meekijken over de schouder van.. Robert Knoth (deel3)
description
Transcript of meekijken over de schouder van.. Robert Knoth (deel3)
goed kan voorstellen wat mensen beweegt of
het nou boeren zijn die opium verbouwen of
grenswachten die zich verrijken.’
R: ‘Ja, ik snap zo’n jongen in Oost-Londen wel
die gewoon snel veel geld wil verdienen met
drugshandel in plaats van werkeloos te zijn.’
Met harnas bedoel ik ook: je moet gehard zijn.
Als je Afghanistan bezoekt, een land waar je al
jaren komt en je komt middenin een hongers-
nood dan lijkt me dat emotioneel heel heftig.
A: ‘Dat is het ook. Maar het is ook altijd heel
fijn als ik daar vervolgens een verhaal over
kan brengen. Dat vind ik heel nuttig. Als ik het
verhaal niet breng is die hongersnood er nog
steeds. Zo dom ben ik niet, dat ik mezelf dat
kan wijsmaken. Dus wat ik doe vind ik makke-
lijker dan het niet te doen.’
Daarvoor neem je de risico’s op de koop toe?
A: ‘Blijkbaar. Tot nu toe is het altijd goed ge-
gaan. Ik denk ook dat het een beperkt risico
is. Het kan zeker een keer fout gaan maar uit-
eindelijk kun je een hoop ellende voorkomen
door goed je huiswerk te doen. Je kunt pech
hebben. Maar de meeste journalisten overlij-
Deel 3
Op zoek naar de waarheid
Helletochten, zo beschrijven recensenten de rei-
zen van Antoinette en Robert. Waarom gaat een
mens vrijwillig naar brandhaarden als Somalië
en Afghanistan? ‘Mensen denken altijd dat wij
depressief thuis op de bank zitten. Maar dat is
niet waar, het werkt namelijk ook heel erg ont-
nuchterend en bevrijdend: zo werkt deze wereld
dus.’
Jullie reizen met name naar conflictgebieden.
Harnas je je voor die reizen?
A: ‘Het is niet zozeer een harnas maar een in-
voelend vermogen. Omdat je uiteindelijk heel
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..
Antoinette de Jong en Robert Knoth
In Certificaat nr. 000358 legden zij de
gevolgen van nucleaire experimenten
in de voormalige Sovjet-Unie vast, met
Poppy, trails of Afghan heroïn, tonen zij
de schaduwzijden van de globalisering.
‘Iedereen wil de overheid, instaties en
mensen om zich heen kunnen ver-
trouwen. Wij zeggen: ik zou nog maar
eens kijken.’ Antoinette de Jong en
Robert Knoth werken al decennialang
in conflictgebieden, als journalist,
radiomaker en fotograaf, alleen en
samen. Ze zijn perfect op elkaar inge-
speeld, maar dat betekent niet dat ze
het altijd met elkaar eens zijn.
Hun meest recente project, Poppy, is
af, de discussie gaat door: over vorm,
het veranderende medialandschap en
de rol van de journalist. Een gesprek in
vier delen met een duo dat de waarheid
zo dicht mogelijk probeert te benaderen
én bloot te leggen. Hun boek Poppy
verscheen dit voorjaar, de installatie
was te zien in het Nederlands Foto-
museum in Rotterdam.
Anwar was buried on the side of the road. Addicts are not allowed to be buried in an ordinary graveyard. Peshawar 2004, Pakistan..
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH
journalisten en fotografen, er best een hekel
aan om geïnterviewd te worden (lacht).’
Wat is jullie motivatie om dit soort projecten te
maken, wil je iets veranderen met het werk? Zijn
jullie geëngageerd of zelfs activistisch?
R: ‘Nee, stiekem speelt dat op de achtergrond
wel mee. Maar niet op die manier. Je wordt
heel snel neergezet als de wereldverbeteraar,
om die reden word je ook door een heleboel
mensen afgeserveerd. Maar zo werkt het niet.
Je bent geïnteresseerd in een onderwerp en
je wil dat verhaal vertellen. Er zijn heel veel
redenen waarom je dit werk doet, op deze
manier. Dat is voor mezelf ook niet altijd dui-
delijk.’
den door auto ongelukken.’
R: (lacht) ‘Of overmatig drankgebruik.’
A: ‘Ik hoop niet dat het arrogant overkomt, zo
van kijk ons eens. Je moet gewoon geluk heb-
ben.’
R: ‘En je hebt in al die gebieden ook gewoon
met mensen te maken. Zo’n drugsdealertje in
Oost-Londen of een militielid in Somalië zijn
ook gewoon jongens waarmee je kunt com-
municeren.’
A: ‘Vaak zijn ze ook gewoon aardig.’
Hoe verhouden jullie je tot je onderwerp? Hou-
den jullie contact, bespreek je wat je over ze
schrijft? Bijvoorbeeld met Anja die jullie voor
Certificaat intensief hebben gevolgd?
A: ‘Met Anja wel, die heeft het boek en daar
hebben we contact mee gehouden. Maar zeker
niet met alle mensen. Dat is fysiek niet mo-
gelijk is en er komen heel veel mensen in het
boek voor die we hebben leren kennen in een
tijd dat er nog nauwelijks toegang tot internet
was. Dat contact zijn we kwijt geraakt. Tegen-
woordig is dat natuurlijk veel makkelijker.’
Maak je je wel eens zorgen over de gevolgen die
publicaties kunnen hebben voor mensen?
A: ‘Ik ben zelf vaak erg bezorgd over wat voor
impact het kan hebben voor iemand. Ik heb tij-
dens het werk in Afghanistan, Pakistan of Irak
altijd namen en details veranderd. In sommige
gevallen heb ik ze al zo veranderd in aanteke-
ningen dat ik zelf niet meer weet hoe ze echt
heten. Terwijl mensen zelf zeiden: je kunt best
mijn naam gebruiken. Soms willen mensen
graag een held zijn. Maar ik vind dat je ook
een rol hebt om mensen niet in de problemen
te brengen. Ik heb gelukkig ook nooit gehoord
(klopt af) dat mensen in de problemen zijn
gekomen door iets wat ik heb gepubliceerd.’
Ben je zo voorzichtig omdat je denkt dat jij beter
kunt inschatten wat de gevolgen kunnen zijn?
A: ‘Ik denk dat mensen dat nu beter kunnen
inschatten dan vroeger. Vroeger kwam je in
dorpjes om mensen te interviewen en te foto-
graferen, terwijl zij totaal geen greep hadden
op wat jij met die informatie deed. Het kwam
ook nooit bij hen terug. Je deed wel je best om
foto’s of een verhaal terug te brengen, maar
dat lukte niet altijd. Tegenwoordig is dat veel
eenvoudiger.’
Is daardoor de relatie gelijkwaardiger gewor-
den?
A: ‘Niet helemaal. Jij blijft diegene die het ver-
haal maakt en toegang heeft tot het medium.
In zekere zin ben je als geïnterviewde altijd
afhankelijk van wat iemand er vervolgens mee
doet. Daarom hebben wij, net als de meeste
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH
deel. Maar wat moet ik dan zeggen?’
Dus het werk dat jullie maken is een vorm van
waarheidsvinding? Ook al is het meer verscho-
ven naar kunst?
A: ‘Ja absoluut. Je kunt je overigens afvragen
of wat tegenwoordig voor journalistiek door
gaat nog voldoet aan de regels van waarheids-
vinding of het nastreven van objectiviteit. Veel
verhalen zijn flinterdun geworden, journalis-
ten praten elkaar na; juist die hele elemen-
taire zaken worden niet meer gedaan door
journalisten.’
R: ‘Certificaat ging ook over het vastleggen van
de geschiedenis van nucleaire experimenten.
Die is wel fragmentarisch verteld, maar nooit
helemaal. Dat was een hele belangrijke drijf-
veer. Door het vastleggen van die geschiede-
nis laten we zien welke catastrofale gevolgen
ongecontroleerde macht kan hebben. Maar
dan word je meteen in de hoek gedrukt van
activist. Als je daar tot aan je enkels in de
modder en de ellende staat, moet ik het dan
gaan relativeren? Omdat het de tijdsgeest is
om alles te relativeren: ‘ach het is ook maar
een mening’. Nee, het is gebeurd. Dan kun je
dat ook opschrijven. Dat maakt je niet tot een
activist. ‘
Ook al is de vorm van het werk niet activistisch,
dan kun je tegelijkertijd nog wel activistisch zijn?
Certificaat vind ik bijna pamflettistisch, in de zin
dat het voelt als een aanklacht tegen misbruik
van macht.
R: ‘Is dat een aanklacht of is dat gewoon be-
schrijven hoe het werkt?’
A: ‘Voor mij is de kracht van Certificaat juist
dat we het verhaal niet op een activistische
manier brengen.’
R: ‘Certificaat gaat over het mechanisme van
de macht. Dat je dat op zo’n directe manier
laat zien is niet pamflettistisch. We zijn niet
met spandoeken gaan lopen en we schrijven
ook niet dat we tegen kernenergie zijn. We
hebben juist de droge feiten naast elkaar ge-
legd, zeggen alleen maar: in Kazachstan zijn
475 atoombomen ontploft, 1,5 miljoen men-
sen zijn besmet en dit zijn de gevolgen voor
de mensen daar. Is dat activisme? Ik denk het
niet. Dat is documenteren van wat daar ge-
beurd is.’
Streven jullie daarbij objectiviteit na?
R: ‘Ja, want je controleert de feiten. Je leest
er heel veel materiaal over, daar destilleer je
een verhaal uit, maar je probeert daarbij wel
zo dicht mogelijk bij de feiten te komen – in
zoverre dat mogelijk is in zo’n gebied. Door al
die verhalen naast elkaar te zetten geef je een
beeld van hoe de Sovjet-Staat werkte en hoe
geperverteerd het was. Dat is een waardeoor-
A: ‘Het lijkt mij volstrekt duidelijk dat wij dat
niet zijn.’
R: ‘Je zal mij niet op de barricaden zien staan.
Zo’n organisatie als Greenpeace gebruikt Cer-
tificaat heel effectief en eigenlijk vind ik dat
ook alleen maar leuk. Overigens had ik laatst
een gesprek met Donald Weber, die tot de
conclusie kwam: we zijn er bang voor, maar
misschien wordt dat uiteindelijk wel je enige
rol: je activistisch opstellen.’
A: ‘Wat?’
R: ‘Je als journalist activistisch opstellen.
Want je rol als waarnemer is steeds minder
nodig. Als iemand als Tim Hetherington tweet:
weer zoveel burgers gedood, no signs of
NATO, is dat net zo goed activistisch.’
Het boek is mede mogelijk gemaakt door Green-
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH
peace en Unicef. Heeft dat invloed?
A: ‘Nee, want we hebben contractueel laten
vastleggen dat het een onafhankelijk pro-
ject was, zonder inhoudelijke inmenging van
Greenpeace. Het was voor beide partijen fu-
nest geweest als je dat niet kon waarborgen.’
R: ‘Mensen denken altijd dat omdat het ge-
sponsord is door Greenpeace en Unicef ze wel
invloed zullen hebben gehad. Maar dat is niet
waar. In de 20 jaar dat ik nu werk merk ik dat
kranten veel sturender werken dan andere
organisaties. Redacties willen een bepaalde
invalshoek hebben. Als je de Telegraaf open-
slaat lees je over dezelfde bezuinigingen een
heel ander verhaal dan in de Volkskrant. Dat
is niet neutraal. Je bent helemaal niet neu-
traal.’
Ben je dan als maker wel neutraal?
A: ‘Nee, maar je kunt wel proberen eerlijk te
zijn in je informatiegaring en de manier waar-
op je het verhaal brengt. En volgens mij zijn
wij daar wel integer in.’
Certificaat is op meer dan 80 plekken te zien zijn
geweest. Hoe hebben jullie dat geregeld?
A: ‘Greenpeace heeft in 2006 de tentoonstel-
ling in zestienvoud laten printen en die is toen
simultaan in een aantal plaatsen geopend.
Rob zat in Londen, ik in Kiev, dat was heel
surreëel. In de jaren daarna is die tentoonstel-
ling de wereld over gaan reizen. Deels werd
dat door Greenpeace geïnitieerd, maar het is
ook een eigen leven gaan leiden en werden wij
benaderd om het wereldwijd te laten zien. Dat
heeft eigenlijk tot vorig jaar gelopen.’
R: ‘Het project is zo geïnstitutionaliseerd dat
we nog bijna wekelijks worden benaderd voor
beeld of lezingen, door universiteiten, het Eu-
ropees parlement etc. Dus dat werk heeft een
enorme weerklank gehad.’
Hadden jullie dat ooit kunnen verwachten?
R: ‘Nee. Maar blijkbaar is het toch op zo’n
manier gedaan dat het mensen heel erg raakt.
Het is naar mijn idee juist niet dat pamflet ge-
worden. Het is wel heel erg in your face, maar
het zijn tegelijkertijd hele subtiele foto’s. Dit
verhaal is geen stomp in je gezicht, het is een
sluipmoordenaar.’
A: ‘Het is juist het feit dat het niet op een
schreeuwerige manier is gedaan, noch in
beeld noch in tekst, dat het zo’n impact heeft.’
R: ‘Het legt iets bloot, net als Poppy dat doet,
wat we eigenlijk de hele tijd niet willen we-
ten. Iedereen wil de overheid, instanties en
mensen om zich heen kunnen vertrouwen.
Wij zeggen: ik zou nog maar eens kijken. Daar
schrikken mensen van. Er zitten in Poppy en
Certificaat wel harde beelden, maar dat shoc-
keert niet, het shockeert omdat het iets bloot-
legt.’
Misschien willen het mensen ook wel niet weten
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH
omdat ze willen vasthouden aan een positief
wereldbeeld. Zij willen zichzelf misschien in
bescherming nemen?
R: ‘Ja het is een soort van zelfbescherming.
Maar dit is wel het universum waar wij al 20
jaar in rondlopen. Mensen denken altijd dat
wij depressief thuis op de bank zitten. Maar
dat is niet waar, het werkt namelijk ook heel
erg ontnuchterend en bevrijdend: zo werkt
deze wereld dus, tot op zeker hoogte. Het zou
fijn zijn als dat wat vaker wordt blootgelegd
dan kun je het over veel wezenlijkere dingen
hebben.’
A: ‘Als iedereen maar zijn kop in het zand
steekt en doet alsof er niets aan de hand is,
dan hoef je ook niet te verwachten dat het
opgelost wordt. Als je dingen wil oplossen
moet je het wel eerst constateren. Dus het is
helemaal niet negatief of cynisch, maar juist
positief.’
wordt vervolgd...
Beeld © Robert Knoth /
Antoinette de Jong
Tekst © Eefje Blankevoort
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. ANTOINETTE DE JONG EN ROBERT KNOTH