Mammo 2010 voorjaar

41
Mammo VGT voorjaar 2010

Transcript of Mammo 2010 voorjaar

Page 1: Mammo 2010 voorjaar

    Mammo VGT voorjaar 2010

Page 2: Mammo 2010 voorjaar

    76. Een vrouw van 42 jaar heeft twee tantes (zussen van moeder) die postmenopauzaal een mammacarcinoom hebben gehad. Zij komt volgens de huidige landelijke richtlijn in aanmerking voor screening op mammacarcinoom buiten het BOB (bevolkingsonderzoek op borstkanker).

Juist Onjuist Weet niet

Page 3: Mammo 2010 voorjaar

Standaard screening

Tweejaarlijks een mammogram voor vrouwen tussen de 50 en 75 jaar

Kans op stralingsgeinduceerd mammaca bij deelname screening is verwaarloosbaar

Page 4: Mammo 2010 voorjaar

    Alle aangedane verwanten zijn aan dezelfde zijde van de familie en zijn familie

van de adviesvrager.

Eerstegraads verwanten:vader, moeder, dochter, zoon, broer, zus.

Tweedegraads verwanten:grootouders, kleinkinderen, ooms en tantes, kinderen van broers en zussen,

halfbroers en halfzusters.

Derdegraads verwanten:overgrootouders, achterkleinkinderen, oud-oom en oud-tante, neven en nichten

(kinderen van ooms en tantes).

Wees alert op combinatie mammacarcinoom in familie en Joodse voorouders. Vrouwen met Joodse voorouders hebben een 5-10 maal grotere kans om

draagster van een BRCA1/2 mutatie te zijn. 

Page 5: Mammo 2010 voorjaar

    Indicaties voor screening buiten het BOB voor vrouwen, met een leeftijd tussen 40 en 50 jaar, zonder mammacarcinoom in de voorgeschiedenis. Het RR bedraagt hier tenminste 2.

    Mammacarcinoom bij vrouwen in familie:- Eén eerste- en één tweedegraads verwant met gemiddelde leeftijd van diagnose voor het 50e jaar. - Twee eerstegraads verwanten. - Drie of meer eerste- of tweedegraads verwanten met mammacarcinoom, ongeacht de leeftijd.

Bilateraal of multifocaal mammacarcinoom:Bij eerstegraads verwant, waarvan eerste tumor voor het 50e jaar is vastgesteld.

Mamma- en ovariumcarcinoom: Eén eerste- of tweedegraads verwant met ovariumcarcinoom ongeacht de leeftijd en één eerste- of tweedegraadsverwant met mammacarcinoom ongeacht de leeftijd (waarvan tenminste één eerstegraads).

Page 6: Mammo 2010 voorjaar

    Hoe te screenen?

Risico: matig verhoogd (RR 2-3), sterk verhoogd (3-4) en zeer sterk verhoogd op basis van een mutatie in het BRCA 1 of 2 gen (RR 6-8).

Screening bij een matig verhoogd risico (RR 2-3): Vanaf 40-50 jaar, jaarlijks mammografie aan te vragen door de huisarts.  Vanaf 50-75 jaar deelname aan het BOB.

Screening bij sterk verhoogd risico (RR 3-4): Vanaf 35-60 jaar, jaarlijks mammografie en klinisch borstonderzoek uit te voeren door specialist op dit terrein. Vanaf 60-75 jaar deelname aan het BOB.

Screening bij BRCA1 of 2 mutatiedraagters of zij die hier een 50% kans voor hebben (RR 6-8): Vanaf 25-60 jaar jaarlijks MRI Vanaf 30-60 jaar jaarlijks mammografie Vanaf 25-60 jaar jaarlijks klinisch borstonderzoek Vanaf 60-75 jaar deelname aan het BOB. Na preventieve chirurgie geen indicatie voor controle. Screening na het 75e levensjaar wordt niet geadviseerd.  

Page 7: Mammo 2010 voorjaar

    76. Een vrouw van 42 jaar heeft twee tantes (zussen van moeder) die postmenopauzaal een mammacarcinoom hebben gehad. Zij komt volgens de huidige landelijke richtlijn in aanmerking voor screening op mammacarcinoom buiten het BOB (bevolkingsonderzoek op borstkanker).

Onjuist

Page 8: Mammo 2010 voorjaar

    77. Een haloteken, een smalle radiolucente ring, rond een laesie in de mamma duidt meestal op benigniteit.

Juist Onjuist Weet niet

Page 9: Mammo 2010 voorjaar

    FAD met halo

    Halo teken van benigne proces-Vet randje?- Mach effect?

Page 10: Mammo 2010 voorjaar

    77. Een haloteken, een smalle radiolucente ring, rond een laesie in de mamma duidt meestal op benigniteit.

Juist

Page 11: Mammo 2010 voorjaar

    77. Een haloteken, een smalle radiolucente ring, rond een laesie in de mamma duidt meestal op benigniteit.

Juist

Page 12: Mammo 2010 voorjaar

78. Een BI-RADS 6 laesie betreft een reeds bewezen mammacarcinoom.

Juist Onjuist Weet niet

Page 13: Mammo 2010 voorjaar
Page 14: Mammo 2010 voorjaar

    BI-RADS 6

Known Biopsy Proven Malignancy. Appropriate Action Should Be Taken BI-RADS 6 is reserved for lesions identified on the imaging study with biopsy proof of malignancy prior to definitive therapy.

This category was added to the classification because sometimes patients are treated with neo-adjuvant chemotherapy. During the course of the treatment the tumor may be less visible, while still you know you are dealing with cancer (figure).

Page 15: Mammo 2010 voorjaar

78. Een BI-RADS 6 laesie betreft een reeds bewezen mammacarcinoom.

Juist

Page 16: Mammo 2010 voorjaar

    79. Intraductale calcificaties in de mamma zijn verdacht voor maligniteit.

Juist Onjuist Weet niet

Page 17: Mammo 2010 voorjaar
Page 18: Mammo 2010 voorjaar

LEFT: Lobular calcifications: punctate, round or 'milk of calcium'Lobular calcifications are almost always benign.

RIGHT: Intraductal calcifications: pleomorph and form casts in a linear or branching distribution. Intraductal calcifications are suspicious of malignancy and are classified as BI-RADS 4 or 5.

Page 19: Mammo 2010 voorjaar
Page 20: Mammo 2010 voorjaar

Coarse or 'Popcorn-like' The classic large 'popcorn-like' calcifications are

produced by involuting fibroadenomas.

BENIGN

Page 21: Mammo 2010 voorjaar

Vascular Calcifications These are linear or form parallel tracks, that are usually

clearly associated with blood vessels.

BENIGN

Page 22: Mammo 2010 voorjaar

Large Rod-like, Plasma cell mastitisThese are formed within ectatic ducts.

These benign calcifications form continuous rods that may occasionally be branching.They are different from malignant-type fine branching calcifications, because they are

usually > 1 mm in diameter.

BENIGN

Page 23: Mammo 2010 voorjaar

Dystrophic calcificationsThese are coarse irregular 'lava-shaped' calcifications.

These calcifications are larger than 0.5 mm and often have a lucent center.They are seen in irradiated breast or following trauma.

BENIGN

Page 24: Mammo 2010 voorjaar

    Eggshell or Rim Calcifications

Although fat necrosis can produce these thin deposits, calcifications in the wall of cysts are the most common 'rim' calcifications.

.This is a typical oil cyst.

Page 25: Mammo 2010 voorjaar

Fine Pleomorphic

These calcifications vary in size and shapes and are usually < 0.5 mm in diameter.

There is a 25-40% risk of malignancy.

Page 26: Mammo 2010 voorjaar

Fine Linear or Fine Linear Branching

These are thin, linear or curvilinear irregular calcifications.

Usually they are < 0.5 mm in width.Their appearance suggests filling of the lumen of a

duct, i.e. 'casting' calcifications.This is highly suggestive of malignancy (Bi-RADS 5).

Page 27: Mammo 2010 voorjaar

    79. Intraductale calcificaties in de mamma zijn verdacht voor maligniteit.

Juist

Page 28: Mammo 2010 voorjaar

    80. Volgens de richtlijn mammacarcinoom wordt geadviseerd BRCA1 of 2 mutatiedraagsters jaarlijks te screenen tot het 60e levensjaar waarna zij deelnemen aan het BOB.Bij deze screening buiten het BOB wordt een jaarlijkse MRI vanaf het 25e levensjaar geadviseerd volgens de landelijke richtlijn mammacarcinoom.

Juist Onjuist Weet niet

Page 29: Mammo 2010 voorjaar

    Screening bij BRCA1 of 2 mutatiedraagters of zij die hier een 50% kans voor hebben (RR 6-8):

Vanaf 25-60 jaar jaarlijks MRI Vanaf 30-60 jaar jaarlijks mammografie Vanaf 25-60 jaar jaarlijks klinisch borstonderzoek Vanaf 60-75 jaar deelname aan het BOB. Na preventieve chirurgie geen indicatie voor controle. Screening na het 75e levensjaar wordt niet geadviseerd

Page 30: Mammo 2010 voorjaar

    80. Volgens de richtlijn mammacarcinoom wordt geadviseerd BRCA1 of 2 mutatiedraagsters jaarlijks te screenen tot het 60e levensjaar waarna zij deelnemen aan het BOB.Bij deze screening buiten het BOB wordt een jaarlijkse MRI vanaf het 25e levensjaar geadviseerd volgens de landelijke richtlijn mammacarcinoom.

Juist

Page 31: Mammo 2010 voorjaar

    81. Een oliecyste is het gevolg van vetnecrose.

Juist Onjuist Weet niet

Page 32: Mammo 2010 voorjaar

    Eggshell or Rim Calcifications

Although fat necrosis can produce these thin deposits, calcifications in the wall of cysts are the most common 'rim' calcifications.

.This is a typical oil cyst.

Page 33: Mammo 2010 voorjaar

    81. Een oliecyste is het gevolg van vetnecrose.

Juist

Page 34: Mammo 2010 voorjaar

    82. Kenmerkend voor calcificaties in papillomen is kalkmelk (“teacup-fenomeen”).

Juist Onjuist Weet niet

Page 35: Mammo 2010 voorjaar

    Milk of Calcium (tea-cusps)These are benign sedimented calcifications in macro- or microcysts.On craniocaudad views they appear as fuzzy, round or amorphous.

Page 36: Mammo 2010 voorjaar

    Papilloom

- Intraductale groei - Presenteert zich met tepeluitvloed- Detetctie met ductogram

-Mammography is negative in over 50% of intraductal papilloma -Positive mammographic findings include single or multipledilated ducts, a solitary benign-appearing circumscribed mass, and clustered rounded or irregular microcalcifications or peripheral crescenticcalcifications

Page 37: Mammo 2010 voorjaar

    82. Kenmerkend voor calcificaties in papillomen is kalkmelk (“teacup-fenomeen”).

Onjuist

Page 38: Mammo 2010 voorjaar

    83. Op een echografie van een borst met een

siliconenprothese ziet u het zogenaamde sneeuwstormfenomeen.

Dit is kenmerkend voor een intracapsulaire scheur van de prothese.

Juist Onjuist Weet niet

Page 39: Mammo 2010 voorjaar

    Longitudinal ultrasonogram shows the snowstorm, or hyperechoic, noise associated with the capsule in proven extracapsular silicone gel breast

implant rupture. Usually, the interior of an intact implant is sonolucent.

Intracapsular rupture = silicone leaks out of the membrane but stays within the fibrous capsule. Most common rupture. May see linguine or keyhole sign on MR.

Extracapsular rupture = silicone leaks through the membrane and fibrous capsule. In this case, silicone can be seen out in the breast tissue and axillary lymph nodes.

Page 40: Mammo 2010 voorjaar

    Ultrasonographic findings in intracapsular rupture

Stepladder sign Echogenic implant lumen

Focal, prominent, irregular bulge in the implant Ill-defined or poorly visualized implant margin

Page 41: Mammo 2010 voorjaar

    83. Op een echografie van een borst met een

siliconenprothese ziet u het zogenaamde sneeuwstormfenomeen.

Dit is kenmerkend voor een intracapsulaire scheur van de prothese.

Onjuist