Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

23
Leren doen we allang niet meer alleen op school. We leren overal en op verschillende manieren. Onze samenleving is zo dynamisch dat kennis snel verandert. Om mee te kunnen blijven doen, voor ons werk of voor ons plezier blijven we daarom leren. Een leven lang. Om in kaart te brengen hoe Nederlanders leren heeft Teleac/NOT het initiatief genomen voor een onderzoek naar leervoorkeuren van Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar. In samenwerking met Motivaction en Open Universiteit Nederland is zo een eerste verkenning gedaan naar de leerstijlen van de volwassen Nederlander. Dit heeft geresulteerd in een inkijk in hoe dat leven lang leren er nu uitziet en in vier leerstijlen waarop volwassen Nederlanders zijn in te delen. In deze publicatie vindt u de meest interessante resultaten uit dit onderzoek. En natuurlijk zijn de vier leerstijlen beschreven en uitgelicht aan de hand van interviews en illustraties. Omdat leren overal in onze samenleving gebeurt, is deze publicatie een must-have voor iedereen die zich bezighoudt met educatie in Nederland. Of dit nu binnen het reguliere onderwijs is, in een cursuslokaal, in het plaatselijk buurtcentrum of in de media. Deze publicatie geeft een handvat aan iedereen die bij wil dragen aan een leven lang leren in Nederland: aan een Leerlekkerland. Stijlen van leven lang leren in Nederland Stijlen van leven lang leren in Nederland LEERLEKKERLAND

description

Leren doen we allang niet meer alleen op school. We leren overal en op verschillende manieren. Onze samenleving is zo dynamisch dat kennis snel verandert. Om mee te kunnen blijven doen, voor ons werk of voor ons plezier blijven we daarom leren. Een leven lang. Ook universiteiten en hogescholen richten zich in toenemende mate op mensen die na hun initiële opleiding een baan en leren combineren. Vaak wordt daarbij e-learning ingezet. En men kijkt naar inzet van sociale media. Daarom is het onderzoek dat Teleac/NOT recentelijk uitvoerde naar leerstijlen van leven lang leerders ook voor SURFspace lezers interessant. Het onderzoekOm in kaart te brengen hoe Nederlanders leren, heeft Teleac/NOT in 2008 het initiatief genomen voor een onderzoek naar leervoorkeuren van Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar. In samenwerking met Motivaction en Open Universiteit Nederland is zo een eerste verkenning gedaan naar de leerstijlen van de volwassen Nederlander. Dit heeft geresulteerd in de publicatie Leerlekkerland, die een inkijk geeft in hoe dat leven lang leren er nu uitziet en in vier leerstijlen waarop volwassen Nederlanders zijn in te delen. De vier leerstijlenDe Taakgerichten (23% van de Nederlandse bevolking tussen 18 en 65 jaar): dit is een groep die weinig tot niets heeft met het lerenin verplichte vorm. Taakgerichten hebben weinig drangom zichzelf verder te ontwikkelen ten behoeve van hun carrière, en de motivatie om een ander soort cursus dan werkgerelateerd te volgen ontbreekt vaak.De grootste groep onder de leerstijlen wordt gevormd door de Einddoelgerichten (29%). Zij zouden een cursus volgen wanneer deze bijvoorbeeld werkgerelateerd is. Hun interesses zijn wel iets breder dan die van de Taakgerichten. Zo is deze groep sterkgericht op het gezin. Cursussen of media in deze richting zijn dan ook populair bij de Einddoelgerichten. De meest enthousiaste cursisten zijn de Detailgerichten (25%). Zij volgen graag een cursus. Meestal omdat ze vaardigheden willen ontwikkelen, maar ook vaak omdat een onderwerp hen interesseert.De laatste groep bestaat uit de Kennisgerichten (23%). Deze groep heeft een ijzeren discipline in hetvolgen van cursussen of opleidingen. Kennisgerichten doen dit vaak om verder te komen in hun carrière of om hun kennis uit te breiden. Ze schuwen dan ook niet zo breed mogelijk op zoek te gaan naar informatie om het leertraject mee te verrijken.Mediavoorkeuren van de leerstijlenHet boekje Leerlekkerland gaat verder in op de mediavoorkeuren van de vier groepen. In eerste instantie: met welke vormen van televisieaanbod de groep bereikt kan worden. Daarbij geven de auteurs ook aan welke groepen de voorkeur geven aan formeel en aan cross mediaal leeraanbod. Daarom biedt het onderzoek ook voor e-learning professionals uit het hoger onderwijs interessante aanknopingspunten.

Transcript of Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

Page 1: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

Leren doen we allang niet meer alleen op school. We leren overal en op verschillende manieren. Onze samenleving is zo dynamisch dat kennis snel verandert. Om mee te kunnen blijven doen, voor ons werk of voor ons plezier blijven we daarom leren. Een leven lang.

Om in kaart te brengen hoe Nederlanders leren heeft Teleac/NOT het initiatief genomen voor een onderzoek naar leervoorkeuren van Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar. In samenwerking met Motivaction en Open Universiteit Nederland is zo een eerste verkenning gedaan naar de leerstijlen van de volwassen Nederlander. Dit heeft geresulteerd in een inkijk in hoe dat leven lang leren er nu uitziet en in vier leerstijlen

waarop volwassen Nederlanders zijn in te delen. In deze publicatie vindt u de meest interessante resultaten uit dit onderzoek. En natuurlijk zijn de vier leerstijlen beschreven en uitgelicht aan de hand van interviews en illustraties.

Omdat leren overal in onze samenleving gebeurt, is deze publicatie een must-have voor iedereen die zich bezighoudt met educatie in Nederland. Of dit nu binnen het reguliere onderwijs is, in een cursuslokaal, in het plaatselijk buurtcentrum of in de media. Deze publicatie geeft een handvat aan iedereen die bij wil dragen aan een leven lang leren in Nederland: aan een Leerlekkerland.

Stijlen van leven lang leren in Nederland

Stijlen van leven lang leren in NederlandLEERLEKKERLAND

Page 2: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

1

Inhoud

Voorwoord en inleiding van Rob Martens 2

Hoofdstuk 1 – Het onderzoek naar leerstijlen 6

Hoofdstuk 2 – Uitkomsten in beeld 8De cijfers uit het onderzoek geïllustreerd

Kader - Verschillende leerstijlen 18

Hoofdstuk 3 – De leerstijlen 20Groep 1: Taakgerichten 22Groep 2: Einddoelgerichten 26Groep 3: Detailgerichten 30Groep 4: Kennisgerichten 34

Hoofdstuk 4 – Hoe verder? 38

Steekproef en weging bij het onderzoek 40

Colofon 42

Page 3: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

3 2

Manieren van lerenHet leren op onderwijsinstellingen, sterk intentioneel met duidelijke leerdoelen en vaak met toetsing, noemen we formeel leren. Om dit leren en de kennis die we ermee opdoen zou je een eerste cirkel kunnen trekken. Daaromheen komt dan een tweede cirkel, die van het non-formele leren. Daarbij gaat het nog wel om doelgericht leren, maar dan buiten de reguliere onderwijsinstellingen. De derde schijf is veel groter en vormt die van het informele leren. Bekijk eens tien willekeurige foto’s uit uw woonplaats. Waarschijnlijk herkent u ze moeiteloos en zonder na te denken waar ze genomen zijn. U hebt dus een bijna fotografisch beeld van grote delen van uw woonplaats in uw hoofd. Dat heeft u informeel geleerd, zonder examens, leerdoelen, cursussen of wat dan ook. Het is ‘vanzelf’ gegaan en valt daardoor nauwelijks op. Het informele leren is een grijs gebied dat nog maar weinig verkend is. Dit onderscheid is voor een leven lang leren cruciaal, omdat het laat zien hoe complex het onderwerp is. Waar het bij het formele onderwijs al lastig is een goed overzicht van wat er geleerd wordt te krijgen, is het dat bij een leven lang leren nog meer. Maar aan het belang van een leven lang leren wordt tegenwoordig nauwelijks meer getwijfeld. We leven in een tijd waarin kennis steeds sneller vernieuwt en zien een samenleving die complexer wordt. De programmeerkennis die eerstejaarsstudenten informatica opdoen is al verouderd als ze enkele jaren later de collegebanken verlaten. De internationale competitie wordt steeds groter, waarbij het steeds meer gaat om het kennisniveau en de expertise van werknemers en het innovatieve vermogen van onze industrieën.

Het belang van lerenOok zijn er grote zorgen over steeds moeilijker te overbruggen kloven in onze samenleving. Bijvoorbeeld de digitale kloof tussen zij die wel meekomen in onze digitaliserende maatschappij, en diegenen (vaak ouderen) die dit niet meer kunnen. In een samenleving waarin de vrije markt een steeds groter beroep doet op het vermogen om zelf goede keuzen te maken. Wie aan de verkeerde kant van de digitale kloof staat, krijgt daardoor steeds meer moeite met dagelijkse handelingen zoals (internet)bankieren, digitale loketten, informatie opzoeken, enzovoorts. Een andere gevreesde kloof is die van de taal; Nederlanders die de Nederlandse taal niet goed genoeg beheersen kunnen slechter meekomen en maken minder kans op een baan. Ook op het gebied van gezondheid en voedingsvoorlichting is er een groep die nauwelijks te bereiken lijkt. Er zijn zorgen over jonge mensen die zich de gevaren van internet niet voldoende realiseren. En wat te denken van groepen die niet de normen en waarden delen die het samenleven in een democratische maatschappij mogelijk maken. We kunnen lacherig doen over mensen die niet in staat zijn Frankrijk of Griekenland op de kaart aan te wijzen, maar het kennisgebrek is wel degelijk zorgelijk als de schuldenproblematiek groeit omdat mensen complexere financiële producten of hun eigen financiële draagkracht niet kunnen overzien. Een moderne samenleving kan dus niet zonder een leven lang leren. Zoals gezegd: het formele onderwijs kan dit nooit alleen opvangen. De vereiste kennis is te veel omvattend en complex. De periode waarin iemand deelneemt aan regulier onderwijs is bovendien

Onderwijs en vorming zijn van groot belang, en daarom regelmatig onderwerp van discussies. Dat bleek de afgelopen jaren maar weer toen een lang publiek debat over onderwijsvernieuwingen uitmondde in een parlementair onderzoek onder leiding van Jeroen Dijsselbloem. Opvallend was dat er weinig vooruitgang leek te zitten in die publieke discussie. Niet alleen in de media, de politiek en onder beleidsmakers, maar ook op veel scholen ontstonden twee ‘kampen’: de voor- en tegenstanders van onderwijsvernieuwing. Mensen betrokken een stelling en bleven daarin volharden. De onderwijspraktijk in Nederland is, als een van de grootste bestedingen van onze publieke middelen, zo groot en complex dat voor- en tegenstanders van onderwijsvernieuwingen altijd wel argumenten kunnen vinden om hun gelijk te halen. Soms leek het te ontbreken aan een goed overzicht van de feiten of was er verwarring over wat bepaalde onderwijsvernieuwingen eigenlijk inhouden. Niemand leek meer echt te weten waar het bij een begrip als bijvoorbeeld het ‘nieuwe leren’ precies om ging. De nuchtere feiten en heldere onderzoeksgegevens die het overtuigende argument konden leveren bij prangende vragen en twistpunten ontbraken. Dat maakte deze publieke discussie soms onoplosbaar, contraproductief en daardoor helaas ook beschadigend voor het imago van het onderwijsveld. Dat is jammer, want onderwijs is van eminent belang. Wat in het vuur van de onderwijsdiscussie ook een beetje uit beeld is

verdwenen, is dat leren veel meer is dan alleen het leren dat we kennen uit onze schooltijd. Sterker nog: mensen leren altijd, levenslang. Verschillende recente onderzoeken laten zien dat de meeste expertise van werknemers in bedrijven helemaal niet tot hun schooltijd te herleiden is, maar juist op de werkplek zelf wordt opgedaan. Dat leren gebeurt meestal niet eens op een ’schoolse’ manier – bijvoorbeeld met studieboeken en tentamens – maar vooral op een informele manier. Bovendien leren mensen ook buiten de werkplek, niet alleen in de vorm van studies en cursussen, maar ook door het beoefenen van hobby’s, door gesprekken met vrienden of door het kijken naar televisieprogramma’s of surfen op internet. De educatieve omroep Teleac/NOT laat zien dat onderwijs en vorming ook buiten werk of school verder gaan. De multimediale programma’s van Peutertv, Schooltv en Teleac zijn te bekijken en beluisteren via radio, tv, internet en andere media. Dit kan op scholen, maar ook thuis in de vrije tijd en uit eigen interesse. Bijna tweederde van de Nederlandse bevolking maakt gebruik van deze programma’s over de meest uiteenlopende onderwerpen. De omvang van dit soort vormen van ‘informeel leren’ wordt meestal sterk onderschat. Vaak omdat het volkomen ongemerkt en moeiteloos gaat.

Voorwoord & inleiding

Page 4: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

4 5

zich bezighoudt met scholing en vorming in Nederland. Ook diegenen die werkzaam zijn in de ‘oude’ of ‘nieuwe’ media en zich afvragen wie nu eigenlijk thuis achter de televisie, krant of computer zit en wat zo iemand nu interessant vindt, kan door het lezen van deze publicatie waardevolle kennis opdoen. Wij vinden dit onderwerp van groot belang en hebben er met veel plezier aan gewerkt. We zien de publicatie die u nu in handen heeft als een eerste verkenning die we jaarlijks willen opvolgen met nieuw en verdiepend onderzoek. We zijn erg geïnteresseerd in uw vragen, opmerkingen en commentaren. Wilt u meer weten of reageren? Kijkt u in het colofon op pagina 42.

Rob Martens

Hoogleraar Multimediale educatie op de Dr. Gerard Veringa leerstoel aan de Open Universiteit Nederland.

maar beperkt, waardoor de opgedane kennis altijd zal verouderen. Deze moet dus een leven lang worden bijgehouden en bijgespijkerd. Het gaat hierbij om langetermijndoelen. Vaak is niet meteen duidelijk wat mensen non-formeel of informeel leren. Of wat daar precies de effecten van zijn. Maar dat maakt het niet minder belangrijk. Wij zijn ervan overtuigd dat aandacht hiervoor van cruciaal belang is om op de langere termijn een leefbare samenleving te houden.

Het onderzoekOm aan te sluiten bij een leven lang leren, nam Teleac/NOT het initiatief voor een onderzoek naar de leervoorkeuren van Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar. In dit onderzoek wordt voor het eerst breed geïnventariseerd hoe volwassen Nederlanders leren. Teleac/NOT wil met de uitkomsten van dit onderzoek bijdragen aan een meer concrete invulling van hoe dat leren eruit ziet en hoe het zich verder ontwikkelt. Wat beweegt de volwassen Nederlander om te blijven leren, hoe leren ze graag en met welke middelen? Op een unieke wijze worden in dit onderzoek kenmerken van leerstijlen en levensstijlen bij elkaar gebracht. Met deze publicatie willen we bijdragen aan een concreter beeld van hoe de Nederlander leert en wil leren. We schetsen in deze publicatie het gebied van het onoverzichtelijke en soms zelfs onzichtbare leven lang leren, als een eerste verkenning. Feiten komen boven tafel, maar we laten de conclusies het liefst zoveel mogelijk aan uzelf. Want als het debat over onderwijsvernieuwing één ding heeft laten zien, is het dat je een debat eerst met feiten moet beginnen. Omdat die feiten soms erg abstract zijn, hebben

we geprobeerd deze op verschillende manieren hanteerbaar en inzichtelijk te maken. Allereerst met een onderzoeksmethodologische benadering uit de sociale wetenschappen: na statistische analyses zijn profielen gemaakt van mensen die leren, gebaseerd op kenmerken en leerstijlen. Leerstijlen, die verderop gedetailleerd aan bod komen, zijn een soort ‘containers’ waarin vaak samen voorkomende combinaties van bepaalde vaardigheden, benaderingen en strategieën worden gevat. Sommige lerende mensen zijn bijvoorbeeld meer gericht op inzicht en begrip en anderen meer op feiten en van buiten leren. Sommigen zijn meer generalistisch, terwijl anderen het prettig vinden om grondig en systematisch te werk te gaan. Deze leerstijlen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en veel onderwijsgevenden zullen er wel iets van uit de praktijk herkennen. We laten zien welke profielen van een leven lang leren er zijn, zodat het onzichtbare enigszins een gezicht krijgt. Op die manier denken we een zo verantwoord mogelijke samenvatting te geven van de enorme hoeveelheid gegevens die onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van Teleac/NOT verzamelde. Om de resultaten van onze verkenning verder te verhelderen gebruiken we ook veel illustraties en grafische weergaven van het cijfermateriaal. De nadruk ligt op non-formeel leren, maar ook de andere vormen van leren komen aan bod. Het onderzoek dat aan de basis ligt van deze publicatie, is gebaseerd op een grote steekproef. Motivaction heeft deze steekproef vervolgens gewogen tot een representatieve vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking. Daarmee is deze publicatie niet alleen een must-have voor iedereen die

In deze publicatie spreken we over ‘hij’ wanneer we over mensen in een bepaalde leerstijl schrijven. Vanzelf-sprekend hebben we het dan over zowel mannen als vrouwen.

Page 5: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

6 7

Vraag en doelstellingOp het gebied van het formele leren wordt veel onderzoek gedaan en ontbreekt het bepaald niet aan beleidsontwikkeling. Als het gaat om non-formeel (niet regulier georganiseerd) en informeel (ongeorganiseerd) leren is er veel minder onderzocht of in kaart gebracht. Wat mensen leren op school wordt nauwkeurig vastgelegd en getoetst. Wat en hoe mensen leren uit de krant, op een cursus of van elkaar is veel minder helder, maar daarom niet minder waardevol. Uitgangspunt voor dit onderzoek was daarom om het leven lang leren in Nederland in al zijn hoedanigheden te verkennen,met de blik op volwassenen tussen 18 en 65 jaar.

OpzetHet leerstijlenonderzoek ging van start met een literatuurstudie en gesprekken met enkele experts op het gebied van (non-formeel) leren. De resultaten dienden

als input voor een kwalitatief onderzoek in de vorm van groepsdiscussies met personen uit de verschillende Mentality-milieus, ontwikkeld door Motivaction. Middels deze groepsdiscussies zijn onder meer de leervoorkeuren in kaart gebracht. Aan de hand van deze discussies hebben we stellingen geformuleerd en deze in een kwantitatief online onderzoek voorgelegd aan personen tussen 18 en 65 jaar.

De volgende onderzoeksvragen staan centraal: • Welke leervoorkeuren zijn er wat betreft inhoud,

vorm en media? • Welke leerstijlen zijn te onderscheiden?• Hoe hangen leer- en leefstijlen samen?Het onderzoek is een verkenning en beoogt een eerste representatieve en toegankelijke schets te geven van hoe volwassen Nederlanders leren en willen leren.

Cluster / Factor Kritisch leren Systematisch leren Visueel leren Globaal leren

Taakgerichten - - -- +/-

Einddoelgerichten - - - +/- +

Detailgerichten + + +/- - -Kennisgerichten ++ ++ + +

+ = positieve correlatie - = negatieve correlatie

Hoofdstuk 1Het onderzoek naar leerstijlen

Experts Zowel in het begin- als het eindtraject van het onderzoek heeft een aantal experts op het gebied van onderwijs en non-formeel leren meegekeken naar de inhoudelijke koers van het onderzoek. Zij gaven feedback en waardevolle aanvullingen waarmee het onderzoek verder vorm kon krijgen.

Deze deskundigen waren: B. Janssen, Open Universiteit Nederland - R. Martens, Open Universiteit Nederland en Universiteit Leiden - J. de Sousa, Rijks Universiteit Groningen - J. van der Linden, Rijks Universiteit Groningen - J. Houtepen, Beraadsgroep Vorming - T. Bastiaens, Fernuniversität Hagen en Open Universiteit Nederland - L. Plugge, Raad SURF Foundation en T. Maes, Kennisnet.

AnalysesIn de vragenlijst zijn zes dimensies, ontleend aan onderwijspsychologische literatuur, gebruikt om ‘typen’ van leren te onderscheiden (theoretisch/ praktisch, gedetailleerd/globaal, concreet/abstract, concluderend/variërend, subjectief/objectief en ervaren/observeren) vertaald naar stellingen. Aan de hand van deze stellingen bekeken we welke factoren een rol spelen bij het leerproces van de respondenten.

Factoren: - De factor ‘Kritisch leren’ meet in hoeverre

respondenten grondig leren en of de respondent niet ophoudt bij het ‘wat’ maar doorvraagt naar het ‘waarom.’

- ‘Systematisch leren’ meet in hoeverre de studie grondig, methodisch en met hulpmiddelen wordt gedaan.

- De factor ‘Visueel leren’ meet of respondenten een voorkeur hebben voor ‘belevend leren’.

- Met de factor ‘Globaal leren’ wordt het gebrek aan behoefte aan verdieping gemeten. Respondenten die hoog scoren op deze factor zijn voornamelijk in eindconclusies of de ‘executive summary’ geïnteresseerd.

Via een clusteranalyse hebben we vervolgens de respondenten aan de hand van deze factoren zodanig gegroepeerd dat respondenten in eenzelfde cluster zoveel mogelijk op elkaar lijken, terwijl respondenten in verschillend clusters juist zoveel mogelijk van elkaar verschillen. Uiteindelijk leverde dat de volgende vier groepen/leerstijlen op.

• Taakgerichten (ofwel TG: 23% van de Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar)

• Einddoelgerichten (ofwel EG: 29%)• Detailgerichten (ofwel DG: 25%)• Kennisgerichten (ofwel KG: 23%)

In een schema ziet de segmentatie er als volgt uit:

Page 6: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

8 9

In het kwantitatieve onderzoek zijn veel gegevens verzameld over het leergedrag en de leervoorkeuren van volwassen Nederlanders. De meest interessante uitkomsten die over alle Nederlanders gaan (ongeacht leerstijl) geven we hieronder geïllustreerd weer.De volledige uitkomsten zijn in tabelvorm te vinden op: www.teleacnot.nl.

Hoofdstuk 2 Uitkomsten in beeld

53% Nederlanders die een cursus of opleiding volgden.

13%heeft dat gedaan in het kader van vrije tijd, hobby of interesse.

17%Computercursussen.

20%Diverse concrete aanleidingen.

16%Persoonlijke vaardigheden alsomgaan met pubers en EHBO.

Populairste thema’s op het gebied van hobby’s en vrije tijd.

Leren in de afgelopen drie jaar.

Meestgenoemde aanleiding om een niet-werk-gerelateerde opleiding of cursus te volgen.

6%

5%

Via vriend of vriendin.

Een folder, reclamespot, advertentie of speciale aanbieding.

Page 7: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

10 11

48%Ja

Populairste thema’s voor een toekomstige cursus in kader van hobby of vrije tijd.

Voorkeur voor leervormen.

Komend jaar weer een opleiding of cursus?

15%Persoonlijke vaardigheden.

17%Hobbycursussen.

50%Bekijken van beeld- fragmenten.

60%Individueel opdrachten uitvoeren.

40%Opdrachten met anderen uitvoeren.

Page 8: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

12 13

8% Buurthuis of cultureel centrum.

38% Overige.

8% Particulier.

46% Officiële onderwijsinstelling. 39% Computervaardigheden.

31% Talen.

28% Werkgerelateerd.

Thema’s waarvoor men zich interesseert.Waar is de cursus of opleiding gevolgd?

Page 9: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

14 15

Aantrekkelijke informatiebronnen bij het leerproces.Reden om geen cursus of opleiding te volgen.

nr. 1Internet.

nr. 2Boeken & televisie

21%Te oud.

25%Geen geld.

31%Geen tijd.

Page 10: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

Het belang van televisie als leermiddel.

• Meer dan een kwart van de Nederlanders wil graag iets leren via televisie; televisie is niet alleen vermaak.

• Meer dan de helft van de Nederlanders geeft aan dat ze ook werkelijk iets leren als ze televisie kijken.

• 40% van de Nederlanders geeft aan dat een tv-programma aanleiding geeft om zich verder te verdiepen in een onderwerp.

• 37% vind tv een geschikt medium om te leren. Als voordeel wordt genoemd: via televisie komt een onderwerp veel beter tot leven. Het nadeel volgens respondenten is dat het vaak oppervlakkig blijft. Dit laatste kan bijvoorbeeld opgelost worden door aanvullende informatie aan te bieden via internet (crossmediale aanpak) of het programma aantrekkelijker te maken door mooie visuals en (bekende) deskundigen.

• De helft van de Nederlanders vindt dat er te weinig leerzame program-ma’s worden uitgezonden. Meer dan 41% heeft behoefte aan meer leerzame programma’s op tv. 23% geeft aan complete cursussen via de televisie te willen volgen en wil dit graag afsluiten met een diploma.

• Bijna 41% van de Nederlanders heeft een voorkeur om tussen 18:00 en 22:00 uur naar leerzame en informatieve programma’s te kijken.

Page 11: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

19

Verschillende leerstijlen

18

De in dit onderzoek van Teleac/NOT en Motivaction geïdentificeerde leerstijlen hebben specifiek betrekking op volwassenen in Nederland in deze tijd. Over leerstijlen in zijn algemeenheid zijn ook eerder ontwikkelde modellen bekend, die hier kort worden samengevat.

Persoonlijkheidstypen voor leerprocessenIn 1942 ontwikkelden Katherine Briggs en Isabel Briggs Meyers de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI). Met deze indicator is het mogelijk de persoonlijkheidstypen van Carl Jung met een makkelijke test te vertalen naar de levenshouding en gedragsstijl van iemand. Het gedrag is hiermee te verklaren vanuit een persoonlijkheid. Ook is in dit model opgenomen hoe iemand informatie opneemt. Het model bestaat uit zestien persoonlijkheidstypes. MBTI is het meest gebruikte en best onderzochte instrument om de verschillen tussen persoonlijkheden te herkennen. Aan de hand van vier voorkeursschalen (energie, informatie, beslissingen en buitenwereld) met ieder twee opties, wordt het type bepaald. Bij het informatie vergaren wordt onder meer dieper ingegaan op de manier waarop iemand leert.

Learning Style Inventory van KolbDavid Kolb is een leerpsycholoog en pedagoog uit de Verenigde Staten. Begin jaren zeventig van de vorige eeuw ontwikkelde hij een leercyclus. In het

leerproces maakt hij onderscheid in vier verschillende fases. Iedereen die leert, doorloopt alle fases voor een totaal leerproces. Maar Kolb stelt dat iedereen een eigen voorkeurfase heeft om in te beginnen en een leerfase waaraan hij het meeste tijd besteedt. Daarom pleit Kolb voor extra aandacht voor de leerfase waar je je het minst in vindt. Wanneer je elke fase vertaalt naar een leerstijl, levert dat de volgende vier leerstijlen op: doener, denker, bezinner en beslisser. Omdat het model van Kolb niet is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, kreeg hij kritiek van verschillende onder-zoekers. Toch wordt dit model in het onderwijs nog regelmatig gebruikt.

Bron: UvA

De Leerstijlen van VermuntDe Nederlandse hoogleraar Jan Vermunt maakte in 1992 een onderscheid in vier leerstijlen: betekenisgericht, reproductief, toepassingsgericht en ongericht. Deze Inventaris van LeerStijlen (ILS) van Vermunt laat zien op welke manier een leerling zich de leerstof eigen maakt. Waar Kolb zich op leren in het algemeen richt, beperkt Vermunt zich tot onderwijssituaties. Zijn onderzoek deed hij onder studenten van het hbo en wo.

Page 12: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

20 21

Hoofdstuk 3De leerstijlen

Bron: Tijdschrift voor Onderwijsresearch

Op de komende pagina’s vindt u de leerstijlen zoals die uit het onderzoek naar voren komen. Deze vier groepen hebben allemaal een andere benadering van leren en een andere motivatie om te leren. Ook hebben alle groepen eigen kenmerken wat betreft de inhoud en vorm van leren en hebben ze verschillende mediavoorkeuren.

Zo zijn er de Taakgerichten (23% van de Nederlandse bevolking tussen 18 en 65 jaar). Dit is een groep die weinig tot niets heeft met het leren in verplichte vorm. Taakgerichten hebben weinig drang om zichzelf verder te ontwikkelen ten behoeve van hun carrière, en de motivatie om een ander soort cursus dan werkgerelateerd te volgen ontbreekt vaak.

De grootste groep onder de leerstijlen wordt gevormd door de Einddoelgerichten (29%). Zij zouden een cursus volgen wanneer deze bijvoorbeeld werkgerelateerd is. Hun interesses zijn wel iets breder dan die van de Taakgerichten. Zo is deze groep sterk gericht op het gezin. Cursussen of media in deze richting zijn dan ook populair bij de Einddoelgerichten.

De meest enthousiaste cursisten zijn de Detail- gerichten (25%). Zij volgen graag een cursus. Meestal omdat ze vaardigheden willen ontwikkelen, maar ook vaak omdat een onderwerp hen interesseert.

De laatste groep bestaat uit de Kennisgerichten (23%). Deze groep heeft een ijzeren discipline in het volgen van cursussen of opleidingen. Kennisgerichten doen dit vaak om verder te komen in hun carrière of om hun kennis uit te breiden. Ze schuwen dan ook niet zo breed mogelijk op zoek te gaan naar informatie om het leertraject mee te verrijken.

Op de volgende pagina’s leert u de leerstijlen kennen.

De Taakgerichten (pag. 22)De Einddoelgerichten (pag. 26)De Detailgerichten (pag. 30) De Kennisgerichten (pag. 34).

De figuur rechts laat zien hoe de vier leerstijlen, zoals in dit onderzoek onder Nederlandse volwassen gevonden, zich tot elkaar verhouden wat betreft de factoren ‘visueel leren’ en ‘ kritisch leren’ (zie ook beschrijving op pag.9).

De leerstijlsegmenten

- - Visueel leren Visueel leren ++

++ Kritisch leren

Kritisch leren - -

Kennisgerichten(23%)

Taakgerichten(23%)

Einddoelgerichten(29%)

Detailgerichten(25%)

Page 13: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

22 23

“Leren doe je als je jong bent en op school zit. Wat moet ik nu nog leren? Ik heb een baan en een leven dat prima loopt.” Reinier, 40 jaar, Hoorn

Taakgerichten zijn geen studiebollen. Zelfs wanneer het buurthuis om de hoek een leuke cursus buikdansen, klussen of ander aansprekend thema geeft, is deze groep moeilijk enthousiast te krijgen, al is het nog zo dichtbij. Ze zijn in hun dagelijks leven simpelweg niet zo geïnteresseerd in leren. De Taakgerichte ‘leert’ pas als het moet. Bijvoorbeeld omdat op het werk een nieuw systeem is ingevoerd en iedere werknemer een cursus moet volgen om deze onder te knie te krijgen. De Taakgerichte is relatief vaak een lager

tot middelbaar opgeleide die zich weinig met de toekomst bezighoudt. Vandaar dat deze persoon ook niet snel een cursus zal volgen om bijvoorbeeld een volgende stap in de carrière te kunnen nemen. Wanneer de Taakgerichte aan het leren gaat, is dit vaak een vakgerichte keuze. Ze volgen dan een opleiding voor hun middenstandsdiploma of een cursus tot pedicure: typische opleidingen die je volgt met als doel iets anders te gaan doen en niet zozeer om omhoog te klimmen op de carrièreladder. Vaak mist de Taakgerichte de motivatie om iets te gaan leren. Bovendien hechten veel Taakgerichten aan hun vrijheid en geen verplichtingen hebben.

TaakgerichtenLeervormMotivatie

Mediagebruik

Vakdocent die alles weet.

De werkgever.

Rode draad is belangrijk.

Films, series & reallity programma’s.

Niet carrièregericht.

Vrije tijd is belangrijk.

Page 14: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

24 25

“Ik leer alles wat ik wil weten toch wel in het dagelijks leven.”

“Ik heb veel verschillende bazen gehad, maar ik werk nu al veertien jaar voor dezelfde baas. Het leukste aan mijn werk bij het tankstation is het contact met klanten. Ik ben hier terecht gekomen via een uitzendbureau. De jaren daarvoor heb ik verschillende banen gehad. Zo werkte ik bij een tuincentrum en een ander tankstation, en mijn man en ik hebben zelfs een eigen groentezaak gehad.”

“Vroeger heb ik ook in het ziekenhuis gewerkt. Dat heb ik altijd heel leuk gevonden en had ik graag nog gedaan. Maar ik was toen niet zo van het leren. En om daar vast te gaan werken moest je een opleiding doen. Of in ieder geval interne cursussen. Ik deed dat werk toen als een soort stage vanuit school en in mijn vakantieperiode. Ik vind het wel jammer dat ik daar niet ben blijven werken.”

“Voor de groentezaak heb ik eigenlijk mijn eerste cursussen gedaan. Ik had natuurlijk een middenstandsdiploma nodig. En ik heb mijn rijbewijs gehaald. Bij mijn huidige baas heb ik mijn mbo gedaan. Dat was prima te doen. Je leert de leerstof thuis en ik werd klassikaal met andere medewerkers getoetst. Voor het doorgroeien naar hogere functies kon je dan nog verder leren.”

“Ik hou wel van een beetje leren, maar ik ben niet het type dat altijd naar school wil. Maar als ik een boekje lees blijft het wel hangen. Ik leer dus ook het liefst in de praktijk. Ik zou nu niet een-twee-drie weten welke cursus ik nog zou willen volgen. Dat is toch iets waar je dan in rolt, via werk bijvoor-beeld. Ik ben niet iemand die zegt: ‘oh dat ga ik morgen doen’. Voor een hobbycursus ben ik sowieso niet het type. Ik leer alles wat ik wil weten toch wel in de praktijk, gewoon in het dagelijks leven. In mijn vrije tijd lees ik ontzettend graag. Daar kan ik uren voor zitten. Daarnaast ben ik veel bezig met de kleinkinderen.”

“Straks, als ik met pensioen ga, zouden mijn man en ik wel naar een warm land willen. De taal leren spreken zou dan wel belangrijk zijn. Maar ik zou het bijvoorbeeld niet via een televisiecursus willen leren. Dan zit je weer zo vast aan dat verplichte leren. Ik maak het meestal toch niet af. Als het vanuit het werk gaat, gaat het spelenderwijs. Maar om te zeggen: daar ga ik me voor inzetten... nee, dat doe ik dan niet.”

Trees, 52 jaar, servicemedewerkster tankstation, opleiding: mbo. Volgde een cursus Middenstandsdiploma.

LeerstijlWanneer je deze groep graag enthousiast wilt krijgen voor een cursus moet je vooral geen ingewikkelde maatschappelijke thema’s aansnijden. Wanneer een onderwerp te complex is om snel te begrijpen, mijdt deze groep het onderwerp. Een cursus moet voor Taakgerichten overzichtelijk zijn. Wanneer teveel thema’s of onderdelen worden behandeld, zien zij de rode draad niet meer en raken al gauw het spoor bijster. Taakgerichten zijn gevoelig voor informatie-overload. De kunst is dus het thema zo rechtlijnig en helder mogelijk bij de cursist te brengen. De Taakgerichte leert graag van een vakman of vakvrouw. Hij neemt aan wat de docent hem vertelt en gaat ervan uit dat dit de juiste informatie is. Kortom,

Taakgerichten hebben een groot vertrouwen in hun docent en nemen niets aan van de eerste de beste ervaringsdeskundige.

MediaTaakgerichten kijken graag naar de commerciële tv-zenders – films, series of reality programma’s zijn dan favoriet – en lezen relatief weinig boeken. Wel zijn ze graag op de hoogte van de laatste roddels en medianieuwtjes. Deze vergaren ze via entertainment-bladen en vrouwen- en mannen-magazines. Media zijn voor Taakgerichten echt vermaak.

Ze zien het niet als leermoment of informatievoorziening. Talkshows zijn zeer geliefd, en dus ook uitermate geschikt voor een (verstopte) educatieve boodschap bij deze groep. Zolang de onderwerpen maar persoonlijk en herkenbaar zijn. Met een leerzame documentaire doe je deze groep geen plezier, net zomin als met een educatief spelletje. Wie Taakgerichten graag een programma met een leermoment wil brengen, kan de boodschap het beste verstoppen in een smakelijke soap. Daarin zijn prima maatschappelijke thema’s met een leermoment te verwerken, al moet daar niet de nadruk op liggen. Verbergen in een hoop drama heeft de meeste kans van slagen.

Interview

Page 15: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

27

Einddoelgerichten“Toen mijn dochter een jaar oud was, ben ik op zoek gegaan naar een leuke cursus over opvoeden. Je kunt wel veel boeken lezen en je krijgt genoeg raad van andere ouders, maar het werkt toch beter wanneer een docent die zelf kinderen heeft, iedere les een ander onderdeel behandelt en laat zien hoe je een probleem het beste kunt aanpakken.” Lea, 27 jaar, Rhenen

De grootste groep onder de leerstijlen vormen de Einddoelgerichten (29%). Dit zijn mensen die vooral kunnen genieten van een makkelijk en plezierig leven. Ze zien niet per se het nut in van het volgen van cursussen voor persoonlijke ontwikkeling of maatschappelijke belangen. Dat betekent niet dat de Einddoelgerichten een hekel hebben aan leren, maar als ze iets leren is dat vaak werkgerelateerd. Eigenlijk dus vooral omdat het moet. Omdat zij zo specifiek leren, zijn ze ook meer gericht op het einddoel dan op het proces om daar te komen. Het leren zelf is minder belangrijk dan wat je er uiteindelijk mee kunt.

Leerstijl Visueel, vraaggericht en met kernachtige formuleringen: zo zou je een ideale cursus voor de Einddoelgerichten kunnen omschrijven. Deze leerstijl heeft moeite met complexiteit en wil daarom erg gericht en bondig zijn lesmateriaal ontvangen. Een goede cursus voor deze groep gaat slechts over één onderwerp en weidt daarbinnen niet teveel uit.

De Einddoelgerichte leert het liefst één onderwerp tegelijk, dat is overzichtelijk en behapbaar.

MediaOok de Einddoelgerichten kijken graag televisie, vooral naar de commerciële zenders. Maar in tegenstelling tot Taakgerichten, kijkt deze groep bij voorkeur naar programma’s waar de hele familie naar kan kijken. Via televisie leert deze groep graag, omdat het onderwerp in televisieprogramma’s tot leven komt. Datzelfde geldt voor andere media. Einddoelgerichten lezen weinig boeken, maar des te meer tijdschriften. Ook hierbij is het thema vaak gerelateerd aan het gezin. Einddoelgerichten lezen ook graag mannen- en vrouwenbladen. Einddoelgerichten kijken het liefst televisie wanneer dit leerzaam en vermakelijk is voor het hele gezin. Met name de vrouwen binnen deze groep kun je oprecht een plezier doen met een opvoedkundig programma in een reality-jasje gebracht, zoals Supernanny. Ze zijn bij dergelijke programma’s gericht op het spelenderwijs leren. Ze kunnen namelijk op deze manier bij een ander gezin meekijken hoe iets in de praktijk werkt, om vervolgens de geleerde lessen toe te passen bij hun eigen kroost. En ook hier weer is het eindresultaat – je kinderen laten gehoorzamen – het belangrijkst. Voor het realiseren van een televisie-programma voor deze doelgroep, zou het dus ook een goede zet zijn de leerstof in een vermakelijk format te gieten, met een aansprekende, bekende presentator en een onderdeel waarbij de stof in de praktijk wordt gebracht.

Mediagebruik

De werkgever.

Visueel en vraaggericht.

Cursus is vaak werkgerelateerd.Programma’s voor het

hele gezin.

E=...MC2

LeervormMotivatie

Page 16: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

29

“Een cursus volgen vind ik leuk hoor. Extra kennis opdoen is altijd goed.”

“Ik werk sinds een klein jaar bij een gerechtsdeurwaarderkantoor. Hiervoor ben ik financieel adviseur geweest. Op den duur zou ik graag gerechtsdeurwaarder worden. Dan kan ik mijn eigen bedrijf beginnen. Voor jezelf beginnen is altijd leuk, maar daar moet ik een diploma voor hebben. Een officieel certificaat dat je kunt halen met een langere opleiding. Die wil ik op den duur wel een keer doen, maar nu nog niet. Ten eerste moet ik er geld voor hebben, want je bekostigt dit natuurlijk zelf, en ten tweede ben je er wel even mee bezig in de avonduren. Dat komt later nog wel een keer.”

“De cursussen die ik tot nu toe heb gevolgd heb ik allemaal via mijn werk gedaan. Het waren vaak leuke cursussen, maar voor mijn functie vaak verplicht. Dit zijn cursussen variërend van hoe je met conflictsituaties moet omgaan tot hoe om te gaan met verschillende cliënten en burgers. Ik heb net een cursus gedaan waarin je leert om te gaan met verschillende persoonlijkheden, hoe je die moet begeleiden. Deze cursus duurde een week. Ik kreeg drie uur per dag les, en alle informatie stond in een boek van 200 pagina’s. Een deel van het boek lees je voor de cursus al en tijdens de cursus behandel je het per hoofdstuk.

Ik vind het heel prettig als er een boek bij is. Daar staat al je informatie en de kennis die je moet leren overzichtelijk in.”

“Een cursus volgen vind ik leuk hoor. Extra kennis opdoen is altijd goed, maar ik hoef nu niet perse binnenkort een cursus te doen. In mijn vak heb je wel vaak te maken met veranderende regeltjes. Dat zal ongetwijfeld de eerstvolgende cursus zijn. Verder zijn er geen cursussen die ik wil doen.”

”Mijn nieuws haal ik van internet. En ook wel uit gratis kranten, maar ik heb nog nooit een Telegraaf of Parool gekocht. Ik lees ook graag boeken. Ik heb net ‘Komt een vrouw bij de dokter’ van Kluun gelezen. En op televisie kijk ik graag actiefilms.”

Rachid, 25 jaar, medewerker gerechtsdeurwaarderskantoor, opleiding: hbo Rechten en Maatschappelijk werk & dienstverlening.

Interview

Page 17: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

31

“Ik heb een nieuw huis gekocht waar ik heel veel aan moet doen. Om de kosten te drukken ga ik veel zelf klussen. Dus heb ik vijf zaterdagen lang een cursus stucen gevolgd. Mijn leraar was nog van de oude school, dus ik heb nog echt ambachtelijke technieken meegekregen. Het is intensief, maar een heel leuke, leerzame en geldbesparende cursus.”Hanneke, 32 jaar, Utrecht

Als er één groep is die zich enthousiast op het leren stort, dan is dat wel de groep Detailgerichten. Je kunt ze omschrijven als kritisch, maar wel met een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij. Ook staan ze open voor het opdoen van nieuwe ervaringen. De ideale cursist dus. Detailgerichten leren overigens niet werkgerelateerd of carrièregericht, maar voornamelijk omdat ze zich graag ontplooien en persoonlijke vaardigheden willen opdoen. Deze groep heeft een brede interesse en zoekt cursussen op basis van wat hen op dat moment interesseert. Dit kan in de huiselijke sfeer zijn, maar ook op het gebied van zingeving. Detailgerichten leren dan ook vanuit een intrinsieke motivatie en niet omdat ze bijvoorbeeld maatschappelijke erkenning zoeken. Daarom is een diploma aan het eind van de cursus voor deze groep niet noodzakelijk.

LeerstijlDeze groep staat het meest open voor leerprogramma’s. Ze vinden het leuk om fysiek een cursus te volgen, en hebben hoe dan ook een brede interesse voor leermiddelen. Globaal leren is niet echt aan hen besteed. Detailgerichten – de naam zegt het al – zijn meer gericht op de weg er naartoe, op de details. Tijdens hun leerproces zijn ze op zoek naar verdieping van het onderwerp. Toch heeft deze leerstijl ook een nadeel. Omdat deze groep zo breed geïnteresseerd is, zien zij door de bomen het bos soms niet meer en vinden ze het moeilijk een keuze te maken uit het grote cursusaanbod. De Detailgerichte toetst zijn opgedane kennis graag in de praktijk. Ze vinden dat je niet voor niets leert en kiezen daarom vaak voor praktische cursussen of cursussen met thema’s die dicht bij hun leefwereld en interesses liggen.

MediaDetailgerichten maken vergeleken met de andere leerstijlen relatief veel gebruik van dagbladen en opinietijdschriften. Ze lezen om hun kennis te vergroten. Hier halen ze vaak ook inspiratie vandaan om te kiezen voor een cursus of opleiding. Detailgerichten kijken relatief weinig televisie en halen hun informatie veel meer uit kranten en opiniebladen. Als ze wel tv-kijken dan is het naar de publieke omroepen of de (digitale) themakanalen. Een Detailgerichte die tv-kijkt is vaak op zoek naar een programma waar hij iets van leert. Daarom staan ze ook het meest open voor educatieve programma’s op televisie.

Detailgerichten

Mediagebruik

De werkgever.

Persoonlijke vaardigheden.

Deze cursus... ...of deze cursus?Digitale themakanalen.

Verdieping.Brede interesse.

Praktisch.

LeervormMotivatie

Page 18: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

32 33

“Talen leren is altijd leuk, ook al doe ik er praktisch niets mee.”

“Ik ben alweer aan het kijken naar nieuwe cursussen. Ik heb nu een school gevonden waar verschillende soorten yoga gegeven worden. Daar kan ik een introductiecursus doen waar ik iedere week een ander soort yoga krijg. Zo kan ik kijken welke soort mij het leukst lijkt. Ik wil iets doen met bewegen, maar ik wil ook nog graag een cursus kleding maken doen en een cursus kunstgeschiedenis. En ik kreeg de folder van een opleidingsinstituut waarin een workshop creatief denken stond beschreven. Lijkt me ook erg leuk.”

Zelf klusjes doen“Dit jaar heb ik mijn Engels bijgespijkerd bij een bevriende leraar Engels. Ik heb ook een cursus Spaans gedaan. Deze zomer ben ik naar Cuba en Nicaragua geweest. Behalve dat het een leuke taal is, was het dus ook een praktische overweging mijn Spaans weer op te halen in een cursus. En ik heb laatst een kluscursus voor beginners afgerond. Dat was vooral praktisch, zodat ik de kleine klusjes thuis zelf kan doen. Nu kan ik zelf de zwanenhals achter de wc vervangen!”

Toepassen in de praktijk“Het is prettig naar een cursus te kunnen gaan, maar het moet niet te lang duren. Ik ben snel weer uitgekeken op het onderwerp. Meestal vind ik het wel heel

interessant, maar na een paar maanden wil ik weer iets nieuws leren. Korte, compacte cursussen zijn daarom ideaal voor mij. Wanneer je in de lessen meteen de stof in de praktijk kunt brengen leer ik het makkelijkst. Je ziet bij zo’n kluscursus meteen hoe het moet en de leraar kan je bijstaan wanneer je iets fout doet en bij Spaans kun je bijvoorbeeld meteen iets aan je uitspraak doen. Iedereen heeft zijn eigen knelpunten en daar kom je toch pas achter wanneer je meteen Spaans gaat praten. We moesten bijvoorbeeld in het Spaans ons drankje bestellen in de pauze. Of elkaar groeten aan het begin van de les. En in Cuba aangekomen bracht ik de kennis ook meteen in de praktijk door gewoon te gaan praten. Zo leer ik het snelst.”

Ideale leraar“Mijn ideale leraar voor een cursus is iemand die leuk en praktisch kan lesgeven. Niet zozeer een docent dus, maar iemand die meer met de praktijk heeft en dit leuk kan vertalen naar de leerlingen. Aan een diploma hecht ik niet. Ik weet toch zelf wel wat ik heb geleerd? Als ik maar tevreden ben. Mocht iemand er ooit naar vragen dan zoek ik wel mijn bankafschrift waar het cursusgeld op staat. Dat is toch bewijs genoeg?”

Els, 31 jaar, trendadviseur, opleiding: Toegepaste communicatiewetenschappen. Volgde een cursus Photoshop, Frans, Aikido, Spaans, Klussen voor beginners, Engels voor gevorderden.

Interview

Page 19: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

34 35

“Een opleiding volgen draagt bij aan kennis vergaren die belangrijk is voor je toekomst. Voor mij is het belangrijk een cursus af te ronden, zodat ik het papiertje kan laten zien wanneer ik straks verder solliciteer. Anders blijf je stilstaan.”Revi, 28 jaar, Rotterdam.

Carrièregericht leren, met die term zijn Kennisgerichten het beste te omschrijven. Dat wil zeggen dat ze doelmatig en serieus met leren bezig zijn om kennis te vergaren. Vaak zijn ze ambitieus en willen ze met behulp van cursussen of opleidingen hogerop komen. Wanneer ze met een onderwerp bezig zijn, gaan ze vaak op zoek naar de mening van deskundigen hierover. Ze stellen zichzelf bij het leerproces ook altijd de ‘waarom’-vraag. Omdat ze vrij statusgevoelig zijn, hechten Kennisgerichten veel waarde aan een diploma of officieel document na het afronden van de opleiding. Toch zien ze leren ook als zelfontplooiing. Ze gaan echter niet voor de gezelligheid op cursus, of omdat ze zo graag iets meer willen weten over een bepaald onderwerp. De aanleiding om te gaan leren moet concreet zijn voor Kennisgerichten. De meest voorkomende reden is dan ook dat ze via hun werk de mogelijkheid krijgen een cursus of opleiding te volgen.

Leerstijl Kennisgerichten leren kritisch en systematisch. Ze zijn gericht op de feiten en leren eigenlijk het liefst formeel.

Daarom willen ze cursussen vooral volgen aan officiële instellingen. Thema’s die deze groep interessant vindt variëren van onderwerpen die direct aansluiten bij het werk tot maatschappelijke thema’s. Wel is ambitie een drijvende kracht om een cursus te volgen, want de Kennisgerichte ziet dit als sleutel tot doorgroeien in zijn carrière. De Kennisgerichte neemt niet zomaar aan wat een docent vertelt. Hij verifieert zijn kennis graag bij deskundigen en ervaringsdeskundigen. Crossmediaal leren is daarom voor deze groep geschikt. Zo kunnen ze meerdere bronnen raadplegen.

MediaKennisgerichten zijn internetgebruikers. Ze lezen er verhalen, halen er hun nieuws vandaan en vinden er informatie over hun interesses. Als ze thuis zijn tenminste, want Kennisgerichten zijn vaak buiten de deur en gebruiken media daardoor niet frequent. Als ze thuis zijn kijken ze televisie voor vermaak. Ze leren niet graag via dit medium. Ze staan hier kritisch tegenover omdat zij het aanbod vaak te beperkt vinden en de inhoud oppervlakkig. Leren via televisie kan wel, maar dan zien zij dit graag in een meer officiële vorm, inclusief diploma. Wat voor Kennisgerichten een perfecte oplossing zou zijn, is een crossmediaal concept: een leerprogramma via televisie met aanvullend een interactief deel dat zij zelf kunnen uitvoeren. Hiermee kan de Kennisgerichte zijn eigen media kiezen bij het leren. Maar ook hier is het diploma een wenselijk papiertje ter afsluiting.

Kennisgerichten

Mediagebruik

De werkgever.

Carrièregericht.

Werk & maatschappij.

Crossmediaal.

Weinig televisie.

Via officiële instelling.

LeervormMotivatie

Page 20: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

36 37

“Een goede docent is voor mij een door de wol geverfde professional, die boven de stof staat. Als je zo iemand voor de klas hebt staan ben je gemotiveerd, stap je sneller op deze persoon af en kun je gerelateerde praktijksituaties bespreken. Deze cursus behandelt veel methodieken en technieken. Deze schrijf ik op om ze later uit te kunnen werken, zodat je ze vervolgens met je mentor aan de dagelijkse werkelijkheid kunt toetsen. Ik maak dan ook gebruik van internet, om te zoeken wat het ook alweer inhoudt en wat er over geschreven is.”

“Deze Leergang duurt nog tot november. Daarna ga ik me meer concentreren op softskills die ik nog wil ontwikkelen of versterken. Ik vind het ontzettend leuk deze cursus te volgen. Je krijgt kennis en ontwikkelt inzichten die je op het werk, maar ook persoonlijk verder helpen.”

Roelof, 36 jaar, IT-projectmanager, opleiding: Elektrotechniek. Volgde diverse Microsoft en Citrix certificering-trajecten en cursussen Projectmatig werken, Itil, Prince2, Leergang Projectmanagement, Fotografie, Kanoën, Spaanse les en een Wijncursus.

Interview“Inzicht en kennis vergaren voor mijn werk en persoonlijke ontwikkeling.”

“Voor mijn werk zit ik nu midden in de Leergang Projectmanagement. Deze duurt nog tot november en is in totaal 10 maanden met een belasting van 240 uur. Deze opleiding volg ik omdat ik ben doorgegroeid naar de functie van projectmanager en ik mijn skills voor deze functie deels nog wil ontwikkelen. Voorafgaand aan zo’n cursus stel je dan ook, onder begeleiding van je mentor, leerdoelen op die je tijdens de opleiding gaat verwezenlijken. Er is een praktisch en een theoretisch gedeelte. Het theoretische gedeelte sluit je af met een examen. Het praktische gedeelte toets je in de praktijk en verwerk je in een portfolio en een afstudeerrapport.”

“Bij mijn bedrijf werk je over het algemeen met een persoonlijk opleidingsplan waarin je je ontwikkelt. Ieder jaar spreek je samen met je manager af welke cursussen je kunt volgen om zo het plan te realiseren. Dit kan een carrière- of functiegerichte cursus zijn. Met mijn Leergang Projectmanagement merk ik dat bepaalde softskills minder ontwikkeld zijn. Deze kan ik in een persoonsgerichte cursus ontwikkelen.”

“Persoonlijke groei vind ik heel belangrijk. Je merkt dat je vooruit gaat en het is ook toepasbaar op je werk. Je verbreedt je kennis en je skills. Wat dat betreft kijk

ik wel drie jaar vooruit. Met het idee dat je ook vooruit kunt met wat je leert. Er zijn veel dingen die je meteen kunt toepassen, maar je kijkt toch wat de vervolgstappen zijn. Bij de Leergang Projectmanagement moet je aan het einde een afstudeerrapport schrijven waarin je laat zien dat je het geleerde in de praktijk kunt brengen. Dit wordt door een examencommissie getoetst tijdens een afstudeerpraatje. Je krijgt voor het behalen van het theoriegedeelte een certificaat met een stempel van een officiële onderwijsinstelling, dat ook internationaal geldig is. Je kunt zo wel laten zien dat jij een slag hebt gemaakt die anderen niet hebben.”

Page 21: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

38 39

sleutel tot leren onder volwassenen ligt niet in wat hen wordt voorgeschreven, maar in wat hen zelf beweegt. Dat kan een carrièremotief zijn, maar ook de wens om de computer en internet te leren gebruiken, de taal van het favoriete vakantieland te leren of om eerste hulp te kunnen bieden bij een ongeval. Een tweede sleutel ligt in het ontwikkelen van begrip voor de verschillende leerstijlen van mensen. Dit onderzoek licht een tip van die sluier op. Het is daarmee een eerste actuele verkenning van leerstijlen en leerwensen van volwassen Nederlanders, juist ook op het gebied van het non-formele leren.

Het onderzoek vraagt om verdieping en een vervolg in de tijd. Samen met de Open Universiteit heeft Teleac/NOT zich dan ook voorgenomen om in de tweede helft van 2008 een vervolgmeting te laten uitvoeren door Motivaction met enerzijds verdiepingsvragen over leermotivatie en leervormen en anderzijds vragen die de basis kunnen vormen voor het samenstellen van een ‘Leven Lang Leren-index’ (LLL-index).

Met deze LLL-index zouden we de jaarlijkse ontwikkeling van de LLL-activiteit in Nederland kunnen monitoren en bijvoorbeeld in samenhang brengen met beleid en initiatieven die op dit vlak ontwikkeld worden. Teleac/NOT en de Open Universiteit willen met deze publicatie én de intentie tot vervolgonderzoek ook andere organisaties op het gebied van educatie nadrukkelijk uitnodigen om aan te sluiten op dit onderzoek en de mogelijke vervolgstappen.

Zie voor contactgegevens het colofon op pagina 42.

Gebruik en vervolg van dit LeerstijlonderzoekDit onderzoek biedt een eerste brede verkenning van hoe volwassen Nederlanders leren en willen leren. Met dit onderzoek heeft initiatiefnemer Teleac/NOT vooral naar boven willen halen welke leerstijlen te onderscheiden zijn en voor welke inhoud, vorm en media volwassen Nederlanders een voorkeur hebben bij leren. Deze publicatie biedt een inzicht in de uitkomsten zonder hier maatschappelijke of onderwijskundige waarde-oordelen aan te koppelen. Het onderzoek helpt Teleac/NOT als educatieve omroep om een multimediaal educatief aanbod te verzorgen dat aansluit op actuele leerbehoeften in de samenleving.

Leerstijlen en leefstijlenDe samenwerking met Motivaction maakte het mogelijk om de resultaten van leerstijlonderzoek te koppelen aan de acht Mentality-milieus (een model van leefstijlen) van Motivaction (www.motivaction.nl). Door deze koppeling zien we hoe de leerstijlen in de acht Mentality-milieus zijn vertegenwoordigd en waarin de Mentality-milieus zich onderscheiden. Zo ontstaat een volledig beeld van hoe hun leerwensen en leerambities

passen binnen de waarden die mensen geven aan bijvoorbeeld hun doelen in het leven. Maar ook hun leefstijl, hoe ze staan ten opzichte van werk en presteren, de invulling van hun vrije tijd en hoe ze omgaan met familie en relaties worden door het Mentality-model zichtbaar. Deze onderzoeksresultaten zijn voor Teleac/NOT, de Open Universiteit en andere partners van het nationaal initiatief Lang Leve Leren! (waaronder Kennisnet en SURF) een instrument om nog beter aan te sluiten bij de wensen en behoeften van diverse doelgroepen.

VervolgonderzoekDit onderzoek sluit ook aan op bredere maat-schappelijke vraagstukken rondom leren. Vragen waar vele organisaties uit het onderwijs, de overheid en de media mee bezig zijn. Hoe ontwikkelen we Nederland verder als kennissamenleving? Hoe stimuleren en ondersteunen we een leven lang leren? Hoe verkleinen we taal- en ontwikkelingsachterstanden? Dit onderzoek geeft geen rechtstreeks antwoord op die vragen, maar het biedt wel een opstap om antwoorden te kunnen vinden. Een opstap op basis van de bestudering van het leergedrag en de leerbehoeften van de burgers op wie deze vragen betrekking hebben. Een belangrijke

Hoofdstuk 4Hoe verder?

Page 22: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

40 41

SteekproefUit het online panel heeft Motivaction een steekproef getrokken. Deze steekproef is achteraf gewogen volgens de propensity wegingsmethode en is daarmee representatief gemaakt voor de Nederlandse bevolking. In totaal hebben 991 respondenten de volledige vragenlijst ingevuld. Het veldwerk vond plaats in de eerste weken van december 2007. Voorafgaand aan het veldwerk vond een pilot met 10 respondenten plaats. Hierbij is de vragenlijst, met name het onderdeel van de leerstijlstellingen, getest op begrijpelijkheid.

Weging Zowel bij traditioneel schriftelijk of telefonisch onderzoek als bij online panelonderzoek worden steekproeven niet samengesteld op basis van een strikte aselecte trekking. Respondenten bepalen bij alle vormen van onderzoek of ze wel of niet deelnemen aan het onderzoek. Zo ontstaat non-respons. Een groot voordeel van het hier gebruikte online panelonderzoek is dat van het online panel allerlei achtergrondkenmerken bekend zijn. Het is dus duidelijk op welke manier de non-respondenten afwijken van de mensen die wel deelnemen aan het onderzoek. Hierdoor kan bij online panelonderzoek

in bepaalde mate gecorrigeerd worden voor non-respons. Motivaction maakt hierbij gebruik van de zogenaamde propensity-scoretechniek (Rosenbaum & Rubin, 1983). Het basisprincipe van propensity score weighting is dat afwijkingen door zelfselectie kunnen worden gemodelleerd door de betreffende steekproef te matchen met representatieve referentiegegevens. Propensitytechnieken maken het mogelijk om te corrigeren voor een groot aantal variabelen, die van verschillend meetniveau kunnen zijn. Cruciaal in dit proces is de beschikking over betrouwbare en valide referentiegegevens.

De basis hiervoor is Mentality™, het unieke waarden- en leefstijlonderzoek van Motivaction. Mentality™ beschikt over een zorgvuldig opgebouwde database met meer dan 22.000 respondenten. In de weging van de steekproef van het Leerstijlenonderzoek zijn vijf variabelen en hun onderlinge interacties betrokken: leeftijd, geslacht, opleiding, Nielsen-regio en Mentality-milieu. De minimum en maximum weegfactoren zijn respectievelijk 0,49 en 2,61. Als eikbestand voor de sociodemografische variabalen fungeert de MOA Gouden Standaard en Motivactions eigen onderzoek.

Steekproef en weging bij het onderzoek

Page 23: Leerlekkerland Stijlen van leven lang leren Brochure

42 43

Informatie

Ga voor meer informatie over dit onderzoek naar de website www.teleacnot.nl.

Reacties Heeft u vragen of wilt u reageren op deze publicatie, dan kunt u contact opnemen met:

Mirko Lukács bij Teleac/NOT op telefoonnummer 035-6293411 of via e-mail [email protected].

Deze publicatie is uitgebracht in opdracht van Teleac/NOT en samengesteld in samenwerking met Open Universiteit Nederland en Motivaction.

Projectleider:Fons Visser, Teleac/NOT

Redactieraad:Ben Janssen (Open Universiteit Nederland) Mirko Lukács (Teleac/NOT) Rob Martens (Open Universiteit Nederland) Fons Visser (Teleac/NOT)

Onderzoek: MotivactionHedwig Boerboom, Corien van der Linden

Productie & vormgeving: YoungWorks

Illustraties: Rik van Schagen, Zone 5300

Copyright Teleac/NOT. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Teleac/NOT.

Colofon