LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJSond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Bouwtechnieken-2005-03… ·...
Transcript of LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJSond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/word/Bouwtechnieken-2005-03… ·...
BOUWTECHNIEKENDerde graad TSO
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
september 2005LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/038
BOUWTECHNIEKENDerde graad TSO
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
september 2005LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/038
(vervangt het leerplan D/2003/0279/022 - met ingang 1 september 2005)ISBN: 90-6858-487-1
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair OnderwijsGuimardstraat 1, 1040 Brussel
INHOUD
1 Lessentabel 51.1 Toelichting bij de lessentabel 61.2 Impulsen als basis voor het vernieuwen van het leerplan 6
2 Situering van de studierichting 72.1 Logisch curriculum TSO studiegebieden bouw en hout 72.2 Studierichtingsprofiel en verticale samenhang 72.3 Instroom en beginsituatie 92.4 Globale leerplandoelstellingen 92.5 Uitstroom 10
3 Aandachtspunten 113.1 De geïntegreerde proef 113.2 Technisch tekenen, schetsen en CAD 113.3 Integratie van de informatie en communicatietechnologie 123.4 Welzijn op het werk en VCA 12
4 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken 134.1 Organisatie 134.2 Bouwtechnologie en tekenen 204.3 Stabiliteit 344.4 Realisaties bouw 424.5 Stages 51
5 Evaluatie 53
6 Minimale materiële vereisten 546.1 Computerinfrastructuur 546.2 Bouwtechnologie 546.3 Realisaties bouw 55
7 Nuttige adressen 58
8 Bibliografie 60
9 Bijlage 1: GIP - specifieke invulling bouwtechnieken 63
10 Bijlage 2: Checklist bedrijfsbeheer 65
3de graad TSO 3Bouwtechnieken D/2005/0279/038
1 Lessentabelwww.vvkso.be
3de graad TSO 5Bouwtechnieken D/2005/0279/038
1.1 Toelichting bij de lessentabel
De lessentabel is uitgeschreven in een “vork 30-36” (minimum – maximum). Het maximum van 36 uur wordt aanbevolen. De 6 uur tussen het maximum en het minimum vormen het complementaire gedeelte. Kiest de school voor het minimum dan kunnen de uitbreidingsdoelstellingen en de doelstellingen als complementair omschreven moeilijk worden gerealiseerd.
Indien de complementaire uren door de school, geheel of gedeeltelijk zelf worden ingevuld, kan ze hiervoor kiezen uit de lijst van vakken opgesomd in het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989, zoals gewijzigd.
Wenst de school aan één of meerdere leerlingen de kans te geven om ook het attest van basiskennis van bedrijfsbeheer te behalen dan dient men hiervoor minimum 2 lesuren te voorzien (zie ook bijlage 2). Deze uren kunnen gespreid over de twee leerjaren, zoals aanbevolen in de omzendbrief SO 44.
1.2 Impulsen als basis voor het vernieuwen van het leerplan Vernieuwde visie op TSO en BSO die moet leiden naar een duidelijke profilering van de studierichtingen in het bijzonder: Bouw- en houtkunde (TSO) – Bouwtechnieken (TSO) – Ruwbouw en Ruwbouwafwerking (BSO). Actualisering: nieuwe technieken en technologieën, nieuwe normen en voorschriften, nieuwe inzichten. Door de wijze van formuleren dienen de leerplandoelstellingen het verwachte niveau zo duidelijk mogelijk aan te geven, zodat complexe en moeilijk hanteerbare taxonomieën worden vermeden. De verticale samenhang met het leerplan van de tweede graad. Zoveel mogelijk wegwerken van de versnippering in vakken van 1 uur. Het integreren van de tekenvakken en de aanverwante technisch-theoretische vakken. De afstemming van de technische vakken en de praktijkvakken verder implementeren. De optie van het VVKSO om in de nieuwe leerplannen het totale lestijdenpakket van de basisvorming en het fundamentele gedeelte van 32 uur op 30 uur te brengen, zodat het complementaire gedeelte kon uitgebreid worden tot 6 uur.
6 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
2 Situering van de studierichting
2.1 Logisch curriculum TSO studiegebieden bouw en hout
Studiegebied bouw
Bouw- enhoutkunde
Studiegebied hout
Bouwtechnieken Houttechnieken
Weg- enwaterbouwtechnieken
Industriëlebouwtechnieken
Bouwconstructie enplanningstechnieken
Bouw- enhoutkundeBouwtechnieken Houttechnieken
Hoger onderwijs
Houtconstructie- enplanningstechnieken
Derdegraad
3de
leerjaar
Derdegraad
1ste en 2 de
leerjaar
Tweedegraad
1ste en 2 de
leerjaar
2.2 Studierichtingsprofiel en verticale samenhang
2.2.1 Profiel van de studierichting
De 3de graad "Bouwtechnieken TSO" is het logische vervolg op de 2de graad "Bouwtechnieken TSO". Het betreft dus in feite een cyclus van vier jaar.
Na het beëindigen van de 3de graad "Bouwtechnieken TSO" behaalt de leerling de startkwalificatie van “bouwploegbaas”. Daarnaast is de afgestudeerde ook in staat om vervolgonderwijs van één cyclus aan te vatten, in het bijzonder voor opleidingen binnen de sector bouw.
De opleiding laat toe om na ervaring het beroep van bouwaannemer uit te oefenen.
2.2.2 Profilering ten opzichte van de 2de graad
Bij het opstellen van de leerplandoelstellingen en leerinhouden werd vertrokken van vooropgestelde studieobjecten die de moeilijkheidsgraad globaal bepalen.
Het studieobject dat in de tweede graad "Bouwtechnieken TSO" vooropgesteld werd is: “De ruwbouw van constructies van kleine omvang met een berg- en/of woonfunctie (een garage, een eenvoudige eengezinswoning, een loods, … )”. De moeilijkheidsgraad wordt mede bepaald door:
de funderingen worden beperkt tot funderingen op staal; kelders komen niet aan bod; de klassieke spouwmuurconstructie; de dragende vloeren worden beperkt tot ter plaatse gegoten vloerplaten;
de dakconstructies worden buiten beschouwing gelaten; er wordt abstractie gemaakt van trapconstructies, de kostprijsberekening wordt beperkt tot de materiaalkostprijs
Het studieobject dat bij het maken van dit leerplan voor ogen werd gehouden is: “Het uitvoeringsgericht voorbereiden van constructies uit de bouwsector (woningen en kleine appartementsgebouwen) en sturend meewerken aan de praktische realisatie.”
3de graad TSO 7Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Ten opzichte van de tweede graad komen de volgende elementen expliciet aan bod:
complexere funderingen, het huisrioleringsstelsel, kelderconstructies, dakconstructies en dakdoorbrekingen, gevelsamenstellingen anders dan spouwmuren, ruwbouwvoorzieningen voor het bevestigen van schrijnwerk, diverse vloerconstructies, trapconstructies, de studie van de technische installaties, de uitvoeringskostprijs dient berekend, de afwerking van de ruwbouw, ...
2.2.3 Profilering ten opzichte van aanverwante studierichtingen
Onderstaand schema tracht het onderscheid met aanverwante studierichtingen te duiden. Dit onderscheid slaat uitsluitend op het fundamentele gedeelte.
TSOBouw- en houtkunde
Varianten van projecten als studieobject via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van constructies uit de bouwsector te begrijpen en varianten te bestuderen, de conceptuele kenmerken van constructies uit de bouwsector toelichten, sturend optreden om de uitvoering van constructies uit de bouwsector mogelijk te maken.
TSO De uit te voeren projecten als studieobject via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van constructies uit bouw of hout te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden, om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken de noodzakelijke uitvoeringsrichtlijnen formuleren, meewerken aan de uitvoering en leidinggevend optreden.
Bouwtechnieken
BSO Het uitvoeren van projecten als studieobject schetsmatig twee en driedimensionaal communiceren om tot de gewenste uitvoering te komen, op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria gepast handelen, de uitvoering realiseren op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria.
Ruwbouw
Ruwbouwafwerking
8 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
2.3 Instroom en beginsituatieZoals vermeld is de tweede graad TSO "Bouwtechnieken" is de logische vooropleiding. De tweede graad TSO "Bouw- en houtkunde" kan ook als relevante vooropleiding worden beschouwd.
De volgende vormingscomponenten worden als voorkennis beschouwd:
praktische vaardigheden en inzichten bij het voorbereiden en realiseren van kleine bouwconstructies, de basis van theoretische mechanica en elektriciteit, basisvorming in verband met fysica, begrippen en kennis van basismaterialen en elementaire constructietechnieken, basisvorming in verband met technisch tekenen, schetsen en CAD.
2.4 Globale leerplandoelstellingenHet samenspel van kennis, vaardigheden, attitudes en zelfevaluatie; waardoor adequaat handelen in een bepaalde situatie mogelijk wordt; wordt in de vakliteratuur vaak "competentie" of ook "beroepsvaardigheid" genoemd. Begrippen die ook in dezelfde richting wijzen zijn vormingscomponenten, globale leerplandoelstellingen, specifieke eindtermen, ...
Voor het opstellen van het leerplan werd vertrokken van globale competenties die van een "bouwploegbaas" worden verwacht. Deze globale competenties hebben we hieronder vertaald in wat wij vormingscomponenten noemen.
2.4.1 Globale doelstellingen in verband met kennis en vaardigheden
Via technisch tekenen en schetsen drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept (voorstel van de ontwerper) te begrijpen. Aan de hand van een bouwdossier (bouwplannen, beschrijvingen en opmetingen), een bouwconstructie van gewone omvang uitvoeringsgericht voorbereiden en opvolgen (planning, organisatie, prijsoffertes, kostprijsberekening, maken van aanvullende uitvoeringstekeningen, ...). De werking van de topografische instrumenten kennen en inzicht verwerven op het vlak van topografische technieken om gebouwen en constructieonderdelen op het terrein te kunnen uitzetten. De conceptuele kenmerken van bouwconstructies begrijpen en de impact op de uitvoering herkennen en toelichten. De basistechnieken bij het realiseren van bouwknooppunten bij constructies van kleine omvang kunnen uitvoeren en bij probleemsituaties oplossingen voorstellen. Meewerken aan de uitvoering van bouwwerken en/of de uitvoeringsaspecten op een correcte manier aan derden doorgeven rekening houdende met:- de gestelde eisen van de ingenieur, architect (inplanting, vormgeving, stabiliteit, kostprijs, afwerking, ...)- de vigerende regelgeving (bouwwetgeving, welzijn op het werk, basisveiligheid, ...)- de kenmerken en verwerkingsvoorschriften van materialen- de kenmerken en gebruiksvoorschriften van gereedschappen, machines en hulpmiddelen. Voldoende voorkennis hebben in verband met de vigerende bouwwetgeving om deze voor, tijdens en na de werkzaamheden correct toe te passen. De te volgen administratieve procedures tijdens het bouwproces kennen en toepassen (bouwadministratie). De mogelijkheden van Informatie en Communicatie Technologieën (tekstverwerking, rekenblad, Internet, CAD, specifieke programma's, ... ) toepassen in de context van de beroepsactiviteiten. Contacten leggen en communiceren met bedrijfsleiders, inzicht verwerven in de structuur en de werking van een bedrijf en rekening houden met de eisen die de bedrijven aan de werknemers stellen.
3de graad TSO 9Bouwtechnieken D/2005/0279/038
2.4.2 Globale doelstellingen in verband met attitudes
Kennis en vaardigheden op zich zouden weinig of geen waarde hebben indien ze niet zouden samengaan met attitudes (houdingen). Er dient dus tijdens het vormingsproces ook voldoende aandacht besteed aan een brede waaier van attitudes. Attitudes waar we in het kader van dit leerplan bijzondere aandacht voor vragen zijn:
kwaliteits- en prijsbewust handelen, voortdurend aandacht hebben voor het naleven van de vigerende regelgeving, vertrouwen op eigen inzichten, creatief zijn bij het bedenken van praktische oplossingen, bereid zijn om te organiseren en te plannen en voortdurend bij te sturen, bereid zijn om informatie te raadplegen en documentatie op te zoeken, rekening houden met normen, afspraken, voorschriften, …, bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (flexibiliteit en creativiteit), bereid zijn om in team een project te realiseren, verantwoordelijkheid nemen, leidinggevend optreden en besluitvaardig zijn, op basis van zelfevaluatie de eigen inzichten en werkzaamheden bijsturen.
2.5 UitstroomHet slagen in deze studierichting betekent het behalen van het diploma secundair onderwijs. Daarenboven kan men ook het aanvullende getuigschrift van bedrijfsbeheer behalen. We verwijzen hierbij naar de checklist "Bedrijfsbeheer" - mededeling KI 50.01.03 van 6 november 1998.
2.5.1 Logisch vervolgonderwijs
De verdere studies die het meest voor de hand liggen zijn:
TSO derde graad derde leerjaar, studierichtingen:- bouw - constructie en planningstechnieken- industriële bouwtechnieken- weg- en waterbouwtechnieken Hoger Onderwijs: basisopleidingen van één cyclus- studiegebied onderwijs, bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, optie hout-bouw- studiegebied industriële wetenschappen en technologie: bachelor in de industriële wetenschappen: bouwkunde- studiegebied architectuur, bachelor in de architectuur-assistentie of bachelor in de interieurvormgeving
2.5.2 Arbeidsmarkt
Na het beëindigen van de derde graad “bouwtechnieken” zijn de tewerkstellingsmogelijkheden onder meer:
bouwploegbaas bediende op een bouwkundige of stedenbouwkundige dienst verkoper van bouwmaterialen in het onderwijs als technisch leraar (na nuttige ervaring en GPB-opleiding) ...
Opmerking:
Het beroep van zelfstandig aannemer behoort eveneens tot de mogelijkheden doch hier dient men in het kader van de gereglementeerde beroepen, te beschikken over het attest van de basiskennis van bedrijfsbeheer.
10 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
3 Aandachtspunten
3.1 De geïntegreerde proefDe geïntegreerde proef vormt een belangrijk onderwerp van het 2de leerjaar. Deze proef is enerzijds bedoeld als onderdeel van evaluatie, maar maakt anderzijds ook deel uit van de vorming, de opleiding. Voor de concretisering van de geïntegreerde proef verwijzen we naar:
de omzendbrief van 25 juni 1999 punt 8 “Evaluatie en bekrachtiging van de studies”, naar het algemene kader in verband met de geïntegreerde proef van het VVKSO, naar het vademecum in verband met de geïntegreerde proef specifieke invulling “studiegebied bouw”, (als bijlage 1 opgenomen)
3.2 Technisch tekenen, schetsen en CADDe hoofddoelstelling die wordt beoogd is: "Op een gestructureerde wijze cognitieve en psychomotorische tekentechnische vaardigheden verwerven om het ruimtelijk inzicht en ruimtelijk voorstellingsvermogen te vergroten. Deze vaardigheden hebben als doel om conceptuele varianten van bouwconstructies voor te stellen en de realisatie ervan toe te lichten."
Technisch tekenen is de taal van de technicus. Deze communicatievorm wordt gekenmerkt door getekende voorstellingen en/of genormaliseerde symbolen. Bij technisch tekenen in de bouw maakt men veelal het onderscheid tussen drie vormen: schetsen, traditioneel (manueel) tekenen en CAD.
Onder schetsen wordt verstaan: “De tekentechnische vaardigheid om op een vlugge en eenvoudige manier, al dan niet met de losse hand, waarnemingsbeelden en verbeeldingsbeelden te concretiseren.” In de context van dit leerplan betekent dit: een schets maken bij het geven van technische uitleg, het schetsmatig toelichten van een uitvoeringsdetail, het maken van een situatieschets, schetsen ter verduidelijking van een werkingsprincipe, …
Onder traditioneel tekenen wordt verstaan: “Het maken van gedetailleerde uitvoeringstekeningen(plannen) met behulp van onder meer tekentafel, lat, passer, potlood en pen, ...”
Onder CAD wordt verstaan: “Het gebruikmaken van typische soft- en hardware om tekeningen te maken en te materialiseren.”
Het beschikken over schetsvaardigheden is absoluut noodzakelijk. Het verwerven van technisch inzicht is immers vrijwel onmogelijk zonder gebruik te maken van schetsen. Daarenboven wordt bij het geven van technische toelichtingen schetsen veelvuldig gebruikt.
De CAD-vaardigheden die verworven dienen te worden staan in functie van het vooropgestelde studierichtingsprofiel. Globaal kunnen we dus stellen dat de leerlingen CAD als hulpmiddel kunnen toepassen in de context van uitvoeringsgerichte probleemstellingen, zoals:
tekenen om problemen te ontdekken en oplossingen te zoeken vóór, tijdens en na de uitvoering, tekenen om informatie te verkrijgen die nodig is voor de uitvoering (maten, hoeveelheden, …), tekenen van uitvoeringsdetails en aanvullende uitvoeringstekeningen, varianten van uitvoeringen voorstellen, tekeningen aanpassen en aanvullen in functie van de voortgang van de werken.
Het traditioneel tekenen komt als dusdanig als doelstelling niet meer aan bod. Een aantal vaardigheden en inzichten bij het traditioneel tekenen vinden echter nog transfereerbare toepassingen in de praktijk. Denk onder meer aan het afschrijven van een lagenmaat, het uitzetten van loodrechte elementen, het uitzetten van constructies en constructieonderdelen, het vervaardigen van een mal, … Deze inzichten en vaardigheden kwamen al in ruime mate aan bod in de 2de graad.
3de graad TSO 11Bouwtechnieken D/2005/0279/038
3.3 Integratie van de informatie en communicatietechnologieNaast CAD dienen de mogelijkheden van informatie- en communicatietechnologie voortdurend toegepast in de context van alle vakken en in het bijzonder deze van het fundamentele gedeelte. We verwijzen onder meer naar:
tekstverwerking: documentatie aanvragen, technische informatie verzamelen en verwerken, … rekenblad: berekenen van materiaalhoeveelheden, berekenen van materiaalkostprijs, plannen en opvolgen van de eigen werkzaamheden, … internet: opzoeken van informatie, downloaden van relevante bestanden, contacten leggen via e-mail, … informatie (catalogi, producteigenschappen, enz.) opzoeken op informatiedragers; typische software binnen de bouwsector kunnen gebruiken: planningsprogramma’s, programma’s voor sterkteberekeningen, typische bouwgerichte tekensoftware, ...
3.4 Welzijn op het werk en VCAIn het kader van de certificatie VCA2000/03 moet elke werknemer een opleiding basisveiligheid volgen.
De verplichte opleiding is gebaseerd op de plicht om te voorzien in informatie en vorming, zoals bepaald wordt in het K.B. van 27 maart 1998 over het welzijnsbeleid tegenover werknemers.
Deze vorming komt overeen met vraag 4.2 van VCA2000/03. Dit is dus een verplichte vraag om het VCA-certificaat te behalen, namelijk: “Zijn alle operationele medewerkers (langer dan 3 maanden in dienst) in het bezit van een VCA-erkend diploma, certificaat of attest dat niet ouder is dan 10 jaar (gerekend vanaf de examendatum)?”
In dit leerplan werden de betreffende doelstellingen en inhouden opgenomen.
Voor de modaliteiten om het attest te behalen, verwijzen we naar de bevoegde organisaties en instanties.
12 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
4 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogisch-didactische wenken
De meeste leerlingen hebben een 2de graad TSO ‘Bouwtechnieken" of "Bouw- en houtkunde’ gevolgd. Ze hebben dus al een vooropleiding in verband met bouwtechnologie, bouwkundig tekenen en praktijk. Bij het opstellen van dit leerplan werd met dit gegeven dan ook rekening gehouden. Er werden slechts een paar onderwerpen als herhaling opgenomen.
Bij het formuleren van de doelstellingen wordt vaak het werkwoord "toelichten" gebruikt. In de context van dit leerplan begrijpen we hieronder waarneembare en dus ook evalueerbare uitleg geven. Deze uitleg kan zowel verbaal, via schetsen, via tekenen, via (ver)wijzen naar, … gegeven worden. Anders gezegd houdt dit dus in: via diverse middelen van communiceren antwoord bieden op vragen in verband met: wat, hoe, waarom, wanneer, … en dit in een bouwtechnische context.
De leerplandoelstellingen en leerinhouden die als uitbreiding werden opgenomen zijn aangeduid met (U).
4.1 Organisatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Het bouwteam en hun verantwoordelijkheden
1 De taken en verantwoordelijkheden van de leden van het bouwteam globaal omschrijven.
Taken en verantwoordelijkheden: opmaken en indienen van documenten 10-jarige aansprakelijkheid aanbesteding toezicht oplevering en afrekening aanstellen van de veiligheidscoördinator
Administratieve handelingen en documenten
2 Vooraleer de werken aan te vatten controleren of de bouwlijn is uitgezet.
3 Vooraleer de werken aan te vatten controleren of de vereiste documenten aanwezig zijn en voldoen aan de voorschriften.
4 Gemeentelijke verordeningen in verband met de werfinrichting opvragen en naleven.
BouwlijnBouwvergunningAannemingscontract en aanbestedingsdossierGemeentelijke verordeningen
Organisaties en federaties
5 Informatie in verband met de meest relevante organisaties en federaties opzoeken en hun functie en doelstelling omschrijven.
Normalisatie organismenControleorganismenBeroepsorganisaties en federaties Wetenschappelijke en technische centraVlaamse openbare, wetenschappelijke instellingenAndere relevante organisaties
3de graad TSO 13Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu
6 Documenten in verband met ruimtelijke ordening en stedenbouw inzichtelijk raadplegen.
Ruimtelijke ordening zuivering van afvalwater gemeentelijke verordeningen, …Stedenbouw stedenbouwkundige diensten stedenbouwkundige vergunning en attesten bouwaanvraag: liggingsplan, omgevingsplan,
inplantingsplan, algemene plannen,)
Bestekken
7 De noodzaak, de soorten en de inhoud van bestekken omschrijven.
8 De inhoud van type bestekken interpreteren in functie van de opdracht.
Algemeen (type) bestek en bijzonder bestekAdministratieve en technische bepalingen
Gunning van opdrachten
9 De verschillende soorten opdrachten omschrijven.
10 De procedures voor het gunnen van opdrachten toelichten (U).
Overheidsopdrachten en privé-opdrachtenWijzen van gunnen aanbesteding offerteaanvraag onderhandse overeenkomst …
Aannemingsovereenkomsten en contracten
11 De verschillende manieren hoe een aannemingsovereenkomst (-contract) kan worden afgesloten omschrijven.
12 Contractuele begrippen in verband met aannemingsovereenkomsten toelichten.
Aannemings- en onderaannemingsovereenkomsten volgens totale prijs volgens prijslijst volgens relatief forfaitaire prijs gemengde opdracht in regieContractuele begrippen borgsom voltooiingswaarborg uitvoeringstermijn opvolging en oplevering
vorderingsstaten verrekeningen prijsherzieningen eindafrekening
...
13 De administratie in verband met opvolging, controle en oplevering van de werken toelichten.
14 Het belang van juiste prijsafspraken in functie van verrekeningen onderkennen.
Oplevering voorlopige definitieve stilzwijgende
14 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Erfdienstbaarheden
15 Het begrip erfdienstbaarheid aan de hand van een paar concrete voorbeelden toelichten. (U)
16 De specifieke bepalingen in verband met de gemene muur omschrijven.(U)
Specifieke erfdienstbaarheden (U) doorgang zichten en lichten gemene muur
Veiligheid in de bouw - Welzijn op het werk
17 De voorschriften in verband met basisveiligheid kennen in functie van het VCA-attest
18 In opdracht, voor concrete, eenvoudige en relevante gevallen, de vigerende regelgeving opzoeken en toelichten.
Basisveiligheid - VCA-attest - Interne preventiedienstRegelgeving KB over het welzijn op het werk
toepassingsgebied en definities arbeidsveiligheid bescherming van de gezondheid psychosociale belasting ergonomie arbeidshygiëne interne maatregelen betreffende leefmilieu
KB betreffende de mobiele bouwplaatsen veiligheidscoördinator veiligheids- en gezondheidsplan coördinatiedagboek
Verzekeringen (U)
Aansluitingen en nutsvoorzieningen
19 De voorschriften en liggingsplannen opvragen bij de nutsmaatschappijen en deze voorschriften toelichten in functie van de uitvoering.
Aansluitingen en nutsvoorzieningen elektriciteit aardgas watervoorziening riolering
Organisatiestructuren van bedrijven
20 Organisatiestructuren van een bouwbedrijf omschrijven.
21 De relatie tussen de diverse structuuronderdelen toelichten.
Administratieve planning calculatie aankoop commerciële afdeling ...Uitvoerende
Kostprijs en aanbiedingsprijs
Begrippen
22 De definitie omschrijven van directe en indirecte kosten.
23 De factoren die van invloed zijn op de aanbiedingsprijs opsommen en toelichten.
24 Het onderscheid formuleren tussen waarschijnlijke en werkelijke kostprijs.
directe kosten materiaalkostprijs materieelkostprijs arbeidskost onderaannemingskost
indirecte kosten: algemene en specifieke bouwplaatskosten
algemene ondernemingskosten risico en winstcoëfficiënten waarschijnlijke kostprijs - werkelijke kostprijs BTW
3de graad TSO 15Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Berekenen van de directe kosten
25 De materiaalhoeveelheden bepalen op basis van ter beschikking gestelde documenten en volgens geldende afspraken.
26 De materiaalkostprijs van enkelvoudige materialen opzoeken en van samengestelde materialen bepalen.
27 De totale materiaalkostprijs berekenen.
Materiaalkostprijs enkelvoudige en samengestelde materialen materiaalhoeveelheden documenten
uitvoeringsplannen beton- en wapeningsstaat tabellen voor grondverzet ...
geldende afspraken standaardmeetmethode meetstaten overmaten, afronden verbruiksnormen netto hoeveelheden verliescoëfficiënten ...
Berekenen van de arbeidskost
28 De tijdsnorm bepalen en de begrippen rendement en productie toepassen.
29 Het aantal manuren per eenheid berekenen op basis van uit te voeren hoeveelheden en tijdsnormen.
30 De arbeidskost als product van manuren en uurloon bepalen.
31 Het begrip gemiddeld uurloon toelichten en voor een bepaalde ploeg berekenen.
32 De impact van de sociale lasten op het gemiddelde uurloon toelichten.
Arbeidskost manuren
hoeveelheden tijdsnormen rendement ploegrendement
gemiddeld uurloon (bruto) sociale lasten
33 De materieelkostprijs voor het direct toewijsbare materieel bepalen op basis van gebruikseenheden en tarieven.
De materieelkostprijs gebruikseenheden tarieven
34 Onderaannemingskosten analyseren om de eventuele bijkomende kosten in te schatten.
Onderaannemingskosten en eventuele bijkomende kosten
Berekenen van de indirecte kosten
35 De factoren die van invloed zijn op de bouwplaatskosten opsommen, beschrijven en toepassen.
36 Diverse methoden voor het verrekenen van de bouwplaatskosten opsommen, toelichten en toepassen.
Bouwplaatskosten beïnvloedende factoren
werfinrichting transport financiering
verrekening van de bouwplaatskosten op arbeidsuren per post vast percent van de directe kostprijs
37 De factoren die de algemene kost beïnvloeden opsommen en verduidelijken.
Algemene ondernemingskosten fiscale lasten financiële lasten
kosten klein gereedschap afschrijving van gebouwen, meubilair, … kosten voor telecommunicatie …
16 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Winst - BTW - Betalingen – Nacalculatie
38 De diverse wijzen om de winstmarge te verrekenen kennen.
39 Factoren die de winstmarges kunnen beïnvloeden aanduiden. (U)
Winst winstmarge
toeslag per gepresteerd manuur vast percentage op de directe kostprijs variabel percentage van de directe kostprijs
invloedsfactoren (U) bedrijfsbeleid op lange termijn de conjunctuur streekgebonden invloeden concurrentie
40 De geldende BTW-tarieven opzoeken en de diverse voorwaarden verwoorden.
BTW tarieven voorwaarden
41 Toelichten hoe de betalingen gebeuren.42 Toelichten hoe de prijsverrekeningen worden
opgevolgd.
Betalingen per afgewerkt onderdeel vorderingsstaatNacalculatie dagrapporten prijsherzieningen …
Meetstaten
43 Een meetstaat opstellen volgens de standaardmeetmethode.
44 Op basis van prijsoffertes een aanvaardbare prijsvergelijking maken volgens de geldende regels.
45 Een prijzenborderel opstellen en invullen.
Standaardmeetmethode gedetailleerde meetstaat samenvattende meetstaat prijzenborderel
Gevallenstudie
46 Van een eenvoudig bouwproject de kostprijs of aanbiedingsprijs berekenen.
47 Een prijsvergelijking maken van de onderaannemingskosten.
AanbiedingsprijsVerkoopprijsPrijsvergelijking van onderaannemingskosten
3de graad TSO 17Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Planning en organisatie
48 Taken als onderdeel van een opdracht definiëren.
Taakdefinitie materialen materieel personeel
49 Een eenvoudig bouwwerk opdelen in taken. Analyse van de opdracht
50 Van een eenvoudig bouwwerk, onderverdeeld in taken, de taakanalyse uitvoeren.
Analyse van de taken relaties
koppelingen aanvang en einde wachttijden
tijdstuur benodigde middelen
materieel materialen personeel
51 Van een eenvoudig bouwwerk de planning voorstellen in een balkendiagram in kalenderdagen en op basis hiervan het kritieke pad afleiden.
Balkendiagram (Ganttkaart)Kritieke pad
52 Een netwerkplanning van een eenvoudig bouwwerk opbouwen (genereren) en interpreteren.
Netwerkplanning opbouw start en einde ten vroegste speling kritieke pad
53 Vanuit een balkendiagram de afgeleide planningen opstellen.
Afgeleide planningen personeelsplanning materieelplanning planning van de leveringen financiële planning (U)
54 Op basis van de afgeleide planningen het balkendiagram aanpassen.
Afvlakken van de planning in functie van personeel in functie van beschikbaar materieel in functie van materiaallevering en stock in functie van de financiële middelen (U)
55 De technieken voor het opvolgen van de planning in functie van de vordering van de werken toelichten.
Werkopvolging en tijdslijn
56 Bij het plannen en organiseren gebruikmaken van specifieke software.
Software voor planning en organisatie
Gevallenstudie
57 In team en onder begeleiding de voorbereiding, de planning en organisatie van een eenvoudig bouwproject uitvoeren.
Planning en organisatieWerforganisatie toegankelijkheid veiligheidsvoorzieningen plaats van de werfkeet stapelruimtes bouwplaatsmachines ...
18 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Basisdocumenten als wetteksten, typebestekken, algemene bestekken… ter beschikking stellen. Deze onder begeleiding lezen en interpreteren.
Via begeleide ICT-opdrachten informatie opzoeken betreffende bouwrichtlijnen en andere regelgeving die betrekking hebben op de uitvoering van een project.
Bezoeken van een kleinere bouwfirma. De planning, calculatie en werfopvolging laten toelichten binnen het kader van deze bedrijfsgrootte.
Bezoeken van een grotere bouwfirma met aandacht voor de plannings- en de calculatiediensten. De werfopvolging en het belang van een coördinatiedienst laten toelichten.
Verschillende bronnen laten raadplegen in verband met materiaaleenheidsprijzen, uurnormen, uurlonen, indexen, …
De bekomen informatie laten gebruiken in realistische voorbeelden. Een klein project uitwerken, gaande van bouwtoelating tot gedetailleerde kostprijsbepaling. (materiaal, arbeid, materieel, onderaanneming, BPK, AOK) en uitvoeringsplanning. Bij het opstellen van de uitvoeringsplanning deze koppelen aan de kostprijsbepaling met behulp van
planningssoftware. Maak bij het opstellen van meetstaten en het berekenen van kostprijzen gebruik van bestaande
calculatie-instrumenten: vooraf opgestelde modellen, specifieke software, rekenbladen, …
3de graad TSO 19Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.2 Bouwtechnologie en tekenen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Projectief tekenen, schetsen, en waarnemingstekenen en CAD
1 Van volumes de vlakken, snijlijnen en snijpunten kunnen herkennen en deze kunnen situeren.
2 Een eenvoudig bouwvolume opmeten, schetsen, bematen en van informatie voorzien.
3 Een controlemeting kunnen uitvoeren.4 De mogelijkheden van CAD - 2D efficiënt
kunnen toepassen in functie van de opdracht.
5 Een 3D tekening kunnen bekijken vanuit verschillende oogpunten en deze printen.
6 Een schaaltekening lezen.7 Van bouwplannen bijkomende aanzichten,
doorsneden en details tekenen.8 Uit bouwplannen lengten, oppervlakten en
volumes afleiden.9 Weten dat een CAD-tekening diverse
gegevens en informatie bevat.
Bestaande toestand Opmetingstechnieken ControlemetingenEenvoudige lengtemeetinstrumenten.Schetsen en waarnemingstekenen lijnen vlakken en volumes opmetingsschetsen notitietechniekenCAD – 2D basisfuncties: tekencommando’s,
aanpassingscommando’s. organisatie en instellen van tekeningen. plotinstellingen - plotten.CAD – 3D assenstelsels views plotinstellingen – plottenTekenopdrachten: aanzichten, doorsneden, maataanduidingen, details: knooppunten en doorboringen.
Betontechnologie
10 De verschillende bereidingswijzen omschrijven en toelichten,
11 De verschillende karakteristieken kunnen opsommen en toelichten.
12 Op basis van de verwerkingsmiddelen, de gebruiksomgeving, betondekking en verwerkingsomstandigheden de bestelkarakteristieken kunnen vastleggen.
13 Het belang van de vastgelegde betonsterkte kennen.
14 De factoren die de verwerkbaarheid van het te storten beton beïnvloeden kunnen opsommen en verklaren.
15 De verschillende beschermingsmiddelen tegen weersomstandigheden kunnen opsommen en toelichten
16 De hulpstoffen en toeslagstoffen die de kenmerken van de verse betonspecie en het verharde beton beïnvloeden opsommen en toelichten.
17 Proefmonsters aanmaken, het onderzoek toelichten en de resultaten interpreteren.
18 Samenstelling van speciale betonsamenstellingen / betonsoorten kunnen weergeven en het toepassingsgebied omschrijven. (U)
Bestelkarakteristieken (conform NBN)Bereiding van beton betoncentrale op de werfVerwerking storten en verdichten pompen en spuitenBeschermenHulpstoffen en toeslagstoffen plastificeerder bindingsvertrager luchtbelvormer …Proeven op beton Betonspecie
Abramskegel Schoktafel
Verhard beton (U) drukproef sclerometer …
Speciale betonsoorten (U) architectonisch beton vezelversterkt beton spuitbeton / pompbeton …
20 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Funderingstechnieken
19 Het belang van het grondonderzoek onderkennen en de belangrijkste begrippen omschrijven .
20 Het belang van het raadplegen van het grondonderzoek en het controleren of het funderingsadvies wordt gevolgd erkennen. (U).
21 De gewapende funderingen op staal toelichten.
22 De uitvoeringswijzen van diepfunderingen schetsmatig toelichten.
23 Een funderingsplan lezen.24 De verankering van de structuur aan de
fundering toelichten.25 Knooppunten detailleren.
Grondonderzoek sonderingen boringenGrondonderzoekgegevens grondsoorten lagenopbouw sondeerdiagram …Gewapende funderingen op staal strokenfundering plaatfundering zoolfundering …Diepfunderingen fundering op putten paalfundering slibwanden verankeringen …Funderingsplannen en uitvoeringsdetails
Kelders
26 Problemen en technische oplossingen bij het graven van bouwputten toelichten.
27 De kruipkelder definiëren, het doel omschrijven en constructieve details uittekenen.
28 Verschillende uitvoeringsmethoden van kelders omschrijven en toelichten.
Bouwputten bemalingen beschoeiingstechniekenKruipkeldersKelderconstructies algemene technische eisen uitvoeringstechnieken: vloerplaten, wanden,
prefabkelders, … waterdichting: waterdicht beton, soepele
dichting, … drainagetechniekFactoren die de opbouw van de kelderconstructies beïnvloeden grondwaterspiegel tijdelijke grondwaterspiegel grondsoort ...Uitvoeringsdetails verluchting muuraanzet fundering naast kelder ...
3de graad TSO 21Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Bovenbouwconstructies
Elementaire bouwfysica
29 De meest relevante begrippen in verband met bouwfysica kennen om deze inzichtelijk toe te passen bij technische toelichtingen.
30 Materialen en constructies, op basis van technische documentatie, interpreteren op hun isolerende (vocht, warmte, geluid) eigenschappen.
31 De eisen in verband met isolatie in de regelgeving opzoeken en deze in praktische situaties toelichten.
32 De k-waarde van een scheidingswand berekenen en op basis hiervan het isolerende vermogen inschatten. (U)
33 Verschillende wandsamenstellingen, vloeren en plafondsystemen met elkaar vergelijken in relatie met hun isolerend vermogen en de kenmerken op basis van bouwfysische inzichten toelichten.
Thermisch isoleren en condensatie algemeen
thermisch isoleren comfortklimaat isolatiematerialen
Isolatieberekening Lambda-, R- en k-waarde K-niveau warmtetransmissie, temperatuursverloop warmteaccumulatie plaatsing thermische isolatie ontstaan van koude bruggen
Vochthuishouding dampdichtheid dampspanning vochtdiffusie dauwpunt en condensatie plaatsing thermische isolatie dampscherm ventilatie
Bouwakoestiek algemene kenmerken van geluid geluidsabsorptie: lawaaibestrijding binnen een
lokaal lucht- en contactgeluidsisolatie: lawaaibestrijding
tussen lokalen materialen en specifieke uitvoeringsmethoden absorberend vermogen van materialen en
constructies
Muurconstructies
34 Rekening houdend met bouwfysische eisen de opbouw en de uitvoering van muurconstructies, via detailtekeningen, toelichten.
35 De uitvoering van knooppunten, via detailtekeningen, toelichten.
Bouwfysische eisen vochtisolatie ventilatie thermische isolatie vermijden van koude bruggenMuurconstructies buitenmuren
spouwmuur meerlagige massieve buitenwanden
binnenmurenKnooppunten aansluiting ondergronds- en
bovengrondsmetselwerk muuropeningen (lateien, dorpels, …) opleggingen aansluiting op balken en kolommen …
22 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Dragende vloerconstructies
36 In relatie met constructieve en bouwfysische eisen diverse vormen van het uitvoeren en opbouwen van vloerconstructies, op basis van ter beschikking gestelde of zelf te maken detailtekeningen, toelichten.
37 De specifieke voor- en nadelen van diverse vormen van vloeropbouw onderscheiden.
38 De uitvoering van de voornaamste knooppunten bij vloerconstructies via detailtekeningen of schetsen toelichten.
Constructieve eisen lastspreidend vermogen stabiliteit
draagkracht draagrichting oplegging doorbuiging verankering
bergplaats van nutsleidingenBouwfysische eisen vochtisolerend vermogen thermisch isolerend vermogen akoestisch isolerend vermogen ...Vloeren op vaste ondergrond vloeren in de woning vloeren in residentiële gebouwen terrassen industriële vloeren ...Vrijdragende vloeren houten vloerconstructie monoliete vloeren prefabvloeren semi-prefabvloeren balkons ...Metalen draagvloeren (U)Knooppunten opleggingen doorgangen openingen overkragingen ravelingen ...
Dakconstructies
39 In relatie met constructieve en bouwfysische eisen diverse vormen van het uitvoeren en opbouwen van dakconstructies, op basis van ter beschikking gestelde of zelf te maken detailtekeningen, toelichten.
40 De uitvoering van de voornaamste knooppunten bij dakconstructies via detailtekeningen of schetsen toelichten.
Dakopbouw draagstructuur isolatie (vocht, thermisch, akoestisch) bedekkingConstructieve en bouwfysische eisen stabiliteit
draagvermogen verankering
isolerend vermogen koud dak warm dak omgekeerd dak
hemelwateropvang en -afvoerSoorten daken hellende daken
gordingendak spantendak …
platte daken houten draagstructuur steenachtige draagstructuur ...
3de graad TSO 23Bouwtechnieken D/2005/0279/038
berijdbaar dak (U) groene daken (U)Knooppunten dakdoorbreking dakaansluiting dakranden overlappingen
Buitenschrijnwerk
41 In functie van het soort buitenschrijnwerk en de vooropgestelde plaatsingsmethode de aansluiting en verankering met de ruwbouw, via detailtekeningen en schetsen, toelichten.
42 Inzicht hebben in noodzakelijke constructieve voorzieningen voor het plaatsen van specifieke constructies.
Soorten buitenschrijnwerk ramen deuren poorten erkers ...Aansluiting en verankering slagen aansluitvoeg en afdichting dorpels lateien muurblokken ...Plaatsingsmethode achter slag blokraam
Specifieke constructies rolluikvoorziening in helling geplaatste beglazing (U) lichtstraten (U) koepels (U) zonnewering (U) ...
Technische uitrustingen
Residentiële elektrische installaties
43 Weten welke informatie de voorbereidende studie van een residentiële elektrische installatie dient te bevatten en deze informatie in functie van de uitvoering toelichten.
Voorbereidende studie (tijdelijke) aansluitingen distributie maatschappij bijkomende eisen in aanvulling op het A.R.E.I. Start van de bouwwerken (aardingslus) afwijkingen ten opzichte van voorziene
aansluitingen44 De volgorde van de uit te voeren werken
kennen en de bedoeling formuleren in de context van de opvolging van het bouwproces.
Situatieschema bouwplan verdeelborden schakelaars wandcontactdozen verbruikers
dampkappen ventilatoren ...
Mogelijke implicaties op de ruwbouw voorziening van doorgangen voorziening van openingen voorzieningen voor specifieke verbruikers voorzieningen voor inbouw volgorde van de werkzaamheden
plaatsen van aardingslus
24 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
aanbrengen van leidingen plaatsen van inbouwelementen
Sanitaire installaties en riolering
45 De gebruikte uitvoeringstechnieken van de verschillende buissystemen, -materialen en -beschermingsmethoden onderkennen.Op basis van plannen de plaats van de afvoer afleiden in functie van de uitvoering van de ruwbouw.
46 De hoofdprincipes van een goede waterafvoer onderkennen en uitvoeringsgericht toelichten.
47 Specifieke plaatsingseisen onderkennen en de constructieve voorzieningen aanduiden op plannen voor zowel horizontale afvoerbuizen als standleidingen en verzamelinrichtingen.
48 Het rioleringsstelsel uittekenen, rekening houdend met het type aansluiting op het openbare rioleringsstelsel.
Wateraanvoer materialen uitvoeringstechnieken bescherming- en isolatietechnieken waterbehandelingstechnieken …Waterafvoer bovengrondse afvoer
materialen bescherming en isolatie uitvoeringstechnieken
rioleringstelsels systemen materialen uitvoeringstechnieken toezichtvoorzieningen afvalwaterbehandeling
Openbaar rioleringsstelsel gescheiden gemengd open water
Klimatiseren en centrale verwarming
49 Op basis van plannen de plaats van de ventilatiekanalen, rookkanalen en leidingkokers afleiden in functie van de uitvoering van de ruwbouw.
Verwarmingssystemen centrale verwarmingssystemen elektrische verwarmingssystemen alternatieve en/of ecologische energiebronnenCentraal klimatiseren luchtconditionering rechtstreekse systemen kanalisatiesystemen ...Ventilatievoorzieningen en kokers materialen afmetingen uitvoeringstechniekenSchoorstenen materialen afmetingen uitvoeringstechnieken
Trappen en liften
50 Van trappen de onderdelen en constructieve voorzieningen herkennen, benoemen en hun functie in het geheel toelichten.
51 In een concrete situatie de op- en aantrede, en alle geometrische kenmerken die daarvan afhankelijk zijn, berekenen en in tekening brengen.
52 De impact van de verschillende soorten bekledingstechnieken en de vloer- en bordesafwerking op ruwbouwafmetingen onderkennen.
Trappen Ontwerpregels en berekening
algemeen ontwerpregel trapverdrijvingen (harmonische methode)
constructie van trappen in functie van de materialen hout staal beton
de trapvormen en de draagstructuur rechte steektrap kwartdraaitrap spiltrap prefabtrappen met specifieke montagesystemen
(U)
3de graad TSO 25Bouwtechnieken D/2005/0279/038
bevestiging van trapleuningen53 Detailtekeningen van liften lezen in functie
van de uit te voeren ruwbouw. (U)Liften (U) liftschacht technische ruimte ...
Ruwbouwafwerkingstechnieken
Bepleisteringen
54 De uitvoering en de algemene kenmerken van binnen- en buitenbepleisteringen toelichten.
55 Een gipswijzer interpreteren.
Soorten en materialen binnen- en buitenbepleisteringen natte en droge bepleisteringenGipswijzer
56 De uitvoering van natte binnenbepleistering beschrijven en de gestelde eisen kennen. (U)
Natte bepleistering (U) uitvoeringstechnieken
nazicht van het te bepleisteren oppervlak voorbehandeling topografische werkzaamheden aanmaak van de materialen aanbreng- en afwerkingstechnieken nazorg
controle van de eisen vlakheid hoekafwerking hechtvermogen ...
57 De uitvoering van droge binnenbepleistering beschrijven en de gestelde eisen controleren. (U)
Droge binnenbepleistering (U) uitvoeringstechnieken
kleven of bevestigen op bestaande muren of plafonds
draagstructuren voor scheidingswanden met droge bepleistering
topografische werkzaamheden bevestigingstechnieken afwerkingstechnieken
controle van de eisen vlakheid loodheid - horizontaliteit ...
26 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Dekvloeren
58 De uitvoering van dekvloeren toelichten en de gestelde eisen controleren.
59 De termijnen nodig voor gedeeltelijke en/of volledige in gebruik name kennen.
Gewone dekvloeren dekvloertypes
hechtend niet hechtend zwevend
dekvloerspecie samenstelling (cementgebonden -
anhydrietgebonden) aanmaak
dekvloer opbouw onderlagen scheidingslaag uitvlaklaag dikte vloerverwarming voegen en naden
uitzet- en aanbrengtechnieken uitvoeringseisen
na te leven peilen helling vlakheid mechanische eisen minimale en homogene dikte hechting
ingebruikname droogtermijnen termijnen voor ingebruikname
60 Dekvloeren met speciale eigenschappen beschrijven (U)
Speciale dekvloeren (U) gietvloeren nagelbare harsgebonden ...
Vloer- en wandtegels
61 Situaties onderkennen waar de verschillende vloerbedekkingen kunnen worden aangewend in relatie met de draagstructuur of de ondergrond.
62 De verschillende uitvoeringstechnieken bij het aanbrengen en afwerken van vloer- en wandtegels uitvoeringsgericht beschrijven en aanduiden op detailtekeningen.
Vloer- en wandtegels materialen
steenachtig materiaal houtachtig materiaal soepele materialen
plaatsingstechnieken voorbereiden van de ondergrond topografische werkzaamheden aanbrengen (mortelbed of gelijmd) legmotieven voegen
afwerktechnieken opvoegen plinten
uitvoeringseisen peilen helling vlakheid hechting
3de graad TSO 27Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Gevelbekledingen (U)
63 De verschillende uitvoeringstechnieken bij het aanbrengen van gevelbekledingen uitvoeringsgericht beschrijven en aanduiden op detailtekeningen.
64 Steun- en bevestigingstechnieken voor ondersteunen en ophangen van gevelbekledingen in natuursteen, geveltegels, composietplaten,… toelichten .
Gevelbekledingen In steenachtig plaatmateriaal
natuursteen kunststeen keramisch materiaal (tegels, pannen, ...)
in houtachtig materiaal beplatingen beplankingen
in metaal aluminium zink
in composietmateriaal …Steun- en bevestigingstechnieken ophanghaken in RVS vaste en regelbare winkelhaken verstevigingsijzers, verlengstukken betonankers, chemische ankers …
65 Diverse technieken voor het bekleden van gevels uitvoeringsgericht toelichten.
66 Specifieke eisen gesteld aan buitenbepleistering onderkennen en de plaatsingstechnieken zonder en met isolatie toelichten.
Gevelafwerkingen bepleisteringen beplatingen impregnatie- en beschermingsmaterialen ...
Binnenschrijnwerk
67 Technische documentatie van binnenschrijnwerk raadplegen en de impact op constructieve voorzieningen in de bouwstructuur toelichten.
Constructies binnenramen en –deuren rolluik- en gordijnkast lichte scheidingswanden verplaatsbare en demonteerbare wanden verlaagde plafondsConstructieve voorzieningen openingen en toleranties bevestigingen
Brandbeveiliging
68 De belangrijkste begrippen en de maatregelen die men dient te treffen in functie van brandbeveiliging toelichten.
Maatregelen compartimentering brandwerende elementen evacuatie mogelijkheden en tijd …
28 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Speciale technieken (U)
69 Inzien aan welke klimatologische invloeden een voegconstructie dient te weerstaan.
70 De gebruiksmogelijkheden van de verschillende voegmaterialen onderkennen in specifieke uitvoeringssituaties.
71 Detailtekeningen maken van zettings- , uitzettings- en compressievoegen in kelderconstructies, in buiten- en binnenwanden, in vloeren en daken, en de oplossingen toelichten in functie van materiaalgebruik, draagstructuur en afwerking.
Voegconstructies Afdichting tegen regen en wind
lucht- en waterafdichting afdichtingsprincipes materialen en afmetingen
Constructievoegen materialen uitvoeringstechnieken toepassingsvoorbeelden
Krimp-, zettings, compressie- en uitzettingsvoegen
72 Op basis van technische documentatie en uitvoeringstekeningen de uitvoering van niet traditionele bouwconstructies toelichten.
73 De voornaamste materialen en uitvoeringstechnieken kennen, kunnen beschrijven aan de hand van documentatie materiaal en deze in relatie brengen met de traditionele bouwtechnieken.
Niet traditionele bouwconstructies moduul, modulering, standaardisatie,
prefabricatie systeembouw prefab-montagebouw
stabiliteitsvoorzieningen specifieke verbindings- en
verankeringsmaterialen en –technieken skeletbouw
houtskeletbouw staalskeletbouw betonskeletbouw
wandpaneelbouw betonpanelen architectonisch beton vezelcement
elementen- en doosbouw (casco) ecologisch bouwen
Renovatietechnieken (U)1
74 Inzicht hebben in de gevaren die inherent zijn aan verbouwingswerkzaamheden en te treffen maatregelen voorstellen om deze tot een minimum te beperken.
75 Te treffen constructieve oplossingen voorzien in functie van stabiliteit, openingen, scheuren.
76 De moeilijkheidsgraad van herstellings- of versterkingstechnieken bij dak-,vloer- en wandconstructies inschatten en toelichten.
Verbouwingswerkzaamheden onderkappen muur- en vloeropeningen sloopwerk renovatie van daken ...Problematiek van: zettingscheuren stabiliteitscheuren ...
1 Deze uitbreiding slechts aanbieden in relatie met een analoge keuze binnen het complementaire gedeelte zie 4.4.8 doelstelling 53.3de graad TSO 29Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Topografische werkzaamheden
Uitzetten en opmeten van rechte lijnen
77 Hulpmiddelen en meetmaterieel correct hanteren in functie van een opdracht.
78 De vereiste nauwkeurigheid van meetmaterieel kennen.
79 Het gepaste meetgereedschap kiezen in functie van de opdracht.
80 Verschillende werkwijzen om een lijn uit te zetten toelichten en de gepaste werkwijze in functie van de situatie en opdracht toepassen.
81 Een afstand opmeten in een vlak en een hellend terrein, zonder en met hindernissen.
82 Fouten eigen aan de werkwijze van de lengtemeting toelichten en bepalen; oplossingen kennen en toepassen om deze fouten te vermijden.
Hulpmiddelen en meetmaterieel jalon, jalonhouder en jalonrichter meetpennen meetband, -lint, -veer meetwiel elektronische afstandsmeters nauwkeurigheid van meetmaterieelUitzetten van rechte lijnen tussenbakenen vooruitbakenen achteruitbakenen zijdelings invluchten snijpunt bepalen van 2 rechtenOpmeten van rechte lijnen rechtstreeks opmeten onrechtstreeks opmeten meten in vlak en hellend terrein nauwkeurigheid van enkelvoudige en dubbele
meting nauwkeurigheid van lengte kleiner dan lengte
meetband nauwkeurigheid van lengte groter dan lengte
meetband
Uitzetten van rechte hoeken
83 Gebruik van topografische toestellen toelichten om rechte hoeken uit te zetten.
84 Op het terrein loodlijnen neerlaten en oprichten.
pentagoonprismaOprichten van loodlijnenNeerlaten van loodlijnen
Uitzetten van cirkelbogen
85 Geometrische kenmerken van een cirkelboog toelichten.
86 Raaklijnensnijhoek opmeten met eenvoudige hulpmiddelen.
87 De diverse werkwijzen om hoofdpunten uit te zetten toelichten.
88 Met behulp van rechthoekige coördinaten hoofd- en detailpunten uitzetten.
89 Kwartpijlmethode toepassen om detailpunten uit te zetten. (U)
90 Bogenspiegel gebruiken om detailpunten uit te zetten. (U)
Geometrische kenmerken van een cirkelboog rechtstanden raaklijnensnijhoek (snijpunt al dan niet
toegankelijk) straal hoofdpunten detailpuntenUitzetten van cirkelboog met behulp van rechthoekige coördinaten kwartpijlmethode (U) bogenspiegel of curvigraaf (U)
Opmeting van een terrein
91 Een juiste opmeetmethode kiezen en uitvoeren voor het opmeten van terreinen met beperkte omvang.
92 CAD gebruiken om meetwaarden te verwerken tot een plan en om de oppervlakte van het terrein te bepalen. (U)
Terreinen met beperkte omvang meetlijnen methoden: coördinatenmethode en
lijnenverband kaartering oppervlaktebepaling diagonaalmeting als controle
30 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Opmeten en uitzetten van een gebouw en bouwplannen (zie ook praktijk)
93 Algemene begrippen toelichten en aanduiden op een plan.
94 Juiste inplanting en omvang van een bestaand gebouw opmeten.
95 CAD gebruiken om meetwaarden in een plan om te zetten.
96 Op basis van een inplantingsplan een gebouw van kleine omvang uitzetten.
Inplanting van en het gebouw zelf hoofdpunten ten opzichte van het
referentiestelsel details opmetenUitzetten van een gebouw volgens de bouwplannen perceelsgrenzen rooi- en bouwlijn inplantingcoördinaten van het gebouw brugjes of bouwplanken
Topografische toestellen
97 Topografische toestellen opstellen en gebruiken.
Topografisch toestellen nivelleertoestel theodoliet laser
Hoogtemetingen
98 Basismethodes en de orde van nauwkeurigheid om hoogtemetingen uit te voeren, toelichten.
99 Basisbegrippen die voorkomen bij hoogtemetingen toelichten.
100 Verschillende manieren van waterpassingen toelichten.
101 Referentiepeil en hoogte ten opzichte van referentiepeil bepalen, overzetten en aanduiden.
102 Waterpassingen uitvoeren in functie van het gestelde doel.
103 Waterpasstaat invullen en uitrekenen met eventuele vereffening van de sluitfout. (U)
104 Hulpmiddelen die de nauwkeurigheid van de waterpassing optimaliseren toelichten en hanteren.
Begrippen vloer- , meter- en referentiepeil TAW (U) hoogtelijnen (U)Waterpassingen overbrengen van referentiepeil bepalen van een hoogte ten opzichte van een
referentiepeil bepalen van hoogteverschil doorgaande waterpassing met waterpasstaat kringwaterpassing met waterpasstaat sluitfout en vereffening van sluitfout (U) kringwaterpassing met zijslagen en
waterpasstaat (U) hulpmiddelen: meetpuntnagels, straatpot, …
Hoekmetingen
105 Soorten hoeken, hoekstelsels en omzetting tussen verschillende stelsels toelichten.
106 Horizontale hoek via gewone hoeksmeting opmeten.
107 Verticale hoek opmeten.108 Verticale en horizontale uitlijning uitvoeren.
Hoeken sexagesimale en decimale graden horizontale hoek verticale hoek: zenithoek, nadirhoek, …Hoekmeting gewone horizontale hoekmeting verticale hoekmetingHorizontale en verticale uitlijning
3de graad TSO 31Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Totaal station (U)
109 Totaal station correct opstellen en hanteren.110 Basismetingen uitvoeren met een totaal
station en bekomen meetwaarden verwerken.
111 Landmeetkundige toepassingen uitvoeren met totaal station en de verkregen meetwaarden verwerken met behulp van CAD.
Opbouw en opstellingBasisfuncties lengtemeting hoogtemeting hoeksmetingToepassingen detailmetingen: opmeten van terreinen gevelmetingen coördinaatmeting uitzetten van ontwerpkarakteristieken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Verwijzing naar NGI (Nationaal Geografisch Instituut) en GIS (Geografisch Informatie Systemen) is van groot belang bij de toelichting over kaarten, plannen, …
Theoretisch gedeelte moet systematisch verduidelijkt en ingeoefend worden in praktische oefeningen en toepassingen. Theoretische achtergrond is en blijft belangrijk, maar het kunnen toepassen in de praktijk is het belangrijkste.
Bepaalde theoretische kennis kan door gestuurde oefeningen, ervaringsgericht aangeleerd worden: horizontaal meten van lengten bij hellend terrein, …
De klemtoon bij het aanbrengen van de leerstof ligt op het inzichtelijk verwerken. Dit betekent dat er meer aandacht dient te worden besteed aan de wijze waarop een meting wordt verricht of een probleem wordt opgelost dan de juistheid van de meting of de correctheid van de verkregen resultaten. Daarbij dient steeds de attitude aanwezig te zijn om aan procesmatige zelfevaluatie te doen. De eindevaluatie van de leraar dient steeds in dit kader te worden toegelicht.
Voor elke meetopdracht moet de juiste keuze van meetmaterieel en –methode in functie van nauwkeurigheid en efficiëntie een doel op zich vormen.
De aanschaf van een totaal station wordt sterk aangeraden daar het eveneens als theodoliet kan fungeren en zo een extra investering vermijdt, het past in het kader van nieuwe ontwikkelingen en de snelle opgang van dit meettoestel in de praktijk.
Voor modernere toestellen kan steeds beroep gedaan worden op externe gespecialiseerde firma’s. Deze tonen graag hun nieuwste toestellen met hun kunnen.
CAD aanwenden zowel voor het bepalen als het verwerken van digitale terreingegevens. Besteed ook aandacht aan de toepassing van nieuwe ontwikkelingen.
Audiovisuele hulpmiddelen vormen een onmisbaar didactisch hulpmiddel. Benadruk het feit dat 'de juiste oplossing' niet bestaat maar dat elke oplossing voor- en nadelen heeft. Elk
constructiedetail moet dus worden beredeneerd uitgaande van materiaalkwaliteiten, technisch uitvoerbare oplosbaarheid en kostprijsbewustheid. Men moet met andere woorden steeds zelfstandig elke voorgestelde oplossing beoordelen op zijn deugdelijkheid.
Alle voorgestelde oplossingen dienen rekening te houden met de voorschriften, de normen en de typebestekken.
Maak zoveel mogelijk gebruik van didactische modellen, foto's, dia's en detailtekeningen ter ontwikkeling van het voorstellingsvermogen.
Het aanleggen van een documentatiemap is een absolute noodzaak. Het is aangewezen om te verwijzen naar het BB/SfB systeem.
Moeilijk te verkrijgen documentatie dient door de leraar zelf te worden aangevraagd en aan de leerlingen ter beschikking gesteld. Het uitbouwen van een documentatiecentrum is daarbij ten zeerste aan te bevelen (gebruik van Internet is hier noodzakelijk).
Het gebruik van stalen en monsters ter visualisering en toelichting van technische documentatie is vanzelfsprekend.
De leerlingen beeldend materiaal (foto’s, tekeningen, ...) laten opzoeken van de verschillende soorten raam- en deuroverspanningen en aan de hand daarvan het verband laten opzoeken tussen de aard van de overspanning, de functie en de eigenschappen.
Laat aan de hand van foto’s, dia’s van muuropeningen de mogelijke oorzaken van fouten, gebreken of schade opzoeken.
Laat de leerlingen zelf technische kenmerken, constructieoplossingen, uitvoeringsvarianten, de inrichting van de werkplek, … toelichten met behulp van schetsen.
32 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Het aanleren van een CAD-pakket wordt het best gekaderd in de context van uitvoeringsgerichte en conceptuele probleemstellingen.
Laat de leerling veel zelf ontdekken, maak hierbij gebruik van handleidingen, instructiefiches, de helpfunctie, …
De klemtoon mag niet liggen op “het CAD-pakket op zich” maar wel “in welke mate past de leerling efficiënt de mogelijkheden toe, in welke mate vertoont hij/zij zelfredzaamheid”.
Voorkennis en inzicht verwerven betreffende de kenmerken van materialen wordt het best bereikt door de leerlingen technische documentatie te laten interpreteren en toelichting te laten geven hoe de materialen dienen verwerkt te worden tot bouwelementen.
Besteed voldoende aandacht aan de relationele verbanden tussen de verschillende bouwfasen en factoren die het bouwproces beïnvloeden.
Leer via groepsgesprekken constructieve oplossingen op hun waarde beoordelen, rekening houdend met de comforteisen gesteld door de bouwheer en esthetische eisen gesteld door de ontwerper.
Hanteer bij het bespreken van de technische installaties modeldossiers en besteed aandacht aan het aanwenden van de correcte symbolen.
3de graad TSO 33Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.3 StabiliteitDe meeste leerlingen komen uit de 2de graad TSO en kregen via het vak mechanica de basiskennis in verband met dynamica en statica. Een aantal leerplandoelstellingen en leerinhouden dienen dus als herhaling opgevat.
De hoofddoelstelling die met dit vak wordt beoogd is voldoende inzicht verwerven op het vlak van stabiliteit om:
vooropgestelde stabiliteitsvoorzieningen te begrijpen en bij de uitvoering correct toe te passen, stabiliteitsvoorzieningen in te schatten en grove fouten te duiden, zeer eenvoudige dimensies te begroten.
Daar een aantal leerlingen uitstroomt naar hoger onderwijs van één cyclus wordt ook in zekere mate aandacht besteed aan theoretische benaderingen en berekeningen.
4.3.1 Algemene sterkteleer
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Massa - kracht - gewicht - moment1
1 De begrippen massa, versnelling, kracht en gewicht toelichten en hun onderlinge relatie weergeven.
Massa absolute volumieke massa schijnbare volumieke massa volumeKracht en gewicht relatie met massa en versnelling (Wet van
Newton) eenheden kenmerken van krachten gewicht en aardversnelling
2 Het begrip moment omschrijven, de grootte en de draaizin bepalen.
3 Een bepaald moment vervangen door een koppel van krachten waarvan ofwel de tussenafstand ofwel de grootte van de kracht gekend is.
Verband tussen kracht en moment en de uitwerking van een koppel krachten begrip moment grootte van het moment zin van het moment (draaizin) koppel van krachten
Rekenwaarden van de sterkte van materialen en belastingen
Algemeenheden
4 De begrippen uiterste grenstoestand en gebruiksgrenstoestand aan de hand van concrete voorbeelden omschrijven.
5 Het begrip ontwerptoestand toelichten.
Grenstoestanden de uiterste grenstoestand de gebruiksgrenstoestandOntwerptoestand
1 Hou bij dit gedeelte rekening met wat reeds in de 2de graad aan bod kwam en verworven is.
34 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Sterkte van materialen
6 De karakteristieke sterkte van materialen omschrijven en de rekenwaarden voor de sterkte bepalen met behulp van tabellen.
7 De karakteristieke belasting omschrijven en de rekenwaarde van de belasting bepalen met behulp van tabellen.
Materiaalkenmerken (materiaalcoëfficiënt) karakteristieke sterkte rekenwaarde van de sterkte van materialenBelastingen (belastingscoëfficiënt) karakteristieke belasting rekenwaarde van belastingen
Belastingen
8 Het begrip belasting toelichten en symbolisch voorstellen.
9 Diverse belastingen onderscheiden naar hun verandering in tijd, hun verandering in ruimte, hun spreiding.
10 Van een vlakbelasting (plaat) overgaan naar een lijnbelasting (balk) naar een puntbelasting (kolom).
11 Het eigen gewicht van het draagsysteem en van de niet-dragende onderdelen met behulp van ter beschikking gestelde tabellen bepalen.
12 Met behulp van ter beschikking gestelde tabellen de gebruiksbelasting bepalen.
Het begrip belasting directe belasting indirecte belasting symbolische voorstellingIndeling van belastingen naar verandering in de tijd
permanente veranderlijke accidentele
naar verandering in ruimte plaatsgebonden vrije belastingen
gelijkmatig en niet gelijkmatig verdeelde eigen gewicht niet dragende onderdelen
Lastendaling vlakbelasting lijnbelasting puntbelastingGebruiksbelastingen
Basisvoorwaarde
13 De basisvoorwaarde omschrijven en deze in functie van het veiligheidsaspect toelichten.
Rekenwaarde belasting < rekenwaarde sterkte van de materialen
Uitwendig evenwicht2
14 Omschrijven dat zowel belastingen als reactiekrachten uitwendige krachten zijn die op een lichaam inwerken.
15 De krachten die een lichaam in uitwendig evenwicht houden, herkennen en weten dat deze 'reactiekrachten' worden genoemd.
Uitwendige krachten belastingen reactiekrachten
16 Het aantal onbekende krachten in een verbinding bepalen.
17 Symbolisch de verbindingen en daarin de onbekende krachten voorstellen.
Verbindingen van een lichaam met de omgeving een volmaakte inklemming een vast steunpunt (scharnierpunt) een beweegbaar steunpunt (roloplegging)
2 Hou bij dit gedeelte rekening met wat reeds in de 2de graad aan bod kwam en verworven is.3de graad TSO 35Bouwtechnieken D/2005/0279/038
18 Toelichten waarom de belastingen aan drie evenwichtsvoorwaarden dienen te voldoen.
19 De begrippen isostatisch en hyperstatisch omschrijven in relatie met het aantal onbekenden en de evenwichtsvergelijkingen.
20 Voor éénvoudige isostatische gevallen de evenwichtsvergelijkingen opstellen en de onbekende uitwendige krachten (reactiekrachten) bepalen.
Uitwendige evenwichtsvoorwaarden van krachten inwerkend op een lichaam in een plat vlak (evenwichtsvergelijkingen) evenwicht van verticale krachten evenwicht van horizontale krachten evenwicht van de momentenIsostatische en hyperstatische verbindingenReactiekrachten van isostatische balken balk op twee steunpunten
zonder overkragingen met één en twee overkragingen
aan één zijde ingeklemde balk
Inwendig evenwicht
21 De inwendige krachtwerking in normaaldoorsnede voorstellen en toelichten.
22 De grootte van de inwendige krachten in normaaldoorsnede voor eenvoudige isostatische gevallen bepalen.
Krachtwerking in normaaldoorsnede normaalkrachten dwarskrachten buigmoment wringmoment tekenafsprakenBerekening van krachtwerking in normaaldoorsnede balk op twee steunpunten
zonder overkragingen met één overkraging met twee overkragingen
aan één zijde ingeklemde balk
23 Voor eenvoudige isostatische belastingsgevallen het verloop van de dwarskracht en het moment berekenen en grafisch voorstellen.
24 Op basis van de grafische voorstelling van het verloop van dwarskrachten en momenten de plaats van de minima en de maxima afleiden.
Dwarskrachten en momenten het functieverloop van dwarskrachten en
momenten de dwarskrachten- en momentenlijn maxima en minimaBelastingsgevallen bij een balk op twee steunpunten balk met 1 puntbelasting in het midden balk met een gelijkmatig verdeelde lijnbelasting
De relatie kracht - spanning - vervorming
25 Het begrip spanning omschrijven en in formulevorm uitdrukken.
Spanning in functie van kracht en oppervlakte
26 Het begrip rek omschrijven en in formulevorm uitdrukken.
Rek in functie van verlenging
27 De relatie "spanning-rek" in grafiek voorstellen en toelichten.
Spanningrek-diagram voor staal elastische en plastische zone wet van Hooke elasticiteitsmodulus elasticiteitsgrens breukspanning
28 Relatie leggen tussen de naamgeving van de verschillende soorten spanningen en de manier hoe de krachten op een bepaalde doorsnede inwerken.
29 Schematisch de verschillende spanningen aangeven.
Soorten spanningen normaalspanning
trekspanning drukspanning
schuifspanning wringspanning
36 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Lijntraagheidsmoment en traagheidsstraal30 Het lijntraagheidsmoment en de
traagheidsstraal van vlakke figuren uit tabellen afleiden en de impact op de stabiliteit toelichten.
31 Het lijntraagheidsmoment en de traagheidsstraal van een rechthoekige doorsnede berekenen.
Het lijntraagheidsmoment en de traagheidsstraal
Enkelvoudige vlakke buiging32 De vervorming en het spanningsverloop van
een doorsnede van een op buiging belaste balk tekenen.
Verloop der normaalspanningen hypothese van Bernouilli ligging van de neutrale lijn
33 De buigingsformule in functie van het weerstandsmoment toelichten.
34 Van rechthoekige doorsneden het weerstandsmoment berekenen.
35 Voor profielen het weerstandsmoment uit tabellen afleiden.
BuigingsformuleWeerstandsmoment rechthoekige doorsneden metalen profielen
Vervorming36 De toelaatbare vervorming bepalen aan de
hand van ter beschikking gestelde tabellen.37 De vervorming in het midden berekenen aan
de hand van ter beschikking gestelde formules voor een gelijkmatig verdeelde lijnbelasting en een puntbelasting.
Toelaatbare doorbuigingen in gebruiksgrenstoestandDe vervorming bij isostatische balken op twee steunpunten zonder overkragingen.
Centrische en excentrische druk38 De begrippen centrische en excentrische
druk omschrijven en hun onderscheid duiden.
39 De relatie aangeven tussen een excentrische drukkracht en een centrische drukkracht plus een moment.
Centrische drukExcentrische druk
Knik40 Inzien dat knik een instabiliteitsverschijnsel
is en de beïnvloedende factoren toelichten.Knikverschijnsel kniklengte slankheid
Afschuiving 41 Inzien dat bij een balk die op buiging belast
is schuifspanningen optreden.De schuifspanning in een balk op buiging belast
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden aangeven. Beklemtoon de belangrijkheid van het al of niet in rekening brengen van de oppervlaktekenmerken van
een lichaam (waarop de krachten inwerken) in functie van de lastendaling. Inzicht in de oplossingsmethodiek is zeer belangrijk. Daarom dient men:
- eenvoudige gevallen in detail te behandelen en ingewikkelde gevallen tot eenvoudige te herleiden,- toetsen met open boek te voorzien en per afgerond geheel,
Oefeningen dienen materiaalgebonden en situatiegebonden te worden geconcretiseerd. Beperk de theoretische benadering tot het allernoodzakelijkste. Maak tijd vrij voor begeleide oefeningen. Oefeningen maken als huiswerk hebben pas dan effect, indien ook de uitkomst wordt meegegeven
(stimulering van het zoekproces naar de juiste oplossing).
3de graad TSO 37Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.3.2 Stabiliteitstudies van eenvoudige betonconstructies
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Kenmerken van beton en betonstaal
42 De maximale toelaatbare rek uit een rek-drukdiagram afleiden.
Karakteristiek rek-drukdiagramMaximale toelaatbare rek
43 De bezwijkspanning van beton bepalen.44 Het begrip kruip toelichten in functie van
stabiliteitsberekeningen.
Bezwijkspanning van beton materiaalcoëfficiënt kruipcoëfficiënt
45 De sterkteklassen van betonstaal toelichten en de genormaliseerde diameters kennen.
Betonstaal sterkteklassen (BE 500 en BE 220) genormaliseerde diameters
Berekenen van balken bij enkelvoudige buiging
46 Voor het berekenen van enkelvoudige buiging in uiterste grenstoestand de verschillende hypothesen omschrijven.
47 De hypothese van Bernouilli schematisch voorstellen.
Aangenomen hypothesen vlakke dwarsdoorsneden blijven vlak na
vervorming (Bernouilli) verwaarlozen van de trekweerstand van het beton uitputting van het staal bij 10 o/oo
stuikrek van het beton is maximum 3,5 o/oo
oppervlakte van beton wordt in drukzone niet verminderd met de wapeningsdoorsnede
48 Inzien dat de neutrale lijn op 7/27 van de hoogte (vanaf de plaats van de wapening tot de meest gedrukte vezel = d) is gelegen.
De ligging van de neutrale lijn
49 Voor gevallen waarbij, én het beton, én het staal werkt in een uiterste grenstoestand, de optimale hoogte bepalen en hieruit de uitvoeringshoogte afleiden.
De betonhoogte optimale hoogte uitvoeringshoogte vuistregel
50 Voor gevallen waarbij, en het beton, en het staal werkt in een uiterste grenstoestand, de staalsectie berekenen, een geschikte wapening kiezen.
51 De begrippen verankering, verankeringslengte, schorsing en overlapping kennen en hun bedoeling toelichten.
52 De betondekking bepalen.
De langswapening minimale staalsectie staaldiameter en aantal staven schikking verankering, schorsing en overlappingBetondekking
53 De schuifspanning als trekspanning onder een hoek van 45° opvatten en in relatie brengen met de uitvoering van dwarskrachtenwapening.
54 Onder begeleiding vanuit berekeningsresultaten de spoed afleiden.
De dwarswapening minimum wapening beugels en spoed hellende staven
38 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Centrisch gedrukte kolommen zonder knikgevaar
55 De minimum afmeting bepalen opdat er geen knikgevaar zou optreden.
56 De brutobetondoorsnede berekenen in functie van de rekenwaarde van het beton en het staal en het staalpercentage.
57 Weten dat men meestal 1 % gebruikt als wapeningspercentage en dit voor een concreet geval uitrekenen.
Doorsnede en wapening van kolommen zonder knikgevaar
Het berekenen van platen
58 Omschrijven wanneer een bouwelement als plaat dragend in één richting kan worden beschouwd.
Voorwaarde opdat een plaat in één richting zou dragen omschrijving sterkte-eisen vervormingseisen
59 Van een plaat dragend in één richting de hoogte bepalen, de staalsectie berekenen en een geschikte wapening kiezen.
Platen dragend in één richting hoogte en betondekking hoofd- en verdeelwapening geprefabriceerde wapeningsnettenEenvoudig wapeningsplan van platen
Berekenen van funderingen
60 Een strokenfundering dimensioneren, een geschikte wapening kiezen.
Aangenomen hypothese aanname van een gelijkmatig verdeelde
vlakbelasting van de grond onder de funderingStrokenfundering rekenwaarde van de lijnbelasting breedte en hoogte de hoofdwapening en verdeelwapening betondekking
61 Een funderingszool dimensioneren en de geschikte wapening kiezen. (U)
Funderingszool (U) rekenwaarde van de puntbelasting lengte, breedte en hoogte de hoofdwapening betondekking
Wapeningsplannen, beton- en wapeningsstaten
62 Vanuit een zelfgemaakte studie, onder begeleiding, het wapeningplan uittekenen.
63 Wapeningsplannen lezen en deze toelichten in functie van de uitvoering en de stabiliteit.
64 De nodige gegevens om beton- en buigstaten op te maken bij het maken of lezen van tekeningen onderkennen.
65 Vanuit wapeningsplannen de betonstaat en wapeningsstaat opstellen.
Wapeningsplannen constructie-elementen
platen kolommen balken wanden trappen funderingen ...
wapeningen conventionele voorstellingen hoofdwapening (overlappingen, verankering,
schorsing, ...) dwarswapening (beugels, hellende staven, ...) verdeelwapening constructiewapening bijlegwapening wachtstaven transportwapening
3de graad TSO 39Bouwtechnieken D/2005/0279/038
gepuntlaste wapeningsnetten wapeningslagen krimpnetten ....
BetonstaatWapeningsstaatStandaardmeetmethode
4.3.3 Overspanningen met metalen profielen (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
66 Op basis van gegeven rekenspanning, toelaatbare vervorming en af te leiden maximummoment het minimumprofiel bepalen en een geschikt profiel kiezen.
Profielen rekenspanning toelaatbare vervorming maximummoment minimumdoorsnede materiaalkenmerken en handelsmaten
67 Op basis van belasting, overspanning en maximum toegelaten doorbuiging, geschikte profielen uit tabellen kiezen.
Profielen belasting overspanning doorbuiging materiaalkenmerken handelsmaten
4.3.4 Houten draagconstructies (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
68 Op basis van belasting, overspanning en maximum toegelaten doorbuiging een eenvoudige draagconstructie in hout dimensioneren aan de hand van tabellen.
Dimensioneren van houten draagconstructies belasting overspanning doorbuiging hart op hart afstand materiaalkenmerken handelsmaten
4.3.5 Dragend metselwerk en kerende wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
69 De constructieve voorzieningen in functie van stabiliteit en het vermijden van scheurvorming bij dragend metselwerk toelichten.
Dragend metselwerk karakteristieke sterkte van de materialen ongewapend en gewapend metselwerk lateien in gewapend metselwerk ringbalken bewegingsvoegen verbinding dragend metselwerk en vloeren verankering met de dakstructuur
70 De uitvoering van grondkerende muren in functie van de stabiliteitsvoorzieningen toelichten. (U)
Grondkerende wanden (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Laat de leerlingen de kenmerken van materialen, gereedschappen en machines opzoeken op technische fiches, op door firma’s uitgegeven cd-rom’s en op Internet. Laat deze technische informatie met behulp van de computer verwerken tot een verzameling eigen documentatie.
Demonstratief dienen de evenwichtsvoorwaarden te worden aangetoond. De bestudering van de schikking van de wapening gebeurt altijd aan de hand van concrete situaties. De
toelichting van de beton- en wapeningsplannen helpen het probleem te concretiseren. Bij de besprekingen houdt men ook rekening met de uitvoeringsconsequenties en de nodige
supplementaire voorzieningen die moeten worden getroffen.
40 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Het is aan te bevelen in de theoretische lessen een klein project te nemen waarin platen (doorgaande –dragend in één richting – overkragingen ...), balken, kolommen, strokenfunderingen en funderingszolen ... zijn verwerkt. Dit project zou dan ook in de lessen van betontekenen kunnen worden uitgetekend.
Voor de geïntegreerde proef kan men enkele kleine opdrachten geven, zich beperken tot één of twee platen, balken, kolommen, funderingsstroken, funderingzolen ...
Eenvoudige bekistings- en wapeningsplannen tonen, specifieke voorstellingen toelichten in relatie met de architectuurtekeningen.
Bij de bespreking van de verschillende bekistingsplannen steeds van de architectuurplannen vertrekken en het verschil in benadering toelichten.
Bij betontekenen gebruikt men in tegenstelling met Nederland de Amerikaanse projectiemethode. Wijzen op afmetingen van beugels, minimum breedte, overlappings- en beëindigingsaanduiding ... Het stapsgewijze zelf uittekenen van wapeningsplannen is zinvol als didactische methode om
wapeningsplannen te leren lezen.
3de graad TSO 41Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.4 Realisaties bouwBij het realiseren van constructieonderdelen en bouwknooppunten ligt de klemtoon op het ervaren van de mogelijke problemen en het ontdekken van oplossingen.
4.4.1 Overkoepelende doelstellingen en leerinhouden1
1 Plannen, uitvoeringstekeningen en werkopdrachten lezen om deze uit te voeren.
Uitvoeringstekeningen en plannen schaal en schaalfactor genormaliseerde en symbolische aanduidingen 2-D en 3-D voorstellingen legendaWerkopdrachten – Bestekken
2 Vóór, tijdens en na de uitvoering via schetsen de uitvoering toelichten.
Uitvoeringsschetsen
3 Meetkundige constructies, in functie van de uitvoering van bouwconstructies, tekenen.
Meetkundige constructies loodlijnen (oprichten, neerlaten) hoeken (uitzetten, verdelen) lijnstukken (uitzetten, verdelen) regelmatige veelhoeken (uitzetten) evenwijdige lijnen (uitzetten) bogen
cirkelboog, segmentboog, spitsboog, korfboog, tudorboog (U)
raaklijnen en raakcirkels
4 Materialen oordeelkundig uitkiezen in functie van de opdracht en beschikbaarheid.
Materialen soorten fysische kenmerken verwerkingsvoorschriften toepassingsgebied
5 De hoeveelheid en de aard van geleverde materialen met de leveringsbon vergelijken en afwijkingen rapporteren.
Leveringsbon materiaalkenmerken materiaalhoeveelheden zichtbare gebreken
6 Maatafwijkingen vaststellen en de impact op uitvoeringsmaten onderkennen.
Maatafwijkingen
7 Voor de eigen werkplek de diverse bouwwerkzaamheden plannen en organiseren met aandacht voor veiligheid en efficiëntie.
8 In functie van de vordering van de werken de materialen en gereedschappen klaar zetten.
De werkplek organisatie inrichting
9 Op basis van plannen de eigen werkzaamheden uitzetten.
Topografische werkzaamheden
10 Controlemetingen uitvoeren en indien nodig bijsturen.
Controlemetingen voor de uitvoering tijdens de uitvoering
11 De eigen en gemeenschappelijke gereedschappen, machines en hulpmiddelen oordeelkundig klaarzetten, controleren, gebruiken, onderhouden en wegbergen in functie van de opdracht en volgens de
Gereedschappen en machines klaarzetten en wegbergen controle onderhoud gebruik
1 De cluster 'overkoepelende doelstellingen' beschrijft leerplandoelstellingen en leerinhouden die van toepassing kunnen zijn op alle fasen die volgen en dus voortdurend aandacht vragen.42 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
gestelde eisen. machinefiches toepassingsgebied
12 Bij het aanmaken en verwerken van materialen de voorschriften van de producent en leverancier naleven.
13 Materialen oordeelkundig opslaan en stapelen.
14 Maatregelen nemen om op een milieuvriendelijke wijze met materialen om te gaan.
Materialen aanmaken en verwerken voorschriften van leverancier en producent opslageisen beschermingseisen stapeltechnieken: stabiliteit, bereikbaarheid,
toegankelijkheid hergebruik, afval, verlies duurzaam materiaalgebruik levenscyclusanalyse van bouwmaterialen
15 Seintekens en aanwijzingen geven en opvolgen.
Seintekens en aanwijzingen
16 De elementaire voorzieningen van een EHBO-kit gebruiken.
EHBO-kit
17 De van toepassing zijnde voorschriften in verband met welzijn op het werk naleven, nalatigheden onderkennen, deze rapporteren en bijsturen.
Welzijn op het werkBasisveiligheidBouwplaatsreglement
18 Onder toezicht en volgens voorschrift stellingen monteren en demonteren.
Stellingen
19 Tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden, in team, de constructie en het constructieproces evalueren en op basis daarvan voorstellen tot bijsturen formuleren.
ProductevaluatieProcesevaluatie
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Laat voor iedere oefening die wordt uitgevoerd door de leerlingen een dossier opmaken, waarin volgende items vervat te zijn: uitvoeringstekeningen materiaalstaat kostenraming , inclusief loonkost (2de leerjaar) volledige werkvoorbereiding : uitschrijven werkfasen, aanvullende detailschetsen,…
Dit dossier wordt op de werkplek/werf bijgehouden. Laat van iedere werkdag een “dagboek der werken” opstellen (cf. een dagboek der werken). Praktijkoefeningen bieden de kans bij uitstek voor het aanleren van het lezen van plannen. Vertrek bij de
praktijkoefeningen van degelijke en volledige uitvoeringsplannen. Laat van deze tekeningen vaak aanvullende uitvoeringsschetsen maken, dit bevordert sterkt het tekeninglezen. Men kan vertrekken van plannen van bestaande gebouwen of plannen hanteren die de leerlingen ook gebruiken in het kader van de geïntegreerde proef.
Creëer in de werkplaats de mogelijkheid om de leerlingen te laten schetsen. Er dient voortdurend bijzondere aandacht besteed te worden aan voorschriften in verband met het welzijn
op het werk (basisveiligheid). Door dit op een geïntegreerde wijze aan te bieden verhoogt men de kans op het behalen van het VCA-attest.
Leg vaak het verband tussen een goed ingerichte werkplek, het rendement, de netheid. Leg zoveel mogelijk het verband naar wat in de andere vakken besproken werd. Gebruik bij de bespreking van materialen en gereedschappen videomateriaal en stel vooraf een
vragenlijst op. Schenk voortdurende aandacht aan het werken volgens verantwoorde werkvolgorde. Doe zoveel mogelijk beroep op de zelfwerkzaamheid van de leerlingen, zowel individueel als in team. Laat de leerlingen in team vaak hun eigen werkzaamheden beoordelen. Organiseer diverse werfbezoeken en dit in de diverse fasen van het bouwproces. Al naar gelang de infrastructuur van de school zal men voor bepaalde technieken beroep dienen te doen
op specifieke opleidingcentra, bedrijven of stageplaatsen.
3de graad TSO 43Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.4.2 Wat aan de bouw voorafgaat
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
20 In team een bouwplaats inrichten en inzien dat een goede werfinrichting, een goed werfverkeer en correct behandelen van materiaal ongevallen voorkomt.
Bouwplaatsinrichting
21 Op basis van plannen bouwconstructies op het terrein inplanten en uitzetten.
Traceren van bouwlijnenUitzetten in grondplan fundering rioleringUitzetten van peilen waterpastoestel horizontale laser
22 Via controlemetingen de uitgezette punten en peilen controleren, de oorzaken van fouten opsporen en de nodige correcties uitvoeren.
Controlemetingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Breng een bezoek aan een stedenbouwkundige dienst en milieudienst. Laat schetsmatig inplantingsplannen optekenen met de aanduiding van de noodzakelijke
referentiepunten, de begrenzingen, oriëntatie, maatvoering. Laat bij vrijwel alle oefeningen de leerlingen zelf de referentiepeilen overbrengen. Illustreer werforganisatie en het inplanten van het gebouw met behulp van videobeelden. Organiseer een bezoek aan een werf in de fase van inrichting. Laat de leerlingen waar mogelijk eens
meehelpen. Het meehelpen aan het inrichten van een bouwplaats is een onderwerp dat ook best aan bod kan komen tijdens de stageperiodes.
44 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
4.4.3 Grond-, funderings- en rioleringswerkzaamheden , kruipruimten en kelders
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
23 Op basis van plannen een fundering op staal (een gedeelte ervan) op het terrein uitzetten en uitvoeren (U).1
Fundering op staal strokenfundering zoolfundering plaatfundering
24 De voorzieningen, in verband met de nuts- en afvoerleidingen, tijdens het aanleggen van de fundering bepalen.
Voorzieningen voor nuts- en afvoerleidingen
25 Onderdelen van een huisriolering op basis van een plan uitzetten.
26 Onderdelen volgens voorschrift plaatsen.
Huisriolering uitzetten
tracé hellingen en dieptepeilen
uitvoeren doorbrekingen in de fundering grondaanvulling en verdichting (U) buizen en hulpstukken controlekamers regenputten (U) septische putten (U) draineringen (U)
27 Onderdelen (in het bijzonder de knooppunten) van een kelderconstructie en een kruipkelder uitvoeren. (U)
Kelderconstructies (U) knooppunten
aansluiting op de fundering aansluiting keldermuur - keldervloer aansluiting op de bovenbouw dichting van vloer en wand verluchtingskokers keldergat (U)
uitvoeringstechnieken systeembekisting en wapening metselwerk
Kruipruimten (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Maak gebruik van didactische modellen en van bestaande eenvoudige funderings- en rioleringsplannen. Laat de leerlingen documentatie van onderdelen van huisrioleringen (folders, cd-rom, Internet,…)
opzoeken, raadplegen en verwerken. Laat van alle materialen en onderdelen concrete voorbeelden zien of bezoek een verkoopszaal. Bespreek samen met de leerlingen, op basis van documentatie en audiovisuele middelen, de technische
voorschriften en uitvoeringstechnieken. Maak gebruik van videomateriaal om de grond-, funderings- en rioleringswerkzaamheden te illustreren. Organiseer een bezoek aan een bouwwerf tijdens de grond- en funderingswerkzaamheden. Een aantal vaardigheden kan men ook aanleren door deze bovengronds te laten uitvoeren. Voor grond- en rioleringswerken kan men een tijdelijk zandbed aanleggen. Bezoek een bouwwerf in de uitvoeringsfase van kelders. Laat de leerlingen de uitvoering van de knooppunten bij kruipruimten en kelders via schetsen toelichten. Illustreer de uitvoering van kelders aan de hand van videobeelden, foto's.
1 Kwam reeds in de tweede graad aan bod. Dit werd echter opnieuw opgenomen omdat men rioleringswerken, muur- en keldercontructies niet los van de funderingsproblematiek kan behandelen.3de graad TSO 45Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.4.4 Opgaand metselwerk, gevelwerk en knooppunten
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
28 Op basis van uitvoeringsplannen de knooppunten van te metselen constructies, zelfstandig of in team uitzetten, uitvoeren en afwerken.
29 Eenvoudige prefab-elementen verwerken in de constructie.
Metselwerk van binnen- en buitenmuren uitvoeringstechnieken
mortelvoegen binnen- en buitenmuren lijmvoegen bij binnenmuren gewapend en niet gewapend metselwerk rechte en gebogen muren
uitzetten traceren van de bouwlijnen referentiepeilen en hoogtes stellen van profielen uitpassen van strekkenlagen en koppenlagen ...
knooppunten aansluiting op de fundering raam- en deuropeningen (rechte en gebogen) sponningen vermijden van koude bruggen warmte en vochtisolatie aansluiting op de dragende vloerconstructies gevels en topgevels aansluiting op de dakconstructie
prefab-elementen dorpels sierlijsten schoorsteenkanalen
afwerking voegen meegaand voegen borstelen
30 Overspanningen oordeelkundig stempelen en schoren bij muuropeningen in nieuw en bestaand metselwerk.
Stempelen en schoren
31 Siermetselwerk volgens uitvoeringstekening uitvoeren.
Siermetselwerk
32 Het verse metselwerk beschermen tegen klimatologische en mechanische invloeden.
Beschermingsmaatregelen klimatologische invloeden (vocht, vorst,
uitdroging) mechanische invloeden (stoten, winddrukken,
windzuiging)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Vergelijk een bouwplan (bouwaanvraag) of uitvoeringsplan met een detailplan en wijs op de verschillende maatvoering.
Gebruik verschillende steensoorten en steenformaten, zodat de leerlingen de noodzaak van het uitleggen van stenen ervaren.
Laat de leerlingen een bestaande constructie of constructieonderdeel schetsen en daarop de verschillende delen aanduiden en noteren.
Toon het belang aan om de eigen constructie voortdurend te controleren en daarbij, naast het juiste gebruik van de diverse controlegereedschappen, vooral de ogen en een juiste houding te gebruiken.
Laat de nodige materiaalhoeveelheden, voor de eigen oefening, steeds op voorhand berekenen. De juiste plaatsingswijze van de profielen ten opzichte van de op te trekken constructie eerst
demonstreren en nadien steeds zelf laten uitvoeren. Laat de leerlingen geregeld technische documentatie opzoeken. Gebruik deze documentatie vervolgens
als basis om materialen en uitvoeringstechnieken toe te lichten.
46 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
4.4.5 Overspanningen, ondersteuningen en vloerconstructies
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
33 Op basis van een bekistingsplan en bijkomende uitvoeringsplannen de bekisting, in team, volgens de gestelde eisen uitvoeren.
Bekistingen bekistingsplannen bekistingsmethoden
traditioneel systeembekisting (monteren - demonteren) verloren bekisting
constructie-elementen wanden balken kolommen
gestelde eisen stabiliteit vormvastheid dichtheid afmetingen en vorm veiligheid ...
34 Een bekisting klaarmaken voor het storten van beton.
Schoonmaken voor storten reinigen bevochtigen ontkistingsolie zichtbare gebreken
35 Op basis van een wapeningsplan en de knip- en plooistaat een wapeningskorf en wapeningsnet volgens voorschrift realiseren.
36 Volgens voorschrift de wapening in de bekisting plaatsen.
Wapeningen soorten
wapeningskorven wapeningsnetten
uitvoeringstechnieken betonstaalvlechten betonstaallassen (U)
plaatsing van de wapening betondekking en afstandshouders ondersteuningen verankeringen overlappingen
37 Het beton volgens voorschrift aanmaken. Vervaardigen van beton samenstellende delen en hun
volumeverhoudingen mengenVoorschriften plasticiteit homogeniteit hulpstoffen
38 De homogeniteit en plasticiteit van vers beton controleren en waar nodig bijsturen.
39 De controle van het verharde beton voorbereiden.
Controle van vers beton: homogeniteit plasticiteit maken van proefkubussen
40 Het beton volgens de gestelde eisen verwerken.
Verwerken van beton werkzaamheden
storten spreiden
eisen verdichting bescherming afwerking en nabehandeling
41 Volgens voorschrift stempels en schoren verwijderen, ontkisten en recupereren.
Ontkisten ontkistingstijd
3de graad TSO 47Bouwtechnieken D/2005/0279/038
ontkistingsvolgorde stapelen, sorteren, recupereren
42 In team prefab-elementen plaatsen. (U) Prefab-elementen (U)
43 Andere bouwelementen in de bekisting integreren. (U)
Te integreren bouwelementen (U) voegsystemen verankeringsystemen doorgangen
44 Gebreken na het ontkisten vaststellen, de oorzaak toelichten en de tekorten bijwerken.
Mogelijke gebreken holten grindnesten betonresten afmetingen en vorm
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Schenk voldoende aandacht aan de keuze van de juiste houtafmetingen, paneelmaten, spijkers, andere bevestigingen, ...
Aandacht schenken aan de juiste volgorde van de bewerkingen. Juist stapelen en onderhouden van de bekistingsonderdelen. Eventueel bezoek aan een vlechtcentrale. Toon aan dat het ontkisten met het oog op maximale recuperatie, zowel economisch als op het vlak van
milieu een positieve invloed heeft. Werfbezoeken tijdens de betonverwerking. Maak veelvuldig gebruik van audiovisuele middelen om de werkzaamheden bij het uitvoeren van
dragende constructies toe te lichten.
48 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
4.4.6 Dakconstructies en dakdoorbrekingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
45 De knooppunten van een dakdoorbreking volgens de gestelde eisen uitvoeren.
Dakdoorbrekingen schoorsteen (rookkanaal) dakkapel (U)Knooppunten en eisen aansluiting dakconstructie op de onderbouw waterdichte aansluitingen doorbreking -
dakconstructie vermijden van koude bruggen afvoer van het hemelwater veiligheidsvoorschriften bij dakwerken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Maak, in functie van de impact op de uitvoering, een duidelijk onderscheid in specifieke taken voor de metselaar, de timmerman en de dakdekker.
Besteed ruime aandacht aan veiligheidsvoorschriften bij het werken op hoogte. Maak gebruik van didactische modellen van dakvormen, dakstructuren, dakopbouw en
dakdoorbrekingen. Benadruk de belangrijkheid van de vochtproblematiek en de koude bruggen rond iedere dakdoorbreking. Laat de leerlingen op basis van uitvoeringstekeningen van dakdoorbrekingen de plaats van de
vochtwerende laag aanduiden. Vertrek bij de praktische opdrachten steeds vanuit detailtekeningen.
4.4.7 Trappen in steenachtig materiaal
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
46 De bekisting en de wapening van een rechte steektrap (met bordes) in beton uitvoeren.
Rechte steektrap in beton bekisting van de trap wapening van de trap storten van beton (U) ontkisten van de trap (U)
47 De dichtheid van de bekisting en de aansluiting met de ruwbouw controleren, tekorten rapporteren en bijsturen.
Zichtbare fouten aan de bekisting
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Breng een bezoek aan een betoncentrale, vlechtcentrale, fabrieken en werven waar diverse soorten van bekistingen van trappen worden vervaardigd.
Laat, in verband met oplegtechnieken van prefab trappen, via technische documentatie (folders, Internet, …) alle mogelijkheden opzoeken.
Laat de leerlingen de bekisting en de wapening schetsen met aanduiding van alle mogelijke benamingen.
3de graad TSO 49Bouwtechnieken D/2005/0279/038
4.4.8 Modules te kiezen als uitreiding
Indien de school opteert om meer het minimum aantal uur (8 uur) realisaties bouw aan te bieden, dan kan men naast de uitbreidingsdoelstellingen uit het fundamenteel gedeelte ook een aanbod kiezen uit onderstaande modules. Daar het een complementair gedeelte betreft kan de school uiteraard ook andere modules aanbieden.
Bij de keuze houdt men rekening met de regionale noden. Men kan ook de optie nemen om, binnen de klasgroep, gedifferentieerd te werken.
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
Funderingen op putten en palen (U)
48 Op basis van plannen meewerken aan de werkzaamheden bij fundering op putten en palen.
Fundering op puttenFundering op palen
Lijmen van gevelstenen (U)
49 Gevelconstructies uitvoeren met gelijmde voegen.
Gelijmd gevelmetselwerk
Ruwbouwafwerkingstechnieken (U)
50 De basistechnieken voor het aanleggen van een dekvloer uitvoeren.
Dekvloeren dekvloerspecie plaatsingstechnieken
51 De basistechnieken voor het aanbrengen van vloer- en wandtegels uitvoeren.
Vloer- en wandtegels plaatsingsmethoden versnijden en verzagen uitzetvoegen afwerking
Complexere trapconstructies (U)
52 Complexere trapconstructies uitvoeren. Trapconstructies verdrijven van trappen draaitrappen en spiltrap prefabtrappen ...
Renovatietechnieken (U)
53 Het uitvoeren van enkele renovatietechnieken.
Renovatietechnieken onderkappen openingen in bestaande muren sloopwerk ...
Terrassen en opritten (U)
54 Het aanleggen van terrassen en opritten. Terrassen en opritten
50 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
4.5 Stages
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN
1 Contacten leggen en communiceren met bedrijfsleiders.
Contact met bedrijfsleiders solliciteren contractuele afspraken
2 Inzicht verwerven in de structuur en de werking van een bedrijf.
Bedrijfsorganisatie
3 Kennismaken met bedrijfscultuur. Bedrijfscultuur4 Praktische afspraken maken met een
werkgever.WerkurenVerplaatsingVeiligheid en kledij
5 Samenvatten en neerschrijven van de dagtaak.
StageschriftStageverslag
6 Samenwerken met werkgevers en werknemers.
Teamwerk
7 De in de school verworven competenties in de praktijk toepassen.
Transfer school - bedrijf
8 Praktische vaardigheden verwerven die op school niet kunnen gerealiseerd worden.
Andere machinesNieuwe techniekenAndere materialen
9 De eisen die de bedrijven aan de werknemers stellen ervaren.
Eisen Arbeidsritme Rendement en efficiëntie Naleven van de voorschriften Flexibiliteit
10 Zich leren inpassen in het methodisch en procesmatig handelen in een bedrijf.
Methodisch en procesmatig handelen
11 Onderscheid ervaren tussen opleidingssfeer en bedrijfssfeer en zich bijsturen.
Onderscheid opleiding - bedrijf
12 Tijdens de stage zijn zwakke en sterke kanten ontdekken en daaruit zijn bijkomende nood aan opleiding inzien.
Levenslang leren
13 De noodzaak van de kennis van basisveiligheid op de werkvloer ervaren.
Basisveiligheid
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Liefst niet meer dan één leerling per bedrijf. Eén stagebezoek door de vakleraar per week per leerling is een minimum. Duidelijke afspraken met de stagebedrijven vooraf zullen nodig zijn om de stage een surplus te laten
geven in de opleiding van de leerling. Contactavonden tussen bedrijven, de stagiairs en gehele schoolstructuur dragen bij tot de
kwaliteitsverbetering van de stages. Na de stage is een grondige evaluatie van de stagebedrijven op gebied van begeleiding, veiligheid,
aangebrachte meerwaarde, ... , aangewezen. Om de leerlingen zoveel mogelijk verschillende onderdelen van het bouwproces te kunnen laten
meemaken is het soms nodig om hem op wisselende werven te plaatsen. Het bedrijf aan de stagiair een stagepeter laten toewijzen. Dit is een werknemer die over de nodige werf-
en opleidingservaring beschikt, die de stagiair wegwijs maakt en op de werkvloer begeleidt. Bespreek de evaluatie van de stage met de leerlingen in de klas en laat de leerlingen hun ervaringen
uitwisselen. Het is aangewezen om de leerplandoelstellingen en leerinhouden in verband met basisveiligheid af te
werken vooraleer de leerlingen op stage gaan. Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken.
3de graad TSO 51Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail ([email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel).
Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer.
Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie.
In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
5 EvaluatieDe evaluatie dient meer om de leerling te oriënteren en vooruit te helpen dan om hem belerend terecht te wijzen.
Bij de eindevaluatie worden zowel algemeen vormende, theoretisch-technische en de technisch-praktische componenten en hun samengaan in rekening gebracht. De geïntegreerde proef maakt hier ook deel van uit.
De prestaties van de leerlingen dienen globaal gewaardeerd te worden en vanuit de meeste diverse standpunten benaderd. Er dient op een evenwichtige wijze rekening gehouden te worden met zowel het proces als het product. Bij de evaluatie worden de cognitieve, de psychomotorische aspecten en de attitudes in een verantwoord evenwicht in rekening gebracht, dit in overeenstemming met het profiel van de studierichting.
5.1.1 Procesevaluatie
De procesevaluatie kan gebeuren:
aan de hand van een opvolging van de door de leerling geleverde prestaties waarin de neerslag (verwerking, reflectie en kritiek) ligt van het verwerkingsproces; door een regelmatige individuele begeleiding van de leerling die moet leiden naar zelfevaluatie; langsheen de verschillende opeenvolgende oefeningen en opdrachten waaraan het inzicht en de persoonlijke vorming van de leerlingen kunnen getoetst worden.
Enkele indicaties in verband met procesevaluatie:
gaat de leerling gestructureerd tewerk, ontwikkelt de leerling zelfredzaamheid bij het gebruik van CAD-software, wordt van de mogelijkheden van het CAD-pakket efficiënt gebruik gemaakt, voert de leerling de proefmeting volgens voorschrift uit, gaat de leerling bij het opmeten logisch en zorgvuldig te werk, voert de leerling spontaan controleberekeningen uit.
5.1.2 Productevaluatie
De productevaluatie kan gebeuren:
in de vorm van rechtstreekse communicatie: individuele gesprekken, groepsbesprekingen en overleg, als onrechtstreekse communicatie: bespreking van het werk van de leerling, onderlinge vergelijkingen en tegenstellingen,…
Enkele indicaties in verband met productevaluatie:
is de tekening conform de normen, is de maataanduiding eenduidig, is het resultaat van de berekening correct, is het constructiedetail correct getekend, …
52 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
6 Minimale materiële vereistenDe uitrusting en de inrichting van de lokalen, in het bijzonder de werkplaatsen en, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften betreffende arbeidsveiligheid van de Codex over “Het welzijn op het werk”, van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) en van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
6.1 ComputerinfrastructuurDeze studierichting dient te beschikken over aangepaste computers, software en randapparatuur.
Onderstaande tabel geeft het minimum aantal uren aan waarbij men over één computer per leerling dient te beschikken.
Minimum aantal uren te voorzien in het computerlokaal 1ste leerjaar 2de leerjaar
Bouwtechnologie en tekenen 4 uur/week 4 uur/week
Stabiliteit 2 uur/week
Organisatie 1 uur/week 1 uur/week
Voor de andere vakken uit het fundamentele gedeelte is het absoluut noodzakelijk om geregeld over computerinfrastructuur te beschikken, inclusief een verbinding op Internet.
6.2 BouwtechnologieVoor de technische vakken uit het fundamenteel gedeelte dient een ruimte voorzien met de mogelijkheid om plannen, technische documentatie, normen en richtlijnen, materiaalmonsters, … op te bergen.De mogelijkheid voor diverse audiovisuele projecties dient voorzien.
6.2.1 Topografisch materieel
De volgende topografische uitrusting dient voorzien in een relevante hoeveelheid in functie van het aantal leerlingen:
Jalons Jalonhouders Jalonrichter stel meetpennen meetbanden elektronische afstandsmeter (U) dubbelprisma + valstok bogenspiegel slang- en flesjeswaterpas waterpastoestel(len) + nivelleerbaken(s) theodoliet totaal station (U) horizontale lazer en hulpmiddelen bouwplankjes vouwmeters
3de graad TSO 53Bouwtechnieken D/2005/0279/038
6.2.2 Uitrusting voor testen en onderzoek
Allerlei stalen van materialen en bijhorende technische documentatie
zeven precisie meetlatten betonkubussen schoktafel betonmenger werktafels triltafel maatbekers / kommen en schalen weegtoestel (digitaal) klein gereedschap : truweel, borstels, sleutels, …
6.2.3 Didactische uitrusting
Videomateriaal in verband met de diverse uitvoeringstechnieken Voorbeelden van bouwplannen Schaalmodellen en didactische borden
6.3 Realisaties bouwDe hoeveelheid van de als gemeenschappelijk aangeduide uitrustingen dient geïnterpreteerd te worden in functie van het aantal leerlingen.
6.3.1 Individueel per leerling
Gereedschapskoffer
Klauwhamer Schietlood
Groot truweel Waterpas 60 cm lang
Dubbele vouwmeter en potlood
Klein truweel Reilat Spaarbord Voeger 10 mm Winkelhaak 30 x
60 cm Veiligheidsschoenen
Voeger 12 mm Steenbeitel St.-Jozefzaag Metselpriemen en draad
Profielblokjes Vlechttang
Staalborstel Veiligheidsbril Bekistingsgordel en nagelzak
Pleistertroffel Handborsteltje Werkhandschoenen Veiligheidshelm Werkpak Moker
54 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
6.3.2 Gemeenschappelijk klein gerief
Kruiwagens Puntbeitel
Schoppen Schuurbord
Borstels Koevoet
Reilatten 4 kleine spanvijzen
Mortelkuipen Slaglijnmolen
Aluminium profielen - profiellatten
Plooiijzers
Metselaarsschragen en steigerplanken
Paramentijzer
Schoren Steekpasser
Balkklemmen Veiligheidsbril
Kolomkransen Oorbeschermers
Handschaar Winkelhaak minimum 1 m x 1 m
Steenkorven Gerief om kleine elektrische en mechanische defecten te herstellen (steeksleutels, universeeltang, schroevendraaiers)
Stel steeksleutels, tangen, schroevendraaiers
Spade
Grote zeef voor zand Emmers
Ladders (aluminium) enkel en dubbel
Meetband
Werkbanken voor bekisters + plooiplaten
Prismakruis
Wartel Vernevelaar
Signalisatie
6.3.3 Gemeenschappelijke machines
Mortelmolen Afkortzaag Betonstaalschaar Steenzaag watergekoeld
Transpallet Klopboormachine en boren
Zaagmachine voor hout
Handslijpmachine Boorhamer
Systeemstelling
Waterpastoestel of horizontale laser
Elektrische schroefmachine
Trilnaald Halfautomatisch lastoestel (*)
Buig/Knipmachine
3de graad TSO 55Bouwtechnieken D/2005/0279/038
6.3.4 Gemeenschappelijke materialen
Gevelsteen in diverse formaten Plaatmateriaal Snelbouwstenen Nagels, schroeven, pluggen in
alle soorten Zand en zavel Vlechtdraad Granulaten Ontkistingsolie Cement (grijs, wit) Aardingslus Kalk Pannen en leien Mortelolie Lood en afwateringsprofielen Bekistinghout in alle afmetingen Onderdakplaten Betonstaal in verschillende diameters
Schouwelementen
Isolatiematerialen (thermisch, hygrisch)
Onderdelen voor huishoudelijke rioleringsstelsels
Muurhaken Cellenbetonblokken en lijm Muurwapening Natuursteen Materiaal voor verloren bekisting Prefab lateien Systeembekisting (*) Afstandhouders voor
betonwapening
(*) voor deze uitrusting kan beroep gedaan worden op de uitrusting van andere studierichtingen of dient men beroep te doen op externe opleidingscentra.
6.3.5 Uitrusting complementaire gedeelte
Het is evident dat men in functie van de eventuele gemaakte keuzes uit het complementaire gedeelte voor de hiervoor noodzakelijke materiële uitrusting dient te zorgen.
56 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
7 Nuttige adressenBIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie)Brabançonnelaan 291040 BRUSSELTel. 02 520 22 33Website: http://www.bin.be/NL/index.htmE-mail: [email protected]
Cobosystems nvExcelsiorlaan 571930 ZAVENTEMTel. 02 725 31 61Fax 02 725 44 01E-mail: [email protected]
KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging)Desguinlei 2142018 ANTWERPENTel. 03 216 09 96E-mail: [email protected]: http://www.ti.kviv.be/critto
FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid)Koningsstraat 45 bus 41000 BRUSSELTel. 02 210 03 33Website: http://www.fvbffc.be/
NAVB (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid)Sint-Jansstraat 41000 BRUSSELTel. 02 552 05 00Website: http://www.navb.be
Nationale federatie voor de houthandelaarsCentrum Galerij - blok 1 - 5de verdiepKleerkopersstraat 15/171000 BrusselTel. 02 229 3260Fax 02 229 32 64E-mail: [email protected]: http://www.nfh.be (bevat linken naar nagenoeg alle relevante organisaties)
BouwunieSpastraat 81000 BRUSSELTel. 02 238 06 05Website: http://www.bouwunie.be/
Verbond van Kristelijke Werkgevers en KaderledenTervurenlaan 4631160 BRUSSELTel. 02 773 16 80
VCB (Vlaamse Confederatie Bouw)Lombartstraat 34 - 421000 BRUSSELTel. 02 545 56 00Fax 02 545 59 00Website: http://www.vcb.be
3de graad TSO 57Bouwtechnieken D/2005/0279/038
VLOR (Vlaamse Onderwijsraad)Leuvenseplein 41000 BRUSSELTel. 02 219 42 99Fax 02 219 81 18E-mail: [email protected]: http://www.vlor.be
VMM (Vlaamse Milieumaatschappij)A. Van De Maelestraat 969320 EREMBODEGEMTel. 053 72 64 45Website: http://www.vmm.be/
VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs)Guimardstraat 11040 BRUSSELTel. 02 507 07 30Fax 02 511 33 57E-mail: [email protected]: http://www.vsko.be (doorklikken naar Secundair Ondewijs)
WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf)Maatschappelijke zetelVioletstraat 21-231000 BRUSSEL Tel. 02 502 66 90E-mail: [email protected]: http://www.bbri.be/wtcb.htm
58 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
8 BibliografieEen bibliografie is onderhevig aan veranderingen. Hiermee dient rekening gehouden. We verwijzen in het bijzonder naar het documentatiecentrum van het FVB en het WTCB en naar de mogelijkheden van Internet.
Hieronder is een lijst uitgewerkt door de leden van de leerplancommissie.
De reeks Ruwbouwmethodes - FVB- Wat aan de bouw vooraf gaat- De directe omgeving van het huis- Grondwerk, funderingen en ingegraven constructies- Rioleringsnetten en ingegraven reservoirs- Opgaande muren en gevelmuren- Platte en hellende daken- Dragende vloeren- Schoorstenen, ventilatie en kokers- Trappen- ...
Basisveiligheid VCAProvincie Antwerpen VeiligheidsinstituutISBN 90-6625-029-1 (derde druk 2001)
Vademecum voor de jonge bouwvakkerFVBD/1698/2000/10
Tabellenboek bouwkundeTen Hagen Stam uitgeverijISBN 90 44 00096 9
Dragend metselwerkOntwerp, berekening en uitvoering volgens Eurocode 6Oscar PfeffermannISBN 9067 168300
BouwkundeJellema-Meischke-Mülleruitgeverij Waltman - Delft
Inleiding tot grondmechanica en funderingenIr. J. Ritzenuitgeverij Die Keure - Brugge
BetontechnologieIr. J. Ritzen - Ir. R. SmetDie Keure - Brugge
Centrale Verwarmingssystemen - Elektrische HuisinstallatieH. LangaskensDie Keure - BruggeISBN 90 5751 179 6
De Warmte van mijn Huisuitgeverij. W.T.C.B. ism VRT Open School
3de graad TSO 59Bouwtechnieken D/2005/0279/038
Cobosysystems en Cobodata (algemene bouwdocumentatie)Bertelsmann VerlagExcelsiorlaan 57, Zaventem
Gewapend betonVan Hooymissen, Spegelaere,...)ISBN 90 382 0412 4
Handboek voor de dakafdichterFVBD/2000/1698/33
Hout vademecumKluwer Technische BoekenISBN 90 201 14344
Watt met elektriciteit Deel 1Standaard uitgeverijISBN 90 02 17685 6
Gebakken producten en glas 3 BouwmaterialenStory – scientia D 1971/0009/34
Van aanvang tot eindoplevering 3Die keure
Het thermisch isoleren van spouwmuren.FVBD/1994/1698/19
Het thermisch isoleren van daken.FVBD/1996/1698/01
Aansprakelijkheid voor bouwschade: scheuren in NieuwbouwDie keureISBN 90 62000 827 5
Aansprakelijkheid voor bouwschade: schade aan naburige gebouwenISBN 90 6200 731 7
Berekenen van gewapend beton in de grenstoestandenir J. RitzenISBN 90-6200-570-5
Krachten in evenwichtWaarom de dingen niet omvallenJ.E. GordonAramith UigeversISBN 90 6834 029 8
Memento 2000 (materiaalkenmerken, stabiliteit,..)gratis uitgave Inter - Beton
Vlechtwerk voor gewapend betonWTCBTV 217
Sterkteberekenen 2 Hout, Staal , Steening B. Van LeusenISBN 90-401-0351-1
Praktisch Landmetenir R. JonkersISBN 90-212-3091-7
60 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Praktisch landmetenA.M. SluysISBN 90 11 013636
Bouwmeten 1ing I. ZondagISBN 90-401-0427-1
Bouwmeten 2ing I. ZondagISBN 90-401-0163-9
Verstandig bouwen en renoverenEditie AntwerpenLivios (www.livios.be)
Waterwegwijzer voor architectenEen handleiding voor duurzaam watergebruikVMMD/2000/6871/002
Basiscursus MS-ProjectAcademic ServiceISBN 90 395 1661 8 ….
BetonbouwBerekenen - Dimensioneren - ConstructieDeel 1 : Grondbegrippen en courante gevallenIr. J. Ritzen en Ir. R. SmetISBN 90 382 0192 3D/1999/4804/27Uitgeverij Academia Press
Handboeken
De reeks “Ruwbouw-verbouwingsmethodes” van het FVB met de onderdelen:Renovatie D/2002/1698/09Verbouwen D/2003/1698/02Sloopwerk – veilig afbreken D/2003/1698/01Thermisch isoleren van bestaande gebouwen D/1698/2001/20
Het handboek van de tegelzetter van het FVB – D/1698/2001/17
ABC van cement en beton – BBG/FEBE/FEBELCEM/FIBAH/FSBP – D/2003/0280/03
3de graad TSO 61Bouwtechnieken D/2005/0279/038
9 Bijlage 1: GIP - specifieke invulling bouwtechnieken
1 Visie op de studierichting
Na het beëindigen van deze studierichting behalen de leerlingen enerzijds de startkwalificatie van bouwploegbaas en anderzijds zijn ze voldoende voorbereid om vervolgonderwijs van het korte type aan te vatten.
Daar een bouwploegbaas de tussenpersoon is tussen de ontwerper (architect, ingenieur) en de ploeg die het werk dient uit te voeren, is de volgende globale competentie een vereiste: “Het herkennen, het kunnen toelichten en het verwerken van de ontwerpaspecten om te komen tot praktische bouwrealisaties”.Deze studierichting biedt daarom een technische en praktische vorming eigen aan de bouwnijverheid met accenten zowel op uitvoerende als leidinggevende aspecten.
Na een periode van praktische ervaring is afgestudeerde in staat om aan de hand van een tekening, beschrijving en meetstaat, een eenvoudig bouwwerk uit te voeren en/of richtlijnen te geven aan derden om het werk correct uit te voeren.
2 Opvatting van de geïntegreerde proef
De geïntegreerde proef wordt best opgevat de studie van een eenvoudig bouwwerk (bijvoorbeeld een eengezinswoning, een klein appartementsgebouw, een winkel, een werkplaats, klein openbaar gebouw, ... ). De bouwwerken kunnen zich zowel in de nieuwbouw als in de vernieuwbouw situeren.
Vanuit een bestaand aanbestedingsdossier (bouwdossier) worden de opdrachten omschreven. Er wordt hierbij gezocht naar raakpunten tussen de vormingscomponenten uit de praktische, de technisch-theoretische en de algemene vorming.
De geïntegreerde proef is ook een ideale gelegenheid om de vakoverschrijdende eindtermen in de vorming te integreren.
3 Opdracht en inhoud
Inhoudelijk dienen alle opdrachten uiteraard in de lijn te liggen van de doelstellingen vermeld in het leerplan.
3.1.1 Opdracht
Met als basis van een concreet aanbestedingsdossier van een bouwconstructie worden een aantal concrete opdrachten (individueel en/of groepswerk) omschreven, namelijk:
$ opdrachten in verband met de voorbereiding van de uitvoering,$ opdrachten voor de praktische realisatie van één of meerdere onderdelen (knooppunten),$ het opmaken van de presentatie van het geheel.
62 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Bijlage 1
3.2 Inhoud
3.2.1 Inhoud van het dossier in verband met de voorbereidende studie
De voorbereiding van de uitvoering omvat een dossier dat onder meer kan bestaan uit:
$ De studie van de uitvoeringsplannen van het aanbestedingsdossier: controleren op juiste maatvoering, ontbrekende maatvoering toevoegen, materiaalgebonden maatvoering bepalen, voorstellingen schetsen, supplementaire doorsneden maken, bepalen van opgelegde referentiepeilen, een studie van de draagstructuur, ...
$ Technische uitvoerings- en detailtekeningen: studie van het rioleringsstelsel, knooppunten van platen en wanden, van openingen en ondervangwerk, van plaatsen met grote kans op het ontstaan van koude bruggen, legplan van vloerplaten, trapstudie van gewapend beton, bekistingsplannen, ...
$ De materiaalstudie: fysische en mechanische eigenschappen vergelijken, lezen van een technische materiaalfiche, afleiden van de materiaalhoeveelheden, opmaken van een lijst van het nodige materiaal en materieel, ...;
$ De kostprijsberekening: het opmaken van steekkaarten per post, het maken van een directe kostprijs.$ De planning- en organisatie: een studie van de globale werfinrichting, een netwerkplanning van de
belangrijkste ruwbouwposten, uitwerken van een balkendiagram of Gantt-kaart, samenstellen van de ploegen voor het uitvoeren van de diverse ruwbouwwerkzaamheden en over een beperkte periode een afvlakking maken.
$ ...
3.2.2 Inhoud van de praktische realisatie
De praktische realisatie(s) kan (kunnen) onder meer bestaan uit:
$ topografische werkzaamheden,$ de uitvoering van één of meerdere bouwknooppunten zoals:
een trap in gewapend beton, een dakdoorbreking, een onderdeel van een spouwmuur, een complexe bekisting, …
3.2.3 De presentatie van het geheel
Op het einde van het schooljaar dient de leerling zijn realisatie, binnen een kort tijdsbestek, aan de jury voor te stellen. Deze voorstelling gebeurt via een mondelinge presentatie eventueel ondersteund met dia's, foto's, videobeelden, schetsen, tekeningen, ...
4 Evaluatie
In de loop van het schooljaar gebeuren tussentijdse evaluaties. Het is aan te bevelen om, per jaar, één tussentijdse evaluatie te voorzien met de jury. Deze evaluaties kunnen eventueel leiden tot bijsturing of bijkomende detailopdrachten.
De eindevaluatie mag niet beperkt worden tot het beoordelen van de presentatie, het dossier en praktische realisatie. De eindevaluatie en beoordeling dient gebaseerd op het volledige proces en mag zich niet alleen beperken tot één momentopname op het einde van het schooljaar.
De evaluatie dient uiteraard vooral te worden gefocust op de hoofddoelstellingen eigen aan de studierichting.
3de graad TSO 63Bouwtechnieken D/2005/0279/038
10 Bijlage 2: Checklist bedrijfsbeheerOp basis van het leerplan Bedrijfsbeheer D/2005/0279/008 werd onderstaande checklist opgesteld. In rechter kolom wordt aangeduid welke doelstellingen in het fundamentele gedeelte aan bod komen (code F). De code B staat voor basisvorming. De code C betekent op te nemen in het complementaire gedeelte in functie van het uitreiken van attest van basiskennis bedrijfsbeheer. Op basis hiervan wordt het minimum aan te bieden uren op 70 geraamd, wat overeenkomt met 2 uren/week gespreid over de volledige graad.
DEEL 1: Ik denk eraan om zelfstandig ondernemer te worden6.1 Voorwaarden om zich te vestigen als zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw
1 Toelichten wie zich als zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw) kan vestigen. [D 1.1]
C
2 Toelichten aan welke voorwaarden men moet beantwoorden om zich als zelfstandige te kunnen vestigen (handelaar, ambachtsman/-vrouw). [D 1.2]
C
3 De instanties benoemen bij wie men informatie en hulp kan krijgen bij het opstarten van een ei-gen zaak. [D 1.2]
C
4 De specifieke beroepsuitoefeningsvoorwaarden opzoeken en weten hoe men er aan moet voldoen. [D 1.2.2.]
C
6.2 Werken als zelfstandige en de gevolgen ervan
5 Actuele informatie opzoeken over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak. [D 1.2.1.]
C
6 De instellingen kennen waar de formaliteiten moeten vervuld worden om aan de gestelde verplichtingen te voldoen. [D 1.2.1.]
C
7 Het doel van de kruispuntbank van ondernemingen toelichten. [D 1.2.1.] C
8 Het doel van de ondernemingsloketten toelichten. [D 1.2.1.] C
9 Een ondernemingsloket raadplegen. [D 1.2.1.] C
10 Opzoeken welke diensten een sociale verzekeringsmaatschappij kan vervullen. [D 7.1.] C
11 De belangrijkste sociale rechten en verplichtingen kennen van de zelfstandige (in hoofd- en bijberoep), help(st)er, echtgeno(o)te-help(st)er. [D 7.1.]
C
12 Het sociaal statuut van een bediende/arbeider situeren ten opzichte van een zelfstandige. [D 7.1.]
C
6.3 Instanties die startende zelfstandigen hulp kunnen bieden
13 Toelichten waar advies voor starters kan ingewonnen worden. [D 1.3.] C
14 De kanalen kennen waarlangs startende ondernemers informatie en ondersteuning kunnen krijgen. [D 1.3.]
C
15 De steunmaatregelen voor startende ondernemers opzoeken. [D 1.3.] C
6.4 De marketing-mix
16 Het assortiment van producten en/of diensten samenstellen in functie van de doelgroep. [D 2.1.1.]
F
17 De verkoopprijs van een product en/of dienst bepalen. [D 2.1.2.] F
18 De promotie voor de zaak kiezen en weten hoe die kan worden uitgevoerd aan de hand van een concrete situatie. [D 2.1.3.]
C
19 De doelgroepen van de onderneming in een concreet geval omschrijven. [D 2.1.4.] F
20 Weten dat de factoren product en/of dienst, assortiment, vestigingsplaats, prijs, promotie en klanten op elkaar moeten afgestemd zijn en dit toelichten aan de hand van voorbeelden uit het eigen beroep. [D 2.1.4.]
C
64 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Bijlage 1
6.5 Bijzondere reglementeringen waar ik als zelfstandige ondernemer rekening moet mee houden
21 Weten dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en weten wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen. [D 2.3.4.]
B
22 De basisprincipes van de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument opzoeken. [D 2.3.2.]
C
23 De nodige informatie opzoeken over de speciale reglementeringen in verband met openingstijden, wekelijkse rustdag, zondagssluiting, openingsuren en nachtwinkels. [D 2.3.3.]
C
24 Weten wat gereglementeerd wordt bij de wet op de auteursrechten. [D 2.3.5.] C
25 De nodige informatie inwinnen over Sabam – Reprobel. [D 2.3.5.] C
26 De betekenis van softwarelicenties toelichten. [D 2.3.5.] B
27 De wettelijke verplichtingen inzake milieu en ruimtelijke ordening waaraan een ondernemer moet voldoen, opzoeken. [D 2.3.1.]
F
28 Het principe van terugnameplicht van verpakkingsafval kunnen verklaren (FOST PLUS EN VAL – I – PACK). [D 2.3.1.]
C
29 Het principe van aanvaardingsplicht elektro verklaren (Recupel). [D 2.3.5.] C
30 Het (elektronisch) milieuloket van de Vlaamse overheid raadplegen. [D 2.3.5.] C
6.6 Keuze van de ondernemingsvorm
31 Het verschil tussen een eenmanszaak en een vennootschap toelichten (oprichting, aansprakelijkheid, verplichtingen) aan de hand van opgezochte informatie. [D 7.3.1.]
C
32 De kenmerken van de meest voorkomende vennootschapsvormen toelichten en vergelijken aan de hand van opgezochte informatie. [D 7.3.2.]
C
6.7 Ik zoek een geschikt pand voor mijn zaak
33 De voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats beoordelen in een concrete situatie. [D 1.2.3.]
C
34 De voor- en nadelen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen, huren of leasen van een onroerend goed. [D 1.2.3.]
C
35 Uit een concreet koopcontract vijf elementen analyseren. [D 1.2.3.] C
36 Uit een concreet huurcontract vijf elementen analyseren. [D 1.2.3.] C
37 Uit een concreet leasingscontract vijf elementen analyseren. [D 1.2.3.] C
DEEL 2: Ik word zelfstandig ondernemer6.8 Ik sluit verzekeringen af
38 De verplicht af te sluiten verzekeringen kennen en weten welke risico’s ze dekken. [D 7.4.1.] C
39 Het nut van verzekeringen aantonen. [D 7.4.1.] C
40 Een courante polis begrijpen aan de hand van een voorbeeld. [D 7.4.1.] C
41 De voornaamste aanvullende/wenselijke verzekeringspolissen kennen. [D 7.4.2.] C
6.9 Kredieten
42 De betekenis en de gevolgen van een verkoop op termijn toelichten. [D 4.1.1.] C
43 De betekenis en de gevolgen van een verkoop op afbetaling formuleren. [D 4.1.2.] C
44 De meest courante kredietvormen en hun specifieke kenmerken opzoeken en aan de hand van een concreet voorbeeld een keuze maken. [D 4.2.]
C
3de graad TSO 65Bouwtechnieken D/2005/0279/038
45 Met een concreet voorbeeld berekenen wat krediet kost. [D 4.4.] C
46 Aangeven wanneer het opnemen en toestaan van het krediet verantwoord is. [D 4.4.] C
47 Toelichten hoe de opname van krediet ook verplichtingen van terugbetaling inhoudt. [D 4.4.] C
48 Uitleggen hoe het toestaan van een krediet ook risico’s meebrengt. [D 4.4.] C
49 De steunmaatregelen bij specifieke financieringsvormen opzoeken. [D 4.3.] C
DEEL 3: Mijn handelsactiviteiten (van prijsaanvraag tot betaling)6.10 Verloop van een verkoop
50 De verschillende stadia van prijsaanvraag tot betaling schematisch weergeven. [D 2.2.1.] F
51 De belangrijkste elementen van een prijsaanvraag, offerte, bestelling, factuur, creditnota en een klacht formuleren. [D 2.2.1.1.]
F
52 Aan de hand van een concrete situatie een prijsaanvraag, offerte, bestelbon, factuur, klacht en creditnota opstellen. [D 2.2.1.1.]
F
53 Percentberekening toepassen in concrete situaties: bij het opstellen van bestelbon, factuur en creditnota. [D 2.2.2.2.]
F
54 Een rekenmachine gebruiken bij de meest courante berekeningen. [D 2.2.2.2.] F
55 Een factuurbedrag correct berekenen. [D 2.2.1.1.] F
56 Het begrip BTW verklaren. [D 2.2.1.1.] F
6.11 De administratieve organisatie van een aan- en verkoop
57 De geldigheidsvereisten van een koopcontract kennen.[D 2.2.2.1.] C
58 De rechten en plichten van koper en verkoper kennen.[D 2.2.2.1.] C
59 De bewijsmiddelen in verband met een koopcontract kennen. [D 2.2.2.1.] C
60 De wijzen van tenietgaan van een koopcontract formuleren. [D 2.2.2.1.] C
61 De verkoopvoorwaarden duidelijk omschrijven in concrete situaties binnen de eigen sector. [D 2.2.1.1.]
C
62 De specifieke aankoopkanalen in de eigen beroepssector kennen. [D 2.2.3.] C
6.12 De betaling en de inning
63 De betalingsmodaliteiten onderscheiden. [D 3.1.] C
64 Een schriftelijk bewijs van betaling opstellen. [D 3.1.] C
65 Een ontvangstbewijs opstellen. [D 3.1.] C
66 Het verschil tussen gangbare rekeningen kennen. [D 3.2.1.] C
67 Het nut van een zichtrekening aantonen. [D 3.2.1.] C
68 De informatie op een rekeninguittreksel interpreteren. [D 3.2.2.] C
69 De gangbare betalingsdocumenten invullen en gebruiken. [D 3.2.2] C
70 Het gebruik van betaalkaarten en kredietkaarten kennen. [D 3.2.3.] C
66 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken
Bijlage 1
71 In staat zijn om de debiteuren en crediteuren op te volgen. [D 3.3.] C
DEEL 4: Ik versta mijn boekhouder6.13 Basisprincipes en wettelijke bepalingen van de boekhoudreglementering
72 Basisprincipes en wettelijke bepalingen van de boekhoudreglementering kennen. [D 5.1.] C
73 Het begrip boekhouden verklaren en de noodzakelijkheid ervan aantonen. [D 5.1.] C
74 De soorten ondernemingen volgens de boekhoudwetgeving opzoeken en onderscheiden (in het bijzonder voor de zeer kleine onderneming en kleine onderneming). [D 5.1.]
C
75 De algemene eisen waaraan de boekhouding van een zeer kleine onderneming moet voldoen kennen en opzoeken (verantwoordingsstukken, volledigheid, voorzichtigheid, vormvoorwaarden, bewaringstermijn). [D 5.1.]
C
76 Verantwoordingsstukken lezen in functie van boekhoudkundige verwerking. [D 5.1.] C
6.14 De vereenvoudigde boekhouding
77 Het nut van de “vereenvoudigde boekhouding” toelichten voor de zeer kleine onderneming. [D 5.2.]
C
78 Het aankoopdagboek invullen en de leverancierskaarten opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken. [D 5.2.1.]
C
79 Het verkoopdagboek invullen en de klantenkaarten opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken. [D 5.2.2.]
C
80 De financiële dagboeken op basis van de verantwoordingsstukken kunnen invullen. [D 5.2.3.] C
81 De voorraad/inventaris bepalen en weten waarom dit belangrijk is. [D 5.2.4.] C
82 Een eenvoudige resultaatsberekening uitvoeren en de betekenis ervan begrijpen aan de hand van een concrete situatie. [D 5.2.5.]
C
6.15 BTW-verplichtingen en BTW-aangifte
83 De belangrijkste bepalingen in verband met de BTW-reglementering kennen. [D 5.1.] C
84 De gegevens uit de ingevulde boeken gebruiken om de BTW-aangifte in te vullen. [D 5.2.6.] C
6.16 Inleiding tot het dubbel boekhouden
85 Het nut van de dubbele boekhouding voor de kleine onderneming toelichten. [D 5.3.] C
86 Een eenvoudige balans- en resultatenrekening lezen. [D 5.3.1.] C
87 Aanduiden welke werkmiddelen een bedrijf aanwendt en hoe ze worden gefinancierd en deze middelen ordenen op een balans. [D 5.3.2.]
C
88 De boekingsregels toepassen op eenvoudige handelsverrichtingen. [D 5.3.3.] C
89 Het rekeningstelsel toepassen bij het boeken van eenvoudige handelsverrichtingen. [D 5.3.4.] C
90 Een eenvoudige balans en resultatenrekening opstellen. [D 5.3.5.] C
6.17 En nu … belastingen
91 De belangrijkste fiscale plichten en rechten van een zelfstandige (in hoofd- en bijberoep) opzoeken. [D 7.2.]
C
92 De begrippen inkomstencategorieën, voorheffing, voorafbetaling en belastingsaangifte verklaren. [D 7.2.]
C
93 Opzoeken welke diensten een fiscaal raadgever kan vervullen. [D 7.2.] C
DEEL 5: Ik leid mijn bedrijf
3de graad TSO 67Bouwtechnieken D/2005/0279/038
6.18 Is mijn bedrijf financieel gezond?
94 Het belang aantonen van het vooraf begroten van inkomsten en uitgaven, van investeringen en financieringen. [D 6.1.1.]
C
95 Een eenvoudig financieel plan opstellen. [D 6.1.1.] C
96 De basisprincipes van het financieel plan toelichten (bronnen en aanwending). [D 6.1.2.] C
97 De elementen van de kostprijs de verkoopprijs (handelsonderneming, ambacht) kennen. [D 6.2.1.]
F
98 Het onderscheid tussen variabele en vaste kosten concreet weergeven en toelichten met voorbeelden uit de eigen sector. [D 6.2.2.]
F
99 Een eenvoudige kostprijsberekening uitvoeren. [D 6.2.3.] F
100 De elementen van de verkoopprijs (handelsonderneming, ambacht) kennen. [D 6.3.1.] F
101 De winstcoëfficiënt in de sector kennen en toepassen (dat is de factor waarmee de handelaar de aankoopprijs vermenigvuldigt om aan de verkoopprijs te komen). [D 6.3.2.]
F
102 Een eenvoudige verkoopprijsberekening uitvoeren, in relatie tot de eigen sector. [D 6.3.2.] F
103 Het begrip omzet kennen en begrijpen. [D 6.3.3.] C
104 De winstmarge berekenen. [D 6.3.4.] F
105 De begrippen netto- en brutowinst verklaren. [D 6.3.5.] F
106 Het belang aantonen van een goed voorraadbeheer. [D 6.4.] F
6.19 Ik neem personeel in dienst
107 Informatie opzoeken over de dienstverlening van sociale secretariaten bij aanwerving van personeel. [D 7.5.1.]
C
108 Weten dat er steunmaatregelen zijn bij de aanwerving van personeel. [D 7.5.2.] C
109 Weten waar men de nodige inlichtingen kan bekomen voor steunmaatregelen bij de aanwerving van personeel. [D 7.5.2.]
C
6.20 Nieuwe tendensen (U)
6.21 Informatica
110 Met concrete voorbeelden aantonen dat informaticatoepassingen de taakbelasting in een onderneming kunnen verminderen. [D 8.1.]
C
111 De aspecten e-commerce, e-business en e-marketing van de elektronische handel omschrijven. [D 8.1.]
C
Aantal doelstellingen opgenomen binnen het fundamentele gedeelte (code F) 20Aantal doelstellingen opgenomen in de basisvorming (code B) 2
Aantal doelstellingen aan te bieden in het complementaire gedeelte (code C) 89
Raming van het te voorziene minimum aantal uren het complementaire gedeelte 70
68 3de graad TSO D/2005/0279/038 Bouwtechnieken