Merken

10

description

Merken. Goodwill : fenomeen >overnameprijzen tussen 8-10 maal de winst van het opgekochte bedrijf Waar betaal je dan voor?. Merken. Merkidentiteit: bron van unieke symbolen, boodschappen en producten Wat zijn de waarden? Aan welke symbolen is het merk te herkennen? Staat tegenover Imago. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Merken

Page 1: Merken
Page 2: Merken

Merken

• Goodwill : fenomeen >overnameprijzen tussen 8-10 maal de winst van het opgekochte bedrijf

• Waar betaal je dan voor?

Page 3: Merken

Merken

• Merkidentiteit: bron van unieke symbolen, boodschappen en producten

• Wat zijn de waarden?

• Aan welke symbolen is het merk te herkennen?

• Staat tegenover Imago

Page 4: Merken

Merken

• Prisma van Kapferer– Een merk heeft een stem > je moet

‘communiceren’– Links: sociale elementen die uiterlijke

aspecten bepalen (Visueel merkbeeld)– karakter (mentale merkbeeld, zie les 1)– Cultuur : vaak door oorsprong >

waarden/normen– Relatie met klanten (structureel, incidenteel)

Page 5: Merken

Merken

• Prisma van Kapferer– De klanten geven aan ‘lading’ aan het merk

en dit reflecteren herken je aan de dikke buik in de Mercedes of de hooggehakte dame bij Lancome

– Het zelfbeeld van de klanten, ik ben geschikt voor dit merk (forever young)

Page 6: Merken

• Attributen: fysieke kenmerken

• Functionaliteit van het merk: wat kan je ermee, gevolgen van omgang met het merk

• Instrumentele waarden– Stabiele cognities vb Harley en vrijheid

• Eindwaarden– Dieper gelegen waarden (verzet tegen MIJ.)

Page 7: Merken

• Vragen die je nu stelt:

– Welke (eind)waarden heeft mijn Merk– Zijn ze onderscheidend genoeg, zo nee

bespreek dit met elkaar– Kan ik er eerste ideeën, schetsen van

maken?

Page 8: Merken

Merken

• Creëren van de Merkexperience?– Een beleving (een gebeurtenis die emoties

oproept)– Een ervaring (een betekenisvolle, som van

alle interacties die mensen hebben met hun merk, omgeving en andere personen

Page 9: Merken

Merken

1. Gebruik zoveel mogelijk zintuigen

2. Er is concentratie en focus bij de ‘gebruiker’

3. Het besef van tijd is anders (flow)

4. Er is een emotioneel effect (blz 32)

5. Het heeft een intrinsieke waarde voor de persoon

6. Doe dingen en/of onderga ze

Page 10: Merken