Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 … · Voedselveiligheid: vertrouwen komt te voet en gaat te...

24
Corporate Services Schoemakerstraat 97 2628 VK Delft Postbus 6014 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 88 866 20 00 F +31 88 866 06 30 TNO-rapport Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 Voortgangsrapportage 2013 ETP Strategy & Change Datum 24 maart 2014 Auteur(s) Opgesteld door Frank Bekkers in overleg met Ida Haisma Met bijdragen van Rob Weterings, Govert Gijsbers, Tom van der Horst en Erik Frinking Aantal pagina's 24 Aantal bijlagen <number of appendices> Opdrachtgever <Customer> Projectnaam <Projectname > Projectnummer <Projectnumber> Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. © 2014 TNO

Transcript of Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 … · Voedselveiligheid: vertrouwen komt te voet en gaat te...

Corporate Services Schoemakerstraat 97 2628 VK Delft Postbus 6014 2600 JA Delft www.tno.nl T +31 88 866 20 00 F +31 88 866 06 30

TNO-rapport

Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 Voortgangsrapportage 2013 ETP Strategy & Change

Datum 24 maart 2014

Auteur(s) Opgesteld door Frank Bekkers in overleg met Ida Haisma Met bijdragen van Rob Weterings, Govert Gijsbers, Tom van der Horst en Erik Frinking

Aantal pagina's 24 Aantal bijlagen <number of appendices> Opdrachtgever <Customer> Projectnaam <Projectname > Projectnummer <Projectnumber>

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. © 2014 TNO

TNO-rapport

2 / 24

Inhoudsopgave

1 Programmaopzet..................................... ........................................................................ 3

2 Overzicht resultaten 2013 ......................... ..................................................................... 4

2.1 Rapporten en publicaties .................................................................................................. 4

2.2 Bijeenkomsten en events .................................................................................................. 5

2.3 In de media ....................................................................................................................... 5

3 De in 2013 uitgevoerde projecten en hun resultaten .................................................. 7

3.1 Strategische Oriëntatie en Foresight ................................................................................ 7

3.2 Technologie & Innovatie ................................................................................................... 9

3.3 Duurzame groei .............................................................................................................. 12

3.4 Welvaart & Welzijn .......................................................................................................... 16

3.5 Veiligheid ........................................................................................................................ 19

4 Management Summary ................................ ................................................................ 22

5 Ondertekening ..................................... .......................................................................... 24

TNO-rapport

3 / 24

1 Programmaopzet

Doelstelling Het doel van Strategy & Change is opkomende ontwikkelingen te herkennen en te agenderen en daarmee TNO actief te positioneren in de belangrijke publieke en politieke discussies. Voor TNO is dit van belang om vroegtijdig mee te denken en mee te beslissen over maatschappelijke vraagstukken, aan te sluiten op de belangrijke dossiers en zo relevant te blijven voor zijn stakeholders bij de overheid en het bedrijfsleven. Het programma geeft een externe context aan de TNO onderzoeksagenda, en helpt zo om strategische keuzes te maken die weerklank vinden in zijn omgeving. In de aanloop naar de nieuwe strategieperiode 2015-2018, met de bijbehorende keuzes, is dit voor TNO des te belangrijker. Aanpak Strategy & Change wordt gekenmerkt door een gezamenlijke inzet van HCSS en TNO.

Toegevoegde waarde

De toegevoegde waarde van Strategy & Change hangt samen met een systematische werkwijze:

• signaleren van trends en opkomende issues in de samenleving (‘van buiten naar binnen’); • agenderen van onderbouwde visies op de bedreigingen en kansen die uit deze trends

voortvloeien; • positioneren van TNO en HCSS als constructieve en actieve deelnemers aan de debatten

over de wezenlijke maatschappelijke en economische vraagstukken; • verbinden van stakeholders binnen en buiten TNO en HCSS om samen te werken aan

innovatieve oplossingen.

Governance Opdrachtgever van het programma is de voorzitter RvB TNO, Jan Mengelers. De directeur Strategie TNO, Lorike Hagdorn, treedt op als gedelegeerd opdrachtgever. Ida Haisma heeft vanaf juli 2013 de dagelijkse programmabegeleiding van Lorike Hagdorn overgenomen. De directeur HCSS, Rob de Wijk, is opdrachtnemer. De verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de uitvoering van het werkprogramma ligt bij de programmaleider Frank Bekkers en de programmabegeleider Ida Haisma. Twee keer per jaar vindt overleg plaats in de vijfhoek van de genoemde functionarissen. Projecten binnen Strategy & Change worden gekoppeld aan een eigenaar binnen TNO. Programmabudget en verdeling Het beschikbare budget voor 2013 bedroeg 1542k€. Conform het contract heeft opdrachtnemer HCSS ca. 1/3 deel van het budget voor personeelskosten uitbesteed bij TNO.

Structuur Het programma is gestructureerd langs vier thema’s die aansluiten bij de (lopende) TNO-strategie: Duurzaamheid, Welvaart & Welzijn, Technologie & Innovatie en Veiligheid. Daarnaast kent het programma een vijfde thema, Strategische Oriëntatie en Foresight, met een verbindende rol naar en over de andere thema’s. De rechtstreekse ondersteuning van het TNO strategieproces (de zg. Strategic Moves 2015 – 2018, zie H5)wordt onder dit laatste thema begrepen.

Overigens hebben veel projecten raakvlakken met meerdere thema’s. Dit is geen toeval, maar inherent aan de doelstelling van Strategy & Change om “van stakeholders binnen en buiten TNO en HCSS te verbinden om samen te werken aan innovatieve oplossingen”.

TNO-rapport

4 / 24

2 Overzicht resultaten 2013

2.1 Rapporten en publicaties In 2013 zijn de volgende publicaties verschenen. Bijna al deze publicaties zijn te downloaden op de eigen website van het programma, http://www.strategyandchange.nl/ S&C-rapporten en overige publicaties 2013 Thema

Rapport (in serie Grand Challenges): Taking Care of Our Health. Research Tackling Europe’s Grand Challenge of Future Health Issues

Strategische Oriëntatie / Welvaart & Welzijn

Rapport (in serie Grand Challenges): Shades of Graying. The Grand Challenge of Aging;

Strategische Oriëntatie / Welvaart & Welzijn

Rapport (in serie Grand Challenges): Detecting Elusive Criminals. Research Tackling Europe’s Grand Challenge of Transnational Organized Crime

Strategische Oriëntatie / Veiligheid

Rapport: Innoveren voor Gezondheid. Technologische en Sociale Vernieuwing in Preventie en Zorg

Welvaart & Welzijn

Rapport: Resources for our Future. Key Issues And Best Practices In Resource Efficiency

Duurzaamheid

Rapport: Regions of Growth and Scarcity of Resources. Two Sides of the Same Coin

Strategy & Change

Rapport: De Staat van Nederland Innovatieland. R&D: Impuls voor Economische Groei (verschijnt jan 2014)

Technologie & Innovatie

Rapport: The European Labor Market and Technology. Employment, Inequality, and Productivity (verschijnt jan 2014)

Welvaart & Welzijn / Technologie & Innovatie

Rapport: The Geopolitics of Shale Gas. The Implications of the US’ Shale Gas Revolution on Intrastate Stability within Traditional Oil- and Natural Gas-Exporting Countries in the EU Neighborhood (jan 2014)

Veiligheid / Duurzaamheid

Rapport: The global resource nexus. Impact on Dutch supply security of agri-food imports (verschijnt feb 2014)

Duurzaamheid / Welvaart & Welzijn / Veiligheid

Concept rapport (niet uitgebracht): It’s Business, Stupid! Creating Shared Value

Strategy & Change

Visie paper: Nederland 2025-2030: een innovatievisie Technologie & Innovatie Hoofdstuk in boek Samen toekomst maken met Techniek, SIC 2 oktober 2013: Nederland 2028 en onze keuzen in 2013. De stem van de maatschappij voor de industrie.

Technologie & Innovatie

TNO Working paper series (2013-2): Return to business R&D expenditures in the Netherlands

Technologie & Innovatie

Annotated Briefing: Sustainable (re)construction the potential of the renovation market (verschijnt jan 2014)

Welvaart & Welzijn

Issue Brief (Critical Issues in Health Care): Innovation for Prevention and Health

Welvaart & Welzijn

Issue Brief (Critical Issues in Health Care)L Innovation for Personalization in Health Care

Welvaart & Welzijn

Discussiepaper: Zorgkosten onhoudbaar? Discussiepaper over kosten, baten en kwaliteit van gezondheid en zorg

Welvaart & Welzijn

Workshopverslag: Workshops Civiel-Militaire Samenwerking 4 en 6 December 2013. Puntsgewijze Samenvatting

Veiligheid

TNO-rapport

5 / 24

2.2 Bijeenkomsten en events Hieronder een overzicht van de grotere bijeenkomsten en events georganiseerd vanuit of met Strategy & Change en gericht op externe stakeholders en publiek.1

S&C bijeenkomsten en events 2013 Thema

Symposium Innoveren voor Gezondheid Welvaart & Welzijn Perspresentatie Resources for our Future. Tevens lancering Expertisecentrum Grondstoffen

Duurzaamheid

Workshops Civiel-Militaire Samenwerking Veiligheid Conferentie ‘Voorzieningszekerheid voor de Nederlandse Economie’, met VNO-NCW (

Duurzaamheid

Masterclass Nationale crisisbeheersing Veiligheid Symposium Materials in a resource-constrained world, met TUDelft Duurzaamheid BNR Nieuwsradio organiseert een live radiodebat: Wat als Schaliegas Nederland uit de crisis trekt

Duurzaamheid / Welvaart & Welzijn

Our Moving Borders Conferentie Duurzaamheid Our Moving Borders Conferentie Duurzaamheid Next 25, Ambitieuze Innovatievisies voor Nederland, mini-symposium

Technologie & Innovatie

Nederland Innovatieland? PAL lunchmeetings Technologie & Innovatie Advanced manufacturing for Grand Challenges, Design 8080 Technologie & Innovatie Visie op innovatie, Week van de ondernemer, 6 locaties in NL Technologie & Innovatie De Staat van Nederland Innovatieland 2013 en van Zuid-Oost in het bijzonder. Kijk op Brabant

Technologie & Innovatie

Big Improvement Day (BID) Technologie & Innovatie Haags Strategisch Beraad: The Geopolitics of Shale Gas – An Assessment of the Impact on the Position of Traditional Hydrocarbon Exporting Countries

Duurzaamheid / Welvaart & Welzijn / Veiligheid

Presentatie rapport schaliegas bij Ministerie van Buitenlandse Zaken

Duurzaamheid / Welvaart & Welzijn / Veiligheid

2.3 In de media

Een deel van succes van Strategy & Change kan worden afgemeten aan de publiciteit die het programma genereert, als belangrijk onderdeel van de agendasettende en debataanjagende rol van het programma. Strategy & Change- rapporten gaan bij verschijning vergezeld van een persbericht. In veel gevallen worden deze persberichten in een of andere vorm opgepikt door de media. Het is niet doenlijk om alle media-aandacht hier te vermelden. Ter illustratie hieronder enkele van de belangrijkste reacties op de (blijkbaar) meest spraakmakende Strategy & Change publicaties van 2013.

1 Niet vermeld zijn kleinere bijdragen aan door anderen georganiseerde events en bijeenkomsten en presentaties in het kader van de reguliere voortgang van projecten. Verder acteert Strategy & Change ook in kleiner en besloten verband (‘achter de schermen’).

TNO-rapport

6 / 24

Titel / onderwerp Medium Vergrijzing

How Challenging is Ageing in Europe? Horizonscan2050.wordpress.com Vergrijzing: uitdaging of kans voor (inter)nationale veiligheid

Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing

Grote problemen door vergrijzing in Nederland RTLnieuws.nl Nederland hardst getroffen door vergrijzing NU.nl Nederland in top drie van vergrijzing in Europa Trouw Onderzoekers: Nederland hard getroffen door vergrijzing

IP Nederland (nieuwsbron voor pensioen- en beleggingswereld)

Radio-optreden over Vergrijzing NTR radio Voedselveiligheid

Voedselveiligheid: vertrouwen komt te voet en gaat te paard

Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing

Meer regels en wetten: geen betere voedselveiligheid NRC Internationale georganiseerde misdaad

Smokkel van cocaïne naar Europa is goed voor 34 miljard dollar per jr

Drimble.nl

Een jihadist die terugkeert uit Syrië is niet opeens een competente terrorist

De Morgen (Vlaams dagblad)

Smokkel van cocaïne naar Europa is goed voor 34 miljard dollar

Liwwadders.nl

Grondstoffenleveringszekerheid

Voedsel en geopolitiek De Boerderij Themauitzending over de Europese afhankelijkheid van voedsel en grondstoffen

Villa VPRO

Internationale Rubberschaarste EenVandaag Nederland afgesloten van stroom?! Business News Radio Tijd voor een debat over welke energiebronnen wij willen

Energiepodium

Chemische Industrie vertrekt nu al uit Europa Energiepodium Energie en geopolitiek

Amerikaanse olieproductie streeft die van Rusland voorbij. Wat betekent dit voor de wereld?

Business News Radio

Diverse columns over Schaliegas Energiepodium Debat over Schaliegas gaat over voorlopige ongegronde angsten

Trouw

Discussieer zonder emoties en op basis van feiten over schaliegas

Trouw

Met Schaliegas openen we doos van Pandora Volkskrant The Game Changer. Geopolitical Implications of the Shale Gas Revolution

Atlantisch Perspectief

Technologie & Innovatie Nederland vindt het kennelijk normaal dat andere landen voorop lopen in innovatie

Financieel Dagblad

Juiste technologiekeuze kan Nederland wel 10 nieuwe multinationals opleveren

Financieel Dagblad

TNO-rapport

7 / 24

3 De in 2013 uitgevoerde projecten en hun resultaten

De Strategy & Change-projecten worden ingedeeld naar de vijf Strategy & Change-thema’s Strategische Oriëntatie en Foresight, Duurzaamheid, Welvaart & Welzijn, Technologie & Innovatie en Veiligheid. Deze indeling wordt vooral vanuit management oogpunt gehanteerd. Zoals eerder aangegeven, hebben veel projecten inhoudelijk juist raakvlakken met meerdere thema’s. Dit weerspiegelt het verbindende karakter van het programma.

3.1 Strategische Oriëntatie en Foresight Dit thema stond in 2013 voor een belangrijk deel in het teken van bijdragen aan het opstellen van het nieuwe TNO Strategische Plan voor de periode 2015-2018,met een belangrijke verbinding naar de stafafdeling Strategie van TNO.

Europese Grand Challenges In de afgelopen eeuw is Europa steeds welvarender geworden. We zijn gezonder, rijker, veiliger en leven langer dan ooit tevoren. Maar er is een keerzijde van dit succes: nieuwe uitdagingen bedreigen onze toekomst. Ironisch genoeg zijn veel van deze uitdagingen de prijs die we betalen voor de vooruitgang. Onze economische groei gaat ten koste van een veranderend klimaat en schaarste van hulpbronnen ; nieuwe technologieën leiden tot nieuwe vormen van internationale georganiseerde criminaliteit; onze moderne levensstijl leidt tot nieuwe ziekten; de stijgende levensverwachting zet druk op de overheidsfinanciën , en nieuwe productiepatronen geven aanleiding tot zorgen over de voedselveiligheid. Beleidsmakers, onderzoekers, bedrijven en burgers in Europa moeten nieuwe manieren ontwikkelen teneinde om te gaan met deze trends . In 2012 en 2013 heeft Strategy & Change veel aandacht besteed aan de Europese Grand Challenges. Doel was het debat te bevorderen over hoe onderzoek en ontwikkeling kan bijdragen om de urgente maatschappelijke uitdagingen voor de toekomst van Europa aan te pakken. In vijf afzonderlijke rapporten wordt getoond hoe op vijf belangrijke domeinen de ontwikkelingen onze toekomst beïnvloeden en hoe de wetenschap deze uitdagingen kan aanpakken om nieuwe mogelijkheden voor de Europese samenlevingen te creëren. De laatste drie rapporten in de serie zijn in 2013 verschenen. De hele serie omvat:

• From Farm to Fork and Further. Research Tackling the Grand Challenge of Food Safety in Europe;

• Innovation in a Warming World. Research Tackling Europe's Grand Challenge of Climate Change;

• Shades of Graying. The Grand Challenge of Aging; • Taking Care of Our Health. Research Tackling Europe’s Grand Challenge of Future Health

Issues; en • Detecting Elusive Criminals. Research Tackling Europe’s Grand Challenge of

Transnational Organized Crime.

Dit project had vooral een signalerende functie, en was tevens bedoeld om te verbinding te stimuleren tussen de TNO onderzoeksportfolio en de Europese researchagenda.

TNO-rapport

8 / 24

Figuur 1: Drie (van de vijf) rapporten in de ‘grand challenges’-serie

Omgevingsanalyse TNO Strategische Plan 2015-2018 Vanuit Strategy & Change is intensief bijgedragen aan de omgevingsanalyse voor de nieuwe strategie. Belangrijke trends en ontwikkelingen op politiek, economisch, sociaal, technologisch en organisatorisch gebied zijn in kaart gebracht, alsmede hun (mogelijke) implicaties op zowel de stakeholders van TNO als op TNO zelf. Op basis van de gesignaleerde trends en hun betekenis voor TNO zijn zogenaamde ‘strategic moves’ - duidelijke veranderingen in de wijze van werken of van de portfolio van TNO - opgesteld voor vier verschillende modellen/rollen die TNO voor en in de samenleving kan vervullen.

Dit project had tot doel belangrijke omgevingsontwikkelingen te signaleren om hier in de TNO-agendering en –positionering rekening mee te houden. De resultaten zijn een belangrijke input geweest bij het opstellen van het TNO Strategische Plan 2015-2018.

Resource Scarcity <> Growth Regions Deze studie betrof een gerichte trendanalyse ten behoeve van de internationaliseringsstrategie van TNO voor de nieuwe strategieperiode. Concreet zijn twee belangrijke mondiale trends onderzocht op hun betekenis voor de zakelijke kansen voor TNO op de internationale (kennis-)markt op de korte ( 0-5 jaar) en de langere termijn (5-10 jaar). De eerste trend is de opkomst van nieuwe machten zoals China, India, Rusland en Brazilië die veel van de economische dynamiek in de wereld van vandaag genereren. De tweede trend is de toegenomen druk op de wereldwijde beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen, met vormen van tijdelijke en meer structurele schaarste. Het aanbod van mineralen, energie, land, water en voedsel kent beperkingen en verstoringen, is ongelijk verdeeld en heeft negatieve ecologische, politieke en sociale implicaties. De interactie tussen de toegenomen druk op de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen en de wereldwijde economische en demografische groei biedt mogelijkheden voor organisaties als TNO om innovatieve technologieën / oplossingen te ontwikkelen die kunnen helpen bij het verlichten van schaarste van hulpbronnen. Deze mogelijkheden zijn in de studie op het niveau van de TNO-thema’s nader geduid.

De studie komt tot vijf belangrijke conclusies. Ten eerste, landen als China, Brazilië en Duitsland waar TNO al stevige zakelijke activiteiten heeft, vallen niet altijd samen met de landen die in deze studie naar voren komen als het meest kansrijk. Ten tweede, de combinatie van goede groeivooruitzichten, politieke stabiliteit en het gemak van zakendoen betekent dat

TNO-rapport

9 / 24

top van landen met de meest levensvatbare business-kansen voor TNO wordt gevormd door Aziatische landen – met als opvallend accent dat China niet hoog scoort. Ten derde, terwijl de druk op grondstoffen in het algemeen momenteel afneemt, sommige landen beter in stat zijn hiermee om te gaan, en de kloof tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’ groter wordt - daar liggen kansen voor TNO. Ten vierde, de TNO-thema's Industriële Innovatie, Energie , Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en Gezond Leven komen in deze specifieke analyse als topthema's in de meeste van de geselecteerde regio’s boven. Ten vijfde, grondstoffen gerelateerde veiligheidsproblematiek biedt veel afgeleide mogelijkheden voor het TNO-thema Integrale Veiligheid.

Dit project had een signalerende functie, met een opstap naar de internationale TNO-agendering en –positionering.

Verkenning Shared Value Creation Het verbinden van welzijn van de samenleving en concurrentiekracht van het bedrijfsleven, wordt ook wel aangeduid als het creëren van ‘shared value’ (CSV). In deze studie is een internationale, meerdere taaldomeinen omspannende foresight / vergelijking uitgevoerd om beter zicht te krijgen op de betekenis en de waarde van het concept voor de stakeholders van TNO en voor TNO zelf. De resultaten helpen TNO om te beslissen in hoeverre CSV een geschikt leidmotief voor het Strategisch Plan 2015-2018 is.

Hoewel passend in een brede maatschappelijke context, vormt CSV vooral een micro-economisch raamwerk met een sector- en organisatiespecifieke feitelijke uitvoering. Bovendien is CSV schaalbaar, met verschillende niveaus van implementatie. In de internationale vergelijking hebben we weinig concrete voorbeelden van (theoretische en praktische) toepassing van CSV voor RTOs gevonden. Dit is wellicht te verklaren uit het feit dat RTOs het bevorderen van het concurrentievermogen met de aanpak van maatschappelijke vraagstukken al van nature combineren. Op strategisch niveau is deze combinatie geen probleem of uitdaging, maar een gegeven. RTOs produceren weinig eindproducten, maar vormen een schakel in vele innovatieketens: vergelijk de TNO brugfunctie tussen de academische wereld en het bedrijfsleven, TNO als incubator voor nieuwe ontwikkelingen, TNO als innovatiepartner. Deze unieke positie stelt RTOs bij uitstek in staat om verbindingen en synergie tot stand tussen verschillende disciplines, verschillende sectoren en verschillende maatschappelijke vraagstukken. Zoals het Finse VTT stelt, refererend aan de EU Grand Challenges: “VTT regards the challenges to be interrelated, and considers progress in all fields essential. Its research strands all address one or several of the grand challenges.” Concreet wordt shared value gecreëerd op het programma-en projectniveau, met specifieke invulling in de verschillende modellen/rollen die TNO in zijn gecombineerde maatschappelijke en economische functie kan aannemen.

Ook dit project had vooral een signalerende functie, met een opstap naar de algemene TNO-–positionering.

3.2 Technologie & Innovatie De activiteiten in dit thema zijn in 2013 gericht geweest op drie onderwerpen; (1) de actualisering van het rapport De Staat van Nederland Innovatieland, (2) het bijdragen aan een methodiek voor de economische impact van innovatie en (3) het formuleren van een beperkte set van ‘pakkende toekomstvisies’ die ‘focus en massa’ moeten geven aan innovatie in Nederland en, in het verlengde daarvan , aan de portfoliokeuzes van TNO voor de nieuwe strategieperiode.

TNO-rapport

10 / 24

In de loop van 2013 is gebleken dat de activiteiten in het thema Technologie & Innovatie inmiddels door de TNO-organisatie zijn opgepakt. Om die reden is in de loop van 2013 besloten deze initiatieven gefaseerd buiten het S&C programma voort te zetten.

De Staat van Nederland Innovatieland De Staat van Nederland Innovatieland is een jaarlijks terugkerende publicatie waarin indicatoren over innovatie in Nederland worden samengebracht vanuit de behoefte om voortdurend inzicht te ontwikkelen over de vraag of ‘innovatie werkt’. In de 2013-editie is de relatie tussen R&D en economische groei verkend. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn:

• Het effect van R&D op lange termijn economische groei is meetbaar en significant;

• Voor hernieuwde economische ontwikkeling op lange termijn neemt de noodzaak van R&D toe;

• R&D-intensiteit ontwikkelt zich positief, maar niet bij de R&D-intensieve industriële sectoren;

• Neem het effect van R&D op economische groei structureel mee in (ex-ante) evaluaties van het innovatiebeleid.

Deze editie van De Staat van Nederland Innovatieland laat duidelijk zien dat innovatie een kwestie is van lange adem, consistentie en vasthoudendheid. Een positieve, toekomstgerichte aanpak kan dit proces versterken en krachten bundelen, bijvoorbeeld op basis van het formuleren van ‘stippen op de horizon’.

In de loop van dit project is intensief bijgedragen aan de bijdrage die TNO heeft geleverd aan het verder vormgeven van het topsectorenbeleid van minister Kamp van het ministerie van Economische Zaken.

Dit project had vooral een signalerende en agenderende functie, gekoppeld aan de rol van R&D en innovatie in het bevorderen van de economische slagkracht van Nederland. Daarmee wordt tevens bijgedragen aan de positionering van TNO als belangrijke speler in het topsectorenbeleid.

Figuur 2: Schattingen van het rendement van privaat onderzoek

TNO-rapport

11 / 24

De economische impact van innovatie De investeringen in R&D worden vaak, bijvoorbeeld bij de doorrekening van de economische effecten van een regeerakkoord, meegenomen als kostenpost zonder dat daar inkomsten (op termijn) tegenover staan. Dit kan leiden tot een onderschatting van het belang van investeringen in R&D, ook in vergelijking met andere investeringen op de overheidsbegroting. Dit leidt weer tot een te beperkte kijk op mogelijke en wenselijke lange termijn groeiscenario’s voor de Nederlandse economie. Om deze discussie te doorbreken zijn in deze studie analyses uitgevoerd die aantonen dat het effect van R&D-investeringen op onze economie wel degelijk op basis van harde econometrische analyses in kaart is te brengen. Hier blijkt een significant effect uit van private R&D-uitgaven op het bruto binnenlands product. In totaal leidt één euro extra aan private R&D-uitgaven tot een totale, minimale verhoging van het bbp van 2,3 euro. Er is wel sprake van een zekere tijdsvertraging: pas na een à twee jaar is er een effect te zien op het inkomen gegenereerd door de direct en indirect betrokken bedrijfssectoren.

De resultaten zijn, in nauwe samenspraak met het ministerie van EZ, gepubliceerd in een TNO working paper en een samenvatting is gepresenteerd in De Staat van Nederland Innovatieland. Parallel aan dit project, en deels erop voortbouwend, is vanuit TNO actief bijgedragen aan het KNAW advies: “De Waarde van Wetenschap”.

Ook dit project had vooral een signalerende en agenderende functie, gekoppeld aan de rol van R&D en innovatie in het bevorderen van de economische slagkracht van Nederland. Daarmee wordt tevens bijgedragen aan de positionering van TNO als belangrijke speler in het topsectorenbeleid.

Pakkende toekomstvisies In dit project is gewerkt aan een toekomstvisie voor Nederland. Het doel is om vanuit een positief mobiliserend perspectief te komen tot focus en massa in innovatie. Grote maatschappelijke vraagstukken, zoals het energievraagstuk, worden steeds indringender. Tegelijkertijd komt nieuwe technologie in hoog tempo op. Innovatie wordt gezien als een belangrijk middel om tot nieuwe kansen en oplossingen te komen. Maar welke investeringen leiden tot succesvolle innovaties? Hoe maken we in een veranderende wereld het concurrentievermogen en de innovatiekracht van Nederland toekomstbestendig? Wat zijn de nieuwe niches van waarin Nederland in 2030 de wereldtop moet zijn en welke technologieën en competenties zijn daarbij cruciaal? Er is gekozen voor een benadering op basis van ‘pakkende toekomstvisies’. Deze zijn vastgelegd in een eerste visie paper Nederland 2025-2030: een innovatievisie, op basis waarvan verschillende initiatieven zijn genomen. Ideeën en suggesties voor een Innovatievisie zijn op verschillende niveaus met het ministerie van EZ besproken. Dit wat mede aanleiding voor het EZ-initiatief Nationale Iconen. Delen van de Innovatievisie zijn extern gepubliceerd en gepresenteerd. Met de Rabobank zijn, op basis van de innovatievisie, inmiddels gesprekken op gang gekomen voor de inrichting van een nationaal fonds voor startende en snel doorgroeiende high tech-bedrijven. Bovendien is de Innovatievisie uitvoerig besproken in de Strategische Adviesraad van het TNO-thema Industriële Innovatie als basis voor nieuwe initiatieven. Tenslotte is de Innovatievisie benut voor portfoliokeuzes in het nieuwe Strategisch Plan van TNO en worden in het verlengde daarvan nieuwe Shared Research Programs in gang gezet.

Dit project had vooral een agenderende en verbindende functie, met de ‘pakkende toekomstvisies’ als (beoogd) verbindend element.

TNO-rapport

12 / 24

3.3 Duurzame groei Centraal in dit thema staan grondstofvraagstukken gekoppeld aan de overgang naar een meer duurzame economie. De manier waarop onze samenleving omgaat met energie en grondstoffen is diep geworteld in het economische proces van produceren en consumeren, mede gebaseerd op goedkope en tot nu toe onbeperkte beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen én op een hoge mate van maatschappelijke acceptatie van afval en milieuverontreiniging. Een trendbreuk in onze omgang met natuurlijke hulpbronnen vormt een essentiële schakel in de transformatie naar een duurzame samenleving. Innovatie is essentieel om de patstelling te doorbreken die ontstaat wanneer een groeiend aantal wereldburgers met een stijgend niveau van welvaart een steeds groter beroep doet op de grondstoffen die onze aarde te bieden heeft. Tegen deze achtergrond is sinds 2010 binnen Strategy & Change gewerkt aan het onderwerp grondstoffenschaarste. Met de jaren is de scope verbreed van (economische) schaarste naar een duurzame grondstoffenhuishouding. De activiteiten hebben een forse impact gehad in bewustwording, visievorming en agendasetting in Nederland op het gebied van voorzieningszekerheid van grondstoffen. Intern TNO is de verbinding in de eerste plaats met het Thema Energie, maar ook voor de thema’s Industriële Innovatie, Integrale Veiligheid, Gezond Leven en Bebouwde Omgeving is dit een belangwekkend onderwerp.

Met de lancering van het Expertisecentrum Grondstoffen als gezamenlijk, maar niet exclusief, TNO/HCSS-initiatief eind 2013, is een instrument gecreëerd om de agendering en aanpak van de brede grondstoffenproblematiek in Nederland verder te versterken. Strategy & Change heeft belangrijke bijdragen geleverd in het voortraject naar en de uitrol van dit Expertisecentrum. Resources for our future Achterliggend doel van dit project was de hierboven kort geschetste positie op grondstoffengebied te consolideren door een goede overdracht van de resultaten en de opgebouwde netwerken naar de TNO-thema’s. Een belangrijk element hierbij was het opstellen – met een brede interne en externe betrokkenheid - van het boek Resources for our Future. Key issues and Best Practices in resource Efficiency. Dit boek is op 27 augustus 2013 door Jan Mengelers overhandigd aan minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en VNO/NCW-voorzitter Bernard Wientjes, in aanwezigheid van de pers.

De Nederlandse economie hangt zeer sterk af van de beschikbaarheid van grondstoffen uit vele verschillende bronnen. Bedrijven, sectoren en de gehele economie zijn kwetsbaar voor verstoringen. Een belangrijk antwoord hierop is door innovatie hergebruik te stimuleren of alternatieven voor slecht beschikbare of dure middelen ontwikkelen. Resources for our Future verkent de implicaties van recente ontwikkelingen en inspireert ondernemers met concrete ‘good practices’.

Dit project had vooral een agenderende en verbindende functie, gericht op de driehoek overheid-bedrijfsleven-kennisinstellingen.

TNO-rapport

13 / 24

Figuur 3: wereldwijde onttrekking van grondstoffen (bron: OECD)

Energie voor duurzame groei Doel van dit in 2014 doorlopende project is gedegen inzicht te krijgen in wezenlijke veranderingen die zich de komende decennia voltrekken in het energiesysteem in Nederland en Europa. In het bijzonder kijken we naar veranderingen die samenhangen met de integratie van fossiele en hernieuwbare energiebronnen in een samenhangend energiesysteem. Op dit moment is het Nederlandse energiesysteem voor ruim 95% gebaseerd op olie, gas en kolen, maar met de opkomst van energie uit zon, wind en biomassa zal het aandeel hernieuwbare energie substantieel gaan stijgen. Deze energietransitie zal het karakter en functioneren van ons energiesysteem ingrijpend veranderen. Het in deze studie verkregen inzicht dient uiteindelijk:

• Ter signalering van nieuwe dilemma’s, kansen en bedreigingen die met de integratie van fossiele en hernieuwbare bronnen samenhangen;

• Voor inhoudelijke verdieping van de roadmaps van TNO, met name de cluster-roadmaps rond smart energy systems;

• Als basis voor dialoog met stakeholders over voorwaarden voor een succesvolle transitie ten behoeve van beleid en marktontwikkeling.

Het project is in 2013 van start gegaan met een verkennende fase ter verheldering van trends en sleutelfactoren. Daarbij is geput uit een tiental toekomstverkenningen over de ontwikkeling van het Nederlands energiesysteem in internationaal perspectief en op de inzichten die zijn opgedaan bij de totstandkoming van het EnergieAkkoord voor duurzame groei dat in de periode van januari tot september onder regie van de Sociaal Economische Raad tot stand is gekomen. TNO heeft het secretariaat gevoerd voor het thema “Industrie, grootschalige energieopwekking en emissiehandel”. Binnen dit thema zijn afspraken gemaakt over voorwaarden voor de transitie van een centrale, op fossiele bronnen gebaseerde, energievoorziening naar een duurzame energievoorziening die betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar is. Net als in het Energieakkoord ligt de focus in deze studie op Nederland, maar uiteraard wel in een Europees en in internationaal perspectief.

TNO-rapport

14 / 24

Het eindresultaat van de eerste fase van het project is een notitie die de belangrijke trends schetst die zich op dit moment voltrekken in de Nederlandse en Europese energiesystemen. De focus ligt in het bijzonder op de opkomst van hernieuwbare energieopwekking en de toenemende dynamiek in vraag en aanbod van energie. De analyse maakt duidelijk dat om een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem te realiseren, maatregelen nodig zijn die de flexibiliteit van het energiesysteem substantieel vergroten. De notitie geeft inzicht in de belangrijkste maatregelen waarmee flexibiliteit te vergroten is en schetst een aantal dilemma’s rond flexibilisering. Conclusie is dat de transitie naar een toekomstbestendig energiesysteem het noodzakelijk maakt dat aan flexibilisering van het energiesysteem een economische waarde wordt toegekend.

Dit project heeft vooral een agenderende functie, teneinde de driehoek overheid-bedrijfsleven-kennisinstellingen te stimuleren in een gezamenlijke aanpak richting een toekomstvast en duurzaam energiesysteem.

The Land-Food-Water Nexus De wederzijdse afhankelijkheden tussen categorieën grondstoffen noodzaken tot coördinatie en deels integratie van beleid. Veel van de grondstofvraagstukken kunnen we alleen maar echt begrijpen en structureel aanpakken door ze te plaatsen in de dynamiek op systeemniveau (de ‘nexus’). Het gaat dan om de interactie tussen lokale en globale processen die onlosmakelijk causaal zijn verbonden; de onderlinge afhankelijkheden van verschillende categorieën grondstoffen, zoals land-water-voedsel en de ‘universele’ relatie naar energie bij de winning of productie van grondstoffen; en de verbintenis tussen economische, (geo-) politieke, veiligheids- en ecologische domeinen en beleidsterreinen. Vanwege de verbintenis die tussen verschillende beleidsterreinen wordt gelegd is de nexus-benadering institutioneel lastig te beleggen: velen zijn betrokken maar niemand voelt zich eindverantwoordelijk. Iets vergelijkbaars geldt ook voor TNO. Juist vanwege het beleidsterreinoverstijgende belang en de verbintenis tussen verschillende TNO- thema’s die het vraagt, is dit een belangwekkend onderwerp voor Strategy & Change, dat vanaf de tweede helft 2013 en doorlopend in 2014 is opgepakt.

Om de algemene nexus-benadering te illustreren en concreet gezicht te geven, onderzoeken we in dit project een specifieke casus. Omdat de nexus-benadering een van de drie focusonderwerpen is voor een senior beleidsmedewerker van de directie Agro van het ministerie van EZ die bij HCSS is gedetacheerd, hebben we gekozen voor een agro-food casus, die in nauwe interactie met de directie Agro en andere stakeholders binnen diverse andere ministeries wordt uitgewerkt. Deze ‘proof of principle’ pilot is bedoeld om gevoel te krijgen of en hoe de nexus-benadering concreet een beleidsrelevant gemaakt kan worden, alsmede om de interesse bij diverse stakeholders te voeden (agendasetting). Het eindrapport van dit project verschijnt in februari 2014.

Dit project heeft zowel een signalerende als agenderende functie. Het laatste is gericht op de noodzaak om de complexe uitdagingen verbonden aan een duurzame grondstoffenvoorziening (ook) beleidsterreinoverstijgend te behandelen. In het vervolg is het dan ook de bedoeling deze verbintenissen daadwerkelijk te stimuleren.

TNO-rapport

15 / 24

Figuur 4: de ‘resource-nexus’

Uitrol Expertisecentrum Grondstoffen Het Expertisecentrum Grondstoffen is een uiting van de TNO-HCSS samenwerking op grondstoffengebied en tevens een instrument om deze samenwerking te concretiseren. Vanuit Strategy & Change is in de opstartfase in 2013 de netwerkontwikkeling en kennisbundeling gesteund. Dit project heeft geleid tot:

• Ondersteuning van een samen met VNO/NCW opgezette workshop (december 2013) om het belang voor het bedrijfsleven en de overheid van gezamenlijke belangenanalyse en behartiging te articuleren;

• Verdere ontwikkeling van een met de stakeholders (bedrijfsleven en overheden) gedeeld beeld over rol en inhoud van het Expertisecentrum;

• Het benaderen van de diverse kennisinstellingen die kunnen deelnemen in het Expertisecentrum;

• Het ontwikkelen van het inzicht bij de relevante overheden dat het Expertisecentrum een nuttige rol en functie heeft en er derhalve moet komen;

• Daadwerkelijk plaatsing bij HCSS van een beleidsambtenaar van het DG Agro van het ministerie van Economische Zaken bij HCSS (november 2013);

• Volgens dit model door het ministerie van Buitenlandse Zaken gestarte overwegingen (eind december 2013) over detachering van een beleidsambtenaar en financiering van een deel van de activiteiten van het Expertisecentrum.

Dit project heeft vooral een verbindende functie. Hoewel een TNO/HCSS-initiatief, wordt het Expertisecentrum nadrukkelijk als een breed (verheid-bedrijfsleven-kennisinstellingen) platform gepositioneerd.

TNO-rapport

16 / 24

3.4 Welvaart & Welzijn Onder de vlag van dit thema hebben in 2013 drie afzonderlijke projecten gelopen. Gemeenschappelijke noemer is een maatschappij die onder invloed van grote systeemtrends als vergrijzing en verduurzaming fors verandert c.q. moet veranderen. Innovatie is vrijwel zonder uitzondering een combinatie van technologische en sociale innovatie, waarbij het laatste vaak een grotere uitdaging vormt dan het eerste. In de zorg gaat het om de houdbaarheid en betaalbaarheid van een systeem waarin zowel de vraag naar als het aanbod van zorg groeit. In de wereld van de bouw zien we dat aanpassing van bestaande gebouwen en infrastructuur belangrijker wordt dan nieuwbouw, zowel vanuit economisch oogpunt als om maatschappelijke vraagstukken als, bijvoorbeeld, het terugdringen van energieverbruik aan te pakken. Op termijn wellicht nog het meest ingrijpend is de inwerking van een nieuwe technologie op de arbeidsmarkt. Het is niet ondenkbaar dat de combinatie van een aantal trends ons dwingt om de arbeidsverdeling – en alle aspecten van ons maatschappelijk bestel die daarmee samenhangen – fundamenteel te herzien.

Future of health De Nederlandse zorg is een succesverhaal en het Nederlandse zorgstelsel scoort hoog in internationale vergelijkingen. Dat geldt voor de prestaties, maar ook voor de uitgaven: met meer dan €80 miljard aan (publieke) zorguitgaven zit Nederland in de koplopergroep als het gaat om het percentage van het bbp dat wordt uitgegeven aan zorg. De groeiende vraag naar zorg die tegelijkertijd beter en duurder wordt, brengt grote uitdagingen met zich mee in het grotendeels collectief gefinancierde stelsel. Hoe continueren wij het succesverhaal van gezondheid en zorg op een duurzame wijze? Hoe voorkomen we door preventie dat mensen gebruik moeten maken van zorg en hoe zorgen we ervoor dat mensen met een beperking of aandoening kunnen meedoen in de economie en de maatschappij? Technologische en sociale innovatie moet een voorname rol spelen in het bevorderen van participatie en het versterken van gezondheid en zorg, terwijl gelijktijdig de kosten beheersbaar blijven.

Als resultaat van dit in 2012 aangevangen project is het rapport Innoveren voor Gezondheid. Technologische en Sociale Vernieuwing in Preventie en Zorg verschenen dat ingaat op dergelijke vragen. De rode draad in dit boek is dat technologische en sociale innovatie noodzaken tot een nieuwe kijk op gezondheid en zorg - een nieuwe kijk die zich ook al op basis van de huidige stand van zaken in de zorg aandient. Het ‘P4-Gezondheid en Zorg’ model wordt geïntroduceerd, die participatief, preventief, persoonlijk en predictief (voorspellend) is. in. Doorbraken in medische technologie en informatica (biomarkers, genomics, internet, big data etc.) vereisen én versterken een grote cultuurverandering waarin preventie en gezond gedrag op basis van een persoonlijk profiel voorop komen te staan. We zien de expertise van TNO vooral tot zijn recht komen in het ontwikkelen van een integrale aanpak van vijf terreinen die een sleutelrol spelen in de gezondheid en zorg van de toekomst: ICT, medische techniek, de farmaceutische industrie, voeding en – specifiek met het oog op de vergrijzing – het wonen van en de zorg voor 75-plussers. Kenmerkend voor deze terreinen is dat de drijvende krachten en innovaties zich primair buiten het gezondheidszorgdomein afspeIen, maar dat zij de zorg diepgaand beïnvloeden.

De publicatie is verspreid op het grote symposium Innoveren voor Gezondheid op 11 juni 2013 in CORPUS te Leiden, dit jaar tevens bedoeld als de jaarlijkse klantendag van TNO Gezond Leven. Het symposium en de publicatie zijn goed ontvangen. In samenwerking met het thema Gezond Leven zijn van het boek Innoveren voor Gezondheid verkorte Engelstalige en Nederlandstalige brochures gemaakt voor brede verspreiding vanuit TNO. Vanuit het S&C project Innoveren voor Gezondheid is tevens een belangrijke bijdrage geleverd aan het boek Diagnose 2025, een initiatief van de Rabobank en BeBright dat wordt ondersteund door TNO.

TNO-rapport

17 / 24

Tenslotte is op basis van dit werk een agenderend discussiepaper geschreven onder de titel Zorgkosten onhoudbaar? Over kosten, baten en kwaliteit van gezondheid en zorg.

Dit project heeft vooral een signalerende en agenderende functie, gericht op het nader duiden van een belangrijke maatschappelijke uitdaging en het aangeven van de noodzaak tot systeemvernieuwing in/van de gezondheidszorg.

Figuur 5: Afstemming van de gezondheidszorg op het eigen profiel en sociale context

Sustainable Urban Construction and renovation De bouwsector, een essentieel onderdeel van de Europese economie, zit in een diepe crisis. Na het bereiken van de piek in het eerste kwartaal van 2008, daalt de bouwproductie in de EU-28 al meer dan 5 jaar. Het project is gericht op het identificeren van trends en ideeën voor duurzame stedelijke ontwikkeling, teneinde inspiratie en nieuw elan te bieden aan de constructiesector in Europa en Nederland. Het resulterend rapport is tevens bedoeld als TNO-inbreng in het Construction World Forum in juli 2014 in Parijs.

Belangrijk is de conclusie dat vooral de mogelijkheden van renovatie en onderhoud als een boost voor de bouwsector moeten worden beschouwd. Omdat het vervangingstempo van de bestaande bouw in Europa laag is (momenteel minder dan 1% per jaar), is het effect van nieuwbouw op de kwaliteit en eigenschappen van de bebouwde omgeving laag. De renovatie van bestaande gebouwen is essentieel voor het bereiken van maatschappelijke doelen op economisch, milieu- en sociaal-economisch gebied. Renovatie, kortom, is van essentieel belang voor het stedelijk concurrentievermogen. Maar investeringsbudgetten zijn beperkt: we moeten meer doen met minder. De sleutel tot deze uitdaging is innovatie: van technologische (bijvoorbeeld materialen ) tot organisatorische en financiële vernieuwing(bijvoorbeeld het aantrekken van kapitaal van grote beleggers door samenvoeging van vele kleine renovatieprojecten ). Juist in de bouwsector, die achterblijft bij vele andere sectoren als het

TNO-rapport

18 / 24

gaat om R&D en productiviteitsgroei, is de rol van RTOs zoals TNO bij het bevorderen van ‘best practices’ en oplossingen en het delen van kennis van groot belang. Tegelijk zal het overheidsbeleid er op gericht moeten zijn om een scala aan barrières - van regelgeving tot belastingen – aan te pakken die de ontwikkeling van de renovatiemarkt in de weg zitten. Het eindrapport van dit project verschijnt in januari 2014.

Dit project heeft vooral een signalerende en agenderende functie, met als duidelijke boodschap dat rennovatie (meer dan nieuwbouw) voor de toekomst steeds belangrijker wordt in economische zin en bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken als het efficiënt gebruik van energie.

Technologieversnelling en Arbeidsmarkt Deze verkenning richt zich op de wijze waarop technologische ontwikkeling nu en in de komende jaren de arbeidsmarkt beïnvloedt. De premisse is dat, waar in het verleden technologische voortuitgang op langere termijn meer banen schept dan het vernietigt, dit voor de toekomst wel eens anders kan zijn - het fenomeen van ‘jobless growth’. Dit onderzoek wijst uit dat hogere structurele werkeloosheid inderdaad een reële mogelijkheid is. In combinatie met andere trends als het afkalven van middenklassebanen, een kleiner aandeel van arbeidsinkomen in de economie en een groeiende mismatch tussen vraag en aanbod van vaardigheden, kan dit grote gevolgen hebben voor ons maatschappelijk bestel en de stabiliteit van onze samenleving.

Figuur 6: Verandering van de werkgelegenheid tussen 1998 en 2008 voor beroepsgroepen aangemerkt als laag-, midden-of hoog geschoolden (Bron: OECD).

Hoewel geen vaststaand feit, is er op zijn minst sprake van een mogelijk scenario dat beleidsmatig aandacht en reactie verdient. Dit is de andere kant van het vraagstuk dat in De Staat van Nederland Innovatieland vanuit de macro-economisch standpunt wordt belicht. Technologische vooruitgang en innovatie is nodig voor onze concurrentiepositie en het kunnen oplossen van bepaalde maatschappelijke vraagstukken, maar genereert tegelijk zijn eigen problemen die, wellicht, om een heel ander maatschappelijk model vragen. TNO heeft uiteraard met beide kanten van de medaille te maken. Het eindrapport van dit project verschijnt in februari 2014.

Ook dit project heeft vooral een signalerende en agenderende functie, net als het project Future of health care gericht op het nader duiden van een belangrijke maatschappelijke

-10,00

-8,00

-6,00

-4,00

-2,00

0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

10,00

12,00

High-skilled

Medium-skilled

Low-skilled

TNO-rapport

19 / 24

uitdaging en het aangeven van de noodzaak tot systeemvernieuwing, maar dan in de (brede) arbeidsmarkt.

3.5 Veiligheid Onder deze noemer hebben twee projecten plaatsgevonden. Het project Systems view of Security Innovation betrof een rechtstreekse ondersteuning van het TNO-thema Integrale Veiligheid. Het project Schaliegas en Geopolitiek lag op het grensvlak van geopolitieke veiligheidsvraagstukken en de energie- en economische belangen van Nederland en Europa. De TNO-interne doelgroep en begeleiding van dit laatste project lag bij het TNO-thema Energie.

Systems View of Security Innovation De conceptuele vervlechting van de vroeger sterk gescheiden domeinen van veiligheid heeft geleid tot een complexere wisselwerking tussen ‘vraag’ naar en ‘aanbod’ van veiligheid. De doelstelling van deze studie was na te gaan hoe deze ontwikkeling inwerkt op de vraag naar en het aanbod van ‘veiligheids’-innovaties. De premisse is dat er winst te boeken valt door een (meer) integrale benadering: enerzijds door het bevorderen van synergie en kruisbestuiving tussen deeldomeinen van veiligheid, anderzijds door doorsnijdende en verbindende systeeminnovaties ook als zodanig op te pakken. Dit is vanzelfsprekend van groot belang voor het TNO-thema Integrale Veiligheid.

Er lopen diverse initiatieven in het veiligheidsdomein om te komen tot meer en betere samenwerking tussen verschillende actoren en stakeholders, zowel horizontaal (tussen kolommen) als verticaal (tussen niveaus). Een belangrijk voorbeeld is de civiel-militaire samenwerking voor de binnenlandse veiligheid. De taken van civiele veiligheidsorganisaties en Defensie hebben een groeiend aantal raakvlakken. Defensie stelt een groot aantal capaciteiten ter beschikking voor inzet onder civiel gezag – deels gegarandeerd, deels indien voorhanden. In de praktijk blijkt het echter vaak lastig, ondanks alle goede wil, om tot echte gezamenlijkheid te komen. Dit geldt zeker ook voor een gedeelde of zelfs gezamenlijke kennisontwikkeling en innovatie.

Om deze problematiek te bespreken zijn twee workshops gehouden. Deelnemers waren vertegenwoordigers van ministeries, hulpdiensten, veiligheidsregio’s, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Conclusie: de huidige samenwerking in de ‘warme’ (operationele) fase verloopt goed, maar er zijn verbeteringen mogelijk door de samenwerking uit te breiden tot de hele veiligheidsketen. Een landelijke oefenagenda voor civiel-militair optreden vormt daarbij een goede basis. Ook het slim gebruiken van nieuwe media, beïnvloeding van het gedrag door opleiding en versterking van de onderlinge dienstverlening vormen een gedeelde uitdaging; evenals het benutten van de aanzwellende stroom van informatie uit open bronnen en sensoren (‘big data’). Denk verder aan de noodzaak tot gezamenlijk optreden bij bijvoorbeeld overstromingen en incidenten met chemische, biologische, radiologische en/of nucleaire middelen. De deelnemers in de workshops pleitten voor meer samenwerking, niet alleen operationeel maar in de hele veiligheidsketen in zowel de koude als warme fase. Het gaat dan om informatievoorziening voor real time intelligence, Concept Development & Experimentation, het delen van oefeninfrastructuur, het afstemmen van nieuw op te zetten capaciteiten en gezamenlijke behoeftestelling bij materieelaanschaf.

In het verlengde (maar niet als onderdeel van Strategy & Change) is bijgedragen aan het AWT adviesproject Maatschappelijke uitdagingen als aanjagers van evenwichtige groei en ontwikkeling van topsectoren, waarbij de vraag centraal stond hoe Nederland maatschappelijke uitdagingen het best kan adresseren, gegeven het topsectorenbeleid, en hoe het daarbij kan aansluiten bij het Europese beleid ten aanzien van maatschappelijke uitdagingen. De AWT heeft zich bij de beantwoording van deze vraag mede gebaseerd op vier

TNO-rapport

20 / 24

casestudies over energie, mobiliteit, zorg en veiligheid. HCSS heeft de casestudie veiligheid uitgewerkt.

Dit project had vooral een agenderende en verbindende functie. De workshops waarin een brede groep aan stakeholder intensief met elkaar hebben gediscussieerd hebben daarbij een centrale rol gespeeld.

Schaliegas en geopolitiek Dit project richt zich op de vraag wat de geopolitieke implicaties, in het bijzonder voor Europa, zijn van de geprojecteerde energieonafhankelijkheid van de VS. De studie maakt gebruik van een innovatieve modelleringstechniek om de manier waarop de ‘schaliegasrevolutie’ in de VS de stabiliteit van de traditionele olie-en aardgas-exporterende landen in de nabijheid van Europa kunnen beïnvloeden. Aangezien de EU sterk afhankelijk is van de import van olie en aardgas uit landen in de onmiddellijke omgeving is dit een zeer relevante vraag. Bij ons weten is deze modellering nog niet elders zo gedaan.

We zien dat de elektriciteitsprijzen in de VS door de overvloed van goedkoop schaliegas naar beneden te gaan. Gevolg is dat investeringen in energie-intensieve industrieën in de VS omhoog zijn gegaan. Dit economisch succes heeft veel andere landen - waaronder China, India, Argentinië, Polen, Oekraïne en vele anderen - aangezet om hun eigen schalieformaties te verkennen. Het is echter onwaarschijnlijk dat schaliegas wereldwijd een 'game changer' wordt zoals in de VS. Dit heeft te maken een verscheidenheid van redenen, zoals de vaak meer uitdagende geologie buiten de VS, de verschillende wijze waarop land - eigendomsrechten buiten de VS worden georganiseerd, lokaal verzet en strengere regelgeving en milieunormen.

Figuur 7: grafische weergave van het ‘resources sub model’, een van de submodellen van het ontwikkelde System D ynamics model‘

TNO-rapport

21 / 24

Maar ondanks het feit dat de schaliegas revolutie voorlopig nog een voornamelijk Amerikaans fenomeen is, zijn er wel degelijk behoorlijke gevolgen voor Europa., Omdat de Amerikaanse afhankelijkheid van energie sterk afneemt vindt een strategische ‘rebalancing' van de Amerikaanse buitenlandse politiek vanuit het Midden-Oosten naar regio Azië / Pacific plaats. De vraaguitval vanuit de VS op het gebied van olie en gas in het Midden-Oosten zal waarschijnlijk worden ingevuld door opkomende economieën , China en India in het bijzonder. Het is niet ondenkbaar dat dit leidt tot grotere concurrentie tussen China en India in een reeds politiek instabiele regio. Verder zou de mogelijke prijsdaling van olie een grote destabiliserend effect hebben voor landen die sterk afhankelijk zijn de olie-inkomsten om de binnenlandse stabiliteit te garanderen. Deze dynamiek speelt in belangrijke mate in de achtertuin van Europa, in landen als Rusland en Algerije. Diverse structurele beleidsopties zijn denkbaar om dergelijke risico’s te verkleinen of beheersbaar te maken. In het rapport van deze studie, die in januari 2014 verschijnt, wordt dit nader uitgewerkt.

Gedurende de looptijd is dit project ruimschoots in de publiciteit gekomen, op de golf van belangstelling voor schaliegas en de mogelijkheden om ook in Nederland winning te starten. Vermeldingswaard is dat het conceptrapport op 10 december 2013 is gepresenteerd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit evenement trok veel belangstelling, zo’n 80 personen van verschillende ministeries, ambassades en organisaties actief op het gebied van energie. Momenteel vinden gesprekken plaats met BZ om deze succesvolle presentatie een vervolg te geven aan van het rapport. Zowel de EU als de NAVO hebben concrete interesse getoond in een soortgelijke presentatie.

Dit project had vooral een signalerende en agenderende functie, gericht op het inbrengen van de brede geopolitieke context van schaliegas in een soms wat vernauwde discussie over de voors en tegens van (nationale) winning.

TNO-rapport

22 / 24

4 Management Summary

Strategy & Change positioneert van TNO als aanjager van en actieve deelnemer in de maatschappelijke debatten ‘die er toe doen’. Omgekeerd levert Strategy & Change omgevingscontext die de relevantie voor en verbondenheid van TNO met de belangrijke maatschappelijke vraagstukken moet versterken. Het eerste valt onder meer af te meten aan de constructieve aanwezigheid van Strategy & Change en TNO in de media en in de relevante netwerken. Het tweede moet tot uiting komen in een strategie en programmering van TNO die optimaal aansluit bij de bijzondere rol van een grote, multidisciplinaire en domeinoverstijgende, research & technologieorganisatie in de Nederlandse maatschappij en economie.

Sinds de start van Strategy & Change in 2011 is de constructieve aanwezigheid van TNO in de belangrijke debatten en relevante netwerken versterkt. De activiteiten en resultaten van het programma hebben hieraan zeker bijgedragen. Strategy & Change heeft de voor TNO steeds belangrijkere, maar van oudsher ook wat onwennige, opiniërende rol uitgewerkt en tot een succes gemaakt. Dit rolmodel heeft inmiddels ook breder binnen TNO navolging gekregen.

Figuur 8: enkele mediakoppen over schaliegas – voor beeld van een gevoelig onderwerp

TNO-rapport

23 / 24

Hierbij de aantekening dat de specifieke positionering van Strategy & Change, acterend op de rand

van TNO en zijn omgeving en in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS), van groot belang is voor TNO. Opkomende onderwerpen in het maatschappelijk debat zijn per definitie nog niet goed uitgekristalliseerd en daarmee in meer of minder mate controversieel. Strategy & Change kan op gevoelige onderwerpen, waarin de argumenten en standpunten nog volop in beweging zijn, makkelijker inhoudelijke inbreng aan het maatschappelijk debat leveren dan TNO – dat vaak ook belanghebbende partij is of tenminste zo gezien wordt. Daarmee vormt Strategy & Change een waardevol extra instrument in de mogelijkheden van TNO om op belangrijke – en daarmee vaak complexe en omstreden - vraagstukken aan het debat deel te nemen en het debat inhoudelijk te voeden met gevalideerd onderzoek.

De strategische beweging van TNO naar meer dynamische en open samenwerkingsvormen is ontegenzeggelijk in lijn met de visie en doelstellingen van Strategy &Change. De voortrekkersrol van Strategy & Change in deze beweging is heel evident in de ontwikkeling van en TNO-positionering in het Den Haag Security Delta-initiatief. Dit samenwerkingsverband tussen meer dan 180 publieke partijen, bedrijven en kennisinstellingen, gericht op het in PPS-verband stimuleren van de economische activiteit en export en het aanpakken van de grote uitdagingen in het veiligheidsdomein, heeft inmiddels veel draagvlak en momentum. Ook de TNO-activiteiten en netwerken rond (duurzame) leveringszekerheid van grondstoffen, wederom in de driehoek overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, zijn in belangrijke mate geboren vanuit Strategy & Change-activiteiten. Samenvattend heeft Strategy & Change de beoogde strategische werking.

Daarnaast heeft het programma ook in 2013 mooie en interessante resultaten opgeleverd. Dit geldt zeker voor de publicaties van de grotere projecten: De Staat van Nederland Innovatieland, Resources for our Future, Innoveren voor Gezondheid en The Geopolitics of Shale GasBelangrijk is dat het niet blijft bij een mooi boekwerk: deze rapporten waren/zijn in alle gevallen een middel in een samenhangend proces van signaleren, agenderen, positioneren en verbinden. Met de workshops rond civiel-militaire samenwerking was de procesgerichte aanpak ook voor het thema Veiligheid evident.

Belangrijkste punt van aandacht is en blijft de bredere verankering van de activiteiten en resultaten van Strategy & Change in TNO, buiten de (kleine) groep van direct betrokkenen. Dit is een blijvend issue, temeer daar 2014 het laatste jaar van het programma is en activiteiten die voort moeten gaan elders structureel belegd moeten worden.

TNO-rapport

24 / 24

5 Ondertekening

Delft, 24 maart 2014

Frank Bekkers Lorike Hagdorn Programmaleider Directeur Strategy TNO Ida Haisma Programmabegeleider