Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten...

24
Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling Matthijs Bonefaas, Schermleraar SV Trefpunt Vlaardingen 1e uitgave maart 2015 Inhoud Floret Theorie Floret Praktijk Sabel Theorie Sabel Praktijk Degen Theorie Degen Praktijk Scheidsrechter / Jurering Observatieformulier Scorelijst Blauw Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’, zeker bij de kinderen maar kan ook voorkomen bij volwassenen. Er mogen, tijdens het invullen, vragen worden gesteld. Ook zien de leraren en zaalassistenten toe op de wijze van invulling en kunnen interveniëren ter vaststelling van het kennisniveau. Het geheel verloopt plezierig toegankelijk. Gezien de uitgebreidheid van het examen is het eventueel mogelijk om de scorelijst als ‘deelcertificaat’ te hanteren. Examen onderdelen kunnen dan over meer dan een lesavond worden gespreid. Op de Scorelijst is ook een ‘’-teken voor wedstrijden. Hiervoor dient de aantekening in het KNAS-Schermpaspoort. Examen onderwerpen: Concept Hoofdstuk 1 1

Transcript of Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten...

Page 1: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Leerstof voor Examen Brassard Blauw:Samenstelling Matthijs Bonefaas, Schermleraar SV Trefpunt Vlaardingen1e uitgave maart 2015

Inhoud

Floret Theorie Floret Praktijk

Sabel TheorieSabel Praktijk

Degen TheorieDegen Praktijk

Scheidsrechter / Jurering

Observatieformulier

Scorelijst Blauw

Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’, zeker bij de kinderen maar kan ook voorkomen bij volwassenen. Er mogen, tijdens het invullen, vragen worden gesteld. Ook zien de leraren en zaalassistenten toe op de wijze van invulling en kunnen interveniëren ter vaststelling van het kennisniveau. Het geheel verloopt plezierig toegankelijk.

Gezien de uitgebreidheid van het examen is het eventueel mogelijk om de scorelijst als ‘deelcertificaat’ te hanteren. Examen onderdelen kunnen dan over meer dan een lesavond worden gespreid.

Op de Scorelijst is ook een ‘✓’-teken voor wedstrijden. Hiervoor dient de aantekening in het KNAS-Schermpaspoort.

Examen onderwerpen:

Concep

t

Hoofdstuk 1

�1

Page 2: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Examen onderwerpen:1. Theorie: Meerkeuze vragen: 10 vragen uit Floret, Sabel of Degen Theorie2. Theorie: Meerkeuze vragen: 10 vragen uit Floret, Sabel of Degen Theorie Geel en RoodEr zijn totaal 30 vragen Brassard Blauw van waaruit 3 verschillende meerkeuze tentamens zodat er in groepjes bij elkaar de vragen kunnen worden gemaakt.

2. Eigen vaardigheid:A. Praktijkopdrachten uit Floret, Sabel of Degen PraktijkB. PartijschermenC. JureringD. ObservatieE. Wapenkennis

Meerkeuzevragen en praktijkopdrachten zijn voor schermleraren (i.o) op te vragen bij onze vereniging SV Trefpunt Vlaardingen: [email protected]

Bronvermelding: Brassard Blauw Floret, Sabel en DegenTechnisch Reglement KNAS http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdfBrassard-systeem KNAS http://www.knas.nl/file/192/Brassard-systeem%20KNAS.pdfReglement voor het materiaal KNAS: http://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdfMateriaal eisen Nederland: https://www.knas.nl/file/210/Materiaaleisen%20Nederland.pdfHandboek voor de scheidsrechter: https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard-systeem KNAS http://www.knas.nl/file/192/Brassard-systeem%20KNAS.pdfDagblad Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/3382182/2013/01/24/Revolutie-in-het-schermen.dhtmlLe Monde: http://www.lemondededartagnan.fr/SITE/ENG/histoirevraie_louis14.htm

Alles uit deze uitgave mag worden gebruikt mits de de samensteller en SV Trefpunt Vlaardingen wordt vermeld en het doel dient als omschreven in Brassard-systeem KNAS.

Hoofdstuk 1

�2

Page 3: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Floret

Theorie

Vraag Antwoord

3.0 De aangesloten, niet draadloze, elektrische volgorde vanaf mijn hoofd is…

Nederlands: Elektrisch masker, masker-kabel, elektrisch vest, lichaamskabel, haspel, grondkabel, aanwijs-apparaat. Frans: masque fleuret electrique, fils de têtes, (ook wel ‘fil de masque’), veste electrique, fils de corps, enrouleur, fil de connexion, appareil de signalisation.

3.0.6 Wat mag het totale gewicht zijn van een floret? Let op: Dit is een verbeterde aanvulling op de tekst! m.6: Het totale gewicht moet minder zijn dan 500gr. Zie: http://www.fie.ch/download/rules/en/book_m_16.1.pdf

Hoeveel is de ombuiging van de electrisch floretkling en hoe wordt dit getest? (Zie: m8: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf) Meer recent: http://fie.org/uploads/3/18830-weapons%20and%20equipment%20control.pdf

Let op: Dit is een verbeterde aanvulling op de tekst! Brassard Blauw zal hier t.z.t. op moeten worden aangepast. m.8: De kling moet een buigbaarheid hebben die overeenkomt met een ombuiging van minimaal 5,5cm en maximaal 9,5cm gemeten onder de volgende condities: 1. De kling wordt horizontaal vastgezet op 70 cm van het uiteinde van de punt. 2. Een gewicht van 200 gram wordt opgehangen op 3 cm vanaf het uiteinde van de punt. 3. De ombuiging wordt gemeten aan het uiteinde van de punt tussen de positie met en zonder gewicht. 4. De gleuf moet zich aan de bovenkant bevinden

Als er geen sprake is van ombuigen dan heeft de kling zelf ook nog een bocht. Hoeveel mag deze zijn? Zie: http://www.fie.ch/download/rules/en/book_m_16.1.pdf en meer recent: http://fie.org/uploads/3/18830-weapons%20and%20equipment%20control.pdf

Let op: Dit is een verbeterde aanvulling op de tekst! Brassard Blauw zal hier t.z.t. op moeten worden aangepast. m.9: De kling wordt op een vlakke ondergrond gelegd, dus de kom ligt dan net over de rand en zodanig dat de buiging maximaal is. De maximale afstand tussen de kling en het vlakke oppervlak wordt gemeten. De kromming op het hoogste punt van de buiging mag maximaal 1cm zijn.

Wat is de afstand tussen de twee contactpuntjes in de punt? Deze afstand is niet gegeven en mag bijna oneindig klein zijn. Ze mogen elkaar gewoon niet raken.

Bij het balanceren van mijn floret op de punt gaat de melder over. Wat is dan je conclusie?

De conclusie is dat of mijn floret te zwaar is of de punt staat te licht afgesteld. Mijn floret weegt immers minder dan 500 gram en de punt mag contact maken bij een druk van meer dan 500 gram. (Officieel mag een controlegewicht een afwijking hebben van 2 gram en kan dus maximaal 502 gram wegen)

3.1.1 / 3.5.1 Ik raak in onbalans maar tijdens mijn val tref ik toch mooi! Telt dit? t.87.2: Treffers maken tijdens een val is een overtreding van de eerste groep (t.114 - t.120: Geel wordt echter niet gegeven). Deze treffer wordt geannuleerd en telt dus niet. In het scheidsrechter handboek staat: Een schermer moet zijn handeling eindigen in een evenwichtige toestand. De val wordt niet bestraft.

3.1.2 Bij controle vooraf weigert mijn wapen en ik heb geen ondervest. Dit zijn beide overtredingen uit de eerste groep: dus geel. De 2e keer geel is rood en is dus een treffer aan. Elke volgende ‘geel’ is direct rood en weer een treffer aan.

Kan ik een treffer aan krijgen zonder dat ik wordt getroffen? Ja, dat zijn de straftreffers.

Krijg ik straf bij één of twee voeten buiten de loper? Ja, ik krijg 1 meter terrein verlies

Hoe wordt de afstand bij b.v. het terreinverlies bepaald? Mijn tegenstander mag 1 meter naar voren. Ik moet de afstand zodanig aanpassen dat onze punten met gestrekte armen elkaar net niet raken.

Wat als ik door een afstand - straf over de achtergrens moet? Ik krijg dan een treffer aan, ook al ben ik niet getroffen

Ik tref met één voet naast de loper. Wat wordt er beslist? Mijn treffer wordt dan niet geteld en mijn tegenstander mag 1 meter naar voren waarop ik de afstand moet aanpassen. Als ik daarbij over de achtergrens moet dan krijg ik zelfs een treffer aan.

Ik gebruik mijn ongewapende hand. Wat wordt er beslist? Mijn eventuele treffer wordt geannuleerd. Afhankelijk of ik mijn andere hand bewust gebruikte om te weren krijg ik rood. Bij geldig voor ongeldig eerst geel.

Ik tref en de tegenstander toont zijn wapen aan de scheidsrechter omdat hij denkt dat zijn wapen weigert.

Dan controleert de scheidsrechter dat wapen en als blijkt dat het wapen niet over gaat wordt mijn treffer geannuleerd. Er moet wel een echt vermoeden zijn op een defect want de wedstrijd mag niet nodeloos worden opgehouden.

Facultatief Wat zijn de laatste ontwikkelingen voor het masker? (wordt niet gevraagd en staat hier alleen ter informatie)

Om het oplichten van het masker tijdens de partij te voorkomen zowel als het losschieten van de elastische band zijn er nieuwe voorzieningen gekomen. Bekijk deze op http://www.fencing.net/14834/new-fie-rule-fencing-masks/

3.1.3 Wat betekent en wanneer krijg ik een zwarte kaart Zwart is groep 3: zware overtredingen. Bijvoorbeeld: onsportief gedrag zoals weigeren te groeten of gevaarlijk handelen, wraakzuchtig handelen, enz.

Met 1 reserve hebben we een equipe van drie. We zijn dus met 4. Eén krijgt een zwarte kaart. Mogen we dan de reserve inzetten?

Nee dat mag niet. In een equipe geldt een zwarte kaart voor het gehele team en we mogen dan naar huis gaan. Diegene die de overtreding heeft begaan krijgt een aantekening en schorsing van de schermbond voor een bepaalde periode.

3.2.1 Hoe zet ik de angel van een nieuwe kling voor rechts en links? Bij een rechtse schermer buig je de angel 5˚ - 8˚ naar beneden en even zoveel naar links. Bij links, even zoveel naar rechts

3.2.2 / 3.19 Leer de Franse terminologie van blz. 31 Vragen als: Geef de betekenis van ‘Attaque composé’, ‘Parade du tac’, etc.

3.2.3 Geef voorbeelden over de 1e, 2e en 3e intentie 1e Intentie: Ik wil direct raken in de aanval. 2e intentie: Mijn tegenstander weert 4 zoals ik had verwacht en dus maak ik snel een contra riposte. 3e intentie: Ik geef een schijn bij de contra riposte. Als verwacht gaat de tegenstander snel terug in 4, ik ontwijk en tref onderdoor.

3.2.4 Wat is en benoem de onderdelen van de pointe de arrêt en het nut er van.

Dit is de punt van mijn elektrische floret die bestaat uit een tête de point waaronder een drukveertje en daaronder weer een contactpuntje die verbonden is met de contactdraad. Het geheel is op het uiteinde van mijn floret geschroefd. De schroefjes aan de zijkant voorkomen dat de tête de point door de veerdruk er uit kan schieten.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Floret

Theorie

Hoofdstuk 2

�1

Page 4: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.2.5 / 3.4.2 Op het vest en masker staat bijvoorbeeld 800 NW en 1600 NW. Wat is dat en waar dient het voor?

De aanduiding NW staat hier voor Newton. Het is een maat voor de druk. Newton is de druk per cm2 die dat betreffende materiaal moet kunnen hebben. Om de floret-punt in te drukken is maar 500 gram nodig en dit is 0,5kg ≈ 4,9 Newton en dus ver van 800 of 1600 NW. Het gaat er om dat je heel hard kunt stoten of, erger, als de kling zou breken met een scherpe punt dat oppervlak dan heel erg klein is en de druk dan heel erg groot met datzelfde gewicht. Is dus een veiligheidsnormering. Voorbeeld: —niet leren— De diameter is 5,5mm - 7mm (blz 11 https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf) Een treffer met 10N wordt dan ca 40NW = blauwe plek!

3.3.1 Wanneer en wat was de ‘Riddertijd’ en wat komt er na? De riddertijd was de periode tot ongeveer 1450. Hierna begint eerst in Italië de Renaissance. (Betekend ‘Wedergeboorte’ en is een term bedacht door de Italiaanse humanisten). Dit laatste bracht de ontwikkelingen naar geweren en maakte harnassen overbodig. De harnassen werden uniformen

Wat gebeurd er in de renaissance? Deze periode verwijst naar de ‘geboorte van nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap, de kunst, de politiek, levensopvattingen en uitvindingen zoals het buskruid. Met het buskruid ontstonden er kanonnen en geweren oftewel ‘Musketten’. Denk maar aan de Musketiers.

Als er geweren waren wat hadden degens of rapieren, maingauches, etc. dan voor zin?

Drie redenen: 1. Een musket of een revolver kon maar 1 keer schieten en dan moest je weer herladen. De wapens werden (rapieren en de maingauches) praktischer, lichter en gemakkelijk te dragen voor zelfverdediging. 2. Het was ook voornaam om een wapen te dragen en 3. de schermkunst ontwikkelde zich ook omdat er duels werden uitgevochten.

Wat betekent ‘maingauche’ en waar werd deze voor gebruikt? De letterlijke betekenis is ‘linker hand’ en deze werd zelfs zonder bescherming gebruikt om te weren. (zie pag 9: http://www.adamsamsterdam.com/static/docs/Catalogue2books_1-1.pdf) Zo werd de pareerdolk of een handschild ook maingauche genoemd.(een linkse schermer zal ongetwijfeld de maingauche rechts hebben gebuikt)

Wat weet je over schermscholen in Nederland? In 1610 Vestigde zich in Amsterdam een schermschool 'Academie de l'Espée' onder leiding van Gerard Thibault. Hiermee werd de schermkunst bereikbaar voor de burgerij en de Gilden. Je hoefde dus niet meer van adel te zijn voor de schermsport maar nog wel van rijke afkomst.

Hoe moest je volgens Gerard Thibault schermen? Met een gestrekte gewapende arm waarbij alle bewegingen gebaseerd zijn op wiskundige principes van de zogenaamde ‘mystieke cirkel’.

Geef het Franse woord en de betekenis voor ‘vingervaardigheid’ Het Franse woord is Doigté en houdt in dat ik mijn wapen met mijn vingers moet sturen. Het wapen wordt tussen duim en wijsvinger gehouden. De andere vingers ‘helpen’. Mijn vingers worden sterker, preciezer en mijn wapenhandelingen sneller.

3.4.1 Wat is het nadeel van hard steken? Het nadeel is dat ik mijn wapen te stevig hanteer. Hierdoor ben ik minder precies en kan ik gaan verzuren wat het alleen maar erger maak. Natuurlijk zijn mijn tegenstanders ook niet echt blij met mijn manier van schermen. Ik moet dus ontspannen om snel en precies te kunnen zijn.

3.15 Hoeveel wapens heb ik op een wedstrijd minimaal nodig? Minimaal twee wapens. Een reservewapen moet zich dus ook bij de loper bevinden.

Naar welk contact gaat de draad die het verst uit het midden is geplaatst van de enrouleur - stekker

Deze gaat naar de dikke pool van de komstekker

Naar welk contact gaat de draad die in het midden is geplaatst van de enrouleur - stekker

Deze gaat naar de dunne pool van de komstekker

Naar welk contact gaat de draad van de buitenste contactpool die het dichts bij de middelste is geplaatst van de enrouleur stekker.

Deze gaat naar het krokodillenbekje.

3.18 / 3.18 Geef de betekenis en het verschil van de FIE en de AAI FIE: Federation International d’Escrime: Zorgt voor de regelgeving, de wereldkampioenschappen en houdt de punten bij van de wereldbeker wedstrijden. (N.B. op pag. 30 staat Internationaal, dus met dubbel ‘a’ in het Nederlands tussen twee Franse woorden en dat is niet juist). AAI betekend Académie d’Armes Internationale. Dit is de internationale bond van schermleraren en deze zorgt voor opleiding en elke vier jaar wereldkampioenschappen voor schermleraren. (Hier is in het boek een accent aigu vergeten het Franse woord academie = académie)

3.5.2 Wat is een appèl in de uitval? Appèl is letterlijk ‘aanmelden’. Ik tik met de voorste voet op de grond om mijn tegenstander te laten weten dat ik er aan kom. Met deze beweging kan mijn tegenstander verstarren in combinatie met een slag-wapen maar meestal is het doel om een schijnbeweging te accentueren.

3.6 e.v. Welke schermacties / -bewegingen kunnen worden onderscheiden?

De acties zijn: 1. Aanvallende bewegingen, 2. verdedigende bewegingen, 3. verdedigend-aanvallende bewegingen en 4. aanvallend-verdedigende bewegingen.

3.6.6 Wat voor soort beweging is een halve binding, wat is het Franse woord en geef een voorbeeld

De halve binding is een aanvallende beweging. Dit heet een ‘Liement’. Ik neem contact met mijn sterk op het zwak van mijn tegenstander en transporteer zijn kling naar de diagonaal tegenoverliggende lijn. Er zijn er dus 4: van 4 naar 8 en terug en van 6 naar 7 en terug. Eerst transport, dan de steek.

3.6.7 Wat voor soort beweging is een hele binding, wat is het Franse woord en geef een voorbeeld

De hele binding is een aanvallende beweging en is een volledige kring: dus van 6 naar 6 of van 4 naar 4 waarbij ik het wapen van de tegenstander met mijn sterk op zijn zwak volledig transporteer alvorens te steken.

3.6.8 Geef de overeenkomsten en het verschil tussen een halve binding en de bindsteek

Overeenkomsten: het zijn beiden aanvallende bewegingen en het is sprake van transport van het wapen van de tegenstander met sterk op zwak naar de diagonaal. Het enige verschil is dat de bindsteek tijdens het transport in de finale steekt terwijl bij de halve binding -de liement- het transport wordt voltooid en dan gestoken.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Floret

Theorie

Hoofdstuk 2

�2

Page 5: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.7.1 Parade 1 vanuit 6: Wat voor soort beweging is dit, wat wordt er mee bedoeld en hoe pas je dat toe?

Het is een verdedigende beweging. Hierbij geef je toe aan de druk die de tegenstander op jouw wapen uitoefent. Officieel: Weringen met toegeven (la parade en pedant) zijn weringen die toegepast worden tegen bindsteken en glijsteken. De tegenstander drukt met zijn kling tegen jouw kling waarop je toegeeft terwijl je het contact met het ijzer vasthoud. De tegenstander loop a.h.w. in de val omdat hij alsmaar voorwaarts mag blijven gaan en tot zijn verrassing naast het trefvlak eindigt. Zie hier enkele voorbeelden.

3.7.3 Wat voor soort beweging is een dubbele parade? Geef een voorbeeld.

Elke parade valt qua beweging onder de Verdedigende bewegingen. Bij een dubbele parade kan de tegenstander, in zijn aanval, mijn 4 ontwijken waarop ik direct naar 6 kan gaan of als mijn kring 6 wordt ontweken kan ik tegenstellen (weren) in 8, enz.

3.7.4 Wat voor soort beweging is een lichaamsparade en wat is precies de bedoeling er van?

Ook een lichaamsparade is een verdedigende beweging. De bedoeling is dat de finale van de aanval van de tegenstander wordt geneutraliseerd. Op zijn finale wordt ik door mijn pas achterwaarts niet getroffen en mag ik een riposte plaatsen. (Ook als mijn tegenstander zijn arm gestrekt laat staan waarmee ik, op mijn riposte, getroffen wordt. Dit geldt dan als een remise van de aanval en niet als punt-in-lijn-positie)

3.8.3 Wat voor soort beweging is een contra-riposte? Alle riposten vallen onder de ‘Verdedigend-aanvallende bewegingen’. Een riposte is een aanval na de wering. Een contra riposte is een aanval na de riposte. Het betreffen hier gescheiden acties. Als ik de contra riposte maak, kan ik nog in de uitval positie staan terwijl ik deze contra riposte uitvoer.

2.9.1 / 3.9.1 Wat voor soort beweging is een arrêt? Geef een voorbeeld. Een arrêt is een aanvallend verdedigende beweging en wordt ook wel voorsteek genoemd. Eigenlijk steek ik mee op de aanval van mijn tegenstander maar op zo’n manier dat ik zelf niet -of te laat- getroffen wordt. Letterlijk betekent arrêt: ‘stop’.

3.9.3 Wat voor soort beweging is een Contre-temps? Geef een voorbeeld.

Een contre temps is een aanvallen verdedigende beweging en is elke handeling, uitgevoerd door de aanvaller, op de arrêt van de tegenstander. D.w.z. dat de aanvaller zijn eigen aanval onderbreekt om zich bijvoorbeeld te verdedigen op de tegenaanval.

3.9.2 Wat voor soort beweging is, en hoe maak ik een samengestelde arrêt?

Elke arrêt is een aanvallend verdedigende beweging. Als mijn tegenstander bewust langzaam of op een andere wijze mij probeert mij te verleiden tot het maken van een arrêt (= invite) met de bedoeling deze te onderscheppen (= contre temps maken) kan ik mijn arrêt indirect maken om zou de overname te ontwijken: dus er overheen of er onderdoor.

3.9.3 Ik inviteer een arrêt van mijn tegenstander om een contre temps te kunnen maken. Welke van de vier bewegingen maak ik nu?

Door mijn uitval langzaam in te zetten of door een pas voorwaarts met langzaam strekkende arm wordt mijn tegenstander uitgenodigd tot het maken van een tegenaanval. Op dat moment onderbreek ik mijn eigen aanval (=Contre Temps) met een parade om een treffer te scoren. Omdat mijn intentie in eerste instantie uitgaat van de aanval om in de actie van de aanval een parade riposte te kunnen maken is dit een ‘aanvallend verdedigende beweging’.

3.10 Wat is competentie gericht leren in het schermen? Het woord ‘competentie’ heeft vele definities en betekent dat ik mijzelf verder kan ontwikkelen op basis van datgene wat ik al ken en kan. In het schermen zijn de competenties: het goede moment, de juiste afstand, het perfecte tempo, mijn initiatief, ben ik ‘de baas’ in deze partij, leid ik of lijd ik? voor al deze competenties die mijn spel-inzicht en acties bepalen heb ik wel de juiste technieken nodig om mijzelf verder te kunnen ontwikkelen.

3.10.2 / 3.10.3 Noem belangrijke competenties in een partij Dit zijn het nemen of overnemen van het initiatief. Ik kies, ik bepaal met de mij bekende vier schermacties. (zie 3.5 ev)

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Geschiedenis ter aanvulling omdat de floret hier zijn basis vindt en om in het kort te kunnen lezen hoe vanuit Italië de schermsport zich verspreidde naar Spanje en de rest van Europa.

Italië, Bologna, Achille Marozzo: ( 1484 - 1553) Heeft aan de basis gestaan van de floret omdat hij schermde met een lichte degen en de afgeplatte punt van een dop voorzag middels watten waarover een zeemleren lapje dat met een koordje werd vastgebonden. Hierdoor leek het op een bloemknop. Het wapen noemde hij de Fioretta. (Fleurette -Fr- = bloempje). Achille Marozzo beschreef 11 parades en de steek naar het oog (i.v.m. harnas en maliën-kolder). Zijn onderricht was in het begin geheim. In zijn latere leven ontstaan er de eerste schermscholen. Hij schreef een belangrijk werk over het schermen in “De nieuwe verhandeling over de kunst van het schermen” (Opera Nova dell'Arte delle Armi) wat werd gepubliceerd in 1536 in Modena (It). Behalve de 11 parades beschreef hij ook hoe de linker hand kon worden gebruikt met een klein schild of een dolk. Later wordt deze dolk ‘maingauche’ genoemd.

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Het blauwe boekje maakt een hele grote sprong van bijna 150 jaar vanaf het begin van de Renaissance naar Thibault in1628 in Nederland. Voor de geïnteresseerden hier in het kort de geschiedenis vanuit Italië naar Spanje naar Nederland.

Italiê, Milan en Rome. Camillo Agrippa: wordt gezien als de grootse schermtheoreticus en publiceert - in het jaar de Achille Marozzo sterft- in 1553 zijn boek: ‘Verhandeling in de Wetenschap van het Schermen’ (Trattato di Scientia d’Arme). In zijn jong jaren was hij een gevreesd duellist in het geheim en officieel was hij architect, filosoof en een tijdgenoot van Michael Angelo. Belangrijk is dat hij de 11 parades van Achille Marozzo wist terug te brengen naar de vier voornaamste weringen: prima, seconda, terza en quarta, die een overeenkomst hebben met wat we in ons moderne schermen gebruiken. Hij is ook degene die de geometrie beschrijft, de wiskundige principes die problemen in het schermen oplossen. In deze tijd ontwikkeld zich de Spaanse School naar de wiskundige ideen van Agrippa. Hun programma lag besloten in een boek van Jeronimo Sánchez de Carranza ✝ 1600. Schreef het boek: ‘Over de Filosofie van de Schermkunst in Aanvallen en Verdedigen in 1569. Door zijn leerling Don Luis Pacheco de Narváez, (schrijver) ook wel "de uitvinder van de wetenschap van de degen" genoemd. Van Don Luis Pacheco de Narváez kunnen we naar Garard thibault: In 1610 vestigde zich in Amsterdam een schermmeester genaamd Gerard Thibault (1574 - 1627). Thibault, geboren in Antwerpen rond 1574, (was fysicus, dichter, architect, schilder, occultist en meester zwaardvechter) had zich in Spanje bij Don Luis Pacheco de Narváez, bekwaamd in het systeem, gebaseerd op de mystieke cirkel van de wiskunde. Volgens deze methode zou hij onoverwinnelijk zijn.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Floret

Theorie

Hoofdstuk 2

�3

Page 6: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd:: Aanvulling over Gerard Thibault. Bronvermelding: O.m. Dagblad Trouw, ‘De Verdieping’ Dossier Archief: ‘Revolutie in het Schermen’ door Micha Peters - 24/01/13

In 1611stelde Thibault zichzelf en zijn nieuwe methode op een toernooi in Rotterdam voor aan enkele Nederlandse schermmeesters. Tot ieders verbazing won Thibault de eerste prijs.Toen zijn succesvolle optreden Prins Maurits ter ore kwam, nodigde deze Thibault direct aan zijn hof uit voor een uitgebreide demonstratie. Die nam enkele dagen in beslag en werd bijgewoond door hoge officieren. Ook Frederik Hendrik was aanwezig. Thibault versloeg al zijn tegenstanders en maakte diepe indruk op Prins Maurits, een man die zelf in zijn leger talloze vernieuwingen en innovaties doorvoerde. Thibault ontving uit handen van de prins een prijs en een ereteken. Het nieuws van zijn succes verspreidde zich als een lopend vuurtje en iedereen in Amsterdam die een degen of rapier bezat, wilde les krijgen van Thibault. Deze wilde zijn theorieën bij een nog breder publiek onder de aandacht brengen door ze nauwkeurig te beschrijven in een groot boek: 'Academie de l’Espée'. Dit boek verschijnt pas na zijn dood in 1630 bij Elsevier. (Nog altijd is zijn boek in een Engelse vertaling in hardcover te koop voor $ 39,- :’The mysterie of the Spanish Circle in Swordsmanship and Esoteric Arts’

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Aanvulling Captain-Lieutenant Charles de Batz de Castelmore, le Compte d'Artagnan (Bronnen: http://www.lemondededartagnan.fr/SITE/ENG/histoirevraie_louis14.htm )

Lodewijk IVX (1643 - 1715) Werd ‘De Zonnekoning’ genoemd. Hij haalde Italiaanse schermmeesters naar Parijs voor onderricht. Hij was zeer bevriend geraakt met d’Artagnan (1611 – 25 Juni 1673) die benoemd was als sub-leutenant van de Musketeers in wiens afwezigheid hij de leiding had. d’Artagnan was toen al ouder dan 40 en Lodewijk de IVX pas 18. d’Artagnan werd al snel tot kapitein-leutenant benoemd. Dit was de hoogste militaire rang omdat de echte kapiteit in naam de koning zelf was. Op advies van de koning trouwde hij met een rijke weduwe in Maart 1659 met Charlotte, Anne de Chanlecy, Dame van Sainte Croix, weduwe van seigneur Jean Léonor Damas van Bourgondië. d’Artagnan werd benoemd tot goeveneur van Lille maar vond dat maar saai en kreeg zijn kans om weg te komen door deelname aan de Nederlands - Franse oorlog. Bij de iname van Maasstricht werden de Fransen weer terug gedreven waarbij d’Artagnan getroffen werd door een loden kogel in zijn nek en overleed. Nog altijd is er een groot standbeeld van hem te zien aan de buitenzijde van Maastricht. Zijn levensloop werd naar waarheid opgetekend maar daarna sterk geromantiseerd door Alexandre Dumas. Vandaar dat er tientallen boeken, fims en toneelstukken over hem geschreven zijn. Het is waar dat hij oorspronkelijk niet van adel was maar de zoon van een rijk koopman. Toch bracht hij het tot de rechterhand van de koning, werd in de adelstand verheven en de beroemdste schermer in de geschiedenis.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Floret

Theorie

Hoofdstuk 2

�4

Page 7: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Floret Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Floret Praktijk

Opdracht Er wordt gelet op:

3.10.6’ -1 Keuze oefening afstand Initiatiefnemer maakt kleine pas voorwaarts Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. één pas achterwaarts Uitval

2. twee passen achterwaarts Pas voorwaarts uitval

3 meerdere passen achterwaarts Alleen volgen

3.10.6 -2 Keuze oefening juiste trefvlak Mijn initiatief Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Met het strekken van de arm maak ik kleine passen voorwaarts. Ik richt mijn floret naar het midden van mijn tegenstander. De tegenstander heeft aan aantal keuzes w.o.:

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. parade 4 Steek onderdoor (dégagement)

2. Parade kring 6 Kringsteek (contra dégagement)

3. parade 4 / 6 met pas achterwaarts Steek met 1 - 2

3.10.6 -3 Keuze oefening moment Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Ik maak kleine passen voorwaarts en mijn tegenstander gaat met zijn floret in een continue, gelijkmatig tempo van handhouding 6 naar 4 naar 6, etc.

Re’ -Actie tegenstander Mijn initiatief behouden / overnemen door o.m.:

1. Gelijkmatig van 4 naar 6 naar 4, etc. Uitval op het nèt geopende trefvlak

2. Maakt aanval hoog binnenlijn Parade 4 of kring 6 met riposte: direct of indirect

3. Pointe an ligne Aanval met slag - ijzer - steek.

Facultatief Keuze oefening afstand Mijn initiatief Oefening vanuit beweging

Deze oefening verschilt van de tekst omdat deze dynamischer is. In beweging heeft de aanvaller het initiatief in de passen en creëert zijn moment.

Passen naar achter en naar voor Volgt

Pasjes naar voor en op jouw moment: Pas voorwaarts uitval. ‘Jouw’ moment is zodra de tegenstander gaat aarzelen bij een volgende stap achterwaarts.

Passen achterwaarts en wordt getroffen in de ‘2e’ pas

Passen achterwaarts met het ‘stelen’ van een pas en uitval. Je ‘trekt’ de tegenstander mee.

Pas voorwaarts en wordt daarin getroffen

3.5 Demonstreer de volgende aanvallen met uitval: (Willekeurige volgorde)

1. aanval - uitval met appèl, 2. aanval - uitval met pas voorwaarts, 3. aanval - uitval met ballestra, 4. aanval - uitval met glijpas voorwaarts, 5. aanval - uitval met dubbele pas voorwaarts, 6. aanval - uitval met halve pas voorwaarts 7. Patinando.

3.5.11 Demonstreer de volgende handhoudingen De handhoudingen 1, 2 en 3 (4, 6, 7 en 8 zijn al eerder gekend en geëxamineerd) Als extra kennen wij ook de hoog 7, ook wel ‘9’ genoemd.

3.6.1 demonstreer een aanval naar de flank vanuit HH6 (HH = handhouding) in verschillende situaties.

Een aanval gaat naar een open lijn. In dit geval bij rechts - rechts met de tegenstander in HH 6 naar het vlak 8 van de tegenstander. De hand gaat imet de duim naar binnen! Staat deze tegenstander in 4 dan hoeft mijn aanval minder laag te zijn. Tegenover links in HH 6 gaat mijn hand met de duim naar buiten, lager dan dat mijn linker tegenstander in 4 staat. (Supinatie is duim naar buiten en pronatie is duim naar binnen)

3.6.2 Demonstreer aanvallen naar de schouder / flank ‘om een hoekje’. Idem naar de buik

Weet wat jouw buitenlijn en binnenlijn is en dat van de tegenstander. Als bij rechts-rechts in de buitenlijn van de tegenstander getroffen moet worden vertrek je vanuit HH 4 en zorg er voor dat er ‘en-cavant’ (om-de-hoek) getroffen wordt met de duim boven en/of iets naar binnen. Tref je op de binnenlijn van deze tegenstander dan vertrek je vanuit HH 6 en de duim gaat dan iets naar buiten, ook ‘en cavant’.

3.6.3 / 3.6.4 Demonstreer de coulé (glijsteek) vanuit HH 6. Idem vanuit HH 4.

Aansluiting. Gedurende het glijden blijft het sterk op het zwak van de tegenstander in een vloeiende beweging met uitval en treffer.

3.6.5 Demonstreer de aanval met een battement vanuit HH 6. Idem met aanval - uitval met appèl.

Dit is een slag ijzer welke wordt gemaakt vanuit 6 met draaiing van de duim naar binnen. Belangrijk is dat de hand in de ‘6-ruimte’ blijft en dus niet naar 4 gaat. Het is immers niet het nemen van het ijzer en geen parade.

Brassard Blauw Floret Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Floret Praktijk

Hoofdstuk 3

�5

Page 8: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.6.6 / 3.6.8 Demonstreer 4 halve bindingen en het verschil met de bindsteek (= binding of bindsteek van: 6 naar 7, van 8 naar 4, van 7 naar 6 en van 4 naar 8

Neem met het sterk het zwak van de tegenstander mee naar een diagonaal tegenover liggende lijn. Dus ik neem ijzercontact met 4 (R/R) en transporteer het wapen naar mijn 8 en steek. Idem andersom. Ook vanuit 4 nemen in 6 en transport naar 7 en andersom. Let op: voor een halve binding maak ik de binding eerst af alvorens te steken. Bij de bindsteek eindigt mijn halve binding direct in een steek. (De bindsteek is sneller dan de halve binding maar omdat de punt van de tegenstander voor jouw eigen trefvlak langs wordt getransporteerd is het prettig er zeker van te zijn dat je het ijzer van de tegenstander onderweg niet verloren hebt. Als je bij de bindsteek iets verkeerde timing hebt en je strekt wat te vroeg dan verlies je het ijzer van de tegenstander die jou - door het ijzer heen = mal pare-

3.6.8 / 3.7.1 Demonstreer het toegeven weren op de bindsteken A en B

Op een bindsteek van: A: 7 naar 6 weren met een hoge 7 of 1, B: 6 naar 7 weren met 6 of 3 laag, (C; 4 naar 8 met 4 of 5 laag en D: 8 naar 4 weren met een hoge acht,) Belangrijk: hou contact met het ijzer. Doe het langzaam voor daarna wat sneller.

3.6.7 Demonstreer twee hele bindingen = enveloppement in 6 en 4. Idem met de coulé

Met een hele cirkel transporteer ik het wapen van mijn tegenstander met kring 6 en glijsteek. Idem 4 - kring 4 en glijsteek. Uitvoering: punt wat lager = 8 = invite naar 6. De tegenstander valt aan op de vrije ruimte die gesloten wordt door alleen de kling te heffen = parade 6. Maak nu een hele binding en steek. Mag natuurlijk ook van HH 4 en dan wering 6 waarna enveloppement. Voor de enveloppement in 4 sta je in HH 6 waarop de tegenstander naar jouw binnenlijn gaat. Weer 4, maak een enveloppement en steek. Mag ook idem vanuit HH 8 = invite naar hoog waarop sluiten in 4 en enveloppement maken. Vanuit HH 7 mag deze invitatie natuurlijk ook. Let op de draairichtingen van 6 en 4!

3.7.1 Demonstreer de toegevende wering op en enveloppement 6 van jouw tegenstander

Dit is parade 1 vanuit 6 waarbij het contact behouden blijft. zie ook hier boven.

3.7.2 Demonstreer slag-parade 2 en riposteer hoog De slag-parade (= parade du tac) wordt gegeven met een korte, ‘droge’ tik. Bij de slag-parade 2 wordt de hand met de duim naar binnen gedraaid op een steek in mijn lage lijn door de tegenstander. Met het terugdraaien van de duim naar boven tref ik in een hoge lijn voor op de schouder.

3.7.3 Demonstreer een dubbele parade op een samengestelde aanval

Dit reageren op een schijn waarbij ‘en-finale’ de juiste wering gekozen wordt waarna riposte.

3.7.4 / 3.7.5 Demonstreer 4 boogparades Dit is van 4 naar 7 en andersom zowel als van 6 naar 8 en andersom

3.8.1 Demonstreer parade 1 met een riposte direct In de parade 1 staat mijn kling met de punt naar beneden. Omdat ik zelf ook goed laag in positie ben gegaan kijk ik tegen de onderkant van de gewapende arm aan van de tegenstander. Mijn hand blijft in pronatie bij mijn lijnsluitende riposte. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.8.2 Demonstreer parade 2 met riposte indirect Op een lage steek onder mijn arm pareer ik 2. Mijn punt staat nu naar beneden gericht op het vlak 7 van de tegenstander. Het moeilijk deel van de opdracht is dat ik langs de kling scharnier waarbij de punt van laag naar hoog wordt gericht. Dit doe ik door het draaien van mijn hand van pronatie naar supinatie. Ik riposteer lijnsluitend. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.9.1 / 2.9.1 / 3.9.3

Demonstreer de arrêt en de contre temps Op het naar voren komen met een aanvallende steek zie ik ruimte om een arrêt te plaatsen omdat de arm van mijn tegenstander nog ver is terug getrokken. In een tweede situatie sluit de tegenstander de lijn waarmee hij zijn oorspronkelijke aanval onderbreekt. Hij verhinderd zo de arrêt = contre temps en zet zijn oorspronkelijke ingezette aanval door

3.9.3 Demonstreer een invite met een schijn-aanval en maak de contre temps

Voorbeeld: Ik neem een schijn-aanval vanuit een wijde 8 met een sprong-pas voorwaarts. Mijn tegenstander reageert met een arrêt naar mijn vlak 6. Door nu mijn wapen naar voor omhoog te scharnieren naar een 3/6 wordt de arrêt opgevangen in mijn 3/6 en voltooi ik mijn oorspronkelijk ingezette aanval!

3.11.1 Partijschermen Ik scherm partij en demonstreer verschillende, mij bekende acties.

3.12 Scheidsrechter Beoordeling schermacties: zie tab: Jurering

3.14 Observatie Als een van mijn tegenstanders gaat schermen kijk ik wat deze doet, wat zijn zijn acties en door welke acties wordt hij getroffen? Zie tab Observatie

Brassard Blauw Floret Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Opdracht Er wordt gelet op:

Brassard Blauw Floret Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Floret Praktijk

Hoofdstuk 3

�6

Page 9: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Sabel

Theorie

Vraag Antwoord

3.0 De aangesloten, niet draadloze, elektrische volgorde vanaf mijn hoofd is…

Nederlands: Elektrisch masker, masker-kabel, elektrisch vest, lichaamskabel, haspel, grondkabel, aanwijs-apparaat. Frans: masque fleuret electrique, fils de têtes, (ook wel ‘fil de masque’), veste electrique, fils de corps, enrouleur, fil de connexion, appareil de signalisation.

3.0.5 Hoeveel is de ombuiging van de kling en hoe wordt dit getest? (Zie: http://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en http://www.fie.ch/download/rules/en/book_m_16.1.pdf )

m23: bij de sabel wordt de ombuiging gemeten. Als de kling op een vlakke ondergrond licht mag de totale buiging niet meer dan 4 cm bedragen, over de gehele kling gemeten. Ombuiging: op 70 cm van de punt ingeklemd met 200gr op 1 cm van de punt mag dit 4 tot 7 cm zijn. Dit wordt alleen op grote wedstrijden en bij de NK gemeten. Belangrijk is dat de kling een ‘2000’ -kling is.

Facultatief Wat is het gewicht van een elektrische sabel? (m22) Het totale gewicht van een elektrische sabel is minder dan 500 gram. (Staat niet in het Brassard Blauw genoemd)

3.1.2 Hoe kan ik een treffer aan krijgen zonder dat ik wordt geraakt?

Dit kan: 1. door het overschrijden van de achterlijn met beide benen omdat ik er, of in het gevecht overheen ga, of omdat ik, na naast de loper te zijn gestapt, de afstand moet aanpassen door één meter terreinverlies. Ook wordt er een ‘straftreffer’ gegeven bij bepaalde overtredingen.

3.1.2 Hoe kan ik met Geel als waarschuwing toch een treffer aan krijgen?

Dat kan bij een tweede gele kaart. Bijvoorbeeld bij controle vooraf weigert mijn wapen en ik heb geen ondervest. Dit zijn beide overtredingen uit de eerste groep: dus geel. De 2e keer geel is rood en is dus een treffer aan. Elke volgende ‘geel’ is direct rood en weer een treffer aan.

Krijg ik straf bij één of twee voeten buiten de loper? Ja, ik krijg 1 meter terrein verlies

Hoe wordt de afstand bij b.v. het terreinverlies bepaald? Mijn tegenstander mag 1 meter naar voren. Ik moet de afstand zodanig aanpassen dat onze punten met gestrekte armen elkaar net niet raken.

Ik tref maar, met één voet naast de loper. Wat wordt er beslist?

Mijn treffer wordt dan niet geteld en mijn tegenstander mag 1 meter naar voren waarop ik de afstand moet aanpassen. Als ik daarbij over de achtergrens moet dan krijg ik zelfs een treffer aan.

Ik gebruik mijn ongewapende hand. Wat wordt er beslist? Mijn eventuele treffer wordt geannuleerd. Afhankelijk of ik mijn andere hand bewust gebruikte om te weren krijg ik rood. Bij geldig voor ongeldig eerst geel.

Ik tref en de tegenstander toont zijn wapen aan de scheidsrechter omdat hij denkt dat zijn wapen weigert.

Dan controleert de scheidsrechter dat wapen, laat contact maken met de tegenstander en als blijkt dat het wapen niet over gaat wordt mijn treffer geannuleerd. Er moet wel een echt vermoeden zijn op een defect want de wedstrijd mag niet nodeloos worden opgehouden.

3.1.3 Wat betekent, en wanneer krijg ik, een zwarte kaart? Zwart is groep 3: zware overtredingen. Bijvoorbeeld: onsportief gedrag zoals weigeren te groeten of gevaarlijk handelen, wraakzuchtig handelen, enz. Ik mag dan niet verder deelnemen aan het toernooi en er wordt een melding gemaakt bij de KNAS die een tijd van schorsing kan bepalen.

Met 1 reserve hebben we een equipe van drie. We zijn dus met 4. Eén krijgt een zwarte kaart. Mogen we dan de reserve inzetten?

Nee dat mag niet. In een equipe geldt een zwarte kaart voor het gehele team en we mogen dan naar huis gaan. Diegene die de overtreding heeft begaan krijgt een aantekening en schorsing van de schermbond voor een bepaalde periode.

3.2.1 Hoe zet ik de angel van een nieuwe kling voor rechts en links?

Bij een rechtse schermer buig je de angel 5˚ - 8˚ naar beneden en even zoveel naar links. Bij links, even zoveel naar rechts

3.2.2 / 3.19 Leer de Franse terminologie van blz. 31 Vragen als: Geef de betekenis van ‘Attaque composé’, ‘Parade du tac’, etc. (Zie ook: http://www.scandaglio.nl/sort_nl.html )

3.2.3 Geef voorbeelden over de 1e, 2e en 3e intentie 1e Intentie: Ik wil direct raken in de aanval. 2e intentie: Mijn tegenstander weert 4 en riposteert zoals ik had verwacht en dus maak ik snel een contra riposte. 3e intentie: Ik geef een schijn bij de contra riposte. Als verwacht gaat de tegenstander snel terug in 4, ik ontwijk en tref met een houw-kop.

3.2.4 Hoe heten de kanten van de kling en met welke kanten van de kling kan ik een treffer maken?

De kanten van de kling zijn het scherp, ruggescherp en plat. In principe mag met alle kanten een treffer worden gemaakt mits dit het voorste derde deel betreft. Dit laatste is in een nabij-gevecht niet controleerbaar en wordt, i.g.v. ‘overzichtelijk schermen’ zonder lichamelijk contact, een treffer toegekend. (t.19) Zie ook: t.70 http://www.britishfencing.com/uploads/files/fie_rules_-_technical_rules_-_dec_2014.pdf

3.2.5 / 3.4.2 Op het vest en masker staat bijvoorbeeld 800 NW en 1600 NW. Wat is dat en waar dient het voor?

De aanduiding NW staat hier voor Newton. Het is een maat voor de druk. Newton is de druk per cm2 die dat betreffende materiaal moet kunnen hebben. (blz 17 https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf) Omdat een treffer alleen sabel elektrisch contact betreft leren wij de sabel heel licht en dus heel snel te bedienen.

3.3.1 Wanneer en wat was de ‘Riddertijd’ en wat komt er na? De riddertijd was de periode tot ongeveer 1450. Hierna begint eerst in Italië de Renaissance. (Betekend ‘Wedergeboorte’ en is een term bedacht door de Italiaanse humanisten). Dit laatste bracht de ontwikkelingen naar geweren en maakte harnassen overbodig. De harnassen werden uniformen

Wat gebeurd er in de renaissance? Deze periode verwijst naar de ‘geboorte van nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap, de kunst, de politiek, levensopvattingen en uitvindingen zoals het buskruid. Met het buskruid ontstonden er kanonnen en geweren oftewel ‘Musketten’. Denk maar aan de Musketiers.

Als er geweren waren wat hadden degens of rapieren, maingauches, etc. dan voor zin?

Drie redenen: 1. Een musket of een revolver kon maar 1 keer schieten en dan moest je weer herladen. De wapens werden (De rapieren en de maingauches) praktischer, lichter en gemakkelijk te dragen voor zelfverdediging. 2. Het was ook voornaam om een wapen te dragen en 3. de schermkunst ontwikkelde zich ook omdat er duels werden uitgevochten.

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Sabel

Theorie

Hoofdstuk 4

�1

Page 10: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Wat betekent ‘maingauche’ en waar werd deze voor gebruikt? De letterlijke betekenis is ‘linker hand’ en werd gebruikt om te weren. Ook wel pareerdolk genoemd.(een linkse schermer zal ongetwijfeld de maingauche rechts hebben gebuikt)

Wat weet je over schermscholen in Nederland? In 1610 Vestigde zich in Amsterdam een schermschool 'Academie de l'Espée' onder leiding van Gerard Thibault. Hiermee werd de schermkunst bereikbaar voor de burgerij en de Gilden. Je hoefde dus niet meer van adel te zijn voor de schermsport maar nog wel van goede en/of rijke afkomst.

Hoe moest je volgens Gerard Thibault schermen? Met een gestrekte gewapende arm waarbij alle bewegingen gebaseerd zijn op wiskundige principes van de zogenaamde ‘mystieke cirkel’. (Zie blz 12)

Geef het Franse woord en de betekenis voor ‘vingervaardigheid’

Het Franse woord is Doigté en houdt in dat ik mijn wapen met mijn vingers moet sturen. Het wapen wordt tussen duim en wijsvinger gehouden. De andere vingers ‘helpen’. Mijn vingers worden sterker, preciezer en mijn wapenhandelingen sneller. (Het is altijd verstandig om na ‘Halt’ even met het wapen tussen duim en wijsvinger te spelen en, terwijl je weer naar de stellinglijn gaat, de spieren te ontspannen en goed diep te ademen. Bij de stellinglijn gekomen ga weer ‘in stelling’ staan)

3.4.1 Wat is het nadeel van hard slaan? Het nadeel is dat ik mijn wapen te stevig hanteer. Hierdoor ben ik minder precies en kan ik gaan verzuren wat het alleen maar erger maak. Natuurlijk zijn mijn tegenstanders ook niet echt blij met mijn manier van schermen. Ik moet dus ontspannen om snel en precies te kunnen zijn.

3.5.1 Ik raak in onbalans maar tijdens mijn val tref ik toch mooi! Telt dit?

t.87.2: Treffers maken tijdens een val is een overtreding van de eerste groep (t.114 - t.120: Geel wordt echter niet gegeven). Deze treffer wordt geannuleerd en telt dus niet. In het scheidsrechter handboek staat: Een schermer moet zijn handeling eindigen in een evenwichtige toestand. De val wordt niet bestraft

3.15 Hoeveel wapens heb ik op een wedstrijd minimaal nodig? Minimaal twee wapens. Een reservewapen moet zich dus ook bij de loper bevinden. (voor de NK-finale worden er drie wapens per deelnemer gekeurd en in bewaring gehouden. De schermer krijgt ze weer als deze de loper betreedt)

3.18 / 3.18 Geef de betekenis en het verschil van de FIE en de AAI FIE: Federation International d’Escrime: Zorgt voor de regelgeving, de wereldkampioenschappen en houdt de punten bij van de wereldbeker wedstrijden. (N.B. op pag. 30 staat Internationaal, dus met dubbel ‘a’ in het Nederlands tussen twee Franse woorden en dat is niet juist). AAI betekend Académie d’Armes Internationale. Dit is de internationale bond van schermleraren en deze zorgt voor opleiding en elke vier jaar wereldkampioenschappen voor schermleraren. (Hier is in het boek een accent aigu vergeten het Franse woord voor academie = académie)

3.5.2 Wat is een appèl in de uitval? Appèl is letterlijk ‘aanmelden’. Ik tik met de voorste voet op de grond om mijn tegenstander te laten weten dat ik er aan kom. Met deze beweging kan mijn tegenstander verstarren in combinatie met een slag-wapen maar meestal is het doel om een schijnbeweging te accentueren.

3.6 e.v. Welke schermacties / -bewegingen kunnen worden onderscheiden?

De acties zijn: 1. Aanvallende bewegingen, 2. verdedigende bewegingen, 3. verdedigend-aanvallende bewegingen en 4. aanvallend-verdedigende bewegingen.

3.6.1 Is een aanval vanuit handhouding 3 naar de flank direct of indirect? (Zie Geel 1.2.2 blz 8)

Als ik een houw maak in één beweging in dezelfde lijn dan is dit een directe houw. Als ik een houw maak in één beweging naar een andere lijn dan is dat een indirecte houw. Van 3 naar de flank is verandering van lijn en dus indirect.

3.6.3 / 3.6.4 / 3.6.5

Wat is de meest waarschijnlijke situatie c.q. aanleiding voor de aanval via het ijzer

Dit is als er een punt-in-lijn-positie heeft aangenomen

3.11.4 Ik maak (offensief) een punt-in-lijn positie en neem op het goede moment zo het recht van de aanval. Wat zal mijn tegenstander gaan doen?

Een waarschijnlijke aktie is de aanval op mijn ijzer met een slag. Door voorbereid te zijn kan ik ontwijken (déroberen) en mijn aanval voltooien.

3.7.3 Wanneer maak je meerdere parades: b.v. een dubbele parade?

Meerdere parades worden gemaakt op een indirecte aanval. D.w.z. als mijn tegenstander van lijn veranderd. Meestal wordt een indirecte aanval vooraf gegaan door een feinte (schijnsteek) in een pas voorwaarts en wordt de lijn in de finale van de aanval gewijzigd = samengesteld - indirect. Hierop zal dubbel worden geweerd. Ook een parade wordt wel als schijn gegeven op een offensief op afstand. Pas als het echt gevaarlijk wordt gebruiken we de wering waar we erg goed in zijn.

3.7.4 Wat voor soort beweging is een lichaamsparade en wat is precies de bedoeling er van?

Ook een lichaamsparade is een verdedigende beweging. De bedoeling is dat de finale van de aanval van de tegenstander wordt geneutraliseerd. Op zijn finale wordt ik door mijn pas achterwaarts niet getroffen en mag ik een riposte plaatsen. (Ook als mijn tegenstander zijn arm gestrekt laat staan waarmee ik, op mijn riposte, getroffen wordt. Dit geldt dan als een remise van de aanval en niet als punt-in-lijn-positie. Om de riposte te registreren moet deze onmiddellijk gegeven worden anders kan een remise treffen die, in tijd, mijn treffer blokkeert.

3.7.1 Parade 1 vanuit 3: Wat voor soort beweging is dit, wat wordt er mee bedoeld en hoe pas je dat toe?

Het is een verdedigende beweging. In stelling sta ik ongeveer als de 2e afbeelding op blz 20 Brassard Blauw. De beweging in wering 1 lijkt een beetje op kijken hoe laat het is op je polshorloge

3.7.3 Wat voor soort beweging is een dubbele parade? Geef een voorbeeld.

Elke parade valt qua beweging onder de Verdedigende bewegingen. Bij een dubbele parade kan de tegenstander, in zijn aanval, mijn 4 ontwijken waarop ik direct naar 6 kan gaan of als mijn kring 6 wordt ontweken kan ik tegenstellen (weren) in 8, enz.

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Sabel

Theorie

Hoofdstuk 4

�2

Page 11: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.8.1 Kan ik indirect riposteren vanuit parade 1 en wat voor soort beweging is het?

Een parade riposte is een verdedigend-aanvallende beweging. Om vanuit 1 te kunnen riposteren moet ik de kling achterwaarts naar voren draaien om een houw-kop te kunnen maken = een indirecte riposte omdat ik van lijn verander. (Direct zou met het plat onder de arm van de tegnstander moeten treffer door de eigen onderarm nog verder te proberen wat moeilijker is.)

3.8.3 Wat voor soort beweging is een contra-riposte? Alle riposten vallen onder de ‘Verdedigend-aanvallende bewegingen’. Een riposte is een aanval na de wering. Een contra riposte is een aanval na de riposte. Het betreffen hier gescheiden acties. Als ik de contra riposte maak, kan ik nog in de uitval positie staan terwijl ik deze contra riposte uitvoer.

2.9.1 / 3.9.1 Wat voor soort beweging is een arrêt? Geef een voorbeeld. Een arrêt is een aanvallend verdedigende beweging en wordt ook wel voorhouw genoemd. Eigenlijk houw ik mee op de aanval van mijn tegenstander maar op zo’n manier dat ik zelf niet -of te laat- getroffen wordt. Letterlijk betekent arrêt: ‘stop’. Le coup d’arret:

3.9.3 Wat voor soort beweging is een Contre-temps? Geef een voorbeeld.

Een contre temps is een aanvallen verdedigende beweging en is elke handeling, uitgevoerd door de aanvaller, op de arrêt van de tegenstander. D.w.z. dat de aanvaller zijn eigen aanval onderbreekt om zich bijvoorbeeld te verdedigen op de tegenaanval of een arrêt.

3.9.2 / 2.9.1 Wat voor soort beweging is, en hoe maak ik een samengestelde arrêt?

Elke arrêt is een aanvallend verdedigende beweging. Als mijn tegenstander bewust langzaam of op een andere wijze mij probeert mij te verleiden tot het maken van een arrêt (= invite) met de bedoeling deze te onderscheppen (= contre temps maken) kan ik mijn arrêt indirect maken om zou de overname te ontwijken: dus er overheen of er onderdoor.

3.9.3 Ik inviteer een arrêt van mijn tegenstander om een contre temps te kunnen maken. Welke van de vier bewegingen maak ik nu?

Door mijn uitval langzaam in te zetten of door een pas voorwaarts met langzaam strekkende arm wordt mijn tegenstander uitgenodigd tot het maken van een tegenaanval. Op dat moment onderbreek ik mijn eigen aanval (=Contre Temps) met een parade om een treffer te scoren. Omdat mijn intentie in eerste instantie uitgaat van de aanval om in de actie van de aanval een parade riposte te kunnen maken is dit een ‘aanvallend verdedigende beweging’.

3.10 Wat is competentie gericht leren in het schermen? Het woord ‘competentie’ heeft vele definities en betekent dat ik mijzelf verder kan ontwikkelen op basis van datgene wat ik al ken en kan. In het schermen zijn de competenties: het goede moment, de juiste afstand, het perfecte tempo, mijn initiatief, ben ik ‘de baas’ in deze partij, leid ik of lijd ik? voor al deze competenties die mijn spel-inzicht en acties bepalen heb ik wel de juiste technieken nodig om mijzelf verder te kunnen ontwikkelen.

3.10.2 / 3.10.3 Noem belangrijke competenties in een partij Dit zijn het nemen of overnemen van het initiatief. Ik kies, ik bepaal met de mij bekende vier schermacties. (zie 3.5 ev)

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Geschiedenis ter aanvulling omdat het schermen hier zijn basis vindt en om in het kort te kunnen lezen hoe vanuit Italië de schermsport zich verspreidde naar Spanje en de rest van Europa.

Italië, Bologna, Achille Marozzo: ( 1484 - 1553) Heeft aan de basis gestaan van de floret omdat hij schermde met een lichte degen en de afgeplatte punt van een dop voorzag middels watten waarover een zeemleren lapje dat met een koordje werd vastgebonden. Hierdoor leek het op een bloemknop. Het wapen noemde hij de Fioretta. (Fleurette -Fr- = bloempje). Achille Marozzo beschreef 11 parades en de steek naar het oog (i.v.m. harnas en maliën-kolder). Zijn onderricht was in het begin geheim. In zijn latere leven ontstaan er de eerste schermscholen. Hij schreef een belangrijk werk over het schermen in “De nieuwe verhandeling over de kunst van het schermen” (Opera Nova dell'Arte delle Armi) wat werd gepubliceerd in 1536 in Modena (It). Behalve de 11 parades beschreef hij ook hoe de linker hand kon worden gebruikt met een klein schild of een dolk. Later wordt deze dolk ‘maingauche’ genoemd.

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Het blauwe boekje maakt een hele grote sprong van bijna 150 jaar vanaf het begin van de Renaissance naar Thibault in1628 in Nederland. Voor de geïnteresseerden hier in het kort de geschiedenis vanuit Italië naar Spanje naar Nederland.

Italiê, Milan en Rome. Camillo Agrippa: wordt gezien als de grootse schermtheoreticus en publiceert - in het jaar de Achille Marozzo sterft- in 1553 zijn boek: ‘Verhandeling in de Wetenschap van het Schermen’ (Trattato di Scientia d’Arme). In zijn jong jaren was hij een gevreesd duellist in het geheim en officieel was hij architect, filosoof en een tijdgenoot van Michael Angelo. Belangrijk is dat hij de 11 parades van Achille Marozzo wist terug te brengen naar de vier voornaamste weringen: prima, seconda, terza en quarta, die een overeenkomst hebben met wat we in ons moderne schermen gebruiken. Hij is ook degene die de geometrie beschrijft, de wiskundige principes die problemen in het schermen oplossen. In deze tijd ontwikkeld zich de Spaanse School naar de wiskundige ideen van Agrippa. Hun programma lag besloten in een boek van Jeronimo Sánchez de Carranza ✝ 1600. Schreef het boek: ‘Over de Filosofie van de Schermkunst in Aanvallen en Verdedigen in 1569. Door zijn leerling Don Luis Pacheco de Narváez, (schrijver) ook wel "de uitvinder van de wetenschap van de degen" genoemd. Van Don Luis Pacheco de Narváez kunnen we naar Garard thibault: In 1610 vestigde zich in Amsterdam een schermmeester genaamd Gerard Thibault (1574 - 1627). Thibault, geboren in Antwerpen rond 1574, (was fysicus, dichter, architect, schilder, occultist en meester zwaardvechter) had zich in Spanje bij Don Luis Pacheco de Narváez, bekwaamd in het systeem, gebaseerd op de mystieke cirkel van de wiskunde. Volgens deze methode zou hij onoverwinnelijk zijn.

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd:: Aanvulling over Gerard Thibault. Bronvermelding: O.m. Dagblad Trouw, ‘De Verdieping’ Dossier Archief: ‘Revolutie in het Schermen’ door Micha Peters - 24/01/13: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/3382182/2013/01/24/Revolutie-in-het-schermen.dhtml

In 1611stelde Thibault zichzelf en zijn nieuwe methode op een toernooi in Rotterdam voor aan enkele Nederlandse schermmeesters. Tot ieders verbazing won Thibault de eerste prijs.Toen zijn succesvolle optreden Prins Maurits ter ore kwam, nodigde deze Thibault direct aan zijn hof uit voor een uitgebreide demonstratie. Die nam enkele dagen in beslag en werd bijgewoond door hoge officieren. Ook Frederik Hendrik was aanwezig. Thibault versloeg al zijn tegenstanders en maakte diepe indruk op Prins Maurits, een man die zelf in zijn leger talloze vernieuwingen en innovaties doorvoerde. Thibault ontving uit handen van de prins een prijs en een ereteken. Het nieuws van zijn succes verspreidde zich als een lopend vuurtje en iedereen in Amsterdam die een degen of rapier bezat, wilde les krijgen van Thibault. Deze wilde zijn theorieën bij een nog breder publiek onder de aandacht brengen door ze nauwkeurig te beschrijven in een groot boek: 'Academie de l’Espée'. Dit boek verschijnt pas na zijn dood in 1630 bij Elsevier. (Nog altijd is zijn boek in een Engelse vertaling in hardcover te koop voor $ 39,- :’The mysterie of the Spanish Circle in Swordsmanship and Esoteric Arts’

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Sabel

Theorie

Hoofdstuk 4

�3

Page 12: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Aanvulling Captain-Lieutenant Charles de Batz de Castelmore, le Compte d'Artagnan (Bronnen: http://www.lemondededartagnan.fr/SITE/ENG/histoirevraie_louis14.htm )

Lodewijk IVX (1643 - 1715) Werd ‘De Zonnekoning’ genoemd. Hij haalde Italiaanse schermmeesters naar Parijs voor onderricht. Hij was zeer bevriend geraakt met d’Artagnan (1611 – 25 Juni 1673) die benoemd was als sub-leutenant van de Musketeers in wiens afwezigheid hij de leiding had. d’Artagnan was toen al ouder dan 40 en Lodewijk de IVX pas 18. d’Artagnan werd al snel tot kapitein-leutenant benoemd. Dit was de hoogste militaire rang omdat de echte kapiteit in naam de koning zelf was. Op advies van de koning trouwde hij met een rijke weduwe in Maart 1659 met Charlotte, Anne de Chanlecy, Dame van Sainte Croix, weduwe van seigneur Jean Léonor Damas van Bourgondië. d’Artagnan werd benoemd tot goeveneur van Lille maar vond dat maar saai en kreeg zijn kans om weg te komen door deelname aan de Nederlands - Franse oorlog. Bij de iname van Maasstricht werden de Fransen weer terug gedreven waarbij d’Artagnan getroffen werd door een loden kogel in zijn nek en overleed. Nog altijd is er een groot standbeeld van hem te zien aan de buitenzijde van Maastricht. Zijn levensloop werd naar waarheid opgetekend maar daarna sterk geromantiseerd door Alexandre Dumas. Vandaar dat er tientallen boeken, fims en toneelstukken over hem geschreven zijn. Het is waar dat hij oorspronkelijk niet van adel was maar de zoon van een rijk koopman. Toch bracht hij het tot de rechterhand van de koning, werd in de adelstand verheven en de beroemdste schermer in de geschiedenis.

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Sabel Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf

Brassard Blauw Sabel

Theorie

Hoofdstuk 4

�4

Page 13: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Sabel Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Sabel Praktijk

Opdracht Er wordt gelet op:

3.10.6’ -1 Keuze oefening afstand Initiatiefnemer maakt kleine pas voorwaarts Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. één pas achterwaarts Uitval

2. twee passen achterwaarts Pas voorwaarts uitval

3 meerdere passen achterwaarts Alleen volgen

3.10.6 -2 Keuze oefening juiste trefvlak Mijn initiatief Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Met het strekken van de arm maak ik kleine passen voorwaarts. Hierbij richt ik mijn sabel naar het midden van het trefvlak van mijn tegenstander. De tegenstander heeft aan aantal keuzes w.o.:

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. parade 3 Houw buik

2. Parade 4 Houw flank

3. Met pas achterwaarts parade 3/4 Schijn buik houw flank of schijn flank houw buik

3.10.6 -3 Keuze oefening moment Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Ik maak kleine passen voorwaarts en mijn tegenstander gaat met zijn sabel in een continue, gelijkmatig tempo van handhouding 3 naar 4, terug naar 3, etc.

Re’ -Actie tegenstander Mijn initiatief behouden / overnemen door o.m.:

1. Gelijkmatig van 4 naar 6 naar 4, etc. Uitval op het nèt geopende trefvlak

2. Maakt aanval hoog binnenlijn Parade 4 of kring 6 met riposte: direct of indirect

3. Pointe an ligne Aanval met slag - ijzer - houw onderarm

Facultatief Keuze oefening afstand Mijn initiatief Oefening vanuit beweging

Deze oefening verschilt van de tekst omdat deze dynamischer is. In beweging heeft de aanvaller het initiatief in de passen en creëert zijn moment.

Passen naar achter en naar voor Volgt

Pasjes naar voor en op jouw moment: Pas voorwaarts uitval. ‘Jouw’ moment is zodra de tegenstander gaat aarzelen bij een volgende stap achterwaarts.

Passen achterwaarts en wordt getroffen in de ‘2e’ pas

Passen achterwaarts met het ‘stelen’ van een pas en uitval. Je ‘trekt’ de tegenstander mee.

Pas voorwaarts en wordt daarin getroffen

3.5 Demonstreer de volgende aanvallen met uitval: (Willekeurige volgorde)

1. aanval - uitval met appèl, 2. aanval - uitval met pas voorwaarts, 3. aanval - uitval met ballestra, 4. aanval - uitval met glijpas voorwaarts, 5. aanval - uitval met dubbele pas voorwaarts, 6. aanval - uitval met halve pas voorwaarts 7. Patinando. Let op: de gewapende hand en arm begint bij elke aanval vanuit stelling!

3.5.11-13 Demonstreer de volgende handhoudingen vanuit de stelling:

De handhoudingen 1, 2, 3, laag 5 en 6. Let op: bij stelling, 3, 2 en laag 5 wordt het wapen tussen de vingers gedraaid en draait de hand ook maar ruimtelijk gezien blijft de hand op zijn plaats voor deze demonstratie.

3.6.1 zie ook Geel 1.2.2

demonstreer een aanval naar de flank vanuit HH 3 (HH = handhouding) in verschillende situaties.

Een aanval gaat naar een open lijn. In dit geval bij rechts - rechts met de tegenstander in HH 4 of 5 indirect naar de flank van de tegenstander. De hand gaat met de duim naar binnen! Idem een indirecte aanval onder de arm van de tegenstander door naar de flank als deze in 3 staat. Let op: er kan worden gevraagd of een kop-houw vanuit HH 3 direct of indirect is (A). Idem voor de houw buik vanuit HH 3 (B). (A= direct, B= indirect).

3.6.2 Demonstreer aanvallen naar de schouder met coupé.

Omdat dit in dezelfde lijn ligt als de houw-kop blijft mijn kom naar beneden wijzen. De tegenstander staat op ‘half vier’ waarop ik met het puntje van mijn kling voor de punt van mijn tegenstander langs ga om zo in zijn binnenlijn te komen om te scoren. Afhankelijk van mijn startpositie kan ik ook twee of drie keer voor de punt langs gaan. Door deze wisseling fixeer ik mijn tegenstander op ‘half vier’ omdat hij niet weet waar de finale gemaakt zal worden.

3.6.3 Demonstreer een aanval via het ijzer vanuit HH 3 Tegenstander staat ‘en-ligne’. Bij voorkeur maak ik een slag ijzer (battement) met mijn scherp van mijn zwak op het zwak van de tegenstander waarna onmiddellijk de treffer wordt geplaatst. = keuze-oefening: Trekt mijn tegenstander zijn arm terug dan maak ik een houw kop. Laat hij de arm staan dan maak ik houw onderarm.

Brassard Blauw Sabel Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Sabel Praktijk

Hoofdstuk 5

�5

Page 14: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.6.4 Demonstreer een aanval via het ijzer vanuit HH 2 Tegenstander staat ‘en-ligne’. Ik sta in HH 2 en door mijn hand naar parade 5 te draaien kom ik automatisch tegen het ijzer van de tegenstander en ga ik door naar de flank.

3.6.5 Demonstreer een aanval via het ijzer met een lage 5

Tegenstander staat ‘en-ligne’ laag en bedreigt de onderzijde van mijn onderarm. Draai de hand vanuit stelling direct door naar de lage 5

3.7.1 Demonstreer parade 1 vanuit 3 of vanuit stelling Neem deze parade op een aanval naar de buik.

3.7.2 Demonstreer parade 2 vanuit HH 3 of vanuit stelling Ik drai mijn kling naar beneden van binnen naar buiten. Ruimtelijk gezien blijven mijn hand èn elleboog op hun plek.

3.7.3 Demonstreer een dubbele parade. Keuze oefening: Hierbij pareer ik de finale van een samengestelde aanval. Ook kan ik een dubbele wering maken of een enkelvoudige indirecte aanval waarbij mijn eerste wering een schijnwering is om mijn tegenstander te laten geloven dat ik die wering ga gebruiken op zijn aanval terwijl ik weet dat hij ‘en-finale’ een andere richting neemt.

3.7.4 / 3.9 Demonstreer een lichaamsparade: =verdedigende beweging en in combinatie met een tegenaanval: aanvallend - verdedigend = arrêt

Nèt niet geraakt worden is hierbij de kunst. Maak eventueel een tegenaanval: de afstand van de tegenstander was berekend op mijn lichaam in welke tijd ik ook ongestraft een tegenaanval kan plaatsen op zijn onderarm. Let op: De tegenaanval gaat tijdens de aanval van de tegenstander, dus niet als zijn voorste voet al geland is.

3.8.1 Demonstreer parade 1 met een indirecte riposte Op mijn parade 1 draai ik de kling achterwaarts om naar voren voor de kop-houw.

3.8.2 Demonstreer parade 2 met een riposte direct Direct: Ik verlaat de lijn dan niet. Ik blijf aan de flank-zijde van mijn eveneens rechter tegenstander door de houw-wang als riposte te geven.

3.8.3 Keuze oefening: Maak een Contra-Riposte Let op: Er zijn verschillende mogelijkheden. Spreek af wat je gaat doen met je tegenstander voor de demonstratie. Hierna wordt gevraagd of je de contra-riposte direct, indirect, enkelvoudig of samengesteld gemaakt hebt.

3.9.1 Demonstreer een contre temps Keuze oefening: Hierbij gaat mijn tegenstander een arrêt maken. Ik onderbreek mijn aanval om de arrét ongedaan te maken waarna ik aanval hervat.

3.9.2 Demonstreer een samengestelde arrêt Als 3.9.1, alleen ontwijk ik de actie van de contre temps en tref = samengestelde arrêt.

3.9.3 Maak een bewuste contre temps met invite. Hierbij maak ik de aanval met pas voorwaarts of sprong-pas voorwaarts met de arm al open voor de houw-buik. Dit is en invite en mijn tegenstander wil een arrêt maken op mijn onderarm. Op dat moment sluit ik de lijn = contre temps, en ga ik indirect door met een kop-houw.

3.10.4 Demonstreer het neutraliseren van het initiatief Hierbij gaat mijn tegenstander als eerste in de aanval. Door snel achterwaarts te gaan gaat zijn aanval voorbij na zijn uitval waarop ik weer het initiatief heb.

3.10.5 Demonstreer het weggeven van het initiatief Ik weet dat mijn tegenstander snel is met parade 4 - kop - houw als ik naar de buik een uitval maak. Nu maak ik bewust de aanval wat tekort zodat ik ruimte win om de kop-houw te weren en de contra-riposte te kunnen maken.

3.11.1 Partijschermen Ik scherm partij en demonstreer verschillende, mij bekende acties.

3.12 Scheidsrechter Beoordeling schermacties: zie tab: Jurering

3.14 Observatie Als een van mijn tegenstanders gaat schermen kijk ik wat deze doet, wat zijn zijn acties en door welke acties wordt hij getroffen? Zie tab Observatie

Brassard Blauw Sabel Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Opdracht Er wordt gelet op:

Brassard Blauw Sabel Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Sabel Praktijk

Hoofdstuk 5

�6

Page 15: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard Blauw Degen

Vraag Antwoord

3.0 De aangesloten, elektrische volgorde vanaf mijn wapen is… Nederlands: Lichaamskabel, haspel, grondkabel, aanwijs-apparaat. Frans: Fils de corps, enrouleur, fil de connexion, appareil de signalisation.

3.0.4 Wat mag het totale gewicht zijn van een degen? Let op: Dit is aanvulling op de tekst! m.14: Het totale gewicht moet minder zijn dan 770gr.

Hoeveel is de ombuiging van de electrisch degenkling en hoe wordt dit getest? (Zie: meer recent: http://fie.org/uploads/3/18830-weapons%20and%20equipment%20control.pdf

Let op: Dit is meer recent en niet conform de tekst van 4.0.4: m.16.5: De kling moet een buigbaarheid hebben die overeenkomt met een ombuiging van minimaal 4,5cm en maximaal 7cm gemeten onder de volgende condities: 1. De kling wordt horizontaal vastgezet op 70 cm van het uiteinde van de punt. 2. Een gewicht van 200 gram wordt opgehangen op 3 cm vanaf het uiteinde van de punt. 3. De ombuiging wordt gemeten aan het uiteinde van de punt tussen de positie met en zonder gewicht. 4. De gleuf moet zich aan de bovenkant bevinden

Als er geen sprake is van ombuigen dan heeft de kling zelf ook nog een bocht. Hoeveel mag deze zijn? Zie: meer recent: http://fie.org/uploads/3/18830-weapons%20and%20equipment%20control.pdf 16.2

m.9: De kling wordt op een vlakke ondergrond gelegd, dus de kom ligt dan net over de rand en zodanig dat de buiging maximaal is. De maximale afstand tussen de kling en het vlakke oppervlak wordt gemeten. De kromming op het hoogste punt van de buiging mag maximaal 1cm zijn.

Bij het balanceren van mijn degen op de punt gaat de melder over. Heb je dan een probleem?

Dat kan een probleem te zijn. Immers mijn degen weegt minder dan 770gram en het controlegewicht is 750gram (+/- 3gr). Mijn degen kan iets te licht staan afgesteld

D pointe d’árret van de degen heeft een ‘werkafstand’ en een minimale contact-afstand. Wat zijn de maten en hoe test ik deze afstanden? https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf

Zie m.19 en t.44: “Voor de degen controleert hij de totale afstand waarover de punt van het wapen kan worden ingedrukt en het gedeelte dat wordt ingedrukt nadat het registratieapparaat in werking treedt. De totale afstand wordt gemeten door tussen de verdikking van de punt (enbase) en de knop een plaatje met een dikte van 1,50 mm te voegen. Dit plaatje, dat door het Organisatie Comité wordt verschaft, mag een afwijking hebben van 0,05 mm meer of minder, dus 1,45 mm tot 1,55 mm.De vering die nog plaatsvindt na de registratie wordt gecontroleerd door het invoegen van een plaatje met een dikte van 0,50 mm tussen de verdikking van de punt en de knop. Dit plaatje dat door het Organisatie Comité verschaft wordt mag een afwijking hebben van 0,05 mm meer of minder, dus 0,45 mm tot 0,55 mm.”

3.1.1 / 3.5.1 Ik raak in onbalans maar tijdens mijn val tref ik toch mooi! Telt dit?

t.87.2: Treffers maken tijdens een val is een overtreding van de eerste groep (t.114 - t.120: Geel wordt echter niet gegeven). Deze treffer wordt geannuleerd en telt dus niet. In het scheidsrechter handboek staat: Een schermer moet zijn handeling eindigen in een evenwichtige toestand. De val wordt niet bestraft

3.1.2 Bij controle vooraf weigert mijn wapen en ik heb geen ondervest.

Dit zijn beide overtredingen uit de eerste groep: dus geel. De 2e keer geel is rood en is dus een treffer aan. Elke volgende ‘geel’ is direct rood en weer een treffer aan.

Kan ik een treffer aan krijgen zonder dat ik wordt getroffen? Ja, dat zijn de straftreffers.

Krijg ik straf bij één of twee voeten buiten de loper? Ja, ik krijg 1 meter terrein verlies

Hoe wordt de afstand bij b.v. het terreinverlies bepaald? Mijn tegenstander mag 1 meter naar voren. Ik moet de afstand zodanig aanpassen dat onze punten met gestrekte armen elkaar net niet raken.

Wat als ik door een afstand - straf over de achtergrens moet? Ik krijg dan een treffer aan, ook al ben ik niet getroffen

Ik tref met één voet naast de loper. Wat wordt er beslist? Mijn treffer wordt dan niet geteld en mijn tegenstander mag 1 meter naar voren waarop ik de afstand moet aanpassen. Als ik daarbij over de achtergrens moet dan krijg ik zelfs een treffer aan. (Als dat gebeurd bij stand 4 - 4 en jij dacht de winnende treffer te maken dan gebeurd het tegendeel)

Ik gebruik mijn ongewapende hand. Wat wordt er beslist? Mijn eventuele treffer wordt geannuleerd. Afhankelijk of ik mijn andere hand bewust gebruikte om te weren krijg ik rood. Bij geldig voor ongeldig eerst geel.

Ik tref en de tegenstander toont zijn wapen aan de scheidsrechter omdat hij denkt dat zijn wapen weigert.

Dan controleert de scheidsrechter dat wapen en als blijkt dat het wapen niet over gaat wordt mijn treffer geannuleerd. Er moet wel een echt vermoeden zijn op een defect want de wedstrijd mag niet nodeloos worden opgehouden.

Facultatief Wat zijn de laatste ontwikkelingen voor het masker? (wordt niet gevraagd en staat hier alleen ter informatie)

Om het oplichten van het masker tijdens de partij te voorkomen zowel als het losschieten van de elastische band zijn er nieuwe voorzieningen gekomen. Bekijk deze op http://www.fencing.net/14834/new-fie-rule-fencing-masks/

3.1.3 Wat betekent en wanneer krijg ik een zwarte kaart Zwart is groep 3: zware overtredingen. Bijvoorbeeld: onsportief gedrag zoals weigeren te groeten of gevaarlijk handelen, wraakzuchtig handelen, enz.

Met 1 reserve hebben we een equipe van drie. We zijn dus met 4. Eén krijgt een zwarte kaart. Mogen we dan de reserve inzetten?

Nee dat mag niet. In een equipe geldt een zwarte kaart voor het gehele team en we mogen dan naar huis gaan. Diegene die de overtreding heeft begaan krijgt een aantekening en schorsing van de schermbond voor een bepaalde periode.

3.2.1 Hoe zet ik de angel van een nieuwe kling voor rechts en links?

Bij een rechtse schermer buig je de angel 5˚ - 8˚ naar beneden en even zoveel naar links. Bij links, even zoveel naar rechts

3.2.2 / 3.19 Leer de Franse terminologie van blz. 31 Vragen als: Geef de betekenis van ‘Attaque composé’, ‘Parade du tac’, etc.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard Blauw Degen

Hoofdstuk 6

�1

Page 16: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.2.3 Geef voorbeelden over de 1e, 2e en 3e intentie 1e Intentie: Ik wil direct raken in de aanval. 2e intentie: Mijn tegenstander weert 4 zoals ik had verwacht en dus ga ik onderdoor voor een lijnsluitende steek. 3e intentie: Ik doe alsof ik aanval maak om een arrêt uit te lokken. Op het moment van de arrêt bind ik het ijzer en zet lijnsluitend door. Als verwacht trekt de tegenstander zijn arm in om sterkte te winnen. Op dat moment laat ik zijn ijzer los (dégagement) en tref overheen of onderdoor.

3.2.4 Wat is en benoem de onderdelen van de pointe de arrêt en het nut er van.

Dit is de punt van mijn elektrische degen die bestaat uit een tête de point waar aan vast ingeschroefd het contactveertje. Om het contactveertje heen zit de grotere drukveer. Op de bodem van de embase rust een isolatie huls met twee contactpuntjes die verbonden is met de contactdraad. Het geheel is op het uiteinde van mijn degen geschroefd. De schroefjes aan de zijkant voorkomen dat de tête de point door de veerdruk er uit kan schieten.

3.2.5 / 3.4.2 Op het vest en masker staat bijvoorbeeld 800 NW en 1600 NW. Wat is dat en waar dient het voor?

De aanduiding NW staat hier voor Newton. Het is een maat voor de druk per cm2 die dat betreffende materiaal moet kunnen hebben. Om de degen-punt in te drukken is 750 gram nodig. (Dit is 0,75kg op de point d’arret met een oppervlak van ca 0,5cm2 ≈ 14,7N/cm2)

Facultatief Schermen is een veilige sport. Zijn daar bewijzen voor? Schermen is veiliger dan bijvoorbeeld badminton. Zie: http://www.fencing.net/13020/fencing-safer-than-badminton/ Ooit gemeten op de olympische spelen.

3.3.1 Wanneer en wat was de ‘Riddertijd’ en wat komt er na? De riddertijd was de periode tot ongeveer 1450. Hierna begint eerst in Italië de Renaissance. (Betekend ‘Wedergeboorte’ en is een term bedacht door de Italiaanse humanisten). Dit laatste bracht de ontwikkelingen naar geweren en maakte harnassen overbodig. De harnassen werden uniformen

Wat gebeurd er in de renaissance? Deze periode verwijst naar de ‘geboorte van nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap, de kunst, de politiek, levensopvattingen en uitvindingen zoals het buskruid. Met het buskruid ontstonden er kanonnen en geweren oftewel ‘Musketten’. Denk maar aan de Musketiers.

Als er geweren waren wat hadden degens of rapieren, maingauches, etc. dan voor zin?

Drie redenen: 1. Een musket of een revolver kon maar 1 keer schieten en dan moest je weer herladen. De wapens werden (rapieren en de maingauches) praktischer, lichter en gemakkelijk te dragen voor zelfverdediging. 2. Het was ook voornaam om een wapen te dragen en 3. de schermkunst ontwikkelde zich ook omdat er duels werden uitgevochten. Resume: Zelfverdediging, status en duelleren.

Wat betekent ‘maingauche’ en waar werd deze voor gebruikt? De letterlijke betekenis is ‘linker hand’ en deze werd zelfs zonder bescherming gebruikt om te weren. (zie pag 9: http://www.adamsamsterdam.com/static/docs/Catalogue2books_1-1.pdf) Zo werd de pareerdolk of een handschild ook maingauche genoemd.(een linkse schermer zal ongetwijfeld de maingauche rechts hebben gebuikt)

Wat weet je over schermscholen in Nederland? zie ook: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/3382182/2013/01/24/Revolutie-in-het-schermen.dhtml

In 1610 Vestigde zich in Amsterdam een schermschool 'Academie de l'Espée' onder leiding van Gerard Thibault. Hiermee werd de schermkunst bereikbaar voor de burgerij en de Gilden. Je hoefde dus niet meer van adel te zijn voor de schermsport maar nog wel van rijke afkomst.

Hoe moest je volgens Gerard Thibault schermen? Met een gestrekte gewapende arm waarbij alle bewegingen gebaseerd zijn op wiskundige principes van de zogenaamde ‘mystieke cirkel’.

Geef het Franse woord en de betekenis voor ‘vingervaardigheid’

Het Franse woord is Doigté en houdt in dat ik mijn wapen met mijn vingers moet sturen. Het wapen wordt tussen duim en wijsvinger gehouden. De andere vingers ‘helpen’. Mijn vingers worden sterker, preciezer en mijn wapenhandelingen sneller.

3.4.1 Wat is het nadeel van hard steken? Het nadeel is dat ik mijn wapen te stevig hanteer. Hierdoor ben ik minder precies en kan ik gaan verzuren wat het alleen maar erger maak. Natuurlijk zijn mijn tegenstanders ook niet echt blij met mijn manier van schermen. Ik moet dus ontspannen om snel en precies te kunnen zijn.

3.15 Hoeveel wapens heb ik op een wedstrijd minimaal nodig? Minimaal twee wapens. Een reservewapen moet zich dus ook bij de loper bevinden.

Naar welk contact gaat de draad die het verst uit het midden is geplaatst van de enrouleur - stekker

Deze gaat naar dezelfde pool van de komstekker

Naar welk contact gaat de draad die in het midden is geplaatst van de enrouleur - stekker

Deze gaat naar dezelfde pool van de komstekker

Naar welk contact gaat de draad van de buitenste contactpool die het dichts bij de middelste is geplaatst van de enrouleur stekker.

Deze gaat naar dezelfde pool van de komstekker

3.18 / 3.18 Geef de betekenis en het verschil van de FIE en de AAI FIE: Federation International d’Escrime: Zorgt voor de regelgeving, de wereldkampioenschappen en houdt de punten bij van de wereldbeker wedstrijden. (N.B. op pag. 30 staat Internationaal, dus met dubbel ‘a’ in het Nederlands tussen twee Franse woorden en dat is niet juist). AAI betekend Académie d’Armes Internationale. Dit is de internationale bond van schermleraren en deze zorgt voor opleiding en elke vier jaar wereldkampioenschappen voor schermleraren. (Hier is in het boek een accent aigu vergeten het Franse woord academie = académie)

3.5.2 Wat is een appèl in de uitval? Appèl is letterlijk ‘aanmelden’. Ik tik met de voorste voet op de grond om mijn tegenstander te laten weten dat ik er aan kom. Met deze beweging kan mijn tegenstander verstarren in combinatie met een slag-wapen maar meestal is het doel om een schijnbeweging te accentueren.

3.6 e.v. Welke schermacties / -bewegingen kunnen worden onderscheiden?

De acties zijn: 1. Aanvallende bewegingen, 2. verdedigende bewegingen, 3. verdedigend-aanvallende bewegingen en 4. aanvallend-verdedigende bewegingen.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard Blauw Degen

Hoofdstuk 6

�2

Page 17: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.6.3 Vanuit 6 maak ik een indirecte aanval naar de flank van mijn tegenstander. Wat voor soort beweging is dit?

Dit is een aanvallende beweging.

3.6.3 Wat voor soort beweging is een steek rechtuit waarbij ik langs het wapen van mijn tegenstander glij? (=Coulé)

Dit is een aanvallende beweging waarbij ik mijn tegenstander gelijkmatig weg druk door contact te houden met zijn wapen

3.6.5 Wat voor soort beweging is de ‘slag-ijzer-steek’? (=Battement) Dit is een aanvallende beweging waarbij ik geen contact hou met het wapen van de tegenstander na de slag ijzer. Wel probeer ik zijn meesteek te verhinderen door het wapen met de treffer zo te zetten dat dat mijn tegenstander in de weg staat.

3.7.1 Parade 1 vanuit 6: Wat voor soort beweging is dit, wat wordt er mee bedoeld en hoe pas je dat toe?

Het is een verdedigende beweging. Hierbij geef je toe aan de druk die de tegenstander op jouw wapen uitoefent. Officieel: Weringen met toegeven (la parade en pedant) zijn weringen die toegepast worden tegen bindsteken en glijsteken. De tegenstander drukt met zijn kling tegen jouw kling waarop je toegeeft terwijl je het contact met het ijzer vasthoud. De tegenstander loop a.h.w. in de val omdat hij alsmaar voorwaarts mag blijven gaan en tot zijn verrassing naast het trefvlak eindigt. Zie hier enkele voorbeelden. Let wel dat doorgaans het toegeven op de bindsteek (= diagonaal) wel gezien wordt als ‘toegeven’ en de glijsteek na bijvoorbeeld het oppakken met 6 waarbij je coulé toestaat om ‘en finale’ geleidelijk een overgang neemt naar parade 1, wordt eerder als ‘tegenstellen’ ervaren.

3.7.3 Wat voor soort beweging is een dubbele parade? Geef een voorbeeld.

Elke parade valt qua beweging onder de Verdedigende bewegingen. Bij een dubbele parade kan de tegenstander, in zijn aanval, mijn 4 ontwijken waarop ik direct naar 6 kan gaan of als mijn kring 6 wordt ontweken kan ik tegenstellen (weren) in 8, enz.

3.8.3 Wat voor soort beweging is een contra-riposte? Alle riposten vallen onder de ‘Verdedigend-aanvallende bewegingen’. Een riposte is een aanval na de wering. Een contra riposte is een aanval na de riposte. Het betreffen hier gescheiden acties. Als ik de contra riposte maak, kan ik nog in de uitval positie staan terwijl ik deze contra riposte uitvoer.

2.9.1 / 3.9.1 Wat voor soort beweging is een arrêt? Geef een voorbeeld. Een arrêt is een aanvallend verdedigende beweging en wordt ook wel voorsteek genoemd. Eigenlijk steek ik mee op de aanval van mijn tegenstander maar op zo’n manier dat ik zelf niet -of te laat- getroffen wordt. Letterlijk betekent arrêt: ‘stop’.

3.9.2 Wat voor soort beweging is samengestelde arrêt? Geef een voorbeeld.

Een samengestelde arrêt is een Aanvallende Verdedigende beweging. Ik voer mijn arrêt zo snel en echt uit, dat de tegenstander genoodzaakt wordt de lijn in zijn aanval te sluiten ter voorkoming van een coup double. Deze ontwijk ik, tref, en met de treffer sluit ik ook de lijn voor mijn tegenstander. (1.: de plaats van treffen wordt hier a.h.w. als een scharnierpunt gebruikt om mijn tegenstander te blokkeren in zijn double. 2.: Omdat de tegenstander zijn aanval onderbreekt naar het sluiten van de lijn maakt hij de contre temps.)

3.9.2 Wat voor soort beweging is, en hoe maak ik een samengestelde arrêt?

Elke arrêt is een aanvallend verdedigende beweging. Als mijn tegenstander bewust langzaam of op een andere wijze mij probeert mij te verleiden tot het maken van een arrêt (= invite) met de bedoeling deze te onderscheppen (= contre temps maken) kan ik mijn arrêt indirect maken om zou de overname te ontwijken: dus er overheen of er onderdoor. (Zie: Contre-temps: t.8 4d: iedere handeling die door de aanvaller wordt ondernomen op een arrêt van zijn tegenstander.

3.9.3 Ik inviteer een arrêt van mijn tegenstander om een contre temps te kunnen maken. Welke van de vier bewegingen maak ik nu?

Door mijn uitval langzaam in te zetten of door een pas voorwaarts met langzaam strekkende arm wordt mijn tegenstander uitgenodigd tot het maken van een tegenaanval. Op dat moment onderbreek ik mijn eigen aanval (=Contre Temps) met een parade of binding, etc. om een treffer te scoren. Omdat mijn intentie in eerste instantie uitgaat van de aanval om in de actie van de aanval een parade riposte te kunnen maken is dit een ‘aanvallend verdedigende beweging’.

3.10.5 Wat voor soort beweging is een lichaamsparade en wat is precies de bedoeling er van?

Ook een lichaamsparade is een verdedigende beweging. De bedoeling is dat de finale van de aanval van de tegenstander wordt geneutraliseerd. Op zijn finale wordt ik door mijn pas achterwaarts niet getroffen en kan ik een tegenactie maken.

3.10 Wat is competentie gericht leren in het schermen? Het woord ‘competentie’ heeft vele definities en betekent dat ik mijzelf verder kan ontwikkelen op basis van datgene wat ik al ken en kan. In het schermen zijn de competenties: het goede moment, de juiste afstand, het perfecte tempo, mijn initiatief, ben ik ‘de baas’ in deze partij, leid ik of lijd ik? voor al deze competenties die mijn spel-inzicht en acties bepalen heb ik wel de juiste technieken nodig om mijzelf verder te kunnen ontwikkelen.

3.10.2 / 3.10.3 Noem belangrijke competenties in een partij Dit zijn het nemen of overnemen van het initiatief. Ik kies, ik bepaal met de mij bekende vier schermacties. (zie 3.5 ev)

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Geschiedenis ter aanvulling omdat de floret hier zijn basis vindt en om in het kort te kunnen lezen hoe vanuit Italië de schermsport zich verspreidde naar Spanje en de rest van Europa.

Italië, Bologna, Achille Marozzo: ( 1484 - 1553) Heeft aan de basis gestaan van de floret omdat hij schermde met een lichte degen en de afgeplatte punt van een dop voorzag middels watten waarover een zeemleren lapje dat met een koordje werd vastgebonden. Hierdoor leek het op een bloemknop. Het wapen noemde hij de Fioretta. (Fleurette -Fr- = bloempje). Achille Marozzo beschreef 11 parades en de steek naar het oog (i.v.m. harnas en maliën-kolder). Zijn onderricht was in het begin geheim. In zijn latere leven ontstaan er de eerste schermscholen. Hij schreef een belangrijk werk over het schermen in “De nieuwe verhandeling over de kunst van het schermen” (Opera Nova dell'Arte delle Armi) wat werd gepubliceerd in 1536 in Modena (It). Behalve de 11 parades beschreef hij ook hoe de linker hand kon worden gebruikt met een klein schild of een dolk. Later wordt deze dolk ‘maingauche’ genoemd.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard Blauw Degen

Hoofdstuk 6

�3

Page 18: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Het blauwe boekje maakt een hele grote sprong van bijna 150 jaar vanaf het begin van de Renaissance naar Thibault in1628 in Nederland. Voor de geïnteresseerden hier in het kort de geschiedenis vanuit Italië naar Spanje naar Nederland.

Italiê, Milan en Rome. Camillo Agrippa: wordt gezien als de grootse schermtheoreticus en publiceert - in het jaar de Achille Marozzo sterft- in 1553 zijn boek: ‘Verhandeling in de Wetenschap van het Schermen’ (Trattato di Scientia d’Arme). In zijn jong jaren was hij een gevreesd duellist in het geheim en officieel was hij architect, filosoof en een tijdgenoot van Michael Angelo. Belangrijk is dat hij de 11 parades van Achille Marozzo wist terug te brengen naar de vier voornaamste weringen: prima, seconda, terza en quarta, die een overeenkomst hebben met wat we in ons moderne schermen gebruiken. Hij is ook degene die de geometrie beschrijft, de wiskundige principes die problemen in het schermen oplossen. In deze tijd ontwikkeld zich de Spaanse School naar de wiskundige ideen van Agrippa. Hun programma lag besloten in een boek van Jeronimo Sánchez de Carranza ✝ 1600. Schreef het boek: ‘Over de Filosofie van de Schermkunst in Aanvallen en Verdedigen in 1569. Door zijn leerling Don Luis Pacheco de Narváez, (schrijver) ook wel "de uitvinder van de wetenschap van de degen" genoemd. Van Don Luis Pacheco de Narváez kunnen we naar Garard thibault: In 1610 vestigde zich in Amsterdam een schermmeester genaamd Gerard Thibault (1574 - 1627). Thibault, geboren in Antwerpen rond 1574, (was fysicus, dichter, architect, schilder, occultist en meester zwaardvechter) had zich in Spanje bij Don Luis Pacheco de Narváez, bekwaamd in het systeem, gebaseerd op de mystieke cirkel van de wiskunde. Volgens deze methode zou hij onoverwinnelijk zijn.

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd:: Aanvulling over Gerard Thibault. Bronvermelding: O.m. Dagblad Trouw, ‘De Verdieping’ Dossier Archief: ‘Revolutie in het Schermen’ door Micha Peters - 24/01/13

In 1611stelde Thibault zichzelf en zijn nieuwe methode op een toernooi in Rotterdam voor aan enkele Nederlandse schermmeesters. Tot ieders verbazing won Thibault de eerste prijs.Toen zijn succesvolle optreden Prins Maurits ter ore kwam, nodigde deze Thibault direct aan zijn hof uit voor een uitgebreide demonstratie. Die nam enkele dagen in beslag en werd bijgewoond door hoge officieren. Ook Frederik Hendrik was aanwezig. Thibault versloeg al zijn tegenstanders en maakte diepe indruk op Prins Maurits, een man die zelf in zijn leger talloze vernieuwingen en innovaties doorvoerde. Thibault ontving uit handen van de prins een prijs en een ereteken. Het nieuws van zijn succes verspreidde zich als een lopend vuurtje en iedereen in Amsterdam die een degen of rapier bezat, wilde les krijgen van Thibault. Deze wilde zijn theorieën bij een nog breder publiek onder de aandacht brengen door ze nauwkeurig te beschrijven in een groot boek: 'Academie de l’Espée'. Dit boek verschijnt pas na zijn dood in 1630 bij Elsevier. (Nog altijd is zijn boek in een Engelse vertaling in hardcover te koop voor $ 39,- :’The mysterie of the Spanish Circle in Swordsmanship and Esoteric Arts’

Facultatief Hoeft niet te worden geleerd: Aanvulling Captain-Lieutenant Charles de Batz de Castelmore, le Compte d'Artagnan (Bronnen: http://www.lemondededartagnan.fr/SITE/ENG/histoirevraie_louis14.htm )

Lodewijk IVX (1643 - 1715) Werd ‘De Zonnekoning’ genoemd. Hij haalde Italiaanse schermmeesters naar Parijs voor onderricht. Hij was zeer bevriend geraakt met d’Artagnan (1611 – 25 Juni 1673) die benoemd was als sub-leutenant van de Musketeers in wiens afwezigheid hij de leiding had. d’Artagnan was toen al ouder dan 40 en Lodewijk de IVX pas 18. d’Artagnan werd al snel tot kapitein-leutenant benoemd. Dit was de hoogste militaire rang omdat de echte kapiteit in naam de koning zelf was. Op advies van de koning trouwde hij met een rijke weduwe in Maart 1659 met Charlotte, Anne de Chanlecy, Dame van Sainte Croix, weduwe van seigneur Jean Léonor Damas van Bourgondië. d’Artagnan werd benoemd tot goeveneur van Lille maar vond dat maar saai en kreeg zijn kans om weg te komen door deelname aan de Nederlands - Franse oorlog. Bij de iname van Maasstricht werden de Fransen weer terug gedreven waarbij d’Artagnan getroffen werd door een loden kogel in zijn nek en overleed. Nog altijd is er een groot standbeeld van hem te zien aan de buitenzijde van Maastricht. Zijn levensloop werd naar waarheid opgetekend maar daarna sterk geromantiseerd door Alexandre Dumas. Vandaar dat er tientallen boeken, fims en toneelstukken over hem geschreven zijn. Het is waar dat hij oorspronkelijk niet van adel was maar de zoon van een rijk koopman. Toch bracht hij het tot de rechterhand van de koning, werd in de adelstand verheven en de beroemdste schermer in de geschiedenis.

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdf

Vraag Antwoord

Brassard Blauw Floret Theorie: een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf . Een ‘m’ verwijst naar het wedstrijdreglement voor het materiaal zie: https://www.knas.nl/file/262/Wedregl_Mat.pdf en https://www.knas.nl/file/207/Handboek%20voor%20de%20Scheidsrechter.pdfBrassard Blauw Degen

Hoofdstuk 6

�4

Page 19: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Brassard Blauw Degen Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Degen Praktijk

Opdracht Er wordt gelet op:

3.10.6’ -1 Keuze oefening afstand Initiatiefnemer maakt kleine pas voorwaarts Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. één pas achterwaarts Uitval

2. twee passen achterwaarts Pas voorwaarts uitval

3 meerdere passen achterwaarts Alleen volgen oftewel meerder pasjes voorwaarts

3.10.6 -2 Keuze oefening juiste trefvlak Mijn initiatief Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Met het strekken van de arm maak ik kleine passen voorwaarts. Ik richt mijn floret naar het midden van mijn tegenstander. De tegenstander heeft aan aantal keuzes w.o.:

Reactie van de tegenstander Mijn initiatief behouden door:

1. parade 4 Steek onderdoor (dégagement)

2. Parade kring 6 Kringsteek (contra dégagement)

3. parade 4 / 6 met pas achterwaarts Steek met ‘une-deux’

3.10.6 -3 Keuze oefening moment Oefening vanuit stilstand waarna in beweging

Ik maak kleine passen voorwaarts en mijn tegenstander gaat met zijn floret in een continue, gelijkmatig tempo van handhouding 6 naar 4 naar 6, etc.

Re’ -Actie tegenstander Mijn initiatief behouden / overnemen door o.m.:

1. Gelijkmatig van 4 naar 6 naar 4, etc. Uitval op het nèt geopende trefvlak

2. Maakt aanval hoog binnenlijn Parade 4 of kring 6 met riposte: direct of indirect

3. Pointe an ligne Aanval met slag - ijzer - steek.

Facultatief Keuze oefening afstand Mijn initiatief Oefening vanuit beweging

Deze oefening verschilt van de tekst omdat deze dynamischer is. In beweging heeft de aanvaller het initiatief in de passen en creëert zijn moment.

Passen naar achter en naar voor Volgt

Pasjes naar voor en op jouw moment: Pas voorwaarts uitval. ‘Jouw’ moment is zodra de tegenstander gaat aarzelen bij een volgende stap achterwaarts.

Passen achterwaarts en wordt getroffen in de ‘2e’ pas

Passen achterwaarts met het ‘stelen’ van een pas en uitval. Je ‘trekt’ de tegenstander mee.

Pas voorwaarts en wordt daarin getroffen

3.5 Demonstreer de volgende aanvallen met uitval: (Willekeurige volgorde)

1. aanval - uitval met appèl, 2. aanval - uitval met pas voorwaarts, 3. aanval - uitval met ballestra, 4. aanval - uitval met glijpas voorwaarts, 5. aanval - uitval met dubbele pas voorwaarts, 6. aanval - uitval met halve pas voorwaarts 7. Patinando.

3.5.11 Demonstreer de volgende handhoudingen De handhoudingen 1, 2 en 3 (4, 6, 7 en 8 zijn al eerder gekend en geëxamineerd) Als extra kennen wij ook de hoog 7, ook wel ‘9’ genoemd.

3.6.1 demonstreer een aanval naar de flank vanuit HH6 (HH = handhouding) in verschillende situaties.

Een aanval gaat naar een open lijn. In dit geval bij rechts - rechts met de tegenstander in HH 6 naar het vlak 8 van de tegenstander. De hand gaat imet de duim naar binnen! Staat deze tegenstander in 4 dan hoeft mijn aanval minder laag te zijn. Tegenover links in HH 6 gaat mijn hand met de duim naar buiten, lager dan dat mijn linker tegenstander in 4 staat. (Supinatie is duim naar buiten en pronatie is duim naar binnen) Belangrijk: ‘En-finale’ sperren.

3.6.2 Demonstreer aanvallen naar de schouderlijn vanuit 4 en vanuit 6

Weet wat jouw buitenlijn en binnenlijn is en dat van de tegenstander. Als bij rechts-rechts in de buitenlijn van de tegenstander getroffen moet worden vertrek je vanuit HH 4 en zorg er voor dat er ‘en-cavant’ (om-de-hoek) getroffen wordt met de duim boven en/of iets naar binnen. Tref je op de binnenlijn van deze tegenstander dan vertrek je vanuit HH 6 en de duim gaat dan iets naar buiten, ook ‘en cavant’. Belangrijk: steek lijnsluitend.

Brassard Blauw Degen Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Degen Praktijk

Hoofdstuk 7

�5

Page 20: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

3.6.3 / 3.6.4 Demonstreer de coulé (glijsteek) vanuit HH 6. Idem vanuit HH 4. Welke is ‘de flanconade’?

Aansluiting. Gedurende het glijden blijft het sterk op het zwak van de tegenstander in een vloeiende beweging met uitval en treffer. Bij rechts / rechts kan ik vanuit vier glijden met de punt onder de arm van de tegenstander = flanconade.

3.6.5 Demonstreer de aanval met een battement vanuit HH 6. Idem met aanval - uitval met appèl.

Dit is een slag ijzer welke wordt gemaakt vanuit 6 met draaiing van de duim naar binnen. Belangrijk is dat de hand in de ‘6-ruimte’ blijft en dus niet naar 4 gaat. Het is immers niet het nemen van het ijzer en geen parade. Ook belangrijk is weer dat het steunpunt van de treffer wordt gebruikt om de lijn te sluiten voor de tegenstander.

3.6.7 Demonstreer twee hele bindingen = enveloppement in 6 en 4. Idem met de coulé

Met een hele cirkel transporteer ik het wapen van mijn tegenstander met kring 6 en glijsteek. Idem 4 - kring 4 en glijsteek. Uitvoering: punt wat lager = 8 = invite naar 6. De tegenstander valt aan op de vrije ruimte die gesloten wordt door alleen de kling te heffen = parade 6. Maak nu een hele binding en steek. Mag natuurlijk ook van HH 4 en dan wering 6 waarna enveloppement. Voor de enveloppement in 4 sta je in HH 6 waarop de tegenstander naar jouw binnenlijn gaat. Weer 4, maak een enveloppement en steek. Mag ook idem vanuit HH 8 = invite naar hoog waarop sluiten in 4 en enveloppement maken. Vanuit HH 7 mag deze invitatie natuurlijk ook. Let op de draairichtingen van 6 en 4!

3.7.1 Demonstreer het geleidelijk tegenstellen in parade 1 op een enveloppement 6 van jouw tegenstander

Dit is parade 1 vanuit 6 waarbij het contact behouden blijft. De tegenstander moet hier een enveloppement kunnen maken: bij rechts / rechts dreigt mijn punt bij de pols van de tegenstander. Als de tegenstander in 8 of 2 staat komt mijn dreiging dus aan zijn bovenzijde. Door dat mijn tegenstander zijn ijzer op te licht valt mijn punt in zijn 6 waarop hij twee kringen 6 maakt waarbij in de laatste kring ook de steek geplaatst wordt. Jij staat de binding bijna volledig toe maar op het moment van de glijsteek (coulé) hou je contact en draai je het wapen naar de wering 1 waarna een lijnsluitende riposte. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.7.2 Demonstreer slag-parade 2 en riposteer hoog

De slag-parade (= parade du tac) wordt gegeven met een korte, ‘droge’ tik. Bij de slag-parade 2 wordt de hand met de duim naar binnen gedraaid op een steek in mijn lage lijn door de tegenstander. Met het terugdraaien van de duim naar boven tref ik in een hoge lijn voor op de schouder. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.7.3 Demonstreer een dubbele parade op een samengestelde aanval

Dit reageren op een schijn waarbij ‘en-finale’ de juiste wering gekozen wordt waarna riposte. Mijn parade is half en geeft alleen de indruk dat ik naar de kant ga die mijn tegenstander met zijn schijn wil bereiken om op zijn finale de lijn te sluiten en te riposteren. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.7.4 / 3.7.5 Demonstreer 4 boogparades met riposte Dit is van 4 naar 7 en andersom zowel als van 6 naar 8 en andersom. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.8.1 Demonstreer parade 1 met een riposte direct

In de parade 1 staat mijn kling met de punt naar beneden. Omdat ik zelf ook goed laag in positie ben gegaan kijk ik tegen de onderkant van de gewapende arm aan van de tegenstander. Mijn hand blijft in pronatie bij mijn lijnsluitende riposte. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.8.2 Demonstreer parade 2 met riposte indirect Op een lage steek onder mijn arm pareer ik 2. Mijn punt staat nu naar beneden gericht op de knie van de tegenstander. Het moeilijk deel van de opdracht is dat ik langs de kling scharnier waarbij de punt van laag naar hoog wordt gericht. Dit doe ik door het draaien van mijn hand van pronatie naar supinatie. Ik riposteer lijnsluitend. (Verdedigende - aanvallende beweging)

3.9.1 / 2.9.1 / 3.9.3

Demonstreer de arrêt en de contre temps Op het naar voren komen met een aanvallende steek zie ik ruimte om een arrêt te plaatsen. Belangrijk is dat ik mijzelf a.h.w. met mijn treffer ‘wegduw’ om zou een double te voorkomen. In een tweede situatie sluit de tegenstander de lijn waarmee hij zijn oorspronkelijke aanval onderbreekt. Hij verhinderd zo de arrêt = contre temps en zet zijn oorspronkelijke ingezetten voorwaartse actie lijnsluitend door

3.9.3 Demonstreer een invite met een schijn-aanval en maak de contre temps

Voorbeeld: Ik neem een schijn-aanval op de onderzijde van de arm waarbij ik de bovenzijde van mijn eigen onderarm bloot geef. Mijn tegenstander reageert met een arrêt op mijn bovenarm. Door nu vanuit mijn schouder de armstrekking met een boogje te vervolgen mist mijn tegenstander mijn onderarm en raak ik mijn tegenstander op de schouder. Belangrijk: sta wat wijdt in 6 dan weet je zeker dat je tegenstander ‘in de lucht’ steekt bij het missen van jouw onderarm. De afstandsberekening van jouw is de schouder en die van de tegenstander de onderarm die naar hem toekomt. Een slimme actie!

3.11.1 Partijschermen Ik scherm partij en demonstreer verschillende, mij bekende acties.

3.12 Scheidsrechter Beoordeling schermacties: zie tab: Jurering

3.14 Observatie Als een van mijn tegenstanders gaat schermen kijk ik wat deze doet, wat zijn zijn acties en door welke acties wordt hij getroffen? Zie tab Observatie

Brassard Blauw Degen Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Opdracht Er wordt gelet op:

Brassard Blauw Degen Praktijk ( een ’t’ verwijst naar het technisch reglement zie http://www.knas.nl/file/265/Wedregl_Tech%20dec2007%20nl%20vertaling.pdf )Brassard Blauw Degen Praktijk

Hoofdstuk 7

�6

Page 21: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Pag. 7: Gebaren van de Scheidsrechter

Demonstreer het keuren van de punt met een voelmaatje voor sabel. Voor degen en floret: Voelmaatje + gewicht

Hoofdstuk 8

�1

Page 22: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Hoofdstuk 8

�2

Page 23: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Naam:

………………………………………………..

A = AanvalT = TegenaanvalP = Parade riposteC = Contra riposte

Naam:

………………………………………………..

A = AanvalT = TegenaanvalP = Parade riposteC = Contra riposte

← Stand ➞

�1

Page 24: Leerstof voor Examen Brassard Blauw: Samenstelling ... · Wijze van examineren: Omdat de teksten niet in een ‘kindertaal’ zijn opgesteld wordt er op een onderwijzende manier ‘geholpen’,

Voor wedstrijd deelname geldt een aantekening in het schermpaspoort. In het vak je komt een ‘✓’ te staan

Datum Brassard Blauw ✓ ✓ ✓ Score Score Score Score Score Score Score ParaafNaam Floret Degen Sabel The. Pr.

Opdr.Partij Jury Observ Wedstr Wapenk Leraar

Hoofdstuk 10

�2