1915 01 dagboek van doninck
-
Upload
archief-bornem -
Category
Documents
-
view
233 -
download
6
description
Transcript of 1915 01 dagboek van doninck
© Gemeentelijk Archief Bornem - 1 -
-
Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck
JANUARI 1915
Vrijdag 1 Januari 1915 (dag 152)
Daar er geen nieuwe kartabel gekomen is, gebruiken wij
die van 1914.
De soldaten van ’t garnizoen der abdij hebben te
middernacht (nach Deutsche Sitte) "Prosit Neujahr !" ge-
roepen, doch hebben verder geen stoornis verwekt.
Feldwebel Von Döring vraagt zijn rekening voor de afge-
lopen maand : "Logis unentgeltlich, Déjouner en souper.
1 mark per dag. Ist gnüg ?"
Onder de hoogmis inspectie door Major Von Mathiesen
en Rittemeister Von Loeper
In de mis van 7 1/2 leest Placidus een stuk van de Kardi-
naalsbrief.
Theodoor de Maeyer bracht ons een oorlogskaart van ‘t
westelijk front.
Zaterdag 2 Januari 1915 (dag 153)
De brief van zijn Eminentie gisteren gedeeltelijk voor-
gelezen heeft het volk doen herleven. Op straat en in de
herbergen werd gisteren avond de Vlaamse Leeuw
gezongen.
Om 8 uur tweemaal verwittigd dat het tijd was heen te
gaan, zijn er een twintigtal herbergiers en klanten naar
het fort gebracht door de Pruisen. Peer de champetter
hadden wij gisteren gelast 100 exemplaren van de
Kardinaalsbrief te halen om uit te delen. De pastoor item
zoveel. Hij is vandaag zonder brieven teruggekomen.
In de namiddag is een Duits artillerieonderofficier om in-
kwartiering gekomen. Hij kiest zich de kamer van ’t
ziekenhuis beneden rechts, vraagt ook een kachel, dat
zijn er vier. Natuurlijk wordt de centraal verwarming niet
gebruikt en gelukkig dat onze eigen kamers niet kunnen
verwarmd worden, anders lagen ze misschien vol ...
Pruisen.
Onder de avondrecreatie komt Diederik De Maeyer nog
aangelopen met de boodschap dat de Kardinaal is
gevangen genomen. De afgedrukte brieven in beslag en
de pers verbrijzeld werd. Na korte beraadslaging besloot
men de brief toch morgen zondag voor te lezen in de
missen. De Franse tekst van de brief hadden wij
afzonderlijk gisteren ter lezing aan Theodoor meege-
geven en was gelukkiglijk teruggebracht. Leo nam hem
mee naar zijn cel om hem morgen aan de Zusters der
Presentatie te laten lezen. De Vlaamse tekst laten we in
de Calefact liggen, en we gingen volgens gewoonte om
7½ uur naar bed.
Zondag 3 Januari 1915 (dag 154)
Voor mijn part heb in tot middernacht zeer vast
geslapen, dan ben ik wakker geworden wegens een
maagonsteltenis en heb ik onrustig geslapen tot 5 uur.
Verwonderd vraagt men mij of ik deze nacht niets heb
gehoord. Vermits ik noch oor- noch ooggetuige geweest
ben van de gebeurtenis vertel ik je volgens horen zeggen
van de getuigen. Als de broeders gisterenavond 8 uur
naar bed gingen hoorden ze veel lawijd op de Duitse
wacht, en een groot aantal dezer trok de poort uit. Om 9
½ uur gebons op de koer aan de deuren van ’t hospice en
van de keuken. Broeder Remigius ‘t bed uit, ’t raam
open, vraagt of ze logist moeten hebben.
Kardinaal Joseph Désiré Mercier, aartsbisschop van Mechelen
en hoofd van de Belgische kerk, bleef als geestelijke
gezagdrager gedurende de hele oorlog in bezet België. Met
zijn herderlijke brief belichaamde de kardinaal het morele
verzet tegen de Duitse bezetter
© Gemeentelijk Archief Bornem - 2 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
"Nein, wij moeten binnen". Order van de Kommandant
van ’t fort. De broeder half aangekleed loopt naar
beneden. '"Licht machen"
De broeder laat ze binnen langs de grote deur der
keuken. Eén onderofficier, twee simpelste soldaten en
een in burgerkleding. Er stonden nog 2 of 4 soldaten
buiten, die binnen kwamen met de bajonet op ’t geweer.
Maakten een cirkel, de onderofficier trok zijn degen en
beval de civilist een papier af te lezen, waarvan hier de
verkorte copie
"Der Kommandeur des süd Abschnitts hat folgender
verboten : Ich verbiete hier durch ausdrücklich, dass der
Hirtenbrief des Kardinals von Mechelen von den Kanzeln
verlesen wird und ersüche, die exemplare, die den
Pfarrern bereits zügegangen sind, dem Uberbringer
dieses zie übermitteln.
Fort Bornhem den 02 Januar 1915
der Fortkommandant Loeper, Rittmeister der Res.”
De civilist wilde ’t nog eens in ’t Vlaams zeggen, doch
broeder Remigius zei, "schei er maar uit."
"Wo ist der Abt"
Broeder : "Afwezig, ik de plaatsvervanger." De broeder
gaat mee. Gevolgd van de zes Duitsers gaat de broeder
langs de reftergang. "Licht machen."
Van St. Jozef draait de broeder aan de electrische knop
en gaat den dormpter op en klopt aan de deur van de
Prior. Herinnert zich daar, dat de Prior al enigen tijd de
slaapkamer betrekt van broeder Prelaat. Den dormpter
over ; trap af, licht aan en uit, en klopt bij de Prior op de
deur en zegt hem wat er gaande is. Deze trekt z’n kousen
en keuvel aan en vraagt wat ze willen. Opnieuw wordt
het groot document met gewichtige gebaren voorge-
lezen en tenslotte de Kardinaal beschimpt omdat hij de
Duitsers voor wilde barbaren uitmaakt. Ze eisen de brief.
De Prior brengt ze naar de Calefact en overhandigt hun
het Vlaams gedeelte. Ze vragen naar het adres. Hij is
gebracht zonder adres.
"Hoe weet gij dan dat die brief van den kardinaal is ?" Uit
de voorrede latijn. De civilist leest ook ’t latijn, vraagt
naar het Frans gedeelte. De Prior gaat der Duitsers naar
de kamer van Leo.
Broeder Remigius moest in de Calefact blijven, van de
drie andere Duitsers, die hem beletten mij te komen
wekken. Ze vroegen hem waartoe die pijlbogen moesten
dienen, of het was om hen dood te schieten ? Een Pruis
neemt een pruim tabak, en biedt er ook een aan den
broeder die weigert. Een cigaar dan ? Ook niet. Door al
dat gerucht waren middelerwijl Leo en Leonardus
wakker geworden en stonden gekleed en gereed op hun
cel toen de Prior met de onderofficier, een en soldaat en
de civilist aan hun deur kwamen. Met de geweerkolf
bonsten ze op de deur van Leo die opendoet. Deze had
wel vermoed dat ze om de brief kwamen en in twijfel
gestaan om hem van kant te maken, doch ten slotte
maar gereed gehouden om af te geven. Nu waren ook
Placidus en Leonardus, de broeders Hubertus en Alfons
bijgekomen en met veel gebaar werden dezelfde vragen
gesteld als in de Calefact: hoe wij wisten dat de brief van
den Kardinaal was, zonder adres.
Leo las nogmaals den Latijnse tekst. Ook de civilist, die
zei dat hij zulk Latijn niet verstond. Wie heeft den brief
gebracht ?
Leonard : Wir haben anders nichts ! Placidus zegt hij is
door een bode gebracht; een seminarist voegt Leonardus
erbij, wat ze gelukkig niet verstonden. Een bromde
nogmaals "Schwarzkopp du !" Broeder Hubertus die iets
verstaan had van (kardin) aal – alles – zei tegen broeder
Fons dat we allemaal mee moesten en dat broeder
Remigius al gevangen zat !
De Prior met de 3 Duitschers gaat terug naar de Calefact.
Placidus, Leo, Leonardus bleven op de kamer aan ’t
venster staan zien hoe ’t verder zou aflopen. Leo is dan
tot aan mijne kamer gekomen, doch niets horend, is hij
zonder mij te wekken teruggekeerd, denkend als wij
meegenomen worden, dan blijft er toch nog een gered.
In de Calefact wordt nogmaals het verbod herhaald van
buiten de Reichspost, geen briefcorresponding te
hebben. De Prior zei dat hij sedert 2 maanden geen
corresponding meer gehad heeft. Als de brief nog werd
afgelezen zou men den lezer doodschieten ! Dan heeft
de Prior een formuul ondertekend, dat hij de brief niet
meer zou aflezen en dat er slechts één exemplaar van
den Kardinaalsbrief was ontvangen en nu afgegeven.
Van de Calefact gingen de 6 Pruisen met de Prior naar ’t
vreemdenkwartier en bij de portier het telefoontoestel
bemerkend, beweerden ze dat wij verbinding en
aansluiting hadden met de stad ! Wat vals bewezen
werd. Dan gingen ze terug langs den pand, refter en
keukendeur buiten. De Onderofficier ( en manschappen)
waren enigszins bedronken, beloofde onze harmonium
vandaag of morgen terug te brengen alsook mijn Nieuw
(Duits) Testament dat het fort geleend had en de Prior
terug verlangde. De Pruis had ook een bijbel, zegde hij
van Dr. Martinus Luther, en hij wilde het ons ten
geschenken geven, waarvoor de Prior bedankte, omdat
het een slecht boek was. De gefreiter die in de abdij is
ingekwartierd, had zich al die tijd het minst brutaal
getoond, en scheen zelfs wat verlegen toen hij
bevestigde dat de Duitse wacht in de abdij, volgens dat
de Prior beweerde toch geen reden had van te klagen
wegens de Paters.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 3 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Het nachtelijk bezoek had zowat ¾ uur geduurd, de
confraters gingen om 11 ½ uur terug naar bed. De
Pruisen vroegen nog bij het heengaan de namen der
naastbijzijnde parochiën. Had men de tekst van het
verbod goed bezien zou men in de abdij de Kardi-
naalsbrief niet hebben moeten afgeven die tekst immers
(blz.4) spreekt maar van den "Pfarrern” die de brief
ontvangen hebben. En feitelijk zijn in de steden nergens
de kloosters lastig gevallen wegens die brief. Van de
abdij weg ging de Duitse patrouille naar de pastoor van
Bornem, om het volk van de straat te houden, werden er
herhaaldelijk aan ‘t Warregaren en elders geweer-
schoten gelost.
Aan de pastorie zijn ze over het hekken geklauterd. E.H.
pastoor moest naar de kerk het Vlaams gedeelte van de
Kardinaalsbrief gaan halen, en kreeg geen uitstel tot ’s
morgens de Franse tekst moest hij op de pastorie
afgeven en verklaren, dat er bij zijn weten geen ander
exemplaar in het dorp was uitgedeeld. In de Weert zegt
men, is de pastoor van schrik in onmacht is gevallen. De
pastoor van Branst (gewis een van de weinige) had in de
eerste mis de hele brief afgelezen voordat ze bij hem
kwamen. Te Hingene zijn ze ook ’s nachts geweest.
O.L.Vrouw en Sint-Leodegariuskerk Bornem-centrum.
In de mis van 6 ½ uur was er vandaag zeer veel volk ook
te communie. De mensen waren zichtbaar teleurgesteld,
omdat het vervolg van den herderlijken brief niet werd
voor gelezen, zoals zij verwacht hadden.
Placidus zegde niets wat er ’s nachts was voorgevallen,
en na een zalig en hartelijke Nieuwjaarswens bad hij de
litanie van het H. Hart.
In de parochiekerk zei onderpastoor Verbist dat de brief
in beslag genomen was, maar niet door wie, en de
pastoor zei dat de Duitsers het hadden gedaan en
verboden hadden voor te lezen. De manschappen die
van hun expeditie hier terug kwamen, hadden onder
elkaar vandaag meer te vertellen dan naar gewoonte. De
onderofficiers echter waren tegenover ons blijkbaar
verlegen en toonden zich veel beleefder. Peer de
Champetter bracht ons deze morgen om 8 uur een
kleine Cartabel, die wij te Mechelen besteld hadden
alsook een voor het gasthuis, voor het Pensionaat had
E.H pastoor er een bezorgd. Peer vertelde dat ze bij
Dessain heel gerust schenen.
De burgemeester was pas thuis gekomen van Engeland,
zijn broer die hem ad interim had vervangen was door
de Duitsers gevangen gelijk de Kardinaal. Deze was met
een auto onder pauselijke en Duitse vlag naar Brussel
weggevoerd. De Mechelaars zouden hem binnen 3
dagen gaan verlossen.
De Prior gaat na de hoogmis naar Temse en komt niet
volgens gewoonte ’s avonds thuis. We waren niet zonder
ongerustheid. Dr. Lanssens had voor hem een brief laten
brengen van Jef Rijpens uit Holland.
Maandag 4 januari 1915 (dag 155)
E.H. Prior komt ’t kwart voor 9 (10) uur thuis van Temse.
Men maakt aan de brug niet de minste moeilijkheid om
heen en weer over te gaan.
Om 12 ½ trekt garnizoen der abdij naar Puurs om er met
een serum te worden ingespoten. Ze wisten zelf niet wat
of waartegen.
Om 2 uur brengt Meneer Van der Stappen zes fazanten
en vertelt dat ze gisteren door iemand uit Holland
komend, een brief hadden ontvangen van hun zoon
Maurice uit La Panne waar hij in de keuken dienst doet.
’t was 3 maanden geleden.
Om 3 ½ zijn Cammaert en Poodts komen Zalig Nieuwjaar
wensen.
Om 4 uur hebben wij met ons werkvolk uit de boom-
gaard 4 grote stukken plaatijzer geborgen.
Het Handelsblad van Antwerpen vandaag ontvangen,
bevat wel een artikeltje over de Kardinaal maar rept
geen woord van zijn Nieuwjaarsbrief.
Verleden nacht en vandaag de hele dag is het kanon
hoorbaar geweest in het westen.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 4 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Dinsdag 5 januari 1915 (dag 156)
Na de nonen ruimen we rotte appelen op uit de kelder.
Phil Poorter komt vertellen dat de bondgenoten zeker en
vast reeds te Tielt zijn aangekomen. Gisteren kwamen er
2 schepen aan te Bornem met inlandse kolen.
Theodoor De Maeyer heeft vandaag in een zak patatten
langs Holland een brief ontvangen van z’n zoon Willem
die aan den IJzer is ?
Theodoor is vandaag naar Antwerpen geweest en heeft
een 2e oorlogskaart voor ons meegebracht een paar
gazetten, en een wagen meel voor de bakkers.
De Duitsers zijn bij hem deze dagen komen wijn te koop
aanbieden !
Vandaag werd er verteld, dat de Kardinaal reeds in
vrijheid is gesteld. Volgens anderen was hij uit Mechelen
niet weggevoerd, maar zijn paleis wordt door Duitse
soldaten bewaakt
Tussen fort Bornem en fort Steendorp is men bezig
draad in de grond te leggen. Telefoondraad volgens som-
migen, mijndraad volgens anderen. Belgische werklie
zouden hem reeds hebben doorgehakt ?
Kanon nu en dan hoorbaar.
Woensdag 6 januari 1915 (dag 157)
Er waren slechts weinig mensen in de 3 missen.
Stil, schoon weder.
Verleden nacht om 10 ½ uur werd alarm geslagen en ’t
garnizoen der abdij moest in stormpas naar de schiet-
gaten van de muren. Niemand is er wakker van gewor-
den dan de broeders en Leo, die droomde.
Deze morgen zijn er twee schone Holsteiner paarden
bijgekomen, zodat er nu 11 op stal zijn.
Juist voor de hoogmis komen 3 Duitse Baùführer een tas
koffie vragen met boterhammen. De ene P. Mann kwam
zijne 10 flessen wijn betalen (14 frs) die hij met Kerstmis
hier had gekocht en bij Victoor van ’t Wit Peerd aan zijn
kameraden had opgetrakteerd. Die mannen gaven ons
de raad de inkwartiering der Duitse troepen in de abdij
door de Fortkomandant te laten bescheinigen.
Ze spraken ook nog van de mogelijke terugtocht der
Duitsers op Antwerpen en dat bijgevolg wij en de vesting
nogmaals aan een bombardement zouden zijn bloot-
gesteld. Onder de hoogmis 3 telefonisten op de toren.
Na de middag is er vandaag westwaarts zwaar kanon-
gedommel hoorbaar geweest.
Donderdag 7 januari 1915 (dag 158)
Regenachtig de helen nacht en dag door, zodat we niet
zijn buiten kunnen gaan.
De Rheumatismus-lijders beginnen te klagen. Broeder
Remigius kon vandaag met zijn linker arm genen arbeid
verrichten, om 1 uur is hij naar ons nieuw ingerichte
Bornem Kade aan de Rijkenhoek
© Gemeentelijk Archief Bornem - 5 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
ziekenkamer aan de trap van beneden gaan wonen, waar
een kachel brandt.
Onze boodschapper Phil. Poorter bracht ons vandaag als
Nieuwjaar, 100 oesters kosten 3 frs.
De rogge werd 30 frs de 100 k verkocht en ’t varkenvlees
1,50 frank ’t pond.
Er wordt fel gemord tegen de werkloosheid van het
ondersteuningkomiteit, dat beweert in Bornem nog geen
nood te bestaan. Ondertussen blijven de bedelaars die
huizen aflopen die ook vroeger gaven, zodat deze nu
dubbele last dragen. Geldbijdragen aan ’t comiteit, geld
voedsel en kleren aan de schamele en niet schamele
armen, die aan de deur komen.
De spraak ging vandaag, dat onze bezettingstroep er van
door trok ! Metz was bijna gevallen.
Vrijdag 8 januari 1915 (dag 159)
In deze mis waren 4 mensen tegenwoordig.
Om 9 ½ na de Nonen ga ik met Leo naar het fort, om den
Rittmeister te spreken over de eventuele vergoeding
voor de Duitse inkwartiering, en ook voor een pas voor
mij naar Antwerpen–Herentals. We werden beleefd
ontvangen en binnengebracht bij de Rittmeister in zijn
bureel, langwerpig laag vertrek met uitzicht op de brug.
De Rittmeister wist geen bescheid te geven over de
inkwartiering. ’t zou waarschijnlijk te koste zijn der
gemeente. Een pasport bekwam ik gratis.
Aan de Barelstraat werkte men op het veld aan loop-
graven. De Baufürhrer kwam ons groeten, en gaf de raad
de zaak der inkwartiering te Antwerpen in te dienen bij
de Commandatur.
’t Was schoon weder als we weggingen en we kwamen
doornat geregend thuis.
Om 3 ½ bezoek van madame gravin, erg verkoud en
koortsig. Graaf John was ook in Bornem. B(arones) de
Roseé in Engeland.
Te Bornem wordt haver en koren verkocht aan 32 fr 100
kg. Theodoor heeft gisteren te Antwerpen geen meel
kunnen bekomen voor de gemeente. Wel 65 zakken
bloem aan 60 fr den zak, petroleum aan 0,55 cts.
Zaterdag 9 januari 1915 (dag 160)
Om 10 uur brachten 2 Duitse soldaten een gedrukt stuk
van General Gouverneur Von Bissingen over de herder-
lijken brief van de Kardinaal, waarvan de lezing en
verspreiding verboden blijven. Opstand van het volk
wordt gevreesd.
Te Mechelen heeft men verleden zondag het
samengeschoolde volk met de bajonet moeten uiteen
drijven.
De pastoor van Lippelo had de brief op 1 januari in de
mis en lof teneinde toe afgelezen.
Om 2 ½ uur brengt madame Van der Stappen 4 konijnen
Graaf John komt vertellen dat hij gisteren ook op het fort
was en de Rittmeister hem gevraagd had om bij
gelegenheid ’t kasteel ook van binnen te mogen zien.
Dr. Van den Abbeele is vandaag bij broeder koster ge-
weest en bevond dat hij verleden week bij het nachtelijk
bezoek der Duitsers een névralgie musculaire had opge-
daan maar overigens gezond was, gaf hem een trek-
plaaster op de rug en een pilleken in de maag. ’t zou
daarmee gauw genezen zijn.
Zondag 10 januari 1915 (dag 161)
Deze morgen is onze vosse koe ziek geworden en opge-
blazen tot berstens toe. Een purgatie en een priem
achter haar ribben door bieke van Troyen in den
mestdarm geploft, heeft ze gered.
Onderoff. Wöhler kwam vandaag op orde van den
Rittmeister om ons aller handteken, dat wij den brief van
de kardinaal hadden ontvangen. De Prior heeft
getekend, ook de E.H. pastoor en E.H. onderpastoor en
wij die niets hebben ontvangen, hebben geweigerd te
tekenen.
De rondhaling voor de missies in onze kerk gedaan, heeft
22 frs en centiemen opgebracht. Nagenoeg zoveel als
andere jaren.
Heintje De Rijck is gisteren thuis gekomen van Nieuw-
Namen, waar hij met grote moeite en levensgevaar is
over de grenzen geraakt om er Ursula zijne vrouw te zien
sterven.
Men vertelt ook dat de kanasser te Hontenisse berecht is
en gestorven.
Kanongebulder van 5 uur ’s morgens tot 7 ½ ’s avonds in
’t westen.
Deze avond in den pandhof, mussenjacht : 46 stuks.
Maandag 11 januari 1915 (dag 162)
Om 10 ½ uur brengt J. Van der Stappen ons 6 fazanten.
De hier ingekwartierde soldaten hebben gisteren order
gekregen niet meer op de bodem te slapen, al is het ook
op hout, er moet voldoende luchtruimte zijn tussen bed
en vloer. Daarom wordt er vandaag rechts en links met
planken en joeffers gedragen.
Om 2 uur komt een auto met 3 officieren en 2 ingenieurs
in civiel voorbij de abdij gereden tot aan Schutters. Daar
blijven ze met kaarten en plannen een tijd op en af gaan
en vertrekken in galop om 2 ½ uur.
Er werden onder de kinderen enige gevallen van kroep
waargenomen. De patiënten moeten naar ’t gasthuis.
Wegens de aanhoudende regen en westen zeewind is de
Donk weer onder water en onze vijvers staan vol.
De berkenbomen zien dagelijks zwart van de kraaien, die
wel schijnen te weten dat we geweerloos zijn.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 6 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Ook een haas loopt ongestraft in de hof. De mussenjacht
deze avond bracht 18 stuks op.
Kanongedonder in de namiddag goed hoorbaar ten
westen. Deze avond om 7 uur onweder. 2 of 3 maal
bliksem en donderslagen.
Dinsdag 12 januari 1915 (dag 163)
Onder de tertiën klimmen 3 Duitsers met telefoondraad
de toren op en komen een half uur later beneden.
Om 9 ½ uur komt de nieuwe Baùführer Ingen Loevenich
de loopgrachten en abris in onze hof bezichtigen en
belooft zorg te dragen dat nog deze maand alles zal op
geruimd zijn. Hij vertelt me katholiek te zijn, geboren te
Bonn. Zijn vrouw is ook godvruchtig katholiek uit
Soleure, Schweitz, nu te Aken wonend. Hij was als
ingenieur sedert 12 jaren in dienst in S.W.Afrika, en juist
in verlof als de oorlog uitbrak. Hij is gelogeerd bij de
politiecommissaris, gaf ons de raad zodra mogelijk al
onze bomen die aan of in de tranchees gebezigd waren,
uit het gezicht in veiligheid te brengen. Een half uur later
is al ons werkvolk aan ’t wegsleuren, ’t beste hout eerst
en sine distinctione, met een ijver die ik hun nooit heb
gekend !
Het Duits garnizoen kuist en schuurt, "auf Befehl”.
Er dreigt typhus in de omtrek.
Om 3 uur komt een Duits telefonist op de toren de
verbinding controleren. Hij is van Saarbrücken, katholiek,
gaat te biechten om morgen te communie te gaan, heeft
nog 3 broers aan ’t front.
’t Regent de hele dag en ’t kanon heeft ook niet
opgehouden in ’t westen.
Woensdag 13 januari 1915 (dag 164)
’t regent de hele dag door en ’t werkvolk sleurt met de
bomen naar achter de kerk.
Ons maalmachien doet de hele dag dienst. Frans De
Ridder heeft er nu een op nagemaakt.
Broeder Achiel heeft voor 20 jongens een paspoort
gekregen om ze weg en weer over de brug te brengen.
Theodoor De Maeyer is verleden maandag onverrichter
zake van Antwerpen weergekeerd. Gisteren is hij beter
geslaagd zodat er vandaag een hele wagen met meel en
dons is aangekomen. Die voorraad wordt echter enkel
aan de bakkers afgestaan, omdat het komiteit te
Antwerpen niet kan of wil begrijpen dat hier ter streke
burgers en boeren meestal zelf hun brood bakken. Ons
roggemeel, met wat tarwebloem gemengd, geeft een
uitstekend brood. Boter hebben wij ook voldoende.
Eieren zijn schaars. Onze kippen in het gasthuis zijn
uitgelegd. We hebben er gisteren een twintigtal doen
slachten, aan het gasthuis en het pensionaat ervan
meegedeeld.
Af en toe kanon gehoord in ’t westen. Evenals gisteren
vertelt dat Oostende door de Engelsman ingenomen is !
Liezele dorp werd volledig vernield door de Belgische troepen om het schootsveld voor Fort Liezele.
Enkel de toren van de brouwerij bleef overeind.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 7 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Donderdag 14 januari 1915 (dag 165)
Om 12 uur wandeling langs den Boskant naar Oppuurs,
waar we bij de onderpastoor nog een rekening te
betalen hadden van 15 gelezen missen. Liezele zagen we
van ver in puin liggen, slechts de schouw ener brouwerij
stond er overeind. Aan de redoute van Puurs was veel
volk aan het werk. De brug van den ijzerenweg over de
Vliet lag nog in het water sedert 3 maanden. De weg
langs de Zeut en de Pik was zeer slecht. Kwart voor 3 uur
waren we thuis
Onder de recreatie is een Duits officier met 5 man-
schappen op onze toren geweest.
Om 4 uur komt Meneer Mees een zalig nieuwjaar
wensen en vertelt dat hij, als handelsagent van Aug.
Wittock en Cie te Hulst, zijn domicilie in Temse heeft en
een paspoort om dagelijks naar Holland te rijden. Hij zou
te Hulst een kaartje schrijven naar Oudenbosch dat in de
abdij alles goed is. Verscheidene mensen zijn gestraft
wegens het meenemen van brieven over de grens.
Kanongedonder zonder ophouden zeewaarts.
Vrijdag 15 januari 1915 (dag 166)
Van 8 tot 12 uur zijn er Duitse soldaten op de toren bezig
geweest. Men vertelt dat er grote troepen te Bornem
moeten voorbijtrekken. Wij zagen er geen.
Meneer Verbist, onderpastoor, wist te zeggen dat er aan
de pastoors een brief van Zijne Eminentie zou toekomen
eerstdaags, waarin de handelswijze van gouverneur Von
Bissing zou geschandvlekt worden.
Juffrouw Van der Stappen brengt ons 5 konijnen.
Om 4 uur rekening van Oeconoom en Bursarius.
Het paard van de Rittmeister hier op stal, is door een
ander Duits paard nogal erg mank geslagen.
Dagelijks moeten onze manschappen naar ’t fort gaan
oefenen.
Om 5 uur komt meneer Mees zeggen dat hij deze
middag te Hulst bij Jan De Moor een brief gelezen heeft
voor Broeder Placidus van zijn zuster te Volm.
Item brieven voor Leo van zijn familie.
Gisteren avond (6 ½) is de burgemeester aan de poort
der abdij persoonlijk tot 2 maal toe het slecht vrouwvolk
komen wegjagen, dat er door de Duitse wacht wordt
aangelokt.
Zaterdag 16 januari 1915 (dag 167)
Om 8 uur te voet naar Lippelo om biecht te horen terug
om 5 ½ uur.
Pastoor V.d. Elzen vertelde hoe dat hij de Kardinaalsbrief
de dag helemaal had afgelezen en dan het Vlaamse deel
naar Assche ter Heide bij zijn familie liet brengen en ook
de Franse tekst, uitgenomen het eerste en laatste blad,
die hij op de beste kamer deponeerde in de hoop de
Duitse speurhonden daarheen te kunnen brengen, doch
ze zijn bij hem niet komen zoeken.
De hele voormiddag waren Duitse soldaten met een
telefoontoestel bezig op onze toren.
Paniek in de kinderscholen. Alle kinderen door hun
ouders naar huis gehaald, wegens het gerucht dat de
Duitsers de kinderen de pokken gaan inenten met
geweld. En die die weigeren zullen gebrandmerkt
worden op het voorhoofd en onder de kin. Scholen leeg !
Zondag 17 januari 1915 (dag 168)
Vergadering van een komiteit tot onderzoek der schade
van de afgebrande huizen in Bornem.
Voorzitter : burgemeester, ondervoorzitter : pastoor van
Bornem, secretaris : onderpastoor Verbist, leden :
pastoor van Branst en P. d’ Hooge.
Het uitvoerend Komiteit gelast met de schatting zou
bestaan uit 1 metsersbaas, 1 timmerman en landmeter
Van Ranst en Ch. Goris als secretaris. Die beweging gaat
uit van de boerengilde-directie van Leuven.
Men vertelt dat mevrouw Andries van Temse, vluchte-
ling in Engeland, door een auto is doodgereden te
Oxford.
Platte Jan heeft te Antwerpen 3 vaten petroleum kunnen
krijgen, maar moest eerst 5 dagen in arrest blijven.
Gisteren is met toestemming van graaf John de dam in
Doregem doorgestoken, waardoor het water dat anders
langs de Vliet van Puurs aflost, nu langs de geul in de
Schelde loopt, met het gevolg dat het Breeven onder
water en onze vijvers vol staan.
Men heeft ons vandaag 38 frs aangeboden voor een zak
haver.
Wij besloten vandaag om morgen naar Antwerpen te
gaan voor de vergoeding der inkwartiering.
Maandag 18 januari 1915 (dag 169)
Deze morgen 6 uur mis gelezen. Om 7 ½ met Theodoor
naar de Veerdam, waar om 8 ½ een Wilfortboot afvaart
naar Hoboken en om 2 ½ namiddag terugkeert. Het
bootje is wel niet zo comfortabel ingericht als die voor
de oorlog maar ’t gaat toch. De betere Wilfords van
vroeger liggen allen gemeerd in Terneuzen. En al is de
prijs 1,30 enkel, het dobbel van vroeger, toch is het
personen en goederenverkeer met de stad zeer druk. De
boot hield op aan de Notelaer, waar meneer
H.Thielemans, ficte gedomicilieerd te Temse, Stekene,
afstapte. Ondanks alle recommendatie van de gräfin
Schönburg, had Theodoor te Antwerpen geen pas voor
Holland kunnen bekomen. Van Temse uit ging dit
gemakkelijker. Deze en duchesse waren in Frankrijk,
paarden en rijtuigen in Holland, waar Theodoor’s
© Gemeentelijk Archief Bornem - 8 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
dochter het toezicht had. Van de landingplaats te
Hoboken tot op de markt liepen we 20 minuten te voet,
en van daar naar de Groenplaats met de tram. Om 10
uur was ik op het groenkerkhof.
Doel mijner reis was: 1e een pas voor Holland. 2e
schadevergoeding wegens de Duitse inkwartiering.
De wachtpost aan het poortgebouw verwees mij voor
nr.2 naar de Kommandatur in de Minderbroedersrui.
Daar zei de Kommandant dat hij alleen te zorgen had
voor de inkwartiering binnen de stad en hij verwees mij
naar het Kaiserlich Gouvernement in de Gasthuisstraat
nr.2. Hier wist de Kommandant niet eens waar Bornem
lag, en of er een fort was. Hij had er overigens
niets mee uit te staan en verwees mij
beleefdelijk terug naar de Intendantur op de
Groenplaats van waar ik gekomen was.
In het postgebouw aan de groenplaats waren
2 burelen : een voor paspoorten, een ander,
de Intendantur voor schadeloosstelling enz.
Na een uur lang te zijn aangeschoven geraakte
ik, de laatste die binnen mocht, bij Freiherr
von Frankenberg zù Ludwigsdorf en zijn
adjudant von ? .
De eerste was een statig man met kalm en
vriendelijk voorkomen, de 2de een paar
koppen kleiner, had zoveel te meer van z’n
neus te maken. Mijn rekwest over de
inkwartiering werd nochtans als nicht
ùnbegründet aangenomen en de vraag of het
klooster alleen voor de gemeente die last
moest dragen met "keinwegs” beantwoord. Ze zegden
verder dat we voor de inkwartieringsonkosten rekùrs
hadden tot de gemeente Bornem. Dat kolen en
lichtverbruik op rekening kwamen van Duitse
legerafdeling te Boom en ik mij dienvolgens kon wenden
aan Major Von Mathiessen, aldaar geves-tigd. Ze waren
zo goed dadelijk mijn komst morgen te telefoneren om
die "ongelegenheit” van licht & kohlen zu ordner.
Een passierschein fur Holland zou ik niet bekomen tenzij
ik een bewijs door de burgemeester van Bornem onder-
tekend kon voorleggen dat het klooster onvermogend
was. Het was 12 ½ uur.
Om 1 uur was ik op de oever bij de Minderbroeders.
Mijn eerwaarde vriend Pater Libertus vertelde me dat hij
tijdens het bombardement der stad alleen was thuis
gebleven met Pater Regalatus. Ze hadden niet te lijden
gehad. Z.E.P. Stephanus was nog in Holland en lag
stervend in Halsteren. De Z.E.H. Gecardiaan deed alle
moeite om er naar toe te gaan, maar kon geen pas
verkrijgen. Dit gaf me weinig hoop. Om 2 uur ging ik zien.
Er stonden reeds 20 man aan de deur van ’t bureel dat
slechts om 3 ½ werd geopend. Om 4 uur ging ik
nogmaals en er stonden honderden te wachten. Ik zag
wel dat ik er vandaag niet in slagen zou en ging terug
naar de oever. Met Libertus trok ik naar vriend Fr. De
Konink in de Jordaenstraat, die juist de deken en de
burgemeester van Herentals met pastoor F. Ceulemans
uitliet. Meneer de Konink en zuster vertelden dat ze in
oktober 1914 naar Bergen op Zoom waren gevlucht. Dat
de gastvrijheid van het Hollands volk veelal vergald werd
door de Duitsgezindheid van vele der geestelijkheid die
het verzet van België tegenover de ongelukkige ban-
nelingen meenden te moeten misprijzen.
Kardinaal Mercier heeft in z’n herderlijke brief die han-
delswijze van Hollands geestelijken naar waarde beoor-
deeld, ook die van Italië.
De Nuntius van Brussel, zegden ze ook, was terug-
gekomen "désavoué par le roi et le gouvernement Belge
pour avoir critiqué le geste héroique que le monde
impartial admirait ».
Sommige parochiën der stad waren tijdens het bom-
bardement zonder één priester.
Het ondersteuningskomiteit gaat een delegatie zenden
naar Engeland om de daar verblijvende rijken en
edellieden eens op de beurs te kloppen. In Zunderbosch
en Zandhoven op de pastories hebben de Duitsers ver-
leden week nog wijn gerekwireerd, ook in de abdij van
Westmalle, meenden zij.
De dood van onze vriend John Stockmans veroorzaakte
grote moeilijkheden. Zijn enige zoon pas ingeroepen,
had voor een dag verlof om de begrafenis bij te wonen.
De zegels zijn in het sterfhuis gelegd, omdat John
In en rond Bergen op Zoom arriveren zo’n 250.000 Belgische vluchtelingen. In Bergen op
Zoom zelf komen tussen de 60.000 en 70.000 vluchtelingen, in een stad van slechts
16.625 inwoners.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 9 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
beheerder was van vele burgerlijke fortuintjes. Duitsers
slecht gezien te Antwerpen.
Het volk geërgerd in de Capucienenkerk omdat een Duits
franciscaan-ambulancier in uniform de mis diende. De
onderpastoor van O.L.V. weigerde assistentie op kerst-
mis aan de Duitse Aalmoezenier die een plechtige mis
wilde zingen voor den Staf. Enige mislezers hadden
beloofd te komen maar op ’t gestelde uur zag niemand
om en de aalmoezenier kon zijn mis alleen zingen.
Om 7 uur waren we terug op de oever voor het avond-
eten. De paters drinken allen thee, op 2 na. Ze krijgen
die gemakkelijk met de verzendingen hunner missio-
narissen in China.
Drie minderbroeders werden reeds aan den IJzer
gedecoreerd. Om 9 ½ gingen we naar bed.
Hun boeken, waarvan zij de bijzondersten tijdens het
bombardement gekelderd hadden, waren allen terug in
de bibliotheek.
Dinsdag 19 januari 1915 (dag 170)
Om 4 uur gewekt. Om 5 uur H.mis gelezen. Om 6 uur
ontbijt en om 7 uur met de tram naar Kielpoort waar
omtrent een andere tram stond voor Boom. Ik reed tot
Aartselaar en ging vandaar te voet naar Boom langs de
schonen steenweg. Om 10 uur meldde ik mij aan op de
Kommandatur.
Major Von Mathiessen was naar Breendonk en kwam
om 11 uur terug. Hij, de extra kwaaie majoor, ontving
me uiterst vriendelijk, luisterde met aandacht naar mijn
bezwaren en gaf ons overvloed van gelijk. Hij ontbood de
Zahlmeister, vroeg of er kolen naar Bornem geleverd
werden enz. De abdijpaters hoefden slechts een
uitvoerige rekening op te maken van het hout, licht en
steenkolen door de bezettingstroepen verbruikt, en ze
bij de Fortkommandant in te dienen.
Wij zouden compleet betaald worden; Voor de
inkwartiering allerdings nicht.
Overigens vanaf 11 januari ll. zou voortaan vuur en
licht ten laste der gemeente komen. "Lieber Pater,
was willst die noch mehr ?”
Om 12 uur ging ik te voet naar Rumst en had daar
een tram naar Mechelen. Te Walem lag de
opgeblazen brug nog in ’t water. Men moest uit en
overstappen. Aan de overzijde stond een andere
tram te wachten, maar ook een Duits
Passierscheincontrolbeamte. Deze bezag mijn
paspoort en vond het niet in regel "weil keine
Zeitdaùer angegeben ist”
Antwoord : "Das ist sache des Herrn Kommandant von
Bornhem.” "Der’s mir so gegeben.” Duitser : "Nùn ja gùt,
fur diesmal .”
Mijn paspoort luidde alsvolgt : 17 Komp. Landw. Inft.
Regt nr. 76 – Fort Bornhem 08.01.1915 Passierschein.
Vorzeiger dieses Priester van Doninck aus Bornem hat die
erlaubnis nach Antwerpen ùnd Herenthals zie reisen.
Benutzùng von auto ùnd Frahrrad diesboten (Sig) der
Fortkommandant un Loeper Rittmeister der Res.
Op de achterkant stond nog het zegel van het Kaiserlich
Gouvernement met adres van Major Von Matthiessen,
Bornhem.
Om 2 ½ was ik te Mechelen bij Mgr. Lauwerijs aan tafel.
Ik vernam er hoe het bezoek der Duitsers bij zijn
Eminentie was geschied. Item dezes interview met de
Amerikaanse persdelegatie – 1e formeel gecensureerd.
2e gelijkluidend, niet Dessain gevangen wil de 500 M/L
boete niet betalen. Exemplairen allen aangeslagen
nieuwe uitgaaf, waarvan men mij een exemplaar
meegaf. Om 3 ½ gingen we samen de stad afzien.
Kathedraal nog al erg beschadigd, huis Fr. De Blauw tot
de grond uitgebrand, items de rij huizen tegenover : Van
Velsen, Dierckx – Beke enz. langs de Hoogstraat,
Boulvard, Statie, Bruul, in het seminarie bij Prof Tessens
en [Manlaerts] een 70-tal seminaristen te kort. In dienst
als brancardiers. De Kardinaal had daags tevoren een
conferentie gegeven aan de seminaristen over zijn
nieuwjaarsbrief en zijn gevolgen. Zou waarschijnlijk in
druk worden uitgegeven. Deze heren zegden me dat er
tramcorrespondentie was deze avond met Herentals, en
in plaats van naar mgr. Lauwerijs te gaan overnachten,
tramde ik om 5 ½ van de Neckerspoel naar Heist-op-den-
Berg. Op de tram kwam bij mij de Z.H. Houtmeyers oud-
onderpastoor van Puurs, thans pastoor van Booischot.
Ook Mechelen en haar Sint-Romboutstoren werden erg
beschadigd tijdens WO1
© Gemeentelijk Archief Bornem - 10 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Hij heeft enige weken krijgsgevangen gezeten in een
kamp van Münster, 14 dagen van ellende dan in ’t
seminarie streng bewaakt. Bij zijn thuiskomst vond hij
zijn pastorie totaal leeg geplunderd. Hij was deze
morgen naar Mechelen gereden, ontboden bij zijne
Eminentie om zijn verslag te doen over zijn lotgevallen.
Daar zijn paspoort al enkele dagen verlopen was, werd
hij door de Duitsers niet doorgelaten, maar tot ’s
middags in een bureel opgesloten met nog een andere
onderpastoor.
Sedert de brief van den Kardinaal worden de priesters
niet meer gegroet door de Duitse soldaten, die vroeger
hun geweer geschouderd en nu aan de arm dragen. Het
is ook een veel slechtere soort. Te Heist-op-den-Berg
moest ik overstappen. Daar waren de Duitsers bezig met
alle notenbomen af te zagen en naar Duitsland te ver-
voeren om er geweerkolven van te maken.
Te Westerlo was er een half uur oponthoud. In
restaurant 'De Valk' ,vol volk, zaten Duitse soldaten kaart
te spelen, en onder de voyageurs meneer Sleebus van
Bornem, nonnenkens van Leuven die met mij naar
Herentals tramden, vertelde dat madame weduwe Ch.
Peeters en haar dochters, wier huis was tot puin
verbrand, in hun klooster een onderkomen hadden.
Om 9 uur was ik in Herentals. Het was van september
geleden dat ik nog iets van mijn familie gezien of
gehoord had. Drie leden waren er sedert gestorven.
Neef Arthur verbleef met vrouw en kind te Holland. Van
de 3 doctoors was de burgemeester, Dr. Rombauts,
alleen op zijn post. Dr. Nauwlaerts en Dr. Dupont waren
in Engeland. 57 families waren nog in het buitenland. De
huizen der afwezigen allen bezet door Duitsers.
Wegens kolengebrek waren deze winter alle mastbomen
rond Herentals afgekapt, de bils van de ijzerenweg
uitgehaald door het arm volk tot spaanderen gekloven
en aan de burgerij verkocht als kachelhout. Men kan
slechts 200 gram meel per dag en per kop bekomen.
Petroleum aan 1 frank de liter. Gas mag niet gebruikt
worden om te koken en slechts een pitje voor licht per
huishouden. Driemaal zijn de Duitsers in Herentals
gevallen. De 3e maal met 6.000 man hadden ze de stad
omsingeld waar slechts een twintigtal cyclisten met
mitrailleurs stand hield bij de statie. Slechts een soldaat
sneuvelde, 7 burgers, 17 huizen zijn afgebrand, ook 2
windmolens, 3 Fonteynen en Watervoort. De Pruisen
lieten er 20 doden.
De stad was de 3e maal omtrent leeg gevlucht. Van de
geestelijken was alleen deken De Smet in het gasthuis
gebleven en de oud-deken Baeten kon niet verder
geraken. Verleden week werden alle trekpaarden
gerekwireerd en met bons betaald. De nacht was te kort
om al het lief en leed van de oorlog te vernoemen of te
vertellen.
Woensdag 20 januari 1915 (dag 171)
Om 4 uur ging ik de andere familie opkloppen. Dronk om
5 uur koffie, daar ik geen kans zag om tijdig de H. Mis te
kunnen lezen en om 7 uur den tram te hebben naar
Oostmalle Antwerpen. De trein van Gladbach reed ook
wel, maar daar zou niemand willen mee rijden, al was
het ook zo duur niet. 6 frank in plaats van 2 frank.
De tram naar Oostmalle zat gestampt vol en de Duitsers
eisten 10 cent Fahrtaxe buiten de coupon. Uit colère
zegden de mensen omdat er niemand met de Duits wil
meerijden.
Ik had hier en nog eens te Oostmalle dezelfde
moeilijkheid wegens mijn Passierschein. Ik kwam telkens
zonder onkosten voort, met ze naar den Kommandant
van Bornem te verwijzen.
Te Oostmalle stonden verscheidene wagens met
levensmiddelen van het voedingskomiteit gereed voor
Turnhout en Herentals, die als centrums zouden dienen
voor de verdere bedeling van de Kempen. Ze stonden
onder Amerikaanse vlag. Te Antwerpen, zei Mgr. Van
Schoubroeck, zouden ze wel alles in de stad willen
houden en verdelen, maar ’t zal niet lukken.
Abdij Westmalle
Aan de abdij van Westmalle passerend, zag ik dat de
kerktoren gedeeltelijk ontbrak. Door de Belgische genie
afgebroken. Men zegde dat er slechts enkele paters
waren en de abdij door Pruisen bezet was. Vandaar tot
Antwerpen. De bomen langs de steenweg afgezaagd en
verdwenen, alsook de bossen en parken.
Fort van Schilde dooreen gewrongen. Om 11 uur op het
groenkerkhof, zag ik ’t pasbureel nog belegerd door een
massa volk. Bezoek enige familieleden die niet waren
gevlucht geweest en ga om 2 uur nogmaals pater
Libertus groeten op de oever.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 11 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Om 3 uur was er een Wilfortboot te Hoboken naar
Bornem, en ik zou er met de tram langs de Kielpoort
goed gekomen zijn maar de goede vriend Libertus gaf mij
de ongelukkige slechte raad langs de kaaien tot aan de
Petroltanks te rijden. Dat die weg veel korter was en ik
bij hem wat langer kon zijn. Kwart voor 3 uur stond ik
aan de petroltanks en vernam er dat ik nog ¾ uur van de
aanlegplaats verwijderd was. Er was niets te doen dan
maar te voet door Hoboken te kuieren te vergeefs naar
een karke of voituur uitziende dat mij ’n eind ver zou
brengen.
Het weer was koud en de weg overal modderig. Ik
groette van verre de toren van St. Bernardus waarop de
verlodderde Duitse vlag hing.
Om 5 uur was ik over de Rupel en tien minuten na zes
was ik in de abdij. Aan de poort ging een aantal verdacht
vrouwvolk op den loop. Bij mijn heengaan had ik gezegd
van ’s woensdag terug te zijn, indien ik geen pas kon
bekomen voor Holland. In de abdij was er die drie dagen
niets meldenswaardig voorgevallen, zegde men, tenzij
dat de ingenieur Loevenich met een ploeg werkvolk van
de omstreken gekomen was om de abris in de boom-
gaard en in het bosje verder af te breken. Ik had 4 uur
zonder verpozing door de modder gelopen en ‘k was blij
mijn lange stelten onder de dekens te hebben.
Donderdag 21 januari 1915 (dag 172)
Een twintigtal werklie meestal van Willebroek zijn bezig
met het opruimen van de abris in onze hof.
Dezen morgen vertelde Theodoor dat de paspoorten
voor Holland gegeven in het arrondissement St.Niklaas
allen nietig waren verklaard.
Zelfs Mees is niet meer over de grens geraakt. Reden
ervan is dat meneer Janssens van St.Niklaas met een pas
voor Holland ook naar Engeland was geweest en
bevonden werd, vandaar brieven te hebben gesmokkeld.
Om 3 ½ komt madame de gravin 80 missen bestellen.
Wij waren zonder intenties.
Wij vernemen het overlijden van broeder Modest
Verbruggen (Scheppers) in Holland overleden.
Pater Regalatus van Antwerpen predikt in de parochie-
kerk de gedurige aanbidding. De sermoenen worden
goed bijgewoond.
Onze koestal is vandaag vergroot met een kalf. Deze
avond bracht de expert-veearts van Temse uit Holland
de Kartabellen, te Tilburg gedrukt.
Kanon gehoord de hele dag.
Vrijdag 22 januari 1915 (dag 173)
Weinig volk te biechten in ons kerk. Donker. Vuile weg.
Duitse wacht aan de poort : houden er velen terug.
Om 7 ½ Belgische Tijd (B.T.) ga ik met Placidus naar het
fort om den kommandant de volgende rekening te
overhandigen.
Abtei S. Bern. In Bornem 22 Jan 1916.
Die Abtei vervaltung S. Bernhards in Bornhem hat an die
in derselben weilende Deutsche Besatzing bis 11 Jänuar
1915 geliefert wie folgt an :
1/ Brennmaterial ( Holz, Kohlen, öfen ) frs 520.
2/ Licht ( Elektrischer ) 78.
3/ Stroh, gemüse ü.s.w. 40.
Frs. 638
Der Verwaltert a/i P. Benedict Van Doninck.
De Wilfordbooten, hier aangemeerd te Temse, bleven instaan voor de verbinding naar Antwerpen.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 12 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Wij hadden op de wacht per telefoon aangevraagd of de
Rittmeister op het fort was en er werd geantwoord dat
hij om 8 ½ moest vertrekken. Wij waren om 8 uur aan ’t
fort en ... hij was reeds weg. Wij hebben de rekening dan
maar mee teruggenomen.
Om 1 uur bracht een soldaat van het fort in de abdij en
bij de burgemeester het volgend schrijven waarvan wij
ontvangst moesten aftekenen.
Abschrift. Süd abschnitt Antwerpen P.N. 656 Boom
19.1.15
An den Herrn Kommandanten des Forts Borhem.
Heute vormittag erschien ein geistlicher von der Abtei St.
Bernard im geschaäftszimmer ùnd batum Erstallung der
Kosten, die der Abdei infolge Mit benutzung der
Heizungsmaterialien und Beleuchen tungsanlagen von
den dort unter gebrachten. Truppen entstanden sind.
Dem betreffenden geistlichen ist von mir eröffnetworden,
dan er eine Rechnung ùber die zie beansprùchenden
Forderungen in der Zeit von der Belegung der Abtei mit
Truppen bis zum 10 Januar d. Js. aùfstellen ùnd dieze
Ihney zùr Prüfing und Bescheinigung einreichen sollte. Ich
ersuche Sie, falls die Abtei ausser stand eist, die Kosten
zù übernehmen, die Rechnung der gemeinde Bornhem
zùr Bezahlùng vorgulezen. Auch hat die gemeinde
Bornhem künftig für die zùr ordnùngsmässigen Unter…….
In St. Bernhard erforderlichen Materialien sorge zié
tragen , vorausgeschdass die Abtei hierzù nicht in der
Lage ist.
Gez. v. Matthiesen Major ùnd Komand. Der Süd abschen.
Dat was nu heel wat anders dan de Major mij te Boom
mondelings had verklaard.
Zaterdag 23 januari 1915 (dag 174)
Gisteren en vandaag onophoudend kanongedonder
west.
De koster van Lippelo komt vertellen dat zijn pastoor een
pas te St.Niklaas gekregen heeft voor Holland onder
voorwendsel geld ter ondersteuning der armen te gaan
halen en dat die pas hem 7 ½ frank kostte.
Ik stel in die zin ook een aanvraag op, voor de armen-
soep van 75 huishoudens hulpmiddelen te gaan halen in
Holland, en zoals men te Antwerpen mij had te kennen
gegeven, moest het onvermogen des kloosters door de
burgemeester der gemeente bevestigd worden.
Om 10 ½ ging ik met mijn opstel ter ondertekening en
bezegeling naar de burgemeester. Om 1 uur brengt
onderofficier Wöhler onze rekening naar het fort. De
Rittmeister is in Urlaub tot maandag.
Deze middag lieten wij 4 (afgediende) koperen
kandelaars naar de kerk van Mariekerke brengen.
Om 2 uur komt een broer van Zuster Bernarda uit ’t
gasthuis, wier zuster te Soleilmont is, 2 kartabellen
vragen.
Brug van Temse vandaag ontoegangelijk. Duitsers zijn de
notenbomen van de graaf aan ’t keuren.
Zondag 24 januari 1915 (dag 175)
Vandaag geen kanon.
Verjaardag gevierd van de Prelaat in Calefact.
Om 3 ½ was er vergadering van de boerenbond in het
dorp. Onderpastoor Verbist had van de preekstoel
afgeroepen dat er 20.000 kilo mais en item zoveel
lijzemeel was aangekomen om te verdelen aan de
boeren die twee koeien of 30 kiekens hadden.
Veerdam of Embarcadere aan het Buitenland
© Gemeentelijk Archief Bornem - 13 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
De Duitsers zijn gisteren naar het kasteel geweest en
hebben een hele zak eendvogels meegebracht. Ze
brengen ze met boter te braden in de keuken bij broeder
Laurentius. Ze willen hun Keizers verjaardag vieren.
Vlees gaan ze kopen bij de slachters in het dorp en
betalen nogal komptant. De slachters zijn ’t akkoord elk
op zijn beurt vlees te leveren aan de Duitsers, maar niet
meer te slachten zouden een hunner niet zou betaald
worden.
De mensen van Temse die over de brug willen moeten
een pas halen te St.Niklaas.
Van hier uit geraakt er niemand over. Men zegt dat er
wel 30 Duitse deserteurs in Bornem zijn, die naar
Holland zoeken te geraken.
Maandag 25 januari 1915 (dag 176)
Om 7 ½ met Theodoor naar de veerdam. Om 8 ½ bracht
de boot van Temse veel volk over dat met allerhande
gerij via Londerzeel naar Brussel moest. Om 10 ½ waren
we op de Groenplaats. Met veel moeite en na lang
aanschuiven, geraak ik om 12 uur in het pasbureel. Men
scheen vandege streng voor passen naar Holland. Elkeen
bijna kwam ontevreden buiten. Mijn redenen en voor-
stellen werden ook als onvoldoende afgewezen en in
laatste instantie bij Graf von Vosendorf tamelijk brutaal.
Bij Muyshondt, Kipdorp 65, wier jongens op school zijn
bij de broeders in Oudenbosch een kaartje afgegeven
voor meneer Prelaat. Correspondentie op die wijze soms
mogelijk.
Om 2 uur met de tram terug naar Hoboken, waar de
Wilfort ons om 3 uur opnam en om 4 ½ te Bornem
afscheepte. Om 5 uren terug in de abdij. Meneer Verbist
die ook naar Antwerpen was geweest, vertelde dat hij
gisteren 3.000 kilo mais aan 25 frs de 100 kg aan de man
had gebracht.
Dinsdag 26 januari 1915 (dag 177)
Geen kanon hoorbaar.
Om 2 uur komt meneer Van Baren vertellen dat hij in
Oudenbosch is geweest en de heren het allen goed
maken.
In ons bosje werkt de ploeg van Willebroek aan de
opruiming en als ze weg zijn sleept ons werkvolk de
beste boomstammen achter de kerk. In de voormiddag
kwamen de Duitsers met een hele wagen takkebossen
en loofwerk ter versiering voor ’s keizers verjaardag
morgen te vieren
Om 4 ½ komt de Rittmeister Von Loeper met nog een
officier, zichtbaar verlegen. Zegt ’t ventje dat hij niet
inziet hoe dat hij kan verklaren of het klooster de last
van kolen, leverantie enz. kan dragen of niet zoals de
Major van Boom verlangde. Ik zie ’t ook niet. Hij raadt
mij de burgemeester daarover te spreken. Dat is niet
mijn zaak maar de uwe. Raadt me den graaf om
ondersteuning te vragen.
Antwoord :
Wir sind keine Bettelmönche ! Was der Here Major
schreibt stimmt nicht mit seiner mundliche aùssage in
Boom, dass es gewiss ein billig wäre den Last der
einquartierùng der abtei allein aufziebürten ! Nun was
thun ? Krieg ist Krieg.
Woensdag 27 januari 1915 (dag 178)
De Pruisen zijn vandaag goed wakker en maken meer
rumoer dan naar gewoonte. Om 7 ½ steken ze een
Duitse driekleur aan een stang op de poort der Klooster-
straat, tot ergernis van paters en passanten.
Om 8 uur trok een garnizoen, pinhelm zonder
kuif, al zingend naar het dorp. Wat men ook
zegge, de Duitsers zijn niet allen muzikaal. Ze
zongen slecht effenaf !
Ingenieur Von Loevenich komt 6 flessen wijn
kopen en betaalt komptant. Spot met de
handelswijze tegenover Kardinaal en zijn
herderlijke brief. Hij was er over veront-waardigd
en hij beweerde, dat ze met hun kolen-voorraad
geschwindelt hebben op het fort.
Kolen werden geleverd, maar niet waar ze zijn
moesten, en ze weten niet goed waar onze
rekening onder te brengen. Raadt ons te
Antwerpen en te Brussel op instantie te gaan.
Het abdijgarnizoen liet tegen de middag een hesp
braden en ze hebben feest gevierd. Heel stillekens. Men
zei deze avond dat ze fel klop hebben gekregen aan den
IJzer
In ons bosje werd deze avond de laatste pindraad
opgewonden en ’t werkvolk verzamelt het afgehakt
schaarhout.
Kade in Oudenbosch
© Gemeentelijk Archief Bornem - 14 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Donderdag 28 januari 1915 (dag 179)
Om 6 uur gaat Placidus te voet met Jefke van den Dilft
naar Wieze-Hofstade. ’s middags hoort men ’t kanon ten
zuidwesten.
Van 12 tot 1 een langwerpige ballon onbeweeglijk te zien
in de richting van Brussel. Een schietdoel voor kanonnen,
zei men.
De Duitse vlag hangt nog aan de poort der Klooster-
straat. Het feest van de keizer is gisteren zeer kalm en
stil afgelopen en het feest van St.Amedeus bij ons nog
stiller. Wij hebben ’t gedacht gekregen in de recreatie
met de kaart een partij whist te spelen !
In de Weert en aan ’t kasteelgoed worden nog voort-
durend de notenbomen getekend.
Te St.Niklaas werden 25.000 flessen wijn gerekwireert.
Item te Hamme en elders.
Om 6 ½ komt Placidus te voet terug van Wieze en vertelt
dat Senior Nivardus nog altijd fris en gezond is bij zijn
familie. Er werd verteld ginder dat de Hollandse Consul
te Gent vertrokken is en de toestand in Holland tegen
Duitsland zeer gespannen (hoe dikwijls nog ? )
Te Lebbeke waren nog 50 mensen afwezig, krijgs-
gevangen in Duitsland. Petroleum te Wieze ! 5 de liter.
Tarwe 60 frs de 100 kilo.
Vrijdag 29 januari 1915 (dag 180)
Onder het werkvolk dat in ons bosje bezig is met
opruimen, bemerken wij er verschillende die vroeger bij
Theodoor en bij Peeters in de fabriek werkten.
Na de middag kanon hoorbaar in ’t zuidwesten
Madame Van der Stappen brengt ons 6 konijnen.
Om 3 ½ komt meneer Van Baren, die gisteren naar
Antwerpen is geweest, afscheid nemen. Hij gaat morgen
terug over Hulst naar Oudenbosch en klaagt dat hem zijn
paspoort zoveel moeite en geld kost. Schenkt een mooie
som aan het voedingskomiteit.
Jo, zijn meid heeft haar huisje verhuurd en speelt de
bazin op den Dilft. Meneer Van Baren vertelde dat de
Paters Jezuïeten Passionisten van België in Holland een
eigendom, oud kasteel, hebben aangekocht voor de som
van 160.000 gulden ! Arme bedelaars !
Men zegt dat de Duitse kommandant van het fort Liezele
zich voor de kop heeft geschoten omdat hij vreesde naar
den IJzer te moeten. Hij zou dat al enige dagen in een
herberg hebben te kennen gegeven.
Zaterdag 30 januari 1915 (dag 181)
Om 8 uur gaan 3 Duitsers op onze toren.
Meneer De Groote is pastoor benoemd van Lovenjoul,
waar de pastorie door de Duitsers werd afgebrand en de
pastoor Noeninckx in disponibiliteit naar Antwerpen
werd gezonden, wegens zijn optreden en ophitsen tegen
de Duitsers.
In de gazet staat te lezen dat de pastorie van Willebroek
openstaat bij ontslaggeving. Onderpastoor Verbist en
meneer Poodts zijn vandaag naar Mechelen gereden met
de voituur van J. Brijs. Deze voituur werd ook wel
gebezigd door Rittmeister Von Loeper. Deze was daar-
door vandaag ontgriefd en had deze morgen de onze
laten vragen voor ééne keer, maar deze avond kwam hij
daarover nog spreken. Ik zei hem dat onze voituur voor
hem ten dienste was op schriftelijke aanvraag, maar niet
de eerste beste soldaat daarmee mocht wegrijden. Hij
was het er volkomen eens mee. Ik sprak hem nog over
de kolenkwestie. Hij erkende ons goed recht en zou de
zaak nog eens onderzoeken en in ’t kort bescheid geven.
Zondag 31 januari 1915 (dag 182)
Geen kanon hoorbaar
In abdij en parochiekerk wordt er gepreekt tegen het
slecht vrouwvolk dat te Bornem met Duitsers aanhoudt.
Om 2 ½ gaat onze koetsier naar de vergadering van de
bond der paardenverzekering te Puurs.
Gelukkig dat wij thans geen paard hebben, want het zou
dagelijks gerekwireerd worden, zoals de Tilburg en de
grote voituur, die alle beide vandaag weer weg zijn.
Gisteren lieten we 50 afgedankte kerkstoelen naar de
kerk van Mariekerke afhalen op 4 kruiwagens.
Om ons koperwerk aan het oog der Duitsers, die
dagelijks in de keuken komen, te ontrekken, hebben wij
de koperen marmitten door ijzeren (verlakte) vervangen.
Ingezien de rariteit van vis en eieren en wij de fazanten
en konijnen gratis bekomen, hebben wij maar besloten
alle dagen uitgenomen vrijdag vlees te eten en ’s avonds
warme patatten.
Duitse schrikaanjagers maken de boeren wijs dat ze wel
graan gezaaid hebben, maar het niet maaien zullen.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 15 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
De dodendraad De grens tussen België en Nederland werd al snel een
ontsnappingslijn voor oorlogsvrijwilligers. Deze trokken
via Vlissingen naar Folkstone om daarna via Dieppe in
Frankrijk de geallieerde troepen te vervoegen. In
december 1914 alleen al zouden er via deze weg zeker
5.000 jongeren opnieuw, of voor een eerste keer, naar
het geallieerde front vertrokken zijn.
Ook werd de Nederlandse grens massaal gebruikt voor
het oversmokkelen van brieven, dit waren er vaak tot
50.000 per week. Deze brievensmokkel was een doorn in
het oog van de Duitse bezetter. Op deze brievensmokkel
stond trouwens bij het betrappen een boete van 20.000
Duitse Marken.,
Zelfs Duitse deserteurs poogden het oorlogsgeweld te
ontvluchten via het neutrale Nederland.
Om deze problemen tot een minimum te beperken,
werd eind 1914 op sommige plaatsen eerst een gewone
draadversperring opgericht.
Omdat de smokkel van zowel vrijwilligers, brieven als
ander smokkelwaar een bloeiende business bleef, en de
bewaking van de grenzen toch veel manschappen
opeiste, werd een verplicht paspoort met foto ingevoerd
om de grens te mogen kruisen.
Passierschein en Personal-Ausweis.
Dit bleek niet voldoende en al vrij snel werd overgegaan
tot de bouw van een ijzeren gordijn. Dit zou slechts ten
volle afgewerkt zijn half 1916. De plaatsing gebeurde ook
niet volledig in lijn maar volgens dringendheid met
stukken hier en daar tot uiteindelijk de gehele grens was
afgeschermd.
De Belgische-Nederlandse grens tussen het Zwin in
Knokke en het drielandenpunt in Aken is al snel 450 km
lang.
Voor de aanleg van de versperring werd eerst een
streek ontdaan van alle bomen en struiken. In de weg
staande muren en huizen werden afgebroken. Enkele
dagen later werden dan hoge palen in de grond
geslagen. Op deze palen werden porseleinen isolatoren
geplaatst. Daarna werd de stroomdraad op de palen
gespannen. Op afstanden tussen de 500 meter en 2 km
werden schakelhuisjes neergezet. Dit waren niets meer
dan een houten barakken waarin een stroomgenerator
werd geplaatst. Kort daarbij stond dan steeds een
houten wachthuis en een houten barak voor de
bewakers.
Die bewakers waren meestal Landsturmsoldaten, oudere
Duitse soldaten dus.
Een ploeg van 60 arbeiders en 10 bewakers kon onge-
veer 1 kilometer omheining plaatsen in een periode van
1 tot 3 dagen, afhankelijk van de aard van het te
doorkruisen terrein.
Reeds in juli 1915 werden de eerste stukken van de lijn
onder stroom gezet met een spanning van +/- 2000 Volt.
Vrij kort nadien vielen al de eerste dodelijke slachtoffers.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 16 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Opbouw van de versperring.
Gemiddeld was de draad zo een 2 tot 2.5 meter hoog.
Alle 3-4 meter werd een met teer ingesmeerde paal in
de grond gezet. Op een hoogte van 15 à 20 cm boven het
maaiveld werd een eerste verzinkte of koperen draad (4
à 5 mm dik) aan porseleinen isolatoren opgehangen.
De draden volgden elkaar zo op met onderlinge
afstanden van 20 tot maximum 30 cm.
Alle 50 meter stond een hogere paal. Deze bevatte de
aanvoerleiding van de stroom.
Op de meeste plaatsen werd aan beide zijden van de
omheining nog eens 1 of twee rijen prikkeldraad
aangebracht op dunnere houten of metalen palen. Deze
extra draden waren er om te vermijden dat onbewust
mensen de dodelijke draad zouden aanraken en
geëlektrificeerd zouden worden. Anderzijds vermoei-
lijkten zij nog eens extra de pogingen de draad te
proberen kruisen.
Gebruik van de versperring.
De versperring stond zeker niet altijd continu onder
stroom. Men wisselde van tijd tot tijd de zones die onder
stroom gezet werden.
Dagelijks waren de bewakers verplicht het traject
minimaal 2 maal af te wandelen of te fietsen. Hierbij
moesten zij met een ijzeren proefstaaf ook de werking
van de omheining testen.
De bewakers droegen op hun linkerarm een armband
met daarop een rode pijl en een bliksemflits.
Aan overgangen van waterlopen en spoorwegen, waren
permanente wachtposten. Fietsen waren in de
grensstreek verboden. Aan Nederlandse kant was een
neutrale zone van 500 meter. Aan Belgische kant was
deze zone tussen de 100 en 500 meter breed. Personen
die zich zonder geldige reden in deze zone bevonden
werden zonder medelijden neergemaaid of beschoten.
Hoe kon men de omheining passeren.
De ganse versperring telde in totaal 75 poorten.
Hiervan waren er 50 alleen voor militairen
bedoeld. 9 waren alleen voor burgers en 16 voor
dubbel gebruik.
Men kon enkel toelating krijgen de grens te
kruisen met een geldig passierschein.
Vanaf januari 1915 werd doorgang verboden
voor Belgische mannen tussen 16 en 45 jaar
omdat het risico te groot was dat zij via
Nederland weer zouden aansluiten bij het
Belgische leger aan het geallieerde front.
Pogingen om de omheining te omzeilen.
De eenvoudigste pogingen tot sabotage bestonden vaak
uit het werpen van een ketting, een draad, een natte
koord, een natte tak,... op de omheining zodat er
kortsluiting ontstond. Hierdoor viel dan meestal de
stroom uit en kon men de draad kruisen.
Meer riskante pogingen bestonden uit het graven van
een sleuf onder de draad. Hierbij ging men vaak met een
Y-vormige tak, de onderste stroomdraad nog wat
optillen. Dit was uiterst gevaarlijk want het geringste
contact met de kleding, kon de dood betekenen.
In de hoogte probeerde men de draad te overbruggen
met een dubbele trapladder waarop men extra houten
planken ging leggen.
Een veiligere manier was een open ton, mand of bak
onder de draad te wringen. Dan kon men door deze
constructie kruipen zonder de stroomdraden zelf te
raken. Courante passeurs maakten soms gebruik van een
passeursraam.
Daarnaast werden ook houten fietsvelgen gebruikt, deze
werden dan aan de randen geïsoleerd met asbest of een
buitenband van een fiets.
Het kruisen van de draad bleef een gevaarlijke onder-
neming.
Minimum schat men het aantal dodelijke slachtoffers op
850. Dit zijn niet alleen geëlektrocuteerde personen
maar ook personen die door Duitse bewakers werden
neergeschoten in de directe buurt van de omheining.
50% van de slachtoffers waren Belgen, 25% Duitsers,
10% Nederlanders, 10% vluchtende Russische
krijgsgevangenen, 5% andere Nationaliteiten.
75% van de slachtoffers kwamen om door elektrocutie.
20% kwam om in vuurgevechten in de directe nabijheid
van de omheining. Van 5% is de exacte doodsoorzaak
niet meer gekend.
www.dodendraad.org