maken. Web viewDoor middel van project word je wel in de gelegenheid gesteld die vaardigheden te...

1

PROJECTBEDRIJFSANALYSE 1

VE4.2

2017 - 2018

Algemene informatie

MBO Boxtel (veehouderij)

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Bedrijfsanalyse 2017-2018 2 Helicon Opleidingen, MBO Boxtel

Voorwoord

Beste V42-er,

Voor je ligt de projectbundel “Bedrijfsanalyse 1” voor het tweede leerjaar van je opleiding tot dierenhouder.

Op niveau 4 van de MBO-opleiding dierenhouder moet je veel meer kunnen dan kennis hebben van dieren en het verzorgen ervan. De kans is groot dat je met je diploma in de toekomst in functies terecht komt waarbij er van je gevraagd wordt om bijvoorbeeld samen te werken, problemen te analyseren, leiding te geven, effectief te communiceren, goed verslag te leggen en te rapporteren, te plannen en een kosten/baten analyse te maken.

Kortom: Je dient te kunnen functioneren als een toekomstig ondernemer óf als een ondernemende werknemer.

In dit project ga je de competenties, die je hiervoor nodig hebt, verder ontwikkelen.

Wij wensen je veel plezier, veel succes én heel veel leerrendement met het uitvoeren van dit project. Wellicht is het een stimulans om na je opleiding op korte of langere termijn te starten met je eigen bedrijf.

De projectbegeleidingsgroep:

H. HermansJ. van den Nieuwenhuizen


1. Inhoudsopgave

Voorwoord 3Inhoudsopgave 4Doel van het Project 5De Projectopdracht 5Resultaat 5Werkwijze 5Communicatie 5Begeleiding en ondersteuning 6Spelregels 6Afsluiting 7Deeltaken en Beoordeling 7Berekening eindcijfer 9Uitvoering 10

Bijlagen:

bijlage1 Deelnemende bedrijven en groepsindeling 11bijlage2 Project-overzichtsformulier 12bijlage3 Instructie voor het maken van een verslag 13


Doel van het Project

Het doel van het project “Bedrijfsanalyse 1” is, dat je als een soort voorlichter of bedrijfsadviseur een (veehouderij)bedrijf gaat “doorlichten” d.w.z. inventariseren, analyseren, adviseren en optimaliseren, met de kennis die je in klas 1 en op de vakdag in klas 2 van je opleiding over de verschillende onderdelen van het veehouderijbedrijf hebt opgedaan.

Uiteraard mag van jou nog niet het niveau verwacht worden van iemand met vele jaren ervaring. Door middel van project word je wel in de gelegenheid gesteld die vaardigheden te gaan trainen.

De projectopdracht

Je inventariseert en analyseert in groepsverband een melkvee- of varkensbedrijf op een aantal onderdelen zoals voedervoorziening en voeding, productie, fokkerij, gezondheidszorg.

Deze analyse resulteert in een aantal sterke en zwakke punten en een advies naar de ondernemer ter verbetering.

Als groep maak je per onderdeel een rapportage dat overlegd wordt aan de praktijkopleider en waarin de groep zijn bevindingen weergeeft.

Het Resultaat Je kunt technische en economische kengetallen inventariseren.

Je kunt technische en economische kengetallen analyseren.

Als vervolg op de analyse kun je een aantal sterke en zwakke punten aangeven wat resulteert in een advies aan de ondernemer ter verbetering.

Je kunt als groep je resultaten presenteren aan de overige groepen en eventueel de ondernemer.

Je hebt als groep correcte, goed verzorgde verslagen/rapporten gemaakt.

Je hebt voldaan aan alle eisen genoemd bij de beoordeling.

WerkwijzeCommunicatie

Je dient iedere schooldag je mail te lezen. Een groot deel van de communicatie zal per mail verlopen. Daarvoor moet je zorgen dat je schoolmailaccount zodanig ingesteld is dat je ook thuis je mail kunt lezen.


Wanneer je je begeleider of een vakdocent wilt spreken, maak hiervoor dan tijdig een afspraak. (telefoon-mail-mondeling-schriftelijk)

Alle gemaakte producten worden opgeslagen op een groepsmap op Vibe, waar alle leden van jouw projectgroep toegang hebben. Zodoende heb je allemaal de beschikking over de gemaakte producten vanaf elke werkplek.

Begeleiding en ondersteuning

Iedere projectgroep heeft een begeleider. (zie de bijlage groepssamenstelling).

De begeleider is coach en adviseur van je projectgroep

Afspraken over het project maak je met de begeleider.

Bij werkbesprekingen kun je de begeleider als adviseur uitnodigen.

Werkstukken lever je in bij de begeleider vóór of op het afgesproken tijdstip.

je bespreekt regelmatig met de begeleider het gedane werk door en je hebt voorbesprekingen voor de presentaties.

Met de begeleider bespreek je regelmatig het functioneren van de groep.

Spelregels

Elke projectdag (woensdag, donderdag) is er een centrale bijeenkomst op school. Op school kun je aan het project werken. Indien je op de projectdag niet op school kunt zijn b.v. i.v.m. bedrijfsbezoek gebeurt dit vooraf in overleg met je begeleider.

Elke groep heeft op Vibe een map, die alleen voor de groepsleden en de docenten toegankelijk is. Al het materiaal kan hier opgeslagen worden.

De verslaglegging houdt in dat je van elk onderwerp een totaal verslag maakt, maar zeker zo belangrijk is dat je het verloop van het proces goed vast legt. Hiervoor is het belangrijk dat je als groep regelmatig overleg pleegt en de resultaten van dit overleg vastlegt zodat je er later nog op terug kunt vallen.

Elk onderwerp begint voor de groep met een overleg over de planning van het onderwerp.o B.v. Hoe gaan we het totaal aanpakken?o Hoe plannen we dit over de verschillende weken?o Welk taken krijgt elke deelnemer?

Elke week moet er overleg plaats vinden binnen de groep over de vorderingen en de eventuele bijstelling van de planning. Het logboek hiervan plaats je wekelijks op Vibe.

Elke groep overlegt minimaal een keer per twee weken met de begeleidende docent over de voortgang. De groep maakt van dit overleg een verslag en plaats dit op Vibe.

In het totale verslag van een onderwerp dienen de opdrachten, voorzien van commentaar enz., uitgewerkt te worden. Daarbij dient de opdracht geïntegreerd met de tekst verwerkt te worden. Het is dus niet geoorloofd met nummers te verwijzen naar opdrachten uit een opdrachtenbundel of naar eerder ingeleverde concepten.

De definitieve verslagversie moet door elke groep zelf minimaal driemaal vermenigvuldigd worden, n.l.:

één exemplaar voor de praktijkopleider, één exemplaar voor de docent en minimaal één exemplaar voor de leerlingen.


Het verslag dient aan de praktijkopleider overhandigd te worden besproken én voor gezien ondertekend te worden (zie formulier verklaring veehouder). Leerlingen zijn hier zelf verantwoordelijk voor.

Bij afwezigheid van een leerling op meer dan één projectonderdeel wordt aan de desbetreffende leerling geen projectcijfer toegekend. De projectopdracht en de verslaglegging daarvan dient dan individueel op een ander bedrijf te worden gemaakt.

Afsluiting van een deeltaak.

Een onderdeel is afgesloten als het verslag is ingeleverd en/of een presentatie is verzorgd.

Elke groep houdt een logboek bij. Sla dit op in je groepsmap en werk dit tijdens elk dagdeel bij met de volgende zaken:

a. de aanwezigheid van de groepsleden bij de verschillende activiteiten.

b. de taakverdeling (tijdens bezoek en bij het uitwerken van het verslag).

c. gemaakte afspraken

d. ervaring / conclusie / suggesties m.b.t. dat onderdeel

Dit logboek dient als bijlage in het verslag opgenomen te worden. Een voorbeeld is in dit boekje opgenomen.

Mocht achteraf blijken dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt, dan vervalt voor alle groepsleden het cijfer voor het betreffende project. Dit project dient vervolgens op een ander bedrijf individueel te worden gemaakt.

Deeltaken en Beoordeling

Het totale project bestaat uit 4 deeltaken:

1. bedrijfsoriëntatie/-spiegel

2. voeding en voederwinning

3. diermanagement (fokkerij, productie, gezondheid)

4. saldo en optimalisatie

In de beoordeling wordt meegenomen:

Deeltaken:

1. Inhoud: - volledigheid van de beschrijving (worden alle zaken behandeld)- diepgang van de analyses (worden de zwakke en sterke punten goed onderbouwd)

2. Vormgeving: -wijze van presenteren-indeling en lay-out van het verslag

3. Peerranking (eventueel):de leerlingen beoordelen elkaar m.b.t. het functioneren als lid van de groep. Dit beïnvloedt het groepspunt voor de individuele leerling.


Elk onderdeel kan pas met een voldoende worden afgesloten als:

een verslag is ingeleverd met hand-out van de presentatie presentatie is gegeven correct logboek is overlegd deel is genomen aan excursie/bijeenkomst met deskundige. Evt.: De peerranking is ingevuld en ingeleverd op Vibe

Na afloop van de deeltaken 1, 2 en 3 vindt een gesprek plaats met de begeleidend docent waarin het proces en het product geëvalueerd worden.

UitvoeringPer deeltaak wordt steeds een cyclus van bij voorkeur 4 stappen doorlopen:

1. workshop: instructie / oriëntatie op het onderwerp/voorbereiding bedrijfsbezoek2. bezoek leerbedrijf, verzamelen gegevens3. uitwerken op school4. afronding (verslag, presentatie)

Om dit te kunnen realiseren wordt de klas verdeeld in groepen van maximaal 3 leerlingen en wordt elke groep gekoppeld aan een praktijkbedrijf en een begeleidende docent.

Deze koppeling tussen de groep en het praktijkbedrijf blijft bij elk onderwerp bestaan, vandaar dat het belangrijk is dat je als groep zoekt naar een gemotiveerde ondernemer die bereid is je over alle onderwerpen zijn bedrijfsgegevens ter beschikking te stellen.


Bijlage 1 Deelnemende bedrijven en groepsindeling

RUNDVEEHOUDERIJ :

Gr. Bedrijven Leerlingen Doc.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

VARKENSHOUDERIJ8.

9.

Andere bedrijfstypen:


Bijlage 2 LOGBOEKonderstaand formulier is ook te vinden in de map mededelingen

Project- overzichtsformulierNaam onderdeelGroepsdeelnemers 1

234

Gegevens afzonderlijke projectdagen (activiteiten)

Dagdeel 1 Datum: Afwezig

Afspraken

Verloop / conclusies/suggesties

Dagdeel 2 Datum: Afwezig

AfsprakenVerloop / conclusies/suggestiesDagdeel 3 Datum:

AfwezigAfspraken

Verloop / conclusies/suggestiesDagdeel 4 Datum:

Afwezig

Afspraken

Verloop / conclusies/suggesties


Bijlage 2 Instructie voor het maken van een verslagrapport of verslag

Eigenlijk is er niet echt een groot verschil tussen een rapport en een verslag. De namen worden nogal eens door elkaar gebruikt. Strikt genomen is er wel een verschil: een verslag beperkt zich tot het weergeven van feiten en gebeurtenissen (informatief); een rapport heeft vaak als doel tot actie aan te zetten en te overtuigen; het bevat vaak conclusies en aanbevelingen.

het onderwerp

Meestal ligt dit vast. Je moet echter wel je onderwerp goed afbakenen, d.w.z. dat je het onderwerp precies aangeeft en het binnen bepaalde grenzen houdt. Anders kan het veel te uitgebreid worden en kost het teveel werk. Hierbij stel je jezelf de volgende vragen: wat wil ik wel en wat niet over het onderwerp meedelen; wat weet ik er al over en wat moet ik opzoeken/onderzoeken; hoe wordt het onderwerp gebruikt; wat is positief en wat negatief aan het onderwerp; waarom is het onderwerp belangrijk; wie zij er bij het onderwerp betrokken; wanneer is het onderwerp in de belangstelling gekomen; hoe zit het onderwerp precies in elkaar.

het doel

Vraag je van tevoren af wat voor doel je wilt bereiken met je rapport. Dit doel is eigenlijk steeds informatief of overtuigend/activerend. In het laatste geval gaat het erom dat de lezer het standpunt van de schrijver gaat overnemen en daarna eventueel actie onderneemt.

verzamelen materiaal

Raadpleeg allerlei informatiebronnen en houd je in eerste instantie niet in bij het verzamelen van het materiaal. Pas daarna ga je kijken welke informatie overbodig of dubbel is. Noteer in ieder geval al meteen waar je de informatie gevonden hebt (je bronnen: titel, schrijver, boek, tijdschrift, pagina’s enz.) Dit bespaart je later een hoop zoekwerk.

Maak eerst een soort concept, zeg maar een kladversie. Denk hierbij ook vast aan titels voor de verschillende onderdelen.

Dan volgt het eigenlijke rapport. Dit bestaat uit de volgende onderdelen, die echter niet altijd aanwezig hoeven te zijn. Zeker niet als het gaat om een eenvoudig verslag van een simpele gebeurtenis of beperkte informatie.

de omslag

Dit is niet altijd noodzakelijk. De omslag dient als bescherming van je rapport/verslag. Hierop vermeld je:titel en eventueel ondertitel, naam schrijver(s), groep samenstellers.

de titelpagina

Hier vermeld je: de titel en eventuele ondertitel, voorletters en achternaam van de schrijvers, plaats en datum van verschijning of afwerking en de opdrachtgever (naam, organisatie).

het voorwoord


Het voorwoord heeft een volledig ander doel dan de inleiding. Het behoort niet tot de eigenlijke inhoud van het rapport. Daardoor staat het ook vóór de inhoudsopgave. In een simpel verslag ontbreekt het voorwoord vaak. Wat komt er zoal in een voorwoord te staan? het doel; de aanleiding; de medewerkers; dat kunnen natuurlijk ook anderen zijn dan de samenstellers; een woord van dank aan diegenen die op een of andere manier hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het rapport; waar het onderzoek heeft plaatsgevonden; eventueel het gebruik dat van het rapport gemaakt kan worden.

de inhoudsopgave

Hier krijgt de lezer heel overzichtelijk de informatie over de opbouw en de omvang voorgeschoteld. De nummers van de bladzijden begin je pas te vermelden na de inhoudsopgave zelf. Het kan dus goed zijn dat je bij blz. 5 begint! (Vergelijk dit maar eens met een schoolboek of iets dergelijks.) Gebruik voor de hoofdstuk- en paragraafindeling een nummering in decimale cijfers. Ga nooit verder dan 3 decimalen, anders wordt het te onoverzichtelijk. Zorg ervoor dat de titels van de hoofdstukken en paragrafen er hetzelfde uitzien, zowel qua lettertype als taalkundig.

dus niet: 1.3 het schrijven van een verhaal 1.4 hoe schrijf ik een brief

maar wel: 1.3 het schrijven van een verhaal1.4 het schrijven van een brief

de samenvatting

Ook deze komt lang niet altijd voor en zeker niet bij een eenvoudig verslag. Toch is het een goed idee om deze wel in je rapport op te nemen. Zo kun je in zeer kort tijdsbestek zien waarover je rapport gaat. Regels waaraan zo’n samenvatting moet voldoen: dezelfde volgorde als in het volledige rapport; geen dingen die niet in het rapport staan; de conclusies; bij een heel kort rapport is een samenvatting weinig zinvol.

de inhoud

Deze begint met een inleiding.

de inleiding

De inleiding is ervoor bedoeld om de lezer te interesseren, een vooruitblik te geven op de inhoud. In de inleiding komen de volgende zaken aan de orde: wat is de aanleiding of de reden van het rapport; in opdracht van wie is het geschreven; waarover gaat het precies; waarom heb je het rapport zo afgebakend als je nu hebt gedaan; welke werkwijze heb je gevolgd; welke bronnen heb je geraadpleegd en waarom juist deze; als het onderzoek anders gelopen is dan je had verwacht, dan moet je dat hier aangeven.De inleiding moet je niet te lang maken en al zeker niet bij een dun rapport.

de hoofdstukken


Ook ieder hoofdstuk moet, net als een rapport of een gewone tekst, een indeling hebben in inleiding-kern-slot. Dit biedt de lezer houvast. Je moet proberen hoofdzaken en bijzaken gescheiden te houden.Door een goed gekozen lay-out probeer je er een samenhangend geheel van te maken. Spreek de lezer consequent aan met “jij” of “u”.

de conclusie(s)

Elk hoofdstuk zou een conclusie kunnen bevatten. Deze zou je achteraan in je rapport nog even op een rijtje kunnen zetten. Deze conclusies moeten welk gebaseerd zijn op datgene wat je in het rapport staat vermeld.Conclusies moeten: duidelijk en ondubbelzinnig zijn; geen nieuwe informatie bevatten; in de tegenwoordige tij gezet worden.

de bijlage(n)

De meeste rapporten worden afgesloten met een of meer bijlagen. Je vindt hierin alleen aanvullende informatie. Ze worden achteraan in het rapport gezet om de leesbaarheid te bevorderen. Vaak gaat het over tabellen e.d., die niet voor iedereen interessant zijn.Je nummert de bijlagen met Romeinse cijfers of met hoofdletters; bijvoorbeeld Bijlage III: overzicht beken in Zuid-Oost-Brabant (of BijlageC…)

de literatuurlijst

De informatie die je in je rapport hebt opgenomen komt vaak van allerlei schriftelijke bronnen (naast natuurlijk je eigen kennis op dit gebied). Deze schriftelijke bronnen vermeld je in een literatuurlijst. Hierbij let je op het volgende: de lijst is alfabetisch elke bijlage is een afzonderlijke eenheid je verwijst in de bijlage niet naar het rapport


maken. Web viewDoor middel van project word je wel in de gelegenheid gesteld die vaardigheden te...

Documents

Transcript of maken. Web viewDoor middel van project word je wel in de gelegenheid gesteld die vaardigheden te...