H N I E U W S
Nauwkeurig smedenHet Russische bedrijf OAO Electrostal heeft een order geplaatst bij de Duitse machinebouwer Siempelkamp
voor het bouwen van een nauwkeurige
20.000 tons smeedpers. Deze pers is het
eerste type van deze afmetingen met een
geïntegreerd verwarmingssysteem.
Hiermee kunnen de halffabrikaten
verwarmd worden tot maximaal 800°C.
Het gaat hierbij vooral om het smeden van
op nikkel gebaseerde superlegeringen die
gebruikt worden in onder meer
vliegtuigturbines en elektriciteits-centrales.
Ook moeilijk te smeden materialen zoals
Inconel kunnen hiermee nauwkeurig vorm
krijgen. De maximale werkstukgrootte is
1.200 mm in lengte en 800 mm breed. De
maximale massa van de werkstukken is
800 kg. De pers wordt aangedreven door
vier hydraulische cilinders met een
diameter van 1.600 mm en een werkdruk
van 350 bar (illustratie: Siempelkamp)
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 43
44 j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1
Precisie kotterkop
Geautomatiseerd ontbramen
Geen lasspetters
De grote cijfers op het display zijn makkelijk
leesbaar, zelfs op plaatsen waar weinig licht is
(foto: TechnoTool)
De DigiTec precisie kotterkop van het Zwitserse
Urma is niet enkel een digitale kotterkop, maar
staat voor een systeem met een diameterbereik
van 0,3 mm tot en met 2.400 mm. De onder-
houdsgevoelige componenten zoals batterij, be-
dieningstoetsen en display zijn in een externe
bedieningsunit ondergebracht. Doordat deze
niet meer in contact komen met emulsie is het ri-
sico van uitval praktisch nihil. In de kotterkop be-
vindt zich alleen maar de inductieve meetliniaal
en de leeskop. Mocht een uitval onverhoopt
toch gebeuren, dan is de kotterkop altijd nog
mechanisch te verstellen met de nonius. Het
Zwitserse Urma wordt in Nederland vertegen-
woordigd door TechnoTool in Tegelen.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67203
Lichtgewichtfreeswiel
Cloos heeft een lasspatbescherming voor de bin-
nenkant van buizen ontwikkeld, zodat deze
geen extra nabewerking meer nodig hebben.
De nieuwe lasspatbescherming is gebaseerd op
een opvangbehuizing, die middels een driedi-
mensionale ophanging in de buis wordt gescho-
ven. De afdichtcontouren sluiten exact aan op
de binnenzijde van de buis. Zowel de laserstraal
als de lasspetters worden nu in de behuizing op-
gevangen waardoor de binnenzijde schoon
blijft. De lasspatbescherming wordt NC gestuurd
naar de positie waar gelast gaat worden. Mid-
dels een veiligheidssignaal kan er pas met lassen
begonnen worden als de lasspatbescherming
zich op de juiste positie bevindt. Na diverse las-
bewerkingen kan de opvangbehuizing eenvou-
dig gedemonteerd en schoongemaakt worden.
De nieuwe lasspatbescherming wordt nu succes-
vol toegepast bij het laserhybride lassen van hy-
draulische cilinders, waarbij een volledige door-
lassen noodzakelijk is.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67334
Het nieuwe lasspatsysteem wordt direct onder de las
gepositioneerd (foto: Cloos)
Het lichtgewicht
freeswiel zorgt
voor kortere
stilstand bij het
wisselen (foto:
Ceratizit)
Gravostar heeft onder de naam En-
graflexx een gereedschap ontwikkeld
voor het geautomatiseerd uitvoeren
van ontbraamwerkzaamheden op
bewerkingscentra, CNC draaimachi-
nes en robots. Het gereedschap is
voorzien van een voorgespannen,
flexibel zwenkbare spil, waardoor af-
wijkingen van de nominale maatvoe-
ring probleemloos worden gecom-
penseerd. De gewenste ontbraam-
kracht wordt eenvoudig traploos in-
gesteld. De ontbraamfrees wordt
gelijkmatig tegen het werkstuk ge-
drukt. Afhankelijk van de afwijking
van de ontbraamkant ten opzichte
van de geprogrammeerde werkstuk-
contour zwenkt de spil meer of minder uit: de
frees volgt automatisch de daadwerkelijke werk-
stukkant. Door de ontbraamhandeling in het be-
werkingsprogramma op te nemen en niet ach-
teraf handmatig te verrichten, wordt de nodige
tijd bespaard en verbetert ook de kwaliteit; de
repeteerbaarheid van de ontbraambewerking is
hoog en het ontbramen gebeurt zeer gelijkma-
tig. Gravostar wordt in Nederland vertegen-
woordigd door Ertec in Nuenen.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67206
Het Engraflexx ontbraamgereedschap compenseert
probleemloos afwijkingen van de nominale
maatvoering (foto: Gravostar)
Ceratizit presenteerde op de EMO een lichtge-
wicht freeswiel voor het bewerken van krukas-
sen. Dit nieuwe freeswiel weegt minder dan 15
kg en kan met de hand verwisseld worden. Con-
ventionele freeswielen wegen tussen de 40 kg
en 80 kg, waarvoor bij het wisselen een hef-
kraan nodig is. Het nieuwe freeswiel bestaat uit
een buiten- en een binnenring. De binnenring is
voorzien van verwisselbare snijplaatjes. Dankzij
het X-Lock systeem is de binnenring snel en een-
voudig uit de buitenring te halen en kan een
binnenring met nieuwe wisselplaten weer snel
gemonteerd worden. Hierdoor wordt de wissel-
tijd met 50 procent verkort. Het nieuwe frees-
wiel is een antwoord van Ceratizit op de hoge
eisen van de automobielindustrie, waar vooral
machinestilstand vermeden moet worden.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67335
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 44
j a a r g a n g 4 9 | w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l | 1 0 - 2 0 1 1 45
Assemblagesysteem profielenKranendonk uit Tiel gaat, als leverancier van ge-
avanceerde robotsystemen, een nieuw type pro-
ductiesysteem lanceren voor de assemblage
voor balkprofielen. Het systeem is ontwikkeld in
samenwerking met staalconstructeur ASK Ro-
mein. De assemblagelijn gaat verbindings- en
verstevigingsplaten door middel van industriële
robots volautomatisch plaatsen en aflassen; een
proces dat nu nog handmatig gebeurt. Met het
nieuwe systeem zal ASK Ro-
mein niet alleen enorme
tijdwinst boeken tijdens de
productie, maar ook tijdens
werkvoorbereiding. Door
de RinasWeld software, ont-
wikkeld door Kranendonk,
wordt het systeem direct
aangestuurd op basis van
het 3D CAD model van de
samengestelde balk. Hier-
door is de bediening van de
machine eenvoudig, voor
zowel de werkvoorbereider
als de medewerker op de
vloer. Kranendonk heeft als
leverancier van geavan-
Het geautomatiseerde assemblagesysteem voor profielen wordt begin 2012
geïntroduceerd (foto: Kranendonk)
C O L O F O NMetaal MagazineOnafhankelijk vakblad voor ondernemers en leiding -gevenden in de metaalbranche, constructeurs en hoofdenvan technische diensten in industriële bedrijven. Technische,actuele en praktijkgerichte informatie over metaalproductie-technieken.Metaal Magazine is een uitgave van Eisma Industrialmediaen een voortzetting van Metaal en Kunststof.
Hoofdredacteur: ing. R. TombergRedactie: J. Aalberts, P. QuaedvliegBureauredactie: L. BisselinkVormgeving: ZeeDesignE-mail redactie: [email protected] redactie: +31 088 2944707Internet: www.metaalmagazine.nlAdres: Informaticaweg 3, NL-7007 CP Doetinchem
Uitgave: Eisma Industrialmedia BV, postbus 361, 7000 AJ Doetinchem
Directie: E. van Hes, algemeen directeurB. Hoving, financieel directeurG. Tiecken, uitgeefdirecteur
Uitgever: H. Meinen
Marketing: I. Hammerman, tel.: +31 88 2944760
Advertentie-exploitatie:Sales: C. te Nijenhuis, salesmanager buitendienst,tel.: +31 88 2944735, e-mail: [email protected]. Balduk, accountmanager buitendienst,tel.: +31 88 2944741, e-mail: [email protected]. Feron, accountmanager binnendienst,tel.: +31 88 2944739, e-mail: [email protected]
Traffic:ZeeDesign, tel.: (0517) 531672, fax: (0517) 531810,[email protected]
Abonnementeninformatie:Abonneeservice: Postbus 2238, 5600 CE Eindhoven. Tel.: +31 88 2266648 , e-mail [email protected]: € 232 per jaar (excl. 6% BTW) (bij auto-matische incasso bespaart u € 3 administratiekosten). Dit isbij vooruitbetaling verschuldigd.Abonnementsprijs voor andere landen op aanvraag.Abonnementen kunnen op elk gewenst moment van hetjaar ingaan en worden genoteerd tot wederopzegging. Op-gave via www.metaalmagazine.nl of via [email protected]. Opzegging dient schriftelijk en minimaal eenmaand voor het einde van de abonnementsperiode te ge-schieden. U ontvangt van ons een schriftelijke bevestiging.
Bankrelatie:Voor Nederland: Friesland Bank: 29.80.05.298Voor België: Postcheque Brussel: 000-0007463-91
Druk: Scholma Druk b.v.
©2011 Eisma Industrialmedia BV, Leeuwarden
Algemene VoorwaardenNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ofovergenomen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-tronisch, mechanisch, door fotokopieën, of enige anderemanier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming vande uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad opzorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld,evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijzeinstaan voor de juistheid en/of volledigheid van de informa-tie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkeleaansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die hetgevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerdzijn op bedoelde informatie. Gebruikers van dit blad wordtmet nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd tegebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis enervaring en de te gebruiken informatie te controleren.Leveringsvoorwaarden, zie www.eismamediagroep.nl
w w w . m e t a a l m a g a z i n e . n l
T E C H N I S C H N I E U W S
ceerde robotsystemen veel ervaring met het au-
tomatiseren van productieprocessen. Het bedrijf
is vooral actief in niet-repeterende productie-
omgevingen, zoals de scheepsbouw-, offshore-
en constructie-industrie.
Zie www.products4engineers.nl
Infonummer: 67330
Laserlassen horlogeveren
Onlangs vierde Trumpf het 40-jarig bestaan
van de laser. De eerste echte Trumpf laser
debuteerde in 1979, toen de onderneming
een gecombineerde pons/lasermachine
met destijds nog ingekochte 500- en 700 w
CO2 lasers presenteerde. Acht jaar eerder
had de Zwitserse horlogefabrikant Carl
Haas in het Schwarzwaldse dorpje Schram-
berg al de geschiktheid van de laser voor
de precieze toepassing in de horlogepro-
ductie erkend en de eerste vaste-stof-laser
gebouwd. Deze LKS15 laser, zie foto, werd
gebruikt voor het lassen van horlogeveren.
Aangezien Haas tegenwoordig tot Trumpf
behoort, begint daarmee het lasertijdperk
van deze onderneming (foto: Reinold Tom-
berg)
Terugkoppeling
40-41-42-44-45_TN 05-12-11 09:45 Pagina 45
ITA beveelt de optimale gereedschappen aan op basis van toepassing gegevens en uw machine vermogen3 gereedschap opties,25 alternatieven,verspanings gegevens,vermogen verbruik,snijtijd,verspanend volume engineering ondersteuning en meer.
www.iscar.nl
Voor meer informatie,bekijk deze interactieve advertentie op www.iscar.com
ITA beveelt de optimale gereedschappen aan op basis van toepassing gegevens en uw machine vermogen
Voor meer informatie,bekijk deze interactieve advertentie op www.iscar.com
Levering
Winstgevendheid
I s c a r ga r andee r t re su l t a a t
Boor uw productiekosten omlaag met hoog productief gaten boren
PROFITABILITY ADS-P2-NET.indd 4 2/9/11 10:24 AM