Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? · van mijn begeleidster Isja Dominicus, die mij vooral...

56
Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? Een vergelijking van verschillende gemeentelijke plannen voor een klimaatneutrale organisatie Auteur Britta van der Zanden Instituut Stichting Stimular Onderwijseenheid Afstuderen

Transcript of Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? · van mijn begeleidster Isja Dominicus, die mij vooral...

Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten?

Een vergelijking van verschillende gemeentelijke plannen voor een klimaatneutrale organisatie

Auteur Britta van der Zanden Instituut Stichting Stimular Onderwijseenheid Afstuderen

2

Hoe klimaatneutraal zijn gemeenten? Een vergelijking van verschillende gemeentelijke plannen voor een klimaatneutrale organisatie

Auteur Britta van der Zanden Plaats uitgave Rotterdam Datum 14-06-2013 Instituut Stichting Stimular Scheepmakershaven 27c 3011 VA Rotterdam Begeleidster Isja Dominicus School Hogeschool Inholland Rotterdamseweg 141 2628 AL Delft Begeleider Jan Kok

3

Voorwoord Voor de uitvoering van deze opdracht ben ik veel op het kantoor van Stimular aanwezig geweest. Ik heb daardoor veel tijd doorgebracht met de adviseurs en heb ook regelmatig iets meegekregen van hun werkzaamheden. Een erg fijne werkplek waar ik altijd bij iedereen terecht kan voor vragen, opmerkingen of een praatje, daarvoor wil ik alle adviseurs bedanken. Ondanks dat dit verslag voor een groot deel zelfstandig is uitgewerkt, heb ik veel gehad aan de hulp van mijn begeleidster Isja Dominicus, die mij vooral geholpen heeft met het beantwoorden van vragen, het zoeken van contactpersonen binnen de gemeente en het geven van tips over vormgeving en inhoud van dit verslag. Na het eerste inlevermoment heb ik verbeterpunten gekregen van zowel Isja, als Ted van der Klaauw en Jan Kok (productbeoordelaar en begeleider vanuit Inholland). Deze verbeterpunten hebben mijn verslag naar een niveau gebracht waar ik zelf erg tevreden over ben. Ik heb gemerkt dat de naam Stimular bij vele mensen in dit vakgebied bekend is, en zal na mijn afstuderen ongetwijfeld nog veel van deze Stichting horen, dat doet mij goed! Verder wens ik u veel leesplezier en hoop ik dat u ook nog iets leert bij het lezen van dit verslag. Met vriendelijke groet, Britta van der Zanden

4

Samenvatting De opdrachtnemer van dit onderzoek is studente van de opleiding Landscape and Environment Management. De studente heeft een voorkeur ontwikkeld voor opdrachten met betrekking tot duurzaamheid, waardoor Stichting Stimular gekozen is als organisatie om af te studeren. Stimular probeert in samenwerking met overheden en brancheorganisaties duurzaamheid een plek te geven op de agenda van bedrijven.

Dit onderzoek zorgt voor inzicht in verschillende gemeentelijke plannen om klimaatneutraal te worden. De onderzoeksvraag is ‘Hoe klimaatneutraal zijn doelstellingen van 20 gemeenten(waarvan informatie online beschikbaar is) voor een klimaatneutrale eigen organisatie?’. Deelvragen voor dit onderzoek staan hieronder opgesomd. Wat is klimaatneutraal en hoe moet dit volgens Stichting Stimular bereikt worden? Hoe wordt met CO2-compensatie en groene stroom/gas omgegaan en worden er nog eisen

gesteld aan de kwaliteit? Wat verstaat men binnen de gemeente onder de term ‘gemeentelijke organisatie? Wordt er gecommuniceerd met andere gemeenten met betrekking tot CO2-reductie? Welke maatregelen worden/zijn uitgevoerd en met welke terugverdientijd? Maken gemeenten gebruik van een CO2-footprint? Komen de betrokken plannen met elkaar en met de informatie in de handreiking van Stimular

overeen? In stappen is gezocht naar in totaal 20 gemeenten, om een vergelijking te maken. Van alle gemeenten zijn plannen en/of visies geanalyseerd en medewerkers benaderd.

De gemeenten zijn over het algemeen klimaat ’negatief’. Dit betekent dat de instelling een negatief effect heeft op de klimaatverandering, namelijk de opwarming van de aarde. Dit wordt veroorzaakt door het versterkt broeikaseffect, met negatieve gevolgen. Omdat CO2 de grootste veroorzaker is van het broeikaseffect, is CO2-uitstoot het belangrijkst om terug te dringen. De begrippen klimaatneutraal en CO2-neutraal worden vaak door elkaar gehaald, omdat uitstoot van andere stoffen naast CO2 vaak te verwaarlozen is of wordt omgerekend naar CO2 equivalenten. Energieneutraal zijn houdt in dat er evenveel energie gebruikt als opgewekt wordt binnen de grenzen van de organisatie.

Stimular heeft een handreiking opgesteld met daarin een stappenplan met stappen naar een klimaatneutrale organisatie, namelijk: het bepalen van de huidige CO2-uitstoot; het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen en opwekken van duurzame energie. Ook kan

groen gas en groene stroom inkoop plaatsvinden; duurzame inkoop realiseren en compenseren van de resterende CO2-uitstoot. Voor de betrokken gemeenten zijn verschillende aspecten uitgezocht met betrekking tot de doelstelling klimaat-, CO2- of energieneutraal te zijn. Deze ambities hebben ze om het goede voorbeeld te geven aan inwoners en bedrijven van hun eigen gemeente. Om de doelstellingen te bereiken, zijn maatregelen uitgewerkt die al dan niet uitgevoerd zijn. De meeste gemeenten passen liever geen compensatie toe, maar zien het als onvermijdelijk. Groene stroom wordt ingekocht door alle gemeenten. Groen gas wordt door maar een aantal gemeenten ingekocht. Onder de gemeentelijke organisatie vallen altijd de gebouwen die in gebruik en eigendom zijn van de gemeente en het gemeentelijk wagenpark. Alle gemeenten overleggen met omliggende gemeenten, op provinciaal, nationaal of internationaal niveau over CO2-reductie. Ze doen hun best om alle maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar uit te voeren. De CO2-footprint is essentieel om CO2-reductie inzichtelijk te maken en inzichtelijk te houden.

5

Grotendeels komen de plannen en uitvoering van gemeenten overeen met de informatie zoals deze door Stimular wordt aangeraden. Er worden maar in enkele gevallen evaluaties of resultaten beschreven. Daardoor wordt het resultaat niet zichtbaar voor inwoners en bedrijven. Een aantal discussiepunten bij dit onderzoek zijn: Er valt te betwijfelen of de plannen en visies wel praktijkgericht genoeg zijn geschreven en

haalbaar zijn, omdat vijf gemeenten aangeven dat zij hun doel niet of waarschijnlijk niet gaan halen.

Omdat er binnen dit onderzoek maar 20 gemeenten zijn onderzocht, kunnen de conclusies niet representatief zijn voor gemeenten in het algemeen.

Uit de handreiking van Stichting Stimular blijkt dat groen gas kan worden ingekocht om tot een klimaatneutrale organisatie te komen. In de praktijk blijkt echter dat ingekocht groen gas ook gecompenseerd grijs gas is.

Het is aan te raden om voor het klimaatneutraal, CO2-neutraal of energieneutraal maken van een gemeentelijke organisatie, een coördinator aan te stellen. Verder is het aan te bevelen om niet alle activiteiten met betrekking tot het verduurzamen van de organisatie tegelijk op te pakken. Een andere aanbeveling is het zichtbaar maken van geboekte resultaten. Ook als duidelijk is dat de ambitie klimaatneutraal te worden niet haalbaar blijkt te zijn, is het aan te bevelen om de aandacht niet te verslappen. Tot slot is het aan te bevelen om gebouwen die de gemeente verhuurd ook mee te nemen in de aanpak richting klimaatneutraal zijn.

6

Woordenlijst Dienstreizen Reizen die gemaakt worden ten behoeve van het werk. Wagenpark Alle voertuigen die in het bezit zijn van de gemeente. Climate Neutral group Bedrijf voor advies over CO2-reductie en mogelijkheden tot

CO2-compensatie[climateneutralgroup.com]. Garanties van oorsprong Certificaten die opgesteld zijn door de Europese Unie. Deze

certificaten worden uitgereikt aan bedrijven die duurzaam energie opwekken[hieropgewekt.nl].

Terugverdientijd De tijd die nodig is om het geïnvesteerde geld volledig terug te verdienen.

Milieukeur Een keurmerk voor milieukwaliteit dat voor diverse producten van toepassing is. Binnen dit verslag is dit enkel van toepassing voor energie afkomstig van energieleveranciers[smk.nl].

CO2-footprint De berekende hoeveelheid CO2 die een organisatie uitstoot.

7

Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3

Samenvatting ........................................................................................................................................... 4

Woordenlijst ............................................................................................................................................ 6

1 Inleiding ........................................................................................................................................... 9

1.1 Aanleiding ...................................................................................................................................... 9

1.2 Achtergrond ................................................................................................................................... 9

1.3 Doel en bijbehorende vragen ...................................................................................................... 10

1.4 Opbouw ....................................................................................................................................... 10

2 Onderzoeksmethodiek .................................................................................................................. 11

2.1 Methoden en Technieken ........................................................................................................... 11

2.2 Vaststellen gemeenten ................................................................................................................ 11

2.3 Onderzoek ................................................................................................................................... 12

2.4 Resultaten .................................................................................................................................... 13

3 Probleembeschrijving .................................................................................................................... 14

3.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 14

3.2 Broeikaseffect .............................................................................................................................. 14

4 Wat is klimaatneutraal? ................................................................................................................ 17

4.1 Beschrijving ................................................................................................................................. 17

4.2 Onderscheid klimaat-, energie- en CO2-neutraal ........................................................................ 18

4.3 Klimaatneutrale organisatie ........................................................................................................ 18

5 Gemeenten .................................................................................................................................... 19

5.1 Amersfoort .................................................................................................................................. 19

5.2 Amsterdam .................................................................................................................................. 20

5.3 Assen .......................................................................................................................................... 20

5.4 Bodegraven Reeuwijk .................................................................................................................. 21

5.5 Boxtel ........................................................................................................................................... 21

5.6 Breda ........................................................................................................................................... 22

5.7 Den Haag ..................................................................................................................................... 22

5.8 Den Helder ................................................................................................................................... 23

5.9 Deventer ...................................................................................................................................... 23

5.10 Goes .......................................................................................................................................... 24

5.11 Groningen .................................................................................................................................. 25

8

5.12 Haarlem ..................................................................................................................................... 26

5.13 Helmond .................................................................................................................................... 27

5.14 Middelburg ................................................................................................................................ 27

5.15 Midden-Delfland........................................................................................................................ 28

5.16 Rijswijk ....................................................................................................................................... 28

5.17 ’s-Hertogenbosch ...................................................................................................................... 29

5.18 Voorschoten .............................................................................................................................. 29

5.19 Wassenaar ................................................................................................................................. 30

5.20 Zaanstad .................................................................................................................................... 30

6 Vergelijking .................................................................................................................................... 32

6.1 Overzicht gemeenten .................................................................................................................. 32

6.2 Maatregelen ................................................................................................................................ 34

7 Conclusies ...................................................................................................................................... 38

8 Discussie ........................................................................................................................................ 40

9 Aanbevelingen ............................................................................................................................... 41

Referenties ............................................................................................................................................ 42

Literatuurbronnen ............................................................................................................................. 42

Digitale bronnen ................................................................................................................................ 43

Bijlage I .................................................................................................................................................. 45

9

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Opdrachtnemer

De opdrachtnemer van dit onderzoek is vierdejaars studente van de opleiding Landscape and Environment Management. Binnen deze opleiding is voor de afstudeerrichting Ruimte, Milieu en Water gekozen. Na stages bij DCMR Milieudienst Rijnmond en Shell Nederland Raffinaderij en het volgen van verschillende thema’s binnen de opleiding heeft de studente een voorkeur ontwikkeld voor opdrachten met betrekking tot duurzaamheid en/of klimaatbestendigheid. Dit is ook de reden dat gekozen is voor Stichting Stimular als organisatie om af te studeren.

Opdrachtgever

Stichting Stimular richt alle activiteiten op het verduurzamen van middelgrote en kleine bedrijven en (vergelijkbare) organisaties in de zorg en de overheid. Duurzaamheid staat zowel in de bedrijfsmissie als in de strategie centraal. Stimular verspreidt kennis over Duurzaam Ondernemen en ontwikkelt praktische instrumenten zonder winstoogmerk. Het doel van Stimular is dat duurzaamheid in alle beslissingen van ondernemers en managers wordt meegenomen. Om dit doel te bereiken probeert Stimular in samenwerking met overheden en brancheorganisaties duurzaamheid een plek te geven op de agenda van bedrijven. Op deze manier krijgen bedrijven die interesse hebben in duurzaamheid een aanknopingspunt waarna eventueel een adviestraject gestart wordt. Dit kan onder andere met behulp van praktische instrumenten zoals de Milieubarometer1. Stichting Stimular heeft 8 adviseurs, die voor bovenstaande werkzaamheden zorgen. Er is verder geen sprake van een onderverdeling in verschillende afdelingen, in verband met het aantal medewerkers. Ook binnen de eigen organisatie wordt gewerkt aan minimale milieubelasting2. [stimular.nl]

1.2 Achtergrond De opdracht voor dit afstudeeronderzoek heeft te maken met klimaatneutrale gemeenten. Omdat gemeenten hun plannen om klimaatneutraal te worden vaak niet in samenwerking met elkaar opstellen, is er geen duidelijke lijn te trekken tussen de plannen. Dit onderzoek zorgt ervoor dat er inzicht is in de verschillende gemeentelijke plannen om klimaatneutraal te worden, zodat een overzicht ontstaat waar Stimular mee kan werken bij de benadering van gemeenten die zij al of nog niet als klant hebben. De opgedane kennis wordt ingezet in het Netwerk Duurzame Bedrijfsvoering Overheden3, om gemeentelijke organisaties te inspireren en te ondersteunen bij het opstellen en behalen van eigen klimaatneutraal doelstellingen.

1 Online meetinstrument dat de milieuprestatie en bijbehorende kosten voor bedrijven of instellingen

eenvoudig en snel zichtbaar maakt[milieubarometer.nl]. 2 Iets dat een negatief effect heeft op het milieu, bijvoorbeeld door uitstoot van schadelijke stoffen of

uitputting van fossiele (brand)stoffen. 3 Een organisatie die het verduurzamen van de interne bedrijfsvoering van overheden

ondersteunt[milieuzorgoverheden.nl].

10

1.3 Doel en bijbehorende vragen Voor de opdracht is de volgende hoofdvraag opgesteld: Hoe klimaatneutraal zijn doelstellingen van 20 gemeenten(waarvan informatie online beschikbaar is) voor een klimaatneutrale eigen organisatie? Deelvragen voor dit onderzoek zijn:

1. Wat is klimaatneutraal en hoe moet dit volgens Stichting Stimular bereikt worden? 2. Hoe wordt met CO2-compensatie en groene stroom/gas omgegaan en worden er nog eisen

gesteld aan de kwaliteit hiervan? (Controle, Milieukeur, Nederlands) 3. Wat verstaat men onder de term ‘gemeentelijke organisatie’? (Zoals gebouwen, wagenpark,

openbare verlichting) 4. Wordt er gecommuniceerd met andere gemeenten over plannen en resultaten met

betrekking tot CO2-reductie? 5. Welke maatregelen worden/zijn uitgevoerd en met welke terugverdientijd? 6. Maken gemeenten bij uitvoering van plannen voor klimaatneutralisatie gebruik van een CO2-

footprint? 7. Komen de betrokken plannen met elkaar en met de informatie in de handreiking

‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’ overeen? Het onderzoek heeft als uiteindelijk doel het in kaart brengen van verschillende routes naar een klimaatneutrale organisatie, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren.

1.4 Opbouw Na dit hoofdstuk volgt eerst de onderzoeksmethodiek in hoofdstuk 2. Vervolgens staat de probleembeschrijving nader uiteengezet in hoofdstuk 3, met daaropvolgend uitleg over het begrip klimaatneutraal (hoofdstuk 4). Hierna volgen de onderzochte gemeenten per paragraaf in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 geeft overzichtelijke schema’s en de daaraan gekoppelde informatie. Hierna zijn achtereenvolgens de conclusies, discussiepunten en aanbevelingen weergegeven in hoofdstuk 7, 8 en 9.

11

2 Onderzoeksmethodiek

2.1 Methoden en Technieken Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende methoden om tot antwoorden van de in de Inleiding genoemde vragen te komen:

analyseren van literatuur (zie Referenties): o klimaat- en energieactieplannen en uitvoeringsprogramma’s; o duurzaamheidsvisies en nota’s; o projectbeschrijvingen en plannen van aanpak met betrekking tot

duurzaamheid/klimaatneutraal worden; o klimaatbeleidsplannen; o milieujaarprogramma’s; o evaluaties van uitgevoerde actieprogramma’s; o Wetenschappelijke literatuur met betrekking tot klimaatverandering, klimaatbeleid

et cetera. afnemen van interviews(bijlage I); vergelijking met de handreiking van Stichting Stimular ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’.

Verdere uitwerking van bovengenoemde punten is terug te vinden in paragraaf 2.3.

2.2 Vaststellen gemeenten Om de in de inleiding genoemde hoofd- en deelvragen te beantwoorden, is eerst gezocht naar gemeenten die plannen met betrekking tot een klimaatneutrale eigen organisatie digitaal beschikbaar hebben. In verschillende stappen is gezocht naar in totaal 20 gemeenten. Dit aantal is gekozen om een nuttige vergelijking te kunnen maken, zonder dat het onderzoek te algemeen en oppervlakkig zou worden. Op de volgende manieren, is gezocht naar de gemeenten die betrokken zijn:

een grove zoektocht op google.nl, om erachter te komen welke gemeenten opvallen zonder letterlijk op die gemeenten te zoeken;

een gesprek met begeleidster Isja Dominicus waaruit bleek dat zij kennis heeft van een aantal gemeenten dat plannen heeft met betrekking tot het onderwerp. Omdat Stimular hiermee bekend is, zijn deze gemeenten in meegenomen in het onderzoek;

het zoeken naar grote steden van Nederland (en kleinere steden in de wijde omgeving van Rotterdam) op google.nl, waardoor een selectie naar voren is gekomen;

het vaststellen van de uiteindelijke selectie met Isja Dominicus. Er zijn ook gemeenten meegenomen in het onderzoek die wellicht minder digitaal beschikbaar hadden dan andere gemeenten. Deze gemeenten zijn of bekend bij Stimular, waardoor gemakkelijk contact kon worden opgenomen met de juiste contactpersoon, of voor Stimular interessant met zicht op de toekomst.

12

2.3 Onderzoek Dit onderzoek is tot stand gekomen aan de hand van een literatuurstudie en verschillende casestudy’s. Hierbij is gebruik gemaakt van het interviewen van ambtenaren en het analyseren van plannen en visies van de betrokken gemeenten. Van alle gemeenten zijn plannen en/of visies geanalyseerd, deze zijn digitaal beschikbaar. Daarnaast zijn medewerkers van alle bij het onderzoek betrokken gemeenten benaderd, om vragen te beantwoorden. Hiervan zijn vier gemeenten bezocht, waarbij meneer Sint Nicolaas (Deventer), meneer Dobbelaer (Goes), meneer de Vries (Haarlem) en meneer Groot (Zaanstad) antwoord hebben gegeven op de gestelde vragen en hierbij ook de eigen visie hebben toegelicht. Door vijf ambtenaren van de gemeenten Assen, Bodegraven-Reeuwijk, Den Helder, Middelburg en Midden-Delfland is telefonisch antwoord gegeven. Van acht contactpersonen zijn antwoorden via e-mail ontvangen (tabel 1). Het verschil van beantwoording van vragen heeft wellicht invloed op de nuancering van het antwoord. Een uitwerking van de interviews is terug te vinden in bijlage I. De gemeenten die uiteindelijk meegenomen zijn in het onderzoek (Fig. 1), zijn verspreid over Nederland, maar bevinden zich vooral in de Randstad. Op alfabetische volgorde zijn dat de volgende gemeenten:

Amersfoort Amsterdam Assen Bodegraven-Reeuwijk Boxtel Breda Den Haag Den Helder Deventer Goes Groningen Haarlem Helmond Middelburg Midden-Delfland Rijswijk ’s-Hertogenbosch Voorschoten Wassenaar Zaanstad

Figuur 1 Gemeenten binnen het onderzoek

Tabel 1 Informatievoorziening per gemeente

13

2.4 Resultaten De resultaten die aan de hand van het onderzoek tot stand zijn gekomen, zijn verwerkt in Microsoft Word, Microsoft Excel en Paint.

14

3 Probleembeschrijving

3.1 Algemeen De in de inleiding beschreven hoofdvraag geeft al te kennen dat de meeste gemeenten momenteel niet klimaatneutraal zijn. De gemeenten zijn over het algemeen klimaat ’negatief’, maar dit is in de huidige samenleving normaal. Klimaat ’negatief’ zijn betekent dat de instelling een negatief effect heeft op de klimaatverandering. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het negatieve effect op het klimaat.

3.2 Broeikaseffect Een klimaatverandering die al decennia aan de gang is en de komende decennia ook zal plaatsvinden, is de opwarming van de aarde. Dit wordt veroorzaakt door het versterkt broeikaseffect. Het natuurlijke broeikaseffect (Fig. 2) ontstaat door broeikasgassen die een gedeelte van de straling van de zon binnen de atmosfeer houden, waardoor de lucht om de aarde een voor de mens leefbare temperatuur heeft. Als deze natuurlijke opwarming van de aarde niet zou plaatsvinden, zou de gemiddelde temperatuur op aarde -18°C zijn in plaats van de huidige 15°C. Hierdoor zou het voor mensen niet mogelijk zijn om te leven[De Vries, 2004]. Het versterkte broeikaseffect is het toenemen van zonnestraling die binnen de atmosfeer blijft. Hierdoor stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde. Dit versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door de mens, namelijk door uitstoot van de volgende gassen:

koolstofdioxide (CO2), uitgestoten door ontbossing en verbranding van fossiele brandstoffen; methaan (CH4), dit komt vrij door bemesting van het land[Agentschap NL]; lachgas (N2O), ook dit kan vrijkomen bij land dat bemest is[Agentschap NL]; gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen (HFK’s), die vrijkomen bij de productie van

koelvloeistoffen voor koelkasten, airco’s en brandblussers[Van der Wateren, 2011]; perfluorkoolwaterstoffen (PFK’s), gebruikt als drijfgas in koelkasten en spuitbussen, maar ook

als blaasmiddel bij het maken van schuimplastic en als schoonmaakmiddel voor elektronica. Inmiddels wordt dit niet meer gebruikt, maar het is erg persistent4 en komt dus nog steeds vrij[milieuloket.nl];

sulfur hexafluoride (F6), dat wordt gebruikt bij de schakelaars van hoogspanningsleidingen [natuurenmilieu.nl].

Omdat CO2 de grootste veroorzaker is van het broeikaseffect, is CO2-uitstoot het belangrijkst om terug te dringen. Andere broeikasgassen worden ook meegenomen, maar zijn dan omgerekend naar CO2 equivalenten[rwsleefomgeving.nl].

4 Onveranderd of nauwelijks veranderd bij het doormaken van natuurlijke processen. Er vindt dus geen of

nauwelijks afbraak plaats[encyclo.nl].

Figuur 2 Het Broeikaseffect[milieuloket.nl]

15

Wereldwijd zijn de meeste mensen het erover eens dat deze opwarming van de aarde negatieve gevolgen voor de mens (en voor dieren en planten) zal hebben, zoals:

het smelten van landijs op de Noordpool, waardoor dieren daar steeds minder leefruimte hebben;

het stijgen van de zeespiegel wereldwijd (de oorzaak is het smelten van landijs en het uitzetten van watermoleculen door de opwarming van het water);

ontdooiing van permafrost5, waardoor de bodem verschuift of inzakt en gebouwen kunnen instorten;

het toenemen van zware stormen[Kraaijvanger, 2013]; door de warmte verplaatsen pieken van bijvoorbeeld het broedseizoen van vogels, waardoor

insecten minder worden gegeten en er sneller plagen kunnen ontstaan van bijvoorbeeld rupsen of sprinkhanen. De vogels hebben op hun beurt te weinig te eten om voldoende te overleven, omdat de pieken van hun voedsel eerder hebben plaatsgevonden;

afnemen van koraalrif waardoor het ecosysteem in de war raakt; het verplaatsen van dierenkolonies zoals de malariamug naar andere landen, omdat deze

ook geschikte temperaturen krijgen. Dit zorgt weer voor andere ziekten in landen die dit tot nu toe nog niet gehad hebben;

[Gore, 2006]

De grootste uitstoot van CO2 wordt veroorzaakt door de meest geïndustrialiseerde landen en werelddelen, zoals hieronder te zien is (Fig. 3). Hoe groter de cirkel, des te groter de uitstoot. De werelddelen Noord-Amerika en Azië en Oceanië hebben dus de grootste CO2-uitstoot, maar ook Europa en Eurazië hebben een flink aandeel[Harvey, 2011].

Figuur 3 CO2-uitstoot per werelddeel in 2011[Harvey, 2011]

Dit zijn echter niet de delen van de wereld die waarschijnlijk het meeste last zullen ondervinden van de gevolgen van het versterkt broeikaseffect. Noord-Amerika zal wel wat overlast krijgen, zoals een toename van zware stormen, maar dit zal beheersbaar zijn. Ontwikkelingslanden krijgen daarentegen meer overlast, vooral wanneer zij nu al last hebben van droogte of een lange en lage kustlijn hebben.

5 Grond die eeuwenlang bevroren is.

16

Een lastig probleem, aangezien de landen die in de toekomst de meeste problemen krijgen, ook het minste geld hebben om voorzorgsmaatregelen te nemen of het versterkte broeikaseffect te bestrijden. Daarbij komt nog dat zij ook het minste bijgedragen hebben aan dit effect. De welvarende landen hebben hier juist wel veel aan bijgedragen[Folmer, 1997].

17

4 Wat is klimaatneutraal?

4.1 Beschrijving Zoals in hoofdstuk 3 al gedeeltelijk aan bod is gekomen, betekent klimaatneutraal dat er geen negatief effect is op het milieu. Dit houdt in dat er geen uitstoot meer is van de broeikasgassen die genoemd zijn in hoofdstuk 3. Steeds meer bedrijven, instellingen en overheden zijn hiermee bezig, om het versterkte broeikaseffect zoveel mogelijk terug te dringen. Om klimaatneutraal te worden, kan gebruik gemaakt worden van een stappenplan dat in 1996 is opgesteld. Op deze manier hebben instellingen, bedrijven, overheden en andere organisaties handvatten om hun doelstelling om klimaatneutraal te worden te bereiken. Dit stappenplan wordt ook wel de Trias Energetica genoemd en is opgebouwd uit de volgende stappen:

1. energiezuinig zijn. Dit is gericht op het minder verbruiken van energie door zuiniger om te gaan met apparaten en activiteiten die energie vragen;

2. duurzame energie opwekken. De energie die na bezuiniging toch gebruikt zal moeten worden, kan zoveel mogelijk duurzaam opgewekt zijn. Dit kan ofwel via een energiemaatschappij die zonne- of windenergie of energie uit biomassa aanbiedt, of door dit zelf op te wekken;

3. klimaatcompensatie toepassen. Ondanks bovenstaande stappen zal er waarschijnlijk nog steeds sprake zijn van uitstoot van broeikasgassen. Om dit probleem op te lossen kan het verbruik gecompenseerd worden. Compensatie kan op verschillende manieren, hieronder wordt dit nader toegelicht.

[dier-en-natuur.infonu.nl]

Na het juist uitvoeren van bovenstaande stappen kan een organisatie, bedrijf, overheid of andere instelling zich klimaatneutraal noemen.

CO2-compensatie

Alvorens er CO2-compensatie kan plaatsvinden bij een instelling, bedrijf of organisatie, zal eerst vastgesteld moeten worden hoeveel ton CO2 er gecompenseerd moet worden. Dit aantal tonnen staat gelijk aan het aantal CO2-credits dat gecompenseerd moet worden[Med. Bleeker, 14-5-2013]. Er zijn twee verschillende soorten CO2-credits; de verplichte en de vrijwillige. Bedrijven in Nederland die veel CO2 uitstoten, zoals tuindersbedrijven, oliemaatschappijen en energiemaatschappijen, behoren bij de categorie voor verplichte CO2 credits. Deze bedrijven zijn verplicht om jaarlijks een bepaald percentage minder uitstoot van CO2 te hebben, dit kunnen zij regelen via CO2-credits. Als een bedrijf boven de toegestane CO2-uitstoot komt, kan dit bedrijf emissierechten kopen van een bedrijf dat (ruim) onder de toegestane CO2-uitstoot is gebleven. In de praktijk blijkt dit systeem echter niet tot zijn recht te komen; er is veel aanbod van emissierechten, maar nagenoeg geen vraag, omdat bedrijven (gemakkelijk) onder de toegestane uitstoot kunnen blijven[Med. Bleeker, 14-5-2013]. Kleinere organisaties, onder andere overheden, zijn niet verplicht om jaarlijks minder CO2 uit te stoten, maar doen dit op vrijwillige basis. In het geval van overheden doen zij dit vaak om een voorbeeld te zijn voor inwoners en bedrijven. In dit geval hebben de organisaties keuze uit CO2-credits projecten via Gold Standard, of via VCS (Voluntary Carbon Standard), maar ook uit de CO2-markt voor verplichte credits. Voorbeelden van organisaties die compensatie doen volgens VCS zijn Greenchoice en Trees for All. Een voorwaarde voor de projecten die voor Gold Standard of VCS projecten gebruikt mogen worden, is dat deze worden uitgevoerd buiten de grenzen van landen die deelnemen aan het Kyotoprotocol[Med. Bleeker, 14-5-2013]. De gemeenten die in dit verslag belicht worden, maken deels gebruik maken van de vrijwillige CO2-credits, en dan met name van de VCS mogelijkheden.

18

4.2 Onderscheid klimaat-, energie- en CO2-neutraal Zoals in voorgaande paragrafen is uitgelegd, heeft klimaatneutraal worden officieel te maken met alle broeikasgassen die uitgestoten worden binnen een organisatie. Omdat het er bij veel organisaties op neer komt dat vooral CO2-uitstoot moet worden teruggedrongen en maar weinig of helemaal geen overige gassen zoals CH4 of N2O, wordt de uitstoot van deze gassen vaak omgerekend in CO2-equivalenten. Op deze manier wordt de uitstoot van de overige gassen ook gereduceerd of gecompenseerd. De reden dat de begrippen klimaatneutraal en CO2-neutraal vaak door elkaar gehaald worden heeft dus te maken met het feit dat CO2 de grootste rol heeft in het versterkt broeikaseffect. Energieneutraal heeft daarentegen een groot verschil in vergelijking met bovengenoemde begrippen. Energieneutraal zijn houdt in dat er evenveel energie gebruikt als opgewekt wordt binnen de grenzen van de organisatie. Van CO2-compensatie is hier dus geen sprake, omdat dit buiten de grenzen van de organisatie plaatsvindt[encyclo.nl].

4.3 Klimaatneutrale organisatie Stimular heeft een handvat ontwikkeld voor organisaties om ze te helpen bij het uitvoeren van hun missie om klimaatneutraal te worden. In samenwerking met CE Delft en Stichting Natuur en Milieu is de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’ opgesteld. In deze handreiking wordt uitgelegd welke aspecten meegenomen moeten worden om een dienst, product, (nieuw) gebouw of organisatie klimaatneutraal te maken. Het relevante onderdeel voor dit verslag is het gedeelte over de klimaatneutrale organisatie. Deze wordt hieronder stapsgewijs besproken[Stichting Stimular, 2009].

1. De eerste stap naar een klimaatneutrale organisatie is het bepalen van de huidige CO2-uitstoot. Hierbij zal dan de uitstoot van de gebouw gebonden energie, de proces gebonden energie, het eigen transport en het woon-werkverkeer van medewerkers moeten worden meegenomen. Dan is inzichtelijk waar de grootste uitstoot is en welke gebieden de beste kansen hebben om te besparen.

2. De tweede stap is het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen die binnen 5 jaar terugverdiend zijn. Deze 5 jaar is de terugverdientijd die door het bevoegd gezag (Milieudienst) gehandhaafd wordt, omdat deze wettelijk verplicht is. Daarnaast kan duurzame energie worden opgewekt, als de toepassing hiervan binnen 5 jaar terug te verdienen is. Voor overig verbruik kan groen gas en groene stroom worden ingekocht. Tot slot kunnen benodigde grondstoffen voor de organisatie duurzaam ingekocht worden.

3. De laatste stap is het compenseren van de resterende CO2-uitstoot, op een manier dat de compensatie voldoende gewaarborgd is.

[Stichting Stimular, 2009] De handreiking geeft nog aanvullende informatie over communicatie en beleid binnen de organisatie. Zo wordt duidelijk aangegeven dat activiteiten die tegenstrijdig zijn ten opzichte van klimaatneutrale doelen, ervoor kunnen zorgen dat een ‘Greenwashing’ imago kan ontstaan. Hiermee wordt bedoeld dat de omgeving kan gaan denken dat de organisatie zich groener voordoet dan ze daadwerkelijk is[Stichting Stimular, 2009].

19

5 Gemeenten Binnen dit hoofdstuk zullen de verschillende gemeenten die binnen dit onderzoek zijn meegenomen worden belicht op het gebied van het klimaat-, CO2- of energieneutraal maken van de eigen organisatie. Welke van voorgaande ambities van toepassing is, is te zien aan de verschillende kopjes van de alinea’s die bij nagenoeg alle gemeenten zichtbaar zijn. Deze gemeenten zijn gerangschikt op alfabetische volgorde. De beschreven activiteiten en ambities zullen terugkomen in de vergelijking in hoofdstuk 6. Bij elke gemeente staat aangegeven wat de oppervlakte van de gemeente is en hoeveel inwoners zij heeft. Omdat het aantal medewerkers van de gemeentelijke organisatie onbekend is, is uit bovengenoemde gegevens op te maken hoe groot de gemeentelijke organisatie in verhouding met andere gemeenten in het onderzoek is.

5.1 Amersfoort De gemeente Amersfoort bevindt zich in de provincie Utrecht, tegen de westelijke grens. De gemeente heeft 148.250 inwoners en is 62,86 km2 groot[metatopos.org].

CO2-neutraal

De gemeentelijke organisatie van Amersfoort is sinds 2009 CO2-neutraal. Ze heeft hiervoor gekozen omdat energieneutraal zijn nog niet haalbaar is. De gemeente heeft besloten om snel CO2-neutraal te zijn, zodat zij als voorbeeld en inspiratie kan dienen voor inwoners en bedrijven in Amersfoort en op deze manier leiderschap kan tonen[Gemeente Amersfoort, 2011]. Dit doel heeft ze bereikt door zelf duurzame energie op te wekken, gebruik te maken van groene stroom met Garanties van Oorsprong en inkoop van gecompenseerd gas. Daarnaast worden dienstreizen gecompenseerd via CO2-credits van de Climate Neutral Group[Med. Sparenburg, 19-4-2013]. De onderdelen die meegenomen zijn binnen de CO2-neutrale aanpak zijn de gebouwen die in gebruik en beheer zijn van de gemeente, het wagenpark, het woon-werkverkeer, alle openbare verlichting en de gemeentelijke inkoop[Gemeente Amersfoort, 2011]. Binnen deze onderdelen worden alle maatregelen toegepast die zorgen voor een lager energieverbruik, als deze binnen 10 jaar terug te verdienen zijn[Gemeente Amersfoort, 2008].

Omdat de gemeente Amersfoort een CO2-footprint heeft voor de gemeentelijke organisatie, is duidelijk waar energiebesparing nodig is en hoeveel besparing dit oplevert. Over energiebesparing in het algemeen en andere oplossingen voor CO2-reductie heeft de gemeente overleg met de klimaatcoördinatoren van alle Utrechtse gemeenten, waarbinnen resultaten en ideeën met elkaar gedeeld worden[Med. Sparenburg, 19-4-2013]. Voor deze activiteiten is een medewerker verantwoordelijk. Diegene heeft dan ook inzichtelijk welke activiteiten uitgevoerd zijn en welke effecten dit heeft. Bij Amersfoort vindt nog steeds ontwikkeling plaats ondanks dat de gemeente sinds 2009 een CO2-neutrale organisatie heeft[Med. Sparenburg, 19-4-

2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Er is eigenlijk maar een verschil als de plannen van gemeente Amersfoort en de handreiking met elkaar vergeleken worden en dat is de terugverdientijd, die minstens 5 jaar moet zijn, maar bij de gemeente tot 10 jaar loopt.

20

5.2 Amsterdam Met 790.110 inwoners heeft de gemeente Amsterdam de meeste inwoners van Nederland. Daarentegen beschikt de gemeente maar over 165,76 km2 oppervlakte[metatopos.org].

CO2-neutraal

Amsterdam heeft zich voorgenomen om vanaf 2015 een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie te hebben[gemeente Amsterdam, 2012]. Voor alsnog lijkt het erop dat zij dit gaan bereiken. Onder de gemeentelijke organisatie van Amsterdam vallen de eigen gebouwen en de gebouwen die de gemeente huurt, maar ook het wagenpark en alle openbare verlichting[gemeente Amsterdam, 4-2008]. Uiteindelijk zal binnen deze onderdelen ook CO2-compensatie worden toegepast, als fossiele brandstoffen onvermijdbaar zijn[gemeente Amsterdam, 2008]. De stroom die wordt verbruikt wordt vergroend met Garanties van Oorsprong van een eigen energie- en afvalbedrijf. Sinds 2013 wordt ook het ingekochte gas vergroend. Om de verbruikte hoeveelheid energie te beperken, worden energiebesparende maatregelen uitgevoerd waarvan de levensduur in ieder geval langer is dan de terugverdientijd. Hiervan wordt niet vastgelegd wat de prestatie is op besparingsgebied, behalve bij enkele stadsdelen, waar een CO2-footprint is uitgevoerd. Binnen die stadsdelen is ook een verantwoordelijke op het gebied van duurzaamheid[gemeente Amsterdam, 2012]. Gemeente Amsterdam heeft een paar resultaten zichtbaar gemaakt (tabel 4, hoofdstuk 6), waardoor duidelijk is dat het op het gebied van CO2-reductie hard bezig is[gemeente Amsterdam, 2008]. Bovenstaande aanpak doet de gemeente om het goede voorbeeld te geven aan de inwoners en bedrijven van Amsterdam. Ze ziet dit als een goede mogelijkheid om een serieuze gesprekspartner met deze actoren te zijn als het gaat over onderwerpen als duurzaamheid[gemeente Amsterdam, 2008].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Het verschil tussen de handreiking en de gemeentelijke organisatie van Amsterdam is de afwezigheid van aanpak op het gebied van inkoop, woon-werkverkeer en dienstreizen bij Amsterdam. Bij de gemeente worden wel maatregelen uitgevoerd met een hogere terugverdientijd dan de vereiste 5 jaar, terwijl dit volgens de handreiking 5 jaar mag zijn.

5.3 Assen De gemeente Assen heeft binnen haar gemeentegrenzen 76.208 inwoners en is 81,94 km2 groot. Assen ligt in het noorden van de Drenthe en is ook de hoofdstad van deze provincie[metatopos.org].

CO2-neutraal

Voor de gemeentelijke organisatie van Assen was de doelstelling ‘CO2-neutraal in 2020’ opgesteld, maar deze is inmiddels losgelaten, omdat het niet haalbaar bleek. De organisatie onderneemt wel nog steeds actie op het gebied van CO2-reductie om een voorbeeld te zijn voor de inwoners en bedrijven in de gemeente[gemeente Assen, 2009]. Ze voert geen CO2-compensatie uit, anders zou het doel alsnog gerealiseerd kunnen worden, maar dat is niet hun idee van CO2-neutraal zijn[Med.

Oosterhoff, 8-5-2013]. De maatregelen die uitgevoerd worden voor CO2-reductie voert de gemeente uit binnen de gemeentelijke gebouwen, het wagenpark, de dienstreizen, het woon-werkverkeer van de medewerkers en de inkoop van de organisatie[gemeente Assen, 2009; Med. Oosterhoff, 8-5-2013]. Deze worden allemaal uitgevoerd, als ze een terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder, maar maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar worden ook belicht, om te kijken of deze ook uitgevoerd kunnen worden. Voor het energiegebruik binnen de genoemde onderdelen wordt groen gas (gecompenseerd) en groene stroom ingekocht.

21

Over CO2-reductie in het algemeen overlegt de gemeente met de gemeenten Leeuwarden en Groningen en gemeenten in die omgeving[Med. Oosterhoff, 8-5-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

De afwezigheid van ideeën omtrent CO2-compensatie en het opwekken van duurzame energie voor de gemeente zijn de grootste verschillen ten opzichte van de handreiking. Een ander verschil is de uitvoering van maatregelen met een terugverdientijd van tot 10 jaar indien mogelijk, in plaats van alleen de maatregelen met een terugverdientijd tot 5 jaar.

5.4 Bodegraven Reeuwijk In 2011 zijn verschillende gemeenten samengevoegd tot gemeente Bodegraven Reeuwijk[bodegraven-

reeuwijk.nl]. Sinds deze fusie bestaat het oppervlakte van de gemeente uit 75,69 km2, met 32.834 inwoners[metatopos.org].

Gemeentelijke organisatie

Voor de fusie had de gemeente Reeuwijk plannen om te besparen en te investeren in duurzaamheid bij de gemeentelijke gebouwen, de verhuurde gebouwen, het wagenpark en dienstreizen, het woon-werkverkeer en de inkoop van de gemeentelijke organisatie[gemeente Reeuwijk, 2008]. Na de fusie is besloten om de aandacht voor duurzaamheid centraler te regelen en vooral de bewoners en bedrijven binnen de gemeente erbij te betrekken. Voor de gemeentelijke organisatie op zich zijn nu dus geen plannen meer om klimaatneutraal, CO2-neutraal of energieneutraal te worden[gemeente

Bodegraven Reeuwijk, 2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Omdat er geen duidelijke plannen meer zijn voor het verbeteren van de duurzaamheid binnen de gemeentelijke organisatie, is een vergelijking met de handreiking niet mogelijk.

5.5 Boxtel In gemeente Boxtel wonen 30.284 mensen, op een oppervlakte van 63,75 km2

[metatopos.org]. De gemeente Boxtel ligt tussen Breda, ’s-Hertogenbosch en Helmond, in Noord-Brabant[maps.google.nl].

Klimaatneutraal

In 2015 wil de gemeente Boxtel een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie hebben, om als voorbeeld te dienen voor de inwoners en bedrijven. Binnen die organisatie vallen de gemeentelijke gebouwen, inkoop, het woon-werkverkeer en werkverkeer van medewerkers. Deze laatstgenoemde, het werkverkeer, wordt gecompenseerd via Climate Neutral Group en voor de overige faciliteiten wordt groen gas(gecompenseerd) en groene stroom ingekocht. Voor CO2-reductie worden maatregelen toegepast die terugverdiend zijn binnen 5 jaar[gemeente Boxtel, 2008].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Afgezien van het feit dat over openbare verlichting of gemalen geen informatie beschikbaar is, voldoet ze aan de eisen zoals die genoemd zijn in de handreiking.

22

5.6 Breda Breda ligt iets westelijker dan centraal Noord-Brabant[maps.google.nl]. De gemeente heeft 166.401 inwoners, op een oppervlakte van 126,04 km2

[metatopos.org].

CO2-neutraal

Ter voorbereiding op het CO2-neutraal maken van de volledige gemeente, wil ze in 2020 een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie hebben. Op die manier kan de organisatie als voorbeeld dienen voor de rest van de gemeente. Ze gaat zorgen voor CO2-reductie binnen gemeentelijke gebouwen, het gemeentelijk wagenpark, de dienstreizen, het woon-werkverkeer, openbare verlichting en de gemeentelijke inkoop[gemeente Breda, 2009]. Momenteel wordt al groen gas en groene stroom ingekocht met Milieukeur. Het gas dat wordt ingekocht is overwegend gecompenseerd gas, omdat volledig groen gas nog niet aangeboden wordt[Med. Beljaars, 21-5-2013]. Maatregelen voor energiebesparing worden uitgevoerd als de terugverdientijd van de maatregelen 10 jaar of korter is[gemeente Breda, 2009]. Veel van die maatregelen moeten nog uitgevoerd worden; het is de eerste jaren niet zo snel gegaan. Over energiebesparing en CO2-reductie in het algemeen wordt zowel op nationaal niveau, als op stedelijk niveau met de B5-steden6 overlegd[Med. Beljaars, 21-5-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Alle in de handreiking beschreven ‘eisen’ voor een klimaatneutrale organisatie worden ook beschreven in plannen van de gemeente Breda. Zij voldoet dus aan de standaard van Stichting Stimular.

5.7 Den Haag De hoofdstad van Zuid-Holland, Den Haag, heeft 502.055 inwoners, op

een oppervlakte van 81,88 km2[metatopos.org].

CO2-neutraal

Sinds 2010 is de gemeentelijke organisatie van Den Haag CO2-neutraal, om het goede voorbeeld te geven aan de rest van de gemeente. Dit is mede mogelijk gemaakt door deelname aan het klimaatfonds Haaglanden[gemeente Den Haag, 2008]. Daardoor wordt overige uitstoot van CO2 door gasverbruik gecompenseerd. Dit doet het Klimaatfonds door projecten uit te voeren ten behoeve van duurzame energie[klimaatfondshaaglanden.nl]. De gemeentelijke organisatie van Den Haag bestaat uit de gemeentelijke gebouwen in eigen gebruik, het gemeentelijk wagenpark, de dienstreizen, de stadsboerderijen en gemeentelijke installaties, te weten: openbare verlichting, gemalen, bruggen en tunnels[gemeente Den Haag, 2008]. De stroom die gebruikt wordt, wordt groen ingekocht op basis van Garanties van Oorsprong, volgens de inkoopcriteria van kennisnetwerk duurzaam inkopen7

[Med. Schilling, 7-5-2013]. Er worden, ondanks dat de gemeentelijke organisatie al klimaatneutraal is, nog steeds maatregelen uitgevoerd voor het terugdringen van de CO2-uitstoot[gemeente Den Haag, 2008]. Deze maatregelen worden in ieder geval toegepast al zij een terugverdientijd hebben van 5 jaar. Voor langere terugverdientijden is uitvoering ook mogelijk, als het maatschappelijke belang groot genoeg is. De beleidsmedewerker Klimaat houdt in de gaten of de uitvoering ook daadwerkelijk gebeurd[Med.

Schilling, 7-5-2013]. Een CO2-neutrale organisatie is bereikt met een overzichtelijk resultaat, omdat er van tevoren een CO2-footprint is gemaakt voor de gemeentelijke organisatie[gemeente Den Haag, 2008].

6 De 5 grootste steden in Noord-Brabant, namelijk: Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Helmond.

7 Netwerk voor overheidsinstanties voor het uitwisselen van kennis en ervaringen op het gebied van duurzaam

inkopen[pianoo.nl]

23

De gemeente overlegt regelmatig over reductie van CO2-uitstoot met gemeenten in de omgeving. Ook overlegt zij met het Rijk via Energierijk Den Haag, waarbinnen het Rijk en Den Haag samen kijken naar mogelijkheden voor duurzame energievoorzieningen[duurzaamdenhaag.nl]. Zelfs internationaal wordt er overlegd[Med. Schilling, 7-5-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Het merendeel van de acties komt overeen met de handreiking, maar de kleine verschillen zijn: - de terugverdientijd kan in veel gevallen hoger zijn dan 5 jaar; - de dienstreizen worden niet meegenomen (tenzij deze allemaal met voertuigen van het

gemeentelijk wagenpark gemaakt worden); - bij inkoop wordt wel op CO2-uitstoot gelet, maar dit wordt niet meegenomen in de

doelstelling ‘CO2-neutrale gemeentelijke organisatie’[gemeente Den Haag, 2008].

5.8 Den Helder Den Helder ligt in het uiterste puntje van Noord-Holland, aan de kust. De gemeente heeft 57.065 inwoners en is 45,25 km2 groot[metatopos.org].

Energieneutraal

Oorspronkelijk had de gemeente de ambitie om een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie te hebben, maar dit is enkel een middel om naar een energieneutrale organisatie te komen. Het maken van een energieneutrale organisatie is dan weer een middel om naar het grotere doel van een energieneutrale gemeente te gaan. De gemeente ziet hierin ook een voorbeeldfunctie, zodat inwoners en bedrijven aangespoord kunnen worden tot duurzaam gedrag[gemeente Den Helder, 2010]. Van compensatie zal dus geen sprake zijn bij Den Helder. Om uiteindelijk energieneutraal te worden, past de gemeente maatregelen toe op de gemeentelijke gebouwen, het wagenpark, de openbare verlichting en de inkoop[gemeente Den Helder, 2010]. De terugverdientijd van die maatregelen ligt binnen de levensduur daarvan[Med. De Loos, 18-4-2013]. De stroom die de gemeente nu nog inkoopt is 100% groene stroom, maar het ingekochte gas is nog niet groen. Binnen de provincie Noord-Holland vindt maandelijks overleg plaats met gemeenten over CO2-reductie, waar de provincie een servicepunt voor heeft[Med. De Loos, 18-4-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Omdat Den Helder energieneutraal wil worden, is er geen sprake van compensatie, terwijl dat bij de handleiding wel het geval is. Verder worden woon-werkverkeer en dienstreizen (tenzij deze alleen met voertuigen van het wagenpark worden gemaakt) niet duidelijk meegenomen in de aanpak tegen CO2-uitstoot[gemeente Den Helder, 2010]. Daarentegen is de terugverdientijd van toegepaste en toe te passen maatregelen hoger dan de voorgeschreven 5 jaar.

5.9 Deventer De gemeente Deventer ligt in het zuiden van de provincie Overijssel, vlak bij de grens met Gelderland. De gemeente is 131,23 km2 groot en heeft 98.672 inwoners[metatopos.org].

Energieneutraal

In eerste instantie had Deventer de ambitie om een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te hebben, maar dit is inmiddels gewijzigd in de ambitie om energieneutraal te zijn in 2030. Compensatie wil de gemeente niet toepassen voor CO2-reductie, omdat dat voelt als het afkopen van haar eigen uitstoot, terwijl zij hier zelf verantwoordelijk voor is; zij wil dit zelf oplossen. Ondanks dat zal er waarschijnlijk toch compensatie plaats moeten gaan vinden, omdat de inkoop van groen gas

24

nog niet rendabel is en het via inkoop van energiemaatschappijen vaak ook gecompenseerd is. Dit is echter pas iets waar de gemeente zich in de toekomst mee bezig gaat houden, als laatste optie, als er dan nog steeds te weinig aanbod is op het gebied van groen gas. De gemeente wil de organisatie stapsgewijs energieneutraal maken, omdat een volledige, gelijktijdige aanpak volgens haar niet haalbaar is, in verband met teveel aandachtspunten. Er wordt eerst gekeken naar inkoop van materiaal voor de openbare ruimte zoals verlichting en bestrating(dit zal eind 2013 gereed zijn). Daarna worden de gemeentelijke gebouwen aangepakt voor besparing (tot eind 2015) en vervolgens zal gekeken worden naar de ingehuurde diensten. Ook het wagenpark wordt in de stapsgewijze aanpak meegenomen[gemeente Deventer, 2009; Med. Sint Nicolaas, 23-4-2013]. Deze stapsgewijze aanpak wordt geregeld door de duurzaamheidsregisseur binnen de gemeente en is mede dankzij de verschillende tussen doelen succesvol, omdat er veel aandacht aan besteed wordt. Bovendien zorgt de stapsgewijze aanpak ervoor dat resultaten regelmatig zichtbaar gemaakt kunnen worden, met als doel een voorbeeld te zijn voor de volledige gemeente[Med. Sint Nicolaas, 23-4-

2013]. De verbruikte stroom koopt de gemeente groen in, in de vorm van windstroom met Garanties van oorsprong. De maatregelen die worden genomen ten behoeve van energiebesparing hebben een terugverdientijd die binnen de levensduur van de maatregelen ligt. Om bij te houden hoe het gaat met de reductie van CO2-uitstoot, is op verschillende onderdelen een CO2-footprint gemaakt[Med. Sint

Nicolaas, 23-4-2013]. Informatie over CO2-reductie wordt gecommuniceerd via het programma Nieuwe Energie, een provinciaal programma dat als doel heeft om in 2020 20% van de energie die nodig is zelf duurzaam op te wekken binnen de provincie[overijssel.nl]. Ook vindt er overleg plaats binnen de Stedendriehoek Deventer, Zutphen en Apeldoorn en op energiegebied met betrekking tot biomassa en hout met de Sallandgemeenten Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Rijssen-Holten, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle[duurzaamsalland.nl].[Med. Sint Nicolaas, 23-4-2013]

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Er is veel overeenkomst tussen de aanpak van de gemeente Deventer en de handreiking, maar het woon-werkverkeer en de dienstreizen(tenzij deze alleen met voertuigen van het wagenpark worden gemaakt) worden niet direct meegenomen in de aanpak van de gemeente Deventer, terwijl dit in de handreiking wel genoemd wordt. Dat de gemeente geen compensatie wil uitvoeren is ook iets dat tegengesteld is aan de informatie uit de handreiking.

5.10 Goes De gemeente Goes ligt aan de oostzijde van het onderste eiland van de provincie Zeeland. Ze heeft een oppervlakte van 92,68 km2 en heeft 36.921 inwoners[metatopos.org].

CO2-neutraal

Gemeente Goed wil in 2015 een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie hebben. De acties die uitgevoerd moeten worden om richting CO2-neutraal te gaan, hebben echter een tijd stil gelegen, omdat na het schrijven van de visie in 2009 weinig aandacht besteed is aan duurzaamheid. Dit is de reden dat sinds eind 2012 weer een start is gemaakt met het maken van een plan van aanpak en het daadwerkelijk uitvoeren hiervan. De succesfactor die hierbij opvalt is de aanwezigheid van een coördinator, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van alle activiteiten op het gebied van duurzaamheid. Op die manier worden resultaten geboekt, zodat deze een zichtbaar voorbeeld zijn voor de inwoners en bedrijven binnen de gemeente[Med. Dobbelaer, 19-4-2013]. Verschillende activiteiten zijn al uitgevoerd. Zo wordt het aardgasverbruik van de gemeentelijke organisatie momenteel al gecompenseerd via het Zeeuws Klimaatfonds. Dit is een fonds dat

25

klimaatcompensatie regelt voor Zeeuwse bedrijven, overheden en organisaties[zeeuwsklimaatfonds.nl]. Ook wordt de benodigde stroom voor de gemeentelijke gebouwen, de verhuurde gebouwen, het wagenpark, het woon-werkverkeer, dienstreizen, openbare verlichting en rioolbemaling ingekocht en als groene stroom, opgewekt door windmolens in Nederland[Med. Dobbelaer, 19-4-2013].[gemeente Goes,

2013].Tot slot wordt duurzaamheid geïntegreerd in inkoop. Maatregelen voor energiebesparing die binnen 10 jaar terugverdiend zijn, worden uitgevoerd[gemeente Goes, 2009]. Om de prestatie van CO2-reductie te kunnen meten, wordt momenteel een CO2-footprint opgesteld[Med. Dobbelaer, 19-4-2013]. In het kader van CO2-reductie overlegt de gemeente Goes op verschillende manieren met haar omgeving, namelijk via:

de Vereniging van Zeeuwse gemeenten: er is dan een overleg met de Energiecoördinatoren van elke gemeente. Hier worden onderwerpen als het vergroenen van elektriciteit en gas besproken;

het Provinciaal Klimaatbeleidsoverleg: Dit overleg gaat over het hele klimaatbeleid, van de Zeeuwse gemeenten en de provincie Zeeland. Er is sprake van kennisuitwisseling en samenwerking;

het Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland(OLAZ). Dit is een gemeentelijk samenwerkingsverband in Zeeland op het gebied van afval. Bijvoorbeeld vergisten van gemeentelijk groenafval staat hier op de agenda.

[Med. Dobbelaer, 19-4-2013]

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Er is geen verschil tussen de aanpak van gemeente Goes ten opzichte van de aanpak zoals deze beschreven is in de handreiking. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk dat gemeente Goes door Stimular wordt geadviseerd over het CO2-neutraal maken van de eigen organisatie.

5.11 Groningen De gemeente Groningen heeft met 193.127 inwoners de meeste inwoners van de provincie Groningen en is hier ook de hoofdstad van. De oppervlakte is echter maar 78,05 km2

[metatopos.org].

Energieneutraal

De gemeente Groningen heeft als ambitie om een energie neutrale gemeentelijke organisatie te hebben in 2035. Hiermee wil ze het goede voorbeeld geven aan de volledige gemeente. Momenteel heeft de gemeente het idee dat deze ambitie ook gehaald gaat worden. Binnen de aanpak neemt ze de gemeentelijke gebouwen (in samenwerking met GRESCo8)[Med. Smit, 8-5-2013], het wagenpark, het woon-werkverkeer, inkoop en de openbare verlichting mee[gemeente Groningen, 2008].Er wordt hiervoor groene stroom ingekocht[gemeente Groningen, 2008]. Bij het toepassen van maatregelen voor energiebesparing binnen de gebouwen wordt vooral gekeken naar de levenscyclus van het materiaal en de maatregel, los van de terugverdientijd die aan de maatregel vast zit. Ook het gebruikte gas is groen, dit komt bij een plaatselijke suikerfabriek vandaan[Med. Smit, 8-5-2013]. De gemeente deelt deze ervaringen met deelnemers van het Themateam Duurzame Energieproductie9 van Agentschap NL en met andere overleggroepen, onder andere rondom onderwerpen als warmte[Med. Smit, 8-5-2013].

8 Groninger Energy Service Company= Een opgerichte club die aan de slag gaat met het verduurzamen van het

gemeentelijk vastgoed van gemeente Groningen[m.groningen.nl]. 9 Een team met het doel om innovaties op het gebied van duurzame energie te versnellen door uitwisseling van

kennis en ervaring[agentschapnl.nl].

26

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Een eerste verschil is dat er bij Groningen geen sprake is van compensatie in verband met de ambitie om energieneutraal te zijn in plaats van klimaatneutraal. Een ander verschil is het ontbreken van dienstreizen in de plannen van Groningen.

5.12 Haarlem De gemeente Haarlem ligt ten westen van Amsterdam, in de provincie Noord-Holland. Ze heeft een oppervlakte van 29,22 km2, met 151.818 inwoners[metatopos.org] en is ook de hoofdstad van Noord-Holland.

Klimaatneutraal

De gemeente Haarlem heeft de ambitie om in 2015 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te hebben[gemeente Haarlem, 2008], maar gaat dit waarschijnlijk niet halen. Deze doelstelling is jaren geleden vastgesteld, maar het is momenteel financieel niet haalbaar. Een mogelijkheid om het toch te halen is dat er veel compensatie plaatsvindt, maar dit is niet het doel dat Haarlem voor ogen heeft. Ondanks dat 2015 niet het juiste streven is, is Haarlem nog volop bezig met het CO2-reductie binnen de gemeentelijke organisatie. Dit doet zij vooral om een goed voorbeeld te kunnen zijn voor de bedrijven en inwoners binnen de gemeente [gemeente Haarlem, 2008]. Het wordt gecoördineerd door medewerkers van de afdeling Haarlem Klimaatneutraal[Med. De Vries, 15-5-2013]. Om te beginnen wordt groene, Nederlandse windstroom ingekocht voor de gemeentelijke gebouwen, installaties zoals gemalen en openbare verlichting, het wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer. Ook staat duurzaamheid centraal bij de inkoop van materiaal voor de organisatie[Med.

De Vries, 15-5-2013]. Er wordt gestreefd naar het uitvoeren van maatregelen voor energiebesparing en duurzaamheid die binnen 10 jaar terugverdiend zijn[Med. De Vries, 15-5-2013]. De gemeente overlegd met minstens twee groepen over CO2-reductie, namelijk met MRA10 en G3211

[Med. De Vries, 15-5-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Verschillen met de handreiking zijn: de aankoop van grijs gas dat (nog) niet gecompenseerd wordt; een terugverdientijd van 10 jaar in plaats van 5 jaar;

10

Metropoolregio Amsterdam= Informeel samenwerkingsverband met 36 gemeenten, Noord-Holland, Flevoland en Stadsregio Amsterdam[metropoolregioamsterdam.nl]. 11

Een stedennetwerk van 34 (middel)grote steden in Nederland, waarbinnen overleg is over stedelijke

vraagstukken, waaronder CO2-reductie[g32.nl].

27

5.13 Helmond De gemeente Helmond heeft in totaal 88.801 inwoners, op een oppervlakte van 53,23 km2

[metatopos.org]. Helmond ligt in het oosten van Noord-Brabant[metatopos.org].

Klimaatneutraal

De gemeente Helmond heeft sinds 2012 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie en dit is gelukt door onder andere de inkoop van groene stroom en groen gas. De resultaten van de aanpak zijn echter niet zichtbaar voor inwoners en bedrijven. Dit is tegenstrijdig aan het feit dat de gemeente een voorbeeld voor hen wil zijn op dit gebied. Zij heeft gekozen voor klimaatneutraal, omdat alle broeikassen broeikasgassen meegenomen zouden worden en niet alleen de CO2-uitstoot. Verder ziet zij energieneutraal als iets dat misschien in de regio mogelijk is, maar niet op de kleine schaal van een gemeente[gemeente Helmond, 2009]. De inkoop van groene stroom en gas gaat in samenwerking met de gemeenten uit de SRE-regio12, maar daarnaast werkt de gemeente op het gebied van duurzaamheid en CO2-reductie ook samen met de B5-steden en werkt zij mee aan het Provinciaal Energie Platform[Med. De Kort, 16-5-2013]. Onder de gemeentelijke organisatie vallen de gemeentelijke gebouwen, de dienstreizen en het wagenpark, het woon-werkverkeer van medewerkers, de inkoop en alle openbare verlichting[gemeente Helmond, 2009]. Hierbinnen worden maatregelen uitgevoerd op het gebied van CO2-reductie, als ze binnen de eigen levensduur terug te verdienen zijn[Med. De Kort, 16-5-2013].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Er is geen verschil in de aanpak van de gemeente Helmond en de aanpak die beschreven staat in de handreiking van Stimular.

5.14 Middelburg De gemeente Middelburg heeft 47.768 inwoners en een oppervlakte van 48,54 km2

[metatopos.org]. Ze is de hoofdstad van de provincie Zeeland en bevindt zich in het zuidwesten van de provincie.

Energieneutraal

De gemeente Middelburg wil dat alle gemeentelijke gebouwen, de rioolgemalen, de openbare verlichting, het wagenpark en de inkoop van de gemeentelijke organisatie in 2045 energieneutraal zijn. De reden hiervoor is dat compensatie voor de gemeente niet als oplossing wordt gezien. Om dit te organiseren geeft de gemeente aan dat er een energieteam opgestart wordt binnen de gemeentelijke organisatie, maar het is onbekend of dit al is uitgevoerd[gemeente Middelburg, 2012]. De organisatie koopt groene stroom groen gas in dat wordt opgewekt uit biomassa. Deze energie wordt gezamenlijk ingekocht met andere gemeenten uit de provincie Zeeland. Met deze gemeenten wordt ook overlegd over CO2-reductie[Med. Minderhoud, 18-4-2013]. Om uiteindelijk tot een energieneutrale organisatie te komen worden maatregelen uitgevoerd, als de terugverdientijd hiervan maar binnen de levensduur van de maatregel ligt[gemeente Middelburg, 2012]. Aan de hand van de uitgevoerde CO2-footprint kan dan ook in kaart worden gebracht hoeveel CO2 gereduceerd wordt en hoeveel er nog gereduceerd moet worden[Med. Minderhoud, 18-4-2013]. Al deze activiteiten doet de gemeente vooral om het goede voorbeeld te geven aan de volledige gemeente, zodat deze in 2050 energieneutraal kan zijn[gemeente Middelburg, 2012].

12

Stadsregio Eindhoven= Samenwerkingsverband met 21 gemeenten in de omgeving van Eindhoven[sre.nl]

28

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Het verschil tussen de gemeente en de handreiking (buiten het feit dat Middelburg energieneutraal wil worden in plaats van klimaatneutraal) is het ontbreken van plannen op het gebied van woon-werkverkeer.

5.15 Midden-Delfland Gemeente Midden-Delfland heeft 18.225 inwoners, op een oppervlakte van 47,35 km2

[metatopos.org]. De gemeente bevindt zich tussen Den Haag, ’t Westland en Rotterdam en heeft in 2009 een Klimaatbeleid vastgesteld tot 2013. Sinds eind 2012 is deze gemeente echter overgestapt op een ander beleid voor CO2-reductie: deelname aan het Burgemeestersconvenant[Med. Morauw, 17-4-2013]. Hiermee vervallen de afspraken en ideeën die in het klimaatbeleid aan bod komen en wordt een Actieplan voor Duurzame Energie geschreven. Binnen een jaar na deelname moet ook een zogenoemde Inventarisatie Uitgangswaarden Emissies worden gemaakt. Deze inventarisatie is vergelijkbaar met een CO2-footprint, beide zijn namelijk gebaseerd op de uitstoot van CO2 in de beginsituatie. [burgemeestersconvenant.eu]

Burgemeestersconvenant

Het Burgemeestersconvenant is opgesteld om ondersteuning te bieden aan lokale en regionale overheden. Deze ondersteuning wordt geboden omdat zij meewerken aan de Europese doelstelling om 20% minder CO2 uit te stoten in 2020, ten opzichte van 1990[rijksoverheid.nl]. De overheden die het convenant ondertekend hebben, hebben hiermee vrijwillig aangegeven dat zij het energiegebruik op hun grondgebied efficiënter zullen maken en duurzame energiebronnen zullen realiseren op eigen gebied. Het streven van het Burgemeestersconvenant is om de Europese doelstelling te overtreffen en dus meer CO2 te reduceren[burgemeestersconvenant.eu]. Het belang van dit convenant blijkt uit het feit dat 80% van de CO2-uitstoot afkomstig is van stedelijke activiteiten, of hiermee te maken heeft. Ook is dit de enige bundeling tussen regionale en lokale overheden op Europees niveau[burgemeestersconvenant.eu].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

De plannen van deze gemeente zijn niet met de handreiking te vergelijken, omdat het plan nog niet gedetailleerd is uitgewerkt, maar ook omdat de doelstelling van het Burgemeestersconvenant anders is dan de doelstelling van een organisatie die klimaatneutraal wil worden.

5.16 Rijswijk In de gemeente Rijswijk wonen 46.990 mensen en de gemeente heeft een oppervlakte van 14,05 km2

[metatopos.org]. Rijswijk grenst aan Delft en ligt langs de rijksweg A4.

CO2-neutraal

In 2020 is de gemeentelijke organisatie van Rijswijk CO2-neutraal, dat is de ambitie van gemeente Rijswijk. Op deze manier wil ze een voorbeeld geven aan de bewoners en bedrijven in de gemeente. Om dit te bereiken koopt ze groen gas en groene stroom in voor de gemeentelijke gebouwen, verkeersinstallaties, pompen en gemalen en openbare verlichting. Op deze weg richting CO2-neutraal zijn, neemt de gemeente ook het wagenpark en de inkoop mee. Waar het mogelijk is, worden maatregelen voor energiebesparing en CO2-reductie uitgevoerd met een terugverdientijd van maximaal 10 jaar[gemeente Rijswijk, 2011].

29

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Gemeente Rijswijk neemt een aantal onderdelen binnen de gemeentelijke organisatie niet mee, namelijk de dienstreizen en het woon-werkverkeer. Deze aspecten staan wel genoemd in de handreiking. Daarbij komt wel dat Rijswijk alle maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar uitvoert, in plaats van de 5 jaar die vermeld staan in de handreiking.

5.17 ’s-Hertogenbosch ’s-Hertogenbosch ligt in de breedte in het midden van Noord-Brabant, helemaal in het noorden. Het is de hoofdstad van die provincie. ‘s-Hertogenbosch heeft 141.893 inwoners en een oppervlakte van 84,45 km2

[metatopos.org].

Klimaatneutraal

In 2020 wil de gemeente ’s-Hertogenbosch een klimaatneutrale eigen organisatie hebben. Dit wil ze met als hoofdreden dat zij als voorbeeld kan dienen voor de volledige gemeente. De gemeentelijke organisatie bestaat uit de gemeentelijke panden in gebruik van de gemeente en verhuurd zijn aan derden, het wagenpark, dienstreizen, woon-werkverkeer van medewerkers, openbare verlichting, gemalen en de gemeentelijke inkoop. Voor deze onderdelen wordt groene stroom ingekocht. Over deze zaken en andere op het gebied van CO2-reductie wordt overlegd met de B5-gemeenten[gemeente

’s-Hertogenbosch, 2008].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Het grootste verschil tussen de plannen van ’s-Hertogenbosch en de handreiking is de afwezigheid van CO2-compensatie (terwijl ook nog geen groen gas wordt ingekocht). Verder komt de informatie met elkaar overeen.

5.18 Voorschoten Met 11,16 km2 is gemeente Voorschoten de kleinste gemeente in dit onderzoek. Deze gemeente telt 24.310 inwoners en is gelegen in Zuid-Holland, onder Leiden[metatopos.org].

Klimaatneutraal

Een grote stap richting een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015 is voor gemeente Voorschoten de inkoop van (gecompenseerd) groen gas en groene stroom. Deze energie heeft Milieukeur en wordt ingekocht voor de gemeentelijke gebouwen. Voor deze gebouwen worden ook verschillende maatregelen toegepast voor energiebesparing. Dit zijn maatregelen die een terugverdientijd hebben van 5 jaar, maar kunnen ook maatregelen zijn waarvan het langer duurt voordat zij zijn terugverdiend. De ontwikkelingen op het gebied van energiebesparing door die maatregelen kunnen in de gaten gehouden worden, omdat er een CO2-footprint is gemaakt van de volledige organisatie [Med. Bonte, 23-5-2013]. Verder houdt de gemeente Voorschoten zich bezig met het verduurzamen van de inkoop en het wagenpark van de gemeente[gemeente Voorschoten, 2009]. Op dit moment is het echter al duidelijk dat deze eerstgenoemde niet volgens de ambitie (100% duurzame inkoop in 2015) behaald wordt. Over de haalbaarheid van overige ambities is niets bekend. Stappen richting CO2-reductie worden overlegd met gemeenten in de regio Holland Rijnland[Med. Bonte, 23-5-2013]. De belangrijkste reden voor het uitvoeren van deze stappen is dat de gemeente een voorbeeldfunctie wil innemen tegenover inwoners en bedrijven[gemeente Voorschoten, 2009].

30

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

De gemeente Voorschoten heeft verschillen met de ambitie klimaatneutraal te worden zoals deze in de handreiking staat beschreven. Zij spreekt namelijk niet over het meenemen van woon-werkverkeer en dienstreizen in haar ambitie.

5.19 Wassenaar

In de gemeente Wassenaar wonen 25.762 mensen op een oppervlakte van 50,92 km2[metatopos.org].

Wassenaar ligt ten westen van Voorschoten, aangrenzend aan elkaar.

CO2-neutraal

De gemeente Wassenaar heeft de ambitie om met hun voorbeeldfunctie in 2014 een CO2-neutrale organisatie te hebben. Dit wil zij bereiken voor de onderdelen gebouwen, verhuurde gebouwen, het gemeentelijk wagenpark, woon-werkverkeer, openbare verlichting en gemeentelijke inkoop[gemeente

Wassenaar, 2011]. Voor de gemeentelijke gebouwen wordt groen gas en groene stroom met Milieukeur ingekocht. Hiervoor is ook een CO2-footprint gemaakt, zodat besparing als gevolg van maatregelen inzichtelijk is[Med. Ankoné, 23-5-2013]. De maatregelen die hiervoor worden uitgevoerd, kunnen een terugverdientijd tot 10 jaar hebben[gemeente Wassenaar, 2011]. Gemeente Wassenaar overlegd met gemeenten binnen Stadsgewest Haaglanden over CO2-reductie[Med. Ankoné, 23-5-2013], maar heeft ook intensieve samenwerking met Voorschoten. Zo geeft zij aan dat het inkoop- en aanbestedingsbeleid samen met gemeente Voorschoten wordt opgezet. Aangezien Voorschoten de ambitie voor duurzame inkoop niet gaat halen, is het waarschijnlijk dat dit ook voor Wassenaar het geval is[gemeente Wassenaar, 2011].

Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’

Het grootste verschil tussen de gemeente en de handreiking is de afwezigheid van dienstreizen in plannen van Wassenaar. Het grootste gedeelte van de dienstreizen zal waarschijnlijk gemaakt worden met voertuigen van het gemeentelijk wagenpark, dus dit is een klein verschil.

5.20 Zaanstad Zaanstad heeft in de volledige gemeente 148.281 inwoners en heeft een oppervlakte van 73,88 km2

[metatopos.org]. Zaanstad ligt in Noord-Holland, ten noorden van Amsterdam.

Klimaatneutraal

De gemeentelijke organisatie van Zaanstad is in 2020 klimaatneutraal[gemeente Zaanstad, 2009]. Dit wil de gemeente bereiken omdat zij als voorbeeld wil dienen voor inwoners en bedrijven van Zaanstad. De gemeente gaat dit doel bereiken door onder andere CO2-compensatie toe te passen en maatregelen uit te voeren op het gebied van besparing en duurzaamheid. Ze heeft momenteel het gevoel dat de ambitie om in 2020 klimaatneutraal te zijn gehaald gaat worden. De maatregelen die Zaanstad uitvoert of nog uit gaat voeren verdienen zich altijd terug binnen de levensduur van die maatregelen. Vanaf 2013 gaat het toepassen van maatregelen pas echt actief gebeuren, er is namelijk een speciale duurzaamheidscoördinator aangenomen, die dit gaat coördineren. Daarvoor is echter al veel actie geweest bij het elektrisch maken van het wagenpark. De duurzaamheidscoördinator gaat zich ook bezighouden met het opstellen van een CO2-footprint, zodat alle reductie die tot stand komt, inzichtelijk wordt en ook duidelijk wordt op welke gebieden nog verder bespaard kan worden[Med. Groot, 29-4-2013]. De maatregelen worden uitgevoerd binnen de gemeentelijke gebouwen, het wagenpark, het woon-werkverkeer, dienstreizen, inkoop, openbare verlichting, gemalen en verkeersregelinstallaties[gemeente Zaanstad, 2009]. Naast de maatregelen die

31

uitgevoerd worden, koopt de gemeente groen gas en groene stroom in met Milieukeur. Met de leverende energiemaatschappij heeft de gemeente een prestatiecontract opgesteld, waarin staat dat de gemeente ieder jaar minder energie moet verbruiken[Med. Groot, 29-4-2013]. De gemeente Zaanstad overlegt met verschillende organisaties in de omgeving over CO2-reductie, zoals met het Klimaatverbond13 (waar Zaanstad momenteel de functie voorzitter bekleedt) en het Metropool Regio Amsterdam (MRA)[Med. Groot, 29-4-2013]. Vergelijking met de handreiking ‘Klimaatneutraal worden doe je zo!’ De plannen van de gemeente Zaanstad komen voor het grootste gedeelte overeen met de handreiking. Het enige verschil is de terugverdientijd, die hoger is dat de 5 jaar die in de handreiking genoemd wordt.

13

Vereniging Klimaatverbond Nederland= Dynamisch netwerk van gemeenten, waterschappen en provincies waarbinnen gewerkt wordt aan projecten, samenwerking en kennis uitwisseling voor lokaal klimaatbeleid [klimaatverbond.nl].

32

6 Vergelijking

6.1 Overzicht gemeenten Alle in hoofdstuk 5 besproken gemeenten hebben verschillende aspecten met betrekking tot hun ambitie om klimaatneutraal, CO2-neutraal of energieneutraal te zijn. Om hiervan overzichtelijk te zien wat het verschil is, is een tabel gemaakt, waarin de verschillende aspecten te zien zijn(tabel 3, op de volgende pagina). Voor iedere gemeente wordt hierin het volgende weergegeven:

1. welke ambitie heeft de gemeente; 2. wanneer wil ze dit bereikt hebben; 3. welke onderdelen vallen binnen de gemeentelijke organisatie; 4. of er sprake is van CO2-compensatie en op welke manier; 5. of er groene gas en/of groene stroom wordt ingekocht; 6. wat voor soort groen gas/groene stroom dit is; 7. wat de terugverdientijd is van de maatregelen die de gemeente toepast voor CO2-reductie; 8. met welke gemeenten of overlegorganen zij communiceert; 9. of er een CO2-footprint is uitgevoerd voor de gemeentelijke organisatie.

De gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Midden-Delfland zijn binnen deze tabel buiten beschouwing gelaten. De reden hiervoor is dat deze gemeenten momenteel geen plannen hebben voor het ontwikkelen van een klimaat-, CO2- of energieneutrale gemeentelijke organisatie. Er is dus geen vergelijking mogelijk. De onderdelen die de gemeenten meenemen, zijn afgebeeld in symbolen. Hieronder (tabel 2) worden deze symbolen toegelicht. Tabel 2 Toelichting symbolen die gebruikt worden in tabel 3[svg.tnx.nl]

Symbool Onderdeel Toelichting

Gemeentelijke gebouwen

Dit zijn alle gebouwen die in eigendom en gebruik zijn van de gemeente.

Verhuurde gebouwen

Dit zijn alle gebouwen die in eigendom zijn van de gemeente, maar worden verhuurd aan derden.

Gehuurde gebouwen

Dit zijn gebouwen die in eigendom zijn van derden, maar gehuurd worden door de gemeente.

Wagenpark Dit behelst alle door de gemeente aangeschafte voertuigen.

Dienstreizen Dit zijn reizen die gemaakt worden ten behoeve van het te verrichten werk binnen de gemeentelijke organisatie.

Woon-werkverkeer

Hieronder vallen alle reizen die door medewerkers van de gemeentelijke organisatie gemaakt worden tussen de woongelegenheid en het werk.

Inkoop Dit zijn de in te kopen goederen van de gemeentelijke organisatie.

Gemeentelijke installaties

Dit zijn afhankelijk van de gemeente de openbare verlichting, verkeersinstallaties, gemalen, tunnels en bruggen.

Gegevens ˅ Gemeente > 1. Amersfoort 2. Amsterdam 3. Assen 5. Boxtel 6. Breda

Kl imaat, CO2 of energieneutraa l CO2-neutraa l CO2-neutraa l - Kl imaatneutraa l CO2-neutraa l

In welk jaar 2009 2015 - 2015 2020

Afbakening

CO2-compensatie Dienstreizen (Cl imate Neutra l Group) Gas - Ki lometers buitendienst (Cl imate Neutra l Group) -

Groen(e) s troom/gas Ja Al leen s troom Ja Ja Ja

Soort s troom/gas Windenergie (Garanties van Oorsprong) Van het eigen afva l energie bedri jf (Garanties van

Oorsprong)

? ? Mi l ieukeur

Terugverdienti jd 10 jaar Korter dan levensduur van maatregel 5 jaar, a ls het kan 10 jaar 5 jaar 10 jaar

Communicatie met gemeenten Met a l le gemeenten ui t provincie Utrecht

(kl imaatcoördinatoren)

Met gemeenten Groningen, Leeuwarden e.o. ? Nationaal en met B5-steden

CO2-footprint Ja Al leen bi j sommige s tadsdelen ? ? -

Gegevens ˅ Gemeente > 7. Den Haag 8. Den Helder 9. Deventer 10. Goes 11. Groningen

Kl imaat, CO2 of energieneutraa l CO2-neutraa l Energieneutraa l Energieneutraa l CO2-neutraa l Energieneutraa l

In welk jaar 2010 - 2030 2015 2035

Afbakening

CO2-compensatie Kl imaatfonds Haaglanden (compensatie gas ) Niet van toepass ing Niet van toepass ing Via het Zeeuws Kl imaatfonds (gas ) Niet van toepass ing

Groen(e) s troom/gas Al leen s troom Al leen s troom Al leen s troom Al leen s troom Ja

Soort s troom/gas Garanties van Oorsprong (kennisnetwerk duurzaam

inkopen)

? Windstroom Windstroom (Garanties van Oorsprong) Gas van eigen suikerfabriek

Terugverdienti jd 5 jaar, a ls het kan 10 jaar Korter dan de levensduur van de maatregel Korter dan de levensduur van de maatregel 10 jaar Korter dan de levensduur van de maatregel

Communicatie met gemeenten Gemeenten in de omgeving, met het Ri jk en

internationaal

Gemeenten in de provincie Noord-Hol land Binnen provincie Overi jssel (Energiefonds),

Stedendriehoek, Sa l landgemeenten

Vereniging van Zeeuwse gemeenten, Provinciaa l

Kl imaatbeleidsoverleg, OLAZ

Themateam Duurzame Energie (Agentschap NL), e.a .

CO2-footprint Ja - Voor a l le losse onderdelen Wordt gemaakt -

Gegevens ˅ Gemeente > 12. Haarlem 13. Helmond 14. Middelburg 16. Rijswijk 17. 's-Hertogenbosch

Kl imaat, CO2 of energieneutraa l Kl imaatneutraa l Kl imaatneutraa l Energieneutraa l CO2-neutraa l Kl imaatneutraa l

In welk jaar 2015 2012 2045 2020 2020

Afbakening

CO2-compensatie Nog niet - Niet van toepass ing ? Nog niet

Groen(e) s troom/gas Al leen s troom Ja Ja Ja Al leen s troom

Soort s troom/gas Nederlandse windstroom ? Biomassa ? ?

Terugverdienti jd 10 jaar Korter dan de levensduur van de maatregel Korter dan de levensduur van de maatregel 10 jaar ?

Communicatie met gemeenten Metropoolregio Amsterdam, G32 B5-steden, Provinciaa l Energie Platform Vereniging van Zeeuwse gemeenten ? B5-steden

CO2-footprint - Ja Ja ? Nee

Gegevens ˅ Gemeente > 18. Voorschoten 19. Wassenaar 20. Zaanstad

Kl imaat, CO2 of energieneutraa l Kl imaatneutraa l CO2-neutraa l Kl imaatneutraa l

In welk jaar 2015 2014 2020

Afbakening

CO2-compensatie - - Nog niet

Groen(e) s troom/gas Ja Ja Ja

Soort s troom/gas Mi l ieukeur Mi l ieukeur Mi l ieukeur

Terugverdienti jd minimaal 5 jaar 10 jaar Korter dan de levensduur van de maatregel

Communicatie met gemeenten Regio Hol land Ri jnland Stadsgewest Haaglanden Kl imaatverbond, Metropool Regio Amsterdam

CO2-footprint Ja , gebouwen Ja, gebouwen Wordt gemaakt

Tabel 3 Aspecten voor invulling van de ambities per gemeente

6.2 Maatregelen Om de ambities die de gemeenten verwoord hebben te bereiken, hebben ze verschillende acties en maatregelen uitgewerkt . Veel maatregelen zijn al uitgevoerd, maar er zijn ook veel maatregelen die nog op de agenda staan voor de komende jaren. Iedere gemeente doet dit op haar eigen manier, maar de aanpassingen komen in grote lijnen met elkaar overeen. Voor zover mogelijk zijn in de tabel op pagina 37 (tabel 4) dan ook maatregelen samengevat, zodat er een vergelijking ontstaat. Ook in dit schema zijn Bodegraven-Reeuwijk en Midden-Delfland buiten beschouwing gelaten, omdat er geen geldend uitvoeringsprogramma is voor beide gemeenten. Over de maatregelen die nog niet uitgevoerd zijn, valt niet met zekerheid te zeggen of dit ook daadwerkelijk het geval is. Door gebrek aan evaluaties van plannen en onderzoek naar de uitvoering ervan, is niet te zeggen of wellicht sommige maatregelen al uitgevoerd zijn, zonder dat hierover gecommuniceerd is. Het schema bestaat uit 2 delen, namelijk het deel met uitgevoerde maatregelen en het deel met maatregelen dat nog in uitvoering is. De maatregelen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:

Gebouw

Binnen deze categorie vallen alle maatregelen die betrekking hebben op de gemeentelijke gebouwen. Uit dit schema is af te lezen dat de meeste (elf) gemeenten zich bezighouden met het monitoren van het energieverbruik en op basis daarvan energiebesparingsmaatregelen toepassen. Dit is een andere aanpak dan de handreiking van Stimular aangeeft, want dit zou betekenen dat zij, ongeacht welk doel zij hebben, alle besparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar moeten toepassen. De manier die de meeste gemeenten gebruiken, bevestigt de terugverdientijden die per gemeente in hoofdstuk 5 genoemd zijn; terugverdientijden kunnen hoger zijn, als het energieverbruik daarmee afneemt, zoals door het monitoren van energieverbruik zichtbaar wordt. Opvallend is dat maar vijf gemeenten actie ondernemen bij ofwel de verhuurde, ofwel de gehuurde gebouwen, terwijl dit bij veel gemeenten ook een groot aandeel is in gebruikte (kantoor)panden. Dit kan te maken hebben met het feit dat dit qua zichtbaarheid naar inwoners en bedrijven niet de eerste prioriteit heeft. Tenslotte is bij gebouwen die verhuurd worden niet altijd duidelijk dat de eigenaar de gemeente is. Wagenpark Alle voertuigen die aangeschaft zijn door de gemeente horen binnen deze categorie. Uit het schema is af te lezen dat veel gemeenten kiezen voor nieuwe voertuigen die rijden op aardgas of elektriciteit. Dit zijn juiste beslissingen om richting een klimaatneutraal wagenpark te gaan, want als groene energie opgewekt of ingekocht wordt, dan zijn elektrische voertuigen klimaatneutraal. Voor de aardgasvoertuigen geldt dat dit een stap is in de richting van voertuigen die op biogas rijden. Wanneer de overstap naar biogas gemaakt is, zijn ook deze voertuigen klimaatneutraal. Een bijkomend positief effect van elektrische voertuigen is dat deze weinig geluid maken en geen geur en gassen verspreiden die slecht zijn voor de gezondheid. Dit is vooral voordelig als bijvoorbeeld veegwagens rijden waar veel mensen komen, zoals in een binnenstad; er is minder overlast. Vier gemeenten (Amersfoort, Amsterdam, Breda en Voorschoten) geven aan dat zij nieuwe voertuigen aanschaffen die aan moderne, zuinige eisen voldoen. Dit betekent dat deze voertuigen nog wel op benzine of diesel rijden. De enige manier om met deze voertuigen een klimaatneutraal wagenpark te krijgen, is door de CO2-uitstoot die door het benzine- en dieselverbruik vrij komt, te compenseren. Een keuze voor deze laatste optie kan te maken hebben met de aanschafkosten of reistijd per voertuig. De aanschafkosten van een elektrische personenwagen zijn gemiddeld €5000,- duurder dan een personenauto op benzine of diesel[duurzaammkb.nl].

35

Energie

Onder dit kopje vallen maatregelen op het gebied van ontwikkeling van opwekking voor duurzame energie voor de gemeentelijke organisatie. Acht gemeenten hebben zonnepanelen op de daken van hun gebouwen of zijn dit aan het realiseren. Slechts een gemeente, Den Helder, maakt gebruik van een warmte-koude systeem. De overige gemeenten vermelden niets over het uitvoeren van actie op het gebied van duurzame energie opwekken. Dit betekent dat dit een onderwerp is dat geen prioriteit heeft, of door andere redenen niet wordt genoemd en uitgevoerd. Dit zou bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met de terugverdientijd van zonnepanelen. Deze is namelijk vrijwel altijd 10 jaar of meer[duurzaammkb.nl, 2]. Omdat bijna alleen maar zonnepanelen worden toegepast, kan aangenomen worden dat andere manieren om duurzaam energie op te wekken voor de gemeentelijke organisatie (nog) niet mogelijk of rendabel zijn.

Voorzieningen

Alle voorzieningen die door de stad heen aangebracht zijn, vallen onder dit kopje. Vrijwel alle gemeenten (vijftien) verduurzamen de openbare verlichting door de huidige te vervangen voor LED-verlichting. Dit gebeurt wanneer de armaturen aan vervanging toe zijn, met uitzondering van Amsterdam, die het op sommige plaatsen al doet voor er vervanging moet plaatsvinden. De reden dat veel gemeenten deze aanpassing doen is omdat er veel energiebesparing mee gepaard gaat. Daarbij komt ook dat er minder onderhoud nodig is, ook dit spaart kosten. De terugverdientijd bij LED-verlichting ligt tussen de vijf en acht jaar[duurzaammkb.nl, 3]. Een aandachtspunt bij het vervangen van openbare verlichting is veiligheid. Omdat LED-verlichting anders licht geeft dan andere verlichting, wordt onder andere bij gemeente Deventer getest met LED-verlichting in openbaar gebied, om te kijken of dit voldoet aan eisen op het gebied van veiligheid en zicht[Med. Sint

Nicolaas, 23-4-2013]. Er zijn twee gemeenten die verkeersinstallaties meenemen bij het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie en één die de installaties van bruggen en tunnels meeneemt. De reden dat dit door andere gemeenten niet meegenomen wordt is niet duidelijk; wellicht omdat het gaat om grote aanpassingen met een relatief klein resultaat, maar het zou ook kunnen dan gemeenten het om andere redenen niet opschrijven. Rioolgemalen zijn een onderdeel waar over geschreven is bij zeven gemeenten. Deze gemeenten kijken dus naar een duurzame variant als er rioolgemalen vervangen worden.

Gedrag

Zoals de titel al zegt, bevinden de maatregelen met betrekking tot gedrag van de medewerkers zich onder dit kopje. De meningen zijn per gemeente erg verdeeld over de aandacht die hieraan geschonken moet worden. Gemeente Goes vindt het bijvoorbeeld erg belangrijk dat duurzaamheid onderdeel wordt van de bedrijfscultuur. Volgens meneer Dobbelaer van gemeente Goes moet duurzaamheid net zo vanzelfsprekend zijn als het houden van pauze en het maken van een afspraak voor een vergadering[Med. Dobbelaer, 19-4-2013]. Bij de gemeente Zaanstad is de mening van meneer Sint Nicolaas anders; het verduurzamen van het gedrag van medewerkers komt vanzelf. Als inwoners door de gemeente zijn geïnspireerd met verduurzamen, dan passen zij hun levenspatroon vanzelf aan. Dit zal dan zo normaal worden dat het op het werk ook vanzelf gaat. Gemeente Deventer besteedt dus weinig tijd aan het daadwerkelijk verduurzamen van het gedrag[Med. Sint Nicolaas, 23-4-

2013].

36

In totaal geven zes gemeenten wel aan dat zij het gedrag van medewerkers verduurzamen, maar niet hoe dit bereikt zal worden. Op basis van de maatregelen is een inschatting te maken, namelijk onder andere door de cursus ‘het nieuwe rijden’ te geven aan alle medewerkers of de medewerkers die veel met vervoer bezig zijn. Verder zijn gemeenten bezig met het stimuleren van reizen met het openbaar vervoer, de fiets of elektrische voertuigen. Dit geldt voor zowel dienstreizen als voor woon-werkverkeer. Bij de gemeente Haarlem komt naar schatting als 80% op de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk. Hiervoor zijn verschillende motivaties, namelijk: - parkeren en rijden in de binnenstad van Haarlem (waar alle kantoren van de gemeente staan) is lastig en duur; - voor reizen met de auto is nog maar een minimale vergoeding beschikbaar; - voor openbaar vervoer is de reiskostenvergoeding hoger dan voor de auto. [Med. De Vries, 15-5-2013]

Nieuwbouw/renovatie

Tien gemeenten geven aan dat het gemeentelijk nieuwbouw duurzaam zal zijn. Zij geven hiermee aan dat de bouw van deze gebouwen zal voldoen aan richtlijnen zoals die door Agentschap NL zijn opgesteld. Deze richtlijnen verscherpen ieder jaar, waardoor nieuw gebouwde gebouwen steeds duurzamer worden, naarmate zij later worden gebouwd. Vier andere gemeenten geven aan dat hun gebouw CO2-neutraal of energieneutraal wordt, of dat het nieuwe werken leidend is bij de bouw. Hiervoor zijn echter geen maatstaven gespecificeerd. Ook resultaten zijn over deze laatste niet bekend.

37

Onderdeel Maatregelen (Uitgevoerd) Am

ersf

oo

rt

Am

ster

dam

Ass

en

Bo

xtel

Bre

da

Den

Haa

g

Den

Hel

der

Dev

ente

r

Go

es

Gro

nin

gen

Haa

rlem

Hel

mo

nd

Mid

del

bu

rg

Rijs

wijk

s-H

erto

gen

bo

sch

Vo

ors

cho

ten

Was

sen

aar

Zaan

stad

Energielabels voor gebouwen x x

Stadsboerderijen CO2-neutraal x

s nachts verlichting zoveel mogelijk uit x

Maatregelen uitvoeren voor energiebesparing x x x x x x

Gebouwen naar energielabel B of hoger brengen m.b.v. maatregelen x

Nieuwe wagens hebben minimaal label B x x

Auto's op elektriciteit of een duurzame brandstof x x x x x x x x

Stadsbussen op groen gassen laten rijden x

Tekenen Groengas convenant regio Haaglanden x

Duurzame energie opwekken (zonnepanelen)* x x x

Warmte-koude opslag realiseren x

Verduurzamen openbare verlichting bij vervanging x x x x x x

Verduurzamen openbare verlichting voor vervanging** x

Dimmen/uitschakelen openbare verlichting*** x x x x x

Verduurzamen verkeerslichten x x

Bruggen en tunnels verduurzamen x

Zuinige rioolgemalen bij vervanging x x x x x x x

Zonnepanelen bij parkeermeters x

Stimuleren landelijke campagnes duurzaamheid x

Dienstreizen zijn standaard met OV x x x

Ontmoedigen woon-werkverkeer met de auto x x x

Stimuleren openbaar vervoer en fietsverkeer x x x x x

Invloed uitoefenen op het gedrag van partners xGebouwbeheerders kennis geven over duurzaamheid x

Cursus 'het nieuwe rijden'voor medewerkers x x

Bij sollicitaties wordt duurzaamheid meegenomen x

Gedrag medewerkers verduurzamen x x

Het nieuwe werken' en duurzaamheid leidend bij renovatie/nieuwbouw x

Duurzame nieuwbouw x x x x x x x

Onderdeel Maatregelen (Nog uit te voeren/in uitvoering) Am

ersf

oo

rt

Am

ster

dam

Ass

en

Bo

xtel

Bre

da

Den

Haa

g

Den

Hel

der

Dev

ente

r

Go

es

Gro

nin

gen

Haa

rlem

Hel

mo

nd

Mid

del

bu

rg

Rijs

wijk

s-H

erto

gen

bo

sch

Vo

ors

cho

ten

Was

sen

aar

Zaan

stad

Sluiten van gebouwen tijdens verplichte vrije dagen x

Energiebesparing bij verhuurde gebouwen x x x

Energieverbruik monitoren en besparing uitvoeren (kleine aanpassingen) x x x x x x x x x x x

Kantooroppervlak verkleinen x

Alleen blijven huren als gebouw duurzaam genoeg is (of wordt) x x

Energielabels voor gebouwen en bijbehorende maatregelen x x

Verlichting in en om gebouw verminderen en verduurzamen x

Schoonmaak en sluitronde beter plannen i.v.m. verlichting x

Wagenpark omzetten naar aardgas en daarna groengas x x

Minimaal B-label bij nieuw aangeschafte wagens van het wagenpark x

Onderzoek naar bijmengen waterstof bij aardgas x

Energieneutraal wagenpark x

Wagenpark meenemen in compensatie x

Wagenpark dat voldoet aan moderne, zuinige eisen x x x x x

Warmte-koude opslag realiseren x

Duurzame energie opwekken (zonnepanelen) x x x x x x

Verduurzamen openbare verlichting bij vervanging x x x x x x x x x x x x x

Energiebesparing rioolbemaling x x x

Lichtreclames verduurzamen x

Evenementen verduurzamen x

Verkeersregelinstallaties x

Gedrag medewerkers verduurzamen x x x x x

Invloed uitoefenen op het gedrag van partners x

Cursus 'het nieuwe rijden' voor medewerkers x x x

Keuze vervoer medewerkers in kaart brengen x x

Dienstreizen buiten wagenpark compenseren x x

Carpool mogelijkheden verbeteren x

Stimuleren openbaar vervoer en fietsverkeer x x x x

Gebouwbeheerders kennis geven over duurzaamheid x

Autogebruik ontmoedigen x x

Woon-werkverkeer compenseren x

Nieuwbouw energieneutraal x x

Nieuwbouw CO2-neutraal x

Nieuwbouw duurzaam x x x x

* 45.000 kWh per jaar opwekking (Amersfoort)

** 105 ton minder CO2 (Amsterdam)

***406.000 kWh per jaar besparing (Amsterdam)

[gemeente Amersfoort, 2008], [gemeente Amersfoort 2011] [Med. Sparenburg, 19-4-2013],[gemeente Amsterdam, 2012],[Gemeente Assen, 2009], [Med. Oosterhoff, 08-05-2013],[gemeente Boxtel , 2008],[gemeente Breda,

2009] [Breda.nl ] [gemeente Den Haag, 2008], [Med. Schi l l ing, 7-5-2013],[gemeente Den Helder, 2010][Med. De Loos , 18-4-2013],[Gemeente Deventer, 2009], [Med. Sint Nicolaas , 23-4-2013 ],[gemeente Goes ,

2013],[gemeente Groningen, 2008], [gemeente Groningen, 2009], [Med. Smit, 8-5-2013], [gemeente Haarlem, 2010], [gemeente Haarlem 2012][Med. De Vries , 15-5-2013],[gemeente Helmond, 2012], [gemeente Helmond,

2009], [Med. De Kort, 16-5-2013]

Energie

Wagenpark

Gebouw

Tabel 4 Maatregelen van de betrokken gemeenten

Nieuwbouw/

renovatie

Gebouw

Nieuwbouw/renovatie

Gedrag

Voorzieningen

Gedrag

Voorzieningen

Energie

Wagenpark

38

7 Conclusies Na en tijdens dit onderzoek zijn conclusies te trekken met betrekking tot het onderwerp, namelijk: klimaatneutraal zijn betekent dat er geen negatief effect op het klimaat is, dus dat er geen

uitstoot van broeikasgassen is. In de praktijk betekent dit dat dit bereikt kan worden door het volgen van Trias Energetica:

1. Energiezuinig zijn; 2. Duurzame energie opwekken/inkopen; 3. Compensatie uitvoeren door de aankoop van CO2-credits;

voor een organisatie zoals een gemeentelijke organisatie kan dit bereikt worden door eerst vast te stellen hoeveel CO2-uitstoot er is door gebouw gebonden energie, proces gebonden energie, het eigen transport en het woon-werkverkeer van medewerkers. Hierna kunnen maatregelen voor energiebesparing worden toegepast die terug te verdienen zijn in 5 jaar. Energie die daarna nodig is kan duurzaam ingekocht worden, of worden opgewekt als die aanpassing binnen 5 terugverdiend is. Tot slot kan de overige uitstoot worden gecompenseerd;

de meeste gemeenten passen liever geen compensatie toe, maar als zij dit wel doen is het vaak voor projecten in de eigen omgeving of via Climate Neutral Group. Groene stroom wordt ingekocht en zijn gegarandeerd volgens Garanties van Oorsprong. Groen gas wordt door maar een aantal gemeenten ingekocht, maar dit gas wordt ook gecompenseerd door de energieleverancier en is dus vergelijkbaar met de gemeenten die het gebruikte gas compenseren. Voor vier gemeenten is het ook niet van toepassing, omdat zij een energieneutrale gemeentelijke organisatie willen bereiken;

onder de gemeentelijke organisatie vallen altijd de gebouwen die in gebruik en eigendom zijn van de gemeente en het gemeentelijk wagenpark. De overige ‘onderdelen’ van de gemeentelijke organisaties wisselen veel, dit kunnen zijn verhuurde of gehuurde gebouwen, woon-werkverkeer, dienstreizen, inkoop, openbare verlichting, verkeersinstallaties, gemalen, tunnels en bruggen;

alle gemeenten overleggen met omliggende gemeenten over CO2-reductie in het algemeen, maar niet over CO2-reductie in de gemeentelijke organisatie op zich. Sommige gemeenten overleggen ook nog breder, op nationaal of zelfs internationaal niveau;

de gemeenten die onderzocht zijn hebben allemaal zeer afwisselende maatregelen. Deze maatregelen zijn grofweg in te delen in zes onderdelen van uitvoering, namelijk gebouwen, wagenpark, gedrag, voorzieningen, energie en nieuwbouw/renovatie. De belangrijkste maatregelen zijn: 1. Het energieverbruik monitoren en op basis daarvan energiebesparende maatregelen

toepassen; 2. Bij aanschaf van nieuwe voertuigen elektrische of op aardgas rijdende variaties kopen; 3. Aanpassing in gedrag met betrekking tot reizen, zowel tijdens dienstreizen als tijdens woon-

werkverkeer. De nadruk ligt hier op het ontmoedigen van autogebruik en het aanmoedigen van openbaar vervoer en fiets gebruik;

4. Bij vervanging van armaturen van openbare verlichting wordt LED-verlichting geplaatst waar dit mogelijk is;

5. Zonnepanelen plaatsen op daken van gemeentelijke gebouwen; 6. Richtlijnen van Agentschap NL volgen op het gebied van duurzame nieuwbouw. Enkele gemeenten voeren alleen alle maatregelen uit die terugverdiend zijn binnen 5 jaar, maar de meeste gemeenten doen ook hun best om alle maatregelen met een terugverdientijd tot 10 jaar uit te voeren. Het uitvoeren van de maatregelen en andere aanpassingen doen alle onderzochte gemeenten om het goede voorbeeld te kunnen geven aan inwoners en bedrijven van hun eigen gemeente;

er zijn tien gemeenten waarvan bekend is dat zij gebruik maken van de CO2-footprint. De CO2-footprint is essentieel om CO2-reductie inzichtelijk te maken en inzichtelijk te houden. Gemeenten die voor de gemeentelijke organisatie geen CO2-footprint hebben, kunnen niet met

39

zekerheid zeggen dat alle CO2-uitstoot gereduceerd of gecompenseerd wordt en kunnen dus niet met zekerheid zeggen of zij CO2-, klimaat-, of energieneutraal zijn;

grotendeels komen de plannen en uitvoering van gemeenten overeen met de informatie zoals deze door Stichting Stimular wordt aangeraden, maar er zijn verschillen, vooral in het wel of niet meenemen van sommige ‘onderdelen’ van de organisatie en het wel of niet toepassen van compensatie op een gewaarborgde manier;

acht gemeenten die onderzocht zijn, hebben of hun doelstelling al gehaald, of zijn op de goede weg om deze te halen. Van vijf gemeenten is bekend dat zij hun doel niet gaan halen, of dat zij nog erg veel moeten doen om het te kunnen halen, waardoor het onzeker is of zij het gaan halen. Over vijf andere gemeenten is niets bekend met betrekking tot het halen van hun doelstelling. Hieruit kan opgemaakt worden dat de plannen en visies die gemeenten hebben geschreven zijn vaak niet praktisch genoeg om uitvoerbaar zijn. Ook zou er een financiële oorzaak kunnen zijn dat doelstellingen niet gehaald worden. De activiteiten die erin vermeld staan worden soms in de praktijk vooruit geschoven of helemaal niet uitgevoerd. Daarnaast worden maar in enkele gevallen evaluaties of resultaten beschreven. Omdat dit niet beschreven wordt, wordt het doel van de gemeenten niet bereikt; het zichtbaar maken van hun klimaat-, CO2- of energieneutrale aanpak, zodat inwoners en bedrijven geïnspireerd worden;

Bij het aanstellen van een klimaat- of duurzaamheidscoördinator (een afzonderlijke medewerker die als taak heeft om activiteiten op het gebied van klimaat en duurzaamheid aan te sturen, te controleren en te monitoren) worden activiteiten makkelijker en sneller in gang gezet dan wanneer verschillende mensen verantwoordelijk zijn voor de prestaties op het gebied van duurzaamheid. Dat het aanstellen van zo een coördinator werkt blijkt uit de interviews met de gemeenten Deventer, Zaanstad en Goes.

Het antwoord op de vraag ‘Hoe klimaatneutraal zijn doelstellingen van 20 gemeenten (waarvan plannen online beschikbaar zijn) voor een klimaatneutrale eigen organisatie?’ is dan: De doelstellingen zijn over het algemeen erg goed. Op een paar uitzonderingen na (zoals de afwezigheid van woon-werkverkeer) voldoen de gemeenten aan de richtlijnen zoals die door Stimular opgesteld staan, waarmee klimaatneutraal zijn bereikt kan worden. De uitvoering ervan gaat echter niet altijd goed. Er zijn gemeenten die sinds dit jaar weer actief aan de slag gaan om klimaatneutraal te worden (bijvoorbeeld Goes), maar waar het wel een tijd heeft stilgelegen. De jaartallen die bij de ambities genoemd worden, gaan de gemeenten niet allemaal halen. Met toepassing van CO2-compensatie is dit uiteindelijk wel mogelijk, maar dit is niet de ‘oplossing’ die gemeenten willen gebruiken om koste wat het kost de doelstelling te halen.

40

8 Discussie Gedurende dit onderzoek zijn verschillende punten naar voren gekomen die ter discussie kunnen staan, namelijk: door de hoeveelheid te onderzoeken gemeenten konden maatregelen voor energiebesparing

niet diepgaander bekeken en vergeleken worden. Hiervoor was te weinig tijd, de uiteindelijke conclusie blijft dus algemeen;

in verband met slechte of late bereikbaarheid van ambtenaren, bleek dit onderzoek erg afhankelijk van anderen dan de auteur;

naarmate het onderzoek vorderde, bijvoorbeeld wanneer overleg was geweest met een ambtenaar, kwamen andere belangrijke vragen naar boven, zoals ‘Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint?’. Omdat deze vraag aan pas gaandeweg het onderzoek naar voren kwam, was het niet meer mogelijk om alle gemeenten hier informatie over te vragen. Dit zorgt ervoor dat informatie daarover mogelijk niet volledig is;

van de gemeenten Assen, Boxtel, Den Helder, Deventer, Groningen, Rijswijk en ’s-Hertogenbosch is nog onduidelijk wat voor groene stroom zij inkopen en of dit stroom is dat is opgewekt in Nederland, of via certificaten is gekocht. Op deze manier is niet duidelijk of deze energie ook daadwerkelijk bijdraagt aan het aandeel groene energie;

In totaal geven vijf gemeenten aan dat de aanpak tot een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie beter kan, dat zij hun doel niet gaan halen of dat er nog erg veel gedaan moet worden. Vijf van de 18 gemeenten die aangeven dat het niet gaat zoals zij willen is een behoorlijke hoeveelheid. Van nog eens vijf gemeenten is niet bekend of zij de doelstellig gaan halen. Hierdoor valt te betwijfelen of de plannen en visies wel praktijkgericht genoeg zijn geschreven en haalbaar zijn;

doordat maar weinig resultaten zichtbaar worden gemaakt, is het niet duidelijk wat deze ambities uiteindelijk opleveren op het gebied van energiebesparing en CO2-reductie;

omdat er binnen dit onderzoek maar 20 gemeenten zijn onderzocht, kunnen de conclusies in hoofdstuk 7 niet representatief zijn voor gemeenten in het algemeen. Voor gemeenten die plannen hebben op het gebied van klimaat-, CO2- of energieneutraal worden is dit onderzoek wel representatief;

uit de handreiking van Stichting Stimular blijkt dat groen gas kan worden ingekocht om tot een klimaatneutrale organisatie te komen. In de praktijk blijkt echter dat het inkopen van groen gas wel mogelijk is, maar nog niet daadwerkelijk genoeg opgewekt wordt, waardoor ook ingekocht groen gas gecompenseerd grijs gas is;

door de grote diversiteit aan maatregelen die gemeenten genomen hebben of nog gaan nemen, is het lastig om deze maatregelen naast elkaar te leggen voor een vergelijking;

antwoorden van de ambtenaren met wie contact is geweest kunnen niet volledig betrouwbaar worden geacht (waarschijnlijk omdat de organisatie zo groot is dat ambtenaren nooit alles weten van een bepaald onderwerp, dat is vaak onderverdeeld); meneer Koelemij van gemeente Amsterdam geeft bijvoorbeeld aan dat er geen overleg plaatsvindt met andere gemeenten over CO2-reductie, terwijl meneer Groot van gemeente Zaanstad en meneer de Loos van gemeente Den Helder aangeven dat met alle gemeenten van Noord-Holland en met Metropoolregio Amsterdam wordt overlegd op dit vlak (zie bijlage I).

41

9 Aanbevelingen Op basis van ervaring die opgedaan is tijdens dit onderzoek, is aan te raden om voor het klimaatneutraal, CO2-neutraal of energieneutraal maken van een gemeentelijke organisatie, een coördinator aan te stellen. Op deze manier kan de aanpak en uitvoering van plannen niet versloffen, omdat er constant iemand is die in de gaten houdt wat de vorderingen zijn. Op deze manier kan ook duidelijk iemand worden aangesproken wanneer de uitvoering niet gaat zoals het hoort, of wanneer er vragen of ideeën zijn. Voor de grotere gemeenten (zoals Amsterdam) is het aan te raden per stadsdeel iemand verantwoordelijk te stellen voor prestaties en acties op het gebied van CO2-reductie. Verder is het aan te bevelen om niet alle activiteiten met betrekking tot het verduurzamen van de organisatie tegelijk op te pakken. Wanneer stapsgewijs gewerkt wordt aan klimaatneutralisatie zoals bij de gemeente Deventer, zijn jaarlijks ook tastbare resultaten geboekt, kan het overzicht gewaarborgd blijven en kan het geboekte zichtbare resultaat makkelijker voor motivatie zorgen. Het zichtbaar maken van de resultaten heeft weer voordelen, zoals in de volgende alinea nader wordt toegelicht. Een aanbeveling die daar logisch op volgt is het zichtbaar maken van geboekte resultaten. Veel van de onderzochte gemeentelijke organisaties nemen een voorbeeldfunctie aan binnen hun gemeente. Alle visies en plannen zijn hierover bekend en te vinden op websites, maar de daadwerkelijke resultaten zijn hierna niet bekend gemaakt. Van gemeente Amersfoort, Helmond en Den Haag is bijvoorbeeld weinig informatie te vinden over de geboekte resultaten, terwijl zij inmiddels Co2- en klimaatneutraal zijn. Op het moment dat gemeenten klimaatneutraal zijn, dient dit als voorbeeld voor bedrijven en inwoners. Wanneer dit niet bekend gemaakt wordt, is er voor de inwoners en bedrijven geen voorbeeld om na te streven en zijn alle goede bedoelingen om een voorbeeldfunctie aan te nemen nauwelijks zichtbaar. Resultaten die geboekt worden moeten dus ook duidelijk teruggekoppeld worden. Ook als duidelijk is dat de ambitie klimaatneutraal te worden niet haalbaar blijkt te zijn, is het aan te bevelen om de aandacht niet te verslappen. Een visie of plan van aanpak zou dan losgelaten kunnen worden, zodat weer een nieuw plan wordt geschreven, maar dit is niet wenselijk; de doelen zijn namelijk onveranderd, alleen zullen ze later bereikt worden. Zo is er bij gemeente Goes een aantal jaren geleden een visie geschreven door verschillende medewerkers, maar vervolgens is van die visie in de praktijk nauwelijks iets zichtbaar. Nu gemeente Goes een duurzaamheidscoördinator heeft en een plan van aanpak heeft opgesteld, kan de uitvoering om tot het doel te komen pas plaatsvinden. Tot slot is het aan te bevelen om gebouwen die de gemeente verhuurd ook mee te nemen in de aanpak richting klimaatneutraal zijn. De huurders investeren waarschijnlijk niet zelf in een gebouw dat niet hun eigendom is. Het gevolg hiervan is dat deze gebouwen achterlopen op de duurzame ontwikkelingen, terwijl de gemeente hier eigenlijk verantwoordelijk voor is.

42

Referenties

Literatuurbronnen Agentschap NL, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Maatregelen

reductie emissie methaan, lachgas en CO2 in de landbouw, 2011 Ankoné, Gerard, Beleidsmedewerker gemeente Wassenaar, 23-5-2013 Anonymus, Richtlijnen verslag voor de inhoudelijke verslagen binnen alle opleidingen Beljaars-Michielsen, Myranda, Adviseur Milieu gemeente Breda, 21-5-2013 Bleeker, Peter, Directeur Groenbalans, telefonisch overleg 14-5-2013 Bonte, Sheila, Beleidsmedewerker Milieu gemeente Voorschoten, 23-5-2013 Dobbelaer, Maarten, Beleidsmedewerker Klimaat & Energie gemeente Goes, digitaal interview,

19-4-2013 Folmer H., 1997, De baten van klimaatbeleid, ESB, 82e jaargang, pagina 875 Gemeente Amersfoort, Klimaatactieplan 2009-2011, 2008 Gemeente Amersfoort, Klimaatactieplan 2012-2013, 2011 Gemeente Amsterdam, Gemeentelijke gebouwen CO2-neutraal in 2015: Evaluatie van in het

verleden genomen maatregelen en aanbevelingen voor een aanpak, 04-2008 Gemeente Amsterdam, Klimaat en Energie Jaarprogramma 2012 en jaarverslag 2011, februari

2012 Gemeente Amsterdam, Nieuw Amsterdams Klimaat: Overzicht van plannen en reeds gestarte

projecten, 2008 Gemeente Assen, Duurzaamheidsvisie 2009-2015, juli 2009 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk, Verantwoord & Duurzaam; Een beeldverslag van het

rondetafelgesprek over duurzaamheid, april 2013 Gemeente Boxtel, Nota Duurzame Ontwikkeling Boxtel 2009-2015; 100 stappen in een sprong

naar duurzaamheid, oktober 2008 Gemeente Breda, Breda gaat voor een beter klimaat, Uitvoeringsprogramma Klimaat 2009-2012,

mei 2009 Gemeente Den Haag, Bij de gemeente Den Haag zijn we vanaf 2010 CO2-neutraal, RIS159477a,

november 2008 Gemeente Den Helder, Nota Duurzaam Den Helder 2009-2013, januari 2010 Gemeente Deventer, de Gucht H., van Bentum P., Visie Duurzaam Deventer, 41194/44510487,

april 2009 Gemeente Goes, BuildDesk Benelux BV, Klimaatbeleidsplan 2009-2013, Rapportnummer 0918a,

november 2009 Gemeente Goes, Dobbelaer M., Plan van Aanpak, Project CO2-Neutrale Organisatie, maart 2013 Gemeente Groningen, Jaarprogramma Duurzaamste Stad 2010 Gemeente Groningen,

december 2009 Gemeente Groningen, Jaarprogramma Duurzame Stad 2009 Gemeente Groningen, december

2008 Gemeente Haarlem, Duurzaamheidsprogramma Haarlem 2013, Bijlage A bij

STZ/MIL/2012/472808, 2012 Gemeente Haarlem, Maatregelen gemeentelijke gebouwen, 2010 Gemeente Haarlem, Plan van aanpak Haarlem Klimaatneutraal, 2008/107519, augustus 2008 Gemeente Helmond, Evaluatie Klimaatprogramma 2009-2012, oktober 2012 Gemeente Helmond, Klimaatbeleid, november 2009 Gemeente Middelburg, DHUET, Op weg naar Energieneutraal Middelburg, april 2012 Gemeente Reeuwijk, Projectbladen Reeuwijk, oktober 2008 Gemeente Rijswijk, Savkoor S., Roes S., Duurzaamheidsagenda 2020: Op weg naar een

duurzaam Rijswijk, 2011

43

Gemeente ’s-Hertogenbosch, ’s-Hertogenbosch klimaatneutraal Voortgangsrapportage 2009-2010, 2011

Gemeente ’s-Hertogenbosch, Raadsvoorstel bijlage: Voortgangsrapportage 2011-2012, april 2013 Gemeente ’s-Hertogenbosch, Raadsvoorstel Klimaatprogramma 2008-2015, april 2013 Gemeente ’s-Hertogenbosch, Stappen naar een ‘Klimaatneutraal ’s-Hertogenbosch, 2008 Gemeente Voorschoten, Wielders L.M.L., Hueting D.H., CO2-neutraal Voorschoten,

09.8567.@@, januari 2009 Gemeente Wassenaar, M. de Bruyn, Klimaatbeleidsplan Wassenaar, april 2011 Gemeente Zaanstad, Integraal Klimaatprogramma Zaanstad 2010-2020, 2009 Gore A., 2006, Een ongemakkelijke waarheid: het gevaar van het broeikaseffect en wat we eraan

kunnen doen, Amsterdam, Meulenhoff Groot, Tom, Duurzaamheidscoach gemeente Zaanstad, interview, 29-4-2013 Harvey, F, An atlas of pollution: The world in carbon dioxide emissions, the guardian, 31-01-2011 Koelemij, Theun, Programmaleider gemeentelijke organisatie Amsterdam, digitaal interview, 16-

4-2013 Kort, de, Geertje, Beleidsadviseur gemeente Helmond, digitaal interview, 16-5-2013 Kraaijvanger C., 2013, Europa gaat Sandy-achtige superstormen te wachten, scientias.nl, 29-3-

2013 Loos, de, George, beleidsadviseur gemeente Den Helder, telefonisch interview, 18-4-2013 Minderhoud Jan, Beleidsmedewerker milieu gemeente Middelburg, telefonisch interview, 18-4-

2013 Morauw, Leon, Beleidsmedewerker milieu gemeente Midden-Delfland, 17-4-2013 Oosterhoff, Anneke, medewerker gemeente Assen, telefonisch interview, 8-5-2013 Schilling, Jasper, Beleidsmedewerker klimaat gemeente Den Haag, digitaal interview, 7-5-2013 Sint Nicolaas, Ron, Regisseur Duurzaamheid Gemeente Deventer, interview, 23-4-2013 Smit, Leonie, medewerker gemeente Groningen, digitaal interview, 8-5-2013 Sparenburg, Pauline, Senior adviseur milieubeleid Amersfoort, digitaal interview, 19-4-2013 Stichting Stimular, Klimaatneutraal worden doe je zo!, realiseren van klimaatneutrale ambities;

een handreiking voor gemeenten en bedrijven, november 2009 Vries, de G., 2004, Broeikaseffect – vriezen of smoren, Kennislink.nl, 16-9-2004 Vries, de, Rudie, Beleidsmedewerker Haarlem Klimaat Neutraal gemeente Haarlem, interview,

15-5-2013 Wateren, van der, E., 2011, VN: Meer CO2 dan ooit, uitstoot superbroeikasgas vormt groot risico,

de Verdieping Trouw, 21-11-2011

Digitale bronnen URL agentschapnl.nl/programmas-regelingen/duurzame-energieproductie-lokaal-klimaatbeleid,

Agentschpa NL, Ministerie van Economische Zaken, Duurzame Energieproductie Lokaal Klimaatbeleid, 27-5-2013

URL bodegraven-reeuwijk.nl/actueel/vacatures-en-tijdelijke-opdrachten_42463/, Bodegraven-Reeuwijk, Fusie gemeenten, 13-5-2013

URL breda.nl/wonen-wijken-vervoer/wijken/duurzaamheid-milieu/milieuthemas/klimaat-energie/duurzame-overheid/, Gemeente Breda, ‘Duurzame gemeentelijke organisatie’, 15-2-2013

URL burgemeestersconvenant.eu/about/covenant-of-mayors_nl.html, Burgemeestersconvenant, informatie over het burgemeestersconvenant, 1-5-2013

URL climateneutralgroup.com/over-ons/organisatie/, Climate Neutral Group, doel, 27-5-2013 URL dier-en-natuur.infonu.nl/milieu/61514-klimaatneutraal-wat-betekent-dit-eigenlijk.html, Dier

en natuur, klimaatneutraal, 7-5-2013 URL duurzaamdenhaag.nl/nieuws/energierijk-den-haag-van-start/, Duurzaam Den Haag,

EnergieRijk Den Haag van start, 13-05-2013 URL duurzaammkb.nl/tips/, Duurzaam MKB.nl, tips voor energiebesparing, 12-6-2013

44

URL duurzaamsalland.nl/?page_id=902, Duurzaam Salland, gemeenten binnen Salland, 24-4-2013

URL encyclo.nl/begrip/Energieneutraal, Encyclo, Begrip Energieneutraal, 7-5-2013 URL encyclo.nl/begrip/persistente%20stof, Encyclo, persistent, 27-5-2013 URL

hieropgewekt.nl/kennis/groene-stroom/garanties-van-oorsprong-hoe-zit-het-precies, Hier Opgewekt,Certificaten van oorsprong, 27-5-2013

URL g32.nl, netwerk van 34 grote steden, 27-5-2013 URL hybrideauto.eu/technische-details.html, Clickerik, Hybride auto, 5-6-2013 URL klimaatfondshaaglanden.nl, Klimaatfonds Haaglanden, projecten en deelnemers van het

klimaatfonds, 13-2-2013 URL klimaatverbond.nl/klimaatverbond, Klimaatverbond Nederland, Missie Klimaatverbond, 27-

5-2013 URL maps.google.nl, Google, gemeenten in Nederland, 2013 URL metatopos.org, Metatopos, Alle 408 gemeenten in 2013, 27-5-2013 URL metropoolregioamsterdam.nl/over-mra, Metropoolregio Amsterdam, 27-5-2013 URL m.groningen.nl/b-w-besluiten/en-verder...-week-46-2012-1, Gemeente Groningen, En

verder…, 27-5-2013 URL milieubarometer.nl/,Stichting Stimular, Milieubarometer, 27-5-2013 URL milieuloket.nl/9353000/1/j9vvhurbs7rzkq9/vhurdyxq2n74, Milieuloket, Cfk’s, 2-5-2013 URL milieuzorgoverheden.nl/Netwerk/netwerk.html, Milieuzorg Overheden, Netwerk Duurzame

Bedrijfsvoering Overheden, 27-5-2013 URL natuurenmilieu.nl/themas/energie/sf6-het-krachtigste-klimaatgas/, Natuur & Milieu, SF6,

het langstlevende en krachtigste klimaatgas, 2-5-2013 URL overijssel.nl/thema's/economie/nieuwe-energie/doel-plan-aanpak/, Provincie Overijssel,

Programma Nieuwe Energie, 27-5-2013 URL pianoo.nl/kennisnetwerk-duurzaam-inkopen. Pianoo, kennisnetwerk duurzaam inkopen, 27-

5-2013 URL rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/internationale-klimaatafspraken,

Rijksoverheid, internationale klimaatafspraken, 1-5-2013 URL rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/broeikasgassen/, Rijkswaterstaat Ministerie van

Infrastructuur en Milieu, Broeikasgassen, 5-4-2013 URL smk.nl/nl/s357/SMK/Programma-s/Milieukeur/c324-Milieukeur, SMK, Milieukeur, 27-5-

2013 URL sre.nl/het-sre/wat-is-het-sre, Stadsregio Eindhoven, Wat is SRE, 27-5-2013 URL stimular.nl/organisatie, Stichting Stimular, informatie over Stichting Stimular, 2008-2011, 4-

2-2013 URL svg.tnx.nl/dump/2009-02-22T19:13:47_c8d0g1.svg, SVG dump verkeerstechniek,

Snelwegfreak’s ANWB symbolen versie 7.0, 5-6-2013 URL zeeuwsklimaatfonds.nl/, Zeeuws Klimaatfonds,27-5-2013 Digitale bronnen voor de omslag: URL mi9.com/greenpeace-symbols-recycle-sign-01_74762.html, mi9, Wall papers, 2-5-2013 URL cleantotaal.nl/?ButtonID=113&ModuleID=3&GroupID=2&ItemID=259 , 2009, Clean Totaal,

Asito 100% klimaatneutraal, 2-5-2013 URL euro-techniek.nl/nieuws.html, 2013, Euro-techniek, CO2-footprint, 2-5-2013 URL morethanhip.nl/hangmatten/single-hangmat-ocean.html, 2013, More than hip, SINGLE

(reis)hangmat Ocean, 2-5-2013 URL valleiautoverhuur.nl/het-groenste-wagenpark-heeft-euromobil.html, Vallei Autoverhuur,

Het groenste wagenpark heeft Euromobil, 2-5-2013

45

Bijlage I In deze bijlage zijn de vragen en antwoorden van alle schriftelijke, telefonische en mondelinge interviews weergegeven. De zwarte zinnen zijn de vragen die van tevoren opgesteld zijn en ook gesteld zijn aan de ambtenaren van de betrokken gemeenten. De blauwe tekst zijn de antwoorden. De interviews die via e-mail hebben plaatsgevonden bevatten de letterlijke tekst zoals die verstuurd is door de betrokken medewerkers, maar de uitwerkingen van alle telefonische en mondelinge interviews zijn vanuit inzicht van de auteur uitgewerkt nadat het gesprek heeft plaatsgevonden.

Amersfoort Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via e-mail met mevrouw Sparenburg, op 19 april 2013. 1. In het klimaatactieplan staat dat de gemeente sinds 2009 groene stroom en groen gas inkoopt.

Wie is daarvan de leverancier en wat voor soort stroom is het (bv. Windstroom)? Voorheen kosten we grijze stroom en gas in bij DONG resp. RWE. We vergroenden dat met aanschaf van groencertificaten wind in Nederland. Vanaf medio vorig jaar kopen we in via de lokale Energie coöperatie Eemstroom in samenwerking met Eneco.

2. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-neutralisatie? Waarom wel of niet? Er is een vaste overleg structuur voor de klimaat coördinatoren van de Utrechtse gemeenten. Voorheen werd dit door de provincie gefaciliteerd. Provincie heeft zich nu teruggetrokken en de gemeenten zetten het zelfstandig voort.

3. Is er voor de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk) gemaakt? Ja, in 2007 hebben wij DHV een nulmeting laten doen.

4. Wordt bij renovatie van gemeentelijke gebouwen het nieuwe werken en duurzaamheid meegenomen in beslissingen? Ja

5. Hebben nieuw aangeschafte bedrijfsauto’s minimaal label B? Ja

6. Wat wordt precies bedoeld met onderzoek naar duurzaam vervoer van partners? Partners zijn bedrijven en organisaties waar de gemeente veel mee samenwerkt of die deels gelieerd zijn aan de gemeente. Via onze contracten met hen hebben we invloed op de verduurzaming van hun vervoer. Dus schonere voertuigen, rijden op aardgas. Op deze manier is de ROVA (ophaal huishoudelijk afval) met een vuilniswagen op aardgas gaan rijden.

7. Worden gebouwen gesloten tijdens de kerstvakantie in het kader van energiebesparing? Alleen op enkele verplichte vrije dagen.

8. Wordt er al actie ondernomen voor energiebesparing bij gebouwen die verhuurd zijn? Contracten worden nu bekeken. Daarnaast zijn mogelijkheden van zonnepanelen in beeld gebracht.

9. Hoe ver is de gemeente met het vervangen van openbare verlichting voor duurzame varianten? Op natuurlijke vervangingsmomenten worden de meest duurzaamste variant gekozen.

10. Wordt er door de gemeente al duurzame energie opgewekt? In 2010 zijn er 200 zonnepanelen geplaatst op het dak van het stadhuis.

11. Wordt er door de werknemers ook energiezuinig gedrag toegepast? Landelijke campagnes zoals warme truien dag en nacht van de nacht worden ook onder eigen medewerkers onder de aandacht gebracht. We zetten er verder niet actief op in. Verlichting, PC’s beeldschermen, liften ed. zijn wel allemaal energiezuiniger gemaakt.

Amsterdam Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via e-mail met meneer Koelemij, op 16 april 2013. 1. In verschillende plannen (Klimaat- en energieprogramma & Nieuw Amsterdams Klimaat) is te

lezen dat de gemeentelijke organisatie klimaatneutraal ofwel CO2-neutraal wordt. Worden deze

46

begrippen door elkaar gebruikt, of is er een andere reden dat de verschillende doelen genoemd worden? HET DOEL IS GEFORMULEERD ALS CO2-NEUTRAAL, AF EN TOE GEBRUIKT IEMAND PER ONGELUK KLIMAATNEUTRAAL

2. Wordt CO2-compensatie nu al ingezet, of pas in 2015? Wat voor compensatie wordt toegepast? X

3. Welke groene stroom (Bv. Windstroom van Eneco) wordt ingekocht en wordt er inmiddels groen gas ingekocht? DE STROOM DIE AMSTERDAM GEBRUIKT WORDT VERGROEND MET CERTIFICATEN VAN OORSPRONG VAN ONS EIGEN AFVAL ENERGIE BEDRIJF INGEKOCHT GAS GAAT AMSTERDAM MET INGANG VAN 2013 VERGROENEN GROEN GAS KOPEN WE NIET

4. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? VARIEERT – NOOIT LANGER DAN DE TERMIJN WAARBINNEN WE DE MAATREGEL AFSCHRIJVEN

5. Op wat voor manier wordt duurzaamheid toegepast op het gebied van inkoop? X

6. Hoe ver is de gemeente met het energiezuinig maken van openbare verlichting? ER WORDT GEREKEND AAN GROOTSCHALIG OVERSCHAKELEN OP LED

7. In het klimaat- en energieprogramma staat dat wordt gekozen voor groene/zuinige inkoop van gemeentelijk aardgasverbruik óf voor groene/zuinige inkoop van het verbruik binnen het eigen wagenpark, vanwaar die keuze en wordt een van de opties al uitgevoerd? X

8. Klopt het dat de openbare verlichting 6 minuten per dag minder brandt sinds 2012? JA

9. Hebben de nieuw aangeschafte voertuigen binnen het wagenpark alleen nog een A- of B–label? JA

10. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-neutralisatie? NEE

11. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint LATEN OPSTELLEN? ONDERDELEN[STADSDELEN] WEL, MAAR NIET VOOR DE TOTALE GEMEENTE

Assen Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via telefonisch contact met mevrouw Oosterhoff, op 8 mei 2013. 1. Veel gemeentes hebben een doelstelling zoals ‘De gemeentelijke organisatie is klimaatneutraal in

2015’. Is dat bij de gemeente Assen ook het geval? We hadden de ambitie om CO2-neutraal te zijn in 2020, maar dat hebben we inmiddels losgelaten.

2. Wordt groene stroom en groen gas toegepast om tot CO2-reductie te komen bij de gemeentelijke organisatie? Zo ja, wat voor soort dan? We kopen groene stroom in en volgens mij ook groen gas, maar ik weet niet van welke maatschappij.

3. Is er in 2010 75% duurzame inkoop bereikt en is de gemeente op de goede weg voor 100% in 2015? Er wordt bij inkoop wel veel aandacht aan besteed, maar dat kan altijd meer. In elk contract wordt duurzaamheid wel meegenomen.

4. Wat is de terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? Daar heerst vaak discussie over binnen onze gemeente, of het 5 jaar of 10 jaar moet zijn. De maatregelen die toegepast worden hebben dus een terugverdientijd die daar ergens tussen ligt.

47

5. Worden nieuwe bedrijfswagens enkel nog auto’s die rijden op elektriciteit of duurzame brandstoffen? Er wordt zeker naar gekeken bij de aanschaf van nieuwe voertuigen, en dan met name of ze uiteindelijk op biogas kunnen rijden.

6. Wordt het gedrag van medewerkers m.b.t. duurzaamheid aangepast om onnodige verspilling te voorkomen? Daar is nog een flinke slag te maken binnen de organisatie.

7. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie binnen de gemeentelijke

organisatie?

We overleggen met de gemeenten Leeuwarden en Groningen en de kleinere gemeenten in die

omgeving.

8. Wordt woon-werkverkeer van medewerkers ook meegenomen in de duurzame doelstelling?

Medewerkers worden wel gestimuleerd om op de fiets te komen, maar verder niet.

Voor dienstreizen is de trein in ieder geval standaard geworden.

9. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-

voetafdruk)?

Dat zou ik niet weten.

Bodegraven-Reeuwijk De vragen voor deze gemeente waren niet mee van toepassing nadat via telefonisch contact duidelijk werd dat deze gemeente niet meer bezig is met het klimaatneutraal maken van de gemeentelijke organisatie.

Boxtel Deze vragen zijn onbeantwoord gebleven. 1. Wat voor soort groene stroom en groen gas wordt ingekocht? 2. Is de doelstelling 100% duurzame inkoop in 2012 gehaald? 3. Wekt de gemeente zelf al energie op, op een duurzame manier? 4. Zijn nieuw aangeschafte voertuigen de zuinigste in hun soort op het tijdstip van de aankoop? 5. Wordt fietsen en het OV al gestimuleerd naar medewerkers toe? 6. Hebben afdelingen met taken buiten de gebouwen een ov-fiets abonnement? 7. Wordt de EPC met 20% verhoogd bij renovatie van gebouwen? 8. Zijn alle gebouwen van energielabels voorzien? 9. Zijn alle maatregelen die binnen 5 jaar terugverdiend zijn uitgevoerd? 10. Wordt er regionaal overlegd of met andere steden over CO2-reductie? 11. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-

voetafdruk)?

Breda Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via e-mail met mevrouw Beljaars-Michielsen, op 21 mei 2013. 1. Over het onderwerp heb ik alleen informatie op de website kunnen vinden. Is er ook nog een

plan waar meer in wordt uitgelegd? Wij hebben een klimaatbeleid en een klimaatuitvoeringsprogramma. Deze kun je beiden vinden op de site van de gemeente Breda.

2. Wordt er gebruik gemaakt van CO2-compensatie? Waarom wel of niet? Zo ja, zijn er eisen gesteld aan de kwaliteit ervan? Nee, wij maken geen gebruik van CO2-compensatie. Ons beleid richt zich op het verminderen van de CO2-uitstoot.

3. Wordt er ook groen gas ingekocht? Ja, wij kopen groen gas in van Greenchoice.

48

4. Wordt er al 100% duurzaam ingekocht? Wij volgen de richtlijn van het Agentschap. Weet niet of dat op dit moment al 100% is.

5. Wordt er regionaal overlegd of met andere steden over CO2-reductie? Ja, wij hebben overleg op landelijk niveau en in B5 niveau (= vijf grote Brabantse gemeenten).

6. Welke maatregelen moeten nog uitgevoerd worden om in 2020 CO2-neutraal te kunnen zijn? Wij moeten nog heel veel doen. Zie tevens de project DO in het klimaatuitvoeringsprogramma.

7. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-

voetafdruk)?

Wij monitoren ons beleid. Ook dat vind je bij de stukken.

Den Haag Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via e-mail met meneer Schilling, op 8 mei 2013. 1. Wordt er groen gas ingekocht voor de gemeentelijke organisatie? Zo ja, waar komt het

vandaan? De Gemeente Den haag koopt geen groen gas in voor zijn gemeentelijke organisatie. Den Haag wil geen gecompenseerd groen gas inkopen. De gemeente den haag compenseert namelijk zijn CO2 emissies in het klimaatfonds Haaglanden (www.klimaatfondshaaglanden.nl). Dit fonds compenseert de CO2 uitstoot door middel van projecten in de regio. Aangezien de effecten van compensatie via de huidige methode meer opleveren wil de gemeente alleen daadwerkelijk biogas inkopen. Er is vorig jaar verkennend gekeken of dit mogelijk zou zijn, maar met een jaarlijks gasverbruik van zo’n 3 miljoen kuub gas is dit op dit moment niet mogelijk. Het gemeentelijk wagenpark van de gemeente is vergroend. Naast elektra ligt de focus in Den Haag voornamelijk op rijden op aardgas, met de visie dat dit wordt vervangen door groen gas. Binnen enkele jaren zullen alle aardgasvoertuigen in Den Haag rijden op groen gas. Sinds 2010 rijden de stadsbussen van de HTM al op groen gas.

2. Worden er eisen gesteld aan de soort groene stroom (Bijv. dat het Nederlandse windstroom moet zijn/Milieukeur heeft) en van welke maatschappij is het afkomstig? De Gemeente Den haag koopt zijn groene stroom in bij Electrabel. Dit is groene stroom op basis van groencertificaten. Gemeente Den Haag hanteert bij zijn inkoop de inkoopcriteria van het platform duurzaam inkopen (Pianoo).

3. Is de organisatie CO2-neutraal sinds 2010? Zo ja, zijn er daarna nog nieuwe ontwikkelingen? Ja, de gemeentelijke organisatie is sinds 2010 CO2 neutraal voor wat betreft zijn energiegebruik en de CO2 uitstoot van het gemeentelijk wagenpark en vliegreizen. Dit gebeurd door compensatie in het klimaatfonds Haaglanden. Binnen de gemeente wordt nog volop gewerkt aan het verminderen van deze compensatie, en het terugdringen van het energiegebruik van de gemeentelijke organisatie. Zie bijvoorbeeld een overzicht van de maatregelen in gemeentelijk gebouwen in RIS246106 (bijlage 2) op http://www.denhaag.nl/home/bewoners/de-gemeente-Den-Haag/Ris/document/Energiebesparing-gemeentelijke-gebouwen-en-opties-voor-het-reduceren-van-de-compensatiekosten-voor-CO2-uitstoot.htm

4. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden/zijn toegepast voor energiebesparing? Maatregelen die binnen 5 jaar worden terugverdiend worden sowieso toegepast. Verder wordt gekeken wat er binnen de onderzoeksbudgetten uitgevoerd kan worden. Terugverdientijden verschillen hiermee. Sommige projecten hebben een terugverdientijd van tientallen jaren, maar worden, gezien het publiek belang, alsnog genomen. Een voorbeeld zijn de zonnepanelen op het stadhuis, welke als voorbeeldfunctie zijn geplaatst, ondanks dat de terugverdientijd lang is

5. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Zeer zeker. Ook internationaal wordt kennis hierover uitgewisseld. Verder wil ik je nog wijzen op een interessante ontwikkeling die wij in Den Haag zijn gestart; Energierijk Den Haag (http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/13/energierijk-den-haag-gemeente-en-rijk-slaan-handen-ineen-voor-duurzame-energievoorziening.html). Hierbij proberen wij onze energiehuishouding te integreren met de andere overheidsgebouwen hier in

49

de buurt. Hiervoor zijn wij inmiddels bezig met een marktconsultatie. Het is de hoop dat we hiermee zowel energie als geld gaan besparen, en de markt verder prikkelen om innovatieve maatregelen te ontwikkelen.

Den Helder Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met meneer de Loos op 18 april 2013. 1. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden/zijn toegepast voor

energiebesparing? Dat verschilt heel erg. Het ligt in ieder geval binnen de levensduur van de maatregel.

2. Wordt er groen gas ingekocht voor de gemeentelijke organisatie? Zo ja, waar komt het vandaan? We hebben groene stroom, maar geen groen gas.

3. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Via een servicepunt van de provincie Noord-Holland overleggen we iedere maand over CO2-reductie, met alle gemeenten uit de provincie.

Deventer Deze vragen zijn gesteld en beantwoord tijdens een bezoek aan meneer Sint Nicolaas, op 23 april 2013. 1. Heeft de gemeente Deventer ook een doel, zoals ‘de gemeentelijke organisatie is

klimaatneutraal in 2015’? Eigenlijk was het plan om net als de volledige gemeente klimaatneutraal te zijn in 2030, maar dat is inmiddels gewijzigd in energieneutraal in 2030. Dit geldt dus ook voor de gemeentelijke organisatie, omdat klimaatneutraal toch niet helemaal juist is; tenslotte koop je de uitstoot van de gemeente af.

2. Begint de gemeentelijke organisatie nog eerder met compensatie dat 2030, wanneer de volledige gemeente klimaatneutraal moet zijn? Wat voor compensatie is dit dan? We doen dus helemaal geen compensatie, want dat kan niet bij de ambitie om energieneutraal te worden.

3. Wat voor soort groene stroom wordt er ingekocht en wordt er groen gas ingekocht? We hebben groene stroom met Garanties van Oorsprong. Die stroom is afkomstig van windmolens. Groen gas kopen we niet in.

4. Hebben alle gemeentelijke gebouwen energielabels en zijn de bijpassende maatregelen uitgevoerd? Nog niet. Wij pakken het stapsgewijs aan. Momenteel zijn we bezig met het verduurzamen van de openbare verlichting en de inkoop van materiaal voor openbaar gebied zoals bestrating. Dat zal tot eind 2013 gaan duren en daarna zijn de gebouwen aan de beurt. Die worden tot 2015 flink aangepakt om ze in de richting van energieneutraal te maken. De volgende stap zal het verduurzamen van die diensten die wij inhuren zijn, zoals adviesbureaus en bouwbedrijven, waar we eisen gaan stellen aan de duurzaamheid van hun bedrijf.

5. Houdt de gemeente zich bezig met duurzaamheid van de inkoop? Wat wordt daarbij wel en niet meegenomen? Dat is lastig. De scope van de gemeentelijke organisatie is zo vaag dat dat heel erg verschilt. Daarom nemen wij het stapsgewijs wel mee bij elk onderdeel dat we aanpakken, maar het is moeilijk om te zeggen wat we specifiek wel en niet meenemen.

6. Is de openbare verlichting al duurzaam? Nee. Er lopen nu proeven met verschillende LED verlichting bij openbare ruimtes, waarna begonnen kan worden met de vervanging van armaturen. Dat doen we wel pas als de oude armaturen aan vervanging toe zijn, anders is het ten slotte ook niet zo duurzaam.

7. Worden medewerkers gestimuleerd om zich duurzaam te gedragen? Zo ja, op wat voor manier uit zich dat dan?

50

Niet echt. We hebben een tijdje geleden wel bijvoorbeeld stickers op de beeldschermen van de pc’s geplakt waarop staat dat het scherm uit moet als je wegloopt, maar verder hebben we er niet echt actie op ondernomen. Ik vind het ook niet echt belangrijk, want ik ben van mening dat het gedrag van medewerkers vanzelf duurzamer wordt als hun omgeving ook duurzamer wordt. Als de complete gemeente dus energieneutraal wordt, gaan inwoners en dus ook de medewerkers van de gemeentelijke organisatie, zich vanzelf ook duurzaam gedragen.

8. Zijn de nieuw aangeschafte bedrijfswagens energieneutraal? Nieuw aangeschafte wagens zijn elektrisch, dus als de stroom over een aantal jaar duurzaam opgewekt wordt, zijn de wagens inderdaad energieneutraal.

9. Is de cursus het nieuwe rijden gegeven voor medewerkers van de organisatie? Nee. Dit vind ik vallen onder het gedrag van de medewerkers en zal dus gaandeweg de vorderingen zelf verbeteren.

10. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Ja. Wij hebben overleg binnen de stedendriehoek met Apeldoorn en Zutphen over biomassa en hout, maar ook met Sallandgemeenten. Via het provinciale programma Nieuwe energie overleggen we over duurzaam energie opwekken binnen de eigen provinciegrenzen. Het doel is daarbij om in 2020 20% zelfvoorzienend te zijn.

11. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? De terugverdientijd ligt binnen de levensduur van de maatregelen, het verschilt heel erg hoeveel jaren dat is.

12. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint? Wel voor de verschillende onderdelen die we per stap uitvoeren, maar niet voor de hele gemeentelijke organisatie, omdat die vage scope dat onmogelijk maakt.

Goes Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met meneer Dobbelaer op 19 april 2013. 1. Wordt er groene stroom en groen gas ingekocht? Zo ja, wat voor soort is dit dan (bv.

Windstroom)? Ja 100% garanties van oorsprong via Watt Anders, 100% wind. Gasverbruik wordt 100% gecompenseerd via het Zeeuws Klimaatfond (zie google).

2. Wordt er regionaal of met andere gemeenten overlegd over CO2-reductie? Er zijn drie gremia: Vereniging van Zeeuwse Gemeenten: energie coördinatoren overleg. Hier staat o.a. op de agenda vergoenen van aardgas en elektriciteit.

Provinciaal klimaatbeleidsoverleg. Dit gaat over het hele klimaatbeleid, provincie Zeeland en Zeeuwse gemeenten. Er is kennisuitwisseling en samenwerking. Zie bijv. website het Zeeuws Energieloket. Er is een gezamenlijke subsidieregeling geweest voor woningeigenaren als aanvulling op het landelijke MMM programma. Zeeland breed is er 3 miljoen uitgegeven.

OLAZ: gemeentelijk samenwerkingsverband in Zeeland op het gebied van afval. Hier staat vergisten van gemeentelijk groenafval op de agenda.

Groningen Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met mevrouw Smit, op 8 mei 2013. 1. In welk jaar wil de gemeentelijke organisatie energieneutraal zijn (, ook in 2035)?

We werken met de Groninger Energy Service Company (GRESCo) als projectteam aan het energieneutraal maken van de eigen gebouwen. Het gaat hierbij om kernvastgoed (waar gemeenteambtenaren werken) en maatschappelijk vastgoed (bijvoorbeeld scholen, sportparken, etc.). Totaal hebben we het dan over circa 250 gebouwen, die in 2035 energieneutraal moeten zijn.

2. Waarom heeft Groningen gekozen voor energieneutralisatie en niet voor klimaat-, of CO2-neutralisatie?

51

Met energieneutraal bedoelden we dat er per saldo evenveel duurzame energie moest worden opgewekt in of ten behoeve van Groningen als er wordt verbruikt in Groningen. Door in de eerste plaats te besparen wordt die opgave lichter. In de praktijk gaat er geen andere sturing uit van deze definitie dan wanneer we voor CO2- of klimaatneutraal hadden gekozen. Wat we niet per se beogen is dat Groningen autarkisch wordt, d.w.z. dat we los van de omgeving in onze energie zouden kunnen voorzien. Voorbeeld; het groen gas dat de suikerfabriek produceert is mogelijk dankzij duizenden vrachtwagens die bieten naar Groningen brengen om er in de eerste plaats suiker van te maken.

3. Zijn er nog nieuwe maatregelen die na 2010 zijn opgesteld om klimaatneutraal te kunnen worden en zijn die inmiddels al uitgevoerd? Zo ja, welke zijn dit dan? Ik neem aan dat met "nieuwe maatregelen" wordt bedoeld andere maatregelen dan al in het eerste uitvoeringsprogramma stonden. We maken onderscheid in het energieprogramma, waarmee we inzetten op ca. 20 projecten in de sporen besparen, zon, wind, warmte en biomassa, en daarnaast het reguliere beleid waarin eveneens voortdurende ook energie-opties meespelen. Zo hebben we bijv. ons eigen gemeentelijke groenafval (uit plantsoenen etc.) in kaart gebracht en gaan we nu experimenteren met de inzet van snipperhout om één of meer zwembaden te verwarmen. Dit was niet van meet af aan meegenomen in het biomassaspoor. Zo kijken we nu naar kleine windturbines om toch niets te kunnen doen zoals de provincie de grote verbiedt (m.a.w. we doen ook dingen niet die wel in het programma staan). Dat we vanuit het energieprogramma de coöperatie Grunneger Power ondersteunen stond evenmin in het programma. Het programma is niet in beton gegoten, maar dient allereerst om initiatieven in de samenleving te faciliteren.

4. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? We participeren in het landelijke themateam duurzame energie van Agentschap.nl en in andere thematische overleggroepen, bijv. rond warmte. Dat gaat vanuit klimaatbeleid, c.q. de landelijke klimaatagenda (van het vorige kabinet).

5. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? Dit is afhankelijk van de investering. Daarbij willen we graag integraal kijken naar de investeringen, bijvoorbeeld ook naar onderhoud, exploitatie, energie, gebruik, etc. Dan kijk je meer naar de levensduurcyclus van een gebouw.

7. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)?

We hebben in 2009 becijferd dat de stad Groningen 1,4 miljoen ton CO2 per jaar uitstoot. In 2009 is 32.000 ton CO2 bespaard door initiatieven van de gemeente zelf en van derden. Daarna hebben we niet meer geprobeerd de CO2-prestatie te kwantificeren. In 2015 gaan we het energiebeleid evalueren en daarvoor ook in kaart brengen wat de maatregelen hebben uitgehaald, c.q. nog zullen gaan opleveren als onze programma's verder vorm krijgen.

Haarlem Deze vragen zijn gesteld en beantwoord tijdens een bezoek aan meneer de Vries, op 15 mei 2013. 1. Is de gemeente goed op weg om de klimaatdoelstelling te halen?

Nee. Er zijn zeker goede ontwikkelingen. Een goed voorbeeld daarvan is dat ongeveer 80% van de medewerkers al op de fiets komt, ook al doen zij dit ook voor het gemak, want parkeren en rijden hier in de binnenstad is geen pretje. Ik weet nu wel al zeker dat we de doelstelling niet gaan halen, tenzij we gaan compenseren, maar dat is toch niet wat we voor ogen hebben, dat kunnen we net zo goed stil gaan zitten. We zijn ondanks dat wel goed bezig hoor, we hebben een afdeling Klimaatneutraal bij de gemeente, die zich met alle vraagstukken bezighoudt.

2. Wat voor soort groene stroom wordt ingekocht? Wij kopen Nederlandse windstroom in.

52

3. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? We streven een beetje naar een terugverdientijd tot 10 jaar en dat wordt meestal ook wel uitgevoerd.

4. Hoe staat het met de inkoop op het gebied van duurzaamheid? Lastig te zeggen, maar ik durf wel aan te geven dat duurzaamheid bij alle inkoop meegenomen wordt.

5. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Jazeker, wij overleggen met de Metropoolregio Amsterdam en de G32 gemeenten.

6. U voert dus geen CO2-compensatie uit? Nee, voorlopig niet. Dit gaan we misschien over een paar jaar, richting 2030, wel doen, maar voorlopig nog niet.

Helmond Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met mevrouw de Kort, op 16 mei 2013. 1. Is de organisatie sinds vorig jaar inderdaad klimaatneutraal?

Dit is deels afhankelijk van de definitie. Mede door de inkoop van groen gas en groene stroom zijn we klimaatneutraal, echter op dit moment zijn we ook bezig met het energiemanagement van de gemeentelijke organisatie. Hiermee streven we naar efficiëntie t.a.v. het gas- en elektraverbruik en naar uiteindelijke besparingsopties. Binnenkort zal ook de aanbesteding starten van het plaatsen van zonnepanelen op een drietal gemeentelijke gebouwen.

2. Wordt er CO2-compensatie toegepast, zo ja, worden er dan eisen gesteld aan de kwaliteit? Wanneer hiermee inkoop van groen gas en elektra bedoeld wordt: ja

3. Wat voor soort groene stroom wordt ingekocht (bv. Windstroom) en worden er nog eisen gesteld aan de afkomst? Ja, in SRE-verband (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, 21 regiogemeenten)

4. Wordt er groen gas ingekocht? Ja

5. Worden de gemaakte Energie Prestatie Adviezen inmiddels toegepast op de gemeentelijke gebouwen? De gemeentelijke gebouwen (>1000 m2) zijn voorzien van een EPA-advies sinds 2008

6. Wordt er duurzame energie opgewekt voor de gemeentelijke organisatie? Binnenkort met het plaatsen van zonnepanelen op een drietal gemeentelijke gebouwen

7. Is de gemeente op de goede weg m.b.t. duurzaam inkopen (tot 100% in 2015)? Ja

8. Worden het OV en de fiets gestimuleerd bij medewerkers? We hebben een pilot gedraaid met het uitlenen van elektrische fietsen en medewerkers zijn in het bezit van een NS-business card. Een deel van onze dienstfietsen is tevens elektrisch.

9. Wat is de stand van zaken m.b.t. het verduurzamen van het wagenpark? Wij kennen maar een zeer beperkt eigen wagenpark, maar hierbinnen is onlangs een elektrische auto aangeschaft en naar alle waarschijnlijkheid volgt binnenkort een tweede.

10. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? Bij mij niet bekend of hier exacte jaartallen voor zijn vastgelegd.

11. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? We werken intensief samen met de andere B5-steden (Tilburg, Eindhoven, Den Bosch en Breda) en kennen we een intensieve samenwerking binnen de SRE-regio. Daarnaast maken we deel uit van het Provinciaal Energie Platform

12. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)?

53

Ja, zie het klimaatbeleid. Op het gebied van de monitoring zijn we aangesloten bij de landelijke klimaatmonitor, de CO2-monitor en het Burgemeesters Convenant.

Middelburg Deze vragen zijn gesteld en beantwoord via telefonisch contact met meneer Minderhoud, op 18 april 2013. 1. Wordt er groen gas en groene stroom ingekocht en zo ja, wat voor soort?

Gezamenlijk met de gemeenten van provincie Zeeland kopen we groene stroom en groen gas in dat van biomassa afkomstig is.

2. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Ja, ook met de gemeenten in de provincie.

3. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)? Ja.

Midden-Delfland De vragen voor deze gemeente waren niet mee van toepassing nadat via telefonisch contact duidelijk werd dat Midden-Delfland bezig is met het opzetten van een plan van aanpak voor het Burgemeestersconvenant.

Rijswijk Deze vragen zijn onbeantwoord gebleven. 1. Wordt er CO2-compensatie toegepast om CO2-neutraal te kunnen zijn? 2. Wat voor soort groen gas en groene stroom wordt ingekocht? (bv. Windstroom) 3. Is bewustwording van duurzaamheid binnen de gemeente al verbeterd; is duurzaamheid en

zuinigheid in de bedrijfscultuur opgenomen? 4. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? 5. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-

voetafdruk)?

’s-Hertogenbosch Deze vragen zijn onbeantwoord gebleven. 1. Wordt er CO2-compensatie toegepast als maatregel voor CO2-reductie? 2. Wat voor soort groene stroom wordt ingekocht? 3. Wordt er al groen gas ingekocht? 4. Is nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen sinds 2009 klimaatneutraal? 5. Is de gemeente op de goede weg om alle gemeentelijke gebouwen in 2018 B-gelabeld te

hebben? 6. Wordt er duurzaam ingekocht? 7. Zijn er al energiebesparende maatregelen bij gemalen en openbare verlichting uitgevoerd? 8. Rijden er al veel voertuigen van het gemeentelijk wagenpark op aardgas/biogas? 9. Wordt woon-werkverkeer van medewerkers ook meegenomen en zo ja, op welke manier? 10. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor

energiebesparing? 11. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? 12. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-

voetafdruk)?

Voorschoten Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met mevrouw Bonte, op 23 mei 2013.

54

1. Wat voor soort CO2-compensatie vindt nu plaats? Hierop blijven we je het antwoord schuldig.

2. Wat voor soort groene stroom wordt ingekocht en wordt er groen gas ingekocht? Groene stroom wordt ingekocht via Greenchoice. Groen gas mogelijk dat deze partij ook groen gas inkoopt al dan niet door middel van certificaten.

3. Zijn er al veel energie besparende maatregelen toegepast op de gemeentelijke gebouwen? Zo ja, welke wel en misschien nog niet? Er zijn bewegingsmelders geplaatst in o.a. toiletten, dit jaar zijn zonnepanelen op het dak van het gemeentehuis geplaatst, bij noodzakelijke vervanging worden HR ketels geplaatst als ook energiearme ventilatoren en pompen, pilot met LED TL verlichting in gemeentekantoor. Ook binnen andere gemeentelijke gebouwen wordt gekeken of de energielasten verlaagd kunnen worden, bijvoorbeeld of bij vervanging dakbedekking extra isolatie kan worden toegepast.

4. Is gemeentelijke nieuwbouw klimaatneutraal? Bij projecten waar de gemeente opdrachtgever of grondeigenaar is, wordt het DUBO beleid gehanteerd en hoge ambities nagestreefd.

5. Zijn nieuwe voertuigen uit het wagenpark het zuinigst en schoonst in hun soort op het moment van aankoop? Bij de laatste aankoop was duurzaamheid meegenomen, maar uit logistieke overwegingen viel de keus op een alternatief dat minder duurzaam is. Beleidsmatig steken we wel in op de meest schone en duurzame voertuigen.

6. Is de gemeente goed op weg voor 100% duurzame inkoop in 2015? Goed op weg, maar niet goed genoeg om de doelstelling tijdig te halen.

7. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? De gemeente houdt zich in ieder geval aan de wettelijke terugverdientijd. Er is geen beleid voor maximale terugverdientijd. Maar bij vervanging of onderhoud worden wel maatregelen met een langere terugverdientijd beschouwt.

8. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Tot en met 2012 was er een regionaal klimaatprogramma Holland Rijnland. Ook gemeente Voorschoten participeerde hierin. In dit programma was ook de CO2 reductie opgenomen. Nu is er in het kader van projecten en duurzaamheid/CO2 reductie ook overleg binnen de regio Holland Rijnland.

9. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)? In 2008 een nulmeting geweest voor de gemeentelijke gebouwen en zonder verkeer en vervoersbeleid. Dit is regionaal opgepakt via de milieudienst West-Holland.

Wassenaar Deze vragen zijn verstuurd en beantwoord via e-mail met meneer Ankoné, op 23 mei 2013. 1. Vindt er CO2-compensatie plaats en zo ja, hoe?

Nee, mogelijk wel via de energieleverancier. 2. Wat voor soort groene stroom wordt ingekocht en wordt groen gas ingekocht?

Groene stroom wordt ingekocht via Greenchoice. Groen gas mogelijk dat deze partij ook groen gas inkoopt al dan niet door middel van certificaten.

3. Is er al een wagenparkscan geweest? Zo ja, wat zijn hiervan de bevindingen/volgende acties? Nee, dit jaar wordt voor het totale wagenpark van gemeenten Voorschoten en Wassenaar een wagenparkscan uitgevoerd.

4. Is de cursus ‘Het nieuwe rijden’ al gevolgd door medewerkers? Nee, niet vanuit dit klimaatbeleidsplan maar omstreeks 2005 was deze cursus aangeboden aan alle medewerkers van gemeente Wassenaar.

55

5. Is het convenant Haaglanden ‘Rijden op aardgas’ getekend? Ja

6. Is de inkoop al volledig duurzaam? Nee

7. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Met Stadsgewest Haaglanden

8. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)? In 2010 uitgevoerd alleen gericht op gebouwen en niet op verkeer- en vervoersbewegingen.

Zaanstad Deze vragen zijn gesteld en beantwoord tijdens een bezoek aan meneer Groot, op 29 april 2013. 1. Wordt er gebruik gemaakt van CO2-compensatie en zo ja, hoe?

Nog niet. We gaan er natuurlijk wel gebruik van maken als het bijna 2020 is, maar momenteel nog niet. Er wordt wel al gekeken naar de mogelijkheden.

2. Wordt er groene stroom en groen gas ingekocht en wat voor soort is dat dan? Sinds dit jaar hebben we een energiecontract met Greenchoice. Daar kopen we stroom en gas in, maar via dat contract hebben we afgesproken dat we elk jaar minder inkopen. Wel een bijzonder contract als je bedenkt dat dat uiteindelijk betekent dat Greenchoice dus minder geld aan ons gaat verdienen als we ons aan dat contract houden.

3. Is 40% van de benodigde energie al duurzaam opgewekt of ingekocht? Ja, want we kopen 100% groene energie in bij Greenchoice.

4. Is de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) bij nieuwbouw al 20% verscherpt t.o.v. de standaard? Ik weet niet precies of het 20% is, maar wij volgen de richtlijnen van Agentschap NL en dat zou betekenen dat nieuwbouw in 2020 energieneutraal is.

5. Wat is de status van energiebesparende maatregelen bij gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting en rioolgemalen? Dat heeft even stilgelegen, maar er is net iemand aangenomen die dat gaat coördineren binnen de gemeente, zodat er overzicht is en er echt iemand kan controleren of activiteiten worden uitgevoerd. Zoals nu, wanneer iedereen een beetje doet, komt er weinig terecht van echte activiteiten die het verschil maken.

6. Wordt het wagenpark nog steeds verder verduurzaamd en op wat voor manier dan? We hebben al heel veel elektrische voertuigen in ons wagenpark, maar dat wordt nog steeds verder elektrisch gemaakt.

7. Wat is de maximale terugverdientijd van maatregelen die worden toegepast voor energiebesparing? We voeren in ieder geval alles uit wat binnen 5 jaar terugverdiend is, maar als er iets is wat we willen uitvoeren terwijl dat een langere terugverdientijd heeft, dan zoeken we naar mogelijkheden omdat via een duurzaamheidsfonds te subsidiëren.

8. Wordt er regionaal of met andere steden overlegd over CO2-reductie? Jazeker. We zijn nu voorzitter van het Klimaatverbond, waardoor we daar nu ook een soort voortrekkersrol in aannemen, maar we overleggen ook met Metropool Regio Amsterdam op het gebied van elektriciteit.

9. Heeft de gemeentelijke organisatie een CO2-footprint (ook wel CO2-nulmeting of CO2-voetafdruk)? Degene die net is ingehuurd, gaat ook dat uitvoeren, zodat ze haar functie als duurzaamheidscoördinator beter en overzichtelijker uit kan voeren.

10. Doen jullie ook nog iets op het gebied van woon-werkverkeer? Ja, voor de trein wordt 75% van de reis vergoed, terwijl er geen vergoeding voor de auto is. Aangezien het gemeentehuis ook bijna aan het station vast zit zie je ook dat bijna iedereen met het openbaar vervoer komt.

56

Bovendien is er een vergoeding voor mensen die een fiets willen of een elektrische scooter voor het reizen van en naar het werk.