Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)
description
Transcript of Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)
project Law & Order op recht en handhaving.
Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. ‘Ik
begeef me op glad ijs.’
In een interview vertelde je dat je nog altijd bij
elke foto heel erg zenuwachtig bent. Hoe kan
dat?
‘Ik weet het niet. Het gekke is dat je steeds
meer kunt, maar ook steeds hogere eisen
stelt, en die eisen zijn altijd hoger dan wat je
kunt of denkt te kunnen. Wat ook meespeelt
is dat ik zoveel bezig ben met onderzoek dat
ik eigenlijk maar heel weinig fotografeer. Je
zou bijna kunnen zeggen dat als ik werkelijk
fotografeer het bijna een belevenis is.’
Als je naar je werk kijkt, zie je veel
verschuivingen in stijl. Kies je per onderwerp
een nieuwe stijl?
‘Je kunt wel overeenkomsten zien. Down
and out in the South is niet heel anders dan
Troostmeisjes. Aspecten van Bureaucratics
komen terug in Law & Order. Maar de
sprongen worden veel groter. Het werk dat ik
maakte toen ik begon is wel verduveld anders
dan wat ik nu doe.’
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..
Jan Banning
In Troostmeisjes portretteerde hij
Indonesische vrouwen die tijdens de
Tweede Wereldoorlog tot prostitutie
werden gedwongen door het Japanse
leger. Met de mannelijke equivalent,
Sporen van Oorlog, visualiseerde hij
de impact van het oorlogsverleden
op dwangarbeiders van de Birma en
Sumatra spoorlijn. In zijn projecten,
die almaar groter worden, brengt
fotograaf Jan Banning niet alleen
slachtoffers voor het voetlicht,
maar ook de structuren die mensen
vermalen: van de wereldwijde
bureaucratie tot het systeem van recht
en handhaving. Daarbij combineert hij
een psychologische en typologische
benadering. ‘Al mijn projecten
draaien om de verschillen binnen
gelijkenissen.’
Deel 2
Glad ijs
Na de bureaucratie wereldwijd te hebben
vastgelegd, richt Banning zich in zijn nieuwe Uit de serie Down and Out in the South
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
gedaan. Waarom?
‘Omdat het een heel persoonlijk vertrekpunt
was, en ik er heel goed in geschoold was. Voor
de concentratie vond ik het ook goed om het
in mijn eentje te doen. En het interviewen en
schrijven stelden geen waanzinnige eisen.
In de praktijk bleek hoe goed dat uitpakte.
Juist omdat mijn eigen vader en grootvader
daar gewerkt hebben, leidde dat tot hele
interessante situaties. In de concentratie van
het gesprek verwarden die mannen mij soms
met mijn vader of grootvader. Niet dat ze
die kennen, maar dan ging het zo van: “dan
gingen we van Pasar Senen naar, je weet nog
wel”. Inderdaad wist ik dat, omdat ik me goed
had ingelezen. En omdat ik zulke antwoorden
wist, werd ik op dat moment in hun ogen mijn
vader of grootvader.’
Je vertelde die mannen ook over de ervaring van
jouw vader en grootvader?
‘Ja, reken maar dat ik moest praten als
Brugman om ze uit hun bovenkleren te
krijgen. Dat vonden ze vaak nogal bizar. Dat
mijn vader en grootvader hun collega’s waren
geweest, gaf hen vertrouwen.’
In je projecten heb je een typologische
benadering, zoals in Bureaucratics, maar
ook een psychologische benadering, zoals
Troostmeisjes en Sporen van Oorlog.
‘De overeenkomst is dat het om verschillen
binnen gelijkenissen gaat, dat geldt voor
bijna alle projecten. Zelfs bij Agent Orange in
zekere zin. Hetzelfde visuele model loslaten
op mensen die in een zelfde of vergelijkbare
situatie verkeren om de verschillen naar
boven te laten komen. Dat is in het geval
van Law & Order ook wel aan de hand, maar
ingewikkelder omdat het om verschillende
situaties gaat, waar je niet hetzelfde visuele
model op kunt loslaten: een rechtszaal, een
cachot, een kantoor van een politieman.’
Fotografisch wordt Law & Order veel diverser
dan Bureaucratics, dat was bijna een
theaterstuk dat overal ter wereld wordt
opgevoerd. Wat maakt het zo verschillend?
‘Ik moet ook zeggen dat ik erg worstel met
de vorm van Law & Order. Eigenlijk ben ik
verslaafd geraakt aan die heel conceptuele
aanpak. Maar die valt hier maar zeer ten dele
toe te passen.
Ik vind dat in Bureaucratics vorm en inhoud
op een ideale manier samenkomen. Van het
vierkante formaat tot de zo suf mogelijke
composities, recht van voor of recht opzij,
dat vond ik de inhoud heel goed dekken. Die
speelruimte heb ik hier domweg niet. Je
hebt geen ruimte om in rechtszalen op de
Waardoor komt die verschuiving? Zijn dat
bewuste keuzes?
‘Ik denk omdat ik vanuit de inhoud probeer
na te denken. Als de inhoud van verschillende
projecten verwantschap heeft kan dat ook tot
een verwante vorm leiden. Daar zit ook een
grens aan. Je moet op een geven moment
iets anders verzinnen. Als je die vorm gaat
herhalen moet je je misschien afvragen of
je je niet op andere aspecten van de inhoud
moet focussen, zodat je je niet eindeloos blijft
herhalen.’
Experimenteer je voordat je aan een nieuw
project begint altijd van te voren met de vorm?
‘Dat probeer ik. Maar dat hangt van het project
af. Bureaucratics is gaandeweg gegroeid.
Bij Law & Order kun je het niet zo goed
voorbereiden, bij portretten kan dat natuurlijk
wel heel goed. Een van mijn kernpunten is
dat vorm voortkomt vanuit de inhoud. Neem
Sporen van Oorlog. Ik betrapte me erop dat
ik me heel veel had bezig gehouden met
de naweeën van de oorlog. Ik stelde me op
een gegeven moment de vraag waarom ik
dat nou eigenlijk doe. Dat koppelde ik aan
het oorlogsverleden van mijn ouders in
Nederlands-Indië. Mijn vader en grootvader
hebben als dwangarbeider moeten werken.
Maar hoe visualiseer je dat? Daar heb ik een
hele tijd over zitten peinzen.
Uit de verhalen van mijn vader en de weinige
foto’s van na de oorlog bleek dat die mensen
daar vrijwel in hun nakie rondliepen. Dus
dat zou een goed visueel middel zijn. Dat is
dan punt één: je moet die mannen vragen
of ze hun bovenkleding uit willen doen.
Dan heb je nog andere aspecten: welk licht
ga je gebruiken, welke achtergrond? Ook
dat probeer ik inhoudelijk te benaderen.
Die mensen leefden destijds in een ruwe
omgeving, in de jungle, dus het moet geen
gladde achtergrond zijn. Toen ben ik naar
de Gamma gegaan en heb daar van die
bamboematten gehaald. Dat was inhoudelijk
een goede keuze maar visueel werd het
bagger. Met jute was het wel raak. Op dezelfde
manier heb ik over het licht gedacht: ze liepen
onder de tropenzon, dus kwam ik uit bij een
zilveren paraplu omdat dat hetzelfde soort
klaterende licht geeft. Je kunt dat niet alleen
bedenken, je moet het ook uitproberen.’
Is esthetiek belangrijk?
‘Ja ik vind esthetiek heel belangrijk. Esthetiek
is natuurlijk datgene dat je verleidt om je over
te geven aan de inhoud.’
Je werkt in veel van je projecten samen met
journalisten. Sporen van Oorlog heb je alleen
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
Law
& O
rder
: Luz
ira
Rem
and
Pri
son
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
Instituut in Freiburg geweest, wat volgens
de Utrechtse professor het Walhalla van het
vergelijkend rechtsonderzoek is. Zo kom ik tot
een keuze.’
Bureaucratics is vrij afgebakend, maar dit is
zoveel: de doodstraf, rechters, gevangenissen,
etc.
‘Dat is zo, maar de beperkingen zijn enorm. Ik
moet dus ook erg afwachten hoeveel grip ik er
op krijg. Ik heb wel het idee dat de fotografie
iets brengt. Maar waar ik bij Bureaucratics
het gevoel had dat je door die beeldtaal
bijna bij iets analytisch terecht komt, heb ik
best mogelijke plek te gaan staan, licht op te
stellen, er zijn verdachten die niet op de foto
willen, noem maar op. Dat ik minder vrije
compositorische keuze heb, vind ik eigenlijk
gruwelijk jammer. De reden dat ik doorga
is dat ik het onderwerp toch interessant en
relevant genoeg vind. Ik zie mezelf struikelen
en weer opstaan. Soms denk ik, dit is oude
koek, reportagefotografie. Soms denk ik
dit is nieuw, het dekt de inhoud wel. Maar
het is veel meer een visuele worsteling dan
Bureaucratics of Troostmeisjes. Daarbij was
het organisatorische of het psychologische
aspect moeilijk, maar waar de camera moest
staan was wel duidelijk.’
Je onderwerp is ook breder; gevangenis of
rechtszaal, dat is al pluriformer?
‘Ja. Af en toe bekruipt het gevoel me dat het
project behalve dat het over het onderwerp
gaat, ook gaat over hoe je zo’n onderwerp
visualiseert.’
Wordt het een project waarin je die zoektocht
ook laat zien. Hoe moeilijk het is om die plekken
binnen te komen?
‘Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik bedoel
dat ik het gevoel heb dat er per hoofdstuk
verschuivingen zitten van hoe ik het benader.
Dat was verwarrend. Aanvankelijk meende
ik dat ik dat moest zien te vermijden, dat elk
hoofdstuk een identieke vorm moet hebben.
Nu denk ik dat dat niet per se hoeft. Door de
hoofdstukken in de chronologie te brengen
waarin het is gemaakt, krijg je ook de
verandering in benadering van de fotograaf te
zien. Dat geeft wellicht een extra laag krijgt.’
Waarbij je ook steeds meer de diepte in gaat?
‘Ik weet niet of dat het is, daar ben ik nog
niet uit. Ik merk wel dat ik meer lege,
steriele foto’s heb gemaakt in de Verenigde
Staten in tegenstelling tot wat ik in Oeganda
heb aangetroffen. Oeganda leunt meer op
Bureaucratics dan de Amerikaanse foto’s. Dat
is niet het belangrijkste, maar misschien wel
een interessante onderlaag. De worsteling
met het medium vind ik geen hoofdzaak, maar
als secundaire laag is het wel interessant.’
Hoe zoek je de landen erop uit, ook op vorm?
‘Nee, dat is echt op inhoudelijke gronden.
Ik ben eerst gesprekken gaan voeren met
iemand die les geeft op de universiteit van
Utrecht om me bij te scholen op het vlak
van het recht. Niet echt mijn expertise.
Daar rolden direct aanzetten tot keuzes uit.
Het gecodificeerde recht onder Napoleon
in Frankrijk, het Angelsaksische recht, de
sharia. Vervolgens ben ik naar het Max Planck
Bureaucratics: France bureau 16
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
nieuws aan kunt bijdragen. Na wat zoekwerk
bleek dat het onderwerp heel vaak in een
klassieke reportagestijl is vastgelegd. Het
verschil tussen de gegoede burger en de
dakloze wordt daardoor alleen maar groter
gemaakt. De doodenkele keer dat het om
studieportretten ging, had ik het gevoel dat
het daarbij ook weer draaide om het ‘anders
zijn’ aan te zetten: zogenaamde markante
koppen, dat werk. Ik vond het juist interessant
om niet te kijken naar wat ze zijn: daklozen
dus – al is dat wel het uitgangspunt – maar
met een open blik te kijken naar wie die
mensen nou eigenlijk zijn. Op zo’n manier
die illusie hier niet. Dit zijn zulke beperkte
mogelijkheden. En de kloof tussen de filosofie
erachter, wat je als schrijver te pakken kan
krijgen, en wat je als fotograaf kan laten
zien is heel groot. Wat nu precies wel de
mogelijkheden van de fotografie daarin zijn
weet ik niet om eerlijk te zijn.’
Ga je bij elk project door een moment van
vertwijfeling?
‘Ja, maar dat gaat hier wel ver. Sporen van
Oorlog viel snel op zijn plaats. Ik was hooguit
bang dat mensen hun kleding niet uit zouden
trekken. Bij Bureaucratics gingen de zorgen
over het verkrijgen van toestemming. Met Law
& Order begeef ik me het eerst in lange tijd
op glad ijs, omdat ik me wat betreft de vorm
nauwelijks kan voorbereiden.’
Wordt Law & Order, na Bureaucratics, het
tweede deel in een drieluik over de Trias
Politica?
‘Dat heb ik me wel afgevraagd, maar ik weet
het niet. Het parlementaire is nou net wel een
veld dat wordt gefotografeerd. Ik weet niet
of ik het op dezelfde manier zou doen, maar
ik heb niet een duidelijk idee hoe ik dat zou
doen, ik heb ook geen dwingende behoefte.
Terwijl die uitvoerende macht en de juridische
macht nauwelijks is vastgelegd, dus daar valt
volgens mij een heleboel in te vullen.’
Vind je het belangrijk dat iets nog niet is gedaan?
‘Ja, dat vind ik belangrijk. Ik heb weinig
behoefte om iets te doen dat overbodig is. Ik
ben een paar keer bij nieuwsachtige situaties
geweest, bijvoorbeeld bij de val van het
Suharto-bewind. Daar liepen zoveel fotografen
heen, dan denk je: ik kan hier zijn, maar ik
kan er ook net zo goed niet zijn. Ik ging er
heen omdat het om Indonesië ging, waar ik
een nauwe band mee voelde. Maar dat was
niet zo’n goede keus. Omdat nieuws mijn forte
niet is, maar het is ook niet zo best als je je
overbodig voelt.’
Mensen die op straat leven, is ook niet het meest
originele onderwerp. Maar dat pak je wel aan?
‘Ja dat klopt. Dat had ik zelf ook nooit
verzonnen hoor. Ik was uitgenodigd om als
artist in residence naar South Carolina te
komen, en daar iets te doen dat met het
gebied te maken heeft. Daar kwam men op de
proppen met die daklozen. Aanvankelijk had ik
de neiging om te gaan gapen. Maar men wist
mij te overtuigen dat het wel echt een grote
kwestie is, die versterkt is door de crisis, de
gebrekkige gezondheidszorg, het gebrek aan
verzekeringen.
Ik ben toen gaan nadenken over hoe je er iets
Bureaucratics: India bureau 23 drivlic
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
‘Ja, ik heb een aantal van die verhalen
gemonteerd om bij de show in Atlanta te laten
horen: http://www.janbanning.com/gallery/
down-and-out-in-the-south/. Dat wordt geen
klassieke tentoonstelling. De beelden worden
op de ramen van een gebouw van de Georgia
State University geprojecteerd. Als mensen
voor die projecties staan, kunnen ze hun
telefoon richten op een QR-code, dan komen
ze in een menuutje waar ze de interviews
kunnen beluisteren.
Dat gebouw staat in hartje Atlanta, schuin
tegenover een parkje waar zowel de elite als
de daklozen rond schuifelen. Een fantastische
meende ik nog een zinvolle bijdrage te kunnen
leveren.’
Hoe probeer je dat in beeld te doen?
‘Door ze te fotograferen zoals ik zou doen
als ik een verzoek krijg om iemand van de
middle class of upper class te portretteren.
Dus met een neutrale achtergrond, studiolicht
erop, ze behandelen zoals je alle lagen van
de bevolking zou behandelen. Vervolgens
pak ik het aan zoals ik dat ook met Sporen
van Oorlog heb gedaan: een uitgebreid
gesprek, waarbij je steeds dichter bij mensen
komt. Ik heb daarbij ook letterlijk met afstand
geëxperimenteerd. Dus wat ik deed – ik zal
het even voordoen – was geen tafel tussen
ons inzetten, maar op de hoek zitten en dan
probeerde ik eigenlijk steeds dichterbij die
mensen te komen. Omdat ik vermoedde dat je
daarmee iemands territoriale grenzen aftast,
en dat dat iets oplevert als je vervolgens gaat
fotograferen. Daarmee bevredigt zo’n gesprek
enerzijds mijn nieuwsgierigheid – ik wil
snappen waar ik mee bezig ben – , maar het is
ook een methode om betere foto’s te maken.
Toen ik begon te portretteren, in de jaren ’80,
vond ik dat eigenlijk een hel. Dan kwam ik bij
iemand terecht van wie ik niets wist. Hoe kan
ik nou de clou van iemand fotograferen als
ik die niet ken? Dat is toch verschrikkelijk?
Daar heb ik ongelofelijk over nagedacht.
Dat leidde uiteindelijk tot de conclusie: in
wezen portretteer je niet iemand maar de
ontmoeting van jou met die andere persoon.
Dus je moet ook heel erg op jezelf letten in
plaats van denken dat het allemaal buiten
jezelf ligt.’
Hoe reageerden deze mensen erop dat je steeds
dichterbij kwam?
‘Soms een beetje ongemakkelijk, dus je moet
aftasten. Het heeft geen zin om er bruut
doorheen te breken. Geleidelijk aan een beetje
opschuiven. Als je merkt dat ze het echt
onaangenaam vinden schuif je een beetje
terug. Ik vond het niet alleen psychologisch
interessant, dat klinkt alsof het vrijblijvend is,
maar ik had ook het idee dat het een zinvolle
bijdrage leverde aan de fotografie. Ik denk dat
ik door intensief te luisteren ook veel goodwill
kreeg. Want, zo bleek wel, er is geen hond die
naar die mensen luistert. De goegemeente
niet, die wil er niets mee te maken hebben,
maar collega-daklozen ook niet. Die hebben
zelf net zo’n verhaal, willen er niet mee lastig
gevallen worden. Dus het feit dat ze een keer
uitgebreid hun verhaal konden doen, werkte
blijkbaar bevredigend.’
Doe je daar ook iets mee?
Sporen van Oorlog: Ngadari
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
Geldt dat ook voor de daklozen in Amerika?
‘Nee. Als men ergens een idee heeft wat
media betekenen is dat wel in de Verenigde
Staten.’
Tegelijkertijd zit je ook daar met mensen die
in een kwetsbare positie zitten. Ga je daar
plek. Ik wilde het graag in de publieke ruimte
vertonen omdat de gewone burger echt niet
op een tentoonstelling over daklozen afkomt.
In mijn ogen gaat dit project over hoe sociale
politiek bedreven wordt, of eigenlijk niet wordt
bedreven, in de Verenigde Staten. Wederom
is daarbij die gedachte: deelnemen aan het
publieke debat.
Ik merk dat het onderwerp ongenadig
impopulair is in de Verenigde Staten. Ik vond
er bijvoorbeeld met geen mogelijkheid een
uitgever. En die impopulariteit strekt zich
zelfs uit tot het bestuur van de universiteit,
dat bang is dat het te politiek wordt. Ik moet
daardoor heel voorzichtig manoeuvreren.
Dat betekent bijvoorbeeld dat de interviews
op mijn site moeten staan en niet op die van
de universiteit. Ik moet voor dit project alle
tact uit de kast halen om het enerzijds in de
publieke ruimte te krijgen en er anderzijds
voor te zorgen dat het niet gladgestreken
wordt.’
Denk je na over de gevolgen voor mensen?
‘Daar heb ik met Troostmeisjes heel erg over
nagedacht en veel met de schrijfster Hilde
over gesproken. Die woonde daar destijds
godzijdank al twintig jaar, spreekt de taal
goed, kent de verhalen en die mensen vaak
goed. Mijns inziens kon die hele goede
inschattingen maken. Daar gebeurden soms
hele verrassende dingen. Sommige vrouwen
zeiden in eerste instantie dat ze het goed
vonden als het in Nederland of in Jakarta te
zien zou zijn, maar niet bij hen in de buurt.
Toen de tentoonstelling ook naar Yogyakarta
ging is Hilde gaan uitzoeken welke foto’s er
dan uit moesten. Maar geen van de vrouwen
had er toen meer een probleem mee.
Dus gaandeweg veranderden deze vrouwen van
mening?
‘Ja. Ze zijn eigenlijk gaandeweg een soort
voorvechters geworden van de troostmeisjes.
Maar zeker bij dit soort gevoelige
onderwerpen ben je heel erg mee bezig wat
de gevolgen kunnen zijn.’
Bepaal je daarbij ook wel eens voor iemand of
iets gevoelig is?
‘Soms moet je dat wel voor anderen beslissen.
Een aantal van die dames had geen enkel idee
van wat een krant of een tentoonstelling doet.
Als ze je mogen en vertrouwen zullen ze er
ja tegen zeggen. Als je puur had gekoerst op
wat die vrouwen bereid zijn te ondertekenen,
dan was je volkomen over ze heen gewalst.
Dus in een aantal gevallen is het wel degelijk
belangrijk om mensen tegen zichzelf in
bescherming nemen.’
Sporen van Oorlog: Dulrahman
voorzichtiger mee om dan als je een bobo uit de
bankwereld portretteert?
‘Ja, soms was het ook daar zaak om te vragen;
wil je dit wel echt? En in zekere zin denk ik
dat ik ze wel bescherm. Bijvoorbeeld bij de
interviews. Ik heb besloten die niet direct aan
de persoon zal koppelen. In sommige gevallen
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING
is dat niet zo’n probleem, bijvoorbeeld een
vrouw die dakloos is geworden na de dood van
haar man. Maar mensen die uitgebreid verteld
hebben over hun drank of drugsprobleem, dat
ligt zo vervloekt gevoelig in de VS. Ik wil niet
aan hun stigmatisering meewerken.’
Je hoeft niet altijd de hele waarheid over
mensen te laten zien omdat je mensen ook kunt
schaden?
‘Ja, anders zou het een hele rare toestand
worden. Als je enerzijds stelt dat het je gaat
om de verbetering van de positie van die
mensen, maar je dat over hun ruggen doet.
Daar moet je secuur in zijn. Je mag wel de
grens opzoeken maar je moet in de smiezen
houden dat het niet te ver gaat.
In dit geval kun je het thematisch bekijken; het
gaat om mensen met psychische problemen,
drugsproblemen, mensen die altijd aan
de onderkant van de samenleving hebben
geleefd, gevangenisstraf hebben gehad. Ik
vind dat je dat wel voor het voetlicht moet
brengen, je moet een reëel beeld geven. Je
kunt de interviews gebruiken zonder dat die
direct aan de foto gekoppeld zijn. Op zo’n
manier gebruik je de informatie zonder dat
het zich tegen de persoon keert.’
Bureaucratics heeft iets meewarigs,
lachwekkends, tegelijkertijd heb je eerbied voor
het onderwerp.
‘Het was ook niet de bedoeling om die
beambten in de zeik te nemen. Ik heb er niet
veel problemen mee om het systeem in de
maling te nemen maar ik vind het niet fair om
mensen te gaan zitten afzeiken. Zeker niet
als je ze vraagt mee te werken. Dan moet je
ook zeggen dat je ze de grond in wilt boren,
anders vind ik het achterbaks. Bovendien, ik
ben wel een opgewonden standje, maar ik ben
ook makkelijk te paaien. Dus als ik bij zo’n
gesprek aanwezig was dan was het maar heel
zelden dat ik dacht wat ben jij een klootzak.’
Je hebt weleens gezegd; mijn foto’s zijn hard
met een zacht randje of andersom.
‘Neem Troostmeisjes. De zachtheid zit
enerzijds in hoe ik met die dames omga, hoe
ik ze begeleid op weg naar de confrontatie.
Ik zoek echt contact met ze. Je bent geen
stroper die een in het licht gevangen bang dier
fotografeert. Ga ze mee ophalen, ondersteun
ze bij het lopen. Raak ze aan. Probeer dichtbij
te komen, met respect en met heel veel
zachtheid. Maar als ik ze fotografeerde laat
ik ze echt een beetje zwemmen. Er staat
een grote camera, zij zitten op een soort
podium. Ik heb de neiging om te mompelen
als ik fotografeer. In de loop van de tijd heb
ik gemerkt dat dat een bezwerende werking
heeft, het wordt een soort magie. Zij zitten in
hun wereld, ik in de mijne. Dat wordt versterkt
door de traagheid. Ik fotografeer kalm, rek de
Troo
stm
eisj
es: R
osa,
b. 1
929,
Sau
mla
ki, T
anim
bar,
Sou
th M
oluc
cas.
Dur
ing
the
war
, Ros
a de
liber
atel
y ha
d go
tten
pr
egna
nt b
ecau
se h
er fr
iend
wan
ted
to m
arry
her
rat
her
than
the
girl
arr
ange
d fo
r hi
m. T
he v
illag
e ch
ief,
who
had
ar
rang
ed th
e m
arri
age
part
ner
for
Ros
a’s
frie
nd, s
ent R
osa
to a
Jap
anes
e br
othe
l in
the
city
.
boel, kijk wat er nog gebeurt. Dat is voor hen
een wondere wereld. Maar wel een wereld
waar ze even aan hun lot zijn over gelaten.’