Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

98
Bijzondere literatuur in beeld Boordevol leesfragmenten, gespreksvragen en auteursinformatie

description

In de literatuurgids vindt u 5 zeer bijzondere romans van Zomer 2010.

Transcript of Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

Page 1: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

Bijzondere literatuur in beeldBoordevol leesfragmenten, gespreksvragenen auteursinformatie

Page 2: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

1

Page 3: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

2

Inhoud

Brady udall, De eenzame polygamist

•Fragment

•Thematiek

•Gespreksvragen

José Eduardo Agualusa, Het labyrint van Luanda

•Fragment

•Thematiek

•Gespreksvragen

Lisa Moore, Februari

•Fragment

•Thematiek

•Gespreksvragen

Victor Lodato, Mathilda Savitch

•Fragment

•Thematiek

•Gespreksvragen

Carolina Trujillo, De terugkeer van Lupe García

•Fragment

•Thematiek

•Gespreksvragen

4

6

20

22

24

26

38

40

42

44

56

58

60

62

72

74

76

78

90

92

Page 4: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

3

Bestelezer,

Als uitgever begrijp ik als geen ander hoe moeilijk het soms is

te kiezen uit het grote aanbod boeken; er wordt zoveel moois

geschreven en uitgegeven, dat elke keuze bijna een beslissing

wordt iets anders te laten liggen. Ik heb het geluk dat ik daar

een dagtaak van kan maken. Maar ik besef dat het voor u,

ondanks recensies en aanbevelingen van anderen, soms heel

moeilijkmoetzijn.

Inditboekjevindtudaaromdeeerstepagina’svanvijfzeerbij-

zondere romans. Zo kunt u kennismaken met de getalenteerde

auteurs Brady Udall, Lisa Moore, José Eduardo Agualusa, Victor

LodatoenCarolinaTrujillo.Danweetu strakszekerdatuniet

misgrijptmaareenprachtigleesboekhebtgekozen.

Ook vindt u in deze literatuurgids informatie over de thema’s

die in deze vijf romans naar voren komen en er staan enkele

vragen in om uw leesclub tijdens de bijeenkomsten op weg te

helpen. En mocht u nog geen leesclub hebben, dan kunt u er

met deze gids in de hand zonder veel moeite eentje oprichten.

Want wij geloven bij Uitgeverij Meulenhoff dat lezen wel een

individuele ervaring is, maar dat een boek pas écht gaat spre-

kenalshetdoorleeftindegesprekkenvandelezer–ooknadat

delaatstepaginaisomgeslagen.

Veellees-endiscussieplezier

enmetvriendelijkegroet,

MaaikeleNoble

UitgeverMeulenhoff

Page 5: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

4

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

4

Page 6: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

5

Br Ady udALL

De eenzame polygamist

De eenzame polygamistvertelthet tragikomischeverhaalvan

de mormoonse Golden Richards die verstrikt raakt in een

affaireendaarmeede toekomstvanzijngezinophet spel

zet.Ondanksviervrouwenenachtentwintigkinderenwor-

stelt hij met gevoelens van eenzaamheid en het verlangen

omergensbijtehoren.

Brady Udall is schrijver en doceert aan Boise State Univer-

sity. Hij groeide op in een mormoons gezin en was altijd

geïntrigeerd door het polygame verleden van zijn familie.

Voorditboeksprakhijmetmensendienogsteedsindeze

gezinsvorm leven. Eerder schreef hij de verhalenbundel

Laat de honden los!enzijndebuutromanDe buitensporige lotge-

vallen van Edgar Mint.

‘Eenbuitengewoonboek,tegelijkertijdgeestigenopeen

subliememaniercatastrofaal.’PuBLIshErs WEEkLy

‘Indrukwekkendenaandoenlijk.’dE PErs

‘HoogJohnIrving-enBigLove-gehalte,amusante

zomerverteller.’ JEroEn VuLLIngs VIA TWITTEr

OORSpRONkELIJkETITEL:ThE LonELy PoLygaMisT | VERTALING:

ERICAFEBERWEE|pApERBACk624BLZ.|pRIJS:€19,95|ISBN9789029086325

Page 7: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

6

Br Ady udALL

De eenzame polygamist

1

gezinsavond

Om het maar zo eenvoudig mogelijk te zeggen: dit is het ver-

haalvaneenpolygamistdievreemdgaat.Maarerzitnatuurlijk

veel meer achter; het leven van een polygamist is allesbehalve

simpel, ook als het niet wordt gecompliceerd door leugens, ge-

heimen en ontrouw. Neem bijvoorbeeld die vrijdagavond, er-

gens in het begin van de lente, toen Golden Richards, na een

week van huis te zijn geweest voor zijn werk, het tuinpad op

reed van Big House – een van de drie huizen die ‘thuis’ voor

hem waren. Het had een lieflijk, onschuldig, huiselijk tafereel-

tje moeten zijn: een vader die terugkeert in de schoot van zijn

gezin, een vader die thuiskomt bij zijn vrouwen en kinderen.

Maarwaterginggebeuren,besefteGolden, terwijlhijoverhet

lange,metgrindbelegdetuinpadreed,hadmet‘lieflijk’en‘on-

schuldig’niets,maardanooknietstemaken.

Hethuiswaseenbaaierdvanlicht–doorelkvandemeerdantwin-

tigramenvieleengelegloednaarbuiten–enhetlawaaiwaserger

danhijhetzichkonheugen:eenheksenketelvangeschreeuwwaar-

uit af en toe individuele kreten opstegen, afgewisseld met gejam-

merengebons,waaropdeherriedusdanigaanzwoldatdevoordeur

rammeldeinzijnscharnierenenderamenrinkeldeninhunspon-

ningen.Goldenwistnietmeerwanneerhijvoorhetlaatstmetzo’n

herriewasthuisgekomen,maarhijherkendedieonmiddellijk.Wat

hijhoorde,washetgeluidvanchaos,vanverwijten,vanbeschuldi-

gingenoverenweer.Hetgeluidvanproblemen.

Page 8: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

7

‘Hè nee!’ verzuchtte hij. En ook al had hij net ruim driehon-

derdvijftig kilometer gereden, zonder één sanitaire stop, toch

kon hij zich er niet toe brengen de motor uit te zetten en zijn

handen van het stuur te nemen. De dringende noodzaak om

te plassen, grenzend aan mentale marteling, zorgde er uitein-

delijk voor dat hij zijn lange lijf achter het stuur van de gm c

vandaan wurmde. Verbijsterd bleef hij nog even naast de dode

stokrozen staan, met zaagsel in zijn haar, zijn ogen tot spleet-

jes geknepen, terwijl hij met beide handen over zijn pijnlijke

achterwerk wreef. Een grote, breedgeschouderde man met

knoestige handen en iets vooruitstekende voortanden, wat hij

probeerdetemaskerendoorveelvuldigzijnlippentetuiten,als

iemand die gaat fluiten. Dat tuiten deed hij nu ook, terwijl hij

zijn blik over de voortuin liet gaan, die in het bleke, verscho-

tenmaanlichtdeaanblikboodvaneenslagveld; indestruiken

hingen wanten, sjaals en springtouwen, het hele tuinpad lag

bezaaidmetparka’s,kapotspeelgoeden...nouja, jekonhetzo

geknietbedenkenofhetlager,alshetresidudatachterblijftna

eenvloedgolf.Opdegastankwasmetblauwkrijtkloot gekalkt.

‘Tuurlijk!’ mompelde Golden. Behalve dat zijn blaas op knap-

penstond,waszijnslechtebeentijdensderitnaarhuisinslaap

gevallen. Toen hij het grasveld wilde oversteken, richting de

tredendienaardevoordeurleiden,leekhetalsofhijplotseling

gedeeltelijk verlamd was. Zijn been sloeg dubbel, en hij strom-

peldedooréénkniegezakthetgrasover,detredenop,meteen

van pijn vertrokken gezicht, balancerend op zijn goede been

in een poging overeind te blijven. Struikelend over het rond-

slingerende speelgoedgreephijblindelingsnaardebalustrade,

om niet onderuit te gaan en van de veranda te vallen. Trekke-

benend wist hij de voordeur te bereiken, zich bewust van een

gevoel van naderende rampspoed dat zich vertaalde in een stij-

Page 9: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

8

ve nek. Zijn been tintelde pijnlijk, onder zijn voeten trilden de

plankenvandeverandadoordeherriebinnen.

Naastdevoordeurhingeenmetdehandgeschrevenbordje:

voe te n ve ge n

enGoldenschuurdegehoorzaammetdezolenvanzijnlaarzen

overderubberenmat.Naeenpaarkeerdiepinademendoorde

neus om moed te verzamelen, legde hij zijn hand op de deur-

knop.Hijkonerechterniettoekomendieomtedraaien.

Wanthijwasbang.Hijkonernietomheen.Hijwasbangdatde

waarheid–eindelijk–aanhet lichtwasgekomen.Bangdathij

was ontmaskerd als een stiekemerd, als een bedrieger, een leu-

genaar. In gedachten zag hij zichzelf staan: een man die bang

wasomzijneigenhuisbinnentegaan.

Toen hij zijn overhemd in zijn broek had gestopt, het zaagsel

enigszins uit zijn haar had geklopt, een ademfris pepermuntje

uitzijnborstzakhadgevisteneenpaar snuivenneussprayhad

genomen, voelde hij zich iets zekerder van zichzelf. Opnieuw

legdehijzijnhandopdedeurknop,enhijslootzijnogen.

‘kom op,’ fluisterde hij. ‘Vooruit, lafbek.’ Als iemand die moed

verzamelt om in ijskoud water te duiken, duwde hij de deur

open. De hitte sloeg hem tegemoet, alsof hij een bakkerij bin-

nenkwam. De schemerige, betegelde hal lag er verlaten bij,

maarhetwaterliephemindemondbijdeverrukkelijke,zoete

geurvan ietswat indeovenstond–Beverly’somgekeerdeana-

nastaart, hoopte hij. Langzaam, op zijn hoede stapte hij over

de drempel. Na nog een stap bleef hij staan om te luisteren.

Bovenhetgeschreeuwenhetgeluidvanstampendevoetenkon

hij de radio horen en het getokkel van water door de buizen

boven zijn hoofd. Normaliter zou er een drom kinderen bij de

deur hebben gestaan, die allemaal door elkaar praatten, hem

aan zijn kleren trokken en vroegen wat hij voor ze had mee-

Page 10: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

9

gebracht. De kleintjes gingen op hun hoofd staan, of ze lieten

hemeenverseblauweplekzien,ofeennieuwekorst–Kijk eens!

Kijk eens wat ik heb! –enzijnvrouwenhieldenzichopdeachter-

grond, wachtend tot hij tijd voor hen had, allemaal even stra-

lend,allemaaleenenalverlangenenaandacht.

Maarvoorheteerstzolanghijzichkonheugen,waserniemand

omhemtebegroeten.Hijwasalleen,endoordieeenzaamheid

zonkdemoedhemopnieuwindeschoenen.

Hij luisterde, in een poging de stemming te peilen, zodat hij

wist wat hij kon verwachten. Ergens sloeg een deur dicht. Van

boven klonken gedempte stemmen. Hij dwong zichzelf verder

telopen,dedonkerehaldoornaardegrote, lichtewoonkamer.

Maar hij zou het liefst als een inbreker de achterdeur weer uit

zijn geglipt; het liefst zou hij zijn teruggereden naar de grote

wegeneenkamerhebbengenomenindeApachesAcresMotor

Inn, waar hij in alle rust kon plassen en waar hij vervolgens

naarhuiszoubellenomtezeggendathijpechhad.Danzouhij

bij het wegrestaurant een stevige maaltijd bestellen – met een

flinke lapvlees–enzichdaarmeeopdebankvoordekleuren-

televisie installeren om Starsky en Hutch te kijken. De droom

werd echter wreed verstoord, want op dat moment begon de

aanval.

‘Doodaandezombie!’ riepeenkinderstem. Iemandgreephem

van achteren bij zijn riem, en van beide kanten sloten kleine

handen zich om zijn kuiten. Ze kwamen overal vandaan, van

achterdebanken,vandetrap,metz’ntienen,z’ntwaalven,ze

gebruiktenhunhoofdalsstormram,zegrepennaarzijnbenen,

ze haakten hun vingers in de zakken van zijn spijkerbroek, en

ze probeerden hem tegen de grond te werken. Herschel, Fig

Newton, Ferris, Darling, Jame-o, Louise, Teague. De Tweede

Tweeling: Sybil en Deeanne. En de Three Stooges, keffend als

Page 11: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

10

mariachi’s.Wild,bezweetgingenzehemtelijf,enevendreigde

hijtebezwijkenonderhungewicht.

Op een andere avond zou Golden het spel misschien hebben

meegespeeld,kreunendensteunendalseenmummieuiteente-

kenfilm,maaiendmetzijnarmenindegespeeldewoedevaneen

ondode, tot hij worstelend, kietelend en zoenend met het hele

stel in een kluwen op het tapijt zou zijn beland. Maar daar kon

vanavondgeensprakevanzijn.Dushijzettezichuitallemacht

schrap en weigerde mee te werken, in de hoop dat ze het zou-

denopgeven.Maarzehieldenvol, lachend, schreeuwend, elkaar

ophitsend. De elfjarige Rusty, die door zijn moeder eufemistisch

‘stevig’ werd genoemd en die te oud werd voor dit soort spelle-

tjes,kwamuitzijnschuilplaatsachterdegordijnentevoorschijn

ensprongvanafdepianokrukopGoldensrug,zodathetnietveel

scheeldeofdiesloeg–metkinderenenal–tegendegrond.

‘Oké!’bromdeGolden.‘Eenbeetjerustigaan!’Ersloegeenplas-

tic samuraizwaard tegen zijn schenen, en hij had het gevoel

alsofiemandprobeerdeeenhapuitzijnknieschijftenemen.

Aanvankelijk bood hij geen verzet. Hij stond daar maar en on-

derging de beproeving als iets wat hij had verdiend. Maar toen

Teague, die zich had aangewend om hem zodra hij zijn kans

schoonzag inzijnkruis terammen,daarooknuweermeebe-

gon,beslootGoldendathetwelletjeswas.HijwerkteRustyvan

zijn schouders en begon de rest van de kinderen een voor een

los te wrikken. Er waren er verschillende die zich verzetten, in

deveronderstellingdatditgewooneenvolgendefaseinhetspel

was.Erhingenernogtweeofdrieaanzijnbenen,enerwaser

eenopzijnruggeklommen,diezichvastklampteaandekraag

van zijn overhemd. pet, met zilverroze vlechten, stond op haar

tenen en had haar armen stijf om zijn middel geslagen, waar-

doordedrukopzijnblaasnogwerdversterkt.

Page 12: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

11

‘Oké! klaar nu! pas op!’ Golden duwde pet opzij, met als enige

gevolg dat een stel anderen toeschoot om haar plaats in te ne-

men. ‘Genoeg! Au! Hé, ik zei dat het klaar was! Hou op! Alle-

machtig!Wegwezen!nu!’

Toenlietenzeeindelijkverbouwereerdlos,hunmondvielopen

van verbazing. Fig Newton was zo verbijsterd dat ze tranen in

haar ogen kreeg, alsof ze was geslagen. Alleen Louise, die ge-

deeltelijk doof was maar haar gehoorapparaat zelden droeg,

ging nog even door en bleef aan Goldens laars knagen, grom-

mendalseenhond.

‘Oké, jongens!’ bracht Golden hijgend uit, terwijl hij zijn afge-

zakte broek ophees. Hij schudde Louise af en trok Fig Newton,

die nog altijd hartverscheurend huilde, tegen zich aan. ‘Het

spijt me, kids. Echt. Maar mijn hoofd staat vanavond niet naar

zombies. Een andere keer weer.’ Zuchtend ging hij met zijn

handdoorzijnharen,enhijprobeerdeeenontspannen,vrolijk

gezichtoptezetten.‘poehpoeh!Waarzijnjulliemoeders?’

Bijdievraagklaardendegezichtenmeteenweerop.Sommigen

haalden hun schouders op, anderen schreeuwden: ‘Dat weten

we niet!’ waarop ze in groepjes van twee of drie uit elkaar sto-

ven,alweer luid schreeuwend,demeestenopwegnaarhet cir-

cuit,omhunrondjestehervatten.

Bij de bouw van het huis, inmiddels elf jaar geleden, had Gol-

den twee fouten gemaakt: te weinig wc’s en het circuit. Het

circuitwassimpelwegeenfoutinhetontwerp.Hethuiswasge-

bouwdvolgenseenstandaardgrondplan:dekeukeninhetmid-

den,metdaaromheende formele huiskamer,degrotewoonka-

mer,deeetkamerendespeelkamer,dieallemaalmetelkaar in

verbinding stonden. Hoe had hij kunnen voorzien dat een der-

gelijke opstelling een soort rotonde zou creëren, een volmaakt

ellipsvormig racecircuit, waarover de kinderen eindeloos en

Page 13: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

12

zonder enig obstakel in het rond konden scheuren? Zo werd

Big House het toneel van een onafgebroken wilde achtervol-

ging:kinderendiedoordekamersachterelkaaraansprintten,

schuindoordebocht,versnellendopderechtestukken,almaar

voortdenderend, glijdend, stuiterend tegen de muren, en altijd

–omonduidelijkereden–tegendeklokin.Somswasalleenal

zijn aanwezigheid in Big House genoeg om Golden duizelig te

maken. Dan zat hij op zijn vaste plaats in de keuken, met een

mok surrogaatkoffie of verdiept in een stapel bouwtekeningen,

zonderaandacht te schenkenaande rondcirkelendemeute, en

danwerdhijineenszolichtinhethoofddathijzichaandekof-

fiebarmoestvastgrijpenomnietvanzijnkruktevallen.

Na amper anderhalf jaar was er al een pad van zo’n dertig

centimeter breed in het tapijt uitgesleten, helemaal tot op de

ondervloer. Daarop had Golden geprobeerd een eind aan het

racen te maken, maar hij had net zo goed kunnen proberen

de planeten in hun baan te bevriezen. Om de doorstroming te

blokkeren zette hij een kleine tweezitsbank voor de deur van

deeetkamer,enhijdreigdezelfsdeeetkamervolledigafteslui-

ten als het niet anders kon. Maar Nola en Rose-of-Sharon – de

tweevrouwen,tevenszusjes,diedithuisdeelden–overtuigden

hemervandathetraceneenzegenwas,ondankshetlawaaien

ondanksdeschadeaandevloerbedekking.Hetcircuitwasvoor

de kinderen een manier om hun enthousiasme af te reageren,

zeidenze,endatvoorkwameenhoopproblemen.

‘Enthousiasme?’vroegGolden. ‘kunnenzenietgewoonomhet

huis heen rennen? Buiten? kinderen horen hun enthousiasme

buitenuitteleven.Aldatgerenhierbinnen,ikbenalsdedood

datdefunderinghetbegeeft.’

Nola zuchtte, zoals zo vaak wanneer ze probeerde Golden iets

uit te leggen. ‘Buiten rennen ze ook, maar hierbinnen kun-

Page 14: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

13

nen we ze tenminste in de gaten houden.’ Rose-of-Sharon, die

samen met haar zuster aan een geboortequilt werkte, knikte

instemmend. ‘Hierbinnen kunnen ze niet de weg op rennen,

met het risico dat ze onder een veewagen komen of worden

ontvoerddoorkidnappers.’

En daarmee was de discussie gesloten. Vanaf dat moment gold

Big House als een plek waar binnenshuis rennen niet alleen

mocht,maarzelfswerdaangemoedigd.

Big House stond echter ook bekend als een huis waar een vrije

wcmoeilijk tevindenwas.Goldenprobeerdeeerstdewcbijde

achterdeur,maardiewasbezet.(Dankzijeendekjeopdebrilen

een dikke stapel catalogi van warenhuizen en postorderbedrij-

ven genoot deze wc een grote populariteit en was hij vaak be-

zet,zelfsinhetholstvandenacht.)TijdensdebouwhadGolden

de ruim zeshonderd vierkante meter woonoppervlak al enigs-

zinsoverdrevengevonden,maar terwijlhijopwegwasnaarde

enige andere wc op de begane grond – helemaal in de andere

hoekvanhethuis–vondhijdeafstandenronduitstuitend.

Bij de grote staande klok hield hij even halt om zich te oriën-

teren. Wanneer je, zoals Golden, in drie verschillende huizen

woonde,konjegemakkelijkindewarrakendoorkleinedingen

zoals de vraag waar de reservelampen werden bewaard, hoe de

wekkerwerkte,ofwaardewc’szichpreciesbevonden.Eenpaar

wekeneerderwashijmiddenindenachtwakkergeworden,en

indeveronderstellingdathijinOldHousewas,naardekeuken

gelopen – althans, dat dacht hij – om een glas water te halen,

metalsgevolgdathij vande trapwasgevalleneneen spier in

zijnlieshadverrekt.

Nalangnadenkenkonhijzichdeplekvandewcvoordegeest

halen – aan het eind van de gang, vlak bij de deur naar de ga-

rage–enhijzettezijntochtvoort;doordespeelkamer,waaren-

Page 15: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

14

kelevandeouderejongensbezigwarendenatuurstenenhaard

te beklimmen, helemaal naar het drie meter hoge plafond,

terwijl aan de voet daarvan de Three Stooges – Martin, Boo en

Wayne – kungfuposities oefenden en elkaar met de kartonnen

kokersvancadeaupapierophethoofd sloegen; langsde forme-

le woonkamer, waar pauline en Novella in kleermakerszit op

de grond zaten en fluisterend geheimen uitwisselden, gillend

om ietswatopeenvelletjeuiteennotitieblokwasgeschreven;

en langs de eetkamer, waar een met aluminiumfolie afgedekt

bordnadrukkelijkaanhethoofdvandeenorme,uitdriedelen

bestaande tafel was gezet. Een van de spotjes aan het plafond

wasernadrukkelijkopgericht,zodatheteruitzagalseenzorg-

vuldiguitgelichtkunstvoorwerpineenmuseum.

Het bord was een teken, wist Golden; een boodschap. Je bent te

laat, luidde die boodschap. het avondeten is allang geweest, en we

hebben weer eens zonder jou gegeten.

Dit was het soort verwijt dat hij de laatste tijd steeds vaker

kreeg.Hetgingaltweejaarnietgoedmetzijnbouwbedrijf,van-

daardathijzichgenoodzaaktzagopdrachtenaantenemendie

steeds verder van huis lagen,met als gevolg dat er nóg minder

tijd overbleef voor het gezin. Voor zijn huidige karwei, meer

dan driehonderd kilometer van huis, in Nye County, Nevada,

washijvaakdagenlangweg,somszelfseenheleweek,enwan-

neer hij dan een van zijn huizen binnenliep, voelde hij zich

meer dan ooit een vreemdeling; een buitenstaander, onbekend

metdegeldenderegelsendegebruikelijkegangvanzaken.

Door die avond te laat thuis te zijn voor het eten, had hij een

bijzonder ernstige fout begaan. Het was Gezinsavond, de enige

avond in de week waarop het hele gezin bijeenkwam in Big

House (hetenigehuisdatplaatsboodaanalletweeëndertigge-

zinsleden), om samen te eten, uit de Bijbel te lezen, te zingen

Page 16: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

15

en spelletjes te doen. Als de kinderen zich wisten te gedragen,

werden ze bovendien getrakteerd op citroenrepen of ijs met

chocoladesnippers. Golden twijfelde er niet aan of de vrouwen

hadden uitvoerig gekookt, het huis schoongemaakt en iets bij-

zonders voorbereid, en daarna was het wachten begonnen. Het

wachtenopeenechtgenootenvaderdieerzeldenwasendieer

eengewoontevanhadgemaaktzijngezinte latenwachten.En

zoals de laatste tijd steeds vaker gebeurde, waren ze uiteinde-

lijkzonderhemgaaneten.

Op dat moment kwam de kleine Ferris voorbijrennen, in zijn

blotebillenenblijkbaarhersteldvanzijnvadersuitbarstingbij

thuiskomst. Een van zijn zussen riep hem na. ‘Ferris heeft zijn

broekweereensuitgetrokken!’

Als om dat te bevestigen voerde Ferris een uitgelaten dansje

uit, wiegend met zijn heupen op een manier die gewaagd kon

worden genoemd, zeker voor een kind van vier. Hij jubelde er

vrolijkbij.‘Tra,la,la!’

Omdathijvolledigopginginhetgenietenvanzijneigennaakt-

heid,hadhijGoldenhelemaalnietindegatenterwijlhijgeluk-

zalig met zijn achterwerk langs de grenen lambrisering wreef

envervolgensnaardeanderekantvandekamerdansteenzijn

onderlijf tegeneengrotepotplantdrukte.pas toenNovellaver-

scheen en dreigde dat ze alles aan zijn moeder zou vertellen,

galoppeerde hij weg over het circuit, waarbij hij zichzelf naar

hartenlustopzijnbillensloeg.

Toen hij weer alleen was, keek Golden weer naar het bord op

de tafel. Ondanks alles kon hij de verleiding niet weerstaan.

Hij tilde de folie op en haalde er voorzichtig een gegrilde kip-

penvleugel onder vandaan, waar hij schuldbewust op begon

te knabbelen terwijl hij de gang door sloop. Toen hij de hoek

om kwam stuitte hij op de mollige, altijd zweterige Clifton die

Page 17: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

16

ritmisch tegen de deur van de wc trapte, zichzelf begeleidend

meteenklaaglijkgescandeerd:‘Doeopen,doeopen,ikmoetzo

nodig!Doeopen,doeopen,ikmoetzonodig!’

ToenhijGoldenzag,jammerdehij: ‘Gaanwenogietsdoenaan

die meiden hier in huis? Wat doen ze daar toch de hele tijd?

Nou?Stelletjerotwijven!’

Golden leunde verslagen tegen de muur. Clifton had gelijk, de

meisjeshieldendewc’sendebadkamersveeltelangbezet.Zelfs

alvoordatze indepuberteit raakten,haddenze somseenhalf

uur nodig om aan hun kleren te frunniken, hun haar te doen

en allerlei andere geheimzinnige behandelingen uit te voeren

waar de jongens alleen maar naar konden gissen. En wanneer

eenwcof eenbadkamereindelijkvrijkwam,warenzij eraltijd

alseerstenbij,alsofzeereengeheiminformatienetwerkopna

hielden,waardejongens–diehetgebruikvandewcslechtsals

eenergernisbeschouwden–nietopwarenaangesloten.

Golden had oprecht medelijden met Clifton moeten hebben,

maaronderdehuidigeomstandighedenvoeldehijalleenmaar

ergernis,omdathetkindhemvóórwas.

Begeleid door een soort onweersgeluiden van kinderen die

rechtbovenzijnhoofdvanhunstapelbeddensprongen,hoorde

hij het geratel van een naaimachine, en toen hij zich omdraai-

de, werd hij geconfronteerd met een aanblik die hem de moed

in de schoenen deed zinken: Beverly, zijn eerste vrouw, was in

de rommelkamer aan het eind van de gang druk in de weer

meteenlangelapdoorschijnendestof.Intergendeslowmotion

probeerdeGoldeneenstapachteruit tedoen indehoopdatze

hemnietzouzien,maarnet toenhijuithaargezichtsveldzou

verdwijnen, keek ze op, en hij verstarde. Zonder een woord te

zeggenrichttezehaaraandachtweerophaarnaaiwerk.

Tot op dat moment was hij ervan overtuigd geweest dat alle

Page 18: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

17

vrouwen zich boven hadden verzameld, waar ze bezig waren

over zijn lot te beslissen, grimmig het bewijsmateriaal tegen

hem analyserend, verenigd in hun verlangen hem te laten boe-

ten voor zijn leugens en zijn wangedrag. Maar nu hij Beverly

hier alleen aantrof, wist Golden niet wat hij daarvan moest

denken. Was dat slecht nieuws, of juist een positieve ontwik-

keling?Misschienwashetvrouwenberaadalvoorbijenhadden

zijnechtgenoteszichinverschillendedelenvanhethuisterug-

getrokken. Of misschien was er helemaal geen beraad geweest

enbroeideerietsanders;ietswaarhijalleenmaarnaarkongis-

sen.Opdatmomentstondzijnhoofdechterabsoluutnietnaar

raadsels.Hetenigewathijvoelde,wasdankbaarheidomdathij

bijtijdsdewchadwetentevinden.

kijkendnaarBeverlyprobeerdehijietsafteleidenuithaarhou-

ding.Tevergeefs.Zezatmeteenkaarsrechterug,haarellebogen

tegen haar lichaam. Zelfs op haar meest ontspannen en zorge-

loze momenten zakte ze niet onderuit. Lummelen of treuzelen

kwam in haar woordenboek niet voor, en het was ondenkbaar

dat ze zichzelf zou toestaan het er eens lekker van te nemen.

Wanneer ze sliep, lag ze met haar hoofd keurig recht op het

kussen,haarhandengevouwenopdedekens,alsofzeposeerde

vooreenmatrassenreclame.

Met zijn dijen tegen elkaar geknepen om niet in zijn broek te

plassen, hobbelde Golden de gang door. Bij de rommelkamer

gekomen leunde hij tegen de deurlijst, in een wanhopige po-

ging er nonchalant uit te zien. Ineens drong het tot hem door

dathijeenhalfverorberdekippenvleugel inzijnhandhield. In

eenvlaagvanpaniekstoptehijdieinzijnzak.

‘Hé, hallo!’ Hij stak zijn hand op, alsof ze werden gescheiden

dooreenglazenwand.Ombovendenaaimachineendezoveel-

ste uitbarsting in het geruzie in de woonkamer uit te komen,

Page 19: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

18

verhief hij zijn stem. ‘Sorry dat ik zo laat ben! Die verdraaide

betonwagenkwampasomvieruur!’

Zehaaldevluchtig,nauwelijksmerkbaar,haarschoudersopen

ging door met naaien. Toen hij een stap in haar richting deed,

had hijhetgevoel alsofde temperatuur op slagdaalde. Beverly

was een vrouw wier stemmingen rechtstreeks hun weerslag

hadden op de sfeer in huis. Het leek wel alsof ze alles onder

controlehad,zelfshetweer.

Haar sexy, staalgrijze haar hield ze in bedwang met een ver-

zameling speldjes, klemmen en schuifjes. Vanavond droeg ze

het, zoals gebruikelijk, opgestoken in een knot, met moeite be-

dwongendoorwateruitzagalseenminiatuurwapenarsenaal.

pas toen ze de hele lap had gezoomd, stond ze op om hem

plichtmatig op zijn wang te kussen en te zeggen dat zijn eten

op tafel stond. Vervolgens ging ze weer zitten en inspecteerde

zedezoombijhetlichtvanhetnaaimachinelampje.

‘Hoewasderit?’vroegze.

‘Lang.Zoalsaltijd!Misschienzouikmijnpick-upmoetenruilen

voorElwinsoudesproeivliegtuigje.Als ikdandehelewegnaar

huissalto’smaak,blijfiktenminstewakker.’

Achter hem in de gang trapte Clifton voor de zoveelste keer

tegendewc-deur. ‘Ikhouhetnietmeer!’ jammerdehij. ‘Ikhóú

hetnietmeer!’

Beverly knikte, maar keek niet op. Onder andere omstandig-

hedenzouhijhebbengewachttotzeuitzichzelf ietszei,maar

Cliftonwasnietdeenigediededoodindeogenzag.

‘Ikeh...Iser...Iseriets?’

‘Erisaltijdiets,Golden.Erishieraltijdeenheleboel.’

‘O, nou, eh... Het eh... Het lijkt allemaal een beetje... een gek-

kenhuis.’

‘Tja,datishethiernoueenmaal.Datweetjetoch?’

Page 20: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

19

‘Nee, het is anders. Niet het gewone gekkenhuis. Het lijkt als-

of...Hoemoetikhetzeggen...’

Toen keek Beverly hem eindelijk recht aan. Zijn lippen bewo-

genterwijlhijzochtnaarhetjuistewoord.Datwasietswaarhij

altijdmoeitemeehad–hetvindenvanhetjuistewoord–,maar

wanneer hij zich onder druk gezet voelde, zoals nu, kwam hij

erhelemaalnietmeeruit.

‘...alsoferietsuithetloodis,’zeihijtenslotte.

‘Uit het lood.’ Zeherhaaldehet langzaam,zorgvuldig,keekhem

nogevenaanenwijddezichtoenweeraanhaarwerk.‘Oké,uit

het lood. Je hebt gelijk. Er is iets uit het lood. Sterker nog, er

is een heleboel uit het lood. Die hond van je, bijvoorbeeld. Die

vond het nodig om voor de derde keer in twee weken in mijn

schoenenteplassen.’

‘Cooter?’

‘Cooter, ja. Of heb je soms nóg een hond, waar ik niets van

weet? Ik heb hem opgesloten in de bezemkast, en als hij daar

ook piest, geef ik hem aan de buren. Dan kunnen ze hem als

schietschijfgebruiken.’

Goldenvoeldeeensprankjehoop.Zoudathetzijn?

Page 21: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

20

Brady udall De eenzame polygamist

ThEMATIEk

De eenzame polygamistheeftalshoofdthemadeeenzaamheid.

Iedermensisinwezenalleen,ookdehoofdpersoonGolden,

die vier vrouwen en achtentwintig kinderen heeft. Als Gol-

den nog een vrouw tegenkomt en daar verliefd op wordt,

blijkt hoe groot die eenzaamheid is en staat zijn leven op

instorten. Alles wat vast en onwrikbaar leek, komt op losse

schroeventestaan.Hijwordtgedwongendebalansvanzijn

leven op te maken en voor het eerst in lange tijd moet hij

goedindespiegelkijken.Ineersteinstantiereageerthijmet

vluchtgedrag; hij is zo weinig mogelijk thuis en laat zijn

vrouwen alle huiselijke problemen oplossen. Maar hij ont-

dektdathijzijnproblemennietgeheelkanontlopen.

Ookdeliefde speelteenbelangrijkerol inhetboek.Golden

denktdatzijnvrouwenhemnietechtkennenenbegrijpen,

engaatdaaromsteedsweeropzoeknaareennieuwe liefde

die hem wel zou kunnen begrijpen. Maar hij maakt zijn le-

ven juist ondoorzichtiger door meer vrouwen te trouwen

en kinderen te verwekken. Vreemde machtsverhoudingen,

jaloezie,praktischebeslommeringeneneengebrekaaneer-

lijkecommunicatiezorgenvoortoenemendechaos.

De lezer ziet dat behalve Golden ook zijn vrouwen, die zo-

wel zusters als rivalen van elkaar zijn, lijden onder gevoe-

lensvaneenzaamheid.ZeproberenvanGoldenzoveelmo-

gelijk aandacht te krijgen, en doen hiervoor soms dingen

Page 22: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

21

diezenooithaddengedachttedoen.ZoprobeertTrishbij-

voorbeeldomGoldenoraaltebevredigenenneemtzehier-

voor eerst kauwgom omdat ze heeft gelezen dat dit extra

genotzougeven.HetkauwgomraaktzonderdatGoldendit

merktverstrikt inzijn schaamhaar,wathemdagenlang in

verwarring brengt. De kauwgomklont en de bijbehorende

ontreddering wordt daarmee een symbool voor de alge-

menechaoswaaraanGoldentenprooivalt.

De verschillende huizen die Golden bezit zijn ook een terug-

kerend motief in de roman. Zijn vier vrouwen wonen niet al-

lemaal inéénhuisenzehebbendaaromeensysteemopgezet

omhunkinderenonderlinguittewisselenzodatdieelkaarook

goedlerenkennen.Maarhettegenovergesteldeishetresultaat.

Erisonbegripbijdekinderenoverdezeoplossingenzemaken

vaakruzie.AlsdanookeenhuisdatGoldenverhuurtletterlijk

uitelkaarvalt,zienwezijnhelebestaan inelkaar storten.Hij

kanernognetoptijdvoorzorgendathetgeheelgestutwordt.

Naast de huiselijke beslommeringen die langzaam hun

kookpunt bereiken loopt Golden vast in zijn rouwproces

na de dood van zijn gehandicapte dochter. Hij neemt het

zichzelf kwalijk dat ze verongelukt is en sluit in zijn ver-

drietzijnanderekinderenbuiten.Zoheefthijbijvoorbeeld

weinig oog voor Rusty, die wanhopig om aandacht vraagt

ensteedsextremeredingendoetomdievanGoldentekrij-

gen. In die zin lijken vader en zoon misschien zelfs op el-

kaar, al kiezen ze ieder voor een andere methode om die

aandachttekrijgen.

Page 23: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

22

gEsPrEksVr AgEn

1 Hoe is de verhouding tussen de vrouwen onderling

enhunrelatiemetGolden?Veranderendezeverhou-

dingen?

2 Waarom besluit Trish niet mee te gaan met June en

bijGoldenteblijven?

3 Hoe staat u tegenover polygamie en ‘het principe’

van de polygamisten in deze roman? Heeft deze ro-

manuwideeënoverpolygamieveranderd?

4 Rusty wordt gezien als een lastig kind. Wat is de rol

van Rusty in dit verhaal? In hoeverre heeft zijn ge-

schiedenisraakvlakkenmetdievanJuneenGolden?

5 Rose leest graag ongecompliceerde romans: ‘Rose las

omdat ze wilde weten hoe anderen leefden’ (p. 360).

Waaromleestu?

Page 24: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

23

6 Nestor waarschuwt Golden dat hij niet moet weg-

lopen van zijn problemen. ‘Ik weet uit ervaring dat

je beter kunt proberen je problemen op één plek te

houden’ (p. 471). In hoeverre slaagt Golden hierin,

volgensu?

7 Goldennoemtdewoorden ‘ikhouvanje’ ‘potentieel

destabiliserende woorden’ (p. 521). Waarom zou hij

dit vinden? Hoe denken de andere personages over

deliefde?

8 Waarom vertelt Golden niet aan welk project hij

werkt?Watzegtditoverzijnkarakter?

9 In welke tijd speelt de roman zich af en hoe weet u

dit?Hadhetverhaalzichookineenanderetijdkun-

nenafspelen?Waarom(niet)?

10 Waarom trouwt Golden niet met Huila? Waarom

kiesthijvoorMaureen?

Page 25: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

24

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

24

Page 26: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

25

José EduArdo AguALusA

het labyrint van Luanda

Inhet labyrint van Luandabelandtdelezerinhetjaar2020 inhet

vancorruptiedoordrenktelandAngola.IndehoofdstadLuanda

is,indenadagenvaneendictatorialeregime,eenbizarresmelt-

kroesontstaanvanextremearmoede,donkerebezweringsritue-

lenenluxepenthouses.DehoofdpersoonBartolomeuFalcatois

documentairemakerenschrijverenaandehandvanzijnwerk

enervaringenzienwehoedebewonersvandezestadgrippro-

berentekrijgenophetverledenenhetheden.

JoséEduardoAgualusa(1960)werdgeboreninAngolaenwoont

afwisselendinLissabonenRiodeJaneiro.In 2007wonhijmetDe

handelaar in verledensalseersteAfrikaandeIndependentForeign

Fictionprize.

‘Agualusa triomfeert met zijn speelse geest en zijn aanste-

kelijkevertelplezier.’hET PArooL

‘Agualusa weet vernuftig vertelkunst en fantasie te combi-

neren.’nrC hAndELsBL Ad

‘Agualusageldtalseenvandecomingyoungmenvandepor-

tugeestalige literatuur. Hij schrijft een uiterst elegant proza.’

TrouW

OORSpRONkELIJkETITEL:BARROCOTROpICAL|VERTALING:HARRIELEMMENS

pApERBACk288BLZ.|pRIJS:€19,95|ISBN9789029086370

Page 27: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

26

José EduArdo AguALusA

het labyrint van Luanda

i e e n vrou w valt u it de lu ch t.

Ikteldehetaantalsecondentussendebliksemflitsendedonder-

slag–één,twee,drie,vier,vijf,zes,zeven.Datvermenigvuldigde

ikvervolgensmet340,desnelheidvanhetgeluid inmetersper

seconde, om uit te rekenen waar de bliksem was ingeslagen:

op 2 kilometer en 380 meter. Ik rekende ook de tweede, derde

en vierde flits uit. Het onweer kwam razendsnel dichterbij. Een

halve tel voordat de hemel opengereten werd, wist ik waar de

vijfdebliksemschichtzouinslaan.

kianda was ongeveer 100 meter van de auto waarin ik zat,

ze liep almaar verder, als op een podium, voortgeduwd door

het licht. Haar schoenen zonken weg in de aarde, glimmend

rood op dof rood. In de verte wiegden palmen. Nog verder

weg rees het stevige silhouet van een baobab op. kianda liep

kaarsrecht, met haar gezicht omhoog, haar mooie handen

met de smalle, erg lange vingers op haar borst gevouwen.

Het licht was een dichte, bijna vloeibare goudkleurige sub-

stantie waaraan dorre bladeren, papiersnippers en het fijne

vuurrode stof plakten, dingen die de wind optilde met zijn

krommearmen.

Mijn liefste bleef maar doorlopen naar de zwarte massa van de

wolken.Ikmoestdenkenaandewoordenwaarmeeeenberoem-

demuziekcriticus,eenietwatexcentriekeoudeBrit,haarsucces

had proberen te verklaren: ‘Wat je als eerste bij haar pakt, is

het contrast tussen de breekbaarheid van haar merkwaardig

hoekige, merkwaardig sierlijke silhouet en de trotse felheid

van haar blik. Haar machtige en verfijnde stem. Je krijgt tege-

Page 28: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

27

lijkzinomhaartebeschermenenhaareenpakslaagtegeven.’

kianda stapte in de regenzone. Haar lichte zijden jurk, van

een extreem fel rood, plakte op haar huid en veranderde van

kleur,werddonkerder,bijnapurper.Doordelaaguitgesneden

rug waren de twee vleugels te zien die kianda ooit in Japan

hadlatentatoeëren.

Ik vind ze altijd weer indrukwekkend, hoe goed ik ze ook

ken,vanwegedegedetailleerdheidvandeverenendetrompe-

l’oeiltechniek die de schijn van reliëf wekt. De vleugels bewo-

genophetritmevanhaarademhaling.Haarwildevlammende

haren, die zo veel vrouwen proberen na te bootsen, werden

gedoofd, verlorenglansenvolume terwijl zeoverde robuuste

tekeningvanhaarschoudersvielen.

Ik duwde het portier open en stapte uit de auto, een oude,

diepgele Chrysler, een collector’s item. De natte wind striem-

de mijn gezicht. Ik riep haar naam boven het rommelen van

hetonweeruit.

kianda draaide zich om en keek op hetzelfde moment stom-

verbaasdomhoog.

(nu ik dit herlees, besef ik dat het net het scenario van een reclamespot

lijkt. Dit is dan het moment waarop het flesje parfum in beeld zou moeten

verschijnen. het zou een passende naam moeten hebben, zoiets als La

Tempête.Maar nee hoor. hier verandert de film.)

Ikvolgdedeblikvankiandaenzageenvrouwuitdeluchtval-

len.Zeviel–zwart,naakt,armengespreid–bijna tegelijkmet

de bliksem. Door die bliksem spatte de baobab uiteen. Jaren

geledenheefteenmeteoroloogmeuitgelegddatdebliksembo-

men kan laten ontploffen door een plotselinge verhitting van

het sap te veroorzaken. De vrouw stortte niet ver van de auto

Page 29: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

28

neer in het hoge gras. Ik rende erheen. Haar lichaam was diep

weggezaktindemodder.

Haar hoofd lag achterover. Ik herkende die open, inktzwarte

ogen,nogvollicht,endeinsdeverbijsterdterug.

Iklietniettoedatkiandahaarzag.‘kom,wegaan!’

‘Wat?!Enzijdan?’

‘Ze is dood, schat! Voor haar maakt het niets meer uit. Wou je

depolitiebellen?’

‘Nee, nee! De politie niet. Niemand. Ik wil niemand bellen. Je

weetdondersgoeddatwenietsamengezienmogenworden.’

Ik sloeg mijn arm om haar heen. kianda beefde. Ik bracht haar

naardeauto,hielphaar instappenenreedzwijgendterugnaar

Luanda. Toen we aankwamen, was de avond nog niet neerge-

daald over de stad. Ik parkeerde de auto op twee woonblokken

vanhaarflat.Daarnaboogiknaarrechtsomhaartekussen.

kiandadraaidehaargezichtweg.‘Nee!Nooitmeer.’

Ik stapteuit.Zijgingachterhet stuurzitten, starttedeautoen

reedweg. Ikhieldeentaxiaan. Jarenlangzijnergeen individu-

eletaxi’sgeweestinLuanda;erredenalleencollectievetaxi’s,de

zogenaamdecandongueiros,kleinebusjesbestemdvoorhetvolk.

(het Volk, of Zij, zo noemen wij, de rijken of de bijna-rijken in angola,

degenen die niets hebben. Degenen die niets hebben vormen de verplette-

rende meerderheid van de inwoners van dit land.)

DetaxichauffeurwaseendikkeCongolees1. Zijnspekgladdege-

zichtglomalseenspiegelinhetkoperenlichtvanheteindvan

dedag.

1Congolees:devoordeoorlognaarCongogevluchteAngolezendielater

terugkeerdennaarhunland,wordenCongolezengenoemd.(nootvert.)

Page 30: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

29

Hijkeekmeaanmeteenbredegrijns.‘Waarheen,paizinho?’

‘Weet ik niet,’ bekende ik met een matte stem. Door de Angst

koniknietdenken.‘Rijmaarergensheen.’

Opnieuwdiegrijns.‘komtvoormekaar.’

Een half uur later zette hij me af voor een klein café. Ik keek

naar de flikkerende lichtreclame boven de deur: ‘De Griekse

Trots’.

Degrijnsvandetaxichauffeurhadnudeomvangvandewereld.

‘Gaat u hier maar naar binnen en vraag naar Mãe Mocinha. Zij

kanuzeggenwaaruheenmoet.Zevergistzichnooit.’

(De vrouw van de val, vijf dagen eerder.)

Ik zag haar meteen toen ik bij de boarding-gate aankwam. De

vrouw zag mij ook. Ze fixeerde me met het meedogenloze licht

uithaargrotezwarteogen,enzedeeddatzofeldatikmijnogen

neersloeg.Toenikweeropkeek,zatzenogsteedsopeenvande

stoelen, kaarsrecht, met de elegante trots van een Ethiopische

prinses. Ze droeg een bontjas van een archaïsche luxe en een

zwarte broek met wijd uitlopende pijpen. Ik ging twee stoelen

achter haar zitten, om te ontsnappen aan die blik en haar op

mijngemaktekunnenbekijken.

Wiezoudievrouwzijn?Ofliever–wátzouzezijn?Ikbegonme

verschillende mogelijkheden voor te stellen: ongetwijfeld van

goedenhuize,uiteenoudefamilievanLuandaofBenguela.Een

van haar grootvaders was waarschijnlijk ambtenaar geweest bij

het koloniale bestuur. Haar vader bureaucraat in dienst van de

president, of misschien ook een welvarende ondernemer, een

generaaldieeenbedrijfhadgestichtvoorhetopruimenvanmij-

nen.ZelfhadzegestudeerdinLissabonenLondenofNewYork.

Eventueel Lissabon, Londen én New York. De manier waarop ze

Page 31: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

30

gekleed was, duidde op een smaak die indruiste tegen de hui-

digeecologischenormen.Misschienvondzehetwel leukomte

provoceren, of had ze zo veel geld dat ze zich verheven voelde

bovenhetoordeelvandemassa.Wiehetookmochtzijn,ikwist

zekerdat ikhaarnooiteerderhadgezien. Ikdachtaaneenvan

deTwaalf zwerfverhalen vanGabrielGarcíaMárquez,‘Hetvliegtuig

van de schone slaapster’. In dat verhaal beschrijft de Colombi-

aanse schrijver een reis die hij maakte naast de mooiste vrouw

vandewereld,dienietéénkeermethempraatte. Ikvliegveel,

bijnaelkemaand,en ikkanmenietherinnerendat ikooithet

geluk heb gehad naast een mooie vrouw te zitten. Ik denk dat

de vliegtuigmaatschappijen instructies hebben om geen knap-

pe vrouwen naast mannen te plaatsen, en dan bedoel ik alle

soorten mannen, met uitzondering van priesters en heren van

een respectabele leeftijd. Toen er werd omgeroepen dat we aan

boord konden, wachtte ik tot de vrouw opstond voordat ik me

aanslootinderij.

Totmijnverrassingdraaidezezichom,stakhaarrechterwijsvin-

geruitenvroeg:‘BenjijBartolomeuFalcato?’

‘Meestal wel ja,’ antwoordde ik, terwijl ik koortsachtig zocht

naar een kwinkslag, een luchtige opmerking, iets waardoor ik

weer op adem kon komen en mijn aplomb terug kon krijgen.

‘Maarikbenbereidomdegenetezijndieuwiltdatikben,wan-

neerenwaarumaarwilt.’

Oké, dat had wel wat origineler gekund, maar ze leek niet ge-

krenktdoormijnsulligheid.

‘Ik heet Núbia,’ zei ze veel te hard. ‘Ik wist dat we elkaar ooit

zouden ontmoeten, in Lissabon, Luanda of waar dan ook. Dat

wistikzeker.’

Ik durfde niet te vragen waarom ze dat zo zeker wist. In plaats

daarvanvroegikwatzedeed.Zeglimlachteontwijkend.Meteen

Page 32: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

31

daarna riep iemand haar, ze liep weg en ik zag haar pas weer

in het vliegtuig. Ze zat een paar rijen voor me. De stoel naast

mij was vrij. Núbia merkte het en kwam naar me toe. Ze trok

haarbontjasuiten legdedie indebagageruimte.Onderdie jas

droeg ze een eenvoudige maar elegante witte blouse, die grote,

stevige borsten verried. Daarna opende ze een rood plastic kof-

fertje, haalde daar een stapel tijdschriften uit en legde die op

mijnschoot.‘Hier,dankunjemewatbeterlerenkennen.’

DebladenhaddennamenalsCacao,Tropical,De afrikaanse Vrouw,

Koppen en Kleuren. Núbia stond op alle omslagen. Op het eerste

gekleed als bruid, terwijl ze een lange wenteltrap afdaalde. Op

het tweede poseerde ze in bikini, liggend op haar rug op een

badhanddoek, tegen een achtergrond van rotsen en een sma-

ragdgroenezee.Ophetderdedroegzeslechtseenkortespijker-

broeken lachteze, eenmooie jonge schaterlach, terwijl zemet

beidehandenhaarborstenprobeerdetebedekken.

‘Jee!’zuchtteikverbluft.‘Dusubentfotomodel...’

‘Tien jaar geleden was ik Miss Angola. Daarna ben ik een car-

rièrebegonnenalsfotomodel.Ikhebookeentalkshowgehad.’

‘Nunietmeer?’

‘Nee, ze hebben me monddood gemaakt! Ze willen niet dat ik

praat!’

Zetrokdetijdschriftenuitmijnhandenenvervingzedooreen

dik fotoalbum, dat ze zelf opensloeg. Op de eerste foto was een

defilévanmissentezien.Núbiaverscheenopdefoto’sdiedaar-

na kwamen steeds met dezelfde glimlach. Naast de Angolese

presidente en haar man. Naast een beroemde voetballer. Naast

een filmactrice. Met haar armen om de nek van een steenrijke

Amerikaanse ondernemer. Arm in arm met twee steenrijke An-

golese ondernemers. Op schoot bij een bekende wapensmokke-

laar. Op het enorme presidentiële jacht. Ik wees naar een foto

Page 33: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

32

van haar waar ze op een paard zat. Iets verder naar achteren

was, eveneens te paard, een elegante man met snor en sikje te

zien.Zijngezichtkwammebekendvoor.

‘Enwieisdit?’

‘Datisdeminnaarvanmevrouwdepresidente!’

‘Wat?!’

Ze negeerde mijn verbijstering. Ging door met haar foto’s.

Steedsenthousiaster.Zepraattebijnazonderademtehalen,een

stortvloed van woorden terwijl haar accent veranderde. Ach-

ter de ietwat klaaglijke, soepele uitspraak die zo kenmerkend

is voor de Luandese bourgeoisie, werd nu een andere uitspraak

hoorbaar, ruimer, voller en rustieker. Het was alsof een tweede

vrouw, een vrouw uit het volk, uit de eerste vrouw – de valse –

probeerde te treden, niet als een vlinder die uit de pop breekt,

maaralseenrupsdieuiteenvlinderbreekt. Ikvroeghaarnaar

haarfamilienaam.

Ze glimlachte om te laten zien dat ze mijn bedoeling doorhad.

‘Mijnfamiliewasheelarm.Ikkonnieteensportugeespraten.Ik

praatteslecht.Dezevrouwhierheeftmelerenpraten.’

Zeweesnaardepresidenteopeenvandefoto’s.Eenkortescha-

terlach. ‘Wat een slet! Ze keek altijd als haar man het met me

deed.Weetjewatzemedwongentedoen?Nee,natuurlijkweet

jedatniet.Datweetniemand.Mijendeanderemeisjes.Orgieën

metbelangrijkelui.Drugs...’

‘Datmeenjeniet!’

‘O jawel, ik heb een hoop drugs uitgeprobeerd. Hasj. Heroïne.

Coke.Doeiknietmeer.IkmaggeendrugsnemenvanGod...’

‘VanGod?!’

‘VanGod ja.’Ze liethaarstemzakken.Brachthaarzoete lippen

naarmijnoor.‘WeetjedatGodisgezienopdekustweg?Lopend.

God praat met mij. Een keer liet hij me een van jouw boeken

Page 34: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

33

zien.Dedagdaaropben iknaareenboekhandelgegaanenheb

hetgekocht.’

‘Enhebjehetookgelezen?’

‘Ja, maar ik snapte er niks van. Ik heb het gelezen omdat God

tegen me had gezegd: “Bereid je voor, kind. Jij bent Núbia, de

hoer, en je bent Maria, de heilige. Gezegend zij de vlucht uit

je schoot.” Hij zei dat omdat ik zwanger word, de wereld een

nieuweVerlosserzalgeven...’

Ikstaardehaarverbluftenverschriktaan.‘Enwiemoetdevader

worden?’

Núbia keek licht gechoqueerd. ‘De vader?! Jij natuurlijk. Dat

heeftGodmegeopenbaard.JijwordtmijnJozef.’

‘Enhoezalonzezoonheten?’

‘Emmanueluiteraard.’

Toen de zaak daarmee was afgehandeld, begon ze me te vertel-

len dat ze jarenlang een jongen was geweest. Intussen waren

de lichten in het vliegtuig uitgegaan. Het was na middernacht.

Buitenbranddendesterreninstilte.

‘Toen ik een jongen was, neukte ik met mevrouw de presiden-

te...’

Ikluisterdealnietmeer.Ikhadkoppijn.Deslaapnambezitvan

mijn bewustzijn, als een verduistering in de stad, lang geleden,

tentijdevandeoorlog,eersteenwijkendaarnaalleandere.Uit-

gestrekte gebieden die in de afgrond verdwenen. Tegelijkertijd

doken er losse beelden op uit god weet welke verborgen oce-

aan,ergensuithetdiepstvanmijnhersenen: ikaanhetkussen

met Laurentina, mijn moeder aan het dansen in een roze jurk,

eendodehondopdestoepmetdoorgesnedenkeel. Ikworstelde

wanhopig om boven te blijven. Ten slotte viel ik in slaap; ten-

minste, ik neem aan dat ik heb geslapen, want ik herinner me

dat ik naakt over een strand rende naast Núbia, tot ik ineens

Page 35: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

34

mijnogenopendeedenikhaarovermeheengebogenzag.Haar

blousehingopenen ikzaghaarbeha.Daar, indiesnellenacht

op 11.000 meter hoogte, leek ze me een onbetwistbare godheid.

Eenmoderneversie(welheelmodern,datzeker)vandeMoeder

vandeVerlosser.

Ikvroegslaapdronken:‘Watbenjijaanhetdoen?!’

‘Iktrekmijnblouseuit.Wegaanvrijen.’

‘Hier?!’

‘Ja,wachteven,dandoeikmijnbroekuit.’

‘Niksdaarvan.Enjeknooptjeblouseweerdicht.’

‘Vindjemenietmooi?’

‘Jawel, heel mooi, maar ik vind ook dat je raar doet. Je moet

maareensmeteenpsycholooggaanpraten.’

‘IkpraatlievermetGod.Watkaneenpsycholoogmijnouvertel-

lendatGodmenietzouvertellen?’Daarhad iknietvan terug.

Núbiavattemijnzwijgenopalstekenvaninstemming.Zevoeg-

de er op spottende toon aan toe: ‘Wil je soms dat ik ga praten

metBarbaraDulce?Dieistochpsychologe?’

‘Barbara?! Barbara is psychoanalytica. Ze doet research. Is ge-

specialiseerd in slaapstoornissen. In dromen. Waar ken jij mijn

vrouwvan?’

‘Ikweetallesvanje...’

Dat deed ze gelukkig niet. Ze wist niet eens mijn telefoonnum-

mer. Ik gaf haar een fout nummer, maar ik bewaarde dat van

haar. We namen met een vluchtige zoen afscheid van elkaar in

derijvoordedouane.Ikbeloofdehaartebellen,drongeropaan

dat ze rust moest nemen en maakte me uit de voeten. Barbara

Dulce stond buiten op me te wachten en ik wilde geen schan-

daal.

Mãe Mocinha nam me door een smalle gang naast de bar mee

naareensmaragdgroengeschilderdkamertje.Zeraaddemeaan

Page 36: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

35

om de eerstvolgende dagen niet naar huis te gaan. Het liet me

koud.Vanwatzedaarnazei–meteenstemdieze ikweetniet

van wie had gestolen – werd ik wel behoorlijk ongerust. Vervol-

gens viel zemet haarhoofdophaarborst in slaap ineenoude

leunstoel.Ikliepterugnaarhetcafé.Nettoenikwegwildegaan

uitDeGriekseTrots,begonmijnmobielteblaffen.

(Ja, mijn mobiel blaft. Carla, mijn middelste dochter, heeft de oude

beltoon, een discreet rinkelen, oldfashion, vervangen door woest geblaf.

als ik wat te lang wacht met opnemen, wordt het toestel woedend – of

liever, de hond die erin zit. Dat is een keer gebeurd toen ik buiten was, en

toen kwam ervanuit het niets een huilende en blaffende straathond op

me afstormen. ik moest als een inbreker wegrennen met een hond in mijn

jaszak en een andere achter me aan, die naar mijn hielen hapte. ik heb ge-

probeerd om het oude geluid terug te zetten, maar dat is me nooit gelukt.)

Hetwaskianda.Zezeidathaarmanhaaringeruildhadvooreen

andere vrouw. Ze voegde eraan toe dat ze me niet meer wilde

zien. Nooit meer. Toen ze ophing, ging ik aan een van de ta-

feltjes zitten. Ik bestelde een pils. De eigenaar van de tent, een

vreselijk aardige portugees met een enorme buik, bracht twee

flesjes Cuca en een bordje stokvisballetjes, de beroemde pastéis

de bacalhau.Debestepastéisdebacalhaudieikooithebgegeten.

Hij pakte een stoel en begon me het verhaal van zijn leven te

vertellen. Toen hij daarmee klaar was, vertelde hij hoe hij Mãe

Mocinhahadlerenkennen.Beideverhalenwarenuitzonderlijk.

Hetwasalachtuurgeweest toen ikopstond. IkbeldenaarBar-

bara Dulce. De telefoon rinkelde en rinkelde, maar er nam nie-

mandop. Ikmoestmethaarpraten.Moesthaarvertellendat ik

bijNúbiadeMatosinhetvliegtuighadgezeten.Barbarazoudat

raarvinden. ‘Waaromhebjemedatnieteerderverteld?’zouze

Page 37: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

36

vragen. ‘Omdat ik jenietwoulatenschrikken,schat.Dievrouw

isgek.Zo lijpalseendeur.’Daarnazou ikhaarvertellendat ik

haar uit de lucht had zien vallen, recht voor mijn ogen, terwijl

ik in een taxi met een Congolees achter het stuur op weg was

naar het Condomínio do Cajueiro. Waarschijnlijk zou Barbara

dan weer in de aanval gaan, met lichte stemverheffing. ‘En wat

had jij te zoeken in het Condomínio do Cajueiro, mag ik dat

misschienweten?’Waaropikmijnschouderszouophalen.‘God,

weet ik veel! Een portugese boer interviewen, een soort ziener,

weetjewel,voormijnnieuweroman.’

Ikdeedhetgesprekoverenoverterwijlikwachtteopeenandere

taxi.Barbarazouhettegenhaarvaderzeggen.Mijnschoonvader

is een heel invloedrijke man, die sinds de onafhankelijkheid,

sinds altijd dus, verbonden is aan het ministerie van Staatsvei-

ligheid. Benigno zou wel weten hoe hij me moest helpen. Het

plannenvaneenstrategiegafmeeenzekererust.

Er stopte een taxi voorDeGriekseTrots.Ditkeerwasde chauf-

feureenjongeIndiër. Ikstapteinenvroeghemommenaarde

Termietenheuvel te brengen, het flatgebouw waar ik woon. We

warenerinminderdaneenkwartier.Dereusachtigehalvande

hoofdingangwasleeg.Eenstokoudebewakerzatmetzijnhoofd

opzijnbureauteslapenterwijlvoorhemopeenkleintv’tjeeen

van mijn lievelingsfilms te zien was: Blade Runner. Ik stapte in

de lift en zei tegen de liftboy dat ik naar de zevenenveertigste

verdiepingmoest.Erwasniemand thuis.Opdeeettafel lageen

briefje. ‘Bartolomeu, kianda is bij mij geweest en ze heeft me

alles verteld. Ikbenmetdemeisjesbijmijnouders.Belnieten

komnietlangs.Ikhebtijdnodigomnatedenkenwatikverder

aanmoetmetmijnleven.Barbara.’

Ik lietmeversuft ineenvandeleunstoelenvallen.Zondererbij

na te denken, met een automatisch gebaar, zette ik de tv aan

Page 38: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

37

en daar was zij, Núbia de Matos, een close-up van haar gezicht,

metgeslotenogen.Daarnalietdecamerahaarlichaamzien,van

bovenaf, in een poel van licht. De camera ging verder omhoog

en onthulde andere personages – twee politieagenten, van wie

ereennaasthetlijkvanhetfotomodelknielde;detweedestond

en maakte aantekeningen –, en hij bleef omhoog gaan, terwijl

destemvandenieuwslezeruitsteegbovenhetomgevingsgeruis.

‘HetlijkvanNúbiadeMatos,ex-MissAngola,fotomodelenjour-

naliste, werd vroeg in de avond door twee landarbeiders gevon-

den in de buurt van het Condomínio dos Imbondeiros, in Bom

Jesus. Núbia de Matos kreeg landelijke bekendheid toen ze in

2010 Miss Angola werd. Vervolgens begon ze een carrière als fo-

tomodel.Gedurendeeenaantaljarenwaszehetfavorietemodel

van de Gebroeders Congo, en ze heeft de collecties van Congo

Twins geshowd in de voornaamste modecentra van de wereld.

Twee jaar lang heeft ze ook een eigen talkshow gehad bij de

Onafhankelijke Angolese Televisie. Haar verscheiden op tweeën-

dertigjarige leeftijd dompelt de modewereld in diepe rouw. De

politie heeft geen nadere bijzonderheden prijsgegeven omtrent

de dood van het model, dat alleen woonde in een huurflat in

LuandaSul…’

Mijn mobieltje begon weer te blaffen. Onbekend nummer. Als

deboodschap‘onbekend’verschijnt,ishetmeestalkianda.

Ik nam op en hoorde een donkere mannenstem die half onder-

ging in wat feestgeluiden leken. ‘Spreek ik met Bartolomeu Fal-

cato,deschrijver?’

‘Ja…’

‘Umoetvluchten.Alsuthuisbent,gadanonmiddellijkweg.Ze

willenuvermoorden.’

Page 39: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

38

José Eduardo Agualusa Het labyrint van LuandaThEMATIEk

In het labyrint van Luanda zijn de realiteit en de waarheid

nooit eenduidig. De personages lijken ieder een eigen waar-

heid tehebben.Opeenbepaaldemanier isdatookverklaar-

baar, want na de dictatuur in Angola, waar het verhaal zich

afspeelt, zijn de mogelijkheden enorm – ineens zou iets wat

jarenlang onmogelijk was, best wel eens waar kunnen zijn.

De inwonersvanhet landmoeten in feiteweer lerennaden-

ken nadat hen jarenlang is voorgelogen. In een land waar

de hypocrisie ‘een zeer gewaardeerde deugd’ is, valt dat niet

mee.

Een personage dat vragen oproept over onze visie op de rea-

liteit is de kunstzinnige autist die muurschilderingen maakt

van stadspanorama’s. Hij schildert gebouwen die nog niet

zijn gebouwd of zelfs nog niet zijn ontworpen. De vraag is

wie werkelijk de architect is, en de conclusie luidt dan snel

dat de realiteit wellicht niet meer is dan een uiterst fragiele

waarheid.

De hoofdpersoon, schrijver en documentairemaker Bartolo-

meu, fungeert binnen dit thema als een verzamelaar van de

gefragmenteerde visies. Hij verwerkt de verschillende anek-

dotes en verhalen in zijn documentaires. Zodoende komt hij

in een labyrint van waarheden terecht. Dit is bijvoorbeeld

duidelijk te merken wanneer hij probeert uit te zoeken wat

ergebeurdemetdeschitterendepresentatriceNúbia,dieaan

het begin van het boek op een haast ongeloofwaardige ma-

nierdoodvalt.

Architectuur en mode zijn subthema’s die de verwarring

rondom de waarheid in stand houden. Beide zijn namelijk

Page 40: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

39

cultuuruitingen gebaseerd op een kunstmatig en gecreëerd

beeld.Hetmodeontwerpersduo,JakobenEzau,gaatzoverin

hetcreërenvaneenbeelddatdezetweeindividueninelkaar

opgaan. Zij worden herhaaldelijk voor elkaar aangezien en

alseenvandetweeoverlijdt,wordtdeanderbeidepersonen

inéénlichaam.Wantdatiswatmensenzienofwillenzien.

Communicatie is een andere – wat lastige – tegenspeler van

dewaarheid,wantookintaalspeeltinterpretatieeenonmis-

kenbare rol. Geregeld ziet de lezer hoe taal voor problemen

zorgt. Het zusje van de autistische muurschilder formuleert

hethelderalszijBartolomeuvertelt: ‘Wekunnenweldezelf-

de woorden gebruiken, maar we spreken niet dezelfde taal.’

Alseenrodedraadlopenverwijzingennaardemulti-interpre-

tabeleaardvantaaldoorhetboek.Dewaarheidofderealiteit

isniettevatteninwoorden.

Eenanderbelangrijkmotiefdatinhetoogspringtisdatvan

dezwarte engelen.Zozietdelezerherhaaldelijkvrouwenuit

deluchtvallenenlerenwehetpersonageHumbertoChitecu-

lo kennen, die sinds hij iemand doodde elke dag een zwarte

veer vindt. Hij hoopt daar vleugels van te maken zodat hij

kan leren vliegen. Engelen worden vaak gezien als brengers

van een boodschap, terwijl zwart geassocieerd wordt met

de dood. Ook dit zien we terug in deze roman: Bartolomeu

droomt van dansende zwarte engelen op een dakterras die

later door kianda daar naartoe worden geregisseerd ter aan-

kondigingvanhaarsprong.kiandazelfheeftzwartevleugels

op haar rug getatoeëerd en het vermoorde personage koel

Bloed had grote zwarte vleugels. De personages die ‘zwarte

engelen’ zijn of worden genoemd hebben allen een verband

metdedood,tevensdeenigeabsolutewaarheidinhetboek.

Page 41: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

40

gEsPrEksVr AgEn

1 Wat is uw indruk van de relatie tussen Bartolomeu en

kianda? En hoe verhouden Barbara en Lulu zich tot

dezetweepersonages?

2 Bartolomeu denkt over kianda (op p. 31): ‘Ik was ge-

lukkigmethaarenikvermoeddatikhaarnooitecht

heb gekend. Zou ik ook gelukkig zijn geweest als ik

haar wel had gekend?’ In hoeverre is het mogelijk

omiemandechttekennen,denktu?

3 De verteller presenteert zich geregeld expliciet in de

tekst.Watvindtuhiervan?

4 Hoe heeft u de schematische wijze waarop de ver-

teller de hoofd- en bijfiguren introduceerde ervaren?

Welke artistieke redenen kan hij voor deze werkwij-

zegehadhebben?

5 kianda zegt (op p. 40): ‘Voor een scheppend iemand

is het ouderschap redundant.’ Waarom zou zij het

ouderschap overbodig vinden? In hoeverre kunt u

zichinhaaruitspraakvinden?

6 Er vinden geregeld wisselingen in perspectief plaats.

Hebben deze verspringingen enige invloed gehad op

uwleesplezier?

Page 42: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

41

7 Op pagina 46 schrijft Agualusa: ‘Het verleden veran-

dert met de toekomst mee. (…) Je kunt geen nieuwe

toekomst maken zonder eerst het verleden te veran-

deren.’ In hoeverre bent u het met deze uitspraak

eens?Enspeeltdepolitiekesituatieineenlandhier-

ineenrol?

8 MãeMocinhaverteltBartolomeudatkiandanietver-

liefd op hem is en dat hij voor haar als een spiegel

fungeert.Ineenspiegelzieje‘hetbeeldvanjezelfdat

daarinweerkaatstwordt’.Zelegtverderuit:‘Waarzij

van houdt, is jouw verrukking, ze houdt van de ma-

nierwaaropjijhaarziet’ (p.107).HeeftMãeMocinha

gelijk watbetreftkianda? En inhoeverre vindtu dit

eenaccuratebeschrijvingvanhetbegripverliefdheid

inhetalgemeen?

9 Bartolomeu gelooft niet dat literatuur zo’n macht

heeft dat het levens kan veranderen (p. 123). Wat

vindtuhiervan?Isereenboekgeweestdatuwleven

heeftveranderdenzoja,hoe?

10 Welke betekenis hadden de zwarte engelen in deze

romanvooru?

Page 43: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

42

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

42

Page 44: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

43

LIsA MoorE

Februari

Op Valentijnsdag in 1982 zonk een booreiland voor de kust

vanNewfoundland.Devierentachtigmannenaanboordkwa-

men om, waaronder Cal, de man van Helen. Voor de buiten-

wereld lijktze naderamphaar levenopordetehebbenge-

kregen:zehoudthethuisschoon,doetaanyogaenbeltmet

haarkinderen.Maar ingedachtenkeertzesteedsweer terug

naarCalenzijnfataleongeluk.

Lisa Moore (Canada, 1964) publiceerde eerder twee be-

kroonde verhalenbundels en de roman alligator, die geno-

mineerd werd voor de Orange prize en de Giller prize, en

bekroond werd met de Commonwealth Writers prize voor

de regio Canada en het Caribisch gebied. Ze woont in St.

Johns,Newfoundland.

‘Een studie in eenzaamheid en verdriet… Het boek getuigt

vaneengrootobservatievermogen.’dE VoLkskr AnT

‘Eenwonderschone,somshaastfilosofischeroman…

Eenmeeslependeodeaanhetleven.’dE TELEgr A Af

‘prachtige, poëtische roman over wat een ramp in een fa-

milieaanricht.’nrC hAndELsBLAd

OORSpRONkELIJkETITEL:FEBRUARY|VERTALING:LUCIEVANROOIJENpApER-

BACk308BLZ.|pRIJS:€19,95|ISBN9789029086486

Page 45: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

44

LIsA MoorE

Februari

Zonsopkomst of zonsondergang, november 2008

Helen kijkt hoe de man het schaatsijzer tegen de slijpmachine

houdt. Er zit een roestvrijstalen kap omheen om de opspatten-

de oranje vonkenregen op te vangen. Een laag raspend geluid

wordtschrilenzedenkt:Johnnykomtnaarhuis.

De slijpmachine trilt door in de toonbank onder haar vingers;

John had vannacht gebeld vanaf het vliegveld van Singapore.

Hetgebrulvaneenlandendvliegtuigopdeachtergrond.Zehad

zich op een elleboog overeind geduwd en naar de telefoon ge-

grepen.

Haar kleinzoon Timmy staat gebiologeerd voor de toverballen-

automaat. Op een kartonnen bordje erboven staat met balpen

geschreven dat het schaatsen slijpen gratis is als je een zwarte

reuzenbaltepakkenkrijgt.

Ik moet hier ergens een kwartje hebben, zegt Helen. Ritst het

kralenbeursje met kleingeld open. Ze is moeder van een zoon

endriedochtersenheefttweekleinkinderen.

Mijn dochters waren gehoorzaam, denkt ze terwijl ze naar het

kwartjezoekt.Zedenktaaneentintelende,hardeklap:zeheeft

Cathyéénkeereenpetsophaarwanggegeven–dewittehand-

afdrukwerdsnelrood–, jarengeledenal,eeneeuwigheidgele-

den. Helen had de meisjes ingeprent dat ze moesten luisteren,

datzededenwatzijzei,maarJohnvertiktehetgewoon.

Een jongetje, net als Cal, had ze gedacht toen ze ontdekte dat

zezwangerwasvanJohnny.Deverpleegsterhaddieeerstekeer

niet gezegd welk geslacht de baby had, maar ze wist dat het

een jongetje was. De echo zou om vijf uur ’s ochtends worden

Page 46: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

45

gemaaktenzegingopdefiets.LimeStreetbedektmetdeeerste

rijp van oktober. Op dat tijdstip stonden de sterren nog aan de

hemel.koudehandenophetstuur.Zemoestmetdefietsaande

handCarter’sHilloplopen.

Wat wilde haar zoon als kleine jongen toch veel. Hij had het

jonge hondje willen houden dat hij achter de supermarkt op

eenstukkartonhadgevonden.Zehadgezegddateenhondgeld

kost en vlooien heeft en moet worden uitgelaten. Maar Johnny

moestenzoudiehondhebben.

De slijpsteen zwoegt en snerpt als het ijzer ertegenaan wordt

gehouden,enHelenhaalteenhandjekleingeldtevoorschijnen

laat Timmy een kwartje pakken. Zijn moeder zal wel kwaad

zijn. Timmy lust geen groente, teert op macaroni met kaas. Ze

hebben regels; Helens dochters hebben allemaal keiharde re-

gels. Een toverbal kan van levensbelang zijn. Als je nee zegt,

danishetooknee.

Helen leest dat alle winst naar de Canadese Vereniging voor

Geestelijke Gezondheid gaat. Ze kijkt toe terwijl de jongen het

kwartjeindesleuflaatglijdenenaandestroeveknopdraait.De

toverballen achter het glas rollen over elkaar heen en Timmy

duwthetklepjeomhoog.Zwart.Errolteenzwartereuzenbalin

zijn hand. Hij draait zich om en laat hem aan Helen zien. Zijn

bleke,sproeterigegezichtstraalt.Dieblauweaderopzijnslaap.

knalrood haar. Sprekend zijn moeder. precies dezelfde mond.

Heerlijk,diekleurlozewimpers,diegroeneogenmet roodbrui-

ne vlekjes erin. De slijpmachine tegen de andere schaats. De

geur van brandend metaal. En de oranje vonkenregen. Jimmy

houdtdezwartetoverbalomhoogendemanachterdeslijpma-

chinezethetapparaatuitenschuiftzijnveiligheidsbrilopzijn

voorhoofd. Een gratis slijpbeurt, zegt hij. Fronsend laat hij zijn

duimoverhetsnijvlakgaan.

Page 47: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

46

Vannacht had Johnny gebeld om te vertellen dat de zon op-

kwam boven Singapore. Alleen wist hij niet of de zon opkwam

ofonderging.

Ikweetnietwatvoordaghetis,zeihij.HijkwamuitTasmanië

enhadgeslapeninhetvliegtuig,hijhadgeenflauwbenulmeer

van de tijd. Zijn mobiele telefoon viel steeds weg, of zijn stem

werdtelkensharderenzachter.Hijhadhaarwakkergebeld.Ze

schriktzichaltijdrotals’snachtsdetelefoongaat.

Misschien is het maandag, zei hij. Of anders zondag. Er hing

een grote rode bal boven de palmbomen aan het eind van een

landingsbaan.

Hebjeweleensgeprobeerdtebegrijpenwathetverschil is tus-

sen wat je bent en wat je moet worden? vroeg hij. Hij zei het

zachtjes en Helen kwam verder overeind. Bij vlagen klonk zijn

stemglashelder.

Johnny kon enorm filosoferen als hij een zonsondergang zag;

meerwashetniet.Misschienwaserwelnietsaandehand,had

ze gedacht. Hij was vijfendertig. Hij zat ergens in Singapore.

Ze dacht aan hem: een dag op het strand toen hij zeven was,

zijn gebruinde lijf, zijn benen onder het zand. Een stel grotere

jongenshadhemgeslagenmet sliertenzeewier,hemverderde

golveningejaagd.Helenhadopgekekenuithaarboek.Hetene

moment was ze verdiept geweest in een roman, het volgende

stondzetotaanhaarknieëninhetwaterenwaaddezekeihard

schreeuwenddezeein.Dejongenskondenhaarniethorenvan-

wegedewind.

Rotjongens, schreeuwde ze. Vuile rotjongens. Schamen jullie je

niet?Toenwaszebijhenenverstijfdenze.

Hijbegon,mevrouw.

kijknouhoegrootjulliezijn.kijknou.kiesdaniemandvanje

eigen lengte. En de jongens waren weggegaan, ploegend door

Page 48: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

47

de golven, met een blik achterom die het midden hield tussen

brutaalenbang.

Waarwarendemeisjesdiedaggeweest?Calwaswaarschijnlijk

voor haar ingevallen. Een dagje aan het strand, lang geleden,

zeker dertig jaar, en nu stond daar de toilettafel; haar fles par-

fumwaarhetlichtvaneenstraatlantaarndoorheenscheendat

een stil vuur deed opgloeien in de bruine vloeistof, de franje

aanhetkleed,haarochtendjasaaneenhaakje; Johnnywaseen

volwassen man. Ze omklemde de hoorn. Ze was vijfenvijftig;

nee,zesenvijftig.

Watjemoetworden,hadzeherhaald.

Johnny was zo’n jongen die zijn moeder niet vaak belde, maar

áls hij belde was hij beurtelings kortaf en onsamenhangend,

en de verbinding was per definitie slecht. Of er was iets aan

dehand.Hijwildehaaroverdezonsondergangvertellen,meer

niet, had ze gedacht. De zon ging onder. Of hij kwam net op.

Maar nee, het ging om meer dan een zonsondergang. Ditmaal

hadhijietstevertellen.

De eigenaar haakt knalrode beschermers om de ijzers en strikt

de lange veters aan elkaar zodat Timmy de schaatsen over zijn

schouderkanhangen.

Ziezo, jij kunt gaan schaatsen, zegt hij. Hij geeft Timmy een

zachte draai om zijn oren. Timmy duikt verlegen weg. Helen

zietdetoverbalvandeenenaardeanderewanggaan.

Lekkerhetijsopzeker,zegtdeman.

Wegaanheteensproberen,zegtHelen.

Binnenkortzijndevijversgoed,zegtdeman.Het isaleenflin-

kepooskoud.

Zedraaienzichallemaalomenkijkenuithetraam.Destraatis

weggevaagddooreensneeuwvlaag.

Page 49: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

48

Basiliek, februari 1982

DeOceanRangerbegonopValentijnsdag1982tezinkenenwas

de volgende ochtend vroeg verdwenen. Alle bemanningsleden

kwamenom.In1982wasHelendertig.Calwaseenendertig.

Hetduurdedriedagenvoordatvaststonddatallemannendood

waren. Drie dagen lang bleven de mensen hopen. Sommige

mensen. Helen niet. Zij wist dat ze waren omgekomen, en het

wasnieteerlijkdatzijdatwist.Diedriedagenhadzeookgraag

gehad. Iedereen heeft het erover hoe moeilijk het was om het

niet te weten. Helen had het fijn gevonden om het niet te we-

ten.

Ze benijdde de mensen die wisten dat het windkracht negen

wasentochnogineensoortgeloofsextasenaardebasiliekkon-

den komen. Tijdens de mis voor de Ocean Ranger stonden er

driegezindtennaastelkaarophetaltaarendehelestadliepuit.

Het werd geen herdenkingsdienst genoemd. Helen weet niet

meerhoedemiswelwerdgenoemdenóferweleennaamaan

was gegeven, of hoe ze daar terecht was gekomen. Wat ze zich

herinnert is dat er met geen woord over werd gerept dat de

mannendoodwaren.

In 1982 had Helen niet zoveel met de kerk. Maar ze weet nog

datzezichnaardebasiliekgezogenvoelde.Zehaderbehoefte

aanombijdeanderegezinnentezijn.

Ze kan zich niet meer herinneren dat ze zich klaarmaakte om

naar de mis te gaan. Misschien had ze haar spijkerbroek aan.

Ze weet nog dat ze lopend naar de basiliek ging. Ze weet nog

dat ze om sneeuwbanken heen liep. De sneeuw was door de

sneeuwschuivers vlak gemaakt. Hoge, witte, glad afgeschraapte

muren die het straatlicht opzogen. Je kon nergens lopen. Het

Mariabeeld met sneeuw in de ooghoeken en over één wang en

Page 50: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

49

de mond, als een roverszakdoek. Dat kan ze zich herinneren

omdat er toen al iets in haar begon op te wellen: het gevoel

ergenstenonrechtevantezijnberoofd.

En toen ze de heuvel over kwam stonden er mensen buiten op

detrapvoordebasiliek.Hetwaszodrukdatzeernietallemaal

inkonden.

MaarHelenbaandezicheenwegnaarbinnen.Zehadafgespro-

kenmethaarzusmaarzekanzichnietherinnerenofzeLouise

überhaupt zag. Mensen die zich van alle kanten naar binnen

wrongen,hetorgelenkaarsenenwierook.Zeherinnertzichde

kaarsenendelelies.Ontelbaarveellelies.

Helens schoonmoeder Meg zat ook in de kerk, maar Helen

zag haar evenmin. Meg zat waarschijnlijk voorin. Cals moeder

wildevastvoorinzitten.Denachtdathetbooreilandzonkhad

Megeendroom.Zedroomdeovereenbaby.Ikstondopenkeek

uithetkeukenraamener zat eenbaby’tje inde takkenvande

boom,dikingepaktineenwittedeken.IkzeitegenDave,gadie

babyeenshalen,zegik,voordaterietsmeegebeurt.

Iedereen heeft wel iets gedroomd in de nacht dat het boorei-

landzonk. Iedereen indeheleprovincieweetnogprecieswaar

hijofzijdieavondwas.EenvanHelensvriendinnengafopdat

moment tennisles op de Jongens- en Meisjesclub in Buckmas-

ter’s Circle. Helens vriendin en een veelbelovende leerling, een

zevenjarigtenniswonderalleenindesporthal,zemeptendebal

snoeihardheenenweerenhaddengeen ideevande stormdie

buitenraasde.Toenzedesporthaluitkwamenwasdeautoeen

vage bult onder een dikke laag sneeuw, een eenzame marsh-

mallowopdeverlatenparkeerplaats.Dehele stad lagplat.Een

anderevriendinhadzullenserverenbijeenvalentijnsdinerdat

al helemaal was volgeboekt. Op elke tafel een brandende kaars

en een roos in een vaasje, en het hoofdgerecht was eend met

Page 51: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

50

bosbessensaus, maar het restaurant had moeten sluiten en de

eigenaar vroeg Helens vriendin of ze met hem mee wilde eten

voorzenaarhuisgingen.Nahetetenwasdeeigenaarlangsalle

tafeltjesgegaanomdekaarsenuitteblazen.

Er waren mannen op het booreiland die afscheid namen voor

ze het dek op gingen, dat was het gekke. Sommige mannen

belden hun moeder. Mannen die niet de gewoonte hadden om

de telefoon tepakken.Veel vandemannen warennietgewend

om over gevoelens te praten. In die termen dachten ze niet. Ze

zeidenzekergeendank je wel?Ofhet ga je goed ofik hou van je?

Ze hadden de gewoonte om dat soort emoties om te zetten in

daden. Ze gingen houthakken of sneeuwruimen. Een grote sta-

pel hout onder het blauwe zeil naast de schuur. Ze brachten

elandbiefstukmee.Zebouwdeneenappartementaanvoorhun

schoonmoeder. Ze gingen met een emmer teer het dak op. Zo

zeidenzedank je wel.Sommigenwarenzojongdathetnieteens

in ze opkwam om afscheid te nemen. Zo ver konden ze niet

vooruit denken. Maar zelfs knapen van begin twintig hadden

naar huis gebeld. Hun vriendinnetje gebeld. Gezegd dat ze het

dekopmoestenennogevenwildenbellenvoordatzegingen.

VeelmannendieomkwamenopdeOceanRangerhaddeneral-

lesaangedaanomafscheidtenemen,endatwasraar.Zoging

het de herinnering in. Daar had iedereen het jaren later nog

over.Vlak voordat hij naar buiten ging belde hij nog op.

Op de avond van de mis voor de Ocean Ranger liep Helen de

trappenvandebasiliekopenvroeg:Mag ikereven langs?Met

haar schouders baande ze zich stukje bij beetje een weg naar

binnenenzevoeldezichertotaalnietschuldigover.

ZekanzichLouisenietherinnerenenzezagCalsvaderofmoe-

dernergensindekerk,maarzemoetenerwelzijngeweest.

Uit het orgel dreunde een lange, lage toon, als menselijk ge-

Page 52: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

51

kreun. Ze voelde die toon in haar voetzolen; hij trilde tussen

haar benen, in haar schaambeen en onderbuik, waar hij haar

ingewandenweekmaakte,eninhaarneus.Zekreegereenzere

neus van en tranen in haar ogen. De orgelmuziek ging dwars

doorhaarheen.

Ze had niets met de kerk, maar ze had vast gehoopt dat haar

duidelijkzouwordenhoezedatwatkomenginghethoofdkon

bieden. Ze was verdoofd en kon het niet geloven, maar ze had

driekinderenenvoeldeergensdatzeweerzwangerwas,alwas

zenognieteensovertijd.Enalsdatwelzowas,danhadzehet

nietgemerkt.

Louise zegt: Ik was er wel. We zeiden nog wat veel mensen en

ikgaf jeeenzakdoek. Ikhadeenzakdoek inmijnmouw.Maar

HelenkanzichnietherinnerendatLouiseerwas.

De kaarsen – er moeten er honderden op het altaar hebben

gestaan, elk in een klein rood glaasje – gleden allemaal opzij

toen ze tranen in haar ogen kreeg. Ze knipperde en de kaars-

vlammenwerdenscherpesterrenwaarsperenuitstaken,enze

kreeg weer tranen in haar ogen zodat de vlammen een muur

vanvloeibaarlichtwerden.

Het is eengrotekathedraal,debasiliek,metgewelfdeplafonds

enmeestaltocht,endieavondkonjegeenvinverroerenomdat

hetzovolwas.Endeorgelmuziekklonkhard.Zelfsdemensen

inWaterStreetmoetenhethebbenkunnenhoren.

En de stemmen klonken net zo hard. Zodra de mensen begon-

nen te zingen, hielden de kaarsen hun adem in en begonnen

toen harder te flakkeren. Of de deuren achterin waaiden open

endekoudewindginghelemaaldoorhetgangpadendekaar-

senvlamdenop.

Wie was er op de kinderen komen passen? Helen had de kin-

deren niet meegenomen naar de kerk. Daar heeft ze spijt van.

Page 53: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

52

Johnny was negen en Cathy was acht en Lulu was zeven. Bam,

bam, bam,deeennadeander.

Drie kleintjes in de luiers, kruipend over de grond, had haar

schoonmoeder Meg gezegd, alsof het zo was voorbestemd. Ze

haddekinderendieavondwakkermoetenhouden,zehunski-

pakmoetenaantrekken.Hadzedatmaargedaan.

De kinderen hadden bij haar moeten zijn tijdens de mis, maar

op dat moment dacht ze daar anders over. Ze weet niet wat ze

toendacht.Zehadhetideedatzehenkonbeschermen.Haha.

Het kaarslicht bewoog mee op de orgelmuziek. Een muur van

goudkleurig licht achter de priesters – of wat het ook waren:

dominees, vast wel een aartsbisschop – in hun witte gewaden

met hun armen geheven. Ze begonnen te zingen en ze moest

naarbuiten.

De beverige hoge stemmen van de oude dames voorin. Die

stemmen zijn doordringend, ze mengen niet, ze zijn zuiver

maar schril, en ze mengen of harmoniëren of versmelten geen

moment; ze leiden alleen maar, oude dames die elke ochtend

naardekerkkomen,lopendvanGowerStreetofking’sRoadof

FlavinStreetnadatzewatvoervoordekathebbenneergezeten

een theedoek over de geelbruine kom met een rijzend brood-

deeg hebben gelegd. Ze komen op rubberlaarzen met een rits

aandevoorkant, laarzendie jeover jepantoffelskuntaantrek-

ken en die vroeger van hun inmiddels overleden man waren,

en de oude dames hebben een plastic regenkapje dat ze vast-

strikkenonderhunkineneenwollenjasmetgroteknopenen

permanent en een rozenkrans in hun zak, naast verfrommelde

zakdoekjes.Dieoudevrouwenkondenmaarnietgelovendatze

zo laat in hun leven nog zoveel verdriet moesten aanzien. Dat

soortdingenhoordenzijnuachterderugtehebben.Zezongen

en het schrille geluid was er een van berusting. Je doet er ze-

Page 54: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

53

ventigoftachtig jaarovervoor jekuntberusten,maardeoude

vrouwenwetendatheteennoodzakelijkkwaadis.

Erwarenookmannenstemmen,laagendoordrongenvanmoei-

zaam nadenken. De mannen probeerden te bedenken hoe ze

hetgezangendemismoestendoorkomenennaafloopdeauto

moesten zoeken en terug moesten rijden naar de kerk om hun

vrouwendekinderenoptehalenzodatdiedekounietinhoef-

den – ik kom jullie dadelijk wel halen, anders worden jullie

maar nat, wacht maar hier op de trap, kijk naar me uit – en

diemannendachtenaandeverkeersdrukte,enofhunzoonsof

broers dood waren. Ze wísten dat ze dood waren – dat wisten

zeallemaal–maarvroegenhetzichgewoonaf.Zehieldenhet

gezangboek op een armlengte voor zich, die mannen, want ze

waren verziend, en ze knepen hun ogen tot spleetjes en knik-

ten alsof ze het eens waren met de woorden die ze zongen, of

gewoonomdatzeblijwarendatzezekondenlezen.

De mannen met het gezangboek in de hand hadden gefronste

wenkbrauwen en hun vrouw stond naast ze. In de kathedraal

rook het naar natte wol en winter, koude steen, wierook, en

bij het altaar hing de geur van kaarsvet en lelies. In sommige

bankenstondenhelefamilies,kleinemeisjesmetpijpenkrullen

of vlechten en een jurk die over hun skibroek hing, met rode

wangen, gapend, heen en weer wiegend. peuters zaten bij hun

moederopschootteslapen.

Hierom liep Helen halverwege de mis de kerk uit: sommigen

van die mensen waren vol hoop. krankzinnig van hoop, en ze

zeggen dat hoop vermiste matrozen weer thuis kan brengen.

Dat zeggen ze. Een mens kan uit de dood opstaan, als je maar

genoeghoophebt.

Ze was blij dat ze de kinderen niet mee had genomen. Wie

brengtzijnkinderennoumeenaarzoiets,dachtze.Helenwist

Page 55: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

54

zeker dat Cal dood was en dat ze van geluk mocht spreken als

zezijnlichaamterugkreeg.

Ze wilde zijn lichaam hebben. Dat weet ze nog. Ze wist dat hij

doodwasendatzehunkerdenaarzijnlichaam.Nietdatzedat

toenonderwoordenhadkunnenbrengen.

Watzetoenhadkunnenzeggenwas:zijstonderbuiten.Debes-

temanieromteomschrijvenhoezezichvoelde:zewasverban-

nen.Verbannenvaniedereen,envanzichzelf.

Buiten, 1982

VanwegedekinderenvoeldeHelenzichgenoodzaaktomnette

doen alsof er geen buiten was. Of om áls er een buiten was, te

doenalsofzijeraanwasontsnapt.Helenwildedatdekinderen

dachten dat zij bij hen binnen was. Buiten was een afschuwe-

lijkewaarheiddiezevoorzichzelfwildehouden.

Het was één grote poppenkast, dat liegen over waar ze werke-

lijkwas:buiten.

Zedeedalsofallesnormaalwasdoorhetontbijtklaartemaken

en eten te koken (hoewel ze vaak terugviel op kipnuggets en

diepvriespizza)enzehielpdekinderenmethunhuiswerk.

John beet de gummetjes van zijn potloden, kauwde op het

goudkleurigemetaaltotdatzezijntandenerinzagstaan,enals

zehaarhanduitstak,vieleralleennogmaareenstukjerubber

vol spuug van het puntje van zijn tong. Nadat het booreiland

wasgezonkenwashijopdingengaankauwen.Zijnjuffrouwzei

datJohntijdensdeleszijnpotloodzatopteeten.Hijateenpot-

loodperweek,schattedejuf.Datkannietgoedvoorhemzijn,

zei die juf tegen Helen. Hij kauwde ook op de manchetten van

zijn overhemden tot de rafels erbij hingen. Als hij thuiskwam

warendemanchettennatvanhet spuug.En tussendemiddag

Page 56: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

55

athijmetzijnmondopen,zodatjehetetenkonzien.

De juffrouw zei: Daar gaan de kinderen hem mee pesten. Wijs

hemergewoonafentoesubtielop,zeize.Monddichtalsjeeet.

Zo hoort het gewoon. Op een dag kwam ik de kantine binnen

enzathijhelemaalalleen.Aaneengrotetafel.

DatzeiHelen tegen John,endaarnaathijmetzijn lippenstijf

op elkaar geperst, zijn ogen wijd open omdat hij zo hard zijn

bestdeedzichnetjestegedragen.

Helen hielp John met rekenen, en ze zei tegen hem: Je vijven

staanverkeerdom.

Ze maakten een werkstuk over pinguïns met foto’s uit de Na-

tional Geographic en bordkarton en dikke stiften. pinguïns

blijven hun hele leven bij elkaar. Ze glijden op hun buik van

ijskliffen. Af en toe wordt er eentje opgegeten en blijft de an-

dere alleen achter. Dat waren de dramatische, sentimentele

weetjesoverpinguïns. Johnnyknipte foto’suitmetzijnstompe

schaar en plakte ze op het karton, en met een liniaal maakte

hij schuine strepen voor de bijschriften. Zijn blokletters waren

afzichtelijk.

Van Helen moesten de kinderen samen aan tafel voor het

avondeten. Altijd. Samen eten was de belangrijkste pijler van

haartoneelstukje.

Zebaktenietzelf.Helenstoptefruitcakejesenblikjesfrisdrank

inhunlunchtrommeltje.Vancasinobroodmaaktezeboterham-

men met ham en mayonaise. Alle gezinnen van de verdronken

mannen zaten te wachten op de schadevergoeding, want hoe

moet jeandersvierkinderenteetengevenendeenergiereken-

ingbetalen?

Page 57: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

56

Lisa Moore Februari

ThEMATIEk

IndeopeningsscènevanFebruari beltHelenmethaarzoonJohn

envraagthijhaar:‘Hebjeweleensgeprobeerdtebegrijpenwat

het verschil is tussen wat je bent en wat je moet worden?’Zo-

welJohnalsHelenlevenineenhedendatvooralgekleurdwordt

doorgebeurtenissenuithetverleden.HetverdrinkenvanCal,de

vadervanJohnendemanvanHelen,bepaaltwiezezijnomdat

ze het verlies en het verdriet niet hebben kunnen loslaten. De

vraagvanJohnisvoordetweepersonageseenopeningomhet

verlieseenplektegevenenderouwperiodeaftesluiten.

Als John onverwachts hoort dat hij vader wordt en Helen met

klusjesman Barry meer in huis heeft gehaald dan een nieuwe

vloer,wordenzewakkergeschud.Deplotselingeveranderingen

indetweesluimerlevensdwingthenbeidennatedenkenover

wiezezijnenwiezezoudenwillenzijn.

Eenvandemotievendiehetthemaondersteuntishetloslaten.

Durven loslaten en je overgeven aan het onzekere zien we op

verschillende manieren voorbijkomen, bijvoorbeeld tijdens het

vliegeren,eentouwtrekwedstrijd,detokkelbaan,desurvivaltrai-

ningvan Johnofdebevallingvaneenkind.EnHelenheeftde

eenzaamheidalshetwareomarmdenmoetdezelerenloslaten.

Dit hangt nauw samen met het feit dat de personages zich la-

ten sturen door angsten, iets waar vooral John last van heeft.

Zo leeft hij bijvoorbeeld met een angst voor water (ingegeven

doorzijnvadersverdrinkingsdood)endeangstvoorwareliefde

(omdathijbangisdezenetalszijnoudersteverliezen).

Page 58: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

57

Eenzaamheid endood zijnmisschienweldemeest inhetoog

springendethema’sinFebruari.Helenverbindtdezemetelkaar:

‘Indedoodzijnwealleen.Natuurlijkzijnwedanalleen.Hetis

eengeraffineerdeeenzaamheiddiewenietkunnenervarenals

we nog leven; het is te uitzonderlijk, te krachtig’ (p. 254-255).

Deze thema’sworden sterkondersteund doorbeeldenvankou

enduisternis.Zoverwijstde titelvanhetboeknaardemaand

waarinCaloverlijdtnadathetbooreilandOceanRanger tijdens

eenstormzinkt.InzekerezinlijktervoorHelenjarenlanggeen

einde te komen aan die februari in 1982. Tegen het einde van

hetboekprobeertHelenzichdienachtendelaatstemomenten

vanCalvoortestellen: ‘Calwasalleen indiekou.Moederzielal-

leen,endatwasdedood.Daarkwamdedooduiteindelijkopneer.

Detegenhangersvankouenduisternis,warmteenlicht spe-

leneveneenseenbelangrijkerolindezeroman,metnameals

Helen zich openstelt voor een toekomst met Barry. Bijvoor-

beeld indescènewaarinzehemspontaaneenzelfgemaakte

jurkwil latenzien: ‘Helenhadeenpeertjevanhonderdwatt

in die lamp en het licht ketste tegen het witte satijn en de

jurk was verblindend wit. parels en lovertjes die fonkelden,

licht dat langs de plooien stroomde, dat als bolletjes kwik

opwelde en in alle richtingen werd verstrooid’ (p. 250). Even

laterzoenenzeelkaarvoorheteerstonderhet lichtvanhet

vuurwerk en tijdens hun eerste vrijscène speelt warmte een

rol: ‘Helen liepdekeuken inendeonderkantvandeespres-

sokan gloeide oranje op, alsof hij elk moment kon smelten’

(p.253).MetbeeldenvanwarmteenlichtzienwevoorHelen

eeneindekomenaanhaarjarenvaneenzaamheid.

Page 59: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

58

gEsPrEksVrAgEn

1 Het verlies van Cal wordt met gedoseerde terugblik-

ken gepresenteerd. Zijn de gevoelens van Helen door

dezemaniervanpresenterenvoorde lezer toeganke-

lijk?

2 InFebruari kiestdeauteurLisaMooreervoorheenen

weer te springen van het heden naar het verleden.

Van een chronologische vertelling is geen sprake en

ook gebruikt ze bewust geen aanhalingstekens. Hoe

heeftuditervaren?Heeftde structuurvanhetboek

uwleesplezierbeïnvloed?

3 Helen ziet eenzaamheid als een drug ‘die vertraagd

wordt afgegeven, het wordt langzaam opgenomen in

je systeem en je raakt eraan verslaafd’ (p. 101). Wat

vindtuhiervan?

4 In de roman worden enkele uitspraken gedaan over

spiritualiteit en paranormale begaafdheid. Johns

vriendin Jane heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan

naar new-age sektes. Welke rol speelt intuïtie in

Johnsleven?EnindatvanHelen?

Page 60: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

59

5 Waardoor kenmerkt Lisa Moores schrijfstijl zich, vol-

gensu?Watvindtuvandedialogen?

6 Helens zus Louisa speelt een belangrijke rol in haar

leven. Hoe is deze relatie te omschrijven? Welke scè-

netussendezussenbeschrijfthunrelatiehetbeste?

7 In hoeverre begrijpt u Johns eerste reactie als hij

hoort dat hij vader wordt? En de reactie van Helen?

Welke invloed heeft de zwangerschap van Jane op

John?

8 Helen wil precies weten wat er gebeurd is toen de

OceanRangerzonk.Isditbegrijpelijk?

9 John wil de film van de bevalling van zijn dochter

aanzijnfamilielatenzien,maarlaatperongelukeen

actiefilmpje zien van een vlucht van de tokkelbaan

in Tasmanië. Welke symboliek ziet u in deze verwis-

seling?

10 Op welke plaatsen in de roman bent u de motieven

lichtenduisternistegengekomen?Enkouenwarmte?

Page 61: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

60

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

60

Page 62: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

61

VICTor LodATo

Mathilda savitch

Mathilda Savitch is een meisje van dertien dat briljante

strekenuithaalt.Maareigenlijkiszeergindewarvanwege

het plotselinge overlijden van haar oudere zus Helene en

voeltzezicheenzaamomdathaarouderssindsdienonaan-

spreekbaar zijn. Ze gaat op zoek naar de waarheid achter

dedoodvanhaarzus,enzetdaarvoorallesophetspelwat

haarliefis.

Victor Lodato is schrijver en toneelschrijver. Hij heeft tal-

loze prijzen gewonnen voor zijn toneelstukken, onder

meer de Roger L. Stevens Award van The kennedy Center

for New American plays. Hij woont in Tucson, Arizona, en

inNewYork.

‘Ditiseenheerlijkenduivelsboek.’TIME ouT nEW york

‘Wat deze coming-of-age-roman zo pakkend maakt is de

stoere, liefhebbende stem van de verteller, die haar vrien-

den op afstand houdt maar ze ondertussen in haar hart

heeftgesloten.’o, ThE oPr Ah MAgAzInE

‘Onweerstaanbaar en hartverscheurend onuitstaanbaar.’

8WEEkLy

OORSpRONkELIJkETITEL:MATHILDASAVITCH|VERTALING:LIESBETHTExEIRA

DEMATTOS|pApERBACk288BLZ.|pRIJS:€19,95|ISBN9789029084741

Page 63: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

62

VICTor LodATo

Mathilda savitch

e e n

Ik wil onuitstaanbaar zijn. Ik wil onuitstaanbare dingen doen

enwaaromniet?Saaiissaaiissaaiismijnleven.Zoalsnu,het

is avond, nog geen bedtijd maar te laat om buiten te zijn, en

dietweelezenlezenlezenmetogendieheenenweerschieten

alsde lampen ineenkopieerapparaat.Toen ikvanavondhielp

deafwasindevaatwassertezetten,hebikeenbordgebroken.

Sorrymamma,zeiik,hetgleeduitmijnhanden.Maarhetgleed

nietuitmijnhanden,zobeniksoms,enikwilnogergerzijn.

Ik heb dingen pijn gedaan, spinnen hun poten uitgetrokken

en zo. Dat heb ik van de jongens geleerd… kevin Ryder van

hiernaastenzijnvriendjes,dievondenhetgoeddatikinhun

fort kwam. Maar dat was jaren geleden, ik was nog een kind,

het maakte niet uit of ik een jongen of een meisje was. Het

zal nu wel bij wet verboden zijn om naar hun fort te gaan,

denk ik. De wet van mijn moeder. Waarom blijf je niet thuis,

zegtze.Doevoorzichtigbuiten,elkekeerdatikdedeuruitga.

Maar zijn dat alleen woorden, vraag ik me af, hoe bezorgd is

ze echt? Aan wie denkt ze echt als ze aan mij denkt? Ik heb

mijn vermoedens. En trouwens, hebben de jongens eigenlijk

nogwel een fort?Het iswaarschijnlijkallang tegen devlakte.

Het was een fort in het bos, dat ze van stokken en dekens en

bladeren hadden gemaakt. Zulke dingen hebben niet het eeu-

wigeleven.

Bovendien,ikweetnuvanallesovermijnlichaamwatiktoen

niet wist. De onschuld van vroeger is er niet meer, zoveel is

zeker.

Page 64: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

63

Onuitstaanbaar zijn is makkelijk als je er helemaal voor gaat.

Ik knijp Luke soms. Luke is onze hond. Je kunt niet alle hon-

den knijpen, sommige bijten. Maar Luke is oud en het is een

watje, bij hem draait alles om liefde liefde liefde, dus die zal

nooit bijten. Ik haal hem een tijdje heel lief en knuffelig aan

endanknijpikhemplotselingendanjankthijengaatdoorde

kamerrondjes lopenopzoeknaardegeheimzinnigeknijperd.

Hij verdenkt mij niet eens, zo blind van liefde is hij. Maar als

jeeenpistooltegenmijnhoofdhield–houjevanhem,houje

niet van hem – dan zou ik denk ik moeten zeggen dat ik van

diestommehondhou.Hijisaleeuwenbijonsenhijslaaptop

mijnbed.

Als jehetwetenwilt, ikbenhiergeboren, indithuismetdie

hondendietweedaar,dienotabenelesgeven.Eenblauwhuis.

Alsjeervanbuitenafnaarkijkt,zoujezwerendatheteenge-

zicht heeft, zoals die ramen erin zitten. Ramen als ogen, een

raam als neus, en een deur als mond. Hoi huis, zeg ik altijd

als ikthuiskom.Ikzeghetalzolangikmekanherinneren. Ik

zegnogwelmeerdingen,betere,maardievertel ikniemand.

Ik heb geheimen en het zullen er steeds meer worden. Ik heb

eens een verhaal gelezen over een meisje dat doodging, en

toen ze haar openmaakten vonden ze een gouden medaillon

in haar maag, plus de veren van een vogel. Niemand begreep

het.Nou,datbenik.Datismijnverhaal,behalvedathetmaar

devraagiswatzeinmijnmaagzullenvinden.Beslist ietsom

overnatedenken.

Als ik kijk hoe ze zitten te lezen, denk ik even dat pappa en

mamma in steen zijn veranderd. Waar is dan de vrouw met

slangen in haar haren, vraag ik me af. Ben ik het? Dan zie ik

de boeken een beetje op en neer bewegen en dus weet ik dat

pappaenmammaademen,godzijdank.Luke iseengrotepoel

Page 65: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

64

van vacht op het vloerkleed, naar dromenland vertrokken.

plotselinglaathijeenscheetenerklaptéénoogopen.hé, wat

is dat? vraagthijzichaf.Wie is daar? Mooiewaakhond,hijkent

het verschil niet tussen een scheet en een inbreker. En hij is

te lui om op onderzoek uit te gaan. Zolang ze het vloerkleed

niet onder hem vandaan jatten, kan het hem niet schelen. Ik

kan behoorlijk goed zijn gedachten lezen. Dierenmedium, dat

zou een perfecte baan voor mij zijn. De enige dieren waarvan

ik geen hoogte kan krijgen, zijn vogels. Vogels zijn de gekken

van de dierenwereld. Heb je ze weleens goed bekeken? Jezus,

die zijn echt gestoord! Zelfs als ze zingen geloof ik ze voor

geencent.

Ik heb er een hekel aan als het zo stil is. Eén stinkende hon-

denscheet en dan niets meer, je denkt bijna dat je doof bent

geworden.Iemandinmijnsituatiegaatoverdingennadenken,

zelfs over de dood. Over de dood en over tijd en waarom ik ’s

avondssomsbangbenalsikzittekijkenhoedietweelezenen

bijnanietademenafgezienvandeboekendieopenneergaan

alsof ze op de oceaan dobberen. En of mamma weer dronken

is,ookzoiets,maarwiebenikomdattevragen.Houjemond

enbemoeijemetjeeigenzaken,denkik.Zeiseenvrijmanin

parijs.Wateenliedjeisdatmammavroegeraltijdzongtoener

hierinhuisnoggezongenwerd.Ineenververleden.

O,enhetoneindige!Datzitweer inmijnhoofd.Hethoudt je

de hele nacht wakker, de gedachte daaraan. Heb je het wel-

eens geprobeerd? Aan het oneindige te denken? Het lukt je

niet. Het is erger dan aan vogels denken. Je zegt tegen jezelf:

goed, stel je voor dat het heelal eindig is, dat het universum

eindigis,endaterhelemaalaanheteindeenmuurstaat.Maar

dan denk je: wat is er achter de muur? Zelfs als het een heel

dikke muur is, zou het een dikke muur zijn die altijd maar

Page 66: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

65

doorgaat,eendikkemuurtotinhetoneindige.Alsikvastloop

in dat soort gedachten trek ik een paar haren uit mijn kruin.

Ik trek ze een voor een uit. Het doet geen pijn. Je moet de

vingers van een chirurg hebben om de haren van elkaar los

te maken en te zorgen dat je maar één haartje tussen je vin-

gers hebt voor je het uittrekt. Je moet je goed op de operatie

concentreren en daarom kun je niet meer aan andere dingen

denken.Jewordterrustigvan.

Hij leesteenboekoverChinaenzij leesteenbundelprozatek-

stenvanEzrapound,endaarisalleswelmeegezegd.Zijheeft

haarschoenenuitenhijheeftzeaan.VenusenMars,alsjehet

mijvraagt.EnikbendeAarde,ookalwetenzijdatniet.

Als ik een bosje haren heb, spoel ik er meestal een paar door

de wc en de rest bewaar ik in een potje. Ik weet dat het ge-

vaarlijk is, want als anderen het haar vinden, dan zouden ze

het kunnen gebruiken om een pop van mij te maken en dan

zoudenzemijvooraltijd inhunmachthebben.Alszedepop

verbranden,zouikdoodgaan,verdwijnen.Hetoneindige.

‘Wat doe je?’ zegt mamma. ‘Zit niet zo aan jezelf te plukken.’

Ze slaat haar benen over elkaar. ‘Heb je niets te lezen?’Alweer

boeken. Ik kan wel gillen. Ik bedoel, ik hou best van boeken

maar ik hoef er niet mijn levensdoel van te maken. ‘Ik zit ge-

woontedenken,’zegiktegenhaar.

Ze zegt dat ze zenuwachtig van me wordt als ik zo naar haar

zittestaren,waaromgajenietnaarbed.

Mamma was vroeger mooi, voordat ik haar kende. Ze heeft

foto’s om het te bewijzen. Ze was een weergaloze schoonheid,

zegt mijn vader. Nu ziet ze eruit alsof ze heeft gehuild, maar

dat komt gewoon van het lezen, en ook van het schrijven. De

hele tijdmaarwerkstukkenbeoordelenenaantekeningenma-

ken.Alszehuilt,danweet ikernietsvan, ikbennietdeper-

Page 67: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

66

soonomernaartevragen.Alszewildehuilen,zouikhethaar

nietkwalijknemen.Zeheeftredenengenoeg.

‘Wat schrijf je?’ heb ik haar een keer gevraagd. ‘De grote ro-

man,’antwoorddeze. Iksnaptenietdatzeeengrapjemaakte.

Ikhebheellanggedachtdatzemisschienechtdegroteroman

aan het schrijven was en ik vroeg me af wat voor rol ik erin

had.

‘Ganaarboven,’zegtze.‘Jemoetjehaarwassen,wanneerheb

jehetvoorhetlaatstgewassen?’

Ze vindt het leuk me te kijk te zetten voor mijn vader, die

nogaltijdmooiis,ikweetookniethoehemdatisgelukt.Het

maakthemnietuitofmijnhaarvies is,maar toch, jewilt in

bijzijn van iemand als hij niet neergezet worden als een vet-

klep.Smetteloos,datishij,alseenkat.

‘Ikhebhetgistergewassen,’zegik.

Mamma kijkt me aan en knijpt even haar ogen tot van die

spleetjes, wat betekent je bent een vieze vuile leugenaar, Ma-

thilda.‘Welterustenpappa,’zegikterwijlikdetrapopren.

‘Welterusten,’ zegt hij, ‘droom maar fijn.’ Hij zegt het elke

avond maar toch is het goed om te horen. Het is tenminste

iets. ‘Enwasjehaar,’komtmijnmoedersstemmealsnogach-

ternaopdetrap.Mammaiseenrare,zezegtófnietsófzewil

het laatstewoordhebben. Jeweetnooitwelkemoeder jekunt

verwachten en ik kan niet besluiten welke erger is. De laatste

tijd was het meestal de zwijgende moeder. Morgen ga ik weer

eenbordbreken.Ikhebhetalgepland.

Op mijn kamer kijk ik in de spiegel. Het is verbazend dat je

elkekeerhetzelfdegezichthebt.Ofishetalleenmaarbedrog?

Want natuurlijk verander je, je gezicht en alles. Elke seconde

dieverstrijktbenjeiemandanders.Jekunthetniettegenhou-

Page 68: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

67

den.Deklok tikt, alles isgewoon,maar jevoelteen spanning

injemaag.Wat zal er gebeuren, wie zal je worden? Somswilikdat

de tijd sneller gaat, zodat ik nu al het gezicht van mijn toe-

komstzoukunnenhebben.

Na de spiegel leg ik een paar velletjes papier en boeken op

mijn bureau in een rechte lijn, zodat ze parallel aan de rand

liggen. Ik leterookopdatniets ietsandersraaktendatalles

op gelijke afstand van elkaar ligt. Maar ik doe het alleen op

het oog, ik gebruik geen liniaal of zoiets. Ik ben er ongeveer

eenjaargeledenmeebegonnen,metdingenineenrechtelijn

leggen.Het isnetzoietsalsdatgeplukaanmijnhaar. In feite

ishetmagietegenhetoneindige.

Als pappa mijn kamer binnenkomt, zit ik op het bed. Mis-

schienzitikeraleenuur,wiezalhetzeggen.

‘Ik was van plan onder de douche te gaan,’ zeg ik. ‘Ik ben het

vergeten.’

Hijgaatnaastmezittenenprobeertmeaantekijken,behalve

dat hij daar niet meer zo goed in is. Zijn ogen draaien steeds

vanmeweg,bijnaalsofhijbangvoorme is.Vroegeraaidehij

me over mijn haar, maar dat is eeuwen geleden, toen ik nog

klein was. Toch is het fijn, dat we even zo met z’n tweeën

naast elkaar zitten. Maar dan steekt zij plotseling haar hoofd

omdedeur.

‘Ikweethet,’zegik,zonderdatzeietshoefttezeggen. ik weet

het, mamma.

‘Gaathet?’vraagtze.Maarhet isnieteenseenechtevraag. Ik

woudatheteenechtevraagwas,maardatishetniet.

pappastaatopomwegtegaanenhijaaitmijnviezeharenen

ikdenkdatikmezoumoetenschamen,maarwatkanhetme

eigenlijk allemaal schelen. Dat hoort bij onuitstaanbaar zijn,

dat je overal lak aan hebt. En wat er ook bij hoort is de ge-

Page 69: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

68

dachtedieplotselingdoormijnhoofd schiet.Degedachtedat

iemands eigen moeder een pop van haar dochters haren zou

kunnenmakenendieinhetvuurgooien.Zezoukijkenhoede

vlammendepopverterenendanlachendnaarbeddansenen

seks hebben en druppeltjes parfum in de lakens zweten alsof

ernietsaandehandwas.Ikachthaarertoeinstaat.

Maarbegrijpmenietverkeerd.Ikhouvanhaar.Datisookeen

vanmijngeheimen.

Hetpuntis, ikkánnietvanhaarhouden,niet indeechtewe-

reld.Wantdatzouvernederendvoormezijn.Omvaniemand

te houden die me minacht, en dat doet ze misschien wel. Je

zou eens moeten zien hoe ze soms naar me kijkt. plus dat ze

niet eens een moeder meer is, ze is gewoon een planeet met

eengezicht.pappaheefttenminstehanden.

‘Welterusten mamma,’ zeg ik. ‘Welterusten pappa.’ En ze la-

tenmegewoonalleenenhetzal zeverdereenzorgzijn.Weg

zijnze,zoef,enwaargaanzenaartoe?Hetenigewatikweetis

dat ik niet moe ben en dat ik niet onder die stomme douche

ga en dat ik niet voor school een suf boek over de koning en

koninginvanSpanjegalezen.Ikblijfgewoonopditbedzitten

enalsikeenpaarharenuitmijnhoofdwiltrekkendandoeik

dat,enniemanddiemekantegenhouden.

Zes haren. Bruin, maar als ik ze van dichtbij bekijk zie ik dat

ze bij de wortel bijna rood zijn. Als het haar van iemand an-

ders.Alsiemandandersbinneninmij,diezichnualseenloot

naar buiten begint te wurmen. Daar is helemaal niets engs

aan.Ikverwachttehaarzelfsaleentijdje.

Ikweetdatje,vanwaarjijbent,nietskuntzien.

Jemoetmemaargeloven.

Page 70: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

69

twe e

Een week geleden is het nieuwe schooljaar begonnen en tot

mijngroteblijdschapkanikmeldendatAnnaMcDougal,mijn

beste vriendin, bij mij in de klas zit. In het algemeen is het

dit jaar een interessante mix van mensen. Afgezien van Anna

speelt geen van hen een rol in het verhaal van mijn leven,

maar een lijstje is nooit weg. Ik geef het je met een korte be-

schrijving.

LibbyHarrisheefteenrampzaligemoedervlekopdepuntvan

haarneus.Echtzonde,wantzeisheelstilletjesenaardig.Haar

vaderisadvocaat,duszezalopeengegevenmomentwelnaar

eenplastischchirurggaan.

Sal Verazzo is zowat de allerdikste persoon hier op school.

Zwart haar, mogelijk schoensmeer. Denkt dat hij een rockster

is.Compleetgestoord.

SueFleishmanislangenheeftkrullendhaar.Zelooptniet,ze

glijdtzo’nbeetjeoverdevloeralsofzeslippersaanheeft.Een

idiote manier om je voort te bewegen, maar de jongens zijn

wegvanhaar.

BarbaraBradleyheeftaltijd tussendoortjesbijzich.Zemagze

onderdelesopeten.Hetschijntdatzeeenziekteheeft.

JackDelaneyiseenbewonderaarvanme,maarwehebbennog

nooit een woord gewisseld. Hij heeft een shirt met een lompe

aaperop.Seksverslaafd,ofopderandvan.

Mimi Brockton is kreupel! Ik kijk altijd naar haar, ik kan niet

genoeg van haar krijgen. Rood haar. Ik weet dat ik niet kreu-

pelmagzeggen,maarhetisechthetbestewoord.

Donna Lavora heeft al een paar keer overgegeven sinds ze bij

onsopschoolzit.Gaathetnietverbrengeninhetleven.

Max Overmeyer ziet eruit alsof hij in een hut woont. Ruikt

Page 71: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

70

verkeerd.Waarschijnlijkeenslachtoffervanarmoede.

EyadTayssirheeftvolmaaktwittetandenmaarjezietzebijna

nooit.Geenlachebek.UithetMidden-Oosten, ikweetnietpre-

cieswelkland.

Mary Quintas is vast een groot zangtalent maar ik heb beter

gehoord. Ze wil een bondje met me sluiten maar ik ben niet

geïnteresseerd.

LonnieTysondenktnogsteedsdathijastronautwordt.Goede

spieren.

Carol Benton is de ergste. Verwaand, grote borsten en luid-

ruchtig. Onaantrekkelijk maar door mannen aanbeden. Mag

mekennelijkniet.

Bruce Sellars is grappig en ze zeggen dat hij kan toveren. Ik

hebhemjammergenoegmetCarolBentonzienpraten.

Chris Bibb, beter bekend als Dribble, kwam gebruind op

schoolterug.Hetslaatnergensopbijhem.

DebeeldschoneAnnaMcDougalnatuurlijk.Metwieikeenbe-

langrijkemaarstormachtigerelatieheb.Hieroverlatermeer.

kellyGraberheefteenslechtgebit. Ikvermoeddaternietvan

haarwordtgehouden.Goedinsport.

LisaMeadeetleverworst.Elkedag!

Lucas London is heel bleek maar volgens mij geen albino. Als

hijpraattrillenzijnhanden.Hijisneteenlammetje.Hijiszo

kleindatjehembijnawiltoptillen.

Avi Gosh is de enige die slimmer is dan ik. Hij heeft de ogen

van een meisje, maar hij is erg overtuigd van zichzelf. Rijk.

Draagtsomssandalen.

Ik vergeet waarschijnlijk een paar mensen maar als dat zo is

zal er wel een reden voor zijn. Sommige mensen zijn net spo-

ken, je kunt ze niet vangen, en als dat wel lukt heb je alleen

eenvagevlek.

Page 72: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

71

Maar eigenlijk is het waanzinnig dat je elke dag zo veel ver-

schillendesoortenmensenomjeheenhebt.Somskijkiknaar

zeenlijkthetnetAnimalplanet.Zezijnallemaalspringlevend

en hongerig en soms wil Sal Verazzo zo dolgraag een verhaal

vertellendathetspuuguitzijnmondspat.En’sochtendsvlak

voor de lessen beginnen, als iedereen door elkaar heen praat,

is het net of je een radio ergens tussen de zenders hebt afge-

stemd. Maar niet tussen twee zenders, eerder tussenhonderd.

Jekuntgeentouwvastknopenaanwatzezeggen.Jehoortniet

eens woorden, het klinkt eerder alsof er bellen uit kolkende

modderopstijgen.Alsikertelangnaarluister,gaathetmeop

dezenuwenwerken.Waarschijnlijkklinkthetzo indehel. Ik

hebweleenseenfilmgeziendie indehel speelde, enhetwas

allemaalbehoorlijkonbegrijpelijk.Ikmoesthemafzetten.

Page 73: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

72

Victor Lodato Mathilda SavitchThEMATIEk

In Mathilda savitch is het hoofdthema rouw en een van de

subthema’s de eenzaamheid die daarmee gepaard gaat. De

hoofdpersoon Mathilda probeert haar verdriet om haar over-

ledenzusHeleneteverwerken.Haarouderszijnhaarhierbij

niettothulpomdatzezelfverstriktzijngeraaktinhuneigen

verdriet. Haar moeder gedraagt zich afwezig en haar vader

probeertwel totMathildadoor tedringen,maarzonder suc-

ces.Alsderomanbegintleefthetgezinalbijnaeenjaarlangs

elkaar heen en heeft Mathilda veel vragen over de dood van

haar zus. Ze heeft zichzelf wijs gemaakt dat haar zus geen

zelfmoordpleegde,maarvoordetreinisgeduwd.Deontken-

ning is een begrijpelijke reactie, maar Mathilda dreigt niet

verder te komen in het rouwproces omdat ze zo hardnekkig

vasthoudt aan deze illusie. Ook haar ouders hebben last van

ontkenning: zij weigeren te zien dat het verlies van Helene

ook voor Mathilda traumatisch is. Zouden ze dit erkennen

danzoudepijnondraaglijkworden.NetalsbijMathildaisde

ontkenningdaaromeenoverlevingsstrategie.

MathildabesluitopzoektegaannaardejongenmetwieHele-

nee-mailcontacthadenhooptvanhemantwoordentekrijgen

overhaardood.Alszehemontmoetentehorenkrijgtwaarom

Helene tot haar laatste daad heeft besloten, vindt Mathilda

rust. Haar beslissing om dit niet aan haar ouders te vertellen

omdatzehennietmeerverdrietwildoen iseenheelvolwas-

senbeslissingvooreenmeisjevanhaarleeftijd.Zeneemtdaar-

mee eventjes de zorgtaak van haar ouders over, die daar zelf

niet toe in staat zijn. En eindelijk kan ze ook loslaten waar

zezelfmeezat:Helenehadhaarvertelddatzeeeneindeaan

Page 74: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

73

haar levenwildemaken,maarMathildaheeftditniet serieus

genomen.Mathildakanhaarschuldgevoelenseenplekgeven.

Hoewel Mathilda stoer doet, kampt ze met angst en on-

zekerheid. Deze motieven zien we bijvoorbeeld in de ge-

dachtendiezeheeftoverterroristen en aanslagen,enhaar

fantasieën over schuilkelders. Als oefening brengt ze zelfs

met twee vrienden een nacht in de kelder door: Mathilda

probeert zich letterlijk te verschuilen omdat ze een veilig

gevoel mist. Hoewel het enigszins lukt om zich te verschui-

lenvoorgevaarvanbuitenaf,kanzezichnietschuilhouden

vanhaareigenverdriet.

Omdat Mathilda door haar ouders aan haar lot wordt overge-

laten, probeert ze zelf duiding te vinden voor het verlies van

Heleneendewereldomhaarheen.Zobekijktzedewerkelijk-

heid vaak als een buitenstaander – van een afstandje – door

deze te vergelijken met de film. De begrafenis van haar zus

vond ze een aanfluiting, want ze had wel eens betere gezien

indefilm.Mathildaisnadedoodvanhaarzusnietinstaatbij

haareigengevoeltekomenenzoektinfilmsnaargevoel.

Maar ook doet ze er alles aan om niet bij dat gevoel te ko-

men.Mathildahoudtzichvaakvoordatze,netalsOrpheus,

niet achterom mag kijken. Toch heeft ze dit wel nodig om

het heden te accepteren. Mathilda savitch is daarom niet al-

leen het verhaal van een kind, al is in de roman een der-

tienjarige wel de hoofdpersoon. Het besef dat je het verle-

dennietkanveranderenendateen levengewoondoorgaat

ondanks soms vreselijke gebeurtenissen, is voor Mathilda

eenvroeggeleerdeles,envooronsalslezereenwaardevolle

boodschap.

Page 75: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

74

gEsPrEksVr AgEn

1 Waarom denkt Mathilda dat Helene onder de trein

is geduwd? Heeft u tijdens het lezen ook getwijfeld

overdedoodvanHelene?

2 Welke scènes zijn voor u belangrijk geweest om de

relatie tussen Mathilda en haar ouders duidelijk te

maken?HoevindtudatdeoudersvanMathildamet

haaromgaan?EnhoevindtuMathildahierin?

3 Oppagina185staat:‘Delaatstegedachteinhethoofd

vanstervendemensenbepaaltwaarzenaartoegaan.’

DitiseentheoriedieMathildabezighoudt.Watvindt

uvandezetheorie?

4 Waarom zegt Mathilda tegen mevrouw Frisk die op

haar komt passen, dat haar ouders haar geslagen

hebben?Watwilzehiermeebereiken?

5 Volgens Mathilda heeft iedereen twee levens: ‘Je le-

ventussendemensenendaarnaastjegeheimeleven’

(p.285).Inhoeverrebentuhetmethaareens?

Page 76: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

75

6 ‘Ikweetuitfilmshoebegrafenissengaan,endievan

Helene was een complete aanfluiting’ (p. 41). Hoe

denkt u dat Mathilda de begrafenis van haar zus

heeft ervaren? In welke andere passages vergelijkt

Mathilda gebeurtenissen met scènes uit films? Heb-

bendezegebeurtenissenovereenkomsten?

7 Inhoeverre ruster inonzemaatschappijnogeen ta-

boeopzelfmoord?WeetMathildadit?

8 ‘Wat ik wel of niet voelde zou helemaal mijn eigen

keuszijn’ (p.121).DitzegtMathildaalszefantaseert

overkunstbenen.Waaromzegtzedit?

9 Welke relatie heeft Mathilda met kevin? Wat denkt

zebijhemtevinden?

10 Hoe heeft u het perspectief van de roman, geschre-

ven vanuit het oogpunt van een jong meisje, erva-

ren?Vindtuheteenbetrouwbaarperspectief?

Page 77: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

76

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

76

Page 78: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

77

C AroLInA TruJILLo

De terugkeer van Lupe garcía

De werkloze barman Gono is tot over zijn oren verliefd op

LupeGarcía,diehem inhuurtalshaarassistent.Zijwil een

documentairemakenoverdestrijddiehaarouderstegende

rechtse dictatuur voerden. Gono heeft er een dagtaak aan

omdeboelniettelatenontsporen,helemaalalshetproject

ineengrootscheepsewraakactiedreigtteveranderen.

Carolina Trujillo (1970) werd geboren in Uruguay en kwam

op haar zesde naar Nederland. In 2002 verscheen haar ro-

man De bastaard van Mal abrigo, die bekroond werd met de

MartenToonder/GeertjanLubberhuizenprijs.De terugkeer van

Lupe garcíawerdbekroonmetdeb n gNieuweLiteratuurprijs

2009engenomineerdvoordeak oLiteratuurprijs2009.

‘Inkortemaarbeeldendezinnetjessteventze indenderen-

devaartopdeontknopingaf.’hP/dE TIJd

‘Somsschrijftiemandeenboekwaarvandehoofdpersonen

bij je blijven, zelfs je vrienden worden. Carolina Trujillo

schreefzo’nboek.’hET PArooL

‘Zelden verschijnt er een roman die de lezer zo sterk mee-

voertmeteenplotdat steedsheftiger,maarook steeds hi-

larischerwordt.’Jury Ako LITEr ATuurPrIJs

pApERBACk320BLZ.|pRIJS:€19,95|ISBN9789029083492

Page 79: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

78

CAroLInA TruJILLo

De terugkeer van Lupe garcía

# 01 m e l k h a l e n vo o r b e g i n n e r s

Lupes rechterooggaatnietmeerhelemaalopen. Ikmerktehetgis-

teren toen ik haar buiten neerlegde. Overdag wordt het binnen te

heet dus breng ik haar naar de schaduw van de eucalyptus op de

duintegenoverons.Daarwaaithettenminsteeenbeetje.

Terwijl ik haar kampeermatras uitrol ruikt het om ons heen alsof

debosseninbrandstaan.Lupeheefthoofdpijnenikkanhoofdpijn

ruiken, het ruikt naar brandend hout. Het is een gave, zeggen ze,

deenigedieikhebenhetenigewaarhijgoedvooris,isdatjeweet

wanneerhoofdpijnwordtgefaket.

Dat matrasje is trouwens een van de laatste dingen die ze nog uit

Nederland heeft. Laat me niet in slaap vallen, zegt ze steeds. Het

klinktalsofzemevraagthaarnietdoodtelatengaan,maarzelfsik

weetdatslaapgeneest.

Driedagengeledenwerdzeziek,aanéénstukdoorovergevenzonder

aanleiding. Wij hadden niks: de Cubaanse, de Belg, het konijn en ik.

Aanhetetenkonhetnietliggenennogminderaanhetdrinken;we

hadden langnietzoveelgedronkenalsnormaal, juistomdatzij ziek

werd.Dehelenachtdieemmeromhelzen.

Gisterenwasikertelaatbij.Ikzatnaaropnamestekijkendieweaan

hetbeginvandezomergemaakthaddenenvergatdetijd.Toenikuit

hetraamkeeklagenhaarbenentotaanhaardijenindezon. Ikhad

haar niet ingesmeerd. Niet dat ik het had gedurfd als ik op het idee

was gekomen maar ik zou wel aan de Cubaanse hebben gevraagd of

zehetwildedoen(endantoekijken).IniedergevalzittenLupeskuiten

nuonderdekleineblaasjes.Haardijenzijnalleenknalroodgeworden.

Page 80: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

79

Het was midden op de dag en dan word je hier gebakken waar je

bij staat, helemaal aan de Costa del Diablo. Hier zit zoveel zout in

de lucht dat je het niet eens op je eten hoeft te strooien. Vroeger

verbranddejeineenuur,nuintienminuten.Datkomtdoorhetgat

indeozonlaag.Datishieropzijngrootst.Wehebbenzonnestralen

met magnetroneffect. Wat huidkanker betreft zijn we doorgedron-

gentotdewereldtoptien.Lupezegtdathetzuidelijkhalfrondaltijd

aanhetkortsteeindtrekt.Zezalwelgelijkhebben,ikbennooitop

hetnoordelijkhalfrondgeweest.

DekuitenvanLupezoudengaanvervellen,maardatwasnietwaar

ikmehetmeestezorgenovermaakte.Hetprobleemwashaarrech-

teroog,elkekeerdatzewakkerwerdginghetminderveropendan

dekeerervoor.

Als ikmijergenszorgenovermaak,hoor ikmijnmoedersstemin

mijnhoofd:jezorgenmakenisniethetzelfdealszorgdragen.Mijn

moederssteminmijnhoofd,dátisietsomjezorgenovertemaken.

Lupeweetzelfnognietdathaaroognietgoedis.Erwasaltijdmaar

éénspiegelinhethuisgeweestennietlangnadatwijeronzeintrek

namenwareneralleenheelveelkleinespiegeltjes.

‘Doejeogeneensopen,’zeiik.

‘Watvaltertezien?’

‘kijkmeeensaan.’

Zezuchtteendeedwatikvroeg.

Waarschijnlijkzagzeerslechtuit,maarals iknaarhaarkeek,zag

ikdeLupevanvroeger.

Zezeidatjealtijdhetkindindeanderblijftzienalsjeelkaarvan

jongsafaankentendatdatalleenaleenredenisombijjejeugd-

vriendenteblijven.Toenikhaarvroegofzedaaromteruggekomen

was,lachtezealleen.

Ikhadmoetenvragenwaaromzewelterugwas,danhadiktenmin-

stenogkunnenmakendatikwegkwam.

Page 81: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

80

‘Nou?’ vroeg ze en de stem van de Cubaanse antwoordde: ‘Ze lijkt

deChirurgwel.’ Ik schrok,nietomdat ikhaarnietaanhadhoren

komenmaaromdatzegelijkhad.

DeChirurgisonzenieuwepresident.Voorheteerstsindsdertigjaar

een vrijdenker. Net als alle presidenten belooft hij veel veranderin-

gen,andersdanbijdemeestehangtzijneneooghalfdicht.Bijhem

wasdataltijdalzogeweest,bijLupeniet.

IkwildemenietomdraaienomnaardeCubaansetekijken.Ikkon

haarschaduwzienendatwasgenoeg.Haarenehandrustteophaar

heup, in de andere hing losjes een sigaret. ‘Ik ga naar het strand,’

zeizeenhaarschaduwgleedbijonsvandaan.Meestalnoemenwe

haarCuba.

Lupe keek me aan. Haar gezicht was zo dicht bij het mijne dat ik

haarademlangsmijnhuidvoelde.

‘Ikzienogprima...’zeize,maarhetklonkalsofzeeraantwijfelde.

Ik bracht mijn hand naar haar oog. Langzaam, want Lupe deinsde

snel terugbij fysieke toenaderingen,nietomdatzebangwas slaag

tekrijgen,integendeel.

‘Ikgaevenkijken,’ zei iken ik legdemijnduimtegenhaarooglid

entildehetvoorzichtigop.‘Geenpijn?’Hetoogzagernormaaluit.

‘Hoofdpijn,’zeize.Toen ikhetooglid loslietzaktehetverderdicht

danhetandere.

Verderop liep de Cubaanse over de duintop richting het strand.

Ze had een bikini aan en een minuscuul rokje. Haar benen waren

bruinenhaarbillenkogelrond.Ergenshaatte ikhaaromdatzezo

onverschillig langskonlopenterwijlLupehondsziekwas,maarwe

wistenallemaaldatdathetbestewaswatCubakondoen.Elkezieke

die ze in haar leven heeft verzorgd, was binnen de kortste keren

dood.Zeverzorgtnogsteedsgraag,maaralleenmensendiezeniet

mag.

‘Ikganaardewinkel,’zeiiktegenLupe.Zewasgaanliggenenhad

Page 82: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

81

beide ogen dicht. ‘Heb je iets nodig?’ vroeg ik, aspirines hoefde ze

niettenoemen.

‘Melk,’zeize.Broodenkaas,noteerdeikalvast.Lupeleeftopmelk,

broodenkaas,datis,zegtze,deNederlanderinhaar.

‘Schrijfblokken,alsjezenoghebbenwil,’zeize.

Ikhadgedreigddat ikhaarbaas inNederlandzouschrijvenomte

vertellenhoeheterhieraantoeging,datzehaarmoestenhalenof

zoiets.Ikzouhemzeggendathijopmoesthoudenhaarzoveelgeld

testurenwantzegebruiktehetalleenmaaromzichdedoodinte

jagen. Schrijfblokken. Het was alsof ze me toestemming gaf om te

beginnenmetschrijven.

Ikzochtde legeflessenbijelkaar,ze lagenboven indekamers, in

dekeuken,indetuin.AlswefrisdrankwildenkopenbijSupermer-

cadoAlegremoestenwelegeflesseninleveren,anderskreegAlegre

gelazer met de leverancier. Ik vulde mijn rugzak en wilde verder

gaan met een boodschappentas, maar bedacht dat de winkel net

zogoednogsteedsdichtkonzijn.DatdeCubaansezeidathijweer

openwas,gafgeengarantie:nuzeweerwistwatlachenwaszouze

mijmaarwatgraagvoordeloldoordestreeklatenezelen.Ikdeed

mijnrugzakomenpaktegeldeneenpaartelefoonkaartenuithet

potje.Wewistennooitopwelkekaartennogtikkenzatenenwelke

leegwaren.DeBelgkwamdetrapaf,hijhadeensproetig,kinderlijk

gezichtendebouwvaneen trekpaard.HetenigeBelgischedathij

had,warenzijnbijnaamendeherinneringenaandetienjaardiehij

inballingschapinAntwerpenhaddoorgebracht.

‘WaarisCuba?’vroeghij.Sindszeeennieuwgebithad,zathijach-

terhaaraanalseenwarmtegeleideraket.

Ikantwoorddedathijdepompaanmoestzetten,erzatnauwelijks

water in de tank. Hij stak zijn armen naar voren en vroeg: ‘Hoe?’

Alsof het mijn schuld was dat hij zijn poten had verbrand. Van de

Page 83: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

82

vingerstotdeellebogentweede-enderdegraads.Datkreegjealsje

deheldwildeuithangen.

‘Zeisnaarhetstrand,’zeiik.

Depompwaseenelektrischprulletjedatopdebodemvandeputin

deachtertuinlag.Alsjeeenschakelaarindekeukenindruktebegon

het prulletje meteen het weinige water dat er was naar een tank

op het dak te pompen. Als je hem na twee minuten niet uitzette

raaktedemotoroververhit.Alsjehemdannognietuitdeedbegon

er rookuitdeput tekomenenkon jedepompweggooienomdat

het een klomp van gesmolten plastic en verwrongen metalen was

geworden.Aanhetwaterhadjedanookniksmeerofjemoestvan

desmaakvanverbrandekunststofhouden.

Een keer zei ik tegen Lupe dat van alle dingen die ik kende die

pomp het meest op haar leek. Ze vroeg wat het water dan was. Ik

antwoordde: ‘Ik.’ We hadden die zomer al twee keer rook uit de

waterputzienkomen.Overslechtevoortekenengesproken.

IkhebLupedebladzijdenlatenlezendieiktotnutoehebgeschre-

ven. Ze zegt dat ik wel erg ben afgedwaald. Dat zal wel vaker ge-

beuren,naastandereslordigheden.Zeheeftbeloofddatzemegaat

helpen. Ik ben barkeeper, geen verteller. Ik heb me gespecialiseerd

incocktailsenwhisky.Voorheteerstgenoemdehebikeendiploma:

cock tails i. Het tweede drink ik zelf en dat is de reden waarom ik

meestalontslagenword.Bijhetafscheidzeggenzealtijddathetniet

ergisdatikdrink,maarweldatikgeengrenzenken.

Hetenigewatikvanhetbarmanschapnietkwijtleekteraken,wa-

ren de aambeien. De kwaal van mensen die slecht eten, veel drin-

kenenstaandwerken.

Lupe is wel een verteller, filmmaker eigenlijk, gediplomeerd, geta-

lenteerdenmetinternationaleerkenning,maaraanhaarheeftnie-

mandwat.Nietnu,iniedergeval.

Page 84: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

83

# 02 s u p e r m e rc a d o a l e g r e

Uitdeverte zag ikdatde rolluikenonderdeafgebladderde letters

van Supermercado Alegre weer opgehaald waren, de kisten met

groenten en fruit waren niet afgedekt met jutezakken zoals in de

dagen daarvoor. Vanuit de schaduw staken de knobbelvoeten van

Alegre het zonlicht in, alleen nu vergezeld door krukken. Naast

hem stond het tijdschriftenrek. Hij begroette me levendig voor ie-

manddiebontenblauwgeslagenwas,waarschijnlijkwashijallang

blijdathijdeopenbaregezondheidszorghadoverleefd.

‘Magjevandedokterweerwerken?’vroegik.

Zijndokterwaseenhomo,zeihij,endezaakmoestdraaien.Indie

zaak van hem draaide de ventilator niet eens. Het was zo’n super-

markt waar je niets van kon eten zonder eerst de houdbaarheids-

datumtechecken,maardanmoest jeweldedatumwetenendat

soortkennisontbeerdeikalsLupeindebuurtwas.

Ik wilde Alegre een klop op de schouder geven maar hij hield me

tegen.Hij schoofzijnhemdeenstukjeopzijzodat ikkonzienwat

daaronderzat:hijdroegeenkorset,vangips,leekhet.

‘Zehebbeneenprinsesjevanjegemaakt,’zeiik.

‘Danheb jemijnballennognietgezien,’gromdehijmetzijnhalf

geslotenkaak.Hijzeidathijnietkonlopen,hijkonnauwelijkszon-

derhulpuitzijnstoelkomen.

‘Als ikomval,’zeihij, ‘sterf ikalseenschildpad.’Demeestedingen

moesthijtweekeerzeggenomdatikhemamperkonverstaan.

Het grootste deel van zijn leven was Alegre soldaat geweest en dat

bleef hij toen de staatsgreep was gepleegd. Hij ontsteeg nooit de

rangvanblindgehoorzamen,dus toenzehembevaleneenkuil te

gravenvantweemeterlengteenéénmeterdiep,groefhijdie.Toen

hetlijkerinwerdgegooid,scheptehijhemdichtentoendekuilen

Page 85: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

84

tegenheteindvandedictatuurtweekeerzodiepmoestenworden,

groefhijdieper.

Vlak na de laatste verkiezingen stapte hij naar de pers. Net als de

meesten van ons dacht hij dat we nu een regering hadden die te

vertrouwenwasendieeriniedergevalvoorzouzorgendatdemis-

dadigersvandejuntanietongestraftblevenrondlopen.

‘IkhebElenaQ.begraven,’zeihij,‘ikkanzoaanwijzenwaarzeligt.’

Elena Q. was een schooljuf die al twintig jaar vermist werd. Haar

naamstondnogsteedsopmurengekalkt.Zehadinternationalebe-

kendheidverworvenomdatzehetcommandodathaarwaskomen

haleneruitgesprinthad.Zijkwamalseerstebijdeambassadevan

Venezuelaaan, sprongoverhethekenschreeuwde: ‘Asiel! Ikvraag

ditlandasiel!’

Onzemilitairenmochtende tuinvandeambassadenietbetreden,

maaralshetomonzemensengingdedenzeindietijdwaarzezin

in hadden. De lastige gevallen namen ze mee op een vliegtochtje

overzeeendankwamenalleendepilotenterug.Achterafnoemden

zedatdoodsvluchten.Watdeinternationalegrenzenbetrofhadden

ze al een socialist in parijs doodgeschoten en een arts in Santiago,

dusdetuinvandeVenezolaanseambassadeliepenzeinofzeerhun

balkwamenhalen.

Elena Q. werd aan haar armen en benen ons territorium weer in

gesleept. De Venezolaanse ambassadeur hing uit een raam op de

tweede verdieping moord en brand te schreeuwen maar dat kon

haar niet redden. Venezuela verbrak de diplomatieke banden met

onsenvanElenaQ.werdnooitmeerietsvernomen,totAlegremet

zijngladgekamdeharenindecamerasprak:‘Zewasaldoodtoenze

werd uitgeladen. We moesten er ongebluste kalk overheen schep-

pen.Hetwarenorders.’

Justitiewildedathijzijnverklaringvoorderechtbankzouafleggen.

ZelfsdeSpaanseperswasinzijnwinkelgeweestenhijzeitrotsen

Page 86: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

85

dapperdathijzekernaarderechterzougaan,datdetijddaarrijp

voorwas.Hijhadzichvergistenhetenigedaternurijpuitzagwas

zijn eigen kop. Een paar dagen na de uitzending kreeg hij net na

sluitingstijdeenpakslaagdatbijnazijndoodwerd.

De politiewoordvoerder verklaarde op tv dat de politie (nog) niet

wistwaaromdeburgerB.Alegreaangevallenwas,eenovervalwerd

niet uitgesloten. ‘Burger’ had hij hem genoemd. Als ze je hier zo

noemenbetekenthetmeestaldatzejeietsgaanafnemen.

Alegre kon zijn verklaring voor de rechtbank niet afleggen omdat

hijzijnbednognietuitmocht.Derechterstuurdeeenpaarbodes

naarhetziekenhuisomzijngetuigenisoptenemen,maarhijwas

zo slecht verstaanbaar dat men besloot de televisieopnames te ge-

bruiken.

Ikkonmeerwatbijvoorstellen,wanttoenikhemvoorzijnwinkel

sprak moest ik erg mijn best doen om woorden te onderscheiden

inzijngeslis.

Hijzeidathettweemannenwarengeweest.Misschiendrie.Hijwas

de winkel aan het sluiten en ze hadden hem zo lang en zo hard

geslagendathijéénwasgewordenmethetasfalt.Hijhadeengebro-

kenarm,tweegebrokenentweegescheurderibbeneneenkopdie

eruitzag of ze ermee gevoetbald hadden. Hij was een paar tanden

kwijt,zeihij,maardoordezwellingenkonikdatnietzien.

Tupamaro hijo de puta, had hij er een horen zeggen voor zijn trom-

melvliesookaandiggelenging.

‘Heldenkunnenalleenbestaanalser lafaardszijn,’washet laatste

dathijindecamerahadgezegd.

DathijdeplekwaarElenaQ.begravenlagkonaanwijzenwaseigen-

lijk niet waar, want ze lag op een militaire basis (de dertiende) en

daarzou,ondankspersvrijheidendemocratie,geenburgerbinnen

kunnen komen. Zeker niet om plekken aan te wijzen waar onver-

hooptskelettenkondenliggen.

Page 87: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

86

‘Allesdoeshzijn,’zeihij.Allesdeedpijn.‘Baarikblijfzissenwaarik

zis.’Zemoestennietdenkendatzehemkleinhaddengekregen.Hij

zeihettegeniedereendiehethorenwilde.Eenvandekrantenhad

dieuitspraakalskopgebruikt:zemoetennietdenkendatzeAlegre

kleinhebbengekregen.Alsjehemzagzitten,meerpuindanmens,

konjeeraantwijfelen.

‘Ik moet even bellen,’ zei ik en toen hij leek te glimlachen liep ik

naardetelefooncel.

Mijn moeder heeft ooit op de verpleegstersopleiding gezeten en ik

hooptedatzemegoederaadzoukunnengevenoverLupe.Stomme

zakdieikwas.Deenigegoederaaddieerwas,konikzelfookwel

bedenken.

‘Waarbenje?’vroegzetoeniknogmaarnauwelijkseenlettergreep

uitgesprokenhad.

‘BijLupe,’zeiik.

‘Jemoethierzijn,nietbijhaar.Sophiaisgeweest.Eénjuligaanmijn

spullen onder de hamer. Ze hebben de datum vastgesteld. Je moet

ietsdoen,Gono,jekangeenvliegenblijvenpappen.’

Lupeheeftnuooktothiergelezen.Zezegtdatikmoetuitleggendat

vliegen pappen hier een uitdrukking is, maar we weten geen van

beidenwaarhetopslaat.

‘Iszeechtlangsgeweest?’vroegik.Voorwegescheidenwarenmeed

Sophiamijnmoederalensindsdescheidingmijdtzedehelestraat.

‘Zeheefteenbrieflatenbezorgen.Vanhaaradvocaat.’

‘Duszeisnietgeweest?’

‘Ikhebdiebrieftoch!’

Sophiaenikwarenlanggenoegsamengeweestomeendochterte

krijgen: Sofi. Als ik erg achterliep met de alimentatie stuurde Sop-

hiadeadvocaatopmeaf,enalsdieechtbloeddorstigwerdleende

ikgeldvanmijnmoeder.Alsikweereenbaanhad,betaaldeikdie

Page 88: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

87

schuld aan haar af en raakte ik alsnog achter met de alimentatie.

Hetwaseenneerwaartsespiraal.Ikwoudatikwistwaterongeveer

aanheteindelagenofhetzinhadomderechtewegnaarbeneden

tenemen.

Ik hoorde mijn moeder een hijs nemen, waarschijnlijk van een

joint.

‘Wanneer kom je terug?’ vroeg ze en ze zwoer dat ze me dan zou

lynchen.

‘Lupesooggaatnietgoedopen,’zeiik,‘waardoorkandatkomen?’

‘Welkoog?’vroegzemaarzewachttenietopantwoord.‘Danmoet

zenaareendoktergaan.Zeiseenvolwassenvrouw,Felipe, jehebt

een dochter waar je voor moet zorgen, en een moeder. Heeft ze

hoofdpijn?’

‘Ja,’zeiik.

‘Depolitie isgeweest,’zeimijnmoeder. ‘HeeftLupeproblemen?Ze

zochteniemanduitNederland.’

Ze hadden alleen bij het voorhuis aangebeld. Mijn moeder had ze

zelfnietgesproken,duszewistverdernietwaarhetoverging.Als

erpolitieindestraatwasdraaidemijnmoederalleslotendicht,als

zede binnenplaats opkwamenmoestenwemeteenallewietdoor

dewcspoelen.Wehaddendataltweekeergedaan.

De eerste keer dat mijn moeder opgepakt werd, was ik nog maar

een baby. Ze rookte toen nog niet, maar ze was links en liet zich

de mond niet snoeren. Haar vader zorgde ervoor dat ze vrijgela-

ten werd. De Napolitaan noemden ze hem: mijn opa. Als hij mij

op straat zou zien, zou hij me niet herkennen. Mijn moeder had

folders met linkse vrijdenkerij rondgedeeld op de universiteit. Eén

telefoontje van hem was voldoende geweest om haar uit de cel te

krijgen.

De tweedekeerdat zewerd meegenomen, liepzemeteenkinder-

Page 89: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

88

wagenvol illegaalgedruktekrantendoordewijk,daarbovenop lag

ik mijn luiers te bevuilen. Die keer was de staatsgreep al gepleegd

enmoestdeNapolitaanpersoonlijknaarhetpolitiebureauomhaar

vrijtekrijgen.

Dederdekeerkwamhijpaseenpaardagenlateropdagen,toenze

haaralnaarbarakkenbuitendestadhaddengebracht.Toenzehem

vroegwaaromhijerzolangoverhadgedaan,zeihijdatzeeenlesje

nodighad:ofhetwasafgelopenmetdatlinksegesodemieter,ofze

konerdevolgendekeerinstikken.Mijnmoederverteltdatvaakals

zeteveelgedronkenheeft.

‘Zeheefthetaanzichzelftedanken,’zeimijnmoederoverLupeen

ze vroeg hoe laat ze me thuis kon verwachten. Ze wist misschien

niethoeverikvanhuiswas,maarkonwelradendatikblutwasen

eenlegetankhad.

MijnmoederhadaltijdgezegddatLupedeenigevanonsallemaal

was die de moeite waard was. Wij waren in ieder geval Cuba, de

Belgenikzelf,maareigenlijkelkevrienddieikgehadheb.Allemaal

nietsnutten, zei ze, die alleen maar in de weg liepen en niets dan

problemenbrachten.NuhoordeLupedaarookbij.

Ikkeeknaarde standvandezon.Alegrezatgrijnzend inde scha-

duwmeeteluisteren.Datdeedhijaltijdalsmensendetelefooncel

gebruikten. Mijn moeder bleef eisen stellen en dreigen dat ze zelf-

moordzouplegenofeenmoordzoubegaan,ofbeide.

‘Wat kan ze hebben?’ vroeg ik toen ze stopte om weer een hijs te

nemen.

‘Wie?’vroegmijnmoeder.

‘Lupe,ma.Haarooghangthalfdicht.Echtwaar.Ikmaakmezorgen.’

‘Weetikveel,’zuchtteze.‘Heeftzeereenklapopgekregen?’

‘Nee,’zeiikenikwildebeschrijvenhoeheteruitzag,maarikkwam

nietverderdan‘haaroog’.

Page 90: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

89

‘Anastasiaishiergeweest.ZezochtdeBelg.Isdiebijjullie?Zemaakt

zichzorgen.’

‘Hijishier,ja.’

‘Jezeidathaaroogdichtwas?’

Ikknikteenzei‘half’.

‘Misschienheeftzeeenontsteking.’

‘Hetzieternietrooduit.’

Mijnmoederzuchtte. ‘kanzeermeezien?Zemoetnaardedokter

gaan. Eigenlijk heeft ze erom gevraagd. Jij moet naar huis komen.

Waarzitjeeigenlijk?’

‘HebjeSofigezien?’vroegik.

Als ikSofi’snaamuitsprakverwachtteikergensdatzeopzoudui-

ken. Dat gebeurde nooit, dus miste ik haar alleen maar erger. Sofi

ismijndochter.Zeisacht,bijnanegenenikziehaarmaarweinig.

Mijn moeder ziet haar helemaal nooit en ze heeft meer dan eens

gezegddat ikalleennaarSofivroegomeenschijnvanvaderschap

optehouden.Tochbleefikhetdoen.

‘Als die zak stront bij haar is, kan jij toch weg?’ riep ze en begon

weerovermijnverantwoordelijkhedenenmijngebrekaanruggen-

graat.Ikleundetegendetelefooncel.Ikhadnooitmoetenbellen.

‘Ikmoetophangen,’ zei ik. ‘Ze is echtziek,ma.’Mijnvinger lagal

opdehaak.

‘Ikbenookziek,’riepmijnmoeder.‘Vanverdriet!Jekomtvandaag.

Hoorjeme?’

Mijnmoederisgeenkwaadmens,maaraandetelefoonlijktzenog

hetmeestopeenaapmeteenmachinegeweer.

Page 91: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

90

Carolina Trujillo De terugkeer van Lupe GarcíaThEMATIEk

In De terugkeer van Lupe garcía staan de wil tot overleven

en het nemen van wraak centraal. De personages Lupe,

Gono, Cuba en de Belg zijn stuk voor stuk slachtoffers van

dewrededictatuurdiehunjeugdheeftgekleurd.Alskinde-

renstondenzijmachteloosaandezijlijnterwijlhunouders

werden opgepakt, gemarteld, verkracht of het land moes-

ten ontvluchten. Ze zijn getraumatiseerd door de periode

waarin ze moesten aarden in een nieuw land of moesten

leven met een vader achter de tralies. Het leed dat hen is

aangedaan is groot, Gono noemt dit ‘blikschade’: de angst

indeogenvanmensendiebeseffendatzezijnovergeleverd

aandegrillenvaneenanderendemoedhebbenopgegeven.

Naast deze emotionele schade zijn de hoofdpersonen ook

letterlijk beschadigd: iedereen heeft een kwaal die niet zo-

maargeneest.ZoheeftLupevoortdurendlastvanhaaroog,

heeftGonoaambeienenmistCubaeenstelvoortanden.

HoofdpersoonLupeisjournalistenwilderestvandewereld

tonen hoezeer haar land heeft geleden onder de militaire

junta. Daarom maakt ze met hulp van haar vrienden een

documentaire over de penal, de gevangenis waarin haar va-

der jarenlang opgesloten zat. Ze komen hiervoor samen in

dekleinepenal,hethuisvanLupesvader.Naeenjarenlange

gevangenschap is het deze man niet gelukt het verleden

los te latenenheefthijdeberuchtegevangenisinhetklein

nagebouwd.Nietalleen ishetvoorLupe’svaderonmogelijk

omhetverledenlostelaten,ookvoordeanderepersonages

isditeenbelangrijkthema.

Page 92: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

91

Omdat Lupe en haar vrienden definitief willen afrekenen

methetverledenbesluitenzemetdefilmwraak tenemen

opdebewakersenmartelaarsvanhunouders.Dewraakdie

zij bedenken beschouwen zij niet als moreel verwerpelijk

maaralseen logischgevolgvandeomstandighedenwaarin

zij opgroeiden. Ze zoeken gerechtigheid, en zijn zodanig

getraumatiseerd dat ze niet meer objectief kunnen naden-

ken hierover. Hun vaderland is inmiddels politiek stabiel

maar het verleden blijft op deze manier doorwerken in het

heden. Omdat hun emotionele trauma zo groot is lukt het

Lupeendeanderennietomhundaden ineenhedendaags

democratischperspectief–waarindezewraaknietpast–te

zien. De lezer ziet hoe de jonge slachtoffers veranderen in

daders.

Onder de invloed van drugs, een terugkerend motief in de

roman, spelenLupeenhaarvriendenvooreigenrechteren

gaanzeopzoeknaardebeulendieophunlijststaan.Deze

mensenwordenaangesprokenmetdeschuilnaamdiezeten

tijdevandejuntahadden:hetkonijn,hetkind,deBeer.Het

isopvallenddatnietalleendebeulenmaarookdejongeren

bijnamen hebben. Terwijl de voormalige junta-aanhangers

hunidentiteitproberenteverbergen,staanbijLupeenhaar

vriendendebijnamensymboolvoorhetfeitdatzenogaltijd

op zoek zijn naar hun ware identiteit. De namen verwij-

zen voor een deel naar het feit dat hun wortels niet geheel

in een land liggen: Cuba en de Belg zijn vernoemd naar de

landen waar zij grotendeels opgroeiden, en ook Lupe leeft

meteenbeeninNederland.Debijnamenendeescalerende

gebeurtenissenherinnerenonseraandatdezejongerenniet

alleenworstelenmethetverledenmaarookmethuneigen

identiteit.

Page 93: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

92

gEsPrEksVr AgEn

1 Indezeromanisdeverteltoonlichtterwijldegebeur-

tenissensomsgruwelijkzijn.Hoevindtudat?Enhoe

krijgtCarolinaTrujilloditvoorelkaar,denktu?

2 “Wij hadden tenminste nog een vijand,’ hoorde ik

Anastasia nog zeggen, ‘jullie vechten alleen tegen je-

zelf’’ (p. 284). Heeft Cuba’s moeder gelijk met deze

opmerking? Wat is het verschil tussen vechten tegen

jelandentegenjezelf?

3 In de roman wordt duidelijk dat Gono zijn aanteke-

ningen over wat hij met Lupe en zijn vrienden mee-

maakt,doorLupelaatlezen.Hijvoegterophaaraan-

dringen vaak nog iets aan toe. Wat heeft zij op zijn

teksten aan te merken? In hoeverre is dit relevant

voordelezer?

4 Gono schrijft: ‘Dat je mensen had die er geen benul

vanhaddendatzeliepenmaarwelaltijdopdejuiste

weg zaten, en dat ik tot het soort mensen behoorde

dat constant verdwaalde maar dat altijd wel wist

welke weg andere mensen moesten volgen. Lupe was

ontspoord’ (p. 182). In hoeverre bent u het eens met

hetbeelddatGonovanzichzelfenvanLupeschetst?

Tot welke van deze twee soorten mensen zou u zich-

zelfrekenen?

Page 94: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

93

5 ‘Wat ik ook begreep was dat er aan het eind van een

gemonteerde minuut weinig dingen bleven zoals

ze werkelijk waren gebeurd.’ Dit is een conclusie

van Gono. Hij krijgt als antwoord: ‘Dat is geen be-

drog,’ verdedigde Lupe zich, ‘dat is televisie’ (p. 102).

Denktudatdocumentaireseenjuistbeeldgevenvande

werkelijkheid? Inwelkemateword jealskijkergemani-

puleerd,denktu?Hoegebeurtditvolgensu?

6 De personages komen tot verschillende gruwelijke

daden.Ditgebeurt vaakonderde invloedvandrugs.

Hoe vindt u dit? Hoe staat u tegenover het gebruik

vandrugs?

7 Gonogijzeltschoolkinderen.Haduditvanhemverwacht

en vindt u dit passen bij zijn karakter? In hoeverre wor-

denzijndadengekleurddoorzijnliefdevoorLupe?

8 In de roman vindt een morele verschuiving plaats.

De slachtoffers worden daders. In hoeverre kunt u

zichinleveninhundaden?

9 Isnahetlezenvandezeromanterrorismevoorube-

tertebegrijpen?

10 LupewoondeeengrootdeelvanhaarleveninNeder-

land.Zouzeandershebbengehandeldalszealtijdin

haar vaderland was gebleven? Oordeelt ze hierdoor

objectieverofjuistniet?

Page 95: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

94

Page 96: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

|

95CoLofon

DezeliteratuurgidsiseenuitgavevanJ.M.Meulenhoff,

Herengracht507,1017BVAmsterdam,tel.020-5533500,

www.meulenhoff.nl

rEdACTIEJacandravandenBroek(Boekentaal),Sandra

Faneker,MadelonvandenHurk

VorMgEVIngdp s,Amsterdam

Voorverkoopinformatie,opmerkingenofvragenkuntuterecht

bijJeroenTilma:[email protected]

Dezegidsismetzorgsamengesteld.UitgeverijMeulenhoffis

echternietaansprakelijkvoorfoutenofonjuisthedendieinde

tekstperabuiszijnopgenomen.

Page 97: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

|

li

te

ra

tu

ur

gi

ds

|

J

.M

.

Me

ul

en

ho

ff

96

Opzoeknaargoedeboeken?

Meerwetenovertoonaangevendeauteurs?

Inschrijvenvooronzenieuwsbrief?

Ganaarwww.meulenhoff.nl

Page 98: Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

In het tragikomische boek De eenzame polygamist worstelen de per-sonages van Udall met hun behoefte aan liefde en hun verlangen om ergens bij te horen. ‘Een buitengewoon boek, tegelijkertijd geestig en op een sublie-me manier catastrofaal.’ Publishers Weekly

Februari is een roman over liefde en verlies, over hoe je een nieu-we start moet maken zonder het verleden te vergeten. Het is een sprankelend, virtuoos en ontroerend boek. Februari is een grote kanshebber voor de Man Booker Prize. ‘Prachtige, poëtische roman over wat een ramp in een familie aan-richt.’ NrC haNdelsblad

Het labyrint van Luanda is een juweel van José Eduardo Agualusa: poëtisch en precies, vol muziek en amusement, maar ook een aangrijpend verhaal over angst en verlies. ‘Agualusa weet vernuftig vertelkunst en fantasie te combineren.’ NrC haNdelsblad

De terugkeer van Lupe García is een even geestige als ontroerende roman geschreven in een filmische, wervelende stijl. Het boek is bekroond met de bng Nieuwe Literatuurprijs. ‘Soms schrijft iemand een boek waarvan de hoofdpersonen bij je blijven, zelfs je vrienden worden. Carolina Trujillo schreef zo’n boek.’ het Parool

Mathilda Savitch is een onvergetelijk personage: wereldwijs, kwetsbaar, sprankelend, oerkomisch en, uiteindelijk, ontroerend en hartverscheurend. Wie dit boek eenmaal heeft opgepakt, raakt onherroepelijk verslaafd. ‘Een grootse roman. Uw hoofd, hart en oor moeten kennismaken met Mathilda Savitch.’ the Globe aNd Mail