1915 01 dagboek van doninck

16
© Gemeentelijk Archief Bornem - 1 - - Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck JANUARI 1915 Vrijdag 1 Januari 1915 (dag 152) Daar er geen nieuwe kartabel gekomen is, gebruiken wij die van 1914. De soldaten van ’t garnizoen der abdij hebben te middernacht (nach Deutsche Sitte) "Prosit Neujahr !" ge- roepen, doch hebben verder geen stoornis verwekt. Feldwebel Von Döring vraagt zijn rekening voor de afge- lopen maand : "Logis unentgeltlich, Déjouner en souper. 1 mark per dag. Ist gnüg ?" Onder de hoogmis inspectie door Major Von Mathiesen en Rittemeister Von Loeper In de mis van 7 1/2 leest Placidus een stuk van de Kardi- naalsbrief. Theodoor de Maeyer bracht ons een oorlogskaart van ‘t westelijk front. Zaterdag 2 Januari 1915 (dag 153) De brief van zijn Eminentie gisteren gedeeltelijk voor- gelezen heeft het volk doen herleven. Op straat en in de herbergen werd gisteren avond de Vlaamse Leeuw gezongen. Om 8 uur tweemaal verwittigd dat het tijd was heen te gaan, zijn er een twintigtal herbergiers en klanten naar het fort gebracht door de Pruisen. Peer de champetter hadden wij gisteren gelast 100 exemplaren van de Kardinaalsbrief te halen om uit te delen. De pastoor item zoveel. Hij is vandaag zonder brieven teruggekomen. In de namiddag is een Duits artillerieonderofficier om in- kwartiering gekomen. Hij kiest zich de kamer van ’t ziekenhuis beneden rechts, vraagt ook een kachel, dat zijn er vier. Natuurlijk wordt de centraal verwarming niet gebruikt en gelukkig dat onze eigen kamers niet kunnen verwarmd worden, anders lagen ze misschien vol ... Pruisen. Onder de avondrecreatie komt Diederik De Maeyer nog aangelopen met de boodschap dat de Kardinaal is gevangen genomen. De afgedrukte brieven in beslag en de pers verbrijzeld werd. Na korte beraadslaging besloot men de brief toch morgen zondag voor te lezen in de missen. De Franse tekst van de brief hadden wij afzonderlijk gisteren ter lezing aan Theodoor meege- geven en was gelukkiglijk teruggebracht. Leo nam hem mee naar zijn cel om hem morgen aan de Zusters der Presentatie te laten lezen. De Vlaamse tekst laten we in de Calefact liggen, en we gingen volgens gewoonte om 7½ uur naar bed. Zondag 3 Januari 1915 (dag 154) Voor mijn part heb in tot middernacht zeer vast geslapen, dan ben ik wakker geworden wegens een maagonsteltenis en heb ik onrustig geslapen tot 5 uur. Verwonderd vraagt men mij of ik deze nacht niets heb gehoord. Vermits ik noch oor- noch ooggetuige geweest ben van de gebeurtenis vertel ik je volgens horen zeggen van de getuigen. Als de broeders gisterenavond 8 uur naar bed gingen hoorden ze veel lawijd op de Duitse wacht, en een groot aantal dezer trok de poort uit. Om 9 ½ uur gebons op de koer aan de deuren van ’t hospice en van de keuken. Broeder Remigius ‘t bed uit, ’t raam open, vraagt of ze logist moeten hebben. Kardinaal Joseph Désiré Mercier, aartsbisschop van Mechelen en hoofd van de Belgische kerk, bleef als geestelijke gezagdrager gedurende de hele oorlog in bezet België. Met zijn herderlijke brief belichaamde de kardinaal het morele verzet tegen de Duitse bezetter

description

Pater Benedictus Van Doninck verbleef tijdens WO 1 in de Sint-Bernardusabdij van Bornem en noteerde alle gebeurtenissen in een dagboek dat hij wist geheim te houden voor de Duitse bezetters. (maand januari 1915)

Transcript of 1915 01 dagboek van doninck

Page 1: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 1 -

-

Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck

JANUARI 1915

Vrijdag 1 Januari 1915 (dag 152)

Daar er geen nieuwe kartabel gekomen is, gebruiken wij

die van 1914.

De soldaten van ’t garnizoen der abdij hebben te

middernacht (nach Deutsche Sitte) "Prosit Neujahr !" ge-

roepen, doch hebben verder geen stoornis verwekt.

Feldwebel Von Döring vraagt zijn rekening voor de afge-

lopen maand : "Logis unentgeltlich, Déjouner en souper.

1 mark per dag. Ist gnüg ?"

Onder de hoogmis inspectie door Major Von Mathiesen

en Rittemeister Von Loeper

In de mis van 7 1/2 leest Placidus een stuk van de Kardi-

naalsbrief.

Theodoor de Maeyer bracht ons een oorlogskaart van ‘t

westelijk front.

Zaterdag 2 Januari 1915 (dag 153)

De brief van zijn Eminentie gisteren gedeeltelijk voor-

gelezen heeft het volk doen herleven. Op straat en in de

herbergen werd gisteren avond de Vlaamse Leeuw

gezongen.

Om 8 uur tweemaal verwittigd dat het tijd was heen te

gaan, zijn er een twintigtal herbergiers en klanten naar

het fort gebracht door de Pruisen. Peer de champetter

hadden wij gisteren gelast 100 exemplaren van de

Kardinaalsbrief te halen om uit te delen. De pastoor item

zoveel. Hij is vandaag zonder brieven teruggekomen.

In de namiddag is een Duits artillerieonderofficier om in-

kwartiering gekomen. Hij kiest zich de kamer van ’t

ziekenhuis beneden rechts, vraagt ook een kachel, dat

zijn er vier. Natuurlijk wordt de centraal verwarming niet

gebruikt en gelukkig dat onze eigen kamers niet kunnen

verwarmd worden, anders lagen ze misschien vol ...

Pruisen.

Onder de avondrecreatie komt Diederik De Maeyer nog

aangelopen met de boodschap dat de Kardinaal is

gevangen genomen. De afgedrukte brieven in beslag en

de pers verbrijzeld werd. Na korte beraadslaging besloot

men de brief toch morgen zondag voor te lezen in de

missen. De Franse tekst van de brief hadden wij

afzonderlijk gisteren ter lezing aan Theodoor meege-

geven en was gelukkiglijk teruggebracht. Leo nam hem

mee naar zijn cel om hem morgen aan de Zusters der

Presentatie te laten lezen. De Vlaamse tekst laten we in

de Calefact liggen, en we gingen volgens gewoonte om

7½ uur naar bed.

Zondag 3 Januari 1915 (dag 154)

Voor mijn part heb in tot middernacht zeer vast

geslapen, dan ben ik wakker geworden wegens een

maagonsteltenis en heb ik onrustig geslapen tot 5 uur.

Verwonderd vraagt men mij of ik deze nacht niets heb

gehoord. Vermits ik noch oor- noch ooggetuige geweest

ben van de gebeurtenis vertel ik je volgens horen zeggen

van de getuigen. Als de broeders gisterenavond 8 uur

naar bed gingen hoorden ze veel lawijd op de Duitse

wacht, en een groot aantal dezer trok de poort uit. Om 9

½ uur gebons op de koer aan de deuren van ’t hospice en

van de keuken. Broeder Remigius ‘t bed uit, ’t raam

open, vraagt of ze logist moeten hebben.

Kardinaal Joseph Désiré Mercier, aartsbisschop van Mechelen

en hoofd van de Belgische kerk, bleef als geestelijke

gezagdrager gedurende de hele oorlog in bezet België. Met

zijn herderlijke brief belichaamde de kardinaal het morele

verzet tegen de Duitse bezetter

Page 2: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 2 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

"Nein, wij moeten binnen". Order van de Kommandant

van ’t fort. De broeder half aangekleed loopt naar

beneden. '"Licht machen"

De broeder laat ze binnen langs de grote deur der

keuken. Eén onderofficier, twee simpelste soldaten en

een in burgerkleding. Er stonden nog 2 of 4 soldaten

buiten, die binnen kwamen met de bajonet op ’t geweer.

Maakten een cirkel, de onderofficier trok zijn degen en

beval de civilist een papier af te lezen, waarvan hier de

verkorte copie

"Der Kommandeur des süd Abschnitts hat folgender

verboten : Ich verbiete hier durch ausdrücklich, dass der

Hirtenbrief des Kardinals von Mechelen von den Kanzeln

verlesen wird und ersüche, die exemplare, die den

Pfarrern bereits zügegangen sind, dem Uberbringer

dieses zie übermitteln.

Fort Bornhem den 02 Januar 1915

der Fortkommandant Loeper, Rittmeister der Res.”

De civilist wilde ’t nog eens in ’t Vlaams zeggen, doch

broeder Remigius zei, "schei er maar uit."

"Wo ist der Abt"

Broeder : "Afwezig, ik de plaatsvervanger." De broeder

gaat mee. Gevolgd van de zes Duitsers gaat de broeder

langs de reftergang. "Licht machen."

Van St. Jozef draait de broeder aan de electrische knop

en gaat den dormpter op en klopt aan de deur van de

Prior. Herinnert zich daar, dat de Prior al enigen tijd de

slaapkamer betrekt van broeder Prelaat. Den dormpter

over ; trap af, licht aan en uit, en klopt bij de Prior op de

deur en zegt hem wat er gaande is. Deze trekt z’n kousen

en keuvel aan en vraagt wat ze willen. Opnieuw wordt

het groot document met gewichtige gebaren voorge-

lezen en tenslotte de Kardinaal beschimpt omdat hij de

Duitsers voor wilde barbaren uitmaakt. Ze eisen de brief.

De Prior brengt ze naar de Calefact en overhandigt hun

het Vlaams gedeelte. Ze vragen naar het adres. Hij is

gebracht zonder adres.

"Hoe weet gij dan dat die brief van den kardinaal is ?" Uit

de voorrede latijn. De civilist leest ook ’t latijn, vraagt

naar het Frans gedeelte. De Prior gaat der Duitsers naar

de kamer van Leo.

Broeder Remigius moest in de Calefact blijven, van de

drie andere Duitsers, die hem beletten mij te komen

wekken. Ze vroegen hem waartoe die pijlbogen moesten

dienen, of het was om hen dood te schieten ? Een Pruis

neemt een pruim tabak, en biedt er ook een aan den

broeder die weigert. Een cigaar dan ? Ook niet. Door al

dat gerucht waren middelerwijl Leo en Leonardus

wakker geworden en stonden gekleed en gereed op hun

cel toen de Prior met de onderofficier, een en soldaat en

de civilist aan hun deur kwamen. Met de geweerkolf

bonsten ze op de deur van Leo die opendoet. Deze had

wel vermoed dat ze om de brief kwamen en in twijfel

gestaan om hem van kant te maken, doch ten slotte

maar gereed gehouden om af te geven. Nu waren ook

Placidus en Leonardus, de broeders Hubertus en Alfons

bijgekomen en met veel gebaar werden dezelfde vragen

gesteld als in de Calefact: hoe wij wisten dat de brief van

den Kardinaal was, zonder adres.

Leo las nogmaals den Latijnse tekst. Ook de civilist, die

zei dat hij zulk Latijn niet verstond. Wie heeft den brief

gebracht ?

Leonard : Wir haben anders nichts ! Placidus zegt hij is

door een bode gebracht; een seminarist voegt Leonardus

erbij, wat ze gelukkig niet verstonden. Een bromde

nogmaals "Schwarzkopp du !" Broeder Hubertus die iets

verstaan had van (kardin) aal – alles – zei tegen broeder

Fons dat we allemaal mee moesten en dat broeder

Remigius al gevangen zat !

De Prior met de 3 Duitschers gaat terug naar de Calefact.

Placidus, Leo, Leonardus bleven op de kamer aan ’t

venster staan zien hoe ’t verder zou aflopen. Leo is dan

tot aan mijne kamer gekomen, doch niets horend, is hij

zonder mij te wekken teruggekeerd, denkend als wij

meegenomen worden, dan blijft er toch nog een gered.

In de Calefact wordt nogmaals het verbod herhaald van

buiten de Reichspost, geen briefcorresponding te

hebben. De Prior zei dat hij sedert 2 maanden geen

corresponding meer gehad heeft. Als de brief nog werd

afgelezen zou men den lezer doodschieten ! Dan heeft

de Prior een formuul ondertekend, dat hij de brief niet

meer zou aflezen en dat er slechts één exemplaar van

den Kardinaalsbrief was ontvangen en nu afgegeven.

Van de Calefact gingen de 6 Pruisen met de Prior naar ’t

vreemdenkwartier en bij de portier het telefoontoestel

bemerkend, beweerden ze dat wij verbinding en

aansluiting hadden met de stad ! Wat vals bewezen

werd. Dan gingen ze terug langs den pand, refter en

keukendeur buiten. De Onderofficier ( en manschappen)

waren enigszins bedronken, beloofde onze harmonium

vandaag of morgen terug te brengen alsook mijn Nieuw

(Duits) Testament dat het fort geleend had en de Prior

terug verlangde. De Pruis had ook een bijbel, zegde hij

van Dr. Martinus Luther, en hij wilde het ons ten

geschenken geven, waarvoor de Prior bedankte, omdat

het een slecht boek was. De gefreiter die in de abdij is

ingekwartierd, had zich al die tijd het minst brutaal

getoond, en scheen zelfs wat verlegen toen hij

bevestigde dat de Duitse wacht in de abdij, volgens dat

de Prior beweerde toch geen reden had van te klagen

wegens de Paters.

Page 3: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 3 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Het nachtelijk bezoek had zowat ¾ uur geduurd, de

confraters gingen om 11 ½ uur terug naar bed. De

Pruisen vroegen nog bij het heengaan de namen der

naastbijzijnde parochiën. Had men de tekst van het

verbod goed bezien zou men in de abdij de Kardi-

naalsbrief niet hebben moeten afgeven die tekst immers

(blz.4) spreekt maar van den "Pfarrern” die de brief

ontvangen hebben. En feitelijk zijn in de steden nergens

de kloosters lastig gevallen wegens die brief. Van de

abdij weg ging de Duitse patrouille naar de pastoor van

Bornem, om het volk van de straat te houden, werden er

herhaaldelijk aan ‘t Warregaren en elders geweer-

schoten gelost.

Aan de pastorie zijn ze over het hekken geklauterd. E.H.

pastoor moest naar de kerk het Vlaams gedeelte van de

Kardinaalsbrief gaan halen, en kreeg geen uitstel tot ’s

morgens de Franse tekst moest hij op de pastorie

afgeven en verklaren, dat er bij zijn weten geen ander

exemplaar in het dorp was uitgedeeld. In de Weert zegt

men, is de pastoor van schrik in onmacht is gevallen. De

pastoor van Branst (gewis een van de weinige) had in de

eerste mis de hele brief afgelezen voordat ze bij hem

kwamen. Te Hingene zijn ze ook ’s nachts geweest.

O.L.Vrouw en Sint-Leodegariuskerk Bornem-centrum.

In de mis van 6 ½ uur was er vandaag zeer veel volk ook

te communie. De mensen waren zichtbaar teleurgesteld,

omdat het vervolg van den herderlijken brief niet werd

voor gelezen, zoals zij verwacht hadden.

Placidus zegde niets wat er ’s nachts was voorgevallen,

en na een zalig en hartelijke Nieuwjaarswens bad hij de

litanie van het H. Hart.

In de parochiekerk zei onderpastoor Verbist dat de brief

in beslag genomen was, maar niet door wie, en de

pastoor zei dat de Duitsers het hadden gedaan en

verboden hadden voor te lezen. De manschappen die

van hun expeditie hier terug kwamen, hadden onder

elkaar vandaag meer te vertellen dan naar gewoonte. De

onderofficiers echter waren tegenover ons blijkbaar

verlegen en toonden zich veel beleefder. Peer de

Champetter bracht ons deze morgen om 8 uur een

kleine Cartabel, die wij te Mechelen besteld hadden

alsook een voor het gasthuis, voor het Pensionaat had

E.H pastoor er een bezorgd. Peer vertelde dat ze bij

Dessain heel gerust schenen.

De burgemeester was pas thuis gekomen van Engeland,

zijn broer die hem ad interim had vervangen was door

de Duitsers gevangen gelijk de Kardinaal. Deze was met

een auto onder pauselijke en Duitse vlag naar Brussel

weggevoerd. De Mechelaars zouden hem binnen 3

dagen gaan verlossen.

De Prior gaat na de hoogmis naar Temse en komt niet

volgens gewoonte ’s avonds thuis. We waren niet zonder

ongerustheid. Dr. Lanssens had voor hem een brief laten

brengen van Jef Rijpens uit Holland.

Maandag 4 januari 1915 (dag 155)

E.H. Prior komt ’t kwart voor 9 (10) uur thuis van Temse.

Men maakt aan de brug niet de minste moeilijkheid om

heen en weer over te gaan.

Om 12 ½ trekt garnizoen der abdij naar Puurs om er met

een serum te worden ingespoten. Ze wisten zelf niet wat

of waartegen.

Om 2 uur brengt Meneer Van der Stappen zes fazanten

en vertelt dat ze gisteren door iemand uit Holland

komend, een brief hadden ontvangen van hun zoon

Maurice uit La Panne waar hij in de keuken dienst doet.

’t was 3 maanden geleden.

Om 3 ½ zijn Cammaert en Poodts komen Zalig Nieuwjaar

wensen.

Om 4 uur hebben wij met ons werkvolk uit de boom-

gaard 4 grote stukken plaatijzer geborgen.

Het Handelsblad van Antwerpen vandaag ontvangen,

bevat wel een artikeltje over de Kardinaal maar rept

geen woord van zijn Nieuwjaarsbrief.

Verleden nacht en vandaag de hele dag is het kanon

hoorbaar geweest in het westen.

Page 4: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 4 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Dinsdag 5 januari 1915 (dag 156)

Na de nonen ruimen we rotte appelen op uit de kelder.

Phil Poorter komt vertellen dat de bondgenoten zeker en

vast reeds te Tielt zijn aangekomen. Gisteren kwamen er

2 schepen aan te Bornem met inlandse kolen.

Theodoor De Maeyer heeft vandaag in een zak patatten

langs Holland een brief ontvangen van z’n zoon Willem

die aan den IJzer is ?

Theodoor is vandaag naar Antwerpen geweest en heeft

een 2e oorlogskaart voor ons meegebracht een paar

gazetten, en een wagen meel voor de bakkers.

De Duitsers zijn bij hem deze dagen komen wijn te koop

aanbieden !

Vandaag werd er verteld, dat de Kardinaal reeds in

vrijheid is gesteld. Volgens anderen was hij uit Mechelen

niet weggevoerd, maar zijn paleis wordt door Duitse

soldaten bewaakt

Tussen fort Bornem en fort Steendorp is men bezig

draad in de grond te leggen. Telefoondraad volgens som-

migen, mijndraad volgens anderen. Belgische werklie

zouden hem reeds hebben doorgehakt ?

Kanon nu en dan hoorbaar.

Woensdag 6 januari 1915 (dag 157)

Er waren slechts weinig mensen in de 3 missen.

Stil, schoon weder.

Verleden nacht om 10 ½ uur werd alarm geslagen en ’t

garnizoen der abdij moest in stormpas naar de schiet-

gaten van de muren. Niemand is er wakker van gewor-

den dan de broeders en Leo, die droomde.

Deze morgen zijn er twee schone Holsteiner paarden

bijgekomen, zodat er nu 11 op stal zijn.

Juist voor de hoogmis komen 3 Duitse Baùführer een tas

koffie vragen met boterhammen. De ene P. Mann kwam

zijne 10 flessen wijn betalen (14 frs) die hij met Kerstmis

hier had gekocht en bij Victoor van ’t Wit Peerd aan zijn

kameraden had opgetrakteerd. Die mannen gaven ons

de raad de inkwartiering der Duitse troepen in de abdij

door de Fortkomandant te laten bescheinigen.

Ze spraken ook nog van de mogelijke terugtocht der

Duitsers op Antwerpen en dat bijgevolg wij en de vesting

nogmaals aan een bombardement zouden zijn bloot-

gesteld. Onder de hoogmis 3 telefonisten op de toren.

Na de middag is er vandaag westwaarts zwaar kanon-

gedommel hoorbaar geweest.

Donderdag 7 januari 1915 (dag 158)

Regenachtig de helen nacht en dag door, zodat we niet

zijn buiten kunnen gaan.

De Rheumatismus-lijders beginnen te klagen. Broeder

Remigius kon vandaag met zijn linker arm genen arbeid

verrichten, om 1 uur is hij naar ons nieuw ingerichte

Bornem Kade aan de Rijkenhoek

Page 5: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 5 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

ziekenkamer aan de trap van beneden gaan wonen, waar

een kachel brandt.

Onze boodschapper Phil. Poorter bracht ons vandaag als

Nieuwjaar, 100 oesters kosten 3 frs.

De rogge werd 30 frs de 100 k verkocht en ’t varkenvlees

1,50 frank ’t pond.

Er wordt fel gemord tegen de werkloosheid van het

ondersteuningkomiteit, dat beweert in Bornem nog geen

nood te bestaan. Ondertussen blijven de bedelaars die

huizen aflopen die ook vroeger gaven, zodat deze nu

dubbele last dragen. Geldbijdragen aan ’t comiteit, geld

voedsel en kleren aan de schamele en niet schamele

armen, die aan de deur komen.

De spraak ging vandaag, dat onze bezettingstroep er van

door trok ! Metz was bijna gevallen.

Vrijdag 8 januari 1915 (dag 159)

In deze mis waren 4 mensen tegenwoordig.

Om 9 ½ na de Nonen ga ik met Leo naar het fort, om den

Rittmeister te spreken over de eventuele vergoeding

voor de Duitse inkwartiering, en ook voor een pas voor

mij naar Antwerpen–Herentals. We werden beleefd

ontvangen en binnengebracht bij de Rittmeister in zijn

bureel, langwerpig laag vertrek met uitzicht op de brug.

De Rittmeister wist geen bescheid te geven over de

inkwartiering. ’t zou waarschijnlijk te koste zijn der

gemeente. Een pasport bekwam ik gratis.

Aan de Barelstraat werkte men op het veld aan loop-

graven. De Baufürhrer kwam ons groeten, en gaf de raad

de zaak der inkwartiering te Antwerpen in te dienen bij

de Commandatur.

’t Was schoon weder als we weggingen en we kwamen

doornat geregend thuis.

Om 3 ½ bezoek van madame gravin, erg verkoud en

koortsig. Graaf John was ook in Bornem. B(arones) de

Roseé in Engeland.

Te Bornem wordt haver en koren verkocht aan 32 fr 100

kg. Theodoor heeft gisteren te Antwerpen geen meel

kunnen bekomen voor de gemeente. Wel 65 zakken

bloem aan 60 fr den zak, petroleum aan 0,55 cts.

Zaterdag 9 januari 1915 (dag 160)

Om 10 uur brachten 2 Duitse soldaten een gedrukt stuk

van General Gouverneur Von Bissingen over de herder-

lijken brief van de Kardinaal, waarvan de lezing en

verspreiding verboden blijven. Opstand van het volk

wordt gevreesd.

Te Mechelen heeft men verleden zondag het

samengeschoolde volk met de bajonet moeten uiteen

drijven.

De pastoor van Lippelo had de brief op 1 januari in de

mis en lof teneinde toe afgelezen.

Om 2 ½ uur brengt madame Van der Stappen 4 konijnen

Graaf John komt vertellen dat hij gisteren ook op het fort

was en de Rittmeister hem gevraagd had om bij

gelegenheid ’t kasteel ook van binnen te mogen zien.

Dr. Van den Abbeele is vandaag bij broeder koster ge-

weest en bevond dat hij verleden week bij het nachtelijk

bezoek der Duitsers een névralgie musculaire had opge-

daan maar overigens gezond was, gaf hem een trek-

plaaster op de rug en een pilleken in de maag. ’t zou

daarmee gauw genezen zijn.

Zondag 10 januari 1915 (dag 161)

Deze morgen is onze vosse koe ziek geworden en opge-

blazen tot berstens toe. Een purgatie en een priem

achter haar ribben door bieke van Troyen in den

mestdarm geploft, heeft ze gered.

Onderoff. Wöhler kwam vandaag op orde van den

Rittmeister om ons aller handteken, dat wij den brief van

de kardinaal hadden ontvangen. De Prior heeft

getekend, ook de E.H. pastoor en E.H. onderpastoor en

wij die niets hebben ontvangen, hebben geweigerd te

tekenen.

De rondhaling voor de missies in onze kerk gedaan, heeft

22 frs en centiemen opgebracht. Nagenoeg zoveel als

andere jaren.

Heintje De Rijck is gisteren thuis gekomen van Nieuw-

Namen, waar hij met grote moeite en levensgevaar is

over de grenzen geraakt om er Ursula zijne vrouw te zien

sterven.

Men vertelt ook dat de kanasser te Hontenisse berecht is

en gestorven.

Kanongebulder van 5 uur ’s morgens tot 7 ½ ’s avonds in

’t westen.

Deze avond in den pandhof, mussenjacht : 46 stuks.

Maandag 11 januari 1915 (dag 162)

Om 10 ½ uur brengt J. Van der Stappen ons 6 fazanten.

De hier ingekwartierde soldaten hebben gisteren order

gekregen niet meer op de bodem te slapen, al is het ook

op hout, er moet voldoende luchtruimte zijn tussen bed

en vloer. Daarom wordt er vandaag rechts en links met

planken en joeffers gedragen.

Om 2 uur komt een auto met 3 officieren en 2 ingenieurs

in civiel voorbij de abdij gereden tot aan Schutters. Daar

blijven ze met kaarten en plannen een tijd op en af gaan

en vertrekken in galop om 2 ½ uur.

Er werden onder de kinderen enige gevallen van kroep

waargenomen. De patiënten moeten naar ’t gasthuis.

Wegens de aanhoudende regen en westen zeewind is de

Donk weer onder water en onze vijvers staan vol.

De berkenbomen zien dagelijks zwart van de kraaien, die

wel schijnen te weten dat we geweerloos zijn.

Page 6: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 6 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Ook een haas loopt ongestraft in de hof. De mussenjacht

deze avond bracht 18 stuks op.

Kanongedonder in de namiddag goed hoorbaar ten

westen. Deze avond om 7 uur onweder. 2 of 3 maal

bliksem en donderslagen.

Dinsdag 12 januari 1915 (dag 163)

Onder de tertiën klimmen 3 Duitsers met telefoondraad

de toren op en komen een half uur later beneden.

Om 9 ½ uur komt de nieuwe Baùführer Ingen Loevenich

de loopgrachten en abris in onze hof bezichtigen en

belooft zorg te dragen dat nog deze maand alles zal op

geruimd zijn. Hij vertelt me katholiek te zijn, geboren te

Bonn. Zijn vrouw is ook godvruchtig katholiek uit

Soleure, Schweitz, nu te Aken wonend. Hij was als

ingenieur sedert 12 jaren in dienst in S.W.Afrika, en juist

in verlof als de oorlog uitbrak. Hij is gelogeerd bij de

politiecommissaris, gaf ons de raad zodra mogelijk al

onze bomen die aan of in de tranchees gebezigd waren,

uit het gezicht in veiligheid te brengen. Een half uur later

is al ons werkvolk aan ’t wegsleuren, ’t beste hout eerst

en sine distinctione, met een ijver die ik hun nooit heb

gekend !

Het Duits garnizoen kuist en schuurt, "auf Befehl”.

Er dreigt typhus in de omtrek.

Om 3 uur komt een Duits telefonist op de toren de

verbinding controleren. Hij is van Saarbrücken, katholiek,

gaat te biechten om morgen te communie te gaan, heeft

nog 3 broers aan ’t front.

’t Regent de hele dag en ’t kanon heeft ook niet

opgehouden in ’t westen.

Woensdag 13 januari 1915 (dag 164)

’t regent de hele dag door en ’t werkvolk sleurt met de

bomen naar achter de kerk.

Ons maalmachien doet de hele dag dienst. Frans De

Ridder heeft er nu een op nagemaakt.

Broeder Achiel heeft voor 20 jongens een paspoort

gekregen om ze weg en weer over de brug te brengen.

Theodoor De Maeyer is verleden maandag onverrichter

zake van Antwerpen weergekeerd. Gisteren is hij beter

geslaagd zodat er vandaag een hele wagen met meel en

dons is aangekomen. Die voorraad wordt echter enkel

aan de bakkers afgestaan, omdat het komiteit te

Antwerpen niet kan of wil begrijpen dat hier ter streke

burgers en boeren meestal zelf hun brood bakken. Ons

roggemeel, met wat tarwebloem gemengd, geeft een

uitstekend brood. Boter hebben wij ook voldoende.

Eieren zijn schaars. Onze kippen in het gasthuis zijn

uitgelegd. We hebben er gisteren een twintigtal doen

slachten, aan het gasthuis en het pensionaat ervan

meegedeeld.

Af en toe kanon gehoord in ’t westen. Evenals gisteren

vertelt dat Oostende door de Engelsman ingenomen is !

Liezele dorp werd volledig vernield door de Belgische troepen om het schootsveld voor Fort Liezele.

Enkel de toren van de brouwerij bleef overeind.

Page 7: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 7 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Donderdag 14 januari 1915 (dag 165)

Om 12 uur wandeling langs den Boskant naar Oppuurs,

waar we bij de onderpastoor nog een rekening te

betalen hadden van 15 gelezen missen. Liezele zagen we

van ver in puin liggen, slechts de schouw ener brouwerij

stond er overeind. Aan de redoute van Puurs was veel

volk aan het werk. De brug van den ijzerenweg over de

Vliet lag nog in het water sedert 3 maanden. De weg

langs de Zeut en de Pik was zeer slecht. Kwart voor 3 uur

waren we thuis

Onder de recreatie is een Duits officier met 5 man-

schappen op onze toren geweest.

Om 4 uur komt Meneer Mees een zalig nieuwjaar

wensen en vertelt dat hij, als handelsagent van Aug.

Wittock en Cie te Hulst, zijn domicilie in Temse heeft en

een paspoort om dagelijks naar Holland te rijden. Hij zou

te Hulst een kaartje schrijven naar Oudenbosch dat in de

abdij alles goed is. Verscheidene mensen zijn gestraft

wegens het meenemen van brieven over de grens.

Kanongedonder zonder ophouden zeewaarts.

Vrijdag 15 januari 1915 (dag 166)

Van 8 tot 12 uur zijn er Duitse soldaten op de toren bezig

geweest. Men vertelt dat er grote troepen te Bornem

moeten voorbijtrekken. Wij zagen er geen.

Meneer Verbist, onderpastoor, wist te zeggen dat er aan

de pastoors een brief van Zijne Eminentie zou toekomen

eerstdaags, waarin de handelswijze van gouverneur Von

Bissing zou geschandvlekt worden.

Juffrouw Van der Stappen brengt ons 5 konijnen.

Om 4 uur rekening van Oeconoom en Bursarius.

Het paard van de Rittmeister hier op stal, is door een

ander Duits paard nogal erg mank geslagen.

Dagelijks moeten onze manschappen naar ’t fort gaan

oefenen.

Om 5 uur komt meneer Mees zeggen dat hij deze

middag te Hulst bij Jan De Moor een brief gelezen heeft

voor Broeder Placidus van zijn zuster te Volm.

Item brieven voor Leo van zijn familie.

Gisteren avond (6 ½) is de burgemeester aan de poort

der abdij persoonlijk tot 2 maal toe het slecht vrouwvolk

komen wegjagen, dat er door de Duitse wacht wordt

aangelokt.

Zaterdag 16 januari 1915 (dag 167)

Om 8 uur te voet naar Lippelo om biecht te horen terug

om 5 ½ uur.

Pastoor V.d. Elzen vertelde hoe dat hij de Kardinaalsbrief

de dag helemaal had afgelezen en dan het Vlaamse deel

naar Assche ter Heide bij zijn familie liet brengen en ook

de Franse tekst, uitgenomen het eerste en laatste blad,

die hij op de beste kamer deponeerde in de hoop de

Duitse speurhonden daarheen te kunnen brengen, doch

ze zijn bij hem niet komen zoeken.

De hele voormiddag waren Duitse soldaten met een

telefoontoestel bezig op onze toren.

Paniek in de kinderscholen. Alle kinderen door hun

ouders naar huis gehaald, wegens het gerucht dat de

Duitsers de kinderen de pokken gaan inenten met

geweld. En die die weigeren zullen gebrandmerkt

worden op het voorhoofd en onder de kin. Scholen leeg !

Zondag 17 januari 1915 (dag 168)

Vergadering van een komiteit tot onderzoek der schade

van de afgebrande huizen in Bornem.

Voorzitter : burgemeester, ondervoorzitter : pastoor van

Bornem, secretaris : onderpastoor Verbist, leden :

pastoor van Branst en P. d’ Hooge.

Het uitvoerend Komiteit gelast met de schatting zou

bestaan uit 1 metsersbaas, 1 timmerman en landmeter

Van Ranst en Ch. Goris als secretaris. Die beweging gaat

uit van de boerengilde-directie van Leuven.

Men vertelt dat mevrouw Andries van Temse, vluchte-

ling in Engeland, door een auto is doodgereden te

Oxford.

Platte Jan heeft te Antwerpen 3 vaten petroleum kunnen

krijgen, maar moest eerst 5 dagen in arrest blijven.

Gisteren is met toestemming van graaf John de dam in

Doregem doorgestoken, waardoor het water dat anders

langs de Vliet van Puurs aflost, nu langs de geul in de

Schelde loopt, met het gevolg dat het Breeven onder

water en onze vijvers vol staan.

Men heeft ons vandaag 38 frs aangeboden voor een zak

haver.

Wij besloten vandaag om morgen naar Antwerpen te

gaan voor de vergoeding der inkwartiering.

Maandag 18 januari 1915 (dag 169)

Deze morgen 6 uur mis gelezen. Om 7 ½ met Theodoor

naar de Veerdam, waar om 8 ½ een Wilfortboot afvaart

naar Hoboken en om 2 ½ namiddag terugkeert. Het

bootje is wel niet zo comfortabel ingericht als die voor

de oorlog maar ’t gaat toch. De betere Wilfords van

vroeger liggen allen gemeerd in Terneuzen. En al is de

prijs 1,30 enkel, het dobbel van vroeger, toch is het

personen en goederenverkeer met de stad zeer druk. De

boot hield op aan de Notelaer, waar meneer

H.Thielemans, ficte gedomicilieerd te Temse, Stekene,

afstapte. Ondanks alle recommendatie van de gräfin

Schönburg, had Theodoor te Antwerpen geen pas voor

Holland kunnen bekomen. Van Temse uit ging dit

gemakkelijker. Deze en duchesse waren in Frankrijk,

paarden en rijtuigen in Holland, waar Theodoor’s

Page 8: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 8 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

dochter het toezicht had. Van de landingplaats te

Hoboken tot op de markt liepen we 20 minuten te voet,

en van daar naar de Groenplaats met de tram. Om 10

uur was ik op het groenkerkhof.

Doel mijner reis was: 1e een pas voor Holland. 2e

schadevergoeding wegens de Duitse inkwartiering.

De wachtpost aan het poortgebouw verwees mij voor

nr.2 naar de Kommandatur in de Minderbroedersrui.

Daar zei de Kommandant dat hij alleen te zorgen had

voor de inkwartiering binnen de stad en hij verwees mij

naar het Kaiserlich Gouvernement in de Gasthuisstraat

nr.2. Hier wist de Kommandant niet eens waar Bornem

lag, en of er een fort was. Hij had er overigens

niets mee uit te staan en verwees mij

beleefdelijk terug naar de Intendantur op de

Groenplaats van waar ik gekomen was.

In het postgebouw aan de groenplaats waren

2 burelen : een voor paspoorten, een ander,

de Intendantur voor schadeloosstelling enz.

Na een uur lang te zijn aangeschoven geraakte

ik, de laatste die binnen mocht, bij Freiherr

von Frankenberg zù Ludwigsdorf en zijn

adjudant von ? .

De eerste was een statig man met kalm en

vriendelijk voorkomen, de 2de een paar

koppen kleiner, had zoveel te meer van z’n

neus te maken. Mijn rekwest over de

inkwartiering werd nochtans als nicht

ùnbegründet aangenomen en de vraag of het

klooster alleen voor de gemeente die last

moest dragen met "keinwegs” beantwoord. Ze zegden

verder dat we voor de inkwartieringsonkosten rekùrs

hadden tot de gemeente Bornem. Dat kolen en

lichtverbruik op rekening kwamen van Duitse

legerafdeling te Boom en ik mij dienvolgens kon wenden

aan Major Von Mathiessen, aldaar geves-tigd. Ze waren

zo goed dadelijk mijn komst morgen te telefoneren om

die "ongelegenheit” van licht & kohlen zu ordner.

Een passierschein fur Holland zou ik niet bekomen tenzij

ik een bewijs door de burgemeester van Bornem onder-

tekend kon voorleggen dat het klooster onvermogend

was. Het was 12 ½ uur.

Om 1 uur was ik op de oever bij de Minderbroeders.

Mijn eerwaarde vriend Pater Libertus vertelde me dat hij

tijdens het bombardement der stad alleen was thuis

gebleven met Pater Regalatus. Ze hadden niet te lijden

gehad. Z.E.P. Stephanus was nog in Holland en lag

stervend in Halsteren. De Z.E.H. Gecardiaan deed alle

moeite om er naar toe te gaan, maar kon geen pas

verkrijgen. Dit gaf me weinig hoop. Om 2 uur ging ik zien.

Er stonden reeds 20 man aan de deur van ’t bureel dat

slechts om 3 ½ werd geopend. Om 4 uur ging ik

nogmaals en er stonden honderden te wachten. Ik zag

wel dat ik er vandaag niet in slagen zou en ging terug

naar de oever. Met Libertus trok ik naar vriend Fr. De

Konink in de Jordaenstraat, die juist de deken en de

burgemeester van Herentals met pastoor F. Ceulemans

uitliet. Meneer de Konink en zuster vertelden dat ze in

oktober 1914 naar Bergen op Zoom waren gevlucht. Dat

de gastvrijheid van het Hollands volk veelal vergald werd

door de Duitsgezindheid van vele der geestelijkheid die

het verzet van België tegenover de ongelukkige ban-

nelingen meenden te moeten misprijzen.

Kardinaal Mercier heeft in z’n herderlijke brief die han-

delswijze van Hollands geestelijken naar waarde beoor-

deeld, ook die van Italië.

De Nuntius van Brussel, zegden ze ook, was terug-

gekomen "désavoué par le roi et le gouvernement Belge

pour avoir critiqué le geste héroique que le monde

impartial admirait ».

Sommige parochiën der stad waren tijdens het bom-

bardement zonder één priester.

Het ondersteuningskomiteit gaat een delegatie zenden

naar Engeland om de daar verblijvende rijken en

edellieden eens op de beurs te kloppen. In Zunderbosch

en Zandhoven op de pastories hebben de Duitsers ver-

leden week nog wijn gerekwireerd, ook in de abdij van

Westmalle, meenden zij.

De dood van onze vriend John Stockmans veroorzaakte

grote moeilijkheden. Zijn enige zoon pas ingeroepen,

had voor een dag verlof om de begrafenis bij te wonen.

De zegels zijn in het sterfhuis gelegd, omdat John

In en rond Bergen op Zoom arriveren zo’n 250.000 Belgische vluchtelingen. In Bergen op

Zoom zelf komen tussen de 60.000 en 70.000 vluchtelingen, in een stad van slechts

16.625 inwoners.

Page 9: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 9 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

beheerder was van vele burgerlijke fortuintjes. Duitsers

slecht gezien te Antwerpen.

Het volk geërgerd in de Capucienenkerk omdat een Duits

franciscaan-ambulancier in uniform de mis diende. De

onderpastoor van O.L.V. weigerde assistentie op kerst-

mis aan de Duitse Aalmoezenier die een plechtige mis

wilde zingen voor den Staf. Enige mislezers hadden

beloofd te komen maar op ’t gestelde uur zag niemand

om en de aalmoezenier kon zijn mis alleen zingen.

Om 7 uur waren we terug op de oever voor het avond-

eten. De paters drinken allen thee, op 2 na. Ze krijgen

die gemakkelijk met de verzendingen hunner missio-

narissen in China.

Drie minderbroeders werden reeds aan den IJzer

gedecoreerd. Om 9 ½ gingen we naar bed.

Hun boeken, waarvan zij de bijzondersten tijdens het

bombardement gekelderd hadden, waren allen terug in

de bibliotheek.

Dinsdag 19 januari 1915 (dag 170)

Om 4 uur gewekt. Om 5 uur H.mis gelezen. Om 6 uur

ontbijt en om 7 uur met de tram naar Kielpoort waar

omtrent een andere tram stond voor Boom. Ik reed tot

Aartselaar en ging vandaar te voet naar Boom langs de

schonen steenweg. Om 10 uur meldde ik mij aan op de

Kommandatur.

Major Von Mathiessen was naar Breendonk en kwam

om 11 uur terug. Hij, de extra kwaaie majoor, ontving

me uiterst vriendelijk, luisterde met aandacht naar mijn

bezwaren en gaf ons overvloed van gelijk. Hij ontbood de

Zahlmeister, vroeg of er kolen naar Bornem geleverd

werden enz. De abdijpaters hoefden slechts een

uitvoerige rekening op te maken van het hout, licht en

steenkolen door de bezettingstroepen verbruikt, en ze

bij de Fortkommandant in te dienen.

Wij zouden compleet betaald worden; Voor de

inkwartiering allerdings nicht.

Overigens vanaf 11 januari ll. zou voortaan vuur en

licht ten laste der gemeente komen. "Lieber Pater,

was willst die noch mehr ?”

Om 12 uur ging ik te voet naar Rumst en had daar

een tram naar Mechelen. Te Walem lag de

opgeblazen brug nog in ’t water. Men moest uit en

overstappen. Aan de overzijde stond een andere

tram te wachten, maar ook een Duits

Passierscheincontrolbeamte. Deze bezag mijn

paspoort en vond het niet in regel "weil keine

Zeitdaùer angegeben ist”

Antwoord : "Das ist sache des Herrn Kommandant von

Bornhem.” "Der’s mir so gegeben.” Duitser : "Nùn ja gùt,

fur diesmal .”

Mijn paspoort luidde alsvolgt : 17 Komp. Landw. Inft.

Regt nr. 76 – Fort Bornhem 08.01.1915 Passierschein.

Vorzeiger dieses Priester van Doninck aus Bornem hat die

erlaubnis nach Antwerpen ùnd Herenthals zie reisen.

Benutzùng von auto ùnd Frahrrad diesboten (Sig) der

Fortkommandant un Loeper Rittmeister der Res.

Op de achterkant stond nog het zegel van het Kaiserlich

Gouvernement met adres van Major Von Matthiessen,

Bornhem.

Om 2 ½ was ik te Mechelen bij Mgr. Lauwerijs aan tafel.

Ik vernam er hoe het bezoek der Duitsers bij zijn

Eminentie was geschied. Item dezes interview met de

Amerikaanse persdelegatie – 1e formeel gecensureerd.

2e gelijkluidend, niet Dessain gevangen wil de 500 M/L

boete niet betalen. Exemplairen allen aangeslagen

nieuwe uitgaaf, waarvan men mij een exemplaar

meegaf. Om 3 ½ gingen we samen de stad afzien.

Kathedraal nog al erg beschadigd, huis Fr. De Blauw tot

de grond uitgebrand, items de rij huizen tegenover : Van

Velsen, Dierckx – Beke enz. langs de Hoogstraat,

Boulvard, Statie, Bruul, in het seminarie bij Prof Tessens

en [Manlaerts] een 70-tal seminaristen te kort. In dienst

als brancardiers. De Kardinaal had daags tevoren een

conferentie gegeven aan de seminaristen over zijn

nieuwjaarsbrief en zijn gevolgen. Zou waarschijnlijk in

druk worden uitgegeven. Deze heren zegden me dat er

tramcorrespondentie was deze avond met Herentals, en

in plaats van naar mgr. Lauwerijs te gaan overnachten,

tramde ik om 5 ½ van de Neckerspoel naar Heist-op-den-

Berg. Op de tram kwam bij mij de Z.H. Houtmeyers oud-

onderpastoor van Puurs, thans pastoor van Booischot.

Ook Mechelen en haar Sint-Romboutstoren werden erg

beschadigd tijdens WO1

Page 10: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 10 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Hij heeft enige weken krijgsgevangen gezeten in een

kamp van Münster, 14 dagen van ellende dan in ’t

seminarie streng bewaakt. Bij zijn thuiskomst vond hij

zijn pastorie totaal leeg geplunderd. Hij was deze

morgen naar Mechelen gereden, ontboden bij zijne

Eminentie om zijn verslag te doen over zijn lotgevallen.

Daar zijn paspoort al enkele dagen verlopen was, werd

hij door de Duitsers niet doorgelaten, maar tot ’s

middags in een bureel opgesloten met nog een andere

onderpastoor.

Sedert de brief van den Kardinaal worden de priesters

niet meer gegroet door de Duitse soldaten, die vroeger

hun geweer geschouderd en nu aan de arm dragen. Het

is ook een veel slechtere soort. Te Heist-op-den-Berg

moest ik overstappen. Daar waren de Duitsers bezig met

alle notenbomen af te zagen en naar Duitsland te ver-

voeren om er geweerkolven van te maken.

Te Westerlo was er een half uur oponthoud. In

restaurant 'De Valk' ,vol volk, zaten Duitse soldaten kaart

te spelen, en onder de voyageurs meneer Sleebus van

Bornem, nonnenkens van Leuven die met mij naar

Herentals tramden, vertelde dat madame weduwe Ch.

Peeters en haar dochters, wier huis was tot puin

verbrand, in hun klooster een onderkomen hadden.

Om 9 uur was ik in Herentals. Het was van september

geleden dat ik nog iets van mijn familie gezien of

gehoord had. Drie leden waren er sedert gestorven.

Neef Arthur verbleef met vrouw en kind te Holland. Van

de 3 doctoors was de burgemeester, Dr. Rombauts,

alleen op zijn post. Dr. Nauwlaerts en Dr. Dupont waren

in Engeland. 57 families waren nog in het buitenland. De

huizen der afwezigen allen bezet door Duitsers.

Wegens kolengebrek waren deze winter alle mastbomen

rond Herentals afgekapt, de bils van de ijzerenweg

uitgehaald door het arm volk tot spaanderen gekloven

en aan de burgerij verkocht als kachelhout. Men kan

slechts 200 gram meel per dag en per kop bekomen.

Petroleum aan 1 frank de liter. Gas mag niet gebruikt

worden om te koken en slechts een pitje voor licht per

huishouden. Driemaal zijn de Duitsers in Herentals

gevallen. De 3e maal met 6.000 man hadden ze de stad

omsingeld waar slechts een twintigtal cyclisten met

mitrailleurs stand hield bij de statie. Slechts een soldaat

sneuvelde, 7 burgers, 17 huizen zijn afgebrand, ook 2

windmolens, 3 Fonteynen en Watervoort. De Pruisen

lieten er 20 doden.

De stad was de 3e maal omtrent leeg gevlucht. Van de

geestelijken was alleen deken De Smet in het gasthuis

gebleven en de oud-deken Baeten kon niet verder

geraken. Verleden week werden alle trekpaarden

gerekwireerd en met bons betaald. De nacht was te kort

om al het lief en leed van de oorlog te vernoemen of te

vertellen.

Woensdag 20 januari 1915 (dag 171)

Om 4 uur ging ik de andere familie opkloppen. Dronk om

5 uur koffie, daar ik geen kans zag om tijdig de H. Mis te

kunnen lezen en om 7 uur den tram te hebben naar

Oostmalle Antwerpen. De trein van Gladbach reed ook

wel, maar daar zou niemand willen mee rijden, al was

het ook zo duur niet. 6 frank in plaats van 2 frank.

De tram naar Oostmalle zat gestampt vol en de Duitsers

eisten 10 cent Fahrtaxe buiten de coupon. Uit colère

zegden de mensen omdat er niemand met de Duits wil

meerijden.

Ik had hier en nog eens te Oostmalle dezelfde

moeilijkheid wegens mijn Passierschein. Ik kwam telkens

zonder onkosten voort, met ze naar den Kommandant

van Bornem te verwijzen.

Te Oostmalle stonden verscheidene wagens met

levensmiddelen van het voedingskomiteit gereed voor

Turnhout en Herentals, die als centrums zouden dienen

voor de verdere bedeling van de Kempen. Ze stonden

onder Amerikaanse vlag. Te Antwerpen, zei Mgr. Van

Schoubroeck, zouden ze wel alles in de stad willen

houden en verdelen, maar ’t zal niet lukken.

Abdij Westmalle

Aan de abdij van Westmalle passerend, zag ik dat de

kerktoren gedeeltelijk ontbrak. Door de Belgische genie

afgebroken. Men zegde dat er slechts enkele paters

waren en de abdij door Pruisen bezet was. Vandaar tot

Antwerpen. De bomen langs de steenweg afgezaagd en

verdwenen, alsook de bossen en parken.

Fort van Schilde dooreen gewrongen. Om 11 uur op het

groenkerkhof, zag ik ’t pasbureel nog belegerd door een

massa volk. Bezoek enige familieleden die niet waren

gevlucht geweest en ga om 2 uur nogmaals pater

Libertus groeten op de oever.

Page 11: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 11 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Om 3 uur was er een Wilfortboot te Hoboken naar

Bornem, en ik zou er met de tram langs de Kielpoort

goed gekomen zijn maar de goede vriend Libertus gaf mij

de ongelukkige slechte raad langs de kaaien tot aan de

Petroltanks te rijden. Dat die weg veel korter was en ik

bij hem wat langer kon zijn. Kwart voor 3 uur stond ik

aan de petroltanks en vernam er dat ik nog ¾ uur van de

aanlegplaats verwijderd was. Er was niets te doen dan

maar te voet door Hoboken te kuieren te vergeefs naar

een karke of voituur uitziende dat mij ’n eind ver zou

brengen.

Het weer was koud en de weg overal modderig. Ik

groette van verre de toren van St. Bernardus waarop de

verlodderde Duitse vlag hing.

Om 5 uur was ik over de Rupel en tien minuten na zes

was ik in de abdij. Aan de poort ging een aantal verdacht

vrouwvolk op den loop. Bij mijn heengaan had ik gezegd

van ’s woensdag terug te zijn, indien ik geen pas kon

bekomen voor Holland. In de abdij was er die drie dagen

niets meldenswaardig voorgevallen, zegde men, tenzij

dat de ingenieur Loevenich met een ploeg werkvolk van

de omstreken gekomen was om de abris in de boom-

gaard en in het bosje verder af te breken. Ik had 4 uur

zonder verpozing door de modder gelopen en ‘k was blij

mijn lange stelten onder de dekens te hebben.

Donderdag 21 januari 1915 (dag 172)

Een twintigtal werklie meestal van Willebroek zijn bezig

met het opruimen van de abris in onze hof.

Dezen morgen vertelde Theodoor dat de paspoorten

voor Holland gegeven in het arrondissement St.Niklaas

allen nietig waren verklaard.

Zelfs Mees is niet meer over de grens geraakt. Reden

ervan is dat meneer Janssens van St.Niklaas met een pas

voor Holland ook naar Engeland was geweest en

bevonden werd, vandaar brieven te hebben gesmokkeld.

Om 3 ½ komt madame de gravin 80 missen bestellen.

Wij waren zonder intenties.

Wij vernemen het overlijden van broeder Modest

Verbruggen (Scheppers) in Holland overleden.

Pater Regalatus van Antwerpen predikt in de parochie-

kerk de gedurige aanbidding. De sermoenen worden

goed bijgewoond.

Onze koestal is vandaag vergroot met een kalf. Deze

avond bracht de expert-veearts van Temse uit Holland

de Kartabellen, te Tilburg gedrukt.

Kanon gehoord de hele dag.

Vrijdag 22 januari 1915 (dag 173)

Weinig volk te biechten in ons kerk. Donker. Vuile weg.

Duitse wacht aan de poort : houden er velen terug.

Om 7 ½ Belgische Tijd (B.T.) ga ik met Placidus naar het

fort om den kommandant de volgende rekening te

overhandigen.

Abtei S. Bern. In Bornem 22 Jan 1916.

Die Abtei vervaltung S. Bernhards in Bornhem hat an die

in derselben weilende Deutsche Besatzing bis 11 Jänuar

1915 geliefert wie folgt an :

1/ Brennmaterial ( Holz, Kohlen, öfen ) frs 520.

2/ Licht ( Elektrischer ) 78.

3/ Stroh, gemüse ü.s.w. 40.

Frs. 638

Der Verwaltert a/i P. Benedict Van Doninck.

De Wilfordbooten, hier aangemeerd te Temse, bleven instaan voor de verbinding naar Antwerpen.

Page 12: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 12 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Wij hadden op de wacht per telefoon aangevraagd of de

Rittmeister op het fort was en er werd geantwoord dat

hij om 8 ½ moest vertrekken. Wij waren om 8 uur aan ’t

fort en ... hij was reeds weg. Wij hebben de rekening dan

maar mee teruggenomen.

Om 1 uur bracht een soldaat van het fort in de abdij en

bij de burgemeester het volgend schrijven waarvan wij

ontvangst moesten aftekenen.

Abschrift. Süd abschnitt Antwerpen P.N. 656 Boom

19.1.15

An den Herrn Kommandanten des Forts Borhem.

Heute vormittag erschien ein geistlicher von der Abtei St.

Bernard im geschaäftszimmer ùnd batum Erstallung der

Kosten, die der Abdei infolge Mit benutzung der

Heizungsmaterialien und Beleuchen tungsanlagen von

den dort unter gebrachten. Truppen entstanden sind.

Dem betreffenden geistlichen ist von mir eröffnetworden,

dan er eine Rechnung ùber die zie beansprùchenden

Forderungen in der Zeit von der Belegung der Abtei mit

Truppen bis zum 10 Januar d. Js. aùfstellen ùnd dieze

Ihney zùr Prüfing und Bescheinigung einreichen sollte. Ich

ersuche Sie, falls die Abtei ausser stand eist, die Kosten

zù übernehmen, die Rechnung der gemeinde Bornhem

zùr Bezahlùng vorgulezen. Auch hat die gemeinde

Bornhem künftig für die zùr ordnùngsmässigen Unter…….

In St. Bernhard erforderlichen Materialien sorge zié

tragen , vorausgeschdass die Abtei hierzù nicht in der

Lage ist.

Gez. v. Matthiesen Major ùnd Komand. Der Süd abschen.

Dat was nu heel wat anders dan de Major mij te Boom

mondelings had verklaard.

Zaterdag 23 januari 1915 (dag 174)

Gisteren en vandaag onophoudend kanongedonder

west.

De koster van Lippelo komt vertellen dat zijn pastoor een

pas te St.Niklaas gekregen heeft voor Holland onder

voorwendsel geld ter ondersteuning der armen te gaan

halen en dat die pas hem 7 ½ frank kostte.

Ik stel in die zin ook een aanvraag op, voor de armen-

soep van 75 huishoudens hulpmiddelen te gaan halen in

Holland, en zoals men te Antwerpen mij had te kennen

gegeven, moest het onvermogen des kloosters door de

burgemeester der gemeente bevestigd worden.

Om 10 ½ ging ik met mijn opstel ter ondertekening en

bezegeling naar de burgemeester. Om 1 uur brengt

onderofficier Wöhler onze rekening naar het fort. De

Rittmeister is in Urlaub tot maandag.

Deze middag lieten wij 4 (afgediende) koperen

kandelaars naar de kerk van Mariekerke brengen.

Om 2 uur komt een broer van Zuster Bernarda uit ’t

gasthuis, wier zuster te Soleilmont is, 2 kartabellen

vragen.

Brug van Temse vandaag ontoegangelijk. Duitsers zijn de

notenbomen van de graaf aan ’t keuren.

Zondag 24 januari 1915 (dag 175)

Vandaag geen kanon.

Verjaardag gevierd van de Prelaat in Calefact.

Om 3 ½ was er vergadering van de boerenbond in het

dorp. Onderpastoor Verbist had van de preekstoel

afgeroepen dat er 20.000 kilo mais en item zoveel

lijzemeel was aangekomen om te verdelen aan de

boeren die twee koeien of 30 kiekens hadden.

Veerdam of Embarcadere aan het Buitenland

Page 13: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 13 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

De Duitsers zijn gisteren naar het kasteel geweest en

hebben een hele zak eendvogels meegebracht. Ze

brengen ze met boter te braden in de keuken bij broeder

Laurentius. Ze willen hun Keizers verjaardag vieren.

Vlees gaan ze kopen bij de slachters in het dorp en

betalen nogal komptant. De slachters zijn ’t akkoord elk

op zijn beurt vlees te leveren aan de Duitsers, maar niet

meer te slachten zouden een hunner niet zou betaald

worden.

De mensen van Temse die over de brug willen moeten

een pas halen te St.Niklaas.

Van hier uit geraakt er niemand over. Men zegt dat er

wel 30 Duitse deserteurs in Bornem zijn, die naar

Holland zoeken te geraken.

Maandag 25 januari 1915 (dag 176)

Om 7 ½ met Theodoor naar de veerdam. Om 8 ½ bracht

de boot van Temse veel volk over dat met allerhande

gerij via Londerzeel naar Brussel moest. Om 10 ½ waren

we op de Groenplaats. Met veel moeite en na lang

aanschuiven, geraak ik om 12 uur in het pasbureel. Men

scheen vandege streng voor passen naar Holland. Elkeen

bijna kwam ontevreden buiten. Mijn redenen en voor-

stellen werden ook als onvoldoende afgewezen en in

laatste instantie bij Graf von Vosendorf tamelijk brutaal.

Bij Muyshondt, Kipdorp 65, wier jongens op school zijn

bij de broeders in Oudenbosch een kaartje afgegeven

voor meneer Prelaat. Correspondentie op die wijze soms

mogelijk.

Om 2 uur met de tram terug naar Hoboken, waar de

Wilfort ons om 3 uur opnam en om 4 ½ te Bornem

afscheepte. Om 5 uren terug in de abdij. Meneer Verbist

die ook naar Antwerpen was geweest, vertelde dat hij

gisteren 3.000 kilo mais aan 25 frs de 100 kg aan de man

had gebracht.

Dinsdag 26 januari 1915 (dag 177)

Geen kanon hoorbaar.

Om 2 uur komt meneer Van Baren vertellen dat hij in

Oudenbosch is geweest en de heren het allen goed

maken.

In ons bosje werkt de ploeg van Willebroek aan de

opruiming en als ze weg zijn sleept ons werkvolk de

beste boomstammen achter de kerk. In de voormiddag

kwamen de Duitsers met een hele wagen takkebossen

en loofwerk ter versiering voor ’s keizers verjaardag

morgen te vieren

Om 4 ½ komt de Rittmeister Von Loeper met nog een

officier, zichtbaar verlegen. Zegt ’t ventje dat hij niet

inziet hoe dat hij kan verklaren of het klooster de last

van kolen, leverantie enz. kan dragen of niet zoals de

Major van Boom verlangde. Ik zie ’t ook niet. Hij raadt

mij de burgemeester daarover te spreken. Dat is niet

mijn zaak maar de uwe. Raadt me den graaf om

ondersteuning te vragen.

Antwoord :

Wir sind keine Bettelmönche ! Was der Here Major

schreibt stimmt nicht mit seiner mundliche aùssage in

Boom, dass es gewiss ein billig wäre den Last der

einquartierùng der abtei allein aufziebürten ! Nun was

thun ? Krieg ist Krieg.

Woensdag 27 januari 1915 (dag 178)

De Pruisen zijn vandaag goed wakker en maken meer

rumoer dan naar gewoonte. Om 7 ½ steken ze een

Duitse driekleur aan een stang op de poort der Klooster-

straat, tot ergernis van paters en passanten.

Om 8 uur trok een garnizoen, pinhelm zonder

kuif, al zingend naar het dorp. Wat men ook

zegge, de Duitsers zijn niet allen muzikaal. Ze

zongen slecht effenaf !

Ingenieur Von Loevenich komt 6 flessen wijn

kopen en betaalt komptant. Spot met de

handelswijze tegenover Kardinaal en zijn

herderlijke brief. Hij was er over veront-waardigd

en hij beweerde, dat ze met hun kolen-voorraad

geschwindelt hebben op het fort.

Kolen werden geleverd, maar niet waar ze zijn

moesten, en ze weten niet goed waar onze

rekening onder te brengen. Raadt ons te

Antwerpen en te Brussel op instantie te gaan.

Het abdijgarnizoen liet tegen de middag een hesp

braden en ze hebben feest gevierd. Heel stillekens. Men

zei deze avond dat ze fel klop hebben gekregen aan den

IJzer

In ons bosje werd deze avond de laatste pindraad

opgewonden en ’t werkvolk verzamelt het afgehakt

schaarhout.

Kade in Oudenbosch

Page 14: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 14 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Donderdag 28 januari 1915 (dag 179)

Om 6 uur gaat Placidus te voet met Jefke van den Dilft

naar Wieze-Hofstade. ’s middags hoort men ’t kanon ten

zuidwesten.

Van 12 tot 1 een langwerpige ballon onbeweeglijk te zien

in de richting van Brussel. Een schietdoel voor kanonnen,

zei men.

De Duitse vlag hangt nog aan de poort der Klooster-

straat. Het feest van de keizer is gisteren zeer kalm en

stil afgelopen en het feest van St.Amedeus bij ons nog

stiller. Wij hebben ’t gedacht gekregen in de recreatie

met de kaart een partij whist te spelen !

In de Weert en aan ’t kasteelgoed worden nog voort-

durend de notenbomen getekend.

Te St.Niklaas werden 25.000 flessen wijn gerekwireert.

Item te Hamme en elders.

Om 6 ½ komt Placidus te voet terug van Wieze en vertelt

dat Senior Nivardus nog altijd fris en gezond is bij zijn

familie. Er werd verteld ginder dat de Hollandse Consul

te Gent vertrokken is en de toestand in Holland tegen

Duitsland zeer gespannen (hoe dikwijls nog ? )

Te Lebbeke waren nog 50 mensen afwezig, krijgs-

gevangen in Duitsland. Petroleum te Wieze ! 5 de liter.

Tarwe 60 frs de 100 kilo.

Vrijdag 29 januari 1915 (dag 180)

Onder het werkvolk dat in ons bosje bezig is met

opruimen, bemerken wij er verschillende die vroeger bij

Theodoor en bij Peeters in de fabriek werkten.

Na de middag kanon hoorbaar in ’t zuidwesten

Madame Van der Stappen brengt ons 6 konijnen.

Om 3 ½ komt meneer Van Baren, die gisteren naar

Antwerpen is geweest, afscheid nemen. Hij gaat morgen

terug over Hulst naar Oudenbosch en klaagt dat hem zijn

paspoort zoveel moeite en geld kost. Schenkt een mooie

som aan het voedingskomiteit.

Jo, zijn meid heeft haar huisje verhuurd en speelt de

bazin op den Dilft. Meneer Van Baren vertelde dat de

Paters Jezuïeten Passionisten van België in Holland een

eigendom, oud kasteel, hebben aangekocht voor de som

van 160.000 gulden ! Arme bedelaars !

Men zegt dat de Duitse kommandant van het fort Liezele

zich voor de kop heeft geschoten omdat hij vreesde naar

den IJzer te moeten. Hij zou dat al enige dagen in een

herberg hebben te kennen gegeven.

Zaterdag 30 januari 1915 (dag 181)

Om 8 uur gaan 3 Duitsers op onze toren.

Meneer De Groote is pastoor benoemd van Lovenjoul,

waar de pastorie door de Duitsers werd afgebrand en de

pastoor Noeninckx in disponibiliteit naar Antwerpen

werd gezonden, wegens zijn optreden en ophitsen tegen

de Duitsers.

In de gazet staat te lezen dat de pastorie van Willebroek

openstaat bij ontslaggeving. Onderpastoor Verbist en

meneer Poodts zijn vandaag naar Mechelen gereden met

de voituur van J. Brijs. Deze voituur werd ook wel

gebezigd door Rittmeister Von Loeper. Deze was daar-

door vandaag ontgriefd en had deze morgen de onze

laten vragen voor ééne keer, maar deze avond kwam hij

daarover nog spreken. Ik zei hem dat onze voituur voor

hem ten dienste was op schriftelijke aanvraag, maar niet

de eerste beste soldaat daarmee mocht wegrijden. Hij

was het er volkomen eens mee. Ik sprak hem nog over

de kolenkwestie. Hij erkende ons goed recht en zou de

zaak nog eens onderzoeken en in ’t kort bescheid geven.

Zondag 31 januari 1915 (dag 182)

Geen kanon hoorbaar

In abdij en parochiekerk wordt er gepreekt tegen het

slecht vrouwvolk dat te Bornem met Duitsers aanhoudt.

Om 2 ½ gaat onze koetsier naar de vergadering van de

bond der paardenverzekering te Puurs.

Gelukkig dat wij thans geen paard hebben, want het zou

dagelijks gerekwireerd worden, zoals de Tilburg en de

grote voituur, die alle beide vandaag weer weg zijn.

Gisteren lieten we 50 afgedankte kerkstoelen naar de

kerk van Mariekerke afhalen op 4 kruiwagens.

Om ons koperwerk aan het oog der Duitsers, die

dagelijks in de keuken komen, te ontrekken, hebben wij

de koperen marmitten door ijzeren (verlakte) vervangen.

Ingezien de rariteit van vis en eieren en wij de fazanten

en konijnen gratis bekomen, hebben wij maar besloten

alle dagen uitgenomen vrijdag vlees te eten en ’s avonds

warme patatten.

Duitse schrikaanjagers maken de boeren wijs dat ze wel

graan gezaaid hebben, maar het niet maaien zullen.

Page 15: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 15 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

De dodendraad De grens tussen België en Nederland werd al snel een

ontsnappingslijn voor oorlogsvrijwilligers. Deze trokken

via Vlissingen naar Folkstone om daarna via Dieppe in

Frankrijk de geallieerde troepen te vervoegen. In

december 1914 alleen al zouden er via deze weg zeker

5.000 jongeren opnieuw, of voor een eerste keer, naar

het geallieerde front vertrokken zijn.

Ook werd de Nederlandse grens massaal gebruikt voor

het oversmokkelen van brieven, dit waren er vaak tot

50.000 per week. Deze brievensmokkel was een doorn in

het oog van de Duitse bezetter. Op deze brievensmokkel

stond trouwens bij het betrappen een boete van 20.000

Duitse Marken.,

Zelfs Duitse deserteurs poogden het oorlogsgeweld te

ontvluchten via het neutrale Nederland.

Om deze problemen tot een minimum te beperken,

werd eind 1914 op sommige plaatsen eerst een gewone

draadversperring opgericht.

Omdat de smokkel van zowel vrijwilligers, brieven als

ander smokkelwaar een bloeiende business bleef, en de

bewaking van de grenzen toch veel manschappen

opeiste, werd een verplicht paspoort met foto ingevoerd

om de grens te mogen kruisen.

Passierschein en Personal-Ausweis.

Dit bleek niet voldoende en al vrij snel werd overgegaan

tot de bouw van een ijzeren gordijn. Dit zou slechts ten

volle afgewerkt zijn half 1916. De plaatsing gebeurde ook

niet volledig in lijn maar volgens dringendheid met

stukken hier en daar tot uiteindelijk de gehele grens was

afgeschermd.

De Belgische-Nederlandse grens tussen het Zwin in

Knokke en het drielandenpunt in Aken is al snel 450 km

lang.

Voor de aanleg van de versperring werd eerst een

streek ontdaan van alle bomen en struiken. In de weg

staande muren en huizen werden afgebroken. Enkele

dagen later werden dan hoge palen in de grond

geslagen. Op deze palen werden porseleinen isolatoren

geplaatst. Daarna werd de stroomdraad op de palen

gespannen. Op afstanden tussen de 500 meter en 2 km

werden schakelhuisjes neergezet. Dit waren niets meer

dan een houten barakken waarin een stroomgenerator

werd geplaatst. Kort daarbij stond dan steeds een

houten wachthuis en een houten barak voor de

bewakers.

Die bewakers waren meestal Landsturmsoldaten, oudere

Duitse soldaten dus.

Een ploeg van 60 arbeiders en 10 bewakers kon onge-

veer 1 kilometer omheining plaatsen in een periode van

1 tot 3 dagen, afhankelijk van de aard van het te

doorkruisen terrein.

Reeds in juli 1915 werden de eerste stukken van de lijn

onder stroom gezet met een spanning van +/- 2000 Volt.

Vrij kort nadien vielen al de eerste dodelijke slachtoffers.

Page 16: 1915 01 dagboek van doninck

© Gemeentelijk Archief Bornem - 16 -

Uit de dagboeken van

Pater Benedictus Van Doninck

Opbouw van de versperring.

Gemiddeld was de draad zo een 2 tot 2.5 meter hoog.

Alle 3-4 meter werd een met teer ingesmeerde paal in

de grond gezet. Op een hoogte van 15 à 20 cm boven het

maaiveld werd een eerste verzinkte of koperen draad (4

à 5 mm dik) aan porseleinen isolatoren opgehangen.

De draden volgden elkaar zo op met onderlinge

afstanden van 20 tot maximum 30 cm.

Alle 50 meter stond een hogere paal. Deze bevatte de

aanvoerleiding van de stroom.

Op de meeste plaatsen werd aan beide zijden van de

omheining nog eens 1 of twee rijen prikkeldraad

aangebracht op dunnere houten of metalen palen. Deze

extra draden waren er om te vermijden dat onbewust

mensen de dodelijke draad zouden aanraken en

geëlektrificeerd zouden worden. Anderzijds vermoei-

lijkten zij nog eens extra de pogingen de draad te

proberen kruisen.

Gebruik van de versperring.

De versperring stond zeker niet altijd continu onder

stroom. Men wisselde van tijd tot tijd de zones die onder

stroom gezet werden.

Dagelijks waren de bewakers verplicht het traject

minimaal 2 maal af te wandelen of te fietsen. Hierbij

moesten zij met een ijzeren proefstaaf ook de werking

van de omheining testen.

De bewakers droegen op hun linkerarm een armband

met daarop een rode pijl en een bliksemflits.

Aan overgangen van waterlopen en spoorwegen, waren

permanente wachtposten. Fietsen waren in de

grensstreek verboden. Aan Nederlandse kant was een

neutrale zone van 500 meter. Aan Belgische kant was

deze zone tussen de 100 en 500 meter breed. Personen

die zich zonder geldige reden in deze zone bevonden

werden zonder medelijden neergemaaid of beschoten.

Hoe kon men de omheining passeren.

De ganse versperring telde in totaal 75 poorten.

Hiervan waren er 50 alleen voor militairen

bedoeld. 9 waren alleen voor burgers en 16 voor

dubbel gebruik.

Men kon enkel toelating krijgen de grens te

kruisen met een geldig passierschein.

Vanaf januari 1915 werd doorgang verboden

voor Belgische mannen tussen 16 en 45 jaar

omdat het risico te groot was dat zij via

Nederland weer zouden aansluiten bij het

Belgische leger aan het geallieerde front.

Pogingen om de omheining te omzeilen.

De eenvoudigste pogingen tot sabotage bestonden vaak

uit het werpen van een ketting, een draad, een natte

koord, een natte tak,... op de omheining zodat er

kortsluiting ontstond. Hierdoor viel dan meestal de

stroom uit en kon men de draad kruisen.

Meer riskante pogingen bestonden uit het graven van

een sleuf onder de draad. Hierbij ging men vaak met een

Y-vormige tak, de onderste stroomdraad nog wat

optillen. Dit was uiterst gevaarlijk want het geringste

contact met de kleding, kon de dood betekenen.

In de hoogte probeerde men de draad te overbruggen

met een dubbele trapladder waarop men extra houten

planken ging leggen.

Een veiligere manier was een open ton, mand of bak

onder de draad te wringen. Dan kon men door deze

constructie kruipen zonder de stroomdraden zelf te

raken. Courante passeurs maakten soms gebruik van een

passeursraam.

Daarnaast werden ook houten fietsvelgen gebruikt, deze

werden dan aan de randen geïsoleerd met asbest of een

buitenband van een fiets.

Het kruisen van de draad bleef een gevaarlijke onder-

neming.

Minimum schat men het aantal dodelijke slachtoffers op

850. Dit zijn niet alleen geëlektrocuteerde personen

maar ook personen die door Duitse bewakers werden

neergeschoten in de directe buurt van de omheining.

50% van de slachtoffers waren Belgen, 25% Duitsers,

10% Nederlanders, 10% vluchtende Russische

krijgsgevangenen, 5% andere Nationaliteiten.

75% van de slachtoffers kwamen om door elektrocutie.

20% kwam om in vuurgevechten in de directe nabijheid

van de omheining. Van 5% is de exacte doodsoorzaak

niet meer gekend.

www.dodendraad.org