VanPaschatotNoah. Deel2:Salomon-KoningEdipus · 2016. 3. 7. · 11 HoofdstukI Salomon 1648...
Transcript of VanPaschatotNoah. Deel2:Salomon-KoningEdipus · 2016. 3. 7. · 11 HoofdstukI Salomon 1648...
Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
WAP Smit
bronWAP Smit Van Pascha tot Noah Deel 2 Salomon - Koning Edipus WEJ TjeenkWillink Zwolle
1970 (tweede druk)
Zie voor verantwoording httpwwwdbnlorgtekstsmit021vanp02_01colofonhtm
copy 2007 dbnl erven WAP Smit
5
Woord vooraf
Hoewel ik oorspronkelijk verwacht had mijn studie over Vondels dramas tot tweedelen te kunnen beperken is dit in de praktijk niet mogelijk gebleken De talrijkevraagstukken diemet de Lucifer en de Jeptha samenhangen deden de hoofdstukkenover deze beide tragedies uitdijen tot een omvang waardoor een tweede cesuuronvermijdelijk werd De enige plaats waar deze zonder veel bezwaar kon wordenaangebracht was de overgang van de vierde naar de vijfde periode in deontwikkelingsgang van Vondels dramatiek vandaar dat dit tweede deel beperktbleef tot de tragedies uit de vierde periodeIk betuig gaarne mijn dank aan redactie en uitgever van de Zwolse Reeks van
Taal- en Letterkundige Studies voor het begrip dat zij voor de noodzaak van dezeuitbreiding hebben betoond en voor de welwillendheid waarmee zij die hebbenaanvaard
Van de gelegenheid die dit Woord Vooraf mij daartoe biedt maak ik gebruik omeen misverstand uit de weg te ruimen dat in enkele kritieken op mijn eerste deelaan het licht getreden is Het duidelijkst openbaarde dit misverstand zich in desympathieke bespreking die B Stroman in het Algemeen Handelsblad van 13 juli1957 aan mijn boek heeft gewijd dat is dan ook de reden waarom ik in het bijzondervan zijn stuk uitgaStroman constateert dat de geiumlnteresseerde leek bij de lezing van mijn eerste
deel lsquotot de conclusie (zal) komen dat omtrent de speelbaarheid van Vondelstoneelwerk nauwelijks iets te vermoeden wordt gegevenrsquo En even verder schrijfthij lsquoHet zal moeten blijken of Smit in zijn tweede deel tot een conclusie komtomtrent de werking - ook voor onze tijd -
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
6
van hetgeen Vondel nadrukkelijk heeft bedoeld als te zijn gedramatiseerde beleringrsquoDit tweede deel brengt een dergelijke conclusie niet en het derde deel zal dit
straks evenmin doen Niet omdat ik het probleem dat Stroman aan de orde steltniet zeer belangrijk acht maar omdat het buiten mijn taak en buitenmijn bevoegdheidals literatuur-historicus valt Met een variant op de bekende uitspraak van Rankedat het er voor de historicus om gaat op grond van kritische bronnenstudie hetverleden te beschrijven lsquowie es eigentlich gewesenrsquo zou ik de taak van deliteratuur-historicus willen aanduiden als het weergeven van de literaire situatie ineen bepaald tijdvak uit het verleden lsquowie sie eigentlich gewesenrsquo en het interpreterenvan de literaire werken uit die periode lsquowie sie eigentlich sindrsquo Het besef van deonderzoeker dat het gestelde doel nooit ten volle bereikt kan worden omdat hijenerzijds gebonden blijft aan zichzelf en zijn eigen tijd en anderzijds niet over agravellegegevens beschikt die hij nodig zou hebben ontheft hem niet van de verplichtinger met inspanning van alle krachten naar te blijven streven Het behoort nu eenmaaltot het wezen van een ideaal dat het slechts benaderd en niet bereikt kan wordener behoort echter oacuteoacutek toe dat zulk een benadering desondanks een zeer reeumllewaarde heeftHet is door bovenstaande overtuiging dat ik mij bij mijn studie van Vondels dramas
heb laten leiden In alle gebrekkigheid enmet alle persoonlijke lsquobijmengselsrsquo waarvanik mij de onvermijdelijkheid ten volle bewust ben tracht ik toch zoveel mogelijk de(literair-)historische werkelijkheid te benaderen en Vondels tragedies te beschrijvenlsquowie sie eigentlich sindrsquoDe speelbaarheid van deze tragedies staat daar echter geheel buiten Wij raken
daarmee aan een probleem van andere aard Ook lsquospeelbaarheidrsquo is namelijk geenabsoluut begrip Het oordeel daaromtrent hangt af van de eisen die men aan toneelen toneelspeelkunst stelt en wisselt evenzeer met de tijd als bv de voorkeur voorepiek of lyriek Ook wanneer Vondel voor onze tijd onspeelbaar zou moeten hetenhoudt dit nog
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
7
niet in dat voor elke andere periode hetzelfde zou moeten gelden Daarbij dientnatuurlijk in aanmerking genomen te worden dat speelbaarheid niet gepaard behoeftte gaan met populariteit de aard van Vondels dramas brengt nu eenmaal mee datzij steeds in vrij sterke mate esoterisch zullen zijnDe vraag of in de 17de eeuw de speelbaarheid van Vondel aansloot bij de
toneelpraktijk van zijn tijd moet hier buiten beschouwing blijven Wij weten van dietoneelpraktijk nog te weinig om op deze vraag een behoorlijk gefundeerd antwoordte kunnen geven Wel mogen wij - vooral op grond van de ingelaste lsquovertooningenrsquowaaraan Vondel ook zelf wel meewerkte - aannemen dat bij de opvoeringenaanpassing van het drama aan de gangbare toneelstijl en toneeltradities normaalwerd geachtIs ook voor onze tijd een effectieve vorm van aanpassing denkbaar Zou bv een
modern equivalent - eventueel met filmische middelen - van de vroegerelsquovertooningenrsquo de voorstellingen ten goede komen Of verdient een opvoering devoorkeur waarbij ter wille van de innerlijke dramatiek de minst mogelijke nadruk ophet uiterlijke gebeuren wordt gelegd Hoe kan aan de reizangen een functionelebetekenis worden verleend Of bestaat daartoe geen mogelijkheid zodat drastischeinkorting of zelfs volledige eliminatie als de beste oplossing moet worden aanvaardHet geven van een antwoord op deze en soortgelijke vragen valt buiten de
competentie van de literatuur-historicus Slechts de regisseur in samenwerking metzijn acteurs kan daartoe bevoegd worden geacht Maar wel zal deze daarbij oacuteoacutekde resultaten van het literair-historisch onderzoek dienen te betrekken Niet omdatvan hem een opvoering naar het model van die uit de 17de eeuw wordt verwachteen dergelijke historische reconstructie zou naar mijn mening - behalve als uiterstinteressant studie-materiaal voor toneel- en literatuur-historici - geen enkele zinhebben Maar de regisseur heeft de literatuur-historicus nodig omdat zijn eersteuitgangspunt toch altijd het drama van Vondel behoort te wezen lsquowie es eigentlich
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
8
istrsquo (voor zover dit te achterhalen valt) Eerst op grond van een gefundeerd inzichtin structuur grondmotief en strekking van het bewuste drama kan hij nagaan ogravef enzo ja hoegrave dit aanpasbaar is aan de toneelpraktijk van vandaag zonder dat daarbijaan de dichter en diens werk op wezenlijke punten geweld wordt aangedaanHet zou mij bijzonder verheugen wanneer mijn studie over Vondels dramatische
werkzaamheid lsquovan Pascha tot Noahrsquo tevens in deze zin het uitgangspunt zou kunnenworden voor een hernieuwd toneelkundig onderzoek naar de speelbaarheid vanzijn stukken voor onze tijd Maar als literatuur-historicus heb ik zelf een andere taakVondels dramas toe te lichten en te verklaren vanuit hun tijdIk weet natuurlijk dat mijn literair-historisch credo lang niet algemeen wordt
aanvaard - dat wordt geen enkel credo - en dat op grond daarvan ook de juistheidvan mijn conclusie kan en zal worden bestreden Ik meende er evenwel goed aante doen de kans op misverstand omtrent de eigenlijke bedoeling van mijn boek teverminderen door de overtuiging waaruit het is voortgekomen hier uit te spreken
Evenals bij de verschijning van het eerste deel heb ik ook ditmaal mijn dank tebetuigen aan mijn vrienden Prof Dr WJMA Asselbergs en Prof Dr P Minderaavoor hun kritische opmerkingen bij het doorlezen van de kopie ik heb daarvanmeermalen met vrucht gebruik gemaakt Opnieuw noem ik ook met groteerkentelijkheid de naam vanMejuffrouw SF Witstein litt dra sinds jaren mijn trouwemedewerkster ik heb haar niet alleen te danken voor de samenstelling van hetpersonen- en titel-register maar ook voor de wijze waarop zij mij steeds bij hetopsporen en aanvragen van het benodigde - en soms moeilijk bereikbare -studiemateriaal behulpzaam is geweest
WAP SMIT
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
9
Vierde periode(1648-1660)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
11
Hoofdstuk ISalomon1648
Uit de Opdracht van Maria Stuart blijkt dat Vondel reeds in 1646 - zij het te laat omdaarmee nog bij zijn treurspel over de Schotse koningin rekening te kunnen houden- een nieuw inzicht verkregen had in de eisen welke aan een klassieke tragediedienden te worden gesteld Hij weet dan dat de hoofdpersoon niet eenzijdig goedof slecht moet zijn lsquomaer liever zulck eene die tusschen deughdelijck engebreckelijck den middelwegh houdersquo hij is er zich van bewust dat bij detoeschouwers zowel lsquoschrickrsquo als lsquomedoogenrsquo dient te worden opgewekt1 Een jaarlater maakt hij in de Opdracht van Leeuwendalers voor het eerst melding van lsquodeHerkennisse en den Overgangkrsquo (agnitio en peripeteia) als van factoren die medede structuur van zijn spel hebben bepaald2Dit nieuwe inzicht betekent een definitieve breuk met de te epische conceptie van
de tragedie waardoor Vondel met Peter en Pauwels en vooral met Maria Stuart indramatisch opzicht tot een dieptepunt was afgegleden3 Het eerste treurspel datop zijn gezuiverd en verdiept begrip van het wezen der tragedie berust markeertdaarom het begin van een nieuwe periode in zijn ontwikkeling als dramaturgDat eerste treurspel is de Salomon De stof daarvoor heeft Vondel ontleend aan
1 Koningen 11 1-13 waar verteld wordt hoe koning Salomo bij het ouder wordendoor zijn vele
1 Zie Deel I pag 440-441 en 4442 Ibidem pag 462-463 en 4953 Ibidem pag 27 409-410 en 439-440
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
12
heidense vrouwen en bijvrouwen zijn hart van God liet aftrekken lsquowant Salomowandelde Astoacutereth den god der Sidonieumlrs na1 en Milkom het verfoeisel derAmmonietenrsquo Hij laat zelfs voor de goden van zijn vrouwen lsquohoogtenrsquo (particuliereheiligdommetjes kapelletjes) bouwen lsquoop den berg die voacuteoacuter Jeruzalem isrsquo (dwzdie ten Oosten van Jeruzalem ligt) De straf voor deze afgoderij blijft niet uit lsquoDaaromzeide de Here tot Salomo rsquo en dan volgt de aankondiging van de straf na Salomosdood zal het grootste deel van zijn koninkrijk aan zijn zoon ontnomen en aan eendienaar gegeven worden
In de opvallend korte Opdracht aan Joost Baeck gaat Vondel nauwelijks op detheoretische fundering van zijn tragedie in Slechts tweemaal maakt hij min of meerterloops een opmerking die daarmee verband houdtVan deze beide opmerkingen is de eerste de belangrijkste Zij luidt
In dit treurspel wort geen bloet maer die groote ziel gestort door wiensheiloozen voorgangk sedert zoo vele duizent zielen omquamen en inhaer bloet versmoorden en het gescheurde Koningkrijck Samarie enIerusalem met den tempel en godtsdienst endelijck verdelght endovergebleve stammen in ballingschap weghgevoert werden2
CR de Klerk heeft in de eerste woorden van dit citaat (lsquoIn dit treurspel wort geenbloet maer die groote ziel gestortrsquo) niet minder dan lsquoeen nieuwe dramatische formulersquogezien die door Vondel in Christelijke inspiratie tegenover lsquode tragedische vormleerof vormpraktijk der beste Griekenrsquo werd gesteld Volgens hem betekent dezeverschuiving van het uiterlijke naar het innerlijke een even principieumlle als genialevondst
Met eacuteeacuten slag bracht ze Vondel alle knechtelijke gehechtheid aanvormelijkheden al waren ze afgeleid van echteren en ouderen danSenecaanschen huize i n n e r l i j k te boven
1 De Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap heeft duidelijker en juister lsquozoliep Salomo Astarte de godin der Sidonieumlrs achternarsquo Vondel volgde de Vulgaat die spreektvan lsquoAstarthen deam Sidoniorumrsquo
2 WB V pag 375 reg 3-8
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
13
- hoezeer de aanbidder der Ouden dan ook tot zijn dood verzot bleef opklassicistische stijl-u i t e r l i j k h e d e n 1
Deze opvatting is naar mijn mening echter onhoudbaar Wanneer zij juist was zoude toepassing van deze lsquonieuwe dramatische formulersquo ook de tragedies moetenbeheersen die op de Salomon volgen En daarvan is geen sprake Slechts in Jepthavalt een min of meer vergelijkbare situatie waar te nemen maar de structuur vandit drama is in zo sterke mate door het voorbeeld van Buchanans Jephthes sivevotum bepaald dat het niet verantwoord zou zijn alleen daarop een conclusie tebouwen In Lucifer en Salmoneus daarentegen voert de exitus opnieuw tot deu i t e r l i j k e ondergang van de hoofdfiguur terwijl met 1660 een nieuwe periodevan Vondels dramatiek inzet waarin hij de lsquostaetveranderingersquo centraal gaat stellenen deze dus juist naar haar uiterlijk aspect zo concreet mogelijk uitbeeldt Ik meendan ook dat wij Vondels opmerking over lsquohet bloetrsquo en lsquode zielrsquo geheel anders moeteninterpreteren dan De Klerk deed en wel ongeveer als volgt lsquoin mijn Salomon betreftde ongelukkige afloop niet zoals op grond van de tragedies uit de Oudheid eigenlijkhet geval hadmoeten zijn een uiterlijke ondergang2 van de hoofdfiguur maar slechtseen innerlijkersquo In plaats van een innovatie aan te kondigen blijkt zij slechts deverontschuldiging voor een formeel tekort ten aanzien van de lsquoexitus infelixrsquo HetBijbelverhaal waarin uitdrukkelijk vermeld wordt dat God ter wille van zijn vroegerebelofte aan David de voltrekking van de aangekondigde straf uitstelt tot na Salomosdood (1 Koningen 11 12) had het voor Vondel onmogelijk gemaakt daaraan teontkomen In zijn eerbied voor de formele criteria vindt hij deze afwijking te belangrijkom ze niet in zijn Opdracht te signaleren men had anders kunnen veronderstellendat hij zich van de lsquoregelrsquo niet bewust was geweest Maar hij doet dit met slechtsenkele woorden en op een wijze die voor niet-ingewijden verhult
1 CR de Klerk Cultuurbeschouwende inleiding tot Vondels spelen (herdrukt in WB Vpag 56-130) pag 117
2 Dat Vondel het lsquostorten van bloetrsquo niet uitsluitend in letterlijke zin kan hebben bedoeld blijktuit de praktijk van zijn klassieke voorbeelden
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
14
waar het eigenlijk om gaat door te suggereren dat de verschuiving van lsquobloetrsquo naarlsquozielrsquo heel gewoon is1 En onmiddellijk daarna haast hij zich om - in een lange bijzin- te doen uitkomen dat de zedelijke ondergang van Salomo wel degelijk ookrampzalige uiterlijke gevolgen heeft gehad voor zijn onderdanen en zijn rijk voorde tempel en het Joodse geloof Maar lengte noch strekking van deze bijzinveranderen iets aan het feit dat de uiterlijke lsquoexitus infelixrsquo niet in het drama zelfwordt uitgebeeld en dat zij bovendien geen betrekking heeft op de hoofdpersoonVoor ons moge dit een punt van ondergeschikt belang zijn voor het kritisch gewetenvan Vondel was het dat stellig nietIn zijn tweede theoretische opmerking deelt Vondel mee
De Personaedjen en toestel tot dit treurspel vereischt zijn gepast naerden yver2 van het Iodendom en Heidendom de gelegentheit van zaecketijt plaetse en andere omstandigheden3
Deze uitdrukkelijke mededeling is in zoverre enigszins bevreemdend dat zij eigenlijkniets nieuws bevat Niet alleen was reeds door Scaliger op de noodzaak van eendergelijke aanpassing aan de historische sfeer gewezen4 maar bovendien hadVondel er ook in zijn vorige dramas steeds rekening mee gehouden door zich eerstna grondige bestudering van zijn onderwerp tot schrijven te zetten5 Uit alles blijktdat hij dit inderdaad ook voor de Salomon gedaan heeft naar alle waarschijnlijkheidwel weer in de eerste plaats met behulp van de boekerij van Vossius Uit de wijzewaarop in de lsquoInhoudtrsquo vermeld wordt dat Salomo lsquoal te jammerlijck (verslingerde)op Koning Hirams
1 Een soortgelijke camouflage komt voor in de Opdracht van Maria Stuart (zie Deel I pag 443)2 Yver = (liefde voor) godsdienstige opvattingen en gebruiken3 WB V pag 375 reg 18-204 JC Scaliger Poeumltica (1561) Lib III cap XCVI (pag 144 kol 1) lsquoInventis ergo rebus et
personis quas temporibus locisque accomodes e quibus eventa deducas reliqua estdispositio cuius ratio sane pervulgata estrsquo Vgl ook R Bray La formation de la doctrineclassique en France (Parijs 1927 onveranderde herdruk in 1951) pag 218
5 Zie Deel I voor Gebroeders pag 275 noot 2 voor Joseph in Egypten pag 355 voor Peteren Pauwels pag 387-388
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
15
dochter hier Sidonia genoemtrsquo1 valt af te leiden dat hij bekend was met de plaatsbij Clemens Alexandrinus waar deze meedeelt dat koning Hiram van Tyrus zijndochter aan Salomo ten huwelijk gaf zonder dat hij tevens de naam van de prinsesvermeldt2 Hij weet verder dat onder Sidon geheel Phoenicieuml kan worden verstaanhij is zich bewust van de wezensverwantschap tussen Astarte en Venus hij heeftzich een gedetailleerde voorstelling gevormd van de wijze waarop een heidensetempel werd ingewijd Maar dat alles verklaart nog niet waarom Vondel het nodigvond ditmaal deze historische fundering in zijn Opdracht afzonderlijk te vermeldenHet meest waarschijnlijk lijkt mij dat hij opnieuw iets als een verontschuldigingbeoogde ditmaal voor het feit dat hij bij de dramatisering van het Bijbelverhaal veacuteeacutelhad moeten toevoegen dat daarin niet vermeld wordt Wij zullen daarop naderhebben terug te komen en dan tevens zien dat de aard van de mededelingen uit1 Koningen 11 geen andere oplossing toeliet en dat hij bovendien de grootstmogelijke omzichtigheid heeft betracht3 Maar toch verwachtte Vondel blijkbaar hetverwijt dat hij zijn fantasie te veel de vrije loop had gelaten en dus stelt hijdaartegenover bij voorbaat de verzekering dat alles in zijn spel wetenschappelijkverantwoord is
Hoe interessant deze bewijzen van Vondels scrupuleusheid ook zijn dichter tot zijndrama brengen zij ons niet Wegravel is dit het geval met enkele andere opmerkingen uitde Opdracht in het bijzonder de eerste zin lsquoIck brenge nu Koning Salomon op hetheiligh tooneel niet gelijck hy den beloofden Messias in zijne heerlijckheit uitbeeldemaer uit zijnen geluckigen staet in den poel der afgoderye komt te verzinckenrsquo4Want de wijze waarop hier bij het maken van de tegenstelling tussen Salomoszonde en zijn vroegere heerlijkheid de laatste wordt aangeduid roept onwillekeurigherinneringen op aan de ver-
1 WB V pag 376 reg 4-52 Clemens Alexandrinus Stromata I 114 23 Zie beneden pag 46-524 WB V pag 375 reg 1-3
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
16
taling van Du Bartas La Magnificence de Salomon ou seconde partie du quatriemeiour de la seconde Sepmaine die Vondel in 1620 onder de titel De Heerlyckheydvan Salomon1 had uitgegeven De woorden uit de Opdracht zijn als het ware eenecho van die waarmee hij indertijd in het inhouds-overzicht dat hij aan zijn vertalingvooraf deed gaan de strekking van Du Bartas gedicht had samengevat lsquoDe Poeetbeschryft heerlyck in dit boeck de Heerlijckheyd van Salomon de Zone Davids hetafzetzel gedurende zijn wyze regeringe vanden waren Salomon de vrede-VorstIesus Christus de zone Godes en Bruydegom der Kerckenrsquo2 - Verder-op in zijnOpdracht wijst Vondel nog op de tegenstelling tussen Salomos dienen van deafgoden en zijn bouwen van de Tempel en op die tussen de lsquodwaesheitrsquo van zijnouderdom en zijn vroegere wijsheid ter wille waarvan de koningin van Scheba lsquovanhet einde der weereltrsquo naar Jeruzalem gekomen was En dan twijfelen wij niet langeraan het antithetische verband tussen het drama en de vertaling Want in het gedichtvan Du Bartas zijn de grote momenten de bruiloft van Salomo met de prinses vanEgypte culminerend in de beschrijving van de mystiek-symbolische dans waarbijde koning de zon Faraos dochter de maan en aanzienlijke gasten de zevenplaneten uitbeelden3 de bouw van de Tempel het bezoek van de koningin vanScheba Weliswaar wordt het eerste van deze drie momenten niet mede in deOpdracht vermeld maar in het drama zelf blijkt het wel degelijk oacuteoacutek zijn antithetischefunctie te hebben Dit kan geen toeval meer zijn Wij moeten aannemen dat Vondelbewust zijn Salomon opgezet heeft als tegenhanger van De Heerlyckheyd vanSalomon Alle belangrijke motieven die bij Du Bartas dienden om de grootheid vande koning te doen uitkomen keren in de tragedie terug maar verkeerd in hunrampzalig tegendeel en met omgekeerd effect In het hieronder
1 WB II pag 223-2992 WB II pag 231 reg 1-43 Bij dit gedeelte luidt de marginale verduidelijking lsquoDe Zon en de Maen vertoonende inde
aerde Salomon en Pharonida Christus en zijn Kercke inden Hemelrsquo (WB II pag 277)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
17
volgende overzicht heb ik de volgorde aangehouden waarin zij bij Du Bartasvoorkomen
Salomon1De Heerlyckheyd vanSalomon
de liefde van Salomo voorprinses Sidonia oorzaakvan zijn val
harrde liefde van Salomo voorde dochter van Faraosymbool van de liefde vanChristus voor de Kerk
het feestmaal bij deinwijding van de heidense
harrhet bruiloftsmaal met deChristelijk-symbolische
tempel met de heidensesterrendans van Sidonia
dans van dehemellichamen
de bouw van deafgodentempel
harrde bouw van de Tempel
het bezoek van delsquoMoorenlanderrsquo uit Scheba
harrhet bezoek van dekoningin van Scheba
Slechts wanneer wij deze antithetische achtergrond steeds voor ogen houdenkunnen wij de Salomon verstaan zoals Vondel die heeft bedoeld En wij zullen zelfszien dat een bepaalde afwijking van het Bijbelverhaal naar alle waarschijnlijkheidop rekening van deze parallellie moet worden gesteld2In dit verband verdient ook nog een incidentele overeenkomst onze aandacht In
het derde bedrijf van Salomon spreken de leden van de Joodse Raad (het Sanhedrin)tegenover Salomos vertrouweling Sabud het verwijt uit dat de koning tegen Godsuitdrukkelijk verbod in3 een heidense prinses heeft getrouwd Sabud herinnert erhen dan aan dat ook de prinses van Egypte tegen wie zij geen bezwaar makenlsquouit afgodisten stamrsquo geboren is Maar bijna hartstochtelijk wijzen de Raadsliedendeze vergelijking af
Zy dient geen afgodt maer den Godt van AbrahamZy zwoer haer Goden af en Memfis offervierenEn s vaders Priesterdom met al zijn outerdieren4
De opvatting dat de dochter van Farao bij haar huwelijk met
1 Ik grijp hier uiteraard vooruit op de analyse van het drama maar de winst dagravet wij zodoendede Salomon van de aanvang af tegen zijn juiste achtergrond zien weegt mi ruimschootsdaartegen op De enkele dominerendemotieven die hier proleptisch vermeld worden hebbentrouwens nauwelijks een toelichting nodig
2 Zie beneden pag 49-503 Vgl Deuteronomium 7 3-44 WB V pag 413 vs 973-975
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
18
Salomo tot het Jodendom zou zijn overgegaan kan Vondel inderdaad bij sommigecommentatoren hebben gevonden1 Maar is het niet even waarschijnlijk dat hij zeeenvoudig overnam uit De Heerlyckheyd van Salomon waar hij zelf vertaald had
alree de schoone BruytVan dAfgodische Nyl t bevleckt gewaed trock uytIn t wit haer ccedilieren gaet donnoozelheyd2 omgordenEn door t geloove is nu Abrahams zaed geworden3
De parallellie met De Heerlyckheyd van Salomon verklaart ook de gelukkige vondstwaardoor Vondel in de eerste scegravene van zijn drama aan de expositie zowel eenbijzondere nadruk als een ongewone levendigheid wist te verlenen deze scegravene isnamelijk als tegenhanger geiumlnspireerd op het bezoek van de koningin van SchebaMaar daarmee zijn wij toegekomen aan het inhouds-overzicht
Eerste Bedrijf
Ia
a Het is vroeg in de morgen even buiten Jeruzalem in de nabijheid van Salomoslustverblijf Een Wetgeleerde4 is bezig een Moor uit het land van de koningin vanScheba rond te leiden Die Moor is een lsquozwygend personaedjersquo5 gedurende het heleeerste bedrijf staat hij te luisteren en te kijken zonder ook maar eacuteeacutenmaal zelf hetwoord te nemen Maar juist in zijn zwijgen is hij bij uitstek functioneel hij wordtdaardoor de personificatie van het zwijgend verwijt van het verleden aan het hedenImmers hij is uit Morenland gekomen ommet eigen ogen te zien en met eigen orente horen wat indertijd zijn koningin met zulk een bewondering vervuld had dat zijer nooit over uitge-
1 Mededeling van Prof Dr AR Hulst te Baarn2 Onschuld on-zondigheid3 WB II pag 262 vs 573b-5764 Aan het slot van zijn lsquoInhoudtrsquo deelt Vondel mee lsquoEen Wetgeleerde is de Voorredenaerrsquo (WB
V pag 376 reg 18) De hier aangeduide proloog eindigt met vs 33b als de Wetgeleerdede Moor attent maakt op de komst van Benajas
5 In de lijst van lsquoPersonaedjenrsquo (WB V pag 377) komt hij echter niet voor Vondel beperkt zichdaar blijkbaar tot vermelding van de lsquospreeckendersquo personen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
19
sproken raakt Maar de Wetgeleerde kan hem nog slechts de u i t e r l i j k eheerlijkheid van Salomo tonen van de i n n e r l i j k e is niets overgebleven Dat blijktwel uit het feit dat zij hier staan bij de heidense tempel die Salomo zo juist voor deafgoden van zijn vrouwen gebouwd heeft Met afschuw zien de Joden de plechtigeinwijding tegemoet die juist op deze dag zal plaats vindenDe Priesters zijn ontrust wy Wetgeleerden mompelen Men dreight van hier de
stadt en godtsdienst toverrompelen Met valsche en vreemde Goocircn Wy zien tgebouw vast aen En schricken tegens dat de kerckdeur op zal gaen (vs 27-30)De uitleg van deWetgeleerde wordt onderbroken door de komst van de commandantder lijfwacht Benajas met een aantal officieren aan wie hij bevel geeft tot deorganisatie van een luisterrijk spiegelgevecht De bedoeling daarvan is - zoals uitvs 407-411 blijkt - door de aanwezigheid van een groot aantal soldaten beschermingte verlenen aan de voorbereidingen voor de tempelwijding want de Jeruzalemmerszouden wel eens kunnen trachten met geweld deze afgoderij te beletten
Ib
b Daar nadert Ithobal priester van de Sidonische godin Astarte - door Vondel metVenus geiumldentificeerd - en geestelijk raadsman van Salomos favoriete koninginprinses Sidonia Hij schrijdt aan het hoofd van een feestelijke stoet lsquoJongelieden enHofjoffersrsquo (vs 55) die met mirtetakken en rozen de tempel voor de inwijding zullenversieren Wanneer zij vol ijver aan het werk gaan kan de Wetgeleerde zijnverontwaardiging niet langer verkroppen Het komt tot een fel twistgesprek tussenhem en Ithobal waarin de dienst van God en die van Astarte scherp tegenoverelkaar worden gesteld Wij dienen zegt de Wetgeleerde -
Wy dienen eenen Godt een Godtheit die wy kennenWy stellen eenen Godt in top Wie neffens hemEen andre Godtheit eert dien kan JerusalemNiet laten ongevloeckt (vs 136-139a)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
20
Tegenover deze heilige en jaloerse God van Israeumll stelt Ithobal zijn Astarte godinvan de liefde en vruchtbaarheid welwillend en toegeeflijk voor haar dienarenschenkster van het hoogste genot In een prachtige beschrijving van haar marmerentempelbeeld1 tekent hij tevens alle verleidelijkheid van het naakte vrouwenlichaamDe Wetgeleerde ziet achter deze schone schijn echter onmiddellijk de onschonekern
Ghy dient dan ydelijck den Wellust als een GodtEn geeft een vuil gebreck den naem van Astaroth(vs 281-282)
En deze lsquolandtsmetrsquo (vs 300) poogt de koning nu in Israeumll ingang te doen vindenDiep geschokt keert hij met zijn Moorse gast naar Jeruzalem terug om daar hetnieuws te brengen van wat er bij de afgodentempel gebeurt
Ic
c De Rey van Jerusalemmers geeft uiting aan de reactie van de Joden op dit nieuwsZouden zij niet beter doen lsquonaer Egipten En t juckrsquo (vs 303b-304a) terug te kerennu hun land door de afgoderij van de koning niet meer het Beloofde Land magheten Heel het glorieuse en vrome verleden wordt er immers door te niet gedaanHoe is het mogelijk dat God niet toornend ingrijpt
Men raeckt den appel van Godts oogen2Ziet Godt dit koel aen uit den hoogen (vs 345-346)
Tweede Bedrijf
IIa
a Na het vertrek van de Wetgeleerde gaan de Hofjoffers zingend voort met hetversieren van de tempel Koningin Sidonia komt zich in eigen persoon op de hoogtestellen van de voortgang van het werk Ithobal maakt daarvan gebruik om haar teprijzen voor alles wat zij reeds bij
1 Vondel heeft hier blijkbaar een Aphrodite-beeld uit de Oudheid voor ogen gehad (de Aphroditevan Knidos) Alleen de fakkel in Astartes rechterhand past daar niet bij waarschijnlijk is ditattribuut ontleend aan de voorstellingen van Cupido
2 Hetzelfde beeld had Vondel reeds in de Gysbreght van Aemstel gebruikt lsquoWie kloostersraeckt die raeckt den appel van Gods oogenrsquo (WB III pag 553 vs 549)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
21
Salomo heeft bereikt maar tevens om haar te herinneren aan een laatste plicht
Nu hoop ick zultghe zelf en met uw eige hantDen Koning ten altaer geleiden aen zijn zijdeOp dat hy ons Godin zijn offergaven wijdeZoo krijght de godtsdienst hier een vasten voet in t RijckEn ghy een eer waer voor het al de vlagge strijck(vs 393-397)
Sidonia is er echter niet van overtuigd dat dit verstandig zou zijn Het is gevaarlijkte veel ineens te willen zelfs een koning kan de godsdienst niet veranderen zondergevaar voor oproer Maar Ithobal telt deze bezwaren licht Salomo is machtig genoegom zijn wil door te zetten Bovendien vertrouwt de priester op een gelukkig voortekenIndertijd heeft hij een kleurige vlucht vogels zien aanzwermen waarvan de leider -een stralende koningsvogel - neerstreek op de plaats waar nu de tempel staat
Het geurigh kruit wert flucks verslonden van het lichtDer zonne en haren gloet tot groot vermaeck der genenDie hem geleidden en terstont met hem verdwenen(vs 493-495)
Die koningsvogel betekent Salomo de zwerm die hem begeleidde zijn duizendvrouwen1
Dit voorspel noodight u dat ghy de MajesteitMet zijn Princessen bly ten offerbergh geleit2 (vs 504- 505)
Door Ithobals uitleg van dit voorteken bemoedigd laat Sidonia zich tenslotteoverhalen Juist nadert Salomo zij zal meteen proberen of het mogelijk is hem naarhaar wil te zetten
IIb
b Prachtig weet Vondel in deze eerste ontmoeting van Salomo en Sidonia dadelijkte suggereren hoezeer de
1 Vgl 1 Koningen 11 32 Het is stellig Vondels bedoeling geweest dat opgemerkt werd hoe Ithobal bij zijn uitleg het
verbranden van het gras uit vs 493-495 verwaarloost Uit de latere gebeurtenissen valt af teleiden dat dit geduid moet worden als voorteken van Gods toorn over Salomos afgoderij Inverband daarmee krijgt het lsquogroot vermaeckrsquo van de begeleidende vogelzwerm het karaktervan een onjuiste interpretatie door Ithobal in werkelijkheid was het lsquogroote schrickrsquo die devogels zo lsquoterstontrsquo weer verdwijnen deed
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
22
koning onder de zinnelijke bekoring van zijn favoriete staat door hem tot haar tedoen spreken in de hyperbolische trant van de Petrarkistische liefdespoeumlzie Daarbijmoeten wij bedenken dat de toeschouwers voortdurend de verouderde gestaltevan Salomo voor ogen hebben die in tragische tegenspraak is met de jeugdigeminnegloed van zijn woorden
O wellust van mijn bedde o bloessem van mijn hovenMijn licht mijn morgenzon mijn frissche dageraetVerkoeling leschvier brant O hoe verquickt hoe gaetMijn hart op als een roos wanneer ick u aenschouwe(vs 527-530)
Sidonia grijpt onmiddellijk de kans die Salomos verliefde stemming haar biedt omals haar vurigste wens zijn deelname aan het offer voor Astarte te vragen Eerstmaakt hij zich daarvan met een glimlach en een hoffelijkheid af
Ghy zijt gewisselijck de Godtheit van t altaerWaer voor mijn ziel zich buight Ga hene met een schaerVan Koninginnen ga bewieroock uw AstarteWy wijden ugrave alleen het wieroock van ons harte(vs 560-563)
Maar als Sidonia blijft aandringen wordt hij ernstiger Hij kagraven niet aan haar wensvoldoen omdat God dit verbiedt Tegelijkertijd echter tracht hij zijn weigering goedtemaken door een vurige liefdesbetuiging uitlopend op een van demooiste motievenuit zijn Hooglied1 dat hier - als alles in dit stuk - verkeerd is in zijn onheilig tegen-
1 Hoe krachtigh is de Min ja stercker dan de DootGeen water kan mijn gloet en vier en vlammen blussen(vs 605-606)
Vgl Hooglied 8 6b en 7a lsquoWant de liefde is sterk als de dood vele wateren zouden dezeliefde niet kunnen uitblussen ja de rivieren zouden ze niet verdrinken rsquo Dezelfde motievenhad Vondel reeds eerder verwerkt nl in de huwelijksrei na het vierde bedrijf van Gysbreghtvan Aemstel (zie Deel I pag 216) - In zijn liefdesbetuiging erkent Salomo tevens dat Sidonia(al moge zij officieumlel slechts zijn lsquot w e e d e Koninginrsquo zijn nagrave de dochter van Farao vgl vs1506-1508) in zijn hart de prinses van Egypte heeft verdrongen
Maer Sidon trof ons hart met eenen minnepijlNoch minnelijcker dan de Dochter van den Nijl (vs 588-589)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
23
deel Daarmee is hij in principe verloren de hartstocht die uit zijn woorden spreektkondigt de capitulatie reeds aan Voor definitief toegeven wordt hij slechts bewaarddoordat de aanvang van het spiegelgevecht een einde maakt aan zijn gesprek metSidonia Maar zijn laatste woorden zijn een nauwelijks verhulde belofte lsquoWy volgenmenighmael daer ons uw oogen wencken Zijt wel gemoedt rsquo (vs 655-656a)Terecht maakt Sidonia daaruit op lsquoHy luisterde zoo t scheen maer quam tot geenbesluitrsquo (vs 657) Zij twijfelt er dan ook niet meer aan of straks - aan het feestmaalna het spiegelgevecht - zal het haar lukken lsquohem over stach te werpenrsquo (vs 659)
IIc
c De Rey van Jerusalemmers heeft dus alle reden voor zijn weeklacht over hetverschil tussen de Godsheld David en zijn van God afgevallen verwijfde en ontaardezoon Wat baten al diens kennis en wijsheid nu hij enkel nog Sidonia zoekt tedienen
Alle kennis is verlorenKan de Min den Vorst bekoorenDat hy van zijn plicht vervremdtDan regeert geen man den StaetMaer een vrouw in mans gewaet (vs 743-747)
Derde Bedrijf
IIIa
a In het eerste bedrijf was het twistgesprek tussen de Wetgeleerde en Ithobal eensoort voorpostengevecht inleidend tot de eerste ontmoeting tussen Salomo enSidonia Op dezelfde wijze bereidt het derde bedrijf met zijn weergave van deschermutselingen tussen bijfiguren de beslissende dialogen voor die in de vierdeacte zullen volgen - Het feestmaal in Salomos lustverblijf is in volle gang Benajasdie daaraan geen deel neemt omdat hij als bevelhebber van de lijfwacht voor deveiligheid van de aanzittenden moet waken ziet uit de richting van Jeruzalem deleden van het Sanhedrin naderen Hij begrijpt dat zij op
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
24
het laatste ogenblik nogmaals komen aandringen op verbod van de tempelwijdingSnel zendt hij zijn schildknaap naar Sabud Salomos vertrouweling met het verzoekdeze deputatie te komen opvangen en zijn meester voor overlast te behoeden Inafwachting van Sabuds komst staat hij zelf de Raad te woord Reeds uit dit voorlopigegesprek blijkt dat de leden van het hoge college zich niet helemaal op hun gemakvoelen zij zijn er zich van bewust dat deze interventie hun wel eens kwalijk genomenzou kunnen worden Daarom beginnen zij met zich te beroepen op de onrust onderhet volk alsof zij niet zozeer uit eigen beweging gekomen zijn als wel uit politiekenoodzaak Wij moeten immers - zo betogen zij -
naer het volck ons zelfs een luttel voegenHun opspraeck dempen en de burgery vernoegen
(vs 798b-799)
Maar als het gesprek principieumller wordt krijgt hun overtuiging de overhand op hunvoorzichtigheid
IIIb
b Datzelfde herhaalt zich in hun gesprek met Sabud als vertrouweling van dekoning de machtigste man aan het hof Weer beginnen zij met een beroep op degrieven van het volk
Mijn Heer ontschuldigh ons wy levren u de woordenDer burgren over zoo wy die in t uitgaen hoorden(vs 882-883)
Maar ook nu wordt gaandeweg hun houding vaster Tegenover Sabuds vergoelijkingvan Salomos optreden stellen zij met toenemende klem het recht van God en vande Joodse Wet Wat er binnen de muren van het lustverblijf in de vertrekken vande heidense prinsessen gebeurt is tot daaraan toe In het openbaar echter kangeen afgodendienst worden geduld oacuteoacutek niet in de nieuwe tempel
Dees muur bepaelt den dienst geen godtsaltaer maghDan binnen deze poort (vs 983-984a) (smoocken
Even lijkt het of hun religieuse overtuiging hen zal opstuwen tot profetische krachtMaar als Sabud - om dit
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
25
te voorkomen - vrij abrupt het onderhoud afbreekt met de vage en daaromniets-zeggende belofte dat hij op grond van hun bezorgdheid de koning zallsquovermanen Te letten op zijn amptrsquo (vs 1018b-1019a) dan blijken zij toch niet instaat die op te brengen De voorzichtigheid wint het weer van hun principe nu zijterecht voelen dat verdere aandrang tot een openlijke conflict-situatie zou kunnenleiden Zij vragen zelfs niet meer om een onderhoud met Salomo zelf al was ditblijkens hun mededeling aan Benajas (vs 839) het eigenlijke doel van hun komstgeweest Zonder een woord van protest aanvaarden zij hun congeacute lsquoWy gaen HeerSabud help dit werck ten beste keerenrsquo (vs 1023) - Wat Sabud betreft uit hetvervolg van het spel blijkt nergens dat hij zijn toezegging aan het Sanhedrin werkelijknakomt wij mogen daaruit afleiden dat hij ze inderdaad slechts gedaan had om opbeleefde wijze een einde temaken aan een gesprek dat zich in eenminder gewensterichting dreigde te gaan ontwikkelen1
IIIc
c In zijn spanning om de afloop van dit alles roept de Rey van Jerusalemmers deherinnering op aan een vroeger geval van afgoderij uit Israeumlls geschiedeniseveneens gepleegd om vrouwen te behagen Gedurende hun verblijf te Sittimtijdens de omzwerving in de woestijn hadden de Israeumllieten zich door hunMoabitische geliefden laten verleiden tot de dienst van Baaumll-Peor2 Toen echterwaren het jonge mannen die door de wellust tot afgoderij werden gebracht en datmet de dood moesten bekopen
Maer zou de Min die t grijze hairVan Salomon kon zengenHem op t Sidonisch feestbancketVervoeren van der Vadren WetEn oock ten afval brengen (vs 1069-1073)
1 Een dergelijke belofte als voorwendsel om een pijnlijk gesprek te beeumlindigen komt ook inGebroeders voor (zie Deel I pag 287-288)
2 Vgl Numeri 25 1-9 De Rey geeft deze gebeurtenis echter weer naar de versie bij FlaviusJosephus Antiquitates Judaicae Lib IV cap VI 6-12
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
26
Vierde Bedrijf
IVa
a Nu de missie van het Sanhedrin geen enkel concreet resultaat heeft opgeleverdbegeeft de lsquoaertspriesterrsquo (hogepriester) Sadock vergezeld door de Wetgeleerdezich persoonlijk naar het lustverblijf ommet het volle gezag van zijn ambt een laatsteberoep op Salomo te doen Even buiten de stadspoort ontmoet hij de Rey vanJerusalemmers Opgewonden vertelt hun woordvoerder hoe hij in de vermommingvan koninklijk dienaar getuige is geweest van de gebeurtenissen bij het feestmaal1Na het banket heeft Sidonia voor Salomo de sterredans gedanst lsquo en maeldeallengs met trippelen een vlam Gelijck een avondstar2 dat daengename zwieren Hem raeckten aen het hartrsquo (vs 1123b-1125a) Zoacutezeer wist zij daarmee de koningte verrukken dat hij van zijn troonzetel opsprong
omhelstze en roept mijn BruitWel aen nu kies de bloem van al uw wenschen uitEn eisch wat ghy begeert het is u ongeweigert
(vs 1126b-1128)
En toen de prinses antwoordde lsquoBie met ons het wieroock aen Astartersquo (vs 1132b)aarzelde hij zelfs niet lsquoHy stemt het reuckloos toersquo (vs 1133a) Reeds is de koningop weg naar de afgodentempel Sidonia zal hem zo dadelijk volgen lsquoAertspriesterkeer den Vorst en hanthaef Moses Wetrsquo (vs 1135) Diep verontwaardigd en diepverontrust hervat Sadock grimmig zijn onderbroken tocht3
IVb
b Hij treft de koning nog voordat Sidonia - die zich na haar dans voor deinwijdingsplechtigheid moet kleden
1 Deze vermomming herinnert aan die van de bode in het vijfde bedrijf van Gysbreght vanAemstel (zie Deel I pag 187 sub a)
2 De lsquoavondstarrsquo = Venus = Astarte De dans van Sidonia symboliseerde dus de heidense godinin tegenstelling tot de dans bij Salomos huwelijk met de prinses van Egypte (zie ook bovenpag 17)
3 Het motief van de bij voorbaat toegestane wens als beloning voor een dans heeft Vondelzonder twijfel ontleend aan Mattheuumls 14 3-11 waar verteld wordt hoe Salome door haardansen koning Herodes Antipas tot zulk een onvoorzichtige belofte verleidt en dan van hemhet hoofd van Johannes de Doper eist
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
27
(vgl vs 1365-1367) - zich bij deze heeft kunnen voegen In de dialoog die zichtussen hen ontwikkelt keert de situatie uit het vorige bedrijf terug Alleen is hetditmaal de koning die zich niet op zijn gemak voelt1 en Sadock die het gesprekbeheerst Wel motiveert ook hij zijn komst met de onrust onder het volk maar alsSalomo voorwendt niet te begrijpen wat daarvan de oorzaak zou kunnen zijn geefthij in de treffende parabel van het gestrande goudschip (vs 1184-1211a) eenondubbelzinnig antwoord de koning zegravelf is oorzaak van alle beroering want hij ishet goudschip dat
gevaer loopt van te snevenEn schipbreuck in zijn eere en zijn godtsdienstigh levenTe lijden op het zant van wulpsche afgodery
(vs 1208b-1210)
En dan laat Sadock zelfs alle beeldspraak varen Even onomwonden als dringendformuleert hij zijn waarschuwing lsquoEen Vorst ontzie zijn bedt ten dienste Godt tegrievenrsquo (vs 1241) Krachtig gesteund door de Wetgeleerde weert hij elkeuitwijk-poging van de koning af diens antwoord moet ja zijn of neen Het wordtneen Krampachtig houdt Salomo vast aan de belofte die hij Sidonia gedaan heeftlsquoIck staeck mijn opzet niet hoe stout men dit belettersquo (vs 1328) Maar dan geeftSadock blijk van de profetische kracht waarin de leden van het Sanhedrin tegenoverSabud waren tekortgeschoten Hoog richt hij zich op met de ene hand wijst hij naarhet heilige Jeruzalem met de andere houdt hij de koning de bloesem- enamandeldragende staf van Aaumlron voor die sinds het daaraan verrichte wonder opGods bevel bewaard werd lsquotot een teken voor de wederspannige kinderenrsquo2
1 Zijn reactie toen hij de Aertspriester zag naderen was door deWetgeleerde scherp opgemerktlsquoMy dunckt hy deist en schijnt uw aengezicht te schromenrsquo (vs 1145)
2 Vgl Numeri 17 1-11 Uit de woorden van Sadock blijkt dat hij - om aan zijn vermaning meteen tastbaar bewijs van Gods almacht kracht bij te zetten - de staf van Aaumlron inderdaad heeftmeegebracht Anders zou het geen zin hebben dat hij wijst op lsquodeze amandels en levendigeblarenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
28
Daer leit de groote stadt daer Godt zijn zetel zetteHy roept u van zijn troon en Cherubijnen toe1Ick bidde u by dien staf by Arons groene roeDie deze amandels droegh en levendige blarenk Bezweer u by Godt zelf laet toch uw afgodt varenLaet varen dat geen dwaze en dolle vrouwelustU liever zy dan Godt en naem en faem en rust(vs 1329-1335)
Argumenteren doet hij niet meer als vertegenwoordiger van God stelt hij een eislsquoGehoorzaemGodt in ons rsquo (vs 1344a) Tegenover die eis durft Salomo zijn verzetniet langer volhouden Nog even aarzelt hij
Helaes ick voel een storm een onweecircr door mijn zinnenHier buiten dreightme Godt Sidonia daer binnen (vs 1348-1349)
Maar dan onderwerpt hij zich en belooft geen afgodendienst te zullen plegen Hijvraagt zelfs Sadock naar Jeruzalem terug te keren om het volk gerust te stellen2
IVc
c Nauwelijks zijn Aertspriester en Wetgeleerde vertrokken of daar nadert SidoniaBlij spreekt zij de koning aan met de naam die aan hun nieuwe eenheid uitdrukkinggeeft lsquomyn waertste altaergenootrsquo (vs 1364) en nodigt
1 God troonde tussen de twee gouden cherubs op het verzoendeksel van de Ark des Verbonds(vgl Exodus 25 22)
2 Vondel gaat er in deze scegravene van uit dat de dreiging van het grotere kwaad (Salomospersoonlijke deelname aan het wierookoffer voor Astarte) die van het kleinere (de inwijdingvan de afgodentempel) geheel uit de aandacht heeft verdrongen Dat geldt zowel voor Sadockdie uit Jeruzalem vertrokken was om te trachten de tempelwijding tegen te houden maaronderweg van Salomos belofte aan Sidonia had gehoord als voor het volk In zijn gesprekmet de koning neemt de Aertspriester als vanzelfsprekend aan dat het nieuws omtrent dezebelofte inmiddels als een lopend vuur door de stad is gegaan zodat ook daar niemand meeraan de tempelwijding denkt
De mare loopt alree daer binnen langs de stratenDat Salomon den Godt der Vadren heeft verlaten(vs 1280-1281)
Het verhaal van de bode in het vijfde bedrijf blijkt daarmee geheel in overeenstemming NaSadocks geruststellende mededeling (vs 1786-1787a lsquoMijn kinders zijt gerust het onheil isgestuit De Koning hoort naer raet rsquo) stroomt heel Jeruzalem naar de tempel om de hemelte danken lsquoDen hemel die den Vorst gereet om af te wijcken Beschutte en zulck eenvloeck gekeert had van Godts Rijckenrsquo (vs 1803-1804) En als even later het onweer vanGods toorn losbarst wordt de oorzaak daarvan onmiddellijk begrepen lsquoDe Koning heeftverblint den gruwel toegesmoocktrsquo (vs 1825)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
29
hem uit met haar zijn plaats in de gereedstaande offerstoet te gaan innemen Alszij merkt dat Salomo inmiddels weer tot andere gedachten gekomen is ontstelt zijhevig ook al verzacht hij zijn belofte aan Sadock door het te doen voorkomen ofhet slechts om een kort uitstel gaat totdat het volk tot rust is gekomenVerontwaardigd wil zij van geen uitstel horen lsquoWy houden ons aen t geen de Koningeens belooftrsquo (vs 1395) en zet zij alles op alles om toch nog te winnen Terwijl zijin het tweede bedrijf tegenover Ithobal tot voorzichtigheid en lsquolangsaemheitrsquo riedslaat zij nu tot het andere uiterste over Zij is diep gekwetst in haar vrouwelijke trotszij weigert te aanvaarden dat Sadock meacuteeacuter op Salomo zou vermogen dan zij Omhet tegendeel te bewijzen aarzelt zij niet zelfs haar positie op het spel te zetten
Volhardt dan by uw Wet in leven en in stervenGhy kunt mijn offer ick uw bedgenootschap dervenEn sta bereit het Rijck te ruimen met mijn stoet(vs 1436-1438)
Tevergeefs tracht Salomo haar met zachte woorden en betuigingen van liefde tekalmeren Steeds heftiger worden haar verwijten waarbij zij er zelfs toe komt hemvoor de voeten te werpen lsquoZoo wert mijn groene jeught besteet aen grijze hairen Mijn lente aen wintersneeuw mijn bloem aen dorre blarenrsquo (vs 1512-1513)Woedend en schreiend en wanhopig staat zij voacuteoacuter de koning - in haar opwindingmooier en begeerlijker dan ooit maar bijna voor hem verloren Dat is meer dan hijverdragen kan Opnieuw valt hij ten prooi aan een hevige tweestrijd
Hoe beeft mijn hart Wat raet Ick drijf verbaest1 in t middenVan Godt en afgodt Och wien staet my aen te bidden(vs 1564-1565)
Maar Sidonias tranen winnen het tenslotte kiest hij de afgod Tegelijkertijd echterprobeert hij Gods toorn te
1 Ontsteld verbijsterd
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
30
bezweren met een gebed dat aandoenlijk wordt door de naiumlviteit waarmee hij zichin zijn angst vastklampt aan een sofisme waaraan hij na zijn gesprek met Sadockzelf niet kan hebben geloofd
Vergeef het Salomon mijn Schepper och de MinDe vrouweliefde doet my struickelen en dolenUitwendigh maer het hart aenbidt u in t verholenUw wijze Godtheit keer zich aen geen hantvol smoocksWy wijden u het hart en niet een luttel roocksMijn Schoone zijt gerust hoe weentghe dus verbolgenMijn Schoone geef gehoor ick zal uw offer volgen(vs 1575-1581)
Onmiddellijk glimlacht Sidonia door haar tranen heen en is weer enkel minnaresSamen sluiten Salomo en zij zich aan bij de offerstoet die naar de tempel trekt
IVd
d De nu volgende scegravene van de heidense tempelwijding is kennelijk in de eersteplaats bedoeld geweest als lsquovertooningrsquo Vondel geeft slechts de tekst van de daarbijgezongen liederen maar zoacute dat het verloop van de plechtigheid er uit te volgen is- Wanneer de stoet voor de gesloten poort van de tempel gekomen is wekt Ithobalop tot blijdschap en dans en vooral tot zang
Nu heft der Goden lofzang aenZoo zal de tempel opengaen (vs 1618-1619)
Het is Sidonia die deze lofzang inzet misschien door de anderen daarin gevolgdLangzaam openen zich onder dit zingen de deuren Op de drempel offert Ithobaleen paar onbevlekte duiven en zwaait het gouden wierookvat Dan geeft hij hetwierookvat over aan Sidonia die het op haar beurt aanbiedt aan Salomo
Tast aen o bloem van JesseEn smoock nu te gelijckMet my voor dees GodesseHet wieroock in uw Rijck (vs 1644-1647)
Uit het gesprek van Sabud en Benajas in de eerste scegravene van het vijfde bedrijfkunnen wij opmaken hoe de reactie
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
31
van de koning is Hij wordt doodsbleek tot driemaal toe wijkt hij vol afschuw vanhet aangeboden wierookvat terug Maar Sidonia laat niet af
Wat schricktghe mijn BemindeTast aen wat maeckt u blooTast aen mijn eensgezindeMen eert ons Goden zoo (vs 1648-1651)
En wij zullen ons moeten voorstellen dat zij bij dit lsquozoorsquo de hand van de koning grijpten aan de ketting van het wierookvat brengt waarna zij dit haastig een paar keerheen en weer zwaait
Wy wieroocken te gaderU met dit wieroockvatO Godtheecircn treedt ons naderEn zegent hof en stadt (vs 1652-1655)
Nauwelijks is zij uitgesproken of een geweldige donderslag barst los de bliksemzet de hemel in vuur een storm loeit razend om de tempel en blust alle fakkels enlampen uit1 In panische schrik vlucht Salomo weg
Godts gramschap berst met donder uit de luchtWaer heen gevloden waer gevlught(vs 1659-1660)
IVe
e Ontzet is de Rey van Jerusalemmers getuige van dit lsquoonweder van gramschaprsquo2het bewijs van s konings val Weeklagend bedrijven zij rouw om wat gebeurd is enom wat nu onvermijdelijk volgen zal
O Sion schrey geheele plassenBestroy uw hooft met stof en asschenTreck haire boetkleecircn aen als wyGeen blyschap zy
Rontom noch binnen uwe wallenDe kroon is van uw hooft gevallen
1 Vondel heeft ongetwijfeld een realistische nabootsing van dit plotselinge noodweer op hettoneel bedoeld
2 Deze term gebruikt Vondel in zijn lsquoInhoudtrsquo (WB V pag 376 reg 11)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
32
De wijze Koning leit er toeDe taeie roe
Des hemels dreight u fel van bovenGodts gramschap roockt gelijck een ovenHoe blusschen wy haer voncken tochOch och och och(vs 1661-1672)
En zij vergelijken Salomo - de Wijze - met die andere leider van Israeumll - de Sterke- die ook door vrouwenlist en zinnenlust ten val kwam Simson Maar Simson wistzich tenminste te wreken door zichzelf megravet Gods vijanden onder het puin van dedoor hem omvergerukte tempel te bedelven Salomo echter is daarvoor te laf tezwak
Vijfde Bedrijf
Va
a Het is later op de avond Sabud en Benajas bespreken samen wat er gebeurdis De laatste is diep onder de indruk
Den Koning wert de kroon en krans van t hooft gesmetenDe wieroock en het vat gekloncken uit de hantHet schijnt of Godt vergramt alree den wraeckboogh spantMen neem het hoe men wil dit kan geen heil beduiden(vs 1736-1739)
Door de schrik is in de hoveling de Israeumlliet weer wakker geworden het offeren doorSalomo noemt hij een schandelijke daad een lsquolasterstuckrsquo (vs 1764) Maar Sabudglijdt luchthartig over het gebeurde heen en wil er vooral niet te veel betekenis aanhechten Als Benajas deze nacht maar goed wacht laat houden zodat deopgewonden Jeruzalemmers lustverblijf en afgodentempel niet kruinen overvallenkomt alles wel terecht
Vb
b Als Benajas vertrokken is om zich van deze opdracht te kwijten komt een bode- lsquoDrie muren afgegleecircn met hulpe van de koorde Om t hof te melden hoe hetbinnen is gesteltrsquo (vs 1780-1781) - aan Sabud berichten
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
33
wat zich in Jeruzalem zelf heeft afgespeeld Na zijn terugkeer van het lustverblijfhad Sadock dadelijk het volk gerustgesteld door mededeling van Salomos belofteniet aan het afgodenoffer te zullen deelnemen
Het onweecircr van de stadt ging daetlijck op dat zeggenGelijck een zomervlaegh en buy op t water leggen (vs 1791-1792)
Heel de stad stroomde naar de tempel om God te danken en te eren Detempelzangen klonken op men begon met bloemen en groen lsquoaltaer pilaer enmuur en binnetranssenrsquo (vs 1811) te versieren En toen ineens donder ennoodweer Gods toorn Dadelijk begreep ieder wat er gebeurd moest zijn lsquoDe Koningheeft verblint den gruwel toegesmoocktrsquo (vs 1825) Het toegestroomde volk werdrazend van woede en angst en afschuw tevergeefs beijverden Sadock en zijnpriesters zich om de orde te herstellen - Zelfs de luchthartige Sabud komt bij ditverhaal eindelijk onder de indruk Hij begrijpt dat de toestand veel ernstiger is danhij had gemeend En evenals daar straks bij Benajas komt nu ook bij hem de Israeumllietin de hoveling boven lsquoo Godt bescherm den tempelrsquo (vs 1839b) - Maar de bodevervolgt zijn verhaal Toen plotseling verscheen de stokoude profeet Nathan deleermeester van Salomo in de tempel En het werd dadelijk stil de profeet zouGods woord spreken Nathan maande het volk tot rust geen oproer en geenvolkswraak Zelf zou hij in naam van God de koning gaan bestraffen begeleid dooreen deputatie uit de burgerij om daarvan getuige te zijn De stoet is al op weg naarhet lustverblijf
Vc
c De bode vertrekt Op dat ogenblik verschijnt Salomo - die zich voor het onweervan Gods toorn in een spelonk verborgen had (vs 1750) - weer in of bij zijnlustverblijf verwilderd en verdwaasd bezeten door een dodelijke angst die hemzonder samenhang vragen en bevelen dooreen doet mengen en hem onvatbaarmaakt voor de geruststellende woorden van Sabud
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
34
Vd
d Zo vindt Nathan hem als deze met de Rey van Jerusalemmers - de deputatie uitde burgerij - het lustverblijf bereikt Prachtig is de inzet van zijn strafprofetie vol vanpersoonlijke smart om de ondergang van zijn geestelijke zoon
Helaes mijn zoon heb ick u hierom opgetogenGekoestert in mijn schoot met welck gelaet en oogenIn welck een droeven schijn en anders dan hy plaghAenschouwt u Nathan och in uwen ouden daghZijt ghy dat Salomon de grootste Vorst van allenHoe komt ghy uit den troon ter aerde neecircrgevallen(vs 1887-1892)
Maar die deernis kan Gods straf niet tegenhouden van onderdeel tot onderdeelkondigt Nathan haar aan Salomos rampzalig voorbeeld zal gretig worden nagevolgdGodsafval en afgoderij zullen hoogtij vieren in Israeumll tot in Jeruzalem toe Hetkoninkrijk zal door buitenlandse vijanden worden bestookt burgeroorlog zal het intwee delen doen uiteenvallen uiteindelijk zal het Noordelijk deel door de Assyrieumlrshet Zuidelijk (met Jeruzalem) door de Babylonieumlrs overweldigd worden Maar ookde Koninginnen die Salomo hebben verleid zullen niet ongestraft blijven de rijkenvan haar vaders gaan eveneens restloos ten onder - Zwijgend en gebroken keertSalomo zich om en gaat het lustverblijf binnen Het gordijn valt over het rouwbeklagvan de Rey van Jerusalemmers
Och och t is tijt gestorvenHelaes wy zijn bedorven1Hoe leit de Wet deur t voorbeeltVan Salomon veroordeelt2 (vs 1957-1960)
1 In het verderf gestort2 Deze weeklacht is g eacute eacute n reizang met keer en tegenkeer (en vaak ook een toezang) zoals
na de vier voorafgaande bedrijven Zij is bedoeld als een korte afsluitende nabeschouwingdoor de Rey naar het voorbeeld van Sophocles en Euripides men vergelijke het slot vanElektra (WB III pag 705 vs 1583-1586) van Koning Edipus (WB VIII pag 939-940 vs1810-1822) van Ifigenie in Tauren (WB X pag 306 vs 1549-1556) en van Feniciaenscheof Gebroeders van Thebe (WB X pag 544 vs 1921-1922)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
35
Aanhangsel
Dewitte bladen die achter zijn treurspel overbleven vulde Vondel met drie gedichtenLastmans Offerstaetsi van Listren (WB V pag 451-453) Op M Kretzers Ste MarieMagdalene door Titiaen geschildert (WB V pag 454-455) Geboortezang aenGregorius Thaumaturgus mijnen Geboorteheiligh (WB V pag 258-259) Het eersteis gewijd aan een schilderij van Pieter Lastman waarop uit de geschiedenis vanHandelingen 14 8-18 het moment is uitgebeeld dat Paulus en Barnabas die wegensde genezing van een kreupele door de bevolking van Lystra voor goden wordenaangezien de menigte bezweren hun geacuteeacuten offer te brengen Ook het tweede versbeschrijft een schilderij ditmaal een kopie van Marten Kretzer naar een in Vondelstijd aan Titiaan toegeschreven voorstelling van Maria Magdalena na haar bekeringDe Geboortezang tenslotte is een gebed door Vondel op of omstreeks zijn zestigsteverjaardag (17 november 1647) gericht tot zijn geboorte-heilige - De toevoegingvan juist deze gedichten aan de Salomon mag zeker niet als willekeurig wordenbeschouwd De door Lastman in beeld gebrachte geschiedenis is immers detegenhanger van die uit de tragedie tegenover het negatieve voorbeeld van Salomostelt zij het positieve van Paulus en Barnabas
Maer zie om hoogh hoe t heiligh paerMet woorden handen en gebaerVan zulck een gruweloffer ystEn Offermans en schaeren wystNaer Godt wiens eere altaren passen (vs 67-71)
Op dezelfde wijze is de bekeerdeMaria Magdalena de positieve pendant van Sidonia
t Godvruchtigh wezen en gelaetDie mont en borsten waert gekustBekooren niemant dan met lustTot Godt en IESUS nu verhooght (vs 32-35)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
36
En in de Geboortezang ziet Vondel zijn vers als een wierookoffer (vs 8b-10 lsquoontfang mijn Boortedicht In uwe goude schael vol reucken En offer het voor sLams gestoelt rsquo) waardoor dit gebed tot een tegenhanger van het wierookofferaan Astarte wordt Even verder erkent hij dat zijn gevorderde leeftijd hem nietvrijwaart voor de verleidingen van deze wereld
Terwijl ick hier noch strijde en staOp schiltwacht reede alle oogenblickenTontworstelen het zielgevaer
Van s weerelts zorghelijcke stricken (vs 16-19)
Daarom heeft hij de hulp en de voorbede van zijn geboorteheilige nog voortdurendnodig
Geluckigh zijnze die voor t entMet vleesch noch bloet niet gaen te radeNoch dit vergangklijck element (vs 42-44)
Tegen de achtergrond van de Salomon verlenen de geciteerde regels aan het versonwillekeurig het karakter van een gebed om bewaard te blijven voor eenouderdomsval als die van Salomo Ik beschouw het trouwens helemaal niet alsonwaarschijnlijk dat zij inderdaad tegen die achtergrond ontstaan zijn op 17november 1647 was Vondel immers ongetwijfeld reeds bezig met de voorstudie ofzelfs met het schrijven van zijn tragedie1
Uit ons overzicht blijkt dadelijk dat de dualiteit van goed en kwaad zoals deze metde Joseph in Egypten haar intrede in Vondels dramas had gedaan2 ook aan deSalomon ten grondslag ligt Weer staan twee werelden tegenover elkaar die vanhet geloof en die van het heidendom Evenals in de Joseph in Egypten kenmerktzich ook ditmaal het heidendom door zijn
1 De keuze van de verzen uit dit aanhangsel mag dus niet zonder meer verklaard worden uiteen voorliefde van het echtpaar Joost Baeck en Magdalena van Erp voor Rooms-Katholiekegedichten of uit lsquoeen poging van den bekeerden Vondel om ook zijn vrienden in zijn geluk tedoen deelenrsquo zoals Sterck veronderstelt vgl JFM Sterck Oorkonden over Vondel en zijnkring (Bussum 1918) pag 141
2 Zie Deel I pag 383-384
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
37
toegeven aan de zinnelijke wellust Maar tegelijkertijd handhaaft Vondel de uitbreidingvan de dualiteit van twee personen tot twee groepen zoals wij die reeds in Peteren Pauwels en in Maria Stuart hebben leren kennen1 En hij differentieert die groepenweer op dezelfde zorgvuldige wijze door steeds aan beide kanten parallel-figurentegenover elkaar te stellenAan de kant van het geloof is Sadock de dominerende figuur krachtig bijgestaan
door de Wetgeleerde Tegenover hem staat Sidonia op haar beurt gesteund doorde heidense priester Ithobal Hoezeer de aertspriester en de prinses inderdaad dehoofdvertegenwoordigers zijn van de beide antagonistische groepen blijkt uit dewanhopige uitroep van Salomo lsquoHoe kan men Sadock en Sidonia behagen Alteffens Wie van bey zal Salomon gebiecircnrsquo (vs 1569-1570) - Op een minderprincipieel plan volgen dan aan de ene zijde de leden van het Sanhedrin aan deandere Sabud en Benajas De eersten zijn overtuigde aanhangers van de Wetmaar uit hun wijze van optreden blijkt dat zij zich behalve door hun geloof toch ooklaten leiden door hun voorzichtigheid Omgekeerd steunen de beide hovelingen metovertuiging de koning maar hun reactie na de catastrofe doet uitkomen dat zij inde grond van hun hart behalve hoveling toch ook nog gelovige zijn - Tenslottevertegenwoordigt de Rey van Jerusalemmers de grote massa der Joden op deachtergrond zoals aan de andere kant de Sidonische Hofjoffers dat voor die derheidenen doen2 - Ondanks het grotere aantal personen blijkt Vondel bij zijn gradueledifferentiatie van de beide dualiteitsgroepen in wezen dus toch dezelfde driedelingte hebben toegepast als in Peter en Pauwels en in Maria Stuart zij het in het laatstegeval enigszins verschoven ten gunste van de Schotse koningin3
1 Zie Deel I resp pag 401-404 en pag 434-4372 Aan de versiering van de afgodentempel nemen behalve de Hofjoffers ook lsquoJongeliedenrsquo
deel (vs 55) Bij de inwijdingsplechtigheid in de laatste scegravene van het vierde bedrijf blijkt uitde woorden van Ithobal (vs 1615) en Sidonia (vs 1622) dat al Salomos heidense koninginnenin de stoet aanwezig zijn De Hofjoffers ontlenen haar vertegenwoordigende functie slechtsaan het feit dat zij van deze groep-op-de-achtergrond de enige lsquospreeckende personaedjenrsquozijn
3 Zie Deel I pag 402 404 en 437
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
38
De profeet Nathan staat buiten - of liever boven - deze groepen Zijn functie in detragedie is die van de lsquodeus ex machinarsquo die aan het einde het alles-beslissende ofalles-verklarende woord van God komt spreken zoals de aartsengel Gabrieumll ditdeed in Hierusalem verwoest Neptunus in Palamedes Rafaeumll in Gysbreght vanAemstel en Ursuls geest in Maeghden1 Maar terecht heeft L Simons er op gewezendat Nathans optreden niet is lsquodat van den Deus ex machina ldquopour le besoin de lacauserdquo maar geheel in overeenstemming met overlevering en stofrsquo2 Met anderewoorden Vondel is er in geslaagd de verschijning van deze figuur zoacute natuurlijk enwaarschijnlijk te maken dat aan iets wonderbaarlijks zelfs niet meer wordt gedachtHet is een feit dat even onze aandacht verdient Want na Maeghden had Vondelin het slotbedrijf van zijn dramas - behalve in Leeuwendalers dat als intermezzoen niet-tragedie buiten beschouwing kan blijven - stelselmatig de lsquodeus ex machinarsquovermeden Ongetwijfeld heeft het voorbeeld van Sophocles Elektra daartoebijgedragen Maar ik meen dat wij hier ook verband moeten leggen met eenalgemene tendens in de ontwikkeling van de Renaissancistisch-klassicistischetragedie in West-Europa Was men er op voorschrift van Aristoteles oorspronkelijkvan uitgegaan dat daarin het wonderbaarlijke (bovennatuurlijke) niet mochtontbreken gaandeweg won steeds meer de overtuiging veld dat deze regelonverenigbaar was met de nograveg dwingender eis van de w a a r s c h i j n l i j k h e i d daarom werd voor de tragedie - niet voor het epos - van het wonderbaarlijkeafgezien3 Niet alleen sluit Vondels praktijk nauwkeurig bij deze ontwikkeling aanmaar tegen deze achtergrond begrijpen wij ook dat een lsquodeus ex machinarsquo in delsquonatuurlijkersquo gestalte van Nathan voor hem de bekoring moet
1 Zie Deel I resp pag 76-77 115-116 188 en 2562 L Simons Vondels dramatiek II (in WB III) pag 1023 Vgl R Bray Formation de la doctrine class pag 232-239 Vgl ook Vossius Institutiones
poeumlticae (1647) Lib II cap XV 4-5 lsquoVeteres tragici plurimugravem fabulam solvebant permachinam scenicam egrave qua Dii loquebantur Sed opera danda est ut solutio fabulae potiugravesex ipsacirc fiat fabulacirc quagravem per machinamrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
39
hebben gehad van een momentele overwinning op een onoplosbaar theoretischprobleemVeel belangrijker dan de plaats van Nathan is echter die welke Salomo in de
structuur van het drama inneemt Daarin namelijk ligt de essentieumlle vernieuwingdie het Vondel mogelijk maakte de dualiteit als grondmotief te handhaven en tochhet al te statische karakter te vermijden waardoor Peter en Pauwels en Maria Stuartin dramatisch opzicht zo weinig bevredigend waren uitgevallen In deze beide stukkenmaakten de hoofdpersonen niet alleen deel uit van een der dualiteitsgroepen maarwaren zij er zelfs de voornaamste vertegenwoordigers van Dit bracht mee dat hunstandpunt vanaf het begin gefixeerd was Niets van wat er gebeurde kon hen aanhet aarzelen of twijfelen brengen de marteldood bevestigde slechts deonwrikbaarheid van hun overtuiging Zodoende ontbrak er echter een eigenlijkei n z e t bij de strijd tussen de twee antagonistische groepen het bleef bij eenprincipieel-theoretische botsing die niet tot een verandering in de kern-situatie konleiden Maar in de Salomon is er wegravel een inzet en die inzet is de koning zelf Hierbehoort de hoofdpersoon niet langer tot een van de dualiteitsgroepen in de meestletterlijke zin staat hij er tussen in Met beide heeft hij verbindingen maar geen vanbeide kan hem tot de haren rekenen Hij heeft reeds te veel aan zijn heidensevrouwen toegegeven om door de Joden niet als bijna-verloren te worden beschouwdmaar nog te weinig om Sidonia en Ithobal tevreden te stellen Vandaar dat de eerstenalles op alles zetten om hem terugraveg te winnen en de laatsten om hem vollegravedig aanhun kant te krijgen De situatie is dus als volgt
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
40
De dramatische voordelen van dit nieuwe opstellings-schema zijn evident Doordatde hoofdpersoon tussen de partij van het geloof en die van het ongeloof in staatvoldoet hij vanzelf aan de eis dat hij noch eenzijdig goed noch eenzijdig slecht magzijn Ten gevolge daarvan kunnen zijn lotgevallen - overeenkomstig de regel - bijde toeschouwers zowel lsquoschrickrsquo (om zijn zonde en de gevolgen daarvan) alslsquomedoogenrsquo (vanwege de sympathie die naar hem blijft uitgaan) opwekkenBovendien kan de lsquoexitus infelixrsquo die volgens Vossius als de meest geeigende afloopvan een tragedie moest worden beschouwd1 nu zonder bezwaar volledig in zijnrechten worden hersteld Omdat de hoofdpersoon niet - zoals in Peter en Pauwelsen in Maria Stuart - tevens de voornaamste vertegenwoordiger van de Godspartijis impliceert zijn ondergang niet langer een (naar Vondels conceptie onmogelijke)principieumlle nederlaag van de geloofsgroep in plaats van schijnbaar - een marteliedie in wezen een overwinning is - kan de lsquoexitus infelixrsquo hier dus reeumlel zijn Dit brengtop zijn beurt weer mee dat er plaats komt voor de lsquoagnitiorsquo en de lsquoperipeteiarsquo dehoofdpersoon gaat tenslotte zijn zonde inzien en wordt door de Goddelijke strafvoor de rampzalige consequenties daarvan gesteld Op al deze punten kon Vondeldus dank zij de nieuwe plaats van de hoofdfiguur zijn drama in overeenstemmingbrengenmet zijn verbeterd inzicht in de dramatische theorie en de eisen die daardoorwerden gesteldMaar ook in ander opzicht betekent deze verandering winst Zij doorbreekt het
statische karakter van de dualiteit dat zowel Peter en Pauwels als Maria Stuartgekenmerkt had2 en maakt weer een dynamisch verloop van de handeling mogelijkdoordat er nu werkelijk een beslissing moet vallen Bovendien is de aard van deafloop niet langer aprioristisch bepaald zodat de dramatische spanning toeneemtTenslotte wordt ook de eenheid van handeling er aanzienlijk door versterkt In de
twee voorafgaande dualiteitsdramas was
1 Zie Deel I pag 122 Zie Deel I pag 409 en 439
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
41
het handelings-aspect zozeer op de achtergrond geraakt1 dat de opeenvolgendescegravenes vaak meer naast of tegenover elkaar stonden dan dat zij bijdroegen tot hetcontinueuml verloop van eacuteeacuten dominerend gebeuren In Salomon kan dit laatste weerwegravel het geval zijn omdat het handelings-aspect er opnieuw centraal is gesteld Eenkorte recapitulatie doet dit dadelijk uitkomen In het eerste bedrijf krijgen wij doorde monoloog van de Wetgeleerde en zijn twistgesprek met Ithobal een duidelijkinzicht in de gespannen situatie en de oorzaken daarvan De tegenstelling tussende beide groepen wordt in het tweede bedrijf nog verscherpt door Ithobals opdrachtaan Sidonia om te trachten Salomo tot persoonlijke deelname aan het wierookoffervoor Astarte over te halen haar eerste poging brengt aan het licht hoe groot dekans is dat zij daarin zal slagen In het vierde bedrijf volgen dan de beslissendemomenten snel op elkaar het verhaal van (de woordvoerder van) de Rey overSidonias sterredans na het feestmaal en Salomos belofte aan haar de grote dialoogvan de koning en Sadock onmiddellijk gevolgd door die met Sidonia detempelwijding met het afgoden-offer Daarna bereiden de eerste scegravenes van hetvijfde bedrijf de komst van Nathan voor die in zijn strafprofetie aan de - uitgestelde- lsquoperipeteiarsquo gestalte geeft Het volgt inderdaad alles logisch op en uit elkaar geenvan deze scegravenes zou zonder schade voor de duidelijkheid van het geheel kunnenworden gemistBij deze korte samenvatting van de gang van zaken heb ik echter met opzet het
derde bedrijf buiten beschouwing gelaten De gesprekken van het Sanhedrin metBenajas en Sabud brengen immers niet alleen de ontwikkeling van de handelingniet verder maar onderbreken die zelfs En ook voor een goed begrip van de situatiehebben wij ze niet nodig de enkele aanvullende details die zij brengen zijn welinteressant maar zeker niet essentieel De derde acte heeft in de structuur vanSalomon dus blijkbaar een andere functie en in overeenstemming daarmee
1 Zie Deel I pag 405 en 439-440
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
42
een ander karakter dan de vier overige bedrijven Welke functie en welk karakterIk meen dat het antwoord op deze vragen moet luiden het karakter van eenintermezzo en de functie om de tijdsruimte te overbruggen waarin het feestmaalplaats vindt dat aan het slot van het tweede bedrijf nog beginnen moet en bij deaanvang van het vierde geeumlindigd is Dat feestmaal is voor het verloop van dehandeling van primaire betekenis omdat Sidonias sterredans en Salomosoffer-belofte er rechtstreeks mee samenhangen Een abrupte overgang van desituatie vograveograver naar die van nagrave het banket zou aan die betekenis tekort hebben gedaanBovendien eiste de regel van de waarschijnlijkheid dat voor een belangrijkegebeurtenis die verondersteld werd zich achter de schermen af te spelen toch eenadequate tijd werd uitgetrokken omdat anders de toeschouwers ze niet als werkelijkzouden willen aanvaarden1 Nu Vondel het feestmaal-zelf niet op het toneel wildebrengen2 moest hij dus in ieder geval de suggestie wekken dat het inderdaad plaatsvond (ter wille van de belangrijkheid) egraven dat het voldoende tijd had om plaats tevinden (ter wille van de waarschijnlijkheid) Het eerste bereikt hij door in het gesprekvan het Sanhedrin met Benajas enkele malen te doen uitkomen dat inmiddels hetbanket aan de gang is (vs 752-753 789 840) Voor het tweede heeft hij behoefteaan een intermezzo hij moet immers een voor het feestmaal redelijke tijdsduur opde een of andere manier vullen En hij doet dit door terug te grijpen op hetstructuurprincipe van zijn vroegere dualiteitsdramas Hij maakt van deze gelegenheidgebruik om ook in Salomon een differentieumlring binnen de groepen aan te brengenen het vrijwel absolute standpunt van hun voornaamste vertegenwoordigers in debijfiguren te relativeren Het gemis aan
1 Vgl R Bray Formation de la doctrine class pag 255-2572 Naar de reden kunnen wij uiteraard slechts gissen Een banket- en dansscegravene zou echter in
de eerste plaats een lsquovertooningrsquo zijn geworden Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat Vondelze juist daarom vermeden heeft te meer omdat de plechtigheid bij de tempelwijding aan hetslot van het vierde bedrijf eenzelfde karakter had Cumulatie van dergelijke lsquovertooningenrsquozou aan de aandacht voor de grond-idee van zijn drama afbreuk hebben kunnen doen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
43
profetische kracht bij de leden van het Sanhedrin herinnert aan de manier waaropin Peter en Pauwels Petronel en Plautil en in Maria Stuart Kenede en Burgon zichin de bedoeling van God konden vergissen de doorbraak van het geloof bij dehovelingen Benajas en Sabud vertoont overeenkomst met de wijze waarop in Peteren Pauwels Cornelia en de Aertsofferwichelaer ondanks hun heidendom toch niethelemaal los bleken van het goede en waarop in Maria Stuart Melvin ondanks zijnProtestantisme oprecht aan zijn meesteres was gehecht1 Zo komen wij dus tot deconclusie dat het intermezzo van het derde bedrijf voor de structuur van Salomoninderdaad functionele betekenis heeft maar dat de daarin voorkomende discussieseerder behoren tot de dramatische periode die Vondel had afgesloten dan tot denieuwe die hij bezig was in te zetten
De nieuwe structuur die Vondel in Salomon toepast heeft in tweeeumlrlei opzichtconsequenties die ook voor de interpretatie van Lucifer betekenis zullen blijken tehebben Daarom is het wenselijk er hier wat uitvoeriger op in te gaan dan anderswellicht nodig zou zijn geweestDe eerste is dat de hoofdpersoon een aarzelende in wezen zw a k k e
persoonlijkheid moet zijn Wij hebben al opgemerkt dat de plaatsing van dehoofdfiguur tussen de beide dualiteitsgroepen diens karakter vanzelf inovereenstemming brengt met de eis lsquotusschen deughdelijck en gebreckelijck denmiddelwegh (te houden)rsquo Maar in de structuur van een dualiteitsdrama is dezeplaats slechts mogelijk wanneer hij daar de i n z e t vormt om wie de principieumllestrijd tussen de partij van het goed en die van het kwaad wordt gevoerd zijntussenpositie impliceert zijn passiviteit en zijn onmacht om tot een beslissing tekomen Immers zodra hij zich sterk zou tonen en een bewuste keus doen zou hijhet smalle niemandsland tussen de twee dualiteitsgroepen verlaten en voluit toteacuteeacuten van beide gaan behoren Daardoor zou hij in principe weer eenzijdig goed ofeenzijdig
1 Zie Deel I pag 402 en 436
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
44
slecht worden terwijl bovendien de statische situatie uit Peter en Pauwels en MariaStuart zou terugkeren Zolang voor Vondel het dualiteitsprincipe bij de opzet vanzijn tragedies het uitgangspunt blijft is er dan ook geen andere oplossing mogelijkde lsquomiddelweghrsquo van de hoofdpersoon berust op diens k a r a k t e r z w a k h e i d -Hoezeer dit in Salomon inderdaad het geval is wordt ons eerst goed duidelijkwanneer wij de tweestrijd van Salomo vergelijken met die van David in Gebroeders1David aarzelt aan Gods eis te voldoen omdat zijn menselijk gevoel vanrechtvaardigheid zich tegen de terechtstelling van de Saulidische prinsen verzetmaar na ernstige overweging van alle kanten van het probleem komt hij tenslottebewust en zelfstandig tot een principieumlle beslissing Bij Salomo is van zulk eenprincipieumlle beslissing evenmin sprake als van een zelfstandige keus Het gaacuteaacutet bijhem niet om principes niet om geloof of heidendom niet om de keuze tussen lsquoGodten afgodtrsquo (vs 1565a) op dagravet plan wordt de strijd slechts over zijn hoofd heen doorde twee dualiteitsgroepen gevoerd Hij zelf wordt enkel gedreven door twee angstenangst voor de eventuele straf van God en angst voor het eventuele verlies vanSidonia Daarom durft hij noch naar de ene noch naar de andere kant een beslissingnemen Telkens weer laat hij zich leiden door de omstandigheden of door de drangvan een sterkere figuur En zijn uiteindelijke lsquokeusrsquo wordt bepaald door het feit datSidonia de laatste is die voacuteoacuter de offerplechtigheid invloed op hem kan uitoefenenDe tweede consequentie waarop ik doelde is de volgende de plaats van de
hoofdpersoon in het niemandsland tussen de beide groepen veronderstelt eensituatie waarin deze zich wel van God heeft afgekeerd (anders zou hij behoren totde partij van het geloof) maar nog niet zoacute ver dat zijn afval als definitief beschouwdmoet worden (anders zou hij behoren tot de partij
1 Zie Deel I pag 269-272 299-300 en de analyse van het drama op pag 275-290 Hettweestrijds-motief komt ook voor in Maeghden en in Leeuwendalers (vgl Deel I resp pag251 en 481) maar neemt daar een veel minder belangrijke plaats in Wel kan wordenopgemerkt dat er noch bij Attila noch bij Lantskroon sprake is van enige karakterzwakheid
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
45
van het kwaad) Dit komt er op neer dat God hem in zijn zonde een zekere margelaat zolang de limiet daarvan niet wordt overschreden is er niets onherroepelijksgebeurd en kan alles zich nog ten goede keren Waacuteaacuter deze limiet ligt is echter niettevoren bekend zodat elke stap die verder van God afvoert een nog hachelijkeronderneming wordt dan de vorige Het is aan deze marge dat de strijd om dehoofdpersoon zijn zin ontleent zoals de ene partij alles op alles zet om hem van delaatste noodlottige stap te weerhouden zo tracht de andere even hardnekkig hemdaartoe te bewegen Evenzeer als de karakterzwakheid van de hoofdfiguur is dusde marge die hem door God wordt vergund bij de nieuwe opzet van Vondelsdualiteitsdramas een structurele noodzakelijkheid - Zo zien wij dan ook dat bij deaanvang van het drama Salomo reeds in verschillende opzichten zwaar tegen Godheeft gezondigd Hij heeft in strijd met het gebod (Deuteronomium 7 3-4) heidensevrouwen ten huwelijk genomen hij heeft er in toegestemd dat zij haar afgoden trouwbleven hij heeft zelfs voor die afgoden een tempel laten bouwen Even lijkt het ofwij de openbare en feestelijke inwijding van de tempel als Godslimiet moetenbeschouwen maar ook dat blijkt tenslotte nog niet het fatale punt Want ook daarinbepaalt Salomos afgodendienst zich nog tot het passieve hij laat die toe en bevordertdie maar zonder er persoonlijk aan deel te nemen Eerst wanneer hij dit bij hetwierookoffer voor Astarte wegravel gaat doen dwz zodra hij a c t i e f afgoderij pleegtoverschrijdt hij de limiet Maar dan is ook dadelijk zijn afval definitief enonherroepelijk zodat de noodlottige gevolgen daarvan niet meer te vermijden zijn
Vondel geeft tweemaal duidelijk aan hoe hij zijn drama geinterpreteerd wil zien Inde Opdracht aan Joost Baeck zegt hij lsquo de wijsheit van dit Goddelijck Orakel [=Salomo] wiens dwaesheit namaels de gantsche weerelt ten spiegel diende omdoor Salomons onstantvastigheit tot stantvastigheit in den wettigen godtsdienstopgeweckt te wordenrsquo1 De geschiedenis van
1 WB V pag 375 reg 15-18
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
46
Salomos val is dus een waarschuwend voorbeeld wie meent te staan zie toe dathij niet valle Want als dit zelfs met Salomo gebeuren kon die zozeer Gods vrienden Gods dienaar was geweest hoeveel te meer geldt het dan voor de lsquogewonersquomens - Nog duidelijker wordt de strekking uitgesproken in het spel zelf Zij wordtdaar in de mond gelegd van de profeet Nathan aan het slot van zijn strafprofetieDoor deze plaats krijgt zij niet alleen een bijzondere nadruk maar ook een min ofmeer zelfstandig karakter Ook buiten de context behouden de bewuste versregelshun volle waarde zij vormen een s e n t e n t i e die zelfs zonder meer alsemblematisch epigram onder een plaat had kunnen staan waarop Salomo tijdenszijn wierookoffer voor Astarte werd afgebeeld
De dertle Wellust kreegh door list de Wijsheit onderWie Godt verlaet en eert den Wellust boven GodtVerbeurt zijn kroon en wort zijn vyants schimp en spot(vs 1928-1930)
De zinduiding is hier bepaacuteaacutelder dan in de Opdracht Er wordt niet in het algemeentegen lsquoonstantvastigheit in den wettigen godtsdienstrsquo gewaarschuwd maar tegenGodsafval als gevolg van het toegeven aan de wellust De geschiedenis van Salomosval is een universele vermaning tegen het universele gevaar dat wellust en zinnelijkegebondenheid het winnen van de liefde en de vrees voor God met alle rampzaligegevolgen van dienAan het karakter van Salomon behoeft dus niet te worden getwijfeld Over het
intermezzo van Leeuwendalers heen zet de reeks van exemplarisch-emblematischedramas die met Gebroeders begonnen was zich nog steeds voort
Er is nog een laatste punt waarbij wij even moeten stilstaan1 Op het eerste gezichtlijkt het of Vondel in zijn Salomon wel
1 Ik heb voor dit gedeelte gebruik gemaakt van de desbetreffende passage in een voordrachtdie ik op 26 maart 1956 voor de leerlingen van de Haagse School voor Taal- en Letterkundehield De Bijbel in Vondels dramatiek Vossius lsquogoude regelsrsquo in Vondels praktijk van 1640-1650(opgenomen in De Bijbel in de Literatuur - Den Haag 1957 - pag 83-99)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
47
heacuteeacutel vrij met de sobere Bijbelse gegevens is omgesprongen en daaraan meacuteeacuter heefttoegevoegd dan verenigbaar mag heten met de lsquogoude regelrsquo die hij aan Vossiushad ontleend lsquot geen het [= Gods boeck] niet zeit spaerzaem te zeggenrsquo1 In 1Koningen 11 vinden wij immers noch Prinses Sidonia vermeld noch het wierookoffervoor Astarte noch Gods toorn in het plotselinge noodweer noch de profeet Nathannoch de beroering in Jeruzalem - terwijl deze in het drama stuk voor stuk vanessentieumlle betekenis zijn Moeten wij daaruit afleiden dat Vondel de middelste vanVossius drie regels heeft opgegevenIk meen dat het antwoord op deze vraag - ondanks de schijn van het tegendeel
- toch ontkennendmoet luidenWel kan ik mij niet helemaal aan de indruk onttrekkendat Vondel de lsquospaerzaemheitrsquo ten opzichte van wat lsquoGods boeck niet zeitrsquo gaandewegwat soepeler en vrijer is gaan interpreteren dan hij aanvankelijk deed maw dathij het onvermijdelijke compromis tussen de eisen van de tragedie en die van deBijbel op de duur - en reeds hier in de Salomon - enigszins ten gunste van de eersteheeft verruimd Maar daarbij dient dan een sterke nadruk te worden gelegd op hetwoord lsquoenigszinsrsquo Want bij nadere beschouwing blijkt ook in dit drama het principevan Vossius met veel meer zorg te zijn toegepast dan een oppervlakkige vergelijkingmet het Bijbelverhaal zou doen vermoedenOm te beginnen dienen wij er ons rekenschap van te geven dat 1 Koningen 11
de geschiedenis van Salomos val niet alleen heel summier vertelt maar ook in bijuitstek generaliserende vorm Alles wordt er algemeen gehouden en blijftdientengevolge vaag Er is sprake van lsquozijn vrouwenrsquo van lsquonawandelen van afgodenrsquo(van welke er een viertal worden genoemd) van het bouwen van meacuteeacuterdere (kleine)heiligdommen van een door God aangekondigde straf zonder dat wordt aangegevenhoe of door wiens intermediair God Zich met de koning in
1 Zie Deel I pag 272
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
48
verbinding stelt Het spreekt vanzelf dat op dergelijke a l g eme n e gegevens geentragedie kan worden gebouwd Een dramamoet immers een concrete geschiedenisuitbeelden a l s g e b e u r e n d met alle details van personen en omstandighedenwelke daarbij behorenWaarschijnlijk zal Vondel - zoals hij dat ook voor Gebroeders en zijn beide
Joseph-spelen had gedaan1 - allereerst Flavius Josephus hebben geraadpleegdom te zien of deze hemmeer concrete gegevens bood dan de Bijbel In het algemeenwerd hij daarin echter ditmaal teleurgesteld Slechts op eacuteeacuten punt vond hij een kleineaanvulling Over de aankondiging van de straf zegt Flavius Josephus lsquoAd eumitaque statim posthaec vates accedit a Deo missus rsquo2 Dat is inderdaad eenwaarschijnlijke interpretatie van het Bijbelse lsquoDaarom zeide de Here tot Salomo rsquoen Vondel maakte er dan ook dankbaar gebruik van Alleen was voor zijn dramalsquoeen profeetrsquo eigenlijk nog te vaag daar moest het liefst een concrete een bepaacuteaacuteldeprofeet zijn Hij koos daarvoor Nathan die ook bij de zalving van Salomo tot koningeen belangrijke rol had gespeeld (vgl 1 Koningen 11 32-40) en die bovendien deenige profeet is wiens naam door de Bijbel in verband met Salomo wordt genoemdVoor het overige had Vondel zijn eigen weg te gaan Uit de generaliserende
aanduidingen van het Bijbelverhaal - samenvatting van een hele r e e k s niet nadergepreciseerde afzonderlijke gebeurtenissen - moest hij eacuteeacuten zeer bepaald en zeerconcreet geval afleiden dat kon dienen als illustratie voor alle Daartoe was eenk e u z e uit de verschillende mo g e l i j k h e d e n die in de Bijbelse samenvattingbesloten liggen noodzakelijk Zo worden daar in verband met Salomos afval vierafgoden genoemd Astarte (Astoacutereth) Milkom Kamos en Molech3 Vondel kiestAstarte En het is duidelijk waarom hij juist deze
1 Zie Deel I resp pag 267-268 307-308 en 378-3792 Antiquitates Judaicae Lib VIII cap VII 53 De Vulgaat heeft in plaats van lsquoMilkomrsquo ook lsquoMolochrsquo zodat er daar slechts drie afgoden
worden genoemd
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
49
koos Zij is immers de godin van de wellust en daarmee symbool van de zinnelijkegebondenheid die Salomo van God afvoert Als de koning moet kiezen tussen zijngeloof en zijn liefde dan gaat het niet alleen in letterlijke maar ook in figuurlijke zinom de keuze tussen God en Astarte Wij kunnen zelfs nog verder gaan In figuurlijkezin impliceert het kiezen van Astarte oacuteoacutek Salomos toegeven aan de wensen vanzijn andere heidense vrouwen die andere afgoden aanbaden Vondels keus blijktdus een beperking die symbolisch tevens naar de andere gevallen van Salomosafgoderij verwijstAstarte is de godin der Sidonieumlrs deelt het Bijbelverhaal mee Er volgt uit dat in
dit speciale geval Salomo gedrevenmoet zijn door liefde voor een Sidonische vrouwdaarmee is feitelijk Prinses Sidonia reeds als favoriete voor de Astarte-episodegegeven De Bijbel noemt haar wel niet maar zij wordt er stilzwijgend verondersteldEn Vondel is er bij de keuze van haar naam kennelijk op uit geweest zo weinigmogelijk uit eigen fantasie toe te voegen lsquoSidoniarsquo wil immers niets anders zeggendan lsquovrouw uit Sidonrsquo - en in deze zin leverde de Vulgaat-tekst hem rechtstreekshaar naam1 Slechts voor een nadere concretisering van deze figuur maakte Vondelgebruik van de resultaten van zijn studie die hem in haar een dochter van dePhoenicische koning Hiram van Tyrus deden veronderstellen2Van de afzonderlijke afgoden-tempeltjes maakt Vondel eacuteeacuten grote tempel voor de
gezamenlijke afgoden3 Het is niet onmogelijk dat dit berust op zijn interpretatie vande Vulgaattekst4 of op een door hem geraadpleegde commentaar Maar of hij zichal dan niet van een afwijking bewust was in ieder
1 III Reg XI 1 lsquoRex autem Salomon adamavit mulieres alienigenas multas filiam quoquePharaonis et Moabitidas et Ammonitidas Idumaeas et Sidonias et Hethaeasrsquo
2 Zie boven pag 153 Vgl vs 1593-1594 lsquoNu wijdt hier bly van harte Den tempel aller Goden inrsquo Uit vs
1597-1599 1618 1620 1633-1639 1644-1647 1651 en 1654-1655 valt af te leiden datVondel gedacht heeft aan een tempel met een hoofdaltaar voor Astarte (de godin van defavoriete) en zij-altaren (in kapellen) voor de andere afgoden
4 III Reg XI 7 lsquoTunc aedificavit Salomon fanum Chamos idolo Moab in monte qui est contraJerusalem et Moloch idolo filiorum Ammonrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
50
geval heeft hij hier de bedoeling gehad de tegenstelling met de bouw van Godstempel in Jeruzalem te accentueren en scherp te doen uitkomen hoe zowel Salomosglorie als zijn schande culmineren in een tempelbouw1 Bovendien bereikte hij opdeze manier dat het wierookoffer van de koning voor Astarte t e v e n s een erenvan de andere afgoden kon betekenen waardoor opnieuw werd aangesloten bij depluraliteit in het Bijbelverhaal Het is in dit verband zeker niet toevallig dat Sidoniawanneer zij de hand van Salomo het wierookvat doet zwaaien tot tweemaal toeeen meervoudsvorm gebruikt
Tast aen mijn eensgezindeMen eert ons Goden zooWy wieroocken te gader
U met dit wieroockvatO Godtheecircn treedt ons naderEn zegent hof en stadt (vs 1650-1655)
In het drama spitst zich alles toe op dat wierookoffer waarvan de Bijbel niet gewaagtIs dit dus enkel fantasie van Vondel Tot op zekere hoogte natuurlijk wel zijn tragedieeiste nu eenmaal een concreet culminatiepunt Maar bij de keuze daarvan zien wijhem weer met de uiterste omzichtigheid te werk gaan lsquoSed colebat SalomonAstarthenrsquo zegt de Vulgaat (vs 5a) wat vertaald kan worden met hij vereerdediende aanbad haar Wat ligt meer voor de hand dan dat dit het brengen van offersimpliceert Opnieuw laat Vondel dus allerminst de vrije loop aan zijn fantasie alzijn details stelt hij vast met voortdurende inachtneming van de gegevens die deBijbel hem exof impliciet verschaftEn het noodweer dan waarin de toorn van God zich openbaart op het ogenblik
dat Salomo het wierookoffer brengt Hier kan Vondel er zich inderdaad niet opberoepen dat ook dit detail uit de Bijbelse gegevens viel af te leiden Maar moetdeze uiting van Gods toorn niet als w a a r s c h i j n l i j k worden beschouwd En dewijze waarop deze zich manifesteert steunt
1 Zie ook boven pag 17
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
51
weer rechtstreeks op Bijbelplaatsen als Ezechieumll 13 13 en vooral 2 Samueumll 22 8en 14-16 (ook voorkomend in dezelfde verzen van Psalm 18)
Toen daverde en beefde de aarde de fundamenten des hemels beroerdenzich en daverden omdat Hij ontstoken was De Here donderde vande hemel en de Allerhoogste gaf zijn stem En Hij zond pijlen uit enverstrooide ze bliksem en verschrikte ze En de diepe kolken der zeewerden gezien de gronden der wereld werden ontdekt door het scheldendes Heren van het geblaas des winds van zijn neus
Zodoende blijft er nog slechts eacuteeacuten punt over Vondel stelt het voor alsof de strafvan God Salomo treft ter wille van dit eacutene geval - terwijl in de Bijbel die straf hetgevolg is van een hele reeks van dergelijke zonden en dus niet naar aanleiding vaneacuteeacuten incidentele gebeurtenis wordt uitgesproken Hier echter dwongen de beperkingen de concretisering de dichter hun consequenties te aanvaarden op straffe vanhet ineenstorten van heel zijn drama in het laatste bedrijf Wij zagen trouwens dathij getracht heeft zoveel mogelijk ook de andere afgoderijen van Salomo bij zijnuitbeelding van diens val te betrekken Sidonia en Astarte mogen nog zozeer op devoorgrond staan op de achtergrond spelen wel degelijk ook de andere heidensevrouwen en haar afgoden mee In vs 1349-1350 klaagt Salomo
Hier buiten dreightme Godt Sidonia daer binnenEn t vrouwetimmer dat zoo veel op my vermagh
Nog duidelijker blijkt dit uit de woorden waarmee hij voor de woede en de tranenvan Sidonia capituleert
Hoe weent die schoone ziel wie kan haer tranen zienAl was zijn hart van steen Neen neen ick ly dit nimmerNoch hael op my den haet van al het vrouwetimmerVan duizent vrouwen elck de braefste Koningin(vs 1571-1574)
Vondel is dus in Salomon veel dichter bij de lsquogoude regelsrsquo van Vossius geblevendan oppervlakkig het geval schijnt Niet op t geen Gods boeck n i e t zeit is zijndrama gebouwd maar
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
52
op t geen Gods boeck s t i l z w i j g e n d zeit dwz op alles wat het Bijbelverhaalimpliciet suggereert of vooronderstelt
De betekenis van Salomon ligt in de eerste plaats in de wijze waarop Vondel er inis geslaagd de structuur van zijn drama te vernieuwen en met behoud van hetstatische dualiteitsprincipe toch een dynamisch verlopend geheel te verkrijgenZonder deze vernieuwing zou de Lucifer eenvoudig ondenkbaar zijn geweestMaar ook afgezien daarvan valt er in Salomon veel te bewonderen Wij hebben
al geconstateerd dat er - wanneer wij het intermezzo van het derde bedrijfuitzonderen - inderdaad vaart in het drama zit Bovendien zijn de typeringen vande bijfiguren bijzonder raak vooral in hun onderlinge tegenstellingen Tegenoverde strakke gestrengheid van de Wetgeleerde komt het opportunistisch hedonismevan de heidenpriester Ithobal voortreffelijk tot zijn recht Het tekort aan geloofskrachtbij de leden van het Sanhedrin krijgt relieumlf door het profetische optreden van Sadockin een nog veel moeilijker situatie als hij niet tegenover hovelingen staat maartegenover de koning zelf De figuur van Sidonia is niet alleen volkomen verantwoordmaar treft ons door de typische lsquovrouwelijkheidrsquo van haar reacties en strijdmiddelenEn ook Salomo zelf in zijn tweezijdige gebondenheid en daaruit resulterendetweezijdige angst is in psychologisch opzicht meesterlijk getekend1 een hoogtepuntwordt hier bereikt in het even tragische als naieve sofisme waarmee hij tracht bijzijn capitualatie voor Sidonia de dreigende toorn van God te bezweren2 Tenslotteuit mijn citaten is al gebleken dat Vondel in dichterlijk opzicht voortdurend een hoogpeil weet te bereiken en te handhaven Dat dit poeumltisch aspect minder opvalt dande nieuwe structuur moet worden toegeschreven aan het feit dat de inzinking vanPeter en Pauwels
1 Ook hier is het Vondel echter niet te doen om een volledige psychologische karakteristiekvan de hoofdpersoon en volstaat hij met de aspecten daarvan die noodzakelijk zijn om devertoonde g e s c h i e d e n i s werkelijk te verstaan Zie Deel I pag 19-20
2 Zie boven pag 30 sub IV-c de aldaar geciteerde versregels 1575-1581
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
53
en Maria Stuart geacuteeacuten betrekking had op Vondels verskunst zodat in dit opzicht inplaats van vernieuwing slechts continuiumlteit valt waar te nemenDoor dit alles staat de Salomon met ere aan het begin van deze vierde periode
in Vondels dramatische ontwikkeling tevens de eerste periode van zijnmeesterschap waarvan de hoogtepunten worden gevormd door de Lucifer en deJeptha
Naschrift
Het hoofdstuk over de Salomon was reeds gezet toen de heer J van der Steen teUtrecht in een doctoraal-scriptie enkele belangrijke nieuwe gegevens aan het lichtbracht In de zg Leuvense Bijbel (1548) die in de verbeterde uitgave van 1599lange tijd de RK standaardtekst in de volkstaal is gebleven kon Vondel III RegXI 7 uit de Vulgaat (zie boven pag 49 laatste alinea en noot 4) aldus weergegevenvinden lsquoDoen timmerde Salomon eenen tempel Chamos den afgod van Moabopden berch die teghen Jerusalem is ende Moloch den afgod der kinderen vanAmmonrsquo Bovendien blijkt deze tempelvoorstelling ook voacuteoacuter 1648 in de schilderkunstvrij algemeen te zijn geweest zodat Vondel in dit opzicht dus bij een traditie aanslootVan der Steen wijst in het bijzonder op twee schilderijen uit het Rijksmuseum Salomooffert aan de afgoden van Willem de Poorter (waarschijnlijk uit diens Amsterdamseperiode van 1631-1633 cat nr 1898) en Afgoderij van Koning Salomo van SalomonKoninck (uit 1644 cat nr 1375-A 1) Tempel Venusbeeld altaar en wierookvatkomen op beide schilderijen voor evenals een vrouwenfiguur die kennelijk als defavoriete van de oude koning is bedoeld In het algemeen komt Vondels voorstellinghet meest met die van De Poorter overeen al zijn er ook verschillenVerder wees Prof Dr WJMA Asselbergs mij op de Bijbelcommentaar waarvan
Vondel gebruik gemaakt zou kunnen hebben de Brevis explicatio sensus litteralisSacrae Scripturae optimis quibusque auctoribus per epitomen collecta (Keulen1630) van de Italiaanse Jezuiumlet Johannes Menochius (1575-1655) Deze tekent bijJud II 13 aan dat onder de namen Astaroth en Astarte lsquocolebatur aut Venus autDiana aut Luna etcrsquo (vgl boven pag 15) bij III Reg III 1 dat de dochter van Faraobij haar huwelijk met Salomo waarschijnlijk tot het Jodendom is overgegaan (vglboven pag 17-18) en bij III Reg XI 11 dat de straf aan Salomo werd aangekondigdlsquoper prophetam aliquemrsquo waarbij echter niet Nathan maar Ahia als mogelijkheidwordt genoemd (vgl boven pag 48)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
54
Hoofdstuk IILucifer1654
Een recente vondst van Prof Dr W Gs Hellinga heeft aan het licht gebracht datVondel reeds in maart 1648 met de voorstudie voor zijn Lucifer bezig geweest ofbegonnen moet zijn Hellinga vond namelijk onder de papieren van Vossius eenLibellus memorialis complectens quos libros alliis dederim utendos (Hss van deRemonstrantse Kerk in bruikleen bij de UB te Amsterdam III H 40) eenaantekenboekje dus waarin Vossius de boeken noteerde die hij uitleende Voormaart 1648 worden daarin - in haastig en slordig schrift - twee boeken op naam vanVondel gesteld1 Bij nader onderzoek naar deze boeken waarvan de titels uiteraardslechts summier worden aangegeven bleekmij dat het gaat om 1 Josephus AnglesFlores theologicarum quaestionum in secundum librum Sententiarum2 (Leiden
1 Een facsimile van deze aantekening - die na het terug-ontvangen van de boeken weerdoorgestreept werd - vindt men bij het artikel van W Gs Hellinga Het Athenaeum en deanderen op pag 16 van IH van Eeghen W Gs Hellinga en H de la Fontaine Verwey Hetillustere begin van het Athenaeum (Amsterdam 1957) Aangezien hij wist dat ik met de Luciferbezig was is Hellinga echter niet op de betekenis van deze vondst voor het Lucifer-onderzoekingegaan maar heeft hij de verwerking daarvan aan mij overgelaten Ik betuig hem voor dezeeven genereuse als vriendschappelijke geste ook op deze plaats mijn hagravertelijke dank - Naveel moeite ben ik er in geslaagd een exemplaar van de beide genoemde - thans uiterstzeldzame - boeken te achterhalen en te raadplegen De resultaten van dit onderzoek hoopik binnen afzienbare tijd in een afzonderlijk artikel bekend te maken In dit hoofdstuk heb ikdie resultaten voor zover zij voor mijn betoog betekenis hebben verwerkt zonder er uitvoerigerop in te gaan dan in dit verband nodig was
2 Bedoeld worden Sententiarum libri quattuor van Petrus Lombardus (plusmn 1100-plusmn 1160)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
55
1595) en 2 JG Stuckius De angelis angelicoque hominum praesidio atque custodiameditatio (Zuumlrich 1595) Bij de eerste titel tekende Vossius nog aan lsquov d ubi deAngelisrsquo waaruit blijkt dat het Vondel ook in dit boek allereerst om de Engelen-leerte doen was Er is dan ook geen twijfel mogelijk of Vondel heeft deze beide boekente leen gevraagd of gekregen met het oog op de Lucifer Hij moet dus onmiddellijkna de voltooiing van Salomon - misschien zelfs nog daarvoacuteoacuter - begonnen zijn metde voorbereidende arbeid voor zijn nieuwe drama BH Molkenboer blijkt dusvolkomen gelijk te hebben wanneer hij in de voortreffelijke inleiding van zijnLucifer-uitgave voor de Zwolse Herdrukken opmerkt lsquovan toen [= 1648] tot 1654waarin de Lucifer verscheen vloeide geen enkel gedicht van eenigen omvang uitVondels penrsquo1 en deze geringe productiviteit toeschrijft aan de concentratie vanvrijwel al diens aandacht op het nieuwe treurspel dat hij onder handen hadTevens echter doet Molkenboer in een lsquomerkwaardig betoogrsquo2 duidelijk uitkomen
dat het hoofdmotief reeds een lange voorgeschiedenis had gehad lsquode grondgedachtevan zijn treurspel heeft Vondel van zijn vroegste dichterjeugd vervuldrsquo3 DeLucifer-conceptie is langzaam in hem gegroeid naarmate hij steeds weer getroffenwerd door het veelvuldig voorkomen van opstandspogingen in de Bijbel zowel alsin de Oudheid in het verleden zowel als in de eigen tijd En bijna altijd vond hij voordie opstanden dezelfde grondoorzaak s t a e t z u c h t dwz de begeerte van debetrokkene naar een hoger lsquostaetrsquo dan hem rechtens toekwam naar meacuteeacuter dus danGod hem had
1 Vondels Lucifer uitgegeven door Dr NA Cramer opnieuw verzorgd door BH MolkenboerOP 7de druk (Zwolse Herdrukken nr 34 Zwolle 1935) pag XLVII - Molkenboers inleidingverscheen voor het eerst in de 4de druk (1917) maar werd sindsdien geregeld bijgewerkt Ikciteer steeds naar de laatstverschenen druk van 1935 en duid in het vervolg deze uitgaveaan als Luc-Molk
2 De uitdrukking is van J Koopmans in zijn waarderende bespreking van Molkenboers nieuweinleiding in De Nieuwe Taalgids XII (1918) pag 155
3 Luc-Molk pag XIII Het is de eerste zin van de paragraaf Het Lucifer-motief in Vondels werkpag XIII-XXXV Deze paragraaf heeft MSB Kritzinger geiumlnspireerd tot zijn studie Dieopstands-motief by Vondel (Pretoria 1930) zoals hij meedeelt op pag 59 noot 2 van ditboek
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
56
toebedeeld Dat laatste maakt van de staetzucht in wezen ontevredenheid jegensGod en Vondel ziet dan ook het verzet dat daaruit voortkomt evenzeer tegen Hemgericht als tegen de rechtstreeks aangevallene Zo wordt dus elk wederrechtelijkgrijpen naar macht of eer een herhaling of liever een lsquovoortzetting van Luciferseerste weerspannigheidrsquo1 Luciferisme De opeenvolgende plaatsen in Vondels werkdie Molkenboer aangeeft2 sluiten iedere mogelijkheid tot twijfel aan de continuiumlteiten de groei van deze gedachte uitUit Molkenboers overzicht valt verder af te lezen dat het tussen 1640 en 1650
vooral de strijd van het Engelse Parlement en de Puriteinen tegen koning Karel I isgeweest die Vondel als Luciferisme verfoeide Bij de bespreking van Maria Stuartzijn wij met deze afschuw reeds even in aanraking geweest wij hebben toenopgemerkt lsquoDoor partij te kiezen voacuteoacuter Maria en tegen Elisabeth bestrijdt hij indirecttevens Cromwell en verdedigt hij Karel I De goddelijke oorsprong van het gezagwas voor hem onaantastbaar onderdanen die zich vergrepen aan de kroon vanhun wettige vorst beschouwde hij op grond daarvan als in opstand tegen Godrsquo3Het bericht dat Karel I op 30 januari 1649 onthoofd was moet Vondel dan ook heftighebben geschokt religieusmisschien nogmeer dan politiek In felle verontwaardiginggrijpt hij naar de pen en schrijft een epigram Op den Vader-moort in Groot Britaniedat als plano-druk werd verspreid en waarin Cromwell rechtstreeks als eenvermomming een reiumlncarnatie van Lucifer wordt aangeduid
Vermomde LUCIFER had door zijn ParlementDen Heer het Swaert ontrukt de Kerk en t Hof geschent
En dat gesalfde Hooft naet bloedigh tzamenrottenGekocht van Judas bloet den droessem van de Schotten4
1 Luc-Molk pag XXX2 In Deel I pag 73 noot 2 wees ik op een plaats in Hierusalem verwoest waar het
Lucifer-motief eveneens voorkomt maar die door Molkenboer niet wordt vermeld Kritzingernoemt ze wegravel Die opstands-motief pag 63
3 Zie Deel I pag 416 Vgl ook B van den Eerenbeemt C s s R Vondel en Engeland inVondelkroniek VI (1935) pag 56-69 113-131 156-170
4 lsquoGekocht van Judas nakomelingen (= verraders) het uitschot van de Schottenrsquo De Schottenhadden namelijk Karel I aan het Parlement uitgeleverd
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
57
Als hy de moortbyl klonk1 door s Koninghs Hals en KroonSoo bouwt het Helsche Heir in t Engelsch Rijk2 zijn troon3
Ik twijfel er dan ook niet aan of het zijn de gebeurtenissen in Engeland geweestdie voor Vondel a a n l e i d i n g waren om het Luciferisme naar zijn satanisch wezente gaan uitbeelden en het lsquorampzalige voorbeelt van Luciferrsquo op het toneel te brengenlsquoten spiegel van alle ondanckbare staetzuchtigenrsquo4 Reeds in de eerste maandenvan 1648 hadden zij er hem toe gebracht zich te verdiepen in de omvangrijke studiedie voor de uitvoering van zijn plan nodig was de onthoofding van Karel I zal hemmet nog grimmiger vastbeslotenheid daaraan hebben doen voortwerken Bij dezechronologie past ook het vierregelig gedichtje dat Vondel schreef op het portret datJan Lievensz omstreeks deze tijd van hem maakte en dat in 1650 - als titelprent -werd opgenomen in de uitgave van zijn Poeumlzy De laatste regel daarvan luidt lsquoMenvat uit s Dichters print wat treurspel hy wil dichtenrsquo5 Er kan hier niet aan een andertreurspel worden gedacht dan aan de Lucifer En dan spreekt Vondel het dus uitdat hij aan het einde van 1649 of het begin van 1650 - de datering van het gedichtjestaat niet helemaal vast - reeds zoacute van zijn grote tragedie vervuld was dat het aande gelaatsuitdrukking op zijn portret merkbaar moest zijn lsquoWil dichtenrsquo wijst er opdat hij nog steeds bezig was met de conceptie maar suggereert toch een laterstadium dan dat van de eerste voorstudiesDe samenhang tussen de gebeurtenissen in Engeland en de Lucifer is ook aan
een van Vondels tijdgenoten niet ontgaan Te Winkel6 heeft de aandacht gevestigdop een merkwaardig
1 Sloeg2 In de dubbele zin van lsquoRijk der Engelsenrsquo en lsquoRijk der Engelenrsquo De laatste betekenis legt
rechtstreeks verband met de opstand van Lucifer die zijn troon trachtte te vestigen in dehemel
3 WB V pag 4764 Beide uitdrukkingen zijn ontleend aan de Opdracht van het treurspel WB V pag 604-605
resp reg 18 en 155 WB V pag 4996 J te Winkel De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde2 deel IV (Haarlem 1924)
pag 260 noot Men vergelijke ook wat Te Winkel opmerkt op pag 258
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
58
26-regelig rijm Tegen Vondels Lucifer dat in 1658 opgenomen werd in debloemlezing Apollos Harp (pag 154) maar ongetwijfeld reeds bij het verzet tegende opvoeringen van Vondels tragedie in 1654 in omloop zal zijn gebracht1 Deanonieme schrijver hekelt daarin met felle Bijbelse vergelijkingen Vondels opzet omlsquoden troon van t drymael heilig lichtrsquo te besluiten lsquoin een Rijmkistrsquo die vervolgenslsquoop het boos toonneelrsquo weer ograventsloten werd
Quansuys tot stichtelijke LeerOp dat hy England gae te keer
Intussen mag men uit deze samenhang zeker n i e t de conclusie trekken dat deLucifer geheel of gedeeltelijk dient te worden beschouwd als een hekelende politiekeallegorie op de staatsgreep van Cromwell De gebeurtenissen in Engelandculminerend in de onthoofding vanKarel I hebben slechts k a t a l y s e r e n d gewerktZij gaven Vondel de stoot die hij nog nodig had om te besluiten aan zijn conceptievan Lucifer als oer-type van alle staetzucht - een conceptie die reeds eerder in hemleefde - gestalte te geven De politieke interpretatie van het drama die in de vorigeeeuw zo ijverig werd bedreven is sedertdien geheel losgelaten Reeds Molkenboerkon opmerken dat de kwestie lsquopolitieke allegorie of nietrsquo als lsquoniet meer aktueelrsquomocht worden beschouwd omdat niemand meer lsquode overeenkomsten met destaatsgrepen van den Zwijger Cromwell en Wallenstein even scherpzinnig alstreffend door Jonckbloet van Lennep Cramer ea aangewezenrsquo als de kern en deeigenlijke strekking van het stuk beschouwde2 En tegenwoordig aanvaardt elkeLucifer-onderzoeker dat Vondel niet een bepaacuteaacutelde staatsgreep heeft willen hekelenmaar iegravedere onwettige greep naar de macht niet eacuteeacuten staetzuchtige opstandelingmaar agravelle lsquowederspannige geweldenaers waer van oude en jonge historieumln getuigenrsquo3
1 Zie voor dit verzet beneden pag 65-662 Luc-Molk pag XXXVII3 Reg 20-21 van de Opdracht (WB V pag 605)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
59
En de lsquojonge historienrsquo (dwz de geschiedenis van zijn eigen tijd) confronteerdenVondel heus niet alleen met de koningsmoord in Engeland De 40 regels van zijnrequisitoir tegen De monsters onzer eeuwe1 zijn niet enkel tegen Cromwell en dePuriteinen gericht maar oacuteoacutek tegen Richelieu (die in 1638 Maria de Meacutedicis uitFrankrijk verbannen had zodat zij drie jaar later lsquoverdruckt en armrsquo in Keulen stierf)oacuteoacutek tegen de moeder van Sultan Ibrahim (die in 1649 haar zoon door de Janitzarenhad doen verworgen) oacuteoacutek tegen Willem II (die in 1650 een aanslag op Amsterdamhad beproefd) oacuteoacutek tegen de Christen-vorsten van Europa die het door de Turkenbedreigde Kreta aan zijn lot overlieten En de Turken zelf die erfvijanden van hetChristendom2 over wier opdringen Vondel al zo lang verontrust was3 - zijn ook zijals bestrijders van Christus in de grond van de zaak geen Luciferisten Dat Vondelhen inderdaad als zodanig beschouwde blijkt uit het feit dat hij in de Lucifer hetleger der opstandige Engelen zich voor de strijd laat opstellen in de vorm van deTurkse halve maan (vs 1760) en dat hij Lucifers lsquostaffiersrsquo (gewapende dienaren)gekleed doet zijn in het groen de kleur der Turken (vs 1779)Maar ook andere minder spectaculaire en niet noodzakelijk politieke vormen
van staetzucht zullen Vondel voor ogen hebben gestaan Molkenboer wijst4 op debeginstrofe van De koningklycke harp5 waarin Vondel ieder als Luciferist brandmerktdie het zou wagen David als Psalmdichter te willen overtreffen Ook op d i t gebiedgeldt dat niemand de door God ingestelde hieumlrarchie mag verbreken door eerzuchtigte grijpen naar een hogere plaats dan hem is toebedeeld In weer ander maareveneens geestelijk verband moeten wij naar mijn mening ook aan deContra-Remonstrantse predikanten denken die
1 Van 1650 (WB V pag 512-513)2 lsquoDe felle Turck die Christus kruistrsquo zegt Vondel in vs 8 van Op de Tweedraght der Christe
Princen (WB III pag 419)3 Zie bv Deel I pag 3144 Luc-Molk pag XX5 WB IV pag 53-60
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
60
Vondel - naar ik indertijd heb trachten aannemelijk te maken1 - niet anders kon ziendan als Lucifer-openbaringenHet is uit de achtergrond van dit alles en zonder twijfel van nog veel meacuteeacuter - wij
mogen vooral de lsquooude historienrsquo waarnaar Vondel in zijn Opdracht verwijst nietvergeten - dat de Lucifer is voortgekomen
Het is geheel in overeenstemming met de Renaissancistische opvatting van detragedie dat het Vondel in zijn drama te doen was om het u n i v e r s e l e aspectvan het Luciferisme en niet om de toevallige verschyningsvorm daarvan in een ofander bijzonder geval2 Maar dat sluit niet uit dat het mogelijk geweest zou zijn eenwillekeurig lsquobijzonder gevalrsquo te kiezen en dat op het toneel te brengen alsexemplarisch emblemamet universele geldigheid ten aanzien van de grondgedachteen de conclusie Zo was Vondel zelf nog in de Salomon te werk gegaan en hij haddit voor zijn drama van staetzucht opnieuw kunnen doen Als hij daarbij zijn stof aande lsquooude historienrsquo en bij voorkeur aan de Bijbel ontleend had - bv door degeschiedenis van Absalom te kiezen in wie hij inderdaad een Luciferist zag3 - zouhij geen enkel gevaar hebben gelopen door zijn interpretatie of beoordeling van defeiten verzet wakker te roepen dat gevaar bestond slechts bij de behandeling vaneen eigentijdse of nog betrekkelijk recente gebeurtenis Het is dan ook niet uitnoodzaak of uit voorzichtigheid dat Vondel juist de geschiedenis van Lucifer koosom er het satanisch karakter van de staetzucht aan te demonstreren hij zal er zichintegendeel wel van bewust geweest zijn dat de situeumlring van zijn spel lsquoin den hemelrsquohem door velen uiterst kwalijk genomen zou worden Maar hij deed het om deuniversaliteit van zijn drama te versterken door het exceptionele en universele
1 Vondel en zijn bekering in De Nieuwe Taalgids XXIX (1935) pag 254-267 later ookopgenomen in De Weegschaal essays van Protestantsche Letterkundigen (Kampen zj)pag 147-161 De bedoelde plaats vindt men resp op pag 257 en 150
2 Zie Deel I pag 15-173 Vgl de Opdracht van Koning David in ballingschap (WB IX pag 25 reg 10-19) en vs 1065
van dat drama
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
61
karakter van zijn illustrerend voorbeeld Daacuteaacuterom greep hij naar het o e r -geval vanstaetzucht naar de opstand die aan het begin staat van alle verzet tegen God endie de verschillende aspecten daarvan het meest onverbloemd vertoont Bovendienversterkte hij zodoende tevens de waarschuwing die in zijn tragedie besloten ligtLucifer de vader der leugenen is oacuteoacutek de vader der staetzucht wie staetzuchtighandelt of denkt zij er zich van bewust welke meester hij volgtIn verband met alles wat wij tot nu toe besproken hebben dringt zich nog een
laatste vraag aan ons op Als Vondel ook voacuteoacuter 1648 het Luciferistisch opstands-motiefreeds herhaaldelijk heeft onderkend hoe komt het dan dat dit motief eerst tussen1648 en 1654 in zijn dramatiek gestalte krijgt De gebeurtenissen in Engelandmogen daartoe de definitieve stoot hebben gegeven dat verklaart nog niet waaromde vroegere stoten n i e t definitief waren geweest Natuurlijk zullen wij moetenaannemen dat Vondels conceptie toen nog niet volgroeid was Maar ik ben er vanovertuigd dat de continuiumlteit in zijn dramatische ontwikkeling daarbij een zeerbelangrijke rol heeft gespeeld Wij hebben gezien hoe de keuze van de onderwerpenvoor zijn tragedies telkens bepaald werd door de aard van de problematiek die hemop een gegeven ogenblik bezig hield Welnu in de tijd dat hij afrekende met hetprobleem van noodlot of zinvol Godsbestuur kon het Luciferisme in zijngedachtenwereld onmogelijk een centrale plaats gaan innemen daarvoor stond hette ver af van wat hem primair vervulde Ook in de periode van de dualiteits-dramasgold aanvankelijk hetzelfde het ging immers om de principieumlle tegenstelling tussengoed en kwaad niet om een speciaal aspect daarvan in een speciale zonde Datwerd eerst anders toen in Salomon de hoofdfiguur tot inzet werd in de strijd tussende dualiteitsgroepen en als gevolg daarvan geconfronteerd moest worden met eenbepaacuteaacutelde verleiding in dit geval die van de wellust Met deze nieuwe dramatischestructuur was in principe de mogelijkheid gegeven om ook andere verleidingen enzonden centraal te stellen Vondels aandacht werd dus vanzelf in deze richtinggeleid en dan was de
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
62
overgang van de wellust naar de staetzucht niet groot In 1 Johannes 2 16 stelt deBijbel ze onmiddellijk naast elkaar lsquoWant al wat in de wereld is namelijk debegeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levensis niet uit de Vader maar is uit de wereldrsquo Achter de begeerlijkheid des vleses staatde wellust achter de begeerlijkheid der ogen de hebzucht achter de grootsheiddes levens de hoogmoed En hebzucht en hoogmoed zijn immers de pijlers van destaetzucht die te trots is om zich tevreden te stellen met wat God geeft en begeriggrijpt naar meacuteeacuter - De gebeurtenissen in Engeland konden in 1648 de definitievestoot geven tot het ontstaan van de Lucifer omdat Vondels dramatische ontwikkelinghem juist toen op een punt had gebracht dat de structuur van zijn drama eendergelijk onderwerp toeliet en zijn uitbeelding van lsquode begeerlijkheid des vlesesrsquo inSalomon hem als het ware uitnodigde om daaraan het complement toe te voegendat 1 Johannes 2 16 vermeldt
Alvorens tot de bespreking van Vondels Opdracht over te gaan vermeld ik in hetkort nog een drietal punten die in het kader van deze studie geen onmiddellijkbelang hebben maar waaraan ik volledigheidshalve toch niet stilzwijgend magvoorbijgaanIn de eerste plaats is er de vraag of Vondels Lucifer invloed uitgeoefend heeft
op Miltons Paradise Lost In 1825 werd voor het eerst - door de Engelse dichterBeddoes - de mening uitgesproken dat dit inderdaad het geval zou zijn Sedertdienlsquoheeft een twaalftal schrijvers zoowel van Nederlandschen en Engelschen als vanDuitschen en Franschen huize zich in t nader onderzoek verdieptrsquo1 Debelangrijkste bijdragen waren die van G Edmundson Milton and Vondel A Curiosity
1 Luc-Molk pag LXXIX Het lsquotwaalftalrsquo van Molkenboer is voor uitbreiding vatbaar Menvergelijke de door hem vermelde literatuur over dit onderwerp met de desbetreffende opgavenbij W de Hoog Az Studieumln over de Nederlandsche en Engelsche Taal en Letterkunde enhaar wederzijdschen invloed Deel II (Dordrecht 1903) pag 117 noot 1 en bij J te WinkelOntwikkelingsgang2 deel IV laatste alinea van de noot op pag 209
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
63
of Literature (Londen 1885) en van JJ Moolhuizen Vondels Lucifer en MiltonsVerloren Paradijs (s-Gravenhage 1895) Edmundson meende uit de vergelijkingvan beide dichtwerken te kunnen aantonen lsquothat the language and imagery of theldquoLuciferrdquo exercised a powerful and abiding influence on the mind of Milton and haveleft indelible traces upon the pages of the Paradise Lostrsquo1 Moolhuizen heeft deaangewezen overeenkomsten stuk voor stuk nagegaan en niet overtuigendbevonden Zijn conclusie is lsquodat men niet mag spreken van Vondels invloed opMiltonrsquo Immers lsquoin algemeenheden komen Milton en Vondel overeen inbijzonderheden niet Dat er overeenkomst is komt hier vandaan dat beide dichtersuit eene en dezelfde bron putten beide volgen den Bijbelrsquo2 W de Hoog kwam in1903 tot hetzelfde resultaat al formuleert hij zijn mening wat voorzichtiger lsquoDat deEngelsche dichter op Vondels voorbeeld zijn heldendicht zou geschreven hebbenis zeer onwaarschijnlijkrsquo3 Deze negatieve conclusie is door de Nederlandseliteratuur-historie algemeen aanvaard zodat de naam van Milton er in verband metde Lucifer niet meer genoemd wordt - Een nieuwe indicatie voor het ontbreken vanrechtstreekse samenhang tussen Vondels tragedie en de Paradise Lost kan menontlenen aan twee comparatistische studies uit latere tijd Maury Thibaut deMaisiegraveres Les Poegravemes inspireacutes du deacutebut de la Genegravese agrave leacutepoque de la Renaissance(Leuven 1931) en Watson Kirkconnell The celestial cycle The theme of ParadiseLost in World Literature with translations of the Major Analogues (Toronto 1952)Beide boeken tonen zoacute onweerlegbaar de algemene verbreidheid van de motievenuit de lsquocycle ceacutelestersquo4 aan juist ook in de periode van de Renaissance dat alle vageof
1 Aangehaald door JJ Moolhuizen Vondels Lucifer en Miltons Verloren Paradijs diss Utrecht(s-Gravenhage 1895) pag 4-5
2 JJ Moolhuizen Vondels Luc en Miltons Verl Par pag 1213 W de Hoog Az Studieumln over de Nederl en Eng T en L II pag 1214 Voor zover ik weet werd de term het eerst door Thibaut de Maisiegraveres gebruikt Deze omvat
bij hem de schepping de opstand van Lucifer en de zonde-val Kirkconnell interpreteertlsquocelestial cyclersquo wat ruimer door er ook de zoendood van Christus toe te rekenen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
64
globale overeenkomsten tussen de Nederlandse en de Engelse dichter er hun laatstebewijskracht door verloren hebben Milton behoefde heus de Lucifer niet te kennenom in het algemeen toch eenzelfde voorstelling te kunnen hebben als Vondel Deconclusie van Moolhuizen wordt dus door deze beide publicaties indirect bevestigdalleen dient men naast de Bijbel ook een uitgebreide lsquocycle ceacutelestersquo-literatuur alspotentieumlle gemeenschappelijke bron aan te nemen - Intussen schijnt echter in deAnglicaanse wereld de opvatting van Edmundson nog steeds haar aanhang tehebben1Het tweede punt betreft de wijze waarop in 1654 de Lucifer ten tonele werd
gebracht Veel is ons daarover niet bekend Uit de mededelingen van Wybrandsover de eerste Amsterdamse schouwburg weten wij dat de regisseur de beschikkinghad over lsquoeen sierlijk geschilderden Hemel met welken men ldquoin schijn van tussendoor stralende wolkenrdquo verscheidene personen tegelijk kon doen afdalen en wederopnemen Ook kon men eenige personen ldquouyt de lugt neder en vooruyt doenschieten dat daanschouwers die zulks ongewoon waren door de schielikheyt deedverschrikkenrdquorsquo2 Van deze mogelijkheden zal bij dit spel van Engelen allicht dankbaargebruik zijn gemaakt Dat ook een of meer balletten de kijkwaarde van het stukmoesten verhogen valt af te leiden uit de brief die Jan Vos als regent van deschouwburg hierover aan Vondel schreef Hij verwerpt daarin lsquode dans van Engelendaar gy met my van gesprooken hebtrsquo als lsquoniet raedtzaemrsquo en doet
1 Ik leid dit af uit gesprekken met een Engelse collega en uit Kirkconnells The celestial cycleOp pag 630 wordt daar naar aanleiding van Vondels Lucifer opgemerkt lsquoThe probablerelationship between the two poets is carefully worked out by George Edmundson rsquo weliswaarwordt erkend dat de door deze aangewezen parallellen minder overtuigend zijn lsquowhen weconsider the full range of prior analogues on whichMiltonmight have drawnrsquo maar de conclusieblijft toch lsquothere are enough close resemblances to make his [= Miltons] familiarity with Vondelreasonably assured Avitus Valvasone Grotius and Vondel are the most likely forerunnersof Miltons epic workrsquo Ook Jehangir RP Mody die in zijn Vondel and Milton (Bombay 1942)de lsquoVondel-Milton controversyrsquo nogmaals aan de orde stelt - zij het zonder de Nederlandsestudies daarover te raadplegen - komt opnieuw tot de conclusie dat lsquoMilton is indebted toVondel both in designing and composing his epicrsquo (pag 198)
2 CN Wybrands Het Amsterdamsche Tooneel van 1617-1772 (Utrecht 1873) pag 81
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
65
een nieuw voorstel voor lsquode Dans achter het spel van Luciferrsquo1 Sterck vermeldt2verder nog lsquobijzondere lichteffectenrsquo en lsquoeen heusche slag tusschen Engelen enDuivelen waarbij bliksem en donder op het tooneel schrik verwekkenrsquo maar ik bener niet in geslaagd voor deze gegevens waarbij hij geen bron vermeldt eenbevestiging te vinden Wel staat het vast dat de schouwburgregenten een grotebelangstelling van het publiek voor de Lucifer verwachtten en op grond daarvaneen nieuwe toneelhemel lieten maken die door Brandt (met de woorden die Vondelin zijn Berecht voor Salmoneus gebruikte) lsquokostelyk en kunstigrsquo wordt genoemd3Het is in de eerste plaats om na het verbod van de Lucifer deze kostbare apparatuurtoch nog productief te helpen maken dat Vondel zijn Salmoneus schreefDat brengt ons vanzelf tot het derde punt het verbod tot verdere opvoeringen
De Lucifer werd slechts tweemaal vertoond op 2 en 5 februari 1654 beide malen- zoals Wybrands uit de opgave van ontvangsten heeft opgemaakt - lsquoonder zeergrooten toelooprsquo4 de regenten hadden zich blijkbaar niet vergist in hun verwachtingdat het stuk de aandacht zou trekken Het deed dat echter oacuteoacutek op een andere manierdan zij hadden voorzien Brandt geeft het verloop van zaken beknopt en duidelijkals volgt weer
Sommige Predikanten bestraften opentlijk op stoel dat men zulkebybelstof en den hemel met dEngelen op het tooneel braght dat ment heilige vermengde met menschelyke vonden en daar een spel vanmaakte In dit spel zeiden ze waren onheilige onkuische5 afgodischevalsche en gansch stoute dingen te spitsvondig uit menschelykeharssenen gezoogen begreepen Hun prediken en verzoek hadt zoo
1 WB V pag 9382 WB V pag 353 Geeraardt Brandt Het Leven van Joost van den Vondel ed Dr P Leendertz Jr
(s-Gravenhage 1932) pag 47 Vgl ook Wybrands Het Amsterd Tooneel pag 864 CN Wybrands Het Amsterd Tooneel pag 86 noot 25 Dit kan moeilijk op iets anders slaan dan op de beschrijving van Eva door Apollion en
zijn erkenning dat hij door haar schoonheid erotisch bekoord was (vs 150-174) Ziebeneden pag 89
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
66
veel krachts dat men Lucifer naa twee reizen speelens van t tooneelweerde Doch dat tegenstreven verwekte te grooter nieusgierigheit omte leezen t geen men verboodt te speelen de gansche druk van duizendtboeken werdt in acht daagen tydts uitverkocht zoo dat de Boekverkoperhet treurspel weecircr van nieuws op de pers braght1
Sterck heeft op grond van de kerkeraads-notulen een - levendig verteld - uitvoerigerverslag van het gebeurde kunnen samenstellen waaruit tevens blijkt dat depredikanten tenslotte ook wisten te bereiken dat lsquowt Respeckt voor den Kerckenraetde voorschreven tragedie door last van Burgemeesteren sal opgehaelt2 werdenrsquo3Tot dit laatste waren Burgemeesteren slechts na herhaalde aandrang te bewegengeweest dat zij er niet ernstig de hand aan hielden en na een formeel lsquoophalenrsquo dezaak verder op haar beloop lieten blijkt wel uit het feit dat er in 1654 niet minderdan zeven drukken van de Lucifer konden verschijnen Ook ditmaal was het verbodde meest efficieumlnte propaganda geweestHet spreekt vanzelf dat de aanval op Lucifer ook op papier werd ondernomen
in rijm zowel als in onrijm Het heeft voor mij echter geen zin daar nader op in tegaan zodat ik volsta met te verwijzen naar wat hierover door Te Winkel4 enMolkenboer5 wordt meegedeeld Ook de reacties van Vondel op deze aanvallenkomen bij hen ter sprake6
Daarmee zijn wij dan toe aan Vondels Opdracht7Het meest verrassende daarvan is wel dat de dichter zijn tragedie blijkt te hebben
opgedragen aan niemand minder dan de Duitse keizer Ferdinand III Hoe kwamhij daartoe en wat heeft hij er mee bedoeld In zijn annotatie bij de Lucifer in de
1 Brandt Leven van Vondel pag 452 In beslag genomen3 WB V pag 35-364 J te Winkel Ontwikkelingsgang2 deel IV pag 257-2615 Luc-Molk pag LXII-LXV6 lsquoVondels houding tegenover al die pijnlijke persoonlijkheden was kalm-ironischrsquo oordeelt
Molkenboer (Luc-Molk pag LXIV)7 WB V pag 604-605
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
67
grote WB-editie wijst Molkenboer er op dat Vondel deze Rooms-Katholieke vorsthoog vereerde om diens bevordering van de vrede van Munster en hem zag alsde aangewezen leider in de gemeenschappelijke strijd van de Europese Christenheidtegen de opdringende Turken1 Asselbergs sluit zich daarbij aan maar voegt er aantoe dat Ferdinand als opperheerser van het lsquoheilig rijkrsquo door Vondel als de hoogstewereldlijke gezagdrager in de Christelijke landen werd beschouwd2 Hoewel ik dezepunten op zichzelf alle drie voor juist houd meen ik toch dat zij zonder nadereinterpretatie nog geen bevredigende verklaring geven voor het feit dat Vondel juistzijn Lucifer - en niet bv de Salomon - aan de Duitse Keizer opdroeg En dat legtmij de taak op een dergelijke nadere interpretatie te beproevenVoor Vondel ontleent een vorst zijn gezag rechtstreeks aan God van Wie hij het
aardse beeld is lsquo de weereltsche Mogentheit die haer licht uit Godt schept ende Godtheit afbeeltrsquo heet het in de eerste zin van de Opdracht In de wereld van hettijdelijke is hij de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger van de Hoogste KoninglsquoDenck dat de koning is in Godes steecirc gesteltrsquo luidt in Sofompaneas de vermaningvan Jozef tot zijn zoon Manasse3 Maar ook onder de vorsten is er een hieumlrarchieen naar Vondels overtuiging staat daarin de keizer van het Heilige Roomse Rijkbovenaan4 Ferdinand III is dus de hoacuteoacutegste wereldlijke vertegenwoordiger van Godhij heeft op aarde eenzelfde positie als Lucifer voacuteoacuter zijn val in de hemel bekleeddedie van Gods lsquoStedehouderrsquo Het is dus niet zo vreemd dat Vondel bij zijn dramaonwillekeurig aan de keizer denkt Maar dan treft hem dadelijk ook het grote verschiltussen de beide stedehouders Lucifer werd tot de vader van het oproer en de strijdterwijl Ferdinand een lsquoVader van de
1 WB V pag 604 annotatie bij de titel van de Opdracht2 WJMA Asselbergs Lucifer-uitgave voor de reeks Klassieken uit de Nederlandse Letterkunde
(Nr 1) Zwolle 1954 Men vindt de bedoelde plaats op pag 17 annotatie bij de titel van deOpdracht
3 WB III pag 440 vs 1324 Vgl J Vandervelden Staat en recht bij Vondel diss Leiden (Haarlem 1939) pag 160-162
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
68
paisrsquo1 is gebleken Lucifer bedreigde de zaak van God terwijl Ferdinand die verdedigttegen lsquoden algemeenen erfvyant des Christen naemsrsquo (de Turken) - Daarmee isnaar mijn mening de eerste helft beantwoord van de vraag waarvoor de Opdrachtons stelde Hoe kwamVondel er toe zijn Lucifer aan de keizer op te dragen Omdathij in Ferdianand III naar positie de aardse parallel en naar aard de Christelijkeantithese van Lucifer zagMaar dan blijft nog het tweede gedeelte van de vraag over wat heeft Vondel met
zijn Opdracht bedoeld Is zij alleen maar een betuiging van hulde of heeft zij eenverder- en diepergaande strekking Het antwoord hierop kan slechts gegevenworden op grond van een interpreterende analyse die - voor zover ik weet - totdusver nog niet werd ondernomen Daarom meen ik er goed aan te doen mij dezekleine uitweiding te veroorloven - te meer omdat zij wellicht kan bijdragen totverheldering van ons inzicht in de godsdienstig-politieke gedachtensfeer waarinVondel in deze tijd leefde en waaruit zijn Lucifer is voortgekomenDe Opdracht gaat uit van de parallellie tussen God en Zijn aardse beeld de vorst
Het prachtige proza van deze eerste zin rechtvaardigt ten volle het citeren er van
Gelyck de Goddelycke Majesteit in een ongenaeckbaer licht gezeten iszoo zit oock de weereltsche Mogentheit die haer licht uit Godt schepten de Godtheit afbeelt in haren glans verheerlyckt maer gelyck deGodtheit of liever opperste Goetheit den allerminsten en ootmoedigenmet den toegangk tot haren troon begenadight zoo gewaerdight detydelyckeMogentheit oock den allerkleensten dat hy zich eerbiedigh voorhare voeten vernedere (reg 1-7)
Het is uit de in de laatste regels uitgesproken overtuiging dat de dichter zich verstoutzijn Lucifer aan de keizer op te dragen Het verheven onderwerp en delsquodoorluchtigheitrsquo van de hoofd-
1 Zo noemt Vondel hem in vs 6 van het sonnet Op de Afbeeldinge van Keizerlycke MajesteitFerdinandus den Derden dat hij onmiddellijk op de Opdracht laat volgen (WB V pag 606)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
69
figuur maken het treurspel een dergelijke eer waardig ook al voldoet de stijlmisschien niet in alle opzichten aan lsquode vereischte hooghdraventheitrsquo1 Want diehoofdfiguur is Lucifer
die hier ten spiegel van alle ondanckbare staetzuchtigen zyn treurtooneelden hemel bekleet waer uit hy die zich vermat aen Godts zyde te zittenen Gode gelyck te worden verstooten en rechtvaerdighlyck ter eeuwigeduisternisse verdoemt wert (reg 15-18)
Dat is de passage waarop ik al eerder heb gedoeld en waaruit deexemplarisch-emblematische strekking van de Lucifer duidelijk blijkt Er ligt tevenseen waarschuwing in besloten van zoacute universele geldigheid dat niemand uitgeslotenkan worden geacht - oacuteoacutek de keizer niet Ik ben geneigd aan te nemen dat Vondelhet inderdaad zo heeft bedoeld Als dit juist is heeft hij op de meest discrete manierheel terloops toch even willen suggereren dat ook Ferdinand steeds bedacht diendete blijven op het gevaar van de staetzucht die immers juist voor de hoogstgeplaatstenhet gemakkelijkst tot een verleiding wordt - Maar intussen gaat het betoog verder
Op dit rampzalige voorbeelt van Lucifer den Aertseumlngel en eerstheerlycksten boven alle Engelen volghden sedert bykans alle eeuwendoor de wederspannige geweldenaers waer van oude en jonge historiengetuigen en toonen hoe gewelt doortraptheit en listige aenslagen derongerechtigen met glimp en schyn van wettigheit vermomt ydel enkrachteloos zyn zoo lang Godts Voorzienigheit de geheilighde Maghtenen Stammen2 hanthaeft tot rust en veiligheit van allerhande Staten diezonder een wettigh Opperhooft in geene burgerlycke gemeenschapkunnen bestaen waerom Godts Orakel3 zelf den menschelyckengeslachte ten beste deze Mogentheit als zyn eige in eenen adembevestight gebiedende Gode en den Keizer elck hun recht te geven (reg18-28)
1 Verhevenheid2 Dynastieeumln3 Christus
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
70
Het is niet alleen een lange maar ook een uiterst merkwaardige zin omdat er allerleiin wordt geiumlmpliceerd dat niet rechtstreeks is uitgesproken Van Luciferistischegeweldenaars getuigen lsquooude en jonge historienrsquo dwz zowel de historie van hetgrijze verleden als die van de eigen tijd De lsquojonge historienrsquo laten dus demogelijkheidopen - of liever suggereren die - om ook te denken aan gevallen waarbij degeweldenarij tegen Ferdinand zelf gericht was geweest1 Daardoor krijgt de nuvolgende gedachte behalve een algemene tevens een actuele betekenis Uit deervaring van het verleden en van de eigen tijd - dus oacuteoacutek uit wat Ferdinand zelf heeftondervonden - blijkt dat alle Luciferistisch verzet machteloos is zolang God Zijnsteun blijft verlenen aan de wettige vorst die Hij ter handhaving van rust en ordetot het bewind geroepen heeft Dit betekent dat Ferdinand uit het mislukken van detegen hem gerichte verzets- en krijgsondernemingen mag afleiden dat God achterhem staat en zijn keizerschap bekrachtigt Het is tegen deze achtergrond dat Vondelnaar de uitspraak van Christus in Mattheuumls 22 21b verwijst lsquoGeeft dan den Keizerwat des Keizers is en Gode wat Gods isrsquo In die tijd - Rusland telde toen nog nietmee - kende men geen andere Christelijke keizer dan de Duitse Getransponeerdnaar het midden van de 17de eeuw bevestigt dus het gebod lsquoGode en den Keizerelck hun recht te gevenrsquo hef gezag van Ferdinand als hoogste wereldlijke autoriteiten impliceert het de verplichting van alle Christenen - ook de vorsten onder hen -om diens leiding te aanvaardenHet treft ons dat bij dit alles over het mislukken van Luciferistische aanslagen
gesproken wordt als over iets dat eigenlijk vanzelf spreekt Weliswaar wordt ditgemitigeerd - en waacuteaacuter gemaakt - door de restrictie lsquozoo lang Godts Voorzienigheitde geheilighde Maghten en Stammen hanthaeftrsquo maar daarmee is natuurlijk noggeen recht gedaan aan een problematiek als bv de overwinning van Cromwellstelde Vondel zal zich
1 Het is hier mi dus ongetwijfeld mogelijk aan Wallenstein te denken zoals NA Cramer deed(vgl Luc-Molk pag 100 eerste deel van de annotatie bij de Opdracht)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
71
deze eenzijdigheid wel bewust zijn geweest Hij aanvaardt haar echter omdat hijdoor de zaak zoacute te stellen de gelegenheid krijgt Ferdinand in zowel huldigende alsverhulde vorm voor te houden dat zijn keizerschap een stedehouderschap van Godis en hem een verantwoordelijkheid oplegt tegenover de Christenheid Welkeverantwoordelijkheid hij in het bijzonder op het oog heeft blijkt duidelijk uit zijnvolgende zin
Christenryck doorgaends gelyck een schip in de wilde zee aen allekanten en tegenwoordigh van Turck en Tarter bestormt en in noot vanschipbreucke vereischt ten hooghste deze eendraghtige eerbiedigheittot het Keizerdom om den algemeenen erfvyant des Christen naems testuiten en den Rycksbodem en zyne grenzen tegens den inbreuck derwoeste volcken te veiligen en te stercken (reg 28-33)
Ook in deze zin lees ik een implicatie Het Turkengevaar maakt lsquoeendraghtigeeerbiedigheit tot het Keizerdomrsquo tot een noodzaak Maar dan is het Ferdinands plichtdeze met alle kracht te bevorderen misschien zelfs ze af te dwingen als het op eenandere manier niet gaat Op Gods steun zal hij kunnen rekenen zolang het hemdaarbij niet te doen is om eigen macht of eer maar om de beveiliging van het Rijk(en daarmee van Europa) tegen de ongelovigenDe beschrijving van de nood kon natuurlijk niet het laatste woord zijn De slotzin
voert dan ook tot een apotheose eensdeels door nog een laatste en zeer recentbewijs aan te brengen voor het feit dat God achter lsquot Gezagh en de Kroon des HRoomschen Rycksrsquo staat anderdeels door uitdrukking te geven aan de blijdeverwachting die daardoor bij lsquozoo vele volckenrsquo gewekt is en die er de dichter toebracht zijn spel van lsquoden overwonnen Luciferrsquo aan de keizer op te dragen1
1 Met instemming haal ik hier de annotatie aan die Molkenboer in de WB-editie geeft bij hetlaatste gedeelte van de Opdracht vanaf lsquoeen zegen rsquo lsquoUit deze regels blijkt wel dat Vondelde definitieve overwinning van de overal opdringende opstandigheid nabeeld van Lucifersverzet tegen God van een versterkt keizerdom verwachtrsquo (WB V pag 605)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
72
waerom Godt te dancken is dat het hem beliefde t Gezagh en deKroon des H Roomschen Rycks voor s Vaders overlyden op denjongsten Rycksdagh in den zone FERDINANDUS den Vierden teverzekeren1 een zegen waerop zoo vele volcken moet dragen en detooneeltrompet van onze Nederduitsche Zanggodinne te moediger voorden troon van Hooghduitschlant den overwonnen Lucifer in Michaeumllstriomfstaetsi ommevoert (reg 34-39)
Vondel schreef in deze Opdracht een magistraal stuk proza Maar nog meesterlijkeris de wijze waarop hij er in slaagde door implicatie en suggestie daarin aanFerdinand voor te houden wat de verschuldigde eerbied hem verbood rechtstreeksonder woorden te brengen
Na de Opdracht (en het daarbij aansluitende sonnet Op de afbeeldinge vanFerdinandus) volgt een uitvoerig Berecht aen alle Kunstgenooten en Begunstigersder Tooneelspelen2 waarin Vondel een rechtvaardiging geeft van de wijze waarophij de stof voor zijn treurspel heeft gekozen en verwerkt Hoewel hij tot dusverdergelijke uiteenzettingen meestal in zijn Opdracht opnam en formeel dus tot eacuteeacutenbepaalde persoon richtte is er niets verwonderlijks in dat hij ditmaal anders te werkgaat Een apologie van stof en werkwijze zou immers niet op haar plaats zijn geweestin een toe-eigening aan de keizer waaraan heel andere overwegingen ten grondslaglagen dan Ferdinands belangstelling voor de toneelpoeumlzie en waarin de dichter hemheel andere dingen te zeggen had Toch is er iets opmerkelijks aan dit Berecht ofliever aan de vermelding van degenen voor wie het bestemd is Tevoren had Vondelvier keer aan een van zijn dramas naacuteaacutest of in plaacuteaacutets van de opdracht het equivalentvan een Berecht meegegeven in Het Pascha (lsquoDen Dichter wenscht dengoedtwillighen Leser heyl ende salicheytrsquo + lsquoEpistre deacutedi-
1 Op 30 juni 1653 was de zoon van keizer Ferdinand III op de Rijksdag te Regensburgtot Rooms-koning (= aangewezen opvolger van de keizer) gekozen hij stierf echternog voacuteoacuter zijn vader op 9 juli 1654
2 WB V pag 607-614
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
73
catoirersquo voor Jan Michiels van Vaerlaer) Hierusalem verwoest (opdracht aan CPHooft + lsquoAen den Gedichtlievenden Lezerrsquo) Palamedes (geacuteeacuten opdracht1) en slechtseen lsquoVoorredenrsquo) en Sofompaneas (geacuteeacuten opdracht maar een vertoog van lsquoDeVertaeler aen alle Nederlandersrsquo) Daarbij had hij zich dus telkens tot het publiek inh e t a l g eme e n gericht Hier doet hij dit v o o r h e t e e r s t niet meer hij beperktzich tot een zowel veel kleiner als veel exclusiever kring die van zijnmedekunstenaars (in het bijzonder wel zijn mede-dichters) en van detoneel-liefhebbers (als zodanig tevens de verdedigers van het toneel) Ik kan hetniet anders zien of daarmee geeft hij stilzwijgend te kennen dat hij na zijn ervaringenmet Palamedes Gysbreght van Aemstel Maria Stuart en in mindere mate ook metMaeghden en Peter en Pauwels2 de illusie heeft opgegeven dat een tragedie alsde Lucifer door agravel zijn stad- en landgenoten zou worden aanvaard Natuurlijk zullener ook ditmaal protesten komen misschien zelfs zal er weer aangedrongen wordenop verbod van de opvoeringen Maar het heeft geen enkele zin nog eens te trachtende principieumlle vijanden van zijn kunst en zijn geloof te overtuigen of tot een meertolerante houding te bewegen Daarom negeert Vondel hen verder en richt zichnog slechts tot degenen bij wie hij weacuteeacutet op begrip en belangstelling te kunnenrekenen Voor hegraven rechtvaardigt hij de keuze en de behandeling van zijn stof voorhegraven zet hij nog eens nadrukkelijk het goed recht uiteen van het toneel in hetalgemeen en van het Bijbelse drama in het bijzonder - hun zodoende tevens hetmateriaal verschaffend voor een effectieve verdediging van de Lucifer wanneer ditstraks nodig mocht blijken Misschien gaan wij zelfs niet te ver door te veronderstellendat het betoog mede bedoeld was om gelezen te worden door de
1 Zie Deel I pag 1052 Vgl G Brandt Leven van Vondel pag 35 lsquoMaar hoe pryswaardig het treurspel der Maagden
was ten opzicht van de kunst men vondter evenwel zaaken in die veelen bedroefden desDichters zucht tot de stellingen en gewoonten der Roomsche kerke en zyne afwyking tothaare dwaalingen rsquo en pag 38 lsquoMaar zyn treurspel van Peter en Pauwels in t jaar vanMDCXLI gedrukt gaf minder genoegen om dat het te Roomsch was in veeler oogenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
74
Burgemeesters van Amsterdam als proleptisch verweer tegen een eventueel verzoektot het verbieden van de opvoeringenDe vier voornaamste punten uit het Berecht laten zich als volgt samenvatten1 De geschiedenis lsquovan den afval des Aertsengels en zynen aenhangrsquo is geacuteeacuten
verzinsel zoals haar heidens-mythologische parallellen het lsquogedichtselrsquo vanSalmoneus1 en de lsquogryze fabelrsquo van de aanval der Gyganten op de OlympusZij is waacuteaacuterheid zoals blijkt uit Jesaja 14 12-15 Ezechieumll 28 12c-15 (toegepastresp op de koning van Babel en op de vorst van Tyrus) Lucas 10 18 en uithet 6de vers van de Brief van de Apostel Judas2 Ten overvloede kunnen wijnog steunen op talloze plaatsen bij de oudste Christelijke schrijvers van wieer lsquoom de Kunstgenooten niet op te houdenrsquo slechts drie worden geciteerdCyprianus Gregorius de Grote en Bernardus van Clairvaux Terwijl de eerstede naijver van Lucifer centraal stelt leggen de beide anderen de nadruk opdiens hoogmoed (reg 7-72)
2 De dichter heeft zich veroorloofd aan deze beide zonden lsquoHoovaerdy enNydigheitrsquo gestalte te geven in twee allegorische dieren waarmee tevens desterrenbeelden van die naam bedoeld zijn de Leeuw en de Draak lsquodie voorLucifers oorloghswagen gespannen hem tegens Godt en Michaeumll aenvoerenrsquoMaar de Paradijsslang en de zwijnskudden waarin de uitgeworpen duivelenvoeren (Mattheuumls 8 28-32) bewijzen immers dat lsquode dieren zelf van verdoemdeGeesten misbruickt en bezeten wordenrsquo terwijl sterrenbeelden onderdiergestalten ook in de Bijbel voorkomen3 en Johannes in zijn Openbaring voorde strijd in de hemel het beeld gebruikt van lsquoden Draeck wiens
1 Voor het verhaal van Salmoneus zie men hoofdstuk III2 In latere uitgaven voegde Vondel daaraan nog 2 Petrus 2 4 toe3 Molkenboer verwijst inWBV (pag 610) voor de door Vondel genoemde lsquoPleiades of Zevenstarrsquo
naar Job 38 31 voor lsquoArcturus Orionrsquo naar Job 9 2 (dit moet zijn 9 9) en Amos 5 18 (ditmoet zijn 5 8) voor lsquoLuciferrsquo (als morgenster) naar Psalm 109 (Statenvertaling 110) 3 en2 Petrus 1 19 Vondel ging uiteraard uit van de Vulgaattekst
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
75
staert nasleepte het derde deel der starren by de Godtgeleerden op dafvalligeEngelen geduitrsquo Redenen te over dus om s dichters gebruik van allegorischedieren te aanvaarden en lsquoin Poeumlzye de gebloemde1 wyze van spreken niet alte neuswys te ziftenrsquo (reg 72-103)
3 Intussen blijft volledig gelden lsquodat heilige stof den tooneeldichter nauwer verbinten intoomt dan weereltsche historien of Heidensche verziersels2rsquo In dit verbandvestigt de dichter er de aandacht op dat hij - om de naijve rvan Lucifer en dezijnen op de mens zoals voor zijn tragedie wenselijk was steviger te funderenen lsquote heftiger tontstekenrsquo - afgeweken is van de gangbare theologischeopvatting Hij heeft Gabrieumll aan de Engelen lsquoeenighzinsrsquo (dwz in hoofdtrekkenzonder details of motivering) Gods besluit om in Christus Mens te worden latenbekend maken Maar dit is geen persoonlijke en dus ten aanzien van een zoheilige stof ongeoorloofde fantasie geweest Hij heeft daarbij gebruik gemaaktvan wat wel degelijk door gezaghebbende theologen betoogd en verdedigdwordt zij het dan door een minderheid onder hen In geen enkel opzicht heefthij lsquode rechtzinnige waerheitrsquo willen aantasten Trouwens ook Paulus meetimmers in Hebreeers 1 lsquode heerlyckheit maght en Godtheit van hetmenschgeworden Woortrsquo bograveven alle Engelen breed uit (reg 107-135)
4 Naar aanleiding van de rechtvaardiging van zijn tragedie wil de dichter ook inhet algemeen iets opmerken ter verdediging lsquovan tooneel en tooneeldichterendie Bybelstof voorstellen naerdienze by wylen opspraeck onderworpen zynrsquoNatuurlijk is er misbruik mogelijk Maar treurspeldichters die een gewijde stoftot onderwerp kiezen kunnen zich beroepen op illustere voorgangers zoweluit de eerste eeuwen na Christus als uit de eigen tijd (bv Hugo de Groot metzijn Christus patiens) Weliswaar hebben lsquode
1 Figuurlijke overdrachtelijke2 Verzinsels
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
76
Vaders der oude Kerckersquo het toneel heftig bestreden maar de heidensefundering en de onzedelijkheid van de spelen maakten dit toen noodzakelijkSindsdien zijn deze bezwaren echter vervallen en hoeveel goeds kan er danvan het toneel uitgaan lsquoHeilige en eerlycke voorbeelden dienen ten spiegelom deught en Godtvruchtigheit tomhelzen gebreken en delenden daer aengehecht te schuwen Het wit en ooghmerck der wettige1 Treurspelen is demenschen te vermorwen door schrick en medoogen2rsquo Nadat dit met enkelevoorbeelden is toegelicht wordt tenslotte nog het tegen Bijbeldramasgeopperde bezwaar lsquodat men geen spel met heilige zaecken behoorde tespelenrsquo weerlegd met de opmerking dat lsquotreurspelrsquo een toevallige Nederlandseterm is die in het Grieks en het Latijn (tragoedia) geen bevestiging vindt enwaaraan dus geen decisieve waarde mag worden toegekend Doet men ditwegravel lsquowaer blyvenwe dan met orgelspel Davids harp- en zangspel en het spelvan tien snaren en ander fluit- en snarespel by verscheidenheit vanOnroomschen in hunne vergaderingen ingevoertrsquo (reg 135-209)
Zowel naar compositie als naar argumentatie is het Berecht een voortreffelijk stukwerk een arsenaal van zorgvuldig bijeengebrachte verweermiddelen tegen elkedenkbare aanvalOp het derde van de hierboven vermelde punten dienen wij wat nader in te gaan
Immers het theologische minderheidsstandpunt waarvan Vondel bij de compositievan de Lucifer uit dramaturgische overwegingen is uitgegaan bepaalt voor eenbelangrijk deel de situatie in de Engelenwereld die hij ons voor ogen stelt Wij makendaarom dankbaar gebruik van wat het theologisch onderzoek naar deze materieheeft opgeleverd in de verwachting door een duidelijker inzicht in Vondelspraemissen ook zijn drama beter te zullen verstaanDat theologisch onderzoek is voornamelijk door drie paters
1 Geoorloofde toelaatbare2 Voor het eerst had Vondel lsquoschrick en medoogenrsquo vermeld in de Opdracht van Maria Stuart
(zie Deel I pag 441)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
77
verricht J Salsmans SJ1 BH Molkenboer OP2 en P Maximilianus OFM cap3In ons verband kunnen wij echter volstaan met de studie van Pater Maximilianusdie uiteraard met het werk van zijn beide voorgangers rekening heeft gehouden enwiens bijzonder verhelderend betoog op dit ogenblik als het laatste woord over dezekwestie mag gelden Ik laat hieronder de voornaamste punten uit zijn artikel volgenwaarbij ik zoveel mogelijk letterlijk citeer om de kans van onjuiste weergave op ditvoor mij hachelijke terrein te verkleinenTen aanzien van drie kardinale punten in de Lucifer - 1 de beproeving der Engelen
2 de Menswording 3 de proeftijd der Engelen en de aard van hun zonde - lsquowarenvoacuteoacuter en in Vondels tijd de meningen der Vaders en theologen verdeeld Het zijnnog vrije punten voor theologische discussies Op deze punten staan de meningenvan St Thomas en van de Minderbroeder Duns Scot tegenover elkaar en achterhen staan de thomistische en de franciscaanse school De Spaanse Jezuiet Suarezzocht daartussen een bemiddelende houding maar hij is in de grond scotistischrsquo(pag 82)1 D e b e p r o e v i n g d e r E n g e l e n In dit opzicht wijkt Vondel voor zijn
tragedie van de dominerende Thomistische opvatting af en sluit hij zich aan bij dievan Scot lsquoVolgens Scot bestond de beproeving der Engelen in de nederigeonderwerping aan de Godmens die hun werd geopenbaard Suarez sluit zich daarbijaanrsquo De minderheid van theologen op wie Vondel zich in zijn Berecht beroeptlsquowaren Scot - met de franciscaanse school - en Suarezrsquo (pag 83)2 D e Me n sw o r d i n g Volgens Thomas nam God het besluit mens te worden
lsquoafhankelijk van de zondeval van de mensrsquo Scot daarentegen meende lsquodat Godmens werd
1 J Salsmans SJ Theologische kantteekeningen op Vondels Lucifer in Dietsche Warandeen Belfort jrg 1905 pag 37-53
2 Luc-Molk pag XXXVI-XLVII (lsquoBronnen van den Luciferrsquo) benevens in zijn Lucifer-annotatievoor WB V
3 P Maximilianus OFM cap Vondels Lucifer en de Franciscaanse school in Tijdschrift voorNederlandse Taal- en Letterkunde LXVII (1950) pag 81-102
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
78
onafhankelijk van de zondeval van Adam Vanwege de zonde van de mens namHij echter een sterfelijk lichaam aan en kwam Hij als Verlosserrsquo (pag 84) Suarezneemt enigszins een tussen-standpunt in maar lsquologisch hoort hij thuis bij descotistenrsquo (pag 86) En Vondel Molkenboer was van oordeel dat deze zich in ditopzicht baseert op Thomas (vgl WB V pag 637 annotatie bij vs 497) Kazemier1trok daaruit de conclusie dat er dan eigenlijk sprake is van praedestinatie Eninderdaad erkent P Maximilianus lsquowanneer het motief der Incarnatie afhankelijkwordt gesteld van de zondeval van Adam zoals naar zijn mening Vondel doet ende openbaring der Menswording de beproeving der Engelen uitmaakt dan moetmen besluiten tot de predestinatie di tot determinatie egraven van Adam egraven van Luciferrsquo(pag 87-88) Daarom lsquowordt door hen die de beproeving der Engelen doen bestaanin de openbaring der Menswording ook gehouden dat God de Menswordingbepaalde onafhankelijk van de zondevalrsquo (pag 89) Toch meent P Maximilianusdat in de Lucifer ondanks de aanvaarding van het eerste punt het tweede in hetmidden gelaten wordt lsquoHet wil mij voorkomen dat Vondel in zijn treurspel zich nietheeft uitgesproken voor een van beide meningenrsquo (pag 89) Wij zullen daarophebben terug te komen wanneer wij met dit probleem worden geconfronteerd bijde bespreking van vs 497 uit het drama23D e p r o e f t i j d d e r E n g e l e n e n d e a a r d v a n h u n z o n d e Volgens
Thomas lsquowas de zonde der Engelen een zonde van hoogmoed zij streefden opongeordende wijze naar gelijkenis met Godrsquo volgens Scot bestond zij lsquoin afgunstom de hypostatische vereniging van God met de mensrsquo (pag 89) Ook hierin sluitVondel bij Scot aan al stelt hij lsquodat de afgunst voortkomt uit de hoogmoed
1 G Kazemier Vondels Lucifer en de leer van de praedestinatie in De Nieuwe Taalgids XXX(1936) pag 184-187
2 Zie beneden pag 104-105 en 159-160
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
79
Maar de naaste drijfveer tot de opstand was de afgunstrsquo (pag 92) - Wat de proeftijdbetreft bij Thomas heeft deze geen enkele duur naar zijn opvatting lsquozou alles ineen act van liefde of van hoogmoed ineens zijn afgelopenrsquo (pag 91) Voordramatische uitbeelding bood dit natuurlijk geen enkele mogelijkheid Maar Vondelvond wat hij nodig had bij Scot lsquodie hield dat er opeenvolgende momenten zijnin de proeftijd der Engelen en dat de Engelen na elke zondige daad over hun zondenberouw konden hebbenrsquo (pag 91) Dat bood hem de kans tot weergave van eenontwikkeling van een geleidelijke groei naar het beslissende moment Bovendienhouden die opeenvolgende stadia in de proeftijd der Engelen ook in dat menGabrieumllsaankondiging van de Menswording niet als de allereerste en enige oorzaak van hunafgunst behoeft te beschouwen lsquoNog voacuteoacuter de openbaring van de Incarnatie zijnBelzebub Belial en Apollion afgunstig op de natuurlijke en bovennatuurlijke staatwaarin de mens verheven isrsquo (pag 91) -In verband met het antropomorfische karakter van de Lucifer merkt Pater
Maximilianus op lsquoMen kan heel deze aangelegenheid van opeenvolgende zondenen innerlijke strijd als anthropomorphisch verklaren ze is niettemin geheel gebaseerdop de theorie van Scotrsquo (pag 93) En verderop lsquoIn de strijd van de goede tegen deopstandige Geesten is de wijze van uitvoering nl een gewapende strijd vanslaglinies met harnassen helmen rondassen strijdbijlen ed ongetwijfeld naarmenselijke manier van doen maar de strijd zelf is niet een anthropomorphischevoorstelling van Vondel slechts steunend op de verbeeldingen van de Openbaringenvan St Jan maar is gebaseerd op de theorie van Scot die naar Apoc XII eenwerkelijke strijd tussen de Engelen aannamrsquo (pag 94)Megravet Molkenboer neemt P Maximilianus aan lsquodat Vondel rechts en links voor zijn
werk geput heeftrsquo1 (pag 102) al
1 Vgl Luc-Molk pag XLVI
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
80
kan hij niet geheel instemmenmet de door deze aangegeven vermoedelijke bronnenlsquoNaar welke werken [Vondels] raadgevers hetzij Jezuieten hetzij Minderbroedersof beiden hem hebben verwezen zal moeilijk zijn uit te maken Naar een hoofdbronvoor de scotistische leer in de Lucifer zal wel vergeefs worden gezocht omdatVondel een paar hoofdgedachten uit het scotistisch wereldplan en dan nog slechtsnaar de kern benut heeft en daaromheen vrij heeft gefantaseerd hij schreef eendrama en geen leerdichtrsquo (pag 102)Ook na de vondst van Vossius uitleenboekje blijft deze conclusie in hoofdzaak
nog steeds gelden Wel kunnen wij nu twee van Vondels bronnen met zekerheidaanwijzen maar het zijn stellig niet de enige en naar alle waarschijnlijkheid ook nietde belangrijkste geweest Omtrent de hierboven ontwikkelde denkbeelden heeftVondel bij Stuckius niets en bij Angles slechts de grote lijnen kunnen vinden Hoewelde laatste als Franciscaan een aanhanger van Scotus is en telkens diens opvattingennaast en tegenover die van Thomas van Aquino stelt geeft zijn boek toch niet deuitvoerige uiteenzetting van de Scotistische theorie waarover Vondel blijkbaarbeschikt heeft Hoogstens kan deze door Angles Florilegium op het spoor daarvanzijn gebracht zodat hij ze elders - maar waar1 - nader is gaan bestuderenBij de interpretatie van de Lucifer zullen wij dus met de volgende uitgangspunten
rekening hebben te houden Als het drama aanvangt is er in de wereld der Engelenal een zekere tegenstelling tussen goed en kwaad mogelijk Met de aankondigingvan de Menswording zet hun beslissende beproeving in Degenen die zich doorafgunst en hoogmoed laten meeslepen zijn echter niet onmiddellijk verloren Godlaat hun een zekeremarge waarbinnen berouw en terugkeer tot Hem steedsmogelijkblijven Onherroepelijk wordt de afval eerst wanneer de limiet van die margeoverschreden is
1 Naar Prof Asselbergs mij inmiddels meedeelt moet hier zeker gedacht worden aan de nieuweuitgave van Scotus Opera omnia in opdracht van het Generaal Kapittel der Franciscanenvoorbereid door Lucas Wadding OFM en in 1639 verschenen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
81
Het valt dadelijk op hoe nauw de hierboven vermelde uitgangspunten aansluitenbij die van Salomon De theorie van Scot bood Vondel de gelegenheid om ook zijnEngelen-spel te baseren op de dualiteit van goed en kwaad En de afvallige Geestenbeneficieumlren van eenzelfde marge als koning Salomo in het vorige drama - eenmarge die wij daar hebben onderkend als een structurele noodzakelijkheid voor denieuwe opzet van Vondels tragedies1 Het ligt dus voor de hand dat wij tussenSalomon en Lucifer niet alleen continuiumlteit maar ook parallellie mogen verwachtenIntussen dringt zich hier al dadelijk een belangrijke vraag aan ons op In de
Salomon gold de marge alleen de koning die juist daardoor tot inzet in de strijdtussen de beide dualiteitsgroepen kon worden Volgens de theorie van Scot zou zijin de Lucifer echter betrekking moeten hebben op agravelle opstandige Engelen - watbetekent dat niet eacuteeacuten centrale figuur maar de gehele groep van ontevredenen inzetzou moeten zijn in de strijd tussen goed en kwaad - wat op zijn beurt weer betekentdat tegenover de Godgetrouwe Engelen geen absolute en principieumllevertegenwoordigers van het kwaad als tegengestelde dualiteitsgroep zouden kunnenstaan Heeft Vondel deze consequentie aanvaard of heeft hij de eis van de dualiteitlaten praevaleren Met andere woorden hebben zijn opstandige Engelen voacuteoacuter debeslissende slag in de hemel slechts lsquode voor-gesteltenis om slecht te wordenrsquo2 ofmoeten wij in hen vanaf hun eerste optreden principieumlle en absolutevertegenwoordigers van het kwaad zien Ik stel deze kwestie met opzet reeds hieraan de orde en niet eerst bij de analyse van het treurspel omdat van debeantwoording daarvan de interpretatie van het stuk in belangrijke mate afhangt
1 Zie boven pag 44-452 De uitdrukking is van Em Janssen SJ in zijn studie Vondels Lucifer Een proeve van
verklaring deel I (Antwerpen-Amsterdam 1954) pag 32 Pater Janssens opvatting in dezeblijkt uit de context lsquoMaar deze vraag gaat vooraf waren de opstandige engelen slecht vanhet begin af Neen al hadden zij de voor-gesteltenis om slecht te worden en al was in dekring Lucifer-Apollion-Belzebub-Belial zoveel aan verkeerde neigingen bijeen dat het kwaadbezwaarlijk kon uitblijvenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
82
In zijn Berecht (reg 103-107) maakt Vondel - tussen punt 2 en 3 van mijnsamenvatting - schijnbaar terloops een opmerking over de twee groepen Engelenin zijn drama
Oock moeten wy onderscheiden de tweederhande personaedjen die dittooneel betreden namelyck quaetwillige en goede Engelen die een iederhun eige rol speelen gelyck Cicero en de voeghelyckheit zelf ons elckepersonaedje naer heuren staet en aert leeren uitbeelden1
Wat bedoelt hij met deze opmerking en waarommaakt hij ze Op het eerste gedeeltevan die vraag is naar mijn mening slechts eacuteeacuten antwoord mogelijk hij geeft te kennendat hij de kwaadwillige Engelen uitsluitend als kwaad en de goede uitsluitend alsgoed heeft voorgesteld overeenkomstig de regel dat bij elke figuur consequentdiende te worden vastgehouden aan de eenmaal daarvoor aangenomen lsquostaet enaertrsquo Daarin ligt opgesloten dat hij is uitgegaan van een a b s o l u t e tegenstellingtussen de beide groepen waardoor deze inderdaad als dualiteitsgroepen tegenoverelkaar konden staan - En Vondel maacuteaacutekt deze opmerking omdat hij heel goed weetzich met deze verabsolutering een dichterlijke vrijheid te veroorloven die noch metde opvatting der Thomisten noch met die van de Scotisten in overeenstemming tebrengen is en die slechts op dramatischpoeumltische gronden te verdedigen valtDaarom beroept hij zich zo nadrukkelijk op Cicero en de eis van de welvoeglijkheiddaarom laat hij zijn opmerking direct aansluiten op de verdediging van zijn anderedichterlijke vrijheden en voorafgaan aan de uiteenzetting van wat hij inderdaad aande Scotisten heeft ontleendDeze interpretatie van de zin over de Engelen in het Berecht
1 Bij Cicero hebben wij wel te denken aan diens De Inventione bv aan een zin als devolgende uit Lib II cap X 32 lsquoUt enim animum alicuius improbare nihil attinet cumcausa quare peccaret non intercessit sic causam peccati intercedere leve est si animusnulli minus honestae rationi affinis ostenditurrsquo - Met lsquode voeghelyckheitrsquo wordt gedoeldop de eis van de welvoeglijkheid die voorschreef op welke wijze de karakters getekenddienen te worden hij gaat op Aristoteles terug maar is vooral bekend geworden in deomschrijving van Horatius De arte poeumltica vs 114-127 en 156-177 Zie verder hethoofdstuk Les bienseacuteances bij R Bray La formation de la doctrine classique en France(Parijs 1927 onveranderde herdruk in 1951) pag 215-230
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
83
wordt gesteund door de persoons-omschrijvingen in de lijst van Personaedjen1Belzebub Belial en Apollion heten er zonder enige restrictie lsquowederspannigeOverstenrsquo de Luiciferisten2 even onvoorwaardelijk lsquoOproerige Geestenrsquo Daarmeeis hun lsquoaertrsquo voor het hele verloop van het drama vastgesteld en worden zijuitdrukkelijk buiten de Rey van Engelen gesloten die eveneens van het eerste tothet laatste bedrijf zichzelf gelijk blijft naar samenstelling zowel als naer lsquoaertrsquo -Daarentegen ontbreekt bij Lucifer - als eacutenige van de weerspannige Engelen - eendergelijk karakteriserend adiectief van hem wordt slechts de functie aangegeven3lsquoStedehouderrsquo Ik beschouw dit niet als een toeval Lucifer immers is de hoofdfiguuren de Aristotelische lsquotooneelwettenrsquo schrijven voor dat deze lsquoeen personaedjersquo moetzijn lsquodie tusschen deughdelijck en gebreckelijck den middelwegh houdersquo4 Hij magdus niet eenzijdig lsquowederspannigrsquo of lsquooproerigrsquo zijn evenmin als eenzijdig goed maarmoet van beide iets hebben fluctuerend tussen de twee uitersten dwz tussen detwee dualiteitsgroepenOok het drama zelf steunt de opvatting dat er principieel verschil is tussen Lucifer
en de andere opstandige Engelen Hij is namelijk de enige die momenten vanaarzeling en twijfel kent5 Daaruit blijkt dat niet alleen de overwegingen enargumenten van het kwade voor hem gelden of indruk op hem maken maar dat hijook nog enigermate gevoelig is voor die van het goede Bij hem is er dus althansin principe een kans op berouw Van dit alles is echter bij de drie weerspannigeOversten en de groep der Luiciferisten geen sprake Op hen
1 WB V pag 6162 Naar alle waarschijnlijkheid heeft de vorm lsquoLuiciferistenrsquo in plaats van lsquoLuciferistenrsquo geen
andere betekenis dan dat zij Vondel de mogelijkheid bood met name in de vijfde scegravene vanhet derde bedrijf bij de persoonsaanduiding in de marge verwarring te voorkomen Luc =Lucifer Lui = Luiciferisten
3 Hetzelfde is het geval bij Gabrieumll Michaeumll Rafaeumll en Urieumll Ook daarin kanmen een aanduidingzien dat Lucifer niet a priori scherp van deze Godgetrouwe Engelen wordt onderscheiden
4 Opdracht van Maria Stuart (WB V pag 165 reg 30-33)5 Bij enkele van die momenten kan men - zoals bij de bespreking van het drama blijken zal -
van mening verschillen over de vraag of de aarzeling oprecht dan wel geveinsd is maar bijde ontmoeting met Rafaeumll in IV-c is elke twijfel aan de oprechtheid van Lucifers aarzelinguitgesloten
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
84
heeft het goede zijn laatste greep verloren Belzebub is enkel de boze geest vanLucifer Apollion en Belial bedenken alleen maar wat kwaad is de Luiciferistenblijken in de eerste scegravenes van het derde bedrijf even principieel ontoegankelijkvoor het betoog en vermaan van de Godgetrouwe Engelen als deze laatsten immuunzijn voor hun grievenNaar mijn mening is er dan ook geen twijfel mogelijk of Vondel heeft inderdaad
de trouwe en de opstandige Engelen als principieumlle vertegenwoordigers vanrespectievelijk het goed en het kwaad tegenover elkaar gesteld met Lucifer - opgrond van de eisen omtrent het karakter van de hoofdpersoon - in het niemandslandtussen deze beide dualiteitsgroepen in Daarmee is dan de uitgangs-situatie geheelgelijk aan die in Salomon En als gevolg hiervan doen ook dezelfde consequentieszich gelden die wij daar waarnamen1 Lucifer kan dan slechts i n z e t zijn in de strijdtussen de twee dualiteitsgroepen wat meebrengt dat hij (betrekkelijk) z w a k v a nk a r a k t e r moet wezen en dat hij zich aanvankelijk nog b i n n e n d e ma r g ebevindt die God hem in zijn zonde toestaat voordat deze onherroepelijk wordt2 Opgrond van dit alles mogen wij vaststellen dat de Lucifer opgezet is volgens hetzelfdestructuurprincipe als de Salomon en dat wij daarmee bij onze interpretatie rekeninghebben te houden Natuurlijk zullen wij ook afwijkingen en verschuivingen - somszelfs belangrijke - opmerken Maar deze afwijkingen zijn een noodzakelijk gevolgvan het verschil tussen Lucifer en Salomo en van de andere soort zonde die voorieder van hen het zwakke punt vormt zij tasten de fundamentele overeenkomst nietaanDe Salomon is de sleutel voor het doorzien van de structuur in Lucifer
1 Zie boven pag 39 en 43-452 Of en in hoeverre ook de andere opstandige Engelen bij deze marge betrokken zijn is een
theoretische vraag waarop Vondel in zijn drama niet ingaat en ook niet behoefde in te gaanHet feit dat hij hen tekent als uitsluitend kwaad doet veronderstellen dat zij de limiet reedshebben overschreden Daar staat evenwel tegenover dat hun definitieve val afhankelijk blijftvan die van Lucifer Waarschijnlijk heeft Vondel hier opzettelijk de theologische implicatiesvan zijn dramatische praemisse zoveel mogelijk in het midden gelaten
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
85
Maar juist nu wij menen een uitgangspunt voor onze interpretatie te hebbengevonden doemen opnieuw een tweetal obstakels voor ons op bestaande uit eenzin in het Berecht en uit Vondels Inhoudt die beide schijnen te weerspreken dat defiguur van Lucifer als inzet in de strijd tussen goed en kwaad zou mogen wordenbeschouwdDe zin uit het Berecht (reg 3-5) luidt als volgt lsquoDe groote Aertsengelen Lucifer
en Michaeumll elck met hunne aenhangelingen van wederzyde gesterckt komen destellaedje stoffeeren en hun rollen spelenrsquo Men zou daaruit kunnen afleiden datLucifer en Michaeumll elkaars grote tegenspelers zijn en dat het conflict er in deallereerste plaats een is tussen hen en hun wederzijdse aanhang Wie echter hetdrama kent begrijpt dadelijk dat een dergelijke interpretatie onhoudbaar is en datVondel hier niet zijn stuk a l s g e h e e l op het oog heeft maar uitsluitend d ec l i m a x daarvan wanneer inderdaad het opstandige leger onder Lucifers leidingde strijd aanbindt met de heirmacht der Godgetrouwe Engelen onder bevel vanMichaeumll De bewuste zin typeert dus niet de structuur van het drama maar duidthet meest spectaculaire moment daaruit aanMeer moeilijkheden biedt op het eerste gezicht Vondels Inhoudt1 Daarin wordt
namelijk Lucifer allerminst als een betrekkelijk zwakke figuur voorgesteld die deinzet is geweest in de strijd tussen goed en kwaad maar als de oorsprong en dedrijvende kracht - bijna zou ik zeggen als de verpersoonlijking - van heel het verzettegen God Reeds voacuteoacuter de aankondiging van de Menswording jaloers zowel op Godals op de nieuw-geschapen mens lsquobenyde (hy) Godt en den mensch te meerrsquo (reg5) toen Gabrieumll aan de Engelen lsquode geheimenissen van Godts toekomendemenschworden ontdecktersquo (reg 6-7)
Dat wordt de reden waerom de hoovaerdige en nydige2Geest poogendezich zelven Gode gelyck te stellen en den mensch buiten den hemel tehouden door zyne medestanders ontelbare
1 WB V pag 6152 Jaloerse
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
86
Engelen oprockende1 wapende en tegens Michaeumll s hemels Veltheeren zyne heirkrachten onaengezien
Rafaeumlls waerschuwinge aenvoerde (reg 9-13) Wij kunnen alleen maarconstateren dat in het eigenlijke drama Lucifer zeker n i e t de Titanische figuur isdie hier wordt gesuggereerd en dat hij die volgens Vondels nieuwe inzicht in deeisen van de tragedie ook niet zou k u n n e n zijn Toch is alles wat hier over hemwordt meegedeeld op zichzelf volkomen juist maar de feiten zijn losgemaakt vande omstandigheden waaronder zij plaats vinden en van de factoren waardoor zijworden bepaald Zowel de algemene situatie als de ontwikkeling zijn in het dramaveel gecompliceerder dan deze lapidaire samenvatting laat vermoeden Evenminals in de zo juist besproken zin uit het Berecht is Vondel er hier op uit de structureleopzet van zijn tragedie aan te geven Hij laat die volkomen buiten beschouwing enbepaalt er zich toe de zonde van Lucifer zowel naar haar innerlijk als naar haaruiterlijk aspect zo scherp en raak mogelijk te karakteriseren het is immers tegendegraveze zonde dat de emblematische waarschuwing van zijn drama zich richtWie mocht menen dat deze interpretatie er te veel een is lsquopour le besoin de la
causersquo zal daarvan wellicht terugkomen wanneer hij naast de lsquoInhoudtrsquo van Luciferdie van Salomon stelt In deze laatste tragedie is er geen twijfel mogelijk noch aande zwakheid van Salomo noch aan het feit dat hij de inzet is in de strijd tussen deTempel en het hof Toch gaat Vondel in zijn samenvatting ook hier stilzwijgend aanalle omstandigheden en factoren voorbij die de houding van de koning beinvloedenen voor het verloop van de handeling beslissende betekenis hebben Ook hierbepaalt hij zich tot enkel de karakteristiek van Salomos zonde weer zowel naarhaar innerlijk als naar haar uiterlijk aspect De koning lsquoverslingerdersquo op Sidonia
zulcks dat hy tot razens toe van hare minnetreken betovert en vervoertbuiten Ierusalem den tempel aller Goden stichte op den bergh sedertden bergh des aen-
1 Ophitste
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
87
stoots geheeten Ten leste nochte Sanhedrin nochteWetgeleerde nochteAertspriester Sadock aenziende bewieroockte hy Astarthe eenSidonische afgodinne en andere afgoden zijne Koninginnen enGemalinnen ten gevalle1
De feiten zijn op zichzelf volkomen juist maar geiumlsoleerd uit wat ik zou willen noemenhun dramaturgische context Daarom zijn zij slechts waar voor de zonde van Salomoen niet voor de structuur van SalomonOp grond van het bovenstaande behoeft dus de Inhoudt voor ons geen beletsel
te zijn om bij de interpretatie van de Lucifer uit te gaan van een parallellie met deSalomon
lsquoHet tooneel is in den hemelrsquo Dat is de enige plaatsaanduiding die Vondel - aan heteinde van zijn Inhoudt - geeft De vaagheid daarvan is in dit bijzondere gevalongetwijfeld suggestiever en bevredigender dan elke precisering geweest zou zijnToch mogen wij niet uit het oog verliezen dat zij nog altijd berust op de lsquobetrekkelijkeeenheid van plaatsrsquo zoals deze in 1613 door Hooft met zijn Geeraerdt van Velsenin onze literatuur was geiumlntroduceerd en zoals Vondel die voor het eerst in deHierusalem verwoest van hem had overgenomen2Over de tijdsduur van de Lucifer wordt niet gesproken Ook bij Maria Stuart en
Leeuwendalers had Vondel de vermelding daarvan achterwege gelaten al blijkenbeide dramas zich wel degelijk binnen de vier-en-twintig uur af te spelen wij kunnendaar dus denken aan een toevallige omissie Ditmaal echter is het aangeven vaneen tijdsduur zonder enige twijfel zeer bewust vermeden zij zou hier immers eendwaasheid zijn geweest lsquoEen eeuw beneden is om hoogh een oogenblickrsquo (vs 888)
Daarmee zijn wij dan eindelijk toe aan de tragedie zelf Ook na de vaststelling vanons uitgangspunt voor de analyse daarvan blijven er echter op allerlei punten nogzoveel interpretatiemoeilijkheden over dat ik meen ditmaal enigszins te moeten
1 WB V pag 376 reg 5-112 Zie Deel I pag 66-67
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
88
afwijken van de wijze waarop ik anders de inhouds-overzichten geef Na de weergavevan elke scegravene die daartoe aanleiding geeft voeg ik een bespreking in van de(detail)problemenwaarvoor zij ons stelt en eenmotivering vanmijn antwoord daarop
Eerste Bedrijf
Ia
a In ongeduldige spanning wacht Belzebub op de terugkeer van Apollion die naarde aarde gezonden is ter verkenning van de nieuw-geschapen mens en alles wathem door God is toebedeeld
Vorst Lucifer zondt hem tot dezen toght bequaemNaer t aertrijck op dat hy eens nader kennis naemVan Adams heil en staet waer in dAlmogenthedenHem stelden (vs 3-6a)
Intussen komt Belial reeds meedelen dat de verkenner in zicht is zijn schitterendebeschrijving van diens bliksemende opvlucht naar de hemel heeft - afgezien vanhaar poeumltische waarde - de functionele betekenis dat zij ook de aandacht vantoeschouwers en lezers opvoert naar een onmetelijk ver van deze aarde verwijderdewereld lsquoIn eenen andren dagh en schooner zonneschynrsquo (vs 15) En daar is Apollionzelf al met in de hand een tak van de Boom des Levens waaraan tussen degoud-glanzende bladeren appels gloeien lsquovan karmozyn en goutrsquo (vs 32) OpBelzebubs dringende en alles-omvattende vraag lsquoWat brengt Apollionrsquo (vs 23b)houdt hij hem ten antwoord die tak voor lsquooordeel uit de vruchten van het lantrsquo (vs27b) ook hier gaat immers het zien voacuteoacuter het horen1 Belzebub ziet - en begrijpt
1 Vondel heeft zich hier kennelijk geiumlnspireerd op Numeri 13 23-27 waar de door Mozes naarKanaaumln uitgezonden verspieders lsquoeen rank af(sneden) met een tros wijndruiven die zij droegenmet hun tweeeumln op een draagstok ook van de granaatappelen en van de vijgenrsquo - en dezevruchten aan de vergadering der Israeumllieten voorlegden als bewijs voor de heerlijkheid en devruchtbaarheid van het land lsquoVoorwaar het is van melk en honig vloeiende en dit is zijnvruchtrsquo Maar tegelijkertijd heeft hem oacuteoacutek de parallellie met de gouden tak uit Aeneis VI 137voor ogen gestaan
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
89
Men zou ons Paradys om Adams hof verwenschent Geluck der Engelen moet wycken voor de menschen(vs 37-38)
Het is dezelfde conclusie waartoe ook Apollion gekomen is Gretig valt hij Belzebubbij lsquoNiet waer heer Belzebubrsquo (vs 39a) Er is maar eacuteeacuten gevolgtrekking mogelijklsquoEen eenigh Eden gaet ons Paradys te bovenrsquo (vs 42) - In deze sfeer van jaloezieen ontstemming brengt dan Apollion zijn eigenlijke verslag uit Daarbij maakt hij vanelke kans die zijn verhaal hem biedt gebruik om te doen uitkomen dat het aardseParadijs dat van de Engelen in heerlijkheid overtreft De edelstenen blinken enschitteren er met een glans die lsquoonze starren dooftrsquo (vs 69a) de frisse wind is erzoeter dan Engelen-adem En wat de mensen betreftWie zou ons Engelsdom voor t menschdom willen wenschen Wanneer men
schepsels ziet die t al te boven gaen En onder wiens gezagh alle andre dierenstaen (vs 82-84)Niet alleen zijn zij schoner dan enig schepsel in de hemel maar in tegenstelling
tot de Engelen zijn zij geschapen als man en vrouw De vervoering van hunliefdesvereniging heeft in Apollion een felle afgunst gewekt
Hoe arm is eenigheit wy kennen geen gespanVan tweederhande kunne een jongkvrouw en een manHelaes wy zyn misdeelt wy weten van geen trouwenVan gade of gading in een hemel zonder vrouwen(vs 139-142)
Hij beschrijft Evas bekoorlijkheden met zulk een sensuele verrukking dat Belzebuber uit afleidt lsquoHet schijnt ghy blaeckt van minne om t vrouwelijcke dierrsquo (vs 163)en Apollion kan dat niet ontkennen1 - Intussen gaat Belzebubs reactie in een andererichting Wat hegravem vooral verontrust is dat uit de liefdesvereniging van de mens lsquometder
1 Voor de achtergrond van dit motief zie men BH Molkenboer OP Apollion en Eva in VondelslsquoLuciferrsquo in De Katholiek 1908 II pag 27-43 - De verliefdheid van veldmaarschalk Juliaenop de door hem gevangen genomen Ursul in Maeghden I-c komt sterk met die van Apollionop Eva overeen al blijft het motief daar uiteraard tot mensen beperkt (zie Deel I pag 245)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
90
tyt een weerelt aengeteeltrsquo (vs 143) kan worden die op de duur in aantal en machtde Engelen zou overtreffen Eerst troost hij zich nog met de gedachte dat aan dieuitbreiding paal en perk zal worden gesteld door het feit dat de mens sterfelijk is enlsquoverwelckt gelijck een bloem op t veltrsquo (vs 176b) Maar ook deze troost wordt hemuit handen geslagen door de vruchten van de Boom des Levens lsquogeniet de menschhet eeuwigh en onsterflijckrsquo (vs 182b) In diepe bezorgdheid geeft Belzebub zichrekenschap van de consequenties daarvan lsquoDe mensch is maghtigh dus ons overt hooft te wassenrsquo (vs 189) En Apollion neemt dadelijk die gedachte over om ereen nog concreter en schrijnender vorm aan te geven
Al duickt zijn heerschappy nu lager dan de maenAl is die maght bepaelt hy zal al hooger gaenOm zijnen stoel in top der hemelen te zettenZoo Godt dit niet belet hoe konnen wy t beletten(vs 191-194)
Op dat ogenblik schalt een bazuin Gevolgd door de Rey van Engelen nadert lsquoGodtsGeheimenistolckrsquo Gabrieumll om lsquoTontvouwen als Herout het geen hem wiert geboocircnrsquo(vs 200)
Het ongeduld waarmee Belzebub en Belial op de terugkeer van Apollion wachtende reactie van de eerste bij het zien van de vruchten van de Boom des Levens degretigheid waarmee Apollion hem bijvalt en in zijn verder verslag de jaloezie laatdomineren - dat alles wordt eerst goed begrijpelijk wanneer wij er van uitgaan datbij deze drie lsquowederspannige Overstenrsquo de afgunst al voacuteoacuter de verkenningstocht vanApollion aanwezig was Hun naijver ontstaat niet als g e v o l g van die tocht maaris er de o o r z a a k van geweest Vanaf het ogenblik dat zij hoorden van de scheppingvan de mens zijn de drie Engelen bang geweest dat lsquoAdams heil en staetrsquo inverhouding tot de hunne tegrave groot zouden zijn en dat daardoor afbreuk zou wordengedaan aan de positie waarop zij bij uitsluiting recht meenden
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
91
te hebben De missie van Apollion moet dan ook begrepen worden als een daadvan argwanende controle hunnerzijds o p Gods jongste scheppingsactiviteit En hetresultaat daarvan bevestigt niet alleen maar overtreft hun somberste vermoedenslsquoWant God bezint1 den mensch en schiep het al om hemrsquo (vs 195)Dat de situatie inderdaad zo geiumlnterpreteerd dient te worden blijkt uit wat Belzebub
in de eerste scegravene van het tweede bedrijf - na Gabrieumlls aankondiging van deMenswording - tot Lucifer zegt het was heus niet nodig geweest Apollion naar deaarde te zenden om na te gaan wat Adam allemaal ontvangen heeft nu blijkt duidelijkgenoeg hoezeer God hem bevoorrecht In zijn eigen woorden
Men hoefde Apollion naer donderste landouwenNiet af te vaerdigen om nader ga te slaenWat Adam al bezit zoo laegh beneecircn de maenHet blyckt hoe heerlyck hem de Godtheit begenadight(vs 381-384)
Dit brengt ons vanzelf tot een volgend punt Belzebub richt zich in het bovenstaandecitaat tot Lucifer zoals hij in vs 3-6a ook reeds Lucifer genoemd had als degenedie Apollion ter verkenning had uitgezonden Lucifer is dus in ieder geval nauw bijhet plan betrokken geweest ook bij hem had de schepping van de mens de vreesgewekt dat daardoor aan zijn eigen superieure positie en heerlijkheid afbreuk gedaanzou kunnen worden Bij de aanvang van het stuk blijkt hij dus reeds een daad tehebben verricht die onverenigbaar is met de vertrouwende onderwerping welkeGod van al Zijn schepsels eist - precies zoals bij de aanvang van het vorige dramaSalomo door het bouwen van de afgodentempel reeds tegen God gezondigd hadMaar moet Lucifer nu ook beschouwd worden als de auctor intellectualis van hetplan Was hij eigener beweging tot de opdracht aan Apollion gekomen of had hijdie gegeven op aandringen van zijn vertrouwelingen en in de eerste plaats van
1 Heeft lief
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
92
Belzebub - zoals Salomo op aandringen van zijn heidense vrouwen en in de eersteplaats van Sidonia toestemming gegeven had tot de bouw van een afgodentempelPersoonlijk geef ik aan de laatste interpretatie de voorkeur ook al valt zij uit Vondelstekst niet te bewijzen Maar wegravel is daarin opmerkelijk dat Apollion het verslag vanzijn tocht niet rechtstreeks aan Lucifer uitbrengt maar aan Belzebub en dat delaatste met geen enkel woord duidt op de noodzaak om ook de eigenlijkeopdrachtgever op de hoogte te stellen Dat past eerder bij een situatie waarin Luciferniet primair bij het verkenningsplan geiumlnteresseerd was en dus na zijn opdracht aanApollion de zaak verder aan Belzebub overgelaten heeft dan bij een intensebetrokkenheid zijnerzijds die hem in eenzelfde onrustige spanning het resultaatvan de tocht zou hebben doen afwachten als die waarvan Belzebub blijk geeft Nude tekst zelf ons in het onzekere laat meen ik dat wij de parallelle situatie in deSalomon niet alleenmogen maarmoeten beschouwen als een belangrijke aanwijzingvoor wat Vondel naar alle waarschijnlijkheid ook hier heeft bedoeld
Ib
b Gabrieumll komt plechtig Gods besluit tot de Menswording aankondigen Zoals wijgezien hebben is dit bedoeld als beproeving voor de Engelen vandaar dat enkelhet feit zelf wordt bekend gemaakt los van alle motieven en bedoelingen die het -althans enigszins - zouden kunnen verklaren En ook de woorden waarin Gabrieumllzijn boodschap kleedt schijnen er op gericht te zijn de proef zo effectief mogelijk temaken door met grote nadruk de plaats van de mens boven die van de Engelen testellen
Al schynt het Geestendom alle andren tovertreffenGodt sloot1 van eeuwigheit het Menschdom te verheffenOock boven t Engelsdom en op te voeren totEen klaerheit en een licht dat niet verschilt van Godt
1 Besloot
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
93
Ghy zult het eeuwigh Woort bekleet met been en arenGezalft tot Heer en hooft en rechter al de scharenDer Geesten Engelen en menschen te gelyckZien rechten uit zyn troon en onbeschaduwt RyckDaer staet de stoel alree geheilight in het midden(vs 217-225)
Op grond hiervan krijgen de Engelen tot nieuwe taak de mens te dienen
Bevordert s hemels eer in t menschelyck geslachtEen ieder in zyn wyck een ieder op zyn wacht(vs 259-260)
Dit is een zoacute verbijsterende lsquoUmwertung aller Wertersquo dat alle jaloersheid om deheerlijkheid van het aardse Paradijs en de schoonheid van Eva er kinderachtig doorwordt Wij zullen ons dan ook wel moeten voorstellen dat Belzebub Belial enApollion in starre ontzetting naar de afkondiging van Gabrieumll hebben geluisterdzonder hun oren te kunnen geloven Eerst in het tweede bedrijf hebben zij zichhersteld en komen hun reacties los
Ic
c De Rey van Engelen besluit het bedrijf met zijn beroemde lofzang op God Doordatdeze zang onmiddellijk aansluit op de aankondiging van de Menswording en deopdracht om voortaan de mens te dienen heeft hij tevens het karakter van eenantwoord De goede Engelen aanvaarden Gods besluit met een aanbiddendeverheerlijking waarin geen plaats is voor andere gedachten dan die aan Hem Hunreactie is die van onvoorwaardelijke liefde en gehoorzaamheid op basis van eenonvoorwaardelijk vertrouwen Daardoor krijgt hun reizang in het drama eenbelangrijke functionele betekenis hij stelt de norm waaraan de houding van alleEngelen moet worden getoetst en doet zodoende duidelijk het principieumlle verschiluitkomen tussen de goeden en de kwaden onder hen de eersten zijn vol van Godde laatsten vol van zichzelf - In de lsquoZangrsquo wordt door de eerste koorhelft - in devorm van
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
94
een vraag naar Zijn naam - met eerbiedig-omschrijvende woorden God aangeduidals de Oneindige en Eeuwige die geen andere oorzaak kent dan Zichzelf deSchepper en Onderhouder van alles wat bestaat de Opperste Majesteit
Wie is het noemt beschryft ons hemMet eene Serafyne vederOf schort het aen begryp1 en stem (vs 306-308)
De tweede koorhelft kan in de lsquoTegenzangrsquo daarop alleen maar antwoorden lsquoDatsGODTrsquo (vs 309a) Ten opzichte van Hegravem schort het inderdaad zelfs Engelen aanlsquobegryp en stemrsquo tot beschrijving of nadere benoeming Want God is de volstrektOnkenbare Dat is het enige wat deze koorhelft nog kan toevoegen aan wat in delsquozangrsquo is gezegd Maar naar de vorm vindt zij een climax de lofprijzing gaat over ineen gebed of liever in de aanbidding
Ghy zyt alleen dan die ghy zytU zelf bekent en niemant naderU zulx te kennen als ghy waert
Der eeuwigheden glans en aderWien is dat licht geopenbaert (vs 324-328)
In de lsquoToezangrsquo monden zowel lofprijzing als aanbidding uit in een gezamenlijkebelijdenis die juicht ondanks zijn statigheid en statig blijft ondanks zijn juichen
Heiligh heiligh noch eens heilighDriemael heiligh eer zy Godt
Buiten Godt is t nergens veilighHeiligh is het groot gebodt
Zyn geheimenis zy bondigh2Men aenbidde zyn bevel
Dat men overal verkondighWat de trouwe Gabrieumll
Ons met zyn bazuin quam leerenLaet ons Godt in Adam eerenAl wat Godt behaeght is wel (vs 337-347)
1 Begrip2 Bindend onaantastbaar
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
95
Volgens Molkenboer moeten wij in de Zang een vraag zien welke door de l a g e r eEngelen gericht wordt tot de h o g e r e die daarop in de Tegenzang antwoord gevenwaarna beide groepen gezamenlijk de conclusie van de Toezang zingen Vondelzou daarbij gesteund hebben op de leer lsquodat de hoogere Engelen de lagere overde goddelijke dingen voorlichtenrsquo1 Asselbergs is in 1954 dezelfdemening toegedaanwaarbij hij op grond van vs 306b-307 (lsquobeschryft ons hem Met eene Serafynevederrsquo) de Tegenzang door een lsquoSerafijnenreirsquo2 gezongen acht3 Albert Verweydaarentegen had reeds in 1937 scherp stelling gekozen tegenMolkenboers opvattinglsquoMen kan (Vondel) geen groter onrecht doen dan zijn eenvoudige reizang ldquoWie iser (sic)rdquo te verduisteren en te verlagen door er wijzigheden omtrent verschillendesoorten van engelen in te zien Hij bevat niets dan de allereenvoudigsteGods-conceptiersquo4 Pater Maximilianus kiest in 1950 geen partij al schijnt hij meertot de mening van Verwey dan tot die van Molkenboer over te hellen lsquoMaar zelfswanneer we aannemen dat hier de lagere orde der Engelen onderricht wordt dooreen hogere dan komt de reizang niet minder overeen met de franciscaanse schooldan met de leer van St Thomasrsquo5Ik voor mij kan niet aannemen dat Vondel zich zijn Rey zou hebben gedacht als
bestaande uit twee koorhelften van verschillende hieumlrarchische orde Voor eendergelijke tweeledigheid van het koor vond hij geen steun in zijn klassiekevoorbeelden en in al zijn voorafgaande dramas zijn de Reyen dan ook steedsvolkomen homogeen6 Is het op zichzelf dus
1 WB V pag 628 annotatie bij lsquoRey van Engelenrsquo2 De Serafijnen staan bovenaan in de hieumlrarchie der Engelen (vgl ook Lucifer vs 241-252)3 WJMA Asselbergs Lucifer-uitgave pag 48 en 49 noten bij resp vs 281 en 3094 Vondel Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza verzorgd en ingeleid door Albert
Verwey (Amsterdam 1937) pag XXII5 P Maximilianus Vondels Luc en de Francisc school pag 946 Een enigszins afwijkende situatie komt slechts voor in de Hierusalem verwoest waar van de
vijf verschillende Reyen er wel eens twee - namelijk de lsquoRey van Staetjonffrenrsquo en de lsquoReyvan Joodse Vrouwenrsquo - gezamenlijk optreden zij worden dan aangeduid als lsquoRey van Iodinnenin t algemeenrsquo (zie Deel I pag 71 noot)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
96
al niet waarschijnlijk dat hij daarvan ineens zou zijn afgeweken nog onwaarschijnlijkeris dat hij dit gedaan zou hebben zonder het nauwkeurig genoeg aan te geven omonzekerheid of misverstand uit te sluiten - In de tweede plaats wordt deheterogeniteit van de beide koorhelften niet door de drie nog volgende reizangenbevestigd Bij de tweede stelt wel weer de Zang een vraag waarop de Tegenzangantwoord geeft maar het is moeilijk hier aan te nemen dat de eerste koorhelftwerkelijk het antwoord op haar vraag niet geweten zou hebben en dat dit beschouwdmoet worden als principieumlle voorlichting vraag en antwoord beide hebben kennelijkgeen andere betekenis dan die van retorische stijlvorm In de derde reizang valtalle verschil tussen de eerste en de tweede koorhelft weg doordat de Tegenzangeenvoudig de klagende vragen van de Zang voortzet in de vierde (de beurtzangvan de Rey met Rafaegravel) worden zelfs geen koorhelften onderscheiden Als Vondelinderdaad een tweeledige Rey bedoeld had zou dit het karakter van alledesbetreffende reizangen hebben moeten bepalen - De vraag- en antwoordvormkan ook in de eerste reizang evenzeer als in de tweede zonder enig bezwaarworden opgevat als retorische stijlvorm de vraag wordt slechts gesteld om hetantwoord (en daarmee een climax in de lofprijzing) uit te lokken - Het verzoek vande eerste koorhelft in vs 306b-307 (lsquobeschryft ons hem Met eene Serafyne vederrsquo)impliceert niet dat deze woorden slechts tot Serafijnen gericht kunnen zijn Hetgebruik van het woord lsquovederrsquo (veren pen) terwijl niet om een geschreven maar omeen gesproken (gezongen) beschrijving wordt gevraagd wijst er op dat de geheleformulering ligt in de sfeer van een vergelijking Met deze constatering is deinterpretatie van de bewuste versregels eigenlijk al gegeven lsquobeschrijft ons Hemals met de pen van een Serafijnrsquo dwz zoals een Serafijn dat zou doen op demeest vaardige wijze en in verheven taalOp grond van dit alles meen ik dat wij ons de Rey van Engelen hebben voor te
stellen als een homogene groep die zich slechts ter wille van zijn reizangen en voorde duur daarvan
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
97
in twee koorhelften verdeelt Aangezien hij voor het eerst opkomt als g e v o l g vanGabrieumll (vgl vs 198) ligt het voor de hand aan te nemen dat slechts Engelen vande laagste hieumlrarchische orde(n) er deel van uitmaken Dit is trouwens inovereenstemming met wat Vondel bij zijn klassieke voorbeelden vond ook daarbestaan de Reyen steeds uit groepen van lagergeplaatsten1
Tweede Bedrijf
IIa
a Overeenkomstig zijn waardigheid begeleid door een stoet van Engelen (lsquosnelleGeestenrsquo vs 348) verschijnt Lucifer staande op zijn strijdwagen Gedurende dehele eerste scegravene blijft hij op die wagen staan2 En doordat deze bespannen is metde Leeuw en de Draak die in het Berecht uitdrukkelijk symbolen voor de hoogmoeden de afgunst zijn genoemd3 krijgt dit feit een zinnebeeldige betekenis De tweelsquohooftgebrekenrsquo die in deze scegravene Lucifers houding en reacties bepalen zijndaardoor oacuteoacutek visueel voortdurend aanwezig - Het is inderdaad in het teken van deLeeuw en de Draak dat Lucifer op de aankondiging van de Menswording reageertEn in de vertrouwde kring van zijn gevolg - lsquodien eersleip van vertroudenrsquo (vs 440)- laat hij zich zonder enig zelfbedwang gaan Met de uiterste verbittering schetst hijwat Gods jongste besluit voor de Engelen betekent
t Is nacht4 met Engelen en alle hemelzonnenDe menschen hebben t hart des Oppersten gewonnenIn t nieuwe Paradys de mensch is s hemels vrientOns slaverny gaet in gaet hene viert en dientEn eert dit nieuw geslacht als onderdane knapenDe menschen zyn om Godt en wy om hen geschapen(vs 360-365)
1 Vgl GJ Vossius Institutiones Poeumlticae (1647) Lib II cap XVI 3 lsquoChorus in tragoediaconstabat non ex heroibus aut viris principibus sed ex agricolis civibus militibus mulieribusetiam egrave peregrinis per quos suum poeumlta judicium promebatrsquo
2 Dit blijkt uit vs 449 dat deze scegravene besluit Lucifer zegt daar als hij Gabrieumll ziet naderenlsquoIck wil hem tegentreecircn en aftreecircn van den wagenrsquo
3 Zie boven pag 74-75 sub 24 Het is afgelopen het is uit
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
98
Het verdient opmerking dat Lucifer uitgaat van de vernedering der Engelen in hetalgemeen en nog niet in de eerste plaats aan zijn eigen positie denkt Ook vanenige gedachte aan verzet is nog geen sprake hij schijnt integendeel de nieuwesituatie als onherroepelijk te aanvaarden lsquohier gelt geen tegenspraeck ghy hoort Wat Gabrieumll bazuint voor s hemels goude poortrsquo (vs 374b-375) - Maar dan neemtBelzebub het woord En bij hem als principieumlle vertegenwoordiger van het kwaadis de gedachte aan verzet tegen God wegravel aanwezig Zijn hele betoog is er op gerichtze ook in Lucifer wakker te roepen door de volle nadruk te leggen op dienspersoacuteoacutenlijke vernedering en hem zo nograveg dieper te raken in zijn trots Tot dusver wasLucifer als Stedehouder de hoogst-geplaatste van alle schepselen met niemandboven zich dan alleen God Maar nu is dat uit
legh voortaen den scepter uit der hantEen lager is er die de kroon daer boven spantOf spannen zal eer lang (vs 402b-404a)
Hoewel angstvallig teruggedrongen heeft ook deze gedachte natuurlijk op deachtergrond van Lucifers verbittering gestaan Maar nu zij ineens zo cru wordtuitgesproken is dat meer dan hij verdragen kan Het doet hem uitbarsten in eeninstinctieve afweer lsquoDat zal ick keeren is het anders1 in myn maghtrsquo (vs 410) Enhier is dan bij Lucifer de gedachte aan verzet Weliswaar nog slechts als emotionelereactie en nauwelijks bewust maar het is toch ontwijfelbaar een eerste succes voorBelzebub Deze haast zich dan ook het uit te buiten lsquoDaer hoor ick Lucifer rsquo (vs411a) dat is echt een woord passend bij hem die zoacutezeer Gods plaatsvervanger isdat zelfs lsquoDe Godtheit wort in hem gedient en aengebeden Bewieroockt engeviertrsquo (vs 417-418a) Het zou onrecht zijn hem nu deze hoogste plaats weer teontnemen
1 Tenminste
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
99
Zou Godt een jonger zoon geteelt uit Adams lendenVerheffen boven hem dat waer het erfrecht schendenVan t alleroutste kint en zyn stadthouderyOntluisteren naest Godt is niemant groot als ghy(vs 420-423)
Aan eenmaal verkregen rechten mag niet getornd worden of - en na Lucifers uitroepkan Belzebub nu r e c h t s t r e e k s het verzet suggereren - lsquoOf al de hemel raecktin t harnas tegens eenrsquo (vs 427) - In de emotionele spanning waarin hij verkeertis Lucifer uiterst suggestibel bovendien wordt er geappelleerd aan wat ook in hemaan kwaads leeft zij het nog niet oppermachtig Gretig neemt hij dan ook het motiefover dat hem aan de hand wordt gedaan wat God wil is onrecht En hartstochtelijktrekt hij daaruit de consequentie
ick zal mijn Recht bewarenIck zwicht voor geen gewelt noch aertsgeweldenarenLaet zwichten al wat wil ick wijck niet eenen voet
(vs 432b-434)
Liever eervol ondergaan dan buigen voor het onrecht
En liever deerste Vorst in eenigh lager hofDan in t gezalight licht de tweede of noch een minder(vs 443-444)
lsquoDan in t gezalight licht de tweede rsquo Hoe bedoelt Lucifer dat precies Wil hij nietde tweede zijn waar hij nu onder God de eerste is Of klinkt hier de jaloersheid opGod door waarvan wij blijkens Vondels Inhoudt hebben uit te gaan1 Wil Luciferook niet de tweede zijn als God de eerste is Ik ben geneigd aan te nemen dathet eerste eigenlijk bedoeld wordt maar dat het tweede er wel degelijk doorheenspeelt Belzebub heeft zijn werk maar al te goed gedaan Alles wat er aan potentieumlelkwaad in Lucifer verborgen lag heeft hij omhoog weten te woelen en reeumlel (wantbewust) gemaakt - Op dat ogenblik nadert
1 Zie boven pag 85-86
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
100
Gabrieumll Als Engel staat hij onder Lucifer maar als lsquoGezant en Geheimenistolck derGodtheitrsquo1 is hij tevens de vertegenwoordiger van God Hij neemt dus in de hemeltegenover de Stedehouder een soortgelijke positie in als op aarde de hogepriesterof de profeet tegenover de koning Daarom is het begrijpelijk dat zijn naderingvoldoende is om Lucifer tot een zweem van bezinning te brengen abrupt breektdeze zijn emotionele exclamaties af om zich nader over Gods bedoelingen te latenvoorlichten lsquoHet waer niet ongeraecircn hem nader tondervragenrsquo (vs 448) Daaromook ligt het voor de hand dat hij Gabrieumll niet bij zich ontbiedt maar hem tegemoetgaat met lsquoaftreecircn van den wagenrsquo (vs 449b) Symbolisch betekent dit laatste zoalswij gezien hebben dat hij niet langer uitsluitend gedreven wordt door hoogmoed enafgunst Hij hoopt oprecht dat zijn gesprek met Gabrieumll zowel in hem als in de hemelde rust zal kunnen herstellen
Ik zie in dit hele toneel een parallel met de tweede scegravene uit het tweede bedrijf vanSalomon2 Ook daar zagen wij de hoofdpersoon voor het eerst op het toneelverschijnen en ook daar werd hij ons dadelijk voor ogen gesteld in de ban van zijnlsquohooftgebrekrsquo in casu de wellust die toen als het ware visueel werd in de verleidelijkegestalte van Sidonia Zoals Belzebub hier Lucifer tot verzet tegen God zoekt tebrengen zo trachtte de prinses daar Salomo over te halen tot het wierookoffer aanAstarte Bijna was zij daarin geslaagd maar het gesprek werd onderbroken voordatzij haar doel definitief had bereikt - zoals hier de nadering van Gabrieumll aan Belzebubde gelegenheid ontneemt Lucifer nog eacuteeacuten stap verder te brengen van woorden totdaden Maar hij is daar al zoacute dicht bij gekomen dat hij zich zou kunnen troostenmet dezelfde gedachte als Sidonia dat het bij een volgende poging zeker wegravel zallukken lsquohem over stach te werpenrsquo
1 Berecht (WB V pag 611 reg 117)2 Zie boven pag 21-23
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
101
IIb
b Al heeft Lucifer zich enigszins van het kwaad afgekeerd en wat meer naar hetgoede gewend het blijft toch slechts een verschuiving binnen het niemandslandlsquotusschen deughdelijck en gebreckelijckrsquo Hij hoopt op een oplossing maar daarinligt opgesloten dat hij nog altijd over het besluit van God discussieumlren wil in plaatsvan het onvoorwaardelijk te aanvaarden Hij overstelpt Gabrieumll dan ook met eenstroom van vragen Waarogravem doet God dit Met welk doel En hoe is het mogelijklsquodat de Godtheit zich zou mengelen Met menschenrsquo (vs 468b-469a) En nog welmet voorbijgaan van de Engelen die Hem zoveel meacuteeacuter wezensgelijk zijn Zal hijzelfde plaatsvervanger van God in het vervolg met al de onder hem staandelsquolichaemlooze en godtgelycke zielenrsquo (vs 477) moeten knielen lsquovoor een grof enzackende element Daer Godt zyn majesteit en wezen inneprentrsquo (vs 478b-479)- Op geen van deze vragen kan Gabrieumll echter antwoord geven Voorlopig gaat hetalleen om de onderwerping aan Gods wil reden en doel van de MenswordinglsquoVerberght de hemel u de tyt wil doirzaeck leerenrsquo (vs 497) En als Lucifer doelendop de Godmens die boven hem gesteld zal worden trots uitroept lsquoIck heb tot nochmyn kroon voor Godt alleen gebogenrsquo (vs 509) dan geeft Gabrieumll nader aan watdie onderwerping inhoudt
Zoo buighze oock voor t besluit der Godtheit die het alWat wezen heeft uit niet of namaels wezen zalBestiert tot zeker eindt hoewel wy t niet beseffen(vs 510-512)
Dat is hetzelfde beroep op onvoorwaardelijk vertrouwen in de leiding van God ookal worden noch Zijn doeleinden noch Zijn middelen begrepen dat in de Gysbreghtvan Aemstel door Rafaeumll op Gijsbrecht werd gedaan (lsquoWant dopperste beleit zijnzaecken wonderbaerrsquo) dezelfde gedachte die daarna van Maeghden tot en metJoseph in Dothan Vondels dramas was blijven beheersen1 Maar Lucifer is
1 Zie Deel I pag 200-207 259 299 305-306
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
102
aan die onvoorwaardelijkheid niet toe Hartstochtelijk gaat hij uiteenzetten dat deMenswording onmogelijk en onaanvaardbaar is
De majesteit van Godt en Godtheit wort verkleentIndienze haer natuur met s menschen bloet vereentVereenight en verbint (vs 522-524a)
Opeens echter onderbreekt hij dit betoog om er zich bij Gabriegravel over teverontschuldigen dat hij wellicht te ver is gegaan
verschoonme o GabriegravelIndien ick uw bazuin de wet van t hoogh bevelEen luttel wederstreve of schyn te wederstrevenWy yvren voor Godts eere om Godt zyn Recht te gevenVerstout ick my en dwael dus verre buiten t spoorVan myn gehoorzaemheit (vs 538b-543a)
Huichelarij Ik geloof dat wij naar Vondels bedoeling deze verontschuldiging nietals zodanig mogen opvatten Anders zou Gabriegravel er wel anders op hebbengereageerd dan hij nu doet zoals in het vierde bedrijf wanneer Lucifer inderdaadde werkelijkheid achter een schone schijn probeert te verbergen Rafaeumll daaronmiddellijk doorheen ziet1 Ook in Zijn vertegenwoordigers laat God Zich bij Vondelniet om de tuin leiden Daarom is het veel aannemelijker dat Lucifer zich opeensrealiseert te spreken tot de woordvoerder van God Evenals daarstraks toen hijvanaf zijn strijdwagen Gabrieumll zag naderen brengt het blote feit van dienstegenwoordigheid hem tot een begin van bezinning de koning staat tegenover dehogepriester Het is uit dit begin van bezinning dat de verontschuldiging voortkomtZo vat blijkbaar ook Gabrieumll het op Natuurlijk is Lucifer veel te ver gegaan natuurlijkkomt zijn felle verzet tegen de Menswording niet alleen en zelfs niet in de eersteplaats voort uit bezorgdheid voor Gods grootheid Na alles wat hij gehoord heeftmoegravet Gabrieumll dit wel weten Maar het
1 Zie beneden pag 143
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
103
kwade heeft in Lucifer nog geen definitieve overwinning behaald in deverontschuldiging doet zich weer even het goede gelden En het is daacuteaacuterbij datGabrieumll aansluit met negatie van al het andere dat hij alleen maar zou kunnenverwerpen Hij waarschuwt wel maar op de meest positieve en liefdevolle manierdie denkbaar is hij wijst enkel op het tekort van het goede bij Lucifer
ghy yvert krachtigh voorDe glori van Godts naem doch zonder toverwegenDat Godt het punt waerin zyn hoogheit is gelegenVeel beter kent dan wy dies staeck uw onderzoeck
(vs 543b-546)
lsquoVeel beter dan wyrsquo en niet zoals wij verwacht zouden hebben lsquodan ghyrsquo Ookdaarin toont Gabrieumll zijn liefde hij stelt zich naacuteaacutest Lucifer in plaats van tegenoverhem En hij houdt deze lsquowyrsquo-vorm zoveel mogelijk vast totdat hij tenslotte afscheidneemt met een laatste dringend beroep lsquoHeer Stedehouder rust en hanthaefdeerste ons wettenrsquo (vs 560) Evenzeer onder de indruk van Gabrieumlls persoonlijkheidals van diens woorden geeft Lucifer de gevraagde belofte ik zal daar nauwgezetvoor zorgen (vs 561b lsquomen zaler scherp op lettenrsquo)
Vanherpe heeft dit laatste halfvers lsquoenigmatischrsquo genoemd1 waarin opgesloten ligtdat het iets anders of iets meer zou bedoelen dan het rechtstreeks tot uitdrukkingbrengt Molkenboer geeft als verklaring lsquoLucifer kondigt een afwachtende houdingaan we zullen zienrsquo2 waarmee hij eveneens van de eigenlijke betekenis der woordenafwijkt Wanneer wij echter zoals ik hierboven heb gedaan vs 561b lezen als eenvervolg op de bezinning waartoe Lucifer in vs 538b-543a onder de invloed vanGabrieumlls persoonlijkheid gekomen is dan wordt een dergelijke interpretatie geheeloverbodig Dan staat er slechts wat er
1 Gab Vanherpe Het Grieks-christelijk dualisme in Vondels Lucifer (Menen 1951) pag 352 WB V pag 639 annotatie bij vs 561b
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
104
inderdaad staat en buigt Lucifer zich op dit moment voor de autoriteit van Godwaarvan Gabrieumll de verpersoonlijking is In de strijd die goed en kwaad om hemvoeren heeft voor een ogenblik het goede de overhand1In de Salomon bleek het wisselend succes van de beide dualiteitsgroepen in hun
strijd om de koning voordat tenslotte de definitieve beslissing viel een integrerenddeel van de dramatische structuur Ik beschouw het als een sterke aanwijzing voorde juistheid van de hierboven voorgestelde interpretatie dat daardoor opnieuw deparallellie tussen Lucifer en Salomon wordt bevestigd Want zoals wij ze hebbenopgevat kan de tweede scegravene van het tweede bedrijf onmiddellijk vergeleken wordenmet IV-b uit Salomon2 Daar stond Salomo na zijn belofte aan Sidonia eveneenstegenover de vertegenwoordiger van God de aertspriester Daar hield ook hijaanvankelijk hardnekkig aan zijn standpunt vast om tenslotte toch te buigen voorde autoriteit die van Sadock uitging En ook hij deed een belofte niet aan Astartete zullen offeren Wij kunnen de parallellie zelfs nog verder doorvoeren Vrijweldadelijk na zijn belofte aan Sadock liet Salomo zich toch weer door Sidoniameeslepen - zoals in de volgende scegravene Lucifer meegesleept zal worden doorBelzebub In beide gevallen doet de voorafgaande bezinning de diepte van dedaarop volgende val des te scherper en des te tragischer uitkomenOok op het probleem van vs 497 moeten wij nog even ingaan Gabrieumll kan daar
niet aan Lucifer meedelen waarogravem God tot de Menswording besloten heeft lsquode tytwil doirzaeck leerenrsquo Wij hebben reeds gezien dat daarachter de vraag schuilt ofVondel uitging van de Thomistische zienswijze volgens welke de Incarnatiea f h a n k e l i j k was van de zondeval van
1 Zo vat blijkbaar ook P Maximilianus deze scegravene op lsquoDe dramaturg Vondel plaatste zijnhoofdfiguur tussen slechte en goede machten de jaloerse opruiende engelen BelzebubBelial en Apollion enerzijds en de trouwe Engelen Gabrieumll Michaeumll en Rafaeumll anderzijds Menziet Lucifer in het tweede bedrijf wankelen tussen deze machten ten kwade en ten goedeNa de eerste prikkeling van Belzebub heeft het rustige betoog van Gabrieumll zijn goede uitwerkingop Lucifer die na de eerste opwelling van hoogmoed tot nadenken komtrsquo (Vondels Luc ende Francisc school pag 91)
2 Zie boven pag 26-28
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
105
Adam (en in laatste instantie dus ook van de opstand en de duivel-wording vanLucifer) dan wel de Scotistische opvatting volgde die de Incarnatie zag also n a f h a n k e l i j k daarvan eveneens dat Pater Maximilianus geneigd was aan tenemen lsquodat Vondel zich niet heeft uitgesproken voor een van beide meningenrsquo1 Ikgeloof dat dit laatste inderdaad juist is maar zou daaraan willen toevoegen dat naarmijn mening Vondel m e t o p z e t de zaak in het midden gelaten heeft Nu de Kerkbeide opvattingen toeliet maakte hij daarvan gebruik om de dramatische spanningvan zijn stuk te verhogen door zelf ook niet te kiezen De toeschouwers wistenimmers dat Lucifer zougrave vallen en Adam tot zonde zougrave verleiden en dat in hethistorisch verloop van de Heilsgeschiedenis deMenswording daarmee onverbrekelijkverbonden is Daarom viel niet anders te verwachten dan dat zij de woorden vanGabrieumll zouden opvatten als tragische ironie Lucifer die zo graag de oorzaak wildekennen zou zegravelf die oorzaak blijken te zijn Het lijkt mij uitgesloten dat Vondel zichdaarvan geen rekenschap gegeven zou hebben Maar dan betekent dit dat hij uitdramatische overwegingen prijs stelde op deze interpretatie als tragische ironieondanks haar theoretische aanvechtbaarheid Hij had immers gemakkelijk elklsquomisverstandrsquo kunnen voorkomen hetzij door een nadere uiteenzetting van deScotistische opvatting hetzij door een formulering die het punt in kwestie vermeedMaar hij koos een andere weg lsquoIn theologicisrsquo dekte hij zich door op het theoretischeprobleem niet in te gaan en dus ook niets te zeggen wat onjuist kon hetenTegelijkertijd echter bereikte hij lsquoin dramaticisrsquo zijn doel door niets in de weg te leggenaan de interpretatie die zich onwillekeurig aanbood En waarom eigenlijk niet nuhet verloop der feiten dit lsquomisverstandrsquo achteraf toch lsquowaarrsquo had gemaakt Ook hierzouden wij met Pater Maximilianus van Vondel kunnen zeggen lsquohij schreef eendrama en geen leerdichtrsquo2
1 Zie boven pag 77-78 sub 2 (D e M e n s w o r d i n g )2 Zie boven pag 80
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
106
IIc
c Nauwelijks is Gabrieumll vertrokken of Belzebub - die het voorafgaande gesprekvanaf de achtergrond zwijgend heeft aangehoord - voegt zich weer bij Lucifer Endadelijk is hij er op uit de pacificerende invloed die van Gabrieumll is uitgegaan zovolledig mogelijk te verstoren Terecht heeft Molkenboer er op gewezen dat hijvoortdurend de meest hatelijke en insinuerende woorden kiest die hij bedenkenkan1 woorden die een felle tyrannie van Gods kant suggereren
De Stedehouder hoort waer dit plakkaet op draeitDat Gabrieumlls bazuin zoo trots heeft uitgekraeitHy gaf Godts ooghmerck u oock scherp genoegh te ruickenMen zal uw mogentheit aldus de vleugels fnuicken(vs 562-565)
Hij heeft maar al te gemakkelijk succes Lucifer is door Gabrieumll immers niet vanongelijk overtuigd Het kwaad in hemwas slechts teruggedrongen niet overwonnenNu door het vertrek van Gods vertegenwoordiger de ban is weggenomen komenalle gevoelens van trots en jaloezie en gegriefdheid als een vloedgolf weer naarboven nog versterkt door verbittering om de nederlaag tegenover Gabrieumll en doorschaamte omdat Belzebub daarvan getuige is geweest De giftige insinuaties vande laatste zijn dan ook voldoende om Lucifer alle zelfbeheersing te doen verliezenOpnieuw barst hij uit in een wilde schreeuwende kreet van verzet noghartstochtelijker dan de eerste maal
Nu zweer ick by myn kroon het al op een te zettenTe heffen mynen stoel in aller heemlen transDoor alle kreitsen hene en starrelichten glansDer heemlen hemel zal my een palais verstreckenDe regenboogh een troon t gestarrente bedeckenMyn zalen daertkloot blyft myn steun en voetschabel(vs 569-574)
1 Luc-Molk pag XLIX
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
107
En zo gaat het door in dezelfde uitdagende trots Wij zijn terug in het eerste toneelmaar met dit verschil dat Lucifer nu in twee opzichten verder gaat In de eersteplaats konden wij er toen nog even aan twijfelen of hij inderdaad bedoelde de plaatsvan God te willen innemen1 terwijl nugrave twijfel eigenlijk niet meer mogelijk is Uit zijnomschrijving van de macht die hij begeert blijkt duidelijk dat dit de macht van Godis ook al is hij nog niet zo ver dat hij het waagt dit openlijk uit te spreken2 de dreigingin zijn eed is dan ook niet tegen God zelf gericht maar tegen Diens veldheer Michaeumll- In de tweede plaats gaat Lucifer ditmaal van woorden over tot een d a a d hij laatApollion roepen om met hem te overleggen hoe het verzet moet wordengeorganiseerd
Bij zijn tweede poging is Belzebub er dus in geslaagd Lucifer lsquoover stach te werpenrsquoDat brengt ons vanzelf weer tot de parallellie met Salomon waar Sidonia door haarsterredans na de feestmaaltijd eenzelfde resultaat bereikte ten opzichte van Salomo3Doordat dit moment niet op het toneel werd gebracht maar door de woordvoerdervan de Rey verteld betreft de parallellie ditmaal slechts de algemene situatie enkunnen wij Lucifer II-c niet plaatsen naast een overeenkomstige scegravene in de SalomonMaar dit doet niets af aan de betekenis van deze parallellie Salomo wordt tengevolge van Sidonias verleidelijke dans zoacute door zijn hartstocht voor haarmeegesleept dat alle remmingen wegvallen en hij haar lsquoreuckloosrsquo belooft mee te
1 Zie boven pag 992 Lucifers opstandseed is gebaseerd op Jesaja 14 12-15 een van de Bijbelse bewijsplaatsen
die Vondel in zijn Berecht volledig citeert (zie boven pag 74 sub 1) Het verdient opmerkingdat hij de climax daarvan lsquoIck wil boven de hooge wolcken steigeren den Allerhooghstengelyck wordenrsquo (WB V pag 608 reg 28-29) niet door Lucifer laat herhalen Door deze eedzou de Stedehouder zich immers definitief tegenover God hebben gesteld en niet langer deinzet in de strijd tussen goed en kwaad hebben kunnen zijn Wanneer echter Rafaeumll in IV-cLucifer met diens geheimste gedachten confronteert dan noemt hij in vs 1544 oacuteoacutek de wenslsquoGodt zelf gelyckrsquo te zijn (zie beneden pag 143) - Men zie verder WJMA Asselbergs Deeed van Lucifer in Vondel-jaarboek 1950-1951 (Amsterdam 1949) pag 39-40
3 Zie boven pag 26 onder IV-a
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
108
zullen doen aan het offer voor Astarte Maar uit het verdere verloop van de tragedieblijkt dat hij met deze belofte de door God gestelde limiet nog niet heeft overschredenen dat hem nog altijd de kans gelaten wordt op zijn besluit terug te komen de strijdvan de dualiteitsgroepen is er wel door verscherpt maar niet beslist - Op dezelfdewijze moeten wij naar mijn mening de situatie in de Lucifer interpreteren ZoalsSalomo bij zijn belofte werd meegesleept door zijn hartstocht zo Lucifer bij zijn eeddoor zijn jaloersheid en zijn gekrenkte trots Hij is zoacute door het dolle heen dat hijlsquoreuckloosrsquo zweert en even lsquoreuckloosrsquo opdracht gaat geven het verzet te organiserenMaar evenals Salomo zal ook hij straks terugschrikken voor de consequenties vanwat hij in een wilde opwelling aan het rollen heeft gebracht En ook hij kan nog altijdterug hij is wel veel dichter bij de limiet van zijn marge gekomen maar overschredenheeft hij haar nog niet Daarom kan de strijd tussen goed en kwaad straks in en omzijn aarzeling worden voortgezet
IId
d Apollion is niet ver hij behoort immers tot de lsquosnelle Geestenrsquo van Lucifers gevolgdie op de achtergrond staan te wachten Onmiddellijk treedt hij naar voren om zichmet kruiperige dienstvaardigheid ter beschikking van zijn meester te stellen En danlegt Lucifer hem ter beoordeling zijn plan voor Michaeumll onschadelijk maken zodatdeze lsquoons toeleghrsquo (vs 594) niet kan verhinderen om lsquomet gewelt dien zetel tebestormenrsquo (vs 601) die voor de (God-)mens bestemd is Het plan gaat uit vandezelfde restrictie als de opstands-eed Lucifer huivert er voor terug zich rechtstreekstegen God te verklaren en keert zich dus niet tegen Hegravem maar tegen Zijnleger-aanvoerder wiens taak het is desnoods met geweld tot gehoorzaamheid aande Goddelijke besluiten te dwingen Het is natuurlijk een onzinnige onderscheidingeen sofisme van dezelfde soort als dat van Salomo die meende naar het uiterlijkAstarte te kunnen eren en tegelijkertijd innerlijk trouw te kunnen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
109
blijven aan God1 Maar Lucifer houdt er hardnekkig aan vast ook als Apollion hemde voosheid daarvan voorhoudt en keer op keer waarschuwt dat egravelk verzet neerkomtop verzet tegen God lsquoHet overpeinzen quetst alree Godts majesteitrsquo (vs 618) Hijdugraverft niet verder gaan en hij wigravel niet terug en dus is er voor hem geen andere uitwegdan zijn sofisme Daarom kunnen Apollions tegenwerpingen geen andere uitwerkingop hem hebben dan dat zij hem tot het uiterste prikkelen Abrupt breekt hij dan ookhet onderhoud af om koppig zijn wil door te zetten Hij vraagt geen advies meermaar geeft een bevel lsquoBegin rsquo (vs 656a) probeer zoveel mogelijk Engelen oponze hand te krijgen maar overleg eerst met Belial over de beste aanpak Tot eenweerwoord geeft hij geen gelegenheid
Ick stygh te wagen legh het over met u tweeDe Hofraet is vergaert en wacht ons komst alreeMen zal zoo dra ghy komt u beide binnen roepenHeer Overste bewaeck de hofpoort met uw troepen(vs 666-669)
Daarmee verdwijnt Lucifer zoals hij gekomen is staande op zijn strijdwagenomstuwd door zijn stoet van lsquosnelle Geestenrsquo Maar Belial heeft zich uit die stoetlosgemaakt en voegt zich nu bij Apollion
Deze scegravene confronteert ons met twee moeilijke interpretatieproblemen - De eerstebetreft de waarschuwing van Apollion Waarom geeft hij die Het kan toch zijnbedoeling niet zijn Lucifer van het kwade af te houden Vindt hij diens plan tegevaarlijk en is hij bang in een eventuele catastrofe te worden meegesleept Maareven tevoren heeft hij Lucifer verzekerd dat hij het zich tot een eer rekende
Te raden onder u tot zulck een brave daetHet zy die recht en wel of averechts beslaetDe wil is prysselyck al wou het niet gedyen(vs 606-608)
1 Zie boven pag 29-30 onder IV-c
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
110
Ik meen dat wij slechts tot een bevredigend antwoord kunnen komen door uit tegaan van de karakteristiek die Lucifer zelf in deze scegravene van Apollion geeft
Ghy zyt een meester tuck om Geesten in te luien1Te rygen aen uw snoer te leiden op te ruienGhy kunt bederven zelfs de vroomsten van de wachtEn leeren weifelen wat noit op weiflen dacht(vs 652-655)
Het uitgangspunt voor deze karakteristiek is de betekenis van de naam Apollionde Verderver - hier vooral opgevat als verlokker verleider Daarin ligt dus naarVondels bedoeling de kern van Apollions wezen Het ligt dus voor de hand aan tenemen dat deze ook in zijn gesprek met Lucifer optreedt als de verleidendeVerderver die hij van nature is Wanneer wij op deze basis de scegravene gaaninterpreteren krijgt zijn waarschuwing zowel logische zin als functionele betekenisWant hoe is de situatie Apollion is bij Lucifer ontboden Belzebub en hij kunnenna de hartstochtelijke eed van verzet nauwelijks anders verwachten dan dat deStedehouder nu werkelijk tot een d a a d zal overgaan en opdracht geven totvoorbereiding van de strijd Tot hun teleurstelling bemerken zij echter dat Luciferdaar nog niet aan toe is In plaats van zijn plan te gaan uitvoeren wil hij het alleenmaar bespreken Daarin schuilt het gevaar dat hij opnieuw tot bezinning zal komenvoordat er iets definitiefs is gebeurd Het hele optreden van de beidevertegenwoordigers van het kwaad is er dan ook op gericht hem de laatstevoorzichtigheid te doen vergeten en tot een concreet initiatief te verleiden Dat kanslechts worden bereikt door hem nograveg dieper te kwetsen in zijn trots zodat hij nogravegmeer door het dolle heen raakt En dus herinnert Apollion - onder de schijn van eenwaarschuwing - hem er onbarmhartig aan dat hij ondanks al zijn grootheid volkomenafhankelijk is van God en eigenlijk niets betekent lsquoDe minder moet gedwee voorzynen meerder wyckenrsquo (vs 624) In de stemming waarin Lucifer verkeert
1 Te verlokken te misleiden
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
111
moet dit op hem werken als een geniepige zweepslag die alle verzets-instinctenwakker roept1 En intussen zorgt Belzebub er voor dat hij uit Apollions woorden nietde ongewenste conclusie trekt bij voorbaat kansloos te zijn en dus beter zijn plannente kunnen opgeven Als Lucifer zelf niet gauw genoeg een tegenargument gereedheeft dan geeft hiacutej die in zijn plaats waarbij hij steeds weer naar voren brengt dater wel degelijk kans is op succes Apollion en hij spelen een uiterst subtiel spelwaarin ontmoediging en bemoediging precies met elkaar in evenwicht moeten blijvenom tot het beoogde doel te kunnen leiden Maar zij spelen het goed en dus hebbenzij succes tenslotte geacuteeacuteft Lucifer de opdracht waarop zij wachtenDe tweede moeilijkheid ligt in vs 667-669 waar Lucifer spreekt over de Hofraet
waarvan hij een vergadering moet gaan bijwonen Uit het feit dat de leden reedsbijeen zijn maar op zijn komst wachten alvorens hun besprekingen te beginnenvalt af te leiden dat een Raad van Advies bedoeld is die de Stedehouder ter zijdestaat Apollion en Belial moeten zich daar melden zodra zij een concreet plan voorde organisatie van het verzet hebben ontworpen en zullen dan dadelijk wordenbinnengeroepen Uit deze opdracht vallen twee conclusies te trekken In de eersteplaats dat de vergadering verband houdt met het Besluit van de Menswording endat Lucifer er zijn plan tot verzet in bespreking wil brengen met inbegrip van hetdoor Apollion en Belial uitgewerkte project in de tweede plaats dat die beiden niettot de leden behoren anders behoefden zij niet te worden binnen-lsquogeroepenrsquo Wathet eerste betreft het zal dus een uiterst belangrijke vergadering van de Hofraetworden en Lucifer onderstreept die belangrijkheid nog door zijn opdracht lsquodehofpoortrsquo met troepen te doen bewaken
1 Een min of meer vergelijkbare interpretatie van Apollions optreden vindt men bij MSBKritzinger (Die opstands-motief pag 102) lsquoApollion is die een met die helderste brein Hydie aartsdiplomaat wil die ander en veral Lucifer laat besef dat hy hom al skuldig gemaakhet aan opstand daarom is dit nie meer tyd om te weifel nie Deur hulle geesdrif effens tedemp sal hy hulle tot dade prikkel en hulle moes volgens die allerbeste planne handelrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
112
Dat doet vanzelf de vraag opkomen wie dan wel de adviseurs zijn met wie deStedehouder zulk een gewichtig overleg gaat plegen Uit ons tweede punt wetenwij dat Apollion en Belial er geen deel van uitmaken En Belzebub In vs 10 wordthij door Belial aangesproken als lsquoRaet van s hemels Stedehouderrsquo wat moeilijk ietsanders kan betekenen dan dat hij inderdaad tot de leden van de Hofraet behoortMaar hij wordt met de bewaking van de hofpoort belast en daardoor van deberaadslagingen uitgesloten1 Wie blijven er dan over Aan Gabrieumll Michaeumll enRafaeumll behoeven wij in dit verband niet te denken want uit hun wijze van optredentegenover Lucifer blijkt duidelijk dat zij onmogelijk tot de kring van diens vertrouwderaadgevers kunnen behoren Er valt dus niet te ontkomen aan de conclusie datVondel ons hier - ondanks zijn suggestie dat er in de vergadering van de Hofraetiets belangrijks staat te gebeuren - volkomen in het duister laatDe zaak wordt nog vreemder doordat het motief van de Hofraet vrijwel direct
weer wordt losgelaten Alleen in de eerstvolgende scegravene is er nog even sprake vanwanneer Belial en Apollion zich gereed maken aan de opdracht van Lucifer tevoldoen om daar hun plan te komen uiteenzetten Maar daarna valt er over deHofraet het meest volstrekte stilzwijgen Hoe de adviseurs reageren op Lucifersbesluit om verzet te plegen en op het sofisme waarvan hij wil uitgaan hoe zij oordelenover het ontwerp van Apollion en Belial welke invloed zij op de Stedehouder trachtenuit te oefenen welk besluit zij tenslotte al dan niet eenstemmig nemen - het wordtalles zoacute volkomen in het midden gelaten dat wij na het tweede bedrijf het helebestaan van een Hofraet vergeten Er is in het vervolg van de tragedie niet alleengeen behoefte meer agraveagraven maar ook geen plaats vograveograver een dergelijk lichaamWaaromwordt hier dan - wel terloops maar toch niet zonder nadruk - een
1 Molkenboer annoteert bij vs 669 lsquoeen Overste krijgt bevel de vergadering te bewakenrsquo (WBV pag 643 cursivering van mij) Maar dit is weinig waarschijnlijk lsquoHeer Overstersquo is ook eldersin de Lucifer (vs 1010 1041) de aanspreektitel voor Belzebub
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
113
motief ingeleid en voorbereid dat nergens zal worden uitgewerktHet is niet onmogelijk een min of meer aannemelijke motivering te bedenken voor
het feit dat Vondel in zijn drie laatste bedrijven over de Hofraet zwijgt Wij hebbendan slechts te veronderstellen dat dit college bestond uit een aantal Engelen dievolkomen door Lucifer werden beheerst en het niet zouden wagen met hem vanmening te verschillen In dat geval was de vergadering niet meer dan een formaliteitzonder enige invloed op de houding van Lucifer en dus zonder enige betekenis voorde ontwikkeling van de handeling zodat er verder geen aandacht aan behoefde teworden besteed Maar ook als hij het zo bedoelde had Vondel niet mogen nalatendie bedoeling met een enkel woord kenbaar te maken en daarmee de verwerkingvan het motief af te ronden In structureel opzicht kan deze lsquoopenrsquo behandeling vande Hofraet niet anders dan een fout althans een onnauwkeurigheid wordengenoemdIk kan er echter niet toe komen aan te nemen dat een dergelijke onnauwkeurigheid
bij een dramaturg van Vondels formaat enkel aan achteloosheid toe te schrijvenzou zijn Liever ga ik er daarom van uit dat hij in zijn tweede bedrijf het motief vande Hofraet invoerde omdat hij oorspronkelijk inderdaad het plan had daarvan ookverder gebruik te maken Misschien had hij dit willen doen op eenzelfde manier alswaarop hij in de Salomon het feestbanket verwerkte dat achter de schermenonzichtbaar bleef maar van daaruit zijn invloed op het verloop van de handelingdeed gelden1 Later moet hij dan zijn opzet gewijzigd hebben en tot een anderestructuur zijn overgegaan waarbij de vergadering van de Hofraet overbodig werdAls dit juist is dan mogen wij dus de vermelding van het Hofraet-motief in het tweedebedrijf beschouwen als residu van een vroegere enigszins afwijkende opzet teterloops om werkelijk te storen maar toch te opvallend om niet even te intrigeren
1 Zie boven pag 42
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
114
IIe
e Daar staan dan Apollion en Belial samen op het toneel de Verderver en deBedrieger1 Even maakt Belial een schampere opmerking over Lucifer die slechtseigen voordeel zoekt en daarvoor van hun diensten gebruik maakt Maar zij hebbenhet er voor over zij willen immers de opstand en dit is hun grote kans lsquohet moeternu op staenrsquo (vs 674b) Met ernst en ijver gaan zij dan ook aan het werk Daarbijis het Belial die een korte en pakkende formulering voor de opstandsleuze vindtlsquoDen mensch in eeuwigheit ten hemel uit te sluitenrsquo (vs 705) Dat maakt hem tot derechtstreekse tegenhanger van Gabrieumll zoals deze de tolk is van God (en dus vanhet goed) is hij die van het kwaad Uit de gekozen leuze blijkt verder dat het sofismevan Lucifer als basis voor de opstands-propaganda wordt aanvaard niet tegen Godis het verzet gericht maar tegen de mens die zich op de plaats van de Engelen wildringen en tegen ieder die hem daarbij zou willen steunen - Vervolgens wordt eenwerkplan opgesteld Eerst moet er zoveel mogelijk ontevredenheid worden gezaaiddat kan niet moeilijk zijn want de aankondiging van de Menswording heeft veelverbittering gewekt
Zy morren vast men moet hier heimlyck onder roejenZich mengen in dien hoop en voeden hun beklagh(vs 713-714)
Dat is de taak die zij zoals uit het volgende bedrijf blijken zal voor zichzelfbestemmen In tweede instantie moet dan de machtige overste Belzebub aan departij van de ontevredenen autoriteit verlenen door hun grieven als gegrond teerkennen En tenslotte moet de Stedehouder zich na een schijnbare aarzelingdoor de opstandelingen tot leider laten kiezen Van dat laatste hangt alles af AlsLucifer daartoe niet bereid zou zijn mislukt het hele plan waarschuwt Belial
1 Zo heeft Lucifer even te voren Belial gekarakteriseerd (vs 663-665)
Het moeter duister zyn daer hy verdolen zalZyn troni gladt vernist van veinzen en bedriegenIn t mommen niemant kent die haer voorby kan vliegen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
115
Aen t hooft hangt al de zaeck hoe veel ghy hun belooftZy zullen zonder hooft dien optoght niet beginnen(vs 723-724)
Het is een uiterst belangrijke opmerking want er blijkt uit dat de beidesamenzweerders - ondanks de eed van Lucifer en ondanks de opdracht die hij hungegeven heeft - niet helemaal zeker zijn van diens uiteindelijke medewerking Aande steun van Belzebub twijfelen zij geen ogenblik die staat volledig aan de kantvan het kwaad Maar Lucifer aarzelt nog te veel lsquotusschen deughdelijck engebreckelijckrsquo om naar hun maatstaven volledig betrouwbaar te kunnen zijn Wel isApollion er van overtuigd dat zijn hoogmoed de schaal te hunnen gunste zal doendoorslaan maar daarmee erkent hij indirect de gegrondheid van Belials twijfel lsquoWatree gewonnen is behoeft men niet te winnen Wie meest gequetst wort in zynheerlyckheit en staet Dien gelt het eerst rsquo (vs 725-727a) - En tenslotte zijn erde twee regels waarin over de Hofraet gesproken wordt In vs 720 zegt Apollionvan Lucifer lsquoWy zullen in den Raet zyn zin en voorstel hoorenrsquo in de laatste regelvan de scegravene waarschuwt Belial dat er niets concreets moet worden ondernomenlsquoOf al de Hofraet steeck hier zelf zyn zegel aenrsquo (vs 731)
Het zijn alleen deze twee verwijzingen naar de Hofraet waarop wij nog even dienenin te gaan Er blijkt uit dat het project van Apollion en Belial inderdaad aan devergadering van de Stedehouder en diens adviseurs ter goedkeuring zal wordenvoorgelegd voordat met de uitvoering een begin wordt gemaakt Bovendien zalLucifer daardoor de gelegenheid krijgen over de hem toegedachte rol lsquozyn zin [=mening] en voorstelrsquo te kennen te geven Wanneer straks in het derde bedrijf hetontworpen plan letterlijk punt voor punt tot uitvoering wordt gebracht moeten wijdus aannemen dat het integraal door de Hofraet is aanvaard Dit betekent datLucifer steeds volledig op de hoogte moet worden geacht zowel van de inleidende
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
116
machinaties van zijn ondergeschikten als van de rol die hij tenslotte zelf zal moetenspelen Als hij op het laatste moment gaat aarzelen kan dit dan ook niet wordentoegeschreven aan het feit dat hij door de ontwikkeling der gebeurtenissen zou zijnoverrompeld
IIf
f Terwijl Apollion en Belial zich naar de Hofraet begeven komt de Rey van Engelenop diep onder de indruk van Gods klimmende toorn die de heerlijkheid van dehemel verdonkert In de Zang geeft de eerste koorhelft uiting aan aller verontrustingom die dreiging waardoor zelfs het licht zijn glans verliest
Hoe schynt ons nu de diepe gloetDer Godtheit toe zoo zwart als bloet (vs 741-742)
En in de Tegenzang geeft de tweede koorhelft het antwoord dat zij allen kennenen dat hen allen benauwt Niet agravelle Engelen hebben met hen God verheerlijkt omhet Besluit van de Menswording Terwijl ziacutej hun lsquoHeiligh heiligh noch eens heilighrsquozongen
scheen de NytVan onder in te sluipenEen groot getal der Geesten stomEn bleeck en dootsch ging drom by drom
Misnoegend henedruipen (vs 761b-765)
De afgunst is in de hemel binnengedrongen
Dees smet ontstelt het oogh van t LichtZontsteeckt die vlam in Godts gezicht(vs 774-775)
Hun lied gaat over in een daad Daarginds zien zij de groep der afgunstigenweeklagend over hun vermeende rampzaligheid
Wy willen ons uit liefde in t midden van hun mengenEn deze oploopentheit weecircr tot bedaren brengen(vs 776-777)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
117
Derde Bedrijf
IIIa
a lsquoHelaes helaes helaes waer is ons heil gevarenrsquo (vs 807) Dat is het monotonerefrein in de weeklacht van de ontevreden Engelen die als lsquotreurgenootenrsquo (vs 793)bijeengekomen zijn om uiting te geven aan hun droefheid over het hun door Godaangedane onrecht Wanneer de Rey van Engelen zich - overeenkomstig zijnvoornemen - lsquoin t midden van hunrsquo gaat lsquomengenrsquo om te trachten hen tot beteregedachten te brengen dan blijkt dit van het begin af een hopeloze taak De beidegroepen praten volkomen langs elkaar heen De jaloerse Engelen wijzen op deonbillijkheid van Gods besluit om de mens boven hen te verheffen en beroepenzich op hun recht lsquoDe hantvest en het Recht dat ons de Godtheit gaf Wortingetrockenrsquo (vs 853-854a) lsquoWy steunen op het Recht ons wettigh toegestaenrsquo (vs880) lsquoHoe kan de meerder voor een minder zich verneecircrenrsquo (vs 882) Zonder opdeze argumentatie in te gaan stellen de getrouwe Engelen daartegenover hetprincipe van de onvoorwaardelijke en vertrouwende gehoorzaamheid die God eisten waarop Hij recht heeft lsquoWie tegenspreeckt die breeckt des Allerhooghsten zegelrsquo(vs 867) lsquoHet ga zoo t wil zoo t moet zoo dOppermaght dit schickrsquo (vs 889)lsquoHet is al wel al goet wat Godt bepaelt en wercktrsquo (vs 897) Er is nergens eenontmoetingspunt Het enige wat bereikt wordt is dat de dialoog steeds meer hetkarakter krijgt van een lsquotwistende stichomythiersquo1
De grieven en argumenten van de jaloerse groep komen geheel soms zelfs haastwoordelijk overeen met die van Lucifer en de drie lsquowederspannige Overstenrsquo in hetvorige bedrijf Molkenboer neemt daarom aan dat de ontevredenheid van dezeEngelen reeds een gevolg is van het opruiende werk dat Apollion en Belial onderhen zouden gaan verrichten lsquoze ont-
1 De uitdrukking is van Gab Vanherpe (Grieks-chr dualisme in Luc pag 51)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
118
wikkelen geen nieuwe bezwaren maar praten na wat hun door de stokers isvoorgezegdrsquo1 Deze opvatting is echter in strijd met de situatie zoals deze doorVondel wordt aangegeven Bij het opmaken van hun opstandsplan zijn Apollion enBelial immers uitgegaan van een reeds bestaande verbittering bij een grote groepvan Engelen (vs 713-714) en de Rey heeft in zijn Tegenzang nog eens nadrukkelijkde aandacht op deze ontevredenen gevestigd (vs 763-765) Het is met hegraven dat wijhier in aanraking zijn nog voordat Apollion en Belial de gelegenheid hebben gehadonder hen aan het werk te gaan Wij mogen namelijk niet uit het oog verliezen dater geacuteeacuten pauze tussen het tweede en het derde bedrijf valt de handeling ontwikkeltzich zonder verspringing van tijd regelmatig verder Aan het einde van Il-e gaanApollion en Belial op weg naar de Hofraet gedurende de reizang en de eerste scegravenevan het derde bedrijf worden zij verondersteld daar met Lucifer en diens adviseurste overleggen eerst aan het begin van het tweede toneel keren zij terug Dan zoekenzij dadelijk de ontevredenen op en gaan zij volgens hun (inmiddels blijkbaargoedgekeurd) plan lsquozich mengen in dien hoop en voeden hun beklaghrsquo (vs 714)In tegenstelling tot Molkenboer gaat Vanherpe er - terecht - van uit dat de
ontevredenheid van de jaloerse Engelen in III-a lsquoonafhankelijk (blijkt) te zijn van deopruiiumlng door een of ander der naamdragende opstandelingen uit het stukrsquo ook hijlegt echter nadruk op de overeenstemming van de hier uitgesproken grieven metdie uit het tweede bedrijf2 Ik kan niet inzien dat voor deze nadruk enige aanleidingbestaat De aankondiging van deMenswording was immers bedoeld als beproevingvoor alle Engelen Er zijn voor hen slechts twee reacties mogelijk zij kunnen hunonderschikking aan de (God-) mens in liefdevolle gehoorzaamheid aanvaarden ogravefmokkend gaan klagen over het feit dat lsquode meerder voor een minder zich verneecircrenrsquomoet Het is daarom vanzelfsprekend dat de reacties van agravelle ontevredenen primairmet elkaar overeenkomen of
1 Luc-Molk pag XLIX2 Gab Vanherpe Grieks-chr dualisme in Luc pag 49-51
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
119
dezen Lucifer heten dan wel behoren tot de naamloze massa Veel belangrijker dande overeenkomst is het v e r s c h i l tussen deze reacties In het tweede bedrijf werdde ontevredenheid bijna onmiddellijk beheerst door de gedachte aan verzet en kreegzij dus een a c t i e f karakter Bij de massa in III-a is daarvan geen sprake Dejaloerse Engelen zijn slechts bijeengekomen om samen te treuren over hunverongelijking aan de mogelijkheid van verzet hebben zij nog niet gedacht hunontevredenheid is voorlopig enkel p a s s i e f De taak die Apollion en Belial op zichgenomen hebben zal dan ook niet zozeer blijken te bestaan in het kweken vanontevredenheid als wel in het prikkelen van deze passieve massa tot actief verzetIn zekere zin is dus de naam lsquoLuiciferistenrsquo waarmee Vondel de jaloerse Engelen
aanduidt in deze eerste scegravene proleptisch Luiciferisten in de zin vanopstandelingen zijn zij nog niet zij wograverden dat eerst in de loop van dit bedrijfnaarmate de gedachte aanmuiterij vat op hen krijgt en hen steeds verder meesleeptDoor zijn naamgeving doet Vondel echter uitkomen dat hij hen - ook reeds in huneerste optreden - beschouwd wil zien als principieumlle aanhangers van het kwaadHun passiviteit wordt niet veroorzaakt door een remmende werking van het goedmaar door het nog niet volledig geactiveerd-zijn van het kwaad Vandaar dat deRey machteloos tegenover hen staat terwijl Apollion en Belial geen enkele moeitezullen hebben hun sluimerende verzetsdrift wakker te roepen
IIIb
b Juist op het ogenblik dat het gesprek tussen de Luiciferisten en de Rey volledigop dood spoor is geraakt komen Apollion en Belial zich bij hen voegen In eenlsquoterzijdersquo spreekt de eerste zijn tevredenheid uit over de situatie die zij aantreffenlsquoZy mompelen alree ghy hoort een stryt van tongenrsquo (vs 903) de sfeer is zo gunstigmogelijk voor de uitvoering van het eerste gedeelte van hun opstandsplan Door ditlsquoterzijdersquo maakt Vondel tevens elke twijfel aan de eigenlijke bedoelingen van hettweetal onmogelijk de hartelijke en deelnemende woorden waarmee
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
120
Belial zich onmiddellijk daarna tot de treurende menigte richt om naar de oorzaakvan haar rouw te vragen (alsof hij die niet zou kennen) worden er - bijna tenovervloede - nadrukkelijk door gekarakteriseerd als sluwe veinzerij1 - Het antwoordop Belials vraag wordt niet door de Luiciferisten zelf gegeven maar door de Reyvan Engelen die kort en duidelijk de grieven van de ontevredenen samenvat Datempressement van de Rey is begrijpelijk Apollion en Belial zijn immers lsquoOverstenrsquoen staan dus in rang boven de naamloze menigte zowel van de ontevreden als vande getrouwe Engelen De laatsten die er niet in geslaagd zijn hun gelijken tot redeen orde te brengen nemen als vanzelfsprekend aan dat de beide Oversten nu dietaak van hen zullen overnemen uit hoofde van hun meerdere autoriteit met meerkans op succes lsquoWy bidden dat ghy toch dien twist met ons beslechtrsquo (vs 920) Zijworden in deze verwachting echter bitter teleurgesteld In plaats van hegraven bij te vallengeven Apollion en Belial de ontevredenen gelijk lsquoWat raet hoe paeit men hen Zysteunen op hun Rechtrsquo (vs 921) Het verontwaardigde weerwoord van de Rey lsquoWatRecht die wetten geeft vermagh de wet te brekenrsquo (vs 922) vormt dan de inleidingtot een nieuwe discussie parallel aan die uit de eerste scegravene maar nu met Apollionen Belial als woordvoerders van de ontevreden massa De positie van de Rey isdaardoor verzwakt niet als gelijken tegenover gelijken maar als minderen tegenovermeerderen zijn de getrouwe Engelen aan het woord Toch houden zij moedig volNog dringender dan de eerste maal wijzen zij op de onaantastbaarheid van Godswil en waarschuwen zij tegen ongehoorzaamheid jegens Hem Maar telkens wetenBelial en Apollion precies de tegenwerping te vinden die bij de ademloostoeluisterende ontevredenen de overtuiging kan wekken of versterken dat niet zijongelijk hebben maar
1 Dit is van betekenis in verband met het optreden van Lucifer in de vijfde scegravene zie benedenpag 132-133
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
121
God Als God niet willekeurig ingreep in de positie der Engelen zou er van onrusten ontevredenheid geen sprake zijn lsquoVerandring van Godts wil veroirzaeckt deesgeschillenrsquo (vs 927) Tenslotte wordt het de woordvoerder van de Rey te machtigzodat hij de hieumlrarchie vergeet en er toe komt zijn meerderen te waarschuwen lsquoZietoe en wacht u wel deze ongenoeght te styvenrsquo (vs 986)1 Het antwoord van Apolliondaarop luidt
Wy wenschen dat dees lucht en wolck magh overdryvenEerze uitberste en t gewest des hemels zette in vier(vs 987-988)
Zonder formeel iets gevaarlijks te zeggen suggereert hij daarmee toch hetgewelddadig verzet wanneer God niet zou toegeven Als de ontevreden Engelengoede verstaanders zijn hebben zij aan dit halve woord wel genoeg Wij zullenstraks zien dat hij zich daarin niet vergist - Apollion voegt er nog iets aan toe lsquoZygroeien in getalrsquo (vs 989a) Wij moeten daaruit opmaken dat gedurende de heleeerste en tweede scegravene voortdurend nieuwe ontevredenen alleen of in kleinegroepjes zich bij de reeds aanwezige Luiciferisten komen voegen En ook dat isbegrijpelijk hun massa moet een magnetische aantrekkingskracht uitoefenen opalle ontevreden Engelen die zich in hun bitterheid ongelukkig en vereenzaamdvoelen
In deze scegravene nemen de Luiciferisten niet eacuteeacutenmaal het woord zij bepalen er zichtoe zwijgende en zeacuteeacuter geiumlnteresseerde toehoorders te zijn De formele reden hiervooris natuurlijk dat Vondel zich gebonden achtte aan het Horatiaanse voorschrift lsquoNecquarta loqui persona laboretrsquo2 Maar het verdient opmerking hoe voortreffelijk hij erin geslaagd is deze beperking om te zetten in dramatische winst Het zwijgen vande Luiciferisten
1 Gab Vanherpe (Grieks-chr dualisme in Luc pag 54) merkt op lsquoWonderlijk dat tegen Belialen Apollion het dreigen van den Rei zo lang uitbleefrsquo Dat is het echter slechts wanneer mengeen rekening houdt met het verschil in rang tussen de beide Oversten en de Rey
2 Horatius De arte poeumltica vs 192
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
122
is expressiever dan woorden Gedurende het hele toneel blijven wij ons bewust vandie geladen stilte op de achtergrond die onnatuurlijker en dreigender wordt naarmatezij langer duurt Er gaat een beklemming van uit die ons voorbereidt op het ergste
IIIc
c Daar nadert Belzebub Met zijn komst treedt het tweede gedeelte van hetopstandsplan in werking Nu de Luiciferisten door Apollion en Belial voldoende totactiviteit zijn geprikkeld is het zijn taak lsquoZyn wapen aen hun klaght en wettigheit tehangenrsquo (vs 716) zonder daarvoor echter dadelijk uit te komen lsquoNiet plotsling maerallengs en als door zydegangenrsquo (vs 717) Hij moet dus aanvankelijk niet tetoeschietelijk zijn en zodoende de massa dwingen zegravelf het initiatief te nemenwaardoor zij des te onstuimiger en ongeduldiger zal gaan aandringen op daden -Evenals daarstraks bij Apollion en Belial drukt Vondel ook op Belzebubs optredenbij voorbaat het merkteken van veinzerij door hem te voren in een lsquoterzijdersquo zijnvoldoening te laten uitspreken over het grote aantal ontevredenen dat hij aantreft
t Gaet wel wy groeien aen onze Engelen vergarenEn steken vol misbaer de hoofden vast by een(vs 991-992)
Direct daarna richt hij zich tot de Luiciferisten En hij doet dat in zijn kwaliteit vanmachtig Overste als hooggeplaatst officier die een groep ontevredenondergeschikten op samenscholing betrapt Ook hij wendt voor niet te begrijpenwat de oorzaak van al deze onrust zou kunnen zijn Die oorzaak doet er trouwensniet toe een dergelijke houding kan onder geacuteeacuten omstandigheden in het Engelen-legerworden geduld Door dit bruuske en toch niet agravel te strenge optreden bereikt Belzebubprecies wat hij bereiken wilde De Luiciferisten reageren als echte soldaten Zijerkennen zijn autoriteit en haasten zich hem een verklaring te geven voor hungedrag Tegelijkertijd echter gaan zij in hem de aanvoerder zien in wie zij vertrouwenhebben en onder
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
123
wiens leiding zij zouden willen staan bij de strijd om hun recht Want Apollion enBelial hebben hun werk goed gedaan de Luiciferisten zijn zoacutezeer in hun gevoel vanverongelijking gestijfd dat zij niet meer bereid zijn dadenloos in Gods besluit teberusten Het blijkt uit de wijze waarop zij tegenover Belzebub hun houdingrechtvaardigen Uiteraard voeren zij dezelfde grieven aan als in de eerste scegravenemaar hun toon en woordkeuze zijn feller geworden meer verontwaardigd danklagend doordrongen van een actieve verzetsgeest zij beschouwen zichzelf alslsquozonder schult Tot wederstant geterght uit noot en ongedult1rsquo (vs 1020b-1021)Vandaar is het maar eacuteeacuten stap naar hun beroep op Belzebub
Heer Overste ghy kunt der Geesten ondergangVerhinderen en by hun hantvest hen bewarenBeschutze door uw maght wy staen gereet uw scharenUw standert en uw heir te volgen treck maer aent Is eerlyck voor zyn eere en kroone en Recht te staen(vs 1041-1045)
Het antwoord van Belzebub is een meesterstuk van dubbelhartigheid
My deert uw ongelyck o Koning aller HeerenVerhoe dit liever geef geen stof tot muitineerenNoch tweedraght geef geen stof tot wederspannigheitWat raet hoe stil ick u en dOppermajesteit(vs 1046-1049)
Hij zegt niet ja en niet neen maar hij erkent dat er sprake is van lsquoongelyckrsquo(verongelijking onrecht) Hij bidt om oplossing van het geschil maar in een vormdie voor het ontstaan daarvan God verantwoordelijk stelt Geen wonder dat deLuiciferisten uit dit antwoord afleiden dat Belzebub wel over te halen zal zijn Hetuitzicht op deze kans doet hen roekeloos alle terughouding vergeten lsquoHier geltalleen gewelt en kracht en wraeck en dwangkrsquo (vs 1057) De ontwijkende totvoorzichtigheid manende maar nooit
1 Onduldbare toestand
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
124
helemaal afwijzende tegenwerpingen van Belzebub prikkelen hen tot steeds groterdriestheid Hun verzoek wordt een eis lsquoDit gansche leger eischt u tot een opperhooft En leitsman op dien toghtrsquo (vs 1076-1077a) Als de Rey die het spel van Belzebubniet doorziet zich aansluit bij diens (ontwijkende) verwijzing naar onderhandelingenwordt hem door de Luiciferisten met een snauw het zwijgen opgelegd De Rey staathierbuiten het gaat om Belzebub en hen lsquoHeer Belzebub aenvaert dit wettigegebietrsquo (vs 1089) Langzamerhand krijgt deze laatste het een beetje benauwd Nuzou volgens het plan Lucifer moeten verschijnen zodat hij de aandacht van zichzelfop de Stedehouder kon afleiden en hegravem tot leider van het verzet doen uitroepenhet duurt te lang hij kan die oproerige massa niet eindeloos aan het lijntje houdenHet is echter niet de ongeduldig verwachte Lucifer die opeens voacuteoacuter hem staat maarMichaeumll de opperste veldheer van God Verschrikt maant de Rey de muiters totzwijgen lsquoHoudt stil houdt stil ghy wort van Michaeumll besprongenrsquo (vs 1095)
IIId
d Ook Michaeumlls optreden wordt door de militaire verhoudingen bepaald Hij is open top de generaal bij een soldaten-rel Dadelijk stelt hij Belzebub als dehoogstgegradueerde aanwezige1 aansprakelijk voor lsquoDien oploop zwanger vaneen goddeloos verraetrsquo (vs 1100) Wij moeten dus aannemen dat hij bij zijn naderinggenoeg opgevangen heeft van wat er in de vorige scegravene werd gezegd om te begrijpenwat er aan de hand is2 Dankbaar maakt Belzebub gebruik van het feit dat hij nogniet openlijk voor de Luiciferisten partij had gekozen Hij heeft
1 Molkenboer (Luc-Molk pag I) meent dat Michaeumll juist aan Belzebub rekenschap vraagtomdat hij deze lsquovolkomen dograveor (heeft)rsquo Vanherpe (Grieks-chr dualisme in Luc pag 56)merkt op lsquoBelzebub moet wel omstuwd zijn door Luciferisten want pas zijn er een paarwoorden aan Michaeumlls lippen ontvallen of Belzebub krijgt de volle ladingrsquo Beide interpretatiesmiskennen mi de aard van de militaire verhoudingen
2 De tekst geeft geen aanleiding tot de veronderstelling dat zijn komst het gevolg zou zijn vaneen ontvangen waarschuwing
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
125
verklaart hij - en hij waagt het zich daarbij te beroepen op de Rey - zijn uiterstebest gedaan de orde te herstellen maar zonder succes Als Michaeumll het nu wilproberen lsquowy staen gereet te volgen Indien hy middel ziet tot slechting van tgeschilrsquo (vs 1119b-1120) Michaeumll laat niet blijken of en in hoeverre hij aan deverklaring van Belzebub geloof hecht Voorlopig heeft hij dringender dingen te doenKortaf en dreigend richt hij zich tot de massa lsquoWie durf zich tegens Godt en zynenheugen wil Verzettenrsquo (vs 1121-1122a) Vragen en onderhandelen is geoorloofdmaar geen verzet lsquoOf anders wacht uw hooft dit zal u niet geluckenrsquo (vs 1126) Inde gegeven omstandigheden werkt dit dreigement als olie op het vuur DeLuiciferisten raken er door in beroering lsquoZoudt ghy met wapenen ons heiligh Rechtverdruckenrsquo (vs 1127) Driftig formuleren zij hun eis lsquoMen stell geene amptenaersvan t hemelsch Vaderlant Beneden t aertsch geslachtrsquo (vs 1133-1134a) Alsdaaraan niet wordt voldaan zullen geen dreigementen en geen geweld hen totonderwerping kunnen dwingen
neen geensins al zoude uw blixemspeerDoorstooten borst aen borst en dallertrouste hartenWy laten ons geensins van Adams afkomst tarten
(vs 1137b-1139)
Dit gaat te ver Als goed generaal kan Michaeumll nu nog maar eacuteeacuten ding doen en hijdoet dat ook Hij breekt elke discussie af en b e v e e l t onderwerping inrukken eerst(vs 1142b lsquovertreckt naer uwe vanenrsquo) en wanneer daaraan niet onmiddellijkvoldaan wordt neerleggen van de wapens (vs 1149 lsquok Gebiede u datghe flux dewapens nederleghtrsquo) Maar weer weigeren de Luiciferisten Zij zijn door het dolleheen tot alles in staat Al hun hoop is nu op Lucifer gevestigd
De Stedehouder wort alle oogenblick verwachtHy is in aller yl gedaghvaert en ontboden(vs 1157-1158)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
126
Michaeumll die na zijn tweede sommatie nog eacuteeacutenmaal een beroep op de muitersgedaan heeft - lsquoZoudt ghy met wapenen den hemel dan beroerenrsquo (vs 1154) -begrijpt nu dat hier niets meer te redden valt Met striemende minachting wendt hijzich af lsquoghy zyt geen zonen meer van t lichtrsquo (vs 1168b) En dan geeft hij zijn derdebevel naar militair recht de laatste en beslissende sommatie Allen die daaraan nietvoldoen zijn van dat ogenblik af onherroepelijk muiters
Welaen ick wil dat zich doprechte en vrome ReienEn scharen daetlijck van rebelle rotten scheien(vs 1174-1175)
Maar het is alleen de Rey van Engelen die zich achter hem schaart en met hemhet toneel verlaat De Luiciferisten blijven - en met hen ook Belzebub die zijn dubbelspel onmogelijk langer kan volhouden
Deze dramatische scegravene plaatst ons in vs 1157-1158 (zie hierboven) voor eenonverwachte interpretatie-moeilijkheid De Luiciferisten blijken te weten dat deStedehouder elk ogenblik verwacht kan worden Maar hoe is het mogelijk dagravet zij ditweten Lucifers komst maakt deel uit van het opstandsplan dat Apollion en Belialhebben ontworpen maar van dit plan zijn - voor zover wij kunnen nagaan - behalvede beide ontwerpers slechts Lucifer de Hofraet en blijkbaar ook Belzebub op dehoogte al heeft de laatste de zitting van de raad niet kunnen bijwonen1 Bovendienwas in dat plan - alweer voor zover wij kunnen nagaan2 - een lsquotoevalligersquo komst vanLucifer geprojecteerd parallel aan die van Belzebub terwijl de Luiciferistenmeedelendat hij lsquoin aller yl gedaghvaert en ontbodenrsquo is Ontboden door wie Moeten wijaannemen dat Belzebub verontrust door de onvoorziene complicatie van het
1 Zie boven pag 1122 Vgl vs 718-719
De Stedehouder met zyn tegenwoordigheitBie zelf de stercke hant aen zulck een trots beleit
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
127
conflict met Michaeumll de Stedehouder per ijlbode heeft doen weten dat zijntegenwoordigheid dringend noodzakelijk is Maar waarom als hij niet andersverwachten kan dan dat Lucifer al op weg is Of is deze zoals het slot van de vorigescegravene min of meer suggereert over tijd en vreest Belzebub dat hij op het laatsteogenblik zijn medewerking aan de opstand zal onttrekken Is de ijlbode in de eersteplaats bedoeld geweest om bij Lucifer een eventuele weifeling te overwinnen Eendergelijke aarzeling op het moment van de beslissende stap zou geheel inovereenstemming zijn met diens houding in de straks volgende scegravene Maar zelfsal nemen wij dit alles aan dan is daarmee nog niet verklaard hoe de Luiciferistenvan dit lsquodaghvaerden en ontbiedenrsquo op de hoogte kunnen zijn Hoe wij het ookbezien wij kunnen niet aan de conclusie ontkomen dat Vondels tekst ons hier in desteek laat Het is een dergelijk geval als met de Hofraet aan het slot van het tweedebedrijf1 Misschien zelfs hangen deze beide plaatsen met elkaar samen en moetenwij in vs 1157-1158 het tweede residu zien van een vroegere opzet Het heeft echtergeen zin zich in hypotheses daaromtrent te verliezen Zoals de bewuste regels nugravein de context staan valt er slechts uit af te leiden dat Lucifer n i e t uit eigen bewegingkomt maar gedwongen door de gevaarlijke situatie ten gevolge van de ontijdigeontdekking van het complot door Michaeumll Met de openlijke muiterij van deLuiciferisten is er iets onherstelbaars gebeurd Lucifer die wellicht gemeend hadde voorbereiding van de opstand desgewenst nog altijd weer te kunnen aflastenziet zich opeens geplaatst voor een voldongen feit Alles heeft zich veel sneller enveel definitiever ontwikkeld dan hij had verwacht Het initiatief is hem ontglipt Hetkan dus niet anders dan in grote onrust zijn dat hij zich op weg begeeft naar deLuiciferisten
IIIe
e Na het vertrek van Michaeumll heeft Belzebub nog juist gelegenheid de muiters voorte houden dat Lucifer de
1 Zie boven pag 112 en 115-116
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
128
leider is die zij nodig hebben lsquoWat my belangt die last valt my te zwaer te tillenrsquo(vs 1182) Dan is daar de Stedehouder zelf al Gejaagd treedt hij naar voren omde opgewonden menigte toe te spreken
De gansche hemel waeght en dreunt van uw geschillenDe keurebenden staen gereten en gedeeltHet oproer slaet al voort de hooge noot beveeltHierinne te voorzien en onheil voor te komen(vs 1183-1186)
Er is niet alleen bezorgdheid maar ook verwijt in zijn woorden De Luiciferisten zijnechter niet meer in een stadium om daarvoor nog gevoelig te zijn Hun enige reactieis een vurig beroep op zijn hulp om te voorkomen dat de Engelen vernederd wordentot slaven van de mens Uit de mond van de muiters klinken Lucifer alle grieventegen die hij in het tweede bedrijf zelf geformuleerd heeft en die hem in een blindeopwelling van verzet opdracht hebben doen geven tot de organisatie van de opstandHij hoort zichzelf - of liever het kwade in zichzelf En hij wordt voor de consequentiedaarvan gesteld wanneer de woordvoerder naar voren treedt en hem een strijdbijlaanbiedt als symbool voor het opperbevel
Aenvaert dees heirbyl help och help ons Recht beschuttenWy zweeren u met kracht in volle majesteitTe zetten op den troon aen Adam toegeleitWy zweeren uwen arm eendraghtigh tonderstuttenAenvaert dees heirbyl help och help ons Recht beschutten(vs 1207-1211)
Lucifer staat voor een beslissing En hij moet er zich - tragische ironie - welrekenschap van geven dat ondanks het incident met Michaeumll de situatie geheelovereenkomt met het opstandsplan waaraan hij zijn goedkeuring heeft gehechtVolgens dat plan zou hij nu moeten lsquoveinze(n) voor een poos en geve(n) in t endtde sporen Aen t opgeruide heir verlegen om een hooftrsquo (vs 721-722) Maar aanveinzen denkt hij niet daarvoor voelt hij zich
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
129
veel te onzeker Het is iets heel anders in een ogenblik van dolle woede een plante doen ontwerpen en goed te keuren dan zich daadwerkelijk aan het hoofd vande opstandelingen te stellen wanneer de drift is bekoeld Op dit kritieke moment ishij aan een beslissing niet toe Hij verkeert in tweestrijd De felle aandrang van demuiters appelleert aan het boze in hem maar roept tegelijkertijd de sluimerendetegenkrachten wakker Voor een ogenblik houden goed en kwaad elkaar in labielevenwicht Het is zichtbaar in zijn aarzeling het wordt hoorbaar in zijn antwoordEen antwoord waarin afwisselend echos doorklinken uit de argumentatie van deGodgetrouwe en uit die van de opstandige Engelen (laten wij kortheidshalve zeggenvan Gabrieumll en van Belzebub) - Lucifer begint met Michaeumlls beschuldiging vanmuiterij te verwerpen lsquoMyn zonen op wier trou geen vleck van ontrou hechtrsquo (vs1212) naar de fictie van de ontevredenen is het verzet tegen de mens immers niettevens verzet tegen God Hier is dus lsquoBelzebubrsquo aan het woord Maar direct daarnahoren wij lsquoGabrieumllrsquo
Al wat de Godtheit wil en van ons eischt is rechtIk ken geen ander Recht en stutte als StedehouderDer Godtheit zyn besluit en raetslot met myn schouder(vs 1213-1215)
Indien het God behaagt de mens boven de Engelen te verheffen (dat is nog altijdGabrieumll) lsquoschoonwe noit in onzen plicht bezwekenrsquo (vs 1222b hier gromt weerBelzebub) lsquoWat raet hier toe wie wil dat raetslot tegensprekenrsquo (vs 1223 afgezienvan de moedeloze toon zou de eerste vraag van Belzebub kunnen zijn de tweedevan Gabrieumll) Als Hij Adam in plaats van hem boven de Engelen te stellen aan henhad gelijk gemaakt dan zou dit voor de laatsten nog wel te verdragen zijn geweestmaar lsquonu moghten zy t zich belgenrsquo (vs 1227b Belzebub) lsquoZoo belghzucht geenevleck om hoogh gerekent waerrsquo (vs 1228 Gabrieumll) Het is die verboden belgzuchtwaardoor de Luiciferisten in hun
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
130
gevaarlijke situatie zijn geraakt gevaarlijk lsquoHet zy men zwichte uit schroomte ofmoedigh wederstreversquo (vs 1230) want in het eerste geval dreigt hen de straf voorhun rebellie tegen Michaeumll in het tweede de nederlaag tegen een overmacht (hierdomineert Belzebub niet alleen wordt de rebellie niet principieel afgewezen maarin het woord lsquomoedighrsquo klinkt zelfs iets van sympathie er voor door) Alleen God kanin deze situatie uitkomst geven lsquoIck wensche dat hy u dees belleghzucht vergeversquo(vs 1231 een Gabrielische bede en ongetwijfeld oprecht gemeend maar tochonzuiver doordat Lucifer lsquobelleghzuchtrsquo blijkbaar uitsluitend op de muiterij betrekten daarmee zichzelf er buiten houdt) - Het spreekt vanzelf dat deze tweeslachtigetoespraak geen enkele invloed op de Luiciferisten heeft Het enige wat zij er in hunopgewonden oproerstemming uit opmaken is dat Lucifer hun verzoek niet zondermeer heeft afgewezen En dus zetten zij hun aandrang op hem voort onstuimigernog dan eerst Zij maken het hem onmogelijk voort te gaan met weifelen hij moetlsquojarsquo zeggen of lsquoneenrsquo En Lucifer kagraven geen lsquoneenrsquo zeggen zonder daarmee alles teherroepen wat hij in het vorige bedrijf gezegd en gedaan heeft zonder zich aanBelzebub Apollion en Belial - die alle drie aanwezig zijn - te doen kennen als eenwispelturige zwakkeling zonder de Menswording en dus zijn eigen lsquovernederingrsquo teaanvaarden Dat is te veel voor zijn hoogmoed En dus kan het alleen maar lsquojarsquoworden Wel capituleert hij nog niet onmiddellijk maar zijn argumenten (oacuteoacutek hetberoep op zijn eed van trouw aan God) worden door de Luiciferisten metschoonklinkende leuzen weggevaagd zonder dat hij ernstig probeert er aan vastte houden Zelfs zijn verwijzing naar de overmacht van Michaeumll maakt geen indrukDe muiters zijn vol overmoedig optimisme
Is t geene helft ghy sleipt een staert van t derde deelDer Geesten mede indienghe u geeft op onze zyde(vs 1245-1246)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
131
En dan grijpt Belzebub in om de laatste stoot te geven
Wy hebben t heiligh Ryck alleen in onze maghtWat raetslot men besluit de wapens geven t krachtEn nadruck zoo wy slechts ons in slaghorden stellenWat nu noch weifelt strax op onze zy zal hellen(vs 1252-1255)
Is het de bevestiging van het optimisme der muiters door een Overste dat voorLucifer de doorslag geeft of het besef dat hij tegenover Belzebub die in het tweedebedrijf zijn opstands-eed heeft gehoord niet terug kan zonder zich belachelijk temaken In ieder geval hij geeft toe zij het zonder innerlijke overtuiging haastmoedeloos lsquoIck troostme dan gewelt te keeren met geweltrsquo (vs 1256) zoalsSalomo tegen beter weten in capituleerde voor de tranen van Sidonia1 En evenalsSalomo probeert ook hij tegelijkertijd Gods toorn te bezweren door een sofisme
Vorst Belzebub getuigh en ghy doorluchtste HeerenApollion getuigh getuigh Vorst BelialDat ick uit noot en dwang dien last aenvaerden zalTot voorstant van Godts Ryck om ons bederf te keeren(vs 1259-1262)
Het is in wezen hetzelfde sofisme dat hij in II-d reeds geformuleerd had2 maarverder doorgevoerd Toen ging het er slechts om God buiten het conflict met Michaeumllte laten nugrave zal de strijd tegen Gods veldheer worden gevoerd lsquotot voorstant vanGodts Ryckrsquo dwz voacuteoacuter God - Onmiddellijk na deze berustende lsquobeslissingrsquo neemtBelzebub het initiatief over elke mogelijkheid tot terugkeer moet voor Lucifer wordenafgesneden Dat is de eigenlijke bedoeling van de huldigings-plechtigheid die nuhaastig wordt geeumlnsceneerd Wel neemt Belzebub in de eed van trouw waartoe hijde Luiciferisten oproept het sofisme van Lucifer over (vs 1264 lsquoGetrouwigheit aenGodt en onze Morgenstarrsquo) maar tegelijkertijd laat hij
1 Zie boven pag 29-30 onder IV-c2 Zie boven pag 108-109
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
132
deze met wierook en lofzangen Go d d e l i j k e eer bewijzen1 Uit hoogmoed of uitmoedeloosheid of uit beide laat Lucifer zich dit welgevallen Maar daarmee heefthij zich op de plaats van God gesteld niet meer als Diens Stedehouder maar alsmededinger naar de Oppermacht Evenals in de Salomon wordt de Godsafval vande hoofdpersoon tast- en zichtbaar in het wierookoffer aan een afgod daacuteaacuter aan degodin van de wellust hier aan de god van de hoogmoed het eigen Ik Het is zekergeen toeval dat Vondel de Luiciferisten die juist tevoren gezworen hebben lsquote gelyckby Godt en Luciferrsquo (vs 1265) even later in hun opzwepende huldigings-lied defictie van deze tweeheid weer laat vergeten
Wy met triomf kroonen Godt2 LuciferBewieroockt hem en zyne Star(vs 1290-1291)
Mijn interpretatie van de bovenstaande scegravene is gebaseerd op de overtuiging datLucifer in zijn aarzeling o p r e c h t is en dus n i e t overeenkomstig het opstands-planvan Apollion en Belial lsquovoor een poosrsquo veinst Ik grond deze overtuiging op drieoverwegingen In de eerste plaats heeft Vondel in de voorafgaande scegravenes dedubbelhartigheid van Apollion-Belial en van Belzebub dadelijk bij hun optredenduidelijk aangegeven door
1 In II-a heeft Belzebub om de grootheid van Lucifer te typeren van hem gezegd lsquoDe Godtheitwort in hem gedient en aengebeden Bewieroockt en geviertrsquo (vs 417-418a zie bovenpag 98) Het is niet helemaal duidelijk hoe wij dit moeten opvatten Bedoelt Belzebub ditslechts figuurlijk en overdrijft hij met opzet om daardoor Lucifers hoogmoed te prikkelen Ofmoeten wij aannemen dat Lucifer ook bij de Godsverering optrad als symbool enplaatsvervanger van God In dat geval zou het Godslasterlijke van de bewieroking door deLuiciferisten niet liggen in het feit zelf maar in de intentie daarvan lsquoBewieroockt Lucifer [enniet in Lucifer God] met wieroockkandelarenrsquo (vs 1267) In verband met het climax-karaktervan deze scegravene en met de reactie van Gabrieumll in het volgende bedrijf (vs 1373-1377) achtik de eerste verklaring de meest waarschijnlijke
2 Of moeten wij lsquoGodtrsquo hier opvatten in de betekenis van lsquoEngelrsquo zoals in de Lucifer voor hetmeervoud lsquoGodenrsquo meermalen (vs 257 588 1159) en ook voor het enkelvoud een enkelemaal (vs 715) het geval is Met het oog op het feit dat het lied der Luiciferisten eenintegrerend bestanddeel vormt van de Goddelijke eer die aan Lucifer bewezen wordt (vglGabrieumlls kenschets daarvan in vs 1375 lsquoMet wieroockvat bazuin en lofgezangen rsquo) benik geneigd deze vraag ontkennend te beantwoorden
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
133
hun een lsquoterzijdersquo in de mond te leggen waardoor elke twijfel aan hun werkelijkebedoelingen werd uitgesloten1 Dat een dergelijk waarschuwend lsquoterzijdersquo bij Luciferontbreekt beschouw ik als een aanwijzing dat wij zijn woorden niet als geveinsdmoeten opvatten - In de tweede plaats mogen wij niet uit het oog verliezen datLucifer lsquoin aller yl gedaghvaert en ontbodenrsquo is als gevolg van het conflict derLuiciferisten met Michaeumll en dus n i e t uit eigen beweging de rol is komen spelendie hem in het opstands-plan was toebedacht Wij hebben gezien dat ditlsquodaghvaerdenrsquo ons voor allerlei vragen stelt waarop een afdoend antwoord niet tegeven is maar in ieder geval heeft de openlijke muiterij een gevaarlijke situatiegeschapen die door Lucifer niet althans niet zo spoedig was voorzien en waarophij dus niet is voorbereid Zijn onzekerheid is daarvan een logisch gevolg - In dederde plaats alles wijst er op dat de Lucifer is opgezet als drama van dualiteit metde hoofdpersoon als inzet in de strijd tussen de vertegenwoordigers van goed enkwaad Er valt daarom niet aan te nemen dat die strijd naar Vondels bedoelingreeds in het tweede bedrijf (bij de opstands-eed van Lucifer en zijn opdracht totvoorbereiding van het verzet) principieel beslist zou zijn waardoor in de volgendebedrijven zowel een climax als een werkelijke dramatische spanning onmogelijkzouden worden De structurele opzet brengt juist mee dat Lucifer tot op het ogenblikvan de lsquoperipeteiarsquo heen en weer geslingerd b l i j f t worden zij het in een steedsgevaarlijker slingering lsquotusschen deughdelijck en gebreckelijckrsquo2
1 Zie boven pag 119-120 (onder III-b) en 122 (onder III-c)2 Ook Molkenboer gaat er van uit dat Lucifer in zijn aarzeling oprecht is al wijkt zijn interpretatie
op onderdelen van de mijne af Vgl Luc-Molk pag LI lsquoBij alle verbittering is hij bang enzoekt inwendig naar n oplossing Niet Lucifer drijft nu de rebellen maar dezen drijvenLucifer voort Onder protest van ldquouit nood en dwangrdquo laat de heimelijk verheugde alleenvoor de verantwoordelijkheid bevreesde Aartsengel die hulde en eeden toersquo - Hetzelfde geldtvoor Vanherpe (Grieks-chr dualisme in Luc pag 59-62) Deze verwerpt wel niet helemaalde opzet tot veinzerij maar acht toch Lucifers toespraak in vs 1212-1231 lsquote koninklijk schoonom alleen bedrog te zijnrsquo Volgens hem is Belzebubs tussenkomst in vs 1252-1255 inderdaadnodig want deze heeft lsquohier te doen met Lucifer inwendig reeds het voorwerp van eenlusteloosheid die hem evengoed geheel het opzet kon laten opgeven om radeloos en redeloosals een versufte ellendeling den zedelijken moed missend tot terugkeer rond te zwerventotdat God hem rekenschap zou vragen en de onafwendbare straf aan hem zou voltrekkenals dat zij hem tot wanhoop voert en razend wild vooruitjaagt in den strijd zonder kans opzegepraalrsquo - Daarentegen ziet Kritzinger (Die opstands-motief pag 108) in Lucifers optredenslechts veinzerij lsquoOok Lucifer volg die taktiek om berusting te preek - beter as n getroueengel dit sou doen Ook hy wil hulle dus op die proef stel maar hy sou dit ook niet geradevind om sonder dat alles al kant en klaar georganiseer is die ander tot verset aan die [leeste] spoor niersquo - Em Janssen (Vondels Luc pag 33) is dezelfde mening toegedaan lsquoIn hetderde [nl bedrijf] aanvaardt hij schijnbaar onwillig doch volgens het beraamde plan hetopperbevelrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
134
Wanneer wij van deze interpretatie uitgaan vervalt tevens de bedenking tegen hetderde bedrijf die besloten ligt in de opmerking van Molkenboer lsquoNiet t verzet vanLucifer of een der anderen maar dat van een veelheid zien we groeien Inderdaadblijkt hier Lucifer minder de tragedie van een menschenlot dan van een menigtersquo1Want dan is de situatie geheel anders dan door deze opmerking wordt gesuggereerdOngetwijfeld heeft Vondel in dit bedrijf meesterlijk de ontwikkeling van morrendeontevredenheid tot uitbarstend verzet bij een massa getekend en even meesterlijkde wijze waarop de drie lsquowederspannige Overstenrsquo de psychologie van deze massabespelen Maar dat is niet de hoofdzaak Het is integendeel slechts voorbereidingvoor de laatste scegravene waarin Lucifer geconfronteerd wordt zowel met de gevolgenvan zijn dol-driftige opdracht als met die van de - niet gewilde maar toch wel degelijkdaarmee samenhangende - muiterij tegen Michaeumll Deze combinatie dwingt hemtot een principieumlle beslissing die hij niet - althans nograveg niet - had willen nemen Erkan trouwens van lsquode tragedie van een menigtersquo geen sprake zijn omdat deLuiciferisten vanaf hun eerste optreden als vertegenwoordigers van het kwaadworden voorgesteld zij worden niet van het goede tot het boze verleid maar slechtsvan passief tot actief verzet opgehitst Daarbij speelt inderdaad het opstands-planwaarvoor Lucifer verantwoordelijk is zijn rol Maar het resultaat van deze
1 Luc-Molk pag L Molkenboer citeert met instemming JD Bierens de Haan (De dichterlijkekonceptie van Vondels Lucifer in De Kroniek van 26 Maart 1904) lsquoHet principe van deninfernalen tegenstand is geteekend niet in een persoonsgestalte maar in een groepsgestalteLucifer is het drama van de Luciferistenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
135
activering der Luiciferisten keert zich in de eerste plaats tegen hemzelf hij wordtdaardoor met de rug tegen de muur gedreven en ondanks zijn tegenzin tot volledigemedewerking gedwongen - tenzij hij zich restloos zou onderwerpen aanGod waartoehij nog minder bereid is Ook in het derde bedrijf blijft de Lucifer wel degelijk detragedie van de hoofdpersoon
IIIf
f De Rey van Engelen weeklaagt over de scheuring in het Engelenleger Met eenlange reeks van mismoedige vragen tekenen Zang en Tegenzang de tragischesituatie
Waer zynwe toe gekomenDat s hemels burgertwistDe regementen splist
En t zwaert is opgenomenTe zinneloos en blint (vs 1292-1296)
Maar in de Toe-zang wordt de toon vaster de drie-voetige jamben gaan over invier-voetige trochaeeumln Ondanks zijn mededogen met de afgedwaalde broederserkent de Rey de noodzaak van een streng ingrijpen door God tegen hunlsquostaetzuchtrsquo1 Want anders
Wat wil blyven in zyn stantStaetzucht zal alle Orden stoorenHemel aerde zee en strantZullen staen in lichten brant
Staetzucht door het triomfeerenAls gewettight zal verwoet
Godt en alle maght braveerenStaetzucht kent noch Godt noch bloet(vs 1322-1329)
En daarmee zijn wij voorbereid op de eerste scegravene van het volgende bedrijf
1 Volgens de mooie omschrijving van Asselbergs in zijn Lucifer-uitgave pag 7 lsquode ongeregeldeen onbeheerste begeerte naar een hogere rang dan men rechtens bekleedtrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
136
Vierde Bedrijf
IVa
a lsquoAls Gezant Van Godt en zynen stoelrsquo (vs 1331b-1332a) brengt Gabrieumll aanMichaeumll het bevel over om dadelijk op te trekken tegen Lucifer en de zijnen diereeds het hemelse wapenhuis bedreigen
Zy komen herwaert aen in volle kracht gedrongenEn dreigen schrickelyck de poort van t wapenhuisTe rammen met gewelt een woest en wilt gedruisVan onweecircr buldert vast van boven en van onder(vs 1341-1344)
Uit wat hij aan Michaeumll meedeelt blijkt dat het de aan Lucifer bewezen Goddelijkeeer is geweest die God tot streng optreden heeft doen besluiten Aanvankelijkscheen Hij tot verzoening en tot genade jegens de muiters genegen
Maer als de wieroockstanck in top komt opgestegenDe smoock die Lucifer om laegh wort toegezwaeitMet wieroockvat bazuin en lofgezangen draeitDe hemel zyn gezicht van zulcke afgoderyenGevloeckt van Godt en Geest en alle HierarchyenGena had uitgedient waeck op in t harrenas(vs 1373-1378)
Michaeumll komt onmiddellijk in actie Terwijl zijn schildknaap Urieumll hem zijn rusting enzijn wapens brengt blaast de bazuin en slaan de trommels reeds het alarm dat hetleger van God bijeenroept
Tweemotieven uit deze korte scegravene verdienen nadere aandacht omdat zij - evenalsde Hofraet aan het einde van het tweede bedrijf1 - de indruk maken overblijfsels tezijn van een vroegere opzet In de eerste plaats is er de bedreiging van het tuighuisdoor de muiters waarop Gabrieumll wel kort maar toch nadrukkelijk de aandacht vestigtDit motief was reeds voorbereid in II-d waar Apollion met zijn schijnbarewaarschuwingen Lucifer tot een daad zoekt te prikkelen eacuteeacuten van
1 Zie boven pag 111-113
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
137
zijn lsquobezwarenrsquo betreft het feit dat de sleutel van het wapenhuis bij Michaeumll berust(vs 632 lsquoHy draeght den sleutel van het wapenhuis hier bovenrsquo) wat impliceertdat het voor Lucifer uiterst moeilijk zo niet onmogelijk zal blijken zich het wapentuigte verschaffen dat voor een opstand nodig is Weliswaar valt uit vs 1149 op temaken dat de Luiciferisten bij hun conflict met Michaeumll in III-d wapens dragen1maar het betreft daar kennelijk slechts handwapenen die tot de gewone uitrustingvan de hemelse keure-benden behoren Voor een oorlog zijn echter ook groacutetewapenen nodig en een overvloed van ammunitie pijlen of anderszins Het ligt dusvoor de hand dat Lucifer allereerst een aanval op het tuighuis onderneemt - eenaanval zoals meermalen beslissend is geweest voor de vraag of een oproer zich aldan niet tot een opstand zou kunnen ontwikkelen Maar merkwaardig genoeg blijktdit motief in het vervolg van het drama volkomen te zijn losgelaten Na deze scegravenewordt het wapenhuis niet meer genoemd nergens wordt van een strijd om het bezitdaarvan gewag gemaakt of vermeld of Lucifer er in geslaagd is zich van de voorhem onontbeerlijke wapenen meester te maken nergens zelfs wordt aangeslotenbij de voorstelling die Gabrieumll van de muiters geeft als van een luidruchtig onstuimigen vrij ordeloos opdringendemenigte2 In plaats daarvan blijkt uit allerlei aanduidingenin de rest van het vierde bedrijf en vooral uit Urieumlls beschrijving van de Engelenslagin het vijfde dat wij ons de Luiciferisten hebben voor te stellen als een goed-geordenden goed-uitgerust leger dat slechts door de Almacht van God (gesymboliseerd inde door Michaeumll gehanteerde bliksem) en zeker niet door een tekort aan grotewapenen of ammunitie de nederlaag lijdt Daardoor wordt toch wel de indruk gewektdat IV-a niet in alle opzichten even goed aansluit bij wat er verder volgtDie indruk wordt nog aanzienlijk versterkt door het tweede punt waarop ik straks
doelde In vs 1378 deelt Gabrieumll als een onherroepelijk feit mee dat lsquoGena haduitgedientrsquo en hij doet
1 Zie boven pag 1252 Zie ook beneden pag 141
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
138
dit in een situatie waarin hij uitdrukkelijk optreedt als woordvoerder van God Er valtuit zijn mededeling geen andere conclusie te trekken dan dat door de bewierokingvan Lucifer de limiet is overschreden die God aan deze gesteld had Maar noggeen 150 regels verder in vs 1510 biedt Rafaeumll de Stedehouder toch weer deolijftak der genade aan en ook hij doet dit in opdracht zoals uit vs 1573-1574duidelijk valt af te lezen1 bovendien blijkt uit het verdere verloop van de tragediedat de limiet van Lucifer geheel ergens anders ligt dan bij de bewieroking2 Hoemoeten wij deze tegenstrijdigheid verklaren Door te denken aan een onjuisteinterpretatie of weergave van Gods bedoelingen door Gabrieumll Zo iets kan vanlsquoGodts Geheimenistolckrsquo toch niet worden aangenomen Aan een afterthought vanGod na de uitzending vanGabrieumll naar Michaeumll Dat moet gezien Vondels religieuzeinstelling eveneens als onmogelijk worden beschouwd Hetzelfde geldt voor eenonderscheiding tussen de Luiciferisten en Lucifer waarbij het overschrijden van delimiet door de bewieroking alleen voor de eersten en het aanbod van Rafaeumll alleenvoor de laatste zou gelden niet alleen ontbreekt daaraan elke logica maar bovendienblijkt uit Rafaeumlls woorden in IV-c dat een capitulatie van Lucifer tevens die van zijnaanhangers zou hebben betekend3 Naar mijn mening kunnen wij ook ditmaal nietaan de conclusie ontkomen dat een discrepantie bestaat tussen IV-a en de daaropvolgende scegravenesWij mogen intussen niet uit het oog verliezen dat wij door zo uitvoerig op de
motieven van het bedreigde wapenhuis en de uitgediende genade in te gaandaaraan een veel grotere nadruk hebben verleend dan zij in de context bezitten Inhet geheel van het drama heeft IV-a slechts tot functie te doen uitkomen dat Godop de uitdaging van de muiters (de bewieroking van Lucifer en het verstoren vande orde in de hemel) antwoordt
1RafaeumllGewaerdigh ons dat wy die blyde tyding dragenNaer boven ieder ziet myn weecircrkomst te gemoet
2 Zie beneden pag 148-149 en 1513
RafaeumllOch Stedehouder voer uw regementen afVoer af en laet u toch vermorwen door gebeden (vs 1615-1616)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
139
met het bevel aan Michaeumll zich gereed te maken tegen hen op te treden wat toteen verscherping van de situatie leidt die straks de episode met Rafaeumll des teverrassender en treffender maakt Gezien naar de grote ontwikkelingslijn is er vanenige incongruentie dan ook geen sprake Eerst wanneer wij de implicaties nagaanvan wat - slechts terloops - over het wapenhuis en de genade wordt gezegd blijkener zich moeilijkheden voor te doen Dit versterkt mij in de mening dat wij hierinderdaad te doen hebben met residuen van een vroegere versie die door Vondelbij zijn omwerking over het hoofd gezien of misschien - juist op grond van hunterloopsheid - als prijs voor het handhaven van een reeds geschreven scegraveneaanvaard zijn In die vroegere versie zou dan de bewieroking - parallel aan wat inSalomon het geval is - inderdaad de beslissende overschrijding van de Godslimietgeweest kunnen zijn terwijl in de verdere scegravenes van het vierde bedrijf de bestormingvan het wapenhuis tot een eerste treffen tussen de Luiciferisten en het leger vanMichaeumll had kunnen leiden voorafgaand aan de beslissende slag waarvan Urieumlllater verslag uitbrengt Als dit juist is dan heeft Vondel door in de plaats van dezeschermutseling de episode met Rafaeumll tot kern van het vierde bedrijf te maken zijndrama ongemeen verrijkt en verdiept - al bleef er iets van de voeg tussen oud ennieuw zichtbaar
IVb
b Nauwelijks hebben Gabrieumll en Michaeumll het toneel verlaten of daar verschijntLucifer in gezelschap van Belzebub en van een aantal Luciferistische officieren1onder wie Belial stellig niet ontbreekt2 De Stedehouder wordt verteerd doornervositeit en angst Hij is er vast van overtuigd dat hij door zich als een god telaten bewieroken de limiet heeft overschreden en iets onherstelbaars gedaanwaarvoor geen vergeving mogelijk is3
1 Dat het inderdaad officieren zijn blijkt uit vs 1425 waar Lucifer hen aanspreekt als lsquoOverstenrsquoen lsquoRidderschappenrsquo
2 Apollion echter is blijkens IV-d waar hij met een bericht van buiten komt niet aanwezig3 Deze overtuiging berust niegravet op de mededeling van Gabrieumll in de vorige scegravene (Lucifer heeft
die niet kunnen horen) maar komt voort uit een persoonlijk besef van schuld Zij kan daaromanders dan die mededeling in de straks volgende episode met Rafaeumll zonder bezwaar onjuistblijken De tegenstelling tussen Lucifers overtuiging en de werkelijkheid blijkt zelfs een uiterstfunctioneel middel om te doen uitkomen hoe onmetelijk groot de aangeboden genade is
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
140
Daarom voelt hij zich bedreigd door de straf van God die hij van ogenblik tot ogenblikverwacht Het enige middel om aan die straf te ontkomen zou een overwinning ophet leger van Michaeumll zijn maar in zijn hart gelooft hij niet aan de mogelijkheiddaarvan Toch blijft hij zich met hopeloze hoop aan die laatste kans vastklampenVandaar de gespannenheid waarmee hij tot zijn officieren de vraag richt lsquoHoe staethet met ons heir hoe is ter me gelegenrsquo (vs 1400) en even later lsquoHoe talryck ishet heir waer in bestaet ons maghtrsquo (vs 1407) Belzebub stelt hem met eengeflatteerd beeld van de toestand gerust waarbij hij tevens een poging doet zijnmeester door een beroep op diens hoogmoed tot wat meer kracht en zelfvertrouwente stimuleren lsquoGhy draeght alree de kroon des hemels op uw kruinrsquo (vs 1422)Lucifer antwoordt plichtmatig in de trant die van hem wordt verwacht lsquoDie klanckbehaeghtme meer dan Gabrieumlls bazuinrsquo (vs 1423) maar als hij daarna derede-voacuteoacuter-de-slag gaat houden waarvoor de officieren blijkbaar ontboden zijn endie moet uitlopen op het bevel tot de aanval dan is er in die rede van enige bezielinggeen sprake Nauwelijks verhuld getuigt zij van Lucifers ontreddering Voorop stelthij wat hem op dit ogenblik het meest bezig houdt de onmogelijkheid na alles water gebeurd is van verzoening met God Daarom is er geen keus meer er kan alleenmaar tot het uiterste gestreden worden En er is eacuteeacuten troost Als het mis gaat is nietagravelles verloren want
Geen almaght heeft de maght dat zy geheel vernietighHet wezen dat ghy eens voor eeuwighlyck ontfingt1(vs 1437-1438)
1 Molkenboer wijst er in zijn annotatie op dat deze redenering een sofisme is (Luc-Molk pag129 WB V pag 671)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
141
Als het daarentegen goed gaat is wegravel alles gewonnen lsquoZoo zal de tiranny derhemelen verkeeren In eenen vryen Staetrsquo (vs 1441-1442a) waarin voorEngelendienstbaarheid aan de mens geen plaats meer is - Op dit laatste positievemotief had niets meer behoeven en zelfs behoren te volgen dan het bevel tot destrijd Maar Lucifers innerlijke onzekerheid brengt hem er toe zijn officieren eerstnog - volkomen overbodig - hun eed van trouw aan hem te doen herhalen Envoordat hij daarna zijn reeds te lang uitgestelde bevel kan geven komt Rafaeumll insnelle vlucht van boven neersuizen met een olijftak in de uitgestrekte hand enwerpt zich schreiend in Lucifers armen1
Het meest opmerkelijke van deze scegravene is dat zij niet aansluit bij het beeld dat inhet vorige toneel door Gabrieumll van de situatie bij de Luiciferisten gegeven werd Inplaats van in volle actie te zijn op weg naar het wapenhuis blijken de laatsten nogniet tot een aanval te zijn overgegaan hun leger is gevechtsklaar maar zoals deofficieren verklaren lsquoieder wacht op Lucifers bevelrsquo (vs 1403b) In plaats van hetdoor Gabrieumll vermelde onweersrumoer domineert nog de dreigende stilte voacuteoacuter destorm Ook dit is een argument ten gunste van de hypothese waartoe wij bij debespreking van IV-a kwamen dat op de overgang van die scegravene naar de rest vanhet vierde bedrijf de lsquovoegrsquo tussen een oudere versie en de latere opzet moet wordenverondersteld
IVc
c Lucifer wordt door de onstuimige begroeting van Rafaeumll zowel ontroerd als inverwarring gebracht Terwijl hij meende door God verworpen te zijn hoort hij zichdoor een van Diens vertrouwden toespreken als een geliefde vriend lsquomyn blyschapmyn verlangenrsquo (vs 1461b) Maar het doet hem goed en dat noopt hem tot stil toe-
1 Vgl ook de beschouwing van Cyriel Verschaeve over deze scegravene Vondels trilogie (Brugge1941) pag 77-81
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
142
luisteren naar wat Rafaeumll te zeggen heeft Dat blijkt een dringend laacuteaacutetste beroep opalles wat er in Lucifer door de hoogmoed en de jaloezie aan edels teruggedrongenwas zijn dankbaarheid jegens God zijn verantwoordelijkheidsgevoel zijn juisteinzicht En laat hem toch bedenken wat hem en de zijnen onvermijdelijk wacht alshij doorzet de ontluistering tot de wanstaltigheid van
eenen knoop van dierenEn mengsel van gedierte en ondier onder eenGriffoensklaeu drakenhooft en andre gruwzaemheecircn
(vs 1485b-1487)
een bestaan van eeuwige ellende in wanhoop en wroeging Nograveg is het niet te laatnograveg kan hij terug maar het is zijn laatste kans
Verneecircr u staeck dien toght ick offere u genaMet dien olyftack gryp of echter1 t is te spa(vs 1510-1511)
Het is voor Lucifer een adembenemend moment Dat Rafaeumll hem als een vriendbegroette blijkt dus inderdaad betekend te hebben wat hij niet durfde geloven datGod hem nog niet verworpen heeft Er is niets onherroepelijks gebeurd de situatieis zoals zij voacuteoacuter de bewieroking was hij kan nog altijd kiezen De opluchting geefthem al zijn zelfverzekerdheid terug Maar met de oude situatie hervindt hij tevenszijn oude grieven en zijn jaloerse trots In eacuteeacuten slag slaat hij van het ene uiterste overnaar het andere Zo alleen valt naar mijn mening het antwoord te verklaren dat hijaan Rafaeumll geeft Met volkomen negatie van de aangeboden olijftak reageert hijuitsluitend op de waarschuwing in Rafaeumlls beroep die hij als een dreigementinterpreteert en hooghartig afwijst lsquoHeer Rafel ick verdien noch dreigement nochtorenrsquo (vs 1512) En hij adstrueert dit met heel de sofistische constructie die wijreeds zo goed kennen
1 Daarna later
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
143
Ick hanthaeft heiligh Recht door hoogen noot geperstEn na veel wederstants my entlyck overdrongenOp t klagen en gekerm van duizenden van tongen(vs 1527-1529)
Uitdagend durft hij daaraan zelfs toevoegen
Ga hene bootschap dit den Vader onder wienIck dus voor t Vaderlant den standert voere en dien(vs 1530-1531)
Wel snel en grondig heeft Lucifer verlost van zijn angst zich weer bij de lsquooudesituatiersquo aangepast Maar even snel ontneemt Rafaeumll hem de waan dat er inderdaadniets veranderd zou zijn Het momegravent is anders geworden het is nu vijf voacuteoacuter twaalfen de laatste beslissing kan niet langer worden uitgesteld Op zulk een ogenblikmag alleen de waarheid gelden En dus confronteert hij uit kracht van GodsAlwetendheid Lucifer meedogenloos - maar meedogenloos uit liefde - met dewegraverkelijke drijfveren van diens verzet1
Wat hebt ghy in uw harte al heimelyck gesprokenIck wil in s hemels top door alle wolcken heenEn boven Godts gestarnte opstygen van beneecircnGodt zelf gelyck geen maght bestralen met genadet En zyze aen mynen stoel het leen verheergewaede2Geen majesteit braveer met scepter nochte kroonTen zy ick haer beleene uit mynen hoogen troon(vs 1541-1547)
Natuurlijk verweert Lucifer zich hoe zou hij anders kunnen in de tegenwoordigheidvan Belzebub en zijn andere officieren Maar van uitdagende zelfverzekerdheidvalt nu niets meer te bespeuren Daarvoor is hij te rechtstreeks door Rafaeumll in hethart geraakt Hij kan alleen maar trachten dit te verbergen door te doen of hij dewerkelijke betekenis van diens beschuldiging niet begrijpt (vs 1550
1 De cursiveringen in deze regels zijn van mij2 Tenzij die macht(hebber) erkent een vazal te zijn van mijn troon
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
144
lsquoHoe nu toe ben ick dan Godts Stedehouder nietrsquo) en dan haastig beschutting tezoeken achter de veilige algemeenheid van de verzets-leuzen Ook daarin weet hijechter geen kracht meer te leggen Wat hij naar voren brengt heeft meer van eenreeks defensieve vragen dan van een overtuigd betoog Enmet ieder antwoord steltRafaeumll hem opnieuw voor de werkelijke situatie hem dwingend tot de erkenningvan zijn staetzuchtige gevoelens1 hem herinnerend aan de Almacht van Godwaarschuwend voor de urgentie van het ogenblik
Ick hoor t is schrickelyck alree de ketens smedenOm na de neecircrlaegh u geketent door de luchtTe voeren in triomf ick hoor alree geruchtEn zie allengs het heir van Michaeumll genakenHet is hoogh tyt hoogh tyt dien dollen toght te staken(vs 1617-1621)
Zo dringt hij stelselmatig Lucifer terug naar het besef van zijn precaire positie - totdatdeze capituleert en dan zonder overgang terugvalt in de fatalistische berusting uitde vorige scegravene
Wat baet het schoon men zich op t uiterste beraHier is geen hoop van pais (vs 1622-1623a)
Een merkwaardige reactie nu Rafaeumll hem reeds als symbool van vrede en genadede olijftak heeft aangeboden Hoe zij verklaard moet worden wordt niet goedduidelijk Kan Lucifer er niet toe komen aan te nemen dat Gods genade zoacute grootis Heeft de aanbieding van de olijftak op hem in zijn opluchting en herwonnenzelfverzekerdheid zo weinig indruk gemaakt dat hij die weer vergeten is Of gaathij er van uit dat zij na zijn uitdagende antwoord aan Rafaeumll wel niet meer zal geldenMaar wat ook de achtergrond van deze moedeloze verzuchting moge zijn Rafaeumllsantwoord daarop is in ieder geval afdoende
1 In vs 1600 wordt Lucifer er toe gebracht te erkennen geen prijs te stellen op zijnstadhouderschap wanneer dit slechts als lsquogeleende heerschappyrsquo (vs 1599) moet wordenbeschouwd lsquok Misdanckme dan dit leen als t immers leen moet heetenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
145
k verzeker u genaEn stelme als middelaer om hoogh voor u te pande
(vs 1623b-1624)
Ditmaal beseft Lucifer ten volle waar het om gaat Ondanks alles dus toch noglsquohoop van paisrsquo Maar hij begrijpt ook wat het aanvaarden van die pais impliceerterkenning van zijn schuld berusting in Gods plan van de Menswording de schandevan een nederlaag En dat is meer dan zijn hoogmoed verduwen kan
Myn Star te dompelen in duisternisse en schandeMyn vyanden te zien braveeren op den stoel(vs 1625-1626)
Toch uit die woorden blijkt dat hij in tweestrijd verkeert en aarzelt Nograveg eensformuleert daarom Rafaeumll zo pregnant mogelijk het onontkoombare alternatiefenerzijds lsquoden zwavelpoelrsquo anderzijds lsquoGodts vredersquo nograveg eens houdt hij Lucifer deolijftak voor en smeekt hem lsquooch och bewilligh onze bede Ontfang dien tack vanpaisrsquo (vs 1627-1633) Hij bereikt in zover zijn doel dat Lucifers tweestrijd er tot hetuiterste door wordt verhevigd In de prachtige wanhoops-monoloog waarin dezedaaraan uiting geeft horen wij de meest tegenstrijdige motieven tegen elkaaropbotsen en elkaar verdringen angst voor God hoop op een overwinning twijfelaan zijn kansen afgrijzen om eigen opstandigheid en ondankbaarheid Het laatstewoord is echter aan de hoogmoed
Ick zwoer myn Schepper af hoe kan ik voor dat lichtMyn lasterstucken myn verwatenheit vermommenHier baet geen deizen neen wy zyn te hoogh geklommen(vs 1647-1649)
Hij zou dadelijk de olijftak grijpen als hij zijn schuld maar lsquovermommenrsquo dwz deuiterlijke schijn en daarmee zijn prestige redden kon Is vernedering niet erger danondergang Maar wat dan wat dan Vertwijfeld schreeuwt hij het uit lsquoWat raetwat best geraemt in dees vertwyfeltheecircnrsquo (vs 1650) O als hem maar tijd gegundwerd tijd
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
146
om rustig zijn beslissing te overwegen Aan dit eacutene moment lsquoDees kortheit tusschenheil en endeloos verdoemenrsquo (vs 1653) heeft hij niet genoeg Hij kagraven zo ineensgeen ja zeggen tegen heel zijn wezen in - Als een antwoord op dit onuitgesprokenmaar wel degelijk geiumlmpliceerde neen klinkt in de onmiddellijke nabijheid lsquoGodtstrompetrsquo (vs 1655) op Michaeumlls leger staat gereed tot de strijd
Molkenboer heeft over deze episode opgemerkt lsquodat dit intermezzo zoo hoog enroerend dramatisch van opzet en besluit veel verliest door zijn gerektheid Er is eengeredeneer en herhaling van uitgeputte motieven die onze verwachting doorogravever-spanning verslapt Alleen in de wanhoops-monoloog herkrijgt het hooge spelzijn volle rechtrsquo1 - Voor zover ik weet staat hij in deze mening alleen en terecht Ikbehoef daarop nauwelijks nog nader in te gaan Met mijn interpreterende analyseheb ik reeds getracht aan te tonen dat deze scegravene niet als een intermezzo maarals het culminatie- en hoogtepunt van de gehele tragedie moet worden beschouwdEveneens dat van een overbodige lsquoherhaling van uitgeputte motievenrsquo geen sprakeis Terwijl wij de sofistische leuzen van het verzet eerst in opbouw hebben gezienen daarna hun fatale uitwerking konden waarnemen zijn wij hier getuige van hunafbraak nu zij op het beslissende moment niet bestand blijken tegen de waarheidOok in compositorisch opzicht had de laatste afrondende fase van dit lsquoopgaanblinken en verzinkenrsquo niet zonder schade kunnen worden gemist
IVd
d Nog is de trompet uit Michaeumlls leger niet verklonken of haastig nadert Apollionom Lucifer tot spoed en actie te manen tegen het gevaar dat zijn troepen bedreigtTegenover deze ondergeschikte hervindt Lucifer zijn evenwicht rustig aanvaardthij zijn bevelhebberstaak Na de geweldige gemoedsbeweging van daarstraks is hijopeens wonderlijk kalm Nu de onzekerheid voorbij is en hij geen enkele
1 Luc-Molk pag LIII
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
147
hoop meer koestert kent hij ook geen angst en geen nervositeit meer In eacuteeacuten slagbrengt hij de kracht op die hij tot nu toe als leider zo schromelijk gemist heeft enstelt hij zich boven de vertrouwelingen van wie hij zo lang afhankelijk is geweestWanneer Apollion hem toespreekt in de trant die tegenover hem langzamerhandgebruikelijk is geworden (vs 1660 lsquoTreck op treck op met ons wy zien den strytgewonnenrsquo) wijst hij koud en hooghartig een dergelijke bemoediging af
Gewonnen dats te vroegh de stryt is niet begonnenMen weegh dien zwaren slagh en oorlogh niet te licht(vs 1661-1662)
Wanneer de Luciferistische officieren - die wij ons gedurende de scegravene met Rafaeumllvoortdurend op de achtergrond hebben te denken zij het (naar wij wel moetenaannemen) buiten gehoorsafstand - met zijn standaard naar voren treden geeft hijkortaf en zonder eacuteeacuten woord van bezielende opwekking het bevel tot de opmarsZwijgend en vastberaden gaat hij hen voor naar de wachtende regimenten Geenblik heeft hij meer over voor Rafaeumll - Bedroefd ziet deze hem na
Helaes hy stont alreede in twyfel en beraetNu voert hem Wanhoop aen (vs 1670-1671a)
Maar zelfs nu geeft Rafaeumll het niet op Hij roept de Rey van Engelen bij zich vooreen gemeenschappelijke laatste poging om de onafwendbare catastrofe toch nogaf te wenden door het gebed
Misschien of noch dees slagh te schutten waer met smekenHet bidden kan een hart van diamantsteen breken(vs 1676-1677)
IVe
e Als de Rey dit gebed inzet durft hij daarin Lucifer blijkbaar niet meer betrekkenen beperkt hij zich tot een voorbede voor de minder schuldigen de lsquoduizentduizentlotgenootenrsquo (vs 1692) die zich door de leuzen van het verzet hebben latenmisleiden en nu hun verderf tegemoet
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
148
gaan Maar Rafaeumll zelf kent een dergelijke schroom niet Juist naar hem die delaatste beslissing nam en dus de zwaarste verantwoordelijkheid draagt gaat in deeerste plaats zijn bekommernis uit En dus bidt hij voor Lucifer die Gods genadehet meacuteeacutest nodig heeft
Verschoon genadigh och verschoonDen Stedehouder die de kroon
Der kroonen op zyn hooft wil zettenOm neffens u en boven alTe triomfeeren och wie zal
Hem zuiveren van zulcke smetten (vs 1696-1701)
Op zijn voorgang durft nu ook de Rey te volgen Het gebed voor de velen culmineertin een gebed voor de eacutene
Gedoogh niet dat de schoonste zielWaer op uw oogh genadigh viel
Gedoogh niet dat dAertsengel sneveHy boete deze ondanckbre daetEn blyf gehanthaeft by zyn staet
Dat uw gena zyn schuld vergeve (vs 1702-1707)
Op zichzelf behoeft deze prachtige reizang geen enkele commentaar Maar tenaanzien van de situatie zoals Vondel zich deze onmiddellijk voacuteoacuter de grote hemelslagvoorstelde vallen er twee conclusies uit te trekken De eerste daarvan is verrewegde belangrijkste Uit de rei blijkt dat het zelfs nu nog zin heeft en tegenover Godverantwoord is voor Lucifer te bidden Als de Engelen daaraan aanvankelijk schijnente twijfelen corrigeert Rafaeumll met zijn voorbeeld dadelijk dit misverstand en Rafaeumll- een van de zeven Engelen die voacuteoacuter de troon van God staan (vgl vs 1491-1495)- vergist zich uiteraard niet Maar als het zin heeft voor Lucifer te bidden dan betekentdit dat er voor hem - en impliciet voor de zijnen - nog altijd een kans is aan deondergang te ontkomen door zich met God te verzoenen Al heeft hij de aangebodengenade geweigerd al is hij bezig zijn leger tegen Michaeumll en dus tegen God tenstrijde te voeren al is misschien de slag reeds begonnen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
149
- toch heeft hij blijkbaar nog altijd niet de limiet overschreden die God als uiterstegrens voor de mogelijkheid van genade gesteld heeft Immers als hij dit wel gedaanhad zou hij reeds onherroepelijk gevallen en tot duivel verworden zijn en zou eengebed voor hem niet alleen zinloos maar zelfs blasfemisch moeten heten Uit hetvijfde bedrijf blijkt dat deze conclusie inderdaad juist is In de beschrijving die Urieumlldaar van de Engelenslag geeft zullen wij het moment aantreffen waarop Lucifertenslotte de laatste grens overschrijdt om dan ook onmiddellijk door deverschrikkelijke consequenties te worden getroffen1De tweede conclusie die wij uit de reizang kunnen trekken is dat de Godgetrouwe
Engelen niet allen aan de strijd deelnemen zoals de Luciferisten kennelijk wegravel doenOp hetzelfde ogenblik dat de slag gaat beginnen zien wij Rafaeumll en de Rey zichovergeven aan hun gebed Dit merkwaardige feit zal wel in de eerste plaats uitcompositorische overwegingen moeten worden verklaard Vondel had hier eenafsluitende reizang nodig zoals hij in het vijfde bedrijf behoefte had aan een figuur(Rafaeumll) die niet aan de strijd had deelgenomen en aan wie dus door Urieumll debeschrijving daarvan kon worden gegeven Maar de houding van dezenon-combattanten oefent tegelijkertijd een suggestieve werking uit Zij zijn er zoacutezeker van dat God zal overwinnen en dat die overwinning niet afhangt van hetaantal Engelen in Michaeumlls leger dat zij zich rustig van de strijd onthouden ter willevan een niet minder belangrijke taak die van het gebed En in overeenstemmingmet deze zekerheid bidden zij niet om een overwinning voor Michaeumll maar slechtsom genade voor degene die onherroepelijk verslagen zal worden Lucifer
Vijfde Bedrijf
Va
a Het leger van God heeft de overwinning behaald In lsquoeen verzenval van deschitterendste en hoogstvarende
1 Zie beneden pag 151
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
150
poeumlziersquo1 geeft Urieumll Michaeumlls schildknaap aan Rafaeumll een beschrijving van hetverloop van de slag op de hoogtepunten van zijn verhaal telkens even onderbrokendoor de meelevende exclamaties van zijn toehoorder Hij vertelt hoe Michaeumll zijnleger opstelde in de vorm van een driehoek symbool van de Triniteit terwijl Luciferhet zijne groepeerde tot een halve maan symbool van het ongeloof2 Als hij aan heteerste treffen toe komt gaat Urieumll meegesleept door zijn verhaal tot het gebruikvan de tegenwoordige tijd over wat de levendigheid van zijn verslag nog aanzienlijkverhoogt Na een wederzijdse beschieting raken de beide legers handgemeen
De broederschap heeft uit en niemant ziet noch kentZyn medeburger meer men zieter parle huivenGekrolde vlechten hairs en pluim en pennen stuivenEn schitteren in t vier der blixemen gezengt(vs 1817-1820)
Wanneer Lucifers linie begint te wijken weet hij door zijn persoonlijke dolledapperheid de situatie te redden zodat dit eerste treffen onbeslist eindigt Dan volgteen adempauze waarin beide partijen zich hergroeperen lsquoDe dappre Michaeumll laetblazen Eer zy Godtrsquo (vs 1832) Op dat signaal slaan zijn regimenten de vleugelsuit en lsquosteigeren en stygen Naer boven om de loef van s vyants heir te krygenrsquo(vs 1834b-1835) dwz om zich van de gunstigste in dit geval de hoogste positiete verzekeren Tevergeefs tracht Lucifer dit te verhinderen door ook zijn leger omhoogte voeren lsquoDat styght met een om hoogh maer met een trager vaert En raecktin t ende in lyrsquo (vs 1836-1837a) Dadelijk buit Michaeumll het verkregen voordeel uitVanuit de hoogte storten zijn troepen zich als een waterval op hun tegenstandersneer Het centrum van Lucifers halve maan door de volle kracht van Michaeumlls
1 Aldus Molkenboer (Luc-Molk pag LIII) Terecht stemmen alle commentatoren overeen inhun bewondering voor deze even meeslepende als kleurige en plastische beschrijving
2 Zie boven pag 59
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
151
driehoekspunt getroffen bezwijkt voor dat onstuimige geweld Maar opnieuw slaagtLucifer die op zijn strijdwagen rusteloos van bedreigd punt naar bedreigd punt jaagter door zijn roekeloze moed in de dreigende nederlaag af te wenden Totdat hijzich tenslotte tegenover Michaeumll bevindt die hem lsquoin t schittrend harrenas Verschynt gelyck een Godt uit eenen kring van zonnenrsquo (vs 1901b-1902) En dankrijgt Lucifer de laacuteaacutetste kans waarop het gebed van Rafaeumll en de Rey ons heeftvoorbereid Nog eacuteeacuten keer stelt Michaeumll hem voor de keuze
Zit af o Lucifer en geef het Godt gewonnenGeef over uw geweer en standert stryck voor GodtVoer af dit heiloos heir dees goddelooze rotOf anders wacht uw hooft zoo roept hy uit den hoogen1(vs 1903-1906)
Maar ditmaal komt Lucifer door dit aanbod niet tot aarzeling Het maakt hem slechtsdoller en verbetener dan hij al was Zijn enige antwoord is een vertwijfelde poging
tot driewerf toe om met zyn oorloghsbylDen diamanten schilt met een Godts naem te kloven
(vs 1909b-1910)
Daarmee heeft hij echter de limiet overschreden De naam van God aangebrachtop het schild van Michaeumll is het symbool waarin Hij Zijn tegenwoordigheidmanifesteert Door te trachten die Naam te kloven heeft Lucifer zijn strijdbijlrechtstreeks en persoonlijk tegen God gericht - En dan is het pleit beslist lsquoDe heirbylklinckt en springt op t heiligh diamant Aen stuckenrsquo (vs 1912-1913a) Michaeumlltreft met zijn bliksem Lucifer lsquodoor helm en hooft in doogenrsquo (vs 1915b) Achteroverstort deze van zijn strijdwagen omlaag in een peilloze val waarin zijn wagen lsquometLeeuw en Draeck en alrsquo (vs 1918a) hem volgt Op dat gezicht lsquobreeckt de booghder halve manersquo (vs 1926b) Tevergeefs tracht Apollion nog tussenbeide te komen
1 Uit den hoogen = van boven (ook Michaeumll bevindt zich lsquoin loefrsquo van zijn vijand dwz hogerdan hij)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
152
hy zagh zyn ty verstrekenOp t ondergaen der starre en vloodt een ieder vloodt
(vs 1963b-1964)
Naarmate zij dieper uit de hemel wegvallen verliezen de verslagen Engelen hunuiterlijke schoonheid die immers slechts een afglans was van Gods heerlijkheidLetterlijk vervult zich aan Lucifer wat hem door Rafaeumll waarschuwend wasvoorgehouden alles aan hem verandert
Dat helder aengezicht in eenen wreeden muilDe tanden in gebit gewet om stael te knaeuwenDe voeten en de hant in vierderhande klaeuwenDat glinstrend parlemoer in eene zwarte huitDe rugh vol borstlen spreit twee drakevleugels uitIn t kort dAertsengel wien noch flus alle Englen vierenVerwisselt zyn gedaente en mengelt zeven dieren1Afgryslyck onder een naer uiterlycken schyn (vs 1945-1952)
- Urieumll krijgt maar nauwelijks gelegenheid zijn verhaal te beeumlindigen Want daarnadert Michaeumll omstuwd en omzongen door de Rey van Engelen De hemel isopeens vol van het geluid van lsquolofzang en cimbalen Schalmeien en tamboerrsquo(vs 1979b-1980a)
Vb
b Het juichende overwinningslied dat de Rey Michaeumll toezingt is - ook naar zijnvorm - de antithetische parallel van het huldigingslied waarmee de opstandigeEngelen in III-e Lucifer hadden geeumlerd Zodoende wordt dit laatste als het wareongedaan gemaakt
Die Godt stack naer zyn kroonIs uit den hoogen troon
Met zyn maght in den nacht neecircrgezonckenHoe blinckt Godts Naem zoo schoon(vs 1986-1989)
1 Nl de dieren die als symbool gelden voor de zeven hoofdzonden de leeuw (hoogmoed)het zwijn (gulzigheid) de ezel (traagheid) de neushoorn (toorn) de aap (geilheid) de draak(afgunst) de wolf (gierigheid)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
153
Niet aan de rebel komt eer toe maar aan de getrouwe
Al brant het oproer felDe dappre Michaeumll
Weet den brant met zyn hant uit te blusschenTe straffen dien rebelHy hanthaeft Godts banierBekranst hem met laurier (vs 1990-1995)
En het lied eindigt in een lofprijzing van God die in de hemel de vrede en deeendracht heeft hersteld - Michaeumll sluit zich daarbij aan in een korte soldateskeuiteenzetting van het behaalde succes Het gevaar is nu definitief afgewend
Men zal niet meer den glans der OppermajesteitBezwalckt zien door den damp van snoode ondanckbaerheit(vs 2012-2013)
Vc
c Maar juist op dit moment van hoogste blijdschap komt Gabrieumll - o tragische ironie- de tijding brengen van een nieuwe ramp
och Adam is gevallenDe vader en de stam van t menschelyck geslachtTe jammerlyck te droef alree ten val gebraghtHy leiter toe (vs 2023b-2026a)
Lucifer heeft zich voor zijn nederlaag gewroken door God - nu hij rechtstreeks nietstegen Hem vermocht - te treffen lsquoin zyn verkoren beeltrsquo (vs 2040) en het eerstemensenpaar tot zonde te verleiden En dan doet Gabrieumll aan zijn ontsteldetoehoorders het verhaal van de zondeval volledig en kleurig maar tevens metbewonderenswaardige beknoptheid Een enkel voorbeeld is voldoende om zijnlapidaire verhaaltrant te doen uitkomen en ik kies daarvoor de vermelding van deverschillende straffen die God aan de schuldigen heeft opgelegd
De Godtheit dreight de vrou die Adam heeft verleitMet ween en barens noot en onderworpenheitDen man met arbeit zweet en zorge en lastigh slavenDen acker die den mensch ten leste zal begraven
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
154
Met onkruit en veel ramp de Slang om t loos misbruickVan haer doortrapte tong zal kruipen op den buickLangs daerde hene en slechts by stof en aerde leven(vs 2128-2134)
Maar God heeft Adam en Eva niet enkel gestraft Hij heeft hun ook de Verlosserbeloofd die uiteindelijk zal zegevieren
Den Stercken die de Slang den Draeck het hooft zal plettenDoor erfhaet van geen tyt noch eeuwen te verzetten(vs 2138-2139)
Na dit droeve verhaal treft Michaeumll onmiddellijk de maatregelen die door degewijzigde situatie noodzakelijk zijn geworden Urieacutel krijgt opdracht het gevallenmensenpaar uit Eden te verdrijven Andere Engelen worden uitgezonden om deLeeuw en de Draak te ketenen om al Gods vijanden in de hel te sluiten om in hetmiddelpunt der aarde de zwavelpoel te ontsteken waarin Lucifer gepijnigd moetworden Maar na al deze opdrachten van straf en doem zoeken zijn laatste woordenhet perspectief van de Verlosser
Terwyl t beloofde Zaet verzoenende Godts torenHerstelle uit liefde al wat in Adam wert verloren(vs 2174-2175)
Togravet die Verlosser en ogravem dat perspectief bidt ook de Rey - zodat de tragedie vanLucifer uitmondt in de verwachting van Christus
Verlosser die de Slang het hooft verpletten zultt Vervallen Menschdom eens van Adams errefschultVerlossen tzyner tyt en weecircr voor Evaes spruitenEen schooner paradys hier boven opensluitenWy tellen deeuwen en het jaer ja dagh en uurDat uw gena verschyn de quynende NatuurHerstell verheerelycke in lichamen en zielenStoffeerende den troon daer dEngelen uit vielen(vs 2176-2183)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
155
Om deze slotscegravene heeft zich een meningsverschil ontwikkeld dat nu al haastanderhalve eeuw voortduurt Het gaat daarbij om de vraag of Vondel al dan nieteen fout gemaakt - zachter uitgedrukt een vergissing begaan - heeft door zijndrama niet met de ondergang van Lucifer en de daarmee samenhangende triomfvan Michaeumll te doen eindigen maar er Gabrieumlls verhaal van de zondeval aan toete voegen Ik kan hier uiteraard niet de hele geschiedenis van deze controverseweergeven en beperk mij dus tot een expositie van het probleem aan de hand vanenkele nog betrekkelijk recente positie-bepalingenOnder de moderne commentatoren is het vooral Molkenboer geweest die met
grote beslistheid de slotscegravene heeft afgewezen lsquoAls het prachtige drama eacuteen grovefout toont dan in de laatste honderd-en-zestig verzen die als samengeperstaanhangsel den Adam verkondigenrsquo verzekert hij1 En hij motiveert dit door er opte wijzen dat niet de zondeval een geheel nieuw motief wordt ingevoerd Vondel iser zich te weinig van bewust geweest lsquodat hij hiermee aan een heel nieuw konflikt[e]en tweede treurspel raaktersquo2 - wat er op neerkomt dat door de slotscegravene deeenheid van handeling zou zijn verbroken Molkenboer beroept zich daarbij op lsquodemeening van den uitnemenden Godgeleerde en Vondelkenner J Salsmans SJrsquodie hij echter slechts gedeeltelijk en dientengevolge enigszins tendentieus citeertWant wel erkent Salsmans - zij het met een beperkend lsquowellichtrsquo - dat degeschiedenis van Adams val lsquotot meer letterkundige eenheidrsquo beter in een afzonderlijktreurspel behandeld kon worden (zoals Vondel later dan ook gedaan heeft) maaraan deze opmerking gaat een beschouwing vooraf die
1 Luc-Molk pag LIV2 Luc-Molk pag LV Op dezelfde bladzijde formuleert Molkenboer naar aanleiding van een
bestrijding door P Leendertz Jr dezelfde opvatting in een noot nog wat scherper lsquoLucifersopstand en Adams zondeval (zijn) twee geheel afzonderlijke konflikten die theologisch mogensamenhangen en dramatisch verbonden kunnen worden maar daarom niet ophoudentwee geheel verschillende ldquogrepen naar demachtrdquo te zijn Zijn [= Lucifers] eerste staatsgreepis met zijn nederlaag voorbij en daarmee is het drama agravef als een gesloten cirkel Wat Satanlater langs andere wegen zal pogen te bereiken (in casu door Adam te verleiden) is geheeliets anders een nieuw konflikt een tweede drama zooals de Noah een derde isrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
156
Molkenboer n i e t citeert en waarin gewezen wordt op de nauwe samenhang tussende strijd in de hemel en de zondeval in het Paradijs De conclusie daarvan luidt
Daarom ook om het hier in t voorbijgaan te zeggen heeft Vondel inlsquoLuciferrsquo na den triomftocht van Michaeumll nog den val van Adam en deherstelling door Christus doen melden Immers de duivel is niet voor goedoverwonnen door de zegepraal van Michaeumlls scharen de overwinning iseerst volledig door Christus verlossingswerk Wie de volle draagwijdtevan Vondels onderwerp niet omvat zal dit laatste tooneel lichtelijkbeschouwen als een lsquoappendix een bijlapsel een onnutten staartrsquo zooalsWitsen-Geysbeek zegt1
In de door Salsmans aangeduide richting zoekt dan ook P Leendertz Jr in zijnbestrijding van Molkenboers opvatting naar een verklaring en rechtvaardiging voorVondels laatste scegravene2 Terecht gaat hij er van uit dat Vondel het verhaal van dezondeval blijkbaar als een onmisbaar onderdeel van zijn tragedie beschouwde
Ook zij die uit zichzelf de noodzakelijkheid van dit slottooneel nietgevoelen moeten nu het er eenmaal is vragen waarom Vondel het erbijgevoegd heeft daarbij voorop-
1 J Salsmans SI Theologische toelichting bij Vondels gedichten in Verslagen enMededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1926pag 434-440 het citaat op pag 438 - Nog in een tweede opzicht gaat Salsmans veelminder ver dan Molkenboer De eerste merkt op (eveneens op pag 438) dat hij deLucifer en de Adam in ballingschap op twee achteeenvolgende dagen zou willen doenopvoeren waarbij de Lucifer zou moeten eindigen met Michaeumlls triomf en de Adam inballingschap besloten worden met het gebed van de Rey dat de Lucifer afsluit Dit isniet bedoeld als kritiek op Vondel maar als een middel om de nauwe samenhangtussen de beide dramas beter te doen uitkomen bij een opvoering op tweeachtereenvolgende dagen Molkenboer daarentegen - die in zijn citaat uit Salsmansbetoog dit gedeelte cursief laat afdrukken alsof er tussen diens opvatting en de zijnegeen verschil zou bestaan - richt zich wegravel rechtstreeks tegen Vondel Hij rekent hetdeze als een ernstig verzuim aan dat hij bij de voltooiing van Adam in ballingschaplsquotwee voorname zakenrsquo nagelaten heeft lsquoten eerste het aangeplakte slot van tengelendrama af te knippen en ten tweede zijn troosteloos eindigende Adam te besluitenmet de belofte-verzen 2176-2183 die nu t laatste woord zijn van den Luciferrsquo(Luc-Molk pag LV)
2 P Leendertz Jr Het slot van Vondels Lucifer in Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- enLetterkunde XLII (1923) pag 116-130 - Dezelfde tegenstelling tussen de verstoorde eenheidenerzijds en de samenhang tussen zondeval en hemelstrijd anderzijds beheerste in principeook reeds de vroegere polemieken
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
157
stellende dat onnadenkendheid gebrek aan zelfbeheersching en onjuistinzicht in de verhoudingen [] van Vondel niet mogen wordenaangenomen1
Vervolgens tracht hij op dit lsquowaaromrsquo een antwoord te geven2 Het gehele dramaloopt uit op de nederlaag van Lucifer en wij moeten de val van Adam zien als lsquoeenebevestiging daarvan de aanvang van de voltooiingrsquo Het is immers Gabrieumllsaankondiging van de Menswording geweest die Lucifer tot opstand gedreven heeftom de verwerkelijking daarvan te verhinderen
Hij wordt verslagen niet vernietigd Men zou zich dus kunnen denkenhij zelf zou de hoop kunnen koesteren dat hij later eene nieuwe pogingzou wagen en dan misschien slagen Zijne nederlaag is dus eerstvolkomen wanneer de geheimzinnigheid waarmedeGabrieumlls boodschapnog omhuld is wordt opgeheven en het door hem aangekondigdewerkelijkheid wordt
Eigenlijk had dus zoals in de mysteriespelen inderdaad meermalen het geval isde Geboorte of de Hemelvaart van Christus - eventueel zelfs het Laatste Oordeel- het einde van het drama moeten zijn De klassieke tragedie liet een dergelijkeoplossing echter niet toe lsquoMaar toch was de nederlaag van Lucifer tegen Michaeumlleen te onbevredigend slotrsquo Met de scegravene van Gabrieumlls verhaal over de zondevalkoos Vondel de middenweg Door de zondeval lsquowerd weliswaar Gabrieumlls boodschap[nl van de Menswording] nog geene werkelijkheid maar het was de voorbereidingvan Gods menschwordingrsquo zoals uit de belofte van de komende Verlosser aanAdam en Eva blijkt lsquoDaarmede is een deel der voorspelling zekerheid gewordenen kan men eene vertrouwende zekerheid hebben ook voor het overige deelrsquoHoewel Molkenboer zich niet gewonnen heeft gegeven3 blijken de latere
commentatoren zijn extreme standpunt toch
1 P Leendertz Jr Slot van Luc pag 1252 Het volgende is een korte samenvatting van Leendertz beschouwingen Slot van Luc pag
127-130 waar ook de citaten zijn terug te vinden3 Zie boven noot 2 op pag 155
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
158
niet gehandhaafd te hebben Zowel Asselbergs1 sla Vanherpe2 Janssen3 en Noeuml4
aanvaarden de slotscegravene - al blijft de laatste ze als een lsquodramatische zwakheidrsquobeschouwen en al brengt Vanherpe de spanning tussen die scegravene en het eigenlijkedrama in verband met zijn overtuiging dat Vondel in deze tragedie lsquovoor eenaanzienlijk deel van zijn inspiratie meer Griek meer heiden dan christen wasrsquoAsselbergs sluit het dichtst bij Leendertz aan
Er van afgezien dat in dit zogenaamde aanhangsel de handelendepersonen het ware einde van hun rol bereiken nl een blijvendeonderlinge spanning met het mensenlot tot inzet biedt de slotpassagede oplossing van het geheim waardoor Lucifer tot opstand en val werdgebracht Het proces der gedaantewisseling van de engel in een duivelziedend van wraakzucht krijgt hierdoor een Christocentrischegezichtseinder
Persoonlijk sta ik aan de kant van Salsmans (althans in de door mij hierboven vanhem geciteerde passage) Leendertz en Asselbergs Naar mijn mening moet deslotscegravene van de Lucifer als volstrekt onmisbaar worden beschouwd en wel op devolgende grondenAnders dan Molkenboer het voorstelt is de opstand van Lucifer geen afzonderlijke
en in zichzelf afgeronde gebeurtenis maar een fase uit de lsquocycle ceacutelestersquo waartoe(behalve de schepping) ook de zondeval en de zoendood van Christus behoren5Hij kan daarom niet uit dit grote geheel worden losgemaakt zonder dat op essentieumllepunten het beeld wordt scheefgetrokken Als Vondel zijn tragedie besloten had metde nederlaag van Lucifer en de triomf van Michaeumll zou dit slot niet slechtsonbevredigend zijn geweest (Leendertz) maar zelfs misleidend Want het is nietwaar dat Michaeumll door zijn overwinning de
1 WJMA Asselbergs Lucifer-uitgave pag 132 Gab Vanherpe Grieks-chr dualisme in Luc pag 104-1093 Em Janssen SJ Vondels Luc pag 53-544 J Noeuml SJ Joost van den Vondel (Prominenten-reeks nr 4 Brussel-Amsterdam 1955) pag
1095 Zie boven pag 63 met name noot 4
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
159
situatie van voacuteoacuter de opstand zou hebben hersteld Hij heeft Lucifer wel verslagenmaar niet vernietigd (Leendertz) uit de hemel verdreven maar niet definitiefoverwonnen en onschadelijk gemaakt Daartoe is hij ook niet bij machte dat zalalleen Christus kunnen doen (Salsmans) De feestvreugde van de jubilerendeEngelen in V-b hoe begrijpelijk ook is dus enigszins prematuur en berust in laatsteinstantie op hun onvoldoende inzicht Daarom kon deze scegravene in geen geval heteinde van het drama zijn Eerst moest nog dit misverstand worden rechtgezet dwzmoesten de Engelen (en met hen de toeschouwers) tot begrip van de werkelijkesituatie worden gebracht en in Christus de werkelijke overwinnaar van Lucifer lerenzien Dat heeft Vondel door zijn slotscegravene inderdaad bereikt en wel door - zoalsLeendertz voortreffelijk heeft aangegeven - het motief van de zondeval als pars prototo voor het gehele vervolg van de lsquocycle ceacutelestersquo te hanterenMaar ook ten aanzien van een tweetal meer ondergeschikte punten brengt deze
scegravene de onmisbare afsluiting Het eerste daarvan is het motief van deMenswordingLeendertz en Asselbergs hebben reeds opgemerkt dat dit motief nu het in deaanvang van het drama zulk een belangrijke plaats inneemt ook tot eenbevredigende afronding moest worden gebracht Ik zou daaraan willen toevoegendat die noodzaak als nog klemmender wordt gevoeld wanneer men mijnveronderstelling van tragische ironie in vs 497 aanvaardt1 Als Vondel inderdaadverwacht en enigszins in de hand gewerkt heeft dat zijn toeschouwers onwillekeurig- ondanks de theoretische aanvechtbaarheid daarvan - Gabrieumlls mededeling aanLucifer lsquode tyt wil doirzaeck [nl van de Menswording] leerenrsquo als tragische ironiezouden opvatten omdat zij wisten dat Lucifer zelf die oorzaak zou blijken te zijn -dan kon hij er als goed dramaturg niet aan ontkomen in het verdere verloop vanzijn tragedie deze ironische interpetatie door de feiten te laten bevestigen En zoalsik indertijd reeds heb opgemerkt stelden
1 Zie boven pag 104-105
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
160
de feiten hem in de gelegenheid dit te doen en daarmee een dramaturgische kansuit te buiten zonder dat hij het hachelijke probleem van de oorzakelijke samenhangtussen Lucifers opstand en de val van Adam behoefde aan te roerenHet tweede punt waarop ik doelde is dat van Lucifers metamorfose van Engel
tot duivel Uit het verslag dat Urieumll in V-a aan Rafaeacutel uitbrengt blijkt duidelijk datdeze metamorfose zich eerst voltrekt nadat Lucifer zich aan Gods Naam vergrepenen daarmee de limiet overschreden heeft Dan eerst wordt hij door God losgelatendan eerst wordt hij duivel zowel uiterlijk als innerlijk Maar Urieumll kan slechts van deuiterlijke verandering vertellen de meest spectaculaire maar in wezen toch de minstbelangrijke Dat Lucifer ook innerlijk een ander wordt dat hij alle edelekaraktertrekken verliest waardoor tevoren zijn hoogmoed en zijn jaloezie telkensweer werden geremd en hij tot een moment van aarzeling kwam dat hij alleen nogmaar kan haten en vernielen - dat is een aspect waarmee wij in V-a niet wordengeconfronteerd terwijl het toch te essentieel is om zonder schade te kunnen wordengemist Maar ook in dit opzicht brengt de slotscegravene de noodzakelijke afrondingGabrieumll doet namelijk aan zijn verhaal van de zondeval een beschrijving van deeerste Helleraad voorafgaan en daarbij voert hij Lucifer sprekende in Deuitvoerigheid waarmee diens toespraak wordt weergegeven (34 versregels) staatin scherpe tegenstelling tot de beknoptheid die het vervolg van Gabrieumlls verslagkenmerkt Door deze tegenstelling - in compositorisch opzicht een bijzonder effectievevondst - valt de volle nadruk op Lucifer als bewerker van de zonde en leren wijhem ook naar zijn innerlijk kennen als de duivel die hij door en na zijn val gewordenis verdorven en verdervendHoezeer ik echter van de onmisbaarheid en de functionele betekenis van de
slotscegravene overtuigd ben toch beschouw ik ze als de minst geslaagde uit de geheleLucifer Niet vanwege haar inhoud maar vanwege de uitwerking daarvan Zoals wijgezien hebben moeten in deze scegravene de Engelen tot begrip van de werkelijkesituatie worden gebracht en moet hun aandacht
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
161
van Michaeumll naar Christus worden geleid Het geheim van de Menswording moetvoor hen zijn oplossing vinden in het redemptieve werk van de komende God-mensWij zouden dus mogen verwachten dat het verhaal van de zondeval uitloopt opeen zoacute duidelijke identificatie van de aan Adam en Eva beloofde Verlosser met deaan de Engelen aangekondigde God-mens en op een zoacute duidelijke omschrijvingvan Diens centrale plaats in de heilsgeschiedenis - dat het begrijpen van de Engelenlogisch aanvaardbaar wordt en het slotgebed van de Rey tot Christus er door wordtvoorbereid Daarvan is echter geen sprake Nadat de geschiedenis van de Paradijsvalwel beknopt maar toch tot in details volledig verteld is (63 versregels waarbij drieregels interruptie door de Rey) blijft de verwijzing naar Christus tot de volgendezeven regels beperkt
Maer om den armen mensch een vasten troost te gevenIn zulck een jammernis belooft de Godtheit trouTe wecken uit het zaet en bloet van deerste vrouDen Stercken die de Slang den Draeck het hooft zal plettenDoor erfhaet van geen tyt noch eeuwen te verzettenEn schoon dat felle Dier hem naer de hielen bytNoch triomfeert de Helt met eere na dien stryt(vs 2135-2141)
Niet alleen domineert quantitatief de eigenlijke zondeval zoacutezeer dat de verwijzingnaar Christus er door in de verdrukking komt maar bovendien is deze verwijzingveel te ondoorzichtig om naar haar volle betekenis te kunnen worden begrependoor toehoorders die niet reeds tevoren in de geheimen van de Heilsgeschiedeniszijn ingewijd En dat zijn de Engelen nog niet in tegenstelling tot de luisteraars inde schouwburg Vondel heeft zich ten onrechte hier kennelijk meer op de laatstendan op de eersten ingesteld Wij zullen de verklaring daarvan wel moeten zoekenin zijn verlangen om enerzijds zo kort mogelijk te zijn en anderzijds zo boeiendmogelijk te blijven (waartoe de Paradijsgeschiedenis meer mogelijkheden bood daneen abstracte
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
162
uiteenzetting van Christus verlossingswerk) maar het bezwaar wordt daardoor nietweggenomenEr is trouwens nograveg iets dat het ons moeilijk maakt het slotgebed van de Rey te
aanvaarden als een logisch uitvloeisel van wat daaraan is voorafgegaan Het is uiten door het verhaal van Gabrieumll dat de Engelen tot hun juister inzicht moeten komenDe veronderstelling ligt dus voor de hand dat Gabrieumll zelf - zoals van lsquoGodtsGeheimenistolckrsquo ook verwacht zou mogen worden - vrij is van het misverstand datde andere Engelen beheerst en dat hij met zijn verhaal beoogt die anderen totbegrip van de ware situatie te brengen Merkwaardig genoeg blijkt dit echter niethet geval Ooacutek Gabrieumll heeft deel aan het misverstand Wanneer hij zich wetendwat er intussen in het Paradijs gebeurd is bij de overige Engelen voegt tracht hijhen niet tot een beter inzicht te brengen maar gaat hij hen voacuteoacuter in een klacht omlsquode gekeerde kansrsquo - een klacht die in de mond van alle anderen aannemelijkergeweest zou zijn dan juist in de zijne Want het is immers zijn verhaal waarin desleutel van het geheim verborgen ligt als hij dit zelf niet beseft hoe kan dan wordenverwacht dat de anderen het wegravel zullen doen Ook in dit opzicht is hetChristocentrische slotgebed van de Rey - op zichzelf de meest gelukkige afsluitingdie denkbaar was - niet voldoende voorbereid om helemaal overtuigend te kunnenzijn
Aanhangsel
Om te voorkomen dat achter de Lucifer dertien bladzijden van het laatste vel witzouden blijven vulde Vondel deze - zoals hij ook bij de Salomon gedaan had1 - meteen drietal godsdienstige gedichten die al zijn zij misschien geheel onafhankelijkvan de tragedie ontstaan op deze plaats het karakter krijgen van een persoonlijkantwoord op de inhoud daarvan Bovendien voegde hij nog een Noodigh Berechtover de nieuwe Nederduitsche misspellinge toe
1 Zie boven pag 35-36
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
163
waarin hij scherp uitvalt tegen het voorstel van de Amsterdamse predikant PetrusLeupenius (in diens Aanmerkingen op de Nederduitsche taale van 1653) omlsquokonsekwent in open lettergrepen het dubbele teken voor de vokalen te gebruikenrsquo1maar waaraan wij in ons verband verder geen aandacht behoeven te besteden -Wat de drie gedichten betreft reeds Molkenboer heeft op het verband daarvan metde Lucifer gewezen2 Het eerste Moyses Gezang3 is een poeumltische bewerking4 vanMozes lied uit Deuteronomium 32 1-43 waarin de grootheid en de goedheid vanGod worden verheerlijkt terwijl degenen die zich van Hem afkeren fel wordengehekeld als ondankbare dwazen die verteerd zullen worden door Zijngerechtvaardigde toorn Door dit vers onmiddellijk op zijn tragedie te doen volgenbelijdt Vondel met de woorden van Mozes zijn principieumlle verwerping van hetLuciferisme Dat voert hem tot een bezinning op de positieve kant van zijn geloofen het tweede vers wordt Het Geloofs-teken der Apostelen5 een berijming van hetSymbolum Apostolicum Maar geloven betekent bidden en daarom is zijn derdevers een omdichting van Het Gebedt des Heeren6 Vooral in de laatste strofe hoorik tegen de achtergrond van Lucifers val en Adams zonde een klank van bijzondereernst
Wanneer de Hel ons klampe aen boortDe lust der weerelt hart en zinnen
1 Aldus CGN de Vooys in een artikel over het boek van Leupenius Uit en over oudespraakkunsten II in De Nieuwe Taalgids XIV (1920) pag 142-147 het citaat vindt men oppag 143
2 Luc-Molk pag LIX noot 33 WB V pag 697-7024 Hetzij naar Du Bartas Cantique de Moyse (Kalff) hetzij rechtstreeks naar de Bijbeltekst
(Nauta) Zie G Kalff Vondeliana in Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde XIII(1894) pag 45-72 (de bedoelde opmerking terloops op pag 72) GA Nauta MoysesGezang in Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde XXVI (1907) pag 128 Nochdoor A Hendriks Joost van den Vondel en G de Saluste Sr du Bartas diss Leiden (Leiden1892) noch door A Beekman Influence de Du Bartas sur la Litteacuterature Neacuteerlandaise dissPoitiers (Poitiers 1912) wordt Moyses Gezang als een vertaling naar Du Bartas aangewezen
5 WB V pag 703-7046 WB V pag 704-706
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
164
Met eenen glimp van vreught bekoortHet zy van buiten of van binnenZoo troost en moedigh en versterck
Den zwacken geest door uw genadeOm onbezweken in dit perck
En onverwonnen zonder schadeTontworstelen dit zielgevaerOch dat geschiede dat zy waer
Nu wij de Lucifer scegravene voor scegravene hebben bestudeerd en ons rekenschap hebbengegeven van de moeilijkheden die zich daarbij voordeden kunnen wij trachten opgrond daarvan tot een nadere bepaling te komen van de structuur als geheelWij zijn er indertijd van uitgegaan dat de Salomon als de sleutel voor het doorzien
van de structuur in Lucifer moet worden beschouwd1 Onze analyse heeft in hetalgemeen wel de juistheid van deze praemisse aangetoond maar toch ook doenuitkomen dat er in Vondels hemeltragedie gedeelten zijn die buiten de parallelliemet het koningsdrama vallen Beide aspecten zullen wij dus onder de ogen dienente zienWij hebben kunnen constateren dat de Lucifer inderdaad evenals zijn voorganger
opgezet is als een dualiteits-drama waarbij de hoofdpersoon inzet is in de strijdtussen de vertegenwoordigers van goed en van kwaad Reeds bij de aanvang vande tragedie staat Lucifer tussen deze beide groepen in doordat hij op dat momental gezondigd heeft en dus niet meer volledig tot de partij van het goed behoort maarnog niet de Godslimiet heeft overschreden waardoor zijn afval onherroepelijk zouworden en hij tot de partij van het kwaad zou gaan behoren Wij zien dan ook beidedualiteitsgroepen al hun invloed aanwenden de ene om hem terug te winnen deandere om hem tot actief verzet te bewegen Bij elk van deze twee groepen valteenzelfde soort driedeling te herkennen als wij in Vondels
1 Zie boven pag 84
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
165
vorige dualiteits-dramas hebben opgemerkt1 In militair-hieumlrarchisch opzicht staataan de kant van het goed Michaeumll het hoogst aan die van het kwaad Belzebub Intweede instantie volgen dan enerzijds Gabrieumll en Rafaeumll anderzijds Apollion enBelial tweetallen die zowel elkaars parallel als elkaars antithese zijn Zoals de beideAartsengelen behoren tot de kring van Gods vertrouwelingen zo zijn Apollion enBelial de raadgevers van het verzet Tegenover de lsquoBescherm-engelrsquo2 Rafaeumll staatde lsquoVerderverrsquo3 Apollion tegenover Gabrieumll als lsquoGodts Geheimenistolckrsquo2 is Belialde lsquoBedriegerrsquo4 die de leuzen van de opstand lsquovertolktrsquo Op de derde plaats staande anonieme massas respectievelijk vertegenwoordigd door de Rey van Engelenen de Luiciferisten Met opzet laat ik bij deze indeling Urieumll buiten beschouwing Aande strijd van de dualiteitsgroepen om Lucifer neemt hij immers geen deel Slechtsin IV-a zien wij hem zwijgend als schildknaap van Michaeumll optreden eenzelfdefiguranten-rol vervult hij in vs 2144-2154 waar hij zwijgend van Michaeumll het bevelontvangt Adam en Eva uit het Paradijs te gaan verdrijven en zich zwijgend verwijdertom daaraan gevolg te geven Tussen deze beide momenten in komt hij in V-a evenop de voorgrond als hij aan Rafaeumll zijn beroemde beschrijving van de grote slag inde hemel geeft Maar hier vervult hij slechts de rol van de traditionele bode - eenrol die ook in de mond van een anonymus had kunnen worden gelegd5 en die hemnu zij zijn e n i g e taak blijft geen recht geeft op een plaats onder de eigenlijkeantagonisten Wij komen dus tot het volgende indelings-schema6
1 Zie voor Peter en Pauwels Maria Stuart en Salomon resp Deel I pag 404 Deel I pag437 hierboven pag 39
2 Zie de lijst der lsquoPersonaedjenrsquo (WB V pag 616)3 Zie boven pag 1102 Zie de lijst der lsquoPersonaedjenrsquo (WB V pag 616)4 Zie boven pag 1145 Dat Vondel hier aan Urieumll boven een anonieme bode de voorkeur geeft valt gemakkelijk te
verklaren uit het feit dat niemand beter dan deze in staat geacht kon worden om alle belangrijkemomenten van de slag gedurende welke hij zich steeds in Michaeumlls onmiddellijke nabijheidhad bevonden te beschrijven
6 De symmetrie in de opbouw der groepen is ook Asselbergs opgevallen die echter tot eenandere indeling komt doordat hij enerzijds Lucifer reeds tot de partij van het kwaad rekenten anderzijds Urieumll een plaats toekent in die van het goed lsquoOnder Lucifer zien wij driewederspannige oversten Belzebub Belial en Apollion benevens de rei van de LuiciferistenOnder Michaeumll staan drie engelen Gabrieumll Rafaeumll en Urieumll benevens de rei van engelenrsquo(Lucifer-uitgave pag 8) - Ook Em Janssen (Vondels Luc pag 27vv) komt tot eenzelfdeindeling lsquoDoch tegenover elke getrouwe staat een ontrouwe engel Tegenover Michaeumll Lucifertegenover Gabrieumll Belzebub tegenover Rafaeumll Belial tegenover Urieumll Apollionrsquo - In eenbespreking van beide boekjes (Dagblad De Standaard van 2 oktober 1954 onder de titel Bijhet derde eeuwfeest van Vondels Lucifer) merkt L Debaene daarover op lsquoGraag aanvaardenwe dat Vondel naar zulk parallellisme gestreefd heeft Wij menen echter dat hij er niet ingeslaagd is dit vol te houden De figuur van Urieumll is immers zo bijkomstig dat ook Asselbergsen Janssen zijn rol vrijwel onbesproken laten In feite is het resultaat anders geworden Luciferstaat niet tegenover Michaeumll maar tegenover God en het mysterie der Menswording MichaeumllGabrieumll en Rafaeumll zijn hieumlrarchisch verwant aan Belzebub Belial en Apollion Urieumll is slechtseen verlengstuk van Michaeumll hij moet niet meer doen dan diens overwinning verhalen endraagt persoonlijk niets bij tot de dramatische ontwikkelingrsquo Afgezien van Vondels falen inhet hier veronderstelde parallellisme komt dit geheel overeen met mijn opvatting
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
166
BelzebubMichaeumll(met Urieumll
BelialLuciferGabrieumllApollionRafaeumllLuciferistenRey van Engelen
Wij hebben verder gezien dat de parallellie met Salomon aanvankelijk ook deopeenvolgende scegravenes beheerst Wanneer wij er van uitgaan dat Lucifers uitzendingvan Apollion ter verkenning van het aardse Paradijs parallel loopt aan de bouw vande afgodentempel door Salomo leveren de eerste twee bedrijven in dit opzicht geenmoeilijkheden meer op In de derde acte wordt dit op een bepaald punt anders - wijzullen daar straks op hebben terug te komen - maar toch zet zich in het algemeende parallellie ook hier nog voort Evenals Salomo laat ook Lucifer hoewel aarzelenden onwillig zich tenslotte overhalen tot een positieve daad van Godsafval zelfs inde aard van die daad (in beide gevallen de bewieroking van een afgod) is deovereenkomst merkbaar1Gezien vanuit de Salomon had daarmee ook in de Lucifer de beslissing gevallen
moeten zijn en viel er niets anders meer te verwachten dan een beschrijving vande uiterlijke catastrofe die er de consequentie van was In werkelijkheid wordt hierechter
1 Zie boven pag 132
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
167
de parallellie losgelaten en komt er een onvermoede wending in het verloop vanhet drama (de episode met Rafaeumll) Des te opmerkelijker is het dat de eerste scegravenevan het vierde bedrijf nog een uitwerking in Salomon-trant schijnt voor te bereidenlsquoGena had uitgedientrsquo (vs 1378a) God laat Gabrieumll aan Michaeumll het beveloverbrengen de schuldigen te straffen terwijl de Luiciferisten naar het tuighuistrekken om te trachten zich van de onmisbare zwaardere wapens meester te makenHet lijkt mij niet te ver gezocht te veronderstellen dat naar de oorspronkelijkebedoeling hierop een verslag van de schermutseling om het tuighuis had moetenvolgen die de muiters een aanvankelijk succes opleverde (bij de grote slag blijkenzij immers in geen enkel opzicht minder goed bewapend te zijn dan huntegenstanders) Het laatste bedrijf had ook in zijn huidige vorm zonder veel bezwaardaarbij kunnen aansluitenWat dit impliceert is duidelijk De parallellie van de eerste bedrijven met Salomon
de climax van de bewieroking die eveneens daarop berust de opmerkelijkediscongrueumlntie tussen de eerste scegravene en de rest van het vierde bedrijf1 - dat allesmaakt het naar mijn mening onvermijdelijk een oorspronkelijke opzet of versie aante nemen die op enkele essentieumlle punten van de tegenwoordige afweek Ook hetHofraet-motief dat aan het einde van de tweede acte zorgvuldig wordt ingeleid enin de derde verdwenen blijkt2 wijst in dezelfde richting en kan mijns inziens slechtsop deze manier worden verklaardAls onze veronderstelling juist is dan was de Lucifer naar zijn eerste opzet veel
rechtlijniger en daardoor gemakkelijker interpreteerbaar dan nu het geval is Maarhet behoeft ons niet te verwonderen dat deze opzet Vondel bij nader inzien nietbevredigde Hij was er zich van bewust met de keuze van zijn onderwerp naar hetallerhoogste gegrepen te hebben bijna naar het onmogelijke lsquoHet tooneel en depersonaedjen zyn zeker zoodanigh en zoo heerlyck datze eenen heerlycker stylvereischen en hooger laerzen dan ick haer weet aen te treckenrsquo3
1 Zie ook boven pag 136-1392 Zie boven pag 111-113 en 115-1163 Berecht reg 5-7 (WB V pag 607)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
168
Ook in structureel opzicht moest dus zijn tragedie voldoen aan de hoogst bereikbareeisen En in dat opzicht liet de oorspronkelijke opzet zoals wij meenden die in grotelijnen te mogen reconstrueren wel een en ander te wensen over De beslissendewending vond reeds plaats aan het einde van de derde acte veel te vroeg Hetgevolg was dat de beschrijving van de Engelenstrijd twee volle bedrijven in beslagzou moeten nemen te veel bode-verhalen Bovendien zou dan een nieuwe climax(gevecht om het wapenhuis rarr beslissende slag) de aandacht afleiden van het reedsbereikte hoogtepunt aan het slot van het derde bedrijf in feite zou de tragedieuiteenvallen in twee gedeelten eacuteeacuten over de innerlijke en eacuteeacuten over de uiterlijke strijdaantasting van de eenheid van handelingVondel is zijn opzet dan ook gaan herzien1 En wij mogen aannemen dat dit een
uiterst moeizame en inspannende taak is gebleken Wij weten immers dat hij zesjaar lang vrijwel niets anders heeft gedaan dan werken aan de Lucifer2 Langs welkelijnen zijn gedachten en bedoelingen zich gedurende die tijd hebben ontwikkeldvalt natuurlijk niet na te gaan Er zullen ongetwijfeld tussen de oorspronkelijke opzeten het uiteindelijke resultaat allerlei overgangsstadia zijn geweest die voor ons nietmeer te achterhalen zijn Maar wegravel kunnen wij vaststellen dat onder het voortwerkenVondels aandacht langzamerhand van de dualiteitsgroepen verschoven moet zijnnaar de figuur van Lucifer Hij ging deze laatste anders zien dan enkel als inzet inde strijd tussen goed en kwaad zelfstandiger gecompliceerder meacuteeacuter als tragischepersoonlijkheid die ten onder gaat aan zichzelfDeze aandachtsverschuiving zal in de hand gewerkt zijn door het feit dat juist de
hoogmoed hier de drijvende zonde is In de Salomon was dit de wellust geweestZoacutezeer bleek de oude koning aan Sidonia gebonden dat hij ter wille van haar zelfstot afgoderij kwam Maar verder was hij in het conflict van
1 Uiteraard hebben wij geen enkele zekerheid dat deze lsquoeerstersquo opzet werkelijk de eacuteeacuterste wasen niet reeds als resultante van nog vroegere stadia is ontstaan
2 Zie boven pag 55
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
169
de beide dualiteitsgroepen nauwelijks betrokken hij verlangde slechts met rustgelaten te worden en Sidonia te behouden Bij de hoogmoed is een dergelijke inwezen passieve houding echter niet denkbaar Lucifer wil niet alleen behouden wathij heeft maar streeft naar groter zelfs naar de hoacuteoacutegste macht Als Belzebub en dezijnen op die hoogmoed speculeren houden zij hem dan ook steeds weer voor dathet initiatief hegravem toekomt en de leiding bij hem moet berusten Vondel heeft hetverschil tussen de psychologie van de wellust en die van de hoogmoed voortreffelijkaangevoeld Het betekende dat Lucifer meacuteeacuter hoofdpersoon zou moeten zijn danSalomo in het vorige drama geweest was In de scegravenes die wij tot de oorspronkelijkeopzet hebben gerekend is dit dan ook inderdaad merkbaar het is tenslotte Luciferdie opdracht geeft tot de verkenning van het Paradijs en tot de organisatie van hetverzet tegen de Menswording Bij de latere herziening(en) zette deze tendens echterin zoacute sterke mate door dat zij in de nieuw-toegevoegde of meest-gewijzigde scegravenesde dualiteits-structuur praktisch verdrongDe belangrijkste van deze scegravenes is de episode met Rafaeumll in IV-c Structureel
wist Vondel daarmee te bereiken dat op het hoogtepunt van de bewieroking tochnog een climax kon volgen ditmaal op de juiste plaats In drieeumlrlei opzicht betekentdeze scegravene echter tevens een vrij ingrijpende structuur-m o d i f i c a t i e Om tebeginnen moest voor de door God aan Lucifer toegestane marge een andere limietworden vastgesteld dan blijkens IV-a (lsquoGena had uitgedientrsquo) oorspronkelijk wasbedoeld In de tweede plaats werd het hoofdaccent verlegd van een concrete daad(de bewieroking) naar een geestelijke crisis (de wanhoops-monoloog) Tenslotte -en dat is naar mijn mening de meest essentieumlle verandering - heeft de nieuwe climaxvoor het verloop van de handeling veel minder functionele betekenis dan de vroegereDe bewieroking immers beiumlnvloedt rechtstreeks de verdere ontwikkeling dergebeurtenissen door het oproepen van een reactie (Gods bevel aan Michaeumll) desituatie wijzigt er zich door De scegravene met Rafaeumll culminerend
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
170
in de wanhoops-monoloog leidt daarentegen n i e t tot een nieuw stadium Zijretardeert slechts de handeling en na afloop ontwikkelen zich althans naar hetuiterlijk de gebeurtenissen verder zoals zij ook zouden hebben gedaan wanneerdie episode er niet was geweest Intussen is er naar het innerlijk natuurlijk wegravel ietsveranderd maar uitsluitend met betrekking tot Lucifer die door radeloze wanhoopnu tot over de grenzen van alle aarzeling en angst is gevoerd Hier moeten wij danook de zin en de betekenis van deze scegravene zoeken Zij vervolledigt en verdiept dekarakteristiek van Lucifer door ons te doen zien hoe sterk bij hem de hoogmoed is- zoacute sterk dat hij er niet toe kan komen de aangeboden genade te aanvaarden enschuld te bekennen ondanks de angst om de gevolgen van zijn Godsafval waarvanhij even tevoren blijk heeft gegeven Het gaat hier dus niet om een handelings-maar om een intensiteits-aspect niet om eenmoment in de strijd tussen de principesvan goed en van kwaad maar om de figuur van Lucifer Dat blijkt ook uit het optredenvan Rafaeumll Uiteraard behoort deze in het grote verband van het drama tot dedualiteitsgroep van de getrouwe Engelen Maar in zijn gesprek met Lucifer gaat hijtoch anders te werk dan Gabrieumll en de Rey van Engelen in de voorafgaande scegraveneshij is niet in de eerste plaats de vertegenwoordiger en verdediger van een principemaar zoekt naar persoonlijk contact met Lucifer en gaat uit van diens persoonlijkesituatie - Uit deze functionele waarde van de scegravene valt af te leiden dat de tweeeerst-genoemde veranderingen - het verplaatsen van de Godslimiet en hetvervangen van de bewieroking als climax door een geestelijke crisis - secundair zijnen slechts werden aangebracht ten behoeve van het eigenlijke doel een verdieptekarakteristiek van Lucifer door de intensivering van het hoogmoeds-aspectEen soortgelijk geval doet zich voor in het derde bedrijf Bij de bespreking van
III-d en vooral van III-e is ons gebleken dat er verschillendeinterpretatie-moeilijkheden voorkomen die alle samenhangen met de vraag hoe wijons Lucifers persoonlijke situatie hebben voor te stellen op het moment dat hijtegenover
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
171
de muiters komt te staan die zo juist aan Michaeumll de gehoorzaamheid hebbenopgezegd1 Volgt hij het in II-e door Apollion en Belial opgestelde opruiingsplan enhuichelt hij dus Of heeft de ontijdig uitgebroken muiterij hem als een gevaarlijkecomplicatie overvallen zodat hij zich werkelijk onzeker voelt en zijn aarzeling oprechtis Men zal zich herinneren dat ik bij mijn behandeling van de betrokken scegravenesvan de laatste interpretatie ben uitgegaan2 Maar dit bleek te betekenen dat wij bijLucifer een verwarde en complexe geestesgesteldheidmoeten aannemen waardoorhij niet bij machte is een principieumlle beslissing te nemen en zich laat meeslependoor de drang der omstandigheden (die overigens ook aan zijn hoogmoedappelleren) Voor de ontwikkeling van de handeling heeft deze complexiteit geenenkele betekenis voor een goed begrip daarvan zou een simpeler en rechtlijnigerverloop van de scegravene - een scherp getekend moment van aarzeling gevolgd doorde aanvaarding van het opperbevel - ontegenzeggelijk zelfs winst zijn geweest Deverwarring en de innerlijke tegenstrijdigheid van alles wat er in Lucifer woelt makenzowel zijn woorden als zijn houding alleen maar ondoorzichtiger Daar staat evenweltegenover dat deze complexiteit voor de karakteristiek van Lucifer en voor deuitbeelding van diens vertwijfelde onzekerheid fundamentele betekenis heeft Ookhier gaat het dus niet zozeer om een handelings- als wel om een intensiteitsaspectniet om de tegenstelling tussen goed en kwaad maar om de figuur van Lucifer Ookhier heeft Vondel de vervollediging en verdieping van de karaktertekening latenprevaleren boven een rechtlijnig en duidelijk verloop van de uiterlijke handelingDe Lucifer werd opgezet als dualiteitsdrama maar op bepaalde
1 Zie boven pag 124-1352 Voor de motivering zie boven pag 132-135 Daaraan kan nog het volgende argument worden
toegevoegd wanneer men er van uitgaat dat Lucifers aarzeling geveinsd is betekent dit dathij in werkelijkheid zonder aarzeling en doelbewust het opstandsplan ten uitvoer brengt eris dan geen enkele reden om aan te nemen dat in IV-b zijn vragen naar het moreel en desterkte van zijn leger door een gevoel van onzekerheid zouden zijn ingegeven Maar dankomt de wanhoops-monoloog als gevolg van het gesprek met Rafaeumll wel heel erg in de luchtte hangen de groacutete aarzeling van Lucifer zou dan tevens de eacuteeacuterste zijn
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
172
punten uitgediept tot karakterdrama Ik geloof dat dit de oorzaak is van allerleimoeilijkheden waarvoor de interpretatie ons stelt en dat deze daarom slechts kunnenworden opgelost wanneer wij een zekere spanning tussen oorspronkelijke opzeten latere uitwerking aanvaardenDaarmee zijn wij er echter nog niet Onze analyse heeft doen uitkomen dat er
niet alleen sprake is van een structurele spanning maar op bepaalde plaatsen ookvan tegenstrijdigheid (tussen IV-a en de rest van het bedrijf) van losgelaten motieven(de Hofraet in II-d en II-e de bestorming van het wapenhuis1) en omissie vanfeitelijke gegevens die voor een goed begrip van de situatie onmisbaar zijn (hoekunnen in III-d de Luiciferisten weten dat de Stedehouder op komst is wie heefthem ontboden en waarom wat is er in Lucifer omgegaan nadat hij in II-d het toneelverliet is hij in III-e oprecht of veinst hij) Hoe moeten wij verklaren dat Vondeldie zijn dramas steedsmet zo grote zorg opbouwde juist bij zijn verhevenste tragediedeze punten over het hoofd gezien dan wel bewust aanvaard heeftOns antwoord daarop kan uiteraard niet anders dan volkomen hypothetisch zijn
Maar ik meen toch dat het niet onmogelijk is althans de richting aan te duidenwaarin de verklaring wellicht zou kunnen liggen Wij hebben er dan van uit te gaandat Vondel betrekkelijk snel gereed gekomen zal zijn met een eerste opzet die inhoofdzaak parallel liep aan de Salomon De herziening en verdieping kostten hemechter jaren - jaren waarin hij vrijwel onafgebroken met zijn conceptie van Lucifergeleefd en gevochten moet hebben Ligt het dan niet voor de hand dat diens figuurlangzamerhand zoacute reeumlel voor hem geworden is dat hij er zich niet voldoende meervan kon distancieumlren om helemaal objectief tegenover zijn drama te staan Hij konzijn uitbeelding van Lucifer niet meer losmaken van alles wat hij daaromheengeprobeerd gedacht verondersteld en aangevoeld had hij zag hem te zeer vanbinnen-uit om hem nog met de ogen van het publiek van buiten-af te
1 Zie boven pag 136-137
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
173
kunnen zien Als dit juist is wordt het begrijpelijk dat hij in het derde bedrijf geenomissie opmerkte de gegevens die ogravens ontbreken vulde hij onbewust uit deachtergronden van zijn conceptie aan - Maar dan volgt daaruit tevens dat zijnaandacht zich zoacute volledig op de innerlijke kern van het drama had geconcentreerddat de uiterlijke gebeurtenissen nauwelijks meer voor hem meetelden Zij diendenslechts om de uitbeelding van die innerlijke kern mogelijk te maken en te helpenvoorbereiden Voor dat doel waren grote gedeelten uit de oorspronkelijke opzet -waarschijnlijk hier en daar enigszins omgewerkt - volkomen bruikbaar In hetalgemeen werd zo inderdaad een goed sluitend geheel verkregen Tegenstrijdigheidtussen de eerste scegravene en de rest van het vierde bedrijf Maar wij hebben zelf alopgemerkt dat er zich eerst moeilijkheden voordoen lsquowanneer wij de implicatiesnagaan van wat - slechts terloops - over het wapenhuis en de genade wordt gezegdrsquoterwijl lsquoin het geheel van het drama IV-a slechts tot functie (heeft) te doen uitkomendat God op de uitdaging van de muiters antwoordt met het bevel aan Michaeumllzich gereed te maken tegen hen op te treden wat tot een verscherping van desituatie leidt die straks de episode met Rafaeumll des te verrassender en treffendermaaktrsquo1 Verloren gaan van enkele motievenMaar dergelijke onbetekenende detailskonden aan het grote geheel immers geen afbreuk doen Zij waren zo weinig storenddat zij bij een opvoering zeker niet zouden opvallen En misschien heeft ook Vondelzelf - bij herlezing van zijn tragedie telkens weer meegesleept door de totaliteit - zeniet eens opgemerktIs de ontstaansgeschiedenis van de Lucifer in grote trekken inderdaad zo
verlopen Ik herhaal nog eens dat ik niet meer heb willen geven dan een hypotheseMaar een hypothese die naar een verklaring zoekt voor drie punten die ik op grondvan ons onderzoek wegravel als vaststaande feiten beschouw1 Er zijn in de Lucifer restanten te vinden van een oudere opzet
1 Zie boven pag 138-139
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
174
2 De Lucifer is een dualiteitsdrama dat in het derde en vierde bedrijf op essentieumllepunten werd uitgewerkt als karakterdrama
3 De interpretatie-moeilijkheden in het derde bedrijf zijn het gevolg van een tekortaan feitelijke gegevens
Volledigheidshalve laat ik hier - om het gemakkelijker te maken bovenstaandeinterpretatie van de Lucifer naar zijn zin en structuur aan de afwijkende meningenvan anderen te toetsen - een kort overzicht volgen van het voornaamste dat in delaatste jaren over Vondels beroemdste drama naar voren is gebracht Ik kan dituiteraard slechts in zeer beknopte vorm doen en ik ben er mij van bewust daarmeeaan de betrokken commentatoren geen recht te doen wedervaren Ik beoog danook niet meer dan een indruk te geven van de visie waarvan zij uitgaan voor derest moet ik naar hun eigen werk verwijzen Afgezien van een enkele opmerkingzal ik mij ook van commentaar en polemiek onthouden Ik heb hierboven mijn eigenopvatting uitvoerig genoeg uiteengezet en gemotiveerd om te mogen aannemendat men zonder moeite zal kunnen vaststellen wagraveagraver en waarogravem ik met mijnvoorgangers van mening verschil In de meeste gevallen zijn hun namen enopvattingen trouwens reeds ter sprake gekomenAsselbergs1 geeft in de inleiding voor zijn Lucifer-uitgave een korte maar
indringende karakteristiek van het drama waarbij hij de nadruk legt op de symmetriein de bouw Lucifer staat voor hem van het begin af volledig aan de kant van hetkwaadJanssen2 maakt in zijn studie tal van behartenswaardige opmerkingen over de
structuur van het stuk waarvan vooral de evenwichtigheid hem getroffen heeftLucifer Belzebub Apollion en Belial zijn volgens hem aan het begin van het dramalsquonog goed naar het kwaad alleen geneigdrsquo (pag 32) Over het karakter van Luciferwordt opgemerkt lsquohij is de waardigste
1 WJMA Asselbergs Lucifer-uitgave2 Em Janssen SJ Vondels Luc
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
175
onder de boosdoeners Al de anderen kunnen bozer zijn dan hij hij blijft dewaardigste alles geschiedt onder zijn verantwoordelijkheid hij is het hoofd dat allenbehoeven of niets zou doorgaan En zijn val wordt uiteindelijk de val van allenrsquo (pag32)Noeuml1 in wiens proefschrift over Vondel2 de Lucifer slechts terloops werd genoemd
neemt in zijn populaire boekje ten aanzien van dit drama terecht een voorzichtigstandpunt in lsquoOm gewichtige redenen houden wij ons aan de meest gangbareopvatting en volgen een paar recente verklaringen slechts in bijkomstighedenrsquo (pag100) Dit betekent dat Lucifer als de drijvende kracht van het kwaad en de aanstichtervan het verzet wordt beschouwd lsquovan hem ging de voorbereiding uit hij leidt ze nuvan boven af naar de uitwerkingrsquo (pag 107)Bomhoff3 wijdt niet meer dan enkele bladzijden aan de Lucifer maar roert daarin
zeer principieumlle punten aan Als de eigenlijke kern van het drama ziet hij lsquohetschepsel dat ten onder moet gaan aan de eis tot deemoed een eis die de Godheidniet nalaten kan krachtens zijn wezen te stellenrsquo (pag 134) Volgens hem was hetechter een misgreep van Vondel de val der Engelen te kiezen om deze tragiek uitte beelden lsquoomdat hij daardoor in innerlijke tegenspraak kwam met hetengelenbegrip dat hij nodig hadrsquo (ibidem) Vondels Engelen missen immers devereiste geestelijke volmaaktheid zij blijven lsquosupermensen die hoe majestatischze zich ook bewegen juist geen engelen zijn De psychologie van de engel endaar komt het hier op aan ontgaat ons volkomen Zijn val is een mysterie door onsniet na te belevenrsquo (pag 132) Evenwel
In zijn kwaliteit van schepsel kan de toeschouwer zich eacuteeacuten voelen metde engel Lucifer en daar daacuteaacuter alleen kan de grond liggen van zijn valMen moge dan zijn val al niet kunnen begrijpen het feit ligt er dat hijgevallen is - en dat hij vallen kon lag aan het feit dat hoe volmaakt ookhij schepsel dus onvolmaakt was Zo gezien bereiken
1 J Noeuml SJ Joost van den Vondel2 J Noeuml SJ De religieuze bezieling van Vondels werk diss Leuven (Tielt 1952)3 JG Bomhoff Bijdrage tot de waardering van Vondels drama diss Leiden (Amsterdam 1950)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
176
wij die allerdiepste menselijke ervaring der begrensdheid een andereformule van onze existentieumlle nood Hoe hier de beslissingen vallenontgaat s mensen bewustzijn maar de verzoeking zich niet neer te leggenbij deze zijnsbegrenzing moet in elk geval aan mens en engelgemeenschappelijk zijn Vondel zelf heeft daar heel zijn leven meegeworsteld (pag 133)
Mijn grote bezwaar tegen deze ongetwijfeld boeiende beschouwing is dat zij typischlsquomodernrsquo is en geen rekening houdt met de opvattingen van Vondel en met zijnbronnen Met name de anthropomorfische voorstelling van de Engelen en deverschillende stadia van Lucifers val vinden hun oorsprong niet in een persoonlijkeinterpretatie die door de behoeften van zijn drama werd bepaald maar berustenop de theologie van Duns Scot1 en konden door hem op diens gezag zonder bezwaarals uitgangspunt worden aanvaard Dat daarmee het eigenlijke mysterie van deEngelenval niet was opgelost zal Vondel zeker niet ontgaan zijn Voor hem kwamhet er echter slechts op aan zijn tragedie theologisch verantwoord te weten Hijstelde zich immers niet ten doel een verklaring te geven maar een uitbeelding Endie uitbeelding begint op een moment dat het kwaad - hoe dan ook - reeds zijnintrede in de hemel heeft gedaan en op een aantal Engelen - zie Duns Scot - vatheeft gekregenVanherpe2 komt onder de moderne Lucifer-commentatoren tot de conclusies die
het meest van de gangbare opvattingen afwijken3 Hij legt een nauw verband tussende Lucifer en Vondels vertaling van Sophocles Koning Edipus (1660) Bij de aanvangvan dit laatste drama leeft Oidipous in de illusie van een verblinding hij ziet dewaarheid niet en het tragische ligt in de onontkoombaarheid waarmee op dezeillusie de desillusie - het inzicht in de werkelijke situatie - volgt zijn tragiek gaat uitvan een vergissing Hetzelfde ziet Vanherpe ook in de Lucifer
1 Zie boven pag 77-792 Gab Vanherpe Grieks-chr dualisme in Luc3 De hierna volgende samenvatting en kritiek ontleen ik aan mijn bespreking van zijn boek in
De Nieuwe Taalgids XLV (1952) tweede gedeelte (pag 34-39) van het artikel NieuweVondel-literatuur III op pag 29-39
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
177
De tragiek van Lucifer gaat uit van een vergissing die hem slachtoffermaakt van een illusie op de illusie volgt de desillusie op de desillusievolgt de zonde op de zonde de straf Waarin bestaat deze illusie Godseeuwig Woord zal mens worden Welnu daardoor vervalt God van zijngoddelijke waardigheid Lucifer die houdt aan de onomstootbaarheid vande gevestigde orde wordt dus God Kan het eenvoudiger Is het nieteerder simplistisch (pag 15)
Ik moet hieraan nog een tweede citaat toevoegen om helemaal duidelijk te makenwaarom het gaat Vanherpe vat daarin kort zijn interpreterende analyse van het stuksamen zoals hij deze later zal uitwerken
Lucifer (weigert) de instemming met het mysterie [der MenswordingSm] het komt hem onmogelijk en absurd voor Een stap verder ziet hijeen Godheid die zichzelf onttroont en dan is Lucifer de strijder voor Godde strijder voor de gevestigde orde in het hoogste beleven van dezeinzichten voelt hij zich een ogenblik God (B II-T 1 T 2 T 3) - Na deillusie volgt de desillusie Lucifer wordt geplaatst voor het dilemmaopnieuw zijn onderdanigheid in geloof en in gehoorzaamheid aan God tebetuigen of aan zijn illusie gehecht te blijven en het tegen God op tenemen Hij neemt het op tegen God en onmiddellijk is Lucifer de geestder duisternis de geest van leugen en bedrog De persoonlijke tragedievan Lucifer is virtueel ten einde (B II-T 4 T 5 en T 6) Vondelliet echter de straf van God nog niet definitief dit zondig einde bezegelenzoals de Grieken door godenwraak hun helden in hun dwalingen wel latentreffen Neen Lucifer krijgt een nieuwe kans in Gods gunst te blijven nade al te vlug afgehandelde keus uit B II-T 4 Het is de strijd van genadeuit Gods boezem gestegen met den naar zonde neigenden wil van denontgoochelden Lucifer Nu valt de keus onherroepelijk uit voor het eensaanbeden illusie-ideaal en onmiddellijk wordt verwatenheid en wanhoopLucifers deel (B IV-biz T 3 T 4 T 5) (pag 16)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
178
Vanherpe ziet dus - naast en soms dominerend over het hoogmoedsmotief vanVondels b ew u s t e Lucifer-schepping - als o n b ew u s t e schepping eenGrieks-heidens illusie- (= vergissings-)motief Vandaar dat voor hem Lucifers zondeeerst begint wanneer deze na zijn ontgoocheling togravech blijft vasthouden aan zijndroom (pag 38-39 71) Dat is het geval in B II-T 4 daar lsquokomt de christelijke geestweer bovenrsquo (pag 45) want
wilde Vondel een christelijken Lucifer schrijven dan moest hij wel deontgoocheling laten plaats grijpen hoe kon anders Lucifers opstandzonde zijn en de straf van een rechtvaardigenGod verdienenWas Vondelzich echter bewust geworden van den inspirerenden geest [der onbewusteschepping Sm] die hem B II-T 2 en T 3 had ingegeven dan zou zekerde desillusie niet gekomen zijn voacuteoacuter BV Een aanwijzing voorzeker vaneen grondig dualisme dat in den Lucifer sterker dan in Jeptha de gaafheidvan Vondels schepping heeft geschaad (pag 46)
Uit mijn eigen interpretatie is reeds gebleken dat ik noch bij Vondel noch in deLucifer aan een Grieks-christelijk dualisme geloof Bovendien acht ik het onjuistdat Vanherpe uitgaat van een vergelijking met de vertaling van Koning Edipus endus v o o r u i t grijpt Weliswaar is het niet onwaarschijnlijk dat Vondel Sophoclestragedie reeds kende toen hij de Lucifer schreef maar de eigenlijke vertaling metde daarbij behorende inleving ligt vrijwel zeker toch later Daarentegen staat hetvast dat Vondel aan de Lucifer begon zodra hij zijn Salomon had voltooid Datmaakt het nodig in ieder geval (ook) t e r u g te grijpen De continuiumlteit in deontwikkeling van structuur en motieven is in Vondels opeenvolgende dramas teopmerkelijk dan dat zij zonder schade verwaarloosd zou kunnen wordenTenslotte vermeld ik nog de opvatting van L Debaene min of meer terloops
geformuleerd in een bespreking van Asselbergs Lucifer-uitgave en de studie vanEm Janssen1 Naar aanleiding
1 L Debaene Bij het derde eeuwfeest van Vondels Lucifer in het dagblad De Standaard van2 oktober 1954
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
179
van Janssens karakteristiek van Lucifer als de waardigste onder de boosdoenersmerkt hij op
Liever dan Lucifer de aanvoerder van ontrouwe engelen te noemenzoeken wij in hem hun slachtoffer Zonder hen had Rafaeumll hem kunnenredden Het tragische is dat wanneer Lucifer het uitschreeuwt lsquoOf ergensschepsel zo rampzalig zwerft als ikrsquo de komst van Apollion volstaat omhem te doen doorzetten - Lucifer een hoogmoedige Jawel Maar eengemakkelijk te manoeuvreren zwakkeling voorzeker toch ook
Dat wijkt nauwelijks af van de conclusies waartoe ik zelf gekomen ben alleen zietDebaene na Lucifers wanhoopsmonoloog de invloed van de ontrouwe Engelen(Apollion) als beslissender dan ik
De Lucifer geldt als Vondels meesterwerk Wordt aan deze hoge status afbreukgedaan door de gevolgtrekkingen omtrent de structuur waartoe ons onderzoek onsheeft geleid Ik ben overtuigd van niet eerder zelfs van het tegendeel Want zijdragen er toe bij ons de bedoelingen van Vondel beter te doen begrijpen zijovertuigen ons er van dat wij megravet hem de Lucifer in de eerste plaats moeten zienals geheacuteeacutel En dat geheel is meer dan alleen maar structuur zelfs meer dan alleenmaar tragedie - het is tevens een hoogtepunt van poeumlzie Volkomen terechtconstateert Bomhoff
Elke critiek op dit meesterwerk zal moeten beginnen met de erkenningdat Vondels taalmiddelen hem daartoe [= tot het verplaatsen van detragedie van de aarde naar de hemel Sm] in staat stelden Vanaf deeerste regels met die engel waarvan het heet lsquoHy steigert steil vankreits in kreits op ons gezichtrsquo verricht Vondel het in de wereldliteratuurzeldzame kunststuk de lezer te doen geloven aan een bovenaardse sfeerVijf bedrijven lang acteren bovenmenselijke wezens in een heelal andersen hoger dan het onze en nergens verraadt hun tongval dat een menshen spreken leerde1
1 JG Bomhoff Bijdrage waard Vondels drama pag 131
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
180
Het is het fluiumldum van dit poeumltisch vermogen dat alles doordringt en van binnen-uitlevend maakt dat ons meesleept en overtuigt dat ons deel doet hebben aan degrootsheid van Vondels visionaire verbeelding Niet alle contouren blijken evenscherp getekend maar behoort het vervloeien in een mysterieus blijvendeachtergrond niet tot het wezen van het visioen Structureel moge de Lucifer langniet Vondels sterkste drama zijn zo ergens dan geldt hier dat het geheel meacuteeacuter isdan de som van zijn onderdelen met inbegrip van de structuurIk kan mijn bewondering voor dit geheel niet beter weergeven danmet de woorden
van Albert Verwey waarin ik alleen de uitdrukking lsquoonmogelijke conceptiersquo niet totde mijne zou willen maken
Dat er in dit stuk niets popperigs is dat alle engelen mensen zijn dathemel en aarde zonder enige aankleding werkelijk hemel en aarde zijn- dit geeft ons van Vondels verbeelding de gewaarwording of ze sterk engevleugeld tussen alle sterren door kon gaan en een wereld bezittenboven hen Die gehevenheid zekerheid makkelijkheid van keren enwenden en tegelijk dat lichte dat stralende waarvan het hele werkdoortrokken is en dat dan telkens weer bij tussenpozen wordt verdonkerddit geslaagde spel waarin een onmogelijke conceptie een klarewerkelijkheid geworden is vast en zwevend in de oneindige ruimte ditis een verovering die in geen literatuur is terug te vinden en die alleen alvoldoende zou zijn om Vondel te rekenen tot de onsterfelijken1
Zoals de Joseph in Egypten in de dramatische ontwikkeling van Vondel de overgangnaar het dualiteits-drama betekende2 zo betekent de Lucifer het afscheid van dedualiteit ter wille van een verdiepte karaktertekening van de hoofdfiguur Wij zullenzien dat in de Jeptha deze overgang bevestigd wordtMaar eerst volgt nog een intermezzo de Salmoneus
1 Vondel Volledige dichtwerken enz verz en ingel door Albert Verwey pag XXII2 Zie Deel I pag 383-384
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
181
Hoofdstuk IIISalmoneus (intermezzo)1657
De Salmoneus neemt in Vondels dramatisch oeuvre een geheel aparte plaats indoordat dit treurspel zijn ontstaan niet allereerst aan ideeumlle maar aan zakelijkeoverwegingen te danken heeft gehad In de eerste zin van het Berecht dat Vondelaan de uitgave vooraf doet gaan getuigt hij zelf
Het nadeel geleden by het Wees- en Oudemannenhuis door het sluitenvan den kostelijcken en kunstigen tooneelhemel na twee reizen speelensbeweeghde my nu dry jaeren geleden Salmoneus treurspel te dichtenom ten minste toen donkosten eenighzins te vergoeden en dien toestelte passen op doveroude fabel des verwaeten Konings 1
De achtergrond van deze zinsnede wordt gevormd door het felle verzet van deAmsterdamse predikanten tegen de vertoningen van Lucifer waardoor het stuk natwee opvoeringen verboden werd2 Dat betekende voor het Weeshuis en hetOudemannenhuis die gezamenlijk de baten van de schouwburgvoorstellingengenoten een ernstige financieumlle tegenslag vooral omdat er veel onkosten warengemaakt voor de decors die moesten helpen de suggestie te wekken lsquoHet tooneelis in den hemelrsquo Heel dat kostbare toneel-toestel van geschilderde wolken en sterrenlag ongebruikt en daarom wilde Vondel met de
1 WB V pag 710 reg 1-52 Zie boven pag 65-66
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
182
Salmoneus een stuk ter beschikking van de schouwburg-regenten stellen waarinde oorspronkelijk voor Lucifer bestemde toneelhemel toch nog dienst zou kunnendoen Bomhoff die overigens voor de Salmoneus wel waardering heeft spreektdan ook van lsquode waanzinnige opdracht een toneelstuk te schrijven bij een deacutecorrsquo1Toch is dit laatste enigszins overdreven Wij moeten ons zeker niet voorstellen
dat Vondel enkel van het decor is uitgegaan en net zo lang heeft gezocht tot hij eenmythologisch onderwerp vond waarvoor dit bruikbaar zou kunnen zijn Hij heeftzelfs helemaal niet behoeven te zoeken want in zijn gedachten lagen Lucifer enSalmoneus vlak bij elkaar Reeds in het Berecht van de Lucifer wordt de laatste alsheidens-mythologische parallel van de Bijbels-Christelijke Lucifer genoemd zij hetook dat aan zijn geschiedenis als aan een verzinsel (lsquogedichtselrsquo) werkelijke betekeniswordt ontzegd
Niemant die de spraeck van donfeilbare orakelen des goddelyckenGeests verstaet zal oordeelen dat wy een gedichtsel van Salmoneusbybrengen die midden in Elis Jupyn op zynen wagen en metale brughbraveerende en met een brandende fackel den blixem en dondernabootsende van den donder geslagen wert 2
Dit neemt echter niet weg dat in dit gedichtsel ook Salmoneus zich uit hoogmoedop de plaats van zijn Schepper wilde stellen en aan die staetzucht ten onder gingHet ligt dus voor de hand dat Vondel zinnend op een middel lsquoom ten minste toendonkosten eenighzins te vergoedenrsquo allereerst aan deze geschiedenis heeft gedachtEn toen hem bleek dat daarin inderdaad de mogelijkheid school om van detoneelhemel een spectaculair gebruik te maken greep hij dankbaar de gebodenkans Hoewel dus inderdaad de Salmoneus zonder die mogelijkheid waarschijnlijknooit gescheven zou zijn mogen wij toch het nauwe verband met de Lucifer niet uithet oog verliezen
1 JG Bomhoff Bijdrage tot de waardering van Vondels drama diss Leiden (Amsterdam 1950)pag 134
2 WB V pag 607 reg 7-11
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
183
Het z i e n van die kans levert eens te meer het bewijs voor de creativiteit van Vondelslevendige verbeeldingskracht Want in zijn bronnen was niets te vinden waaruit vielaf te leiden dat Salmoneus een hemeldecor zou hebben gebruikt Het uitvoerigstlaat Vergilius zich over de staetzuchtige koning uit en Vondel citeert in zijn Berechtde bewuste plaats uit de Aeneis (VI vs 585-594) dan ook als zijn voornaamste bronin haar geheel
K zagher oock Salmoneus Eols zoonAfgrijslijck pijnigen die als een allersnootsteGodts weecircrlicht donderkloot en blixemstrael nabootsteDees liet in Grieckenlant en midden door de stadtVan Elis daer hy trots op zijnen wagen zatZich met vier paerden door den drang der Griecken voerenEn zwaejende eene torts braveerde met rumoerenDen Goden in de lucht en stackze naer hun kroonDees zinnelooze durf de koopre brugh uit hoonOprennen met zijn paert en weet met razen ruischenEn storm den blixem en den donder na te kuischen1Dat niemant oit vermoght maer Godts almogentheitOm fackel roockrigh licht noch zulck een onbescheit2Verlegen schoot met kracht en uit de dicke wolckenDreef met een dwarrelwint ten spiegel aller volckenHem neder dat hij plofte3
1 Na te bootsen2 Overmoed dwaasheid3 WB V pag 710 reg 7-22 (in deze verzen is de Sibylle aan het woord de plaats waarvan zij
vertelt is de Tartarus) - In zijn Vergilius-vertaling in verzen van 1660 nam Vondel dezeregels vrijwel onveranderd over (vgl WB VI pag 723 vs 876b-891a) Ter vergelijking laatik hier ook de proza-vertaling (uit 1646) van deze regels volgen
oock zag icker Salmoneus wreedelijck pijnigen vermits hy Jupijns blixem endonder nabootste Dees liet zich door Griecken en midden door de stat Elis vanvier paerden omvoeren en zwaeiende een barnende fackel braveerde de Godenen stack hun naer de kroon die zinnelooze durf over zijn kopere brugh met paerdenheen rennende donder en blixem dat niemant vermagh nakuischen maerdalmaghtige Vader nochte om fackel nochte roockerigh tortslicht verlegen schootuit de dicke wolcken en dreef hem met eenen vreesselijcken dwarrelwint dat hytuimelde (WB VI pag 722 reg 625-634)
Het enige verschil van betekenis tussen beide vertalingen is de toevoeging in op eacuteeacuten na delaatste regel van het poeumlzie-fragment van lsquoten spiegel aller volckenrsquo Daaruit blijkt dat Vondelhet verhaal van Salmoneus emblematisch interpreteerde
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
184
Er wordt hier slechts verteld dat Salmoneus trachtte Jupiter na te bootsen MaarVondels verbeelding vult dit aan met het pittoreske detail dat hem zijn kans booden dat hij zelf in de Inhoudt van zijn drama als volgt weergeeft
De verwaende1 Koning hier mede niet genoeght laet het mercktvelt hofen tempel en de hofstraet tot de brugge toe van buiten als een luchten hemel met wolcken en starren bekleeden en toestellen2
Uit allerlei plaatsen in het drama3 kunnen wij ons een vrij duidelijke voorstellingvormen van de wijze waarop Salmoneus daarbij te werk ging Blijkbaar waren ergrote met wolken of sterren beschilderde doeken tegen de huizen geplaatst en bijde hogere bouwsels waarschijnlijk ook aan de daklijsten bevestigd waardoor deindruk moest worden gewekt dat de stad op wolken rustte en zich tussen de sterrenaan het uitspansel bevond Op het toneel met onbeweegbaar decoratief dat tot1665 de Amsterdamse schouwburg kenmerkte zullen bij de opvoering de wolken-en sterren-decors ongetwijfeld op analoge wijze tegen de pilaren van de toneelbouwgeplaatst en aan de galerij opgehangen zijn geweestDat doet ons ineens begrijpen hoe wij ons het gebruik van lsquoden kostelijcken en
kunstigen tooneelhemelrsquo bij de twee opvoeringen van Lucifer hebben te denkenWij mogen er van overtuigd zijn dat toen de aankleding van het toneel preciesdezelfde was geweest want hoe zou men op een vast toneel van dergelijkedecorstukken een ander gebruik kunnen maken Maar dan volgt daaruit tevensdat Vondels voorstelling van Salmoneus verhemelde stad in zekere zin op eenrealiteit berustte Niet het decor op zichzelf is zijn uitgangspunt geweest maar hetdecor zoals dat voor de Lucifer op het toneel dienst had gedaan Ook in dit opzichtis er verband tussen de beide dramasIk proef in deze nieuwe interpretatie van dezelfde decors op dezelfde wijze
aangebracht op hetzelfde toneel iets van de
1 Verwaten2 WB V pag 717 reg 9-123 Vs 16-18a 35-39a 54-55 126 189-190a 1039 1213-1214a 1288b-1289
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
185
ironie die naar mijn mening kenmerkend is voor de gehele Salmoneus en waaropik bij de bespreking van dit stuk nader zal hebben terug te komen Wat in Luciferde aanduiding was geweest van een hemelse werkelijkheid degradeerde inSalmoneus tot een even dwaze als smakeloze maskerade Het principieumlle verschiltussen de realiteit van Lucifer en het gedichtsel van Salmoneus wordt als het wareaan de functie van de decors gedemonstreerd
Uit de hierboven geciteerde eerste zin van het Berecht valt moeilijk iets anders opte maken dan dat het Vondels bedoeling was geweest de Salmoneus nog in 1654op de planken te brengen Toch is dit blijkbaar niet gebeurd Wybrands die metgerechtvaardigde trots vermeldt er in geslaagd te zijn lsquovolledig opgave te doen vanden datum op welken elk stuk in dat tijdsverloop [= van 1638 tot 1665] vertoondvoor het eerst werd opgevoerdrsquo stelt de premiegravere van Salmoneus op 28 oktober16571 DeWB-editie dateert dan ook het welkomstdicht voor de Burgemeesters vanAmsterdam2 dat Vondel ter gelegenheid van de eerste opvoering door een van despelers liet uitspreken en dat opgenomen werd in het voorwerk van de uitgave3 op1657 Dat die eerste uitgave in hetzelfde jaar verscheen staat ongetwijfeld metdeze opvoering in verbandOmtrent de oorzaak van dit driejarige uitstel is ons niets met zekerheid bekend
Misschien ligt zoals Unger vermoedde de sleutel tot dit probleem in het (althansvoor ons) geheimzinnige briefje dat Vondel aan Geeraardt Brandt schreef en waaropde laatste aantekende lsquoontfangen den 2 November 1654rsquo4 Het luidt als volgt
1 CN Wybrands Het Amsterdamsche Tooneel van 1617-1772 (Utrecht 1873) resp pag 256en 261
2 De Tooneelpoeumlzy Aen de edele Heeren Mecenaten Burgermeesters en RegeerderstAmsterdam Toen men toereede om Salmoneus in den doorluchtigen Schouburgh tentooneele te voeren (WB VIII pag 602-603)
3 Het is mij daarom niet duidelijk waarom de WB-editie dit gedicht afdrukt lsquovolgens de tekst inApollos Harp 1658 blz 65rsquo Afgezien van enkele kleine spellingvarianten is er overigensgeen verschil
4 JHW Unger Vondeliana II (Vondels handschriften) in Oud-Holland II (1884) pag 13-33111-134 225-232 293-308 Voor het bewuste briefje zie men pag 124-129 op pag 125 iseen facsimile daarvan opgenomen Men vindt de brief ook maar met verschillende kleineonnauwkeurigheden in JFM Sterck Vondel-brieven (Amsterdam-Sloterdijk 1935) pag124-125
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
186
Monsieur Brant de Tragedie daer commentarien op passen hebbe ickseer verandert en verbetert en zal zoo ras die gedruckt is aen uwenvader1 een copy bestellenuwe E dienstwilligeJv Vondel
Welk stuk met lsquode Tragedie daer commentarien op passenrsquo - commentarieumln vanwelke aard - bedoeld wordt valt uit de context niet op te maken In samenwerkingmet Mr AD de Vries Az kwam Unger echter tot de conclusie lsquodat hier niet andersbedoeld kon zijn dan Salmoneusrsquo van welk stuk Vondel immers in zijn Berechtmeedeelt dat hij het lsquonu dry jaeren geledenrsquo - dat is in 1654 - geschreven had Opgrond daarvan stelt hij zich het verloop van zaken als volgt voor
In den loop van het jaar 1654 was Vondel gereedgekomen met zijnSalmoneus Hij zond toen het handschrift aan den vader van GeeraerdtBrandt die nog Schouwburgregent was om te onderzoeken of het stukgeschikt zou zijn voor het tooneel en deze wees hem enkele plaatsenaan die veranderd moesten worden Nadat Vondel zijn werk lsquoseerverandert en verbetertrsquo had werd het gedrukt en op nieuw aan Brandtgezonden Misschien hebben de oude Brandt en andere vrienden dendichter wel geraden om nu de gemoederen kort geleden zoo heftig inbeweging waren geweest over zijn Lucifer het tijdstip van uitgave nogwat te verschuiven van daar dat het treurspel drie jaren is blijven liggenvoacuteoacuter het werd uitgegeven2
Unger gaat onder meer van de veronderstelling uit dat Vondel de gelegenheid nietzal hebben laten voorbijgaan om in de Salmoneus lsquozijn tegenstanders op het tooneeleen gevoelige les te gevenrsquo Zoals wij nog zullen zien3 schijnen er in het drama
1 Namelijk Geeraerdt Brandt de Oude die in 1653-1654 een der zes regenten van deschouwburg was
2 JHW Unger Vondeliana II pag 128-1293 Zie beneden pag 234-238
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
187
inderdaad toespelingen op de bezwaren van de tegenstanders derLucifer-opvoeringen voor te komen Ik acht het zeker niet onwaarschijnlijk dat dezein eerste instantie zowel talrijker als feller zijn geweest Het lsquoseer veranderen enverbeterenrsquo waarover Vondel in zijn brief spreekt zou dan - geheel of gedeeltelijk- betrekking kunnen hebben op het elimineren van al te uitdagende of al tepersoonlijke hatelijkhedenIn Ungers reconstructie van de gang van zaken wordt aangenomen dat
verschijning en verkoop van de Salmoneus pas werden uitgesteld toen het dramareeds afgedrukt en in gedrukte vorm opnieuw aan Brandt Sr toegezonden was Hetbriefje van Vondel geeft echter geen aanleiding tot een zo ver-gaande gevolgtrekkingEr valt slechts uit af te leiden dat de dichter verwachtte zijn drama spoedig gedruktte zullen zien niet dat dit ook werkelijk het geval is geweest Het lijkt mij dan ookwaarschijnlijker dat de schouwburgregenten tenslotte gemeend hebben de opvoeringvan Salmoneus - ook in zijn veranderde en verbeterde vorm - beter te kunnenuitstellen tot de storm om Lucifer bedaard en vrijwel vergeten zou zijn en dat hetuitstel van de premiegravere vrijwel automatisch ook het drukken en uitgeven naar eenlater tijdstip deed verschuivenDit alles geldt uiteraard slechts wanneer de hypothese van Unger dat Vondels
briefje op de Salmoneus zou slaan1 als juist wordt aanvaard Zekerheid daaromtrentzullen wij waarschijnlijk wel nooit krijgen Maar in ieder geval biedt deze hypotheseeen aannemelijke verklaring voor het feit dat de Salmoneus hoewel reeds in 1654geschreven eerst in 1657 opgevoerd en uitgegeven werd
Evenals hij dat bij de Lucifer - voor het eerst - gedaan had2 richt Vondel ook ditmaalzijn Berecht niet tot het publiek in het algemeen maar slechts lsquoAen allekunstgenooten en voorstanders
1 JFM Sterck blijft in Vondel-brieven (pag 124 noot 2) ondanks een voorkeur voor deopvatting van Unger toch ook rekening houden met de mogelijkheid dat de Lucifer bedoeldzou kunnen zijn
2 Zie boven pag 72-73
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
188
van den Schouburghrsquo1 Het is niet de enige overeenkomst tussen beide BerechtenIn het algemeen is de opzet in beide gevallen zelfs gelijk eerst een verwijzing naarde bronnen vervolgens een rechtvaardiging van de ingeleide tragedie tenslotteeen verdediging van het toneel in het algemeen2 Alleen zijn in het Berecht vanSalmoneus de verhoudingen als het ware omgekeerd Terwijl in de inleiding opLucifer het nieuwe drama inderdaad hoofdzaak blijft en de verdediging van hettoneel beschouwd kan worden als een aanvullende epiloog is hier de besprekingvan het stuk niet veel meer dan inleiding tot een uitvoerig verweer dat een voorlopervan het Tooneelschilt uit 1661 zou kunnen heten en niet minder dan 45 deel vanhet Berecht in beslag neemtVondels betoog laat zich als volgt in punten samenvatten1 De Salmoneus werd gedicht om het nadeel te helpen opvangen dat het verbod
van de Lucifer aan Weeshuis en Oudemannenhuis had berokkend Devoornaamste bron van de dichter was Vergilius - Deze beide zakelijkemededelingen zijn hierboven al ter sprake gekomen (reg 1-22)
2 In werkelijkheid zal Salmoneus wel een natuurkundige en uitvinder zijn geweestwiens proeven om donder en bliksem na te bootsen aanleiding werden tot lsquoditgedichtzel van het staen naer de vergodingersquo Zoals hij in de fabel voortleeftkan men hem om zijn krankzinnige pretentie echter met recht lsquoden dollen [=krankzinnigen] Salmoneusrsquo noemen Dit behoeft evenwel geen reden te zijnom hem van het toneel te weren zoals blijkt uit het voorbeeld van de Oudendie in hun dramas zelfs werkelijke krankzinnigen - als Aiax Orestes en Herkules- niet schuwden (reg 23-36)
3 Van lsquodolheitrsquo gesproken - de schrijver herinnert zich een anekdote hem indertijddoor Hooft verteld Toen een
1 WB V pag 710-7162 Voor het Berecht van Lucifer zie boven pag 74-76 waar men de genoemde drie punten
terugvindt resp sub 1 2-3 en 4
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
189
fluitist in het dolhuis zijn instrument ging bespelen reageerden de krankzinnigenmet allerlei vreemde gedragingen en met een kakofonie van de meestverschillende dierengeluiden De reactie op zijn Lucifer heeft bij de dichter deindruk gewekt dat hij lsquomede onder diergelijck gezelschap vervallen wasrsquo zoacuteweinig zin en lijn zat er in de kritiek
Indien wy den tooneeltoon op bybelstof zetten men schreeuwt dat Godtsnaem gelastert het heilighdom des Heiligen Geests ontheilight wortSpeelen wy Heidensche fabelen en kloecke verzieringen1 menbeschuldight ons van ydelheit en lichtvaerdigheit
Maar reeds de Grieken wisten dat zelfs Jupiter het niet iedereen naar de zinkan maken met zonneschijn evenmin als met regen lsquoHet is dan geen wonderdat de zonneschyn der tooneelen en spelen een iegelyck niet behaeghtrsquo (reg36-66)
4 In het Berecht voacuteoacuter Lucifer is het goed recht van een lsquostichtelijck gebruick derheilige spelenrsquo in den brede uiteengezet lsquomaer dervaerenheit leert ons dateen zelve zaeck naer de luimen des tijts aengenomen of verworpen wortrsquo Deeigenlijke bedoeling van deze laatste zin blijkt eerst uit het vervolg van hetbetoog Vondel wil er mee zeggen wat nugrave naar de luim van het ogenblikverworpen wordt werd vroeger door de geestverwanten der huidigetegenstanders van het Bijbels toneel ten volle aanvaard En het is ter adstructievan deze bedoeling dat hij uit zijn jeugdherinneringen drie voorbeelden aanhaaltvan toneelspel waaraan door overheid noch predikanten aanstoot werdgenomen de schoolopvoering - lsquobinnen Keulen by eenen schoolmeester vande Geneefsche gezintheitrsquo - van een spel over Mozes geboorte waaraan zijnzuster als Miriam had meegedaan de vertoning van een spel over David enGoliath door leerlingen van de Latijnse school in Utrecht voacuteoacuter het Stadhuisop een toneel lsquodoor last der
1 Stoute verbeeldingen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
190
Heeren Burgemeesteren gebouwtrsquo het rederijkersfeest van 1607 in Haarlemwaarbij lsquomen speelde eenighe weecken voor het stadthuis in het gezicht derkercke zonder belet van de kerckersquo (reg 66-93)
5 Met dezelfde strekking volgt dan een lijst van treurspeldichters die hunonderwerp aan de Bijbel ontleenden - eenzelfde soort lijst dus als ook in hetBerecht van de Lucifer voorkomt1 maar uitgebreider en met een duidelijksurplus aan Protestantse namen2 Als klap op de vuurpijl fungeert daarbij dievan Theodorus Beza rechterhand en later opvolger van Calvijn in Genegraveveschrijver van het Bijbelse drama Abraham sacrifiant (reg 93-139)
6 Tenslotte geeft Vondel nog eens kort en duidelijk aan wat naar zijn meningwezen en doel van het treurspel is Hoewel zijn definitie in deze vorm bij Vossiusniet voorkomt is zij toch een weerklank op diens uitspraken over toneel entragedie in de Institutiones poeumlticae al legt Vondel een sterker nadruk op dedidactische strekking
De tooneelkunst wyst aen wat eerlyck wat schandelyck luit De treurstyldie allerhooghst op geluck en ongeluck der Grooten draeft arbeit om demenschen weeck in den boezem te maecken schildert de hartstoghtennaer het leven af leert naer voorvallende gelegenheit den toom des Staetsvieren of aenhaelen en elck zich zacht aen een anders ongeluckspiegelen
1 Zie boven pag 75-76 sub 4 vgl ook WB V pag 611-612 reg 142-1542 Als theoreticus van het drama wordt ook lsquode groote Cezar Scaligerrsquo genoemd schrijver van
de beroemde Poeumltica (1561) vermoedelijk omdat Vondel hem ten onrechte als Protestantbeschouwde Hij verwart hem namelijk met diens zoon Josephus Justus Scaliger (1540-1609)die inderdaad Protestant werd en van 1593 tot zijn dood verbonden was aan de LeidseUniversiteit waar om Danieumll Heinsius tot zijn leerlingen heeft behoord Vgl reg 101-106
De groote Cezar Scaliger die te Leiden als een orakel van wijsheit te prijck zaten door den mont van zijnen dapperen leerling Heinsius uitgeroepen wort voor eenkerck van alle kunsten en weetenschappen stelde uit Aristoteles en den goddelijckenPlato eene wijze op blyde en droeve spelen en toestel van schouburgen tooneelenen personaedjen
De bepalende bijzin lsquodie te Leiden als een orakel van wijsheit te prijck zatrsquo sluit naar mijnmening de verklaring van deWB-annotator (Molkenboer) uit lsquoVondel bedoelt leerling in wijdenzin in enger zin als student te Leiden was Danieumll Heinsius leerling van Joseph Scaligerrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
191
Zy beelt levendigh de wysheit uit die in deftige voorbeelden uit de historiengetrocken bestaet want in de historien ziet men geduurigh het radt vanavontuure draejen en hoe de menschen hier met elckanderen omspringen (reg 139-164)
7 Het toneel dat zich reeds lsquozulck eene ry van eeuwenrsquo gehandhaafd heeft enzulke illustere beoefenaren heeft gehad behoeft niet bang te zijn voor hetlsquogewelt van eenen hoop dringeren en dommekrachtenrsquo Maar desondanks lsquopasthet den voorstanderen der tooneelen niet altijt stomme honden te zyn maerhunne loflijcke kunst tegens dwersdryvers en tooneelvlegels te verdaedigenop dat het stichtelijck gebruick des Schouburghs in aenzien en eere blyve rsquo(reg 165-177)
Met opzet heb ik de inhoud van dit Berecht uitvoerig weergegeven om duidelijk tedoen uitkomen hoezeer het beheerst wordt door ironie de ironie van een diepgekwetst en verontwaardigd dichter aan wie de omstandigheden de mogelijkheidvan een rechtstreekser antwoord ontzeggen Vooral in 2 en 3 treedt zij aan het lichtWant het is duidelijk dat de rechtvaardiging van een drama over lsquoden dollenSalmoneusrsquo met een beroep op het voorbeeld der Ouden er met de haren isbijgesleept Niet alleen moest daarvoor eerst worden uiteengezet waarom menSalmoneus bij wijze van spreken - en dus slechts in figuurlijke zin - lsquodolrsquo zou kunnennoemen maar bovendien was lsquodolheitrsquo op het toneel geen punt dat verdedigingbehoefde Heel deze passage heeft enkel ten doel in te leiden tot de anekdote overde fluitist in het Amsterdamse dolhuis die Vondel de gelegenheid biedt als het wareterloops op te merken dat de reacties op zijn Lucifer hem aan die kakofonie vankrankzinnigen hebben herinnerd1 De ironie is hier zo
1 In zijn Cultuurbeschouwende inleiding tot Vondels spelen (WB V pag 55-130) merkt CRde Klerk op lsquoIn zijn Salmoneus-berecht gedeeltelijk een proza-gedicht van kostelijken spotverklaart hij [= Vondel] zich door dolhuisindrukken tot den ldquodollen Salmoneusrdquo gekomenrsquo (pag59) Dit is echter niet juist Vondel zegt niets van deze aard over het ontstaan van zijn dramaen in de structuur van het Berecht gaat de dolle Salmoneus aan de dolhuisindrukken vooraf
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
192
vlijmscherp dat slechts de luchtige toon haar er voor bewaart tot sarcasme teworden - Ironie hoewel van milder karakter schuilt er ook in de confrontatie vande Lucifer-tegenstanders - in de eerste plaats de leden van de Amsterdamsekerkeraad - met de afwijkende toneelopvatting van onverdachte geloofsgenoten inhet kennelijk welbehagen waarmee de belangstelling die deze laatsten voor hetdrama hebben getoond in statige volzinnen breed wordt uitgemeten in de conclusievan 5 waar weer het sarcasme om de hoek loert lsquoHet oordeel en beleit van zooveele grootachtbaere Heeren en hooghgeleerde mannen behoorde dan billijck dezeonweetende menschen tovertuigenrsquo - In 7 kan men het spel met de dubbelebetekenis van lsquodommekrachtenrsquo nog ironisch noemen maar daarna drukt derechtstreekse hatelijkheid haar stempel op het slot als toonsleutel voor alles watvoorafging lsquodwersdryvers en tooneelvlegelsrsquoDe overeenkomst-naar-structuur tussen de Berechten van Lucifer en Salmoneus
doet des te scherper het verschil-naar-degeest uitkomen daacuteaacuter uitsluitend diepeernst hier wel een onderbouw van ernst maar grotendeels dienend als uitgangspuntvoor een voorzichtig-hekelende ironieOnwillekeurig doet dit de vraag opkomen of Vondel wellicht ook in de eigenlijke
Salmoneus een soortgelijk ironiserend spel van overeenkomst en verschil met deLucifer heeft gespeeld Het antwoord daarop kan alleen de analyse van het dramazelf ons geven
Hoewel Salmoneus om zijn greep naar de goddelijkheid als demythologische parallelvan Lucifer beschouwd kan worden verschilt hij toch principieel van de aartsengeldoor het feit dat hij slechts een gewoon mens is Dat maakte de omstandighedenwaaronder zijn geschiedenis verondersteld moest worden zich te hebben afgespeeldzoacute volkomen anders dat een uitbeelding die in hoofdzaak parallel liep aan die vande Lucifer eenvoudig niet mogelijk was Voor de algemene situatie en het globaleverloop van de opeenvolgende scegravenes zien wij dan ook Vondel over zijn vorigedrama heen teruggrijpen op de Salomon waar-
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
193
van de structuur - zoals wij gezien hebben1 - uitgangspunt voor de opzet van Luciferwas geweest De aansluiting bij Salomon betekent dus niet dat de constellatie uitLucifer wordt losgelaten maar slechts dat deze wordt teruggebracht tot demenselijkeverhoudingen waaruit zij in de verbeelding van de dichter was voortgekomen Bijde weergave van elke scegravene zal ik voor zover zij daarin aanwezig zijn deparallellieeumln met Salomon vermelden een enkele maal zal er ook op overeenkomstmet Lucifer kunnen worden gewezenAan het slot van de Inhoudt geeft Vondel op de gebruikelijke wijze plaats en
tijdsduur van zijn drama aan2 Beide mededelingen verdienen een ogenblik onzeaandacht - lsquoHet tooneel is op Godtsvelt voor het hof van Elisrsquo dwz het toneelverbeeldt het tempelplein in Elis voacuteoacuter het paleis Voor het eacuteeacuterst vervangt Vondelhier de b e t r e k k e l i j k e eenheid van plaats zoals hij die van Hooft hadovergenomen3 door de a b s o l u t e In het Berecht dat zich door zijn ironiserendkarakter daartoe trouwens weinig leende vraagt hij geen aandacht voor dezestringenter toepassing van de eenheid van plaats dat doet hij eerst twee jaar laterin het Berecht van de Jeptha4 waar deze mededeling inderdaad beter past Maardit neemt niet weg dat de plaatsaanduiding voor de Jeptha lsquoHet tooneel is voor hethof te Masfarsquo5 vrijwel een letterlijke herhaling is van die voor de Salmoneus zodatook bij dit oudere drama niet aan de absolute eenheid van plaats kan wordengetwijfeld In Vondels zwijgen over deze eerste toepassing van zijn nieuw-gewonneninzicht zie ik een aanwijzing dat hij de Salmoneus niet ernstig genoeg nam om erdeze innovatie officieumlel mee te inaugureren om dezelfde reden was dit drama echtervoor een officieuse proefneming juist bij uitstek geschikt - lsquoHet treurspel begint naden ondergang en eindight na den opgang der zonnersquo Dat maakt de Salmoneustot een typisch n a c h t e l i j k stuk In verband
1 Zie boven pag 164-1672 WB V pag 718 reg 45-473 Zie Deel I pag 66-67 en vgl hierboven pag 874 Zie beneden pag 299-3015 WB VIII pag 780 reg 18-19
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
194
met wat de tempelwachter Diodoor in de eerste acte opmerkt
Men heeft om min het volck tontrusten en te stoorenDe nacht en duisternis voor dees triomf gekoorenWant wat zich schaemt by daegh en draeit op veel gevaersWort liever s nachts gezien als schooner by de kaers -(vs 111-114)
ben ik geneigd daaraan enige symbolische betekenis toe te kennen ook alstegenstelling tot wat in Lucifer het geval was Daacuteaacuter speelde alles zich af lsquoin t gezalightlichtrsquo (Luc vs 444) hier in lsquonacht en duisternisrsquo daacuteaacuter in het licht van de waarheidhier in de duisternis van het lsquogedichtselrsquo
Eerste Bedrijf
Ia
a Twee inwoners van Pisa - een stadje in het koninkrijk Elis aan de Westzijde vande Peloponnesos - zijn tegen het vallen van de avond naar de hoofdstad - eveneensElis genaamd - gekomen om getuige te zijn van het grote godenfeest dat daar dienacht zal worden gevierd Vol verbazing merken zij op dat de stad met beschilderdewolken- en sterrendoeken vermomd lsquoEen lucht vol starren schijnt en met tapijt vanwolcken Behangen om en omrsquo (vs 36-37a) Zij wenden zich dan ook om nadereinlichtingen tot twee voorbijkomende tempeldienaren van wie er eacuteeacuten delsquokerckwachterrsquo (= tempelwachter) Diodoor tijd vindt om hun die te geven Dezemetamorfose van de stad is het werk van koning Salmoneus die lsquoverandering vangodtsdienst in den zinrsquo heeft (vs 65) daartoe aangezet door zijn koningin FilotimieumllsquoDie meer op hem vermagh dan Juno by Jupijnrsquo (vs 61)1 En wat de bedoelingenvan de koningin betreft
1 Er schuilt ironie in deze opmerking Enerzijds wordt Salmoneus daardoor nader gebracht totde werkelijke Jupiter op wie Juno inderdaad ook veel lsquovermaghrsquo anderzijds echter wordt hijzodoende getypeerd als een zwakkeling die aan de leiband van zijn vrouw loopt En hij dieniet eens een aardse vrouw baas kan zou over alle goden en mensen willen regeren Vglook beneden pag 215 sub IV-b
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
195
Zy pooght den Koning als een Godt in top te voerenGelijck Godt Jupiter te heffen op t altaerDoor offerhande en tiende en kerckelijck gebaerEn wieroock en triomf en beelden en gezangenAls eenen uit wiens schoot en boezem wy ontfangenDe zegeningen daer dit Rijck van overvloeit (vs 68-73)
DePisaners schrikken van dit goddeloze plan en geven onverholen van hun afkeuringblijk
dAeloude godtsdienst wort te schendigh dus verstootenEn in zijn plaets een nieuw gedichtsel aengebeecircnZich Godt te noemen is een laster daer voorheenZoo menige eeuwen noch onze ouders oit van hoorden(vs 84-87)
Diodoor maant hen echter tot voorzichtigheid wat de koning wil kan men niet zondergevaar zo onomwonden veroordelen Op hun verzoek vertelt hij de Pisaners ooknog over de metalen brug die Salmoneus midden in de stad over de rivier Peneiosheeft gebouwd en lsquowaerop zijn beelt in schijn van Godt Jupiter ten toon staetrsquo1 Daarstaat ook bespannen met vier paarden de goudgewielde wagen al klaar waarmeehij straks in volle vaart over de brug zal rijden om het geluid van de donder na tebootsen - Intussen moet Diodoor daar wel aan toevoegen dat er gevreesd wordtvoor ongeregeldheden vandaar dat het vergoddelijkingsfeest in de nacht isgeprojecteerd Immers
De burgery gedeelt en al een wijl aen t mompelenWort naulijx ingetoomt men vreest voor overrompelendEen droomt van nieuwigheecircn door eige baet gestijftEn dander eert al wat den ouden godtsdienst drijftDe hemel blussch by tijts dit smeulend vier dees vonckenZoo niet wy zien den Staet in asch en puin verzoncken(vs 115-120)
Maar dan neemt Diodoor haastig afscheid hij is op het paleis ontboden doorBazilides de bevelhebber der lijfwacht die hij niet langer durft laten wachten Ookde
1 Inhoudt (WB V pag 717 reg 9)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
196
Pisaners verlaten het toneel op weg om lsquode brugh en trotse wagenpraelrsquo (vs 154)te gaan bezien waarvan Diodoor verteld heeft
Reeds Van Lennep heeft er op gewezen dat hier de expositie op dezelfde wijzegeeumlnsceneerd is als in de Salomon1 Zoals daar een Moor uit het rijk van de koninginvan Scheba door zijn nieuwsgierigheid naar Jeruzalem gevoerd was zo komen hierde beide Pisaners naar Elis Zoals de Moor door deWetgeleerde op de hoogte werdgebracht van het op handen zijnde grote en goddeloze gebeuren de inwijding vande nieuwe afgodentempel zo doet hier Diodoor het de Pisaners van de aanstaandevergoddelijking van Salmoneus De overeenkomst gaat zelfs nog verder In beidegevallen dreigt er oproer omdat een deel der burgerij zich tegen de voorgenomenschending van de godsdienst verzet in beide gevallen wordt de koning voortgedrevendoor zijn koningin En nu heeft Bomhoff wel gelijk wanneer hij opmerkt dat lsquoSidoniaSalomon verleidt ldquovan hare minnestreken bekoortrdquo zoals het in de Inhoudt heet2terwijl Filotimieuml in pakkende taferelen Salmoneus eerzucht prikkeltrsquo3 maarwanneer hij op grond van dit verschil de overeenkomst met Salomon slechtslsquooppervlakkigrsquo acht ziet hij te zeer over het hoofd dat over de hele linie de parallellieslechts de omlijsting betreft het kader van omstandigheden en verhoudingenwaarbinnen het drama wordt geplaatst Dat de Salmoneus naar zijn i n n e r l i j kaspect inderdaad anders is en anders verloopt dan de Salomon doet aan deu i t e r l i j k e overeenkomst van de beide lsquokadersrsquo niets afWat de parallellie met Lucifer betreft valt slechts op te merken dat Salmoneus
evenals de Stedehouder tot zijn daad van staetzucht wordt gedreven door eenfiguur uit zijn naaste omgeving
1 De Werken van Vondel in verband gebracht met zijn leven en voorzien van verklaring enaanteekeningen door Mr J van Lennep Deel VII (Amsterdam 1862) pag 109 In het vervolgduid ik deze uitgave aan als Vondel-van Lennep
2 Legravetterlijk staat er in de Inhoudt lsquovan hare minnetreken betovert en vervoertrsquo (WB V pag 376reg 6)
3 JG Bomhoff Bijdrage waard Vondels drama pag 135
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
197
formeel zijn mindere maar veel sterker van karakter dan hij In zoverre is Filotimieumlfunctioneel gezien aan Belzebub verwant
Ib
b De Rey van Priesteren besluit deze proloog - die het gehele eerste bedrijf omvat- met een tot Jupiter gerichte klaagzang over de hoogmoed van de mens
dOndanckbre staet naer hooger waerdeDe mensch was gaerne een Godt op daerde(vs 171-172)
Terwijl dier en plant tevreden zijn met het hun toebedeelde lot reikt de mens naarmeacuteeacuter dan het zijne Daarvan levert Elis thans het bewijs lsquoDe Hooghmoedt scheptvoor ons gezicht Een hemel uit een stadt rsquo (vs 189-190a) Machteloos moetende priesters getuige zijn van wat er gebeurt
De tempel moet voor speeltooneelenDen vinger leggen op den montOm zulck een godeloozen vont
Van mommerye op haer stellaedjeEen worrem speelt Godts personaedje (vs 200-204)
CR de Klerk heeft - in tegenstelling tot Van Lennep volgens wie dit priesterliedlsquoniet getuigt van de gelukkige inspiratie die anders Vondel by dergelijke lierzangenbezieldersquo1 - deze rei lsquoeen van Vondels gelukkigste grepenrsquo genoemd Hij motiveertdit door er op te wijzen dat de dichter er zich niet toe laat verleiden lsquorhetorica teschrijven van valsche verhevenheden ter eere van den Zeus-Jupiter der mythologiersquoaan wie hij zelf niet gelooft lsquohij laat den rei Jupijn aanspreken als een Symbool vanhet bovenaardsch wereldbeheer als de opperste Rede en stelt er tegenover deredeloosheid en den hoogmoed van den mensch in zijn Godswaan die devoorrechten van zijn natuur hem door den Hoogste geschonken tegen dezenaanwendt en misbruikt Zoacuteoacute grijpt en houdt de dichter Salmoneuszelfvergodingsgeval in de sfeer van het algemeen- en eeuwig-
1 Vondel-van Lennep VII pag 109
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
198
menschelijke waarvan het besef in de voacuteoacuter-Christelijke cultuur vooral bij de Griekenaanwezig wasrsquo1 - Deze karakteristiek is volkomen juist en geldt voor agravelle reizangenvan de Salmoneus Alleen dient daaraan te worden toegevoegd dat wij hier nietmet een zelfstandige vondst van Vondel te doen hebben maar met een toepassingvan de regel voor de rei zoals deze was geformuleerd door Vossius Sprekend overde koorleden merkt deze namelijk op lsquo per quos suum poeumlta judicium promebatrsquo2Dit houdt in dat de tragedie-dichter niet moet trachten zich met de rei te identificerenmaar (omgekeerd) daarvan zoveel mogelijk zijn spreekbuis moet maken uiteraardmet behoud van de nodige couleur locale Vanuit dit voorschrift valt het verschiltussen de reien van Lucifer en Salmoneus dadelijk te verklaren In de eerste vielende overtuiging van de Rey en van de dichter zo volkomen samen dat lyrischebewogenheid en aanbidding er een plaats konden vinden in de laatste daarentegenmoest elke verheerlijking van Jupiter achterwege blijven en kon slechts aan eenuniversele waarheid uiting worden gegeven Vondel doet dit - daarin heeft De Klerkinderdaad gelijk - met veel vaardigheid en in fraaie verzen maar dit neemt niet wegdat bij deze opzet de reizang te veel bezinnend betoog wordt om werkelijk - naarde uitdrukking van Van Lennep - een lsquolierzangrsquo te kunnen zijn Ook in de reienopenbaart zich zodoende het onderscheid tussen de dramatisering van een Bijbelsewaarheid of een mythologisch verdichtsel
Tweede Bedrijf
IIa
a Diodoor heeft van Bazilides opdracht gekregen een beeld van Salmoneus-Jupiternaar de tempel te brengen en de aertspriester Theofrastus namens de koning tegelasten dit beeld lsquoTe planten op t altaer in t allerhooghste koorrsquo (vs 231) Ontstelden verontwaardigd over deze eis staat Theofrastus op het punt zijn priesters tebevelen de hand
1 CR de Klerk Cultuurbesch inl tot Vs spelen pag 1192 GJ Vossius Institutiones poeumlticae (1647) Lib II cap XVI 3
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
199
aan dat godslasterlijke beeld te slaan als Diodoor hem nog juist bijtijds in de redevalt
Eerwaertste vader hou gemack gy Priesters houdtUw handen van dit beelt mijn zorge toebetrouwtDe Koning gaf geen last my tegens u te kantenMet openbaer gewelt dus keert gy hoftrouwantenTen hove en zeght hoe ick den wil en last van t hofDe Kerck hebbe aengedient (vs 239-244a)
Daarmee is een handgemeen tussen priesters en hoftrouwanten voorkomen Maardat belet Theofrastus niet met het uiten van zijn verontwaardiging voort te gaanEvenals in het eerste bedrijf Diodoor tegenover de Pisaners noemt ook hij dekoningin de eigenlijke aanstookster
De Juno van dit hof wil t Priesterdom gebiecircnZy heerscht door haeren heer en durf ons wetten stellen(vs 252-253)
Maar noacuteoacuteit zal hij zich neerleggen bij de voorgenomen ontheiliging van Jupiter enbij het terzijde-schuiven van het priestergezag
liever hier gestorven op de wachtDes tempels dan den toom van t kerckgezagh te missenWie zou dees lastervleck uit onze altaerkleecircn wissen(vs 300b-302)
Tevergeefs wijzen zijn priesters er hem op dat de koning over de middelen beschiktom zijn wil met geweld door te zetten en manen zij hem daarom tot een voorzichtigeren meer opportunistisch beleid Theofrastus blijft weigeren het beeld vanSalmoneus-Jupiter in de tempel toe te laten als hij met zijn ondergeschikten naarbinnen gaat blijft dit op het tempelplein staan Schouderophalend verwijdert zichdan ook Diodoor door het beeld te brengen heeft hij zijn plicht gedaan voor de restrust de verantwoordelijkheid niet op hem
De verontwaardiging van Theofrastus - waardoor tevens aan de toeschouwersduidelijk gemaakt wordt hoe goddeloos
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
200
het plan van Salmoneus is - loopt parallel aan die van de Wetgeleerde in de eerstescegravenes van Salomon voacuteoacuter diens twistgesprek met de Astarte-priester Ithobal1 Dehouding van de lagere Jupiter-priesters doet enigszins denken aan die van hetSanhedrin tegenover Benajas en Sabud in het derde bedrijf van datzelfde drama2ook zij durven in hun oppositie tegen de koning niet verder gaan dan devoorzichtigheid toelaat
IIb
b Op het nu verlaten tempelplein verschijnt Bazilides bevelhebber van de koninklijkelijfwacht Van dit alleenzijn maakt hij gebruik om in een monoloog uiting te gevenaan zijn geheime overleggingen en bedoelingen Hij is er op uit zo voordelig mogelijkin het troebele water van de gespannen situatie te vissen De koning heeft geenzoon of andere mannelijke erfgenamen als hij ten val kwam zou Bazilides dus eenreeumlle kans op de troon kunnen hebben Met het oog daarop wil hij zich in het conflicttussen tempel en hof niet aan eacuteeacuten partij binden maar lsquokunstigh weifelenrsquo (vs 346)wat betekent dat hij tegenover beide partijen zal veinzen aan hun kant te staan omze des te beter tegen elkaar te kunnen ophitsen lsquoZoo stuurt men best t gezagh desKonings naer t bederf Te bersten op de rots van tweedraghtrsquo (vs 347-348a) - Aldadelijk doet zich de gelegenheid voor met de uitvoering van dit plan een begin temaken Ginds staat de hofpriester Hierofant de vertrouwde raadsman van dekoningin en de geestelijke vader van het idee der Salmoneus-vergoddelijking volverontwaardiging bij het godenbeeld van de koning lsquodat noch ten schimp voor onzehooftkerck staetrsquo (vs 368b) Daar moet Bazilides bij zijn
IIc
c Hierofant is er ontsteld van dat de priesters ondanks het uitdrukkelijke bevel vande koning het nieuwe godenbeeld hebben durven weigeren
1 Zie boven pag 18-19 (sub I-a)2 Zie boven pag 23-25 (sub III-a en III-b)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
201
Zoo leght ons eerste ontwerp van godtsdienst plat in dassenMagh dit bestaen wie zal op s Vorsten kerckwet passenWy moeten hier met maght en yver in verzien(vs 373-375)
Bazilides valt hem dadelijk bij In het conflict tussen tempel en hof zet hij uiteenstaat hij als het ware tussen twee vuren lsquoDe Koning dringtme hier en daer deKerckgewijdenrsquo (vs 394) Maar hij heeft gekozen de koning kan onvoorwaardelijkop hem rekenen ook als geweld nodig zou blijken
Ick ken geen Godtheit dan den Koning en MevrouLaet weifelen wie wil ick blijf de kroon getrouEn hanthaef t hoogh bevel (vs 407-409a)
Verder vleit hij Hierofant door hem aan te spreken als een lsquogeheilighdersquo (vs 421)wiens godvruchtigheid en wijsheid verre uitgaan boven zijn jaren lsquoDe Koning zonderu laegh onder en in lyrsquo (vs 424) Zonder moeite slaagt hij er in de jonge hofpriesterom de tuin te leiden En als Theofrastus even later weer uit de tempel naar buitentreedt lokt hij tenslotte - overeenkomstig zijn in de vorige scegravene uitgesproken opzet- een twistgesprek tussen de beide tegenstanders uit
Zie Theofrastus schijnt met yverigen tredtTe naecken spreeck hem aen de tijt is nu geborenWy willen uw gespreek van wederzijde hooren(vs 440-442)
De parallellie met de Salomon ligt hier vooral in vs 394 waar Bazilides zegt lsquoDeKoning dringtme hier en daer de Kerckgewijdenrsquo Dat herinnert dadelijk aan Salomosuitroep tegenover de aertspriester Sadock1 lsquoHier buiten dreightme Godt Sidoniadaer binnenrsquo (vs 1349) Maar de uiterlijke overeenkomst in formulering en situatieaccentueert des te meer het principieumlle innerlijke verschil Bij Salomo waren dezewoorden de noodkreet van een vertwijfeld mens bij Bazilides
1 Zie boven pag 28 (sub IV-b)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
202
komen zij voort uit berekening en bedrog Door de voorafgaandemonoloog is omtrentde werkelijke bedoeling geen enkel misverstand mogelijk wat in de Salomon ernstwas moet hier bij alle uiterlijke overeenkomst vooral niet au seacuterieux wordengenomen
IId
d Bazilides krijgt zijn zin Nauwelijks staan Theofrastus en Hierofant tegenoverelkaar of er ontbrandt tussen hen een felle woordentwist over het geloof in JupiterVoor Hierofant is deze slechts een verzinsel lsquoeen droomrsquo zoals hij zegt (vs 506)Naar zijn schatting worden er wel driehonderd verschillende lsquoJupijns de weereltdoor gedient gevreest geduchtrsquo (vs 479) Smalend somt hij de erotische avonturenop die aan Jupiter worden toegeschreven als de oppergod zoacute is waarom zouSalmoneus dan niet in zijn plaats treden1 Salmoneus heeft als koning in ieder gevalwegraverkelijke macht En werkelijke machthebbers zijn de enige goden waaraanHierofant gelooft
Gy meent de Koningen verstaetge zulcke GodenIck stel my onder hen en eere hun geboden(vs 449-450)
Theofrastus daarentegen gelooft wegravel aan Jupiter - niet in de mythologische zinwaarmee Hierofant de spot drijft maar als naam voor een niet nader kenbaar wezenalder dingen2
Hy is de lucht en t vier hy leeft in alle dingenZijn wezen kan alleen door alle wezens dringenZijn Godtheit is de geest die t al vervult in al
1 Vs 497-498
Zit deze Godtheit noch vooraen in s hemels ordenWat deert Salmoneus dat hy geen Jupijn zou worden
2 Ik ontleen deze uitdrukking aan Den Gulden Winckel XVII 1-4 Wat Vondel daar van lsquodeHeydenenrsquo in het algemeen zegt geeft duidelijk het standpunt weer dat hij hier aan Theofrastustoeschrijft
De Heydenen hoe blind zy voor ons henen gingenNoch altijds droomden van een wezen alder dingenTwelc als een eygenschap taenbidden quam alleenDat heylich was van aerd en yeder algemeen(WB I pag 309)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
203
Wat uit den mengelklomp1 niet by een wilt geval2Maer naer heur vast besluit zijn leest en vorm ontleende(vs 461-465)
Daarom gaat hij stilzwijgend voorbij aan Hierofants spot met de liefdesavonturenvan Jupiter maar voert hij verontwaardigd tegen diens opmerking over dedriehonderd Jupijns aan dat het dezegravelfde Jupiter is die op verschillende plaatsenwordt vereerd En heftig vaart hij uit tegen degenen die als de hofpriester lsquoHetwettige gebruick bevestight door de tijdenrsquo (vs 509) op zij willen schuiven voor eeneigen verzinsel Daarmee valt immers voor het volk elk houvast weg dat lsquobaent denwegh tot alle godeloosheit En ongebondenheecircnrsquo (vs 521b-522a) - De twist looptzo hoog dat Bazilides schijnheilig tot kalmte meent te moetenmanen Maar Hierofantis door het dolle heen Woedend breekt hij het gesprek af om de koning tot krachtigemaatregelen tegen de ongehoorzaamheid van Theofrastus te gaan bewegen
Dies yver dat gy zweet en keer Salmoneus beeltIck ga ten hove en wil den Koning zoo belezenSalmoneus zaler staen of Godt noch Koning wezen(vs 548-550)
Dit twistgesprek waarin de principes van geloof en ongeloof tegenover elkaar wordengesteld loopt parallel aan dat tussen de Wetgeleerde en de Astarte-priester Ithobalin Salomon I-b3 Ook de figuren komen sterk overeen Ithobal herleeft in Hierofantdie evenals hij door middel van de koningin de koning tot de vestiging van eennieuwe godsdienst zoekt te bewegen In Theofrastus herkennen wij de felleWetgeleerde al doet hij in sommige opzichten ook denken aan Sadock met wie hijhet ambt van aertspriester gemeen heeft - De overeenkomst met Lucifer is veelminder overtuigend Toch valt er
1 Chaos2 Toeval3 Zie boven pag 19-20
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
204
enige verwantschap te ontdekken met de scegravene II-b waarin Lucifer tracht Gabrieumlltot een discussie over de Menswording te brengen en deze daartegenover de eisstelt van onvoorwaardelijke en vertrouwende gehoorzaamheid1 in andere vorm isook dat immers een botsing tussen geloof en ongeloof
IIe
e Na het vertrek van Hierofant maakt Bazilides dadelijk van de gelegenheid gebruikom nu ook het vertrouwen van de aertspriester te winnen Hij veinst hevig geschoktte zijn door Hierofants beschimping van Jupiter Liefst zou hij die godslasteraar lsquotbeckeneel in stuckenrsquo houwen (vs 554) maar helaas is hij in dienst van de koningen de koning staat achter Hierofant Weer klaagt hij over zijn moeilijke positie tussentempel en hof Als Theofrastus dat wenst is hij echter bereid zijn ambt neer teleggen lsquoOm geenen valschen dienst van Godtheecircn te beschuttenrsquo (vs 565) Zijnsucces is ditmaal nog groter dan daarstraks bij Hierofant Theofrastus gelooft nietalleen onvoorwaardelijk in zijn oprechtheid maar draagt hem ook op voorlopig nogin functie te blijven het is immers voor de priesters van grote betekenis in devijandige hofkring iemand te hebben op wie zij rekenen kunnen Met het oog daaropkrijgt Bazilides zelfs de aertspriesterlijke toestemming om te huichelen dat hij aande kant van Salmoneus staat Dit alles voltrekt zich in een vrij lange dialoog vanbijna honderd versregels Voor een deel is deze omvang een gevolg van het feitdat Bazilides veinst teer van geweten te zijn zodat Theofrastus hem op allerleipunten gerust moet stellen voordat hij de hem toebedachte rol aanvaardt Voor eenander deel echter wordt de lengte veroorzaakt door de opeenvolging van lsquosententiesrsquo- kort-geformuleerde algemeen-geldige uitspraken - waarin de dialoog een paarmaal overgaat het sprekendste voorbeeld leveren vs 595-602
1 Zie boven pag 101-103
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
205
Ba De Koningin verruckt1 den Koning is t geen schaThe Der vrouwen hooghmoedt sleipt een staert van rampen naBa Der vrouwen hovaerdy heeft menigh heer bedorven2The Die buiten t vaderlant in ballingschappen storvenBa Geen zorgelijcker punt dan dat op godtsdienst slaetThe De kercktwist baert doorgaens de scheuring in den staetBa En staetbederf niet licht te beetren noch te boeten3The De rechte godtsdienst stelt een staet op vaste voeten
In het algemeen ligt de betekenis van dergelijke sententies behalve in de les voorde toeschouwers in de scherpe formulering van de principes waardoor de dramatispersonae zich laten leiden Hier echter krijgen zij een ironische bijsmaak doordatBazilides ze slechts huichelend hanteert en Theofrastus hem niet doorziet Nog veelsterker wordt deze ironie aan het slot van de scegravene als aertspriester en bevelhebberder lijfwacht tot overeenstemming gekomen zijn Met nadruk verzekert Theofrastusnogmaals dat hij de eer van Jupiter zal hoog houden lsquoIck wijck niet eenen voetvoor doot noch dreigementrsquo (vs 635) Bazilides wil daarbij niet achterblijven enverklaart lsquomijn staet en eer en leven Te waegen is niet veel indien het u behoersquo(vs 638b-639) De aertspriester wordt door deze trouw zo geroerd dat hij Bazilides- hoe moet diens hart opgesprongen zijn toen hij dat hoorde - waardig noemt eenkoningskroon te dragen Terwijl de bevelhebber der lijfwacht zich verwijdert ziet hijhem met bewondering en genegenheid na lsquoOp zulck een kerckhelt magh Godtsvolck zich vast verlatenrsquo (vs 646) Een kerkheld de verraderlijke intrigant Bazilides
IIf
f De Rey van Priesteren die zich bij Theofrastus komt voegen legt in eenmediterende reizang nadruk op de
1 Sleept mee2 In het verderf gestort ten val gebracht3 Herstellen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
206
noodzaak van een harmonische samenwerking tussen kerk en staat op het puntvan de godsdienst Gelukkig is de vorst lsquoDie wel begrijpt hoe teecircr dAeloudegodtsdienst en Godts wetten Uit hun natuure zijnrsquo (vs 648-650) Wat de priestersbetreft aan hen is de zorg daarvoor in het bijzonder opgedragen daarom kan ervoor hen geen sprake zijn van ontrouw aan Jupiter lsquoWie boven hem een Godtheitstellrsquo Wy houden Jupiters bevelrsquo (vs 677-678) Als priesterschap en koninglsquoVerwarren hun gezaghrsquo (vs 680) dan kan daaruit alleen maar kwaad voortkomenmaar
dEenstemmigheit van beyGaet lieflijck als een rey
Van zang en dans op maet van reden (vs 686-688)
Met heimwee naar een dergelijke situatie besluiten zij hun zang lsquoGeluckigh zijn dietijenrsquo (vs 692)
Derde Bedrijf
IIIa
a Verschrikt en angstig komen de twee Pisaners naar het paleis vluchten Op hettempelplein ontmoeten zij Bazilides die naar de reden van hun ontsteltenis vraagtMaar op dat ogenblik treedt ook Salmoneus naar buiten zodat zij zich kunnenwenden tot de koning zelf Zij smeken hem om bescherming tegen lsquot opgehitstegraeursquo (vs 703) dat hen achtervolgt en brengen omstandig verslag uit van hungevaarlijk avontuur Toen zij - overeenkomstig hun plan aan het einde van het eerstebedrijf1 - bij het licht van de maan de metalen godsbrug over de Peneios en hetdaarop geplaatste Jupiter-beeld van Salmoneus stonden te bewonderen kwam eenopstandige groep lsquotoomeloos gespuis Van allerhanden slaghrsquo (vs 741b-742a) uitafkeer van s konings plannen proberen zijn beeld te vernielen door dat met stenente bekogelen De bliksem in de hand
1 Zie boven pag 196
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
207
van het beeld brak af en viel op de grond De Pisaners raapten die op maar werdentoen door de aanhangers van de koning er van beschuldigd zegravelf die heiligschenniste hebben gepleegd Ternauwernood zijn zij ontsnapt lsquoHeer Koning bergh ons lijfrsquo(vs 770a) - Salmoneus is diep geschokt door dit verhaal en vooral door het feitdat het teken van zijn goddelijkheid de bliksem geschonden en ontheiligd door dePisaners is meegebracht Woedend zendt hij Bazilides uit om lsquomet een drommelhofsoldaetenrsquo (vs 771) aan de relletjes een einde te maken de Pisaners moetenmee om daarvan getuige te zijn Maar tegelijkertijd vraagt hij zich af of het in degegeven omstandigheden wel raadzaam zou zijn het vergoddelijkingsfeest die nachtnog door te zetten
Men dient nochtans wel rijp dit opzet toverweegenIn zwaere zaecken staet den wijsten raet te pleegen1(vs 779-780)
IIIb
b Het rumoer op het tempelplein heeft de koningin naar buiten doen komen omnaar de oorzaak daarvan te vragen2 Salmoneus stelt haar met enkele woorden opde hoogte waarbij hij vooral nadruk legt op het ongelukkige voorteken van deafgebroken bliksem
Daer zietge Godts geweer3 hoe is t met ons geschapenEn t Rijck wat brommen wy met dezen hemel hierMijn donder heeft geen kracht mijn blixem vlam noch vier (vs 796-798)
Filotimie daarentegen heeft nauwelijks aandacht voor dit detail Belangrijk acht zijslechts dat er een uiting van verzet is geweest Daar steekt natuurlijk Theofrastusachter die op deze manier de koning tracht te intimideren Niets zou fnuikender zijnvoor het koninklijk gezag dan nu toegeven Er moet integendeel met nogmeer kracht
1 Deze versregel is tevens een sententie2 Ook in de nu volgende dialoog komen vrij wat sententies voor3 Wapen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
208
en beslistheid worden opgetreden dan tevoren lsquoIndienge deist uit schrick zoo wintuw vyant veltrsquo (vs 841) - Ook Salmoneus twijfelt niet aan de hand van Theofrastusin de gebeurtenissen bij de godsbrug de aertspriester is inderdaad zijn gevaarlijkstetegenstander
Liet Theofrastus na zich met dit stuck te moeienHet gansche Priesterdom ging willigh aen de hant(vs 828-829)
Maar de afgebroken bliksem heeft hem zijn menselijkheid en beperktheid bewustgemaakt Daarom aarzelt hij en wil hij liever onderhandelen dan forceren Want datlaatste zou kunnenmislukken en dan - Fel gaat Filotimie daartegen in Een koningmoet koning durven zijn lsquoal wat de Koning wil is Rechtrsquo (vs 854b) Hartstochtelijkzet zij uiteen waarom het uiteindelijk gaat zij is er op uit Salmoneus te verheffentot lsquoeen Staet van glorirsquo (vs 860) als nog nooit een koning heeft bereikt Omtrenthet leven na de dood weet niemand iets met zekerheid en daarom lsquoWat glans vaneere sta te winnen na dit leven Dat is van geen belangrsquo (vs 863-864a) Het gaatom nugrave en om hiegraver lsquoDe Grooten scheppen hier hunn hemel hunnen Godtrsquo (vs 870)En als Salmoneus niet wil geloven dat zij gelijk heeft moet hij Hierofant maarraadplegen die ondanks zijn jeugd met een goddelijk verstand begaafd blijktlsquoSpreeck t hoforakel aen daer komt hy juist van pasrsquo (vs 881)
Deze scegravene herinnert sterk aan Salomon II-b1 waar Sidonia haar eerste pogingdoet Salomo te bewegen tot deelneming aan het wierook-offer voor Astarte Ookdaar is er de onwil van de koning om de zaken te forceren zijn voorkeur voor uitstelen geleidelijkheid ook daar zijn desondanks vrij matte verweer dat ons voorbereidtop zijn uiteindelijke capitulatie Alleen laat Filotimie zich hier veel meer gaan danSidonia in de
1 Zie boven pag 21-23
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
209
hartstochtelijke belijdenis van haar machiavellistisch hedonisme is zij eerder verwantaan Jempsar wanneer deze in Joseph in Egypten IV-b aan Jozef voorhoudt lsquoMijnwellust zy mijn wetrsquo1
IIIc
c Hierofant op zoek naar lsquoGodt Jupijn en Junorsquo (vs 882) die hij in het paleis niethad aangetroffen komt voor de koningin inderdaad lsquojuist van pasrsquo Want natuurlijkstaat hij geheel aan haar kant Ook hij betoogt dat uitstel van hetvergoddelijkingsfeest in de gegeven omstandigheden fataal zou zijn Er is geenandere keus meer dan tussen volledig opgeven en volledig doorzetten lsquolaet dezaeck berusten of besluitenrsquo2 (vs 971b) Maar het eerste is gevaarlijk haast Filotimiezich daaraan toe te voegen omdat daardoor het gezag van de koning ernstig zouworden ondermijnd - Ondanks deze nieuwe aandrang blijft Salmoneus echtervasthouden aan zijn politiek van uitstel die hij in een fraaie sententie tracht terechtvaardigen lsquoWie tijt wint is noch van zijn ooghmerck niet verdwaeltrsquo (vs 957)Toch hebben de argumenten van Filotimie en Hierofant blijkbaar genoeg indruk ophem gemaakt om hem dankbaar te doen grijpen naar de kans aan een beslissingte ontkomen welke hem door de terugkeer van Bazilides geboden wordt
Heer Bazilides komt laet hooren wat die wachterVan t oproer brengt en of wy voorwaert gaen of achter(vs 975-976)
IIId
d Bazilides rapporteert dat bij de brug over de Peneios de rust is hersteld Getrouwaan zijn verraderlijke opzet probeert hij echter tevens de koning te bewegen totdoorzetten in de hoop dat dit tot nieuwe en ernstiger ongeregeldheden zal leidenHoewel uit andere overwegingen geeft hij dus hetzelfde advies als de koningin ende hofpriester Hij wijst er op dat de stad gonst van de wildste geruchten lsquoDegansche stadt gewaeght en dreunt van
1 Zie Deel I pag 3692 Dwz lsquoGeef de zaak op of laat ze haar beslag vindenrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
210
nieuwe maerenrsquo1 (vs 984) het minste teken van aarzeling of zwakheid zou aan hetoproer zijn kans geven Als Salmoneus zich niet sterk betoont lsquoick zweer u byJupijn Gy zult noch Jupiter noch tElis Koning zijnrsquo2 (vs 1001b-1002) - Dezeonverbloemde waarschuwing van zijn veldheer laat niet na indruk op de koning temaken Dat blijkt uit zijn vraag lsquoIs dofferstaetsie in t geheel noch ongeschondenrsquo(vs 1015) een vraag die geen zin zou hebben wanneer hij niet overwoog devergoddelijkingsplechtigheid doorgang te doen vinden Bazilides stelt hem op ditpunt gerust en Hierofant voegt er aan toe dat het wachten slechts is op het bevelvan de koning lsquo alleen ontbreeckt er t woortrsquo3 (vs 1022b) Het ligt voor de handdat Filotimie en de beide mannen nu niet anders verwachten dan dat Salmoneusinderdaad zal overgaan tot een daad Maar weer worden zij teleurgesteld weervindt de koning een uitwijkmogelijkheid Alvorens een onherroepelijke beslissing tenemen wil hij nog een laatste poging doen om de halsstarrige Theofrastus tottoegeven te bewegen
Heer Bazilides ga spreeck Theofrastus aenTerwijl we op t hof voor t lest noch eens te rade gaenHy zal op uw verzoeck misschien van zellef strijcken(vs 1025-1027)
Een rechtstreekse parallel van deze en de voorafgaande scegravene valt noch in deSalomon noch in de Lucifer aan te wijzen Maar verwantschap in sfeer is ervoortdurend dat bleek reeds uit de tekst-overeenkomsten waarop ik in een tweetalnoten de aandacht heb gevestigd Wij staan hier zelfs dichter bij Lucifer dan
1 Vgl Salomon vs 1280-1281 waar Sadock tot Salomo zegt
De mare loopt alree daer binnen langs de stratenDat Salomon den Godt der Vadren heeft verlaten -
en Lucifer vs 1183 waar Lucifer zich tot de muitende Engelen richt
De gansche hemel waeght en dreunt van uw geschillen
2 Men lette op de ironie in de combinatie van de eedsformule lsquoby [de echte] Jupijnrsquo met dewaarschuwing aan Salmoneus dan zult gij geen Jupiter zijn
3 Vgl Lucifer vs 1403b waar de officieren van de muitende Engelen Lucifer verzekeren lsquoieder wacht op Lucifers bevelrsquo (zie boven pag 141)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
211
bij Salomon Men vergelijke slechts de bovenstaande scegravenes met Lucifer II-c enII-d1 Als Lucifer na zijn opstands-eed Apollion bij zich ontbiedt verwachten zoweldeze als Belzebub dat de Stedehouder nu eindelijk tot een daad zal overgaan enopdracht geven tot de voorbereiding van de opstand Maar zij komen bedrogen uitZoacutever is Lucifer nog niet hij heeft Apollion enkel ontboden om diens advies tevernemen - Bovendien is de rusteloze volharding waarmee de tritsFilotimie-Hierofant-Bazilides de weerstand van Salmoneus zoekt te overwinnenvan dezelfde aard als die welke Belzebub Apollion en - zij het veel minder direct -Belial tegenover Lucifer aan de dag leggen
IIIe
e Terwijl de koning met zijn gevolg het paleis binnengaat steekt Bazilides het pleinover naar de tempel Bij de ingang daarvan ontmoet hij Theofrastus wiens onrustom de activiteit lsquoten hoofrsquo (vs 1029) hem naar buiten gedreven heeft Bazilidesbrengt hem wel Salmoneus verzoek tot toegeven over maar in plaats van (volgenszijn opdracht) s konings zaak nader te bepleiten laat hij daar onmiddellijk op volgen
Vergeefme ocirc vader dat ick uw godtvruchtige oorenOntheilige nu zy dees lasterbootschap hoorenUit Bazilides mont o kerckschandael o smartIck uite s Konings wil de vader kent mijn hart(vs 1063-1066)
En ook ditmaal bereikt hij zijn dubbel doel Het antwoord van de aertspriester isnegatiever en scherper dan ooit lsquoAl stont Jupijn dit toe noch durven wy het weigerenrsquo(vs 1076) En diens vertrouwen in Bazilides is opnieuw versterkt lsquoWy zijn gerustgy draeght de kerck met al uw hartrsquo (vs 1078)
IIIf
f De Rey van Priesteren geeft uiting aan zijn verontrusting over de toenemendetweedracht die tot burgeroorlog dreigt te leiden De staetzucht viert hoogtij en doet
1 Zie boven pag 106-111 met name vanaf de laatste alinea van pag 109
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
212
God vergeten om wille van lsquode gunst van t hofrsquo (vs 1100) Maar ondanks degevaarlijke situatie blijven zij lsquogeduldigh en stantvastighrsquo (vs 1124) vol vertrouwenin de uiteindelijke overwinning van Jupiter die immers de sterkste is
De trotse mensch moet buigenLaet duitkomst dit getuigen (vs 1133-1134)
De parallellie met de corresponderende reizang na het derde bedrijf van Luciferblijkt vooral uit de volgende passages
Luc vs 1292-1296Salm vs 1079-1084Waer zynwe toe gekomenWaer zullen wy belandenDat s hemels burgertwistZoo scheuring van de kerck gedijtDe regementen splistTot tweedraght in den staetEn t zwaert is opgenomenZoo tweedraght haere handenTe zinneloos en blintIn t bloet der burgren verft uit spijt
En onverzoenbren haetLuc vs 1323-1329Salm vs 1093-1098Staetzucht zal alle Orden stoorenNoch heiligh noch onheilighHemel aerde zee en strantWert van de Staetzucht oit ontzienZullen staen in lichten brantEn nimmer min dan nuStaetzucht door het triomfeerenOns Godtheit staet niet veilighAls gewettight zal verwoetMen durfze trots den rugge biecircnGodt en alle maght braveerenVan wieroock wars en schuwStaetzucht kent noch Godt noch bloet
Vierde Bedrijf
IVa
a Het is enige tijd later het hooghartige antwoord van Theofrastus op het verzoekvan de koning is aan het hof reeds bekend In een tecircte-agrave-tecircte met de koningin - datwij ons op grond van Vondels toneelaanwijzing aan het slot van de Inhoudt1 in deverhullende schaduw van een der gebouwen op het tempelplein hebben te denken- wendt daarom Hierofant al zijn invloed aan om haar er
1 Zie boven pag 193
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
213
toe te bewegen Salmoneus tot doorzetten van de vergoddelijkingsplechtigheid overte halen lsquoU past het hem die niet wil luisteren te dwingenrsquo (vs 1145) Filotimie doethet eerst voorkomen alsof zij daar weinig voor voelt lsquoZoo most ick verder dan mijnstaet en paelen springenrsquo (vs 1146) Maar dan werpt zij het masker af zij heeftslechts aarzeling g e v e i n s d om de standvastigheid van haar hofpriester op deproef te stellen Want natuurlijk zal zij ondanks Theofrastus weigering de koningnaar haar hand zetten In een paar prachtige versregels geeft zij uiting zowel aanhaar uitdagende levenshouding als aan de zekerheid van haar overwinning opSalmoneus
Dees werelt valt te klein men sta naer hooger perckenNu middelen beraemt om t opzet uit te werckenSalmoneus moeter aen oock tegens wil en zinHy aengebeecircn als Godt en ick als een Godin(vs 1181-1184)
De aansporing van Hierofant tot de koningin loopt volkomen parallel aan die vanIthobal tot Sidonia in Salomon II-a1 Er is alleen dit essentieumlle verschil dat de laatstedie aansporing werkelijk nodig had terwijl daarvan bij Filotimie geen sprake is Tengevolge hiervan maakt de hele scegravene de indruk eigenlijk overbodig te zijn want ookvan een noodzaak om Hierofants beginselvastheid op de proef te stellen is nergensiets gebleken Het heeft er alle schijn van dat Vondel hier in de eerste plaats uitwas op lsquovullingrsquo en daarvoor gebruik gemaakt heeft van een motief uit de Salomondat zonder al te veel bezwaar aan de nieuwe situatie kon worden aangepast doorFilotimie haar aarzeling slechts te doen veinzen
IVb
b Daar nadert Salmoneus op zoek naar zijn koningin om haar de beslissing meete delen waartoe hij gekomen is bescheiden trekt Hierofant zich terug - Devoorzichtigheid blijkt het bij de koning tenslotte gewonnen te hebben
1 Zie boven pag 20-21
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
214
nu Theofrastus niet tot een vergelijk bereid is acht hij doorzetten te gevaarlijk
Wy moeten voor een poos wat dulden en geheugen1En stellen t nachtfeest uit tot op een zachter luim(vs 1190-1191)
Filotimie is na de vorige scegravene juist in de goede stemming om de handschoen opte nemen Met snijdend sarcasme somt zij de kostbare en uitgebreidevoorbereidingen op die voor het vergoddelijkingsfeest zijn getroffen Dat alles zaldus uitlopen op niets
t Geberghte zweet van last in arbeit om te baerenEn na dien arbeit komt een veltmuis voor den dagh(vs 1218-1219)
Wat een smaad voor de koning Erger nog het begin van het einde - Tevergeefstracht Salmoneus haar woedende minachting met zijn argumenten te ontzenuwentevergeefs beroept hij zich op een onheilspellende droom En dan geeft hij zichtenslotte gewonnen - niet omdat hij overtuigd is maar omdat hij niet tegen de fellewil en de roekeloze trots van Filotimie op kan lsquoWat eischt Mevrou van myrsquo (vs1260b) Dat blijkt dezelfde eis als steeds de vergoddelijking doorzetten na eerstde weerstand van Theofrastus te hebben gebroken Maar ditmaal verzet hij zichniet meer lsquoIck ben het stuck getroostrsquo (vs 1273a) - Nu zij haar doel bereikt heeftlaat Filotimie dadelijk haar agressiviteit varen Rustig en zakelijk zet zij uiteen water dan gebeuren moet eerst lsquos Rijcks geheimraetrsquo (vs 1275) tot medewerkingoverhalen2 vervolgens een inleidende godendans op het tempelplein tenslotte hetplechtige offer aan de nieuwe Jupiter En zij voert Salmoneus het paleis binnen omdadelijk het eerste punt tot uitvoering te brengen
1 Toelaten (hier) door de vingers zien2 Hieruit - en ook reeds uit vs 1026 (zie boven pag 210) - valt af te leiden dat Salmoneus
zijn besluit tot uitstel in overleg met de Raad genomen had Nu hij er op terugkomt moetdeze daarin dus worden gekend
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
215
Deze scegravene is als het ware een amalgaam van Salomon IV-c1 en Lucifer III-e2 Hetoptreden van Filotimie is nauw verwant aan dat van Sidonia wanneer deze woedendaan Salomo haar liefde ontzegt omdat hij weigert met haar aan het offer voor Astartedeel te nemen Demoedeloze berusting waarmee Salmoneus zich gewonnen geeftherinnert echter meer aan de capitulatie van Lucifer tegenover de muitende Engelendan aan die van Salomo tegenover Sidonia Want ook bij Lucifer is die capitulatiegeen rechtstreeks gevolg van de voorafgegane dialoog en de argumenten die daarinzijn aangevoerd Ook bij hemmoet zij begrepen worden uit zijn innerlijke gesteldheidhij zegt tenslotte ja omdat neen de aanvaarding van deMenswording zou betekenen- zoals Salmoneus ja zegt omdat hij bij ervaring weet tegenover Filotimie zijn neentoch niet te kunnen handhaven Zelfs in de woorden waarmee zij hun nederlaagaanvaarden stemmen beiden vrijwel overeen lsquoIck troostme dan gewelt te keerenmet geweltrsquo (Luc vs 1256) lsquoIck ben het stuck getroostrsquo (Salm vs 1273a) - Maarondanks deze overeenkomst is er toch ook een diepgaand verschil Terwijl wij decapitulatie van Lucifer ervaren als tragisch treft ons in die van Salmoneus vooralde ironie de man die de plaats van Jupiter wil innemen als oppergod van hemel enaarde blijkt een pantoffelheld die zich laat ringeloren door zijn vrouw En dit motiefis zoacute zorgvuldig voorbereid3 dat er nauwelijks aan kan worden getwijfeld of Vondelheeft inderdaad dit effect beoogd als nieuw bewijs voor de minderwaardigheid vanhet lsquogedichtselrsquo tegenover de Bijbelse waarheid
IVc
c In plechtige optocht trekken Theofrastus en zijn priesters over het tempelpleinnaar het paleis om nu op hun beurt een beroep tot toegeven op de koning te doenHet gesprek dat zich daarbij tussen de aertspriester en de woordvoerder van deRey ontwikkelt kenmerkt zich
1 Zie boven pag 28-302 Zie boven pag 127-1353 Vgl vs 60-61 66b-67 252-253 356-357 595 612-614 alsmede Filotimies optreden in III-b
III-c en IV-a
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
216
door een wisselspel van vernuftige sententies maar heeft voor de voortgang vande handeling geen enkele betekenis De functionele waarde van deze dialoog bepaaltzich tot lsquovullingrsquo van de optochts-scegravene der priesters die het mogelijk moest makende beslissende ontmoeting tussen tempel- en hofgroep op het plein te doen plaatsvinden De andere groep laat dan ook niet lang op zich wachten De besprekingmet de Geheime Raad is blijkbaar vlot verlopen gevolgd door hun hovelingentreden Salmoneus en Filotimie uit het paleis naar buiten om - naar het plan decampagne van de koningin - het vergoddelijkingsfeest in te zetten met lsquoeen dansvan eere op Godtsveltrsquo (vs 1279)
IVd
d Daar staan dan de twee partijen tegenover elkaar op het nachtelijke plein En hetis Salmoneus die de vijandelijkheden opent Nu hij eenmaal voor Filotimie heeftgecapituleerd zal hij zich ook gedragen zoals zij van hem verwacht Hooghartigverwijt hij Theofrastus diens ongehoorzaamheid en met nauw verholen dreigingvoegt hij daaraan toe lsquoGy staet alleen geen Vorst maer Godt op aerde tegenrsquo (vs1334) Met het verontwaardigd protest van de aertspriester zet dan een felle discussiein waaraan de koning zelf echter niet deelneemt Hij laat het aan Filotimie enHierofant over de argumenten en waarschuwingen van Theofrastus te weerleggenof weg te honen Zonder veel interesse luistert hij toe tot het hem te lang duurt enhij er een einde aan maakt lsquoKrackeelen vordert niet men staecke dezen strijtrsquo (vs1448) - De onverschillige zakelijkheid van deze opmerking doet Theofrastusbeseffen dat hij vecht voor een verloren zaak Ten einde raad tracht hij althans zijntempel nog te redden door een compromis voor te stellen laat dan de vergoddelijkingdoorgaan als het Salmoneus-beeld voorlopig maar buiten de tempel mag blijvenOok dit compromis wordt echter niet aanvaard Ondanks de wanhopige protestenvan Theofrastus geeft Salmoneus zijn hofdienaars
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
217
bevel het beeld naar binnen te dragen en op het altaar te plaatsen Even lijkt het ofer ernstige moeilijkheden zullen komen want de priesters - die zich op Theofrastusbevel1 voacuteoacuter de ingang van de tempel hebben opgesteld - slaan alarm kennelijk omde hulp van de burgerij in te roepen lsquoGewelt gewelt Godts kerck wort schendighgeschoffeertrsquo (vs 1512) De aertspriester legt hun echter het zwijgen op het wapenvan priesters is niet geweld maar gebed
Godtvruchte Priesters rust treet binnen om in t middenDer zwaericheecircn te koor den Dondergodt te biddenDat hy zijn heilighdom beschutte in dit gevaer(vs 1513-1515)
De priesters gehoorzamen zwijgend volgen zij Theofrastus in hun ontheiligde tempel- Als de laatste van hen uit het gezicht verdwenen is staat niets het godenfeestmeer in de weg Een hofdienaar en een kamenier - door Salmoneus aangesprokenals Ganymedes en Iris - reiken het koningspaar de lsquogodtsgewaedenrsquo (vs 1521) aanHet omslaan daarvan brengt Salmoneus in een roes van hoogmoed waarin hijmeent inderdaad tot god te veranderen
Alree verandren wy van wezen de natuurDer sterflijckheit begint de Godtheit aen te neemenDe leest der menscheit naer donsterflijckheit te zweemenNu heeft de Godtheit haer voltoisel en beslagh(vs 1524-1527)
Van haar kant roept Filotimie-Juno bij name Apollo Mars Venus en de anderegoden op om voor Jupiter en haar te verschijnen Op dat bevel openen zich depaleisdeuren als goden en godinnen verklede hovelingen zwermen naar buitenbuigen zich voor de nieuwe Jupiter en Juno neer en voeren te hunner eer eengodendans uit lsquoop schuiftrompet op veecirclen Schalmejen en muzijck vangoddelijcke keelenrsquo (vs 1553b-1554)2 Tenslotte maakt Hierofant daaraan een eindehet is tijd voor de Jupiter-manifestatie en de heka-
1 Vs 1485 Stijgh op o Rey bezet den godtgewijden drempel2 Wij hebben hier zonder enige twijfel aan de inlas van een ballet te denken
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
218
tombe bij de godsbrug over de Peneios1 Omstuwd door zijn goden begeeftSalmoneus-Jupiter zich daarheen op weg terwijl Filotimie-Juno op zijn bevel metde andere godinnen het paleis binnengaat om daar zijn terugkeer af te wachten
IVe
e Wanneer het plein weer verlaten ligt wagen Theofrastus en de Rey van Priesterenzich naar buiten Op demaat van hun lsquojammerzangenrsquo trekken zij lsquorontom den tempelheenrsquo (vs 1573-1574) weeklagend om de ontheiliging van hun altaar Telkens weervuurt Theofrastus hun verslappende ijver aan zonder aandacht te schenken aanhun moedeloze verzuchtingen lsquoAertsvader och wat helpt dit kermen Daer onsgeen Goocircn beschermenrsquo (vs 1607-1608) En na de rondgang voert hij hen opnieuwnaar binnen om daar hun gebeds-offensief voort te zetten
Volhardt al stil in t middenVan t binnenkoor met myEn zet u zy aen zy
Bestorm de lucht met bidden (vs 1629-1632)
Er is enige overeenkomst tussen deze reizang en die na het vierde bedrijf van deLucifer2 Als de Stedehouder het vredesaanbod van Rafaeumll heeft afgeslagen en aanhet hoofd van de muiters tegen Michaeumll optrekt blijft Rafaeumll met de Rey van Engelenachter En ook hij spoort dan aan tot een gebedsoffensief waarin hij de Engelenvoorgaat lsquoMisschien of noch dees slagh te schutten waer met smeken Het biddenkan een hart van diamantsteen brekenrsquo (vs 1676-1677) Alleen smeekt hij omgenade voor Lucifer terwijl Theofrastus slechts bidt om Jupiters wraak
Vijfde Bedrijf
Va
a Veronderstellend dat inmiddels de hekatombe heeft plaats gehad en Salmoneuselk ogenblik kan terugkeren
1 Opnieuw een ironisch trekje de priester regisseert het optreden van de lsquogodenrsquo2 Zie boven pag 147-149
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
219
komt Filotimie hem met haar godinnen op het plein opwachten1 Volkomen in haarJuno-rol kent zij plechtig alle prerogatieven van de werkelijke Venus Pallas Atheneen Diana toe aan de staetjoffers die voor deze godinnen fungeren Maar plotselingwordt de feestvreugde verstoord door de beide Pisaners die buiten adem de tijdingbrengen van onheil en dood
Salmoneus is helaes van Godt Jupijn verslagenDe Koning is een lijck Salmoneus leghter al(vs 1672-1673)
Als Filotimie weigert daaraan geloof te hechten brengen zij uitvoerig verslag uit vanalles wat er bij de godsbrug is gebeurd Zij zijn er zoacute vol van dat zij onder hetvertellen moment na moment opnieuw beleven Dat maakt hun verhaal tot eenprachtig brok poeumlzie levendig en plastisch een waardige tegenhanger van Urieumllsweergave van de Engelenslag in de hemel Eerst weiden zij breed uit over deheerlijkheid van Salmoneus zoals hij daar in het rosse licht van talloze fakkels bijde brug verscheen terwijl lsquode zilvere trompettenrsquo (vs 1700) schetterden enlsquoduizenden van zielen By t heerlijck sluisgewelf voor hem ter aerde vielenrsquo (vs1703b-1704) Maar toen de koning hoog op zijn wagen lsquodonderendrsquo over de koperenbrug reed en zijn fakkel als een bliksem onder het volk wierp verscheen ineens deechte Jupiter gezeten op zijn koninklijke arend Neergebliksemd werd Salmoneusvernield zijn goudgewielde wagen ten val gebracht zijn vurige vierspan lsquoDe Koninggeeft den geest geplet van t gloejend radtrsquo (vs 1746) En dadelijk barstte toen deingehouden woede van het volk los (Het lijk van) Hierofant2 werd aan stukkengereten lsquoVerscheurt van lidt tot lidt en in den stroom gesmeetenrsquo (vs 1756) Slechtsmet moeite slaagde Bazilides er in het lichaam van de koning voor eenzelfde
1 Dat deze scegravene zich inderdaad op het tempelplein afspeelt blijkt uit de woorden van de beidePisaners aan het slot
2 Zie beneden pag 224 bij het kwatrijn van de derde lsquovertooningrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
220
lot te bewaren en het te verbranden op de brandstapel die voor de hekatombebestemd was geweest En weer sloeg toen Jupiter toe niet de vlam maar zijnbliksem verteerde het overschot van Salmoneus tot as - Filotimie is radeloos zowelvan verdriet en schrik als van zelfverwijt Zij is het immers geweest die door haaraandringen Salmoneus in de dood gedreven heeft Haar wanhoop leidt tot een vlaagvan waanzin1 waarin zij meent vanuit de hemel de stem van de koning te horen
Maer neen Salmoneus leeft in volle heerschappyHy roept ons (hoortge niet) uit zijnen troon naer bovenMijn lief ick koom ick koom geen weereltlijcke hovenVerquicken my om laegh mijn heer ick koom ick koomWaer zijnwe suffen wy is t waerheit of een droom(vs 1790-1794)
Blindelings vlucht zij het paleis binnen In de algemene verwarring onder haar gevolgnemen de Pisaners - de enige mannen die aanwezig zijn - de leiding over
Staetjoffers volghtze in t hof het gaet haer aen de zinnenDie hoeven rust gaet voor wy spoeden oock naer binnen(vs 1803-1804)
De wijze waarop Salmoneus door Jupiter uit zijn wagen gebliksemd wordt enachterover naar beneden stort komt vrijwel overeen met die waarop Lucifer doorMichaeumll werd neergeslagen2 Op dit beslissende punt heeft Vondel kennelijk deparallellie zo opvallend en overtuigend mogelijk willen maken
Vb
b Aan het hoofd van zijn soldaten verschijnt nu Bazilides op het plein Metvoorbijgaan van het paleis begeeft hij zich rechtstreeks naar de tempel Daar roepthij de priesters naar buiten stelt hen met enkele woorden op de hoogte en
1 Vgl de verstandsverbijstering van Rispe in Gebroeders Ruben in Joseph in Dothan Jempsarin Joseph in Egypten Nero in Peter en Pauwels (zie Deel I resp pag 288 347 361 en 396)
2 Zie boven pag 151
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
221
draagt de as van Salmoneus lsquobeslooten in dees busrsquo (vs 1813) aan Theofrastusover Gejuich bij de priesters voldoening bij Theofrastus Maar dadelijk wordt deaandacht afgeleid door een onheilspellend rumoer uit het paleis Verontrust keertBazilides zich om
Wat wil dat hofgeschrey dat bonzen en dat kraeckenHoe spreit die naere galm zich over alle daecken(vs 1839-1840)
Vc
c Het antwoord wordt door de Pisaners gebracht Voor de derde keer komen zijademloos een onheilstijding brengen Filotimie heeft zich verworgd in de algemeneontsteltenis en verwarring zijn de hovelingen aan het plunderen geslagen Metmoeite hebben de Pisaners de emblemen van het koningschap kunnen redden omdie aan de hoede van Theofrastus toe te vertrouwen
Een ieder vlamt op roof en rooft en grijpt en vatKleenoodie kostlijckheit juweel gesteente en schatWort buit verklaert men valt aen t plonderen aen t stroopenMen ramt de kamers op de sloten springen openWy bergen naulix noch den scepter en de kroonEn t Koningklijck gewaet (vs 1865-1870a)
Theofrastus begrijpt dat er in deze omstandigheden voacuteoacuter alles behoefte is aan eenkrachtig gezag om de orde te herstellen Hij aarzelt dan ook geen ogenblik lsquoHeerBazilides neem de kroon aen en het Rijckrsquo (vs 1873) Daarmee wordt zoals wijuit zijn monoloog in II-b weten diens vurigste wens vervuld Maar om dat vooralniet te laten blijken zet deze zijn huichelachtig spel tot het einde voort en pleit vooreen meerhoofdige republikeinse staatsvorm in plaats van een monarchie onderzijn leiding Maar natuurlijk laat hij zich tenslotte door Theofrastus overtuigenUitgedost met de door de Pisaners geredde regalia gaat hij met zijn soldaten opweg om aan alle ongeregeldheden een einde te maken Tevreden ziet Theofrastushem na en als
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
222
conclusie uit het verloop der gebeurtenissen houdt hij zijn priesters voor
Hoe kan Jupijn den staet der trotsen ommekeerenHy eert ootmoedigen die zijne Godtheit eerenWat is Salmoneus nu een bus een hant vol stofFilotimie een lijck een stanck van stadt en hofHeer Bazilides wort op s Konings troon gehevenDe godtsdienst triomfeert wanneer de boozen sneven(vs 1935-1940)
Is deze conclusie echter wel juist Theofrastus weet niets van het dubbele spel vanBazilides maar de toeschouwers zijn daarvan volledig op de hoogte en zien dusachter de uiterlijke schijn Jupijn lsquoeert ootmoedigen die zijne Godtheit eerenrsquo moetdat blijken uit de troonsbestijging van de verraderlijke bevelhebber der lijfwachtlsquoDe godtsdienst triomfeert wanneer de boozen snevenrsquo maar zijn werkelijk agravellebozen gesneefd en triomfeert Bazilides niet nog meer dan de godsdienst Het zijnstuk voor stuk vragen die een wel zeer ironische bijsmaak aan de peroratie vanTheofrastus verlenen
De lsquoVertooningenrsquo
Op pag 448 van Hollantsche Parnas (1660) zijn een drietal kwatrijnen van Vondelbewaard die blijkbaar bedoeld zijn als verklarende uitleg bij de lsquostomme vertooningenrsquo(tableaux-vivants) waarmee de hoogtepunten uit het drama die zich niet op hettempelplein afspelen toch aan de toeschouwers voor ogen werden gesteld1 Heteerste daarvan luidt
I
Salmoneus Iupiter gevolght van GodendommenTreet aengeprickelt van de Staetzucht naer de brugh
Daer Elis uitziet om dien Godt te wellekommenWie steiler klimt dan t past kan nauwelyx te rugh
1 WB V pag 790
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
223
Molkenboer veronderstelt dat dit de tekst geweest zal zijn van het gezang tijdensde godendans op het tempelplein in IV-d1 en wil daarom de vertoning na vs 1558plaatsen2 Dit kan om drie redenen onmogelijk juist zijn In de eerste plaats bevatde laatste regel van het kwatrijn een kritiek op de koning die in de mond van dehem erende lsquogodenrsquo niet zou hebben gepast in de tweede plaats heeft het kwatrijnbetrekking op de optocht naar de godsbrug die eerst na beeumlindiging van de dansaan de orde komt en tenslotte zouden volgens Molkenboers voorstelling ballet envertoning zonder enige overgang onmiddellijk op elkaar volgen Ik meen dan ookdat wij ons de eerste vertoning moeten denken na vs 1570 tussen IV-d en dereizang Zij past daar goed de toeschouwers volgen in het tableau Salmoneus opzijn tocht naar de brug waarheen zij hem even tevoren op weg hebben zien gaan
Het tweede kwatrijn heeft tot tekst
II
Het Priesterdom en t volck op t klincken der trompettenAenbidden offeren een sterfelycke maght
Die met den blixem dreight weecircrspannigen te plettenZoo staet een taeje boogh gespannen uit zyn kracht
Molkenboer wil de vertoning welke hierbij behoorde situeren na vs 1570 lsquoalszangtekst bij de offervertooningrsquo3 - op de plaats dus waar wij zo juist de eacuteeacuterstevertoning hebben geprojecteerd Mijn bezwaar daartegen is dat het kwatrijn in zijnwoordkeus rechtstreeks aansluit bij vs 1700b-1708 waar de Pisaners hetzelfdemoment beschrijven het ligt veel meer voor de hand dat de vertoning op diebeschrijving volgde dan omgekeerd Bij het lsquoofferenrsquo in de tweede regel hebben wijniet zoals Molkenboer
1 Zie boven pag 2172 WB V pag 776 (noot bij vs 1558-1559) en pag 7903 WB V pag 776 (noot bij vs 1570) en pag 790
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
224
blijkbaar doet aan de hekatombe te denken - Jupiter grijpt in voordat het daartoekan komen - maar aan de bewieroking waarvan de Pisaners in vs 1705 vertellenlsquoDe Priesters zwaeiden hem voor t outer wieroock toersquo - Met het oog op dit alleszou ik de tweede vertoning willen plaatsen na vs 1714 als illustratie bij het eerstedeel van het verslag der Pisaners
Tenslotte het kwatrijn bij de derde vertoning
III
Hier leght Salmoneus met zyn Hierofant getroffenEn in zyn wagenprael geknackt gebrant geschent
Aldus verleert de wraeck van boven t ydel stoffenWie wys is hou zich laegh en in zyn element
Molkenboer plaatst deze vertoning na vs 1804 dwz aan het slot van V-a na dewaanzin-scegravene van Filotimie1 Ik zou ze liever voacuteoacuter de reactie van de koningin willendenken onmiddellijk aansluitend bij het tweede deel van het boden-verhaal derPisaners dus na vs 1746 - Uit de eerste regel van het kwatrijn blijkt dat ookHierofant door de bliksem van Jupiter wordt gedood al zwijgen de Pisaners daaroverHun verhaal suggereert eigenlijk dat de priester nog leefde toen zijn lichaam doorhet woedende volk uiteengereten en in de Peneios geworpen werd (vs 1755-1756)Maar Vondels omschrijving van de vertoning sluit deze interpretatie uit
Het was geen gemakkelijke taak waarvoor Vondel zich gesteld zag toen hij hetverhaal van Salmoneus tot een drama ging bewerken De schaarse mythologischegegevens waarop hij kon steunen beperkten zich tot de blasfemische daad en deondergang van de koning In het drama moest echter een uitvoerige intrigevoorafgaan waarvan de catastrofe de logische
1 WB V pag 784 (noot bij vs 1804) en pag 790
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
225
afloop kon zijn en die bovendien genoeg spannings- en retarderingsmomentenbevatte om de aandacht van de toeschouwers onverzwakt vast te houden Dieintrige moest door Vondel geheel naar eigen vinding worden toegevoegd Hij maaktehet zich daarbij niet al te moeilijk en nam althans wat de grote lijn betreft eenvoudigdie van zijn Salomon over Bij de uitwerking ging hij echter op allerlei punten varieumlrenniet alleen wanneer de andersoortige stof dit onvermijdelijk maakte maar ook zonderdie noodzaak een enkele maal om een reminiscens aan de Lucifer te kunneninlassen meestal slechts om een speelse ingeving van zijn fantasie te volgen Totzijn gelukkigste vondsten behoren het toeristisch bezoek van de Pisaners aan Eliswaardoor de verschillende bodenverhalen in hun mond konden worden gelegd hetbuiten-staan van het godenbeeld van Salmoneus-Jupiter de afgebroken bliksemdie de Pisaners aan de koning brengen en die de oorzaak wordt van zijn aarzelingom het vergoddelijkingsfeest door te zetten Niet alle scegravenes staan evenwel op zulkeen hoog peil Er zijn er ook die de indruk wekken voornamelijk als lsquovullingrsquo bedoeldte zijn terwijl in sommige dialogen het veelvuldig gebruik van sententies een tekortaan reeumlle argumenten bij de discussieumlrende partijen nauwelijks camoufleert Maardergelijke inzinkingen blijven toch uitzondering Wanneer wij uitsluitend op hetuiterlijk aspect wilden afgaan zouden wij de Salmoneus dan ook ongetwijfeld eenknap-geconstrueerd dramamogen noemen1 dat al behoort het zeker niet tot Vondelsmeesterwerken toch diens vakmanschap eertDit oordeel zou echter op zijn minst prematuur zijn Want de uiterlijke structuur is
niet het enige en naar mijn mening ook niet het belangrijkste aspect waarmee wijbij de waardebepaling van dit drama rekening hebben te houden Er is ook nog deironische inslag waarop ik bij ons inhouds-overzicht reeds een paar maal terloopsheb gewezen2 Aan de opzettelijk-
1 Vgl JG Bomhoff Bijdrage waard Vondels drama pag 134-135 lsquoHet [stuk] treft door zijnknappe schikking der onderdelenrsquo
2 Zie boven pag 194 (noot) 205 210 (noot 2) 215 218 (noot 1) 222
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
226
heid van deze ironie kan dunkt mij nauwelijks getwijfeld worden Het mag toch nietop rekening van het toeval worden gesteld dat ook de eind-conclusie zoals dezedoor Theofrastus wordt geformuleerd er zo nadrukkelijk door wordt gerelativeerden zelfs bijna in haar tegendeel verkeert Wanneer wij echter eenmaal op ironiebedacht zijn gaan wij die ook elders herkennen of althans zeer waarschijnlijk achtenIs het geen ironische charge wanneer dezelfde Pisaners tot driemaal toe ademlooshet tempelplein komen oprennen met telkens een nieuwe onheilsmare Moeten wijniet een soortgelijke charge zien in het onwaarschijnlijke verhaal van de hovelingendie in de algemene verwarring niet beter weten te doen dan het paleis te gaanplunderen Schuilt er geen ironie in het feit dat Theofrastus die met zoveel nadrukverzekerd heeft lsquoIck wijck niet eenen voet voor doot noch dreigementrsquo (vs 635) inIV-d zijn priesters en zichzelf zonder meer op zij laat schuiven door de hoftrouwantendie op bevel van Salmoneus diens Jupiter-beeld binnen de tempel brengen en ophet altaar plaatsen En evenzo in de omzwaai van Salmoneus die in vs1204b-1205a aan Filotimie zijn onherroepelijk besluit meedeelt om de vergoddelijkinguit te stellen1 om zonder aanwijsbare reden even later deemoedig te vragen lsquoWateischt Mevrou van mijrsquo (vs 1260b)Veel belangrijker dan de ironische inslag op dergelijke incidentele punten is echter
het feit dat de ironie ook de eigenlijke structuur van het drama blijkt te bepalen Watis namelijk het gevalDoordat Vondel de grote lijn van zijn intrige aan de Salomon ontleende werd ook
de Salmoneus in principe opgezet als een dualiteits-drama Ook hier staan detempel- en de hofpartij duidelijk tegenover elkaar als de groepen van resp het geloofen het ongeloof Wij zouden dus mogen verwachten dat - evenals in de Salomonen de Lucifer - de titelfiguur tussen deze beide groepen een middenpositie inneemten op grond daarvan de inzet wordt van hun strijd Dat is echter niet het
1 lsquoMevrou dit is het slot En hier op afgetreecircnrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
227
geval Nergens blijkt dat Salmoneus aan Jupiter gelooft of hem vreest Zijn aarzelingom tot de vergoddelijking over te gaan berust uitsluitend op politieke overwegingenonder de indruk van Theofrastus verzet en van de relletjes bij de godsbrug is hijbang dat doorzetten zijn troon in gevaar zal brengen Bij zijn conflict met Filotimiegaat het dan ook geen ogenblik om het plan zelf maar slechts om het moment vande uitvoering Hij ondergaat in geen enkel opzicht de invloed van de tempelpartijhij kent geen morele tweestrijd Daarom kan hij onmogelijk beschouwd worden alseen figuur die tussen de beide dualiteitsgroepen in staat van het begin af behoorthij volledig en uitsluitend tot de partij van FilotimieDe werkelijke middenpositie neemt niet Salmoneus in maar Bazilides En deze
bevelhebber van de koninklijke lijfwacht verdient onze bijzondere aandacht Wantniet alleen komt noch in de Salomon noch in de Lucifer een prototype van hem voormaar ook de mythologische traditie omtrent Salmoneus weet niet van een dergelijkeprofiteur Wij hebben hier dus te doen met een figuur die door Vondel speciaal tenbehoeve van zijn drama geschapen werd zodat het effect van deze toevoegingbeschouwd moet worden als bewust door hem gezochtDat effect nu blijkt een zodanige ontwrichting van het dualiteitsdrama te zijn dat
het resultaat vrijwel een karikatuur kan worden genoemd Een bijfiguur verdringt detitelheld van de centrale plaats tussen de beide dualiteitsgroepen op zijn beurtonderhoudt ook hij contact met beide partijen en aarzelt hij met het doen van eendefinitieve keuze Bij hem is deze plaats echter geen gevolg van het feit dat zijnkarakter lsquotusschen deughdelijck en gebreckelijck den middelweghrsquo houdt hij staatdaar integendeel omdat hij volkomen immoreel is Hij aarzelt niet omdat hij in moreletweestrijd verkeert maar omdat hij de kat uit de boom wil kijken In plaats vans p e e l b a l te zijn in de strijd der partijen is hij de s p e l e r die handig detegenstelling tussen hof en tempel ten eigen voordele zoekt uit te buiten En hij heeftdaarbij succes zijn huichelarij en zijn dubbel spel worden tenslotte beloond meteen kroon In hem
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
228
gaat de ondergang van het ongeloof gepaard met de triomf van een gewetenloosopportunismeHet onmiddellijke gevolg is dat de conclusie die Theofrastus ter afsluiting van
het drama uit de gebeurtenissen trekt alle werkelijke waarde verliest zij is zo aperteenzijdig en ten dele zelfs onjuist dat zij onmogelijk au seacuterieux kan worden genomenEn Vondel heeft dit ongetwijfeld zo bedoeld de karikatuur van een dualiteitsdramakon immers tot niets anders leiden dan tot een karikatuur van de waarheid -Hoogstens kunnen wij ons afvragen of het wel in zijn bedoeling heeft gelegenTheofrastus als dupe van Bazilides voor te stellen In de eerste scegravene van het tweedebedrijf als de aertspriester weigert het beeld van Salmoneus-Jupiter in zijn tempeltoe te laten en de priesters hem tot meerdere voorzichtigheid manen verklaart hijlsquoIck stel mijn toeverlaet op Bazilides troursquo (vs 315) Op de tegenwerping van depriesters lsquoEen hoveling helaes een zwack en kranck geboursquo (vs 316) antwoordthij lsquoGeen hoveling zoo kleen hy vlamt op hooger Staetenrsquo (vs 317) direct daaropvolgt dan de monoloog van Bazilides als om te bewijzen dat deze inderdaad lsquovlamtop hooger Staetenrsquo Men zou hieruit kunnen afleiden dat Theofrastus de bevelhebbervan de lijfwacht doacuteoacuter heeft en een nog handiger spel met hem speelt dan omgekeerdEen stimulerende lof als lsquoGa heene hier op moet gy Jupiter behaegen Diewaerdigh zijt om t hooft een sluierkroon te draegenrsquo (vs 641-642) zou dan daarmeein verband moeten worden gebracht Maar in het vervolg van het drama is voordeze veronderstelling geen enkele bevestiging te vinden terwijl ook de lsquoInhoudtrsquoniet op een dergelijke gang van zaken doelt Ik blijf daarom de voorkeur geven aaneen interpretatie waarbij Theofrastus inderdaad door Bazilides om de tuin wordtgeleid Gaat men van de andere mogelijkheid uit dan wordt het ironisch karaktervan het stuk daardoor overigens in geen enkel opzicht aangetast Alleen dient mendan aan te nemen dat de eindconclusie ook door Theofrastus zelf niet helemaalernstig is bedoeldAls onze conclusies juist zijn - en ik geloof dat het invoegen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
229
van de Bazilides-figuur moeilijk anders verklaard kan worden - dan is daarmeetevens het antwoord gegeven op de vraag die wij ons bij de bespreking van hetBerecht hebben gesteld Na geconstateerd te hebben dat deovereenkomst-naar-structuur tussen de Berechten van Lucifer en Salmoneus deste scherper het verschil-naar-de-geest deed uitkomen en zodoende de basis vormdevoor een voorzichtig-hekelende ironie vroegen wij ons af of Vondel lsquowellicht ook inde eigenlijke Salmoneus een soortgelijk ironiserend spel van overeenkomst enverschil met de Lucifer heeft gespeeldrsquo1 Het antwoord blijkt bevestigend te moetenzijn alleen gaat het niet zozeer om overeenkomst en verschil met de Lucifer in hetbijzonder als wel met het dualiteitsdrama (naar Vondels conceptie van 1648 en1654) in het algemeen En evenals in het Berecht wordt daarbij ook in het dramaeen onderbouw van ernst bewaard Er komen in het spel gedeelten voor die deindruk wekken buiten de ironie te staan zo bv Theofrastus verdediging van Jupiterals het wezen aller dingen en van de godsdienstige traditie2 de scegravenes tussenSalmoneus enerzijds en Filotimie Hierofant en Bazilides anderzijds in III-b -c en-d het prachtige verhaal dat de Pisaners doen van Salmoneus ondergang de reienDe grens is overigens moeilijk scherp te trekken omdat ook dergelijke passagestenslotte deel uitmaken van een ironisch opgezet geheel en daardoor onwillekeurigworden gekleurd Toch is het wel duidelijk dat Vondel niet al te doorzichtig wildezijn en de ironie dus voorzichtig doseerde Naar zijn uiterlijk aspect moest deSalmoneus een lsquogewoonrsquo drama blijven dat door het publiek - egraven door de vijandenvan de Lucifer - argeloos als zodanig zou worden aanvaard In de eerste plaatszullen daarbij voorzichtigheids-overwegingen hebben gegolden Maar zouden wijte ver gaan door te veronderstellen dat Vondel tevens beoogde zich in stilte tekunnen verkneukelen over de ondeskundigheid van zijn tegenstanders die blijkgaven na de ernst van Lucifer ook de ironie van Salmoneus niet te doorzien
1 Zie boven pag 1922 Zie boven pag 202-203
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
230
Hoe dit zij de reden waarom hij het lsquogedichtsel van Salmoneusrsquo voor het toneelbewerkte op een wijze die daarvan een ironiserende karikatuur van de voorafgaandedualiteitsdramas maakte laat zich zonder veel moeite begrijpen Wat hij overhoogmoed en staetzucht te zeggen had was in de Lucifer volledig tot uitdrukkinggebracht En dat was gebeurd op grond van een historie die op de Bijbel steundeen die God dus als het ware zelf ter waarschuwing aan de mensheid gegeven hadNu viel toch niet te verwachten dat hij in ernst zou trachten naast dat Goddelijkeemblema een fictief mythologisch gebeuren te stellen Als de omstandigheden hemdwongen om toch ook het gedichtsel van Salmoneus te dramatiseren dan zou hijop een zo al niet voor het grote publiek dan toch voor lsquoalle kunstgenooten envoorstanders van den Schouburghrsquo onmiskenbare wijze het verschil tussen Bijbelen mythologie doen uitkomen door duidelijk te maken dat Salmoneus niet meerwas dan een karikatuur van Lucifer - Men zou hiertegen kunnen aanvoeren datdan blijkbaar ook die kunstgenoten Vondels bedoeling niet hebben begrepen enmegravet het grote publiek in de Salmoneus een lsquogewoonrsquo drama hebben gezien Dat isinderdaad juist wij beschikken tenminste over geen enkele aanwijzing voor hettegendeel Maar ik kan dit niet als een afdoend argument tegen mijn interpretatiebeschouwen De opvoering - met lsquovertooningenrsquo en al - heeft van het stuk ongetwijfeldeen kijkspel gemaakt waarbij van de ironie nauwelijks iets tot zijn recht kon komendat zal ook de meer deskundigen onwillekeurig hebben beiumlnvloed Bovendien echterlaat Vondels eigenlijke opzet zich slechts ontdekken op grond van een zorgvuldigestructuur-analyse niet alleen van de Salmoneus maar ook van de Salomon en deLucifer Het behoeft niet te verwonderen dat Vondels vrienden en de lsquovoorstandersvan den Schouburghrsquo daar niet toe gekomen zijn Daaruit volgt dan slechts datVondel hen blijkbaar heeft overschat niet dat mijn veronderstelling onjuist moet zijnHet oordeel over mijn interpretatie kan en mag slechts gebaseerd zijn op het dramazelf
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
231
Indertijd hebben wij opgemerkt1 dat er in de Salmoneus - beoordeeld naar zijnu i t e r l i j k e aspect - behalve gelukkige vondsten ook zwakke scegravenes voorkomendie de indruk maken in hoofdzaak als vulling te moeten dienen Maar als Vondel dithele drama heeft opgezet als karikatuur van zijn ernstige stukken moeten dandergelijke technische onhandigheden (die men in deze tijd toch nauwelijks meervan hem kan verwachten) niet als onderdeel van deze opzet worden opgevat Alsbewustaangebrachte dissonanten dus om de vondsten te neutraliseren en tevoorkomen dat het geheel op een te hoog peil zou komen te staan Ik durf op dezevraag geen antwoord geven Het is stellig ook mogelijk dat er geen opzet in hetspel was en dat Vondel zich hier eenvoudig tevreden gesteld heeft met passagesdie hij in zijn ernstig-bedoelde dramas niet zou hebben geduld Maar het feit datdeze vraag open moet blijven doet duidelijk uitkomen hoezeer eenwaarderings-oordeel dat alleen op het uiterlijk aspect berust tenslotte in de luchthangtDe Salmoneus kan niet beschouwd worden als een tweede drama van hoogmoed
voortgekomen uit dezelfde problematiek als de Lucifer niet als een tijdelijke inzinkingtussen twee hoogtepunten (Lucifer en Jeptha) niet als vluchtig maakwerk met geenander doel dan lsquoten minste toen donkosten eenighzins te vergoedenrsquo Het is deuiting van een uit verontwaardiging geboren meesterlijk gehanteerde ironie waaraande dramatische structuur ondergeschikt is gemaakt In zoverre is er enige vergelijkingmogelijk met de Palamedes waar iets dergelijks het geval bleek2Om dit uitzonderlijk karakter staat de Salmoneus buiten de eigenlijke
ontwikkelingsgang van Vondels dramatiek Het is daarin een i n t e rm e z z o
In verband met het ironische spel dat Vondel met zijn drama speelde verdienenook de n ame n van zijn lsquospreeckende
1 Zie boven pag 2252 Zie Deel I pag 121
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
232
personaedjenrsquo nadere aandacht1 Slechts over die van Salmoneus en over deaanduiding van de vreemde bezoekers als Pisaners valt niets bijzonders op temerken De naam van de koning stond uiteraard bij voorbaat vast en bij de Pisanerswas het voldoende dat hun lsquonaamrsquo hen tot vreemdelingen stempeldeTen aanzien van de koningin echter zien wij Vondel afwijken van demythologische
traditie volgens welke Salmoneus eerst Alcidice en later Sidero tot vrouw gehadzou hebben2 Hij gaf de voorkeur aan een symbolische naam φιλοτιμία dwzeerzucht of (om zijn eigen terminologie te gebruiken) staetzucht Daarmee wordtde koningin in zekere zin tot allegorische figuur personificatie van de hoogmoeddie Salmoneus drijft De praktijk van het drama blijkt daar opvallend goed mee inovereenstemming te zijn Want geheel anders dan bij Lucifer het geval was wordtde koning n i e t getekend als een bijzonder hoogmoedig man laat staan een doorstaetzucht bezetene Het plan tot de vergoddelijking is niet van hem uitgegaanmaar van Filotimie en van Hierofant Hij heeft het aanvaard maar meer lsquoom de stadt En t Rijck een heerlijckheit en glori te verleenenrsquo (vs 938b-939) en om zijn koninginlsquoin top der Godtheit te beurenrsquo (vs 1230) dan ter wille van zichzelf Wanneer ermoeilijkheden dreigen is hij dadelijk geneigd voorlopig maar van alles af te zienDe hoogmoed die zijn lot beheerst leeft niet in hem maar is in de gedaante vanzijn vrouw zichtbaar naast en buiten hem Dat herinnert aan de situatie in desinne-spelen en staat wel heel ver af van het karakterdrama zoals wij dat in deLucifer als een nieuwe verworvenheid van Vondel hebben zien opkomen3 Ik bengeneigd ook hierin een opzettelijke ironie te zien met de naam lsquoFilotimiersquo als sleutelvoor de goede verstaander Naast de grootse figuur van Lucifer werd zo eengoeddeels gedepersonaliseerde Salmoneus gesteld wiens domi-
1 Ik betuig ook hier mijn dank aan mijn collega Prof Dr WJ Verdenius voor zijn aanwijzingen2 Diodorus Siculus Βιβλιοθήϰη ίστοριϰή Lib IV cap LXVIII 13 Zie boven pag 171 en de conclusie op pag 180
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
233
nerende karaktertrek zijn vrouw is Eerst wanneer de beslissing gevallen is en inIV-d de vergoddelijkingsfeesten werkelijk een aanvang nemen laat Vondel dezetweedeling van persoon en karakter los Dan wordt Salmoneus inderdaacuteaacuted dehoogmoedige koning die zich met Jupiter vereenzelvigt terwijl Filotimie zich nietmeer onderscheidt van een lsquogewonersquo koningin en als zodanig straks haar man inde dood zal volgenDe naam Bazilides - Vondel accentueert in zijn versmetrum steeds Baacute-zi-liacute-des -
is natuurlijk gekozen ter wille van de nauwe verbinding met βασιλεύς koning Hetis een bijzonder toepasselijke naam voor een man die niets vuriger wenst dankoning te zijn en bovendien door het lot bestemd is om dat ook te wordenDe namen van de beide priesters zijn eveneens zinvol De aertspriester heet
Θεόφραστος dwz de door God aangewezene ook zijn naam wijst hem dus aanals leider van de geloofsgroep Daarentegen betekent ἠεροφάντης hij die het heiligetoont toegepast op de hofpriester die Salmoneus als nieuwe god aanwijst krijgtdeze naam een ironische zin hij die eigenmachtig uitmaakt wat (of wie) heilig (ofgod) isMinder doorzichtig is de bedoeling van de naamskeus bij de tempelwachter
Diodoor (Διόδωρος = geschenk van God) Wordt daarmee wellicht ironisch gedoeldop het feit dat deze bijfiguur altijd zo juist van pas ter beschikking is wanneer iemandhem nodig heeft in I-a de Pisaners om zich over de situatie in Elis te latenvoorlichten in II-a Bazilides om het beeld van Salmoneus-Jupiter naar de tempelte brengen1 in V-b Theofrastus om de lsquobusrsquo met de as van Salmoneus ter
1 Eigenlijk is dit een beetje vreemd Als tempelwachter is Diodoor een ondergeschikte van deaertspriester en niet van Bazilides Waarom geeft deze de opdracht om het beeld naar detempel te brengen niet aan een van zijn officieren En als om de een of andere reden eentempeldienaar de voorkeur geniet (maar kan Bazilides vrij over hen beschikken) waaromdan een van de allerlaagste rang De wijze waarop Diodoor ten gevolge daarvan onwillekeurigals woordvoerder van de Salmoneus-partij tegenover zijn eigenlijke meester komt te staandoet onwaarschijnlijk aan ook al kiest hij niet definitief partij tegen Theofrastus - Moet ookdeze onwaarschijnlijkheid - terwijl de waarschijnlijkheid als een van de meest absolute eisenvoor een goede tragedie gold - op rekening van de ironie in de opzet worden gesteld
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
234
oneervolle begrafenis aan hem toe te vertrouwen - In zoverre is hij voor debetrokkenen - egraven voor de auteur bij de compositie van zijn drama - inderdaad ietsvan een Godsgeschenk Maar ik geef deze verklaring graag voor beter
Terloops heb ik bij de behandeling van de uitgave-geschiedenis van Salmoneusopgemerkt dat in dit drama toespelingen op de bezwaren van de tegenstanders derLucifer-opvoeringen schijnen voor te komen1 Wij moeten nu wat uitvoeriger op dezekwestie ingaanEvenals de Lucifer beschouwde Van Lennep ook de Salmoneus als een allegorie
lsquoen wel een zoodanige waarby de eerdienst van Jupiter alzoo de gewettigdeeerdienst als type van het Katholicismus de Salmonisten daar-en-tegen als typender ketters of Protestanten zouden optredenrsquo Erg geslaagd kon hij die allegorieoverigens niet vinden Vondel lsquostelt den eerdienst van Jupiter voor als type derRoomsche Kerk en laat aan dien eerdienst dingen ten last leggen erger dan immerdoor den grootsten tegenstander der Kerk zijn uitgebracht - zonder een woord vanwederlegging en van de andere zijde bezigt hy tegen de uitvinders van nieuwigheecircn- in zijn geest de Protestanten - geen anderen grond dan dat men anders de weereltniet mennen kanrsquo2 Onbedoeld wekt dit bezwaar toch wel ernstige twijfel aan dejuistheid van de interpretatieTerecht heeft CR de Klerk dan ook op de innerlijke tegenstrijdigheid in Van
Lenneps opvatting gewezen en haar een lsquowaandenkbeeldrsquo genoemd3 Desondanksvindt men ze nagenoeg weer terug in de annotatie van BH Molkenboer bij de tekstvan de WB-editie weliswaar spreekt deze niet van een allegorie maar de tendensvan zijn noten wijst onmiskenbaar in die richting Telkens meent hij lsquode KatholiekeVondel aan het woordrsquo te horen of lsquoanti-reformatorische uitingenrsquo te vernemen Alsbv in I-a de Pisaners vol afschuw voor het
1 Zie boven pag 186-1872 Vondel-van Lennep VII pag 110-1113 CR de Klerk Cultuurbesch inl tot Vs spelen pag 119
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
235
plan van Salmoneus uitroepen lsquodAeloude godtsdienst wort te schendigh dusverstooten En in zijn plaets een nieuw gedichtsel aengebeecircnrsquo (vs 84-85) danluidt de annotatie lsquoWeer tegen de Hervormingrsquo wanneer zij even later opmerkenlsquoPizaners volgen t oude en haeten nieuwichedenrsquo (vs 124) wordt daarbijaangetekend lsquoAls de Katholiekenrsquo1 Als in de reizang na het eerste bedrijf depriesters een uitdrukking gebruiken waarin Molkenboer - naar ik meen terecht -lsquoeen spottende weerklank op de klacht van Ds P Leupenius Naaberecht overVondels zgn preferentie van zijn dramas boven preekenrsquo2 beluistert dan meent hijzelfs te moeten verontschuldigen dat die weerklank niet in de mond van deongelovige partij is gelegd lsquoHet spel brengt mee dat Vondel dezen weerklank dengoeden3 priesters van Jupiter in den mond moet leggenrsquo4 Molkenboer zoekt voorzijn opvatting steun in het feit dat Vondel voor heidens-godsdienstige begrippentelkens
1 WB V resp pag 721 en 7232 Dit Naaberecht gedaan op J van Vondelens noodig berecht is Leupenius antwoord op de
aanval tegen zijn spellingvoorstellen in Vondels Noodigh Berecht over de nieuweNederduitschemisspellinge (als aanhangsel opgenomen achter de Lucifer) - Het gaat hierbij om het volgendeIn zijn Berecht voor de Lucifer had Vondel er ter verdediging van het toneel aan herinnerddat de heidense toneelspelers Genesius en Ardaleo door het spelen van hun rol in eenschimpstuk tegen het Christendom lsquoovertuight wierden van de waerheit dieze geleert haddenuit hun deftige speelrollen doorgaends beter gestoffeert met pit van wysheit dan laffe redenenuren lang in den wint gestroit en eer verdrietigh dan leerzaemrsquo (WB V pag 614 reg 195-198)Leupenius had dit geinterpreteerd alsof Vondel met lsquolaffe-redenenrsquo op de preken derpredikanten doelde en daartegenover zijn eigen dramas stelde Vandaar dat hij Vondel verwijtdat lsquohij zeer volmondig opgeeft dat syn lompe verdichtselen met meerder pitt van wysheitgestoffeert sijn dan de Predikingen van Gods dienaren die naer syn gewoonlyke godloosheidby hem niet anders syn dan laffe reedenen in den wind gestrooift eer verdrietig dan leersaemrsquo(geciteerd in Lucifer-Molkenboer pag 106-107 onder de aant bij Berecht reg 253) Bovendienergert Leupenius er zich aan lsquodat ldquoeen snoode aerdworm sik vermeet den helderen Hemel in synen donkeren Schouwburg te vertoonenrdquo en dat de H Drievuldigheid doorldquolichtvaerdige Kaamerspeeldersrdquo wordt afgebeeldrsquo (Molkenboer in zijn annotatie vanSalmoneus vs 200-204 in WB V pag 725) De bewuste regels 200-204 uit de eerste reizangvan de priesters luiden
De tempel moet voor speeltooneelenDen vinger leggen op den montOm zulck een godeloozen vont
Van mommerye op haer stellaedjeEen worrem speelt Godts personaedje
3 Cursivering van mij4 WB V pag 725
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
236
gebruik maakt van Christelijke termen als kerck koor myterkroon enz lsquohier endoorloopend bedient Vondel zich van christelijke termen voor heidensche begrippeneen omgekeerd humanisme dat intusschen zijn bijbedoelingen des te duidelijkermaaktrsquo1Ommet dit laatste te beginnen een dergelijk lsquoomgekeerd humanismersquo is in Vondels
tijd en ook bij hem zelf - men vergelijke slechts zijn vertalingen van Griekse dramas- te algemeen-gebruikelijk om in dit verband bewijswaarde te hebben Hoogstenszou men kunnen poneren dat Vondel er hier een opvallend veelvuldig gebruik vanmaakt2 Dan blijft het echter noacuteg de vraag of de bedoelingen die Vondel daarmeehad overeenkomen met die welke Molkenboer hem toeschrijft de bewuste termenlaten zich even goed verklaren uit de ironiserende tendens van de gehele opzetzonder verdere lsquobijbedoelingenrsquoIk voor mij beschouw dan ook Molkenboers godsdienstigpolemische interpretatie
van incidentele versregels als onhoudbaar Wij zagen reeds hoe hij daarmee tenaanzien van een passage in de eerste rei tot eenzelfde soort innerlijketegenstrijdigheid kwam als Van Lennep Bovendien veronderstelt zijn opvatting datVondel de vijanden van zijn Lucifer meer hun afwijzing van het Rooms-Katholicismezou hebben verweten dan die van zijn drama maw dat hij zijn tegenaanval opeen ander punt (de godsdienst) zou hebben ingezet dan op dat waarom het eigenlijkging (het toneel) Weliswaar was het verbod van de Lucifer door de kerkeraadbewerkt en hadden vooral predikanten het venijn van hun pen over de dichteruitgestort waarbij ook over diens geloofsovergang vaak het nodige werd gezegd -maar de inzet bij dit alles was toch het Bijbelse drama en niet hetRooms-Katholicisme In overeenstemming daarmee ironiseert Vondel in zijn Berechtdan ook niet het Protestantisme
1 WB V pag 726 annotatie bij vs 2242 Daar staat evenwel tegenover dat wij niet beschikken over werkelijk bevredigend
vergelijkingsmateriaal In geen van Vondels niet-Bijbelse dramas (met inbegrip van zijnvertalingen) nemen priester en tempel een zo belangrijke plaats in als hier
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
237
van zijn tegenstanders maar hun veroordeling van zijn drama waardoor zij in strijdkwamen met de opvatting van onverdachte geloofsgenoten onder wie zelfs Bezakon worden genoemd1 Het ligt voor de hand aan te nemen dat Berecht en dramaop dit punt met elkaar overeenstemmen en naar de interpretatie die hierboven vande Salmoneus werd gegeven is dit ook inderdaad het gevalMaar als deze interpretatie juist is dan was de hekelende strekking ook niet van
de incidentele toespelingen en hatelijkheden afhankelijk dan kon het aantal daarvandus zonder bezwaar beperkt blijven of eventueel - als het inderdaad de Salmoneusis geweest die door Vondel lsquoseer verandert en verbetertrsquo werd2 - beperkt wograverdenTheoretisch zouden zij desnoods zelfs geheel hebben kunnen ontbreken Ik neemoverigens megravet Molkenboer aan dat zij wel degelijk voorkomen daarbij denk ik echteraan venijnigheden van een geheel andere aard dan hij veacuteeacutel persoonlijker en zoacutezeerbepaald door de toevallige actualiteit van het ogenblik dat het voor ons nauwelijksmeer mogelijk is ze precies te begrijpen of zelfs maar te onderkennen Alleen eenuitvoerige studie niet alleen van de pamfletten en scheldverzen tegen de Lucifer3maar van alles wat tussen 1654 en 1657 onder de Amsterdammers leefde en voorhen lsquotopic of the dayrsquo is geweest zou de oplossing misschien naderbij kunnenbrengen Want anders dan bij de door Molkenboer veronderstelde aanval op hetProtestantisme in het algemeen had het in de gegeven omstandigheden voor Vondelwegravel zin bepaalde personen in een dubbelzinnig of belachelijk licht te plaatsendaarmee werd immers gesuggereerd dat men hun oordeel en argumenten niet alte zeer au seacuterieux moest nemen Om dit te bereiken zal hij naar ik mij voorstelgebruik hebben gemaakt van alles wat zich daartoe leende de politieketegenstellingen in stad en land uitlatingen van bekende persoonlijk-
1 Zie boven pag 190 sub 52 Zie zijn briefje aan Brandt op pag 1863 Op pag 235 kwam reeds de spottende weerklank op Leupenius Naaberecht ter sprake die
Molkenboer in vs 200-204 meent op te merken
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
238
heden preken die de aandacht hadden getrokken bons-mots geruchten enz Zotwijfel ik er bv niet aan of de discussie in V-c tussen Bazilides en Theofrastusover de vraag of een republiek dan wel een monarchie de voorkeur verdient staatin direct verband met het antagonisme tussen de voor- en de tegenstanders vande Prins van Oranje in de beginjaren van wat wij nu lsquohet eerste stadhouderlozetijdperkrsquo noemen Niet alleen de discussie zelf maar ook haar omvang laten zichmoeilijk anders verklaren dan uit de actualiteit En ik durf veronderstellen dat detoneelbezoekers van 1657 in de argumentenvoacuteoacuter-en-tegen allerlei hun vertrouwdeuitspraken hebben herkend die tegen de achtergrond van de situatie in Elis eenonverwachte pikanterie kregen Ook de sententies zouden voor een dergelijk spelmet reeumlle en algemeen-bekende uitlatingen kunnen gediend hebben is dat misschieninderdaad het geval geweest en ligt hier de verklaring voor hun ongewoon grotefrequentieZonder nadere gegevens heeft het echter geen zin zich in allerlei speculaties
over mogelijkheden te verdiepen Wij leggen ons daarbij des te gemakkelijker neeromdat het doorzien van de toespelingen - hoe verhelderend ook op detailpunten -toch onze conclusie omtrent de opzet van de Salmoneus als geheel niet zouwijzigen
Ons onderzoek heeft doen uitkomen dat Vondel in de Salmoneus de dramatischestructuur ondergeschikt heeft gemaakt aan zijn ironiserende bedoeling Het spreektdus vanzelf dat wij nauwelijks kunnen verwachten in dit lsquotreurspelrsquo iets te vindendat van betekenis zou zijn voor de dramatische ontwikkelingsgang van de dichterSlechts de proef met een stringente toepassing van de eenheid van plaats verdientin dit opzicht de aandacht1 En misschien mogen wij het ironiserende spel met (destructuur van) het dualiteitsdrama beschouwen als
1 Zie boven pag 193
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
239
een aanwijzing voor de juistheid van onze conclusie aangaande de Lucifer namelijkdat zich daarin lsquohet afscheid van de dualiteitrsquo voltrekt1 Het lijkt immers weinigwaarschijnlijk dat Vondel een dergelijk spel zou hebben gespeeld wanneer hij nietreeds aan het dualiteitsdrama was ontgroeid
1 Zie boven pag 180
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
240
Hoofdstuk IVJeptha1659
In het Berecht Aen de begunstelingen der toneelkunste1 dat hij aan zijn Jepthavooraf doet gaan deelt Vondel mee dat zijn gedachten lsquoal menige jaeren geledenrsquoop dit onderwerp lsquospeeldenrsquo maar dat hij eerst tot de uitvoering van zijn plan hadkunnen overgaan toen hij een oplossing gevonden had voor lsquode twee maendenuitstels de dochter toegestaen middelerwijl zy haeren maeghdelijcken staet op debergen beschreit welck uitstel Aristoteles tooneelwet in het licht staet want hy zeghtdat het treurspel allermeest begrijpt den handel van eenen zonneschijn of luttelmin of meerrsquo Zodra echter lsquodees hinderpaelrsquo overwonnen was lsquonam ick voor ditwerck op te zetten oock in dier voege dat het alle eigenschappen tot eenvolkomenheit vereischt in zich moght besluiten en te gelijck den aenkomendentreurdichteren dienen tot een voorbeeldelijck onderwijs van het toestellen dertreurspelenrsquo2Op de aard van de aanvankelijke lsquohinderpaelrsquo en de wijze waarop deze werd
overwonnen komen wij aanstonds terug Voorlopig is het mij slechts te doen omVondels uitdrukkelijke verklaring dat hij een mo d e l -t r a g e d i e wilde geven diein alle opzichten voldeed aan alle eisen van de theorie Daarin ligt namelijkopgesloten dat hij het bewijs wilde leveren van zijn
1 WB VIII pag 773-779 Vondel volgt ook hier de gedragslijn die hij voor het eerst bij hetBerecht van Lucifer had toegepast (zie boven pag 73) en bij dat van Salmoneus gehandhaafd(zie boven pag 187) om zich slechts te richten tot hen bij wie hij wist op begrip enbelangstelling voor zijn werk te kunnen rekenen
2 Berecht reg 1-27
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
241
meesterschap als dramaturg En ik meen dat wij verband mogen leggen tussendeze wens en het verzet tegen de Lucifer Uit het Berecht van Salmoneus en uit deironiserende opzet van dit drama is ons reeds gebleken hoe diep de dichter zichdoor het onbegrip voor zijn liefste schepping gekwetst voelde Maar die ironie wasslechts een negatieve vorm van verweer geweest Daarnaast en daarboven wildehij nu ook poacutesitief bewijzen dat hij op dramatisch gebied inderdaad een autoriteitwas zodat de kritiek op Lucifer terugviel op de kritikasters en in de eerste plaatshun artistiek-theoretische onbevoegdheid deed uitkomen Als deze veronderstellingjuist is wilde Vondel dus door het leveren van een meesterschaps-proeve alstragedie-dichter indirect zijn Lucifer verdedigenReeds dadelijk moet hem daarbij de geschiedenis van Jefta en diens dochter als
fabula voor zijn drama voor ogen hebben gestaan Het lsquooock in dier voegersquo in dezin uit het Berecht die ik aan het slot van mijn eerste alinea heb geciteerd mag erons niet toe verleiden zonder meer aan te nemen dat Vondel eerst op de gedachtevan een model-tragedie zou zijn gekomen toen zijn onderwerp reeds vast stondDe bewuste woorden laten zich in modern Nederlands het best weergeven met lsquoenwel zoacute (dat )rsquo en sluiten dus simultaneiumlteit in het opkomen van de beide plannenniet uit En de geschiedenis van Jefta waarop Vondels gedachten lsquoal menige jaerengeleden speeldenrsquo - dat brengt ons dicht in de buurt van 1654 - leende zich zoacute bijuitstek voor een demonstratie van meesterschap dat er nauwelijks aan getwijfeldkan worden of de gedachte daaraan is onmiddellijk bij de dichter opgekomenMisschien zelfs was zij primair en werd de keus van het onderwerp bepaald doorde mogelijkheden die het in dit opzicht boodWelke waren dan die bijzonderemogelijkheden van het Jefta-motief Het antwoord
daarop ligt besloten in de titel die Vondel aan zijn tragedie gaf Jeptha of OfferbelofteWant dat is een letterlijke vertaling van Jephthes sive votum zoals de beroemdetragedie over dit motief heette die de Schotse Humanist George Buchanan(1506-1582) in 1554 het licht had doen
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
242
zien Vondel behoefde er geen ogenblik aan te twijfelen of zijn titel door debegunstelingen der toneelkunste wel als zodanig zou worden herkend De roemvan Buchanan als neo-latijns dichter beheerst de gehele 17de eeuw de Jephtheswerd vaak tezamen met ander werk van deze auteur ontelbare malen herdruktook in Antwerpen Leiden en Amsterdam1 De bewondering voor deze tragedie waszelfs zoacute groot dat de dramatische aanpak van het Jefta-motief op bepaalde punten(de moeder-figuur de priester die het offer afkeurt) vrijwel definitief door dit voorbeeldwerd bepaald - Vondels titel nodigt dus rechtstreeks uit tot vergelijking van zijn werkmet het meest beroemde drama over hetzelfde onderwerpMaar de titel doet meacuteeacuter dan dat Hij kondigt tevens aan dat Vondels drama
opgevat dient te worden als een imitatio van Buchanans Jephthes overeenkomstighet voorschrift van Vossius lsquoSi imitemur poeumltam nobilem rectius nomen ab eodramati datum retinetur ne illud mutando videamur occultare voluisse quempoeumltam expresserimusrsquo2 Wel verre van de mogelijkheid tot aemulatio (wedijver) uitte sluiten bood de imitatio daartoe immers juist de meest directe kans Dat lagbesloten in een ander voorschrift van Vossius lsquoSin praeiverit alius videndum annon meliugraves connexio aut solutio institui possit Quod si fiat ut fabulae nomen sitidem fabula tamen diversa eritrsquo3Dat Vondel zich zijn drama over Jefta nooit anders dan als imitatio van de Jephthes
heeft gedacht blijkt ook uit de uiteenzetting aan het begin van zijn Berecht omtrentde lsquohinderpaelrsquo die hij te overwinnen had alvorens aan het werk te kunnen gaanDeze uiteenzetting gaat er van uit dat de gegevens uit het Bijbelverhaal de lezerduidelijk voor ogen staan ik laat dus een korte samenvatting daarvan voorafgaan
1 Raymond Lebegravegue La trageacutedie religieuse en France Les deacutebuts (1514-1573) (Parijs 1929)pag 247Wilbur Owen Sypherd Jephthah and his Daughter A Study in Comparative Literature(Delaware zj [1948]) pag 18 en pag 200 noot 6 Uit het proefschrift van EJ Kuiper DeHollandse lsquoSchoolordrersquo van 1625 diss Amsterdam SU (Groningen 1958) blijkt dat dePsalmen van Buchanan tot de verplichte leesstof op de Latijnse scholen behoorden
2 GJ Vossius Institutiones Poeumlticae (1647) Lib II cap VIII 23 Inst Poeumlticae Lib II cap XVIII 3
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
243
In Richteren XI wordt verteld hoe Jefta die als bastaard door de wettigezonen van zijn vader uitgestoten was en sindsdien als rover-hoofdmanin zijn onderhoud voorzag door de Gileadieten - zijn landgenoten - totveldheer wordt gekozen in hun strijd tegen de Ammonieten Op hetogenblik van de beslissende slag doet hij de gelofte lsquoindien het heirdoverhant behielt op te offeren wat hem eerst uit zijne poorte zoudebejegenenrsquo1 Wanneer hij als overwinnaar naar huis terugkeert blijkt deeerste die hem tegemoet komt zijn enige dochter Zij aanvaardt haar lotmaar krijgt op haar verzoek twee maanden uitstel om in de bergen methaar vriendinnen te rouwen over het feit dat zij als maagd moet stervenDaarna keert zij terug en het offer wordt volbracht Het begin vanRichteren XII verhaalt dan verder - geheel los van de offergeschiedenis- dat de Ephraiumlmieten afgunstig op de overwinning van Jefta waaraanzij geen deel hebben gehad tegen hem ten strijde trekken maarvernietigend door hem worden verslagen
De moeilijkheid van Vondel lag in de lsquotwee maenden uitstelsrsquo2 tussen de tragischeontmoeting van vader en dochter na de overwinning op de Ammonieten en devoltrekking van
1 Aldus Vondel in zijn Inhoudt (WB VIII pag 780 reg 9-10) Het verdient opmerking dathij met het neutrum lsquowatrsquo niet de gebruikelijke Vulgaat-tekst volgt die de gelofte aldusweergeeft lsquo quicumque primus fuerit egressus de foribus domus meae mihiqueoccurrerit revertenti cum pace a filiis Ammon eum holocaustum offeram Dominorsquo Datroept de gedachte op aan een mensen-offer Arias (zie beneden pag 272) heeft inplaats van het gecursiveerde woord lsquoquodcumquersquo waardoor de gelofte veelonbepaalder wordt en ook dieren omvat de Statenvertaling kiest eveneens een neutrumlsquohet uitgaande dat uit de deur mijns huizes mij tegemoet zal uitgaanrsquo Bij Vondel zalhet neutrum - waarvan de onbepaaldheid in het drama inderdaad een rol speelt (vglvs 926-939) - wel ontleend zijn aan Buchanan die de eed aldus formuleert
Quod primum ad aedes sospiti occurret measTuas id aras imbuet grata hostiaSuo cruore (Jephthes episode 3 vs 54-56a)
Zo ook in de Proloog vs 58-59
Quodcunque primum se obuiam ferret sibiPromisit aris se daturum victimam
(Al mijn citaten uit de Jephthes zijn naar de editie Leiden 1600)2 De citaten uit deze en de volgende alinea zijn terug te vinden WB VIII pag 773 reg 1-23
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
244
het offer In een tragedie die rekening hield met de Aristotelische eenheid van tijdkonden deze twee essentieumlle momenten onmogelijk b e i d e worden verwerktBuchanan had dit wegravel gedaan maar daarvoor het uitstel van tweemaandenmoetenverwaarlozen bij hem vindt het offer plaats op de dag van Jeftas terugkeer Op hetvoetspoor van Vossius zag Vondel daarin een ernstige fout tegen de eenheid vantijd
waer tegens Buchanan in zijn treurspel van Jeptha zich [behoudenszijne treffelijcke eer in de dichtkunste] te grof vergreepen heeft oocktegens dopenbaere waerheit der bybelsche historie gelijck van wijlen deheer professor Vossius op de tooneelwetten afgerecht die in Buchananoverlang tegens my bestrafte1
De fout was te ernstig dan dat Vondel kon overwegen ze bij zijn imitatio tehandhaven vooral nu hij van zijn nieuwe drama in alle opzichten een model-tragediewilde maken Maar dit betekende dat de misgreep van Buchanan het hele plan vaneen imitatio in gevaar bracht De structuur van Jephthes werd
1 Op het eerste gezicht is deze gedachtengang weinig duidelijk Immers als Buchanande twee maanden uitstel verwaarloosde zondigde hij wel lsquotegens dopenbaere waerheitder bybelsche historiersquo maar niet tegen de eenheid van tijd Volgens Vondels lsquooockrsquowas hij echter met beide in strijd Een vergelijking met de opmerking van Vossius zelf(Inst Poeumlticae Lib II cap III 2) brengt hier klaarheid In verband met de eenheid vantijd heeft Vossius er om op gewezen dat Plautus zich belachelijk maakt wanneer hijhet in zijn Amphitruo doet voorkomen of Alcumena op dezelfde dag zwanger wordt enbaart Onmiddellijk daarop vervolgt hij lsquoook Buchanan maakte ten tijde onzer vaderenin zijn Jephthes deze fout aangezien er een tijdsduur is van tenminste twee maandenwant in geen korter tijdsbestek moest de maagdelijkheid worden beweendrsquo (Etiamparentum aevo in Jephthe suo peccabat Buchananus cugravem periodus sit minimugravemduorum mensium Nec enim minori spatio deploranda erat virginitas) De bedoelingblijkt uit het verband Zoals niemand de verwaarlozing van de negen maandenzwangerschap bij Plautus als geloofwaardig zou aanvaarden zo deed ook niemanddat de verwaarlozing van de twee maanden uitstel bij Buchanan ieder wist immers datdie twee maanden er geweest moegravesten zijn In schijn mocht dan de eenheid van tijdgehandhaafd zijn in werkelijkheid was dit daarom niegravet het geval Buchanan lsquozondigdersquodus wel degelijk En bovendien kwam hij door zijn mislukte poging oacuteoacutek in strijd met deBijbel voegt Vondel daaraan nog toe - Dat deze interpretatie van Vossius opmerkingjuist is blijkt uit de behandeling van deze zelfde kwestie door Danieumll Heinsius in zijnDe tragoediae constitutione cap XVI (in de door mij gebruikte editie van 1643 tenonrechte XVII) lsquoIn periodo autem Dramatis nos ipse [= Buchanan] ludit ad minimumenim mensium duorum est Duos enim deplorandam fuisse virginitatem quis nescitSed amp in ipsa de qua nunc agimus historia diserte circa finem mensium duorumrediisse ad parentem amp is votum de ea persoluisse diciturrsquo (in de editie van 1643 pag204-205) De opmerking van Vossius steunt ongetwijfeld op die van Heinsius
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
245
immers door die lsquofoutrsquo bepaald Na een proloog en een inleidende scegravene bereikteBuchanan een eerste hoogtepunt in het verhaal van de bode die aan Jeftas vrouwen dochter en aan de rei mededeling komt doen van de overwinning op deAmmonieten diens beschrijving van de slag was veel te bekend en beroemd dandat zij bij een imitatio buiten beschouwing kon worden gelaten Bovendien hing bijBuchanan de peripeteia rechtstreeks met dit bode-verhaal samen De vreugde diedaardoor was opgewekt slaat immers om in ontsteltenis om de consequentie vanJeftas gelofte en in rouw om het geofferde meisje een imitatio die niet min of meerbij deze grondstructuur aansloot zou zich te ver van zijn voorbeeld verwijderen dandat het verband daarmee nog duidelijk zou kunnen zijn Vondel zag aanvankelijkdan ook geen uitweg en lsquohet spel bleef steeckenrsquoBlijkbaar heeft Vondel zijn probleem tenslotte aan bevriende geestelijken
voorgelegd en toen
hoorde1 ick hoe Serarius Arias Saliaen en andere treflijcke vernuftengevoelden dat Jepthas krijghstoght tegens de wederspannige Efraimmersnoch uitgevoert wiert eer de gemelde tweemaenden uitstels verstreeckenwaren schoon het boeck der Rechteren en Josefus deze orden niethouden om het verhael van Jeptha en zijne offerhande aireedebegonnen niet te stooren en te deelen maer vervolgens achter een tebeschrijven
Daarmee was voor de dichter lsquodees hinderpael verzetrsquo en kon hij aan het werkgaan Want nu kon hij in zijn drama de overwinning op de Ephraiumlmieten de plaatslaten innemen van die op de Ammonieten bij Buchanan Zodoende kon hij
1 Dit lsquohoordersquo sluit natuurlijk niet uit dat Vondel de bewuste lsquotreflijcke vernuftenrsquo - althansde drie met name genoemden - later ook zelf is gaan bestuderen Dat hij dit inderdaadgedaan heeft blijkt reeds uit het feit dat hij in zijn uiteenzetting vrijwel letterlijk dewoorden van Salianus weergeeft met inbegrip van diens vermelding van FlaviusJosephus lsquoSerarius quoque amp Arias censent coortam hanc seditionem [nl die van deEphraiumlmieten] ante quam filia Iephte immolaretur Ea tamen tota continenti narrationesuperiori capite exposita est vt semel coepta de filia Iephte narratio non diuidereturquod agrave Iosepho quoque factum estrsquo (Salianus Annales Ecclesiastici Veteris TestamentiII cap XX pag 831)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
246
zijn tragedie laten aanvangen bij de terugkeer van Jeftas dochter uit de bergen entogravech in grote lijnen de structuur van de Jephthes volgen togravech een weerslag gevenop Buchanans beschrijving van de veldslag togravech de blijdschap om een overwinningdoen omslaan in ontsteltenis en rouw om het onmiddellijk daarop volgende offerNatuurlijk bleven er nog moeilijkheden genoeg over waarvoor een oplossinggevonden diende te worden - moeilijkheden die samenhingen met het feit dat indeze nieuwe situatie zowel Jefta als zijn dochter reeds twee maanden met degedachte aan het offer vertrouwd waren zodat er van een onverwachte agnitio geensprake kon zijn Hoe Vondel deze problemen opgevangen heeft zal later aan deorde komen Voorlopig was het er mij slechts om te doen aan te tonen dat het beginvan zijn Berecht betrekking heeft op de imitatio van Jephthes die hij in zijn titel hadaangekondigdAlleen tegen deze achtergrond is de uiteenzetting van Vondel logisch en wordt
het duidelijk waarom de situeumlring van de overwinning op Ephraiumlm voacuteoacuter het offereen oplossing voor hem betekende Wanneer hij onafhankelijk van Buchanan eentragedie over Jefta had willen schrijven had dit immers nooit een sleutelprobleemkunnen vormen Het hief de tweemaanden uitstel tussen de beide grote dramatischemomenten niet op Weliswaar kon de tweede terugkeer van Jefta worden uitgebeeldals een parallel van zijn eerste thuiskomst - met inbegrip zelfs van een begroetingvan de overwinnaar door zijn dochter - waardoor een sterke suggestie werd gewektvan het fatale moment Wij zullen zien dat Vondel zich deze kans inderdaad nietheeft laten ontglippen maar daarmee werd toch het moment zegravelf niet op het toneelgebracht met name het verrassings-element en de reactie daarop lieten zich nueenmaal niet herhalen En bovendien had zulk een retrospectieve benadering vande eerste ontmoeting ook op een andere manier bereikt kunnen worden bv dooreen scegravene waarin Jefta wachtend op de terugkomst van zijn dochter in een gesprekmet zijn oude vertrouweling (de hofmeester) heel de rampzalige geschiedenis vanzijn gelofte de overwinning op Ammon de triomfantelijke
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
247
terugkeer en de ontmoeting met zijn kind als het ware opnieuw beleefde De slagtegen Ephraiumlm is voor de suggestie van het verleden n i e t essentieumlel - zeker nietin diegrave mate dat voor iemand als Vondel de mogelijkheid tot het opzetten van eenJefta-drama daacuteaacutervan zou hebben kunnen afhangen als hij zich niet bij voorbaataan de structuur van Buchanans Jephthes gebonden had
Een imitatio als hem thans voor ogen stond had Vondel in zijn dramaturgischeloopbaan nog niet eerder beproefd Wel had hij reeds in een aantal van zijn tragediesklassieke voorbeelden gevolgd maar dan steeds in kerstenende imitatio dwz metvervanging van het oorspronkelijke heidense motief door een Christelijke parallelTen opzichte van Senecas Troades had hij dit gedaan in Hierusalem verwoest1van het tweede boek der Aeneis in Gysbreght van Aemstel2 van Senecas Phaedrain Joseph in Egypten3 en in enigszins andere zin - meer naar de innerlijke dan naarde uiterlijke parallellie - ten opzichte van Sophocles Elektra in Gebroeders4 In aldeze gevallen werd echter de imitatio vanzelf beperkt door de transpositie naar eennieuwe fabula die bij alle verwantschap in motief toch in een geheel andere sfeerlag terwijl juist op die andere - Christelijke - sfeer de volle nadruk werd gelegdOnder deze omstandigheden was structurele imitatio slechts voor bepaalde scegravenesmogelijk en zelfs daar niet zonder de nodige modificaties daarin lag een natuurlijktegenwicht tegen het gevaar dat de imitatio tot plagiaat zou ontaarden Bovendienstond bij een dergelijke kerstenende imitatio de uitkomst van de aemulatio al bijvoorbaat vast lsquoovermits de heilige boven andere geschiedenissen altijt voor zichbrengen een zekere goddelijcke majesteit en aenbiddelijcke eerwaerdigheit dienergens zoo zeer dan in treurspelen vereischt wordenrsquo5
1 Zie Deel I pag 86-872 Zie Deel I pag 188-1953 Zie Deel I pag 374-3784 Zie Deel I pag 269 274-275 297-2995 Vondel in de Opdracht van Joseph in Dothan (WB IV pag 73-74 reg 20-22) Vgl JDP
Warners Translatio - imitatio - aemulatio in De Nieuwe Taalgids XLIX (1956) pag 289-295L (1957) pag 82-88 en pag 193-201
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
248
Maar ditmaal lag de zaak anders De Jephthes was zelf reeds een Bijbelse imitatiovan Euripides Ἰφιγένεια ἡ ἐν Αὐλίδι om deze overeenkomst te onderstrepen hadBuchanan de dochter van Jefta die in het Boek der Richteren naamloos blijft Iphisgenoemd Vondel zou in dit geval bij zijn aemulatio dus niet kunnen steunen op zijnautomatische voorsprong als Christelijk dichter maar de strijd moeten voeren metgelijke wapenen Een tweede en ernstiger handicap was dat het niet ging om imitatiobij de dramatisering van een p a r a l l e l l e maar van precies d e z e l f d egeschiedenis De noodzaak tot wijzigingen in de bouw en uitwerking van geiumlmiteerdescegravenes die bij transpositie naar een andere situatie vanzelf optrad en de dichtervoor al te grote afhankelijkheid van zijn voorbeeld behoedde zou zich dus niet doengelden Het was inderdaad een krachtproef waaraan Vondel zich ging wagenWij mogen er van overtuigd zijn dat hij dit ten volle besefte Hij zal stellig niet aan
het werk zijn gegaan zonder zich over de moeilijkheden en risicos van zijn plan tehebben laten voorlichten door Vossius die door zijn geschriften ook na zijn dood(1649) op theoretisch gebied Vondels voornaamste raadsman gebleven was EnVossius had in 1647 een kleine studie over de imitatio in het licht gegeven (DeImitatione) waarin Vondel alles kon vinden wat hij nodig hadVossius begint met onderscheid te maken tussen een kinderlijke navolging die
zich slechts op woorden en woordvormingen richt en de viriele of volwassenewaarbij het gaat om de eigenlijke kern van het werk1 Maar belangrijker is zijn tweedeonderscheiding die tussen slaafse en vrijmachtige (ingenua) imitatio Uiteraard isalleen de laatste een werkelijk dichter waardig Het gaat er immers niet om woordvoor woord ons voorbeeld te volgen maar het vreemde te maken tot iets eigenszodat lsquowat wij ontlenen door zijn nieuwe voorkomen
1 GJ Vossius De imitatione cap IV 1 lsquoModus imitationis est duplex puerilis amp virilis Priorisolugravem proponimus exemplum in verbis sive simplicibus sive conjunctis Sed longegrave ulteriugravesse virilis imitatio extendit Nimirum corpus ipsum effingere oportetrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
249
niet meer als een ontlening wordt beschouwd maar wordt erkend als het onzersquo1Het is verre van gemakkelijk dit te bereiken vooral wanneer in een bepaald werkin plaats van meerdere voorbeelden slechts eacuteeacuten beroemde auteur wordt nagevolgdAls de imitatio al te duidelijk zichtbaar wordt gaat zij immers op plagiaat lijkenlsquoDaarom is voacuteoacuter alles nodig dat wij bij het navolgen van een voorganger hier ietstoevoegen daar iets weglaten elders iets veranderen en vrijwel overal voor eenandere volgorde kleur of gesteldheid zorg dragenrsquo2 Imitatio moet dan ook niet dooriedereen worden bedreven evenmin als overal en altijd De beste kans op succeshebben zij die beschikken over een meer dan gewone aanleg en een door leeftijden ervaring gerijpt oordeel3 lsquoWie voortdurend in de voetsporen van een ander treedtkan immers niet vlug en flink genoeg volgen En het is het kenmerk van de tragegeest altijd een gids nodig te hebben Hoeveel mooier is het op de duur met hendie eerst onze gidsen geweest zijn te gaan wedijveren - met goede hoop hen tekunnen overtreffen hetzij in scherpzinnige vinding hetzij in gelukkige ordeninghetzij in smaakvol taalgebruik of in diepzinnige sententies Op deze wijze zullen wijzowel onze voorgangers overtreffen als het nageslacht verplichten door aan devindingen van die voorgangers uit eigen geest waardevolle elementen toe te voegenrsquo4Het grote voorbeeld van wat zodoende bereikt kan worden
1 De imitatione cap IV 3 lsquoIngenuam imitationem appello quando non verbum verbo reddimussed sic aliena tractamus ut non in alterius possessionem irruisse sed jure nostro venissecredamur quaeque aliena sunt ob dissimilem faciem non pro alienis habeantur sedagnoscantur pro nostrisrsquo
2 De imitatione cap IV 4 lsquoQuare hicircc inprimis est opus ut illis quae quis tractarit prior aliaaddamus alia demamus quaedam mutemur plerisque alium ordinem colorem aut habituminducamusrsquo
3 De imitatione cap IV 13 lsquo sic imitationem commendo ut nec ab omnibus nec ubique necsemper requiram Ac praesertim laxiores dedero habenas iis quibus ingenium obtigitexcellentius amp aetas atque usus judicium firmavitrsquo
4 De imitatione cap IV 13 lsquoNec enim strenuegrave satis sequitur qui perpetuograve aliena premit vestigiaEt segnis est ingenii duce semper indigere Quanto pulchrius cum iis quos priugraves sequebamurduces tandem contendere bonacirc spe posse eos agrave nobis vinci vel inveniendi acumine velεἰϰονομίας felicitate vel verborum elegantiacirc aut sententiarum gravitate Quomodo amp prioresexsuperabimus amp posteros demerebimur bona propria addendo priorum inventisrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
250
levert Vergilius met zijn navolging van Homerus en andere voorgangers1Vondel heeft deze voorschriften letterlijk opgevolgd Hij heacuteeacuteft toegevoegd
weggelaten en gewijzigd hij heacuteeacuteft telkens voor een andere volgorde een anderekleur en een enigszins afwijkende constellatie gezorgd En hij heacuteeacuteft daarmee wetente bereiken dat in het algemeen zijn drama als een origineel werk is aanvaard2Een eerste uitgangspunt voor het aanbrengen van de vereiste variaties vond hij
in de kritiek van zijn tijd op de Jephthes Want hoe groot de bewondering voorBuchanan en de faam van zijn drama ook mochten zijn men had in allerlei opzichtentegen dit laatste toch ook ernstige bezwaren Wij zagen reeds hoe Vossius demanier verwierp waarop Buchanan het probleem van de twee maanden uitstel hadopgelost Danieumll Heinsius deed hetzelfde en om dezelfde reden3 De laatste hadtrouwens nog meer punten van kritiek In de betrekkelijk uitvoerige passage die hijin zijn De tragoediae constitutione (1611) aan de Jephthes wijdt komt hij zelfs totde uitspraak dat er nauwelijks een zwakker stuk zou kunnen worden genoemd4 Inhet bijzonder heeft hij bezwaar tegen de wijze waarop Buchanan hier de versvormhanteert wanneer men diens versregels met hun veelvuldige enjambementen alsproza achter elkaar afdrukt valt er noch van hun poeumltisch noch van hun tragischkarakter meer iets te bespeuren lsquonam de versibus quis suspicari poterit quis decothurnorsquo5 - Verder keurt hij het af dat Buchanan aan de vrouw van Jefta de naamStorge (στοργή = moederliefde) gegeven heeft lsquoaliud affectus enim aliud quaeafficiturrsquo6 Een woord als στοργή kan slechts eigennaam zijn wanneer men
1 De imitatione cap IV 13 lsquoExemplo fuerit Maro qui multa feliciugraves expressit quagravem illi quosest secutusrsquo
2 De enige mij bekende uitzondering vindt men bij JD Macquet zie beneden pag 252-2533 Zie boven pag 244 noot 14 D Heinsius De tragoediae constitutione cap XVI (in de door mij gebruikte editie van 1643
cap XVII pag 201) lsquo hujus autem Iephte humilius vix quicquam dici potestrsquo5 De trag const cap XVI (1643 XVII pag 202)6 De trag const cap XVI (1643 XVII pag 205)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
251
daarmee een personificatie van het abstracte begrip wil aanduiden En dat is bijBuchanan niet het geval daarom had hij hier στέργουσα Stergusa (= dekinderlievende) als naam moeten gebruiken - Ook de naam Iphis acht Heinsiusweinig gelukkig Want zo heet bij Ovidius een meisje met Lesbische neigingen(Metamorphosen IX vs 669-797) deze associatie maakt de naam onbruikbaarvoor een maagd die aan God werd toegewijd Bovendien betekent Iphis lsquosnel sterkrsquowat evenmin bij de dochter van Jefta past Buchanan had haar dan ook veel betermet een Hebreeuws woord Jechida (= unica enig kind) kunnen noemen - En danis er de vriend van Jefta die aangeduid wordt als Symmachus dat hier krijgsmakkermoet betekenen Dat is evenwel een verkeerd gebruik van het woord want σύμμαχοιdoelt niet op krijgsmakkers maar op bondgenoten of vreemde hulptroepen - Eenscherpe opmerking over Buchanans andere Bijbelse tragedie de Baptistes sivecalumnia (1577) richt zich indirect eveneens tegen de Jephthes Heinsius neemthet Buchanan namelijk zeer kwalijk dat hij de Baptistes liet beginnen met eenproloog die door een afzonderlijke proloogspreker wordt uitgesproken Dat is op zijnplaats in een comedie maar niet in een tragedie waar de proloog in de mond dientte worden gelegd van een der eigenlijke dramatis personae1 Mede door dezemaniervan doen maakt Buchanan de Baptistes tot een tweeslachtig onding een lsquotreurigecomediersquo2 Maar ook in de Jephthes komt een dergelijke proloogspreker voorWeliswaar wordt hij daar nader aangeduid als lsquoAngelus prologusrsquo maar in het dramazelf treedt deze Engel verder niet op zodat hij niet beschouwd kan worden als lsquovnaegrave personisrsquo en dus mede onder het afwijzende oordeel van Heinsius valt
1 Vgl hierover GJ Vossius Inst Poeumlticae Lib II cap XV 2 lsquoPrologum (eacirc quidemsignificatione quacirc usurpant Latini) tragoedia non agnoscit Caussa ejus est quia simulacnomen tragoediae auditur notum est argumentum contragrave quagravem in comoedia sit Graeciquidem in tragoedia prologum agnoscunt sed illis prologus est una egrave personisrsquo
2 De trag const cap XVI (1643 XVII pag 209) lsquoIam Baptistes infra censuram est Tristisenim Comoedia Et ignarus hoc faterur cum Terentianum Prologum praefigit In tragoediaenim vna egrave personis est Prologusrsquo
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
252
De kritiek van Heinsius is typerend voor de formele - om niet te zeggen formalistische- wijze waarop bij de beoordeling van een drama de normen werden gehanteerden afwijking daarvan ook op detailpunten de auteur zwaar werd aangerekend Ikheb die kritiek dan ook niet alleen uitvoerig weergegeven omdat Vondel er ernstigrekening mee blijkt te hebben gehouden1 maar ook om de sfeer aan te duidenwaarin hij zich bij de overweging van zijn variaties te bewegen had
De verhouding tussen Vondels Jeptha en Buchanans Jephthes is reeds verschillendemalen aan de orde gesteld Het eerst werd dit gedaan door de Zierikzeesegeneesheer en burgemeester Jan Danieumll Macquet (1731-1798) in een studie Overden Jeftha van Vondel die werd opgenomen in het tweede deel van zijn anoniemuitgegeven driedelige Proeven van dichtkundige letteroefeningen2 Macquet blijktaan de ene kant nog dicht genoeg bij de tijd van Vondel te staan om hetimitatio-karakter van de Jeptha te onderkennen anderzijds echter is hij - na deQuerelle des anciens et des modernes en de Poeumltenoorlog (1713-1716) - reeds telsquomodernrsquo om dit niet te betreuren als een gebrek aan originaliteit Op pag 50 merkthij op
Het zoude mooglijk voor onzen Dichter tot meer eer gestrekt hebbenindien dit Treurspel een origineel stuk was doch dit kan men niet zeggenalzoo er buiten twijfel veel in overgenomen is uit den Jeftha van Buchanandie in het Latijn deze stof behandelde en wien Vondel heeft gekend
In de daarop volgende vrij uitvoerige vergelijking van de beide stukken wijst hijoverigens niet alleen ontleningen aan maar ook verbeteringen die Vondel alimiterend heeft aangebracht Macquet blijkt dus wel degelijk oog te hebben voorhet aemulerende karakter van diens navolging In zijn slotconclusie lijkt zelfs nogiets van Vossius beschouwingen over de imitatio door te klinken
1 In zijn Berecht noemt hij uitdrukkelijk ook Heinsius onder de door hem bestudeerde theoretici(WB VIII pag 778 reg 164)
2 Utrecht 1783 De bewuste studie op pag 37-63
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
253
De zwakke redenen tussen den Wetgeleerden en Jeftha zijn alleen uitBuchanan zonder veel oordeel gevolgd Alle de andere navolgingen zijnmet veel verstand verbeeterd en doen onzen dichter eer aen die schoonhij niet origineel kan genoemd worden in dit Treurspel echter zijnvoorganger merkelijk verbeterd en veel schoner stuk heeft gegeven Zulkenavolgingen zijn zoo goed als origineele vindingen (pag 62-63)
Ruim honderd jaar later in 1887 werd de verhouding tussen Vondel en Buchananopnieuw zij het min of meer terloops aan de orde gesteld door L Simons in zijnbaanbrekende studie over Vondels Jeftha1 Doordat hij het imitatio-karakter van ditdrama niet meer onderkent komt Simons er onwillekeurig toe de originaliteit vanVondel in bescherming te nemen door de nadruk te leggen op lsquomenig belangrijkverschilpuntrsquo dat er lsquobij veel onmiskenbare overeenkomst die bewijst dat VondelBuchanan met ijver geraadpleegd heeftrsquo toch ook is lsquoals een dichter een tooneelten deele navolgt dan hebben wij t recht de afwijkingen te beschouwen als opzettelijkgemaakt met een bepaalde bedoelingrsquo2 Inderdaad maar met dien verstande datoacuteoacutek deze afwijkingen deel uitmaken van de imitatio zodat er geen sprake is vantwee verschillende of zelfs tegenstrijdige tendenzen Het misverstand op dit laatstepunt in Simons beschouwingen heeft de sindsdien dominerende opvattingvoorbereid als zou Vondel in de Jeptha origineel mogen heten ondanks zijnontleningen aan Buchanan Men vindt ze in principe zowel bij Kaakebeen3 als bijAJ de Jong4 en Noeuml5 terug terwijl zij
1 In 1911 opgenomen in L Simons Studies en Lezingen (Amsterdam zj) pag 186-2332 L Simons Stud en Lez pag 2073 Vondels Jeptha of offerbelofte uitgegeven door CG Kaakebeen (Klassiek Letterkundig
Pantheon) derde druk (Zutphen zj [1920])4 Vondels Jeptha of Offerbelofte uitgegeven door Dr AJ de Jong (Klassiek Letterkundig
Pantheon Zutphen zj [1941]) De doorwrochte Inleiding bij deze uitgave geeft een uitstekendoverzicht van de problemen die samenhangen met het Jeftamotief in het algemeen en metVondels drama in het bijzonder
5 Vondels Jefta of offerbelofte uitgegeven door Dr J Noeuml SJ(Amsterdam-Antwerpen-Leopoldstad 1955) Noeumls Inleiding kenmerkt zich door de indringendewijze waarop hij de door Vondel in zijn Berecht vermelde regels vergelijkt met de theorie vanhet klassicisme zoals deze getekend wordt door R Bray La formation de la doctrine classiqueen France (Parijs 1927 herdruk 1951)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus
254
door het comparatistische werk van Sypherd ook naar het buitenland doordrong1Bomhoff trok er de conclusie uit dat het onderzoek naar de voorbeelden van Jepthalsquotot beter verstaan van het kunstwerk heel weinig heeft bijgedragen en dat het dejuiste waardering voor Vondels werk licht in gevaar brengtrsquo2 De onjuistheid van depremisse zou moeilijk duidelijker kunnen blijken dan uit deze conclusie Want eenjuiste waardering van de Jeptha wordt eerst mogelijk wanneer wij dit dramaonderkennen als wat het bedoelde te zijn een imitatio van de Jephthes maar - naarVossius woord - een lsquoimitatio ingenuarsquo De originaliteit van de dichter openbaartzich niet ondanks maar juist in zijn ontlening waarbij hij er in slaagde lsquohet vreemdete maken tot iets eigensrsquoOnder de onderzoekingen naar de verhouding Jeptha - Jephthes komt een aparte
en eervolle plaats toe aan de enkele bladzijden die G Kalff in 1894 aan Vondel enBuchanan gewijd heeft in zijn uitgebreide studie over de Bronnen van Vondelswerken3 Hoewel ook hij het imitatio-karakter van de Jeptha niet heeft gezien4 is hijtoch de enige geweest die - veel uitvoeriger dan Macquet - systematisch heeftaangegeven wagravet er eigenlijk door Vondel aan de Jephthes werd ontleend in verbandmet de vervanging van de naam Storge door Filopaie verwijst hij zelfs reeds naarde kritiek van Heinsius op Buchanan in De tragoediae constitutione Het is dan ookonbegrijpelijk dat met uitzondering van Kaakebeen de latere commentatoren ditwaardevolle overzicht blijkbaar over het hoofd hebben gezien
1 WO Sypherd Jephthah and his Daughter pag 20 lsquoVondels indebtedness to Buchananwas if anything more profound than that of Marca but even so it does not go so far as tominimize the originality of the Dutch poet and dramatistrsquo Een noot hierbij verwijst naar Simonsen Kaakebeen
2 JG Bomhoff Bijdrage tot de waardering van Vondels drama diss Leiden (Amsterdam 1950)pag 102
3 G Kalff Bronnen van Vondels werken in Oud-Holland XII (1894) pag 26-56 de bewusteparagraaf op pag 47-51
4 Vgl de volgende formuleringen lsquo dan zien wij dat Vondel wel het een en ander aan zijnvoorganger heeft ontleendrsquo (pag 48) lsquoenkele passages en verzen van Jephthes hebbenVondel blijkbaar voor den geest gestaan toen hij zijnen Jeptha dichttersquo (pag 49)
WAP Smit Van Pascha tot NoahDeel 2 Salomon - Koning Edipus