CENTRUMREGLEMENT 2018-2019 - toekomstonderwijs.be · VOLWASSENONDERWIJS voor de studiegebieden...

63
CENTRUMREGLEMENT 2018-2019 Departement Ontwikkeling en Educatie CVO Provincie Antwerpen

Transcript of CENTRUMREGLEMENT 2018-2019 - toekomstonderwijs.be · VOLWASSENONDERWIJS voor de studiegebieden...

CENTRUMREGLEMENT 2018-2019

Departement Ontwikkeling en Educatie

CVO Provincie Antwerpen

2

INHOUDSTAFEL

INLEIDING DEEL I: AGOGISCH PROJECT / CENTRUMVISIE DEEL II: ALGEMEEN CENTRUMREGLEMENT

1. DE SCHOOLORGANISATIE

1.1 Het centrumbestuur 1.2 Het directieteam 1.3 De technisch adviseurs 1.4 De administratief medewerkers

1.1.1 Cursisten- en studentenadministratie 1.1.2 Financiële administratie

1.5 De opleidingscoördinatoren en (leer)trajectbegeleiders 2. CONTACTGEGEVENS

3. AANBOD 4. INSCHRIJVINGEN

4.1 Inschrijvingperiode(s) 4.2 Recht op inschrijving 4.3 Geldig inschrijven

4.4 Wijziging van inschrijving 4.5 Bewijs van nationaliteit of wettig verblijf

4.5.1 Bewijs van Belgische nationaliteit 4.5.2 Bewijs van wettig verblijf of nationaliteit EU-landen

4.6 Administratief dossier van de cursist 4.6.1 Het inschrijvingsformulier 4.6.2 Het individueel cursistendossier

4.6.3 Attesten voor gehelen of gedeetelijke vrijstelling inschrijvingsgeld

4.6.4 Andere verantwoordingsstukken 4.7 Inschrijvingsgelden en bijdrage in de kosten van het cursusmateriaal

4.7.1 Inschrijvingsgelden

4.7.2 Bijdrage in de kosten van het cursusmateriaal

4.8 Betalingswijzen 4.9 Vrijstelling of vermindering van inschrijvingsgelden

4.9.1 Volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld 4.9.2 Gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld

4.10 Terugbetaling van inschrijvingsgeld en cursusmateriaal bij annulering of stopzetting

4.11 Uitstel van betaling of afbetalingsplan

4.12 Schoolverzekering 4.13 Bijkomende inlichtingen voor inschrijvingen in de studiegebieden ASO,

Aanvullende algmeene vorming, Secretariaatsmedewerker, transportbediende en Medisch administratief bediende.

4.13.1 Informatiemomenten 4.13.2 Inloop 4.13.3 Oriëntatie per opleiding

5. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS M.B.T. CURSISTENBEGELEIDING 6. LEEFREGELS

6.1 Regelmatige aanwezigheid 6.2 Veiligheid en gezondheid 6.3 Aangepast gedrag 6.4 Rookverbod

6.5 Wapens, drugs en alcohol 6.6 Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag 6.7 Persoonlijke bezittingen en werkmateriaal 6.8 Gebruik GSM en ICT-materiaal 6.9 Camerabewaking 6.10 Parkeren 6.11 Copyright

3

7. MOGELIJKE FACILITEITEN EN FINANCIELE TEGEMOETKOMINGEN

7.1 Kinderbijslag voor meerderjarige cursisten 7.2 Premie na het behalen van bepaalde diploma’s 7.3 Educatief verlof 7.4 Vrijstelling VDAB om studies te volgen

8. DE OMBUDSPERSOON 9. KLACHTENPROCEDURE 10. ORDE- EN TUCHTREGLEMENT

10.1 Ordemaatregelen 10.2 Tuchtmaatregelen 10.3 Preventieve schorsing 10.4 Mogelijkheid tot beroep

11. STUDIEBEWIJZEN DEEL III A: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het SECUNDAIR VOLWASSENONDERWIJS voor de studiegebieden Bakkerij, Bedrijfsbeheer, Chemie, Drankenkennis, Horeca, Mechanica-elektriciteit, Mode, Slagerij, Talen en Toerisme

1. Toelatingsvoorwaarden

2. De evaluatievormen en –modaliteiten 3. De organisatie van de evaluatie 4. Evaluatietijdstip(pen) 5. Evaluatievoorwaarden 6. Deelname aan de afsluitende evaluatie 7. Aanvraagprodecure voor vrijstellingen

7.1 Algemeen 7.2 Grond voor vrijstelling 7.3 Stavingsdocumenten

7.3.1 Studiebewijzen 7.3.2 Beroepservaring 7.3.3 Vrijstellingsproef

7.4 Antwoordprocedure

8. De evaluatiecommissie 8.1 De samenstelling 8.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 8.3 Wijze van beraadslaging

9. Beslissing van de evaluatiecommissie 10. Bekendmaking van de evaluatieresultaten

11. Fraude 12. Beroepsprocedures

12.1 Procedure bij weigering van vrijstelling(en) 12.2 Procedure bij conflicten vóór de beraadslaging van de

evaluatiecommissie 12.3 Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie

DEEL III B: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het SECUNDAIR VOLWASSENONDERWIJS voor de studiegebieden Algemene vorming, Aanvullende Algemene vorming, Administratie en Logistiek en Verkoop

1. Toelatingsvoorwaarden 2. De evaluatievormen en –modaliteiten 3. De organisatie van de evaluatie

4. Evaluatietijdstip(pen)

5. Evaluatievoorwaarden 6. Aanvraagprodecure voor vrijstellingen

6.1 Algemeen 6.2 Grond voor vrijstelling 6.3 Stavingsdocumenten

6.3.1 Studiebewijzen 6.3.2 Beroepservaring 6.3.3 Vrijstellingsproef

6.4 Antwoordprocedure 7. De evaluatiecommissie

7.1 De samenstelling

4

7.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

7.3 Wijze van beraadslaging 8. Beslissing van de evaluatiecommissie 9. Bekendmaking van de evaluatieresultaten 10. Fraude

11. Adviserende en begeleidende klassenraad 12. Beroepsprocedures

12.1 Procedure bij weigering van vrijstelling(en) 12.2 Procedure bij conflicten vóór de beraadslaging van de

evaluatiecommissie 12.3 Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie

DEEL III C: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het SECUNDAIR VOLWASSENONDERWIJS voor de studiegebieden Nederlands Tweede Taal richtgraad 1 en 2, Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2 en Hebreeuws

1. Toelatingsvoorwaarden 2. De evaluatievormen en –modaliteiten en de organisatie van de evaluatie

3. Evaluatietijdstip(pen)

4. Evaluatievoorwaarden 5. Deelname aan de afsluitende evaluatie 6. Aanvraagprodecure voor vrijstellingen

6.1 Algemeen 6.2 Grond voor vrijstelling 6.3 Stavingsdocumenten

6.4 Antwoordprocedure 7. De evaluatiecommissie

7.1 De samenstelling 7.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 7.3 Wijze van beraadslaging

8. Beslissing van de evaluatiecommissie 9. Bekendmaking van de evaluatieresultaten

10. Fraude 11. Beroepsprocedures

11.1 Procedure bij weigering van vrijstelling(en) 11.2 Procedure bij conflicten vóór de beraadslaging van de

evaluatiecommissie 11.3 Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie

DEEL III D: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5) en de SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING (SLO)

1. Begripsbepalingen 2. Inleidende bepalingen 3. Toelatingsvoorwaarden 4. Inschrijving 5. Vrijstellingen

6. Evaluaties 7. Evaluatiecommissie 8. Slagen voor een opleidingsonderdeel, slagen voor de opleiding en

studiebekrachtiging 9. Evaluatiefraude 10. Behandeling van klachten

11. Materiële vergissingen

BIJLAGEN

5

INLEIDING

Welkom! Bedankt dat je kiest voor een opleiding in ons CVO. Omdat heldere procedures en richtlijnen een prettig klimaat ondersteunen, hebben we dit centrumreglement samengesteld. We vragen je dit door te nemen voor je inschrijft. Je ondertekent

bij de inschrijving dat je ermee akkoord gaat. Je kan het steeds raadplegen op de website en op

uitdrukkelijke vraag kan je een afgedrukte versie ontvangen. Je vindt in dit reglement informatie over het centrum als leergemeenschap, als organisatie en leefgemeenschap. Alle cursisten zijn gelijk voor deze ‘spelregels’, hebben recht op hun mening en meningsuiting en op

de eerbiediging van hun privéleven. We streven naar degelijk onderwijs, een faire behandeling, prima begeleiding en inspraak op een aantal punten. Dit reglement geldt voor alle campussen en opleidingen tenzij het expliciet anders staat vermeld. We wensen je een aangename start en een succesvol traject op het CVO Provincie Antwerpen.

6

DEEL I: AGOGISCH PROJECT / CENTRUMVISIE

Onze missie CVO Provincie Antwerpen is een hedendaags en praktijkgericht centrum voor volwassenenonderwijs dat doordacht inspeelt op wat leeft en verandert in de maatschappij. We stimuleren en begeleiden je in je keuzes voor levenslang leren. Zo bieden we kansen om nieuwe richtingen in te slaan, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak. We versterken je om met zelfvertrouwen deel te nemen aan de samenleving. Via het behalen van een diploma en kwalificaties krijg je vlottere toegang tot vervolgopleidingen en de arbeidsmarkt.

Visie op onderwijs We vertrekken vanuit je talenten en verwachtingen en spelen in op de noden van diverse doelgroepen. We stimuleren je motivatie. Diversiteit is voor ons een kans waar we actief op inspelen.

Bij onze pluralistische overtuiging hoort geen discriminatie. We begeleiden je bij de ontwikkeling van zowel opleidingsspecifieke als sociale competenties. We moedigen zelfstandigheid, kritische zin, zelfvertrouwen en zelfkennis aan. En je leert niet in je eentje! Door maatwerk, een brede waaier aan opleidingen en door hedendaagse infrastructuur en leermaterialen creëren we een krachtige leeromgeving.

Visie op organisatie Als persoonsgericht centrum staan we voor een warme en collegiale cultuur. We zorgen voor het welzijn van onze medewerkers en stimuleren hun ontwikkeling binnen een lerende organisatie. We waarderen hun inbreng en geven ruimte aan vernieuwing en creativiteit.

Door in te zetten op samenwerking met oa. hoger onderwijs, de bedrijfswereld, VDAB …, versterken we onze opleidingen en delen we expertise.

Kernwaarden CVO Provincie Antwerpen is respectvol: we spelen in op de specifieke verwachtingen, passies en talenten van zowel cursisten als medewerkers, vanuit eerbied voor diversiteit en ieders eigenheid. CVO Provincie Antwerpen is innovatief: we spelen een voortrekkersrol in het creëren van een dynamisch aanbod dat aansluit op maatschappelijke noden. CVO Provincie Antwerpen is open: we maken duidelijke beleidskeuzes met ruimte voor inspraak en transparante communicatie. We streven naar een open cultuur met een evenwicht tussen opleiding en welbevinden.

7

DEEL II: ALGEMEEN CENTRUMREGLEMENT GELDIG VOOR ALLE OPLEIDINGEN (SECUNDAIR VOLWASSENENONDERWIJS – HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5) en SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING (SLO))

1. DE SCHOOLORGANISATIE

1.1 Het centrumbestuur

Ons centrumbestuur, het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen (APB POA), zorgt voor de noodzakelijke voorwaarden voor een goede onderwijsorganisatie.

1.2 Het directieteam

Het directieteam staat in voor de dagelijkse leiding van het CVO.

1.3 De technisch adviseurs

De technisch adviseurs zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de praktijklessen en technische vakken in de nijverheidsopleidingen.

1.4 De administratief medewerkers

1.4.1 Cursisten- en studentenadministratie

Elke campus heeft een secretariaat waar de cursistenadministratie wordt beheerd. Je kan er terecht voor inlichtingen en inschrijving. Je wordt er onder meer geholpen met de formulieren voor educatief verlof, met informatie over lessenroosters, lokalen en alle andere praktische informatie.

1.4.2 Financiële administratie

De financiële administratie staat in voor de verwerking van alle financiële verrichtingen binnen het centrum. Deze bevindt zich op campus PIVA.

1.5 De opleidingscoördinatoren en (leer)trajectbegeleiders Bij de opleidingscoördinatoren kan je terecht voor uitgebreide informatie over de opleiding en voor (leer)trajectbegeleiding.

De (leer)trajectbegeleiders helpen je bij het uitstippelen van de leerweg. Bij hen kan je terecht voor het bijsturen van je leertraject en zij bespreken met jou je leervorderingen. 2. CONTACTGEGEVENS

De contactgegevens en de openingsuren van de secretariaten kan je terugvinden in de bijlage onder “Bij wie kan ik terecht?” en in het Wegwijsboekje van de campus waar je ingeschreven bent. 3. AANBOD

Welke opleidingen en modules worden aangeboden, verschilt van jaar tot jaar. Het volledige

aanbod is terug te vinden op onze websites.

4. INSCHRIJVINGEN

4.1 Inschrijvingsperiode(s)

Het startmoment van de inschrijvingen wordt afhankelijk van de opleiding en de spreiding van de modules gepland en vooraf duidelijk gecommuniceerd.

8

4.2 Recht op inschrijving

Cursisten worden ingeschreven in de volgorde waarop ze zich aanbieden en waarop ze zich in regel stellen met de inschrijvingsvoorwaarden. Inschrijven kan zoals wettelijk bepaald tot 1/3 van de duurtijd van de module verstreken is. De directeur kan per module de inschrijvingstermijn inkorten.

Om je toe te laten je leertraject in optimale omstandigheden af te werken, heb je als cursist in bepaalde opleidingen voorrang tot inschrijving ten opzichte van nieuwe kandidaten. Om didactische redenen kan het aantal inschrijvingen per lesgroep beperkt worden. Zo nodig worden wachtlijsten aangelegd. Het centrum kan je inschrijving weigeren

om organisatorische redenen als de veiligheid in het gedrang komt

als je definitief werd uitgesloten als je een derde keer inschrijven voor eenzelfde module. Dit is niet vanzelfsprekend en kan pas

na overleg.

4.3 Geldig inschrijven

Om geldig in te schrijven moet je: ter plaatse en tijdig inschrijven. Het inschrijvingsdocument moet volledig ingevuld en door jou

ondertekend worden. Inschrijvingen per telefoon of e-mail zijn niet mogelijk, er kunnen geen plaatsen gereserveerd worden. Aanmelding voor deliberatie bij volgtijdelijkheid is wel mogelijk;

voldoen aan de toelatingsvoorwaarden (zie deel III); de aan de opleiding verbonden kosten (inschrijvingsgeld en bijdrage voor het cursusmateriaal)

betalen of ervan rechtmatig (gedeeltelijk) vrijgesteld zijn met de nodige bewijsstukken. Deze

kosten zijn opgenomen in de opleidingsfolders en worden vermeld op de website en op het inschrijvingsdocument;

tijdig de eventuele andere verantwoordingsstukken (studieattesten e.d.) bezorgen; je akkoord verklaren met dit centrumreglement en het hierin vervat agogisch project. Het

centrumreglement is te raadplegen via de website van het centrum, via het digitaal platform of op het secretariaat.

In het studiegebied Aanvullende Algemene Vorming moet je 18 zijn vóór 1 januari om te kunnen starten in september. Voor het 2de semester mag je enkel inschrijven als je al 18 bent.

Als je minderjarig bent, moet één van je ouders het inschrijvingsformulier mee ondertekenen. Een inschrijving is persoonlijk en kan dus niet worden doorgegeven aan derden.

4.4 Wijziging van inschrijving

Tot maximaal 2 weken na de start van de module kan je je inschrijving wijzigen. Dit kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden en gebeurt steeds in overleg met de directie of haar vertegenwoordiger.

4.5 Bewijs van nationaliteit of wettig verblijf

Vanaf 1 september 2011 moeten cursisten die voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht - d.w.z. 18 jaar oud zijn - bij inschrijving het bewijs leveren te beschikken over de Belgische nationaliteit of te voldoen aan de bepalingen van het wettig verblijf. Cursisten die niet aan deze inschrijvingsvoorwaarde voldoen, zullen geschrapt worden als financierbare of subsidieerbare cursist. De maatregel heeft betrekking op alle opleidingen. Het centrum moet het bewijs van Belgische

nationaliteit of wettig verblijf opnemen in het cursistendossier zodat de verificatie de nodige controles

kan uitvoeren.

4.5.1. Bewijs van Belgische nationaliteit

Het centrum bewijst aan de hand van het inschrijvingsformulier dat de cursist de Belgische nationaliteit bezit. Op het ondertekende inschrijvingsformulier worden de nationaliteitsgegevens en rijksregisternummer van de cursist vermeld. In geval van Belgische nationaliteit is het niet nodig een

kopie van de identiteitskaart te bewaren in het cursistendossier.

4.5.2 Bewijs van wettig verblijf of nationaliteit EU-landen

9

Indien de cursist niet beschikt over de Belgische nationaliteit, moet het centrum een kopie van het bewijs van wettig verblijf opnemen in het cursistendossier (tenzij je verblijfsstatus volgens de databank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs wettelijk in orde is).

Het verblijfsdocument moet geldig zijn op het ogenblik van inschrijving.

4.6 Administratief dossier van de cursist Het centrum is wettelijk verplicht om van elke cursist een administratief dossier bij te houden. Dit administratief dossier bevat naast het inschrijvingsformulier eventueel nog attesten voor vrijstelling van inschrijvingsgeld en andere verantwoordingsstukken, zoals eerder behaalde studiebewijzen, e.d.

Bij de inschrijving moet een nieuwe cursist op eenvoudig verzoek een officieel document, zoals bijvoorbeeld de identiteitskaart, een uittreksel uit het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, voorleggen, waarop de correcte persoonsgegevens zijn vermeld. Deze documenten zijn niet alleen belangrijk om na te gaan in welke opleiding of module je je als cursist kunt inschrijven. Voor het Ministerie van Onderwijs vormen ze ook de basis om je

regelmatigheid als cursist vast te stellen, zodat je een officieel studiebewijs kan behalen.

Om te weten of je aan de (wettelijke) toelatingsvoorwaarden voldoet, is het belangrijk dat we zo vlug mogelijk over de juiste gegevens beschikken. Het tijdig inleveren op het secretariaat van de nodige bewijsstukken is dus van het grootste belang.

4.6.1 Het inschrijvingsformulier

Bij je inschrijving wordt er in tweevoud een inschrijvingsformulier ingevuld en ondertekend. Eén exemplaar van het inschrijvingsformulier blijft bewaard in je cursistendossier, één exemplaar ontvang je zelf. Het inschrijvingsformulier vormt samen met attesten voor vrijstelling van inschrijvingsgeld en andere verantwoordingsstukken, zoals eerder behaalde studiebewijzen, e.d. het basisdocument voor de controle van je regelmatigheid als cursist door het Ministerie van Onderwijs.

4.6.2 Het individueel cursistendossier Het individuele cursistendossier houdt je vorderingen in het leertraject van de opleiding(en) bij, en dat over de schooljaren heen. Het vermeldt ook je eventuele toelatingsproeven en vrijstellingen.

Deze gegevens kunnen ook onder de vorm van een elektronisch registratiesysteem worden

bijgehouden.

4.6.3 Attesten voor gehele of gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld Indien je als cursist geheel of gedeeltelijk vrijgesteld bent van de betaling van het inschrijvingsgeld, dan wordt het attest tot staving van deze vrijstelling ook in het cursistendossier bewaard. Dit attest tot staving dien je bij inschrijving in te leveren.

4.6.4 Andere verantwoordingsstukken

Indien je wordt toegelaten op basis van eerder behaalde studiebewijzen (EVK) of van beroepservaring of rapporten (EVC), dan moeten alle verantwoordingsstukken ook in het cursistendossier worden bewaard. Hierbij denken we aan een kopie van je diploma's, attesten van opleidingsinstellingen, het verslag van de directie van het centrum i.v.m. de toegekende

vrijstellingen…

Dat is eveneens het geval wanneer je in het secundair volwassenenonderwijs wordt toegelaten op basis van de voorwaarde "voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht” (d.w.z. 15 jaar oud zijn en 2 jaar secundair onderwijs gevolgd hebben). Je moet dan een attest indienen, waaruit blijkt dat je 2 jaar secundair onderwijs gevolgd hebt.

4.7 Inschrijvingsgelden en bijdrage in de kosten van het cursusmateriaal

4.7.1 Inschrijvingsgelden

10

Het inschrijvingsgeld bedraagt € 1,5 per lestijd die is voorzien in het opleidingsprofiel en voor NT2

0,60 euro per lestijd. Er is geen inschrijvingsgeld verschuldigd voor modules waarvoor je bent vrijgesteld.

In het gecombineerd onderwijs betaal je inschrijvingsgeld voor zowel het gedeelte contactonderwijs als het gedeelte afstandsonderwijs. Het totaal van het aan het centrum te betalen inschrijvingsgeld is begrensd op ten hoogste € 300 per semester én per opleiding voor het secundair volwassenenonderwijs (SVWO), het Hoger Beroepsonderwijs (HBO5) en de specifieke lerarenopleiding (SLO). Deze plafonnering per semester is niet overdraagbaar naar een ander centrum. Opgelet: je moet zelf je betaalbewijzen bijhouden!

4.7.2 Bijdrage in de kosten van het cursusmateriaal

Bij de inschrijving kunnen ook de kosten van het cursusmateriaal aangerekend worden. Het gaat hier om kosten die rechtstreeks het gevolg zijn van de gekozen opleiding. Een vrijstelling van inschrijvingsgeld houdt geen vrijstelling van bijdrage in de kosten van cursusmateriaal in.

Er wordt wat betreft cursusmateriaal een onderscheid gemaakt tussen: grondstoffen en materiaal; bijdrage aan uitstappen en/of buitenschoolse activiteiten; cursus. De specifieke kosten zijn per opleiding en module opgenomen in de infofolders en op onze website.

Je vindt ze ook als bijlage bij dit reglement. In bepaalde opleidingen dien je (bijvoorbeeld in functie van de wettelijke hygiënevoorschriften) ook zelf materiaal en/of kledij aan te kopen. In andere opleidingen moet je bepaalde handboeken aankopen. Aangezien dit materiaal persoonlijk is, zijn deze kosten niet opgenomen in de bijdrage voor het cursusmateriaal.

Als je aan een uitstap niet kan deelnemen, krijg je in principe alleen de geldsom terug van onkosten die niet op voorhand dienden betaald te worden. Het centrum beslist bovendien, aangezien een studieuitstap behoort tot het lessenpakket, welke terugbetaling kan gebeuren na het onderzoeken van je gemotiveerde reden.

4.8 Betalingswijzen

Je inschrijving is slechts definitief na betaling van alle aan de opleiding verbonden kosten. De betaling kan als volgt gebeuren: met Bancontact (toestellen op elke campus aanwezig); met opleidingscheques voor werknemers; met KMO-portefeuille voor werkgevers.

Alle informatie betreffende opleidingscheques voor werknemers kan je vinden op www.vdab.be/opleidingscheques. Het centrum is erkend als opleidingsverstrekker voor opleidingen die kaderen in je beroepsloopbaan en die je volgt in opdracht van je werkgever. Informatie hierover kan je bekomen via www.kmo-portefeuille.be.

4.9 Vrijstelling of vermindering van inschrijvingsgelden

Alle attesten die moeten voorgelegd worden met het oog op een volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld of op een verminderd inschrijvingsgeld mogen op het ogenblik van de inschrijving niet ouder zijn dan 1 maand. Het volledige inschrijvingsgeld wordt aangerekend zolang de vereiste attesten ontbreken.

Ontbrekende attesten dienen steeds ingeleverd te worden binnen de 30 dagen na inschrijving. Wanneer alle vereiste attesten werden binnengebracht, wordt het te veel betaalde inschrijvingsgeld terugbetaald per overschrijving.

4.9.1 Volledige vrijstelling van inschrijvingsgeld

11

Als cursist ben je volledig vrijgesteld van de betaling van het inschrijvingsgeld, als bij inschrijving

het volgende blijkt : Je krijgt materiële hulp als asielzoeker. Je ontvangt een leefloon/maatschappelijke dienstverlening van het OCMW of je valt ten laste

van iemand in deze categorie. Als je ouder dan 65 bent, krijg je alleen vrijstelling van

inschrijvingsgeld als je een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) geniet. (LET OP: Artikel 60,§7 (activering leefloon in kader van tewerkstelling) komt niet in aanmerking.)

Je bent minderjarig en leeft in beschermd wonen. Je verblijft in een centrum voor algemeen welzijnswerk (CAW). Je bent gedetineerde. Je ontvangt een wachtuitkering of werkloosheidsuitkering en je volgt de opleiding met een

VDAB-contract (erkend traject naar werk). Je bent een niet-werkende verplicht ingeschreven werkzoekende en hebt nog geen recht op

een wachtuitkering. Je volgt deeltijds secundair beroepsonderwijs in combinatie met een bijkomende opleiding in

het volwassenenonderwijs. Je schrijft in voor een opleiding in het studiegebied Nederlands als tweede taal en

o je volgt de opleiding NT2 in het kader van de sociale wooncode. Je bezorgt het attest

sociale wooncode aan je CVO. o je volgt als inwoner van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een opleiding NT2 in

een lesplaats in Brussel. Je bewijst je domicilieadres aan het CVO via je identiteitskaart of verblijfsdocument.

o je hebt niet voldaan aan de voltijdse leerplicht. Je secundaire school bezorgt je een attest van de samenwerkingsovereenkomst tussen de instelling voor secundair

onderwijs en het CVO. o je bent inburgeraar en ofwel:

heb je een inburgeringscontract ondertekend heb je een attest van inburgering behaald heb je een attest van EVC (volgens het oude inburgeringsdecreet) behaald.

Om deze vrijstelling te verkrijgen moet je het juiste document bezorgen aan het centrum.

Je betaalt geen inschrijvingsgeld voor opleidingen van de studiegebieden Algemene Vorming en Aanvullende Algemene Vorming.

4.9.2 Gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld

Als cursist ben je gedeeltelijk vrijgesteld van de betaling van het inschrijvingsgeld, als bij inschrijving het volgende blijkt :

Je ontvangt een wachtuitkering of werkloosheidsuitkering en volgt de opleiding zonder VDAB-contract of je valt ten laste van iemand in deze categorie.

Je bent voor ten minste 66% arbeidsongeschikt of je valt ten laste van iemand in deze categorie.

Je hebt recht op een integratietegemoetkoming aan gehandicapten of je valt ten laste van

iemand in deze categorie. Je bent ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Je verdienvermogen is verminderd tot 1/3 of minder van wat een gezonde persoon kan

verdienen of je valt ten laste van iemand in deze categorie. Je zelfredzaamheid is verminderd met ten minste 7 punten of je valt ten laste van iemand in

deze categorie. Je bent ambtenaar en werd ambtshalve vervroegd op pensioen gesteld wegens

gezondheidsredenen. Deze vrijstelling geldt als je jonger bent dan 65 jaar.

Je volgde de voorbije 2 schooljaren een opleiding van ten minste 120 lestijden in een centrum voor basiseducatie (CBE).

In dit geval betaal je 0,30 euro inschrijvingsgeld per lestijd. Daarvoor moet je het juiste document bezorgen aan je CVO.

4.10 Terugbetaling van inschrijvingsgeld en cursusmateriaal bij annulering of

stopzetting

Indien je vóór aanvang van een module schriftelijk met gemotiveerde vraag meldt dat je de module niet kan aanvatten, worden alle reeds betaalde en aan de module verbonden kosten terugbetaald.

12

Na aanvang van de module kan je het betaalde inschrijvingsgeld en cursusmateriaal in geen enkel geval terugvorderen. Enkel indien je een module stopzet in de studiegebieden Bakkerij, Horeca, Slagerij of Drankenkennis,

kan je een deel van de betaalde bijdrage voor de aan deze module verbonden kosten voor grondstoffen terugvorderen, wanneer je je stopzetting schriftelijk meldt. Indien het centrum beslist om een module niet te laten doorgaan, dan wordt het volledige bedrag terugbetaald.

4.11 Uitstel van betaling of afbetalingsplan

Indien je problemen ondervindt met het betalen van sommige financiële bijdragen, kan je contact opnemen met de directie. In samenspraak kunnen er dan afspraken worden gemaakt over een aangepaste manier of spreiding van betalen. Wij verzekeren je een discrete behandeling van je vraag.

Heb je niet het volledige bedrag betaald op de laatste vervaldag? Dan schrijven we je uit voor het aantal modules dat overeenkomt met het onbetaalde bedrag.

4.12 Schoolverzekering

De cursisten zijn aansprakelijk voor de schade die ze veroorzaken. Je kan verplicht worden deze schade te herstellen of te vergoeden. Daarom is het aangewezen dat je een familiale verzekering afsluit. Het centrum is niet verantwoordelijk voor verlies of vervreemding, diefstal (uit fietsenstalling, lockers, vestiairekasten…) of beschadiging van voorwerpen, kledij en boeken die je toebehoren.

Het centrumbestuur heeft een schoolpolis en een polis arbeidsongevallen stagiairs afgesloten. De schoolpolis waarborgt onder meer de terugbetaling van alle medische kosten die het gevolg zijn van een ongeval op weg naar en van het centrum en tijdens door het centrum georganiseerde activiteiten.

De polis arbeidsongevallen stagiairs waarborgt lichamelijke schade die een stagiair heeft opgelopen tijdens de uitvoering van zijn stage op de reguliere stageplaats. Praktisch gezien moet bij elk schadegeval onmiddellijk, en uiterlijk binnen de 24 uur, het secretariaat van het centrum verwittigd worden. Een administratief medewerker zorgt voor de aangifte van het schadegeval aan de verzekeringsmaatschappij en draagt zorg voor de verdere opvolging ervan. Hou steeds de onkostennota’s zorgvuldig bij. De verzekeringsmaatschappij zal, na de aangifte, je in

kennis stellen van de te volgen procedure voor de verdere afhandeling van het schadegeval. Indien je hierbij nog vragen hebt, mag je steeds contact opnemen met het secretariaat van de CVO-campus waar je les volgt. Bij een ongeval in het centrum begeef je je naar het secretariaat en/of onthaal, waar kennis van en materiaal voor EHBO aanwezig zijn.

4.13 Bijkomende inlichtingen voor inschrijvingen in de studiegebieden ASO, Aanvullende algmeene vorming, Secretariaatsmedewerker, transportbediende

en Medisch administratief bediende.

4.13.1 Informatiemomenten

Ben je kandidaat-cursist? Kom naar een van onze informatiemomenten tijdens het schooljaar. Je vindt de data op onze website. Wat breng je mee? identiteitskaart of document wettig verblijf

13

indien je ze bezit: originele jaarrapporten vanaf het 4de jaar en het getuigschrift tweede

graad voor ASO, TSO of KSO; voor BSO het jaarrapport vanaf het 6de jaar; deelcertificaten en andere documenten waarmee je vrijstellingen wil aanvragen.

4.13.2 Inloop

In de inloopperiode leren we je mogelijkheden beter kennen. We helpen je om een persoonlijke studieweg uit te stippelen. In een persoonlijk intakegesprek vragen we naar je vooropleiding, je interesse, je verwachtingen en je toekomstplannen.

Je neemt deel aan enkele oriëntatieproeven en/of vrijstellingsproeven. Ze maken een momentopname van wat je kent en kan voor een vak. We bekijken of je in aanmerking komt voor vrijstellingen. Welke proeven moet je afleggen? Dat lees je bij oriëntatie per opleiding.

Op het einde van de inloopperiode krijg je een persoonlijk advies over je studiemogelijkheden.

4.13.3 Oriëntatie per opleiding

ASO

Voortraject ASO Heb je geen getuigschrift tweede graad ASO/TSO/KSO en wil je in het ASO traject stappen? Je legt oriëntatieproeven af voor wiskunde (niet voor wie een derde jaar ASO/TSO/KSO behaalde), Nederlands, Frans en Engels.

Op basis van je resultaten stellen we een voortraject samen waarin je voorbereid wordt op het traject derde graad.

Derde graad ASO Heb je een getuigschrift tweede graad ASO/TSO/KSO, dan kan je rechtstreeks instappen in een aantal modules van de derde graad ASO. Wie in het buitenland een gelijkgesteld getuigschrift tweede graad behaalde, legt een proef Nederlands af.

Aanvullende algemene vorming

Je legt vrijstelingsproeven af voor Nederlands, wiskunde, Frans en/of Engels, wetenschappen en

ICT. Daarna krijg je een advies op basis van de resultaten. Mocht je onvoldoende scoren, dan adviseren we je om eerst je tekorten bij te werken. We verwijzen je dan naar een geschikte vooropleiding.

Beroepsgerichte opleidingen: Secretariaatsmedewerker, transportbediende, medisch

administratief bediende

Voor deze opleidingen kan je vrijstellingsproeven afleggen voor de informatica-modules en voor de zakelijke talen.

Daarna krijg je een advies op basis van de resultaten. Mocht je onvoldoende scoren, dan adviseren we je om eerst je tekorten bij te werken. We verwijzen je dan naar een geschikte vooropleiding.

5. VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS M.B.T. CURSISTENBEGELEIDING Het centrumbestuur maakt de nodige afspraken, stelt procedures op en neemt technische en organisatorische maatregelen om je persoonsgegevens te beschermen conform de privacywetgeving

en de “Algemene Verordening Gegevensbescherming”. Bij het verwerken van persoonsgegevens houdt het centrumbestuur als verwerkingsverantwoordelijke rekening met je rechten als betrokkene. Als betrokkene moet je je rechten zonder belemmering of opgave van reden kunnen uitoefenen.

Het centrum verwerkt persoonsgegevens voor het aanleggen van een individueel cursistendossier voor begeleiding en studiebeoordeling van de cursist en voor het factureren van de cursistenrekeningen. In dat kader kunnen we de gegevens ook aan externe partners ter beschikking stellen. Je kan je steeds schriftelijk tot de (campus-)directeur of zijn plaatsvervanger richten om deze gegevens in te zien en foutieve gegevens te verbeteren.

14

Wie ‘voor akkoord’ met het centrumreglement en met de verklaring rond de verwerking van

persoonsgegevens heeft getekend, geeft daarmee de uitdrukkelijke toestemming om de gegevens te verwerken om een individueel cursistendossier in het kader van de leer- en leefzorg aan te leggen en voor andere welomschreven doeleinden.

6. LEEFREGELS In het centrum gelden de algemeen aanvaarde omgangsvormen van een tolerante, pluralistische en democratische maatschappij. Beleefdheid, hoffelijkheid, wederzijds vertrouwen en respect zijn voor de cursisten en personeelsleden een vanzelfsprekendheid.

Ook van jou verwacht men dus een verzorgd uiterlijk, een onberispelijk gedrag en een correcte houding. Eenieder heeft belang bij de naleving van zijn rechten en plichten in het centrum. De naleving ervan verkleint de kans op geschillen. Het directieteam staat samen met alle medewerkers van het centrum open voor je inbreng en betrokkenheid, voor je constructieve en kritische bedenkingen.

6.1 Regelmatige aanwezigheid De aanwezigheden worden zorgvuldig geregistreerd. Jouw regelmatige aanwezigheid verhoogt je slaagkansen in de opleiding. Om ingeschreven te blijven en deel te nemen aan de eindevaluatie, moet je in alle lessen aanwezig zijn, tenzij je een geldige

reden hebt. We vinden het belangrijk dat de lessen op tijd beginnen – aan het begin van de les en na pauzes. Als je te laat komt, stoor je zowel de leerkracht als andere cursisten. Kom je te laat binnen, dan noteert de leerkracht je als te laat. Respecteer naast het beginuur ook de einduren van de lessen. Als je het centrum vroeger wil

verlaten, meld je dit - omwille van de verzekering - aan de leerkracht of het secretariaat. Elke afwezigheid moet gewettigd worden door een attest. Bij afwezigheid bezorg je binnen een week een schriftelijke verantwoording aan het secretariaat. Geattesteerde afwezigheid omwille van

volgende redenen wordt geregistreerd als ‘verantwoord afwezig’: medische of professionele redenen, begrafenis of huwelijk van bloed- of aanverwant, dagvaarding of oproep om voor de rechtbank te

verschijnen, het beleven van feestdagen inherent aan je levensbeschouwelijke overtuiging, geboorte of ziekte van een kind, oproep door VDAB, OCMW, politie, … Andere afwezigheden kunnen veroorzaakt worden door overmacht: door staking van openbaar vervoer, uitzonderlijke weersomstandigheden, bij staking of ziekte van een leerkracht of wanneer het centrum door overmacht onbereikbaar of ontoegankelijk is. De directie beslist om bij één van deze redenen je afwezigheid als verantwoord te beschouwen.

Het gecombineerd onderwijs bestaat uit een gedeelte afstandsonderwijs en een gedeelte contactonderwijs. Ook daar moet je aanwezig zijn in het gedeelte contactonderwijs én je deelname aan het gedeelte afstandsonderwijs wordt systematisch opgevolgd. De verificatie controleert de regelmatige aanwezigheid van de cursist via de databank (digitaal aanwezigheidsregister). Wie te vaak afwezig is (gewettigd of ongewettigd) wordt door de verificateur

onherroepelijk geschrapt. Hiertegen is geen enkel verhaal mogelijk. Je kan dan ook door de directie

uitgesloten worden van verdere deelname aan de lessen en evaluaties. Ook als je fraudeert met een wettiging van afwezigheid, kan je worden uitgeschreven.

6.2 Veiligheid en gezondheid

Het centrum staat in voor de veiligheid en de gezondheid van de cursisten en het personeel. Om een goede en snelle hulpverlening in noodgevallen mogelijk te maken, vragen wij je om op vrijwillige basis die medische gegevens door te geven, waarvan je oordeelt dat het centrum ze moet kennen. Vanzelfsprekend behandelen we deze informatie strikt vertrouwelijk.

15

Om op het centrum of de stageplek elk risico uit te sluiten in verband met het dragen van lasten en

het gebruik van producten, moet je het aan de directeur melden als je zwanger bent. In samenspraak met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk van de onderwijsinstelling en/of stagegever zal dan worden gezocht naar mogelijkheden om je, met de nodige beschermingsmaatregelen, zoveel mogelijk aan het onderwijsproces te laten deelnemen.

Wij zorgen voor nette lokalen. We verwachten dat je ze netjes houdt en dat je bovendien de - voor de opleidingen - specifieke hygiënische en onderhoudsregels naleeft. We sorteren ons afval in de daartoe voorziene vuilbakken. In het kader van de veiligheid treft het centrum maatregelen inzake brandpreventie, evacuatie,

brandbestrijding en EHBO. Het spreekt vanzelf dat je deze maatregelen respecteert en dat je je mee inzet om de veiligheid in het centrum te bevorderen. Het is dan ook eenieders taak om defecten, beschadigingen en storingen te signaleren. In geval van brand of een andere noodsituatie moeten de lokalen zo snel mogelijk ontruimd kunnen worden. Bij evacuatie(oefeningen) ben je als cursist verplicht om de verstrekte richtlijnen strikt na

te leven.

De door de leerkrachten gegeven onderrichtingen inzake het gebruik van computerklassen, laboratoria, praktijklokalen, e.d. moeten correct opgevolgd worden. Draag altijd de voorgeschreven werkkledij, gebruik steeds de persoonlijke beschermingsmiddelen en volg ook nauwgezet de veiligheidsinstructiekaarten bij machines, installaties of apparatuur.

Werk steeds zorgvuldig en met aandacht én leef de richtlijnen van uw leerkracht correct na. Apparatuur, machines en materieel mogen niet uit het lokaal worden verplaatst. Je mag ze enkel gebruiken als je de werking ervan kent. Behandel ze met de nodige zorg. Beschadigingen moet je onmiddellijk melden. Je bent mee verantwoordelijk voor de netheid ervan. Je mag de bijbehorende handleiding(en) en databoeken niet ontlenen. Wie zaken beschadigt of ontvreemdt, zal hiervoor volledig verantwoordelijk worden gesteld.

Bovendien kan het orde- en tuchtreglement hierop worden toegepast. We respecteren ook onze buren en de omgeving van het centrum.

6.3 Aangepast gedrag

Cursisten mogen geen activiteiten ontplooien die de normale gang van de lesactiviteiten verstoren. Indien men les volgt op een locatie van derden, dan houdt men zich ook aan de daar geldende regels.

6.4 Rookverbod Het is verboden te roken in de gebouwen en op alle andere plaatsen die deel uitmaken van de

infrastructuur van het centrum. Overtreding van het rookverbod wordt bij een eerste vaststelling gesanctioneerd met een mondelinge waarschuwing. Bij een tweede vaststelling volgt een schriftelijke waarschuwing. Bij herhaalde overtreding van het rookverbod kan dit leiden tot het nemen van orde- en/of tuchtmaatregelen.

6.5 Wapens, drugs en alcohol

Het is verboden om wapens mee naar het centrum te nemen. Het is ook verboden om elk ander

voorwerp binnen het centrum te gebruiken als wapen. Als deze regels niet gevolgd worden, verwittigt het centrum de politie. Je drinkt geen alcohol in het centrum. Je brengt geen cannabis of andere illegale drugs binnen de schoolmuren. Je gebruikt niet, deelt niet en dealt niet.

De leerkrachten mogen je vragen om de klas te verlaten als je onder invloed bent en/of de les stoort. Als we merken dat je een probleem hebt met alcohol of drugs, dan spreken we je hierover aan. Als je onder invloed de lessen volgt, verkleint je kans op succes aanzienlijk.

6.6 Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag

16

In ons centrum worden geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag niet getolereerd. Als dit

zich toch voordoet, zal onmiddellijk worden opgetreden en wordt het orde- en tuchtreglement toegepast. Als slachtoffer kan je ook steeds de ombudspersoon contacteren om samen naar een oplossing te zoeken.

6.7 Persoonlijke bezittingen en werkmateriaal

Je bent zelf verantwoordelijk voor je persoonlijke bezittingen (GSM, sieraden, geldbedragen, enz.) en voor je eigen werkmateriaal. Je kan het CVO niet aansprakelijk stellen voor onder andere verlies, diefstal of beschadiging ervan.

6.8 Gebruik GSM en ICT-materiaal Tijdens de lessen zorg je ervoor dat je GSM het lesverloop niet verstoort. Bij misbruik van communicatie- en informaticamiddelen kan je aansprakelijk gesteld worden voor alle schade (gegevensverlies, diefstal, dataspionage, enzovoort) die hierdoor is ontstaan.

Het centrumbestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan toegelaten

computerapparatuur en toebehoren van de cursist zelf, noch voor beschadiging of het verlies van gegevens, als gevolg van bijvoorbeeld virussen of verkeerd gebruik. Misbruik van communicatie- en informaticamiddelen kan worden opgespoord. De gegevens kunnen worden verstrekt aan de directeur van het centrum en aan het centrumbestuur. De door systeemmonitoring verkregen gebruikersgegevens zullen enkel worden aangewend met het oog op

de bewaking van de goede werking van het centrum. Genoemde inbreuken kunnen - overeenkomstig hun frequentie, aard en ernst - gesanctioneerd worden.

6.9 Camerabewaking Met het oog op de bescherming tegen inbreuken op de fysieke integriteit van personen, diefstal en vandalisme en tevens als toegangscontrole is op strategische plaatsen camerabewaking voorzien. De

camerabewaking is aangekondigd en de opnames worden voor maximaal 1 maand bewaard (met uitzondering van beelden die langer bewaard worden als bewijsmateriaal).

6.10 Parkeren

Auto’s en (brom)fietsen worden reglementair gestald op de daartoe voorziene plaatsen. Wie met de

(brom)fiets komt, zet hem op slot. De ruimten voor de ingangen van de gebouwen en evacuatiewegen moeten steeds vrij blijven voor de brandweer en voor de andere hulpdiensten.

6.11 Copyright

De auteursrechten op onder andere boeken en software moeten strikt worden gerespecteerd. Werken van cursisten kunnen worden gebruikt voor publiciteit voor het centrum. 7. MOGELIJKE FACILITEITEN EN FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN

7.1 Kinderbijslag voor meerderjarige cursisten

Tot de leeftijd van 25 jaar kan je een aanvraag indienen voor kindergeld. Voorwaarden Je bent ingeschreven in september en/of in februari. Je volgt minimum 17u les per week (overdag en/of ’s avonds). Je hebt het inschrijvingsgeld en/of de bijdrage voor het cursusmateriaal volledig betaald en je bent aanwezig in de lessen. Je wettigt elke afwezigheid en je verwittigt het onthaal.

Administratie Je brengt per semester het formulier P-7 binnen en wij vullen de achterzijde in met de effectieve uren. Je haalt zelf het ingevulde formulier P-7 op het onthaal op en stuurt dit naar het Kinderbijslagfonds. We verwittigen je ouders als je de lessen niet meer volgt.

17

7.2 Premie na het behalen van bepaalde diploma’s

Aan cursisten die een eerste diploma secundair onderwijs behalen wordt een premie toegekend die gelijk is aan het inschrijvingsgeld dat de cursist voor deze opleiding heeft betaald.

7.3 Educatief verlof Werk je in de privésector, dan heb je de mogelijkheid tot educatief verlof. Werk je voor de Vlaamse overheid in de brede zin van het woord, dan heb je recht op zorgkrediet. Meer informatie in verband met dit verlof kan je terugvinden op www.werk.be/online-diensten/vlaams-zorgkrediet.

7.4 Vrijstelling VDAB om studies te volgen Ben je volledig werkloos dan kan je een vrijstelling bij de VDAB aanvragen. Dit houdt in dat je niet beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt. Informeer je hiervoor bij de VDAB. Je vraagt op het onthaal een aanvraagformulier. Na betaling van het inschrijvingsgeld en/of de

bijdrage voor het cursusmateriaal haal je dit formulier op en bezorg je dit aan je

uitbetalingsinstelling. Als je vrijstelling wordt goedgekeurd bezorg je een kopie van de goedkeuring op het onthaal. Daarna kom je op het einde van elke maand op het onthaal een aanwezigheidsattest C98 halen dat je aan je uitbetalingsinstelling bezorgt. 8. DE OMBUDSPERSOON

De directie duidt ieder schooljaar onder de personeelsleden, verbonden aan het centrum, één of meerdere ombudspersonen aan. Die bemiddelen bij klachten over als onheus ervaren handelingen en toestanden. Hun namen zijn opgenomen in de bijlage bij het centrumreglement en in de wegwijsboekjes. Zij voeren hun opdracht uit voor de cursisten waarvoor zij aangewezen zijn. Een ombudspersoon kan in geen geval een stemgerechtigd lid zijn van de evaluatiecommissie.

De ombudspersoon treedt als bemiddelaar op tussen de cursist en de evaluatiecommissie. De ombudspersoon onderzoekt alle klachten in verband met de evaluatieregeling, het verloop van

de evaluaties en de deliberatie.

Om zijn taak zo goed mogelijk te vervullen heeft hij het recht zowel vóór als tijdens de deliberatie, aan de leden van de evaluatiecommissie inlichtingen te vragen over de evaluaties. Daarnaast bewaken de ombudspersonen de toepassing van het centrumreglement. Ze proberen problemen en conflicten te voorkomen en - binnen de perken van hun verplichting tot discretie - signaleren die desgevallend aan de directie. Ze kunnen je ook helpen als je financiële problemen ondervindt met het betalen van sommige financiële bijdragen.

Bij geschillen tussen de cursisten en het personeel treedt één van de ombudspersonen op als onpartijdig contactpersoon. Indien nodig verwijst hij/zij door naar de passende diensten en organen. Een cursist kan een klacht mondeling of schriftelijk overmaken aan één van de ombudspersonen. Die zal de klacht vertrouwelijk en objectief behandelen, om - eventueel na het inwinnen van bijkomende informatie - binnen een zo kort mogelijke termijn door bemiddeling de betrokken partij(en) een

oplossing aan te reiken of een regeling voor te stellen.

Wanneer de bemiddeling niet tot een oplossing of regeling leidt, dan rapporteert de ombudspersoon - na overleg met de betrokken partijen - aan de directie. De ombudspersoon maakt van elke tussenkomst een schriftelijke neerslag die ter beschikking wordt gesteld van de directeur.

9. KLACHTENPROCEDURE Bij het centrumbestuur, het APB POA, kan je ook terecht met een klacht over ons centrum.

18

Meer info:

htpp://www.provincieantwerpen.be/provinciebestuur/provinciegriffier/klachtenbehandeling.html Let op: deze klachtenprocedure is niet van toepassing bij de verder in dit reglement vermelde georganiseerde beroepen (tuchtmaatregelen en beslissingen van de evaluatiecommissie).

10. ORDE- EN TUCHTREGLEMENT Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in het centrum te vrijwaren.

10.1 Ordemaatregelen

Om de dagelijkse werking zo vlot mogelijk te laten verlopen, zijn in ons centrum een reeks leefregels van kracht. Sommige leefregels zijn van materiële aard, andere regels zijn van immateriële aard. Deze regels zijn verbonden met ons agogisch project. De leefregels tref je aan in punt 6 en/of in de wegwijsboekjes. Als je de leefregels schendt, de goede werking van het centrum hindert of het lesverloop verstoort,

kan er een maatregel worden opgelegd, zoals:

een mondelinge verwittiging (door alle personeelsleden) een schriftelijke verwittiging (enkel door directie) de tijdelijke verwijdering uit de les (door alle personeelsleden) Deze maatregel heeft tot doel om je gedrag te verbeteren en zo aan te passen dat een goede samenwerking met alle personeelsleden en medecursisten van het centrum opnieuw mogelijk wordt.

Alle personeelsleden van de school, maar ook een stagementor, een voordrachthouder, enz., mogen je een maatregel bij schending van leefregels opleggen. Tegen een maatregel bij schending van leefregels kan je niet in beroep gaan.

10.2 Tuchtmaatregelen

Een tuchtmaatregel wordt genomen als je handelingen de leefregels zodanig schenden dat ze een ernstige belemmering vormen voor het normale onderwijsgebeuren en/of een gevaar zijn voor de fysieke of psychische integriteit en veiligheid van de mensen waarmee je in het kader van je opleiding in contact komt. Voorbeelden hiervan zijn het toebrengen van materiële schade, fysieke of verbale

agressie en vergaande ordeverstoring.

Als ordemaatregelen niet hebben geleid tot een aanpassing van je gedrag of als je ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt, kan één van de volgende tuchtmaatregelen worden genomen: een tijdelijke uitsluiting uit de lessen van één of meer modules of uit alle lessen voor een

maximale duur van twee weken; een definitieve uitsluiting uit 1 specifieke module; een definitieve uitsluiting uit het centrum.

Als er redenen zijn om je een tuchtmaatregel op te leggen, dan word je vooraf met een aangetekende brief uitgenodigd voor een gesprek met de directeur over deze tuchtmaatregel en de feiten die hiertoe aanleiding hebben gegeven. Je kan je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een advocaat of een andere vertrouwenspersoon. Een personeelslid van het centrum kan evenwel niet als vertrouwenspersoon optreden. Je moet reageren op deze uitnodiging binnen de vijf lesdagen na de betekening van deze aangetekende brief. Uiterlijk drie lesdagen na het gesprek, of na het verstrijken van de termijn om het gesprek aan te

vragen, brengt de directeur je met een aangetekende brief op de hoogte van de genomen beslissing.

Als een tuchtmaatregel wordt opgelegd, dan wordt die pas na de betekening van deze brief van kracht. De brief is gemotiveerd en vermeldt de concrete feiten die aanleiding geven tot een tuchtmaatregel. Een kopie van deze brief wordt opgenomen in je dossier. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief van de

directeur aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens.

10.3 Preventieve schorsing

19

Bij een tuchtprocedure kan de directeur je in ernstige gevallen met onmiddellijke ingang voorlopig

uit het centrum verwijderen voor de duur van de tuchtprocedure. Je zal zo spoedig mogelijk door de directeur worden gehoord over deze maatregel.

10.4 Mogelijkheid tot beroep

Als je definitief wordt uitgesloten heb je het recht om, binnen de vijf kalenderdagen na de betekening van de beslissing tot definitieve uitsluiting, hiertegen in beroep te gaan bij een beroepscommissie met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Je verzoekschrift vermeldt ten minste het voorwerp van het beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij het verzoekschrift kunnen

overtuigingsstukken gevoegd worden. Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22

2018 Antwerpen

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris. Als je beroep instelt, dan schort dit beroep de uitvoering van de definitieve uitsluiting niet op. De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen.

Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur uiteen te zetten. Je kan je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een advocaat of een andere vertrouwenspersoon. Een personeelslid van het centrum kan niet als vertrouwenspersoon optreden. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement. De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel:

het beroep af te wijzen op grond van onontvankelijkheid als ofwel: o de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden o het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

de definitieve uitsluiting te bevestigen

de definitieve uitsluiting te vernietigen

Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens.

11. STUDIEBEWIJZEN Als je een module met succes hebt beëindigd, behaal je een deelcertificaat. Als je alle modules van de opleiding met succes hebt afgelegd, dan behaal je een certificaat. Als je een open module met succes hebt beëindigd, dan behaal je een deelcertificaat en een

supplement bij het deelcertificaat.

Na de derde graad ASO ontvang je een diploma secundair onderwijs. Een aantal beroepsgerichte opleidingen leiden eveneens tot een diploma secundair onderwijs. De opleidingen omvatten twee onderdelen: de opleiding aanvullende algemene vorming en de

beroepsopleiding. Je ontvangt na beide opleidingen een certificaat. De twee certificaten samen geven recht op een diploma secundair onderwijs. Het diploma is gelijkwaardig met het diploma secundair onderwijs van het leerplichtonderwijs.

20

Behaalde je al eerder een diploma secundair onderwijs en werk je met succes een diplomeerbare

beroepsopleiding af, dan behaal je een nieuw diploma secundair onderwijs. Welke beroepsgerichte opleidingen leiden tot een diploma secundair onderwijs kan je bevragen op het secretariaat. Volg je les in twee centra, dan ontvang je het diploma secundair onderwijs in het centrum waar je

het laatste certificaat behaalt. Er wordt je meegedeeld wanneer je een studiebewijs kan afhalen. Op de proclamatie van de afgestudeerden kan je het diploma of certificaat in ontvangst nemen. Aangezien je moet tekenen voor ontvangst, worden studiebewijzen nooit opgestuurd.

21

DEEL III A: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het SECUNDAIR VOLWASSENENONDERWIJS in de studiegebieden Bakkerij, Bedrijfsbeheer, Chemie, Drankenkennis, Horeca, Mechanica-elektriciteit, Mode, Slagerij, Talen, Toerisme.

1. Toelatingsvoorwaarden

Om toegelaten te worden tot een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs, moet je hebben

voldaan aan de voltijdse leerplicht. Om je als cursist toe te laten worden tot een sequentieel geordende module (de aanvangsmodule uitgezonderd) moet je bovendien aan één van volgende voorwaarden voldoen: je beschikt over het deelcertificaat van een sequentieel voorafgaande module in een leertraject je beschikt over een welbepaald attest of certificaat van een andere opleidings- of

vormingsinstelling, zogenaamde elders verworven kwalificaties (EVK)

je beschikt over een welbepaalde titel van beroepsbekwaamheid, zoals vermeld in het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet betreffende de titel van beroepsbekwaamheid (EVK)

de directie van het centrum oordeelt dat je beschikt over een diploma, certificaat of getuigschrift uit het onderwijs of een attest of certificaat uit een andere opleidings- of vormingsinstelling waaruit blijkt dat je over voldoende kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om de module

aan te vangen (EVK) de directie van het centrum oordeelt op basis van een uitgebreid gestoffeerd dossier met elders

verworven competenties (EVC) en/of toelatingsproef dat je de nodige ervaring hebt verworven die je toelaat de module te volgen.

Als de opleidingsprofielen een attest van medische geschiktheid of stagevoorwaarden

opleggen, moet je hieraan voldoen. De cursisten die één van deze opleidingen wensen te volgen zullen hierover door het centrum correct geïnformeerd worden.

2. De evaluatievormen en –modaliteiten Het voorwerp van de evaluaties zijn de leerplandoelstellingen die voorkomen in de goedgekeurde leerplannen. De beoordelingscriteria worden afgeleid uit de doelstellingen en leerinhouden van de

leerplannen. Per opleiding, en/of module bepaalt de directie na raadpleging van de betrokken leerkrachten - evaluatoren en rekening houdende met de te beoordelen competenties de vorm van de evaluatie: mondeling en/of schriftelijk, afsluitende evaluatie en/of permanente evaluatie. Bij zijn inschrijving kan de cursist verzoeken om de evaluatievorm van toepassing in de gekozen opleiding of module te vernemen.

Bij een mondelinge evaluatie wordt bovendien, op verzoek van de cursist, een schriftelijke voorbereidingstijd toegestaan. In geval van overmacht kan de directie een mondelinge evaluatie schriftelijk laten afleggen of omgekeerd.

Elke afsluitende evaluatie (examen of eindproef genoemd) is de eindbeoordeling van het resultaat van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel door een momentopname. Permanente evaluatie is het resultaat van de continue beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel tijdens de organisatieperiode

(modulair onderwijs). Het betreft dus een gespreide evaluatie, op verschillende tijdstippen. Kennis en vaardigheden worden getoetst in praktische oefeningen en toepassingen; de evaluatie gebeurt aan de hand van observaties en/of toetsen.

22

3. De organisatie van de evaluatie

In het modulair georganiseerd onderwijs organiseert het CVO Provincie Antwerpen ten minste voor elke module een evaluatie onder de vorm van een permanente en/of afsluitende evaluatie.

Hoeveel punten er staan op de permanente evaluatie en hoeveel op de afsluitende evaluatie, wordt je bij het begin van iedere module meegedeeld. In het secundair volwassenenonderwijs is geen tweede evaluatieperiode (herexamen) voorzien. Enkel voor de opleiding Gids/Reisleider wordt er wel een tweede evaluatieperiode voorzien.

4. Evaluatietijdstip(pen)

Het CVO Provincie Antwerpen kan de vorderingen van de cursisten permanent opvolgen en registreren. Per module bepaalt de directie de data van de afsluitende evaluatieperiodes (examens of eindproeven). Deze data worden je bij aanvang van de opleiding of module meegedeeld door de

betrokken vakleerkracht. Ze zijn ook terug te vinden op het digitaal platforml.

De data van eventuele tussentijdse toetsen of proeven worden door de betrokken leerkracht bepaald.

5. Evaluatievoorwaarden Om aan de evaluatie te mogen deelnemen moet een cursist: voldoen aan de toelatingsvoorwaarden

het inschrijvingsgeld betaald hebben of hiervan vrijgesteld zijn; voldoen aan de door het studieprogramma opgelegde verplichtingen zoals bijvoorbeeld de

vereiste stages. De directie kan een cursist het recht ontzeggen om deel te nemen aan de evaluaties op grond van langdurige of veelvuldige niet-gemotiveerde afwezigheden.

6. Deelname aan de afsluitende evaluatie Een cursist die niet deelneemt aan een afsluitende evaluatie en dit niet meldt aan de directie of administratie van de campus vóór het evaluatiemoment én dit niet wettigt binnen de 3 werkdagen

(= attest dokter of werkgever), is onwettig afwezig. Deze cursist wordt automatisch ook als niet-geslaagd beschouwd voor de module.

De directie kan op grond van een aanvaardbare reden aan een cursist toestaan om een eindevaluatie op een af te spreken tijdstip in te halen. Als cursist dien je hiervoor, met behulp van een standaarddocument (te bekomen op het secretariaat), uiterlijk twee weken voor de afsluitende evaluatie een aanvraag in. Na beoordeling van je aanvraag door de directie, in overleg met de technisch adviseur en/of de vakleerkracht(en), wordt je uiterlijk een week na de aanvraag meegedeeld of en hoe een inhaalproef kan worden afgelegd.

Voor een cursist die bij de eindevaluatie gewettigd afwezig was en waarvoor het niet mogelijk is binnen dezelfde evaluatieperiode een inhaalevaluatie te organiseren, zal door de evaluatiecommissie bepaald worden of: uitzonderlijk buiten dezelfde evaluatieperiode een inhaalevaluatie wordt georganiseerd. De

inhaalproef wordt in dit geval afgewerkt tijdens de eerstvolgende evaluatieronde van de betreffende module. Indien ook hier niet wordt aan deelgenomen, wordt de cursist automatisch

als niet-geslaagd beschouwd

de cursist beoordeeld wordt op basis van de reeds beschikbare permanente evaluatie. Voor de opleiding Gids/Reisleider wordt voor elke evaluatieperiode een inhaalmoment voorzien.

7. Aanvraagprodecure voor vrijstellingen

7.1 Algemeen

De directie van het centrum kan op onderstaande gronden vrijstelling van modules verlenen. Ze kan

geen vrijstelling verlenen voor delen van modules.

23

Deze vrijstellingen impliceren zowel de lessen als de bijbehorende evaluatieactiviteiten en kunnen

leiden tot studieduurverkorting. De directie kan bepaalde opleidingsonderdelen uitsluiten van de mogelijkheid tot vrijstelling.

Vrijstelling voor stage en praktische proeven wordt in principe niet toegestaan. 7.2 Grond voor vrijstelling

Vrijstelling kan worden verleend op grond van: een reeds gevolgde opleiding erkend door het Ministerie van Onderwijs (EVK):

De cursist volgde reeds een opleiding waarvoor hij/zij een studiebewijs bekwam, en die naar niveau, inhoud en omvang in voldoende mate overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd.

aantoonbare kennis verworven in een andere opleidings- of vormingsinstelling (EVK): De directie beoordeelt in welke mate de vooropleiding van de cursist overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel.

Beroepservaring, al dan niet elders aangetoond in een assessment (EVC):

De directie beoordeelt in welke mate de beroepservaring of verworven vaardigheden van de cursist overeenstemmen met het vrij te stellen opleidingsonderdeel.

een vrijstellingsproef: De directie kan eventueel ook een vrijstellingsproef organiseren. Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de cursist de competenties van de module al bereikt heeft. Deze proef bepaalt m.a.w. in welke mate de aanwezige competenties het verlenen van een vrijstelling rechtvaardigen.

7.3 Stavingsdocumenten

De vrijstellingsaanvraag verloopt via een bepaalde procedure die terug te vinden is in het wegwijsboekje cursist/student van het desbetreffende schooljaar. De cursist motiveert zijn vrijstellingsverzoek op basis van hoger vermelde gronden en door voorlegging van de volgende stavingdocumenten. Voor documenten opgesteld in een andere taal dan de Belgische landstalen wordt een vertaling door een beëdigd vertaler toegevoegd.

7.3.1 Studiebewijzen Bij een aanvraag van vrijstelling op grond van een studiebewijs legt de cursist voor: een kopie van het studiebewijs (diploma, getuigschrift of certificaat uit het onderwijs) die als

basis van de vrijstelling geldt een overzicht van de afgelegde evaluaties en bijbehorende evaluatieresultaten of cijferlijsten

een beknopte inhoud van de opleidingsonderdelen die als basis voor de vrijstelling gelden de wekelijkse lessentabel of het modulaire structuurschema van de gevolgde opleiding op grond

waarvan de vrijstelling wordt aangevraagd.

7.3.2 Beroepservaring Bij een aanvraag van vrijstelling op grond van beroepservaring legt de cursist voor:

een attest van de werkgever, bijvoorbeeld arbeidscontract een document voor bewijsvoering van de relevantie van de beroepservaring

(bijvoorbeeld verklaring op eer in verband met de uitgevoerde taken).

7.3.3 Vrijstellingsproef

De directie van het centrum richt, indien noodzakelijk én indien mogelijk, een vrijstellingsproef in

uiterlijk de vijfde dag vóór het einde van de inschrijvingstermijn. De directie oordeelt op basis hiervan autonoom of de competenties voor het starten in een module verworven zijn.

7.4 Antwoordprocedure Wanneer de directie vrijstelling verleent, motiveert ze dat in een beoordelingsverslag dat, samen

met de eventuele vrijstellingsproef of andere verantwoordingsstukken, aan het cursistendossier wordt toegevoegd. De directie van het centrum deelt na ontvangst van de stavingdocumenten en voor het einde van de inschrijvingstermijn, de genomen beslissing schriftelijk mee.

24

8. De evaluatiecommissie

8.1 De samenstelling

De directie van het CVO Provincie Antwerpen richt per module een evaluatiecommissie op. Iedere evaluatiecommissie bestaat uit volgende stemgerechtigde leden: de directie. Hij/zij neemt het voorzitterschap waar of - bij diens ontstentenis - een door hem/haar

aangewezen lid van de evaluatiecommissie de leden van het onderwijzend personeel, belast met de onderwijs- en andere studieactiviteiten

van de cursist.

Iedere evaluatiecommissie kan uitgebreid worden met volgende niet-stemgerechtigde leden: de ombudspersoon (m/v) externe commissieleden de administratief medewerker verantwoordelijk voor de opleiding.

De directie bepaalt bij welke evaluaties het aangewezen is om externe commissieleden op te nemen

in de evaluatiecommissie. De directie regelt de werking van het secretariaat en wijst de secretaris aan. De secretaris van de evaluatiecommissie is niet stemgerechtigd.

8.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

De evaluatiecommissie beoordeelt het geheel van de evaluatieresultaten van de cursist. Ingeval van fraude gepleegd door de cursist, beslist de evaluatiecommissie over de mogelijke consequenties. De evaluatiecommissie ziet bij de uitreiking van studiebewijzen toe op het regelmatig gebruik van

eventuele vrijstellingen, de regelmatigheid van de uitgereikte (deel)certificaten van modulaire opleidingen en overtuigt er zich van dat het geheel van de verworven studiebewijzen voldoet aan de wettelijke vereisten.

8.3 Wijze van beraadslaging

De stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie hebben de plicht de beraadslaging bij te wonen. Enkel in geval van overmacht kan hiervan afgeweken worden. Om geldig te beraadslagen moet tenminste de helft van de stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie aanwezig zijn. Een lid van de evaluatiecommissie kan niet deelnemen aan de beraadslaging van de

evaluatiecommissie voor de evaluaties van een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. De evaluatiecommissie neemt haar beslissingen bij unanimiteit van de stemgerechtigde leden. Wanneer er geen unanimiteit is, legt de voorzitter de stemming op. De voorzitter van de evaluatiecommissie formuleert het voorstel waarover de leden zullen stemmen. Geldig stemmen gebeurt door zich, volgens de afgesproken procedure, ondubbelzinnig voor of tegen

het voorstel van de voorzitter uit te spreken of door zich te onthouden. Het voorstel van de voorzitter

is aanvaard als het meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen behaalt. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. De leden van de evaluatiecommissie zijn dus tot geheimhouding over de beraadslaging en de stemming verplicht.

Het proces-verbaal van de beraadslagingen van de evaluatiecommissie vermeldt de samenstelling van de evaluatiecommissie en de aanwezigen bij de beraadslagingen. Het bevat bovendien per cursist het globale evaluatieresultaat, de genomen beslissingen over het slagen, het niet slagen, overdracht of overzetting van evaluatiecijfers en motivatie van de afwijzing.

25

Tenminste de voorzitter en de secretaris van de evaluatiecommissie ondertekenen het proces-

verbaal.

9. Beslissing van de evaluatiecommissie

De beslissing van de evaluatiecommissie gaat over de leerplandoelstellingen en leerinhouden van de volledige module waarvoor de cursist ingeschreven is. De evaluatiecommissie verklaart een cursist geslaagd, uitgesteld of niet-geslaagd. Een cursist die voor het totaal van de schriftelijke, mondelinge en praktische evaluaties van de module 50% behaalt, is geslaagd.

De evaluatiecommissie stelt een cursist die niet deelnam aan de hem/haar opgelegde eindevaluatie(s) en hiervoor geen gewettigde reden had, gelijk met een niet-geslaagde cursist.

10. Bekendmaking van de evaluatieresultaten De beslissing van de evaluatiecommissie wordt ten laatste één week na de beraadslaging meegedeeld

in termen van:

geslaagd (met eventueel respectievelijke vermeldingen) uitgesteld niet-geslaagd. Individuele, gedetailleerde evaluatieresultaten worden tijdens de proclamatie of in de onmiddellijk daarop volgende periode ter beschikking gesteld.

11. Fraude Wie betrapt wordt op bedrog tijdens een evaluatie, wordt gehoord door de directeur of zijn/haar vervanger, in aanwezigheid van de toezichthouder. Indien de fraude bewezen wordt, krijgt de cursist voor de desbetreffende evaluatie een nul toegewezen.

12. Beroepsprocedures

12.1 Procedure bij weigering van vrijstelling(en)

Bij een weigering van de directie over een gevraagde vrijstelling of over een vrijstellingsproef kan

de aanvrager binnen de vijf kalenderdagen, volgend op de bekendmaking van de genomen beslissing, hiertegen in beroep te gaan bij een beroepscommissie met een gedateerd en

ondertekend verzoekschrift. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Je verzoekschrift vermeldt ten minste het voorwerp van het beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij het verzoekschrift kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden. Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De

beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris.

De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen. Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement.

De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel: het beroep af te wijzen op grond van niet-ontvankelijkheid als ofwel:

o de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden o het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

de weigering van de vrijstelling te bevestigen de beslissing tot weigering van de vrijstelling te vernietigen

26

Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een

bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens. Uiterlijk drie werkdagen nadat de beslissing van de beroepscommissie je werd betekend om de weigering van de vrijstelling te vernietigen, neemt de directeur een definitieve en duidelijk gemotiveerde beslissing en deelt je deze schriftelijk mee.

12.2 Procedure bij conflicten vóór de beraadslaging van de evaluatiecommissie Als een cursist tijdens of onmiddellijk na de evaluatie meent dat er onregelmatigheden zijn gebeurd tijdens de evaluatie (bijvoorbeeld buiten de leerstof ondervraagd, onheus behandeld...) dan kan de cursist tot één werkdag na de evaluatie klacht indienen bij de directie. Deze stelt een onderzoek in en beslist autonoom of de evaluatie moet worden overgedaan.

Bij betwisting kan de cursist een beroep doen op de bemiddeling van de ombudspersoon. Deze procedure wordt binnen de drie werkdagen na de indiening van de klacht afgehandeld.

12.3 Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie

Fase 1: Overleg met de directeur Uiterlijk tot en met de derde werkdag nadat je kennis kreeg van beslissing van de evaluatiecommissie kan je een persoonlijk gesprek aanvragen met de directeur om je bezwaar tegen de beslissing van de evaluatiecommissie te bespreken Als je er daarna en aan de hand van je dossier van overtuigd bent dat de genomen beslissing gegrond is, is er geen betwisting meer. De directeur kan na dit overleg ook van oordeel zijn dat de argumenten die je aandraagt het

overwegen waard zijn. In dat geval roept de directeur zo spoedig mogelijk de evaluatiecommissie opnieuw samen en wordt de betwiste beslissing opnieuw overwogen. De beslissing van de evaluatiecommissie wordt je per aangetekende brief betekend. Tenslotte kan de directeur van oordeel zijn dat de door jou aangebrachte argumenten geen nieuwe

bijeenkomst van de evaluatiecommissie rechtvaardigen. Ook dat besluit wordt je per aangetekende brief betekend.

Fase 2: beroep bij de beroepscommissie Je kan met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift bij de beroepscommissie beroep instellen tegen ofwel: • het besluit van de directeur om de evaluatiecommissie niet opnieuw samen te roepen • de beslissing van de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie waarmee je nog niet akkoord kan gaan

Dit beroep moet worden ingesteld uiterlijk vijf kalenderdagen na de betekening van de aangetekende brief van de directeur, waarmee het besluit van de directeur dan wel de beslissing van de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie wordt meegedeeld. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Het verzoekschrift omvat ten minste het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij deze omschrijving kunnen overtuigingsstukken

gevoegd worden.

Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22

2018 Antwerpen De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris.

27

De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen.

Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement.

De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel: 1° het beroep af te wijzen op grond van onontvankelijkheid als ofwel:

a) de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden b) het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

2° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te bevestigen 3° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te laten heroverwegen door de evaluatiecommissie. Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing

door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens.

Indien de beroepscommissie besliste het oorspronkelijke evaluatieresultaat te laten heroverwegen

door de evaluatiecommissie, wordt de evaluatiecommissie zo spoedig mogelijk samengeroepen om een nieuwe, gemotiveerde beslissing te nemen. Deze nieuwe beslissing van de evaluatiecommissie wordt je binnen vijf kalenderdagen door de directeur van het CVO Provincie Antwerpen betekend met een aangetekende brief.

28

DEEL III B: Onderwijs- en evaluatiereglement voor de studiegebieden Algemene vorming, Aanvullende Algemene vorming, Administratie en Logistiek en Verkoop (Toekomstonderwijs)

1. Toelatingsvoorwaarden

Om toegelaten te worden in een opleiding in de studiegebieden Algemene vorming en Aanvullende algemene vorming moet je voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht: om te starten in september moet je 18 worden vóór 1 januari. Start je in februari of later dan ben je 18 op het moment dat je inschrijft. Om toegelaten te worden in een opleiding in de studiegebieden Administratie en Logistiek en Verkoop moet je voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht. Om toegelaten te worden tot een opeenvolgende module moet je bovendien beschikken over het

deelcertificaat van de voorafgaande module of ervoor vrijgesteld zijn.

2. Evaluatievormen en –modaliteiten

De leerkrachten volgen je leerproces. Tijdens dat leerproces organiseert de vakleerkracht observaties, taken en toetsen om het leerproces bij te sturen. Dat heet formatieve evaluatie. Als de resultaten van de beoordeling meetellen voor de eindbeoordeling spreken we van summatieve evaluatie. Aan het begin van iedere module deelt de leerkracht je de evaluatievormen mee in een ‘protocol’. Mogelijke evaluatievormen zijn: dagelijks werk, zelfstandig werk, praktische proeven, mondelinge of

schriftelijke proeven, …. Een cursist kan om ernstige redenen vragen om af te wijken van de vastgestelde evaluatievormen. De directeur beslist. Bij summatieve evaluatievormen kan de leerkracht het advies van externen vragen. Hij vraagt hen bijvoorbeeld om mee in een jury te zetelen of een stageverslag te beoordelen. Waarnemers kunnen de evaluatiemomenten bijwonen. Cursisten of leerkrachten vragen dit gemotiveerd aan bij de directie

voor het evaluatiemoment. De directeur beslist. Je kan als cursist de eigen evaluatie bespreken met de leerkracht.

Leerkrachten maken van alle schriftelijke en mondelinge evaluatieonderdelen die ‘meetellen’ een verslag. Aan het eind van de module bezorgen zij hun beoordelingscriteria en quotering aan de directie. Ze dienen ook een voorbeeld van een evaluatiedossier in. Daarin bundelen ze al het evaluatiemateriaal van drie cursisten.

3. Organisatie van de evaluatie Elke module wordt geëvalueerd en kan leiden naar een deelcertificaat. Indien je niet kan deelnemen aan een evaluatieonderdeel, dan kan de evaluatiecommissie een uitgestelde beslissing toestaan op volgende voorwaarden:

je was voor die module ingeschreven je was gewettigd afwezig op het evaluatieonderdeel waarvan sprake

de leerkracht heeft uitgelegd aan de evaluatiecommissie dat hij/zij niet over voldoende informatie beschikt om een eindbeoordeling te formuleren.

Uitgestelde proeven worden ingericht onmiddellijk na de deliberatie. De evaluatiecommissie beslist pas over de resultaten tijdens de eerstvolgende deliberatie.

4. Evaluatietijdstippen Je vorderingen worden permanent opgevolgd. De data van de formatieve en summatieve evaluaties worden door de betrokken leerkracht bepaald.

5. Evaluatievoorwaarden

Om geëvalueerd te kunnen worden moet je

toegelaten en ingeschreven zijn het inschrijvingsgeld en de bijdrage voor het cursusmateriaal betaald hebben.

29

De directie kan je het recht op evaluatie weigeren op basis van langdurige of niet gemotiveerde

afwezigheden.

6. Aanvraagprocedure voor vrijstellingen

6.1. Algemeen De directeur beslist welke onderdelen van de opleiding in aanmerking komen voor vrijstellingen. Als je een vrijstelling krijgt voor een module, dan hoef je voor die module geen les meer te volgen. Je hoeft ook niet meer geëvalueerd te worden. Je krijgt geen deelcertificaat van een vrijgestelde module. Vrijstellingen kunnen vervallen als je de opleiding minstens een semester onderbreekt.

Vrijstellingen gelden pas als ze door de directie zijn ondertekend.

6.2. Grond van vrijstellingen Vrijstelling kan worden verleend op grond van:

• een reeds gevolgde opleiding erkend door het Ministerie van Onderwijs (EVK):

De cursist volgde reeds een opleiding waarvoor hij/zij een studiebewijs bekwam, en die naar niveau,

inhoud en omvang in voldoende mate overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd.

• aantoonbare kennis verworven in een andere opleidings- of vormingsinstelling (EVC): De directie beoordeelt in welke mate de vooropleiding van de cursist overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel.

• beroepservaring, al dan niet elders aangetoond in een assessment (EVC):

De directie beoordeelt in welke mate de beroepservaring of verworven vaardigheden van de cursist overeenstemmen met het vrij te stellen opleidingsonderdeel.

• een vrijstellingsproef: De directie kan ook een vrijstellingsproef organiseren. Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de cursist

de competenties van de module al bereikt heeft. Deze proef bepaalt m.a.w. in welke mate de aanwezige competenties het verlenen van een vrijstelling rechtvaardigen.

6.3. Stavingsdocumenten

6.3.1. Studiebewijzen Welke bewijsstukken kan je voorleggen?

een diploma, getuigschrift of certificaat uit het onderwijs een jaarrapport uit het onderwijs een deelattest van de examencommissie

6.3.2. Beroepservaring In de opleidingen Secretariaatsmedewerker, Medisch administratief bediende en Transportbediende kan je soms vrijstelling krijgen voor modules en voor de praktijkstage. Je moet kunnen aantonen dat je in de laatste vier jaar voorafgaand aan je opleiding gewerkt hebt voor minstens een periode gelijkwaardig aan zes maanden voltijds werk en dit bij dezelfde werkgever. Het is jouw

verantwoordelijkheid om zelf alle relevante bewijzen te verzamelen en te selecteren. Welke bewijsstukken kan je voorleggen?

Een verklaring van je werkgever met een precieze vermelding van je takenpakket en de periode. De verklaring staat op origineel briefpapier en werd ondertekend door de werkgever. Je legt ook een kopie van de arbeidsovereenkomst voor. Voor meer informatie kan je terecht bij je leertrajectbegeleider.

6.3.3. Vrijstellingsproef

Tijdens de inloopperiode organiseren we vrijstellingsproeven voor bepaalde modules.

Binnen dezelfde oriëntatieperiode kan je de proeven slechts één keer afleggen. Voor AAV mag je de digitale proeven die in alle centra met AAV gebruikt worden, maar één keer per jaar afleggen.

30

Je mag geen vrijstellingsproef afleggen voor een module als je in het semester vóór de

oriëntatieperiode ingeschreven was voor die module. Voor de daaropvolgende module kan je uitzonderlijk toestemming krijgen om een vrijstellingsproef af te leggen. Je krijgt alleen toestemming als je geslaagd was voor de module

en een positief advies kreeg van de vakleerkracht en de opleidingscoördinator of van de klassenraad

Je mag dan proberen een volgend niveau over te slaan met deze vrijstellingsproef. Vóór je inschrijving leg je de bewijsstukken voor aan je opleidingscoördinator. Bewijsstukken zijn steeds een origineel attest of rapport. Rapporten die ouder zijn dan vier jaar worden niet in overweging genomen. We nemen op school zelf een kopie voor je dossier. Als de

inhoud van het attest onduidelijk is, vragen we bijkomende informatie. Bijvoorbeeld een leerplan, een inhoudstafel, de cursus, …. Heb je van eenzelfde studiejaar verschillende rapporten? Dan kies je er één om je vrijstelling aan te vragen. We combineren geen jaarrapporten of attesten bij het toekennen van vrijstellingen.

6.4. Antwoordprocedure

Een vrijstellingscommissie bestaat uit een afgevaardigde van de directeur, de leertrajectbegeleider, de opleidingscoördinator en eventueel de vakleerkracht(en). Zij gaat na: of je geslaagd bent voor de vrijstellingsproef of de inhoud, het volume en de omvang van de gevolgde opleidingen of beroepservaring

overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd. Zij beoordeelt het dossier op basis van volgende criteria: de aard van de gevolgde opleidingen behaalde resultaten authenticiteit van de studiebewijzen duur van de beroepservaring

de verantwoordelijkheid tijdens de uitoefening van het beroep de relevantie van de beroepservaring voor het opleidingsonderdeel Indien gewenst word je uitgenodigd voor een mondelinge toelichting.

De vrijstellingscommissie formuleert een advies voor de directie. De directeur beslist binnen een termijn van 10 dagen na het indienen van je aanvraag. Een

gemotiveerd verslag met de bewijsstukken bewaren we in je dossier. Hoe verneem je welke vrijstellingen toegekend worden? De leertrajectbegeleider brengt je uiterlijk 5 werkdagen na de beslissing, per mail op de hoogte van het resultaat van je aanvraag. Je wordt daarbij uitgenodigd om het attest te komen tekenen op het secretariaat.

7. Evaluatiecommissie

7.1. De samenstelling De evaluatiecommissie is minstens samengesteld uit de leerkracht(en) die de module geeft/geven, de leertrajectbegeleider, eventueel een lid van het zorgteam en de directeur of haar vertegenwoordiger. Als een lid van de evaluatiecommissie familie van je is (bloed- of aanverwant tot en met de vierde

graad), dan mag hij/zij niet deelnemen aan de beraadslaging.

7.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Deliberaties gebeuren per module. De evaluatiecommissie beslist over het eindoordeel na een evaluatie.

7.3. Wijze van beraadslaging

Enkel de leerkracht(en) en de (vertegenwoordiger van) de directeur hebben stemrecht. In geval van stemming beslist de meerderheid. In geval van staking van stemmen, beslist de directeur.

31

De directeur of diens afgevaardigde zit de commissie voor.

De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. Geen enkele deelnemer aan de vergadering mag informatie over de beraadslaging en de stemming naar buiten brengen.

Van de deliberatievergadering wordt een verslag opgesteld, het zogenaamde proces-verbaal (PV). Dit PV vermeldt volgende elementen: de samenstelling en de aanwezigen bij de beraadslaging de evaluatieresultaten van elke cursist de genomen beslissingen over het slagen of niet slagen de motivatie voor deliberatie.

De aanwezige leden handtekenen het proces-verbaal.

8. Beslissing van de evaluatiecommissie Mogelijke beslissingen zijn ‘geslaagd’ of ‘niet geslaagd'. Je moet geslaagd zijn voor alle modules waarvoor je geen vrijstelling kreeg, om een certificaat of diploma te halen.

9. Bekendmaking van de evaluatieresultaten

We delen je de resultaten mee na de deliberatie. Als na de deliberatie wordt vastgesteld dat er een materiële vergissing is gebeurd, dan wordt een extra evaluatiecommissie samengeroepen die de deliberatie overdoet.

10. Fraude

Als je bij een proef of taak fraude pleegt, krijg je een ‘onvoldoende’ voor de volledige proef. Je kan de taak of proef waarin je fraudeerde niet inhalen. Je kan hiertegen beroep aantekenen bij de directeur. Zij oordeelt over de gegrondheid van de vaststellingen en kan de beslissing herroepen.

11. Adviserende en begeleidende klassenraad

Er zijn klassenraden met een adviserende en begeleidende functie. In deze vergaderingen zitten de

leerkrachten die een lesopdracht hebben in een opleiding, de leertrajectbegeleider van de opleiding en een lid van het zorgteam. De opleidingscoördinator of de leertrajectbegeleider zit de vergadering

voor. Tijdens het schooljaar komt deze begeleidende klassenraad regelmatig samen om studievorderingen en resultaten van de cursisten te bespreken. De adviserende klassenraad kan eveneens adviezen formuleren over je studie- en werkmethode, het volgen van een andere opleiding, …

12. Beroepsprocedures

12.1. Procedure bij weigering van vrijstelling(en)

Bij een weigering van de directie over een gevraagde vrijstelling of over een vrijstellingsproef kan de aanvrager binnen de vijf kalenderdagen, volgend op de bekendmaking van de genomen beslissing, hiertegen in beroep te gaan bij een beroepscommissie met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt,

wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Je verzoekschrift vermeldt ten minste het voorwerp van het beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij het verzoekschrift kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden.

Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie

APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De

beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris.

32

De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen.

Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement.

De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel: het beroep af te wijzen op grond van niet-ontvankelijkheid als ofwel:

o de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden o het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

de weigering van de vrijstelling te bevestigen de beslissing tot weigering van de vrijstelling te vernietigen

Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens.

Uiterlijk drie werkdagen nadat de beslissing van de beroepscommissie je werd betekend om de weigering van de vrijstelling te vernietigen, neemt de directeur een definitieve en duidelijk gemotiveerde beslissing en deelt je deze schriftelijk mee.

12.2. Procedure bij conflicten voor de beraadslaging van de evaluatiecommissie Als een cursist tijdens of onmiddellijk na de evaluatie meent dat er onregelmatigheden zijn gebeurd tijdens de evaluatie (bijvoorbeeld buiten de leerstof ondervraagd, onheus behandeld...) dan kan de cursist tot één werkdag na de evaluatie klacht indienen bij de directie. Deze stelt een onderzoek in en beslist autonoom of de evaluatie moet worden overgedaan.

Bij betwisting kan de cursist een beroep doen op de bemiddeling van de ombudspersoon. Deze procedure wordt binnen de drie werkdagen na de indiening van de klacht afgehandeld.

12.3. Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie

Fase 1: Overleg met de directeur

Uiterlijk tot en met de derde werkdag nadat je kennis kreeg van beslissing van de evaluatiecommissie kan je een persoonlijk gesprek aanvragen met de directeur om je bezwaar tegen de beslissing van de evaluatiecommissie te bespreken

Als je er daarna en aan de hand van je dossier van overtuigd bent dat de genomen beslissing gegrond is, is er geen betwisting meer. De directeur kan na dit overleg ook van oordeel zijn dat de argumenten die je aandraagt het overwegen waard zijn. In dat geval roept de directeur zo spoedig mogelijk de evaluatiecommissie opnieuw samen en wordt de betwiste beslissing opnieuw overwogen. De beslissing van de evaluatiecommissie wordt je per aangetekende brief betekend. Tenslotte kan de directeur van oordeel zijn dat de door jou aangebrachte argumenten geen nieuwe

bijeenkomst van de evaluatiecommissie rechtvaardigen. Ook dat besluit wordt je per aangetekende brief betekend. Fase 2: beroep bij de beroepscommissie

Je kan met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift bij de beroepscommissie beroep instellen tegen ofwel:

• het besluit van de directeur om de evaluatiecommissie niet opnieuw samen te roepen • de beslissing van de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie waarmee je nog niet akkoord kan gaan

Dit beroep moet worden ingesteld uiterlijk vijf kalenderdagen na de betekening van de aangetekende brief van de directeur, waarmee het besluit van de directeur dan wel de beslissing van de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie wordt meegedeeld. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Het verzoekschrift omvat ten minste het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving en

motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij deze omschrijving kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden.

33

Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22

2018 Antwerpen

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris. De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen. Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur

uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement. De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel: 1° het beroep af te wijzen op grond van onontvankelijkheid als ofwel:

a) de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden

b) het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

2° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te bevestigen 3° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te laten heroverwegen door de evaluatiecommissie. Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een

bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens. Indien de beroepscommissie besliste het oorspronkelijke evaluatieresultaat te laten heroverwegen door de evaluatiecommissie, wordt de evaluatiecommissie zo spoedig mogelijk samengeroepen om een nieuwe, gemotiveerde beslissing te nemen. Deze nieuwe beslissing van de evaluatiecommissie wordt je binnen vijf kalenderdagen door de directeur van Toekomstonderwijs betekend met een

aangetekende brief.

34

DEEL III C: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het SECUNDAIR VOLWASSENENONDERWIJS in de studiegebieden Nederlands Tweede Taal richtgraad 1 en 2, Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2 en Hebreeuws.

1. Toelatingsvoorwaarden

Om toegelaten te worden tot een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs, moet je hebben

voldaan aan de voltijdse leerplicht. Om je als cursist toe te laten worden tot een sequentieel geordende module (de aanvangsmodule uitgezonderd) moet je bovendien aan één van volgende voorwaarden voldoen: je beschikt over het deelcertificaat van een sequentieel voorafgaande module in een leertraject je beschikt over een welbepaald attest of certificaat van een andere opleidings- of

vormingsinstelling, zogenaamde elders verworven kwalificaties (EVK)

je beschikt over een welbepaalde titel van beroepsbekwaamheid, zoals vermeld in het decreet

van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet betreffende de titel van beroepsbekwaamheid (EVK)

de directie van het centrum oordeelt dat je beschikt over een diploma, certificaat of getuigschrift uit het onderwijs of een attest of certificaat uit een andere opleidings- of vormingsinstelling

waaruit blijkt dat je over voldoende kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om de module aan te vangen (EVK)

de directie van het centrum oordeelt op basis van een uitgebreid gestoffeerd dossier met elders verworven competenties (EVC) en/of toelatingsproef dat je de nodige ervaring hebt verworven die je toelaat de module te volgen.

Als de opleidingsprofielen een attest van medische geschiktheid of stagevoorwaarden

opleggen, moet je hieraan voldoen. De cursisten die één van deze opleidingen wensen te volgen zullen hierover door het centrum correct geïnformeerd worden.

2. De evaluatievormen en –modaliteiten en de organisatie van de evaluatie De cursisten worden breed geëvalueerd. Verschillende soorten evaluatie brengen in kaart wat een

cursist al kan. Alle sterktes en zwaktes, alle talenten en mogelijkheden worden bekeken vanuit

verschillende perspectieven, op verschillende momenten, met verschillende evaluatie-instrumenten en in verschillende situaties. Door het constant observeren en de regelmatige toetsing van alle competenties die bij de module horen, geeft dit breed evalueren onmiddellijk feedback aan de leerkracht over de vorderingen en de eventuele moeilijkheden of werkpunten bij de cursisten. Op deze manier kan de leerkracht regelmatig de resultaten bespreken met de cursisten en te allen tijde bijsturen waar nodig. Ook de cursist krijgt zo een beter beeld op het eigen leerproces en wordt

gestimuleerd tot een meer gerichte inzet. Een cursist die te weinig naar de les is geweest, kan hierdoor niet slagen voor de module. De cursist krijgt meer informatie over de manier van evalueren van de leerkrachten aan het begin van de module.

3. Evaluatietijdstip(pen)

De cursist kan tijdens elke les geëvalueerd worden, de evaluatieperiode loopt van bij de aanvang van de cursus tot aan het deliberatiemoment. In geval van gewettigde afwezigheid kan de evaluatiecommissie beslissen om je toe te laten tot een

tweede evaluatieperiode.

4. Evaluatievoorwaarden

Cursisten worden toegelaten tot de evaluaties als ze: - als regelmatige cursist ingeschreven zijn in de betreffende module; - minimum 80% van het totale lesvolume van de betrokken module hebben bijgewoond.

Cursisten die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen door de directeur de toegang tot de evaluaties worden geweigerd.

5. Aanvraagprodecure voor vrijstellingen

35

5.1 Algemeen

De directie van het centrum kan op onderstaande gronden vrijstelling van modules verlenen. Ze kan geen vrijstelling verlenen voor delen van modules. Deze vrijstellingen impliceren zowel de lessen als de bijbehorende evaluatieactiviteiten en kunnen leiden tot studieduurverkorting.

De directie kan bepaalde opleidingsonderdelen uitsluiten van de mogelijkheid tot vrijstelling.

5.2 Grond voor vrijstelling Vrijstelling kan worden verleend op grond van een vrijstellingsproef: De directie kan een vrijstellingsproef organiseren. Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de cursist de competenties van de module al bereikt heeft. Deze proef bepaalt m.a.w. in welke mate de aanwezige competenties het verlenen van een vrijstelling rechtvaardigen.

5.3 Stavingsdocumenten De directie van het centrum richt, indien noodzakelijk én indien mogelijk, een vrijstellingsproef in

uiterlijk de vijfde dag vóór het einde van de inschrijvingstermijn. De directie oordeelt op basis hiervan autonoom of de competenties voor het starten in een module verworven zijn.

5.4 Antwoordprocedure Wanneer de directie vrijstelling verleent, motiveert ze dat in een beoordelingsverslag dat, samen met de eventuele vrijstellingsproef aan het cursistendossier wordt toegevoegd. De directie van het

centrum deelt na ontvangst van de stavingdocumenten en voor het einde van de inschrijvingstermijn, de genomen beslissing schriftelijk mee.

6. De evaluatiecommissie

6.1 De samenstelling

De directie van het centrum richt per module een evaluatiecommissie op. De evaluatiecommissie bestaat uit volgende leden:

de directeur of diens afgevaardigde; de trajectbegeleider, de vakgroepcoördinator en één of meerdere leerkrachten.

De leden van de evaluatiecommissie zijn verplicht de beraadslagingen bij te wonen, tenzij in geval van overmacht. De directeur beslist over de geldigheid van een afwezigheid wegens overmacht. Een lid van de evaluatiecommissie wordt uitgesloten van de beraadslaging van de evaluatiecommissie indien beslist wordt over het al dan niet slagen van een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad.

6.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Deliberaties gebeuren per module. De evaluatiecommissie beslist over het eindoordeel na een evaluatie. De evaluatiecommissie geeft ook een niet-bindend studieadvies indien nodig.

6.3 Wijze van beraadslaging

De evaluatiecommissie beslist autonoom. De evaluatiecommissie neemt de beslissingen bij voorkeur bij consensus. Indien een stemming onvermijdelijk is, volstaat een gewone meerderheid. Bij staking of gelijkheid van stemmen is de stem van de directeur of zijn afgevaardigde doorslaggevend.

De evaluatiecommissie beraadslaagt achter gesloten deuren en is gebonden door de zwijgplicht.

36

Het proces-verbaal vermeldt per cursist het globale evaluatieresultaat in procent, geslaagd of niet

geslaagd. Ten minste de voorzitter van de evaluatiecommissie en 2 leden van het onderwijzend en/of administratief personeel, ondertekenen het proces-verbaal.

7. Beslissing van de evaluatiecommissie

De evaluatiecommissie beslist op basis van de resultaten van de evaluatie, opgenomen in een evaluatieoverzicht, of een cursist al dan niet geslaagd is voor een module. Je bent geslaagd indien je een score van 50% of meer behaalt op de totale evaluatie of - indien de evaluatievorm dit vermeldt - op de afzonderlijke onderdelen van de evaluatie. Na beraadslaging kan de delibererende klassenraad evenwel op basis van de beschikbare gegevens en in functie van zijn traject in het centrum besluiten een cursist niet te laten slagen voor een module,

zelfs wanneer de cursist meer dan 50% van het totaal van de punten behaalde. Tegelijk kan de delibererende klassenraad een cursist die niet de vereiste 50% van het totaal van punten behaalde, op basis van de beschikbare gegevens toch laten slagen voor een module.

8. Bekendmaking van de evaluatieresultaten

Ten laatste één week na de beraadslagingen wordt aan de cursisten meegedeeld of ze geslaagd of

niet geslaagd zijn. De cursisten van de opleiding Hebreeuws+ (combinatie Hebreeuws persoonlijk-maatschappelijk en Hebreeuws educatief) ontvangen minimaal 4 x per schooljaar een rapport met daarin hun tussentijdse resultaten.

De evaluaties van alle cursisten worden gedurende 30 werkdagen na bekendmaking van de resultaten bewaard. Conform de regelgeving worden na deze 30 werkdagen per module de evaluaties van 3 cursisten gedurende 3 jaar bewaard.

9. Fraude Wie betrapt wordt op bedrog tijdens een evaluatie, wordt gehoord door de directeur of zijn/haar

vervanger, in aanwezigheid van de toezichthouder. Indien de fraude bewezen wordt, krijgt de cursist voor de desbetreffende evaluatie een nul toegewezen.

10. Beroepsprocedures

10.1 Procedure bij weigering van vrijstelling(en)

Bij een weigering van de directie over een gevraagde vrijstelling of over een vrijstellingsproef kan de aanvrager binnen de vijf kalenderdagen, volgend op de bekendmaking van de genomen beslissing, hiertegen in beroep te gaan bij een beroepscommissie met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift. Als de beroepstermijn op een zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Je verzoekschrift vermeldt ten minste het voorwerp van het beroep met feitelijke

omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij het verzoekschrift kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden. Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22

2018 Antwerpen

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris. De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen.

Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement. De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel:

het beroep af te wijzen op grond van niet-ontvankelijkheid als ofwel:

37

o de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden

o het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten de weigering van de vrijstelling te bevestigen de beslissing tot weigering van de vrijstelling te vernietigen

Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens.

Uiterlijk drie werkdagen nadat de beslissing van de beroepscommissie je werd betekend om de weigering van de vrijstelling te vernietigen, neemt de directeur een definitieve en duidelijk gemotiveerde beslissing en deelt je deze schriftelijk mee.

10.2 Procedure bij conflicten vóór de beraadslaging van de evaluatiecommissie

Als een cursist tijdens of onmiddellijk na de evaluatie meent dat er onregelmatigheden zijn gebeurd

tijdens de evaluatie (bijvoorbeeld buiten de leerstof ondervraagd, onheus behandeld...) dan kan de cursist tot één werkdag na de evaluatie klacht indienen bij de directie. Deze stelt een onderzoek in en beslist autonoom of de evaluatie moet worden overgedaan. Bij betwisting kan de cursist een beroep doen op de bemiddeling van de ombudspersoon.

Deze procedure wordt binnen de drie werkdagen na de indiening van de klacht afgehandeld.

10.3 Procedure bij betwisting van de beslissing van de evaluatiecommissie Fase 1: Overleg met de directeur Uiterlijk tot en met de derde werkdag nadat je kennis kreeg van beslissing van de evaluatiecommissie kan je een persoonlijk gesprek aanvragen met de directeur om je bezwaar tegen de beslissing van

de evaluatiecommissie te bespreken Als je er daarna en aan de hand van je dossier van overtuigd bent dat de genomen beslissing gegrond is, is er geen betwisting meer. De directeur kan na dit overleg ook van oordeel zijn dat de argumenten die je aandraagt het

overwegen waard zijn. In dat geval roept de directeur zo spoedig mogelijk de evaluatiecommissie opnieuw samen en wordt de betwiste beslissing opnieuw overwogen. De beslissing van de

evaluatiecommissie wordt je per aangetekende brief betekend. Tenslotte kan de directeur van oordeel zijn dat de door jou aangebrachte argumenten geen nieuwe bijeenkomst van de evaluatiecommissie rechtvaardigen. Ook dat besluit wordt je per aangetekende brief betekend. Fase 2: beroep bij de beroepscommissie Je kan met een gedateerd en ondertekend verzoekschrift bij de beroepscommissie beroep instellen

tegen ofwel: • het besluit van de directeur om de evaluatiecommissie niet opnieuw samen te roepen • de beslissing van de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie waarmee je nog niet akkoord kan gaan Dit beroep moet worden ingesteld uiterlijk vijf kalenderdagen na de betekening van de aangetekende brief van de directeur, waarmee het besluit van de directeur dan wel de beslissing van

de opnieuw samengekomen evaluatiecommissie wordt meegedeeld. Als de beroepstermijn op een

zaterdag, zondag of feestdag eindigt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Het verzoekschrift omvat ten minste het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Bij deze omschrijving kunnen overtuigingsstukken gevoegd worden. Het verzoekschrift moet aangetekend worden gezonden aan:

De secretaris van de beroepscommissie APB Provinciaal Onderwijs Antwerpen Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

38

De beroepscommissie bestaat uit drie stemgerechtigde leden en wordt samengesteld door het

centrumbestuur. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. De beroepscommissie wordt bijgestaan door een niet-stemgerechtigde secretaris. De beroepscommissie zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroepsschrift uitspraak doen. Ze zal je wel eerst de mogelijkheid geven om je argumenten tegen de beslissing van de directeur

uiteen te zetten. De beroepscommissie zal onder meer oordelen of de genomen beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire onderwijsbepalingen en met het centrumreglement. De beroepscommissie kan bij gemotiveerd besluit beslissen om ofwel: 1° het beroep af te wijzen op grond van onontvankelijkheid als ofwel:

a) de termijn van vijf kalenderdagen voor het indienen van het beroep is overschreden b) het beroep niet voldoet aan de hierboven vermelde vormvereisten

2° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te bevestigen 3° het oorspronkelijk evaluatieresultaat te laten heroverwegen door de evaluatiecommissie. Het besluit van de beroepscommissie wordt je zo spoedig mogelijk na het nemen van de beslissing door de beroepscommissie betekend met een aangetekende brief. De betekening is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief aanbiedt en die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een

bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde

gegevens. Indien de beroepscommissie besliste het oorspronkelijke evaluatieresultaat te laten heroverwegen door de evaluatiecommissie, wordt de evaluatiecommissie zo spoedig mogelijk samengeroepen om een nieuwe, gemotiveerde beslissing te nemen. Deze nieuwe beslissing van de evaluatiecommissie wordt je binnen vijf kalenderdagen door de directeur van het CVO Provincie Antwerpen betekend

met een aangetekende brief.

39

DEEL III D: ONDERWIJS- en EVALUATIEREGLEMENT voor het HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5) en de SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING (SLO) 1 Begripsbepalingen Art. 1.1 Begripsbepalingen

1. Academiejaar Een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgend academiejaar. In de opleiding HBO5 Verpleegkunde noemt men deze periode ook schooljaar.

2. Competentie De bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen geïntegreerd aan te wenden

voor maatschappelijke activiteiten.

3. Directeur

De directeur van de instelling waar de student is ingeschreven. De instellingen binnen het samenwerkingsverband HBO5 AP - HZS Artesis Plantijn Hogeschool, Lange Nieuwstraat 101, 2000 Antwerpen

CVO Antwerpen, Distelvinklaan 22, 2660 Hoboken CVO Crescendo, Vaartdijk 86, 2800 Mechelen CVO HBO5 Antwerpen, Lange Nieuwstraat 101, 2000Antwerpen CVO Horito, de Merodelei 220, 2300 Turnhout CVO Provincie Antwerpen, Meistraat 5, 2000 Antwerpen Hogere Zeevaartschool Antwerpen, Noordkasteel Oost 6, 2030 Antwerpen Stedelijk Lyceum Lamorinière, Lamorinièrestraat 248, 2018 Antwerpen

4. ECTS-fiche

Fiche met de essentiële informatie over een opleidingsonderdeel. ECTS staat voor European Credit Transfer System. In de opleiding HBO5 Verpleegkunde wordt de term themaboek gebruikt voor de ECTS-fiche. De ECTS-fiches zijn raadpleegbaar via de website van de instelling.

5. EVC

Een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd.

6. EVK Een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor

zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden.

7. Evaluatie Elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Een evaluatie kan samengesteld zijn uit verschillende deelevaluaties. De verschillende deelevaluaties

kunnen gebruik maken van verschillende evaluatievormen (schriftelijke evaluatie, mondelinge evaluatie, opdrachten, permanente evaluatie, taken, scripties, presentaties, enz.).

8. Evaluatietuchtbeslissing Een sanctie opgelegd door de evaluatietuchtcommissie naar aanleiding van fraude bij evaluaties.

9. Graad van verdienste

Aanduiding van “voldoening”, “onderscheiding”, “grote onderscheiding” en “grootste onderscheiding” bij de toekenning van het diploma.

10. Instelling Onderwijsinstelling die hoger beroepsonderwijs organiseert dat leidt tot een erkende onderwijskwalificatie van kwalificatieniveau 5 (HBO5). Dit kan een Centrum voor

Volwassenenonderwijs, een school voor secundair onderwijs of een hogeschool zijn.

40

11. Instellingsbestuur Het centrumbestuur, het hogeschoolbestuur of het schoolbestuur dat op basis van een samenwerkingsakkoord tussen een Centrum voor Volwassenenonderwijs of een secundaire school en een hogeschool er toe gemachtigd is de gezamenlijke graduaatsopleiding (HBO5) te

vertegenwoordigen.

12. Ingeschreven student Student die voldoet aan de voorwaarden gesteld in art. 4.1. In een Centrum voor Volwassenenonderwijs wordt de student ook wel cursist genoemd en in een school voor secundair onderwijs wordt hij ook wel leerling genoemd.

13. Inhaalevaluatie Evaluatie die mits uitzonderlijke toelating en onder bepaalde voorwaarden later kan worden afgelegd door een student die niet kon deelnemen aan een of meer evaluaties.

14. Lestijd Een periode van vijftig minuten als eenheid voor de duur van een onderwijsactiviteit georganiseerd

door een Centrum voor Volwassenenonderwijs. In een school voor secundair onderwijs spreekt men

van lesuur.

15. Medisch attest Een medisch attest is het resultaat van een medisch onderzoek van de betrokken student, en is gedagtekend door de arts op de dag van dat medisch onderzoek. Post-factum of een door de arts opgetekende verklaring van de patiënt (zgn. “dixit-attest”) aanvaardt de instelling niet als medisch

attest voor het wettigen van afwezigheid.

16. Ombudspersoon De door de directeur aangestelde persoon die optreedt als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meer personeelsleden. Deze geschillen houden verband met de toepassing van de onderwijs- en evaluatieregeling of met als onbillijk ervaren handelingen en toestanden.

17. Opleiding De structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. De opleiding wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma.

18. Opleidingsonderdeel Een afgebakend geheel van onderwijs- en leeractiviteiten en evaluaties dat gericht is op het

verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Het aantal studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel is minimaal 3 studiepunten, en wordt uitgedrukt in gehele getallen. Het opleidingsonderdeel wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een deelcertificaat. Een opleidingsonderdeel wordt in een centrum voor volwassenenonderwijs of in een school voor secundair onderwijs module genoemd.

19. Overmacht

Een overmachtssituatie is een situatie buiten de wil van de betrokken persoon die onvoorzienbaar en onvermijdbaar is en die tot gevolg heeft dat die persoon niet in staat is zijn verplichtingen na te komen.

20. Schriftelijk meedelen Meedelen via een brief of een e-mail. Niet mondeling.

21. Studieomvang

Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding. Voor wat evenwel de opleiding HBO5 Verpleegkunde betreft, wordt de studieomvang in een andere eenheid dan in studiepunten uitgedrukt.

22. Studiepunt

Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uur voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding en elk opleidingsonderdeel, met uitzondering van de opleiding HBO5 Verpleegkunde, wordt uitgedrukt.

23. Vrijstelling

41

De opheffing van de verplichting om aan de evaluatie van een opleidingsonderdeel deel te nemen.

Een student die een vrijstelling geniet, krijgt geen evaluatieresultaat voor dit opleidingsonderdeel. Vrijstellingen kunnen verleend worden op basis van één of meer elders verworven kwalificaties of op basis van elders verworven competenties.

24. Werkdagen De dagen van maandag t.e.m. vrijdag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend. 2 Inleidende bepalingen

Art. 2.1 Toepassing van het onderwijs- en evaluatiereglement

Dit onderwijs- en evaluatiereglement is van toepassing op alle studenten ingeschreven in een graduaatsopleiding (HBO5) aan een instelling van het Samenwerkingsverband HBO5 AP-HZS gedurende het academiejaar 2018-2019. Art. 2.2 Inwerkingtreding

Het onderwijs- en evaluatiereglement van het samenwerkingsverband HBO5 AP- HZS treedt in

werking op 1 september 2018, met uitzondering van de artikels onder onderdeel 3, 4 en 5 die in werking treden op 1 mei 2018. 3 Toelatingsvoorwaarden Art. 3.1 Algemene toelatingsvoorwaarden voor een opleiding van het hoger

beroepsonderwijs Om als kandidaat-student toegelaten te worden tot een opleiding van het hoger beroepsonderwijs, moet de kandidaat-student voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht. Daarenboven moet de kandidaat-student beschikken over een van de volgende studiebewijzen:

een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs dat minstens drie jaar behaald is. Voor de opleiding HBO5 Verpleegkunde geldt de

voorwaarde dat het getuigschrift minstens drie jaar behaald moet zijn, niet; een diploma van het secundair onderwijs; een certificaat van een opleiding van het secundair onderwijs voor sociale promotie van

minimum 900 lestijden;

een certificaat van een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs van minimum 900 lestijden;

een certificaat van het hoger beroepsonderwijs; een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie; een diploma van het hoger beroepsonderwijs; een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; een diploma van bachelor of master; een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een

internationale overeenkomst wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande

studiebewijzen. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het instellingsbestuur personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of een getuigschrift hebben behaald dat toelating geeft tot het hoger onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een opleiding hoger beroepsonderwijs. De kandidaat-student dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerde aanvraag in bij de directeur. Deze aanvraag moet vergezeld zijn van volgende stukken:

een kopie van het diploma of getuigschrift voorzien van een voor echt verklaring door een

diplomatiek agent;

een verklaring van de ambassade of het consulaat dat het diploma of het getuigschrift toegang geeft tot het hoger onderwijs in het land waar het behaald werd;

een beëdigde vertaling van het diploma of het getuigschrift, tenzij het in het Frans, Duits of Engels is opgesteld.

Art. 3.2 Afwijkende toelatingsvoorwaarden voor een opleiding van het hoger beroepsonderwijs Wie niet voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voor het hoger beroepsonderwijs zoals omschreven in art. 3.1, kan door het instellingsbestuur worden toegelaten omwille van volgende redenen:

42

humanitaire redenen;

medische, psychische of sociale redenen; het algemene niveau van de student, getoetst met een door het instellingsbestuur

georganiseerde toelatingsproef.

Een kandidaat-student die omwille van deze redenen wenst toegelaten te worden, dient daarvoor een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de directeur uiterlijk de zesde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode. De toelatingsproef, vermeld in 3, wordt uiterlijk de vijfde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode georganiseerd en gaat na of de kandidaat-student over de kennis en vaardigheden beschikt die vereist zijn om de module in kwestie aan te vangen. De directeur kan de

organisatie van een toelatingsproef op verzoek van de kandidaat-student niet weigeren. De directeur van de instelling maakt op basis van de resultaten van de toelatingsproef een beoordeling op in de vorm van een schriftelijk verslag, dat opgenomen wordt in het dossier van de student. De directeur deelt de gemotiveerde beslissing schriftelijk aan de kandidaat-student mee uiterlijk drie werkdagen na de dag waarop de toelatingsproef plaatsvond.

De toelating op basis van de toelatingsproef blijft vijf jaar geldig. De toelating is overdraagbaar naar

een andere instelling van het samenwerkingsverband AP. De kandidaat-student kan slechts één maal per periode van 12 maanden een aanvraag indienen bij de directeur voor deelname aan de toelatingsproef. Art. 3.3 Algemene toelatingsvoorwaarden voor een module binnen een opleiding hoger beroepsonderwijs

Naast de toelatingsvoorwaarden vermeld in art. 3.1 en 3.2, worden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden opgelegd om als student toegelaten te worden tot de aanvangsmodule van een opleiding in de sequentieel geordende organisatie of een niet-sequentieel geordende module. Behoudens de toelatingsvoorwaarden vermeld in art. 3.1 en 3.2, moet aan één van volgende voorwaarden voldaan zijn om als student toegelaten te worden tot een sequentieel geordende

module : 1. de student beschikt over het deelcertificaat van een sequentieel voorafgaande module in een

leertraject; 2. de student beschikt over een welbepaald attest of certificaat van een andere opleidings- of

vormingsinstelling. De Vlaamse Regering - of in het geval van de opleiding HBO5 Verpleegkunde de toelatingsklassenraad - bepaalt welk attest of certificaat toegang geeft

tot welke sequentieel geordende modules; 3. de student beschikt over een titel van beroepsbekwaamheid, zoals vermeld in het decreet

van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid en in het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van 23 september 2005 van het decreet betreffende de titel van beroepsbekwaamheid. De Vlaamse Regering bepaalt welke titel van beroepsbekwaamheid toegang geeft tot welke sequentieel geordende modules;

4. de directeur van de instelling - of in het geval van de opleiding HBO5 Verpleegkunde de

toelatingsklassenraad - oordeelt dat de student beschikt over een diploma, certificaat of getuigschrift uit het onderwijs of een attest of certificaat uit een andere opleidings- of vormingsinstelling waaruit blijkt dat hij over voldoende kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om de module aan te vangen;

5. de directeur van de instelling - of in het geval van de opleiding HBO5 Verpleegkunde de toelatingsklassenraad - oordeelt op basis van een toelatingsproef dat de student de nodige ervaring heeft verworven die hem toelaat de module te volgen.

4 Inschrijving Art. 4.1 Inschrijven De student is ingeschreven wanneer hij voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden.

De inschrijvingsvoorwaarden zijn: 1. aan de toelatingsvoorwaarden voldoen; 2. het inschrijvingsgeld betaald hebben of hiervan rechtmatig (gedeeltelijk) vrijgesteld zijn; 3. zich akkoord verklaard hebben met het instellingsreglement en met de gezamenlijke

onderwijs- en examenregeling en het evaluatiereglement; 4. zich akkoord verklaard hebben met het eigen agogisch project van de instelling;

43

5. het bewijs geleverd hebben te beschikken over de Belgische nationaliteit of te voldoen aan

de bepalingen van het wettig verblijf. Voorwaarde 2 en 5 gelden niet voor de studenten van de opleiding HBO5 Verpleegkunde. De studenten worden ingeschreven in de volgorde dat ze zich bij de instelling in orde stellen met de

inschrijvingsvoorwaarden. Indien nodig worden wachtlijsten aangelegd. Bij de inschrijving moet de student volgende documenten bij zich hebben:

Het bewijs van de Belgische nationaliteit of een bewijs van wettig verblijf indien de student niet over de Belgische nationaliteit beschikt.

Een kopie van het studiebewijs op basis waarvan de student toegang heeft tot de opleiding waarvoor hij inschrijft.

Kwitanties van betaling van het inschrijvingsgeld of bewijsstukken ter staving van de vrijstelling of vermindering van het inschrijvingsgeld.

Art. 4.2 Bijdrageregeling Het bij inschrijving te betalen bedrag bestaat uit:

Inschrijvingsgeld

Cursusgeld Het cursusgeld is de bijdrage voor materialen, grondstoffen of diensten die verbonden zijn aan de cursus. Indien het cursusgeld nog niet exact gekend is, wordt er een raming gegeven. Het blijft achteraf steeds mogelijk het cursusgeld bij te sturen in positieve of negatieve zin aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten. Bij de start van de inschrijvingsperiode wordt het bedrag van het

cursusgeld bekend gemaakt aan de (kandidaat-)studenten. De student betaalt contant, via Bancontact of met opleidingscheques voor werknemers of voor werkgevers. Als inschrijvingsgeld betaalt de student per academiejaar 1,50 euro per lestijd met een maximum van 300 euro per semester en per graduaatsopleiding (HBO5). De plafonnering per academiejaar of per semester is niet overdraagbaar naar een andere instelling.

De student bewaart zelf de betalingsbewijzen. De volgende studenten genieten vrijstelling van betaling van het inschrijvingsgeld mits zij een attest

ter staving voorleggen dat op de dag van inschrijving niet ouder is dan een maand: zij die op het moment van hun inschrijving materiële hulp genieten zoals bedoeld in de wet

van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen;

zij die op het moment van hun inschrijving een inkomen verwerven via maatschappelijke dienstverlening of een leefloon of die ten laste zijn van de voormelde categorieën;

zij die op het moment van hun inschrijving als gedetineerde verblijven in een van de Belgische strafinrichtingen. Gedetineerden die thuis verblijven met een elektronische enkelband komen niet in aanmerking voor een vrijstelling van inschrijvingsgeld;

zij die op het moment van hun inschrijving een inkomen verwerven via een wachtuitkering of een werkloosheidsuitkering voor een opleiding die gevolgd wordt in het kader van een door de VDAB erkend traject naar Werk;

de niet-werkende, verplicht ingeschreven werkzoekenden die op het moment van hun inschrijving nog geen recht op een wachtuitkering hebben verworven;

Ook de studenten van de opleiding HBO5 Verpleegkunde zijn rechtmatig vrijgesteld van betaling van het inschrijvingsgeld.

De volgende studenten betalen een verminderd inschrijvingsgeld van 0,30 euro per lestijd. Het betreft studenten die op het moment van hun inschrijving:

een inkomen verwerven via een wachtuitkering of een werkloosheidsuitkering voor andere opleidingen dan die uit de studiegebieden Algemene vorming, de opleiding Ervaringsdeskundige in de armoede en de sociale uitsluiting, NT2 opleiding NT2 richtgraad 1

en 2 als inburgeraar, NT2 als cursist secundair onderwijs of ten laste zijn van die categorieën; in het bezit zijn van een van de volgende attesten of ten laste zijn van voormelde

categorieën: o een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een arbeidsongeschiktheid

van ten minste 66% blijkt;

44

o een attest waaruit het recht blijkt op een integratietegemoetkoming aan

gehandicapten; o een attest waaruit de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een

Handicap blijkt. o een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een vermindering blijkt

van het verdienvermogen tot een derde of minder van wat een gezonde persoon door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen

o een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een vermindering blijkt van de zelfredzaamheid van ten minste zeven punten.

Het overzicht van de inschrijvingsgelden en cursusgelden is te raadplegen via de website van de instelling of kan op eenvoudig verzoek bij de instelling op papier bekomen worden.

5 Vrijstellingen Art. 5.1 Basis om vrijstellingen te verlenen De directie van de instelling kan o.b.v. een eerder verworven competentie (EVC) of op basis van een

eerder verworven kwalificatie (EVK) vrijstelling verlenen voor één of meerdere opleidingsonderdelen.

Ze kan geen vrijstelling verlenen voor delen van opleidingsonderdelen. De directie kan bepaalde opleidingsonderdelen uitsluiten van de mogelijkheid tot vrijstelling. In dat geval wordt dit vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel. Art. 5.2 Procedure voor de aanvraag van vrijstelling op basis van EVK

Een student kan vrijstelling aanvragen voor één of meerdere opleidingsonderdelen op basis van een elders verworven kwalificatie (EVK). De procedure voor vrijstelling op basis van EVK en de in te vullen documenten zijn beschikbaar op de website van de instelling. De student dient de aanvraag voor vrijstelling op basis van EVK in op de wijze zoals voorzien in deze procedure. Hij doet dit uiterlijk 7 kalenderdagen na de inschrijving en ten laatste voor het einde van

de inschrijvingsperiode. De aanvraag moet vergezeld zijn van alle nodige stukken, zoals:

een kopie van het studiebewijs (diploma met diplomasupplement, getuigschrift, certificaat of creditbewijs uit het onderwijs) op basis waarvan de student de vrijstelling aanvraagt;

een rapport met het overzicht van de afgelegde evaluaties en bijbehorende evaluatieresultaten;

een beknopte inhoud, de beoogde competenties en desgevallend het aantal studiepunten van het opleidingsonderdeel op basis waarvan een vrijstelling wordt aangevraagd;

Voor studiebewijzen die opgesteld werden in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Engels of Duits, moet een vertaling naar het Nederlands door een in België beëdigd vertaler worden toegevoegd.

Art. 5.3 Procedure voor de besluitvorming over de toekenning van vrijstelling op basis van

EVK De beoordelingscommissie van de instelling onderzoekt de aanvraag voor vrijstelling op basis van EVK . De beoordelingscommissie bestaat uit de opleidingscoördinator en de lector van het betrokken opleidingsonderdeel of de betrokken opleidingsonderdelen. De beoordelingscommissie vergelijkt de reeds behaalde competenties met de nagestreefde competenties in het betrokken opleidingsonderdeel.

Op basis van dit onderzoek formuleert de beoordelingscommissie een advies aan de directeur over

het al dan niet toekennen van de vrijstelling. Bij voldoende overeenstemming tussen de reeds behaalde en de nagestreefde competenties adviseert de beoordelingscommissie de directeur vrijstelling te verlenen voor het opleidingsonderdeel. De directeur neemt de beslissing en deelt deze mee aan de student uiterlijk 20 werkdagen na het indienen van de volledig gedocumenteerde vrijstellingsaanvraag.

Deze toegekende vrijstelling wordt door alle instellingen van het samenwerkingsverband erkend op voorwaarde dat de vrijstelling werd toegekend in een opleiding met hetzelfde opleidingsprofiel. Art. 5.4 Procedure voor de aanvraag van vrijstelling op basis van EVC

45

Een student kan vrijstelling aanvragen voor één of meerdere opleidingsonderdelen op basis van

elders verworven competenties (EVC). Hij schrijft zich in voor het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen waarvoor hij een vrijstelling op basis van EVC aanvraagt, indien de onderwijsactiviteiten voor deze opleidingsonderdelen reeds gestart zijn. Indien de aangevraagde vrijstelling wordt toegekend, wordt

het inschrijvingsgeld voor het betrokken opleidingsonderdeel terugbetaald. De procedure voor vrijstelling op basis van EVC en de in te vullen documenten zijn beschikbaar op de website van de instelling. De student dient de aanvraag voor vrijstelling op basis van EVC in op de wijze zoals voorzien in deze procedure. Hij doet dit uiterlijk 7 kalenderdagen na de inschrijving en ten laatste voor het einde van de inschrijvingsperiode. De student toont in zijn vrijstellingsaanvraag schriftelijk aan dat hij de beoogde competenties van

het betrokken opleidingsonderdeel, zoals vermeld in de ECTS-fiche, heeft verworven en staaft dit aan de hand van bewijsstukken. De student relateert daarbij de opgebouwde competenties aan de te bewijzen competenties. De bewijsstukken kunnen zijn: attesten van werkgever, functiebeschrijvingen, voorbeelden van gemaakte producten, kopieën van gepubliceerde artikelen, evaluatieverslagen, … .

De bewijsstukken voldoen aan de volgende criteria:

Authentiek: betrouwbaar, het moet duidelijk zijn dat het bewijsstuk door de student gemaakt werd of betrekking heeft op de student. Indien het bewijsstuk werd gemaakt door een derde zoals bvb. een werkgever, dan is het belangrijk dat het document uniek is (handtekening van de schrijver).

Relevant: gerelateerd aan de competentie. Actueel: nog steeds actueel/bruikbaar op de dag van beoordeling.

Kwantitatief: onderbouwd met voldoende ervaring(stijd). Gevarieerd: de breedte en omvang van de ervaring concretiserend. Geen eenzijdige

bewijsstukken. Art. 5.5 Procedure voor de besluitvorming over de toekenning van vrijstelling op basis van EVC

De beoordelingscommissie van de instelling onderzoekt de aanvraag voor vrijstelling op basis van EVC. De beoordelingscommissie bestaat minimaal uit de opleidingscoördinator en de lector van het betrokken opleidingsonderdeel of de betrokken opleidingsonderdelen. De beoordelingscommissie gaat bij het onderzoek van de vrijstellingsaanvraag na of de te bewijzen

competenties verworven zijn. Indien de beoordelingscommissie dit na onderzoek van de vrijstellingsaanvraag nodig acht om tot een oordeel te kunnen komen, organiseert zij een gesprek

met de student en/of een proef. De proef kan verschillende vormen aannemen. Het doel van het gesprek en/of de proef is de beoogde competenties bijkomend te toetsen. Op basis van deze onderzoeken formuleert de beoordelingscommissie een advies aan de directeur over het al dan niet toekennen van de vrijstelling. De directeur neemt de beslissing en deelt deze mee aan de student uiterlijk 20 werkdagen na het indienen van de volledig gedocumenteerde vrijstellingsaanvraag. Deze toegekende vrijstelling wordt door alle instellingen van het samenwerkingsverband erkend

binnen dezelfde graduaatsopleiding (HBO5) op voorwaarde dat de vrijstelling werd toegekend in een opleiding met hetzelfde opleidingsprofiel. 6 Evaluaties Art. 6.1 Evaluatievoorwaarden (voorwaarden voor deelname aan de evaluatie)

Om aan de evaluatie te kunnen deelnemen, moet de student:

voldaan hebben aan de inschrijvingsvoorwaarden zoals vermeld in art. 4.1. een regelmatige student zijn. In de ECTS-fiche van elk opleidingsonderdeel wordt bepaald wat de vereiste aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten is om als regelmatige student te worden beschouwd voor het betrokken opleidingsonderdeel. Gewettigde afwezigheid wordt hierbij beschouwd als aanwezig.

Een niet-regelmatige student wordt schriftelijk verwittigd door de directeur dat hij geschrapt is als regelmatige student. Deze student kan bijgevolg niet deelnemen aan de evaluatie. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan de directeur na een schriftelijke gemotiveerde aanvraag beslissen een niet-regelmatige student toe te laten tot deelname aan de evaluatie.

46

Art. 6.2 Evaluatievormen

De evaluatievormen voor een opleidingsonderdeel worden vastgelegd in de ECTS-fiche van het betrokken opleidingsonderdeel. De evaluatie kan georganiseerd worden aan de hand van permanente evaluatie en/of een afsluitende

evaluatie. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van verschillende evaluatievormen waaronder schriftelijke testen, mondelinge testen, opdrachten of taken, stages, vaardigheidsproeven, … . De directeur kan omwille van bijzondere omstandigheden op vraag van de student een individuele wijziging toestaan van de evaluatiemodaliteiten. De student dient daartoe een aanvraag in. De directeur deelt haar beslissing schriftelijk mee aan student en voegt deze toe aan het dossier van de student.

De student heeft het recht om de aanwezigheid van een waarnemer bij een mondelinge evaluatie te vragen. De student richt daartoe een schriftelijk verzoek aan de directeur ten laatste vijf kalenderdagen voor de dag van de betrokken evaluatie. Ook de lector of de ombudspersoon kan om een waarnemer bij een mondelinge evaluatie verzoeken. De directeur wijst autonoom een waarnemer aan.

In geval van bloed- of aanverwantschap tot de derde graad tussen een student en de evaluator meldt de evaluator dit vooraf aan de directeur en duidt de directeur een plaatsvervanger aan. Art. 6.3 De tijdvakken waarbinnen de evaluaties worden afgelegd De instelling organiseert in de eerste evaluatieperiode voor elk opleidingsonderdeel een evaluatie

onder de vorm van een permanente en/of een afsluitende evaluatie. De data voor de afsluitende evaluatie binnen de eerste evaluatieperiode worden aan de student meegedeeld bij aanvang van het betrokken opleidingsonderdeel. Art. 6.4 Voorwaarden waaronder een tweede evaluatieperiode wordt georganiseerd Een student heeft behalve in de opleiding HBO5 Verpleegkunde, voor elk opleidingsonderdeel recht

op twee evaluatiekansen met name één evaluatiekans in de eerste evaluatieperiode en één evaluatiekans in de tweede evaluatieperiode, tenzij expliciet anders en gemotiveerd vermeld in de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel. De student moet deze evaluatiekans optimaal benutten. De evaluatiemodaliteiten voor de eerste en tweede evaluatieperiode worden gespecificeerd in de

ECTS-fiche van het betrokken opleidingsonderdeel. Voor deelname aan de evaluaties tijdens de tweede evaluatieperiode is per opleidingsonderdeel de

inschrijving verplicht. Art. 6.5 Aanwezigheid en laattijdige aanwezigheid op een evaluatie Wie meer dan een uur na het begin van een schriftelijk examen aankomt, mag niet meer aan het examen deelnemen. De student die aan het examen deelneemt, blijft in het lokaal waar het examen plaatsvindt, tot ten minste een uur na aanvang van het examen, tenzij alle studenten die aan het

examen zullen deelnemen, reeds in het examenlokaal aanwezig zijn. De student heeft effectief recht op de volledig voorziene examentijd. Indien de student echter na het aanvangsuur van het examen aankomt, loopt het examen slechts tot het voorziene einduur. Art. 6.6 Het evaluatiecijfer Behoudens in gevallen van een niet-numerieke resultaatsbepaling die is vastgelegd in de ECTS-fiche,

krijgt de student voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij examen heeft afgelegd, een

evaluatiecijfer op 20 in een geheel getal. Bij het bepalen van het evaluatiecijfer per opleidingsonderdeel gebeurt de afronding steeds naar het dichtstbijzijnde gehele getal. Indien het eerste cijfer na de komma van de evaluatiepunten 4 is of kleiner, gebeurt de afronding naar onder. Indien het eerste cijfer na de komma van de evaluatiepunten 5 is of groter, gebeurt de afronding naar boven.

Art. 6.7 Afwezigheid tijdens de onderwijsactiviteiten en op een evaluatie 6.7.1 Afwezigheid tijdens de onderwijsactiviteiten

47

De regeling van de instelling voor afwezigheid tijdens de onderwijsactiviteiten is opgenomen in het

instellingsreglement. 6.7.2 Afwezigheid op een evaluatie

Als een student gewettigd afwezig is op een evaluatie, dan heeft hij recht op een inhaalexamen. Als een student niet gewettigd afwezig is op een evaluatie, dan heeft hij de betrokken examenkans niet benut en krijgt hij de vermelding “niet deelgenomen” voor deze evaluatie. De student die gewettigd afwezig is op een evaluatie, kan deze inhalen onder de hierna volgende voorwaarden. De redenen voor een gewettigde afwezigheid zijn de volgende:

Medische redenen die gestaafd zijn a.d.h.v. een medisch attest. Een medisch attest is het resultaat van een medisch onderzoek van de betrokken student en is gedagtekend door de

arts op de dag van het medisch onderzoek. Post-factum of een door de arts opgetekende verklaring van de patiënt (zgn. ‘dixit-attest’) aanvaardt de instelling niet als medisch attest voor het wettigen van de afwezigheid.

Arbeidsprestaties tijdens het moment van de evaluatie bewezen door een verklaring van de werkgever.

Onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de instelling door overmacht.

Het bijwonen van een familieraad.

Een begrafenis of een huwelijksplechtigheid van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont als de student.

Na een oproeping of dagvaarding voor de rechtbank moeten verschijnen. Maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming. Feestdagen van de godsdiensten die erkend zijn door de Belgische grondwet.

Voorwaarden voor deelname aan een inhaalevaluatie: a. De student heeft zijn afwezigheid op de evaluatie ten laatste de dag van de evaluatie

en vóór de aanvang van het evaluatiemoment meegedeeld aan het secretariaat. b. De student bewijst de reden van zijn afwezigheid op een evaluatie aan de hand van

een medisch attest of het nodige bewijsmateriaal. c. Hij dient deze bewijsstukken tezamen met zijn aanvraag voor een inhaalevaluatie in

bij de directeur ten laatste de werkdag voor de dag waarop de inhaalevaluatie

plaatsvindt. d. De student kan geen inhaalevaluatie aanvragen voor een evaluatie waaraan hij reeds

heeft deelgenomen. e. De directeur oordeelt dat het om een gewettigde afwezigheid gaat.

Wanneer de directeur oordeelt dat de afwezigheid gewettigd is en de student bijgevolg recht heeft

op een inhaalevaluatie, dan bepaalt in geval van permanente evaluatie de lector het moment waarop de inhaalevaluatie plaatsvindt. Wanneer de directeur oordeelt dat de afwezigheid gewettigd is en de student bijgevolg recht heeft op een inhaalevaluatie, dan wordt in geval van een afsluitende evaluatie de inhaalevaluatie georganiseerd op één of meerdere inhaaldagen die vooraf zijn vastgelegd door de directeur indien dit organisatorisch mogelijk is. De inhaalevaluatie vindt in elk geval plaats voorafgaand aan de beraadslaging door de evaluatiecommissie waarbij het evaluatieresultaat voor de betrokken evaluatie

definitief wordt vastgelegd. Art. 6.8 Het inzagerecht De student heeft het recht de documenten (schriftelijke evaluaties, toetsen, verslagen bij mondelinge evaluaties en andere evaluatievormen) in te kijken en met de betrokken lector te bespreken, die voor zijn geval tot het besluit van de evaluatiecommissie hebben geleid.

De directeur legt de data vast waarop de inzage georganiseerd wordt en maakt deze vooraf aan de

student bekend. De inzage vindt in elk geval plaats voor het einde van de termijn waarbinnen de student intern beroep kan aantekenen tegen de beslissing van de evaluatiecommissie. Als de student meent dat daar aanleiding toe is, vraagt hij aan de ombudspersoon om bij de inzage aanwezig te zijn.

Indien gewenst, kan de student een kopie van het evaluatieformulier aanvragen via de directeur. De instelling rekent hiervoor 5 cent per bladzijde aan. 7 Evaluatiecommissie Art. 7.1 Oprichting van de evaluatiecommissie

48

Het instellingsbestuur richt per opleiding en per academiejaar een evaluatiecommissie op. De

directeur of zijn afgevaardigde is voorzitter. Art. 7.2 Samenstelling van de evaluatiecommissie

De directeur stelt de evaluatiecommissie samen die representatief is voor de opleiding. Daarbij wordt voor elk stemgerechtigd lid een plaatsvervanger aangesteld. De evaluatiecommissie bestaat uit minimum 3 stemgerechtigde leden. Naast de directeur zijn dit de verantwoordelijken voor opleidingsonderdelen uit de betrokken opleiding. De directeur kan slechts van deze samenstelling afwijken indien het aantal verantwoordelijken voor opleidingsonderdelen uit de opleiding kleiner is dan het hier vermelde minimum. De voorzitter duidt de secretaris aan.

De secretaris is niet-stemgerechtigd lid van de evaluatiecommissie. De ombudspersoon kan op eigen verzoek of op verzoek van de student of van de voorzitter aan de besprekingen van de evaluatiecommissie als niet-stemgerechtigd lid deelnemen. De directeur kan bovendien aan de evaluatiecommissie adviserende leden toevoegen. Zij zijn eveneens niet-stemgerechtigd.

Elk stemgerechtigd lid van de evaluatiecommissie heeft slechts één stem, ongeacht het aantal

opleidingsonderdelen waarvoor hij verantwoordelijk is en ongeacht het aantal studiepunten verbonden aan deze opleidingsonderdelen. De samenstelling van de evaluatiecommissie wordt uiterlijk op 21 oktober van het lopende academiejaar aan de studenten bekend gemaakt.

De evaluatiecommissie kan slechts geldig beraadslagen indien de helft plus één van haar stemgerechtigde leden aanwezig is. In afwijking geldt voor de opleiding HBO5 Verpleegkunde dat alle leden aanwezig dienen te zijn opdat de evaluatiecommissie geldig kan beraadslagen, tenzij in geval van gewettigde afwezigheid of overmacht. In de opleiding HBO5 Verpleegkunde wordt de evaluatiecommissie ook klassenraad genoemd.

Art. 7.3 Bevoegdheden van de evaluatiecommissie en besluitvorming bij de beraadslaging De evaluatiecommissie, al naar gelang het geval

a. stelt de evaluatieresultaten definitief vast

b. kent de deelcertificaten toe c. bepaalt de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later

behalen van een diploma d. verklaart de student geslaagd voor het geheel van de opleiding e. stelt de graad van verdienste waarmee het diploma wordt toegekend.

De evaluatiecommissie neemt haar beslissingen bij consensus van de stemgerechtigde leden. Wanneer er geen consensus is, legt de voorzitter de stemming op. De voorzitter van de evaluatiecommissie formuleert het voorstel waarover de leden zullen stemmen. Geldig stemmen

gebeurt door zich voor of tegen het voorstel van de voorzitter uit te spreken of door zich te onthouden. Het voorstel van de voorzitter is aanvaard als het meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen behaalt. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. Het proces-verbaal van de beraadslaging van de evaluatiecommissie vermeldt de samenstelling van

de evaluatiecommissie en de aanwezigen bij de beraadslaging. Het bevat bovendien per student de

genomen beslissingen en de bijhorende motivering. De voorzitter van de evaluatiecommissie en de secretaris ondertekenen het proces-verbaal. 8 Slagen voor een opleidingsonderdeel, slagen voor de opleiding en studiebekrachtiging

Art. 8.1 Slagen voor een opleidingsonderdeel en slagen voor de opleiding De student is geslaagd voor een opleidingsonderdeel indien hij ten minste 10 op 20 behaalt, tenzij de ECTS-fiche een andere, niet-numerieke vorm van resultaatsbepaling heeft vastgelegd.

49

De evaluatiecommissie verklaart een student geslaagd voor de gehele opleiding indien de student

voor alle opleidingsonderdelen van de betrokken opleiding een deelcertificaat behaald heeft of er een vrijstelling voor verwierf. Art. 8.2 Toekennen van een graad van verdienste voor een opleiding

Indien een evaluatiecommissie een student geslaagd verklaart voor een opleiding, kent de evaluatiecommissie een graad van verdienste toe volgens onderstaande regels:

1. Op voldoende wijze als de student geslaagd is én een gewogen gemiddelde behaalt van minder dan 65%;

2. Onderscheiding vanaf een gewogen gemiddelde van 65%; 3. Grote onderscheiding vanaf een gewogen gemiddelde van 75%;

4. Grootste onderscheiding vanaf een gewogen gemiddelde van 85%. Dit geldt niet voor de student van de opleiding HBO5 Verpleegkunde gezien binnen deze opleiding met een niet-numerieke resultaatsbepaling wordt gewerkt. Deze regels doen geen afbreuk aan de autonome deliberatiebevoegdheid van de evaluatiecommissie, mits gemotiveerde beslissing op individuele basis.

Het gewogen gemiddelde wordt berekend op basis van alle evaluatieresultaten binnen de gehele

opleiding. Voor studenten die vrijstellingen genieten, wordt de graad van verdienste enkel bepaald op basis van de evaluatieresultaten behaald in de opleiding, zonder rekening te houden met de vrijstellingen. Om in aanmerking te komen voor een graad van verdienste moet het aantal opleidingsonderdelen waarvoor de student aan de evaluatie heeft deelgenomen, de helft van het totaal aantal studiepunten

van de opleiding vertegenwoordigen. Art. 8.3 Bekendmaking van de evaluatieresultaten De evaluatieresultaten worden ten laatste één week na de beraadslaging van de evaluatiecommissie aan de studenten bekendgemaakt op een vooraf meegedeelde bekendgemaakte datum en wijze.

De instelling kan ervoor kiezen om voor een opleiding voorlopige evaluatieresultaten bekend te maken aan studenten. Desgevallend wordt dit vooraf aan de studenten meegedeeld, evenals de wijze waarop de voorlopige evaluatieresultaten zullen worden bekendgemaakt. Deze voorlopige evaluatieresultaten vormen slechts een voorstel: de evaluatiecommissie is als enige bevoegd om de

definitieve resultaten te bepalen.

Art. 8.4 Studiebekrachtiging De graduaatsopleidingen (HBO5) leiden tot een studiebewijs dat erkend wordt door de Vlaamse Gemeenschap. Een regelmatige student die slaagt voor een opleidingsonderdeel of voor de opleiding, heeft recht op het behalen van het betreffende studiebewijs. Slagen voor een opleidingsonderdeel leidt tot het behalen van een deelcertificaat. Deelcertificaten

worden kort na het afsluiten van het opleidingsonderdeel opgemaakt en kunnen op het secretariaat of tijdens de proclamatie afgehaald worden. Het behalen van een deelcertificaat voor alle opleidingsonderdelen van een graduaatsopleiding (HBO5) of er een vrijstelling voor verwerven leidt tot het behalen van een diploma van gegradueerde. Het diploma is voorzien van de officiële droogstempels van de AP Hogeschool en de betrokken instellingen de handtekening van de algemeen directeur van AP Hogeschool en de directeur van de

betrokken instelling. Bij het diploma hoort het diplomasupplement.

De student moet ook zelf de studiebewijzen handtekenen. Een duplicaat van een studiebewijs kan mits betaling van een administratieve kost worden verkregen op het secretariaat.

9 Evaluatiefraude Art. 9.1 Evaluatiefraude Als evaluatiefraude wordt beschouwd:

50

Elk gedrag van een student in het kader van een evaluatie of de organisatie daarvan waardoor de

student het geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of tracht te maken om een juist oordeel te vormen over de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van zichzelf dan wel van andere studenten. Indien wordt geoordeeld dat een vastgestelde onregelmatigheid als evaluatiefraude moet worden beschouwd, leidt dit, naargelang de aard, ernst en aantoonbaarheid, tot sancties.

Plagiaat valt onder bovenstaande omschrijving. Art. 9.2 Vaststelling van een onregelmatigheid a) Wanneer een personeelslid van de instelling vaststelt dat een student tijdens een evaluatie onregelmatigheden pleegt:

verwittigt hij de student van die vaststelling;

neemt hij de hulpmiddelen die de student ten onrechte voor gebruik beschikbaar heeft, en alle evaluatiedocumenten in beslag;

krijgt de student een nieuwe evaluatiekopij en kan hij de evaluatie verder zetten. De examinator beoordeelt achteraf de twee afgegeven evaluatiekopijen;

brengt hij de voorzitter van de evaluatiecommissie zo snel als mogelijk en ten laatste een dag na de vaststelling op de hoogte van de relevante gegevens onder de vorm van een

schriftelijk verslag;

bezorgt hij de ombudspersoon een kopie van het verslag.

b) Indien de examinator de onregelmatigheid vaststelt tijdens of na de correctie van een evaluatie of een praktische opdracht, brengt hij de voorzitter van de evaluatiecommissie en de ombudspersoon schriftelijk op de hoogte van de mogelijke onregelmatigheid en voegt de relevante stukken toe. Hij doet dit zo snel als mogelijk en ten laatste een dag na de dag van de vaststelling.

De voorzitter van de evaluatiecommissie brengt de student schriftelijk op de hoogte. Art. 9.3 Het hoorrecht bij een vaststelling van een onregelmatigheid De student bij wie een onregelmatigheid wordt vastgesteld bij een evaluatie (schriftelijke evaluatie, mondelinge evaluatie, toetsen, opdrachten, taken, scripties, …), wordt gehoord door de voorzitter van de evaluatiecommissie of diens plaatsvervanger, in aanwezigheid van diegene die de

onregelmatigheid vaststelde. De ombudspersoon is hierbij aanwezig. De student wordt gehoord binnen een termijn van 9 kalenderdagen, ingaand na de vaststelling van de onregelmatigheid. Indien binnen deze termijn een vakantieperiode aanvangt, dan wordt de termijn verlengd met de duur van de vakantie. Van het horen van de student wordt een schriftelijke

neerslag gemaakt, die wordt ondertekend door de student en wordt toegevoegd aan het dossier. Na het horen roept de voorzitter een evaluatietuchtcommissie samen.

Art. 9.4 Onderzoek door de evaluatietuchtcommissie Een evaluatietuchtcommissie onderzoekt de ten laste gelegde feiten en oordeelt of de onregelmatigheid als evaluatiefraude kan worden beschouwd. De evaluatietuchtcommissie bestaat uit 3 stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie die niet

betrokken zijn bij de vastgestelde onregelmatigheid of hun vervangers. Van deze samenstelling kan slechts worden afgeweken indien het aantal leden van de evaluatiecommissie kleiner is dan 3. De voorzitter duidt de stemgerechtigde leden aan. Daarnaast bestaat de evaluatietuchtcommissie uit volgende niet-stemgerechtigde leden:

a. de voorzitter van de evaluatiecommissie;

b. de secretaris van de evaluatiecommissie als verslaggever;

c. de ombudspersoon. Art. 9.5 Evaluatietuchtbeslissing Indien de evaluatietuchtcommissie oordeelt dat de evaluatiefraude bewezen is, kan ze één van de

volgende sancties opleggen of een combinatie ervan: a. een nul voor de desbetreffende evaluatie; b. een nul voor het desbetreffende opleidingsonderdeel; c. een uitsluiting voor de tweede evaluatieperiode voor het desbetreffende opleidingsonderdeel.

51

Het proces-verbaal van de beraadslaging van de evaluatietuchtcommissie vermeldt de samenstelling

van de evaluatietuchtcommissie, de aanwezigen bij de beraadslaging en, per student, de genomen beslissing en de motivering van deze beslissing. Wanneer de ombudspersoon hier uitdrukkelijk om verzoekt, bevat het proces-verbaal van de beraadslagingen zijn opmerkingen aangaande bepaalde klachten en beslissingen.

De voorzitter van de evaluatietuchtcommissie en de secretaris ondertekenen het proces-verbaal. Binnen een termijn van 14 kalenderdagen na de dag van het horen van de student betekent de voorzitter van de evaluatietuchtcommissie de gemotiveerde evaluatietuchtbeslissing aan de student via een aangetekend schrijven. Indien in deze termijn van 14 kalenderdagen een vakantieperiode valt, wordt deze termijn verlengd met de duur van deze vakantieperiode.

10 Behandeling van klachten Art. 10.1 Ombudsdienst §1 Aanstelling van de ombudspersoon

De directeur stelt jaarlijks voor de aanvang van het academiejaar één of meerdere ombudspersonen aan. De ombudspersoon behoort tot het onderwijzend of administratief personeel van de instelling. Leden van het onderwijzend personeel kunnen niet als ombudspersoon optreden voor studenten die tot hun opleiding behoren. Studentenbegeleiders kunnen niet als ombudspersoon optreden voor studenten die hen zijn toegewezen. De directeur maakt de naam van de ombudspersoon en zijn bereikbaarheid aan de studenten bekend

bij aanvang van het academiejaar. §2 Opdracht van de ombudspersoon De door de directeur aangestelde ombudspersoon treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meerdere personeelsleden. Deze geschillen houden verband met:

de toepassing van de onderwijs- en evaluatieregeling;

als onbillijk ervaren handelingen en toestanden. De student meldt zijn klacht zo snel mogelijk bij de ombudspersoon. De ombudspersoon onderzoekt alle klachten in verband met onderwijs, evaluaties, beslissingen over

de toekenning van vrijstellingen, beslissingen van de evaluatiecommissie en met alle als onbillijk ervaren handelingen en toestanden, en bemiddelt met de betrokken partijen.

Hij licht de student in over de stand van zaken van de bemiddeling en is tot discretie verplicht. De ombudspersoon zal niets ondernemen zonder de toestemming van de student. De ombudspersoon tracht een oplossing te bekomen voor het probleem, rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen. §3 Recht op informatie

Om zijn taak zo goed mogelijk te vervullen heeft de ombudspersoon het recht inlichtingen te vragen over alle onderwijs- en evaluatieactiviteiten en over alle mogelijke informatie die tot bepaalde beslissingen zal leiden of heeft geleid met betrekking tot de student. De ombudspersoon heeft inzage in alle relevante documenten. §4 Deelname aan de beraadslaging

De ombudspersoon kan op eigen verzoek of op verzoek van de student of van de voorzitter aan de

besprekingen van de evaluatiecommissie als niet-stemgerechtigd lid deelnemen. De ombudspersoon die als niet-stemgerechtigd lid optreedt in gevolge een onregelmatigheid of geschil tijdens een beraadslaging van de evaluatiecommissie, heeft in elk geval de betrokken student gehoord.

Art. 10.2 Bezwaar bij de directeur Indien de bemiddeling van de ombudspersoon het conflict niet kan beëindigen, staat het de student vrij zijn klacht formeel aanhangig te maken bij de directeur. Hij doet dit schriftelijk tegen ontvangstbewijs en in geval van een betwisting van een beslissing over de toekenning van een vrijstelling of van de evaluatiecommissie binnen de drie werkdagen na ontvangst van de betrokken

52

beslissing. De directeur onderzoekt de klacht en heeft een onderhoud met de student. Daartoe wordt

de student schriftelijk uitgenodigd. Op basis van het onderzoek en onderhoud geeft de directeur de student antwoord. In geval van een klacht over een beslissing over de toekenning van een vrijstelling of over een beslissing van de evaluatiecommissie deelt hij de gemotiveerde beslissing via aangetekend schrijven

mee aan de student binnen de zeven werkdagen na ontvangst van de klacht. Indien de klacht betrekking heeft op een beslissing van de evaluatiecommissie, dan kan deze beslissing inhouden dat de directeur de evaluatiecommissie opnieuw samenroept om de beslissing van de evaluatiecommissie te heroverwegen. Art. 10.3.1 Interne beroepsprocedure (uitgezonderd opleiding HBO5 Verpleegkunde)

Indien de betwisting aangaande een beslissing over de toekenning van een vrijstelling of een beslissing van de evaluatiecommissie blijft bestaan, kan de student binnen een termijn van vijf werkdagen na de kennisgeving van de beslissing van de directeur, beroep aantekenen bij het instellingsbestuur. Vooraleer intern beroep kan worden aangetekend, moet de student het bezwaar aanhangig hebben gemaakt bij de directeur zoals omschreven in art. 10.2. De kennisgeving is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief van de directeur aanbiedt en

die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een

bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens. De student richt zijn verzoek tot heroverweging van de beslissing aan de voorzitter van het instellingsbestuur per aangetekend schrijven op het adres van het instellingsbestuur. Op straffe van onontvankelijkheid moet het verzoekschrift aan volgende vormvereisten voldoen:

a. het verzoekschrift is binnen de gestelde termijnen aangetekend verstuurd; b. het verzoekschrift is ondertekend door de student of zijn raadsman; c. het verzoekschrift vermeldt ten minste de naam en het adres van de student, de bestreden

beslissing en een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren. De voorzitter roept de beroepscommissie samen die werd aangesteld door het instellingsbestuur. De beroepscommissie beoordeelt of de beslissing in overeenstemming is met de decretale en

reglementaire bepalingen en het onderwijs- en evaluatiereglement. De behandeling van het verzoek door de beroepscommissie leidt tot:

a. de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan; b. de bevestiging van de oorspronkelijke beslissing;

c. het gemotiveerd advies dat de beslissing onregelmatig werd genomen. Het instellingsbestuur beveelt al naargelang het geval de directeur of de evaluatiecommissie aan een nieuwe

beslissing te nemen. De voorzitter van de beroepscommissie deelt de beslissing aan de student mee per aangetekend schrijven binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat de dag na de betekening van het beroep. De voorzitter van de beroepscommissie deelt de beslissing of het gemotiveerd advies van de beroepscommissie, al naar gelang het geval, mee aan de directeur of de voorzitter van evaluatiecommissie.

- Indien de beroepscommissie de directeur aanbeveelt een nieuwe beslissing te nemen m.b.t.

de toekenning van een vrijstelling, neemt de directeur kennis van het gemotiveerd advies dat de beslissing onregelmatig is en neemt een beslissing waarbij de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze wordt bevestigd of herzien. De directeur deelt de gemotiveerde beslissing mee aan de student per aangetekend schrijven binnen een termijn van twintig werkdagen die ingaat de dag na de betekening van het beroep.

- Indien de beroepscommissie de evaluatiecommissie aanbeveelt een nieuwe beslissing te nemen, roept de voorzitter van de evaluatiecommissie de evaluatiecommissie in bijzondere zitting bijeen. Het aantal mandaten en de samenstelling met stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden blijft dezelfde.

De evaluatiecommissie neemt kennis van het gemotiveerd advies dat de beslissing onregelmatig is en neemt een beslissing, waarbij de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze wordt bevestigd of herzien. De evaluatiecommissie in bijzondere zitting beraadslaagt geldig indien de helft plus één van haar stemgerechtigde leden aanwezig is met een minimum van drie.

53

Van de beslissing stelt de secretaris van de evaluatiecommissie een proces-verbaal op. De

voorzitter van de evaluatiecommissie deelt de beslissing mee aan de student binnen een termijn van twintig werkdagen die ingaat de dag na de betekening van het beroep.

10.3.2 Interne beroepsprocedure opleiding HBO5 Verpleegkunde

Indien de betwisting aangaande een beslissing over de toekenning van een vrijstelling of een beslissing van de evaluatiecommissie blijft bestaan, kan de student binnen een termijn van vijf werkdagen na de kennisgeving van de beslissing van de directeur, beroep aantekenen bij de beroepscommissie. Vooraleer beroep kan worden aangetekend, moet de student het bezwaar aanhangig hebben gemaakt bij de directeur zoals omschreven in art. 10.2. De kennisgeving is het moment waarop de postbode een eerste maal de aangetekende brief van de directeur aanbiedt en

die ofwel overhandigt aan de geadresseerde(n), ofwel op het adres van de geadresseerde(n) een bericht achterlaat. Ze wordt aangetoond door middel van de door de post ter beschikking gestelde gegevens. De student richt zijn verzoek tot heroverweging van de beslissing aan de voorzitter van de beroepscommissie per aangetekend schrijven op het adres van het instellingsbestuur.

Op straffe van onontvankelijkheid moet het verzoekschrift aan volgende vormvereisten voldoen:

a. het verzoekschrift is binnen de gestelde termijnen aangetekend verstuurd; b. het verzoekschrift is ondertekend door de student of zijn raadsman; c. het verzoekschrift vermeldt ten minste de naam en het adres van de student, de bestreden

beslissing en een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren.

De voorzitter roept de beroepscommissie samen die werd aangesteld door het instellingsbestuur. De

beroepscommissie bestaat uit interne en externe leden aan de instelling en het instellingsbestuur. De voorzitter van de evaluatiecommissie maakt zeker deel uit van de beroepscommissie. De samenstelling van de beroepscommissie kan per dossier verschillen. De beroepscommissie beoordeelt of de beslissing in overeenstemming is met de decretale en reglementaire bepalingen en het onderwijs- en evaluatiereglement. De behandeling van het verzoek door de beroepscommissie leidt tot:

a. de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan; b. de bevestiging van de oorspronkelijke beslissing; c. de hervorming van de beslissing.

De voorzitter van de beroepscommissie deelt de beslissing aan de student mee per aangetekend schrijven binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat de dag na de betekening van het beroep.

De voorzitter van de beroepscommissie deelt de beslissing mee aan de directeur. De beroepscommissie heeft volheid van bevoegdheid. 11 Materiële vergissingen Art. 11.1 Materiële vergissingen

Vermoede materiële vergissingen in verband met een evaluatie moeten door de betrokkene aan de voorzitter van de evaluatiecommissie schriftelijk gemeld worden, uiterlijk drie werkdagen na de datum van de bekendmaking van de evaluatieresultaten. Indien de materiële vergissing wordt vastgesteld maar geen invloed heeft op de beslissing van de evaluatiecommissie, wordt deze hersteld door de voorzitter van evaluatiecommissie. De voorzitter

van de evaluatiecommissie deelt deze correctie schriftelijk mee aan de student binnen een termijn

van drie werkdagen na ontvangst van de melding van de materiële vergissing. Indien de materiële vergissing wordt vastgesteld en een invloed heeft op de beslissing van de evaluatiecommissie, heropent de voorzitter van de evaluatiecommissie de evaluatieperiode voor de betrokken student(en). De voorzitter van de evaluatiecommissie roept de evaluatiecommissie

samen. Na beraadslaging en na het opstellen van het proces-verbaal, deelt de voorzitter van de evaluatiecommissie de beslissing van de evaluatiecommissie per aangetekend schrijven mee aan de student binnen een termijn van zeven werkdagen na ontvangst van de melding van de materiële vergissing.

54

Bij je inschrijving of bij de start ontvang je een WEGWIJSBOEKJE. Hierin vind je praktische informatie over: • de schoolkalender; • de periode van de eindevaluatie(s); • de specifieke evaluatiemethode(s); • de specifieke veiligheidsvoorschriften en huisregels;

• het digitaal platform.

CENTRUMREGLEMENT 2017-2018

Bijlagen voor de Studiegebieden

Algemene vorming, Aanvullende Algemene vorming,

Administratie en Logistiek en Verkoop

1. OVERZICHT VAN ALLE LESPLAATSEN VAN ONS CENTRUM VOOR VOLWASSENENONDERWIJS

2. WIE IS WIE? 3. KOSTPRIJS PER MODULE

Departement Ontwikkeling en Educatie

CVO Provincie Antwerpen

[email protected] | www.toekomstonderwijs.be

2

1. OVERZICHT VAN ALLE LESPLAATSEN VAN ONS CENTRUM VOOR VOLWASSENENONDERWIJS

In ons CVO worden opleidingen in verschillende studiegebieden aangeboden en zijn we actief op heel wat lesplaatsen.

Studiegebieden Algemene vorming, Aanvullende Algemene vorming, Administratie en

Logistiek en Verkoop

Desguinlei 244 2018 Antwerpen

Baron Sadoinestraat 32 2660 Antwerpen

Maalbootstraat 19 2660 Antwerpen

Studiegebieden Nederlands Tweede Taal richtgraad 1 en 2, Europese hoofdtalen

richtgraad 1 en 2 en Hebreeuws

Lange Van Ruusbroecstraat 12-34 2018 Antwerpen

Provinciestraat 211 2018 Antwerpen

Pierenbergstraat 31 2020 Antwerpen

Thonetlaan 106 2050 Antwerpen

Dambruggestraat 304 2060 Antwerpen

Lange Dijkstraat 68 2060 Antwerpen

Prins Leopoldstraat 51 2140 Antwerpen

Wilrijkstraat 26 2140 Antwerpen

Deurnsebaan 1B 2170 Antwerpen

Maalbootstraat 19 2660 Antwerpen

2. WIE IS WIE?

Zakelijk directeur Inge De Win [email protected]

Pedagogisch directeur

Ad Doom [email protected]

Algemeen coördinator Annelies Van Hecke [email protected]

Onthaalmedewerkers Coördinatie onthaal en administratie ASO-opleiding

Marie Ann De Jonghe [email protected] Administratie Handelsopleidingen

Yo Adriaenssens [email protected]

Administratie Aanvullende Algemene Vorming

Anita Keldermans [email protected] Opleidingscoördinatoren Opleidingscoördinator AAV en Handel

Sofie De Deken [email protected] Opleidingscoördinator ASO en Opstap

Annemie Baeyens [email protected]

3

Leertrajectbegeleiders Leertrajectbegeleider ASO en Opstap

Christine Van den Bergh [email protected] Leertrajectbegeleider AAV en Handel

Katrien Van den Bosch [email protected]

Zorgteam Psycholoog

Lut Servranckx [email protected] Psycholoog

Amal Schauss [email protected]

Directiesecretaresse Linda De Potter [email protected]

ICT-coördinator

Saddam Abid [email protected]

Communicatie en werving Bie Van Giel [email protected]

Alle medewerkers zijn bereikbaar via mail met [email protected].

We zijn telefonisch bereikbaar via +32 (0)3 825 78 78.

3. KOSTPRIJS PER MODULE

Kostprijs per module

Opleiding Module Lestijden

Kostprijs

Inschrijvingsgeld

Inschrijvingsgeld met gedeeltelijke

vrijstelling

Inschrijvingsgeld met volledige

vrijstelling Bijdrage

cursusmateriaal

AAV Engels 1 40 0 0 0 6

AAV Engels 2 40 0 0 0 6

AAV Engels 3 40 0 0 0 6

AAV Engels 4 40 0 0 0 6

AAV Frans 1 40 0 0 0 6

AAV Frans 2 40 0 0 0 6

AAV Frans 3 40 0 0 0 6

AAV Frans 4 40 0 0 0 6

AAV Maatschappij, cultuur, organisatie en samenwerking en ICT3 (macusa)

180

0

0

0 27

AAV Nederlands 1 80 0 0 0 12

AAV Nederlands 2 80 0 0 0 12

AAV Nederlands basis 80 80 0 0 0 12

AAV Nederlands basis 40 40 0 0 0 6

AAV Wetenschappen 40 0 0 0 6

AAV Wiskunde 1 80 0 0 0 12

AAV Wiskunde 2 40 0 0 0 6

AAV Wiskunde basis 40 40 0 0 0 6

AAV Wiskunde basis 80 80 0 0 0 12

AAV ICT 1 en 2 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Aardrijkskunde 1 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Biologie 1 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Chemie 1 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Chemie 2 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Engels 3 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Opfris Frans 60 0 0 0 9

ASO Voortraject Frans 1 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Frans 2 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Fysica 1 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Fysica 2 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Geschiedenis 3 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Geschiedenis 4 40 0 0 0 6

ASO Voortraject Nederlands 4 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Wiskunde 1 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Wiskunde 2 80 0 0 0 12

ASO Voortraject Opfris wiskunde 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Opfris Natuurwetenschappen 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Aardrijkskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Aardrijkskunde 2 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Aardrijkskunde 3 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Biologie 60 0 0 0 9

ASO 3 Humane Wetenschappen Chemie 60 0 0 0 9

ASO 3 Humane Wetenschappen Engels 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Engels 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Engels 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Opfris Frans 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Frans 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Frans 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Frans 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Fysica 60 0 0 0 9

ASO 3 Humane Wetenschappen Geschiedenis 1 en 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Geschiedenis 3 en 4 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Communicatie en Expressie 120 0 0 0 18

ASO 3 Humane Wetenschappen Identiteit en Normering 120 0 0 0 18

ASO 3 Humane Wetenschappen Onderzoekscompetentie 160 0 0 0 24

ASO 3 Humane Wetenschappen Organisatie en samenhang 120 0 0 0 18

ASO 3 Humane Wetenschappen Nederlands 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Nederlands 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Nederlands 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Humane Wetenschappen Opfris Wiskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Opfris Wiskunde 2 60 0 0 0 9

ASO 3 Humane Wetenschappen Wiskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Wiskunde 2 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Wiskunde 3 40 0 0 0 6

ASO 3 Humane Wetenschappen Wiskunde 4 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Aardrijkskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Aardrijkskunde 2 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Aardrijkskunde 3 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Algebra - Meetkunde 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Analyse 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Analyse 2 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Biologie 60 0 0 0 9

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Chemie 60 0 0 0 9

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Engels 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Engels 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Engels 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Opfris Frans 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Frans 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Frans 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Frans 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Fysica 60 0 0 0 9

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Geschiedenis 1 en 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Geschiedenis 3 en 4 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Nederlands 1 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Nederlands 2 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Nederlands 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Onderzoekscompetentie Wiskunde 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Statistiek 60 0 0 0 9

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Opfris Natuurwetenschappen 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wetenschappen 1 en 2 160 0 0 0 24

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wetenschappen 3 80 0 0 0 12

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wetenschappen 4 160 0 0 0 24

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Opfris Wiskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Opfris Wiskunde 2 60 0 0 0 9

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wiskunde 1 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wiskunde 2 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wiskunde 3 40 0 0 0 6

ASO 3 Wetenschappen-Wiskunde Wiskunde 4 40 0 0 0 6

TSO 2 Frans 60 0 0 0 9

Medisch Administratief Bediende Deontologie 40 60 12 0 6

Medisch Administratief Bediende Kantoorsoftware integratie 60 90 18 0 9

Medisch Administratief Bediende Klaviervaardigheden 20 30 6 0 3

Medisch Administratief Bediende Medische correspondentie 120 180 36 0 18

Medisch Administratief Bediende Medische ICT 40 60 12 0 6

Medisch Administratief Bediende Omgaan met patiënten 40 60 12 0 6

Medisch Administratief Bediende Organisatie Gezondheidszorg 80 120 24 0 12

Medisch Administratief Bediende Praktijk 80 120 24 0 12

Medisch Administratief Bediende Secretariële vaardigheden 40 60 12 0 6

Medisch Administratief Bediende Tekstverwerking 1 60 90 18 0 9

Medisch Administratief Bediende Zakelijk Nederlands 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Basis recht 40 60 12 0 6

Secretariaatsmedewerker

Boekhoudkundige

vaardigheden 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Boekhoudpakket 40 60 12 0 6

Secretariaatsmedewerker Kantoorsoftware integratie 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Klaviervaardigheden 20 30 6 0 3

Secretariaatsmedewerker Praktijk 160 240 48 0 24

Secretariaatsmedewerker Rekenblad 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Secretariële vaardigheden 40 60 12 0 6

Secretariaatsmedewerker Tekstverwerking 1 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Tekstverwerking 2 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Zakelijk Nederlands 60 90 18 0 9

Secretariaatsmedewerker Zakelijk Engels 80 120 24 0 12

Secretariaatsmedewerker Zakelijk Frans 1 80 120 24 0 12

Secretariaatsmedewerker Zakelijk Frans 2 80 120 24 0 12

Transport en logistiek medewerker Zakelijk Frans 1 80 120 24 0 12

Transport en logistiek medewerker Zakelijk Engels 1 80 120 24 0 12

Transport en logistiek

medewerker Zakelijk Duits 1 80 120 24 0 12

Transport en logistiek medewerker

Mondelinge communicatieve technieken 20 30 6 0 3

Transport en logistiek medewerker

Schriftelijke communicatieve technieken 20 30 6 0 3

Transport en logistiek medewerker Tekstverwerking 1 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker Rekenblad 1 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker Wegvervoer 60 90 18 0 9

Transport en logistiek

medewerker Spoorvervoer 20 30 6 0 3

Transport en logistiek medewerker Luchtvervoer 20 30 6 0 3

Transport en logistiek medewerker Binnenvaart 20 30 6 0 3

Transport en logistiek

medewerker Zeevervoer 60 90 18 0 9

Transport en logistiek medewerker Intermodaal vervoer 40 60 12 0 6

Transport en logistiek

medewerker Logistiek 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker Havenkennis 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker Tussenpersonen 20 30 6 0 3

Transport en logistiek

medewerker Incoterms 20 30 6 0 3

Transport en logistiek medewerker Douane, btw en accijnzen 80 120 24 0 12

Transport en logistiek medewerker Transportverzekeringen 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker

Documentenstroom en document. krediet 40 60 12 0 6

Transport en logistiek medewerker Werkplekleren (Praktijk) 80 120 24 0 12

Uitstroom Bewust kiezen 12 18 3,6 0 1,8

Uitstroom Solliciteren 10 15 3 0 1,5

Uitstroom Academisch Nederlands 40 60 12 0 6

Uitstroom Nederlands PLUS 40 60 12 0 6

OPSTAP Nederlands 240 0 0 0 36

OPSTAP Wiskunde 80 0 0 0 12

OPSTAP Maatschappijleer 80 0 0 0 12

OPSTAP leren leren 20 30 18 0 3

Voorbereiding examen politie

Voorbereiding cognitieve

proeven 80 0 0 0 12

Voorbereiding examen politie Voorbereiding selectie-interview presenteren 40 60 12 0 6

Voorbereiding examen politie voorbereiding selectie-interview Organisatie

40

0

0

0 6