HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

22
Rotter I j»t HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999) door Peter Tammes Salomon Frenk kwam uit een familie van vleeshandelaren en scheeps- leveranciers. Zijn vader had de overstap gemaakt van veehandelaar naar scheepsleverancier, terwijl zijn schoonfamilie, de Van Crevelds, actief waren in de vleeshandel. Dit artikel gaat over het ondernemer- schap van Salomon Frenk. Tijdens de Duitse bezetting verloren de Joodse families Frenk en Van Creveld al hun bezittingen en werden ze gedeporteerd. Salomon Frenk overleefde de Tweede Wereldoorlog en zette de familiebedrijven in de vlees- en in scheepsleveranciersbranche voort. In beide sectoren ontwikkelde hij zich tot een vooruitstrevende ondernemer. Het ondernemerschap van Salomon Frenk geeft ons een goed beeld van de ontwikkelingen van de naoorlogse vleeshandel en scheepsbe- voorrading. Dit is voor een groot deel te danken aan zijn verzamel- drang, waardoor talrijke documenten zoals jaarverslagen, notulen, accountantsrapporten en zakelijke correspondentie bewaard zijn, even- als 'rammelende kletsbrieven' die hij zijn 'teerbeminde dochters' stuur- de nadat ze het ouderlijk huis hadden verlaten en in het buitenland waren gaan wonen. Dit enorme prive-archief is na zijn overlijden aan het Rotterdamse gemeentearchief geschonken en biedt een goed inzicht in zijn activiteiten.' In het eerste deel van dit artikel wordt het leven van Salomon tot het einde van de Tweede Wereldoorlog beschreven: zijn familie, de fami- liebedrijven en de wederwaardigheden van hemzelf en zijn familie tij- dens de oorlogsjaren. Het tweede deel begint met een korte beschrij- ving van de wijze waarop Salomon zijn leven na de oorlog weer tracht- te op te bouwen en zich inzette voor de Joodse gemeenschap. Ten slot- te komen zijn zakelijke activiteiten uitgebreid aan bod, eerst in de vleessector en daarna in de scheepsleveranciersbranche. De familie Frenk grootvader, uit Furth om zich in Rotterdam te De familie Frenk kwam oorspronkelijk uit vestigen. Zijn zoon verhuisde naar Zierikzee, Duitsland. In de achttiende eeuw vertrok maar in 1906 kwam de familie Frenk terug in Marcus Mordechai Frenk, Salomons betover- Rotterdam.^ De vader van Salomon, Nathan 183

Transcript of HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

Page 1: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

Rotter I j»t

HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

door Peter Tammes

Salomon Frenk kwam uit een familie van vleeshandelaren en scheeps-leveranciers. Zijn vader had de overstap gemaakt van veehandelaarnaar scheepsleverancier, terwijl zijn schoonfamilie, de Van Crevelds,actief waren in de vleeshandel. Dit artikel gaat over het ondernemer-schap van Salomon Frenk. Tijdens de Duitse bezetting verloren deJoodse families Frenk en Van Creveld al hun bezittingen en werden zegedeporteerd. Salomon Frenk overleefde de Tweede Wereldoorlog enzette de familiebedrijven in de vlees- en in scheepsleveranciersbranchevoort. In beide sectoren ontwikkelde hij zich tot een vooruitstrevendeondernemer.

Het ondernemerschap van Salomon Frenk geeft ons een goed beeldvan de ontwikkelingen van de naoorlogse vleeshandel en scheepsbe-voorrading. Dit is voor een groot deel te danken aan zijn verzamel-drang, waardoor talrijke documenten zoals jaarverslagen, notulen,accountantsrapporten en zakelijke correspondentie bewaard zijn, even-als 'rammelende kletsbrieven' die hij zijn 'teerbeminde dochters' stuur-de nadat ze het ouderlijk huis hadden verlaten en in het buitenlandwaren gaan wonen. Dit enorme prive-archief is na zijn overlijden aanhet Rotterdamse gemeentearchief geschonken en biedt een goed inzichtin zijn activiteiten.'

In het eerste deel van dit artikel wordt het leven van Salomon tot heteinde van de Tweede Wereldoorlog beschreven: zijn familie, de fami-liebedrijven en de wederwaardigheden van hemzelf en zijn familie tij-dens de oorlogsjaren. Het tweede deel begint met een korte beschrij-ving van de wijze waarop Salomon zijn leven na de oorlog weer tracht-te op te bouwen en zich inzette voor de Joodse gemeenschap. Ten slot-te komen zijn zakelijke activiteiten uitgebreid aan bod, eerst in devleessector en daarna in de scheepsleveranciersbranche.

De familie Frenk grootvader, uit Furth om zich in Rotterdam teDe familie Frenk kwam oorspronkelijk uit vestigen. Zijn zoon verhuisde naar Zierikzee,Duitsland. In de achttiende eeuw vertrok maar in 1906 kwam de familie Frenk terug inMarcus Mordechai Frenk, Salomons betover- Rotterdam.^ De vader van Salomon, Nathan

183

Page 2: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

afb. I. N.S. Frenk (met

strohoed) en echtgenote

poseren temidden van de

stoere slagers omstreeks

917.

(GAR, 956, dep. 1/1463)

Salomon, werd veehandelaar en leverde veelaan slagerij Van Creveld, die in Rotterdambekend stond als de slagerij voor pekelvlees.'In 1914 trouwde hij met een dochter uit dezeslagersfamilie, Sophia van Creveld. De zakenverliepen voorspoedig: vanaf 1920 namNathan Salomon als partner deel aan netscheepsleveranciersbedrijf Reens & Co vanzijn zwager Charles Reens. In 1934 richtte hijeen eigen scheepsleveranciersbedrijf oponder de firmanaam N.S. Frenk. In datzelfdejaar volgde ook de oprichting van VanCreveld & Frenk, een handelsfirma in slacht-producten zoals darmen.Salomon Frenk werd geboren op 29 maart1915. Familieen vrienden noemden hemoverigens zijn leven lang Boy. In 1920 werdzijn zus Myra geboren. De kinderen kregen

een Joodse opvoeding. Zo deed Salomon BarMitswah in Lew Jom. Dit sjoeltje was doorSalomons vader opgericht en hij vervulde erde functie van penningmeester. Nathan Salo-mon zorgde er tevens voor dat zijn zoongedegen voorbereiding kreeg op het onderne-merschap. Na het behalen van zijn H.B.S.-Adiploma aan het Rotterdams Lyceum werdSalomon naar een vestiging van Unilever inFrankrijk gestuurd. Vervolgens liep hij stagebij Smithfield Market in Londen om daarmeer te leren over de groothandel in vlees enwerkte hij een jaar bij Nestle in Spanje.Tijdens al deze stages verwierf Salomon denodige talenkennis, die later zeer profijtelijkzou blijken te zijn.

De ondernemerscarriere van Salomon begonin 1936, toen hij 21 jaar oud was. Zijn vader

184

Page 3: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

jaaiboekje 2008

nam hem voor eenderde als medefirmant inde firma N.S. Frenk op. Bij deze gelegenheidwerd de bedrijfsnaam veranderd in N.S.Frenk & Zoon. Al met al deed de firma N.S.Frenk & Zoon steeds betere zaken. Met heteigen motorschip Hafnia bevoorraadde defirma in 1934 27 schepen, een aantal dat invijf jaar tijd opliep tot maar liefst 495 sche-pen. In 1939 had de firma N.S. Frenk & Zoonvier werknemers in dienst en maakte eenomzet van 230.000 gulden.* Deze groei isenigszins opvallend, omdat volgens sommi-gen in Nederland een zekere voorzichtigheidontstond om met Joden zaken te doen.' In detweede helft van de jaren dertig werdenJoden in Duitsland immers steeds meer soci-aal en economisch uitgesloten en uitte Hitlerdreigende oorlogstaal.

Ook Salomon en zijn vrouw, de in Frankfurtam Main geboren Liselotte Kann met wie hijin 1938 was getrouwd, kregen in hun per-soonlijke levenssfeer te maken met de gevol-gen van de Jodenvervolging in Duitsland. Eenoom werd tijdens de Kristalnacht in 1938opgepakt en naar een concentratiekampgebracht. Een jaar later besloten ze de moe-der van Liselotte naar Nederland over te latenkomen. Een tweetal zakenrelaties vertroknaar Chili en drong er bij de familie Frenk opaan hen te volgen. Salomon en zijn vrouwbemachtigden een inreisvisum, maar Salo-mons vader was het niet eens met hun emi-gratieplannen en weigerde het benodigdegeld te verstrekken. Hij dacht namelijk datNederland net zoals tijdens de EersteWereldoorlog neutraal zou blijven.'

De gang van zaken tijdens de Duitsebezetting

Vanwege de toenemende oorlogsdreigingbesloot de Nederlandse regering op 28augustus 1939 tot een algemene mobilisatievan het leger. Salomon, die in 1934 was afge-keurd voor militaire dienst, hoefde zich niette melden/ Om zich toch voor zijn vaderlandin te zetten werd hij vrijwilliger bij de Burger-wacht van Rotterdam. Hij volgde de kader-cursus bij het korps mariniers en was betrok-ken bij de reorganisatie van het vendel'Centrum'. Na de Duitse invasie in mei 1940tot aan de demobilisatie van de Burgerwachtop 15 juli vertegenwoordigde Salomon hetvendel bij het Commando der Burgerwachtop het Raadhuis, en na de capitulatie van hetNederlandse leger tevens op het hoofdbureauvan de politie Haagsche Veer. Voor zijninspanningen ontving hij het herinnerings-kruis voor Bijzondere Diensten 1939-1940.Na het bombardement op Rotterdam van 14mei 1940, bleef de stad in puin achter. Ookhet kantoor en het magazijn van N.S. Frenk &Zoon, gevestigd aan de Leuvehaven 185, enhet entrepot aan de Boompjes 90 werdenbeschadigd. Het motorschip Hafnia ging invlammen op. De ingestelde Schade EnqueteCommissie taxeerde het verlies op een kleinetienduizend gulden, waarvan ruim zevendui-zend gulden voor verloren gegane goederenen zo'n tweeduizend gulden voor schade aande bedrijfsinventaris. Hier kwam nog bij dater door de Duitse bezetting nauwelijks han-del gedreven kon worden. De firma Frenkvoorzag uitsluitend het Zwitserse schip SaintCergue van proviand, zolang het de havenniet mocht verlaten.

185

Page 4: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

afb. 2. Het kantoor en

magazijn van N.S. Frenk &

Zoon, gevestigd aan de

Leuvehaven 185 in 1939.

(GAR, 956, dep 1/1463)

In oktober 1 940 verplichtte de bezetter deregistratie van alle Joodse ondernemingen enhun economische activiteiten. Hiertoe was deWirtschaftsprufstelle opgericht. De familieFrenk diende eind november het aangiftefor-mulier in met vermelding van de volgendeondernemingen en activiteiten:- firmaVan Creveld & Frenk: sinds September

1934, im- en export, groothandel in be- enverwerken van darmen. Meyer van Creveldvoor tweederde vennoot en Nathan Salo-mon Frenk voor eenderde.

- motorschip Hafnia N.V.: proviandvaart, ver-brand op 14 mei 1940, eigenaar S. Frenk.

- firma N.S. Frenk & Zoon: vennoten zijnN.S. Frenk en S. Frenk, sinds September1934, scheepsleveranciers en handelarenin vlees.

De firma N.S. Frenk & Zoon kwam in februa-ri 1943 onder toezicht te staan van een Ver-waltungstreuhander, die ervoor zorgde dat de

firma een paar maanden later werd geliqui-deerd. De Verwaltungstreuhander aan wie defirmaVan Creveld & Frenk in april 1942 werdtoegewezen, ontsloeg beide vennoten eneigende zichzelf de liquide middelen toe ommet dit geld de firma te kopen van de Wirt-schaftsprufstelle. Toen deze Verwalter in 1944dienst moest doen bij het Duitse leger kwamde handel van de firmaVan Creveld & Frenkstil te liggen.

Registratie en deportatieEen verordening uit januari 1941 bepaaldedat alle Nederlanders met een of meer Joodsegrootouders gegevens over hun Joodse af-stamming, beroep, burgerlijke staat en adresmoesten opgeven." De familie Frenk Met zichzonder argwaan registreren: 'Je wist immersniet waar dit toe zou leiden? Bovendien jewas toch Joods?"In de zomer van datzelfde jaar dienden Joden

186

Page 5: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

hun prive-vermogen op te geven bij de doorde Duitsers overgenomen Joodse bankLippmann-Rosenthal (LiRo). Salomons vadertrachtte het verlies te beperken en registreer-de zijn vermogen pas nadat hij vijftiendui-zend gulden had geleend en weggegeven aanfamilieleden. Voorts gaf hij een aantal bezit-tingen mee aan zakenrelaties en niet-Joodsekennissen.'" In de herfst van 1941 volgde eennieuwe maatregel: Joden moesten opgevenwat voor onroerende goederen en grond zebezaten, waarna ze deze verplicht moestenverkopen. De familie Frenk Net de Heem-raadssingel 234 en de Mathenesserstraat 12-16 registreren. Deze woningen kwamenonder beheer van het Algemeen NederlandsBeheer van Onroerende Goederen(A.N.B.O.).

Ondanks deze maatregelen was de behoefteom te vluchten of onder te duiken bij defamilie gering in 1941. Zo legde men hetaanbod naast zich neer van kapitein Cerbervan het Zwitserse schip Saint Cergue om defamilie mee te nemen naar de VerenigdeStaten. De Frenks besloten hem alleen enkelebezittingen mee te geven. Ze vertrouwdenerop dat een inreisvisum dat ze bemachtigdhadden voor Uruguay bescherming zou bie-den als de situatie mocht verergeren.De familie Frenk was aan dat visum gekomenvia de plaatsvervangend consul van Uruguay,de heer Kroos, een collega in het scheepsle-veranciersbedrijf." Na het bombardement opRotterdam had Nathan Salomon de familieKroos geholpen. Als dank bezorgde KroosNathan Salomon een functie bij het consu-laat, zodat deze een inreisvisum voorUruguay kon krijgen voor zichzelf, zijnvrouw Sophia, zijn dochter Myra, zijn zoon

Salomon en schoondochter Liselotte. De vol-gende stap was het aanvragen van een uit-reisvisum bij de Zentrallstelle fiirjudischeAuswanderung in Amsterdam. Zolang defamilie hiermee bezig was, kregen ze hetstempel 'vrijgesteld van deportatie' en kwa-men ze op de zogenoemde 'uitruillijst' testaan. Dit gebeurde bij personen die denationaliteit van of een reisvisum voor eenland hadden dat zich neutraal opstelde, waar-mee Duitsland bevriend was of diplomatiekecontacten onderhield. In deze laatste catego-rie viel Uruguay. Kroos en Frenk probeerdenook anderen te helpen door valse persoons-bewijzen te vervaardigen met behulp vanstempels uit de illegaliteit. Naarmate de situa-tie voor Joden verslechterde, kwamen steedsmeer mensen om hulp vragen."In juli 1942 ging de Jodenvervolging inNederland een nieuwe fase in. Er werdenlijsten opgesteld met de namen van Joden dienaar doorgangskamp Westerbork of werk-kamp Vught moesten om vandaar uit te wor-den gedeporteerd naar concentratie- en ver-nietigingskampen." Ze kregen een oproepthuis of werden meegenomen tijdens razzia's.In Rotterdam begonnen de deportaties op 30juli, toen tweeduizend Rotterdamse Jodeneen oproep kregen om zich te melden bijLoods 24." Hierna zouden nog vele transpor-ten volgen.

In 1943 nam de dreiging toe. De bezetterbegon ook diegenen die tot dan toe warenvrijgesteld te deporteren. Daarnaast werdenJoodse instellingen ontruimd. In februari washet Joodse ziekenhuis in Rotterdam aan debeurt. Alle Joden die hier verbleven moestennaar Westerbork. In dit ziekenhuis werkteSalomons zus als verpleegster; zij was die

187

Page 6: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

dag toevallig vrij. Maar zijn moeder, die aankanker leed en net was geopereerd, werd welmeegenomen. Chirurg De Groot vond haarsamen met de andere patienten en het perso-neel terug in een goederentrein in het vrij-entrepot in Rotterdam Zuid. Samen met enke-le vrienden van de familie wist De Groothaar uit de trein te halen. Een paar dagenlater overleed ze thuis." Ondanks de relatiefgoede afloop, zat de schrik er wel goed in bijde familie.Zeker toen in april bekend werd gemaakt datalle Joden die nog in hun woonplaats verble-ven voor het einde van de maand naarVughtmoesten. Alleen Joden uit Amsterdam moch-ten nog even blijven waar ze warenJ' Salo-mon en zijn vrouw planden direct eenvluchtpoging naar Zwitserland. In Weert aan-gekomen wachtten ze op de beloofde hulp.Toen deze niet kwam opdagen, vermoeddenze verraad en verlieten de afgesproken ont-moetingsplaats. De avond was al gevallen ende naderende avondklok maakte een terug-reis naar Rotterdam onmogelijk. Daarombenaderde Salomon een zakenrelatie inWeert. Hoewel deze man een NSB'er was,die zich erg ongemakkelijk voelde met ditonverwachte bezoek, mochten ze blijven sla-pen en keerden ze de volgende ochtend terugnaar Rotterdam. Bij thuiskomst bleek hun uit-ruilstempel toch nog steeds bescherming tebieden; ze hoefden zich niet te melden voorvertrek. Wellicht dat Salomon en zijn vrouwdaarom geen poging meer ondernamen omte vluchten of onder te duiken.In September kwamen Joden met een uitruil-stempel aan de beurt. Half September haal-den Nederlandse politieagenten vergezeld

van een agent van de Sicherheitsdienst's nachts de familie Frenk op van huis. Zegingen naar Westerbork." Door hun uitruil-stempel en door het feit dat Salomon en zijnzus baantjes hadden in het kamp heeft defamilie uitstel van deportatie lang kunnenrekken. Uiteindelijk vertrok de familie op J3September 1944 met het laatste Jodentrans-port vanuit Nederland naar concentratiekampBergen-Belsen.In Bergen-Belsen overleed Nathan Salomonaan honger en uitputting.'" Salomon zelf lagtwee maanden lang met verlammingsver-schijnselen aan benen en armen in een zie-kenbarak. Op 7 april 1945 werd Salomonmet andere kampbewoners op de trein gezetnaar Theresienstadt. Daar zouden ze echternooit aankomen. In de buurt van Fallers-leben, ten zuiden van Maagdenburg, vorder-de het Duitse leger de locomotief voor oor-logsdoeleinden. Een dag later werden zebevrijd door de Amerikanen. Salomon, zijnvrouw en zijn zuster overleefden de TweedeWereldoorlog. Na de oorlog bleken zij toteen minderheid te behoren; nog geen kwartvan de Joden uit Rotterdam had de Jodenver-volging overleefd."

HerstelNadat de familie Frenk en de andere gede-porteerden waren bevrijd, brachten de Ame-rikanen hen naar een Displaced Persons Cen-ter in Hillersleben. Met een vrachtwagon ver-trok Salomon vervolgens naar Nederland.Terug in Rotterdam kreeg hij toegang tot zijnhuis aan de Breitnerstraat en trachtte hij zijnbestaan weer op te bouwen. In bewaringgegeven goederen kwamen terug en de

188

Page 7: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

Twentse bank, waar zijn vader een vooroor-logse rekening had, verschafte de financielemiddelen om de eerste stappen op weg naarherstel te zetten. In 1946 werd dochter Ruthgeboren. Begin 1947 verhuisde het jongegezin naar de Rochussenstraat en een jaarlater kwam dochter Miriam ter wereld. NadatLiselotte Frenk-Kann in 1962 was overleden,hertrouwde Salomon een jaar later met LilianStromer, die hij tijdens een zakenreis hadontmoet.Om aanspraak te kunnen maken op de erfe-nis van zijn vader had Salomon een overlij-densakte en een erfrechtverklaring voor hemen zijn zuster Myra nodig. Dit was niet een-twee-drie geregeld. In juli 1945 steldeSalomon een notariele verklaring op met zesnamen van personen die getuigden dat zijnvader in het kamp Bergen-Belsen was overle-den en dat in dit concentratiekamp geen aktevan overlijden werd afgegeven. Reden voorde arrondissementsrechtbank om het overlij-den van Nathan Salomon alsnog op te latennemen in de burgerlijke stand, zodat eenoverlijdensakte kon worden verstrekt. Nadatook de erfrechtverklaring was geregeld kreegSalomon de rekening-courant tegoeden dieop Amerikaanse en Engelse rekeningen ston-den en regelde hij het rechtsherstel van deaandelen van zijn vader.Daarmee was nog niet alles geregeld. Voor deoorlog bezat zijn vader enkele huizen. DeHeemraadssingel 234 werd beheerd door deA.N.B.O. De Mathenesserstraat 12-16 was infebruari 1942 door de A.N.B.O. verkocht. Naeen rechtsherstelprocedure kwamen dezepanden uiteindelijk weer in het bezit van defamilie. Ter compensatie voor tijdens de oor-

log toegebrachte schade aan onroerende goe-deren keerde de Maatschappij tot financie-ring van het Nationaal Herstel in augustus1948 aan de erven N.S. Frenk ruimfl. 12.500,- aan molestpenningen uit; teweten ruim tienduizend gulden voor de koopvan huisraad en kleding en ruim tweeduizendgulden voor compensatie van uitgaven voorherstel. Van het ministerie van Wederopbouwen Volkshuisvesting kreeg de familie ruimtweeduizend gulden als schadevergoedingvoor de woning aan de Heemraadssingel.

Wederopbouw van de Joodse gemeenschapNadat Salomons zaken goeddeels geregeldwaren, ging hij zich actief inzetten voor deJoodse gemeenschap. Naar eigen zeggen wasdit op verzoek van de Rotterdamse opperrab-bijn A.B.N. Davids. Davids, die niet wildeonderduiken maar bij zijn gemeenteledenbleef, overleed in concentratiekamp Bergen-Belsen.™ Vlak daarvoor sprak hij uitgebreidmet Salomon. Hij zou toen gezegd hebben:'Frenk, als je terugkomt, zorg dat ze bij elkaarblijven', hiermee doelend op de Joodsegemeenschap in Rotterdam. Dit gesprek wasvoor Salomon na de oorlog de drijfveer omzich in te zetten voor de wederopbouw vande Joodse gemeenschap in Rotterdam. '̂Hij doneerde geld aan de Stichting JoodscheJeugdzorg en nam tijdelijk de zorg van detwee kinderen uit het Joodse gezin Fried opzich, totdat zij hun reeds naar Amerika gee-migreerde moeder achterna mochten reizen.Hij was lid van de Nederlands IsraelitischeGemeente (NIG) en gaf deze gemeente eenmenora met de inscriptie 'cadeau van Salo-mon zoon van Nathan Salomon Frenk 19

189

Page 8: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

Siwan 5714' ter gelegenheid van de openingvan een nieuw synagogecomplex in 1954. Indatzelfde jaar werd hij penningmeester vandeVereniging Centraal Tehuis voor Israelietenin Nederland (CETIN). Deze functie zou hijblijven uitoefenen tot 1978.Bij de Nederlands Israelitische GemeenteRotterdam was hij ondertussen lid van dekascommissie en ceremoniemeester tijdensde viering van het jubileum van het driehon-derdjarige bestaan van de Kehilla. In 1965werd hij gekozen tot bestuurslid. In despeech die hij hield bij zijn installatie refe-reerde hij aan de familietraditie.^ Net als dedrie generaties voor hem wilde hij graag deJoodse gemeenschap dienen door zitting tenemen in de kerkenraad der NIC Rotterdam.Vanaf 1 969 tot aan 1985 was Salomon voor-zitter van deze raad. Deze periode zou eenenerverende tijd worden voor het bestuur ende Joodse gemeente: financiele moeilijkhe-den, rabbinale problemen, moeite met hetbewaren van de eenheid in de gemengdsamengestelde Joodse gemeenschap, debouw van een Joods bejaardentehuis en deverbouwing van de recreatiezaal onder desjoel."

De oorlog bemvloedde Salomons leven ookop een andere wijze. Na de oorlog bleef hijlast houden van zijn benen. Later kreeg hijmogelijk last van een post-concentratiekampsyndroom. In 1972 zag hij in ieder geval omdie reden af van deelname aan een scheeps-leverancierscongres in Polen." Eerder werdhij al in zijn zakelijke contacten belemmerddoor gevoelens van antipathie voor Duitsersen Duitsland, bijvoorbeeld toen hij vijf jaarna de oorlog op zakenreis was in Duitsland

om vlees te verkopen aan het daar gelegerdeAmerikaanse leger. In 1954 weigerde hij han-del te drijven met een Duitse rederij. Dedirecteur kwam toen voor een besprekingnaar Rotterdam en zei bij die gelegenheidmet tranen in zijn ogen: 'Aber verstehen siedoch, Herr Frenk, das ist das einzige das ichmachen kann ...'. Na deze woorden namSalomon de uitgestoken hand aan en vondenniet alleen de zaken doorgang, maar ontwik-kelde zich langzamerhand ook een persoon-lijke genegenheid."

Vleeshandelaar Frenk: 'A real pioneer inmeat business'

In de naoorlogse jaren werkte Salomon hardom de familiebedrijven nieuw leven in te bla-zen. Nathan Salomon Frenk en Meyer vanCreveld hadden de oorlog niet overleefd. Hijmaakte een doorstart met de firma VanCreveld & Frenk en nam de slagerij en derechten van handelsnaam D. van Creveldover van een familielid. Zo verwierf hij toe-gang tot de lokale vieesmarkt en het recht omvlees te exporteren. De vleeszaken vanscheepsleveranciers N.S. Frenk & Zoon wer-den vanaf dit moment voortgezet onder dehandelsnaam Van Creveld.Daarnaast zette Salomon zich in voor dewederopbouw van de vieesmarkt. Vanaf 1946was hij daarom ononderbroken bestuurslidvan de Ondervakgroep Importeurs van Bevro-ren Vlees die in 1951 werd omgedoopt tot deVereniging van Importeurs van BevrorenVlees. Voor de Rotterdamse Vereniging vanCrossiers in Rund- en Kalfsvlees zat hij vanaf1954 tot aan de opheffing in 1989 in hetbestuur. Tevens bemiddelde hij sinds de

190

Page 9: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

oprichting van de Bond van Belanghebben-den bij de handel in Olien, Vetten en Olie-zaden bij geschillen in de vleesbranche. In1954 trad hij toe als lid van The Institute ofMeat in Engeland. In 1974 werd hij gekozentot raadslid en benoemd tot 'Fellow'. Salo-mon was met deze benoeming de eerste niet-Brit in het bestuur.* In 1977 was Salomonvice-president en 1978 was hij zelfs een jaarlang voorzitter van de raad.De situatie op de Nederlandse vleesmarktwas in de naoorlogse jaren zeer duidelijk. Tot1949 reguleerde de overheid de markt. Opverzoek van het Nederlandse Import Bureauontving Salomon vlees dat de Nederlandseregering overzee had gekocht. Als 'meat-expert reisde hij voor de Nederlandse rege-ring in 1948 enkele maanden door Zuid-Amerika en in 1950 door de Verenigde Statenom daar vlees in te kopen namens de rege-ring." Tijdens deze reizen leerde hij veel overde vleesproductie bij de bezochte onderne-mingen.

In november 1949 was er voor het eerst weersprake van een vrije vleesmarkt, toen deoverheid distributiemaatregelen en reglemen-teringsvoorschriften ophief. De vleesmarktveranderde hierna snel. Kocht de slager voor-heen zelf beesten op de veemarkt om zedaarna eigenhandig te slachten, nu nam deslager steeds vaker het vlees aan bouten of inhelften af van de vleesgrossier. De grassiernam een belangrijk deel van de ambachte-lijke slagerstaak over, namelijk het uitbenenvan vlees en het zonodig uitsnijden in onder-delen zoals lendes, hazen, billen en ribben.Een andere belangrijke ontwikkeling voor devleessector was de massale acceptatie van

koelkasten en diepvriezers in het huishoudenin de naoorlogse jaren.™ Salomon beoordeel-de deze ontwikkeling tijdens een bijeenkomstvan de Kontaktgroep Vleesbranche in 1959als volgt: 'op dit moment wordt in Neder-land de koelkast beschouwd als het eindevan de maaltijd: voor het bewaren van rest-jes. Maar de koelkast moet het begin van demaaltijd zijn. Je kunt er je spullen in bewarenen dan hoef je de volgende dag niet naar dewinkel. Enerzijds moet de huisvrouw, enanderzijds de slager opgevoed worden. Mijngedachte is dus het vlees kant-en-klaar aande slagers te leveren, zodat ze niet meer hoe-ven uit te benen en hun opslagruimte effici-enter kunnen gebruiken. Mijn persoonlijkemening: nog hooguit tien jaar en die kant-en-klaar slagerijen zijn er.'™ Om een schakel vanbetekenis te blijven in de distributie moest detraditionele slager zich volgens Salomon rich-ten op de winkelverkoop, liefst van panklareartikelen en bijproducten. Zelf had hij in1954 al een contract gesloten met AlbertHeijn voor het leveren van kant-en-klaarvoorverpakt rood vlees aan een Rotterdamsfiliaal door de firma D. van Creveld. Ditexperiment was een doorslaand succes.™

Verenigde Vee- en VIeeshandel: 'De Schuurvan Broere'

Om beter in te kunnen spelen op de ontwik-kelingen in de vleesbranche sloeg Salomonsamen met andere groothandelaren in vleesde handen ineen. In 1949 richtten Frenk,Broere (senior en junior), Wijler, Visser enSoesman de Verenigde Vee- en VIeeshandel(V.V.H.) op.«In de V.V.H. bracht Salomon de rechten en

191

Page 10: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

activiteiten van de firma D. van Creveldonder. De taakverdeling binnen de nieuweorganisatie was als volgt: Frenk was verant-woordelijk voor de algehele organisatie enadministratie, Broere was belast met de aan-koop van varkens, Soesman van runderen enWijler met de verkoop."In 1956 was de tijd rijp voor een nieuw tebouwen bedrijfspand. DeV.V.H. diende daar-om een verzoek in bij Burgemeester enWethouders van Rotterdam om een terreinvan ongeveer 475 vierkante meter groot,gelegen op het terrein van het openbaarslachthuis aan de Boezemstraat, in erfpacht tekrijgen om daarop voor gezamenlijke reke-ning een kantoorpand en bedrijfspand tebouwen voor het bewerken van alle soortenvlees. Omdat het terrein al snel te klein bleekvoor de bouwplannen werd het op verzoekvan deV.V.H. uitgebreid.Tijdens het ontwikkelen van de bouwplannenvoor dit bedrijfspand zochten de firmantennaar financieringsbronnen. Alleen Salomon,die inzag dat de vleesgrossier een steeds gro-tere rol zou gaan spelen in de branche, durf-de echt risico te nemen. Daarom werd dehelft van het pand voor zijn rekening en risi-co gebouwd, en de andere helft op kostenvan alle vier de firmanten. Om deze financie-ringsconstructie mogelijk te maken adviseer-de een accountant een scheiding van hetgemeenschappelijk eigendom 'door eenvou-dig een muur in het midden te stellen'. Zoontstonden de panden 'Noord' en 'Zuid' endaarmee respectievelijk de N.V. exploitatie-maatschappij 'Noord', volledig eigendom vanSalomon, en de N.V. exploitatiemaatschappij'Zuid', volledig eigendom van de vier firman-

ten. Frenk was verantwoordelijk voor debouwplanning van het gehele bedrijfspand."Op 20 april 1960 opende burgemeester VanWalsum officieel het nieuwe V.V.H.-gebouw.Bij deze gelegenheid brachten verscheidenesprekers gekscherend 'de schuur van Broere'ter sprake." Broere sr. had zich tijdens eenbespreking namelijk eens laten ontvallen:'zorg nu maar dat we een schuurtje krijgen,dan kunnen we tenminste eens iets gaandoen'. Het nieuwe pand leek echter in nietsop een schuur. Het was juist het toppunt vanmoderniteit. Het 2.400 vierkante meter tel-lende gebouw was 46 meter lang en 13meter diep en had een gesloten achtergevelaan de Boezemstraat en een open voorgevelop het terrein van het openbaar slachthuis. Inde kelder was een zouterij met betegeldepekelbakken, een magazijn, de rookkamer,de centrale verwarming en de machine enpompkamer. Op de begane grand waren ver-koopruimtes voor rund- en varkensvleesgevestigd, uitgerust met koel- en vriescellenen een weegschaal. De directiekantoren, deboekhouding, de vergaderzalen en de kantinebevonden zich op de eerste verdieping. Dekleedruimtes voor het personeel zaten op detweede verdieping, evenals de uitbeenruimtesmet koel- en vriescellen en een magazijn.Een railsysteem en lift vergemakkelijkten hetvervoer van vlees aanmerkelijk. Dit hang-spoor was namelijk verbonden met hetslachthuis, zodat men de geslachte dierenmakkelijk naar het bedrijfspand kon transpor-teren. Het uitbenen van varkens- en rund-vlees, het uitsnijden van de voeten, het sorte-ren en naar behoefte distribueren van het uit-gesneden vlees was met dit gebouw vele

192

Page 11: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

jaaiboekje 2008

afb. 3. Impressie van het nieuwe kantoorpand van deVerenigdeVee- en Vleeshandel op het terrein van het openbaar

slachthuis aan de Boezemstraat van de Rotterdamse architecten Swaneveld en Goslinga die vooral bekend geworden

zijn door hun ontwerp voor de Karel de Stouteflat in Pendrecht. (GAR, 956, dep. I /1463)

malen efficienter en beter naar wens van deslagers te realiseren.Zowel onder binnenlandse als buitenlandsevakgenoten was er veel waardering voor hetV.V.H.-gebouw. Zo typeerde Misset's vakbladDe Slagerij het bij de opening als 'een monu-mentaal bedrijfspand'.^ Gedurende de gehelejaren zestig volgden ondernemers en ge'fnte-resseerden uit alle delen van de wereld rond-leidingen. Vaak liet Salomon vol enthousias-me het pand zien. Zelf noemde hij dezerondleiding wel de 'Frenk-show'." Velen lie-ten een lovend woord achter in het bezoe-kersboek. Zo schreef een Amerikaanse colle-

ga: To a real pioneer in the meat businessand best regards from the USA. Een Engelsecollega vond het The realisation of a wonder-ful dream.^

De V.V.H.: een modern bedrijfspand gaatroemloos ten onder

Intern verliepen de zaken in de jaren zestigmoeizaam. In 1964 raakte de relatie tussende vier firmanten ernstig verstoord, waardoorhet bestaan van deV.V.H. volgens Salomon'aan een zeer dunne draad' hing.^Tijdensbesprekingen over het omzetten van de firmain een naamloze vennootschap zeiden twee

193

Page 12: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

firmanten namelijk dat de financieringscon-structie N.V. 'Noord' en N.V. 'Zuid' volgenshen niet in overeenstemming was met dedestijds gemaakte afspraken. De kwestie liephoog op in een 'vrij scherpe en vervelendediscussie'. Salomon voelde zich aangetast 'inmijn goede trouw' en confronteerde zijnmedefirmanten schriftelijk met passages uitoude brieven en notulen. Ze moesten hemgelijk geven: de financieringsconstructie wasinderdaad juist. Al lieten de vier firmantenaan de eerder aangestelde getuigen weten'dat dit incident thans als geheel gesloten kanworden beschouwd',™ toch vond de omzet-ting van de financieringsconstructie naar eennaamloze vennootschap niet plaats.Hiermee was de financieringskwestie vanzelf-sprekend niet opgelost. Ter vervanging vanhet krediet van de Nederlandse Midden-standsbank en ter verlaging van het hoge kre-diet van N.S. Frenk & Zoon regelde de V.V.H.een lening van de Nationale Investerings-bank. De financiele ruimte bleef echter krap.Dus moesten de firmanten een streep zettendoor het plan om een extra verdieping op hetpand te laten bouwen. Om toch het nijpenderuimtegebrek op te lossen werd er intern ver-bouwd.

Pas in 1970 kwam de financieringsconstructieweer ter sprake. De firmanten besloten inonderling overleg om de N.V.'s 'Noord' en'Zuid' onder te brengen in de V.V.H. en dezeeen jaar later om te zetten in een beslotenvennootschap. Aanvankelijk veelbelovendegesprekken met de Engelse Meade-LonsdaleGroup Ltd over een overname van de V.V.H.liepen op niets uit door de ongunstige ont-wikkeling van het pond sterling, hetgeen voor

de investeerders betekende dat de overname-kosten te hoog zouden uitpakken en het valu-tarisico te groot werd.Dit was een tegenvaller voor de V.V.H., wantde organisatie maakte moeilijke jaren door.Al bood de V.V.H. begin jaren zeventig werk-gelegenheid aan zo'n driehonderd mensen enzette ze jaarlijkse 15.000 ton vlees af bijlokale afnemers, toch vielen de winstresulta-ten tegen. Dit werd wel geweten aan deteruglopende vleesconsumptie, vanwegenegatieve propaganda random vlees en hogeprijzen bij de traditionele slagerijen, die deconcurrentie met de goedkopere kiloslagersslecht aankonden.™ De tegenvallende resulta-ten van de V.V.H. waren ook het resultaat vande gebrekkige interne organisatie. Accoun-tants, die door de directie waren aangesteldom de organisatie door te lichten, conclu-deerden dat de V.V.H. slecht gebruik maaktevan administratieve gegevens voor het opstel-len en goedkeuren van de begroting, dat decoordinate van directieleden onderling entussen directieleden en afdelingshoofden tewensen overliet en dat het de V.V.H. ontbrakaan goede functie- en taakomschrijvingenevenals een gedegen kostencalculatie.Het belang van een goede kostencalculatiebleek eind 1978, toen een meningsverschilmet de Makro ontstond over het prijsbeleid.Deze grote klant zegde zelfs het samenwer-kingscontract met de V.V.H. op, met inachtne-ming van een jaar opzegtermijn. De Makrowilde het inkoopbeleid voor de aankomendejaren namelijk baseren op een vorm vanopen kostencalculatie; de organisatie wildeop de hoogte worden gebracht van de kostenen de winstmarges van ieder onderdeel van

194

Page 13: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

ROtter ^ j•o

het productieproces om zo inzicht te krijgenin de prijsvaststelling. Door middel van prijs-beleid hoopte men de concurrentie metAlbert Heijn beter aan te kunnen. De V.V.H.stelde de prijzen echter vast op basis van eenklassieke bruto kostprijs minus een kortingaan de klant. Salomon, die inmiddels presi-dent-commissaris was, was niet genegen deMakro veel tegemoet te komen. Hij wilde pasbedrijfsgevoelige informatie verstrekken alsde Makro veertig procent van de V.V.H.-aan-delen zou overnemen. Het samenwerkings-verband was immers opgezegd en de Makrohad contact gezocht met andere vleesleveran-ciers. Bovendien oordeelde Salomon dat hetstimuleren van de vleesverkoop niet alleeneen kwestie van prijsbeleid was, maar ookvan winkelpresentatie. Al zeiden zowel deMakro als cle V.V.H. de samenwerking voortte willen zetten, toch liepen de gesprekkenop niets uit. Uiteindelijk stopte de Makro detotale vleesafname voor de vestiging inDuiven per 1 januari 1980 en gingen allevestigingen in de loop van 1980 na of zeelders varkensvleesonderdelen kondeninkopen.

Het wegvallen van de Makro-order betekendede nekslag voor de V.V.H.. In april 1980 volg-den gedwongen ontslagen. In het daaropvol-gende jaar zagen de vier oprichters er geenheil meer in. Ze trokken hun drie ton borgterug, waarna ook de banken niet meergarant wilden staan en een faillissement onaf-wendbaar werd. Sommigen beschouwden deneergang van de V.V.H. als een uitvloeiselvan het gemeentebesluit uit 1973 om de vee-markt en het abattoir te laten vertrekken."" DeV.V.H. viel echter ook veel te verwijten. De

directiekamer was in de voorgaande vijf jaareen 'duiventil' geweest: er waren vele direc-teuren aan- en afgetreden. Met de genomenbezuinigingsmaatregelen was niet het beoog-de effect bereikt: de financiele positie van hetbedrijf was en bleef slecht. In de laatste vierjaar was bovendien jaarlijks voor een halfmiljoen gulden aan vlees ontvreemd. Driemiljoen gulden, die door de gemeentebeschikbaar was gesteld om een varkens-slachterij in de Spaanse Polder te beginnen,was gebruikt om financiele gaten te dichten.Aldus ging Rotterdams grootste vleesverwer-kingsbedrijf roemloos ten onder.

Snackbar en Steakhouse: broodje pekel-vlees, worstjes en steaks

Ook in de horeca had Frenk oog voor ver-nieuwing. In 1955 heropende Salomonsamen met Alb. van Creveld en de damesVan Creveld een broodjeszaak en kleinevleeswinkel in het nieuwe winkelcentrumaan het Stadshuisplein.Voor de Tweede Wereldoorlog had VanCreveld op de Kruiskade gezeten. De dage-lijkse gang van zaken werd overgelaten aanSalomon, die de andere commanditaire ven-noten al snel uitkocht. De snackbar had delaatste moderne snufjes op het gebied vankoeltechniek en toonbankverkoop. Uit Ameri-ka werden machines ge'i'mporteerd, om grill-en vleesgerechten klaar te maken. Zo kondenworstjes aan het spit worden gebraden. Ookde inrichting deed Amerikaans aan: er stondeen glazen vitrine op de toonbank en er waseen spiegelwand. De openingstijden warenon-Nederlands; klanten konden 's zondagstot een uur 's nachts terecht. Vooral het tradi-

195

Page 14: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

afb. 4. Op 3 I oktober 1955 opende de Amerikaans aandoende snackbar en broodjeszaak van Van Creveld aan het

Stadhuisplein. (GAR, 956, dep. I /1463)

tionele brooclje pekelvlees stond bekend als'razend lekker'." Naast de snackbar bevondzich een kleine winkel waar vleeswaren wer-den verkocht.In 1961 verhuisde de snackbar naar de over-kant van het Stadhuisplein, waar twee en halfkeer zoveel ruimte was. Het leidende princi-pe in deze zaak was snelle bediening. De

oude snackbar werd ingericht als semi-zelfbe-dieningszaak voor vleeswaren en delicates-sen." Een paar maanden later opende Salo-mon naast de snackbar de grillroom VanCreveld Steakhouse. De ingang bevond zichin het Corso theater. Salomon kwam er vaakmet kennissen en zakenrelaties eten. Eenklant herinnerde zich later dat je er 'fantas-

196

Page 15: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

ROtter ^ j

tische lappen vlees geserveerd' kreeg. Eenrecensent in het tijdschrift Holland Heraldvond het steakhouse wat betreft 'Americanfood classic" uniek voor West-Europesebegrippen.'"Het steakhouse draaide prima, in tegenstel-ling tot de snackbar. Snackbar Van Creveldleverde slechts in een enkel jaar een batigsaldo op. De exploitatietekorten werdengedicht met geld dat de firma D. van Creveldverdiende met andere zaken. In 1970 beslootSalomon daarom de snackbar te sluiten. Destijgende grondstofprijzen en loonkosten kon-den alleen worden opgevangen door prijsstij-gingen en dit zou geen haalbare kaart zijn.Het ene na het andere horecabedrijf gingnamelijk dicht of stond op de nominatie omgesloten te worden. Een paar jaar laterbelandde ook het steakhouse in de rode cij-fers. Wiedouw Horecabedrijven B.V. nam hetover. Salomon trok zich helemaal terug uit dehorecasector.

Scheepsleveranciers: N.S. Frenk & ZoonSalomon was niet alleen actief in de vlees-branche. Hij was tevens eigenaar vanscheepsleveranciersbedrijf N.S. Frenk &Zoon. Dit bedrijf zette hij in 1945, samenmet Weterings, een medewerker van het eer-ste uur, weer op als eenmanszaak. Doordathet herstel van de haven prioriteit kreegboven de wederopbouw van de stad voerende schepen al vlug weer de Rotterdamsehaven binnen. Vanzelfsprekend moesten aldeze schepen ook bevoorraad worden. Ditwas het werk van scheepsleveranciers. N.S.Frenk & Zoon beschouwde het als de taakvan de scheepsleverancier om regelmatig en

voortdurend dagelijkse benodigdheden televeren en alert te reageren ten tijde vanmoeilijkheden of onverwachte gebeurtenis-sen.De overheid had echter geen voorzieningengetroffen voor het rantsoen van opvarenden.Om door het rijk gehoord te worden, richttende scheepsbevoorraders een commissie op terbehartiging van hun belangen." Deze com-missie ging in 1954 over in de NederlandseVereniging van Scheepsleveranciers.Salomon was een van de grondleggers vandeze vereniging; zijn lidmaatschapskaartdroeg het lidnummer een en hij was er velejaren voorzitter. Ook was hij medeoprichteren executive vice-president van de in 1956opgerichte International Ship SuppliersAssociation (I.S.S.A.). De I.S.S.A. had alsmotto Storing Ships is Teamwork en ontwik-kelde onder meer procedures en documen-ten. Salomon ontwierp de 'conditions gover-ning the trade in ship's stores, provisions andsupplies en het bijbehorende arbitrageregle-ment.

De periode van 1950 tot de oliecrisis in 1973waren gouden jaren voor de Rotterdamsehaven en voor de Nederlandse economie. Descheepsleveranciers hadden veel werk. Hetaantal door N.S. Frenk & Zoon bediendeschepen steeg in rap tempo en daarmee ookde omzet: in het eerste jaar van de herstartbevoorraadde de firma 36 schepen en overgeheel 1946 210 schepen, in 1947 waren dater al 299, in 1948 426 en in 1949 706 sche-pen. In diezelfde periode steeg het aantal metvlees bevoorrade schepen van 104 naar177.*" De brutowinsten in zowel de vlees- alsde scheepszaken lagen zo rond de zeven ton,

197

Page 16: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

NED. VER. VAN SCHEEPSLEVERANCIERS

De H»« Frank Salomon

geboren ..2.943=Z.9Jj^. te t ordain __,._is in diensl van de , K J . : u -em. t; 2oon.JJ.V-.-

Van Veerdan Poe lapBweg21 ,Rot terd i

als

N. S. FtENKVAN WEtBCtN I

ROTTERC

Gezien,

Inspecleui I, en A.

afb. 5. Lidmaatschapskaart

van Frenk Salomon van

de NederlandseVerenig-

ing van Scheepsleveran-

ciers.

(GAR, 956, dep. I /1463)

maar de winstpercentages voor scheepszakenwaren hoger. Begin jaren vijftig groeide hetaantal bevoorrade schepen nog verder en ver-dubbelde de omzet in beide zaken. Als dedoor N.S. Frenk & Zoon bediende schepenworden afgezet tegen het totale aantal sche-pen dat de Rotterdamse haven in 1956 aan-deed, dan leverde N.S. Frenk & Zoon aancirca vijftien procent van de 20.000 schepenhaar producten.*"In deze jaren zetten Frenk en Weterings defirma N.S. Frenk & Zoon om in een naamlozevennootschap. Van het aandelenkapitaalbezat Weterings zo'n vier procent, terwijl derest was ondergebracht in de 'Beheersmaat-schappij Frenk N.V.' waarvan Salomon deenige aandeelhouder was. In 1954 verhuisde

N.S. Frenk & Zoon naar een nieuw enmodern bedrijfspand aan de Willemskade.

N.S. Frenk & Zoon: improviseren endoordraaien

De ontwikkelingen van de containerhaven ende olieraffinaderijen noopte N.S. Frenk &Zoon in 1968 opnieuw te verhuizen. Hetbedrijf vertrok naar een goed geoutilleerdpand bij de Waalhaven. Bij deze gelegenheidwees Salomon zijn medewerkers op de nood-zaak te 'improviseren en doordraaien' om zode leuze '168 uur per week klaarstaan voorde klanten' waar te maken.™ Om optimaleservice te bieden, konden afnemers hunorders op allerlei manieren doorgeven aanN.S. Frenk & Zoon en kregen belangrijke

198

Page 17: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

klanten een eigen kantoorruimte in hetbedrijfsgebouw, zodat ze direct betrokkenkonden worden bij de scheepsbevoorrading.Toch waren service en de modernste hulp-middelen en technieken volgens Salomonniet de belangrijkste succesfactoren. Bij hetveertigjarig bestaan van de firma in 1974legde hij in dit verband meer nadruk op hetbelang van de juiste mensen op de juiste pleken een familiair contact met zijn medewer-kers."'In de tweede helft van de jaren zestig namhet marktaandeel van N.S. Frenk & Zoon af.In deze jaren telde Rotterdam en omstrekennamelijk 65 handelaren in scheepsbevoorra-ding die de meer dan 30.000 schepen die deNieuwe Waterweg binnenvoeren van leveran-ties voorzagen. De tien grootste bedrijvenbevoorraadden tweederde tot driekwart vande schepen. N.S. Frenk & Zoon richtte zichop de circa 20.000 buitenlandse schepen dieRotterdam aandeden en bediende zo'n tienprocent van deze markt.™De scheepsbevoorrading omvatte diverse pro-ductgroepen; het aandeel van deze product-groepen in de totale afzet van N.S. Frenk &Zoon was: vleesproducten 18%, aardappelenen groente 7%, vis 3%, gevogelte 5%,boter/kaas 4%, rookwaren 8%, drank 12%,gedroogde producten 12% en machineonder-delen 28%. Het grote aandeel van deze laat-ste productgroep maakt duidelijk dat descheepsbevoorrading zich niet alleen toespit-ste op voeding. Het vlees werd geleverd doorde firma D. van Creveld, die behalve in eigenbedrijf geslachte vleesonderdelen ook geTm-porteerd ingevroren vlees verkocht. Ongeveer20% van deze producten zette Van Creveld af

bij N.S. Frenk & Zoon, 60% bij anderescheepsleveranciers uit Rotterdam en omge-ving en 20% bij West-Duitse bedrijven.Om te groeien zocht N.S. Frenk & Zoon naarnieuwe afzetmarkten. Zo vormde zij in 1974samen met Pakhoed transportgroep en inge-nieursbureau Schrada de organisatie PSFOffshore, die bevoorradingsdiensten aan off-shore maatschappijen aanbood. Het magazijnen de kantoorpanden bevonden zich in Aber-deen. Een enorme tanker werd omgebouwdtot magazijn, om daarna in gebruik te wor-den genomen door Shell. Salomon typeerdehet project als een 'kleinkind' omdat de ont-wikkeling met zijn goedkeuring gebeurde,maar de zaak eigenlijk geheel was bedachtdoor zijn medewerkers Kretz en Bot."De jaren zeventig waren moeilijke jaren voorde scheepsleveranciers: de schepen die Rot-terdam aandeden bleven korter in de havenen telden minder bemanningsleden. Boven-dien ging het bergafwaarts met de economicDe scheepsbevoorraders zagen zich gedwon-gen om hun bedrijven te reorganiseren en teconcentreren. N.S. Frenk & Zoon voerdegesprekken over een fusie met British andCommonwealth Shipping Company Ltd., eenEngels conglomeraat. Uiteindelijk werd afge-sproken dat Salomon zijn aandelen geleide-lijk zou verkopen aan deze firma. De laatsteoverdracht vond plaats in 1975 en Frenkbleef tot 1976 aan als directeur. Desondanksverliep de overdracht niet probleemloos. Deverwevenheid tussen N.S. Frenk & Zoon enD. Van Creveld, waarvan Salomon nog altijddirecteur was, leverde zoveel moeilijkhedenop dat Salomon de nieuwe eigenaren vanN.S. Frenk & Zoon namens D. van Creveld

199

Page 18: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

dagvaardde over de betaling van vleeslever-anciers in de jaren 1975-1976. De voortzet-ting van N.S. Frenk & Zoon onder beheer vanBritish and Commonwealth Shipping compa-ny verliep niet succesvol. Met pijn in zijnhart vernam Salomon dat N.S. Frenk & Zoonin 1977 failliet ging.De inmiddels eenenzestig jarige Salomondacht er niet aan om zich terug te trekken uitde handel. Een jaar nadat hij was teruggetre-den als directeur van N.S. Frenk & Zoonrichtte hij SamTraCo op, gehuisvest aan deSchiedamsevest. In dit bedrijf bracht hij defirma D. van Creveld onder. Ook dit bedrijfhad tot doel te handelen in onder anderelevensmiddelen, vlees, vleesconserven entechnische artikelen en deze producten teimporteren en exporteren. In 1984 trad Salo-mon terug als directeur. Hij bleef wel aan hetbedrijf verbonden als president-commissaris.Dit bleek van korte duur, want een jaar laterwerd de onderneming geliquideerd. Hiermeekwam een einde aan de ondernemerscarrierevan Salomon Frenk. Het enige wat hem resttewas een vordering op SamTraCo van vijfen-dertigduizend gulden, die hij door herhaaldeaanmaningen, juridische procedures en uit-eindelijk beslaglegging terug trachtte te krij-gen.

Salomon Frenk: een Joodse ondernemerDe families Frenk en Van Creveld handeldenal generaties lang in vlees, net als vele andereJoodse families in Nederland." Ontwikke-lingen in deze branche werden dan ook vaakop het conto van Joden geschreven." DatNathan Salomon zich niet alleen richtte opde vleeshandel is niet zo verwonderlijk. Veel

vee- en vleeshandelaren hielden zich tevensbezig met de verkoop van andere waren ofstapten over naar de aanverwante leer- enschoenenindustrie.^ Hoe gebruikelijk in Jood-se kringen de overstap naar de scheeps-leveranciersbranche was, is echter nietbekend. Waarschijnlijk was Nathan Salomongeen uitzondering, want de werkgelegenheidnam snel toe in deze sector. Hij kwam ermeein aanraking via zijn zwager, wiens scheeps-leveranciersbedrijf veel vleesartikelen lever-de, en richtte later een eigen scheepsleveran-ciersbedrijf op. Zijn zoon Salomon kwam, naeen gedegen voorbereiding, halverwege dejaren dertig bij hem in de zaak. N.S. Frenkwerd omgedoopt in N.S. Frenk & Zoon.De bezetting van Nederland door Nazi-Duitsland in de jaren 1940-1945 veranderdealles. In eerste instantie kwamen de zaken stilte liggen, later vervolgden en deporteerdende nazi's de familie Frenk. Salomon overleef-de de jodenvervolging, in tegenstelling totveel van zijn familieleden. Na zijn repatrie-ring bouwde hij zowel N.S. Frenk & Zoon alsde vleeshandel D. van Creveld, familiebezitaan moederszijde, van de grand af aanopnieuw op en breidde deze bedrijven uit.Hoewel de firma's onderling zaken deden,hield hij ze wel gescheiden.Kijkend naar Salomons optreden in beidebranches valt op dat hij de ontwikkelingen opde binnenlandse en buitenlandse marktscherp in de gaten hield. Hij zag in datondernemers hun krachten moesten bundelenom gehoord te worden en de kwaliteit van dedienstverlening te bewaken en te verbeteren.Om dit doel te bereiken zocht hij de samen-werking met branchegenoten en was hij

200

Page 19: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

ROtter ̂ j

betrokken bij de oprichting van vakvereni-gingen in binnen- en buitenland. Jarenlanghad hij zitting in de bestuursorganen vandeze organisaties. Vooral met zijn bedrijvenin de vleesbranche speelde Salomon goed inop de door hem verwachte ontwikkelingenen werd zo een van de dragers van vernieuw-ing. Hij leverde een bijdrage aan de verande-rende taakverdeling tussen vleesgrossier enslager en aan de introductie van voorverpaktvlees in de supermarkten.De basis voor het succes van Salomonsondernemerschap was reeds gelegd in devooroorlogse jaren. Hij werd gevormd tijdensinternationale stages en door te participerenin het bedrijf van zijn vader. Na de oorlogmoest hij eerst het familiebezit weer in han-den krijgen, daarna ging het snel. Hij pluktede vruchten van de handelsreizen die hijondernam en die hem de gelegenheid bodenom contacten te leggen in het buitenland endaar ideeen op te doen. Ook had hij baat bijde naoorlogse expansie van de Rotterdamsehaven en het beheer van aan elkaar verwantebedrijven. Deze omstandigheden vergroottenzijn kansen om een succesvol ondernemer teworden. Helaas voor Salomon was het eindevan zijn ondernemerschap minder glorieusdan het begin. Het tij zat hem niet meer mee,zijn bedrijven gingen roemloos ten onder enwerden gesloten of verkocht.Gedurende zijn maatschappelijke carrierezette Salomon zich in voor de JoodseGemeente. In dit opzicht was hij niet uniek.Er is geconstateerd dat succesvolle Joodseondernemers veelal praktiserend Joods warenof in het bestuur van Joodse instellingenzaten.^ Toch is nog niet duidelijk waarom

beide vaak samengingen. Worden Joodseondernemers gevraagd voor een bestuurs-functie als ze succesvol zijn of zijn Joodseondernemers eerder geneigd een steentje bijte dragen aan de samenleving? In het gevalvan Salomon lijkt het op een combinatie vandrijfveren en mogelijkheden. Behalve hetberoep dat de opperrabbijn op hem deed omzich na de oorlog in te zetten voor de Joodsegemeenschap speelde ook inzicht een rol.Salomon zag de noodzaak in om een groepte verenigen en te organiseren, of het nu gingom ondernemers of leden van een levensbe-schouwelijke groepering. De mogelijkheidom tot het Nederlands Israel itische Gemeentebestuur toe te treden deed zich voor nadateen bestuurslid overleed. Het oog van hetbestuur viel op Salomon, niet alleen vanwegediens inzet voor de Vereniging CentraalTehuis voor Israelieten in Nederland maarook omdat er behoefte aan een koopman inhet bestuur was.™

Vast staat dat Salomons ondernemerschapvelen opviel en alom lof oogstte. In 1972benoemde de koningin, op voordracht vanhet Ministerie van Landbouw, Salomon totRidder in de Orde van Oranje Nassau opgrand van zijn verdienste in de Vlees- enScheepsleverancierssector. Een blijk vanwaardering waarmee hij erg verguld was.

NOTEN1. Dit artikel is mede gebaseerd op het archief vandefamilie S. Frenk (1934-1995), GemeentearchiefRotterdam, toegangsnummer 956, dep1/1463/-01/1.

201

Page 20: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

2. Abraham Marcus Frenk vertrok als koopmannaar Zierikzee en nam zitting in het bestuur van deKehilla, dejoodse gemeente. Ook zijn zoonSalomon kreeg zitting in dit bestuur. NathanSalomon, die was opgegroeid in Zierikzee, verhuis-de in 1906 naar Rotterdam met zijn vrouw, Mietjevan Klaveren, hun vier dochters en drie van hunvier zonen. Een van hen was Nathan SalomonFrenk, de vader van Salomon.

3. Brief van Jan Olyslager (8-11-1993) aanBoddaert naar aanleiding van zijn artikel inHavenloods van 1 6 September 1993 (omslag 412).4. Document 'Diverse gegevens betr. firma N.S.F.&Z.' (omslag 705).5. J.A. Veraart, Joden in Nederland (Hilversum1938) 91.6. Interviews Angelique Aalbers en Ita Arends metSalomon Frenk in 1993 en 1994 in het kader vanhun scriptie geschiedenis aan de Chr. HogeschoolWindesheim, afdeling H.P.O. Lerarenopleiding:'Neerlands Israel' in goede en zeer kwade dagen.

7. Interviews Aalbers en Arends.8. Volgens de gehanteerde definities was de familieFrenk voljoods. Dit stempel kregen personen metdrie of vier Joodse grootouders en personen mettwee Joodse grootouders die gehuwd waren meteen Jood of zelf lid waren van het Israelitischekerkgenootschap. Op deze Joden had de bezetterhet gemunt.

9. Interviews Aalbers en Arends.10. Nathan Salomon bezat behalve vermogen opzijn Nederlandse bankrekening, aandelen terwaarde van meer dan twintigduizend gulden, eenAmerikaanse rekening met een saldo van meer dandertigduizend dollar en een Engelse rekening meteen paar honderd pond.

11. Hij werkte voor Speelman & Bros dat Spaanseen Latijns-Amerikaanse schepen proviandeerde.

12. Deze alinea is deels gebaseerd op interviewsAalbers en Arends.13. Op een van deze teruggevonden lijsten staanNathan Salomon als scheepsleverancier, zijn vrouwSophia en hun dochter Myra als ziekenverpleegsterwonende op de Heemraadssingel 234, en Salomonals secretaris/commies en zijn vrouw Liselottewonende op de Breitnerstraat 81b. (NederlandsInstituut voor Oorlogsdocumentatie (N1OD), 77-85:267-284.)

14. Stichting Comite Loods 24, Vervolging Rotter-damse joden in de oorlog. Rotterdam (1993) 4, 17,24.15. Een maand later stierf de in 1939 uit Duitslandgeemigreerde schoonmoeder van Salomon in sana-torium Dennenoord in Doom.16. A.J. Herzberg, Kroniek der Jodenvervolging1940-1945 (Amsterdam 1978) 61.1 7. Interview Aalbers en Arends.18. Nathan Salomon Frenk staat vermeld inKaddisj. Ter nagedachtenis van dejoodse Rotter-damse burgers 1940-1945 (Rotterdam 2000).19. M. Croes en P. Tammes, Gif laten wij nietvoortbestaan. Een onderzoek naar de overlevings-kansen van joden in de Nederlandse gemeenten,1940-1945 (Amsterdam 2004) 41.20. L. Vorst, 'In Memoriam Opperrabbijn A.B.N.Davids, 1895-1945' in: Rotterdams jaarboekje1968, 144-147. Davids staat vermeld in Kaddisj.21. Interviews Aalbers en Arends; voorts JudithNelemans, 'Zorg dat ze bij elkaar blijven als drijf-veer' Interview met Salomon Frenk, oud-voorzitterJGRotterdam, Nieuw Israelitisch Weekblad (NIVV),19 juli 1985 (omslag 432).

22. Notulen van de 119de vergadering van deKerkeraad der Nederlands Israelitische Gemeentete Rotterdam, 20 januari 1966 (omslag 2).23. Zie voor een uitgebreide geschiedenis van de

202

Page 21: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

Nederlandse Israel itische Gemeente te Rotterdam(1945-2007) P. van Trigt, Een Kleine Kehilla met dejeroesje van een grote (Rotterdam 2007).24. Zie brief van Frenk aan Mr. Cieslik, 12 april1972 (omslag 107).25. Deze ervaringen verhaalt Salomon in een briefvan 9 mei 1980 aan zijn zus Myra en haar manTheo Pinkowitz (omslag 11).26. De aanstelling van een niet-Brit in het bestuurwas mede ingegeven doordat hetVerenigd Konink-rijk een jaar eerder was toegetreden tot de Euro-pese Economische Gemeenschap (EEG) waardoorde afzetmarkt voor zowel de Britten als de EEG-landen vergrootte en op elkaar werd afgestemd(brief Frenk 8 juli 1973 aan teerbeminde dochters;omslag 8).

27. Zie verzoek van het Bedrijfschap voorVee enVIeesch aan het Braziliaanse consulaat om debenodigde visa voor 'Mr. Frenk as meat-experf (11maart 1948) (omslag 198).28. Door een spaaractie van supermarktketenAlbert Heijn nam het bezit van een koelkast beginjaren zestig nog verder toe. T. de Rijk, Het elektri-sche huis (Rotterdam 1998) 359-360.

29. Misset's vakblad De Vee- en Vleeshandel (21april 1959) 'Pers-naklanken van de Kontactdag inde Rivierahal' (omslag 1).30. The National Provisioner, 'Red Meat Packagedat Packer Level is Big Hit in Holland' (omslag 1).31. Frenk kende Broere en Soesman al enkelejaren. Zij vertegenwoordigden namelijk deRotterdamse Vleesgrossiers Combinatie (R.V.C.),waarmee Frenk contracten afsloot voor de firma'sN.S. Frenk & Zoon en D. van Creveld.

32. Oorspronkelijk was de heer Visser ook betrok-ken bij de oprichting van de V.V.H. Na het overlij-den van Broere sr. in 1954 werd het contract vol-gens de vennootschapovereenkomst ontbonden en

een nieuw contract opgesteld onder voortzettingvan dezelfde naam. Visser verklaarde toen geendeelgenoot meer te willen zijn in de voort te zettenfirma V.V.H. (vennootschapsakte, omslag 255)

33. Een tiental aannemers schreef zich in om deklus te klaren voor ongeveer een half miljoen gul-den. De geschatte bouwtijd lag tussen de 250 en300 dagen. Uiteindelijk kregen de architectenSwanefeld en Goslinga en bouwbedrijf N.V. gebr.Koudijs uit Rotterdam opdracht om het nieuwebedrijfspand te realiseren (omslag 370).

34. Misset's vakblad De Vee- en Vleeshandel (26april 1960) 'Officiele opening VVH gebouw'(omslag 363).35. Misset's vakblad De Slagerij (22 april 1960) 'DeVVH te Rotterdam in nieuw bedrijfspand' (omslag363).36. Zie bijvoorbeeld brief van Frenk aan zijn teer-beminde dochters van 1 mei 1970 (omslag 5).37. V.V.H. bezoekersboek, mei 1960 - nov. 1973(omslag 127).38. Brief van 8 juli 1964 van Frenk aan zijn driemedefirmanten (omslag 253).39. Brief van R. Krol namens de vier firmanten aangetuigen D. Mak, F. Melis en W. Westbroek, 10november 1964 (omslag 253).40. De gemiddelde vleesconsumptie van deNederlander daalde inderdaad in de periode 1971-1973 van 50,9 kilo naar 48,5. Daarna steeg devleesconsumptie weer naar 52,8 in 1974 en zelfsnaar 61,3 in 1975. Als we de prijsindexcijfersernaast leggen (met 1990=100), dan zien we eenstijgende vleesprijsindex van 51 in 1971 naar 67 in1975. (bron: CBS StatLine, geraadpleegd juli 2007).'Vlees per kilo lokt huisvrouw naar grossier', HetAlgemeen Dagblad, 5 februari 1974 (omslag 585).

41. Rotterdams Nieuwsblad (2 juli 1981) 'DeVerenigde Vleeshandel: systematisch uitgebeend?'(omslag 127).

203

Page 22: HET ONDERNEMERSLEVENVAN SALOMON FRENK (1915-1999)

42. Boddaert, Havenloods (16 September 1993)(omslag 412).43. Voor de verkoop van vlees- en andere conser-ven door Van Creveld Delicatessen was 't Raedt-huys het gedeponeerde handelsmerk.44. Holland Herald (ongedateerd) (omslag 400).45. Interview Frenk in Jaarverslag 1988, een terug-blik op de periode 1954-1989 van de NederlandseVereniging van Scheepsleveranciers (omslag 432)46. Overzicht van onkosten en aantal schepen(omslag 705).47. The National Provisioner, 'Red Meat Packagedat Packer Level is Big Hit in Holland' (omslag 1).48. Een schrijven van Frenk gericht aan de mede-werkers op 1 november 1968 (omslag 3).49. Reprint from The Institute of Meat "Bulletin"nummer 86, 'Celebrations in Rotterdam' (omslag448).50. Ongeveer eenderde van de schepen die N.S.Frenk & Zoon bevoorraadde droeg de Engelse, eenop de zes schepen de Franse, een op de acht sche-pen de Italiaanse en een op de tien schepen eenvlag van een Noord of Zuid Amerikaans land enverder enkele schepen uit Israel, Ethiopie, Filip-pijnen en Hongkong. Dit is opvallend, aangezienongeveer de helft van alle uit buitenlandse schepenvoor een Duitse, Zweeds of Noorse maatschappijvoer (document opgesteld in 1968 en getiteld'History of N.S. Frenk & Zoon N.V.' (omslag 215)).

51. Zie bijvoorbeeld brief van Frenk van 12 maart1974 aan dochter Ruth (omslag 9).52. J.C.H Blom en J.J Cahen, 'Joodse Nederlanders,Nederlandse joden en joden in Nederland (1870-1940)' in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld, I.Schoffer (red.), Geschiedenis van de joden inNederland (Amsterdam 1995) 247-312.

53. Zo was Gerzons vleeschconservenfabriek eenvan de eerste bedrijven die zich grootschalig toe-

legde op vleesconserven en waren Hartog enZwanenberg de oprichters van de twee grootsteexportslachterijen eind negentiende eeuw. M.Schrover, 'Gij zult het bokje niet koken in de melkzijner moeder. Joodse ondernemers in de voedings-en genotsmiddelenindustrie' in: H. Berg, T.Wijsenbeek, E. Fischer (red.), Venter, fabriquer,fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingenin Nederland 1796-1940 (Amsterdam 1994) 160-190.

54. Schrover, 'Gij zult het bokje niet koken', 182.55. Schrover, 'Gij zult het bokje niet koken', 187-188.56. Notulen van de 119de vergadering van deKerkeraad der Nederlands Israelitische Gemeentete Rotterdam, 20 januari 1966 (omslag 2).

204