Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

8
project Law & Order op recht en handhaving. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. ‘Ik begeef me op glad ijs.’ In een interview vertelde je dat je nog altijd bij elke foto heel erg zenuwachtig bent. Hoe kan dat? ‘Ik weet het niet. Het gekke is dat je steeds meer kunt, maar ook steeds hogere eisen stelt, en die eisen zijn altijd hoger dan wat je kunt of denkt te kunnen. Wat ook meespeelt is dat ik zoveel bezig ben met onderzoek dat ik eigenlijk maar heel weinig fotografeer. Je zou bijna kunnen zeggen dat als ik werkelijk fotografeer het bijna een belevenis is.’ Als je naar je werk kijkt, zie je veel verschuivingen in stijl. Kies je per onderwerp een nieuwe stijl? ‘Je kunt wel overeenkomsten zien. Down and out in the South is niet heel anders dan Troostmeisjes. Aspecten van Bureaucratics komen terug in Law & Order. Maar de sprongen worden veel groter. Het werk dat ik maakte toen ik begon is wel verduveld anders dan wat ik nu doe.’ MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. Jan Banning In Troostmeisjes portretteerde hij Indonesische vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog tot prostitutie werden gedwongen door het Japanse leger. Met de mannelijke equivalent, Sporen van Oorlog, visualiseerde hij de impact van het oorlogsverleden op dwangarbeiders van de Birma en Sumatra spoorlijn. In zijn projecten, die almaar groter worden, brengt fotograaf Jan Banning niet alleen slachtoffers voor het voetlicht, maar ook de structuren die mensen vermalen: van de wereldwijde bureaucratie tot het systeem van recht en handhaving. Daarbij combineert hij een psychologische en typologische benadering. ‘Al mijn projecten draaien om de verschillen binnen gelijkenissen.’ Deel 2 Glad ijs Na de bureaucratie wereldwijd te hebben vastgelegd, richt Banning zich in zijn nieuwe Uit de serie Down and Out in the South

description

Fotograaf Jan Banning over de lat steeds hoger leggen, in het kader van FOTODOKs Meekijken over de schouder van..

Transcript of Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

Page 1: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

project Law & Order op recht en handhaving.

Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. ‘Ik

begeef me op glad ijs.’

In een interview vertelde je dat je nog altijd bij

elke foto heel erg zenuwachtig bent. Hoe kan

dat?

‘Ik weet het niet. Het gekke is dat je steeds

meer kunt, maar ook steeds hogere eisen

stelt, en die eisen zijn altijd hoger dan wat je

kunt of denkt te kunnen. Wat ook meespeelt

is dat ik zoveel bezig ben met onderzoek dat

ik eigenlijk maar heel weinig fotografeer. Je

zou bijna kunnen zeggen dat als ik werkelijk

fotografeer het bijna een belevenis is.’

Als je naar je werk kijkt, zie je veel

verschuivingen in stijl. Kies je per onderwerp

een nieuwe stijl?

‘Je kunt wel overeenkomsten zien. Down

and out in the South is niet heel anders dan

Troostmeisjes. Aspecten van Bureaucratics

komen terug in Law & Order. Maar de

sprongen worden veel groter. Het werk dat ik

maakte toen ik begon is wel verduveld anders

dan wat ik nu doe.’

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..

Jan Banning

In Troostmeisjes portretteerde hij

Indonesische vrouwen die tijdens de

Tweede Wereldoorlog tot prostitutie

werden gedwongen door het Japanse

leger. Met de mannelijke equivalent,

Sporen van Oorlog, visualiseerde hij

de impact van het oorlogsverleden

op dwangarbeiders van de Birma en

Sumatra spoorlijn. In zijn projecten,

die almaar groter worden, brengt

fotograaf Jan Banning niet alleen

slachtoffers voor het voetlicht,

maar ook de structuren die mensen

vermalen: van de wereldwijde

bureaucratie tot het systeem van recht

en handhaving. Daarbij combineert hij

een psychologische en typologische

benadering. ‘Al mijn projecten

draaien om de verschillen binnen

gelijkenissen.’

Deel 2

Glad ijs

Na de bureaucratie wereldwijd te hebben

vastgelegd, richt Banning zich in zijn nieuwe Uit de serie Down and Out in the South

Page 2: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

gedaan. Waarom?

‘Omdat het een heel persoonlijk vertrekpunt

was, en ik er heel goed in geschoold was. Voor

de concentratie vond ik het ook goed om het

in mijn eentje te doen. En het interviewen en

schrijven stelden geen waanzinnige eisen.

In de praktijk bleek hoe goed dat uitpakte.

Juist omdat mijn eigen vader en grootvader

daar gewerkt hebben, leidde dat tot hele

interessante situaties. In de concentratie van

het gesprek verwarden die mannen mij soms

met mijn vader of grootvader. Niet dat ze

die kennen, maar dan ging het zo van: “dan

gingen we van Pasar Senen naar, je weet nog

wel”. Inderdaad wist ik dat, omdat ik me goed

had ingelezen. En omdat ik zulke antwoorden

wist, werd ik op dat moment in hun ogen mijn

vader of grootvader.’

Je vertelde die mannen ook over de ervaring van

jouw vader en grootvader?

‘Ja, reken maar dat ik moest praten als

Brugman om ze uit hun bovenkleren te

krijgen. Dat vonden ze vaak nogal bizar. Dat

mijn vader en grootvader hun collega’s waren

geweest, gaf hen vertrouwen.’

In je projecten heb je een typologische

benadering, zoals in Bureaucratics, maar

ook een psychologische benadering, zoals

Troostmeisjes en Sporen van Oorlog.

‘De overeenkomst is dat het om verschillen

binnen gelijkenissen gaat, dat geldt voor

bijna alle projecten. Zelfs bij Agent Orange in

zekere zin. Hetzelfde visuele model loslaten

op mensen die in een zelfde of vergelijkbare

situatie verkeren om de verschillen naar

boven te laten komen. Dat is in het geval

van Law & Order ook wel aan de hand, maar

ingewikkelder omdat het om verschillende

situaties gaat, waar je niet hetzelfde visuele

model op kunt loslaten: een rechtszaal, een

cachot, een kantoor van een politieman.’

Fotografisch wordt Law & Order veel diverser

dan Bureaucratics, dat was bijna een

theaterstuk dat overal ter wereld wordt

opgevoerd. Wat maakt het zo verschillend?

‘Ik moet ook zeggen dat ik erg worstel met

de vorm van Law & Order. Eigenlijk ben ik

verslaafd geraakt aan die heel conceptuele

aanpak. Maar die valt hier maar zeer ten dele

toe te passen.

Ik vind dat in Bureaucratics vorm en inhoud

op een ideale manier samenkomen. Van het

vierkante formaat tot de zo suf mogelijke

composities, recht van voor of recht opzij,

dat vond ik de inhoud heel goed dekken. Die

speelruimte heb ik hier domweg niet. Je

hebt geen ruimte om in rechtszalen op de

Waardoor komt die verschuiving? Zijn dat

bewuste keuzes?

‘Ik denk omdat ik vanuit de inhoud probeer

na te denken. Als de inhoud van verschillende

projecten verwantschap heeft kan dat ook tot

een verwante vorm leiden. Daar zit ook een

grens aan. Je moet op een geven moment

iets anders verzinnen. Als je die vorm gaat

herhalen moet je je misschien afvragen of

je je niet op andere aspecten van de inhoud

moet focussen, zodat je je niet eindeloos blijft

herhalen.’

Experimenteer je voordat je aan een nieuw

project begint altijd van te voren met de vorm?

‘Dat probeer ik. Maar dat hangt van het project

af. Bureaucratics is gaandeweg gegroeid.

Bij Law & Order kun je het niet zo goed

voorbereiden, bij portretten kan dat natuurlijk

wel heel goed. Een van mijn kernpunten is

dat vorm voortkomt vanuit de inhoud. Neem

Sporen van Oorlog. Ik betrapte me erop dat

ik me heel veel had bezig gehouden met

de naweeën van de oorlog. Ik stelde me op

een gegeven moment de vraag waarom ik

dat nou eigenlijk doe. Dat koppelde ik aan

het oorlogsverleden van mijn ouders in

Nederlands-Indië. Mijn vader en grootvader

hebben als dwangarbeider moeten werken.

Maar hoe visualiseer je dat? Daar heb ik een

hele tijd over zitten peinzen.

Uit de verhalen van mijn vader en de weinige

foto’s van na de oorlog bleek dat die mensen

daar vrijwel in hun nakie rondliepen. Dus

dat zou een goed visueel middel zijn. Dat is

dan punt één: je moet die mannen vragen

of ze hun bovenkleding uit willen doen.

Dan heb je nog andere aspecten: welk licht

ga je gebruiken, welke achtergrond? Ook

dat probeer ik inhoudelijk te benaderen.

Die mensen leefden destijds in een ruwe

omgeving, in de jungle, dus het moet geen

gladde achtergrond zijn. Toen ben ik naar

de Gamma gegaan en heb daar van die

bamboematten gehaald. Dat was inhoudelijk

een goede keuze maar visueel werd het

bagger. Met jute was het wel raak. Op dezelfde

manier heb ik over het licht gedacht: ze liepen

onder de tropenzon, dus kwam ik uit bij een

zilveren paraplu omdat dat hetzelfde soort

klaterende licht geeft. Je kunt dat niet alleen

bedenken, je moet het ook uitproberen.’

Is esthetiek belangrijk?

‘Ja ik vind esthetiek heel belangrijk. Esthetiek

is natuurlijk datgene dat je verleidt om je over

te geven aan de inhoud.’

Je werkt in veel van je projecten samen met

journalisten. Sporen van Oorlog heb je alleen

Page 3: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

Law

& O

rder

: Luz

ira

Rem

and

Pri

son

Page 4: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

Instituut in Freiburg geweest, wat volgens

de Utrechtse professor het Walhalla van het

vergelijkend rechtsonderzoek is. Zo kom ik tot

een keuze.’

Bureaucratics is vrij afgebakend, maar dit is

zoveel: de doodstraf, rechters, gevangenissen,

etc.

‘Dat is zo, maar de beperkingen zijn enorm. Ik

moet dus ook erg afwachten hoeveel grip ik er

op krijg. Ik heb wel het idee dat de fotografie

iets brengt. Maar waar ik bij Bureaucratics

het gevoel had dat je door die beeldtaal

bijna bij iets analytisch terecht komt, heb ik

best mogelijke plek te gaan staan, licht op te

stellen, er zijn verdachten die niet op de foto

willen, noem maar op. Dat ik minder vrije

compositorische keuze heb, vind ik eigenlijk

gruwelijk jammer. De reden dat ik doorga

is dat ik het onderwerp toch interessant en

relevant genoeg vind. Ik zie mezelf struikelen

en weer opstaan. Soms denk ik, dit is oude

koek, reportagefotografie. Soms denk ik

dit is nieuw, het dekt de inhoud wel. Maar

het is veel meer een visuele worsteling dan

Bureaucratics of Troostmeisjes. Daarbij was

het organisatorische of het psychologische

aspect moeilijk, maar waar de camera moest

staan was wel duidelijk.’

Je onderwerp is ook breder; gevangenis of

rechtszaal, dat is al pluriformer?

‘Ja. Af en toe bekruipt het gevoel me dat het

project behalve dat het over het onderwerp

gaat, ook gaat over hoe je zo’n onderwerp

visualiseert.’

Wordt het een project waarin je die zoektocht

ook laat zien. Hoe moeilijk het is om die plekken

binnen te komen?

‘Nee, zo bedoelde ik het niet. Ik bedoel

dat ik het gevoel heb dat er per hoofdstuk

verschuivingen zitten van hoe ik het benader.

Dat was verwarrend. Aanvankelijk meende

ik dat ik dat moest zien te vermijden, dat elk

hoofdstuk een identieke vorm moet hebben.

Nu denk ik dat dat niet per se hoeft. Door de

hoofdstukken in de chronologie te brengen

waarin het is gemaakt, krijg je ook de

verandering in benadering van de fotograaf te

zien. Dat geeft wellicht een extra laag krijgt.’

Waarbij je ook steeds meer de diepte in gaat?

‘Ik weet niet of dat het is, daar ben ik nog

niet uit. Ik merk wel dat ik meer lege,

steriele foto’s heb gemaakt in de Verenigde

Staten in tegenstelling tot wat ik in Oeganda

heb aangetroffen. Oeganda leunt meer op

Bureaucratics dan de Amerikaanse foto’s. Dat

is niet het belangrijkste, maar misschien wel

een interessante onderlaag. De worsteling

met het medium vind ik geen hoofdzaak, maar

als secundaire laag is het wel interessant.’

Hoe zoek je de landen erop uit, ook op vorm?

‘Nee, dat is echt op inhoudelijke gronden.

Ik ben eerst gesprekken gaan voeren met

iemand die les geeft op de universiteit van

Utrecht om me bij te scholen op het vlak

van het recht. Niet echt mijn expertise.

Daar rolden direct aanzetten tot keuzes uit.

Het gecodificeerde recht onder Napoleon

in Frankrijk, het Angelsaksische recht, de

sharia. Vervolgens ben ik naar het Max Planck

Bureaucratics: France bureau 16

Page 5: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

nieuws aan kunt bijdragen. Na wat zoekwerk

bleek dat het onderwerp heel vaak in een

klassieke reportagestijl is vastgelegd. Het

verschil tussen de gegoede burger en de

dakloze wordt daardoor alleen maar groter

gemaakt. De doodenkele keer dat het om

studieportretten ging, had ik het gevoel dat

het daarbij ook weer draaide om het ‘anders

zijn’ aan te zetten: zogenaamde markante

koppen, dat werk. Ik vond het juist interessant

om niet te kijken naar wat ze zijn: daklozen

dus – al is dat wel het uitgangspunt – maar

met een open blik te kijken naar wie die

mensen nou eigenlijk zijn. Op zo’n manier

die illusie hier niet. Dit zijn zulke beperkte

mogelijkheden. En de kloof tussen de filosofie

erachter, wat je als schrijver te pakken kan

krijgen, en wat je als fotograaf kan laten

zien is heel groot. Wat nu precies wel de

mogelijkheden van de fotografie daarin zijn

weet ik niet om eerlijk te zijn.’

Ga je bij elk project door een moment van

vertwijfeling?

‘Ja, maar dat gaat hier wel ver. Sporen van

Oorlog viel snel op zijn plaats. Ik was hooguit

bang dat mensen hun kleding niet uit zouden

trekken. Bij Bureaucratics gingen de zorgen

over het verkrijgen van toestemming. Met Law

& Order begeef ik me het eerst in lange tijd

op glad ijs, omdat ik me wat betreft de vorm

nauwelijks kan voorbereiden.’

Wordt Law & Order, na Bureaucratics, het

tweede deel in een drieluik over de Trias

Politica?

‘Dat heb ik me wel afgevraagd, maar ik weet

het niet. Het parlementaire is nou net wel een

veld dat wordt gefotografeerd. Ik weet niet

of ik het op dezelfde manier zou doen, maar

ik heb niet een duidelijk idee hoe ik dat zou

doen, ik heb ook geen dwingende behoefte.

Terwijl die uitvoerende macht en de juridische

macht nauwelijks is vastgelegd, dus daar valt

volgens mij een heleboel in te vullen.’

Vind je het belangrijk dat iets nog niet is gedaan?

‘Ja, dat vind ik belangrijk. Ik heb weinig

behoefte om iets te doen dat overbodig is. Ik

ben een paar keer bij nieuwsachtige situaties

geweest, bijvoorbeeld bij de val van het

Suharto-bewind. Daar liepen zoveel fotografen

heen, dan denk je: ik kan hier zijn, maar ik

kan er ook net zo goed niet zijn. Ik ging er

heen omdat het om Indonesië ging, waar ik

een nauwe band mee voelde. Maar dat was

niet zo’n goede keus. Omdat nieuws mijn forte

niet is, maar het is ook niet zo best als je je

overbodig voelt.’

Mensen die op straat leven, is ook niet het meest

originele onderwerp. Maar dat pak je wel aan?

‘Ja dat klopt. Dat had ik zelf ook nooit

verzonnen hoor. Ik was uitgenodigd om als

artist in residence naar South Carolina te

komen, en daar iets te doen dat met het

gebied te maken heeft. Daar kwam men op de

proppen met die daklozen. Aanvankelijk had ik

de neiging om te gaan gapen. Maar men wist

mij te overtuigen dat het wel echt een grote

kwestie is, die versterkt is door de crisis, de

gebrekkige gezondheidszorg, het gebrek aan

verzekeringen.

Ik ben toen gaan nadenken over hoe je er iets

Bureaucratics: India bureau 23 drivlic

Page 6: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

‘Ja, ik heb een aantal van die verhalen

gemonteerd om bij de show in Atlanta te laten

horen: http://www.janbanning.com/gallery/

down-and-out-in-the-south/. Dat wordt geen

klassieke tentoonstelling. De beelden worden

op de ramen van een gebouw van de Georgia

State University geprojecteerd. Als mensen

voor die projecties staan, kunnen ze hun

telefoon richten op een QR-code, dan komen

ze in een menuutje waar ze de interviews

kunnen beluisteren.

Dat gebouw staat in hartje Atlanta, schuin

tegenover een parkje waar zowel de elite als

de daklozen rond schuifelen. Een fantastische

meende ik nog een zinvolle bijdrage te kunnen

leveren.’

Hoe probeer je dat in beeld te doen?

‘Door ze te fotograferen zoals ik zou doen

als ik een verzoek krijg om iemand van de

middle class of upper class te portretteren.

Dus met een neutrale achtergrond, studiolicht

erop, ze behandelen zoals je alle lagen van

de bevolking zou behandelen. Vervolgens

pak ik het aan zoals ik dat ook met Sporen

van Oorlog heb gedaan: een uitgebreid

gesprek, waarbij je steeds dichter bij mensen

komt. Ik heb daarbij ook letterlijk met afstand

geëxperimenteerd. Dus wat ik deed – ik zal

het even voordoen – was geen tafel tussen

ons inzetten, maar op de hoek zitten en dan

probeerde ik eigenlijk steeds dichterbij die

mensen te komen. Omdat ik vermoedde dat je

daarmee iemands territoriale grenzen aftast,

en dat dat iets oplevert als je vervolgens gaat

fotograferen. Daarmee bevredigt zo’n gesprek

enerzijds mijn nieuwsgierigheid – ik wil

snappen waar ik mee bezig ben – , maar het is

ook een methode om betere foto’s te maken.

Toen ik begon te portretteren, in de jaren ’80,

vond ik dat eigenlijk een hel. Dan kwam ik bij

iemand terecht van wie ik niets wist. Hoe kan

ik nou de clou van iemand fotograferen als

ik die niet ken? Dat is toch verschrikkelijk?

Daar heb ik ongelofelijk over nagedacht.

Dat leidde uiteindelijk tot de conclusie: in

wezen portretteer je niet iemand maar de

ontmoeting van jou met die andere persoon.

Dus je moet ook heel erg op jezelf letten in

plaats van denken dat het allemaal buiten

jezelf ligt.’

Hoe reageerden deze mensen erop dat je steeds

dichterbij kwam?

‘Soms een beetje ongemakkelijk, dus je moet

aftasten. Het heeft geen zin om er bruut

doorheen te breken. Geleidelijk aan een beetje

opschuiven. Als je merkt dat ze het echt

onaangenaam vinden schuif je een beetje

terug. Ik vond het niet alleen psychologisch

interessant, dat klinkt alsof het vrijblijvend is,

maar ik had ook het idee dat het een zinvolle

bijdrage leverde aan de fotografie. Ik denk dat

ik door intensief te luisteren ook veel goodwill

kreeg. Want, zo bleek wel, er is geen hond die

naar die mensen luistert. De goegemeente

niet, die wil er niets mee te maken hebben,

maar collega-daklozen ook niet. Die hebben

zelf net zo’n verhaal, willen er niet mee lastig

gevallen worden. Dus het feit dat ze een keer

uitgebreid hun verhaal konden doen, werkte

blijkbaar bevredigend.’

Doe je daar ook iets mee?

Sporen van Oorlog: Ngadari

Page 7: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

Geldt dat ook voor de daklozen in Amerika?

‘Nee. Als men ergens een idee heeft wat

media betekenen is dat wel in de Verenigde

Staten.’

Tegelijkertijd zit je ook daar met mensen die

in een kwetsbare positie zitten. Ga je daar

plek. Ik wilde het graag in de publieke ruimte

vertonen omdat de gewone burger echt niet

op een tentoonstelling over daklozen afkomt.

In mijn ogen gaat dit project over hoe sociale

politiek bedreven wordt, of eigenlijk niet wordt

bedreven, in de Verenigde Staten. Wederom

is daarbij die gedachte: deelnemen aan het

publieke debat.

Ik merk dat het onderwerp ongenadig

impopulair is in de Verenigde Staten. Ik vond

er bijvoorbeeld met geen mogelijkheid een

uitgever. En die impopulariteit strekt zich

zelfs uit tot het bestuur van de universiteit,

dat bang is dat het te politiek wordt. Ik moet

daardoor heel voorzichtig manoeuvreren.

Dat betekent bijvoorbeeld dat de interviews

op mijn site moeten staan en niet op die van

de universiteit. Ik moet voor dit project alle

tact uit de kast halen om het enerzijds in de

publieke ruimte te krijgen en er anderzijds

voor te zorgen dat het niet gladgestreken

wordt.’

Denk je na over de gevolgen voor mensen?

‘Daar heb ik met Troostmeisjes heel erg over

nagedacht en veel met de schrijfster Hilde

over gesproken. Die woonde daar destijds

godzijdank al twintig jaar, spreekt de taal

goed, kent de verhalen en die mensen vaak

goed. Mijns inziens kon die hele goede

inschattingen maken. Daar gebeurden soms

hele verrassende dingen. Sommige vrouwen

zeiden in eerste instantie dat ze het goed

vonden als het in Nederland of in Jakarta te

zien zou zijn, maar niet bij hen in de buurt.

Toen de tentoonstelling ook naar Yogyakarta

ging is Hilde gaan uitzoeken welke foto’s er

dan uit moesten. Maar geen van de vrouwen

had er toen meer een probleem mee.

Dus gaandeweg veranderden deze vrouwen van

mening?

‘Ja. Ze zijn eigenlijk gaandeweg een soort

voorvechters geworden van de troostmeisjes.

Maar zeker bij dit soort gevoelige

onderwerpen ben je heel erg mee bezig wat

de gevolgen kunnen zijn.’

Bepaal je daarbij ook wel eens voor iemand of

iets gevoelig is?

‘Soms moet je dat wel voor anderen beslissen.

Een aantal van die dames had geen enkel idee

van wat een krant of een tentoonstelling doet.

Als ze je mogen en vertrouwen zullen ze er

ja tegen zeggen. Als je puur had gekoerst op

wat die vrouwen bereid zijn te ondertekenen,

dan was je volkomen over ze heen gewalst.

Dus in een aantal gevallen is het wel degelijk

belangrijk om mensen tegen zichzelf in

bescherming nemen.’

Sporen van Oorlog: Dulrahman

voorzichtiger mee om dan als je een bobo uit de

bankwereld portretteert?

‘Ja, soms was het ook daar zaak om te vragen;

wil je dit wel echt? En in zekere zin denk ik

dat ik ze wel bescherm. Bijvoorbeeld bij de

interviews. Ik heb besloten die niet direct aan

de persoon zal koppelen. In sommige gevallen

Page 8: Meekijken over de schouder van.. Jan Banning (deel2)

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. JAN BANNING

is dat niet zo’n probleem, bijvoorbeeld een

vrouw die dakloos is geworden na de dood van

haar man. Maar mensen die uitgebreid verteld

hebben over hun drank of drugsprobleem, dat

ligt zo vervloekt gevoelig in de VS. Ik wil niet

aan hun stigmatisering meewerken.’

Je hoeft niet altijd de hele waarheid over

mensen te laten zien omdat je mensen ook kunt

schaden?

‘Ja, anders zou het een hele rare toestand

worden. Als je enerzijds stelt dat het je gaat

om de verbetering van de positie van die

mensen, maar je dat over hun ruggen doet.

Daar moet je secuur in zijn. Je mag wel de

grens opzoeken maar je moet in de smiezen

houden dat het niet te ver gaat.

In dit geval kun je het thematisch bekijken; het

gaat om mensen met psychische problemen,

drugsproblemen, mensen die altijd aan

de onderkant van de samenleving hebben

geleefd, gevangenisstraf hebben gehad. Ik

vind dat je dat wel voor het voetlicht moet

brengen, je moet een reëel beeld geven. Je

kunt de interviews gebruiken zonder dat die

direct aan de foto gekoppeld zijn. Op zo’n

manier gebruik je de informatie zonder dat

het zich tegen de persoon keert.’

Bureaucratics heeft iets meewarigs,

lachwekkends, tegelijkertijd heb je eerbied voor

het onderwerp.

‘Het was ook niet de bedoeling om die

beambten in de zeik te nemen. Ik heb er niet

veel problemen mee om het systeem in de

maling te nemen maar ik vind het niet fair om

mensen te gaan zitten afzeiken. Zeker niet

als je ze vraagt mee te werken. Dan moet je

ook zeggen dat je ze de grond in wilt boren,

anders vind ik het achterbaks. Bovendien, ik

ben wel een opgewonden standje, maar ik ben

ook makkelijk te paaien. Dus als ik bij zo’n

gesprek aanwezig was dan was het maar heel

zelden dat ik dacht wat ben jij een klootzak.’

Je hebt weleens gezegd; mijn foto’s zijn hard

met een zacht randje of andersom.

‘Neem Troostmeisjes. De zachtheid zit

enerzijds in hoe ik met die dames omga, hoe

ik ze begeleid op weg naar de confrontatie.

Ik zoek echt contact met ze. Je bent geen

stroper die een in het licht gevangen bang dier

fotografeert. Ga ze mee ophalen, ondersteun

ze bij het lopen. Raak ze aan. Probeer dichtbij

te komen, met respect en met heel veel

zachtheid. Maar als ik ze fotografeerde laat

ik ze echt een beetje zwemmen. Er staat

een grote camera, zij zitten op een soort

podium. Ik heb de neiging om te mompelen

als ik fotografeer. In de loop van de tijd heb

ik gemerkt dat dat een bezwerende werking

heeft, het wordt een soort magie. Zij zitten in

hun wereld, ik in de mijne. Dat wordt versterkt

door de traagheid. Ik fotografeer kalm, rek de

Troo

stm

eisj

es: R

osa,

b. 1

929,

Sau

mla

ki, T

anim

bar,

Sou

th M

oluc

cas.

Dur

ing

the

war

, Ros

a de

liber

atel

y ha

d go

tten

pr

egna

nt b

ecau

se h

er fr

iend

wan

ted

to m

arry

her

rat

her

than

the

girl

arr

ange

d fo

r hi

m. T

he v

illag

e ch

ief,

who

had

ar

rang

ed th

e m

arri

age

part

ner

for

Ros

a’s

frie

nd, s

ent R

osa

to a

Jap

anes

e br

othe

l in

the

city

.

boel, kijk wat er nog gebeurt. Dat is voor hen

een wondere wereld. Maar wel een wereld

waar ze even aan hun lot zijn over gelaten.’