Manganometrienitrietmol
Click here to load reader
-
Upload
tom-mortier -
Category
Education
-
view
189 -
download
0
Transcript of Manganometrienitrietmol
Manganometrische titratie van NO−2 - molariteit (M)
We werken een voorbeeld uit van de berekeningen die nodig zijn voor de manganometrische
titratie van NO−2 in mol en molariteit (M).
Standaardisatie van KMnO4 met (COOH)2
Er wordt een ±0, 01 M KMnO4-oplossing bereid (zie labovoorbereiding).
MMKMnO4 = 158,0 g/mol
De KMnO4-oplossing wordt gestandaardiseerd met oxaalzuur-dihydraat ((COOH)2 · 2H2O)
volgens de eerste methode.
MM(COOH)2 · 2H2O = 126, 07 g/mol
Er wordt een 0,025 M (COOH)2-oplossing bereid met een correctiefactor f(COOH)2 · 2H2O.
f(COOH)2 · 2H2O =praktische hoeveelheid
theoretische hoeveelheid=
778,5 g
788,0mg= 0, 9879
De titratiereactie is
5(COOH)2 + 2MnO−4 + 6H+ −−→ 10CO2 + 2Mn2+ + 8H2O
Op het equivalentiepunt moet de stoichiometrische verhouding van de reactievergelijking in
rekening gebracht worden als men wil werken in mol.
nMnO−4
n(COOH)2
=2
5⇒ nMnO−
4=
2
5× n(COOH)2
MMnO−4×VMnO−
4=
2
5×M(COOH)2 · 2H2O × f(COOH)2 · 2H2O ×V(COOH)2 · 2H2O
Titraties en berekeningen
(COOH)2 · 2H2O 10,00 ml 20,00 ml 20,00 ml 20,00 ml
E.V. MnO−4 11,29 20,49 20,81 20,44
B.V. MnO−4 1,17 0,24 0,64 0,26
T.V. MnO−4 10,12 20,25 20,17 20,18
Foutenmarge =Vgrootst −Vkleinst
Vkleinst× 100%
=20,25ml− 20,17ml
20,17ml× 100%
= 0,40% < 1%
Vgem =20, 25ml + 20, 17ml + 20, 18ml
3= 20,20ml
Analytische chemie: lab T. Mortier 1
De stoichiometrische verhouding van de reactievergelijking moet in rekening gebracht worden
om de concentratie van de MnO−4 -oplossing te berekenen in molariteit.
MMnO−4
=2
5×
M(COOH)2 · 2H2O × f(COOH)2 · 2H2O ×V(COOH)2 · 2H2O
VMnO−4
=2
5× 0, 025M× 0, 9879× 20, 00ml
20, 20ml= 0, 009781M
Titratie van NO−2
Principe
Een rechtstreekse titratie van NO−2 is niet mogelijk. HNO2 is onbestendig.
3HNO2 ↼−−−−⇁ H+ + NO−3 + NO + H2O
Er wordt eerst een nauwkeurig gekende overmaat gestandaardiseerde MnO−4 -oplossing (25,00
ml = V1) in de erlenmeyer gepipetteerd en nadien zal men dit aanzuren. Vervolgens wordt
er zeer langzaam 20,00 ml onbekende NO−2 -oplossing gepipetteerd.
2MnO−4 + 5NO−
2 + 6H+ −−→ 2Mn2+ + 5NO−3 + 3H2O
De oplossing moet nog steeds paars kleuren. Daarna pipetteert men onmiddellijk 20,00 ml
(COOH)2-oplossing. De overmaat aan (COOH)2 wordt getitreerd met de gestandaardiseerde
MnO−4 -oplossing (V2).
5(COOH)2 + 2MnO−4 + 6H+ −−→ 10CO2 + 2Mn2+ + 8H2O
De stoichiometrische verhoudingen in de reactievergelijkingen moeten in rekening worden
gebracht als men wil werken in mol en molariteit.
nMnO−4
nNO−2
=2
5⇒ nMnO−
4=
2
5× nNO−
2
nMnO−4
n(COOH2
=2
5⇒ nMnO−
4=
2
5× n(COOH)2
Op het equivalentiepunt is het totaal aantal mol MnO−4 dat gereageerd heeft gelijk aan de
som van 2/5 van het aantal mol NO−2 en 2/5 van het aantal mol (COOH)2.
nMnO−4=
2
5× nNO−
3+
2
5× n(COOH)2
MMnO−4× (V1 +V2) =
2
5×MNO−
2×VNO−
2+
2
5×M(COOH)2
×V(COOH)2
2 T. Mortier Analytische chemie: lab
Titraties en berekeningen
V1 MnO−4 25,00ml 25,00ml 25,00ml
NO−2 20,00ml 20,00ml 20,00ml
E.V. MnO−4 16,17 15,89 15,98
B.V. MnO−4 0,39 0,18 0,23
T.V. MnO−4 15,78 15,71 15,75
Foutenmarge =Vgrootst −Vkleinst
Vkleinst× 100%
=15,78ml− 15,71ml
15,71ml× 100%
= 0, 45% < 1%
V2 = Vgem =15,78ml + 15,71ml + 15,75ml
3= 15,75ml
We kunnen nu de concentratie van de onbekende NO−2 -oplossing berekenen.
MNO−2
=5
2×
[MMnO−
4× (V1 +V2)
]− 2
5×M(COOH)2
× f(COOH)2×V(COOH)2
VNO−2
=5
2×
[0,009781M× (25,00ml + 15,75ml)]− 2
5× 0,025M× 0,9879× 20,00ml
20,00ml= 0,02513M
We berekenen tot slot het aantal mg NaNO2 per 100 ml oplossing met MMNaNO2=
69, 00 g/mol .
0,02513 val/l× 69,00 g/val = 1,734 g/l
= 1,734mg/ml
= 173,4mg NaNO2/100ml Oplossing
Analytische chemie: lab T. Mortier 3