169

MAGAZINE VOOR DE DYNAMISCHE ONDERNEMER DECEMBER 2005 - JANUARI 2006

Economischevooruitzichten 2006naar een convergentie vande groei

Country Cheffactoring alsfinancieringsbron voorsnelle groei

Truck & Bus Leasesectorale kennis levert debeste financieringsformule

De Single EuropeanPayment Area een balans

Opleidingenmaak gebruik van de beste praktijken

Profiteer van een beter rendement op uw liquiditeiten

inhoud

Wanneer we terugblikken op het voorbije jaar, stellen we met vreugde vast dat

de overheid een aantal belangrijke maatregelen heeft genomen ter verbetering

van het ondernemingsklimaat in België. Uitschieter is ongetwijfeld de wet op de

belastingsaftrek voor risicokapitaal, die het relatief belastingspercentage op de

vennootschappenwinsten gevoelig zal verminderen. De notionele interestaftrek

is dan ook een van de meest ingrijpende fiscale maatregelen sinds jaren, die

zowel in binnen- als buitenland op een ruime belangstelling kan rekenen.

Ook op gewestelijk vlak blijft de overheid niet bij de pakken zitten. We denken

bijvoorbeeld aan het aangekondigde Marshallplan voor Wallonië, waarbij

bedrijven met belangstelling uitkijken naar de concrete invulling ervan. Vlaanderen tracht het

ondernemingsklimaat te stimuleren via ondermeer het ARKimedesproject en een aantal belangrijke

infrastructuurwerken zoals de uitdieping van de Schelde die meer wind in de zeilen zal geven van een van de

belangrijkste groeipolen in Vlaanderen.

Tijdens het afgelopen jaar was de focus van de Belgische ondernemingen niet zozeer gericht op groei, maar

vooral op de optimalisering van de interne rentabiliteit, getuige ook de aanhoudende tendens naar

outsourcing. Anderzijds mogen we ons verheugen in de creatie van nieuwe tewerkstelling, in het bijzonder in

een aantal hightechondernemingen die dit jaar bijzonder goed hebben gepresteerd. Ook in de traditionele

economie leggen onze ondernemers de nodige creativiteit en innovatie aan de dag om hun concurrentiepositie

veilig te stellen.

ING wenst daarbij te onderlijnen dat een verdere ontwikkeling van de industriële activiteit in België een must

is, want met een diensteneconomie alleen zullen we het niet redden. Gelukkig beschikt ons land met zijn

centrale ligging, hoge productiviteit en geschoolde arbeidskrachten nog altijd over sterke troeven naar

buitenlandse investeerders toe. ING zal nieuwe industriële initiatieven loyaal blijven ondersteunen. Ook

startende ondernemingen vergeten we niet, getuige ons engagement in de ARKimedesfondsen.

Tot slot hoopt ING dat de regering en de sociale partners snel een akkoord bereiken over het generatieplan,

zodat de verwachte groei voor volgend jaar niet al te zeer zou worden gehypothekeerd door sociale onrust.

Rest mij nog u het allerbeste toe te wensen voor uzelf, uw familie en uw onderneming in een voorspoedig

2006!

Luc Truyens

Directeur Belgische Ondernemingen en Institutionelen

Redactiecomité:G. Busseniers

M.-F. HolemansA. JanssensC. Léonard

J. LievensV. Manneback

Ph. PicronP. WalkiersA. Willocx

Hoofdredacteur:V. Thielemans

Medewerkers aan de redactie van dit nummer:economische trends

P. Vanden Houte

financieel beleidM. Debecker

J. Peeters

ING servicesV. Beeckmans

P. BeselaereG. Decarne

R. Prud’homme

actueelF. Geets

K. Hanssens

managementK. Kindts

C. LéonardI. Rassart

M. Van Vaerenbergh

fiscale knipoogJ. Matsaert

Ondertekende artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.

ING Onderneming©

Het reproduceren van teksten uit dit tijdschrift is

toegestaan mits bronvermelding.Foto’s, lay-out en illustraties zijn eigendom van Publitec.Alle rechten voorbehouden.

ISSN nr. 1379-7123

Elke briefwisseling moet worden gericht aan INGMevr. V. Thielemans

Marnixlaan 24 - 1000 BrusselTel.: 02-547 77 34 - Fax: 02-547 31 19

E-mail:redactie@ing-ondernemingmagazine.be

Internet:www.ing-ondernemingmagazine.be

Aanvraag gratis abonnement:www.ing-ondernemingmagazine.be

Realisatie:Publitec-MarkCom nv

1702 Groot-BijgaardenTel. 02-482 36 46 - Fax 02-482 36 47

ING Onderneming est également édité en français.

V.U.: A. BiebuyckSint-Michielswarande 60

1040 Brussel

ING België NV Marnixlaan 24 - B-1000 Brussel

RPR BrusselBTW BE 0403.200.393

BIC (SWIFT): BBRUBEBBRekening: 310-9156027-89

(IBAN: BE45 3109 1560 2789)

editoriaal

169 DEC. 2005 - JAN. 2006

2

ECONOMISCHE TRENDSEconomische vooruitzichten 2006:naar een convergentie van de groei 3

FINANCIEEL BELEIDCountry Chef: factoring als financieringsbron voor snelle groei 6

ING SERVICESDossier: Leasing – Deel 3Truck & Bus Lease: sectorale kennis levert de beste financieringsformule 9

FINANCIEEL BELEIDProfiteer van een beter rendement op uw liquiditeiten 11

ACTUEELDe Single European Payment Area: een balans 13

MANAGEMENTOpleidingen: maak gebruik van de beste praktijken 16

FISCALE KNIPOOGKalender met de belangrijkste sociale en fiscale vervaldagen voor het jaar 2006 18

IN ‘T KORTBeknopte nieuwsberichten en aankondigingen 19

Hoe evolueert de wereldeconomie?

Peter Vanden Houte: “Na een schitterend 2004 is

de wereldeconomie in de eerste helft van 2005 wat

vertraagd, vooral omdat de bedrijven hun hoge voor-

raden hadden afgebouwd. Maar sinds de zomermaan-

den zien we onderliggend weer duidelijke tekenen van

een economische versnelling, wat toch merkwaardig is

gezien de orkaanschade in de VS. De orkanen hebben

wel een tijdelijke storing veroorzaakt, maar de vrees

dat ze de Amerikaanse economie op de knieën zouden

krijgen, bleek ongegrond. Het ziet er sterk naar uit dat

2006 aanvat met een groeiversnelling, ook in Europa.”

Hoe komt het dat de hoge olieprijzen geen

roet in het eten gooien?

Peter Vanden Houte: “Normaal gezien knaagt een

prijsstijging van 10 dollar voor een vat ruwe olie onge-

veer 0,5% af van de economische groei in de industrie-

landen. In de eerste helft van 2005 steeg de prijs per

vat met meer dan 20 dollar, maar de impact daarvan

bleef beperkt omdat de langetermijnrentes gezakt zijn.

Vroeger reageerden de centrale banken op een olie-

prijsstijging met een verhoging van de kortetermijn-

rente uit vrees voor inflatie. Vandaag hechten ze meer

belang aan de groei, temeer omdat ze oordelen dat de

ondernemingen de hogere energieprijzen moeilijk kun-

nen doorrekenen in hun verkoopprijzen. Natuurlijk

heeft de dure olie een negatief effect op de winstmar-

ges van de bedrijven en de consumptie van de gezin-

nen, maar door de reactie van de financiële markten

bleef de negatieve economische weerslag beperkt.”

Wat zijn de verwachtingen voor de

olieprijzen in 2006?

Peter Vanden Houte: “Het slechte nieuws is dat de

surpluscapaciteit ook volgend jaar vrij laag blijft.

Momenteel bedraagt die ongeveer één miljoen vaten

per dag, tegenover een dagelijkse productie van onge-

Natuurlijk heeft de dureolie een negatief effectop de winstmarges vande bedrijven en deconsumptie van degezinnen, maar door dereactie van de financiëlemarkten bleef denegatieve economischeimpact beperkt.

3

economische trends

Economische vooruitzichten 2006 naar een convergentie van de groei

Alle terreuraanslagen, orkanen en dure olieprijzen tenspijt, kon de wereldeconomie zich in 2005 best kranighouden. Voor 2006 ziet Peter Vanden Houte, ChiefEconomist bij ING België, zelfs een verbetering voorEuropa en België.

Peter Vanden Houte, Chief

Economist bij ING België

veer 83 miljoen vaten. Die buffer is te klein. Anderzijds

is er in 2005 meer ruwe olie geproduceerd dan nodig,

waardoor consumerende landen over ruim voldoende

voorraden beschikken. De dure olie is bijgevolg toe te

schrijven aan de vrees voor tekorten, veroorzaakt door

onvoorziene schokken. Zo ontketende de orkaan

Katrina een speculatiegolf die de olieprijs tijdelijk tot

boven de 70 dollar tilde. Anderzijds hebben de OPEC-

landen laten verstaan dat ze zich tevredenstellen met

een olieprijs van 50 dollar en doen ze er alles aan om

de markt te kalmeren. Wanneer de olieprijs boven de

60 dollar klimt, komt niet alleen de vraag onder druk,

maar worden alternatieve energiebronnen aantrekke-

lijker. Zo bouwt China volop nieuwe kerncentrales en

ook in Europa staat kernenergie weer bovenaan de

agenda. Canada ontgint met behulp van nieuwe tech-

nieken olie uit teerzanden, een activiteit die in de jaren

90 onrendabel was vanwege de lage olieprijzen, maar

nu is uitgemond in een ware oliebonanza. Om al die

redenen denken we dat de olieprijzen volgend jaar niet

verder zullen stijgen, maar zullen schommelen tussen

de 50 en 60 dollar per vat.”

Wat zijn de gevolgen van de hoge

olieprijzen op de inflatie?

Peter Vanden Houte: “Dit jaar hadden de olieprij-

zen duidelijk een inflatieverhogend effect. In België zal

de gemiddelde inflatie waarschijnlijk net geen 3%

bedragen, terwijl volgens de berekeningen van de

Nationale Bank de onderliggende inflatie (die geen

rekening houdt met volatiele elementen) slechts 1,3%

is. De hausse is dus vooral het gevolg van een olie-

effect. Aangezien we volgend jaar geen verdere olie-

prijsstijgingen verwachten, valt het inflatie-effect

ervan grotendeels weg. Waarschijnlijk gaan we terug

naar een niveau van rond de 2% of zelfs iets lager. De

centrale banken vrezen wel dat de huidige hoge olie-

prijzen volgend jaar zullen doorsijpelen in de prijzen en

de lonen waardoor de onderliggende inflatie wereld-

wijd lichtjes zal toenemen, maar we moeten dat effect

niet overdrijven.”

Tot nu toe hebben de FED (Federal Reserve

Board) en de ECB (Europese Centrale Bank)

de rentevoet zeer laag gehouden.

Komt daar volgend jaar verandering in?

Peter Vanden Houte: “Het lagerentebeleid van

zowel de FED als de ECB is een belangrijke rem

geweest op een stijging van de langetermijnrente,

maar volgens het IMF hebben ook andere factoren een

rol gespeeld. Vooral Japan, Europa en China investeren

relatief te weinig en hebben een spaaroverschot opge-

bouwd dat een domper zet op de langetermijnrente. In

de VS zitten de rentevoeten in de lift, en ook in Europa

verwachten we dat de kortetermijnrente in de loop van

2006 zal stijgen. De ECB begint zich immers zorgen te

maken over de te snelle groei van de geldhoeveelheid

en de huizenprijzen, die op termijn inflatoire gevolgen

kan hebben. Momenteel blijft de Europese economie

nog wat kwakkelen, maar zodra de groei duidelijker

wordt, verwachten we dat de ECB de rente zal optrek-

ken.”

Is de ongelijkmatige ontwikkeling van de

economieën binnen Europa een bijkomend

probleem voor de ECB?

Peter Vanden Houte: “Ik denk dat de convergentie

van de economische groei in 2006 niet alleen wereld-

wijd, maar ook binnen Europa zal toenemen. In de

voorbije jaren waren vooral de VS en in mindere mate

China de locomotief van de wereldeconomie, terwijl

Europa en Japan met een zwakke binnenlandse vraag

worstelden en vooral profiteerden van de export naar

die landen. We verwachten echter dat de Amerikaanse

groei in de tweede helft van 2006 zal vertragen. Maar

het goede nieuws is dat in Europa en vooral in Japan

de binnenlandse vraag begint op te leven. De Japanse

groei versnelt dankzij het herstel van de consumptie.

Voor Europa durf ik nog niet te vroeg victoriekraaien,

maar we zien toch een aantal positieve signalen. Het

consumentenvertrouwen herstelt zich overal, ook in

Duitsland waar de hervormingen vruchten beginnen af

te werpen. We noteren bovendien een verbetering op

de arbeidsmarkt en de sterke huizenmarkt blijft de

Europese consumenten een hart onder de riem steken.

We verwachten niet meteen een economische boom in

Europa, maar toch een duidelijk herstel. De groeiper-

centages van de VS en Europa zullen bijgevolg naar

elkaar toegroeien en we verwachten hetzelfde feno-

meen binnen de EU.”

4

Waarom verwacht ING een verzwakking

van de Amerikaanse economie?

Peter Vanden Houte: “We denken dat het

Amerikaanse groeitempo in de eerste helft van 2006

blijft aanhouden, mede door het stimulerende effect

van de wederopbouw na de orkanen. In de tweede

helft verwachten we echter een groeivertraging door

een matiging van de consumptie en de stijging van de

rentevoeten. De spaarquote in de VS is momenteel

negatief en de huizenmarkt oververhit. In de loop van

2006 zal die markt beginnen afkoelen, met negatieve

gevolgen op het consumentenvertrouwen. Wat vooral

zorgen baart, is de sterke toename van wat ik zou

noemen de exotische financiering van de hypotheken.

Door de opeenvolgende stijgingen van de korteter-

mijnrente worden Amerikanen die een hypotheekle-

ning hebben afgesloten met variabele rentevoet afge-

straft. Daarnaast zijn er de zogenaamde ‘interest only-

contracten’ waarbij de kopers in de eerste jaren enkel

interesten betalen. Heel wat Amerikanen hebben op

die manier een huis gekocht, in de hoop het te kunnen

verkopen met een fikse meerwaarde, liefst nog voor

het moment dat de terugbetaling van hun lening de

hoogte inschiet. Het zijn puur speculatieve contracten

die heel wat gezinnen in moeilijkheden zullen brengen

eens de huizenmarkt begint af te koelen.”

Wat verwacht ING voor de dollarkoers?

Peter Vanden Houte: “In 2005 heeft de dollar het

verrassend goed gedaan. Het groene biljet is ongeveer

met 10% in waarde gestegen tegenover de euro, ter-

wijl iedereen zich begin 2005 aan een verdere ver-

zwakking verwachtte.Veel heeft te maken met de posi-

tionering van de beleggers, die een ondergewicht aan

dollars in hun portefeuille hielden. Er was niet veel

goed nieuws nodig om een toevlucht naar de dollar op

gang te brengen. De renteverhoging in de VS en de

perikelen rond de Europese grondwet hebben de dollar

omhooggeduwd. Daarnaast waren er de effecten van

de American Job Creation Act, een Amerikaanse versie

van de EBA (Eenmalig Bevrijdende Aangifte) waarmee

de regering Bush Amerikaanse bedrijven wil aansporen

om hun geaccumuleerde winsten in het buitenland via

een goedkope aanslagvoet naar Amerika te repatrië-

ren. Voor dit jaar wordt het netto-effect van die maat-

regel op 220 miljard dollar geschat. Het gaat hier ech-

ter om een eenmalige maatregel waarvan het effect

volgend jaar wegvalt. Het lopende tekort op de

Amerikaanse lopende balans blijft zeer hoog, namelijk

6% van het BBP. We denken daarom dat er volgend

jaar een einde komt aan de dollarhausse, zeker wan-

neer de ECB de rente optrekt op een ogenblik dat de

markt geen verdere rentestijgingen meer verwacht in

Amerika. We verwachten dat de dollar-euroverhouding

tegen het einde van volgend jaar weer dicht tegen de

1,30 staat.”

Wat verwacht ING voor de Belgische

economie?

Peter Vanden Houte: “We zijn vrij optimistisch

voor de ontwikkeling van de Belgische economie in

2006. Dit jaar is de groei ongeveer 1,3%, voor volgend

jaar verwachten we iets meer dan 2%. Het consumen-

tenvertrouwen zit opnieuw in de lift, de arbeidsmarkt

verbetert en de regering voert nog steeds een fiscaal

expansief beleid waardoor de gezinnen over iets meer

middelen beschikken. Volgens de laatste enquêtes

plannen de bedrijven meer investeringen. Bovendien

verwachten we een blijvende groei in de residentiële

constructie. Alles samen levert dat toch een zekere

voedingsbodem voor een redelijke economische groei

in 2006. Het enige minpunt is het sociale klimaat.

Wanneer het negatieve sociale klimaat rond de einde-

loopbaan blijft aanhouden, kan dat op het gemoed van

de consumenten wegen en ook een negatieve weer-

slag hebben op de investeringsbereidheid van de

ondernemers. Maar normaal gezien zal de Belgische

economie beter presteren dan in 2005.”

Dank u voor dit gesprek.

Een stijgendconsumentenvertrouwen,een verbeterendearbeidsmarkt, een fiscaalexpansiefregeringsbeleid, meerinvesteringsplannen eneen blijvende groei in deresidentiële constructieleveren devoedingsbodem voor eenredelijke economischegroei in 2006.

5

EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:16903.ing-ondernemingmagazine.be

• Peter Vanden Houte over China

Economische groei (in % van BBP)

2004 2005 2006

(prognose) (prognose)

Verenigde Staten 4,2% 3,6% 3,4%

Japan 2,6% 2,4% 2,0%

EMU 1,8% 1,4% 2,0%

België 2,6% 1,3% 2,2%

Interview met Peter Vanden

Houte in november 2005.

Ondertussen heeft de ECB voor

het eerst in 5 jaar de rente

verhoogd tot 2,25%.

Dankzij factoringbeschikt Country Chefonmiddellijk over denodige fondsen om zijngroei te financieren.

Country Chef is een voedingsbedrijf dat zich toe-

spitst op de snelgroeiende markt van convenience

food. Consumenten besteden steeds minder tijd in de

keuken en streven naar maximaal gemak, ook op het

vlak van voeding. Dat gaat van de aankoop over de

bereiding tot de afwas. Daarbij evolueert het demo-

grafische en sociale landschap razendsnel. In gezinnen

met tweeverdieners wordt vaak apart gegeten, het

aantal singles en jonggepensioneerden zit in de lift. In

sommige grote steden in het Verenigd Koninkrijk is al

een op twee huishoudens een eenpersoonsgezin (in

België een op drie)!

Anderzijds wordt eten steeds vaker een sociaal gebeu-

ren. Uiteten op restaurant, of vrienden uitnodigen voor

een gezellig etentje thuis. Probleem: de gastvrouw

heeft geen tijd, zin of de nodige vaardigheid om te

koken… Met een uitgebreid assortiment convenience

food, bereid volgens het “sous vide”-principe, speelt

Country Chef succesvol in op beide tendensen.

FACTORING ALS COMFORTABELE

FINANCIERINGSBRON

In zijn korte bestaan zijn de uitstaande vorderin-

gen van Country Chef dan ook als een pijl de hoogte

ingeschoten. Voor een jong bedrijf is het verre van evi-

dent om die groei te financieren. Johan Peeters: “Bij

onze start beschikten we over twee financieringsbron-

nen: eigen kapitaal van privé-aandeelhouders om te

investeren en bankkredieten om de operationele acti-

viteiten te financieren, maar tegenover die laatste

6

financieel beleid

Factoring alsfinancieringsbron voor snelle groei

Een gebrek aan financieringsmiddelen kan eenserieuze domper zetten op de groei van een bedrijf.Gelukkig biedt factoring soelaas. Johan Peeters vanCountry Chef legt uit waarom zijn firma gekozen heeft voor die originele financieringsformule, en watde bijkomende voordelen zijn.

Johan Peeters, zaakvoerder

van Country Chef

staan waarborgen. Er komt echter een moment waar-

op beide bronnen zijn uitgeput en het bedrijf niet ver-

der kan groeien, tenzij het nieuwe investeerders aan-

trekt, wat voor ons echter geen optie was. Zelfs als de

bank bereid is de kredietlijn te verhogen, moet je tel-

kens de goedkeuring van het kredietcomité afwachten.

Een operationele onderneming kan zo niet werken. Tot

slot is onze omzet onderhevig aan cyclische schomme-

lingen, wat voor bijkomende financieringsproblemen

zorgt. Bestellingen schieten de hoogte in voor de ein-

dejaarsperiode en vallen in januari terug. We hadden

dus nood aan een zeer flexibele financieringsoplossing

die bovendien gelijke tred houdt met onze sterke groei.

ING is dan zelf op de proppen gekomen met bankfac-

toring als beste oplossing. Door een beroep te doen op

de diensten van IFB (International Factors Belgium)

stelt de bank ons een kredietlijn ter beschikking die

vandaag goed is voor 85% van de goedgekeurde vor-

deringen. Op die manier beschikken we onmiddellijk

over de nodige fondsen om onze groei te financieren.”

BIJKOMENDE VOORDELEN

Aan factoring hangt natuurlijk wel een prijskaartje

in termen van factoringrecht en interesten, maar

Country Chef vindt die extra kost geen bezwaar. Johan

Peeters: “Voor ons weegt die kost niet op tegenover de

extra inkomsten die we genereren uit onze groei.

Zonder factoring zouden we nooit onze huidige ont-

wikkeling kunnen financieren. Een onrechtstreeks

voordeel is dat we een flinke korting hebben kunnen

bedingen bij een grote leverancier, in ruil voor contan-

te betaling. Dat heeft onze factoringkosten voor een

groot deel gecompenseerd. Bovendien heeft IFB na

verloop van tijd op eigen initiatief onze tarieven naar

beneden herzien omdat de condities gewijzigd

waren.”

Het contract met IFB bevat eveneens een krediet-

verzekering. Johan Peeters: “In België werken we wel-

iswaar met grote, betrouwbare klanten, maar zelfs de

beste onderneming kan in moeilijkheden geraken, wat

zware gevolgen zou hebben voor onze firma. Maar de

hoofdreden om een kredietverzekering te nemen, is

dat we minder vertrouwd zijn met de Britse markt. IFB

licht al onze klanten door zodat we geen beroep hoe-

ven te doen op bijvoorbeeld Graydon of Dunn &

Bradstreet. Zo vangen we twee vliegen in één klap.”

EEN FLEXIBELE PARTNER

Oorspronkelijk had Johan Peeters nog een aantal

twijfels over bepaalde beperkingen van factoring op

het vlak van financiering en concentratie. Aan het

begin van het contract waarborgde IFB 75% van de

goedgekeurde portefeuille en stond er eveneens een

beperking op de vorderingen per klant (maximaal 25%

7

EEN SNELGROEIEND BEDRIJF IN EEN EXPANSIEVE MARKT

Hoewel de kookkunst van de gemiddelde consument er zienderogen op

achteruitgaat, neemt zijn kennis over voeding toe. Voedsel moet niet alleen culinair

hoogstaand zijn, maar ook gezond, gevarieerd en natuurlijk. Het koopgedrag is

vaak impulsief, voor onmiddellijk verbruik. Of de consument doet boodschappen

voor de hele week en koopt enkel producten met een voldoende houdbaarheid.

Inspelend op die trend, breiden supermarkten hun assortiment convenience food

alsmaar uit (meestal onder eigen label) en het einde van de groei is nog lang niet

in zicht.

Het in Aalter gevestigde voedingsbedrijf Country Chef, opgericht in 1997, richt zich

met zijn uitgebreid assortiment schotels die bereid zijn volgens het ‘sous vide’-

koken op die snelgroeiende markt. Door de speciale bereidingswijze (de rauwe

grondstoffen worden in gesloten, luchtledige folie onder kookpunt gegaard)

behouden de ingrediënten hun volledige natuurlijke smaak, kleur en

voedingswaarde. Er komen bijgevolg geen smaakversterkers, kleur- en vetstoffen

bij te pas, en de kooktechniek waarborgt maximale hygiëne en houdbaarheid.

Country Chef werkt uitsluitend in partnerschap. Geen standaardproducten dus,

maar exclusieve producten op maat van de klant, die uiteraard over de nodige

kritische massa moet beschikken. Dat betekent dat het bedrijf relatief weinig, maar

vooral grote klanten heeft.

Country Chef sloot zijn eerste boekjaar af in 1999 met een omzet van 501.000

euro, de prognose voor het huidige boekjaar is 8 miljoen euro! Vandaag stelt

Country Chef 45 man tewerk. Het bedrijf heeft plannen om binnenkort naast de

Belgische en de Britse een nieuwe nationale markt aan te boren, en naast retail

(65%) en B-2-B (andere voedingsfabrikanten – 32%) een derde kanaal te

ontwikkelen (food service of catering).

IFB vertrekt eerdervanuit de business danvanuit de cijfers en steltzich daarom soepel opbetreffende bepaaldecontractuelebeperkingen.

Snelgroeiende bedrijvenkomen vaak inmoeilijkheden door eentekort aan liquiditeiten,niet door een gebrek aanrendabiliteit.Voor hen is factoring het financieringsmiddel bij uitstek.

binnen de portefeuille). Marcel Debecker, accountma-

nager IFB legt uit waarom: “Daarmee willen we de

cliënt attent maken op de evolutie van zijn portefeuille.

Van zodra meer dan 25% van de totale vorderingen in

zijn portefeuille afkomstig zijn van één klant, gaan de

knipperlichten branden. Die afhankelijkheid maakt het

bedrijf kwetsbaar. Daarnaast moet ook IFB zich

beschermen en aan risicospreiding doen. Maar dankzij

ons systeem van accountmanagers kennen we onze

cliënten door en door. We zijn vertrouwd met hun busi-

ness en volgen hun evolutie op de voet. Daarom stel-

len we ons soepel op en kunnen we soms afwijken van

de contractuele beperkingen wanneer een dossier

goed evolueert.”

Door de snelle en trapsgewijze groei van Country

Chef bleken die beperkingen op een gegeven moment

een probleem. “IFB heeft zich zeer flexibel opgesteld

en onze kredietlimiet opgetrokken tot 80% en later

zelfs 85% van onze goedgekeurde vorderingen,” zegt

een tevreden Johan Peeters. “IFB vertrekt eerder van-

uit de business dan vanuit de cijfers. Als wij een nieu-

we klant winnen, gaat dat meestal gepaard met zeer

grote eerste bestellingen en bijgevolg hoge facturen,

waardoor zijn aandeel in onze portefeuille boven de

drempel van 25% kan schieten. IFB trekt die concen-

tratiedrempel naargelang onze behoeften – al dan niet

tijdelijk – op tot 30 en 35%.” Voor Marcel Debecker

speelt de kwaliteit van het management een doorslag-

gevende rol: “Wij weten met wie we te maken hebben.

Country Chef wordt geleid door een sterk manage-

mentteam met een klare kijk op de toekomst. Alle ver-

antwoordelijken hebben op hun werkterrein minstens

vijftien jaar ervaring in grote voedingsbedrijven.

Uiteraard schept dat een groot vertrouwen.”

CONCENTREREN OP DE KERNACTIVITEIT

Ook het factuurbeheer van Country Chef is uitbe-

steed aan IFB. “Voor ons was dat niet de hoofdreden

om aan factoring te doen, maar wel een mooi bijpro-

duct,” zegt Johan Peeters. “We hebben een beperkt

aantal klanten zodat er relatief weinig opvolging nodig

is, maar omdat we de handen vol hebben met onze

operationele activiteiten, durft er toch wel eens een

onbetaalde factuur aan onze aandacht ontsnappen.

Aangezien IFB zich ontfermt over de opvolging van

onze facturen, kunnen we ons met een gerust gemoed

focussen op onze kernactiviteit.”

Bij het opstellen van het contract werd in samenspraak

met IFB een aanmaningsprocedure afgesproken en een

standaardbrief verstuurd naar alle klanten om hen op

de hoogte te brengen van de omschakeling. Op de fac-

turen van Country Chef prijkt een sticker van IFB met

het rekeningnummer waarop de klant moet storten.

Marcel Debecker: “Country Chef stuurt zijn facturen

elektronisch door via Factel zodat IFB de eraan ver-

bonden kredietlijn onmiddellijk beschikbaar kan stel-

len. Eenmaal per week krijgen we een kopie van alle

papieren facturen toegestuurd.”

EEN TEKEN VAN PROFESSIONEEL BEHEER

Johan Peeters: “De administratieve overschakeling

is zeer vlot verlopen. Niemand heeft negatief gerea-

geerd. De enige reactie kwam van een belangrijke

klant die ons feliciteerde omdat hij onze overstap naar

factoring een bewijs van professioneel beheer vond.

Dat stelde hem gerust naar de toekomst toe. Grote

spelers staan vaak wantrouwig tegenover jonge, snel-

groeiende bedrijven omdat ze twijfels hebben over hun

continuïteit. Snelgroeiers komen immers vaak in moei-

lijkheden door een tekort aan liquiditeiten, niet door

een gebrek aan rendabiliteit. Factoring is voor derge-

lijke ondernemingen dan ook het financieringsmiddel

bij uitstek!” ■

8

FINANCIERING WORDT NOG SNELLER

Nog voor het jaareinde worden alle contracten waarbij IFB een waarborg levert

aan ING herzien. Voortaan zal niet ING, maar IFB de cliënt rechtstreeks

financieren. Het grote voordeel is dat de cliënt nog sneller over zijn kredieten zal

beschikken, dat eventuele plafonds wegvallen en alleen nog interest moet worden

betaald op de opgevraagde bedragen.

EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:16906.ing-ondernemingmagazine.be

• Nuttige links

Johan Peeters, zaakvoerder

Country Chef en Marcel

Debecker, accountmanager IFB

België groeit uit tot het logistieke centrum van

Europa. Dat hebben we te danken aan onze centrale

ligging, onze havens, een dicht wegennetwerk, een uit-

gebreide infrastructuur, goed opgeleide en meertalige

personeelsleden. Toch heeft de transportsector het

hard te verduren, vooral door de concurrentie uit Oost-

Europese lageloonlanden. Heel wat Belgische trans-

portbedrijven hebben daarom de stap gezet naar

gecombineerd vervoer, waarbij de pure transportacti-

viteiten worden aangevuld met logistieke diensten. Bij

ING Lease kunnen ze niet alleen hun zware vrachtwa-

gens leasen, maar ook alle andere nodige investe-

ringsgoederen: hun magazijn, uitrustingsgoederen

(een heftruck, een picking systeem…), informaticapark

(voor het voorraadbeheer)…, en dat zonder hun

balans te verzwaren.

Ook Belgische transportbedrijven die de grens overste-

ken om een filiaal op te richten in Oost-Europa kunnen

een beroep (blijven) doen op ING Lease die er plaatse-

lijk aanwezig is.

DE VOORDELEN VAN DE TRADITIONELE

LEASING

Ook op het vlak van leaseformules is er een duide-

lijke verschuiving in de markt. Vroeger was de gewone

financiële leasing (met een kleine aankoopoptie) de

meest populaire formule. Op het einde van het contract

licht de transporteur de lage aankoopoptie en wordt

hij eigenaar van het voertuig, dat hij verder blijft

gebruiken tot het versleten is. Aangezien transport-

ondernemingen kapitaalsintensief zijn, is dat voor hen

de gedroomde financieringsformule. Een professionele

leasingmaatschappij als ING Lease kent de markt – en

bijgevolg het waardeverloop van het voertuig – door

en door, en geeft daarom gemakkelijker groen licht

voor de financiering dan een bankier. Zodra het lease-

contract loopt, wordt de drempel om een nieuwe lea-

sing toe te kennen nog lager, omdat de leasemaat-

schappij telkens het risico op de ganse vloot-in-leasing

evalueert. Op die manier kan een transportbedrijf haar

investeringspolitiek optimaliseren.

ING Lease kent devrachtwagenmarkt – en bijgevolg hetwaardeverloop van hetvoertuig – door en door,en geeft daaromgemakkelijker groen lichtvoor de financiering daneen bankier.

9

ING services

DOSSIER: LEASING – DEEL 3

Truck & Bus Lease: sectorale kennis levertde beste financieringsformule

Leasing blijft het financieringsinstrument bij uitstek voor zwarebedrijfsvoertuigen. ING Lease beschikt over een ongeëvenaardeexpertise in de vrachtwagensector en op het vlak vantransportstrategie.

Transporteurs kiezenvandaag voor een zolaag mogelijkemaandelijkse huursom,of met andere woorden:voor een hogererestwaarde.

Een bijkomende troef van financiële leasing is dat

de transporteur de BTW niet zelf hoeft voor te schie-

ten. Hij betaalt alleen BTW op de maandelijkse huur-

gelden. Onder andere voor een beginnende transpor-

teur betekent dat een hele verademing. Hij heeft zijn

kaskrediet immers broodnodig om zijn cliënten voor te

financieren en zijn brandstof te betalen.

HET TOENEMENDE BELANG VAN EEN HOGE

RESTWAARDE

Die voordelen blijven uiteraard nog altijd geldig,

maar zoals gezegd staat de markt niet stil.

Transporteurs gaan veel meer rekenen in termen van

gebruikskosten. Ze zijn niet langer geïnteresseerd in de

eigendom van hun vrachtwagenpark, maar kiezen voor

een zo laag mogelijke maandelijkse huursom, of met

andere woorden: voor een hogere restwaarde. Die

restwaarde wordt minstens even belangrijk als de aan-

schaffingswaarde van het voertuig. Een duurdere truck

kan immers een hogere restwaarde hebben, waardoor

de te financieren vork (verschil tussen de aankoop- en

de restwaarde) kleiner kan zijn dan bij een goedkoper

voertuig.

Hiertoe heeft ING Lease Optilease gecreëerd.

Optilease is een unieke huurformule die rekening

houdt met allerlei criteria: merk en type van de truck,

vermogen van de motor, soort vervoer, jaarlijks kilome-

teraantal, gewicht, samenstelling (assen, wielen), soort

cabine en uitrusting enz. Die formule is bijzonder aan-

gewezen voor transporteurs die jaarlijks heel wat kilo-

meters verslinden. Het grote voordeel om te leasen bij

ING is dat ze vrij hun verzekeraar en onderhoudsgara-

ge kunnen kiezen. Maar de belangrijkste troef is van

financiële aard. Bij het lichten van de optie kunnen ze

een mooie meerwaarde op zak steken. Een goede huis-

vader wordt zodoende extra beloond!

Met een dergelijke off-balance leasing ligt het

aflossingsschema zo dicht mogelijk bij het werkelijke

ontwaardingverloop van het voertuig. Bovendien wor-

den de huurgelden in de resultatenrekening geboekt

en wordt de balans niet verzwaard!

BUS LEASE: NU OOK VOOR AUTOCARS

In de buswereld dienen we een onderscheid te

maken tussen lijnbussen voor het geregeld vervoer en

autocars (bijvoorbeeld touringcars, schoolvervoer e.d.).

Busbedrijven die lijnen pachten van openbare vervoer-

maatschappijen zoals De Lijn, kunnen op zeer eenvou-

dige wijze een leasecontract verkrijgen. De terugbeta-

ling van de huursommen is immers zo goed als

gewaarborgd.

Het leasen van autocars is in België pas mogelijk sinds

1 januari 2005. ING Lease Belgium kan in die nieuwe

markt steunen op de ruime expertise van ING Lease

Nederland, die al jarenlang de onbetwistbare markt-

leider is in die zeer specifieke marktniche. Alle voorde-

len van leasing van vrachtwagens gelden ook voor het

(al dan niet geregeld) personenvervoer. Ook autocar-

bedrijven werken met zeer kleine marges en willen het

liefst een financieringsformule waarbij de inkomsten

in lijn liggen met de uitgaven. Dankzij haar deskun-

digheid en een uitstekende kennis van de specifieke

vereisten van het personenvervoer is ING Lease

Belgium erin geslaagd een originele en concurrentiële

aanpak uit te werken, aangepast aan de Belgische

markt. ■

10

KENNIS WAARBORGT DE BESTE SERVICE

De Product Line Truck van ING Lease is lid van

Renta, de Belgische Beroepsvereniging van

Voertuigverhuurders die de belangen van de

sector behartigt. ING Lease weet daarom wat er

leeft bij haar cliënten en biedt dan ook

aangepaste en originele leasingformules aan.

Wilt u meer weten over Truck Lease?

Telefoneer naar 02 739 69 56 of mail naar

truck@inglease.be.

TRANSPORTEUR VAN HET JAAR

Elk jaar bekronen ING en ING Lease in het kader van de ‘Transport & Logistics

Awards’ de beste vrachtwagenbeheerder die voor eigen rekening werkt. Daarbij

hanteert ING die deel uitmaakt van de jury de volgende selectiecriteria: de

beroepsbekwaamheid van de transporteur, zijn organisatievermogen, de gebruikte

financieringformules, het ongevallenbeheer en het onderhoud van zijn wagenpark, de

aanwerving- en opleidingsprogramma’s enzovoort.

Met de ‘Truck Fleet Owner of the Year’ wil ING haar engagement tegenover de

transport- en logistieksector gestalte geven en tegelijk getuigen van haar grondige

marktkennis.

De uitreiking van de ‘Transport & Logistics Awards 2006’ vindt plaats op 9 februari

2006 in de “Kelders van Cureghem” te Anderlecht.

EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:16909.ing-ondernemingmagazine.be

• Link naar ING Lease

De bedragen die op een zichtrekening blijven

staan, brengen zeer weinig interest op. Als goed

beheerder wenst u ongetwijfeld het beste rendement

op uw thesaurie, maar ook de vrijheid om over uw

fondsen te beschikken wanneer u ze nodig hebt voor

betalingen of investeringen. Daarom stelt ING naast de

klassieke termijnrekeningen ook een aantal innovatie-

ve depositoproducten voor waaruit u kunt kiezen

naargelang uw vooruitzichten en de gewenste

beschikbaarheid. Elk product heeft zijn eigen bijzonde-

re kenmerken op het vlak van toegankelijkheid, loop-

tijd en rendement, en werd speciaal ontworpen zodat

u kunt rekenen op de beste verhouding tussen

beschikbaarheid en rendement. We overlopen even de

diverse mogelijkheden zodat u de beste oplossingen

kunt kiezen voor een optimaal beheer van uw liqui-

diteiten.

BUSINESS ACCOUNT: DE FLEXIBELE

REKENING

De Business Account is een goed renderende en

uiterst flexibele depositorekening die rechtstreeks

gekoppeld is aan uw zichtrekening. Ze is even gemak-

kelijk te beheren als een zichtrekening, via de elektro-

nische kanalen ING Home’Bank Plus en Telelink @

Isabel. Er zijn geen beperkingen op het vlak van mini-

mumbedragen of looptijd, met andere woorden, ze

geeft u een totale flexibiliteit. U kunt dagelijks in alle

vrijheid bedragen overschrijven van en naar uw

Business Account, en het bedrag is de dag zelf al

beschikbaar tegen dagwaarde. De berekening van de

rente gebeurt op basis van schijven en de referentie-

index is de Euribor 1 maand (Euro Interbank Offered

Rate: het gemiddelde van de rentevoet voor interban-

caire leningen binnen de eurozone gedurende een

maand). Die rente wordt dagelijks toegepast, maar de

afrekening en de storting van de interesten gebeurt om

de drie maand. Hoe hoger het saldo op uw rekening is,

hoe meer u wordt beloond (zie tabel). De Business

Account is dus een natuurlijk verlengstuk van uw zicht-

rekening, dat u actief kunt gebruiken voor het dage-

lijkse beheer van uw liquiditeiten!

BONUS ACCOUNT: DE BEHEERSREKENING

OP KORTE TERMIJN

Ook de Bonus Account is gekoppeld aan uw zicht-

rekening en biedt u hetzelfde gemak als de Business

Account (dagelijks storten en afnemen, beheer via

elektronische kanalen, trimestriële afrekening en uitke-

ring van de interesten). Het verschil zit in het rende-

Wees een goedethesauriebeheerder.Verzeker u van een hogerrendement op uwliquiditeiten, en beschiktoch volledig vrij overuw fondsen.

11

financieel beleid

Profiteer van een beterrendement op uw liquiditeiten

Flexibiliteit, veiligheid en rendement: dat zijn de pijlers van een goeddepositoproduct. Voor de belegging van uw overtollige liquiditeitenstelt ING u een aantal innovatieve en voordelige oplossingen voorwaaruit u kunt kiezen naargelang de gewenste beschikbaarheid.

BUSINESS ACCOUNT: EEN GOED RENDEMENT PER SCHIJF

Tot 10.000 euro 20% van de Euribor 1 maand

Van 10.000,01 tot 50.000 euro 60% van de Euribor 1 maand

Van 50.000,01 tot 200.000 euro 80% van de Euribor 1 maand

Van 200.000,01 tot 500.000 euro 100% van de Euribor 1 maand

Meer dan 500.000 euro 80% van de Euribor 1 maand

Elk depositoproduct vanING werd speciaalontworpen om u debeste verhoudingbeschikbaarheid/rende-ment te geven voor uwliquiditeiten.

ment en de manier waarop de interesten worden bere-

kend. De referentie-index is de Euribor 3 maanden. Om

te genieten van de volledige rente, moeten de bedra-

gen een volledig trimester (met ingang van de eerste

dag van de maand) op de rekening staan. Wanneer u

voor het einde van het trimester geld van de rekening

hebt afgehaald, bedraagt de interestvergoeding 40%

van de dagrente. De Bonus Account geniet een grote

soepelheid, gekoppeld aan een zeer hoog rendement.

Het is de ideale aanvulling op uw zichtrekening en uw

Business Account.

ING (L) LIQUID: MAXIMALE VEILIGHEID

Als alternatief op een klassieke depositorekening

kunt u ook intekenen op ING (L) Liquid, een geld-

marktfonds dat u extreme flexibiliteit en optimale vei-

ligheid biedt. Met een simpel telefoontje kunt u dage-

lijks in- en uitstappen, zonder kosten en tegen dag-

waarde. Deze sterk gediversifieerde bevek, ontworpen

en beheerd door de specialisten van ING, geniet een

maximale veiligheid en heeft als enige in zijn soort een

AAA-quotering van twee toonaangevende rating-

agentschappen (Moody’s et S&P). Zijn rendement is

gebaseerd op de Eonia (Euro OverNight Index

Average: gewogen gemiddelde van de kredietverrich-

tingen zonder dagelijkse waarborg, ’s nachts uitge-

voerd op de interbancaire markt). Als u over liquiditei-

ten in Amerikaanse dollar beschikt, kunt u kiezen voor

het fonds ING (L) Liquid USD, uitgedrukt in USD en met

de USD Overnight Libid als referentie-index. Er is geen

roerende voorheffing verschuldigd aangezien het

fonds ING (L) Liquid een kapitalisatieproduct is. Door

uw liquiditeiten toe te vertrouwen aan professionelen

(minimumbedrag is 250.000 euro) belegt u in alle vei-

ligheid, diversifieert u uw beleggingsportefeuille en

optimaliseert u het beheer van uw thesaurie (zie ook

ons artikel in ING Onderneming nr. 158).

GESTRUCTUREERDE BELEGGINGEN:

EEN UITZONDERLIJK RENDEMENT

Voor liquiditeiten die u gedurende een langere

periode kunt beleggen, stellen onze specialisten

gestructureerde producten voor, die zowel rekening

houden met uw behoeften als met de beste marktge-

legenheden: de gestructureerde deposito’s waarvan de

looptijd schommelt tussen een maand en een jaar, en

de structured notes met een looptijd van meer dan een

jaar. Hun interest is afhankelijk van een onderliggende

index die gekozen en voorgesteld wordt door de

experts van de marktenzaal van ING: een interestvoet

zoals de Euribor, een wisselkoers of een aandelenin-

dex. De periode van inschrijving is beperkt in de tijd

(van enkele dagen tot meerdere maanden) en de

inschrijvingsbedragen zijn minstens 100.000 euro voor

de deposito’s en 250.000 euro voor de notes. Ze wor-

den onderworpen aan een pooling (groepering van

cliënten) om tot een totaalbedrag van doorgaans twee

miljoen euro te komen. Hebt u meer dan 2,5 miljoen

euro om te beleggen, dan werken onze specialisten

een structuur op maat uit. Uw kapitaal wordt voor

100% gewaarborgd en de interesten worden uitbe-

taald op vervaldag of periodiek naargelang de duur

van uw belegging. Die gestructureerde producten zijn

specifiek bestemd voor ondernemingen die over

belangrijke liquiditeiten beschikken en een actief liqui-

diteitenbeheer voeren.

Die diversificatie van depositoproducten laat toe

om tegemoet te komen aan de diverse realiteiten en

behoeften van ondernemingen.Aarzel niet om uw rela-

tiebeheerder te contacteren voor bijkomende inlichtin-

gen en nuttig advies, wat ook uw beheerprofiel is. ■

12

EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:16911.ing-ondernemingmagazine.be

• Voorbeelden van gestructureerde producten (pdf)• Links naar vroegere artikels

SEPA of het eengemaakte eurobetalingsgebied

heeft tot doel de Europese burgers in staat te stellen

om binnen de hele Europese Unie betalingen te doen

vanaf één enkele bankrekening en met een enkele

reeks betalingsinstrumenten, en dat op een even veili-

ge en eenvoudige manier als thans het geval is op

nationaal niveau. Katrien Hanssens, Product Manager

Wholesale Banking: “Voor de cliënt zou het geen enkel

verschil meer mogen uitmaken waar of bij welke bank

in het eurogebied hij een rekening aanhoudt. Met

andere woorden: alle betalingen in Europa en in euro

moeten binnenlandse betalingen worden. Tot nu toe

hebben de banken werk gemaakt van de standaardi-

sering en automatisering van de intracommunautaire

betalingen. In de komende jaren zal het binnenlandse

betalingsverkeer een metamorfose ondergaan.”

KORTE HISTORIEK

De Europese Commissie, het Europees parlement

en de Europese Centrale Bank hebben in de jaren

negentig de constructie van SEPA toevertrouwd aan de

banksector, die het concept concrete gestalte moest

geven tegen 2005. Later werd die datum verschoven

naar 2010. Inmiddels hield de Commissie regelmatig

enquêtes over de kostenverlaging van de transacties,

de maximumduur van de behandeling en de trans-

parantie van de kosten. Ontevreden over de vooruit-

gang kwam de Commissie in 1997 voor het eerst op de

proppen met dwingende wettelijke maatregelen. In

2001 toonde ze zich vooral verbolgen over het feit dat

de gemiddelde transactiekosten voor intracommunau-

taire betalingen sinds 1993 dezelfde waren gebleven

(24 ECU of euro voor een betaling van 100 euro), en

besloot daarom het heft in eigen handen te nemen

door de banken een regulering op te leggen (zie kader

pag 14 met gerealiseerde maatregelen).

“Na die verordening concludeerden de banken dat

hun lobbywerk onvoldoende efficiënt was en hebben

ze de European Payments Council (EPC) opgericht,”

zegt Francis Geets die verantwoordelijk is voor het

opstarten van het SEPA-programma voor ING South

West Europe. Francis Geets vervolgt: “De EPC ver-

tegenwoordigt de drie Europese bankfederaties op het

gebied van betalingen: de commerciële banken, de

coöperatieve banken en de spaarbanken. Op die

manier treden de banken niet langer in verspreide

slagorde op tegenover de Europese autoriteiten en

beschikken ze over een discussieplatform om concrete

gestalte te geven aan het SEPA-concept.”

EPC: HET VERLOOP VAN DE

WERKZAAMHEDEN

Tot nu toe verlopen de werkzaamheden van de

EPC niet volledig zoals verhoopt. Francis Geets: “Het

doel van de EPC was een referentieboek (rule book) op

13

actueel

De Single European Payment Area een balans

Officieel moet volgens de Europese autoriteiten tegen 2010 de SingleEuropean Payment Area (SEPA) een feit zijn. Hoewel de bankwereld alheel wat stappen vooruit heeft gezet op het vlak vanintracommunautaire betalingen, staat er nog heel wat werk (eninvesteringen) voor de deur. Een overzicht van de vorderingen.

SEPA betekent dat allebetalingen in Europa enin euro binnenlandsebetalingen moetenworden.

te stellen voor drie productgroepen: de betalingen, de

domiciliëringen en de kaarten (betaal- en kredietkaar-

ten). Voor elke groep moet de EPC een schema opstel-

len, met een beschrijving van de interbancaire regels

voor de behandeling van die instrumenten, de stan-

daarden die eraan verbonden zijn en een theoretisch

model dat de geld- en informatiestromen beschrijft.

Daarnaast moet de EPC ook de principes beschrijven

die verbonden zijn aan de interbancaire compensatie-

systemen die de SEPA-verrichtingen zullen behande-

len.”

Francis Geets: “Om schaalvoordelen te genieten,

hoopte de Europese Centrale Bank op een centralisatie

van die systemen via de oprichting van een Pan

European Automated Clearing House (PEACH), maar

die bleef tot nog toe uit wegens competitieredenen.

Momenteel probeert elk land te voldoen aan SEPA

door de eigen structuren aan te passen aan de nieuwe

Europese standaarden.” Waar staat SEPA vandaag?

Francis Geets: “De schema’s voor de betalingen en de

domiciliëringen bevinden zich in een consultatiefase

en worden naar alle waarschijnlijkheid goedgekeurd in

de loop van maart 2006. De grote principes zijn aldus

beschreven maar er is nog heel wat werk aan de win-

kel om de nieuwe pan-Europese producten echt aan-

trekkelijk en performant te maken.”

2008: SEPA FOR THE CITIZEN

De Europese Centrale Bank (ECB) is echter niet

tevreden over de vorderingen van de werkzaamheden

van de EPC. In haar derde vooruitgangsrapport dat

dateert van november 2004, voert ze een nieuwe ver-

valdag in. In 2008 moet ‘SEPA for the Citizen’ een feit

zijn. Katrien Hanssens: “Dat betekent concreet dat een

cliënt vanaf 1 januari 2008 de pan-Europese stan-

daarden zal kunnen gebruiken voor zijn binnenlandse

betalingen. Hij zal bijvoorbeeld vanuit zijn Home’Bank-

module voor Europese betalingen ook binnenlandse

betalingen kunnen doen. Op termijn zal voor beide

maar één systeem meer bestaan. Dat wil zeggen dat

de lengte van de mededeling, de identificatie van de

partijen, de rekeningnummers enzovoort, voor zowel

grensoverschrijdende als binnenlandse betalingen

dezelfde zullen zijn.”

De ECB heeft begrip voor het feit dat niet elk land

even ver staat op het vlak van infrastructuur, produc-

tenaanbod en technologie. Daarom dient elke lidstaat

in de loop van 2005 een nationaal migratieplan uit te

werken, met een duidelijke uitleg over de manier waar-

op ze de deadlines van 2008 en 2010 zullen behalen.

Francis Geets: “Aangezien het centralisatie-effect traag

op gang komt, stellen de Europese autoriteiten zich iets

soepeler op. Tegen 2010 moet de migratie naar de

SEPA-standaarden een feit zijn, maar het deactiveren

van de oude structuren mag later. In België gaat het

concreet over het UCV en Banksys. De diverse nationa-

le banken moeten de migratieplannen leiden en coördi-

neren. Eind oktober 2005 werd het Belgische migratie-

plan voorgesteld aan de gouverneur van de Nationale

Bank van België. De Belgische banken hebben intensief

meegewerkt om dat resultaat te bereiken. Ze zijn bereid

om de nodige investeringen te doen, maar de aanpas-

sing aan de SEPA-schema’s zal ook grote inspanningen

op het vlak van standaardisatie vergen vanwege de

cliënten en de openbare sector.”

14

Wat is al gerealiseerd?

1 juli 2003

Banken worden verplicht om voor hun grensoverschrijdende betalingen in euro

binnen de Europese Unie dezelfde kosten aan te rekenen als voor binnenlandse

betalingen, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, nodig om een SEPA-

verrichting mogelijk te maken:

• De betaling moet in euro gebeuren.

• Vermelding van het IBAN van de begunstigde en de BIC van de bank van de

begunstigde.

• Het te transfereren bedrag mag niet meer bedragen dan 12.500 euro.

• De kosten van de betaling moeten verdeeld worden tussen de opdrachtgever en

de begunstigde.

1 mei 2004

Europese SEPA-transacties worden opengesteld voor de tien nieuwe Europese

lidstaten: Polen, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië,

Cyprus en Malta.

1 januari 2005

Europese betalingen zijn voortaan ook mogelijk naar Noorwegen, IJsland en

Liechtenstein, mits aan bovenvermelde voorwaarden wordt voldaan.

1 januari 2006

De maximumlimiet voor een Europese betaling wordt opgetrokken van 12.500 naar

50.000 euro.

De Eurotower van de ECB

in Frankfurt Francis Geets, verantwoordelijk voor het opstarten

van het SEPA-programma voor ING South West Europe

GROTE VERANDERINGEN OP TIL

De Belgische banken zullen tegen 2008 alle kana-

len voor het grensoverschrijdende betalingsverkeer

moeten aanpassen zodat die ook binnenlandse ver-

richtingen kunnen verwerken. Katrien Hanssens:

“Home’Bank, Self’Bank, overschrijvingsformulieren,

rekeningafschriften… alles moet op een lijn worden

gebracht tegen 2008. Dat zal gepaard gaan met een

enorme inspanning op het vlak van communicatie aan

de cliënten. In 2010 gaan we nog veel verder. De vol-

ledige omschakeling zal de banksector vele miljoenen

euro’s kosten.”

Francis Geets heeft wel enkele reserves betreffen-

de het behalen van de deadline: “SEPA blijft in de eer-

ste plaats een politiek project. In tegenstelling tot de

vorige hervormingen op het vlak van internationaal

betalingsverkeer waarbij de cliënt beloond werd met

lagere bankkosten, blijven financiële prikkels ditmaal

uit. België neemt wel een proactieve houding aan

omdat ons land, dat een van de laagste banktarieven

heeft in Europa, SEPA ook beschouwt als een opportu-

niteit om onze marktefficiëntie te verbeteren. Concreet

willen de Belgische banken hun cliënten zo snel moge-

lijk de voordelen bieden die de eenheidsmarkt en

-munt met zich meebrengen. De grote moeilijkheid is

echter dat er op drie niveaus moet worden gewerkt: de

schema’s en standaarden op Europees vlak, de migra-

tieplannen op landenniveau – volgens mij de hardste

noot om te kraken – en de individuele bancaire strate-

gieën. De aanpassing aan de pan-Europese normen

mag echter niet ten koste gaan van de veiligheid en de

kwaliteit van de betalingservice waarvan onze cliënten

vandaag genieten. Ik denk dat SEPA een ambitieus

project is dat op de goede weg zit, vooral indien de

Europese autoriteiten de markt echt dwingen om voor-

uit te gaan. De doelstelling van 2008 zal zeker gehaald

worden, maar de fundamentele financiële herstructu-

rering voorzien voor 2010 zal heel wat meer tijd vra-

gen. Essentieel is dat we vanaf vandaag aan onze toe-

komst werken!” ■

15

Om u wegwijs te maken doorheen de afkortingen...

BANKSYS

Banksys ontwikkelt en beheert retailbetalingsverkeersystemen voor de Belgische

banken, handelaars en consumenten. Dat betreft onder meer het beheer en de

ontwikkeling van betaalmiddelen als Bancontact/Mister Cash en Proton, en het

verwerken van elektronische betaaltransacties.

EPC

European Payments Council

Opgericht in juli 2002 door 42 toonaangevende Europese banken als lobbyplatform

naar de Europese overheden toe en om gezamenlijk werk te maken van de concrete

realisatie van SEPA door het vastleggen van gemeenschappelijke regels, principes,

standaarden, businesspraktijken enz. ING is lid van deze raad.

PEACH

Pan European Automated Clearing House of Pan-Europese geautomatiseerde

verrekeningskamer.

SEPA

Single European Payment Area

Geïntegreerde zone (25 EU-landen) zonder tariefverschillen tussen

grensoverschrijdende intracommunautaire betalingen en puur nationale

(binnenlandse) betalingen in dezelfde munt. Voor diverse aspecten is SEPA uitgebreid

tot IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.

STP

Straight Through Processing

STP-betalingen zijn buitenlandse betalingen die automatisch, zonder enige manuele

interventie, verwerkt kunnen worden. Internationale betalingen worden op die manier

sneller, goedkoper en correcter verwerkt.

UCV

Uitwisselingscentrum en Verrekening

Het UCV is een vzw, operationeel beheerd en voorgezeten door de Nationale Bank

van België. Het UCV behandelt de zogenaamde retailbetalingen. De afgevende

banken sturen de klok rond overschrijvingen, kaartbetalingen, cheques en

domiciliëringen elektronisch door naar het UCV. Het UCV kanaliseert alle

betalingsberichten naar de ontvangende banken en verrekent per aangesloten bank

dagelijks één uniek netto saldo op de zogenaamde voorschotrekeningen die de

banken bij de NBB aanhouden.

EXTRA INFO SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL:16913.ing-ondernemingmagazine.be

• Dalende inkomsten uit betalingsmarkt voor banksector

• Interessante linksKatrien Hanssens, Product Manager Wholesale

Banking ING

Permanente vorming is voor de meeste werkne-

mers een belangrijke drijfveer. Naargelang hun grootte

en politiek voorzien de meeste ondernemingen in per-

soneelsopleiding, hetzij door een beroep te doen op

externe adviseurs, hetzij via een interne vormings-

dienst. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij ING die

binnen haar departement Human Resources beschikt

over een dienst Learning & Development waar een vijf-

tigtal medewerkers belast zijn met het voorzien van

opleidingen voor de zowat 10.000 personeelsleden

van de groep in België.

Isabelle Rassart, Account Manager Learning &

Development bij ING: “Opleidingen zijn ongetwijfeld

een belangrijk motivatiemiddel. De medewerkers zien

die investering van tijd en geld als een persoonlijke

erkenning. Het voordeel voor de werkgever is het con-

structieve aspect van vorming: buiten het verwerven

van competenties die onmiddellijk kunnen worden

aangewend, staat de werknemer op termijn minder

weigerachtig tegenover vernieuwing als hij zich per-

manent blijft scholen. Zo wint iedereen.”

Isabelle Rassart vervolgt: “Bij ING geniet elke

medewerker gemiddeld drie tot vier dagen vorming

per jaar. De keuze wordt bepaald door (of met toe-

stemming van) zijn hiërarchische verantwoordelijke,

die selecteert uit een basispakket dat aan alle perso-

neelsleden wordt voorgesteld en een aanbod op maat

van de functie. Wanneer een verantwoordelijke van

oordeel is dat een bepaalde opleiding niet meteen

nodig is voor de betrokken post, kan de aanvrager die

toch gratis volgen, buiten de werkuren. Alle relatiebe-

heerders die in rechtstreeks contact staan met onze

cliënten genieten een nog intensievere opleiding.

Bovenop de algemene vorming krijgen ze tot tien

dagen opleiding per jaar.”

EEN STRUCTUUR VOLGENS SPECIALISATIES

De dienst Learning & Development van ING

beschikt over een team course directors die gespecia-

liseerd zijn in gedragstraining (tijd- en prioriteitenbe-

heer, probleemoplossing, onderhandelingsstrategie en

-tactieken, assertiviteitsontwikkeling enzovoort), een

16

management

Opleidingenmaak gebruik van de beste praktijken

Personeelsopleidingen zijn een prachtig motivatiemiddel en eendoeltreffende manier om competenties over te dragen. Daarom zijn zeonlosmakelijk verbonden met een goed beheer van human resources.Hoe kiest u uit een voortdurend veranderend aanbod de meestefficiënte opleidingsmethode? Houd u op de hoogte van de bestepraktijken en pas ze toe in overeenstemming met uw dagelijkse noden.

Opleidingen zijnongetwijfeld eenbelangrijkmotivatiemiddel.De medewerkers zien dieinvestering van tijd engeld als een persoonlijkeerkenning.

ploeg course directors met competenties in technische

opleidingen (integratie van jonge universitaire afgestu-

deerden, productvorming, talen, informatica enzo-

voort), een logistiek team voor de administratie en de

coördinatie van de opleidingen, een team interne trai-

ners en een ploeg relatiebeheerders die de brug vor-

men tussen de vragen van de interne cliënten en het

opleidingsaanbod. ING heeft gekozen voor een schei-

ding van de functies om een zekere bewegingsvrijheid

te verzekeren en specialisaties aan te moedigen.

Isabelle Rassart: “De relatiebeheerders verzamelen alle

vragen vanuit de hele structuur van ING en maken ze

over aan de geschikte course directors. Ze vervullen

een bijzondere functie die onbestaande is in andere

ondernemingen. Ze onderhouden regelmatige contac-

ten met de consultancymarkt, specialiseren zich, testen

en evalueren de beschikbare opleidingen. Het Project

Team (relatiebeheerder, course director en training-

distributie) helpt de interne ‘cliënt’ bij het bepalen van

zijn behoeften, ontwikkelt vervolgens met behulp van

consultants een opleiding of oplossing op maat en ver-

zekert de opvolging. De gedragsopleidingen worden

vaak gegeven door externe consultants; technische

vormingen worden meestal intern ontwikkeld.”

E-LEARNING: EEN METHODE IN DE MODE

De meeste sessies worden klassikaal voorgesteld

aan groepen, maar sinds een tiental jaar kennen ook

nieuwe methodes een zeker succes. Michel Van

Vaerenbergh, Course Director Business Training bij

ING: “Momenteel is e-learning zeer in trek, maar de

efficiëntie ervan is afhankelijk van het type van oplei-

ding. De deelnemer zit alleen achter zijn computer-

scherm of wordt eventueel begeleid door een lesgever,

zodat e-learning vooral geschikt is voor technische

vorming, het verwerven van voorbereidende kennis bij

sommige technisch-commerciële opleidingen en ver-

plichte vormingen op grote schaal. Die methode is

meestal duurder dan de klassieke opleiding want ze

noodzaakt de ontwikkeling van een platform dat ren-

dabel moet worden gemaakt.”

OPLEIDING VIA ROLLENSPELEN

Katrien Kindts, Course Director Behavioral Training

bij ING: “E-learning is minder aangewezen bij gedrags-

training. Op dat vlak verloopt de opleiding via een

interactie tussen de deelnemers en de animator. Wij

huren soms acteurs in of maken gebruik van rollenspe-

len om de deelnemers bewust te maken van hun

gedrag in gesimuleerde situaties. Die nieuwe metho-

dologie geeft uitstekende resultaten want de rollen-

spelen laten toe om afstand te nemen en maken geïn-

dividualiseerde oplossingen mogelijk. De speelse en

interactieve methode die gebruikt wordt bij Live ING

bijvoorbeeld, waaraan al onze medewerkers in de

komende maanden kunnen deelnemen, heeft als ambi-

tie de strategie en doelstellingen van de groep voor

iedereen duidelijk te maken. Het bestaat uit een modu-

le e-learning die hun kennis test over de geschiedenis,

de activiteiten en de strategie van ING, en een interac-

tieve en ludieke module rond een kaart, die iedereen

toelaat om de antwoorden te vinden met de bedoeling

die te vertalen in de doelstellingen van de groep

binnen het dagelijkse werk.”

METEN VAN DE EFFICIËNTIE

“Zich vormen, is werken. Werken, is zich vormen,”

zegt Cécile Léonard die aan het hoofd staat van het

departement Learning & Development bij ING. “De

klassieke methodes hebben zich wel bewezen, maar

ook hun beperkingen aangetoond. We hebben vastge-

steld dat de opleiding van een personeelslid maar effi-

ciënt is als zijn hiërarchische verantwoordelijke hierbij

wordt betrokken, zowel vóór de opleiding, als bij het in

de praktijk brengen van de nieuwe kennis. Ze moet ver-

gezeld worden van duidelijke doelstellingen, beant-

woorden aan reële behoeften op het terrein en beschik-

baar zijn op het juiste moment. We proberen bijgevolg

specialistische initiatieven te ontwikkelen, zoals trans-

versale methodes die technische opleidingen combine-

ren met gedragstraining, waarbij zowel de deelnemer

als zijn hiërarchische overste is betrokken zodat ze er

beiden voordeel uit halen. We maken ook gebruik van

een nieuw informatica-instrument dat de opleidingen

evalueert zodat we de impact meteen kunnen beoorde-

len en de vooruitgang op het terrein twee maanden

daarna kunnen meten, in een perspectief van constan-

te verbetering van kwaliteit en efficiëntie.” ■

De opleiding van eenpersoneelslid is maarefficiënt als zijnhiërarchischeverantwoordelijke erbijwordt betrokken.

17

EXTRA INFOSURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER

INFORMATIE BIJ DIT ARTIKEL16916.ing-ondernemingmagazine.be

• Nuttige links

fiscale knipoog

1818

Voorschot RSZ

Saldo RSZ

BTW

(22-12: ingeval van maandaangifte,

voorschot op de handelingen van de maand

december)

* (31-03: jaarlijkse lijst van de BTW-

belastingplichtige afnemers)

Bedrijfsvoorheffing - maandelijks

(gewoon regime)

(Nota: maandelijks regime met een

bijzonderheid voor de maand december:

- BV m.b.t. inkomsten gedurende de laatste

15 dagen van december 2005 is uiterlijk

op 13-01-06 te betalen

- BV m.b.t. inkomsten gedurende de eerste

15 dagen van december 2006 is uiterlijk

op 22-12-06 te betalen)

Bedrijfsvoorheffing - trimestrieel

(15-12: voorschot op de bedrijfsvoorheffing

van het vierde trimester)

Voorafbetaling belastingen

Uw fiscale kalender om niets te vergeten

ING helpt u graag bij het nakomen van uw sociale

en fiscale verplichtingen, met focus op de fiscaal voor-

deligste oplossing. Voor uw gemak publiceren we ook

dit jaar een handige kalender met de belangrijkste

sociale en fiscale vervaldagen voor het jaar 2006.

Deze kalender is van toepassing op zelfstandigen,

vrije beroepen en vennootschappen die hun balans

afsluiten op 31 december.

U vindt ze in printklare vorm ook op onze website

(www.ing-ondernemingmagazine.be), zodat u dit

magazine niet hoeft te beschadigen.

Opgelet: Op de vermelde data dienen de verschuldigde bedragen op de rekening van de

ontvanger te zijn gestort. Wacht met uw betalingsopdracht bijgevolg niet tot de uiterste

betaaldatum want er kunnen altijd een aantal dagen verlopen tussen het invoeren van de

betalingsopdracht en de effectieve uitvoering ervan.

JAN

UARI

FEBR

UARI

MAA

RT

APRI

L

MEI

JUN

I

JULI

AUG

UST

US

SEPT

EMBE

R

OKT

OBE

R

NO

VEM

BER

DECE

MBE

R

*

2006

MA 1DI 2 1WO 1 1 3 2 1DO 2 2 4 1 3 2VR 3 3 5 2 4 1 3 1ZA 4 4 1 6 3 1 5 2 4 2ZO 1 5 5 2 7 4 2 6 3 1 5 3MA 2 6 6 3 8 5 3 7 4 2 6 4DI 3 7 7 4 9 6 4 8 5 3 7 5WO 4 8 8 5 10 7 5 9 6 4 8 6DO 5 9 9 6 11 8 6 10 7 5 9 7VR 6 10 10 7 12 9 7 11 8 6 10 8ZA 7 11 11 8 13 10 8 12 9 7 11 9ZO 8 12 12 9 14 11 9 13 10 8 12 10MA 9 13 13 10 15 12 10 14 11 9 13 11DI 10 14 14 11 16 13 11 15 12 10 14 12WO 11 15 15 12 17 14 12 16 13 11 15 13DO 12 16 16 13 18 15 13 17 14 12 16 14VR 13 17 17 14 19 16 14 18 15 13 17 15ZA 14 18 18 15 20 17 15 19 16 14 18 16ZO 15 19 19 16 21 18 16 20 17 15 19 17MA 16 20 20 17 22 19 17 21 18 16 20 18DI 17 21 21 18 23 20 18 22 19 17 21 19WO 18 22 22 19 24 21 19 23 20 18 22 20DO 19 23 23 20 25 22 20 24 21 19 23 21VR 20 24 24 21 26 23 21 25 22 20 24 22ZA 21 25 25 22 27 24 22 26 23 21 25 23ZO 22 26 26 23 28 25 23 27 24 22 26 24MA 23 27 27 24 29 26 24 28 25 23 27 25DI 24 28 28 25 30 27 25 29 26 24 28 26WO 25 29 26 31 28 26 30 27 25 29 27DO 26 30 27 29 27 31 28 26 30 28VR 27 31 28 30 28 29 27 29ZA 28 29 29 30 28 30ZO 29 30 30 29 31MA 30 31 30DI 31 31

in ‘t kort

DAG VAN HET FAMILIEBEDRIJF:

HET FAMILIEBEDRIJF, HOUDEN OF

VERKOPEN?

Op dinsdag 22 november 2005 vond in het

Capitole in Gent de derde editie plaats van “De Dag

van het Familiebedrijf”, een initiatief van het

Instituut voor het Familiebedrijf, gesponsord door

ING. De conferentie ging door onder het thema

“Houden of verkopen: het dilemma van het

familiebedrijf” en kon op heel wat belangstelling

rekenen.

Familiebedrijven zijn al generaties lang de

ruggengraat van de Belgische economie. Dat is niet

vanzelfsprekend, want steeds vaker komt de

ondernemer in de verleiding om het familiebedrijf te

verkopen aan een grote (buitenlandse) investeerder.

In een gevarieerd programma met feiten en cijfers,

interviews, getuigenissen en analyses kwamen

bekende bedrijfsleiders en vooraanstaande experts

aan het woord over de volgende thema’s:

• Verkoop van familiebedrijven, de cijfers.

• De beslissingsfactoren om een familiebedrijf te

houden of te verkopen.

• De aanpak van de verkoop en wat er allemaal bij

komt kijken.

• Basisregels om het bedrijf met succes in de

familie te houden.

Sprekers van ING waren Dirk Adriaenssens, Jos

Behiels, Jean-Philippe Bonte en Luc Truyens. ■

19

Om op de hoogte te blijven van activiteiten en initiatieven die voor uwonderneming nuttig kunnen zijn, hoeft u niet te wachten op een nieuw nummervan ING Onderneming. Ga regelmatig een kijkje nemen op onze website. Het loontde moeite!Naast extra informatie bij de artikels, wordt u regelmatig op de hoogte gebrachtvan interessante activiteiten en seminaries waarbij u zich on line kunt inschrijven.Bezoek ook de bijna dagelijks geüpdate rubriek ‘Financial Daily’.Registratie is gratis.

DE IAS-NORMEN, EEN OMMEKEER IN DE

BOEKHOUDNORMEN

Op 20 oktober 2005 organiseerden ING en het

Instituut van de Accountants en de Belastingconsu-

lenten in het Marnixgebouw van ING (Brussel) een fel

gesmaakte conferentie over de IAS-normen. De meer

dan honderd deelnemers bleken duidelijk

geïnteresseerd in het onderwerp.

De avondsessie ging van start met een inleiding

door Gérard Delvaux, voorzitter IAB, gevolgd door

drie uiteenzettingen:

• Welke koers varen de IAS boekhoudkundige

normen? door Bruno Colmant, doctor in Bestuur-

wetenschappen, lid van de Centrale Raad van de

Economie en van de Hoge Raad van Financiën,

afgevaardigd bestuurder van ING België.

• Fiscale vragen bij de toepassing van IFRS - door

Pascal Minne, gewoon hoogleraar aan de ULB

(SBS), afgevaardigd bestuurder van Petercam.

• De IAS/IFRS-normen en de Commissie voor

Boekhoudkundige Normen - door Jan Verhoeye,

accountant, docent Hogeschool Gent, gastprofessor

Universiteit Gent.

De avond werd afgerond met een debat, gevolgd

door een vragenuurtje waarbij ook de bezoekers het

woord konden nemen. Het hele gebeuren ging door

in beide landstalen, zonder simultane vertaling.

Achteraf mocht ING felicitaties ontvangen voor de

klare documentatie ten behoeve van de deelnemers

(duidelijkheid van de slides, het ontwerp van het

kaft…). Om in schoonheid te eindigen, volgde nog

een walking dinner, een mooie gelegenheid om de

discussies verder te zetten… ■

Surf naar www.ing-ondernemingmagazine.be

V.l.n.r.: Jan Op de Beeck (lid van de raad van bestuur

ING België), Jozef Lievens (afgevaardigd bestuurder

IFB) en Luc Truyens (directeur Belgische

Ondernemingen en Institutionelen ING)

Bruno Colmant, afgevaardigd

bestuurder ING België