Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… ·...

98
Academiejaar 2016-2017 Examensessie 2 Masterproef Een exploratieve studie naar de didactische strategieën bij het gebruik van English as a Medium of Instruction (EMI) aan de UGent. Masterproef neergelegd tot het behalen van de academische graad van Master of Science in de pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde Promotor: Prof. Dr. Martin Valcke Begeleidster: Ellen De Bruyne Studentennummer: 01107412 Evi Van Mol

Transcript of Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… ·...

Page 1: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

Academiejaar 2016-2017 Examensessie 2

Masterproef

Een exploratieve studie naar de didactische strategieën bij het gebruik van English as a Medium of Instruction (EMI) aan de UGent.

Masterproef neergelegd tot het behalen van de academische graad van Master of Science in de pedagogische

wetenschappen, afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde

Promotor: Prof. Dr. Martin Valcke Begeleidster: Ellen De Bruyne Studentennummer: 01107412

Evi Van Mol

Page 2: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten
Page 3: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

i

Abstract

English as a medium of instruction (EMI) heeft de laatste decennia zijn opmars gemaakt.

Steeds meer universiteiten bieden Engelstalige opleidingen en opleidingsonderdelen aan. Bij

het veranderen van de instructietaal en EMI wordt vooral aandacht gegeven aan de

verandering van de instructietaal en het kennisniveau Engels dat studenten en lesgevers

bezitten. Het didactische luik krijgt minder aandacht. Deze masterproef heeft twee

onderzoeksdoelen: een exploratieve peiling naar (1) het gebruik van didactische strategieën

bij lesgevers in een EMI-context aan de UGent en (2) de uitdagingen waarmee deze lesgevers

in aanraking komen en hoe ze deze oplossen. Een exploratieve vragenlijst gaat, op basis van

de Theory of Planned Behavior, het gebruik van didactische strategieën van lesgevers na. De

resultaten worden via structure equation modelling geanalyseerd. Via een workshop wordt

naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten gebeurt door een thematische

analyse. Perceived behavioral control, wat hoog was voor didactische strategieën

(interactiestrategieën, algemene didactische strategieën, taal-gerelateerde didactische

strategieën en improvisatiestrategieën), heeft een significante invloed op de gedragsintentie.

Omgaan met heterogene groepen, interactieproblemen en het taalniveau van de lesgevers

zijn de uitdagingen waarmee lesgevers in aanraking komen. Tijdsgebrek, het ontbreken van

een duidelijk juridisch kader omtrent het gebruik van de moedertaal en een verhoogde

werklast staan in de weg van het gebruiken van strategieën om met deze uitdagingen om te

gaan. Lesgevers aan de UGent gebruiken verscheidene didactische strategieën bij EMI, maar

ondervinden nog veel uitdagingen. Vervolgonderzoek kan het onderzoek uitbreiden naar

andere universiteiten en nagaan of er effectief meer tijd nodig is om een vak in een andere

taal te doceren.

Page 4: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

ii

Dankwoord

Deze masterproef vormt het sluitstuk van vijf boeiende studiejaren en kwam tot stand

voor het behalen van de graad van Master of Science in de pedagogische wetenschappen,

afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde. Dit dankwoord vormt de uitgelezen kans

om enkele personen die mij met raad en daad hebben bijgestaan even in de schijnwerpers te

zetten en te bedanken.

Allereerst bedank ik mijn promotor, Professor Valcke. Hij verschafte mij het boeiende

onderwerp, wierp een kritische blik op het geheel en gaf nuttige adviezen.

Ik bedank mijn begeleidster mevrouw Ellen De Bruyne, die mijn masterscriptie

gedetailleerd opvolgde, kritische opmerkingen en suggesties gaf en mij in het kader van de te

geven workshops praktisch ondersteunde en aanmoedigde.

Ik wil de directie onderwijsaangelegenheden (DOWA) bedanken voor de fijne

samenwerking en de ondersteuning bij het versturen van de vragenlijst en uitnodigingen.

Dankzij het testpubliek van de workshops, Lobke, Niels, Manon, Justine, Lies en Ellen De

Bruyne kon ik deze goed voorbereiden en op punt stellen, daarvoor hartelijk dank!

Ten slotte wil ik ook graag mijn vrienden en familie bedanken. Mijn vrienden zorgden voor

de nodige ontspanning tijdens het schrijven van deze masterproef. Mijn ouders en zus

vormden een warm en geïnteresseerd thuisfront dat mij steunde tijdens deze vijf studiejaren

en lazen met plezier deze masterproef na.

Page 5: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

iii

Lijst van tabellen

Tabel 1: Clusters didactische strategieën Kremer en Valcke (2014)

Tabel 2: Didactische strategieën Klaassen (2001)

Tabel 3: Didactische strategieën Vinke (1995)

Tabel 4: Samenvatting categorieën

Tabel 5: Categorisering didactische strategieën bij EMI in deze masterproef

Tabel 6: Respondenten uit verschillende faculteiten en hun ervaring

Tabel 7: Uitdagingen bij EMI

Tabel 8: Strategieën uit workshops

Tabel 9: Betrouwbaarheid exploratieve vragenlijst

Tabel 10: Descriptieve resultaten exploratieve vragenlijst

Page 6: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

iv

Lijst van figuren

Figuur 1: Theory of planned behavior (Aijzen, 1991).

Figuur 2: Onderzoeksmodel.

Figuur 3: Onderzoeksprocedure.

Figuur 4: Onderzoeksmodel attitude – intentie.

Figuur 5: Onderzoeksmodel subjective norm – intentie.

Figuur 6: Onderzoeksmodel perceived behavioral control – intentie.

Figuur 7: Analyse attitude – intentie.

Figuur 8: Analyse subjective norm – intentie.

Figuur 9: Analyse perceived behavioral control – intentie.

Page 7: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

v

Inhoud

Abstract ............................................................................................................................................. i

Dankwoord ........................................................................................................................................ii

Lijst van tabellen .............................................................................................................................. iii

Lijst van figuren ................................................................................................................................ iv

1 Inleiding ................................................................................................................................... 1

Context en probleemstelling ........................................................................................... 1

Internationale ontwikkelingen .................................................................................... 1

Vlaamse ontwikkelingen .............................................................................................. 4

Redenen voor het implementeren van EMI ................................................................ 7

Conceptuele basis voor deze masterproef ...................................................................... 8

EMI: English as a medium of instruction ..................................................................... 8

Didactisch handelen van de lesgever ........................................................................ 10

Professionalisering van lesgevers .............................................................................. 11

Theory of Planned Behavior (TPB) ............................................................................. 13

Theoretische en empirische basis voor deze masterproef ........................................... 15

EMI en didactische strategieën in het hoger onderwijs ............................................ 15

EMI en uitdagingen voor instructie ........................................................................... 20

Categorisering didactische strategieën in dit onderzoek .......................................... 22

2 Onderzoeksopzet ................................................................................................................... 24

Context van deze masterproef ...................................................................................... 24

Probleemstelling ............................................................................................................ 24

Onderzoeksvragen ......................................................................................................... 25

Methodologie ................................................................................................................ 26

Onderzoeksmodel ..................................................................................................... 26

Onderzoekssample .................................................................................................... 29

Onderzoeksinstrumenten .......................................................................................... 30

Onderzoeksprocedure ............................................................................................... 35

Data-analyse .............................................................................................................. 36

3 Resultaten.............................................................................................................................. 40

Onderzoeksvraag één: Welke didactische strategieën gebruiken lesgevers bij het

lesgeven in het Engels? ..................................................................................................................... 40

Descriptieve analyse .................................................................................................. 40

Page 8: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

vi

SEM-analyse .............................................................................................................. 44

Onderzoeksvraag twee: Met welke uitdagingen komen lesgevers in aanraking bij het

lesgeven in het Engels en hoe gaan ze hiermee om?........................................................................ 47

Uitdagingen bij het lesgeven in het Engels................................................................ 47

Strategieën om met uitdagingen om te gaan ............................................................ 50

4 Discussie ................................................................................................................................ 54

Bespreking onderzoeksvragen ...................................................................................... 54

Beperkingen van het onderzoek.................................................................................... 57

Aanbevelingen voor de praktijk..................................................................................... 58

Suggesties voor vervolgonderzoek ................................................................................ 59

5 Conclusie ............................................................................................................................... 61

Bronnen .......................................................................................................................................... 62

Bijlagen ........................................................................................................................................... 68

Bijlage I: Exploratieve vragenlijst ................................................................................................... 69

Bijlage II: Verloop workshop .......................................................................................................... 86

Bijlage III: Betrouwbaarheid exploratieve vragenlijst .................................................................... 89

Bijlage IV: Descriptieve resultaten exploratieve vragenlijst ........................................................... 90

Page 9: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

1

1 Inleiding

Deze inleiding beschrijft en licht de context van het onderzoek nader toe. De

internationale en nationale ontwikkelingen die zich voordoen rond het stijgende gebruik van

Engels en hoe deze in het hoger onderwijs als instructietaal zijn opmars maakt(e), worden

bestudeerd. Vervolgens volgt een toelichting van de afbakening van de conceptuele en

theoretische basis rond deze masterproef en worden de probleemstelling en

onderzoeksvragen voorgelegd.

Context en probleemstelling

Internationale ontwikkelingen

1.1.1.1 Het Engels als lingua franca

Sinds de jaren ’70 zijn landen steeds meer afhankelijk van elkaar door de toenemende

stroom van goederen, diensten en financieel kapitaal. De toenemende globalisatie zorgt voor

deze mondiale verbondenheid (Gereffi, Humphrey & Kaplinsky, 2001). De Engelse taal,

dewelke sinds de jaren ’70 een grote opmars maakt, domineert deze globalisatie taalkundig.

Deze gezamenlijke opmars was een wisselwerking: de globalisatie zorgde voor een stijging

van het gebruik van het Engels en de opmars van het Engels zorgde op zijn beurt voor een

groei van de globalisatie. De laatste decennia was er een stijging van migratie en immigratie,

een toename van toerisme, een vermeerdering van reizen voor het werk (professionele

reizen) en een toename aan internationale studenten, hetgeen tevens een stijging van het

Engels als lingua franca in de hand werkte (Graddol, 2006). Het Engels als lingua franca

betekent dat mensen met een verschillende moedertaal met elkaar in het Engels

Page 10: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

2

communiceren, omdat ze naast hun moedertaal ook deze taal beheersen (Seidlhofer, 2005).

Het Engels wordt gezien als ‘de taal van iedereen’ die in bijna alle domeinen en registers

voorkomt en voor alle culturen beschikbaar is (Van Splunder, 2010). De promotie van het

Engels gebeurt op verschillende en uiteenlopende manieren; onder meer door

wetenschappelijke, technologische en culturele samenwerking, massamedia, multinationals

en politieke allianties (Coleman, 2006). Ook in het hoger onderwijs speelt het Engels een rol.

Universiteiten zijn niet langer traditionele, nationale instituten, maar concurrerende

instellingen die internationaal met elkaar worden vergeleken. Het is een geglobaliseerde

markt waar studenten de klanten zijn (Coleman, 2006; Graddol, 2006). Dit leidt tot een

competitie waarbij instellingen een businessmodel hanteren en zichzelf promoten als een

(handels)merk (Hemsley-Brown & Goonawardana, 2007). Eén van de grootste drijfveren bij

het globaliseren van het Engels, is de globalisering van het hoger onderwijs (Graddol, 2006).

Boeken, papers en werkstukken zijn meestal enkel in het Engels beschikbaar. Het Engels

wordt daarom dikwijls ‘het nieuwe Latijn van de academici’ genoemd (Costa & Coleman,

2013). Het Bologna-akkoord gaf deze globalisatie een duwtje in de rug.

1.1.1.2 Het Bologna-akkoord

Het Bologna-akkoord van 1999 had de bedoeling om het Europees hoger onderwijs te

internationaliseren (Hemsley-Brown & Goonawardana, 2007). Sinds de invoering van het

akkoord werden 48 landen lid van de European Higher Education Area (EHEA). Onder andere

Frankrijk, Duitsland, Finland, Nederland en de Vlaamse en Franse Gemeenschap van België

zijn sinds 1999 reeds lid van het EHEA. Dit lidmaatschap impliceert dat ze de doelstellingen

van het Bologna-proces in het eigen hoger onderwijssysteem implementeren. Het Bologna-

proces heeft drie prioritaire actiegebieden: (1) de invoering en harmonisering van het

Page 11: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

3

driefasen-systeem in het hoger onderwijs (bachelor/master/doctoraat), (2) een

gemeenschappelijke visie op kwaliteitsborging en (3) de erkenning van bevoegdheden en

studieperioden (Europees Parlement, 2008). Hierdoor wordt een erkenning van kwalificaties

en het verhogen van de mobiliteit van studenten en academici tussen hoger

onderwijsinstellingen bevorderd (Graddol, 2006). Om uitwisselprogramma’s te realiseren,

was er nood aan opleidingen die in een internationale taal beschikbaar waren. Deze

uitwisselprogramma’s worden beschouwd als een adequate voorbereiding op een

internationale carrière. Dit verklaart meteen het stijgende aantal Engelstalige

opleidingsonderdelen in het hoger onderwijs en de expansie van English as a medium of

instruction (EMI) (Costa & Coleman, 2013; Coleman, 2006).

1.1.1.3 Het Engels in het Europees hoger onderwijs

Het Engels is de meeste dominante vreemde instructietaal in Europa en zal dit ook in de

toekomst blijven. Het Academic Cooperation Association (ACA) en Gesellschaft für

Emipirische Studien (GES) voerden in 2002 een eerste studie uit naar het Engelstalige aanbod.

Zij telden in totaal 725 Engelstalige programma’s in 821 instituten uit 19 Europese landen

(absolute cijfers). In 2007 herhaalden zij de studie en waren er reeds 2389 Engelstalige

programma’s, in 2218 instituten uit 27 Europese landen. Uit deze cijfers blijkt dat op amper

vijf jaar tijd de beschikbare Engelstalige programma’s zijn verdrievoudigd. Toch blijven

Engelstalige programma’s in het hoger onderwijs eerder een uitzondering: enkel 2,1 tot 6,8%

van alle programma’s in 2007 worden in het Engels onderwezen binnen een instelling. In 2014

herhaalden het ACA en GES de studie en telden ze 8089 Engelstalige programma’s in 1155

instituten uit 28 landen. Ook valt op dat weinig studenten zich inschrijven voor deze

Page 12: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

4

Engelstalige (anderstalige) programma’s. Dit is slechts 1,9% van alle studenten uit de

deelnemende landen (Wächter en Maiworm, 2014).

Vlaamse ontwikkelingen

1.1.2.1 EMI in het Vlaamse hoger onderwijs

De Vlaamse Gemeenschap was een van de eerste leden van het EHEA na de invoering van

het Bologna-akkoord in 1999. Het was een voortrekker bij de implementatie van de eerder

genoemde actielijnen. Vlaanderen legt de lat zelfs hoger en wil dat 33% van de Vlaamse

studenten mobiel is tegen 2020 (www.onderwijs.vlaanderen.be). Het Vlaamse hoger

onderwijs heeft de laatste jaren zijn opleidingsaanbod uitgebreid met opleidingsonderdelen

en masteropleidingen in een andere onderwijstaal, meestal het Engels. Uit een CVN-rapport

(Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland) van 2007 blijkt dat het Vlaamse hoger

onderwijs zijn deur heeft opengezet voor EMI en het beperkt, maar doelgericht inzet in de

hogere jaren van opleidingen (Vandenbussche, 2010). In 2015 werd door de overheid een

Taalverslag over het academiejaar 2014-2015 opgesteld. Daarbij telde de overheid slechts 10

anderstalige bacheloropleidingen op een totaal van 541 bacheloropleidingen (1,85%). Voor

de masteropleidingen waren 98 van de 454 opleidingen in het totaal anderstalig (21,95%). De

maximumcijfers voor het anderstalig aanbod die opgelegd zijn door de overheid (maximum

6% van de bachelor- en maximum 35% van de masteropleidingen) worden niet overschreden,

wat betekent dat er ruimte is voor nog meer anderstalige opleidingen (Departement

Onderwijs en Vorming, 2015; Vlor, 2017).

Over deze situatie schreef de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) in 2017 het ‘Advies taalbeleid

in het Vlaamse hoger onderwijs’. De Vlor pleit voor een taalregeling die, met zo weinig

Page 13: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

5

mogelijke planlast, zowel de taalzorg voor het Nederlands als de internationalisering van

opleidingen en instellingen stimuleert. Er wordt gekozen voor een taalbeleid op

instellingsniveau; voor de Nederlandstalige, maar ook voor de anderstalige opleidingen. De

Vlor benadrukt dat er voldoende aandacht moet zijn voor de instroom van kansengroepen in

anderstalige opleidingen zodat deze geen elite-opleidingen worden. Verder pleit de Vlor voor

een afschaffing van de kwantitatieve quota en wil het de leerresultaten als uitgangspunt

nemen om de taalvaardigheid te bewaken (Vlor, 2017).

Omdat deze anderstalige opleidingsonderdelen, net zoals de Nederlandstalige

opleidingsonderdelen, moeten voldoen aan kwaliteitsvoorschriften, gaan we hier kort verder

op in.

1.1.2.2 Kwaliteitsbewaking van anderstalige opleidingen

Om de kwaliteit van deze anderstalige opleidingen te waarborgen, worden voorwaarden

opgelegd aan lesgevers en studenten. Zo gelden er onder meer taalvoorwaarden voor

docenten. Elke persoon die belast is met een onderwijsopdracht in een andere taal dan het

Nederlands, moet aan de hand van kwalificatiegetuigschriften uitgereikt door officieel

erkende instellingen aantonen dat hij of zij het gewenste kennisniveau beheerst. Dit niveau is

het Europees Referentiekader (ERK) niveau C1. Er is een vrijstelling wanneer hij/zij een

diploma secundair onderwijs of een bachelor- of masterdiploma of doctoraat heeft behaald

in de onderwijstaal waarin hij of zij lesgeeft (Departement Onderwijs en Vorming, 2013 –

2014).

De student moet ook over een vereist taalniveau te beschikken. Hoger

onderwijsinstellingen hebben de mogelijkheid om eigen taalvoorwaarden op te stellen die

Page 14: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

6

bepalen of de student zich al dan niet kan inschrijven voor een anderstalige opleiding

(Departement Onderwijs en Vorming, 2013 – 2014). De Universiteit Gent (UGent) eist

bijvoorbeeld dat elke student die zich inschrijft voor een Engelstalige master, indien er geen

aangepaste taalvoorwaarden bepaald zijn door de opleiding zelf, beschikt over een

kennisniveau Engels B2. Er geldt een vrijstelling van deze taalvoorwaarde voor studenten die

beschikken over een diploma secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;

een diploma hoger onderwijs uitgereikt door een hoger onderwijsinstelling erkend door de

Vlaamse Gemeenschap; studenten die reeds één jaar met succes een Engelstalige opleiding

gevolgd hebben (hetzij in het secundair onderwijs, hetzij aan een andere instelling voor hoger

onderwijs) en/of beschikken over een getuigschrift van de predoctorale opleiding aan de

UGent, op voorwaarde dat deze grotendeels bestond uit Engelstalige opleidingsonderdelen

(www.ugent.be).

Kwaliteitsbewaking veronderstelt dat men niet enkel de onderwijstaal bewaakt. Er is een

coherent, competitief en betaalbaar programma nodig. Volgens Vandenbussche (2010) is dit

belangrijker dan enkel met een Engelstalig programma op de proppen te komen om

internationale studenten aan te trekken. Eén van de centrale doelen van het Bologna-akkoord

(zie hierboven) is dat er een transparant stelsel van externe kwaliteitszorg wordt ingevoerd.

Universiteiten engageren en verbinden zich ertoe om te zorgen voor een kwaliteitsvolle

onderwijsleeromgeving. Hierbij hoort ook de kwaliteit van het personeel dat verbonden is

aan de opleiding. Bij een zelfevaluatie hierover, vraagt men aandacht voor het ‘toelichten van

de vakinhoudelijke, onderwijskundige, didactische, technische, … deskundigheid van het

personeel (met aandacht voor de verschillende personeelscategorieën) in relatie tot het

programma en de beoogde leerresultaten’ (Vlhur, 2013).

Page 15: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

7

Redenen voor het implementeren van EMI

Hoger onderwijsinstellingen schuiven verschillende redenen naar voor om Engelstalige

opleidingen in te voeren. Instellingen willen taalobstakels voor buitenlandse studenten

wegnemen en tegelijkertijd de internationale competenties van eigen studenten vergroten.

Voor dit laatste laten ze studenten met verschillende nationale en culturele achtergronden

samenwerken. Ook spelen altruïstische motieven een rol en krijgen studenten uit de derde

wereld de kans om hoger onderwijs te volgen. Natuurlijk zijn er ook motieven voorhanden

die de instelling zelf ten goede komen: hun internationaal profiel wordt aangescherpt door

partnerschappen met andere landen, eigen tekortkomingen worden gecompenseerd en men

vermijdt een brain gain door het aantrekken van internationale academici en topstudenten

(Wächter & Maiworm 2014).

Er zijn ook redenen waarom instellingen géén Engelstalige opleidingen organiseren: het

onvoldoende beheersen van de Engelse taal door het onderwijzend personeel en de

studenten, opleidingen die zich niet lenen tot een andere instructietaal omwille van

bijvoorbeeld een heel gespecialiseerde terminologie en legale obstakels. In Vlaanderen

bijvoorbeeld is bij decreet bepaald dat een Engelstalige opleiding ook in de nationale taal

moet worden voorzien (Wächter & Maiworm 2014). Ook is er de vrees voor het vergroten

van de sociale ongelijkheid, omdat deze opleidingen de instroom van studenten uit lagere

sociale klassen zou beperken (Dearden, 2014).

Wat echter opvalt, is dat de vraag naar het implementeren van Engelstalige opleidingen

niet van de lesgevers komt, maar eerder een strategisch verhaal op het niveau van de

instelling is (Costa & Coleman, 2013; Helm & Guarda, 2015). Kwaliteitsbewaking bewaakt de

didactische deskundigheid van het personeel (zie hierboven), maar de meeste aandacht

Page 16: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

8

wordt besteed aan de taalvoorwaarden bij een anderstalige opleiding. Het taalniveau van

lesgevers en studenten doet onzekerheid rijzen over de kwaliteit van het Engelstalig

onderwijs, want het is een terugkerend thema in gerelateerde debatten. Er wordt daarbij

gewaarschuwd voor een lager leereffect (Wächter & Maiworm 2014).

De probleemstelling voor deze masterproef gaat over dit didactische luik van lesgeven in

het Engels. Nu is dit in de literatuur nog onderbelicht, zeker in de Vlaamse context. Men weet

niet veel over welke didactische strategieën lesgevers gebruiken bij het lesgeven in het

Engels. Ook is er nog niet veel bekend over de uitdagingen waarmee lesgevers in aanraking

komen bij lesgeven in het Engels in de Vlaamse context. In wat volgt, wordt deze

probleemstelling verder verfijnd in het conceptuele, theoretische en empirische kader van

deze masterproef.

Conceptuele basis voor deze masterproef

In deze conceptuele basis worden de volgende basisconcepten uit de masterproef

toegelicht: English as a medium of instruction (EMI), didactische strategieën, de

professionalisering van lesgevers in het hoger onderwijs en de Theory of Planned Behavior.

EMI: English as a medium of instruction

Uit de hierboven beschreven context blijkt dat er een grote toename is aan anderstalige

opleidingen in Europa. Deze opleidingen worden in een andere taal (L2) onderwezen dan de

moedertaal (L1), wat men in de literatuur omschrijft als L2-medium instruction: “teaching

content through a language other than that normally used by the students” (Costa &

Coleman, 2013, p. 4).

Page 17: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

9

In de meeste gevallen is deze “andere” instructietaal het Engels. Studenten volgen dus

les in een andere taal dan hun moedertaal en lesgevers passen hun lessen aan het Engels aan,

wat vaak ook niet hun eerste taal is (Martins Kremer & Valcke, 2014). Dit concept krijgt in de

literatuur verschillende benamingen. Het wordt beschreven als English taught programs

(ETP), integrating content and language in higher education (ICLHE) en English as a medium

of instruction (EMI) (Costa & Coleman, 2013; Dearden, 2014).

In dit onderzoek staat het concept English as a medium of instruction (EMI) centraal en

dit wordt als volgt gedefinieerd: “the use of the English language to teach academic subjects

in countries or jurisdictions where the first language (L1) of the majority of the population is

not English” (Dearden, 2014, p. 4).

EMI wordt niet altijd positief onthaald. De steeds groter wordende dominantie van het

Engels wereldwijd leidt, zoals eerder vermeld, tot discussie over het verliezen van terrein van

de andere (moeder)talen. In Denemarken werd het Engels beschouwd als een mogelijke

bedreiging voor het Deens (Jensen & Thøgersen, 2011). Dit heeft te maken met de manier

waarop personen de functie van taal ervaren. Sommigen geven taal een instrumentele

functie, anderen maken het de drager van een cultuur en vormer van een identiteit (Van

Splunder, 2010). Hoewel de lesgevers en studenten dikwijls deze talige verandering positief

ervaren, zijn onderzoekers hiervan minder overtuigd. Er bestaat namelijk weinig empirisch

onderzoek over de impact van EMI. Vooral de bezorgdheid over een lager leerresultaat komt

naar voren (Martins Kremer & Valcke, 2014).

Page 18: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

10

Didactisch handelen van de lesgever

Didactisch handelen van de lesgever wordt door Valcke (2010) als volgt gedefinieerd:

“didactisch handelen zijn de concrete activiteiten die actoren (meestal

instructieverantwoordelijke) opzetten om leeractiviteiten uit te lokken. Het didactisch

handelen wordt ook met het begrip ‘instructieactiviteit’ aangeduid” (p19).

Valcke (2010) onderscheidt vijf componenten van didactisch handelen: doelstellingen,

leerstof, instructieactiviteiten/didactische werkvormen, media en toetsing. In deze

masterproef laten we het ontwikkelwerk en de voorbereidende fase buiten beschouwing. De

nadruk in deze masterproef ligt op de didactische strategieën die een lesgever gebruikt bij

een les in het hoger onderwijs.

1.2.2.1 Didactische strategieën

Didactische strategieën bepalen de activiteit van de lesgever en de leerlingen. Deze

verschillen afhankelijk van de theoretische visie op leren (behaviorisme, cognitivisme,

constructivisme) (Martins Kremer & Valcke, 2014). Mitchell (2014) beschrijft didactische

strategieën als: “clearly specified teaching methods that have been shown in controlled

research to be effective in bringing about desired outcomes in learners” (p. 3).

Didactische strategieën worden ingezet tijdens het lesgeven om vooropgestelde doelen

te bereiken. Ze zijn onder andere gebaseerd op de overdracht van feiten, informatie en kennis

naar de lerenden; probleemoplossen; student-gecentreerd leren; leren door te doen…

Voorbeelden van didactische strategieën zijn: groepsdiscussies, excursies, peer tutoring,

activeren van studenten door samenwerkend leren, feedback, leerstrategieën van studenten

Page 19: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

11

bevorderen en het zelfvertrouwen van zwakke studenten versterken (Shahzad, Tondeur,

Zulfqar & Valcke, 2015).

Professionalisering van lesgevers

Lesgevers hebben nood aan professionalisering om het lesgeven te verbeteren. Hiebert

(1999) geeft enkele kenmerken van professionalisering van lesgevers of professional

development: “(a) ongoing (measured in years) collaboration of teachers for purposes of

planning with (b) the explicit goal of improving students' achievement of clear learning goals,

(c) anchored by attention to students' thinking, the curriculum, and pedagogy, with (d) access

to alternative ideas and methods and opportunities to observe these in action and to reflect

on the reasons for their effectiveness” (p 15).

Er zijn verschillende benamingen voor interventies van professionalisering voor lesgevers:

workshops, seminaries, cursussen… In de onderzoeksopzet van deze masterproef wordt er

gekozen voor het concept workshops, wat als volgt wordt gedefinieerd: “brief intensive

meetings emphasising interaction between instructor and participant, whereas teaching

sessions or seminars involved a lecture-style information transfer from instructor to

participan” (Hill et al. , 2009, p 5).

Het onderliggende doel van deze professionalisering is de student outcome verbeteren;

zowel kennis, vaardigheden, attitudes als inzet (Doig & Groves, 2011; Gibbs & Coffey, 2004).

De meta-analyse van Hattie (2009) lijst enkele effectieve manieren van professionalisering

op. De vier types van instructie die het meeste effect hebben op de kennis en het gedrag van

lesgevers zijn: observatie van didactische methoden, microteaching, video/audio-feedback en

oefening. De minst effectieve types zijn: discussies, lezingen, simulaties en begeleide

Page 20: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

12

excursies. In deze analyse komen enkele thema’s van professionalisering aan bod die het

meest effectief zijn: leermogelijkheden verspreid over een langere periode, externe experts,

lesgevers voldoende engageren, heersende denkpatronen over leren in vraag stellen,

professionele leergemeenschappen en ondersteuning van leermogelijkheden door de

directie.

De UGent werkt aan professionalisering van zijn lesgevers door een gedecentraliseerd

systeem van onderwijskwaliteitszorg. De faculteiten staan in voor de uitbouw van een interne

kwaliteitsbewaking en –verbetering van de onderwijsleerprocessen en curricula en worden

ondersteund door enkele centraal georganiseerde systemen. Onderwijsprofessionalisering

gebeurt door ondersteuning van de didactische ontwikkeling en begeleiding van lesgevers en

bestaat uit: het aanbieden van docenten- en assistententrainingen, onderwijskundige

seminaries, online informatie en professionalisering op maat. De basisdocententraining is

verplicht voor beginnende lesgevers en behandelt onderwijstips, -principes en –technieken.

Hiernaast zijn er nog verschillende niet-verplichte docententrainingen waaronder ‘Engels

voor docenten’. Deze training streeft vooral taalgebonden doelstellingen na zoals de

mondelinge taalvaardigheid verbeteren. Omgaan met interculturele verschillen komt ook aan

bod. In deze trainingen gebruikt men verschillende werkvormen zoals groepsdiscussies,

rollenspelen en discussieoefeningen (www.ugent.be).

Met de effectieve kenmerken van professionalisering en de beschikbare workshops aan

de UGent wordt later in de masterproef rekening gehouden bij het ontwerpen van workshops

om om te gaan met uitdagingen bij EMI. Eerst moet er een beeld gevormd worden van welke

didactische strategieën lesgevers gebruiken en dit gebeurt op basis van de Theory of Planned

Behavior.

Page 21: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

13

Theory of Planned Behavior (TPB)

Omdat we in deze masterproef nakijken op welke manier lesgevers EMI aanpakken, is het

van belang een theoretisch model uit te werken dat deze “aanpak” in kaart helpt te brengen.

We onderzoeken in deze masterproef niet het feitelijk gedrag – het lesgeven via EMI –, maar

kijken eerder naar de intenties van lesgevers om via EMI les te geven. In de literatuur vinden

we een empirisch onderbouwd model terug dat hierbij helpt: de Theory of Planned Behavior

(TPB). Deze theorie stelt een model voorop dat menselijk gedrag voorspelt op voorwaarde

dat het gedrag intentioneel is (zie Figuur 1). Het model bestaat uit drie factoren de attitude

ten opzichte van het gedrag, de subjective norm en de perceived behavioral control (Pierens

& Vermeir 2009). Volgens Ajzen (1991) kunnen deze factoren de intentie tot het uitvoeren

van een bepaald gedrag accuraat voorspellen. Attitude ten opzichte van het gedrag, de

subjective norm en de perceived behavioral control vormen samen de intentie, meer bepaald

de antecedent van gedrag. Alle factoren samen verklaren een groot deel van de variantie van

het feitelijke gedrag (Aijzen, 2002; Francis et. al., 2004).

Page 22: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

14

Figuur 1: Theory of Planned Behavior (Ajzen, 1991).

1.2.4.1 Intentie

De intentie is een centrale factor bij gedrag. Het is een motivationele factor om bepaald

gedrag te stellen; bijvoorbeeld het gebruiken van een didactische strategie bij EMI. Als

algemene regel geldt dat hoe sterker de intentie is om bepaald gedrag te stellen, hoe meer

waarschijnlijk het gedrag gesteld zal worden als de persoon zelf kan beslissen of hij het gedrag

al dan niet wil stellen (Ajzen, 1991).

1.2.4.2 Subjective norm

De subjectieve norm is de sociale druk die de persoon al dan niet ondervindt bij het stellen

van zijn of haar gedrag. Er wordt gekeken of de persoon belang hecht aan de mening van

anderen (Pierens & Vermeir, 2009). Bijvoorbeeld of de lesgever sociale druk om een bepaalde

Page 23: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

15

didactische strategie toe te passen ondervindt tijdens een les met EMI? Of merkt hij/zij dat

de collega’s het lesgeven in het Engels niet belangrijk vinden?

1.2.4.3 Attitude

De attitude ten opzichte van het gedrag is de mate waarin de persoon het gedrag als

gunstig of niet-gunstig ervaart (Ajzen, 1991). Een voorbeeld voor deze masterproef is of de

lesgever code-switching als een goede oplossing ervaart tijdens een les met EMI.

1.2.4.4 Perceived behavioral control

De perceived behavioral control betreft de controle over het gedrag die iemand denkt te

hebben, bijv. een lesgever die zeker is dat hij studenten kan activeren in een EMI-context.

Iemand die zeker is van zichzelf en vertrouwen heeft in eigen kwaliteiten en kunnen, zal een

sterkere gedragsintentie en een groter doorzettingsvermogen hebben dan iemand die twijfelt

over zijn/haar kunnen. Perceived behavioral control beïnvloedt gedrag indirect door zijn

invloed op intentie en is ook een directe voorspeller van het feitelijke gedrag (zie Figuur 1;

Ajzen, 1991; Ajzen, 2002).

Theoretische en empirische basis voor deze masterproef

EMI en didactische strategieën in het hoger onderwijs

Het invoeren van EMI betekent niet alleen dat men een vak in het Engels gaat “doceren”.

Een andere instructietaal legt eisen op aan de lesgever en de studenten (Vincke, Snippe &

Jochems, 1998). De instructietaal heeft een invloed op de didactische strategieën die een

lesgever gebruikt en op het leren van studenten. Uit onderzoek blijkt dat de lesgevers –

aangepaste – didactische strategieën gebruiken. Lesgevers ondervinden ook de nood om hun

Page 24: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

16

lesmethoden aan te passen aan EMI. Ze staan open voor het leren van de nodige didactische

competenties. Dit staat in contrast met de veronderstelling dat de wijziging van de

instructietaal enkel een taalverandering inhoudt en geen didactische noden veronderstelt

(Helm & Guarda, 2015). In wat volgt kijken we enkel naar didactische strategieën die tijdens

het lesgeven worden gebruikt; de voorbereiding blijft buiten beschouwing.

Uit de meta-analyse van Kremer en Valcke (2014) komen vier clusters van didactische

strategieën naar voren die EMI-lesgevers gebruiken: (1) taal, (2) interactie, (3) het controleren

van begrip en (4) het geven van de les (zie Tabel 1).

Tabel 1: Clusters didactische strategieën Kremer en Valcke (2014)

Categorie

Strategie

Taal - Parafraseren - Woorden/sleutelconcepten uitleggen - Kleinere dichtheid van informatieoverdracht - Code-switching - L1 toelaten tussen studenten - Schrijftaken aanpassen - Voorkennis van studenten activeren bij het introduceren van

een nieuw begrip - Taalgebruik aanpassen aan het taalniveau van de studenten

Interactie - Meer discussies tussen de studenten

- Meer interactie met de studenten - Meer interactieve activiteiten - Lesgevers die proactief optreden als discussieleider - Meer groepsactiviteiten

Controleren van begrip - Herhaling

- Sleutelconcepten benadrukken - Samenvattingen en/of mindmaps voorzien of vragen aan

studenten - Nagaan van begrip

Geven van de les - Een boek strikter volgen

- Meer op het bord schrijven - Lessen met 10-15 minuten maximum (segmenten)

Page 25: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

17

Als eerste is er de cluster taal. Om woordenschatproblemen op te vangen, parafraseert

de lesgever, legt deze sleutelconcepten en moeilijke woorden uit, activeert hij voorkennis en

gebruikt hij simpeler taalgebruik. Om studenten voldoende inzicht (begrip) te geven,

gebruiken lesgevers code-switching (gebruiken van de moedertaal). Studenten kunnen ook

onderling hun moedertaal gebruiken om het inzicht in de leerinhouden te bevorderen.

In een tweede cluster – interactiegerichte strategieën – proberen lesgevers onderlinge

interactie te verhogen door interactie aan te moedigen, discussies tussen studenten te

bevorderen, en door strategieën te kiezen die gebaseerd zijn op samenwerken en

groepsactiviteiten. Ook de lesgever kan zelf explicieter in interactie gaan met studenten en

deelnemen aan discussies, al dan niet als leider.

In een derde cluster – controleren van begrip – gaan lesgevers meer herhalen,

sleutelconcepten belichten, studenten om samenvattingen en mindmaps vragen en expliciet

begrip en inzicht nagaan.

Lesgevers volgen vaker een boek, schrijven meer neer op het bord tijdens het lesgeven in

het Engels en delen hun les op in segmenten van 10 – 15 minuten. Dit vormt de vierde cluster:

geven van de les (Martins Kremer & Valcke, 2014).

Ook Klaassen (2001) lijst een aantal EMI-strategieën op, die geclusterd worden naar de

impact op structuur, interactie en presentatie van een les (zie Tabel 2).

Page 26: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

18

Tabel 2: Didactische strategieën Klaassen (2001)

Categorie

Strategie

Structuur - Leerstof in de context plaatsen - Refereren naar voorkennis/vorige lessen - Lesdoelen formuleren - Leerstof omlijnen - Hoofdpunten aanduiden - Regelmatig samenvatten - Overgang naar nieuwe onderwerpen aangeven - Praktische voorbeelden in een internationale context

gebruiken - Uitleggen hoe het materiaal gestudeerd moet worden - Verwachting van de studentenbijdrage in en buiten de klas

aangeven

Interactie - Stimuleren van het stellen van vragen - Parafraseren van vragen en antwoorden zodat iedereen alles

verstaat - Open vragen stellen en vragen checken - Op verschillende manieren uitleggen - Verbaal en non-verbaal begrip nagaan

Presentatie

- Luid en duidelijk praten - Variëren in ritme en intonatie - Juiste nadruk op woorden - In contact blijven met het publiek - Ondersteunende gebaren maken - Zelfzeker en harmonisch zijn

Vinke et al. (1998) sommen een vergelijkbare reeks strategieën op. Hij ontwikkelde de

lijst op basis van een observatie van EMI-lesgevers in het hoger onderwijs . Hiervoor

ontwikkelde hij een codeerschema gebaseerd op 16 gedragscategorieën, als volgt

gegroepeerd: structureren, overtolligheid (dezelfde informatie meerdere keren op

verschillende manieren presenteren), interactie, compensatiestrategieën (zoals notities lezen

in plaats van het voor de vuist weg spreken), interactie en het voorkomen van stiltes. In een

onderzoek van 1995 verdeelt Vinke de ‘teaching skills’ onder in ‘general teaching skills’,

‘language-related teaching skills’ en ‘improvising skills’ (zie Tabel 3).

Page 27: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

19

Tabel 3: Didactische strategieën Vinke (1995)

Categorie

Strategie

General teaching skills - Achtergrondinformatie van theorieën en concepten geven - Recente ontwikkelingen bediscussiëren - Inhoud duidelijk en coherent brengen - Samenvatten

Language-related teaching skills

- Zichzelf duidelijk uitdrukken - Zaken op verschillende manieren uitleggen - Differentiëren en kwalificeren van verklaringen

Improvising skills - Onvoorbereid extra voorbeelden geven en verhelderen

- Illustreren met persoonlijke ervaring - Onvoorbereid vragen kunnen duidelijk kunnen

beantwoorden - Humor gebruiken - Doceerstrategie flexibel aanpassen aan de situatie -

In tabel 4 vergelijken we de verschillende clusters strategieën die we in de literatuur

terugvinden.

Page 28: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

20

Tabel 4: Samenvatting categorieën

Auteur

Categorieën didactische strategieën

Martins Kremer & Valcke (2014) - Taal - Interactie - Controleren van begrip - Geven van de les

Klaassen (2001) - Structuur

- Interactie - Presentatie

Vinke (1995) - General teaching skills

- Language-related teaching skills - Improvising skills

Vinke et al. (1998) - Structureren

- Overtolligheid - Interactie - Compensatiestrategieën - Interactie en het voorkomen van stiltes -

EMI en uitdagingen voor instructie

Verschillende onderzoeken tonen aan dat lesgevers voor uitdagingen staan wanneer ze

lesgeven in het Engels. De universiteit neemt vaak de beslissing om de instructietaal van een

vak te veranderen. Dit gebeurt snel en op korte tijd waardoor het soms geen doordachte

beslissing is, wat negatieve consequenties teweeg kan brengen. Legevers komen in

aanrakingen met een wijder spectrum van didactische activiteiten en vaardigheden dan enkel

het lesgeven in een andere taal. Door dit gevarieerd takenpakket kan de lesgever zich

inadequaat of onvoldoende zelfzeker voelen (Airey, 2011; Helm & Guarda, 2015).

Er is een grotere taaklast voor lesgevers bij het voorbereiden van hun les in het Engels.

De lesgever besteedt meer tijd aan het opzoeken van woorden, concepten en hun

synoniemen en de uitspraak ervan. Lesgevers passen de planning van de lessen aan aangezien

Page 29: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

21

doceren van een les in het Engels langer duurt dan in de moedertaal. Het (cursus)materiaal

moet aangepast worden, hetgeen niet enkel een vertaling van de originele cursus inhoudt.

Deze zwaardere taaklast wordt op andere gebieden vaak niet gecompenseerd (Airey, 2011;

Martins Kremer & Valcke, 2014).

Vinkes (1995) onderzoek geeft aan dat 41% van de ondervraagde lesgevers zich minder

bekwaam voelen over hun algemene didactische vaardigheden bij lesgeven in het Engels.

Drieënzestig procent voelt zich minder capabel over taal-gerelateerde skills (zie tabel 3). Het

lesgeven verloopt minder vloeiend en lesgevers maken zich hier zorgen over. Ze twijfelen

meer en zoeken langer naar de juiste woorden of zinsconstructies. Lesgevers zouden meer

benauwd zijn van stiltes bij een les in het Engels. Wel verbetert de vlotheid van het lesgeven

in het Engels naarmate de periode van doceren, evenals de ervaring van de lesgever

toenemen (Airey, 2011; Helm & Guarda, 2015).

Lesgevers ervaren de lessen als minder flexibel: improviseren, zoals het aan de gang

houden van een discussie en humor gebruiken, gaat slechter en minder vlot (Vinke, 1995).

Ook Van Splunder (2010) en Helm en Guarda (2015) kwamen tot deze conclusie. Lesgeven in

een andere taal dan de moedertaal is vermoeiender dan lesgeven in de eigen moedertaal.

Lesgevers bezitten niet dezelfde woordenschat waardoor de les minder dynamisch,

interactief en spontaan is en humor ontbreekt. Eén van de respondenten bemerkte zelfs dat

improvisatie niet mogelijk is in een tweede taal terwijl dit in de moedertaal gemakkelijker en

vanzelfsprekend is.

Algemenere didactische strategieën worden minder gebruikt. Lesgevers leggen

informatie op minder verschillende manieren uit, herhalen, verhelderen en vatten minder

Page 30: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

22

samen wanneer ze lesgeven in het Engels. Ze zijn minder geneigd extra informatie te geven

(Vinke, 1995).

De lessen zijn minder interactief: de lesgevers stellen minder vragen aan de studenten,

ze nodigen studenten minder uit om vragen te stellen en antwoorden minder en beknopter

op vragen van studenten. Studenten ervaren de lessen als minder duidelijk en de lesgevers

geven minder expressief les (Vinke, 1995).

De lesgevers komen bovendien door de verhoogde studentenmobiliteit en de

internationalisering in contact met een heterogene groep studenten. De culturele

achtergrond, vorige studie(s) en ervaring, voorkennis, referentiekader en het kennisniveau

van het Engels verschillen wat voor een uitdaging zorgt voor de lesgever (Vinke, 1995).

Categorisering didactische strategieën in dit onderzoek

Op basis van modellen die didactische EMI-strategieën categoriseren en de categorisering

van uitdagingen die lesgevers aangeven, nemen we volgende elementen mee in het

onderzoek van deze masterproef: omgaan met heterogene groepen, interactiestrategieën,

algemene didactische strategieën, taal-gerelateerde didactische strategieën en

improvisatiestrategieën (zie Tabel 5). Op basis van deze categorisering worden items

ontwikkeld voor de exploratieve vragenlijst.

Page 31: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

23

Tabel 5: Categorisering didactische strategieën bij EMI in deze masterproef

Categorie

Strategie

Omgaan met heterogene groepen - Rekening houden met een verschillend taalniveau - Rekening houden met een verschil in voorkennis

Interactiestrategieën - Rekening houden met een snellere/tragere

interactie - Studenten laten discussiëren - Interactie stimuleren tussen studenten - Proactief optreden - Groepsactiviteiten organiseren - Rekening houden met studenten die

terughoudend zijn om vragen te beantwoorden

Algemene didactische strategieën - Complexe leerstof leren vereenvoudigen - Nieuwe leerstof helpen toepassen - Zelfvertrouwen versterken - Activerende lesaanpakken - Begrip verkrijgen - Feedback geven - Nakijken of studenten taken uitvoeren

Taal-gerelateerde didactische strategieën

- Leerinhouden in andere woorden uitleggen - Kernbegrippen uitleggen - Niet veel nieuwe informatie op een bepaalde tijd - Code-switching - Voorkennis activeren voor het introduceren van

een nieuw begrip - Taal aanpassen aan het niveau van de student - Inhoud van de cursus aanpassen

Improvisatiestrategieën - Verhelderende extra voorbeelden geven

- Duidelijke antwoorden geven op vragen van studenten

- Enthousiast lesgeven - Humor gebruiken

Page 32: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

24

2 Onderzoeksopzet

Context van deze masterproef

Door de toenemende studentenmobiliteit die het Bologna-akkoord voor ogen had en

effectief creëert, ontstaat er een meer heterogene groep van studenten uit verschillende

landen. Deze studenten beschikken allen over een verschillende voorkennis, zijn een andere

manier van lesgeven gewoon en kunnen een verschillend taalniveau Engels hebben. De

lesgever dient het leren van de studenten te ondersteunen ondanks de taal-gerelateerde

barrières waarmee ze te maken hebben.

Kwaliteitsbewaking van de opleidingen focust vooral op taal-gerelateerde voorschriften.

Daarbij kunnen lesgevers aan de UGent deelnemen aan docententrainingen. Naast de

basisdocententraining kan iedere lesgever die lesgeeft in het Engels deelnemen aan de

training ‘Engels voor docenten’. Deze training legt de nadruk vooral op het talige aspect van

het doceren in het Engels en minder op didactische vaardigheden. Deze extra

docententrainingen zijn niet verplicht, waardoor er geen garantie bestaat dat de lesgevers op

een goede manier omgaan met de andere onderwijstaal, over de nodige kennis beschikken

en de didactische strategieën gebruiken.

Probleemstelling

De komende jaren zal het aantal Engelstalige opleidingsonderdelen nog stijgen. De laatste

jaren rijst er onzekerheid rond het organiseren van anderstalige opleidingen en bestaat de

vrees dat dit de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komt. Lesgevers geven aan de

nood te hebben om hun lesmethoden aan te passen aan de EMI-context en staan open om

hiervoor didactische vaardigheden te leren. Het didactische luik van EMI is echter

onderbelicht in de literatuur. De focus ligt op het talige aspect van de andere instructietaal,

Page 33: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

25

ook bij de kwaliteitsbewaking van de opleidingen. Er wordt vooral de vraag gesteld naar het

kennisniveau Engels van de lesgevers en studenten. In de Vlaamse context is er weinig tot

geen informatie te vinden over welke didactische strategieën lesgevers gebruiken en met

welke uitdagingen ze worden geconfronteerd in een EMI-context.

Deze masterproef kijkt op basis van een exploratief onderzoek na welke didactische

strategieën lesgevers in een EMI-context gebruiken tijdens het lesgeven. Ze gaat op zoek naar

de uitdagingen waarmee lesgevers in aanraking komen en hoe ze deze oplossen. Op basis van

deze probleemstelling – reeds aangebracht in de inleiding van deze masterproef – worden de

onderstaande onderzoeksvragen gesteld.

Onderzoeksvragen

Op basis van de bovenstaande probleemstelling formuleren we de volgende twee

onderzoeksvragen. Het gaat om exploratieve onderzoeksvragen omdat de beschikbare

empirische basis eerder beperkt is; zeker wat betreft de Vlaamse context. De eerste

onderzoeksvraag gaat, op basis van de Theory of Planned Behavior, na welke didactische

strategieën worden gebruikt:

Welke didactische strategieën gebruiken lesgevers bij het lesgeven in het Engels?

o Welke didactische strategieën gebruiken lesgevers (niet)?

o Wat is de attitude ten opzichte van didactische strategieën bij het lesgeven in het

Engels en heeft dit een invloed op de intentie tot het gebruik van deze strategieën.

o Wat is de subjective norm ten opzichte van didactische strategieën bij het lesgeven

in het Engels en heeft dit een invloed op de intentie tot het gebruik van deze

strategieën.

Page 34: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

26

o Wat is de perceived behavioral control ten opzichte van didactische strategieën bij

het lesgeven in het Engels en heeft dit een invloed op de intentie tot het gebruik

van deze strategieën.

De tweede onderzoeksvraag focust op de uitdagingen voor lesgevers bij EMI:

Met welke uitdagingen komen lesgevers in aanraking bij het lesgeven in het Engels en hoe

gaan ze hiermee om?

o Welke uitdagingen ondervinden lesgevers bij het lesgeven in het Engels?

o Op welke manier wordt er met deze uitdagingen omgegaan?

Methodologie

Onderzoeksmodel

Figuur 2 geeft een overzicht van het onderzoeksmodel waarop dit onderzoek gebaseerd

is. Het model is gebaseerd op de Theory of Planned Behavior (TPB). Het bestaat uit vier latente

variabelen: (1) de attitude t.o.v. het gebruik van didactische strategieën, (2) de subjective

norm t.o.v. het gebruik van didactische strategieën, (3) de perceived behavioral control t.o.v.

het gebruik van didactische strategieën en (4) de intentie tot het gebruik van didactische

strategieën. Dit alles in de context van een EMI-omgeving.

De theoretische basis verdeelt deze didactische strategieën onder in vijf categorieën: (1)

omgaan met heterogene groepen, (2) interactiestrategieën, (3) algemene didactische

strategieën, (4) taal-gerelateerde didactische strategieën en (5) improvisatiestrategieën. De

items die ontwikkeld zijn op grond van de theoretische basis van de studie, bevragen deze

categorieën. Volgens de TPB is intentie tot gedrag een goede voorspeller voor een groot deel

van de variantie van het uiteindelijke gedrag (Aijzen, 1991). Dit model kan het effectieve

Page 35: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

27

gebruik van de strategieën tijdens een les in Engels voorspellen. Ook komen we meer te

weten over de andere latente variabelen van het model: de attitude, subjective norm en

perceived behavioral control t.o.v. didactische strategieën bij EMI van lesgevers aan de

UGent.

Page 36: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

28

Figuur 2: Onderzoeksmodel

Page 37: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

29

Onderzoekssample

De populatie van deze masterproef bestaat uit lesgevers met de Nederlandse moedertaal

die een Engelstalige lesopdracht opnemen aan de UGent, ZAP (Zelfstandig Academisch

Personeel) en doctor assistenten. De exploratieve vragenlijst werd verstuurd naar lesgevers

verdeeld over alle faculteiten aan de UGent. In totaal zijn 353 personen gecontacteerd,

waarvan 71 de vragenlijst volledig invulden. Enkel de volledige responsen werden opgenomen

in de data-analyse. Deze 71 lesgevers vormen de steekproef voor deze masterproef.

De deelnemers hebben gemiddeld 10 tot 14 jaar ervaring in lesgeven aan de universiteit

en 6 tot 10 jaar in lesgeven in het Engels. De lesgevers onderwijzen aan verschillende

faculteiten en sommige lesgevers geven les op meer dan één faculteit. Tabel 6 toont van welke

faculteiten de lesgevers komen en hoeveel ervaring in lesgeven in het Engels ze hebben. De

lesgevers aan de faculteiten Wetenschappen, Ingenieurswetenschappen en Architectuur en

Bio-ingenieurswetenschappen zijn het meest vertegenwoordigd met 18 of meer deelnemers.

Page 38: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

30

Tabel 6: Respondenten uit verschillende faculteiten en hun ervaring

Faculteit

N

Letteren en Wijsbegeerte 1

Rechtsgeleerdheid 4

Wetenschappen 21

Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 8

Ingenieurswetenschappen en Architectuur 18

Economie en Bedrijfskunde 8

Diergeneeskunde 3

Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 4

Bio-ingenieurswetenschappen 18

Farmaceutische Wetenschappen 1

Politieke en Sociale Wetenschappen 1 Totaal 87 Ervaring lesgeven in het Engels

< 1 jaar 0

1 jaar 0

2 - 3 jaar 7

4 - 5 jaar 21

6 - 10 jaar 24

>10 jaar 19 Totaal 71

Aan de workshops namen 11 lesgevers deel. Zij hebben lesopdracht(en) verspreid over

verschillende faculteiten en elk een verschillend aantal jaren ervaring bij het lesgeven in het

Engels.

Onderzoeksinstrumenten

Er zijn twee onderzoeksdoelen die in deze masterproef centraal staan: (1) de didactische

strategieën die lesgevers van een Engelstalige opleiding gebruiken tijdens het lesgeven en (2)

de uitdagingen die lesgevers ondervinden bij het lesgeven in het Engels en welke didactische

Page 39: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

31

strategieën ze hiervoor zouden gebruiken. Het eerste onderzoeksdoel werd onderzocht op

basis van een exploratieve vragenlijst. Voor het tweede onderzoeksdoel werden workshops

georganiseerd op basis van de Metaplan-methode.

2.4.3.1 Exploratieve vragenlijst didactische strategieën

De exploratieve vragenlijst, opgesteld op basis van het theoretisch kader, meet het

gebruik van didactische strategieën op een kwantitatieve manier. Deze vragenlijst kwam tot

stand op basis van Francis e.a. (2004). Deze auteurs schuiven een handleiding naar voor die

helpt bij het opstellen van vragenlijsten op basis van de Theory of Planned Behavior. De

vragenlijst bestaat uit vier delen: (1) een bevraging van de intentie, (2) de attitude, (3) de

subjective norm (4) en de perceived behavioral control. In deze vier delen kwamen telkens de

verschillende categorieën didactische strategieën aan bod (zie Figuur 2), die uitgewerkt zijn

met specifieke items.

Directie Onderwijsaangelegenheden (DOWA), afdeling onderwijskwaliteitszorg, werkte

mee aan het ontwikkelen van de vragenlijst. Zij hebben ervaring met het afnemen van

vragenlijsten bij lesgevers aan de universiteit. Enkele emeritus professoren kregen de

vragenlijst doorgestuurd voor een pilottest en met hun opmerkingen in gedachten, werd de

vragenlijst op punt gesteld. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1.

Naast de vragenlijst, konden lesgevers een aantal case studies van studenten (korte

filmpjes) raadplegen op de website (emiworkshops.weebly.com). Het was de bedoeling om

het onderzoek aantrekkelijker en relevanter te maken voor de lesgevers. De vragenlijst staat

los van de filmpjes en bevraagt de eigen ervaringen van de lesgevers. Aan het eind van de

Page 40: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

32

vragenlijst kregen de lesgevers de vraag of ze geïnteresseerd waren in workshops over het

omgaan met uitdagingen bij het lesgeven in het Engels.

2.4.3.2 Workshop

Er werden twee workshops georganiseerd waarin ingespeeld werd op de categorieën

didactische strategieën die aan bod kwamen in de vragenlijst en de uitdagingen die lesgevers

hierbij ondervinden. Een training of workshop heeft het doel de vaardigheden van lesgevers

te verbeteren, de opvattingen van lesgevers over lesgeven en leren te ontwikkelen en

consequent veranderingen teweeg te brengen in het leren van studenten (Gibbs & Coffey,

2004). Ook attitude, subjective norm, perceived behavioral control en intentie worden

verwerkt in de workshops om zo – potentieel – deze vaardigheden en opvattingen te

ontwikkelen.

De workshops zijn gebaseerd op de Metaplan-methode. Metaplan is een problem-solving

methode waarbij de deelnemende actoren samen zoeken naar oplossingen voor hun

problemen. Verschillende (soms botsende) meningen kunnen, door op een interactieve

manier te werken, ingebakken patronen en veronderstellingen doorbreken. De streefdoelen

van deze methode zijn: een gedeeld begrip en doelen, aanbevelingen en actieplannen. De

persoon die de sessie leidt, treedt enkel op als facilitator of moderator. Een Metaplan-sessie

volgt de volgende stappen: (1) individuele input van de deelnemers op kaartjes; (2) de kaartjes

samenbrengen op één bord en onderverdelen in subthema’s; (3) discussie over de subthema’s

in kleine groepen houden; (4) het samenbrengen van resultaten uit de kleine groepen in de

gehele groep en het bediscussiëren ervan. Daarna is er de mogelijkheid om met de input van

de gehele groep terug te keren naar de oorspronkelijke kleine groepen en verder te

Page 41: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

33

discussiëren. De workshop eindigt met een (5) voorstelling waarna de groep uiteindelijk tot

(6) een samenvatting en conclusie komt (www.cipast.org).

De workshop in deze masterproef bestaat uit vier fasen: (1) individuele input, (2)

verzamelen van input en onderverdelen in subthema’s (3) groepsdiscussie en (4) conclusie.

De eerste fase (1) peilt naar de uitdagingen waarmee lesgevers die lesgeven in het Engels te

maken krijgen en eventuele didactische strategieën die ze hiervoor kunnen gebruiken. De

lesgevers krijgen vier thema’s waarbinnen ze individueel uitdagingen opschrijven: omgaan

met heterogene groepen, algemene didactische strategieën, taal-gerelateerde didactische

strategieën en interactiestrategieën. Tijdens de tweede fase (2) stellen de lesgevers de

uitdagingen per thema voor aan de groep en worden gelijkaardige uitdagingen onder

eenzelfde subthema geplaatst (zie afbeelding 1 en 2). Hierna volgt een (3) groepsdiscussie

waarbij de subthema’s worden besproken. Samen zoeken de lesgevers naar didactische

strategieën om met de uitdagingen om te gaan. Aangezien de groepen van de workshops in

deze masterproef klein zijn, splitst de groep zich niet op in kleinere groepen om te

discussiëren. Tijdens de groepsdiscussie wordt er naar de factoren van de Theory of Planned

Behavior (attitude, subjective norm, perceived behavioral control en intentie) gepeild. De

facilitator licht de theorie aan de deelnemers toe. In een vierde en laatste fase volgt een

conclusie (4) en kunnen deelnemers aangeven welke hinderpalen er zijn om de tips en

didactische strategieën, die voort kwamen uit de workshop, toch niet toe te passen. De

tijdsduur van de workshop bedraagt twee uur. Na elke workshop wordt op de website

(emiworkshops.weebly.com) een samenvatting geplaatst van de conclusies, tips en ideeën die

uit de workshop naar voor kwamen.

Page 42: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

34

Afbeelding 1: Posters workshop.

Afbeelding 2: Workshop.

Page 43: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

35

Onderzoeksprocedure

DOWA, verantwoordelijk voor de ondersteuning van onderwijsactiviteiten aan de UGent,

nodigde de lesgevers aan de UGent per e-mail uit de vragenlijst in limesurvey in te vullen. De

respondenten zijn met deze communicatiewijze vertrouwd, waardoor een hogere respons

werd verwacht. In totaal ontvingen 353 lesgevers met een Engelstalige lesopdracht, zowel ZAP

als doctor assistenten, op 9 december 2016 deze uitnodiging. Op 10 januari 2017 kregen de

respondenten een herinnering om niet-deelnemers alsnog aan te sporen om de vragenlijst in

te vullen. De vragenlijst is uiteindelijk op 20 januari 2017 afgesloten. Van de 353

gecontacteerde lesgevers vulden 71 personen de vragenlijst volledig in. Er waren 63

onvolledige responsen. De lesgevers kregen de keuze om vrijwillig hun e-mailadres in te vullen

indien ze geïnteresseerd waren in een workshop, wat in totaal 17 geïnteresseerden opleverde.

Van deze 17 geïnteresseerden kwam weinig respons en was er een beperkte beschikbaarheid.

Er werd een nieuwe uitnodiging verstuurd naar de 353 lesgevers die eerder een uitnodiging

tot deelname aan de vragenlijst ontvingen. Lesgevers konden deelnemen aan twee workshops

waarvoor er 11 geïnteresseerden waren. De workshops vonden plaats op 17 en 29 mei 2017.

Zie figuur 3 voor de onderzoeksprocedure.

Page 44: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

36

Figuur 3: Onderzoeksprocedure.

Data-analyse

2.4.5.1 Analyse resultaten vragenlijst

SPSS 23 (Statistical Package for the Social Sciences) zorgde voor de analyse van de

resultaten. Er werd uitgegaan van een significantieniveau van .05 bij het interpreteren van de

resultaten. Een confirmatorische factoranalyse (CFA) confirmeerde de subschalen van de

vragenlijst waarbij enkele items verwijderd werden. De vragenlijst werd nagekeken op

betrouwbaarheid door de interne consistentie te berekenen (Cronbachs’ Alfa), dewelke kan

worden geraadpleegd in bijlage 3. Het onderzoeksmodel werd aangepast op basis van de

analyses. De somscores voor de subschalen werden opgeteld en omgezet in categorische

variabelen. Voor de subschalen intentie, perceived behavioral control en subjective norm

werden de volgende grenswaarden gehanteerd: helemaal niet akkoord (0-3), grotendeels niet

akkoord (4–6), enigszins niet akkoord (7–9), neutraal (10–12), enigszins akkoord (13-15),

grotendeels akkoord (16-18) en helemaal akkoord (19-21). De volgende grenswaarden

Page 45: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

37

werden voor de subschaal attitude gehanteerd: zeer onbelangrijk (0-3), grotendeels

onbelangrijk (4–6), enigszins onbelangrijk (7–9), neutraal (10–12), enigszins belangrijk (13-15),

grotendeels belangrijk (16-18) en zeer belangrijk (19-21). Op basis van de 71 volledige

responsen werd via het programma AMOS 22 (Analysis of Moment Structures) de onderlinge

relatie tussen subjective norm, perceived behavioral control, attitude en intentie

geanalyseerd met structure equation modelling. Het was eerst en vooral de bedoeling om

deze allemaal in één geïntegreerd model te toetsen, maar het aantal deelnemers aan de

vragenlijst en het aantal te schatten parameters waren niet in evenwicht, waardoor de power

te klein was (Cohen, 1988). Dit vereiste een aanpassing van het model. In de plaats van één

geïntegreerd model, zijn drie nieuw ontwikkelde modellen getoetst. Het eerste model bekijkt

de invloed van attitude op intentie tot gedrag (zie Figuur 4), het tweede model de invloed van

subjective norm op intentie tot gedrag (zie Figuur 5) en het derde model de perceived

behavioral control op de intentie tot gedrag (zie Figuur 6).

Page 46: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

38

Figuur 4: Onderzoeksmodel attitude – intentie.

Figuur 5: Onderzoeksmodel subjective norm – intentie

Figuur 6: Onderzoeksmodel perceived behavioral control – intentie.

Legende figuren 4, 5 en 6

ATT = attitude

INT = intentie

SN = subjective norm

INTER = interactiestrategieën

ALG = algemene didactische strategieën

TAAL = taal-gerelateerde didactische strategieën

IMP = improvisatiestrategieën

HET = omgaan met heterogene groepen

Page 47: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

39

2.4.5.2 Analyse workshops

De data uit de workshops werden geanalyseerd door een thematische analyse. Dit is een

fundamentele methode bij kwalitatief onderzoek, waarbij men thema’s uit de verzamelde

data identificeert, analyseert en rapporteert (Braun & Clarke, 2006). Het eerste deel van de

thematische analyse geeft een beeld van de data die het eerste deel van de workshop naar

voren bracht, namelijk de uitdagingen waarmee lesgevers in aanraking komen. Een eerste fase

verzamelde de input van de lesgevers. De volgende fasen bestonden uit het zoeken van

thema’s, het herzien ervan, het benoemen en definiëren van deze thema’s en het

rapporteren. Het tweede deel van de thematische analyse betrof de manier waarop lesgevers

met de uitdagingen omgaan en kende eenzelfde verloop van analyseren en rapporteren als

het eerste deel. Aangezien het kwalitatieve luik van het onderzoek een beperkte steekproef

van tien deelnemers betreft, is het onmogelijk de resultaten te generaliseren tot de populatie

lesgevers die in het Engels lesgeven in het hoger onderwijs (Morrow, 2005).

Page 48: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

40

3 Resultaten

Onderzoeksvraag één: Welke didactische strategieën gebruiken lesgevers bij

het lesgeven in het Engels?

Descriptieve analyse

In de descriptieve analyse wordt voor de attitude, subjective norm, perceived behavioral

control en intentie gekeken naar de gemiddelden en de standaarddeviatie van de resultaten.

Tabel 10 in bijlage 4 vat deze resultaten samen.

3.1.1.1 Attitude

Grafiek 1 geeft de verdeling weer van de attitude van EMI-lesgevers ten opzichte van

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels. De latente variabele ‘attitude’ bestaat

uit vier variabelen. De attitude ten opzichte van het omgaan met heterogene groepen

(ATT_HET), de attitude ten opzichte van interactiestrategieën (ATT_INTER), de attitude ten

opzichte van algemene didactische strategieën (ATT_ALG) en de attitude ten opzichte van

improvisatiestrategieën (ATT_IMP). Lesgevers ervaren het omgaan met heterogene groepen

(M = 10,67, SD = 2,52) overwegend als neutraal (n=44). Interactiestrategieën (M = 16,79, SD =

2,80) ervaren de lesgevers overwegend als grotendeels (n=27) en zeer belangrijk (n=22).

Algemene didactische strategieën kennen een nog iets groter gemiddelde (M = 17,63, SD =

1,97) en lesgevers ervaren dit als grotendeels (n=38) tot zeer belangrijk (n=27).

Improvisatiestrategieën worden als zeer belangrijk(n=49) ervaren (M = 19,19, SD = 1,87).

Page 49: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

41

Grafiek 1: Spreiding attitude (n=71).

3.1.1.2 Subjective norm

Grafiek 2 geeft de verdeling weer van de subjective norm van lesgevers ten opzichte van

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels. De latente variabele ‘subjective norm’

bestaat uit vier variabelen. De subjective norm ten opzichte van interactiestrategieën

(SN_INTER), de subjective norm ten opzichte van algemene interactiestrategieën (SN_ALG),

de subjective norm ten opzichte taal-gerelateerde strategieën (SN_TAAL) en de subjective

norm ten opzichte van improvisatiestrategieën (SN_IMP). De lesgevers zijn overwegend

enigszins akkoord (n=33) dat er van hen wordt verwacht dat ze gebruik maken van

interactiestrategieën (M = 14,35, SD = 2,92). De verwachting tot het gebruik van algemene

didactische strategieën kent een groter gemiddelde (M = 16,74, SD = 2,58) en lesgevers zijn

overwegend grotendeels akkoord (n=38) met deze verwachting. Ze zijn enigszins niet akkoord

0

10

20

30

40

50

60

Zeeronbelangrijk

Grotendeelsonbelangrijk

Enigszinsonbelangrijk

Neutraal Enigszinsbelangrijk

Grotendeelsbelangrijk

Zeer belangrijk

ATTITUDE

ATT_HET ATT_INTER ATT_ALG ATT_IMP

Page 50: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

42

(n=27) met het feit dat er van hen wordt verwacht dat ze gebruik maken van taal-gerelateerde

didactische strategieën (M= 8,49, SD = 3,06). Lesgevers zijn grotendeels akkoord (n=31) met

het ervaren van de verwachting tot het gebruiken van improvisatiestrategieën (M =16,96, SD

= 2,59).

Grafiek 2: Spreiding subjective norm (n=71).

3.1.1.3 Perceived behavioral control

Grafiek 3 geeft de verdeling weer van de perceived behavioral control (PBC) van lesgevers

ten opzichte van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels. De latente variabele

‘perceived behavioral control’ bestaat uit vier variabelen. De PBC ten opzichte van

interactiestrategieën (PBC_INTER), de PBC ten opzichte van algemene didactische strategieën

(PBC_ALG), de PBC ten opzichte van taal-gerelateerde didactische strategieën en de PBC ten

opzichte van improvisatiestrategieën (PBC_IMP). De lesgevers zijn grotendeels akkoord (n=24)

met het feit dat ze de PBC bezitten om interactiestrategieën te gebruiken (M = 16,32, SD =

3,75). Bij algemene didactische strategieën zijn ze grotendeels akkoord (n=37) dat ze de PBC

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Helemaal nietakkoord

Grotendeelsniet akkoord

Enigszins nietakkoord

Neutraal Enigszinsakkoord

Grotendeelsakkoord

Helemaalakkoord

SUBJECTIVE NORM

SN_INTER SN_ALG SN_TAAL SN_IMP

Page 51: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

43

hierover bezitten (M = 16,88, SD = 2,21). Het gemiddelde bij de PBC over het gebruiken van

taal-gerelateerde didactische strategieën ligt iets hoger en lesgevers zijn grotendeels akkoord

(n=33) dat ze deze strategieën bezitten (M = 17,34, SD = 2,82). Lesgevers ervaren een grote

PBC bij het bezitten van improvisatiestrategieën en geven aan helemaal akkoord (n=36) te zijn

(M = 18,20, SD = 2,46).

Grafiek 3: Spreiding perceived behavioral control (n=71).

3.1.1.4 Intentie om didactische strategieën te gebruiken

Grafiek 4 geeft de verdeling weer van de intentie van EMI-lesgevers ten opzichte van het

gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels. De latente variabele

‘intentie’ bestaat uit vier variabelen. De intentie ten opzichte van het gebruik van strategieën

bij heterogene groepen (INT_HET), de intentie ten opzichte van het gebruik van

interactiestrategieën (INT_INTER), de intentie ten opzichte van het gebruik van algemene

didactische strategieën (INT_ALG) en de intentie ten opzichte van het gebruik van

improvisatiestrategieën (INT_IMP). De lesgevers gaan enigszins akkoord (n=21) dat ze de

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Helemaal nietakkoord

Grotendeelsniet akkoord

Enigszins nietakkoord

Neutraal Enigszinsakkoord

Grotendeelsakkoord

Helemaalakkoord

PERCEIVED BEHAVIORAL CONTROL

PBC_INTER PBC_ALG PBC_TAAL PBC_IMP

Page 52: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

44

intentie hebben om didactische strategieën te gebruiken om om te gaan met heterogene

groepen (M = 12,69, SD = 3,58). Ze zijn grotendeels akkoord (n=26) met het bezitten van de

intentie tot het gebruik van interactiestrategieën (M = 16,12, SD = 3,49). De intentie tot het

gebruik van algemene didactische strategieën kent een iets groter gemiddelde (M = 16,87, SD

= 2,30) en lesgevers zijn grotendeels akkoord (n=36) dat ze deze intentie bezitten. De intentie

tot het gebruik van improvisatiestrategieën scoorden lesgevers het hoogst (M = 17,61, SD =

2,52) en lesgevers zijn grotendeels akkoord (n=31) dat ze deze intentie bezitten.

Grafiek 4: Spreiding intentie (n=71).

SEM-analyse

3.1.2.1 Model 1: invloed van attitude op intentie tot het gebruik van didactische

strategieën bij het lesgeven in het Engels

Het model wordt aanvaard op basis van de volgende fitmaten: GFI = 0.905; CFI = 0.947 en

NFI=0.898. De vier determinanten van het construct attitude, ATT_INTER, ATT_ALG, ATT_IMP

en ATT_HET hangen significant (p < 0.05) samen met de attitude t.o.v. het gebruik van

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Helemaal nietakkoord

Grotendeelsniet akkoord

Enigszins nietakkoord

Neutraal Enigszinsakkoord

Grotendeelsakkoord

Helemaalakkoord

INTENTIE

INT_HET INT_INTER INT_ALG INT_IMP

Page 53: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

45

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels en blijken goede voorspellers te zijn. De

vier determinanten van het construct intentie: INT_HET, INT_INTER, INT_ALG hangen

significant samen met de intentie tot het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven

in het Engels. De determinant INT_IMP hangt niet significant samen met intentie en blijkt geen

goede voorspeller voor het construct te zijn. De attitude ten opzichte van didactische

strategieën bij het lesgeven in het Engels hangen niet significant samen (p > 0.05) met de

intentie tot het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels (r = .86; p =

.257).

Figuur 7: Analyse attitude – intentie.

3.1.2.2 Model 2: Invloed van subjective norm op intentie tot het gebruik van

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels

Het model wordt aanvaard op basis van de volgende fitmaten: chi-square is niet

significant, GFI = 0.938; CFI = 0.980, AGFI = 860, RMSEA= 0.054. De drie determinanten van

het construct subjective norm, SN_INTER, SN_ALG, SN_IMP, hangen significant samen

(p < 0.05) met de subjective norm t.o.v. het gebruik van didactische strategieën bij het

lesgeven in het Engels. De determinant SN_TAAL hangt niet significant samen met subjective

Page 54: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

46

norm en blijkt geen goede voorspeller voor het construct te zijn. De vier determinanten van

het construct intentie: INT_HET, INT_INTER, INT_IMP hangen significant samen (p < 0.05) met

de intentie tot het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels en blijken

goede voorspellers te zijn. De determinant INT_ALG hangen niet significant samen met

intentie en blijkt geen goede voorspeller voor het construct te zijn. Subjective norm t.o.v.

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels hangt niet significant samen (p > 0.05)

met de intentie tot het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels (r =

.34; p = .157).

Figuur 8: Analyse subjective norm – intentie.

3.1.2.3 Model 3: Invloed van perceived behavioral control op intentie tot het

gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels

Het model wordt aanvaard op basis van de volgende fitmaten: GFI = 0.909; CFI = 0.968 en

NFI = 0.927. De vier determinanten van het construct perceived behavioral control PBC_INTER,

PBC_ALG, PBC_TAAL en PBC_IMP, hangen significant samen (p < 0.05) met de perceived

behavioral control ten opzichte van het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in

het Engels en blijken goede voorspellers te zijn. De drie determinanten van het construct

Page 55: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

47

intentie: INT_ALG, INT_INTER, INT_IMP hangen significant samen (p < 0.05) met de intentie

tot het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels. De determinant

INT_HET hangt niet significant samen met intentie en blijkt geen goede voorspeller voor het

construct te zijn. Perceived behavioral control ten opzichte van didactische strategieën bij het

lesgeven in het Engels hangt significant samen (p < 0.05) met de intentie tot het gebruik van

didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels (r = .94 ; p = .024).

Figuur 9: Analyse perceived behavioral control – intentie.

Onderzoeksvraag twee: Met welke uitdagingen komen lesgevers in aanraking

bij het lesgeven in het Engels en hoe gaan ze hiermee om?

Uitdagingen bij het lesgeven in het Engels

Tijdens de twee workshops werd via de Metaplan-methode gepeild naar de uitdagingen

die lesgevers ondervinden tijdens het lesgeven in het Engels. De analyse onderscheidde enkele

thema’s en subthema’s (Tabel 7). Deze worden achtereenvolgens beschreven volgens de input

van de professoren tijdens de workshops.

Page 56: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

48

Tabel 7: Uitdagingen bij EMI

Thema

Subthema’s

Obstakels bij het omgaan met heterogene groepen

Voorkennis studenten Taalniveau studenten Verschil in omgang

Interactieproblemen Terughoudende studenten

Taalniveau lesgever Aanpassen taalniveau

Flexibiliteit Voorbereiding

Activerende aanpak Moeilijk te activeren studenten

Lesgevers ondervinden obstakels bij het omgaan met heterogene groepen. Ten eerste is

er een groot verschil in voorkennis tussen Vlaamse en buitenlandse studenten.

Uitwisselingsstudenten hebben vaak niet de vereiste voorkennis om meteen te kunnen volgen

met de leerstof. Sommige studenten ervaren de les als ‘te snel’ gegeven wanneer lesgevers

het normale tempo aanhouden. Anderen ervaren dat er te veel herhaling is, wanneer ze

proberen de voorkennis van studenten op peil te krijgen. Wanneer oefeningen gezamenlijk

worden opgelost, leidt het verschil in voorkennis tot ergernis bij andere studenten. Zes van de

elf deelnemers geven aan dat ze in aanraking komen met deze uitdaging.

Het taalniveau van studenten zorgt ook voor obstakels bij de lesgevers. Drie deelnemers

geven aan met deze uitdaging in aanraking te komen. Studenten ervaren volgens de lesgever

angst om punten te verliezen bij het gebruik van ‘slecht’ Engels. Nochtans geven lesgevers zelf

aan dat ze de focus leggen op de inhoud en minder op de vlotheid of het correct gebruik

maken van het Engels. Lesgevers laten occasioneel het gebruik van het Nederlands toe.

Hierover bestaat echter controverse omdat er geen zekerheid en kennis bestaat over de

Page 57: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

49

juridische regelgeving hieromtrent. Buitenlandse studenten zouden dit als een nadeel kunnen

ondervinden omdat zij geen Nederlands kennen en van deze optie geen gebruik kunnen

maken, omdat de lesgever hun moedertaal niet kent.

Buitenlandse studenten kennen en hanteren een andere manier van omgang tijdens een

les volgens drie deelnemers. Ze worden vaak als mondiger ervaren door de lesgever dan

Vlaamse studenten. De lesgevers ervaren dit als aangenaam, omdat dit zorgt voor een

interactievere les. Vlaamse studenten daarentegen hebben hier kritiek op en vinden dat dit

leidt tot vertraging van de les. Lesgevers vinden het moeilijk om een goede verhouding tussen

interactie en lesgeven te vinden zodat beide partijen tevreden zijn. Lesgevers ondervinden

moeilijkheden bij de omgang van buitenlandse studenten met Vlaamse studenten. Ze ervaren

dat Vlaamse studenten de buitenlandse studenten vaak niet betrekken bij bijvoorbeeld

groepswerken en besprekingen zowel tijdens als na de les. Er zijn moeilijkheden om de

verschillende studenten met elkaar te laten samenwerken in heterogene groepen. De

lesgevers geven aan dat er waardering zou moeten zijn van elke student ongeacht een verschil

in vooropleiding en er een manier zou moeten zijn waardoor iedereen zijn eigen strategieën

kan gebruiken. Lesgevers geven aan dat er culturele verschillen zijn in de omgang van

studenten met negatieve feedback en slechte resultaten.

Zes van de elf deelnemers ondervinden obstakels bij de interactie in hun les. Studenten

zijn terughoudend om vragen te stellen en te beantwoorden. Ze voelen zich geïntimideerd om

dit in het Engels te doen. Het gebruiken van het Engels in plaats van de moedertaal speelt

hierbij een grote rol, waardoor interactie als zeer moeilijk en moeizaam wordt ondervonden

door lesgevers.

Page 58: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

50

Zes deelnemers ervaren niet enkel obstakels door het verschillend taalniveau van de

studenten, maar ook door het eigen taalniveau. Ze ervaren dat het eigen taalniveau niet

aangepast is aan het taalniveau van de studenten en het aanpassen ervan ervaart men als niet

optimaal. Lesgeven in het Engels verloopt volgens lesgevers trager dan in de eigen

moedertaal; het is tijdsintensief. Dit door het eigen taalniveau, maar ook door de vele

herhaling die aan bod komt. Hierdoor komen lesgevers in tijdsgebrek en kunnen ze niet

hetzelfde aantal cursusinhouden aanbieden dan bij het lesgeven in de moedertaal. Het

gebruik van vakspecifieke woordenschat in het Engels ervaren lesgevers als een obstakel. Het

gebruik van het Engels wordt daardoor als minder flexibel ervaren. Lesgevers vinden het

bovendien moeilijk om een woordspeling te maken, zegswijzen te gebruiken of humor te

gebruiken en ervaren dit als een grote belemmering. Ze ondervinden een zorg over hoe ze de

materie in het Engels duidelijk kunnen maken en focussen op hoe ze zaken zullen zeggen

tijdens de les.

Lesgevers ervaren een activerende aanpak als problematisch en voelen een enorme

verhoging van de werklast wanneer ze deze aanpak willen toepassen. Tijdsgebrek is hiervoor

een reden. Drie deelnemers gaven aan in aanraking te komen met deze uitdaging.

Strategieën om met uitdagingen om te gaan

Tijdens de workshop werd er op een interactieve en constructieve manier gezocht naar

strategieën om met de uitdagingen die de lesgevers aanbrachten, om te gaan. Uit de

voorstellen die naar voor kwamen, onderscheidden we de volgende thema’s: samenwerking

stimuleren, manier van vragen stellen, technologie, gebruik van andere taal, activerende

werkvormen. De thema’s worden weergegeven in Tabel 8.

Page 59: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

51

Tabel 8: Strategieën uit workshops

Uitdaging

Strategie

Verschil in omgang Peer-evaluatie Random groepen indelen

Interactieproblemen Manier van vragen stellen Technologie

Verschillend taalniveau van studenten Gebruik van andere taal

Activeren van studenten Activerende werkvormen

Verschil in voorkennis Informatie voorzien voor studenten

Lesgevers komen in aanraking met heterogene groepen tijdens het lesgeven in het Engels.

Studenten hebben vaak een andere manier van omgang, ze zijn vaak mondiger, en lesgevers

geven aan dat het een uitdaging kan zijn om Vlaamse studenten met buitenlandse studenten

te laten omgaan. Om de samenwerking te bevorderen stellen ze peerevaluatie gekoppeld aan

feedback, bijvoorbeeld via Minerva, de officiële leeromgeving van UGent. Vijf van de elf

deelnemers uit beide workshops gaven aan de intentie te hebben deze strategie toe te passen.

Bij de peerevaluatie kan men een competentie toevoegen die studenten aanzet tot het

“omarmen” van andere nationaliteiten bij het samenwerken. Twee van de vijf deelnemers uit

de eerste workshop gaven aan de intentie te hebben dit te doen. Om samenwerking tussen

Vlaamse en buitenlandse studenten te bevorderen, kan de lesgever de groepen willekeurig

indelen. Alle zes deelnemers uit workshop twee hadden de intentie tot het gebruiken van deze

strategie.

Interactieproblemen vormen een uitdaging voor lesgevers die in het Engels lesgeven.

Lesgevers geven aan dat studenten terughoudend zijn om vragen te beantwoorden. Personen

Page 60: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

52

aanduiden die de vraag moeten beantwoorden is een strategie waartoe vijf van de zes

deelnemers uit workshop twee de intentie hebben. Een andere strategie is de studenten eerst

even de tijd laten om in groep te overleggen bij een vraag en ze dan te laten antwoorden.

Negen van de elf deelnemers uit beide workshops hebben de intentie om deze strategie toe

te passen. Lesgevers kunnen technologie gebruiken om interactieproblemen op te lossen. Alle

vijf deelnemers uit de eerste workshop geven aan de intentie te hebben om door middel van

online tools, zoals mentimeter en socrative, interactieproblemen aan te gaan.

Studenten kunnen een verschillend taalniveau Engels bezitten. Om hiermee om te gaan

kan de lesgever aan code-switching doen, waarbij hij of zij overschakelt naar de moedertaal.

Acht van de elf deelnemers hebben de intentie tot het gebruiken van deze strategie. Lesgevers

kunnen slides gebruiken om met een verschillend taalniveau van studenten om te gaan

waarvoor de lesgevers een combinatie van talen op de dia’s voorstellen. Eén van de zes

deelnemers uit de tweede workshop heeft de intentie om dit toe te passen.

Om studenten te activeren geven lesgevers aan dat ze activerende werkvormen kunnen

gebruiken. Als activerende werkvorm werd jigsaw aangehaald. Dit is een methode waarbij de

studenten in jigsaw-groepen onderverdeeld worden. Elk groepslid krijgt een bepaalde

expertise (kennis of vaardigheid) en leert deze aan in een expertgroep, bestaande uit leden

van andere stamgroepen met dezelfde toegewezen expertise. Daarna keert iedereen terug

naar de jigsaw-groep om alle expertkennis te delen (Walker & Crogan, 1998). Hiervoor hebben

negen van de elf lesgevers uit beide workshops de intentie om deze werkvorm te gebruiken.

Lesgevers komen in aanraking met studenten met een verschillende voorkennis. Om deze

verschillen te compenseren raden lesgevers een basisboek aan aan de studenten. Alle vijf

deelnemers uit de eerste workshop hebben hiertoe de intentie. Lesgevers stellen het

Page 61: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

53

beschikbaar stellen van filmpjes voor waarin uitleg gegeven wordt over de nodige basiskennis.

Deze kunnen de lesgevers zelf maken of ze kunnen gebruik maken van beschikbare filmpjes

op het internet. Acht van de elf deelnemers uit beide workshops geven aan de intentie te

hebben tot het gebruiken van deze strategie. Een leerpad beschikbaar stellen dat de

basiskennis aanleert, is een andere strategie waar vier van de zes deelnemers uit de tweede

workshop de intentie tot hebben.

3.2.2.1 Hinderpalen voor gebruik van de strategieën

Een eerste hinderpaal is het tijdsgebrek. Lesgevers zijn geremd om technologie,

activerende werkvormen en code-switching te gebruiken omwille van het tijdsgebrek dat ze

ondervinden bij het onderwijzen van hun vak. Het zou een deel uit hun lestijd nemen en tevens

te veel tijd vragen om het voor te bereiden. Vijf deelnemers duiden dit aan als de voor hen

belangrijkste hinderpaal. Een hiermee samenhangende hinderpaal is een verhoogde werklast

die lesgevers ondervinden bij onder andere het gebruiken en voorbereiden van activerende

werkvormen en zorgen voor filmpjes om de voorkennis bij te werken. Twee deelnemers gaven

dit aan als de voor hen voornaamste hinderpaal. Als laatste hinderpaal is er de twijfel bij de

juridische omkadering voor het gebruiken en toelaten van de moedertaal tijdens het lesgeven.

Lesgevers zijn niet zeker of ze het Nederlands mogen gebruiken en eveneens of studenten dit

mogen, omdat dit in het nadeel kan spelen van buitenlandse studenten. Ze hebben nood aan

een duidelijke regelgeving om zich in te dekken tegen eventuele aanklachten van buitenlandse

studenten, die zich hierdoor benadeeld voelen. Twee deelnemers duiden dit aan als

belangrijkste hinderpaal.

Page 62: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

54

4 Discussie

Bespreking onderzoeksvragen

In dit onderzoek stonden twee onderzoeksvragen centraal. De eerste onderzoeksvraag

luidde als volgt: ‘Welk gedrag stellen lesgevers bij het doceren in het Engels al dan niet?’. In

de literatuur blijkt het didactische luik van lesgeven in het Engels, i.e. een andere taal dan de

moedertaal, onderbelicht. Er werd een exploratieve vragenlijst afgenomen bij lesgevers aan

de UGent die lesgeven in het Engels. De vragenlijst gaat op basis van de Theory of Planned

Behavior het gebruik van didactische strategieën na. Het model uit deze theorie bestaat uit

drie factoren (attitude, subjective norm en perceived behavioral control) die gedragsintentie

voorspellen. Deze laatste is de voorloper van het uiteindelijke gedrag (Ajzen, 1991). Op basis

van deze theorie werd het onderzoeksmodel opgesteld.

De descriptieve resultaten brengen enkele interessante bevindingen naar voren over dit

model. Strategieën om met heterogene groepen om te gaan werden als het minst belangrijk

ondervonden en de intentie tot het gebruik van deze strategieën was lager dan voor de

andere. Dit is een opmerkelijke bevinding aangezien deze lesgevers een grote kans hebben

om in aanraking te komen met heterogene studentengroepen. Een andere ‘vreemde’

vaststelling is dat lesgevers merendeels niet akkoord gaan met het gegeven dat er van hen

wordt verwacht dat ze gebruik maken van taal-gerelateerde didactische strategieën, hetgeen

bij het veranderen van de instructietaal handig zou zijn.

Lesgevers vinden van zichzelf dat ze de capaciteiten bezitten, de perceived behavioral

control, om didactische strategieën te gebruiken. Zowel voor het gebruik van

interactiestrategieën, algemene didactische strategieën, taal-gerelateerde didactische

strategieën als voor improvisatiestrategieën lag het gemiddelde hoog. Dit is in strijd met wat

Page 63: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

55

de literatuur beschrijft over de mogelijkheid tot improvisatie die door de andere (vreemde)

instructietaal ingeperkt wordt en de interactie die moeizamer verloopt (Vinke, 1995; Van

Splunder, 2010; Helm & Guarda, 2015). Ook de intentie tot het gebruiken van de

interactiestrategieën, algemene en deze improvisatiestrategieën ligt eerder hoog. Interactie

en improvisatie verlopen moeilijker, wat niet wegneemt dat lesgevers de didactische

strategieën inzetten om hier mee om te gaan.

De Theory of Planned Behavior zegt dat zowel attitude als subjective norm en perceived

behavioral control een invloed hebben op de gedragsintentie (Ajzen, 1991). Verdere analyse

van de resultaten toont aan dat, op basis van het onderzoeksmodel van deze masterproef,

enkel de perceived behavioral control een significante invloed heeft op de gedragsintentie tot

het gebruiken van de didactische strategieën bij EMI. Het gevoel dat ze de capaciteiten

bezitten om de strategieën te gebruiken, blijkt de beste voorspeller te zijn voor

gedragsintentie. De voorloper van de Theory of Planned Behavior, de Theory of Reasoned

Action, bevatte geen perceived behavioral control. Later werd deze aan het model

toegevoegd, omdat deze waardevolle informatie bezat over het voorspellen van het eigenlijke

gedrag. Onderzoek van Madden, Ellen en Ajzen (1992) toonde aan dat er in plaats van gedrag

indirect te veranderen door de intentie, gedrag beter gewijzigd wordt door het de perceived

behavioral control te beïnvloeden en versterken.

De tweede hoofdonderzoeksvraag luidde als volgt: ‘Met welke uitdagingen komen

lesgevers in aanraking bij het lesgeven in het Engels en hoe gaan ze hiermee om?’ Twee

workshops peilden naar de uitdagingen waarmee lesgevers in aanraking komen in een EMI-

context. De uitdagingen komen overeen met de uitdagingen die lesgevers uit verschillende

landen aangeven te ondervinden zoals beschreven in de literatuur. Heterogene groepen

Page 64: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

56

waarbinnen studenten een verschil in voorkennis hebben, een verschillend taalniveau

bezitten en een andere manier van omgang kennen, zorgen voor een uitdaging (Vinke, 1995).

Een opvallend resultaat uit deze masterproef is dat Vlaamse studenten dit verschil in

voorkennis en de andere, meer interactieve manier van omgang van buitenlandse studenten

als storend en vertragend voor de les ervaren. Ze betrekken de buitenlandse studenten vaak

niet bij samenwerkingen. Daardoor versterken en bemoeilijken ze voor lesgevers het omgaan

met heterogene groepen, hetgeen op zich al een uitdaging vormt. Een peerevaluatie zou

volgens een deel van de lesgevers hiertoe een oplossing kunnen bieden, maar de gehele

overtuiging dat dit de mindset van Vlaamse studenten zal veranderen, is er niet.

Lessen met EMI zijn minder interactief (Vinke, 1995). Hoewel lesgevers de meer

interactieve manier van omgang van buitenlandse studenten aanhalen, geven lesgevers aan

toch interactieproblemen te ondervinden door de terughoudendheid van studenten. Het

taalniveau van de studenten speelt hierbij een rol en de angst die ze hebben om (voor een

grote groep) in het Engels te moeten spreken. Dit terwijl de studenten moeten voldoen aan

vooropgestelde taalvoorwaarden (www.ugent.be) De onwetendheid omtrent het juridische

kader vormt tevens een hinderpaal voor de lesgevers. Ze geven aan dat het niet duidelijk is in

welke mate het gebruik van de moedertaal al dan niet toegelaten is. Code-switching kan

doeltreffend zijn (Martins Kremer & Valcke, 2014). Lesgevers voelen zich geremd om dit te

doen, omdat ze niet zeker zijn over de regels die gelden vanuit de universiteit. Het is

onduidelijk of het gebruik van de moedertaal in een anderstalige les juridische consequenties

kan hebben, bijvoorbeeld wanneer studenten zich benadeeld voelen. Om de interactie te

verhogen kunnen de lesgevers ook technologie inzetten, maar hierbij rijst de vraag of de

interactie die lesgevers willen verkrijgen, ook effectief wordt bereikt.

Page 65: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

57

Ten slotte is er het eigen taalniveau van de lesgever. Lesgeven in een andere taal dan de

moedertaal vertraagt het lesgeven en lesgevers ervaren het doceren als minder flexibel en

meer tijdsintensief (Airey, 2011; Helm & Guarda, 2015; Vinke, 1995; Van Splunder, 2010). Ze

maken zich zorgen over de tijd waarover ze beschikken om het vak te onderwijzen. Hoewel

alle lesgevers de nodige taalvereisten bereiken, rijst toch de vraag of dit wel voldoende is om

adequaat een vak te doceren.

Er komt veel meer kijken bij een EMI-context dan louter het veranderen van de

instructietaal van een opleidingsonderdeel (Helm & Guarda, 2015). Wordt er genoeg

nagedacht over de tijdsverdeling van een opleidingsonderdeel? De resultaten van deze

masterproef tonen aan dat het veranderen van de instructietaal het instructieproces

vertraagt. De vraag rijst of de inhouden op eenzelfde kwalitatieve manier onderwezen worden

in de andere taal dan het geval zou zijn bij colleges in de moedertaal (Wächter & Maiworm

2014). Is er voldoende juridische omkadering en duidelijkheid voor lesgevers, zodat deze niet

voortdurend bezig zijn met wat mag, in plaats van zich te focussen op hun hoofdtaak, namelijk

het onderwijzen van studenten is?

Beperkingen van het onderzoek

De lage respons op de vragenlijst en de workshops vormt een beperking voor het

onderzoek. Slechts 71 personen (van de 353 uitgenodigden) vulden de vragenlijst in en slechts

elf personen namen deel aan de workshops. De lage respons voor deelname aan de workshops

kwam door weinig interesse voor de uitnodiging tot deelname en door beperkte

beschikbaarheid van de lesgevers die wel geïnteresseerd waren. Door deze relatief beperkte

omvang van de twee steekproeven is het moeilijk de resultaten te generaliseren naar de

volledige populatie van lesgevers die doceren in het Engels aan de UGent.

Page 66: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

58

Een tweede beperking van het onderzoek vormt het feit dat de focus lag op wat er in de

les gebeurt en welke strategieën in de les worden aangewend. Er kruipt echter ook veel tijd in

het voorbereiden van deze lessen waarbij lesgevers tevens op uitdagingen stoten.

Een volgende beperking is de kans dat sociale wenselijkheid een invloed heeft gehad bij

het invullen van de exploratieve vragenlijst. Respondenten kunnen de neiging hebben om te

antwoorden in een richting die als sociaal wenselijk wordt beschouwd en dit vormt een

belangrijk probleem voor sociaal wetenschappelijk onderzoek (Tijmstra & Brinkman-Engels,

1978). Er kunnen vragen rijzen over de validiteit van de resultaten van de eerste

onderzoeksvraag. Deze mogelijkheid is voorhanden, aangezien EMI in het Vlaams hoger

onderwijs een gevoelig onderwerp vormt bij professoren.

Aanbevelingen voor de praktijk

Uit dit onderzoek komen enkele aanbevelingen voor de praktijk naar voor. Ten eerste

dienen de universiteiten meer in te zetten op workshops en docententrainingen. Deze

professionalisering zou vaardigheden moeten ontwikkelen, maar hen ook het gevoel en de

bevestiging geven dat ze capabel zijn om de geleerde kennis toe te passen. Zo is perceived

behavioral control voorhanden om strategieën te gebruiken.

Voorts valt het aan te bevelen dat de universiteiten meer duidelijkheid scheppen over het

juridische kader, voornamelijk met betrekking tot het gebruik van de moedertaal (code-

switching) in Engelstalige colleges, zodat lesgevers weten wat wel of niet kan bij EMI.

Momenteel heerst bij de lesgevers onduidelijkheid over de juridische consequenties

verbonden aan code-switching. Een duidelijk afgebakend kader of richtlijnen vanuit de

universiteit zouden de transparantie ten goede komen.

Page 67: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

59

Daarnaast is lesgeven in het Engels meer tijdsintensief dan lesgeven in de eigen

moedertaal. Lesgevers ondervinden tijdsgebrek en alles verloopt minder flexibel. Tot nu toe

houden de universiteiten hier onvoldoende rekening mee bij het uitwerken van de

opleidingsonderdelen en de materie die de lesgevers verplicht dienen te behandelen. De

onderwijskwaliteit van de in het Engels gedoceerde vakken zou toenemen door een

realistischere en meer doordachte tijdsverdeling van de te behandelen materies.

Ten slotte beschikken de studenten uit deze heterogene groepen over een zeer

uiteenlopende voorkennis met betrekking tot de materie die de lesgevers onderrichten. De

verschillen zijn zichtbaar zowel tussen Vlaamse en buitenlandse studenten, als tussen

buitenlandse studenten onderling. Het is aangewezen dat de universiteiten in de toekomst

een striktere en adequatere opvolging/controle hanteren van de studenten die toegelaten

worden tot de verschillende opleidingsonderdelen.

Suggesties voor vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek kan de populatie uitbreiden naar verschillende universiteiten. In deze

masterproef bleef dit beperkt tot de UGent. In dit onderzoek was er zowel bij de exploratieve

vragenlijst als bij de workshops een lage respons. Om een representatievere weergave van

het gebruik van didactische strategieën bij het lesgeven in het Engels te verkrijgen, kunnen

anderen het onderzoek op grotere schaal uitvoeren. Hetgeen, bij een hogere respons, zou

toelaten om de resultaten te generaliseren. De focus ligt in dit onderzoek op de didactische

strategieën tijdens de les, maar dit kan worden uitgebreid naar wat er bij de voorbereiding

van de lessen gebeurt en welke strategieën de lesgevers hierbij aanwenden.

Page 68: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

60

Vervolgonderzoek kan tevens ingaan op het tijdsgebrek dat de lesgevers ondervinden bij

het veranderen van de instructietaal. Is er effectief meer tijd nodig om een vak in een andere

taal te onderwijzen door de uitdagingen die hierbij komen kijken? En nog belangrijker:

vermindert de kwaliteit van de onderwezen inhouden door het veranderen van de

instructietaal en het tijdsgebrek dat lesgevers ondervinden?

Page 69: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

61

5 Conclusie

Dit onderzoek was een exploratieve studie naar de didactische strategieën die lesgevers

gebruiken en uitdagingen waarmee ze in aanraking komen in een EMI-context aan de UGent.

Het didactische luik van een verandering van instructietaal naar het Engels werd in reeds

gevoerd onderzoek vaak onderbelicht. Op basis van het onderzoeksmodel van deze

masterproef kunnen we concluderen dat enkel perceived behavioral control een significante

invloed heeft op gedragsintentie. Deze PBC ligt over de verschillende thema’s van didactische

strategieën hoog bij de deelnemende lesgevers. Op basis van de Theory of Planned Behavior

kunnen we concluderen dat het gebruik van didactische strategieën redelijk hoog ligt.

Lesgevers komen in aanraking met uitdagingen die te maken hebben met heterogene groepen

dewelke gekenmerkt worden door een verschil in voorkennis, taalniveau en een verschil in de

omgang. Lesgevers komen eveneens in aanraking met uitdagingen die te maken hebben met

een moeilijkere interactie tijdens de les en ondervinden dat het eigen taalniveau zelf ook een

uitdaging vormt. De belangrijkste hinderpalen om strategieën te gebruiken om met de

uitdagingen om te gaan zijn tijdsgebrek, gebrek aan duidelijk juridisch kader omtrent de

toelating van het gebruik van de moedertaal en een verhoogde werklast.

Page 70: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

62

Bronnen

Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational behavior and human decision

processes, 50(2), 179-211. doi : 10.1016/0749-5978(91)90020-T

Ajzen, I. (2002). Perceived behavioral control, self‐efficacy, locus of control, and the theory of

planned behavior. Journal of applied social psychology, 32(4), 665-683.

doi: 10.1111/j.1559-1816.2002.tb00236.x

Airey, J. (2011). Talking about teaching in English: Swedish university lecturers' experiences of

changing teaching language. Ibérica, (22).

Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative research in

psychology, 3(2), 77-101. doi: 10.1191/1478088706qp063oa

Cipast [website]. Geraadpleegd op 24/03/2016 via

http://www.cipast.org/download/CD%20CIPAST%20in%20Practice/cipast/en/design_2

_5_1.htm

Cohen, J. (1992). A power primer. Psychological bulletin, 112(1), 155. doi : 10.1037/0033-

2909.112.1.155

Coleman, J. A. (2006). English-medium teaching in European higher education. Language

teaching, 39(1), 1-14.

Page 71: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

63

Costa, F., & Coleman, J. A. (2013). A survey of English-medium instruction in Italian higher

education. International journal of bilingual education and bilingualism, 16(1), 3-19.

doi:10.1080/13670050.2012.676621

Dearden, J. (2014). English as a medium of instruction-a growing global phenomenon. British

Council.

Departement Onderwijs en Vorming [website] Geraadpleegd op 07/03/2017 via

http://onderwijs.vlaanderen.be/nl/departement-onderwijs-en-vorming

Doig, B., & Groves, S. (2011). Japanese lesson study: Teacher professional development

through communities of inquiry. Mathematics Teacher Education and

Development, 13(1), 77-93.

Europees Parlement [website] Geraadpleegd op 6/04/2017 via

http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+REPORT+A6-

2008-0302+0+DOC+XML+V0//NL#title2

Francis, J. J., Eccles, M. P., Johnston, M., Walker, A., Grimshaw, J., Foy, R., ... & Bonetti, D.

(2004). Constructing questionnaires based on the theory of planned behaviour. A

manual for health services researchers, 2010, 2-12.

Gereffi, G., Humphrey, J., & Kaplinsky, R. (2001). Introduction: Globalisation, value chains and

development. IDS bulletin, 32(3), 1-8. doi: 10.1111/j.1759-5436.2001.mp32003001.x

Page 72: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

64

Gibbs, G., & Coffey, M. (2004). The impact of training of university teachers on their teaching

skills, their approach to teaching and the approach to learning of their students. Active

learning in higher education, 5(1), 87-100. doi: 10.1177/1469787404040463

Graddol, D., 2006. English Next: Why Global English may Mean the End of English as a Foreign

Language. British Council, Plymouth.

Hattie, J. A. (2009). Visible learning: A synthesis of 800+ meta-analyses on

achievement. Abingdon: Routledge.

Helm, F., & Guarda, M. (2015). “Improvisation is not allowed in a second language”: A survey

of Italian lecturers’ concerns about teaching their subjects through English. Language

Learning in Higher Education, 5(2), 353-373 doi: 10.1515/cercles-2015-0017,-

Hemsley-Brown, J., & Goonawardana, S. (2007). Brand harmonization in the international

higher education market. Journal of Business Research, 60(9), 942-948. doi:

10.1016/j.jbusres.2007.01.019

Hiebert, J. (1999). Relationships between research and the NCTM standards. Journal for

research in mathematics education, 3-19.

Hill, A. G., Yu, T. C., Barrow, M., & Hattie, J. (2009). A systematic review of resident‐as‐teacher

programmes. Medical education, 43(12), 1129-1140.

Jensen, C., & Thøgersen, J. (2011). Danish university lecturers’ attitudes towards English as the

medium of instruction. Ibérica, 22(22), 13-33.

Page 73: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

65

Klaassen, R. G. (2001). The international university curriculum: Challenges in English-medium

engineering education. Academisch proefschrift ter verkrijging van doctoraan de

Technische Universiteit Delft.

Martins Kremer, M., & Valcke, M. (2014). Teaching and learning in English in higher education:

a literature review. In 6th International Conference on Education and New Learning

Technologies (pp. 1430-1441). IATED.

Madden, T. J., Ellen, P. S., & Ajzen, I. (1992). A comparison of the theory of planned behavior

and the theory of reasoned action. Personality and social psychology Bulletin, 18(1), 3-

9. doi: 10.1177/0146167292181001

Mitchell, D., 2014. "What really works in special and inclusive education: Using evidence-

based teaching strategies" (Second). London: Taylor & Francis.

Morrow, S. L. (2005). Quality and trustworthiness in qualitative research in counseling

psychology. Journal of counseling psychology, 52(2), 250. doi: 10.1037/0022-

0167.52.2.250

Onderwijs Vlaanderen [website]. Geraadpleegd op 23/04/2016 via

www.onderwijs.vlaanderen.be

Pierens, I., & Vermeir, I. (2009). De inconsistente consument: de relatie tussen attitudes en

gedrag. .

Seidlhofer, B. (2005). English as a lingua franca. ELT journal, 59(4), 339. doi:10.1093/elt/cci064

Page 74: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

66

Shahzad, A. H., Tondeur, J., Zulfiqar, A., & Valcke, M. (2015). Exploring teacher educators and

student teacher's adoption of didactical strategies in the Initial Teacher Education (ITE)

programmes in Pakistan. European Journal of Social Sciences, 50(3), 1-11.

Tijmstra, T., & Brinkman-Engels, M. (1978). Sociale wenselijkheid als

validiteitsprobleem. Mens en Maatschappij, 53(2), 196-208.

UGent [website] geraadpleegd op 13/02/2016 via

http://www.ugent.be/nl/univgent/faculteiten

Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Academia Press.

Vandenbussche, W. (2010). CVN-rapport over het Engels in het hoger onderwijs. Nederlands

in hoger onderwijs en wetenschap, 15-18.

Van Splunder, F. (2010). English as a medium of instruction in Flemish Higher Education:

Language and identity management in a Dutch-speaking context. (Unpublished thesis,

Lancaster University)

Vinke, A. A. (1995). English as the medium of instruction in Dutch engineering education.

(Doctoraatsproefschrift, Technische Universiteit Delft, Rotterdam, Nederland).

Geraadpleegd via https://repository.tudelft.nl/islandora/object/uuid:491b55f9-fbf9-

4650-a44d-acb9af8412a8/datastream/OBJ

Vinke, A. A., Snippe, J., & Jochems, W. (1998). English‐medium Content Courses in Non‐

English Higher Education: a study of lecturer experiences and teaching

Page 75: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

67

behaviours. Teaching in Higher Education, 3(3), 383-394. doi:

10.1080/1356215980030307

Vluhr [website] geraadpleegd op 08/03/2017 via

http://www.vluhr.be/media/docs/protocol%20versie%20augustus%202013.pdf

Vlor. Advies taalregelgeving (adviesrapport). Geraadpleegd op 12/02/2017 via

http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=14650#1274

Walker, I., & Crogan, M. (1998). Academic performance, prejudice, and the jigsaw classroom:

New pieces to the puzzle. Journal of Community & Applied Social Psychology, 8(6), 381-

393.

Wächter, B., & Maiworm, F. (2008). English-taught programmes in European higher

education. ACA Papers on International Cooperation in Education. Bonn: Lemmens.

Page 76: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

68

Bijlagen

Bijlage I: Exploratieve vragenlijst

Bijlage II: Verloop workshop

Bijlage III: Betrouwbaarheid exploratieve vragenlijst

Bijlage IV: Descriptieve resultaten exploratieve vragenlijst

Page 77: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

69

Bijlage I: Exploratieve vragenlijst

Beste lesgever,

Het Engels wordt de laatste decennia door de (toenemende) globalisatie gezien als een

lingua franca. Ook in het hoger onderwijs krijgt het deze status. Universiteiten bieden meer

en meer Engelstalige opleidingen aan aan studenten.

In het kader van mijn masterproef zou ik u, lesgever van een opleidingsonderdeel in

het Engels, graag vragen naar uw bevindingen bij het lesgeven in het Engels. U kan de

vragenlijst invullen als professor of lesgever (assisterend personeel) aan de Universiteit

Gent wanneer u momenteel een opleidingsonderdeel in het Engels doceert, terwijl het

Nederlands uw moedertaal is.

De enquête zou een 20-tal minuten in beslag nemen. We vragen u deze vragenlijst

volledig en waarheidsgetrouw in te vullen. De verwerking en rapportering van deze

vragenlijst verloopt volledig vertrouwelijk en anoniem. Dit betekent dat de onderzoeker

ervoor garant staat dat onderzoeksresultaten niet herleid kunnen worden tot individuen.

Zo worden uw persoonlijke gegevens bij de verwerking in geen geval gelinkt aan uw

antwoorden en kunnen de gegevens enkel ingekeken worden door de betrokken

onderzoeker en promotoren. Wij realiseren ons dat wij een substantieel deel van uw tijd

vragen. Toch vragen wij om de enquête volledig in te vullen.

Heeft u na het invullen van deze vragenlijst nog vragen? Wil u meer informatie? Wil u

op de hoogte gehouden worden van de resultaten? Aarzel dan zeker niet om mij te

contacteren via onderstaande gegevens.

Wij danken u alvast voor uw medewerking,

Evi Van Mol

Prof. M. Valcke (promotor)

Contactgegevens

[email protected]

Telefoonnummer: 0479/ 61 47 30

Page 78: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

70

Geïnformeerde toestemming

* Ik verklaar hierbij dat ik,

(1) de informatie over dit onderzoek heb gelezen, dat ik weet waar het onderzoek over gaat en dat ik extra uitleg kan verkrijgen.

(2) dat ik erin toestem deel te nemen aan het onderzoek en dat ik weet dat deze deelname op elk moment kan stopgezet worden.

(3) de toestemming geef om de gegevens die ik invul in onderstaande vragenlijst te laten gebruiken voor het onderzoek naar EMI (English as a Medium of Instruction) in opdracht van de LEMMA onderzoeksgroep (BOF13/GOA/032). De resultaten worden op anonieme wijze verwerkt en gerapporteerd, waardoor mijn echte naam nooit vermeld zal worden. Bovendien kunnen de gegevens enkel ingekeken worden door de betrokken onderzoeker en promotoren.

Ben je, na het lezen van deze informatie akkoord om deel te nemen aan dit onderzoek? Vul hieronder dan de datum van vandaag in.

Datum:

Page 79: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

71

Algemeen

Aan welke faculteit doceert u colleges in het Engels? (meerdere opties mogelijk)

o Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

o Faculteit Rechtsgeleerdheid

o Faculteit Wetenschappen

o Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

o Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur

o Faculteit Economie en Bedrijfskunde

o Faculteit Diergeneeskunde

o Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

o Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

o Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

o Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen

Welke functie heeft u?

o Doctor assistent

o ZAP

Hoe lang geeft u al les?

o 0-4 jaar

o 5-9 jaar

o 10-14 jaar

o 15-20 jaar

o > 20 jaar

Hoe lang geeft u al les in het Engels?

o < 1 jaar

o 1 jaar

o 2-3 jaar

o 4-5 jaar

o 6-10 jaar

o > 10 jaar

Page 80: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

72

Tijdens het invullen van de vragenlijst kan u herhaling opmerken. Dit heeft te maken met het achterliggend model van de vragenlijst dat peilt naar intenties, attitude, verwachting en effectief gedrag.

DEEL 1

Beantwoord de volgende vragen naar wat u van plan bent te doen tijdens een volgende les die u in het Engels zal doceren.

Tijdens het geven van een les in het Engels zal ik ….

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

rekening houden met het taalniveau van de studenten.

rekening houden met de inhoudelijke voorkennis van de studenten

talige ondersteuning bieden

focussen op de cursusinhoud

naast vakinhoudelijke ook talige ondersteuning bieden

Open vraag: Welke aspecten van een heterogene studentengroep vallen u op tijdens het lesgeven in het Engels?

___________________________________________________________________________________________

Tijdens het geven van een les in het Engels zal ik …

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

er rekening mee houden dat de interactie in een vreemde taal sneller/trager zal verlopen tussen

Page 81: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

73

de studenten onderling en tussen hen en mezelf.

de studenten laten discussiëren.

interactie stimuleren tussen de studenten.

als lesgever proactief optreden.

groepsactiviteiten organiseren.

rekening houden met studenten die terughoudend zijn om vragen te beantwoorden.

Open vraag: Welke zaken merkt u op in verband met de interactie tussen uzelf en de studenten, en tussen studenten onderling tijdens het lesgeven in het Engels?

___________________________________________________________________________________________

Tijdens het geven van een les in het Engels zal ik …

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

studenten leren hoe ze complexe leerstof kunnen vereenvoudigen

nieuwe leerstof helpen toepassen.

het zelfvertrouwen versterken van zwakkere studenten.

lesaanpakken gebruiken die studenten activeren

er voor zorgen dat studenten de leerinhoud begrijpen

feedback geven aan de studenten.

Nakijken of studenten taken uitvoeren.

Page 82: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

74

Tijdens het geven van een les in het Engels zal ik …

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

de leerinhouden met andere woorden uitleggen.

kernbegrippen uitleggen.

minder nieuwe informatie tegelijkertijd geven.

wisselen tussen het Engels en de moedertaal van de studenten.

het gebruik van de moedertaal toelaten.

eerst de voorkennis activeren wanneer ik een kernbegrip introduceer.

mijn taal aanpassen aan het niveau van de student.

de inhoud van de cursus aanpassen

Tijdens het geven van een les in het Engels …

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

slaag ik er in verhelderende voorbeelden te geven.

Page 83: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

75

Kan ik steeds duidelijke antwoorden geven op vragen van studenten.

kan ik enthousiast les blijven geven.

Kan ik humor gebruiken.

DEEL 2

Geef aan hoe u deze items ervaart tijdens een les die u in het Engels doceert.

Vul de stelling aan:

1 Zeer onaangenaam

2 Grotendeels onaangenaam

3 Enigszins onaangenaam

4 Neutraal

5 Enigszins aangenaam

6 Grotendeels aangenaam

7 Zeer aangenaam

Een verschillend taalniveau van studenten ervaar ik als:

Het verschil in inhoudelijke voorkennis ervaar ik als:

Talige ondersteuning bieden ervaar ik als:

Focussen op de cursusinhoud tijdens een les in het Engels ervaar ik als:

Naast vakinhoudelijke ook talige ondersteuning bieden ervaar ik als:

Page 84: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

76

Tijdens het lesgeven in het Engels zie ik …

1 Zeer onbelangrijk

2 Grotendeels onbelangrijk

3 Enigszins onbelangrijk

4 Neutraal

5 Enigszins belangrijk

6 Grotendeels belangrijk

7 Zeer belangrijk

rekening houden met een snellere/tragere interactie in een vreemde taal tussen studenten onderling en tussen hen en mezelf als:

lesgeven aanpassen aan die snellere/tragere interactie als:

de studenten laten discussiëren als:

interactie stimuleren tussen de studenten als:

als lesgever proactief optreden als:

groepsactiviteiten organiseren als:

studenten die terughoudend zijn om vragen te beantwoorden als:

Page 85: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

77

Tijdens een les die ik geef in het Engels zie ik …

1 Zeer onbelangrijk

2 Grotendeels onbelangrijk

3 Enigszins onbelangrijk

4 Neutraal

5 Enigszins belangrijk

6 Grotendeels belangrijk

7 Zeer belangrijk

studenten leren hoe ze complexe leerstof kunnen vereenvoudigen als:

toepassing bevorderen van nieuwe leerstof als:

zelfvertrouwen versterken van zwakkere studenten als:

lesaanpakken gebruiken die studenten activeren als:

Ervoor zorgen dat studenten de leerinhoud begrijpen als:

feedback geven aan de studenten als:

nakijken of studenten taken uitvoeren als:

Tijdens het geven van een les in het Engels ervaar ik…

1 Zeer nutteloos

2 Grotendeels nutteloos

3 Enigszins nutteloos

4 Neutraal

5 Enigszins nuttig

6 Grotendeels nuttig

7 Zeer nuttig

de leerstof met andere woorden uitleggen als:

kernbegrippen uitleggen als:

Page 86: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

78

minder nieuwe informatie tegelijkertijd geven als:

wisselen tussen het Engels en de moedertaal van de studenten:

het gebruik van de moedertaal toelaten tussen de studenten als:

eerst de voorkennis activeren wanneer ik een kernbegrip introduceer als:

mijn taalgebruik aanpassen aan het niveau van de studente als:

de inhoud van de cursus aanpassen als:

1 Zeer onbelangrijk

2 Grotendeels onbelangrijk

3 Enigszins onbelangrijk

4 Neutraal

5 Enigszins belangrijk

6 Grotendeels belangrijk

7 Zeer belangrijk

Verhelderende extra voorbeelden in het Engels geven zie ik als:

Duidelijke antwoorden geven op vragen van studenten in het Engels zie ik als:

Enthousiast lesgeven in het Engels zie ik als:

Humor gebruiken in mijn lessen in het Engels zie ik als:

DEEL 3

Page 87: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

79

Beantwoord de volgende vragen naar wat men van u verwacht dat u zou moeten doen tijdens een les die u in het Engels doceert.

Men verwacht van mij dat ik mijn manier van lesgeven aanpas aan...

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

het taalniveau van de studenten tijdens een les in het Engels.

de inhoudelijke voorkennis van de studenten.

Het wordt van mij verwacht dat ik tijdens het lesgeven in het Engels…

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

rekening houd dat interactie in een vreemde taal sneller/trager zal verlopen tussen de studenten onderling en tussen hen en mezelf.

Studenten laat discussiëren.

interactie stimuleer tussen de studenten.

als lesgever proactief optreed.

groepsactiviteiten organiseer.

rekening houd met studenten die terughoudend zijn om vragen te beantwoorden.

Het wordt van mij verwacht dat ik tijdens het lesgeven in het Engels…

Page 88: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

80

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

studenten leer hoe ze complexe leerstof moeten vereenvoudigen

Nieuwe leerstof help toe te passen.

zelfvertrouwen versterk van zwakkere studenten.

instructiestrategieën gebruik die studenten activeren.

verzeker dat studenten de leerinhoud begrijpen.

feedback aan de studenten geef.

Nakijk of studenten de taken uitvoeren.

Het wordt van mij verwacht dat ik tijdens het lesgeven in het Engels…

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

de leerinhouden in andere woorden uitleg.

kernbegrippen uitleg.

minder nieuwe informatie tegelijkertijd geef.

wissel tussen het Engels en de moedertaal van de studenten.

Het gebruik van de moedertaal toelaat.

Page 89: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

81

eerst de voorkennis activeer wanneer ik een kernbegrip introduceer.

mijn taalgebruik aanpas aan het niveau van de studenten.

de inhoud van de cursus aanpas.

Het wordt van mij verwacht dat ik tijdens het lesgeven in het Engels…

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

verhelderende extra voorbeelden kan geven.

duidelijke antwoorden geef op vragen van studenten.

enthousiast kan blijven les geven.

humor gebruik in mijn lessen.

DEEL 4

In deze rubriek wordt gevraagd naar wat u effectief doet tijdens het lesgeven in het Engels.

Ik verander mijn manier van lesgeven op basis van …

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

het taalniveau van de studenten tijdens een les in het Engels.

de inhoudelijke voorkennis van de studenten.

Page 90: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

82

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

Ik pas mijn lesgeven aan aan de interactie in een vreemde taal die sneller/trager zal verlopen tussen de studenten onderling en tussen hen en mezelf.

Ik laat studenten discussiëren tijdens een les in het Engels.

Ik stimuleer interactie tussen de studenten tijdens een les in het Engels.

Ik treed als lesgever proactief op tijdens een les in het Engels.

Ik organiseer groepsactiviteiten tijdens een les in het Engels.

Ik pas mijn lesgeven aan aan mensen die terughoudend zijn om vragen te beantwoorden tijdens een les in het Engels.

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

Ik leer studenten hoe ze complexe leerstof kunnen vereenvoudigen tijdens een les in het Engels.

Page 91: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

83

Ik help nieuwe leerstof toepassen tijdens een les in het Engels.

Ik versterk zelfvertrouwen van zwakkere studenten tijdens een les in het Engels.

Ik gebruik lesaanpakken die studenten activeren tijdens een les in het Engels.

Ik zorg ervoor dat studenten de leerinhoud verstaan tijdens de instructie van een les in het Engels.

Ik geef feedback aan de studenten tijdens een les in het Engels.

Ik kijk na of studenten de taken uitvoeren tijdens een les in het Engels.

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

Ik leg de leerinhouden in andere woorden uit tijdens het lesgeven in het Engels.

Ik leg kernbegrippen uit tijdens een les in het Engels.

Ik geef minder nieuwe informatie tegelijkertijd tijdens een les in het Engels.

Ik wissel tussen het Engels en de moedertaal van de studenten.

Page 92: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

84

Ik laat het gebruik de moedertaal toe tijdens de les in het Engels.

Ik activeer eerst de voorkennis van studenten wanneer ik een kernbegrip introduceer tijdens een les in het Engels.

Ik pas mijn taal aan aan het niveau van de student tijdens het geven van een les in het Engels.

Ik pas de inhoud van de cursus aan van een vak dat ik in het Engels geef.

1 Helemaal niet akkoord

2 Grotendeels niet akkoord

3 Enigszins niet akkoord

4 Neutraal

5 Enigszins akkoord

6 Grotendeels akkoord

7 Helemaal akkoord

Ik kan verhelderende voorbeelden geven in het Engels.

Ik kan duidelijke antwoorden geven op vragen van studenten in het Engels.

Ik kan enthousiast blijven lesgeven in het Engels.

Ik kan humor gebruiken in mijn lessen in het Engels.

Page 93: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

85

Indien u geïnteresseerd bent om deel te nemen aan drie workshops die u helpen om te

gaan met uitdagingen en valkuilen bij het lesgeven in het Engels, kan u uw e-mailadres

hieronder noteren. Deze workshops gaan door in februari-maart 2017. Ze maken deel uit van

mijn masterproefonderzoek. Meer info kan u vinden via:

http://emiworkshops.weebly.com/

Indien u geïnteresseerd bent, neem ik verder contact met u op.

Alvast bedankt!

Page 94: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

86

Bijlage II: Verloop workshop

Inleiding

Presentatie over Engels als instructietaal (zie ppt)

Korte voorstellingronde:

Aan welke faculteit geef je les?

Welke vakken doceer je?

Hoe lang geef je al les?

Hoe lang geef je al les in het Engels?

Er hangen verschillende papieren omhoog met de vijf thema’s:

o Omgaan met een heterogene groep o Interactiestrategieën o Taal-gerelateerde didactische strategieën o Algemene didactische strategieën o Improvisatiestrategieën

Voorbeeld:

Eerste ronde:

Er hangen vijf posters omhoog met elk een thema boven. Straks gaan jullie op de post-its opschrijven met welke uitdagingen jullie te maken krijgen tijdens een les die je in het Engels geeft en eventueel hoe je hiermee om kan gaan. Elk thema heeft een bepaalde kleur. De uitdaging die bij een bepaald thema hoort, mag je straks op dezelfde kleur van post it opschrijven in kernwoorden. De thema’s worden overlopen met voorbeelden op de ppt.

Vragen:

Het eerste thema gaat over omgaan met heterogene studentengroep. Met welke uitdagingen kom je in aaraking?

Het tweede thema is interactiestrategieën. Met welke uitdagingen kom je in aanraking:

Omgaan met

heterogene groepen

Page 95: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

87

Het derde thema is algemene didactische strategieën. Met welke uitdagingen kom je in aanraking

Het vierde thema is taal-gerelateerde strategieën Met welke uitdagingen kom je in aanraking?

Het vijfde thema zijn improvisatiestrategieën. Met welke uitdagingen kom je in aanraking?

Schrijf nu 3 a 4 zaken op de post-its per thema.

Met welke uitdagingen kom je in aanraking bij het geven van een les in het Engels?

Welke didactische strategieën gebruiken jullie om hiermee om te gaan? Focus op wat

tijdens de les zelf gebeurt, niet de voorbereiding.

o Welke zaken kan je doen als je voor de klas/aula staat?

o Welke zaken kan je doen specifiek omdat je les geeft in het Engels?

o Wat kan je doen om leren te faciliteren bij je studenten?

Sommige zaken kunnen bij verschillende thema’s horen, overlap is mogelijk.

Tweede ronde: per thema

1. Voorstelling

Per thema worden de kaartjes voorgesteld en uitgelegd aan elkaar. Ze worden op de posters omhoog gehangen. Zaken die over hetzelfde gaan, worden bij elkaar gehangen. Wanneer overkoepelende subthema’s gevormd zijn, wordt er een discussie gestart waaruit tips en strategieën naar voren komen om met de uitdagingen om te gaan.

2. Discussie

Attitude

Zet een rode stip op de zaken waar je niet volledig achter staat.

Zet een blauwe stip op de zaken waar je wel volledig achter staat.

Overlopen rode en blauwe stippen op de kaartjes. Hieruit volgt discussie en volgen tips die opgeschreven worden op een aparte poster.

Op een aparte poster worden tips en didactische strategieën om met de uitdagingen om te gaan, opgeschreven.

Page 96: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

88

Derde ronde

PBC:

Stel dat je in een ideale setting werkt, in welke mate voel je je bekwaam om deze zaken toe te passen?

SN:

Heb je het gevoel dat dit van jou verwacht wordt? Door bijvoorbeeld andere professoren, de faculteit, de maatschappij, studenten…

Intentie

Heb je na deze workshop en de tips die hier zijn uitgekomen de intentie om deze strategie toe te passen of wie heeft die intentie nog steeds?

Op basis van cijfers intentie:

Overlopen wat er veel gebruikt zal worden.

Overlopen wat er niet veel gebruikt zal worden.

Conclusie

We hebben nu een top 5 van de zaken met de hoogste intentie. Natuurlijk is de situatie niet altijd even gemakkelijk en zijn er hinderpalen die in de weg staan. Wat staat er in de weg om deze strategieën niet toe te passen?

De barrières worden opgeschreven op post-its en worden bij de top 5 gehangen.

Zijn er nog vragen/opmerkingen?

Page 97: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

89

Bijlage III: Betrouwbaarheid exploratieve vragenlijst

Tabel 9: Betrouwbaarheid exploratieve vragenlijst

Cronbachs’ α

Attitude

ATT_HET 0.738 ATT_INT 0.847 ATT_ALG 0.771 ATT_IMP 0.793 Subjective norm

SN_INTER 0.829 SN_ALG 0.850 SN_TAAL 0.716 SN_IMP 0.706 Perceived behavioral control

PBC_INTER 0.873 PBC_ALG 0.774 PBC_TAAL 0.762 PBC_IMP 0.774 Intentie

INT_HET 0.729 INT_INTER 0.835 INT_ALG 0.791 INT_IMP 0.727

Page 98: Masterproef - Ghent Universitylib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/376/854/RUG01-002376854_2017_000… · Via een workshop wordt naar de uitdagingen gepeild. De analyse van deze resultaten

90

Bijlage IV: Descriptieve resultaten exploratieve vragenlijst

Tabel 10: Descriptieve resultaten exploratieve vragenlijst

Gemiddelde (M)

Standaarddeviatie (SD)

Schaal

Attitude

ATT_HET 10.67 2.52 Neutraal ATT_INT 16.79 2.80 Grotendeels belangrijk ATT_ALG 17.63 1.97 Grotendeels belangrijk ATT_IMP 19.19 1.87 Zeer belangrijk Subjective norm

SN_INTER 14.35 2.92 Enigszins akkoord SN_ALG 16.74 2.58 Grotendeels akkoord SN_TAAL 8.49 3.06 Enigszins niet akkoord SN_IMP 16.96 2.59 Grotendeels akkoord Perceived behavioral control

PBC_INTER 16.32 3.75 Grotendeels akkoord PBC_ALG 16.88 2.21 Grotendeels akkoord PBC_TAAL 17.34 2.82 Grotendeels akkoord PBC_IMP 18.20 2.46 Helemaal akkoord Intentie

INT_HET 12.69 3.58 Enigszins akkoord INT_INTER 16.12 3.49 Grotendeels akkoord INT_ALG 16.87 2.30 Grotendeels akkoord INT_IMP 17.61 2.52

Grotendeels akkoord